CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 663
CRIV 51 COM 663
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
28-06-2005
28-06-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellations et questions jointes de
1
Samengevoegde interpellaties en vragen van
1
- Mme Nathalie Muylle à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme de la
politique sucrière européenne" (n° 619)
1
- mevrouw Nathalie Muylle tot de minister van
Middenstand en Landbouw over "de hervorming
van het Europees suikerbeleid" (nr. 619)
1
- M. Koen Bultinck à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme de la
politique sucrière européenne" (n° 624)
1
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Middenstand en Landbouw over "de hervorming
van het Europees suikerbeleid" (nr. 624)
1
- M. Jacques Chabot à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme du
secteur sucrier européen" (n° 7648)
1
- de heer Jacques Chabot aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de hervorming
van de Europese suikersector" (nr. 7648)
1
Orateurs: Nathalie Muylle, Koen Bultinck,
Jacques Chabot, Sabine Laruelle
, ministre
des Classes moyennes et de l'Agriculture
Sprekers: Nathalie Muylle, Koen Bultinck,
Jacques Chabot, Sabine Laruelle
, minister
van Middenstand en Landbouw
Motions
11
Moties
11
Orateurs: Sabine Laruelle, ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture, Koen
Bultinck
Sprekers: Sabine Laruelle, minister van
Middenstand en Landbouw, Koen Bultinck
Question de Mme Greet van Gool à la ministre
des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
problématique des faux indépendants dans le
secteur de la construction" (n° 7436)
12
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Middenstand en Landbouw over "de
problematiek van de schijnzelfstandigen in de
bouwsector" (nr. 7436)
12
Orateurs: Greet van Gool, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture, Trees Pieters
Sprekers: Greet van Gool, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw,
Trees Pieters
Questions jointes de
15
Samengevoegde vragen van
15
- Mme Trees Pieters à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "l'état
d'avancement de la réforme de la loi sur les
soldes" (n° 7543)
15
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de stand van
zaken betreffende de hervorming van de
koopjeswet" (nr. 7543)
15
- M. Melchior Wathelet à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "la fixation de la
date du début des soldes" (n° 7674)
15
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "het bepalen van
het begin van de koopjesperiode" (nr. 7674)
15
Orateurs: Trees Pieters, Melchior Wathelet,
président du groupe cdH, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Melchior Wathelet,
voorzitter van de cdH-fractie, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'assujettissement des administrateurs non actifs
au statut des indépendants" (n° 7551)
19
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
onderwerping van de niet-actieve bestuurders aan
het zelfstandigenstatuut" (nr. 7551)
19
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le statut
du conjoint aidant et l'état d'avancement des
modifications" (n° 7650)
20
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "het statuut
van de meewerkende echtgenoot en de stand van
zaken inzake de aanpassingen" (nr. 7650)
20
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture, Georges Lenssen
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw,
Georges Lenssen
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
28
JUIN
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
28
JUNI
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.38 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.38 heures par M. Paul Tant, président.
01 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- mevrouw Nathalie Muylle tot de minister van Middenstand en Landbouw over "de hervorming van
het Europees suikerbeleid" (nr. 619)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van Middenstand en Landbouw over "de hervorming van het
Europees suikerbeleid" (nr. 624)
- de heer Jacques Chabot aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de hervorming van de
Europese suikersector" (nr. 7648)
01 Interpellations et questions jointes de
- Mme Nathalie Muylle à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme de la
politique sucrière européenne" (n° 619)
- M. Koen Bultinck à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme de la
politique sucrière européenne" (n° 624)
- M. Jacques Chabot à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la réforme du secteur
sucrier européen" (n° 7648)
01.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, een jaar geleden ben ik als nieuw parlementslid
binnengekomen in dit Huis en mijn eerste uiteenzetting was een
interpellatie, mevrouw de minister, aan u in verband met het
suikerbeleid. We zijn een jaar verder vandaag. Ik had gehoopt dat ik
beter nieuws zou kunnen brengen, maar vandaag moet ik helaas
opnieuw interpelleren over het suikerbeleid.

Vorig jaar in de zomer heeft commissaris Fischer een hervorming van
het suikerbeleid aangekondigd. In haar voorstel sprak zij van een
daling van de suikerprijs van 33 procent en een daling van de
bietenprijs van 39 procent. Daarenboven moesten ook de quota met
16 procent gereduceerd worden. In dit vorige voorstel zat ook dat het
inkomensverlies voor 60 procent zou gecompenseerd worden door de
MTR-toeslagrechten. Deze aangekondigde hervormingen waren
01.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Au cours de l'été 2004, la
commissaire européenne Mme
Fischer Boel a annoncé une
nouvelle politique sucrière, qui a
rencontré une vive résistance de la
part du secteur. Le 22 juin dernier,
elle a dès lors fait une nouvelle
proposition, mais celle-ci semble
encore plus radicale que la
précédente. Cette proposition
prévoit une diminution du prix
minimum du sucre de 39% et de la
betterave, de 43%. La perte de
revenus sera compensée à 60%
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
echter nog maar een voorproef.

Het vorige voorstel was echt onaanvaardbaar voor de sector. We
hebben dat allemaal gehoord in de betogingen vorig jaar en in de
acties die er geweest zijn in het najaar.

Mevrouw de minister, ik heb de indruk dat het nieuwe voorstel nog
veel onaanvaardbaarder is voor de sector. Op 22 juni heeft
commissaris Fischer Boel, vooral onder druk van een definitieve
veroordeling van de WTO na aanklachten door Brazilië, Australië en
Thailand, haar nieuw voorstel voorgelegd. De details van het voorstel
waren al enkele weken ervoor bekend, ook in de media.

Dit nieuwe voorstel gaat eigenlijk nog een heel stuk verder. Het
nieuwe voorstel spreekt vandaag over een prijsdaling van de suiker
van 39 procent en een minimumprijs van de bieten die 43 procent zou
moeten dalen. Ze blijft echter wel behouden dat 60 procent daarvan
zou gecompenseerd kunnen worden via rechtstreekse
inkomenssteun, die dan in principe zou ontkoppeld worden en
opgenomen worden in de MTR-bedrijfspremie.

Hoe zal dat allemaal verdergaan? Ik had begrepen, mevrouw de
minister, dat de modaliteiten en referentiejaren nog allemaal moeten
vastgelegd worden, maar dat hier ook de lidstaten heel wat
tussenkomsten en voorstellen in zouden kunnen doen.

Er zijn de prijzen, maar dat is nog niet alles.

Er zitten ook nieuwigheden in het voorstel die we voordien nog niet
hebben gehoord. Waar de minister de eerste jaren niet aan wil raken,
is de daling van de quota. Ze wil wel nog eens een heffing van 125
euro per ton opleggen die gedeeltelijk door de bietenplanters en de
suikerfabrieken zal moeten worden betaald. Vanuit de sector en
vanuit mijn partij ziet men dat als een verdoken prijsdaling. Zij wil dit
doen om de quota-opkoopregeling te financieren die zij voorziet
gedurende vier jaar na de intrede van het voorstel.

In het voorstel staat ook, mevrouw de minister, dat er ophaalkosten
zullen worden aangerekend. In België bedraagt de gemiddelde
afstand tussen de suikerfabriek en het landbouwbedrijf 30 kilometer,
enkele rit. Dit zijn weer bijkomende kosten voor de bietenboeren.

Mevrouw de minister, ik wil nog even terugkomen op de quota. In het
nieuwe voorstel wil men de quota behouden. In het vorige voorstel
was er nog sprake van een daling met 16%. De commissaris voorziet
in een vrijwillige opkoopregeling gedurende vier jaar die door de
sector zelf zal moeten worden betaald. Daarbij wil zij ook nog eens
een miljoen ton op de markt brengen en dit op basis van de C-
suikerproductie die er in het verleden was. Het is de bedoeling om de
quota op te kopen met het geld dat daarvoor moet worden betaald.

Mevrouw de minister, ik vind dit persoonlijk de wereld op zijn kop
zetten. Als ik het nieuwe voorstel lees, gaat de commissaris uit van
heel sterke prijsdalingen op het niveau van de suiker en de bieten. De
Europese Commissie wil het productieaanbod beheersen. In haar
huidig voorstel gebeurt dit door de prijzen te verlagen en niets aan de
quota te doen. Ik vind dit niet correct. Wij zijn altijd een grote
voorstander geweest van het verminderen van de quota en het
par la prime d'exploitation MTR
(Mid Term Review), mais un
nouveau prélèvement de 125
euros par tonne, à payer
partiellement par l'industrie
sucrière et betteravière, ainsi
qu'une taxe sur la collecte, sont
instaurés.

Les quotas ne seront par contre
pas réduits au cours des
premières années à venir. La
commissaire préfère un règlement
d'achat volontaire pendant quatre
ans, à payer par le secteur lui-
même. La Commission veut
maîtriser la production en
diminuant les prix plutôt qu'en
adaptant les quotas. Nous
estimons que cette procédure
n'est pas correcte et nous
préférons un prix de référence
équitable pour le sucre, combiné à
une diminution des quotas. Par
ailleurs, si la production n'a pas
diminué pour 2015, une adaptation
des quotas sera encore instaurée.

La proposition est également
muette à propos de la production
de bioéthanol. Nos producteurs de
sucre pourront fournir la totalité
des matières premières
nécessaires dans deux à trois ans.

La proposition Fischer Boel
produira également des effets
néfastes pour le Tiers monde. Elle
n'offre en effet aucune solution
pour le commerce triangulaire
entre l'Europe, les pays les moins
développés et le Brésil. Nous
courons le risque que les pays les
moins développés offriront leur
sucre sur le marché européen à
partir de 2009 et importeront eux-
mêmes du sucre du Brésil.

Les betteraviers européens seront
évincés du marché. La
Commission refuse de modifier
l'initiative EBA et les ministres des
Relations extérieures ne veulent
pas que l'offre des pays moins
avancés (PMA) soit limitée. La
nouvelle proposition profite
exclusivement aux multinationales,
et non aux cultivateurs et aux
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
behoud van een faire referentieprijs voor de suiker.

Wat doen wij nu? Wij voeren een heel sterke verlaging door, zowel
van de bietenprijs als van de suikerprijs. Wij gaan de quota
behouden, maar wat staat er in het voorstel? Als blijkt dat er in 2015
toch geen beperking komt van het productieaanbod, dan gaan wij
toch nog lineair de quota laten dalen.

Ik vind dit een zeer slecht voorstel. Het is de wereld op zijn kop zetten.
Als men vandaag iets wil doen aan het productieaanbod, dan moet
men iets doen aan de quota, maar niet door de prijzen te verlagen en
dan nog de stock van de quota achter de hand te houden.

Mevrouw de minister, ik vind dit voorstel een gemiste kans. Ik ben
gisterenavond naar een zeer interessante studieavond geweest rond
biobrandstoffen. Wetenschappers vertelden daar dat vandaag in het
hele suikerareaal 9% van de volledige tonnage in de C-suiker zit. Nu
blijkt dat hetzelfde tonnage, 9%, ook de input zal zijn die binnen
enkele jaren ­ de wetenschappers spraken over 2 à 3 jaar ­ perfect
hier in België door onze bietenboeren zal kunnen worden geleverd, in
het kader van de productie van bio-ethanol. Die voorstellen en die
suggesties zie ik helemaal niet in het voorstel. Men handelt zeer
drastisch door onmiddellijk heel sterke prijsdalingen voor te leggen.

Niet alleen voor onze bietenboeren, maar ook voor de bietenboeren in
de derde wereld blijkt dit zeker een onaanvaardbaar voorstel te zijn.
Wij weten allemaal dat er preferentiële akkoorden bestaan met de
ACP-landen en dat die ook bestaan met de MOL-landen, in het kader
van de EBA regeling. Ook zij zouden zeer sterk getroffen worden door
dit nieuwe voorstel.

Mevrouw de minister, ik heb ook vernomen dat het voorstel dat nu op
tafel ligt in een compensatie voorziet voor de ACP-landen, maar dat
deze compensatie maar op 40 miljoen euro geschat zou zijn. Men
vertelt mij dat dit eigenlijk maar 10% is van het reële verlies dat de
ontwikkelingslanden zullen hebben doordat zij nu ook aan die sterk
verlaagde prijzen ­ vooral de ACP-landen ­ hun suiker in Europa
zullen moeten afzetten.

Wat ik ook erg vind, is dat het voorstel vandaag geen enkele
oplossing biedt voor de kartels en het driehoeksverkeer dat vandaag
ontstaat of dat we allemaal kennen tussen Brazilië, de MOL-landen en
Europa.

Mevrouw de minister, we weten allemaal heel goed dat, als vanaf
2009 de MOL-landen hun suiker onbeperkt zullen kunnen afzetten in
Europa, de carrousels er nog veel erger op zullen worden. De
betrokken landen zullen hun eigen suikerproductie gewoon afzetten in
Europa. Voor hun eigen verbruik zullen ze suiker invoeren uit Brazilië.
De vraag is natuurlijk waar we dan mee bezig zijn. Als daaraan niks
wordt gedaan, lijkt het mij duidelijk dat onze Europese bietenboeren
volledig uit de markt zullen worden geconcurreerd.

Ik heb ook duidelijk vanuit de NGO-wereld en ook van enkele
vertegenwoordigers van de MOL-landen zelf gehoord dat zij zelf
voorstander zijn om in de toekomst met beperkingen te werken. Ik
heb echter ook vernomen dat de Europese Commissie het EBA-
akkoord helemaal niet of op welke manier dan ook wil aanpassen.
consommateurs. Un système
mondial de gestion de l'offre
résoudrait le problème, mais l'UE
est fort partagée sur le sujet. La
ministre doit défendre avec ses
collègues régionaux le point de
vue de la Belgique lors du Conseil
européen de l'agriculture en
novembre, lorsque l'Europe
définira sa position dans la
perspective des négociations de
l'OMC qui débuteront à Hong
Kong fin 2005.

Le gouvernement a-t-il une vision
uniforme de la politique sucrière?
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Mevrouw de minister, ik heb ook vernomen dat de eerste minister en
onze collega's bevoegd voor het buitenland het EBA-akkoord
helemaal niet willen herzien en dat zij de nodige beperkingen voor het
aanbod van de MOL-landen niet willen invoeren.

Ik kom tot mijn besluit.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, met het nieuwe voorstel
zijn er geen winnaars. Noch de 13.000 bietenboeren die hun inkomen
gehalveerd zullen zien, noch de boeren uit de Derde Wereld, noch de
consument zijn winnaars. De enige winnaars die ik vandaag zie, zijn
enkele, grote multinationals die met de hervormingen hun marges
heel sterk zullen zien stijgen.

Mevrouw de minister, de oplossing ­ ik sta daarin niet alleen ­ is te
komen tot een wereldwijd systeem van aanbodbeheersing. Echter,
zoals u ook weet, staan we daar nog heel ver van af.

Als ik de kranten van de voorbije dagen en de commentaren in
Europa over het nieuwe voorstel lees, moet ik vaststellen dat Europa
heel sterk verdeeld is. Er zijn landen die het systeem zoals we het
vandaag kennen, willen behouden. Er zijn voorstanders, vooral zij die
niet veel suiker hebben, van het nieuwe voorstel. Er zijn ook landen
die het systeem in goede zin willen hervormen. Mevrouw de minister,
ik lees ook in de kranten dat u er voorstander van bent om een
hervorming van het voorstel door te voeren, maar dan in positieve zin.

Ik lees positieve zaken over u wat het suikerdossier betreft. Minder
positief ben ik wanneer ik de uitspraken van de premier en van de
buitenlandminister, de heer De Gucht, daarover lees. Hij blijkt ook
niks te willen doen wat het internationale luik, wat de
onderhandelingen op het vlak van de WTO en wat de EBA-regeling
betreft. Hij hij wil daar niets aan doen.

Vandaar, mevrouw de minister, mijn volgende vraag. Wij weten dat u
in november samen met de collega's vanuit de Gewesten een
standpunt voor België zal moeten verdedigen op de Europese Raad
van de ministers van Landbouw. Wij weten dat men zeer graag in
november tot een oplossing wil komen, want in december starten de
nieuwe WTO-onderhandelingen in Hongkong en Europa wil daar op
een lijn staan. De onderhandelingen zullen niet gemakkelijk zijn.
Vandaar, mevrouw de minister, mijn volgende twee vragen.

Welk is het standpunt dat u en de Belgische regering op de raad
zullen verdedigen. Wat het standpunt betreft, heb ik alle vertrouwen in
onze regionale regeringen. Wat mij meer zorgen baart, is of er
vandaag binnen de federale regering al een eenduidige visie wat het
internationale luik van het suikerdebat betreft?
01.02 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega Muylle heeft er reeds op gewezen.
Mevrouw de minister, op 28 september vorig jaar ondervroeg ik u,
inderdaad in dezelfde combinatie, over de toenmalige plannen van
commissaris Fischer met betrekking tot de hervorming van het
suikerbeleid. Ik moet u eerlijk zeggen: bijna een jaar na datum zie ik
mij, samen met een aantal collega's, moreel verplicht u weer over
ditzelfde onderwerp te ondervragen.
01.02 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): J'ai interrogé la ministre
le 28 septembre 2004 sur le
régime sucrier. Sa réponse
positive ne s'est toutefois traduite
par aucun changement positif.
L'Union européenne a établi un
nouveau plan relatif à l'industrie
sucrière parce qu'elle s'était fait
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Mevrouw de minister, ik heb er nog even uw antwoord van bijna een
jaar geleden op nageslagen en ik hoop dat u ons vandaag weer een
even voorzichtig positief antwoord zult kunnen geven als toen. Ik moet
u wel zeggen dat we uiteindelijk met uw positief antwoord van bijna
een jaar geleden bijna geen stap verder zijn gekomen. Vandaag
moeten wij u weer interpelleren omdat uiteindelijk positieve
antwoorden van gedeeltelijk bevoegde ministers blijkbaar niet
voldoende zijn om een aantal zaken ten goede te doen keren.

Mevrouw de minister, het feit dat de Wereldhandelsorganisatie
Europa op de vingers heeft getikt, heeft er wel degelijk mee voor
gezorgd dat uiteindelijk de Europese Commissie met een vrij
drastisch nieuw plan komt om het hele suikerbeleid te hervormen.
Wanneer we het kernachtig samenvatten, betekent uiteindelijk het
voorstel van de Europese Commissie dat de komende twee jaren de
prijs van de suiker met 39% zou moeten dalen en dat de prijs voor de
suikerbieten zou moeten dalen met 43%. Ook de Europese
suikerproductie zou uiteindelijk met ruim 30% moeten verminderen.

Dat zijn toch getallen die niet min zijn. Wanneer wij de huidige situatie
bekijken, mevrouw de minister, krijgen op dit moment de producenten
binnen de EU nog altijd grosso modo zo'n 632 euro per ton suiker.
Dat is op dit moment drie keer meer dan de internationale marktprijs.

Laten wij het uitbreiden tot een sector waarvoor wij, als Vlaams
Belang, toch zeer bezorgd om zijn, mevrouw de minister. Andermaal
moeten wij vaststellen dat de landbouwsector door deze hervorming ­
als die geconcretiseerd wordt ­ zeer zwaar in de problemen dreigt te
komen. Als wij zeer gematigd zijn in onze uitdrukking gaat het nog
minstens over een halvering van het inkomen van zeer veel
landbouwers. U weet even goed als ik dat de mensen in de sector het
nu reeds zeer moeilijk hebben. Dus ik denk dat wij het er ook over
eens zullen zijn dat de hervorming zoals die nu op tafel ligt een zeer
slechte zaak zou zijn voor het familiale landbouwbedrijf.

Ook al heeft men op dit moment in de marge erin voorzien dat er een
aantal sociale begeleidingsmaatregelen zou komen en al wordt er
gesproken over een mogelijke omschakeling voor de productie van
biobrandstoffen, toch ziet het ernaar uit dat de voorstellen zoals die nu
voorliggen voor de landbouwsector wel degelijk onaanvaardbaar zijn.
Laat het ons toch maar eens klaar en duidelijk zeggen zoals het zou
moeten gezegd worden.

Het heeft er dus alle schijn van dat alleen een aantal multinationals er
beter van zouden worden en dat uiteindelijk de kleine landbouwer ­ of
het nu de kleine landbouwer in het Westen is of de kleine landbouwer
in de ontwikkelingslanden ­ van die hervorming niet beter wordt, laat
staan dat ook de consument zou kunnen profiteren van een
prijsdaling. Het is een voorstel waar ook de gewone consument te
velde niet beter van zou worden.

Laat mij trachten u drie concrete vragen te stellen, mevrouw de
minister.

Een eerste concrete vraag is uiteraard of u op dit moment reeds enig
zicht hebt op de mogelijke gevolgen van het nieuwe voorstel voor
onze eigen bietentelers. Dat is toch zeer essentieel. Wij weten dat
binnen de Europese context van 25 EU-landen de productie zoals die
rappeler à l'ordre par l'OMC. En
l'espace de deux ans, le prix du
sucre doit baisser de 39% et le
prix de la betterave de 42%. La
production proprement dite devrait
diminuer de 30%, ce qui implique
une diminution de moitié du
revenu de nombreuses entreprises
agricoles familiales. Seules les
multinationales en retireront un
avantage, mais pas les
consommateurs ni les
agriculteurs.

Quelles sont les conséquences de
la nouvelle proposition pour les
producteurs belges de betteraves?
Où en est la concertation avec les
Régions? Quelle est la position du
gouvernement fédéral?
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
plaatsvindt op het Belgische grondgebied relatief rendabel is en meer
rendabel is dan die in een aantal andere landen van de Europese
Unie op dit moment.

Een tweede zeer duidelijke vraag is uiteraard ­ daar Landbouw een
gedeelde bevoegdheid is en ook de Gewesten een flinke vinger in de
pap hebben ­ hoever het staat met het overleg met de
gewestregeringen om al of niet een uniform Belgisch
regeringsstandpunt te kunnen krijgen vooraleer in debat te moeten
treden met de EU-Commissie.

Derde cruciale vraag, mevrouw de minister. Het zou toch
godgeklaagd zijn mochten wij vandaag van u geen antwoord kunnen
krijgen op de vraag wat het regeringsstandpunt is. Ik hoop dat u ons
vandaag een krachtig regeringsstandpunt kunt meedelen zodat u ons
er niet toe verplicht om u over enkele weken weer te interpelleren. Ik
hoop dat u ons vandaag zeer duidelijk ­ een beetje in tegenstelling tot
wat wij van deze regering gewoon zijn ­ een eenduidig, krachtig
antwoord kunt geven zodat de leden van de oppositie niet moreel
verplicht zijn om u over enkele weken weer lastig te vallen.
01.03 Jacques Chabot (PS): Madame la ministre, en novembre
dernier, je vous posais une question orale en relation avec la
manifestation des agriculteurs à Namur. Aujourd'hui, ma
préoccupation est la même que celle des deux collègues qui m'ont
précédé.

Actuellement, le secteur sucrier européen fonctionne selon deux
principes essentiels: un régime de quotas et des prix garantis. Un
système de protection douanière et de taxes élevées à l'importation
permet de garantir ces prix en limitant les importations de sucre des
pays exportateurs hors Union européenne, tandis que les excédents
européens sont exportés hors du marché intérieur au prix mondial,
trois ou quatre fois moins cher que les pays européens, grâce à un
système de subvention financé par les producteurs.

La différence de prix est significative puisqu'une tonne de sucre au
prix mondial est de l'ordre de 200 euros, alors que le prix d'une tonne
de sucre au prix européen est de 632 euros. L'annonce faite le
mercredi 22 juin par la Commissaire à l'Agriculture a de quoi nous
inquiéter puisqu'elle prévoit une réforme drastique de ce système.

Annoncé depuis un certain temps déjà, ce projet ultralibéral prône la
dérégulation par une baisse drastique du prix du sucre de 39% en
deux temps. Cette réforme va rayer la production de sucre de la carte
de plusieurs Etats membres et va mettre en difficulté les producteurs
des contrées les plus productives dont nous sommes.

Rappelons que 15.100 exploitations sont concernées en Belgique,
sans parler des conséquences pour les pays les moins avancés, pays
associés à ce système via les accords associés, mais je peux
comprendre que cela relève de la compétence d'autres collègues.

La surproduction est sans doute le problème principal, mais la
proposition de la Commission ne résout rien à cet égard. Elle ne
mènera pas à une situation d'équilibre et il est permis de douter
qu'elle profite même aux consommateurs. Seules les industries
grosses consommatrices de sucre devraient en bénéficier.
01.03 Jacques Chabot (PS): De
Europese suikersector wordt
gekenmerkt door een quota-
regeling en gewaarborgde prijzen
dankzij een systeem van douane-
bescherming, terwijl de productie-
overschotten tegen wereldmarkt-
prijzen worden uitgevoerd (200
euro in plaats van de Europese
632 euro per ton).

De commissaris voor Landbouw
stelde een ultraliberale hervorming
van die regeling in het vooruitzicht,
waarbij de suikerprijs met 39
procent zou dalen, waardoor de
suikerproductie van sommige
landen ten dode opgeschreven
zou zijn en het voortbestaan van
de 15 100 Belgische bedrijven in
het gedrang zou komen. Zo'n
hervorming zou de gebruiker niet
ten goede komen, de problemen
op het stuk van overproductie niet
oplossen en dan hebben we het
nog niet over de gevolgen ervan
voor de minst ontwikkelde landen.

Welk standpunt zal de Belgische
regering ten aanzien van dat plan
innemen? Beschikt u over
cijfermatige ramingen van de
gevolgen ervan voor ons land,
zowel wat de werkgelegenheid in
als wat de omzet van de sector
betreft? Hoe kan die schok worden
opgevangen? Hoe kunnen we aan
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

Madame la ministre, quelle a été et quelle sera l'attitude du
gouvernement belge face à ce projet de la Commission européenne?
Comment envisagez-vous les conséquences dans notre pays? Avez-
vous des estimations chiffrées de ces conséquences, à la fois en
termes d'emplois et de chiffres d'affaires? Quelles pistes poursuivez-
vous pour amortir le choc qui suivra cette réforme? Comment nous
sortir de ce scénario qui, qu'on le veuille ou non, est un scénario de
plus en plus perdant/perdant?
dit doemscenario, waar niemand
bij wint, ontsnappen?
01.04 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, collega's,
zoals u het aangeeft, heeft de Europese Commissie haar voorstel tot
hervorming van de gemeenschappelijke organisatie van de
suikermarkten aangenomen.

Samenvattend stelt de Commissie een prijsdaling voor van 39% voor
suiker en 42% voor bieten. Deze laatste daling zal worden
gecompenseerd aan de landbouwers tot een bedrag van 60% via een
steun die van de productie is losgekoppeld.

De Commissie stelt eveneens voor het productievolume te
verminderen, en dit niet via een vermindering van de individuele quota
zoals was opgenomen in het eerste voorstel, maar wel via een
vrijwillig herstructurerings- of vertrekmechanisme voor de minder
competitieve ondernemingen.

Het Belgisch standpunt zal het voorwerp uitmaken van een
coördinatievergadering met mijn collega's van de Gewesten met het
oog op de discussie tijdens de Landbouwraad van 18 juli.
01.04 Sabine Laruelle, ministre:
La Commission européenne a
adopté la nouvelle proposition.
Celle-ci prévoit de réduire le prix
du sucre de 39% et celui de la
betterave de 42%. Les aides
européennes permettraient de
compenser 60% des pertes. Le
volume de production sera
également réduit, non pas par un
système de quotas mais par une
sortie volontaire du secteur ou par
des restructurations. Une
concertation est prévue avec les
Régions afin d'arrêter la position
que nous défendrons lors du
prochain Conseil européen de
l'Agriculture.
La décision devrait être prise en novembre. J'espère cependant qu'en
juillet, nous aurons déjà un premier tour de table afin de voir - ce qui
est très important pour un positionnement futur - les réactions des
autres Etats membres.

Ma crainte, dont je verrai le bien-fondé le 18 juillet, est que cette
nouvelle proposition de la Commission ne rencontre plus d'adhésions
encore dans davantage d'Etats membres que la première proposition
de juillet 2004, notamment parmi les nouveaux Etats membres. Je me
réjouis aussi de connaître la position de la France. Il semblerait que
nous soyons un peu plus "minorisés" avec cette nouvelle proposition
qu'avec la précédente.

J'ai déjà eu des contacts la semaine passée au Conseil européen
avec mes collègues espagnole et irlandaise. Il faudrait en avoir avec
le Portugal, l'Italie, la Finlande, les pays périphériques. Nous risquons
de nous trouver plus isolés avec cette proposition-ci. Je rappelle que
trois jours de Conseil européen sont déjà prévus en novembre, mais
une première discussion devrait avoir lieu en juillet.
De beslissing zou in november
moeten worden genomen, maar ik
hoop dat op een bijeenkomst in juli
de reacties van de andere
lidstaten zullen zijn gekend.

Ik vrees dat dit nieuw voorstel van
de Commissie nog meer
aanhangers dan het vorige zal
vinden, meer bepaald onder de
nieuwe lidstaten, en dat wij door
dit voorstel nog meer geïsoleerd
zullen zijn.
Het voorstel maakt momenteel deel uit van een technisch onderzoek
binnen de regionale administraties van de landbouw alsook van
technisch overleg met de beroepsorganisaties.
La proposition fait partie d'une
étude technique réalisée par les
administrations et d'une
concertation technique avec les
organisations professionnelles.
La position belge n'est évidemment pas encore définie. Nous
disposons de la dernière proposition depuis le 22 juin 2005. Vous
Wij beschikken sinds 22 juni over
het recentste voorstel. Ik kan u het
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
savez que les Régions sont compétentes en matière d'économie en
ce qui concerne l'agriculture. Je peux vous donner une position
personnelle, ce que je ferai par la suite, mais la position belge, je ne
pourrai vous la donner que lorsque j'aurai eu des contacts avec mes
collègues régionaux. J'en ai déjà discuté avec M. Leterme qui était
présent au dernier Conseil européen.

En ce qui concerne les propos de Mme Muylle, il est vrai que l'on
propose une diminution de prix encore plus forte que ce qui était
défini dans la proposition de juillet. La nouvelle proposition ne vise
plus une diminution des quotas en flats mais incite à la
restructuration. Dans un premier temps, je pensais comme vous, j'en
ai d'ailleurs discuté avec M. Leterme: j'aurais préféré une diminution
de quotas et de prix moins forte.

Il semblerait qu'une diminution de quotas ne soit pas nécessairement
plus favorable au niveau du revenu par exploitation. Les Régions
examinent ceci avec leurs propres statistiques ­ des études
commencent d'ailleurs à nous parvenir des services régionaux ­ afin
de définir la position de la Belgique. Il est certain qu'il faut demander
une moindre réduction de prix mais faudra-t-il également jouer sur les
quotas? Ma première position allait dans le sens d'une diminution de
quotas afin de faire un appel d'air au niveau de l'offre. Cependant, les
statistiques des Régions ne semblent pas aller dans ce sens. Nous
déterminerons la position à défendre lorsque nous disposerons de
toutes ces statistiques.

La précédente communication de la Commission de juillet 2004 a fait
l'objet de divers débats au Conseil de l'Agriculture. A cette occasion,
la position belge qui avait été définie en ce qui concerne le volet
externe était la suivante: "Afin de tendre vers une gestion de l'offre
nécessaire pour assurer l'équilibre du marché, notamment pour éviter
les dérives du commerce triangulaire, et compte tenu des demandes
des pays PMA, les modalités de mise en oeuvre de l'initiative EBA
devraient être précisées. La position belge précédente relevait déjà ce
problème de commerce triangulaire.
Belgische standpunt pas
meedelen als ik dit besproken heb
met mijn gewestelijke collega's en
nadat ik de statistieken van de
Gewesten heb ontvangen.

Met het nieuwe voorstel wordt niet
langer een inkrimping van de
quota beoogd, maar wordt
aangezet tot een herstructurering.
In een eerste fase was ik veeleer
voorstander van een minder forse
quota- en prijsvermindering. Vast
staat dat er een minder grote
prijsverlaging moet worden
gevraagd, maar uit de statistieken
van de Gewesten blijkt niet
meteen dat de producenten
voordeel zouden hebben bij een
quotavermindering.

In het Belgische standpunt over de
vorige mededeling van de
Commissie van juli 2004 werd het
probleem van de driehoekshandel
reeds onder de aandacht
gebracht.
Ik wijs u erop dat ik mij, net zoals de gewestminister van Landbouw,
niet akkoord kan verklaren met de hervormingvooruitzichten zoals
deze werden aangekondigd. De weerslag die hieruit zou voortspruiten
zal dramatisch zijn voor de producenten uit het Zuiden, alsook uit het
Noorden.

Volgens de nog betrekkelijk ruwe schatting van de huidige stand van
zaken maken de gevolgen van de hervorming na de
overgangsperiode gewag van een jaarlijks verlies van 42 miljoen euro
voor de bietentelers. Hierbij wordt rekening gehouden met de
vergoeding van 60%. Voor de suikerproducenten in België zou het
verlies om en bij de 50 miljoen euro bedragen. Het gaat om een
raming zonder rekening te houden met de gevolgen voor de cichorei
en voor het productievolume.
Je n'approuve évidemment pas la
réforme. Les retombées pourraient
être dramatiques pour les
producteurs du Nord et du Sud. En
Belgique, la perte se monterait à
42 millions d'euros pour les
producteurs de betteraves et à
50 millions d'euros pour les
producteurs de sucre. Ces chiffres
ne prennent pas en compte les
conséquences pour la chicorée ou
pour le volume de production.
On ne peut évidemment pas ne pas tenir compte du panel OMC dont
nous avons eu connaissance dernièrement et qui nous pose des
problèmes sur deux aspects de notre structure actuelle en matière de
sucre. Il s'agit tout d'abord de la problématique des subventions à
l'exportation du sucre C. On a 18 mois pour répondre au panel OMC,
mais cela signifie une perte des capacités d'exportation de l'ordre de
Wij kunnen de kritiek van het
WHO-panel inzake de subsidies
voor de uitvoer van C-suiker en
een gekruiste subsidie door de
heruitvoer van ACP-suiker, niet
zomaar naast ons neerleggen.
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
3 millions de tonnes. Le panel dénonce également une subvention
croisée, vu qu'on réexportait les sucres ACP, ce qui représente 1,6
million de tonnes. Ce panel OMC va donc nous poser des problèmes
vis-à-vis de l'exportation. Une réduction de prix est nécessaire, même
si elle ne doit pas forcément atteindre le niveau proposé par la
Commission aujourd'hui.

En ce qui concerne le bioéthanol, il a toujours été rappelé dans la
position belge qu'il fallait coupler cette réforme du sucre à l'aspect
bioéthanol, tout en ne faisant pas croire aux agriculteurs que le
bioéthanol allait les sauver. Pour moi, le bioéthanol, notamment au
départ de la betterave, peut certainement absorber une partie de la
production de sucre et de ce fait donner un peu d'air à l'offre par
rapport à la demande. Cependant, si on observe les projets en
discussion, sur les deux projets de bioéthanol, celui de Gand ne
concerne pas la betterave, contrairement à celui de Wanze. En outre,
la production de betterave est évidemment limitée dans le temps, ce
qui fait qu'une petite partie de la production de betterave sera
consacrée à la production de bioéthanol. N'oublions pas non plus que
la Belgique consomme 30% d'essence pour 70% de diesel, ce qui
limite déjà fortement les débouchés du bioéthanol, et que cela ne
concerne qu'un des deux projets, ce qui limite encore les capacités.

Dans les projets en cours dans les pays voisins, la betterave utilisée
pour le bioéthanol est payée au prix du marché mondial. Cela veut
dire pour les agriculteurs que cela risque de tendre un peu le prix
mais à mon avis, cela ne permettra pas de compenser cette perte de
rentabilité chiffrée pour l'ensemble des planteurs belges à 40 ou 42
millions d'euros. Maintenant, j'espère me tromper et que dans un an
ou un an et demi, quand les usines fonctionneront, vous pourrez
m'interpeller pour me dire que je me suis trompée et que cela permet
d'augmenter les prix. Je serai alors très contente de m'être trompée.

Il faut du bioéthanol, c'est une évidence. Mais ne lançons pas un
message qui trompe les agriculteurs, cela ne permettra pas
d'augmenter le prix de façon substantielle, ce qui n'est pas aussi vrai,
à mon avis, quand on parle des céréales!
Een prijsdaling dringt zich op, ook
al hoeft ze niet de door de
Commissie voorgestelde omvang
te hebben.

België is van oordeel dat die
suikerhervorming aan de
maatregelen inzake bio-ethanol
moet worden gekoppeld. Bio-
ethanol kan immers een gedeelte
van de suikerproductie uit bieten
voor zijn rekening nemen, maar
kan waarschijnlijk niet de 40 of 42
miljoen euro verlies die onze
producenten hebben gemaakt,
compenseren. In België wordt
immers 70 procent diesel verbruikt
en komen suikerbieten
gewoonweg niet aan bod in één
van de projecten, met name in
Gent. Bovendien worden de
suikerbieten die in onze
buurlanden voor de productie van
bio-ethanol worden gebruikt, tegen
de prijs op de wereldmarkt
betaald. Laten we de producenten
op dat vlak geen rad voor de ogen
draaien!
01.05 Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de minister, ik vrees dat
wat collega Bultinck zojuist zei toch nog bewaarheid zal worden. Ik
vrees dat we toch nog wel eens zullen moeten interveniëren want u
gebruikt nog vaak de woorden "maar" en "als" in uw antwoord. Er
moet nog veel worden overlegd en er moeten nog veel tours de tables
plaatsvinden.

Op een groot deel van uw argumenten zal ik niet meer ingaan.

Wat de bio-ethanol betreft kan ik u gedeeltelijk volgen. Hoewel voor
de productie van biodiesel en koolzaad de marges en de haalbaarheid
voor de landbouw kleiner zijn, had men het gisterenavond toch over
een toekomst. Het moet niet enkel op Belgisch niveau gezien worden.
Men sprak in dat verband wel degelijk op Europees niveau, zeggende
dat men thans 9% c-suiker heeft en dat, als binnen dit en vijf jaar de
productie van bio-ethanol in heel Europa wordt voortgezet, die 9%
gebruikt kan worden in het kader van de productie van bio-ethanol. Er
werden haalbaarheidscijfers gegeven waaruit bleek dat het, wat de
marges betreft, veel interessanter was dan het koolzaad dat door veel
van onze boeren wordt beschouwd als de redding in het verhaal over
01.05 Nathalie Muylle (CD&V):
Je pense que nous devrons poser
davantage de questions à la
ministre car elle utilise encore trop
souvent les termes `mais' et `si'.

Je peux partiellement comprendre
son raisonnement en ce qui
concerne le bioéthanol, même si la
production de colza et de
bioéthanol ont quand même un
avenir à l'échelle européenne. Le
bioéthanol devrait être plus
facilement exploitable que le colza,
bien que les fermiers considèrent
que c'est le colza qui les sauvera.

Je dépose une motion de
recommandation pour demander
au gouvernement de veiller à un
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
het verlies.

Mevrouw de minister, in naam van mijn fractie wil ik als reactie op
deze interpellatie, een aanbeveling richten tot de regering. Via een
motie verzoekt de CD&V-fractie u en de regering om te zorgen voor
een samenhangend systeem van aanbodbeheersing en lonende de
prijzen voor alle producenten in Europa, de ACP- en de MOL-landen.
Dit impliceert een beperking van de invoer uit de MOL-landen en dit in
aanvulling op het bestaande systeem van de Europese
productiequota en invoerquota voor de bestaande ACP-landen.
Verder willen wij u vragen om initiatieven te nemen en te steunen om
het internationaal suikeraanbod te beperken en de sluiktoevoer van
suiker naar Europa sterk in te dammen.
système cohérent de maîtrise de
l'offre dans les pays PMA, ACP et
en Europe. Les importations en
provenance des pays PMA doivent
être limitées et des initiatives
doivent être prises pour
restreindre l'offre sucrière
internationale et endiguer les
arrivages illégaux de sucre en
Europe.
01.06 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik moet u eerlijk zeggen: u laat mij met uw
antwoord meer op mijn honger zitten dan een jaar geleden. Ik heb uw
antwoord van vorig jaar nagelezen. Ik heb de indruk dat u vorig jaar
duidelijker was dan nu.

Uiteindelijk zegt u vandaag in de commissie dat u in de opstart zit van
het overleg met de regionale regeringen. Er is formeel nog altijd geen
Belgisch standpunt. Als ik dat mag als lid van de oppositie, wil ik u er
toch een beetje toe opjagen om daar toch wat snelheid en efficiëntie
achter te zetten, om zo snel mogelijk te komen tot een uniform
Belgisch standpunt, uiteraard in overleg met de regio's.

U hebt technisch gelijk ­ daarin kan ik u niet tegenspreken ­ wat het
dossier bio-ethanol en dergelijke betreft. Ook daarop moeten wij onze
boontjes niet te veel te week leggen, want iemand die dat dossier
technisch kent, weet dat de Zuid-Amerikaanse landen, met Brazilië
als zeer typisch voorbeeld, zeer goed bezig zijn zich dat soort van
sectoren eigen te maken. Dan kunnen wij vanuit West-Europa zeker
niet concurreren.

Wat het fundamenteel debat aangaat, zijn er twee cruciale elementen.

Ten eerste, het probleem van het landbouwinkomen en het
inkomensverlies van onze landbouwers, hier in het Westen, wat ons
toch stilaan echt zorgen zou moeten maken. Die mensen moeten de
ene crisis na de andere incasseren. Ook het dossier van de
suikerbieten is de zoveelste crisis voor die mensen naast alle vorige
voedselcrisissen.

Ten tweede, fundamenteel blijft overeind dat wij in Europa toch wel
eens het debat zullen moeten aanzwengelen over al dan niet absolute
vrijhandel. Dit is namelijk een typisch dossier waaruit blijkt dat
absolute vrijhandel een aantal zeer perverse negatieve bijeffecten
heeft.
01.06 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Cette réponse de la
ministre me laisse encore plus
perplexe que l'an dernier. La
concertation avec les gouverne-
ments des entités fédérées est
toujours en cours. J'invite la
ministre à faire diligence et à
déterminer une position pour la
Belgique.

Elle a raison au plan technique
mais nous devons rester prudents.
L'Europe occidentale ne pourra
jamais faire concurrence à un
pays tel que le Brésil.

Nos agriculteurs traversent une
crise après l'autre et risquent à
nouveau d'être confrontés à une
perte de revenus.
Le moment est décidément venu
pour que l'Union européenne
mène un débat sur le libre-
échange absolu.
01.07 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, je voudrais
simplement dire à Mme la ministre que nous comptons sur sa
vigilance, non seulement pour la réforme du secteur sucrier mais
aussi pour le problème du bioéthanol qui touche également ma
région.

Puisque le cahier des charges doit être lancé dans les tout prochains
mois, les deux dossiers suivront sans doute une évolution parallèle.
01.07 Jacques Chabot (PS): We
vragen dat de minister in die twee
dossiers de nodige waakzaamheid
aan de dag legt. We wensen dat
ze ons in juli op de hoogte brengt
van de inhoud van de
besprekingen die ze met haar
collega's zal hebben gevoerd.
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Nous comptons sur la ministre pour nous informer, dès le mois de
juillet, des discussions qu'elle aura eues avec ses collègues.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Koen Bultinck en Ortwin Depoortere en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Nathalie Muylle en van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw,
vraagt de regering
- zich te verzetten tegen de hervorming van het Europese suikerbeleid zoals voorgesteld door de Europese
Commissie;
- te overleggen met de regionale overheden betreffende dit dossier."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Koen Bultinck et Ortwin Depoortere et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Nathalie Muylle et de M. Koen Bultinck
et la réponse de la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture,
demande au gouvernement
- de s'opposer à la réforme de la politique européenne en matière de sucre proposée par la Commission
européenne;
- de se concerter avec les autorités régionales sur ce dossier."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Nathalie Muylle en Trees Pieters en
door de heer Paul Tant en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Nathalie Muylle en van de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw,
vraagt de regering
- te zorgen voor een samenhangend systeem van aanbodbeheersing aan lonende prijzen voor alle
producenten in Europa, ACP en MOL-landen. Dit impliceert de beperking van de invoer uit de MOL-landen
en dit in aanvulling op het bestaande systeem van Europese productiequota en invoerquota voor de
bestaande ACP-landen;
- initiatieven te nemen en te ondersteunen om het internationaal suikeraanbod te beperken en de
sluiktoevoer van suiker naar de EU sterk in te dammen."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mmes Nathalie Muylle et Trees Pieters et par
M. Paul Tant et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Nathalie Muylle et de M. Koen Bultinck
et la réponse de la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture,
demande au gouvernement
- de veiller à l'instauration d'un système cohérent de gestion de l'offre à prix rentables pour tous les
producteurs en Europe, dans les pays ACP et PMA. Ceci présuppose une limitation des importations en
provenance des pays PMA, en plus du système existant de quotas de production européens et de quotas
d'importation pour les actuels pays ACP;
- de prendre et de soutenir des initiatives en vue de limiter l'offre de sucre sur le marché mondial et
d'enrayer sérieusement les importations frauduleuses de sucre vers l'UE."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Greet van Gool en de heer Jacques Chabot.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Greet van Gool et M. Jacques Chabot.
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Over de moties zal later worden gestemd.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
01.08 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je voudrais
ajouter un mot sur la position belge.

Si j'avais annoncé aujourd'hui une position belge, je suis persuadée
que mes collègues régionaux ­ un CD&V et un cdH ­ auraient, dès
demain, réagi dans la presse en se demandant ce que la ministre
fédérale de l'Agriculture fait, en donnant une position belge alors qu'ils
n'ont pas encore été consultés. Excusez-moi d'être respectueuse de
la séparation de certaines compétences qui sont dévolues aujourd'hui
à mes collègues régionaux.

Il n'y a donc pas encore de position belge parce que les
concertations, notamment avec mes collègues régionaux, n'ont pas
encore eu lieu. Dès que ce sera fait, nous vous communiquerons la
position belge. Je comprends que vous me critiquiez parce que je ne
vous la donne pas aujourd'hui, c'est votre rôle. Si j'en donnais une,
vous me critiqueriez de toute façon parce que vous êtes là pour le
faire mais je recevrais en outre des critiques légitimes de mes
collègues régionaux. J'estime qu'il faut être respectueux des uns et
des autres et ne donner des positions que lorsqu'elles ont été dûment
discutées et approfondies.
01.08 Minister Sabine Laruelle:
Indien ik een standpunt voor gans
België had vertolkt, ben ik ervan
overtuigd dat mijn gewestelijke
collega's dat initiatief op kritiek
zouden hebben onthaald terwijl er
nog geen overleg heeft
plaatsgevonden.
De prijs voor de suikerbiet voor de productie van bio-ethanol, is de
prijs voor C-suiker. C-suiker wordt alleen uitgevoerd met de subsidies
voor export. U weet dat in de WTO aanvaard is dat die
exportsubsidies in de toekomst zullen verdwijnen net zoals de andere
mechanismen zoals de exportkredieten van de Verenigde Staten en
het monopolie van export in Canada en Nieuw-Zeeland. De prijs van
C-suiker is niet goed. Ik betreur dat maar ik kan daar niets aan
veranderen.

Het is evenwel nodig bio-ethanol te produceren met de Europese
productie en niet met de productie van Brazilië. Het is de problematiek
van de driehoekhandel.
Le prix de la culture des
betteraves sucrières en vue de la
production de bio-éthanol
correspond au prix du sucre C.
Cette production n'est réalisée
qu'à l'aide de subsides. Nous
devons tenir compte de la
disparition graduelle de ce subside
à la production. Le prix n'est pas
bon mais la Belgique ne peut rien
y faire.
01.09 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik kan
begrijpen dat de minister zich een beetje opgejaagd voelt door de
oppositie. Het allerlaatste dat de Vlaams Belang-fractie zal doen, is de
minister verwijten dat ze overleg pleegt met de regionale overheden.
Het zou er nog aan mankeren dat ze dergelijk overleg niet zou plegen!

Mevrouw de minister, wij roepen u op om voldoende overleg te plegen
met de regionale overheden. De oppositie mag u best wat opjagen.
Tussen verklaringen en daden ­ u weet dat heel goed ­ ligt in deze
paarse regering soms een subtiel verschil.
01.09 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): La ministre a l'impression
d'être houspillée par l'opposition
mais, dans ce dossier, il faut aller
de l'avant! La ministre devrait
évidemment se concerter avec les
autorités régionales. Mon groupe
la pousse en avant parce que
certaines expériences passées lui
ont montré que, dans l'attitude de
la coalition violette, un fossé
profond sépare souvent les
paroles et les actes.
De voorzitter: De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
02 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
problematiek van de schijnzelfstandigen in de bouwsector" (nr. 7436)
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
02 Question de Mme Greet van Gool à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la
problématique des faux indépendants dans le secteur de la construction" (n° 7436)
02.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, mijn vraag dateert al van een tijdje geleden naar
aanleiding van een aantal artikelen of onrustwekkende berichten in de
krant over oneerlijke praktijken in de bouwsector.

Een van de problemen is dat het vaak gaat om buitenlanders, dikwijls
uit de voormalige Oostbloklanden, die zogezegd als zelfstandigen
werken omdat op die manier de betaling van het minimumloon
omzeild kan worden. Dat is natuurlijk een probleem van niet-correcte
toepassing van de sociale wetgeving, maar ook een probleem van
oneerlijke concurrentie. Op die manier worden aannemers die wel de
sociale wetgeving respecteren, uit de markt geprezen. Er moet dan
ook dringend een oplossing voor dit probleem komen. Dat is trouwens
iets waar de Confederatie Bouw op aandringt. Op 29 juni organiseert
die vereniging zelfs een studiedag over de tewerkstelling van
buitenlandse arbeidskrachten in België, waar ook aandacht
geschonken zal worden aan de problematiek van de
schijnzelfstandigen.

De aanpak van de schijnzelfstandigen zou inderdaad al een
belangrijke stap vooruit zijn, maar een wettelijke regeling daarvoor lijkt
er toch nog niet direct te zijn. Bovendien is daarvoor ook steeds de
tussenkomst van de arbeidsrechtbank vereist, waardoor er niet
onmiddellijk opgetreden kan worden.

Ik vernam dan ook graag van de minister of er andere manieren zijn
om snel in te grijpen tegen buitenlandse zelfstandigen waarvan sterk
vermoed kan worden dat het in feite om werknemers gaat.

Wordt er in het dossier van de schijnzelfstandigen ook specifieke
aandacht besteed aan de bouwsector? Welke maatregelen kunnen
genomen worden om een oplossing te vinden voor deze
problematiek?
02.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Ce qui pose problème dans
le cadre des pratiques déloyales
dans le secteur de la construction,
ce n'est pas seulement l'applica-
tion incorrecte de la législation
sociale mais la concurrence
déloyale. Les entrepreneurs qui
respectent les lois sociales sont
éjectés du marché parce qu'ils
sont obligés de pratiquer des prix
plus élevés. Si nous nous
attaquions au phénomène des
faux indépendants, nous ferions
un grand pas en avant.

Existe-t-il d'autres moyens de
lutter rapidement contre les faux
indépendants étrangers? Prête-t-
on, dans le dossier des faux
indépendants, une attention
particulière au secteur de la
construction?
02.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik ben net als
u bekommerd om de problematiek inzake het zwartwerk. Het lijkt zich
steeds meer te verspreiden, met name in de bouwsector. Het is
overigens in die sector dat de inspectiediensten de meeste controles
uitvoeren.

Ik vestig echter uw aandacht op het feit dat de zelfstandige die uit een
land van de Europese Unie afkomstig is en die in België is komen
werken overeenkomstig de Europese regels inzake sociale zekerheid
­ hij beschikt op die manier over het E101-formulier, afgeleverd door
een buitenlandse overheid ­ evenwel uit de problematiek dient te
worden uitgesloten.

Hetzelfde geldt voor de staatsburger van de new member states
sedert 1 mei 2004. Deze werknemer oefent immers een activiteit
volgens de regels uit. Er kan niet worden gesproken van oneerlijke
concurrentie.

Ik bereid een ontwerp van koninklijk besluit voor dat de sociale
verzekeringsfondsen zal verplichten de aansluiting te weigeren aan
buitenlanders die geen regelmatige werksituatie in België hebben of
02.02 Sabine Laruelle, ministre:
Le problème du travail au noir me
préoccupe. Les
services
d'inspection effectuent la plupart
des contrôles dans le secteur de la
construction. Les indépendants
originaires d'un État membre de
l'Union européenne qui disposent
d'un formulaire E101 délivré par
une autorité étrangère sont
légalement en règle. Il n'est pas
davantage question de
concurrence déloyale en ce qui
concerne les travailleurs émanant
des nouveaux États membres.

Je prépare actuellement un projet
d'arrêté royal qui obligera les
caisses d'assurances sociales à
refuser l'affiliation d'étrangers qui
ne sont pas en situation de travail
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
die niet over de nodige documenten beschikken om er een
zelfstandige activiteit uit te oefenen.

Voorts, zoals u weet, werkt mijn kabinet momenteel aan een ontwerp
van kaderwet betreffende de aard van de arbeidsrelaties. Het ontwerp
zou perfect tegemoet kunnen komen aan de problematiek die u
aangeeft, dit door desgevallend een herkwalificatie van de
arbeidsrelatie toe te laten, wanneer de terbeschikkingstelling van de
buitenlandse werknemer ongeoorloofd is.

Ik wens overigens dat de regering er zich toe verbindt om op korte
termijn de analyse van de echtheid van het fenomeen van
schijnzelfstandigheid binnen de bouwsector te maken om voor de
situatie op het terrein aangepaste criteria te kunnen goedkeuren.

Al deze maatregelen zullen vast en zeker een positieve weerslag
hebben op de problemen inzake oneerlijke concurrentie,
niettegenstaande tal van andere aspecten inzake de door u
aangehaalde problematiek onder de bevoegdheid van mijn collega,
de minister van Werk, ressorteren.
régulière en Belgique ou qui ne
disposent pas des documents
requis. Mon cabinet prépare un
projet de loi-cadre sur la nature
des relations de travail et qui
pourrait remédier au problème. Je
souhaite que le gouvernement
clôture rapidement l'analyse
relative au phénomène des faux
travailleurs indépendants dans le
secteur de la construction pour
qu'on puisse décider de critères
adaptés. Toutes ces mesures
auront un effet positif sur la
concurrence déloyale. D'autres
aspects relèvent de la compétence
du ministre de l'Emploi.
02.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar
antwoord. Ik heb de minister van Werk inderdaad al vragen gesteld
over deze problematiek.

U zegt dat het niet gaat om oneerlijke concurrentie. Als het gaat om
mensen uit een nieuwe lidstaat van de Europese Unie die zich aan de
regels houden, dan is er geen sprake van oneerlijke concurrentie. In
de praktijk wordt echter vastgesteld dat het gaat om mensen die zich
inschrijven als zelfstandige maar dit eigenlijk niet zijn omdat ze
werken onder gezag, leiding en toezicht. Het gaat dus eigenlijk om
schijnzelfstandigen. In dat geval is er wel sprake van oneerlijke
concurrentie. Die nuance zou ik toch wel willen aanbrengen.

Ik ben blij dat u er alleszins werk wilt van maken. Bij het ontwerp in
verband met de schijnzelfstandigen zal er specifiek met de
bouwsector rekening worden gehouden. Eventueel zullen er aparte
criteria komen.

Ik heb ook nog een vraag in verband met de timing van de kaderwet
en het ontwerp van KB dat wordt voorbereid. U heeft het ook over de
inspectiediensten die dit prioritair zouden behandelen. Heeft u het dan
over de inspectiediensten van het RSVZ? Ik heb uit het antwoord van
de minister van Werk begrepen dat het gaat om de sectoren
transport, horeca en bouw. De inspectiediensten van de RSZ maken
een prioriteit van de controles in die sectoren.
02.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): J'ai également déjà posé
des questions à la ministre de
l'Emploi. La ministre affirme qu'il
ne s'agit pas de concurrence
déloyale, mais, dans la pratique, il
s'agit de faux indépendants et par
conséquent il est bien question de
concurrence déloyale. Je me
félicite que la ministre s'attèle au
problème. La ministre parle-t-elle
des services d'inspection de
l'INASTI?
02.04 Minister Sabine Laruelle: Het gaat inderdaad om die controle.
Het ontwerp van kaderwet voor de schijnzelfstandigen werd overlegd
met mijn collega's van Werk en Sociale Zaken. Ik denk dat een
oplossing moet worden gevonden want het is dringend voor sommige
sectoren. Ik denk dat we twee soorten criteria moeten hebben:
algemene criteria uit de jurisprudentie voor iedereen en specifieke
criteria voor de sectoren waar er problemen zijn.
02.04 Sabine Laruelle, ministre:
Il s'agit en effet de ces contrôles.
Je me suis concertée avec les
ministres de l'Emploi et des
Affaires sociales sur ce projet de
loi-cadre. Il convient de trouver
une solution car la situation
devient vraiment délicate pour
certains secteurs. Il faut des
critères généraux issus de la
jurisprudence pour tous et des
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
critères spécifiques pour les
secteurs à problèmes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Les questions n
os
7493 et 7578 de M. Wathelet sont retirées.

Aan de orde is thans vraag nr. 7494 van Mevrouw Pieters.
02.05 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook deze vraag
wordt verwezen naar de minister bevoegd voor Economie. Uit diverse
bepalingen had ik nochtans begrepen dat de regering een en
ondeelbaar was.

(...): (...)
02.06 Trees Pieters (CD&V): Ik begrijp het ook niet.

(...): (...)
02.07 Trees Pieters (CD&V):De kabinetschef heeft mij dat zopas
meegedeeld.
De voorzitter: De vraag wordt dus uitgesteld naar volgende week.
02.08 Trees Pieters (CD&V): Ja, mijnheer de voorzitter, ik hoop dat
mijn vraag op de agenda van volgende week zal worden geplaatst,
gericht aan de minister bevoegd inzake Economie.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de stand van zaken
betreffende de hervorming van de koopjeswet" (nr. 7543)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het bepalen van het
begin van de koopjesperiode" (nr. 7674)
03 Questions jointes de
- Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'état d'avancement de
la réforme de la loi sur les soldes" (n° 7543)
- M. Melchior Wathelet à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la fixation de la date
du début des soldes" (n° 7674)
03.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb u hierover
al meerdere keren ondervraagd, omdat u in januari 2005 het idee
lanceerde om nogmaals aan de koopjeswet te sleutelen. Ik zeg
nogmaals, omdat er al veel ministers voor u gezegd hebben dat zij
aan de koopjeswet zouden sleutelen.

U hebt toen gezegd dat de koopjes beter altijd zouden beginnen op
een zaterdag, halverwege januari. Op mijn parlementaire vraag
omtrent deze plannen hebt u destijds geantwoord dat u een
consultatieronde zou houden met de middenstandsorganisaties,
alvorens tot actie over te gaan. Bij mijn recentste vraag kon u nog niet
zeggen wat het resultaat was van die overlegronde. U zei dat u
ondertussen diverse middenstandsorganisaties had geconsulteerd,
alsook een aantal steden en gemeenten.

Ik stel opnieuw deze vraag, om de stand van zaken te kennen in dit
dossier. Ik hoop dat de consultatieronde nu afgelopen is. Wij staan
03.01 Trees Pieters (CD&V): Au
mois de janvier, la ministre a
annoncé son intention d'adapter la
loi sur les soldes. Les soldes d'été
s'approchent. Quel est le résultat
de la consultation des différentes
parties au sujet de la date de
début des soldes?
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
net voor de zomerkoopjes die op 1 juli beginnen. Dat is wel een
zaterdag, maar het is de eerste zaterdag van de maand. Het is niet
ergens half juli.

De zomerkoopjes staan voor de deur. Wat is de stand van zaken in
de consultatieronde van de verschillende partijen, omtrent de
startdatum van de koopjesperiode? Indien de consultatieronde is
afgerond, wat is het resultaat ervan? Bent u van plan rekening te
houden met het resultaat van die consultatieronde bij een eventuele
beleidsactie? Indien de consultatieronde nog niet afgelopen is,
wanneer zal ze dan wel afgelopen zijn?
03.02 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, ma question
vise à peu près le même objectif que celle de Mme Pieters.

Lors des soldes de janvier dernier, la presse s'était fait l'écho de votre
volonté de modifier le calendrier des soldes. Vous aviez en effet
souligné que le fait de commencer des soldes un samedi serait plus
festif mais les commerçants échaudés par une expérience
malheureuse en 2002 avaient plutôt rejeté la proposition à l'époque.

Dans un second temps, vous nous aviez fait part de votre intention de
fixer à l'avenir le début des soldes le premier samedi du mois au lieu
du 3 janvier et du 1
er
juillet comme c'est le cas actuellement, même si
cette année est un peu spéciale en ce qui concerne le 1
er
juillet.

A l'époque, vous aviez affirmé ne pas vouloir changer la
réglementation d'autorité mais après une large consultation de tous
les acteurs concernés, comme Mme Pieters vient de le rappeler. En
fonction de la rapidité du travail législatif, vous souhaitiez que le
nouveau système puisse déjà entrer en vigueur cette année.

A cet égard, madame la ministre, je souhaitais savoir si une telle
consultation a été menée. Si oui, quels en sont les résultats? Si non,
pourquoi? Envisagez-vous toujours de changer le calendrier des
soldes? Si oui, dans quel sens? En d'autres termes, envisagez-vous
toujours de faire débuter systématiquement les soldes un samedi?

En outre, pourriez-vous me préciser également si une concertation a
été entreprise auprès de vos collègues en charge de l'Economie et de
la Protection du consommateur à ce sujet? Si oui, quels en sont les
résultats? Si non pourquoi?
03.02 Melchior Wathelet (cdH):
U zou van plan zijn te schuiven
met het begin van de
koopjesperiode. Hierover wil u met
alle betrokken actoren om de tafel
gaan zitten. Heeft dat overleg
intussen plaatsgevonden? Heeft u
overleg gepleegd met uw collega's
op Economie en Consumenten-
zaken? Blijft u bij uw voornemen
om de data voor de
koopjesperiodes te wijzigen en de
koopjes stelselmatig op een
zaterdag te laten beginnen?
03.03 Sabine Laruelle, ministre: La consultation de l'association des
commerçants concernant un éventuel changement des dates de
début et de fin des soldes est terminée depuis quelques jours.
03.03 Minister Sabine Laruelle:
Het overleg met de handelaars-
vereniging over een mogelijke
wijziging van de begin- en
einddatum van de koopjesperiode
is sinds een paar dagen afgerond.
Ik ga nu de resultaten van dit onderzoek na en zal binnenkort met de
minister van Economie en de minister, belast met de bescherming
van het verbruik, beiden evenzeer bevoegd voor het dossier, alsook
met de beroepsorganisaties van de sector en de interprofessionele
organisaties overleg plegen om het verdere verloop, dat aan deze
raadpleging dient te worden voorbehouden, te bekijken.
Je vais examiner les résultats de
l'enquête. J'entamerai bientôt une
concertation avec les ministres de
l'Economie et de la Protection de
la consommation ainsi qu'avec les
organisations professionnelles.
Mon souhait est de tirer les conclusions des dernières réponses qui Ik wil besluiten trekken uit de
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
viennent d'arriver pour savoir où nous en sommes, de présenter ces
résultats à mes collègues en charge de l'Économie et de la Protection
des consommateurs, et de voir avec les associations ce qu'il convient
d'en faire, notamment avec UNIZO et UCM qui s'étaient opposés à
une modification de la législation.
laatste antwoorden die we pas
hebben ontvangen om te weten
waar we aan toe zijn. Vervolgens
wil ik die resultaten aan mijn
collega's van Economie en
Consumentenzaken voorleggen
en samen met de verenigingen
nagaan wat ons te doen staat.
03.04 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, u zegt dat de
consultatieronde beëindigd is sinds een paar dagen. Het is toevallig,
dat die consultatieronde nu beëindigd is, net voor de koopjes
beginnen! Die consultatieronde heeft naar mijn aanvoelen vrij lang
geduurd, te weten 6 maanden. Maar u hebt in een vroeger antwoord,
op 23 maart, gezegd dat u binnenkort de interprofessionele federaties
die de middenstand vertegenwoordigen en FEDIS zou raadplegen. U
zou verder een rechtstreekse steekproef doen en
handelsverenigingen uit grote steden van het land ondervragen.

Nu vraag ik mij af ­ wanneer u zegt dat de beroepsorganisaties Unizo
en UCM nog niet betrokken waren bij die consultatie ­ wie u dan wel
geconsulteerd hebt? Ik begrijp dat u 6 maanden gewerkt hebt met die
handelsverenigingen uit grote steden en eventueel met FEDIS maar
dat u nog niet gesproken hebt met de essentiële gesprekspartner,
zijnde Unizo en UCM, die al die verenigingen vertegenwoordigen? Ik
ben toch verbaasd dat na 6 maanden die consultatieronde, waarbij
Unizo en UCM niet betrokken werden, afgerond is, en dat u mij nu
zegt dat u nog wel Unizo en UCM moet gaan beluisteren.
03.04 Trees Pieters (CD&V): Les
consultations, qui ont duré six
mois, sont terminées depuis
quelques jours, comme par hasard
à quelques jours du début des
soldes. Or, la ministre n'a consulté
ni l'UNIZO ni l'UCM. Quelles
organisations ont dès lors été
consultées? Comment les
consultations peuvent-elles être
considérées comme clôturées
alors que des partenaires
essentiels n'y ont pas été
associés?
03.05 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, moi aussi, je
suis assez étonné que la consultation ne soit pas encore tout à fait
terminée, étant donné la volonté que vous aviez exprimée d'aller très
vite.

Vous aviez parlé, pour reprendre les termes de Mme Pieters, de
l'UCM et de l'UNIZO. Je les ai évoqués dans ma question. Ce sont
effectivement ceux qui se sont montrés les plus opposés à la
proposition.

Allez-vous maintenant confronter les positions des personnes que
vous avez consultées durant ces six mois à la position de l'UNIZO et
de l'UCM? Si je comprends bien, votre intention est toujours d'aller
dans le sens que vous aviez proposé, il y a quelques mois. Par
ailleurs, quand pensez-vous que cette directive entrera en application
pour la première fois?
03.05 Melchior Wathelet (cdH):
Het verwondert me dat het overleg
nog niet is afgerond. Als ik het
goed begrijp, blijft u bij uw
voornemen van enkele maanden
geleden. Wanneer denkt u dat die
richtlijn voor het eerst van kracht
zal worden?
03.06 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, ma position n'a pas changé. J'ai d'abord émis une idée.
Nous avons alors enregistré la réaction de l'UCM et de l'UNIZO qui
estimaient qu'il ne fallait rien changer.

D'après les contacts que j'ai eus avec certains commerçants, il me
semblait que la situation sur le terrain était un peu différente de la
position assez monolithique de l'UCM et de l'UNIZO. J'ai donc
demandé que l'on interroge les fédérations des commerçants des
grandes villes. On peut évidemment me reprocher que cela ait pris du
temps. Je ne peux répondre à la place de ces fédérations. Il faut
savoir que certaines fédérations comme celle de Namur, par
03.06 Minister Sabine Laruelle:
Ik blijf inderdaad bij mijn
standpunt. Wij hebben akte
genomen van de reactie van de
UCM en UNIZO die meenden dat
er niets moest worden veranderd.
Uit overleg met de mensen in het
veld is gebleken dat hun standpunt
toch wel afwijkt van de eerder
starre houding van de UCM en
UNIZO. Ik heb dan ook gevraagd
dat men de federaties van
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
exemple, ont fait le tour de tous les commerces namurois pour savoir
ce que l'ensemble de leurs membres souhaitaient, ce qui nécessite
du temps. Si un ministre décide de façon abrupte, on lui reproche de
ne pas avoir procédé à des consultations. Pour ma part, j'ai émis une
idée; j'ai reçu les premières réactions; j'ai souhaité aller plus loin avec
les fédérations de commerçants. Les dernières réponses nous sont
parvenues et la consultation est maintenant terminée. Je le répète,
d'après les premiers éléments, il semble que les positions des
fédérations de commerçants soient moins monolithiques que la
position initialement défendue par les organisations
interprofessionnelles. Il est évident, madame Pieters, que mes
partenaires de la négociation restent évidemment prioritairement
l'UCM et l'UNIZO.

C'est la raison pour laquelle je souhaite leur présenter les résultats de
cette consultation et voir avec eux comment il convient ou non
d'avancer. J'ai toujours dit que nous n'allions pas procéder à une
réforme si la demande des commerçants n'allait pas dans ce sens.
handelaars van de grote steden
zou ondervragen. De laatste
antwoorden zijn binnen en het
overleg is nu afgerond. De UCM
en UNIZO blijven onze prioritaire
partners aan de
onderhandelingstafel.
03.07 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik kom even
terug op het laatste wat u hebt gezegd. U zegt dat u enorm veel tijd
hebt gestoken in een consultatie van de federaties van de grote
gemeenten en steden. Ik weet dat er in alle steden en gemeenten
verenigingen zijn die de winkeliers verenigen. U zegt dat u alle
handelaars van Namen...
03.07 Trees Pieters (CD&V): La
ministre a donc consulté tous les
commerçants de Namur?
03.08 Minister Sabine Laruelle: De federatie van de handelaars van
Namen heeft beslist een echte enquête te houden en heeft aan 80 tot
90% van de handelaars in Namen een bezoek gebracht om na te
gaan of zij dit een goed idee vinden. Dat vraagt enige tijd. Ik heb
echter niet elke handelaar in Namen gesproken. Daarvoor heb ik
geen tijd.
03.08 Sabine Laruelle, ministre:
Non, pas moi! L'association des
commerçants de Namur a
consulté les commerçants.
03.09 Trees Pieters (CD&V): Inderdaad, het is best dat u dit niet zelf
hebt gedaan. Ik hoop dat alle federaties van de Vlaamse steden en
gemeenten dat ook hebben gedaan. Ik vraag mij af waarom er
overkoepelende beroepsorganisaties en interprofessionele
organisaties nodig zijn. Zij hebben die enquêtes al meerdere keren
gedaan. Vandaag, 6 maanden na uw idee, staan wij echter nergens.
Op het veld is er onduidelijkheid gecreëerd die vandaag nog steeds
niet is opgelost.
03.09 Trees Pieters (CD&V):
J'espère que toutes les associa-
tions ont fait de même, en Flandre
également. Je me demande
toutefois à quoi servent les
organisations interprofession-elles
de coordination qui ont déjà
souvent réalisé de telles enquêtes.

Six mois après que la ministre a
lancé son idée, nous ne sommes
toujours nulle part.
03.10 Sabine Laruelle, ministre: Il n'y a aucun problème, la
législation n'a pas changé. Tous les commerçants le savent, cela ne
crée aucun doute dans leur esprit. Je comprends que vous me
reprochiez tout et son contraire, c'est votre rôle. Quant à moi, j'ai
toujours soutenu que je n'allais pas modifier une législation sans une
demande des commerçants. J'ai voulu demander leur avis aux
fédérations des commerçants. Je me rends compte que la première
réaction monolithique des deux
grandes organisations
interprofessionnelles n'est pas si monolithique quand on descend sur
le terrain. Il est évident qu'il y aura une concertation avec eux. Ce
n'est pas non plus un dossier qui demande l'extrême urgence,
madame Pieters. Cela dit, je vous remercie de l'intérêt que vous lui
03.10 Minister Sabine Laruelle:
Aan de wetgeving is niets
veranderd. Ik heb de federaties
van handelaars naar hun mening
willen vragen. Ik besef dat de
eerste reactie van de twee grote
interprofessionele organisaties niet
helemaal met die van de
individuele handelaars
overeenstemt. Het spreekt voor
zich dat overleg zal plaatsvinden.
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
portez.
03.11 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb het laatste
woord. Ik heb de indruk dat u de parlementaire geplogenheden niet
goed kent.

Ik kom terug op mijn eerste opmerking. Het lijkt mij aangewezen dat
de ministers van deze regering mekaar eerst raadplegen en zich dan
pas uitspreken.
03.11 Trees Pieters (CD&V): Les
ministres de ce gouvernement
feraient mieux de se consulter
avant de se prononcer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
onderwerping van de niet-actieve bestuurders aan het zelfstandigenstatuut" (nr. 7551)
04 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur
"l'assujettissement des administrateurs non actifs au statut des indépendants" (n° 7551)
04.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de eerste vraag
gaat over de onderwerping aan het zelfstandigenstatuut van niet-
actieve bestuurders. Deze vraag is naar boven gekomen naar
aanleiding van een artikel dat in De Tijd van 7 juni 2005 verschenen
is. In die krant stond een artikel van een advocaat, Demeulemeester
en partners, waarin het volgende werd vermeld: "Wie een mandaat
uitoefent in een vennootschap met winstoogmerk als bestuurder of
zaakvoerder is voor de sociale zekerheid een zelfstandige en moet
ook socialezekerheidsbijdragen betalen aan het stelsel van de
zelfstandigen. Hij kan het automatisch vermoeden dat hij een
bedrijvigheid uitoefent in de onderneming niet weerleggen. Een
bestuurder vond dit een discriminatie tegenover anderen die wel
bewijzen aandragen om het vermoeden dat ze zelfstandigen zijn te
weerleggen. Het Arbitragehof is het met hem eens." Dat was dus het
artikel in "De Tijd".

De niet-weerlegbaarheid van het vermoeden van bedrijvigheid van
een bestuurder is in de wet opgenomen om de ontwijking van de
verzekeringsplicht voor vennootschapsmandatarissen die een in
België gevestigde vennootschap besturen vanuit het buitenland tegen
te gaan. Door deze niet-weerlegbaarheid moeten vele papieren
bestuurders elk kwartaal enkele honderden euro betalen. Deze
papieren bestuurders zijn heel vaak vaders of moeders die als
bestuurder ingeschreven staan omdat een van hun kinderen nu
eenmaal een minimum aantal bestuurders in de zaak moet hebben.
Veelal krijgen zij daarvoor dan ook geen enkele vergoeding. Ik wou u
vragen, mevrouw de minister, welke gevolgen dit arrest met zich
meebrengt en in hoeverre u maatregelen zult nemen om de
wetgeving in overeenstemming met dit arrest te brengen.
04.01 Trees Pieters (CD&V):
Quiconque exerce un mandat
dans une société est tenu de
payer des cotisations de sécurité
sociale. Il ne peut en effet réfuter
la présomption qu'il exerce une
activité. La Cour d'arbitrage a jugé
que cette situation constitue une
discrimination par rapport à
d'autres personnes qui elles sont
en mesure de réfuter la
présomption d'indépendance par
des preuves.

L'irréfutabilité est inscrite dans la
loi de sorte que les
administrateurs ne peuvent éluder
l'assujettissement en exerçant leur
fonction depuis l'étranger. De
nombreux administrateurs sont
toutefois simplement inscrits en
cette qualité parce qu'une
entreprise doit compter un nombre
minimum d'administrateurs. Ils
doivent donc payer des cotisations
de sécurité sociale pour un
mandat fictif.

Quelles seront les conséquences
de l'arrêt de la Cour d'arbitrage?
La ministre adaptera-t-elle la
législation?
04.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, betreffende
de verzekeringsplicht van mandatarissen, bestuurders, zaakvoerders
enzovoort in het sociaal statuut der zelfstandigen bestaan twee
vermoedens.

Ten eerste, ingevolge artikel 2 van het koninklijk besluit van 19
december 1967, van toepassing sinds 1 juli 1992, wordt van de
04.02 Sabine Laruelle, ministre:
Il existe deux types de
présomptions dans le statut social
des indépendants. En vertu de
l'article 2 de l'arrêté royal de
décembre 1967, qui est
d'application depuis le 1
e
juillet
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
uitoefening van een mandaat in een vereniging of vennootschap, naar
recht of in feiten, die zich met een exploitatie of met verrichtingen van
winstgevende aard bezighoudt, op onweerlegbare wijze vermoed de
uitoefening te zijn van een bedrijvigheid die een verzekeringsplicht
aan het sociaal statuut der zelfstandigen met zich meebrengt.

Ten tweede, artikel 3 § 1 4
de
lid van het KB nr. 38 van toepassing
sedert 1 januari 1997 stelt dat personen benoemd tot mandataris in
een aan de Belgische vennootschapsbelasting of belasting der niet-
inwoners onderworpen vennootschap of vereniging op onweerlegbare
wijze vermoed worden in België een zelfstandige beroepsbezigheid uit
te oefenen.

Ik wijs erop dat het arrest van het Arbitragehof van 3 november 2004
alleen artikel 3 § 1 4
de
lid van KB nr. 38 betreft.

In dit arrest besliste het Arbitragehof enerzijds dat het onweerlegbare
vermoeden integraal en onverminderd van toepassing blijft op
mandatarissen die vanuit het buitenland een vennootschap besturen.

Anderzijds vindt het Hof dat het onweerlegbare vermoeden de
grondwettelijke gelijkheidsbeginselen schendt in zoverre een
vennootschap mandatarissen die vanuit België een vennootschap
besturen niet toestaat het bewijs van het tegendeel te leveren.

Het onweerlegbare vermoeden wordt voor deze
vennootschapsmandatarissen, waaronder natuurlijke personen,
weerlegbaar.

Vanuit juridisch oogpunt heeft een arrest van het Arbitragehof over
een prejudiciële vraag slechts een beperkt relatief gezag en
uitwerking. Slechts het rechtscollege dat in casu de vraag heeft
gesteld en elk ander rechtscollege dat in dezelfde zaak uitspraak
moet doen, zijn verplicht het gezag van het Arbitragehof te
aanvaarden.

Het resultaat is dat, ten eerste, het onweerlegbaar vermoeden,
aangehaald in het vernoemde artikel 3, paragraaf 1, vierde lid
onverminderd van toepassing blijft op mandatarissen die vanuit het
buitenland een vennootschap besturen. Ten tweede, het arrest van
het Arbitragehof heeft geen enkele invloed op het onweerlegbaar
vermoeden, aangehaald in het vernoemde artikel 2 van het koninklijk
besluit van 19 december 1967.

Rekening houdende met de beperkte impact van het arrest van het
Arbitragehof, lijkt het mij voorbarig om thans de wetgeving te laten
aanpassen. Ik zal aan de administratie vragen om me geregeld
verslag uit te brengen over de evolutie van de rechtspraak in deze
materie en zal nieuwe maatregelen nemen wanneer zulks
noodzakelijk zou blijken.
1992, l'exercice d'un mandat dans
une association ou une société de
nature lucrative constitue une
activité entraînant l'obligation de
cotiser à la sécurité sociale. Selon
l'article 3.1.4
e
de l'arrêté royal 38
entré en vigueur le 1
er
janvier
1997, les mandataires d'une
société belge résidant à l'étranger
sont présumés de manière
irréfragable exercer une activité
d'indépendant en Belgique.

L'arrêt de la Cour d'arbitrage du 3
novembre 2004 ne porte que sur
ce dernier article. La présomption
restera entièrement applicable aux
mandataires exerçant leur mandat
d'administrateur à partir de
l'étranger, mais la Cour d'arbitrage
estime néanmoins que le principe
constitutionnel d'égalité est violé si
les mandataires qui dirigent une
société alors qu'ils sont établis en
Belgique n'ont pas l'occasion de
prouver
le contraire. La
présomption irréfragable devient
donc réfragable.

Cela dit, la portée de l'arrêt de la
Cour d'arbitrage est limitée. Il ne
lie que les juridictions statuant
dans cette affaire.

Il me paraît prématuré d'adapter la
loi, mais je demanderai à mes
services de me tenir informée des
développements dans ce dossier.
Si de nouvelles mesures
paraissaient nécessaires, je ne
manquerais pas d'intervenir.
04.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het statuut
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
van de meewerkende echtgenoot en de stand van zaken inzake de aanpassingen" (nr. 7650)
05 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
statut du conjoint aidant et l'état d'avancement des modifications" (n° 7650)
05.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, deze vraag steunt op heel wat vragen die reeds in het
verleden, vorige week nog, werden gesteld. Het statuut van de
meewerkende echtegenoot treedt op vrijdag 1 juli in werking.

Zes maanden vroeger dan gepland moeten meewerkende
echtgenoten het maxistatuut aankleven en moeten zij ook aan de
bijhorende verplichtingen voldoen. Ik ben blijven wijzen op twee
problemen, namelijk de leeftijd en de inkomensgrens.

Vorige week, tijdens een debat over de diverse bepalingen of over de
programmawet, hebt u laten uitschijnen dat men voor de leeftijd jaren
kan afkopen. Ik zie echter nog niet goed in tot hoever men op dat punt
kan gaan en wat de kostprijs van de afkoop van die jaren zal zijn.

Omtrent de inkomensgrens hebt u gezegd dat u voor de lage
inkomens een uitzondering zou maken. Voor de inkomens, zeker en
vast onder de 10.000 euro zou er een soort van wettelijk vermoeden
worden gecreëerd omtrent het meewerken van de echtgenote en
omtrent het feit dat zij voldoet aan de verplichtingen van het
maxistatuut, zonder dat daarvoor een bijdrage zou moeten worden
betaald. Mevrouw de minister, blijft dit zo?
05.01 Trees Pieters (CD&V): Le
statut du conjoint aidant entre en
vigueur le 1
er
juillet. Les conjoints
aidants doivent adopter le statut
maximal et respecter toutes les
obligations liées à ce statut six
mois plus tôt que prévu. J'ai déjà
souligné les problèmes d'âge et de
limite de revenus. Vous avez
laissé entendre que pour le
premier problème, des années de
travail pouvaient être achetées
alors que pour les faibles revenus,
une présomption légale serait
créée, permettant au conjoint
aidant de respecter les obligations
du statut maximal sans devoir
payer de cotisations. Est-ce exact?
05.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, ik heb mijn
administratie de opdracht gegeven om, naar aanleiding van de
inwerkingtreding op 1 juli 2005 van het verplicht maxistatuut voor de
meewerkende echtgenoot, de sociale verzekeringsfondsen te wijzen
op hun informatieplicht. In sommige gevallen kan het verplichte
maxistatuut inderdaad aanleiding geven tot hogere sociale bijdragen.
In sommige gezinnen kan deze hogere bijdrageplicht tot financiële
moeilijkheden leiden. Daarom zal van de sociale verzekeringsfondsen
worden verwacht dat zij, voor de gezinnen waarvan het inkomen van
de geholpen zelfstandigen in 2002 niet meer bedroeg dan 14.024,39
euro, bij het versturen van de vervaldagberichten voor het derde
kwartaal 2005 betrokkenen op de hoogte brengen van het volgende.

Ten eerste, er is de mogelijkheid voor de betrokken meewerkende
echtgenoten om in toepassing hiervan vrijstelling van bijdrageplicht te
vragen. Hierbij zal er door de fondsen worden gewezen op het feit dat
in geval van toepassing van vrijstelling van bijdrageplicht, alle rechten
in het sociaal statuut der zelfstandigen worden verloren. Ten tweede,
er is ook de mogelijkheid om een aanvraag tot vrijstelling van bijdrage
in te dienen. Dus houden de meewerkende echtgenoten het
ministatuut. Met het eerste verloor ze het ministatuut en heeft ze geen
maxistatuut, met het tweede houdt ze het ministatuut.

Voor elk gezin is er een derde mogelijkheid: het feit dat men niet
verzekeringsplichtig is als meewerkende echtgenoot wanneer de hulp
niet regelmatig van aard is en niet over meer dan negentig dagen per
jaar gespreid is. In dat geval moet een verklaring op eer worden
afgelegd.
05.02 Sabine Laruelle, ministre:
J'ai attiré l'attention des caisses
d'assurances sociales sur leur
devoir d'information. L'instauration
du maxi-statut peut entraîner une
augmentation des cotisations et
occasionner des problèmes
financiers à certains ménages. Par
conséquent, lors de l'avis
d'échéance relatif au troisième
trimestre de 2005, les caisses
doivent envoyer des informations
pour les ménages dont le revenu
était inférieur à 14.024,39 euros en
2002. Les conjoints aidants
concernés peuvent demander à
être exemptés de l'obligation de
cotiser mais dans ce cas,
l'ensemble des droits inhérents au
statut social des indépendants
sont perdus. Il est également
possible d'introduire une demande
d'exemption avec maintien du
mini-statut. Troisièmement, le
conjoint aidant n'est pas assujetti
au statut lorsque l'aide fournie
n'est pas régulière et n'excède pas
nonante jours par an. Dans ce
dernier cas, il y a lieu de faire une
déclaration sur l'honneur.
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
05.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is dus een
ander antwoord dan wat wij vorige week van de minister hebben
gehoord. Het antwoord over de aanvraag van vrijstelling tot
bijdrageplicht hebben wij al vroeger gehoord in de discussie rond het
minimuminkomen. Ik ga daar absoluut niet mee akkoord. Wij weten
allemaal dat die commissie voor vrijstelling bestaat. Wij weten dat, wil
men een beroep doen op die commissie, men een aanvraag moet
doen en een dossier moet indienen met opgave van de
inkomenssituatie en de onmogelijkheid voor het betrokken gezin om
sociale bijdragen te betalen en dat dit allemaal afhankelijk is van een
beslissing van de commissie zelf.

De commissie zelf zal oordelen of de aanvraag aanvaard wordt of
niet. Het is dus een lijdensweg voor veel familiale landbouwgezinnen
die niet aan die 15.000 euro komen als zij nu via de commissie voor
vrijstelling van bijdragen moeten passeren.

Ten tweede ben ik het er niet mee eens dat de echtgenote dan geen
beroep meer kan doen op het maxistatuut. Zij wordt dus herleid tot
iemand uit het ministatuut. U komt dat toch te zeggen. Zij zal niet
meer rechten verwerven dan de rechten die verbonden zijn aan het
ministatuut. In die zin verschilt het antwoord dat u nu geeft van het
antwoord dat u vorige week gegeven hebt. Vorige week hebt u heel
duidelijk gezegd dat u aan het zoeken was naar een piste om de
meewerkende echtgenote voor de gezinnen die een laag inkomen
hebben tussen 10.000 en 15.000 euro, geen bijdrage te laten betalen,
maar ze wel de rechten uit het maxistatuut te verlenen. Zo heb ik het
heel duidelijk begrepen. Naast mij hebben nog andere personen ­ u
was er ook bij, mijnheer de voorzitter ­ dat ook zo heel duidelijk
begrepen.
05.03 Trees Pieters (CD&V):
Votre réponse est différente de
celle de la semaine dernière. Nous
sommes informés de la procédure
en cours devant la commission de
dispense et du véritable parcours
du combattant qu'elle représente
pour les familles à faibles revenus.
Je ne suis pas d'accord qu'un
conjoint aidant n'ait donc plus droit
au statut
maximal, mais
uniquement au mini-statut. La
semaine dernière, la ministre a
déclaré qu'elle examinait une
solution pour les personnes aux
revenus compris entre 10.000 et
15.000 euros pour qu'elles ne
doivent pas payer de cotisations
tout en bénéficiant néanmoins du
statut maximal.
05.04 Sabine Laruelle, ministre: J'ai dit la semaine dernière qu'il y
avait un problème pour les plus bas revenus. Cette semaine, je dis
exactement la même chose.

En concertation avec les organisations et l'INASTI, nous avons tenté
de trouver la meilleure piste. La piste que je vous ai donnée la
semaine passée était la suivante: en ce qui concerne les plus bas
revenus, nous allons rédiger une circulaire disant que, dans ce cas,
on ne retient pas la notion de conjoint aidant. En effet, ces revenus
sont déjà tellement bas que nous pouvons présupposer qu'il n'y a pas
deux unités de travail.

Je n'ai jamais dit qu'ils n'allaient pas devoir payer de cotisations
sociales et que nous allions tout de même leur accorder le maxi-
statut. C'est impossible!

Lors des réunions avec l'INASTI, il est apparu qu'une solution était
déjà en place et j'ai donné instruction aux caisses d'assurance sociale
d'en informer les familles dont les revenus sont inférieurs à 15.000
euros. Nous allons leur donner le choix: le conjoint supposé aidant
pour les familles qui ont moins de 15.000 euros de revenus pourra
demander l'assimilation de personne à charge. Je n'ai jamais dit,
madame Pieters, que nous allions faire en sorte que les conjoints
aidants, qui souhaitent le rester, n'allaient pas payer de cotisations et
auraient quand même des droits. Cela ne se fait nulle part.

Il y a trois possibilités et nous allons en informer ces familles de
05.04 Minister Sabine Laruelle:
Ik heb nooit beweerd dat de
meewerkende echtgenoten die die
hoedanigheid wensen te
behouden, geen bijdragen meer
zouden moeten betalen en toch
het maxistatuut zouden behouden.
Dat is nergens het geval.

Op de vergaderingen met het
RSVZ is gebleken dat er reeds
een oplossing voorhanden was. Ik
heb de sociale zekerheidskassen
de opdracht gegeven om de
gezinnen met een inkomen lager
dan 15.000 euro hiervan op de
hoogte te stellen.

Er zijn drie mogelijkheden: zoals ik
reeds vorige week had
voorgesteld, kan de meewerkende
echtgenoot vragen om met een
persoon ten laste gelijkgesteld te
worden; de commissie voor
vrijstellingen kan wie dat
aanvraagt, de toelating geven om
verder het ministatuut en niet het
CRIV 51
COM 663
28/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
manière spécifique:

- Soit, le conjoint aidant demande l'assimilation de personne à charge,
c'est la piste que j'avais donnée la semaine passée.
- Soit, et je suis d'accord avec vous sur la commission de dispense,
ce n'est pas la meilleure des solutions mais elle existe et elle
continuera d'exister. Elle permettra à ceux qui en feront la demande
de pouvoir continuer à bénéficier du mini-statut et non pas du maxi-
statut.
- Enfin, ceux qui travaillent moins de nonante jours temps plein par an
ne sont pas obligés d'être conjoints aidants.

Je n'ai rien dit d'autre la semaine dernière.
maxistatuut te genieten; tot slot
zijn de personen die minder dan
90 dagen per jaar voltijds werken,
niet verplicht om het statuut van
meewerkende echtgenoot te
verwerven.

Vorige week heb ik niets anders
beweerd.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben vrij
ontgoocheld dat u weer die commissie van vrijstelling van bijdrage
inschakelt. Ik ben ervan overtuigd dat er daarvan vorige week geen
sprake was.
05.05 Trees Pieters (CD&V): Je
regrette que la commission de
dispense soit rétablie.

05.06 Sabine Laruelle, ministre: Il y a trois pistes. L'assimilation
n'est pas la commission de dispense.
05.07 Trees Pieters (CD&V): In twee van de drie gevallen is dat de
piste die u bewandelt.

In het derde geval zal zij, wanneer zij minder dan 90 dagen per jaar
werkt, een verklaring op eer kunnen afleggen, dat zij geen volwaardig
meewerkende echtgenote is. De aflegging van die verklaring is in het
verleden al gebeurd.

Ik ben dus absoluut niet tevreden met het voorstel zoals het
uitgewerkt is. Ik weet zeer goed dat er andere bedoelingen
onderliggend waren, dat het ABC u een advies gegeven heeft, net als
de Boerenbond.
05.07 Trees Pieters (CD&V):
J'estime que cette proposition est
insatisfaisante. Elle des objectifs
cachés. La ministre avait obtenu
l'avis du bureau ABC et du
Boerenbond.
05.08 Minister Sabine Laruelle: Ik heb nog geen adviezen gekregen.
Er is nog niets officieel.
05.08 Sabine Laruelle, ministre:
Je n'ai pas encore reçu d'avis. Il
n'y a encore rien d'officiel.
05.09 Trees Pieters (CD&V): Maar wilt u als minister nu eens
luisteren tot ik uitgesproken ben?
05.10 Sabine Laruelle, ministre: Vous parlez d'un avis de l'ABC,
d'un avis officiel qui n'est pas encore en ma possession! Je ne sais
pas comment vous obtenez ces avis de l'ABC, madame. Il me semble
spécieux, monsieur le président, qu'un parlementaire reçoive un avis
de l'ABC avant la ministre compétente et qu'on me le sorte en
commission. Je vais faire des enquêtes par la voie de l'INASTI!
05.10 Minister Sabine Laruelle:
Ik kan moeilijk aannemen dat een
parlementslid een advies van het
ABC ontvangt voordat de
bevoegde minister ervan op de
hoogte wordt gebracht. Ik zal via
het RSVZ een onderzoek laten
uitvoeren!
De voorzitter: Voor alle klaarheid, men kan het nooit een
parlementslid dat over bepaalde informatie beschikt, kwalijk nemen
dat hij of zij die informatie gebruikt. Dan is er nog degene die de
informatie ter beschikking heeft gesteld, maar dat is een andere zaak.
Het behoort de Kamer noch om het even welke voorzitter of minister
toe om het een parlementslid kwalijk te nemen die informatie te
gebruiken, wat overigens tot zijn of haar opdracht behoort.
Le président: Ni la Chambre, ni
un ministre ne peuvent reprocher
à un parlementaire de citer les
informations dont il dispose.
28/06/2005
CRIV 51
COM 663
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24

Thans stel ik voor het hierbij te laten.

05.11 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sta toch wel
op mijn recht dat ik als parlementslid mijn zinnen mag afmaken.
05.11 Trees Pieters (CD&V): Je
revendique mes droits de
parlementaire.
De voorzitter: U hebt gelijk. U hebt trouwens ook altijd het laatste woord; dat is heilig in dit Huis.
05.12 Trees Pieters (CD&V): Dan doen wij de boeken toe voor het
volgende.
De voorzitter: Mevrouw Pieters, we kunnen van deze gelegenheid gebruikmaken. We zijn met vier
parlementsleden. Als we eenparig akkoord gaan met de voorliggende tekst, dan kunnen we zeer snel
werken. Gaat u niet akkoord, mevrouw Pieters?
05.13 Trees Pieters (CD&V): Dat ziet u van hier, mijnheer de
voorzitter. Mochten we hier constructief kunnen werken, dan zou ik
nog kunnen akkoord gaan, maar niet in deze omstandigheden.
05.14 Georges Lenssen (VLD): (...)
De voorzitter: Dat is een intentieproces, mijnheer Lenssen.
05.15 Trees Pieters (CD&V): (...)
De voorzitter: Mevrouw Pieters, kalmeer. Ik wil u zo niet naar huis laten gaan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindig om 15.57 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.57 heures.