CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 648
CRIV 51 COM 648
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
15-06-2005
15-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Filip De Man au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'absence de
statistiques relatives à la criminalité et du
moniteur de sécurité" (n° 611)
1
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitblijven van de
criminaliteitsstatistieken en de Veiligheidsmonitor"
(nr. 611)
1
Orateurs: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Filip De Man, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'application de la loi relative à la motivation
formelle des actes administratifs au sein des
services de police" (n° 7311)
8
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van de wet
betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen bij de politiediensten"
(nr. 7311)
8
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle de
l'absentéisme et le paiement du pécule de
vacances majoré des services de
police" (n° 7323)
9
- de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de controle op het ziekteverzuim en de
uitbetaling van het verhoogde vakantiegeld bij de
politiediensten" (nr. 7323)
9
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le contrôle médical des
services de police" (n° 7395)
9
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het medisch toezicht op de
politiediensten" (nr. 7395)
9
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la privatisation du
contrôle des absences pour cause de maladie au
sein des services de police" (n° 7316)
9
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
privatisering van de controle op het ziekteverzuim
bij de politiediensten" (nr. 7316)
9
Orateurs: Jean-Claude Maene, Dirk Claes,
Joseph Arens, Patrick Dewael
, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Dirk Claes,
Joseph Arens, Patrick Dewael
, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
modernisation des systèmes donnant l'alerte en
cas de catastrophes" (n° 7326)
16
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de modernisering van
alarmsystemen bij rampen" (nr. 7326)
16
Orateurs: Patrick De Groote, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Patrick De Groote, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité
lors des matches de football" (n° 7335)
18
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de veiligheid tijdens voetbalwedstrijden"
(nr. 7335)
18
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. David Lavaux au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'impossibilité pour les membres du personnel
communal résidant à l'étranger d'utiliser leur carte
d'identité personnelle pour délivrer les cartes
d'identité électroniques" (n° 7348)
23
Vraag van de heer David Lavaux aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de onmogelijkheid voor in het
buitenland wonende gemeentepersoneelsleden
om hun eigen identiteitskaart te gebruiken voor de
uitreiking van elektronische identiteitskaarten"
23
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(nr. 7348)
Orateurs: David Lavaux, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: David Lavaux, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
décorations civiques" (n° 7361)
25
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de burgerlijke eretekens" (nr. 7361)
25
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
bus permettant des contrôles anti-drogues"
(n° 7362)
25
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voor drugscontroles uitgeruste
bus" (nr. 7362)
26
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'allocation
octroyée aux fonctionnaires de police pour la
connaissance d'une 'langue reconnue utile'"
(n° 7365)
27
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aan de politieambtenaren
toegekende toelage inzake de kennis van een
nuttige taal" (nr. 7365)
27
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le critère de
la nationalité dans le recrutement du personnel
CALOG" (n° 7366)
28
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het nationaliteitscriterium bij de
indienstneming van CALOG-personeel" (nr. 7366)
29
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
lecteurs de cartes électroniques" (n° 7391)
30
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische kaartlezers"
(nr. 7391)
30
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
statutarisation du personnel CALOG dans les
services d'aide aux victimes" (n° 7394)
33
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de statutarisering van het CALOG-
personeel dat in een dienst voor slachtofferhulp
werkt" (nr. 7394)
33
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
recouvrement de créances par le secrétariat
social de la police intégrée (SSGPI) dans le cadre
du processus de régularisation" (n° 7406)
34
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de schuldvorderingen door het
sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie
(SSGPI) in het kader van het regularisatieproces"
(nr. 7406)
34
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
nouveau Centre de communication et
d'information" (n° 7416)
36
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het nieuwe Communicatie- en
Informatiecentrum" (nr. 7416)
36
Orateurs: Marleen Govaerts, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Marleen Govaerts, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'opération 'X-stra' à Anvers (les contrôles de
porte à porte) et le sort à réserver aux illégaux
trouvés dans ce cadre" (n° 7428)
39
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de actie 'X-stra' in Antwerpen (de
deur-aan-deur-controles) en de vraag wat er dient
te gebeuren met de aangetroffen illegalen"
(nr. 7428)
39
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
15
JUIN
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
15
JUNI
2005
Voormiddag
______

De vragen en interpellaties vangen aan om 10.43 uur.
Voorzitter: de heer Dirk Claes.
Les questions et les interpellations commencent à 10.43 heures.
Président: M. Dirk Claes.
01 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitblijven van de criminaliteitsstatistieken en de Veiligheidsmonitor" (nr. 611)
01 Interpellation de M. Filip De Man au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'absence de
statistiques relatives à la criminalité et du moniteur de sécurité" (n° 611)
01.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, mijn
interpellatie gaat, zoals u weet, over het uitblijven van de
criminaliteitsstatistieken voor 2004 en over het uitblijven van de
resultaten van de Veiligheidsmonitor.

De volledige cijfers voor 2004 zijn inderdaad nog steeds niet
beschikbaar zodat ik mag zeggen dat de saga van de selectieve
statistieken ondertussen blijft duren. De goegemeente krijgt
voortdurend cijfers van verschillende beleidsniveaus, en dat voor
verschillende tijdspannes ­ soms gaat het over een kwartaal, soms
gaat het over een half jaar, soms over een jaar ­ en voor telkens
verschillende categorieën van misdrijven en voor verschillende
geografische omschrijvingen. Het vermoeden rijst dus dat overheden
nogal graag uitpakken met de goede deelstatistieken maar de slechte
liever in de schuif laten liggen.

Zo bijvoorbeeld kregen wij in oktober 2004 nogal euforische berichten
over de afname van zwaar banditisme. Wij kregen een halfjaarcijfer,
waarbij men stelde: kijk, het aantal gevallen van zwaar banditisme is
toch gedaald van 1.427 naar 1.135. Iedereen was blij, maar over de
daadwerkelijke stijgingen in de andere categorieën, mijnheer de
minister ­ met name de misdrijven tegen eigendom en misdrijven
tegen de lichamelijke integriteit ­ mocht men niets vernemen. Ik meen
dus te mogen zeggen dat de bevolking op een selectieve wijze wordt
voorgelicht.

Veel van die deelstatistieken worden dan nog eens op een zeer
originele wijze geïnterpreteerd. Wanneer men het aantal inbreuken op
01.01 Filip De Man (Vlaams
Belang): Nous ne disposons
toujours pas de statistiques de
criminalité exhaustives pour
l'année 2004. Les différents
niveaux de pouvoir ne peuvent
toutefois pas s'empêcher de
présenter des statistiques
partielles favorables. La population
est dès lors informée de manière
sélective. Les chiffres favorables
sont mis en évidence alors que les
mauvais sont mis de côté. Le
ministre estime que les
statistiques partielles sont utiles
car elles permettent à la police
d'élaborer plus rapidement des
plans d'action. Bien qu'il suffirait
que la police dispose des chiffres,
ceux-ci sont rendus publics pour
faire étalage de la politique menée
auprès de la population.

L'interprétation des statistiques
partielles est par ailleurs originale.
Les faits constatés sont plus
nombreux grâce à l'amélioration
du travail policier, telle est
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
de Voetbalwet in 2003 ziet stijgen met 212%, dan verklaart de
minister in De Morgen dat het aantal incidenten beduidend kleiner is
dan vroeger. Wanneer de inbreuken op de economische wetgeving
stijgen, dan is dat zogezegd omdat de politie planmatiger werkt.
Wanneer de inbreuken op de vreemdelingenwet met 14% stijgen, dan
betekent dat niet noodzakelijk dat er meer illegalen dan tevoren in
België verblijven.

Verder spreekt de minister zichzelf tegen. Hij verklaart op
12 november 2003 in de commissie voor de Binnenlandse Zaken - u
herinnert zich nog de grote sessie die we hier toen hebben
meegemaakt - dat we pas in 2007 op basis van de cijfers van 2006 de
trends zouden kunnen aflezen in de nieuwbakken statistieken van de
federale politie. Hij verkondigde in deze commissie wel op
27 oktober 2004, en ik citeer: "dat het zal mogelijk zijn de eerste
tendensen vast te stellen zodra de cijfers van 2003 bekend zijn".

Bovendien laat de minister niet na regelmatig trends publiek te
maken. Wij mochten bijvoorbeeld in de pers van 9 april laatstleden
vernemen dat de autodiefstallen en de inbraken spectaculair daalden.
De meest krasse uitspraak van de minister over het publiek maken
van data terzake is wel, en ik citeer letterlijk: "dat het meedelen van
deze statistieken verantwoord is omdat men dan sneller specifieke
actieplannen voor de politie kan ontwikkelen". Hij zei dit in deze
commissie op 27 oktober 2004. Men moet natuurlijk helemaal geen
cijfers publiek maken om nieuwe actieplannen bij de politie te
ontwikkelen. Het volstaat dat men de cijfers bezorgt aan de politie.
Men moet de bevolking daarvoor niet met die cijfers om de oren
slaan.

Kras is ook dat eind vorig jaar een truc werd gebruikt om toch maar
een daling te kunnen melden. Toen werd het voorlopige cijfer voor
2003 vrijgegeven. Het ging over 1.003.304 misdrijven, net iets meer
dan 1 miljoen. Dat cijfer werd vrijgegeven net vóór het cijfer van 2002
zou worden overschreden. Dat cijfer was al bekend. Het ging toen
over 1.021.998 misdrijven.

Mijnheer de minister volgens mij bestaat de truc erin om de statistiek
van 2003 vrij te geven op het ogenblik dat slechts 96% van de
datastroom binnen was bij de federale politie. Bovendien werd in alle
talen gezwegen over het feit dat de criminaliteit in Vlaanderen wel was
gestegen. Men pronkte natuurlijk liever met het artificiële Belgische
cijfer.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik vind dat dit alles neerkomt op het
bedriegen van de bevolking, die blijkbaar moet geloven dat inzake
criminaliteit de malaise voorbij is, zoals de premier nogal voorbarig
wist te melden in zijn regeerverklaring van 12 oktober 2004. Voorts
belooft de minister steeds weer dat de globale cijfers voor 2004 er
aankomen: naar zijn zeggen in De Standaard in maart 2005, in
dezelfde krant gaat het ook over eind maart, het ging ook over begin
juni, dat hebt u in deze commissie gezegd op 28 april en het gaat, ten
slotte, over eind juni, als ik Het Laatste Nieuws van 9 april mag
geloven.

Ten slotte, mijnheer de voorzitter, blijft het wachten op een zeer
belangrijke barometer, de tweejaarlijkse Veiligheidsmonitor. Terzake
heeft de minister op 27 oktober in deze commissie verklaard dat wij
l'explication donnée. Les autorités
n'hésitent même pas à nier
l'augmentation flagrante des
infractions dans certains secteurs.

Le ministre se contredit
également. A la fin de l'année
2003, il déclarait que les nouvelles
statistiques de la police ne
permettraient de dégager des
tendances qu'en 2007. A peine un
an plus tard, il déclare que les
premières tendances apparaîtront
clairement lorsque les chiffres de
2003 seront connus.

Il est par ailleurs inouï que les
chiffres nationaux pour 2003 aient
été annoncés sur la base de
seulement 96% des données.
L'avantage de cette présentation
est qu'elle semble indiquer une
diminution de la criminalité alors
que selon l'ensemble des chiffres,
celle-ci aurait certainement
augmenté en Flandre. Le chiffre
de 1,003 millions d'infractions
devait toutefois être annoncé très
rapidement à défaut de quoi le
chiffre de 2002, qui était de 1,022
millions, aurait été dépassé.

La population est abusée et doit
entre-temps attendre patiemment
les chiffres de 2004. Même le
Moniteur de sécurité biennal est à
la traîne alors que selon une
précédente déclaration
ministérielle, ce rapport allait être
disponible `début 2005 au plus
tard'. Quand cet important
document bisannuel sera-t-il
présenté au Parlement?

Le ministre a-t-il l'intention de
reporter la publication des
statistiques de criminalité de 2004
au mois de juillet, alors qu'en cette
période de vacances, personne n'y
portera la moindre attention?
Quand ces statistiques seront-
elles disponibles?
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
daarover, ik citeer nogmaals letterlijk: "alleszins begin 2005 zouden
kunnen beschikken". Ook deze verklaring blijkt helemaal niet ad rem,
mijnheer de minister. Ik heb dus een aantal vragen.

Wat de tweejaarlijkse ­ of moet ik zeggen de zogenaamd
tweejaarlijkse, want hij is toch al een beetje verouderd, de laatste
dateert van 2002 ­ Veiligheidsmonitor betreft, waarom houdt u niet uw
belofte om, zoals u zei, alleszins begin 2005 met dit belangrijk rapport
naar het Parlement te komen? Bent u misschien van plan, omdat het
u beter uitkomt, om de publicatie van de globale
criminaliteitsstatistieken 2004 uit te stellen tot in juli, wanneer zowat
de helft van de bevolking met vakantie is? Zo nee, wat is de
eindbalans voor 2004, 2003 en 2002 inzake het globale
criminaliteitscijfer? Over welk percentage van de datastroom gaat het
telkens?
01.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, de bevolkingsenquête voor het opmaken van de
Veiligheidsmonitor 2004 werd afgenomen door het enquêtebureau
Dimarso tussen eind augustus 2004 en midden december 2004. De
resultaten van de enquête werden eind februari 2005 door het bureau
overgezonden aan de federale politie.

De verwerking van de resultaten en ook de aanmaak van de federale
en lokale rapporten is lopende. Ik zal ermee naar het Parlement
komen, wanneer de rapporten en de analyse ervan volledig klaar zijn.

Ten tweede, er is volgens mij geen sprake van een uitstel, maar
integendeel van een vervroeging van de cijfers van 2004, in
vergelijking met de vorige jaren. Dat heb ik hier trouwens al
verschillende keren meegedeeld. Terwijl de cijfers de vorige jaren
altijd pas op het einde van het jaar konden worden bekendgemaakt,
zullen de cijfers van 2004 al kunnen worden bekendgemaakt in juli
2005.

Ik ben de vorige keren ­ u kan de data erop naslaan in de
verschillende verslagen ­ altijd pas op het einde van het jaar naar het
Parlement kunnen komen met cijfers die betrekking hadden op het
jaar voordien. Ik heb toen gewezen op het feit dat, behalve natuurlijk
voor de criminaliteitscijfers en statistieken die worden bijgehouden
door de zones, de aanmaak van de geïntegreerde cijfers ­ federaal
en zonaal samen ­ gebeurde volgens een nieuwe methodologie. De
resultaten ervan konden pas als echt betrouwbaar worden
beschouwd, nadat de methode een aantal jaren in de praktijk in voege
was. Immers, dan pas kan met kennis van zaken vergelijkingen
worden gemaakt. Ik heb het dan alleen over de geïntegreerde cijfers.

Door het laattijdig overzenden en communiceren van deze
geïntegreerde cijfers door de zones duurde dat soms tot het einde
van het jaar. Daarover heb ik gezegd dat het vanaf 2005 vroeger zal
kunnen gebeuren. Daarom heb ik ook verklaard dat het in juli 2005
wellicht mogelijk zal zijn om cijfers te geven voor 2004.

U weet ook dat de cijfers van het eerste semester 2004, als we dat
semester eruit lichten, reeds in april 2005 beschikbaar waren.

De volledigheid van de algemene nationale gegevensbank voor 2004
werd begin juni 2005 al op 97,49% geschat. Dat percentage heeft
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Les résultats de l'enquête de
Dimarso pour le Moniteur de
sécurité 2004 ont été fournis à la
police fédérale à la fin du mois de
février. Lorsque tous les rapports
seront prêts, je les transmettrai au
Parlement.

Les chiffres de la criminalité ne
sont absolument pas disponibles
plus tard qu'auparavant, bien au
contraire. Dans le passé, ils
étaient disponibles à la fin de
l'année, maintenant ils le sont en
juillet. Les chiffres intégrés, à
savoir l'ensemble des chiffres
fédéraux et zonaux, sont
additionnés selon une nouvelle
méthode. Il est logique qu'une
comparaison ne puisse être
effectuée qu'après quelques
années. À partir de cette année,
les zones doivent transmettre
leurs chiffres intégrés plus
rapidement.

La taux de complétude des
chiffres dans la banque de
données nationale générale (BNG)
s'élevait en juin à 97,49%, ce qui
constitue une augmentation d'un
pour cent par rapport à l'année
passée. Sur la base de ces 97%,
le comptage pour 2004 peut être
entamé. Les chiffres seront
disponibles à la fin de ce mois.

Entre-temps, les données pour
2003 et 2002 sont quasiment
complètes. L'apport des données
dans la BNG par les zones de
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
toegelaten de telling van het volledige jaar 2004 uit te voeren. Er zijn
een drietal weken nodig om de gegevens te verwerken. De federale
politie heeft mij dan ook verzekerd dat de cijfers tegen eind juni 2005
beschikbaar zullen zijn.

Dat percentage is opnieuw een verbetering tegenover de situatie in
december 2004, toen voor 2003 nog maar een volledigheid van 96%
werd gerealiseerd. U ziet dus dat het systeem, naarmate de jaren
vorderen, alsmaar meer feilloos gaat functioneren.

Ten derde, uit de analyse van de gegevensstroom naar de Nationale
Gegevensbank blijkt dat op 2 juni 2005 de cijfers voor 2004 van de
ANG voor 97,49% volledig zijn en voor de jaren 2000 tot 2003
bedraagt de volledigheid ondertussen nagenoeg 100%. Er is dus een
merkbare verbetering, ook van de snelheid waarmee de gegevens
door de politiezones worden aangeleverd in de ANG. Dat maakt het
voor de Nationale Gegevensbank mogelijk om ook sneller cijfers
bekend te maken.

Het publiceren van de cijfers met een volledigheidsgraad van 96% in
2003 heeft niets te maken met de toepassing van een truc, zoals u
dat omschrijft, want bij de bekendmaking van de cijfers in december
2004 is verwezen naar de predictiemethode van professor
Molenberghs, waar de federale politie gebruik van maakt. Die
methode liet toe te vermoeden dat, eens de cijfers volledig zouden
zijn, er veeleer sprake zou zijn van een lichte stijging van het totale
criminaliteitscijfer ­ het totale aantal feiten die geregistreerd werden ­
dan een lichte daling. Dat is op dat ogenblik ook in de communicatie
nadrukkelijk overgenomen.

De communicatie over de cijfers van 2003 is dus door mij en de
federale politie op een heel genuanceerde manier gebeurd. Ik heb dat
trouwens samen met de commissaris-generaal gedaan. Al het
voorbehoud en alle nuancering zijn op dat persmoment nadrukkelijk
naar voren gebracht. Er is beklemtoond dat het hier gaat over de door
de politie geregistreerde criminaliteit en dat er dus met een heel pak
factoren rekening moet worden gehouden, zoals een grotere
aangiftebereidheid van de burger; laten we dat toch niet vergeten.
Burgers zijn heden ten dage veel gemakkelijker geneigd ­ en dat is
een goede tendens ­ om aangifte te doen van misdrijven. Bovendien
werden er politieacties prioritair op bepaalde fenomenen gericht. Ik
heb het voorbeeld gegeven hier in Brussel ­ maar niet alleen in
Brussel ­ van de belwinkels. Als men daar een aantal politieacties op
concentreert, rolt het aantal strafbare feiten bij wijze van spreken uit
de kast, omdat men daar met verschillende mogelijke inbreuken
wordt geconfronteerd, zoals het niet inschrijven van werknemers, het
verhandelen van goederen die vaak geheeld zijn of via illegale trafiek
zijn toegekomen, de openingstijden enzovoort.

Er komt bij zo'n actie vaak een zeer groot aantal criminele feiten aan
de oppervlakte. Dit is de enige mogelijkheid: zich toespitsen op
nieuwe fenomenen om dan in de maanden en jaren die daarop
volgen, die fenomenen stilaan onder controle te krijgen. Dat is juist de
zin van de bijsturing van prioriteiten in het ondernemen van bepaalde
politieacties.

Een derde element is natuurlijk ook dat er een betere registratie
gebeurt door de politie en niet het minst van de effectief gepleegde
police se déroule mieux et plus
rapidement qu'auparavant, ce qui
permet également à la banque de
communiquer les chiffres plus
rapidement.

La publication des chiffres de 2003
à partir de données complètes à
96% n'a rien d'un stratagème.
Nous n'avons jamais caché avoir
constaté une légère hausse du
nombre de faits enregistrés. Des
propos très nuancés ont été tenus
à ce sujet lors d'une conférence
de presse sur les chiffres de 2003.
Bien sûr, il ne faut pas ignorer les
délits commis mais il faut
également souligner qu'ils sont
mieux enregistrés, que le citoyen
se fait moins réticent à porter
plainte et que la police mène des
actions ciblées qui permettent de
dépister de nombreux faits.

Les statistiques de 2003 ont déjà
révélé une tendance à nouveau
confirmée par les chiffres du 1er
semestre de 2004: si la police fait
d'un phénomène criminel donné
une priorité, cela finit, à terme, par
porter ses fruits.

Depuis l'an 2000, la police ne
ménage pas ses efforts pour
acquérir une image exacte de la
criminalité. Le système de
comptage a été affiné et le
système de traitement a été
amélioré techniquement. La
réforme des polices n'a jamais
interrompu la continuité des
collectes de données. Les chiffres
de la police intégrée n'ont jamais
été aussi complets.

Les zones élaborent aussi des
statistiques internes que leurs
chefs communiquent de temps à
autre. Lorsqu'elles mettent en
évidence une tendance à la
baisse, dont on peut se féliciter, le
Vlaams Belang ne dit plus un mot.
Mais lorsqu'un ministre interprète
des statistiques, ce même parti se
met à pousser de hauts cris.

Quand il affirme que la réforme
des polices a échoué, M. De Man
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
criminaliteit. Dat zijn de fenomenen waarmee u rekening moet houden
en die ook naar voren zijn gebracht. De cijfers kunnen daardoor op
een meer genuanceerde manier worden geïnterpreteerd.

Er is uit de cijfers van 2003 alvast een tendens gebleken en dat wordt
ook bevestigd door de cijfers van het eerste semester van 2004: als
de politie een prioriteit maakt van een bepaald crimineel fenomeen,
dan werpt zoiets op termijn ook zijn vruchten af. De federale politie
stelt alles in het werk om vanaf het jaar 2000 een concreet beeld op
de werkelijkheid van de geregistreerde criminaliteit te verwerven en er
ook evoluties in aan te wijzen. Om dat doel te bereiken werd de
telmethode verfijnd en werden er ook betere technische instrumenten
op punt gesteld.

Het systeem is ook constant blijven tellen. Er wordt met andere
woorden voor gezorgd dat er geen gegevens zijn verloren gegaan. Op
een bepaald moment werd dat gesuggereerd in een bijdrage die ik
gelezen heb in een wetenschappelijk tijdschrift. Het tijdschrift zal wel
wetenschappelijk zijn, maar ik vond de bijdrage niet zo
wetenschappelijk, want er werd gesuggereerd dat men op een
bepaald moment zou zijn gestopt met tellen en dat de
gegevensinzameling verloren zou zijn gegaan. Ik wil nog eens met
klem benadrukken dat bij de politiehervorming de stroom van
gegevensinzameling voor statistieken op geen enkel moment werd
onderbroken. De inspanningen hebben juist ertoe geleid dat de door
de geïntegreerde politie geregistreerde criminaliteitsgegevens nog
nooit zo volledig zijn geweest als dat vandaag het geval is.

In de inleiding van mijn antwoord heb ik daarjuist al gezegd dat er
naast de nationale cijfers nog de cijfers zijn die in de verschillende
politiezones beschikbaar zijn gebleven en worden bijgehouden. U stelt
met mij vast, collega De Man, dat geregeld ook zonechefs naar buiten
treden en uitleg geven bij de evolutie van de criminaliteit in hun zone.
Ik stel vast dat, mocht de minister van Binnenlandse Zaken dat
samen met de commissarissen-generaal doen, het kot bij manier van
spreken te klein zou zijn. Dat zou een schande genoemd worden,
omdat we weer bezig zouden zijn met die statistieken. Als een brave
zonechef in zijn zone naar buiten komt en met de nodige fierheid
vaststelt dat een aantal fenomenen een dalende trend vertoont, dan
hoor of lees ik het Vlaams Belang niet. Zij zullen zich er natuurlijk wel
voor hoeden de zonechefs tegen hun kar te rijden. Zodra daar een
politicus naast zit, is de hele zaak verdacht.

Collega De Man, u loopt een beetje achter de feiten aan als u blijft
suggereren dat de politiehervorming een mislukking zou zijn. De
politiediensten en alle bezoeken aan zones bevestigen mij in die
overtuiging. De politiediensten geraken vaak sneller dan wij verwacht
hadden op kruissnelheid. Dat gebeurt dankzij de politiehervorming.
Die tendensen in de criminaliteitscijfers zijn slechts één element dat
dit aantoont, maar het is zeker niet het belangrijkste element. Ik
herhaal het nog eens. Mij lijkt het belangrijker dat verschillende
niveaus, de burgemeesters en de korpschefs, mij bevestigen dat het
lokale veiligheidsbeleid hoe langer hoe steviger op poten staat.

Dat is zelfs niet de verdienste van de minister van Binnenlandse
Zaken. Dat is de verdienste van hardwerkende zonechefs die in
overleg met lokale actoren vandaag effectief over efficiëntere
middelen beschikken om de criminaliteit te lijf te gaan. Ik verheug mij
est en retard sur les faits! Des
représentants des différents
niveaux confirment que la politique
de sécurité locale est de plus en
plus concrète. Il s'agit là d'une
évolution positive qui est due aux
efforts fournis par les chefs de
zone et qui est vraisemblablement
préjudiciable aux intérêts du
Vlaams Belang.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
daarover. Ik heb u in de plenaire vergadering nog eens gezegd dat dit
slecht nieuws is voor uw fractie, want u teert liever op een
slechtwerkende politie dan u te verheugen over een
goedfunctionerende politie.
01.03 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik zal eerst antwoorden op uw laatste opmerking. Ik
insinueer in mijn interpellatie nergens dat de politie minder goed zou
werken dan vroeger. Ik weet echt niet waar u dat haalt. Ik heb de tekst
hier voor mij liggen.
01.03 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je ne prétends pas que
les services de police fonctionnent
moins bien qu'auparavant.
01.04 Minister Patrick Dewael: Het blijkt uit de geest van de tekst.
01.05 Filip De Man (Vlaams Belang): De geest van de tekst, ik heb
het nergens over een slechte werking van de politie.

Wij zijn het erover eens dat de knoop tegenwoordig veel meer bij het
gerecht ligt, met name bij het parket, dan bij de politie. Dat is uw
verantwoordelijkheid niet. Dat is juist.

Ik kom tot de grond van de zaak. U hebt toch wel gezegd dat de
veiligheidsmonitor begin 2005 beschikbaar zou zijn. U hebt een aantal
keren gezegd in maart dat u begin juni de nationale statistieken van
de ANG zou brengen. Dat is een beetje "de kwaal van Dewael". U
voert een beleid via aankondigingen in de media. U kondigt steeds
maar aan dat u dit gaat doen en dat gaat doen, dat u bijvoorbeeld de
cijfers zal geven, dat u de veiligheidsmonitor zal geven. Uiteindelijk
hebt u ofwel een hoop vertraging ofwel komt u uw belofte niet na. Dat
is voor mij een beetje de inschatting van uw beleid.
01.05 Filip De Man (Vlaams
Belang): Les problèmes actuels
sont imputables aux parquets, qui
ne relèvent pas de la compétence
du ministre. Le ministre a toutefois
fait certaines promesses qu'il ne
tient pas, telles que la publication
d'un moniteur de sécurité en 2005
et la diffusion de statistiques
nationales.
01.06 Minister Patrick Dewael: Mag ik u eens een vraag stellen. Ik
zei u daarnet dat de vorige jaren pas op het einde van het jaar
geïntegreerde cijfers beschikbaar waren van het voorafgaande jaar. Ik
heb toen gezegd dat de methode alsmaar meer en meer op snelheid
zal geraken en dat het nodig zal zijn om halverwege dit jaar reeds vrij
volledige cijfers te geven over het jaar 2004. Ik kom dat na. Ik heb u
reeds cijfers gegeven voor het eerste semester. Ik deel u mee dat
tegen het begin van de maand juli, dus net halverwege het jaar 2005,
die cijfers er zullen zijn. De federale politie verzekert mij dat. Wat is nu
het probleem? Wat kondig ik aan dat ik niet nakom?
01.06 Patrick Dewael, ministre:
Ces dernières années, les chiffres
n'étaient disponibles qu'avec plus
d'un an de retard. A présent, les
chiffres de 2004 sont déjà
disponibles à la mi-2005.
01.07 Filip De Man (Vlaams Belang): Als u de citaten betwijfelt die ik
heb vermeld in mijn interpellatie, dan heeft niet alleen De Standaard
het mis maar ook Het Laatste Nieuws en het integraal verslag van de
commissievergadering. Maar goed, dat zijn details. Wij gaan ons
daarover niet druk maken. U hebt een opmerking ten gronde over de
cijfers en u hebt inderdaad gelijk. De laatste jaren kregen wij de cijfers
verschrikkelijk laat en u doet nu uw best om dat vroeger te brengen.
Ik vergelijk echter op een langere termijn. Als men terugkijkt naar de
jaren '90, dan kregen wij niet zelden de cijfers voor de zomer. Het is
pas een jaar of 4, 5 geleden dat de grote problemen zijn opgedoken.
Ik ben gelukkig dat men daar nu zal aan remediëren.
01.07 Filip De Man (Vlaams
Belang): Dans les années '90, ces
données étaient toujours
disponibles avant l'été.
01.08 Minister Patrick Dewael: Het is voor het verslag buitengewoon
belangrijk dat ik u nu even onderbreek. U zegt dat het vroeger beter
was, maar vroeger waren dat geen geïntegreerde cijfers.
01.09 Filip De Man (Vlaams Belang): Maar jawel.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
01.10 Minister Patrick Dewael: Maar neen, mijnheer De Man. Er is
een integratie gekomen van de politie. Waar wij nu voor staan, is dat
cijfers kunnen worden gegeven die daadwerkelijk alle cijfers omvatten
die in de zones worden geregistreerd en alle cijfers die door de
federale politie worden geregistreerd volgens dezelfde uniforme
methodologie. Waar het vroeger fout liep, is dat de methodologie niet
dezelfde was en dat men soms voor een bepaald misdrijf een andere
omschrijving had in een zone dan federaal. Elke vergelijking liep dus
fout.

De heer De Troch heeft hier op deze bank gezegd dat dit op een
geïntegreerde manier zou gebeuren, maar dat een aantal jaren nodig
was om het systeem op kruissnelheid te laten draaien. Wij hebben de
cijfers inderdaad 2 jaar op het einde van het jaar gekregen. Wij
hebben toen gezegd dat het sneller moest en nu krijgen wij de cijfers
halverwege het jaar. Het jaar nadien zal dat nog sneller kunnen.

Voorts wil ik nog opmerken dat de schuld niet ligt bij de federale
politie. Het feit dat de cijfers te laat binnenkwamen, is te wijten aan
het feit dat het de zones ontbrak aan discipline om hun cijfers snel
mee te delen aan de federale politie. De federale politie kan ze niet
sneller verwerken dan de zones ze aanleveren. Wij stellen daar vast
dat de discipline aan het groeien is en dat de zones de cijfers sneller
aanleveren.

U bent er dus 2 keer naast. Een, u zegt dat het vroeger allemaal veel
sneller ging. Vroeger kunt u niet vergelijken met nu, want dat was een
totaal andere methode. Twee, vanaf het moment dat de nieuwe
methode in werking is getreden, zien wij dat er jaar na jaar
vooruitgang wordt geboekt.
01.10 Patrick Dewael, ministre:
Auparavant, il n'était pas possible
de communiquer des chiffres
intégrés étant donné que les
zones et le niveau fédéral
appliquaient une méthodologie
différente. L'élaboration d'une
méthode permettant de parvenir à
un traitement intégré des chiffres a
nécessité un peu de temps. La
diffusion parfois tardive des
chiffres était due au fait que les
zones tardaient à les transmettre
aux services fédéraux mais, là
aussi, la situation s'est améliorée.
01.11 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, tien jaar
geleden kregen wij de globale cijfers, weliswaar niet geïntegreerd. Er
was geen eengemaakte politie op twee niveaus. Dat weet ik ook wel,
maar het heeft toch een tijd lang zeer slecht gewerkt.

Ik verwijt u niet dat de cijfers nu in juli binnenkomen. Ik verwijt u alleen
dat u alsmaar beloftes doet en dat u die niet kunt nakomen en dat u
dit altijd maanden vooruitschuift. Hetzelfde geldt voor de
veiligheidsmonitor.
01.11 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je ne reproche pas au
ministre que les statistiques
relatives à l'an dernier ne soient
disponibles qu'en juin, mais bien
de ne pas respecter ses
engagements.
01.12 Minister Patrick Dewael: (...)
01.13 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik zal u in
elk geval net voor het reces nogmaals interpelleren over de cijfers
zelf. Dat is immers het belangrijkste, namelijk dat wij een zicht krijgen
op de cijfers.
01.14 Minister Patrick Dewael: Ik heb afgesproken met de voorzitter
van de commissie dat ik zelf het initiatief zal nemen om samen met de
federale politie de cijfers te komen toelichten.
01.14 Patrick Dewael, ministre:
Nous pourrons débattre en
commission des statistiques
relatives à 2003 et à 2004 avant
les vacances.
De voorzitter: Dat klopt. De minister heeft mij een paar maanden geleden beloofd dat de cijfers van 2003
en 2004 voor het zomerreces in de commissie zouden besproken worden.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
01.15 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
volgende maand zullen we dat bekijken.

Een laatste opmerking die interessant kan zijn voor de minister,
mijnheer de voorzitter. Vroeger ontving men de cijfers per gemeente
en per politiezone. Als ik me niet vergis kreeg men die cijfers via
Poldoc. Nu wordt verwezen naar fedpol. Fedpol heeft de gegevens
over de gemeenten en de politie niet meer. Ik heb daarover een uitleg
van de minister gekregen die me absoluut niet voldoet. Ik vind dat de
cijfers per gemeente en per politiezone moeten worden gepubliceerd.

Indien we volgende maand de cijfers krijgen, hoop ik dat dit de
volledige cijfers zullen zijn met elke politiezone erin vermeld.
01.15 Filip De Man (Vlaams
Belang): Dans le passé, il était
possible de consulter les chiffres
par commune et par zone de
police. Aujourd'hui, ils ne sont plus
ventilés. Espérons que les
données fournies par le ministre
permettront de nouveau de
réaliser cette distinction.
De voorzitter: Mijnheer De Man, dient u een motie in?
01.16 Filip De Man (Vlaams Belang): Nee, mijnheer de voorzitter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Interpellatie nr. 616 van de heer Van den Eynde wordt uitgesteld.
02 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen bij de politiediensten" (nr. 7311)
02 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'application de la loi relative à la motivation formelle des actes administratifs au sein des services de
police" (n° 7311)
02.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een korte vraag over de toepassing van de wetgeving
op de motiveringsverplichting.

We weten allemaal dat het politiestatuut zeer stringent is en ook
bepalingen heeft inzake mobiliteit en dergelijke tussen zones. In de
meeste zones bestaan er ook regelingen voor mobiliteit binnen de
zone, binnen eenzelfde korps. Mijn vraag is nu of een interne
overplaatsing van personeelsleden binnen eenzelfde korps wordt
aanzien als een bestuurshandeling, met andere woorden: is de wet
van 29 juli 1991 van toepassing en moet er een uitdrukkelijke
materiële of formele motivering voor dergelijke maatregel worden
gegeven?
02.01 Katrien Schryvers (CD&V):
Le statut de la police comporte
des dispositions en matière de
mobilité des membres du
personnel d'une zone à l'autre.
Dans la plupart des zones, il existe
aussi des règlements qui régissent
les mutations au sein de la même
zone ou de la même commune. La
loi du 29 juin 1991 est-elle
applicable à ces mutations,
lesquelles devraient être dès lors
motivées expressément?
02.02 Minister Patrick Dewael: Collega's, maatregelen van
inwendige orde, van intern bestuur of van interne organisatie zijn in
principe geen administratieve rechtshandelingen. Een interne
verschuiving, om dat voorbeeld te nemen, valt niet onder de formele
motiveringsplicht van de wet van juli 1991. De meeste interne
verschuivingen, dat weet u, zijn vrij evident of vrij neutraal ook.

Sommige interne verschuivingen van politiepersoneel kunnen wel een
ingrijpende weerslag hebben op de individuele rechtstoestand van
een personeelslid, waardoor ze wel vallen onder de klassieke definitie
van een rechtshandeling en waardoor ze dienvolgens wel het
voorwerp moeten uitmaken van de formele motiveringsplicht. Of een
interne verschuiving moet worden aanzien als een bestuurshandeling
in de zin van de wet van juli 1991 hangt eigenlijk af van de aard en de
02.02 Patrick Dewael, ministre:
Les mesures en matière d'ordre
intérieur, de gestion interne ou
d'organisation interne ne sont pas
des actes administratifs et ne sont
pas soumises à l'obligation de
motivation formelle. Si une
mutation a une incidence profonde
sur la position juridique de
l'intéressé, elle correspond bien à
la définition d'un acte administratif
et elle doit donc être soumise à
l'obligation de motivation formelle.
La nature et la portée du
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
draagwijdte van de genomen beslissing.

Ik herhaal dat er interne verschuivingen zijn van allerlei orde. Ik zou
wel als algemene regel willen stellen dat dergelijke beslissingen
gezien moeten worden in het kader van een goed beheer van het
menselijk potentieel en ook van een zorgvuldige omgang met de
medewerkers. Het lijkt mij dan ook wel wenselijk dat deze
beslissingen ook goed gemotiveerd worden. We kunnen een lange
discussie voeren of dit nu onder toepassing van de wet valt of niet, of
dit neutraal is of ingrijpend, maar van het moment dat men mensen
verschuift, heeft dat altijd wel een impact of consequentie. Het lijkt mij
dan ook voor de hand te liggen dat men daarin zorgvuldig is en zo
goed mogelijk de beslissing motiveert.
déplacement interne d'un membre
du personnel déterminent dès lors
les obligations auxquelles ce
déplacement doit satisfaire.

Dans l'optique d'une bonne
gestion du personnel, il me paraît
souhaitable que de telles décisions
soient toujours bien motivées.
02.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, het lijkt mij
inderdaad logisch dat men een beslissing motiveert, of dat nu gebeurt
vanuit het politiecollege, door de zonechef of wie er dan ook de leiding
heeft, en op die manier probeert personeelsleden te motiveren. De
enige consequentie is dan natuurlijk dat het niet alleen gaat over een
motivering of een mededeling aan iemand, maar dat men die ook op
papier moet zetten, met alle mogelijke gevolgen. Ik neem nota van uw
antwoord.
02.03 Katrien Schryvers (CD&V):
Cette motivation devrait donc être
communiquée par écrit à
l'intéressé.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle de
l'absentéisme et le paiement du pécule de vacances majoré des services de police" (n° 7323)
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le contrôle médical des
services de police" (n° 7395)
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la privatisation du contrôle des
absences pour cause de maladie au sein des services de police" (n° 7316)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de controle op het ziekteverzuim en de uitbetaling van het verhoogde vakantiegeld bij de
politiediensten" (nr. 7323)
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
medisch toezicht op de politiediensten" (nr. 7395)
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
privatisering van de controle op het ziekteverzuim bij de politiediensten" (nr. 7316)
03.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'actualité est une fois de plus "agrémentée" des problèmes
relatifs au statut des policiers. Ces derniers jours, deux éléments en
particulier ont retenu mon attention et certainement la vôtre. Le
premier concerne la question du contrôle des congés de maladie.
Lundi, nous apprenons que le syndicat libre de la fonction publique,
secteur police, s'insurgeait contre votre décision de confier à un
organisme privé le contrôle médical des policiers en congé de
maladie. On y perçoit une intention de privatisation.

Selon le syndicat libre de la fonction publique, "de nombreux corps de
police locale ou services de la police fédérale fonctionneraient en
sous-effectif. Cela impliquerait que le volume de travail doit être traité
par les membres du personnel dans des conditions plus difficiles.
Cette situation est de nature à favoriser un stress plus important." Le
syndicat rappelle notamment qu'il y a eu 20 suicides de policiers
er
03.01 Jean-Claude Maene (PS):
Het Vrij Syndicaat van het
Openbaar Ambt (VSOA) tekent
protest aan tegen uw beslissing
om de controle op het
ziekteverzuim bij de politiediensten
aan een privé-organisme toe te
vertrouwen. Het ziet in uw initiatief
een poging om de controle te
privatiseren. Het is van oordeel dat
de lokale en de federale
politiediensten vaak onderbemand
zijn zodat ze met een te hoge
werklast kampen, wat uiteraard
stress in de hand werkt. In 2005
hebben twintig politiemensen
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
depuis le 1
er
janvier 2005 et que les dépressions qui frappent les
policiers sont souvent liées au contexte professionnel. À titre de
comparaison, la moyenne des jours d'absence pour maladie dans
l'ex-gendarmerie était de 23 en 2000 pour 16.000 gendarmes effectifs
alors qu'aujourd'hui, vous constatez une moyenne de 20 jours
d'absence au sein de la police intégrée qui compte 38.000 personnes.

Monsieur le ministre, qu'en est-il? Je ne remets nullement en question
l'utilité ou la pertinence d'organiser un contrôle médical dans le
secteur policier comme cela se fait dans n'importe quel autre secteur
utilisant de la main d'oeuvre, au contraire. Cela dit, il faut être
particulièrement attentif aux spécificités du métier de policier et au
stress que cela peut engendrer. Il y a une demi-heure, un policier me
racontait au téléphone qu'il venait de se faire violemment agresser par
un chien et qu'il se trouvait à l'hôpital, la moitié de la main
déchiquetée. Ces personnes sont souvent soumises à des situations
singulières: le contrôle médical doit tenir compte de cet état de fait.
J'aimerais que vous fassiez le point sur cette question et que vous
nous apportiez des précisions concernant les chiffres de
l'absentéisme.

Le deuxième point problématique est le pécule de vacances. Mardi,
nous avons appris que Sypol revendiquait une augmentation du
pécule de vacances de manière à le porter à 92% du salaire mensuel.
C'est évidemment énorme et cela aura des répercussions sur les
finances de l'État fédéral mais aussi des zones de police puisqu'elles
vont devoir suivre. On parle de 350 millions, ce qui à mon avis ne
serait pas suffisant pour arriver à ces 92%. J'aimerais savoir où on en
est dans cette question.
zelfmoord gepleegd. De hoge
werkdruk veroorzaakt ook tal van
depressies.

Volgens u zou het gemiddeld
aantal ziektedagen van 23 bij de
gewezen rijkswacht in 2000
(16.000 manschappen) naar 20 bij
de geïntegreerde politie (38.000
manschappen) zijn gezakt.

Het ligt niet in mijn bedoeling om
de noodzaak van een controle op
het ziekteverzuim bij de
politiediensten ter discussie te
stellen, maar ik vind dat men bij de
medische controle rekening moet
houden met het specifiek karakter
van het beroep. Niet langer dan
een half uur geleden belde een
politieagent me vanuit het
ziekenhuis waar hij werd
opgenomen omdat een hond zijn
hand heeft verscheurd.

Heeft er sociaal overleg plaats
gevonden en zo ja, met welk
resultaat? Het VSOA betwist uw
cijfers in verband met het
ziekteverzuim.

Sypol, een andere vakorganisatie,
zou aan zijn leden vragen om hun
aanspraak op meer vakantiegeld -
92 procent van hun maandwedde
in plaats van 30 nu - via de
rechtbank kracht bij te zetten. Het
gaat om een indrukwekkend
bedrag dat een grote weerslag
heeft op de federale begroting
(350 miljoen euro) en die van de
gemeenten.

Hoe ver zijn de onderhandelingen
opgeschoten?
03.02 Dirk Claes (CD&V): Het eerste deel van de vraag van de heer
Maene is gedeeltelijk gelijk aan mijn vraag. Voegen we die vragen
dan samen? Ik zal mijn vraag stellen na de vraag van de heer Joseph
Arens.
03.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous ai interrogé,
il y a quelques mois, sur les mesures que vous annonciez en matière
de lutte contre l'absentéisme au sein des services de police.

Une nouvelle procédure en matière de contrôle médical avait été mise
en place par vos services.
03.03 Joseph Arens (cdH): Ik heb
u onlangs ondervraagd met
betrekking tot de maatregelen ter
bestrijding van het absenteïsme bij
de politiediensten. Er werd een
nieuwe procedure inzake de
medische controle ingesteld. U
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Cette nouvelle procédure à peine mise en place, j'entends que vous
proposez actuellement de confier dorénavant le contrôle médical à
des services privés, sans attendre les effets et l'évaluation de la
nouvelle procédure.

Vous citez également un chiffre de 8% d'absentéisme et affirmez
qu'1% seulement en moins vous permettrait de remettre dans la rue
285 policiers de plus.

Monsieur le ministre, mes questions rejoignent celles qui viennent
d'être posées.

- Sur quelles statistiques se fondent les pourcentages précités?
- La nouvelle procédure en matière de contrôle médical a-t-elle été
évaluée ou fera-t-elle l'objet d'une évaluation?
- Les taux d'absentéisme au sein des services de police ont-ils été
comparés avec les taux d'absentéisme dans les autres services
publics?
- Pour quels motifs envisagez-vous de faire appel à des firmes
privées en matière de contrôle médical?
stelt thans voor, zonder op de
evaluatie van de procedure te
wachten, die controle aan
particuliere diensten toe te
vertrouwen U heeft het tevens
over een absenteïsmecijfer van 8
procent en verklaart dat als dat
cijfer met 1 procent zou
verminderen, er 285 politieagenten
meer op straat zouden kunnen
worden ingezet.

Mijn vragen sluiten aan bij die
welke daarnet werden gesteld: op
welke statistieken berusten de
percentages die u heeft vermeld?
Werd de nieuwe procedure inzake
de medische controle geëvalueerd
of zal dat gebeuren? Werden de
absenteïsmecijfers bij de
politiediensten vergeleken met die
in de overige openbare diensten?
Waarom overweegt u een beroep
op particuliere diensten te doen
voor het verrichten van die
medische controle?
03.04 Dirk Claes (CD&V): Ik stel ik voor dat ik daar zelf ook nog bij
aansluit. Het is zo dat na onderzoek bleek dat het ziekteverzuim bij de
politiediensten rond de 8% bedraagt en dat dit gemiddeld toch hoger
is dan in andere sectoren. De privatisering van de controle zal dan
misschien wel de gevolgen aanpakken maar doet eigenlijk weinig aan
de oorzaken van dit ziekteverzuim. Ook om andere redenen wil ik een
aantal vragen stellen bij die aangekondigde maatregel.

Een, heeft de minister ook een onderzoek gevoerd naar de oorzaken
van het hoge ziekteverzuim bij de politiediensten? Zijn er ook
maatregelen uitgewerkt om die oorzaken effectief aan te pakken? Uit
een eerder onderzoek is reeds gebleken ­ zoals ook de heer Maene
zegt ­ dat het aantal zelfmoorden bij de politiediensten boven het
gemiddelde ligt. Wordt er ook rond deze problematiek een
preventiebeleid gevoerd? Welke concrete maatregelen worden
hiertegen genomen? Voor de leden van de operationele diensten van
de politie werd destijds het systeem van de aangenomen geneesheer
overgenomen van de vroegere rijkswacht. Staat de idee van de
private controleartsen dan niet haaks op dit principe? Hoe staat de
minister tegenover het voorstel van het NSPV om de ziektedagen om
te zetten in prepensioendagen of in een premiesysteem als men die
ziektedagen niet opneemt, in het laatste jaar meestal voorafgaand
aan het pensioen?
03.04 Dirk Claes (CD&V): Le taux
d'absentéisme pour cause de
maladie s'élève à 8% environ au
sein de la police, ce qui est
nettement plus que dans d'autres
secteurs. La privatisation du
contrôle permettrait peut-être de
s'attaquer aux conséquences de
l'absentéisme, mais non à ses
causes.

Le ministre s'est-il intéressé à ces
causes? Des mesures seront-elles
prises pour s'y attaquer? Les
suicides sont plus fréquents au
sein de la police qu'ailleurs: une
prévention est-elle organisée en la
matière? Le système des
médecins de contrôle privés n'est-
il pas en contradiction flagrante
avec celui des médecins agréés,
que les services de police
opérationnels ont repris de l'ex-
gendarmerie? Que pense le
ministre de la proposition,
formulée par le Syndicat national
du personnel de police et de
sécurité, de convertir les jours de
maladie non pris en jours de
préretraite ou en primes?
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
03.05 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je
commencerai par répondre aux questions posées par M. Maene.

En ce qui concerne le contrôle des congés pour maladie, j'ai
effectivement fait part de mon intention de confier le contrôle médical
des policiers en congé de maladie à un organisme privé. Cette
intention s'inscrit dans le souci exprimé par le gouvernement, lors du
Conseil des ministres spécial Justice et Sécurité des 30 et 31 mars de
l'année dernière, d'augmenter la capacité policière visible sur le
terrain de plus de 3.200 unités, d'ici la fin de la législature. Un des
points importants pour y parvenir est la lutte contre l'absentéisme
sous toutes ses formes. Dans ce cadre, mon objectif est de faire
procéder à des contrôles plus efficaces car les moyens actuels se
révèlent insuffisants.

Le dispositif actuel, qui a certes été renforcé, ne permet pas toujours
de se faire une idée précise de la répartition géographique et par
service de l'absentéisme pour motifs de santé. L'expérience des
sociétés privées en la matière ne pourra qu'être bénéfique. Ce
système a d'ailleurs prouvé son efficacité en Flandre en ce qui
concerne le personnel enseignant où les expériences sont positives.

Un système efficace de contrôle permet aussi d'améliorer l'étude des
causes de l'absentéisme et de s'interroger sur le fonctionnement de
certains services et sur les contraintes pesant sur le personnel. Ces
contraintes sont d'autant plus grandes lorsque ce même service est
touché par un absentéisme chronique. Le personnel qui reste au
travail est alors doublement mis à contribution. Je tiens à vous faire
remarquer que l'arrêté mammouth, tel qu'il a été négocié en 2000 et
en 2001 avec les organisations syndicales, prévoit déjà que le
médecin contrôleur peut faire partie du service médical ou d'un
organisme agréé par le ministre.

Par ailleurs, une comparaison entre les taux d'absentéisme dans les
autres services publics n'existe pas, à ma connaissance. Un tel
exercice relèverait des compétences du ministre de la Fonction
publique. Malgré ce manque de comparaison officielle, je ne peux que
constater, sur la base des chiffres publiés par certaines autorités,
qu'un contrôle médical bien organisé est rentable tant au niveau de la
lutte contre l'absentéisme qu'au niveau de l'analyse permettant de
détecter les problèmes et de remédier aux facteurs causant
l'absentéisme.

Je constate en outre que le contrôle médical est déjà organisé dans
un grand nombre d'administrations publiques qui font appel à des
firmes spécialisées. On peut difficilement concevoir que le contrôle
médical soit une des tâches réservées aux seuls services de police.
03.05 Minister Patrick Dewael: Ik
zal eerst de vragen van de heer
Maene beantwoorden. Ik heb wel
degelijk de bedoeling om de
controle op het ziekteverzuim bij
de politiediensten aan een privé-
organisme toe te vertrouwen. Zo
komen we tegemoet aan de
bekommernis van de regering om
de aanwezigheid van de politie in
het veld tegen het einde van de
zittingsperiode met 3 200
eenheden te versterken. Een van
de manieren om daarin te slagen
is de bestrijding van het
ziekteverzuim. Terzake wil ik dat
de controles efficiënter verlopen
vermits de huidige middelen
onvoldoende zijn. We kunnen
alleen maar ons voordeel doen
met de expertise waarover de
privé-ondernemingen in dit kader
beschikken. In het Vlaams
onderwijs hebben ze reeds hun
nut bewezen.

Via een efficiënte controle is het
ook mogelijk om de oorzaken van
het ziekteverzuim vast te stellen
en de werking van sommige
diensten evenals de druk
waaronder het personeel gebukt
gaat, te onderzoeken. In het geval
van chronisch ziekteverzuim is het
personeel dat over blijft, tweemaal
de pineut. In het Mammoetbesluit,
dat er na overleg met de
vakbonden in 2001 en 2002 is
gekomen, staat trouwens reeds
dat de geneesheer-controleur tot
de medische dienst of tot een door
de minister erkend organisme mag
behoren.

Vervolgens de vraag van de heer
Arens. Voor zover ik weet, werd er
nog geen vergelijkende studie
gemaakt over het ziekteverlet bij
de diverse overheidsdiensten.
Openbaar Ambt zou hiervoor de
geschikte instantie zijn. Een goed
georganiseerde medische controle
zou ons toelaten om het
ziekteverzuim aan te pakken en
om te onderzoeken welke
problemen en factoren aan de
basis van het ziekteverlet liggen.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
In tal van overheidsdiensten wordt
de medische controle al door
gespecialiseerde firma's
uitgevoerd. Men kan zich moeilijk
indenken dat die controle tot het
takenpakket van de politiediensten
zou behoren.
Ik kom tot de vragen van de heer Claes.

De door de Ministerraad vorig jaar genomen beslissing om het
absenteïsme met 2% terug te dringen heeft geleid tot een gemengde
werkgroep van federale en lokale politie. Die werd belast met het
uitwerken van een actieplan. Eerst en vooral werden de oorzaken van
het absenteïsme bekeken. De oorzaken kunnen van heel
verschillende aard zijn: zij kunnen structureel zijn of meer accidenteel.
Voor de meer structurele oorzaken kunnen de oplossingen liggen in
een striktere en ook meer accurate controle. De federale politie heeft
een aantal inspanningen op dat vlak geleverd.

Ik ben van mening dat controles door een groter aantal
controlegeneesheren die daarvoor gecontracteerd worden door een
privé-firma een stiptere en meer accurate controle mogelijk maken. Ik
meen dat het mogelijk moet zijn dat alle personeelsleden op korte
termijn aan een controlebezoek zouden kunnen worden onderworpen.
Een voordeel voor de individuele personeelsleden is alleszins dat hun
familiaal en sociaal leven minder verstoord wordt. Om de
permanentiediensten te kunnen verzekeren moeten zij nu onverwacht
inspringen voor afwezige collega's.

Voor andere ­ meer casusgebonden ­ oorzaken is in het plan van de
federale politie in een breed spectrum aan oplossingen voorzien,
zoals onder meer de responsabilisering van de chefs, de
samenstelling van een gids aan de hand waarvan een meer aan de
specifieke situatie aangepast plan kan worden opgesteld ter
bestrijding van het absenteïsme. Ook komt er een gegevensbank
"Best Practices," die eind deze maand beschikbaar zal zijn op de site
van de DGP. En ten slotte, een specifieke opleiding zal eveneens
tegen het eind van het jaar worden georganiseerd. Ook daar zal de
opvolging door een privé-firma beter toelaten een juiste analyse te
bekomen.

Uit het voorbeeld van het Vlaams onderwijs ­ ik kom daar nog even
op terug ­ kan men afleiden dat de uitbesteding van de controle niet
alleen het absolute absenteïsmecijfer terugdringt maar dat de
gedetailleerde rapportering eveneens toelaat factoren die het
ziekteverzuim in de hand werken zowel volgens ziektebeeld als
geografisch te identificeren. Het wordt dan eveneens mogelijk
preventief op te treden tegen de aldus geïdentificeerde fenomenen.

Het is niet alleen de bedoeling om blindweg meer te gaan controleren.
Ik meen dat men daarvoor over meer en efficiëntere diensten moet
kunnen beschikken. Maar ik hoop ook aan de hand van de gegevens
die wij zo kunnen inzamelen beter te kunnen inzoomen op de
oorzaken die aan de basis liggen van dat absenteïsme. En daar zijn
nogal eens wat verschillen naargelang van de streek waarover men
spreekt of naargelang van het ziektebeeld, dat wel of niet vaak
voorkomt. Ik meen dus dat controles niet alleen moeten gebeuren ­
La décision du Conseil des
ministres de réduire le taux
d'absentéisme de 2% a entraîné la
création d'un groupe de travail
mixte chargé d'élaborer un plan
d'action. En ce qui concerne les
causes structurelles, la police
fédérale a déjà fourni des efforts.
L'augmentation du nombre de
médecins de contrôle, dans le
cadre d'un contrat avec une firme
privée, permettra
toutefois
d'effectuer des contrôles encore
plus réguliers et plus précis.
L'ensemble des membres du
personnel doit pouvoir être soumis
à une visite de contrôle à court
terme. Ces mesures profitent aux
membres du personnel
individuellement, car actuellement
ils doivent parfois remplacer des
collègues absents pour assurer la
permanence.

En ce qui concerne les causes
accidentelles, les chefs sont
responsabilisés, une formation
spécifique sera dispensée pour la
fin de l`année et une banque de
données, dénommée "Best
practices", sera disponible fin juin
sur le site internet de la direction
générale Personnel. Un guide est
également préparé sur la base
duquel il sera possible d'élaborer
un plan adapté à une situation
particulière. Dans ces cas
également, un suivi effectué par
une firme privée permettra
d'obtenir des analyses plus
précises. Il a déjà été démontré
dans l'enseignement flamand que
de la sous-traitance résulte un
taux d'absentéisme plus bas et
une meilleure identification des
causes. Il existe de nombreuses
différences en fonction de la
région et de la pathologie. Nous
voulons donc également mener
une politique de prévention par le
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
uiteraard ­ post factum, maar dat daar ook een belangrijke
preventieve opdracht ligt. Als het zo zou zijn dat bepaalde
ziektefenomenen specifiek verbonden zijn aan de functie van de
politie, dan meen ik dat wij daar werk van moeten maken om te
proberen preventief dat fenomeen aan te pakken.

Het associëren van private firma's kan ons, mijns inziens, alleen
sterker maken. Ik zie het niet als een private firma die de publieke
diensten of de eigen controlediensten gaat wegdrukken, maar veeleer
als een partnership, waarbij de eigen politiecontrolediensten en het
private organisme samen het probleem aanpakken.

Mijnheer Claes, u merkt op dat voor de organisatie van de medische
dienst het systeem van de vroegere rijkswacht werd overgenomen.
Dat het idee van private controleartsen haaks zou staan op het
vroegere rijkswachtsysteem, klopt voor een deel. Bij mijn weten
bestaat de rijkswacht niet meer. Het is mijn taak het politie-effectief zo
maximaal mogelijk op het terrein in te zetten. Dat is hetgeen ik
geregeld moet concluderen uit de vragen in het Parlement. De
terugdringing van het absenteïsme is een van de middelen daartoe. Ik
zeg niet het enige, maar alleszins een van de middelen daartoe.

Ik ga even in op de problematiek van de zelfdodingen bij de politie.
Het stressteam is 24 uur per dag bereikbaar. Er is tevens ook een
brochure uitgegeven over het onderwerp samen met het Centrum ter
Preventie van Zelfmoord. Ze is bestemd voor personen in nood en
voor personeelsleden die geconfronteerd worden met een collega met
zelfmoordneigingen.

Het NSPV heeft een voorstel gedaan om ziektedagen om te zetten in
prepensioendagen of in een soort premiesysteem. Ik denk dat we dat
voorstel moeten bestuderen in het kader van de evaluatie van het
hele statuut. Met de syndicaten is afgesproken dat de evaluatie van
het statuut vanaf het najaar 2005 zal worden onderhandeld. Op dit
ogenblik neem ik dus geen standpunt in met betrekking tot het
voorstel van het NSPV. Het komt een beetje eigenaardig over als
mensen horen dat we met zo'n groot aantal ziektedagen zitten en dat
hiervoor een soort vergoeding wordt gevraagd. Ik vermoed dat de
publieke opinie van zo'n redenering nogal zal schrikken. Via mijn zone
ken ik het probleem van de opgestapelde ziektedagen. We moeten
terzake een globale oplossing nastreven in het kader van de
aangekondigde evaluatie van het statuut en de onderhandelingen
terzake.
biais d'un véritable partenariat
avec le secteur privé.

Que le système des médecins
privés soit contraire à l'ancien
système de la gendarmerie est
partiellement exact. Mais la
gendarmerie n'existe plus. J'ai
l'intention d'envoyer au maximum
les effectifs de la police sur le
terrain et l'un des moyens pour y
arriver, c'est de réduire
l'absentéisme.

En ce qui concerne les suicides, je
vous signale que l'équipe chargée
de la lutte antistress est joignable
24 h sur 24. En collaboration avec
le Centre de prévention du suicide,
la police a publié en outre une
brochure destinée aux membres
du personnel en détresse et à
leurs collègues.

S'agissant de la proposition du
SNPS, je préfère ne pas prendre
position maintenant. Nous
sommes convenus avec les
syndicats de négocier sur
l'évaluation du statut à partir de
l'automne 2005. Il convient
d'examiner la proposition
concernée dans ce cadre-là.
Toutefois, je soupçonne que
l'opinion publique trouverait insolite
que l'on demande une sorte
d'indemnisation pour le grand
nombre de journées de maladie. Il
faut rechercher une solution
globale.
Quant à la problématique du pécule de vacances, les organisations
syndicales réclament une augmentation substantielle du pécule de
vacances des policiers. Un protocole d'accord, conclu en comité A, a
conduit à la modification de l'arrêté royal relatif au pécule de vacances
qui s'applique pratiquement à l'ensemble de la fonction publique ainsi
qu'aux policiers. Selon ce nouveau texte, l'autorité doit octroyer à
l'ensemble du personnel, au plus tard en 2009, un pécule de
vacances qui soit au moins égal à 65% du traitement mensuel.

Il me paraît défendable de mener la discussion concernant
l'augmentation du pécule de vacances, de pair avec celle concernant
l'évaluation du statut. Personne ne contredira le fait que les services
policiers ont obtenu un "bon" statut qui a entraîné de grosses
dépenses de la part du gouvernement et des communes. Il a
De vakbonden eisen een forse
verhoging van het vakantiegeld
van het personeel van de
politiediensten. In het comité A
werd een protocol-akkoord bereikt,
zodat het koninklijk besluit ter zake
dat van toepassing is op nagenoeg
het hele openbaar ambt en op de
politiediensten, kon worden
gewijzigd. Volgens die nieuwe
tekst moet de overheid het
personeel uiterlijk in 2009 een
vakantiegeld toekennen dat ten
minste 65 procent van het
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
d'ailleurs été annoncé en comité de négociation que ces deux
questions seront traitées en même temps mais, en ce qui concerne le
gouvernement, ces négociations peuvent mener à deux protocoles
séparés.

Vous comprendrez que je ne souhaite pas donner d'informations
supplémentaires sur le fait que les syndicats effectuent des
démarches juridiques à l'instar des magistrats.
maandloon bedraagt.

Volgens mij is een discussie over
een verhoogd vakantiegeld
mogelijk in het kader van de
evaluatie van het statuut. De
politiemensen hebben een "goed"
statuut verkregen, dat grote
uitgaven voor de regering en de
gemeenten met zich heeft
gebracht. In het
onderhandelingscomité werd
trouwens meegedeeld dat beide
kwesties tegelijkertijd zouden
worden behandeld, ook al kunnen
zij in twee afzonderlijke protocollen
uitmonden.

Ik zal niet verder uitweiden over
het feit dat de vakbonden
juridische stappen ondernemen,
naar het voorbeeld van de
magistraten.
03.06 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je prends note des éléments de réponse que vous nous avez
communiqués ce jour.

Je voudrais souligner combien le volet préventif me paraît important
pour contrer l'absentéisme. En effet, on trouve même des statistiques
autour de 10%. Donc, en calculant bien, si l'on dispose normalement
de 100 hommes dans un corps, on ne fonctionne en réalité qu'avec
90 hommes. Cela signifie des permanences et des services
d'intervention qui tombent.

C'est ainsi qu'il faut réfléchir: c'est particulièrement conséquent au
point de vue de la capacité de fonctionnement de nos corps de police.
Quand vous nous annoncez devenir plus prospectif et essayer de
former les gens au management humain, tout cela me semble
important et précieux.

J'espère que toutes ces mesures préventives seront mises en oeuvre
rapidement: il faut en effet réellement s'inquiéter quant à ce qui se
passe actuellement.
03.06 Jean-Claude Maene (PS):
Ik neem nota van het antwoord.
Het preventief onderdeel lijkt mij
belangrijk in de strijd tegen het
absenteïsme. Volgens de
statistieken zou het absenteïsme
rond de 10 procent schommelen:
als een korps 100 leden telt, zijn er
dus eigenlijk maar 90 echt
werkzaam! Wij moeten ons dus
over de werking van onze
politiekorpsen bezinnen. Ik vind
het belangrijk en positief dat u
streeft naar een meer
toekomstgerichte aanpak en dat u
de personeelsleden een opleiding
inzake human ressources wil laten
volgen. Ik hoop dat er snel werk
van die preventieve maatregelen
zal worden gemaakt.
03.07 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je ne peux que
féliciter le ministre pour la bonne présentation de sa réponse.
03.07 Joseph Arens (cdH): Ik
feliciteer de minister met de
manier waarop hij het antwoord
heeft gebracht.
03.08 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, wanneer verwacht u
effect, op welke termijn verwacht u effect van die maatregelen, van de
privatisering van de controle? Hebt u daar enig zicht op?
03.08 Dirk Claes (CD&V): Selon
le ministre, quand la privatisation
du contrôle produira-t-elle ses
effets?
03.09 Minister Patrick Dewael: Het eerste wat nu moet gebeuren ­ u
kent mijn voorzichtigheid bij het hanteren van timings, u weet van die
voorzichtigheid wie daar mijn voorbeeld of mijn leermeester in is ­ is
03.09 Patrick Dewael, ministre:
La police fédérale doit tout d'abord
établir un cahier des charges pour
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
dat er een lastenboek moet worden opgemaakt door de federale
politie om die uitbesteding te kunnen organiseren. Het lijkt mij evident
dat verschillende private organismen daarvoor moeten kunnen
inschrijven. Nadien zal men dus over een keuze kunnen beschikken
die dan door de zones uiteraard niet noodzakelijkerwijze moet worden
gevolgd. Ik denk dat de autonomie van de zone hier moet worden
gerespecteerd. Het kan niet opgaan, denk ik, dat wij hier beslissen dat
de zones allemaal in dat systeem moeten stappen. Ik denk dus dat de
zones dat pakket kunnen aangeboden krijgen en dat ze er in functie
van hun keuze ook effectief gebruik van kunnen maken. Het eerste
wat er moet gebeuren is dus de organisatie van die aanbesteding. Ik
ga mij niet vastpinnen op een bepaalde datum, ik ga u alleen zeggen
dat het zo snel mogelijk zal zijn want er moeten resultaten worden
bereikt.
pouvoir organiser l'adjudication.
L'autonomie des zones signifie
que les choix opérés ne doivent
pas nécessairement être
respectés. Cela devrait se faire
dans les plus brefs délais, mais je
ne veux pas m'engager sur une
date.
03.10 Dirk Claes (CD&V): Het nieuw systeem zou ons een beter
inzicht moeten geven in de oorzaken van ziekteverzuim en ons ook
een betere analyse verschaffen. Eigenlijk vind ik het spijtig dat we dat
op dit moment nog niet hebben, dat we nu moeten zeggen dat er
eigenlijk te weinig aandacht aan is besteed in de loop der jaren en dat
we nu toch eens gaan proberen beter te analyseren waar de oorzaken
van die ziektes zitten. Ik denk dat men door een betere rapportering
effectief, zoals u zelf zegt, kan komen tot een betere preventieve
werking en dat dit eigenlijk ook het doel moet zijn. Daarmee wil ik toch
ook wel zeggen dat de echte vermindering van het ziekteverzuim niet
zozeer op korte termijn te verwachten zal zijn, maar naargelang die
privatisering zal gebeuren, naargelang er een betere rapportering zal
komen zullen we pas de verlaging van dat ziekteverzuim zien. Dat kan
toch nog wel enkele jaren duren nadat het effectief is ingetreden. Dat
wil ik toch wel meegeven. Dat is ook zo gebleken bij de Vlaamse
administratie en in het Vlaams onderwijs.
03.10 Dirk Claes (CD&V): Le
nouveau système devrait nous
éclairer sur les causes de
l'absentéisme et permettre une
analyse. Il est dommage qu'il ne
soit pas encore en vigueur parce
qu'on y a accordé trop peu
d'attention au cours des années.
Une meilleure connaissance de la
situation devrait permettre
d'optimiser l'action préventive. Il
ne faut pas escompter une
diminution réelle de l'absentéisme
à court terme. L'expérience a
montré, au sein de l'administration
flamande notamment, que cette
diminution n'intervient que
quelques années après la
privatisation.
03.11 Minister Patrick Dewael: Ik deel uw analyse, maar het komt
voort uit het feit dat op dit ogenblik een en dezelfde geneeskundige
dienst moet instaan voor de controle maar ook voor het onderzoek
van de fenomenen en dus eigenlijk de preventie ter harte moet
nemen terwijl ik eerder een soort taakscheiding zou willen doorvoeren
waarbij men door een fijnmazig netwerk van controleartsen de
controle eerder uitbesteedt. Het in kaart brengen of in beeld brengen
van specifieke ziektefenomenen kan meer een taak zijn, dus een
preventieve taak, voor de eigen geneeskundige dienst.
03.11 Patrick Dewael, ministre: A
l'heure actuelle, le contrôle,
l'analyse du phénomène et la
prévention relèvent du même
service médical. J'ai l'intention de
scinder ces tâches: le contrôle
serait confié à un réseau finement
maillé de médecins de contrôle,
tandis que l'analyse des
phénomènes de maladie serait
assurée par les services médicaux
propres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de modernisering van alarmsystemen bij rampen" (nr. 7326)
04 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
modernisation des systèmes donnant l'alerte en cas de catastrophes" (n° 7326)
04.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wanneer er een ramp gebeurt zoals bijvoorbeeld het
04.01 Patrick De Groote (N-VA):
Les systèmes donnant l'alerte en
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
ontsnappen van een gifwolk, worden de omwonenden veelal op de
hoogte gebracht via de radio of via geluidswagens van de
hulpdiensten.

Het bereik van deze maatregelen is beperkt. Niet iedereen heeft de
radio opstaan en wanneer een groot aantal omwonenden wordt
bedreigd, kan het wel even duren vooraleer de hulpdiensten alle
betrokken omwonenden hebben kunnen alarmeren via hun
geluidswagens.

Bovenstaande waarschuwingssystemen zijn bovendien niet
aangepast voor doven en slechthorenden. Bij een ramp kunnen zij
dus in onwetendheid verkeren en zichzelf op die manier in gevaar
brengen. Ook waarschuwingen via teletekst en televisie hebben een
zeer beperkt bereik voor deze doelgroep.

Op 10 maart 2004 stelde de heer Geert Bourgeois u een mondelinge
vraag over deze problematiek. U antwoordde toen dat een soort sms-
systeem werd getest en dat dit voldoening schonk. Ik verduidelijk mij.
Het gaat meer specifiek over de techniek Cell Broadcast. Daarbij kan
men miljoenen mensen tegelijk bereiken met een bericht van
maximaal 27 karakters dat verschijnt op het beginscherm van de
gsm's zonder het netwerk te overbelasten. Op die manier kan men
personen die zich bevinden in het bereik van de gsm-masten binnen
de gevarenzone per gsm bereiken. U zei toen dat er een aantal
juridische bezwaren waren van de operatoren en dat het systeem
tevens belangrijke investeringen in hard- en software vereiste.

Ik weet dat u in het verleden reeds een aantal belangrijke
investeringen hebt gedaan, maar ik heb de volgende vragen. Is er
vooruitgang geboekt in het dossier-Cell Broadcast? Hoever staat het
daarmee? Welke hinderpalen bestaan er nog om dit systeem effectief
in werking te laten treden? Blijft u voorstander van dit
waarschuwingssysteem? Heeft men al een raming gemaakt van de
mogelijke kostprijs? Wanneer zouden eventueel de nodige middelen
worden uitgetrokken voor de ingebruikname?
cas de catastrophes ont leurs
limites et ne sont pas adaptés aux
sourds et malentendants. Le 10
mars 2004, le ministre m'a informé
qu'un système fondé sur l'envoi de
SMS était en cours d'évaluation et
qu'il donnait satisfaction. Les
opérateurs émettaient cependant
des objections juridiques par
rapport à la technique du "cell
broadcasting". Le système impose
également de lourds
investissements en matériel et en
logiciels. Dans le passé, le
ministre a déjà consenti des
investissements importants.

Ce dossier a-t-il progressé? Quels
obstacles freinent encore sa mise
en oeuvre? Le ministre soutient-il
toujours ce système
d'avertissement? En a-t-il évalué
le coût? Quand dégagera-t-il les
moyens nécessaires pour sa mise
en service?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, de regelgeving die Cell Broadcast aan de operatoren moet
opleggen, behoort tot de bevoegdheid van collega Verwilghen.

Ten tweede, de juridische problemen werden opgelost. De wet
betreffende de elektronische communicatie werd door het Parlement
goedgekeurd en zal eerstdaags in het Staatsblad verschijnen. Zodra
de wet van toepassing is, kunnen de gesprekken met de operatoren
en het BIPT aanvangen om de modaliteiten van het gebruik te
regelen, bijvoorbeeld waar het systeem wordt ingezet en door wie het
wordt geactiveerd.

Ten derde, het blijft natuurlijk mijn bedoeling cell broadcast te
gebruiken als een van de middelen om de bevolking zo snel en
adequaat mogelijk te waarschuwen. Een raming van de mogelijke
kosten is nu nog niet te maken, omdat de geografische zone waarin
het systeem zal worden gebruikt, nog moet worden bepaald.

Ten slotte, de wet legt niet op dat de medewerking van de operatoren
gratis moet worden geleverd. De benodigde middelen kunnen in het
Sevesofonds en het Nucleair Fonds worden gevonden.
04.02 Patrick Dewael, ministre:
La réglementation relative au "cell
broadcast" relève de la
compétence de M. Verwilghen.
Les problèmes juridiques sont
résolus. La loi relative à la
communication électronique
paraîtra au Moniteur belge dans
les tout prochains jours. Dès
qu'elle sera entrée en vigueur, les
pourparlers avec les opérateurs et
l'IBPT à propos des modalités de
son utilisation, pourront débuter.
Le "cell broadcast" constitue selon
moi l'un des moyens permettant
d'avertir la population.

Toute évaluation des frais est
prématurée car la zone
géographique au sein de laquelle
on utiliserait le système doit
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
encore être définie. La loi n'oblige
pas les opérateurs à coopérer
gratuitement. Les Fonds Seveso
et Nucléaire peuvent fournir des
moyens.
04.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Uit uw antwoord blijkt dat u nog steeds dezelfde
bekommernis hebt voor de problematiek. Ik hoop dat u ons van de
evolutie op de hoogte blijft houden. Ik meen dat de evolutie die u hebt
aangehaald, positief is. U beschouwt het als een van de middelen.
Het is goed dat u zich niet vastpint op een methode. Ik vind dat een
tijdige waarschuwing aan de bevolking bij dreigend gevaar essentieel
is.
04.03 Patrick De Groote (N-VA):
A en juger par sa réponse, le
ministre continue de se soucier de
la question. Le dossier évolue
favorablement. Le ministre ne se
cramponne pas à une seule
méthode.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Joseph Arens.
Président: Joseph Arens.
05 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de veiligheid tijdens voetbalwedstrijden" (nr. 7335)
05 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité lors des
matches de football" (n° 7335)
05.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte mijnheer
de minister, eind vorig jaar kondigde u aan dat de fankaart als
identiteitscontrole in voetbalstadions zou verdwijnen vanaf het seizoen
2005-2006. Ik neem dan ook aan dat u samen met uw administratie
en de voetbalclubs daarvoor de nodige stappen heeft gezet, maar
natuurlijk even belangrijk is de vrijwaring van de veiligheid in de
voetbalstadions.

Wij kunnen immers vaststellen dat het hooliganisme in de
internationale voetbalwereld nooit verdwenen is en zelfs eerder
sterker wordt. Ik noem bijvoorbeeld de recente rellen in Nederland. De
veiligheid garanderen is dan ook een essentiële taak van de
organisator en de overheid.

Tijdens de bekerfinale in België werden de toeschouwers langs een
bouwwerf richting bussen gestuurd. Dat hebben we al in vorige
vergaderingen van deze commissie gehoord.

Een nieuw feit is toch ook dat in een rolstoel zittende GBA-supporters
vóór de spionkop van Club Brugge werden geplaatst. Dat was niet zo
gelukkig.

De site www.hardcorehooligan.nl is toch wel een site waarnaar u ook
af en toe eens moet kijken om te weten wat hooligans allemaal van
plan zijn of om te weten op welke van hun daden de hooligans fier
zijn. Het is een zeer rare site. Dat is echt een site voor de
doorwinterde hooligans. Op die site was zelfs de verwondering te
lezen over de uiterst lakse maatregelen tijdens de bekerfinale. Als zij
het al zeggen...

Recentelijk verkondigde u eveneens dat de inzet van de politie
efficiënter zou moeten in de toekomst. Zo zou ook de combiregeling,
05.01 Dirk Claes (CD&V): A la fin
de l'année dernière, le ministre
avait annoncé que la carte de
supporter ne serait plus utilisée
comme moyen de contrôler
l'identité à partir de la saison 2005-
2006. Or, le hooliganisme n'a
jamais disparu. Le ministre a
annoncé récemment que les
interventions de la police devraient
être plus efficaces.

Quels accords ont été conclus en
vue de supprimer la carte de
supporter et de détricoter
éventuellement la réglementation
"bus-combi"? Comment seront
séparés à l'avenir les supporters
de différentes équipes? Comment
interdira-t-on l'accès au stade aux
supporters qui se sont vu infliger
une interdiction de stade? Les
clubs seront-ils obligés de prendre
des mesures afin de garantir la
sécurité totale dans les stades? Le
ministre s'est-il concerté avec les
clubs et les bourgmestres?
Comment envisage-t-il de veiller à
ce que la police intervienne plus
efficacement? S'est-il déjà
concerté avec ses collègues du
gouvernement au sujet des
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
naast de afschaffing van de fankaart, teruggeschroefd worden.

Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen.

Welke afspraken hebt u gemaakt om de afschaffing van de fankaart
en de eventuele terugschroeving van de combiregeling te
bewerkstelligen?

Hoe zullen de supporters van de verschillende ploegen in de toekomst
worden gescheiden?

Hoe zullen mensen met een stadionverbod uit het stadion gehaald
kunnen worden?

Welke maatregelen zult u aan de voetbalclubs voorstellen om een
totale veiligheid in de stadions te vrijwaren? Zullen die maatregelen
verplicht worden?

U stelt voor om de inzet van politiediensten efficiënter te laten
gebeuren in de toekomst. Zult u daarover overleg plegen met de
verschillende clubs en de respectievelijke burgemeesters? Hoe ziet u
die efficiëntere inzet?

Hebt u reeds overleg gepleegd met uw collega's in de federale
regering om de vergoedingen voor de stewards eventueel financieel
en/of fiscaal aantrekkelijker te maken?

Bent u volledig op de hoogte van de recente organisatorische
problemen tijdens de bekerfinale?

Zijn de resultaten van het onderzoek van de voetbalcel reeds gekend?

Welke afspraken zijn er tussen Binnenlandse Zaken en de
Voetbalbond en de voetbalclubs gemaakt omtrent de toegankelijkheid
van de stadions en de plaatsing van rolstoelgebruikers tijdens de
wedstrijden?

Ik heb in de Juristenkrant opgemerkt dat het Hof van Cassatie
onlangs besliste dat de voetbalclubs niet gedwongen kunnen worden
om bij de verplichte lijst met informatie over verspreide tickets ook de
gegevens van supporters en hun clubkeuze te vermelden. Daardoor
boet de lijst natuurlijk serieus aan relevantie in en kunnen de
ordediensten niet meer weten wie zich waar in het stadion bevindt.
Waarschijnlijk zal die uitspraak van het Hof er dan ook toe leiden dat
er een aanpassing nodig is van het ticketbesluit, zodanig dat terug
een geïntegreerde lijst mogelijk wordt.

Wanneer zal dat er komen? U zult daarvan waarschijnlijk wel al op de
hoogte zijn en er ook al mee bezig zijn.

Ik stel die vraag naar aanleiding van gebeurtenissen op Standard. Die
zaak is tot in het Hof van Cassatie gebracht. Nu zijn er dan toch
nieuwe maatregelen nodig.
indemnités à verser aux stewards?
Est-il déjà en possession des
résultats de l'enquête sur les
problèmes qui se sont posés lors
de la finale de la coupe de
Belgique? Le département de
l'Intérieur a-t-il déjà conclu des
accords avec l'Union belge et les
clubs concernant l'accessibilité
des stades et l'endroit réservé aux
utilisateurs de chaises roulantes
pendant les matches? Quand
l'arrêté sur le ticketing sera-t-il
adapté? Aux termes d'un
jugement de la Cour de cassation,
une adaptation est nécessaire si
nous voulons qu'une liste intégrée
soit de nouveau réalisable.
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer Claes, het antwoord is natuurlijk noodzakelijkerwijze
uitvoerig, gelet op het feit dat u heel veel vragen hebt gesteld waarop
niet altijd gemakkelijk in een paar zinnen kan worden geantwoord. De
05.02 Patrick Dewael, ministre:
En dépit d'incidents récents dans
les pays voisins, l'on ne peut
conclure à une nouvelle poussée
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
problematiek is echter belangrijk genoeg.

Ten eerste, meer algemeen moeten we vaststellen dat zich in onze
buurlanden recent een aantal ongeregeldheden hebben voorgedaan.
Dat betekent niet dat het voetbalgeweld opnieuw in de lift zou zitten.
Uit internationaal overleg blijkt dat het voetbalgeweld eerder stabiel
blijft en zelfs lichtjes daalt. U hebt echter wel een punt, wanneer u
zegt dat we altijd waakzaam moeten blijven en heel voorzichtig
moeten zijn.

Ten tweede, uit evaluatie is gebleken dat het systeem van de fankaart
geen waterdicht systeem was en ook geen enkele garantie bood,
noch voor de supportersscheiding noch om de personen met een
stadionverbod buiten het stadion te houden. Als de ontwerpers van
het systeem daarin zouden lukken of gelukt zijn, zouden de
supporters zeggen dat het een vervelend systeem is voor hen, maar
dat het tenminste de verdienste heeft dat het werkt en functioneert. Ze
zouden ook zeggen dat het systeem erin slaagt om degene die
absoluut uit het stadion moeten worden gehouden, er ook uit te
houden ­ quod non. Dat is echter niet mogelijk.

Een groot aantal goedmenende voetbalsupporters heeft om die reden
ook afgehaakt. Als een supporter niet naar de match van zijn keuze
kan gaan of op zaterdag of zondag niet gewoon in de krant kan kijken
welke matchen worden gespeeld om met zijn kinderen eens naar het
voetbal te gaan, dan is dat een van de redenen waarom een
supporter afhaakt en besluit om niet meer naar het voetbal te gaan
kijken.

Het afschaffen van de fankaart als een verplicht identificatiemiddel is
een noodzaak. Het werd ook vooraf doorgepraat met de voetbalclubs
en de politiediensten. Er komt een nieuw koninklijk besluit dat de
verplichting om alle bezoekers te kunnen identificeren ­ een
verplichting die woog op de clubs ­, supprimeert. Vanaf het moment
dat deze verplichting wordt afgeschaft, is er geen verplichte fankaart
meer. Het is de clubs natuurlijk altijd toegelaten om een eigen
systeem te ontwikkelen in de vorm van een soort supporters- of
fankaart waaraan bepaalde voordelen zijn verbonden, zoals feesten of
participatie aan activiteiten van de club aan een gereduceerd tarief.
Dergelijke kaart is dan eerder een promotiekaart. Ze is niet meer de
fankaart als verplicht identificatie-instrument.

Het principe van de supportersscheiding blijft. De clubs moeten op dat
vlak hun verantwoordelijkheid blijven opnemen en alle noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen nemen. Een supportersscheiding kan worden
doorgevoerd. Daarvoor is de fankaart als zodanig niet nodig. Het is
een manier van organisatie bij de verkoop en het aan de man
brengen van tickets.

Personen die het stadionverbod overtreden, worden, net zoals in onze
buurlanden, opgespoord door camera's en spotters van de politie. Om
de werking en de controle verder te optimaliseren, moeten we de
regelgeving op de camera's verder verstrengen. Ook wijs ik erop dat
we een bewijsteam hebben gecreëerd binnen de federale politie. Er
worden tevens doorgedreven opleidingen voor spotters
georganiseerd.

Bovendien zijn de sancties bij overtreding van het stadionverbod niet
du hooliganisme. La vigilance
reste toutefois de mise. Il ressort
des évaluations que le système
des cartes de supporter n'était pas
infaillible. Il ne permettait pas de
garantir la séparation des groupes
de supporters ou le maintien à
l'extérieur du stade des personnes
interdites de stade. Un certain
nombre de bons supporters ont
décroché. La carte de supporter
doit être supprimée en tant que
moyen d'identification obligatoire.
La question a été préalablement
discutée avec les clubs et les
services de police. Un nouvel
arrêté royal supprime l'obligation
d'identifier tous les visiteurs. En
revanche, il est possible
d'instaurer
une carte
promotionnelle donnant droit à
certains avantages.

Le principe de la séparation des
supporters est maintenu et les
clubs doivent continuer à prendre
leurs responsabilités en la matière.

Pour améliorer le dépistage des
personnes interdites de stade,
nous allons renforcer la
réglementation relative aux
caméras installées dans les
stades. La police a aussi créé une
équipe spécialisée dans la collecte
de preuves et des formations de
"spotters" ont été organisées. Les
contrevenants se voient imposer
une interdiction supplémentaire de
douze mois et une amende de
1.000 euros.

Le système "bus-combi" ressortit à
la compétence des bourgmestres.
Je peux uniquement les inciter à la
limiter aux matches à hauts
risques.

Conformément à la loi relative à la
sécurité lors des matches de
football, les organisateurs sont
tenus de garantir la sécurité dans
le stade sur la base de la
convention conclue entre le club,
la police, le bourgmestre et les
services de secours. Le non-
respect de cette procédure est
sanctionné par des amendes
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
mals, namelijk minimum 12 maanden bijkomend stadionverbod en
1.000 euro geldboete. Dat werd ook via diverse kanalen
gecommuniceerd aan de supporters. Deze repressieve werkwijze
werkt ook preventief. Ze viseert bovendien enkel de onruststokers en
niet langer elke voetbalsupporter.

De combiregeling behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de
burgemeesters in het kader van de openbare orde. Ik kan de
burgemeester alleen maar sensibiliseren om die combiregeling te
beperken tot een absoluut minimum, namelijk de grote
risicowedstrijden.

Ik wil ertoe komen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.
Supporterscheiding moet een principe blijven. Men kan dat doen via
een verstandig systeem van ticketverkoop. Supporters van een uitclub
worden naar een stadion geloodst zoals vee naar een slachthuis ­ het
is misschien een vergelijking die niet helemaal opgaat - via allerlei
kanalen. Ze worden uit een bus worden gehaald - in die bus wordt
vaak natuurlijk de nodige alcohol geconsumeerd ­, komen toe,
worden door een hekken geloodst en komen terecht achter tralies.
Dat alles straalt een agressiviteit uit, die ik persoonlijk niet erg
compatibel vind met de idee dat voetbal een feest moet zijn. Ik denk
dat we daarover op een andere manier moeten gaan nadenken. Als
we de clubs responsabiliseren, dan zullen we merken dat ze meer
moeten investeren in de opleiding van stewards en camerawerking.
De politie zal van haar kant dan bijkomende inspanningen leveren,
door bijvoorbeeld meer spotters in te zetten in de stadions in plaats
van met veel machtsvertoon post te vatten buiten het stadion.

Ik kom dan tot mijn tweede punt. Het is de voetbalwet die de
organisatoren verplicht om maatregelen te nemen om de veiligheid te
vrijwaren. Op het lokale niveau ­ ik sprak daar reeds over ­ worden
die verplichtingen nog eens geconcretiseerd in een overeenkomst
gesloten tussen club, politie, burgemeester en hulpdiensten. De
voetbalcel voert terreininspecties uit en start indien nodig een
administratieve procedure op tegen clubs. Dat kan leiden tot
geldboetes tot 250.000 euro. Ik verwacht veel van het lokale niveau
en het lokale overleg. Die overeenkomsten zouden moeten leiden tot
het responsabiliseren van de verschillende actoren. Een
burgemeester zal vandaag misschien makkelijk zeggen dat er een
risico is, waardoor er massaal politie aanwezig zal zijn. Dat is een
gemakkelijkheidsreflex, die soms niet noodzakelijk is. Om die reden
heb ik op een bepaald moment gezegd dat dat moet stoppen en dat ik
de veiligheidsverantwoordelijken van de clubs bij mij zou roepen om
terzake afspraken te maken.

Ten derde, inzake politie-inzet bij voetbalwedstrijden moeten wij
volgens mij evolueren naar een risicogelieerde inzet. Dat is een
gewijzigd politioneel concept. Ik heb dat daarjuist al even
omschreven. De politie-inzet moet modulair gebeuren, op basis van
een risicoanalyse, en moet meer interactief en proactief worden. De
politie moet meer aandacht besteden aan bewijsgaring en niet alleen
maar aan het handhaven of het herstellen van de openbare orde.
Daarnet zei ik ook al dat de spotters daarin een cruciale rol spelen. Ik
denk dat die aanpak in Groot-Brittannië zijn vruchten heeft
afgeworpen. Ik vind Groot-Brittannië eigenlijk een uitstekend
voorbeeld. Het zou misschien interessant zijn, voorzitter, collega's,
mochten we in het najaar met de commissie eens de plas oversteken
allant jusqu'à 250.000 euros.

J'ai l'intention d'élaborer un
nouveau concept policier en
collaboration avec tous les
partenaires concernés, c'est-à-dire
une intervention policière
modulaire fondée sur une analyse
des risques, une approche
policière plus préventive et
proactive, un renforcement de la
collecte de preuves et un rôle
particulier pour les "spotters". Je
propose que la commission se
rende en Grande-Bretagne cet
automne étant donné que cette
stratégie `low-profile' semble y
porter ses fruits.

Lors de la saison 2005-2006, le
statut de steward et la
rémunération de ce statut seront
examinés.

L'étude de la cellule football
relative aux mesures de sécurité
prises dans le cadre de la finale de
la Coupe sera terminée en juillet.

Un groupe de travail chargé de
l'examen de l'accessibilité des
stades aux personnes
handicapées visite actuellement
les stades et conseille les clubs.
J'adapterai par ailleurs l'arrêté
royal relatif à l'infrastructure des
stades pour imposer aux clubs de
prévoir des aménagements
adaptés aux personnes souffrant
d'un handicap.

Je ne suis pas informé des
problèmes survenus lors de la
finale de la Coupe évoqués par M.
Claes mais je demanderai un
examen plus approfondi à ce
sujet.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
om daar een voetbalwedstrijd bij te wonen. We kunnen dan ook de
voorbereiding van die wedstrijd meemaken, zodat we kunnen
vaststellen hoe men daar de verschillende lokale componenten
sensibiliseert en responsabiliseert, met vooralsnog uitstekende
resultaten tot gevolg. Binnen de stadions is de toestand daar alleszins
erg genormaliseerd.

Ten vierde, er is de discussie over de herwaardering van het
stewardstatuut. Wij gaan die discussie met alle betrokkenen voeren
tijdens het volgende seizoen. Ik heb het daarnet niet gezegd, maar
het is ook aan de clubs dat de verantwoordelijkheid toekomt om aan
de stewards een degelijke vergoeding aan te bieden. Met een
degelijke vergoeding bedoel ik niet dat het enorme sommen hoeven
te zijn, maar vandaag is dat nogal aan de magere kant, terwijl die
mensen toch onvoorstelbaar veel inzet en energie opbrengen voor
hun club.

Ten vijfde, ik heb aan de voetbalcel ook de opdracht gegeven om een
grondig onderzoek te voeren naar de veiligheidsmaatregelen rond de
bekerfinale. Ik heb reeds vorige week in de plenaire vergadering op
een vraag van collega Marinower terzake geantwoord. Het rapport zal
pas afgerond zijn in de loop van de maand juli.

Ten zesde, rond de problematiek van de toegang tot de stadions voor
personen met een handicap is er een werkgroep opgericht met
vertegenwoordigers van de Liga, de KBVB, supporters met een
handicap, de voetbalcel en het Centrum voor gelijkheid van kansen
en voor racismebestrijding. Momenteel wordt er ook een rondgang
gemaakt in verschillende stadions, waarbij adviezen worden gegeven
aan clubs om de situatie te verbeteren, en dat op basis van de
ervaringen van personen met een handicap zelf. Daarnaast zal ik het
KB stadioninfrastructuur aanpassen om de clubs te verplichten de
nodige maatregelen te nemen voor een vlot en klantvriendelijk onthaal
van personen met een handicap.

Men heeft mij niet ingelicht over de problemen dienaangaande op de
bekerfinale. De plaatsing van rolstoelpatiënten voor die finale werd
overlegd tussen de stad Brussel, de medische diensten, de
veiligheidsdiensten van de voetbalbond, Club Brugge, Germinal
Beerschot en de Brusselse, de Antwerpse en de Brugse politie. De
zone voor blok A van tribune 1 is de plaats waar die supporters het
beste zicht hebben op de wedstrijd. De spionkop van Club Brugge zat
in tribune 3 vak A en dat was volledig aan de overzijde. Ik zal dat punt
echter nader onderzoeken.
05.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, wij hebben
grotendeels dezelfde visie als u. Voor alle duidelijkheid, de fankaart is
afgeschaft voor het volgende seizoen. Voor augustus heeft men dus
geen fankaart meer nodig om naar het voetbal te gaan. U hebt dat al
een paar keren gezegd.

Onze bezorgdheid is alleen dat de clubs en de supporters toch weten
dat zij in voldoende veilige omstandigheden naar het voetbal kunnen
gaan kijken. Ik geef u gelijk dat we niet moeten overdrijven inzake
veiligheid. Anderzijds moeten we toch ook voorkomen dat in een vak
supporters van verschillende ploegen samenkomen. Bij normale
supporters doet dat geen problemen rijzen, maar dat kan wel bij
hooligans. Ik vind toch dat we daarover zekerheid moeten hebben.
05.03 Dirk Claes (CD&V): Pour
éviter toute confusion: la carte de
supporter est donc supprimée.

Il est important que les clubs et les
supporters puissent être certains
que leur sécurité est garantie, bien
que je comprenne évidemment
que les mesures excessives sont
à exclure.

Je me réjouis de la constitution
d'un groupe de travail consacré
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23

Misschien is het toch ook goed dat u het ticketbesluit en de
geïntegreerde lijsten weer mogelijk maakt. Op die vraag hebt u niet
geantwoord, maar ik neem aan dat u daar wel werk van zal maken.

Wat betreft de problemen voor rolstoelgebruikers, ben ik heel blij dat
er een werkgroep werd opgericht die ze kan onderzoeken.
Rolstoelgebruikers hebben inderdaad specifieke problemen willen ze
naar het voetbal gaan. Ik kan getuigen dat een en ander werkelijk
voorgevallen is in de bekerfinale. U moet dat maar eens goed
onderzoeken. Desnoods zal ik u de lijst van de mensen die daarbij
betrokken waren, doorgeven.

Ik denk ook dat het goed is dat stewards beter opgeleid zullen zijn en
dat er een beter gebruik van camera's en intelligente spotters wordt
gemaakt. Stewards worden ook bij ploegen uit eerste klasse maar
zogezegd vergoed. Het gaat immers om vrijwilligers die dat komen
doen voor een paar pinten na de wedstrijd en een pistolet, zoals men
dat zegt. Officieel krijgen zij eigenlijk geen vergoeding. Ik ben gisteren
nog bij een voetbalploeg uit eerste klasse geweest en daar heeft men
mij bevestigd dat het nog altijd op die manier gebeurt. Dit zal toch
eens goed doorgesproken moeten worden: hoever kunnen we
daarmee gaan.

Ik vind ook uw voorstel om de plas eens over te steken en na te gaan
hoever men daar geraakt is met nieuwe maatregelen en het
supportersvriendelijker maken van het voetbal, wel de moeite om
bekijken. Ik kan erin komen dat men mensen beter niet in een kooi
steekt en langs bepaalde wegen leidt, omdat zulks ook aanleiding tot
agressiviteit kan geven.
aux problèmes des personnes en
chaise roulante. J'espère que le
ministre fera procéder à une
enquête sur l'incident survenu lors
de la finale de la Coupe.

J'espère également que les
stewards bénéficieront d'une
meilleure formation et que leur
rémunération sera clairement
fixée.

J'applaudis à l'idée d'aller
observer sur place quels sont les
effets au niveau des supporters
des nouvelles mesures prises en
Grande-Bretagne.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Président: Dirk Claes.
Voorzitter: Dirk Claes.
06 Question de M. David Lavaux au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'impossibilité
pour les membres du personnel communal résidant à l'étranger d'utiliser leur carte d'identité
personnelle pour délivrer les cartes d'identité électroniques" (n° 7348)
06 Vraag van de heer David Lavaux aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de onmogelijkheid voor in het buitenland wonende gemeentepersoneelsleden om hun eigen
identiteitskaart te gebruiken voor de uitreiking van elektronische identiteitskaarten" (nr. 7348)
06.01 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, en ce qui concerne la délivrance de la carte
d'identité électronique, le principe général défini est que le
fonctionnaire du service "population" doit utiliser sa propre carte
d'identité électronique.

En réponse à une question parlementaire posée par notre collègue
Melchior Wathelet sur la problématique des fonctionnaires travaillant
dans une commune belge et résidant dans une région frontalière ne
disposant pas de cartes d'identité électroniques, vous avez répondu
que ces fonctionnaires recevraient une carte d'habilitation dans les
semaines à venir. C'était en janvier 2005.

A ce jour, la situation de ces agents n'a pas évolué: impossibilité de
06.01 David Lavaux (cdH): In het
kader van de uitreiking van de
elektronische identiteitskaart, moet
de gemeenteambtenaar zijn eigen
elektronische identiteitskaart
gebruiken.

Teneinde het probleem te
verhelpen van de ambtenaren die
in een Belgische gemeente
werken maar in een grensstreek
wonen en dus niet over een
elektronische identiteitskaart
beschikken, heeft u op 12 januari
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
délivrer aux citoyens les cartes d'identité électroniques.

Certaines communes frontalières sont ainsi confrontées à des
problèmes d'organisation par manque de diligence de vos services.
Comment en effet assurer les permanences en soirée et le samedi
matin quand, dans certains cas, un tiers des membres de ces
services de l'état civil ne disposent pas de leurs outils de travail?
Comment ces communes peuvent-elles faire face à la période des
congés (juillet et août)? Faut-il en arriver à suspendre la délivrance
des cartes d'identité électroniques?

Comment a-t-on pu mettre du personnel en provenance des
entreprises publiques autonomes à disposition des communes tout en
sachant qu'il ne leur serait pas possible de travailler?

La solution proposée par votre administration est que les agents
possédant une carte d'identité électronique la laissent à disposition de
leurs collègues dépourvus d'outil de travail. Qu'en est-il de la
responsabilité en cas d'utilisation frauduleuse de la carte? Qu'en est-il
de l'obligation légale du port de la carte d'identité?

J'aurais voulu savoir, monsieur le vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur, quelles mesures vous comptiez prendre pour régler le
problème et endéans quel délai?
2005 aangekondigd dat de
betrokkenen in de daaropvolgende
weken een machtigingskaart
zouden ontvangen (vraag nr.
4669, "Beknopt Verslag" nr. 459,
p. 3).

De situatie is sindsdien echter nog
niet geëvolueerd: die ambtenaren
verkeren nog altijd in de
onmogelijkheid identiteitskaarten
uit te reiken, wat in de betrokken
gemeenten voor acute
organisatieproblemen zorgt.

Welke maatregelen zal u
dienaangaande treffen en binnen
welke termijn?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, il existe aujourd'hui une solution pour les personnes
résidant à l'étranger, employées dans des administrations
communales belges, à savoir la carte d'habilitation.

Par contre, cette question s'est révélée plus difficile pour certaines
autres catégories de fonctionnaires.

En effet, la création d'une carte d'identité est un processus contrôlé
par le Registre national. Dès qu'un nom ne figure pas dans le Registre
national ou qu'il n'y a pas de résidence en Belgique, le processus de
production des cartes ne permet pas la production d'une carte
d'habilitation.

Les personnes qui ne résident pas en Belgique ­ qu'elles soient
belges ou étrangères - sont concernées, puisqu'elles n'ont
éventuellement pas de dossier au Registre national et certainement
pas d'adresse en Belgique.

Nous avons néanmoins trouvé une solution. Un dossier technique ad
hoc sera créé, ce qui permet la fabrication d'une carte d'habilitation.
Une adresse fictive, à savoir celle de la maison communale où le
fonctionnaire est employé y sera mentionnée. Ce dossier technique
ne sera évidemment en aucun cas transmis dans les autres bases de
données qui utilisent le Registre national et n'aura donc aucun autre
impact que celui de permettre la création de la carte nécessaire.

La finalisation de cette solution est une question de quelques
semaines.

Dès maintenant, les identités des personnes concernées peuvent être
communiquées aux coordinateurs régionaux qui accompagnent les
communes dans leur processus de délivrance des cartes d'identité
06.02 Minister Patrick Dewael: Er
bestaat een oplossing voor de
personen die in het buitenland
gedomicilieerd zijn maar in België
verblijven: de machtigingskaart.
Maar als de betrokkene niet over
een verblijfplaats in ons land
beschikt, kan die oplossing, die
afhangt van het bestaan van een
dossier bij het Rijksregister en een
adres in België, niet worden
toegepast. Wij hebben niettemin
een oplossing gevonden door de
invoering van een ad hoc
technisch dossier en de toewijzing
van een fictief adres in het
gemeentehuis. Die kwestie zou
over enkele weken moeten zijn
afgehandeld.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
électroniques.
06.03 David Lavaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse et pour l'attention que vous portez à ce problème
très spécifique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
décorations civiques" (n° 7361)
07 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de burgerlijke eretekens" (nr. 7361)
07.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, voici quelques mois, je vous avais interpellé au sujet des
décorations honorifiques au sein de la police. Vous m'aviez répondu
que votre administration avait rédigé un nouveau tableau d'octroi. J'ai
bien conscience que l'intégration des statuts des trois anciens
services de police dans un seul nouveau régime n'est pas une
sinécure.

Vous m'aviez également expliqué que le projet de nouveau règlement
avait été transmis à votre collègue des Affaires étrangères pour ce qui
concerne les ordres nationaux. Où en est le dossier à l'heure
actuelle? Nombre de policiers commencent en effet à trouver le
temps long.

Pouvez-vous nous éclairer sur le moment où l'on pourra procéder à
ces remises de distinctions?
07.01 Jacqueline Galant (MR):
Uw bestuur heeft een nieuwe tabel
opgemaakt voor de toekenning
van de eretekens in de politie,
aangezien de statuten van de drie
gewezen politiediensten in één
enkel stelsel werden opgenomen.
Hoever staat het met dit dossier?
Wanneer zullen de eretekens
kunnen worden uitgereikt?
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, comme le ministre des Affaires étrangères chargé du
dossier l'a déjà expliqué, le règlement de 1996 organisant l'octroi des
distinctions honorifiques aux fonctionnaires et assimilés a été annulé
par le Conseil d'Etat. Il a ensuite estimé que les principes généraux
de l'attribution des ordres nationaux devaient être établis par le
législateur. Le Conseil des ministres a donc approuvé, en date du 29
avril dernier, un avant-projet de loi concernant l'attribution de
distinctions honorifiques dans les ordres nationaux, qui a aussitôt été
transmis pour avis au Conseil d'Etat. Il s'y trouve toujours
actuellement.

Dès l'approbation de la loi, les arrêtés d'exécution pourront être pris et
les assimilations nécessaires des fonctionnaires de police pourront
être effectuées.
07.02 Minister Patrick Dewael:
Het reglement van 1996 houdende
de toekenning van eretekens aan
de ambtenaren en gelijkgestelden
werd door de Raad van State
vernietigd. De Raad van State
heeft namelijk geoordeeld dat de
algemene beginselen voor de
toekenning van de nationale orden
door de wetgever moeten worden
vastgesteld. De ministerraad heeft
dus op 29 april een voorontwerp
van wet terzake goedgekeurd dat
momenteel voor advies voorligt bij
de Raad van State. Zodra de wet
is goedgekeurd, kunnen de nodige
uitvoeringsbesluiten worden
genomen en kunnen de
politieambtenaren op dezelfde
voet worden behandeld.
07.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
08 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le bus
permettant des contrôles anti-drogues" (n° 7362)
08 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de voor drugscontroles uitgeruste bus" (nr. 7362)
08.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai pu assister à un contrôle "drogue au volant" qui m'a paru
particulièrement intéressant. Cependant, j'ai quelques questions au
sujet de l'infrastructure disponible lors de ces contrôles "drogue au
volant". En effet, j'ai pu assister à une audition se déroulant dans un
bus d'audition, un ancien véhicule de la gendarmerie. Ce bus connaît
quelques problèmes d'équipement. Il se divise en deux bureaux
d'audition, deux cabines de fouille et un WC hors d'usage. Il existe un
seul bus de ce type pour tout le Royaume et il est situé à Anvers.

Alors que vous vous situez dans une optique de lutte contre les
dealers et le trafic de drogue, je ne comprends pas que les
infrastructures soient indisponibles ou insuffisantes au moment de
procéder à des contrôles. Je voulais connaître vos intentions de
mettre des infrastructures à la disposition des policiers pour procéder
à ce genre de contrôles. Pourquoi ne pas prévoir un bus par
province? Au moins, les contrôles pourraient être plus réguliers, il y
aurait moins de déplacements et de démarches administratives à
effectuer à chaque contrôle.
08.01 Jacqueline Galant (MR):
De bus die wordt ingezet tijdens
de controles op druggebruik in het
verkeer, is een oud vehikel van de
rijkswacht dat voor die taak
onvoldoende is uitgerust. De bus
bevat twee verhoorruimten, twee
fouilleerhokjes en een onbruikbaar
toilet. Voor het ganse land is er
maar een zo'n bus die in
Antwerpen is gestationeerd.

Wat ik niet begrijp, is dat er geen
of onvoldoende uitrusting is om
dergelijke controles uit te voeren
terwijl de drugsbestrijding net een
prioriteit is. Waarom kan elke
provincie niet over een eigen bus
beschikken? Er zou dan vaker
kunnen gecontroleerd worden en
het controlerend personeel zou
zich minder ver moeten
verplaatsen en minder papierwerk
hebben.
08.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la police de la route dispose d'un bus qui a été aménagé
en bureau. La police de la route, section Anvers, se charge de la
gestion quotidienne de ce bus. Initialement, il appartenait à la
gendarmerie et servait au transport de personnes. Il faisait partie du
parc de véhicules du district de la gendarmerie d'Anvers. La
transformation de ce bus a été une initiative de cette unité.

Lors de la réforme des services de police, ce bus a été confié au
Service de coordination et d'appui d'Anvers qui a finalement décidé de
l'abandonner en 2002, puisque la province d'Anvers met à disposition
un bus spécifique dans le cadre de sa campagne de sécurité routière.

Après concertation, le bus aménagé a alors été attribué à la police
fédérale de la route. Il est mis prioritairement à la disposition de cette
dernière et, selon les disponibilités, à la disposition des autres
services de la police intégrée.

Le bus n'est pas un outil unique en son genre dans les services de
police. La province d'Anvers met également à la disposition des zones
de police le bus dit "Wodca" dont question ci-dessus. En ce qui
concerne la mise à disposition du matériel aux services de police, la
police locale peut toujours compter sur l'aide de la police fédérale
pour certaines actions. De plus, la police locale peut, bien entendu, se
procurer le matériel nécessaire. Un certain nombre de zones de
police locale ont déjà acheté un tel véhicule. Les autres zones
peuvent également faire le choix d'acquérir ce type de véhicule en
utilisant notamment les moyens issus du fonds de la sécurité routière.
08.02 Minister Patrick Dewael:
De wegpolitie, afdeling Antwerpen,
is belast met het dagelijks beheer
van die bus die meestal in
Antwerpen gestationeerd is en bij
voorrang ter beschikking wordt
gesteld van de federale wegpolitie
en, naar gelang van de
beschikbaarheid, ook van de
andere politiediensten.

In het kader van de
verkeersveiligheidscampagnes
stelt de provincie Antwerpen
tevens een bus ter beschikking
van de politiezones. Een aantal
politiezones heeft reeds een
dergelijke bus aangeschaft.

Binnen de diensten werd voor die
bus geen reclame gemaakt. Hij
kan voor elke operatie worden
aangevraagd. Daartoe dient de
standaardprocedure voor de
aanvraag van ondersteuning te
worden gevolgd.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27

Aucune campagne interne n'a fait la publicité de l'existence de ce bus.
Il peut être demandé en appui pour toute opération en respectant la
procédure normale de demande d'appui via le dirco.

Etant donné que la gestion quotidienne de ce bus est effectuée par la
section anversoise de la police de la route et qu'il y a là un
emplacement adéquat disponible, ce bus est principalement stationné
à Anvers.
08.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, j'entends bien
votre réponse, mais lorsque l'on mène une politique de lutte contre la
drogue, on peut essayer de mettre davantage de moyens à
disposition. L'armée ou, par exemple, l'ex-gendarmerie comptent de
nombreux véhicules qui ne sont plus utilisés. Pourquoi ne pas les
transformer en véhicules d'audition pour ce genre de contrôle? Ils
viennent vraiment bien à point. Il serait intéressant de constater sur le
terrain la façon dont les auditions se déroulent, car les policiers ont
tout à disposition pour fouiller directement les jeunes qui sortent de
boîte en plein milieu de l'après-midi, après y avoir passé la nuit plus
une partie de la journée.
08.03 Jacqueline Galant (MR):
Als de regering werk wil maken
van de drugsbestrijding, moet ze
daarvoor meer middelen ter
beschikking stellen.
Waarom
kunnen de ongebruikte voertuigen
van de rijkswacht of van het leger
niet worden omgevormd tot
voertuigen waarin tijdens de
controles een verhoor kan worden
afgenomen?
08.04 Patrick Dewael, ministre: Comme annoncé, les semaines et
les mois à venir verront la création des cellules anti-drogue, qui auront
un caractère mixte, compte tenu de la coopération bilatérale avec
d'autres pays, notamment les Pays-Bas et la France. Pour moi, cela
deviendra une priorité absolue. Je peux néanmoins transmettre votre
suggestion à la police fédérale pour pouvoir compter non pas
uniquement sur le personnel nécessaire à ces cellules antidrogue
mais aussi sur du matériel. Votre suggestion est intéressante.
08.04 Minister Patrick Dewael: In
de komende maanden zullen in
het kader van een bilaterale
samenwerking met onze
buurlanden drugsbestrijdingscellen
worden opgericht. Ik zal daar de
prioriteit aan geven. Maar ik kan
uw voorstel aan de federale politie
doorspelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'allocation
octroyée aux fonctionnaires de police pour la connaissance d'une 'langue reconnue utile'" (n° 7365)
09 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de aan de politieambtenaren toegekende toelage inzake de kennis van een nuttige taal"
(nr. 7365)
09.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, une allocation est octroyée aux membres de nos services de
police qui attestent de la connaissance d'une langue reconnue utile.

L'utilité de la connaissance des langues étrangères est indiscutable
dans une société empreinte de multiculturalité et il n'entre
évidemment pas dans mes intentions de remettre en cause l'octroi de
cette allocation, bien au contraire.

Il est particulièrement important que nos fonctionnaires de police
puissent comprendre et se faire comprendre des personnes qu'ils
doivent entendre, que ce soit pour des missions purement
administratives, de simples contrôles ou des interventions auprès de
personnes lésées ou d'auteurs d'infractions.

Il m'a été rapporté que le personnel CALOG ne peut bénéficier de
cette allocation.
09.01 Joseph Arens (cdH): Er
wordt een premie toegekend aan
politiemensen die een als nuttig
erkende taal beheersen. In een
multiculturele samenleving valt
dergelijk initiatief alleen maar toe
te juichen. Naar verluidt heeft het
CALOG-personeel evenwel geen
recht op die premie.

Is dit het resultaat van een
weloverwogen beslissing? Kan u
in dat geval de objectieve redenen
opsommen die deze discriminatie
rechtvaardigen? Gaat het om een
vergetelheid? Zo ja, bent u van
plan deze toestand zo snel
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:

- S'agit-il d'un oubli de vos services ou est-ce une décision réfléchie?

- S'il s'agit d'une décision réfléchie, pourriez-vous me préciser quelle
est la raison de cette discrimination et si elle repose sur une
justification objective?

- S'il s'agit d'un oubli, pourriez-vous m'indiquer s'il entre dans vos
intentions de le réparer dans les plus brefs délais?
mogelijk recht te zetten?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, le statut
pécuniaire des membres du personnel CALOG a été aligné sur celui
des membres de la fonction publique fédérale. Ainsi, pour le
bilinguisme, ce sont les primes des fonctionnaires qui sont
d'application au CALOG. Il n'y a donc pas de primes pour la notion de
connaissance "utile" d'une autre langue puisque la réglementation
applicable à la fonction publique ne connaît pas cette notion.

Il ne s'agit donc pas d'un oubli mais d'une décision.

Il existe toutefois une exception à ce principe, ceci au profit des
membres CALOG de la police locale de la Région bruxelloise qui
bénéficient des mêmes allocations de bilinguisme que leurs collègues
policiers, en ce compris donc l'allocation pour la connaissance d'une
langue reconnue utile.

Il s'agit cependant d'une exception ponctuelle directement liée au rôle
de capitale européenne de Bruxelles. En effet, on vise ainsi à rendre
attractif et à renforcer le cadre CALOG de la police locale bruxelloise
pour y remplacer les policiers utilisés à des tâches administratives.
Ces derniers peuvent alors être affectés à des tâches opérationnelles.

Cette mesure s'inscrit dans le plan plus général du gouvernement qui
vise à soutenir le rôle joué en matière de sécurité par la police locale
bruxelloise à l'occasion des sommets européens qui se déroulent
dans notre capitale.

La question de la contagion de cette exception à d'autres catégories
CALOG est une question qui doit être traitée lors de la discussion sur
l'évaluation du statut qui se déroulera en automne.
09.02 Minister Patrick Dewael:
Het geldelijk statuut van het
CALOG-personeel werd
gelijkgeschakeld met dat van de
leden van de federale
overheidsdiensten. Er worden dus
geen tweetaligheidspremies
toegekend voor het begrip "nuttige
kennis" van een andere taal,
aangezien dat begrip niet in de
regelgeving die van toepassing is
op de overheidsdiensten is
opgenomen. Het betreft geen
vergetelheid, maar een beslissing.

Er geldt echter een uitzondering
op dat principe ten voordele van
de CALOG-leden van de lokale
politie in het Brussels Gewest die
dezelfde tweetaligheidspremies
ontvangen als hun collega's
politiemensen, met inbegrip van
de vergoeding voor de als nuttig
erkende kennis van een taal. Het
betreft echter een enkele
uitzondering die rechtstreeks
verband houdt met de
hoofdstedelijke rol van Brussel en
de rol op het stuk van de veiligheid
die voor de Brusselse lokale politie
bij Europese topontmoetingen is
weggelegd. De kwestie van de
uitbreiding van die uitzondering tot
andere CALOG-categorieën moet
in het kader van de evaluatie van
het statuut worden behandeld.
09.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse en précisant à nouveau comme je l'ai dit
dans ma question qu'à mon avis, la connaissance des langues est
très importante et qu'un élargissement de cette mesure me semblerait
très utile.
09.03 Joseph Arens (cdH): De
talenkennis is zeer belangrijk. Een
uitbreiding van deze maatregel lijkt
aangewezen te zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
10 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le critère de la
nationalité dans le recrutement du personnel CALOG" (n° 7366)
10 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het nationaliteitscriterium bij de indienstneming van CALOG-personeel" (nr. 7366)
10.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la nationalité est un critère de sélection pour le personnel
CALOG de nos services de police, comme au sein de l'ensemble de
la Fonction publique.

Les emplois CALOG sont accessibles aux personnes qui ont la
nationalité belge ou la nationalité d'un Etat membre de l'Union
européenne.

Certaines fonctions ne sont toutefois pas accessibles en raison de
leur nature, comme les fonctions d'autorité, les fonctions qui mettent
en oeuvre l'exercice de la puissance publique. Il ne semble pas qu'il
existe une nomenclature des fonctions non accessibles aux
ressortissants européens.

Cela a pour conséquence que certains ressortissants d'autres Etats
membres de l'Union européenne suivent des formations et passent
des examens en vue d'occuper un emploi précis au sein de nos
services de police et se voient, après avoir effectué le parcours du
combattant, refuser l'accès à cet emploi en raison de leur nationalité.

Il m'est ainsi revenu qu'un emploi d'assistant de laboratoire avait été
refusé à un ressortissant français qui avait réussi tous les examens
nécessaires en vue d'occuper cet emploi, parce qu'il n'avait pas la
nationalité belge.

Monsieur le ministre, d'une part, je m'étonne que, pour un emploi
d'assistant de laboratoire, le critère de la nationalité soit déterminant
et je vous remercie de m'éclairer sur ce point. D'autre part, pourriez-
vous me préciser s'il existe une liste exhaustive des emplois non
accessibles aux ressortissants des Etats membres de l'Union
européenne, autres que la Belgique? Enfin, si une telle liste n'existe
pas, n'estimez-vous pas qu'il serait utile de la dresser?
10.01 Joseph Arens (cdH):
Sommige
CALOG-functies,
waarvan geen nomenclatuur
bestaat, staan wegens hun aard
niet open voor ingezetenen van de
andere EU-lidstaten. Wanneer
laatstgenoemden zich kandidaat
stellen voor die functies zullen zij
dus op een weigering stuiten, ook
al hebben zij opleidingen gevolgd
en examens afgelegd, zoals dat
het geval is geweest voor een
laboratoriumassistent.

Is het nationaliteitscriterium in dat
geval doorslaggevend? Bestaat er
een volledige lijst van betrekkingen
die niet open staan voor
ingezetenen van de overige EU-
lidstaten? Als dat niet zo is, zou
het dan niet nuttig zijn een
dergelijke lijst op te stellen?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher collègue,
le candidat à un emploi CALOG doit effectivement être belge si cet
emploi implique une participation directe ou indirecte à l'exercice de la
puissance publique.

Le statut policier s'inscrit doublement dans l'interprétation limitative
que la jurisprudence communautaire donne à cette exception au
principe de la libre circulation des travailleurs. D'abord, en limitant son
application à la participation du membre du personnel à l'exercice de
la puissance publique. Ensuite, en identifiant cette participation dans
le profil de l'emploi et la description de fonction qui y est liée. C'est en
effet une approche résolument fonctionnelle qui a été retenue par la
Cour de Justice pour évaluer le bien-fondé ou non de l'exception.
C'est donc la nature des activités du fonctionnaire qui est
déterminante. Ceci complique quelque peu l'élaboration d'une liste de
fonctions ouvertes à tous, liste qui n'existe pas à ma connaissance.

Pareille liste pourrait être utile s'il était fait appel à l'exception de
manière fautive, ce qui ne me semble plus être le cas. Si je reprends
10.02 Minister Patrick Dewael:
Indien de CALOG-betrekking een
al dan niet rechtstreekse
deelneming aan de uitoefening
van het openbaar gezag inhoudt,
moet de kandidaat voor een
dergelijke betrekking inderdaad
Belg zijn.

Deze uitzondering wordt in
beperkende zin geïnterpreteerd.
Het Hof van Justitie heeft gekozen
voor een uitgesproken functionele
benadering om te onderzoeken of
de uitzondering al dan niet
gegrond is. De aard van de
werkzaamheden van de
ambtenaar is dus van
doorslaggevend belang. Dat
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
votre exemple, les assistants de laboratoire vont être dotés de la
qualité d'officier de police judiciaire, vu les missions qu'ils assument
dans le domaine de la police technique et scientifique. Il me semble
en conséquence assez logique que le service de recrutement ait
requis la nationalité belge des candidats postulant à une fonction
participant de ce fait à l'exercice de la puissance publique.
bemoeilijkt het opstellen van een
lijst met de betrekkingen die voor
iedereen open staan. Voor zover ik
weet, bestaat er trouwens zo geen
lijst.

Een dergelijke lijst zou nuttig zijn
indien er een verkeerd gebruik
wordt gemaakt van de
uitzondering, wat volgens mij niet
meer het geval blijkt te zijn. Aan de
laboratoriumassistenten zal de
hoedanigheid van officier van de
gerechtelijke politie worden
toegekend. Het lijkt me logisch dat
de kandidaten de Belgische
nationaliteit moeten bezitten.
10.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, votre réponse me
semble très logique. Cependant, pourquoi a-t-on laissé ce
ressortissant français passer tous les examens? Je trouve dommage
qu'on lui ait seulement dit en fin de parcours qu'il n'avait pas accès à
l'emploi. Une liste avec davantage de précisions me semble être un
élément important pour éviter ce genre de situation.
10.03 Joseph Arens (cdH):
Waarom
heeft die Franse
onderdaan dan aan alle examens
mogen deelnemen? Om een
herhaling in de toekomst te
voorkomen is het belangrijk dat er
een lijst met meer informatie wordt
opgesteld.
10.04 Patrick Dewael, ministre: Je comprends votre réaction.
10.04 Minister Patrick Dewael: Ik
begrijp uw reactie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
lecteurs de cartes électroniques" (n° 7391)
11 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische kaartlezers" (nr. 7391)
11.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai lu dans la presse que vous souhaitiez mettre fin au tirage
papier accompagnant la carte d'identité électronique, cette feuille
format A4 sur laquelle on retrouve l'adresse du titulaire. Or je ne vous
apprendrai rien en vous disant que les lecteurs ne sont toujours pas
disponibles, notamment dans les services de police. Avez-vous un
calendrier de l'installation de ces lecteurs? Jusqu'à l'installation,
comment doivent procéder les policiers, lors de contrôles routiers par
exemple? Par ailleurs, j'ai vu que les enfants de moins de douze ans
pouvaient recevoir une carte d'identité électronique. Quelle en est la
véritable utilité? Tous les services État civil et Population du pays ne
semblent pas avoir été avisés de ce projet. Cela signifie-t-il que tous
les parents devront renouveler la carte d'identité de leur enfant, même
âgé de quelques mois?
11.01 Jacqueline Galant (MR):
Aangezien de aanmaak van de
papieren versie van de
identiteitskaart over enkele dagen
een einde zal nemen, wens ik te
vernemen op welke data de
onderscheiden diensten van het
land zullen zijn uitgerust om de
elektronische kaarten te lezen.

Welke zijn de gedragsregels voor
de politiemensen die de burgers
controleren? Worden zij hierdoor
niet in hun opdracht beperkt?

Wat is het nut van een
elektronische identiteitskaart voor
kinderen beneden de twaalf jaar?
Werden alle diensten van de
burgerlijke stand en de bevolking
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
gewaarschuwd? Zullen alle ouders
de kaart van hun kind moeten
vernieuwen?
11.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le document imprimé au moment de la délivrance de la
carte d'identité donne au citoyen un aperçu des données qui figurent
sur la puce de sa carte d'identité.

Les banques qui doivent disposer de l'adresse dans le cadre de la
lutte contre le blanchiment, avaient demandé une solution transitoire,
une "preuve d'adresse" en attendant que les guichets des banques
disposent de lecteurs de cartes. En accord avec la Commission
bancaire financière et des assurances, la date ultime d'installation
dans les banques a été fixée au 31 décembre 2004.

J'ai décidé de supprimer l'obligation du port ainsi que la distribution de
cette "preuve d'adresse", puisqu'elle créait de plus en plus de
malentendus.

Rappelons ce qui a été prévu par la loi:
1. Une résolution du Conseil de l'Europe de 1977 relative à
l'établissement et à l'harmonisation des cartes d'identité nationales
indique que l'adresse n'est pas une donnée obligatoire. Je l'ai déjà
répété à plusieurs reprises en commission. Dès lors, elle n'est plus
reprise dans les éléments visibles à l'oeil, mais uniquement sur le chip
incorporé.
2. L'arrêté royal du 25 mars 2003 stipule qu'un citoyen peut faire
preuve de son adresse par tout moyen de droit. Cela signifie, entre
autres, qu'une simple déclaration suffit pour apporter la preuve de son
adresse.

En ce qui concerne les lecteurs de cartes pour la police, des lecteurs
de cartes rattachés aux PC fixes et PC portables seront mis à
disposition à court terme. Un groupe de travail technique est mis en
place pour définir le lecteur multicartes portable. Mais dans tous les
cas où la police doute de la véracité des déclarations d'un citoyen, elle
peut vérifier, par le numéro national, les données reprises au registre
national.

Cette semaine encore, une circulaire sera transmise à la police locale,
signalant que le document imprimé ne peut plus être demandé lors
d'un contrôle du citoyen.

En ce qui concerne votre question relative à la carte d'identité
électronique pour les enfants de moins de 12 ans, je dois vous
renvoyer à mon collègue, M. Vanvelthoven, puisqu'il s'agit d'une
réflexion menée par lui. Il a d'ailleurs lancé, hier, une initiative devant
la presse.
11.02 Minister Patrick Dewael:
De papieren afdruk die samen met
de elektronische kaart wordt
afgeleverd, geeft de burger een
overzicht van de gegevens die op
de chip van zijn identiteitskaart
staan. In het kader van de strijd
tegen het witwassen van geld
worden de "adresbewijzen"
voorlopig nog aanvaard, in
afwachting dat de banken tegen
uiterlijk 31 december 2004 met
kaartlezers worden uitgerust.
Vermits het "adresbewijs" dikwijls
tot misverstanden aanleiding
geeft, heb ik beslist de draagplicht
en de afdruk ervan af te schaffen.

Volgens een resolutie van de
Raad van Europa van 28
september 1977 betreffende de
opmaak en de harmonisering van
nationale identiteitskaarten, is het
adres geen verplicht gegeven. Het
staat dus alleen nog maar op de
kaartchip en is niet meer zichtbaar
op de kaart zelf.

In overeenstemming met het
koninklijk besluit van 25 maart
2003, volstaat een verklaring van
de burger om het bewijs van het
adres te leveren.

Bij de politie zullen op korte termijn
kaartlezers in gebruik worden
genomen die aan een vaste of een
draagbare computer zijn
verbonden. Een technische
werkgroep ontwikkelt momenteel
een draagbare multikaartlezer. Als
de politie twijfelt aan de
waarachtigheid van de
verklaringen die een burger aflegt,
kan zij ze altijd in het Rijksregister
natrekken.

Deze week nog ontvangt de lokale
politie een omzendbrief die erop
wijst dat de burger niet langer
verplicht is de papieren afdruk
voor te leggen.

Wat uw vraag over de
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
elektronische kaart voor kinderen
jonger dan twaalf betreft, verwijs ik
u door naar mijn collega
Vanvelthoven, die gisteren een
initiatief terzake in de pers heeft
gelanceerd.
11.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. J'espère que tous les citoyens seront
honnêtes. Prenons le cas d'un CPAS. Si une personne s'y présente
pour une aide, on ne sait même pas vérifier son statut (cohabitant,
isolé, etc.), puisqu'on ne disposera même plus de l'adresse de la
personne titulaire de la carte d'identité. Or, les CPAS ne sont pas
équipés de lecteurs de cartes d'identité. Cela peut donc poser des
problèmes pratiques pour certains services. Si l'on se limite aux
services communaux, cela peut poser de réels problèmes. Au niveau
des lecteurs, il est grand temps de légiférer car en l'absence de ces
lecteurs de cartes, certains services ne sauront fonctionner.
11.03 Jacqueline Galant (MR): Ik
hoop voor u dat alle burgers eerlijk
zullen zijn! Ik kan me goed
voorstellen dat iemand zich bij een
OCMW aanbiedt en zomaar een
adres opgeeft, dat onmogelijk kan
worden nagetrokken omdat het
OCMW niet over een kaartlezer
beschikt... Het is hoog tijd dat een
wetgevend initiatief met betrekking
tot die lezers wordt genomen.
11.04 Patrick Dewael, ministre: Qu'attendez-vous pour avoir ces
lecteurs dans les communes?
11.04 Minister Patrick Dewael:
Waarop wacht u om die lezers in
de gemeenten te installeren?
11.05 Jacqueline Galant (MR): Nous ne disposons d'aucune
circulaire sur ce qui existe actuellement. Si je prends l'exemple des
polices, aucune directive n'a été donnée au niveau des lecteurs. Il en
est de même pour les services communaux.
11.05 Jacqueline Galant (MR):
Er is nog steeds geen omzendbrief
en dit alles kost geld!
11.06 Patrick Dewael, ministre: Cela a été publié à plusieurs
reprises. Un lecteur de ce type coûte 20, je crois.
11.06 Minister Patrick Dewael:
Zo'n lezer kost niet meer dan 20
euro!
11.07 Jacqueline Galant (MR): Donc, ce sont les communes qui
doivent tout prendre en charge.
11.08 Patrick Dewael, ministre: Un lecteur de 20 et vous dites: "tout
prendre en charge"? Soyons raisonnables!
11.08 Minister Patrick Dewael:
Het is normaal dat de gemeenten
zelf die kosten dragen.
11.09 Jacqueline Galant (MR): Généralement, les communes ont
plusieurs antennes.
11.10 Patrick Dewael, ministre: Ce lecteur coûte 20 mais permet
d'effectuer toutes sortes de contrôles. De combien de policiers
disposez-vous?
11.11 Jacqueline Galant (MR): 70.
11.12 Patrick Dewael, ministre: 70 fois 20. Je comprends qu'il s'agit
d'un investissement considérable mais ce type d'appareil permet
d'effectuer tous les types de contrôles!

Je le répète: à juste titre, le gouvernement précédent a pris la
décision de ne pas rendre obligatoire une adresse visible sur la carte
d'identité. Car, à chaque déménagement, on doit changer de carte
d'identité, ce qui entraîne un coût non négligeable. C'est la raison
pour laquelle ce n'est plus une obligation. Aujourd'hui, je constate que
11.12 Minister Patrick Dewael:
De regering heeft terecht beslist
het adres niet uitdrukkelijk op de
kaart te vermelden, opdat de
burger geen nieuwe kaart zou
moeten aanvragen telkens hij
verhuist. Wij moeten ons bij die
beslissing neerleggen.
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
les policiers demandent tout le temps ce papier mais il ne doit pas
servir comme preuve. Ils n'ont même pas besoin d'un lecteur; il est
possible de se rendre compte que l'adresse donnée est la bonne par
d'autres moyens.

Je raisonne compte tenu des intérêts des citoyens. Ce n'est pas aux
autres de dire qu'un système est plus facile. Non, c'est l'intérêt des
citoyens qui prime.
Bovendien heeft men zo'n lezer
niet altijd nodig. Er bestaan
immers nog andere middelen om
het adres te controleren.
11.13 Jacqueline Galant (MR): Allez-vous tout de même éditer une
circulaire?
11.13 Jacqueline Galant (MR):
Zal er toch een omzendbrief
worden uitgevaardigd?
11.14 Patrick Dewael, ministre: Oui, comme je l'ai annoncé. Etant
donné le constat que, dans certains corps de police, on réclamait
toujours le papier aux citoyens, j'ai décidé de rédiger une circulaire.
En effet, les policiers ne disposent d'aucune base pour agir ainsi.
11.14 Minister Patrick Dewael:
Ja, omdat sommige politiekorpsen
erom vragen.
11.15 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
statutarisation du personnel CALOG dans les services d'aide aux victimes" (n° 7394)
12 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de statutarisering van het CALOG-personeel dat in een dienst voor slachtofferhulp werkt"
(nr. 7394)
12.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les membres du personnel CALOG chargés de
l'accompagnement social de victimes dans les zones ne pouvaient,
jusqu'il y a peu, être statutarisés en raison de l'absence de caractère
récurrent des subsides octroyés par la Région wallonne.

Le décret du 15 mai 2003 relatif à la prévention de proximité dans les
villes et les communes de Wallonie a rendu récurrents les budgets de
cette Région, en matière d'accompagnement social des victimes. Il a
été publié au Moniteur belge le 24 juin 2003 et son arrêté d'exécution
a été adopté le 24 juillet 2003. La raison principale qui empêchait ces
membres du personnel CALOG d'accéder à la statutarisation a donc
disparu.

Il ne semble pas que cette information ait été communiquée aux
autorités compétentes et que les dispositions aient été prises afin de
permettre la nomination des travailleurs concernés.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer ces informations?
Pouvez-vous m'indiquer pour quel motif les mesures n'ont pas encore
été prises afin de permettre la nomination des travailleurs concernés
et dans quel délai ces mesures seront prises?
12.01 Joseph Arens (cdH): In
uitvoering van het decreet van 15
mei 2003 zal het Waalse Gewest
de slachtofferhulp voortaan
recurrent betoelagen. Daarmee is
het voornaamste struikelblok voor
de statutarisering van de leden
van het CALOG-personeel, belast
met de maatschappelijke opvang
van de slachtoffers, uit de weg
geruimd. Dit decreet is op 24 juni
2003 in het Belgisch Staatsblad
verschenen en zijn
uitvoeringsbesluit werd op 24 juli
2003 goedgekeurd.

Naar verluidt zou die informatie
echter niet aan de betrokken
overheden zijn meegedeeld en
zouden ze dan ook geen stappen
hebben ondernomen om de
betrokken personeelsleden te
benoemen. Waarom? Wanneer
zal die informatie worden
verspreid?
12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, le décret du
15 mai 2003 relatif à la prévention de proximité dans les villes et
12.02 Minister Patrick Dewael:
Voor zover de overige
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
communes de Wallonie et son arrêté d'exécution garantissent le
caractère permanent des subsides pour les ACS. En attribuant ce
caractère permanent, la Région wallonne a supprimé l'obstacle qui
empêchait une statutarisation de ce personnel. Pour autant que les
autres conditions soient remplies, l'emploi répond ainsi au conditions
préalables de statutarisation.

Cette position a dernièrement été rappelée à la Direction générale des
Ressources humaines de la police fédérale qui peut faire
l'interprétation des règles statutaires.
voorwaarden zijn vervuld, voldoet
de tewerkstelling van de GESCO's
voortaan inderdaad aan de
voorafgaande voorwaarden inzake
de statutarisering.

Wij hebben deze bepaling onlangs
bij de algemene directie personeel
van de federale politie in
herinnering gebracht door middel
van de omzendbrief GPI 17.
12.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, le dossier évolue,
au risque de voir une régularisation assez rapide pour le statut de ces
personnes. Je vous interrogerai à nouveau à la rentrée, au mois
d'octobre, pour connaître l'évolution du dossier.

Je vous remercie.
12.03 Joseph Arens (cdH): Ik zal
u na het zomerreces opnieuw over
de stand van zaken met
betrekking tot de regularisatie van
het statuut ondervragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
recouvrement de créances par le secrétariat social de la police intégrée (SSGPI) dans le cadre du
processus de régularisation" (n° 7406)
13 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de schuldvorderingen door het sociaal secretariaat van de geïntegreerde politie (SSGPI)
in het kader van het regularisatieproces" (nr. 7406)
13.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, j'aimerais
vous interroger ce matin sur le problème des recouvrements, en tout
cas des récupérations d'excès de salaires. Le rôle du Secrétariat
social GPI, tel qu'il est défini par l'article 140quater de la loi du 7
décembre 1998, est notamment de prendre en charge dans le
domaine de l'application individuelle des droits pécuniaires tels que
déterminés par les autorités locales et fédérales compétentes. En
d'autres termes, c'est un gros service social pour l'ensemble du
personnel des services de police.

Le 29 mars dernier, en réponse à une question écrite d'un de mes
collègues qui s'étonnait du fait que certains fonctionnaires avaient
reçu un traitement trop élevé, vous avez donné des précisions quant à
l'évolution du processus de régularisation. Vous avez notamment
signalé que les dossiers de 135 communes étaient clôturés et que
4.850 dossiers étaient régularisés. Selon des documents depuis peu
en ma possession, on parle plutôt là de la régularisation de 2002 et
pas encore de celle de 2001. Les délais sont donc particulièrement
impressionnants: on en est encore à régulariser des dossiers d'il y a
trois ans en sachant que ceux d'il y a quatre ans ne le sont toujours
pas. C'est surprenant, d'autant qu'on peut s'interroger sur la manière
dont fonctionne le SSGPI et sur l'absence de considération
individuelle.

Je prendrai deux exemples. Le premier porte sur une récupération de
19 euros pour un policier décédé il y a deux ans, un policier qui s'est
suicidé. Vous imaginez l'effet que peut provoquer l'arrivée chez la
veuve d'un avis de rectification. Dans le deuxième exemple, on
réclame 1,16 euro à un policier pensionné depuis le 1
er
juillet 2004. Si
13.01 Jean-Claude Maene (PS):
Het sociaal secretariaat GPI, dat
voor de individuele toepassing van
de geldelijke rechten zoals
bepaald door de bevoegde lokale
en federale overheden instaat, is
de herindexering van de toelagen
en uitkeringen aan het
politiepersoneel aan het
regulariseren.

In tegenstelling tot wat u op 29
maart jongstleden aan één van
mijn collega's antwoordde, lijkt in
juni 2005 pas de regularisering
voor het jaar 2002 te worden
afgerond. De 4 850 dossiers
waarover u het had, gaan dus drie
jaar terug, terwijl die van vier jaar
geleden nog steeds hangende zijn!

U wijt die achterstand aan het feit
dat het SSGPI de basisgegevens
pas laat ontvangt en dat er soms
foutieve gegevens bij zijn, wat ik
toch moeilijk kan begrijpen. De
dossiers van 2002 lijken nu,
gelukkig maar, te zijn afgehandeld.
Waarom heeft men echter de
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
on n'affine pas un peu les procédures, si on ne fait pas un peu plus
attention, on va conforter le sentiment chez les policiers de n'être
personne. Si on ne considère pas les situations individuelles, on n'est
effectivement plus personne.

Je pense que cela peut contribuer à une mauvaise impression de la
part des travailleurs de la base dans les divers services de police:
quelque chose existe au-dessus de nous que plus personne ne
maîtrise!

Monsieur le ministre, je voudrais savoir où l'on en est en ce qui
concerne toutes ces régularisations. Je m'interroge sur le
fonctionnement du service de secrétariat social GPI. Je ne
comprends pas qu'en 2005, on soit incapable de régulariser des
données qui portent sur les deux dernières années. Que l'on puisse
réclamer quelque chose à la veuve de quelqu'un qui est décédé
depuis deux ans, voilà qui me paraît ressortir à l'absurdité la plus
complète et me pose problème quant au fonctionnement de
l'administration.
chronologische volgorde niet
gerespecteerd en ook de dossiers
van de overige jaren, met name
van 2001, niet geregulariseerd?

Deze methode, evenals de weinig
humane manier waarop sommige
berichten van wijziging worden
verstuurd, stuiten bij het
politiepersoneel op veel onbegrip.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij
een politieambtenaar van wie een
bedrag van één euro en een paar
cent wordt gevraagd. De
dossierkosten in de procedure
daarrond zullen wellicht meer
bedragen.

Hoe functioneert het SSGPI en
hoe zorgt het ervoor, zoals van
hem wordt verwacht, dat de
gegevens over het politiepersoneel
up-to-date zijn?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Je partage ce sentiment, mais je ne
suis pas seul en cause dans ce jeu; c'est tout le problème: différents
acteurs interviennent.

En ce qui concerne le délai d'attente de deux ans, je ne peux que
rappeler que la reprise des données requises a été un travail difficile.
L'inversion des années 2001 et 2002 est fondée sur une double
motivation, comme déjà dit à plusieurs reprises au parlement.

Premièrement, les régularisations 2001 et 2002 devaient être faites
séparément puisque les employeurs étaient différents: en 2001, la
commune et, en 2002, la zone de police. La régularisation 2002 a été
réalisée en premier lieu puisque le secrétariat social pouvait disposer
plus facilement des données nécessaires à ce sujet.

Deuxièmement, le fait de régler d'abord l'année 2002 a eu comme
effet que la mise en conformité de la situation des membres du
personnel évitait la création de nouvelles erreurs, erreurs qui, à leur
tour, auraient dû faire l'objet d'une nouvelle régularisation.

En ce qui concerne l'organisme chargé de recueillir les plaintes, il
n'existe pas spécifiquement de service attitré pour recevoir de telles
demandes. Toutefois, il convient de prendre contact avec son service
du personnel, qui dispose de toutes les données pécuniaires. Ce
service, en cas de nécessité, peut donc solliciter l'aide
complémentaire du secrétariat social. Dans le futur, un service
ombudsman sera mis en place au sein du secrétariat social; il sera
accompagné dans sa tâche par le comité du secrétariat social.

D'un point de vue plus technique, les articles 66, 106 et 107 des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat et les articles 1235, 1376 et
1378 du Code civil ont comme conséquence que tout montant, aussi
minime qu'il soit, doit être remboursé.
13.02 Minister Patrick Dewael: Ik
deel uw mening maar ik ben hier
niet de enige speler. Het moeilijke
werk van de overname van de
gegevens is een verklaring voor de
wachttijd van twee jaar.

Zoals ik al in het Parlement heb
gezegd, dienen de jaren 2001 en
2002 afzonderlijk te worden
geregulariseerd want het ging om
andere werkgevers (de gemeente
in 2001, de politiezone in 2002).
De gegevens die noodzakelijk zijn
voor de regularisatie 2002 waren
gemakkelijker beschikbaar voor
het sociaal secretariaat en het in
overeenstemming brengen van
2002; aangezien aldus nieuwe
fouten konden worden voorkomen,
werd van deze regularisatie eerst
werk gemaakt.

Er is dus geen specifieke instelling
om deze klachten in te zamelen
maar men dient contact op te
nemen met zijn personeelsdienst
die de hulp van het sociaal
secretariaat kan inroepen. In de
toekomst zal een ombudsdienst
worden opgericht.

Krachtens de artikelen 66, 106 en
107 van de samengevoegde
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Sur ce point également, je ne peux que répéter ce que j'ai déjà dit à
plusieurs reprises au parlement. Cela paraît kafkaïen, mais c'est une
obligation légale à respecter.

Encore un mot sur le fonctionnement du secrétariat social. Il est
important de rappeler que le secrétariat social dépend d'autres
autorités, à savoir le SPF Intérieur, le SPF Finances et le SPF Affaires
sociales, ainsi que des zones de police et des communes. Une
collaboration étroite de la part de ces différents partenaires est
indispensable pour le bon fonctionnement des services assurant le
paiement des membres du personnel.
wetten op de Rijkscomptabiliteit en
de artikelen 1235, 1376 en 1378
van het burgerlijk wetboek, dient
elk bedrag, hoe klein het ook is, te
worden terugbetaald.

Het sociaal secretariaat dat
afhangt van de departementen
Binnenlandse Zaken, Sociale
Zaken, de politiezones en de
gemeenten kan slechts correct
weken indien er een nauwe
samenwerking met die partners
bestaat.
13.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. J'entends bien qu'il y a une obligation
pour l'Etat de récupérer mais cette récupération doit-elle avoir lieu
dans n'importe quelles conditions? Des initiatives pourraient peut-être
être prises en la matière.

C'est vraiment l'incompréhension qui règne. J'aime autant vous dire
que l'on est venu me jeter ces papiers sur mon bureau en me disant:
"Qui sommes-nous si les services sont incapables de tenir compte du
fait que certains d'entre nous sont décédés?". Effectivement, c'est
énorme!

Il faut être particulièrement attentif à ce que l'on fait, surtout quand on
sait que le personnel rencontre des problèmes de démotivation et de
stress; nous en avons d'ailleurs parlé ce matin. Il faudrait veiller à ce
que les services centraux soient attentifs à la dimension humaine.
13.03 Jean-Claude Maene (PS):
Ik begrijp dat men de sommen
moet terugvorderen, maar niet om
op het even welke manier! Men
dient onverwijld aandacht te
hebben voor de manier waarop die
personen worden behandeld, het
gaat hier immers om hun
motivatie, hun stress enz.
13.04 Patrick Dewael, ministre: Je répète que c'est un héritage du
passé. En voulant centraliser tout ce "machin", on a finalement
compliqué les choses. Ce fut une mauvaise décision. Je défends la
réforme de la police mais, à l'époque, en voulant aller très vite, on a
pris quelques options que je regrette mais qu'il faut appliquer
aujourd'hui.
13.04 Minister Patrick Dewael:
De wil tot centralisatie die uit het
verleden spruit, heeft de zaken
bemoeilijkt, maar men dient deze
toestand het hoofd te bieden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het nieuwe Communicatie- en Informatiecentrum" (nr. 7416)
14 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
nouveau Centre de communication et d'information" (n° 7416)
14.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, nog geen 5 dagen na het operationeel worden
van het nieuwe Communicatie- en Informatiecentrum, het CIC, in het
kader van het ASTRID-netwerk is de politie van de zone Sint-Truiden-
Gingelom-Nieuwerkerken uit het centrum gestapt. Ook de zone van
het kanton Borgloon overweegt uit het centrum te stappen. Dat is
ondertussen min of meer gebeurd. De lokale politie van Borgloon-
Alken-Wellen-Heers en Kortessem en ook de zone Sint-Truiden-
Gingelom-Nieuwerkerken sturen voortaan weer zelf de agenten op de
baan, ook als het om overvallen gaat. Beide zones gaan terug naar
het oude systeem.
14.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Cinq jours après que le
Centre de communication et
d'information était devenu
opérationnel, la police de la zone
de Saint-Trond-Gingelom-
Nieuwerkerken a renoncé à en
faire usage. Entre-temps, la zone
du canton de Borgloon a
également suivi partiellement cet
exemple. La police locale des
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37

Volgens de politie zou het om een technisch probleem gaan in het
CIC. Er is geen link tussen het oude computersysteem en het nieuwe.
De ploegen worden later verwittigd door het CIC dan vroeger het
geval was bij de oude meldkamers zodat de politie bijna een kwartier
later op het terrein is.

Is de minister op de hoogte van deze problematiek? Welke
maatregelen gaat de minister nemen om dit op te lossen? Is er
voldoende en goed opgeleid personeel? Moeten alle centra in het land
bijgestuurd worden? Hoeveel tijd gaat dat in beslag nemen? Welke
zones dreigen ook met een uitstap uit het nieuwe systeem? Hoeveel
heeft het nieuwe computersysteem gekost?
deux zones dépêche de nouveau
elle-même des agents, même en
cas d'attaques à main armée.

Selon la police, il manque un lien
entre l'ancien système
informatique et le nouveau et les
équipes sont appelées plus tard
par le CCI qu'à l'époque des
anciens centres d'appel. Il en
résulte que la police arrive
presque un quart d'heure plus tard
sur place.

Le ministre est-il informé de ce
problème? Quelles mesures
prend-il? Les CCI disposent-ils de
suffisamment de personnel
qualifié? Tous les centres du pays
doivent-ils être adaptés? Quel est
le calendrier? Quelles zones
risquent également de ne plus
faire appel au CCI? Quel a été le
coût du nouveau système?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, het CIC
Limburg is inderdaad op 6 juni 2005 gestart met de call taking en de
dispatching voor 16 van de 18 zones uit de provincie. De zones Genk
en Hasselt zullen later op het systeem aansluiten.

Het probleem waarmee de zone Sint-Truiden-Gingelom-
Nieuwerkerken te kampen heeft, is dat ze onvoldoende snel kan
beschikken over de gegevens van de interventies die op het niveau
van het CIC worden geregistreerd en dat die gegevens te beperkt zijn.
Dit heeft te maken met het feit dat deze zone, in tegenstelling tot vele
andere zones, over een eigen dispatching beschikte die via de
modules IPOG/PIPOG een gegevenswerking mogelijk maakte die
sneller en vollediger is dan momenteel binnen de CAD van het
provinciale CIC mogelijk is.

Kort samengevat, ze hebben een eigen systeem. Hic et nunc is dat
meer accuraat dan het systeem dat aangeboden wordt via het
provinciale CIC. Daarom vindt de zone het beter de gegevens met
betrekking tot de interventies zelf te regelen. Om dat op een degelijke
manier te kunnen doen, is het nodig dat de zone voorlopig zelf, zoals
in het verleden, de ploegen dispatcht.

Het probleem kan verholpen worden door de software die de
verbinding tussen het CAD en het systeem dat in Sint-Truiden en een
aantal andere zones wordt gehanteerd, aan te passen. Eind deze
maand zou een nieuwe en betere versie van die software beschikbaar
zijn. Tegen het einde van het jaar komt er een versie die een volledig
en afdoend antwoord zal bieden op de problematiek.

Ten derde, er is voldoende goed opgeleid personeel aanwezig op het
CIC. De problemen waarmee we worden geconfronteerd, hebben
niets te maken met personeel, maar met de software. De nieuwe
software zal in alle centra in gebruik worden genomen. Voor vele
14.02 Patrick Dewael, ministre:
Le CCI du Limbourg a commencé
le 6 juin 2005 à assurer le "call
taking" et le dispatching pour 16
des 18 zones. Genk et Hasselt se
raccorderont plus tard.

La zone de Saint-Trond-Gingelom-
Nieuwerkerken ne dispose pas
assez vite des données
enregistrées par le CCI. En outre,
les données sont trop limitées. Le
dispatching propre à la zone
permet un traitement plus précis
des données. C'est la raison pour
laquelle il a été décidé de
continuer à utiliser provisoirement
le système propre.

Pour résoudre le problème, le
logiciel de connexion entre le
"Computer Aid Dispatch" et le
système à Saint-Trond doit être
adapté. Une nouvelle version
améliorée devrait être disponible à
la fin de ce mois, mais une version
qui résout complètement le
problème sera prête pour la fin de
l'année 2005. Le CCI dispose de
suffisamment de personnel
qualifié, ce qui ne peut donc
constituer l'origine des problèmes.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
zones zal het, in vergelijking met de vroegere werking, nog steeds
een grotere vooruitgang betekenen dan met de invoering van ASTRID
reeds het geval is.

Voor zover mij bekend zijn er geen zones die dreigen met een uitstap
uit het systeem. Ik wil opmerken dat voor Sint-Truiden niet echt
sprake is van een uitstap, maar veeleer van een keuze voor een lager
niveau in het dienstenaanbod vanwege het CIC, in afwachting dat een
situatie wordt gecreëerd die ­ ik herhaal het - meer aan de specificiteit
of de behoeften van Sint-Truiden tegemoetkomt.

Ik merk eveneens op dat het werken met het CIC verschillende
gradaties van dienstverlening kan inhouden. Wat de kosten voor het
ASTRID-systeem betreft, verwijs ik naar het antwoord dat ik op 18
mei heb gegeven op een vraag van de heer Wathelet en waarin ik
gedetailleerd alle kosten heb opgesomd.

Samengevat, het is een systeem waarvan men in alle provincies en
alle zones de voordelen inziet. Uiteraard zullen bepaalde zones die
een specifiek eigen systeem in gebruik hadden, nagaan of het nieuwe
systeem voordelen of nadelen biedt. Indien dat laatste het geval is, is
het beter effectief te wachten tot de software aangepast is om op dat
ogenblik effectief de meerwaarde te kunnen realiseren, die er voor de
meeste andere zones evident vaststaat.
Le nouveau logiciel sera utilisé
dans tous les centres. Pour de
nombreuses zones, cela
représentera un progrès plus
important encore que l'instauration
d'ASTRID. J'ai déjà fourni
précédemment à M. Wathelet un
aperçu détaillé des coûts liés à
ASTRID.

A ma connaissance, aucune autre
zone ne menace de sortir du
système. D'ailleurs, Saint-Trond
ne sort pas vraiment du CCI mais
opte provisoirement pour un
service à la clientèle plus limité
émanant du CCI, jusqu'à ce que
ses besoins propres puissent être
mieux satisfaits. Toutes les
provinces et zones sont
conscientes des avantages du
nouveau système. Les zones qui
ont leur propre système doivent
peser les avantages et les
inconvénients. Dans certains cas,
il est en effet préférable d'attendre
que le logiciel du nouveau
système ait été adapté.
14.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.

Mijnheer de minister, er is dan toch nog een ernstig probleem.
Daardoor is bij een overval in Heers de politie te laat gekomen
afgelopen weekend.

Ik heb zonet nog gehoord hoe u antwoordde aan collega De Man dat
de politiehervorming goed gelukt is. Ik denk dat dat bijlange na nog
niet het geval is en dat er nog veel bijgestuurd moet worden.

Zoals de politie van Sint-Truiden zelf zegt, is er op dit ogenblik in Sint-
Truiden minder blauw op straat, vermits de agenten allemaal zelf
weer hun gegevens in de computer moeten invoeren, wat vroeger de
meldkamer deed.
14.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Un problème majeur
subsiste. Lors d'un hold-up
commis à Heers, le week-end
dernier, la police est descendue
tardivement sur les lieux. La
réforme des polices est loin d'être
réussie et il reste beaucoup à
faire. La police de Saint-Trond
estime d'ailleurs elle-même que la
présence policière sur le terrain a
diminué parce que les agents
doivent de nouveau introduire eux-
mêmes les données dans
l'ordinateur.
14.04 Minister Patrick Dewael: Mevrouw Govaerts, het probleem van
Borgloon is van een totaal andere orde. De problemen in de zone
Borgloon, die u meldt, hebben te maken met het feit dat nog een
aantal bijkomende masten geplaatst moet worden om de dekking
optimaal te krijgen. We kunnen de ronde maken van het hele land: u
zult wel in elke provincie hier en daar nog een minpunt kunnen
noteren.

U ziet nu dat provincie na provincie in het ASTRID-systeem instapt.
De voordelen zijn immers onmiskenbaar.

De voorstelling van zaken die in de pers heeft gecirculeerd dat er iets
fout gelopen zou zijn in Borgloon, klopt niet. De politie was niet
14.04 Patrick Dewael, ministre:
Les problèmes survenus dans la
zone de Borgloon sont dus à la
nécessité d'installer des mâts
supplémentaires pour améliorer la
couverture. On trouvera toujours
quelque lacune à mettre en
exergue quelque part dans le
pays, mais les provinces
rejoignent l'une après l'autre le
système ASTRID, dont les
avantages sont indéniables. Si la
police n'est pas descendue
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
onmiddellijk ter plaatse. Dat had gewoon te maken met het feit dat
besloten werd om de eerste ploeg te belasten met de opsporing van
de vluchtende daders en dat een tweede ploeg werd belast met de
minder dringende afstapping ter plaatse. Daaraan is een dimensie
gegeven in de pers, die niet juist is.

Ik ben u erkentelijk dat u die bijkomende vraag stelt, zodat ik dat
misverstand uit de wereld kan helpen.
immédiatement sur les lieux à
Borgloon, c'est parce que la
première équipe avait été chargée
de repérer les auteurs des faits. La
deuxième équipe devait se rendre
sur place, ce qui était moins
urgent. Les médias ont fourni une
version erronée des faits.
14.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
wil nog even antwoorden dat wij toch moeten wijzen op de minpunten
van de politiehervorming.
14.05 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Il m'incombe de mettre le
doigt sur les aspects négatifs de la
réforme des polices.
14.06 Minister Patrick Dewael: Jazeker, er zijn mensen die hier zitten
om kritiek te leveren, en zij hebben natuurlijk ook hun rol.
14.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Dat moet, hé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de actie 'X-stra' in Antwerpen (de deur-aan-deur-controles) en de vraag wat er dient te
gebeuren met de aangetroffen illegalen" (nr. 7428)
15 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'opération
'X-stra' à Anvers (les contrôles de porte à porte) et le sort à réserver aux illégaux trouvés dans ce
cadre" (n° 7428)
15.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
onder de bevoegdheid van de Antwerpse schepen voor Integrale
Veiligheidszorg, de heer Dirk Grootjans, zou vanaf 1 juli in Antwerpen
de actie X-tra van start gaan, een project waarbij een team van vier
ambtenaren in probleemwijken deur aan deur gaat, evenwel zonder
over een huiszoekingsbevel te beschikken, om de
leefomstandigheden van de aangetroffen bewoners te onderzoeken.
Dit team is echter niet vergezeld van een of meerdere politieagenten
zodat er politioneel niet verbaliserend kan opgetreden worden.
Aangezien de bewoners van de probleemwijken op voorhand worden
verwittigd van de deur-aan-deur-controles is de kans groot dat de
illegale vogels tijdelijk zijn gevlogen op het ogenblik dat er aan de
deur wordt geklopt. In dit opzicht moet er dan ook niet zoveel heil
worden verwacht van die controles. Worden er toch illegalen
aangetroffen, dan is het natuurlijk de vraag wat daarmee dient te
gebeuren. Volgens schepen Grootjans zullen de adressen van
panden waar illegalen worden aangetroffen overgemaakt worden aan
de dienst Vreemdelingenzaken. Vraag is wat er met die illegalen en
hun eventuele kinderen die al dan niet school lopen dan zal gebeuren.
Volgens OCMW-raadslid Mieke Vogels zal men niet anders kunnen
dan overgaan tot een tweede regularisatie als men door de deur-aan-
deur-controles een aantal al langer in Antwerpen verblijvende illegalen
in kaart kan brengen. Voor schepen Grootjans kan dat echter niet
omdat de hele X-tra-actie dan een maat voor niets zou zijn geweest
en ook omdat dit ongelooflijk veel geld zou kosten en ­ ik citeer de
heer Grootjans ­ "België niet het OCMW van de wereld moet
worden".

Vandaar dan ook mijn vragen. Hoe evalueert de minister de X-tra-
15.01
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): L'action X-stra
débuterait à Anvers à partir du
mois de juillet. Il s'agit d'une
initiative de l'échevin de la sécurité
intégrale, M. Grootjans. Des
fonctionnaires font du porte à
porte dans les quartiers à
problèmes pour examiner les
conditions de vie des habitants,
sans toutefois disposer d'un
mandat de perquisition. Aucun
procès-verbal ne peut être dressé
puisqu'il ne s'agit pas de policiers.

Les illégaux éventuels risquent
bien d'avoir disparu au moment de
la visite étant donné que les
habitants de ces quartiers sont
préalablement prévenus. Selon
l'échevin M. Grootjans, les
adresses des immeubles abritant
des personnes en situation illégale
seront communiquées à l'Office
des étrangers, mais la question
est de savoir ce qu'il adviendra
ensuite des illégaux. La conseillère
de CPAS, Mme Vogels, estime
qu'une deuxième procédure de
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
actie in Antwerpen? Is deze actie in overeenstemming met de regels
op de privacy? Waarom geeft men de voorkeur aan een niet-
politioneel X-tra-team om de controles uit te voeren hoewel het gericht
opsporen en aanhouden van illegalen bij wet een taak is voor de
politie? Hoe zal de dienst Vreemdelingenzaken omgaan met de
adressen van panden waar zich illegalen bevinden? Zullen er dan
bijvoorbeeld razzia's worden gehouden om deze illegalen op te
pakken? Heeft de minister voldoende capaciteit om de illegalen onder
te brengen in gesloten centra in afwachting van hun repatriëring? Hoe
reageert de minister op de stelling van mevrouw Vogels dat een
tweede regularisatie nodig zal zijn? Tot slot, hoe zal de minister
omgaan met de vraag van illegalen om een individuele regularisatie te
verkrijgen op basis van artikel 9, 3
de
lid van de vreemdelingenwet van
15 december 1980?
régularisation devra être
organisée. M. Grootjans n'est pas
d'accord car, à son estime, l'action
aura été inutile si elle
s'accompagne d'une nouvelle
procédure de régularisation et, par
ailleurs, la Belgique ne doit pas
devenir le CPAS de la planète.

Que pense le ministre de l'initiative
anversoise? L'action est-elle
conforme aux dispositions
relatives au respect de la vie
privée? Pourquoi opte-t-on pour
des équipes de contrôle sans
policiers? Que fera l'Office des
étrangers des adresses
d'immeubles abritant des
personnes en séjour illégal? Des
razzias seront-elles organisées
pour arrêter les illégaux? La
capacité des centres fermés est-
elle suffisante pour accueillir ces
personnes? Que pense le ministre
de la position de Mme Vogels?
Quelle sera la position du ministre
en ce qui concerne les demandes
de régularisation en vertu de
l'article 9, troisième alinéa, de la loi
sur les étrangers de 1980?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
denk niet dat het mij als minister van Binnenlandse Zaken toekomt
deze actie extra te evalueren.

Het lokale veiligheidsbeleid is in de eerste plaats een
verantwoordelijkheid van de lokale besturen. Het principe van lokale
autonomie werd nogmaals bevestigd met de hele politiehervorming.

Ik begrijp natuurlijk wel het politieke spel. Elke zin die ik uitspreek over
de situatie in Antwerpen zal immers gretig worden voorgelezen in de
Antwerpse gemeenteraad om te tonen hoe de minister van
Binnenlandse Zaken erover denkt. We kunnen dan nog wel een tijdje
bezig blijven.

Ik ben een grote verdediger van de lokale autonomie. Als men daar
een bepaalde actie op het getouw zet, is het in eerste instantie aan de
gemeente- en politieraad om de zaken te bekijken, te evalueren en
waar nodig bij te sturen.

Ik kan wel begrijpen dat een stadsbestuur dat de precieze aard en
omvang van sommige problemen binnen haar bevoegdheidssfeer wil
kennen, de toestand zal nagaan op het terrein. Dat lijkt mij een zeer
evidente keuze. Dat moet uiteraard gebeuren binnen de grenzen van
de wet. Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat Antwerpen
buiten de krijtlijnen van wat de wet toelaat, zou willen treden.

Of de actie in overeenstemming zou zijn met de privacyregels moet u
15.02 Patrick Dewael, ministre: Il
ne m'appartient pas d'évaluer
l'opération X-stra. La politique de
sécurité locale ressortit avant tout
à la responsabilité des pouvoirs
locaux. Ce principe a été confirmé
à l'occasion de la réforme des
polices. Au conseil communal
d'Anvers, on se fera d'ailleurs un
plaisir de donner lecture de tout ce
que je dis ici. Pour ma part, je dois
observer une certaine neutralité.
Je n'ai pas à exprimer mon
opinion personnelle devant votre
commission.

Je puis comprendre qu'une
administration communale
contrôle la situation sur le terrain
mais elle doit le faire dans les
limites de la loi. Je n'ai aucune
raison de croire qu'Anvers
dépasse ces limites. C'est à la
ministre de la Justice que M.
Tastenhoye doit demander si cette
opération n'enfreint pas les règles
relatives à la protection de la vie
CRIV 51
COM 648
15/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
vragen aan de minister van Justitie. Zij is de behoedster van de
wetgeving inzake privacy. Ik zal daarover geen uitspraken doen.

U beperkt uw vragen trouwens tot de actie als zijnde een soort jacht
op illegalen. Ik heb begrepen dat de hele actie veel meer omvat dan
alleen maar een actie tegen illegalen. Indien het de bedoeling zou zijn
op gerichte wijze illegalen op te sporen en deze bovendien aan te
houden, dan zou het stadsbestuur natuurlijk wel een probleem
hebben op het vlak van de bevoegdheid van de betrokken
ambtenaren. De wet somt immers maar een beperkt aantal
overheidspersonen op die effectief dwangmaatregelen kunnen
uitoefenen. Als het de bedoeling is een brede problematiek in kaart te
brengen om vervolgens te zien hoe men dan moet reageren en wie
daarvoor moet worden ingeschakeld, is de politiebijstand aanvankelijk
niet vereist en in tweede instantie ook niet altijd noodzakelijk. Men
moet de politie inzetten wanneer een politiebevoegdheid vereist is.

Nogmaals, u moet niet aan mij maar aan het stadsbestuur van
Antwerpen vragen waarom het die keuzes heeft gemaakt.

Leid nu niet af uit mijn verwijzing naar Antwerpen dat ik het niet goed
zou vinden, want waarschijnlijk zegt men dan: de minister van
Binnenlandse Zaken vond het waarschijnlijk ook niet alles want hij
wou er zich niet over uitspreken. Het komt mij echt niet toe. Ik moet
terzake ook een zekere neutraliteit respecteren. Ik heb daar
misschien wel een persoonlijke mening over maar die valt buiten het
bestek van deze commissie.

Wanneer de dienst Vreemdelingenzaken ingelicht wordt over de
adressen van panden waar zich illegale vreemdelingen bevinden, zal
onze dienst in samenwerking met de politie de nodige administratieve
stappen doen. Zo kan er ook een bevel om het grondgebied te
verlaten worden afgeleverd of kan er een onmiddellijke repatriëring
plaatsvinden indien daarvoor de nodige documenten voorhanden zijn.

Er kan ook beslist worden de illegale vreemdeling op te sluiten met
het oog op de repatriëring. Op dit moment bedraagt de totale
capaciteit van de gesloten centra 568 plaatsen. Zoals ik heb
aangekondigd, wordt er op dit ogenblik gewerkt om die capaciteit met
een 70-tal bijkomende plaatsen uit te breiden.

Wat ik wel kan antwoorden op uw vragen 6 en 7 ­ dat is wel mijn
bevoegdheid ­ is dat een nieuwe regularisatiecampagne alleszins
uitgesloten is. Vreemdelingen kunnen wel ­ ik herhaal dat antwoord
nu al voor de 181
e
keer, denk ik ­ een verzoek indienen op basis van
artikel 9,3
e
van de vreemdelingenwet. Die aanvragen worden dan
geval per geval onderzocht. Daarbij wordt rekening gehouden met alle
elementen van het dossier.

Uit dit antwoord kunt u dus a contrario wel afleiden dat ik het niet eens
ben met de stelling van mevrouw Vogels dat een tweede
regularisatiegolf noodzakelijk zou zijn.
privée.

Selon moi, X-stra va bien au-delà
de la chasse aux illégaux. Si le but
visé est de repérer et d'arrêter les
illégaux de façon ciblée, cela pose
un problème de compétences. En
effet, seul un nombre très restreint
de fonctionnaires peuvent
appliquer des mesures de
contrainte. Toutefois, si l'on veut
avoir une idée précise d'un
problème aussi vaste, une
assistance policière n'est d'abord
pas requise et, en deuxième lieu,
elle n'est pas toujours nécessaire.

Lorsque l'Office des étrangers est
avisé de la présence d'illégaux
dans certains immeubles, il
accomplit les démarches
administratives nécessaires,
éventuellement en collaboration
avec la police. Il peut faire délivrer
un ordre de quitter le territoire, il
peut organiser un rapatriement
immédiat ou il peut décider de
faire emprisonner l'étranger en
séjour illégal en vue de son
rapatriement ultérieur. La capacité
totale des centres fermés atteint
568 places. 70 places
supplémentaires seront bientôt
créées.

J'exclus en tout cas la possibilité
d'une nouvelle campagne de
régularisation. Je ne partage donc
pas l'avis de Mme Vogels. Mais
les étrangers peuvent toujours
introduire une demande
individuelle fondée sur l'article 9,
alinéa 3 de la loi sur les étrangers.
Ces demandes sont examinées au
cas par cas. Tous les éléments de
leur dossier seront alors pris en
compte.
15.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, dat
laatste is in elk geval al goed nieuws.
15.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Je suis heureux
d'apprendre qu'il n'y aura pas de
nouvelle campagne de
régularisation.
15/06/2005
CRIV 51
COM 648
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
15.04 Minister Patrick Dewael: Dat verbaast u toch niet? U had toch
geen ander antwoord verwacht?
15.05 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Neen, u hebt dat
trouwens reeds bij herhaling gezegd. Natuurlijk blijft het achterpoortje
van artikel 9 derde lid van de vreemdelingenwet van 1980 helemaal
openstaan. Dat is een nieuwe piste geworden, ook voor de
advocaten, die daarmee hun geld verdienen, om de procedures te
rekken en om op die manier honderden, zo niet duizenden illegalen
toch aan een verblijfsvergunning te helpen.

In verband met mijn vragen over de evaluatie van het systeem had ik
van u graag gehoord, maar u bent niet zo ver gegaan, dat het team
dat de extra onderzoeken moet uitvoeren, vergezeld zou worden van
een politieagent, zodat, wanneer er onwettige toestanden worden
aangetroffen, men meteen tot verbalisering kan overgaan. Dat is nu
niet het geval. Ik denk dat de acties een maat voor niets zullen blijken
te zijn. Dat is de kritiek van mijn partij, ook in de Antwerpse
gemeenteraad.
15.05
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Mais l'article 9,
alinéa 3, de la loi sur les étrangers
n'en reste pas moins une
échappatoire qui permettra peut-
être à des milliers d'illégaux
d'obtenir un permis de séjour.

Malheureusement, le ministre n'a
pas dit que l'équipe d'enquête
devrait être accompagnée d'un
agent de police. S'il n'est pas
possible de verbaliser directement,
l'action risque de s'avérer inutile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.49 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.49 heures.