IC661_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "les
quatre nouveaux produits à ajouter à la liste des
douze polluants organiques persistants" (n° 7143)

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de vier nieuwe producten die
aan de lijst van de twaalf persistente organische
verontreinigende stoffen dienen te worden
toegevoegd" (nr. 7143)

Orateurs: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions

Sprekers: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen

Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "les
concentrations trop élevées de formaldéhyde
dans les habitats" (n° 7144)

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de te hoge concentraties van
formaldehyde in woningen" (nr. 7144)

Orateurs: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions

Sprekers: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- Mme Maya Detiège au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'abattage illégal d'arbres" (n° 7368)

- mevrouw Maya Detiège aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
illegale houtkap" (nr. 7368)

- Mme Maya Detiège au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'abattage illégal d'arbres en Finlande" (n° 7370)

- mevrouw Maya Detiège aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
illegale houtkap in Finland" (nr. 7370)

- M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
système retenu pour la certification du bois"
(n° 7572)

- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
voorgestelde regeling voor de houtcertificatie"
(nr. 7572)

- Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
bois tropical illégal" (n° 7586)

- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "het
illegaal tropisch hout" (nr. 7586)

- Mme Maya Detiège à la secrétaire d'Etat au
Développement durable et à l'Economie sociale,
adjointe au ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'abattage illégal d'arbres"
(n° 7369)

- mevrouw Maya Detiège aan de staatsecretaris
voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale
Economie, toegevoegd aan de minister van
Begroting en Overheidsbedrijven over "de illegale
houtkap" (nr. 7369)

- Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
projet de circulaire relative à l'obligation d'utiliser
du bois certifié dans les marchés publics"
(n° 7663)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
ontwerp-rondzendbrief betreffende het verplicht
gebruik van gecertificeerd hout in het raam van de
openbare aanbestedingen" (nr. 7663)

Orateurs: Maya Detiège, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions, Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Colette Burgeon, Muriel
Gerkens

Sprekers: Maya Detiège, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen, Melchior Wathelet, voorzitter
van de cdH-fractie, Colette Burgeon, Muriel
Gerkens

Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"une agence spécialisée de l'ONU pour
l'environnement" (n° 7237)

Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "een gespecialiseerd
milieuagentschap van de UNO" (nr. 7237)

Orateurs: Muriel Gerkens, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions

Sprekers: Muriel Gerkens, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen

Questions et interpellation jointes de

Samengevoegde vragen en interpellatie van

- Mme Magda De Meyer au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le

- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "het

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rapport secret de Monsanto portant sur une
variété de maïs génétiquement modifiée"
(n° 7291)

geheime rapport van Monsanto over de genetisch
gemodificeerde maïs" (nr. 7291)

- Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
vote sur l'autorisation de l'organisme
génétiquement modifié MON 863" (n° 7413)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
stemming over de toelating van het genetisch
gemodificeerd organisme MON 863" (nr. 7413)

- Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Environnement sur "la position du gouvernement
belge vis-à-vis des organismes génétiquement
modifiés" (n° 621)

- mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van
Leefmilieu over "het standpunt van de Belgische
regering ten aanzien van de genetisch
gemodificeerde organismen" (nr. 621)

Orateurs: Magda De Meyer, Muriel Gerkens,
Bruno Tobback, ministre de l'Environnement
et ministre des Pensions, Colette Burgeon

Sprekers: Magda De Meyer, Muriel Gerkens,
Bruno Tobback, minister van Leefmilieu en
minister van Pensioenen, Colette Burgeon

Motions

Moties

Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'évaluation des substances et produits biocides"
(n° 7461)

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de evaluatie van biocidestoffen
en -producten" (nr. 7461)

Orateurs: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions

Sprekers: Colette Burgeon, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE LA SANTÉ

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

MARDI

JUIN

2005

Matin

______

van

DINSDAG

JUNI

2005

Voormiddag

______

De vergadering wordt geopend om 10.51 uur door de heer Luc Goutry, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.51 heures par M. Luc Goutry, président.

01 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur

"les quatre nouveaux produits à ajouter à la liste des douze polluants organiques persistants"
(n° 7143)

01 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

over "de vier nieuwe producten die aan de lijst van de twaalf persistente organische verontreinigende
stoffen dienen te worden toegevoegd" (nr. 7143)

01.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je suggérerai,

tout d'abord, d'envoyer un petit mot de la part de la commission à M.
Mayeur pour un prompt rétablissement. Il est hospitalisé à partir
d'aujourd'hui et il serait sympathique de faire un geste.

Le président: Certainement! Nous allons le faire au nom de la commission!

01.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, la Convention de

Stockholm, qui énumère et interdit des polluants organiques
persistants, a identifié quatre nouveaux produits à ajouter à la liste
des douze produits existants. Mais avant la décision finale d'interdire
ces produits dangereux, deux ou trois années se seront écoulées si
rien n'est entrepris.

Certains l'appellent "la sale douzaine", d'autres "les douze salopards".
Il s'agit de la liste des polluants organiques persistants (POP), dont la
Convention de Stockholm tente d'interdire la production, l'utilisation et
le commerce. Cette convention ratifiée par une centaine d'Etats vient
d'identifier, lors d'une réunion d'experts à Punta del Este en Uruguay,
quatre composés organiques difficilement dégradables.

Il s'agit de l'hexachlorocyclhexane, qui contient du lindane (un
pesticide), de deux retardateurs de flamme (l'hexabromobiphenyl et le
pentabromodiphenyl) et d'un pesticide (le chlordecone). Ces produits
ont les mêmes caractéristiques que les POP déjà interdits: ils sont
fortement toxiques; ils sont stables pendant des années ou des
décennies avant toute dégradation dans des formes moins
dangereuses; ils s'évaporent et voyagent sur de longues distances
par l'air et par l'eau et ils s'accumulent dans le tissu gras des hommes
ainsi que dans la faune et la flore.

01.02 Colette Burgeon (PS): Het

Verdrag van Stockholm, dat door
een honderdtal landen werd
bekrachtigd, verbiedt de productie,
het gebruik en het verhandelen
van twaalf persistente organische
verontreinigende stoffen (POP's).
Daar zouden nu nog vier nieuwe
producten bijkomen: hexachloro-
cyclohexaan, twee brand-
vertragers en een bestrijdings-
middel (chloordecon). Die
producten zijn uiterst giftig, ze
worden zeer traag afgebroken, zijn
vluchtig en kunnen lange
afstanden afleggen door lucht en
water. Ze worden in het vetweefsel
van de mens en in fauna en flora
opgeslagen.

Volgens het Verdrag van
Stockholm hebben die vier
producten een verwoestende

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Malgré cet inventaire fort inquiétant entre les recommandations, les
avis des experts et autres étapes intermédiaires, ces produits vont
continuer à circuler, surtout dans les pays en voie de développement
pendant encore deux ou trois ans!

Il n'est pas inutile de rappeler les conséquences de ces produits
chimiques selon la Convention de Stockholm: "Ils peuvent tuer des
gens, endommager les systèmes immunitaires et nerveux, causer
des cancers et des troubles des organes reproducteurs et interférer
dans le développement normal des enfants".

Quelles sont les initiatives que pourrait prendre notre pays pour faire
en sorte que ces quatre produits soient interdits d'urgence tant chez
nous que dans les pays en voie de développement?

invloed op de mens. Toch zouden
ze, in afwachting van een definitief
verbod, nog twee of drie jaar
kunnen worden verhandeld, vooral
dan in de ontwikkelingslanden.

Hoe kunnen we die vier producten
zo snel mogelijk doen verbieden,
zowel in België als in de
ontwikkelingslanden?

01.03 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, dans notre

pays, tout comme en Europe, nous sommes très conscients du risque
que posent ces produits. Déjà les deux retardateurs de flamme
hexabromobiphenyl et pentabromodiphenyl sont visés dans nos
directives européennes, comme la directive 2003-11 qui limite la mise
sur le marché et l'emploi de certaines substances et préparations
dangereuses; elle a été transposée en Belgique par l'arrêté royal du
15 mars 2004 qui interdit la production et la mise sur le marché en
Belgique. Il n'existe aucune indication en ce moment que ces produits
seront encore ou fabriqués ou utilisés dans notre pays.

Pour ce qui concerne les deux pesticides lindane et chlordecone -,
en Belgique comme dans l'Union européenne, vu les risques et les
alternatives disponibles, moins dangereuses, ces pesticides ne sont
autorisés ni en usage agricole ni en usage non agricole. Là non plus,
en principe, ils ne sont donc pas utilisés actuellement.

En ce qui concerne les pays en voie de développement,
malheureusement, la solution la plus rapide et la plus efficace vous
y renvoyez déjà dans votre question est un ajout à la Convention de
Stockholm où la Belgique s'est positionnée en ce sens lors de la
première Conférence des parties, le mois dernier. Comme vous le
signalez, le processus est déjà lancé; le comité scientifique fournira
une recommandation sur la question. En principe, la prochaine
Conférence des parties aura lieu en mai 2006: nous recevrons alors
le rapport.

01.03 Minister Bruno Tobback:

De Europese richtlijnen bevatten
reeds bepalingen met betrekking
tot die twee brandvertragers. De
richtlijn 2003/11 werd door middel
van het koninklijk besluit van 15
maart 2004 in Belgisch recht
omgezet. Niets wijst erop dat die
producten in België nog worden
aangemaakt of gebruikt.

Ook het gebruik van de twee
vermelde pesticiden in de land- en
tuinbouw is verboden, vermits zij
risico's inhouden en er minder
gevaarlijke alternatieven
voorhanden zijn.

In mei 2005 pleitte België voor de
toevoeging van die producten aan
het verdrag van Stockholm. Voor
de ontwikkelingslanden zou dat
immers de meest doeltreffende
oplossing zijn. In mei 2006 zal het
Wetenschappelijk Comité
daarover een aanbeveling
uitvaardigen.

01.04 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse tout à fait complète. Elle me rassure, au moins
partiellement, quant aux deux premiers points.

01.04 Colette Burgeon (PS): Uw

antwoord is volledig en stelt me
gerust.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur

"les concentrations trop élevées de formaldéhyde dans les habitats" (n° 7144)

02 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

over "de te hoge concentraties van formaldehyde in woningen" (nr. 7144)

02.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, les effets du formaldéhyde sont très différents selon les

02.01 Colette Burgeon (PS):

Volgens Test-Aankoop en de vzw

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

individus, certaines personnes fragiles pouvant présenter des
symptômes quand le taux est en dessous de la valeur recommandée.
Même à faible concentration, les formaldéhydes dégagés dans
l'atmosphère de la maison peuvent engendrer des irritations des yeux
et de la gorge, des maux de tête, rhinites, nausées, grandes fatigues,
des effets neurophysiologiques (pertes de mémoire, troubles de la
concentration, dépression); de plus, l'exposition chronique peut
entraîner des difficultés respiratoires et des crises d'asthme, voire des
cancers.

Selon Test-Achats et l'ASBL "Bois & Habitat", le taux de formaldéhyde
dégagé dans les demeures dépasse le seuil établi par l'Organisation
Mondiale de la Santé (OMS) dans 91% des maisons qu'ils ont
contrôlées. Sur 269 mesures effectuées dans 95 maisons, on a
retrouvé dans 72% des cas une concentration moyenne de
formaldéhyde supérieure à 10mg/m³, le seuil établi par l'OMS pour les
personnes sensibles. Dans 9 habitations sur 10, on a au moins
constaté une fois une concentration trop élevée de formaldéhyde.

A ma question n° 6430 du 10 mai 2005, le ministre Demotte déclarait:
"Je ne suis donc pas étonné des résultats diffusés par l'ASBL "Bois &
Habitat" et par Test-Achats. A ma connaissance, aucune étude
spécifique n'a été réalisée par mes services. D'abord, il appartient au
service Inspection du SPF Environnement, sous la tutelle de mon
collègue fédéral de l'Environnement, de réaliser des études. Je ne
puis donc que conseiller de vous en référer à lui pour cette question",
ce que je fais.

Monsieur le ministre, votre département a-t-il déjà réalisé des études
sur ce sujet? Si oui, avec quels résultats? Si non, quelles initiatives
pourriez-vous prendre éventuellement en collaboration avec les
Régions pour atténuer ou contrôler ce phénomène?

"Bois et Habitat" overschrijdt de
formaldehydeconcentratie in 91
procent van de gecontroleerde
woningen de door de Wereld-
gezondheidsorganisatie (WGO)
vastgestelde drempelwaarde.
Zelfs bij lage concentraties kunnen
deze stoffen bij gevoelige
personen irritaties van de neus en
de keel, rinitis, hoofdpijn,
misselijkheid, vermoeidheid,
neurofysiologische verschijnselen,
ademhalingsproblemen,
astmacrisissen en zelfs kanker
veroorzaken.

Minister Demotte toonde zich niet
verrast door die resultaten, toen ik
hem mijn vraag nr. 6 430 stelde.
Voorts antwoordde hij dat het de
taak van de inspectiedienst van de
FOD Leefmilieu is om die
problematiek te onderzoeken (zie
Beknopt verslag nr. 593, blz. 13).
Indien u dergelijke studies heeft
laten uitvoeren, wat zijn de
resultaten ervan? Welke
initiatieven zal u, eventueel samen
met de Gewesten, nemen om die
risico's te verlagen?

02.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, madame

Burgeon, la réponse que je vais vous donner est constructive mais
sans doute moins satisfaisante que la précédente.

La problématique de la pollution intérieure est un domaine largement
inexploré jusqu'à présent. En Flandre, quelques initiatives hésitantes
ont été prises par le passé afin de commencer l'analyse de ce
phénomène mais aucune étude spécifique n'a été réalisée par mes
services (fédéraux) en la matière.

Dans les semaines à venir, j'examinerai avec mon collègue Rudy
Demotte, en charge de la Santé publique, les démarches qui
pourraient être entreprises au niveau fédéral dans le cadre de la
problématique de la pollution intérieure.

En février 2005, nous avons lancé un projet dans le contexte de
l'accord de coopération Environnement et Santé qui a pour but de
développer, en Belgique, par le biais d'une étude comparative avec
d'autres pays, une politique de produits destinée à lutter contre la
pollution intérieure. Les résultats sont attendus début 2006.

A côté de cela, nous devons continuer à adopter, au nom de la
Belgique, des positions aussi ambitieuses que possible dans les
discussions européennes sur le projet REACH concernant des
produits et substances spécifiques. Il ne s'agit donc pas de la totalité

02.02 Minister Bruno Tobback:

Tot heden hebben mijn diensten
nog geen studie aan deze
problematiek gewijd. Het is
namelijk zo dat, enkele initiatieven
in het Vlaamse Gewest niet te na
gesproken, de problematiek van
de verontreiniging binnenshuis nog
een quasi onontgonnen terrein is.

In de loop van de volgende weken
zal ik samen met mijn collega van
Volksgezondheid bekijken welke
stappen we op federaal niveau
kunnen zetten. We wachten eerst
nog op de resultaten van de studie
die in februari 2005 in het kader
van het samenwerkingsakkoord
Leefmilieu en Volksgezondheid
werd opgestart. De resultaten
zouden ons begin 2006 moeten
bereiken en moeten de grondslag
vormen van ons beleid tegen de
verontreiniging binnenshuis.

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de la pollution intérieure.

Tot slot zal ik erop toezien dat
België tijdens de bespreking van
de REACH-richtlijn op Europees
niveau een voortrekkersrol zal
spelen.

02.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je tiens tout

d'abord à remercier M. le ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, en toute modestie, je suis heureuse que mes
questions aient pu servir de détonateur et lancer le débat.

Puis-je vous demander de communiquer aux membres de notre
commission les résultats de l'enquête qui vous seront fournis début
2006?

Si c'est nécessaire, je me permettrai de vous réinterroger à ce sujet le
temps venu.

02.03 Colette Burgeon (PS): Het

verheugt me dat mijn vragen in dit
dossier een en ander in beweging
hebben gebracht. Voorts wens ik
dat u ons de resultaten van die
studie zou bezorgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Maya Detiège aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de illegale
houtkap" (nr. 7368)
- mevrouw Maya Detiège aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de illegale
houtkap in Finland" (nr. 7370)
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
voorgestelde regeling voor de houtcertificatie" (nr. 7572)
- mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "het
illegaal tropisch hout" (nr. 7586)
- mevrouw Maya Detiège aan de staatsecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie,
toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven over "de illegale houtkap" (nr. 7369)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
ontwerp-rondzendbrief betreffende het verplicht gebruik van gecertificeerd hout in het raam van de
openbare aanbestedingen" (nr. 7663)

03 Questions jointes de

- Mme Maya Detiège au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "l'abattage illégal
d'arbres" (n° 7368)
- Mme Maya Detiège au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "l'abattage illégal
d'arbres en Finlande" (n° 7370)
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le système retenu
pour la certification du bois" (n° 7572)
- Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le bois tropical
illégal" (n° 7586)
- Mme Maya Detiège à la secrétaire d'Etat au Développement durable et à l'Economie sociale, adjointe
au ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "l'abattage illégal d'arbres" (n° 7369)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le projet de
circulaire relative à l'obligation d'utiliser du bois certifié dans les marchés publics" (n° 7663)

03.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, ik heb in het verleden al een aantal vragen gesteld over
illegale houtkap en dit heel specifiek in de DRC. De reden daarvoor
was dat ik met Greenpeace in Congo ben geweest.

Het fenomeen van de illegale houtkap is uiteraard niet alleen een
Congolees fenomeen, maar het is in veel ontwikkelingslanden helaas
een gegeven met negatieve gevolgen op zowel economisch,

03.01 Maya Detiège (sp.a-spirit) :

Comme l'a illustré une action
récemment menée par
Greenpeace chez l'importateur de
bois Somex à Anvers, le problème
du bois illégalement produit et
abattu est mondialement répandu.
Les initiatives prises par le

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ecologisch als sociaal vlak. Gelukkig besteedt het Belgisch Parlement
veel aandacht aan deze problematiek.

Aandacht hiervoor is echt noodzakelijk. Ik denk bijvoorbeeld aan de
recente actie van Greenpeace bij het Antwerpse houtimportbedrijf
Somex waar illegaal hout werd gevonden. Dat is niet echt bewezen,
maar er is een heel sterk vermoeden dat het hout van dubieuze
oorsprong is aangezien de herkomst niet echt traceerbaar is. Ook
andere landen hebben klacht ingediend tegen dit bedrijf. Er werd dus
illegaal hout gevonden, afkomstig van het exploitatiebedrijf Ingénierie
Forestière.

Mijnheer de minister, ik ben tevreden over het feit dat u al samen met
uw collega's een paar initiatieven hebt genomen inzake deze materie.
Wat betreft de initiatieven inzake Actie 19 van het Federaal Plan
stelde u onder andere met uw collega Van Weert een rondzendbrief
op. Daarin staat dat openbare besturen alleen nog duurzaam
geproduceerd hout mogen aankopen. Daarnaast financiert u een
secretariaat voor duurzaam hout en hebt u een werkgroep opgericht
met vertegenwoordigers van Leefmilieu, Justitie, Douane en
Accijnzen.

U hebt veel werk verricht. U hebt immers ook samen met mevrouw
Van Weert een studie laten uitvoeren om inzake illegale houtkap een
aantal zaken op Europees niveau te regelen. Deze studie werd in
maart afgerond. Tijdens de Europese Milieuraad van 10 maart 2005
drong u erop aan om zo snel mogelijk een debat te organiseren aan
de hand van deze studie. U wilt de resultaten van dit debat afwachten
alvorens een Belgisch wetgevend initiatief te nemen. Het is inderdaad
belangrijk dat er vooral Europese maatregelen worden genomen om
de illegale houtkap in de hele wereld een halt toe te roepen.

Ik heb de volgende vragen. Heeft het debat waarop u tijdens de
Milieuraad van 10 maart hebt aangedrongen reeds plaatsgevonden?
Indien ja, wat zijn de resultaten ervan? Indien mocht blijken dat
concrete maatregelen op Europees niveau in verband met illegale
houtkap nog lang op zich zouden laten wachten, kunnen er dan al
maatregelen op Belgisch niveau worden genomen tegen de illegale
houtkap?

Mijn tweede vraag gaat over Finland en in het bijzonder over de
oerbossen. Ik ben onlangs in Estland geweest met het Benelux-
parlement. Die mensen in die landen hechten vaak geen belang aan
het verschil tussen een oerbos en een gewoon bos, omdat ze bossen
gewoon zijn. In Finland bevinden zich de laatste oerbossen van
Europa. 5% van de totale Finse bosoppervlakte is nog oerbos.
Daarvan is slechts de helft beschermd. De oerbossen zijn cruciaal
voor het behoud van de biodiversiteit en het overleven van honderden
diersoorten.

Bovendien zijn de bossen in het noorden van Finland belangrijk voor
de Sami of de Lappen. Het hoeden van rendieren is een specifieke
levenswijze van de Sami. Houtkap degradeert de gebieden waar de
Sami hun rendieren laten grazen en verkleint zo de aanwezigheid van
korstmos, een vitale voedselbron voor die dieren tijdens de winter.

Ondanks alle oproepen van wetenschappers en milieubeschermers
voor een volledige bescherming van die oerbossen, gaat de houtkap

gouvernement fédéral pour lutter
contre l'abattage illégal,
notamment en imposant aux
administrations publiques
d'acheter du bois produit par la
culture durable, en finançant un
secrétariat pour le bois durable et
en instaurant un groupe de travail
interministériel axé sur le
problème, sont positives.

Le ministre a également demandé,
avec la secrétaire d'État Mme Van
Weert, d'étudier la possibilité
d'élaborer des règles européennes
contre l'abattage illégal de bois.
Lors du Conseil européen du 10
mars 2005, le ministre a demandé
instamment que cette étude soit
l'objet d'un débat européen.

Ce débat a-t-il déjà eu lieu? Dans
l'affirmative, quelles en furent les
conclusions? Le ministre
envisage-t-il, si les mesures
concrètes européennes devaient
encore se faire attendre
longtemps, de prendre déjà des
mesures au niveau belge?

Ma deuxième question concerne
la Finlande: la superficie boisée de
la Finlande est constituée, à 5%,
de forêts vierges. La moitié
seulement de ces forêts est
protégée, alors qu'elles sont
essentielles non seulement pour la
biodiversité mais encore pour la
subsistance des rennes, et dès
lors la vie des Lapons, étant donné
qu'elles abritent un lichen d'un
type particulier. L'exploitation
forestière suit pourtant tout
simplement son cours et les 70%
environ du bois abattu dans les
forêts vierges sont destinés à
l'industrie du papier. La Belgique
importe également ces produits en
grande quantité.

Une entreprise d'abattage
dépendant des autorités
finlandaises s'est à présent
engagée à ouvrir le dialogue avec
le World Wild Fund pour identifier
les forêts vierges à protéger.
Jusqu'à la fin des discussions, le 9
juin 2005, un moratoire pour

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

er verder. 70% van de houtkap uit het onbeschermd gebied van de
oerbossen is bestemd voor de papierindustrie. Recente cijfers op de
website van de Finnish Forest Industries Federation tonen aan dat
West-Europa de grootste invoerder is van de Finse pulp- en
papierproducten. Ook België is een belangrijke importeur van die
producten.

Metsahallitus, een houtkapbedrijf van de Finse overheid zelf, heeft
zich verbonden tot een dialoog met het Wereld Natuur Fonds in de
Finnish Association for Nature Conservation om de oerbossen die
bescherming nodig hebben, te identificeren. Er zou een tijdelijk
moratorium zijn afgesproken tot aan de gesprekken met de
verschillende actoren. De gesprekken zouden hebben
plaatsgevonden op 9 juni 2005 en tot dan zou niet aan houtkap
mogen worden gedaan. Uit verschillende bronnen vernemen wij dat,
net zoals in het verleden, de gesprekken met de verschillende actoren
weinig resultaat zullen opleveren. Aangezien 70% van de houtkap in
de onbeschermde oerbosgebieden bestemd is voor papier, dus ook
voor de boekensector, dringen ook auteurs van over de hele wereld
erop aan dat uitgevers geleidelijk aan zouden afstappen van papier
dat is gemaakt met vezels uit de Finse oerbossen, en dat bedrijven
zouden overstappen naar gerecycleerde vezels en of gecertificeerde
vezels, die garanderen dat diverse vezels van ecologische en sociaal
verantwoorde bronnen komen.

Hoewel de problematiek zich op Europees niveau situeert, heb ik toch
de volgende vragen.

Bent u op de hoogte van de gesprekken met de verschillende actoren
op 9 juni 2005? Zo ja, zijn die gesprekken positief verlopen? Wordt
het Finse oerbosgebied vanaf nu volledig beschermd, dus de totale
5%?

Indien de gesprekken geen resultaat hebben gehad, kunnen wij in
België dan geen steentje bijdragen door papierbedrijven op de een of
andere manier aan te moedigen om gerecycleerde en of
gecertificeerde vezels te gebruiken bij de papierproductie?

l'abattage du bois était
d'application.

Le ministre sait-il si les
discussions en Finlande ont connu
une issue positive? Les zones de
forêts vierges finlandaises seront-
elles dorénavant protégées dans
leur intégralité? Si l'issue des
discussions était négative, la
Belgique ne pourrait-elle pas
encourager les papeteries à
utiliser des fibres recyclées ou
certifiées pour la production de
leur papier?

De voorzitter: Mevrouw Detiège, u had vraag nr. 7368 over de illegale houtkap, maar u heeft ook nog
vraag 7369 aan mevrouw Van Weert en die zou worden beantwoord door de minister. Of is die ook
gesteld?

03.02 Maya Detiège (sp.a-spirit): Dat is normaal voor deze

namiddag. Gaat dat niet door?

De voorzitter: Nee, ze wordt beantwoord door de minister. Vervolgt u? Of zat dit al in uw eerste vraag?

03.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): De bedoeling was haar ook in actie

te doen treden. Laat dit dan maar zo.

De voorzitter: Mijnheer de minister, eerst over de illegale houtkap en dan over de oerbossen in Finland.

03.04 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, ik zal

beginnen met de illegale houtkap. Mevrouw Detiège, u hebt daarvoor
reeds een tijdje nogal wat aandacht, en terecht.

U verwijst naar de studie die ik liet uitvoeren door professor
Pallemans van de VUB om na te gaan of er in aanvulling op de

03.04 Bruno Tobback, ministre:

La Commission européenne avait
annoncé voici quelque temps
qu'elle synthétiserait en juin les
résultats des différentes études et
qu'elle soumettrait le résultat au

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vrijwillige partnerschappen inzake certificering, ook een echte
Europese wetgeving die echt verbiedt om illegaal hout in te voeren,
zou kunnen ontwikkeld worden, aangezien de Milieuraad eerder reeds
de Commissie hadden gevraagd om dat soort opties "onverwijld" te
presenteren. Ik stel vast dat onverwijld in Europa dezelfde betekenis
als in Vlaanderen.

Wij stellen vast dat de Europese Commissie een tijdje geleden liet
blijken uit allerlei briefwisselingen dat zij het voornemen had om in juni
die is ondertussen bijna voorbij de resultaten van de verschillende
uitgevoerde studies - naast België heeft ook het Verenigd Koninkrijk
hierover studiewerk gedaan of is er nog mee bezig - te synthetiseren
en om die synthese voor te leggen aan de Raad. Dat is tot nu toe
uitgebleven.

Wij vermoeden dat dit in de eerste plaats is omdat het Verenigd
Koninkrijk de deadline voor zijn studiewerk dat het moet voltooien, wat
heeft opgeschoven. De resultaten zullen dus een paar maanden later
vallen. Wij zijn in België dus een heel stuk eerder klaar met onze
studie dan in Groot-Brittannië.

In het Europees Parlement heeft Saïd El Khadraoui een vraag gesteld
aan commissaris Michel. De commissaris heeft het daar bevestigd.
Hij heeft bovendien ook gezegd dat de Commissie zou wachten tot
alle nationale studies afgewerkt waren vooraleer ze opties voor een
bredere wetgeving zou presenteren.

Ik heb dat samen met de heer El Khadraoui en met nogal wat NGO's
de dag van of voor de Europese Landbouwraad echt betreurd. Wij
hebben de Commissie daarover ook gecontacteerd. Wij hebben
daarover een persconferentie gegeven. Dat is trouwens ook het
standpunt dat België op de Landbouwraad heeft verwoord, bij monde
van mevrouw Laruelle. Wij hebben de afgelopen weken wel vernomen
dat de Commissie bereid zou zijn om haar timing te herbekijken en
waarschijnlijk toch in het najaar, de komende maanden, het debat
hierover te openen op de Milieuraad. Laten wij dus hopen dat dat
inderdaad zal lukken.

Heeft het zin om, als de Commissie dit niet doet, in België zelf
wetgevende maatregelen te nemen? Los van het opleggen van
verplichtingen aan onszelf als overheid om gelabeld, gecertificeerd
hout te gebruiken dat is het onderwerp van de volgende discussie -
is dat bijzonder moeilijk. Op dit moment is een partij hout die
ingevoerd wordt met de nodige vergunningen, volgens de huidige
wetgeving in principe onverdacht. De douane en de politie kunnen
alleen maar ingrijpen op het moment dat er echt aanwijzingen zijn van
een strafrechtelijke inbreuk.

Dat wil dus ook zeggen dat, als men de illegale houtkap echt wil
bestrijden, men moet beschikken over een echt
traceerbaarheidssysteem, dat documentatie geeft over de oorsprong
van het hout, van het moment van de kap tot aan de eindconsumptie,
en over een wetgeving die het effectief verbiedt om het in te voeren
als het niet voldoet aan de traceerbaarheidsvoorwaarden. Wij kunnen
die wetgeving wel in België maken.

Het traceerbaarheidssysteem zelf opzetten is echter iets wat de
capaciteiten van een land als België en van ieder individueel land

Conseil. Ce n'est pas encore
chose faite parce que les travaux
d'étude n'ont pas été clôturés à
temps au Royaume-Uni.

Au Parlement européen, M. El
Khadraoui a posé à ce sujet une
question au commissaire, M.
Michel, qui lui a répondu que la
Commission européenne attend
en effet la clôture de toutes les
études nationales pour présenter
une législation plus large. La
Belgique a explicitement déploré
ce point de vue de la Commission
lors d'une conférence de presse.
Au cours des dernières semaines,
nous avons appris que la
Commission reconsidérerait peut-
être son point de vue, de sorte que
le débat à ce sujet pourrait quand
même être mené au Conseil de
l'Environnement à la fin de
l'année.

Il est particulièrement difficile, en
attendant les règles européennes,
de malgré tout déjà prendre des
mesures au niveau de la Belgique.
Les douanes et la police ne
peuvent en effet intervenir que s'il
y a des indices d'infraction pénale.

La Belgique pourrait décréter une
obligation de traçabilité pour le
bois et interdire l'importation de
bois illégal, mais cette mesure est
difficilement réalisable par un pays
en particulier. Une réglementation
européenne serait nettement plus
opportune. La Belgique devrait
d'ailleurs recevoir l'autorisation de
l'Europe à cet effet.

Des accords conclus sur une base
volontaire, entre autres avec le
Congo, doivent rendre possible
l'existence de systèmes de
traçabilité dans une série de pays.
Des initiatives précises pourraient
alors être prises concernant
l'importation de bois en
provenance de ces régions.

Entre-temps, un groupe de travail
composé de représentants de la
Justice, des douanes, de
l'administration environnementale

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

eigenlijk te boven gaat. Bovendien zouden we daarvoor, vermits het
een maatregel is die invloed heeft op de interne markt, toestemming
moeten krijgen van de Europese Commissie.

De vrijwillige overeenkomsten die we onder andere met Congo
zouden willen aangaan, moeten ons toelaten om minstens voor een
aantal landen wel al te beschikken over specifieke traceersystemen.
Indien op dat ogenblik de Commissie nog altijd geen werk heeft
gemaakt van een eigen wetgeving, dan kunnen we inderdaad wel
initiatieven nemen mits dat traceerbaarheidssysteem er dan is.

In ieder geval denk ik dat we de voorkeur moeten geven aan een
Europees initiatief, omdat dat naar efficiëntie en naar volume gewoon
een heel stuk nuttiger en omvangrijker zou zijn dan wat we in België
sowieso doen. In elk geval hebben we ondertussen wel ook een
werkgroep opgericht met mensen uit zowel Justitie, de Douane en de
NGO-sector als uit de milieuadministratie om te kijken hoe we de
huidige Belgische wetgeving in afwachting kunnen inzetten tegen
illegale houtkap of tegen de import van illegaal hout. Ik verstop niet
dat dat op het ogenblik nog zeer moeilijk blijft.

Ondanks de lengte van de vraag over de Finse oerbossen, moet ik u
een kort antwoord geven. Ik ben op de hoogte van de problemen en
van het overleg dat daarover gevoerd wordt. Ik heb ook wel al
signalen en boodschappen gekregen, onder andere vanuit NGO's,
maar we hebben op dit ogenblik niet de informatie om na te gaan of
de afspraken ook effectief worden nageleefd. Men heeft naar
aanleiding van de acties van onder andere Greenpeace en WWF wel
afspraken gemaakt binnen Finland, maar het is op dit ogenblik voor
ons niet echt mogelijk om na te gaan of die afspraken vandaag
worden nageleefd.

In ieder geval, u verwijst ook naar de vraag of we de normen voor
papierproductie kunnen wijzigen. Dat hebben we op dit moment nog
niet onderzocht en we hebben ook nog niet echt in overleg daarover
voorzien. Ik weet trouwens ook niet of we zomaar zelf de normen voor
papierproductie zouden kunnen aanpassen in België. Ik wil dat echter
gerust onderzoeken, al is dat op dit moment niet gebeurd.

et des ONG, a été chargé
d'examiner de quelle manière,
dans l'attente de règles
européennes, on pourrait utiliser la
réglementation belge actuelle pour
lutter contre l'abattage illégal de
bois ou l'importation de bois illégal.

Concernant les forêts finnoises, je
suis informé de la concertation qui
est en cours. J'en ignore les
résultats. J'ignore également si les
accords avec Greenpeace et le
WWF, entre autres, y sont
réellement respectés.

Je n'ai pas encore étudié la
question de la modification des
normes pour la production de
papier. Je ne manquerai pas de
réunir plus d'informations sur le
sujet.

03.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): Ik ben tevreden met dit antwoord.

Dank u wel.

De voorzitter: Een uitstekende sfeer in uitstekende weeromstandigheden!

Drie delen van de samengevoegde vraag zijn ondertussen voorbij. Bij afwezigheid van de heer Chevalier
geef ik graag het woord aan de eerstvolgende spreker op de agenda, de heer Wathelet.

03.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, vous avez

annoncé plusieurs initiatives visant à favoriser l'utilisation de bois issu
de la gestion durable des forêts et à lutter contre les importations de
bois d'origine illégale par le biais de la certification. Nous ne pouvons
que souscrire à cet objectif.

Il semble cependant que vous comptiez vous référer exclusivement
au système de certification "Forest Stewardship Council" (FSC). Or,
les critères FSC dits belges ont été élaborés sans l'aval des
propriétaires belges privés ni des gestionnaires de la forêt publique
wallonne, pourtant responsables de 94% de la surface forestière

03.06 Melchior Wathelet (cdH):

U bereidt momenteel de invoering
van een houtkeurmerk voor.
Bedoeling is duurzaam bosbeheer
aan te moedigen en illegale import
van hout tegen te gaan. Uw enige
maatstaf van vergelijking daarbij is
blijkbaar echter het FSC-label, dat
zonder de goedkeuring van de
eigenaars en beheerders van de
Waalse bossen tot stand kwam -

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

belge. Qui plus est, la Région wallonne a adopté un autre système de
certification, le "Program for Endorsement of Forest Certification"
(PEFC), et à ce jour, aucun propriétaire privé ni aucune commune
belge ne s'est engagé dans le processus FSC que vous semblez
privilégier.

La Belgique et ses pays limitrophes ne comptaient, fin avril 2005, que
2,2 millions d'hectares de forêts certifiées FSC pour 10,8 hectares de
forêts certifiées selon le PEFC, mieux adapté aux conditions
européennes et donc représentant une surface cinq fois supérieure.
Accorder un monopole de fait à un seul système de certification, quel
qu'il soit, me semble, en plus, contraire aux règles européennes de la
concurrence et peut déboucher sur des issues qui peuvent sembler
dramatiques.

Promouvoir exclusivement le FSC pourrait avoir les conséquences
suivantes:

- Les bois importés seraient favorisés au détriment du bois belge
puisqu'en Belgique, seulement 6.000 hectares de forêts domaniales
sont certifiés FSC, pour plus de 234.000 hectares PEFC.
- Tous les efforts entrepris depuis plusieurs années pour promouvoir
une gestion durable par le biais de la certification PEFC et de la
Charte qui en est une condition auprès des propriétaires publics et
privés seraient anéantis. De même, les nombreuses entreprises de la
filière Forêt-Bois qui ont investi dans la certification de leurs chênes
selon le contrôle PEFC seraient pénalisées.
- Un handicap supplémentaire pour la forêt privée européenne (70%
de la forêt), puisque seul le système PEFC lui est accessible à un
coût raisonnable compte tenu de la structure des propriétaires privés.
- Un encouragement à utiliser du bois importé de pays plus lointains,
le FSC étant peu présent dans les pays voisins, à l'exception du
Royaume-Uni et des Pays-Bas.

Le choix d'un seul système aurait des effets pervers en termes de
bilan environnemental.

Si le principe de l'introduction de clauses environnementales dans
l'utilisation du bois ne peut être qu'approuvé, j'aimerais savoir,
monsieur le ministre, pourquoi vous semblez vouloir accorder un
monopole de fait à un système de certification alors que d'autres sont
également reconnus sur le plan international.

Par ailleurs, vous n'êtes pas sans savoir que toute décision ayant une
influence directe ou indirecte sur la gestion forestière ou la nature,
matières régionalisées depuis 1980, ne peut être prise qu'à l'issue
d'une concertation en bonne et due forme avec les entités fédérées et
avec tous les acteurs réellement concernés.

En conséquence, pourrais-je savoir si cette consultation a eu lieu? Si
oui, quelles en ont été les conclusions? Autrement, comptez-vous
prendre des initiatives en ce sens?

en 94% van het Belgische
bosareaal ligt in Wallonië. Het
Waalse Gewest hanteert
bovendien een ander keurmerk,
het PEFC-certificaat. Een feitelijk
monopolie voor het FSC-label, dat
goed is voor 5.999 ha bosareaal in
België, tegen 234.000 ha voor het
PEFC-label, zou strijdig zijn met
de Europese concurrentieregels.

Als men uitsluitend het gebruik
van FSC-gelabeld hout gaat
promoten, krijgt geïmporteerd hout
een streepje voor op Belgisch
hout. Alle inspanningen met het
oog op duurzaam bosbeheer via
het PEFC-keurmerk zouden voor
niets geweest zijn. De Europese
privé-bossen zouden met een
handicap zitten, want het PEFC-
label is gemakkelijker te verkrijgen
en wordt veel meer gebruikt in ons
land.

Niets dan lof over het principe zelf
van een keurmerk, maar waarom
wil men een in Europa veel minder
gebruikt label een monopolie
geven? Zo'n beslissing moet
trouwens genomen worden na
overleg met de Gewesten. Werd
hierover overleg gepleegd met de
Gewesten? Zo ja, wat waren de
conclusies van dat overleg? Zo
neen, komt dat overleg er nog?

03.07 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, selon la FAO

Organisation des Nations unies pour l'alimentation et l'agriculture , la
perte annuelle que subit la forêt mondiale s'élèverait à près de 10
millions d'hectares.

03.07 Colette Burgeon (PS): Al

steun ik uw beslissing om
duurzaam gecertificeerd hout bij
overheidsopdrachten verplicht te
maken, toch wil ik erop aandringen

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Il me revient que vous préparez une circulaire qui imposera, d'ici
quelques semaines, le principe du bois certifié durable dans les
marchés publics.

Nous soutenons pleinement cette mesure mais il faudrait que les
différents gouvernements agissent dans le même sens. La Flandre,
par exemple, impose déjà le bois certifié FSC dans ses marchés
publics. Ce label est adapté aux pays en voie de développement et
est promu par les ONG. La Wallonie a, de son côté, opté en faveur
d'un autre label européen, appelé le PEFC. Le paradoxe de la
législation en vigueur en Flandre est qu'elle ne permet pas d'utiliser le
bois wallon alors que 235.000 hectares de la forêt wallonne sont
certifiés pour leur bonne gestion. On prive ainsi les entreprises
wallonnes de marchés publics et on importe du bois certifié
d'Indonésie.

Dès lors, mes questions sont les suivantes:

- Ne conviendrait-il pas d'être plus pragmatique et d'agir comme la
France, qui a accepté une diversité de labels reconnus de bonne
gestion forestière?

- Ne pourriez-vous pas convoquer une conférence interministérielle
sur le sujet afin d'harmoniser les pratiques? Si ce n'est pas le cas,
pourquoi?

- Quelles initiatives avez-vous déjà prises au niveau européen pour
que soient bannies les importations de bois illégal?

dat de diverse regeringen een
samenhangend beleid zouden
voeren. Zo heeft Vlaanderen het
op de ontwikkelingslanden
afgestemde FSC-keurmerk
overgenomen, terwijl Wallonië
voor het Europese PEFC-label
heeft geopteerd. Daardoor kunnen
de Waalse bedrijven niet op de
Vlaamse overheidsopdrachten
intekenen, zelfs al hebben ze het
keurmerk.

Is het niet aangewezen dat een
waaier aan erkende labels inzake
degelijk bosbeheer wordt
aanvaard? Kan u een
interministeriële conferentie
organiseren teneinde de
bestaande wetgevingen op elkaar
af te stemmen? Welke initiatieven
werden op Europees vlak
genomen om de illegale
houtimport bij wet te verbieden?

03.08 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je ne vais pas

répéter tous les éléments déjà cités. Je situerai ma question
différemment.

Il semble effectivement que vous prépariez une circulaire qui
imposerait le principe du bois certifié durable dans les clauses des
marchés publics et qu'à cette fin, vous vouliez introduire le label FSC
internationalement reconnu.

Ce label a été mis au point par WWF et par les acteurs mondiaux
internationaux du secteur du bois. On peut peut-être critiquer ou
regretter le fait que ce label international soit l'oeuvre d'une initiative
privée et non publique mais, étant donné son taux de reconnaissance
et l'implication des différents acteurs, il semble être une référence
idéale et performante.

Il est vrai qu'au niveau européen, on constate une volonté de
labelliser, autrement dit de créer un label européen. Selon les
informations dont je dispose, il n'existe pas encore - certains Etats
comme la Finlande et le Portugal n'ont pas encore marqué leur
accord -, ce qui signifie que son contenu pourrait encore faire l'objet
de modifications avant d'être adopté, s'il l'est un jour.

Toutefois, il est vrai que la Région wallonne a adopté ce label pour la
gestion de ses forêts et que des différences existent entre les critères
contenus dans ce label et le label FSC. Selon les Wallons, le label
européen serait mieux adapté aux forêts wallonnes.

Monsieur le ministre, partagez-vous mon analyse selon laquelle le

03.08 Muriel Gerkens (ECOLO):

U bereidt een omzendbrief voor
waardoor het principe van het
duurzaam gecertificeerd hout
verplicht in de clausules van
overheidsopdrachten zal worden
opgenomen. U maakt gebruik van
het FSC-label dat door het WWF
werd ingevoerd om de leemtes in
de regelgeving van de
internationale instellingen op te
vullen. Vandaag is dat keurmerk
een toonaangevende referentie
geworden.

Op dit ogenblik liggen de criteria
van het Europese PEFC-label nog
steeds niet vast. Overheden die
naar dat label verwijzen, zoals het
Waals Gewest, lopen het risico dat
het nog wordt gewijzigd. Het
Gewest oordeelde immers dat het
PEFC-label beter aan de realiteit
van de Waalse bossen
beantwoordt. Als gevolg van de
rondzendbrief die u voorbereidt,
zou het hout van de Waalse
bossen echter niet langer aan de
voorwaarden van de federale

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

label PEFC européen n'existant pas encore et pouvant être modifié, il
est difficile de le prendre comme label de référence?

Quels critères du label FSC ne sont pas encore rencontrés dans le
label reconnu par les Wallons? Peuvent-ils l'être, selon vous afin que
le bois wallon, s'il est géré de manière durable, puisse répondre aux
conditions des marchés?

Est-il possible d'entamer un travail avec le WWF en vue d'adapter le
label FSC aux réalités de régions telles que la Wallonie, tout en
conservant les mêmes exigences? Je suppose que la Région
wallonne n'est pas la seule région européenne à présenter des
caractéristiques différentes de celles des pays pauvres ou en
développement. Peut-être serait-il souhaitable d'avoir une discussion
plus approfondie de manière à éviter d'avoir X labels dans X régions
avec des critères différents.

openbare aanbestedingen
beantwoorden.

Is het omdat het PEFC-keurmerk
niet helemaal rond is dat u het niet
opneemt bij de labels die in het
raam van de openbare
aanbestedingen worden erkend?
Aan welke criteria van het FSC-
keurmerk zou het PEFC-keurmerk
niet beantwoorden? Denkt u aan
samenwerking met het WWF om
het FSC-keurmerk aan gebeiden
als Wallonië aan te passen,
zonder aan de vereisten afbreuk te
doen, met de bedoeling tot
eenvormige labels te komen?

De voorzitter: Tot daar alle vragen. Het woord is aan de minister.

03.09 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, à tous les

membres qui ont posé plus ou moins la même question, je dirai mon
étonnement. En effet, voilà des semaines que je suis importuné par
des gens très concernés et en principe gentils, comme mon très cher
collègue wallon de l'Environnement, M. Lutgen, qui m'a écrit une lettre
correspondant pratiquement au texte de la question de M. Wathelet.
C'est étonnant: il doit s'agir d'une question d'empathie ou de
coïncidence!

Toutes ces questions partent de l'idée que j'aurais l'intention
d'accorder un monopole au FSC alors que la Région wallonne, qui a
opté pour un autre système de certification, le système PEFC, serait
exclue. J'ignore d'où proviennent ces rumeurs car ces informations ne
sont pas correctes. Je vais répéter et expliquer clairement ce que j'ai
fait pour que le message soit transmis à toutes les personnes
concernées.

J'ai chargé mon administration de rédiger une note exploratoire, en
préparation de la circulaire, et d'effectuer une analyse des différents
critères mis en oeuvre par les pays européens dans leur politique
d'achat de bois. Dans cette note, mon administration a présenté une
série de possibilités en vue d'une approche fédérale belge.

Il est exact que le système appliqué par la Région flamande a
également été étudié en préparation de cette note. La Région
flamande s'appuie exclusivement sur le label FSC. Il est donc logique
d'examiner aussi le système flamand si l'on songe que la Flandre, et
donc les communes flamandes qui sont aussi des communes
belges, monsieur Wathelet -, ont déjà acquis une solide expérience
pour ce qui est des critères de durabilité dans le contexte des achats
publics de bois.

Au départ de ce travail administratif préparatoire, le 1

juin dernier, j'ai

demandé l'avis du Conseil fédéral de développement durable, que j'ai
interrogé entre autres sur les critères proposés pour la certification et
pouvant être fixés dans la circulaire projetée.

J'ai explicitement dit que j'étais ouvert à toutes les pistes que me

03.09 Minister Bruno Tobback:

Ik ben verbaasd door de vele
bezorgde reacties die ik de
voorbije twee weken heb gehoord.
Men beweert dat ik het FSC-
keurmerk een monopolie wil
toekennen en dat het Waalse
Gewest, dat voor het PEFC-
systeem heeft geopteerd, van de
overheidsopdrachten zou worden
uitgesloten. Dat is onjuist!

Ik heb mijn administratie gelast
een voorbereidende nota op te
stellen en de diverse criteria die de
Europese landen bij de
houtaankoop hanteren, te
onderzoeken. In die nota heeft
mijn administratie een reeks
mogelijkheden uiteengezet die als
grondslag voor een Belgische
federale benadering kunnen
dienen. Ook het FSC-label, dat
door het Vlaamse Gewest wordt
gebruikt, werd bij de voorbereiding
van die nota onder de loep
genomen. Dat is maar logisch ook,
vermits Vlaanderen op het stuk
van de duurzaamheidscriteria bij
de houtaankoop door de overheid
reeds een gedegen ervaring kan
voorleggen.

Op 1 juni jongstleden heb ik de
Federale Raad voor Duurzame
Ontwikkeling om advies gevraagd,
onder andere over de criteria
inzake de certificering. Ik sta open

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

proposera le Conseil fédéral et j'espère qu'une solution pourra être
trouvée aux divergences de vue auxquelles nous sommes clairement
confrontés en ce moment. Ce n'est qu'après réception de l'avis du
Conseil fédéral de développement durable que je formulerai, en
collaboration avec les différents ministres concernés, une proposition
de critères dans une circulaire.

Selon moi, il serait idéal de pouvoir combler le fossé séparant le
système de certification existant et d'arriver à une approche commune
qui pourrait être mise en oeuvre par les différentes administrations
publiques. De cette façon, nous pourrions également remplir une
importante fonction d'exemple à l'égard du consommateur qui est le
premier concerné.

Il ne m'appartient pas de me prononcer sur les possibilités
d'harmonisation. Je répète que j'attends l'avis du Conseil fédéral du
développement durable. J'espère que nous pourrons atteindre un
consensus au sein de ce conseil.

En tout cas, j'ai l'impression que le conflit s'est encore envenimé
depuis quelques semaines. J'ignore si c'est à cause de ceux qui
appartiennent à certains systèmes de certification et qui souhaitent
faire un peu de publicité pour leur label. Peu importe, mais ce n'est
certainement pas le meilleur moyen de parvenir à un accord. Or, ne
pas y parvenir et ne pas obtenir cette circulaire serait nuisible tant au
FSC qu'au PEFC. Que ceci soit clair!

Il y va donc de l'intérêt de tous de trouver un consensus et je veux le
trouver. Mais dans ce cas, il faut cesser de répandre des opinions et
des informations erronées.

voor alle voorstellen van de
Federale Raad en hoop dat de
uiteenlopende standpunten die
terzake bestaan, op één lijn
kunnen worden gebracht. Pas na
ontvangst van het advies van de
Federale Raad voor Duurzame
Ontwikkeling zal ik de criteria
voorstellen in een omzendbrief die
ik in overleg met de bevoegde
ministers zal uitvaardigen.

Ideaal zou zijn dat het FSC- en het
PEFC-label op elkaar worden
afgestemd en dat alle overheden
dezelfde regels volgen. In
afwachting van het advies van de
Federale Raad, kan ik echter geen
uitspraken doen over een
mogelijke harmonisering. Ik stel
echter vast dat de toestand
verziekt is. Beide partijen willen
dat hun label het haalt. Mijn
bedoeling is een consensus te
bereiken en de spanningen en de
geruchten de kop in te drukken.

03.10 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, vous aurez

constaté qu'en vue de ne pas diffuser d'informations incorrectes, nous
avons bien fait de poser la question. Cela permet de clarifier la
situation. C'était effectivement le but de cette question.

Par ailleurs, je voudrais que vous ne m'attribuiez pas des termes que
je n'ai pas employés. Je n'ai pas voulu privilégier un système plutôt
que l'autre. Ce qui était inquiétant, c'était d'en privilégier un sans
pouvoir disposer de l'ensemble des données relatives à l'autre. C'est
la démarche que vous avez vous-même adoptée.

Si je vous ai bien entendu, vous avez demandé à votre administration
de rédiger cette note exploratrice et d'expérience en vue de trouver un
point qui pourrait satisfaire l'ensemble des acteurs. Tel est le sens
réel de notre question. En effet, selon les rumeurs, vous pouviez
privilégier un système de certification et éliminer l'autre. Or, ce n'est
manifestement pas dans cette logique que vous vous inscrivez et
c'est dans ce sens que l'attitude constructive que vous adoptez
aujourd'hui me laisse présumer que nous allons parvenir à une
position satisfaisante pour tous.

03.10 Melchior Wathelet (cdH):

Dankzij de vragen hierover werd
een en ander in het reine
getrokken. Het was niet mijn
bedoeling aan een bepaald
keurmerk de voorrang te geven. Ik
stel met genoegen vast dat u kiest
voor een constructieve aanpak, op
grond van alle elementen van het
dossier. U wil een oplossing
waarmee alle spelers genoegen
kunnen nemen, en dat verheugt
me.

03.11 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, le 1

juin, vous

avez demandé l'avis du Conseil fédéral. Avez-vous fixé une échéance
pour la remise du rapport?

Vous n'excluez pas que plusieurs labels puissent être pris en compte
au sein de notre pays. Avez-vous pris des initiatives, au niveau

03.11 Colette Burgeon (PS):

Wordt het advies van de FRDO
tegen een bepaalde datum
ingewacht? Is het mogelijk dat
verscheidene labels in aanmerking
worden genomen? Komt er een

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

européen, afin que les importations de bois illégal soient bannies? Je
n'ai pas obtenu de réponse à ce sujet.

Europees initiatief?

03.12 Muriel Gerkens (ECOLO): Demander l'avis du CFDD était

effectivement la meilleure chose à faire. Cette instance est là pour ça
et elle peut prendre en compte les réalités de la Wallonie et celles de
la Flandre, les réalités du bois et de la forêt, puisque le principal, c'est
cette durabilité-là. Y-a-t-il une date prévue pour la remise de cet avis?

Vous dites que l'absence d'un accord serait la pire des solutions. En
disant cela, pensez-vous, comme Mme Burgeon, qu'il pourrait y avoir
plusieurs labels de référence pour les marchés ou voulez-vous parler
d'un accord pour adopter en Belgique un label unique, au Nord
comme au Sud?

Enfin, le PEFC n'est toujours pas reconnu au niveau européen. A-t-on
prévu une date de fin de ces travaux? Est-on dans une espèce de
silence parce qu'on sait bien qu'il n'y aura pas d'accord?

03.12

Muriel Gerkens

(ECOLO):Geen akkoord is nog
erger dan een slecht akkoord. Is er
trouwens op Europees niveau een
timing voor die procedure
opgesteld?

03.13 Bruno Tobback, ministre: Pour ce qui est de cette dernière

question, il est exact qu'il n'y a pas d'autorisation ou d'acceptation du
PEFC ou de n'importe quel label au niveau européen. Je n'ai aucune
indication sur la date d'instauration d'un système européen reconnu et
accepté par tous. À mon avis, cela prendra encore un peu de temps.
Comme je l'ai déjà dit à Mme Detiège, c'est comme pour le système
d'interdiction de l'importation de bois illégal en Europe, dossier dans
lequel la Commission a quelque peu traîné. Le commissaire Michel a
encore répondu à M. El Khadraoui, il y a quelques semaines, que la
Commission n'entendait prendre aucune initiative législative avant
que les études en cours dans les États membres ne soient terminées,
ce qui pouvait prendre entre deux et six mois.

La Belgique a insisté lors du dernier Conseil Agriculture pour
accélérer le processus. D'après les dernières indications de la
Commission, on serait d'accord pour le faire et pour arriver à quelque
chose avant la fin de cette année. On verra bien mais je ne nourris
pas de grands espoirs en la matière.

En ce qui concerne la mention des labels dans les circulaires belges,
je préfèrerais disposer de critères corrects, stricts et transparents sur
la base desquels on pourrait évaluer ces labels.

J'ignore si les labels disponibles actuellement sur le marché belge
pourront être reconnus, sous leur forme actuelle et sans modification,
dans la circulaire. A mon avis, il conviendra d'harmoniser les labels
existants, c'est-à-dire d'un peu mieux adapter le label FSC aux
réalités belges ou européennes et d'un peu mieux adapter le label
PEFC aux critères de durabilité puisque des questions et des doutes
se sont exprimés à ce sujet.

Je répète qu'en attendant l'avis du Conseil, je ne procède à aucune
évaluation des labels sous leur forme actuelle. L'avis a été demandé
dans un délai d'un mois; en principe, en octroyant un petit délai
supplémentaire, nous devrions recevoir cet avis vers la mi-juillet.

03.13 Minister Bruno Tobback:

Het is nog onduidelijk wanneer er
een Europees initiatief zal komen.
Zolang ik niet over het advies van
de Raad beschik, zal ik de labels
in hun huidige vorm niet
evalueren. De FRDO zou half juli
met zijn advies moeten klaar zijn.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

04 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur

"une agence spécialisée de l'ONU pour l'environnement" (n° 7237)

04 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

over "een gespecialiseerd milieuagentschap van de UNO" (nr. 7237)

04.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, les ministres

français, allemand et espagnol de l'Environnement ont plaidé
ensemble en faveur de la création d'une agence spécialisée des
Nations unies pour l'environnement.

Le processus de mise en place de cette agence pourrait débuter dès
septembre en profitant de la grande réforme attendue des Nations
unies. Le ministre français a d'ailleurs affirmé qu'il s'agissait d'une
"chance historique" qui ne se représentera plus avant des décennies.

Nous partageons tout à fait leur constat comme quoi le temps est
venu: nous avons besoin d'une organisation forte de l'ONU pour
l'environnement.

Leur analyse dans le "Frankfurter Rundschau" est incontestable:
"Malgré de multiples problèmes d'environnement dans le monde,
seule une mince autorité de l'ONU a pu être créée en 1972. Depuis,
les problèmes d'environnement mondiaux se sont multipliés et, même
si depuis plusieurs traités sur l'environnement ont pu être élaborés et
ratifiés, il y a un déficit massif de mise en place de politiques de
l'environnement mondiales".

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

- Etes-vous d'accord avec vos homologues français, allemand et
espagnol sur le fait qu'il faut d'urgence renforcer l'attention aux
problèmes environnementaux via une agence de l'ONU spécialisée
dans l'environnement?

- Le cas échéant, quelles démarches avez-vous déjà entreprises dans
ce sens pour vous joindre à vos collègues? Quelles démarches
comptez-vous prendre dans l'approche de la réorganisation des
Nations unies en septembre?

- L'agence serait financée par des contributions obligatoires des Etats.
Le gouvernement belge serait-il prêt à y contribuer financièrement?

04.01 Muriel Gerkens (ECOLO):

De Franse, Duitse en Spaanse
ministers van Leefmilieu hebben
voor de oprichting van een
gespecialiseerd UNO-agentschap
voor leefmilieu gepleit. Wij zijn het
met hen eens. Deelt u de
zienswijze van voornoemde
ambtgenoten? Welke demarches
heeft u dienaangaande al gedaan?
Is de Belgische regering bereid
een dergelijk agentschap mee te
financieren?

04.02 Bruno Tobback, ministre: Madame Gerkens, ce débat ne

date pas d'hier. L'initiative française date déjà des années nonante.
Dès le début, la Belgique a soutenu cette initiative, et notamment
l'initiative franco-allemande de ces dernières années. Depuis
longtemps, la position belge dans ce débat ne fait plus de doutes.

Vous me demandez quelles ont été nos initiatives. Sous la présidence
belge de l'Union européenne en 2001, de concert avec l'initiative
française, nous avons joué un rôle essentiel dans les efforts visant à
renforcer ces structures environnementales à l'échelon international.
Depuis cette époque, la Belgique fait partie d'un groupe restreint de
quelque 25 pays qui ont toujours tenté de concevoir de manière
concrète les idées françaises. J'ai également pris part à une
concertation à ce sujet en marge de la Conférence sur le climat à
Buenos Aires en décembre 2004.

04.02 Minister Bruno Tobback:

België heeft dat initiatief gesteund.
Vorige maand heeft daarover in
Parijs een vergadering plaats-
gevonden. Tijdens de Top in
september die aan de hervorming
van de UNO zal worden gewijd, zal
dat opnieuw moeten worden
beklemtoond. België draagt al bij
in de financiering van het huidige
programma, dat op een vrijwillige
basis functioneert. Mocht de
bijdrage verplicht zijn, dan zou zij
ongeveer evenveel bedragen.

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le mois dernier, j'ai demandé à mon directeur général de participer à
une réflexion sur ce sujet à Paris. La Belgique était favorable à l'idée
de lancer un appel en faveur de ce type d'agence à l'occasion du
Conseil européen des chefs de gouvernement des 16 et 17 juin. Les
conclusions de ce sommet appellent aujourd'hui, de façon claire, à un
démarrage d'un processus de négociation dans le cadre du sommet
de l'ONU pour la révision des objectifs en vue d'aboutir à
l'établissement d'une agence de l'ONU pour l'environnement.

A présent, il conviendra encore, lors de la préparation du sommet de
révision de l'ONU, de mettre l'accent sur l'importance de cette
demande; c'est ce que je ferai à l'occasion tant de la concertation
belge préalable qui aura lieu à ce sujet que de la concertation
européenne.

Quant au financement, il faut savoir que l'actuel programme
environnemental de l'ONU, bien qu'il s'agisse de contributions sur
base volontaire, a toujours été appuyé par le gouvernement fédéral
belge qui a eu pour principe de verser un montant correspondant à
celui que le pays devrait payer en cas de cotisations obligatoires selon
la clé de répartition standard en vigueur au sein de l'ONU.
L'instauration d'un système éventuel de cotisations obligatoires pour
le financement d'une agence ne poserait aucun problème puisqu'il ne
s'agirait pas d'un coût supplémentaire.

04.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous

remercie de suivre cette proposition d'aussi près; elle nécessitera
l'accord de pays hors Union européenne pour qui la politique
environnementale est une nécessité mais plus difficile à appréhender.

Monsieur le ministre, entre les 25 et notamment la Belgique des
démarches sont-elles entamées en préparation de ce sommet de
septembre afin de sensibiliser ces pays à ce projet? De plus, avez-
vous une idée du montant que représenterait la contribution belge à
ce type de programme?

04.03 Muriel Gerkens (ECOLO):

Daarvoor zal het akkoord van niet-
Europese landen vereist zijn.
Hebben de 25 lidstaten reeds
stappen ondernomen teneinde de
niet-lidstaten voor dit project warm
te maken?

04.04 Bruno Tobback, ministre: Madame Gerkens, je n'ai pas les

chiffres en tête mais je vous les communiquerai; en fait, il s'agit de
notre contribution actuelle.

En ce qui concerne les démarches, je suppose - mais ce n'est qu'une
supposition - que mon homologue français, qui a déjà pris plusieurs
initiatives dans ce cadre, organisera encore une concertation des 25
avant le grand sommet du mois de septembre; toutefois, je n'ai
encore reçu aucune invitation.

04.04 Minister Bruno Tobback:

Ik veronderstel dat mijn Franse
collega vóór de grote top van
september nog een overlegronde
zal organiseren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Samengevoegde vragen en interpellatie van

- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "het
geheime rapport van Monsanto over de genetisch gemodificeerde maïs" (nr. 7291)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over "de
stemming over de toelating van het genetisch gemodificeerd organisme MON 863" (nr. 7413)
- mevrouw Muriel Gerkens tot de minister van Leefmilieu over "het standpunt van de Belgische
regering ten aanzien van de genetisch gemodificeerde organismen" (nr. 621)

05 Questions et interpellation jointes de

- Mme Magda De Meyer au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le rapport secret

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

de Monsanto portant sur une variété de maïs génétiquement modifiée" (n° 7291)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le vote sur
l'autorisation de l'organisme génétiquement modifié MON 863" (n° 7413)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Environnement sur "la position du gouvernement belge vis-à-
vis des organismes génétiquement modifiés" (n° 621)

05.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, collega's, mijn vraag handelt inderdaad over het
uitgelekte GGO-rapport van Monsanto. Dat is al een tijdje geleden
gebeurd, maar de vraag is door omstandigheden even blijven liggen.
Vandaar dat we niet zo kort op de bal spelen als normaal het geval
zou moeten zijn.

Uit een uitgelekt geheim rapport van Monsanto blijkt dat de organen
van ratten die genetisch gemanipuleerde maïs te eten krijgen, na een
tijdje ernstige afwijkingen vertonen. Als dit een dergelijk effect heeft
op ratten, moet het ongetwijfeld ook schadelijke gevolgen hebben
voor de mens. Monsanto weigert tot op heden het volledige rapport
vrij te geven, omdat anders volgens hen zogenaamde vertrouwelijke
bedrijfsinformatie voor de concurrentie beschikbaar zou worden.

De maïs die in het geheime experiment werd gebruikt is MON 863,
resistent tegen insecten. Momenteel wordt deze maïsvariëteit al
geteeld en geconsumeerd in de Verenigde Staten en Canada. De
goedkeuring tot teelt en consumptie in Europa wordt momenteel
onderzocht. Experten signaleren dat veranderingen in het bloed
kunnen wijzen op beschadiging van het immuunsysteem of op een
groeiende tumor. Ze noemen de resultaten dan ook zorgbarend.
Blijkbaar heeft België ondertussen ook voor het gebruik van deze
maïs gestemd. In het licht van deze bevindingen passen toch ook wel
enkele vragen.

Hoe zit het met de openbaarheid van dat rapport bij Monsanto? Kan
hiervan inzage worden gekregen of worden opgeëist? Het lijkt mij toch
dat volksgezondheid belangrijker is dan bedrijfsinformatie. Kunt u
eventueel een onafhankelijke studie bestellen om de juistheid van de
bevindingen van het rapport na te gaan?

In elk geval lijkt die bevinding mij belangrijk genoeg om ze te
integreren in de nieuwe discussie rond de GGO's.

05.01 Magda De Meyer (sp.a-

spirit): Un rapport secret de
Monsanto ayant fait l'objet de
fuites a révélé que les organes de
rats qui se nourrissent de maïs
génétiquement modifié présentent,
à la longue, de sérieuses
malformations. Par conséquent,
ce type d'alimentation a sans
doute également des effets
nuisibles pour les êtres humains.
Monsanto refuse de dévoiler
l'intégralité du rapport pour des
raisons économiques. Pour les
besoins de l'expérience secrète en
question, le maïs génétiquement
modifié MON 863 était utilisé. Ce
maïs est déjà consommé aux
Etats-Unis et au Canada. L'Europe
étudie actuellement la possibilité
d'en autoriser la culture. Des
experts signalent que le MON 863
entraîne des modifications au
niveau de la composition du sang,
ce qui peut être le signe d'une
détérioration du système
immunitaire ou de la présence
d'une tumeur.

Dans l'intérêt de la santé publique,
peut-on exiger de prendre
connaissance du rapport
Monsanto? Une étude
indépendante pourrait-elle être
menée pour vérifier l'exactitude
des conclusions du rapport?

05.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je vais

présenter ma question et mon interpellation en même temps. Il s'agit
de la même problématique; il est donc inutile que je prenne deux fois
la parole.

Le Conseil Environnement a eu lieu du 22 au 24 juin. J'avais déposé
une proposition de résolution et j'avais demandé, en séance plénière,
qu'elle soit prise d'urgence en considération, de manière à pouvoir
débattre du sujet avant le Conseil Environnement. En effet, j'estime
que notre mode de fonctionnement n'est pas bon. On ne prépare pas
les Conseils Environnement; on ne vous permet pas de nous
expliquer les dossiers et les positions de la Belgique.

Mes collègues ont refusé cette demande d'urgence. La seule solution
qui se présentait à moi elle a d'ailleurs échoué pour pouvoir en

05.02 Muriel Gerkens (ECOLO):

Ik heb een interpellatieverzoek
ingediend om het debat over die
kwestie op gang te brengen.

Ik interpelleer u omdat ik enig
defaitisme bespeur. Er is blijkbaar
een tendens om geen duidelijk
afwijzend standpunt in te nemen in
deze dossiers, ook al worden er
tegenargumenten aangevoerd,
zoals bijvoorbeeld in het geval van
de MON863-maïs.

Er worden inderdaad controles

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

discuter en commission et, éventuellement, se positionner sur
l'attitude à adopter était le dépôt d'une interpellation. Nous en
discutons seulement aujourd'hui, après le Conseil Environnement.
C'est dommage, surtout en cette période de décalage entre les
citoyens belges et les politiques européennes. J'estime qu'il est
important de pouvoir discuter des dossiers préalablement aux
conseils.

Pour illustrer ce décalage, complémentairement à la question posée
et aux faits relevés par Mme De Meyer, Greenpeace occupe
l'entreprise Campina en démontrant que cette entreprise nourrit ses
vaches avec des organismes génétiquement modifiés. Cette action
est une manière d'interpeller le politique sur la position des
Européens, notamment celle des citoyens belges, qui s'opposent et
sont inquiets vis-à-vis des OGM.

Mon interpellation se base donc sur le constat suivant. Malgré les
positions parfois intéressantes d'un certain défaitisme face à la
problématique des OGM, on s'aperçoit que les experts et les
représentants politiques s'abstiennent généralement au niveau
européen, plutôt que d'adopter des positions claires de refus.
Pourtant, de bons arguments sont mis en évidence, comme pour le
MON 863. La réponse que vous m'aviez donnée en commission
stipulait qu'il n'y avait pas de système de monitoring suffisamment
efficace pour tracer ces organismes et les détecter. Malgré cette
réponse, la position a été l'abstention!

Il est vrai que la mobilisation n'est pas suffisante pour éviter l'entrée
de nouveaux OGM non autorisés en Belgique. Des contrôles sont
effectués notamment via l'Agence fédérale de la sécurité alimentaire,
mais ils pourraient être plus fréquents et intenses. Je reviendrai sur ce
point ultérieurement.

J'ai fait un petit récapitulatif des derniers scandales impliquant les
OGM. Il y a eu, tout d'abord, le scandale relatif au B176 en janvier
2004. L'OGM mis en examen dans le cadre de l'Agence fédérale de
sécurité alimentaire n'était finalement pas le bon maïs. Ainsi, il a été
constaté qu'une différence apparaissait entre le maïs proposé et les
études qui ont été présentées. Il y a eu ensuite l'importation du maïs
transgénique BT 10 sans autorisation. On ne peut exclure que ce
maïs ait été présent dans les matières premières arrivées en Belgique
via la filière aliments pour animaux.

J'en arrive au dossier d'autorisation du Monsanto MON 863. Des
études ont été faites. Il apparaît qu'elles ont été effectuées sans
véritable référence scientifique avec des rats qui présentent des
problèmes. On a pris 20 ou 50 rats et l'on a procédé à des
expériences tout à fait ridicules d'un point de vue scientifique. De plus,
la totalité de l'étude n'a pas été présentée aux personnes qui doivent
prendre une décision, notamment concernant les risques au niveau
de la santé. Il a fallu l'intervention d'un tribunal qui a fait savoir que la
confidentialité devait être levée. On s'est donc retrouvé devant un
nouveau scandale qui touche à la fois Monsanto qui tente de cacher
des informations, l'Agence européenne de sécurité alimentaire dont
les experts ne diffusent pas suffisamment l'information et ne sont pas
suffisamment critiques envers le genre d'études effectuées et la
Commission qui veut préserver la confidentialité des données. En
résumé, tout cela a conduit à avoir un OGM non autorisé et un taux

uitgevoerd, maar er zou nog meer
gecontroleerd mogen worden.

Op het lijstje van recente GGO-
schandalen staan onder meer de
zaak-B176 van januari 2004 en het
dossier van de Bt10-maïs, waarbij
in het begin van het jaar bleek dat
niet uitgesloten is dat dit in Europa
niet toegelaten GGO in ons land
werd binnengebracht via
veevoeder. Daarnaast is er dus de
MON863-maïs, waarover een
aantal niet echt wetenschappelijk
onderbouwde studies werden
verricht. Niet alleen Monsanto zelf
is bij dit schandaal betrokken,
maar ook de European Food
Safety Authority en de Commissie
kwamen in opspraak.
Daarenboven worden er in België
zeer veel inbreuken gepleegd op
de etiketteringvoorschriften.

Daaruit concludeer ik dat
verstrengde controles noodzakelijk
zijn en dat het huidige
controlesysteem niet werkt.

De Europese Commissie beschikt
niet over de nodige instrumenten
om niet toegelaten GGO's op te
sporen.

In België werden in 2004 slechts
178 stalen genomen. Gelet op het
aantal inbreuken, is het verbazend
dat er zo weinig analyses worden
uitgevoerd. Men heeft de indruk
dat de regering liever de ogen sluit
voor de ijsberg van inbreuken die
achter het geringe aantal controles
schuilgaat.

Het FAVV hangt af van minister
Demotte maar de GGO's zijn een
zaak voor het departement milieu.
De minister van Leefmilieu zou
dus de begroting moeten
verhogen.

Ik vraag mij af waarom de regering
zo passief blijft terwijl zes
Europese landen, tientallen
Belgische gemeenten en
meerdere Europese regio's zich
GGO-vrij hebben verklaard.

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

élevé d'infractions sur l'étiquetage au niveau belge. Ainsi 17% des
178 échantillons d'aliments pour animaux analysés sur la présence
d'OGM se sont révélés non conformes aux prescriptions d'étiquetage.
Par ailleurs, 13% des 349 inspections de documents des aliments
pour animaux en vue de vérifier les mentions d'étiquetage et les
garanties de traçabilité ont également révélé des documents "non
conformes".

Je conclus de tout cela que des contrôles accrus sur la présence
d'OGM sont nécessaires. Ces scandales montrent que le système
actuel ne fonctionne pas suffisamment.

Je ne vais pas reprendre tout ce qui s'est passé avec le BT 10 mais
cela met bien en évidence que l'Union européenne ne dispose pas
des outils permettant de détecter ce qui est interdit. Les outils
permettent simplement de détecter ce qui est autorisé! Je relevais à
ce sujet, et vous étiez d'accord avec moi, le fait que c'était un peu
comme si les radars ne pouvaient détecter que les voitures qui roulent
en respectant les limitations de vitesse.

Au niveau belge, seulement 178 échantillons ont été analysés en
2004 pour détecter la présence d'OGM, ce qui revient à une analyse
tous les deux jours. Or, on constate que les taux d'infraction sont
relativement élevés. On peut s'étonner que le nombre d'analyses
reste aussi bas. D'autant que, lorsqu'on voit la quantité énorme
d'aliments et de denrées importés en Belgique (12,2 millions de
tonnes en 2003 selon la FAO), on a l'impression que le gouvernement
préfère ne pas voir l'iceberg d'infractions caché derrière les
statistiques des rares échantillons qui sont analysés.

Selon mes informations, le nombre d'analyses OGM fait l'objet d'un
quota mensuel fixé par le plan de contrôle de l'AFSCA. Une
augmentation du nombre d'inspections dépend donc in fine d'une
décision politique. L'AFSCA est sous la tutelle du ministre de la Santé
publique Rudy Demotte mais les OGM sont considérés par
l'administration comme étant un problème environnemental. Il
reviendrait donc au ministre de l'Environnement d'allouer des budgets
au ministre de la Santé pour augmenter le quota de contrôles OGM.

Pourquoi le gouvernement belge reste-t-il aussi passif, sachant que
des solutions existent dans d'autres pays? Six pays européens, des
dizaines de communes belges, plusieurs régions européennes se
sont déclarés "OGM-free". La Belgique pourrait donc aussi adopter
une position plus forte.

Lors du Conseil européen, on a constaté qu'une majorité qualifiée
était en faveur du maintien des mécanismes de sauvegarde mis en
place par la France, l'Allemagne, la Grèce, l'Autriche et le
Luxembourg. La Belgique a voté contre la proposition de la
Commission d'empêcher le maintien de ces clauses de sauvegarde.
Je suis reconnaissante au gouvernement d'avoir pris cette position.
Pour une fois, la Commission a été confrontée à cette réalité.

C'est vrai que mon interpellation datait d'avant le Conseil. En ce qui
concerne le MON 863, j'aurais préféré que la Belgique se positionne
contre, au vu des nouveaux éléments.

Voici les questions que je voulais vous poser à ce moment-là; vous

Ik dank niettemin de regering
omdat ze zich tijdens de Europese
Raad van ministers tegen de
vrijwaringsclausule heeft verzet.

Over MON863 heeft men zich
onthouden. Daarentegen zou de
effectenstudieprocedure heropend
worden vóór een beslissing wordt
genomen. Behoort een heropening
van het beslissingsproces nog tot
de mogelijkheden?

Wat de traceerbaarheid en de
etikettering betreft, zou u bereid
zijn om het aantal FAVV-controles
te verhogen?

Zal België de vrijwaringsclausule
op zijn grondgebied instellen?

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

pourrez me remettre le compte rendu plutôt que les intentions.

Dans les démarches effectuées au niveau européen, si j'ai bien
compris et je voudrais que vous me le confirmiez, il y a donc
abstention sur le MON 863 et pas de majorité qualifiée pour le
refuser. Par contre, la Belgique et l'Allemagne auraient demandé la
réouverture de l'étude ou des rapports avant qu'une décision ne soit
prise; en effet, il reviendra à la Commission de prendre sa décision.

Pensez-vous qu'il soit possible, puisque des informations ont été
cachées et que cette étude n'était manifestement pas bonne, de
demander une vraie réouverture et que la décision revienne
éventuellement dans les rangs politiques plutôt que de passer
directement devant la Commission, vu les éléments nouveaux?

Quant aux problèmes de traçabilité, de détection et de contrôle
concernant l'AFSCA, seriez-vous d'accord d'augmenter le nombre de
ces contrôles et d'affecter à cette institution des moyens
supplémentaires suffisants afin qu'elle puisse réaliser des contrôles
de manière plus efficace?

On a voté contre la clause de sauvegarde, ce qui signifie qu'on
gardera ce système au niveau européen. La question qui, pour moi,
s'ensuit est de savoir si la Belgique introduira, elle aussi, la clause de
sauvegarde sur son territoire, ce qu'elle n'a pas fait jusqu'à présent.

Président: Mark Verhaegen.
Voorzitter: Mark Verhaegen.

05.03 Minister Bruno Tobback: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik

zal eerst de vragen van mevrouw De Meyer in verband met het
specifiek Monsanto-dossier beantwoorden. Daarna zal ik ingaan op
de interpellatie van mevrouw Gerkens.

Wat de vraag betreft of men bij Monsanto het hele rapport kan
opeisen, beklemtoon ik dat alle lidstaten en het Europees Agentschap
voor de Voedselveiligheid toegang hebben tot het volledig dossier,
zowel de vertrouwelijke als de niet-vertrouwelijke gegevens. Dat
gebeurt via een elektronisch informatiesysteem, het EFSA-net.
Bovendien kan het Europees Agentschap steeds bijkomende
informatie aan de aanvrager opvragen, indien het agentschap het
nodig acht om het risico van de aanvraag van GGO verder te
evalueren.

Het EFSA beschikt wel over de volledige studie van Monsanto over
MON 863. Dat werd bevestigd door het EFSA in zijn statement dat
volgde na het verschijnen van het betrokken artikel in de Britse pers.
Het EFSA stelde letterlijk, ik citeer: "the study quoted in certain press
articles as a 1.139 page rapport concerns a thirteen weeks study
conducted in rats with Monsanto 863 mais which was reviewed bij de
GMO-panel in carrying out its risk assessment". Men heeft een
positief advies uitgebracht nadat men kennis had van de informatie
waarover sprake. Ik wil eveneens verwijzen naar een uitspraak van
een rechtbank in Duitsland op 10 juni over het Monsanto-rapport. De
rechtbank oordeelde dat Monsanto zijn studie publiek diende te
maken. Indien die uitspraak bevestigd wordt, zal het Monsanto-
dossier niet alleen voor de lidstaten en het agentschap, maar ook
voor het publiek binnenkort toegankelijk zijn. Vanuit het oogpunt van

05.03 Bruno Tobback, ministre:

Tous les États membres, ainsi que
l'Agence européenne de sécurité
alimentaire, ont accès à
l'ensemble du dossier, y compris
les informations confidentielles.
Cet accès s'effectue par le biais
du système électronique
d'information de l'EFSA (European
Food Safety Authority). En outre,
l'Agence européenne peut à tout
moment demander des
informations supplémentaires pour
évaluer le risque lié à une
demande d'autorisation relative à
un OGM.

L'Agence européenne dispose de
l'étude intégrale de Monsanto en
ce qui concerne le MON 863.
Après en avoir pris connaissance,
elle a rendu un avis positif. En
outre, un tribunal allemand a
estimé que l'entreprise devait
même publier l'intégralité de
l'étude. Si ce jugement est
exécuté, le dossier sera bientôt
accessible à tous.

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vrije toegang tot milieu-informatie kan ik dat alleen toejuichen.

U stelde eveneens de vraag of het nodig is een gelijkaardige
onafhankelijke studie te bestellen om de juistheid van de bevindingen
na te gaan. Ik zet alles nog eens op een rijtje. Het EFSA heeft zijn
standpunt uitgebracht met kennis van de rattenstudie. In september
2004, toen de studie ons bekend werd, hebben we het EFSA reeds
verzocht nog eens na te gaan of er gegevens waren die een nieuw
licht zouden werpen op het eerdere positief advies. Het agentschap
heeft hierop in oktober 2004 negatief geantwoord. Na de persartikelen
waarvan sprake, werd opnieuw bevestiging gevraagd aan het EFSA
of het agentschap voldoende rekening had gehouden met de
gegevens van de fameuze rattenstudie. Het EFSA heeft opnieuw
geantwoord dat met die studie voldoende rekening werd gehouden en
de gegevens reeds bekend waren bij de oorspronkelijke evaluatie,
zodat er geen reden is om van het oorspronkelijk positief advies af te
wijken. België heeft een bijkomend advies aan de bioveiligheidsraad
gevraagd. De bioveiligheidsraad, die het advies heeft uitbesteed aan
het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, heeft op zijn
beurt geoordeeld dat de moneculaire data voor MON 863 in orde
waren.

Eerlijk gezegd, mevrouw De Meyer, ik zie niet goed in wat we nog
meer kunnen doen voor die specifieke maïsvariëteit, zoals een
bijkomend onderzoek vragen wanneer dat onderzoek reeds
uitgevoerd is op basis van al de gegevens.

Hiermee zijn een paar misverstanden en legendes in dit dossier uit de
wereld geholpen. Het is niet correct dat er plotseling geheime data zijn
opgedoken in het dossier, die werden achtergehouden door deze of
gene na de evaluaties.

Je ne pense pas qu'il soit
nécessaire de commander une
étude indépendante
supplémentaire pour vérifier
l'exactitude des données.
Suffisamment d'études ont été
réalisées et l'Agence européenne
en est intégralement tenue
informée. Je nie fermement que
des données confidentielles aient
soudainement émergé et aient
délibérément été dissimulées.

Madame Gerkens, votre interpellation est d'ordre plus général et
concerne, tout d'abord, le cadre européen pour les OGM. Un nouveau
cadre législatif est entré en vigueur l'année dernière, conformément à
la directive 2001/18 et aux règlements 1829/2003 et 1830/2003. Les
demandes d'autorisation ont ainsi été reprises au niveau européen.
C'était également l'aspiration du précédent gouvernement, qui
considérait l'entrée en vigueur de ce cadre législatif comme la
condition sine qua non de l'abandon de sa propre politique de
moratoire.

La situation actuelle implique que tous les Etats membres, qu'ils le
veuillent ou non, doivent traiter les demandes d'autorisation d'OGM et
veiller à une application correcte des règles de traçabilité et
d'étiquetage. Vous qualifiez cette attitude de défaitiste, mais le cadre
européen, réclamé par le précédent gouvernement arc-en-ciel pour
les autorisations, existe à présent. Aussi est-il de mon devoir de
l'appliquer de manière critique et de tenter d'obtenir, là où cela
s'impose, des compléments à ces instruments législatifs.

Pour ce qui est du traitement des dossiers d'autorisation, la Belgique
a toujours adopté une attitude critique et demandé, dans cette
optique, des garanties claires en vue de la traçabilité. Vous les
connaissez d'ailleurs, puisque je les ai déjà énumérées à plusieurs
reprises. Cependant, ces garanties s'ajoutent encore à la condition
selon laquelle, tant le Conseil de biosécurité que l'autorité européenne
de sécurité et des aliments doivent être d'avis que l'OGM en question

Mevrouw Gerkens, de nieuwe
Europese regelgeving is vorig jaar
in werking getreden. De
afhandeling van de vergunningen
werd door het Europese niveau
overgenomen. Dat was een vraag
van paarsgroen. De Europese
lidstaten zijn dus met of tegen
hun zin verplicht de aanvragen
te behandelen en op de naleving
van de regels inzake
traceerbaarheid en etikettering toe
te zien. Ik moet die regels naleven.
Mijn houding getuigt dus niet van
defaitisme.

België toonde zich steeds erg
kritisch ten aanzien van de
vergunningsaanvragen en stelde
steeds hoge eisen op het stuk van
de traceerbaarheid. Het gaat om
een bijkomende waarborg, naast
de voorwaarde dat zowel de
Bioveiligheidsraad als de
Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid van oordeel

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ne présente aucun risque pour l'environnement et la santé.

Certes, le débat sur les OGM s'inscrit bien au-delà de l'évaluation
critique des demandes d'autorisation. L'Europe a également besoin
de matériel de référence des OGM non autorisés ici, mais qui
pourraient être présents dans la chaîne alimentaire. Voir à ce sujet le
débat sur le BT 10. J'ajouterai que la Belgique est déjà la seule partie
demanderesse dans ce contexte au sein du Conseil de l'agriculture
pour réclamer que l'Europe s'attèle d'urgence à cet aspect de la
problématique. Donc, parler d'une attitude, d'une mentalité défaitiste
ou laxiste est incorrect.

En outre, j'ai toujours stipulé clairement, entre autres au cours d'une
journée d'étude que j'ai organisée sur ce thème au courant du mois
de novembre dernier, que la récente législation européenne ne
clôturait pas, selon moi, le débat sur les OGM. En effet, pour ce qui
est de la coexistence, y compris la responsabilité, le cadre législatif
fait toujours défaut. Il appartient aux Régions de combler cette lacune,
mais en la matière, la Belgique a toujours été favorable à un cadre
européen.

Les aspects socioéconomiques requièrent à leur tour une attention
accrue dans ce débat qui jusqu'ici ne semble pas avancer à très
grande vitesse.

En ce qui concerne les contrôles, j'ai déjà confirmé que le nombre de
contrôles effectués en 2004 est quatre fois plus élevé qu'en 2003. Je
suis disposé à discuter avec M. Demotte de la nécessité éventuelle
d'un effort complémentaire. Je rappelle que M. Demotte est
compétent pour l'AFSCA. Je ne tiens donc pas à me prononcer sur
les besoins budgétaires de cette agence mais je ne suis évidemment
pas opposé à une augmentation du nombre de contrôles.

Quant aux éléments inquiétants du Monsanto 863, j'ai déjà répondu
lors de la question n° 7291 de Mme De Meyer. Selon l'Agence
européenne, le MON 863 ne représente aucun risque pour la santé
publique et je ne dispose d'aucune indication contraire à cette
évaluation.

Lors du vote au Conseil, nous nous sommes abstenus non pas parce
que nous pensions qu'il y a des risques pour la santé publique mais
parce que nous estimions que le projet de décision ne présentait pas
les garanties nécessaires de la participation de tous les Etats
membres lors de l'évaluation des mesures de contrôle.

En ce qui concerne les clauses de sauvegarde, vous avez eu
connaissance de la position belge et du résultat du vote, que
j'approuve. En effet, pour la première fois, la Commission s'est vue
confrontée à une majorité qualifiée des Etats membres. J'espère que
cela fera réfléchir la Commission sur ses positions dans ce dossier
des OGM, qui sont parfois un peu trop laxistes.

Vous demandiez également si la Belgique comptait s'opposer à toute
demande de culture d'OGM. J'ai déjà précisé qu'il relevait de la
compétence des Régions de parachever leur législation sur la
coexistence. Cependant, si celles-ci insistent pour avoir une
législation européenne, je suis disposé à appuyer cette demande
avec la force dont la Belgique dispose dans ce débat.

moeten zijn dat het GGO geen
enkel risico voor het milieu en de
gezondheid inhoudt.

Ook ik vind dat het debat over de
GGO's zich niet tot de beoordeling
van de vergunningsaanvragen
mag beperken. Europa heeft ook
referentiemateriaal nodig
betreffende GGO's die hier niet
zijn toegelaten, maar wel in de
voedselketen kunnen
terechtkomen. Binnen de
Landbouwraad is België als enige
vragende partij in dat verband.
Volgens mij volstaat de nieuwe
Europese wetgeving niet om het
debat over de GGO's af te sluiten.

De Gewesten moeten nog zorgen
voor een wetgevend kader
betreffende het naast elkaar
bestaan van de verschillende
soorten gewassen en betreffende
de aansprakelijkheid. In dat
verband is België voorstander van
een Europese regeling.

Ook met de sociaal-economische
aspecten moet rekening worden
gehouden.

In 2004 werden door het FAVV
vier keer zoveel controles als in
2003 uitgevoerd. Ik wil de heer
Demotte voorstellen om dat aantal
nog op te voeren, maar uiteindelijk
is het zijn bevoegdheid.

Op de bezorgdheid over
MON 863-maïs ben ik in mijn
antwoord op de vraag van
mevrouw De Meyer reeds
ingegaan. Het Europees
Agentschap oordeelt dat
MON 863-maïs geen enkel
gezondheidsrisico inhoudt. Mijns
inziens zijn er geen aanwijzingen
die op het tegenovergestelde
duiden.
Wat de vergunning voor
MON 863-maïs betreft, heeft
België zich bij de stemming in de
Milieuraad onthouden omdat het
van mening was dat er
onvoldoende waarborgen bestaan
dat alle lidstaten aan de
beoordeling van de

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Etant donné que le gouvernement fédéral n'est compétent que pour le
traitement des demandes d'autorisations, de nouvelles demandes
d'autorisations européennes englobant la culture à des fins
commerciales ne seront pas approuvées pour l'instant. La législation
sur la coexistence doit d'abord voir le jour. Ce n'est que par la suite
qu'on disposera de garanties suffisantes pour donner éventuellement
le feu vert à des demandes d'autorisations comprenant la culture à
des fins commerciales.

Par contre, cela ne veut pas dire que je me prononce contre les
essais en champs en Belgique. Nous avons à cet égard un cadre
législatif efficace, la directive 2001/18, mais il faut constater que ce
cadre ne suffit pas encore pour autoriser la culture à l'échelle
commerciale des OGM en Belgique.

controlemaatregelen zullen
kunnen deelnemen.

België heeft tegen de acht
beschikkingen inzake de
afschaffing van de nationale
vrijwaringsclausules gestemd. Ten
aanzien van de vijf GGO's
waarvoor vrijwaringsclausules
bestaan, heeft België een
negatieve stem uitgebracht en
heeft het ervoor gepleit dat op
Europees vlak snel een nieuwe
beoordeling zou plaatsvinden. Ik
hoop dat ons optreden de
Commissie tot nadenken zal
stemmen, vermits zij op dit punt
soms laks durft te zijn.

Wat de wetgeving betreft, is het
aan de Gewesten om initiatieven
te nemen. Als zij een Europese
regelgeving terzake wensen, zal ik
hen daarin steunen. Het federale
niveau is alleen voor de
vergunningsaanvragen bevoegd.
In afwachting van de wetgeving
betreffende de coëxistentie, kan ik
geen goedkeuring verlenen aan
nieuwe aanvragen die ook de
commerciële teelt omvatten.

Dat betekent echter niet dat ik
tegen veldproeven in België ben
gekant. Ter zake beschikken we
met richtlijn 2001/18 over een
afdoend wetgevend kader.

05.04 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je suis

quelque peu surprise. Il est vrai que l'étude de Monsanto a été
communiquée à l'Agence européenne, que les experts de l'Agence
ont pris position et ont conclu à l'absence de risques pour la santé.
Tous ceux qui ont eu accès au dossier en arrivent aux mêmes
conclusions. À la vue des dernières informations disponibles, je suis
étonnée de la manière dont cette étude a été réalisée. Je trouve
hasardeux de conclure, sans aller plus loin, qu'il n'y a aucun danger
pour la santé. Je ne dis pas qu'il faut refaire des tas d'études mais s'il
s'avère que cette étude ne repose sur aucun fondement scientifique,
cela remet en cause la conclusion selon laquelle il n'existe aucun
risque pour la santé. J'ai déjà du mal à accepter qu'on puisse garantir
l'absence de risques pour la santé mais, ici, les éléments de cette
étude que j'ai pu consulter appellent à la prudence.

Vous ne m'avez pas répondu sur ce point qui n'était pas dans la
question que j'avais déposée: les gouvernements vont-ils encore avoir
l'occasion de prendre position sur le MON-863 s'il y a une nouvelle
évaluation de l'étude ou des rapports, ou la balle est-elle vraiment
dans le camp de la Commission?

05.04 Muriel Gerkens (ECOLO):

De studie van Monsanto die aan
het Europees Agentschap werd
overgemaakt, komt tot het besluit
dat er geen gezondheidsrisico's
bestaan. Ik vind het nogal
gewaagd om dat besluit zomaar
over te nemen.

Hoe kunnen we weten dat
Monsanto bij de uitvoering van die
studie wetenschappelijk te werk is
gegaan? Persoonlijk wil ik tot
voorzichtigheid manen.

Zullen de regeringen nog een
standpunt over MON 863 kunnen
innemen indien er een nieuwe
evaluatie van de studie of de
verslagen komt? Of ligt de bal nu

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Il y a eu effectivement une levée du moratoire sous le gouvernement
précédent. Il y avait dans notre chef une volonté de permettre des
mesures en matière de coexistence et de responsabilités. Le niveau
européen et le niveau fédéral ont refusé de prendre cela en charge,
en assignant cette mission aux Régions. Pourtant, je reste
convaincue qu'une prise en charge par le fédéral serait la meilleure
solution.

Au sujet des garanties de traçabilité, du monitoring, nous sommes
d'accord sur la nécessité d'exiger une qualité des outils mis à
disposition. Avez-vous reçu les outils de détection du BT 10 promis
par l'Union européenne? La dernière fois que je vous ai interrogé, ils
n'étaient pas encore arrivés. Ce genre d'argument devrait permettre
de voter contre, à partir du moment où nous sommes assez
nombreux pour mettre la Commission européenne devant cette
réalité: on ne peut pas faire tout et n'importe quoi, en se réfugiant
derrière la traçabilité et l'existence d'études.

Je ne comprends pas la logique affirmant que l'abstention s'explique
non pas en termes de santé le constat révélant l'absence de risques
pour la santé mais en termes d'absence de monitoring. J'estime que
cela méritait un vote contre. En ce qui concerne la santé, j'ai déjà fait
part de mes doutes.

En ce qui concerne l'AFSCA, vous ne partagez pas l'analyse indiquant
que le budget de l'AFSCA pour les contrôles OGM doit venir du
ministère de l'Environnement?

uitsluitend in het kamp van de
Commissie?

Wat de opheffing van het
moratorium en de maatregelen
inzake de coëxistentie en de
aansprakelijkheid betreft, stelt u
dat dit tot de bevoegdheid van de
Gewesten behoort, maar volgens
mij is het federale niveau hiervoor
beter geschikt.

Heeft de Commissie u de door de
Europese Unie beloofde
detectieapparatuur voor Bt 10-
maïs reeds bezorgd? Zonder die
instrumenten is er geen
traceerbaarheid en monitoring
mogelijk. Om die reden alleen al
zou men moeten tegenstemmen.

05.05 Bruno Tobback, ministre: Non. D'ailleurs, jusqu'à présent, ce

n'est pas non plus l'avis du ministre Demotte. Il n'y a pas de débat à
ce sujet. Je ne connais pas la personne ou le responsable qui aurait
pris cette position, en tout cas, ce n'est ni celle du ministre Demotte ni
la mienne. Pour le reste, il s'agit d'un débat où les avis divergent.

Je réponds maintenant aux deux demandes d'informations que vous
avez ajoutées.

D'une part, pour le BT 10, nous avons reçu les éléments nécessaires
à la traçabilité. D'autre part, si le MON 863 revient encore sur la table
du Conseil, un non sera donné à la demande d'autorisation actuelle
qui concernait les aliments pour le bétail mais on donnera
éventuellement une autorisation pour d'autres aliments. Mais il s'agira
alors d'une nouvelle demande qui sera discutée au Conseil
Agriculture. Concernant la procédure en cours, la décision revient à la
Commission, conformément à la directive.

05.05 Minister Bruno Tobback:

Neen. Ik weet niet wie dat
standpunt heeft ingenomen; ik ben
het in ieder geval niet, noch
minister Demotte.

We hebben alle elementen voor
de traceerbaarheid van Bt 10-maïs
ontvangen. Indien de MON 863
opnieuw op de agenda van de
Raad wordt geplaatst, zal de
huidige vraag die betrekking heeft
op het veevoeder, naar de
Commissie worden verwezen.
Mocht er daarentegen een nieuwe
vraag komen over de menselijke
voeding, dan zullen de regeringen
zich moeten uitspreken tijdens de
Landbouwraad.

05.06 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je déposerai

une motion car la lutte doit continuer. Par ailleurs, elle permettra à
mes collègues d'être tenus au courant des discussions sur les OGM
et ce, grâce au vote en plénière puisque nous n'avons pas pu avoir de
débat relatif à la position européenne.

En principe, chaque commission devrait compter un membre
eurodéputé qui fait le lien avec les discussions européennes. Cela ne
se fait pas...

05.06 Muriel Gerkens (ECOLO):

Ik zal een motie indienen om de
strijd verder te zetten en onze
collega's op de hoogte te houden.
Een lid van deze commissie moet
normaal de schakel vormen met
het Europees Parlement.

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

05.07 Colette Burgeon (PS): Il s'agit de Mme Colinia.

05.07 Colette Burgeon (PS): Dat

is mevrouw Colinia.

05.08 Muriel Gerkens (ECOLO): Elle n'a pas été remplacée.

05.08 Muriel Gerkens (ECOLO):

Zij werd niet vervangen.

Motions
Moties

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Muriel Gerkens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Muriel Gerkens
et la réponse du ministre de l'Environnement et ministre des Pensions,
demande au gouvernement
1. après avoir défendu la clause de sauvegarde nationale avec succès au Conseil européen de
l'Environnement, d'instaurer cette clause de sauvegarde en Belgique (sur base de l'article 23 de la directive
2001/18). De cette manière, appliquer comme la France, l'Allemagne, la Grèce, l'Autriche et le Luxembourg
le principe de précaution en matière d'organismes génétiquement modifiés aussi en Belgique;
2. d'exiger que la Commission européenne consulte le Parlement européen et des experts indépendants
avant de se décider sur le dossier du maïs génétiquement modifié très controversé Monsanto MON 863,
actuellement sur la table de la Commission européenne;
3. de voter désormais systématiquement contre toute proposition émanant de la Commission européenne
qui vise à faciliter l'entrée d'organismes génétiquement modifiés (OGM) dans la chaîne alimentaire belge;
4. de continuer et de renforcer les contrôles par l'Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
Alimentaire (AFSCA), afin de détecter plus rapidement l'entrée d'OGM non autorisés en Belgique;
5. de forcer un nouveau débat au niveau européen avant octobre 2006, date à laquelle il y aura révision de
tous les OGM autorisés, en mettant en évidence que les méthodes de détections ne sont pas efficaces,
que le nombre d'infractions est important et qu'il pourrait n'être que le sommet de l'iceberg, et que les
consommateurs européens se sont majoritairement prononcés contre les OGM."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens
en het antwoord van de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen,
vraagt de regering
1. na de nationale vrijwaringsclausule met succes in de Europese Raad voor Leefmilieu te hebben
verdedigd, in die vrijwaringsclausule in België te voorzien (op grond van de richtlijn 2001/18) en zodoende,
net als Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Oostenrijk en Luxemburg, het voorzorgsbeginsel met betrekking
tot genetisch gemodificeerde organismen ook in ons land toe te passen;
2. te eisen dat de Europese Commissie het Europees Parlement en onafhankelijke deskundigen zou
raadplegen alvorens over het zeer omstreden Monsanto MON 863-dossier met betrekking tot genetisch
gemodificeerde maïs, dat momenteel bij de Europese Commissie ter tafel ligt, te beslissen;
3. voortaan stelselmatig tegen alle voorstellen van de Europese Commissie te stemmen die erop gericht
zijn te vergemakkelijken dat genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) in de Belgische voedselketen
terechtkomen;
4. het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) op te dragen zijn controles
verder te zetten en op te voeren, teneinde de aanwezigheid van niet-toegestane GGO's in de voedselketen
sneller op te sporen;
5. een nieuw debat op Europees niveau af te dwingen vóór oktober 2006, het ogenblik waarop alle
toegestane GGO's opnieuw onder de loep zullen worden genomen, daarbij onderstrepend dat de
opsporingsmethodes niet doeltreffend zijn, dat heel wat overtredingen worden begaan een aantal dat
mogelijkerwijs slechts het topje van de ijsberg vormt en dat de meeste Europese consumenten zich tegen
de GGO's hebben uitgesproken."

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Colette Burgeon et Hilde Dierickx.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Colette Burgeon en Hilde Dierickx.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

06 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur

"l'évaluation des substances et produits biocides" (n° 7461)

06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

over "de evaluatie van biocidestoffen en -producten" (nr. 7461)

06.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, les biocides sont des substances actives ou des
préparations contenant une ou plusieurs substances actives
destinées à détruire, repousser ou rendre inoffensifs les organismes
nuisibles, à en prévenir l'action ou à les combattre de toute autre
manière par une action chimique ou biologique.

La distinction n'est pas toujours aisée pour le citoyen. Ainsi, certains
pesticides à usage agricole sont également utilisés par les particuliers
pour le traitement de leur potager ou comme herbicide. Les biocides
sont aussi utilisés par des professionnels comme les agriculteurs ou
des éleveurs.

Les substances actives font l'objet d'une évaluation de leurs dangers
et de leurs risques et sont classées et étiquetées. Elles sont inscrites
sur une liste positive européenne.

Quant aux produits, ils font l'objet, après évaluation de leurs dangers
et de leurs risques, d'un classement, d'un étiquetage et d'une
autorisation de mise sur le marché national.

Au niveau européen, l'harmonisation a commencé seulement au
cours des dernières années. La directive 98/8/EC du Parlement
européen et du Conseil du 16 février 1998 concernant la mise sur le
marché des produits biocides est d'application depuis le 14 mai 1998.
Cette directive prévoit une période de dix ans pour réévaluer toutes
les substances actives présentes dans les biocides et ce, à partir de
mars 2004.

L'objectif de la réglementation est d'assurer un niveau de protection
élevé de l'homme et des écosystèmes en limitant la mise sur le
marché aux seuls produits biocides efficaces présentant des risques
acceptables et en encourageant le développement et l'usage de
substances actives présentant de moins en moins de risques pour
l'homme et l'environnement. Les mesures visent notamment les effets
à long terme: effets cancérogènes ou toxiques pour la reproduction,
effets des substances toxiques, persistantes et bioaccumulables.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

1. La Belgique a-t-elle intégré le règlement 2032/2003 du 4 novembre
2003 (J.O.L. 307 du 24 novembre 2003) qui contient la liste
exhaustive des substances actives existantes identifiées (annexe I),
notifiées au moins une fois (annexe II) et identifiées sans avoir été
acceptées comme notifiées (annexe III) par la Direction générale pour
l'environnement de la Commission européenne?

06.01 Colette Burgeon (PS): Er

zijn zoveel verschillende biociden,
gebruikswijzen en gebruikers dat
het voor de burgers niet makkelijk
is om door het bos de bomen nog
te zien.

De werkzame stoffen worden
geclassificeerd en geëtiketteerd en
voor elke stof wordt tevens een
risicobeoordeling opgesteld. Zij
worden tevens in een Europese
positieve lijst opgenomen.
Voor de biociden is een
vergunning voor het in de handel
brengen in het desbetreffende
land vereist.

Op Europees vlak regelt richtlijn
98/8/EG die aangelegenheid; zij
voorziet in een herbeoordeling van
de actieve stoffen die vervat zijn in
de biociden na een periode van
tien jaar, te rekenen vanaf maart
2004.

Die regelgeving strekt ertoe de
gebruikers en de ecosystemen te
beschermen door het in de handel
brengen te beperken tot de
doeltreffende biociden die
aanvaardbare risico's inhouden.

Heeft België de Europese
verordening nr. 2032/2003 van de
Commissie van 4 november 2003
al omgezet in Belgisch recht?

Wat is de inbreng van ons land in
de evaluatie van de ongeveer
4.000 biociden, en welke diensten
staan in voor de evaluatie?

Zijn er al resultaten bekend voor
de werkzame stoffen van type 8 en
van type 14, en voor de biociden

28/06/2005

CRIV 51

COM 661

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2. Environ 400 substances générant 4.000 produits doivent être
évaluées avant 2009. Quelle est la part prise en charge par la
Belgique? Quels sont les services chargés de procéder à ces
évaluations?

3. Connaît-on déjà les premiers résultats concernant les substances
classées dans les catégories 8 et 14 et les produits qui en sont issus?

4. Enfin, quand estimez-vous que la transition de la nomenclature
belge vers la nomenclature européenne sera-telle terminée?

die deze stoffen bevatten?
Wanneer zal de omzetting van de
Europese regelgeving rond zijn?

06.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, madame

Burgeon, la Belgique est un des pays où il existait déjà une obligation
d'autorisation des biocides lors de l'entrée en vigueur de la directive
98/8/CE. Le règlement 2032/2003 de la Commission a pour
conséquence que:
- les substances actives, qui ne sont pas identifiées et qui dès lors ne
sont pas incluses dans l'annexe I de ce règlement, ne peuvent plus se
trouver sur le marché belge dans des produits biocides à partir du 14
décembre 2003;
- les substances actives identifiées mais non notifiées par les
producteurs, à savoir les substances actives reprises à l'annexe III
dudit règlement ne peuvent plus se trouver sur le territoire belge dans
des produits biocides pour des usages non notifiés et ce à partir du 1

septembre 2006. Les autorisations existantes pour ces types
d'utilisations devront donc être retirées à cette date.

Les dispositions du règlement de la Commission sont intégrées dans
les dispositions transitoires prévues par l'arrêté royal du 22 mai 2003
concernant la mise sur le marché et l'usage des biocides qui
transposent la "Directive Biocides" 98/8/CE.

Le règlement 2032/2003 regroupe les substances actives qui doivent
être évaluées en 4 listes et mentionne pour les substances actives
des deux premières listes, les Etats membres qui assureront le rôle
de rapporteur. Le nombre de ces substances attribué pour un Etat
membre est défini par le nombre de voix dont il dispose en Conseil
des ministres. Pour la Belgique, cela se traduit par l'attribution de six
substances actives de la première liste et de dix de la seconde liste.
Dans notre pays, c'est le service "Maîtrise des risques" de la Direction
générale Environnement qui est chargé de ces évaluations.

Les résultats de l'évaluation des risques de ces substances, à savoir
les produits de protection du bois (88) et les produits rodenticides
(88.14) ne sont pas encore connus à cet instant. Le processus est en
cours.

Cependant, d'après les données publiées sur le site internet de la
Commission européenne, il est déjà clair que les dossiers destinés à
ces évaluations n'auront pas tous été transmis aux Etats membres et
aux rapporteurs. Il est important de savoir que la non-introduction du
dossier à l'Etat membre et rapporteur aura pour conséquence que la
substance active concernée ne sera pas incluse dans l'annexe 1 ou
1a de la directive Biocide. Lorsqu'une décision aura été prise à leur
sujet au niveau européen, les retraits d'autorisation de mise sur le
marché devront suivre.

06.02 Minister Bruno Tobback:

Voor biociden gold in België al een
vergunningsplicht vóór de
Europese richtlijn 98/8/EG van
kracht werd. Bij Verordening (EG)
nr. 2032/2003 van de Commissie
van 4 november 2003 wordt
bepaald dat werkzame stoffen die
niet in bijlage I van de verordening
vermeld worden, met ingang van
14 december 2003 niet langer op
de Belgische markt mogen worden
gebracht. Bijlage III is de lijst van
de bestaande werkzame stoffen
die al zijn geïdentificeerd, maar
waarvoor geen kennisgeving is
aanvaard, en die per 1 september
2006 in België niet meer gebruikt
mogen worden in producten
wanneer er geen kennisgeving
gedaan werd van het gebruik
ervan.

De bepalingen van deze
verordeningen werden
overgenomen in het koninklijk
besluit van 22 mei 2003
betreffende het op de markt
brengen en het gebruik van
biociden.

De te evalueren actieve stoffen
werden over vier lijsten verdeeld.
De verordening bepaalt welke
lidstaten rapporteur zijn voor de
twee eerste lijsten.

De dienst Risicobeheersing van
het directoraat-generaal Leefmilieu
van ons land werd belast met de
evaluatie van zes actieve stoffen
van de eerste lijst en tien van de
tweede lijst.

We beschikken nog niet over de
resultaten van de evaluatie van de

CRIV 51

COM 661

28/06/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La directive Biocide prévoit la fin de la période transitoire, à savoir la
fin de la période prévue pour réaliser les évaluations de risques de
toutes les substances actives notifiées, en date du 14 mai 2010. Cela
suppose qu'à cette date, toutes les substances actives auront dû être
réévaluées au niveau européen. Les décisions prises quant à leur
inclusion ou non dans l'annexe 1 ou 1a de la directive Biocide devront
alors être mises en oeuvre par la Belgique en fonction du calendrier
de cette décision.

houtbeschermingsmiddelen van
categorie 8 en van de
verdelgingsmiddelen voor
knaagdieren van categorie 4.
Naar verluidt zou een aantal
evaluatiedossiers echter niet aan
de lidstaten zijn overgezonden. De
stoffen waar die dossiers
betrekking op hebben, zullen dus
niet in de bijlagen 1 of 1a van de
Europese biociderichtlijn kunnen
worden opgenomen. De richtlijn
bepaalt dat de overgangsperiode
op 14 mei 2010 afloopt.

06.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour votre réponse. On constate finalement qu'on n'a pas transmis
l'information à tous les pays membres. Ne peut-on pas insister pour
que cela se produise?

06.03 Colette Burgeon (PS):

Kan men er niet voor zorgen dat
de beoordelingsdossiers
inderdaad aan de betrokken
Staten worden overgemaakt?

06.04 Bruno Tobback, ministre: Il n'est pas de la responsabilité des

pays évaluateurs d'insister sur le fait que le dossier soit transmis. Si le
dossier n'est pas transmis, il n'y a pas d'autorisation. C'est aussi
simple que cela.

06.04 Minister Bruno Tobback:

Het is niet de taak van de
beoordelende Staten op te treden
terwijl geen toestemming mag
gegeven worden indien het dossier
niet wordt overgemaakt.

06.05 Colette Burgeon (PS): Cela peut parfois être dangereux.

06.05 Colette Burgeon (PS):

06.06 Bruno Tobback, ministre: Si on ne veut pas introduire le

dossier ou si on n'est pas capable d'introduire un dossier complet, ce
n'est pas de la responsabilité de l'Etat qui doit en faire l'évaluation.

06.06 Minister Bruno Tobback:

De niet-indiening van een dossier
behoort niet tot de
verantwoordelijkheid van de Staat
die met de beoordeling wordt
belast.

06.07 Colette Burgeon (PS): Vous me dites que la période

transitoire prendra fin le 14 juillet 2010. Si nous sommes encore là, je
vous interpellerai à nouveau.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La discussion des questions et interpellations se termine à 12.24 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 12.24 uur.