CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 658
CRIV 51 COM 658
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
22-06-2005
22-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'existence de bandes de voyous bruxellois qui
jouissent d'une telle impunité qu'elles font étalage
de leurs méfaits sur un weblog" (n° 616)
1
Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
tot de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het bestaan van
bendes van Brusselse boefjes die dermate
ongemoeid gelaten worden dat zij hun wandaden
op een weblog tentoonspreiden" (nr. 616)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Motions
7
Moties
7
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
convention de sécurité routière 2005" (n° 7344)
7
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de overeenkomst inzake
verkeersveiligheid 2005" (nr. 7344)
7
Orateurs: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'équipement
individuel des policiers" (n° 7345)
9
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de individuele uitrusting van de
politieagenten" (nr. 7345)
9
Orateurs: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
rapatriement de réfugiés du Kosovo, à l'exemple
du modèle allemand" (n° 7452)
10
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de repatriëring van vluchtelingen uit
Kosovo, naar Duits voorbeeld" (nr. 7452)
10
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des
missions de prévention incendie déclarées
'illégales'" (n° 7459)
13
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "'onwettelijk' verklaarde
brandpreventieopdrachten" (nr. 7459)
13
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes rencontrés à Namur pour la distribution
des nouvelles cartes d'identité électroniques"
(n° 7512)
15
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen met de uitreiking van
de nieuwe elektronische identiteitskaart in
Namen" (nr. 7512)
15
Orateurs: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dylan Casaer au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'enregistrement et le traitement des plaintes
relatives aux chiens dangereux" (n° 7519)
17
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de registratie en de verwerking van
meldingen van gevaarlijke honden" (nr. 7519)
17
Orateurs: Dylan Casaer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dylan Casaer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Dylan Casaer au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
phénomène des rodéos urbains" (n° 7537)
18
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het fenomeen 'straatraces'"
(nr. 7537)
18
Orateurs: Dylan Casaer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dylan Casaer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
éventuels départs à la pension de nombreux
policiers au cours de l'année 2006" (n° 7552)
20
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de eventuele pensionering van tal
van politiemensen in het jaar 2006" (nr. 7552)
20
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les missions
conférées aux services de police par les
ordonnances de police de la Ville de Thuin"
(n° 7527)
23
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de opdrachten die de politiediensten
bij politieverordeningen van de stad Thuin moeten
uitvoeren" (nr. 7527)
23
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annulation
de l'arrêté ministériel fixant l'étendue
géographique des zones de secours de la
province de Liège" (n° 7557)
24
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vernietiging van het ministerieel
besluit tot bepaling van de geografische
uitgestrektheid van de hulpverleningszones van
de provincie Luik" (nr. 7557)
24
Orateurs: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la réforme du Conseil
d'Etat" (n° 7559)
25
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de hervorming van de Raad van State" (nr. 7559)
25
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la concertation
permanente avec les barreaux en vue de limiter le
nombre de recours manifestement non fondés
introduits auprès du Conseil d'Etat" (n° 7560)
29
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het permanent overleg met de balies ter
beperking van het aantal manifest ongegronde
beroepen bij de Raad van State" (nr. 7560)
29
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la protection
complémentaire et temporaire spécifique des
demandeurs d'asile" (n° 7561)
31
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de specifieke bijkomende en tijdelijke
bescherming van asielzoekers" (nr. 7561)
31
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "l'attention que les
instances d'asile belges accordent aux
33
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de aandacht die Belgische asielinstanties
33
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
demandeuses d'asile" (n° 7562)
besteden aan asielzoeksters" (nr. 7562)
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation,
l'entreposage et la conservation des armes de la
police" (n° 7564)
35
Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het gebruik, de opslag en de bewaring van de
wapens van de politie" (nr. 7564)
35
Orateurs: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Stijn Bex, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
de l'Office des étrangers à l'égard des demandes
de régularisation de parents d'enfants de
nationalité belge" (n° 7565)
37
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het beleid dat de Dienst
Vreemdelingenzaken voert ten aanzien van
regularisatieaanvragen van ouders van kinderen
met de Belgische nationaliteit" (nr. 7565)
37
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
22
JUIN
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
22
JUNI
2005
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 11.02 heures.
Présidente: Mme Corinne De Permentier.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.02 uur.
Voorzitter: mevrouw Corinne De Permentier.
01 Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het bestaan van bendes van Brusselse boefjes die dermate ongemoeid
gelaten worden dat zij hun wandaden op een weblog tentoonspreiden" (nr. 616)
01 Interpellation de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'existence de bandes de voyous bruxellois qui jouissent d'une telle impunité qu'elles font étalage de
leurs méfaits sur un weblog" (n° 616)
01.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, collega's, het is nog niet zo lang geleden dat een jonge
journaliste van Marokkaanse oorsprong, Hind Fraihi, van Het
Nieuwsblad, twee maanden undercover gaan leven is in Molenbeek
en dat zij een zestal artikels gebracht heeft waarin zij de schrijnende
situatie in hele wijken van die gemeente aan het licht heeft gebracht.
Zij vertelde daarin over rekrutering van mensen die zouden gaan
strijden in het buitenland, door islamistische politieke bewegingen,
over banditisme, over onveiligheid in de metro. Kortom, het was een
pakkende getuigenis en ik herhaal het, mevrouw de voorzitter de
getuigenis ging uit van een jonge vrouw die zelf van Marokkaanse
oorsprong en moslima is. Voor alle duidelijkheid, ik denk dat in die
omstandigheden moeilijk aan haar objectiviteit kan getwijfeld worden.
Merkwaardig was dat er na het verschijnen van het eerste artikel van
mevrouw Fraihi al onmiddellijk een reactie kwam van het
gemeentebestuur van Molenbeek, van de burgemeester en van de
zonechef van de politie aldaar, beide in verschillende bewoordingen
opgesteld maar met dezelfde inhoud, namelijk: dit is sensatie, dit is
provocatie, dit is van de hand van iemand die is langsgekomen in
Molenbeek als toeriste en die daar in de krant geld uit wil slaan,
kortom, dit is allemaal zeer sterk overdreven. Immers, volgens
burgemeester Philippe Moureaux en uiteraard volgens de
commissaris, die onder zijn bevoegdheid valt, was er niets aan de
hand in Molenbeek. "Tout y allait pour le mieux dans le meilleur des
mondes" zou Voltaire gezegd hebben.
Helaas voor de burgemeester, een week later werd een
politiepatrouille al in een hinderlaag gelokt in zijn gemeente en met
01.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Il n'y a pas si
longtemps de cela, une jeune
journaliste, une musulmane
d'origine marocaine, a vécu deux
mois "undercover" à Molenbeek.
Cette expérience a donné lieu à un
reportage prenant sur la vie parmi
les allochtones.
Après la parution du premier
article de Mme Fraihi, l'administra-
tion communale, le bourgmestre et
le chef de la zone de police de
Molenbeek ont exprimé leur
colère. Selon eux, il s'agissait
simplement de sensationnalisme
et de provocation. Malheureuse-
ment pour les personnes
concernées, une semaine plus
tard, une patrouille de police
tombait dans une embuscade à
Molenbeek et était bombardée de
cocktails molotov.
Il y a quelques semaines, le
journal "De Morgen" a publié un
article à propos d'un blog internet
tenu, selon le journal, par de petits
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
molotovcocktails bestookt. Men kan natuurlijk, mevrouw de voorzitter,
ervan uitgaan dat dat niet erg is, dat het deel uitmaakt van de
dagelijkse incidenten die zich voordoen in een grootstad, maar ik
denk dat u, die trouwens ook ervaring hebt als burgemeester, daar
anders over zou denken, zonder u in het debat te willen betrekken.
Een paar weken terug verscheen er een artikel in De Morgen,
mijnheer de minister. Wie ben ik om aan de objectiviteit van De
Morgen te twijfelen? In De Morgen had men het over een weblog van
wat De Morgen noemt het zijn mijn woorden niet boefjes uit
Molenbeek en uit Schaarbeek in tweede instantie die hun wapenfeiten
etaleren op het net.
De krant publiceert trouwens een aantal foto's geplukt van het net. Ik
ben uiteraard zelf gaan kijken waarover het ging. Ik heb ze daar nu
nog teruggevonden. Op een aantal van die foto's ziet men dan zeer
jonge kereltjes zelfs die mekaar bedreigen met pistolen. Men heeft
ons nadien verteld - ik kan dit niet verifiëren - dat het neppistolen
waren. Ik wil dat zelfs aanvaarden. Jongetjes spelen graag met
wapens. Ik wil hier niet malafide zijn en zeggen dat ik dat niet geloof,
omdat het volgens mij echte wapens zijn. Persoonlijk heb ik wel wat
twijfels, omdat ik de situatie in die Brusselse gemeente toch wel vrij
goed ken. Hoe dan ook, ik wil nog aanvaarden dat wij op de foto's
neppistolen zien. Dat kan best.
Maar laten we toch even kijken naar de rest van wat er op die weblog
staat. Ik moet zeggen dat men nogal opkijkt van hun taal en vooral
van wat ze daarmee vertellen. Ik gebruik de vertaling van De Morgen:
"Als je naar Molenbeek komt, dan zal ik je moeder neuken." Dat is
een letterlijke vertaling van een bekend Frans lied "nique ta mère". De
andere antwoordt dan: "Let maar op dat ik je niet langs achteren zal
nemen". Of nog, "Als je naar Molem komt" - blijkbaar is dat de naam
van Molenbeek in het Marollo-Arabisch of weet ik welke taal die zich
in Brussel ontwikkelt, net zoals het Arabische cijfer 1080 - "word je
ofwel gefouilleerd door de flikken of slaan wij je in mekaar",
enzovoort.
Men ziet ook video-opnames van jonge kereltjes die een
leeftijdsgenoot zwaar molesteren.
Men ziet ook politiewagens die met molotovcocktails bestookt worden.
Kortom, het is een zeer gewelddadige vertoning waarvan, nogmaals,
mijnheer de minister, ik wel wil aanvaarden dat er in sommige
gevallen mogelijk van enige macho-overdrijving sprake is.
Wat ik uit de weblog van dat netwerk onthoud, is die absolute en
totale wil tot gewelddadigheid, tot bedreiging. Men vertelt in die
weblog dat men een leraar bedreigde. Men toont ook een foto waarbij
men zegt: "Hier bedreigen wij die leraar". Ik kan niet controleren of dat
juist is, maar het lijkt mij zeer juist te zijn.
Er komt een algemene sfeer van immense gewelddadigheid daaruit
naar voren. Dat maakt mij ongerust wanneer ik het koppel aan die
hinderlaag waarin men zonder meer een politiewagen gelokt heeft en
met molotovcocktails bestookt, en aan andere feiten die zich vooral in
Molenbeek en ook in Schaarbeek hebben afgespeeld.
Mijnheer de minister, waarom kom ik daarmee nu bij u terecht?
voyous de Molenbeek et
Schaerbeek voulant vanter leurs
exploits sur le net.
De mes propres yeux, j'ai pu voir
sur ce site comment de jeunes
garnements se menacent avec
des pistolets. Je veux croire à
l'explication selon laquelle ce ne
sont là que des faux pistolets, bien
que j'aie mes doutes à ce sujet.
Le site publie également des
photos de voitures de police qui
ont été la cible de cocktails
Molotov et celle d'un enseignant
faisant l'objet de menaces. Le plus
surprenant, c'est cette volonté
absolue de commettre violences et
menaces, de faire régner un climat
hostile, ressenti et vécu comme tel
par les personnes qui se
promènent dans certaines rues du
centre de Molenbeek.
Le fait que le bourgmestre d'une
commune où se posent de tels
problèmes continue de prétendre
qu'il ne se passe rien me
préoccupe. Je trouve que c'est là
une
attitude inadmissible,
indépendamment de la couleur
politique de l'intéressé.
Le ministre ne pourrait-il pas attirer
l'attention du bourgmestre Philippe
Moureaux sur les problèmes qui
se posent à Molenbeek et lui
demander instamment de prendre
les mesures qui s'imposent?
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Uiteraard bent u verantwoordelijk voor de ordehandhaving in het land,
maar daar gaat het niet om. Er is iets dat mij nog ongeruster maakt
dan de gewelddadigheid die daar tentoongespreid wordt en die heerst
in de gemeente Molenbeek. Ik kan u trouwens verzekeren dat die er
heerst. U zou eens op een discrete manier - u bent minister van
Binnenlandse Zaken en u bent geen onbekende - op een avond eens
langs de Gentse Steenweg moeten gaan of zelfs op een middag in de
week op het Sint-Jan-Baptist-Voorplein moeten gaan kijken; u zou
eens moeten gaan wandelen in de Ribeaucourtstraat. Dat zijn
allemaal straten van het centrum van Molenbeek. Of aan de Zwarte
Vijvers! Wel, ik kan u verzekeren dat u die gewelddadigheid zo zou
aanvoelen.
Nog niet zo lang geleden was ik te vroeg uit de metro gestapt. Ik heb
toen de Ribaucourtstraat afgelopen. Ik kan u verzekeren dat men
daar heel veel leert in weinig tijd en op een korte afstand.
Wat mij zeer ongerust maakt, is dat de burgemeester van een
gemeente waar zich dergelijke problemen voordoen, voortdurend als
boodschap geeft: RAS, rien à signaler, alles gaat goed, er is hier niets
aan de hand. Dat kan voor mij niet meer door de beugel.
Het gaat mij niet om de politieke kleur van de burgemeester. Het gaat
mij niet om de houding van de burgemeester in politieke problemen.
Het gaat mij niet over het feit dat de burgemeester een van de
belangrijkste kopstukken is van de Brusselse PS. Ik zou dat zeggen
van om het even welke burgemeester. Het gaat mij erom dat een
burgemeester in eerste instantie verantwoordelijk is voor de
toepassing van de wet in zijn gemeente. De burgemeester heeft in die
situatie al meer dan eens verteld dat er niets aan de hand is, terwijl er
precies wél iets aan de hand is. Een burgemeester die weigert de
realiteit in te zien, kan heel moeilijk maatregelen nemen of bepleiten
bij u of de regering, om die realiteit aan te pakken.
Ik kom u dus vragen, mijnheer de minister, om die burgemeester op
dat vlak toch heel even attent te maken op wat er aan het gebeuren is
in Molenbeek en erop aan te dringen dat hij het nodige zou doen: de
realiteit erkennen en maatregelen nemen. Zo niet, mijnheer de
minister, zullen wij binnenkort aan u moeten vragen om die
maatregelen te nemen. Ik meen dat dat allemaal niet zo gezond is.
Het is in eerste instantie een burgemeester die het moet doen, maar u
kunt, als minister van Binnenlandse Zaken, toch al even zijn aandacht
op een en ander vestigen. Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
La présidente: Monsieur le ministre, si vous allez faire une balade à
pied, je viendrai avec vous car dans ma jeunesse, je faisais du
basket-ball, rue de Ribaucourt.
01.02 Minister Patrick Dewael: Ik stel voor dat we dat doen, mevrouw
de voorzitter. Misschien maken we dan wel voorafgaandelijk de
afspraak dat de aankopen die u zou doen tijdens die wandeling, niet
op mijn budget kunnen worden geïmputeerd, ik bedoel dan mijn privé-
budget.
Mijnheer Van den Eynde, ik ben in die gemeente al geweest. Ik heb
een aantal maanden geleden een werkvergadering gehad met de
heer Moureaux. Ik heb een beetje de indruk dat u de interpellatie die u
aan mij richt, eigenlijk aan de heer Moureaux zelf zou willen richten,
01.02 Patrick Dewael, ministre:
J'ai eu une réunion avec le bourg-
mestre Moureaux à Molenbeek et
j'ai visité d'autres communes et
zones de police bruxelloises.
Plusieurs faits évoqués dans
l'article publié dans le
"Nieuwsblad" ont ensuite été
nuancés lors d'une interview avec
moi-même et le ministre de
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
omdat u aan mij een aantal beschouwingen kenbaar maakt met de
vraag of de verwachting dat ik die aan de heer Moureaux zou
doorgeven. Maar goed, ik ben in die gemeente geweest en ik heb ook
andere gemeenten of politiezones van het Brusselse bezocht.
Overigens, ik heb ook in verband met die stukken die destijds in Het
Nieuwsblad verschenen, een aantal vragen gesteld over de methode
die door de journaliste gehanteerd is. Dat is ook de reden waarom in
fine van die reeksen ikzelf en de bevoegde minister voor Integratie
van de Vlaamse regering uitgebreid zijn geïnterviewd. Een aantal van
die verklaringen is toen genuanceerd of gepreciseerd. Ik heb de
indruk dat een aantal van de vaststellingen toch wel wat bij de haren
was getrokken. Anderzijds mogen we evenmin minimaliseren. Ik denk
dat we daar objectief in moeten blijven.
Ik denk dat uw vrees toch wel wat ingegeven is door de bekommernis
om daar opnieuw wat olie op het vuur te gooien. Of mag ik u daar niet
van verdenken? Neen? Ik noteer uw ontkennend antwoord.
Goed, dan zal ik ingaan op de vragen. De weblog dat was een van
de concrete vragen die u hebt gesteld is uiteraard bij de
politiediensten bekend. Bepaalde beelden die door de pers werden
aangehaald en jongeren tonen die wapens manipuleren, zijn bijna
zeker namaak. Er wordt bijvoorbeeld een filmpje getoond waarbij een
jongere zogezegd in elkaar wordt geslagen. Na onderzoek is de
zonale politie bijna zeker dat de situatie geënsceneerd werd. Nu, de
politiezone Brussel-West heeft daarover een gerechtelijk onderzoek
gestart in samenwerking met de dienst van de federale politie die in
computercriminaliteit is gespecialiseerd. Op die basis wil de politie de
jongeren identificeren. Het spreekt ook voor zich dat hierover op dit
ogenblik geen verder commentaar kan worden gegeven, omdat het
Brusselse parket met het onderzoek is belast. Een vorig onderzoek op
basis van beelden van een jongere die een wapen toonde, heeft
aangetoond dat de jongere die later werd opgepakt, effectief ook een
namaakwapen had gebruikt.
Ten tweede, ik meen dat u met uw vraag voor een stuk voorbijgaat
aan het gerechtelijke en politionele apparaat zoals dat vandaag
functioneert en zoals dat na de Octopushervorming grondig gewijzigd
is. De vaststelling en het op de voet volgen van dergelijke fenomenen
behoort inderdaad tot de verantwoordelijkheid van de politie,
respectievelijk van het parket. De betrokken lokale politie kan daarbij
een beroep doen zoals daarjuist werd aangehaald op de federal
computer crime unit van de federale politie. Het parket is
verantwoordelijk voor het verdere onderzoek en de vervolging van de
daders. Wij staan dus, in tegenstelling tot wat u schijnt te suggereren,
niet machteloos tegen zulke praktijken. Als het effectief misdrijven
betreft, moet het gerechtelijk apparaat ook effectief actie
ondernemen.
Dat bendes van Brusselse boefjes straffeloos hun gang zouden
kunnen gaan, lijkt mij sterk overdreven te zijn. Politiediensten en
preventiediensten zijn wel degelijk aanwezig in de wijken. Een aantal
acties ik heb er zo een bijgewoond trouwens op het grondgebied
van de gemeente Molenbeek wordt en werd al in die wijken
ondernomen. Gerechtelijke onderzoeken zijn aan de gang. Ik wil
voorts beklemtonen dat de federale overheid de zes Brusselse zones
ook nog eens extra ondersteunt enerzijds, en financieel via het Fonds
l'Intégration. Cela ne veut pas dire
pour autant que nous puissions
minimiser les faits.
Je me demande si l'objectif de
l'interpellation de M. Van den
Eynde n'était pas de verser de
l'huile sur le feu. Le weblog en
question était déjà connu par les
services de police. On a constaté
que les armes des jeunes étaient
contrefaites. Le film montrant un
garçon qu'on est en train de
molester était mis en scène. La
zone de police Ouest a lancé,
conjointement avec le service de
la criminalité informatique, une
enquête pour identifier les jeunes.
Le parquet de Bruxelles a été
chargé de l'enquête.
Prétendre que nous sommes
impuissants face à de telles
pratiques reviendrait à nier
l'appareil judiciaire et policier tel
qu'il fonctionne aujourd'hui. Il est
fortement exagéré d'affirmer que
les bandes de voyous peuvent agir
en toute impunité. Des services de
police et de prévention sont
effectivement présents dans les
quartiers concernés et des
enquêtes judiciaires sont en cours.
Par ailleurs, six communes
bruxelloises bénéficient d'une aide
fédérale renforcée par le biais du
Fonds pour la sécurité des
conseils européens et de mesures
pour pallier le manque de
personnel dans les zones de
police bruxelloises.
Il revient essentiellement à la
police locale d'intervenir, si
nécessaire avec l'aide de la police
fédérale. La ministre de la Justice
pourra fournir davantage de
précisions sur le volet judiciaire et
sur la réforme du droit sanctionnel
de la jeunesse.
Le gouvernement a arrêté un plan
d'action visant à réprimer le
racisme, l'antisémitisme et la
xénophobie. Ce plan s'attaquera
aux dérives racistes sur l'internet.
La criminalité sur le net est une
préoccupation constante des
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
voor de veiligheid van de Europese toppen, anderzijds, door
maatregelen waarmee het historisch personeelsdeficit in de Brusselse
zones werd weggewerkt. Dat deficit bestaat vandaag inderdaad niet
meer.
Het is dus in de eerste plaats aan de lokale politie om de nodige actie
te ondernemen, waar nodig met ondersteuning van de federale politie.
Wat de gerechtelijke aanpak betreft maar dat heb ik eigenlijk al
gezegd moet ik u voor een stuk doorverwijzen naar de minister van
Justitie, die trouwens werkt aan een hervorming van het
jeugdbeschermings- en het jeugdsanctierecht. Daar bent u van op de
hoogte.
De regering heeft daarenboven een actieplan klaar voor de bestrijding
van racisme, antisemitisme en xenofobie. Daarin is ook in een aantal
maatregelen voorzien om racistisch geïnspireerde uitspattingen op
het internet te bestrijden.
Kortom, zowel bij Justitie als bij Economische Zaken het algemeen
bestuur Controle en Bemiddeling als bij Maatschappelijke Integratie
en bij Binnenlandse Zaken is de problematiek inzake de zogenaamde
cybercrimininaliteit en de bestrijding van misbruiken op het internet
een permanente bekommernis.
Ik meen dat ik op die basis, wellicht niet tot uw voldoening, mijnheer
Vanden Eynde, toch heb aangegeven dat er wel degelijk bij de
verschillende bevoegde instanties meer dan alertheid bestaat voor het
probleem. Ik ga daar zeker niet licht over. Ik zal het zeker niet ik
herhaal het proberen te minimaliseren. Maar ik ga zeker ook niet na
een of andere sensationele verklaring van de ene of de andere
heulen, met de wolven in het bos. Dat kan ook niet de bedoeling zijn.
Wij moeten wel zien wat er op het terrein gebeurt.
Ik wil voor de volledigheid nog aanstippen dat in de gemeente
Molenbeek op vrij algemene basis met camerasystemen gewerkt
wordt. Ik denk niet dat u er toegang toe zult krijgen, maar u moet toch
weten dat vanuit een bepaalde controlekamer met een vrij fijnmazig
systeemnetwerk van camera's specifiek wordt gefocust op het
probleem van de jeugdbendes en de overlast die zij veroorzaken,
precies om te voorkomen wat u zegt, te weten dat er een soort van
straffeloosheid komt. Als de politie uiteraard haar werk doet en dat
kan altijd beter, maar ik ga ervan uit dat het gebeurt , moet op een
bepaald ogenblik de zaak natuurlijk wel overgenomen worden door
het parket, dat dan moet overgaan tot vervolging.
départements de la Justice, de
l'Economie et de l'Intérieur.
Il ne sert à rien de vouloir
minimiser ou exagérer la situation.
Nous devons observer ce qui se
passe sur le terrain. Grâce aux
systèmes de caméras à
Molenbeek, les bandes de jeunes
qui ont provoqué des nuisances
sont particulièrement surveillées,
précisément pour prévenir
l'impunité.
01.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, ik had dit antwoord verwacht: er is niets ernstigs aan de
hand; wie dat tegenspreekt, giet olie op het vuur en is een stoker! Dat
is de klassieke methode die men nu reeds jaren toepast, maar niet
écht helpt.
De reden waarom ik vragen stel, is dat ik in de omgeving van
Molenbeek opgegroeid ben en me er nog steeds een beetje mee
verwant voel. Het zou kunnen dat mevrouw de voorzitter in het
verleden in de Ribaucourtstraat winkelen ging. Ik daag haar uit dat
vandaag alleen te wagen. Ik zal haar volgen.
01.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Cela fait des
années que l'on minimise la
situation à Molenbeek. Je mets la
présidente au défi de se promener
seule dans la rue de Ribaucourt.
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
La présidente: J'y ai joué au basket.
01.04 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Madame la
présidente, vous utilisez le passé composé!
Voltooid verleden tijd! Dat is nu voorbij!
01.05 Minister Patrick Dewael: (...)
01.06 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, indien de minister van Binnenlandse Zaken u vergezelt,
heeft men heel de veiligheidsdienst van het land mee. Die heeft het
oude vrouwtje dat nog in Molenbeek woont en er inboorling is,
evenwel niet achter haar staan, mijnheer de minister.
Ten tweede, het is niet aan mij te oordelen over het werk van een
journaliste. Het is, mijns inziens, wel te gemakkelijk te beweren dat ze
overdreven heeft. Ik herhaal dat zij van Marokkaanse oorsprong is en
zelf moslim is. Men kan haar er toch niet van verdenken dat ze
malafide zou zijn?
Ten derde, u zegt dat er niets ernstigs aan de hand is en dat er politie
en camera's aanwezig zijn. Niets heeft evenwel kunnen beletten dat
exact een week nadat Moureaux naar aanleiding van de artikelen in
Het Nieuwsblad beweerde dat er in Molenbeek niks aan de hand was,
er ogenschijnlijk zonder reden op een zaterdagnacht een wagen van
de politie in een hinderlaag terechtkwam en met molotovcocktails
werd bestookt. Molotovcocktails naar een politiewagen gooien,
mijnheer de minister, zijn geen kwajongensstreken. En dan beweren
dat het allemaal niet zo erg is!
Mijnheer de minister, u beschuldigt me ervan olie op het vuur te
gieten. Ik heb de indruk dat u massa's olie op de golven aan het
gooien bent. Olie op de golven veroorzaakt milieuvervuiling. Ik
herinner u daaraan!
Mevrouw de voorzitter, ik heb een motie van aanbeveling ingediend
om de regering te verzoeken de burgemeesters van gemeenten die
beweren dat er niets aan de hand is, te confronteren met de realiteit.
01.06 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Il est incorrect
de supposer que la journaliste est
malhonnête. Bien que l'on
prétende que la police a la
situation en mains à Molenbeek,
force est de constater qu'une
voiture de police y a récemment
été la cible de jets de cocktails
Molotov. Peut-on vraiment qualifier
ces actes-là de gamineries?
Je déposerai une motion de
recommandation afin d'inviter le
gouvernement à confronter les
bourgmestres avec la réalité qu'ils
nient.
01.07 Minister Patrick Dewael: Permanent willen inspelen op de
angsten van de mensen veroorzaakt maatschappelijke vervuiling!
01.07 Patrick Dewael, ministre:
Attiser sans cesse les craintes de
la population provoque un mal-être
général.
01.08 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Als de mensen
angst hebben, dan is het uw verantwoordelijkheid om die angst weg te
nemen! Probeer dan niet te zeggen dat iemand anders die angst
veroorzaakt.
01.09 Minister Patrick Dewael: Ik zal dat niet minimaliseren. Ik doe
dat ook niet en dat heeft zelfs de burgemeester van Molenbeek niet
gedaan. Maar ik hoef mij niet uit te spreken in zijn plaats. Ik
minimaliseer niet, maar ik ga zeker niet heel de tijd proberen
angstgevoelens op te wekken of te maximaliseren. Ik blijf
daartussenin. Le juste milieu. Maar uw taak is anders.
01.09 Patrick Dewael, ministre:
Si je ne souhaite nullement
minimiser l'angoisse du citoyen, je
ne veux pas non plus l'exploiter ou
la maximiser, comme le fait le
Vlaams Belang.
01.10 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): U hoeft ze niet te
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
maximaliseren. Il n'y pas de juste milieu. Er is maar een zaak: de wet
moet toegepast worden, niet meer of niet minder. Dat is le juste milieu
en dat wordt niet gedaan.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Francis Van den Eynde en Guido Tastenhoye en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken,
verzoekt de regering
met de nodige strenge nadruk er bij de Brusselse burgemeesters van gemeenten met
ordehandhavingsproblemen op aan te dringen dat ze de realiteit van de situatie zouden willen inzien en de
maatregelen zouden treffen die er moeten voor zorgen dat de wet over gans het grondgebied van hun
gemeenten toegepast zou worden."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Francis Van den Eynde et Guido Tastenhoye et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van den Eynde
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement
d'inviter instamment les bourgmestres bruxellois de communes confrontées à des problèmes de maintien
de l'ordre à reconnaître la réalité de la situation et à prendre les mesures requises pour faire appliquer la loi
sur tout le territoire de leur entité."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren François Bellot, Guido De Padt en Jean-Claude
Maene.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. François Bellot, Guido De Padt et Jean-Claude Maene.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la convention
02 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de overeenkomst inzake verkeersveiligheid 2005" (nr. 7344)
02.01 François Bellot (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, dans le cadre de l'affectation du fonds des amendes,
rebaptisé à juste titre, "fonds de sécurité routière", des conventions de
sécurité routière doivent être conclues entre les zones de police,
d'une part, et l'Etat fédéral, d'autre part, par l'entremise du ministre de
la Mobilité et vous-même.
A ce jour, les zones de police n'ont toujours pas reçu d'indications
quant aux axes prioritaires, aux conditions à remplir et aux objectifs
assignés par la convention de sécurité routière 2005.
Pouvez-vous m'indiquer dans quel délai les zones de police vont être
averties des dispositions prises par le gouvernement en vue de la
conclusion de ces conventions de sécurité routière, étant entendu que
02.01 François Bellot (MR): De
politiezones zijn nog steeds niet
ingelicht over de overeenkomst
inzake verkeersveiligheid voor
2005. Dergelijke overeenkomsten
tussen de politiezones en de
federale overheid zijn evenwel een
voorwaarde voor de aanwending
van middelen uit het Verkeers-
veiligheidsfonds.
Kan u ons meedelen binnen welke
termijn de politiezones zullen
worden geïnformeerd over de
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
l'année passée, il a fallu un certain temps pour élaborer les
documents en vue de répondre à la circulaire?
Par ailleurs, j'attire votre attention sur la nécessité de pouvoir disposer
le plus rapidement possible de la circulaire, de sorte à pouvoir
notamment respecter les différentes règles de marché public de
fournitures et de services et intégrer dans les budgets des zones de
police les sommes qui leur sont destinées.
Monsieur le ministre, à l'aube de l'été, il est important que nous
puissions disposer de vos informations.
bepalingen die de regering met het
oog op die overeenkomsten heeft
aangenomen? Ik wil er nogmaals
op wijzen dat die omzendbrief
noodzakelijk is, teneinde de
regelgeving inzake de overheids-
opdrachten voor leveringen en
diensten na te leven enerzijds, en
teneinde de desbetreffende
bedragen in de begroting van de
politiezones in te schrijven
anderzijds.
02.02 Patrick Dewael, ministre: Madame la présidente, monsieur
Bellot, deux précisions doivent être apportées.
J'évoquerai, tout d'abord, le processus d'adaptation de la loi sur la
sécurité routière ainsi que l'arrêté royal encadrant les conventions et
qui est actuellement en cours. Mon collègue de la Mobilité espère
mener à bien cette adaptation avant les vacances parlementaires.
Par ailleurs, afin de permettre aux zones de police d'entreprendre les
démarches nécessaires à l'adaptation des conventions et en
attendant la publication de la loi et de l'arrêté royal, une circulaire
conditionnelle, reprenant les éléments que vous indiquez, leur sera
transmise à la fin de ce mois. Elles pourront ainsi préparer les
conventions qui entreront en vigueur dès que les procédures
réglementaires auront été menées à bien et que les décisions
budgétaires auront été confirmées. Ces décisions et procédures
définitives seront confirmées par une nouvelle circulaire qui devrait
intervenir fin septembre.
En conclusion, on peut constater qu'il y a une adaptation incluant plus
d'autonomie et de flexibilité pour les zones de police en ce qui
concerne l'imputation de dépenses aux revenus provenant du fonds
de sécurité. Toutefois, je conçois très bien que les zones doivent être
fixées. Pour ce faire, nous n'attendrons pas la fin du processus, sinon
il faudrait patienter jusquà la fin du mois de septembre. Je vais donc,
dès à présent, préparer une circulaire provisoire dans laquelle seront
mentionnés les montants probables et dans laquelle le mécanisme
sera expliqué. Mais il est bien entendu que tout cela devra être
confirmé ultérieurement par le législateur.
02.02 Minister Patrick Dewael:
De procedure inzake de aanpas-
sing van de verkeerswet en van
het koninklijk besluit is aan de
gang en zou vóór het zomerreces
moeten zijn afgerond.
Eind deze maand zal tevens een
voorlopige rondzendbrief aan de
politiezones worden bezorgd,
zodat zij de akkoorden kunnen
voorbereiden. Die zullen in
werking treden van zodra de
reglementaire procedures en de
begrotingsbeslissingen in een
nieuwe rondzendbrief zijn
bevestigd. Die zal in de loop van
de maand september worden
uitgevaardigd.
02.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, j'ai pris
connaissance d'un entrefilet paru hier dans la presse. J'ignore s'il
émane de votre cabinet. Il fixait le montant total du fonds en indiquant
qu'il y aurait élargissement des conditions, mais qu'il ne pouvait
inclure l'aménagement des infrastructures, ce que je comprends tout
à fait. Donc, vous confirmez un montant de 64 millions d'euros et un
assouplissement des conditions?
02.03 François Bellot (MR):
Volgens de kranten zou het fonds
over in totaal 64 miljoen euro
kunnen beschikken en zouden de
voorwaarden waaraan moet
worden voldaan, worden
versoepeld. Kan u die berichten
bevestigen?
02.04 Patrick Dewael, ministre: Le montant global est à fixer par les
ministres du Budget et des Finances. J'en ai obtenu la confirmation il
y a quelques jours. Le montant que vous indiquez est, par
conséquent, exact.
En ce qui concerne la flexibilité, nous avons constaté que, dans le
02.04 Minister Patrick Dewael:
De ministers van Begroting en
Financiën hebben inderdaad het
totaalbedrag op 64 miljoen euro
vastgelegd.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
passé, sur la base des conventions, les communes ou les zones
pouvaient, par exemple, imputer des dépenses pour l'achat de
matériel. Or, du personnel sera nécessaire pour pouvoir travailler
avec ce matériel. Aussi, imputer les frais de personnel, les
inconvénients, etc. ne sera possible que dans le système flexibilisé.
Pour les zones, c'est une bonne nouvelle.
Par ailleurs, il m'appartient d'anticiper la finalisation de l'adaptation de
la loi. C'est la raison pour laquelle je transmettrai cette circulaire en
collaboration avec le ministre Landuyt.
Uit de ervaring die in het verleden
is opgedaan, is bovendien
gebleken dat het stelsel flexibeler
moet worden gemaakt, onder
meer door de zones de mogelijk te
geven om hun personeelskosten
in te brengen.
Ik moet kunnen vooruitlopen op de
voltooiing van de wet en ik zal
samen met de minister van
Mobiliteit die rondzendbrief
verspreiden.
02.05 François Bellot (MR): Je me permettrai de faire une
suggestion. En ma qualité de président d'une zone de police, je ne
puis qu'approuver celui qui respecte l'esprit de la loi et recherche la
sécurité routière. Il ne faudrait pas non plus que les moyens soient
affectés à d'autres tâches que la sécurité routière. Ne serait-il pas
possible de procéder à une évaluation zone de police par zone de
police, mais pas uniquement en se basant sur le nombre de morts?
Ainsi, ma zone de police comprend-elle des points noirs qui sont
identifiés comme des endroits générant de multiples accidents. Ne
devriez-vous pas, par exemple, imposer un recensement
systématique de ces points noirs et en analyser l'évolution?
A côté de cela, il y a l'insécurité diffuse liée à des comportements.
Ainsi, les conducteurs peuvent-ils avoir des accidents mortels en ligne
droite, sans que cela mette en cause la politique de sécurité routière
de la zone. J'attire votre attention à ce sujet. J'estime que la
détermination des points noirs sur les zones me paraît un élément
essentiel qui n'est pas repris du moins, l'année passée, ce n'était
pas le cas - dans les indications que vous aviez données au travers
de la circulaire. Ce n'est qu'une suggestion!
02.05 François Bellot (MR): Kan
men de toestand niet per
politiezone evalueren zonder enkel
met het aantal dodelijke
slachtoffers rekening te houden?
In mijn politiezone bijvoorbeeld zijn
bepaalde plaatsen berucht voor
het grote aantal ongevallen en het
zou in het algemeen verstandig
zijn die plaatsen systematisch te
inventariseren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'équipement
03 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de individuele uitrusting van de politieagenten" (nr. 7345)
03.01 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, dans le cadre de
l'application de la convention de sécurité routière, notre zone et
d'autres zones ont eu l'occasion d'acheter des vélos, des petites
motos ou encore des motos plus importantes.
Se pose le problème de l'équipement individuel de chaque inspecteur
et inspecteur principal. En ce qui concerne la tenue spécifique du
personnel, il existe deux moyens de la financer. D'abord, il faut citer
l'équipement individuel, que le policier peut acquérir sur son quota de
points attribué et financé par la zone. Cet équipement pour les
motards et cyclistes n'est pas repris dans la liste de la circulaire y
afférente. Une deuxième possibilité est l'équipement de fonction pour
le maintien de l'ordre. Il est aussi financé par le ministère de l'Intérieur
ou la zone de police. L'équipement pour cycliste et motard n'est pas
repris non plus dans la liste des tenues de fonction pour le maintien
03.01 François Bellot (MR): In
het kader van de uitvoering van de
overeenkomst inzake de
verkeersveiligheid hebben de
zones de gelegenheid gehad om
fietsen en moto's te kopen.
De uitrusting van het personeel
kan op twee manieren worden
gefinancierd. Enerzijds is er de
individuele uitrusting, waarvoor de
politieagent zijn door de zone
gefinancierde puntenquota kan
aanspreken. Die uitrusting wordt
echter niet vermeld in de lijst die in
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de l'ordre - qui reprend notamment le casque, le ceinturon, le bouclier,
et autres équipements individuels.
Monsieur le ministre, pouvez-vous m'indiquer quelle voie doivent
choisir les zones de police pour le financement de l'équipement
individuel de ces inspecteurs, cyclistes et motards?
Certaines zones considèrent que l'équipement cycliste relève de
l'équipement individuel à prélever sur le quota des points attribués par
la zone et à financer par celle-ci. D'autres estiment qu'il s'agit d'un
équipement spécifique, hors équipement individuel et non repris dans
les points attribués. Avez-vous l'intention de fournir des précisions ou
souhaitez-vous laisser la plus grande liberté à la zone de police pour
définir le mode de financement des équipements individuels?
de desbetreffende rondzendbrief is
opgenomen. Anderzijds is er de
functieuitrusting, die door het
ministerie van Binnenlandse
Zaken of de politiezone wordt
betaald. De uitrusting van fietsers
en motorrijders staat evenmin in
de lijst van functieuitrustingen.
Voor welke financiering moeten de
politiezones opteren? Zal u dit
verduidelijken of wenst u de
politiezones bij die keuze zoveel
mogelijk speelruimte te bieden?
03.02 Patrick Dewael, ministre: Je pense que, concernant l'uniforme
des fonctionnaires de police, il convient de distinguer:
- Premièrement, l'équipement de base.
- Deuxièmement, l'équipement fonctionnel général - l'arme individuelle
ou les menottes, par exemple.
- Troisièmement, l'équipement fonctionnel spécifique, qui comprend
différentes tenues.
Les divers équipements des policiers feront l'objet de projets d'arrêtés
royaux et ministériels, ainsi que de circulaires, qui sont actuellement
soumis à l'avis des différentes autorités concernées. Les
équipements fonctionnels - général et spécifique - doivent être mis
gratuitement à la disposition des fonctionnaires de police. Quant à la
tenue de cycliste et de motard, elle fait partie de l'équipement
fonctionnel spécifique et fera l'objet de réglementations particulières.
Les points qui sont attribués aux policiers sont uniquement utilisables
pour acquérir l'équipement de base. Il appartient donc à chaque zone
de police de gérer l'attribution des tenues spécifiques aux
fonctionnaires de police en tenant compte de leur fonction.
03.02 Minister Patrick Dewael:
Wat de uniformen van het
politiepersoneel betreft, moet men
een onderscheid maken tussen de
basisuitrusting, de algemene en
de specifieke functieuitrusting.
Voor elk van deze categorieën
wordt een regelgeving uitgewerkt.
De uitrusting van fietsers en
motorrijders valt onder de
categorie "specifieke functie-
uitrusting". Er zullen dan ook
specifieke bepalingen voor worden
uitgevaardigd.
De punten die aan de
politieagenten worden toegekend,
kunnen enkel voor de aankoop
van de basisuitrusting worden
aangewend.
03.03 François Bellot (MR): Je vous remercie, monsieur le ministre.
Cette information me semble importante. Et il conviendrait de la faire
connaître aux zones de police.
03.03 François Bellot (MR): De
politiezones moeten van deze
bepalingen op de hoogte worden
gebracht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de repatriëring van vluchtelingen uit Kosovo, naar Duits voorbeeld" (nr. 7452)
04 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
rapatriement de réfugiés du Kosovo, à l'exemple du modèle allemand" (n° 7452)
04.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
sedert enige tijd is Duitsland begonnen met een grootscheepse
operatie, waarvan het de bedoeling is om meer dan 50.000
vluchtelingen uit Kosovo te repatriëren, waaronder ruim 30.000
Roma-zigeuners. Nu de oorlog in Kosovo voorbij is, vindt de Duitse
regering dat die vluchtelingen best terug naar huis kunnen worden
04.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Aujourd'hui que
la guerre a pris fin au Kosovo, le
gouvernement allemand veut
rapatrier cinquante mille réfugiés
kosovars dont plus de trente mille
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
gestuurd. Om de repatriëringoperatie in goede banen te leiden, heeft
de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Otto Schilly, daarover
een overeenkomst gesloten met de VN-vredesmacht in Kosovo, de
UNMIK. Met de overeenkomst willen zowel de VN als Duitsland laten
zien dat het leven in Kosovo opnieuw zijn normale gang gaat.
Ook diverse andere Europese landen denken eraan om de
Kosovaarse vluchtelingen naar huis te sturen. Verschillende
regeringen pikken het immers niet dat zij na vijf of zes jaar nog altijd
geen vluchtelingen naar Kosovo kunnen terugsturen.
Daarom stel ik u de volgende vragen.
Hoeveel Kosovaarse vluchtelingen verblijven er als gevolg van de
oorlog nog altijd in België?
Onder welke statuten verblijven de Kosovaren in België?
Hoeveel van de Kosovaarse vluchtelingen zijn Roma-zigeuners?
Hoeveel van de Kosovaarse vluchtelingen hebben reeds een
verblijfsvergunning verkregen of werden geregulariseerd of
genaturaliseerd?
Hoeveel van de Kosovaarse vluchtelingen komen in aanmerking om
naar Kosovo te worden teruggestuurd?
Welke maatregelen hebt u reeds genomen of hebt u in voorbereiding
om de Kosovaarse vluchtelingen te repatriëren? Op welke manier en
volgens welk tijdschema wil u dat doen?
Ten slotte, kan de repatriëring van Kosovaarse vluchtelingen naar
Duits voorbeeld worden afgesproken met de VN, die ter plaatse is?
tsiganes Rom. Pour mener à bien
cette opération, le ministre
allemand de l'Intérieur a conclu un
accord avec la force de paix de
l'ONU au Kosovo, la MINUK. Le
gouvernement allemand et l'ONU
veulent ainsi adresser un signal
pour dire au monde que la vie a
repris son cours normal au
Kosovo. D'autres pays européens
veulent suivre l'exemple de
l'Allemagne.
Combien de réfugiés kosovars
séjournent encore en Belgique?
Quels statuts justifient leur séjour
chez nous? Combien de ces
réfugiés kosovars sont des
tsiganes Rom? Combien de
Kosovars ont déjà obtenu un
permis de séjour ou ont déjà été
régularisés ou naturalisés?
Combien entrent en considération
pour être renvoyés dans leur
pays? Le ministre a-t-il déjà pris
des mesures pour rapatrier ces
réfugiés? Notre pays peut-il
conclure des accords avec la force
de paix de l'ONU sur place au
sujet de ce rapatriement?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mevrouw de voorzitter, collega's, in
de periode van mei 1999 tot juni 2000 konden Kosovaren inderdaad
van het bijzondere ontheemdenstatuut genieten. Na afloop van dat
statuut zijn ruim 5.000 Kosovaren vrijwillig teruggekeerd via de
verschillende terugkeerprogramma's van de Internationale
Organisatie voor de Migratie. Sindsdien gelden geen speciale regels
voor Kosovaren en zijn de algemene immigratieregels van
toepassing.
Ik herhaal, voor zover nodig, dat er geen cijfers worden bijgehouden
over de etnische herkomst van vreemdelingen die in ons land
verblijven. Ik kan u niet meedelen hoeveel verblijfsvergunningen aan
Kosovaren of Roma-zigeuners werden verstrekt, aangezien de
databanken van DVZ en van het Rijksregister alleen een onderscheid
maken volgens de officiële nationaliteit. Kosovo valt meer bepaald
onder de Federale Republiek Joegoslavië, samen met Servië en
Montenegro.
De vraag met betrekking tot het aantal genaturaliseerde Kosovaren
behoort trouwens niet tot mijn bevoegdheid maar tot de bevoegdheid
van mijn collega van Justitie.
Tot slot wil ik benadrukken dat iedereen die illegaal in ons land
verblijft, na de evaluatie van de concrete gegevens van het dossier, in
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Entre mai 1999 et juin 2000, les
Kosovars ont pu bénéficier du
statut particulier de personne
déplacée. Plus de cinq mille
Kosovars sont ensuite repartis
volontairement par le biais de
différents programmes de
l'organisation internationale pour la
migration. Depuis, les règles
générales en matière d'immigra-
tion s'appliquent également aux
Kosovars.
Nous ne disposons pas de chiffres
sur l'origine ethnique des
étrangers qui résident dans notre
pays. Etant donné que les
banques de données de l'Office
des étrangers et du Registre
national ne font de distinction que
sur la base de la nationalité
officielle, nous ne disposons pas
de données spécifiques concer-
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
aanmerking kan komen voor een gedwongen repatriëring. In dat
verband wil ik opmerken dat voor de repatriëring van personen die
afkomstig zijn uit een regio die door de Verenigde Naties wordt
gecontroleerd, er een goede samenwerking met de UNMIK bestaat.
Ten bewijze daarvan meld ik u dat in 2004 eenentachtig personen
naar het betrokken gebied werden gerepatrieerd.
nant les Kosovars ou les Roms. Le
Kosovo forme, avec la Serbie et le
Monténégro, la République
fédérale de Yougoslavie.
Les naturalisations relèvent de la
compétence de la ministre de la
Justice.
Après une évaluation, tous les
illégaux sont susceptibles de faire
l'objet d'un rapatriement forcé.
Pour le rapatriement de personnes
provenant d'une région contrôlée
par l'ONU, nous coopérons
efficacement avec l'UNMIK.
04.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u
zegt dat er geen cijfers worden bijgehouden over de etnische
herkomst van de vluchtelingen. Voor mij is het dan een vraagteken
hoe het komt dat de Duitse overheden wel over die informatie
beschikken en u niet.
04.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Comment se
fait-il que les autorités allemandes
disposent, elles, de chiffres
concernant le nombre de réfugiés
kosovars?
04.04 Minister Patrick Dewael: Omdat wij hier in België zijn en niet in
Duitsland.
04.04 Patrick Dewael, ministre:
Parce qu'ici, nous sommes en
Belgique et pas en Allemagne.
04.05 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Dan vind ik het hoog tijd
dat die gegevens en de methodes om die gegevens te registreren in
Europees verband op elkaar worden afgestemd. Die vluchtelingen
hebben immers de gewoonte van het ene land naar het andere te
trekken, dat weet u evengoed als ik.
04.05
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Il est grand
temps que les méthodes
d'enregistrement soient harmoni-
sées au niveau européen car les
réfugiés passent fréquemment
d'un pays à l'autre.
04.06 Minister Patrick Dewael: Waarom is dan hun etnische
herkomst van belang? Het gaat over een classificatie, over het
bijhouden van categorieën. Wij kennen ze volgens de nationaliteit.
Blijkbaar wilt u een systeem dat ze rangschikt naar etnische
herkomst. Wij praten dan niet meer over Turken, maar over Koerden.
U wilt dat men ze bijhoudt in een officieel gegevensbestand
uitgesplitst naar etnische herkomst. Legt u mij eens uit waarom.
04.06 Patrick Dewael, ministre:
Mais dans quelle mesure leur
origine ethnique importe-t-elle en
l'occurrence? Il s'agit ici d'une
classification qui est effectuée
selon la nationalité. Pourquoi
M. Tastenhoye veut-il un système
qui classifie les réfugiés selon
l'origine ethnique?
04.07 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, zij
doen zelf een beroep op die etnische herkomst om hun verblijf hier te
verantwoorden.
04.07
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Parce qu'ils
invoquent eux-mêmes cette
origine ethnique pour justifier leur
séjour.
04.08 Minister Patrick Dewael: Moeten wij in de classificatie, in de
bestanden van de overheid mensen opnemen naar gelang van hun
etnische herkomst? Het kan zijn dat een asielaanvrager stelt dat hij uit
Turkije komt en dat hij verwijst naar zijn Koerdische afkomst, om zijn
asielaanvraag te staven. Dat is natuurlijk een verklaring die hij aflegt.
Als u zegt dat wij het zo moeten doen, omdat Duitsland het zo doet,
04.08 Patrick Dewael, ministre: Il
est possible qu'un demandeur
d'asile de Turquie se réfère à son
origine kurde pour justifier sa
demande, mais pour moi ce n'est
pas une raison suffisante pour
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
dan zeg ik u dat ik de mensen niet ga classificeren in mijn
databestanden volgens hun etnische herkomst. U zou dat misschien
graag zien gebeuren, maar ik doe dat niet.
classer ces personnes dans mes
banques de données selon leur
origine ethnique et je ne le ferai
pas davantage parce que cela se
fait ainsi en Allemagne.
04.09 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
toch wordt er bij onze asielinstanties reeds rekening gehouden met
die etnische herkomst, omdat het juist die etnische herkomst is die
heel wat asielzoekers inroepen voor het feit dat zij vervolgd worden in
hun land van oorsprong. Dat is dus wel degelijk van belang, mijnheer
de minister.
Ik vind het spijtig dat u zo weinig gegevens ter beschikking hebt kunt
stellen, en dat u op heel wat van mijn vragen geen antwoord hebt
kunnen geven.
04.09 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Les instances
d'asile en tiennent déjà compte,
parce que cette origine ethnique
est précisément invoquée comme
argument. Je regrette que le
ministre ne dispose que de si peu
de données et qu'il ne soit pas en
mesure de répondre à bon nombre
de mes questions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des
missions de prévention incendie déclarées 'illégales'" (n° 7459)
05 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "'onwettelijk' verklaarde brandpreventieopdrachten" (nr. 7459)
05.01 Jean-Claude Maene (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, la presse a fait dernièrement état d'un conflit entre un
commandant de service incendie et le bourgmestre de la commune
de l'un des deux services incendie où il exerce la fonction de
commandant. Jusque là, la situation n'est pas trop inquiétante. Il peut
y avoir des conflits entre un chef de corps et son bourgmestre; cela
fait partie de la vie courante.
En revanche, je suis inquiet quand, dans la presse, on souligne que
les missions de prévention générale qui seraient réalisées par un
autre officier préventionniste sont illégales. Si demain, un incendie
ravage un établissement public, les assurances pourraient faire état
de l'absence d'un rapport de prévention légal, en se basant sur les
déclarations faites, laissant supposer que les rapports de prévention
sont illégaux. Je m'attends à d'éventuelles catastrophes et à une
utilisation mal intentionnée de ce type d'informations.
Dans ce cas précis, je suis persuadé qu'il n'y a pas de volonté d'ordre
financier. Je crois que c'est d'abord et avant tout une question de
principe. Je ne pense pas que quelqu'un ait envie de se mettre un
double salaire en poche. Que du contraire! Néanmoins, je me pose
évidemment des questions sur la possibilité d'exercer simultanément
deux fonctions de commandant professionnel de services incendie.
Qu'en est-il exactement?
Par ailleurs, qu'en est-il du manque d'officiers? Dans l'arrondissement
de Dinant-Philippeville, par exemple, quelques départs à la retraite
sont annoncés et un officier chef de corps est récemment décédé, en
dehors du cadre de son activité professionnelle. Quand on considère
ces mises à la retraite, on se dirige vers une carence en personnel.
Vers quelle solution s'orienter? En cas de carence de chef de corps,
qui pourra assumer cette fonction? Qui pourra assumer les fonctions
de préventionniste? Cette situation m'inquiète.
05.01 Jean-Claude Maene (PS):
De pers bracht het verhaal van
een conflict tussen een
commandant van een brandweer-
dienst en de burgemeester van de
gemeente van een van beide
brandweerdiensten waar de eerste
commandant is. Volgens de
kranten zouden de algemene
preventie-opdrachten die door een
andere preventie-ambtenaar
worden uitgevoerd illegaal zijn.
Ik vraag mij af of het mogelijk is
tegelijkertijd twee functies van
commandant van een profes-
sionele brandweerdienst te
bekleden. En hoe zit het met het
gebrek aan officieren? In het
arrondissement Dinant-
Philippeville stevent men af op een
personeelstekort. Wie zou die
functies kunnen vervullen?
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Président: André Frédéric.
Voorzitter: André Frédéric.
05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, selon la législation en vigueur, l'exercice simultané de la
fonction de commandant dans deux services d'incendie n'est pas
interdit. La seule interdiction légale à ce sujet concerne l'exercice
simultané des fonctions de membre professionnel d'un service
d'incendie et de membre volontaire du même service, sous réserve
de dispositions particulières prévues par les règlements communaux.
Par conséquent, cette situation de double casquette n'étant pas
contraire à la réglementation existante, il n'y a pas lieu de considérer
comme illégales les mesures de prévention prises par un
commandant en charge de deux services d'incendie.
En outre, le cumul des fonctions de commandant auquel vous faites
allusion n'est pas un cas isolé dans notre pays. Si certains services
d'incendie fonctionnent bien, comme vous l'avez souligné, ce n'est
malheureusement pas le cas partout. En effet, les services d'incendie
relèvent de l'autonomie communale. Mes services élaborent des
normes relatives aux services d'incendie mais, lorsque les communes
ne respectent pas ces normes, je ne suis pas compétent pour exercer
une tutelle effective sur les communes en cette matière. Je ne peux
que donner un avis non contraignant au gouverneur de la province. Le
but de la réforme des services de secours est précisément de
parvenir à uniformiser ce système et de créer des services d'incendie
qui fonctionnent dans des conditions optimales pour assurer la
sécurité de la population.
05.02 Minister Patrick Dewael:
Het is niet verboden om de functie
van commandant tegelijkertijd in
twee brandweerdiensten uit te
oefenen. Het enige wettelijke
verbod heeft betrekking op de
gelijktijdige uitoefening van de
functies van beroepslid en vrijwillig
lid van dezelfde brandweerdienst,
onder voorbehoud van de
bijzondere bepalingen waarin de
gemeentelijke reglementen
voorzien. De preventie-
maatregelen die werden genomen
door een commandant die de
leiding heeft over twee
brandweerdiensten moeten dus
niet als onwettig worden
beschouwd.
De door u aangehaalde cumulatie
is geen alleenstaand geval. De
brandweerdiensten vallen onder
de gemeentelijke autonomie. Mijn
diensten werken normen uit met
betrekking tot de brandweer-
diensten. Wanneer de gemeenten
zich niet aan die normen houden,
kan ik de provinciegouverneur
enkel een niet-bindend advies
geven. De hervorming van de
brandweerdiensten heeft tot doel
het systeem eenvormig te maken
en de brandweerdiensten in
optimale omstandigheden te laten
functioneren teneinde de veiligheid
van de bevolking te waarborgen.
05.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour sa réponse mais il n'a pas répondu à une partie de
ma question.
Dans le cas où un commandant de service d'incendie, pour l'une ou
l'autre raison - dans le cas présent, un conflit avec l'autorité
communale-, ne peut pas réaliser ses missions de prévention,
l'autorité communale fait appel à un autre officier de prévention. Cet
officier réalise des rapports de prévention. Ces rapports sont-ils
suffisants? Dans la presse, je lis que ces rapports sont illégaux.
05.03 Jean-Claude Maene (PS):
U heeft niet gezegd of de
preventieverslagen die naar
aanleiding van een conflict tussen
de brandweercommandant en de
gemeentelijke autoriteiten werden
opgesteld door een preventie-
officier die niet de brandweer-
commandant is; als onwettig
moeten worden beschouwd.
05.04 Patrick Dewael, ministre: Je vais examiner cette question et je
vous fournirai une réponse complémentaire.
05.04 Minister Patrick Dewael: Ik
zal die kwestie laten onderzoeken
en u een aanvullend schriftelijk
antwoord bezorgen.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n°
s
7481 de Mme Govaerts et 7498 de Mme Genot sont reportées.
06 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes rencontrés à Namur pour la distribution des nouvelles cartes d'identité électroniques"
(n° 7512)
06 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de problemen met de uitreiking van de nieuwe elektronische identiteitskaart in Namen"
(nr. 7512)
06.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, depuis le 15 septembre 2004, l'introduction de la carte
d'identité électronique est généralisée dans l'ensemble des
communes belges. Chaque citoyen belge âgé de plus de 12 ans
devra donc disposer d'une de ces cartes pour la fin de l'année 2009
ou courant 2010, selon les dernières estimations du SPF Intérieur.
Plus de 700.000 cartes d'identité électroniques ont déjà été
distribuées au sein de la population et de nombreuses voix
pronostiquent que le cap du million de cartes sera franchi pour la fin
du mois de juillet. Pour parvenir à ces chiffres plus que satisfaisants,
les 585 communes participant désormais à la distribution des cartes
d'identité électroniques sont soumises à un rythme effréné: on estime
qu'environ 160.000 nouvelles cartes par mois sont distribuées dans
notre pays, chiffre qui augmentera certainement avec le lancement
sur les ondes des radios et télévisions de la campagne de
communication et de sensibilisation.
Si le gouvernement souhaite respecter le calendrier établi, il se doit
d'être attentif aux différents problèmes rencontrés au sein de nos
communes. C'est pourquoi, à de multiples reprises déjà, monsieur le
ministre, vous avez apporté devant cette commission des réponses à
nombre de mes collègues vous interrogeant au sujet des divers
dysfonctionnements constatés dans les différentes communes.
Je souhaite à mon tour vous interroger quant aux difficultés
rencontrées par la ville de Namur dont la presse faisait écho
dernièrement. A l'image de nombreuses autres communes, la ville de
Namur dénonce principalement les trois difficultés suivantes:
1. Le manque de personnel au sein de son service population. En
effet, il semblerait que le SPF Intérieur avait promis à la ville un
renfort de dix personnes supplémentaires. Seulement cinq sont
arrivées pour soutenir un personnel débordé. Ma première question
consiste donc à savoir si ce personnel supplémentaire prévu sera mis
prochainement à disposition de la ville de Namur.
2. Le nombre d'appareils permettant l'activation des cartes d'identité
électroniques se révèle insuffisant. En effet, sur les dix appareils
promis et annoncés par vos services, la moitié seulement a été mise
à disposition de la commune de Namur. La commune en a même
acheté un afin de répondre à l'urgence de la situation. Vos services
comptent-ils mettre à disposition de la ville de Namur de nouveaux
appareils?
3. Enfin, les ratés du système informatique fédéral, pouvant parfois
bloquer pendant plusieurs heures l'activation des cartes d'identité
06.01 Valérie Déom (PS): Om de
meer dan bevredigende cijfers te
halen wat de uitreiking van de
nieuwe elektronische identiteits-
kaarten betreft, worden de 585
deelnemende gemeenten aan een
hels werkritme onderworpen
Net zoals vele andere gemeenten,
hekelt de stad Namen drie
problemen.
In de eerste plaats is er het
personeelstekort bij de dienst
bevolking. De door de FOD
Binnenlandse Zaken beloofde
versterking is er maar gedeeltelijk
gekomen. Zal het beloofde extra
personeel binnenkort ter
beschikking worden gesteld?
Ten tweede blijkt dat er
onvoldoende toestellen werden
geplaatst waarmee de
elektronische identiteitskaarten
kunnen worden geactiveerd. Zijn
uw diensten van plan om nieuwe
toestellen ter beschikking te
stellen?
Ten slotte moeten de burgers zich
door de fouten van het federaal
computersysteem herhaaldelijk bij
de gemeente aandienen en soms
zelfs uren wachten om hun kaart
of hun code te verkrijgen.
Welke zijn de voorziene
maatregelen?
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
électroniques, obligent les citoyens, en l'occurrence les Namurois, à
revenir plusieurs fois à la commune afin d'obtenir leur carte ou leur
code, voire à attendre parfois des heures. Nous avons même connu
des problèmes d'évanouissement dans les salles d'attente. Il apparaît
que l'ensemble du système informatique est géré depuis Bruxelles, ce
qui fait qu'en cas de panne bruxelloise, ce sont toutes les communes
qui se trouvent bloquées et incapables d'activer la moindre carte.
Quelles sont les mesures envisagées afin d'éviter de telles pannes
généralisées à l'avenir?
Monsieur le ministre, je suis évidemment consciente qu'un grand
chantier administratif tel que la création et la distribution de nouvelles
cartes d'identité électroniques ne peut se faire sans certaines
difficultés. C'est pourquoi, il importe de tenir compte des remarques et
des difficultés rencontrées dans nos communes afin d'aboutir à une
amélioration du système et au respect des échéances fixées.
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le personnel supplémentaire promis pour la ville de Namur
s'élève à 5 personnes et non à 10 comme vous l'avez mentionné. Je
sais que lors de l'opération précédente, on avait parlé de 10
personnes mais, sur le contingent dont je dispose, 5 personnes
étaient prévues pour Namur. A l'heure actuelle, 4 personnes sont
engagées. Une personne est retournée vers l'entreprise de droit
public d'où elle venait. Elle sera normalement remplacée le 1
er
juillet
2005.
Cinq RAPC sont disponibles pour 5 agents à Namur. D'après la règle
générale, il faut un RAPC par agent. Si une ville comme Namur
décide d'acheter un RAPC supplémentaire, il lui appartiendra d'en
assumer le coût.
Les communes ont reçu un courrier indiquant les mesures prises afin
d'améliorer le fonctionnement du système Belpic. Un audit a été
effectué par une firme extérieure et les premières recommandations
ont été implémentées. Le système est stable depuis le 17 mai dernier.
Toutefois, vous savez comme moi qu'en matière d'informatique, il n'y
a jamais de garantie absolue. Une nouvelle version de software pour
les lecteurs de cartes sera mise à la disposition par Setria dès la
clôture positive des tests en cours. Nous attendons les résultats dans
les semaines à venir. Chaque semaine, un relevé des pannes est
envoyé aux communes. Une distinction doit être faite entre les
pannes qui trouvent leur origine dans le système Belpic et celles qui
sont liées au réseau local des communes. Le gouvernement assume
sa responsabilité en ce qui concerne les premières pannes. Il
appartient aux communes de résoudre les deuxièmes.
En conclusion, s'il est vrai que des difficultés doivent être résolues
chaque semaine, nous pouvons dire que le système Belpic est,
aujourd'hui, assez stable.
06.02 Minister Patrick Dewael:
Het extra personeel dat voor de
stad Namen was beloofd, werd ter
beschikking gesteld. Een persoon
is teruggekeerd naar de
publiekrechtelijke onderneming
waar hij vandaan kwam en zal
normaal op 1 juli 2005 worden
vervangen.
Vijf RAPC's zijn beschikbaar voor
vijf beambten in Namen, zoals de
regelgeving voorschrijft.
De gemeenten werden op de
hoogte gebracht van de
maatregelen die werden genomen
om de werking van het Belpic-
systeem te verbeteren. Sinds 17
mei jongstleden is het systeem
stabiel. Met betrekking tot
computerapparatuur beschikt men
echter nooit over absolute
garanties. Een nieuwe versie van
de software zal ter beschikking
worden gesteld zodra de
momenteel verrichte testen
positief worden afgerond.
Sommige pannes zijn te wijten aan
het Belpic-systeem, maar andere
houden dan weer verband met het
lokaal netwerk van de gemeenten.
06.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. J'aimerais obtenir une précision. Comment
a été déterminé le nombre d'agents et d'appareils mis à disposition?
J'imagine que c'est en fonction des chiffres de population.
06.03 Valérie Déom (PS): Hoe
werd het aantal ter beschikking
gestelde agenten en toestellen
berekend?
06.04 Patrick Dewael, ministre: Le contingent a été distribué selon 06.04 Minister Patrick Dewael:
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
des critères précis. Nous avons effectué tout un calcul. Je vous
communiquerai le document indiquant ce processus.
We hebben een ingewikkelde
berekening gemaakt op basis van
welomlijnde criteria. Ik zal u een
document bezorgen waarin dat
precies beschreven staat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de registratie en de verwerking van meldingen van gevaarlijke honden" (nr. 7519)
07 Question de M. Dylan Casaer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'enregistrement et le traitement des plaintes relatives aux chiens dangereux" (n° 7519)
07.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de vice-eerste minister,
mijn vraag gaat over gevaarlijke honden. Uit een enquête van de
universiteit van Leuven blijkt dat er jaarlijks ongeveer 35.000 mensen,
waaronder kinderen, door honden gebeten worden. Vorige week nog
was er een incident in Oostende dat in bepaalde media breed werd
becommentarieerd. Ook uit buitenlandse voorbeelden is geweten dat
het louter categoriseren van honden op basis van hun ras niet steeds
de beste methode is, omdat men alle rassen tot agressieve honden
kan trainen. Een navraag bij mijn lokale politiezone wijst erop dat er
eigenlijk geen specifieke data van honden worden verzameld, althans
toch niet in Aalst. Het wordt dus niet echt bijgehouden of er met een
bepaalde hond al problemen zijn geweest of niet. Wel is er sinds 1998
een registratiebestand met een chip of tatoeage, dat helpt om de
eigenaars van verloren gelopen honden of loslopende honden te
kunnen identificeren. Dat is, denk ik, een goed systeem maar
misschien nog niet voldoende.
Daarom de volgende vragen. Bestaat er vanuit het ministerie, vanuit
uw diensten een specifieke richtlijn aan de politiezones om klachten in
verband met gevaarlijke honden, zoals bijtincidenten, te registreren?
Zoniet, vindt u het nuttig om dergelijke richtlijnen uit te vaardigen?
Wat misschien nuttig zou kunnen zijn, is dat er per politiezone een
soort meldpunt is waar slachtoffers of bekenden van slachtoffers van
een bijtincident kunnen melden dat er met een bepaalde hond al een
probleem is geweest. Vindt u het opportuun om iets dergelijks te
installeren?
Kunnen de gegevens die nu al in het bestaande register opgenomen
zijn, worden uitgebreid tot gegevens over gevaarlijke honden?
07.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
Il ressort d'une enquête de
l'Université de Louvain que
chaque année quelque 35 000
personnes sont mordues par un
chien. Des exemples à l'étranger
démontrent que le classement des
chiens en fonction de leur race
seule ne constitue pas toujours la
meilleure méthode parce que tous
les chiens peuvent être dressés à
l'agressivité.
Dans ma zone de police, nous ne
gardons pas trace des chiens qui
auraient déjà posé problème. Il
existe depuis 1998 un registre qui
aide à l'identification des
propriétaires de chiens égarés ou
errants.
Existe-t-il une directive spécifique
destinée aux zones de police et
demandant l'enregistrement des
plaintes relatives à des chiens
dangereux et à des faits de
morsures? Le ministre ne trouve-t-
il pas judicieuse l'idée d'établir un
point de contact par zone de
police? Est-il déjà possible, avec
les données contenues
actuellement dans le registre, de
prendre des mesures contre les
chiens dangereux?
07.02 Minister Patrick Dewael: Voorzitter, er bestaan op dit ogenblik
geen specifieke richtlijnen voor politiezones in verband met de
behandeling van klachten over gevaarlijke honden. Het is onmogelijk
en onpraktisch, denk ik, om voor elk specifiek fenomeen specifieke
richtlijnen uit te schrijven. Er zijn mijns inziens voldoende algemene
richtlijnen die lokale overheden moeten toelaten om op een afdoende
wijze eventuele bedreigende fenomenen te kunnen beheersen.
Ik denk dat de politiediensten, in casu de lokale politie, via de wet op
07.02 Patrick Dewael, ministre: Il
n'existe à l'heure actuelle aucune
directive spécifique concernant le
traitement par la police des
plaintes relatives aux chiens
dangereux. Il existe des directives
générales suffisantes pour
permettre aux autorités locales de
gérer d'éventuelles menaces. La
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
het politieambt de duidelijke opdracht hebben gekregen om toe te
zien op gevaarlijke en verlaten dieren en elke beveiligingsmaatregel te
nemen om hun rondzwerven te verhinderen of te beëindigen. Voorts
kunnen de politiediensten op publiek toegankelijke plaatsen dieren die
een gevaar beteken voor het leven en de lichamelijke integriteit van
personen, in beslag nemen, zolang de handhaving van de openbare
rust dat vereist. De korpschef van de lokale politie moet op last van
dezelfde wet de burgemeester onmiddellijk informeren over zware
feiten die de openbare rust, veiligheid of gezondheid in de gemeente
kunnen verstoren. Strafrechtelijk kunnen hondenbeten als opzettelijke
of onopzettelijke slagen en verwondingen worden gekwalificeerd
naargelang het geval. Dat valt uiteraard onder de bevoegdheid van de
minister van Justitie.
Ten tweede, de handhaving van de openbare orde, de zorg voor
openbare veiligheid, is onbetwistbaar een belangrijke bevoegdheid
van de lokale overheden. Indien een lokale overheid van oordeel is
dat een bepaald fenomeen dat de openbare orde bedreigt, van die
aard is dat men een centraal meldingspunt moet oprichten, dan heeft
zij daartoe alle vrijheid. Een dergelijk initiatief kan best op lokaal
niveau worden genomen, zonder dat dat noodzakelijk vanuit de
federale overheid zou moeten worden opgelegd.
Ten derde, de lokale overheid is eveneens, denk ik, het best geplaatst
om te oordelen of haar databank aan andere databanken moet
worden gelinkt. Uiteraard kan dat maar in het kader van de vigerende
wetgeving, onder andere wat de privacybescherming aangaat.
loi sur la fonction de police a
donné clairement pour mission à
la police locale d'exercer un
contrôle sur les animaux
dangereux et les animaux
abandonnés. Les services de
police peuvent aussi, dans les
endroits publics, saisir des
animaux qui constituent un danger
lorsque le maintien de l'ordre
public l'exige. Le chef de corps de
la police locale doit immédiate-
ment aviser le bourgmestre des
faits graves qui peuvent perturber
l'ordre, la sécurité ou la santé
publics.
Du point de vue pénal, les
morsures de chien peuvent être
qualifiées de coups et blessures
volontaires ou involontaires. Ceci
relève de la compétence de la
ministre de la Justice.
Le maintien de l'ordre public
constitue une compétence
majeure des autorités locales.
Elles sont libres d'instaurer un
point central de signalement si
elles considèrent qu'un
phénomène précis menace l'ordre
public. Les autorités locales sont le
mieux placées pour juger de la
nécessité de relier leur base de
données à d'autres, mais il est
évident que cela s'inscrira
obligatoirement dans le cadre de
la loi sur le respect de la vie
privée.
07.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik zal
nadenken hoe dat inderdaad naar de lokale zones vertaald kan
worden, in de mate dat een goed evenwicht kan worden gevonden
voor zo'n meldpunt. Het mag geen kliklijn worden, bij wijze van
spreken. Een hond blaft te veel, het bevalt u niet en u gaat uw buur
verklikken, dat is uiteraard niet de bedoeling.
Anderzijds blijkt uit de beschikbare cijfers, in de mate dat ze
beschikbaar zijn, toch dat dat probleem zeker de nodige aandacht
verdient.
07.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Je souhaite poursuivre ma
réflexion quant à la manière de
répercuter ceci auprès des zones
locales. Un point de signalement
ne peut pas se transformer en une
ligne de dénonciation. Les chiffres
disponibles révèlent que le
problème mérite notre attention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het fenomeen 'straatraces'" (nr. 7537)
08 Question de M. Dylan Casaer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le phénomène
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
08.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, collega's, ik heb mij al een beetje
beziggehouden, ook in andere commissies, met het fenomeen
straatraces. Ik wou het daarover eigenlijk ook eens hebben met de
minister van Binnenlandse Zaken.
Dat fenomeen is de voorbije maanden, spijtig genoeg, in de actualiteit
gekomen, omdat het ook in ons land opgang blijkt te maken. Het komt
overgewaaid uit andere landen. Uiteraard kan dat verwerpelijke
fenomeen en het gedrag van bepaalde straatcriminelen niet worden
getolereerd, vermits het de veiligheid en het leven van andere,
onschuldige weggebruikers in gevaar brengt.
In Nederland heeft men een paar jaar geleden al met dat fenomeen
kennis mogen maken. Men heeft vrij snel, in samenwerking met het
parket en de lokale en federale politiediensten, een programma
uitgewerkt van harde aanpak. Op zijn Nederlands noemt dat dan een
lik-op-stuk-beleid. In de mate van het mogelijke wordt ook een
preventief beleid gevoerd.
Ik weet wel dat men niet op voorhand kan inschatten in welke straat
er tijdens welk weekend een straatrace zal plaatsvinden. Mocht het zo
simpel zijn, zouden de politiediensten ze uiteraard op voorhand
kunnen vermijden. Ik weet wel, uit lokale ervaring, dat bijvoorbeeld
bepaalde industriezones het uitgelezen kader vormen voor koersjes
voor motto's of auto's. Het is dan misschien toch wel goed dat de
politiediensten daarop inspelen.
Om die reden heb ik de volgende vragen.
Mijnheer de minister, werkt u aan een globaal plan voor de aanpak
van die specifieke vorm van verkeerscriminaliteit, of wordt er
gecoördineerd tussen de verschillende zonale acties?
Zoniet, bent u van plan om een algemeen werkkader uit te denken in
verband met die vorm van verkeerscriminaliteit? Ik denk bijvoorbeeld
aan het screenen van bepaalde openbare wegen die veelvuldig
gebruikt worden, het screenen van bepaalde sites of iets dergelijks.
Op welke manier acht u het nodig om die criminaliteit te bestrijden?
Kan het immobiliseren van een voertuig een adequaat middel zijn als
beveiligingsmaatregel voor deelnemers aan dergelijke straatraces?
08.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Nous avons récemment découvert
le phénomène des rodéos urbains,
importés de nos voisins. Les Pays-
Bas mènent actuellement une
politique de riposte immédiate et
font un maximum de prévention en
visant par exemple les zonings
industriels.
Le ministre prépare-t-il un plan de
lutte contre les rodéos urbains?
Prévoit-il de coordonner les
actions des différentes zones?
Envisage-t-il de surveiller les voies
publiques et sites les plus prisés
pour ces rodéos urbains? Est-il
prêt à immobiliser les véhicules
des participants à de telles
courses?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega, in het
algemeen ben ik van mening dat de overheid heel kordaat moet
optreden tegen al deze fenomenen, of het nu gaat om straatraces of
gumball races. Ik denk dat een kordate aanpak moet vooropstaan.
Het hoeft natuurlijk ook geen betoog om vast te stellen dat dit soort
van activiteiten volledig haaks staan op het beleid dat we willen
voeren op het vlak van de verkeersveiligheid.
In uw vraag komt u ook nog even terug op de zogenaamde gumball
race. Ik denk dat de overheid wel degelijk kordaat is opgetreden. Het
crisiscentrum heeft die acties gecoördineerd, een aantal preventieve
maar ook repressieve maatregelen onderzocht en aan de
provinciegouverneurs werden op basis van die analyse concrete
instructies overgemaakt. Al het nodige werd gedaan ik heb dat bij
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Le phénomène des rodéos urbains
nécessite effectivement une
approche ferme. Les autorités ont
déjà démontré leur fermeté lors de
la "Gumball Race", une course
automobile sur route annoncée
avec un parcours précis. Lors de
cet événement, le centre de crise
a coordonné un certain nombre de
mesures répressives et
préventives, les gouverneurs de
province ont reçu des instructions
concrètes et une nonantaine
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
een vorige gelegenheid al eens gezegd om de deelnemers onze
wetten te doen respecteren en om inbreuken op ons grondgebied te
vermijden. Daarvoor werd een negentigtal politiemensen ingezet.
Ik denk dat het resultaat er ook mocht zijn. Er werden vierendertig 34
processen-verbaal opgesteld voor overdreven snelheid, twee
rijbewijzen ingetrokken en zes radardetectoren in beslag genomen. Ik
zou er ook nog willen aan herinneren dat tijdens het betrokken
weekend uiteindelijk dertigduizend andere automobilisten werden
gecontroleerd en dat in totaal daarbuiten nog eens meer dan duizend
andere processen-verbaal werden opgesteld.
Dat ging dan over een aangekondigd evenement met een vooraf
uitgestippeld parcours, wat natuurlijk wel het optreden van de politie
vergemakkelijkt. Het probleem met die straatraces, en dat zegt u ook
terecht, is dat deze in het hele land plaatsgrijpen en op het allerlaatste
moment worden georganiseerd.
Ik wil dan concreet op een aantal van uw vragen nog even ingaan.
Eerst moet ik u melden dat, hoewel een aantal getuigen van
ongevallen gewag heeft gemaakt van straatraces, de politie niet over
voldoende gegevens beschikt die erop wijzen dat het houden van
straatraces een fenomeen is dat zich echt op heel grote schaal
voordoet of dat het zich zou uitbreiden. De politie onderneemt
vandaag in uitvoering van het NVP of Nationaal Veiligheidsplan een
aantal acties die gericht zijn op verkeerscriminaliteit, onder meer door
de georiënteerde snelheidscontroles. Om bijzondere maatregelen te
nemen is het dus wel noodzakelijk dat we over een beter beeld van
het fenomeen zouden beschikken.
Ik zal ook mijn collega's van Mobiliteit en Justitie aanschrijven, die
trouwens ook totaal op dezelfde golflengte als wij zitten wat de
problematiek aangaat, om hen te zeggen dat we toch tot een globaal
plan moeten komen inzake het aanpakken van deze vorm van
verkeerscriminaliteit. Ik vraag ook aan de federale politie om het
fenomeen in kaart te brengen en ook een aantal concrete acties voor
te stellen. U noemt een aantal maatregelen: het screenen van
mogelijke openbare wegen, het onderzoeken van internetsites, het
immobiliseren van voertuigen. Het lijken mij stuk voor stuk
maatregelen te zijn die bijzonder interessant zijn en die ik graag wil
meenemen in het uitwerken van dat globale plan van aanpak,
waarvan ik vind dat we er ook effectief haast mee moeten maken.
d'agents ont été mobilisés. Le
problème des rodéos urbains est
toutefois qu'ils peuvent avoir lieu
n'importe où et sont organisés en
dernière minute. A l'heure actuelle,
ces courses n'ont certainement
pas lieu à grande échelle, mais
j'aborderai la question avec les
ministres de la Mobilité et de la
Justice en vue d'élaborer une
approche globale. Je demanderai
également à la police fédérale
d'analyser le phénomène et de
proposer des actions concrètes.
J'inclurai volontiers dans mon
projet les suggestions intéres-
santes qui ont été faites ici.
08.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw positief antwoord. Ik kijk uit naar dat globaal plan van aanpak.
Ik denk dat wij daarvoor ook in het buitenland moeten kijken naar wat
daar als best practice is gebleken. Dat zou ons inspiratie kunnen
geven om het probleem aan te pakken.
08.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
Nous nous réjouissons de prendre
connaissance du plan ministériel
et nous espérons que le ministre
s'inspirera des expériences
menées dans les pays voisins du
nôtre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
éventuels départs à la pension de nombreux policiers au cours de l'année 2006" (n° 7552)
09 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de eventuele pensionering van tal van politiemensen in het jaar 2006" (nr. 7552)
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
09.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 1
er
avril 2006, cela fera cinq ans que la réforme a été mise
en oeuvre.
Un grand nombre de policiers compteront donc une ancienneté de 5
années supplémentaires dans le nouveau statut, ce qui aura des
conséquences financières positives pour ceux qui pourront prétendre
à la pension.
Partant de ce principe, il semblerait que de nombreux policiers
attendent cette date pour prendre leur retraite, ce qui me semble tout
à fait légitime.
La conjonction des deux éléments précités pourrait entraîner un
nombre important de départs à la retraite ce qui risque d'entraîner une
pénurie en termes de policiers disponibles. Au niveau de la police
fédérale, environ 15% des effectifs seraient concernés.
Monsieur le ministre, vos services sont-ils en mesure de faire une
projection de ces départs à la retraite dans les zones de police locale
et dans les services de la police fédérale? A-t-on déjà procédé à un
sondage auprès des policiers en âge de prendre leur pension? Des
mesures ont-elles été envisagées pour compléter les cadres qui
seront mis à mal à partir du 1
er
avril 2006? En outre, il faut également
tenir compte du fait qu'il existe une concurrence entre la police
fédérale et les zones de police locale. De plus, n'existe-t-il pas un
risque que les zones de police locale les plus difficiles soient
pénalisées au profit des "bonnes" zones.
Dernièrement, un appel à la mobilité a été fait dans le sud de la
province de Namur mais nous n'avons enregistré aucune candidature.
Cet état de fait est interpellant et inquiétant pour l'avenir. Toutefois, il
est vrai qu'à partir du 1
er
avril 2006, nous pourrons sortir du système
de priorité. D'aucuns pourraient alors postuler.
09.01 Jean-Claude Maene (PS):
Op 1 april 2006 zal het vijf jaar
geleden zijn dat de hervorming
van start ging. Op dat ogenblik
hebben heel wat politie-
ambtenaren vijf jaar bijkomende
anciënniteit in het nieuwe statuut,
wat positieve financiële gevolgen
heeft voor wie met pensioen kan
gaan. Naar verluidt wachten vele
politiemensen tot dan om met
pensioen te gaan, wat tot een
personeelstekort kan leiden. Op
het niveau van de federale politie,
zou het om zo'n 15 procent van de
manschappen gaan.
Zijn uw diensten in staat een
schatting te maken van het aantal
mensen dat met pensioen zou
gaan? Werden de politie-
ambtenaren die voor pensioen in
aanmerking komen, al bevraagd?
Werd al aan maatregelen gedacht
om de personeelsformatie aan te
vullen? Dreigen de moeilijkste
lokale politiezones hiervan niet
meer nadelige gevolgen te
ondervinden dat de "betere"
zones?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le ministre, monsieur
Maene, le dossier que vous évoquez comprend plus d'une inconnue.
Tout d'abord, les différents âges auxquels le personnel peut accéder
à la retraite s'étendent de 54 à 60 ans. Ensuite, le personnel n'est pas
obligé de prendre sa retraite à l'âge prévu pour sa catégorie de
personnel. Donc, l'âge de pension est en soi une donnée incertaine,
même si la réalité nous enseigne que l'âge de retraite général est,
dans la plupart des cas, l'âge réglementairement défini, à savoir 58,3
ans.
En ce qui concerne la problématique des pensions, plusieurs
hypothèses se présentent. L'une d'entre elles suggère que les
membres du personnel attendent le 1
er
avril 2006 et les cinq années
du nouveau statut pour partir.
Comme j'ai déjà eu l'occasion de l'évoquer, trois projections ont été
faites pour évaluer l'impact de cette hypothèse.
1. Age de départ: 58 ans. Dans ce cas, les départs sont,
effectivement, plus importants en 2006: 2.603 policiers, soit un peu
moins de 7% de l'effectif policier total.
2. Age de départ: 59 ans. 1.888 policiers partiraient en 2006, soit 5%
de l'effectif.
09.02 Minister Patrick Dewael:
Het dossier bevat verscheidene
onbekende elementen. Vooreerst
is de leeftijd van de pensionering
op zich al een onbekend gegeven.
Er zijn verscheidene hypothesen.
Volgens een ervan zouden de
personeelsleden tot 1 april 2006,
wanneer het nieuw statuut vijf jaar
van kracht zal zijn, wachten om
met pensioen te gaan. Er werden
ramingen opgesteld om de
weerslag daarvan te kennen. Zelfs
in de meest onrustwekkende
veronderstelling, neemt het
personeelsbestand in 2006 met
minder dan 7 procent af.
Ik herinner eraan dat maatregelen
werden getroffen om politie-
mensen die zich met adminis-
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
3. Age de départ: 60 ans. 1.253 départs en 2006, soit un peu plus de
3% de l'effectif.
Même dans l'hypothèse la plus alarmante, il s'agit d'une perte
inférieure à 7% de l'effectif en 2006. Ce n'est que lors de l'application
de l'hypothèse aux années 2006 à 2009 que la perte de personnel
s'élève à 15%. Nous sommes donc loin de la situation que vous
évoquez et qui se résume à la pire des projections.
Je rappelle que des démarches fructueuses ont été entreprises pour
rendre à nouveau opérationnels des policiers qui, jusqu'alors,
s'occupaient de tâches administratives. Celles-ci seront, dès lors,
assumées par du personnel civil. Au niveau de la police fédérale, cela
concerne quelque 700 policiers jusqu'à la fin de la législature. Une
même opération à la police locale pourrait également générer une
récupération similaire.
De plus, lors du conclave budgétaire, le gouvernement a accepté que
la police introduise au budget 2006 un nouveau plan de recrutement
qui tiendra compte tant des remplacements des différents départs que
des nécessités afin de remplir les cadres déficitaires.
Voilà les informations que je suis en mesure de vous communiquer.
tratieve taken bezighielden terug
voor operationele taken in te
zetten en dat die maatregelen
vruchten hebben afgeworpen.
Bovendien heeft de regering
ermee ingestemd dat de politie in
het kader van de begroting 2006
een nieuw indienstnemingsplan
indient waarin rekening wordt
gehouden met de vervanging van
de vertrekkende personeelsleden
en met de noodwendigheden met
betrekking tot onderbemande
diensten.
09.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vais vous
rassurer: je ne suis pas alarmiste, je reste les pieds sur terre.
Je reste d'autant plus les pieds sur terre que, lors d'une de nos
précédentes commissions, nous avions fait le constat que pas mal de
policiers étaient absents pour cause de maladie - près de 10% de
l'effectif. Si l'on rajoute à cela une dizaine de pour-cent de l'effectif
global qui part à la retraite, on arrive à 20% des cadres qui n'existent
plus.
Nous avons fixé à une époque des normes qui, pour moi, restent des
normes minimales. Je dis simplement: attention à la situation qui
pourrait apparaître à partir du 1
er
avril 2006 pour l'ensemble des
services de police du Royaume.
09.03 Jean-Claude Maene (PS):
Ik wil geen onruststoker zijn, en
als ik vaststel dat heel wat
politieagenten tien procent
wegens ziekte afwezig zijn, blijf ik
des te meer met beide benen op
de grond staan. Als men daar nog
een tiental procent werknemers
aan toevoegt die met pensioen
gaan, dan betekent dat dat 20
procent van de personeels-
bezetting niet meer is ingevuld.
09.04 Patrick Dewael, ministre: Nous avions proposé de donner des
explications en vue d'associer des organismes privés. Par ailleurs,
c'est pendant l'élaboration du budget 2006 au sein du gouvernement
que nous avons prévu un accord sur des nouvelles mesures à
présenter l'année prochaine. Elles concerneront le recrutement et les
quotas.
09.04 Minister Patrick Dewael:
Wij hadden voorgesteld om de
inschakeling van privé-instanties
toe te lichten.
Bij het opstellen van de begroting
voor 2006 voorziet de regering
bovendien in een akkoord over
nieuwe maatregelen die volgend
jaar op het stuk van de werving en
de quota's zullen worden
genomen.
09.05 Jean-Claude Maene (PS): J'estime qu'il serait grand temps
d'organiser une opération de recrutement pour l'ensemble des
services de police. Il faut donc refaire de la publicité. Chaque zone
pourrait s'en occuper de son côté, mais cela pourrait être réalisé au
niveau fédéral.
09.05 Jean-Claude Maene (PS):
Mijns inziens is het hoog tijd dat
een grootscheepse aanwervings-
actie wordt georganiseerd.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
09.06 Patrick Dewael, ministre: Dans un premier temps, cela
coûtera au niveau fédéral.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les missions
conférées aux services de police par les ordonnances de police de la Ville de Thuin" (n° 7527)
10 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de opdrachten die de politiediensten bij politieverordeningen van de stad Thuin moeten
uitvoeren" (nr. 7527)
10.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vous interrogeais, le 26 avril dernier, en cette même
commission à propos des décisions prises par la ville de Thuin dans
le cadre de l'instauration d'un couvre-feu sur son territoire.
A l'époque, je me permettais de douter de la légalité de certaines
mesures en application. Je me permettais également de vous
interroger, strictement dans le cadre de vos compétences, quant aux
missions conférées aux services de police par cette ordonnance de
police.
Les notions d'identification et de prise en charge apparaissaient, entre
autres, ne pas s'avérer conformes au sens de la loi sur la fonction de
police.
Vous m'indiquiez d'ailleurs que la mission telle qu'énoncée par
l'ordonnance de la ville de Thuin vous semblait, à première vue,
"rédigée en termes trop larges et trop généraux pour répondre aux
principes généraux qui règlent les mesures de contraintes dans notre
Etat de droit".
Monsieur le ministre, votre administration a-t-elle pu confirmer votre
sentiment sur ce dossier?
10.01 Denis Ducarme (MR): In
het kader van het instellen van een
avondklok in de stad Thuin, heb ik
u in april jongstleden gevraagd of
de opdrachten waarmee de
politiediensten via een door de
stad aangenomen politie-
verordening werden belast, wel
wettelijk zijn. De begrippen
identificatie en tenlasteneming
leken niet in overeenstemming
met de wet op het politieambt.
Bevestigt uw administratie de
indruk die u toen had, namelijk dat
de bewoordingen van de
genoemde verordening niet
stroken met de algemene
principes die van toepassing zijn
op de dwangmaatregelen in een
rechtsstaat?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, comme
ministre de l'Intérieur, je me suis interrogé sur le point de savoir si les
missions d'identification et de veiller à la prise en charge que la ville
de Thuin confie aux services de police sont compatibles avec la loi
sur la fonction de police.
Je vous rappelle brièvement mes propos antérieurs:
1. La mission de contrôle d'identité doit répondre à l'article 34 de la loi,
qui est de stricte interprétation. Le paragraphe 3 de cet article prévoit
que "les autorités de police administrative peuvent prescrire des
contrôles d'identité en fixant des circonstances en vue de maintenir la
sécurité publique". La mission telle qu'énoncée dans l'article 6 de
l'ordonnance de la ville de Thuin me semble cependant rédigée en
termes trop larges et généraux pour répondre aux principes généraux
qui régissent les mesures de contraintes dans notre Etat de droit.
2. La mission de veiller à la prise en charge de ces mineurs ne pose
aucun problème dans les cas suivants:
- elle répond à une situation particulière dans laquelle un mineur court
des risques pour sa sécurité personnelle;
- elle ne constitue aucune forme de privation de liberté;
10.02 Minister Patrick Dewael:
Paragraaf 3 van artikel 34 van de
wet op de identiteitscontrole moet
naar de letter worden
geïnterpreteerd. De opdracht in
artikel 6 van de verordening van
de stad Thuin blijkt te algemeen te
zijn verwoord om te stroken met
de principes die de
dwangmaatregelen regelen.
Anderzijds geldt de opdracht
betreffende het ten laste nemen
van minderjarigen alleen voor een
bijzondere situatie die risico's
inhoudt voor de persoonlijke
veiligheid van de minderjarige.
Bovendien mag een dergelijke
opdracht niet tot enige vorm van
vrijheidsberoving leiden en mag
het niet gaan om een opdracht
waarvoor de sociale diensten
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
- elle ne confie pas à la police une mission qui relève de services
sociaux ou autres.
Sur la base d'un avis reçu de mon administration qui analyse
l'ordonnance de police de la ville de Thuin d'un point de vue juridique,
en regard d'éventuelles violations de la loi sur la fonction de police, je
peux vous confirmer que le règlement de la ville de Thuin est
contraire, sur certains points, aux dispositions de la loi sur la fonction
de police et, en particulier, en ce qui concerne les missions
d'accompagnement des mineurs qui ne sont pas prévues au chapitre
IV de la loi sur la fonction de police visant les missions et en ce qui
concerne les contrôles d'identité systématiques et ciblés, ainsi que
déjà souligné dans mes réponses antérieures.
bevoegd zijn.
Volgens mijn administratie is de
politieverordening van de stad
Thuin juridisch in strijd met de
wetgeving op het politieambt en dit
geldt in het bijzonder voor de
opdrachten tot begeleiding van
minderjarigen en voor de
systematische en doelgerichte
identiteitscontroles.
10.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse qui confirme les doutes que j'avais pu exprimer.
10.03 Denis Ducarme (MR): Ik
dank u voor de bevestiging van de
reeds eerder geformuleerde
twijfels.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Président: Jean-Claude Maene.
Voorzitter: Jean-Claude Maene.
11 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'annulation
de l'arrêté ministériel fixant l'étendue géographique des zones de secours de la province de Liège"
(n° 7557)
11 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de vernietiging van het ministerieel besluit tot bepaling van de geografische uitgestrektheid van
de hulpverleningszones van de provincie Luik" (nr. 7557)
11.01 André Frédéric (PS): Depuis 2001, les services de secours
ont été réorganisés par le ministère de l'Intérieur en zones
géographiques. Pour rappel, la province de Liège a été découpée en
six zones dont celle de Verviers comprend pas moins de 18
communes, englobant des communes aussi éloignées les unes des
autres que Spa, Dalhem, Blegny, Welkenraedt et les Fourons. Or, dès
le départ, la commune de Welkenraedt a marqué son désaccord
quant à son intégration dans cette zone. Les autorités communales
regrettaient leur incorporation dans une grande zone dépendant de
Verviers mais de surcroît, elles ne pouvaient plus intervenir dans une
commune germanophone située de l'autre côté de la route, à savoir
Lontzen, à quelques mètres de la caserne de Welkenraedt, ce qui est
plutôt surréaliste. Elles ne pouvaient plus travailler non plus avec des
communes francophones proches comme Plombières.
Autre conséquence, la commune possédant sur son territoire une
entreprise de type Seveso, le service d'incendie devait s'équiper d'un
matériel adéquat, de même que la commune de Lontzen concernée
par un éventuel problème. La commune de Welkenraedt s'est donc
pourvue devant le Conseil d'État au motif que l'arrêté ministériel ne
respectait pas l'autonomie communale et l'auditeur lui a donné raison.
En proposant au ministre les zones de secours, le gouverneur de la
province de Liège n'a pas tenu compte de l'avis des communes
expressément requis par la loi. Il relève une autre contradiction: il
empêche la commune de Welkenraedt d'intégrer une zone
comprenant des communes germanophones pour des motifs
11.01 André Frédéric (PS): In
2001 werden de hulpverlenings-
diensten volgens geografische
zones gereorganiseerd. Van bij de
start had de gemeente
Welkenraedt bezwaren tegen haar
indeling bij de uitgestrekte zone
die van Verviers afhangt.
Bovendien kon ze zo niet meer
ingrijpen in de Duitstalige
gemeente Lontzen die aan de
overkant van de N67 ligt noch
samenwerken met Franstalige
buurgemeenten zoals Plombières.
Een ander gevolg is dat de
brandweerdienst aangepast
materiaal diende aan te schaffen
omdat er zich in de gemeente een
Seveso-bedrijf bevindt.
De gemeente Welkenraedt heeft
beroep aangetekend bij de Raad
van State en de auditeur heeft
haar gelijk gegeven. De
provinciegouverneur van Luik
heeft geen rekening gehouden
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
linguistiques mais autorise la commune francophone de Baelen à
rejoindre la zone d'Eupen.
Si le Conseil d'État devait suivre l'avis de l'auditeur, ce qui semble
plus que vraisemblable, il annulerait donc les six zones de la province
de Liège et un nouveau découpage devrait tenir compte de l'avis des
communes. Dans ce cas, comment comptez-vous répondre à cet
arrêt du Conseil d'État? La commune de Welkenraedt pourra-t-elle
enfin obtenir satisfaction en intégrant une zone avec ses communes
voisines germanophones?
met het bij wet vereiste advies van
de gemeenten. Voorts verhindert
hij om taalredenen dat de
gemeente Welkenraedt wordt
ingedeeld bij een zone die
Duitstalige gemeenten omvat,
maar laat hij wel toe dat de
Franstalige gemeente Baelen bij
de zone Eupen wordt gevoegd.
Hoe zal u op het arrest van de
Raad van State reageren, als hij
het advies van de auditeur volgt?
Zal de gemeente Welkenraedt
eindelijk voldoening krijgen en
samen met haar Duitstalige
buurgemeenten in een zone
worden opgenomen?
11.02 Patrick Dewael, ministre: Cher collègue, dans l'état actuel des
choses, je ne peux apporter une réponse à la question posée. En
effet, elle concerne une affaire pendante au Conseil d'État. Je me
prononcerai sur le sujet quand le Conseil d'État aura rendu son arrêt.
En attendant, je peux vous dire qu'un consortium d'universités réalise
une analyse des risques. J'ai également chargé la commission Paulus
d'élaborer une réforme de la sécurité civile, comme vous le savez. La
répartition en zones en fait évidemment partie. En outre, j'ai demandé
à chaque gouverneur de me communiquer un avis sur la répartition
territoriale de sa province. Aujourd'hui, au sein de chaque province,
les zones de police, les zones de service d'incendie et les zones
d'aide médicale urgente sont organisées territorialement de manière
indépendante. Je dois recevoir l'avis du gouverneur de la province de
Liège dans les jours à venir.
Tels sont les éléments entrant dans la réforme de la sécurité civile.
Pour le reste, je dois être prudent, vu que j'attends comme vous une
décision du Conseil d'État.
11.02 Minister Patrick Dewael:
Ik zal me hierover uitspreken
nadat de Raad van State zijn
arrest heeft geveld.
Een samenwerkingsverband van
universiteiten stelt een risico-
analyse op. Ik heb tevens de
commissie Paulus ermee belast
om een hervorming van de civiele
bescherming uit te werken.
Bovendien heb ik aan elke
gouverneur een advies gevraagd
in verband met de territoriale
indeling van zijn provincie.
11.03 André Frédéric (PS): Merci pour votre réponse. On a déjà
l'avis de l'auditeur, même si on doit encore attendre l'avis du Conseil
d'État, ce dont je conviens volontiers. Il faudra repenser la situation
des zones de secours. Je vous invite donc à intégrer dans la réflexion
en cours les remarques des premiers concernés qui me paraissent
judicieuses et qui visent la sécurité de nos concitoyens. Ce n'est pas
une question d'accointances entre communes.
Il y a une question de zones géographiques à couvrir et une sécurité à
assurer pour nos concitoyens. Je vous invite vraiment à intégrer les
remarques formulées par les communes concernées dans votre
réflexion.
11.03 André Frédéric (PS): Ik
hoop dat u bij uw reflecties de
volgens mij terechte opmerkingen
van de rechtstreeks betrokkenen
niet over het hoofd zal zien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de hervorming van de Raad van State" (nr. 7559)
12 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la réforme du
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
12.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, we zijn ongeveer halfweg de legislatuur. Ik wil u bij deze
gelegenheid een aantal vragen stellen in verband met een aantal
afspraken in het regeerakkoord inzake het asielbeleid.
Mijn eerste vraag betreft de hervorming van de Raad van State. Er
wordt in het regeerakkoord gezegd dat er structurele maatregelen
zouden worden genomen om de achterstand bij de Raad van State
weg te werken en dat er met de Raad van State zou worden
nagegaan hoe de gangbare procedures kunnen worden aangepast
zodat het indienen van roekeloze, manifest ongegronde of zuiver
dilatoire schorsings- of annulatieberoepen onmogelijk wordt gemaakt.
Er zouden bovendien gesprekken worden gevoerd met
vertegenwoordigers van de Raad van State teneinde
beheersmaatregelen te nemen om de lopende procedures te
versnellen.
Mijnheer de minister, u hebt deze hervorming aangekondigd in
juli 2004. Ik zal niet ingaan op de details die u toen hebt gegeven.
Deze kunnen immers worden teruggevonden in de parlementaire
stukken met betrekking tot de discussies die we daarover hebben
gevoerd. Die hervorming zou moeten toelaten de achterstand bij de
Raad van State in drie jaar tijd weg te werken. Er is intussen nog
steeds geen hervorming geweest wat laat vermoeden dat de
achterstand zich verder opstapelt.
Ik heb bij de voorbereiding van deze vraag contact genomen met een
aantal personen die op het terrein werken. Zij zeggen mij dat de vraag
is hoe actueel het voorstel tot hervorming van de Raad van State
eigenlijk nog is. Er zouden immers ook ideeën de ronde doen over
een vrij drastische hervorming van de asielprocedure met een
oprichting van een administratieve rechtbank voor het gehele
vreemdelingenrecht. Men heeft de indruk dat de regering op een been
hinkt en niet goed weet welke weg te kiezen. Kiest men voor een
loutere hervorming van de Raad van State of meteen voor een
hervorming van de Raad van State waarbij deze laatste een zeer
beperkte rol zou spelen?
Ik kreeg graag een antwoord van u op de volgende vragen. Ten
eerste, maakt u nog steeds werk van de aangekondigde hervorming
van de Raad van State? Ten tweede, blijven de krachtlijnen van de
hervorming zoals u deze hebt aangekondigd en toegelicht in het
Parlement onverminderd van kracht of is de idee die blijkbaar in het
veld leeft, bewaarheid? Kunt u daarbij dan wat meer uitleg geven?
Ten derde, wanneer mogen we een wetsontwerp in verband met de
hervorming van de Raad van State verwachten? Ten vierde, wat was
de achterstand begin juli 2003 toen deze regering aan de klus is
begonnen? Wat is de evolutie respectievelijk een jaar later, toen de
hervorming werd aangekondigd, en twee jaar later, nu de hervorming
nog geen feit is? Ten vijfde, welke timing stelt u vandaag voorop om
de achterstand weg te werken, gegeven het feit dat u eerst had
gezegd dat de achterstand inzake procedures voor de Raad van State
binnen drie jaar zou worden weggewerkt?
12.01 Stijn Bex (sp.a-spirit):
L'accord de gouvernement
prévoyait des mesures structu-
relles pour résorber l'arriéré au
Conseil dÉ'tat et pour empêcher
des procédures non fondées.
Quant aux procédures en cours,
elles devaient aussi être
accélérées. Quand le ministre a
annoncé ces réformes en juillet
2004, il projetait de résorber cet
arriéré en trois ans. Mais, entre-
temps, ces réformes n'ont toujours
pas été opérées.
Des collaborateurs du Conseil
d'État se demandent si le
gouvernement prendra encore ces
mesures étant donné qu'il
ambitionne également de réformer
fondamentalement la procédure
d'asile et de créer un tribunal des
étrangers.
Le ministre réalisera-t-il
effectivement les réformes
annoncées et en quoi
consisteront-elles exactement?
Quand un projet de loi réformant le
Conseil d'État sera-t-il déposé?
Quelle était l'ampleur de l'arriéré
en juillet 2003 et comment a-t-il
évolué en 2004 et en 2005? Cet
arriéré pourra-t-il encore être
résorbé dans un délai de trois
ans?
12.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bex,
wat de cijfers betreft, moet ik u wat op uw honger laten omdat de
vraag een beetje laattijdig is toegekomen. Ik zal u deze gegevens
12.02 Patrick Dewael, ministre:
Je transmettrai des chiffres
concrets à M. Bex plus tard. La
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
later verstrekken.
Uw vraag inzake de hervorming van de Raad van State is vrij
complex. Ik wens te preciseren dat een hervorming van de Raad van
State zoals dat vroeger gebeurd is met de gewone rechtbanken en
hoven, kortom de Octopushervorming en de hervorming van de
politie, in andere landen meer jaren vergt dan bij ons. Een van de
moeilijke punten blijft dat de Octopushervormingen, hoe noodzakelijk
ze ook waren en blijven, in een te snel tempo zijn doorgevoerd.
Bovendien is het belangrijk dat men de actoren op het terrein
maximaal ik zeg niet dat het helemaal mogelijk is moet trachten
mee te krijgen. Er is niets zo gemakkelijk dan een oefening te maken.
Indien men evenwel vaststelt dat ze in de praktijk en op het terrein op
heel wat weerstand stuit, zet men zichzelf achteruit en zal men de
doelstellingen vaak niet realiseren omdat degenen die de hervorming
moeten waarmaken daarover fundamenteel van mening verschillen.
Men kan denken "ik ben de baas en het zal zo zijn". Indien men het
heeft over rechtbanken en hoven - ook de Raad van State heeft een
rechtsprekende functie en behoort tot een onafhankelijke, maar geen
onaantastbare macht - moet men hier omzichtig mee omspringen.
De doelstellingen die ik naar voren heb gebracht, in casu het
wegwerken van de enorme achterstand bij de dienst Vreemdelingen
op een termijn van 3 jaar, blijven gehandhaafd. De achterstand neemt
in het vreemdelingencontentieux niet verder toe. Het probleem van
enorme achterstand blijft evenwel bestaan in het ander contentieux.
We moeten deze vraag durven stellen. We focussen soms te
gemakkelijk op de achterstand in het vreemdelingencontentieux. Ook
in andere materies zoals ruimtelijke ordening zijn er mensen die reeds
8 à 9 jaar wachten op een uitspraak van de Raad van State. Die
toestand is even onaanvaardbaar. Dat behoeft geen betoog.
Een hervorming van de Raad van State moet er, mijns inziens, altijd
op gericht zijn dat de principes van de Octopushervormingen van de
gewone magistratuur op het vlak van management, rendementen die
moeten gerealiseerd worden, cijfers en doelstellingen die moeten
waargemaakt worden, ook effectief van toepassing worden op de
Raad van State, hetgeen vandaag nog steeds niet het geval is.
Dat maakt deel uit van de globale aanpak.
De voorbije weken ik heb dat trouwens ook al in het Parlement
meegedeeld hebben wij terug met de Raad van State rond de tafel
gezeten en zijn er een aantal alternatieve voorstellen door de Raad
van State zelf geformuleerd. Ik vond dat belangrijk en positief, omdat
tot dan de Raad van State in feite ervan uitging dat de problemen
vanzelf zouden oplossen mocht hen meer personeel worden gegeven.
Ik dacht dus dat wij verder moesten gaan. Ik denk dus dat wij de
voorbij maandn een belangrijke stap hebben gezet, een belangrijke
klip hebben genomen, omdat ik heb vastgesteld dat het besef nu
sterk aanwezig is, dat inhoudt: ofwel werken we mee, ofwel worden
we aangepast. Ik verkies nog altijd, na overleg, te komen tot een
werkmethode die maximaal is afgestemd.
Wij hebben die alternatieve voorstellen bestudeerd. Ze zijn opnieuw
op kabinetsniveau onderzocht. Deze voormiddag uw vraag is goed
getimed heeft het kernkabinet van die nieuwe voorstellen ook
kennis genomen. Ik heb goede hoop dat wij tegen de Ministerraad
réforme Octopartite a été réalisée
très rapidement en Belgique et
toutes les parties concernées
n'adhéraient pas aux mesures
mises en oeuvre. Les cours, les
tribunaux et le Conseil d'État ont
une fonction juridictionnelle et
appartiennent à un pouvoir
indépendant qu'il faut traiter avec
circonspection.
L'objectif visant à résorber le
retard à l'Office des étrangers
dans les trois ans est maintenu. Le
retard ne s'accroît pas au sein de
ce service, mais d'autres services
du Conseil d'État sont toujours
confrontés à un retard énorme.
Une réforme devrait permettre que
les principes et les objectifs de la
réforme Octopartite
soient
également appliqués au Conseil
d'État.
Au cours des dernières semaines,
nous avons eu avec des
représentants du Conseil d'État
des discussions constructives sur
les réformes futures. On a compris
qu'il est préférable de coopérer
aux réformes qui, sinon, seront
imposées. Les propositions de
rechange formulées par le Conseil
d'État sont examinées par mon
cabinet et seront soumises au
Conseil des ministres vendredi.
Ensuite, je pourrai vous fournir des
précisions sur ces propositions.
La procédure d'asile est
également à l'examen. Si le retard
au niveau de l'Office des étrangers
et du Commissariat général aux
réfugiés est près d'être résorbé, la
commission permanente de
recours accuse par contre
aujourd'hui un retard important.
Vendredi prochain, je soumettrai
des propositions de réforme de la
procédure d'asile au Conseil des
ministres.
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
van vrijdag een aantal alternatieve pistes mee zullen goedkeuren.
Ik blijf uiteraard uitgaan van mijn hoofddoelstelling in verband met de
Raad van State. Over een aantal voorstellen die een kans maken kan
of mag ik nog niet meer zeggen omdat ik eerst de goedkeuring wil
van de Ministerraad. Daarna kom ik er zelf op terug.
Ten slotte, het beperkt zich inderdaad niet alleen tot de Raad van
State. De brede asielprocedure wordt daarbij ook in ogenschouw
genomen. Ik verklaar mij nog een beetje nader. Bij DVZ en bij het
commissariaat-generaal voor de vluchtelingen is er eigenlijk geen al
te groot probleem meer, want daar is men erin geslaagd om die
achterstanden weg te werken. Maar u weet dat het commissariaat-
generaal een achterstand wegwerkt met bijna duizend eenheden per
maand, waardoor het op het einde van het jaar geen achterstand
meer zal hebben. Het probleem zal echter fors verplaatst worden naar
de vaste commissie voor de beroepen. Met andere woorden: het
knelpunt is niet alleen de Raad van State, maar ook de vaste
commissie voor de beroepen moet in ogenschouw genomen worden.
Ik ben van plan om aan de Ministerraad effectief voorstellen voor te
leggen, op vrijdag, die zich niet uitsluitend beperken tot de Raad van
State, maar die een vrij fundamentele wijziging zullen inhouden van
de asielprocedure.
Vergeef mij dat ik daarover vandaag niet meer kan zeggen. Als ik
daarover vandaag meer uitleg geef, is dat vaak een reden waarom er
in de Ministerraad dan soms meer moeilijkheden zijn met het
doordrukken van bepaalde thesissen. Dat laatste is niet bedoeld voor
het verslag, mijnheer de voorzitter.
12.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb begrip voor het feit dat ik
op mijn vierde en vijfde vraag over de cijfers pas later een antwoord
zal kunnen krijgen. Ik besef dat ik de vragen zeer kort voor deze
bijeenkomst van de commissie heb ingediend. Ik dacht niet dat ze
vandaag al aan bod zouden kunnen komen.
Mijnheer de minister, u zegt dat men de instellingen zelf en de actoren
op het terrein mee moet hebben, als men een fundamentele
hervorming van een aantal instellingen wil doorvoeren. Ik meen dat u
volledig gelijk hebt. Het is goed dat de betrokkenen bij de Raad van
State de stap hebben gezet om de dialoog aan te gaan, samen mee
te zoeken naar constructieve oplossingen en zich niet alleen te
verschuilen achter de vraag naar meer personeel om de achterstand
op te lossen.
Ik neem aan dat wij vrijdag na de Ministerraad meer zullen vernemen
over de details van de hervorming die voorgesteld zal worden, maar ik
kan u vandaag alvast meedelen dat wij alleszins met de principes
akkoord kunnen gaan, indien er plannen zijn om tot een
administratieve vreemdelingenrechtbank te komen, waarbij de Raad
van State een cassatiemogelijkheid heeft. Wij kijken uiteraard uit naar
de details die ons in de loop van de volgende dagen zullen worden
bezorgd.
12.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
suis d'accord avec le ministre pour
dire que les institutions doivent
collaborer aux réformes. Je me
réjouis du fait que le Conseil d'État
soit disposé à participer de
manière constructive à la
recherche de solutions plutôt que
de demander du personnel
supplémentaire. Nous pouvons
marquer notre accord sur le
principe de la création d'un tribunal
administratif pour les étrangers,
avec une possibilité de pourvoi en
cassation pour le Conseil d'État.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
13 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het permanent overleg met de balies ter beperking van het aantal manifest ongegronde beroepen bij
de Raad van State" (nr. 7560)
13 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la concertation
permanente avec les barreaux en vue de limiter le nombre de recours manifestement non fondés
introduits auprès du Conseil d'Etat" (n° 7560)
13.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil u een vraag stellen over het overleg met de balies, dat
in het regeerakkoord werd vooropgesteld teneinde het neerleggen van
manifest ongegronde verzoeken tegen te gaan. In het regeerakkoord
werd gesteld dat er een permanent overleg zou plaatsvinden. Men wil
daarmee vooral een einde maken aan het misbruik dat sommige
advocaten van de Raad van State maken. Vooral in
vreemdelingendossiers wordt de Raad te veel als een tweede
beroepsmogelijkheid beschouwd. De magistraten zelf klagen over de
vele beroepen die geen enkele kans maken, terwijl in
vreemdelingendossiers ongeveer slechts twee op duizend dossiers
worden vernietigd.
In 2004 werd het aantal toegekende punten per pro Deo-zaak sterk
teruggeschroefd. Tot twee jaar terug kreeg men vijfentwintig punten
per verzoekschrift, maar vorig jaar veranderde dat en
standaardverzoekschriften zijn nog slechts drie of vijf punten waard.
Ten eerste, heeft de vermindering van de punten voor een
standaardverzoekschrift inderdaad geleid tot een verhoging van het
aantal gemotiveerde verzoeken bij de Raad van State? Ik heb me al
vaak ongelooflijk geërgerd aan formulieren waar alleen de naam van
de asielzoeker dan nog fout geschreven wordt ingevuld op een
standaardformulier. Zijn er verhoudingsgewijs nu meer verzoeken die
wel degelijk goed zijn gemotiveerd?
Ten tweede, heeft de vermindering van de punten voor een
standaardverzoekschrift geleid tot een vermindering van het aantal
verzoeken bij de Raad van State?
Ten derde, op basis van de antwoorden op de twee voorgaande
vragen, hoe evalueert u deze maatregel?
Ten vierde, op welke basis wordt een verzoekschrift als een
standaardverzoekschrift omschreven?
Ten vijfde, in welke mate is het overleg met de balie permanent?
Welke zijn daarvan de eventuele resultaten?
Ten zesde, worden in het licht van dat overleg nog andere
maatregelen gepland om de doelstelling van het regeerakkoord te
realiseren?
13.01 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Certains avocats abusent du
Conseil d'État en introduisant des
requêtes manifestement non
fondées, principalement dans des
dossiers concernant des
étrangers. Or dans l'accord de
gouvernement, on s'était proposé
de mettre fin à ces abus en
organisant une concertation
permanente avec les barreaux.
L'an passé, dans ce contexte, le
nombre de points attribués pour
une requête standard dans une
affaire pro Deo a été réduit très
sensiblement. Cela a-t-il permis de
faire baisser, comme on l'espérait,
le nombre de requêtes? Les
requêtes sont-elles désormais
motivées plus solidement? La
concertation avec les barreaux
est-elle fructueuse? Le
gouvernement a-t-il d'autres
mesures en réserve?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bex,
vanmorgen is tijdens de vergadering van het kernkabinet van
gedachten gewisseld. Er is een consensus waarover ik vandaag nog
niet veel meer kan zeggen. Ik wil wel eerst preciseren dat het
puntensysteem dat van toepassing is, een bevoegdheid is van mijn
collega, de minister van Justitie. Zij zal met de balies moeten
overleggen om tot bepaalde aanpassingen te komen.
13.02 Patrick Dewael, ministre:
Lors du Conseil des ministres
restreint de ce matin, un
consensus s'est dégagé sur cette
question mais je ne puis vous en
dire plus pour l'instant.
Des abus sont effectivement
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Er zijn daar inderdaad nogal wat misbruiken. Bepaalde advocaten
bezondigen zich daaraan meer dan anderen. Meestal zijn zij aan de
balies gekend. Het is niet altijd gemakkelijk voor een stafhouder
daartegen op te treden.
Ik geef u het volgende concrete voorbeeld. In een dossier inzake asiel
probeert een advocaat natuurlijk zijn cliënt in het land te houden.
Hij put daarvoor soms alle mogelijke procedures uit omdat hij weet
dat de lengte van de procedure op een bepaald moment een
argument wordt ter appreciatie waardoor het soms onmogelijk wordt
om iemand het land uit te zetten. Men kan dan zeggen dat die
advocaat niet meer of niet minder heeft gedaan dan de belangen van
zijn cliënt maximaal te verdedigen. Ik denk dat als er werkelijk
misbruiken zijn van procedures met standaardverzoekschriften en
dergelijke meer, dan bestaat de consensus dat de minister van
Justitie met de balies overleg zal plegen om tot een aanpassing te
komen van dat puntensysteem. Dit gebeurt nadat dit is ook de
conclusie van deze voormiddag ikzelf eerst met de balies overlegd
heb en de grote lijnen van de hervorming van de Raad van State nog
eens aan hen zal toelichten. Wij hebben afgesproken dat, als we
vrijdag landen met een globale oplossing, de minister van
Binnenlandse Zaken zijn oplossing zal toelichten aan de balies en de
balies zal wijzen op een aantal punten waar het in het verleden spaak
liep doordat bepaalde procedures oneigenlijk werden gebruikt. In
tweede orde zal de minister van Justitie het puntensysteem opnieuw
negotiëren om bijkomende stimuli te hebben om die misbruiken aan
banden te leggen.
commis mais le bâtonnier ne peut
pas toujours intervenir. C'est ainsi
que tel avocat s'évertuera à
maintenir sur notre territoire son
client demandeur d'asile parce
qu'il sait que la longueur de la
procédure joue en sa faveur.
S'agit-il dans ce cas d'un abus ou
cet avocat défend-il au mieux les
intérêts de son client?
Le système à points est de la
compétence de la ministre de la
Justice. C'est à elle qu'il appartient
d'adapter ce système en
concertation avec les barreaux.
Pour ma part, je vais commencer
par exposer la réforme du Conseil
d'État aux barreaux pour attirer
leur attention sur les effets
néfastes de l'usage impropre de
certaines procédures.
13.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik vind het zeker een goede zaak dat er
een hervorming zal worden doorgevoerd en dat de balies en de
advocaten daarna op hun verantwoordelijkheid zullen worden
gewezen. Met betrekking tot dat puntensysteem vraag ik mij af of mijn
informatie dan niet correct is. Werd die hervorming nog niet
doorgevoerd? Wordt ze pas ingevoerd nadat de hervorming van de
Raad van State heeft plaatsgevonden?
13.03 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Chacun doit en effet être placé
devant ses responsabilités.
13.04 Minister Patrick Dewael: Ja.
13.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijn vraagstelling zat dus eigenlijk fout
aangezien ik ervan uitging dat dit reeds vorig jaar was doorgevoerd.
13.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Je
pensais que la réforme du
système à points avait déjà été
mise en oeuvre.
13.06 Minister Patrick Dewael: U denkt dat er vorig jaar al
aanpassingen zijn geweest? Deze aanpassingen waren van een
andere orde. Nu is naar aanleiding van het onderzoeken van de
asielprocedures van mijn kant aan Justitie het signaal gegeven dat
over bepaalde zaken opnieuw moest worden overlegd met de balies
omdat bepaalde problemen zich niet oplossen.
13.07 Stijn Bex (sp.a-spirit): Kan u zeggen of dit ook enig effect
heeft gehad?
13.08 Minister Patrick Dewael: Die vraag is moeilijk te beantwoorden
in dit korte tijdsbestek maar het is ontegensprekelijk zo dat het aantal
ingediende beroepen is afgenomen. Of dit nu te wijten is aan een
vermindering van het aantal toegekende punten is moeilijk te
13.08 Patrick Dewael, ministre:
Étant donné que la procédure
d'asile ne se déroule pas comme il
le faudrait, j'ai à présent demandé
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
beantwoorden. Ik denk dat er ook andere factoren een rol spelen. Er
is een algemene vermindering van het aantal asielaanvragen. Er is
ook het feit dat bij een aantal instanties de achterstand wordt
ingelopen. Anderzijds stel ik vast dat inzake de toepassing van artikel
19 het aantal toeneemt. Op dat vlak spelen weer dezelfde kantoren
soms een vrij dominante rol.
Ik denk dat we vanaf volgende week meer toelichting kunnen geven.
à la Justice d'entamer une
nouvelle concertation avec les
barreaux. Des adaptations
précédentes ont abouti à une
diminution réelle du nombre de
recours, même si d'autres facteurs
y contribuent également.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de specifieke bijkomende en tijdelijke bescherming van asielzoekers" (nr. 7561)
14 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la protection
complémentaire et temporaire spécifique des demandeurs d'asile" (n° 7561)
14.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb u in het verleden reeds ondervraagd over het statuut
voor de bijkomende en tijdelijke bescherming, die in het
regeerakkoord was aangekondigd en waarbij ook vermeld werd dat
de toegang tot de arbeidsmarkt zou toegekend worden aan personen
voor wie een niet-terugleidingsclausule geldt.
Inmiddels werd in april 2004 de Europese richtlijn betreffende de
definitie van vluchteling en de subsidiaire bescherming aangenomen.
In uw beleidsnota van het jaar 2005 stelt u dat die richtlijn zo snel
mogelijk in de vreemdelingenwetgeving zal worden omgezet.
Het is inderdaad raadzaam om de omzetting snel te realiseren: de
richtlijn moet omgezet worden vóór oktober 2006. Er is echter geen
enkele reden om tot dan te wachten. Wij hebben in het verleden
reeds herhaaldelijk kennisgenomen van acties van afgewezen
asielzoekers, mensen voor wie een niet-terugleidingsclausule gold. In
die gevallen - ik zeg niet dat het voor alle actievoerders van
toepassing had moeten zijn - was het toch nuttig dat zij op die manier
een bescherming zouden kunnen genieten.
Mijnheer de minister, graag had ik van u dan ook een antwoord
gekregen op volgende vragen.
Hoever staat u met de omzetting van de Europese richtlijn naar
Belgisch recht?
Wanneer mogen wij een wetsontwerp verwachten? Kan u reeds meer
toelichting geven bij de inhoud daarvan?
Maakt u tegelijk werk van de toegang tot de arbeidsmarkt voor
personen voor wie een niet-terugleidingsclausule geldt?
Meer in het algemeen, welk statuut zal er van toepassing zijn op de
mensen die zo'n statuut van bijkomende bescherming kunnen
genieten? Is dat een statuut dat zeer sterk gelijkt op dat van de
asielzoeker? Waarin liggen dan juist de verschilpunten?
14.01 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Dans sa note de politique
générale, le ministre a annoncé
que la directive européenne d'avril
2004 relative à la définition de
réfugié et à la protection
subsidiaire sera transposée dans
la législation sur les étrangers
dans les meilleurs délais. Cette
transposition doit avoir lieu d'ici à
octobre 2006.
Où en est-on exactement? Quand
y aura-t-il un projet de loi? Le
ministre s'occupe-t-il aussi de
l'accès au marché de l'emploi pour
les personnes auxquelles
s'applique une clause de non-
reconduite? Quel statut
appliquera-t-on aux personnes
bénéficiant d'un statut de
protection subsidiaire? Ce statut
est-il très semblable à celui de
demandeur d'asile?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, er bestaat een
voorontwerp van wet tot omzetting of vertaling van die zogenaamde
kwalificatierichtlijn. Werkgroepen hebben zich daarover reeds
14.02 Patrick Dewael, ministre: Il
existe un avant-projet de loi
transposant la directive relative à
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
gebogen. Er worden op dit ogenblik nog een aantal aanpassingen
aangebracht conform de resultaten van die werkgroepen.
Ik zou er toch nog eens de nadruk op willen leggen dat er nu reeds in
ons land een subsidiaire bescherming wordt geboden, met name door
de ruime interpretatie van de Conventie van Genève, door de
toepassing van de niet-terugleidingsclausule en door het toestaan van
verblijfsmachtigingen in buitengewone omstandigheden.
Met andere woorden, rekening houdend met hetgeen Europees
beslist is geworden, bestaat er de facto reeds toepassing van de
filosofie die in de kwalificatierichtlijn kan worden teruggevonden. De
bedoeling is om dat effectief in een ontwerp te vertalen, dat het
Parlement dan moet goedkeuren, om een duidelijk en eenvormig
systeem van subsidiaire bescherming te krijgen.
Het statuut van subsidiaire bescherming zal inhouden dat een tijdelijk
verblijfsrecht wordt verleend en dat de genieter van dat statuut
toegang krijgt tot de arbeidsmarkt. Dat was iets waar het bestaande
nog wat problemen en vragen blijft oproepen.
In het kader van overgangsbepalingen zal er een regeling worden
uitgewerkt om personen die nu de niet-terugleidingsclausule genieten,
onder toepassing van het vernieuwde subsidiaire
beschermingsstatuut te laten ressorteren.
Op die wijze wordt een maximale invulling gegeven aan het
regeerakkoord. Ik verheel u ook niet dat natuurlijk de
kwalificatierichtlijn van belang is, maar dat er ook andere richtlijnen
zijn in verband met asiel- en vreemdelingenaangelegenheden. Ik denk
bijvoorbeeld aan datgene wat voorzien is op vlak van de
gezinshereniging. Ik wil erop toezien dat men in de vertaling van de
Europese richtlijnen het politieke evenwicht dat bestaat in het
regeerakkoord, ook in die Europese implementatie van richtlijnen voor
ogen houdt. Er zullen wat hardere bepalingen noodzakelijk zijn,
waarvan een aantal landen niet alleen Denemarken, maar ook
andere landen gebruikmaken. Er zijn natuurlijk een aantal andere
zaken die voor mij ook moeten gebeuren. Ik zou wel op een bepaald
moment in de regering willen vaststellen dat er een globaal evenwicht
is. Dan kan ik ook met de beste voorstellen naar het Parlement
komen.
Ik denk dat men in één keer die wet moet aanpassen en dat men die
wet geen vier keer ter discussie moet stellen in het Parlement.
la qualification. Le travail
d'adaptation du texte sur la base
des résultats des groupes de
travail est en cours. Une protection
subsidiaire est déjà offerte
aujourd'hui dans notre pays, grâce
à la large interprétation de la
Convention de Genève, à
l'application de la clause de non-
reconduite et à l'octroi
d'autorisations de séjour dans des
circonstances exceptionnelles. La
philosophie de la directive de
qualification est donc déjà
d'application dans les faits.
Le statut de protection subsidiaire
impliquera qu'un droit de séjour
temporaire sera accordé et que le
bénéficiaire aura accès au marché
de l'emploi. Une nouvelle
disposition sera élaborée pour
faire bénéficier de ce nouveau
statut les personnes auxquelles la
clause de non-reconduite
s'applique maintenant.
L`accord de gouvernement est
donc mis en oeuvre au maximum.
D'autres directives concernant les
questions liées à l'asile et aux
étrangers sont également
importantes, par exemple dans le
cas d'un regroupement familial.
Dans le cadre de l'application de
directives, nous devons garder
présent à l'esprit l'équilibre
politique de l'accord de
gouvernement et adapter la loi en
une seule fois.
14.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn antwoord
en onthoud dat daarover binnen de regering nog een duchtig woordje
moet gediscussieerd worden. U geeft zelf aan dat het mogelijk zal
worden om op een legale manier te werken voor die mensen voor wie
nu een niet-terugleidingscausule geldt. Dat is toch heel belangrijk. Die
mensen willen vaak werken, die mensen zijn hier en kunnen niet
terug. Het is toch een zeer slechte zaak dat zij op dit moment door de
bestaande regelgeving eigenlijk vaak gedwongen worden om zich in
het illegale arbeidscircuit te begeven. Ik denk dat dit op geen enkele
manier een goede zaak kan zijn, maar men kan er in deze
omstandigheden à la limite zelfs begrip voor opbrengen omdat de
mensen zich verplicht zien om zich daarin te begeven.
14.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Des
discussions doivent donc encore
être menées au sein du
gouvernement. Les personnes
bénéficiant d'une clause de non-
reconduite pourront travailler
légalement. Souvent, ces
personnes souhaitent travailler,
car elles sont ici et ne peuvent
retourner dans leur pays d'origine.
Elles sont aujourd'hui contraintes
de se diriger vers le circuit du
travail illégal. Le ministre peut-il
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Het is een goede zaak dat dit snel zou geregeld worden. Daarom wil
ik toch nog eens de vraag stellen of u daarvoor een timing kunt
vooropstellen. Dit toont juist aan dat het niet goed zou zijn met dat
toch zo belangrijke statuut te wachten tot oktober 2006.
déjà prévoir un calendrier?
14.04 Minister Patrick Dewael: Neen, het moet zo snel mogelijk. Er
speelt natuurlijk altijd een timing bij het omzetten van richtlijnen. We
moeten oog hebben voor ons politieke evenwicht, maar langs de
andere kant mogen we natuurlijk de timing die Europa oplegt aan de
lidstaten, niet uit het oog verliezen.
Als we vrijdag in de Ministerraad een belangrijke stap kunnen zetten
met de hervorming van de asielprocedures, dan zullen we ook
gemakkelijker de laatste knelpunten kunnen aanpakken.
14.04 Patrick Dewael, ministre:
Ce sera fait dès que possible. Si
vendredi, au Conseil des
ministres, nous franchissons une
étape importante dans la réforme
des procédures d'asile, nous
pourrons nous attaquer plus
facilement aux derniers
problèmes.
14.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Het is een zeer belangrijke
Ministerraad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de aandacht die Belgische asielinstanties besteden aan asielzoeksters" (nr. 7562)
15 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'attention que les
instances d'asile belges accordent aux demandeuses d'asile" (n° 7562)
15.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, maandag 20 juni 2005 was de jaarlijkse
Wereldvluchtelingendag.
Bij die gelegenheid heeft Amnesty International België een actie
opgezet rond de problematiek van vrouwelijke asielzoekers in België.
Op die manier wilde Amnesty International een aantal aanbevelingen
ter bevordering van een meer gendergevoelig asielbeleid onder de
aandacht brengen. De organisatie roept de Belgische overheid op
dringend werk te maken van een gecoördineerd asiel- en
genderbeleid.
Er zijn een aantal vormen van geslachtsgebonden vervolging
waarvoor vrouwen hun land verlaten. De eerlijkheid gebiedt mij te
zeggen dat de diensten die werken rond asiel in ons land, daaraan
een zekere aandacht schenken. Het probleem dat wordt
gesignaleerd, is dat die aandacht vandaag ietwat afhangt van de
affiniteit die de betrokken ambtenaar heeft met de problematiek maar
dat dit niet op een systematische manier gebeurt.
Dat kan volgens Amnesty leiden tot een onterechte afwijzing van de
asielaanvraag. Ook het feit dat de ene persoon al wat meer met de
redenen voor vervolging rekening zal houden dan de andere, leidt
ertoe dat er een zekere willekeur is in bedoelde dossiers.
Volgens de mensenrechtenorganisatie wordt bovendien te weinig
aandacht besteed aan de behandeling van vrouwen tijdens de
asielprocedure, juist omdat een aantal vakspecifieke oorzaken aan de
basis liggen van de vlucht naar ons land, zoals bijvoorbeeld seksueel
geweld. Daarvoor is er een specifieke omkadering, zoals ook bij
slachtoffers van seksueel geweld. Voor de manier waarop zij worden
bejegend door onze politiediensten, moet er een specifieke
15.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): A
l'occasion de la Journée mondiale
des Réfugiés, Amnesty
International Belgique a lancé une
campagne pour une politique
d'asile plus attentive au genre. Il
existe en effet des formes de
persécutions spécifiques aux
femmes, qui poussent celles-ci à
quitter leur pays. Lorsque le
fonctionnaire qui traite le dossier
n'est pas informé de cette
problématique, la demande d'asile
risque d'être rejetée injustement.
On accorde également trop peu
d'attention à l'encadrement
spécifique qui est nécessaire pour
les victimes de violences
sexuelles. Amnesty International
demande plus concrètement
l'élaboration de directives
spécifiques relatives aux
demandeuses d'asile et la création
d'un bureau spécifique du genre
auprès de l'Office des étrangers.
Le ministre reconnaît-il que dans
la procédure d'asile, trop peu
d'attention est accordée aux
questions liées au genre? Le
ministre est-il disposé à réserver
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
benadering zijn.
Concreet roept Amnesty International België u op om een aantal
richtlijnen aan te nemen met betrekking tot gendergebonden gronden
voor vervolging en met betrekking tot de behandeling van
asielaanvragen van vrouwelijke asielzoekers. Ze roept u ook op om
een genderbureau op te richten bij de Dienst Vreemdelingenzaken en
om een systeem van gegevensverwerking op te starten, zodat de
statistische gegevens over gendergebonden dossiers beter in kaart
zouden kunnen worden gebracht.
Ik wil u graag de volgende, concrete vragen stellen.
Ten eerste, erkent u dat in de asielprocedure te weinig aandacht
wordt besteed aan gendergebonden problematieken, zoals
geslachtsgebonden vervolging, en dat zowel in de beoordeling van het
verzoek als in de bejegening van de asielzoeksters?
Ten tweede, bent u van plan om tegemoet te komen aan de vragen
van Amnesty International? Zo ja, op welke manier zult u dat doen?
Ten slotte, klopt het dat de functie van gendercoördinator bij het
comissariaat-generaal al een half jaar oningevuld is? De persoon die
de functie uitoefende, heeft immers een andere functie opgenomen.
Tot nu toe werd echter niet in zijn vervanging voorzien. Indien dat het
geval is, zou ik u willen oproepen om aan te sturen op een snelle
invulling van de positie.
une suite favorable aux
propositions d'Amnesty
International? Est-il exact que la
fonction de coordinateur des
questions liées au genre auprès
du Commissariat général aux
réfugiés est vacante depuis six
mois?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral
ben ik van oordeel dat de Belgische asielinstanties de nodige
aandacht besteden aan de genderproblematiek. Op het procedurele
vlak wordt een aantal zaken reglementair gewaarborgd. Op het
inhoudelijke vlak volstaat de toetsing aan de criteria van de Conventie
van Genève van 1951 om de problematiek van kwetsbare groepen,
zoals vrouwelijke asielzoekers, op te vangen.
Artikel 8 van het KB van 11 juli 2003, dat de procedure regelt voor de
behandeling van een asielaanvraag bij de Dienst
Vreemdelingenzaken, formaliseert de al lang bestaande praktijk dat
vrouwelijke asielzoekers kunnen opteren voor een interview door een
vrouwelijke ambtenaar, bijgestaan door een vrouwelijke tolk.
Ambtenaren van DVZ kunnen worden opgeleid en worden ook
opgeleid over de specifieke behoeften van kwetsbare groepen. Ook
dat opleidingsaspect wordt reglementair gewaarborgd in het
genoemde KB.
Bij het commissariaat-generaal wordt op reglementair vlak evenzeer
in waarborgen voorzien. Ik som er een aantal op. Het werkingsbesluit
van het commissariaat-generaal van 11 juli 2003 bepaalt dat de
ambtenaar die de asielaanvraag beoordeelt rekening moet houden
met eventuele gendergebonden aspecten van de asielaanvraag.
Artikel 4, paragraaf 1, van het KB bepaalt uitdrukkelijk dat de
ambtenaar rekening moet houden met de specifieke omstandigheden
van de asielzoeker, zeker als hij behoort tot een kwetsbare groep.
Daarnaast voorziet artikel 15, tweede alinea, van het besluit in de
mogelijkheid van gehoor van de asielzoeker door een ambtenaar van
hetzelfde geslacht. Ten slotte wordt tijdens de interne opleidingen
over gehoortechnieken van asielzoekers de nodige aandacht besteed
15.02 Patrick Dewael, ministre:
Je pense que les instances d'asile
belges accordent suffisamment
d'attention à la problématique de
l'appartenance sexuelle. Sur le
plan des procédures, il existe
suffisamment de garanties
réglementaires et sur le plan du
contenu, il suffit de s'assurer du
respect des critères de la
Convention de Genève. En outre,
les demandeurs d'asile peuvent
toujours opter pour un entretien
avec une fonctionnaire du sexe
féminin, assistée d'une interprète
du même sexe. A cet égard, les
agents de l'Office des étrangers
suivent une formation sur les
besoins spécifiques des groupes
les plus vulnérables. Dans le cadre
d'une demande d'asile, les agents
du commissariat général doivent
également tenir compte des
aspects liés au sexe. Ils doivent en
outre être attentifs aux besoins
spécifiques des groupes les plus
vulnérables. Enfin, les formations
internes sur les techniques
d'audition accordent l'attention
nécessaire à cette problématique.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
aan deze problematiek.
Ten gronde toetsen de asielinstanties de asielaanvragen aan criteria
opgesomd in de Conventie van Genève. Naast ras, religie,
nationaliteit en politieke overtuiging is het behoren tot een sociale
groep een van de in het verdrag opgesomde vervolgingsgronden.
Algemeen wordt aangenomen dat een sociale groep wordt
samengesteld uit leden die aangeboren en onveranderlijke
karakteristieken vertonen. Het geslacht van een persoon is
overduidelijk een aangeboren en onveranderlijke karakteristiek. Een
erkenning als vluchteling op gendergebonden motieven is dus
mogelijk en werd in de praktijk trouwens ook al toegekend.
Voorts acht ik de oprichting van een specifiek coördinatiebureau bij
dienst Vreemdelingenzaken niet nodig. DVZ kan een beroep doen op
Cedoca, de documentatie- en informatiedienst van het
commissariaat-generaal, om de situatie in de landen van herkomst te
onderzoeken als gendergebonden motieven worden ingeroepen. Er
bestaat dus een dergelijke instantie, waarop men volgens mij effectief
zou kunnen terugvallen.
DVZ kan ook een beroep doen op de gendercoördinator van het
commissariaat-generaal, dat mij meldt dat die functie sinds 1997
effectief bestaat. Door een interne verschuiving wordt die functie
momenteel tijdelijk en deeltijds uitgeoefend door de coördinator niet-
begeleide minderjarige asielzoekers. Een nieuwe gendercoördinator
zal worden aangesteld. Een interne oproep tot kandidaatstelling werd
zeer recent, op 15 juni 2005, op het commissariaat-generaal
verspreid.
Les instances d'asile confrontent
les demandes d'asile quant au
fond à l'ensemble des critères de
la Convention de Genève. Outre la
race, la religion, la nationalité et
les convictions politiques,
l'appartenance sexuelle est
également acceptée comme motif
de persécution. L'on peut donc
être reconnu comme réfugié sur la
base de motifs liés à
l'appartenance sexuelle.
Il ne faut pas nécessairement
créer un bureau spécifique en
matière de genre puisque l'Office
des étrangers peut faire appel au
CEDOCA, le centre de
documentation et d'information du
commissariat général. La fonction
de coordinateur en matière de
genre existe depuis 1997. Il est
exact que cette fonction est
actuellement assumée à temps
partiel par le coordinateur des
demandeurs d'asile mineurs. Le
15 juin 2005, un appel interne aux
candidats a toutefois été lancé.
15.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord.
Er wordt inderdaad bij de diensten rekening gehouden met
genderspecifieke feiten. Volgens Amnesty International, toch geen
onbelangrijke organisatie, blijkt echter dat dat niet op een
systematische manier gebeurt. Ik hoop dat daaraan, onder meer door
de snelle invulling van de functie van gendercoördinator, snel meer
aandacht zal worden besteed door de diensten.
Ik neem akte van uw antwoord, dat ik zal doorgeven aan degenen die
het dossier hebben ingediend, hun vragen wat hun standpunt
daaromtrent is en daarover eventueel later nog vragen indienen.
15.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
grief d'Amnesty n'est pas que la
problématique spécifiquement liée
au genre soit négligée mais qu'elle
ne fasse pas l'objet d'une attention
soutenue. Nous espérons qu'il
sera rapidement pourvu à la
fonction de coordinateur du genre
et que la situation s'en trouvera
améliorée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het gebruik, de opslag en de bewaring van de wapens van de politie" (nr. 7564)
16 Question de M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'utilisation,
l'entreposage et la conservation des armes de la police" (n° 7564)
16.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik verontschuldig me dat ik de middagpauze
uitstel.
Mijnheer de minister, deze vraag handelt over het gebruik, de opslag
en de bewaring van politiewapens. De afgelopen weken hebben
16.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
rapport annuel du Comité P
montre que les policiers qui se
suicident ou commettent un
meurtre utilisent souvent à cette
fin leur arme de service. Il semble
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
verschillende media bericht over het gebruik van het dienstwapen van
een politieambtenaar bij een zelfmoord of moord.
Op 29 september 2004 heeft de commissie voor de Binnenlandse
Zaken hierover al een discussie gevoerd. De discussie werd
ingegeven door de jaarverslagen van het comité P waaruit bleek dat
de cijfers inzake zelfdoding bij politiemensen gemiddeld tweemaal
hoger liggen dan bij de gemiddelde Belg. Er wordt daarbij
gebruikgemaakt van het eigen dienstwapen. Zonder de andere
oorzaken van die opmerkelijke cijfers van het hoge aantal
zelfdodingen uit het oog te willen verliezen, heeft de commissie toen
aangestipt dat de vlotte beschikbaarheid van wapens rechtstreeks ten
grondslag lijkt te liggen aan die persoonlijke drama's. Uit de
jaarverslagen van het comité P blijkt immers dat in de meeste
politiezones de regels met betrekking tot het beheer van wapens en
munitie niet of slechts gedeeltelijk worden nageleefd. In de praktijk
blijkt dat de meeste zones aan de individuele politieambtenaren een
grote vrijheid toekennen en dat ze zelf beslissen of ze al dan niet hun
wapen mee naar huis nemen. Dat is zeker geen goede zaak.
Op 29 september 2004 hebt u verklaard aan een nieuwe
reglementering te werken, een, soort coördinatie van de regelgeving
voor het gebruik, de opslag en bewaring van politiewapens.
Ik wens u terzake volgende vragen te stellen, mijnheer de eerste
minister.
Kunt u een recent overzicht geven van het aantal zelfmoorden of
zelfmoordpogingen bij politieambtenaren? In welke mate werd daarbij
het eigen dienstwapen gebruikt?
Kunt u een recent overzicht geven over de misdaden die gepleegd
werden door politieambtenaren met behulp van hun dienstwapen?
Ten derde, is er een evolutie merkbaar in de zorgwekkende
vaststelling van het comité P aangaande het beheer van wapens en
munitie? U heeft vorig jaar gezegd dat, ondanks dat de nieuwe
regelgeving nog niet gecoördineerd is, er toch stilaan een verbetering
merkbaar is. Zet die evolutie zich voort of niet? Dat is toch wel
belangrijk om te weten. Wat wil u eventueel doen om dergelijke
evolutie te versnellen?
Tot slot, kan u een stand van zaken geven met betrekking tot de
nieuwe regeling in verband met het gebruik, de opslag en de bewaring
van politiewapens?
qu'ils n'auraient aucun mal à
disposer de leur arme de service à
domicile. De nombreuses zones
de police ne se soucient
absolument pas des règles
relatives à la gestion des armes et
des munitions et permettent à
leurs agents de jouir d'une grande
liberté en la matière. C'est la
raison pour laquelle le ministre
annonçait dès septembre 2004
son intention de revoir la
réglementation relative à
l'utilisation et à la conservation des
armes de police.
Le ministre dispose-t-il de
statistiques sur le nombre de
suicides et de meurtres parmi les
fonctionnaires de police? Dans
combien de cas de tels faits ont-ils
été commis avec l'arme de
service? Les conclusions du
ComitéP sont-elles correctes?
Enregistre-t-on une amélioration
du respect des règles? Où en est
la nouvelle coordination de la
réglementation?
16.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, er vielen dit
jaar elf zelfmoorden bij de lokale politie te betreuren en twee bij de
federale politie. Ik kan geen cijfer geven over het aantal
zelfmoordpogingen noch over het gebruik van het dienstwapen bij de
zelfmoorden gepleegd door de leden van de lokale politie. Wat de
federale politie aangaat, is in een geval het dienstwapen gebruikt.
Ten tweede, het is ook onmogelijk om aan de hand van de gegevens
die in de algemene nationale gegevensbank zitten, een overzicht
samen te stellen van misdaden gepleegd door politieambtenaren met
behulp van het dienstwapen, omdat dat eigenlijk een heel
omslachtige, manuele opzoeking vereist, geval per geval. Dat zou
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Onze suicides ont déjà été
enregistrés cette année au sein de
la police locale mais j'ignore s'ils
ont été commis avec une arme de
service. Au sein de la police
fédérale, deux suicides ont été
commis, dont un avec l'arme de
service.
Les informations de la banque de
données nationale ne permettent
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
zeer veel tijd in beslag nemen. De commissaris-generaal heeft op 21
juni, gisteren dus, een tijdelijke interne richtlijn verspreid, die uiteraard
alleen voor de leden van de federale politie geldt en rekening houdt
met het onderzoek van het vast comité P over de veiligheid van de
dienstvuurwapens. De dienstnota bepaalt onder andere dat het thuis
bewaren van het vuurwapen in principe is verboden. Wapens moeten
bovendien op een beveiligde plaats worden bewaard en de munitie
moet gescheiden van het wapen worden opgeslagen. Het diensthoofd
draagt de verantwoordelijkheid om in een crisissituatie te beoordelen
of hij het wapen van een medewerker al dan niet intrekt.
Gelijkaardige schikkingen zullen ook voor de lokale politie van
toepassing worden. Dat zal gebeuren aan de hand van het nieuwe
koninklijk besluit over de politiebewapening.
Er is dus een ontwerp van reglementering klaar.
De collega van Justitie heeft haar opmerkingen al gegeven. Zodra die
nu verwerkt zijn, wordt het ontwerp onder andere ook aan de
vakbonden voorgesteld, zodanig dat ik het onmiddellijk na het
zomerreces door de Ministerraad kan laten goedkeuren.
pas de déterminer combien de
crimes ont été commis par des
policiers au moyen de leur arme
de service. Il faudrait, pour le
savoir, procéder pour chaque cas
individuellement à une enquête
manuelle très complexe.
Hier, le commissaire général a
diffusé à l'intention de la police
fédérale une directive provisoire
disposant que l'arme de service ne
peut en principe pas être
conservée au domicile de son
titulaire et les armes et les
munitions doivent être rangées en
lieu sûr et séparément. En
situation de crise, les chefs de
service peuvent éventuellement
décider du retrait d'une arme. Des
dispositions similaires suivront
pour la police locale. Je dispose à
ce sujet d'un texte qui réglemente
l'armement de la police. Après la
ministre de la Justice, c'est à
présent aux syndicats de formuler
leurs objections afin que le projet
d'arrêté royal puisse être examiné
en Conseil des ministres après
l'été.
16.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal u en de
andere collega's verlossen uit hun lijden en de minister gewoon
bedanken voor zijn antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique de
l'Office des étrangers à l'égard des demandes de régularisation de parents d'enfants de nationalité
belge" (n° 7565)
17 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het beleid dat de Dienst Vreemdelingenzaken voert ten aanzien van regularisatieaanvragen van
ouders van kinderen met de Belgische nationaliteit" (nr. 7565)
17.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il me revient que l'Office des étrangers mène une politique
peu cohérente à l'égard des demandes de régularisation de parents
d'enfants de nationalité belge. Des demandes de régularisation
similaires reçoivent les unes des réponses positives, les autres des
réponses négatives, donc irrecevables. En ce qui concerne les
personnes n'établissant pas à suffisance les circonstances
exceptionnelles visées par l'article 9, §3 de la loi du 15 décembre
1980, votre administration considère que rien n'empêche celles-ci de
retourner temporairement dans leur pays d'origine alors qu'elles ont
un enfant belge, en Belgique bien sûr.
Si la loi de 1980 attribue au ministre de l'Intérieur un pouvoir
17.01 Joseph Arens (cdH): De
Dienst Vreemdelingenzaken voert
een willekeurig beleid inzake
regularisatie-aanvragen van
ouders van kinderen met de
Belgische nationaliteit. Gelijk-
soortige regularisatie-aanvragen
krijgen in het ene geval een
positief antwoord en in het andere
geval een negatief antwoord
waardoor die aanvragen
onontvankelijk zijn. Uw
administratie vindt dat niets de
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
discrétionnaire en matière de régularisation, deux textes
internationaux précisent quelque peu le cadre légal en la matière.
L'article 3 du quatrième protocole additionnel de la Convention
européenne des droits de l'homme prévoit l'interdiction pour un pays
d'expulser ses nationaux.
La Cour européenne de Justice, elle, dans l'arrêt Chen/Royaume-Uni
du 19 octobre 2004, a jugé que le ressortissant mineur en bas âge
d'un Etat membre qui est couvert par une assurance-maladie
appropriée et qui est à la charge d'un parent, lui-même ressortissant
d'un Etat tiers, dont les ressources sont suffisantes pour que le
premier ne devienne pas une charge pour les finances publiques de
l'Etat membre d'accueil, bénéficie d'un droit de séjour à durée
indéterminée sur le territoire de ce dernier Etat. Dans un tel cas, ces
mêmes dispositions permettent au parent qui a effectivement la garde
de ce ressortissant de séjourner avec celui-ci dans l'Etat membre
d'accueil.
A la lumière de ces textes internationaux, pouvez-vous me préciser
les critères précis qui orientent les réponses de l'Office aux demandes
de régularisation introduites par des parents étrangers d'enfants
belges?
personen die de in artikel 9, § 3
van de wet van 15 december 1980
beschreven uitzonderlijke
omstandigheden onvoldoende
aantonen, verhindert om tijdelijk
terug naar hun land van herkomst
te keren terwijl ze in België een
Belgisch kind hebben.
Hoewel de wet van 1980 de
minister van Binnenlandse Zaken
discretionaire bevoegdheid geeft
inzake regularisatie, moet hij toch
binnen de perken van de
internationale wetgeving blijven.
Artikel 3 van het vierde aanvullend
protocol van de Europese
conventie van de mensenrechten
verbiedt een land zijn onderdanen
uit te wijzen. Het Europees Hof
van Justitie heeft geoordeeld dat
de minderjarige onderdaan van
een lidstaat, die gedekt is door een
adequate ziekteverzekering en die
ten laste is van een ouder die zelf
onderdaan is van een derde land
en die over voldoende middelen
beschikt zodat de minderjarige niet
ten laste komt van de
overheidsfinanciën van het
gastland, voor onbepaalde tijd op
het grondgebied van dat land mag
verblijven. De ouder die instaat
voor de minderjarige onderdaan
kan op grond van diezelfde
bepalingen eveneens in het
gastland verblijven.
Kunt u mij, in het licht van die
internationale teksten, zeggen op
grond van welke criteria de Dienst
Vreemdelingenzaken antwoordt op
de door buitenlandse ouders van
Belgische kinderen ingediende
regularisatie-aanvragen?
17.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, afin de
pouvoir bénéficier d'une autorisation de séjour en application de
l'article 9, §3, les étrangers doivent démontrer qu'il leur est
particulièrement difficile, voire impossible de retourner dans leur pays
d'origine ou de résidence pour y introduire une telle demande. Il en va
de même pour les parents d'enfants belges.
Au-delà de cette règle générale, ce sont des principes arrêtés par le
Conseil d'Etat qui guident mon administration lors de l'examen des
demandes d'autorisation de séjour introduites par des parents
d'enfants belges. Dans son arrêt du 8 avril 2004, le Conseil d'Etat
stipule que, si l'enfant a le droit de rester sur le territoire, il a
17.02 Minister Patrick Dewael:
Om met toepassing van artikel 9, §
3 een toelating tot verblijf te
krijgen, moeten de buitenlanders
aantonen dat het bijzonder moeilijk
en zelfs onmogelijk is om naar hun
land van herkomst of van verblijf
terug te keren om de aanvraag
van daaruit in te dienen. Dit geldt
ook voor ouders van Belgische
kinderen.
CRIV 51
COM 658
22/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
également celui de quitter son pays, en vertu de l'article 2, alinéa 2 du
quatrième protocole, que vous citez.
Le Conseil d'Etat ajoute que les parents étrangers d'un enfant belge
doivent indiquer les raisons pour lesquelles l'enfant ne peut pas les
accompagner dans le pays d'origine ou de résidence. Quant à
l'application de l'arrêt Chen de la Cour de Justice des Communautés
européennes, il s'agit là de l'exercice du droit communautaire - qui est
applicable aux Belges en Belgique. Cependant, il convient de
remarquer que, même dans cet arrêt, il n'est pas question de l'octroi
automatique d'un droit de séjour aux parents d'un mineur ayant la
nationalité d'un Etat membre. Le droit de séjour du parent est
conditionné puisque, d'une part, l'enfant doit être couvert par une
assurance-maladie et, de l'autre, le parent qui en a la charge doit
disposer de ressources financières suffisantes pour que l'enfant ne
tombe pas à la charge des pouvoirs publics.
Les demandes de séjour des parents étrangers d'enfants belges font
donc l'objet de la part de mon administration d'un examen individuel -
tant par rapport aux circonstances exceptionnelles qui motivent
l'introduction d'une telle demande au départ de la Belgique que par
rapport aux raisons qui empêchent l'enfant d'accompagner ses
parents dans le pays d'origine ou de résidence.
Afgezien van die algemene regel,
zijn het de door de Raad van State
vastgestelde principes die voor
mijn administratie als leidraad
dienen bij het onderzoek van
aanvragen voor een verblijfs-
vergunning die door ouders van
Belgische kinderen worden
ingediend. In zijn arrest van 8 april
2004 stelt de Raad dat het kind het
recht heeft op het grondgebied te
blijven, maar ook het recht heeft
zijn land te verlaten. Hij voegt
eraan toe dat buitenlandse ouders
van een Belgisch kind de redenen
moeten opgeven waarom het kind
hen niet naar het land van
herkomst of het land van de
woonplaats kan vergezellen. Wat
de communautaire rechtspraak
betreft, heeft het Hof voorwaarden
met betrekking tot het
verblijfsrecht van de ouders van
een minderjarige met de
nationaliteit van een lidstaat
opgelegd. Enerzijds moet het kind
door een ziekteverzekering zijn
gedekt en anderzijds moet de
ouder die er de zorg voor heeft,
over voldoende financiële
middelen beschikken.
De door buitenlandse ouders van
Belgische kinderen ingediende
aanvragen worden dus onderzocht
zowel ten aanzien van de
buitengewone omstandigheden die
de indiening van een dergelijke
aanvraag vanuit België motiveren
als ten aanzien van de redenen
die het kind beletten zijn ouders
naar het land van herkomst of van
de woonplaats te vergezellen.
17.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse. Néanmoins, comme il y a quelques semaines pour la
question des visas, j'ai de plus en plus l'impression que l'Office des
étrangers est plein de bonne volonté, mais que le personnel n'est pas
suffisamment nombreux pour approfondir réellement tous les
dossiers. J'ai ainsi des exemples de demandes qui auraient dû être
acceptées sans difficulté, en comparaison d'autres qui l'ont été très
facilement.
Je reviens donc sur cette même problématique de l'Office des
étrangers. Peut-être, avec la réforme globale de la procédure d'asile,
arriverons-nous à voir plus clair d'ici quelques mois? Je l'espère.
17.03 Joseph Arens (cdH): Ik
heb de indruk dat het personeel
van de Dienst Vreemdelingen-
zaken niet toereikend is om alle
dossiers grondig te onderzoeken.
Ik heb voorbeelden van aanvragen
die zonder problemen hadden
moeten worden goedgekeurd, net
zoals dat voor soortgelijke andere
aanvragen is gebeurd.
Ik kom dus nog terug op de Dienst
Vreemdelingenzaken. Ik hoop dat
de algehele hervorming van de
22/06/2005
CRIV 51
COM 658
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
asielprocedure ons meer
duidelijkheid zal geven.
17.04 Patrick Dewael, ministre: Il va de soi que la réforme
éventuelle de la procédure d'asile dans sa globalité aura, selon moi,
une répercussion pour la future application de l'article 9, §3, qui devra
clairement, à ce moment-là, être pris en considération.
17.04 Minister Patrick Dewael:
De hervorming van de
asielprocedure zal een weerslag
hebben op de uitvoering van
artikel 9, § 3.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 13.06 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.06 uur.