CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 631
CRIV 51 COM 631
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
07-06-2005
07-06-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'affectation
de l'ancienne prison de Hasselt et la création
éventuelle d'un nouvel établissement destiné aux
délinquants primaires" (n° 7216)
1
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bestemming van de oude gevangenis van Hasselt
en de eventuele oprichting van een nieuwe
instelling voor primaire delinquenten" (nr. 7216)
1
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Karine Jiroflée à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
mères porteuses" (n° 7206)
2
Vraag van mevrouw Karine Jiroflée aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
draagmoederschap" (nr. 7206)
2
Orateurs: Karin Jiroflée, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Karin Jiroflée, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
suppression du certificat de bonnes vie et
moeurs" (n° 7218)
5
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
afschaffing van het bewijs van goed gedrag en
zeden" (nr. 7218)
5
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
actions syndicales à la prison d'Anvers" (n° 7276)
8
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
syndicale acties in de gevangenis te Antwerpen"
(nr. 7276)
8
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'application de la loi relative à la détention
préventive pour les criminels de la route,
immédiatement après un accident ayant provoqué
des lésions mortelles" (n° 7296)
10
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de toepassing van de wet op de voorlopige
hechtenis voor verkeerscriminelen, onmiddellijk
na een dodelijk letselongeval" (nr. 7296)
10
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
7
JUIN
2005
Matin
______
van
DINSDAG
7
JUNI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
bestemming van de oude gevangenis van Hasselt en de eventuele oprichting van een nieuwe
instelling voor primaire delinquenten" (nr. 7216)
01 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'affectation
de l'ancienne prison de Hasselt et la création éventuelle d'un nouvel établissement destiné aux
délinquants primaires" (n° 7216)
01.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, naar aanleiding
van de opening van de nieuwe supergevangenis in Hasselt verklaarde
u dat u zou laten onderzoeken of de oude gevangenis in Hasselt of
mogelijk zelfs de oude gevangenis in Tongeren zou kunnen worden
omgebouwd tot een instelling voor primaire delinquenten.
Nadien heb ik daarover in de commissievergadering een vraag
gesteld, maar op dat ogenblik kon u mij nog geen definitief antwoord
geven, omdat er nog een onderzoek lopende was naar de
mogelijkheid tot renovatie. Dat onderzoek was nog niet afgerond.
Inmiddels is er toch wel weer wat tijd verstreken. Dus mogelijks kunt u
mij recentere informatie geven.
Mevrouw de minister, ik had graag een antwoord op de volgende
vragen.
Ten eerste, wat is de stand van het onderzoek? Indien het afgerond
is, wat zijn de resultaten?
Ten tweede, zal de oude gevangenis in Hasselt of Tongeren worden
omgebouwd tot een jeugdgevangenis?
Ten derde, indien beide locaties niet geschikt geacht worden, plant u
dan de bouw van een jeugdgevangenis op een andere plaats? Zo ja,
kunt u al uitsluitsel geven over de juiste locatie daarvoor?
01.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Après l'ouverture du nouvel
établissement pénitentiaire de
Hasselt, la ministre a suggéré de
transformer éventuellement
l'ancienne prison de Hasselt ou de
Tongres en établissement pour
délinquants primaires. Une étude
allait être réalisée à ce sujet à la
demande de la ministre.
Quel est l'état d'avancement de
cette étude, et quels en sont, le
cas échéant, les résultats? Si
aucun des deux sites ne devait
convenir, la ministre envisagerait-
elle alors de construire une prison
pour jeunes délinquants à un autre
endroit?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, na een
recent onderzoek aan de vroegere gevangenissen te Hasselt en te
Tongeren, meen ik toch reeds te kunnen besluiten dat een renovatie
van een van beide complexen om herbestemd te worden als instelling
voor primaire delinquenten, niet de aangewezen oplossing is. Deze
conclusie is ingegeven door een aantal argumenten:
Ten eerste, de excentrische ligging van beide instellingen in
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je pense pouvoir
conclure de l'enquête que la
rénovation d'un des deux
complexes destiné à servir
d'établissement pour les
délinquants primaires ne constitue
pas la solution indiquée en raison
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Vlaanderen zou aanleiding geven tot heel wat verplaatsingen met de
delinquenten naar diverse gerechtshoven, met als gevolg een
belangrijke inzet van personeel voor deze transporten.
Ten tweede, de geringe capaciteit en de beperkte
uitbreidingsmogelijkheden van beide gevangenissen. Cijferonderzoek
heeft uitgewezen dat het aangewezen lijkt over te gaan tot het
oprichten van een inrichting voor ongeveer 120 primaire delinquenten.
Ten derde, de conceptie van deze gevangenissen, in het bijzonder
deze van Hasselt, is in haar huidige vorm niet geschikt om deze
doelgroep op te vangen. Daarvoor zouden dus alleszins omvangrijke
verbouwingswerken nodig zijn.
Ten vierde, de belangrijke kosten verbonden aan een dergelijke
renovatie, waardoor het in beide gevallen een voordeligere oplossing
lijkt om tot nieuwbouw over te gaan.
Ik opteer dus voor een meer centrale ligging van deze instelling, ofwel
in de Brusselse regio, ofwel alleszins in de nabijheid van de centrale
noord-zuidas van België. Tot op heden werden een aantal
mogelijkheden die hieraan beantwoorden onderzocht, maar
momenteel is nog geen definitieve keuze gemaakt. Er wordt dus
verder geprospecteerd. Vanzelfsprekend vormt de
stedenbouwkundige zonering van beschikbare terreinen of van
leegstaande complexen hierin een belangrijk element, zowel op het
gebied van reële bouwmogelijkheden als inzake timing van de
realisatie.
de la situation périphérique, qui
exigerait un important déploiement
de personnel pour les transports,
de la capacité insuffisante, de la
conception des prisons qui ne
convient pas pour ce groupe cible,
et des frais élevés liés à la
rénovation. Je préconise un
emplacement plus centralisé, soit
dans la région de Bruxelles, soit,
en tout cas, à proximité de l'axe
nord-sud de la Belgique. Aucun
choix définitif n'a encore été opéré
jusqu'à présent: la prospection se
poursuit.
01.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord waaruit ik weerhoud dat de herbestemming van de oude
gevangenissen in Hasselt en Tongeren als primaire instelling voor
jongere delinquenten, definitief van de baan is om allerhande
redenen.
Voorts noteer ik dat u dienaangaande opteert voor een meer centrale
ligging en dat uw voorkeur uitgaat naar de Brusselse regio, maar dat
dit nog verder wordt onderzocht. Ik neem aan, mevrouw de minister,
dat wij op een later tijdstip hierop nog kunnen terugkomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Karine Jiroflée aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
draagmoederschap" (nr. 7206)
02 Question de Mme Karine Jiroflée à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les mères
02.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, op 26 april
jongstleden heb ik een vraag over het draagmoederschap gesteld aan
uw collega Demotte. Ik vroeg toen onder andere naar de plannen in
verband met een eventuele wetgeving. Op dat moment antwoordde
de minister dat de regering niet de intentie had terzake enig
wetgevend werk te verrichten.
Helaas hebben wij ondertussen in de media gezien dat er wel degelijk
nood is aan wetgevend werk. U en minister Demotte hebben dat
ondertussen ook bevestigd. In het weekend van 28 mei las ik in Het
02.01 Karine Jiroflée (sp.a-
spirit): En avril, M. Demotte
m'avait encore répondu que le
gouvernement ne préparait aucun
projet relatif à une réglementation
du statut des mères porteuses. De
récents événements ont pourtant
montré
la nécessité d'une
législation. Dans le cadre d'une
interview accordée au quotidien
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Laatste Nieuws dat u aankondigde dat u wel degelijk wetgevend werk
wilt verrichten rond die problematiek.
Aandachtspunten in die wetgeving zouden dan psychologische en
medische begeleiding, geen commercialisering en verwantschap
tussen wensouders en draagmoeder zijn. Ik kan een aantal van die
intenties alleen maar toejuichen. Wij hebben ondertussen trouwens
ook van sp.a-zijde een aantal voorstellen in dat verband gedaan.
Mevrouw de minister, mijn vragen aan u zijn de volgende.
Welke termijn ziet u voor dat wetgevend werk?
Hoe denkt u het belang van het kind in heel de problematiek centraal
te kunnen stellen?
Welke gevolgen zal dat hebben voor het afstammingsrecht?
"Het Laatste Nieuws" le 28 mai, la
ministre et son collègue M.
Demotte ont confirmé qu'ils
souhaitaient prendre une initiative
législative. Notre groupe a
également déposé
des
propositions.
Quel est le calendrier prévu pour
le projet de loi? De quelle manière
l'intérêt de l'enfant sera-t-il pris en
considération et quelle sera
l'incidence de ce projet sur le droit
de la filiation?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Het is correct dat de regering
overweegt om in die materie wetgevend op te treden. We beginnen er
nu nog maar pas over na te denken, maar ik kan u nu reeds
meedelen welke tendens zich aftekent na de recente eerste
uitwisseling van standpunten. Ik hoop dat ik bij de start van de
volgende parlementaire werkzaamheden een wetsontwerp kan
indienen. Alles zal evenwel afhangen van de gerealiseerde contacten
en raadplegingen. Ik ben immers van mening dat men inzake die
gevoelige materie elke overhaasting moet vermijden.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Nous n'en sommes
qu'aux travaux préparatoires mais
je peux déjà vous indiquer quelle
tendance se dessine après un
premier échange de vues. La
législation imposerait
l'accompagnement pour exclure
toute forme de commercialisation.
L'intervention ne serait possible
que si la mère donneuse ne peut
elle-même avoir d'enfants. La
mère porteuse pourrait encore
changer d'avis quelques mois
après la naissance, alors que les
parents donneurs seraient tenus
de respecter leurs engagements,
également financiers.
J'espère pouvoir présenter un
projet de loi après les vacances,
mais c'est le déroulement des
consultations qui en décidera. Une
matière aussi délicate ne peut être
traitée à la hâte.
Dans quelle direction envisageons-nous de travailler? D'abord, nous
devons être extrêmement stricts: nous devons dire et répéter qu'il ne
peut y avoir de commercialisation du corps humain. Il faudrait
certainement l'affirmer encore plus clairement dans notre législation
pénale. Pour le moment, on peut poursuivre on a d'ailleurs vu, dans
le cas très médiatisé d'Audenarde, qu'une instruction judiciaire était
ouverte sur la base d'articles le permettant. Néanmoins, il est vrai
que, pour ce faire, on doit effectuer un détour par des articles du
Code pénal qui sont appliqués à une situation relativement nouvelle.
J'estime donc que clarifier la législation aiderait nos magistrats à
incriminer plus facilement une commercialisation du corps humain.
Ensuite, il faut faire attention à tous les acteurs présents autour de la
table en la matière. Les parents, dits commanditaires même si ce
Het menselijk lichaam kan niet
worden verhandeld. Dat moet in
onze strafwetgeving nog beter
worden verduidelijkt, zoals naar
aanleiding van de zaak in
Oudenaarde - die breed in de
media werd uitgesmeerd - is
gebleken.
Een onbeantwoorde kinderwens is
erg zwaar om dragen. We mogen
daarom de mogelijkheden om op
een andere manier ouder te
worden niet volledig uitsluiten. Een
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
terme est, selon moi, affreux sont très souvent dans une détresse
absolue: le fait de ne pas pouvoir avoir d'enfant provoque des
douleurs inouïes, une souffrance qu'il est peut-être difficile de
comprendre pour ceux qui ne sont pas confrontés au problème. Au vu
de cette souffrance, il ne faut pas fermer les portes à des possibilités
de devenir parents par une autre voie. Que ce soit en raison d'une
infertilité de la mère ou du père, peu importe, la souffrance du couple
provient du fait de ne pas pouvoir avoir d'enfant.
La mère porteuse fait partie de ces possibilités. Ce n'est pas anodin
de porter un enfant pour quelqu'un d'autre, ce n'est pas rien: des liens
intimes se forment entre l'embryon et la mère. A tout le moins, nous
devons prévoir un encadrement médical et psychologique dans le
cadre d'une autorisation partielle d'un régime de mère porteuse.
En ce qui concerne l'enfant, il aura nécessairement une identité
complexe. Or, nous devons penser à l'épanouissement de cet enfant.
Je suis convaincue, dans ce dossier comme dans d'autres au
niveau de l'adoption, par exemple, une grande réflexion est
actuellement en cours sur l'accouchement sous X ou sur l'adoption
sous la discrétion que cet enfant doit avoir des droits, notamment
celui de connaître son identité.
C'est absolument indispensable pour son épanouissement.
Compte tenu de ce que je viens de vous dire, je pense - mais cela
peut évoluer en fonction des contacts ultérieurs - que le modèle le
plus facile à aborder est un modèle de type adoption car il existe déjà
en Belgique un encadrement, tant pour les parents adoptants et les
parents qui ne désirent pas garder leur enfant que pour l'enfant lui-
même.
Si nous prenons ce modèle de référence qui nous semble intéressant,
une question vient tout de suite à l'esprit. Le législateur fédéral peut-il
avancer tout seul dans un cadre sui generis ou doit-il le faire en
complémentarité avec les Communautés qui, au niveau de l'adoption,
ont un rôle majeur? Dans un premier temps, je me prononce en
faveur d'une collaboration avec les Communautés. Nous prendrons
contact avec celles-ci pour savoir si elles sont intéressées à travailler
avec nous dans cette perspective.
Tel est l'état d'avancement de ce dossier difficile mais important pour
bon nombre de personnes.
daarvan is het draagmoederschap
dat in bepaalde, beperkte
omstandigheden mogelijk moet
zijn en waarbij in een medische en
psychologische begeleiding moet
worden voorzien.
Het kind zal natuurlijk een
complexe identiteit hebben. Het
moet het recht hebben zijn
identiteit te kennen, want dat is
onontbeerlijk voor zijn ontplooiing.
In de huidige stand van zaken lijkt
een adoptiemodel de meest
haalbare oplossing te zijn. In
België werden immers reeds
flankerende maatregelen
genomen voor adoptieouders,
voor ouders die afstand van hun
kind wensen te doen en voor het
kind zelf. In eerste instantie pleit ik
dus voor samenwerking met de
Gemeenschappen, die op het stuk
van adoptie een sleutelrol spelen.
02.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik heb
genoteerd dat u het debat graag zou starten na het zomerreces. Ik
denk dat dit een normale termijn is. Ik ben het volkomen met u eens
dat wij hier niet mogen overhaasten. Dit is een veel te delicate
aangelegenheid om snel wetgevend werk te verrichten. Vandaar dat
ook ik pleit voor een diepgaand debat.
Ik heb ook genoteerd dat u in iets voorziet in de Strafwet. Bovendien
noteer ik uw affiniteit met de gevoelens zowel van de wensouders,
van de draagmoeder, als van het kind. Dat is iets waarop ik serieus
wil aandringen. In heel het debat mag het belang van het kind niet
over het hoofd worden gezien. Wij hebben de voorbije weken in de
media kunnen vaststellen dat alle aandacht gaat naar de wensouders
en de draagmoeder. Mij viel dan vooral op dat men het niet had over
02.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit):
La ministre souhaite que ce débat
ait lieu après les vacances d'été,
ce qui me paraît un bon moment.
En effet, je pense comme elle que
le travail législatif ne doit pas être
expédié car il s'agit en
l'occurrence d'une matière délicate
qui nécessite un débat approfondi.
La ministre souhaiterait inclure des
dispositions à ce sujet dans la loi
pénale, en tenant compte de la
situation émotionnelle des parents
demandeurs, de la mère porteuse
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
het kind en het belang van het kind. Waar blijven de oplossingen voor
de moeilijkheden die kinderen die in zulke omstandigheden worden
geboren, ongetwijfeld zullen tegenkomen in hun latere leven.
Ik heb ook genoteerd dat u een model van adoptie voorstelt. Dat is
ook wat de sp.a heeft voorgesteld. Daarmee kan ik het zeker eens
zijn. Ik hoop dat wij in het najaar daarover wat diepgaander kunnen
debatteren.
et de l'enfant. J'insiste pour qu'on
ne néglige pas l'intérêt de l'enfant.
La ministre propose un modèle
d'adoption. Le sp.a partage son
point de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
afschaffing van het bewijs van goed gedrag en zeden" (nr. 7218)
03 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
suppression du certificat de bonnes vie et moeurs" (n° 7218)
03.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, naar aanleiding
van tien jaar verslag over de armoede zijn er de afgelopen maanden
heel wat discussienota's opgesteld. Momenteel worden die, denk ik,
in alle provincies nog in werkgroepen besproken.
Ik was in Limburg aanwezig tijdens de discussie in de werkgroep
Justitie, waar heel duidelijk werd gesteld dat het echt niet langer kan
dat Justitie het effect van de armoede zou versterken. Daarbij werd
het pijnpunt van het bewijs van goed gedrag en zeden aangehaald als
een struikelblok voor velen in hun zoektocht naar werk. Vandaag geldt
inderdaad de vaststelling, zeker sedert de aanslagen in Amerika van
11 september, dat bijna iedere werkgever een bewijs van goed
gedrag en zeden vraagt, om na te gaan of degene die hij eventueel
zou aanwerven, al dan niet een misstap heeft begaan. Ik heb daar
begrip voor. Anderzijds stelt men toch wel vast dat dat voor wie een
misstap heeft begaan, een struikelblok vormt, zeker voor wie vandaag
in armoede leeft en sowieso heel weinig uitzicht op werk en
herintegratie in de maatschappij heeft. Door heel het systeem vrezen
zij in een vicieuze cirkel terecht te komen. Ik denk, mevrouw de
minister, dat dat des te meer geldt voor wie ooit in een gevangenis
heeft gezeten. Zij hebben al beduidend minder kansen. Wanneer wij
even kijken naar de schoolervaring, dan hebben zij steeds heel
negatieve ervaringen, een lage opleidingsgraad en echt wel een
slecht toekomstperspectief.
Ik weet, mevrouw de minister, dat in verband met die materie vrij
recent al een vraag werd gesteld. Mij viel op dat het antwoord meer
was toegespitst op heel de drugsproblematiek. Ik ben van oordeel dat
men het eigenlijk veel ruimer moet kaderen. In het regeerakkoord, dat
ik er nog even op heb nagekeken, staat uitdrukkelijk dat het bewijs
van goed gedrag en zeden zal verdwijnen en dat het zal worden
vervangen door een centraal strafregister.
Begrijp mij niet verkeerd: het kan uiteraard niet de bedoeling zijn om
alle veroordelingen uit een register te wissen. Een aantal
getuigschriften en een aantal beroepen zullen altijd belangrijk blijven,
denk maar aan het onderwijs waarbij contact met kinderen belangrijk
is, of nog wanneer iemand een ICT-functie beoogt, terwijl die vroeger
informaticafraude heeft gepleegd. De keerzijde is echter ook waar.
Wat is het nut van de vermelding van een snelheidsovertreding
wanneer men, bijvoorbeeld, gaat solliciteren voor een job in de
03.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): A
l'occasion des 10 ans du Rapport
général sur la pauvreté, des notes
de discussion ont été rédigées et
des débats ont été organisés au
niveau de chaque province. Dans
le Limbourg, les participants au
débat sont arrivés à la conclusion
que la justice ne peut pas
aggraver les effets de la pauvreté
et que le certificat de bonnes vie et
moeurs constitue un sérieux
obstacle sur la route qui mène à
un emploi.
Il y a peu, la ministre a déclaré
devant cette commission qu'une
première condamnation liée à la
drogue ne pourrait plus être
mentionnée dans le casier
judiciaire, afin de ne pas
hypothéquer les chances de
trouver un emploi. D'après moi, ce
dossier doit être examiné sous un
angle plus large. L'accord de
gouvernement fédéral annonce la
disparition du certificat de bonnes
vie et moeurs et son
remplacement par un casier
judiciaire central. Ce dernier ne
mentionnerait que les
condamnations importantes pour
l'exercice d'une profession
donnée.
Je plaide pour qu'on offre une
seconde chance à ceux qui ont
commis un faux pas et qui veulent
revenir sur le droit chemin. La
ministre partage-t-elle cette
opinion? Où en est l'introduction
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
bouwsector.
Ik denk dat men in de toekomst, zeker in het kader van de
problematiek van de tewerkstelling van armen, een evenwicht zal
moeten zoeken tussen enerzijds de bescherming van de werkgevers,
collega's en maatschappij en anderzijds het geven van nieuwe
kansen aan zij die zich willen herpakken.
Verder heb ik hierover gelezen dat de FOD Justitie werkt aan de
installatie van dat centraal strafregister waarover ik het daarstraks
had. Ik heb dan ook volgende vragen. Ten eerste, bent u het eens
met de problematiek die ik u daarnet heb omschreven? Ten tweede,
wat is de stand van zaken van de installatie van het centraal
strafregister? Ten derde, plant u nog andere initiatieven teneinde de
kansen op tewerkstelling van zij die in het verleden een veroordeling
opliepen te optimaliseren zonder hierbij uiteraard de veiligheid van de
maatschappij in het gedrang te brengen? Zo ja, wat zijn die
initiatieven? Wat is de timing waarin u voorziet?
du casier judiciaire central? La
ministre envisage-t-elle des
initiatives donnant aux ex-détenus
plus de chances de trouver un
emploi?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mevrouw Claes, ik wil in de eerste
plaats zeggen dat ik uw bezorgdheid over de handicap die een
strafblad kan betekenen voor de professionele herintegratie van
personen die veroordeeld werden, volkomen deel.
Het is jammer genoeg geen nieuwe problematiek. Het centraal
strafregister dat alle strafrechtelijke veroordelingen bijhoudt, is
inderdaad zeer nauw verbonden met het huidige concept van het
strafrecht. Ons systeem is inderdaad dermate ontworpen dat een
strafrechtelijke sanctie ook gevolgen op lange termijn met zich
meebrengt. De veroordeling zal op het strafblad verschijnen en
bijgevolg eveneens op het bewijs van goed gedrag en zeden, dat de
veroordeelde persoon zal ontvangen.
Mijn administratie werkt op dit moment niet aan het creëren van een
centraal strafregister. Dat bestaat al heel lang. Wij werken
daarentegen wel aan de optimalisatie ervan. Het regeerakkoord
voorziet inderdaad in de afschaffing van het bewijs van goed gedrag
en zeden en de vervanging ervan door een uittreksel uit het
strafregister. Hiermee beoogt men een dubbele doelstelling: de
administratieve rompslomp vermijden en uit de documenten elke
subjectieve beoordeling verwijderen en alleen nog objectieve
gegevens vermelden.
De vraag over wat op het uittreksel van het strafregister zal staan,
wordt geregeld door het Wetboek van Strafvordering. Het gaat over
alle strafrechtelijke veroordelingen met enkele uitzonderingen,
waaronder de veroordelingen tot een werkstraf en de beslissingen tot
opschorting van de veroordeling.
We werken momenteel aan de realisatie van het punt van het
regeerakkoord dat ertoe strekt het bewijs van goed gedrag en zeden
af te schaffen. Er werd een actieplan opgesteld in overleg met mijn
verschillende collega's die bij deze materie betrokken zijn:
Binnenlandse Zaken, Administratieve
Vereenvoudiging,
Informatisering van de Staat.
Er moeten meerdere acties worden ondernomen, waaronder, ten
eerste, het bijwerken van een centraal strafregister inzake de
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Comme Mme Claes, je
suis préoccupée par le fait qu'un
casier judiciaire puisse constituer
un handicap pour la réintégration
professionnelle des condamnés.
Toutefois, ce problème n'est pas
nouveau. Notre système est conçu
de telle manière qu'une sanction
pénale peut aussi entraîner des
conséquences à long terme.
Mon administration s'attache
actuellement à optimiser le casier
judiciaire central, qui existe depuis
longtemps. L'accord de
gouvernement prévoit en effet la
suppression du certificat de
bonnes vie et moeurs et son
remplacement par un extrait du
casier judiciaire dans le but
d'éviter les tracasseries
administratives et de faire
disparaître les jugements de
valeur subjectifs. A l'avenir ne
pourront plus être mentionnées
que des données objectives.
Le Code d'instruction criminelle
régira ce qui figurera exactement
sur cet extrait. Il s'agira de toutes
les condamnations pénales, à
l'exception des peines de travail et
des suspensions de
condamnations.
Un plan d'action visant à
supprimer le certificat de bonne
vie et moeurs a été élaboré en
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
informatica. Ten tweede, men moet de gemeentes verbinden met het
centraal strafregister. Ten derde, de griffies van de strafgerechten
moeten het centraal strafregister automatisch bevoorraden. Ten
vierde, het KB dat de toegang tot het centraal strafregister regelt voor
de openbare administraties moet worden goedgekeurd. Het is de
bedoeling dat de verschillende acties ten laatste in de lente van 2007
voltooid zijn.
Het vervangen van het bewijs van goed gedrag en zeden door een
uittreksel uit het strafregister zal het mogelijk maken in de toekomst te
vermijden dat men louter subjectieve gegevens vermeldt. Ik ben er
echter van overtuigd dat men andere initiatieven moet nemen om de
sociale reclassering van veroordeelde personen te bevorderen.
Daarom werk ik thans aan een voorontwerp van wet dat de regels
wijzigt in verband met het uitwissen van de veroordeling en het herstel
in eer en rechten. Het is de bedoeling om via dit ontwerp beter
tegemoet te komen aan het noodzakelijke evenwicht tussen de
vereisten van veiligheid en de noodzakelijke professionele
herintegratie.
concertation avec mes collègues
de l'Intérieur, de la Simplification
administrative et de
l'Informatisation de l'État. Le
casier judiciaire central doit être
adapté, les communes doivent y
avoir accès, les greffes des
juridictions pénales doivent
l'alimenter automatiquement et un
arrêté royal réglementant l'accès
doit être adopté. Ces actions
doivent être terminées pour le
printemps 2007 au plus tard.
Je suis convaincue que d'autres
initiatives devront être prises pour
favoriser le reclassement social
des personnes condamnées. Je
prépare un avant-projet de loi
visant à modifier les règles
régissant l'effacement des
condamnations et la réhabilitation.
L'objectif consiste à atteindre
l'équilibre indispensable entre les
exigences de sécurité et la
réintégration professionnelle.
03.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw uitvoerig antwoord. Ik zal het zeker nog eens in detail nalezen. Ik
onthoud in ieder geval dat u werkt aan de vervanging van het bewijs
van goed gedrag en zeden en aan een voorontwerp van wet. Ik kijk
daar alvast naar uit.
03.03 Hilde Claes (sp.a-spirit):
J'attends avec impatience de
prendre connaissance de cet
avant-projet de loi.
03.04 Minister Laurette Onkelinx: Dat is voor het komende
parlementaire jaar.
03.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Dans la mesure du
possible, j'aimerais déposer ce
projet de loi à la prochaine rentrée
parlementaire.
03.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Bij de aanvang van het komende
parlementaire jaar?
03.06 Minister Laurette Onkelinx: Als het mogelijk is. Dat is het doel.
03.07 Hilde Claes (sp.a-spirit): Tot slot, wat het centrale strafregister
betreft, ik onthoud dat u duidelijk de bedoeling hebt om de gegevens
van het centrale strafregister te optimaliseren. Ik ben van mening dat
het de bedoeling moet zijn om in de toekomst ertoe te komen dat
enkel nuttige informatie verstrekt wordt en zelfs, waar mogelijk,
bepaalde informatie te nuanceren, zonder ik herhaal het hierbij de
veiligheid van de maatschappij in het gedrang te brengen.
03.07 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
demande instamment que les
données concernées soient
optimisées de telle sorte qu'à
l'avenir, seules des informations
utiles figurent sur l'extrait. Pour ma
part, je suis favorable à ce que
certaines données ne soient pas
mentionnées à condition, bien
entendu, que cette non-mention
ne fasse pas peser le moindre
danger sur la société.
Het incident is gesloten.
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
syndicale acties in de gevangenis te Antwerpen" (nr. 7276)
04 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les actions
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik heb al een paar keer gewezen op de
onhoudbare situatie in de gevangenis van Antwerpen. De
overbezetting en overbevolking geven daar aanleiding tot onmogelijke
situaties voor zowel het personeel als de gedetineerden. Nu blijken er
opnieuw een aantal acties te zijn van de syndicale organisaties in
deze gevangenis.
Om die reden wil ik u opnieuw confronteren met deze situatie en de
problematiek in de gevangenis van Antwerpen. De vragen die ik u zou
willen stellen, zijn de volgende. Wat doet de minister aan de al te
krappe personeelsbezetting? Wat doet de minister aan de
overbevolking? Wat is de bezetting vandaag? Hoe zal die bezetting
tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht? Er zijn een
aantal vragen die daaruit voortspruiten. Hoe zal de dienstverlening in
de toekomst worden verzekerd? Is het bezoek van de advocaten aan
hun cliënten inmiddels verzekerd?
04.01 Tony Van Parys (CD&V):
J'ai déjà souligné à plusieurs
reprises le problème de la
surpopulation à la prison d'Anvers.
La situation est intenable pour le
personnel et les détenus, à tel
point que les actions syndicales
reprennent.
Quelles initiatives la ministre a-t-
elle prises pour remédier à la
pénurie de personnel et à la
surpopulation? Quelle est la
population actuelle? Comment
sera-t-elle ramenée à un niveau
acceptable? Comment le service
est-il assuré? La visite des
avocats est-elle assurée?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Teneinde een oplossing te bieden
voor de personeelstekorten in de verschillende Nederlandstalige
gevangenissen werd besloten over te gaan tot het muteren en
aanwerven van penitentiaire beambten. Er werd besloten beide
bewegingen gelijktijdig uit te voeren om te vermijden dat het oplossen
van het tekort in één gevangenis problemen zou doen ontstaan in een
andere instelling. Op 27 mei ontving mijn administratie via Selor de
laureaten van een recent wervingsexamen. In de week van 30 mei
werden deze laureaten in kennis gesteld van hun resultaat en werden
zij opgeroepen zich kandidaat te stellen voor zeven verschillende
gevangenissen. Deze werving zal het mogelijk maken de eerder
aangevraagde mutaties uit te voeren en zo te komen tot een betere
personeelsbezetting. Gezien bij de aanwerving een aantal
procedureregels dienen te worden gerespecteerd en nieuwe
kandidaten vaak een vooropzeg dienen te geven, verwacht ik nieuwe
indiensttredingen vanaf juli.
In verband met de overbevolking werden er afgelopen week
verschillende overbrengingen uitgevoerd, onder andere naar de
gevangenis van Hasselt.
De bevolking in Antwerpen bedroeg op 6 juni 650 mannen, waaronder
23 met elektronisch toezicht en 16 vreemdelingen die ter beschikking
stonden van de dienst Vreemdelingenzaken. Via verdere
overbrengingen naar andere inrichtingen zal het bevolkingsaantal
verder kunnen dalen.
Op 30 mei 2005 bedroeg de bevolking nog 679 mannen, waaronder
22 met elektronisch toezicht en 4 vreemdelingen die ter beschikking
stonden van de dienst Vreemdelingenzaken. Er is dus een
vermindering van het aantal gedetineerden. Het is een kleine daling,
maar het is een daling.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Pour remédier à la
pénurie de personnel au sein de
différentes prisons
néerlandophones, nous procédons
à la mutation d'agents
pénitentiaires et à de nouveaux
engagements. Ces deux
opérations sont menées de front.
Le 27 mai 2005, le Selor a fait
parvenir à mon administration une
liste présentant les lauréats d'un
concours organisé récemment.
Dans le courant de la semaine du
30 mai, les lauréats ont été invités
à poser leur candidature pour sept
prisons. Grâce aux engagements,
les mutations demandées
précédemment pourront être
réalisées. Étant donné que
certaines procédures doivent être
suivies et que les nouveaux
candidats doivent souvent donner
leur préavis, j'attends de nouvelles
entrées en service à partir de juillet
2005.
La semaine dernière, plusieurs
prisonniers ont été transférés,
entre autres vers la prison de
Hasselt. Au 6 juin 2005, la prison
d'Anvers comptait 650 hommes,
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Omdat het personeel momenteel een stiptheidsactie voert, worden de
advocaten alleen toegelaten tussen 19 uur en 21 uur. Via bespreking
en overleg hoop ik dat deze toestand zo snel mogelijk kan
genormaliseerd worden.
dont 23 sous surveillance
électronique et 16 à la disposition
de l'Office des étrangers. Les
transferts permettront de réduire
encore la population pénitentiaire.
A la date du 30 mai 2005, la prison
d'Anvers hébergeait encore 679
hommes.
Étant donné la grève du zèle
menée
actuellement par le
personnel, les avocats ne sont
admis qu'entre 19 et 21 heures.
J'espère que la concertation
permettra de régulariser la
situation le plus rapidement
possible.
Mais je n'ai pas de baguette magique!
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt geen
baguette magique, maar u hebt de bevoegdheid over het departement
van Justitie. U bent verantwoordelijk voor het gevangeniswezen. Ik
stel vast dat de problematiek blijft bestaan. U hebt het aantal mannen
genoemd, maar niet het aantal vrouwen dat in de gevangenis van
Antwerpen is opgesloten. Kunt u mij de cijfers geven?
04.03 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre est responsable de
l'administration pénitentiaire. Elle
ne s'est par ailleurs pas exprimée
sur le nombre de femmes à
Anvers.
04.04 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal u de cijfers bezorgen.
04.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Je fournirai les chiffres à
M. Van Parys.
04.05 Tony Van Parys (CD&V): 650 gedetineerden. Met het aantal
vrouwen erbij zullen wij weer bijna de kaap van de 700 hebben
bereikt, terwijl er 416 plaatsen beschikbaar zijn. Dat is dus een enorm
probleem. Wij staan voor de zomerperiode. Dan is er altijd een
toename van de gevangenisbevolking.
Ik stel vast dat de problematiek blijft bestaan en dat er geen
structurele oplossingen zijn. Het elektronisch toezicht stagneert. In
2003 heeft de Ministerraad beslist dat er 450 gedetineerden onder
elektronisch toezicht zouden komen. Wij zitten vandaag op 350.
04.05 Tony Van Parys (CD&V):
Le cap des 700 détenus sera
bientôt atteint, alors que
seulement 416 places sont
disponibles. Les détenus sont du
reste toujours plus nombreux en
été. Il n'existe aucune solution
structurelle. La surveillance
électronique ne progresse pas: sur
les 450 places promises,
seulement 350 ont réellement été
créées.
04.06 Minister Laurette Onkelinx: Dat is niet waar.
04.07 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt die
cijfers zelf bekendgemaakt vorige week.
04.08 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb de cijfers aan de commissie
bezorgd. Er is een stijging van de gedetineerden onder elektronisch
toezicht. 450 is een theoretisch cijfer.
04.08
Laurette Onkelinx,
ministre: Le nombre de détenus
sous surveillance électronique
enregistre bel et bien une
augmentation. Le chiffre de 450
places est théorique.
Nous devons y parvenir dans une première phase pour aboutir à
1.000. J'ai expliqué comment les chiffres avaient augmenté pour
In een eerste fase streven wij naar
dat aantal. Vervolgens zullen wij
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
parvenir à 450. Par ailleurs, nous prenons déjà des initiatives pour
qu'il y ait encore une augmentation dans un deuxième temps. Voilà la
réalité des chiffres.
het tot duizend uitbreiden. Ik heb
uitgelegd hoe het aantal is
opgetrokken teneinde de
oorspronkelijke doelstelling van
450 te bereiken. Daarnaast nemen
wij al initiatieven om een
bijkomende uitbreiding te
bewerkstelligen.
04.09 Tony Van Parys (CD&V): De citeer de waarheid van de cijfers,
door u vorige week gegeven: "Beslissing Ministerraad maart 2003:
verhoging van het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht
tot 450." Die cijfers werden vorige week meegedeeld. We zitten op dit
ogenblik aan 350. De vorige minister van Justitie had aangekondigd
dat aan het einde van vorige legislatuur 1.000 gedetineerden onder
elektronisch toezicht zouden worden geplaatst. U stelt zelf de situatie
in Antwerpen vast.
Het valt mij trouwens op dat, als ik dat zo mag noemen, het
huisvestingsmanagement van Justitie inzake het gevangeniswezen
totaal ontbreekt. In sommige gevangenissen is er helemaal geen
overbevolking. Ik stel bijvoorbeeld vast dat in Ittre en Andenne men
zelfs nog niet de volledige bezetting haalt. In andere gevangenissen
zijn er situaties zoals op dit ogenblik in Antwerpen: werkelijk
inhumaan, onmenselijk en onhoudbaar voor het personeel. Men blijft
maar aanmodderen. Ik zal u blijven confronteren met deze situatie,
omdat ik vrees dat er zich zeer zware problemen zullen voordoen
naarmate de zomer naderbij komt. Ik hoop dat het helemaal geen
hete zomer wordt voor het gevangeniswezen in dit land.
04.09 Tony Van Parys (CD&V):
La semaine dernière, la ministre
déclarait encore elle-même que
lors du Conseil des ministres de
mars 2003, il avait été décidé de
porter à 450 le nombre de détenus
sous surveillance électronique. Le
prédécesseur de Mme Onkelinx
avait même dit que ce nombre
serait de 1.000 au terme de la
législature précédente.
Au demeurant, dans des prisons
telles qu'Ittre et Andenne, le taux
d'occupation maximal n'est pas
atteint. Et dans d'autres
établissements pénitentiaires, la
situation est véritablement
inhumaine et intenable. On
continue donc de patauger. Aussi
continuerai-je d'interroger la
ministre car je crains que de
graves problèmes se poseront
bientôt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
toepassing van de wet op de voorlopige hechtenis voor verkeerscriminelen, onmiddellijk na een
dodelijk letselongeval" (nr. 7296)
05 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'application de la loi relative à la détention préventive pour les criminels de la route, immédiatement
après un accident ayant provoqué des lésions mortelles" (n° 7296)
05.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de minister, het
onderwerp is vorige week ook al aan bod geweest met de vraag van
collega Casaer. Ik had toen ongeveer dezelfde vraag ingediend. Ik
heb die in overleg met de voorzitter ingetrokken, maar omdat er dan
vrijdag en in het weekend nog meer commotie rond is geweest, heb ik
beslist toch een nieuwe vraag in te dienen, ook op basis van het
antwoord dat u vorige week hebt gegeven aan collega Casaer.
De aanleiding van de vraag was natuurlijk het jammerlijke ongeval in
Loenhout vorige week, waarbij een zeventienjarige studente werd
doodgereden door een dronken chauffeur, die nog dezelfde dag
vrijkwam. Uw collega Landuyt is daar toen nogal hard tegenin gegaan
in de pers en gaf, met zijn voorstel om de optredens van de parketten
te harmoniseren, eigenlijk de indruk dat, mits een strikte toepassing
05.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le chauffeur ivre qui a
heurté et mortellement blessé une
étudiante de dix-sept ans la
semaine dernière à Loenhout a
été libéré le jour même. En
proposant d'harmoniser
l'intervention des parquets, le
ministre Landuyt a donné
l'impression de pouvoir remédier à
cette situation. La ministre de la
Justice a également déclaré la
semaine dernière que les
conducteurs en état d'ébriété qui
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
van de bestaande wetgeving, daar iets aan gedaan zou kunnen
worden.
Wanneer we de wetgeving op de voorlopige hechtenis erbij nemen,
dan lijkt me dat toch niet zo evident. Ik denk dat het parket van
Antwerpen in zijn reactie geen ongelijk had wanneer het stelt dat het
alleen de wet toepast. De wet heeft het over "slechts in geval van
volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare veiligheid en in geval
van het feit dat de verdachte een straf van één jaar of zwaarder kan
krijgen". Wanneer we dat strikt interpreteren, dan lijkt het mij dat het
parket en de onderzoeksrechter de wet correct hebben toegepast.
Toch gaf de minister de indruk dat hij er iets aan zou kunnen doen.
U hebt dat vorige week eigenlijk ook gedaan. In het laatste zinnetje
van uw antwoord stelt u dat dronken bestuurders die een lichamelijk
letsel veroorzaken, reeds aangehouden kunnen worden op basis van
de voorlopige hechteniswet.
Ik zou van u graag vernemen hoe u dat precies ziet. Met de
"volstrekte noodzakelijkheid voor de openbare veiligheid" wordt
recidivegevaar, ontrekkingsgevaar of het gevaar van het verwijderen
van bewijzen bedoeld. Dat lijkt mij hiervoor niet direct in aanmerking
te komen. Als dat hiervoor niet in aanmerking komt, acht u het dan
wenselijk dat de wet verstrengd of uitgebreid zou worden, waardoor
dergelijke daders toch onder de wet op de voorlopige hechtenis
zouden kunnen vallen? Of kan er op een andere manier worden
tegemoetgekomen aan de vraag van minister Landuyt, namelijk door
de termijn van 24 uur te verlengen, zoals de raad van procureurs
vraagt?
occasionnent des dommages
corporels peuvent être
appréhendés en vertu de la loi sur
la détention préventive. Cette loi
évoque toutefois "l'absolue
nécessité pour la sécurité
publique". Le parquet d'Anvers me
semble avoir agi correctement.
Quel est le point de vue de la
ministre? Un renforcement ou une
extension de la loi lui semblent-ils
nécessaires? Le délai de 24
heures peut-il être étendu, comme
l'a demandé le Conseil des
procureurs du Roi?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: U maakt allusie op een zaak
waarrond de laatste tijd veel te doen is geweest in de media. Mijn
collega Landuyt heeft inderdaad gereageerd met een voorstel tot
harmonisatie van het optreden van de parketten bij dodelijke
verkeersongevallen ten gevolge van dronkenschap en/of een
vluchtmisdrijf.
Eerst en vooral bestaat bij mijn weten bij alle parketten reeds de
interne richtlijn dat men steeds overgaat tot de arrestatie van de
bestuurder die een dodelijk verkeersongeval heeft veroorzaakt,
wanneer die bestuurder zich in staat van dronkenschap bevindt of een
vluchtmisdrijf heeft gepleegd, en dat men een aanhoudingsmandaat
vraagt aan de onderzoeksrechter. Ik zal evenwel overleg plegen met
het college van procureurs-generaal om na te gaan of er in dit
verband nog een verdere harmonisatie nodig zou zijn.
Ook in de zaak waarop u alludeert, werd op deze wijze gehandeld. De
onderzoeksrechter heeft echter in dit geval beslist om geen
aanhoudingsmandaat af te leveren. Volgens de wet op de voorlopige
hechtenis kan dit slechts onder zeer strikte voorwaarden: er moeten
ernstige aanwijzingen van schuld zijn, de aanhouding mag niet
worden verricht met het oog op een onmiddellijke bestraffing of met
het oog op de uitoefening van enige andere vorm van dwang en er
moeten ernstige redenen bestaan dat de in vrijheid gelaten verdachte
nieuwe misdaden of wanbedrijven zou plegen, zich aan het optreden
van het gerecht zou onttrekken, bewijzen zou pogen te laten
verdwijnen of zich zou verstaan met derden.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Mon collègue Renaat
Landuyt a effectivement proposé
d'harmoniser la manière dont les
parquets traitent les accidents de
la route mortels dus à l'état
d'ébriété d'un ou plusieurs
conducteurs et les éventuels délits
de fuite. Pour autant que je sache,
tous les parquets appliquent déjà
la directive aux termes de laquelle
il faut, dans ces cas-là, procéder à
l'arrestation de l'auteur ou des
auteurs des infractions et
demander un mandat d'arrêt au
juge d'instruction. Toutefois, je me
concerterai à ce sujet avec le
Collège des procureurs généraux.
Dans l'affaire à laquelle se réfère
M. Van den Berghe, cette directive
a aussi été appliquée mais le juge
d'instruction a décidé de ne pas
délivrer de mandat d'arrêt. Aux
termes de la loi sur la détention
préventive, un tel mandat ne peut
être délivré que lorsqu'il y a des
indices sérieux de culpabilité. En
07/06/2005
CRIV 51
COM 631
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
U stelt mij de vraag of een versoepeling van de wet op de voorlopige
hechtenis mogelijk is zonder in conflict te komen met het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ik moet u hierop antwoorden
dat het Europees Verdrag dit volgens mij niet zou toelaten. Volgens
het Verdrag mag er immers nooit een voorlopige hechtenis worden
opgelegd als voorbestraffing of met de bedoeling om dwang uit te
oefenen.
Daarenboven zou het instellen van een speciale soort voorlopige
hechtenis voor daders van dodelijke verkeersongevallen een
schending uitmaken van het gelijkheidsbeginsel.
outre, l'arrestation ne peut avoir
pour finalité l'application d'une
sanction immédiate ni l'exercice
de toute autre forme de contrainte.
Enfin, il faut être en présence
d'indices sérieux attestant que
l'inculpé commettrait de nouveaux
crimes ou délits, se soustrairait à
la justice, tenterait d'escamoter
des preuves ou serait en cheville
avec des tiers.
A mon sens, la Convention
européenne de sauvegarde des
droits de l'homme ne permettrait
pas un durcissement de la loi sur
la détention préventive. Toujours
selon cette Convention, la
détention préventive ne peut être
imposée à titre de peine
préliminaire ni pour exercer une
contrainte. De plus, il en résulterait
une violation du principe d'égalité.
Pour le reste, j'en ai encore parlé hier avec le Bureau des procureurs
du Roi et, comme eux, je regrette réellement ce genre d'interpellation
par médias interposés. Des lieux de concertation avec le pouvoir
judiciaire existent. J'estime que ce n'est pas en interpellant
publiquement le pouvoir judiciaire dans les médias, en lui adressant
des reproches parfois sur la base de données inexactes que l'on
pourra améliorer la politique criminelle, notamment pour lutter
efficacement contre les auteurs d'infractions à la circulation routière
causant des problèmes parfois extrêmement graves, voire des
accidents mortels.
Net als de procureurs des
Konings, betreur ik dat via de pers
werd gereageerd. Er bestaan
immers geëigende overlegorganen
met de rechterlijke macht. Het is
daar dat aan een verbetering van
het strafrechtelijk beleid moet
worden gewerkt en dat de strijd
met de daders van
verkeersovertredingen moet
worden aangebonden.
05.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik volg u in uw antwoord. Ik ben geen jurist, maar als ik de
wet op de voorlopige hechtenis lees, dan kan ik uw antwoord alleen
maar bijtreden. De minister van Mobiliteit is nochtans wel een jurist,
maar hij ziet het dan blijkbaar toch enigszins anders.
Ik wilde nog één vraag stellen om het achterliggende idee wat
duidelijker te maken. Voor de betrokkenen is het bijzonder pijnlijk als
de dader alweer vrij rondloopt op het moment dat zij het slachtoffer in
kwestie nog moeten begraven. Los van allerlei bestaande wetten op
de voorlopige hechtenis, acht u het wenselijk dat wij toch naar een
manier zoeken waarbij de dader van zo'n zwaar misdrijf toch nog
aangehouden blijft tot het slachtoffer begraven is? Dat is een heel
concrete vraag die losstaat van de wet zoals wij ze nu interpreteren.
05.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): À la lecture de la loi sur la
détention préventive, je ne puis
que me rallier à la réponse précise
de la ministre. Le ministre de la
Mobilité ne partage pas cet avis.
La ministre estime-t-elle
souhaitable d'élaborer une
procédure permettant de maintenir
en détention l'auteur d'une
infraction aussi grave jusqu'après
l'enterrement de la victime,
indépendamment de la législation
existante?
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Premièrement, nous travaillons à
la mise en place d'une réponse immédiate très forte notamment pour
les conducteurs qui ont commis des crimes sous l'influence de la
boisson. À juste titre, les familles des victimes sont choquées de voir
ces chauffeurs conduire à nouveau, parfois très rapidement, parce
que le jugement n'est pas intervenu. Nous sommes en train
05.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Wij willen komen tot
een zeer krachtige aanpak ten
aanzien van chauffeurs die
misdrijven hebben begaan terwijl
zij onder invloed van alcohol
CRIV 51
COM 631
07/06/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
d'apporter des modifications à la loi, en collaboration avec la
magistrature, pour agir davantage sur le permis de conduire, de sorte
à empêcher la reprise du volant, et pas uniquement pour les
conducteurs sous l'emprise de la boisson, même si ces derniers sont
plus spécifiquement visés.
Deuxièmement, comme je le disais dans mes réponses, nous ne
devons pas considérer la détention préventive comme une peine
avant la lettre. Ce qu'on doit faire, c'est juger plus rapidement. Quand
il y a flagrant délit, il n'y a pas de problème. Dans le cas contraire
commencent les difficultés liées à des procédures plus longues. Nous
sommes en train de rechercher les possibilités d'accélérer le
jugement, ce qui permettrait alors, dans un premier temps, la
confiscation pour une plus longue durée du permis de conduire et,
dans un second temps, de prononcer le jugement rapidement,
jugement qui pourra consister en une peine de prison si les juges en
décident ainsi.
waren. Het is de bedoeling hen te
beletten opnieuw achter het stuur
plaats te nemen.
De voorlopige hechtenis mag niet
als een straf "bij voorbaat" worden
beschouwd. Een snellere
berechting zou het vooreerst
mogelijk maken het rijbewijs voor
langere tijd in te trekken en
vervolgens de betrokken
chauffeurs op te sluiten als de
rechters dat beslissen.
05.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 7104 van de heer Wathelet is uitgesteld. Vraag nr. 7243 van mevrouw Van der
Auwera is ingetrokken. Vraag nr. 7268 van mevrouw Taelman is uitgesteld. Vraag nr. 7293 van de heer
Libert is uitgesteld. Vraag nr. 7297 van mevrouw Lahaye-Battheu is ook uitgesteld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.05 heures.