CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 665
CRIV 51 COM 665
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
29-06-2005
29-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
propriétés de Belges à l'étranger" (n° 7608)
1
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "Belgische eigendommen in het buitenland"
(nr. 7608)
1
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'aide financière
fédérale à Francorchamps" (n° 7371)
4
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
federale steun aan Francorchamps" (nr. 7371)
4
- M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'aide fédérale à
l'organisation du Grand Prix de Formule 1 à Spa-
Francorchamps" (n° 7469)
4
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "federale
steun voor de Grote Prijs Formule 1 te Spa-
Francorchamps" (nr. 7469)
4
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Patrick De
Groote, Didier Reynders
, vice-premier
ministre et ministre des Finances
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Patrick De
Groote, Didier Reynders
, vice-eerste minister
en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les travaux
au centre administratif fédéral de Diest" (n° 7476)
7
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
werken aan het federaal administratief centrum te
Diest" (nr. 7476)
7
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'absence
de dépôt ou le dépôt tardif de déclarations
fiscales" (n° 7483)
9
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het niet- en laattijdig indienen van
belastingaangiften" (nr. 7483)
9
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'interprétation de la notion de 'petites sociétés'"
(n° 7513)
9
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
interpretatie van het begrip 'kleine
vennootschappen'" (nr. 7513)
9
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le statut
fiscal des sportifs étrangers qui jouent dans un
championnat belge et la proposition d'accorder un
avantage fiscal aux jeunes joueurs" (n° 628)
10
Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het fiscaal statuut van buitenlandse
sportbeoefenaars in de Belgische competitie en
het voorstel van fiscale tegemoetkoming voor
jonge spelers" (nr. 628)
10
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Motions
14
Moties
14
Interpellation et questions jointes de
15
Samengevoegde interpellatie en vragen van
15
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur "les
nouvelles déclarations relatives à un deuxième
aéroport national" (n° 629)
15
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "de nieuwe uitspraken over een tweede
nationale luchthaven" (nr. 629)
15
- M. Hans Bonte au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "ses déclarations à
propos de la construction d'un deuxième aéroport
national" (n° 7539)
15
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "zijn uitspraken
over de bouw van een tweede nationale
luchthaven" (nr. 7539)
15
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "son plaidoyer en
faveur de la construction d'un deuxième aéroport
national" (n° 7573)
15
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "zijn pleidooi voor
de bouw van een tweede nationale luchthaven"
(nr. 7573)
15
Motions
33
Moties
33
Orateurs: Bart Laeremans, Hans Bonte, Luk
Van Biesen, Carl Devlies, Didier Reynders
,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Laeremans, Hans Bonte, Luk
Van Biesen, Carl Devlies, Didier Reynders
,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le régime
fiscal applicable au personnel de la SNCB qui
sera employé à Aix-la-Chapelle et à Luxembourg
dans le cadre du développement de corridors
internationaux de fret" (n° 7548)
34
Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale regeling voor het NMBS-personeel dat
tewerkgesteld zal worden in Aken en Luxemburg
in het kader van de uitbouw van internationale
corridors voor het goederenvervoer" (nr. 7548)
34
Orateurs: André Perpète, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: André Perpète, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
de crédits d'impôt en faveur des agriculteurs"
(n° 7563)
36
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van belastingkredieten bij
landbouwers" (nr. 7563)
36
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'extension
annoncée du système du 'tax shelter' aux
particuliers" (n° 7567)
37
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde uitbreiding van het tax shelter-
systeem naar particulieren" (nr. 7567)
37
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
de la TVA au financement d'ASBL à vocation
culturelle" (n° 7633)
40
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van BTW op de financering van
culturele VZW's" (nr. 7633)
40
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déduction de la TVA des frais d'organisation d'un
événement" (n° 7582)
42
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW-aftrek op de kosten van het organiseren van
een evenement" (nr. 7582)
42
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'année de
référence à prendre en considération pour la
taxation distincte des arriérés et des indemnités
de dédit" (n° 7583)
44
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het referentiejaar dat in aanmerking moet worden
genomen voor de afzonderlijke aanslag van de
achterstallen en de opzeggingsvergoedingen"
(nr. 7583)
44
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les frais de
voiture déraisonnables" (n° 7584)
46
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"onredelijke autokosten" (nr. 7584)
46
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'application
48
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
48
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
de la 'règle du million' à l'impôt des sociétés"
(n° 7585)
toepassing van de 'miljoenregel' op de
vennootschapsbelasting" (nr. 7585)
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
29
JUIN
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
29
JUNI
2005
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.07 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"Belgische eigendommen in het buitenland" (nr. 7608)
01 Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
propriétés de Belges à l'étranger" (n° 7608)
01.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u en ook de collega's die mij laten
voorgaan.

Ik heb drie clusters van vragen.

Een eerste cluster heeft te maken met de informatie uit Frankrijk. Op
een eerdere vraag van mij had de minister zich geëngageerd om de
informatie terzake in Frankrijk op te vragen. Heeft het ministerie van
Financiën inmiddels de informatie uit Frankrijk gekregen? Zo ja, wordt
die nog of is die al doorgestuurd naar de lokale controlediensten? Is
er vanwege Frankrijk geen vraag teruggekomen om ook informatie te
krijgen over eigendommen van Fransen in België? Zo ja, werd die
reeds gestuurd? Zo neen, waarom nog niet?

Mijn tweede reeks vragen gaat over landen waarmee volgens mijn
informatie België een vergelijkbare overeenkomst heeft. Is van die
overeenkomst al gebruikgemaakt om ook bij die landen informatie op
te vragen? Zo ja, bij welke landen? Zo neen, bestaat de bereidheid
daartoe het initiatief te nemen?

Ten slotte, er is een derde reeks van landen waarvan wij geredelijk
mogen aannemen dat er Belgische eigendommen gesitueerd zijn
maar waarmee wij nog geen akkoord hebben. Bestaat de bereidheid
met die landen gesprekken te starten om te komen tot zo'n
overeenkomst die ons moet toelaten op een later moment die
informatie op te vragen?
01.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): Le ministre s'est engagé à
demander au fisc français des
informations relatives aux biens de
contribuables belges en France.
Le ministère français des Finances
a-t-il déjà fourni des
renseignements? Ceux-ci ont-ils
déjà été communiqués aux
services locaux de contrôle? Des
données similaires ont-elles été
transmises à la demande de la
France? La Belgique a-t-elle aussi
demandé des informations à
d'autres pays avec lesquels elle a
conclu des accords du même
type? On peut supposer que des
Belges détiennent aussi des biens
dans des pays avec lesquels nous
n'avons pas encore conclu
d'accords. Le ministre est-il
disposé à entamer des pourparlers
à ce sujet?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
der Maelen, zoals ik reeds voorheen heb medegedeeld, werden de
Franse fiscale autoriteiten verzocht om aan hun Belgische collega's
de inlichtingen te verstrekken die in hun bezit zijn over het onroerende
vermogen dat Belgische rijksinwoners in Frankrijk hebben. Als gevolg
01.02 Didier Reynders, ministre:
Nous avons demandé des
informations aux autorités fiscales
françaises sur le patrimoine
immobilier des ressortissants
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
van deze vraag heeft de Belgische administratie onlangs een
elektronische gegevensdrager verkregen met precies 48.930
registraties.

Als zodanig is dat cijfer niet indicatief voor het aantal Belgische
belastingplichtigen die eigenaar zijn van onroerende goederen op
Franse bodem. Immers, eenzelfde belastingplichtige kan het
voorwerp zijn van verschillende registraties ­ dat is klaar en duidelijk ­
in functie van bijvoorbeeld elk bebouwd of onbebouwd goed waarop
hij een recht kan doen gelden.

In ieder geval worden de gegevens die ons door de Franse fiscale
autoriteiten werden medegedeeld, op dit moment nauwkeurig
bestudeerd door de bevoegde centrale diensten van de Administratie
van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, alvorens ze worden
doorgegeven aan de betrokken lokale taxatiedienst. Ik heb een eerste
berekening van het aantal belastingplichtigen van mijn administratie
gekregen. Ze is echter tot nu toe niet precies. Mijn administratie is nog
bezig met de berekening, maar het zou om ongeveer 29.000
Belgische eigenaars in Frankrijk gaan. De berekening is echter nog
niet definitief. Wij moeten alle elektronische gegevens op een normale
manier behandelen.

In de mate waarin de uitwisseling van inlichtingen waarover het in dit
geval gaat, zich hoofdzakelijk baseert op de wederkerigheid, spreekt
het voor zich dat de Belgische administratie gehouden is om
gelijkaardige inlichtingen door te spelen aan zijn partnerstaat
Frankrijk.

In dit geval stoot deze overdracht echter op inherente moeilijkheden,
in het bijzonder de regularisatie van de onroerende voorheffing. Er
worden eveneens verschillende mogelijkheden overwogen om
informatie te verzamelen, eventueel in overleg met de Administratie
van de Invordering en de Administratie van het kadaster, de
registratie en de domeinen.

Naast het administratief akkoord met Frankrijk voorziet het door
België gesloten akkoord in een verband met de administratieve
bijstand met Italië, Nederland en Oekraïne in een automatische
uitwisseling van inlichtingen op het vlak van grondeigendom. Op
grond van de bovenvermelde wederkerigheid wenst de Belgische
administratie slechts een systematische toepassing van deze
uitwisselingsprocedure vanaf het ogenblik dat de verschillende
technische aspecten met betrekking tot deze procedure langs
Belgische zijde zijn vervolmaakt. Een van de problemen betreft een
overleg met de Gewesten over een aantal gegevens.

Het is denkbaar dat een aantal inwoners van België eigenaar is van
een onroerend goed gelegen in een land waarmee België vandaag
geen akkoord tot automatische uitwisseling van inlichtingen heeft. Er
moet evenwel worden gewezen op het feit dat het ondertekenen van
dergelijke akkoorden tot gevolg heeft dat een overeenkomst
noodzakelijk is tussen beide partijen over de aard van de uit te
wisselen inlichtingen.

Bovendien zijn sommige staten niet altijd in staat de wederkerigheid
die aan de basis ligt van dit type uitwisseling te garanderen - dat is
altijd het geval om een aantal inlichtingen te verkrijgen - en dit om
belges. L'administration belge a
récemment reçu un support
électronique comprenant 48.930
enregistrements. Ce chiffre
n'indique pas le nombre de
propriétaires, car un même
contribuable peut être enregistré
plusieurs fois. Les données sont
actuellement examinées en détail
par les services centraux de
l'Administration de la fiscalité des
entreprises et des revenus (AFER)
et seront ensuite envoyées aux
services de taxation locaux. Selon
une première estimation
provisoire, environ 29.000
propriétaires sont concernés.

L'administration belge doit fournir
des informations similaires à la
France mais ce transfert se heurte
à des obstacles fondamentaux tels
que la régionalisation du
précompte immobilier. Des
informations pourront peut-être
être récoltées en concertation
éventuelle avec l'administration du
Recouvrement, du Cadastre et de
l'Enregistrement et des Domaines.
Des accords conclus avec l'Italie,
les Pays-Bas et l'Ukraine prévoient
l'échange automatique de
renseignements en matière de
propriété foncière. L'administration
belge ne souhaite l'application
systématique de la procédure
d'échange d'informations que
lorsque les aspects techniques
seront parfaitement réglés.

Il est possible qu'un certain
nombre de résidents belges soient
propriétaires d'un bien immeuble
dans un pays avec lequel il
n'existe aucun accord. Lorsqu'un
accord est signé, les deux parties
doivent conclure une convention
sur la nature des informations à
échanger. Certains États ne
peuvent garantir la réciprocité pour
des raisons matérielles ou
juridiques. L'administration est
favorable à la conclusion
d'accords et a entamé des
négociations avec plusieurs États.
Une demande de négociation n'est
pas toujours accueillie
favorablement.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
materiële, juridische of andere redenen.

De Belgische administratie is voorstander van dergelijke akkoorden
en heeft hierover reeds met verschillende Staten onderhandelingen
aangeknoopt. Ik heb altijd gevraagd om nieuwe onderhandelingen te
voeren maar er komt niet altijd een positief antwoord. U hebt dat
kunnen zien in het geval van de spaarrichtlijnen en de verschillende
akkoorden om een uitwisseling van inlichtingen te hebben. Het was
immers pas na twintig jaar mogelijk om dat te doen.

Wat onze conventie betreft in verband met de dubbele taxatie met
Frankrijk, probeer ik sinds zes jaar om naar een nieuwe conventie te
gaan. Dat is het geval voor Nederland, Luxemburg en Duitsland, maar
tot nu toe hebben wij geen akkoord met Frankrijk.

Wanneer deze akkoorden, zoals in sommige staten het geval is,
onderhevig zijn aan goedkeuringsprocedures die soms lang zijn, zou
het onvoorzichtig zijn om vooruit te lopen op de precieze datum van
ondertekening of het in werking treden. Wij gaan verder, mijnheer de
voorzitter, met Frankrijk, met een aantal nieuwe gegevens. Wij
proberen om verder te gaan met alle landen met een akkoord en ook
nieuwe akkoorden te sluiten met andere landen.

Il a fallu vingt ans pour élaborer la
directive relative à l'épargne. Je
m'emploie depuis six ans déjà à
conclure une nouvelle convention
préventive de la double taxation
avec la France. Il serait imprudent
de communiquer une date précise
parce que de tels accords
requièrent de longues procédures
d'approbation.
01.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik
heb twee opmerkingen.

Ten eerste, volgens de voorlopige berekening zou het, wat Frankrijk
betreft, gaan om 29.000 belastingplichtigen. Als we dat afzetten tegen
de ongeveer 12.400 die volgens een antwoord op een eerdere vraag
dat op hun aangifte aangeven, blijkt dat daar een duidelijke
discrepantie is. Dit cijfer van 12.400 geldt voor alle landen, niet alleen
voor Frankrijk. Er is dus ongetwijfeld nog een groot aantal Belgen dat
eigendommen in het buitenland heeft en nalaat om dit aan te geven
op de belastingaangifte. Aangezien ik van oordeel ben dat wij de
toepassing van de fiscale wet moeten afdwingen, lijkt het mij nuttig
dat de fiscus een inspanning doet om aan die informatie te komen via
samenwerkingsakkoorden met andere landen.

Ten tweede noteer ik ook de vermelding van de minister dat er
problemen zouden kunnen zijn wat betreft de wederkerigheid, niet
alleen in de landen waarmee wij een akkoord willen, maar ook in
eigen land. Ik weet niet of de minister informatie heeft over de stand
van de afspraken in België, met de gewestelijke administraties. Zijn
die al dan niet lopende? Het zou wel eens kunnen dat wij er niet in
slagen om informatie te krijgen van andere landen of akkoorden te
sluiten met andere landen, als wij zelf niet bij machte zijn om aan de
wederkerigheidsvraag te voldoen.
01.03 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): D'après une
estimation provisoire, 29.000
contribuables belges possèdent
une propriété en France. Pourtant,
il est établi que seulement 12.400
contribuables ont déclaré
posséder une propriété à
l'étranger. En concluant des
accords de coopération, le fisc
pourra obtenir des informations
plus fiables.

La conclusion de ces accords
n'entraînera-t-elle pas des
problèmes de réciprocité? N'y a-t-il
pas lieu de conclure également
des accords avec les Régions afin
que la Belgique puisse
communiquer toutes les
informations utiles à l'autre pays?
01.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer Van der Maelen, nog twee
elementen van antwoord. Ten eerste, het getal 29.000 berust op een
eerste berekening van mijn administratie. Er komt nog een definitieve
berekening.

Ten tweede, de federale administraties, invordering enerzijds en
kadaster anderzijds, proberen tot een oplossing te komen. Als het
noodzakelijk is om de Gewesten hierbij te betrekken, zullen wij dat
doen. Uit een eerste uitwisseling van inlichtingen met de federale
administratie blijkt echter dat het mogelijk moet zijn om de
01.04 Didier Reynders, ministre:
Le chiffre qui a été cité ne
représente que le résultat des
premiers calculs effectués par
l'administration. Jusqu'à nouvel
ordre, des accords avec les
Régions ne sont pas nécessaires,
étant donné que les informations
peuvent être obtenues auprès du
Cadastre et de l'administration du
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
verschillende akkoorden correct toe te passen. Het kan echter nuttig
zijn om een akkoord met de Gewesten af te sluiten. Met alle
inlichtingen van het kadaster, de invordering en inkomensfiscaliteit
moet een correcte toepassing van de verschillende akkoorden
mogelijk zijn. Dat is ook het geval in andere landen.

Er is wel een nieuwe verdeling van bevoegdheden bij de Gewesten.
Voor sommige gevallen is het misschien nuttig om een verfijning door
te voeren van de uitwisseling van inlichtingen en om daarover een
akkoord met de Gewesten af te sluiten.
Recouvrement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de federale
steun aan Francorchamps" (nr. 7371)
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "federale steun
voor de Grote Prijs Formule 1 te Spa-Francorchamps" (nr. 7469)
02 Questions jointes de
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'aide financière fédérale
à Francorchamps" (n° 7371)
- M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'aide fédérale à
l'organisation du Grand Prix de Formule 1 à Spa-Francorchamps" (n° 7469)
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de vraag handelt inderdaad over de
Grote Prijs Formule 1 van Francorchamps. Francorchamps heeft bij
heel wat Vlamingen nogal een negatieve connotatie. Toen we destijds
de wet op de tabaksreclame bespraken, moest daarvoor immers in
een uitzondering voorzien worden. We stelden toen vast dat daarvoor
geen overleg nodig was tussen Gemeenschap en Gemeenschap, een
van de sleutelelementen in de behandeling van het dossier van
Brussel-Halle-Vilvoorde, maar dat terzijde.

Het was naar aanleiding van de begrotingscontrole van 2005 van de
Waalse regering dat Francorchamps weer naar voren kwam. We
weten allemaal dat de bedrijvigheid rond die Formule 1-wedstrijd niet
echt winstgevend is. Integendeel, men heeft het afgelopen jaar 2004
afgesloten met een fors verlies van een grootteorde van 2,8 miljoen
euro. De Waalse regering heeft beslist om daar een inspanning te
leveren via haar eigen begroting van 3 miljoen euro, maar ook aan de
federale overheid een financiële tussenkomst te vragen van 2 miljoen
euro. Ze haalde daarvoor aan dat dit belangrijk was vanwege het feit
dat de betrokken organisatie zorgt voor fiscale inkomsten en voor de
uitstraling naar het buitenland.

Ik weet niet of dat de ware argumenten zijn, mijnheer de minister,
waarop die evaluatie dient te gebeuren. In ieder geval had ik aan u
graag twee vragen gesteld, omdat in de pers bleek dat de eerste
minister van dit land min of meer zijn akkoord had gegeven,
misschien mondeling, om die steun te bekijken.

Is de federale regering bereid om tegemoet te komen aan de vraag
van de Waalse regering om de Grote Prijs Formule 1 van
Francorchamps financieel te ondersteunen? Hoeveel kan die steun
bedragen?
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Francorchamps a, pour
de nombreux Flamands, une
connotation négative en raison de
l'exception qui a été faite à la
réglementation sur la publicité en
faveur du tabac. Lors du contrôle
budgétaire de 2005, le
gouvernement wallon a constaté
que les événements oprganisés à
Francorchamps ne sont pas
rentables. Il envisage de les
soutenir mais a également
demandé 2 millions d'euros au
fédéral. Selon la presse, le
premier ministre a répondu
favorablement à cette demande.

Le gouvernement fédéral va-t-il
donner suite à cette sollicitation?
Quelle sera l'ampleur de cette
aide? Sur la base de quels critères
cette aide sera-t-elle accordée?
D'autres courses organisées en
Belgique seront-elles aidées?
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Ten tweede, op basis van welke criteria wordt die steun toegekend en
hoeveel zal die steun concreet bedragen?

Tot slot, er zullen in dit land ongetwijfeld andere wedstrijden zijn in de
sportwereld of in de Formule 1 die op een gelijkaardige manier in
geldnood zitten en dus ook federale steun zouden kunnen genieten.
Bent u bereid om ook voor andere, gelijkaardige activiteiten steun te
verlenen?
02.02 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, in aansluiting
op de vraag van mijn collega, het volgende. Premier Verhofstadt had
dus verklaard dat hij bereid was te onderzoeken of de federale
regering de grote prijs formule I in Francorchamps financieel een
steuntje kon geven. Zijn argumentatie luidde dat dit evenement
eigenlijk zorgt voor belangrijke fiscale inkomsten op het federale
niveau en ook voor een internationale uitstraling van ons land.
Natuurlijk, de reden voor de vraag naar federaal geld is uiteraard
gekend. De grote prijs 2004 sloot af met een verlies van 2,8 miljoen
euro. De Waalse regering heeft nu beslist dat ze bereid is om 3
miljoen euro te investeren voor de organisatie van de grote prijs. Wat
is de rendabiliteit van dit evenement opdat de overheden, Waals en
federaal, tezamen 5 miljoen zouden investeren? De ULB berekende
in 2003 de economische return voor de streek slechts op 5 tot 10
miljoen euro. Dit bedrag was toen reeds veel lager dan het
voorgespiegelde bedrag van 25 miljoen euro. Wat maakt het
businessplan Francorchamps zo attractief? Wat de begrippen
internationale uitstraling en uitstraling in het algemeen betreffen, men
hoopte in 2004 op ongeveer 68.000 toeschouwers ter plaatse. Het
aantal Belgische kijkers op het scherm zou iets boven de 300.000
liggen.

Als ik even twee vergelijkingen mag maken, de finale met Clijsters op
de Proximus Diamond Games in Antwerpen vestigde in 2004 een
record van kijkdichtheid van 58% of 617.400 kijkers met 5,4 miljoen
Belgische kijkers over het hele toernooi, een stijging van 15% ten
opzichte van 2003. In 2005 was er voor dit evenement, voor de topper
Clijsters-Williams, een piek van 1.020.000 Vlamingen met 6 miljoen
Belgische kijkers over het gehele toernooi of een stijging van 13% ten
opzichte van de editie van 2004.

Ik ben even gaan kijken naar de cijfers met betrekking tot het aantal
toeschouwers van een aantal muziekfestivals en ik ben eerlijk gezegd
veel gemakkelijker aan die cijfers gekomen dan aan de cijfers van het
aantal toeschouwers in Francorchamps. Ik heb verschillende diensten
gebeld en niemand kon mij de exacte cijfers geven, alleen de
ramingen. Voor de muziekfestivals waren er bijvoorbeeld in Werchter
71.000 toeschouwers per dag, 285.000 op vier dagen. Pukkelpop
41.000 en 125.000 op drie dagen. Verder is er nog Marktrock en zo
zou ik kunnen doorgaan. Ook de Gentse Feesten halen bijvoorbeeld
165.000 bezoekers per dag en dit tien dagen lang. Kortom, dit zijn
evenementen die, qua aantal toeschouwers, eigenlijk een grotere
uitstraling hebben, dacht ik.

Mijn vraag is of andere evenementen ook in aanmerking komen voor
federaal geld en wat dan de objectieve criteria zullen zijn.

Mijnheer de minister, steunt u het voorstel om Francorchamps
financieel te steunen? Zo ja, voor hoeveel?
02.02 Patrick De Groote (N-VA):
Le premier ministre a déclaré qu'il
examinerait si le gouvernement
fédéral peut apporter son soutien
au Grand Prix de Francorchamps.
L'événement rapporterait des
recettes fiscales et jouirait d'une
réputation internationale. En 2004,
il a enregistré une perte de 2,8
millions d'euros. Les autorités
wallonnes et fédérales
investiraient 5 millions d'euros,
mais l'ULB a calculé en 2003 que
les retombées économiques pour
la Région ne comportent que 5 à
10 millions d'euros.

Le prestige de la course à
Francorchamps et le nombre de
visiteurs sont inférieurs à celui de
nombreux autres événements, tels
que le "Proximus Diamond
Games", le festival de musique à
Werchter, Pukkelpop, Marktrock et
les Fêtes gantoises. Ces
événements entrent-ils également
en ligne de compte pour l'octroi
d'une aide financière des autorités
fédérales?

Le ministre soutient-il la
proposition visant à octroyer une
aide financière aux courses
automobiles à Francorchamps?
L'argumentation du premier
ministre peut-elle être étayée par
des chiffres? Quelle est
l'estimation des recettes fiscales
directes et indirectes de
l'événement? Comment mesure-t-
on le prestige d'un événement?
D'autres événements de
réputation internationale
bénéficieront-ils d'une aide
financière?
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Kunt u de argumentatie van de eerste minister onderbouwen met
cijfers wat de economische opportuniteit en de internationale
uitstraling betreft? Hoe hoog ligt de raming van de fiscale inkomsten,
directe en indirecte, van het evenement? Hoe wordt de uitstraling
gemeten? Baseert men zich terzake op het aantal bezoekers, de
kijkcijfers en marktaandeel?

Bent u bereid ook andere evenementen die eveneens een
internationale uitstraling hebben financieel te steunen?
02.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, tot op heden heeft het Waals Gewest nog niet officieel de
vraag gesteld iets te doen voor het evenement. De eerste minister
heeft alleen gezegd bereid te zijn dat te onderzoeken indien de vraag
wordt gesteld. We wachten af. Misschien krijgen we een precieze
vraag onderbouwd met cijfers. Ik herhaal dat we tot op heden nog
geen formele vraag op papier ontvangen hebben. Het is enkel even
besproken tijdens een contact tussen de eerste minister en de
Waalse minister-president. Zoals de eerste minister heeft gezegd,
ben ik bereid een precieze vraag met cijfermateriaal te onderzoeken.

Ten tweede, er wordt reeds federale steun geboden voor zo'n
evenement. Er zijn zeer belangrijke besprekingen in Kamer en Senaat
gevoerd over de aanpassing van de federale wet inzake de publiciteit
voor tabak. De federale overheid levert reeds een belangrijke
inspanning. Het was voor niemand gemakkelijk. De federale
beslissing is een goede beslissing, die zo'n evenement ten zeerste
ten goede komt. Ik herhaal dat het een inspanning van de federale
overheid is.

Ten derde, het is altijd mogelijk meer te doen. Men zou kunnen
opteren voor een inspanning door een federaal of gewestelijk bedrijf.
Niet alleen de federale overheid kan een inspanning leveren, ook het
betrokken Gewest. Dat hoeft geen financiële steun te zijn; de steun
kan ook bestaan uit een contract voor publiciteit gedurende het
evenement.

Ten slotte, wat eventuele steun aan andere evenementen betreft, wijs
ik erop dat dat reeds het geval is Ik was aanwezig op de finale van de.
Proximus Diamond Games in Antwerpen. Proximus is een bedrijf dat
uit een federaal bedrijf is gegroeid. Het is altijd mogelijk steun te
krijgen van een federaal bedrijf zoals dat in Antwerpen het geval was
bij het belangrijke tennisevenement.

Ik herhaal dat we tot op heden nog geen schriftelijk verzoek terzake
met precieze bedragen van het Waals Gewest hebben ontvangen.
We zijn bereid een eventuele vraag te onderzoeken. Met de
aanpassing van de federale wet inzake publiciteit op tabak werd reeds
een inspanning geleverd. Sinds een aantal jaren is het mogelijk dat de
federale overheid evenementen in een specifiek gewest steunt of dat
een bedrijf uit het ene gewest een evenement in een ander gewest
sponsort.

Mijnheer de voorzitter, de steun van Proximus aan het Antwerpse
tennistoernooi is een goed voorbeeld. Dat is toch belangrijk voor het
tennistoernooi. Het is misschien mogelijk om ook iets te doen voor
andere evenementen.
02.03 Didier Reynders, ministre:
Aucune demande d'aide financière
fédérale au bénéfice de cet
événement ne nous est encore
parvenue du gouvernement
wallon. Le premier ministre a
indiqué que la possibilité serait
examinée. L'État fédéral soutient
déjà l'événement en accordant
une dérogation à la législation sur
le tabac. Les organisateurs du
Grand Prix peuvent aussi conclure
des contrats avec la Région ou
avec des entreprises en vue
d'obtenir une aide supplémentaire.

Étant donné que Proximus est en
partie une entreprise publique, les
"Diamond Games" à Anvers sont
déjà soutenus par l'État fédéral.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
02.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het is dus blijkbaar nog een beetje gebaseerd
op los zand. Anderzijds zijn wij natuurlijk steeds op onze hoede als de
Waalse regering of de Waalse Gemeenschap om geld vraagt. Op een
gegeven ogenblik blijft daarvan altijd wel iets hangen. Wij moeten
zeer zorgvuldig nakijken of het, als het straks niet op een publieke
manier kan gesponsord worden, niet via een omweg zou gaan.

Het zou in elk geval onaanvaardbaar zijn dat het evenement van
Francorchamps zou kunnen genieten van een bijkomende sponsoring
van 2 miljoen euro vanuit de federale kas ­ lees de Vlaamse
belastingbetaler ­ en dat daar tegenover geen compensaties zouden
staan voor Vlaanderen.

U geeft het argument van het Antwerpse tennistoernooi, dat
gesponsord wordt door Belgacom. Belgacom is natuurlijk deels
privaat en deels van de Staat. De Staat zelf heeft er bovendien geen
uitstraling van. Het is ten voordele van de telecomoperator zelf dat dit
wordt georganiseerd.

In elk geval, als u geen officiële aanvraag hebt gekregen, moeten wij
misschien nog een tijdje wachten, maar ik neem aan dat waar er rook
is vuur is. Wij zullen dus op onze hoede zijn wanneer deze federale
regering bijkomend geld aan Francorchamps zou willen toesteken.
02.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Mieux vaut se méfier
lorsque le gouvernement wallon
réclame de l'argent. Il serait
inadmissible que le circuit de
Francorchamps bénéficie d'une
aide de 2 millions d'euros sans
qu'il n'y ait de compensations pour
la Flandre. Les "Diamond Games"
sont organisés au profit d'une
entreprise semi-privée et non de
l'Etat fédéral.
02.05 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u zegt dat er nog geen officiële vraag aan de federale
regering is gesteld en dat u bereid bent om eventueel een onderzoek
te organiseren. Voor een deel is er reeds steun van het federale
niveau. U verwijst naar de tabakswet. Ik sluit mij aan bij hetgeen mijn
collega stelt, namelijk dat sponsoring zonder enige vorm van
compensatie uit den boze moet zijn.

Ik denk echter ook dat er van meer sprake is, anders zou de heer
Verhofstadt niet reageren en zelf een oplossing voorstellen. Hij heeft
daar de fiscale inkomsten en de internationale uitstraling aangehaald.
Ik heb daarover vragen gesteld, maar heb er geen antwoord op
gekregen. Ik heb gevraagd om te kijken hoe men objectief dergelijke
zaken kan meten. Ik begrijp dat u in een eventueel onderzoek, als er
een officiële vraag van de Waalse collega's komt, daarop dieper zal
ingaan.
02.05 Patrick De Groote (N-VA):
Il est exclu que Francorchamps
soit sponsorisé sans qu'il n'y ait de
compensation pour la Flandre. Si
le premier ministre cherche une
solution, c'est qu'il y a un
problème. Je n'ai pas reçu de
réponse à mes questions
spécifiques.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
werken aan het federaal administratief centrum te Diest" (nr. 7476)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les travaux au
centre administratif fédéral de Diest" (n° 7476)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verwijs eerst en vooral naar de vraag die ik aan uw collega
Jamar gesteld heb op 27 april 2005, met betrekking tot de werken aan
het federaal administratief centrum te Diest. Ter informatie kan ik u
mededelen dat in de periode 2000-2003 een eerste restauratiefase
heeft plaatsgegrepen van het historische gasthuis Sint-Elisabeth te
Diest. Dat is een beschermd patrimonium waarvan het oudste
03.01 Carl Devlies (CD&V) :
L'adjudication en vue de la
restauration de la décoration
intérieure du centre administratif
de Diest, anciennement la clinique
Sainte-Elisabeth, a déjà eu lieu en
septembre 2004. L'autorité
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
gedeelte dateert uit de zestiende eeuw.

Sinds het aantreden van de huidige federale regering liggen de
werken in feite stil. Nochtans werd reeds in september 2004
overgegaan tot de aanbesteding van de tweede restauratiefase voor
de binnenafwerking. Het gaat in concreto over de huisvesting van het
toekomstige vredegerecht en van de diensten van de FOD Financiën.
Wij stellen vast dat daarentegen wordt doorgewerkt in andere
vleugels van dit gebouw waar de werken worden uitgevoerd door de
provincie Vlaams-Brabant, in samenwerking met de stad Diest. Het
gaat meer bepaald om werken aan de historische kapel en de
historische apotheek waar in de toekomst de gemeenschappelijke
toeristische dienst van de stad Diest en de provincie Vlaams-Brabant
zal worden gehuisvest.

Wij gaan zodoende tot een situatie komen in 2006 waarbij een derde
van dit gebouw gerestaureerd zal zijn en zal worden ingenomen door
de toeristische diensten van Vlaams-Brabant en de stad Diest terwijl
de overige ruimten, mijnheer de minister, die zijn toebedeeld aan de
FOD Financiën en aan het vredegerecht, niet afgewerkt zullen zijn.
Mijn vraag aan uw collega Jamar was hoe het nu zit, wanneer het
bevel van aanvang zal worden gegeven en of hij over de nodige
kredieten beschikt? Het was de heer Jamar niet mogelijk om mij een
concreet antwoord te bezorgen. Ik heb hem dan gesuggereerd mij
schriftelijk iets te laten weten maar ondertussen zijn twee maanden
verstreken en heb ik niets meer mogen vernemen.

Mijnheer de minister, wanneer wordt het bevel van aanvang gegeven?
Hebt u de nodige kredieten vastgelegd?
fédérale est en charge des ailes
destinées à accueillir la justice de
paix et le SPF Finances. Ces
travaux sont à l'arrêt. En revanche,
la province du Brabant flamand et
la ville de Diest poursuivent la
restauration des ailes pour leur
propre usage.

En 2006, un tiers du bâtiment
historique aura été restauré, mais
pas le reste. M. Jamar comptait
m'informer il y a deux mois du
délai dans lequel l'ordre de
commencer les travaux pourrait
être donné. Quand débuteront les
travaux? Les crédits nécessaires
ont-ils été libérés?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, op dit ogenblik zijn de vastleggingskredieten voor de
investeringen in het tweede kwartaal nog niet vrijgegeven door de
dienst Begroting. De Regie der Gebouwen bereidt thans de
prioriteitslijsten voor voor het tweede kwartaal. Ze informeert mij dat
de begroting voor het tweede trimester, de vaste verplichtingen van
lopende contracten en de urgentie van andere projecten niet toelaten
om ook deze voltooiingswerken, de tweede fase van het project, nog
in dit tweede trimester vast te leggen.

De Regie deelt mee dat ze gepland heeft om de uitgave te reserveren
in het derde trimester. Een precieze aanvangsdatum geven voor de
aanvang van de vorderingswerken is in de huidige stand van zaken
bijgevolg niet mogelijk, daar deze afhangt van de datum van de
vrijgave van de kredieten van het derde trimester. Wij zullen dus
verder gaan met een aantal kredieten in het derde trimester, voor de
tweede fase van het project.
03.02 Didier Reynders, ministre:
La Régie des Bâtiments prépare
actuellement la liste de priorités
pour le deuxième trimestre. A ce
stade, elle ne veut divulguer
qu'une chose: que ces travaux de
parachèvement ne pourront plus
être effectués au cours du
deuxième trimestre mais qu'ils
pourront l'être au troisième
trimestre.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Ik kan alleen maar betreuren dat uw
diensten zo traag werken. De aanbestedingsprocedure heeft
plaatsgegrepen in de maand september 2004. Wij zijn inmiddels al
twee jaar verder. Andere diensten werken verder aan dit historische
patrimonium. Wij zullen tot een situatie komen waarbij een gedeelte
van het Elisabethziekenhuis volledig gerestaureerd zal zijn en het
andere gedeelte niet. Het gaat hier nochtans over de huisvesting van
belangrijke diensten, onder meer de FOD Financiën en het
vredegerecht. Ik kan alleen maar betreuren dat dit zo traag
vooruitgaat.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Je
ne peux que déplorer la lenteur
des services. L'adjudication a été
lancée il y a deux ans!
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het niet-
en laattijdig indienen van belastingaangiften" (nr. 7483)
04 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'absence de
dépôt ou le dépôt tardif de déclarations fiscales" (n° 7483)
04.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, deze vraag sluit
aan bij de discussie die wij hebben gevoerd in de commissie en de
plenaire vergadering over artikel 41 van de programmawet inzake de
ambtshalve aanslag voor ondernemingen die geen of een laattijdige
aangifte doen en die op basis van de minimum belastbare winst
worden belast.

Ik heb in het verleden nog vragen in deze zin gesteld. U hebt daarop
ondertussen nog geen antwoord kunnen geven. Over hoeveel
vennootschappen en rechtspersonen gaat het die geen
belastingaangifte doen of die een laattijdige belastingaangifte hebben
gedaan? Ik beperk mij tot het aanslagjaar 2004 en de inkomsten
2003. Ik had graag hetzelfde vernomen voor de ondernemers en de
beoefenaars van vrije beroepen, onderworpen aan de
personenbelasting.

Indien u nog niet over de gegevens zou beschikken van het laatste
aanslagjaar, zult u mij waarschijnlijk wel de gegevens kunnen
bezorgen van het vorige aanslagjaar.
04.01 Carl Devlies (CD&V):
Combien de sociétés et autres
personnes morales n'ont pas fait
de déclaration fiscale pour l'année
d'imposition 2004? Combien
d'entre elles ont fait une
déclaration tardive? Le ministre
pourrait-il fournir les mêmes
chiffres pour les entrepreneurs et
les professions libérales qui sont
assujettis à l'impôt sur les revenus
des personnes physiques?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het aantal
vennootschappen en andere rechtspersonen dat voor het aanslagjaar
2004 geen belastingaangifte heeft gedaan, was op 16 juni 2005
34.869. Het aantal vennootschappen en andere rechtspersonen dat
voor het aanslagjaar 2004 een laattijdige belastingaangifte deed, was
op 16 juni 2005 23.031. Het aantal ondernemers en beoefenaars van
vrije beroepen, onderworpen aan de personenbelasting, dat voor het
aanslagjaar 2004 geen belastingaangifte deed, was op 16 juni 2005
14.534. Het aantal ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen,
onderworpen aan de personenbelasting, dat voor het aanslagjaar
2004 een laattijdige belastingaangifte deed, was op 16 juni 2005
50.038.
04.02 Didier Reynders, ministre:
En 2004, 34.869 sociétés et autres
personnes morales n'ont pas fait
de déclaration, 23.031 ayant fait
une déclaration tardive; 14.534
entrepreneurs et professions
libérales n'ont pas fait de
déclaration, 50.038 ayant fait une
déclaration tardive.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank de
minister voor de informatie. Nu hebben wij een zicht op de draagwijdte
van artikel 41 van de programmawet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
interpretatie van het begrip 'kleine vennootschappen'" (nr. 7513)
05 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'interprétation
de la notion de 'petites sociétés'" (n° 7513)
05.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het begrip KMO voor fiscale doeleinden is reeds
herhaaldelijk het voorwerp geweest van gedachtewisselingen en
discussies. Ik verwijs onder meer naar mijn mondelinge vraag nr.
05.01 Carl Devlies (CD&V): Le
rapport annuel de l'Institut des
Réviseurs d'Entreprises stipule
qu'une société ne peut être
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
5550 van 22 februari 2005.

In het jaarverslag 2004, uitgebracht door het Instituut der
Bedrijfsrevisoren, heeft de raad van het Instituut het standpunt
ingenomen dat een vennootschap slechts als klein kan worden
aangemerkt, overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van
vennootschappen, als ze gedurende de twee voorgaande boekjaren
de gestelde criteria niet heeft overschreden.

Kan de minister bevestigen dat dezelfde interpretatie in de
vennootschapsbelasting moet worden gevolgd bij de toepassing van
de eerste afschrijvingsannuïteit en de bijkomende kosten, conform
artikel 196, §2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, of de
verhoogde, eenmalige investeringsaftrek voor de materiële, vaste
activa die dienen voor de beveiliging van beroepslokalen ­ artikel 201,
vijfde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen ­, waarin
wordt verwezen naar artikel 15, §1, van het Wetboek van
vennootschappen?
considérée comme `petite' qu'à
condition de ne pas avoir dépassé
les critères de l'article 15 du Code
des sociétés au cours des deux
exercices précédents.

Cette interprétation vaut-elle
également pour l'application de la
première annuité d'amortissement
et des frais supplémentaires?
S'applique-t-elle aussi à la
déduction majorée unique pour
investissement relative à des
immobilisations corporelles
servant à la sécurisation des
locaux professionnels?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, uit het antwoord dat ik heb verstrekt op de door u
aangehaalde mondelinge, parlementaire vraag van 16 februari 2005,
die door uzelf werd gesteld, blijkt duidelijk dat inzonderheid de
bepalingen van artikel 15, §2, van het Wetboek van vennootschappen
eveneens van toepassing zijn.

Dat betekent dat in de huidige stand van de wetgeving een
vennootschap die het vorige boekjaar de criteria zoals bedoeld in
artikel 15, §1, niet overschreed, voor het lopende boekjaar als een
kleine vennootschap wordt aanzien, ook al voldoet ze voor dat
boekjaar niet langer aan de daartoe vereiste criteria.

Daarentegen, als een vennootschap het vorige boekjaar de criteria
zoals bedoeld in voormeld artikel 15, §1, overschreed, dan wordt ze
voor het lopende boekjaar niet als een kleine vennootschap aanzien,
ook al voldoet ze voor dat boekjaar aan de daartoe vereiste criteria.

Bijgevolg moet op de door de heer Devlies gestelde vraag
ontkennend worden geantwoord.
05.02 Didier Reynders, ministre:
Non. Dans l'état actuel de la
législation, une société considérée
comme une petite société au
cours de l'exercice précédent est
également considérée comme
telle durant l'exercice en cours,
même si elle ne satisfait plus aux
critères. En revanche, les sociétés
qui ne satisfaisaient pas aux
critères au cours de l'exercice
précédent, mais y satisfont durant
l'exercice en cours, ne sont pas
considérées comme de petites
sociétés.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, het tweede, vorige
boekjaar is niet doorslaggevend, omdat het volgens een bepaalde
interpretatie moet gaan over twee voorafgaande, opeenvolgende
boekjaren. Dat is echter niet de interpretatie die u geeft.
05.03 Carl Devlies (CD&V): Le
deuxième exercice n'est donc pas
déterminant.
05.04 Minister Didier Reynders: Ik volg de interpretatie en de
administratieve commentaar van mijn administratie. Ik heb echter al
een antwoord gegeven. Het is hetzelfde antwoord met een
bijkomende precisering.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
fiscaal statuut van buitenlandse sportbeoefenaars in de Belgische competitie en het voorstel van
fiscale tegemoetkoming voor jonge spelers" (nr. 628)
06 Interpellation de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le statut
fiscal des sportifs étrangers qui jouent dans un championnat belge et la proposition d'accorder un
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
avantage fiscal aux jeunes joueurs" (n° 628)
06.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij hebben een tiental dagen geleden een hoorzitting gehad
met betrekking tot het onderwerp fiscaliteit en sport. Meer bepaald
was de ministeriële circulaire van 2002 een van de belangrijke punten
van deze hoorzitting.

Voor alle duidelijkheid en om te vermijden dat er misverstanden
zouden ontstaan over mijn standpunt, wens ik te zeggen dat het niet
gaat om artikel 228,
§ 2, 8° van het Wetboek van
inkomstenbelastingen dat de belastingen voor niet-inwoners op 18%
brengt voor bepaalde categorieën zoals podiumkunstenaars of
sportbeoefenaars. Het gaat niet over dat principe. Er is een algemene
context binnen dewelke deze maatregel werd genomen en het gaat
hierbij duidelijk om occasionele prestaties naar aanleiding van
bijvoorbeeld tornooien, optredens of wielerwedstrijden. Ik denk dat de
context waarin die maatregel werd genomen duidelijk is.

Mijn bemerkingen hebben echter betrekking op de circulaire die u zelf
hebt uitgevaardigd in 2002. Die circulaire betekent mijns inziens een
flagrante schending van het legaliteitsbeginsel aangezien u in de
plaats bent getreden van het Parlement. Het Parlement heeft de
bevoegdheid de belastingtarieven te bepalen. U hebt met die
circulaire een algemene maatregel met bindende kracht uitgevaardigd
inzake fiscaliteit wat een bevoegdheid van het Parlement is.

De gevolgen van deze circulaire zijn verregaand voor het
sportgebeuren. U hebt mij in december 2004 zelf een aantal cijfers
gegeven met betrekking tot het aantal buitenlandse spelers in onze
nationale afdelingen voetbal en basketbal. Het ging om 206
buitenlandse spelers in het voetbal en 119 buitenlandse spelers in het
basketbal.

Recent werd een studie uitgevoerd door het VLEKHO-instituut waaruit
blijkt dat in het eersteklassevoetbal nog 51% van de spelers de
Belgische nationaliteit hebben, voor basketbalspelers is dat 54%.

Hieruit blijkt duidelijk dat de doorstroming van Belgische jeugdspelers
naar de nationale divisies bijzonder wordt bemoeilijkt.

Er komt ook een onrechtmatig verloningsverschil tot stand tussen
Belgische spelers en buitenlandse spelers, waardoor de clubs
gemakkelijker opteren voor buitenlandse spelers. Dit heeft als gevolg
dat de doorstroming vermindert en dat ook de jeugdwerking van de
clubs daar geweldig onder lijdt. De selectie voor de nationale ploegen
wordt natuurlijk veel moeilijker omdat het aantal Belgische spelers
waaruit men kan selecteren, ook vermindert. Dit alles is het gevolg
van de circulaire die u hebt uitgevaardigd in 2002 en waarin u de fictie
van nietverblijfhouder toekent gedurende een termijn van vier jaar.
Blijkbaar wordt in zeer grote mate gebruik of misbruik gemaakt van
deze circulaire. Het is een circulaire die onwettelijk is en leidt tot een
scheeftrekking in het Belgische voetbal, het Belgische basketbal en,
sedert vorig jaar ook, het Belgische volleybal.

Men creëert dus een ongelijke fiscale behandeling tussen enerzijds
Belgische spelers en anderzijds buitenlandse spelers en naar het
buitenland verhuisde Belgische spelers. Dat is, zoals u weet en zoals
06.01 Carl Devlies (CD&V): Une
audition s'est tenue récemment
sur le thème de la fiscalité et du
sport. Il y a été question de la
circulaire ministérielle de 2002.
J'estime que cette lettre constitue
une violation flagrante du principe
de légalité. En effet, c'est le
Parlement qui définit les taux
d'imposition et non un ministre.

Les dispositions de la circulaire ont
de graves conséquences sur le
sport mondial. Dans notre pays,
près d'un footballeur et d'un
basketteur sur deux évoluant en
première division sont des
étrangers. Les jeunes joueurs
belges éprouvcent de plus en plus
de difficultés à se hisser en
division nationale. Il y a un
décalage entre les salaires des
joueurs belges et étrangers qui
incite de plus en plus de clubs à
engager plus volontiers des
étrangers.

L'encadrement des jeunes dans
nos clubs est sur le déclin et la
difficile accession de nos talents
au sommet complique la tâche
des sélectionneurs nationaux. Ce
sont autant de conséquences de
la circulaire de 2002 dont nos
clubs abusent abondamment.
Cette circulaire est illégale et
entraîne une distorsion dans le
monde du football, du basket-ball
et du volley-ball.

Le traitement fiscal inégal des
joueurs belges et des joueurs
étrangers a même pour effet
qu'une catégorie de sportifs
belges s'établit à l'étranger pour
pouvoir bénéficier du statut
avantageux de la circulaire.

Cette circulaire doit être retirée. Il
est apparu lors des auditions que
les fédérations optent pour un
statut fiscal unique pour les
joueurs belges et étrangers. Le
ministre doit rechercher une
solution légale acceptable pour le
secteur et qui corresponde à la
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
bevestigd werd in de hoorzittingen, ook een categorie: spelers die
naar het buitenland verhuizen om op die manier te kunnen genieten
van het gunstige statuut dat gecreëerd wordt door uw circulaire. Wij
menen dat dit niet kan en dat deze circulaire moet ingetrokken
worden. Wij hebben vastgesteld dat ook de vertegenwoordigers van
de verschillende federaties hebben gesteld dat zij de keuze geven
aan een uniek fiscaal statuut voor Belgische en buitenlandse spelers.
Dat is zo gezegd op de hoorzitting.

Het lijkt ons dus nodig dat u een initiatief neemt waarbij enerzijds de
circulaire wordt opgeheven en waarbij u wetgevend werk doet en met
een oplossing komt die voor het geheel van de sportsector
aanvaardbaar is en waarbij u natuurlijk ook rekening houdt met de
andere sectoren van de maatschappij. Het kan natuurlijk ook niet dat
er een scheeftrekking komt tussen enerzijds het sportgebeuren en
anderzijds de andere sectoren van de maatschappij.

We wensen ook nogmaals de problematiek van de doorstroming van
de jeugdspelers in de schijnwerpers te plaatsen. Wij vragen u ook hier
fiscale maatregelen te nemen zodat de jeugdspelers die hun opleiding
hebben gehad bij een Belgische voetbalclub en doorstoten naar de
eerste ploeg van hun club, ergens een fiscale erkenning krijgen en dat
ook de club een fiscale erkenning krijgt voor de opleidingsactiviteiten
die zij ontplooid heeft.

Dat zijn de twee punten, mijnheer de minister, waarover ik u wou
ondervragen en waarover ik graag uw standpunt gekend had.
situation dans d'autres secteurs.

Pour remédier au problème de
l'accession des jeunes sportifs à
l'équipe première, nous
demandons une reconnaissance
fiscale des joueurs ayant suivi une
formation dans notre pays ainsi
que des clubs qui ont fourni cette
formation.
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, in de eerste
plaats moet ik de commissie over de voorgeschiedenis van het tarief
van 18% informeren. Ik wil de aandacht van de heer Devlies erop
vestigen dat de bedrijfsvoorheffing die van toepassing is op de bruto-
inkomsten van buitenlandse podiumkunstenaars en
sportbeoefenaars, zijn oorsprong vindt in de belasting van niet-
inwoners, die ingevolge artikel 314 van de wet van 22 december 1988
houdende fiscale bepalingen grondig werd veranderd "om zo de
fiscale fraude te voorkomen en de inning van de belastingen te
verbeteren." Zo werd het gezegd door de toenmalige regering.

Aangezien die bedrijfsvoorheffing wordt toegepast op de bruto-
inkomsten van die artiesten en sportbeoefenaars, werd bij de
vaststelling van het tarief van 18% op forfaitaire wijze rekening
gehouden met de door hen gemaakte beroepskosten.

Ingevolge artikel 32 van de wet van 28 juli 1992 werd aan die
bedrijfsvoorheffing een bevrijdend karakter verleend. Op die manier
werd een einde gemaakt aan alle praktische problemen die gepaard
gingen met de vestiging van de belasting van niet-inwoners voor de
betrokken sportbeoefenaars of podiumkunstenaars. De
beroepsinkomsten van inwonende sportbeoefenaars zijn daarentegen
in principe aan de personenbelasting onderworpen. In tegenstelling tot
hun buitenlandse collega's wordt de bedrijfsvoorheffing die van
toepassing is op dezelfde categorie van inkomsten, voor de
inwonende sportbeoefenaars geheven op de netto-inkomsten.

Hoewel bij de vaststelling van de bedrijfsinkomsten steeds wordt
getracht zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de uiteindelijk
verschuldigde personenbelastingen, is het om diverse redenen niet
06.02 Didier Reynders, ministre:
Le précompte professionnel
appliqué aux revenus bruts des
artistes de spectacle et des
sportifs étrangers trouve son
origine dans l'impôt des non-
résidents, radicalement modifié
dans le cadre de l'article 314 de la
loi du 22 décembre 1988. Lors de
l'établissement du taux de 18%,
les dépenses professionnelles ont
été prises en considération sur
une base forfaitaire.

Conformément à l'article 32 de la
loi du 28 juillet 1992, ce précompte
professionnel a acquis un
caractère libératoire. Les revenus
professionnels des sportifs
habitant en Belgique sont soumis
à l'impôt des personnes
physiques. Pour les sportifs
étrangers, le précompte
professionnel applicable à la
même catégorie de revenus pour
les sportifs habitant en Belgique
est prélevé sur les revenus nets.

Bien que lors de la fixation des
revenus professionnels l'objectif
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
steeds mogelijk met alle persoonlijke gegevens van elk individu, zoals
bijvoorbeeld de aftrek van werkelijke beroepskosten, rekening te
houden.

Inwoners van wie de beroepsinkomsten aan de personenbelasting
worden onderworpen, kunnen steeds van de mogelijkheid
gebruikmaken om krachtens artikel 49 van het WIB 1992 hun
werkelijke beroepskosten te bewijzen.

In 2002 heb ik inderdaad mijn administratie verzocht een
erkenningprocedure in te stellen, opdat de clubs rechtszekerheid
konden krijgen ­ dat gebeurde op vraag van de clubs en de bonden ­
en dat in het kader van de procedures voor beroepsverenigingen. Ik
heb het tarief van 18% niet gewijzigd, maar wel werd de aanvullende
crisisbijdrage van 3% afgeschaft en de marginale aanslagvoet van
55% tot 50% teruggebracht.

Er is dus een kleiner verschil tussen binnenlandse en buitenlandse
spelers. Wij blijven bij hetzelfde tarief. Er is geen verandering voor de
toepassingsmodaliteit voor de rijksinwoners. In casu werd opgemerkt
dat het wenselijk was om de clubs, gelegen in het centrum van het
land net als de clubs gelegen vlakbij de vier grenzen, te behandelen
omdat deze laatste gemakkelijker een beroep kunnen doen op niet-
inwonende sportbeoefenaars. Voor de clubs was deze circulaire
volgens mij een zeer goede zaak. Ze is er gekomen op vraag van de
clubs en van de bond en zonder enige verandering in de wet. Het
tarief van 18% blijft behouden wat zorgt voor een kleiner verschil
tussen de buitenlandse en de binnenlandse sporters dankzij de fiscale
hervorming van de personenbelasting.

Voor de rest, mijnheer de voorzitter, moet ik u zeggen dat ik tevreden
ben om zo'n aantal hoorzittingen te hebben gehad. In de commissie
voor de Financiën vonden deze plaats een tweetal weken geleden.
Wij moeten nu verder gaan. Ik heb een aantal voorstellen op tafel
gelegd voor de professionelen, de niet-professionelen, de clubs, de
investeringen via een tax-shelter en dergelijke meer. Tot nu toe is het
te vroeg om een precies antwoord te geven. Ik zal rekening houden
met de verschillende commentaren als dit mogelijk is. Tot nu toe is
het te vroeg om een concrete maatregel op tafel te leggen. Wij zijn
een overleg met de clubs gestart en we moeten dit voortzetten
volgens mij.
est de se rapprocher autant que
possible de l'impôt des personnes
physiques finalement dû, il n'est
pas toujours possible de tenir
compte de l'ensemble des
données personnelles comme par
exemple la déduction de frais
professionnels réels.

Les résidents belges dont les
revenus professionnels sont
soumis à l'impôt des personnes
physiques ont la possibilité de
prouver leurs frais professionnels
réels.

En 2002, j'ai demandé à mon
administration d'instaurer une
procédure d'agrément en vue
d'une plus grande sécurité
juridique, à la demande des clubs
eux-mêmes. Je n'ai pas modifié le
taux de 18% mais la cotisation de
crise supplémentaire de 3% a été
supprimée et le taux d'imposition
marginal a été ramené de 55 à
50%.

La différence entre les joueurs
belges et étrangers est dès lors
réduite. Les modalités
d'application pour les résidents
belges n'ont pas été modifiées.
Cette circulaire était une très
bonne chose pour les clubs et a
d'ailleurs été édictée à la demande
des clubs et des fédérations, sans
aucune modification légale.

A la suite des auditions, j'ai
formulé quelques propositions
pour les sportifs professionnels,
les amateurs et les clubs, qui
portent entre autres sur les
investissements par le biais du
mécanisme de tax shelter. Il serait
prématuré de présenter une
mesure concrète aujourd'hui étant
donné que nous nous trouvons
encore dans la phase de
concertation avec les clubs.
06.03 Carl Devlies (CD&V): Ik heb de minister kunnen volgen in het
eerste gedeelte van zijn uiteenzetting waarin hij de historiek heeft
geschetst en verwezen heeft naar de wet van 22 december 1988 en
de wet van 18 juli 1992 waardoor de bevrijdende voorheffing werd
ingevoerd. Ik heb daarbij ook geen opmerkingen omdat het over
wetgeving gaat en omdat de historiek juist is. Het ging hier over
06.03 Carl Devlies (CD&V): Je
n'ai pas d'observations à formuler
sur l'aperçu historique de la
législation tel qu'esquissé par le
ministre. Ces lois concernaient un
précompte libératoire pour des
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
occasionele prestaties en het was niet de bedoeling om voor feitelijke
residenten in België een oplossing te vinden. Die oplossing is er pas
gekomen door de circulaire van 2002 waarin u die wetgeving in feite
hebt uitgehold door de fictie van niet-inwoner toe te kennen. Daardoor
hebt u een ongelijke behandeling tussen Belgische en niet-Belgische
spelers geïnstalleerd en zijn er problemen gekomen op het vlak van
de vervanging van Belgische spelers door buitenlandse spelers.

Daardoor zijn er problemen gekomen in de jeugdwerking. Daardoor
dreigen er op termijn ernstige problemen te ontstaan in de selectie
van onze nationale ploegen. Die circulaire uit 2002, die er misschien
gekomen is in overleg met een aantal clubs, heeft een aantal
negatieve effecten voor het sportgebeuren in België. Het ongewijzigd
voortzetten van deze circulaire is een slechte zaak voor het
sportgebeuren in België.

U bent niet de volledige hoorzitting aanwezig geweest. Het zou nuttig
zijn dat u een verslag opvraagt van deze hoorzitting. Ik moet u zeggen
dat de drie belangrijke bonden, van voetbal, van basketbal en van
volleybal, gesteld hebben dat zij zich zouden kunnen vinden in een
uniek fiscaal statuut, dat van toepassing is op buitenlandse en
Belgische spelers. Dat werd uitdrukkelijk gesteld door de
vertegenwoordigers van de bonden in antwoord op vragen van leden
van de commissie. Bovendien vond men het bijzonder belangrijk dat
er stimuli zouden komen voor de jeugdspelers, die van de eigen
opleiding kunnen doorstromen naar de eerste ploeg.

Mijnheer de minister, misschien kan u ook iets zeggen over het
principe van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Denkt u in die
richting een oplossing te kunnen vinden voor de problematiek van de
jeugdspelers?
prestations occasionnelles et elles
n'avaient pas pour but de trouver
une solution pour les résidents de
fait en Belgique. La loi a en fait été
vidée de sa substance par la
circulaire de 2002 qui a introduit la
fiction du non-résident et ainsi
engendré une inégalité fort
dommageable pour le sport belge.

Le ministre n'ayant pas toujours
été présent lors des auditions, je
lui conseille de demander le
rapport. Les trois principales
fédérations étaient favorables à un
statut fiscal unique et réclament
des incitants pour les jeunes
joueurs ayant suivi une formation
au sein d'une équipe belge.

Le ministre pense-t-il que le
versement du précompte pourrait
constituer une solution?
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Carl Devlies en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Carl Devlies
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt dat de minister
- snel een overleg organiseert met de sector teneinde de circulaire te heroriënteren via een wetgevend
initiatief dat vanaf het seizoen 2006-2007 in werking zou treden en waarin alvast de fictie van niet-inwoner
van de circulaire niet langer wordt voorzien;
- maatregelen neemt om vrijstelling te verlenen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor jonge spelers
uit de eigen jeugdwerking."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Carl Devlies et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Carl Devlies
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
- d'organiser rapidement une concertation avec le secteur afin de réorienter la circulaire par le biais d'une
initiative législative qui entrera en vigueur à partir de la saison 2006-2007 et qui supprimera de la circulaire
la fiction de la qualité de non-résident;
- de prendre des mesures pour accorder une dispense de versement du précompte professionnel pour les
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
jeunes joueurs issus de la formation au sein du club."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Hans Bonte, Luc Gustin en Luk Van Biesen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Hans Bonte, Luc Gustin et Luk Van Biesen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
07 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister over "de nieuwe uitspraken over een tweede nationale
luchthaven" (nr. 629)
- de heer Hans Bonte aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "zijn uitspraken over
de bouw van een tweede nationale luchthaven" (nr. 7539)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "zijn pleidooi voor de
bouw van een tweede nationale luchthaven" (nr. 7573)
07 Interpellation et questions jointes de
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur "les nouvelles déclarations relatives à un deuxième
aéroport national" (n° 629)
- M. Hans Bonte au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "ses déclarations à propos de la
construction d'un deuxième aéroport national" (n° 7539)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "son plaidoyer en faveur de la
construction d'un deuxième aéroport national" (n° 7573)
07.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
moet zeggen dat ik even verrast was toen ik merkte dat de
problematiek werd geagendeerd in de commissie voor de Financiën.
Eigenlijk houdt de problematiek van een luchthaven vooral verband
met de infrastructuur en de bevoegde commissie is natuurlijk de
commissie voor de Infrastructuur en helemaal niet die voor Financiën.
Bovendien had ik mijn interpellatie eigenlijk ook gericht aan de eerste
minister, omdat we natuurlijk het standpunt van deze minister kennen.
Mijnheer de minister, het is naar aanleiding van uw boude uitspraken,
uw provocerende uitspraken, dat ik de eerste minister heb willen
ondervragen om te weten of wat u gezegd hebt, een
regeringsstandpunt is.

Mijn eerste vraag zal dan natuurlijk ook zijn, mijnheer de minister, of
wat u gezegd hebt, een proefballonnetje is ­ in het kader van
luchtvaart mogen we dat beeld wel gebruiken ­ dan wel of het
namens de regering was. Gaat de federale regering akkoord met een
tweede nationale luchthaven?

Eerst echter dit, mijnheer de minister. Ik vind het zeer bevreemdend
dat men nu dat debat opnieuw opent. We hebben het debat over DHL
achter de rug. DHL verhuist grotendeels naar Leipzig en het debat
over de noodzaak van een nieuwe nationale luchthaven leek helemaal
achterhaald, aangezien de grote problemen die zich 's nachts met
DHL voordeden en die zouden kunnen gaan toenemen door een
uitbreiding van DHL op Zaventem, van de baan waren. Het hele debat
doet opnieuw denken aan de uitspraken die Luc Coene, oud-
kabinetschef van de eerste minister, een tijdje geleden gedaan heeft.
Die man woont in Sterrebeek of Tervuren en is blijkbaar gebeten op
de luchthaven. Hij wou de luchthaven weg en pleitte voor het effectief
verhuizen van Zaventem. Naar aanleiding van die uitspraken hebben
experts toen gezegd dat het in elk geval onmogelijk was en financieel
onrendabel om met twee nationale luchthavens te werken. Ze wezen
ook op de enorme kosten van zo'n verhuis. Heel dat debat leek dus
07.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): J'étais étonné que mon
interpellation ait été inscrite à
l'ordre du jour de la commission
des Finances et non pas à celui de
l'Infrastructure. En outre, j'avais
également adressé mon
interpellation au premier ministre.

Les déclarations du ministre
traduisaient-elles la position du
gouvernement? Le gouvernement
fédéral marque-t-il son accord sur
la création d'un deuxième aéroport
national?

Après la débâcle de DHL et le
transfert d'une grande partie de
ses activités à Leipzig, je pensais
que les problèmes de Zaventem
étaient résolus, étant donné qu'il
n'y aura pas de vols nocturnes
supplémentaires. Luc Coene a
alors préconisé un déménagement
de l'aéroport. Les
experts
s'accordaient toutefois à dire que
deux aéroports ne seraient
financièrement pas rentables et
que le déménagement coûterait
beaucoup d'argent. Nous pensions
que le débat était ainsi clos.

Les déclarations du ministre ont
une connotation communautaire et
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
volledig achter de rug.

Nu, in elk geval, mijnheer de minister, kan men er niet omheen dat uw
uitspraken een zeer sterk communautair gehalte hadden en dat die
ook kaderden in de politiek die in Brussel gevoerd wordt ten opzichte
van Zaventem. U hebt wel gezegd dat de trafiek in Zaventem moet
verminderen en dat die dan naar Oostende, Bierset of Charleroi kan
gaan; het maakt niet uit. Natuurlijk, u kent het dossier toch wel
genoeg om te weten dat er in Oostende geen draagvlak is voor een
behoorlijke uitbreiding. Eigenlijk komt hetgeen u gezegd hebt, erop
neer dat u de nationale luchthaven van Vlaanderen wil afnemen, dat u
de grote trafiek van Zaventem en dus Vlaanderen wil afnemen en dat
u die wil verplaatsen naar de bestaande luchthavens of een nieuwe
luchthaven in Wallonië. Dat is wat er eigenlijk op de agenda staat; dat
is de nieuwe transfer die u eigenlijk voorstaat. Het gaat daarbij niet
alleen meer om centen, zoals we dat gewoon zijn bij transfers, maar
ook om enorm veel jobs die van Vlaanderen naar Wallonië zouden
moeten verhuizen.

Het hele debat over lawaaihinder en de Brusselse houding hebben
daar ook mee te maken. De Brusselse houding is helemaal niet
ingegeven door een bekommernis voor het algemeen Brussels
belang, voor het welzijn van de Brusselaars, de werkgelegenheid van
de Brusselaars en de nood aan een consensus rond die luchthaven.
Die luchthaven is immers bijzonder belangrijk voor Brussel. Neen, er
speelt een puur communautaire agenda die past in wat deze vice-
eerste minister heeft gezegd.

Men wil Zaventem eigenlijk weg of reduceren tot een veredeld
Deurne, waar nog wat Europese ambtenaren kunnen aankomen en
voor de rest alle belangrijke vrachtvluchten en intercontinentale
vluchten worden weggenomen.

Dit merken we aan de totaal onredelijke houding van Brussel inzake
de geluidsnormen. Die normen zijn zodanig onredelijk dat elke
levensvatbare luchthaven vlakbij Brussel de deuren moet sluiten, als
men die ook daadwerkelijk wil toepassen. We hebben lang gedacht
dat die geluidsnormen achter de hand werden gehouden als stok
achter de deur om tot een oplossing te komen, als chantagemiddel,
maar men wil die nu effectief mordicus gaan toepassen, met behulp
van de rechtbank. Stel u voor. Partijen en regeringen zijn aan het
onderhandelen. Niet eens het Arbitragehof, dat daarvoor moet dienen,
wordt ingeschakeld, maar gewone burgerlijke rechtbanken met
dwangsommen van een onredelijk gehalte. Die worden allemaal
gehanteerd om toch maar zijn gelijk te krijgen. Men kent eigenlijk
weinig voorgaande situaties in dergelijke materies. Dit is geen
onderhandelen meer. Dit is pure chantage en intimidatie met behulp
van zeer onoorbare en onorthodoxe methodes.

Brussel is ook helemaal niet van plan om tot een redelijke oplossing
te komen en constructief mee te werken. Wij zien heel duidelijk wat
Huytebroeck wel van plan is. Mevrouw Huytebroeck is van Ecolo en
had nooit op die post van Leefmilieu mogen geplaatst worden. Zij
heeft eigenlijk maar een bedoeling: wraak nemen voor het lot dat haar
collega Durant beschoren was tijdens de vorige legislatuur en de
afgang die Durant en Ecolo hebben meegemaakt. Zij blijft
geobsedeerd door die dwanggedachte van concentratie boven de
Noordrand. Brussel mag geen enkele hinder meer dragen. Eigenlijk is
abusent des difficultés qui existent
actuellement dans le dossier de
l'aéroport de Zaventem. Affirmer
qu'il pourrait également être
question d'une extension de
l'aéroport d'Ostende n'a pas de
sens, car le ministre sait
également qu'il n'existe aucune
base pour ces discussions.
L'objectif de ces déclarations
consiste à priver la Flandre du
trafic aérien.

Le débat sur les nuisances
sonores et l'attitude bruxelloise
dans ce dossier sont uniquement
inspirées par l'agenda
communautaire. On veut faire de
Zaventem un Deurne amélioré où
n'atterriraient plus que quelques
parlementaires européens. Les
normes bruxelloises en matière de
nuisances sonores ne sont pas
viables mais elles sont pourtant
utilisées dans les négociations et
sont même imposées devant les
tribunaux.

Bruxelles n'aspire absolument pas
à parvenir à une solution. Mme
Huytebroeck se venge ainsi de
l'échec de Mme Durant et d'Ecolo.
Elle ne suspend pas du tout la
décision judiciaire, elle en
repousse seulement la
signification d'un mois. La Région
de Bruxelles-Capitale joue avec
les emplois de dizaines de milliers
de personnes. La refédéralisation
des normes en matière de
nuisances sonores est impossible
car, pour ce faire, une majorité des
deux tiers est requise. Le
problème principal réside dans
l'inertie des parlementaires
flamands de la majorité qui n'osent
pas faire de ce dossier un point de
rupture à Bruxelles.

Le ministre peut-il donner un
aperçu du nombre de vols à
Zaventem ces dernières années
ainsi que des prévisions pour
l'avenir? Combien de vols de nuit
subsisteront-ils après 2008 et le
départ de DHL? Quels accords
ont-ils été conclus avec la BIAC et
les nouveaux exploitants? Le
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
de achterliggende bedoeling Zaventem zo goed als onleefbaar te
maken en het zo goed als onmogelijk te maken om Zaventem nog op
een behoorlijke wijze te exploiteren. Wat zij nu gedaan heeft, is geen
opschorting van de rechterlijke uitspraak. Zij heeft gewoon gezegd dat
ze de betekening met een maand gaat uitstellen, maar niet langer. De
inhoud blijft gelden. Het is gewoon een uitstel van executie. Men zet
hier het mes op de keel van Zaventem en op die manier kan men
natuurlijk niet op een redelijke wijze onderhandelen. Brussel zet
hiermee de job van tienduizenden mensen op het spel. Dit dreigt een
sociale en economische catastrofe te worden die tien keer zo groot is
als die van Renault. Ik snap werkelijk niet dat tot nu toe in Vlaanderen
nauwelijks mensen dit doorzien en journalisten nauwelijks
doorhebben wat hier op het spel staat, wat hier aan het gebeuren is,
en de zaak gewoon onder de mat proberen te vegen.

Het is dan ook al te gemakkelijk dat een partij zoals de VLD, een
regeringspartij, zomaar afkomt met het idee om de kwestie van de
geluidsnormen te gaan herfederaliseren. Om te beginnen is dat
onrealistisch want daarvoor heeft men een tweederde meerderheid
nodig. Ten tweede ligt daar het probleem niet, want ook dan is er nog
geen oplossing voorhanden. Dan moeten we nog zien wat de
oplossing zal zijn. Het probleem ligt bij de laksheid en de enorme
kruiperigheid van de Vlaamse partijen in de Brusselse regering, van
mevrouw Grouwels van de CD&V, van de heer Smet van de sp.a en
zeker van Guy Vanhengel van de VLD, die mevrouw Huytebroeck
maar laten doen en daar geen enkel tegengewicht tegenover
plaatsen. Zij gaan blijkbaar helemaal akkoord met haar handelwijze of
durven haar verantwoordelijkheid niet in vraag stellen. Zij durven daar
geen regeringszaak van maken op Brussels niveau.

De drie partijen belijden enkel lippendienst ten aanzien van een
behoorlijke spreiding. Als puntje bij paaltje komt, laat men
Huytebroeck doen. Dit is werkelijk onbegrijpelijk. In Brussel zouden ze
de steun hebben van alle Vlaamse partijen. Onze mensen in Brussel
hebben zich altijd op een redelijke wijze opgesteld en gepleit voor de
levensvatbaarheid van de luchthaven.

Ik kom tot mijn vragen. Graag kreeg ik een overzicht van het aantal
vluchten op Zaventem in 2000, 2002 en 2004. Wat zijn de
verwachtingen voor de komende jaren? Hoeveel nachtvluchten
worden er verwacht na 2008 en het vertrek van DHL? Welke
langetermijnperspectieven zijn er? Welke afspraken werden terzake
met BIAC en de nieuwe uitbater gemaakt? Is de regering de mening
toegedaan dat het aantal vluchten op Zaventem moet verminderd
worden, ook op lange termijn en ook als de geluidsoverlast van die
vluchten door technische verbeteringen zou verminderen? Zo ja, met
hoeveel vluchten? Kunt u terzake concreet zijn?

Ten tweede, bestaan er in de federale regering nog steeds plannen
voor een tweede internationale luchthaven? Volgens een uitspraak
van het FDF kan Zaventem een nationale luchthaven blijven maar
moet er in Wallonië een internationale luchthaven komen. Zo ja, wordt
er onderzoek verricht naar de levensvatbaarheid van zo'n project?
Wat kan er in die omstandigheden nog overblijven van de luchthaven
van Zaventem? Heeft de regering hiervoor bepaalde privé-partners op
het oog zoals BIAC? Wat is hun standpunt terzake na de recente
aankoop van de luchthaven? Gaat BIAC ermee akkoord? Is BIAC
geïnteresseerd in zo'n project?
nombre de vols doit-il baisser, et
ce, également en cas de
diminution des nuisances
sonores? Quelles propositions
concrètes ont-elles été formulées?

Au sein du gouvernement fédéral,
existe-t-il encore des projets pour
un deuxième aéroport national ou
un nouvel aéroport international
unique? Une étude de viabilité a-t-
elle été réalisée? Quelles activités
peuvent-elles être maintenues à
Zaventem? Le gouvernement
recherche-t-il des partenaires
privés? Quelle est la position de la
BIAC? Où cet aéroport serait-il
établi? Une coopération avec
d'autres pays, comme la France
par exemple, est-elle prévue?
Quels travaux d'infrastructure
sont-ils nécessaires, combien
coûteront-ils et qui les financera?
Les retombées pour l'emploi à
Zaventem ont-elles été
examinées? Les déclarations du
ministre étaient-elles donc
purement gratuites?

A la suite de l'arrêt récent de la
Cour d'appel de Bruxelles, certains
francophones expriment le souhait
que le plan de dispersion soit
supprimé. L'accord du
gouvernement fédéral prévoit
néanmoins une dispersion
équitable. Quelle position le
gouvernement adopte-t-il à cet
égard?
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Ten derde, bestaat er desgevallend reeds meer duidelijkheid over de
locatie van zo'n nieuwe luchthaven? Wordt overwogen om samen te
werken met een buurland ter hoogte van Rijsel? Welke
infrastructuurwerken zijn nodig voor dit project? Wat is het globale
kostenplaatje? Welke instanties zouden de kosten moeten dragen?
Tegen wanneer moet de luchthaven gerealiseerd zijn? Welke
gevolgen zal dit project hebben voor de werkgelegenheid op
Zaventem? Werd dit überhaupt onderzocht of was uw uitspraak
gewoon een losse flodder?

Ten vierde, na het recente arrest van het Brussels hof van beroep
gaan langs Franstalige zijde stemmen op om het spreidingsplan op te
doeken. Nochtans behoort het beginsel van de billijke spreiding tot dit
federaal regeerakkoord. Wat wordt met het beginsel en het
spreidingsplan gebroken door de federale regering? Wat is het
standpunt terzake van die federale regering?

Mijnheer de minister, ik dank u nu reeds voor het antwoord.
07.02 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in tegenstelling tot de vorige spreker, zal ik niet ingaan op de
vraag in welke hoedanigheid u het idee gelanceerd heeft, als MR-
voorzitter als vice-premier of als minister van Financiën. Het enige wat
wij kunnen doen is de minister ondervragen.

Mijnheer de minister, het idee van een tweede nationale luchthaven is
een grote echo. Ik heb het nageplozen. Een aantal jaar geleden stond
reeds in het moeilijke compromis rond de nationale luchthaven ­ op
het ogenblik dat de premier himself het dossier uit de handen van
toenmalig minister Durant haar handen trok ­ dat een onderzoek zou
worden gevoerd naar de haalbaarheid van eventueel een tweede
nationale luchthaven.

Een aantal logische vragen vloeit daaruit voort. Wat heeft het
onderzoek opgebracht? Welke stappen zijn in het onderzoek gezet?
Zijn er haalbaarheidsstudies gedaan? Zijn er conclusies getrokken uit
dit onderzoek? Met andere woorden, in welke mate is uw grote echo
het begin van iets? In welke mate wordt teruggegrepen naar het
vorige engagement van diezelfde federale regering, dat ondertussen
al een aantal jaren oud is en erin bestond om een alternatieve plaats
te zoeken? Ik had dus graag enige informatie gekregen over wat al is
gebeurd in het onderzoek.

Ten tweede, naar aanleiding van uw idee hebben een aantal
vooraanstaande luchtvaarteconomen, wij hebben er niet zo veel in dit
kleine landje, bijzonder kritische reacties gegeven bij het idee van een
tweede nationale luchthaven. Die reacties gingen allemaal in dezelfde
richting.

Een eerste opmerking ging over de tijd. Men wijst er terecht op dat de
uitbouw van een tweede nationale luchthaven of zelfs het afleiden van
vluchten investeringen en dus ook tijd vergt. Men sprak over een
minimum periode van tien jaar. Dit is natuurlijk een bijzonder punt van
kritiek, als wij weten dat het kritieke punt voor de nationale luchthaven
vandaag aan de orde is. Dat wordt zo aangevoeld in onze regio en
ook bij de werknemers en iedereen die de luchthaven gebruikt. Wij
moeten vandaag zekerheid bieden. Ik heb begrepen dat de federale
07.02 Hans Bonte (sp.a-spirit):
L'idée d'un deuxième aéroport
national n'a rien d'original. Le
compromis conclu au sujet de
Zaventem, au moment où le
premier ministre a retiré ce dossier
à la ministre Durant, était assorti
d'un accord selon lequel la
faisabilité d'un deuxième aéroport
national serait étudiée. A quels
résultats a abouti cette étude?
Quelles conclusions ont été
tirées? Dans quelle mesure les
déclarations du ministre Reynders
s'appuient-elles sur ce compromis
visant à faire analyser cette
possibilité?

Un certain nombre d'économistes
spécialisés dans la navigation
aérienne ont critiqué unanimement
cette idée. Construire un
deuxième aéroport national
prendrait au moins dix ans et
nécessiterait des investissements
colossaux. Donc, cela ne
résoudrait pas le problème. Sur le
fond, les spécialistes qualifient ce
plan d'irréaliste et estiment qu'il
compromettrait l'existence des
deux aéroports qui existeraient
alors. Comment le ministre réagit-il
à ces critiques d'experts? Pense-t-
il comme eux qu'il serait préférable
de ne pas concrétiser cette idée?
Fera-t-il une contre-proposition?

Lancer une telle idée au moment
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
regering er ook alles aan doet om daarover zo snel mogelijk
zekerheid te krijgen. De timing verhindert dus een oplossing in het
moeilijke debat van vandaag.

Een tweede opmerking waarover de luchtvaarteconomen het eens
waren, was dat het onrealistisch is om in dit kleine landje twee grote
luchthavens tot ontwikkeling te brengen. Het zou zelfs een aanslag
betekenen op het bestaan van beide luchthavens. Daarvoor werden
ook allerlei argumenten aangebracht.

Mijnheer de minister, wat is uw reactie op de opmerkingen die u
ongetwijfeld ook hebt gezien over dit dossier? Wat is uw reactie op de
kritiek die eenstemmig van onze luchtvaarteconomen kwam? Besluit
u daaruit dat dit idee moet worden begraven? Bent u het niet eens
met die opmerkingen? Wat is uw reactie daarop?

Wat betreft mijn laatste punt richt ik mij tot u als politicus die ook
verantwoordelijkheid draagt in de federale regering. Een dergelijk idee
wordt gelanceerd op een moment dat de federale regering zelf
koortsachtig op zoek is naar een oplossing voor een zeer grote
onzekerheid die er leeft. Ik wil erop wijzen dat er net vandaag
spontane syndicale acties bezig zijn op de luchthaven, precies
wegens de onzekerheid die werd gecreëerd.

Dat wordt ook deels gevoed door het idee van een tweede, nationale
luchthaven.

Ik wil eraan toevoegen dat de federale regering op het punt van
dramatische, economische evoluties rond de luchthaven toch een
triest palmares heeft bijeengefietst. Ik denk aan Sabena en aan DHL.
Dat waren allemaal moeilijke dossiers, waarvan de economische
resultaten bijzonder pover en negatief waren.
où le gouvernement recherche
fébrilement une solution tout en
étant parfaitement conscient de la
situation économique dramatique
dans laquelle se trouvent
Zaventem et ses environs n'est
pas fair-play. Ce dossier a des
effets néfastes sur l'emploi et la
croissance.
07.03 Luk Van Biesen (VLD): (...).
07.04 Hans Bonte (sp.a-spirit): Neen, mijnheer Van Biesen, ik zeg
gewoon dat de economische effecten op het vlak van
werkgelegenheid en groei ...
07.05 Luk Van Biesen (VLD): Sabena Technics is vorige week (...).
07.06 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij af
of we hier een debat onder ons voeren.
De voorzitter: Ik verzoek de heer Van Biesen te wachten tot ik hem het woord geef.
07.07 Hans Bonte (sp.a-spirit): Ik wil van de gelegenheid
gebruikmaken om erop te wijzen dat het de ambitie van de federale
regering was om Sabena te redden en dat dit om allerlei redenen niet
gelukt is. Het alternatief dat uit de bus is gekomen, was het best
denkbare alternatief in dat enorm dramatische, economische verhaal.

Voor DHL is het eigenlijk idem dito.

Het punt waartoe ik wil komen, is dat er een heel grote schrik leeft,
ook ten gevolge van deze dossiers. Het personeel weet dat het slecht
kan aflopen. Precies op dat moment wordt een pleidooi gehouden
voor een totaal nieuwe piste, terwijl de federale regering en de
07.07 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Le gouvernement n'a pas réussi,
précédemment, à sauver la
Sabena et DHL et il sait donc
parfaitement quels risques il court.
Il s'est engagé totalement en
déposant un projet de loi destiné à
rassurer les esprits le plus vite
possible. Pourquoi le ministre
Reynders fait-il ces déclarations
aujourd'hui?
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
federale ministers steevast pleiten voor zekerheid. Mijnheer de
minister, er werd ook een wetsontwerp in het Parlement ingediend
waarin wordt gepoogd om tot een redelijke spreiding van de vluchten
te komen en waarin door de federale regering wordt geprobeerd om
overeenstemming te krijgen tussen de lawaainormen van Brussel en
Vlaanderen, in de hoop dat Vlaanderen ze ooit heeft. Het ontwerp
heeft tot doel om zo snel mogelijk zekerheid te bieden.

Ik wil daarmee enkel aangeven dat de vraag is wat uw motivatie was
om precies op dat moment, wanneer de federale regering zich volop
engageert om in een bepaald stramien een oplossing te bekomen,
plotseling te willen kiezen voor een compleet ander stramien.
07.08 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijnheer Bonte u startte uw uiteenzetting met te zeggen dat
u zich niet zou vermoeien. U hebt zich echter toch vermoeid en dat is
gedeeltelijk nutteloos geweest. De minister heeft immers gedurende
ongeveer 75% van uw spreektijd getelefoneerd. Hij heeft dus weinig
gehoord van wat u hebt gezegd. Gelukkig heeft hij uw laatste punten
vermoedelijk wel gehoord. Dat is nogal essentieel.

Mijnheer de minister, ik zal dus niet uitzoeken welke hoedanigheid u
hebt gebruikt. Ik heb uw verklaringen gelezen.
07.09 Minister Didier Reynders: Het is toch normaal. Ik heb contact
genomen om een antwoord te kunnen geven aan de heer Bonte op
zijn vraag over een precieze datum van de beslissing van de regering
in 2004. Het is dus voor de commissie nuttig dat ik soms telefoneer.
07.10 Carl Devlies (CD&V): De heer Bonte heeft ook nog andere
zaken gezegd.
07.11 Minister Didier Reynders: Ik heb alles gehoord.
07.12 Carl Devlies (CD&V): U hebt twee oren en meerdere petten.
Het is soms moeilijk om de juiste pet te vinden. Ik denk niet dat u de
pet van minister van Financiën droeg op het moment van uw
verklaringen. U droeg evenmin de pet van vice-premier, want dat zou
duiden op een gebrekkige zin voor verantwoordelijkheid ten opzichte
van een belangrijk gedeelte van de bevolking van dit land. Ik vermoed
dat u die verklaringen gedaan hebt als voorzitter van de MR en
misschien ook als Luikenaar. Ik stel trouwens vast dat u het petje van
MR-voorzitter meer en meer draagt, hetgeen het functioneren van de
vice-premier en de minister van Financiën bemoeilijkt.

Ik wil nog even signaleren dat er heel veel problemen gerezen zijn na
1999, nadat de eerste paarse regering van start is gegaan. Voordien
was er een soort van historisch evenwicht gegroeid in Vlaams-
Brabant en Brussel. Er was natuurlijk geluidshinder. Dat is
onvermijdelijk, maar anderzijds was er een bekende spreiding en er
was continuïteit. De mensen wisten dus waar ze aan toe waren,
wanneer ze zich op een bepaalde plaats vestigden. De vliegroutes
waren namelijk een vast gegeven. Na het aantreden van de eerste
paarse regering is, onder impuls van mevrouw Durant en anderen,
deze aangelegenheid in beweging gekomen en is er heel veel
rechtsonzekerheid ontstaan. Nadien kwamen de plannen van minister
Anciaux. Vandaag staan de rechtbanken aan het roer. Zij bepalen de
vliegroutes.
07.12 Carl Devlies (CD&V): Dans
ses déclarations, le ministre ne
s'est manifestement pas exprimé
comme ministre des Finances,
mais plutôt comme président MR
et comme Liégeois. La présidence
du parti entrave l'exercie des
fonctions de vice-premier ministre
et de ministre des Finances.

Depuis l'arrivée au pouvoir de la
coalition violette en 1999, de
nombreux problèmes sont
apparus. Auparavant, un équilibre
historique s'était établi entre le
Brabant flamand et Bruxelles: s'il y
avait des nuisances sonores, on
pouvait aussi parler de répartition
et de continuité. L'insécurité
juridique est née sous la coalition
violette. Aujourd'hui, les tribunaux
déterminent les routes aériennes.
Le palmarès économique du
gouvernement est
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21

U hebt een belangrijke verklaring afgelegd over de tweede nationale
luchthaven. Die verklaring heeft verstrekkende gevolgen voor een
hele regio, niet alleen voor Vlaams-Brabant, maar ook voor Brussel.
De economische palmares van deze regering is slecht. Bekijk de
cijfers van de werkgelegenheid en de werkloosheid. Zeer specifiek
voor de ruime regio Zaventem en een gedeelte van Brussel ­ het is
niet toevallig dat de werkloosheid in Brussel bijzonder hoog is ­ heeft
men een zeer negatief palmares. Er werd reeds gewezen op de
behandeling van het dossier-Sabena.

Er is ook het dossier-DHL geweest. Er zijn zo veel andere
voorbeelden geweest. Mijnheer de minister, u weet dat allemaal beter
dan ikzelf.

U hebt nu een belangrijke verklaring afgelegd die natuurlijk een
enorme impact heeft voor die regio, die reeds zwaar getroffen is,
vermits u voorstelt om een nieuwe, tweede nationale luchthaven te
bouwen.

Mijn vraag is in feite dat u uw standpunt wat nader zou toelichten en
beargumenteren en dat u ons ook wat nadere informatie zou geven
over de economische impact van het voorstel dat u lanceert, meer
bepaald de economische impact voor Vlaams-Brabant en Brussel.
Hebt u die berekeningen ook gemaakt? Kunt u daarover ook iets
vermelden?

Een punt dat mij bijzonder intrigeert, is het volgende. Uw collega-
partijvoorzitter van de Vlaamse Liberalen en Democraten, de heer
Somers, heeft zich ook in het debat rond die problematiek gemengd.
Ik weet niet of dat in overleg gebeurde met uzelf, onder liberale
partijen. Ik veronderstel dat u als voorzitters althans wel met mekaar
overlegd hebt.

De heer Somers stelt voor om de geluidshinder terug te federaliseren,
zodoende dat die bevoegdheid aan het Brussels Gewest ontnomen
zou worden.

Ik had graag geweten of dat standpunt in overleg met uzelf tot stand
gekomen is en wat u er persoonlijk over denkt. U mag daar het
onderscheid maken tussen uw verschillende hoedanigheden, of u
mag daarover voorafgaandelijk eventueel nog eens telefoneren, dat is
geen enkel probleem, maar ik had daar toch ook graag een klaar en
duidelijk standpunt over gekend.
incontestablement mauvais pour la
région du Brabant flamand, mais
également pour Bruxelles, qui
connaît un taux de chômage
élevé. On a déjà évoqué la gestion
du dossier Sabena. Les
déclarations du ministre ont une
incidence importante sur la région.

Le ministre peut-il avancer des
arguments pour étayer son point
de vue? Dispose-t-il de calculs
concernant l'incidence sur le
Brabant flamand et sur Bruxelles?

Le président du VLD, M. Somers,
qui s'est également joint au débat,
souhaite refédéraliser les
nuisances sonores. S'est-il
concerté avec le ministre à ce
sujet? Que pense le ministre de
cette proposition?
De voorzitter: Mijnheer Van Biesen, wenst u het woord te voeren?
07.13 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, kan dat na het
antwoord van de minister?
De voorzitter: Dat kan.
07.14 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, er zijn enkele vragen gesteld en er waren in het algemeen
een aantal opmerkingen in verband met de luchthaven.

Eerst en vooral, het is een feit dat er problemen zijn rond de
luchthaven en de verschillende vluchten vanuit en naar de luchthaven,
07.14 Didier Reynders, ministre:
L'aéroport est source de
problèmes. Des tribunaux se sont
prononcés à la demande de
riverains. Il n'est pas simple pour
M. Landuyt de trouver une solution
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
dat is klaar en duidelijk. Er zijn vele juridische beslissingen in dat
verband op vraag van verschillende categorieën van inwoners in de
verschillende Gewesten en in de verschillende mogelijke pistes van
de luchthaven. Dat is een feit. Nu hebben wij een zeer groot aantal
problemen, want het is niet gemakkelijk voor mijn collega, minister
Landuyt, om een oplossing te vinden. Wij proberen bijna elke week in
het kernkabinet een oplossing te vinden.

Ten tweede, tijdens de voorbije weken werden ook enkele
verklaringen omtrent de mogelijke sluiting van de luchthaven. Voor mij
is het geen goede oplossing om de luchthaven te sluiten. Ik heb dat
gehoord van verschillende leden van de regering en van verschillende
parlementsleden, maar voor mij is dat geen goede oplossing. Ik zoek
liever naar een andere oplossing met tal van positieve evoluties.

In verband met mijn verklaring wil ik twee zaken zeggen. Eerst en
vooral waren er veel positieve reacties na mijn verklaring, met zelfs
een zeer positieve reactie van minister Landuyt zelf. Het is volgens mij
niet onbelangrijk dat even te vermelden. Er waren ook positieve
reacties van andere leden van de regering en de meerderheid. Het is
normaal dat dit niet het geval was voor de oppositie.

Wat heb ik gezegd aan De Tijd? Ik heb niet gezegd dat er een tweede
luchthaven moet komen. U moet een verklaring van een minister
goed lezen. Ik heb een aantal elementen voor een oplossing op tafel
gelegd. We moeten in de eerste plaats een oplossing vinden voor
Zaventem, in samenwerking met de Gewesten. Minister Landuyt is
ermee bezig om een correcte oplossing te vinden voor het gebruik
van de verschillende pistes.

Er zijn totnogtoe een aantal beslissingen inzake beroepen van
verschillende jurisdicties die het heel moeilijk maken om tot een
correct gebruik van de luchthaven te komen. Door een aantal politieke
beslissingen van onder anderen mevrouw Durant en de heer Anciaux,
wordt dat ook steeds moeilijker. Wij moeten, in samenwerking met de
Gewesten, een correcte oplossing vinden in verband met de
geluidsnormen en het gebruik van de verschillende pistes. Wij zoeken
naar een oplossing en werden in dat verband aan een wetsontwerp.
Het is toch normaal om met een wet te werken voor een dergelijk
probleem.

Ten tweede, ik heb gezegd dat we moeten komen tot een zo goed
mogelijk gebruik van alle in België bestaande capaciteiten -
Oostende, Charleroi en Luik. Het is toch normaal om dat te zeggen,
wat betreft de verschillende vluchten. Wat de vraag van de heer
Bonte betreft, had ik een eerste element van antwoord. Deze piste
dateert van 16 januari 2004. Tijdens de bespreking inzake DHL
hebben we, in samenwerking met de Gewesten, als tweede optie
voorgesteld naar een andere luchthaven te gaan. Dat was niet
mogelijk voor DHL, maar het is misschien wel mogelijk voor andere
bedrijven. Ik heb alleen gezegd dat wij dit moeten bestuderen, wat
toch normaal is. We hebben een probleem in Zaventem, waarom dan
niet naar andere luchthavens gaan? Ik weet dat het ook een probleem
is voor het management van de luchthaven. Er zijn echter akkoorden
mogelijk met de Gewesten in dat verband. Als aandeelhouder kan
men altijd in verschillende luchthavens actief zijn.

Ten derde, ik heb gezegd dat het ook nuttig is op middellange termijn
et le cabinet restreint s'évertue
chaque semaine à en trouver une.
La fermeture de l'aéroport ne me
paraît pas être une bonne solution.
Je veux une solution dont les
conséquences soient positives.
Mes déclarations ont suscité de
nombreuses réactions positives, y
compris chez M. Landuyt. Je n'ai
pas déclaré au "Tijd" qu'il fallait un
deuxième aéroport, j'ai fourni des
éléments pour résoudre la
question. Il convient en premier
lieu de dégager une solution pour
Zaventem avec la collaboration
des Régions. M. Landuyt dialogue
avec celles-ci à propos de
l'utilisation des différentes pistes.
Mais les tribunaux et les décisions
politiques antérieures compliquent
la situation et il devient de plus en
plus difficile d'utiliser correctement
l'aéroport. Nous préparons un
projet de loi. Il convient aussi
d'utiliser au mieux la capacité des
différents aéroports belges. Le 16
janvier 2004, lors des négociations
relatives à DHL, nous avons
proposé avec les Régions une
deuxième option, celle d'un
deuxième aéroport. J'ai seulement
dit qu'il fallait étudier cette
possibilité parce que nous
sommes confrontés à un problème
à Zaventem, y compris pour la
gestion de l'aéroport. Un
actionnaire peut être actif dans
plusieurs aéroports.

Il serait utile de disposer, à moyen
terme, d'une étude sur la création
d'un deuxième aéroport. Plus
concrètement, cela veut dire soit
une meilleure utilisation des
aéroports régionaux actuels, soit
un autre aéroport si la possibilité
en est envisageable. Cette option
devrait permettre un équilibre
entre Zaventem et un autre
aéroport plus éloigné de la ville. Il
est par ailleurs à noter que cette
situation se rencontre déjà dans
de nombreux autres pays, même
petits.

En 2000, on avait enregistré
326.050 vols: 302.675 vols de jour
et 23.375 vols de nuit. En 2004, il y
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
te beschikken over een klare en duidelijke studie in verband met een
tweede mogelijke luchthaven. Ik heb altijd gezegd dat een tweede
mogelijke luchthaven wil zeggen ofwel een beter gebruik van de
huidige regionale luchthavens, ofwel de creatie van een andere
luchthaven, indien mogelijk, en een evenwicht tussen een luchthaven
als Zaventem die dichtbij de stad ligt en een andere luchthaven. Dat is
het geval in veel landen in de wereld, zelfs in zeer kleine landen. Wij
werken aan een tweede oplossing in verband met een luchthaven op
een grotere afstand van de stad.

Ik herhaal, dat dit het geval is in veel landen in de wereld. Ik vind dit
geen slechte oplossing. Het was dus alleen een voorstel om de drie
pistes te volgen: een echte oplossing met misschien een ontwerp van
wet in samenwerking met de Gewesten wat betreft Zaventem nu en
een beter gebruik van alle mogelijke capaciteiten op de verschillende
luchthavens. De heer Laeremans heeft gezegd dat het in Oostende
onmogelijk is. Wij hadden reactie gekregen van Oostende dat het
onmogelijk is. Ik heb andere reacties gekregen van Charleroi en van
Luik. Het is misschien wel mogelijk in andere luchthavens. Ik herhaal:
waarom niet een studie inzake een andere luchthaven wat de
middellange termijn betreft?

De heer Laeremans vroeg om cijfergegevens. Ik heb dat aan minister
Landuyt gevraagd. Ik geef de cijfers van de jaren 2000 en 2004. In
2000 bedroeg het aantal vluchten 326.050. Dat wil zeggen 302.675
dagvluchten en 23.375 nachtvluchten. In 2004 hadden wij 252.065
vluchten of een forse vermindering met 75.000. Er waren 23.106
nachtvluchten of een zeer kleine vermindering van iets meer dan 250
en 228.959 dagvluchten. Er is een evolutie, maar er is ook een
evolutie inzake de reacties van de verschillende inwoners bij de
rechtbank, met een zeer moeilijke toestand tot gevolg, niet alleen voor
de luchthaven, maar ook voor de regering en het Parlement om een
oplossing te vinden.

Ik herhaal dat ik een aantal voorstellen op tafel heb gelegd. Niet
alleen de ene mogelijkheid van een nieuwe internationale luchthaven,
want dat is geen mogelijkheid op korte termijn of zelfs middellange
termijn, maar misschien op lange termijn. Ik denk dat het een normale
werkmethode is voor een regering dat een vice-premier een aantal
oplossingen op tafel kan leggen in verschillende dossiers. Dat is altijd
zo. Ik denk dat dit zeer correct was. Zoals gezegd heb ik zeer
positieve reacties gekregen, eerst en vooral van minister Landuyt. Dat
is toch de beste reactie wat mijn collega's betreft, want hij is de
bevoegde minister.

Wij moeten voortgaan met de normale behandeling van de
verschillende elementen van het dossier. Eerst en vooral is dat
overleg met de Gewesten voor een huidige oplossing voor Zaventem.
Ten tweede is dat ook overleg met de Gewesten voor een beter
gebruik van alle capaciteit in België. Als het mogelijk is, heb ik
gezegd, ook een studie voor een tweede luchthaven. Ik herhaal dat
een tweede luchthaven niet per definitie wil zeggen de creatie van
nieuwe infrastructuur. Misschien kan dit ook via een beter gebruik van
de huidige infrastructuur. We zullen dat nagaan.
a eu 252.065 vols: 228.959 vols de
jour et 23.106 vols de nuit. On
observe donc une évolution des
chiffres et dans les réactions des
citoyens.

En ma qualité de vice-premier
ministre, j'ai lancé toute une série
de propositions et pas uniquement
celle de construire un deuxième
aéroport.
07.15 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, uit uw antwoord blijkt overduidelijk dat wat u
naar buiten heeft gebracht eigenlijk een geheel van losse flodders is.
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
07.16 Minister Didier Reynders: (...) lezen.
07.17 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik heb het gelezen,
mijnheer de minister, en ook alle reacties erop. Uw bedenkingen zijn
er eigenlijk gekomen met de natte vinger, zoals we dat in het
Nederlands zeggen.

U hoort dat er wat protesten zijn de laatste tijd en dus heeft u het over
een investering in een nieuwe, grote luchthaven want dit komt nog
goed uit voor de Franstaligen ook. In plaats van zo'n dossier, met
enorme economische en sociale gevolgen, op een doordachte manier
te behandelen, laat u een paar losse flodders los. Dit heeft echter een
enorme onzekerheid tot gevolg. De christelijke vakbond heeft al
aangekondigd dat zij acties gaat voeren en ik kan dat ten zeerste
begrijpen na al wat er de laatste jaren in en om Zaventem gebeurd is
en de enorm amateuristische wijze waarop dit dossier steevast wordt
aangepakt. De federale regering heeft het beginsel van de billijke
spreiding aanvaard en dit wordt opnieuw ter discussie gesteld in de
plenaire vergadering door zowel de heer Maingain van de MR als
mevrouw Lalieux van de PS. Zij zeiden plots dat het spreidingsplan
begraven was en heel het regeerakkoord op dat vlak niet meer telt.
Als men op die manier aan politiek doet, kan men alleen maar zorgen
voor grote onzekerheid.

U heeft in uw antwoord helemaal niet laten blijken dat de regering op
een ernstige manier met dit dossier bezig is. U heeft vooral duidelijk te
kennen gegeven ­ daarom ben ik blij dat u die cijfers heeft gegeven ­
dat er op dit moment helemaal geen acute nood is aan die nieuwe
luchthaven omdat er de laatste vier jaar alleen maar een daling is van
het aantal vluchten. Als u nu zou kunnen zeggen dat de privatisering
het perspectief biedt dat er de komende jaren een exponentiële
stijging komt die voor zeer veel extra last zal zorgen ­ verkeersdrukte,
moeilijkheden allerhande ­ en zou kunnen zorgen voor een
economische spin-off, die door Vlaams Brabant niet kan worden
gedragen, dan zou ik de eerste zijn om te zeggen dat er studies
moeten komen en dat er aan de toekomst moet worden gedacht. Wij
zijn niet degenen die zeggen dat alles in Zaventem moet worden
geconcentreerd en dat de luchthaven oneindig kan blijven groeien.

Als u zelf zegt dat er een daling is van het aantal vluchten en dat er
weinig perspectieven zijn door het vertrek van DHL, dan bent u zeer
onrealistisch en ondoordacht bezig. U speelt met de sociale
problematiek in de omgeving en met de jobs van de mensen. U zorgt
ook voor economische onzekerheid. U weet goed genoeg hoe moeilijk
het is op economisch vlak. U zit neen te schudden, mijnheer de
minister, maar u weet hoe moeilijk het is om bedrijven aan te trekken.
In Wallonië spreekt men zelfs van een Marshall-plan, een noodplan.
Blijkbaar past dit daarin. Ook bedrijven die hier willen investeren,
moeten weten waar ze aan toe zijn. Wanneer u zegt dat bedrijven ook
nadenken over een periode van 10 à 20 jaar en wanneer u zegt dat er
een grote nieuwe luchthaven kan komen in Wallonië, dan stoppen zij
met investeren en dan zorgt dit voor grote economische onzekerheid.

Uit uw antwoord blijkt in elk geval dat alles mogelijk is. Misschien zal
wat meer worden geïnvesteerd in de luchthavens van Charleroi en
Bierset of misschien komt er een grote, nieuwe luchthaven, wie zal
het zeggen. Wij hebben helemaal geen antwoord gekregen omdat het
07.17 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les projets du ministre ne
sont que de douces rêveries. Au
lieu de traiter ce dossier
sérieusement, il préfère répondre
aux protestations en investissant
dans un nouvel aéroport.
Conséquence: le syndicat chrétien
a déjà annoncé des actions.
L'incertitude règne parce que le
PS et le MR ont annoncé qu'ils
allaient torpiller le plan de
dispersion. La réponse du ministre
ne démontre pas que le
gouvernement traite ce dossier
avec le sérieux requis.

Les chiffres qui ont été fournis
montrent qu'au cours des quatre
dernières années, le nombre de
vols a baissé, ce qui prouve qu'il
n'est pas nécessaire de construire
un nouvel aéroport. Les
entreprises veulent avoir toutes
leurs assurances avant de
procéder à des investissements et
les déclarations du ministre auront
pour effet de les en dissuader. Il a
ajouté que le ministre Landuyt
avait accueilli son idée
favorablement mais cela ne
m'inspire pas confiance car il ne
connaît pas ce dossier.

Je vais déposer une motion pour
demander que l'on cesse de tenir
des propos irréfléchis au sujet de
l'aéroport de Zaventem. En outre,
la Région de Bruxelles-Capitale
doit cesser sa politique
d'obstruction en ce qui concerne
l'aéroport. Enfin, il est impératif
d'assurer une dispersion maximale
des vols.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
volgens u allemaal nog moet worden onderzocht. U heeft helemaal
niet duidelijk gemaakt dat die studie over de bijkomende behoeften er
komt en dat dit een ernstige studie zal worden. U laat opnieuw wat
losse flodders los en zo zorgt u voor grote onzekerheid.

Ten eerste, uw ultieme referentie, dat de minister van Mobiliteit het
gunstig heeft onthaald, daar heb ik mijn bedenkingen bij. Hij heeft niet
neen gezegd maar hij heeft zeker niet enthousiast gesprongen.

Ten tweede, uw referentie weegt niet zwaar want de heer Landuyt is
nog niet lang met dat dossier bezig en tot nu toe heeft hij geen blijk
gegeven van een ernstige en grote kennis van het dossier en van enig
sérieux. Als de heer Landuyt met iets bezig is, dan is het met de
voorbereiding van de burgemeestersverkiezing in Brugge en met zijn
toekomst als burgemeester van Brugge. Op dit moment is hij niet
ernstig bezig met het dossier van de luchthaven, spijtig genoeg. Zijn
referentie en het feit dat hij zich niet negatief heeft uitgelaten zijn
alleszins niet ernstig genoeg om ons ervan te overtuigen dat er
binnenkort een tweede nationale luchthaven mogelijk moet zijn.

Wij hebben dan ook een motie ingediend, mijnheer de voorzitter. Wij
willen dat er opgehouden wordt met al die ondoordachte uitspraken in
verband met de luchthaven van Zaventem die alleen maar zorgen
voor grote sociale en economische onzekerheid. Wij willen dat alles in
het werk wordt gesteld opdat er een einde wordt gesteld ­ en dat is
niet alleen een motie ter attentie van de regering maar ook ten
opzichte van de regeringspartijen, zeker diegene die in Brussel in de
meerderheid zitten ­ aan de obstructiepolitiek vanuit het Brussels
Gewest ten aanzien van de luchthaven van Zaventem. Eigenlijk is
zelfs die term nog veel te braaf, het is pure chantage, het is intimidatie
vanuit Brussel. Men misbruikt het Brussels Gewest als een machine
om Zaventem te vernietigen.

Ten derde, mijnheer de minister, willen we dat alles in het werk wordt
gesteld om een maximale spreiding van de vluchten vanuit Zaventem
te realiseren en te handhaven en die maximale spreiding te
versterken. Daar moet aan gewerkt worden, niet aan losse flodders
die kunnen worden afgeschoten aan de toog van een of ander café
maar die men niet kan verwachten van een vice-eerste minister van
dit land.
07.18 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, bedankt dat u
inderdaad via de telefoon bijkomende gegevens gevraagd hebt. Nu, ik
reken mij graag, mijnheer de minister, tot die groep van misschien
een beetje ouderwetse, een beetje naïeve parlementsleden die ervan
uitgaan dat ministers collegiaal optreden en namens regeringen
bepaalde standpunten verdedigen. Wij zijn niet gediend met
uitspraken in de zin van "Minister Durant dit en minister Anciaux heeft
dan zijn spreidingsplan en minister Landuyt heeft dat". Als
parlementairen hebben wij ons te houden aan de beslissingen van de
regering en die kunnen we bekritiseren. Ik denk dat een punt van
kritiek erin kan bestaan dat niettegenstaande men jaren geleden ­ en
dat is herbevestigd in januari 2004 ­in de federale regering
geoordeeld heeft dat men een onderzoek moest doen naar een
alternatief, ik hier geen enkel antwoord krijg over de stappen die
daaromtrent gezet zijn. Zijn er opdrachten gegeven, zijn er rapporten
opgevraagd, zijn er bestellingen gedaan bij economische instituten?
Hoe zit het met de tussentijdse conclusies? Ik hoor daar dus niets
07.18 Hans Bonte (sp.a-spirit):
Je reste d'avis que les ministres
doivent agir de manière collégiale
et défendre les positions du
gouvernement. En janvier 2004, le
gouvernement a décidé de faire
procéder à une étude sur la
construction éventuelle d'un
nouvel aéroport. Le ministre n'a
pas dit ce qu'il en est de cette
étude ou si certaines conclusions
ont déjà pu être dégagées.

Bien que l'aéroport soit l'un des
principaux pôles de croissance en
Belgique, la plus grande
incertitude règne quant à son
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
van. Op 1 januari 2004 is het herbevestigd, we zijn zestien maanden
later en we hebben dus niets, volstrekt niets. Wat we hebben is een
zeer grote onzekerheid en een zeer grote onduidelijkheid bij - en
daarvan moet ik u wellicht niet overtuigen ­ wellicht een van de
grootste, economisten zeggen de tweede grootste, economische
groeipolen van dit land. Ook op dat punt hebben we geen overschot,
mijnheer de minister.

Ook op dat punt hebben we geen overschot, mijnheer de minister. We
kunnen ons dus geen grote "accidenten" permitteren. Ik stel een
enorme onzekerheid over de toekomst vast. De gebeurtenissen in en
rond de luchthaven, ook in de headquarters van bepaalde
luchtvaartmaatschappijen, doen mij terugdenken aan wat een beetje
smalend in onze geschiedenisboeken staat als de Marmietenoorlog.
Die ontstond nadat de Provinciën der Nederlanden in de tweede helft
van de 18
de
eeuw de Schelde afgesloten hadden om op die manier
Antwerpen, Gent en Brugge vals te beconcurreren ten voordele van
Rotterdam en Amsterdam. Als we niet opletten, gaan we met dat
perverse spelletje tussen de Gewesten opnieuw naar eenzelfde
scenario.

Ik heb van u ook geen reacties gehoord op de kritiek die er vanuit
economische hoek gekomen is. Ik hoop dat u niet naïef bent door
ervan uit te gaan dat het ten voordele van welke andere luchthaven in
ons land dan ook zou zijn als we in Zaventem geen zekerheid kunnen
bieden. De headquarters zijn nu bezig met scenario's te maken hoe zij
kunnen vliegen ­ inclusief SNBA, onze mooie parel ­ op Schiphol of
Charles de Gaulle, omdat men ziet dat die luchthavens wel de nodige
capaciteit en zekerheid bieden en men van daaruit ook een goede
ontsluiting heeft naar Brussel. Dat zal dus het scenario zijn. We
kunnen nu nog samen dromen om een betere spreiding te maken
tussen de luchthavens in dit land, maar als we Zaventem niet redden,
zal er niemand beter van worden in dit land. Dat is de trieste
economische realiteit. Ik hoop dat dat ook ingezien wordt door
iedereen in de federale regering en dat men inderdaad alles op alles
zet om de fundamentele oplossing ­ uw eerste piste, mijnheer de
minister ­ vooraan te zetten en daar alle aandacht op te concentreren.
avenir. Différentes compagnies
préparent déjà des solutions de
rechange avec des déplacements
de routes vers Schiphol ou
Charles De Gaulle. Il convient de
résoudre définitivement ce
problème car la disparition de
Zaventem ne serait bénéfique
pour personne en Belgique.
07.19 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat u
stilaan toch wel een probleem wordt voor de federale regering. Ik vind
dat het antwoord dat u hier gegeven hebt, werkelijk niet kan. Dat is
werkelijk onaanvaardbaar.

Ik ga even analyseren wat u gezegd hebt. U bent begonnen met te
zeggen dat er problemen zijn. U hebt goed vastgesteld dat er
problemen zijn. Ik voeg eraan toe dat u die problemen als paarse
regeringen zelf voor een groot gedeelte hebt gecreëerd. Veel van die
problemen zijn totstandgekomen na 1999. Voordien was er ook
hinder, maar waren er oplossingen. Na 1999 zijn de problemen
gekomen. U hebt ze zelf gecreëerd.

Dan hebt u iets gezegd wat mij bijzonder vreemd in de oren klonk en
wat ook onaanvaardbaar is, namelijk dat er leden van de regering zijn
die denken dat de oplossing de sluiting van de luchthaven is. Dat hebt
u gezegd. U hebt standpunten gehoord over de sluiting van de
luchthaven. In de regering ­ in het Parlement wil ik nog buiten
beschouwing laten ­ zijn er blijkbaar mensen die vinden dat de
sluiting van de luchthaven van Zaventem de oplossing is.
07.19 Carl Devlies (CD&V): La
réponse du ministre est
inacceptable. Le ministre a déclaré
qu'il y a des problèmes mais ceux-
ci ont été générés par la coalition
violette après 1999. Il a fait
observer que des membres du
gouvernement demandent
instamment la fermeture de
l'aéroport de Zaventem. Comment
les investisseurs étrangers vont-ils
réagir à cette déclaration?
Qu'adviendrait-il de l'emploi dans
le Brabant flamand en cas de
fermeture de l'aéroport? Je
demande à connaître les noms
des membres du gouvernement
qui ont demandé la fermeture de
l'aéroport.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27

Ik weet niet of u daarover gebeld hebt, want u hebt over uw
telefoongesprek geen verslag uitgebracht in uw antwoord. U lacht
daarmee, maar u hebt toch gezegd dat er in de regering mensen zijn
die vinden dat de sluiting van de luchthaven de oplossing is. Wat vindt
u van een dergelijk signaal voor buitenlandse investeerders voor een
land dat in de problemen aan het geraken is? Hoe denkt u dat de
reactie zal zijn in Vlaams-Brabant? In Brussel vindt men het blijkbaar
niet erg om een werkloosheid te hebben van meer dan 20%. Men
vindt dat daar normaal. Ik kan u wel zeggen dat men dat in andere
regio's van het land niet normaal vindt en dat men daar werk wil
maken van werk, zoals u zelf in uw federaal regeringsprogramma
hebt gezet en wat u absoluut niet realiseert, integendeel. De
werkloosheid is de voorbije twee jaar sterk toegenomen. Dan durft u
hier nog een dergelijke verklaring afleggen. Als u in het Parlement
bent, spreekt u in de eerste plaats immers als vice-minister en
minister van Financiën en niet als partijvoorzitter. Dit kan niet. Ik zou
graag willen weten welke leden van de regering dergelijke zaken
hebben gezegd. Ik wil dat u hierover meer toelichtingen geeft.

U zegt dat men bezig is met een oplossing. Die oplossingen waarmee
deze regering bezig is, kennen wij. Daarmee hebben wij veel ervaring.
Het is fantastisch wat men al heeft bewezen. Als wij kijken naar de
dossiers van de luchthaven, van Sabena, van DHL, dat is een
schitterende aanpak. Men is er volop mee bezig. De bevolking heeft
stilaan een idee over dat bezig zijn en de oplossing die u zoekt. U zegt
er wel bij dat het een moeilijk dossier is voor de heer Landuyt en dat u
daarvoor begrip hebt. Welnu, u hebt het zelf moeilijk gemaakt. U zegt
dat u bezig bent met het zoeken naar een oplossing, maar alleen al
het feit dat u dat zegt jaagt ons schrik aan, mijnheer de minister.

U had het vervolgens over het gebruik van alle Belgische luchthavens.
Dat principe kan ik aanvaarden. Men moet zich op de best mogelijke
manier organiseren. U spreekt over Oostende, Charleroi en Luik. U
weet goed dat er in Oostende nagenoeg geen mogelijkheden zijn. U
spreekt dus uitsluitend over Charleroi en Luik. U koppelt daar
onmiddellijk de studie van de tweede luchthaven aan vast. Is dat een
regeringsbeslissing? Spreekt u namens de regering als u spreekt over
een studie over een tweede luchthaven? Dat zou ik ook willen weten.

Mijnheer de minister, uw politieke partij is ook aanwezig in de
Brusselse regering en zorgt er mee voor dat een oplossing voor de
luchthaven van Zaventem totaal onmogelijk wordt.
Le ministre a déclaré que le
gouvernement cherche
actuellement une solution. Cela ne
m'inspire aucune confiance. Les
solutions imaginées par le
gouvernement dans les affaires
DHL et Sabena ont eu des
conséquences catastrophiques. Si
le ministre Landuyt doit aujourd'hui
traiter cet épineux dossier, c'est au
gouvernement violet qu'il le doit.

Le ministre a proposé d'utiliser
tous les aéroports belges mais
étant donné que l'aéroport
d'Ostende est trop petit, il ne
pense probablement qu'à
Charleroi et à Liège. Le
gouvernement a-t-il décidé de faire
procéder à une étude sur la
construction d'un second
aéroport?

La Région de Bruxelles-Capitale
s'oppose à toute solution pour
l'aéroport de Zaventem.
07.20 Minister Didier Reynders: (...)
07.21 Carl Devlies (CD&V): U bent daar de laatste maanden
inderdaad niet meer in de regering.
07.22 Minister Didier Reynders: U hebt gedacht dat er een
verandering was? Ik ben blijkbaar niet verwittigd. Dat is een nieuwe
evolutie, nietwaar?
07.23 Carl Devlies (CD&V): Ja, anders moet u nog eens bellen.
07.24 Minister Didier Reynders: Mag ik bellen om te weten of het
mogelijk is voor mijn partij om verder te doen? Het is een beslissing
van de kern.
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
07.25 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, die zaak is bezig
sinds 1999. Wij beginnen steeds meer het gevoel te krijgen dat er
ergens een verborgen agenda is. U creëert een problematiek rond de
luchthaven van Zaventem die het bijzonder moeilijk maakt. De eerste
keer spreken over een sluiting, dat is het moeilijkste moment. Nadien
zullen er wel andere volgen. Dat kan allemaal een onderdeel zijn van
een strategie.

Ik wil weten waar we aan toe zijn. Ik wil van u duidelijk weten of de
studie over de uitbouw van een tweede nationale luchthaven een
regeringsstandpunt is. Ik wil ook duidelijk weten welke leden van de
regering menen dat de sluiting van de luchthaven van Zaventem de
oplossing is voor die problematiek.
07.25 Carl Devlies (CD&V):
Existerait-il un agenda caché
justifiant le problème créé à
propos de l'aéroport?
07.26 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de vice-premier, elk woord
heeft zijn gewicht. Afhankelijk van de persoon die de woorden
uitspreekt, hebben die woorden soms een zwaarder gewicht.

Zeker na het aanhoren van wat hier gezegd is en na het lezen van wat
er in de kranten gestaan heeft, betreuren wij dat u eigenlijk opnieuw
de optie voor een tweede luchthaven als zodanig naar voren gebracht
hebt.

Juist op dit ogenblik geldt voor Zaventem als eerste prioriteit, zoals u
net ook in uw antwoord zei, ­ ik denk dat die eerste prioriteit
benadrukt moet worden ­ de luchthaven van Zaventem operationeel
te houden, de mogelijkheid te geven tot uitbreiding, de capaciteit laten
vergroten, zorgen dat er stabiliteit en zekerheid komt wat betreft
stijgingsbanen en landingsbanen. Dat is de topprioriteit van deze
federale regering.

Elke andere optie als dusdanig kan uiteraard onderzocht worden. Er
zijn, denk ik, in het leven altijd dingen die onderzocht worden; er
worden altijd studies aangegaan. Over een studie voor een tweede
luchthaven bestaat er vandaag echter geen enkel document, geen
enkele analyse, geen enkele bespreking die door ons als dusdanig
gekend is, dat een studiedocument is dat ter bespreking voorligt in de
federale regering. Er zijn wel opdrachten gegeven, maar er is
vandaag als dusdanig geen enkel document dat de aanleiding geeft
dat die tweede luchthaven als dusdanig tot de oplossing behoort.

Daarom denk ik dat het verstandig zou zijn dat u een nieuw en
duidelijk signaal geeft. Ik zal trouwens de federale premier vragen om
tussenbeide te komen. Het signaal moet luiden: Zaventem
openhouden en Zaventem kansen geven Zaventem nieuwe
mogelijkheden geven is de topprioriteit van deze federale regering, en
niets anders.

De mogelijke spreiding naar Oostende, Luik, Charleroi of zelfs
Antwerpen ­ daarover bestaan er wel studies ­ brengt een maximale
spreiding met zich mee van 2% tot 5% van trafiek van goederen en
personen. 2% tot 5% is minder dan de verwachte en de gehoopte
groei van de luchthaven van Zaventem. Er wordt dus alleen
gesproken over kleine percentages die we erbij zouden kunnen
krijgen als we zouden komen tot een beter capaciteitsgebruik van de
verschillende luchthavens.
07.26 Luk Van Biesen (VLD):
Nous déplorons les déclarations
du ministre sur l'option d'un
deuxième aéroport. L'aéroport de
Zaventem doit rester opérationnel,
il doit garantir la stabilité et sa
capacité doit pouvoir être
augmentée. D'autres options
peuvent être mises à l'étude mais,
pour autant que je sache, le
gouvernement ne dispose pas
d'études relatives à un deuxième
aéroport.

Une décentralisation vers d'autres
aéroports ne concernerait que 2 à
5% du trafic au maximum, ce qui
est inférieur à la croissance
prévue pour Zaventem.

Cessons de nous leurrer. Il est
temps de dissiper les doutes. La
fermeture de l'aéroport de
Zaventem n'est pas envisageable.
Au contraire, le gouvernement doit
se fixer comme priorité de lui
donner un avenir.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Laten wij echter ophouden met onszelf iets wijs te maken. Mijnheer
Devlies, met het laatste stuk van uw rede bewijst u ons geen dienst.
Laten wij ophouden te zeggen dat er mogelijke scenario's bestaan
over de sluiting van de luchthaven van Zaventem. Laten wij de
onzekerheid wegnemen. Laten wij vandaag eendrachtig en krachtig
vanuit de federale regering zeggen dat Zaventem openhouden,
Zaventem mogelijkheden bieden en samen met de Gewesten komen
tot een oplossing dé prioriteit is van deze federale regering.
07.27 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even
het woord nemen voor een persoonlijk feit. Mijnheer Van Biesen, u
richt zich tot mij, maar u moet u richten tot de minister. Het is de
minister die dat hier gezegd heeft.
Le président: Avant de donner la parole au ministre pour sa réplique,
je voudrais faire deux remarques.

D'une part, je m'adresse à ceux qui veulent communautariser le
problème et donner l'impression que la Wallonie et Bruxelles se
désintéressent de Zaventem. Je rappelle que lorsqu'on a créé la SN
Brussels Airlines, qui est un succès, seules la Wallonie et Bruxelles
ont accepté d'investir dans cette société; le gouvernement flamand a
refusé très clairement d'investir, malgré toute une nuit de négociations
auxquelles je participais et au cours de laquelle les francophones ont
essayé d'expliquer aux représentants du gouvernement flamand le
bien-fondé de cet investissement.

La Wallonie et Bruxelles ont retiré très peu d'emplois directs de leurs
investissements dans SN Brussels Airlines mais ont contribué à
consolider des emplois importants à Zaventem. Aujourd'hui, il me
semblait nécessaire de rappeler ce fait.

D'autre part, j'estime que gouverner signifie prévoir. On ne peut pas
reprocher à un ministre d'avoir une vision à long terme. Je conseille à
MM. Laeremans, Bonte, Devlies et Van Biesen d'effectuer un voyage
d'études à Washington et de constater comment on y a réparti le
travail entre "Reagan National Airport" et "Dulles National Airport".
Cela ne s'est pas fait au détriment de l'emploi. On peut le constater à
l'occasion d'une visite de cet aéroport.
De voorzitter: Alvorens het woord
aan de minister te geven voor zijn
repliek, wil ik twee opmerkingen
maken.

Enerzijds richt ik me tot de politici
die de kwestie willen
communautariseren en de indruk
wekken dat Wallonië en Brussel
Zaventem opgeven. Bij de
oprichting van het succesvolle SN
Brussels Airlines waren enkel
Wallonië en Brussel bereid om in
die maatschappij te investeren. De
Vlaamse regering weigerde hulp
toe te kennen. De investeringen
van Wallonië en Brussel hebben
die twee gewesten nauwelijks
rechtstreekse banen opgeleverd
maar hebben er wel toe
bijgedragen dat een groot aantal
jobs in Zaventem kon behouden
blijven.

Anderzijds meen ik dat men een
minister moeilijk kan verwijten dat
hij een langetermijnvisie
ontwikkelt. Ik raad de heren
Laeremans, Bonte, Devlies, en
Van Biesen aan om Washington te
bezoeken waar ze kunnen
vaststellen dat de spreiding van
het luchtverkeer tussen "Reagan
National Airport" en "Dulles
National Airport" niet ten koste van
de werkgelegenheid is gegaan.
07.28 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je rentre
régulièrement de voyage avec SN Brussels Airlines. Quand on atterrit,
comme je le fais tout au long de l'année, un peu partout dans le
monde, c'est rarement à 11, 12 ou 13 kilomètres du centre de la
capitale. Si c'est le cas, il s'agit alors d'un aéroport qui connaît une
évolution et une progression, d'autres aéroports progressant à côté.
J'ai eu non seulement l'occasion de le constater à Washington où je
07.28 Minister Didier Reynders:
De meeste luchthavens bevinden
zich bijna nooit op 11, 12 of 13
kilometer van het centrum van de
hoofdstad. Waar dit wel het geval
is, gaat het om een luchthaven die
geleidelijk wordt afgebouwd en
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
suis souvent présent mais aussi dans des pays qui n'ont pas le même
développement. Je pense notamment à la Tunisie où j'étais la
semaine dernière et où l'on m'a présenté le projet de développement
d'un aéroport à 60 kilomètres de Tunis. Par votre intervention,
monsieur le président, vous avez retiré une réponse de ma feuille, je
n'y reviens pas plus longtemps.

J'ai dû participer en tant que ministre des Finances ­ ce que j'ai fait
volontiers - à des réunions qui mettaient autour de la table la plupart
des banquiers importants du pays, afin de leur demander de
contribuer à la création de SN Brussels Airlines. Je regrette que tout
le monde n'ait pas pu participer à cette création.

En ce qui concerne les efforts de chacune des Communautés en la
matière, j'ai fait ce que j'avais à faire en tant que ministre des
Finances pour que cette société puisse voir le jour. Il me semble que
les Régions l'ont fait également mais tout le monde n'a pas souhaité y
participer.
vervangen door nieuwe
luchthavens in de omgeving. Ik
heb deze evolutie in Washington
maar ook in andere, minder
ontwikkelde landen kunnen
vaststellen.

Ik was aanwezig op vergaderingen
waaraan de meeste grote
Belgische bankiers deelnamen.
Op die vergaderingen heb ik
gevraagd of ze wilden meewerken
aan de oprichting van SN Brussels
Airlines. Ik heb gedaan wat mij als
minister van Financiën te doen
stond. Ik heb de indruk dat de
Gewesten eveneens hun
verantwoordelijkheid hebben
opgenomen, maar niet iedereen
wilde zijn steentje bijdragen, wat ik
uiteraard betreur.
Mijnheer Bonte, in antwoord op de vragen over de studies wil ik erop
wijzen dat het een beslissing van de regering was om dat te doen. Er
is ook een studie van BIAC over acht verschillende, mogelijke
locaties. Deze werden door BIAC bestudeerd. We hebben tijdens de
onderhandelingen over DHL aan BIAC gevraagd door te gaan, met
een akkoord van de Gewesten. De vraag was om in samenwerking
met de Gewesten een aantal elementen van de studies te
onderzoeken. Het ging onder andere over de acht mogelijke locaties,
zoals ik al heb gezegd. Er werd specifiek aandacht besteed aan
Bierset en Géronville, maar ook voor een nieuwe ontwikkeling,
Greenfield genaamd. Dat zou dus een nieuwe start vanaf nul
betekenen.

Nu hebben wij een aantal elementen, niet alleen uit de studie van
BIAC maar ook uit andere studies. U kunt in dat verband misschien
de vraag stellen aan de heer Landuyt. Het is immers een directe
bevoegdheid van de minister van Mobiliteit. Het is echter niet onnuttig
om door te gaan met een aantal studies op middellange termijn. De
oplossing zal niet voor morgen zijn.

Ik herlees de twee mogelijkheden. Ofwel gaat de aandacht in het
bijzonder naar Bierset, waar al een luchthaven bestaat. Ook de
luchthaven van Géronville bestaat, maar deze heeft tot nu toe een
kleine infrastructuur. Ofwel starten wij van niets.

Het is dus niets nieuw. Het is heel belangrijk voor de regering om een
aantal studies over de ontwikkeling uit te voeren. Ik pleit voor de
ontwikkeling van Zaventem, maar ook voor de ontwikkeling van een
algemene activiteit voor de vluchten.

Mijnheer Devlies, ik heb dat inderdaad gezegd, maar ik zei dat in de
pers. Ik zal niet altijd een precies commentaar geven over alle
verklaringen. Ook verschillende leden van de regering zijn van
oordeel dat het zonder enige, positieve evolutie tot een sluiting zal
komen. Ik vraag niet om de luchthaven te sluiten. Dat beweren, is een
pervers commentaar. Ik heb enkel gesteld dat het, zonder enige,
Les études ont été réalisées pour
le compte du gouvernement. A
l'initiative du gouvernement fédéral
et avec l'approbation des Régions,
BIAC a effectué une étude sur huit
implantations possibles pour un
nouvel aéroport. Une attention
particulière a été accordée à
Bierset et à Géronville, mais
l'option d'une toute nouvelle
implantation a également été
étudiée.

L'étude de BIAC et les autres
études ne sont pas inutiles. Elles
n'offrent pas de solution dans
l'immédiat, mais éventuellement à
plus long terme. Le ministre de la
Mobilité peut commenter ces
études.

Il importe donc de se concentrer
sur le développement de
Zaventem et sur l'élaboration
d'autres solutions éventuelles.

Je ne suis pas le seul à penser
que l'aéroport de Zaventem
pourrait un jour fermer ses portes.
Je ne suis toutefois pas
demandeur. Le gouvernement
fédéral souhaite développer
Zaventem au mieux. Les Régions
devront donc collaborer de
manière constructive. C'est tout ce
que j'ai dit.
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
correcte samenwerking tussen bijvoorbeeld de verschillende
Gewesten, misschien tot een sluiting zou kunnen komen. Wij vragen
niet om tot deze oplossing te komen. Het is de vraag van de volledige
regering om Zaventem op een correcte en mogelijke manier te
ontwikkelen. Dat is de enige mogelijkheid.
07.29 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, het gaat niet over
de verklaring ...
07.30 Minister Didier Reynders: Mijnheer Devlies, ik heb al een
aantal valse verklaringen gehoord, zelfs (...) in het Brussels Gewest.
07.31 Carl Devlies (CD&V): Het gaat over de verklaring die u hier
hebt afgelegd.
07.32 Minister Didier Reynders: Het is hetzelfde voor mijn
departement. U hoort niets en geeft altijd dezelfde redenering. Toch
kan u een aantal antwoorden horen.

Ik herhaal dat het zonder een correcte samenwerking met de
verschillende Gewesten misschien onmogelijk zal zijn om Zaventem
verder te ontwikkelen. Dat werd ook zo gezegd door verschillende
leden van de regering. De hele regering, alle leden van de regering
hebben de wil om een nieuwe ontwikkeling van de luchthaven na te
streven, maar ook om de activiteiten te spreiden over alle luchthavens
in België.

Ik krijg heel veel kritiek van heel veel inwoners over de huidige
regeling voor Zaventem. Ik heb ook een aantal
verantwoordelijkheden. Ik moet doorgaan, zelfs met deze kritiek.

Het is dezelfde redenering als wat Bierset betreft gedurende vele
jaren. Ik heb toen ook veel kritiek gekregen. Ik probeer nu echter
verder te gaan.

Mijnheer de voorzitter, ik herhaal nog even. Er zijn nu enkele
mogelijke evoluties in verband met Zaventem. Minister Landuyt
probeert daaraan te werken in samenwerking met de Gewesten. We
hebben daarvoor misschien een nieuwe wet nodig als dat mogelijk is
met wat positieve inbreng van de Gewesten.

Ten tweede, we moeten komen tot een beter gebruik van alle
mogelijke capaciteiten in België op de verschillende luchthavens.

Ten derde, het is toch normaal verder te doen met de studie zoals
gevraagd en uitgevoerd door BIAC en door andere mensen, in
verband met een nieuwe infrastructuur of met de verbetering van de
huidige infrastructuur in België. Het is volgens mij normaal een
dergelijk beleid te voeren, niet alleen op korte, maar ook middellange
termijn.
07.32 Didier Reynders, ministre:
Les riverains continuent à maudire
l'aéroport et je suis attentif à leurs
commentaires, mais j'ai également
d'autres responsabilités.

Nous devons nous atteler à trois
tâches: élargir les possibilités de
l'aéroport de Zaventem, optimiser
la capacité des petits aéroports
actuels et envisager le lieu et les
modalités de l'implantation d'une
toute nouvelle infrastructure.
07.33 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal het kort houden.

Ten eerste, de studies van BIAC werden uitgevoerd in functie van
DHL en de uitbreiding van het aantal nachtvluchten. Intussen is DHL
verdwenen, of werd althans de beslissing genomen voor de verhuis
van het grote hoofdkwartier van DHL en is het dossier dus van de
07.33 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les études de BIAC ont
été réalisées dans le cadre du
dossier relatif à la société DHL qui
demandait de pouvoir effectuer
des vols de nuit supplémentaires.
Ce dossier est aux oubliettes.
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
baan.

Ik heb geen weet van het feit dat op dit moment nog grote studies
lopen om naar een nieuwe luchthaven te gaan. Ik leid dat ook af uit de
uiteenzetting van collega Van Biesen. Er is enkel een studie in hoofde
van de minister, maar blijkbaar bestaat er daarover in elk geval geen
consensus binnen de regering.

Ten tweede, u spreekt van een nieuwe wet. Die nieuwe wet heeft
echter niets te maken met wat hier vandaag werd besproken. Die wet
heeft te maken met het kader dat moet worden gecreëerd voor een
betere spreiding, voor de geluidsnormen enzovoort. Die wet heeft
niets te maken met capaciteit.

Ten derde, de enige reden waarom er opnieuw zou kunnen worden
gesproken over een studie en over andere denkpistes in verband met
een betere spreiding over de verschillende luchthavens, is dat er
daadwerkelijk een uitbreiding van de capaciteit en van het aantal
vluchten richting Zaventem zou komen. Ik heb u daarover
ondervraagd en u geeft daarvan geen enkele indicatie.

Het is niet omdat er een privatisering is geweest dat er de komende
jaren enorm veel trafiek zou bijkomen. Pas wanneer dat het geval zou
zijn, kan men spreken over een herverdeling. U geeft in dat verband
geen enkel voorbeeld waaruit kan worden afgeleid dat die verhoogde
trafiek er zou komen. Kom met dergelijke uitspraken naar het
Parlement wanneer u meer weet hebt over dergelijke trafieken,
wanneer u meer weet over de groei van Zaventem. Op dit moment is
dit niet aan de orde en wij hebben daarover ook geen informatie.

Ten slotte, ik stel vast dat er een grote onenigheid bestaat tussen,
enerzijds, u en de heer de Donnea en, anderzijds, de uitspraken van
de heren Bonte en Van Biesen. Dat is het zoveelste bewijs dat deze
regering niet meer aan mekaar hangt en dat er een zeer grote
communautaire breuklijn is in dit dossier. Ik wil dan ook vragen aan
zowel sp.a als VLD die deel uitmaken van de Brusselse regering, zich
niet langer te laten doen, zich niet langer te gedragen als de
schoothondjes van de fanatieke Evelyne Huytebroeck, maar
integendeel ervoor te zorgen dat dit communautair gestook stopt en
dat we eindelijk naar een rustiger periode kunnen gaan wat Zaventem
betreft en naar een billijke spreiding van de lasten over elke regio
rond de luchthaven.
L'implantation d'un nouvel
aéroport ne fait pas partie des
ambitions du gouvernement et rien
n'indique qu'un quelconque projet
en ce sens verra le jour
prochainement.

La nouvelle loi porte sur les
conditions auxquelles les vols
doivent répondre et non sur la
capacité de l'aéroport.

On ne sait par ailleurs pas avec
certitude si le trafic à l'aéroport de
Zaventem augmentera à court
terme. Le cas échéant, un débat
devra être mené. Il est vain de
tenir un tel débat sans données
concrètes.

MM. Reynders et de Donnea sont
manifestement en flagrant
désaccord. Il est urgent de remiser
ces divergences de vues au
placard et d'aborder l'aspect
communautaire du dossier.
07.34 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet
begrepen dat de minister gezegd heeft dat bepaalde mensen pleiten
noch in het Parlement noch in de regering voor een sluiting. We zullen
het verslag erop nalezen. De tweede interventie van de minister was
op dit punt in elk geval duidelijk.

Ik wens drie korte bemerkingen te maken.

De BIAC-studie is niet echt hoopgevend voor een alternatieve
luchthaven, mijnheer de minister. In de studie zijn weinig argumenten
te vinden die pleiten voor de ontwikkeling van grote alternatieve
luchthavens.

Ik wens vooral te repliceren op het betoog van de voorzitter van deze
commissie. Mijnheer de Donnéa, u hebt gelijk dat de Vlaamse
07.34 Hans Bonte (sp.a-spirit):
L'étude de la BIAC ne plaidait
guère en faveur de la construction
d'un nouvel aéroport. Il est exact
que le gouvernement flamand n'a
pas investi dans la SNBA, mais la
Flandre investit des milliards dans
le désenclavement de l'aéroport.
Ce montant est bien plus élevé
que le montant investi par
Bruxelles et la Wallonie dans la
BIAC.

Je me suis également rendu
récemment à Washingon. Des
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
regering niet geïnvesteerd heeft in SMBNU. Het staat elk Gewest vrij
te oordelen of het nuttig is of niet te participeren in een private
maatschappij. Wat ik weet en zie is dat de Vlaamse regering
miljarden investeert in een betere ontsluiting van de nationale
luchthaven waarvan iedereen zegt dat dit absoluut noodzakelijk is
voor een verdere economische ontwikkeling. Vandaag wordt in
Steenokkerzeel een nieuwe ring aangelegd rond de luchthaven,
worden tracés aangelegd voor een betere ontsluiting ook via het
spoor, worden plannen geconcretiseerd op het vlak van wegenwerken
die tot een betere ontsluiting moeten leiden. Mijnheer de voorzitter
van de commissie, Vlaanderen investeert een pak meer miljarden in
de luchthaven dan wat de Brusselse en de Waalse regering samen
hebben gedaan in SMBA. Het zijn evenwel autonome beleidskeuzes
van de Gewesten!

Recent ben ik ook op JFK geweest, een van de nieuwste luchthavens
in de Verenigde Staten. Ik ben ook in Washington en New York
geweest. Wat is daar het criterium? De luchthavens liggen kilometers
buiten de stadscentra. De afstand wordt berekend in tijd. Tijd is de
parameter. Op dit ogenblik vergt het via het spoor een uur om van
Parijs in Brussel te staan. Daarop is men aan het werken in de
nationale en internationale luchtvaartmaatschappijen die vandaag op
Zaventem vliegen. Ik wil het nog eens herhalen. Maakt u zich geen
illusies. Wees niet naïef. Een rampscenario of een
afslankingsscenario van Zaventem zal nooit ten goede komen aan de
kleine regionale luchthavens waarover we vandaag beschikken. De
inzet is veel groter. Alle communautaire heisa die men probeert te
stoken, lijkt me volledig naast de kwestie te zijn.
infrastructures y sont actuellement
construites à des kilomètres du
centre urbain. Le critère qui entre
en ligne de compte est le temps.
La question n'est pas de savoir à
quelle distance se trouve l'aéroport
mais combien de temps il faut
pour y arriver.

Ne soyons pas naïfs: un
dégraissage de Zaventem ne
profitera pas aux petits aéroports
régionaux. Toute cette agitation
communautaire me paraît tout
simplement hors propos.
07.35 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even
reageren op uw reactie. U zegt dat het geen communautaire
aangelegenheid is. Ik hoop dat het dat niet wordt, maar het geeft
soms de indruk van het wel te zijn. Ik stel vast dat uw eerste reactie
onmiddellijk uitgaat naar de vorige Vlaamse regering, omdat ze niet
geparticipeerd heeft in de financiering van SNB. Dat is ook een
communautaire reactie.

Mijnheer de minister, wat betreft het incident over leden van de
regering die voorstander zijn van de sluiting van de luchthaven, ik heb
dit niet uit een krant gehaald. Ik heb dit hier daarnet gehoord in de
commissie. Ik heb daarop gereageerd. Ik heb alleen maar gereageerd
op de verklaring die u hier afgelegd hebt, niet op een krantenartikel.
07.35 Carl Devlies (CD&V):
Selon le président, il ne s'agit pas
d'une matière communautaire.
J'espère qu'il a raison mais il
semble qu'il ait tort. De plus, il a
réagi instantanément à propos du
fait que le gouvernement flamand
n'a pas participé au financement
de la SNBA. N'est-ce pas là une
réaction communautaire?

Quand je constate que des
membres du gouvernement sont
partisans de la fermeture de
l'aéroport, je ne me base pas sur
un article de journal, je ne fais que
répéter ce que je viens d'entendre
en commission.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Bart Laeremans en Hagen Goyvaerts en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Bart Laeremans
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
1. op te houden met allerlei ondoordachte uitspraken in verband met de luchthaven van Zaventem, die
alleen maar voor grote sociale en economische onzekerheid zorgen;
2. alles in het werk te stellen opdat er een einde zou komen aan de obstructiepolitiek vanuit het Brussels
Gewest ten aanzien van de luchthaven van Zaventem;
3. alles in het werk te stellen om een maximale spreiding van de vluchten vanuit Zaventem te realiseren en
dus een eerlijke verdeling van de lasten."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Bart Laeremans et Hagen Goyvaerts et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Bart Laeremans
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
1. de cesser les déclarations irréfléchies à propos de l'aéroport de Zaventem, celles-ci ne faisant que
nourrir les incertitudes sociales et économiques;
2. de mettre tout en oeuvre pour que cesse la politique d'obstruction de la Région bruxelloise en ce qui
concerne l'aéroport de Zaventem;
3. de mettre tout en oeuvre pour garantir une dispersion maximale des vols au départ de Zaventem et par
conséquent pour garantir une répartition équitable des nuisances."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Jacques Chabot, Luc Gustin en Luk Van Biesen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Jacques Chabot, Luc Gustin et Luk Van Biesen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
08 Question de M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le régime
fiscal applicable au personnel de la SNCB qui sera employé à Aix-la-Chapelle et à Luxembourg dans le
cadre du développement de corridors internationaux de fret" (n° 7548)
08 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale regeling voor het NMBS-personeel dat tewerkgesteld zal worden in Aken en Luxemburg in het
kader van de uitbouw van internationale corridors voor het goederenvervoer" (nr. 7548)
08.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre de la réorganisation de ses activités CARGO,
la SNCB va implanter deux cellules opérationnelles, chargées de
l'organisation et du suivi du trafic corridor, qui seront dotées de
collaborateurs issus de la SNCB. Ces cellules auront deux sièges de
travail, l'une à Aix-la-Chapelle et l'autre à Luxembourg. Différents
postes ont été ouverts et du personnel doit bientôt être engagé pour
travailler dans ces deux nouvelles cellules. Les candidats devaient
présenter leur candidature pour le 15 avril dernier. Des examens sont
prévus ou peut-être même déjà en cours, pour tester leur potentiel et
notamment leurs connaissances linguistiques, afin de pouvoir
travailler dans une de ces cellules.

Il semble que les candidats furent nombreux et que les engagements
des personnes ayant réussi les tests de sélection pourraient se
conclure avant les vacances d'été, donc dans les prochains jours.
Cependant, le personnel susceptible de travailler à l'étranger
s'interroge sur le régime fiscal qui lui sera applicable, soit à
Luxembourg soit à Aix-la-Chapelle.

Ma question, monsieur le ministre, est donc de savoir si ces
travailleurs dépendront du régime fiscal de l'endroit où ils effectueront
08.01 André Perpète (PS): In het
kader van de reorganisatie van
haar CARGO-activiteiten, zal de
NMBS twee operationele cellen
oprichten, een in Aken en de
andere in Luxemburg, die met de
organisatie en de follow-up van het
corridorverkeer zullen
worden
belast en met NMBS-
medewerkers zullen worden
bemand. Er moet tevens
personeel voor die twee nieuwe
cellen in dienst worden genomen.
De personen die voor de
selectieproeven geslaagd zijn,
zouden vóór de zomervakantie in
dienst kunnen worden genomen.

De personeelsleden die
mogelijkerwijs in het buitenland
tewerkgesteld zouden worden,
vragen zich af welke fiscale
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
leur mission ou bien du régime fiscal belge.
regeling op hen van toepassing is,
zowel in Luxemburg als in Aken.
Zullen die werknemers vallen
onder de fiscale regeling van de
plaats waar ze zijn tewerkgesteld
zijn of onder de Belgische fiscale
regeling?
08.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, la situation
des travailleurs résidents de la Belgique et recrutés par la SNCB dans
le contexte que vous décrivez est largement conditionnée par le lieu
de leur affectation.

Pour ce qui est des travailleurs affectés à Aix-la-Chapelle, la question
de savoir à quel Etat, Allemagne ou Belgique, reviendra le droit
d'imposer leurs rémunérations doit être tranchée à la lumière de
l'article 19 de la Convention préventive de la double imposition
conclue entre ces deux pays, le 11 avril 1967. Ledit article présente
en l'espèce cette particularité de viser expressément les
rémunérations allouées, notamment, par la SNCB aux membres de
son personnel.

Conformément à cette disposition, c'est à la Belgique qu'est en
principe dévolu le droit exclusif d'imposer les rémunérations dont il
s'agit. Une exception reste toutefois possible en faveur des
travailleurs qui posséderaient la nationalité allemande sans posséder
conjointement la nationalité belge. En pareil cas, le droit d'imposer les
rémunérations en cause reviendrait alors à l'Allemagne, Etat sur le
territoire duquel est exercée l'activité, par application combinée des
articles 19, 2 A et 15, 1° de la convention belgo-allemande.

Bien qu'exonérées d'impôt et de précompte professionnel en
Belgique, ces rémunérations devraient néanmoins y être déclarées à
hauteur de leur montant net, c'est-à-dire sous déduction des
cotisations sociales obligatoires et de l'impôt acquitté en Allemagne,
en vue de déterminer le taux d'imposition belge applicable aux autres
revenus imposables dont bénéficie éventuellement le travailleur
concerné. C'est la réserve de progressivité.

En ce qui concerne, par contre, les travailleurs affectés à
Luxembourg, seul l'article 15 de la Convention belgo-
luxembourgeoise préventive de la double imposition, conclue le
17 septembre 1970, est applicable à leurs rémunérations.
Contrairement aux dispositions de la convention belgo-allemande,
l'article 19 du traité signé avec le Grand-Duché de Luxembourg ne
prévoit en effet aucune mesure spécifique aux rémunérations
octroyées par des personnes morales de droit public qui, à l'instar de
la SNCB, sont dotées d'une personnalité juridique distincte de l'Etat et
de ses subdivisions politiques ou collectivités locales.

Il s'ensuit qu'en exécution de l'article 15, §1 précité, les rémunérations
versées par la SNCB aux membres de son personnel en poste sur le
territoire grand-ducal sont exclusivement imposables au Luxembourg.
Exonérées d'impôt belge et, par conséquent, des retenues de
précompte professionnel, ces rémunérations doivent cependant être
déclarées en Belgique à concurrence de leur montant net, afin d'y être
prises en considération pour fixer le taux d'imposition belge des
autres revenus éventuels du travailleur, en application de l'article 23,
08.02 Minister Didier Reynders:
De situatie van de werknemers
met verblijfplaats in België en die
door de NMBS in de door u
geschetste context in dienst
worden genomen, is in grote mate
afhankelijk van de plaats waar zij
zijn tewerkgesteld.

Wat de in Aken werkzame
werknemers betreft, moet de
kwestie welke Staat het recht heeft
hun bezoldigingen te belasten
worden beslecht in het licht van
artikel 19 van de Overeenkomst
van 11 april 1967 tot voorkoming
van dubbele belasting, dat
uitdrukkelijk de door de NMBS aan
haar personeelsleden toegekende
bezoldigingen beoogt. In principe
wordt aan België het exclusief
recht toegekend om de
desbetreffende bezoldigingen te
belasten. Er bestaat echter een
uitzondering ten gunste van
Duitsland: de belasting van
werknemers met de Duitse
nationaliteit die niet tegelijkertijd de
Belgische nationaliteit bezitten.

Hoewel die bezoldigingen in België
van belastingen en
bedrijfsvoorheffing zijn vrijgesteld,
moet het nettobedrag ervan, met
name na aftrek van de verplichte
sociale bijdragen en de in
Duitsland betaalde belastingen,
niettemin worden aangegeven
teneinde het Belgisch
belastingtarief dat van toepassing
is op de overige belastbare
inkomsten die de betrokken
werknemer eventueel heeft, te
kunnen bepalen. Dat is het
zogenaamde progressie-
voorbehoud.

Wat de in Luxemburg werkzame
werknemers betreft, is artikel 15
van de Belgisch-Luxemburgse
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
§2, 1°, de la convention.

En conclusion, sous la réserve formulée ci-dessus à l'égard des
nationaux allemands, les travailleurs affectés en Allemagne par la
SNCB resteront en principe imposables en Belgique, tandis que leurs
homologues occupés sur le territoire grand-ducal seront, pour leur
part, passibles de l'impôt luxembourgeois.
Overeenkomst tot voorkoming van
dubbele belasting, gesloten op 17
september 1970, op hun
bezoldigingen van toepassing.

Artikel 19 voorziet niet in
specifieke maatregelen met
betrekking tot de bezoldigingen
toegekend door publiekrechtelijke
rechtspersonen die net als de
NMBS, een van de Staat
afgescheiden rechtspersoonlijk-
heid bezitten

Met toepassing van artikel 15 §1
zijn de bezoldigingen die de NMBS
toekent aan haar personeelsleden
die in het Groothertogdom werken
uitsluitend in Luxemburg
belastbaar. Hoewel ze van
Belgische belasting zijn vrijgesteld,
moet het nettobedrag van die
bezoldigingen toch in België
worden aangegeven, zodat ermee
rekening kan worden gehouden
voor het bepalen van het Belgisch
belastingtarief dat van toepassing
is op de eventuele andere
inkomsten van de werknemer.

Met uitzondering van de
werknemers met de Duitse
nationaliteit, blijven de door de
NMBS in Duitsland tewerkgestelde
werknemers dus belastbaar in
België, terwijl de werknemers die
in het Groothertogdom werken, in
Luxemburg worden belast.
08.03 André Perpète (PS): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse claire et précise. Je me demande si, à
l'avenir, il n'y aura pas plus de candidats pour le Luxembourg que
pour Aix-la-Chapelle.
08.03 André Perpète (PS): Ik
vraag me af of er niet meer
kandidaten zullen zijn voor
Luxemburg dan voor Aken.
Le président: Mais les loyers y sont plus chers!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van belastingkredieten bij landbouwers" (nr. 7563)
09 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'application de
crédits d'impôt en faveur des agriculteurs" (n° 7563)
09.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, omdat er voor het inkomstenjaar-2003 geen akkoord was
over het landbouwforfait, werd door uw diensten aan de betrokken
landbouwers medegedeeld dat een belastingkrediet lage
09.01 Carl Devlies (CD&V): Un
accord n'ayant pas été conclu sur
le forfait agricole pour l'année de
revenus 2003, le SPF Finances a
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
activiteitsinkomsten mogelijk was omdat de tweede alinea van artikel
289, §1, in dit geval niet diende te worden toegepast.

Nu de landbouwers hun afrekening ontvangen, blijkt dat door uw
diensten minstens bij een gedeelte ten onrechte geen belastingkrediet
werd toegepast.

Omdat heel wat landbouwers dat niet opmerken, rijst de vraag of al
die landbouwers binnen de drie maand een bezwaar moeten
indienen.

Is het mogelijk om die fout ook van ambtswege ­ dan bedraagt de
termijn drie jaar ­ te laten ontheffen, of mag verwacht worden dat de
lokale controles op vraag van de belastingplichtigen spontaan die
correctie zullen doorvoeren?
communiqué aux agriculteurs
concernés qu'ils pourraient obtenir
un crédit d'impôt en cas de faibles
revenus d'activités parce que le
deuxième alinéa de l'article 28,
§1
er
ne doit pas être appliqué en
l'espèce.

Mais il apparaît maintenant, au
moment du décompte, qu'un crédit
d'impôt n'a pas été appliqué, à
tort, chez bon nombre
d'agriculteurs. Ceux-ci doivent-ils
introduire une réclamation dans
les trois mois? Nombreux sont
ceux qui n'ont rien remarqué.

Serait-il possible de supprimer
d'office cette erreur ou celle-ci
sera-t-elle corrigée spontanément
lors des contrôles locaux?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, voor het inkomstenjaar-2003, aanslagjaar 2004, werden
inderdaad geen forfaitaire grondslagen van aanslag voor landbouwers
vastgesteld.

Aangezien de semi-bruto winstnormen voor landbouwers die door het
belastingbestuur voor het aanslagjaar-2004 zijn vastgesteld geen
forfaitaire grondslag van aanslag vormen, staat de toepassing van die
normen het verkrijgen van het belastingkrediet zoals beoogd in artikel
289 ter, §1, 3de lid, WIB 1992, niet in de weg, voor zover uiteraard het
bedrag van het activiteitsinkomen beantwoordt aan artikel 289 ter, §2.

Indien de taxatieambtenaar bij de automatische inkohiering van de
aanslag niet de aangewezen code heeft ingevuld, zoals
voorgeschreven in de instructie van 19 januari 2005, zodat geen
belastingkrediet werd toegekend, kan de aanslag worden verbeterd
met de procedure van ambtshalve ontheffing. Daartoe volstaat het dat
de betrokken belastingplichtige een belastingbestuur in kennis stelt
van het feit dat hij geen belastingkrediet genoot. Die kennisgeving kan
zowel schriftelijk als mondeling worden gedaan, zonder enige twijfel.
09.02 Didier Reynders, ministre:
Etant donné que les normes de
bénéfices semi-bruts applicables
aux agriculteurs pour l'année de
revenus 2003 ne constituent pas
une base d'imposition forfaitaire,
l'application de ces normes
n'entrave en rien l'obtention d'un
crédit d'impôt.

Si l'agent taxateur n'a pas introduit
le bon code lors de l'enrôlement
automatique de l'imposition et
qu'aucun crédit d'impôt n'a dès
lors été octroyé, l'imposition pourra
être corrigée selon la procédure
de dégrèvement d'office.

Le contribuable doit informer
verbalement ou par écrit
l'administration fiscale qu'il n'a pas
bénéficié d'un crédit d'impôt.
09.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'extension
annoncée du système du 'tax shelter' aux particuliers" (n° 7567)
10 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangekondigde uitbreiding van het tax shelter-systeem naar particulieren" (nr. 7567)
10.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il y a quelque temps, vous faisiez écho dans la presse d'un
10.01 Valérie Déom (PS): Een
tijdje geleden meldde u dat het tax
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
bilan positif du mécanisme du tax shelter qui est en vigueur depuis le
1
er
janvier 2004, mécanisme qui, rappelons-le, est un avantage fiscal
dont peuvent bénéficier les sociétés commerciales belges souhaitant
consacrer une partie de leurs bénéfices imposables à la production
d'oeuvres audiovisuelles.

Dans la foulée, vous avez déclaré réfléchir à une éventuelle extension
du tax shelter aux particuliers. J'avoue être assez sceptique quant à
cette extension. En effet, comme vous le constatiez dans une
interview, toujours accordée à la presse, ce processus du tax shelter
a pris du temps et, à mon sens, sa complète mise en place prendra
encore un certain temps également.

En effet, pour les entreprises voulant investir du capital via ce
système, le chemin reste long et les difficultés rencontrées
nombreuses. Je pense notamment aux difficultés de monter les
dossiers administratifs et fiscaux. En effet, les sociétés intermédiaires
n'ont pas encore acquis leur rythme de croisière, tant il est sans doute
peu aisé, voire difficile de se faire rencontrer deux mondes: celui de la
finance et celui de la création. Ajoutons à cela, et sans doute pour la
même raison, un certain manque de proactivité de l'administration
fiscale.

Monsieur le ministre, ouvrir aux particuliers le système du tax shelter,
c'est augmenter, de façon significative, le nombre de dossiers et donc
le nombre de difficultés dans la gestion administrative et fiscale d'un
budget de production cinématographique pour des sommes qui sont,
certes, non négligeables mais peut-être pas suffisamment
significatives par rapport à l'augmentation de la charge de travail. Il
serait donc certainement dommageable d'agir dans la précipitation à
ce niveau.

Par contre, l'ouverture prévue pour 2006 du tax shelter pour les
productions destinées à la télévision est une évolution dont on peut se
réjouir, car elle correspond non seulement à une réalité évidemment
du marché de la production audiovisuelle belge, mais elle répond, de
surcroît, maintenant - ce qui n'était pas le cas à l'époque - à une
demande des professionnels de notre pays. D'ailleurs, ces mêmes
professionnels m'ont confié leurs craintes par rapport à une extension
précipitée du tax shelter aux particuliers.

A l'opposé, l'ensemble de la profession ainsi que la plupart des
entreprises, investisseurs potentiels, réclament un éventuel
rehaussement des plafonds des montants déductibles jugés trop peu
élevés eu égard toujours aux difficultés administratives précitées.

Monsieur le ministre, un tel relèvement est-il envisagé ou sera-t-il
abordé lors des négociations pour le budget 2006? En outre, je
m'interroge également quant à ce bilan positif que vous dressez du
tax shelter. Je n'ignore pas que le gouvernement doit transmettre
annuellement à la Commission européenne, un rapport quant à
l'adjudication de ce type de mécanisme. Ce rapport est-il le bilan dont
vous faites état à la presse? Pourriez-vous le communiquer à cette
assemblée?
shelter-systeem de beoogde
doelstelling bereikt. Het gaat om
een belastingvoordeel waar de
Belgische handelsvennoot-
schappen sinds 2004 recht op
hebben indien ze een deel van hun
belastbare winst in de productie
van audiovisuele werken willen
investeren. U verklaarde dat u
eraan dacht om het tax shelter-
systeem naar de particulieren uit
te breiden.

Ik heb zo mijn twijfels bij die
uitbreiding. De intermediaire
organisaties zitten inderdaad nog
niet op kruissnelheid. Het is
immers niet gemakkelijk om de
wereld van de financiën en die van
de artistieke schepping samen te
brengen. Daarbij komt nog dat de
belastingadministratie niet echt
pro-actief is opgetreden. Door het
systeem nu voor de particulieren
open te stellen schept men nog
meer problemen.

De voor 2006 geplande uitbreiding
van het tax shelter-systeem naar
televisieproducties sluit
daarentegen aan bij de realiteit
van de markt en beantwoordt aan
een vraag van de mensen uit de
audiovisuele sector.

Zowel de sector in zijn geheel als
de meeste ondernemingen eisen
dat ter compensatie van de
administratieve rompslomp de
maximumgrens van de fiscaal
aftrekbare bedragen wordt
opgetrokken. Ze vinden immers
dat die bedragen veel te klein zijn.

Kan die grens in de hoogte worden
herzien? Ik stel me ook vragen bij
de positieve balans die u over de
tax shelter heeft voorgelegd. Kan u
die aan de commissie bezorgen?
10.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Déom, les professionnels le reconnaissent de plus en plus même si
certains étaient réticents au départ, le tax shelter est très utile et
10.02 Minister Didier Reynders:
De tax shelter heeft zeker zijn nut
en kent een toenemend succes,
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
connaît un succès grandissant. Ce succès est dû notamment à une
démarche proactive de l'administration fiscale, en particulier, avec la
mise en place d'une commission du ruling qui permet d'aller plus loin
dans les initiatives prises par l'administration Il ne faut pas avoir une
vision systématiquement négative du comportement de
l'administration à l'égard du monde des entreprises. Je pense que,
dans ce dossier, nous avons pris un grand nombre d'initiatives pour
informer les professionnels et communiquer avec eux.

Bien entendu, les bilans qui seront soumis à la Commission
européenne seront communiqués à la Chambre. Cela étant, ces
mesures de tax shelter sont très utiles pour soutenir le monde de la
culture et éventuellement celui du sport ­ nous en avons discuté
récemment en commission des Finances ­, vu les maigres moyens
que les Communautés réservent parfois à ces activités.

Les évolutions que j'ai évoquées vont dans deux directions. D'une
part, il y aurait une extension du tax shelter vers les particuliers, ce qui
ne signifie pas des dossiers individuels mais des fonds
d'investissement, des SICAV qui seraient gérés par des
professionnels et qui donneraient lieu à une négociation, comme c'est
souvent le cas aujourd'hui entre intermédiaires et producteurs. Ce
sont ces intermédiaires gestionnaires de fonds qui interviendraient
vis-à-vis des producteurs. Il n'y aurait pas de contact direct entre des
personnes physiques et des producteurs.

Je suis quelque peu étonné de votre réaction sur les professionnels.
Je les ai encore vus à Cannes lors du dernier festival, ils m'avaient
l'air d'être plutôt demandeurs. Certains professionnels s'expriment
peut-être autrement: je serais heureux de les rencontrer car tous ceux
que j'ai vus vont plutôt dans le même sens.

La deuxième évolution possible est l'extension à d'autres activités. La
loi prévoit déjà une évolution positive en ce qui concerne l'audiovisuel
et les téléfilms de longue durée, dès le 1
er
janvier prochain. J'ai
proposé de réfléchir à l'extension aux spectacles, aux spectacles
vivants et notamment à ceux de grande envergure. J'ai cité à
plusieurs reprises des spectacles qui ont parfois lieu à l'étranger et qui
sont préparés en Belgique mais que l'on pourrait implanter chez nous.
Nous avons débattu en commission d'un tax shelter éventuel pour
des infrastructures sportives. Je n'exclus pas d'améliorer les
conditions actuelles du tax shelter, en matière de déductibilité pour les
entreprises, mais je vous avoue que je dois convaincre tous les
groupes en la matière. Je serais ravi de pouvoir compter sur votre
soutien. Cela ne ferait certainement pas de tort dans la démarche.

L'initiative connaît un succès grandissant. J'ai cité le chiffre de 14
millions d'euros d'investissement rien que dans le cinéma l'année
dernière. J'ai participé à plusieurs présentations du tax shelter à des
investisseurs potentiels. Quel que soit le type de film qu'ils prévoient
et quel qu'en soit le budget, tous les réalisateurs sont enthousiastes à
l'idée de pouvoir bénéficier de ce mécanisme, au moins pour une
partie du financement. L'évolution est lente, c'est vrai. Philippe Monfils
avait déposé un texte il y a très longtemps à ce propos. J'ai eu
l'occasion de reprendre cette matière dans le cadre des débats
budgétaires et je suis ravi que, d'année en année, la majorité accepte
de progresser sur le sujet. Cela nous permet d'apporter une aide de
plus en plus importante à la culture et peut-être au sport, comme on
ook omdat de
belastingadministratie proactief te
werk gaat en heel wat initiatieven
nam om de sector te informeren
en ermee te communiceren.

De balansen die aan de Europese
Commissie zullen worden
voorgelegd, zullen ook aan de
Kamer worden meegedeeld.

Wat de evolutie van de regeling
betreft, zou ze eerst tot de
particulieren worden uitgebreid, via
investeringsfondsen beheerd door
fondsenbeheerders die een
tussenschakel zouden vormen ten
aanzien van de producenten. De
mensen uit de sector, die ik naar
aanleiding van het recente festival
in Cannes nog heb ontmoet, leken
vragende partij.

Een tweede mogelijke evolutie is
de uitbreiding naar andere
activiteiten. Vanaf januari volgend
jaar wordt de regeling bij wet al
van toepassing op de audiovisuele
sector en de lange televisiefilm. Ik
heb voorgesteld een uitbreiding
naar de livevoorstellingen en
sportinfrastructuur in overweging
te nemen.

Ik sluit niet uit dat de voorwaarden
inzake de aftrekbaarheid voor de
bedrijven nog zullen worden
verbeterd, maar ik moet eerst alle
fracties kunnen overtuigen.

Het initiatief kent meer en meer
succes. Alle regisseurs zijn voor
dit mechanisme, waardoor we de
culturele, en misschien de
sportsector, meer en meer
middelen kunnen toestoppen,
gewonnen.
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
le fait déjà pour la recherche par des exonérations de précompte
professionnel.
10.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. En effet, l'évolution est lente. L'idée du tax shelter
est depuis longtemps dans les têtes de beaucoup et c'est cette
difficulté de faire se rencontrer le monde de la finance et le monde de
la création qui a certainement fait que cette évolution a été plus lente.
J'entends avec beaucoup d'intérêt les modalités dans lesquelles vous
imaginez l'extension aux particuliers et que des contacts avec les
professionnels sont entamés sur ce point.

En ce qui concerne l'extension aux téléfilms, comptez-vous la
modaliser dans la loi, c'est-à-dire mettre une série de garde-fous
particuliers? Je pense notamment à la problématique des cahiers de
charges des chaînes de télévision en matière de production
télévisuelle, pour laquelle il ne faudrait pas qu'il y ait un doublon
éventuel. Au niveau de l'extension prévue dès janvier 2006, y aura-t-il
un arrêté d'application particulier pour le téléfilm?

Je note également votre intérêt pour l'augmentation, et le mien va
dans le même sens, du plafond de la déductibilité.
10.03 Valérie Déom (PS): Ik heb
met veel belangstelling geluisterd
naar de modaliteiten die u
overweegt met betrekking tot de
uitbreiding tot de particulieren en
naar uw mededeling dat terzake
contacten met de beroepsmensen
werden gelegd.

Bent u van plan bijzondere
beperkingen in te bouwen wat de
uitbreiding tot de televisiefilms
betreft?

Ik neem er tevens nota van dat u
ook aandacht heeft voor het
optrekken van het plafond voor de
aftrekbaarheid.
10.04 Didier Reynders, ministre: En ce qui concerne votre question
complémentaire, je ne vois pas d'inconvénient à tenter d'augmenter le
plafond. Pour ce qui est de l'audiovisuel, la loi prévoit l'entrée en
vigueur et nous allons appliquer le tax shelter de manière tout à fait
ouverte. Si des modalités sont proposées, je les examinerai volontiers
mais je ne voudrais pas que cela freine l'évolution possible.

Je rappelle que le but est de faire en sorte que tous les acteurs du
secteur, pas seulement les comédiens mais aussi les réalisateurs et
techniciens qui sortent de nos écoles, aient de plus en plus d'activités.
Quand je vois aujourd'hui la façon dont explose le monde de la
télévision ­ on l'a vu avec l'opérateur de télécommunications ­, je ne
voudrais pas que cette évolution freine l'accès de nos jeunes sortant
des écoles, notamment de techniciens, dans le cadre du tax shelter.
Pour moi, l'application peut se faire au 1
er
janvier et si je reçois des
propositions de modélisation de la part du secteur, nous les
examinerons. Jusqu'à présent je n'en ai pas reçues.
10.04 Minister Didier Reynders:
Ik heb geen bezwaar tegen
pogingen om dat plafond op te
trekken.

Wat de audiovisuele sector betreft,
ben ik volkomen bereid eventuele
modaliteiten die worden
voorgesteld te onderzoeken, maar
ik zou niet willen dat zulks de
mogelijke evolutie afremt. Het is
de bedoeling dat alle actoren van
de sector almaar meer activiteiten
zouden hebben. Tot dusver heb ik
nog geen voorstellen ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'application
de la TVA au financement d'ASBL à vocation culturelle" (n° 7633)
11 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van BTW op de financering van culturele VZW's" (nr. 7633)
11.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, nous restons dans
le même domaine culturel et cinématographique. En effet, la nouvelle
et récente victoire des frères Dardenne au Festival de Cannes est un
bel exemple de la richesse créative du cinéma belge. Si la Belgique
est un petit pays, ses artistes ont depuis longtemps vu leur réputation,
leur originalité et leur savoir-faire dépasser nos frontières. Nous
venons d'en discuter largement.

Les artistes belges sont, en outre, réputés pour leur capacité à
11.01 Valérie Déom (PS):
Enerzijds tracht de federale
overheid de artistieke schepping
via het tax shelter-systeem te
stimuleren, maar anderzijds legt
ze bij de steun aan de verspreiding
en de promotie niet dezelfde ijver
aan de dag. Zo wordt de
tegenwaarde van de culturele
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
réaliser beaucoup de belles choses avec très peu de moyens;
moyens bien souvent qualifiés par la profession et de manière
commune comme étant des "bouts de chandelle". Si l'on considère
que cette absence de moyens peut se révéler positive par l'obligation
qu'elle engendre en termes de bouillonnement créatif et d'imagination,
elle n'en est pas moins, in fine, un facteur de restriction créatrice car
les idées, la créativité et le talent ne suffisent pas. Construire un projet
culturel nécessite des appuis, un financement, un suivi médiatique et
une logistique.

Dans ce contexte, monsieur le ministre, je m'interroge quant à un
étrange paradoxe: Alors que l'Etat fédéral renforce aujourd'hui son
soutien à la création artistique, à la production via le système du tax
shelter, cette même volonté d'aider les créateurs belges n'est
apparemment pas aussi claire lorsqu'il s'agit non plus d'une aide à la
production mais bien d'un soutien à la diffusion et à la promotion.

Les ASBL de promotion culturelle en général et les festivals
cinématographiques en particulier ont besoin du soutien des pouvoirs
publics, tant pour exister en termes de fonctionnement que pour
mettre en place des événements de promotion. La participation
financière des différents pouvoirs publics prend bien souvent la forme
de contrats de partenariat culturel dans lesquels, en contrepartie du
financement, les ministères ou cabinets ministériels demandent par
exemple une visibilité sur les différents supports annonçant la
manifestation. Il s'agit de la fameuse formule "avec le soutien de".
Cette contrepartie est considérée comme une prestation de service et
est donc soumise à une TVA de 21%. C'est du moins la thèse de
certaines directions régionales TVA.

Il est évident que cette imposition TVA implique une imputation non
négligeable sur le financement public de départ et peut mettre en péril
le difficile équilibre budgétaire de ces ASBL, voire leur viabilité
puisque tout cela intervient évidemment après coup. D'après mes
informations, il semble exister une dissimilitude de traitement par
direction régionale (voire parfois au sein même de celle-ci) de
problématiques similaires en matière de TVA, ce qui place ces ASBL
dans une insécurité juridique et financière certaine.

Je m'interroge quant au fait qu'une aide ou un soutien public apporté
d'une main peut être en partie repris de l'autre. Monsieur le ministre
peut-il me donner son avis quant à cette problématique?

En outre, pour ce qui est du traitement différencié par ressort régional,
à l'instar de ce qui se pratique pour d'autres corps de l'Etat, quelles
mesures comptez-vous prendre pour harmoniser les pratiques?
samenwerkingsovereenkomsten
waarin moet worden vermeld dat
de ministeries of ministeriële
kabinetten hun steun verlenen, als
een dienstverlening beschouwd en
soms aan een BTW-tarief van 21
procent onderworpen. Kan de
minister zijn standpunt over die
problematiek meedelen? Voorts
zouden de gewestelijke directies
de BTW-tarieven in deze sector
elk op hun manier toepassen.
Welke maatregelen zal u nemen
om een en ander te
harmoniseren?
11.02 Didier Reynders, ministre: Madame Déom, tout comme vous,
je suis ravi que les mesures fiscales permettent de développer un
certain nombre d'activités culturelles. Vous avez fait référence aux
films qui ont reçu des palmes. Pour le film des frères Dardennne
ayant reçu la précédente palme d'or, le montage était un peu plus
complexe puisque le financement provenait, notamment, de holdings
luxembourgeois. On peut ainsi constater que le monde de l'argent et
celui de la culture peuvent se rencontrer, même à l'étranger! Depuis
l'instauration du régime tax shelter, des films ont pu être réalisés
grâce à un financement belge et à un tax shelter. Le film "L'Enfant"
que j'ai eu l'occasion de voir à Cannes a été financé pour partie par le
11.02 Minister Didier Reynders:
Als men subsidies toekent zonder
tegenprestatie, is de BTW niet
verschuldigd. De toekenning van
een geldbedrag als tegenprestatie
voor een in het Wetboek beoogde
verrichting moet daarentegen wel
aan de belasting worden
onderworpen in functie van de
aard ervan. Om een BTW-
vrijstelling te verkrijgen, volstaat
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
tax shelter, comme d'autres films présentés en compétition d'ailleurs.

La question que vous posez soulève la délicate distinction entre,
d'une part, l'attribution par un pouvoir public d'un subside de
fonctionnement qui échappe en tant que tel à l'application de la TVA -
solution simple: si l'on octroie simplement un subside sans
contrepartie, l'application de la TVA est évidemment inexistante - et,
d'autre part, l'attribution par ce même pouvoir d'une somme d'argent
en contrepartie d'une opération visée par le Code qui doit alors être
soumise à la taxe en fonction de sa nature. Vous savez que le Code
TVA et son application sont contrôlés par la Commission européenne.
Nous nous devons donc de respecter les distinctions, lorsqu'il y a une
contrepartie.

On ne peut évidemment travailler qu'au départ de cas concrets,
d'éléments de fait et de droit propres à chaque situation, notamment
du contrat de partenariat culturel conclu entre l'association et le
pouvoir public. S'il y a bien un partenariat et une contrepartie (visibilité
ou d'autres éléments), logiquement, la TVA doit s'appliquer. Pour en
éviter l'application, j'avoue qu'il suffit d'en faire un vrai subside plutôt
que d'exiger des contreparties au bénéfice du pouvoir subsidiant.

Pour ce qui concerne mon administration, j'ai demandé que l'on vérifie
l'application identique partout des mêmes règles. Par ailleurs, si vous
avez des cas concrets à soulever, n'hésitez pas à me les faire
connaître, ne fût-ce que par courrier. Je les ferai examiner afin de
vérifier que la TVA a été correctement appliquée dans les différents
cas.
het er een echte subsidie van te
maken, veeleer dan bepaalde
tegenprestaties ten gunste van de
subsidiërende overheid te eisen.

Ik heb gevraagd dat zou worden
nagetrokken of dezelfde regels
overal op identieke manier worden
toegepast. Aarzel niet mij concrete
gevallen waarvan u in kennis werd
gesteld, te melden.
11.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Cependant, le paradoxe vient du fait que ce n'est
pas à la demande des ASBL que l'on conclut des contrats de
partenariat culturel. Ce sont les entreprises publiques qui, n'agissant
pas directement dans leur sphère de compétences, ne peuvent
justifier un subside de fonctionnement. Elles optent alors pour cette
solution, via des contrats de partenariat culturel. Cela reste en
quelque sorte un subside. La difficulté réside surtout dans le fait que
ce type de vérification est effectué a posteriori. A ce moment plane,
comme je l'ai souligné, une insécurité juridique et financière difficile à
gérer. Je ne manquerai pas de vous transmettre un cas concret sur
ce point.
11.03 Valérie Déom (PS): De
paradox schuilt in het feit dat
contracten van cultureel
partnership niet op verzoek van de
VZW's worden gesloten. Het zijn
de overheidsbedrijven die geen
werkingssubsidies kunnen
rechtvaardigen. De moeilijkheid
schuilt erin dat dat soort controles
a posteriori wordt verricht. In dat
geval is er sprake van
rechtsonzekerheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Chers collègues, deux mots sur l'ordre des travaux. Je vous propose d'entendre encore les
quatre questions de M. Chabot. Nous aurons ainsi épuisé le temps imparti pour ce matin.
12 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
déduction de la TVA des frais d'organisation d'un événement" (n° 7582)
12 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW-aftrek op de kosten van het organiseren van een evenement" (nr. 7582)
12.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il me revient que votre administration n'accepte pas la
déduction de la TVA supportée lors de l'organisation d'une journée
"portes ouvertes", d'une soirée-événement ou d'un cocktail où des
clients sont invités. Ces frais sont, semble-t-il, considérés comme des
12.01 Jacques Chabot (PS): Uw
administratie verwerpt de aftrek
van de BTW die naar aanleiding
van een open dag, een feestje of
een cocktailparty waarop klanten
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
frais de réception n'ouvrant pas droit à la déduction de la TVA en
amont et cela, même si ces dépenses sont souvent effectuées à des
fins publicitaires.

Cette question a donné lieu à de nombreux litiges. Selon M. Lionel
Wielemans, "les tribunaux admettent de plus en plus fréquemment
que la TVA supportée lors de l'organisation d'un événement puisse
être déduite en raison du caractère publicitaire et professionnel des
frais". Dans un arrêt rendu le 8 avril 2005, la Cour de cassation estime
que la notion de frais de réception, pour lesquels la TVA n'est pas
déductible, doit être limitée aux frais de réception et d'agrément qui
visent à créer une bonne atmosphère pour les clients et les visiteurs.
En revanche, la TVA supportée sur ces coûts est déductible dès que
ceux-ci ont un objectif publicitaire visant à promouvoir les ventes de
produits déterminés.

Président: Luc Gustin.
Voorzitter: Luc Gustin.

Dès lors mes questions sont les suivantes:

- Quelle est la position de l'administration de la TVA à la suite de cet
arrêt de la Cour de cassation?
- Les sociétés pourront-elles se baser sur la définition donnée par la
Cour en vue de garantir la déduction de la TVA lors de l'organisation
d'un événement?
- Ces sociétés peuvent-elles obtenir la garantie d'une sécurité
juridique en cette matière?
- Quelles mesures seront prises par votre département vis-à-vis des
cas où la TVA n'a pas été déduite dans le passé?
- L'arrêt de la Cour de cassation sera-t-il applicable avec effet
rétroactif?
- Enfin, quelles sont les instructions données à ce sujet à vos services
de la taxation et du contentieux pour les dossiers et litiges en cours?
worden uitgenodigd, wordt
betaald. Die kosten worden als
kosten van onthaal aangemerkt,
waarvoor geen BTW-aftrek
mogelijk is, ook al gebeuren die
uitgaven met reclamedoeleinden.

In een arrest van 8 april 2005
oordeelt het Hof van Cassatie dat
het begrip "kosten van onthaal",
waarvoor geen BTW-aftrek
mogelijk is, moet worden beperkt
tot de uitgaven voor ontspanning
en representatie zonder dat een
ander voordeel wordt nagestreefd
dan het creëren van een
algemeen gunstige atmosfeer ten
overstaan van de onderneming.
De BTW op die kosten kan
daarentegen wel in mindering
worden gebracht indien ze met
reclamedoeleinden werden
gemaakt en het de bedoeling is de
verkoop van bepaalde producten
aan te zwengelen.

Welk standpunt neemt de BTW-
administratie naar aanleiding van
dit arrest van het Hof van Cassatie
in? Mogen de vennootschappen
zich op de door het Hof gegeven
definitie baseren en kunnen ze er
dus zeker van zijn dat de naar
aanleiding van de organisatie van
evenementen betaalde BTW in
mindering kan worden gebracht?

Welke maatregelen zal uw
departement nemen in de dossiers
waarin de BTW in het verleden
niet in aftrek werd gebracht? Zal
het arrest met terugwerkende
kracht worden toegepast? Welke
onderrichtingen kregen uw
diensten met betrekking tot de
hangende dossiers en
betwistingen?
12.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, comme je l'ai déjà signalé dans ma réponse à une
interpellation du sénateur Van den Bergh, l'administration s'incline
devant la décision de la Cour de cassation de ne pas considérer
comme frais de réception, au sens de l'article 45, §3, 4° du Code, les
frais exposés par une entreprise pour la promotion de produits
déterminés dans des circonstances soumises à l'appréciation de cette
cour.

J'attire toutefois votre attention sur le fait que seul l'article 45, §3, 4°
12.02 Minister Didier Reynders:
De administratie legt zich neer bij
de beslissing van het Hof van
Cassatie om de kosten die door
een bepaald bedrijf werden
gemaakt voor de promotie van
producten in de omstandigheden
waarover het Hof zich moest
uitspreken, niet als kosten van
onthaal in de zin van artikel 45, §3,
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
du Code de la TVA ayant été invoqué devant la cour d'appel,
l'examen de la Cour de cassation s'est dès lors limité à la pertinence
de cette disposition. A cet égard, il n'en reste pas moins que, sous
réserve des exceptions qu'il prévoit, l'article 45, §3, 3° du code précité
exclut du droit à déduction la TVA grevant les frais de logement, de
nourriture et de boissons, au sens de l'article 18, §1, alinéa 2, 10° et
11°. Compte tenu de cette disposition explicite, même si des frais
exposés dans le but de promouvoir un produit ou un service
déterminé ne peuvent être considérés comme des frais de réception
au sens de l'article 45, §3, 4° du Code, le droit à déduction de la taxe
est exclu dans la mesure où ces frais sont visés par l'article 45, §3, 3°
précité.

Il résulte de ce qui précède que les assujettis peuvent invoquer les
effets de l'arrêt susmentionné, également pour le passé, s'ils peuvent
démontrer que les frais exposés ne tombent pas dans le champ
d'application de l'article 45, §3, 3° ou 4° du Code de la TVA et dans la
mesure où le délai d'exercice du droit à déduction n'est pas expiré.

Les instructions seront données sous peu aux services de taxation et
du contentieux; elles iront évidemment dans ce sens.
4° aan te merken.

Ik wijs er echter op dat het
onderzoek van het Hof van
Cassatie zich beperkte tot de
relevantie van artikel 45 § 3, 3°,
aangezien enkel dit artikel voor het
Hof werd aangevoerd. Het arrest
doet dus geen afbreuk aan artikel
45, §3, 3°, dat, onder voorbehoud
van de opgesomde
uitzonderingen, bepaalt dat de
belasting ter zake van kosten van
logies, spijzen en dranken niet
voor aftrek in aanmerking komt.
Zelfs indien de kosten voor de
promotie van een bepaald product
of een bepaalde dienst niet als
kosten van onthaal in de zin van
artikel 45 §3, 4° kunnen worden
aangemerkt, blijft het recht op
aftrek op grond van artikel 45 §3,
3° uitgesloten.

De BTW-plichtigen kunnen zich
bijgevolg op het arrest beroepen,
ook voor het verleden, indien ze
kunnen aantonen dat de gemaakte
kosten niet onder de toepassing
van artikel 45 §3, 3° van het BTW-
Wetboek vallen en op voorwaarde
dat de termijn waarbinnen het
recht op aftrek kan worden
uitgeoefend, niet is verstreken.

We zullen eerlang instructies in die
zin aan de taxatie- en de
geschillendiensten geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'année de
référence à prendre en considération pour la taxation distincte des arriérés et des indemnités de
dédit" (n° 7583)
13 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
referentiejaar dat in aanmerking moet worden genomen voor de afzonderlijke aanslag van de
achterstallen en de opzeggingsvergoedingen" (nr. 7583)
13.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, conformément à l'article 171, 5° du Code des impôts sur les
revenus, les arriérés et les indemnités de dédit peuvent être imposés
au taux d'imposition moyen applicable au revenu net imposable
globalement de la dernière année où le contribuable a exercé une
activité professionnelle normale.

L'interprétation donnée à ce que constitue une activité professionnelle
"normale" provoque encore des controverses quant au choix de
13.01 Jacques Chabot (PS): De
achterstallen en de
opzeggingsvergoedingen kunnen
worden belast tegen de
gemiddelde aanslagvoet met
betrekking tot het geheel van de
belastbare inkomsten van het
laatste vorige jaar waarin de
belastingplichtige een normale
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
l'année de référence à considérer.

Selon la Cour de cassation, dans son arrêt du 12 juin 1992, l'année
de l'arrêt de l'activité pour cause de départ à la pension ne peut pas
être considérée comme une année d'activité professionnelle normale.

Quelle est la position administrative à ce sujet et qu'en est-il si le
contribuable exerce par la suite une activité autorisée en tant que
pensionné?

Le choix de l'année de référence pose également problème quand il y
a des revenus étrangers. Une année au cours de laquelle un
contribuable, qui bénéficiait durant cette année du statut de non-
résident, a obtenu uniquement des revenus étrangers peut-elle servir
ou non d'année de référence et pourquoi?

Alors que la réforme fiscale prévoit un décumul, par exemple pour le
calcul de la réduction d'impôt sur les pensions et les revenus de
remplacement, rien n'est prévu en ce qui concerne un mode de calcul
"décumulé" du taux moyen d'imposition des arriérés et des
indemnités de dédit. Non seulement ce système semble paradoxal,
mais il peut porter préjudice au contribuable. Votre département va-t-il
remédier à cette situation qui me paraît injuste? Comment et dans
quel délai?
beroepswerkzaamheid heeft
gehad. Over de betekenis die aan
dat begrip moet worden gegeven,
lopen de meningen nog steeds
uiteen.

Volgens het Hof van Cassatie kan
het jaar waarin de
beroepswerkzaamheid wordt
stopgezet omdat betrokkene met
pensioen gaat, niet als een jaar
met een normale
beroepswerkzaamheid worden
aangemerkt.

Wat is het standpunt van de
administratie daaromtrent? Wat
als de belastingplichtige achteraf
nog werkt in het raam van de
toegelaten arbeid voor
gepensioneerden?

Kan een jaar waarin de
belastingplichtige het statuut van
niet-inwoner had en enkel over
buitenlandse inkomsten beschikte
als referentiejaar dienen?
Waarom (niet)?

Er bestaat geen "gedecumuleerde"
berekeningsmethode voor de
gemiddelde aanslagvoet van de
achterstallen en de
opzeggingsvergoedingen. Zal uw
departement een einde maken
aan die onrechtvaardigheid? Hoe
en op welke termijn?
13.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, par dernière année antérieure pendant laquelle le
contribuable a eu une activité professionnelle normale, il y a en
principe lieu d'entendre l'année antérieure la plus rapprochée au
cours de laquelle l'intéressé a effectivement exercé pendant douze
mois une activité professionnelle normale.

Toutefois, compte tenu des difficultés d'appréciation quant au
caractère normal d'une activité professionnelle, l'administration retient
généralement l'année antérieure la plus rapprochée au cours de
laquelle l'intéressé a recueilli pendant douze mois des revenus
professionnels imposables, quelle que soit leur nature, qui ont été
imposés à l'impôt des personnes physiques au taux d'imposition
progressif ou qui auraient été imposés si l'intéressé avait été soumis à
cet impôt.

Le fait que ce revenu professionnel comprenne aussi des pensions
imposables ne préjudicie pas à cette règle qui, faut-il le signaler, est
généralement favorable au contribuable.
13.02 Minister Didier Reynders:
Onder het "laatste vorige jaar
waarin de belastingplichtige een
normale beroepswerkzaamheid
heeft gehad", moet worden
verstaan het meest nabije vorige
jaar waarin de belastingplichtige
daadwerkelijk gedurende twaalf
maanden een normale
beroepswerkzaamheid heeft
gehad.

In het licht van de
interpretatiemoeilijkheden kiest de
administratie meestal voor het
meest nabije vorige jaar waarin de
betrokkene gedurende twaalf
maanden een belastbaar
beroepsinkomen had, van welke
aard ook, dat in de
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Toutefois, lorsqu'un contribuable est en mesure de faire valoir une
dernière année antérieure complète durant laquelle il a exercé une
activité professionnelle normale, c'est bien celle-ci qu'il y a lieu de
retenir comme année de référence.

Si le contribuable n'a recueilli pendant l'année de référence, cette
dernière année durant laquelle il a eu une activité professionnelle
normale, que des revenus professionnels pour lesquels l'impôt des
personnes physiques n'est pas applicable, par exemple des revenus
professionnels perçus par un non-résident, le taux à prendre en
considération est celui qui aurait été appliqué si l'intéressé avait été
assujetti à cet impôt pour la même année.

Enfin, dans le cadre du décumul des revenus des conjoints, chaque
contribuable bénéficiera séparément des dispositions relatives à la
taxation distincte de certains revenus, dont notamment les arriérés et
les indemnités de dédit. Dans ce contexte, chaque contribuable
disposera de son propre taux d'imposition.
personenbelasting aan de
progressieve aanslagvoet wordt
belast, of dat als dusdanig zou zijn
belast indien betrokkene aan die
belasting onderworpen zou zijn
geweest.

Het feit dat ook belastbare
pensioenen deel uitmaken van dat
beroepsinkomen, doet geen
afbreuk aan die regel.

Indien een belastingplichtige
echter in staat is het bewijs te
leveren van een laatste volledig
vorig jaar waarin hij een normale
beroepswerkzaamheid heeft
uitgeoefend, moet dat jaar als
referentiejaar in aanmerking
worden genomen.

Indien de belastingplichtige tijdens
het referentiejaar enkel
beroepsinkomsten had die niet
aan de personenbelasting zijn
onderworpen, bij voorbeeld
beroepsinkomsten van een niet-
inwoner, wordt de aanslagvoet
toegepast die zou zijn toegepast
indien de belastingplichtige aan
die belasting onderworpen zou zijn
geweest.

In het geval van een decumulatie
van de inkomsten van de
echtgenoten, maakt elke
belastingplichtige aanspraak op de
afzonderlijke aanslag van
bepaalde inkomsten, onder meer
van de achterstallen en de
opzeggingsvergoedingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les frais de
voiture déraisonnables" (n° 7584)
14 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"onredelijke autokosten" (nr. 7584)
14.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'article 53, 10°, du Code des impôts sur les revenus stipule
que ne sont pas admis en déduction tous les frais qui dépassent de
manière déraisonnable les besoins professionnels. Les litiges en cette
matière concernent le plus souvent les frais de voiture. En effet, votre
administration considère que les frais de voiture sont déraisonnables
lorsqu'ils dépassent de 50% l'indemnité kilométrique que les pouvoirs
publics accordent à leurs fonctionnaires sur base de l'arrêté royal du
14.01 Jacques Chabot (PS):
Artikel 53, 10° van het Wetboek
van de Inkomstenbelastingen
bepaalt dat alle kosten in zover
deze op onredelijke wijze de
beroepsbehoeften overtreffen, niet
als beroepskosten worden
aangemerkt. Uw administratie gaat
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
18 janvier 1965.

Selon Maître Thierry Litannie dans "Le Soir" du 18 juin 2005, cette
position administrative est sans valeur légale et contraire au texte
légal, lequel lui impose de démontrer au cas par cas le caractère
déraisonnable des frais.

Quelle est la position de votre département à ce sujet?

Cette théorie administrative étant souvent condamnée par la
jurisprudence, et notamment par l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles
du 10 mars 2005, des instructions ont-elles été données à vos
services?

Ceux-ci vont-ils abandonner ce critère vague et inadapté selon
certains, qui est celui d'un coût kilométrique supérieur à une fois et
demi l'indemnité kilométrique des fonctionnaires?

Au contraire, la disposition légale pourrait-elle être modifiée pour
légitimer la position administrative?

Je vous remercie.
ervan uit dat de autokosten
onredelijk zijn wanneer zij de
kilometervergoeding die de
overheden aan hun ambtenaren
toekennen met 50% overschrijden.

Volgens Meester Thierry Litannie
is dat standpunt van de
administratie strijdig met de wet,
die haar ertoe verplicht het
onredelijk karakter van de kosten
geval per geval aan te tonen. Wat
is het standpunt van uw
departement dienaangaande?
Werden aan uw diensten
instructies gegeven, aangezien die
stelling van de administratie vaak
door de rechtspraak wordt
veroordeeld? Zullen die diensten
van dat vaag en onaangepast
criterium afstappen? Of zou de
wetsbepaling integendeel kunnen
worden gewijzigd om het
standpunt van de administratie te
legitimeren?
14.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, conformément à l'article 53, 10°, du Code des impôts sur les
revenus de 1992, ne sont pas déductibles les frais qui dépassent de
manière déraisonnable les besoins professionnels, à savoir les frais
qui, bien qu'exposés à l'occasion ou en raison de l'activité
professionnelle du contribuable, n'en revêtent pas moins un caractère
excessif, en ce sens qu'ils sont plutôt inspirés par le désir ou le souci
d'afficher un certain standing, de mener un certain train de vie,
d'entretenir des relations sociales ou mondaines d'un certain niveau,
etc. L'appréciation du caractère déraisonnable des frais est fondée
sur des éléments tant qualitatifs que quantitatifs propres à chaque
cas.

En ce qui concerne les frais de voiture utilisée à de fins
professionnelles, la détermination du coût kilométrique constitue
certes un élément important d'appréciation. Dans ce contexte, le
contribuable a toutefois toujours la possibilité d'invoquer des
circonstances qui justifieraient un coût supérieur à une fois et demi
l'indemnité kilométrique prévue par l'arrêté royal du 18 janvier 1965
portant réglementation générale en matière de frais de parcours du
personnel de l'Etat: grosse réparation, vétusté du véhicule, durée
d'utilisation du véhicule, etc. En tout état de cause, ce critère
quantitatif doit, chaque fois que cela est possible, être complété par
un ou plusieurs critères qualitatifs à dégager en ayant égard au
secteur d'activité du contribuable et aux possibilités que ce secteur
offre en matière de production de revenus imposables.

Je vous avoue que je ne vois pas la nécessité d'adapter la disposition
légale précitée si on respecte ces critères d'interprétation.
14.02 Minister Didier Reynders:
Kosten die de beroepsbehoeften
op onredelijke wijze overtreffen,
zijn niet aftrekbaar. Het betreft met
name kosten die, hoewel zij
werden gemaakt naar aanleiding
van of wegens de beroepsactiviteit
van de belastingplichtige, veeleer
zijn ingegeven door het streven
om een zekere standing ten toon
te spreiden. De beoordeling met
betrekking tot het onredelijk
karakter van de kosten stoelt op
kwalitatieve en kwantitatieve
elementen die eigen zijn aan elk
geval.

Met betrekking tot de kosten van
het autogebruik voor
beroepsdoeleinden, is de
vaststelling van de kosten per
kilometer een belangrijk
beoordelingselement, maar de
belastingplichtige beschikt altijd
over de mogelijkheid om zich te
beroepen op omstandigheden die
kosten rechtvaardigen ten belope
van anderhalve keer de
kilometervergoeding: grote
herstellingskosten, de slechte
staat van het voertuig, de
gebruiksduur van het voertuig,
29/06/2005
CRIV 51
COM 665
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
enz. Telkens wanneer dat mogelijk
is, moet dat kwantitatief criterium
worden aangevuld met een of
verscheidene kwalitatieve criteria
die moeten worden vastgesteld
rekening houdend met de
activiteitssector van de
belastingplichtige.

Als die interpretatiecriteria in acht
worden genomen, zie ik de
noodzaak van een aanpassing van
de wetsbepaling niet in.
14.03 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'application de la 'règle du million' à l'impôt des sociétés" (n° 7585)
15 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
toepassing van de 'miljoenregel' op de vennootschapsbelasting" (nr. 7585)
15.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le taux normal de l'impôt des sociétés est aujourd'hui de
33% si on ne tient pas compte de la contribution complémentaire de
crise. Cependant, certaines sociétés peuvent bénéficier de taux
réduits. La loi du 28 décembre 1992 a fait figurer la "règle du million"
parmi les conditions à remplir pour bénéficier des taux réduits. La
raison d'être de cette disposition tenait au fait que bon nombre de
sociétés avaient été constituées pour permettre à leurs associés de
réduire le montant de leurs impôts et de leurs cotisations sociales.
Dès lors, soit la société versait à l'un de ses dirigeants une
rémunération d'au moins un million de francs belges soit elle était
exclue du taux réduit à l'impôt des sociétés.

La loi du 8 janvier 2004 a converti le million en euros: actuellement, le
montant est de 30.000 euros pour l'exercice d'imposition 2006. Mais
la doctrine regrette l'impact économique de cette règle fiscale. Ainsi,
M. Jean-Pierre Bours, maître de conférences à l'Université de Liège,
estime que cette majoration du million est critiquable. Au moment
même où la législation prétend favoriser les PME en les définissant
précisément comme étant les sociétés pouvant bénéficier des taux
réduits, elle limite leurs possibilités de bénéficier de ces taux plus
modérés. Ces propos sont tirés de "L'Écho de la Bourse" du 24 mai
2005.

Voici mes questions. Quelle est la position de votre département à ce
sujet? L'application conjointe de la "règle du million" et du principe
d'attraction n'induit-elle pas des conséquences contraires à la volonté
du législateur? Après avoir rendu un arrêt sur ce sujet à la date du 1
er
mars 2001, la Cour d'arbitrage vient d'édicter quelques principes dans
un accord-arrêt du 16 février 2005. Selon vos services, l'article 215,
alinéa 3, 4
o
du Code de l'impôt sur les revenus peut-il désormais être
interprété de telle manière que le terme "rémunérations" comprend
l'ensemble des rémunérations à charge d'une société perçues par les
dirigeants d'entreprise, et cela qu'il s'agisse de rémunérations de
15.01 Jacques Chabot (PS):
Sommige vennootschappen
genieten een lagere aanslagvoet.
Daartoe moeten zij aan de
zogenaamde "regel van 1 miljoen"
voldoen. Voor het boekjaar 2006
werd dat bedrag van 1 miljoen
(oude Belgische franken) in
30.000 euro omgezet. Die
verhoging heeft een tegenstrijdig
effect: enerzijds wordt de
wetgeving geacht de KMO's
voordelen te bieden, anderzijds
beperkt ze hun mogelijkheden om
die lagere aanslagvoet te kunnen
genieten. Welk standpunt neemt
uw departement terzake in? Heeft
de gelijktijdige toepassing van de
"regel van 1 miljoen" en het
attractiebeginsel geen gevolgen
die tegen het voornemen van de
wetgever indruisen? Wat verstaat
men onder de term "bezoldiging"?
Hebt u met de federale en
gewestelijke ministers van
Economie en Werk contact
genomen?
CRIV 51
COM 665
29/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
dirigeants d'entreprise au sens de l'article 32 du Code ou de
rémunérations de travailleurs au sens de l'article 31?

Une circulaire administrative à ce sujet est-elle rédigée ou le sera-t-
elle? Enfin, des contacts ayant pour objet cette problématique ont-ils
été pris par votre département avec les ministres fédéraux et
régionaux de l'Économie et de l'Emploi?
15.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Chabot, comme vous le précisez la "règle du million" est une mesure
anti-abus que le législateur a cru devoir actualiser.

Cela étant, il est toutefois rappelé que si la rémunération n'atteint pas
30.000 - exercice d'imposition 2006 -, il suffit que cette
rémunération à charge du résultat de la période imposable soit égale
ou supérieure au revenu imposable de la société. On peut toujours
travailler avec d'autres références, mais cela dépend du revenu de la
période imposable de la société concernée.

En ce qui concerne votre deuxième question, la réponse est négative
puisque dans la plupart des situations, le principe d'attraction permet
d'atteindre plus facilement la rémunération minimale imposée à
l'article 215, alinéa 3, 4° du CIR 92.

L'administration admet, à la suite de l'arrêt de la Cour d'arbitrage du
16 février 2005 que la rémunération accordée à un travailleur, qui
exerce un mandat gratuit de dirigeant d'entreprise, entre en ligne de
compte pour l'application de la disposition susvisée.

J'ai effectivement chargé mon administration de rédiger une circulaire
administrative en la matière. Vous pourrez en prendre connaissance
dès qu'elle m'aura fait parvenir ce texte.

Cette problématique ne relève pas de la compétence de mes
collègues fédéraux et régionaux de l'Economie et de l'Emploi.
Toutefois, je vous confirme que je suis toujours disposé à prendre en
compte leurs observations ou propositions. Mais il me semble
qu'aucun contact spécifique n'ait été organisé ni demandé d'ailleurs
par les ministres concernés.
15.02 Minister Didier Reynders:
De wetgever heeft het nodig
geacht de zogenaamde "regel van
1 miljoen", die misbruiken moet
voorkomen, te actualiseren. Ik wil
er evenwel aan herinneren dat,
indien de bezoldiging minder dan
30.000 euro bedraagt, het volstaat
dat die bezoldiging, die ten laste
van het resultaat van de
belastbare periode valt, gelijk is
aan het bedrijfsinkomen of het
overstijgt. In de meeste gevallen
kan de minimale belaste
bezoldiging dankzij het
attractiebeginsel makkelijker
worden bereikt. De administratie
erkent dat de bezoldiging die wordt
toegekend aan een werknemer die
kosteloos het mandaat van
bedrijfsleider uitoefent, voor de
toepassing van voornoemde
bepaling in aanmerking komt.

Ik heb mijn administratie gelast
een administratieve omzendbrief
terzake op te stellen. U zal er
kennis van kunnen nemen van
zodra de tekst beschikbaar is. Al
ben ik bereid met mijn federale en
gewestelijke collega's van
Economie en Werk contact op te
nemen, toch wil ik erop wijzen dat
deze materie niet onder hun
bevoegdheid valt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 12.39 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.39 uur.