CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 651
CRIV 51 COM 651
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
21-06-2005
21-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Liesbeth Van der Auwera
au ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "les arriérés de 1988 concernant
l'enseignement" (n° 609)
1
Interpellatie van mevrouw Liesbeth Van der
Auwera tot de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over
"de achterstallen van 1988 inzake onderwijs"
(nr. 609)
1
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
4
Moties
4
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le comité de
pilotage chargé de la nouvelle étude sur la
politique énergétique" (n° 7312)
4
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
stuurgroep die met de nieuwe studie inzake het
energiebeleid is belast" (nr. 7312)
4
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la
réglementation européenne des substances
chimiques" (n° 7314)
6
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de Europese
regelgeving betreffende de chemische stoffen"
(nr. 7314)
6
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'incertitude qui
entoure le maintien de Tessenderlo Chimie dans
le Limbourg occidental" (n° 7410)
8
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de onzekerheid rond
het behoud van de vestiging van Tessenderlo
Chemie in West-Limburg" (nr. 7410)
8
Orateurs: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
conséquences pour Belgonucléaire d'un grave
accident nucléaire au Royaume-Uni" (n° 7412)
11
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen
van een ernstig nucleair ongeval in het Verenigd
Koninkrijk voor Belgonucleaire" (nr. 7412)
11
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création
d'une base de données permettant la
comparaison entre les assurances auto RC"
(n° 7249)
12
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het creëren
van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 7249)
12
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Patrick Lansens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le problème des
délais d'amortissement des réseaux de
distribution d'électricité et de gaz naturel"
(n° 7433)
14
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
problematiek van de afschrijvingstermijnen van de
distributienetten elektriciteit en aardgas"
(nr. 7433)
14
Orateurs:
Patrick Lansens, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Patrick Lansens, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "des
jeux télévisés permettant de gagner de l'argent"
(n° 7441)
17
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "TV-spelletjes
waar 'geld te winnen valt'" (nr. 7441)
17
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la
modernisation des systèmes d'alerte en cas de
catastrophe" (n° 7474)
18
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
modernisering van alarmsystemen bij rampen"
(nr. 7474)
18
Orateurs:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le réseau
européen HySafe" (n° 7460)
20
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
Europese netwerk HySafe" (nr. 7460)
20
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "le
refus par Luminus d'accepter des clients ayant un
compteur à budget" (n° 7532)
22
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het weigeren
van budgetmetercliënten door Luminus" (nr. 7532)
22
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
pose d'une canalisation de gaz naturel sur le
territoire de la commune de Brakel" (n° 7533)
23
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de aanleg
van
een aardgasvervoerleiding over het
grondgebied van de gemeente Brakel" (nr. 7533)
23
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le retard dans la
communication par l'Institut National de
Statistique (INS) de données statistiques
concernant la conjoncture économique" (n° 7524)
26
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging
opgelopen door het Nationaal Instituut voor de
Statistiek (NIS) bij het verstrekken van statistische
gegevens aangaande de economische
conjunctuur" (nr. 7524)
26
Orateurs: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
21
JUIN
2005
Matin
______
van
DINSDAG
21
JUNI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.11 heures par M. Paul Tant, président.
De voorzitter: Vraag nr. 7111 van de heer Verherstraeten wordt uitgesteld.
Vraag nr. 7131 van mevrouw Avontroodt wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
01 Interpellatie van mevrouw Liesbeth Van der Auwera tot de minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over "de achterstallen van 1988 inzake onderwijs"
(nr. 609)
01 Interpellation de Mme Liesbeth Van der Auwera au ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique sur "les arriérés de 1988 concernant
l'enseignement" (n° 609)
01.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
heb u al eens een mondelinge vraag in verband met de residuaire
federale bevoegdheden inzake onderwijs, die sedert 1988 werden
overgedragen, gesteld.
Er zijn tot op heden nog altijd dossiers waarbij personen achterstallen
dienen uitbetaald naar aanleiding van situaties van voor 1988, toen
onderwijs nog een federale materie was. Tot enige tijd geleden
werden die achterstallen uitbetaald door de Gemeenschappen. De
federale overheid hevelde dan de uitbetaalde bedragen over naar de
Gemeenschappen. Nu wachten nog 74 mensen op de uitbetaling van
de achterstallen van 1988. Het handelt over een bedrag, zoals u mij
toen vermeld hebt, van een kleine 800.000 Belgische frank.
Tijdens de commissievergadering van 26 oktober vorig jaar stelde u
dat u op de hoogte was van de problematiek en dat de
Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid zich met die
dossiers bezig zou houden. U stelde tijdens die
commissievergadering ook dat er een probleem zou zijn met de
uitbetaling, omdat zowel de Belgische Staat als de Vlaamse
Gemeenschap technische moeilijkheden zouden ondervinden om de
gegevens te lezen die op de magneetbanden werden vastgelegd.
01.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): J'ai déjà posé
précédemment au ministre une
question sur les compétences
résiduelles fédérales en matière
d'enseignement. Certaines
personnes attendent toujours des
arriérés afférents à des situations
datant d'avant 1988, lorsque
l'enseignement constituait encore
une matière fédérale. Autrefois,
l'État fédéral transférait les
montants aux Communautés, qui
procédaient aux paiements. A
l'heure actuelle, 74 personnes
attendent toujours des arriérés de
1988. Il s'agit de quelque 800.000
francs belges.
Le ministre m'a répondu l'an
dernier qu'il était informé du
problème et que le SPP Politique
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Zodra dat probleem zou zijn opgelost, zouden de achterstallige
bedragen worden uitbetaald.
Nochtans werd mij reeds verschillende malen meegedeeld dat vanuit
de cel Wetenschapsbeleid maar geen engagement werd gegeven
aan de Gemeenschappen om de nog bestaande achterstallen ten
laste te nemen. Ik denk dat dat ongehoord is ten aanzien van de
betrokkenen, die reeds meer dan vijftien jaar wachten op betaling.
Meer nog, het bestaan en de omvang van de achterstallen werd nooit
betwist. Ik vind het nog meer ongehoord om als overheid te stellen dat
door technische problemen de uitbetaling niet zou kunnen
plaatsvinden. De overheid heeft immers toegang tot het rijksregister
en verkeert perfect in de mogelijkheid om de betrokkenen aldus te
traceren.
Kunt u aantonen dat er wel degelijk een engagement bestaat vanuit
de cel Wetenschapsbeleid om de betreffende bedragen ten laste te
nemen? Van een aantal gevallen weet ik dat Vlaanderen op de
hoogte is van het bedrag, de juiste identiteit en de gegevens van de
betrokkene en hun rekeningnummer, maar dat er niet kan worden
uitbetaald vanwege het gebrek aan engagement.
Aangezien de overheid hier duidelijk in gebreke blijft, zal u het met mij
eens zijn dat de betrokkenen recht hebben op de uitbetaling van
zowel de hoofdsom als van de intresten.
Daarop had ik graag uw antwoord gekregen, mijnheer de minister.
scientifique s'occuperait de ces
dossiers. Les sommes seraient
versées dès la résolution de
quelques problèmes techniques. Il
m'est toutefois déjà revenu à
plusieurs reprises que la Politique
scientifique ne s'est pas encore
engagée à prendre effectivement
ces arriérés en charge. C'est
scandaleux, puisque l'importance
des arriérés n'a jamais été
contestée. De même, il est faux
que des problèmes techniques
empêchent le paiement car les
pouvoirs publics ont accès au
registre de l'État et peuvent donc
retrouver la trace de tous les
intéressés.
Le ministre peut-il démontrer que
la cellule Politique scientifique
s'est engagée à prendre ces
sommes à sa charge? Etant
donné que l'État est
manifestement en défaut, les
intéressés ont aussi droit à des
intérêts, à mon estime.
01.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Van der Auwera, in
antwoord op uw vraag kan ik bevestigen dat er wel degelijk een
engagement is om het dossier van de lasten uit het verleden af te
handelen. De informatie waarover mijn administratie beschikt, werd
reeds enige tijd geleden bezorgd aan de bevoegde diensten van de
Vlaamse Gemeenschap. Het probleem is echter dat de
Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid niet over de
gegevens beschikt om de betrokkenen rechtstreeks uit te betalen.
Bovendien kunnen betalingen pas gebeuren na een formele
betalingsaanvraag vanwege de Vlaamse Gemeenschap. Ik wil er
trouwens op wijzen dat het volgens onze informatie voor de Vlaamse
Gemeenschap niet zo evident is om de correcte informatie met
betrekking tot de individuele dossiers te vinden en dat het dossier
inderdaad reeds meerdere jaren hangende is, ondanks aandringen
van onzentwege naar aanleiding van uw vorige vraag om vooruitgang
in het dossier te krijgen.
Deze week nog is er een contact geweest tussen mijn departement
en de betrokken Vlaamse administratie. Wij hebben een mogelijke
werkwijze om de bedragen waarop de Vlaamse Gemeenschap nog
recht zou hebben, over te maken, afgesproken. Er werd
overeengekomen dat de Vlaamse minister van Onderwijs zeer
binnenkort de nodige stappen zal doen bij de minister voor
Wetenschapsbeleid, dus bij mijzelf, om die werkwijze voor te stellen.
Voor de automatische betaling van eventuele intresten bestaat er
geen wettelijke basis. Zoals ik zonet heb meegedeeld, kan pas tot
betaling worden overgegaan na een verzoek tot betaling, dat gestaafd
01.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'autorité fédérale s'engage à
payer les charges du passé et a
communiqué les informations
nécessaires aux services de la
Communauté flamande. Une
demande de paiement formelle
doit toutefois être introduite. Pour
la Communauté flamande, il est
également difficile de trouver des
informations correctes sur les
dossiers.
Cette semaine, il a été question
d'une solution éventuelle qui
permettrait d'acquitter les
montants auxquels la
Communauté flamande peut
encore prétendre. Le ministre
flamand de l'Enseignement me
contactera prochainement en vue
d'élaborer les dispositions
concrètes.
Il n'existe pas de base légale
permettant le paiement
automatique d'intérêts.
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
is met de nodige verantwoordingsstukken. Ik wacht die stukken nu
samen met het verzoek van de Vlaamse minister van Onderwijs af,
waarna ik hoop dat dossier uit het verleden ook definitief tot het
verleden kan behoren.
01.03 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, ik
vind het jammer dat ik moet horen ik had mijn vraag in oktober
reeds gesteld dat er pas deze week contacten zijn geweest over de
vraag hoe dat praktisch zal worden opgelost.
Ik houd mij persoonlijk al een paar jaar bezig met dat dossier en ik
heb briefwisseling van de Vlaamse Gemeenschap, die er categoriek
in is dat het engagement er tot nu toe niet is gekomen vanuit de
federale overheid. Ik heb op dit ogenblik dus eigenlijk weinig
vertrouwen in de gehele gang van zaken.
Ik zal daarover dan ook een motie indienen. In een aantal dossiers
staan duidelijk de identiteit van de betrokkenen, de rekeningnummers
en dergelijke meer. Na al die jaren is er nog geen betaling gebeurd.
Pas recent zijn er contacten geweest, terwijl u in oktober van 2004 al
zei dat u al het mogelijke ging doen. Ik heb mijn vraag al ongeveer
acht maanden geleden gesteld. Wellicht zijn die contacten er geweest
naar aanleiding van mijn interpellatie.
Ik wil dat dossier niet langer in de diepvriezer zit en zal dan ook
stappen ondernemen.
01.03 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Je déplore que ce dossier
soit seulement examiné cette
semaine alors que ma question à
ce sujet remonte au mois
d'octobre. Une correspondance
émanant des services de la
Communauté flamande atteste de
ce que l'autorité fédérale ne s'est
pas encore engagée à prendre les
arriérés en charge. Je déposerai
une motion en vue d'accélérer le
règlement de ce dossier.
01.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, voor de
goede gang van zaken wil ik meedelen dat ik onmiddellijk na de
vorige mondelinge vraag contact heb genomen met de Vlaamse
overheid. Ik kan er niets aan doen dat de Vlaamse overheid niet wil
antwoorden. Dat is een gemakkelijke methode van doen.
Naar aanleiding van uw nieuw interpellatieverzoek heb ik opnieuw
naar de stand van zaken geïnformeerd. Nu komt er pas enig schot in.
Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat het soort van engagementen die
ik soms maak, voor een bepaalde fractie nogal moeilijk ligt. Ik hoop
alleen dat het geen selffulfilling prophecy zal worden. Ik engageer me
om dat te regelen. Men moet mij op zijn minst de stukken overzenden
op de geëigende wijze. Dat is alles wat ik nodig heb en kan niet zo
verschrikkelijk moeilijk zijn. Het is de minister van Onderwijs die dat
moet regelen. Hij weet dat. Ik hoop dat het geregeld raakt en het
betalingsverzoek en de afgesproken procedure worden gevolgd. Meer
kan ik niet doen.
01.04 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai pris contact avec les autorités
flamandes en octobre à propos de
ce dossier, mais je n'ai pas eu de
réaction. A la suite de cette
nouvelle demande, j'ai demandé
un état d'avancement du dossier.
Je m'engage à régler la question
si le ministre flamand de
l'Enseignement me communique
les documents nécessaires.
01.05 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de minister, het
is de Vlaamse administratie die uitbetalingen doet. Dat is in het
verleden gebeurd. De Vlaamse administratie heeft evenwel niet het
engagement van de federale overheid om tot betaling over te gaan,
die later ten laste worden genomen.
Mijnheer de minister, ik heb dus toch een beetje wantrouwen ten
aanzien van u. De federale overheid moet zich ten opzichte van de
Vlaamse overheid engageren inzake de tenlasteneming van de
betaling. Dat is alles.
Moties
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Liesbeth Van der Auwera en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Liesbeth Van der Auwera
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
vraagt de regering
zich er tegenover de Vlaamse overheid toe te verbinden deze betalingen op zich te nemen."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Liesbeth Van der Auwera et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Liesbeth Van der Auwera
et la réponse du ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique,
demande au gouvernement
de s'engager vis-à-vis des autorités flamandes à prendre en charge les paiements en question."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Patrick Lansens.
Une motion pure et simple a été déposée par M. Patrick Lansens
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le comité de pilotage chargé de la nouvelle étude sur la politique
énergétique" (n° 7312)
02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de stuurgroep die met de nieuwe studie inzake het energiebeleid is
belast" (nr. 7312)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, cette
question porte sur le comité de pilotage de la nouvelle étude sur la
politique énergétique demandée par le gouvernement.
Je commencerai par une comparaison. Par arrêté royal du 19 avril
1999, avait été instituée auprès de l'administration de l'Energie du
ministère des Affaires économiques, une commission chargée de
l'analyse des modes de production de l'électricité et du redéploiement
des énergies. Elle avait pour mission d'élaborer, dans un délai de 18
mois, un rapport sur les choix futurs en matière de production
d'électricité. Le précédent gouvernement avait demandé une
évaluation de ce rapport, qui avait alors été réalisée par un comité
composé d'experts renommés au niveau international.
Cette fois, monsieur le ministre, vous avez demandé au Bureau du
Plan une nouvelle étude sur la politique énergétique belge. Un pôle
d'accompagnement aurait été constitué, avec, comme président, le
professeur Dhaeseleer de la KUL et, comme vice-président, Pierre
Klees, ancien président de BIAC. Or, ces deux personnes se sont
déclarées publiquement, à plusieurs reprises, contre la sortie du
nucléaire. J'ai retrouvé notamment un article de Pierre Klees dans
"De Morgen" du 26 avril 2003 et de M. Dhaeseleer, dans "De Morgen"
du 7 mars 2002.
Selon moi, des questions se posent sur l'objectivité de ce comité de
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Er werd een commissie ingesteld
die belast is met de analyse van
de productiemiddelen van
elektriciteit en de reoriëntatie van
de energievectoren. U heeft het
Planbureau nu gevraagd een
nieuwe studie over het Belgisch
energiebeleid uit te voeren. Er zou
een begeleidingspool zijn
samengesteld, waarvan de
voorzitter en de ondervoorzitter
zich publiekelijk tegen de
kernuitstap hebben uitgesproken.
Kan u ons de tekst bezorgen van
het bestek van de studie en de
volledige samenstelling van de
stuurgroep meedelen? Worden de
leden ervan vergoed? Welk
tijdschema werd vooropgesteld
voor het opstellen van het
studierapport? Kan de objectiviteit
van de studie nog worden
gegarandeerd, gelet op de
standpunten die door de voorzitter
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
pilotage.
Dès lors, voici mes interrogations.
- Pouvez-vous nous transmettre le texte du cahier des charges de
l'étude et la composition complète du comité de pilotage?
- Les membres seront-ils rémunérés?
- Quel est le timing prévu pour la rédaction de l'étude?
- Pourquoi avez-vous désigné comme président et vice-président
deux personnes qui se sont clairement positionnées contre la sortie
du nucléaire? L'objectivité de l'étude peut-elle encore être garantie?
- Quel est le rôle de ce comité de pilotage?
- Reprendrez-vous la méthode utilisée la dernière fois, à savoir une
évaluation par une personne extérieure? Dans le cas contraire,
pourquoi ne pas y recourir?
en de ondervoorzitter werden
geformuleerd?
02.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, je vais vous faire parvenir une fiche reprenant de manière
détaillée l'approche et la stratégie de l'étude. Cette dernière ne vise
pas seulement le marché de la production d'électricité, en ce compris
l'énergie nucléaire, mais bien l'ensemble du secteur énergétique.
Cette étude à large spectre comprend de la même manière l'aspect
énergie renouvelable et l'évolution du marché de l'énergie à long
terme tant du côté de l'offre que de la demande.
La présence de M. Eischammer, auteur de l'étude sur la gestion de la
demande en 2003, dans le panel d'experts en témoigne à souhait.
Je vous communique également le nom des experts qui font partie de
l'équipe. Comme vous pourrez le constater, il s'agit d'experts de très
haut niveau, chacun ayant une expérience approfondie en la matière,
et dont les compétences se complètent utilement.
J'accorde toute ma confiance à ces experts.
En outre, j'attire votre attention sur la présence de spécialistes
environnementaux et en énergie renouvelable.
Si j'avais voulu travailler selon la méthode que vous évoquez, je
n'aurais pas demandé la présence de ces personnes dans le groupe
d'étude dont question.
Une rémunération est prévue. Je ne souhaite pas, pour des raisons
de confidentialité évidentes, vous communiquer les montants exacts.
Le panel présentera ses conclusions intermédiaires début 2006. Le
document sera analysé par un panel d'experts externes entre avril et
juillet 2006. Sur la base des recommandations et remarques, l'étude
sera finalisée vers la fin de l'année 2006.
Plusieurs éléments nous ont amenés à faire ce choix. D'abord, il faut
dire que les deux professeurs sont des spécialistes de très haut
niveau en matière énergétique. L'un bénéficie d'une connaissance
scientifique du paysage européen, ce qui m'a d'ailleurs été confirmé à
plusieurs reprises lors des réunions du comité de l'énergie; l'autre,
outre sa connaissance scientifique, présente une expertise
économique indispensable compte tenu du scope de la mission. Ils
sont donc très complémentaires.
02.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik zal u een steekkaart in verband
met de methode en de strategie
van de studie - die de volledige
energiesector bestrijkt - bezorgen.
Ik bezorg u ook de namen van de
experts die deel uitmaken van het
team. Ze worden voor hun
prestaties vergoed, maar het
bedrag kan ik u, omwille van de
vertrouwelijkheid van die
gegevens, niet meedelen. Het
panel zal zijn tussentijdse
besluiten begin 2006 voorstellen.
Het document zal door een panel
externe experts worden
onderzocht tussen april en juli
2006. De studie zal rond eind 2006
worden afgerond.
De studie die men niet tot het
nucleaire mag verengen stelt
een aantal mogelijke scenario's
voor. Nadien zullen alle experts
aanbevelingen met betrekking tot
het energiebeleid formuleren. Ik
heb me ertoe verbonden dat
probleem hier te bespreken. Men
mag geen voorbarige conclusies
trekken in verband met een studie
die maar net is begonnen.
In 2006 komt er ook een "peer
review", wat de objectiviteit van de
studie ten goede zal komen.
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Arrêtons de réduire l'étude au nucléaire. Tel n'est pas l'objet du
travail. Au risque de me répéter, la complémentarité des expertises
des membres du panel en témoigne.
De plus, l'étude présentera des scénarios de politiques énergétiques.
Il appartiendra ensuite à l'ensemble des experts de proposer des
choix de politique énergétique. Le débat politique pourra alors se
concrétiser sur la base d'une analyse rigoureuse et scientifique. Je
me suis d'ailleurs engagé à débattre de cette problématique dans ce
parlement. Je vous propose donc de ne pas tirer avant terme des
conclusions hâtives sur une étude qui ne fait que débuter.
Laissons donc travailler les experts en toute tranquillité et en toute
indépendance, ce qui pourra garantir l'objectivité du résultat.
Le comité gère l'organisation des travaux et définit l'approche et la
méthodologie à suivre. Nous avons également prévu un "peer review"
en 2006, ce qui, à mes yeux, augmentera l'objectivité de l'étude.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour toutes ses réponses. Je suis satisfaite du fait qu'il y
aura un "peer review" et que la composition du comité que vous allez
nous donner permet la présence conjointe de différents spécialistes
dans divers secteurs.
La seule restriction est qu'il aurait sans doute été judicieux de ne pas
confier à la fois la présidence et la vice-présidence à des personnes
qui ont clairement posé un choix. J'espère donc que les autres
membres du comité parviendront à imposer une diversité de points de
vue.
A l'heure actuelle et pour les débats qui viennent, présenter ces deux
personnes (président et vice-président) comme constituant l'âme et
les meneurs du comité de pilotage n'était pas très sain dans le
problème qui nous occupe et peu soucieux d'une objectivité
extérieure pour ces débats.
J'espère que la composition que vous nous donnez permettra de
respecter l'indépendance et l'aspect pluriel du comité de pilotage.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik ben blij met die aangekondigde
"peer review", en vindt het een
goede zaak dat er specialisten uit
verschillende sectoren in het
comité zitting zullen hebben.
Alleen had men wellicht beter
geen mensen die duidelijk kleur
bekend hebben tot voorzitter én tot
ondervoorzitter benoemd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la réglementation européenne des substances chimiques" (n° 7314)
03 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de Europese regelgeving betreffende de chemische stoffen" (nr. 7314)
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question est un peu dépassée.
Le 6 juin se tenait un Conseil européen Compétitivité, à l'ordre du jour
duquel était inscrit le point REACH.
Pour résumer, pas moins de 100.000 substances chimiques circulent
au sein de l'Union européenne et sont diffusées dans l'environnement
via des produits de consommation courante. A peine 1% d'entre elles
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De REACH-verordening, die de
registratie, de evaluatie en de
vergunning van chemische stoffen
beoogt, werd tijdens de Europese
Raad Concurrentievermogen van
6 juni besproken en staat tevens
op de agenda van de Europese
Raad Milieu van eind deze week.
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
sont connues pour leurs conséquences sur la santé et
l'environnement. De plus en plus de maladies professionnelles sont
déclarées ou apparaissent en lien avec une exposition des travailleurs
à ces substances chimiques. D'où, évidemment, toute l'importance de
ce projet de règlement dénommé REACH qui a pour but d'enregistrer,
d'évaluer et d'autoriser les substances chimiques.
Il s'agirait de tester je pense qu'on est arrivé à cet accord il n'y a pas
longtemps 30.000 de ces substances qui datent d'avant 1981, de
manière à connaître leurs conséquences sur la santé et
l'environnement. La Commission européenne a chiffré le
coût/bénéfice de REACH et a estimé que cela permettrait d'éviter
4.500 décès par an dans les trente années à venir. Cela
représenterait 0,03 ou 0,05% du chiffre d'affaires du secteur
économique correspondant. Plusieurs études confirment ces chiffres.
A la fois les ONG et les syndicats défendent ce règlement REACH et,
notamment, le principe de substitution selon lequel, lorsqu'un produit
de substitution existe, il faut retirer la substance nocive du marché et
en même temps conditionner l'autorisation à la création d'une
substance de substitution moins dangereuse.
Jusqu'à ce jour, le gouvernement belge a été courageux dans ses
positions, me semble-t-il, pour revendiquer le principe de substitution
et l'examen d'un nombre suffisant de ces substances chimiques, dans
un objectif de protection de la santé des citoyens et des travailleurs
mais aussi avec l'objectif, qui était initial d'ailleurs, de stimuler
l'innovation en Europe en faveur de nouveaux procédés et de produits
plus sûrs. Néanmoins, d'après des échos qui nous parviennent,
certaines filières industrielles, notamment des entreprises du secteur
chimique, organiseraient un lobbying assez important et certaines
positions du gouvernement belge pourraient changer.
C'est un dossier compliqué puisqu'il est défendu à la fois par les
ministres de l'Economie et de l'Environnement. Fin de cette semaine,
se tient le Conseil Environnement qui devrait également prendre
position sur REACH.
Monsieur le ministre, le gouvernement belge continue-t-il à défendre
que l'approbation d'une substance chimique dangereuse devrait être
conditionnée à la création d'une substance de substitution moins
dangereuse?
Quelles démarches ont-elles été entreprises pour défendre ce
principe? Ce principe est-il réellement mis en danger ou existe-t-il un
consensus au niveau européen?
Il fallait également décider du seuil et du critère à partir desquels les
travailleurs et les consommateurs doivent obligatoirement être
informés. Quels seuils avez-vous défendus au Conseil européen?
Quels sont les rapports de force qui ressortent de ce dernier Conseil
des ministres Concurrence/Compétitivité à propos de REACH?
Ma dernière question ne figure pas dans ma note mais j'espère que
vous pourrez me donner quelques éléments de réponse. La création
de l'Agence européenne est également prévue, ce qui provoque des
débats houleux. Pouvez-vous m'informer à ce sujet?
Dertigduizend chemische stoffen
van vóór 1981 zouden worden
getest. De kostprijs van die
ingreep zou slechts 0,03 of 0,05
procent van de omzet van de
chemische sector
vertegenwoordigen, terwijl het
aantal sterfgevallen jaarlijks met 4
500 zou kunnen worden
teruggebracht.
België heeft steeds het
substitutiebeginsel aangehangen.
Dat houdt in dat een product uit de
handel wordt genomen indien er
een vervangingsproduct voor
bestaat, en dat een bedrijf slechts
een vergunning voor een product
kan bekomen indien het
onderzoek voert naar een minder
schadelijk vervangingsproduct. De
chemische bedrijven zouden
evenwel zo'n aanzienlijke druk
uitoefenen dat het Belgische
standpunt wel eens zou kunnen
veranderen.
Blijft de Belgische regering bij haar
standpunt dat de vergunning van
een gevaarlijke chemische stof
zou moeten afhangen van de
aanmaak van een minder
gevaarlijk vervangingsproduct?
Staat dit beginsel werkelijk ter
discussie of bestaat er een
Europese consensus terzake?
Welke drempels en criteria inzake
de voorlichting van de burgers en
de werknemers hebt u op de
Europese Raad verdedigd? Welke
machtsverhoudingen zijn tijdens
die laatste Raad
Concurrentievermogen ten
aanzien van REACH naar voren
gekomen?
Hoe staat het met de
besprekingen inzake het Europese
Agentschap?
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, ma réponse sera brève. Je vous rappelle que REACH était
effectivement à l'ordre du jour du Conseil Compétitivité du 6 juin
dernier mais le débat d'orientation sur le sujet était consacré
uniquement au rôle de la future Agence européenne des produits
chimiques. Les débats que nous avons menés ne m'ont pas donné
l'impression qu'il y avait beaucoup de discordances entre les
membres sur ce point. Le principe de substitution qui est
extrêmement important et vous avez raison de le souligner sera
évoqué cette semaine lors des débats d'orientation du Conseil de
l'Environnement du 24 juin qui seront consacrés à l'autorisation.
J'ignore comment se dérouleront ces débats mais je vous rappelle
que le gouvernement belge s'efforce de trouver un équilibre en
dégageant le point de vue commun, que ce soit en Compétitivité ou
en Environnement, un équilibre entre la protection de la santé
humaine et de l'environnement et un renforcement de la compétitivité
et de l'innovation, conformément à la stratégie de Lisbonne.
Je suis heureux de constater qu'un nombre croissant de pays
membres suivent cette même piste. Ce n'était pas le cas au début
des discussions mais un changement de cap s'est opéré et on se
dirige de plus en plus vers ce que la Belgique essaie d'obtenir et
défend aussi bien en Compétitivité qu'à l'Environnement.
03.02 Minister Marc Verwilghen:
Op 6 juni was de discussie, die
geen aanleiding tot veel
onenigheid heeft gegeven, gewijd
aan de rol van het toekomstig
Europees Agentschap voor
chemische producten. Het
substitutieprincipe zal tijdens de
verkennende debatten in de Raad
Leefmilieu van 24 juni worden
besproken.
De Belgische regering tracht een
evenwicht te vinden tussen de
bescherming van de
volksgezondheid en het milieu en
een versterking van de
concurrentiekracht en de
innovatie. Een toenemend aantal
lidstaten bewandelt dezelfde weg.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Je remercie le ministre pur sa
réponse et je me réjouis de ce mouvement de l'ensemble des pays
membres vers un règlement REACH doté d'une vraie substance, d'un
réel contenu.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik verheug mij er over dat die
landen samen evolueren naar een
REACH-regeling die echt iets om
het lijf heeft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de onzekerheid rond het behoud van de vestiging van Tessenderlo Chemie
in West-Limburg" (nr. 7410)
04 Question de M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "l'incertitude qui entoure le maintien de Tessenderlo Chimie dans le
Limbourg occidental" (n° 7410)
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, in West-
Limburg werd men onlangs verontrust door een nogal opmerkelijke
verklaring van een van de topmensen van een chemiereus, met name
de Tessenderlo Groep. De betrokken afgevaardigd bestuurder stelde
dat op lange termijn Tessenderlo Chemie wel eens uit West-Limburg
zou kunnen verdwijnen. Het is een van de grootste werkgevers aldaar
en de man wou blijkbaar een signaal geven, niet alleen aan de
vakbonden omdat er op dat ogenblik moeilijke loononderhandelingen
bezig waren. Er worden dan al eens meer verklaringen afgelegd. In dit
geval ging het echter toch om een eventuele sluiting op langere
termijn van een zeer groot bedrijf. Het signaal moet dus duidelijk ook
aan de diverse overheden die bij de problematiek betrokken zijn,
gericht geweest zijn. Die topman legde ook er de nadruk op dat de
loonkosten en de elektriciteitskosten zeer hoog zijn. Dat zijn toch
minstens deels federale bevoegdheden. Ook de milieukosten zijn
volgens hem vrij zwaar. Dat is een Vlaamse bevoegdheid uiteraard.
Welnu, dat heeft mij geïnspireerd, mijnheer de minister, om u toch
04.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le président du conseil
d'administration du géant de
l'industrie chimique Tessenderlo
Group a laissé entendre
récemment que le maintien de
l'implantation dans le Limbourg
occidental pourrait devenir
problématique. Il a mis l'accent sur
les importants coûts salariaux,
d'électricité et environnementaux.
Une fermeture représenterait une
catastrophe pour le Limbourg
occidental parce que Tessenderlo
Group y constitue le plus grand
pourvoyeur d'emplois.
Le ministre s'est-il informé auprès
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
nog eens aan de tand te voelen over het algemeen economisch
beleid en dan toch meer toegespitst op Limburg.
In de eerste plaats luidt de vraag of u op de hoogte bent van die
verklaring en of u daar op een of andere manier op gereageerd hebt,
bijvoorbeeld door contact te nemen met die bedrijfsverantwoordelijke
van een toch niet zo klein bedrijf met een zeer cruciale positie in de
betrokken regio?
De volgende vraag kunnen we niet uit de weg gaan: hoe wenst u
daarop te anticiperen, mijnheer de minister, en welke uw visie is en
eventuele vooropgestelde concrete inbreng en uw graad van
deelname met betrekking tot het aangekondigde Limburg-plan, dat de
traditionele partijen in Limburg met roerende trom naar voren hebben
geschoven. Bent u daar ook bij betrokken? Het is misschien de
gelegenheid om die vraag nu eens te stellen.
de l'entreprise pour connaître ses
projets? Quelles initiatives
politiques le ministre a-t-il
l'intention de prendre dans ce
cadre? Que pouvons-nous
attendre des autorités fédérales en
ce qui concerne le plan pour le
Limbourg?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Schoofs, sommige media
hebben inderdaad aandacht geschonken aan de verklaring van de
heer Gérard Marchand, die voorzitter is van de raad van bestuur van
Tessenderlo Chemie. Hij vroeg daarbij om redelijkheid vanwege de
bonden bij de onderhandelingen rond de nieuwe CAO. Dat gebeurt
wel vaker. Het is inderdaad zo dat de chemiesector en Tessenderlo
Chemie in het bijzonder het moeilijk hebben met een reeks vaste
elementen op de markt: dure grondstoffen, groot energieverbruik,
lage mondiale pvc-prijzen, buitenlandse concurrentie, milieukosten. Al
die elementen liggen ten grondslag van de problemen in de sector.
Dat de voorzitter zou gezegd hebben dat het behoud van drie
vestigingen op lange termijn problematisch zou worden, kan ik niet
bevestigen. Ik heb wel vernomen dat er een voorakkoord is gesloten
met de bonden en dat er geen ontslagen op til zijn. Dat is toch wel
een eerste indicator.
Ik wil er eveneens op wijzen dat drie jaar geleden door de raad van
bestuur beslist werd om 150 miljoen euro te investeren in Tessenderlo
Chemie. Het nieuwe elektrolysesysteem zal operationeel worden in
2006. Ik denk dat dat een tweede belangrijk signaal is voor de
verankering van de werkgelegenheid.
Het Limburg-plan, waarover u het ten slotte had, is een initiatief van
de Vlaamse overheid om problemen inzake achterstelling op het vlak
van werkgelegenheid aan te pakken. Van zodra het Limburg-plan
concreet is en bekend zal zijn, zal kunnen worden bekeken welke
convergenties er zijn met het federale niveau. Wat betreft houden wij
dat in het oog en volgen wij het op de voet. Er moet echter nog een
aantal bijkomende elementen worden medegedeeld door het andere
beleidsniveau.
Ik denk dat de uitspraak van de heer Marchand misschien meer zal
hebben gekaderd in een oproep tot redelijkheid dan dat eruit moet
worden afgeleid dat er een groot werkverloop of een sluiting op til zou
zijn.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les déclarations de M. Gérard
Marchand sont à prendre dans un
contexte de négociations
salariales. Il a demandé aux
syndicats de se montrer
raisonnables. Il n'a pas négligé de
souligner que le secteur de la
chimie se porte mal, et qu'il en va
de même du Groupe Tessenderlo.
Un préaccord est entre-temps
intervenu.
Il y a trois ans, le conseil
d'administration a investi 150
millions dans l'entreprise
Tessenderlo Chimie, pour la mise
au point d'un nouveau système
d'électrolyse qui sera opérationnel
en 2006. Cet investissement n'est
pas le signe d'une fermeture
imminente.
Le plan pour le Limbourg est une
initiative des autorités flamandes,
qui doit encore être concrétisée.
Lorsque ce sera le cas, le rôle de
l'autorité fédérale pourra être
précisé.
04.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, vergeef
mij dat ik vrij sceptisch gestemd ben over de kwestie. U spreekt van
de elektrolyseafdeling die zal worden gemoderniseerd. Wij hebben
destijds hetzelfde meegemaakt met Philips in Hasselt, waar een heel
04.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je reste sceptique. Un
investissement ne garantit
nullement la non-fermeture d'une
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
wetenschapspark is opgericht om de Philips-vestiging te
ondersteunen. Dat initiatief trok toeleveranciers aan, maar uiteindelijk
werd Philips gesloten en nu ligt het wetenschapspark op apegapen.
Wanneer hier een inspanning van een veel kleiner niveau wordt
geleverd, dan blijf ik toch sceptisch.
Wat het Limburg-plan betreft, blijf ik ook sceptisch ten aanzien van de
andere partijen. Ik wijs hier niet met de vinger naar u, maar het mag
toch eens worden gezegd dat men ook op het federale niveau kan
aankloppen. Wanneer men op het federale niveau niet de gepaste
maatregelen zal nemen ik leg nog eens de nadruk op het feit dat de
loonkosten moeten dalen tot op het niveau van de buurlanden -, zal
Limburg op lange termijn een vogel voor de kat worden. Wij moeten
mekaar geen blaasjes wijsmaken in de zaak. Wij hebben ook al de
afslanking van Ford gehad, terwijl er enorme investeringen waren
beloofd op Vlaams niveau.
Eerlijk gezegd, houd ik mijn hart vast. Ik hoop dat op federaal niveau
eindelijk eens werk kan worden gemaakt van het brengen van de
loonkosten op het niveau van de buurlanden. Dat is wat ik overal te
horen krijg bij de bedrijfsleiders van zowel grote bedrijven als KMO's.
Momenteel is de stemming bij de bedrijfsleiders zeker in Limburg
onder het vriespunt. Het is maar dat u het weet, mijnheer de minister.
Ik geef vandaag een signaal. Wij kunnen allebei hetzelfde liedje
zingen, maar vooralsnog schrijf ik de partituur niet, u doet dat.
entreprise. La Flandre a déjà fait
de vaines promesses d'énormes
investissements et le
gouvernement fédéral porte aussi
une responsabilité vis-à-vis du
Limbourg.
Le plan pour le Limbourg me
laisse également particulièrement
sceptique. Il est temps que le
gouvernement mette tout en
oeuvre pour ramener les coûts
salariaux au niveau de nos voisins.
Il ne fait aucun doute que dans le
Limbourg précisément, les
dirigeants d'entreprise broient du
noir. Cela fait six ans que la
politique de la coalition violette ne
parvient pas à insuffler un véritable
changement.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Schoofs, ik wil wel
aannemen dat in het verleden een aantal zaken is gebeurd dat u een
zekere vrees aanjaagt.
Laat me allereerst toe te zeggen dat bedrijven vaak inspanningen
leveren. Wanneer men 150 miljoen euro investeert in een bedrijf, in
een bepaald productiesysteem, is dat meestal omdat men weet dat
daardoor mogelijkheden ontstaan. Ik was gisteren in Geel in de
Kempen bij Janssen Pharmaceutica. Dat bedrijf heeft een inspanning
geleverd van ongeveer 500 miljoen euro. U zult mij niet horen zeggen
dat de top van vandaag op morgen zijn matten zal oprollen en het
bedrijf daar op apengapen zal liggen. Dat is niet de normale gang van
zaken.
Ten tweede, ik wil wijzen op het feit dat wat loonkosten betreft wij de
onderhandelingen op het vlak van de CAO moeten afwachten. Ik
hoop dat de werkgevers en werknemers daarover tot een vergelijk
komen. Dat is en blijft immers de zwakke schakel in de Belgische
economie. Het is op dat vlak dat we het ten opzichte van de
omringende landen concurrentieel moeilijk hebben. Indien er geen
akkoorden tot stand zullen komen, zal er zoals u weet, moeten
worden getrancheerd door de overheid, met alle mogelijke gevolgen
van dien.
Ik wil nog een laatste opmerking formuleren. U vraagt wanneer het
federaal niveau iets zal doen. Een eerste vaststelling is dat de
vennootschapsbelastingen zijn gedaald van 40 tot 34%. Ten tweede,
in de sector, die zeer veel aan innovatie doet en waar heel wat
wetenschappelijk personeel wordt tewerkgesteld, wordt de regel
toegepast die toelaat dat in samenwerkingsakkoorden met
universiteiten 50% van de roerende voorheffing die wordt betaald voor
tewerkgesteld wetenschappelijk personeel, in mindering kan worden
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
Les événements du passé
poursuivent M. Schoofs. Un
investissement de 150 millions
représente bel et bien un signal
significatif.
L'Etat attend les négociations au
sujet des nouvelles CCT. Les
négociations salariales en font
partie. L'Etat interviendra si cela
s'avère nécessaire.
La coalition violette a "réduit"
l'impôt des sociétés, a augmenté
la déductibilité de la recherche
scientifique et s'apprête à
instaurer l'intérêt notionnel.
Personne ne peut donc prétendre
que l`autorité fédérale ne favorise
pas les injections financières au
profit des entreprises.
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
gebracht. Sinds die maatregel van toepassing is, is de tewerkstelling
van wetenschappers in de sectoren die met wetenschappers werken,
enorm toegenomen.
Ten slotte wil ik erop wijzen dat we naar aanleiding van de wetten en
de dringende diverse bepalingen die worden behandeld, onder meer
de notionele rente zullen invoeren. Dat is een nieuw systeem dat zal
toelaten dat de investeringen die met risicokapitaal worden bekostigd,
op dezelfde wijze zullen worden behandeld als de leningen die men
aangaat bij banken. Het systeem wordt met open armen verwacht
door de bedrijfswereld. Neem van mij aan dat dat in de toekomst in
elk geval een belangrijke injectie zal betekenen.
Op federaal niveau zitten we dus niet op ons achterwerk toe te kijken
hoe anderen de kolen uit het vuur halen.
04.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
waardeer uw inspanningen en uw uitgebreide argumentatie. Helaas
hebt u het beleid van zes jaar paars tegen u. Daarom zijn we er om,
ook al zit men niet op zijn achterwerk, dat achterwerk af en toe een
schop te geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les conséquences pour Belgonucléaire d'un grave accident
nucléaire au Royaume-Uni" (n° 7412)
05 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de gevolgen van een ernstig nucleair ongeval in het Verenigd Koninkrijk
voor Belgonucleaire" (nr. 7412)
05.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Le 29 mai 2005, le journal
britannique "The Independent" a révélé qu'une catastrophe s'était
produite au sein de l'usine de retraitement nucléaire Thorp en
Angleterre, qui a d'ailleurs été fermée fin mai à la suite de cet
accident.
Il apparaît que durant neuf mois, 83.000 litres de liquide hautement
radioactif ont fui. L'AIEA a classifié l'incident comme niveau 3 sur
l'échelle internationale qui va de 0 à 7 (7 représentant Tchernobyl), ce
qui n'est pas rien! La quantité qui a fui contient suffisamment de
plutonium pour fabriquer 20 armes nucléaires. C'est donc un incident
grave qui s'est passé dernièrement et qui a causé la fermeture de
l'usine. Il se peut dès lors que l'unité de production de MOX située sur
ce site anglais ferme également, et que l'entreprise belge
Belgonucléaire soit sollicitée pour reprendre ces contrats de MOX.
J'ai interrogé le ministre Dewael sur une demande de transport
nucléaire qui passerait par la Belgique vers Belgonucléaire à Mol. Il
m'a répondu que l'Agence fédérale de contrôle nucléaire gérait ce
dossier en toute indépendance. En outre, un article de "La Libre
Belgique" d'hier faisait apparaître clairement qu'il y avait eu des
demandes de transport et qu'un dossier serait à l'étude sur base
d'une de ces demandes.
Monsieur le ministre, étant donné qu'il y a partage de compétences,
pourriez-vous me dire si, à votre connaissance, il y a eu des contacts
05.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De Thorp-opwerkingsfabriek in
Engeland werd gesloten nadat een
lek werd vastgesteld. Mogelijk
moet ook de MOX-productie op de
site na deze ramp worden
stilgelegd. Het Belgische bedrijf
Belgonucleaire zou kunnen
worden gevraagd om die MOX-
contracten over te nemen. Bent u
op de hoogte van contacten
tussen de British Nuclear Group
en Belgonucleaire teneinde
nieuwe contracten voor de MOX-
productie op ons grondgebied af te
sluiten?
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
entre le British Nuclear Group et Belgonucléaire en vue de nouveaux
contrats de production de MOX sur notre territoire?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, je me permets de vous informer que les contacts éventuels
entre British Nuclear Group et Belgonucléaire en vue de nouveaux
contrats de production de MOX revêtent, pour des raisons
commerciales évidentes, un caractère confidentiel. Les informations à
ce sujet ne sont donc pas disponibles; même pas pour nous.
Je ne puis donc vous fournir de réponse plus ample que celle-ci en ce
qui concerne ce problème.
05.02 Minister Marc Verwilghen:
Wij beschikken over geen enkele
informatie dienaangaande, gelet
op het vertrouwelijk karakter,
wegens commerciële redenen,
van de eventuele contacten tussen
British Nuclear Group en
Belgonucleaire met het oog op
nieuwe contracten voor de
productie van MOX.
05.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Nous retombons là dans une
dimension du sujet qui nous divise certainement: la non-transparence
sur le travail sur ces matériaux nucléaires. Le fait d'opter pour la
fabrication de MOX sur le territoire belge produit des conséquences
importantes au-delà d'une activité économique et commerciale.
Cette réponse ne peut évidemment pas me satisfaire. Que vous ne
me donniez pas d'indication sur ce que cela peut représenter comme
marché, que vous ne disposiez d'ailleurs pas de toutes ces
informations, c'est d'accord. Mais le fait que du matériel nucléaire
arrive sur notre territoire pour être transformé en MOX est une
information qui devrait être connue des responsables politiques de ce
pays, chargés aussi de la sécurité et de l'orientation du travail du
matériel nucléaire.
05.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het gebrek aan transparantie met
betrekking tot kernmateriaal doet
echt problemen rijzen. De keuze
voor de productie van MOX op
Belgisch grondgebied heeft
belangrijke gevolgen die verder
reiken dan een louter
economische en commerciële
activiteit. De politieke
gezagsdragers in ons land zouden
van die informatie op de hoogte
moeten zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het creëren van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 7249)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création d'une base de données permettant la comparaison entre
les assurances auto RC" (n° 7249)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, op 22 maart
van dit jaar heb ik u reeds een vraag gesteld in verband met de
vergelijking van autoverzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid. U
hebt mij in onze commissie toen geantwoord dat u het idee van een
databank die een prijsvergelijking mogelijk maakt tussen de
verschillende tarieven van de verschillende spelers in de
motorrijtuigenverzekering, genegen bent.
U bevestigde toen - dat was in maart - dat u na overleg met Test-
Aankoop ook gesprekken zou aanknopen met de verzekeringssector
en de verzekeringstussenpersonen. U gaf toen ook aan dat u in de
komende weken verslag zou uitbrengen over de evolutie in het
dossier. Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.
Hoever staan de onderhandelingen over de oprichting van de
databank?
Hebt u reeds met de vertegenwoordigers van de verzekeringssector
en de verzekeringstussenpersonen kunnen overleggen? Zo ja, hoe
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
Le ministre a déclaré le 22 mars
qu'il était plus que favorable à
l'idée d'une banque de données
comparative pour les assurances
automobiles. Il comptait se
concerter avec Test-Achats et le
secteur des assurances à ce sujet.
Quel est l'état d'avancement de
cette concertation? Que pense le
secteur de la constitution d'une
banque de données? Des
problèmes se sont-ils posés?
Dans quel délai une telle banque
de données pourrait-elle être mise
en place?
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
staan zij tegenover de idee van de oprichting van een databank?
Zijn er eventueel al problemen aan het licht gekomen, al of niet van
praktische aard, in de loop van het overleg?
Misschien kunt u al zicht geven op de datum wanneer er mogelijk een
beslissing zou kunnen vallen over de oprichting van zo'n databank.
Misschien kan u ons ook een timing geven van het verdere verloop
van het dossier.
06.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Creyf, ik zal eerst verwijzen
naar het antwoord op uw vroeger gestelde vraag. Ik herinner u aan
mijn verklaring dat in een eerste fase met Test-Aankoop zou bekeken
worden hoe de voorgestelde databank concreet zou kunnen worden
opgemaakt, en dat zou worden onderzocht welke garanties moeten
ingebouwd worden om te verzekeren dat de erin opgenomen
gegevens ook met de realiteit in overeenstemming zijn.
Het spreekt vanzelf dat de uitwerking van een dergelijke database
vanuit technisch standpunt en informaticastandpunt vermoedelijk niet
zo eenvoudig is als in den beginne was gedacht en dat er ook een
aanzienlijke investering in mensen en middelen nodig is, te meer daar
het systeem permanent geactualiseerd moet kunnen blijven, terwijl
een tachtigtal verzekeringsmaatschappijen actief is in de sector van
de autoverzekeringen. Test-Aankoop heeft om die reden trouwens
een bijkomende studietermijn gevraagd, om onder meer de
technische mogelijkheden en de haalbaarheid van het voorstel te
onderzoeken. Test-Aankoop ging in dit verband trouwens contact
nemen met haar buitenlandse zusterverenigingen en heeft mij ook
aangekondigd terzake een werkbezoek aan Italië te brengen, waar
een dergelijke bank al operationeel is.
In die omstandigheden heeft nog geen formeel overleg
plaatsgevonden met de verzekeringssector. Dat zou trouwens ook
voorbarig zijn geweest. Ik heb wel naar aanleiding van ontmoetingen
en bijeenkomsten met betrekking tot andere aangelegenheden van de
verzekeringssector al een oor te luisteren gelegd bij de verzekeraars.
De verzekeringssector is niet a priori gekant tegen de gedachte. Dat
is positief. In een concurrentiemarkt moet transparantie nagestreefd
worden.
Mijn aandacht is wel gevestigd op twee punten.
Ten eerste, er zijn de technische moeilijkheden inzake het oprichten
van een werkbare database. Tegelijkertijd hoor ik echter dat die
moeilijkheden niet onoverkomelijk zouden zijn. Het punt zal hoe dan
ook grondig moeten worden onderzocht, ook wat de betaalbaarheid
betreft.
Ten tweede, voor heel wat mensen is het gebruik van het internet nog
altijd niet evident. Men moet dus beseffen dat de invoering van die
database weinig zal bijdragen voor wat men noemt de sociaal
zwakkere groepen.
Is er een timing? Ik meen dat een timing op dit moment voorbarig is.
Er is nog geen definitieve beslissing genomen over wel of niet
oprichten van die databank. Test-Aankoop heeft, zoals ik gezegd heb,
bijkomende studietijd gevraagd. Ik ben op die vraag ingegaan. Het
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
Les aspects pratiques et d'ordre
informatique d'une banque de
données comparative pour les
assurances automobiles ne sont
pas simples à régler. Test-Achats
a dès lors demandé un délai
d'examen complémentaire pour
étudier la faisabilité et les aspects
techniques de ce projet.
L'organisation des
consommateurs se rendra
également en Italie où une banque
de données similaire existe déjà.
Aucune concertation formelle n'a
encore été organisée avec le
secteur, mais j'ai appris par des
contacts informels que le secteur
ne s'oppose pas à une banque de
données. On a toutefois attiré mon
attention sur les difficultés
techniques et sur le fait que tout le
monde n'a pas aisément accès à
l'internet.
Il est trop tôt pour fixer un
calendrier. La concertation avec le
secteur débutera lorsque la
faisabilité du projet sera avérée.
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
overleg met de verzekeringssector zal dan ook later starten, binnen
een vandaag nog niet vooropgestelde timing, op het ogenblik dat
duidelijk zal zijn of het idee van Test-Aankoop realiseerbaar is. Er zal
op dat ogenblik ook verder met de verzekeringssector worden
afgesproken.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat het
idee niet verlaten wordt. Het wordt natuurlijk altijd een beetje
twijfelachtig wanneer men hoort dat er een nieuwe studie komt, dat
het moeilijk uitvoerbaar zal zijn, dat het veel kost, enzovoort. Dus, de
aanloop ernaartoe is toch wel een beetje dat iedereen het allemaal
toch nog eens goed moet bekijken.
Ik hoop toch, mijnheer de minister, dat het idee echt niet verlaten
wordt. De eigenlijke bedoeling is dat de premiebepaling inzake
autoverzekeringen transparanter moet en dat er prijsvergelijking
mogelijk moet zijn, zeker na de uitstap uit het bonus-malussysteem.
Dat is de bedoeling. Ik meen dat wij moeten zoeken naar een
performant, goed systeem waarbij de premiebetaling transparanter is
en premievergelijking mogelijk is.
Naar ons idee is zo'n databank nog altijd het beste instrument.
Vandaar, mijnheer de minister, dat wij hopen dat er een positieve
evolutie kan volgen.
06.03 Simonne Creyf (CD&V):
J'espère que l'idée ne sera pas
abandonnée. La procédure qui doit
déboucher sur la création est déjà
incertaine. Je persiste à dire
qu'une banque de données
constitue le meilleur outil pour
assurer la transparence dans le
secteur de l'assurance auto.
06.04 Minister Marc Verwilghen: Misschien toch een eerste
geruststelling, het idee is hoegenaamd niet verlaten. Het is niet
verlaten door Test-Aankoop, het is niet verlaten door mijzelf, en ik
voel aan dat de verzekeringssector in elk geval aandringt op de
grootst mogelijke transparantie. De sector is er eigenlijk zelf mee
gediend dat die openheid gerealiseerd kan worden. Alleen is gebleken
dat Test-Aankoop op het ogenblik dat men het idee heeft gelanceerd,
dacht dat het eenvoudiger te realiseren was dan men nu in de praktijk
moet vaststellen. Laten wij dus afwachten tot de betrokkenen van hun
werkbezoek in Italië terug zijn want daar heeft men een systeem dat
klaarblijkelijk tot voldoening van de sector werkt. Misschien kan men
dat kopiëren en dan zullen wij wel zien welke inspanning gedaan kan
worden. Maar het is dus hoegenaamd niet mijn bedoeling dat spoor
op te geven.
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
L'idée n'est abandonnée ni par
Test-Achats, ni par moi-même.
Même le secteur des assurances
est partisan de la plus grande
transparence. Le problème, c'est
que le projet semble plus difficile à
réaliser que Test-Achats ne l'avait
pensé initialement.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de problematiek van de afschrijvingstermijnen van de distributienetten
elektriciteit en aardgas" (nr. 7433)
07 Question de M. Patrick Lansens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le problème des délais d'amortissement des réseaux de distribution
d'électricité et de gaz naturel" (n° 7433)
07.01 Patrick Lansens (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, zoals u weet, past de federale regulator, de CREG, bij de
toepassing van de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas
veel langere afschrijvingstermijnen toe dan de termijnen die door de
toezichthoudende overheid in Vlaanderen aan de
distributienetbeheerders worden opgelegd. De CREG past een
07.01 Patrick Lansens (sp.a-
spirit): Lorsqu'elle approuve les
tarifs des réseaux de distribution
d'électricité et de gaz naturel, la
CREG applique un délai
d'amortissement de cinquante ans
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
periode van 50 jaar of 2% per jaar toe, terwijl de Vlaamse overheid 33
jaar of 3% per jaar oplegt.
Daarnaast worden ook de afschrijvingen op de in het verleden
geboekte meerwaarden niet aanvaard door de CREG. Dat heeft
natuurlijk tot gevolg dat een belangrijk deel van de boekhoudkundige,
wettelijk verplichte afschrijvingen door de CREG worden verworpen.
De distributienetbeheerders van de zuivere sector gaan om die reden
sinds 2002 systematisch tegen iedere beslissing van de CREG over
distributienettarieven in beroep bij de Raad van State. De CREG
schendt volgens hen immers een van de rechtsnormen vervat in
artikel 12, §2, van de elektriciteitswet van 29 april 1999. De
boekhoudkundige afschrijvingen zijn volgens de
distributienetbeheerders wel degelijk reële kosten, die wettelijk
worden opgelegd door de toezichthoudende overheid.
De distributienetbeheerders van de gemengde sector daarentegen
hebben zich wel aangepast aan de waarderingsregels, aangepast aan
de richtlijnen van de CREG. Zij passen dus wel de afschrijving op 50
jaar toe en nemen ook de hogere waarde van het geïnvesteerde
kapitaal in hun boekhouding op. Daardoor zagen zij echter hun
jaarrekeningen verworpen door de toezichthoudende overheid.
In beroep bij de Raad van State heeft de Vlaamse minister gelijk
gehaald. De gemengde distributienetbeheerders moeten hun
jaarrekeningen aanpassen aan de Vlaamse Gemeenschap. De
jaarrekeningen waren immers in strijd met het koninklijk besluit van
30 januari 2001.
Door de tegenstrijdige richtlijnen van de federale overheid, enerzijds
vertegenwoordigd in deze materie door de CREG , en de Vlaamse,
titulaire overheid, anderzijds, staan de distributienetbeheerders voor
een dilemma. Ofwel passen zij de richtlijnen van de CREG toe, met
als gevolg dat hun jaarrekeningen worden verworpen, ofwel volgen zij
de richtlijnen van het Vlaams Gewest, met als gevolg dat een
belangrijk deel van de afschrijvingen wordt verworpen. Dat weegt dan
weer zwaar op het boekhoudkundig resultaat.
De begrijpelijke bedoeling van de CREG om op korte termijn de
distributienettarieven te drukken door het verwerpen van een deel van
de afschrijvingen, heeft natuurlijk een pervers effect op de inkomsten
van de distributienetbeheerders en bijgevolg ook op de uitkeerbare
dividenden voor de aangesloten gemeenten. Deze dividenden zijn
door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt al heel zwaar onder
druk komen te staan.
Om uit de impasse te komen, zou uw kabinet in overleg met het
kabinet van minister Keulen een ontwerp van koninklijk besluit hebben
opgesteld, dat de afschrijvingstermijn voor alle distributienetten en
transportnetten uniform vastlegt op 33 jaar, zowel voor elektriciteit als
voor aardgas. De publicatie van het koninklijk besluit laat echter op
zich wachten. Ik weet dat u daarover het advies van een aantal
instanties, zoals de CREG en Elia, hebt gevraagd. De CREG heeft
natuurlijk, zoals kon worden verwacht, een negatief advies
uitgebracht. Elia en Inter Regis, de overkoepelende organisatie van
de zuivere energie-intercommunales, daarentegen hebben een
positief advies uitgebracht.
alors que le gouvernement
flamand impose un délai de trente-
trois ans.
Si les gestionnaires des réseaux
de distribution du secteur pur
contestent au Conseil d'Etat
chaque décision de l'autorité
fédérale investie d'un pouvoir
régulateur, c'est parce que selon
eux, la CREG contrevient à la loi
de 1999 régissant le secteur de
l'électricité. Les gestionnaires du
secteur mixte ont, certes, adapté
leurs règles d'évaluation aux
directives de la CREG mais la
conséquence, c'est que l'autorité
de tutelle rejette leurs comptes
annuels.
Voilà pourquoi le ministre avait
annoncé qu'il rédigerait avec son
collègue flamand un arrêté royal
fixant à trente-trois ans le délai
d'amortissement pour tous les
distributeurs. Quand cet arrêté
royal sera-t-il prêt? Pourquoi le
délai de cinquante ans appliqué
depuis des années par les
intercommunales énergétiques ne
peut-il être maintenu?
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Wanneer mogen wij een oplossing verwachten voor dat probleem?
Wanneer zal uniform vastgelegd worden welke afschrijvingstermijn nu
eigenlijk toegepast moet worden, vijftig jaar of drieëndertig jaar?
Waarom kan de afschrijvingstermijn die al vele tientallen jaren wordt
toegepast door de energie-intercommunales en wordt opgelegd door
de toezichthoudende overheid in Vlaanderen, niet gewoon worden
voort gebruikt?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega
Lansens, ik had al bij herhaling de mogelijkheid om, naar aanleiding
van verschillende mondelinge vragen over dat onderwerp, te
antwoorden.
Op uw eerste vraag kan ik het volgende antwoorden. Het klopt dat wij
de nodige initiatieven hebben genomen om het probleem tussen de
federale energieregulator, dus de CREG, en de
distributienetbeheerders uit de impasse te halen. Daartoe wonnen wij
het advies in van de commissie voor de boekhoudkundige normen en
ook het advies van de CREG. Op basis van de toen geformuleerde
adviezen, waarbij de CREG pleitte voor het behoud van de 2%-regel
en de afschrijving op vijftig jaar, wordt door de Vlaamse
distributienetbeheerders en het kabinet van minister Keulen aan een
nieuw voorstel gewerkt. Zodra dat voorstel afgewerkt is dat is dus
nog niet het geval , wens ik dat met de CREG te bespreken. Hoewel
ik geen rechtstreeks betrokken partij ben in die materie, wil ik toch als
facilitator in dat dossier optreden en streef ik ernaar om een haalbare
en realistische oplossing te bereiken zonder dat de vooropgestelde
oplossing ook maar enige invloed in negatieve zin mag hebben op de
tarieven voor de eindafnemers. Dat is voor mij de stelling.
Ten tweede, op vraag van de toenmalige staatssecretaris voor
Energie en Duurzame Ontwikkeling heeft de CREG een studie
gecoördineerd die uitgevoerd werd door drie bedrijfsrevisoren over de
waarde van de bedrijfstak van transmissie en over de toegepaste
afschrijvingsvoeten uit het verleden. Op basis van die studie van de
drie bedrijfsrevisoren heeft de CREG het gemiddelde genomen van
de door de drie bedrijfsrevisoren aanbevolen afschrijvingstermijnen,
vandaar dus de wijziging die is opgetreden. Bovendien besloten de
bedrijfsrevisoren dat de termijnen uit het verleden excessief waren,
hetgeen geleid heeft tot een financiële correctie.
De CREG heeft die afschrijvingstermijnen van de transmissie
overgenomen door de distributie, omdat de infrastructuur zoniet
identiek dan toch zeer gelijkaardig is. Ook in Nederland zijn de
afschrijvingstermijnen voor transmissie en distributie identiek, dus de
CREG beroept zich ook op een soort van rechtsvergelijking met de
omringende landen.
Voor het aardgas werd een gelijkaardige methode ontworpen, niet op
basis van een doorgedreven studie door bedrijfsrevisoren, maar wel
op basis van een zeer uitgebreide studie die door een revisor
opgesteld werd.
Het tweede deel van uw tweede vraag gaat over de toezichthoudende
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Pour résoudre le problème qui
oppose la CREG et les
gestionnaires des réseaux de
distribution, nous avons recueilli
l'avis de la Commission des
normes comptables et de la
CREG. Sur la base de ces avis et
des arguments avancés par la
CREG en faveur du maintien de la
règle des 2% et de
l'amortissement sur cinquante ans,
les gestionnaires des réseaux de
distribution flamands et le cabinet
du ministre Keulen préparent une
nouvelle proposition que je
souhaite soumettre à la CREG.
J'ai l'intention d'agir en tant que
facilitateur dans ce dossier et de
rechercher une solution réalisable,
qui n'ait pas d'incidence négative
sur les tarifs.
A la demande du secrétaire d'Etat
à l'Energie et au Développement
durable de l'époque, la CREG a
coordonné une étude de trois
réviseurs d'entreprise sur la valeur
du secteur de la transmission et
les taux d'amortissement
appliqués. Une correction
financière des délais
d'amortissement s'est avérée
nécessaire. La CREG a repris ces
nouveaux délais d'amortissement
de la transmission pour la
distribution, étant donné que
l'infrastructure est similaire. Une
méthodologie analogue a
également été développée pour le
gaz naturel sur la base d'une
étude.
Le Conseil d'Etat a récemment
confirmé dans un arrêt qu'il n'y
avait pas de conflit de
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Vlaamse overheid. Zij vaardigt regels uit voor de opmaak van de
jaarrekening van de intercommunales, terwijl de CREG regels
uitvaardigt en toepast voor de bepaling van de tarieven. De Raad van
State heeft onlangs in een arrest bevestigd dat de CREG zich aldus
niet bemoeit met de regels die worden uitgevaardigd door de Vlaamse
overheid. Wat dat betreft, voelt de CREG zich dus ook gesteund door
een arrest van de Raad van State.
In een recent advies van de algemene raad van 15 juni 2005 wordt de
stellingname van het directiecomité bevestigd. Ik hoop nu alleen dat
wij vrij snel, met het voorstel dat van het kabinet van minister Keulen
zal komen, tot een regeling zullen kunnen overgaan die de toestand
op een zodanige manier regelt dat iedereen verkrijgt wat hij wenst te
verkrijgen, dat wil zeggen dat men een regeling vindt die
aanvaardbaar is en dat de prijs voor de eindafnemer identiek blijft.
compétences entre la CREG et
l'autorité flamande de tutelle,
puisque cette dernière régit
l'établissement des comptes
annuels des intercommunales,
tandis que la CREG élabore et
applique la réglementation en
matière de tarifs.
07.03 Patrick Lansens (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw uitvoerig antwoord. Het voornaamste is dat er op korte
termijn duidelijkheid komt, zodat de energie-intercommunales weten
welke termijn toegepast moet worden. Ik wil er toch ook op wijzen dat
het niet de bedoeling kan zijn dat door het toepassen van langere
afschrijvingsperiodes ik heb vernomen dat onze netten tot de
veiligste en betrouwbaarste in Europa behoren bepaalde facturen
worden doorgeschoven op langere termijn, dat men niet meer zoveel
investeert in de netten en dat ze in de toekomst niet meer zo
betrouwbaar zouden zijn. Ik meen dat daarmee rekening moet worden
gehouden.
07.03 Patrick Lansens (sp.a-
spirit): Le plus important est que
l'on sache rapidement à quoi s'en
tenir. L'application d'une durée
d'amortissement plus longue ne
peut avoir pour effet de réduire les
investissements dans les réseaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "TV-spelletjes waar 'geld te winnen valt'" (nr. 7441)
08 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "des jeux télévisés permettant de gagner de l'argent" (n° 7441)
08.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik stel
mijn vraag naar aanleiding van de publicatie van het verslag van de
Ombudsdienst voor telecommunicatie. In het verslag van de
ombudsdienst staat nog maar eens de problematiek aangehaald van
de laatavonduitzendingen zoals Play Tonight op de commerciële
zender Kanaal Twee.
Bij dit tv-spelletje kunnen kijkers geld winnen door een woord te
raden. Ik raad u aan om eens te gaan kijken want het is echt wel leuk.
Voor iets minder alerte mensen is dit natuurlijk een open val. De
antwoorden zijn ridicuul simpel waardoor iedereen geneigd is om
onmiddellijk het antwoord door te bellen, maar bellen naar dat
speciale nummer is uiteraard peperduur. Veel mensen doen eraan
mee, vooral ook minderjarigen. Zij verliezen door het bellen natuurlijk
heel veel geld in plaats van geld te winnen.
De Kansspelcommissie had dergelijke tv-spelletjes al bestempeld als
illegale kansspelen, dacht ik. Toch blijven deze gokspelletjes tijdens
de late uurtjes rustig doorlopen. Mijn vraag aan de minister is of dit
probleem gekend is bij de Economische Inspectie. Aangezien het
gaat om illegale kansspelen en er dagelijks, vooral minderjarige,
kijkers in de telefoonval trappen, had ik graag vernomen of de
08.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Dans son rapport annuel
2004, le service de médiation pour
les télécommunications évoque le
phénomène des jeux télévisés
diffusés par des chaînes
commerciales et permettant aux
téléspectateurs de gagner de
l'argent en devinant un mot, qu'ils
doivent communiquer par le biais
d'un numéro d'appel spécial. Cette
communication coûte
excessivement cher et de
nombreuses personnes, parmi
lesquelles quantité de mineurs
d'âge, dépensent beaucoup
d'argent de la sorte. Je pensais
que la commission des jeux de
hasard avait déjà qualifié ces jeux
télévisés de jeux de hasard
illicites.
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
minister niet de opdracht kan geven om dergelijke spelletjes van de
kabel te halen?
L'inspection économique a-t-elle
connaissance du problème? Le
ministre peut-il ordonner
l'interdiction de ces jeux télévisés
sur le câble?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega De
Meyer, ik heb nog niet de gelegenheid gehad zo'n spelletje te volgen,
maar ik kan u wel zeggen dat het probleem bekend is bij de
Algemene Directie Controle en Bemiddeling. Het probleem valt
evenwel niet onder haar bevoegdheid, maar onder de bevoegdheid
van de Kansspelcommissie en deze werkt momenteel, samen met de
betrokken instanties, een gedragscode uit die moet gevolgd worden.
Dat is ook de reden waarom ik uw vraag zal doorspelen aan mijn
collega, de minister van Justitie, daar zij de bevoegdheid heeft
toezicht te houden op de Kansspelcommissie. Wellicht zal er naar
aanleiding van het standpunt dat de Kansspelcommissie zal innemen,
ook regelgevend opgetreden worden.
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le dossier est sur la table de la
direction générale Contrôle et
Médiation. Cette matière ressortit
à la compétence de la
Commission des jeux de hasard,
laquelle élabore en ce moment un
code de conduite avec les
instances concernées. Je
transmettrai cette question à la
ministre de la Justice, qui est
compétente pour la Commission
des jeux de hasard.
08.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik
meende dat de Kansspelcommissie al een standpunt had ingenomen.
08.04 Minister Marc Verwilghen: Zij werkt op dit moment aan een
gedragscode. Men is in onderhandeling over die gedragscode. Zodra
die gedragscode er is, kan er verder opgetreden worden.
08.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Oké. Voor verdere informatie
moet ik mij dus wenden tot de minister van Justitie?
08.05 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Je m'adresserai à la
ministre de la Justice.
08.06 Minister Marc Verwilghen: Juist.
08.07 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Dank u wel.
De voorzitter: Als ik het goed begrijp, als wij nog willen kijken, moeten wij snel zijn, mevrouw De Meyer?
08.08 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Als u uw geld wil kwijtraken,
moet u snel zijn, voorzitter.
De voorzitter: Meestal moet men daarvoor zelfs niet snel zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de modernisering van alarmsystemen bij rampen" (nr. 7474)
09 Question de M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la modernisation des systèmes d'alerte en cas de catastrophe"
(n° 7474)
09.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, als er zich een ramp voordoet, zoals bijvoorbeeld
een gifwolk, worden de omwonenden veelal op de hoogte gebracht
via radio of geluidswagens van de hulpdiensten. Het bereik van deze
maatregelen is uiteraard echter beperkt. Niet iedereen heeft de radio
aan staan en als er een groot aantal omwonenden bedreigd wordt,
09.01 Patrick De Groote (N-VA):
Lorsqu'une catastrophe se produit,
les riverains en sont le plus
souvent informés par la radio ou
les voitures-radio des services de
secours. La portée de l'information
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
kan het wel eventjes duren vooraleer de hulpdiensten alle
omwonenden hebben kunnen alarmeren via geluidswagens.
Bovendien zijn bovenstaande waarschuwingssystemen niet
aangepast aan doven en slechthorenden. Bij een ramp kunnen zij dus
in onwetendheid verkeren en zichzelf eigenlijk op die manier in gevaar
brengen. Ook waarschuwingen via teletekst en televisie hebben een
beperkt bereik voor deze doelgroep.
Vorig jaar op 10 maart 2004 stelde Geert Bourgeois over deze
problematiek een mondelinge vraag aan de minister van
Binnenlandse Zaken en de heer Dewael antwoordde toen dat een
soort SMS-systeem reeds werd getest en voldoening gaf. Het gaat
hier meer specifiek over de techniek van de Cell broadcasting, waarbij
miljoenen mensen tegelijk per GSM kunnen worden bereikt met een
bericht van maximaal 27 karakters op het beginscherm, zonder dat
het netwerk hierbij overbelast wordt. Men kan zo de personen die zich
bevinden onder de GSM-masten binnen de gevarenzone per GSM
bereiken.
De minister van Binnenlandse Zaken is dus gewonnen voor het
systeem. De regelgeving die de Cell broadcasting aan de operatoren
moet opleggen, behoort evenwel tot uw bevoegdheid, althans zo heeft
de heer Dewael mij dat toch diets gemaakt. Vandaar mijn vragen aan
u.
Heeft u reeds de vraag gekregen van uw collega van Binnenlandse
Zaken om tot een regelgeving betreffende de Cell broadcasting te
komen? Heeft u contact opgenomen met de operatoren voor hun
medewerking? Zo ja, wat zijn daar de resultaten van? Is er ook al
gesproken over een eventuele vergoeding? Minister Dewael had het
over eventueel mogelijke vergoedingen. Heeft u reeds een ontwerp
klaar voor de uitvoering van een dergelijk waarschuwingssysteem via
de cel broadcasting? Kan u ergens toch een timing geven voor een
mogelijke ingebruikname van het systeem?
est toutefois limitée étant donné
que tout le monde n'a pas sa radio
branchée et que les voitures-radio
ne peuvent être présentes partout
en même temps. Par ailleurs, ces
systèmes d'avertissement ne sont
pas adaptés aux sourds et aux
malentendants.
Interrogé à ce sujet par M.
Bourgeois le 10 mars 2004, le
ministre de l'Intérieur avait précisé
que la technique du "cell
broadcasting", qui est une espèce
de système d'avertissement par
SMS, avait été testée et s'était
avérée efficace. Il est donc
favorable à ce système mais la
réglementation qui doit l'imposer
aux opérateurs relève des
compétences du ministre de
l'Economie.
Le ministre de l'Intérieur vous a-t-il
déjà demandé d'élaborer une
réglementation en ce qui concerne
le "cell broadcasting"? Avez-vous
déjà contacté les opérateurs et
quel a été le résultat de ces
contacts? A-t-il été question d'une
éventuelle rémunération? Avez-
vous déjà préparé un projet relatif
à un système d'avertissement par
le biais du "cell broadcasting"? Un
calendrier est-il prévu pour la mise
en service du système?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Groote, ik wil eerst zeggen dat ik niet door de minister van
Binnenlandse Zaken gecontacteerd ben geweest met betrekking tot
deze aangelegenheid. Die problematiek is mij bekend. Het is niet
nodig om specifiek wetgevend op te treden.
Het verdient mijns inziens de voorkeur dat er omtrent het gebruik van
dit middel gewoon afspraken worden gemaakt tussen de overheid en
de mobiele operatoren. Dat is trouwens reeds gebeurd in het
verleden. De mobiele operatoren hebben meegewerkt aan de
ontwikkeling van het gebruik van Cell Broadcast voor doeleinden van
algemeen belang. Wat dat betreft zijn alle pistes open om dit te
kunnen toepassen. Het is alleen een kwestie van afspraken. Dat is
alles wat moet gebeuren. Wetgevend is alles voorhanden om dit
mogelijk te kunnen maken. Op dat vlak bestaat die zekerheid dus in
elk geval. Het is op zich reeds een eerste belangrijke stap.
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le ministre de l'Intérieur ne m'a
pas encore contacté. Il ne faut
d'ailleurs pas d'initiative législative
spécifique. Il est préférable que les
autorités publiques et les
opérateurs mobiles concluent des
accords sur la mise en service
d'un tel système d'alerte.
L'application du "cell braodcasting"
ne se heurte à aucun problème
légal.
09.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uit uw antwoord blijkt dat u toch enigszins dezelfde
bekommernis hebt over de problematiek. Mijn vraag is dan ook wie de
eerste stap gaat zetten. Wie maakt de afspraken?
09.03 Patrick De Groote (N-VA):
La question se pose de savoir qui
prendra la première initiative. Si
des problèmes juridiques
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Destijds werd gesteld dat er juridische problemen waren. Blijkbaar
zouden die opgelost zijn. Die zijn goedgekeurd in het Parlement,
zeker wat de elektronische communicatie betreft. Die zouden
eerstdaags in het Staatsblad verschijnen.
U zegt dat er blijkbaar geen enkele stap meer nodig is. Ik vind het
heel belangrijk. Een tijdige waarschuwing aan de bevolking bij
dreigend gevaar is een essentiële zaak. Ik heb de indruk dat de
minister van Binnenlandse Zaken en u niet op dezelfde golflengte
zitten. Ik zou willen vragen dat er zo vlug mogelijk een systeem
operationeel wordt.
Ik wil er even aan herinneren dat de vraag is gesteld in maart. Men
heeft toen gezegd dat men er reeds mee bezig was. In augustus 2004
stond in de krant dat het sms-alarm voor gehoorgestoorden
binnenkort gepland zou zijn. Men wilde daar geen precieze timing op
kleven. Ik heb de indruk dat het een beetje op de lange baan geraakt,
een beetje in de aard van onverwijld of onverkort. Het zou toch een
spijtige zaak zijn.
concernant l'application du
système se posaient à l'époque, ils
semblent à présent être résolus
par la loi relative à la
communication électronique qui
sera publiée incessamment au
Moniteur belge. J'estime qu'un tel
système d'alerte est essentiel,
mais j'ai l'impression que le
ministre de l'Économie et le
ministre de l'Intérieur ne sont pas
sur la même longueur d'ondes et
que la question est reportée aux
calendes grecques.
09.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer De Groote, over het nut
van het systeem bestaat geen enkele betwisting. Men moet alleen
rekening houden met het moment waarop de vraag werd gesteld aan
de minister van Binnenlandse Zaken. Dat was vooraleer wij de wet op
de telecommunicatie, waarin wij de zes richtlijnen hebben omgezet,
hebben goedgekeurd. Ondertussen is die wet klaar voor publicatie.
Het perkament is getekend. Het zal eerstdaags in het Belgisch
Staatsblad komen.
De wettelijke grond om het te kunnen organiseren is er. Daar is geen
enkel probleem meer. In het verleden bestond er daar nog wel een
probleem. Nu is het alleen nog een kwestie de afspraak te kunnen
maken tussen Binnenlandse Zaken aan de ene kant en de operatoren
aan de andere kant. Daarmee kan nu onmiddellijk na publicatie van
de wet mee gestart worden. Dat is dan een werkzaamheid die door de
minister van Binnenlandse Zaken en zijn departement zal worden
volbracht.
09.04 Marc Verwilghen, ministre:
L'utilité du système n'est nullement
mise en cause. M. Bourgeois a
posé sa question avant
l'approbation de la loi qui sera
publiée prochainement au
Moniteur belge. À présent que
nous disposons d'une base légale,
des accords devront être conclus
entre le département de l'Intérieur
et les opérateurs.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le réseau européen HySafe" (n° 7460)
10 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het Europese netwerk HySafe" (nr. 7460)
10.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, consciente des risques inhérents à l'essor et à l'introduction
de nouvelles technologies, la Commission se devait de soutenir un
pôle d'excellence au niveau européen dédié à la sécurité des
technologies de l'hydrogène. Ce pôle qui rassemble les industriels et
les centres de recherche a vu le jour grâce à la création du réseau
d'excellence HySafe. Participent à ce projet coordonné par le FZK de
Karlsruhe en Allemagne des centres de recherche publics et privés de
France, du Royaume-Uni, d'Espagne, du Portugal, des Pays-Bas, de
Grèce, du Danemark, d'Italie, de Suède, de Pologne et même d'États
non-membres de l'Union européenne comme la Norvège et le
10.01 Colette Burgeon (PS): Het
expertisenetwerk HySafe, dat door
de Europese Commissie wordt
gesteund en industriële
ondernemingen en
onderzoekscentra van heel wat
landen verenigt, is gericht op een
gemeenschappelijke benadering
van waterstof en de daarmee
samenhangende gevaren en op
een toenadering tussen de
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Canada.
La mission du réseau HySafe se décline au travers des objectifs
suivants: partager les connaissances et les savoir-faire des
organismes pilotes en Europe, développer une compréhension
commune de l'hydrogène et de ses risques et employer des
approches d'évaluation et de maîtrise du risque harmonisées, définir
les priorités de recherche sur la sécurité hydrogène au niveau
européen, coordonner les activités de recherche menées par les
différents partenaires européens en réponse à ces priorités,
contribuer à l'élaboration de normes, de règlements et de guides de
bonnes pratiques et enfin partager les informations acquises.
À la différence d'un projet de recherche, ce réseau n'est pas limité
dans le temps. En outre, son financement sur une période de cinq
ans ne vise pas à réaliser un programme technique mais plutôt à
permettre un rapprochement scientifique et matériel des partenaires
du réseau. La pérennité de son action implique la création d'un Centre
européen de la sécurité hydrogène.
Monsieur le ministre, dans ce projet européen ambitieux, je ne trouve
aucune trace d'une participation de la Belgique, que ce soit par le
secteur privé ou par la recherche subventionnée. Voici donc mes
questions. Premièrement, sachant que l'hydrogène est un produit
hautement explosif, les centres de recherche implantés sur le
territoire belge qui participent au développement de recherches
basées sur l'hydrogène sont-ils parfaitement identifiés et font-ils l'objet
d'une protection adaptée? Deuxièmement, comme ses voisins
immédiats (Pays-Bas, Royaume-Uni, France et Allemagne), l'État
fédéral participe-t-il via la politique scientifique, au développement de
la recherche fondamentale en matière d'énergies renouvelables
propres et si oui, comment?
Troisièmement, monsieur le ministre, il y a près d'un an, ma région
était frappée par la catastrophe de Ghislenghien due à une mauvaise
gestion du risque en matière de sécurité énergétique: ne serait-il pas
opportun pour la Belgique de participer au projet HySafe vu que tous
les spécialistes en matière de développement d'énergie durable
voient en l'hydrogène la source d'énergie du futur? Je vous remercie
pour l'attention que vous portez à mes questions.
partners op wetenschappelijk en
materieel vlak. Op termijn zou een
Europees centrum voor de
veiligheid van waterstof worden
opgericht. België behoort echter
niet tot de deelnemende landen.
Zijn de in België gevestigde
onderzoekscentra die onderzoek
verrichten met betrekking tot
waterstof, een hoogst explosieve
stof, in kaart gebracht en worden
ze op afdoende wijze beschermd?
Neemt de federale Staat deel aan
de ontwikkeling van het
fundamenteel onderzoek naar
schone hernieuwbare
energiebronnen en zo ja, op welke
manier?
Is het, in het licht van de ramp te
Gellingen, niet aangewezen dat
België in het HySafe-project zou
stappen? Specialisten zien
waterstof immers als de
energiebron van de toekomst.
10.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, collègue
Burgeon, d'abord, les deux principaux centres de recherche implantés
sur le territoire belge, qui participent au développement de
technologies basées sur l'hydrogène, sont le VITO à Mol pour la
Région flamande et le département de chimie industrielle de
l'Université de Liège pour la Région wallonne. Ces centres sont
parfaitement identifiés et, à ma connaissance, ils ne posent pas de
problème de protection adaptée.
A votre deuxième question, je peux vous répondre que l'Etat fédéral
participe effectivement, via la politique scientifique, au développement
de la recherche fondamentale en matière d'énergie renouvelable
propre. Dans le cadre du programme PAD II, un projet de recherche
est en cours de développement, qui porte sur le développement
d'outils d'évaluation du potentiel de l'hydrogène durable en Belgique.
Ce projet s'étale sur la période du 15 décembre 2003 au 31 décembre
10.02 Minister Marc Verwilghen:
De twee grootste
onderzoekscentra
die zich
bezighouden met onderzoek naar
waterstof (de VITO in Mol en het
departement Industriële Chemie
van de Luikse universiteit) zijn
gekend, en bij mijn weten is er
geen probleem inzake aangepaste
beveiliging.
De federale overheid neemt deel
aan de ontwikkeling van het
fundamenteel onderzoek naar
schone hernieuwbare energie in
het kader van het PAD II-
programma (ontwikkeling van
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
2005 et est financé par mon budget à concurrence de 328.402 euros.
Il a pour objectif de nous éclairer sur le potentiel de l'économie de
l'hydrogène dans notre pays.
Les partenaires sont la KUL - Division Energie, Transport et
Environnement - pour la modélisation, le VITO pour l'expertise des
technologies de l'énergie, le Laboratoire de Chimie industrielle de
l'ULg comme centre de recherche et la société d'ingénierie et de
consultance spécialisées 3 E.
Troisième question: pour ce qui concerne l'absence de participation
d'équipes belges dans le réseau d'excellence HySafe, je ne puis que
le déplorer, comme vous, mais ce n'est certainement pas le manque
d'intérêt qui est en cause. Je vous invite à vous adresser aux autorités
régionales compétentes pour le suivi du 6
e
Programme européen si
vous souhaitez de plus amples explications.
Enfin, pour vous démontrer notre intérêt relatif au développement des
nouvelles filières de l'hydrogène, je termine en vous signalant que la
Belgique participe, via l'administration de l'Energie, au Coordinating
Group de l'Agence Internationale de l'Energie (AIE): il donne accès à
l'état de l'expertise scientifique et technique concernant la production,
le stockage et l'utilisation de l'hydrogène comme vecteur énergétique.
C'est ainsi que j'ai soutenu financièrement un atelier de travail
consacré à la question qui s'est déroulé au VITO pas plus tard que le
2 juin dernier et que j'ai réitéré mes engagements à Paris lors de la
réunion de l'AIE.
instrumenten voor de evaluatie
van het potentieel van duurzame
waterstofenergie in België), dat
van 15 december 2003 tot 31
december 2005 loopt en door mijn
departement gefinancierd wordt
ten bedrage van 328.402 euro.
België participeert niet in het
HySafe-netwerk, en dat kan ik
alleen maar betreuren. Ik verwijs u
door naar de bevoegde
gewestelijke overheden voor de
follow-up van het zesde Europese
programma.
Via de administratie van Energie
neemt België wel deel aan de
werkzaamheden van de
"Coordinating Group" van het
Internationaal Energie
Agentschap.
10.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse.
Vous avez parlé d'une période allant du 15 décembre 2003 au
31 décembre 2005. Il serait peut-être utile que vous nous fassiez part,
début 2006, des conclusions qui en seront tirées.
Par ailleurs, vous dites que les Régions sont compétentes. Toutefois,
beaucoup de choses sont faites au niveau fédéral. Ne serait-il pas
utile que vous vous réunissiez à ce sujet?
10.03 Colette Burgeon (PS): Het
ware nuttig mocht u ons begin
2006 meedelen welke conclusies
uit dit programma worden
getrokken.
Moeten de Gewesten en het
federale niveau daartoe niet
samenkomen?
10.04 Marc Verwilghen, ministre: Nous nous sommes déjà réunis à
plusieurs reprises. On pourrait naturellement insister pour qu'un
engagement soit pris en la matière. Mais il appartient aux Régions de
faire le nécessaire. Sans doute attendent-elles les résultats de l'étude
avant de se prononcer.
Par ailleurs, il va de soi que je suis prêt à discuter avec vous des
conclusions de l'étude dès que le rapport m'aura été remis.
10.04 Minister Marc Verwilghen:
Wij hebben al meermaals
vergaderd. De Gewesten, die
terzake bevoegd zijn, wachten
wellicht eerst de resultaten van de
studie af. Van zodra het verslag
wordt bekendgemaakt, ben ik
bereid ze met u te bespreken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het weigeren van budgetmetercliënten door Luminus" (nr. 7532)
11 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le refus par Luminus d'accepter des clients ayant un compteur à
budget" (n° 7532)
11.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
voorafgaandelijk de voorzitter van het College van quaestoren
bedanken voor het feit dat ik voor mag, want hij had in feite nog een
vraag op de agenda voor die van mij. Hij is zo charmant om mij voor
te laten gaan met mijn twee vragen. Ik heb hem moeten beloven dat
ik maar vijf minuten in beslag zal nemen. Ik heb hem het voorrecht
gegeven om mij te onderbreken, iets wat zelfs mijn echtgenoot niet
mag doen.
De voorzitter: Ik moet er wel op wijzen dat inschikkelijk zijn niet hetzelfde is als charmant zijn.
11.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik neem akte van de opmerking
van de voorzitter van de commissie.
Mijnheer de minister, in de actuele leveringsvoorwaarden van
Luminus na te lezen op hun website, staat in artikel 3.1 letterlijk dat
Luminus zich het recht voorbehoudt om mensen met een
budgetmeter te weigeren. Wie ooit werd gedropt om wat voor reden
ook en thans via een sociale leverancier een budgetmeter kreeg, kan
door Luminus worden geweigerd. Dat lijkt mij toch in strijd met de
bedoeling van de wetgever om de gedropte klanten die bij een sociale
leverancier zitten, om, zodra ze schuldenvrij zijn, opnieuw de kans te
geven om over te stappen naar een reguliere leverancier.
Ik had graag uw visie gehad op die bepaling in het Luminus-
reglement.
11.02 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): L'article 3.1 des conditions
de livraison de Luminus stipule
que la société peut refuser les
personnes chez lesquelles un
compteur à budget a été installé.
Cela me semble contraire au but
poursuivi par le législateur, qui
souhaitait permettre aux clients
d'un fournisseur social de
repasser à un fournisseur régulier
dès qu'ils auraient apuré leurs
dettes. Quel est le point de vue du
ministre?
11.03 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw De Meyer, ik deel uw
bekommering om de groep van klanten die in het verleden werden
gedropt, volledig. Er moet een oplossing worden gevonden.
Ik moet u spijtig genoeg doorverwijzen naar twee collega's die u echt
een antwoord kunnen geven en ook de nodige stappen kunnen doen.
Ten eerste, de levering is een materie waarvoor het Gewest
uitsluitend bevoegd is. Dat wil zeggen dat de Vlaamse
energieregulator, de VREG, via de minister voor Energie, de heer
Peeters, de nodige stappen kan doen om een oplossing aan te reiken.
Daarnaast kunt u met uw vraag ook terecht bij mijn collega, minister
Van den Bossche. Zij is belast met de bescherming van de
consumentenbelangen en zij tekende een aantal maanden geleden
een gentlemen's agreement met de leveranciers. Ook dat kan een
eventuele uitweg bieden, al denk ik dat de oplossing vooral van
minister Peeters zal moeten komen.
11.03 Marc Verwilghen, ministre:
Je partage les préoccupations de
Mme De Meyer. Il faut trouver une
solution mais les livraisons
relèvent de la compétence
exclusive de la Région. La VREG
peut jouer son rôle de régulateur
en demandant au ministre flamand
de l'Energie de prendre des
mesures. De plus, la ministre Van
den Bossche a conclu il y a
quelques mois un "gentlemen's
agreement" avec les fournisseurs.
Cette initiative pourrait aussi ouvrir
une perspective bien que je pense
que la solution devra avant tout
venir de la VREG.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de aanleg van een aardgasvervoerleiding over het grondgebied van de
gemeente Brakel" (nr. 7533)
12 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la pose d'une canalisation de gaz naturel sur le territoire de la
commune de Brakel" (n° 7533)
12.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn
vraag gaat inderdaad over de beruchte gemeente Brakel. Voor het
aanleggen van de aardgasvervoerleiding DN500 Brakel-Haaltert moet
u een koninklijk besluit uitvaardigen dat het te volgen traject van
12.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Le ministre doit promulguer
un arrêté royal pour réaliser la
conduite de gaz naturel DN 500
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
openbaar nut verklaart. In Brakel is sinds het starten van die
procedure in juli 2004 al protest tegen het aanleggen van die leiding.
Men ijverde daar al van in het begin voor het zoeken naar een
alternatief traject. De Vlaamse Ardennen zijn door het typische
landschap uiteraard gevoelig voor erosie. Men moet dus met de
grootste zorg omgaan met de aanvragen voor dergelijke werken in die
regio. Ter hoogte van een al aangelegde leiding in de Vlaamse
Ardennen werden bovendien heel veel brokstukken van zandsteen
teruggevonden. Daardoor neemt niet alleen de agrarische opbrengst
ter hoogte van de leiding af, maar kan de landbouwer zijn oogst niet
meer machinaal verwerken.
Daarom heeft men binnen de Milieuraad van Brakel een alternatief
traject uitgewerkt, dat loopt van Ath over Ghoy, richting Zarlardinge,
om ten noorden van Geraardsbergen aan te sluiten op het door
Fluxys voorgestelde traject. Dat traject doorkruist geen enkel
natuurgebied, vengebied, noch habitatgebied. Het volgt zoveel
mogelijk de bestaande structuur, te weten de vallei van de Dender, de
N493, en de geplande N460, en het biedt dezelfde economische
mogelijkheden langs het industriegebied van Geraardsbergen en
Ninove. Dat traject is weliswaar 8 km langer, dus 28 km in plaats van
20 km, maar als men de kosten van de economische en ecologische
schade die de aanleg van het door Fluxys voorgestelde traject zou
doorrekenen, valt te betwijfelen dat het alternatieve traject duurder
zou zijn in aanleg.
Bovendien zijn voor een deel van de aan te snijden percelen al
erfdienstbaarheden betaald door Fluxys.
Mijn vragen aan u zijn de volgende. Ten eerste, houdt u rekening met
de argumenten die pleiten voor het gebruik van een alternatief traject?
Ten tweede, laat u een studie uitvoeren die nagaat of het alternatieve
traject niet beter zou zijn voor de landbouwers en voor de natuur?
Ten derde, is het mogelijk het resultaat van die studie af te wachten
alvorens het koninklijk besluit te tekenen?
Brakel-Haaltert. Depuis l'ouverture
de la procédure en juillet 2004, un
mouvement de protestation contre
cette conduite s'est déclenché à
Brakel. Les Ardennes flamandes
sont en effet sensibles à l'érosion.
En outre, à la hauteur d'une
conduite déjà aménagée, de très
nombreux débris de grès ont été
retrouvés. Les agriculteurs ne
peuvent plus récolter à la
machine, ce qui a pour effet de
faire baisser leurs revenus.
Le conseil environnemental de
Brakel a défini un trajet de
substitution qui va de Ath à
Zarlardinge en passant par Ghoy.
Au nord de Grammont, ce trajet
rejoint celui proposé par Fluxys. Il
ne traverse pas de zones
naturelles, ni de zones "VEN" ou
d'habitat, suit autant que possible
la structure existante et offre les
mêmes possibilités économiques.
Ce trajet a une longueur de huit
kilomètres mais il n'est
probablement pas plus coûteux si
on tient compte des dommages
économiques et écologiques que
causerait le premier trajet proposé.
En outre, Fluxys a déjà payé des
servitudes pour une partie des
parcelles à découper.
Le ministre tiendra-t-il compte des
arguments en faveur de ce
deuxième trajet? Fera-t-il réaliser
une étude sur les conséquences
de ce trajet pour l'agriculture et la
nature? Attendra-t-il de disposer
des résultats de cette étude avant
de promulguer l'arrêté royal?
12.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, collega De
Meyer, het doet mij plezier dat ook andere parlementsleden het
domein Brakel durven aansnijden, weliswaar tot in Haaltert.
Ik kom op uw eerste vraag. Op mijn kabinet vonden verschillende
vergaderingen plaats met de vertegenwoordigers van de gemeente
Brakel en van Fluxys. De bedoeling van deze bijeenkomsten bestond
erin na te gaan welke problemen er zijn en hoe die knelpunten
kunnen worden opgelost. Ik vroeg bijkomende garanties op een
aantal punten. Fluxys heeft deze garanties op papier gezet en heeft
dat document ook aan het gemeentebestuur overgemaakt. Een van
de maatregelen voorziet in de aanstelling van een onafhankelijke
expert, die de aspecten corrosie en erosie in de regio moet
onderzoeken, want dat is een terecht probleem. De kosten voor de
12.02 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons analysé les problèmes
et recherché des solutions au
cours de plusieurs réunions avec
les représentants de Fluxys et de
la commune de Brakel. Fluxys a
donné suite à ma demande de
garanties supplémentaires et a
fourni en la matière un document à
l'administration communale. Un
expert indépendant sera chargé
d'examiner les aspects relatifs à la
corrosion et à l'érosion. Fluxys
assumera les frais d'expertise et le
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
experts en de eventuele aanpassing aan het net na onderzoek, vallen
ten laste van Fluxys. Dat blijkt uit het engagement van Fluxys.
Uw tweede vraag ging over de studie naar het alternatief tracé. Ook
een evaluatie van de alternatieve tracés maakt deel uit van de
bijkomende verplichtingen van Fluxys. Het laatste alternatieve
zuidelijke tracé, voorgesteld door de Brakelse milieuraad, werd recent
in detail onderzocht door het onafhankelijk studiebureau Soresma.
Het MER-rapport werd met deze bevindingen aangevuld. Een deel
van dit tracé, namelijk vanaf Geraardsbergen, loopt samen met het
tracé Brakel-Haaltert. Voor dit gemeenschappelijk deel werden
inderdaad reeds erfdienstbaarheden door Fluxys aangekocht, zoals u
terecht hebt gesteld.
Het tracé ligt bijzonder gevoelig wat de doorkruising van het
grondgebied Ath-Gellingen betreft. Dat is nogal begrijpelijk. Het tracé
is langer dan het tracé Brakel-Haaltert, plusminus 35 procent voor het
ganse tracé en ongeveer 75 procent voor het niet-
gemeenschappelijke deel tot Geraardsbergen. Dit betekent een
bijkomende belasting voor vele grondeigenaars-uitbaters van de
percelen buiten Brakel. Eigenlijk worden met dit tracé dubbel zoveel
woonzones doorkruist dan op het Brakel-Haaltert-tracé en dubbel
zoveel kilometers landbouwgebied. Daar moet dus ook rekening mee
worden gehouden. Bij nader onderzoek is ook gebleken dat er ter
hoogte van Zarlardinge een belangrijk knelpunt bestaat, met
veiligheidsrisico's voor de naburige woningen.
Voor het tracé Brakel-Haaltert toont de vervolledigde MER-studie aan
dat er geen economische voor landbouwers of ecologische
schade wordt aangericht. De betrokken landbouwers worden vergoed
voor de tijdelijke hinder die gepaard gaat met de aanlegwerken. Na
uitvoering ervan kunnen zij hun normale activiteiten ook hervatten.
Ik kom op uw derde en laatste vraag of ik zal wachten met het
tekenen van het KB. Indien mocht blijken dat er een probleem zou zijn
met de erosie of corrosie, dan beloofde Fluxys om de nodige stappen
te ondernemen. Alle alternatieve tracés werden onderzocht en
afdoende antwoorden werden geboden. In die omstandigheden heb ik
het KB getekend en heb ik het dossier aan de administratie
overgemaakt. Anders zou er nog meer tijd verloren gaan, met alle
gevolgen die daaraan kunnen verbonden zijn qua prijs en qua
toelevering.
coût d'éventuelles modifications
du réseau.
Le bureau d'étude indépendant
Soresma a récemment analysé le
dernier trajet de rechange "sud"
proposé par le conseil
environnemental de Brakel. Le
rapport d'évaluation de l'impact sur
l'environnement (EIE) mentionne
ses conclusions. Fluxys a
effectivement déjà acquis des
servitudes pour la partie du trajet
coïncidant avec le parcours
Brakel-Haaltert. Le trajet de
rechange est particulièrement
délicat car il traverse le territoire
d'Ath-Ghislenghien. Étant donné
qu'il est également plus long, de
nombreux propriétaires fonciers et
exploitants de parcelles situées en
dehors de Brakel subiront aussi
des nuisances supplémentaires.
Les zones résidentielles et les
zones agricoles sillonnées par le
trajet sont deux fois plus
importantes. De sérieux risques de
sécurité pèsent en outre sur les
logements à la hauteur de
Zarlardinge.
Le rapport EIE démontre que le
trajet Brakel-Haaltert n'entraîne
pas de dommages économiques
ou écologiques. Les agriculteurs
seront indemnisés pour les
nuisances temporaires subies
pendant les travaux. Ils pourront
reprendre leurs activités
habituelles par la suite.
Fluxys a promis de prendre les
initiatives nécessaires s'il s'avérait
qu'un problème d'érosion ou de
corrosion se pose. Tous les trajets
de rechange ont été examinés et
des réponses convaincantes ont
été apportées, aussi ai-je signé un
arrêté royal que j'ai transmis à
mon administration. Il n'y avait
plus de temps à perdre.
12.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik onthoud dat de studie alles heeft onderzocht en dat het
oorspronkelijk traject behouden blijft, met dien verstande dat Fluxis de
nodige garanties geeft wat corrosie en erosie betreft. Daarop komt uw
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
antwoord neer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging opgelopen door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS)
bij het verstrekken van statistische gegevens aangaande de economische conjunctuur" (nr. 7524)
13 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le retard dans la communication par l'Institut National de Statistique (INS)
de données statistiques concernant la conjoncture économique" (n° 7524)
13.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de voorbije dagen verscheen in de pers een aantal artikelen
over de werking van en vertraging die werd opgelopen in het NIS. Er
werd ook vastgesteld dat een aantal essentiële economische
statistieken niet meer voorhanden zijn. Als men prognoses moet
maken voor de Nationale Bank, het Planbureau of voor de regering,
beschikt men dus niet over alle nodige elementen om de trends te
kunnen onderscheiden.
Mijnheer de minister, is dat correct? Ik heb gelezen dat bijvoorbeeld
de statistieken van de BTW-aangifte sinds juni 2004 niet meer zijn
bijgehouden of niet meer beschikbaar of up-to-date zijn. Voor de
horeca en voor heel wat activiteiten in de dienstensector is de BTW-
aangifte de meest belangrijke indicator om de evolutie in de sector te
kunnen opvolgen.
Mijnheer de minister, ter vergelijking, ik heb hier een aantal cijfers uit
de Verenigde Staten. De cijfers voor mei 2005 vindt men op de
website al terug op 3 juni. Wij zijn nog aan het wachten op cijfers van
2004.
Een ander aspect is dat men ook geen zicht meer heeft op de
investeringen die op dit moment in ons land gebeuren. Ik heb hier het
economisch perspectief van Dexia voor mij liggen. Mijnheer de
minister, dat heeft mij echt gefrappeerd. In de tabel "Prévision
économique et financière" staat de helft van de wereld, maar voor
Belgium staat er tussen 1,3 en 1,9% met de bedenking dat er wegens
gebrek aan statistisch materiaal geen deftige prognose mogelijk is.
Ik stel mij dan ook de vraag, positief-kritisch natuurlijk, waarop de
regering zich baseert om haar begroting bij te sturen of aan te
passen.
Mijnheer de minister, ik heb zelf ook ooit economie gestudeerd,
misschien niet zo goed als sommige anderen, maar ik was in ieder
geval geslaagd. Wat mij toch wel essentieel lijkt voor een overheid,
voor een federale staat, is dat men zo snel mogelijk over de juiste
cijfers zou beschikken. Ik stel vast dat er op dat vlak om de een of
andere reden iets misloopt. Ik heb dat vastgesteld aan de hand van
wat daarover in de pers stond en aan de hand van een aantal
steekproeven die ik zelf links en rechts heb genomen. Wat zijn de
oorzaken daarvan?
Er wordt in ons land veel geld uitgegeven. Als men echter op
dergelijke essentiële instrumenten voor het economisch en monetair
beleid begint te besparen, is men niet goed bezig. Ik houd u daarvoor
13.01 Willy Cortois (VLD):
Quelques journaux ont fait état
d'importants retards dans la
transmission des statistiques
économiques par l'Institut national
de Statistique (INS). C'est sur la
base de ces données que les
tendances et les conjonctures
économiques sont déterminées.
Aucune information relative aux
déclarations à la TVA depuis juillet
2004 n'aurait été transmise, ce qui
entrave l'élaboration de prévisions
pour l'horeca et le secteur des
services. La situation sur le plan
des investissements en Belgique
n'est pas claire non plus, si bien
que les prévisions de Dexia
relatives au PIB se limitent à une
évaluation approximative. Le
gouvernement peut-il procéder à
un ajustement du budget en
l'absence du matériel statistique
nécessaire à l'élaboration de ces
prévisions?
Est-il vrai que le gouvernement ne
dispose pas de données
statistiques importantes qui
auraient dû être transmises par
l'INS? Quelle en est la cause?
Quelles initiatives le ministre
prend-il pour résoudre ce
problème?
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
zeker niet persoonlijk verantwoordelijk. Het is eerder een duwtje in de
rug opdat men ook op regeringsniveau tenminste de nodige
maatregelen zou nemen en de nodige gelden zou vrijmaken. Hoe ziet
u de situatie? Welke maatregelen zult u nemen? Dit is niet
aanvaardbaar als goed bestuur.
13.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Cortois, de discussie die u aankaart, is een discussie die een
veertiental dagen geleden werd opgestart, toen sommige kranten de
situatie aankaartten. Ik werd trouwens ook al door de heer De Groote
daarover aangesproken in een mondelinge vraag.
Dat alles vloeit voort uit een situatie die bekend is en waaraan
momenteel met man en macht wordt gewerkt.
Er is een structureel probleem bij het personeelsbestand van de
Directie Statistiek. Het probleem is nauw verbonden met de
geschiedenis van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Als we
naar de personeelsbezetting kijken, merken we dat het overgrote deel
van het personeel tot de niveaus C en D behoren. Slechts een heel
beperkt aantal behoort tot het niveau B. Slechts 10% behoort tot het
universitaire niveau A.
De reden daarvoor is eenvoudig. In het verleden lag de nadruk
voornamelijk op manueel en repetitief werk. Er werd met ponskaarten
gewerkt. De dienst heeft zijn aanwervingspolitiek daar destijds ook op
afgestemd.
Ondertussen zijn de noden steeds meer verschoven naar het echte,
statistische werk. Dat vergt een hoger, wetenschappelijk niveau en
heeft een behoefte aan hoger gekwalificeerd personeel gecreëerd.
De kloof tussen wat nodig en wat voorhanden is, is groot. Dat is de
reden waarom via het nieuwe managementplan en lopende
verbeteringsproject, het Business Process Re-engineering, dat door
de Federale Overheidsdienst Economie werd opgestart, wordt
gewerkt aan een duurzame bijstudie. Deze zal wellicht kunnen
worden afgerond in de loop van deze zomer, waarna bijkomende
aanwervingen zullen kunnen worden gedaan.
Daarbij wil ik met klem onderstrepen dat de aanwezige statistici en
hun medewerkers hun taken naar behoren vervullen. Rekening
houdend met het feit dat 90% van de verplichtingen op Europees
niveau ligt en dus moet worden uitgevoerd, is met de beperkte
middelen nog maar weinig ruimte over voor bijkomende lasten.
De samenwerking met de Gemeenschappen en de Gewesten
verloopt meestal via samenwerkingsovereenkomsten. Ze hebben nog
maar weinig aanleiding gegeven tot moeilijkheden. Tot nu toe is
iedereen erin geslaagd om oplossingen en compromissen te vinden.
Wat betreft de statistieken waarvoor een imput nodig is van derden,
wordt inderdaad vertraging opgelopen die te wijten is aan de
laattijdige overdracht van gegevens. Naar analogie van de goede
werking met de Gemeenschappen en de Gewesten wordt daarom
geijverd voor het moment om eveneens
samenwerkingsovereenkomsten tot stand te brengen met die derden
gegevensleveranciers. Permanent overleg en bemiddeling moet
13.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je connais la situation décrite par
M. Cortois. C'est un problème
structurel qui concerne l'effectif du
personnel de la Direction générale
Statistique, la plupart des
fonctionnaires étant en effet, pour
des raisons historiques, des
agents de niveaux C et D. Dix %
seulement de l'effectif de l'INS
sont des fonctionnaires de niveau
A, alors que les besoins actuels en
matière de calculs statistiques
requièrent un organigramme
différent. Les nouveaux plans de
management et le projet visant à
améliorer l'organisation du SPF
Economie devraient permettre
d'aboutir à une amélioration
durable de la situation.
Les statisticiens actuellement en
fonction font leur travail de façon
tout à fait satisfaisante. Quelque
90% de leurs obligations se situent
au niveau européen, ce qui laisse
peu de marge pour d'autres
missions. Des accords de
coopération ont été conclus avec
les Communautés et les Régions,
mais on constate parfois des
retards dans la collecte de
données fournies par des tiers.
Nous cherchons à multiplier les
accords de coopération avec des
fournisseurs de données, et les
engagements pris seront
respectés.
L'INS se veut garant d'une
recherche scientifique de qualité
dans le domaine de la statistique.
Si un retard apparaît dans la
publication des données, il est
souvent dû au contrôle de la
fiabilité des sources.
21/06/2005
CRIV 51
COM 651
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
leiden tot het respecteren van de aangegane verbintenissen.
Ten slotte zou ik nog willen toevoegen dat de algemene directie
Statistiek, ondanks de geschetste problematiek qua middelen, toch
nog altijd garant staat voor gedegen wetenschappelijk onderzoek.
Haar opdracht bestaat erin betrouwbare statistieken te verzamelen, te
bewerken en te verspreiden en de privacy en de confidentialiteit van
haar data te bewaken. Als er soms vertraging oploopt bij het
uitbrengen van gegevens, ligt dat ook aan het feit dat zij ertoe
gehouden is om haar bronnen na te gaan op betrouwbaarheid. Snelle
statistieken zijn wel nodig, maar ze moeten ook kwaliteitsvol en
wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Wees ervan overtuigd dat men dat binnen mijn administratie heel
goed heeft ingezien. Om die reden werkt men volop aan de bijsturing
die hoogst noodzakelijk is indien de Statistiek haar werk wil
volbrengen op een wijze die hedendaags verantwoordbaar is.
Bedankt voor uw steuntje.
13.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, graag gedaan.
Dat neemt niet weg dat ik blijf zitten met bijvoorbeeld de volgende
vraag. Het probleem heeft zich in het verleden nog al voorgedaan, dat
herinner ik mij nog. Hoe zal men in de komende maanden de wat ik
noem onaanvaardbare achterstand inzake de statistische verwerking
van de BTW-aangiften oplossen?
Ik vraag daarop niet direct een antwoord. Ik kan daarop terugkomen
in september.
Ik vind ook niet dat het kan dat de directie Statistiek zegt: "We doen
ons best." We doen allemaal ons best!
Hoe wordt dat opgelost? Is er enig perspectief of niet?
13.03 Willy Cortois (VLD):
Comment compte-t-on résorber,
dans les mois à venir, le retard
inacceptable pris dans la
publication des données relatives
aux déclarations à la TVA?
13.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, er is enig
perspectief, in die zin dat men binnen de administratie van de FOD
Economie beschikt over een aantal mensen die specialist zijn in deze
materie, die wel de nodige opleiding hebben gehad, maar die vaak in
een andere dienst werkzaam zijn. Men is nu bezig aan een
herstructurering waardoor men voornamelijk dat universitair personeel
samen brengt. Slechts 10% van het personeel is universitair, om de
reden die ik daarnet heb aangehaald.
De meeste mensen waren van niveau C en D. Zij verwerkten gewoon
ponskaarten en stapelden gegevens op. Men stapt daar van af. Men
beschikt nu over elektronische gegevens en aangebrachte gegevens.
Die moeten geïnterpreteerd worden en daarvoor heeft men een aantal
specialisten, die vaak op andere diensten zitten, nu samengebracht
bij de dienst Statistiek om daar het nodige werk te kunnen doen. Dat
proces is echter nog niet beëindigd.
Ik heb geen moeite met het feit dat men daar in september op zal
terugkomen. Dat is ook een van de zorgen en noden, niet alleen van
de regering en mezelf, maar ook van de voorzitter van de FOD
Economie, die weet dat dit anders de zwakke schakel dreigt te
worden, terwijl het in het verleden feitelijk het belangrijkste instrument
was van Economische Zaken om informatie te verstrekken over de
13.04 Marc Verwilghen, ministre:
L'administration du SPF Économie
compte plusieurs spécialistes. Ils
seront transférés à l'INS avec
d'autres universitaires, membres
du personnel.
CRIV 51
COM 651
21/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
evolutie van de economie in ons land.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Bij gebrek aan vraagstellers eindigt hier de vergadering.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.41 heures.