CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 681
CRIV 51 COM 681
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
12-07-2005
12-07-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greet van Gool à la ministre de
l'Emploi sur "le recours illégal à de la main-
d'oeuvre polonaise dans les entreprises
chimiques anversoises" (n° 7710)
1
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "het misbruik van Poolse
arbeiders in de Antwerpse chemiebedrijven"
(nr. 7710)
1
Orateurs: Greet van Gool, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Greet van Gool, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Annemie Turtelboom à la
ministre de l'Emploi sur "le statut des artistes"
(n° 7804)
3
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "het kunstenaarsstatuut"
(nr. 7804)
3
Orateurs: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback
, ministre de l'Environnement et
ministre des Pensions
Sprekers: Annemie Turtelboom, Bruno
Tobback
, minister van Leefmilieu en minister
van Pensioenen
Question de M. Carl Devlies au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'absence de délivrance d'une fiche 281.11 pour
l'année du décès" (n° 7855)
5
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"de niet-overhandiging van een fiche 281.11 in het
jaar van overlijden" (nr. 7855)
5
Orateurs: Carl Devlies, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Carl Devlies, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
7
- Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi
sur "l'inquiétude dans le secteur automobile"
(n° 7711)
7
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van
Werk over "de ongerustheid in de
automobielsector" (nr. 7711)
7
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur
"les propositions pour le secteur automobile"
(n° 7734)
7
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Werk over "de voorstellen voor de
automobielsector" (nr. 7734)
7
Orateurs: Greet van Gool, Nahima Lanjri,
Bruno Tobback
, ministre de l'Environnement
et ministre des Pensions
Sprekers: Greet van Gool, Nahima Lanjri,
Bruno Tobback
, minister van Leefmilieu en
minister van Pensioenen
Question de M. Benoît Drèze à la ministre de
l'Emploi sur "le contrôle budgétaire et les titres-
services" (n° 7876)
10
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de begrotingscontrole en de
dienstencheques" (nr. 7876)
10
Orateurs: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
12
JUILLET
2005
Matin
______
van
DINSDAG
12
JULI
2005
Voormiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 10.17 uur.
Voorzitter: de heer Hans Bonte.
Les questions et les interpellations commencent à 10.17 heures.
Président: M. Hans Bonte.
01 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk over "het misbruik van Poolse
arbeiders in de Antwerpse chemiebedrijven" (nr. 7710)
01 Question de Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi sur "le recours illégal à de la main-
d'oeuvre polonaise dans les entreprises chimiques anversoises" (n° 7710)
01.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb aan mevrouw Van den Bossche onlangs een vraag
gesteld over de problematiek van oneerlijke praktijken in de
bouwsector. Enerzijds werken er zwartwerkers. Het gaat dan vaak
over illegalen. Anderzijds werken er ook buitenlanders, vaak uit de
voormalige Oostbloklanden, zogezegd als zelfstandigen. Op die
manier kan immers de betaling van het minimumloon worden omzeild.

De bouwsector is echter blijkbaar niet de enige sector waar er
problemen met de correcte toepassing van de sociale zekerheid zijn.
Ook in de Antwerpse chemiebedrijven zijn er problemen, maar dan
met Poolse arbeiders die via onderaannemers worden tewerkgesteld.

De sociale partners hebben een samenwerkingsovereenkomst
gesloten met de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid
en Sociaal Overleg om de misbruiken aan te pakken. Blijkbaar zijn de
wettelijke mogelijkheden echter beperkt.

Ik vernam dan ook graag of u op de hoogte bent van de problemen.

Welke maatregelen acht u nodig om ze doeltreffend te kunnen
aanpakken?
01.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les règles de la sécurité
sociale ne sont pas toujours
respectées tant dans le secteur de
la construction
­ où des
clandestins et des travailleurs
originaires des pays de l'ex-bloc
de l'Est sont à l'oeuvre en tant que
faux indépendants ­ que dans les
entreprises chimiques anversoises
­ où des ouvriers polonais sont
employés par le biais de sous-
traitants. Les partenaires sociaux
ont conclu un accord de
coopération avec le SPF Emploi,
Travail et Concertation sociale
pour s'attaquer aux abus, mais il
semble que les possibilités légales
soient restreintes.

Le ministre a-t-il connaissance du
problème? Quelles mesures
prendra-t-il?
01.02 Minister Bruno Tobback: Mevrouw van Gool verwijst zelf al
naar het samenwerkingsakkoord ­ of de partnerschapsovereenkomst
­ dat op 13 januari 2003 werd afgesloten door de toenmalige minister
van Tewerkstelling en Arbeid, mevrouw Onkelinx. Op
17 december 2004 is het tweede jaarverslag van die
partnerschapsovereenkomst bekendgemaakt. De minister van Werk
heeft er kennis van kunnen nemen. De problematiek van buitenlandse
ondernemingen en hun werknemers en onderaannemers wordt er
zeer goed in beschreven. We hebben tweemaal overlegd met de
sociale partners hierover, onder meer ook met vertegenwoordigers
01.02 Bruno Tobback, ministre:
Mme Onkelinx a effectivement
conclu un accord de partenariat en
la matière le 13 janvier 2003. Le
problème des entreprises
étrangères et de leurs travailleurs
et sous-traitants est parfaitement
décrit dans la partie consacrée à
cet accord dans le rapport annuel
de décembre 2004. Des concerta-
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
van de federale raad voor de Strijd tegen Illegale Arbeid en Sociale
Fraude, het federaal coördinatiecomité en de vertegenwoordigers van
verschillende inspectiediensten, Welzijn op het Werk en Toezicht op
de Sociale Wetten.

Er werd in de eerste plaats beslist om het partnerschap in de
bouwsector minstens wat de Antwerpse petrochemie betreft te
verlengen op basis van de normen die door de
partnerschapscommissie worden opgesteld. Er werd ook
overeengekomen om het aantal controles in die sector op
buitenlandse aannemers nog te verhogen. Men heeft ondertussen al
kunnen vaststellen dat er een verhoogde aanwezigheid is van de
inspectiediensten in die subsector, onder meer via gecoördineerde
samenwerking van de RSZ-inspectie, de sociale inspectie, de dienst
Toezicht op Sociale Wetten en Inspectie Werkgelegenheid van de
Vlaamse Gemeenschap in het kader van een proefproject waarbij
samenwerking gebeurt onder leiding van de inspectie Toezicht op
Sociale Wetten. Men heeft ook beslist om die actie voornamelijk toe
te spitsen op de shut downs bij petrochemische bedrijven waarbij de
productie gedurende een periode wordt stilgelegd en op zeer korte tijd
de volledige installatie wordt nagekeken, een moment waarop de
aanwezigheid van buitenlandse bedrijven en hun werknemers
aanzienlijk schijnt te zijn. Dan is dus de gelegenheid om over te gaan
tot efficiënte en effectieve controles zeer hoog.

Er is ondertussen ook, om in te spelen op de altijd maar toenemende
aanwezigheid van buitenlandse ondernemingen in België en de
deloyale concurrentie die daar toch wel regelmatig mee gepaard gaat
binnen de inspectie Toezicht op Sociale Wetten, een project terzake
gestart.

Met dit project wordt in elke directie een inspecteur als specialist
aangesteld om de sociale fraude en sociale dumpingpraktijken van
sommige buitenlandse ondernemingen ­ generaliseren is niet nodig in
dit kader ­ aan te pakken. Het is eveneens de bedoeling om bij deze
speciaal aangestelde inspecteurs een expertise op te bouwen en
naast de algemene coördinator ook een coördinator in elke provincie
aan te stellen. Deze inspecteurs hebben een speciale opleiding
gekregen en er werd een uitgebreide documentatie voor hen
opgesteld.

Daarnaast is het eveneens de bedoeling een intenser
samenwerkingsverband te brengen tussen enerzijds de Belgische en,
anderzijds de buitenlandse sociale en fiscale inspectiediensten. Het
federaal coördinatiecomité heeft terzake een aantal initiatieven
genomen, onder meer het afsluiten van bilaterale akkoorden met de
ons omringende landen. Er lopen onderhandelingen in dit kader met
Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Binnenkort
zullen er stappen worden gezet ­ niet onbelangrijk ­ naar een aantal
Oostbloklanden.

Ten slotte wordt een multidisciplinair handboek ten behoeve van het
inspectiepersoneel uitgewerkt met bijzondere aandacht voor het
aspect internationale samenwerking. Zoals u weet worden al deze
projecten jaarlijks geëvalueerd zodat de evolutie kan worden
opgevolgd en de evolutie van de problematiek jaar na jaar in kaart
kan worden gebracht.
tions avec les partenaires sociaux
ont déjà été organisées à deux
reprises à ce sujet.

Il a été décidé de prolonger le
partenariat dans le secteur de la
construction pour la pétrochimie
anversoise. Le nombre de
contrôles quant à la présence
d'entrepreneurs étrangers dans ce
secteur sera intensifié. Dans
l'intervalle, davantage de services
d'inspection sont également
présents dans ce sous-secteur
grâce à un projet pilote sous la
direction de l'inspection Contrôle
des lois sociales.

Au sein de la même inspection, un
projet d'étude de la présence
d'entreprises étrangères et de la
concurrence déloyale qui y est
souvent liée a également été
lancé, dans le but de permettre à
des inspecteurs spécialement
désignés à cet effet d'acquérir
l'expertise nécessaire. Un
coordinateur par province devrait
également être désigné.

Par ailleurs, la coopération entre
les services d'inspection sociale et
fiscale belges et étrangers doit
être intensifiée. Le comité fédéral
de coordination a déjà pris une
série d'initiatives dans ce domaine
en concluant des accords
bilatéraux. Enfin, un manuel
multidisciplinaire mettant plus
particulièrement l'accent sur la
coopération internationale sera
également élaboré pour le
personnel d'inspection.

Tous ces projets seront évalués
chaque année.
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord waaruit blijkt dat heel wat maatregelen
genomen worden om daadwerkelijk iets te doen aan de strijd tegen
die fraude.

Ik heb nog een vraag over een punt dat ook in het artikel werd
vermeld. De wettelijke mogelijkheden om het misbruik aan te pakken,
zouden beperkt zijn. Ook zouden de bedrijven met juridische
constructies werken om zich af te schermen. Zij stellen voor dat er
een regeling zou komen die bepaalt dat de opdrachtgevers
verantwoordelijk zijn voor de fraude die onderaannemers in hun
bedrijf plegen.

Wordt, naast de controle en het effectief opdrijven van de inspecties,
ook overwogen om het wetgevend kader aan te passen? Is dat
überhaupt al nodig?
01.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les possibilités légales pour
lutter contre les abus seraient
restreintes. Le ministre envisage-t-
il une adaptation de la législation?
01.04 Minister Bruno Tobback: Dat kan sowieso worden overwogen.
Op dit ogenblik bestaat er echter geen concreet project, mevrouw van
Gool. Uiteraard zal de opportuniteit ervan worden bekeken.
01.04 Bruno Tobback, ministre:
Une telle initiative peut être
envisagée, mais pour l'heure, il
n'existe encore aucun plan concret
en ce sens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "het kunstenaarsstatuut"
(nr. 7804)
02 Question de Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "le statut des artistes"
(n° 7804)
02.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, op 1 juli 2003 werd het nieuw statuut voor de kunstenaars
van kracht. Dit statuut omvat een aantal maatregelen in de
socialezekerheidswetgeving om het de kunstenaars gemakkelijker te
maken een sociale bescherming op te bouwen via een regelgeving.
Uit het verleden weet men dat veel kunstenaars niet goed verzekerd
waren en niet goed sociaal beschermd zijn.

Twee jaar later loopt dit project vrij goed maar werden wel een aantal
kinderziekten vastgesteld. Momenteel geldt voor de podiumartiest een
bijzondere regeling om het aantal dagen te berekenen die vereist zijn
om het recht op een werkloosheidsuitkering te bekomen. Het aantal
gelijkgestelde dagen wordt bekomen door het ontvangen brutoloon te
delen door het referentieloon voor 32,81 euro. Dit noemt men de
cachetregeling. Nochtans wordt deze regeling alleen beperkt tot
artiesten, muzikanten en artiesten van het spektakelbedrijf. Andere
artiesten, zoals auteurs en beeldende kunstenaars vallen daarbuiten.

Vandaar mijn vraag. Mijnheer de minister, is het mogelijk de
cachetregeling uit te breiden naar andere kunstenaars gezien zij ook
per prestatie worden betaald en niet per uur of per dag? Zou deze
cachetregeling kunnen worden uitgebreid naar andere takken van de
sociale zekerheid?

Daarnaast moet gewezen worden op het feit dat de definitie van
kunstenaar en artiest die gehanteerd wordt om in aanmerking te
komen voor de werkloosheidsuitkering of voor het sociaal statuut van
02.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le nouveau statut d'artiste,
qui est entré en vigueur le 1
er
juillet
2003, améliorait considérablement
la protection sociale des artistes.
Deux ans plus tard, force est de
constater qu'il trahit quelques
problèmes de rodage. C'est ainsi
que le système du cachet, qui
permet aux artistes d'obtenir des
allocations de chômage sur la
base d'un certain nombre de
journées assimilées, ne s'applique
ni aux auteurs, ni aux plasticiens.
N'est-il pas possible d'adapter ce
point? Ne serait-il pas possible,
dans ce cadre, d'élargir le système
du cachet aux autres branches de
la sécurité sociale? Le chômage et
le statut social sont également
basés sur des définitions
différentes. Le ministre a-t-il
l'intention d'uniformiser ces
définitions?
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
elkaar verschilt. Daardoor heeft een cameraman wel recht op een
werkloosheidsuitkering maar kan hij niet genieten van het sociaal
statuut ook al is hij voor beide categorieën kunstenaar-artiest. Bent u
van plan werk te maken van een eenvormige definitie, mijnheer de
minister?
02.02 Minister Bruno Tobback: Mevrouw Turtelboom, om te zien of
die regeling ook kan toegepast worden op andere categorieën van
artiesten zijn het gelijkheids- en non-dicriminatiebeginsel van belang.
Men kan immers enkel een verschillende behandeling toelaten indien
er verschillende omstandigheden zijn.

De toepassing van een bijzondere regeling voor artiesten in het kader
van het kunstenaarsstatuut is in wezen niet gebaseerd op de
artistieke aard van hun activiteit, maar wel op het feit dat de manier
waarop die arbeid geregeld, geleverd en bezoldigd wordt verschilt van
klassieke arbeidsprestaties. Zo is het aantal geregistreerde
arbeidsuren per dag in de meeste gevallen geen normale
dagprestatie. Bovendien werkt men zelden gedurende 5 dagen per
week en 48 weken per jaar. Men ontvangt echter wel een loon dat
vergelijkbaar is met een voltijds loon.

Het is wel zo dat voor een aantal kunstenaars de
arbeidsverhoudingen geregeld worden door CAO's, die erin voorzien
dat ze moeten beschikken over een arbeidsovereenkomst van
onbepaalde of bepaalde duur. In dat geval worden ze ook als voltijds
bedienden betaald en is er geen reden om het specifieke statuut toe
te passen. De vraag naar uitbreiding van de cachetregeling kan niet
zonder de nodige nuance behandeld worden. In ieder geval moet
aangetoond worden dat de specificiteit van de loon- en
arbeidsvoorwaarden van die specifieke categorie ook een specifieke
behandeling vereist.

U vroeg ook of de telling van het aantal arbeidsdagen ook in andere
takken van de sociale zekerheid zou moeten gebeuren door de deling
van het loon, zoals bij het referteloon in de cachetregeling. Die vraag
valt eigenlijk onder de bevoegdheid van de minister van Sociale
Zaken, ik kan er dus, antwoordend voor de minister van Werk, niet op
ingaan. Ik wil echter wel beklemtonen dat het feit op zich, namelijk dat
de geleverde arbeid artistiek van aard is, niet volstaat om een
voordelenregeling tot te passen.

Specifieke regelingen inzake de betaling van
socialezekerheidsbijdragen lopen niet noodzakelijk parallel met die
over de toekenning van werkloosheidsuitkeringen. Dat is ook hier het
geval. Bovendien moet binnen de groep van kunstenaars een
onderscheid worden gemaakt tussen activiteiten die onmiddellijk
inkomsten genereren, zoals podiumkunsten of optredens, en
activiteiten waarvan het inkomen erg onzeker is, zoals het schrijven
van een boek. Als men een boek schrijft dat nooit uitgegeven wordt,
heeft men ook geen inkomen. Het is dus niet mogelijk om een
eenvormige definitie te geven die al deze situaties omvat.
02.02 Bruno Tobback, ministre:
Pour examiner si le régime
s'applique également à d'autres
catégories d'artistes, il faut
prendre en compte le principe
d'égalité. Un traitement différencié
n'est possible que si les circons-
tances sont différentes. Le régime
spécial appliqué aux artistes ne se
fonde pas sur la nature artistique
de leur activité mais sur le mode
de règlement, de livraison et de
rémunération de leurs prestations.
Il faut dire que les artistes
travaillent rarement huit heures
par jour, cinq jours par semaine et
48 semaines par an. Le régime du
cachet peut seulement être étendu
dans les cas où des conditions de
rémunération et de travail spéci-
fiques nécessitent un traitement
spécifique. La question qui
concerne la possibilité d'appliquer
le même calcul à d'autres
branches de la sécurité sociale
relève de la compétence du
ministre des Affaires sociales. De
même, le paiement de cotisations
de sécurité sociale ne coïncide
pas nécessairement avec l'octroi
d'allocations de chômage. Il y a
une nette distinction entre les
activités qui constituent une
source immédiate de revenus,
comme c'est le cas pour une
représentation, et celles qui sont
source de revenus incertains,
comme l'écriture d'un livre.
02.03 Annemie Turtelboom (VLD): Ik zal de vraag over het tellen
van het aantal arbeidsdagen aan minister Demotte stellen.

Ik wil even ingaan op het punt van de eenvormige definitie. Ik begrijp
uw redenering. Het is inderdaad ietwat absurd wanneer bepaalde
02.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Je poserai la question
concernant le nombre de journées
de travail au ministre Demotte.
Pour le reste, j'accepte les
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
mensen zeggen dat zij vallen onder het statuut van kunstenaar voor
de werkloosheid, maar dat zij er niet onder vallen voor de
socialezekerheidsregeling. Ik begrijp de argumentatie die erachter zit
en die u aanhaalt om dit te rechtvaardigen. Het is echter wat
eigenaardig wanneer men voor de ene categorie van sociale
bescherming zegt wel kunstenaar te zijn en voor een andere categorie
niet.

Ik dank u in elk geval voor uw antwoord.
arguments développés par le
ministre à propos de l'impossibilité
d'établir une définition uniforme de
l'artiste au regard de la sécurité
sociale et du chômage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
niet-overhandiging van een fiche 281.11 in het jaar van overlijden" (nr. 7855)
03 Question de M. Carl Devlies au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'absence de délivrance d'une fiche 281.11 pour l'année du décès" (n° 7855)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, erfgenamen van in 2004 overleden alleenstaande
gepensioneerden hebben mij meegedeeld dat de Rijksdienst voor
Pensioenen met betrekking tot het jaar van overlijden geen fiche
281.11 toestuurt.

Dit werd door de administratie bevestigd. Indien geen contact wordt
genomen met de administratie wordt helemaal geen fiche
toegezonden en in het andere geval wordt een duplicaat
toegezonden. Nochtans voorziet artikel 93 van het koninklijk besluit
inzake het Wetboek van inkomstenbelastingen dat een afschrift van
de fiche dient te worden toegestuurd vóór 1 maart van het aanslagjaar
opdat de belastingplichtige in staat zou zijn zijn aangifte tijdig in te
dienen.

Voor het jaar van overlijden wordt hiervoor geen uitzondering
gemaakt. Deze fiches zijn wel van belang voor de erfgenamen. De
bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden, wordt immers berekend op
een volledig jaar, wat niet het geval is in het jaar van overlijden waar
normalerwijs de bedrijfsvoorheffing of zelfs de volledige
bedrijfsvoorheffing aan de nalatenschap dient te worden
overgemaakt.

Bij de belastingen kan men evenmin de nodige informatie verkrijgen.
U weet dat de FOD Financiën een modeladministratie is, en dat het
daar nog veel langer duurt vooraleer de informatie wordt
overgemaakt.

Ik heb de volgende vragen. Ten eerste, waarom wordt er geen fiche
281.11 bezorgd in het jaar van het overlijden zelf? Dat zou immers het
meest eenvoudige zijn. Ten tweede, is de Rijksdienst niet wettelijk
verplicht een fiche 281.11 te sturen vóór 1 maart van het aanslagjaar?
Ten derde, werden er ooit geldboetes opgelegd door de FOD
Financiën aan de Rijksdienst voor Pensioenen. Artikel 93 van het
koninklijk besluit stipuleert immers dat de laattijdige of de niet-afgifte
van de bedoelde attesten wordt bestraft met een boete.
03.01 Carl Devlies (CD&V): Les
pensionnés isolés qui sont
décédés en 2004 n'ont plus reçu
de fiche 281.11 pour l'année de
leur décès. C'est du moins ce que
me signalent leurs héritiers. Or
ces fiches revêtent pour ceux-ci
une grande importance étant
donné que le précompte
professionnel retenu est alors
calculé sur une année complète.

Pourquoi n'envoie-t-on pas cette
fiche 281.11 pendant l'année du
décès? L'Office national des
Pensions n'a-t-il pas l'obligation
légale de le faire avant le 1
er
mars
de l'année d'imposition? Le SPF
Finances a-t-il jamais infligé des
amendes à l'Office national des
Pensions pour ce motif, comme le
prévoit l'article 93 de l'arrêté royal
portant le Code des impôts sur les
revenus?
03.02 Minister Bruno Tobback: Mijnheer Devlies, de gemakkelijkste
situatie is wanneer een overleden gepensioneerde nog gehuwd is. In
dat geval wordt de fiscale fiche ambtshalve toegestuurd aan de
03.02 Bruno Tobback, ministre:
Lorsqu'un pensionné décédé est
encore marié, la fiche fiscale est
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
langstlevende echtgenoot of echtgenote.

Indien de overledene een alleenstaande is, wordt er geen fiscale fiche
verzonden omdat in de praktijk meestal de RVP niet op de hoogte is
van het adres waar de fiche naar verzonden moet worden. De RVP
weet immers niet wie de belastingaangifte van de overledene
ontvangt en heeft geen adres. Indien de fiscale fiche wordt
toegestuurd wordt ze in het algemeen terugbezorgd door de postbode
met de vermelding "overleden". Daarom verstuurt men geen fiscale
fiche.

Bovendien wordt in het jaar van het overlijden geen fiscale fiche
verstuurd omdat de fiscale gegevens normaal slechts in de maand
februari volgend op het fiscaal jaar worden afgesloten vermits de
Rijksdienst voor Pensioenen bij overlijden vaak nog naast de
bedrijfsvoorheffing - waarnaar u zelf verwijst - ook nog onterecht
betaalde gelden moet terug ontvangen. Op deze manier wordt tijd
geboden om alle terugstortingen en teruggestuurde assignaties te
annuleren in de fiscale gegevens en niet nodeloos op te nemen in de
fiscale fiche, wat opnieuw voor problemen kan zorgen.

Bovendien stuurt de FOD Financiën voor overleden personen in het
jaar van het overlijden sowieso geen belastingaangifte op. Ook hier
moeten de problemen miniem zijn.

Voor de inkomsten van 2004 verwijs ik naar onze wettelijke
verplichtingen. Voor 2004 was de Rijksdienst voor Pensioenen
wettelijk verplicht om voor 8 april 2005 de fiscale gegevens niet per
fiche maar via magnetische informatiedrager over te maken aan de
FOD Financiën via het Belgotaxsysteem. Er komt geen papieren fiche
aan te pas.

Ik kan u met genoegen meedelen dat de RVP wel een
modeladministratie blijkt te zijn. Zij komt alle wettelijke verplichtingen
na en heeft nog geen enkele administratieve boete opgelegd
gekregen door de FOD Financiën.
envoyée d'office au conjoint
survivant.

Si le défunt est isolé, étant donné
que l'Office national des pensions
ignore généralement à quelle
adresse envoyer le document,
aucune fiche fiscale n'est envoyée.

Étant donné que les données
fiscales ne sont clôturées qu'en
février de l'année suivante, aucune
fiche n'est envoyée pour l'année
du décès. Cela permet d'éviter
que les remboursements et les
assignations renvoyées ne soient
inutilement indiquées sur la fiche
fiscale.

Le SPF Finances n'envoie de
toute façon pas de formulaire de
déclaration fiscale aux personnes
décédées dans l'année.

Pour 2004, l'Office national des
pensions était légalement tenu de
transmettre les données fiscales
sur support magnétique au SPF
Finances avant le 8 avril 2005. Ce
service a respecté toutes ses
obligations légales et le SPF
Finances ne lui a donc pas infligé
d'amende administrative.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik moet de
minister feliciteren met zijn modeladministratie. Toch vrees ik dat ze
op een puntje in gebreke blijft, in casu het punt waarover ik een vraag
heb gesteld vermits ik geen enkele reden zie waarom deze fiches niet
aan de nalatenschap zouden worden bezorgd.

U zegt dat er praktische problemen zijn. U beschikt, mijns inziens, niet
over enig wetsartikel dat u toestaat een uitzondering te claimen op
een principe dat in de wet is voorzien. U bent verplicht de fiches op te
sturen. U roept praktische problemen in. Toch blijft de wettelijke
verplichting om dat wel te doen. Het probleem is niet zozeer de
belastingaangifte als wel het recht dat de erfgenamen hebben om de
recuperatie te doen van de bedrijfsvoorheffing die toekomt aan de
nalatenschap. Bij deze manier van werken is dat een probleem.
03.03 Carl Devlies (CD&V): La
loi prévoit qu'une fiche soit
envoyée et ne prévoit pas
d'exception en cas de décès. Les
problèmes pratiques ne
constituent pas une raison
suffisante pour ne pas appliquer la
loi.
03.04 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, op het ogenblik van het overlijden kan geen fiche worden
verstuurd naar de nalatenschap die ­ ik herhaal het ­ onbekend is bij
de RVP vermits de pensioendienst alleen over de gegevens van de
gepensioneerde beschikt aan wie ze niet meer kan worden
toegestuurd vermits hij/zij overleden is.
03.04 Bruno Tobback, ministre:
L'Office des pensions dispose
uniquement des données relatives
au pensionné. Étant donné que
celui-ci est décédé, il ne peut plus
recevoir de courrier. Les héritiers
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

Dit belet op geen enkele manier dat men de bedrijfsvoorheffing waar
men recht op zou hebben terugvordert. Het belet evenwel wel dat de
nalatenschap ten onrechte betaalde pensioenen moet terugbetalen. Ik
zie het probleem in deze regeling niet in.

Volgens mijn ambtenaren blijven we nergens in gebreke.
peuvent toujours, entre-temps,
réclamer le remboursement du
précompte professionnel auquel ils
ont droit. Je ne vois pas vraiment
en quoi cela pose un problème.
Selon moi, les fonctionnaires
respectent effectivement la loi.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Ik zal de minister van Financiën
voorstellen een oplossing te zoeken voor het adres van de
nalatenschap. Dat is immers inderdaad een probleem dat best zou
worden opgelost.

Anderzijds, in een aantal gevallen wordt bij gebrek aan informatie van
de erfgenamen nagelaten om de bedrijfsvoorheffing te recupereren,
wat natuurlijk een goede zaak is voor de Belgische Staat. Voor de
erfgenamen echter is dat toch wel een verlies. In principe hebben zij
er immers recht op.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Je
demanderai au ministre des
Finances de chercher une solution
pour l'adresse de la succession.
En effet, certains héritiers ne
récupèrent actuellement pas le
précompte professionnel, faute
d'informations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk over "de ongerustheid in de automobielsector"
(nr. 7711)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de voorstellen voor de automobielsector"
(nr. 7734)
04 Questions jointes de
- Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi sur "l'inquiétude dans le secteur automobile" (n° 7711)
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "les propositions pour le secteur automobile"
(n° 7734)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb
minister Van den Bossche vroeger al vragen gesteld over de
ongerustheid in de automobielsector die ontstaan is door de nieuwe
akkoorden die in Duitsland afgesloten werden en waardoor de
concurrentiepositie van de Duitse fabrieken ten opzichte van de
Belgische sterker wordt.

De minister heeft toen geantwoord dat het overleg getrokken wordt
door de Vlaamse regering omdat de automobielindustrie voornamelijk
in Vlaanderen gesitueerd is, maar dat zij vanuit het kader van haar
bevoegdheden deelneemt aan de werkgroep "loonkosten en
flexibiliteit". Eind juni is daar heel wat rond te doen geweest in de
pers, blijkbaar omdat die werkgroepen hun werkzaamheden
beëindigd hebben. Ik vernam dan ook graag wat de stand van zaken
nu juist is en welke maatregelen de federale regering nog kan nemen
om de werkzekerheid in deze sector meer te kunnen garanderen.
04.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Une vive inquiétude règne
dans le secteur automobile à
propos des nouveaux accords
conclus en Allemagne, qui
renforcent considérablement la
compétitivité de ce pays. La
ministre Van den Bossche a
répondu à de précédentes
questions sur le sujet que la
concertation est surtout le fait du
gouvernement flamand mais
qu'elle participe en revanche au
groupe de travail qui s'occupe des
coûts salariaux et de la flexibilité.
Quel est l'état d'avancement du
dossier? Quelles mesures
supplémentaires peuvent être
prises pour mieux garantir la
sécurité d'emploi dans le secteur?
04.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de Vlaamse
minister van Economie heeft twaalf voorstellen gedaan om het
voortbestaan van de automobielindustrie in ons land verder te
verzekeren. Een aantal van die voorstellen heeft ook betrekking op
federale aangelegenheden en bevoegdheden. De federale regering is
04.02 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre flamande de l'Économie a
formulé douze propositions pour
assurer la survie de l'industrie
automobile en Flandre et le
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
ook bij de gesprekken betrokken. Recent kondigde de eerste minister
ook aan dat hij een voorstel zou doen aan de Ministerraad ­ ik weet
niet of dit ondertussen gebeurd is, omdat wij de vraag een week
hebben uitgesteld ­ om de lasten op ploegenarbeid verder te
verminderen.

Iets is mij niet duidelijk uit de communicatie die ik tot hiertoe gelezen
heb. Dat is de vraag over de vorm die de verlaging zou aannemen.
Op dit ogenblik is de lastenverlaging op ploegenarbeid 2,5%. In de
media werd gesproken over een verdere verlaging tot 8,5%. De
budgetten die genoemd zijn, zijn 250 tot 300 miljoen euro.

Hoe zit het met die verdere vrijstelling of doorstorting van
bedrijfsvoorheffing? Die ligt nu op 2,5%. Wordt daar nog eens 8,5%
aan toegevoegd en wordt het in totaal 11% lastenverlaging? Of wordt
die 2,5% opgetrokken tot 8,5%? Daar graag een verduidelijking over.
Zal die lastenverlaging eventueel nog een andere vorm aannemen?

Dan wil ik ook weten hoe dat gefinancierd zal worden in de begroting.
Ik neem aan dat dit toch wel vanaf 2006 gepland is. Gezien de
precaire situatie van de begroting 2006, had ik graag geweten
hoeveel middelen men zal voorzien op de begroting en hoe dit
gefinancierd wordt.

Een ander voorstel waar minister Moerman over gesproken heeft ­ ik
haal er een paar uit ­ is de tijdspaarrekening. Het bericht daarover
zegt dat tijdsparen het de bedrijven makkelijker moet maken om
flexibel te werken waar nodig en dit zonder terug te vallen op tijdelijke
werkloosheid.

Betekent dit dat er een systeem komt om boven het aantal toegestane
overuren dat men nu reeds mag presteren te gaan en deze extra
overuren te compenseren in kalmere periodes, los van de
mogelijkheden die er reeds bestaan door de voorzieningen in de
arbeidswet? Is dat de bedoeling of is men van plan het op een andere
manier te realiseren? Moet de overheid extra middelen vrijmaken om
dit systeem dan ook betaalbaar te maken of wordt het volledig
gefinancierd door de werkgevers en werknemers? Ten slotte, wat
betreft de andere voorstellen die gedaan worden en waarbij er een
heel aantal is dat raakvlakken heeft met de federale regering, is mijn
vraag wat daarop de reactie is van de federale regering. Wanneer zal
die regering die uitvoeren? Aan welke maatregelen zal ze prioriteit
geven? Dat zijn eigenlijk mijn drie concrete vragen.
premier ministre a également
annoncé il y a peu qu'il ferait une
proposition pour réduire les
charges sur le travail en équipe.
On ignore toutefois quelle forme
prendra exactement cette
réduction d'impôt - s'agira-t-il
d'une réduction des charges de
11% ou de 8,5%? - et comment
elle sera financée? Une autre
proposition concerne le crédit-
temps, qui permettrait aux
entreprises de travailler avec
davantage de souplesse.

Instaurera-t-on un système qui
permet de compenser, en période
d'activité moins intense, les
heures supplémentaries prestées?
L'État doit-il libérer des moyens
financiers supplémentaires ou le
système sera-t-il financé par les
employeurs et les travailleurs?
Quelle est la réaction du
gouvernement fédéral en ce qui
concerne les autres propositions
de Mme Moerman? Quand les
mesures entreront-elles en vigueur
et quelles sont les priorités?
04.03 Minister Bruno Tobback: Mevrouw Lanjri, mevrouw Van Gool,
om te beginnen moet ik u zeggen dat de conclusies die naar voren
zijn geschoven in de eerste plaats door mevrouw Moerman
conclusies zijn uit de werkgroepen van de task force automobiel, een
initiatief van de Vlaamse regering, wat logisch is gezien de grote
verankering van de automobielsector in de Vlaamse economie. De
voorgestelde voorstellen en maatregelen zijn vertalingen van die
conclusies, in de eerste plaats gemaakt door de Vlaamse minister van
Economie. Het zijn op dit ogenblik dus ook geen voorstellen van of
namens de federale regering aangezien ze nog niet allemaal op een
of andere manier besproken zijn in de Ministerraad. Dat geldt zowel
voor de voorgestelde verlaging voor ploegenarbeid en voor de
voorstellen over de tijdspaarrekening als voor al de andere. Nu wil ik
voor alle duidelijkheid wel zeggen dat dit niet betekent dat we niet
04.03 Bruno Tobback, ministre:
Mme Moerman a fondé ses
propositions et mesures sur les
conclusions de la task force
"Automobiel", une initiative du
gouvernement flamand. Il ne s'agit
donc en fait pas de propositions
du gouvernement fédéral. Ceci est
vrai tant pour la réduction de
charges proposée en ce qui
concerne le travail en équipes que
pour le régime d'épargne-temps.
Cela ne signifie bien évidemment
pas que le gouvernement fédéral
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
allemaal overtuigd zijn, ook in de federale regering, van het nut en de
noodzaak van maatregelen rond de automobielsector. Bijvoorbeeld de
discussie over de verlaging van de lasten op ploegenarbeid zal
ongetwijfeld aan bod komen. Op dit ogenblik wordt ze eigenlijk al
gevoerd. Ik kan nu niet vooruitlopen, mevrouw Lanjri, op de begroting
van 2006. U moet begrijpen dat we net de begrotingscontrole 2005
achter de rug hebben en dat deze discussie dus nu wel zal gevoerd
worden. Nog eens aan beide vraagstellers, zeker op dit moment denk
ik dat we ons allemaal bewust zijn van de nood aan een aantal
maatregelen in de automobielsector om daar de tewerkstelling veilig
te stellen.
n'est pas, lui aussi, convaincu de
la nécessité de prendre des
mesures pour garantir le maintien
de l'emploi dans le secteur
automobile.
04.04 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Het klopt dat het vooral gedragen wordt door de Vlaamse
regering. Ik had dat ook al in mijn vraag vermeld. U zegt ook dat het
geen voorstellen zijn van de federale regering.

Blijkbaar is het wel zo dat de eerste minister een aantal voorstellen
heeft overgenomen. Hij zegt ook dat hij zelf een aantal voorstellen zal
doen. Ik vermoed dat er in september of oktober meer duidelijkheid
zal zijn over de maatregelen die zullen worden genomen. Ik zal hierop
later terugkomen.
04.04 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Même s'il ne s'agit pas à
proprement parler de propositions
du gouvernement fédéral, le
premier ministre a déjà repris à
son compte certaines de ces
propositions. Je suppose que la
situation sera plus claire en
automne.
04.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel vast dat u
zegt dat deze maatregelen door de Vlaamse regering zijn genomen.
Over zaken als ploegenarbeid en overuren moet zeker samen met de
federale overheid worden beslist. Het is jammer dat nu reeds
uitspraken worden gedaan over zaken waarvan wij niet zeker weten in
welke vorm de federale regering ze zal goedkeuren. Als de eerste
minister van dit land al uitspraken doet, draagt dit bij tot veel gepraat,
maar wij weten nog niet of en hoe dit precies zal gebeuren. Jammer
dat nu reeds verwachtingen worden gewekt.

Ik ben er vast van overtuigd dat er iets moet gebeuren om de
automobielsector in ons land te ondersteunen, want dit zorgt voor heel
wat tewerkstelling. Ik heb dat reeds eerder in deze commissie
gezegd. Het was goed geweest om niet te voortvarend te zijn in de
communicatie en te wachten tot er meer concrete zaken duidelijk
waren. Dat is echter voor rekening van minister Moerman en de
eerste minister die daarover al uitspraken hebben gedaan.
04.05 Nahima Lanjri (CD&V):
Les Régions et le gouvernement
fédéral doivent prendre des
décisions communes en ce qui
concerne les dossiers relatifs à la
réduction des charges pour le
travail en équipes et aux heures
supplémentaires. Le premier
ministre et Mme Moerman doivent
se rendre compte que leurs
déclarations ont suscité la
confusion, parce qu'il n'a
absolument pas encore été établi
comment ces propositions seront
mises en oeuvre concrètement. Il
serait préférable de ne pas
communiquer dans la hâte.
04.06 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog
even reageren omdat dit toch meer met stijl dan met inhoud te maken
heeft. Mevrouw Lanjri, er is veel te zeggen voor zwijgen tot de
maatregelen eenmaal zijn genomen. Als men echter een task force
over de automobielsector in het leven roept en de
werkgeversorganisaties, de werknemersorganisaties en de regering
samen aan tafel gaan zitten, is het logisch dat men daaruit achteraf
een aantal conclusies trekt en die duidelijk laat weten, al was het
maar om aan constructeurs die investeringsbeslissingen nemen te
laten weten dat men in België en Vlaanderen een toekomst ziet voor
de automobielsector. Dat die maatregelen niet de dag daarna in
voege treden, weet iedereen en dus ook de betrokken bedrijven en
investeerders.

Dat wij allemaal overtuigd zijn van de noodzaak hiervan, staat niet ter
discussie, niet tussen de Vlaamse en de federale regering en niet
tussen de eerste minister en de minister van Arbeid.
04.06 Bruno Tobback, ministre:
Si une task force pour le secteur
automobile est créée et si le
gouvernement et les partenaires
sociaux se mettent autour de la
table, il n'est tout de même pas
étrange
qu'un nombre de
conclusions soient tirées et que
des propositions visant à
convaincre chacun du fait que
l'ensemble du pays croit encore en
l'avenir du secteur soient lancées.
Que ces mesures n'entreront pas
immédiatement en vigueur
constitue l'évidence même!
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04.07 Nahima Lanjri (CD&V): Ik maak deze opmerking niet zomaar.
Meer dan een jaar geleden was er reeds een nota van de
automobielindustrie waarvan de eerste minister op de hoogte was en
waren reeds voorstellen gedaan. Het is dus niet goed om alsmaar
rond de tafel te gaan zitten zonder iets te realiseren. Communicatie is
goed, communicatie moet, maar er moet toch een richting worden
bepaald. Meer dan een jaar geleden was de automobielsector enorm
ontgoocheld dat er niets was gebeurd.
04.07 Nahima Lanjri (CD&V) : Il
n'est pas judicieux de se réunir
constamment sans aboutir à des
réalisations concrètes. Le fait de
communiquer est positif, mais il
convient toutefois de déterminer
une orientation précise.
De voorzitter: Met de actuele dreiging in Vorst hoop ik dat het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook de nodige voorbereidende
maatregelen neemt.
Le président: Vu la menace à
l'usine de Forest, j'espère que la
Région de Bruxelles-Capitale se
préoccupera également de ce
problème.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Benoît Drèze à la ministre de l'Emploi sur "le contrôle budgétaire et les titres-
services" (n° 7876)
05 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de begrotingscontrole en de
dienstencheques" (nr. 7876)
05.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, vendredi dernier, le gouvernement a rendu publiques ses
décisions dans le cadre du dernier contrôle budgétaire, notamment
dans les compétences Emploi.

Le communiqué Belga ­ seule information en ma possession pour
l'instant ­, indique, d'une part, une augmentation des dépenses de
l'ONEM en matière d'allocations, interruption de carrière et titres-
services, ce qui donne, pour ces trois éléments, un budget en
dépassement de 9 millions. D'autre part, on évoque une diminution
des réserves titres-services, à concurrence de 35 millions. Cette
décision vise à rétablir l'équilibre budgétaire.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous détailler les dépassements
indiqués en matière d'allocations, d'interruption de carrière et titres-
services?

Par ailleurs, en ce qui concerne les réserves titres-services, pouvez-
vous préciser de quoi il s'agit? Quel sera l'impact de cette décision sur
le terrain? Je pense en particulier aux entreprises prestant dans le
domaine des titres-services. Le rapport d'évaluation constate ­ c'est
confirmé par ce que j'entends ­ que la société Accor paie dans des
délais raisonnables, une fois que les titres-services sont envoyés. Ce
délai va-t-il être modifié à la suite de la décision du Conseil des
ministres?
05.01 Benoît Drèze (cdH): De
regering heeft vorige vrijdag
aangekondigd welke beslissingen
ze in het kader van de jongste
begrotingscontrole onder andere
op het vlak van de
werkgelegenheid heeft genomen.

Zo zouden de budgetten voor de
werkloosheidsuitkeringen, de loop-
baanonderbreking en de diensten-
cheques zijn overschreden. Kan u
dit nader toelichten?

Wat heeft de regering nog op het
vlak van de reserves voor de
dienstencheques beslist? Ik denk
in het bijzonder aan de onder-
nemingen die met diensten-
cheques werken. Uit het
evaluatieverslag blijkt dat het
bedrijf Accor binnen redelijke
termijnen uitbetaalt zodra de
dienstencheques zijn verzonden.
Wordt de termijn aangepast?
05.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur Drèze, lors du contrôle
budgétaire, nous avons effectivement constaté que les dépenses de
l'ONEM dépassaient le montant inscrit au budget initial. Ces
dépenses supplémentaires se situent dans le domaine des allocations
de chômage, des interruptions de carrière ­ le crédit temps - et des
titres-services.

Les dépense de chômage s'expliquent évidemment par une situation
05.02 Minister Bruno Tobback:
We hebben inderdaad vastgesteld
dat de RVA-uitgaven het bedrag
dat in de oorspronkelijke begroting
voor de werkloosheidsuitkeringen,
de loopbaanonderbreking en de
dienstencheques was inge-
schreven, hebben overschreden.
CRIV 51
COM 681
12/07/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
économique qui se dégrade et qui se traduit par un chômage plus
important, et donc des dépenses plus importantes. Les dépenses
pour l'interruption de carrière et le crédit-temps s'expliquent surtout
par une augmentation très nette du recours au système 4/5e temps.

Quant aux titres-services, il est vrai que les dépenses initialement
prévues étaient estimées à 227 millions d'euros et que la dernière
estimation de l'ONEM fait état de 270 millions de dépenses pour
2005. Il a été tenu compte d'une poursuite de cette croissance au
cours de 2005. La raison principale est évidemment le succès
éclatant des titres-services: on estime notamment à 18,4 millions les
titres-services utilisés en 2005.

Lors du contrôle budgétaire du 7 avril, il est apparu qu'Accor Service,
l'entreprise en charge de la vente et de l'échange des titres-services,
dispose d'énormes réserves financières; aux moments de pointe, il
s'agirait de 80 millions, ce qui est largement suffisant pour payer
pendant trois mois les titres échangés des entreprises. Ces réserves
sont beaucoup trop élevées et inutiles, ce qui s'explique par le fait que
l'ONEM paie des avances à Accor Service sur la base des titres-
services achetés mais, dans cette phase de croissance du système
des titres-services, on achète beaucoup plus de titres-services qu'on
en échange. Ainsi, les réserves d'Accor ne font que croître
inutilement.

Pour cette raison, il est actuellement examiné, en concertation avec
Accor Service et l'ONEM, comment faire baisser ces réserves. Il a été
proposé à Accor un système par lequel l'ONEM ne procède au
paiement des factures d'Accor que lorsque leurs réserves financières
baissent au-dessous d'un certain seuil minimal de l'ordre d'environ
10 millions d'euros. De cette manière, on pourra faire baisser
considérablement les réserves à disposition d'Accor, alors que le
système en soi garantit qu'Accor disposera toujours de suffisamment
d'argent pour payer les titres-services utilisés par les entreprises
agréées.

Ni les utilisateurs, ni les entreprises agréées ne subiront d'effet négatif
dans cette opération. Pour l'exercice budgétaire 2005, cette mesure
nous permettra de baisser l'estimation de l'ONEM de 35 millions
d'euros.

De economische achteruitgang
vertaalt zich in een hogere
werkloosheidsgraad en dus ook
hogere werkloosheidsuitgaven. De
uitgaven voor de loopbaan-
onderbreking en het tijdskrediet
zijn vooral toegenomen doordat
vaker voor een 4:/5 stelsel wordt
geopteerd.

Voor 2005 maakt de RVA melding
van 270 miljoen uitgaven door
middel van dienstencheques. De
belangrijkste reden daarvoor is
natuurlijk het overweldigende
succes van dit betaalsysteem.

Accor Service, het bedrijf dat voor
de verkoop en de ruiling van de
dienstencheques instaat, beschikt
evenwel over meer dan voldoende
financiële reserves om de
ingeruilde cheques van de
bedrijven gedurende drie
maanden te betalen. Vermits de
RVA op grond van de
aangekochte dienstencheques
voorschotten aan Accor Service
betaalt, vallen die onnodige
reserves te verklaren door het feit
dat men in deze groeifase van het
systeem van de dienstencheques
veel meer dienstencheques
aankoopt dan inruilt.

Wij zullen een systeem invoeren
waardoor de RVA de rekeningen
van Accor pas betaalt van zodra
de financiële reserves van het
bedrijf onder een welbepaald
minimumbedrag zakken. Dat is op
ongeveer 10 miljoen euro
vastgelegd. De reserves zouden
dus moeten afnemen maar Accor
zou over voldoende middelen
moeten blijven beschikken om de
door de erkende bedrijven
gebruikte dienstencheques uit te
betalen.

Noch de gebruikers noch de
erkende bedrijven zullen negatieve
gevolgen ondervinden. Tijdens het
begrotingsjaar 2005 zullen wij de
raming van de RVA dankzij die
maatregel met 35 miljoen euro
kunnen terugbrengen.
12/07/2005
CRIV 51
COM 681
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je souhaiterais vous
demander deux précisions complémentaires.

1. En ce qui concerne les 99 millions, vous indiquez que 43 millions
doivent être localisés dans l'élément titres- services. Il reste 46
millions. Pouvez-vous me dire quelle est la ventilation entre
allocations de chômage et interruptions de carrière/crédit-temps?

2. En ce qui concerne l'opération de trésorerie de 35 millions sur les
titres-services, vos propos détaillés m'ont quelque peu rassuré. Le
budget 2005 tient-il compte d'une croissance continue dans le
système des titres-services puisque le rapport d'évaluation montrait
même un léger caractère exponentiel plutôt qu'un régime de
croisière?
05.03 Benoît Drèze (cdH): Kan u
mij zeggen hoe de bedragen
tussen de werkloosheids-
uitkeringen enerzijds en de
loopbaanonderbreking en het
tijdskrediet anderzijds zijn
verdeeld?

Werd in de begroting voor 2005
bovendien rekening gehouden met
de constante groei van het
systeem van de dienstencheques
waarop het beoordelingsverslag
wijst?
05.04 Bruno Tobback, ministre: Monsieur Drèze, en ce qui
concerne votre deuxième question ma réponse est "oui". Il est tenu
compte de la croissance prévue pour 2005 et les années suivantes.

Par ailleurs, je ne dispose pas des données relatives à la ventilation
des chiffres, mais je vous les ferai parvenir le plus vite possible.
05.04 Minister Bruno Tobback:
Met de voor 2005 en de volgende
jaren voorspelde groei wordt
inderdaad rekening gehouden.

Van zodra ik bovendien over de
verdeling van de bedragen
beschik, zal ik ze u bezorgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 10.54 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 10.54 heures.