CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 652
CRIV 51 COM 652
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
21-06-2005
21-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'actualisation de la méthode Renard en matière
de créances alimentaires" (n° 7486)
1
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
actualisering van de methode-Renard inzake de
alimentatievorderingen" (nr. 7486)
1
Orateurs:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la politique
en matière de violence au sein du couple"
(n° 7488)
3
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
beleid inzake partnergeweld" (nr. 7488)
3
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Olivier Chastel à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêté royal
prévu à l'article 512,§ 5, du Code judiciaire relatif
aux modalités assurant la continuité de l'étude, en
cas de démission, de décès, de suspension ou de
destitution des huissiers de justice" (n° 7390)
6
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
bij artikel 512,§ 5, van het Gerechtelijk Wetboek
bepaalde koninklijk besluit inzake de regels voor
de voortzetting van het deurwaarderskantoor in
geval van ontslag, overlijden, schorsing of
afzetting" (nr. 7390)
6
Orateurs: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers:
Olivier Chastel, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
poursuites pénales dans le domaine de la fraude
sociale" (n° 7468)
8
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
strafrechtelijke vervolging van sociale fraude"
(nr. 7468)
8
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Dirk Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
suspension de deux arrêtés royaux par le Conseil
d'Etat" (n° 7505)
10
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
schorsing van twee koninklijke besluiten door de
Raad van State" (nr. 7505)
10
Orateurs: Dirk Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la
Justice, Tony Van Parys
Sprekers: Dirk Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie,
Tony Van Parys
Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
condamnés qui purgent leur peine à domicile"
(n° 7333)
13
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de veroordeelden die hun straf thuis uitzitten"
(nr. 7333)
13
Orateurs: Jacqueline Galant, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jacqueline Galant, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
chiffres de la police fédérale concernant les
écoutes téléphoniques" (n° 7509)
15
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
cijfers van de federale politie inzake telefoontap"
(nr. 7509)
15
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
17
Samengevoegde vragen van
17
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'énorme quantité
d'armes découvertes à Vlezenbeek" (n° 7514)
17
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
gigantische wapenvondst in Vlezenbeek"
(nr. 7514)
17
- M. Stijn Bex à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la gestion des armes
de la police locale" (n° 7522)
17
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en
minister van Justitie over "het beheer van de
wapens van de lokale politie" (nr. 7522)
17
Orateurs: Tony Van Parys, Stijn Bex,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Stijn Bex,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le
phénomène du harcèlement par l'internet"
(n° 7520)
21
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
fenomeen cyberpesten" (nr. 7520)
21
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
communication d'informations au grand public par
le parquet" (n° 7521)
22
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
vrijgeven van informatie door het parket aan het
brede publiek" (nr. 7521)
22
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les mesures
transitoires lacunaires dans le cadre de la
nouvelle loi sur l'adoption" (n° 7526)
23
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
gebrekkige overgangsmaatregelen in de nieuwe
adoptiewet" (nr. 7526)
23
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
21
JUIN
2005
Matin
______
van
DINSDAG
21
JUNI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.03 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.03 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'actualisation de la méthode Renard en matière de créances alimentaires" (n° 7486)
01 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
actualisering van de methode-Renard inzake de alimentatievorderingen" (nr. 7486)
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, en 1996 déjà, Roland Renard avait élaboré une méthode
d'estimation des pensions alimentaires à destination des enfants. Les
caractéristiques de cette méthode sont les suivantes.
1. Fournir une estimation du coût des enfants en fonction du revenu
des parents, du nombre et de l'âge des enfants. Au départ, cette
estimation était prévue dans le cadre d'un travail commandé par les
Communautés à propos des allocations familiales.
2. Etablir le financement de ce coût par les allocations familiales et les
revenus de chaque parent, en sorte que la partie du coût financée par
chacun d'eux corresponde à une part égale du revenu de chacun.
3. Apporter une réponse explicite au problème de l'incidence de la
séparation des parents sur le niveau de vie et le coût des enfants.
L'élaboration de cette méthode fut une initiative personnelle de
Roland Renard qui, une fois abouti le travail sur le coût des enfants, a
été sollicité pour disposer d'un outil de référence en cas de séparation
des parents. Petit à petit, cet outil a été reconnu par des acteurs de la
Justice. Une version informatique en a été élaborée. Ensuite, son
ouvrage a été publié chez Larcier.
Ainsi, ce document, sans pour autant avoir suivi un parcours officiel ni
obtenu de reconnaissance officielle, est devenu pour certains un outil
de référence.
Le projet sur la créance alimentaire a remis en évidence cet outil.
C'est alors qu'est apparue l'importance de pouvoir offrir aux couples
qui se séparent une référence pour l'estimation de la créance
alimentaire: il s'agissait qu'elle soit comprise et qu'elle suscite un
sentiment d'équité à partir de ces calculs.
Dans le cadre de la discussion que nous avons maintenant sur
l'hébergement égalitaire, le sujet de l'objectivation du calcul des
créances alimentaires revient aussi comme étant un dossier prioritaire
01.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
In 1996 bedacht Roland Renard
een methode om de alimentatie
voor kinderen te begroten. Het
document dat hij publiceerde werd
weliswaar nooit officieel erkend,
maar wordt door sommigen wel
als maatstaf gebruikt.
Het ontwerp betreffende de
alimentatievorderingen heeft het
belang van een duidelijke,
begrijpelijke en als billijk
beschouwde maatstaf voor de
berekening van de
alimentatievordering voor koppels
die uit elkaar gaan opnieuw onder
de aandacht gebracht.
In het kader van de discussie over
de gedeelde huisvesting blijkt de
objectivering van de berekening
van de alimentatievorderingen
eveneens een prioritaire kwestie.
U heeft de oprichting
aangekondigd van een werkgroep
die met de evaluatie van dat
instrument is belast. Is dat
ondertussen gebeurd? Wat zijn de
specifieke taken van die
werkgroep? Welke termijn werd
dienaangaande vooropgesteld en
welke onderzoeksmethoden kan
hij aanwenden?
De heer Renard werd niet
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
qui devrait être réglé, selon moi, avant celui relatif à la modification de
la loi sur l'hébergement des enfants.
Vous avez annoncé la mise sur pied d'un groupe de travail chargé de
réfléchir et d'évaluer cet outil qui date effectivement de plusieurs
années. Est-il déjà mis en place? Quelles sont les missions
spécifiques qui lui ont été confiées? Avec quel délai et quelles
méthodes d'investigation?
Par ailleurs, j'ai eu l'occasion de rencontrer M. Renard, il y a environ
deux semaines. Pour moi, il était évident qu'il devait être associé à ce
travail. Je me réjouissais que l'on réponde à sa demande
d'actualisation. Or, il n'était nullement au courant et n'était pas invité à
participer aux travaux. Il est surprenant pour une personne qui produit
un outil et le met généreusement à la disposition de toute une série
d'acteurs de ne pas être impliqué dans les travaux. Comptez-vous
réparer ce manque de considération vis-à-vis de M. Renard?
uitgenodigd om aan die
werkzaamheden deel te nemen,
en dat is verwonderlijk, aangezien
de betrokkene een instrument ter
zake heeft ontwikkeld en zo gul is
het ter beschikking te stellen. Wat
zal u doen om dat gebrek aan
respect voor de heer Renard recht
te zetten?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, comme
chacun le sait, je suis partisane de l'introduction dans la législation
d'une méthode de détermination forfaitaire des pensions alimentaires
ou parts contributives pour les enfants. La méthode Renard est un
modèle du genre mais les données sur lesquelles elle se base doivent
être réactualisées. Des chercheurs doivent donc être désignés pour
effectuer ce travail. J'ai chargé mes services d'établir un cahier des
charges qui est actuellement à l'examen par l'Inspection des
Finances. Plusieurs universités seront invitées dans les prochaines
semaines à proposer leurs services à cette fin. M. Renard collabore
avec un groupe de travail sur le coût de l'enfant, qui m'a déjà
contactée et auquel le cahier des charges sera envoyé; rien ne
permet donc d'exclure qu'il sera associé aux travaux.
Par ailleurs, ma considération personnelle pour M. Renard est
incontestable; c'est à l'initiative de mon cabinet qu'il a participé
récemment à une réunion des Etats généraux des Familles sur la
question du coût de l'enfant.
Enfin, j'ai rédigé la préface d'un ouvrage qu'il a rédigé et qui devrait
paraître bientôt. M. Renard est une personne pour laquelle j'ai une
énorme considération et dont le travail est scientifiquement
extrêmement intéressant; c'est la raison pour laquelle nous voulons
poursuivre dans la voie.
01.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik ben er voorstander
van dat in de wetgeving een
methode wordt opgenomen om
het alimentatiegeld voor kinderen
op een forfaitaire basis te
berekenen. De "methode-Renard"
komt hiervoor in aanmerking,
maar ze moet worden
gemoderniseerd. De procedure
voor de aanwijzing van de
onderzoekers is opgestart. Het
bestek zal naar de werkgroep
worden gezonden waarmee de
heer Renard samenwerkt.
De heer Renard is een man voor
wie ik enorm veel achting heb en
wiens werk bijzonder interessant
is. Om die redenen willen we op
de ingeslagen weg verder gaan.
01.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, je vous
remercie de prendre en compte le travail, les capacités et les
compétences de Roland Renard.
Un cahier des charges des universités ...
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Nous avons fait un appel d'offres
et le groupe de M. Renard figurera parmi les répondants.
01.05 Muriel Gerkens (ECOLO): D'accord. La méthode Renard doit-
elle être actualisée en tant qu'objet du travail ou s'agit-il du coût de
l'enfant?
01.06 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Non, c'est la méthode. D'accord.
Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Michel zal zijn vraag nr. 7484 uitstellen.
02 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
beleid inzake partnergeweld" (nr. 7488)
02 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique
en matière de violence au sein du couple" (n° 7488)
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, een aantal
weken geleden heb ik u al eens een vraag gesteld in verband met
partnergeweld. De aanleiding van mijn vraag toen was tweeledig.
Enerzijds, waren er de cijfers die mij verontrustten, te weten dat 1 op
5 vrouwen geconfronteerd wordt met partnergeweld; en anderzijds
was er de studiedag die georganiseerd werd door uw administratie,
waar u aankondigde inzake dat thema een richtlijn te zullen
uitvaardigen.
Uw antwoord was heel uitgebreid. U stelde onder meer dat u op de
vergadering van 21 april aan het College van procureurs-generaal een
voorstel van richtlijn zou voorleggen, specifiek over geweld binnen het
gezin. Die richtlijn omvat zowel een definitie van geweld binnen het
koppel, en maakt ook melding van het feit dat er in de toekomst voor
elk geval een dossier zou worden geopend. Het kwam er dus eigenlijk
op neer dat de richtlijn ertoe zou moeten bijdragen dat het gerecht
erover zou waken dat het effectief een rol kan spelen in het
doorbreken van de cirkel van geweld.
In mijn vraagstelling toen heb ik ook heel even stilgestaan bij het
project Time-Out, een proefproject in Vlaanderen dat erop gericht is
groepstrainingen te geven en op die manier preventief te werken.
Maar dat proefproject zou ten einde lopen. Vandaar dat ik u daarover
toen een vraag stelde waarop u antwoordde dat u het initiatief zou
nemen dat proefproject toch op de interministeriële conferentie te
brengen en dat u nog een persoonlijk gesprek zou hebben met de
mensen van dat proefproject.
Mevrouw de minister, vorige week waren er opnieuw verontrustende
berichten over dit thema. Vakbonden, ziekenfondsen,
werkgeversorganisaties, vrouwen- en gezinsorganisaties,
mensenrechtenorganisaties hebben aan de alarmbel getrokken. Zij
zeggen dat de situatie in België vandaag zeer erg is en dat als het
ware een geslagen hond in België nog beter wordt opgevangen dan
een vrouw die met geweld wordt geconfronteerd.
Mevrouw de minister, u zult begrijpen dat ik na deze berichten
werkelijk niet anders kan dan op deze problematiek terug te komen.
In de vorige legislatuur is er al een nationaal actieplan geweest,
specifiek voor geweld ten aanzien van vrouwen. Deze legislatuur werd
dat uitgebreid door een nationaal actieplan voor partnergeweld.
Gezien de berichten in de media moet ik echter vaststellen dat er nog
maar weinig is gerealiseerd.
De redenen die hiervoor door alle drukkingsgroepen werden gegeven
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
reviens sur le problème de la
violence au sein du couple parce
que les chiffres sont réellement
préoccupants. En Belgique, une
femme sur cinq en serait victime.
Un chien battu bénéficierait d'un
meilleur accueil qu'une femme
battue. En dépit du plan d'action
national contre la violence
conjugale, la situation demeure
dramatique, en raison notamment
de la complexité de la structure de
l'Etat et des lacunes de la
législation. L'aide aux victimes de
violences conjugales laisse encore
à désirer. Time-Out, qui est en
Flandre le seul projet
d'accompagnement des auteurs
en matière de violence
intrafamiliale et dont l'action est en
outre préventive, va être arrêté
faute de subsides. Son équivalent
wallon, l'ASBL Praxis, qui
s'occupe de l'encadrement des
auteurs de violences conjugales,
serait quant à lui poursuivi.
Le problème de la violence
conjugale est-il prioritaire? La
ministre est-elle disposée à
prendre les initiatives
nécessaires? Ne peut-on
poursuivre le projet Time-out?
L'ASBL Praxis reçoit-elle des
subsides du ministre Dupont? La
ministre est-elle disposée à affiner
la législation et à collaborer avec
le ministre Dewael pour mettre en
place un système d'assistance de
meilleure qualité, opérationnel 24h
sur 24?
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
waren veelzijdig. Ten eerste, de ingewikkelde staatsstructuur
waardoor men gemakkelijk naar elkaar kan verwijzen en men zich
van zijn eigen verantwoordelijkheid ontdoet. Ten tweede, een gebrek
aan informatie en sensibiliseringscampagnes waardoor weinig
slachtoffers nog weten waar zij terechtkunnen, hoewel er wel een en
ander bestaat. Zij kaarten ook een aantal hiaten in de wetgeving aan.
De definitie van de dader zou bijvoorbeeld niet duidelijk genoeg zijn
en de straf onvoldoende afgelijnd.
Ik zou hier nog heel ruim over kunnen doorgaan, mevrouw de
minister, maar de tijd die ik heb om de vraag te stellen noopt mij om
toch enigszins beknopt te zijn. Samenvattend zou ik kunnen zeggen
dat er redenen te over zijn om even terug te komen op deze
problematiek. Er zijn ook redenen te over voor u als minister om een
heel aantal maatregelen uit te vaardigen.
Wat mij betreft, heb ik de volgende vragen. Ten eerste, acht u de
problematiek inzake partnergeweld prioritair en bent u bereid de
nodige initiatieven te nemen? Zo ja, wanneer?
Ten tweede, er is het project Time-Out waar ik het daarstraks over
had, en dat zou worden stopgezet omwille van een gebrek aan
financiële middelen. Bestaan er nog mogelijkheden om de continuïteit
van dat project te verzekeren?
Ten derde, is het correct dat het project van de VZW Praxis - de
tegenhanger in Wallonië van het project Time-Out - wel bestendigd is
en dat het middelen zou ontvangen van minister Dupont?
Ten vierde, bent u bereid de wetgeving verder te verfijnen en aan te
passen om tot een concrete aflijning en datering van het begrip dader
en de straf te komen?
Ten vijfde, bent u bereid om met uw collega minister Dewael samen
te werken om de nodige initiatieven te nemen zodat er in de toekomst
24 uur op 24 hulpverlening kan zijn? Dat had ik daarstraks nog niet
vermeld maar blijkbaar kunnen vrouwen die 's nachts het slachtoffer
worden van geweld vandaag nergens terecht. Tot daar mijn vragen.
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijn
antwoord bestaat uit vijf delen.
Ten eerste, ik heb reeds de wil betoond een prioriteit te maken van de
strijd tegen partnergeweld door een actieve bijdrage te leveren aan
het nationaal actieplan voor partnergeweld 2004-2007. De
goedkeuring van een richtlijn over het strafrechtelijk beleid in verband
met de bestrijding van intrafamiliaal geweld waaronder geweld binnen
het koppel, is een van de belangrijkste elementen van de actie van
Justitie in dit kader. Het ontwerp van richtlijn zal opnieuw ter
onderzoek worden voorgelegd aan het College van procureurs-
generaal op 23 juni aanstaande. Het is de bedoeling dat de richtlijn bij
het begin van het nieuw parlementair jaar uitgevoerd wordt.
Ten tweede, het daderproject Time-Out dat werkt met daders van
geweld jegens hun partner of ex-partner, is volgens mij niet genoopt
te stoppen wegens een gebrek aan subsidies. Als pilootproject voor
het werken met daders in het kader van de gerechtelijke procedure,
wordt het tot eind 2005 gesteund in het kader van een opdracht die
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La lutte contre la violence
au sein du couple constitue l'une
des priorités de ma politique. C'est
la raison pour laquelle j'apporte
une contribution active au plan
d'action national contre la violence
conjugale 2004-2007. L'un des
éléments de ce plan est
l'approbation d'une directive
relative à la lutte contre les
violences intrafamiliales au plan
pénal. Le projet de directive sera à
nouveau présenté au collège des
procureurs généraux le 23 juin.
Nous voulons que la directive
entre en vigueur après le congé
judiciaire.
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
door mijn collega-minister Dupont aan het Instituut voor de Gelijkheid
van Vrouwen en Mannen gegeven werd. Het project werkt ook met de
daders op vrijwillige basis en na oriëntatie door de sociale diensten
inzake hulpverlening. De kwestie van het blijven toekennen van
overheidssteun voor de verschillende luiken van de werkzaamheden
ervan zal worden onderzocht door de verschillende betrokken
openbare instanties waaronder Justitie en de Vlaamse Gemeenschap
in het kader van een interministeriële conferentie sociale integratie die
mijn collega-minister Dupont zal bijeenroepen in de loop van de
maand juli. De conferentie zal zich buigen over de mogelijke vormen
van partnership tussen de verschillende overheden; in het kader van
hun respectievelijke bevoegdheden inzake steun aan verenigingen die
daderprojecten organiseren.
Ten derde, de VZW Praxis ontvangt inderdaad subsidies van Justitie,
als erkend orgaan voor de omkadering van burgers die betrokken zijn
in een gerechtelijke procedure. De VZW wordt ook gesteund door het
Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, als pilootproject
voor de hulp aan daders die op vrijwillige basis komen. De kwestie
van het blijvend toekennen van overheidssteun voor dat luik van haar
werkzaamheden moet eveneens aan bod komen tijdens de
interministeriële conferentie.
Ten vierde, het koninklijk besluit van december 2003 inzake de
subsidiëring van instellingen die voorzien in een gespecialiseerde
begeleiding voor burgers die betrokken zijn in een gerechtelijke
procedure, waarvan reeds sprake, biedt de mogelijkheid tot het ten
laste nemen van de daders in het raam van artikel 216ter van het
Wetboek voor strafvordering, inzake de strafbemiddeling, en in het
raam van de wet inzake de opschorting, het uitstel en de probatie.
Bovendien voorziet het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 in de
mogelijkheid de gemeenten te helpen bijkomend personeel aan te
werven in het raam van de beperking van alternatieve maatregelen.
Het lijkt mij dus niet noodzakelijk in dit stadium de federale
regelgeving te herzien inzake het ten laste nemen van daders.
Ten vijfde en ten laatste, de versterking van de 24-uur-dienstverlening
van de hulpdiensten voor slachtoffers is een van de maatregelen die
werden voorgesteld door de minister van Binnenlandse Zaken in het
raam van het Nationaal Plan ter bestrijding van geweld tegen
vrouwen. Het plan voorziet eerst een fase van inzameling van
statistieken voor de arrondissementen die zo'n 24uur-dienstverlening
en evaluatie hebben gerealiseerd.
Le projet Time-out ne devra pas
être interrompu en raison d'un
manque de subsides puisqu'il sera
soutenu jusqu'à fin 2005 dans le
cadre de la politique d'égalité des
chances. Un subventionnent
structurel sera examiné par
l'ensemble des partenaires
intéressés dont le SPF Justice et
la Communauté flamande dans
le cadre de la conférence
interministérielle pour l'Intégration
sociale qui se tiendra dans le
courant du mois prochain.
En tant qu'association agréée pour
l'accompagnement des citoyens
impliqués dans une procédure
judiciaire, l'ASBL Praxis bénéficie
en effet d'une aide du ministère de
la Justice. En tant que projet pilote
d'aide aux criminels qui se
présentent spontanément, l'ASBL
peut également compter sur le
soutien de l'Institut pour l'égalité
des femmes et des hommes. Ces
subventions seront également
abordées lors de la conférence
interministérielle.
L'arrêté royal du 17 décembre
2003 permet de prendre des
auteurs de violence intrafamiliale
en charge dans le cadre de l'article
216 ter du code d'instruction
criminelle et des règles relatives à
la suspension, au sursis et à la
probation. L'arrêté royal du 12
août 1994 permet en outre aux
communes d'engager du
personnel supplémentaire dans le
cadre des limitations de mesures
de substitution. Il n'y a donc
provisoirement pas lieu d'adapter
la législation sur la prise en
charge d'auteurs.
Le renforcement de l'aide
permanente constitue l'une des
mesures que le ministre de
l'Intérieur proposera dans le cadre
de son plan national. Dans une
première phase, il sera procédé à
la collecte des statistiques des
arrondissements qui ont déjà
organisé et évalué un tel service.
02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor 02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
uw uitvoerig antwoord.
Ik onthoud dat u aan dit thema prioriteit wil blijven verlenen. Wat de
richtlijn inzake bestraffing van intrafamiliaal geweld betreft, onthoud ik
dat er opnieuw een onderzoek zal plaatsvinden binnen het College
van procureurs-generaal. Sta mij toch toe u te vragen dit van nabij te
volgen. Ik las de berichten van de drukkingsgroepen in de pers en
daarin hadden zij het over die richtlijn waarbij ze toch wel enige
twijfels hadden of dit echt wel voldoende zou zijn als instrument om
effectief op te treden.
me réjouis de constater que la
ministre prend au sérieux ce type
de violence.
02.04 Minister Laurette Onkelinx: Het ging om een richtlijn voor Luik.
Wij willen een algemene richtlijn voor België.
02.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Ik hoop dat, naar aanleiding van deze
richtlijn, op het niveau van het College van procureurs-generaal
prioriteit aan dit thema zal worden verleend. Anders zullen alle daders
blijvend een gevoel van straffeloosheid hebben en zal men de
gesloten cirkel die vandaag bestaat niet kunnen doorbreken. Daar ligt
volgens mij wel de essentie.
Wat het project Time-Out betreft, dat volgens mij echt wel
verdienstelijk is in Vlaanderen en waarvan ik hoop dat het zal kunnen
blijven bestaan omdat het preventief werkt, onthoud ik dat dit het
voorwerp zal uitmaken van de interministeriële conferentie in juni. Ik
zal dat verder opvolgen.
Wat de 24-uur-dienstverlening betreft, onthoud ik dat dienaangaande
al een aantal maatregelen werd voorgesteld door minister Dewael in
het kader van zijn nationaal plan. Ik zal dit blijven volgen en nagaan of
de voorgestelde maatregelen effectief hun uitvoering krijgen. Ik denk
immers ook dat wat dat betreft, daar vandaag in de praktijk het
schoentje knelt.
02.05 Hilde Claes (sp.a-spirit):
J'espère que les procureurs
généraux mettront cette directive
en oeuvre le plus rapidement
possible. Il faut éviter que les
auteurs aient le sentiment qu'ils
n'ont rien à craindre de la justice.
J'espère que le projet Time-out
pourra se poursuivre et que le
principe d'un service 24 heures sur
24 sera généralisé.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêté
royal prévu à l'article 512,§ 5, du Code judiciaire relatif aux modalités assurant la continuité de l'étude,
en cas de démission, de décès, de suspension ou de destitution des huissiers de justice" (n° 7390)
03 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het bij
artikel 512,§ 5, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde koninklijk besluit inzake de regels voor de
voortzetting van het deurwaarderskantoor in geval van ontslag, overlijden, schorsing of afzetting"
(nr. 7390)
03.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, l'article 512, §5, du Code judiciaire prévoit que le Roi doit
fixer les modalités et règles applicables en cas de destitution,
démission, décès d'un huissier de justice. En effet, en cas de
destitution ou de suspension d'un huissier, ses dossiers sont,
aujourd'hui encore, gelés et la poursuite de leur traitement n'est donc
pas possible. La chambre nationale des huissiers n'a aucun moyen
d'accéder à la comptabilité de l'étude et ne peut donc effectuer la
répartition ni même l'imputation des paiements reçus.
En cas de décès, les héritiers décident souvent de diviser l'étude, ce
qui rend difficile le suivi des dossiers. Cela prend plusieurs mois pour
régulariser la situation et déterminer quel huissier devient titulaire et
03.01 Olivier Chastel (MR):
Artikel 512, § 5, van het
Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat
de Koning de regels vastlegt
inzake de voortzetting van het
deurwaarderskantoor in geval van
ontslag, overlijden, schorsing of
afzetting van een
gerechtsdeurwaarder.
Vandaag is het zo dat bij afzetting
of schorsing van een deurwaarder
zijn dossiers worden bevroren en
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
en charge des dossiers. Ces situations sont évidemment
préjudiciables pour tout le monde: pour le débiteur d'abord, qui, même
s'il a valablement payé, se voit à nouveau inquiété; pour le créancier,
ensuite, qui doit être assuré de la récupération de ses créances; et
enfin pour la profession d'huissier, qui perd de sa crédibilité.
L'adoption de cet arrêté royal réclamé depuis longtemps par la
profession permettrait d'assurer le suivi et la continuité des études en
cas de démission, décès, suspension ou destitution d'huissier. Une
procédure assurant la continuité des traitements des dossiers en
cours, et notamment l'imputation des paiements effectués, pourrait en
outre être mise en place, face à cette problématique aux implications
parfois très concrètes.
Madame la ministre, pourriez-vous m'indiquer quelles sont les raisons
d'une telle lacune alors que la profession est demandeuse et que
l'adoption de cet arrêté royal est prévue depuis 1992? Comment
comptez-vous remédier à cette situation et dans quels délais?
bijgevolg niet afgehandeld kunnen
worden. De Nationale Kamer van
gerechtsdeurwaarders heeft dan
geen toegang tot de boekhouding
van het kantoor waardoor ze de
ontvangen betalingen niet kan
spreiden of zelfs aanrekenen. Bij
overlijden beslissen de
erfgenamen bovendien vaak om
het kantoor op te splitsen. In dat
laatste geval duurt het maanden
om de toestand te regulariseren
en om vast te stellen welke
gerechtsdeurwaarder zich over de
dossiers moet ontfermen. Zowel
de schuldenaars als de
schuldeisers en de
gerechtsdeurwaarders zelf zijn het
slachtoffer van die toestand.
De goedkeuring van dat koninklijk
besluit evenals een
welomschreven procedure moeten
het mogelijk maken om in
dergelijke gevallen de continuïteit
van het deurwaarderskantoor te
waarborgen.
Reeds in 1992 werd beslist om die
lacune in de regelgeving via
bedoeld koninklijk besluit op te
vullen. Waarom is dit nog niet
gebeurd? Wanneer en hoe zal u
die leemte opvullen?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, ceux qui
siégeaient dans cette commission sous l'ancienne législature savent
qu'il avait été question de régler ce dossier dans le cadre du statut du
huissier. Or, pour toute une série de raisons, cela n'a pas pu être fait.
Par ailleurs, j'ai rencontré hier encore le président de la chambre
nationale des huissiers de justice au cours d'une entrevue très
constructive. Nous nous sommes accordés sur deux priorités: le
problème de la continuité des études d'huissier de justice et la
situation dans laquelle se trouvent nos concitoyens lorsqu'un huissier
est poursuivi pour fraude, corruption, etc. D'un côté joue la
présomption d'innocence, mais il y a aussi la nécessité devant un
"officier" du service public de préserver nos concitoyens par rapport à
des pratiques frauduleuses.
Nous allons travailler ensemble en urgence sur ces deux créneaux.
La chambre nationale va me soumettre des propositions en ce qui
concerne l'arrêté royal d'exécution du Code judiciaire qui permet
d'assurer la continuité des études d'huissier de justice. J'ai déjà mis
mon administration à disposition pour soutenir la réflexion des
huissiers de justice. Dès que j'aurai des propositions, nous en
assurerons immédiatement le suivi et nous travaillerons, ensuite, sur
la situation particulière des huissiers de justice qui continuent à
03.02 Minister Laurette
Onkelinx: Men had de
mogelijkheid geopperd om dat
dossier in het kader van het
statuut van de
gerechtsdeurwaarder te regelen.
Om verschillende redenen is dat
niet mogelijk gebleken.
Ik ben het met de voorzitter van de
Nationale Kamer van
gerechtsdeurwaarders, die ik
gisteren heb ontmoet, eens
geworden over twee prioriteiten:
de continuïteit van de
deurwaarderskantoren en de
situatie wanneer een
gerechtsdeurwaarder wordt
vervolgd wegens frauduleuze
praktijken.
Wij zullen werk maken van die
twee punten. De Nationale Kamer
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
exercer leur travail, alors qu'il y a une suspicion de fraude les
concernant.
zal mij voorstellen voorleggen met
betrekking tot het koninklijk besluit
dat het mogelijk moet maken de
continuïteit van de
deurwaarderskantoren te
verzekeren. Wij zullen ons ten
slotte ook buigen over de situatie
van de gerechtsdeurwaarders die
aan de slag blijven terwijl er op
hen een verdenking van fraude
rust.
03.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, je vous remercie pour votre réponse, à tout le moins
optimiste.
Je vous ai posé cette question car je savais que vous rencontriez
cette semaine le président de la chambre des huissiers et parce que
je suis interpellé par plusieurs débiteurs d'un huissier de Charleroi qui
est parti récemment au Brésil. Je ne sais pas exactement pourquoi
mais je peux imaginer la raison de cette destination.
Cette personne avait la particularité de travailler pour le ministère des
Finances pour récupérer certains montants dus à ce dernier. De
nombreux concitoyens sont à nouveau inquiétés par le ministère des
Finances alors qu'ils ont visiblement et manifestement la preuve du
paiement de leurs créances. Il est anormal que l'on ne puisse, d'une
façon ou d'une autre, assurer le suivi et la continuité du travail des
études d'huissier.
Je me réjouis de votre intention de faire suite aux prochaines
propositions de la chambre des huissiers qui est active à ce niveau.
Comme vous l'avez indiqué, ils avaient déjà, sous la législature
précédente, lancé des propositions pour assurer un tel suivi.
03.03 Olivier Chastel (MR): Ik
heb u die vraag gesteld omdat ik
hierover geïnterpelleerd werd door
de schuldenaars van een
deurwaarder uit Charleroi, die naar
Brazilië vertrokken is. Mensen
worden opnieuw lastig gevallen,
hoewel ze hun schulden betaald
hebben. Het is niet normaal dat de
follow-up van de zaken en de
continuïteit van de
werkzaamheden van een
deurwaarderspraktijk in het
gedrang komen.
Ik ben blij dat u van plan is de
voorstellen van de Kamer van
gerechtsdeurwaarders te volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
strafrechtelijke vervolging van sociale fraude" (nr. 7468)
04 Question de Mme Greet van Gool à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
poursuites pénales dans le domaine de la fraude sociale" (n° 7468)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, de bouwsector wordt steeds meer geplaagd door
oneerlijke praktijken. Buitenlanders het blijkt vooral om Oost-
Europeanen te gaan werken er vaak als zelfstandige, zodat de
betaling van het minimumloon handig kan worden omzeild. Er zijn ook
veel zwartwerkers actief. Heel vaak gaat het om illegalen.
Bij een recente actie van de sociale inspectie in de provincie
Antwerpen werden op 56 werven 88 zwartwerkers betrapt, waarvan
meer dan de helft illegaal in België verbleef. Dat zijn flagrante
overtredingen van de sociale wetgeving, die ook voor oneerlijke
concurrentie zorgen.
Vorige week heb ik daarover al een vraag gesteld aan de minister van
Werk, Freya Van den Bossche. Zij heeft toen geantwoord dat de
04.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Le bâtiment est sans cesse
victime de pratiques déloyales.
Des étrangers travaillent
régulièrement dans ce secteur
comme faux indépendants et il y a
aussi un grand nombre de
travailleurs au noir, qui sont
presque toujours en situation
illégale. Ces violations flagrantes
des lois sociales sont une source
de concurrence déloyale qui nuit
aux entreprises de construction
sérieuses.
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
bouw-, de horeca- en de transportsector voor de inspectiedienst
prioritair zijn.
Horeca en bouw zijn heel fraudegevoelige sectoren. Het is niet zo
evident om voor die sectoren de controles nog op te drijven. Ook de
boetes voor zwartwerk lopen al behoorlijk op voor de werkgevers. De
boetes zouden 15.000 euro bedragen maal het aantal illegale
werknemers. Ook andere inbreuken leiden tot hoge boetes.
Ook blijkt dat de rechtbanken vaak uitstel van betaling of vrijstelling
verlenen, waardoor het optrekken van de boetebedragen niet echt
een oplossing zou bieden voor de strijd tegen zwartwerk.
De minister heeft wel gesuggereerd dat veel meer het pad van de
echte, juridische vervolging zou moeten worden bewandeld. Zij
verwees naar de maatregelen die werden genomen in het kader van
de Ministerraad van 30 maart 2004. Toen werd beslist om vijf sociale
misdrijven prioritair strafrechtelijk te vervolgen. Het gaat om het in het
zwart tewerkstellen van minstens vijf personen, het tewerkstellen van
minstens drie buitenlandse werknemers zonder de nodige
vergunningen, het uitbuiten van werknemers die het slachtoffer zijn
van mensenhandel, zware arbeidsongevallen en ziekten veroorzaakt
door de niet-naleving van de wetgeving voor welzijn op het werk en,
ten slotte, het verhinderen van een sociale inspectie.
Strafrechtelijke vervolging wil zeggen dat voornoemde misdrijven
worden onderzocht door het parket en kunnen worden doorgezonden
aan een correctionele rechtbank. De rechtbank kan dan boetes en
gevangenisstraffen uitspreken. Om dat efficiënt te laten verlopen,
werd in elk van de 27 correctionele rechtbanken een kamer opgericht
die gespecialiseerd is in sociaal strafrecht.
De strafrechtelijke vervolging is een bevoegdheid van u als minister
van Justitie. Ik zou u dan ook graag willen vragen hoe de
strafrechtelijke vervolging van de sociale fraude in de praktijk verloopt.
Kunt u mij meer gegevens verstrekken over de concrete implicaties
op het terrein van de maatregelen van de Ministerraad van 30 maart
2004?
La semaine passée, la ministre
Van den Bossche a déclaré que la
lutte contre la fraude sociale
impose de mettre en place de
véritables poursuites judiciaires.
Elle a fait référence aux mesures
évoquées lors du Conseil des
ministres du 30 mars 2004. Les
poursuites pénales ressortissent à
la compétence de la ministre de la
Justice. Comment les poursuites
se déroulent-elles en pratique?
Des résultats ont-ils déjà été
enregistrés?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
van Gool, op dit ogenblik kan ik onmogelijk een mondeling antwoord
geven op uw vraag. Ik zal de heer procureur-generaal van Luik, die
bevoegd is voor sociale fraude, vragen om alle inlichtingen te
bezorgen die hij in de 27 gerechtelijke arrondissementen kan
verzamelen. Die inlichtingen zullen u zo snel mogelijk worden
bezorgd.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je demanderai toutes les
informations sur les 27
arrondissements judiciaires au
procureur général de Liège qui est
compétent pour la fraude sociale.
Mme Van Gool recevra
l'information le plus rapidement
possible.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, het is een kort antwoord. Als ik het goed begrepen heb,
zult u de inlichtingen inwinnen en mij achteraf bezorgen. Ik
veronderstel dat ik de vraag dan niet meer schriftelijk moet stellen en
dat u mij de inlichtingen zult bezorgen zodra u ze hebt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
05 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
schorsing van twee koninklijke besluiten door de Raad van State" (nr. 7505)
05 Question de M. Dirk Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la suspension
de deux arrêtés royaux par le Conseil d'Etat" (n° 7505)
05.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op 26 april ondervroeg ik u reeds over de aanslepende
benoeming van een nieuwe politierechter in Leuven. Ik denk dat ik
toen reeds gewaarschuwd heb voor het feit dat er met die benoeming
het een en ander niet pluis was.
Mevrouw de minister, u stelde toen dat van politisering van de
benoeming totaal geen sprake was. Uw enige zorg was toen om
voldoende personeel ter beschikking te stellen van de rechtbank en
dit om een snelle en correcte rechtspraak te garanderen. Daar
kunnen wij ook achter staan.
U kondigde toen tevens aan om in een uitbreiding van het aantal
politierechters in Leuven te voorzien in de eerstvolgende
programmawet. Tegelijkertijd met mijn toenmalige vraag werd er bij
de Raad van State echter een schorsingsverzoek voor twee
koninklijke besluiten ingediend door een betrokkene. Beide koninklijke
besluiten, zowel dat van 18 januari 2005 als dat van 28 februari 2005,
handelden daarbij over de weigering van een voordracht vanwege de
Hoge Raad voor de Justitie. Op 6 juni jongstleden velde de Raad van
State een arrest in deze zaak waarbij de schorsing bevolen werd van
de tenuitvoerlegging van de twee koninklijke besluiten.
Mevrouw de minister, ik had van u dan ook graag het volgende
vernomen.
Ten eerste, welke invloed heeft dit arrest op de mogelijke benoeming
van een derde politierechter in Leuven?
Ten tweede, welke invloed heeft dit arrest op de huidige
selectieprocedure, gestart via de publicatie in het Belgisch Staatsblad
op 29 maart 2005? Wordt de huidige selectieprocedure opgeschort
door dit arrest? Eigenlijk is het immers zo dat de uitspraak van de
Raad van State gaat over de huidige vacature, de huidige plaats die
vrij is in Leuven, waarvoor nu terug opnieuw een selectieprocedure
loopt. Wij komen daar dus toch echt voor problemen te staan.
Ten derde, waarom werd in de programmawet niet voorzien in twee
bijkomende politierechters voor Leuven, zoals u reeds aankondigde
op 26 april?
05.01 Dirk Claes (CD&V): J'avais
déjà interrogé la ministre le 26 avril
au sujet du fait que la nomination
d'un juge de police à Louvain
traînait en longueur. Elle m'avait
alors promis de mettre un
personnel suffisant à la disposition
de ce tribunal. Le 6 juin, le Conseil
d'Etat a rendu un arrêt dans cette
affaire.
En quoi cet arrêt a-t-il influé sur la
nomination éventuelle d'un
troisième juge de police et sur la
procédure de sélection
actuellement en cours? Pourquoi
n'a-t-on pas prévu, dans la loi-
programme, deux juges de police
supplémentaires?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Momenteel wordt onderzocht in
hoeverre de schorsingsbeslissing van de Raad van State een invloed
heeft op de lopende benoemingsprocedure voor een derde
politierechter te Leuven. Ik heb daarvoor het advies ingewonnen van
mijn diensten. Het is zeker mijn bedoeling maximaal gevolg te geven
aan dit schorsingsarrest. Er dient echter ook onderzocht te worden in
hoeverre de desbetreffende kandidaat op basis van zijn huidige
hoedanigheden nog kan worden benoemd als politierechter. Zodra ik
daarover duidelijkheid heb, zal ik een definitieve houding aannemen.
Ondertussen blijft de lopende benoemingsprocedure, die werd
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'influence de la décision
de suspension du Conseil d'État
sur la procédure de nomination en
cours est actuellement analysée.
J'entends donner une suite
maximale à cet arrêt de
suspension, mais il faudra
également examiner si le candidat
peut encore être nommé juge de
police. Dès que la situation sera
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
gelanceerd op 29 maart 2004, doorlopen. Ik weet immers dat de nood
aan een voltallig kader voor de politierechtbank van Leuven van groot
belang is. Mijn vorige toezeggingen tot uitbreiding van het kader, met
name een uitbreiding met twee magistraten, waren gebaseerd op de
werklast van het jaar 2003. De formule inzake de werklast, die steeds
gebruikt wordt, is de volgende: aantal strafzaken plus drie keer het
aantal burgerlijke zaken gedeeld door 2.600.
Bij de opmaak van de cijfers van het jaar 2004 werd echter ontdekt
dat voor het jaar 2003 ongeveer 725 burgerlijke dossiers te veel
werden geteld. Vermits deze soort dossiers drie keer zwaarder weegt
dan de strafdossiers, conform de formule, werden eigenlijk 2.175
dossiers te veel in aanmerking genomen voor de berekening van het
aantal politierechters. Dit zorgt ervoor dat het kader van de
politierechtbank van Leuven geen 4,71 rechters nodig heeft, maar wel
3,88 rechters. Om die reden voorziet de komende programmawet in
een uitbreiding met één rechter, en niet met twee. Ik kan u meedelen
dat de inspecteur van Financiën bezwaar heeft tegen deze uitbreiding
met een rechter. Ik heb echter beroep aangetekend tegen dit negatief
advies, omdat een uitbreiding met één rechter zeker verantwoord is.
clarifiée, j'adopterai un point de
vue définitif. Entre-temps, la
procédure de nomination suit son
cours, car il est grandement
nécessaire que le cadre soit
complet à Louvain.
J'ai acquiescé à l'extension du
cadre de deux magistrats en me
fondant sur la charge de travail de
2003. Lors de l'élaboration des
statistiques pour l'année 2004, il a
toutefois été constaté qu'environ
725 dossiers civils avaient été
inclus erronément dans le calcul
du nombre de juges de police, de
sorte que Louvain n'a pas besoin
de 4,71 mais bien de 3,88 juges.
C'est pourquoi la prochaine loi-
programme prévoit un juge
supplémentaire. L'inspecteur des
Finances s'oppose à cette
extension. J'ai interjeté appel
contre cet avis négatif.
05.03 Dirk Claes (CD&V): Mevrouw de minister, ik val van de ene
verbazing in de andere. Ik denk dat er toch zeer veel had kunnen
vermeden worden indien de benoeming gewoon correct gebeurd was.
Dat had u al in oktober kunnen doen en nog eens in januari. U heeft
die beide kansen laten liggen en u moet nu zelf op de blaren zitten,
zoals wij dat zeggen.
Of de desbetreffende kandidaat nog kandidaat kan zijn, heeft ook te
maken met de procedure. Allicht is het niet toevallig dat de kandidaat
twee keer geweigerd werd. Er was een wetgeving om
plaatsvervangende rechters toe te laten gedurende een bepaalde
periode ook te kandideren voor politierechter, maar die periode is
sinds januari spijtig genoeg voorbij. U komt daar natuurlijk in een zeer
moeilijk parket letterlijk te zitten.
Voorts is het maar normaal dat de kandidaat zijn rechten kan
uitputten. Ik denk, objectief gezien ik wil hier niet spreken over een
politieke keuze dat het een goede kandidaat is en dat die man alle
rechten daarin verdient.
Wat betreft de uitbreiding met twee magistraten, verwijs ik toch nog
even naar het verslag van de vorige vraag. Ik lees daarin letterlijk: "Ik
voorzie in een uitbreiding van het kader, dat gradueel zal worden
uitgebreid met twee magistraten. Onmiddellijk na de goedkeuring van
de programmawet zal zeker een van deze betrekkingen worden
opengesteld en gepubliceerd." Nu hoor ik u zeggen dat die uitbreiding
met twee magistraten eigenlijk fout was. Ze hadden volgens de
berekeningen van die formule maar recht op een magistraat. Ik vraag
mij af wie u dan geadviseerd heeft op 26 april, toen u het antwoord op
mijn eerste vraag hebt gegeven. U hebt toen gezegd dat het in de
programmawet zou staan. Ik vraag mij dan af of het in de huidige
programmawet staat, die ter bespreking voorligt in deze Kamer. Staat
die uitbreiding daar nu in? Ik heb ze niet gevonden, ook niet van die
05.03 Dirk Claes (CD&V): Je vais
de surprise en surprise. On aurait
évité bien des problèmes si la
nomination s'était passée
normalement en octobre ou en
janvier. La ministre se retrouve à
présent dans une position délicate.
Il est logique que ce candidat
fasse valoir ses droits.
La ministre indique que la décision
de recruter deux magistrats
supplémentaires constituait une
erreur. Qui l'a conseillée le 26
avril? La ministre avait précisé à
l'époque que l'extension de cadre
figurerait dans la loi-programme.
Figure-t-elle effectivement dans la
loi-programme qui est
actuellement à l'examen à la
Chambre? La ministre évoque
également les réserves formulées
par l'inspecteur des Finances.
Depuis le 1
er
janvier, Louvain
fonctionne avec deux juges de
police. La solution n'est
vraisemblablement pas pour
demain.
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ene magistraat. Dan hoor ik u zeggen dat de inspecteur van
Financiën ook nog eens bezwaar zou maken tegen een mogelijke
uitbreiding met een rechter.
Ik concludeer dat men in Leuven sinds 1 januari met twee
politierechters moet werken in plaats van met drie, vier of vijf. Wat is
het nu? Ik concludeer dat het allicht nog een hele tijd zal duren
alvorens die zaak zal opgelost zijn.
Ik had toch graag antwoord gekregen van de minister op de vraag of
al dan niet een uitbreiding is opgenomen in de programmawet die ter
bespreking voorligt.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il faudra voir à quel moment ce
sera prévu dans nos travaux en commission de la Justice.
05.05 Dirk Claes (CD&V): Het staat toch niet in de programmawet
die nu voorligt. Dat is mijn vraag. Is het hierin opgenomen?
05.06 Laurette Onkelinx, ministre: Ceux qui ont fait attention à
l'ordre du jour de la commission tout à l'heure savent que dans la loi-
programme se trouvent uniquement les dispositions concernant le
Moniteur belge et un report concernant une question de saisie.
Pour le reste, c'est dans la deuxième loi portant des dispositions
diverses qu'on verra toutes les extensions de cadre.
05.06
Minister
Laurette
Onkelinx: Indien u de agenda van
onze werkzaamheden aandachtig
heeft bekeken, heeft u zeker
gezien dat in de programmawet
enkel een aantal bepalingen
betreffende het Belgisch
Staatsblad en tot uitstel van de
inwerkingtreding van sommige
bepalingen in verband met de
beslaglegging zijn opgenomen.
Voor het overige zullen alle
kaderuitbreidingen in de tweede
wet houdende diverse bepalingen
terug te vinden zijn.
05.07 Dirk Claes (CD&V): Voor wanneer is de tweede
programmawet?
05.08 Laurette Onkelinx, ministre: Je vois que c'est M. Van Parys
qui vous souffle les questions auxquelles j'ai déjà répondu en
commission de la Justice.
05.08
Minister
Laurette
Onkelinx: De heer Van Parys
fluistert u vragen in die ik reeds
heb beantwoord.
05.09 Tony Van Parys (CD&V): (...)
05.10 Laurette Onkelinx, ministre: M. Van Parys, s'il vous plaît, il
s'agit d'une question entre M. Claes et moi-même. J'ai déjà répondu
qu'il y avait une loi et qu'il y en aurait une autre au début de la rentrée
parlementaire.
05.10 Minister
Laurette
Onkelinx: Er is een wet en na het
zomerreces komt er een andere
bij.
05.11 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel alleen vast
dat er veel beloofd werd. In het begin is er veel verkeerd gelopen in dit
dossier. Spijtig genoeg moeten we dit nu allemaal uitzweten. Met deze
warme dagen zal dit nog meer het geval zijn.
05.11 Dirk Claes (CD&V): De
nombreuses promesses ont été
faites. Ce dossier a connu bien
des problèmes et il faudra encore
du temps avant que tout ne soit
réglé.
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Claes, ter aanvulling. Vroeger hadden we één programmawet waarin het geheel
was opgenomen. Ten gevolge van de wijziging van het Reglement en de logica is het opgedeeld in twee
wetten, enerzijds de programmawet en anderzijds de diverse bepalingen.
Wat specifiek Justitie betreft, is het tweede luik op zijn beurt opgesplitst in twee delen. Een aantal
wetgevende ingrepen heeft indien ik het goed begrepen heb te maken met de arresten van het
Arbitragehof die moeten worden uitgevoerd. Men wil dit liever niet snelsnel voor het zomerreces regelen
maar op een ordentelijke manier behandelen. De inhoud ken ik niet. Ik geef u alleen maar de chronologie.
06 Question de Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
condamnés qui purgent leur peine à domicile" (n° 7333)
06 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
veroordeelden die hun straf thuis uitzitten" (nr. 7333)
06.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à vous demander de bien vouloir excuser mon retard et je
vous remercie de me permettre de poser ma question.
Madame la ministre, vous avez récemment dressé votre bilan annuel
quant au nombre de détenus qui purgent leur peine à domicile. Si je
trouve le système intéressant, permettant sans nul doute de
désengorger nos prisons, je m'interroge quant à la fiabilité du
procédé.
Je souhaiterais donc vous poser quelques questions précises sur le
sujet.
- Que pouvez-vous avancer comme garanties?
- Sur quels critères cette détention à domicile peut-elle être obtenue?
- Quel est le suivi de chaque condamné?
- Quelle est la durée maximale durant laquelle le détenu peut purger
cette peine à domicile?
- 300 détenus, est-ce le nombre maximum que l'on puisse prévoir?
- Dans quel secteur d'activité travaillent-ils pour la plupart?
- Sont-ils mieux réinsérés par la suite?
Madame la ministre je voudrais également vous poser une question
concernant les polices locales. Dans ma zone de police, par exemple,
deux détenus bénéficiaient d'une détention à domicile avec un
bracelet électronique, sans que la police locale en ait été informée.
Ce genre de situation pourrait poser problème.
06.01 Jacqueline Galant (MR):
Een aantal gedetineerden zitten
hun straf thuis uit. Ik vraag mij af in
hoeverre die methode
betrouwbaar is.
Welke waarborgen kan u in dat
verband bieden? Op grond van
welke criteria kan die
thuishechtenis worden verkregen?
Hoe wordt de begeleiding voor
elke veroordeelde geregeld? Wat
is de maximale strafmaat waarbij
een gedetineerde zijn straf thuis
kan uitzitten? Is 300 het maximale
aantal gedetineerden voor wie dit
systeem mogelijk is? In welke
sectoren werken de meesten
onder hen? Verloopt hun
reclassering vervolgens vlotter?
In mijn politiezone waren er twee
gedetineerden die hun straf thuis
uitzaten (met elektronische
enkelband) zonder dat de lokale
politie daarvan op de hoogte
gebracht was. Waarom werd de
politie niet ingelicht?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, madame
Galant, je n'ai à aucun moment dressé un bilan annuel quant au
nombre de détenus qui purgent leur peine à domicile.
Je pense que vous faites référence aux détenus qui sont placés sous
surveillance électronique. La presse a effectivement fait écho à une
interpellation parlementaire au cours de laquelle des chiffres m'ont été
demandés à propos du nombre de détenus placés sous surveillance
électronique. Il s'agit d'une assignation à résidence sous surveillance.
Ce mode d'exécution des peines a été introduit en 1997 et s'est
développé depuis.
06.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik geloof dat u doelt op
de gedetineerden onder
elektronisch toezicht. Zo zijn er
momenteel 350. Dat aantal zal
geleidelijk aan worden
opgetrokken tot 450 in het najaar
en tot 600 in 2006. Uiteindelijk
moeten er 1.000 gedetineerden
hun straf thuis kunnen uitzitten.
De betrokkene moet een
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Actuellement, 350 détenus sont placés sous surveillance
électronique. Une extension progressive est prévue (450 pour
l'automne prochain, 600 en 2006), l'objectif final inscrit dans l'accord
de gouvernement prévoyant 1.000 personnes.
La surveillance électronique comporte une double dimension.
L'intéressé est tenu à un emploi du temps dont le respect est contrôlé
par la technique de téléphonie. Il reçoit, par ailleurs, une guidance
sociale soutenue. Cette guidance permet notamment de travailler à la
réinsertion sociale des détenus.
Certains détenus en surveillance électronique ont un emploi (environ
44%), d'autres suivent une formation (19%), d'autres encore sont à la
recherche d'un emploi (25%).
Nous ne disposons pas d'études permettant d'apprécier si ces
personnes sont mieux réinsérées par la suite. La surveillance
électronique part toutefois du postulat qu'une exécution de la peine
surveillée en dehors de la prison favorise davantage la réinsertion et
la réparation qu'un séjour en prison.
En vertu de la circulaire ministérielle du 9 août 2002, les personnes
peuvent bénéficier de la surveillance électronique si elles ont été
condamnées à moins de trois ans d'emprisonnement, si la conférence
du personnel s'est prononcée en faveur d'une libération conditionnelle
ou si elles se trouvent à six mois de la date d'expiration de la peine.
Plusieurs catégories de détenus sont toutefois expressément exclus.
Ainsi, les personnes condamnées pour des faits de délinquance
sexuelle à l'égard de mineurs ou pour des faits de trafic d'êtres
humains.
L'absence de contre-indications est par ailleurs examinée. Ces
contre-indications ont trait notamment à l'absence de risque de
récidive, aux possibilités de reclassement, à l'attitude du condamné à
l'égard des victimes. Le condamné doit, en tout état de cause,
accepter d'élaborer un emploi du temps dont le respect est soumis à
une stricte surveillance.
La durée moyenne de placement en surveillance électronique est
d'environ trois mois. Tous ces éléments me paraissent être autant de
garanties pour une exécution de la peine répondant aux exigences de
sécurité publique. Quant à l'information policière, la loi sur la fonction
de police ne donne la compétence à la police que pour la surveillance
des personnes en libération conditionnelle. Cela tient au fait que les
autres modèles d'exécution de la peine ne sont pas réglés par la loi
mais par des circulaires ministérielles.
Le projet de loi relatif au statut externe des détenus, actuellement à
l'examen au Sénat, tend à combler ce vide juridique.
tijdschema respecteren. Voorts
krijgt hij een intensieve sociale
begeleiding. Op die manier kan
aan de reclassering van de
veroordeelde worden gewerkt.
Ongeveer 44 procent van de
gedetineerden onder elektronisch
toezicht heeft een baan, 19
procent volgt een opleiding en 25
procent zoekt werk.
Elektronisch toezicht gaat uit van
de premisse dat wie zijn straf
onder toezicht maar buiten de
gevangenismuren uitzit,
gemakkelijker geresocialiseerd
wordt. Het is wel zo dat we
hierover geen studies hebben.
De gevangenen komen in
aanmerking voor het elektronisch
toezicht indien ze tot een
gevangenisstraf van minder dan
drie jaar werden veroordeeld,
indien de personeelsvergadering
zich voor een voorwaardelijke
vrijlating heeft uitgesproken of
wanneer hun straf binnen zes
maanden afloopt. Verscheidene
categorieën van gevangenen zijn
echter van de maatregel
uitgesloten. Er wordt overigens
ook nagegaan of er geen
omstandigheden zijn die tegen het
elektronisch toezicht pleiten. De
gemiddelde duur van het
elektronisch toezicht bedraagt drie
maanden. Al die voorwaarden
lijken me evenzoveel waarborgen.
Wat het informeren van de
politiediensten betreft, kent de wet
op het politieambt de politie enkel
de bevoegdheid toe inzake het
toezicht over de personen die
voorwaardelijk in vrijheid werden
gesteld. Het wetsontwerp
betreffende de externe
rechtspositie van de
gedetineerden strekt ertoe die
juridische leemte op te vullen.
06.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je remercie
Mme la ministre pour sa réponse.
Il est vrai que cela peut poser des problèmes aux polices locales
quand c'est par le voisinage qu'elles apprennent qu'un détenu a pu
06.03 Jacqueline Galant (MR):
Wanneer de lokale politiediensten
van de buren moeten horen dat
een gedetineerde weer thuis is,
kan hen dat in een moeilijk parket
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
rentrer chez lui. Je vous remercie donc pour cette initiative.
brengen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
cijfers van de federale politie inzake telefoontap" (nr. 7509)
07 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les chiffres
de la police fédérale concernant les écoutes téléphoniques" (n° 7509)
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, vorige week heeft de federale politie cijfers
bekendgemaakt met betrekking tot het afluisteren van
telefoongesprekken. Hieruit blijkt dat in 2004 2.562 lijnen werden
afgetapt ten opzichte van 1.336 het jaar voordien. Dit is een
verdubbeling op een jaar tijd. Indien we een verdere vergelijking
maken met 2001 en 2002 zijn de cijfers van de stijging van het aantal
lijnen dat werd afgetapt nog significanter. In 2001 werden 537 lijnen
afgetapt; in 2002 897. In 2003 werden 1.336 lijnen afgetapt en 2.562
in 2004.
Mevrouw de minister, kunt u de cijfers van de federale politie
bevestigen? Ik stel vast dat de federale politie veel sneller met
gegevens komt dan Justitie. Slechts een paar maanden geleden
hebben wij het rapport van 2003 ontvangen in verband met de
gegevens inzake het afluisteren van telefoongesprekken.
Vraag is ook wat de verdeling is inzake interceptie in 2004 wat de
vaste lijn betreft, de gsm en het internet? Wat is de impact van deze
cijfers op de gerechtskosten?
Wat zijn de cijfers zowel wat het aantal intercepties betreft als de
gerechtskosten voor 2003 en 2004 voor de identificatie van de
abonnee of de toepassing van artikel 46bis van het Wetboek van
strafvordering en de opsporing en lokalisatie van de oorsprong of de
bestemming van de telecommunicatie of artikel 88bis van hetzelfde
wetboek? Wat zijn de cijfers over de verschillende ressorten en
arrondissementen voor 2003 en 2004?
Zijn de prestaties met het oog op het identificeren van privé-
telecommunicatie in toepassing van artikel 46bis van het Wetboek
van strafvordering inmiddels getarifieerd? Hier situeerde zich een van
de problemen. Bij gebrek aan tarifering stegen de gerechtskosten
inzake de identificatie van de privé-telecommunicatie enorm.
Wanneer zal het internetverkeer kunnen worden geïntercepteerd?
Ten slotte, hoe evalueren de diensten de nieuwe procedure van
artikel 46bis en 88bis van het Wetboek van strafvordering die de
meerderheid in de programmawet heeft goedgekeurd op 16
december 2004?
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Il
ressort de chiffres de la police
fédérale qu'il y a eu deux fois plus
de lignes téléphoniques écoutées
en 2004 qu'en 2003. S'agit-il
surtout, en l'occurrence, de lignes
fixes ou de téléphones mobiles?
Les transmissions de données par
l'internet sont-elles également
interceptées? Quelle est
l'incidence de cette pratique en
augmentation rapide sur
l'ensemble des frais de justice?
Des tarifs fixes sont-ils déjà en
vigueur? La ministre pourrait-elle
nous fournir ces chiffres ventilés
par arrondissement? Combien de
fois s'agit-il d'identifier l'abonné?
Combien de fois s'agit-il de
localiser l'origine ou la destination
d'un appel? La ministre pourrait-
elle répondre à ces questions, en
sachant que ces interventions sont
régies respectivement par les
articles 46bis et 88bis du Code
d'instruction criminelle? A-t-elle
déjà procédé à l'évaluation de la
nouvelle procédure à suivre pour
l'application de ces articles,
procédure instaurée par la loi-
programme de décembre 2004?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Parys, ik kan u bevestigen dat deze cijfers werden doorgegeven
door de Federal Computer Crime Unit -Telecom - van de federale
politie. De cijfers dienen echter nog te worden gevalideerd en
gecontextualiseerd bij het Nationaal Overlegplatform voor
Telecommunicatie, waarin onder meer ook vertegenwoordigers van
het College van procureurs-generaal, de onderzoeksrechter en het
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les chiffres relatifs aux
écoutes téléphoniques ont été
fournis par la "Federal Computer
Crime Unit". La Plate-forme
nationale de Concertation
Télécommunication, au sein de
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
BIPT zitten. Er moet onder meer rekening worden gehouden met het
feit dat het cijfer van de 2.562 maatregelen ook de verlengingen van
de maatregelen omvat die als aparte maatregel worden geteld. Deze
validatie zal gebeuren in het kader van de finalisering van het
evaluatierapport van de maatregelen bepaald in artikel 90decies van
het Wetboek voor Strafvordering, houdende de rapportageplicht van
de minister van Justitie aan het Parlement. Op basis van de
voorliggende cijfers blijkt ongeveer 84% van het aantal uitgevoerde
maatregelen op mobiele telefonie gsm te zijn toegepast. De
impact van de gerechtskosten is nog niet bekend.
Het aantal maatregelen, bevolen in uitvoering van artikel 46bis en
88bis, wordt niet centraal geregistreerd. Ik zal de FCCU vragen of het
over cijfermateriaal beschikt en u later op de hoogte brengen of het
door u gevraagde cijfermateriaal voorhanden is.
Op basis van de gerechtskosten is evenmin een voldoende verfijning
mogelijk om de aantallen voor deze maatregelen te bepalen.
De vraag over de uitsplitsing van de afluistermaatregelen over de
ressorten en arrondissementen zal ik stellen aan de Federal
Computer Crime Unit. De prestaties in toepassing van artikel 36bis
worden heden nog zeer verschillend gefactureerd, naargelang de
provider. Er wordt momenteel gewerkt aan het KB dat de tarificatie
eenvormig zal regelen.
Wat de interceptie van het internetverkeer betreft, kan ik u meedelen
dat dit ten laatste begin 2007 mogelijk zal zijn.
Ten slotte kan ik u meedelen dat er vooralsnog geen evaluatie is
gebeurd van de nieuwe procedure van de artikelen 46bis en 88bis.
laquelle siègent également les
procureurs généraux, les juges
d'instruction et l'IBPT, doit encore
valider ces chiffres et les situer
dans leur contexte. Les 2.562
écoutes comprennent en effet
également des écoutes qui
s'inscrivent dans le prolongement
de mesures antérieures. La
validation des chiffres sera
réalisée dans le cadre du rapport
d'évaluation des écoutes
téléphoniques.
Environ 84% des écoutes
concernent la téléphonie mobile.
L'interception des communications
par l'internet sera possible au
début de l'année 2007 au plus
tard. J'ignore encore l'incidence de
tout ceci sur les frais de justice.
Chaque fournisseur d'accès
applique un tarif différent. Nous
souhaitons d'urgence harmoniser
les tarifs par le biais d'un arrêté
royal.
Je ne dispose pas davantage de
chiffres relatifs à la répartition
entre les différents ressorts.
L'enregistrement des mesures
prises en application des articles
46bis et 88bis n'est pas centralisé,
mais je demanderai l'ensemble de
ces données à la FCCU. La
nouvelle procédure n'a pas encore
été évaluée.
07.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
aantal elementen van reactie op het antwoord van de minister. Ten
eerste, de cijfers die door de federale politie zijn meegedeeld moeten
nog worden gevalideerd.
Ten tweede, er is het grote aantal intercepties en intercepties van het
gsm-verkeer, met name voor 84%. Wat betreft de vragen inzake de
gerechtskosten, kan de minister mij niet of nog niet antwoorden. Ik
betreur dat, mevrouw de minister, omdat ik u op 15 maart een
gelijkaardige vraag heb gesteld. U hebt mij dan gezegd dat u mij de
informatie zou bezorgen. We zijn ondertussen drie maanden verder
en het enige antwoord dat ik van u krijg is eigenlijk nog altijd
hetzelfde, met name dat deze cijfers nog niet bekend zijn of zelfs niet
kunnen worden bekendgemaakt. Dit is natuurlijk geen behoorlijke
reactie op een vraag van een parlementslid en ik zoek een oplossing
voor dit probleem temeer daar ik meen te weten dat wat 2003 betreft
de cijfers inzake de gerechtskosten wel bekend zijn voor artikel 46bis
en 88bis, met name de lokalisering en de identificatie van de
telefoongesprekken en dat ze zelfs bekend zijn voor de verhouding
tussen de verschillende arrondissementen. Uit die cijfers blijkt
07.03 Tony Van Parys (CD&V):
Cette réponse ne me satisfait pas
du tout. Le 15 mars, la ministre
m'a promis qu'elle me
transmettrait des chiffres
rapidement et aujourd'hui, elle
demande à nouveau des délais.
Les chiffres pour 2003 sont publics
et j'en conclus par exemple que la
Flandre fait davantage d'efforts
que la Wallonie. Je suppose donc
que les chiffres sont également
connus pour 2004 mais qu'il y a
simplement une volonté de ne pas
les divulguer. L'absence de tarifs
uniformes en matière d'écoutes
téléphoniques fait grimper en
flèche les frais de justice. Et
jusqu'en 2007, les criminels
pourront manifestement
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
trouwens op een bijzondere wijze dat er veel meer inspanningen in
deze materie worden gedaan in de Vlaamse arrondissementen dan in
de Waalse arrondissementen. Ik zou u met aandrang willen vragen,
vermits deze cijfers bestaan en bekend zijn, om deze ook aan het
Parlement mee te delen. Ik wil er bovendien op wijzen dat het
betreurenswaardig is dat men nog altijd niet tot tarifering is kunnen
komen met betrekking tot het identificeren van de privé-
telecommunicatie omdat het precies bij gebreke aan deze tarifering is
dat de gerechtskosten de pan uitrijzen. De mededeling dat men pas
begin 2007 internet zal kunnen intercepteren betekent eigenlijk dat
men een vrijgeleide geeft aan diegenen die binnen criminele
organisaties en binnen andere criminele activiteiten handig gebruik
kunnen maken van het internetverkeer om hun activiteiten inzake
communicatie verder te zetten. Ik noteer ten slotte dat u zegt dat er
door de diensten nog geen evaluatie is geweest van de procedure van
artikel 46bis en artikel 88bis.
Ik meen nochtans te weten, mevrouw de minister, dat de procedure
die in de Kamer via de programmawet is goedgekeurd, aanleiding
geeft tot een enorme vertraging omdat men een offerte moet vragen
aan de operator, waarbij desgevallend de interventie nodig is van de
eerste voorzitter en de procureur-generaal, met een enorme stijging
van de werklast waardoor de afhandeling van deze dossiers een
enorm vertraging met zich meebrengt.
Ik ben helemaal niet tevreden met het antwoord dat u mij geeft en ik
zal indien u mij deze gegevens niet spontaan bezorgt hieromtrent
een interpellatie indienen en de Kamer vragen u te verplichten mij
deze informatie te bezorgen, wetende dat deze informatie bestaat.
téléphoner en toute tranquillité par
l'intermédiaire de l'internet. La
nouvelle procédure introduite par
les articles 46bis et 88bis est
particulièrement lourde et
provoque de nombreux retards
inutiles. Je me vois forcé de vous
interpeller sur cette question pour
vous obliger à me fournir les
informations dont j'ai besoin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de gigantische
wapenvondst in Vlezenbeek" (nr. 7514)
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het beheer van de wapens
van de lokale politie" (nr. 7522)
08 Questions jointes de
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'énorme quantité
d'armes découvertes à Vlezenbeek" (n° 7514)
- M. Stijn Bex à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la gestion des armes de la
police locale" (n° 7522)
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, vorige week deed de federale politie in de rustige
omgeving van Vlezenbeek een opvallende vondst.
Het ging om een gigantische hoeveelheid wapens. Volgens de
mededelingen van de federale politie ging het om een ton extreem
gesofisticeerde wapens en nog eens een ton munitie. Dat vindt men
natuurlijk niet alle dagen in Vlezenbeek en trouwens ook niet in ons
land.
Ik wil u de volgende vragen stellen naar aanleiding van de
mededelingen van de federale politie en van de publicaties in de
media.
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
La semaine dernière, la police
fédérale a découvert à Vlezenbeek
une tonne d'armes sophistiquées
et une tonne de munitions. S'agit-il
en l'espèce d'un type d'armes que
l'on rencontre régulièrement dans
le cadre de dossiers liés au
fondamentalisme musulman? Je
signale à cet égard que des
musulmans radicaux étaient
présents à un salon de l'armement
au Luxembourg. A-t-on également
retrouvé des pistolets-mitrailleurs
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Kunt u deze berichten bevestigen? Klopt hetgeen in de media is
verschenen en door de federale politie werd meegedeeld, namelijk
dat wapens werden aangetroffen van types die slechts zeer zelden in
België opduiken en dit dan telkens in dossiers van
moslimfundamentalisme? Bevinden zich onder de aangetroffen
wapens Uzi-machinegeweren die eerder bij de rijkswacht waren
gestolen? Werden ook echte oorlogswapens aangetroffen? Werden
wapens aangetroffen die na de politiehervorming openbaar werden
verkocht aan erkende wapenhandelaars? Zijn er verbanden tussen
deze spectaculaire wapenvondst en de aanwezigheid van figuren uit
radicale moslimkringen op een wapenbeurs in Luxemburg? Is er een
verband tussen dit dossier en het moslimfundamentalisme? Heeft
men inmiddels de betreffende verzamelaar gevonden? Het lijkt mij
immers interessant deze man op te sporen en desgevallend aan te
houden. Gebeurde de mededeling van de federale politie over dit
dossier in overleg en met akkoord van de gerechtelijke autoriteiten?
Gebeurde deze communicatie in functie van het belang van het
onderzoek?
Mijnheer de voorzitter, tot daar mijn vragen aan de vice-eerste
minister.
Uzi volés précédemment à la
gendarmerie? A-t-on retrouvé des
armes de guerre ou des armes
mises en vente publique dans le
cadre de la réforme des polices?
Qui est le collectionneur dont il est
question?
La communication relative à ce
dossier a-t-elle eu lieu en
concertation avec les autorités
judiciaires? Est-elle bien profitable
à l'enquête?
08.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een gelijkaardige vraag als collega Van Parys naar
aanleiding van de wapenvondst in Sint-Pieters-Leeuw. Ik ga niet alle
aspecten die de heer Van Parys al heeft aangehaald, nog eens
hernemen. Ik wil in het bijzonder uw aandacht erop vestigen dat onder
de in beslag genomen wapens zich ook machinepistolen zouden
bevinden van de voormalige rijkswacht, die de verdachte op een
legale manier zou verkregen hebben, met name door het feit dat er
door de politiehervorming wapens werden overgedragen aan de
lokale politie, die de wapens eigenlijk niet nodig had of niet kon
gebruiken. Daarom hebben heel wat van die lokale politieafdelingen
die wapens verkocht.
Ik heb in het verleden minister Dewael reeds ondervraagd over de
verkoop van afgeschreven politiewapens door de politie. De minister
heeft mij toen omstandig uitgelegd dat de lokale politie, maar ook de
federale politie, eigenlijk twee mogelijkheden heeft: ofwel kan men die
wapens op de markt brengen op een manier die in overeenstemming
is met de wapenwet, ofwel kan men deze wapens laten vernietigen bij
de proefbank in Luik. Terwijl bij de federale politie de gewoonte
gegroeid is om dat systematisch te doen, hangt dat bij de lokale politie
af van de beoordeling door de politieraad. Minister Dewael heeft mij
toen gezegd dat hijzelf niets kan ondernemen tegen de zones die van
die wettelijke mogelijkheid gebruikmaken in afwachting van een
wetgevend optreden. Dat zou volgens minister Dewael een wettelijk
optreden moeten zijn in het kader van de aanpassing van de
wapenwet van 1933.
Mevrouw de minister, ik kom tot mijn concrete vragen.
Ook ik zou graag een overzicht krijgen van de omvangrijke
wapenvondst van vorige week. Ik zou graag van u willen vernemen of
daar inderdaad gewezen politiewapens werden aangetroffen. Welke
wapens zijn dit dan? Zijn daar gewezen legerwapens bij? Welke
wapens zouden dat kunnen zijn?
08.02 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Parmi les armes saisies se
trouvaient des mitraillettes de l'ex-
gendarmerie. L'inculpé les aurait
acquises légalement. Lors de la
réforme des polices, ces armes
ont été transférées à la police
locale qui les a vendues après les
avoir démilitarisées. J'ai déjà
interrogé le ministre Dewael au
sujet de la vente, par la police,
d'armes déclassées. Alors que la
police fédérale ferait détruire
systématiquement ses armes
déclassées, de nombreuses zones
de police locales opteraient pour la
vente, de sorte que ces armes
seraient mises sur le marché, où
elles ne pourraient être vendues
qu'à des personnes titulaires d'une
autorisation d'achat. Le ministre
Dewael a déclaré que
personnellement, il n'avait pas le
pouvoir d'y remédier et il a
suggéré que le mieux serait
d'apporter une modification à la
réglementation concernant la
vente d'armes de police dans le
cadre de l'adaptation de la loi sur
les armes de 1933.
La ministre pourrait-elle donner un
aperçu des armes trouvées? Y
avait-il parmi elles des armes de
police et des armes militaires? Si
oui, lesquelles? Leur propriétaire
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Ik stel mij ook de vraag of de eigenaar van deze wapens contacten
had met terroristische organisaties. Hebt u daar al zicht op? Is die
eigenaar ondertussen al aangehouden? Op welke manier wordt er
toezicht gehouden op wapenbeurzen? Dat lijkt mij in dit dossier toch
zeer relevant.
Tot slot, zal in de nieuwe wapenwet die hopelijk weldra in het
Parlement zal belanden een regeling worden opgenomen die de
vernietiging van oude politiewapens regelt? Op welke manier zou dat
dan gebeuren? Hoe staat u daar eigenlijk in het algemeen tegenover?
Ik denk dat dit een belangrijke regel zou zijn.
Tot zover mijn vragen, mijnheer de voorzitter.
a-t-il entretenu des contacts avec
des organisations terroristes? A-t-il
été arrêté? Surveille-t-on les
salons et autres bourses aux
armements? La nouvelle loi sur les
armes comportera-t-elle une
réglementation applicable à la
destruction des anciennes armes
de police? Quelle position adopte
la ministre à cet égard?
08.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, uit de
inlichtingen die mij werden bezorgd door het parket van Brussel en de
federale politie blijkt inderdaad dat de federale politie vorige week een
aanzienlijke voorraad wapens heeft ontdekt. Sommige van die
wapens zouden in België beland zijn via een autozwendel vanuit de
Verenigde Staten. Het klopt dat er in deze voorraad wapens zijn
teruggevonden die aan de vroegere rijkswacht hebben toebehoord. Ik
wijs evenwel op het feit dat het niet gaat om gestolen wapens, maar
dat ze wel degelijk werden verkocht aan wapenhandelaars, aangezien
ze niet meer konden worden gebruikt door de nieuwe politie omwille
van het feit dat het om automatische wapens ging.
De ontdekte voorraad is zeer belangrijk en telt talrijke types van
wapens, waaronder gedemilitariseerde wapens. De persoon die aan
de oorsprong van deze zwendel ligt, was voorheen niet gekend door
de politiediensten. Het is thans voorbarig om een verband te leggen
tussen deze ontdekking en andere gerechtelijke dossiers. Het
onderzoek heeft zijn beloop. Deskundigen in de ballistiek zullen
worden aangewezen.
Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken voorziet het
voorontwerp van de wet op wapens in de mogelijkheid om individuele
wapens van de politie te verkopen wanneer ze niet meer worden
gebruikt, doch uitsluitend aan wapenhandelaars. Collectieve wapens
zullen moeten worden vernietigd. De wapens die werden verkocht aan
wapenhandelaars zullen allemaal worden geneutraliseerd en dus niet
meer operationeel zijn.
08.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Je confirme qu'un stock
d'armes important a été découvert
la semaine passée. Certaines
armes sont arrivées en Belgique à
la suite d'un trafic de voitures en
provenance des Etats-Unis. On a
également retrouvé des armes qui
appartenaient à l'ancienne
gendarmerie. Il ne s'agit pas
d'armes volées mais d'armes
vendues. Les armes découvertes
sont de nombreux types,
notamment des armes
démilitarisées.
L'intéressé n'est pas connu des
forces de police et il serait
prématuré d'établir un lien avec
d'autres dossiers judiciaires.
A la demande du ministre de
l'Intérieur, l'avant-projet de
nouvelle loi sur les armes prévoit
que les armes individuelles de la
police ne pourront être vendues
qu'à des armuriers et que les
armes collectives devront être
détruites. Les armes vendues
seront préalablement neutralisées.
08.04 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik dank u voor het antwoord waaruit de omvang
blijkt van de vondst en de vaststelling dat het klaarblijkelijk vrij
eenvoudig is over een dergelijke collectie wapens te beschikken. Een
aantal van deze wapens werd destijds bij de rijkswacht gebruikt of
gedemilitariseerd en kan opnieuw in gebruik worden gebracht. Dit
alles stemt uiteraard tot nadenken.
Mevrouw de minister, u hebt niet geantwoord op de vraag of de
communicatie van de federale politie over dit dossier in overleg en
met akkoord van de gerechtelijke autoriteiten is gebeurd en of deze
communicatie in functie stond van het belang van het onderzoek? Ik
dring aan op een antwoord terzake.
08.04 Tony Van Parys (CD&V): Il
est donc très facile de se procurer
des armes. La communication de
la police fédérale a-t-elle eu lieu en
concertation avec les autorités
judiciaires? Le collectionneur
n'avait pas encore été arrêté que
la découverte avait déjà été
annoncée en détail, ce qui ne
paraît pas de nature à favoriser la
recherche du collectionneur et
d'éventuelles autres personnes
concernées.
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Het lezen van de mededeling van de federale politie riep immers een
aantal vragen op. Men had de verzamelaar niet gevonden maar deed
wel een zeer gedetailleerde mededeling over alles wat werd
aangetroffen. Men kon dit interpreteren als een verwittiging voor de
verzamelaar om zo ver en zo lang mogelijk uit de buurt te blijven.
Bovendien kon ik me niet van de indruk ontdoen dat de heel
gedetailleerde opsomming van al de wapens en de eventuele
verbanden voor degenen die met de wapens iets te maken hebben,
aanleiding zou kunnen zijn om niet onmiddellijk in het publiek te
verschijnen in de onmiddellijke omgeving. Kortom, ik kon me niet van
de indruk ontdoen dat de communicatie van de politie niet meteen in
het belang was van het opsporen van de "verzamelaar" of degenen
die op een of andere manier met dit dossier betrokken zijn.
Daarom is het belangrijk van u te vernemen of de federale politie deze
communicatie verspreid heeft in overleg en met akkoord van de
gerechtelijke autoriteit
08.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, hoewel ik akte neem van de bepalingen die in de nieuwe
wapenwet zullen worden opgenomen, vermoed ik dat hierover nog
een woordje gediscussieerd zal worden.
Bij deze vondst werden wapens gevonden die vroeger door de
rijkswacht werden gebruikt en onklaar waren gemaakt. Men stelt
evenwel vast dat deze wapens terechtkomen bij een handelaar die
ook over wisselstukken voor deze wapens beschikt. Men mag ervan
uitgaan dat deze wisselstukken moeten dienen om de
onklaargemaakte wapens opnieuw gebruiksklaar te maken. Dit kan
op zijn beurt ertoe leiden dat deze wapens die van de politiediensten
afkomstig zijn, op termijn tegen deze politiediensten kunnen gebruikt
worden.
Ik meen dat dit een absurditeit is waaraan wij, bij de bespreking van
de wapenwet, de nodige aandacht zullen moeten besteden. Ik denk
dat ik dan zelf ook zal moeten voorstellen om voor de individuele
wapens die onbruikbaar gemaakt zouden moeten worden de afspraak
te maken dat ze vernietigd worden.
08.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): La
nouvelle loi sur les armes appelle
un débat. Les armes
démilitarisées peuvent être
remises en état dans le
commerce. Il serait préférable de
les détruire.
08.06 Laurette Onkelinx, ministre: Je n'ai pas été saisie d'une
plainte concernant la manière dont la communication a été réalisée
par la police fédérale. Je n'ai pas été interpellée par le magistrat.
Toutefois, je vais m'informer afin de savoir s'ils ressentent cette
communication comme une entrave à l'instruction du dossier.
08.06 Minister Laurette
Onkelinx: Ik heb geen klacht
ontvangen over de manier waarop
de federale politie de mededeling
heeft gedaan; de magistraat heeft
mij niet geïnterpelleerd.
Ik zal inlichtingen inwinnen om uit
te maken of zij die mededeling als
een inbreuk op het onderzoek in
het dossier aanvoelen.
08.07 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, misschien
kan de minister mij deze informatie nog bezorgen.
08.07 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre peut-elle encore me
fournir cette information?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
09 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
fenomeen cyberpesten" (nr. 7520)
09 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
phénomène du harcèlement par l'internet" (n° 7520)
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, een aantal weken geleden werd er een prijs
uitgereikt aan een aantal scholen die zich inzetten voor het
voorkomen van pestgedrag binnen de school en bij jongeren. Op die
prijsuitreiking waren er verschillende sprekers, waaronder de Vlaamse
minister van Onderwijs. Hij waarschuwde voor het fenomeen
cyberpesten. Het gaat meestal om jongeren die via sms of e-mail
andere jongeren met kwetsende boodschappen belagen. Het Vlaams
Parlement vond dit thema blijkbaar voldoende belangrijk om er een
onderzoek aan te wijden. Er zou daarbij ook een soort steekproef
worden genomen.
Ik heb de volgende vragen. Zijn de parketten op de hoogte van dit
fenomeen? Is er hiervoor specifieke aandacht? Op welke basis kan
cyberpesten vervolgd worden? Ik neem aan dat het moeilijker wordt
om tot vervolging te kunnen overgaan indien het gaat om
minderjarigen.
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le phénomène du
"cyberharcèlement" s'accentue. Il
s'agit généralement de jeunes qui
envoient des messages blessants
par SMS ou par courrier
électronique. Ils conservent eux-
mêmes l'anonymat lors de leurs
actions parce qu'ils sont
parfaitement au courant des
technologies modernes, alors que
leurs victimes ne possèdent
quasiment aucun recours.
Ce phénomène est-il connu des
parquets? Les magistrats de
référence en matière de criminalité
informatique s'y intéressent-ils? Le
"cyberharcèlement" peut-il être
poursuivi, même s'il est le fait de
mineurs d'âge?
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Het fenomeen cyberpesten is
bekend bij sommige parketten van het Rijk, maar de reikwijdte ervan
schijnt niet van die aard te zijn dat het de aandacht heeft getrokken
van magistraten die gespecialiseerd zijn op het vlak van de
informaticacriminaliteit. Geen enkel cijfer kan hierbij naar voren
worden geschoven, in het kader van een mondelinge vraag.
De Federal Computer Crime Unit is eveneens tussenbeide gekomen
in enkele dossiers. In de meeste gevallen ging het hierbij om feiten
van pesten die door adolescenten werden gepleegd na een
relatiebreuk. Die feiten kunnen een inbreuk uitmaken op artikel 442bis
van het Strafwetboek, het pesten op artikel 114 van de wet
betreffende de hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven en het pesten via telefoon of bedreigingen op de
artikels 327 en 328 van het Strafwetboek.
In de toekomst zullen ze misschien een inbreuk kunnen zijn op de wet
van 13 juni 2005, die op 20 juni laatstleden in het Belgisch Staatsblad
werd gepubliceerd. Als deze feiten gepleegd worden door
minderjarigen, kunnen deze eventueel ter beschikking worden gesteld
van de jeugdrechter.
09.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le phénomène est connu
de certains parquets, mais il n'est
pas de nature telle que les
magistrats spécialisés en
informatique s'en occupent. La
Federal Computer Crime Unit est
intervenue dans certains dossiers
concernant le plus souvent des
faits de harcèlement commis par
des adolescents à la suite d'une
rupture. Les faits peuvent
constituer une infraction aux
articles 327, 328 et 442bis du
Code pénal et à l'article 114 de la
loi portant réforme de certaines
entreprises publiques
économiques. À l'avenir, ils
pourront peut-être également
constituer une infraction à la loi du
13 juin 2005, publiée le 20 juin
2005. Les mineurs d'âge peuvent
être mis à la disposition du juge de
la jeunesse.
09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
10 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vrijgeven van informatie door het parket aan het brede publiek" (nr. 7521)
10 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
communication d'informations au grand public par le parquet" (n° 7521)
10.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, de aanleiding ik zeg het goed en vraag dus niet
de exacte details waren berichten in de media eerder deze maand
over de moord op een jongedame in Oostende. Zij had blijkbaar seks
met twee mannen geweigerd. Deze mannen hebben bij wijze van
spreken als straf de jongedame in kwestie gewurgd.
Op dat ogenblik werd in de originele mededeling aan de media
gezegd dat later op de week een lijkschouwing zou volgen. Zij werd
een paar dagen later ook uitgevoerd. Daarop kwam de mededeling
van het parket dat de jongedame na haar overlijden blijkbaar was
verkracht.
Vanuit de geschetste problematiek heb ik een vraag. Het bijkomende
element van verkrachting na het overlijden lijkt mij, zeker voor de
nabestaanden, een bijzonder pijnlijk gegeven. Ik vraag mij dan ook af
op welke manier de parketten daarmee omgaan.
Bestaan er tussen de parketten bepaalde afspraken of richtlijnen over
welk soort gevoelige, pijnlijke of kwetsende informatie wordt
vrijgegeven aan de media en welke niet? Zoniet, lijkt het niet
aangewezen om op dat punt het communicatiebeleid van de
parketten te stroomlijnen?
Wordt, vooraleer informatie wordt vrijgegeven, contact opgenomen
met de nabestaanden, om ervoor te zorgen dat zij niet uit de pers of
via radio of tv de informatie moeten vernemen, maar ze rechtstreeks
van de onderzoekers vernemen?
Is er ook overleg met hen vooraleer bepaalde berichten worden
vrijgegeven?
Weet u voor dat specifieke dossier welke afwegingen werden
gemaakt door het parket?
10.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Les médias ont relaté le meurtre, à
Ostende, d'une jeune fille âgée de
18 ans. L'autopsie a révélé que la
victime a été violée après son
décès. Il semble que cette
information a été divulguée aux
médias par le parquet. Celui-ci
peut certes informer la presse
mais, à mon estime, il ne doit pas
dévoiler les éléments
particulièrement pénibles ou
blessants pour les proches.
Des directives ont-elles été
communiquées aux parquets
concernant le type d'informations
qu'il convient ou non de divulguer?
Si tel n'était pas le cas, il serait
grand-temps de mettre au point la
politique de communication des
parquets en la matière.
Y a-t-il des contacts avec les
proches avant de rendre publics
certains éléments? Y a-t-il
concertation avec eux quant au
fait de savoir si tel ou tel élément
peut être ébruité?
Pourquoi, dans ce cas concret, les
médias ont-ils révélé les
conclusions de l'autopsie?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Het Wetboek van strafvordering
heeft ingevolge de inwerkingtreding van de wet van 12 maart 1998 de
bevoegdheid inzake informatieverstrekking aan de pers inzake
vooronderzoeken toevertrouwd aan de procureur des konings.
Om deze informatieverstrekking in goede banen te leiden werd een
gezamenlijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College
van procureurs-generaal uitgewerkt die in werking is getreden op 15
mei 1999. Het betreft de Col 7/99. Al deze voorschriften bepalen dat
gegevens aan de pers kunnen worden gegeven indien het openbaar
belang het vereist. Naast andere regels desbetreffend is gestipuleerd
dat het openbaar ministerie in de berichtgeving dient te waken over
het vermoeden van onschuld, de rechten van de verdediging, van de
verdachte, het slachtoffer en derden. Tevens dient het recht op
eerbied voor het privé-leven en de waardigheid van personen te
worden gerespecteerd. Tevens werd bepaald dat met betrekking tot
het slachtoffer en zijn verwanten geen details kunnen worden
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La loi du 12 mars 1998
confie au procureur du Roi la
compétence en matière de
communication d'informations à la
presse dans le cadre d'enquêtes
préalables. Une circulaire du 15
mai 1999 prise conjointement par
le ministre de la Justice et par le
collège des procureurs généraux
tend à canaliser correctement ce
flux d'informations. Il y est stipulé
que des informations ne peuvent
être communiquées à la presse
que si l'intérêt public le requiert.
Dans ses
communiqués, le
ministère public doit veiller sans
CRIV 51
COM 652
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
vrijgegeven die hen secundair kunnen "victimiseren". Er moet tevens
in de mate van het mogelijke over gewaakt worden dat gevoelige
feiten of elementen het slachtoffer of diens verwanten niet bereiken
via de pers.
Rekening houdend met deze bepalingen komt het mij voor dat de
informatie die u aanhaalt in uw vraag voor een parket geenszins
perswaardig is. Ik ben van oordeel dat dergelijke informatie naar de
geest en de letter van de omzendbrief in kwestie, niet mag verspreid
worden door een parket. Er dient wel op gelet te worden dat niet alle
informatie die over een gerechtelijk dossier in de media verschijnt,
afkomstig is van het openbaar ministerie. Men mag zelfs aannemen
dat het overgrote deel van de berichtgeving in de pers steunt op
allerlei lekken die afkomstig zijn uit alle geledingen van justitie en
politie. Het is precies omdat de parketten over het algemeen zeer
terughoudend optreden in hun berichten dat journalisten op zoek gaan
naar alternatieve kanalen die zich natuurlijk niet houden aan een
omzendbrief.
délai au respect de la présomption
d'innocence et des droits de la
défense de l'inculpé, de la victime
et de ses proches, et au respect
de la vie privée et à la dignité de la
personne. En outre, le presse ne
peut jamais rendre publics des
détails susceptibles de porter
atteinte ultérieurement à la dignité
de la victime et de sa famille.
Dans le dossier individuel évoqué,
l'information supplémentaire
communiquée ne revêtait aucun
intérêt pour la presse. Le parquet
n'aurait pas dû la diffuser, qui
s'agisse de la lettre ou de l'esprit
de la circulaire. Cependant, toutes
les informations paraissant dans la
presse au sujet d'un dossier
judiciaire déterminé ne
proviennent pas du ministère
public. Les communiqués diffusés
reposent en grande partie sur
diverses fuites dans tous les
compartiments de la justice et de
la police. C'est précisément parce
que les parquets se montrent en
général si réticents que la presse
recherche assidûment des canaux
d'information parallèles.
10.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.
Ik ben het zeker met haar conclusie eens. Ik weet niet via welk
kanaal, maar mij kwam het op basis van de berichtgeving voor dat het
via het openbaar ministerie of via het parket was.
Uiteraard, het voorkomen van lekken is een opdracht die ons de
volgende maanden en jaren allemaal nog zal bezighouden. We
kunnen ons inderdaad afvragen of, omdat men al door de media
gelyncht is, het vermoeden van onschuld nog bestaat.
Ik wil erop aandringen dat in dat specifieke geval eens met het parket
contact wordt genomen om te zien hoe een en ander verlopen is en of
alle regels nageleefd zijn.
10.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Je me réjouis que la ministre
admette que certaines
informations de ce dossier
publiées dans la presse n'auraient
pas dû être divulguées.
Malheureusement, les fuites dans
des dossiers judiciaires dégagent
trop souvent un parfum de
lynchage médiatique qui remet en
cause la présomption d'innocence.
Je propose que dans le cas de
divulgation d'informations qui nous
occupe, la ministre prenne contact
avec le parquet concerné.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
gebrekkige overgangsmaatregelen in de nieuwe adoptiewet" (nr. 7526)
11 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les mesures
transitoires lacunaires dans le cadre de la nouvelle loi sur l'adoption" (n° 7526)
11.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 11.01 Bert Schoofs (Vlaams
21/06/2005
CRIV 51
COM 652
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
mevrouw de minister, de adoptiewet wordt weldra van kracht. In mijn
schriftelijke voorbereiding schreef ik 1 december, maar dat moet 1
september zijn.
Er dreigt voor de vrije adoptanten een hiaat te ontstaan. Een aantal
dossiers van vrije adoptanten zal namelijk wellicht geblokkeerd
worden door de nieuwe wet omdat er voor hen geen
overgangsmaatregelen voorzien zijn. Alleen voor de zelfstandige
adoptanten zijn er overgangsmaatregelen voorzien.
Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van dat probleem?
Hebben we dat misschien over het hoofd gezien bij de bespreking,
destijds, van de nieuwe adoptiewetgeving?
Bent u eventueel bereid om, aan minstens die mensen die nu nog in
een procedure zitten, alsnog tegemoet te komen en voor hen alsnog
overgangsmaatregelen te constitueren?
Alvast dank voor uw antwoord, mevrouw de minister.
Belang): La nouvelle loi sur
l'adoption prévoit des mesures de
transition pour les parents adoptifs
dits indépendants. Ce n'est
toutefois pas le cas pour les
adoptants dits libres, ce qui peut
aboutir à un blocage sérieux de
certains dossiers d'adoption.
La ministre est-elle également
disposée à répondre aux besoins
des parents adoptifs libres?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: Oui, le problème existe. Oui, il
faut trouver une solution d'urgence. Oui, la loi portant des dispositions
diverses pourrait être un canal intéressant pour régler ce problème.
11.02 Minister Laurette
Onkelinx: Het probleem valt niet
te ontkennen en er is dringend een
oplossing nodig. In dat verband
zou de wet houdende diverse
bepalingen een interessante optie
kunnen zijn.
11.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik verwacht dus amendementen van de regering
op de programmawet, zodat het kan worden geregeld.
11.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): J'espère donc que le
gouvernement présentera un
amendement à la loi-programme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.22 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 11.22 heures.