CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 646
CRIV 51 COM 646
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
14-06-2005
14-06-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
responsabilité médicale" (n° 7146)
1
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
medische aansprakelijkheid" (nr. 7146)
1
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellation de M. Pieter De Crem au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le risque d'une épidémie mondiale de grippe
mortelle" (n° 606)
3
Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gevaar van een wereldwijde dodelijke
griepepidemie" (nr. 606)
3
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Motions
8
Moties
8
Question de Mme Annelies Storms au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la démission de la médiatrice néerlandophone
auprès de la commission fédérale 'Droits du
patient'" (n° 7120)
9
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het ontslag van de Nederlandstalige
ombudsvrouw bij de federale commissie 'Rechten
van de Patiënt'" (nr. 7120)
9
Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
Conseil du bien-être des animaux" (n° 7211)
10
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de Raad voor Dierenwelzijn" (nr. 7211)
10
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
marques auriculaires pour les bovins" (n° 7220)
11
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
ministre van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de runderoormerken" (nr. 7220)
11
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les bébés médicaments" (n° 7202)
14
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de saviour baby's" (nr. 7202)
14
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le don de sang de cordon ombilical" (n° 7238)
17
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de donatie van navelstrengbloed" (nr. 7238)
17
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
support des équipes de soutien palliatif" (n° 7251)
19
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de ondersteuning van de palliatieve support-
teams" (nr. 7251)
19
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
publique
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interruption de grossesse et les moyens
contraceptifs" (n° 7252)
21
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de zwangerschapsafbreking en
contraceptiva" (nr. 7252)
21
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la reconnaissance de l'allergologie" (n° 7264)
22
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de erkenning van de allergologie" (nr. 7264)
22
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
23
Samengevoegde vragen van
23
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
assistants dentaires" (n° 7265)
23
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tandartsassistenten" (nr. 7265)
23
- Mme Maya Detiège au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
assistants dentaires et les hygiénistes buccaux"
(n° 7273)
23
- mevrouw Maya Detiège aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"tandartsassistenten en mondhygiënisten"
(nr. 7273)
23
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Maya
Detiège, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Maya
Detiège, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Annelies Storms au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le rapport annuel du service de médiation fédéral
'Droits du patient'" (n° 7272)
26
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het jaarverslag van de federale
ombudsdienst 'Rechten van patiënt'" (nr. 7272)
26
Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maya Detiège au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
profession de kinésithérapeute" (n° 7274)
27
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het beroep van kinesist" (nr. 7274)
27
Orateurs: Maya Detiège, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maya Detiège, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
mise en oeuvre de la directive relative aux poules
pondeuses" (n° 7334)
30
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de implementatie van de leghennenrichtlijn"
(nr. 7334)
30
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Bart Laeremans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
rapport de Mme Cliveti sur les hôpitaux bruxellois"
(n° 7353)
32
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het rapport van mevrouw Cliveti over de
Brusselse ziekenhuizen" (nr. 7353)
32
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'absence de réponses relatives à la note de
36
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het uitblijven van antwoorden betreffende de
36
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
politique" (n° 7357)
beleidsnota" (nr. 7357)
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'indemnisation des carcasses voisines des
carcasses de bovins contaminés à l'ESB"
(n° 7372)
36
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de vergoeding van de buurkarkassen van
met BSE besmette runderen" (nr. 7372)
36
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
dénutrition des patients hospitalisés" (n° 7385)
37
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
ondervoeding van ziekenhuispatiënten" (nr. 7385)
37
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'indexation des honoraires des médecins"
(n° 7404)
38
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekenning van de index aan de artsen" (nr. 7404)
38
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Koen Bultinck au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
'dépeuplement' de son cabinet" (n° 7405)
39
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
'leegloop' op zijn kabinet" (nr. 7405)
39
Orateurs: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Koen Bultinck, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Annelies Storms au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'étude du CRIOC concernant les frais divers
dans les hôpitaux" (n° 7402)
41
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de studie van het OIVO met betrekking tot
de diverse kosten in de ziekenhuizen" (nr. 7402)
41
Orateurs: Annelies Storms, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Annelies Storms, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
14
JUIN
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
14
JUNI
2005
Namiddag
______

Les questions et les interpellations commencent à 14.36 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 14.36 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Question de M. Benoît Drèze au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
responsabilité médicale" (n° 7146)
01 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
medische aansprakelijkheid" (nr. 7146)
01.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 21 mai dernier, la presse a relaté trois jugements rendus à
Liège et à Bruxelles en matière d'erreurs médicales. Dans ces
dossiers, les patients ont chaque fois obtenu gain de cause.

Monsieur le ministre, j'ai retrouvé sur votre site internet une note
rédigée pour le Conseil des ministres du 24 octobre 2003. Lors de la
délibération de ce Conseil, vous avez été chargé d'une évaluation
budgétaire d'un nouveau dispositif des erreurs médicales et des aléas
thérapeutiques. Dans ce cadre, en juillet 2004, le Centre fédéral
d'expertise des soins de santé vous a remis son rapport.

Monsieur le ministre, j'ai trois questions:
- Le groupe de travail évoqué lors du même Conseil des ministres a-t-
il terminé ses travaux?
- Si c'est le cas, peut-on en connaître les conclusions?
- Les décisions de justice rendues ces derniers jours vous incitent-
elles à prendre attitude quant à une initiative des pouvoirs publics
pour éviter toute dérive "à l'américaine", c'est-à-dire un nombre
croissant de recours en justice, avec tous les effets en cascade que
cela peut induire et, in fine, une croissance directe ou indirecte du
budget des soins de santé dans notre pays?
01.01 Benoît Drèze (cdH): Op 21
mei jongsleden berichtte de pers
over drie rechterlijke uitspraken
betreffende medische fouten in
Luik en Brussel. In die dossiers
kregen de patiënten gelijk.

De ministerraad van 24 oktober
2003 vroeg u een budgettaire
raming te maken van een nieuwe
regelgeving inzake de medische
fouten en de therapeutische
risico's. Zoals bij die gelegenheid
werd gevraagd, heeft het Federaal
Kenniscentrum voor de
gezondheidszorg u in juli 2004 zijn
verslag overgezonden.

Heeft de werkgroep waarnaar
tijdens diezelfde ministerraad werd
verwezen, zijn werkzaamheden
intussen beëindigd? Zo ja, hoe
luidden zijn besluiten? Zal de
overheid naar aanleiding van de
hoger vermelde
rechterlijke
uitspraken een initiatief nemen om
ontsporingen naar Amerikaans
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
voorbeeld te vermijden, met een
stijgend aantal beroepen voor de
rechtbank, wat een grote hap zou
nemen uit de begroting
gezondheidszorg in ons land?
01.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, depuis le
début de la législature, en 2003, j'ai pris une initiative vis-à-vis du
Conseil des ministres pour introduire une réglementation visant à
indemniser les accidents médicaux sans qu'une faute doive être
prouvée.

J'estime qu'il y va tant de l'intérêt des patients que des médecins eux-
mêmes. Il est évident qu'une telle réglementation ne peut être
introduite que pour autant que nous disposions des instruments
nécessaires pour calculer le coût du concept à mettre en oeuvre. C'est
pourquoi j'ai proposé à l'époque au Conseil des ministres de
soumettre, dans un premier temps, cette matière à étude.

J'ai dès lors chargé le Centre fédéral d'expertise de rédiger une étude
en la matière. En juin 2004, la première phase de cette étude a été
clôturée, à savoir la définition des données nécessaires. Ensuite, les
deuxième et troisième phases ont débuté en même temps. Celles-ci
concernent, d'une part, la collecte des données et, d'autre part, la
mise au point d'un modèle permettant de calculer le coût des diverses
modalités d'un concept avancé.

Ces deuxième et troisième phases seront achevées dans quelques
semaines. Dès que les données seront disponibles, le gouvernement
pourra entamer, dans les plus brefs délais, la discussion sur la mise
en place de la nouvelle réglementation légale. Je puis donc vous
répéter que, depuis le début de la législature, nous avons pour priorité
d'introduire un système visant à l'indemnisation des accidents
médicaux. On y travaille en permanence; les outils sont en train d'être
affinés. Dans les semaines à venir, nous disposerons des données
manquantes pour les phases 2 et 3, confiées au centre fédéral
d'expertise.
01.02 Minister Rudy Demotte:
Van bij het begin van de
regeerperiode in 2003 sprak ik me
uit voor een reglementering tot
vergoeding van medische
ongevallen waarbij de fout niet
bewezen is. Dat is in het belang
van zowel de patiënten als de
artsen.

Dat kan echter niet zonder met het
bijhorende prijskaartje rekening te
houden. Daarom stelde ik de
ministerraad voor dat dossier
nader te onderzoeken.

Ik belastte het Federaal
Kenniscentrum met die studie. In
juni 2004 werd de eerste fase van
het onderzoek, namelijk de
omschrijving van de noodzakelijke
gegevens, afgesloten. De tweede
en de derde fase, betreffende de
inzameling van de gegevens en de
uitwerking van een
berekeningsmodel voor de
daarmee samenhangende kosten,
gingen tegelijkertijd van start.

Die fasen zullen binnenkort
worden afgerond. Zodra de
gegevens beschikbaar zijn, zal de
regering de bespreking over de
invoering van de nieuwe
regelgeving kunnen aanvatten. Wij
hebben dus als prioriteit de
invoering van een regeling inzake
de schadeloosstelling van
medische ongevallen. Wij werken
daar permanent aan.
01.03 Benoît Drèze (cdH): Je dois sans doute comprendre
implicitement que le groupe de travail évoqué au point 3 de votre note
au Conseil des ministres, fait partie de ces travaux.
01.04 Rudy Demotte, ministre: Oui.
01.05 Benoît Drèze (cdH): Pensez-vous pouvoir déposer un projet
avant les grandes vacances ou ce délai est-il un peu court?
01.05 Benoît Drèze (cdH): Zal u
nog vóór het reces een
wetsontwerp indienen?
01.06 Rudy Demotte, ministre: C'est trop court. Je tiens compte du 01.06 Minister Rudy Demotte: Die
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
congé d'été. Nous n'en disposerons donc vraisemblablement pas
avant septembre, octobre.
termijn lijkt mij te kort. Wij zullen
daar pas in september of oktober
over beschikken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gevaar van een wereldwijde dodelijke griepepidemie" (nr. 606)
02 Interpellation de M. Pieter De Crem au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
risque d'une épidémie mondiale de grippe mortelle" (n° 606)
02.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, in
november 2004 heeft een internationale expert gewaarschuwd voor
een wereldwijde griepepidemie. De waarschuwing ging toen uit van de
Wereldgezondheidsorganisatie. De epidemie zou tot bijna een derde
van de wereldbevolking kunnen besmetten en bijgevolg tientallen
miljoenen dodelijke slachtoffers kunnen maken.

De bron van de pandemie zou de vogelgriep zijn, die Azië reeds
herhaaldelijk in haar klauwen heeft gehad. Een kleine aanpassing zou
volstaan, opdat de vogelgriep zou ontaarden in een verwoestende
mensengriep die de vergelijking met de fameuze epidemie van de
Spaanse griep, die in 1916 en 1917 niet alleen West-Europa maar
ook delen van Amerika en Azië heeft geteisterd, zou kunnen
doorstaan.

De onrustwekkende berichten werden nogmaals bevestigd door
internationaal vermaarde virologen in het ons allen welbekende
medisch vakblad Nature.

Naast het bekende probleem dat bestaat uit het aanmaken van
voldoende vaccins, wat heel wat tijd vergt, bestaat natuurlijk ook de
vrees dat het H5N1-vogelgriepvirus zou beginnen te muteren en de
bestaande vaccins niet meer afdoende zouden zijn.

Om de mutaties, die bekend zijn wanneer het over virussen gaat, van
nabij te volgen en de vaccins aan te passen, dienen de
Wereldgezondheidsorganisatie en de Wereldvoedselorganisatie te
beschikken over wat we weefselmonsters van geïnfecteerde vogels
en mensen noemen. Enkele getroffen landen wensen echter niet mee
te werken aan dergelijke informatieverstrekking, omdat ze, enerzijds,
voor negatieve publiciteit zorgen en, anderzijds, voor het verlies van
de controle over de informatieverstrekking vrezen.

Dientengevolge wil ik de volgende vragen stellen.

Bent u op de hoogte van het gevaar dat een wereldwijde, dodelijke
griepepidemie inhoudt?

Bent u in kennis van de wetenschappelijke studies en cijfers over de
risico's van een dergelijke epidemie voor ons land?

Hebt u het gevraagde advies van de Hoge Gezondheidsraad met
betrekking tot de evolutie van de behoefte aan een stock van
antivirale geneesmiddelen, dat in de Ministerraad van oktober 2004
werd beslist, reeds ontvangen?
02.01 Pieter De Crem (CD&V):
En novembre 2004, un expert de
l'OMS a averti du danger
d'épidémie de grippe à l'échelle
mondiale, provoquée par le virus
modifié de la grippe aviaire
asiatique. Son avertissement a été
confirmé dans la revue "Nature"
par des virologues de réputation
internationale. La création d'un
stock suffisant de vaccins prend
du temps et l'on craint la mutation
du virus de la grippe aviaire H5N1
qui rendrait les vaccins existants
totalement inutiles. Pour suivre
l'évolution des mutations et
adapter les vaccins, l'OMS et la
FAO doivent disposer
d'échantillons de tissus provenant
d'oiseaux ou d'hommes infectés.
Certains pays touchés par
l'épidémie refusent néanmoins
toute collaboration.

Le ministre est-il informé de la
menace d'épidémie mondiale de
grippe et peut-il en évaluer les
risques pour notre pays?
Comment réagit-il à l'avis des
experts
à propos de
l'indispensable réserve de
médicaments antiviraux?
Les
médicaments supplémentaires
dont la commande a été passée
après une décision prise en
Conseil des ministres en octobre
2004 ont-ils déjà été fournis? De
quel stock notre pays dispose-t-il à
présent?

Plus de deux millions de vaccins
étaient disponibles en octobre
2004. Y en a-t-il plus aujourd'hui?
Un nouveau vaccin contre le
phénomène redouté d'une
mutation du virus de la grippe
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Als u het reeds hebt ontvangen, hoe luidt het advies dan? We hebben
vernomen dat het advies nog altijd niet werd ontvangen.

Het blijft natuurlijk de vraag hoe het komt dat er zoveel tijd
noodzakelijk is om te bepalen hoe groot de stock met betrekking tot
de antivirale geneesmiddelen moet zijn.

Ten tweede, er is een bijkomende aankoop van antivirale
geneesmiddelen geleverd, dat is ons ondertussen bekend. Het gaat
natuurlijk ook nog altijd over de voorraad van de fameuze capsules en
het poeder. De voorraad waarover ons land beschikt, is thans bekend.
Er zouden ongeveer 400.000 mensen hiervoor in aanmerking kunnen
komen. Als ik goed kan rekenen, dan is dit minder dan een twintigste
van de bevolking van ons land. Het gaat niet over specifiek
gepersonaliseerde dosissen of dosissen die per capita toepasselijk
zijn, maar het gaat wel over een aantal vaten die ter beschikking
zouden zijn en verwerkt moeten worden, hetzij in pastilles, hetzij in
capsules, hetzij in andere toedieningsvormen.

Met betrekking tot de vaccins zelf, op 20 oktober 2004 waren twee
miljoen vaccins beschikbaar in ons land. Is er nu een grotere stock?
Er is natuurlijk een verschil tussen de beschikbare geneesmiddelen
en de stock. Heeft men, gezien de dreiging van een mutatie van het
fameuze virus en de tijdsspanne van 6 tot 12 maanden, vanuit de
Wereldgezondheidsorganisatie reeds melding gemaakt van de
ontwikkeling van een nieuw vaccin? Wij weten namelijk dat het
"draaiboek" ieder jaar opnieuw wordt herwerkt. In het kader van de
algemene verzekering van de volksgezondheid zouden wij dit toch
moeten kunnen weten. Wat is de verhouding met betrekking tot de
ons omringende landen? Als er in andere landen hogere aantallen
antivirale geneesmiddelen en vaccins aanwezig zouden zijn, kunnen
wij dan een beroep doen daarop en, omgekeerd, wanneer wij een
overschot zouden hebben, zijn er afspraken gemaakt dat men een
uitbesteding van deze geneesmiddelen zou kunnen doen aan het
buitenland?

Ten slotte zou ik graag weten welke initiatieven u zult nemen om de
landen waar de slachtoffers gevallen zijn ertoe aan te zetten om mee
te werken met de internationale organisaties om informatie en ook
weefselmonster ter beschikking te stellen, waarop eventuele
experimenten gedaan kunnen worden. Welke opmerkingen zult u
daaromtrent maken in Europees en internationaal verband?

Mijnheer de minister, ik richt deze interpellatie tot u in de hoop dat wij
nooit in een toestand zullen terechtkomen waarin wij effectief
maatregelen moeten nemen. Ik meen echter dat ook hier voorkomen
beter is dan genezen.
aviaire est-il déjà en préparation?
Que représente notre stock par
rapport à celui des pays qui nous
entourent? Quelles initiatives le
ministre prendra-t-il pour inciter les
pays où l'on dénombre des
victimes à échanger des
informations ainsi que des
échantillons de tissus?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik deel de
bezorgdheid van de heer De Crem helemaal.

Eerst en vooral ben ik op de hoogte van het gevaar van een
wereldwijde dodelijke griep, een pandemie. Op uw vraag of ik kennis
heb van een wetenschappelijke studie en cijfers over de risico's
hiervan voor ons land, kan ik u het volgende kort antwoord geven. Ik
beschouw een grieppandemie als een van de mogelijke dreigingen
voor de volksgezondheid, niet alleen in ons land, maar wel in Europa
en zelfs in de wereld.
02.02 Rudy Demotte, ministre: Je
partage les inquiétudes de M. De
Crem. Une pandémie de grippe
pourrait menacer la terre entière et
n'épargnerait donc pas la
Belgique. Notre pays s'est doté,
depuis 1998, d'un plan pour faire
face à une pandémie éventuelle.
Le Conseil supérieur d'hygiène
veille à l'actualiser en
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Mijn diensten hebben het grieppandemieplan, daterend van 1998,
vorig jaar herwerkt. Dit plan werd goedgekeurd door de Hoge
Gezondheidsraad. Naar aanleiding van de recente evoluties op
internationaal vlak en aan de hand van de recente wetenschappelijke
studies worden het plan en de betrokken procedures continu opnieuw
aangepast. Het is dus een permanent proces van aanpassing van de
verschillende maatregelen die zouden ­ ik hoop dat dit niet het geval
zal zijn ­ moeten genomen worden. Het plan wordt dus helemaal en
continu herwerkt.

Ten tweede, met betrekking tot de verschillende antivirale middelen,
ter beschikking van ons land. Eerst moet ik herhalen dat de antivirale
stocks enkel een effect hebben op de gevolgen van de pandemie. Het
is absoluut geen echt geneesmiddel, maar dient alleen om de
verschillende doelgroepen te beperken en om de zwaksten, de
ouderen en de kinderen, te kunnen verdedigen. Mijn diensten hebben
een rapport opgesteld en op 8 juni wordt het advies van de Hoge
Gezondheidsraad voor goedkeuring aan zijn college voorgelegd. Wat
betreft het advies, hebt u gelijk dat dit al lang geleden werd gevraagd.
Men zegt mij dat het advies binnen de twee weken door de Hoge
Gezondheidsraad zou moeten worden overgemaakt aan mijn
diensten.

Vervolgens is de bijkomende aankoop van antivirale geneesmiddelen
zoals beslist op de Ministerraad van 10 oktober 2004, inderdaad al
geleverd. In april 2005 werd de voorraad antivirale geneesmiddelen,
zoals beslist op onze Ministerraad, geleverd.

Ten derde, over welke voorraad spreekt men? Men spreekt hier dus
van verschillende molecules zoals de Tamiflu-capsules en het
Relenza-poeder. Daarover kan ik zeggen dat naast normale stocks
van de apotheken onze Staat nu beschikt - en ook op advies van de
Hoge Gezondheidsraad en onze commissie die daarover een wet
gemaakt heeft - over 436.000 dosissen. Dat bestaat dus in
persoonlijke dosissen, capsules enzovoort, ofwel in vaten die kunnen
gebruikt worden in geval van pandemie.

Nog een vraag over de vaccins. Op 20 oktober 2004 waren er ruim
twee miljoen vaccins beschikbaar in ons land. Is er nu, vraagt u mij,
een grotere stock aangelegd? Ik kan daarover zeggen dat de twee
miljoen vaccins seizoensgebonden vaccins zijn die elk jaar
naargelang de circulerende stam van het griepvirus verschillend
samengesteld zijn. De vaccins voor het volgende griepseizoen
worden momenteel geproduceerd en zijn pas in september
beschikbaar. We voorzien geen tekort in de beschikbaarheid van de
griepvaccins voor het jaarlijkse griepseizoen op onze markt.

Heeft men gezien de dreiging van een mutatie van het vogelgriepvirus
en de tijdspanne van zes tot twaalf maanden vanuit de WGO al
melding gemaakt van de ontwikkeling van een nieuw vaccin? Ja, er is
een vaccin gemaakt met de huidige stam van het H5N1-virus, doch
een vaccin kan pas geproduceerd worden op het ogenblik dat het
pandemisch griepvirus ontstaat. Gezien verdere mutaties van het
virus verwacht worden, is er geen garantie dat de vaccins die
momenteel gemaakt worden met de huidige stam van de H5N1-stam
een voldoende immuniteit kunnen bieden. Daarover moet er nog werk
gemaakt worden want de eindfase van de evolutie van het H5N1-virus
permanence.

Les moyens antiviraux dont
dispose notre pays doivent nous
permettre de combattre les
conséquences d'une pandémie. Ils
doivent protéger en priorité les
plus faibles, c'est-à-dire les
personnes âgées et les enfants.
Mes services ont rédigé à ce sujet
un rapport, qui sera soumis en
juillet au Conseil supérieur
d'hygiène. Ce dernier devra rendre
un avis dans un délai de deux
semaines.

Le stock supplémentaire constitué
à la suite de la décision prise par
le Conseil des ministres du 10
octobre 2004 a été livré en avril
2005.

Outre le stock des pharmaciens,
l'Etat dispose de 436.000 doses
de différentes molécules,
conditionnées dans des capsules
ou dans des récipients.

En avril 2005, deux millions de
vaccins étaient disponibles dans
notre pays. La composition de ces
vaccins varie en fonction de la
saison. Le prochain lot sera
disponible en septembre. Je ne
prévois pas de pénurie.

L'Organisation mondiale de la
santé a effectivement mis en
garde contre une mutation du virus
de la grippe aviaire, qui
nécessitera un nouveau vaccin. Le
vaccin ne peut toutefois être
fabriqué que si le virus est déjà
apparu. Les vaccins actuels ne
sont probablement pas efficaces.
Par ailleurs, l'on ne commercialise
pas un vaccin au hasard. Il doit
d'abord être testé. Des efforts sont
toutefois consentis, par l'industrie
notamment, pour raccourcir le
processus de production d'un
vaccin.

Notre stock est comparable à celui
des pays voisins, à l'exception de
la France qui a récemment
augmenté le sien. Le Royaume-
Uni et le Luxembourg ont décidé
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
is tot nu toe niet gekend. Die vaccins kunnen trouwens niet zomaar op
de markt gebracht worden. Er zijn momenteel op internationaal vlak
een aantal klinische studies opgezet om dit basisvaccin te testen.

Anderzijds zijn reeds heel wat inspanningen door de internationale
organisatie en de industrie geleverd om de productietijd voor een
pandemisch vaccin, waaronder de procedure voor de licentie, te
kunnen inkorten. Dat was ook een belangrijk onderwerp van het
debat.

Ten slotte, in welke mate verhoudt de voorraad antivirale
geneesmiddelen en vaccins zich tot de voorraad in de ons
omringende landen? Onze actuele voorraad antivirale
geneesmiddelen gelijkt op die van de ons omringende landen, met
uitzondering van Frankrijk, dat recent een grotere voorraad
ingeslagen heeft.

Enkele landen zoals Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk, hebben
effectief beslist om in een financiering te voorzien om bijkomende
bestellingen te plaatsen. Een bijkomende mogelijkheid bestaat erin
dat de firma in de onmogelijkheid is om een hoeveelheid
geneesmiddelen te produceren die overeenstemt met de vraag van
de verschillende landen.

In dat verband moet ik toch een bedenking formuleren. U weet het
misschien niet, maar men staat in Europa toch voor een paradox.
Antivirale stocks kunnen op het Europese vlak gevormd worden in
geval het gaat om zoönose, ziektes die van dieren overkomen. Als het
over mensenziektes gaat, is het wettelijk onmogelijk. Dieren worden
immers beschouwd als goederen; gezondheid blijft een specifieke
bevoegdheid van de lidstaten. Ik heb reeds gedurende een van onze
vergaderingen aan mijn Europese collega's voorgesteld om onze
aanpak van pandemieën te wijzigen. Europese stocks zijn wel zinvol.
Ik zal het voorstel nogmaals op de volgende vergadering van
Volksgezondheid verdedigen.

Het zal immers ook een ander probleem voorkomen. Ik spreek hier
over de beschikbaarheid van de producten. Indien men een centrale
stock op Europees vlak aanlegt, kan men met veel spoed aan de
vragen van de lidstaten beantwoorden. Tot nu toe is er een soort van
concurrentie tussen de staten. Wat gebeurt er? De staten hebben te
doen met een firma die op een monopolie kan steunen. Die firma kan
bijgevolg met de verschillende lidstaten over de prijzen
onderhandelen en bovendien inspelen op het volume en de
leveringstermijnen. Dat is voor ons onaanvaardbaar.
de passer une commande
supplémentaire. L'industrie n'est
actuellement pas en mesure de
répondre à la demande accrue.

A l'heure actuelle, les stocks
d'antiviraux à l'échelle européenne
ne peuvent malheureusement être
constitués que pour les animaux.
La santé humaine est une
compétence qui relève des Etats
membres. Je continuerai à
défendre la constitution de stocks
à l'échelle européenne étant
donné que celle-ci est plus
efficace et élimine la concurrence
entre les sociétés qui jouent en
partie sur les délais de livraison.
02.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik heb evenwel geen antwoord gekregen op mijn vraag
met betrekking tot de informatie-uitwisseling en de opslag en de
bewerking van de weefselmonsters.

Mijn laatste vraag was in welke mate wij op internationaal vlak de
internationale organisaties ertoe zullen aanzetten informatie en
weefselmonsters ter beschikking te stellen. Het gaat eigenlijk over de
problematiek van zowel de administratieve als de pathologische
informatie-uitwisseling.
02.03 Pieter De Crem (CD&V): Je
n'ai pas obtenu de réponse à ma
question relative à la procédure
d'échange d'informations.
02.04 Minister Rudy Demotte: Dat is een zeer belangrijke kwestie die 02.04 Rudy Demotte, ministre:
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
nu wordt behandeld door de CBC, het Europees centrum dat zich
daarmee bezighoudt. Er zijn natuurlijk veel verschillende uitdagingen.
Eerst moet de informatie die in een bepaald land beschikbaar is, op
zeer korte termijn worden overgegeven aan de CBC. Bovendien
moeten de verschillende maatregelen die in geval van een pandemie
moeten worden genomen, snel aan de lidstaten worden genotificeerd.
Dat is ook de rol van de CBC. Dat werd gisteren besproken op de
interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid tussen de
Gemeenschappen en de federale overheid. De bevoegdheden zijn
immers zeer gemengd.

Ik geef het voorbeeld van de primaire preventie. Dat behoort uiteraard
tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen. De secundaire
preventie behoort tot onze bevoegdheid. In het geval van een
pandemie moeten niet alleen de Gemeenschappen hun informatie
aan de bevolking bieden. De verschillende actoren van ons
gezondheidszorgstelsel moeten zeer precieze protocols kennen.
Daarvoor heeft de FOD Volksgezondheid voorzien in een procedure.
Die procedure wordt regelmatig herzien, want zij evolueert met de
verschillende elementen die de WGO of de Europese overheden ter
kennis brengen.
Cette problématique est en effet
d'une importance cruciale et est
actuellement examinée à l'échelle
européenne. Il est essentiel que
les informations soient échangées
très rapidement et que tous les
intéressés soient informés des
mesures prises dans les plus brefs
délais. Ce point a également été
abordé lors de la conférence
interministérielle: il s'agit en effet
d'une compétence relativement
morcelée.
02.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, na de motie zou
ik nog de aanbeveling willen doen dat het advies voor het zomerreces
ook aan de kamerleden wordt bezorgd. U hebt bevestigd dat de zaak
lang heeft aangesleept. Ik dring aan op een snellere opvolging van de
evoluties. Anders is er natuurlijk geen sprake van een continu proces.
U had het immers over het continue proces, de continue aanpassing,
wat volgens mij belangrijk is.

Anderzijds is dit een vraag van algemeen belang. Wat is het plan van
de Belgische politiek? Ik vermoed dat het fenomeen reeds in schaal
werd gebracht. Heeft men een idee van de schaalvergroting die een
epidemie met zich kan brengen? We hebben gesproken over een
vogelpestepidemie. Gelukkig was het aantal slachtoffers en de
mensen die een aantal tekenen vertoonden van vogelpest relatief
beperkt. Heeft men het fenomeen van vogelpest, na de laatste
epidemie, in schaal gebracht en demografisch afgebakend zoals men
dat met een meningitisepidemie ­ ik weet dat men de twee niet kan
vergelijken ­ doet door een opsplitsing in virale en bacteriële
besmettingen? Is dit in schaal gebracht?
02.05 Pieter De Crem (CD&V):
J'insiste pour que le suivi de ce
dossier soit réalisé de manière
aussi complète et aussi rapide que
possible.

Le ministre peut-il estimer le
facteur de multiplication qui
intervient en cas d'épidémie, par
exemple pour la peste aviaire?
02.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Crem, een van de problemen is om in dit verband een precieze
raming te krijgen. Daar gaat het precies over als we stocks willen
aanleggen. Op uw concrete vraag zal een antwoord worden geboden
na advies te hebben ingewonnen van de Hoge Raad van
Volksgezondheid. Dit advies wordt over twee weken verwacht. Ik ben
bereid dit advies aan de leden van deze commissie te laten bezorgen.
02.06 Rudy Demotte, ministre:
En effet, il est important d'en
connaître l'ampleur pour la
constitution des stocks. Le Conseil
supérieur d'hygiène remet des avis
en la matière.
02.07 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens nog
een subvraag te stellen met betrekking tot de problematiek van de
controles op luchthavens. Hoe gebeuren die controles? Soms gebeurt
zo'n controle omdat bepaalde vogelsoorten worden aangetroffen.
Gebeuren dergelijke controles permanent of via steekproeven?
02.07 Pieter De Crem (CD&V):
Des contrôles sont-ils par exemple
effectués sur des oiseaux
importés par le biais des
aéroports?
02.08 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Crem, wat de vogels betreft, is het FAVV bevoegd.
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
02.09 Pieter De Crem (CD&V): Dat weet ik, mijnheer de minister.
Mijn vraag is of er controles worden uitgevoerd. Het is een zuiver
informatieve vraag.
02.10 Minister Rudy Demotte: De besmetting kan van vogel op mens
gebeuren. Een paar maanden geleden hebben we twee besmette
vogels op de luchthaven aangetroffen.
02.10 Rudy Demotte, ministre:
Certes. De tels contrôles ont
encore été effectués il y a
quelques mois sur des aigles
huppés importés dans des
fourreaux.
02.11 Pieter De Crem (CD&V): Inderdaad, arenden in kokers.
02.12 Minister Rudy Demotte: We hebben op dat ogenblik
onmiddellijk maatregelen genomen door het euthanaseren - raar
woord in dit geval - van de vogels, te meer daar we ongerust waren
omdat de man die de vogels geïmporteerd had, volgens de geruchten
ook tekenen van besmetting vertoonde. Dit bleek evenwel niet het
geval te zijn.

Als de alarmbel op Europees vlak wordt geluid, beschikken wij
onmiddellijk over panelen waarop informatie kan worden verspreid op
de luchthavens. Dat zijn immers plaatsen van waaruit de besmetting
het snelst kan worden verspreid. We hebben dat vorig jaar al
vastgesteld toen wij ervoor vreesden dat het zou kunnen gebeuren.
02.12 Rudy Demotte, ministre:
Lorsqu'on soupçonne une
contamination, une procédure
d'alarme européenne est
déclenchée. Des panneaux clairs
d'information et d'avertissement
sont alors installés dans tous les
aéroports.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Pieter De Crem en Mark Verhaegen en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De Crem
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
- de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad nauwgezet op te volgen, evenals die van de WGO;
- alle nodige maatregelen te treffen zodat, bij het uitbreken van de pandemie, de bevolking snel de juiste
zorgen kan krijgen;
- en de Europese samenwerking afdwingbaar te maken."

Une motion de recommandation a été déposée par MM. Pieter De Crem et Mark Verhaegen et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De Crem
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
- de suivre de près les avis du Conseil supérieur d'hygiène et de l'OMS;
- de prendre toutes les mesures nécessaires pour que la population puisse obtenir les soins adéquats en
cas d'apparition de la pandémie;
- et d'imposer la collaboration européenne en la matière."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Dominique Tilmans, Maya Detiège, Colette Burgeon
en Yolande Avontroodt.
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Dominique Tilmans, Maya Detiège, Colette Burgeon et
Yolande Avontroodt.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
03 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het ontslag van de Nederlandstalige ombudsvrouw bij de federale commissie 'Rechten van de
Patiënt'" (nr. 7120)
03 Question de Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
démission de la médiatrice néerlandophone auprès de la commission fédérale 'Droits du patient'"
(n° 7120)
03.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, het
koninklijk besluit van 1 april 2003 tot regeling van de samenstelling en
de werking van de federale commissie "Rechten van de Patiënt"
bepaalt dat de leiding van de ombudsdienst toevertrouwd wordt aan 2
ombudspersonen: 1 Nederlandstalige en 1 Franstalige. De
Franstalige ombudsvrouw werd benoemd bij ministerieel besluit van 7
juli 2003 en de Nederlandstalige ombudsvrouw trad pas later in
dienst.

Ik verneem dat intussen de Nederlandstalige ombudsvrouw onlangs
haar ontslag zou hebben ingediend. Ik had dan ook graag van u
vernomen of het inderdaad correct is dat zij haar ontslag heeft
ingediend, wanneer dat gebeurde en welke specifieke redenen aan de
grondslag ervan lagen? Is er al een nieuwe procedure gestart om een
nieuwe Nederlandstalige ombudspersoon aan te werven? Wanneer
zal die ten vroegste in dienst kunnen treden? En wat gebeurt er
intussen met de klachten die toekomen op de federale ombudsdienst
en hoe verloopt de behandeling ervan? Ik dank u bij voorbaat,
mijnheer de minister, voor uw antwoord.
03.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): L'arrêté royal du 1
er
avril
2003, réglant la composition et le
fonctionnement de la Commission
fédérale des droits du patient,
stipule que la direction du service
de médiation est confiée à deux
personnes, une pour chaque rôle
linguistique La médiatrice
francophone a été nommée par
arrêté ministériel du 7 juillet 2003.
La médiatrice néerlandophone, qui
n'est entrée en fonction que plus
tard, vient de donner sa
démission.

Le ministre a-t-il été informé des
motifs de cette démission? La
procédure de sélection en vue du
recrutement d'un nouveau
médiateur a-t-elle déjà
commencé? Quand le lauréat
pourra-t-il entrer en fonction?
Dans l'intervalle, qu'adviendra-t-il
des réclamations en cours?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de volksvertegenwoordiger,
ten eerste, het klopt dat de Nederlandstalige ombudspersoon inzake
de rechten van de patiënt ontslag heeft genomen.

Ten tweede, omdat de Nederlandstalige ombudspersoon na de start
van de federale ombudsdienst "Rechten van de Patiënt" nieuwe
loopbaanperspectieven aangeboden kreeg, heeft zij haar ontslag
aangeboden op 1 maart 2005 met een overeengekomen opzegtermijn
van 3 maanden. Gezien de tijdige kennisgeving van het ontslag werd
binnen een redelijke termijn in het starten van de nieuwe procedure
voorzien. Binnen die procedure is men op dit moment bezig met de
selectie van de kandidaten.

Ten derde, het spreekt voor zich dat er gestreefd wordt naar een
snelle opvolging. De juiste termijn zal echter afhangen van de huidige
werksituatie van de geselecteerde kandidaat.

Ten vierde en ten laatste, gezien de wetgever de ombudspersonen bij
uitsluiting bevoegd maakt om te bemiddelen bij klachtendossiers, is
03.02 Rudy Demotte, ministre: La
médiatrice du rôle néerlandais a
effectivement présenté sa
démission le 1
er
mars à la suite
d'une sollicitation pour un autre
poste. Elle respectera le préavis
de trois mois. La procédure de
nomination d'un nouveau
médiateur est en cours et le
lauréat est sur le point d'être
sélectionné. La date de son entrée
en fonction dépendra
naturellement du préavis qu'il
devra éventuellement respecter
avant de quitter son emploi actuel.

Les dispositions légales prévoient
que le médiateur assure lui-même
le traitement des plaintes. Bien
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
het niet mogelijk die taak ter overbrugging te laten vervullen door
andere personeelsleden binnen de FOD Volksgezondheid. Het
secretariaat zal echter wel de nieuwe klachten centraliseren en de
patiënten informeren over de uitgestelde opvolging van hun dossier.
Voor de enkele nog lopende dossiers wordt er echter wel gezorgd dat
binnenkomende correspondentie of antwoorden bij de betrokken
partijen terechtkomen.

Tot daar, mevrouw Storms, mijn antwoord.
entendu, le secrétariat suit
l'évolution des dossiers et informe
les plaignants. Dans l'intervalle, le
suivi des dossiers en cours est
assuré.
03.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, als ik het
goed heb begrepen, is er al een kandidaat geselecteerd, maar moet
de indiensttreding nog worden geregeld. Ik hoop dat dat snel zal
gebeuren, zeker wanneer ik hoor dat de klachten blijven liggen en ik
vind dat vrij moeilijk te aanvaarden. Ik hoop dat die persoon daar rap
aan de slag kan.
03.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Il faut espérer que le
remplaçant pourra commencer le
plus rapidement possible. Il m'est
revenu que, dans l'intervalle, des
plaintes sont restées en
souffrance. De telles situations
doivent bien sûr être évitées.
03.04 Minister Rudy Demotte: Ik hoop het ook.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de Raad voor Dierenwelzijn" (nr. 7211)
04 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
Conseil du bien-être des animaux" (n° 7211)
04.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het koninklijk besluit van 7 oktober 2002 regelt de
samenstelling en de werking van de Raad voor Dierenwelzijn.

De Raad telt zeventien leden en is samengesteld uit leden van
dierenbeschermingsverenigingen, leden van verenigingen van
gebruikers en fokkers van dieren, leden van de
verbruikersverenigingen en leden van de beroepsverenigingen van
dierenartsen en mensen uit de wetenschappelijke sector.

De Raad ging van start op 1 januari 2003 en de leden ervan werden
benoemd voor een periode van twee jaar. Bijgevolg werd de Raad
ontbonden op 31 december 2004.

Ik stel vast dat er tot op heden nog geen nieuwe Raad werd
samengesteld. Ik weet dat de kandidaturen al werden opgevraagd,
maar er werd echter nog geen nieuwe Raad samengesteld. Het gaat
telkens om een periode van twee jaar. Het is nu juni, wat betekent dat
al 25% van de nieuwe ambtsperiode van twee jaar - 2005 en 2006 -
voorbij is.

Mijnheer de minister, u vindt dierenwelzijn belangrijk. De Raad
adviseert u toch zeer goed bij alle wetsvoorstellen en bij uw vragen.
De Raad functioneert ook goed en de werkgroepen waren zeer actief.
Hoe komt het dat de samenstelling van die nieuwe Raad op zich laat
wachten? Welke timing ziet u? Wanneer zou de nieuwe Raad kunnen
samengesteld zijn?
04.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le Conseil du bien-être des
animaux compte dix-sept
membres et est composé de
représentants d'associations de
protection des animaux,
d'associations d'éleveurs,
d'associations de consommateurs
et d'associations professionnelles
de vétérinaires et de scientifiques.
Le Conseil a démarré ses activités
le 1
er
janvier 2003. Les membres
sont nommés pour deux ans. Le
31 décembre 2004, le Conseil a
dès lors été dissous. Un nouveau
Conseil n'a pas encore été
composé. Pourquoi? Quand le
nouveau Conseil démarrera-t-il
ses activités?
04.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw 04.02 Rudy Demotte, ministre:
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Muylle, het koninklijk besluit van 7 oktober 2002 regelt inderdaad de
samenstelling en de werking van de Raad voor Dierenwelzijn.

De leden werden bij ministerieel besluit van 5 maart 2003 benoemd
voor een mandaat van twee jaar. Dit ministerieel besluit werd
gepubliceerd op 22 april 2003. Ik heb overigens beslist de
samenstelling van de Raad te herzien en met name het aantal
vertegenwoordigers van de dierenrechtenorganisaties te verhogen.
Het koninklijk besluit van 20 juli 2004 tot wijziging van het koninklijk
besluit van 7 oktober 2002 werd gepubliceerd op 23 december 2004.

Ik heb na publicatie van voornoemd besluit de verschillende
verenigingen die lid zijn van de Raad gevraagd kandidaten voor te
dragen. Tot mijn grote spijt heeft een aantal verenigingen nog steeds
geen geldige kandidaturen ingediend waardoor ik logischerwijs de
nieuwe leden van de Raad nog niet kon benoemen. Ondanks
herinneringen, waarvan de laatste begin mei werd verzonden, heb ik
nog steeds geen kandidaturen voor de NAVED, Nationale Vereniging
voor Dierenbescherming en de VDV, Vlaamse
Dierenartsenvereniging. Ik hoop dat dit binnenkort zal zijn verholpen.
J'ai l'intention de modifier la
composition du Conseil du bien-
être des animaux. Je souhaite y
accroître la représentation des
organisations de défense du bien-
être des animaux. Cette
adaptation a été fixée par arrêté
royal en décembre 2004. J'ai
encouragé les organisations de
défense du bien-être des animaux
à déléguer un plus grand nombre
de représentants, mais sans grand
succès à ce jour.

Certaines associations n'ont pas
encore introduit de candidatures
valables. Tant que je n'en dispose
pas, je ne puis nommer les
membres du Conseil. J'espère que
le problème pourra être résolu
prochainement.
04.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord. Ik had reeds vernomen dat u meer vertegenwoordigers
wou uit de dierenbeschermingshoek. Als die verschillende
organisaties geen afvaardiging of kandidaturen naar u sturen,
betekent dat dan dat de raad ophoudt te bestaan? Ik hoop van niet. Ik
denk dat wij al 6 maanden over tijd zijn. Ik zou er toch op willen
aandringen om hier snel komaf mee te maken zodat men de raad
opnieuw kan installeren. Ik veronderstel dat de stuurgroep ook niet
samenkomt. Komt de stuurgroep momenteel nog samen, mijnheer de
minister?
04.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Le conseil disparaît-il si les
organisations ne présentent pas
de candidatures valables? Le
groupe de pilotage se réunit-il
encore en attendant?
04.04 Minister Rudy Demotte: Ik denk het niet. Ik denk dat zij niet
vergaderen.
04.04 Rudy Demotte, ministre:
Non, je pense que tout s'arrête
dans ce cas.
04.05 Nathalie Muylle (CD&V): Dus alles ligt stil. Dat is voor een
periode van 2 jaar. Ik zou toch willen aandringen op enige
hoogdringendheid terzake. Ik maak mij ook zorgen over de
wetsontwerpen en de wetsvoorstellen die in deze commissie worden
behandeld. Ik denk dat het advies van de Raad voor dierenwelzijn hier
zeer welkom zou zijn. Daarom vraag ik met enige aandrang om de
werking van de raad opnieuw te activeren.
04.05 Nathalie Muylle (CD&V): Il
convient de résoudre ce problème
d'urgence. L'avis du Conseil du
bien-être des animaux me semble
particulièrement utile dans la
perspective de l'élaboration de
certaines lois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de ministre van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de runderoormerken" (nr. 7220)
05 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
marques auriculaires pour les bovins" (n° 7220)
05.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, dit is een
vervolgvraag op een vraag die ik al in december aan u heb gesteld,
namelijk hoe zit het met de runderoormerken?

Zoals u weet, heeft elk rund vandaag twee runderoormerken nodig. Zij
05.01 Nathalie Muylle (CD&V):
La marque auriculaire pour bovins
utilisée actuellement s'altère
rapidement et la répétition du
marquage des animaux entraîne
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
moeten worden aangebracht binnen de 7 dagen na de geboorte van
het kalf. Dit gaat samen met een elektronische aangifte bij Sanitel.
Die oormerken worden in Vlaanderen uitgevaardigd door DGZ en in
Wallonië door Arcea. Wij weten dat er een probleem was met de
kwaliteit van die oormerken. Er was veel breuk en ook de periode van
slijtage was veel korter. Er was sprake van slijtage in 2 à 3 jaar daar
waar dit vroeger meestal 4 à 5 jaar bedroeg. Dit zorgde bij de
rundveehouders toch wel voor wat problemen. Er was niet alleen het
werk dat dit teweegbracht, maar ook de administratie en de
hermerking. Telkens wanneer oormerken afvallen of breken, moet
men via hermerking nieuwe oormerken aanvragen. Dit had ook een
financieel aspect.

Wij waren het er toen over eens dat hieraan iets moest worden
gedaan. U hebt eind 2004 gezegd dat er een erkenningsprocedure
lopende was met een zoektocht naar nieuwe leveranciers. U sprak
toen van 3 overblijvende leveranciers. Er waren ook nog 6 types van
oormerken die in aanmerking kwamen. Mijn vraag is wat de stand van
zaken is. U had beloofd dat dit begin 2005 in orde zou zijn. Ik heb
reeds vernomen, mijnheer de minister, dat de praktijk- en
laboproeven op die oormerken al gebeurd zijn. Er zou nog discussie
zijn tussen de adviescommissie en het FAVV, vooral wat de
fraudebestendigheid van die oormerken betreft.

Mijnheer de minister, juist het probleem van de fraudebestendigheid
baart mij toch wel wat zorgen. Wij kennen allemaal de voorbeelden
van de laatste maanden. Er was niet alleen het hormonenschandaal
maar ook heel de problematiek rond de verwaarloosde dieren in
Meerhout. Daar lag vooral fraude met oormerken aan de basis van de
problematiek. Ik voel bij heel veel rundveehouders dat men dringend
vraagt naar een goede en sluitende regeling die geen fraude toelaat.
Om die reden kunnen goede oormerken volgens mij een eerste stap
in de goede richting zijn. Wij weten allemaal dat met de nieuwe
premies, de cross compliance en de MTR de rundveehouder die niet
in orde is, niet alleen boetes riskeert, maar door de randvoorwaarden
in het nieuwe Europese subsidiesysteem zijn volledige subsidie kan
kwijtspelen.

Er is toch wel wat bezorgdheid in de sector.

Mijnheer de minister, vandaar de volgende vraag aan u. Wanneer
zullen de nieuwe oormerken effectief voorradig zijn voor de
rundveehouders?
une lourde charge financière et
administrative pour les éleveurs.
Pour éviter la fraude relative aux
bovins, les éleveurs demandent
une réglementation sans faille
pour le marquage auriculaire.

Le ministre a déjà répondu
précédemment qu'une procédure
d'agrément était en cours pour
d'autres types de marques
auriculaires. Cette procédure
serait terminée mais j'ai appris
qu'une discussion est encore en
cours entre l'AFSCA et la
commission d'évaluation. Quand
les nouvelles marques auriculaires
seront-elles disponibles?
05.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, medio mei
2005 heeft de evaluatiecommissie samengesteld uit leden van
dierengezondheidszorg, DGZ, en l'Association régionale de Santé et
d'Identification Animales, ARSIA, en de landbouworganisatie een
rapport bezorgd aan het Voedselagentschap met daarin hun
bevindingen over elk van de zes oormerken voor runderen waarvoor
momenteel een erkenningsprocedure loopt. Zij heeft ook bijkomende
tests laten uitvoeren door het Vlaams Kunststofcentrum VKC.

Het Agentschap heeft dat rapport intern reeds besproken. De
evaluatiecommissie heeft aangedrongen op een overlegvergadering
alvorens het Agentschap een definitieve beslissing zou nemen. Die
vergadering is gepland op 17 juni.
05.02 Rudy Demotte, ministre: La
commission d'évaluation
­
composée de membres de la
Dierengezondheidszorg (DGZ) et
de l'Association régionale de santé
et d'identification animales
(ARSIA) ­ a transmis en mai 2005
à l'Agence fédérale pour la
sécurité alimentaire son rapport
relatif à chacune des six marques
auriculaires qui entrent en ligne de
compte pour l'agrément. Le
Vlaams Kunststoffencentrum a
également effectué des tests.
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Nadien zal het Agentschap mij het resultaat meedelen en zal beslist
worden welke oormerken een erkenning kunnen krijgen. Het is dus
nog een kwestie van enkele weken.

Ik kan u al meedelen dat er zeker een uitbreiding van het aantal
erkenningen komt.

Het perfecte oormerk bestaat zeker nog niet en zal wellicht ook nooit
bestaan. Uitval van oormerken zal dus nooit volledig vermeden
kunnen worden en vergelijkingen tussen België en Nederland, waar
nog andere oormerken op de markt zijn, hebben gelijklopende
resultaten opgeleverd.

Het conflict waaraan u refereert, betreft de vraag van de sector om
zitting te hebben in de commissie voor de beoordeling van de
fraudebestendigheid. Het Agentschap heeft zich daarvan bewust
onthouden en is van mening dat hij autonoom zijn advies over dat
punt moet formuleren. Elk van de partijen ­ we spreken hier over de
sector en het Agentschap ­ heeft immers zijn eigen taken en
verantwoordelijkheden.

Ten eerste, de sector heeft er alle belang bij om zelf de meest
geschikte identificatiemiddelen te zoeken en te gebruiken. Voor de
oormerken liggen de algemene criteria bovendien reeds vast bij een
verordening van de Europese Unie. Met geen enkel model van
oormerk zal fraude echter voor 100% uit te sluiten zijn.

Ten tweede, fraude opsporen en bestrijden is wel een taak van het
agentschap. Het agentschap zal onderzoeken of dat meer voorkomt
bij het ene dan wel bij het andere type oormerk. Vroegere
vaststellingen hebben trouwens reeds tot aanzienlijke verbeteringen
van de bestaande modellen geleid. Pas na het toekennen van een
erkenning zullen de betrokken firma's overgaan tot het opstarten van
de productie van nieuwe oormerken.

Hoeveel tijd zij nodig hebben alvorens zij de oormerken kunnen
leveren, kan ik u op dit ogenblik nog niet meedelen. Bovendien zijn
DGZ en ARSIA nog volop bezig met de aanpassing van hun
administratie voor het beheren van de verdeling van meerdere types
oormerken. Ik kan u wel melden dat twee oormerken die in de nieuwe
procedure zijn opgenomen, reeds een erkenning hebben volgens de
vroegere procedure, zodat er zeker geen lacune in de bevoorrading
ontstaat bij de overgang van het oude naar het nieuwe systeem.

À la suite de la réunion de
concertation du 17 juin entre
l'AFSCA et la commission
d'évaluation, l'AFSCA me
précisera quelles marques
auriculaires seront agréées. Je
puis d'ores et déjà annoncer que
le nombre d'agréments
augmentera de toute façon.

La marque auriculaire parfaite
n'existe évidemment pas et la
perte ou la fraude ne pourra
jamais être complètement
éliminée. L'Union européenne
définit les critères généraux des
marques auriculaires, mais
l'Agence fédérale pour la sécurité
alimentaire examinera si les cas
de fraude sont plus fréquents pour
certains types de marques
auriculaires.

La production ne pourra être
lancée qu'après la reconnaissance
officielle. J'ignore dans quel délai
les marques auriculaires pourront-
être livrées. La DGZ et l'ARSIA
s'activent toujours à adapter leur
administration à la gestion des
nouvelles marques auriculaires.
Toutefois, le risque de pénurie est
inexistant puisque deux types de
marques auriculaires sont déjà
approuvés selon l'ancienne
procédure.
05.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het zeer uitvoerig antwoord.

Wat de vertegenwoordiging betreft, kan ik u volgen. Wat de
fraudebestendigheid en de kwaliteit van de oormerken betreft, er
zullen, zoals u zegt, altijd inbreuken zijn. Ik weet dat ook Europa
medezeggenschap heeft in de fraudebestrijding. U weet echter ook
dat er, althans in andere landen, tests gebeurd zijn met chips en dat
die ook niet 100% veilig zijn en fraudebestendig. Het meest veilige is
een DNA-staal, maar dat is vandaag financieel niet betaalbaar. Ik
meen dat wij ons vandaag moeten beperken tot de oormerken, maar
ik meen dat er een goede kwaliteit zal zijn, als er meer keuze zal zijn.
Dan is dat ook positief. Ik meen dat ik hier vandaag positieve
elementen heb gehoord. Op korte termijn zal er toch een groter
05.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Le fait de disposer d'un plus grand
choix de marques auriculaires est
positif. Les échantillons d'ADN
constituent le moyen
d'identification le plus sûr, mais il
est inabordable. La possibilité
d'exclure les fraudes est l'aspect
primordial pour les éleveurs de
bovins. Les incessantes
défaillances du système Sanitel,
utilisé pour l'enregistrement des
veaux à la naissance, favorisent
évidemment les tricheries. Le
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
aanbod aan oormerken zijn.

Met mijn vraag wil ik u ook nog eens meegeven, mijnheer de minister,
dat de bekommering om de fraudebestendigheid enorm leeft in de
sector. U weet misschien dat er de voorbije weken ook heel wat
problemen zijn met het elektronische meldsysteem, Sanitel, het VRS-
systeem waarin men de geboorte van een kalf moet melden. Het
gebeurt heel veel dat de lijn niet ter beschikking is. Men moet dan
papieren faxen naar DGZ en het Federaal Voedselagentschap om in
orde te zijn, als er controles gebeuren. Dat leeft heel sterk in de
sector. Ik hoef het u ook niet te zeggen: als dergelijke zaken vaak
gebeuren, dan laat dat fraude toe en dan zijn er altijd malafide
personen die daarvan misbruik maken.

Ik zou toch willen meegeven dat de sector zeker en vast mee wil
helpen op het vlak van fraudebestendigheid. Ik hoop ook dat ze
daarvoor uw volledige medewerking zullen krijgen.
secteur veut coopérer à la lutte
contre la fraude et il en espère
autant des autorités.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les bébés médicaments" (n° 7202)
06 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de saviour baby's" (nr. 7202)
06.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, la presse
nous apprenait récemment la naissance des deux premiers "bébés-
sauveurs" ou "bébés-médicaments" belges, en janvier dernier, à l'AZ-
VUB.

Ces bébés sont conçus par fécondation in vitro, ce qui permet de
soigner, soit par le prélèvement de sang du cordon ombilical soit par
une greffe, des enfants atteints d'un cancer ou d'une maladie
génétique pour lesquels il n'y a aucun autre traitement.

Je ne reviens pas sur le principe des "bébés-médicaments" que j'ai
exposé dans ma question. A ce jour, 14 couples ont entamé la
procédure et 61 demandes sont en attente. Si l'on peut se réjouir des
avancées de la science, cette technique pose différents problèmes
notamment sur le plan éthique.

D'abord, la caractérisation HLA, qui permet de vérifier si l'embryon est
sain, s'il est non porteur de certaines maladies génétiques et si les
tissus sont compatibles avec ceux de l'enfant malade, pourrait ouvrir
la porte à des dérives afin de trouver l'embryon parfait, ce qui devrait
tous nous inquiéter.

Ensuite, cet enfant à naître ne peut pas être considéré comme un
instrument par les parents, destiné à sauver l'enfant malade. Sur le
plan psychologique, c'est une démarche difficile. L'utilisation du sang
de cordon ou la greffe peut soit réussir, ce qui a pour conséquence
une survalorisation de l'enfant, soit être vouée à l'échec et créer dans
ce cas des dégâts psychologiques d'un côté comme de l'autre. Quel
sera alors le rapport entre ces deux enfants?

Je ne reviens pas sur la considération dont on a beaucoup parlé.
Effectivement, cela pourrait être un "bébé-instrument" et on n'est pas
06.01 Dominique Tilmans (MR):
In januari van dit jaar werden in
het AZ-VUB de eerste twee
"saviour baby's" geboren. Doordat
ze de transfusie van
navelstrengbloed of de
transplantatie van stamcellen
mogelijk maken, bieden die
proefbuisbaby's uitkomst voor een
broertje of zusje dat aan een
onbehandelbare kanker of
genetische aandoening lijdt.

Die techniek doet diverse
problemen rijzen, met name op
ethisch vlak. Enerzijds kan de
HLA-typering aanleiding geven tot
misbruiken bij de zoektocht naar
het perfecte embryo. Anderzijds
mogen de ouders dit kind niet
louter als
een instrument
beschouwen om het zieke broertje
of zusje te redden. Het is een
delicate aangelegenheid.

Hoe kunnen misbruiken op ethisch
vlak worden voorkomen? Wordt
deze praktijk in goede banen
geleid? Aan welke beperkingen is
ze onderworpen? Hoeveel kost
zo'n behandeling? In hoeverre en
onder welke voorwaarden wordt ze
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
sûr de l'affection que lui porteraient ses parents.

Dans ces conditions, monsieur le ministre, comment éviter les abus
sur le plan éthique? Cette pratique est-elle encadrée? Quelles sont
ses limites? Quel est le coût de ce traitement? Dans quelle mesure et
dans quelles conditions peut-il être remboursé par la sécurité sociale?
door de sociale zekerheid
terugbetaald?
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame la
députée, vous résumez très bien dans votre question la procédure qui
permet la conception des bébés HLA identiques, ce qui est
vraisemblablement une terminologie plus élégante que "bébés
médicaments". Néanmoins, votre introduction éthique comprend un
certain nombre d'inexactitudes. Je vais les relever, notamment le fait
que la technique décrite ne consiste pas à chercher l'embryon parfait,
mais bien l'embryon HLA compatible. C'est très différent!

Qu'est-ce qu'un embryon parfait quand on sait que nous sommes
tous, vous et moi, porteurs de trois à quatre maladies génétiques,
récessives heureusement? Il est clair que la perfection n'existe pas.
D'ailleurs, si tel était le cas - la recherche de la perfection, notamment
dans nous-mêmes et dans les embryons - nous en serions à une
contradiction inacceptable, cette attitude serait assimilée à
l'eugénisme, qui, je le rappelle, est proscrit par la loi du 11 mai 2003.

L'instrumentalisation de l'enfant est évidemment le risque à éviter.
C'est le centre de la discussion. Néanmoins, l'encadrement qui est
assuré par l'équipe de la VUB dans ces situations nous semble
approprié.

En outre, vous mettez en avant que rien ne garantit que l'enfant soit
désiré, aimé pour lui-même par ses parents. C'est, je le crains, notre
lot à tous. Il faut donc veiller à ce que ce débat se déroule dans un
cadre ouvert. Je ne suis pas enclin à imposer à tous les parents qui
entrent dans ce processus un cadre de sélection qui nie leur volonté.
Nous n'en sommes pas non plus, dans le cadre de ces bébés HLA
identiques, dans une situation où, parfois, comme on peut le donner à
sentir dans les articles de presse à sensation, on aurait presque
affaire à un magasin de stocks d'organes pour autrui.

Il s'agit bien ici des cellules souches qui sont à la base de tous les
organes dont notre corps est constitué. De la moelle épinière au
cerveau en passant par l'estomac, les yeux ou les cheveux, ce sont
les mêmes cellules qui sont au départ de ces évolutions. Donc, la
compatibilité est l'exigence absolue dans ce domaine. Toutefois, je
rappelle une fois de plus qu'elle n'est pas la perfection. Il y a une
grande différence sur le plan médical: l'une est une forfanterie de
l'esprit et, sur le plan de l'éthique, elle est inacceptable par rapport à
l'autre.

J'en arrive maintenant aux coûts du traitement.

Je dois tout d'abord rappeler que les maladies en question sont des
maladies génétiques. Si on regarde leur origine géographique, on
trouve essentiellement ces maladies dans le bassin méditerranéen ou
en Afrique subsaharienne. Par ailleurs, il n'y a pas de maladies
déclarées parmi les familles résidentes. Les interventions de ce type
ne sont donc pas à charge de notre sécurité sociale.
06.02 Minister Rudy Demotte: De
techniek waarvan sprake is niet
bedoeld om het perfecte embryo
op te sporen, maar het embryo
met compatibele HLA. Dat is een
groot verschil! Het zoeken naar
perfectie zou gelijk staan met
eugenetica en dat is bij de wet van
11 mei 2003 verboden.

De instrumentalisering van het
kind is de kern van de zaak. Toch
lijkt de VUB voor een goede
omkadering te hebben gezorgd.
Niets garandeert dat het kind
gewenst is omwille van zijn
eigenheid, maar ik vrees dat dit
ons aller lot is.

We moeten erop toezien dat dit
debat in alle openheid wordt
gevoerd. Ik ben niet geneigd de
ouders een selectiekader op te
leggen dat geen rekening houdt
met hun wil. We hebben hier ook
niet te maken met een soort van
opslagplaats van organen voor
anderen.

Wat de kostprijs van de
behandeling betreft, gaat het hier
om genetische aandoeningen die
vooral in het Middellandse Zee-
bekken en Subsaharisch Afrika
worden aangetroffen. Die ingrepen
zijn dus niet ten laste van de
Belgische sociale zekerheid.

Wat de bij het ziekenfonds
aangesloten patiënten betreft, zijn
de terugbetalingsvoorwaarden
dezelfde als voor een gewone IVF-
behandeling. De specifieke
techniek van de pre-implantatie
genetische diagnostiek wordt niet
terugbetaald.
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
En ce qui concerne les patients mutuellistes, la prise en charge est la
même que pour toute fécondation in vitro. La procédure en la matière
est bien déterminée. Je souligne que la technique spécifique du
diagnostic génétique pré-implantatoire est, quant à elle, exclue du
champ de remboursement spécifique de notre Sécu. Autrement dit, il
n'y a pas de remboursement.
06.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je voudrais
revenir sur la problématique de l'instrumentalisation de l'enfant. Plutôt
que de permettre la conception de bébés médicaments, ne devrions-
nous pas opter pour un clonage thérapeutique? Dans ce cas, le but
ne serait pas de reproduire un personnage identique mais d'obtenir
les cellules qui peuvent aider l'enfant malade.

On prélève l'ovule, on enlève le noyau malade, on le remplace par un
ovule fécondé, on le remet en fécondation et on obtient un embryon. Il
s'agit alors de travailler au niveau de l'embryon et pas au niveau de
l'enfant abouti. Cette solution ne permettrait-elle pas d'éviter bien des
dommages, tant à l'enfant atteint qu'à l'autre? Il est déjà parfois
difficile de grandir, alors imaginons le poids sur les épaules de cet
enfant et sur celles de ses parents, même en considérant qu'ils sont
parfaitement stables et équilibrés. Le fait de travailler sur des
embryons pour un clonage thérapeutique n'est-elle pas une meilleure
solution que laisser aller ce processus jusqu'au bout?
06.03 Dominique Tilmans (MR):
Zouden we niet eerder voor
therapeutisch klonen moeten
opteren, in plaats van reddende
baby's op de wereld te zetten?

Dan moet worden ingegrepen op
het niveau van het embryo en niet
op dat van het voldragen kind. Zou
die oplossing het niet mogelijk
maken heel wat schade te
voorkomen?
06.04 Rudy Demotte, ministre: Madame Tilmans, vous touchez au
point le plus sensible du débat. En effet, à imaginer que des parents,
pour sauver un enfant, conçoivent de donner un ovocyte, que celui-ci
devienne un embryon et qu'on n'utilise de cet embryon que les
cellules qui nous intéressent, se pose un problème éthique de même
nature puisque cet embryon ne deviendra jamais un enfant. Nous
sommes sur le terrain de l'éthique, terrain dans lequel chacun a ses
convictions. Il y a également un risque d'entrer dans une autre
instrumentalisation, non plus celle de l'enfant à naître, mais bien des
cellules fécondées et de l'embryon. Jusqu'à quel point peut-on aller?
Quel est l'âge limite de l'embryon utilisable? Dans quelles proportions
peut-on utiliser cet embryon? Toutes ces questions sont aussi
légitimes que celle que vous venez de poser.

Mettez dans la balance le fait que des parents peuvent avoir une
envie d'enfant supplémentaire et que cette envie peut en plus s'avérer
utile à sauver la vie d'un de leurs enfants. C'est là que se fait sentir le
besoin d'un encadrement psychologique intense; en effet, il faut éviter
que cet enfant ne se considère lui-même que comme enfant sauveur
­ statut déjà intéressant - ou ne soit considéré par ses parents que
comme l'enfant sauveur et non pour lui-même.

C'est un débat extrêmement délicat, je pense que nous aurons
encore l'occasion d'en reparler. Avec l'évolution des sciences et des
techniques, nous sommes au début d'une épopée humaine
absolument merveilleuse et, en même temps, qui recèle de nombreux
dangers, des risques que nous découvrirons au fur et à mesure du
temps qui passe.

Cela étant dit, je vous remercie de lancer ce débat que je trouve très
intéressant.
06.04 Minister Rudy Demotte: In
de veronderstelling dat de ouders
ermee instemmen een eicel te
doneren, die eicel uitgroeit tot een
embryo en van dat embryo enkel
de cellen die ons interesseren
worden gebruikt, dan rijst er
eenzelfde ethisch probleem. Tot
welke fase in de ontwikkeling mag
een embryo worden gebruikt? In
welke mate mag het worden
gebruikt? Al die vragen zijn even
gerechtvaardigd als die welke u
net komt te stellen.

Dankzij de wetenschappelijke en
technische vooruitgang staat de
mensheid op de drempel van een
fantastisch avontuur waarin echter
ook talloze gevaren schuilen.
06.05 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je vois que 06.05 Dominique Tilmans (MR):
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
vous êtes également intéressé par ce débat éthique. Ne pourrait-on
pas, lors de réunions ultérieures, se pencher réellement sur cette
problématique? Vous le dites vous-même, nous ne sommes qu'au
début de cette ouverture.

Je ne sais s'il faut légiférer tout de suite car quand on légifère trop
vite, on enferme beaucoup de solutions mais on peut également se
protéger de certains abus. Puisqu'il s'agit d'un sujet à venir, il serait
intéressant que l'on puisse, au sein de cette commission, en débattre
largement entre nous et peut-être aussi avec des experts. Je crois
vraiment que c'est un problème très intéressant.
Kunnen we op latere
vergaderingen die problematiek
niet grondig uitspitten?
06.06 Rudy Demotte, ministre: Je pense qu'il faudra le faire au cas
par cas car nous aurons beaucoup de débats de cette nature,
notamment celui de l'accouchement sous X qui est extrêmement
sensible sur le plan éthique. Nous aurons également encore à
examiner toute l'évolution de la génétique dans ses applications en
matière thérapeutique et vous allez voir que les découvertes
internationales auront très vite un impact sur ce qui se passera chez
nous. Il y a aussi la question de la fécondation à partir d'ovocytes qui
étaient proposés, à un moment donné, sur des sites internet à partir
de l'étranger et du contrôle sanitaire qui peut être exercé sur ces
produits de base. Je crois sincèrement que vous avez mis le doigt sur
un sujet sensible mais je ne suis pas d'avis de légiférer pour le
moment.
06.06 Minister Rudy Demotte:
We zullen geval per geval moeten
bekijken vermits we nog vaak op
dit onderwerp zullen moeten
terugkomen.
U heeft onze
aandacht op een delicaat
onderwerp gevestigd maar ik ben
niet van oordeel dat ik thans een
wetgevend initiatief moet nemen.
06.07 Dominique Tilmans (MR): Moi non plus.
06.07 Dominique Tilmans (MR):
Dat vind ik evenmin.
06.08 Rudy Demotte, ministre: Par contre, je pense qu'il faut être
très vigilant et relever la question chaque fois que nécessaire, comme
vous l'avez fait aujourd'hui, pour arriver à un débat qui finira bien par
poser des balises.
06.09 Dominique Tilmans (MR): Je crois que c'est indispensable.
Monsieur le ministre, je vous remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de donatie van navelstrengbloed" (nr. 7238)
07 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le don de sang de cordon ombilical" (n° 7238)
07.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is misschien een dubbele vraag. Ten eerste is het een
vraag naar administratieve vereenvoudiging. Inderdaad, enerzijds
heeft men ­ gelukkig ­ meer middelen voor het onderzoek rond
stamcellen en om het gebruik van stamcellen te induceren, te
versterken en te ondersteunen, terwijl het anderzijds blijkbaar
moeilijker is om het navelstrengbloed via de geëigende procedure ter
beschikking te stellen. Los van de discussie rond navelstrengbloed en
het ter beschikking stellen, bewaren en conserveren ervan voor
autologe doeleinden, is het in dit geval een vraag van op het terrein
om de procedures om dat navelstrengbloed ter beschikking te stellen,
te vereenvoudigen.
07.01
Yolande Avontroodt
(VLD): Je me réjouis bien entendu
que l'on consacre de plus en plus
de moyens à l'étude des cellules
souches. Les cellules souches,
surtout celles extraites du sang de
cordon, peuvent entre autres être
utilisées dans le traitement de la
leucémie et de la maladie de
Parkinson et permettent
d'enregistrer des progrès
spectaculaires dans le traitement
des conséquences des accidents
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
U weet dat de mogelijkheden bestaan en dat de bank die er is, zeer
goed is, maar blijkbaar met een tekort dreigt te kampen precies
omwille van de administratieve moeilijkheden.

Er is de behandeling van leukemie en bepaalde lymfomen en wellicht
zijn er in de toekomst nog andere mogelijkheden om therapeutische
vooruitgang te boeken, inzonderheid op het gebied van CVA's en
eventueel op het gebied van diabetes en Parkinson, hoewel dit nog
langer onderzoek vergt. Op het gebied van CVA's staan wij alleszins
voor een doorbraak, en dan nog wel in België. Het zou toch jammer
zijn dat er te weinig navelstrengbloed ter beschikking zou kunnen
gesteld worden, naar verluidt omwille van de administratieve
procedures.

Vandaar mijn vragen.

Ten eerste, weet u daarvan? Wat kunt u doen om dit te
vereenvoudigen, eventueel in samenwerking met uw collega van
Administratieve Vereenvoudiging, hoewel ik van mening ben dat dit
kan worden geregeld door het departement van Volksgezondheid.

Ten tweede, wat denkt u over informatie ten aanzien van het
personeel van de diensten Verloskunde, van de vroedvrouwen en de
beroepsverenigingen?
cérébrovasculaires (ACV). C'est la
raison pour laquelle il est d'autant
plus dommage que la procédure
administrative actuelle complique
la collecte de sang de cordon.

Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre pour simplifier
cette procédure? Envisage-t-il
également des initiatives en vue
de mieux informer les sages-
femmes et les associations
professionnelles sur le don de
sang de cordon?
07.02 Minister Rudy Demotte: Ik dank u voor uw vraag.

Ten eerste, behandelingen met stamcellen worden heel snel
ontwikkeld. Daarom ben ik begonnen met het afleveren van
erkenningen voor stamcelbanken afkomstig van perifeer bloed of
beenmerg en voor banken van navelstrengbloed. Deze erkende
banken vallen onder de non-profitregel in het kader van een donatie
voor een menselijk doel en respecteren de anonimiteit tussen donor
en ontvanger, behalve in gevallen van gestuurde donatie, in een
familie.

De selectiecriteria van donors, afname en bewaring zijn heel streng
en waarborgen de onschadelijkheid van de transplantatie. De donatie
van navelstrengbloed beantwoordt aan dezelfde regels als de donatie
van andere weefsels of cellen, dit wil zeggen de vereisten van een
weloverwogen instemming van de donor en donatie zonder
winstoogmerk aan een erkend centrum. Wat de informatie betreft, u
weet ­ ik heb het hier al aangekondigd ­ dat gedurende de tweede
helft van juni een promotiecampagne voor orgaandonatie zal
plaatsvinden, die ook weefsels en cellen zal omvatten. Daar zal ook
de nadruk gelegd worden op donatie van navelstrengbloed, meer
bepaald in de universitaire ziekenhuizen die over een bank van
navelstrengbloed beschikken, door de bevolking beter te
sensibiliseren door folders en andere informatiemiddelen.
07.02 Rudy Demotte, ministre: Je
confirme que l'utilisation de
cellules souches permet un
traitement efficace d'affections de
plus en plus nombreuses. C'est la
raison pour laquelle nous faisons
preuve d'une grande souplesse au
niveau de l'octroi d'autorisations
aux banques de cellules souches
et de sang de cordon. Cependant,
nous maintenons délibérément
des critères de sélection des
donneurs particulièrement stricts.
Avant d'effectuer un don, le
donneur doit notamment signer un
consentement éclairé qui stipule
qu'il pose un acte humanitaire
sans aucun esprit de lucre. C'est
la seule façon de réduire au
minimum les risques encourus en
matière de sang contaminé.

Nous avons prévu d'organiser
durant la deuxième quinzaine de
juin une campagne d'information
et de promotion sur les dons de
tissus humains, de cellules
humaines et de sang de cordon.
07.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, uiteraard
kadert dit binnen een algemene promotiecampagne. Dat kunnen wij
alleen maar ondersteunen. Vroeger ging de placenta na een bevalling
in een emmer, maar wat er met die emmer gebeurde, dat weet men
07.03
Yolande
Avontroodt
(VLD): Aujourd'hui, en raison des
charges administratives,
davantage de placentas se
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
niet. Vroeger werd dat ook gebruikt. Tegenwoordig verloopt dat
blijkbaar moeilijker en zou er een groter verlies van placenta zijn,
misschien omdat de ziekenhuizen de administratieve last er niet willen
bijnemen. Het zou niet goed zijn mocht men expliciet aan alle
aanstaande moeders vragen om eerst de nodige documenten in te
vullen. Men moet zich buigen over het opstellen van eenvoudige en
vooraf gedrukte formulieren waarop de aanstaande moeders alle
nuttige informatie vinden over wat waarvoor nuttig kan zijn en die zij,
na ze te hebben gelezen, kunnen ondertekenen. Het is immers niet
leuk om de patiënten in ziekenhuizen te belasten met grote, moeilijke
en complexe formulieren voor een eenvoudige afstand van een
placenta, terwijl dat vroeger sowieso gebeurde. Thans is dat
moeilijker.

Ik pleit dus om een snelle vereenvoudiging terzake.
perdent. L'enlèvement du placenta
se faisait autrefois
automatiquement. Il faut veiller à
remplir un formulaire d'information
qui doit simplement être signé à
l'accouchement. Plus la procédure
sera complexe, plus elle risquera
de manquer son objectif.
07.04 Minister Rudy Demotte: Ik ben zeer gevoelig voor uw
argument. Ik denk ook dat de bevolking slecht is ingelicht over de
voordelen die verbonden zijn aan weefseldonatie. Men moet de
boodschap dat het nu mogelijk is om dergelijke donaties te doen, ook
buiten de universiteiten verspreiden. Ik zoek thans naar een manier
om de zaken te kunnen vereenvoudigen. Daarbij moeten wij natuurlijk
ook rekening houden met de risico's die er zijn, zoals het verdedigen
van de privé-sfeer. Wegens de grote bezorgdheid om de mensen en
hun privacy te verdedigen heeft men de donaties zeker niet
vergemakkelijkt en dat is een eufemisme.
07.04 Rudy Demotte, ministre: La
population est mal informée. Nous
voulons dès lors diffuser
l'information par le biais des
universités. Il est effectivement
dommage que le respect de la
législation relative à la protection
de la vie privée complique les
dons.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de ondersteuning van de palliatieve support-teams" (nr. 7251)
08 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
support des équipes de soutien palliatif" (n° 7251)
08.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, support-teams voor palliatieve zorgen in ziekenhuizen
leveren schitterend werk: daar moeten we niemand van overtuigen.

Recent heb ik nog een getuigenis mogen horen van Middelheim, dus
het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, blijkbaar ook het enige ziekenhuis
in België met Europese erkenning van uitmuntendheid voor de
palliatieve en oncologische afdeling. Van de 200 aanvragen in 2004
konden zij slechts 66 mensen plaatsen. De verplegers hebben er ook
meer dan hun handen vol met het werk. De cijfers zijn ook bikkelhard,
omdat de mensen er ook heel korte tijd krijgen om die behandeling te
krijgen in de palliatieve fase. Ik stel een opvolgingsvraag.

Eind april werd u ondervraagd over de stand van zaken in het dossier
van de bijkomende halftijdse medewerkers binnen de palliatieve
support-teams van de ziekenhuizen. U deelde de commissie toen
mee dat het RIZIV tegen juni haar onderzoek klaar zou hebben en dat
een beslissing zou worden genomen achteraf. U zou ook het eerste
trimester van 2005 evalueren. Vandaar mijn vragen.

Ten eerste, heeft de minister het RIZIV-onderzoek aangaande de
bijkomende halftijdse krachten ontvangen? Zo ja, wat is de conclusie?
08.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Fin avril, le ministre a annoncé que
l'INAMI finaliserait pour le mois de
juin l'étude relative aux effectifs à
temps partiel supplémentaires au
sein des équipes de soins palliatifs
dans les hôpitaux. A-t-il reçu ce
rapport? Quelle en est la
conclusion? Quelle est la situation
budgétaire pour le premier
trimestre de 2005? Quelles
mesures le ministre prendra-t-il?
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Ten tweede, kan u meedelen hoe de budgettaire situatie van het
eerste trimester van dit jaar is?

Ten derde, bovenstaande punten in acht genomen, welke
maatregelen gaat u op korte en op middellange of lange termijn
nemen? Ik dank de minister voor zijn antwoord.
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
volksvertegenwoordiger, in antwoord op uw mondelinge vraag over de
ondersteuning van palliatieve support-teams, kan ik u het volgende
meedelen.

Ten eerste, in de loop van het voorjaar 2004 heeft het RIZIV een
analyse gemaakt van de maatregelen inzake palliatieve zorg die van
toepassing zijn in de ambulante zorg. De resultaten van het project
palliatieve zorg zijn samengebracht in een rapport, "Project palliatieve
zorg, RIZIV, juni 2004". In aansluiting op het project palliatieve zorg
dat werd afgesloten in juni 2004 heeft de dienst voor geneeskundige
verzorging het initiatief genomen tot de organisatie van een studiedag,
ten einde de resultaten van het rapport te toetsen aan de reacties
vanuit het werkveld. Deze studiedag over "Palliatieve zorg in het kader
van de verzekering voor geneeskundige verzorging in België, bilan en
perspectieven" heeft plaats gehad op 23 november 2004. Het
programma van de studiedag voorzag in de namiddag een discussie
in drie verschillende werkgroepen voor palliatieve zorg in het
ziekenhuis. De sector zelf heeft een vraag gesteld naar uitbreiding en
versterking van het palliatieve support-team in het ziekenhuis. Dat
wordt dus een van de conclusies van de studiedag.

Zowel het rapport over het project palliatieve zorg RIZIV juli 2004 als
alle presentaties van de studiedag van 23 november 2004 en de
synthese van de discussie in werkgroepen kan geconsulteerd worden
op de webstek van het RIZIV, www.riziv.be.

Tot besluit wens ik op te merken dat alles wat samengaat met de
ontwikkeling, samenstelling, ondersteuning en financiering van de
palliatieve supportteams in ziekenhuizen, onder de bevoegdheid van
de FOD Volksgezondheid valt.

Ten tweede, u stelt ook een vraag over de boekhoudkundige cijfers
van het eerste trimester 2005. Tot op heden zijn de cijfers nog niet
bekend.

Ten derde, het is nog te vroeg om de aard van de maatregelen die ik
in de sector zal nemen, uiteen te zetten, vermits de technische raming
voor 2005 nog niet in mijn bezit is. Dat zal normaal binnen de twee
weken gebeuren.
08.02 Rudy Demotte, ministre:
L'INAMI a publié l'analyse des
mesures dans le rapport "Projet
soins palliatifs". Ce projet s'est
étendu jusque juillet 2004. Le
service des soins de santé a
organisé une journée d'étude le 23
novembre 2004 pour prendre
connaissance des réactions sur le
terrain. Au programme figurait
également une discussion menée
dans le cadre de trois groupes de
travail distincts à propos des soins
palliatifs prodigués dans les
hôpitaux. Il en a été conclu que le
secteur demande lui-même un
renforcement des équipes de
soins. Le rapport, l'ensemble des
présentations de la journée
d'étude ainsi que la synthèse des
groupes de travail peuvent être
consultés à l'adresse
www.inami.be. Je tiens en outre à
faire remarquer que seul le SPF
Santé publique est compétent
pour les équipes de soins palliatifs.

Les chiffres comptables du
premier trimestre 2005 ne sont
pas encore connus. Il est encore
trop tôt pour détailler la nature des
mesures à prendre. Dans deux
semaines, je disposerai des
estimations techniques
nécessaires pour 2005.
08.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat u
de verzuchtingen en vragen van de sector zult steunen. De federatie
van palliatieve zorg vraagt om de versterking van de halftijdse
krachten. Dat zal wellicht blijken uit de cijfers die u zult ontvangen.

Vorig jaar in december heeft de heer Goutry over de problematiek
geïnterpelleerd. Hij verwees onder meer naar de supportteams
palliatieve zorg in ziekenhuizen. Ik herinner me dat de heer Goutry
toen geen motie van aanbeveling heeft ingediend, maar een
tegenvoorstel heeft gelanceerd. Hij wenste dat de federatie van
08.03 Mark Verhaegen (CD&V):
La Fédération des soins palliatifs
demande du renfort. Dans quelle
mesure celui-ci lui sera-t-il
procuré? M. Goutry a proposé
d'organiser une audition
permettant à la Fédération de
formuler des propositions. Où en
est-on? Les soins palliatifs sont
très importants pour le CD&V, en
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
palliatieve zorg een aantal voorstellen zou kunnen komen toelichten in
een hoorzitting van de commissie. Dat was de reden waarom hij op
dat ogenblik geen motie van aanbeveling heeft ingediend. Na
nieuwjaar zou men uitzoeken wat terzake kon gebeuren. Tot op
heden heb ik daar niets meer over vernomen.

Het zou, onzes inziens, goed zijn de sector van de palliatieve zorg te
horen. Palliatieve zorg is voor CD&V zeer belangrijk, omdat die de
pendant is van euthanasiewet en de wet op de palliatieve zorg. Wij
hechten daar enorm veel belang aan.
tant que pendant de la loi sur
l'euthanasie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de zwangerschapsafbreking en contraceptiva" (nr. 7252)
09 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interruption de grossesse et les moyens contraceptifs" (n° 7252)
09.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de nationale commissie voor de evaluatie van de wet van 3
april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking heeft een verslag
uit voor 2002 en 2003 over de toepassing van de wet. Dat verslag
werd naar de Kamer en de Senaat gestuurd op 1 september vorig
jaar. In de Senaat blijkt daaraan ook een hoorzitting gekoppeld te zijn.

Zal dat document nr. 1324 ook hier worden besproken? In dat
statistisch verslag 2002-2003 stelt de commissie immers ook een
lichte toename vast van het aantal abortussen in 2003. In 2003 koos 1
vrouw op 125 voor een abortus. U weet dat vijf jaar geleden dat nog 1
op 160 was. Indien wij de abortusratio bekijken, het aantal abortussen
per 100 zwangerschappen, evolueren wij stilaan naar 1 op 7. Dat is
vrij alarmerend.

De stijging van het aantal abortussen bij jonge vrouwen tot twintig jaar
­ de tieners eigenlijk ­ lijkt echter stilaan te stabiliseren, blijkt uit dat
rapport. Uw maatregel van mei 2004 om contraceptiva voor jongeren
goedkoper te maken ­ hoe eervol ook ­ werd ook ingegeven door de
vaste wil het aantal abortussen vooral bij jongeren te doen dalen. Dat
staat echter ook in tegenstelling tot de bevindingen van die
commissie.

In oktober van vorig jaar deelde u mee tegen mei en juni van dit jaar
ook een zicht te hebben op de effectiviteit van die maatregel. Beschikt
u al over het beoordelingsverslag van de ziekenfondsen, onder meer
met een overzicht van het aantal jongeren dat voor terugbetaling in
aanmerking is gekomen? Wat zijn terzake de krachtlijnen?

Beschikt u ook over de resultaten van het onderzoek naar de studie
betreffende de correlatie tussen de prijsverlaging van de
contraceptiva en de daling van het aantal abortussen? Zo ja, hoe
luiden zij?
09.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Le rapport 2002-2003 de la
commission nationale pour
l'évaluation de la loi du 3 avril 1990
concernant l'interruption de
grossesse a été déposé à la
Chambre et au Sénat le 1er
septembre 2004. Le Sénat a
procédé ensuite à une audition au
mois de novembre. La Chambre
examinera-t-elle ce document?

Dans son rapport statistique, la
commission a constaté une légère
augmentation du nombre
d'avortements en 2003. Depuis le
mois de mai 2004, les moyens
contraceptifs sont moins chers
pour les jeunes. Cette mesure
visait à faire baisser le nombre
d'avortements chez les jeunes. Le
ministre sait-il déjà si cette mesure
a été efficace ou non? Est-il déjà
en possession du rapport
d'évaluation des mutuelles à ce
sujet? Quelles en sont les idées-
force? Le ministre a-t-il en sa
possession les résultats de l'étude
qui a été consacrée à la
corrélation entre la baisse des prix
des contraceptifs et la baisse du
nombre d'avortements?
09.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verhaegen, de Nationale Commissie voor de evaluatie van de wet
van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsonderbreking hangt
rechtstreeks af van het Parlement. Het Parlement stelt haar agenda
soeverein op. Het is niet zijn taak om te beslissen of het verslag van
09.02 Rudy Demotte, ministre: La
commission nationale dépend
directement du Parlement. Mettre
cette discussion à l'agenda n'est
pas de mon ressort. Et pour autant
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
2002-2003 van de Nationale Commissie voor de evaluatie van de
abortuswet in deze commissie zal worden besproken.

Ik kan alleen zeggen dat er, voor zover ik weet, geen bespreking van
het verslag is voorzien in deze commissie. Wat de evaluatie van de
maatregel inzake contraceptiva voor jongeren betreft, heb ik het
verslag dat aan de ziekenfondsen is gevraagd voor 1 juni 2005 nog
niet ontvangen. De cijfergegevens waarover ik beschik komen van
Farmanet en zijn niet recent genoeg om er echt grote lijnen uit te
halen. Ik zal u een antwoord geven zodra ik het verslag van de
ziekenfondsen ontvang.
que je sache, cette discussion
n'est pas planifiée à la Chambre.

Je n'ai toujours pas reçu les
chiffres de l'INAMI et les chiffres
de Pharmanet ne sont pas
suffisamment récents. Je
répondrai à vos questions quand
j'aurai reçu le rapport des
mutuelles.
09.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik denk dat ik de vraag opnieuw zal moeten stellen of
misschien zult u ons informeren. Voor ons is dit belangrijk. De
abortuswet bestaat nu 15 jaar. Ik denk dat het tijd is om niet alleen in
de Senaat maar ook hier het rapport te bespreken. Wij hebben
hierover immers ook een aantal pertinente vragen, onder andere over
de verschuiving van normen. Ik stel vast dat de wettelijke
verschoningsgrond grondig geëvolueerd is. Het zou goed zijn als wij
hierover ook een discussie kunnen voeren, ook over een coherent
beleid van tienerzwangerschappen. Dat is veel meer dan het
aanbieden van anticonceptiecheques. Er zouden ook een aantal
positieve maatregelen moeten komen. Men zou de jongeren
positiever en zelfbewuster maken over hun eigen lichaam. Wij zouden
deze zaken graag grondig bespreken en een aantal opmerkingen
maken.

Als het rapport niet wordt besproken, zal ik u wel nog bestoken met
een aantal vragen en interpellaties, mijnheer de minister. Ik vind het
immers belangrijk dat wij hierover een grondige discussie hebben.
09.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Après quinze ans, une évaluation
détaillée de la loi s'impose.
L'ajustement des normes doit être
débattu, de même que les
mesures supplémentaires qui sont
nécessaires pour éviter les
grossesses d'adolescentes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de erkenning van de allergologie" (nr. 7264)
10 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la reconnaissance de l'allergologie" (n° 7264)
10.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag is
zeer kort en is niet meer dan dat.

Ik herneem het antwoord dat u geformuleerd hebt op mijn vraag van
15 februari 2005, waarin u zei dat u een ontwerp van koninklijk besluit
zou opstellen dat voorgelegd zou worden aan de Hoge Raad.
Vandaar mijn heel concrete vraag. Zij is wel ingegeven, mijnheer de
minister, door het feit dat het aantal allergiepatiënten gestaag stijgt,
dat het aantal allergenen gestaag stijgt, en dat er dus nood is aan een
grondige expertise in het belang van de patiënt om een snelle en
vroege diagnose te laten uitmonden in een adequate therapie.

Hoever staat u, mijnheer de minister, met de voorbereiding van dat
koninklijk besluit en wanneer kunnen wij de publicatie ervan
verwachten?
10.01
Yolande
Avontroodt
(VLD): Il existe un consensus
européen pour la reconnaissance
de l'allergologie. En février 2005,
le ministre a déclaré qu'un projet
d'arrêté royal serait soumis au
Conseil supérieur d'hygiène. Quel
est l'état d'avancement de ce
dossier?
10.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Avontroodt, mijn
administratie heeft aan de artsen die de specialiteit allergologie
10.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai demandé à un groupe de
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
vertegenwoordigen, gevraagd naar hun ideeën inzake de opleiding en
de duur van de opleiding, alsook om hun uitspraken inzake
dermatologische en gastro-intestinale, ademhalings en ORL-aspecten
met betrekking tot allergische aandoeningen te verduidelijken.

Zodra de tekst met de krachtlijnen van de specialiteit ter beschikking
is, - wat volgens mij nog niet het geval is ­ zal die ingediend worden
bij de Hoge Raad voor Geneesheren-specialisten en Huisartsen.
Daarna zal het wetgevend werk kunnen beginnen.
spécialistes de définir l'allergologie
avec précision, d'en expliquer les
différents aspects médicaux et de
fournir des précisions sur la durée
et le contenu de la formation en la
matière. Dès que mes services
disposeront de ce rapport, celui-ci
sera soumis au Conseil supérieur
d'hygiène et le travail législatif
pourra alors commencer.
10.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, werd er een
timing bepaald wat betreft het antwoord hierop?
10.04 Minister Rudy Demotte: Ik heb het dossier niet zelf opgevolgd
maar mijn ervaring zegt mij dat men het voor het zomerreces niet kan
verwachten. Ik verwacht het voor september of oktober. Dan zullen wij
misschien de verschillende inlichtingen kunnen krijgen van de
verschillende betrokken artsenverenigingen.
10.04 Rudy Demotte, ministre: Je
ne disposerai probablement pas
du texte avant les vacances
parlementaires.
10.05 Yolande Avontroodt (VLD): Eigenlijk begrijp ik dat niet goed,
want er is een Europese consensus terzake. Er zijn teksten die
Europees aanvaard zijn, door de internationale experts terzake. Dus,
ik zou durven aandringen, mijnheer de minister, dat u betrokkenen
een rappel stuurt en hen vraagt er geen tijd meer overheen te laten
gaan en om een timing te bepalen. Ik kom dus na 19 september, na
het reces, op die zaak terug.
10.05
Yolande Avontroodt
(VLD): Je ne comprends pas
pourquoi cette procédure prend
autant de temps. Il existe un
consensus européen à ce sujet.
Le ministre doit inciter les
intéressés à faire preuve de plus
de célérité.
10.06 Minister Rudy Demotte: Ik schrijf een brief om te zeggen dat ik
voor begin september een antwoord verwacht.
10.06 Rudy Demotte, ministre: Je
leur adresserai un courrier pour
leur signaler que j'attends le texte
pour le mois de septembre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tandartsassistenten" (nr. 7265)
- mevrouw Maya Detiège aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"tandartsassistenten en mondhygiënisten" (nr. 7273)
11 Questions jointes de
- Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les assistants
dentaires" (n° 7265)
- Mme Maya Detiège au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les assistants
dentaires et les hygiénistes buccaux" (n° 7273)
11.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, deze vraag
is ingegeven door de persconferentie die werd gehouden door het
Verbond van Vlaamse Tandartsen, het VVT. Die heeft verschillende
zaken aangeklaagd, maar vooral een pleidooi gehouden voor de
ondersteuning van de praktijk van de tandartsen op het vlak van de
administratie, die voor werkdruk zorgt, en eventuele begeleiding bij
tandheelkundige zorg.

De cijfers zijn u bekend. Er zijn 8.300 tandartsen en slechts 1.500
onder hen werken met een assistente. Dat is natuurlijk een laag cijfer.
11.01
Yolande Avontroodt
(VLD): Selon le "Verbond der
Vlaamse Tandartsen (VVT)", la
charge de travail des dentistes
flamands serait beaucoup trop
élevée. Cette situation est
préjudiciable à la qualité des soins
et à l'attrait de la profession. Le
VVT estime qu'une solution
pourrait être trouvée par le recours
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Het VVT is beroepsvereniging én wetenschappelijke vereniging,
waardoor de draagkracht wat sterker is en hij meer onderbouwde
adviezen kan verstrekken. Hij heeft een plan gemaakt om tegen 2010
een extra tewerkstelling van 2.500 banen te realiseren. Het VVT heeft
zowel de regionale regeringen, die voor de opleiding verantwoordelijk
zijn, als de federale regering, om ondersteuning gevraagd om de
werklast in het beroep te verminderen. Ik denk dat dat belangrijk is
gezien de berichten van reële brain drain naar het buitenland wegens
de tewerkstellingscondities in de ons omringende landen.

Om die reden, mijnheer de minister, heb ik de volgende vragen. Ten
eerste, hebt u daarvan al een agendapunt op de interministeriële
conferentie kunnen maken? Of bent u van plan dat te doen op een
volgende interministeriële conferentie?

Ten tweede, op welke manier zal u in overleg met het VVT samen
met uw collega's uit de federale regering maatregelen nemen om de
gevraagde ondersteuning te bieden? Die ondersteuning moet zorgen
voor zowel een verbetering van de kwaliteit voor de patiënten als een
vermindering van de werklast voor de tandartsen.
aux assistants dentaires, qui sont
actuellement beaucoup trop peu
nombreux. Les gouvernements
régionaux devraient organiser la
formation et le gouvernement
fédéral prendre en charge une
partie du financement.

La proposition du VVT figurait-elle
déjà à l'ordre du jour de la
conférence interministérielle
d'hier? Le ministre prendra-t-il des
mesures pour alléger la charge de
travail, notamment celle qui est
due aux formalités
administratives?
11.02 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, misschien is
het handig dat ik meteen aansluit. Mijn vraag heb ik ook ingediend
naar aanleiding van dat persbericht en de mailing die wij van hen
gekregen hebben. Ik heb mij dan geïnformeerd.

Vorige week waren zij de vragende partij voor meer financiële
middelen om tandartsen toe te laten te werken met het nodige
personeel, zoals secretariaatondersteuning en tandartsassistenten.
De Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) stuurt signalen dat
er dringend nood is aan een degelijke opleiding en een wettelijk
erkend statuut voor tandartsen en mondhygiënisten. Zij verwijst
terecht naar het strategisch plan mondzorg.

In het strategisch plan mondzorg in België van Van Steenberghe en
Perl van 2003 werd inderdaad gewezen op het groot belang van de
inschakeling van mondhygiënisten bij de preventie van cariës en
parodontitis.

Ook voor geïnstitutionaliseerde patiënten zou de inschakeling van
mondhygiënisten zeer nuttig kunnen zijn. Ik zeg dat meer op vraag
van andere mensen die mij geïnformeerd hadden.

De tandartsen hebben in het verleden steeds blijk gegeven van een
grote bezorgdheid om het beschikbare budget optimaal te gebruiken
en te respecteren.

Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen.

Wat is uw houding tegenover de vragen van de VVT en de VBT? Zult
u rekening houden met hun opmerkingen?

Wat zal er verder gebeuren met de objectieven die in het strategisch
plan staan?
11.02 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Le VVT demande davantage de
moyens pour permettre aux
dentistes de recourir à du
personnel. De même, l'association
professionnelle des dentistes
flamande (VBT) demande une
formation adéquate et un statut
légal pour les assistants dentaires
et les hygiénistes buccaux qui
peuvent jouer un rôle important
dans la prévention des caries et de
la parodontie. Ce constat avait
déjà été fait dans le cadre du plan
stratégique en matière de soins
buccaux en 2003.
Que pense le ministre des
demandes du VVT et de la VBT?
Qu'adviendra-t-il des objectifs du
plan stratégique?
11.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, zoals u weet,
hangt de opleiding van assistenten en hygiënisten af van de
Gemeenschappen. Het is voor mij moeilijk om in die materie te
11.03 Rudy Demotte, ministre: La
formation des assistants dentaires
ne relève pas des compétences
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
interveniëren, te meer omdat het niet echt federale bevoegdheden in
die sector betreft.

Het is eigenlijk vrij moeilijk te praten over de organisatie van medische
praktijken, en meer bepaald tandpraktijken, aangezien
tandartsassistenten en mondhygiënisten in strikte zin niet behoren tot
de medische of de paramedische beroepen. Het is bijgevolg heel
ingewikkeld om in de huidige stand van zaken een antwoord op die
eisen te bieden in het kader van de tandartsnomenclatuur.

Ik heb ondertussen wel de boodschap van het VVT goed ontvangen.
Ik ben bereid om een overleg met de Gemeenschappen aan te gaan,
met de bedoeling om enerzijds de verschillende opleidingen in die
sectoren te verduidelijken en om anderzijds te plannen hoe de rol van
die twee beroepen verduidelijkt kan worden in het kader van de
tandartskunde en meer bepaald in de hypothese dat er een tekort
optreedt in die sector.

Het gaat om een reflectie op lange termijn die ik zeker wil aangaan in
overleg met de verschillende actoren van de sector. Het werd gisteren
gedurende onze interministeriële conferentie nog niet besproken,
maar ik heb juist de beslissing genomen om het te doen plaatsvinden
op onze volgende interministeriële conferentie, die in december 2005
georganiseerd moet worden.
fédérales. Par ailleurs, il est
difficile
d'intervenir dans
l'organisation d'une profession
médicale, d'autant que les deux
catégories de personnes dont il
est question ne font pas partie du
personnel médical.

J'ai bien compris les questions
formulées par les associations et
je suis disposé à amorcer une
concertation entre les
Communautés et les intéressés. Il
s'agit de préciser les formations et
de définir le rôle des assistants et
des hygiénistes buccaux dans le
secteur dentaire.

La question ne figurait pas encore
à l'ordre du jour de la dernière
conférence interministérielle mais
elle y figurera lors de la prochaine,
en décembre 2005.
11.04 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de minister, er is
inderdaad een verschil tussen de vraag van mevrouw Detiège en mijn
vraag.

Ik ben er immers van overtuigd dat, als u overleg pleegt, de eerste
fase - first things first - een fase moet zijn waarin wordt nagegaan wat
echte ondersteuning is en waar de echte behoeften liggen. Op
vandaag zijn er nog altijd voldoende tandartsen. Het is niet zoals in
landen waar mondhygiënisten al heel erg nodig zijn. In Nederland
bijvoorbeeld is er een veel kleiner aantal verstrekkers, waardoor een
aantal kerntaken wel op een andere manier moet worden vervuld. Dat
is ook zo bij apothekers.

Ik neem wel genoegen met het feit dat u het opneemt. Er moet zeker
een langetermijnvisie zijn met een fasering conform de behoeften op
het terrein.
11.04
Yolande Avontroodt
(VLD): La première phase doit
effectivement être une analyse
des besoins. La Belgique compte
en effet suffisamment de dentistes
actifs. Aux Pays-Bas, les
hygiénistes buccaux effectuent
plusieurs traitements de base
parce qu'il n'y a tout simplement
plus assez de dentistes.
11.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn vraag
sluit inderdaad slechts gedeeltelijk aan bij de vraag van mevrouw
Avontroodt en verschilt er inderdaad van.

Ik ben uitgegaan van het gegeven dat er in het verleden altijd vragen
van tandartsen, die nooit hun budget hebben overschreden, zijn
geweest. In die zin vind ik dat, uit respect voor die groep, de vraag op
een correcte manier moet worden behandeld. Uit mijn contacten
onder andere met Nederland in het Benelux-parlement leer ik dat het
systeem van de mondhygiënisten er optimaal functioneert.

Ik vind dat, als in de toekomst die mogelijkheid bestaat, we er
rekening mee moeten houden. Dat hoeft niet onmiddellijk te
gebeuren. Als dat op langere termijn wordt meegenomen in de
bespreking, is dat goed voor mij. Ik zal dat ook zo meedelen aan de
mensen.
11.05 Maya Detiège (sp.a-spirit):
L'exemple néerlandais peut être
une source d'inspiration. Il est
toujours utile de discuter de la
solution néerlandaise.
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het jaarverslag van de federale ombudsdienst 'Rechten van patiënt'" (nr. 7272)
12 Question de Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
rapport annuel du service de médiation fédéral 'Droits du patient'" (n° 7272)
12.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, het KB ter uitvoering van de wet op de rechten van de
patiënten bepaalt dat de federale ombudsdienst een jaarverslag dient
op te stellen inzake de dossiers die zij behandelden.

Dit jaarverslag wordt in de loop van de vierde maand van het
daaropvolgende kalenderjaar bezorgd aan de commissie "Rechten
van de Patiënt" en aan de minister bevoegd voor de Volksgezondheid.
Op een eerdere schriftelijke vraag hebt u geantwoord dat het eerste
officiële rapport van de federale ombudsdienst in de maand april 2005
beschikbaar zou zijn. Ik zou graag vernemen of u het jaarverslag nu,
in juni 2005, al hebt ontvangen. Indien dit niet het geval zou zijn, kent
u de redenen waarom het jaarverslag nog niet ter beschikking werd
gesteld? Weet u ook wanneer dit jaarverslag eventueel bezorgd zal
worden aan de commissie voor de Volksgezondheid? Hoeveel
klachten kreeg de federale ombudsdienst voor de rechten van de
patiënt het afgelopen werkjaar te verwerken? Is er al een zicht op de
materies waarover deze klachten voornamelijk gaan?

Volgens het KB dat betrekking heeft op de voorwaarden waaraan de
ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen, stelt ook de lokale
ombudspersoon jaarlijks een verslag op met een overzicht van het
aantal klachten, het voorwerp van de klachten en het resultaat van
zijn optreden tijdens het voorbije kalenderjaar. Deze jaarverslagen
moeten uiterlijk in de loop van de vierde maand van het
daaropvolgende kalenderjaar worden bezorgd aan onder andere de
federale commissie "Rechten van de Patiënt". Hebt u er een zicht op
in welke mate de lokale ombudspersonen hun jaarverslag bezorgen
aan de federale commissie "Rechten van de Patiënt"? Welke
opvolging wordt er door de federale commissie gegeven aan de
jaarverslagen? Staan er sancties op het niet naleven van de
rapportering?
12.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Le service de médiation
fédéral pour les Droits du patient
doit rédiger un rapport annuel sur
les dossiers traités, avant la fin du
mois d'avril de chaque année qui
suit celle sur laquelle porte le
rapport.

Le ministre a-t-il déjà reçu le
rapport annuel? Quand sera-t-il
communiqué à la commission de
la Santé publique? Combien de
plaintes ont été traitées l'an
passé? De quel type de plaintes
s'agissait-il essentiellement?

Le service de médiation de
chaque hôpital doit également
rédiger un rapport sur les plaintes
traitées lors de l'exercice
précédent, avant la fin du mois
d'avril de chaque année. Combien
de médiateurs ont déjà transmis
leur rapport annuel à la
commission fédérale? Qu'en fait la
commission? Des sanctions sont-
elles infligées en cas de non-
respect de cette obligation?
12.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Storms, het jaarverslag, samengesteld uit de verslagen van de
Nederlandstalige en Franstalige ombudspersonen, werd mij eind april
2005 bezorgd. Het verslag zal op 15 juni 2005 aan de Federale
Commissie Rechten van de Patiënt worden voorgesteld.

Tot op heden werden door de federale ombudspersonen 209
Nederlandstalige en 205 Franstalige dossiers behandeld. Bij de
Nederlandstalige dossiers gaat het om 145 klachtendossiers en 64
informatiedossiers. Aan Franstalige kant betreft het 136
klachtendossiers en 69 informatiedossiers.

De klachten hebben voornamelijk betrekking op problemen inzake
communicatie, opvang, informatie en kwaliteit van de zorgverlening.

De verslagen van de lokale ombudspersonen werden in de loop van
12.02 Rudy Demotte, ministre: Le
rapport annuel du service de
médiation fédéral pour les droits
du patient m'a été transmis fin
avril. Il se compose de deux
volets, l'un du médiateur
néerlandophone et l'autre du
médiateur francophone. Demain, il
sera présenté à la commission
fédérale pour les droits du patient.
209 dossiers néerlandophones et
205 dossiers francophones sont
examinés dans le cadre de ce
rapport. Parmi les 209 dossiers
néerlandophones, il y a 145
plaintes et 64 demandes
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
de maand april 2005 aan de Federale Commissie overgezonden.
Volledigheidshalve en voor zover nodig ­ quod non ­ kan ik
bevestigen dat er in geen sancties is voorzien in het geval plaatselijke
personen hun verslag niet zouden hebben overgezonden.

Op basis van de gegevens uit de jaarverslagen van de Federale
Ombudsdienst Rechten van de Patiënt en uit de jaarverslagen van de
ombudspersonen van de ziekenhuizen zal ik op korte termijn de
patiëntenrechtenwet evalueren en desnoods bijsturen. Ik zal dan ook
eerstdaags een advies aan de Federale Commissie vragen.
d'information. Parmi les dossiers
francophones, il y a 136 plaintes et
69 demandes d'information. Les
plaintes concernent
essentiellement des problèmes au
niveau de la communication, de la
qualité des soins et de l'accueil.
Les rapports des médiateurs
locaux des hôpitaux ont déjà été
présentés fin avril à la commission
fédérale. Aucune sanction n'est
imposée en cas de non-
présentation d'un rapport par un
médiateur local.

Sur la base du rapport annuel du
service de médiation fédéral et
des rapports des médiateurs
locaux, je procéderai
éventuellement à une adaptation
de la loi sur les droits des patients.
Je demanderai conseil à la
commission fédérale.
12.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw uitgebreide antwoord.

Ik zat er vooral mee dat, wanneer jaarverslagen worden opgemaakt,
ze door niemand worden gelezen of tot niks dienen. In dat geval is de
opmaak ervan enkel werk dat verloren gaat en gaat ook kostbare
informatie verloren.

Het verheugt me dus hier te horen dat u van plan bent om de
verslagen te gebruiken om de wet op de patiëntenrechten te
evalueren. Er zitten immers een aantal punten in de wet die best wel
beter kunnen. Ik heb zelf trouwens een paar ideeën voor de
aanpassing ervan.

Als ik het goed heb begrepen, moet de evaluatie worden gemaakt
door de Federale Commissie, die waarschijnlijk voorstellen aan u zal
doen om de wet aan te passen.

Ik dank u voor de info.
12.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Je constate avec plaisir que
tous ces rapports ont tout de
même une utilité. Le ministre les
utilise pour procéder à une
évaluation de la loi sur les droits
des patients. Je suppose que
celle-ci a lieu au sein de la
commission fédérale et que le
ministre suivra l'avis de celle-ci.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het beroep van kinesist" (nr. 7274)
13 Question de Mme Maya Detiège au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
profession de kinésithérapeute" (n° 7274)
13.01 Maya Detiège (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, een aantal
van mijn collega's heeft reeds gesproken over de maatregel tot
beperking van het aantal kinesisten. Die zou worden ingevoerd op het
moment van de uitstroom van de studies. Die maatregel komt er op
grond van een beslissing van uw voorgangers, de ministers
Vandenbroucke, Tavernier en Aelvoet. In 2002 werd in een koninklijk
13.01 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Un arrêté royal datant de 2002 a
instauré un contingentement pour
les kinésithérapeutes. Notre pays
compte environ 28.000
kinésithérapeutes, un nombre
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
besluit bepaald dat er een contingentering zou komen. De reden
daarvoor was dat er in België 28.000 kinesitherapeuten zijn. Dat is
zelfs meer dan het aantal artsen in ons land.

Ik denk dat de leden van onze commissie er niet van hoeven te
worden overtuigd dat het soms nodig is strenge maatregelen te
nemen om een overaanbod van een gezondheidszorgberoep te
vermijden. De vraag die men moet stellen bij de uitwerking van zo'n
maatregel, bestaat volgens mij uit drie delen: het hoe, het
aanvangsmoment en indien mogelijk een tijdsplanning.

Wat het eerste deel betreft, bij een overaanbod ben ik zelf
voorstander van een beperking aan de instroom en niet aan de
uitstroom. Dat geeft de studenten die de studies aanvatten en die
later ook slagen, de garantie dat zij hun beroep volwaardig zullen
kunnen uitoefenen.

Uit uw antwoorden aan mijn collega's heb ik begrepen dat u met de
ministers die voor de kine-opleidingen bevoegd zijn, afspraken wilt
maken die de instroom van studenten moeten beperken, maar dat er
op dit ogenblik weinig te wijzigen valt aan de voorliggende formule.

Daarom wil ik overgaan tot het tweede deel van mijn vraag. Wanneer
gaat de maatregel in? Van alle deelnemers aan de selectieproef
zouden enkel de 270 beste van Vlaanderen en de 180 beste van
Wallonië een RIZIV-nummer krijgen. Ik ga ervan uit dat de studenten
ingeschreven na de bekendmaking van het koninklijk besluit van
2002, zich reeds min of meer bij de selectiewijze hadden neergelegd.
Zij waren in elk geval op de hoogte van de werkwijze.

Mijn vraag heeft daarom vooral betrekking op de overige studenten,
met name op degenen die zich voordien reeds hadden ingeschreven.
Ik heb het immers enorm moeilijk met de invoering van nieuwe
spelregels tijdens de rit. De studenten die zich voor 2002 hebben
ingeschreven, wisten niet wat hen te wachten stond.

Na overleg met mijn fractie wil ik u vragen voor de studenten die zich
reeds voor 2002 hadden ingeschreven, een uitzondering te maken en,
met andere woorden, hun geen uitstroomexamen op te leggen. Per
slot van rekening gaat het maar om een beperkt aantal studenten.

Wat de laatste vraag betreft, ben ik erover verheugd dat u de
planningscommissie zult raadplegen over de RIZIV-nummers tot
2010. Ik ben dan ook benieuwd naar de conclusies die de
planningscommissie zal voorleggen. Ik veronderstel dat u ons
hierover in de commissie zult inlichten.
supérieur à celui des médecins. Il
est évidemment préférable de
traiter le problème lors de
l'inscription des étudiants. M.
Demotte veut conclure des
accords clairs à ce sujet avec les
ministres communautaires
compétents.

Pour l'heure, la mesure appliquée
concerne cependant les
kinésithérapeutes en fin d'études.
En effet, une épreuve de sélection
sera organisée. De tous les
participants à cette épreuve, seuls
270 en Flandre et 180 en Belgique
francophone obtiendront un
numéro Inami. Les étudiants qui
se sont inscrits après 2002 pour
les études de kinésithérapie
savaient évidemment à quoi s'en
tenir, mais cette situation ne vaut
pas pour ceux qui étaient inscrits
avant cette date et qui n'ont pas
encore terminé leurs études. Ils
ignoraient ce qui les attendait au
moment de leur inscription. Le
ministre envisage-t-il de leur
accorder une dispense pour
l'épreuve organisée à la fin des
études? Il ne s'agit somme toute
que de 120 étudiants environ.

Le ministre a déjà annoncé qu'il
consulterait la commission de
planification en ce qui concerne
les numéros Inami jusqu'en 2001,
ce qui est positif. J'espère qu'il
informera la commission de toute
évolution en la matière.
13.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de volksvertegenwoordiger,
ik heb mij al vaak kunnen uitlaten over het onderwerp, zowel in de
commissie als in de plenaire vergadering. Ik begrijp uw terechte
vragen absoluut, maar ik zou toch even willen herinneren aan de
volgende punten.

Ten eerste, de beperking van het aantal kine's dateert niet van 2002,
maar wel van 1999. Het eerste koninklijk besluit ter beperking van het
aantal erkenningen in de kinesitherapie werd immers op 24 juni 1999
gepubliceerd. Het is dus sinds juni 1999 dat de hogescholen, de
universiteiten en de studenten weten dat er een beperking van het
13.02 Rudy Demotte, ministre: Le
contingentement des
kinésithérapeutes est antérieur à
2002. En effet, un arrêté royal
limitant le nombre d'agréments de
kinésithérapeutes a été publié le
24 juin 1999. Depuis lors, tous les
établissements d'enseignement
qui organisent une formation de
kinésithérapeute et tous les
candidats kinésithérapeutes sont
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
aantal kine's zou komen. Dat betekent dat alle studenten die
momenteel ingeschreven zijn, sinds hun inschrijving weten dat er een
numerus clausus zou worden ingevoerd.

Ten tweede, de beperking is eenmaal door mijn voorgangers
uitgesteld van 2003 naar 2005. Dat gebeurde net om de studenten die
zich in 1999 en erna inschreven, een aanpassingstijd te gunnen.

Ten derde, om de beperking te versoepelen, zijn het op mijn initiatief
niet langer de erkenningen die zullen worden onderworpen aan een
beperking, maar wel de RIZIV-nummers. Die differentiatie staat de
gediplomeerden die geen RIZIV-nummer zouden krijgen, toe hun
praktijk uit te voeren buiten de nomenclatuur. Dat was vroeger niet
mogelijk. Het is een fundamentele wijziging en een voordeel dat bij de
medische beroepen enkel de kine's genieten.

Ten vierde, de overgangsmaatregelen die de gediplomeerden
toestaan tijdelijk te praktiseren in het kader van onafhankelijke
kabinetten, zullen genomen worden door toekenning van een
voorlopig nummer, dat geldig is tot de publicatie van de resultaten van
het examen.

Met al die gegevens lijkt het me weinig opportuun om wijzigingen aan
te brengen aan het beleidsakkoord dat bij meerderheid werd gesloten
en werd gestart door mijn zeer competente voorganger, Frank
Vandenbroucke, waar ik mij trouw aan houd.
au courant de ces limitations. De
même, les étudiants qui n'ont pas
encore terminé ces études ne
peuvent pas ignorer la possibilité
d'un numerus clausus.

La mesure imposant ces
restrictions a été reportée à une
reprise, en l'occurrence de 2003 à
2005, afin que les étudiants
inscrits à partir de 1999 et au-delà
puissent bénéficier d'une période
d'adaptation.

Moi-même, j'ai également assoupli
la mesure: la limitation ne porte
plus sur les agréments
proprement dits mais sur les
numéros Inami. Cela signifie que
sans numéro, il reste possible de
pratiquer la kinésithérapie mais en
dehors de la nomenclature. Les
kinésithérapeutes sont les seuls à
bénéficier d'un tel privilège.

Une mesure transitoire a
également été prise afin de
permettre aux jeunes diplômés de
travailler dans des cabinets
indépendants, dans l'attente de la
publication des résultats de
l'épreuve de contingentement en
fin d'études.

Je n'ai dès lors pas l'intention de
revoir la décision concernant
l'examen organisé à l'issue des
études.
13.03 Maya Detiège (sp.a-spirit): Ik had de reactie eigenlijk al een
beetje verwacht. Ik begrijp ook dat het voor u heel moeilijk is.
Aangezien uw voorgangers een aantal beperkingen gingen opleggen,
is het normaal dat u daarmee voortgaat.

Ik heb het er toch een beetje moeilijk mee. De discussie rond de data
is heel vaag. Men zegt dat er een koninklijk besluit is uit 1999. Daarin
is wel bepaald dat er een beperking zou komen, maar de manier
waarop werd in die periode echter nooit duidelijk gecommuniceerd
aan de studenten. Het kan zijn dat ze weten dat er te veel zijn, maar ik
zou deze situatie als student helemaal niet leuk vinden.
13.03 Maya Detiège (sp.a-spirit):
La communication n'a jamais été
bonne en ce qui concerne les
dates, certainement pas vis-à-vis
des étudiants.
13.04 Minister Rudy Demotte: Men zegt absoluut hetzelfde over de
quota voor de artsen. Ik ben een voorstander van een complete
informatie, maar ik kan geen verantwoordelijkheid verlenen.
13.05 Maya Detiège (sp.a-spirit): U bent zelf ook voorstander om iets
te doen aan de instroom. Het moet dan geregeld worden op Vlaams
niveau. Dat kan nu niet. Men wist sinds 2002 dat het om de uitstroom
13.05 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Le ministre ne peut-il vraiment pas
faire une exception pour la
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
ging, dat er een examen ging komen. Het gaat om 90 studenten die in
2005 zouden afstuderen en 40 studenten als overschot. Dat zijn de
mensen die benadeeld zouden worden. Kan men op 28.000
kinesisten voor die 130 studenten dan geen tussenmaatregel nemen
en zeggen dat men het gewoon zo laat.
centaine d'étudiants qui se sont
inscrits avant 2002?
13.06 Minister Rudy Demotte: Wij hebben bij verschillende
gelegenheden de wetgeving versoepeld. Met differentiatie vrees ik dat
ik de deur zou openen voor een herziening in anderen velden. Ik ben
ervan overtuigd dat in andere medische beroepen waar het
quotastelsel ook van toepassing is, zou gewezen worden op een
uitzondering die werd toegestaan, zelfs al gaat het om weinig
personen, en hetzelfde zou worden gevraagd. Dat geeft dus een
principeprobleem.
13.06 Rudy Demotte, ministre:
J'ai déjà consenti à ce que la
législation soit assouplie. Je ne
veux pas créer de précédent pour
toutes les autres professions
médicales où des quotas sont
appliqués. À mes yeux, c'est une
question de principe.
13.07 Maya Detiège (sp.a-spirit): Als er een communicatie was
geweest met de studenten, zou ik zeggen dat terugwerkende kracht
geen zin heeft. In dit geval is het echter toch wel duidelijk dat die 110
studenten zich in de kou voelen gezet. Er is de wetgeving en er zijn
reglementen, maar in bepaalde gevallen moet de wetgevende macht
leren om een bepaalde soepelheid aan de dag te leggen. Als er dan
anderen onterecht staan te roepen, dan moet men neen zeggen. In
het voorliggende geval moet men echter ja zeggen.
13.08 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Detiège, ik was een heel
soepel persoon, maar ik heb geleerd om hard te zijn.
13.08 Rudy Demotte, ministre:
En tant que ministre de la Santé
publique et des Affaires sociales,
j'ai appris à faire preuve de
sévérité aux moments
nécessaires.
13.09 Maya Detiège (sp.a-spirit): Ik merk het. Ik vind dat heel spijtig.
13.09 Maya Detiège (sp.a-spirit):
Je regrette cette réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 7302 de Mme Pécriaux a déjà été posée en commission de l'Intérieur. Elle
figure à l'agenda en raison d'une erreur informatique. Mme D'hondt n'est pas là pour poser sa question
n° 7304. La question n° 7325 de Mme Jiroflée est reportée.
14 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de implementatie van de leghennenrichtlijn" (nr. 7334)
14 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
mise en oeuvre de la directive relative aux poules pondeuses" (n° 7334)
14.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
vraag over de implementatie van de leghennenrichtlijn. Ik hoef u
waarschijnlijk niet uit te leggen waarover het gaat, u bent al zoveel
maanden met dat probleem geconfronteerd. Ik herinner mij nog
enorm goed begin februari 2005, toen ik u daarover ook een vraag
stelde. U zei toen: "Mevrouw Muylle, ik heb heel goed nieuws voor u.
Komende vrijdag op de Ministerraad ligt er een ontwerp-KB en wij
verwachten daar geen problemen. Er zal over gestemd zijn en wij
gaan ook de Europese richtlijn gewoon omzetten zoals de richtlijn
voorschrijft".

Het heeft niet zo mogen verlopen. We zijn al vier maand verder en tot
14.01 Nathalie Muylle (CD&V):
En février 2005, le ministre a
affirmé être parvenu à un
consensus avec les Régions au
sujet de la transposition de la
directive relative aux poules
pondeuses. Le texte de la directive
serait même transposé tel quel en
droit belge. Or, il me revient à
présent qu'une disposition tendant
à faire expirer la transposition en
2010 allait être insérée dans le
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
op vandaag is er nog altijd geen leghennenrichtlijn die omgezet is. Het
betekent dat vandaag nog alle landbouwers in een zeer grote
onzekerheid achterblijven. Ik maak mij wel wat zorgen. Het voorstel
was toen gewoon de omzetting van de Europese richtlijn. Ik verneem
nu wat tegenstrijdige geruchten. U hebt toen wat aanpassingen
gedaan, men is opnieuw naar de Gewesten gegaan en men is al een
paar keer over en weer gegaan tussen de Gewesten en u zelf. Ik ben
eigenlijk wel wat bezorgd omdat ik nu verneem dat het voorstel dat nu
op tafel zou liggen de omzetting van de richtlijn zou inhouden.

Men zou daarnaast echter ook wachten op een studie wat betreft de
alternatieve systemen, zijnde volières, stallen, scharrelstallen, alles
wat mogelijk is. De studie zou anderhalf à twee jaar duren en tijdens
die periode zouden dan de mensen die investeren vrijgesteld worden
voor vijftien jaar tot de afschrijvingen van het systeem gebeurd zijn,
om dan na de studie te beslissen of we verder kunnen gaan met de
omzetting van de Europese richtlijn tout court dan wel of we ze nog
gaan verstrengen. Op zich heb ik daar al wat problemen mee maar
dat is nog niet het ergste.

Wat ik nu wel hoor en wat mij eigenlijk wel wat bezorgd maakt is dat
het nieuwe ontwerp-KB sowieso zou inhouden dat de omzetting in
2010 zou aflopen en dat men er vooral uit sp.a-hoek op aandringt om
dat zo in het ontwerp-KB te plaatsen. De bedoeling zou dan ook zijn
om de verrijkte kooi die nu nog toelaatbaar is volledig af te schaffen
vanaf 2010. Dat maakt mij dus wel wat bezorgd.

Vandaar, mijnheer de minister, zou ik graag van u vernemen hoe het
nu werkelijk zit, welk voorstel nu op tafel ligt en welke de timing is. Ik
hoor zelfs al stemmen om de omzetting niet te laten doen maar de
onzekerheid bij de leghennenhouders is zeer groot en ik vraag echt
op korte termijn duidelijkheid voor de sector.
projet d'arrêté royal. Le sp.a
surtout serait favorable à l'insertion
d'une telle disposition. Quel texte
sera finalement retenu et quel est
le calendrier proposé par le
ministre?
14.02 Minister Rudy Demotte: Ik hoopte dat het vlugger zou kunnen
gaan, maar ik was zelf verbaasd door de verschillende mensen die
over dit dossier aarzelen. Nu kom ik ten gronde tot mijn antwoord.

Zoals u heel juist stelt, is het ontwerp van koninklijk besluit tot
vaststelling van de minimale normen inzake bescherming van een
leghen een letterlijke omzetting van richtlijn 1999/74EG van de Raad
van 19 juli 1999. Het ontwerp voorziet weliswaar in de mogelijkheid
dat op lange termijn één systeem voorrang krijgt op een ander, in
functie van de conclusies van een vergelijkende studie tussen
systemen met verrijkte kooien en alternatieve systemen. Deze studie
ging begin dit jaar van start. De mogelijkheid om het besluit aan te
passen als uit de studie blijkt dat dit nodig is, is helemaal niet
uitzonderlijk. Het is net heel logisch om een reglementering aan te
passen in functie van nieuwe, nuttige elementen. Het gaat dus niet
om een voorbehoud in de strikte zin, maar eerder om het bieden van
een mogelijkheid tot aanpassing.

Om op uw tweede vraag te antwoorden, zou ik willen verduidelijken
dat het er hier niet om gaat om de beste leerling te zijn, maar wel om
de best mogelijke beslissing te nemen op basis van strikte en
objectieve wetenschappelijke criteria. Er kan ook geen sprake zijn van
onzekerheid voor de sector, aangezien elke mogelijke wijziging van
de reglementering die verplicht bekend moet zijn voor 1 januari 2010,
pas van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2025. Dergelijke lange
14.02 Rudy Demotte, ministre:
J'espérais moi aussi que la
situation aurait évolué plus
rapidement. Les nombreuses
hésitations me surprennent. Le
projet d'arrêté royal relatif aux
normes minimales en matière de
protection des poules pondeuses
constituera une simple
transposition de la directive
1999/74 CE.

L'arrêté royal prévoit à terme la
possibilité de privilégier un
système déterminé. Une étude
comparative entre le système des
cages enrichies et d'autres
systèmes, démarrée début 2005,
doit permettre de tirer des
conclusions à cet égard. Nous
devons en effet prendre la
meilleure décision possible sur la
base de critères scientifiques
objectifs. Il importe également de
faire la transparence pour le
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
overgangsperiode moet de sector toelaten zich zonder problemen aan
te passen, indien het natuurlijk nodig is. Tot daar mijn antwoord.
secteur. Si l'étude démontre qu'il y
a tout intérêt à suivre une voie
spécifique, l'on optera pour un
nouveau système à partir du 1
er
janvier 2010. Celui-ci n'entrera
toutefois en vigueur qu'en 2025.
Le secteur aura donc tout le temps
de s'adapter.
14.03 Nathalie Muylle (CD&V): Staat in het ontwerp-KB dat het
huidige KB afloopt in 2010 en dat er op dat ogenblik nieuwe
onderhandelingen zullen moeten gebeuren of staat in het ontwerp-KB
dat de regeling gewoon verder loopt, maar dat men in 2010 een
evaluatiemoment zal houden en dat op basis van het
evaluatiemoment er eventueel een mogelijke aanpassing zou kunnen
zijn van de reglementering?
14.04 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Muylle, wat is onze
beslissing? Wij hebben gezegd dat wij de richtlijn nu precies zullen
volgen. Wij volgen exact de filosofie van de richtlijn. Misschien bewijst
de lopende wetenschappelijke studie dat de twee wegen naast elkaar
mogen bestaan. Maar indien de lopende wetenschappelijke studie tot
de conclusie komt dat de ene of de andere weg beter is, dan zal in
2010 in een nieuw stelsel worden voorzien. Het stelsel zal echter pas
in 2025 van toepassing worden. Dat betekent dat de
overgangsperiode zeer lang is als men in 2010 beslist om een ander
stelsel te promoten.
14.05 Nathalie Muylle (CD&V): Wat is de politieke haalbaarheid van
het dossier? De Gewesten hebben hun advies gegeven.
14.05 Nathalie Muylle (CD&V):
Qu'en est-il de la faisabilité
politique de ce dossier?
14.06 Minister Rudy Demotte: De Gewesten denken ofwel het
behoud van de huidige omstandigheden of de overschakeling naar
een van de twee alternatieven op economisch vlak te kunnen
steunen. Volgens de Gewesten is er terzake geen probleem.
14.04 Rudy Demotte, ministre: Il
ne se pose aucun problème pour
les Régions, quel que soit le
système retenu.
14.07 Nathalie Muylle (CD&V): Krijgt u de volledige steun van de
Ministerraad voor dit ontwerp?
14.07 Nathalie Muylle (CD&V):
Le ministre bénéficie-t-il du soutien
du Conseil des ministres?
14.08 Minister Rudy Demotte: Ja, in de jongste
intergouvernementele conferentie hebben wij daarvoor steun
gekregen.
14.08 Rudy Demotte, ministre:
J'ai aussi le soutien du Conseil
des ministres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het rapport van mevrouw Cliveti over de Brusselse ziekenhuizen" (nr. 7353)
15 Question de M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
rapport de Mme Cliveti sur les hôpitaux bruxellois" (n° 7353)
15.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dit is
een problematiek die u misschien bekend is.

De voorzitter gebaart nu van krommenaas maar hij heeft toch wel
enige functie in de Iris-ziekenhuizen. Hij zal dus wel met aandacht
15.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre a-t-il reçu les
questions complémentaires?
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
luisteren.

Mijnheer de minister, ik heb u via uw diensten een paar extra vragen
bezorgd. Zijn die aangekomen? Heeft men u die bezorgd? Ik wilde
mijn vraag wat meer specificeren en ik heb twee mails laten
verzenden naar uw diensten, via uw website.
15.02 Minister Rudy Demotte: Men zegt mij dat wij uw vragen
ontvangen hebben. Zij gingen over een document van mevrouw
Cliveti, maar haar documenten hebben wij nog niet gekregen.
15.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai bien reçu les questions
complémentaires sur le rapport de
Mme Cliveti, mais pas le rapport
lui-même.
15.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ja, goed, officieel hebt u
dat document nog niet gekregen. Dat is een beetje vreemd, mijnheer
de minister, want wij hebben het al meer dan een week. Er zijn al
allerhande mogelijke politieke reacties op geweest, ook zelfs van
Franstalige partijen, van het FDF onder meer. Dus, officieel zult u ze
misschien niet kennen, maar officieus denk ik toch wel dat u op een
aantal vlakken, minstens op basis van de krantenreacties, al iets kunt
zeggen.

Ik zal de vragen stellen die ik had willen stellen.

Hoe reageert u, mijnheer de minister, op de aanbeveling om de
juridische en administratieve middelen te verhogen alsook de
controlemechanismen om de tweetaligheid van de Brusselse
ziekenhuizen, onder andere bij het onthaal en bij de behandeling van
patiënten, te verzekeren? Ter attentie van de voorzitter wil ik toch
even onderstrepen dat in het rapport-Cliveti het probleem erkend
wordt, ook al zijn er geen bewijzen, mede door het feit dat men aan
Franstalige kant tot nu toe heeft verhinderd dat er een meldpunt zou
komen. Het probleem stelt zich wel en Vlamingen worden ermee
geconfronteerd dat mensen aan het onthaal, behandelende artsen of
verplegers geen of onvoldoende Nederlands kennen of het niet
wensen te spreken.

Ten tweede, mijnheer de minister, op welke wijze kan het aanbod van
tweetalig personeel verhoogd worden? Ook dat is een van de
concrete aanbevelingen die de rapporteur doet. Kan daar vanuit
federale hoek een budget voor worden uitgetrokken om dat te
stimuleren? Heeft u intussen opnieuw contact gehad met de ministers
van Onderwijs? Hoe reageert u op het voorstel van een
regeringspartij, de VLD, vanuit Brussel, om de taalkennis in te
bouwen in de eindtermen?

Ten derde, op welke wijze meent u de studie van het Nederlands bij
de actuele personeelsleden ­ niet bij de studenten, maar bij de
huidige personeelsleden ­ in de Brusselse ziekenhuizen te
bevorderen?

Ten vierde, op welke wijze kunt u het openbare karakter van de
spoeddiensten en van een deel van de Brusselse ziekenhuizen,
namelijk de OCMW-ziekenhuizen onder Iris, versterken, zoals wordt
aanbevolen door de rapporteur?

Ten slotte, hoe ver staat het met de besprekingen met de Vlaamse
Gemeenschap? Ik weet dat die besprekingen al enkele maanden
15.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Officiellement peut-être
pas mais officieusement, oui.
Nous sommes déjà en possession
du document depuis une semaine!

Que pense le ministre du
problème de l'absence d'un
bilinguisme parfait dans les
hôpitaux bruxellois? Inscrira-t-il
des crédits au budget fédéral en
vue du recrutement de davantage
de membres du personnel
bilingues? S'est-il déjà concerté à
ce sujet avec les ministres de
l'Enseignement? Que pense-t-il de
la proposition du CD&V visant à
intégrer le bilinguisme dans les
objectifs finaux de
l'enseignement?

Que fera le ministre pour améliorer
la connaissance du néerlandais du
personnel en place dans les
hôpitaux bruxellois et renforcer le
caractère bilingue? Où en sont les
discussions avec la Communauté
flamande et quel est l'état de la
situation en ce qui concerne le
point de contact pour
l'enregistrement des
réclamations?
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
lopen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het
klachtenmeldpunt?

Ik dank u op voorhand voor uw antwoord.
15.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, de rapporteur
van de Raad van Europa, mevrouw Cliveti, heeft inderdaad een
ontwerpresolutie opgemaakt over de taalproblematiek in de Brusselse
ziekenhuizen. Het gaat dus niet om een goedgekeurde tekst, maar
wel om een ontwerptekst.

Mevrouw Cliveti stelt dat het gebruik van het Nederlands in de
Brusselse ziekenhuizen onvoldoende is en dat inspanningen nodig
zijn met het oog op de tweetaligheid van het gespecialiseerde
ziekenhuispersoneel. Zij voegt eraan toe dat goodwill, flexibiliteit,
pragmatisme en tolerantie daarbij onontbeerlijk zijn.

Van bij mijn eerste bezoek als minister aan een Brussels ziekenhuis
in september 2003 heb ik voor een tweetalige dienstverlening in de
Brusselse spoedgevallendienst gepleit. Ik blijf er evenwel bij dat
stoere, wetgevende initiatieven a fortiori niet doeltreffend zouden zijn,
aangezien er geen overtal aan medisch en verplegend personeel
bestaat en er dan ook moeilijk zwaar kan worden geselecteerd op
basis van de tweetaligheid.

Ik stel vast dat mevrouw Cliveti zich globaal op dezelfde lijn bevindt.

Wat de concrete, aan de gang zijnde initiatieven betreft, verwijs ik, om
tijd te winnen, naar mijn recente antwoorden terzake in deze
commissie.

Ten slotte wens ik de aandacht van de heer Laeremans te vestigen
op het feit dat het merendeel van de aanbevelingen van mevrouw
Cliveti niet tot mijn bevoegdheid maar wel tot de bevoegdheid van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren. Het betreft onder meer de
aanbevelingen inzake de uitbreiding van de bestuurlijke en juridische
middelen om de tweetaligheid te garanderen.
15.04 Rudy Demotte, ministre:
Mme Cliveti, du Conseil de
l'Europe, constate dans son projet
de résolution que la connaissance
du néerlandais dans les hôpitaux
belges est insuffisante. Des efforts
doivent être consentis pour
généraliser le bilinguisme. Bonne
volonté, flexibilité et tolérance sont
indispensables à cet égard.

En septembre 2003, j'avais déjà
plaidé pour le bilinguisme du
service d'urgences dans les
hôpitaux bruxellois mais, compte
tenu du manque de personnel
médical, il est impossible de
sélectionner les collaborateurs sur
la base du critère du bilinguisme.
Imposer des lois rigides en la
matière n'a donc aucun intérêt.

Pour un complément
d'informations sur les initiatives en
cours, je vous renvoie aux
précédentes réponses.

La majorité des conseils de Mme
Cliveti relèvent des compétences
régionales, notamment l'expansion
des moyens administratifs et
juridiques.
15.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, uw
antwoord is onvolledig. Ten opzichte van begin mei zijn een aantal
zaken - zo dacht ik althans - geëvolueerd. Begin mei heb ik u
inderdaad ondervraagd. Vandaag had ik graag een stand van zaken
vernomen met betrekking tot de gesprekken met de Vlaamse
Gemeenschap. Blijkbaar is er geen enkele evolutie. Op het Vlaams
niveau zullen we dezelfde vragen moeten stellen.

U zegt dat juridische en administratieve middelen inzake
controlemechanismen om de tweetaligheid te verzekeren en te
verhogen, een puur Brusselse aangelegenheid is. Dat is nogal
gemakkelijk te stellen. U kunt als federaal minister eveneens
initiatieven nemen om de juridische middelen aan te reiken om de
tweetaligheid te verhogen. U kunt een aantal wetgevende of
regelgevende initiatieven nemen, initiatieven inzake erkenning van
bepaalde diensten, initiatieven inzake financiering en subsidiëring
door er taalelementen aan vast te knopen. Zomaar stellen dat het een
zuiver Brusselse problematiek is, is een houding om u van het dossier
af te maken. Wij zullen er de Brusselse politici mee confronteren.
15.05 Bart Laeremans (Vlaams
Blok): Votre réponse est
incomplète. Ne constate-t-on donc
aucune évolution en ce qui
concerne les discussions avec la
Communauté flamande?

Il est facile de renvoyer à la
Région de Bruxelles-Capitale. Le
ministre fédéral ne dispose-t-il
donc d'aucun moyen? Il me suffit
de penser, à cet égard, à la
subordination du financement à
certaines conditions linguistiques.

Je n'ai rien entendu non plus à
propos des mesures tendant à
stimuler l'apprentissage du
néerlandais par le personnel
hospitalier actuel. Le ministre
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
U zegt dat u niet regelgevend kunt optreden en geen
dwangmaatregelen kunt nemen omdat er onvoldoende tweetalig
personeel is. Precies daarom stel ik u de vraag, quid met het
tweetalig, of liever het huidig personeel? Mevrouw Cliveti suggereert
het huidig personeel voldoende de twee talen te leren kennen. Ik heb
het niet alleen over de opleiding. Op dit punt hebt u gelijk en kunt u
alleen de bevoegde ministers vragen op de opleiding te verbeteren en
de taalkennis in te bouwen. Daarnaast is er het huidig personeel dat
vaak onvoldoende de andere taal, meer bepaald het Nederlands,
kent. Deze groep kunt u stimuleren om de taal te leren. Er u vanaf
maken door te zeggen dat er onvoldoende personeel is en dat nog
strengere taalvereisten zouden kunnen resulteren in het kwijtspelen
van een deel van het huidig personeelsbestand, is verkeerd. U kunt
op verschillende manieren en met verschillende incentives het
bestaande personeel aanmoedigen om de andere taal te leren, zowel
de artsen als het verplegend personeel.

Ik vind het heel jammer dat u terzake niet een voorstel of initiatief in
petto heeft, wilt ondersteunen of aanmoedigen, maar de zaak gewoon
op zijn beloop laat. Ik vind dit bijzonder erg. Het Vlaams Belang zal de
andere meerderheidspartijen en de Vlaamse partijen op het Brusselse
en Vlaamse niveau hiermee confronteren.
laisse l'affaire en l'état.
15.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Laeremans, ik kan uw
bemerkingen niet aanvaarden, want zoals u weet zijn mijn
voorgangers, de Vlaamse ministers Frank Vandenbroucke en Magda
Aelvoet, er niet in geslaagd een oplossing te vinden.

Ik zou zelfs durven zeggen dat ik misschien meer gevoeligheid voor
de tweetaligheid in de ziekenhuizen heb uitgesproken dan mijn
voorgangers.
15.06 Rudy Demotte, ministre:
Mes prédécesseurs n'ont pas
davantage réussi à résoudre le
problème. J'ai tout mis en oeuvre
pour promouvoir le bilinguisme
dans les hôpitaux.
15.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, met
dat laatste kan ik mij akkoord verklaren, dat is juist. U hebt in zekere
mate lippendienst, zoals men dat in het Nederlands zegt, bewezen
aan die aspecten. U hebt ook een schrijven gericht, dat u
waarschijnlijk nog herhaald hebt, aan de ministers. U hebt uw
bekommernis geuit over het tweetalig karakter.

Wat ook in uw voordeel spreekt, is dat u het zelf toepast. U bent het
model van iemand die goed tweetalig is.

Tot daar kan ik u volgen.

Mijn verwijt gaat ook naar uw voorgangers, die veel te weinig gedaan
hebben.

Maar een van de zaken die zij voorbereid hebben, was precies het
koninklijk besluit in verband met de hulpdiensten, om de tweetaligheid
op te leggen. Daarop is een advies van de Raad van State
uitgesproken dat dubbelzinnig is. Sindsdien zit dat dossier
geblokkeerd. U mag dus niet zeggen dat uw voorgangers niets
hebben gedaan. Zij hebben iets op de rails gezet. Nu zegt u: "Kijk, er
is een dubbelzinnig advies van de Raad van State, en we laten dat
zo." U hebt dat niet afgewerkt en nu zitten we in een impasse.

Ik ben het voor het overige met u eens dat de Vlaamse ministers veel
te weinig hebben gedaan. Dat is een argument waarachter u zich kunt
15.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Nos reproches
concernent aussi vos
prédécesseurs. Il est exact que le
ministre a tenu de beaux discours
sur le sujet, mais à nos yeux, cela
ne suffit pas.
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
verschuilen.

Voor ons is dat argument natuurlijk absoluut niet voldoende.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het uitblijven van antwoorden betreffende de beleidsnota" (nr. 7357)
16 Question de M. Mark Verhaegen au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'absence de réponses relatives à la note de politique" (n° 7357)
16.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit zal wel de kortste vraag van de dag zijn. Ze betreft de
bespreking van de beleidsnota eind vorig jaar, niet in de commissie
maar in de plenaire vergadering van 22 december. Ik had toen een
aantal technische vragen over de werking en de financiering van het
FAVV, waarop u niet onmiddellijk kon antwoorden. Het weze u
vergeven. U hebt mij toen beloofd de antwoorden schriftelijk te
bezorgen.

Mijnheer de minister, ik wil nogmaals insisteren. Na meerdere mails
en telefoons heb ik nog altijd geen antwoorden op mijn vragen
gekregen. Daarom vraag ik u nogmaals beleefd een antwoord op die
vragen, zoals ook vermeld in het integraal verslag van de plenaire
vergadering van 22 december 2004, document nr. 109, pagina's 86
tot 92.
16.01 Mark Verhaegen (CD&V):
En séance plénière du 22
décembre dernier, j'avais posé
plusieurs questions relatives à
l'AFSCA et le ministre m'avait
promis une réponse écrite. Le
ministre peut-il à présent me la
communiquer?
16.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Verhaegen, dit is de
gelegenheid om te antwoorden. Het nieuwe businessplan van het
FAVV werd tegelijk met de voorstellen van de nieuwe financiering van
het FAVV...
16.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, wanneer ik de
antwoorden schriftelijk krijg, is het goed hoor. U hoeft ze voor mij niet
voor te lezen. Als u ze mij bezorgt, ben ik een gelukkig mens.
16.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Je me contenterai d'une réponse
écrite.
16.04 Minister Rudy Demotte: Dan zal ik dat bezorgen.
16.04 Rudy Demotte, ministre: Je
vous la transmettrai.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de vergoeding van de buurkarkassen van met BSE besmette runderen" (nr. 7372)
17 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'indemnisation des carcasses voisines des carcasses de bovins contaminés à l'ESB" (n° 7372)
17.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal mijn vraag kort houden. Mijn vraag gaat over
buurkarkassen. Bij het uitvoeren van een BSE-test wordt bij een
besmette test 1 karkas voor en 2 karkassen na vergoed. Ik heb de
vraag twee weken geleden aan u gesteld. U hebt toen gezegd dat het
ontwerp van koninklijk besluit klaar was. Dat is trouwens in overleg
met de sector gebeurd. U hebt dit in oktober 2004 opgestuurd naar de
minister van Begroting. U hebt mij dan ook geadviseerd om de vraag
aan uw collega te stellen. Ik heb dat vorige week ook gedaan.
17.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Voici quelques semaines, le
ministre nous a fait savoir qu'il
avait soumis pour signature son
projet d'arrêté royal concernant
l'indemnisation pour les carcasses
voisines des carcasses
contaminées par l'ESB au ministre
du Budget en octobre 2004.
Ensuite, le ministre du Budget a
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Blijkbaar is het dossier vier maanden blijven liggen bij de Inspectie
van Financiën. Minister Vande Lanotte heeft mij gezegd dat er een
positief advies werd gegeven en dat de beslissing begin juni aan u
werd bezorgd. Daarom vraag ik u of dit klopt. Wat is de te volgen
procedure? Wanneer zullen de gedupeerde rundveehouders hun
centen krijgen?
déclaré qu'il le lui avait renvoyé
avec un avis positif au début de ce
mois. Quelle est à présent la
procédure à suivre? Quand les
personnes dupées peuvent-elles
espérer une indemnisation?
17.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Muylle, het advies van de minister van Begroting met betrekking tot
het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 17 maart 1997 houdende de organisatie van het
epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme
encefalopathieën bij herkauwers werd vorige maand ontvangen. Het
ontwerp van koninklijk besluit werd inmiddels gefinaliseerd en aan mij
voorgelegd om vervolgens voor ondertekening door de Koning te
worden doorgestuurd. Zodra het besluit gepubliceerd is in het
Belgisch Staatsblad wordt de sector hiervan in kennis gesteld via een
persbericht. De modaliteiten voor het indienen van
vergoedingsdossiers zullen worden bekendgemaakt via dit
persbericht. Vervolgens zullen de getroffen eigenaars vergoed
worden. De waarde van de karkassen worden bepaald op basis van
relevante criteria die beschikbaar zijn bij mijn administratie met een
maximumvergoeding van 2.500 euro per karkas.
17.02 Rudy Demotte, ministre:
Mon cabinet a reçu l'avis positif du
ministère du Budget le mois
dernier. Entre-temps, l'arrêté royal
a été peaufiné puis transmis pour
signature au Roi. Les propriétaires
touchés seront informés, après la
publication au Moniteur belge, par
un communiqué de presse et ils
seront indemnisés le plus
rapidement possible. Les critères
à respecter pour la détermination
de la valeur des carcasses ont été
définis. Une indemnisation de
2.500 euros maximum par
carcasse sera allouée.
17.03 Nathalie Muylle (CD&V): Ik dank u voor het antwoord,
mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
ondervoeding van ziekenhuispatiënten" (nr. 7385)
18 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
dénutrition des patients hospitalisés" (n° 7385)
18.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij hebben het in deze commissie al zeer
frequent gehad over het probleem van zwaarlijvigheid. Laten wij even
naar het andere uiterste gaan en dan wil ik het met u even hebben
over de problematiek van de ondervoeding van ziekenhuispatiënten.

U zult ongetwijfeld weten dat op 9 juni jongstleden de eerste nationale
sensibiliseringsdag rond ondervoeding in ziekenhuizen doorging. Uit
een onderzoek van het studiebureau HEDM zou blijken dat de
ondervoeding van ziekenhuispatiënten verantwoordelijk is voor
belangrijke meerkosten. Patiënten die ondervoed zijn, lopen uiteraard
het risico op bijkomende complicaties en dat geeft, vrij logisch
uiteraard, aanleiding tot meer medicijnverbruik en langer verblijf in
een ziekenhuis. Vandaar een drietal zeer korte vragen, mijnheer de
minister.

Bent u op de hoogte van deze studie? Onderschrijft u, in tweede orde,
de noodzaak van een degelijk wetenschappelijk onderzoek om de
echte economische meerkosten van dit probleem te analyseren? Wat
denkt u in het bijzonder over de suggesties dienaangaande die door
professor Dirk Ysebaert van het UZ-Antwerpen zijn gedaan en waarin
het specifiek gaat over de erkenning van enerzijds de
screeningmethodes, maar anderzijds ook over zowel erkenning als
18.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Il ressort d'une étude du
bureau d'études HEDM que la
sous-alimentation des patients
dans les hôpitaux est la cause de
complications supplémentaires,
d'une augmentation de la
consommation de médicaments et
d'une prolongation du séjour en
milieu hospitalier.

Le ministre a-t-il pris connaissance
de cette étude? Reconnaît-il la
nécessité d'analyser le surcoût
qu'engendre ce problème? Que
pense-t-il des suggestions du
professeur Ysebaert, de l'UZ
Antwerpen?
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
financiering als misschien zelfs de verplichting om aan ziekenhuizen
een voedingsteam op te leggen? Tot daar mijn zeer korte vragen,
mijnheer de minister.
18.02 Minister Rudy Demotte: Ik zal ook trachten kort te antwoorden.

Ik heb zoals u kennis genomen van de studie waarnaar u verwijst en
een initiatief genomen. Ik wil er tevens aan herinneren dat dit initiatief
in de lijn ligt van de aanbeveling van 2002 van de Raad van Europa,
waarin de behoefte al werd uitgedrukt om rekening te houden met de
voedingssituatie van de gehospitaliseerde patiënten.

De volksgezondheidsautoriteiten in ons land hebben de
aanbevelingen van de Raad van Europa al op de voet gevolgd.
Volgende sporen werden voorgesteld tijdens die sensibilisatiedag.
Laten wij in dit kader ook de werking van het artsencollege voor de
geriatrische diensten noemen, dat een evaluatie ontwikkelde van de
voedingstoestand van de geriatrische patiënt bij opname en
verbeteringsstrategieën voorstelt voor de behandeling van dat
probleem.

In dezelfde zin is een werkgroep opgericht door de interministeriële
conferentie. Deze heeft een voedingsplan ontwikkeld dat precies
bedoeld is om structuren en praktijken te bieden met betrekking tot de
behandeling van het voedingsrisico in de ziekenhuizen.

De aanbevelingen van die werkgroep bevinden zich op dezelfde as
als de voorstellen van professor Ysebaert. Tot daar mijn antwoord.
18.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai pris connaissance de cette
étude, qui s'inscrit d'ailleurs dans
le cadre des recommandations du
Conseil de l'Europe de 2002. Le
collège des médecins des services
gériatriques a, par ailleurs, déjà
procédé à une évaluation de l'état
nutritionnel des patients
gériatriques et a formulé des
propositions d'amélioration. Un
groupe de travail mis sur pied lors
de la conférence interministérielle
a mis au point un plan alimentaire
tenant compte du risque lié à
l'alimentation dans les hôpitaux.
Ces recommandations
correspondent à celles du
professeur Ysebaert.
18.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik zal
het dossier verder opvolgen maar voorlopig kan ik genoegen nemen
met uw antwoord.
18.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Nous continuerons à
suivre ce dossier de près.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekenning van de index aan de artsen" (nr. 7404)
19 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'indexation des honoraires des médecins" (n° 7404)
19.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, wij
hebben het in onze commissie al een aantal keer gehad over de
problematiek van de index voor de artsen. U weet ongetwijfeld
evengoed als ikzelf dat destijds met de artsen overeengekomen werd
om de eventuele indextoekenning afhankelijk te maken van de
trendbreuk in het voorschrijven meer bepaald van bloeddrukverlagers
en antibiotica.

U hebt ongetwijfeld, net zo goed als ikzelf, er akte van genomen dat
het Verzekeringscomité van het RIZIV een beetje op de vlakte
gebleven is over het feit of er al dan niet een trendbreuk merkbaar is.
Dat neemt niet weg dat de Medicomut zich wel degelijk duidelijk
uitgesproken heeft voor een indextoekenning, al dan niet
genuanceerd volgens de partner die in de Medicomut aanwezig was.

Mijnheer de minister, ik heb enkele zeer concrete vragen. Wat is uw
standpunt en het standpunt van de regering in het dossier? Zullen de
19.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): En son temps, il avait été
convenu avec les médecins que
l'octroi éventuel de l'indexation
dépendrait d'une rupture de
tendance dans la prescription
d'hypotenseurs et d'antibiotiques.
Dans l'intervalle, la commission
médico-mutualiste s'est prononcée
en faveur de l'octroi de
l'indexation, bien que le comité de
l'assurance de l'INAMI ait encore
des doutes quant à la rupture de
tendance.

Quelle est la position du
gouvernement en la matière? Les
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
artsen al dan niet op korte termijn de indextoekenning, die ieder
normaal werkende Belg zeer frequent krijgt, ontvangen? Zal men de
regel ook toepassen voor de artsen?

Wat is de timing die wij kunnen verwachten voor een mogelijke
beslissing?
médecins obtiendront-ils une
indexation à court terme? Quel est
le calendrier prévu?
19.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Bultinck, het rapport, dat
werd voorgesteld aan het Verzekeringscomité, toont helemaal geen
trendbreuk aan, wat het voorschrijven van antihypertensiva betreft.
Bovendien werd de trendbreuk inzake antibiotica niet duidelijk
vastgesteld, zelfs als wij het in dit geval over een positieve evolutie
hebben.

Hoe het ook is, er werden twee fundamentele voorwaarden
geformuleerd over het verband tussen de trendbreuk en de indexering
van de medische honoraria door de Ministerraad, bij beslissing van 26
november: enerzijds een significante trendbreuk voor die twee
categorieën geneesmiddelen, anderzijds de afwezigheid van
vastgestelde overschrijdingen in de technische ramingen.

In dit stadium is het voor mij moeilijk om te besluiten of de twee
voorwaarden vervuld zijn. Het blijft een zeer diplomatisch antwoord,
maar u krijgt al enkele inlichtingen die bewijzen dat de trendbreuk, wat
de antibiotica betreft, nog niet duidelijk vastgesteld werd en dat er nog
geen trendbreuk inzake de antihypertensiva nog niet is verwezenlijkt.
19.02 Rudy Demotte, ministre: Le
rapport présenté au comité de
l'assurance n'indique aucune
rupture de tendance en matière de
prescription d'hypotenseurs et une
légère évolution dans le bon sens
en ce qui concerne la prescription
d'antibiotiques. Le Conseil des
ministres a dès lors formulé deux
conditions fondamentales pour
l'octroi de l'indexation aux
médecins: d'une part, une rupture
de tendance significative pour les
deux catégories de médicaments
et, d'autre part, l'absence de
dépassement dans les estimations
techniques.

Au stade actuel, il est difficile de
conclure que ces deux conditions
sont remplies.
19.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
beleefdheidshalve dank ik u uiteraard voor uw antwoord, maar ik
vrees dat u mij verplicht om met enige frequentie deze vraag terug te
stellen vermits u een sibillijns antwoord blijft geven en ook de artsen
eigenlijk op hun honger laat zitten over het feit of ze al dan niet hun
index zullen krijgen. U verplicht mij eigenlijk moreel om binnen enkele
weken ongetwijfeld met dezelfde vraag terug te komen.
19.03 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Le ministre m'oblige à
répéter la question jusqu'à ce que
la clarté soit faite pour les
médecins.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
'leegloop' op zijn kabinet" (nr. 7405)
20 Question de M. Koen Bultinck au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
'dépeuplement' de son cabinet" (n° 7405)
20.01 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als cynisch lid van de oppositie zou ik bijna
durven zeggen: de ratten verlaten het zinkende schip. Ik heb af en toe
een beetje de indruk dat deze regering op zijn laatste benen loopt.
Volgens de medische pers die ik de jongste weken heb kunnen lezen,
is blijkbaar ook uw eigen kabinet daar een beetje onderhevig aan.

Ik zal het niet persoonlijk spelen. De namen van de vijf topadviseurs
die in de eerstkomende maanden uw kabinet verlaten, zal ik ook niet
vermelden. Maar het zijn niet van de minsten. Ik denk dat ik niet
overdrijf als ik zeg dat het over vijf absolute topadviseurs gaat.

Mijnheer de minister, vandaar heb ik de volgende drie zeer concrete
20.01 Koen Bultinck (Vlaams
Belang): Nous ne voulons pas
nous en prendre personnellement
au ministre, mais nous avons
constaté qu'en peu de temps cinq
éminents conseillers ont quitté son
cabinet. Comment le ministre
explique-t-il cette hémorragie? Ne
risque-t-elle pas d'affaiblir le
fondement technique de sa
politique? De quelle manière le
ministre prévoit-il de les
remplacer?
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
vragen.

Hoe verklaart u in godsnaam die fameuze leegloop van uw kabinet?
Het zal niet liggen aan uw ongetwijfeld aimabele omgang met de
personeelsleden op uw kabinet, zoals u ook met de leden hier in de
commissie voor de Volksgezondheid een goede verstandhouding
hebt. Maar in alle ernst, het zou toch goed zijn van daarop een zicht te
krijgen. Wat is daarvan de reden? Of zou het dan kunnen dat een
oppositielid gelijk heeft als hij zegt dat de ratten het zinkende schip
verlaten?

Veel belangrijker dan dat cynisme is uiteraard de vraag naar de
technische ondersteuning. Wij hebben de zeer belangrijke
gezondheidswet hier de revue zien passeren. Maar dat neemt niet
weg dat de belangrijkste beslissingen van die gezondheidswet nog
altijd concreet uitgevoerd moeten worden. Ik ga er dus vanuit dat u op
uw kabinet nog altijd de behoefte zult hebben aan zeer goede
technische ondersteuning.

Mijn tweede zeer concrete vraag is dus de volgende. Komt op die
manier de technische ondersteuning van het beleid niet in het
gedrang? Vijf topadviseurs die zomaar, binnen dit en enkele
maanden, verdwijnen, dat is toch geen fait divers.

Ten derde, hoe denkt u het vertrek van die vijf topadviseurs te kunnen
ondervangen, al was het maar om ervoor te zorgen dat het beleid
daar niet onder lijdt?
20.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de volksvertegenwoordiger,
u verwijst naar een artikel dat verschenen is in de medische pers over
het vertrek van bepaalde van mijn medewerkers.

Eerst en vooral dank ik u voor het aanzien dat u lijkt te hebben voor
kwaliteitsmensen die ik gekozen heb voor mijn beleidscellen.
Vervolgens denk ik niet dat de historische vergelijking toelaat dat het
mogelijk vertrek van vijf medewerkers in een ploeg van 58 voltijdse
equivalenten, een exodus kan worden genoemd. Ik kan u zeker
geruststellen, ik heb al twee nieuwe kwaliteitsmensen aangenomen.
Dokter Kupperberg zal Katelijne De Nys vervangen. Deze laatste
heeft besloten haar doctoraatsthesis voort te zetten na een
onderbreking om ons team aan te vullen. Mevrouw Isabelle Moens zal
mevrouw Annick Poncé vervangen die naar de FOD Volksgezondheid
vertrekt. Wat de andere personen betreffen die vernoemd worden in
het artikel, dokter Ri De Ridder heeft zich kandidaat gesteld voor de
positie van directeur-generaal geneeskundige verzorging bij het RIZIV
en doorloopt momenteel een aanrwervingsprocedure. Zijn vervanging
is dus nog niet aan de orde. Dokter Jean-Paul Dercq gaat van de
FOD Volksgezondheid naar het RIZIV en de startdatum voor zijn
functie is nog niet bekend. Ten slotte zal professor Johan Kips de
coördinatie van de cel Ziekenhuizen en Geneesmiddelen verder op
zich nemen. De datum van zijn vertrek naar de Katholieke Universiteit
Leuven is nog niet bepaald.

U kunt dus gerust zijn dat wanneer ik moet overgaan tot
veranderingen, ik met dezelfde zorg mijn medewerkers zal uitkiezen.
Het is echter waar dat dit zeer goede medewerkers waren.
20.02 Rudy Demotte, ministre: M.
Bultinck mentionne un article de la
presse médicale évoquant le
départ de certains de mes
collaborateurs. Il est, à juste titre,
respectueux de la qualité de ces
personnes. Il s'agit de cinq de mes
cinquante-huit collaborateurs.
Deux d'entre eux ont déjà été
remplacés. Le docteur Arie
Kupperberg remplace le docteur
Katelijne De Nys. Mme Isabelle
Moens remplacera Mme Annick
Poncé.

Le départ des trois autres
collaborateurs n'est pas
immédiatement à l'ordre du jour,
mais je choisirai leurs remplaçants
avec le même soin. Il s'agit en
effet de personnes très
compétentes.
20.03 Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, 20.03 Koen Bultinck (Vlaams
CRIV 51
COM 646
14/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
mijnheer de minister, ik neem akte van uw geruststellende woorden.
Ik wil vanuit de oppositie nogmaals bevestigen dat ook wij ervan
overtuigd zijn dat op uw kabinet wel degelijk kwalitatief zeer
hoogstaande mensen zitten in de functie van die vijf topadviseurs. Ik
heb er geen enkel probleem mee om dat te erkennen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Belang): Je suis entièrement
d'accord.
21 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de studie van het OIVO met betrekking tot de diverse kosten in de ziekenhuizen" (nr. 7402)
21 Question de Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'étude du CRIOC concernant les frais divers dans les hôpitaux" (n° 7402)
21.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, hoewel ik een uitgebreide vraag had ingediend over het
onderzoek dat in juni 2004 is verschenen en gepubliceerd door OIVO,
het Onderzoeks-en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisatie
over de diverse kosten die ziekenhuizen aan de patiënt aanrekenen,
zal ik het proberen kort te houden.

Vorig jaar zijn over dit specifiek onderzoek reeds vragen gesteld. U
hebt toen geantwoord dat een aantal kosten aan de patiënt nauwelijks
of niet worden meegedeeld. De meest zwakken van de bevolking
lijden daar het meest onder. U stelde dat u ervan overtuigd was dat er
iets moest gebeuren maar dat u zich eerst uitgebreid zou informeren.
Ondertussen geldt het KB van 17 juni 2004 betreffende de
opnameverklaring in het ziekenhuis.

Vandaag, een jaar na het onderzoek van OIVO, wil ik u opnieuw
aanspreken over de problematiek van de diverse kosten. Ik heb dit
ook reeds gedaan ingevolge een onderzoek van Test-Aankoop.

Mijnheer de minister, hebt u intussen informatie opgevraagd over de
diverse kosten die ziekenhuizen aanrekenen? Komt deze informatie
overeen met de gegevens van de studie van OIVO? Bevestigt de
informatie dat diverse kosten in bepaalde ziekenhuizen enorm hoog
kunnen zijn en sterk kunnen verschillen naargelang het ziekenhuis?
Klopt het dat er weinig informatie terzake wordt verstrekt aan de
patiënten? Worden er controles uitgevoerd op de beschikbaarheid
van lijsten van de diverse kosten? Is zo'n lijst overal beschikbaar? Op
welke manier komen de patiënten in aanraking met deze lijst? Hebt u
de indruk of blijkt uit bepaalde onderzoeken dat de inwerkingtreding
van het KB van 17 juni 2004 effectief een invloed heeft gehad op het
terrein inzake het ter beschikking stellen van lijsten van diverse
kosten?

Zou het niet menselijker zijn om een volledige lijst met prijzen van
diverse goederen en diensten op te nemen in de opnameverklaring
zodat de patiënt automatisch in kennis wordt gesteld van deze prijzen
en onaangename financiële verrassingen vermeden worden. Op dit
ogenblik is een ziekenhuis niet echt verplicht om zo'n lijst te
overhandigen, in het opnamedocument moet er alleen naar verwezen
worden. De volledige lijst moet niet aan de patiënt overhandigd
worden.

Klopt het dat de diverse kosten sterk kunnen variëren? Acht u het
wenselijk om tussen de verschillende ziekenhuizen tot een
21.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): En juin 2004, le CRIOC a
publié une étude sur les divers
coûts facturés par les hôpitaux.
Depuis est entré en vigueur
l'arrêté royal du 17 juin 2004 qui
prévoit la déclaration lors de
l'admission à l'hôpital.

Le ministre a-t-il demandé un
complément d'informations au
sujet de ces divers coûts? Dans
l'affirmative, ces informations
correspondent-elles à celles du
CRIOC? La liste des coûts divers
est-elle disponible dans tous les
hôpitaux et comment les patients
en prennent-ils connaissance?
L'arrêté royal a-t-il eu une
incidence sur la disponibilité de
ces listes pour les patients? N'est-
il pas souhaitable que les prix
figurent sur la déclaration
d'admission elle-même? Le
ministre compte-t-il harmoniser les
prix? Comment? Des contrôles
sont-ils opérés concernant les prix
facturés par les hôpitaux?
14/06/2005
CRIV 51
COM 646
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
harmonisering van deze prijzen te komen? Indien ja, op welke manier
kan dit gerealiseerd worden?

Mijn laatste vraag heeft betrekking op de mogelijke controles. Worden
controles uitgevoerd inzake de bedragen die ziekenhuizen patiënten
aanrekenen?
21.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik meen te
kunnen stellen dat het KB van 17 juni 2004 dat het voorleggen van
een opnameformulier vanaf 1 september 2004 oplegt, niet alleen door
de ziekenhuizen correct wordt toegepast, maar ook een invloed heeft
gehad op de transparantie. Zelfs indien nog correcties moeten worden
aangebracht, ben ik hierover zeer tevreden.

Mijn diensten beschikken nog niet over een volledige lijst van alle
opnameformulieren. Met uitzondering van een kleine minderheid van
ziekenhuizen, twee psychiatrische en acht algemene ziekenhuizen, op
een totaal van 213 instellingen, hebben alle instellingen het document
doorgestuurd.

De ziekenhuizen waarvan de lijst ontbreekt, worden opnieuw
gecontacteerd en aangemaand om zich met de wettelijke regels in
orde te stellen.

Ik geef nu een globaal antwoord op drie van uw vragen. Voor de
aanpak van supplementen die de patiënten ten laste worden gelegd,
wens ik mij in eerste instantie te concentreren op de supplementen
die rechtstreeks met de geleverde prestaties te maken hebben, met
name die op honoraria, kamertype en medisch materiaal.
21.02 Rudy Demotte, ministre:
L'arrêté royal du 17 juin 2004
concernant la présentation du
formulaire a été correctement
appliqué et a effectivement eu une
influence sur la transparence du
secteur. Mes services disposent
d'une liste de tous les formulaires
d'admission, à l'exception de ceux
de deux instituts psychiatriques et
de huit hôpitaux généraux, sur un
total de 213 établissements. Ceux
qui n'ont pas fourni ces
formulaires ont déjà été contactés.

En ce qui concerne la stratégie à
adopter par rapport aux
suppléments de prix, je me
demande avant tout s'ils ont un
rapport direct avec les prestations
médicales fournies. Il s'agit dans
ce cas de suppléments
d'honoraires, liés au type de
chambre et au matériel médical.
21.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, het is
hoopgevend dat heel wat instellingen u een dergelijke lijst hebben
bezorgd. Ik hoop natuurlijk dat zij het document ook aan de patiënten
overhandigen bij opname. Dat is nog een andere vraag.

U hebt op mijn actuele vraag geantwoord dat er een evaluatie is
gepland in oktober. We zullen dan zien of die informatie effectief aan
de patiënten wordt meegedeeld. Ik verwacht er alleszins veel van.
Tenslotte is informatieverstrekking aan patiënten in de huidige tijd
toch wel een zeer belangrijk element.

Ik ken uw beleid in verband met de supplementen. Ik hoop dat u
daaraan voortwerkt. Veel mensen begrijpen immers niet waarom zij
meer geld moeten betalen als ze bijvoorbeeld in een luxueuzer kamer
worden opgenomen. Ik denk dat hieraan voort moet worden gewerkt
om dat op termijn misschien wel afgeschaft te zien.
21.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): L'évaluation prévue au mois
d'octobre, dont j'attends
beaucoup, est un élément positif.
En ce qui concerne les
suppléments, le ministre doit
certainement poursuivre dans
cette voie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.10 heures.