CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 626
CRIV 51 COM 626
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
31-05-2005
31-05-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la réunion
des ministres des Finances de l'Union
européenne des 13 et 14 mai 2005" (n° 6977)
1
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
vergadering van 13 en 14 mei 2005 van de
Europese ministers van Financiën" (nr. 6977)
1
Orateurs: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Hagen Goyvaerts
Sprekers: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Hagen Goyvaerts
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'Abbaye
d'Aulne" (n° 7124)
6
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de abdij
van Aulne" (nr. 7124)
6
Orateurs: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la réduction
des accises sur les biocarburants"
(nos 6887+6708)
8
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
verlaging van de accijnzen op biobrandstoffen"
(nrs. 6887+6708)
8
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'agrément
des organisations de défense des droits des
animaux pour les libéralités fiscalement
déductibles" (n° 7156)
10
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
erkenning van dierenrechtenorganisaties voor
fiscaal aftrekbare giften" (nr. 7156)
10
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Interpellation de M. Hagen Goyvaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
nombre croissant de problèmes au SPF
Finances" (n° 602)
11
Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het toenemend aantal problemen bij de
FOD Financiën" (nr. 602)
11
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Motions
17
Moties
17
Orateurs: Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances, Hagen
Goyvaerts
Sprekers: Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën, Hagen
Goyvaerts
Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les pertes
d'emplois et les fermetures d'implantations
prévues au SPF Finances en province de
Luxembourg" (n° 6991)
17
Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het verwachte banenverlies en de geplande
sluiting van kantoren bij de FOD Financiën in de
provincie Luxemburg" (nr. 6991)
17
Orateurs: André Perpète, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: André Perpète, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le rapport
relatif à l'exécution du programme de stabilité"
(n° 6995)
20
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het rapport over de uitvoering van het
stabiliteitsprogramma" (nr. 6995)
20
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier 22
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
21
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre des Finances sur "les
contrôles fiscaux à Bruxelles" (n° 6996)
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale controles in Brussel" (nr. 6996)
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le délai
pour l'introduction de la déclaration fiscale"
(n° 7128)
24
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
timing voor de belastingaangifte" (nr. 7128)
23
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Patrick De Groote
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Patrick De Groote
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
mutations au SPF Finances" (n° 6998)
28
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
overplaatsing van ambtenaren binnen de FOD
Financiën" (nr. 6998)
28
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
justification des frais professionnels" (n° 7000)
29
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
verantwoording van beroepskosten" (nr. 7000)
29
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation des accises sur l'essence"
(n° 7001)
31
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnsverhoging op benzine" (nr. 7001)
31
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le statut
fiscal des certificats immobiliers" (n° 7017)
32
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het fiscaal statuut van vastgoedcertificaten"
(nr. 7017)
32
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la réduction
des accises sur le diesel destiné au
fonctionnement des équipements auxiliaires de
camions" (n° 7030)
33
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnsverlaging op de door hulpapparatuur van
vrachtwagens verbruikte diesel" (nr. 7030)
33
Orateurs: Mark Verhaegen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Mark Verhaegen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
résultats du projet pilote en matière de
datamining" (n° 7045)
35
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de resultaten van het proefproject
datamining" (nr. 7045)
35
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
nombre de déclarations à l'impôt des personnes
39
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het aantal ingediende aangiften in de
39
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
physiques qui ont été introduites" (n° 7052)
personenbelasting" (nr. 7052)
Orateurs:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Tony Van Parys au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le
déménagement des services des Finances de
Gand" (n° 7063)
40
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
verhuis van de diensten van Financiën te Gent"
(nr. 7063)
40
Orateurs: Tony Van Parys, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Tony Van Parys, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Interpellation de M. Patrick De Groote au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'envoi des déclarations à l'impôt des personnes
physiques" (n° 603)
45
Interpellatie van de heer Patrick De Groote tot de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verzending van de aangiften in de
personenbelasting" (nr. 603)
45
Orateurs: Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances, Patrick De
Groote
Sprekers: Didier Reynders, vice-eerste
minister en minister van Financiën, Patrick De
Groote
Motions
47
Moties
47
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
transfert des bâtiments de l'ex-gendarmerie"
(n° 7147)
47
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de overdracht van de voormalige
rijkswachtgebouwen" (nr. 7147)
47
Orateurs:
Jean-Claude Maene, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Jean-Claude Maene, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la taxe Elia"
(n° 7180)
51
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
Eliaheffing" (nr. 7180)
51
Orateurs:
Patrick De Groote, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Patrick De Groote, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conditions de déduction des dépenses pour garde
d'enfants" (n° 7170)
52
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
voorwaarden inzake de aftrek van de uitgaven
voor kinderoppas" (nr. 7170)
52
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le sort
réservé aux chefs de section de l'administration
des Douanes et Accises" (n° 7191)
55
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
situatie van de sectiechefs bij de administratie der
Douane en Accijnzen" (nr. 7191)
55
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
31
MAI
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
31
MEI
2005
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.38 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 14.38 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réunion des
ministres des Finances de l'Union européenne des 13 et 14 mai 2005" (n° 6977)
01 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
vergadering van 13 en 14 mei 2005 van de Europese ministers van Financiën" (nr. 6977)
01.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
ma question a été déposée, il y déjà un certain temps, après la
session informelle, à Luxembourg, des vendredi et samedi 13 et
14 mai, des ministres des Finances de l'Union européenne pour
parler de la stratégie européenne commune pour le financement de
l'aide au développement et sur les perspectives financières. Les
avancées obtenues au cours de cette session étaient préparatoires
au Conseil européen des 16 et 17 juin.

La réunion de l'Eurogroupe portait sur le projet des "Grandes
orientations politiques et économiques" et la réponse au rapport que
doit présenter le Fonds monétaire international sur la situation de la
zone euro.

Monsieur le vice-premier ministre, pourriez-vous nous donner des
informations concernant la teneur des débats, le financement de l'aide
au développement, les perspectives financières, le projet des grandes
orientations politiques et économiques ainsi que concernant la
réponse au rapport du FMI?
01.01 Eric Massin (PS): Ik heb
mijn vraag ingediend na de
informele vergadering van de
ministers van Financiën van de EU
in Luxemburg op 13 en 14 mei. Op
die bijeenkomst bespraken de
ministers de gemeenschappelijke
strategie voor de financiering van
de ontwikkelingshulp en de
financiële toekomstperspectieven.
Met de vooruitgang die daar
geboekt werd, zou de Europese
Raad van 16 en 17 juni voorbereid
worden.

Op de bijeenkomst van de
Eurogroep stond de vaststelling
van de grotere strategische en
economische beleidslijnen op de
agenda, evenals het antwoord op
het IMF-verslag over de situatie in
de eurozone.

Kan u ons inlichten over de teneur
van de debatten over die vier
punten?
01.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, bien entendu, du temps a passé depuis cette séance. Un
Ecofin et un Eurogroupe devraient à nouveau se tenir le 7 juin. L'ordre
du jour du prochain Conseil européen contiendra probablement
d'autres sujets que celui des perspectives financières à la suite de ce
qui s'est passé en France et de ce qui se passera peut-être aux Pays-
01.02 Minister Didier Reynders:
Sinds die vergadering is er wat tijd
over heen gegaan. Op 7 juni
zouden een Ecofin- en een
Eurogroepvergadering moeten
plaatsvinden.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Bas d'ici peu.

Le point qui a le plus progressé à l'occasion de notre dernière réunion
Ecofin est celui du financement de l'aide au développement. Tout
malentendu à cet égard à l'échelon européen doit absolument être
évité. Pour reprendre les choses brièvement, le premier aspect de
l'aide au développement, c'est, bien entendu, l'aide directe, donc la
garantie que les Etats continuent à évoluer vers les 0,7% du produit
intérieur brut en termes de moyens affectés à l'aide au
développement. La proposition faite par la Commission, par
l'intermédiaire du commissaire M. Michel, et dont on a également
débattu à l'Ecofin, c'est de donner au moins des objectifs
intermédiaires.

En effet, plusieurs pays ne souhaitaient pas progresser aussi
rapidement dans cette voie. La Belgique s'est engagée à atteindre cet
objectif en 2010. L'objectif à moyen terme est d'atteindre 0,51% du
PIB avec, pour les nouveaux pays, l'obligation d'arriver à 0,17%
puisque les nouveaux membres sont dans une situation particulière:
ils passent de l'état de pays recevant de l'aide au statut de pays à qui
il est demandé de contribuer. Telle est l'évolution qui a été retenue. Il
n'y a pas eu de critiques sur ce point.

Vous aurez constaté qu'au Conseil suivant des ministres de la
Coopération au développement, le dossier a été approuvé.

L'idée de maintenir l'aide publique est un élément important dans le
processus. Le deuxième point concerne les remises de dette. La
Belgique soutient le cheminement consistant en une remise de dette
à 100% pour toute la partie relevant de l'initiative PPTE ou IPIC, c'est-
à-dire les pays pauvres très fortement endettés. Nous sommes prêts
à aller au-delà. Je l'ai d'ailleurs dit au nom de la Belgique, on peut
envisager d'autres opérations. Mais il faudrait être sûr que la première
partie soit entièrement financée.

Puis survient le problème d'une source de financement
complémentaire. Les Britanniques ont proposé depuis pas mal de
temps une facilité financière internationale - "international financial
facility" - qui réside en un emprunt. Pas mal d'hésitations, notamment
du côté belge, sont apparues s'il fallait travailler uniquement sur cette
base. Cela signifie que, dans un premier temps, beaucoup plus de
moyens seront mis à disposition, mais qu'un jour il faudra
rembourser. Et si on le fait d'ici quelques années en utilisant les
budgets d'aide au développement, ces derniers vont fondre. On a
progressé en travaillant de deux façons: d'une part, en limitant un peu
l'ampleur et l'objet de la facilité financière; de l'autre, en s'occupant du
financement.

Aucun élément n'est encore arrêté. Je pense que, de toute façon, au
niveau européen, ce volet ressortirait plutôt au ministre de la
Coopération au développement. L'idée serait de mener une opération
de facilité financière en Afrique pour couvrir des politiques de
vaccination et de mise à disposition d'eau potable. Ce dernier point
est l'un des thèmes centraux de l'action de la Banque africaine de
développement et d'autres organismes. En matière de vaccination et
de lutte contre certaines maladies, le sida vient en premier lieu, mais
les vaccinations concernent aussi toute une série d'autres maladies
aux conséquences très dramatiques qui sont, malheureusement,

Het punt waarop het meeste
vooruitgang werd geboekt, is dat
van de financiering van de
ontwikkelingshulp. Het eerste
aspect van die hulp is uiteraard de
rechtstreekse hulp, namelijk de
garantie dat de Lidstaten blijven
evolueren naar het streefcijfer van
0,7% van het BBP.

Het voorstel van de commissie
bestaat erin tussentijdse
doelstellingen vast te stellen,
omdat verscheidene landen niet zo
snel willen gaan. België heeft zich
ertoe verbonden die doelstelling in
2010 te halen. De doelstelling op
middellange termijn is 0,51% van
het BBP en 0,17% voor de nieuwe
lidstaten, die vroeger zelf hulp
kregen maar nu het statuut van
medebetaler hebben. Op de
daaropvolgende Raad van
ministers van
Ontwikkelingssamenwerking werd
het dossier goedgekeurd.

Het tweede punt betreft de
schuldkwijtschelding. België streeft
ernaar dat de schuld van de arme
landen die onder een torenhoge
schuld gebukt gaan, op termijn
volledig wordt kwijtgescholden.
We willen nog verder gaan maar
eerst moet het eerste deel
gefinancierd worden.

Daarnaast is er nog het probleem
van de aanvullende financiering.
De Britten dachten aan de
toekenning van een internationale
financiële faciliteit in de vorm van
een lening. Maar ook al
beschikken de begunstigde landen
dan in een eerste fase over veel
middelen, op een dag zullen ze de
lening moeten terugbetalen. En als
men de leningen financiert met
geld dat uit de budgetten voor de
ontwikkelingshulp afkomstig is,
zullen die laatste snel slinken. We
hebben de omvang en het
voorwerp van de financiële faciliteit
kunnen begrenzen en gezorgd
voor de nodige financiële
middelen.
Op Europees niveau zou deze
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
encore très présentes en Afrique.

Ce serait une façon de limiter le champ d'application de la facilité
plutôt que d'avoir une facilité pour toute l'aide au développement et
les "Millenium Goals", les objectifs du millénaire comme on les
appelle en général.

Le deuxième élément est de savoir comment financer. De
nombreuses propositions ont été faites depuis pas mal de temps:
elles vont de la taxe Tobin à la taxe Spahn sur les transactions
financières, à la taxation du commerce des armes, etc. Toute une
série de propositions comme celles-là ont été faites: taxes sur le
kérosène, sur les billets d'avion, etc. En bref, on constate qu'en ce qui
concerne les armes et les transactions financières, on a la chance
d'être au début d'un millénaire parce qu'il faudra probablement tout le
millénaire pour convaincre un certain nombre de partenaires. C'est un
travail de longue haleine. Les réactions étaient assez négatives en ce
qui concerne tant les transactions financières que la taxation prévue
sur les armes, qui a d'ailleurs été proposée en France.

Plusieurs rapports ont été déposés: le kérosène, je dois avouer que je
partage assez le sentiment qui consiste à dire que c'est une taxation
en soi. On peut évidemment décider de l'affecter à l'aide au
développement mais il faudrait d'abord faire avancer l'idée d'une
taxation du kérosène, comme on taxe toutes les sources d'énergie. Il
n'y a pas de raison qu'en matière de taxation des énergies et de
protection de l'environnement, il n'y ait pas quelque chose de prévu à
l'échelon international sur le kérosène.

On s'est donc de plus en plus dirigé vers la problématique des billets
d'avions et d'un prélèvement, même limité, en matière de billets
d'avion. Quel avantage cela présente-t-il par rapport à d'autres
mécanismes, même les taxations des transactions financières? C'est
de pouvoir démarrer sur une région du monde, si on le souhaite. Tout
le monde est bien conscient que l'on pourrait démarrer en Europe
touchant notamment tous les déplacements qui auraient lieu sur le
territoire européen, que ce soient des compagnies européennes ou
non, bien entendu, qui les réalisent. Cela ne poserait pas en soi de
problème de concurrence vis-à-vis d'autres régions du monde.

Il faut savoir que des taxations de cette nature existent déjà dans
d'autres régions du monde, au Japon, aux Etats-Unis, etc. Parfois ce
sont des taxes d'embarquement qui sont prélevées, parfois ce sont
des taxes sur les billets, on peut imaginer beaucoup de formules. J'ai
eu l'occasion, lors des réunions du Fonds monétaire et de la Banque
mondiale, de lancer le débat -puisque j'avais demandé que cette
réunion entre les ministres du Développement et des Finances ait lieu
- en proposant que l'on réfléchisse d'abord à la solution d'un
prélèvement sur les billets d'avion.

Dans une discussion avec Kofi Annan, l'idée est apparue petit à petit
que l'on pourrait peut-être proposer ce prélèvement sur base
volontaire, en l'incitant. Cette idée est venue de la générosité dont ont
fait preuve énormément de personnes à propos du tsunami. Je reste
convaincu que, si l'on disait qu'à l'occasion d'un vol à l'intérieur de
l'Europe, par exemple, les passagers sont invités à payer un euro ou
plusieurs euros ­ plutôt que des dollars car cela rapporte plus, ce qui
fait sourire à Washington ­ cela permettrait déjà d'entamer une
materie eerder tot de bevoegdheid
van de minister van
Ontwikkelingssamenwerking
behoren. Het zou de bedoeling zijn
om Afrika een financiële faciliteit
toe te kennen om het
vaccinatiebeleid tegen de ziekten
die het continent nog steeds
teisteren, en de toelevering van
drinkwater te financieren.

Op die wijze wordt het
toepassingsgebied van de faciliteit
beperkt en strekt het zich niet uit
tot alle vormen van
ontwikkelingshulp en de
Milleniumdoelstellingen.

Ik meen dat de kerosine sowieso
moet worden belast, net zoals alle
andere energiebronnen. Een
belasting op vliegtuigtickets biedt
dan weer het voordeel dat men die
maatregel in een bepaald deel van
de wereld kan invoeren.

Naar aanleiding van een gesprek
met Kofi Annan is het idee van een
heffing op vrijwillige basis
opgedoken. Een aantal collega's
meent dat zo'n heffing moet
worden opgelegd, zelf ben ik daar
niet tegen gekant. Sommige
Europese collega's verzetten zich
echter tegen die denkpiste. De
Commissie zet haar
werkzaamheden daaromtrent
voort. De ministers van
Ontwikkelingssamenwerking
boekten vooruitgang op het vlak
van de rechtstreekse financiering.
Ik hoop dat we hierop kunnen
terugkomen en dat een en ander
binnen afzienbare tijd in praktijk
kan worden gebracht. Ik heb in de
wandelgangen een aantal
voorstellen geformuleerd, maar
heb nog geen officieel standpunt
ingenomen.

Wat de financiële vooruitzichten
en de ECOFIN betreft, zien wij er
vooral op toe dat de begroting
binnen de perken blijft en dat de
cohesiefondsen en de voor het
onderzoek bestemde middelen
worden behouden. Vooral de
toestand in Henegouwen werd
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
logique de financement. J'ai des collègues qui sont favorables à l'idée
d'un mécanisme obligatoire; je n'y suis pas opposé. D'autres en
Europe sont opposés au système obligatoire: les pays périphériques,
car il est clair que si vous habitez Malte ou Chypre ou dans les pays
scandinaves, les avions ne représentent pas la même chose que pour
les pays du centre de l'Europe; ou les pays touristiques comme
l'Espagne ou la Grèce qui soulignent le fait qu'il ne faut pas pénaliser
certaines activités.

Quand j'ai lancé l'idée à l'Ecofin de travailler sur une base volontaire,
elle s'est répandue de manière un peu plus forte. La Commission va
continuer à travailler sur ce sujet. Les ministres du Développement
ont progressé sur le financement direct et j'espère que, lors de nos
prochaines réunions, nous pourrons revenir sur le sujet et démarrer
assez vite. En termes d'incitant, j'ai suggéré d'imposer le paiement et
de faire en sorte que ce soit le client qui doive refuser la perception
volontaire, s'il ne la souhaite pas.

J'ai fait quelques propositions dans les couloirs, mais pas
officiellement: on pourrait donner des tickets d'embarquement de
couleurs différentes selon que vous avez payé ou non, on pourrait
réserver des places dans l'avion, etc. Il y a beaucoup de formules
possibles mais il faut être prudent avant d'aller aussi loin.

En ce qui concerne les perspectives financières et l'Ecofin, je ne vais
pas revenir sur les positions de la Belgique que vous connaissez; le
premier ministre vient encore de rencontrer le président
luxembourgeois pour les rappeler. Nous sommes particulièrement
attentifs à une évolution du budget dans des limites raisonnables, à
une préservation des moyens destinés à la recherche dans le cadre
de l'objectif de Lisbonne ainsi qu'à une préservation des fonds de
cohésion, non seulement de l'investissement dans les pays qui nous
rejoignent mais aussi dans les régions qui sont encore en retard de
développement au sein des Quinze, la problématique du Hainaut
ayant particulièrement été mise en avant en la matière.

Ce qui a évolué au sein de l'Ecofin, c'est le fait de parler des
ressources, et pas seulement des dépenses, dans le budget. Si, à
l'extérieur, les réactions britanniques ont été très dures sur le chèque
britannique, j'estime qu'il y a, malgré tout, une marge de manoeuvre
pour discuter, à condition que l'on discute bien de l'ensemble des
ressources et des dépenses et que l'on n'isole pas l'un par rapport à
l'autre, et à condition que l'on prévoie, comme on le fait pour certaines
dépenses, des périodes de transition; on ne va pas basculer d'une
situation à l'autre du jour au lendemain.

Pour prendre des éléments révélateurs, mon collègue espagnol
considère qu'il est normal que l'Espagne se voit moins aidée dans le
cadre des fonds de cohésion parce son pays a progressé ces
dernières années. Ce sont des évolutions logiques. Du côté
britannique, le langage reste très ferme sur le chèque mais avec,
malgré tout, une volonté de négocier si tout vient en même temps. Je
ne me prononce pas au-delà; nous en discuterons lors des
prochaines réunions.

Il est évident que l'on se rend compte que la tâche luxembourgeoise
devient très ardue puisque, depuis ces réunions de la mi-mai, non
seulement le référendum est intervenu hier en France mais, plus
daarbij onder de aandacht
gebracht. Binnen de ECOFIN
wordt thans niet alleen meer over
de uitgaven gepraat, maar
evenzeer over de inkomsten. Men
is zich er terdege van bewust dat
de taak van Luxemburg bijzonder
moeilijk wordt, niet alleen door de
uitslag van het Franse referendum
maar ook in het vooruitzicht van de
Duitse verkiezingen.

Wat het overleg van het Monetair
Fonds over artikel 4 betreft, zullen
de belangrijkste krachtlijnen van
het economische beleid steeds
meer op het geheel van de Unie
en de eurozone worden gericht.
Voor de analyse per lidstaat wordt
naar de nationale programma's
verwezen. De vertraagde
economische groei en de
eventuele maatregelen die in dat
verband moeten worden
genomen, zijn de enige nieuwe
elementen. Vanuit budgettair
oogpunt is de positie van ons land,
in vergelijking met die van andere
lidstaten, erg bemoedigend te
noemen.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
fondamental, des élections ont été annoncées en Allemagne. On ne
sait donc pas du tout s'il sera possible pour les Luxembourgeois de
faire encore progresser le dossier.

En ce qui concerne la consultation sur l'article 4 du Fonds monétaire
et les "grandes orientations", il n'y a pas grand-chose à signaler, si ce
n'est que les "grandes orientations" de politiques économiques vont
de plus en plus être orientées vers l'ensemble de l'Union et la zone
euro. Les analyses par pays sont renvoyées aux programmes
nationaux qui ont été annoncés dans le cadre du rassemblement des
procédures de Cardiff, de Luxembourg. Le tout est regroupé dans un
seul programme. C'est dans ce cadre que l'analyse nationale va
surtout se développer. Mais il n'y a pas eu de débat particulièrement
important sur les grandes orientations ou la consultation sur l'article 4.

Le seul élément qui commençait à apparaître, c'est le ralentissement
de l'activité économique et les éventuelles mesures à prendre en
cette matière. Cela a été confirmé depuis par l'OCDE. Nous verrons
ce qui se passera. Toutefois, en Belgique, un contrôle budgétaire a
été prévu au mois de juin afin de faire le point sur ce sujet. Pour être
concret, nous sommes inquiets de l'évolution dans plusieurs pays de
l'Union. Je n'en dirai pas plus car il s'agissait d'un Ecofin informel. Je
m'exprimerai peut-être plus amplement sur ce sujet après la réunion
du mois de juin. Toujours est-il qu'en termes de finances publiques,
nous sommes inquiets de l'évolution en Italie mais aussi au Portugal
pour lequel les chiffres apparaissent de plus en plus élevés par
rapport à ce qui nous avait été communiqué.

Je ne rappellerai pas que d'un point de vue budgétaire, la situation de
la Belgique est particulièrement encourageante lorsqu'on la compare
à celle d'autres membres. Mais M. Bogaert n'étant pas là, je ne
rouvrirai pas ce débat et rappeler que nous faisons partie des deux ou
trois pays qui sont en équilibre. J'ai parlé de 3 ou 4% de déficit.
Aujourd'hui, certains pays vont au-delà de ces pourcentages. Si je
prends l'exemple du Portugal, les chiffres annoncés sont bien plus
importants. Nous avons l'habitude d'être félicités lors des réunions
européennes et puis de retomber, dans ce parlement, dans le débat
national orienté.

Le président: Nul n'est prophète en son pays, monsieur le ministre!
01.03 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, en ce qui
concerne la dette de l'Etat, je n'ose plus faire la comparaison. J'ai
rappelé à mes collègues, à l'occasion de l'Ecofin informel, qu'en 1993,
l'écart d'endettement entre la Belgique, d'une part, l'Allemagne et la
France, de l'autre, était de 90% du PIB. Cet écart a été réduit
maintenant à une trentaine de pourcents. De 90% du PIB, nous
sommes descendus à 30% du PIB.
Het is met de volledige meerderheid.

Mijnheer Van der Maelen, voor alle duidelijkheid, het was een
inspanning van België. Wij hebben dat gedaan met een daling van
40%. Er waren ook inspanningen van Duitsland en Frankrijk om 20%
meer te hebben dan in 1993.
La Belgique a fourni un effort avec
une diminution de 40%.
01.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer Van der Maelen,
ik maak daaruit op dat de daling van de staatsschuld het cement van
01.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): La diminution de la dette
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
deze coalitie is.
publique est donc le ciment de
cette coalition.
01.05 Minister Didier Reynders: Een van de cementen. Ik denk
bijvoorbeeld ook aan de fiscale fraude.
01.05 Didier Reynders, ministre:
Pas uniquement, il y a également
la lutte contre la fraude fiscale.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'Abbaye
d'Aulne" (n° 7124)
02 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de abdij
van Aulne" (nr. 7124)
02.01 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre et ministre
des Finances, je me suis permis de faire appeler la question, car on
m'attend en commission de la Justice pour évoquer un autre projet de
loi.

La commission Herset est propriétaire depuis 1806 du site prestigieux
et classé "patrimoine exceptionnel" de l'Abbaye d'Aulne. Depuis 1856,
une partie des bâtiments abrite un home pour personnes âgées qui
est administré et géré par cette même commission. Une convention
de 1896 liant l'Etat et la commission a été conclue afin de prendre les
mesures nécessaires pour la conservation des ruines de l'abbaye,
détruite pendant la Révolution française, et surtout pour confier la
charge de leur restauration et de leur entretien aux pouvoirs publics.

En 1999, la Région wallonne a inscrit ce site sur la liste des biens
menacés de l'Institut du Patrimoine wallon. Cette inscription résulte,
d'une part, de l'incapacité de la commission Herset d'entretenir son
bien en bon père de famille et, de l'autre, de divergences
d'interprétations concernant le partage des responsabilités financières
entre Etat fédéral et entités fédérées. La Région wallonne a entamé
des négociations avec le propriétaire en vue d'acquérir une partie ou
la totalité des biens gérés jusqu'ici par la commission. Une étude de
valorisation de l'ensemble du site a permis d'aboutir à la définition de
plusieurs axes opérationnels de développement à court, moyen et
long termes. Un programme d'action comprenant une vingtaine de
projets est prévu pour les dix années à venir.

Une note du gouvernement wallon du 29 avril 2004 énonce clairement
les engagements à prendre à l'avenir par la Région wallonne sur le
site de l'abbaye. Ce même gouvernement a chargé son ministre-
président, lequel possède le Patrimoine dans ses attributions, de
conclure avec l'Etat fédéral et la commission Herset une nouvelle
convention tripartite, conforme au programme d'action prévu.

Fin 2004, en réponse à la question orale de M. Denis Ducarme sur le
même sujet, vous aviez détaillé les trois niveaux sur lesquels le
service "Restauration" de la Régie des Bâtiments prévoyait des
interventions, à savoir les travaux urgents et ponctuels aux endroits
les plus menacés, le développement de la consolidation de
l'ensemble des ruines et l'exécution des travaux de sécurisation.

En 2004 et 2005, une série de travaux de sécurisation du site, pour un
montant estimé à 690.000 euros, était prévue et notamment la
02.01 Eric Massin (PS): De
commissie-Herset is sinds 1806
eigenaar van de abdij van Aulne,
waarvan een deel als
bejaardentehuis wordt gebruikt.
Tussen de commissie en de Staat
werd een overeenkomst gesloten
met betrekking tot de vereiste
maatregelen om de ruïnes van de
abdij in stand te houden.
In 1999 heeft het Waals Gewest
die site op de lijst van het
bedreigde erfgoed van het Instituut
voor het Waalse Patrimonium
geplaatst. Een en ander heeft te
maken met het feit dat de
commissie-Herset niet in staat is
haar eigendom te onderhouden en
met interpretatieverschillen inzake
de verdeling van de
verantwoordelijkheden tussen de
federale Staat en de deelstaten.
Eind 2004 zette u uiteen op welke
drie niveaus de dienst Restauratie
van de Regie der Gebouwen van
plan was in te grijpen.

In 2004 en 2005 waren werken
voor de beveiliging van de site
gepland. Hoewel de Belgische
Staat geen eigenaar van de site is
en de bevoegdheden ter zake bij
de Gewesten berusten, gelden de
termen en verplichtingen van de
overeenkomst van 1896 nog altijd.
Kan u meer gegevens verstrekken
over de beveiligingswerken en
andere werken die in 2004
effectief werden uitgevoerd en de
werken die in 2005 zijn gepland
ten laste van uw departement,
alsook over de voortgang van de
onderhandelingen met de overige
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
consolidation du choeur de l'église abbatiale.

Bien que l'Etat belge ne soit pas propriétaire du site et que les
compétences en matière de protection du patrimoine et en matière de
tourisme appartiennent aux Régions, les termes et obligations de la
convention de 1896 subsistent encore et toujours.

Pouvez-vous, dès lors, monsieur le ministre, me renseigner sur:
- les travaux de sécurisation et autres effectivement réalisés en 2004
et programmés en 2005 à charge de votre département, c'est-à-dire
la Régie des Bâtiments;
- l'état d'avancement des négociations avec les autres parties
concernées en ce qui concerne l'établissement de cette nouvelle
convention qui doit intervenir;
- les bases au départ desquelles la Régie des Bâtiments envisagerait
de collaborer ainsi que ses limites.
betrokken partijen en de
grondslagen op basis waarvan de
Regie der Gebouwen een
samenwerking zou overwegen?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Massin, pour ce qui concerne les travaux de sécurisation sur le site, je
possède les chiffres et les réalisations qui interviendront le mois
prochain.

La pose des filets de protection sera réalisée au mois de juin de cette
année pour la somme totale de 31.785,38 euros, TVA comprise. Le
passage de sécurité sera également construit au mois de juin pour la
somme de 31.849 euros, TVA comprise. Toutes les modalités
pratiques ont déjà été engagées avec les deux entreprises amenées
à réaliser les travaux. Il s'agit, à présent, d'une réalisation pure et
simple des travaux.

Pour le reste, la Régie n'a, à ce jour, pas encore entamé de
négociations quant à la poursuite éventuelle de travaux de
restauration sur le site de l'abbaye, notamment en raison de
l'ambiguïté, de l'éventuelle caducité de la convention de 1896 liant la
commission Herset et l'Etat belge. Le service juridique de la Régie
des Bâtiments examine dans quelle mesure les missions à charge de
l'Etat établies par la Convention de 1896 correspondent encore aux
missions confiées à la Régie des Bâtiments par la loi de 1971 portant
création d'une Régie des Bâtiments. De même, il s'impose d'éclaircir
dans quelle mesure l'Etat fédéral reste encore compétent en la
matière. Il s'agit également d'une question de transfert de
compétences vers les Régions.

Dès lors, la Régie des Bâtiments pourrait envisager un partenariat
avec tous les intéressés, mais dont les bases sont encore à définir en
fonction de l'analyse de cette convention. J'avais donné instruction à
la Régie pour que les travaux de sécurisation prévus au mois de juin
soient au moins réalisés. Il sera d'ailleurs utile, monsieur Massin,
qu'une rencontre directe ait lieu entre les représentants de la Régie
des Bâtiments, de la Régie wallonne et de la commission Herset.
02.02 Minister Didier Reynders:
Wat de beveiliging van de site
betreft, beschik ik over de nodige
cijfers en weet ik welke
maatregelen volgende maand
zullen worden genomen. Voor het
overige heeft het Gewest nog
geen onderhandelingen opgestart.
De juridische dienst van de Regie
der Gebouwen onderzoekt in
hoeverre de taken ten laste van de
Staat, zoals ze in het Verdrag van
1896 werden vastgelegd, nog met
de taken van de Regie der
Gebouwen overeenstemmen. Het
gaat hier ook om de overdracht
van bevoegdheden naar de
Gewesten. Een rechtstreekse
ontmoeting tussen de
vertegenwoordigers van de Regie
der Gebouwen, het Waals Gewest
en de commissie-Herset ware
nuttig.
02.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, merci pour cette
réponse. Quand on connaît le site, le passage de sécurité et le filet de
protection sont, à mon sens, des éléments totalement indispensables.
Je suis très heureux d'apprendre que ces travaux seront effectués en
juin 2005.

Pour le reste, vous n'en êtes certainement pas responsable, mais il
02.03 Eric Massin (PS): Ik
betreur dat men tot vandaag
gewacht heeft om na te gaan wie
voor dit dossier bevoegd is. Het is
immers hoog tijd dat de
consolidatiewerken worden
uitgevoerd en dat de bezoekers
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
est dommage de s'interroger seulement maintenant quant à savoir si
cela relève des compétences de l'Etat fédéral - Régie des Bâtiments -
ou des compétences de la Région wallonne ou d'autres, alors que des
travaux très urgents doivent être réalisés sur le site, non seulement
dans le cadre de la protection du patrimoine, mais aussi en vue de la
protection des visiteurs du site.

J'ai pris bonne note du fait que la Régie pourrait établir un partenariat,
mais qu'il convient d'abord de connaître les conséquences juridiques
de la convention de 1896 et d'un transfert de compétences ou pas. Le
plus simple serait peut-être que les parties, une fois obtenu l'avis
juridique de la Régie des Bâtiments, se mettent rapidement autour de
la table afin de préciser la situation. J'insiste pour que cela se fasse le
plus rapidement possible.
van de site worden beschermd.

Als de Regie der Gebouwen haar
advies heeft ingediend, moeten
alle betrokken partijen zonder
dralen overleg plegen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
verlaging van de accijnzen op biobrandstoffen" (nrs. 6887+6708)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réduction des
accises sur les biocarburants" (n
os
6887+6708)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 15 maart heb ik u reeds gepolst over de mogelijke
verlaging van de accijnzen op biobrandstoffen. U hebt toen verwezen
naar de begrotingscontrole en de mogelijkheid om naar aanleiding
hiervan een en ander voor te stellen.

Volgens mijn informatie blijkt dat u een voorontwerp van wet hebt
voorgelegd aan de Ministerraad. In maart hebt u me laten weten dat u
de kostprijs van de voorstellen op 80 miljoen euro raamde maar dat u
in een compenserende verhoging van de accijnzen zou voorzien. U
hebt eveneens gesproken over onderhandelingen met de Gewesten
om afspraken te maken met betrekking tot de productie van
biobrandstoffen.

Mijnheer de minister, graag verneem ik of u een ontwerp hebt
voorbereid? Wordt een onderscheid gemaakt op basis van de
verschillende soorten biobrandstoffen?

Op welke manier zult u de budgettaire neutraliteit realiseren? Hoe zult
u zorgen voor de compensatie van de 80 miljoen euro?

Hebt u intussen overleg gepleegd met de Gewesten inzake de wijze
waarop de interne productie zal worden ingevuld?
03.01 Carl Devlies (CD&V):
Lorsque j'ai interrogé le ministre le
15 mars 2005 sur la réduction
éventuelle des accises sur les
biocarburants, il s'est référé au
contrôle budgétaire. Il estimait le
coût de ses propositions à 80
millions d'euros, mais une
augmentation compensatoire des
accises allait être prévue. Dans
l'intervalle, le ministre aurait
présenté un avant-projet de loi au
Conseil des ministres.

Ce projet existe-t-il? Etablit-il une
distinction en fonction des
différents types de biocarburants?
Comment la neutralité budgétaire
sera-t-elle réalisée? Une
concertation a-t-elle eu lieu avec
les Régions en ce qui concerne la
production interne?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, het voorontwerp van wet voorziet in een accijnstarief voor de
volgende producten.

Ten eerste, ongelode benzine van minder dan 98 octaan en ongelode
benzine van 98 octaan en meer met een laag zwavelgehalte en
aromatische verbindingen, aangevuld met 7% vol bio-ethanol van de
GN-code 220710 00 met een alcoholvolumegehalte van 99% vol
zuiver of onder de vorm van ETBE van de GN-code 2909 19 00 en die
niet van synthetische oorsprong is. Dat is een eerste duidelijk
afgelijnde categorie voor de twee benzines.
03.02 Didier Reynders, ministre:
L'avant-projet prévoit un taux
d'accise pour l'essence sans
plomb de 7% pour le bioéthanol
qui répond à certaines normes,
pour le diesel d'une teneur en
soufre de maximum 50
milligrammes par kilogramme qui
répond à certaines normes et pour
l'huile de colza de code GN 1514
utilisée comme carburant.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9

Ten tweede, gasolie met een zwavelgehalte van niet meer dan 50
mg/kg aangevuld met 2,45% vol FAME van de GN-code 3824 90 99
die voldoet aan de norm NBN EN 14214.

Ten derde, koolzaadolie van de GN-code 1514 gebruikt als
motorbrandstof.

Kortom, drie categorieën van producten: benzine, gasolie en
koolzaadolie.

De budgettaire neutraliteit zal inderdaad gerealiseerd worden door
een compenserende verhoging van de accijnzen op
motorbrandstoffen van fossiele oorsprong, rekening houdend met het
principe van niet-overcompensatie, zoals vastgelegd werd in artikel
16, cijfers 2 en 3 van de richtlijn van 2003/96/EG van de Raad van 27
oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor
de belasting van de energieproducten en de elektriciteit.

Een lichte verlaging van de accijnstarieven voor biobrandstoffen zal
toegekend worden, rekening houdend met het verschil in
energetische waarde tussen biobrandstoffen en fossiele brandstoffen.
Een verhoging van de accijnzen op de huidige producten ligt in de
mogelijkheden, maar de bedoeling is dat zij uit de markt gaan, zoals
wij enkele jaren geleden ook een operatie hebben gedaan ten
voordele van de zwavelarme producten.

Het ontwerp van wet voorziet ook dat de Koning de
toepassingsvoorwaarden bepaalt inzake de accijnstarieven voor de
biobrandstoffen. Over die toepassingsvoorwaarden zal overlegd
worden met de Gewesten. Dat overleg is gestart. Wij hebben al een
aantal vergaderingen gehad met de Gewesten. Een van de volgende
dagen zal ik dat ontwerp aan de Kamer voorleggen.

L'équilibre budgétaire sera réalisé
par le biais d'une augmentation
compensatoire du taux d'accise
sur les carburants d'origine fossile,
dans le respect du principe de
non-surcompensation fixé par la
directive 2003/96CE du Conseil du
27 octobre 2003. Les taux d'accise
sur les biocarburants seront
légèrement réduits compte tenu de
la différence de valeur énergétique
entre les carburants fossiles et les
biocarburants.

L'avant-projet prévoit que le Roi
définira les conditions d'application
des tarifs d'accises sur les
biocarburants. Une concertation
avec les Régions est en cours. Je
soumettrai le projet au Parlement
dans les prochains jours.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, die verhoging van
accijnzen is dan voor de gewone accijnzen? Niet voor de bijzondere
accijnzen waarop het cliquetsysteem van toepassing is?
03.03 Carl Devlies (CD&V):
Comptez-vous n'augmenter que
les accises ordinaires?
03.04 Minister Didier Reynders: Ja, maar wij gaan naar een
verhoging van de accijnzen voor zowel motorbrandstoffen van fossiele
oorsprong, zoals ik gezegd heb, als naar een totale verandering van
het product op de markt. Het zal een verhoging van de accijnzen zijn
zonder dat die toegepast wordt op de markt. Wij evolueren naar een
vervanging van het eindproduct door een ander, zoals wij dat enkele
jaren geleden gedaan hebben voor de zwavelarme producten. Toen
was er ook een verhoging van de accijnzen op de oorspronkelijke
producten en een verlaging voor de zwavelarme producten. Er was
een totale verandering van de producten op de markt.
03.04 Didier Reynders, ministre:
Nous allons augmenter les accises
sur les biocarburants d'origine
fossile mais nous cherchons
également à bouleverser l'offre de
produits disponibles sur le marché.
Un produit final en remplacera un
autre, comme cela fut le cas, il y a
quelques années, avec les
produits à faible teneur en soufre.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Het staat dus wel los van de
cliquetregeling?
03.05 Carl Devlies (CD&V): Ces
modifications sont donc
indépendantes du mécanisme du
cliquet?
03.06 Minister Didier Reynders: Ja. Dat is een ander verhaal.
03.06 Didier Reynders, ministre:
Oui.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Dat is een ander verhaal, juist.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
erkenning van dierenrechtenorganisaties voor fiscaal aftrekbare giften" (nr. 7156)
04 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'agrément des
organisations de défense des droits des animaux pour les libéralités fiscalement déductibles"
(n° 7156)
04.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is uiteraard
een interessante vraag. Ze heeft betrekking op de aftrekbaarheid van
giften aan dierenrechtenorganisaties. Meer bepaald kunnen VZW's
waarvan het doel bestaat in het beheren van dierenasielen
overeenkomstig artikel 104, 3° van het Wetboek van
Inkomstenbelastingen erkend worden om fiscale attesten uit te
schrijven voor giften.

Tot op heden moeten deze VZW's hun werkzaamheden rechtstreeks
en uitsluitend richten op het beheer van dierenasielen. Dit heeft tot
gevolg dat andere organisaties die zich met veel kennis van zaken en
met veel enthousiasme inzetten om de rechten van dieren te vrijwaren
maar dat niet koppelen aan de uitbating van een asiel vooralsnog niet
in aanmerking komen om fiscale attesten uit te schrijven.

Acht de minister het niet opportuun om de beperkte erkenning van
VZW's die uitsluitend dierenasielen beheren, uit te breiden naar
organisaties die, naast de exploitatie van een dierenasiel, het
dierenwelzijn in het algemeen tot doel hebben?
04.01 Carl Devlies (CD&V): Aux
termes de l'article 104, 3°, k, du
CIR 1992, les ASBL qui gèrent les
refuges pour animaux peuvent
être agréées pour délivrer des
attestations fiscales pour des
dons. Les organisations qui
oeuvrent pour la préservation des
droits des animaux, mais qui ne
lient pas cette activité à
l'exploitation d'un asile, ne sont
pas encore en droit de le faire.

Que pense le ministre de
l'opportunité d'étendre l'agrément
aux ASBL dont l'activité ne se
limite pas uniquement à
l'exploitation d'un asile, mais qui
souhaitent également promouvoir
le bien-être des animaux en
général?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, gezien de uitdrukkelijke termen van artikel 59 quinquies, §1
van het koninklijk besluit in uitvoering van het Wetboek van
inkomstenbelastingen 1992, is het inderdaad zo dat een VZW die een
erkend dierenasiel beheert, haar werkzaamheden rechtstreeks en
uitsluitend op dat soort activiteiten moet richten om een erkenning als
instelling, bedoeld in artikel 104 tertio K van dat Wetboek, te kunnen
bekomen.

Dit gezegd zijnde, kan ik de heer Devlies meedelen dat de
exclusiviteitsvoorwaarden inzake werkzaamheden een van de
onderwerpen was die door de contactgroep Giften werden
onderzocht. De contactgroep Giften is een werkgroep die op mijn
vraag werd opgericht om verschillende problemen met betrekking tot
de procedure van erkenning in het kader van de fiscale aftrek van
giften te onderzoeken, onder andere met het doel een actualisering
van de regels en voorwaarden voor de erkenningen door te voeren.

De resultaten van de werkzaamheden van de contactgroep werden
opgenomen in zijn rapport van 21 oktober 2002. Dit rapport werd
gepubliceerd op de website van de administratie van de
Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit. Het kan worden geraadpleegd
via de internetsite van de fiscale federale administratie: fiscus.fgov.be.

Ik heb mij akkoord verklaard met het merendeel van de voorstellen
van de contactgroep, onder andere met zijn voorstel om de
04.02 Didier Reynders, ministre:
Le CIR 1992 stipule en effet
expressément que seule une
ASBL qui gère directement et
exclusivement un refuge agréé
pour animaux peut prétendre à
l'agrément visé. La condition
d'exclusivité a été analysée par le
groupe de contact Libéralités qui a
publié le 21 octobre 2002 un
rapport sur le site web de
l'administration de la fiscalité des
Entreprises et des Revenus. Je
soutiens la plupart des
propositions du groupe de contact,
et également celle visant à
assouplir la condition d'exclusivité.

Le groupe de contact propose de
permettre à une organisation
d'exercer des activités dans
plusieurs des domaines qui
entrent aujourd'hui séparément en
ligne de compte pour l'obtention
d'un agrément. Les activités non
agréées devraient être de nature
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
exclusiviteitsvoorwaarden te versoepelen die ook voor de andere
categorieën van erkenbare instellingen gelden. De contactgroep heeft
voorgesteld om een organisatie toe te laten activiteiten te verrichten in
verschillende van de werkingsdomeinen die nu afzonderlijk in
aanmerking komen voor een erkenning. Daarbij zouden ook niet-
erkenbare activiteiten mogen verricht worden, maar enkel in
bijkomende orde, voor zover ze in het verlengde van de erkenbare
activiteiten liggen. In principe, voor zover de verdediging van de
rechten van de dieren beschouwd kan worden als een nevenactiviteit
in het verlengde van haar hoofdactiviteit van het beheer van een
erkend dierenasiel, zou dus een VZW die aan dit profiel beantwoordt,
in de toekomst voor een erkenning in aanmerking kunnen komen.

Wat de verenigingen betreft die zich uitsluitend met de verdediging
van dierenrechten bezighouden, bestaat er geen specifieke bepaling
voor de erkenning. Er is dus tot nu toe geen mogelijkheid om een
aftrek toe te staan voor zulke instellingen of VZW's.
accessoire pour autant qu'elles se
situent dans le prolongement des
activités agréées. Dans la mesure
où la défense des droits des
animaux peut être considérée
comme une activité accessoire
dans le cadre de la gestion d'un
refuge agréé, une ASBL exerçant
ces activités pourrait désormais
prétendre à un agrément. Pour les
associations qui s'occupent
exclusivement de la défense des
droits des animaux, aucune
disposition spécifique ne permet la
déductibilité fiscale de libéralités.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Ik stel vast dat er een versoepeling is
van de regeling. Het is niet helemaal hetgeen gevraagd wordt, maar
het is toch een versoepeling van de regeling. Ik denk dat de dieren u,
althans gedeeltelijk, daarvoor dankbaar zullen zijn.
04.03 Carl Devlies (CD&V):
L'assouplissement de la
réglementation est une bonne
nouvelle pour les animaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts tot de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het toenemend aantal problemen bij de FOD Financiën" (nr. 602)
05 Interpellation de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
nombre croissant de problèmes au SPF Finances" (n° 602)
05.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
wanneer we de werking van de FOD Financiën, een niet onbelangrijk
departement - u bent de kapitein van dat schip - van het voorbije half
jaar tot een jaar bekijken,...
05.02 Minister Didier Reynders: De kapitein moet ook steeds als
laatste aan boord blijven.
05.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Dat kan wel zijn. Maar als
het schip aan het zinken is, moet u kunnen aanvaarden dat het water
op een gegeven ogenblik tot aan de lippen staat.

Hoe dan ook, het is geen onbelangrijk departement, niet alleen omdat
er ongeveer 30.000 mensen tewerkgesteld zijn, maar ook omdat het
zorgt voor de inkomsten van de Staat betreft, teneinde de uitgaven te
kunnen dekken. We stellen vast dat er zich de voorbije zes maanden
tot een jaar feiten hebben voorgedaan, die men mijns inziens moeilijk
kan toeschrijven aan een goedwerkend departement. Bijgevolg voel ik
mij toch eens genoodzaakt om u daarover aan de tand te voelen.

Ik geef u enkele feiten die de revue zijn gepasseerd. Er is het verhaal
van de doktersbriefjes. Iedereen vroeg zich bij de aanvang af wat de
FOD Financiën met doktersbriefjes te maken had. Het departement
slaagt er blijkbaar niet in om tijdig een voorraad aan doktersbriefjes te
voorzien, zodanig dat de dokters op een legale manier hun
geneesmiddelen kunnen voorschrijven. Het betekent niet dat dokters
erop uit zijn om zoveel mogelijk voor te schrijven, maar patiënten
05.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Le SPF Finances occupe
environ 30 000 agents et perçoit
les recettes de l'Etat. Ces derniers
mois, plusieurs manquements ont
illustré le mauvais fonctionnement
de ce département important.
Ainsi, les attestations de soins
n'ont pas été imprimées dans les
délais prévus, alors que la
population en a besoin pour se
faire rembourser par la mutuelle.
Les formulaires relatifs au
versement anticipé de la TVA ont
également été envoyés
tardivement, empêchant ainsi les
assujettis à la TVA d'effectuer des
versements anticipés et de
bénéficier d'une bonification
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
kunnen enkel enige terugbetaling via het ziekenfonds genieten via het
doktersbriefje. Vervolgens is er het probleem met de drukpersen in de
drukkerij. Wat veeleer een banaal probleem was, denk ik, zal
binnenkort opgelost zijn.

Een ander element was de laattijdige verzending van de BTW-
voorafbetalingformulieren. Ook daar was het een kwestie van timing.
Dat was niet helemaal zoals het hoorde, nogal tot groot ongenoegen
van BTW-plichtigen, die natuurlijk ten eerste niet tijdig hun formulieren
konden invullen, geen voorafbetaling konden doen en dan ook
bijgevolg een soort fiscale bonus misliepen.

Dan hebben we de introductie gehad van het nieuwe aanslagbiljet en
daaraan gekoppeld de hele heisa die vanaf vandaag opnieuw woedt
rond de elektronische aangifte, Tax-on-web. Met het nieuwe
aanslagbiljet van het departement Financiën, dat in de volksmond het
lottoformulier wordt genoemd, waren er ook vanaf de aanvang
problemen met het drukken, deze keer niet omdat de drukpersen het
lieten afweten, maar omdat er een juridisch dispuut was met het
bedrijf dat al veertig jaar lang die formulieren verzorgde en dat door
de heruitschrijving naast de prijzen greep en daarvoor een procedure
had opgestart. Hoewel het bijna in de sterren stond geschreven dat
het allemaal niet zo vlot zou verlopen, was men bij de FOD Financiën
toch van mening dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen, dat het
allemaal tijdig in orde zou komen. Wat stellen we vast? We hebben u
een paar weken geleden al moeten ondervragen, gelet op de alsmaar
vorderende tijd. U had de belofte gedaan dat vóór eind mei iedereen
zijn aangifteformulier in de brievenbus zou hebben gekregen, zodanig
dat er nog een maand tijd over zou blijven om die aangifte in te
dienen. U hield tot dan voet bij stuk door te zeggen dat u van de
datum van 30 juni niet zou afwijken. Het moest praktisch mogelijk zijn,
niettegenstaande er een aantal nieuwe regelingen in die nieuwe
aangifte zit.

Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de decumulregeling. Dat zorgt toch
voor een aantal wijzigingen voor het berekenen van een aantal
aftrekposten. Het moet mogelijk zijn om dat te doen. Men was in die
decumul wel vergeten op te geven volgens welk stelsel men gehuwd
was. Volgens uw administratie was dat blijkbaar allemaal niet nodig.
Mijnheer de minister, men vertrouwde daar, zei u zelf, op de
eerlijkheid van de burger om daarvan geen misbruik te maken. Men
moest het stelsel dus niet opgeven.

Deze ochtend kregen wij te horen van de mensen die reeds naarstig
hun documenten bijeen hebben gezocht, hun loonbriefje, de attesten
van de verzekeringsmaatschappijen en desgevallend van de banken,
en die natuurlijk allemaal probeerden via Tax-on-web hun aangifte
elektronisch te doen dat het dus niet lukt.

Het lukt wel voor de ingave van de cijfers, maar men kan geen
berekeningen laten uitvoeren. Men kan zich dan ook afvragen wat het
nut is van een elektronische aangifte als men niet onmiddellijk kan
zien wat het resultaat is, of men moet betalen of moet ontvangen. Dat
zou juist de slagkracht moeten zijn van Tax-on-web. Dat lukt dus
echter niet.

Het programma om te berekenen hoeveel men terugkrijgt of hoeveel
men moet bijbetalen is niet operationeel. Bovendien weet het
fiscale.

De plus, la nouvelle déclaration
fiscale pose des problèmes
concernant, entre autres, la
déclaration d'un emprunt
hypothécaire par une personne
isolée. Il semble en outre que le
programme de calcul de la
déclaration électronique ne
fonctionne pas mais que les
Finances ignorent totalement où
se situe l'erreur. Enfin, un litige
oppose l'administration à
l'imprimeur qui imprime les
déclarations fiscales depuis
quarante ans déjà et qui n'a plus
été retenu.

Le ministre a promis que chacun
recevrait sa déclaration fiscale fin
mai et qu'il ne dérogerait pas à
l'échéance ultime de dépôt fixée
au 30 juin, mais cette date est de
plus en plus incertaine. Qu'en est-
il d'une éventuelle prolongation du
délai pour la remise des
déclarations? Qu'est-il arrivé aux
20.705 avertissements-extraits de
rôle qui n'ont jamais été imprimés
ou envoyés, mais dont les
montants ont bel et bien été
enrôlés?

Les 23.500 nouveaux ordinateurs
n'ont pas eu l'heur de convaincre
le sommet de l'administration. Le
parc informatique ne suffit plus et
doit être rénové. Le président du
comité de direction demande un
doublement du personnel IT. En
ce qui concerne le remplacement
ou le recrutement de membres du
personnel, les Finances battent du
reste tous les records de lenteur.

Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre pour faire face
à ces difficultés?
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
departement van Financiën zelfs niet waar het probleem zich ergens
situeert. Ik vermoed dat men de laatste regelingen rond het
aanslagbiljet elektronisch heeft doorgevoerd en dat men de
programmatuur heeft aangepast. Men heeft het blijkbaar echter
onvoldoende uitgetest. Daardoor rijst nu een probleem.

Het probleem zal nog niet onmiddellijk opgelost worden, want in een
Belga-bericht van deze ochtend staat vermeld dat het zeker nog twee
weken kan duren vooraleer het euvel opgelost is. Dat het bericht komt
uit uw departement. Mijnheer de minister, twee weken wil zeggen dat
het dan reeds midden juni is. Ik weet niet of het stilaan tot u
doordringt, maar ik denk dat de haalbaarheidsdatum van eind juni
toch stilaan serieus onder druk komt te staan.

Ik kom aan mijn tweede element. Het gaat over die mensen die
volgens de nieuwe afschrijfregels hun hypotheek inbrengen. Men is
daar blijkbaar zeer wiskundig te werk gegaan. Mensen die
alleenstaande zijn en die geleend hebben of een huis gekocht hebben
moeten natuurlijk in de ene kolom 100% invullen en in de andere
kolom 0%. Dat lukt dus niet. De randvoorwaarden van de software of
van de programmatuur zijn van die aard dat het niet wordt aanvaard.
Men zit dus in een eindeloze cyclus, het programma kan het dan ook
niet berekenen, tenzij men bijvoorbeeld in de ene kolom 99% ingeeft
en in de andere kolom 1%. Dat is wel een verhouding van 99 tot 1.
Volgens mij pleegt men dan echter fraude in de zin van het indienen
van een foutieve belastingaangifte. Ik meen te weten dat dit tot op
heden nog steeds strafbaar is.

Mijnheer de minister, over goede dienstverlening gesproken, uw Tax-
on-websoftware laat het dus afweten vanaf het moment dat het
operationeel is voor de nieuwe belastingaangifte. Daaraan gekoppeld
heb ik de vraag hoe het zit met het uitstel.

Een vierde element ­ wij hebben er vanmorgen nog over gesproken,
Carl Devlies heeft er een vraag over gesteld ­ zijn de verdwenen
belastingafrekeningen. Wij dachten dat het over 70.000 afrekeningen
ging, maar wij werden vanmorgen geconfronteerd met de realiteit. U
hebt gezegd dat het over 123.705 afrekeningen gaat. Anno 2005 lijkt
het nagenoeg onmogelijk dat dergelijke formulieren ergens in printers
verloren gaan. Ik dacht dat printers als bedoeling hebben papier te
spuiten, al dan niet met karakters op, maar in dit geval zijn er dus
123.705 afrekeningen niet uit de printers gekomen en blijkbaar
verloren gegaan. Het is natuurlijk wel merkwaardig dat de
administratie de belastingen al heeft ingekohierd.

Bovendien is het niet de administratie zelf die tot de ontdekking is
gekomen dat er iets fout liep met 123.705 afrekeningen. Het heeft te
maken met de eerlijkheid van de burger, waarop u zo rekent, mijnheer
de minister, wat de decumulaangifte betreft. Een aantal mensen
kreeg argwaan en belde naar hun departement om te melden dat zij
de indruk hadden dat zij een aanslagbiljet misten. Sindsdien is de bal
blijkbaar aan het rollen gegaan, waardoor men erachter is gekomen
dat er 123.705 afrekeningen zoek zijn geraakt of niet werden
uitgeprint en dus ook niet verstuurd. U kunt toch moeilijk zeggen dat
in dit geval de dienstverlening aan de belastingplichtige op een
optimale manier is verlopen.

Als ik de artikels in de pers, gespecialiseerde tijdschriften en
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
vakbladen lees, dan is de top van uw administratie niet echt overtuigd
van de hele operatie van de 23.500 pc's, in die zin dat er
waarschijnlijk nog zware computerinfrastructuur achter zit. Zij geven
toe dat het informaticapark nog niet helemaal is wat ervan verwacht
wordt. Misschien zijn de Tax-on-web-problemen daaraan gekoppeld,
maar zij dringen in ieder geval erop aan het informaticapark dringend
te vernieuwen. Ik meen dat zelfs de voorzitter van het directiecomité,
de heer Laes, een grote pleitbezorger is van het voorstel om het
informaticapersoneel, of het IT-personeel, zoals men het noemt, dat
er nu is gewoonweg te verdubbelen. Op zich is dat een merkwaardige
vaststelling, nadat wij hier jarenlang om de oren werden geslagen met
mededelingen als: wij hebben een inhaaloperatie gedaan en wij
hebben nog nooit zoveel geïnvesteerd in informatica. U hebt
vanmorgen nog de getallen gegeven: 126 miljoen euro voor dit jaar en
108 miljoen euro voor volgend jaar of vice versa. Blijkbaar is dit dus
nog niet voldoende, want men vraagt bijkomende investeringen om
het informaticapark te vernieuwen.

Wat het personeelsbeleid betreft, is het evenmin rozengeur en
maneschijn, maar veeleer kommer en kwel. Het gaat over de
aanwervingen en bevorderingen.

Uit gegevens die terzake op het departement van Financiën
beschikbaar zijn, stel ik vast dat uw departement zowat alle
traagheidrecords aan het breken is. Uit cijfers blijkt dat in 2004
ongeveer achthonderd twintig personeelsleden zijn afgevloeid, terwijl
er hooguit tweehonderd aanwervingen waren. Cijfers over de voorbije
drie jaar ­ een iets groter venster ­ tonen aan dat vijftienhonderd
personeelsleden vertrokken zijn op een effectief van dertigduizend of
zowat 5%. Zij werden niet vervangen, door tijdelijke noch door
contractuele personen.

Hetzelfde probleem duikt op bij de promoties en bevorderingen. Wat
eerstaanwezend inspecteur-dienstchef en eerstaanwezende
inspecteurs betreft, werd de voorbije twee jaar niemand
gepromoveerd.

Bijgevolg stel ik vast, mijnheer de minister, dat uw vlaggenschip in
werkelijkheid een zowat stuurloos schip wordt. Daarom moet ik de
kapitein hierover ondervragen, mijnheer de voorzitter. Slechts een
vraag. Welke maatregelen en bijsturingen zult u op korte termijn
nemen om het tij op uw departement te doen keren en de malaise
binnen de FOD Financiën een positieve wending te geven zodat het
schip opnieuw volle vaart vooruit kan.

De voorzitter: Mijnheer Goyvaerts, een vlaggenschip wordt bestuurd door een admiraal en niet door een
kapitein.
05.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, eerst en vooral ben ik fier de kapitein te zijn van het
departement Financiën!

We hebben zeer goede resultaten geboekt op het vlak van de fiscale
ontvangsten in april 2005. We hebben een zeer goed beheer van de
schuld en een verlaging van de schuldratio tot en met 95%, zoals
gezegd. We hebben nu veel nieuwe gebouwen voor het personeel en
voor de centrale diensten, zoals de North Galaxy dat plaats biedt aan
3.800, in plaats van de Financietoren. We hebben een aantal
05.04 Didier Reynders, ministre:
Je suis fier du département des
Finances qui engrange
d'excellentes recettes fiscales,
assure une bonne gestion de la
dette et a réussi à faire diminuer
notre ratio de la dette. En ce qui
concerne le personnel, nous
disposons à présent de deux
bâtiments flambant neufs pour
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
investeringen gedaan op het vlak van de informatica, waarmee ik
bijzonder tevreden ben.

Er zijn weliswaar een aantal problemen. U liet er een lijst van
opstellen. Eerst en vooral de doktersbriefjes. Om het hoofd te bieden
aan de huidige problemen werd het gebruik toegelaten van
getuigschriften voor verstrekte hulp van een collega en werd een
dienst opgericht voor het aannemen en beheren van de dringende
bestellingen. Zoals ik reeds heb vermeld in antwoord op de
mondelinge vraag nummer 374 van 22 april 2005 van senator Wouter
Beke, vereist het oplossen van de geschetste problemen meer
fundamentele maatregelen. Ik heb contact genomen met mijn collega
van Sociale Zaken. Het is meer een taak voor het RIZIV dan voor
Financiën. Wij gaan in die richting.

Wat betreft de laattijdige zending van VA-formulieren, kan ik slechts
herhalen wat ik antwoordde op de mondelinge vragen nr. 6486 van 15
april 2005 en nr. 6606 van 22 april 2005, van de heer Devlies, te
weten dat er niet meer problemen rijzen. Er zijn veel vragen over
dezelfde punten. Het is een normale techniek. Thans moet de nieuwe
fiscale hervorming, dus met de splitsing van de betaling tussen de
echtgenoten voor het aanslagjaar 2005, voor de eerste keer worden
toegepast. De volgende jaren zetten we die weg voort.

Op de vraag inzake de ontbrekende aanslagbiljetten, mijnheer de
voorzitter, heb ik vanmorgen geantwoord en ik gaf het totaal aantal
gevallen, samen met een oplossing om naar een correcte
behandeling te gaan. Mijn administratie wenst daaraan toe te voegen
dat de belastingplichtigen die recht hadden op een terugbetaling, deze
op de oorspronkelijk bepaalde dag hebben gekregen of zullen krijgen.
Wij hebben dus geen intrest te betalen voor laattijdige terugbetaling.

Dan is er het chronisch tekort aan IT-personeel. Wij hebben nood aan
nieuw IT-personeel, dat is waar, maar dankzij een verhoging van ons
investeringsprogramma. Dat is dus normaal. Ik heb dat vanmorgen
gezegd: wij hadden een begroting van 45 miljoen euro in 1998 voor
het hele informaticaprogramma en nu hebben we meer dan 100
miljoen.

We moeten ook meer personeel hebben. In het personeelsplan van
2004 werd in dat kader in een aanwerving voorzien van tien
informatici en twintig programmeurs. Na consultatie van de
verschillende beschikbare reserves van Selor resulteerde dit in de
aanwerving van negen programmeurs. Wij moeten dus nog meer met
Selor samenwerken. Uit de beschikbare reserve konden echter geen
informatici gerekruteerd worden die voldeden aan de profielen voor
het beheer van de informaticasystemen zoals die uitgebouwd worden
bij de FOD Financiën.

In functie van de verdere uitbouw van de ICT-omgeving werd in het
personeelsplan-2005 een voorstel gedaan om naast nieuwe
aanwervingen voor het jaar 2005, ook de geplande aanwervingen,
zoals goedgekeurd in het personeelsplan-2004, verder uit te voeren.
Het directiecomité keurde op 20 april 2005 de aanwerving goed voor
in totaal honderd twintig personeelsleden voor de stafdienst ICT van
de FOD Financiën. Het betreft de goedkeuring voor de concretisering
van de voorstellen zoals die gedaan werden bij de opmaak van het
personeelsplan-2005. In dat kader werden intussen de nodige
l'héberger et nous avons investi
massivement dans l'informatique.

Je ne nie pas qu'un certain
nombre de problèmes se posent.
En matière de certificats
médicaux, nous avons autorisé
l'utilisation des certificats d'un
collègue et créé un service chargé
de prendre et de gérer les
commandes urgentes, comme je
l'ai déjà dit en réponse à la
question orale du sénateur Beke le
22 avril 2005. A ce sujet, je me
suis mis en rapport avec le
ministre des Affaires sociales.

Pour ce qui regarde l'envoi tardif
des formulaires VA, je vous invite
à consulter ma réponse
précédente aux questions orales
n° 6486 de Mme Govaerts et
n° 6606 de M. Devlies. C'est la
première fois qu'on prend en
considération le décumul intégral
et il ne faut pas chercher ailleurs
l'origine du problème technique qui
s'est posé. Toutefois, les
contribuables qui avaient droit à un
remboursement l'ont reçu le jour
prévu initialement et des intérêts
ne leur sont donc pas dus pour
remboursement tardif.

L'accroissement des
investissements informatiques fait
que nous avons besoin de plus en
plus de personnel compétent dans
le domaine des TIC. Dans le plan
de personnel 2004, le recrutement
de dix informaticiens et de vingt
programmeurs a été prévu. Par le
biais du Selor, neuf programmeurs
ont été embauchés. Dans le plan
de personnel 2005 ont été inclus,
outre de nouveaux recrutements,
les recrutements restants de 2004.
Le 20 avril 2005, le comité de
direction a donc approuvé
l'embauche de 120 membres du
personnel pour le service
d'encadrement TIC. Les
descriptions de profil nécessaires
ont été transmises au Selor qui a
annoncé le recrutement de
programmeurs et d'informaticiens.

M. Goyvaerts parle de la nécessité
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
profielbeschrijvingen bezorgd aan Selor, wat geresulteerd heeft in een
aankondiging voor de aanwerving van zowel programmeurs als
informatici. We moeten aanwerven met Selor. Ik hoop dat het
mogelijk zal zijn om dat in 2005 te doen. Zoniet, dan moeten we
misschien op een andere procedure overstappen.

U hebt gesproken over de absolute noodzaak van een nieuw
informaticapark. Het departement heeft verkozen om zijn
desktopcomputers gedurende vijf jaar te behouden. Op de ongeveer
24.000 computers die momenteel in gebruik zijn door het personeel
van de FOD Financiën, werden er 6.650 in gebruik gesteld in de loop
van 2001, 6.000 in de loop van 2002, 3.350 in de loop van 2003 en
8.300 in de loop van 2004. dat lijkt mij een zeer correcte inspanning
voor het personeel op het vlak van de informatica. Elk jaar werd een
overheidsopdracht uitgeschreven, deels om te voorzien in de
vervanging van het materieel dat buiten garantie is gevallen en deels
om het hoofd te bieden aan de prioriteiten door het departement
vastgelegd.

Wij zetten de modernisering van ons departement voort, zowel wat
betreft de gebouwen, het personeel als de informatica. Dat is een
lange weg. Het is een groot schip, dat is waar, maar het is zeer
plezant om kapitein te zijn van zo'n schip.

In de loop van volgend jaar kan ik het misschien tot graad van
admiraal brengen. Ik heb nog tijd.
absolue d'un nouveau parc
informatique. Le département
remplace un ordinateur après cinq
ans d'utilisation. Actuellement,
24.000 ordinateurs acquis entre
2001 et 2004 sont en service.

Un marché public est adjugé
chaque année pour remplacer le
matériel qui n'est plus sous
garantie et pour réaliser les
priorités qui ont été fixées.

Nous poursuivons nos efforts en
ce qui concerne la modernisation
de l'infrastructure, l'informatique et
le personnel, mais il reste un long
chemin à parcourir.
05.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Er zit natuurlijk wat
psychologie achter uw antwoord. U blijft een aantal zaken
verkondigen: een begroting in evenwicht, afbouw van de staatsschuld.
Dat zijn signalen voor de buitenwereld.
05.06 Minister Didier Reynders: De fiscale ontvangsten.
05.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Dat is op zich geen
signaal. Ik geef toe, er zijn er meer. Wij kunnen ook discussiëren over
de manier waarop ze tot stand zijn gekomen. Daar gaat het nu niet
over.

Er zijn twee belangrijke elementen bij de FOD Financiën: het
personeelsbeleid en de algemene personeelstevredenheid over de
werking in uw dienst en naar buiten uit de dienstverlening tegenover
de belastingplichtige. Twee cruciale elementen die een organisatie
goed of niet goed doen draaien. Mochten zich problemen hebben
voorgedaan zoals die zich het laatste jaar ook hebben voorgedaan in
het bedrijfsleven, dan denk ik dat er heel anders zou zijn geageerd.
Men zou op zijn minst een crisismanager of een crisisgroep hebben
aangesteld, mensen die dagelijks de problemen opvolgen. Ik stel vast
dat men van het ene probleem in het andere sukkelt. Men probeert
natuurlijk binnen de kortst mogelijke tijd een oplossing te vinden voor
een alternatief, maar dat zijn geen degelijke, duurzame oplossingen.
Men blijft aanmodderen. Het verhaal van tax on web dat vandaag
kenbaar wordt gemaakt, toont gewoon aan dat de omstandigheden
niet toelaten dat er enige ruimte is om iets grondig te bekijken of uit te
werken, laat staan grondig te testen.

In ieder geval, mijnheer de minister, de aanwerving van bijkomend
05.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Le ministre émet tous
azimuts une multitude de signaux
positifs, comme la réduction de la
dette et l'équilibre du budget mais,
au niveau interne, le département
souffre de dysfonctionnements en
raison de manquements
manifestes: le personnel est
insatisfait et fournit aux citoyens
un service de piètre qualité.

Si de tels problèmes s'étaient
posés dans le privé, les choses
n'auraient pas traîné. On aurait
rapidement désigné un directeur
de crise ou réuni une cellule de
crise.

Aucune solution durable n'est
mise en place. Les problèmes
rencontrés avec l'application Tax-
on-web, que la presse a
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
personeel is een probleem dat al jaren duurt. Coperfin en Selor lopen
helemaal niet zo vlot. Het probleem blijft dat het personeel wordt
gevraagd om een tandje bij te steken. Men stelt daarnaast vast dat
steeds meer collega's het schip verlaten omdat ze einde loopbaan of
pensioengerechtigd zijn of ergens anders een uitdaging hebben
gevonden. U zou er toch voor moeten zorgen dat u uw schip
stuurbaar houdt. Ik heb toch de indruk dat een en ander in tegenzin
blijft draaien.

Daarom dien ik een motie van aanbeveling in, mijnheer de voorzitter.
récemment révélés, montrent que
l'échéancier ne permet pas
d'élaborer et de tester en détail les
nouveaux outils. Les problèmes de
recrutement de personnel se
répètent d'année en année.

Tous ces motifs incitent le Vlaams
Belang à déposer une motion de
recommandation.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Hagen Goyvaerts en door mevrouw Marleen
Govaerts en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Hagen Goyvaerts
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
onmiddellijk een crisisgroep aan te stellen om de vele problemen binnen de FOD Financiën op korte termijn
op een grondige manier aan te pakken en een definitieve oplossing uit te werken teneinde de
dienstverlening ten aanzien van de belastingplichtigen te verbeteren, evenals het personeel van de FOD
Financiën een definitief uitzicht op beterschap te geven inzake personeelsbeleid."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Hagen Goyvaerts et par Mme Marleen Govaerts et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Hagen Goyvaerts
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
de réunir immédiatement une cellule de crise chargée de procéder à bref délai à un examen minutieux des
nombreux problèmes qui affectent le SPF Finances et d'élaborer une solution définitive pour améliorer le
service au contribuable et permettre au personnel du SPF Finances d'entretenir des perspectives réelles
d'amélioration de la politique du personnel."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Luc Gustin, Jean-Claude Maene, Luk Van Biesen en
Dirk Van der Maelen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Luc Gustin, Jean-Claude Maene, Luk Van Biesen et Dirk
Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
06 Question de M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les pertes
d'emplois et les fermetures d'implantations prévues au SPF Finances en province de Luxembourg"
(n° 6991)
06 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
verwachte banenverlies en de geplande sluiting van kantoren bij de FOD Financiën in de provincie
Luxemburg" (nr. 6991)
06.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question concerne les craintes relatives aux pertes
d'emplois et à la fermeture de certaines des implantations que
06.01 André Perpète (PS): Mijn
vraag heeft betrekking op de
sluiting van kantoren van de FOD
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
compte le SPF Finances en province de Luxembourg.

Il semblerait qu'un véritable cataclysme se prépare au sein du SPF
Finances, tant au niveau de l'emploi que du service à la population,
puisque plus de 280 personnes pourraient perdre leur emploi; de plus,
il n'y aurait plus à l'avenir que 10 implantations dans la province de
Luxembourg au lieu des 19 actuelles. Cette situation résulterait des
différentes phases mises en oeuvre pour moderniser votre
département, monsieur le ministre, via les projets Copernic et surtout
Coperfin.

Il est évident que, sur les 280 personnes, dont certains disent que
vous pourriez être amené à vous séparer dans les prochaines
années, certaines seront pensionnées. Mais qu'adviendrait-il des
autres membres du personnel qui risqueraient de devoir aller travailler
dans une autre implantation, plus éloignée de leur domicile? Ne
craignez-vous pas une diminution de la qualité des services rendus au
contribuable si des implantations disparaissaient? En termes de
proximité du service, les choses seraient alors bien différentes.

Les chiffres qui circulent, que je voudrais vous détailler rapidement,
sont en effet très inquiétants:
- l'implantation d'Arlon passerait de 262 personnes à 152, soit 110 de
moins;
- l'implantation d'Aubange serait supprimée, occasionnant une perte
de 15 emplois;
- une des deux implantations de Bastogne serait supprimée, avec
53 emplois concernés;
- à Bertrix, par contre, la situation s'améliorerait puisqu'on annonce
9 personnes en plus;
- sur les trois implantations de Bouillon, une seule subsisterait avec
23 emplois en moins;
- la seule implantation de Durbuy-Barvaux serait supprimée et
5 emplois disparaîtraient;
- de même qu'à Florenville où les deux implantations seraient fermées
avec 11 emplois supprimés;
- à Marche, une implantation serait fermée concernant 12 personnes;
- à Neufchâteau: plus 27 emplois;
- à Paliseul: implantation fermée et 5 emplois en moins;
- à Saint-Hubert: 20 emplois en moins;
- à Sterpenich: 22 emplois en moins;
- à Vielsalm: 40 emplois en moins;
- à Virton: 2 emplois en moins.

Si l'on fait les comptes, sur les 19 implantations que compte
aujourd'hui le SPF Finances en province de Luxembourg,
9 disparaîtraient, entraînant une perte de 285 postes à l'horizon 2010-
2012.

Une bonne partie des implantations supprimées se situent dans le
sud et le centre de la province, et seulement deux dans le nord. Là
aussi, un déséquilibre est à déplorer.

Si la situation que je viens de vous exposer devait se vérifier, ce serait
considéré comme une catastrophe pour l'emploi au SPF Finances et
aussi pour la population concernée. J'espère que vous pourrez me
rassurer sur cette situation qui inquiète certains membres du
personnel de votre ministère. Avec les distances plus importantes en
Financiën in de provincie
Luxemburg en het gevreesde
banenverlies.

Men lijkt er af te stevenen op een
sociaal bloedbad, want 280
personen dreigen er hun baan te
verliezen; bovendien zouden tegen
2010-2012 maar 10 van de 19
vestigingen behouden blijven. Een
en ander zou het gevolg zijn van
de moderniseringsplannen van uw
departement (Copernicus- en
Coperfinplan).

Volgende cijfers doen in dat
verband de ronde: in het kantoor
van Aarlen zou het
personeelsbestand van 262 tot
152 personen worden
ingekrompen; het kantoor van
Aubange zou worden gesloten,
zodat er 15 betrekkingen zouden
verdwijnen; een van de twee
vestigingen in Bastenaken (53
betrekkingen) zou worden
gesloten, in Bertrix daarentegen
zouden 9 personen meer worden
tewerkgesteld, van de drie
vestigingen in Bouillon zou er
maar één meer overblijven,
waardoor 23 banen verloren
zouden gaan; het kantoor in
Durbuy-Barvaux zou de deuren
sluiten en 5 betrekkingen zouden
worden afgeschaft; ook in
Florenville zouden twee
vestigingen worden gesloten en
zouden er 11 arbeidsplaatsen
verdwijnen; in Marche zou één
kantoor de deuren sluiten en zou
het personeelsbestand met 12
eenheden worden ingekrompen; in
Neufchâteau komen er dan weer
27 banen bij; in Paliseul wordt het
kantoor gesloten en verdwijnen er
5 banen; in Saint-Hubert
verdwijnen er 20 betrekkingen, in
Sterpenich 22, in Vielsalm 40 en in
Virton 2.

Er worden vooral kantoren
gesloten in het zuiden en het
centrum van de provincie. Ook
daar is er sprake van een
onevenwicht.

Gezien de grotere afstanden en de
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
province de Luxembourg qu'ailleurs et avec une démographie plus
disséminée, cela poserait également des problèmes à la population.
Car on éloignerait alors des citoyens le service de base qui est rendu
aujourd'hui.

Monsieur le ministre, mes questions sont donc les suivantes.
Confirmez-vous les chiffres qui circulent et dont je viens de parler?
Envisagez-vous des fermetures d'implantation, et si oui, qu'adviendra-
t-il du personnel concerné, indépendamment des gens qui arriveront à
l'âge de pension? Pour les autres, s'agira-t-il de licenciements ou
plutôt de nouvelles affectations - et où? Recevraient-ils des
compensations s'ils devaient aller travailler beaucoup plus loin de
chez eux, peut-être à Namur, Bruxelles ou Liège? Envisage-t-on des
conventions avec les communes ou d'autres services publics pour
reclasser le personnel qui ne souhaiterait pas ou ne pourrait pas être
absorbé au sein du SPF Finances lui-même? Enfin, possédez-vous
des chiffres concernant les membres du personnel du SPF Finances
dans le Luxembourg qui seraient susceptibles de partir à la retraite
d'ici 2010? Cela permettrait peut-être de voir ceux qui risqueraient de
devenir excédentaires?

Voilà donc, monsieur le président, l'essentiel des questions que je
souhaitais poser à M. le vice-premier ministre.
geringere bevolkingsdichtheid in
de provincie Luxemburg kan dit
ook de service voor de bevolking
in het gedrang brengen.

Kloppen die cijfers? Zal u kantoren
sluiten, en wat gebeurt er dan met
het personeel dat niet met
pensioen kan? Zullen er ontslagen
vallen, of worden de mensen
elders tewerkgesteld? Krijgen ze
een compensatie als ze verder van
huis aan de slag moeten, in
Namen, Brussel of Luik? Zullen er
afspraken gemaakt worden met de
gemeenten of andere
overheidsdiensten om het
personeel dat niet bij de FOD
gereaffecteerd kan of wil worden,
anderszins aan een baan te
helpen? Beschikt u over cijfers
met betrekking tot de
personeelsleden in Luxemburg die
tegen 2010 met pensioen kunnen?
06.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Perpète, je comprends
évidemment que les informations arrivent et circulent
progressivement dans chacune des provinces. Mais j'ai déposé en
commission des Finances de la Chambre, le 2 mars 2004, un projet
de plan de localisation à long terme (2010-2012) du département des
Finances. Il a été débattu et présenté en commission et s'inscrit dans
la modernisation du département; c'est dans le projet Coperfin.

Il est exact que les tâches du SPF Finances seront de plus en plus
regroupées dans différents centres administratifs. Le service au
citoyen s'effectuera d'une manière différente de celle d'aujourd'hui
mais sera, de toute façon, un service de qualité. Quand j'entends
l'état déplorable dans lequel se trouve, paraît-il, le département, je me
dis qu'il est temps de prendre des mesures. Je me rends compte que
la situation actuelle n'est pas parfaite, au vu des questions posées en
commission.

Je voudrais dire plusieurs choses. D'abord, je ne vais pas rappeler
l'ensemble du plan mais le département utilise aujourd'hui plus de 600
bâtiments. À l'horizon 2010-2012-2015, nous irons certainement vers
un nombre de bâtiments inférieur à 250. Il faut voir dans quel état se
trouvent nombre de ces bâtiments. À un moment donné, il faut tout de
même rationaliser le fonctionnement du département. Cela signifie-t-il
qu'il n'y aura plus d'implantation dans certains endroits du pays? J'ai
montré les cartes: le pays est toujours très fortement couvert. Comme
je l'ai précisé, il y aura des points de contact. Nous sommes bien
évidemment disponibles pour examiner, en compagnie des
communes, des provinces ou d'autres administrations si l'on peut
regrouper ces points de contact. J'ai constaté que, depuis que j'ai
lancé cette idée au mois de mars 2004, je la vois réapparaître à
d'autres niveaux de pouvoir qui imaginent de regrouper des points de
service d'administration. Je pense qu'il n'est pas anormal de travailler
de la sorte en fonction de l'importance de la population.
06.02 Minister Didier Reynders:
Ik heb op 2 maart 2004 een
ontwerp voor een lokalisatieplan
op lange termijn (2010-2012) voor
het departement Financiën
voorgesteld in de
Kamercommissie voor de
Financiën. Een en ander kadert in
de modernisering van het
departement (het Coperfinproject).

De taken van de FOD Financiën
zullen inderdaad gehergroepeerd
worden in administratieve centra.
De service ten aanzien van de
burger zal op een andere manier
georganiseerd worden.

Het departement bezet vandaag
meer dan 600 gebouwen. Tegen
2010-2015 zullen daar minder dan
250 van overblijven. Betekent
zulks dat er op sommige plaatsen
geen kantoren meer zullen zijn? Ik
heb de kaarten getoond: in heel
het land blijven kantoren aanwezig
en daarnaast zijn er de
contactpunten. We zijn bereid met
de gemeenten, de provincies en
ander besturen na te gaan of die
contactpunten kunnen worden
gebundeld.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20

En ce qui concerne le personnel, la moitié du personnel du
département va nous quitter par départ naturel dans les dix ans qui
viennent. Comme je l'ai montré tout à l'heure pour les informaticiens,
nous voudrions recruter sur le marché que nous n'arriverions même
pas à couvrir nos besoins. On sait très bien qu'avec la modernisation
en cours dans le département, il y aura moins d'emplois au total mais
certainement aucun licenciement. La seule chose, c'est que nous ne
recruterons probablement pas assez pour remplacer l'ensemble des
départs naturels.

En ce qui concerne les changements de localisation qui, comme vous
le dites, entraîneraient des mouvements de personnel, il est évident
qu'on débattra de ces mouvements de personnel selon des
procédures classiques, avec les partenaires classiques: les chefs
fonctionnels, les représentants du personnel, les syndicats, pour voir
comment organiser, si besoin en est, des réaffectations, le plus près
possible des lieux de travail actuels et, à défaut, avec les modalités
déjà connues au sein du département.

Si des bâtiments ne sont plus utilisés par le département, dans le cas
peu fréquent où le SPF en est propriétaire, on trouvera une solution,
même éventuellement de vente et la gestion des autres bâtiments
retournera à la Régie des Bâtiments, comme c'est le cas aujourd'hui.
J'ai vu le détail que vous donniez des modifications éventuelles ­ c'est
une proposition du comité de direction. Si vous ne disposez pas
d'autres données, le rapport que j'ai déposé en 2004 est à votre
disposition. Je ne sais pas s'il est encore disponible au secrétariat. Si
tel n'est pas le cas, je vous le ferai parvenir directement. Sachez que
nous sommes partis pour un plan sur dix ans qui va évoluer et qu'il n'y
a aucune coupe sombre à attendre en la matière, ni en termes de
personnel ni en termes de service à la population. En cette matière,
j'espère que ce que j'entends souvent annoncer par les autorités
régionales ou communales va se traduire dans la réalité et qu'on
pourra collaborer.
Binnen een termijn van tien jaar
verdwijnt de helft van het
personeel via natuurlijke
afvloeiing. De modernisering leidt
dus tot een globale
personeelsdaling, maar er vallen
geen ontslagen. Er zullen echter
wellicht niet voldoende mensen in
dienst worden genomen om
iedereen die via natuurlijke
afvloeiing weggaat te vervangen.

Wat de verhuizing van kantoren
betreft waardoor personeelsleden
elders aan de slag zullen moeten,
daarover zal op de geëigende
manier met de gewone partners
worden onderhandeld: met de
functionele chefs, de
vertegenwoordigers van het
personeel en de vakbonden.

Indien bepaalde gebouwen niet
langer door het departement
worden gebruikt, zal voor de
gebouwen waarvan de FOD
eigenaar is een oplossing worden
gevonden, terwijl het beheer over
de andere gebouwen opnieuw in
handen van de Regie der
Gebouwen komt. Mijn verslag van
2004 is beschikbaar voor de
commissie. Dit plan bestrijkt tien
jaar, maar er volgen geen harde
besnoeiingen, noch op het vlak
van het personeel, noch wat de
dienstverlening aan de bevolking
betreft. Ik hoop dat de gewestelijke
of gemeentelijke overheden bereid
zullen zijn op concrete punten hun
medewerking te verlenen.
06.03 André Perpète (PS): Monsieur le ministre, merci pour votre
réponse. Nous resterons attentifs à l'évolution de ce dossier avec,
notamment, les communes concernées. Vous avez certainement
raison de dire qu'il faut faire quelque chose, mais il faut que cela reste
équitable.
06.03 André Perpète (PS):
Samen met de betrokken
gemeenten zullen we erop toezien
hoe dit dossier verder evolueert.
Als er maatregelen moeten
worden getroffen, moet dat op een
billijke manier gebeuren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
rapport over de uitvoering van het stabiliteitsprogramma" (nr. 6995)
07 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le rapport
relatif à l'exécution du programme de stabilité" (n° 6995)
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, een heel korte vraag.

Graag verneem ik van u wanneer het rapport van de Hoge Raad voor
Financiën over de uitvoering van het stabiliteitsprogramma
beschikbaar zal zijn? In principe moest dit reeds beschikbaar zijn. Zijn
er problemen?
07.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Quand le rapport du Conseil
supérieur des Finances relatif à
l'exécution du programme de
stabilité sera-t-il prêt?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, het mandaat van de leden van de Hoge Raad voor Financiën
eindigde op 31 januari 2005. Een verlenging of vernieuwing van de
mandaten moet in overleg met de Gemeenschappen en Gewesten
gebeuren.

Bovendien zal de toekenning van de mandaten medebepaald worden
in functie van de eventuele hervorming van de raad zoals de
afschaffing van de afdeling financiële markten en instellingen en
eventueel een nieuw op te richten afdeling die adviezen geef in
verband met de financiële relaties tussen de federale overheid,
enerzijds, en de Gemeenschappen en Gewesten en gemeenten,
anderzijds.

De samenstelling van de Hoge Raad voor Financiën is in het verleden
steeds een netelige en complexe aangelegenheid gebleken, gelet op
de evenwichten die moeten worden gerespecteerd. Vandaag is dit
niet anders. Wij moeten hiervan werk maken in de loop van volgende
weken.

Wat het rapport betreft, heb ik geen precies antwoord ontvangen.
07.02 Didier Reynders, ministre:
Le mandat des membres a pris fin
le 31 janvier 2005 et tout
renouvellement ou prolongation de
mandat doit se faire en
concertation avec les
Communautés et les Régions. Par
le passé déjà, la composition du
conseil s'est avérée être une
question délicate et complexe, et
elle l'est toujours aujourd'hui.
Cette composition doit en tout cas
être fixée dans les semaines à
venir.
07.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u beschikt niet over het rapport.
07.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, op dit ogenblik niet. Ik zal terzake navraag doen. Tegen de
volgende reeks mondelinge vragen in commissie zal ik u het antwoord
kunnen geven.
07.04 Didier Reynders, ministre:
Je dispose déjà d'un avis, mais
pas encore d'un rapport en tant
que tel.
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, u mag me dit
schriftelijk laten weten.
07.06 Minister Didier Reynders: Ik zal vandaag nog de opdracht
geven. Dat zal sneller gaan.
07.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is reeds langer dan vandaag geweten dat het mandaat
van de leden op 31 januari 2005 verviel.

Voor de klant is dit een belangrijk rapport. Waarom moet alles
uitgesteld worden omdat de nieuwe raad nog niet is aangesteld? Ik
vind dit heel vreemd en zal dit op de voet blijven volgen.

Ik wacht op uw formeel antwoord wanneer het rapport beschikbaar zal
zijn. Wij zijn daarin zeer geïnteresseerd.
07.07 Hendrik Bogaert (CD&V):
L'échéance des mandats est
connue depuis longtemps; cette
procédure est donc étonnante.
Nous voulons savoir quand le
rapport sera disponible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
08 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale controles in Brussel" (nr. 6996)
08 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
contrôles fiscaux à Bruxelles" (n° 6996)
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, het is een
korte vraag. Er bereiken mij berichten dat de fiscale controle op
bedrijven in Brussel wordt bemoeilijkt omdat de controleurs in
bepaalde Brusselse wijken bedreigd zouden worden.

Kunt u mij bevestigen of die informatie klopt? Indien dat zo zou blijken
te zijn, welke stappen zult u ondernemen om de veiligheid van die
mensen te waarborgen?
08.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le contrôle fiscal d'entreprises de
la région bruxelloise pose
problème parce que les
contrôleurs seraient confrontés à
des menaces dans certains
quartiers. Cette information est-
elle exacte? Quelles initiatives le
ministre prendra-t-il à cet égard?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik moet de
heer Bogaert erop wijzen dat de inlichtingen waarover hij blijkbaar
beschikt niet helemaal met de werkelijkheid overeenstemmen. Er zijn
inderdaad problemen ten gevolge van uitingen van agressiviteit
tegenover ambtenaren van mijn departement. Dat beperkt zich
evenwel niet tot de regio Brussel.

Een rondzendbrief van 12 januari 2001 regelt de procedure die de
ambtenaar van de FOD Financiën moet volgen als hij meent het
slachtoffer te zijn van agressief gedrag. Op 24 maart 2004 heeft die
rondzendbrief het voorwerp uitgemaakt van aanpassingen.

Terzake verwijs ik ook naar mijn uitgebreid antwoord op de
schriftelijke vraag nummer 96 van 10 november 2003 van collega
Pieters.

Indien de heer Bogaert een specifiek geval viseert, of een aantal
specifieke gevallen viseert, nodig ik hem uit mij dat ter kennis te
brengen zodat mijn administratie haar oplossing kan voorleggen.

In feite, mijnheer Bogaert, is het waar: er is een aantal problemen in
die regio, ook wat andere administraties betreft. Wij proberen altijd
een correct antwoord te geven, ook wat de verdediging betreft. Het
gaat niet alleen over agressie op het terrein maar ook via justitie, waar
een aantal procedures lopen. Wij moeten soms een advocaat geven
aan verschillende leden van het departement.

Maar ik ben bereid meer aandacht te geven aan een precies geval als
het mogelijk is in dat verband de precieze informatie te krijgen. Ik
verwijs ook naar de rondzendbrief en naar mijn uitgebreid antwoord
aan mevrouw Pieters.
08.02 Didier Reynders, ministre:
Je ne puis confirmer totalement
ces informations. Des signes
d'agression à l'encontre des
contrôleurs sont en effet constatés
mais ils ne se limitent pas à la
région bruxelloise. Une circulaire
du 12 janvier 2001 règle la
procédure à suivre en cas de
supposée menace vis-à-vis d'un
contrôleur. Je me réfère
également à la question écrite n°
96 de Mme Pieters.

Si M. Bogaert vise un cas en
particulier, je souhaite lui
demander de le soumettre à mon
administration afin qu'une solution
puisse être cherchée.
08.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik heb nog een korte repliek,
mijnheer de voorzitter. Wat men mij bericht ­ ik was daar zelf niet bij ­
is dat men in bepaalde migrantenwijken geen controles ter plaatse
doet; dat men wel controles doet maar dat men in bepaalde
migrantenwijken geen controles ter plaatse meer durft te doen omdat
er al verschillende gevallen zouden zijn van bedreigingen aan
controleurs.

Als de minister dan vraagt: waar gaat het specifiek over...

Mijnheer de minister, het gaat erom dat men mij bericht dat men in
08.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre est-il informé de cas
concrets en région bruxelloise où
les contrôleurs n'osent plus
effectuer leur contrôle sur place
dans certains quartiers
d'immigrés?
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
bepaalde migrantenwijken in Brussel ter plaatse niet meer durft te
controleren omdat er in het verleden zware bedreigingen zijn geweest
bij die controles ter plaatse bij vennootschappen. Mijn vraag was: is
dat u bekend?
08.04 Minister Didier Reynders: Nee, ik heb geen algemene
informatie in dat verband maar ik ben bereid een aantal specifieke
gevallen te onderzoeken. Ik moet u zeggen dat er problemen zijn, niet
alleen in Brussel maar in verschillende steden of wijken. Ik ben bereid
om meer aandacht te geven aan precieze gevallen als dat mogelijk is,
met meer uitgebreid informatie.

We hebben echter al een aantal maatregelen genomen in dat
verband, niet alleen bij Financiën maar ook bij andere departementen.
Ik herhaal, als u meer precieze details kunt geven, zal ik mijn
administratie om een onderzoek vragen. Ik heb echter geen kennis
van een zeer specifiek probleem voor sommige wijken in Brussel wat
de controle betreft.
08.04 Didier Reynders ministre:
Non, mais si vous me signalez des
cas concrets, je peux mettre au
travail mon administration.
Le président: Malheureusement, l'agressivité à l'égard des représentants de tous les services publics
augmente un peu partout dans notre pays. C'est d'ailleurs également le cas dans le secteur de
l'enseignement.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Ik kom nu aan de vraag van de heer Bogaert nr. 6998 betreffende de overplaatsing van
ambtenaren.
08.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik eerst
mijn vraag nr. 7128 over de timing van de belastingaangifte nemen?
Het is een korte vraag, waarop ik een heel duidelijk antwoord van de
minister verwacht.
De voorzitter: Uw vragen hebben een logische volgorde, als ik het goed begrijp?
08.06 Hendrik Bogaert (CD&V): Ja, er zit een thematiek in. Er is
over nagedacht. Minder dan bij de collega's, maar soms denk ik ook
na.
08.07 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, sta me toe
nog even terug te komen op een vorige vraag.

(...) een advies van de Hoge Raad. Dat is een advies van de staf van
de Hoge Raad en geen eigen advies van de Hoge Raad zelf wat de
benoemingsprocedure betreft. Er is ook een kopie bij de begroting.
Het is al mogelijk, denk ik, om naar een publicatie van zo'n advies te
gaan.
08.08 Hendrik Bogaert (CD&V): Wanneer zouden wij dat
ontvangen?
08.09 Minister Didier Reynders: Enkele dagen (...). Ik zal een
schriftelijk antwoord geven met meer details. We hebben een advies,
maar nog geen echt verslag, dat van een echte nieuwe hoge raad
moet komen.
08.10 Hendrik Bogaert (CD&V): Dank u.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
09 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
timing voor de belastingaangifte" (nr. 7128)
09 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le délai
pour l'introduction de la déclaration fiscale" (n° 7128)
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, wij hebben
enkele weken geleden een debat gehad over het al dan niet
klantvriendelijk zijn van de nieuwe belastingaangifte. Ik heb die
ondertussen eens vergeleken met de Nederlandse belastingaangifte.
Ik moet zeggen dat die in elk geval vele malen klantvriendelijker is. Ik
heb daar met staatssecretaris Jamar ook een debat over gehad en hij
moest toegeven dat we nog enkele jaren achterstand hadden. So be
it.

Ik heb de volgende concrete vragen.

Ten eerste, zijn nu al die belastingbrieven uitgestuurd, zowel in het
noorden als in het zuiden van het land? Dat is één vraag.

Ten tweede, toen we dat debat hadden een aantal weken geleden,
was u nogal formeel. Ik denk dat het tijdens het vragenuurtje was in
de Kamer. U hebt toen gezegd dat er absoluut geen uitstel komt voor
de indiening van de belastingaangiften. Mijn vraag is of u nog steeds
de datum van 30 juni aanhoudt. Ik weet dat het voor elektronische
aangiften en aangiften via boekhouderskantoren iets anders is.

Houdt u voor de algemene aangifte nog steeds zo sterk als u enkele
weken geleden deed aan de datum van 30 juni, met name aan de in
de wet ingeschreven minimumtermijn van een maand?
09.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Toutes les déclarations d'impôt
ont-elles à présent été envoyées?
Le ministre maintiendra-t-il la date
du 30 juin en tant que date limite
pour la remise des déclarations?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, er zijn verschillende elementen.

Eerst en vooral gebeurde dit al gedurende veel jaren. Dat startte voor
1999, maar in 1999 was mijn eerste beslissing een uitstel van
indiening van aangifte toe te laten omdat er veel vertraging was wat
de aanslagen betrof en ook wat de fiches en andere elementen betrof.
Ik heb geprobeerd tot een correcte behandeling te komen in de
verschillende fasen van de procedure. Een laatste pakket aangiften
werd inderdaad op 25 mei laatstleden aan De Post bezorgd. Alles is
dus sinds 25 mei in orde. Wij moeten komen tot een normale termijn
van een maand tussen het verzenden van de brieven en de indiening
van de aangiften.

Ten tweede, er waren de vorige jaren ook een aantal problemen met
de fiches. Wij hebben geprobeerd daarop een antwoord te geven en
volgens de informatie van mijn administratie gaan wij zonder
problemen voort met de behandeling van de fiches.

Met Tax-on-web zijn we gisteren, 30 mei, gestart. Het is perfect
mogelijk een aangifte in te dienen. Er zijn problemen wat de
berekening van de belastingen betreft, maar niet wat de indiening van
een aangifte betreft.

Mijn eerste reactie is om voort te gaan met de huidige data. Er zijn
verschillende termijnen: voor de papieren aangifte en voor Tax-on-
web voor burgers tot 30 juni. Zoals u weet loopt de termijn voor Tax-
09.02 Didier Reynders, ministre:
Depuis 1999, j'ai fait preuve d'une
grande flexibilité lorsqu'il s'agissait
de reporter la date limite pour
l'introduction des déclarations
d'impôt, surtout parce que de
nombreux retards étaient dus aux
services des contributions eux-
mêmes. Or, cette année le dernier
lot de déclarations d'impôt a quitté
l'administration le 25 mai et il n'y a
donc aucune raison d'accorder un
sursis. Pour les déclarations
écrites, nous maintenons dès lors
la date limite du 30 juin, tout
comme pour les déclarations
électroniques faites par le biais de
Tax-on-Web. En ce qui concerne
le Tax-on-Web pour les
mandataires, la date limite est
fixée au 31 octobre. Nous pensons
également que la majorité des
citoyens préfèrent partir en
vacances débarrassés de tout
souci fiscal. Si contre toute attente
de nombreuses demandes de
report devaient me parvenir, je
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
on-web voor volmachthouders tot 31 oktober 2005 en is forfaitair
afhankelijk van afsluitende besprekingen. Er zijn besprekingen aan de
gang tussen de belastingplichtigen en mijn administratie.

Ik zal de volgende dagen dus zien of het nodig is om iets te
ondernemen. Wat de termijn betreft, zijn wij bij Financiën klaar. Ik
moet dat benadrukken. Alles is verstuurd en we gaan naar een
normale behandeling met een termijn van een maand zoals bepaald
door de wet.

Het is de wet. Er moet één maand verlopen tussen de brief en de
aangifte. Als er veel vragen komen voor uitstel zal ik de zaak opnieuw
bekijken. Tot nu toe was er altijd sprake van een vertraging op het
departement Financiën. Het was dan ook normaal om een uitstel toe
te kennen. De wet bepaalt dat de termijn tot 30 juni loopt. Wij moeten
normaal gezien ook één maand laten verlopen tussen het verzenden
van de brief en de aangifte. Tot nu toe blijf ik dezelfde termijn
hanteren, 30 juni. Ik denk dat het een goede oplossing is om in juli
met vakantie te gaan zonder enig fiscaal probleem. U weet dat veel
Belgen wachten tot en met de laatste dagen. Ongeacht de datum
wordt bepaald op 30 juni, 15 juli of zelf 30 oktober zal die altijd voor
drukte zorgen tijdens de laatste drie à vier dagen. Dezelfde
redenering gold voor de Eenmalig Bevrijdende Aangifte tijdens de
laatste dagen van 2004.

Ik probeer eerst en vooral alles te doen om klaar te zijn. Dit is sinds
25 mei het geval voor de brief. Wij proberen zeer correct te zijn met
de fiches en Tax-on-web. Wij zullen in de vijftien volgende dagen
zien. Ik heb al een vraag gezien van Test-Aankoop. Het is altijd
verrassend. Bij een vertraging zijn er klachten over die vertraging. Nu
zijn we klaar en toch is er een vraag om uitstel. We zullen zien. Ik zal
in de volgende weken een beslissing nemen. Ik wil eerst en vooral
klaar zijn met alle documenten. Het zal misschien de eerste keer zijn
dat het mogelijk zal blijken om klaar te zijn met de brief, de fiche en
alle andere documenten. We zullen daarna zien. Als het nodig is voor
verschillende mensen om gedurende de vakantie dit werk te doen, zal
dit misschien mogelijk worden gemaakt. Tot nu toe blijf ik bij de
vooropgestelde termijn.

Ik heb gisteren een persmededeling verstuurd met daarin alle
elementen voor Tax-on-web en de verschillende documenten. Er is tot
nu toe alleen een probleem met de onmiddellijke berekening van de
belastingen. Dit houdt geen verband met de indiening van de
gegevens. Het is mogelijk om de gegevens in te dienen. Wij moeten
vanaf 15 juni kunnen komen tot een correcte berekening. Het zal nog
mogelijk zijn om tot een normale indiening te komen.

Ik heb misschien een bedenking voor de commissie, mijnheer de
voorzitter. Misschien is het nodig om tot een andere wet te komen met
een termijn van meer dan één maand. Tot nu toe bedraagt de termijn
één maand. Als het mogelijk is om de datum op 30 juni te houden met
een termijn van één maand, dan valt dit binnen de huidige wettelijke
bepalingen. Of wij deze wet moeten behouden, is misschien een
vraag voor de commissie.

Als er veel vragen komen, dan is het misschien nodig om een andere
beslissing te nemen, maar tot nu toe blijf ik bij 30 juni en eind oktober
voor een specifieke categorie, de professionelen en volmachthouders.
pourrais encore reconsidérer ma
position mais de la manière dont la
situation se présente actuellement,
je maintiens la date fixée
initialement.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
09.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mag ik even
erop wijzen dat wat nu verteld wordt eigenlijk gedeeltelijk vervat zit in
mijn interpellatie. Ik ben er niet zo gelukkig mee dat collega Bogaert
een niet aangekondigde vraag stelt over de interpellatie die
geagendeerd staat onder punt 32.
09.03 Patrick De Groote (N-VA):
J'ai déjà énoncé, dans mon
interpellation, tout ce qui se dit ici.
Je ne suis pas satisfait de la
tournure des événements.
Initialement, la question de M.
Bogaert figurait à l'ordre du jour
après mon interpellation.
09.04 Minister Didier Reynders: Is dit een eerste splitsing?
09.05 Patrick De Groote (N-VA): Wij mogen onze mening zeggen,
wij worden daarom nog niet uit de partij gestoten.
De voorzitter: Mijnheer De Groote, normaal hadden de vraag en de interpellatie samengevoegd moeten
worden, maar uw interpellatie en de vraag van de heer Bogaert werden afzonderlijk geagendeerd. Waarom
werden ze niet samengevoegd?
09.06 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
interpellatie van mijn collega gaat over de verzending van de aangifte,
terwijl ik een vraag heb over de timing voor het indienen van de
belastingaangifte zelf. Wellicht hebben de diensten daarom de twee
niet samengevoegd.
09.07 Patrick De Groote (N-VA): Collega, ik meen dat uw vraag over
de timing op de agenda na mijn vraag komt, het betreft de vraag
onder punt 38.
09.08 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben naar u
gekomen en heb gevraagd of u die vraag kon bundelen met mijn vijf
andere vragen.
De voorzitter: Het is niet de bedoeling dat u daarvan misbruik maakt ten overstaan van een partijgenoot.
09.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u bent reeds
te lang in de politiek om dergelijke zaken te suggereren.

Sta mij thans toe te repliceren op het antwoord op mijn vraag
nr. 7128.

Mijnheer de minister, u stelt dat er thans geen vertraging meer is. Ik
heb begrepen dat de documenten globaal genomen, later
beschikbaar zijn dan anders.
09.09 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre prétend qu'il n'y a plus
de retard mais les documents sont
tout de même disponibles plus
tard que d'autres années.
09.10 Minister Didier Reynders: Alles is vroeger dan vorige jaar.
09.10 Didier Reynders, ministre:
Ils sont même prêts plus tôt.
09.11 Hendrik Bogaert (CD&V): Is alles vroeger dan vorig jaar? Daar
heb ik grote twijfel over!

Ten tweede, Tax-on-web is niet klaar. Er zit een ernstige fout in Tax-
on-web. Alleenstaanden kunnen de intrestaftrek niet invullen, tenzij ze
0,1 invullen. Dat is correct, nietwaar?
09.11 Hendrik Bogaert (CD&V):
J'ai des doutes à ce sujet. Le
système Tax-on-Web n'est pas
prêt à temps puisqu'il comporte
encore une grave erreur. Les
isolés ne peuvent pas introduire
correctement la déduction
d'intérêts.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
09.12 Minister Didier Reynders: Ernstige fouten, zegt u? Als
voorbeeld geeft u de intrestaftrek voor alleenstaanden! Dat is
inderdaad een ernstige fout.
09.13 Hendrik Bogaert (CD&V): Het is geen kleine doelgroep,
mijnheer de minister. Er zijn veel alleenstaanden in het land.
09.14 Minister Didier Reynders: Ja, met een aftrek.
09.15 Hendrik Bogaert (CD&V): Er zijn veel alleenstaanden met een
aftrek. Het is een objectieve vaststelling. Indien alleenstaanden 0
inputten omdat ze alleenstaand zijn, antwoordt het programma "fout".
09.16 Minister Didier Reynders: U hebt gezegd dat er een oplossing
bestaat door 0,1. in te voeren. Dan functioneert het.
09.17 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, u moet wel
formeel zeggen dat het dan in orde is.
09.18 Minister Didier Reynders: Ja.
09.19 Hendrik Bogaert (CD&V): Zegt u nu dat het dan in orde is?
09.20 Minister Didier Reynders: Nee, ik zeg dat er een antwoord
bestaat.
09.21 Hendrik Bogaert (CD&V): U bent niet helemaal zeker,
mijnheer de minister, en wat er ook van zij, Tax-on-web is er vandaag
niet!

Ten tweede, CD&V blijft bij het standpunt dat het een zeer
klantonvriendelijke aangifte. Aangezien u blijft herhalen dat het wel
een klantvriendelijke aangifte is, zal ik u het Nederlands model
opsturen. Dat is pas een klantvriendelijk aangifte. Ik kan ze laten
circuleren in deze commissie. Bij alle vakjes die moeten worden
ingevuld, staat een degelijke uitleg. Het is geen blanco document
zoals dat bij ons het geval is. Indien men de twee documenten
vergelijkt, merkt men meteen welk klantvriendelijk is en welk niet.
Omdat onze aangifte een zeer klantonvriendelijk document is, zou het
goed zijn uitstel te verlenen voor de indiening ervan.

Ik heb niet goed begrepen wat u vandaag bedoelde, met betrekking
tot het uitstelt. Nu eens had ik de indruk dat u dat absoluut niet wilt,
dan weer wel. Ik neem aan dat u binnen een paar dagen alsnog een
uitstel zult verlenen aan de belastingplichtigen, iets wat CD&V een
goede zaak zou vinden, op voorwaarde dat de terugbetaling aan de
burgers hierdoor geen vertraging oploopt. Indien het is ingescand, kan
dat geen probleem zijn.

Ik herhaal dat CD&V erbij blijft dat het scanningsdocument dat u hebt
ingevoerd een zeer klantonvriendelijk document is.

Dat betekent niet dat wij tegen scanning as such zijn. Maar het
ingevoerde formulier is zeer klantonvriendelijk. Ik heb ook berichten
van de administratie in die zin gekregen. Vandaar dat het gepast zou
zijn om een uitstel te geven.
09.21 Hendrik Bogaert (CD&V):
En outre, la nouvelle déclaration
est particulièrement peu
conviviale. La déclaration utilisée
aux Pays-Bas est nettement plus
facile à utiliser et chaque rubrique
fait l'objet d'explications claires.
Nous ne sommes pas opposés à
la méthode du scanning mais une
telle déclaration vierge ne
comportant que des cases est
difficile à remplir. Un report serait
donc utile, à condition que le
remboursement ne s'en trouve pas
retardé.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
overplaatsing van ambtenaren binnen de FOD Financiën" (nr. 6998)
10 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
mutations au SPF Finances" (n° 6998)
10.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik had gewoon willen weten wat de criteria zijn voor
verplaatsing van ambtenaren. Soms komen mensen op spreekuur of
vragen zij of ik daar iets aan kan doen. Ik zeg dan dat ik het niet weet,
maar dat ik het eens zal vragen aan de minister. Wat zijn eigenlijk de
criteria als iemand in West-Vlaanderen woont en actief is in Brussel?
Op welke basis beslist u eigenlijk? Wie beslist erover om al dan niet
een overplaatsing toe te staan? Ik had daar graag een aantal
objectieve criteria voor gekregen. Dank u.
10.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Sur la base de quels critères
décide-t-on de muter des
fonctionnaires au sein du SPF
Finances?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik neem aan
dat de heer Bogaert de criteria bedoelt voor mutaties in de
buitendienst, zoals nu met een voorbeeld. De vacante betrekkingen
van inspecteur bij een fiscaal bestuur en de betrekkingen van de
niveaus B, C en D worden bij de huidige stand van de regelgeving bij
voorrang toegekend aan de kandidaten voor mutatie. De kandidaten
worden gerangschikt in de volgende orde van voorrang: eerst de
ambtenaar met de grootste graad anciënniteit, twee, bij gelijke graad
anciënniteit de ambtenaar met de grootste niveau anciënniteit, drie, bij
gelijke niveau anciënniteit de ambtenaar met de grootste niveau
anciënniteit in het onmiddellijk lagere niveau, vier, bij gelijke niveau
anciënniteit bedoeld als in drie de ambtenaar met de grootste
dienstanciënniteit, vijf, bij gelijke dienstanciënniteit de oudste
ambtenaar. Ik heb geen antwoord voor ambtenaren die op dezelfde
dag zijn geboren. Er zijn dus vijf criteria.
10.02 Didier Reynders, ministre:
Je présume que votre question
porte sur les mutations vers les
services extérieurs. Dans l'état
actuel de la réglementation, les
emplois vacants d'inspecteur dans
une administration fiscale et les
emplois des niveaux B, C et D
sont attribués par priorité aux
candidats à la mutation.

Les candidats sont classés dans
l'ordre de priorité suivant:
premièrement, les fonctionnaires
ayant la plus grande ancienneté
de grade; deuxièmement, à égalité
d'ancienneté de grade, le
fonctionnaire ayant le niveau
d'ancienneté le plus élevé;
troisièmement, à niveau égal
d'ancienneté, le fonctionnaire avec
le niveau d'ancienneté le plus
élevé au niveau directement
inférieur; quatrièmement, en cas
de niveau d'ancienneté égal
comme au troisièmement, le
fonctionnaire avec la plus grande
ancienneté de service;
cinquièmement, à égalité
d'ancienneté de service, le
fonctionnaire le plus âgé. Je n'ai
pas de réponse à vous fournir
pour le cas où des fonctionnaires
sont nés le même jour.
10.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Criteria zijn nooit gemakkelijk.
10.04 Minister Didier Reynders: Maar wel objectief.
10.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Er is soms ook een bepaalde 10.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
gezinsproblematiek. De vraag is of jonge moeders niet op een of
andere manier ook in die verdeling zouden moeten betrokken worden.
Het is niet simpel. Ik heb mensen gehad met drie of vier jonge
kinderen op te voeden, alleenstaand op dat ogenblik en die hun
overplaatsing niet krijgen omdat ze de anciënniteit niet hebben. De
vraag is dan of wat u voorlegt ten opzichte van die mensen
verantwoord is om toe te passen?
Ne pourrait-il être tenu compte de
la situation familiale des
fonctionnaires concernés? Je
songe par exemple aux mères
isolées.
De voorzitter: Misschien zou men ook de bekwaamheid moeten bekijken?
10.06 Minister Didier Reynders: Neen, neen, ik ben bereid om
onderhandelingen met de vakbond te voeren over criteria op sociaal
vlak, maar de bekwaamheid moet u (...).
10.06 Didier Reynders, ministre:
Je suis disposé à aborder avec les
syndicats la question de critères
sociaux.
Le président: C'est vrai que l'incompétence n'est pas une faute.
10.07 Didier Reynders, ministre: C'est une erreur surtout.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
verantwoording van beroepskosten" (nr. 7000)
11 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
justification des frais professionnels" (n° 7000)
11.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ga niet alles aflezen. U hebt mijn vraag gekregen. Ik zal
misschien direct naar de vragen springen.

Met welk koninklijk besluit werd de termijn bepaald binnen dewelke
voornoemde fiches en samenvattende opgaven voor de inkomsten
2004 moeten worden overlegd? Het gaat dus over de verantwoording
van beroepskosten.

Uiterlijk op welke datum moeten de schuldenaars van de aan de
bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten betaald of toegekend
tijdens het jaar 2004 de individuele fiches en samenvattende opgaven
afgeven?

Wat wordt door de administratie ondernomen om die termijnen te
doen respecteren?

Wanneer werd het bericht aan de werkgevers en aan de andere
schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten
en aan de schuldenaars van sommige lijfrenten en tijdelijke renten
toegestuurd door de administratie van de ondernemings- en
inkomensfiscaliteit?

Zijn voornoemde schuldenaars verplicht een afschrift van voormelde
fiches te sturen naar de betrokken belastingplichtigen en binnen
welke termijn?

Wat gebeurt er indien de betrokken belastingplichtigen deze
afschriften niet of niet tijdig ontvangen? Wordt er dan een bijkomende
termijn voor de aangifte in de personenbelasting toegestaan?
11.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Quel arrêté royal fixe le délai pour
l'introduction des fiches
individuelles de justification des
frais professionnels et des relevés
récapitulatifs relatifs aux revenus
de 2004?

A quelle date au plus tard les
débiteurs de revenus soumis au
précompte professionnel payés ou
octroyés au cours de l'année 2004
doivent-ils introduire les fiches
individuelles et les relevés
récapitulatifs?

Quelles mesures l'administration
prend-elle pour faire respecter les
délais?

Quand l'administration de la
Fiscalité des entreprises et des
revenus a-t-elle envoyé l'avis aux
employeurs et aux autres
débiteurs de revenus soumis au
précompte professionnel ainsi
qu'aux débiteurs de certaines
rentes viagères et rentes
temporaires?

Les débiteurs précités sont-ils
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
tenus d'envoyer un double de ces
fiches aux contribuables
concernés? Dans l'affirmative,
dans quel délai?

Qu'advient-il si les contribuables
concernés ne reçoivent pas ces
doubles ou les reçoivent
tardivement? Un délai
supplémentaire est-il dans ce cas
accordé pour la déclaration à
l'impôt des personnes physiques?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, in antwoord op vragen 1, 2, 4 en 5 kan ik u meedelen dat
krachtens artikel 93 § 1 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het
Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 de in artikel 270 1 tot 4.6
van voormeld wetboek vermelde schuldenaars van de
bedrijfsvoorheffing enerzijds alle fiches en de samenvattende
opgaven vóór 1 maart van het jaar na hetgeen waarop die fiches en
opgaven betrekking hebben moeten inleveren bij de bevoegde dienst
en anderzijds vóór diezelfde datum een afschrift van de fiche aan
iedere verkrijger van de inkomsten moeten overhandigen om hem in
staat te stellen eventueel zijn aangifte in de personenbelasting of in de
belasting van niet-inwoners in te vullen.

De indieningsdatum voor de fiches en de samenvattende opgaven
met betrekking tot het inkomstenjaar 2004 werd vastgesteld op 29
april 2005. Deze datum werd reeds eind februari 2005 op de website
gepubliceerd en is opgenomen in de berichten aan de werkgevers en
aan de andere schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing met
betrekking tot iedere individuele fiche en samenvattende opgave.

Zoals reeds aangekondigd in het bericht dat werd gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 13 maart 2002 tweede editie worden
voormelde berichten gepubliceerd op de intersite fiscus.fgov.be
vanwaar ze gratis in PDF-formaat kunnen gedownload worden.

De berichten, fiches en opgaven met betrekking op het inkomstenjaar
2004 werden systematisch op de site geplaatst vanaf 4 maart tot 24
maart 2005.

Papieren versies kunnen eventueel steeds bekomen worden bij de
bevoegde documentatiecentra bedrijfsvoorheffing.

In antwoord op uw derde en zesde vraag kan ik u meedelen dat mijn
administratie steeds soepel optreedt bij eventuele vragen vanwege de
schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing tot het verkrijgen van uitstel
van indiening van de fiches en opgaven. Daarbij wordt er uiteraard
steeds over gewaakt dat ook de verkrijgers van de inkomsten over de
nodige tijd beschikken om hun aangifte in de personenbelasting of in
de belasting van niet-inwoners behoorlijk in te vullen en tijdig in te
dienen. Dergelijk uitstel wordt trouwens slechts heel uitzonderlijk
aangevraagd. De belastingplichtige die door de niet of laattijdige
ontvangst van een fiche de vastgestelde termijn voor de indiening van
een aangifte in de personenbelasting of in de belasting van niet-
inwoners toch niet zou kunnen naleven, kan de nodige verlenging van
die termijn aanvragen bij de belastingdienst waarvan hij afhangt. Dat
11.02 Didier Reynders, ministre:
En vertu de l'article 93, § 1 de
l'arrêté royal d'exécution du CIR
92, tous les redevables du
précompte professionnel visés à
l'article 270, 1° à 4° et 6° de ce
Code doivent remettre au service
compétent toutes les fiches et le
relevé récapitulatif avant le 1
er
mars de l'année qui suit celle à
laquelle ces fiches et ce relevé
récapitulatif se rapportent. Avant
cette date, ils doivent en outre
remettre un double de la fiche à
chacun des bénéficiaires des
revenus pour permettre à ceux-ci
de remplir leur déclaration.

La date du 29 avril 2005 a été
fixée pour l'introduction des fiches
et des relevés relatifs à l'exercice
d'imposition 2004. Cette date a
déjà été annoncée au mois de
février sur le site web du fisc et par
le biais de messages à l'attention
des employeurs et des autres
redevables du précompte
professionnel.

Les avis, fiches et états relatifs à
l'exercice d'imposition 2004 ont
systématiquement été placés sur
le site. Les versions papier
peuvent toujours être obtenues
auprès de nos centres de
documentation `précompte
professionnel'.

Mon administration fait preuve de
souplesse à l'égard des demandes
de report de l'introduction des
fiches et des relevés. A cet égard,
il est toujours veillé à ce que les
bénéficiaires des revenus
disposent de suffisamment de
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
is de normale procedure. Ik herhaal dat het perfect mogelijk is om een
termijn te hebben voor de twee verschillende fasen op individueel vlak
voor de schuldenaars en voor de belastingplichtigen.
temps pour remplir et introduire
leur déclaration.

Le contribuable qui, en raison de
la réception tardive d'une fiche, ne
pourrait respecter le délai fixé pour
l'introduction de sa déclaration
peut demander une prolongation
de ce délai.
11.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnsverhoging op benzine" (nr. 7001)
12 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'augmentation des accises sur l'essence" (n° 7001)
12.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de minister, op 9, 16 en 21
april 2005 werden de accijnzen op gasolie verhoogd terwijl de
benzineprijs juist in die weken daalde. Uitbaters van een pompstation
zien hierdoor hun krappe winstmarges dalen gezien zij enerzijds
bijkomende accijnzen moeten betalen en anderzijds hun
brandstofprijzen dienen te verlagen. Ik vraag mij gewoon af hoe dat
cliquetsysteem werkt ten aanzien van de pomphouders. Klopt het dat
zij daar op een bepaald ogenblik met de stock die zij hebben verlies
aan kunnen doen?
12.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Est-il possible que les pompistes
subissent des pertes en raison du
système de cliquet applicable aux
accises sur les carburants?
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer Bogaert, de verhogingen
van accijnzen vermeld in de gestelde vraag vinden hun oorsprong in
de toepassing van de bepalingen van artikel 420 §3, a tot c van de
programmawet van 27 december 2004. Deze verhoging gebeurt bij
elke vermindering van de maximumprijs vastgesteld door de
programmaovereenkomst betreffende de verkoopprijs van de
aardolieproducten afgesloten tussen de Belgische Staat en de
petroleumsector, telkens rekening houdend met het feit dat de
verhoging van de bijzondere accijnzen slechts de helft van de
verlaging van de maximumprijs exclusief BTW van het richtproduct
vermeld in de programmaovereenkomst mag bedragen. Er is ook een
toepassing van zo'n evolutie wat de stocks betreft. Het is altijd zo met
het cliquetsysteem dat voor elke vermindering van de prijs 50% van
de vermindering voor de consument is en 50% voor de Staat. Het is
dus een evenwicht. Dat geldt ook voor de stocks en niet alleen voor
het nieuwe product.

Mijnheer de voorzitter, ik heb altijd gezegd dat we misschien tot een
verlaging van de accijns moeten komen vanaf een zekere prijs wat
benzine en diesel betreft. We hebben nu echter nog een lagere prijs
dan enkele weken of maanden geleden gezegd werd.
12.02 Didier Reynders, ministre:
Normalement, le système de
cliquet n'a aucune incidence sur la
marge bénéficiaire des pompistes.
12.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik heb het antwoord niet helemaal
begrepen. Mijn vraag ging eigenlijk over de pomphouders. Het
cliquetsysteem is mij bekend.
12.04 Minister Didier Reynders: Er is geen verandering voor hen.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
12.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Het klopt dus niet dat zij aankopen
en door dat cliquetsysteem in een situatie zouden komen waarin zijn
op een of andere manier bij hun stock inschieten? Dat klopt niet?
12.06 Minister Didier Reynders: Normaal is er geen invloed op de
marge. Ik zal dat nog verifiëren. Er is geen invloed.
12.07 Hendrik Bogaert (CD&V): Dat was eigenlijk mijn vraag. Het
ging dus niet over de eindgebruiker. Het cliquetsysteem is mij bekend,
meer dan bekend. Zeker als ik aan de pomp sta is mij dat zeer
bekend. Mijn vraag ging over de pomphouders. Iemand beweert dat
zij daar marge bij inschieten, door dat systeem in bepaalde situaties.
Dat was mijn vraag. Klopt dat of klopt dat niet? U gaat dat nog eens
natrekken?
12.08 Minister Didier Reynders: Nee, ik zeg dat er normaal geen
invloed is op de winstmarge ­ dat was uw vraag ­ in zo'n geval van
evolutie van de accijns. Ik kan dat verifiëren maar dat is het antwoord
van mijn administratie en ik zie geen reden voor een invloed op de
winstmarge. Maar ik zal het vragen.
12.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Bedankt voor uw antwoord.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
fiscaal statuut van vastgoedcertificaten" (nr. 7017)
13 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le statut
fiscal des certificats immobiliers" (n° 7017)
13.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, een vastgoedcertificaat is een fiscaal vriendelijk product dat
in het verleden zeker zijn diensten bewezen heeft om de belegger aan
de vastgoedmarkt te laten deelnemen. Ook in de toekomst kan men
nieuwe uitgiften, zowel private als publieke, van vastgoedcertificaten
verwachten in het kader van promotieovereenkomsten in de
residentiële sector. Een belangrijke randvoorwaarde voor de
haalbaarheid van de introductie van dergelijke vastgoedcertificaten, is
toch wel dat de houder ervan zeker niet fiscaal kan worden afgestraft.
Aangezien de uitgiften van deze certificaten in casu gekoppeld zijn
aan promotieovereenkomsten ­ hetzij publiek-privaat hetzij privaat ­
zullen de inkomsten hieruit afhankelijk zijn van de promotiewinst van
het project. In sommige gevallen zullen deze inkomsten dan ook
hoger kunnen uitvallen dan de marktruimte. Dit zou tot op heden het
gevolg hebben dat deze inkomsten niet langer worden belast als
intresten aan het belastingtarief van 15 procent, maar wel als
dividenden aan het tarief van 25 procent. Om een gerechtvaardigde
return van de gewenste publieke beleggingen in vastgoed niet af te
straffen, verneem ik graag van u, mijnheer de minister, of u het niet
wenselijk acht om duidelijk te voorzien dat dergelijke inkomsten
steeds als intresten moeten worden belast.
13.01 Bart Tommelein (VLD):
Une nouvelle émission de
certificats immobiliers est attendue
dans le cadre des marchés de
promotion dans le secteur
résidentiel. Il est important que le
titulaire ne soit pas pénalisé
fiscalement. Étant donné que
l'émission des certificats est liée
aux marchés de promotion, les
recettes dépendront du bénéfice
promotionnel du projet. Elles sont
même parfois supérieures au taux
d'intérêt du marché. C'est la raison
pour laquelle elles ne seraient plus
imposées au taux de 15%, mais
bien au taux de 25%. Le ministre
estime-t-il qu'il soit souhaitable de
préciser que de telles recettes
doivent toujours être imposées
comme des intérêts?
13.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik wens de
heer Tommelein eraan te herinneren dat vastgoedcertificaten op
fiscaal vlak moeten worden beschouwd als andere soortgelijke
13.02 Didier Reynders, ministre:
Les certificats immobiliers doivent
être considérés fiscalement
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
effecten van leningen, zoals bedoeld in artikel 2, §1, 8 van het
Wetboek van inkomstenbelastingen 1992. Terzake kan eveneens
worden verwezen naar het antwoord dat ik heb verstrekt op de
parlementaire vraag nr. 512 van 21 november 2000, gesteld door de
heer van Weddingen.

In de gevallen waarin de inkomsten met betrekking tot de uitgegeven
vastgoedcertificaten hoger zijn dan de overeenkomstig de marktrente
geldende rentevoet en op fiscaal vlak de bepalingen van artikel 18,
eerste lid, vierde en tweede lid van het WIB92 werden toegepast,
werd een gedeelte van de intrest van de bedoelde certificaten
geherkwalificeerd als dividend waarop een roerende voorheffing tegen
een tarief van 25 procent van toepassing is.

In de huidige stand van de wetgeving kan inderdaad niet worden
uitgesloten dat in welbepaalde gevallen intresten van
vastgoedcertificaten die aan de houders van deze certificaten worden
betaald door de vennootschap die ze heeft uitgegeven, in aanmerking
zouden kunnen komen voor de toepassing van de bepalingen zoals
bedoeld in het voormeld artikel 18, eerste lid, vierde en tweede lid van
het WIB92. Immers slechts aan de hand van de analyse van de
feitelijke en juridische omstandigheden die eigen zijn aan elk geval,
moet in voorkomend geval worden nagegaan of er een herkwalificatie
is van intrest in dividend, in de zin van de hiervoor vermelde wettelijke
bepaling. Het is altijd met een herkwalificatie of niet. Het is een
beslissing in verband met de feitelijke gegevens.

Het is een algemeen antwoord, maar het is altijd zo voor een aantal
feitelijke gevallen.
comme d'autres titres analogues
constitutifs d'emprunts visés à
l'article 2, paragraphe 1
er
, 8° du
CIR 1992. Je me réfère à ma
réponse à la question
parlementaire n° 512 du 21
novembre 2000.

Si les recettes concernées sont
supérieures au taux d'intérêt en
vigueur, les dispositions de
l'article 18, alinéa 1
er
, 4°, et
alinéa 2 du CIR 1992 sont
appliquées sur le plan fiscal. Les
intérêts des certificats concernés
sont alors requalifiés en
dividendes auxquels un précompte
mobilier de 25% est applicable.
Cette requalification ne peut en
effet être exclue dans certains cas.
Seule l'analyse des circonstances
de fait et de droit propres à
chaque cas doit permettre
d'examiner s'il s'agit effectivement
d'une requalification.
13.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb het in
mijn vragen al zelf aangehaald dat het toch wel belangrijk blijft dat bij
de uitgifte van dergelijke certificaten er op voorhand zekerheid komt
voor de belegger en dat hij niet fiscaal afgestraft wordt als er op een
bepaald moment een betere return uitkomt. Dat is voor andere
producten mijns inziens ook het geval. Als ik bepaalde
levensverzekeringsproducten bekijk, is dat hier ook het geval. Ik zou
dat graag anders zien.
13.03 Bart Tommelein (VLD):
Les titulaires doivent obtenir des
précisions préalablement. Investir
ne peut être pénalisé fiscalement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
accijnsverlaging op de door hulpapparatuur van vrachtwagens verbruikte diesel" (nr. 7030)
14 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réduction
des accises sur le diesel destiné au fonctionnement des équipements auxiliaires de camions"
(n° 7030)
14.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, een aantal
voertuigen gebruikt diesel als brandstof voor aandrijving, waarbij
dezelfde diesel rechtstreeks of onrechtstreeks door krachtafname van
de centrale motor eveneens wordt aangewend voor industriële
toepassingen die op het voertuig zijn gemonteerd. Technici vertellen
mij dat dat onder meer gebeurt bij huisvuilwagens, tankwagens of
containerwagens. De energie nodig voor de mechanische installatie
op die voertuigen haalt men dikwijls via een aftakkingsas uit de motor,
die ook instaat voor de aandrijving van het voertuig, zoals bijvoorbeeld
hulpapparatuur, perswagens, kranen, veegmachines enzovoort.
14.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Certains véhicules consomment
du diesel non seulement comme
combustible pour leur propulsion
mais aussi pour les besoins d'une
application industrielle dont ils sont
équipés. C'est par exemple le cas
des camions-poubelles, des
camions-citernes et des porte-
conteneurs. En vertu de la
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34

Iin de accijnswetgeving zou men hier, wat het verbruik in de
industriële toepassing op het voertuig betreft, aanspraak kunnen
maken op de in accijns verlaagde diesel voor industriële
toepassingen. In de praktijk is dat vandaag anders, omdat de nodige
afspraken ontbreken. Het lijkt nochtans billijk hier werk van te maken.

In Nederland is vandaag al een teruggavenregeling van toepassing
met een heel pragmatische benadering. Op de factuur kan een
gedeelte van de verbruikte liters worden gecatalogeerd als zijnde voor
industriële toepassing. Afhankelijk van de precieze toepassing die op
het voertuig staat, heeft men er een forfait vastgelegd voor het
verbruik van de industriële toepassing op het voertuig. Op dat
gedeelte geldt dan een lagere accijns voor de industriële toepassing.
De vrachtwagens laten daarenboven toe, via een intern systeem, om
alle gegevens te traceren. Het forfaitair vastgelegd gebruik voor
Nederland bedraagt bijvoorbeeld voor huisvuilwagens uitgerust met
kraakpersinstallaties, 50% van de hoeveelheid verbruikte
dieselbrandstof en voor draaitrommelinstallaties is dat 60%.

Een teruggavenregeling zou perfect passen in artikel 5 van de richtlijn
2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering
van de communautaire regeling voor de belasting van
energieproducten en elektriciteit. In genoemd artikel 5 wordt de
mogelijkheid geschapen voor de lidstaten om onder fiscaal toezicht
gedifferentieerde belastingniveaus toe te passen voor onder meer
afvalinzameling.

Mijnheer de minister, kunt u op korte termijn een voorstel indienen om
ook in België een dergelijke billijke teruggavenregeling in te voeren?
Onderschrijft u de voorkeur om dat op een pragmatische, forfaitaire
manier te benaderen, zoals dat ook in Nederland is gebeurd?
législation relative aux droits
d'accise, on pourrait prétendre
dans ce cas au diesel réservé aux
applications industrielles et pour
lequel les droits d'accise sont
inférieurs. Ce n'est toutefois pas le
cas dans la pratique, car les
accords requis n'existent pas. Les
Pays-Bas se sont dotés d'un
système pragmatique de
remboursement basé sur des
forfaits. Ce système est d'ailleurs
conforme à la directive
2003/96/CE du Conseil du 27
octobre 2005. L'article 5 permet
aux États membres d'appliquer
sous contrôle fiscal des taux
d'imposition différenciés pour la
collecte de déchets, entre autres.

Le ministre va-t-il aussi instaurer
dans notre pays une procédure de
remboursement équitable? Le
ministre donnera-t-il le cas
échéant la priorité à une approche
pragmatique par forfaits?
14.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb enkele
weken geleden een antwoord gegeven in dat verband.

Mijnheer Verhaegen, ik kan u nog het volgende zeggen.

Momenteel laat de Belgische wetgeving alleen toe dat het verlaagd
accijnstarief op de brandstof voor de aandrijving van de
hulpapparatuur op vrachtwagens slechts kan worden toegepast indien
die aandrijving geschiedt via een apart brandstofreservoir en een
aparte motor.

Door de administratie Douane & Accijnzen wordt momenteel echter
een onderzoek gevoerd om na te gaan in welke omstandigheden en
onder welke voorwaarden het verlaagde tarief op de betrokken
brandstof zou kunnen worden toegestaan indien de aandrijving van de
bedoelde hulpapparatuur uitsluitend via de centrale motor van de
vrachtwagen zou geschieden. Dat is dus een verschil ten opzichte van
de huidige toestand. Het onderzoek is nog niet ver genoeg gevorderd
om reeds te kunnen zeggen of die versoepeling al dan niet mogelijk is
en op welke manier ze in voorkomend geval zal worden toegepast. Er
zijn een aantal problemen, ook voor de strijd tegen de fiscale fraude in
dat verband. Wij proberen om een correcte, praktische oplossing te
vinden.
14.02 Didier Reynders, ministre:
La législation belge prévoit que le
taux d'accises réduit ne peut être
appliqué que lorsque l'équipement
auxiliaire des camions est
actionné à l'aide d'un réservoir de
carburant et d'un moteur séparés.
L'administration des Douanes et
Accises examine actuellement à
quelles conditions le taux réduit
sur le carburant en question
pourrait être accordé lorsque
l'équipement auxiliaire n'est
actionné que par le moteur central.
L'étude n'est pas encore
suffisamment avancée pour nous
permettre de décider dès
maintenant d'une possibilité
d'assouplissement. Nous
essayons de dégager une solution
correcte et pratique.
14.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 14.03 Mark Verhaegen (CD&V):
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
minister, inderdaad, u wijst naar de Belgische wetgeving, maar
Europa staat zulks toe.

Ik heb ook trachten aan te tonen dat er in Nederland een werkbaar
systeem bestaat. Het gaat erom dat systeem goed te bekijken en
eventueel over te nemen, omdat wij in een open markt leven waar de
concurrentie toch belangrijk is. Als onze vervoerders hier benadeeld
worden dan zullen ook in concurrentievervalsing terechtkomen, zeker
in sectoren waar heel veel concurrentie bestaat. Ik denk bijvoorbeeld
heel concreet aan de afvalsector. Dat is een sector met grote
tewerkstelling van heel veel laaggeschoolden.

Ik ben dan ook van oordeel dat wij heel actief moeten zoeken naar
een systeem naar analogie van Nederland.

Ook Frankrijk heeft blijkbaar een systeem. U kunt dus een keuze
maken, mijnheer de minister.
L'Europe permet
l'assouplissement et nous
pouvons nous inspirer du système
néerlandais. Si nos transporteurs
sont désavantagés, ils
sont
victimes de distorsion de la
concurrence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de resultaten van het proefproject datamining" (nr. 7045)
15 Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
résultats du projet pilote en matière de datamining" (n° 7045)
15.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn
fractie verwacht heel veel van datamining. Op 3 mei heeft de
staatssecretaris een persbriefing georganiseerd waarop hij
meedeelde dat de resultaten van het eerste project, met 200 dossiers,
veelbelovend waren en dat men overgegaan is naar een tweede fase
waarin de controleurs zou worden gevraagd om te werken op de bijna
19.000 via datamining geselecteerde dossiers van de 300.000
dossiers.

Ik hoop ooit nog eens te kunnen praten met de verantwoordelijke van
die dienst. Er was al aangekondigd dat wij een bezoek zouden
brengen, maar in afwachting daarvan, en omdat ik het zo belangrijk
vind, heb ik een aantal vragen.

Ten eerste, de eerste vraag betreft de evaluatie. Als men dossiers
selecteert, dan doet men dat op basis van bepaalde aanwijzingen.
Werden die aanwijzingen bevestigd in de 200 dossiers die uiteindelijk
onderzocht werden? Ik meen dat dat een eerste test is van het
systeem. Men heeft bepaalde aanwijzingen en men selecteert de
dossiers. Is er na het onderzoek van de dossiers een correlatie tussen
de aanwijzing en de uiteindelijke bevindingen?

Ten tweede, waren er van de 200 dossiers onderzocht door de drie
nationale controlecentra?

Ten derde, werden de 18.839 nieuwe dossiers op dezelfde wijze en
met dezelfde criteria geselecteerd als die 200?

Ten vierde, voor mij is het nogal verwarrend, want in de communicatie
die ik daarover gekregen heb, stelt men het voor alsof er voor de 200
dossiers sprake is van een meeropbrengst van 3,3 miljoen. Ik heb
geprobeerd alles bij elkaar te zetten. Ik zie echt geen meeropbrengst.
15.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): Le 3 mai 2005, le secrétaire
d'Etat, M. Jamar, indiquait que les
résultats du premier projet en
matière de data mining sont
prometteurs. Il s'agissait de 200
dossiers. Dans une deuxième
phase, 19.000 dossiers environ
seront sélectionnés sur un total de
300.000. J'attends avec
impatience une discussion avec le
responsable du service.

Les dossiers sont sélectionnés sur
la base d'indices. Une corrélation
est-elle apparue entre ces indices
et les constats qui ont finalement
été posés? Certains dossiers ont-
ils été examinés par les trois
centres de contrôle nationaux?
Les 18.839 nouveaux dossiers
ont-ils été choisis de la même
manière que les 200 premiers?

Les 200 dossiers auraient généré
une recette supplémentaire de 3,3
millions d'euros, à ce qu'on dit. Je
ne comprends pas, toutefois,
comment cela est possible. Ne
s'agit-il pas de "recettes" plutôt
que de "recettes
supplémentaires"?
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Ik vermoed dat men bedoelt dat die 200 dossiers een opbrengst
gegenereerd hebben van 3,3 miljoen, of zie ik het verkeerd?

Ten slotte, hoe goed en veelbelovend datamining ook moge zijn, men
heeft ambtenaren nodig om de controle te doen. Het volstaat niet om
dossiers te selecteren; men moet ze ook controleren. Wat stel ik vast
met betrekking tot de BTW? Ten eerste, als ik de verschillende
jaarrapporten van de voorbije vijf jaar bekijk, dan zie ik een gestage
daling van het aantal gecontroleerde dossiers. Ik vermoed dat dat te
maken heeft met ­ ik heb eerder al de vinger op deze wonde gelegd ­
het dalen van het aantal of een tekort aan BTW-controleurs.

Een tweede vraag die ik wil stellen, is de volgende. Ik ben nu uit het
hoofd bezig, maar in 2003 werden in totaal ongeveer 16.000 BTW-
dossiers gecontroleerd en nu vraagt men de diensten om
18.800 dossiers te controleren. Hoe zal men dit groter aantal te
controleren dossiers opvangen?

Ten slotte, heb ik een vraag waarover ik mij de laatste dagen al het
hoofd heb gebroken. Ik meende dat datamining een techniek was die
ertoe zou leiden dat de controle zou gebeuren op dossiers die ons
meer opbrengst zouden kunnen genereren. Men heeft die dossiers
gedatamined. Als dat juist zou zijn, en ik geef toe dat 200 dossiers
een beperkt aantal is, zou de gemiddelde opbrengst van die 200
dossiers die via datamining werden geselecteerd toch hoger moeten
liggen dan de dossiers die bijvoorbeeld in 2003 door de AOIF-
controlecentra werden gecontroleerd.

Ik heb die berekening gemaakt en heb vastgesteld dat de gemiddelde
opbrengst van de 200 dossiers die via datamining werden
geselecteerd lager ligt dan de gemiddelde opbrengst van de dossiers
die in 2003 door de AOIF-controlecentra werden onderzocht. Dit lijkt
mij een paradoxale uitkomst. Ik heb mij daarover al het hoofd
gebroken en ik heb vermoedens. Deze vraag hoeft voor mij niet
vandaag te worden beantwoord, maar ik vind dit dossier belangrijk. Ik
vermoed dat dit enerzijds te maken heeft met de beperkte input in het
dataminingsysteem. Uit de beperkte informatie waarover ik beschik,
blijkt dat men alleen informatie die de BTW-belastingplichtige al moet
overmaken aan de fiscus in het kader van BTW-verplichting heeft
ingevoerd en niets meer.

Een tweede vermoeden dat ik heb, is dat de controle die in 2003 werd
uitgevoerd op 16.000 BTW-dossiers gebeurde door een aantal
ervaren controleurs die andere aanwijzingen hadden, die een intuïtie
en een neus hebben ontwikkeld voor de dossiers. Als dit klopt, vraag
ik mij af of het niet nodig is de input die nu beperkt blijft tot de
gegevens die de BTW-belastingplichtige al moet meedelen, aan te
vullen met aanwijzingen die de mensen in de praktijk en op het terrein
aanbrengen.

Ik herhaal dat ik die informatie graag zou krijgen. Ik ben echt ongerust
dat, als de 18.800 dossiers op dezelfde wijze werden geselecteerd en
als mijn berekeningen kloppen, dit betekent dat wij voor 2005 in plaats
van een meeropbrengst minder BTW-opbrengsten dreigen te hebben.

Tenzij er een verklaring is die mij ontsnapt. Toen mijn medewerker mij
die vraag voorlegde, heb ik die gewoon ondertekend maar nadien ben
ik mij beginnen afvragen of er iets is dat mij ontsnapt. De

Pour que le data mining soit
efficace, des fonctionnaires sont
nécessaires pour réaliser les
contrôles. En ce qui concerne la
TVA, le nombre de dossiers
contrôlés a constamment diminué
au cours des cinq dernières
années. Cette diminution est
probablement due à la pénurie de
contrôleurs. En 2003, environ
16.000 dossiers de TVA ont été
contrôlés. On souhaite à présent
que les services en contrôlent
18.800. Comment va-t-on
procéder?

Paradoxalement, la recette
moyenne des 200 dossiers
sélectionnés par le biais du data
mining est inférieure à celle des
dossiers examinés par les centres
de contrôle de l'AFER en 2003. Je
présume que ceci est dû à l'input
limité du système de data mining.
Nous risquons d'enregistrer moins
de recettes de TVA en 2005. Les
dossiers de data mining génèrent
en effet des recettes de TVA
moindres que les dossiers
contrôlés par l'AFER en 2003. Ou
une erreur se serait-elle glissée
dans le système?
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
gedataminde dossiers brengen gemiddeld minder op dan de dossiers
die in 2003 door de AOIF-controlecentra op het vlak van de BTW zijn
onderzocht. Als dat juist is, zit er ergens een fout in het
dataminingsysteem zoals het op dit ogenblik draait.
15.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, zoals de heer
Van der Maelen weet, maakt de aanwending van datawarehouse- en
dataminingtechnieken slechts een onderdeel uit van de in het
regeerakkoord en de diverse begrotingen genomen maatregelen
inzake verhoogde strijd tegen de fiscale fraude. De door
staatssecretaris Jamar tijdens zijn persconferentie van 3 mei 2005
aangehaalde cijfers van 310 en 325 miljoen euro slaan op het geheel
van de in het kader van de begrotingen van 2004 en 2005
weerhouden antifraudemaatregelen.

Eén, het is inderdaad zo dat de resultaten van de testfase inzake het
project datamining zeer positief zijn, hetgeen wellicht tot een zekere
voorzichtigheid noopt wat het extrapoleren van deze resultaten betreft
naar de volledige selectie van de in het kader van dit project te
controleren belastingplichtigen. U heeft gezegd dat het om 200
dossiers gaat en daarom moeten we zeer voorzichtig zijn met
extrapolaties.

Twee, een at random selectie ter vergelijking van het behaalde
resultaat tijdens de test wordt niet uitgevoerd omdat deze een te grote
investering zou vergen opdat ze voldoende belangrijk en dus
representatief zou zijn. Wel positief is de vergelijking met de
controleresultaten behaald door de polyvalente controlecentra, op
basis van de traditionele selectie-instrumenten. Ik zou u dan ook
willen vragen om in contact te treden met de mensen die
verantwoordelijk zijn voor zo'n dienst.

Ten derde, voor de eerste iteratie van het project datamining werden
geen dossiers behandeld door de nationale controlecentra.

Vier, deze dossiers werden inderdaad geselecteerd op basis van
dezelfde criteria als tijdens het proefproject. Ik wens evenwel te
specificeren dat op het niveau van de controlecentra het nuttig werd
geoordeeld om, gelet op de samenstelling van de populatie waarin de
eerste dataminingselectie werd uitgevoerd ­ kwartaalindieners ­ de in
de controlecentra beschikbare capaciteit te heroriënteren tot de
tweede modernisering inzake datamining beschikbaar zou zijn, medio
2005. Ik heb dit al gezegd in een vorig antwoord.

De klassieke controlediensten van de BTW en Directe Belastingen
zullen de selectie op basis van de eerste iteratie wel verder afwerken.
Het aantal van 18.839 dossiers dient bijgevolg enigszins genuanceerd
te worden.

Dit cijfer vertegenwoordigt het totaal aantal dossiers dat werd
verzonden naar de controlediensten. Rekeninghoudend met het feit
dat bepaalde dossiers wegens diverse redenen niet werden
weerhouden voor onderzoek, bedraagt het totaal daadwerkelijk te
controleren dossiers in het kader van het dataminingproject,12.967.
Er is een groot verschil tussen de twee cijfers, ongeveer 6000. Met
zo'n verschil is er een probleem inzake het gemiddelde. Er is het
aantal verzonden dossiers naar de controlecentra en het aantal reële
controles.
15.02 Didier Reynders, ministre:
Le recours aux nouvelles
technologies ne constitue qu'un
aspect des mesures de lutte
contre la fraude fiscale. Les
chiffres de 310 et de 325 millions
d'euros évoqués le 3 mai par le
secrétaire d'Etat, M. Jamar,
concernent les mesures anti-
fraude retenues en 2004 et en
2005.

Les résultats de la phase de test
du projet de data mining sont très
positifs mais une certaine
prudence est de mise pour
l'extrapolation de ces résultats à
l'ensemble des contribuables. Il
n'est pas procédé à une sélection
aléatoire qui exigerait un
investissement trop important pour
être représentative. La
comparaison avec les résultats du
contrôle des centres de contrôle
polyvalents à l'aide des
instruments de sélection
traditionnels est toutefois positive.
Pour la première et la deuxième
itération du projet de data mining,
aucun dossier n'a été traité par les
centres de contrôle nationaux.

Les dossiers ont été sélectionnés
sur la base des mêmes critères
que ceux appliqués pour le projet
pilote. Le nombre de 18.839
dossiers doit être quelque peu
nuancé. Il s'agit du nombre de
dossiers envoyés aux services de
contrôle mais le nombre de
dossiers effectivement contrôlés
est de 12.967.

Les résultats du projet sont
considérés comme des recettes
supplémentaires. Le mode de
calcul ne diffère pas de celui utilisé
dans le cadre d'autres actions de
contrôle. Le projet tend à une
utilisation optimale de la capacité
de contrôle disponible par la
sélection de certains dossiers à
l'issue d'une enquête préalable.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38

Ten vijfde, de resultaten van het dataminingproject worden als
meeropbrengst beschouwd. De berekeningswijze ervan verschilt niet
van deze in andere controleacties. Inzake BTW wordt de opbrengst
gevormd door het totaal bedrag aan ingevorderde rechten en boeten.
Inzake inkomstenbelastingen kan de evaluatie slechts nadien
gebeuren vermits het onmiddellijk controleresultaat slechts resulteert
in een inkomstenverhoging.

Ten zesde, het dataminingproject strekt in essentie ertoe de
beschikbare controlecapaciteit optimaal aan te wenden door na
vooronderzoek bepaalde dossiers te selecteren. De aanwending van
specifieke dataminingtechnologie zal ertoe strekken om de
controlecapaciteit te optimaliseren.

Mijnheer de voorzitter, ik herhaal. Er was een testfase en daarna
volgen een eerste en een tweede iteratie. Daarna moet er
geëvalueerd worden, niet alleen de resultaten inzake controles en de
selectie van de dossiers, maar ook de dataminingmethode in het
algemeen en de toepassing van zo'n methode in het
informaticasysteem. We moeten de evaluatie afwachten alvorens
conclusies te trekken. Ik herhaal dat datamining een methode is om
een betere selectie van dossiers te bekomen. Na de evaluatie zal
moet blijken of dit inderdaad het geval is en of men een betere
selectie heeft bereikt. Indien dit niet het geval is, moet eventueel
overwogen worden andere methodes te zoeken of de methode te
wijzigen, bijvoorbeeld via andere parameters. Ik wacht de integrale en
totale evaluatie af om conclusies te trekken.

Nous attendons l'évaluation avant
de prendre des décisions
concernant la sélection, la
méthode et la mise en oeuvre dans
notre système informatique.
15.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, laat het duidelijk zijn. Ik bevestig mijn geloof in
de techniek van datamining. In Nederland en Canada werkt het
perfect.
15.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): Je continue à croire en
cette technique parce qu'elle
fonctionne parfaitement aux Pays-
Bas et au Canada et qu'elle
permet une utilisation optimale de
la capacité de contrôle.
15.04 Minister Didier Reynders: In het buitenland werkt alles altijd
perfect.
15.04 Minister Didier Reynders:
15.05 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Ik zal het anders formuleren.
Het is bewezen dat de techniek toelaat om een optimalisatie van de
controlecapaciteit te bereiken. Het systeem moet ook in ons land
kunnen werken.

Ten tweede, ik geef grif toe dat we voorzichtig moeten zijn om op
basis van 200 dossiers conclusies te trekken. Als wij voorzichtig zijn,
moet de staatssecretaris dat echter ook zijn.
15.05 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): La prudence est toutefois
de mise: ...
15.06 Minister Didier Reynders: (...)
15.06 Minister Didier Reynders:
15.07 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Maar de staatssecretaris
heeft de persbriefing gegeven en de ambtenaar die hem vergezelde,
heeft zelfs de extrapolatie gemaakt en gezegd dat, als wij 18.000
dossiers doen ­ het is de eerste keer dat ik het cijfer hoor van 12.000
­, we 300 miljoen meer opbrengst hebben. Ik blijf dat raar vinden. Als
men 18.800 dossiers zou behandelen, dan kan men gelet op de
beperkte controlecapaciteit niet de andere dossiers doen. In 2003
15.07 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): ... le rapport annuel de
2003 mentionnait le chiffre de
23.000 euros par dossier à titre de
recettes moyennes, alors que le
projet génère 16.000 euros en
moyenne. Une moins-value de
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
heeft men er 16.000 kunnen behandelen. Het is het ene of het andere
dat men gaat doen. Ik heb dus mijn twijfels over de meeropbrengst.

Ten derde, ik blijf toch bij mijn vraag en ik zou graag hebben dat men
niet wacht tot men de 12.000 dossiers, het aantal dat nu in de praktijk
blijkt, gaat afhandelen, om mij een bevredigend antwoord te geven op
mijn volgende heel simpele vaststelling. Ik lees de cijfers van het
jaarrapport 2003: controles directe belastingen en BTW, 36.000
dossiers, totale opbrengst 840 miljoen, gemiddeld per dossier 23.000
euro. De 200 dossiers van het proefproject: opbrengst BTW en
directe belastingen 3,3 miljoen, of 16.000 euro gemiddelde opbrengst.
Dat is dus een minopbrengst van 7.000 euro. Daaruit kan men toch
alleen maar de conclusie trekken dat er iets fout zit met de manier
waarop we de dossiers selecteren. In plaats van de fout uit het
proefproject met 200 dossiers te herhalen voor 12.000 dossiers, lijkt
het mij goed dat men zich daar nu direct eens over buigt om
eventueel "rectifier le tir" voor de 12.000 dossiers. Als de conclusie die
ik op basis van die cijfers trek, juist is, zullen we immers een
belangrijke minopbrengst voor de BTW-controle noteren. Dat willen
we niet; we willen minstens dezelfde en liefst, als het kan ­ daarom
leveren we ook inspanningen op het vlak van datamining ­ meer
opbrengst, omdat we meer gericht controleren waar we denken dat er
iets te vinden is.
7.000 euros par dossier peut être
révélatrice d'une erreur dans le
système. Nous devons identifier
cette erreur. Nous voulons en effet
atteindre à tout le moins les
mêmes recettes et de préférence,
même davantage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"het aantal ingediende aangiften in de personenbelasting" (nr. 7052)
16 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
nombre de déclarations à l'impôt des personnes physiques qui ont été introduites" (n° 7052)
16.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zou dit dossier graag afsluiten, want ik zit er al
maanden mee! Een maand geleden heeft de staatssecretaris mij de
cijfers beloofd en daarom durf ik de vraag nu opnieuw aan u stellen.

Wij hebben een vermoeden dat er meer geïnd wordt in Vlaanderen
door minder personeel. De cijfers van de ontvangkantoren zijn
belangrijker dan die van de controlecentra waarnaar collega Bogaert
altijd heeft gevraagd, want niet alle verhogingen worden na controle
ook effectief geïnd.

Graag kreeg ik een antwoord op mijn reeds op 1 maart 2005 gestelde
vraag, namelijk hoeveel aangiften in de personenbelasting werden
ingediend of doorgestuurd van de taxatiekantoren naar de
ontvangkantoren. Ik heb geprobeerd om representatieve kantoren te
nemen uit de 3 gewesten bij het opstellen van mijn lijst: Beveren,
Kontich, Vorst, Jette, Izegem, Eeklo, Courcelles, Ath, Herstal, Genk,
Bastogne, Jodoigne en Diest. Het zijn dezelfde kantoren als vermeld
in mijn schriftelijke vraag en daarom had ik nu graag van u het aantal
doorgestuurde inkohieringen naar deze kantoren gekregen, om dan te
kunnen besluiten of het inderdaad zo is volgens de eerste antwoorden
die ik heb gekregen, dat het de Vlaamse ontvangkantoren zijn die het
meeste innen met het minste personeel en dat Ath, Courcelles en
Bastogne of de Waalse ontvangkantoren onder aan de lijst staan en
veel minder innen met in verhouding veel meer personeel. Kan ik van
u die cijfers krijgen, mijnheer de minister?
16.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Je soupçonne que les
bureaux des recettes flamands
perçoivent plus d'impôts que les
bureaux wallons, qui plus est avec
moins de personnel. Voilà
pourquoi j'aimerais obtenir une
réponse à ma question écrite n°
582 du 1
er
mars 2005. Combien de
déclarations à l'impôt des
personnes physiques les services
de taxation ont-ils envoyées aux
bureaux des recettes, pour les
bureaux représentatifs suivants:
Beveren, Kontich, Forest, Jette,
Izegem, Eeklo, Courcelles, Ath,
Herstal, Genk, Bastogne,
Jodoigne et Diest?
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
16.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Govaerts, op 27 april 2005 is in antwoord op uw mondelinge vraag
nummer 6381 reeds meegedeeld dat de administratie werkt aan een
methode om een verband te leggen tussen de in uw vraag vermelde
ontvangkantoren en de inkohiering door de taxatiekantoren bij wie de
aangiften in de personenbelasting worden ingediend.

Het ontwikkelen van een bijzondere methode om over de gevraagde
statistische gegevens te kunnen beschikken, is noodzakelijk omdat de
ambtsgebieden van de ontvangkantoren en de taxatiekantoren niet
noodzakelijk overeenstemmen. Wij proberen nieuwe statistieken te
bekomen.

Mijn administratie deelt mij thans mee dat de inlichtingen waarnaar u
ook in uw schriftelijke vraag nummer 671 van 1 maart 2005 hebt
gevraagd eind deze week beschikbaar zullen zijn. Een definitief
antwoord op uw voormelde schriftelijke vraag zal u dan ook zo vlug
mogelijk worden verstrekt.
16.02 Didier Reynders, ministre:
En réponse à la question orale
n° 6381 de Mme Govaerts, j'ai dit
le 27 avril 2005 que mon
administration préparait une
méthode destinée à établir un
rapport entre les bureaux des
recettes mentionnés et les
enrôlements par les bureaux de
taxation.

La mise au point d'une méthode
tellement particulière permettant
de disposer des données
statistiques demandées est
indispensable, les ressorts des
bureaux de recettes et de taxation
ne coïncidant pas nécessairement.

Nous répondrons le plus
rapidement possible à la question
écrite du 1
er
mars 2005 de Mme
Govaerts. Mon administration
disposera des informations
requises avant la fin de la
semaine.
16.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik zal mijn dossier eindelijk kunnen afsluiten.

Ik ben er mij van bewust dat de ambtsgebieden niet allemaal
overeenstemmen. Het is precies daarom dat ik om het aantal
inkohieringen had gevraagd om een betere vergelijking te kunnen
maken.

Ik mag uw schriftelijk antwoord dus verwachten?
16.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Je pourrai donc enfin
finaliser ce dossier. Je suis
consciente que les ressorts ne
coïncident pas parfaitement. C'est
précisément pour cette raison que
j'ai demandé le nombre de
dossiers enrôlés. Je peux donc
attendre une réponse écrite?
16.04 Minister Didier Reynders: Ik herhaal dat mijn eerste
doelstelling is tot een correcte inning te komen en daarna misschien
een aantal statistieken per regio, per gemeente, per belastingplichtige
te laten opstellen. Ik wil echter eerst en vooral een correcte inning van
de belastingen.
16.04 Didier Reynders, ministre:
Mon objectif premier est la
perception correcte de l'impôt.
Cela dit, je pourrais peut-être
établir des statistiques ventilées
selon la région, la commune, voire
le contribuable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
verhuis van de diensten van Financiën te Gent" (nr. 7063)
17 Question de M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
déménagement des services des Finances de Gand" (n° 7063)
17.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik had u graag een paar vragen gesteld over de verhuis van
de diensten van Financiën in Gent. Een aantal krantenartikelen en
ook de diensten zelf maken immers melding van heel wat problemen
17.01 Tony Van Parys (CD&V):
D'après la presse, les services des
Finances de Gand auraient des
objections à formuler à propos de
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
en bezwaren tegen de op til zijnde verhuis naar de Zuiderpoort in
Gent.

Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen.

Ten eerste, hoeveel oppervlakte werd ingehuurd in de Zuiderpoort?
Voor welke diensten? Is er voldoende ruimte? Men signaleert mij
immers dat er een gevecht is tussen de diensten voor enkele
vierkante meters. Dat is werkelijk bijzonder demotiverend voor deze
mensen.

Ten tweede, hoeveel personeelsleden zijn bij deze verhuis betrokken?

Ten derde, wat is de huurprijs voor deze nieuwe inhuring? Wat is
hierin inbegrepen en wat moet nog worden betaald door de Regie
en/of door de bezettende diensten?

Ten vierde, wat is de ingangsdatum van het contract? Waarom wordt
deze niet gerespecteerd? Wat is het gevolg voor de Regie der
Gebouwen en de bezettende diensten?

Ten vijfde, wat zijn de verplichtingen van de bouwheer-eigenaar
ingevolge de stedenbouwkundige vergunning? Heeft de bouwheer-
eigenaar deze verplichtingen nageleefd?

Dan heb ik nog een aantal vragen over het gebouw dat men zou
moeten verlaten.

Ten zesde, welke gebouwen worden verlaten en wat zal daarmee
gebeuren?

Ten zevende, wat is de huurprijs van de verlaten gebouwen?

Ten achtste, worden in het bestaande gebouw aan de Ramen werken
uitgevoerd met het oog op een verlenging van het huurcontract? Wat
is de huurprijs nu en wat zal hij zijn na de werken? Diende de
eigenaar de werken niet reeds zeer lang uitgevoerd te hebben?
Hoelang zitten de diensten van Financiën reeds in dit gebouw?

Ten negende, wat zal de minister doen voor de mobiliteit van de
personeelsleden in de Zuiderpoort?

Ten tiende, waarom worden niet alle diensten gecentraliseerd, wat
een evidente oplossing zou zijn voor dit dossier?

Tot daar enkele vragen in verband met de verhuis van de diensten
van Financiën te Gent.
leur transfert vers le complexe de
bâtiments Zuiderpoort. Le ministre
pourrait-il nous fournir des
précisions sur ce déménagement?
Combien de mètres carrés
l'administration a-t-elle loués dans
le complexe Zuiderpoort et pour
les besoins de quels services?
Quel est le montant du loyer et
quand le bail entrera-t-il en
vigueur? Ce délai sera-t-il
respecté? Le propriétaire se
conforme-t-il aux contraintes
urbanistiques qui lui sont
imposées? Quel sera le sort des
bâtiments abandonnés? Qu'en
sera-t-il des travaux entrepris au
bâtiment du complexe Ramen? Le
déménagement causera-t-il des
problèmes de mobilité aux
membres du personnel? Pourquoi
ne pas centraliser tous les
services?
17.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik zal 10
antwoorden geven op de 10 gestelde vragen.

Ten eerste, de ingehuurde oppervlakte in de Zuiderpoort bedraagt
29.807 m² bovengrondse kantoorruimte, 2.934 m² ondergrondse
ruimte en 266 plaatsen in een ondergrondse parking.

Het complex werd ingehuurd voor de huisvesting van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, de Regie der
Gebouwen en de FOD Financiën, voor de drie diensten dus. De
17.02 Didier Reynders, ministre:
Le complexe de bâtiments
Zuiderpoort totalise 30.000 m
2
de
bureaux. Il accueille l'AFSCA, la
Régie des bâtiments et le SPF
Finances, soit un total de 1.063
personnes. Le loyer est conforme
aux prix pratiqués sur le marché et
se monte à un total de 4,4 millions
d'euros par an. Les frais
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
ingehuurde oppervlakte is gesteund op het door de inspecteur van
financiën goedgekeurde behoefteprogramma.

Ik kom aan uw tweede vraag. Het betreft de huisvesting van 1063
personen: 873 voor Financiën, 80 voor de Regie der Gebouwen en
110 voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen.

De huurprijzen bedragen 139 euro/m² voor de bovengrondse
voorzieningen, 69,50 euro/m² voor de ondergrondse archieven en
1250 euro per plaats voor de parkeerplaatsen. Deze huurprijzen zijn
marktconform. Het is kwalitatieve nieuwbouw met een gunstige
ligging. De berekening van de totale jaarlijkse huurprijs is 4.469.561
euro.

De inrichtingskosten bedragen 200 euro/m². De helft hiervan wordt
ten laste genomen door de Regie der Gebouwen. De andere helft
wordt ten laste genomen door de eigenaar.

Alle belastingen, taksen, retributies, van welke aard ook, met inbegrip
van de onroerende voorheffing, zijn ten laste van de huurder. De
raming van de onroerende voorheffing is 320.556 euro per jaar. Het
aandeel in de gemeenschappelijke lasten, de schoonmaak van de
gemene delen, de schoonmaak van de buitenkant van de ramen,
onderhoudscontracten technieken en verbruik van gas, elektriciteit en
water in de gemene delen, worden geraamd op 24 euro/m³ of 641.112
euro per jaar, ten laste van degenen die het gebouw bezetten.

Uw vierde vraag ging over de ingangsdatum van het contract. De
ingangsdatum van het contract is 1 april 2005. Omdat het gebouw niet
ter beschikking werd gesteld op deze datum werd de eigenaar in
gebreke gesteld. De gevolgen hiervan zijn dat de verhuisoperatie
enkele maanden vertraging zal oplopen. Het was echter niet zo dat
alle diensten van vandaag op morgen zouden verhuizen. De operatie
zou toch enkele maanden in beslag hebben genomen. Er dienen
geen huurcontracten verlengd te worden. De aanpassing van het
gebouw Kouterpoort tot Rijksarchief zal zoals gepland pas in 2006
starten.

Na de verhuisoperatie zal nagegaan worden welke financiële impact
de te late terbeschikkingstelling heeft gehad. Er zal niet geaarzeld
worden om desgevallend een schadeclaim in te dienen. Op dit
moment wordt er nog volop onderhandeld over de te late
terbeschikkingstelling.

Wat uw vijfde vraag betreft, kan ik het volgende antwoorden. De
eigenaar dient een voetgangersbrug over de Schelde te voorzien. De
wegenis dient te worden aangepast om een vlotte verkeerssituatie
mogelijk te maken en er dient een bushalte te worden aangelegd. De
eigenaar zal aan die verplichtingen gehouden worden.

Wat betreft uw zesde vraag over de verschillende gebouwen, kan ik
het volgende zeggen: Gent, poel 14: ingehuurd gebouw, diensten van
Financiën (AOIF) gaan naar Zuiderpoort. Afhankelijk van het resultaat
van een lopend onderzoek naar de mogelijke centralisatie van de
overige federale diensten zal het contract worden verlengd of
opgezegd.
d'aménagement sont pour moitié à
charge de la Régie et pour moitié
à charge du propriétaire. Les
preneurs supportent tous les
autres frais et charges.

Le bail est entré en vigueur le 1
er
avril 2005. Le propriétaire a été
mis en demeure parce qu'il n'a
pas mis le bâtiment à disposition à
cette date. De ce fait, le
déménagement a subi quelques
mois de retard. Le cas échéant,
mon administration introduira une
action en dommages-intérêts.

Le propriétaire est également tenu
d'aménager une passerelle pour
piétons, de meilleures voies
d'accès et un arrêt d'autobus.

La plupart des baux en cours ont
été résiliés et un bâtiment a été
vendu. Nous conserverons peut-
être quelques contrats à l'issue de
l'étude menée sur la centralisation
éventuelle des autres services
fédéraux. Le loyer relatif à
l'ensemble de ces bâtiments
s'élève à près de 2,2 millions
d'euros par an.

En 2004, le propriétaire du
complexe Ramen a réalisé des
travaux de rénovation sans avoir
obtenu la garantie d'une
reconduction du bail.

Une étude est toujours en cours à
propos de la centralisation des
autres services fédéraux. Nous
examinons actuellement les
surfaces disponibles sur le
marché. Les services
potentiellement concernés sont les
SPF Santé publique, Economie,
Emploi, Intérieur et Sécurité
sociale.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
Gent, Ramen 1: ingehuurd gebouw, diensten van Financiën (AOIF)
gaan naar Zuiderpoort. Afhankelijk van het resultaat van een lopend
onderzoek naar de mogelijke centralisatie van de overige federale
diensten zal het contract worden verlengd of opgezegd.

Gent, Savaanstraat 11: eigendom Regie der Gebouwen. Dat gebouw
wordt verkocht.

Gent, Federaal administratief centrum Ter Platen: ingehuurd gebouw,
blijft behouden voor de centralisatie van alle overige diensten van de
FOD Financiën, met name AKRED en Douane. Het Federaal
Agentschap FAVV verlaat Ter Platen voor de Zuiderpoort. De overige
federale diensten verlaten Ter Platen voor een andere centralisatie.

Gent, Zwijnaardesteenweg: ingehuurd gebouw, contract wordt
opgezegd.

Kortrijksesteenweg: ingehuurd gebouw, contract wordt opgezegd.

Ravensteinstraat 2: ingehuurd gebouw, contract wordt opgezegd.

Hetzelfde geldt voor Merelbeke, Hundelgemsesteenweg: ingehuurd
gebouw, contract wordt opgezegd.

Uw zevende vraag gaat over de huurprijs van de verlaten gebouwen.

Gent, Poel 14: 987.630,52 euro, inbegrepen de onroerende
voorheffing van 2004.

Gent, Ramen 1, met dezelfde onroerende voorheffing van 2004:
726.311,62 euro.

Gent, Zwijnaardesteenweg: 211.671,35 euro.

Gent, Kortrijksesteenweg: 130.287,39 euro.

Ravensteinstraat 2: 58.088,30 euro, indexatie per 1 juni 2005.

Merelbeke, Hundelgemsesteenweg: 2.836,27 euro.

De exacte bepaling van de verlaten gebouwen zal gebeuren nadat de
verdere centralisatie van de andere federale diensten zal zijn
vastgelegd.

Wat uw achtste vraag betreft, in het bestaande gebouw Ramen
werden door de eigenaar renovatiewerken uitgevoerd in de loop van
2004. Deze werken gebeurden zonder enige garantie op een
verlenging van het huurcontract. De noodzakelijke werken maakten
vooraf meermaals een onderdeel uit van overleg met de eigenaar.
Mede door het gelijktijdig opstarten van het project Zuiderpoort,
resulteerde dit overleg niet in een nieuw huurcontract. Alles zal
afhangen van de definitieve beslissing rond verdere centralisatie van
de federale diensten.

Wat uw negende vraag betreft, zoals reeds gezegd, zal in een aparte
bushalte worden voorzien.

Wat uw laatste vragen betreft, het aanbod op de kantoormarkt wordt
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
momenteel onderzocht om de centralisatie van de volgende overige
federale diensten te realiseren.

Ten eerste, voor de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu: de dienst Medex, die nu gehuisvest is in
AC Ter Plaeten en de Provinciale Geneeskundige Commissie, de
Farmaceutische Inspectie, de Gerechtelijke geneeskundige dienst,
die nu eveneens in AC Ter Plaeten gehuisvest zijn.

Ten tweede, voor de FOD Economie: de dienst Kwaliteit en Veiligheid
en de dienst Controle en Bemiddeling die in AC Ter Plaeten
gehuisvest zijn en de dienst Statistiek en Economische Informatie, die
nu gehuisvest is in de Coupure Rechts 414.

Ten derde, voor de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal
Overleg: de directie Toezicht Welzijn op het Werk, die nu gehuisvest
is in AC Ter Plaeten, en de Inspectie van de sociale wetten, die nu
gehuisvest is in de Delvauxstraat 2.

Ten vierde, voor de FOD Binnnelandse Zaken: de dienst Rijksregister,
die nu gehuisvest is in AC Ter Plaeten.

Ten vijfde, voor de FOD Sociale Zekerheid: de dienst Sociale
Inspectie, die nu gehuisvest is in de Delvauxstraat 2.

Ik heb een kopie voor de heer Van Parys.

De voorzitter: U kon wellicht niet alles noteren, mijnheer Van Parys?
17.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik heb niet alles kunnen noteren en
ik dank de minister, omdat ik een kopie krijg. Ik dank u ook voor uw
antwoord waaraan ik nog de volgende beschouwing wil wijden.

Ten eerste, het gaat hier over heel veel geld van de overheid: een
huurprijs van 4.969.000 euro per jaar. Daarbij komt nog dat de helft
van de inrichtingskosten, 200 euro per m² voor 30.000 m², door de
Regie moet worden betaald. Ik had gehoopt dat al dat geld minstens
de diensten de ruimte zou hebben versterkt die nodig is om goed te
functioneren. Dat is op dit ogenblik niet het geval, gelet op de enorme
bestaande problemen.

Voor dat geld had men een volledige centralisatie van alle diensten
moeten kunnen bereiken. Ik wil dit toch bijzonder betreuren. Ik wil ook
toch even de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid terzake van
de bouwheer-eigenaar die inderdaad nagelaten heeft om het gebouw
beschikbaar te stellen vanaf 1 april 2005. Ik denk dat als men aan
dergelijke mooie voorwaarden zijn gebouw kan verhuren men toch
minstens in staat zou moeten zijn om het gebouw tijdig en volledig
beschikbaar te stellen. Het is mij ook niet duidelijk op welke termijn de
bouwheer-eigenaar zijn verplichtingen zal nakomen ingevolge de
stedenbouwkundige vergunning. Die brug moet er komen, de
bushalte moet er komen. U zegt dat hij daartoe gehouden zal zijn. Nu,
tegen 1 april 2005 had hij dat al moeten doen. Ik wil dus toch zeer
scherp aanklagen dat de bouwheer-eigenaar hier toch zeer nalatig is
geweest. Ik noteer dat er een schadeclaim zal worden ingediend. Ik
reken erop dat men hier de verantwoordelijkheden zal leggen waar ze
moeten gelegd worden. Voor het overige zal ik graag uw antwoord
nog verder analyseren om in staat te zijn nog beter inzicht te krijgen in
17.03 Tony Van Parys (CD&V):
Je saurais bien entendu gré au
ministre de me faire parvenir sa
réponse par écrit afin de pouvoir
étudier cette matière plus en
détail. Par ailleurs, il s'agit en
l'occurrence d'un investissement
considérable des pouvoirs publics
qui aurait dû améliorer le
fonctionnement des services. Le
maître de l'ouvrage et propriétaire
porte donc une responsabilité
écrasante dans ce dossier,
puisqu'il n'était pas à même de
respecter ses engagements pour
ce qui est de mettre le bâtiment à
disposition dans les délais. Reste
à savoir également comment et
quand il compte respecter ses
obligations urbanistiques relatives
au pont et à l'arrêt de bus qu'il
reste à aménager. Nous notons
cependant qu'une demande en
dommages et intérêts sera
introduite et nous suivrons ce
dossier de près.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
het dossier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Interpellatie van de heer Patrick De Groote tot de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de verzending van de aangiften in de personenbelasting" (nr. 603)
18 Interpellation de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'envoi
des déclarations à l'impôt des personnes physiques" (n° 603)
18.01 Minister Didier Reynders: Dat is dezelfde vraag als die van de
heer Bogaert?
18.02 Patrick De Groote (N-VA): Nee, mijnheer de minister. Dat is
een goede grap, maar zij is niet helemaal dezelfde, hoor.

De vraag: "Waar blijven de aangifteformulieren voor de
personeelsbelasting?" is misschien een heel eigenaardige vraag.
Waarom? Omdat niemand echt zit te wachten op zijn belastingbrief. Ik
toch niet. Ik weet niet of u dat doet, maar ik niet.
18.03 Minister Didier Reynders: Misschien de heer Bogaert wel?
18.04 Patrick De Groote (N-VA): Misschien de heer Bogaert.

Uiteindelijk is mijn vraag er gekomen omdat de werkwijze waarop
alles gebeurt, mij nogal eigenaardig lijkt. In een intern document van
de Administratie van Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit, nr. 23
van 11 mei 2005, staat te lezen: "De massale verzending van de
aangiften, aanslagjaar 2005, wordt gespreid over een periode van vijf
weken vanaf 25 april en verloopt in deze volgorde: Franstalige
aangiften, Nederlandstalige aangiften en daarna Duitstalige
aangiften." Niettegenstaande, mijnheer de minister, het verschillende
tijdstip van verzending is voor al die aangiften de uiterste datum van
terugzending bepaald op 30 juni. Dat heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat
Franstaligen meer tijd krijgen voor het invullen van hun
personenbelastingaangifte dan de Nederlandstaligen en de
Duitstaligen.

Het laattijdig indienen wordt, zoals u wel weet, bestraft met boetes en
een eventuele verhoging van de belastingen. Ik waardeer dat u de
Vlamingen zo hoog inschat dat u denkt dat zij veel minder tijd nodig
hebben om het nieuwe belastingformulier in te vullen, maar ik denk
dat dit toch een overschatting van uwentwege is. Het gaat immers
over het nieuwe formulier ­ de heer Bogaert noemt het een
lottoformulier ­ dat men moet invullen, met de nieuwe regelgeving, en
daar is wel heel wat tijd voor nodig.

Ik vraag straks in een motie of u bereid bent te sleutelen aan die
einddatum van de terugzending van het aangifteformulier van de
personenbelasting. Ik citeer even: "...om de voorziene tijd voor
terugzending van de personenbelasting voor Nederlandstaligen en
voor Duitstaligen met een maand te verlengen, gezien de huidige
uiterste datum van terugzending van de aangifte van de
personenbelasting, vastgesteld op 30 juni, in strijd is met het
gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel." De gelijke
behandeling van de inwoners van het land staat ingeschreven in de
Grondwet en wordt door het ministerie van Financiën op basis van
18.04 Patrick De Groote (N-VA):
Bien que personne ne soit
vraiment impatient de recevoir sa
déclaration fiscale, je souhaite
néanmoins consacrer une
interpellation à la différence dans
les dates d'envoi pour les
formulaires francophone,
néerlandophone et
germanophone. Selon une note
interne, les déclarations fiscales
sont envoyées massivement sur
une période de cinq semaines à
partir du 25 avril 2005. Les
formulaires de déclaration
francophones sont envoyés en
premier lieu, ensuite les
néerlandophones et enfin les
germanophones. Pour l'ensemble
des déclarations, la date-limite de
renvoi est fixée au 30 juin 2005. Le
renvoi tardif est sanctionné de
lourdes amendes et d'un
accroissement d'impôt.

Nous estimons que cette pratique
porte atteinte au principe d'égalité
au détriment de la population
néerlandophone et
germanophone. Bien que celles-ci
disposent manifestement de
moins de temps pour compléter
leur déclaration fiscale, les mêmes
sanctions sont appliquées en cas
de renvoi tardif de la déclaration.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
taalaanhankelijkheid geschonden.

U had in een persconferentie meegedeeld dat alle
belastingformulieren tegen 27 mei bij de burger zouden zijn. Ik ken
heel wat Nederlandstaligen die nu, op datum van vandaag, hun
belastingbrief nog altijd niet hebben ontvangen.

Ik heb nog een paar bijkomende vragen.

Hoe gebeurt de verzending voor de bewoners van Brussel?

Hoe verdedigt u de discriminatie van de Nederlandstaligen en de
Duitstaligen, die hun belastingbrieven later ontvangen?

Welke maatregelen zult u nemen om daaraan een einde te maken?

Hoe staat het met de boetes, die achteraf worden bedeeld, vermits de
termijn voor Vlamingen en Duitstaligen ook korter zal zijn?
Le ministre avait promis à cet
égard que tous les citoyens
disposeraient de leur formulaire de
déclaration le 27 mai, alors que ce
n'est pas le cas. Je déposerai dès
lors une motion pour différer la
date-limite de remise des
déclarations.

Comment l'expédition est-elle
organisée pour les habitants de
Bruxelles? Comment le ministre
justifie-t-il cette forme de
discrimination? Quelles mesures
le ministre prendra-t-il pour mettre
un terme à cette discrimination?
Qu'en est-il des amendes
éventuelles en cas de renvoi
tardif?
18.05 Minister Didier Reynders: Mijnheer De Groote, wat Brussel
betreft werden de aangiften van de personenbelasting voor het
aanslagjaar 2005 voor de inkomsten van 2004 van de
Nederlandstalige belastingplichtigen onmiddellijk na die van de
Franstalige belastingplichtigen verzonden.

De verspreiding van de belastingaangifte wordt elk jaar voor heel het
land zodanig georganiseerd dat de wettelijke termijn van één maand
voor het indienen ervan kan worden gerespecteerd. Gelet op het groot
aantal aangiften in de personenbelasting, bijna zes miljoen, is het om
praktische redenen noodzakelijk dat de verzending ervan wordt
opgesplitst. Bovendien wordt de volgorde van verzending elk jaar
herzien, zodat de gelijke behandeling van alle belastingplichtigen
wordt verzekerd.

Er zijn dus elk jaar veel veranderingen in dat verband, maar ik herhaal
dat we sinds 25 mei klaar zijn met alle brieven. Ik denk dat het
normaal is te werken met een termijn van één maand, zoals
vastgelegd in de wet. Ik denk dat er geen probleem is in dat verband.
18.05 Didier Reynders, ministre:
Pour Bruxelles, les déclarations en
néerlandais ont été envoyées
immédiatement après les
déclarations en français. La
distribution des déclarations
fiscales est organisée de façon
telle que le délai légal d'un mois
pour le dépôt de la déclaration
puisse être respecté. Etant donné
qu'il y a six millions de
déclarations, leur envoi doit être
scindé. L'ordre d'envoi est
différent chaque année de façon à
garantir l'égalité de traitement
entre tous les contribuables.

L'envoi a eu lieu aux alentours du
25 mai et chaque contribuable
dispose du délai légal d'un mois
pour compléter et renvoyer sa
déclaration. Donc, aucun
problème ne se pose cette année-
ci.
18.06 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, alle burgers
van ons land moeten toch evenveel tijd hebben. Met het systeem dat
u hanteert, hebben ze niet evenveel tijd.

U moet er ook rekening mee houden, mijnheer de minister, dat de
belastingadministratie na vier jaar studeren op 14 april met vijf nieuwe
circulaires komt aandraven die, wat mij betreft, het belastingsysteem
een beetje ingewikkelder maken. Ik heb het dan vooral over de regels
die constant wijzigen. Als ik mij niet vergis, zijn de vijf circulaires goed
voor 142 bladzijden nieuwe regelgeving. Ik heb zo de indruk dat de
VLD een congres om het belastingsysteem te vereenvoudigen, zal
organiseren. Daartoe organiseert men eerst de chaos om te kunnen
aantonen dat een vereenvoudiging van het systeem eigenlijk wel goed
18.06 Patrick De Groote (N-VA):
Tous les citoyens ont droit à
l'égalité de traitement et, en cette
matière, ils en sont spoliés. En
outre, le 14 avril, les services
fiscaux ont encore envoyé cinq
circulaires truffées d'innovations
fiscales complexes. Par surcroît,
je soutiens qu'à l'heure où nous
parlons, un certain nombre de
citoyens n'ont pas reçu leur
déclaration fiscale. Aussi, je
dépose à présent ma motion de
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
is.

De voorgaande twee jaar hebben de belastingplichtingen door de
verlenging van de indientijd drie maanden de tijd gehad om hun
belastingbrief in te vullen en nu krijgen ze slechts één maand of
anderhalve maand.

Mijn kernvraag is eigenlijk of u bereid bent nog iets te doen aan die
datum. Ik denk dat heel wat burgers vandaag nog altijd hun brief niet
hebben ontvangen.

Toch wel, dat is de realiteit. U komt er nooit en daarom vraag ik u ­ ik
zal daartoe een motie van aanbeveling indienen - om de voorziene tijd
wat te verlengen zodat iedereen de kans krijgt om, rekening houdend
met de nieuwe regelgeving en het feit dat het nieuwe systeem niet
echt vlot verloopt, alles tijdig in te dienen.
recommandation.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Patrick De Groote en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Patrick De Groote
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
om de voorziene tijd voor de terugzending van de personenbelasting voor Nederlandstaligen en voor de
Duitstaligen met een maand te verlengen, gezien de huidige uiterste datum van terugzending van de
aangifte van de personenbelasting, vastgesteld op 30 juni 2005, in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en
het non-discriminatiebeginsel zoals verwoord in art. 10 en 11 van de Grondwet en in art. 14 van het Verdrag
van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM)."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Patrick De Groote et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Patrick De Groote
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
de prolonger, en ce qui concerne les néerlandophones et les germanophones, d'un mois le délai prévu pour
le renvoi de la déclaration à l'impôt des personnes physiques étant donné que la date limite actuelle pour le
renvoi de cette déclaration, fixée au 30 juin 2005, est contraire au principe d'égalité et au principe de non-
discrimination consacrés aux articles 10 et 11 de la Constitution et à l'article 14 de la Convention des Droits
de l'Homme et des Libertés fondamentales (CEDH)."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Luc Gustin en Jean-Claude Maene.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Luc Gustin et Jean-Claude Maene.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
19 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
transfert des bâtiments de l'ex-gendarmerie" (n° 7147)
19 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de overdracht van de voormalige rijkswachtgebouwen" (nr. 7147)
19.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le 19.01 Jean-Claude Maene (PS):
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
ministre, c'est la troisième fois que j'aborde cette problématique
devant la commission, où j'ai déjà eu l'occasion de mettre en
évidence les estimations disproportionnées figurant notamment dans
l'arrêté royal du 9 novembre 2003 sur la valeur de construction d'une
partie des bâtiments de l'ex-gendarmerie.

Je m'étais vu répondre qu'il ne fallait pas confondre la valeur de
construction d'un bâtiment avec sa valeur vénale, argument qui,
semble-t-il, a été généreusement brandi par la Régie des Bâtiments
lors des contestations nourries émises par les différentes zones. Vous
aviez également mis en avant le mécanisme de correction prévu pour
les éventuelles erreurs d'estimation.

Monsieur le ministre, ce mécanisme de correction devrait
normalement toucher à sa fin. Malheureusement, de nombreuses
zones, qui espéraient que les estimations initialement faites par votre
ministère allaient être réévaluées de manière cohérente, n'ont
désormais plus d'autre choix que de renoncer définitivement à ces
bâtiments. En effet, les zones, arrivant au bout de la procédure et
n'ayant plus d'autres recours ­ une seconde contestation n'est pas
prévue dans l'arrêté royal du 9 novembre 2003 ­ doivent désormais
louer leurs anciens bâtiments, envisager de construire de nouveaux
bâtiments ou se renseigner quant à un possible rachat d'autres
bâtiments pouvant les accueillir de manière adéquate. Bref, des
démarches longues et difficiles qui compliquent encore la vie dans les
zones de polices locales.

La zone "Houille-Semois", que je préside, est un exemple frappant de
ces "erreurs" d'estimation. Je vous avais signalé, fin de l'année
dernière, le cas d'un bâtiment que l'on considérait être surestimé à
plus de 50%. En effet, sa valeur de reconstruction était quasiment
évaluée au quart du montant fixé par la Régie des Bâtiments. Je peux
vous confirmer aujourd'hui que le Comité d'acquisition a effectivement
fixé un prix représentant le quart du prix fixé par la Régie des
Bâtiments, ce qui est un peu surprenant. Il faut savoir que ces gens
travaillent sous l'autorité d'un même ministre, même s'ils dépendent
de deux départements différents. Toujours est-il que l'on peut être
surpris quand on constate l'estimation faite par le Comité d'acquisition
et la Régie.

Face à cette situation, monsieur le ministre, de nombreuses questions
se posent.

Pourquoi, vu les énormes écarts se retrouvant fréquemment entre les
premières et secondes estimations des mêmes bâtiments par la
Régie des Bâtiments, le mode de calcul n'est-il pas remis en
question?

Monsieur le ministre, permettez-moi d'éprouver, pour ma part, de plus
en plus d'incompréhension face aux "expertises" effectuées par la
Régie des Bâtiments. De telles disproportions à répétition ne peuvent
que susciter de nombreuses interrogations quant à la manière dont la
Régie a fonctionné et dont elle calcule le nombre de mètres carrés
utiles: on semble considérer au même titre le mètre carré de grenier,
le mètre carré de cave et le mètre carré utile au travail des policiers.

Monsieur le ministre, pourriez-vous me donner le chiffre définitif du
nombre de dossiers ayant fait l'objet d'une contestation? Combien de
Toen ik u erop wees dat de in het
koninklijk besluit van 9 november
2003 vermelde ramingen van de
waarde van de voormalige
rijkswachtgebouwen vaak buiten
alle proportie zijn, antwoordde u
dat een onderscheid tussen de
bouwwaarde en de
verkoopwaarde van een gebouw
moet worden gemaakt. Dat
argument werd ook door de Regie
der Gebouwen ingeroepen toen de
diverse politiezones bezwaar
maakten.

Het correctiemechanisme, waarop
u zich ook beriep, is jammer
genoeg bijna uitgewerkt. Daardoor
zien verscheidene zones zich
ertoe verplicht afstand van die
gebouwen te doen, terwijl ze toch
op een meer realistische
herschatting dan de
oorspronkelijke raming van de
FOD Financiën hadden gehoopt.
Aangezien het koninklijk besluit
van 9 november 2003 niet in
andere rechtsmiddelen voorziet,
moeten de zones hun voormalige
gebouwen voortaan huren, er
nieuwe bouwen of er andere
aankopen.

Eén van de foute ramingen
waarnaar ik verwijs, betreft
gebouwen waarvan de waarde de
helft te hoog is ingeschat! In een
ander geval heeft het Comité tot
aankoop van onroerende
goederen, waarvoor dezelfde
minister bevoegd is als voor de
Regie der Gebouwen, de waarde
van het voormalige
rijkswachtgebouw van Bièvre
geschat op één vierde van de
tweede raming die de Regie der
Gebouwen voorstelde!

Waarom wordt de
berekeningswijze van de Regie
der Gebouwen, wier eerste en
tweede ramingen vaak erg
uiteenlopend zijn, niet ter discussie
gesteld?

In hoeveel dossiers werd de
geschatte waarde van de
gebouwen betwist en in hoeveel
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
contestations ont-elles entraîné une renonciation définitive par les
zones de police? J'ajouterai qu'une renonciation définitive est
également une forme de contestation de la valeur de construction
donnée par vos services.

Il apparaît également que les communes ne peuvent pas acheter les
bâtiments refusés par les zones de police. Pourriez-vous me fournir
des explications quant à ce refus? Vous aurez compris que les
communes estiment que, si on les refuse aux zones de police et que
ces bâtiments sont vendus par procédure de vente publique, il est
évident que c'est le moment pour elles de réapparaître, quitte à
remettre par la suite ces locaux à disposition des zones de police.
Tout le monde aura vite fait le calcul au sein de chaque zone.

Toujours est-il que ces nombreuses tergiversations en rajoutent
encore aux faits qui se sont déroulés durant la mise en route de la
police intégrée à deux niveaux. Je tiens à préciser une nouvelle fois
ici ce que j'ai déjà abondamment rappelé en commission de
l'Intérieur: on peut estimer que, pour les zones de police locale, la
mise en oeuvre de la réforme est une bonne chose et se déroule
correctement, mais grâce surtout à la bonne volonté affichée par les
agents de terrain, les collèges de police, et ainsi de suite, vis-à-vis
des nombreux problèmes à surmonter. C'est grâce à eux qu'elles
arrivent in fine à s'en sortir.

Reste-t-il des possibilités aujourd'hui de revoir les décisions
intervenues? Les modifications éventuelles déjà annoncées pour le
début de l'année, puis reportées à fin mai, à prévoir à présent pour fin
juin si tout va bien, ces modifications vont-elles enfin aboutir ou pas?

Je rappellerai, monsieur le ministre, qu'à une question écrite déposée
au mois de juin 2004 par l'un de mes collègues s'inquiétant du loyer
demandé en cas de renonciation d'achat par les zones, vous avez
répondu qu'il vous paraissait évident, en cas de nécessité, que des
négociations seraient poursuivies afin d'aboutir à un accord entre
parties quant à un loyer conforme au prix du marché. Aussi je
souhaiterais, monsieur le ministre, que vous m'en disiez davantage
sur l'évolution de ce dossier.
dossiers werd door de politiezones
definitief afstand gedaan?


Waarom kunnen de gemeenten de
door de politiezones geweigerde
gebouwen niet aankopen, terwijl
ze daar toch in geïnteresseerd
kunnen zijn?

Kunnen de genomen beslissingen
nog worden herzien?

Wanneer worden de door u
aangekondigde wijzigingen
ingevoerd?
In juni 2004 verklaarde u, naar
aanleiding van de ongerustheid
van een van mijn collega's met
betrekking tot de gevraagde
huurprijs ingeval de zones van de
aankoop van een gebouw zouden
afzien, dat zo nodig
onderhandelingen zouden worden
aangeknoopt teneinde tot een
akkoord tussen de partijen te
komen met betrekking tot een
huurprijs die overeenstemt met de
marktconforme prijs.

Hoe zit het met dat dossier?
19.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais
tout d'abord rappeler à M. Maene que l'arrêté royal du 9 novembre
2003 prévoyait, dans son article 1
er,
la possibilité de contester les
estimations des valeurs de construction des bâtiments à transférer.
C'est une procédure logique. Les zones ont introduit auprès du comité
d'acquisition, au départ de cette procédure prévue dans cet article 1
er
,
des contestations de l'estimation de la valeur de construction de 116
bâtiments. Dix autres dossiers introduits ne concernant pas la
contestation de la valeur de construction, mais l'article 5 "dérogation",
ont été transmis à la Régie des Bâtiments pour examen.

J'attire votre attention sur le fait que l'arrêté royal prévoyait la
possibilité de contester les estimations de 405 bâtiments. Sur 405
bâtiments, 116 ont fait l'objet de contestations. Des 116 bâtiments, 37
ont fait l'objet d'une renonciation définitive et 79 ont donc été
acceptés. Donc, un peu moins de 10% des dossiers ont conduit à une
renonciation, à un non-accord par rapport aux procédures installées.
Voilà qui permet de relativiser l'ampleur des problèmes pour un
dossier particulièrement difficile!
19.02 Minister Didier Reynders:
Voor 116 van de 405 gebouwen
was er sprake van een betwisting
bij het Aankoopcomité,
overeenkomstig artikel 1 van het
koninklijk besluit van 9 november
2003, en van een onderzoek door
dat Comité, wat tot eventuele
correcties heeft geleid. Slechts in
37 dossiers, zijnde minder dan
10%, werd definitief van de
overdracht van het gebouw
afgezien.

Iedereen heeft er belang bij die
uiterst omslachtige procedure op
het stuk van de overdracht van de
gebouwen zo snel mogelijk af te
handelen.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50

Chaque dossier de contestation a fait l'objet d'un examen par le
comité d'acquisition avec l'assistance de la Régie des Bâtiments. Des
corrections éventuelles ont fait l'objet de correspondances avec les
zones. Les corrections des estimations ont été faites pour des raisons
différentes: des fautes de calcul des mètres carrés, des mètres carrés
de combles ou de caves calculés comme des mètres carrés de
bureau ont effectivement été corrigés, un appartement qui se trouvait
dans le volume du bâtiment, qui n'était pas transféré, mais bien
compris dans l'estimation, des bâtiments d'un complexe datant de
différentes années; il ne s'agissait donc pas de la seule méthode de
calcul mais d'un certain nombre de fautes ou d'erreurs commises
parmi les 405 dossiers des bâtiments concernés.

Il me semble difficilement acceptable de remettre tout en question.
Cette procédure de transfert des bâtiments était déjà extrêmement
lourde par ses possibilités de contestation de la valeur de construction
et des demandes de dérogation. Donc, deux procédures sont prévues
dans les arrêtés. Je crois que chacun a intérêt à terminer cette
procédure.

En ce qui concerne les bâtiments refusés par les zones de police - les
autres étant soit sans contestation soit acceptés - l'article 3 de l'arrêté
royal du 9 novembre 2003 prévoit que ces zones de police ne
peuvent, pendant une période de trois ans à partir de la notification de
la renonciation, acquérir de l'Etat le bâtiment et son terrain pour un
montant inférieur à celui de la valeur de construction.

Une commune peut donc acquérir ce bâtiment pour autant qu'elle ne
soit pas en même temps la zone de police, c'est le problème des
zones monocommunales.

Pour ce qui concerne la suite de la procédure, suite à des corrections
de dernière minute, le deuxième arrêté a pris effectivement du retard
mais il sera présenté lors d'un prochain Conseil des ministres. La
Régie des Bâtiments prépare en ce moment le dernier arrêté royal
des transferts et ses annexes. Pour ne pas prendre de risque,
j'espère pouvoir le soumettre au mois de juillet. Si on peut le faire
avant, on le fera avant mais il sera soumis avant les vacances
parlementaires au gouvernement.

En ce qui concerne des locations, je confirme que les négociations
doivent avoir lieu sur base des valeurs de marché. Si, dans un cas
déterminé, vous voyez une négociation qui n'évolue pas correctement
entre la Régie et une zone de police concernée, je suis prêt à
examiner la problématique. Mais il faut évidemment se référer à une
valeur de marché. Je comprends, dans beaucoup de ces dossiers,
que les zones de police souhaitent disposer des bâtiments aux
conditions les plus avantageuses possibles, mais même en cas de
location, il faut qu'on respecte encore une valeur de marché.

Pour ce qui est des évaluations différentes entre la Régie et le comité
d'acquisition, c'est précisément pour cette raison que la procédure a
été mise en place. On a cherché, au moment de la mise en place de
la procédure, à trouver une autre instance, telle que le comité
d'acquisition, qui soit totalement indépendante de la Régie, qui
travaille au sein du ministère des Finances, pour revoir l'évaluation qui
était donnée. Mais je répète, sur 405 bâtiments, il y en a 37, en bout
Artikel 3 van hetzelfde besluit
bepaalt dat de politiezones die
afstand doen van de overdracht
gedurende een periode van drie
jaar het gebouw en zijn terrein niet
van de Staat mogen verkrijgen
voor een bedrag dat lager ligt dan
het bedrag van de
constructiewaarde. Een gemeente
kan het gebouw aankopen voor
zover zij niet tegelijkertijd een
politiezone is.

Ik hoop het tweede besluit in juli
aan de ministerraad te kunnen
voorleggen.

Als de verhuur
problemen
oplevert, ben ik bereid
welbepaalde dossiers apart te
bekijken.

De Regie der Gebouwen en het
Aankoopcomité zijn tot
uiteenlopende schattingen
gekomen omdat die
onafhankelijke instantie precies
werd opgericht om de schattingen
opnieuw te onderzoeken wanneer
er zich betwistingen voordoen.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
de course, qui ont fait l'objet d'une renonciation définitive. Je
comprends que cela puisse parfois représenter un vrai problème et
un débat important pour les zones concernées, mais il faut relativiser.
Dans une procédure aussi lourde, nous avons eu moins de 10% des
bâtiments donnant lieu à une véritable contestation en bout de course.

Je répète que, pour les locations, je suis tout à fait prêt à examiner
des dossiers particuliers s'il en reste. On ne va pas laisser les
dossiers en l'état plus longtemps.
19.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. J'entends bien qu'il y aura un nouvel
arrêté qui pourrait corriger certaines erreurs. Je prends note que vous
l'avez annoncé pour juillet.

Je dirais que 37 renonciations définitives est une probabilité d'une
trentaine de zones rencontrant des difficultés, puisque dans les 37, il y
en a déjà deux chez moi.

Jusqu'à présent, nous étions parvenus à intégrer une réforme des
polices sans douleur pour nos communes. Les engagements du
gouvernement avaient été respectés jusqu'à présent.

Aujourd'hui, pour la première fois, un dossier entraînera des
dépenses pour nos communes. L'obligation d'aller dans la poche de
nos communes représente, à mon sens, une rupture de l'engagement
pris par le gouvernement.
19.03 Jean-Claude Maene (PS):
Ik neem er nota van dat er weldra
een nieuw besluit komt. Het feit
dat in 37 gevallen het verzoek
definitief werd verworpen, houdt in
dat een dertigtal zones problemen
zullen ondervinden.

Vandaag moeten de gemeenten
voor het eerst in het kader van de
politiehervorming extra geld
uitgeven. Daardoor pleegt de
regering woordbreuk.
19.04 Didier Reynders, ministre: Attention, parce qu'au départ, il y a
une contestation sur les valeurs estimées. La procédure est la même
dans toutes les zones de police. Qu'en bout de course, une zone de
police ne soit pas d'accord avec les estimations successives, par la
Régie et le comité d'acquisition, je peux le comprendre et l'accepter.
Je tiens cependant à signaler qu'il n'y a eu aucune différence de
procédure, quels que soient les bâtiments et les communes. Cela
étant, si un problème se pose ensuite en matière de location - je ne
sais pas si vous êtes dans le cas d'une location à négocier -, je peux
examiner le dossier sans difficulté et regarder ce qu'il y a moyen de
faire dans le cadre de la location.
19.04 Minister Didier Reynders:
Die meeruitgaven zijn een gevolg
van de betwistingen. Overal werd
dezelfde procedure gevolgd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
Eliaheffing" (nr. 7180)
20 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la taxe
Elia" (n° 7180)
20.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag betreft de Elia-heffing.

Op 8 mei verscheen het ministerieel besluit dat de Elia-heffing regelt
voor de periode 2004-2009. Op deze heffing wordt 21% BTW
aangerekend, die onmiddellijk wordt doorgestort aan de federale
schatkist. Bedrijven en zelfstandigen kunnen deze BTW-bijdrage
natuurlijk in hun aangifte recupereren maar particulieren kunnen dit
niet.
20.01 Patrick De Groote (N-VA):
La taxe Elia donne lieu à la
perception d'une TVA de 21% qui
va intégralement dans les caisses
de l'État fédéral. Les entreprises
peuvent récupérer cette TVA mais
les particuliers pas. Le ministre
reversera-t-il le montant de la TVA
au gouvernement flamand, étant
donné que la taxe Elia ne
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Bent u bereid om het BTW-bedrag van 21% door te storten aan de
Vlaamse overheid, aangezien deze Eliaheffing alleen van toepassing
is in Vlaanderen?
s'applique qu'en Flandre?
20.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer De Groote, het
begrotingsprincipe van de universaliteit, opgenomen in artikel 174,
tweede lid van de Grondwet, bepaalt dat alle staatsontvangsten en ­
uitgaven op de begroting moeten worden ingeschreven en in rekening
moeten worden gebracht. Dit beginsel houdt tevens de niet-affectatie
van de ontvangsten in. Bedoeld wordt dat bepaalde ontvangsten niet
afgezonderd mogen worden om er specifieke uitgaven mee te
financieren. Dit beginsel is trouwens ook in aanmerking genomen in
de geordende wetten op de rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991, artikel
3.

Benevens dit begrotingsprincipe dient opgemerkt dat de bijzondere
wet op de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten niet
voorziet in een dergelijke affectatie. De enige affectatie van BTW-
ontvangsten, verricht aan de Gemeenschappen, is momenteel
opgenomen in hoofdstuk 3, artikelen 36 tot 47bis van de bijzondere
wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de
Gewesten van 16 januari 1989, gewijzigd door de wetten van 16 juli
1993 en 13 juli 2001.

Samenlezing van bovenvermelde principes leidt ertoe te besluiten dat
een specifieke affectatie van de bedoelde BTW-ontvangsten op de
Elia-heffing momenteel niet aan de orde is.
20.02 Didier Reynders, ministre:
En vertu du principe de
l'universalité du budget, toutes les
recettes et dépenses doivent
figurer au budget et dans les
comptes. Ce principe implique
aussi la non-affectation des
recettes, c'est-à-dire qu'on ne peut
réserver des recettes spécifiques
à des dépenses spécifiques. De
plus, la loi spéciale de
financement ne prévoit pas une
telle affectation. Il faut en conclure
qu'une affectation spécifique des
recettes TVA sur la taxe Elia n'est
pas à l'ordre du jour.
20.03 Patrick De Groote (N-VA): Dat is prachtig wettelijk gestaafd,
mijnheer de minister, maar toch kan ik mij niet ontdoen van het feit
dat het principe van de federale loyaliteit hier absoluut zoek is.
Wallonië is vrijgesteld van Elia-heffing, dus die BTW-bijdrage treft
alleen Vlaamse burgers. Ik denk dat de Vlaamse regering met deze
inkomsten energiebesparende maatregelen zou kunnen financieren.
Het is jammer dat dit via wet een federale aangelegenheid blijft.
20.03 Patrick De Groote (N-VA):
Et la loyauté fédérale? La Wallonie
étant exemptée de la taxe Elia, la
TVA concerne donc les seuls
citoyens flamands. Le
gouvernement flamand pourrait
utiliser cet argent pour financer
des mesures d'économie
d'énergie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
conditions de déduction des dépenses pour garde d'enfants" (n° 7170)
21 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
voorwaarden inzake de aftrek van de uitgaven voor kinderoppas" (nr. 7170)
21.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, l'article 2 de la loi du
6 juillet 2004 a modifié l'article 113 § 1
er
du Code des impôts sur les
revenus visant notamment la déduction des frais de garde pour les
enfants qui n'ont pas atteint l'âge de 12 ans. Par conséquent, en
2006, lorsque les parents d'enfants âgés de moins de 12 ans en 2005
devront remplir leur déclaration fiscale, se posera le problème de la
justification de la réalité et du montant des dépenses consenties pour
la garde de leur(s) enfant(s) à charge.

Récemment, la presse s'est fait l'écho de la confusion qui règnerait en
cette matière dans l'esprit de l'ensemble des acteurs du secteur de la
garde des enfants et, plus sûrement, dans le chef des parents
21.01
Valérie Déom
(PS):
Krachtens artikel 2 van de wet van
6 juli 2004 tot wijziging van artikel
113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake
de aftrek van opvangkosten van
kinderen die de leeftijd van 12 jaar
niet hebben, moeten ouders de
uitgaven voor de opvang van hun
kinderen ten laste die jonger zijn
dan 12 jaar in 2005 in hun
belastingaangifte verantwoorden.
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
concernés.

Dans ce contexte, pourriez-vous, monsieur le ministre, clarifier la
situation en précisant explicitement ce qui est autorisé et ne l'est pas
en la matière?

De plus, ne peut-on pas voir une forme de discrimination entre les
Communautés si l'on se réfère au point 5.1, a) de la circulaire
explicitant les conditions de déduction des dépenses pour garde
d'enfant, qui stipule: "Conformément à l'article 113, les dépenses pour
garde d'enfant ne peuvent être déduites que lorsqu'elles sont payées
à des institutions reconnues, subsidiées ou contrôlées par l'ONE, son
pendant néerlandophone ou par l'Exécutif de la Communauté
germanophone."?
Hierover heerst kennelijk opperste
verwarring in de sector. Wat kan
en mag er wel, en wat niet?

Wordt er bij punt 5.1.a van
omzendbrief nr.
Ci.RH.241/569.821 geen
discriminatie tussen de
Gemeenschappen ingesteld?
21.02 Didier Reynders, ministre: Madame Déom, la confusion règne
peut-être dans l'esprit d'une certaine ministre à la Communauté
française. C'est possible. Mais, à force de répéter sa confusion
mentale, elle finit par induire le même phénomène chez des parents
et des associations. Je vais donc tenter de réexpliquer pour la énième
fois que nous appliquons une loi très simple et que nous avons tenté
de la commenter à travers une circulaire, voire de prévoir des
attestations ­ alors que cela ne s'était jamais fait. Mais je peux
comprendre qu'une jeune ministre découvrant la matière soit un peu
perdue dans le dossier.

Je rappelle que, conformément à l'article 113 § 1
er
4° du Code des
impôts sur les revenus 1992, les dépenses pour frais de garde
d'enfant ne sont déductibles qu'à la condition que le contribuable en
justifie la réalité et le montant au moyen de documents probants qui
doivent être joints à la déclaration à l'impôt des personnes physiques.
J'insiste sur les termes "quels que soient les documents probants". Il
n'y a aucune demande de formalité en la matière.

En outre, ces dépenses ne sont déductibles que lorsqu'elles sont
payées à une institution, une famille d'accueil, une crèche ou une
école maternelle ou primaire. C'est la première catégorie où il n'y a
aucune demande d'éléments complémentaires.

Afin d'éviter une profusion de documents, l'administration a adapté
l'attestation existante pour les enfants de moins de 3 ans. Le modèle
d'attestation figure à l'annexe de la circulaire administrative n°
Ci.RH.241/569.821 du 4 avril 2005.

Le n° 10.4, in fine de cette circulaire, précise expressément que,
grâce à cette attestation, le contribuable concerné sera en mesure de
joindre ladite attestation à sa déclaration à l'impôt des personnes
physiques et de justifier ainsi les dépenses pour garde d'enfants dont
il postule la déduction. Je ne vois donc pas de confusion en la
matière.

Pour ce qui concerne la nature des frais exposés donnant lieu à la
déduction, la circulaire prévoit aux points 8 et 9 les types de frais
admis ou exclus.

Par ailleurs, je ne vois aucune forme de discrimination entre les
Communautés dans l'application du n° 5.1, a) de la circulaire précitée,
lequel numéro se borne en fait à reprendre la condition alternative
er
er
21.02 Minister Didier Reynders:
Om een profusie van documenten
te vermijden werd het attest voor
kinderen van minder dan drie jaar
aangepast. Als bijlage bij de
belastingaangifte kan het dienen
tot staving van de uitgaven die als
aftrekbaar worden aangemerkt.

Ik zie niet in waarover er
verwarring kan bestaan. De wet
laat aan duidelijkheid niets te
wensen over, behalve misschien
voor een gemeenschapsminister
die zich nog helemaal in deze
materie moet inwerken.

De punten 8 en 9 van de
omzendbrief geven aan welk soort
kosten wordt aanvaard of
uitgesloten.

Punt 5.1.a van de omzendbrief
voert geen enkele discriminatie
tussen de Gemeenschappen in
vermits het de alternatieve
voorwaarde uit artikel 113, § 1, 3°,
1
e
streepje, van het WIB 92
herneemt die al erg lang op de
kinderen van minder dan drie jaar
van toepassing is.

We hebben op algemeen verzoek
de aftrekbaarheid in een beweging
willen uitbreiden tot de kinderen tot
twaalf jaar. De Gemeenschappen
moeten nu nagaan wat er
gefinancierd, erkend of aanvaard
kan worden.
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
figurant à l'article 113 § 1
er
, 3°, 1
er
tiret du CIR 92. A cet égard, il
importe de remarquer que cette condition existe déjà depuis de très
nombreuses années pour les enfants de moins de 3 ans. C'est
exactement la même condition.

Je sais que je serai encore probablement tenté, dans les prochains
jours, de remettre de l'ordre dans les esprits. Mais il faut savoir que
nous avons, dans un premier temps, augmenté la déductibilité pour
les enfants de moins de 3 ans en supprimant la limite de 80% des
dépenses et en augmentant les plafonds. De manière unanime, les
groupes de cette assemblée ont demandé que l'on porte la
déductibilité à 12 ans. J'ai immédiatement répondu que je le ferai en
une seule fois car je n'ai pas envie que les parents me poursuivent
pendant des années parce que l'on avancerait, comme certains le
proposaient, d'année en année l'âge de déductibilité et que leurs
enfants seraient juste trop âgés pour pouvoir en bénéficier. Nous
sommes donc immédiatement passés à 12 ans.

Pour les écoles, aucune condition.

Pour un certain nombre d'autres d'institutions, vous l'avez rappelé, il y
a la condition de financement, de reconnaissance, d'agrément. Il
appartient donc aux Communautés de voir ce qui est financé, agréé
ou reconnu.

Plutôt que de demander sans arrêt à l'administration fiscale de définir
ce qu'est la garde extrascolaire, il appartient aux autorités
compétentes en la matière de le faire. Le texte est clair. Il est le
même que pour les enfants de moins de 3 ans. Les circulaires sont
disponibles. Mais j'aurais l'occasion, dans les prochains jours, de
refaire un point général pour dire jusqu'où on peut aller à condition de
respecter, bien entendu, le prescrit légal. Toutefois, ce qui est venu
après (circulaires, attestations) n'était pas nécessaire. La loi est claire
et elle l'était déjà pour d'autres dispositifs auparavant. Nous essayons
évidemment de répondre à toutes les questions que l'on nous pose.
Mais j'ai un peu le sentiment qu'il y a une légère exagération dans la
façon dont les questions nous sont posées. Je vais donc tenter de
remettre les choses au point dans les prochains jours.
21.03 Valérie Déom (PS): Je remercie le ministre pour sa réponse.
Pour ce qui est de la première partie, j'entends bien ses explications.
Pour ce qui est de la problématique de la discrimination, quand vous
me dites que c'était déjà le cas dans le code de 1992, je peux
comprendre que l'exécutif de la Communauté germanophone n'avait
pas encore d'organisme correspondant à l'ONE en Communauté
française mais maintenant, ils en ont un. Pourquoi ne pourrait-on pas
rétablir des institutions reconnues, subsidiées ou contrôlées par ce
même type d'organisme? Il est bien évident qu'à partir du moment où
on vise l'ensemble de l'exécutif d'une Communauté, les charges
déductibles et le nombre d'organismes reconnus sont beaucoup plus
importants. Tous les types d'école, tous les types d'ASBL peuvent
être reconnus par un exécutif alors que dans le cadre des missions
de l'ONE, il s'agit de missions spécifiques. L'ONE ne reconnaît pas
toute une série d'organismes d'éducation permanente, par exemple.
21.03 Valérie Déom (PS): Wat
het eerste deel van uw antwoord
betreft, kan ik u volgen. Wat de
discriminatie betreft, wijst u erop
dat diezelfde bepalingen al in het
Wetboek 1992 waren opgenomen
Ik begrijp dat de executieve van de
Duitstalige Gemeenschap op dat
ogenblik nog geen organisme als
de ONE had, maar nu is dat wel
het geval. Kunnen bepaalde
instellingen niet opnieuw door zo'n
organisme worden erkend,
gesubsidieerd of gecontroleerd?
Als we het over de executieve van
een Gemeenschap hebben, zijn
de aftrekbare lasten aanzienlijker
en ligt het aantal erkende
organismen veel hoger. Alle
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
soorten scholen of vzw's kunnen
immers door een executieve
worden erkend, terwijl enkel
organismen die bepaalde taken
uitvoeren door de ONE kunnen
worden erkend. Zo wordt een hele
reeks instellingen voor
volwassenenonderwijs niet door
de ONE erkend.
21.04 Didier Reynders, ministre: Rien ne lui interdit de le faire dans
le cadre de la garde extra-scolaire. Le problème est toujours le
même: a-t-on affaire à une activité de garde ou pas? Si c'est une
activité de garde, ils peuvent le faire. Je ne veux donc pas donner
d'indication aux Communautés sur ce qu'il y a lieu de reconnaître, de
financer, de subventionner.

Par exemple, nous avons une disposition permettant la déductibilité
de dons octroyés à certains organismes ou institutions. Dans
beaucoup de domaines, on se contente aux Finances de vérifier que
les comptes sont en ordre mais pour le contenu de l'activité, on
interroge le ministre compétent, que ce soit au niveau fédéral,
régional ou communautaire et on laisse la compétence à qui elle
appartient. Maintenant, il est vrai que le texte pourrait être rédigé
différemment. Il n'a posé aucun problème en ce qui concerne les
enfants de moins de trois ans et je présume qu'il en ira de même pour
les autres enfants mais il appartient à chaque Communauté de définir
ce qu'elle souhaite viser par la formule utilisée.
21.04 Minister Didier Reynders:
Dat zou altijd kunnen in het raam
van de buitenschoolse opvang.

Er bestaat een bepaling die giften
aan organismen of instellingen
aftrekbaar maakt. In een aantal
gevallen wordt enkel nagegaan of
de rekeningen kloppen; voor de
aard van de activiteit, ondervraagt
men de bevoegde minister en laat
men eenieder zijn bevoegdheid.
Het klopt dat de tekst er anders
had kunnen uitzien. Voor de
kinderen jonger dan drie vormde
hij echter geen enkel probleem. Ik
vermoed dat dat nu niet anders zal
zijn; elke Gemeenschap moet
echter zelf de gebruikte
formulering invullen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
22 Question de Mme Valérie Déom au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le sort
réservé aux chefs de section de l'administration des Douanes et Accises" (n° 7191)
22 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
situatie van de sectiechefs bij de administratie der Douane en Accijnzen" (nr. 7191)
22.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la réforme Coperfin suscite de vives inquiétudes, et même
avant elle, chez les chefs de section des Douanes et Accises. Dans
ce contexte, cela m'amène à vous poser diverses questions.

1. Selon mes informations, tous les barèmes ont été valorisés lors de
la révision générale des barèmes, sauf celui des chefs de section.
Cette situation est-elle exacte? Les chefs de section peuvent-ils
compter sur une évolution salariale? Celle-ci aura-t-elle un effet
rétroactif?

2. Est-il exact également que les chefs de service reçoivent une
indemnité plus que dérisoire de 0,97 euro par mois afin de fournir le
petit matériel de bureau à leurs agents, ce qui leur implique des
dépenses personnelles, en ce compris, d'après mes informations,
l'achat d'ordinateurs.

3. Il me revient que le grade spécifique des chefs de section des
22.01 Valérie Déom (PS): De
Copernicushervorming baart de
sectiechefs van Douane en
Accijnzen zorgen.
Naar verluidt werd alleen hun loon
naar aanleiding van de algemene
herziening van de loonschalen niet
opgetrokken. Klopt dat? Mogen ze
alsnog op een loonsverhoging
rekenen?

Klop het dat de dienstchef voor het
klein kantoormateriaal voor zijn
personeel ­ in feite gaat het soms
om pc's ­ maandelijks recht heeft
op een vergoeding van 0,97 euro?

De graad van de sectiechefs van
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
Douanes et Accises a été modifié. Les intéressés sont désormais
appelés chefs de section des Finances. Selon certains, ce
changement entraîne pour l'avenir la perte des tantièmes préférentiels
relatifs aux services actifs.

D'une manière générale, les changements de grade peuvent-ils avoir
un impact négatif sur le calcul de la pension?

4. Compte tenu de la moyenne d'âge des chefs de section - plus ou
moins une cinquantaine d'années -, la nouvelle carrière CF1 est un
obstacle à toute possibilité d'évolution financière. Quelles solutions
sont-elles envisagées par votre administration pour remédier à cette
situation?

5. Afin de sauvegarder leurs spécificités, les chefs de section des
Douanes et Accises demandent ­ ils doivent vous avoir adressé une
pétition dans ce sens ­ leur nomination au grade CF2, l'allocation de
compétence, la reconnaissance de leurs compétences spécifiques, le
maintien de leur carrière en service actif. Quelle est la position de
votre département à ce sujet?

Enfin, les organisations syndicales ont-elles été associées aux
discussions relatives aux difficultés spécifiques rencontrées par les
chefs de section des Douanes et Accises?
Douane en Accijnzen werd
gewijzigd in "sectiechef bij
Financiën"; welke gevolgen heeft
een en ander voor de berekening
van hun pensioen?

Gezien de leeftijd van het
personeel, brengt de nieuwe
loopbaan mee dat ze hun inkomen
niet meer kunnen verbeteren.
Welke maatregelen zal u in dat
verband nemen?

Voorts vragen die personeelsleden
de mogelijkheid om in de graad
CF2 benoemd te worden, wensen
ze een competentietoelage, willen
ze dat hun specifieke
vaardigheden worden erkend en
dat hun loopbaan deel zou blijven
uitmaken van de actieve dienst.
Hoe reageert u op al die vragen?

Werden de vakbonden bij die
besprekingen betrokken?
22.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
je suppose que Mme Déom ne vise pas la révision générale des
barèmes de 1994 ­1997 mais la récente réforme des carrières des
niveaux B, C et D au SPF Finances qui a abouti à l'arrêté royal du 3
mars 2005.

Je rappellerai simplement qu'au 1
er
janvier 1994, la dénomination du
grade a été modifiée de "chef de section des Accises" en "chef de
section des Finances" - j'étais parlementaire depuis deux ans - et que
ces agents n'ont, à l'époque, bénéficié d'aucune valorisation de
barème. Je n'ai effectivement pas corrigé la situation de 1994.

Par contre, au travers de la nouvelle réforme, je tiens à souligner que
les chefs de section des Finances (ancien niveau 3) ont été,
moyennant le suivi d'une activité de formation sans test, nommés
dans le grade d'assistant financier (niveau C - ancien niveau 2). Cette
promotion au niveau supérieur est incontestablement la
reconnaissance de la qualité du travail qu'il leur est demandé
d'effectuer.

Il est exact que cette intégration n'offre un avantage pécuniaire
immédiat qu'aux agents qui comptent une ancienneté de traitement
d'au moins 27 ans.

Il ne faut toutefois pas perdre de vue que dans la situation antérieure,
ils étaient rémunérés dans la plus haute échelle de traitement et qu'ils
ne pouvaient donc plus compter que sur les augmentations biennales.
On retrouve ainsi une possibilité d'augmentation par échelle de
traitement.

Leur nomination dans le grade d'assistant financier leur offre la
possibilité de présenter une formation certifiée, en vue de percevoir,
22.02 Minister Didier Reynders:
Ik veronderstel dat u niet doelt op
de algemene herziening van de
loonschalen van 1994-1997, maar
op de hervorming van de
loopbanen van niveau B, C en D,
zoals vastgelegd in het koninklijk
besluit van 3 maart 2005.

Op 1 januari 1994 werd de
omschrijving van de graad
gewijzigd, en werd "sectiechef der
accijnzen" veranderd in "sectiechef
bij financiën", zonder verdere
verhoging van de loonschaal. Ik
heb de situatie van 1994 niet
bijgestuurd.

Met de nieuwe hervorming werden
de sectiechefs bij financiën
(vroeger niveau 3), mits ze een
opleiding volgden zonder examen,
benoemd in de graad van
financieel assistent (niveau C -
vroeger niveau 2). Die bevordering
is een vorm van erkenning van de
kwaliteit van hun werk. De
inschaling is inderdaad slechts
voordelig voor ambtenaren met
een anciënniteit van 27 jaar.

Voorheen werden ze bezoldigd
CRIV 51
COM 626
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
dès septembre 2006, une allocation de compétences de 1.700 euros
(à 100%, soit 2.288 euros à l'index actuel) et de progresser vers des
échelles de traitement supérieures.

Compte tenu du fait que l'allocation de compétences entre en ligne de
compte pour la fixation du montant de la pension et que, dans la
situation antérieure, ces agents ne pouvaient plus espérer bénéficier
d'une promotion dans une autre échelle barémique, je ne vois pas en
quoi la nouvelle carrière constituerait un obstacle à toute possibilité
d'évolution financière. Tout au contraire, elle offre de nouvelles
possibilités, même pour les agents qui seraient en fin de carrière,
puisqu'on retrouve une répercussion.

En ce qui concerne la valorisation des services actifs, je vous informe
que mon collègue des Pensions a introduit un dossier auprès de la
Cour des comptes. Notre objectif n'est certainement pas que le
changement de grade ait un impact négatif sur le calcul de la pension.

En fonction de ce qui précède, j'estime que l'intégration dans le
niveau C des chefs de section des Finances s'est déroulée de
manière correcte et qu'il n'y a pas lieu de revoir les dispositions en la
matière qui ont bien évidemment été négociées avec les
organisations syndicales représentatives de mon département.

Enfin, il est exact qu'une indemnité annuelle de 11,16 euros peut être
octroyée aux chefs de section des Finances pour autant qu'ils doivent
acquérir en tout ou en partie les fournitures de bureau nécessaires à
l'exécution des travaux qui leur sont dévolus. Je n'ai pas
connaissance d'acquisition de matériel informatique dans ce cadre. Si
le cas vous était soumis, n'hésitez pas à me le transmettre, je verrai
comment faire en sorte que le matériel, pour les activités
professionnelles bien entendu, soit mis à disposition par le
département.
overeenkomstig de hoogste
weddenschaal, en kregen ze
alleen nog maar de tweejaarlijkse
weddeverhogingen.

Dankzij hun benoeming tot
financieel assistent kunnen ze een
gecertificeerde opleiding volgen,
en als ze slagen voor de
bijbehorende competentiemeting,
kunnen ze vanaf september 2006
een competentietoelage genieten
van 1 700 euro (100%), d.i. 2 288
euro volgens de huidige index, en
verder opklimmen naar hogere
graden.

Aangezien de competentietoelage
meetelt bij de berekening van het
pensioen en die ambtenaren
voordien geen uitzicht meer
hadden op bevordering, zie ik niet
in waarom de nieuwe loopbaan
een belemmering zou vormen voor
financiële evolutie. Ze biedt
integendeel kansen, zelfs voor
ambtenaren voor wie het einde
van de loopbaan in zicht is.

Inzake het valoriseren van de
actieve diensten heeft mijn collega
van Pensioenen een dossier
ingediend bij het Rekenhof. Wij
streven ernaar dat de verandering
van graad geen negatieve
gevolgen heeft voor de berekening
van het pensioen.

Ik vind dus dat de integratie van
die ambtenaren in het niveau C
correct is verlopen en dat de
bepalingen waarover met de
representatieve syndicale
organisaties werd onderhandeld,
niet moeten worden herzien.

Het klopt dat een jaarlijkse
vergoeding van 11,16 euro kan
worden toegekend aan de
sectiechefs voor de aankoop van
kantoorbenodigdheden. Ik heb
geen weet van de aankoop van
computermateriaal in dat kader.
Le président: Madame Déom, êtes-vous rassurée?
22.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Dans la première question, je visais en effet la
22.03 Valérie Déom (PS): Met
mijn eerste vraag doelde ik
31/05/2005
CRIV 51
COM 626
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
révision générale des barèmes de 1994 puisqu'ils ont été les parents
pauvres et les oubliés, comme vous l'avez dit vous-même. Vous
n'avez pas rectifié à ce moment-là.
inderdaad op de algemene
herziening van de loonschalen van
1994, waarbij zij in de kou bleven
staan.
22.04 Didier Reynders, ministre: J'ai dû certainement le dire à
l'époque. Je regrette que le gouvernement de l'époque les ait traités
comme cela.
22.04 Minister Didier Reynders:
Ik betreur dat de toenmalige
regering hen op die manier heeft
behandeld.
22.05 Valérie Déom (PS): Il y a évidemment une énorme frustration
voire une incompréhension ou, pire encore peut-être, une
démotivation dans leur chef.

J'entends avec beaucoup de contentement qu'en ce qui concerne
l'allocation de compétence, quelque chose a été fait et qu'il y a
maintenant une reconnaissance.

En ce qui concerne les frais, j'ai en effet connaissance d'un bureau de
douanes et accises dans lequel trois ordinateurs personnels
fonctionnent pour le bureau. Mais je peux vous faire part de ces faits
dans un courrier spécifique.
22.05 Valérie Déom (PS): Er
heerst bij hen veel onbegrip en zij
zijn gedemotiveerd.

Ik ben tevreden, althans wat de
competentietoelage betreft.

Wat de kosten betreft, weet ik dat
er in een welbepaald kantoor drie
mensen met hun eigen computer
werken. Ik zal u dat in een
afzonderlijke brief melden.
22.06 Didier Reynders, ministre: Volontiers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 17.40 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.40 uur.