CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 624
CRIV 51 COM 624
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
31-05-2005
31-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
délits de fuite" (n° 7051)
1
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de vluchtmisdrijven" (nr. 7051)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Francis Van den Eynde, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Denis Ducarme à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la menace
que représentent les CCC" (n° 7049)
3
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
dreiging die uitgaat van de CCC" (nr. 7049)
4
Orateurs:
Denis Ducarme, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Denis Ducarme, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Denis Ducarme à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la politique
criminelle en matière d'infractions commises dans
les infrastructures de la SNCB" (n° 7050)
5
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
strafrechtelijk beleid inzake misdrijven gepleegd in
de infrastructuur van de NMBS" (nr. 7050)
5
Orateurs:
Denis Ducarme, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Denis Ducarme, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique de poursuites à l'égard des personnes
en séjour illégal sur notre territoire" (n° 7108)
6
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het vervolgingsbeleid ten aanzien van op ons
grondgebied verblijvende illegale personen"
(nr. 7108)
6
Orateurs: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le manque de personnel au greffe du tribunal de
première instance d'Ypres" (n° 7132)
8
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het tekort aan griffiepersoneel in de
rechtbank van eerste aanleg te Ieper" (nr. 7132)
8
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le droit de grève des gardiens de prison"
(n° 7136)
10
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het stakingsrecht van cipiers" (nr. 7136)
10
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
différence entre les parquets quant au nombre de
condamnations de marchands de sommeil"
(n° 7139)
11
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
verschil tussen de parketten in aantal
veroordelingen wegens huisjesmelkerij" (nr. 7139)
11
Orateurs: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Nahima Lanjri, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la condamnation de la
ministre à payer le pécule de vacances majoré
13
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
veroordeling van de minister tot betaling van het
13
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
aux magistrats" (n° 7149)
verhoogde vakantiegeld aan de magistraten"
(nr. 7149)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le pécule de vacances
des magistrats" (n° 7178)
13
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
vakantiegeld voor de magistraten" (nr. 7178)
13
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Bart Laeremans
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Bart Laeremans
Question de M. Dylan Casaer à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'uniformité
des poursuites relatives aux infractions de
roulage" (n° 7179)
19
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
eenvormigheid inzake de vervolging van
verkeersmisdrijven" (nr. 7179)
19
Orateurs: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dylan Casaer, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'entrée en vigueur de la circulaire ministérielle
n°1777 du 2 mai 2005 relative à la procédure
disciplinaire à l'encontre d'un détenu" (n° 7181)
21
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de inwerkingtreding van de ministeriële
omzendbrief nr. 1777 van 2 mei 2005 betreffende
de tuchtprocedure tegen een gedetineerde"
(nr. 7181)
21
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
méthode forfaitaire pour le calcul des pensions
alimentaires" (n° 7185)
24
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de forfaitaire methode voor de berekening van
onderhoudsuitkeringen" (nr. 7185)
24
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
31
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
31
MEI
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de vluchtmisdrijven" (nr. 7051)
01 Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
délits de fuite" (n° 7051)
01.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister van Justitie, het probleem van de
vluchtmisdrijven heeft altijd bestaan. Dat probleem zal wel altijd blijven
bestaan ook, wat men er ook tegen moge ondernemen.

Alleen is het onze indruk ­ die indruk steunt op een aantal
vaststellingen ­ dat wij de laatste tijd vaker te maken hebben met
vluchtmisdrijven, en dan nog in zeer dramatische omstandigheden. In
het weekend van de 15de mei bijvoorbeeld, heeft een vluchtmisdrijf
plaatsgevonden. Een automobilist die een 19-jarige fietser overhoop
gereden had, verdwijnt. Het slachtoffer blijft zwaar gekwetst achter.
Dat is trouwens de onmiddellijke aanleiding van mijn vraag geweest.

Uit heel wat informatie, die ik links en rechts in justitiepaleizen
gekregen heb, blijkt dat er een soort profiel van daders van
vluchtmisdrijven bestaat op dit ogenblik. Het zijn meestal dertigers die
al verscheidene veroordelingen hebben opgelopen, maar die nooit
hun straf hebben moeten uitzitten bij gebrek aan plaats in de
gevangenissen en die dus op dat vlak, hoe we het ook mogen
bekijken, straffeloos zijn gebleven.

Ik heb het in mijn vraag onder meer over een negenendertigjarige
bestuurder die in opdracht van een onderzoeksrechter van Kortrijk
aangehouden werd. De man is herkend dankzij een anonieme tip. De
politie slaagde erin hem op te sporen en thuis te arresteren. De
betrokkene was dronken en weigerde een bloedproef. Zijn wagen was
al een jaar niet meer verzekerd. Bovendien was hij al drie keer
veroordeeld omdat hij een verkeersongeval had veroorzaakt. Blijkbaar
is dat echter nog niet voldoende om iemand effectief te straffen.

In december vorig jaar stond voor de politierechtbank van Hasselt een
dertigjarige bestuurder die aan zijn vijfenveertigste
verkeersovertreding toe was. Hij had al acht keer een levenslang
rijverbod gekregen. Ik herhaal, acht keer. U kunt mij zeggen,
mevrouw de minister, dat dit een uitzondering is en dat zal dan ook
01.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Le week-end
dernier a eu lieu un nouveau délit
de fuite, une victime d'un accident
de la route ayant été abandonnée
sur les lieux du drame dans des
circonstances tragiques. Le profil
des auteurs de ces délits de fuite
est connu. Il s'agit généralement
de trentenaires qui ont déjà été
condamnés à plusieurs reprises
mais qui sont restés de facto
impunis en raison d'un manque de
place dans les prisons. Nous
avons ainsi connaissance du cas
d'un automobiliste de 39 ans qui
conduisait en état d'ébriété avec
un véhicule non assuré et qui avait
déjà été condamné à trois reprises
pour avoir provoqué un accident
de roulage. Nous connaissons
aussi le cas d'un conducteur de
trente ans qui avait déjà commis
45 infractions au code de la route
et s'était déjà vu appliquer huit fois
une interdiction de conduite à vie!

Un juge de police a récemment
montré du doigt la Justice parce
qu'un conducteur âgé de 33 ans,
qui avait provoqué un accident
mortel, comparaissait à nouveau
devant lui. L'homme avait pourtant
déjà écopé d'une peine de prison
de 22 mois lors de condamnations
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
wel juist zijn, maar dat dergelijke uitzonderingen mogelijk zijn, dat
spreekt boekdelen. Dat heel wat mensen hierdoor gefrustreerd raken
is vanzelfsprekend.

Wij horen meer en meer politierechters in dit verband bijzonder erg
klagen. Op 1 februari stond de Ieperse politierechter bijvoorbeeld aan
de klaagmuur. Voor hem stond een drieëndertigjarige automobilist die
een dodelijk ongeval had veroorzaakt. De man had voor diverse
zware verkeersinbreuken samen al tweeëntwintig maanden
gevangenis opgelopen, maar had niet een dag in de gevangenis
gezeten. De politierechter wees toen het departement Justitie met de
vinger omdat die bestuurder, ondanks de eerdere veroordelingen,
nooit effectief gestraft was.

Volgens uw collega Landuyt achten bovendien sommige parketten de
verkeersveiligheid niet belangrijk genoeg.

Mevrouw de minister, dat is genoeg materie om eventjes bij u aan te
kloppen om u te vragen welke maatregelen u overweegt. Welke
maatregelen kunnen er genomen worden?

Ik herhaal het. Het blijft een dramatisch, tragisch gegeven. Wanneer
iemand een familielid of een goede vriend verliest naar aanleiding van
een ongeval waarbij de chauffeur die het ongeval veroorzaakt heeft,
vluchtmisdrijf pleegt en niet gevonden wordt of niet gestraft wordt, wat
in feite op hetzelfde neerkomt, dan is dat dubbel pijnlijk.

Wij kunnen daarover in onze fractie meespreken. Zij durft dat
vanzelfsprekend niet in het debat gooien, maar mijn collega Frieda
Van Themsche, kamerlid voor het Vlaams Belang uit Kortrijk, heeft
vorig jaar moeten meemaken dat haar zoontje van 15 werd
doodgereden. Ook die chauffeur werd tot nu toe niet gevonden.

Mevrouw de minister, ik ga niet beweren dat het onderzoek slecht
gebeurd is. Ik ben ervan overtuigd dat in gevallen van die aard de
politiediensten echt hun best doen. Wanneer men dat allemaal weet
en men komt dan nog tot de vaststelling dat chauffeurs die wel gepakt
zijn, chauffeurs die wel geïdentificeerd zijn en bovendien veroordeeld
zijn, in feite geen straf uitzitten, dan komt dat als fundamenteel
onrechtvaardig over. Daarom stel ik mijn vraag.
précédentes, mais n'avait pas
encore passé un seul jour en
prison.

Cette impunité de fait est
insupportable pour la famille des
victimes, comme nous avons pu
en faire la triste expérience au
sein de notre groupe. Le fils de
Mme Van Themsche, âgé de
15 ans, a en effet été tué par un
conducteur qui a ensuite commis
un délit de fuite.

Quelles mesures la ministre
prendra-t-elle pour résoudre ce
problème urgent?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: U haalt het voorbeeld aan van een
persoon die het voorwerp zou zijn geweest van diverse
veroordelingen en die in totaal werd veroordeeld tot 22 maanden
opsluiting, zonder dat hij ooit die straffen moest uitzitten. Het is een
situatie die nogal verrassend lijkt, want de verschillende
gecumuleerde straffen moeten normaal gezien worden uitgevoerd. In
dat geval is er geen voorlopige invrijheidsstelling. Zoals ik reeds heb
gezegd, zal ik niet nalaten om het College van procureurs-generaal
hierover te ondervragen, want dat is niet normaal.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il est effectivement
anormal qu'une personne ayant
encouru diverses condamnations
n'a jamais dû purger une peine de
22 mois. Les peines cumulées
doivent être exécutées sans qu'il
ne puisse être question de
libération provisoire immédiate.
J'interrogerai le Collège des
procureurs généraux à ce sujet.
Par ailleurs, je prends évidemment très au sérieux la situation
générale des accidents de roulage. À l'occasion du contrôle
budgétaire, nous avons obtenu des moyens supplémentaires dans le
cadre du fonds des amendes. Je suis totalement opposée à l'impunité
en règle générale et donc aussi en matière d'infractions liées au
Ik ben erg bekommerd om de
algemene situatie met betrekking
tot de verkeersongevallen. Wij
hebben extra middelen gekregen
in het kader van het boetefonds. Ik
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
roulage. Comme j'ai eu souvent l'occasion de le dire, à partir du
moment où, depuis des années, les petites peines de prison ne sont
pas exécutées, je veux qu'il y ait des sanctions qui soient exécutées.

Conformément à ce que j'avais dit en commission de la Justice, j'ai
obtenu des moyens supplémentaires pour élaborer une politique
permettant des sanctions pour ces personnes qui commettent des
délits de roulage, parfois cumulés à des délits de fuite. Elles doivent
être placées face à leurs responsabilités, notamment pour les
dommages parfois dramatiques subis par les tiers.

Il y a des cas pour lesquels je ne comprends pas l'exemple qui m'est
donné et qui ont déjà fait l'objet d'une question orale à la Chambre: je
tenterai d'y voir clair lors d'une prochaine rencontre avec le Collège
des procureurs généraux, je demanderai ce qui s'est passé, si c'est
vrai ou pas et si c'est vrai pourquoi. Le Collège doit me l'expliquer. De
plus, je compte développer une politique pour contrer l'impunité en la
matière.
ben volledig gekant tegen
straffeloosheid. Als
gevangenisstraffen van korte duur
niet worden uitgevoerd, dan
moeten er strafmaatregelen
worden opgelegd die wel worden
uitgevoerd. Voor sommige
gevallen begrijp ik het gegeven
voorbeeld niet. Ik zal daar op een
volgende vergadering met het
College van procureurs-generaal
trachten een beter inzicht in te
krijgen.
01.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijn repliek zal er uitsluitend in bestaan de bron, die ik heb
aangehaald, te citeren. De minister struikelt, volgens mij niet ten
onrechte, over het verhaal over een man, die in totaal 22 maanden
effectieve gevangenis opgelopen heeft en nooit in de gevangenis
heeft gezeten. Ik citeer de paragraaf uit het artikel dat is verschenen
in het dagblad De Tijd op 12 mei 2005: "Op 28 februari was voor de
Ieperse politierechter, Chris Voet, de maat vol. Voor hem stond in de
rechtbank een recidivist die zonder één spat schuldbesef de
veroordelingen aaneenreeg: rijden zonder rijbewijs, zonder
verzekering, sturen in staat van intoxicatie en dat alles meermaals
met vluchtmisdrijf. De beklaagde was eerder veroordeeld tot een paar
gevangenisstraffen van in totaal 22 maanden effectief. Toen hij op 11
augustus 2004 een dodelijk verkeersongeval veroorzaakte, had hij
nog geen dag in hechtenis gezeten. De niet-uitvoering van de
gevangenisstraffen is geen zaak van plaatstekort alleen, stelde
rechter Voet. Indien er werkelijk een wil was geweest om dat
probleem van overbevolking aan te pakken, was dat probleem zeker
opgelost. Er is echter gewoon geen wil. Meer zelfs, zeer
gezaghebbende mensen uiten zware kritiek op wat zij 'de onredelijke
straffen' noemen die de rechters uitspreken. Wanneer de rechtbank
na rijp beraad ten aanzien van een dronken doodrijder, die
vluchtmisdrijf pleegde, een gevangenisstraf uitspreekt van twee jaar,
waarvan één jaar effectief en één jaar met uitstel, en de veroordeelde
komt na enkele dagen vrij op basis van administratieve vrijlating met
het oog op het toekennen van gratie, dan vraag ik mij af waar ik mij
mee bezig hou."

Mevrouw de minister, dit is de bron van mijn informatie. Het is het
ernstige dagblad De Tijd. Ik herhaal dat het een artikel betreft van 12
mei. Men verwijst naar uitspraken van de politierechter van Ieper,
Chris Voet. Ik denk dat u daarmee voldoende informatie hebt om bij
het College van procureurs-generaal te informeren naar wat er aan de
hand is. Ik dank u hiervoor bij voorbaat.
01.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): L'article relatant
ce cas a été publié le 12 mai 2005
dans le quotidien "De Tijd". Pour
M. Chris Voet, juge de police
d'Ypres, devant qui l'intéressé a
été présenté, la coupe est pleine. Il
déclare dans l'article en question
que la non-exécution d'une peine
n'est pas uniquement imputable à
la surpopulation dans les prisons.
Elle traduit tout autant un manque
de bonne volonté. Des personnes
très influentes auraient en effet
violemment critiqué les peines
`déraisonnables' que prononcent
les juges.

J'espère que ces précisions
permettront à la ministre de
s'adresser au Collège des
procureurs généraux afin de
déterminer ce qui s'est réellement
passé.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la menace
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
que représentent les CCC" (n° 7049)
02 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
dreiging die uitgaat van de CCC" (nr. 7049)
02.01 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, le 19 octobre 2004,
je vous interrogeais sur les conditions de libération conditionnelle de
deux ex-CCC, en raison de leur retour sur des lieux de leurs crimes:
un bloc de l'OTAN qui avait été dynamité en 1985. Vous me répondiez
à cette occasion que, si le comportement de ces personnes devait
être considéré comme une menace pour la sécurité de notre société,
la Sûreté de l'Etat et les services de police - notamment, dans le
cadre de leur mission de police administrative - pourraient informer
les autorités judiciaires et politiques de l'évolution du comportement
de ces deux personnes. Sur la base de ces informations, les
commissions de libération conditionnelle pourraient alors prendre une
nouvelle décision ou imposer de nouvelles conditions à leur liberté.

La Sûreté de l'Etat et les services de police administrative ont-ils
informé les autorités judiciaires ou politiques de l'évolution du
comportement de ces deux ex-CCC? La commission de libération
conditionnelle a-t-elle modifié leurs conditions de liberté? En outre,
pouvez-vous prendre connaissance du rapport qui a été rédigé par
l'agent de la maison de justice compétente? Et, dans l'affirmative, fait-
il état du retour des ex-CCC sur les lieux du crime?

Je vous remercie de votre réponse.
02.01 Denis Ducarme (MR): Ik
heb u al ondervraagd over de
voorwaarden met betrekking tot de
voorwaardelijke invrijheidstelling
van twee voormalige CCC'ers, met
name omdat zij naar de plaatsen
van hun misdaden zijn
teruggekeerd. U heeft mij
geantwoord dat de commissies
voor de voorwaardelijke
invrijheidstelling dan een nieuwe
beslissing ter zake zouden kunnen
nemen. Hebben de
Staatsveiligheid en de diensten
van bestuurlijke politie de
gerechtelijke of politieke
autoriteiten ingelicht over de
evolutie van het gedrag van beide
voormalige CCC'ers? Heeft de
commissie voor de
voorwaardelijke invrijheidstelling
hun invrijheidstellingsvoorwaarden
gewijzigd? Kan u kennis nemen
van het verslag dat door de
ambtenaar van het bevoegde
justitiehuis werd opgesteld? Maakt
het melding van de terugkeer van
die twee voormalige CCC'ers naar
de plaatsen van de misdaad?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, à ma
connaissance, les services de renseignement et de sécurité, ainsi que
la police, ont fourni aux autorités judiciaires compétentes, à savoir le
procureur du Roi de Bruxelles et celui de Liège, des éléments
d'informations sur la manière dont les deux ex-membres des CCC
remplissent les conditions mises à leur libération conditionnelle. Au
regard de ces informations, ces autorités judiciaires n'ont
apparemment pas saisi les commissions de libération conditionnelle
compétentes.

J'en conclus dès lors que les autorités judiciaires estiment que ces
deux personnes n'ont actuellement pas enfreint les conditions de leur
libération en sorte qu'il faudrait y mettre fin. Les rapports rédigés par
les assistants de justice chargés de suivre ces deux personnes sont
couverts par le secret professionnel, et je ne vois pas à quel titre je
pourrais en prendre connaissance. Comme je vous l'ai dit lors de ma
première réponse à votre question, je n'ai pas à me substituer aux
autorités judiciaires ni aux commissions de libération conditionnelle.
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
De inlichtingen- en
veiligheidsdiensten en de politie
hebben de bevoegde gerechtelijke
autoriteiten inlichtingen over dat
dossier bezorgd. Die gerechtelijke
autoriteiten hebben de zaak echter
niet bij de bevoegde commissies
voor invrijheidstelling aanhangig
gemaakt. Ik besluit daaruit dat de
gerechtelijke autoriteiten de
mening zijn toegedaan dat beide
betrokkenen de voorwaarden van
hun invrijheidstelling thans niet
hebben geschonden. De door de
justitie-assistenten opgestelde
verslagen worden beschermd door
het beroepsgeheim.
02.03 Denis Ducarme (MR): Merci, madame la ministre. Je sais que
les services en question doivent jouir d'une pleine indépendance. Mon
présent souci était de m'informer plus que de vous demander d'agir
en ce domaine. Je constate donc qu'en termes d'informations, les
autorités judiciaires n'ont pas relevé d'éléments relatifs à un suivi
02.03 Denis Ducarme (MR): Ik
weet dat die diensten
onafhankelijk zijn. Uit moreel
oogpunt ben ik ten zeerste
ontsteld dat voormalige CCC'ers
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
quelconque à apporter au comportement des deux ex-CCC.

Vous comprenez évidemment que ce comportement médiatique avait
scandalisé tant les collègues des deux pompiers que les familles de
ces derniers en raison des appels manifestes et multiples à la
violence comme voie d'expression politique. De même, leur pose pour
les photographes devant les lieux d'un de leurs attentats était
choquante.

Permettez-moi donc simplement d'émettre une considération morale.
Je ne peux que m'effarer que l'on puisse ainsi appeler à la violence,
comme ces deux ex-terroristes ont pu le faire dans les médias, sans
que cela ne soit suivi d'un quelconque effet.

Je vous remercie.
tot geweld kunnen oproepen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Denis Ducarme à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la politique
criminelle en matière d'infractions commises dans les infrastructures de la SNCB" (n° 7050)
03 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
strafrechtelijk beleid inzake misdrijven gepleegd in de infrastructuur van de NMBS" (nr. 7050)
03.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, lors d'un échange de vues entre les membres de la
commission de l'Infrastructure et de la commission de l'Intérieur de la
Chambre et des représentants des différents services concernés par
la sécurité à la SNCB, a été abordée la question du suivi, par les
autorités judiciaires, des agressions commises à la SNCB.

Une conseillère du ministre des Entreprises publiques a déclaré que,
trop souvent, ces affaires étaient classées sans suite parce qu'il
s'agissait de petites infractions s'inscrivant dans le cadre plus large de
la criminalité. Elle faisait également observer qu'une sanction effective
revêtait un intérêt primordial pour la sécurité au sens large au sein de
la SNCB.

Les chiffres avancés par le service de sécurité de la SNCB font état
de 638 agressions dont 216 agressions physiques en 2003 et de 652
agressions dont 202 agressions physiques en 2004.

Madame la ministre, quelle a été la suite judiciaire réservée à ces
agressions au cours de cette période?

Quelles sont les directives du Collège des procureurs généraux en la
matière?

Quelles ont été vos initiatives auprès du Collège des procureurs
généraux en vue d'une éventuelle adaptation de ces directives?
03.01 Denis Ducarme (MR): Een
adviseur van de minister van
Overheidsbedrijven heeft
verklaard dat voor daden van
agressie bij de NMBS al te vaak
geen vervolging wordt ingesteld
omdat het over kleine misdrijven
gaat. Hoe is het gerecht in de
periode 2003-2004 tegen deze
vorm van agressie opgetreden?
Welke richtlijnen heeft het college
van procureurs-generaal terzake
uitgevaardigd? Welke initiatieven
heeft de minister bij het college
van procureurs-generaal bepleit?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Ducarme, j'ai interrogé les autorités judiciaires quant aux suites
réservées aux plaintes déposées par la SNCB du chef d'agression à
l'encontre de son personnel.

Dès que ces informations détaillées me seront fournies, je vous les
ferai parvenir mais, à l'heure actuelle, je ne les ai pas encore reçues.
03.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb de bevoegde instanties
hierover informatie gevraagd. Ik
zal ze u bezorgen zodra ik erover
beschik. Talrijke klachten worden
geseponeerd omdat de daders
niet kunnen worden
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Il faut savoir que de nombreuses plaintes sont classées sans suite
parce que les auteurs des faits n'ont pas pu être identifiés.

Le Collège des procureurs généraux estime que les parquets sont
généralement attentifs à la problématique de violence à l'égard des
membres du personnel des sociétés de transport en commun,
particulièrement lorsque des violences physiques sont exercées.

Je déposerai prochainement au parlement, puisque le gouvernement
l'a accepté en seconde lecture le 13 mai dernier, le projet de loi visant
à établir des circonstances aggravantes aux préventions de coups et
blessures lorsqu'ils sont portés notamment à l'égard des chauffeurs,
accompagnateurs et guichetiers des transports publics. Ce projet est
conçu comme un signal fort à l'adresse d'auteurs potentiels de
violences.

Par ailleurs, dans le cadre du plan national pour la sécurité des
professions d'intérêt public adopté par le gouvernement, j'organise
une journée d'étude sur le sujet, le 13 juin prochain. A cette occasion,
des représentants des professions visées par ce type de violence
s'exprimeront mais aussi un magistrat qui présentera la politique de
poursuite de son parquet et les différents contacts qu'il a établis avec
les sociétés de transport. Des ateliers d'échanges seront organisés
l'après-midi en vue de mettre en évidence les bonnes pratiques et les
besoins tant au niveau judiciaire qu'au niveau préventif.
geïdentificeerd. Ik zal eerlang een
wetsontwerp indienen dat ertoe
strekt de verzwarende
omstandigheden voor dergelijke
daden van agressie vast te leggen.

Op 13 juni 2005 wordt een
studiedag aan deze problematiek
gewijd.
03.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à remercier Mme la ministre pour sa réponse.

Le MR est évidemment satisfait du dépôt de votre projet visant à
instaurer des circonstances aggravantes pour les agressions subies
par des personnes dont les fonctions sont d'intérêt public. Nous
avions d'ailleurs déposé une proposition de loi allant dans ce sens au
Sénat.

J'attends évidemment toute information que vous pourriez nous
communiquer en ce qui concerne les agressions dont fait l'objet le
personnel de la SNCB. Il est bien entendu que, dans ce cadre, il s'agit
également d'agressions dont font l'objet les usagers.

Par ailleurs, il est étonnant qu'une conseillère du ministre des
Entreprises publiques ait pu déclarer que "trop souvent, ces affaires
sont classées sans suite". Cela laisse entendre qu'un certain laxisme
pourrait exister en la matière. Je doute que ce soit le cas. Je suis
persuadé que vous réservez toute l'attention nécessaire à cette
problématique et que votre volonté est de restaurer la sécurité sur le
rail. J'espère donc que nous pourrons, à l'avenir, mesurer les effets
de tels commentaires qui peuvent apparaître comme étant
l'expression d'un certain laxisme de votre département à ce sujet.
03.03 Denis Ducarme (MR): De
MR is tevreden dat u een ontwerp
indient. We hebben in de Senaat
een wetsvoorstel in dezelfde zin
ingediend. Ik hoop dat we zullen
kunnen vaststellen dat het gerecht
bij de behandeling van dergelijke
misdrijven zijn werk doet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vervolgingsbeleid ten aanzien van op ons grondgebied verblijvende illegale personen" (nr. 7108)
04 Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
politique de poursuites à l'égard des personnes en séjour illégal sur notre territoire" (n° 7108)
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
04.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik zou u vandaag willen ondervragen over het
enorme maatschappelijke probleem van de aanwezigheid van
tienduizenden illegalen op ons grondgebied, vooral in de grote steden,
en over het gebrek aan een krachtdadig beleid van de overheid om
deze illegalen op te sporen, in hechtenis te nemen en vervolgens zo
vlug mogelijk te repatriëren.

Ik grijp daarvoor naar het bestaande Strafwetboek en ook naar de wet
op het politieambt. Artikel 75 van de wet op de toegang tot ons
grondgebied, van 15 december 1980, bepaalt, en ik citeer: "De
vreemdeling die onwettig het Rijk binnenkomt of er verblijft wordt
gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en
met een geldboete van 26 frank tot 200 frank of met een van die
straffen alleen".

Vervolgens blijkt zonneklaar uit de artikelen 14,15 en 21 van de wet
op het politieambt van 5 augustus 1992, dat het doelgericht opsporen
en aanhouden van illegalen tot de wettelijke verplichtingen van de
politiediensten behoort.

Daarom heb ik volgende vragen.

Mevrouw de minister van Justitie, kunt u, ten eerste, uitleggen
waarom het doelgericht opsporen en aanhouden van illegalen
conform de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en het
vervolgen van illegalen conform het artikel 75 van de
vreemdelingenwet van 15 december 1980, blijkbaar helemaal geen
prioriteit is voor onze parketten en dat er in de praktijk tegen het
misdrijf van illegaliteit zo goed als niet strafrechtelijk wordt
opgetreden?

Ten tweede, kunt u meedelen hoeveel illegale personen er de voorbije
vijf jaar werden vervolgd conform artikel 75 van de wet op de toegang
tot ons grondgebied van 15 december 1980?
04.01
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Dans les
grandes villes, nous devons faire
face à la présence de dizaines de
milliers de clandestins parce que
les autorités n'interviennent pas de
manière énergique. Pourquoi la
recherche et l'arrestation de
clandestins, conformément à la loi
du 5 août 1992 sur la fonction de
police, ainsi que la poursuite des
illégaux, conformément à l'article
75 de la loi sur les étrangers de
1980, ne constituent-elles pas une
priorité pour nos parquets?

La ministre peut-elle indiquer
combien de personnes ont été
poursuivies au cours des cinq
dernières années sur la base de
l'article 75?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tastenhoye, ik heb hierover mijn diensten geraadpleegd. Men telde
616 veroordelingen in 2003 wegens inbreuk op de artikelen 75 en 76
van de wet van 15 december 1980 en 426 in 2002, 505 in 2001, 510
in 2000 en 434 in 1999. We beschikken nog niet over de statistieken
voor het jaar 2004.

Ik wens u erop te wijzen dat het onjuist is te beweren dat de
vervolging van inbreuken tegen de wet van 15 december 1980 geen
prioriteit is bij de parketten. In navolging van wat gebeurt bij elke
strafrechtelijke bepaling, volgen de parketten een daadwerkelijk beleid
terzake en treden zij coherent op ten aanzien van de situaties op het
terrein waarmee zij het vaakst worden geconfronteerd.

Het is in deze context dat er prioriteit wordt gegeven aan vervolgingen
wegens mensenhandel ingevolge de rondzendbrief COL 10/2004. Met
dit beleid beoogt men uiteraard de ontmanteling van netwerken van
mensensmokkelaars. Deze maken misbruik van de onwetendheid
van hun slachtoffers door hen tegen aanzienlijke geldsommen het
grondgebied te laten doorreizen en door hen meestal voor te liegen
over de levensomstandigheden bij hun aankomst en het statuut dat zij
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: 616 personnes ont été
condamnées en 2003 pour
infraction aux articles 75 et 76 de
la loi sur les étrangers. Elles
étaient au nombre de 505 en
2001, de 510 en 2000 et de 434
en 1999. Les chiffres ne sont pas
encore disponibles pour 2004.

Il est inexact que la poursuite de
ces infractions ne constitue pas
une priorité pour les parquets. À la
suite d'une circulaire, ceux-ci se
concentrent toutefois sur le
démantèlement des réseaux de
trafiquants d'êtres humains.
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
zullen krijgen.
04.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, uit
uw antwoord blijkt dat er door de parketten in een beperkt aantal
gevallen toch wordt overgegaan tot vervolging van illegalen, maar
blijkbaar alleen wanneer zij op een of andere manier betrokken zijn bij
netwerken van mensenhandel. Op zich is het natuurlijk een goede
zaak, dat beaam ik hier, dat netwerken van mensenhandel opgerold
worden en dat illegalen, die daarbij betrokken worden, tevens worden
vervolgd. Dat draagt zeker onze goedkeuring weg.

Mevrouw de minister, u hebt echter zelf de cijfers geciteerd. Het gaat
om vier- tot vijfhonderd illegalen per jaar die worden vervolgd door de
parketten. Het is geweten dat er elk jaar veertig- tot vijftigduizend
illegalen in België door de politiediensten betrapt worden op illegaliteit.
De overgrote meerderheid van die zaken blijft zonder gevolg. Deze
illegalen mogen in de meeste gevallen vrij beschikken of zij krijgen
een document van de Dienst Vreemdelingenzaken waarbij hen
gezegd wordt dat zij binnen de vijf dagen het land moeten verlaten,
waarna ze verder ongemoeid worden gelaten.

Wij denken dat de parketten hun toepassingsgebied veel verder
moeten uitbreiden en ook andere vormen van illegaliteit moeten
vervolgen. Wij denken dat de maatschappelijke overlast daardoor fel
zou worden ingeperkt, vooral in onze grote steden. Wij vinden dit een
topprioriteit voor de overheid. Wij zouden dan ook graag zien dat u de
parketten in die zin richtlijnen zou geven.
04.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le
démantèlement des réseaux de
trafiquants d'êtres humains est
important mais les parquets
doivent aussi s'attaquer à d'autres
types d'activités illégales. La
ministre peut-elle indiquer quelles
directives en ce sens ont été
données à ces derniers?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het tekort aan griffiepersoneel in de rechtbank van eerste aanleg te Ieper" (nr. 7132)
05 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le manque de personnel au greffe du tribunal de première instance d'Ypres" (n° 7132)
05.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister, de rechtbank van eerste aanleg te
Ieper is zoals u weet in het gerechtelijke landschap een kleine
rechtbank. De hoofdgriffier van die rechtbank is verplicht heel wat
creativiteit aan de dag te leggen om alle verplichtingen en termijnen
na te komen. Daar is hij zeer goed in geslaagd, tot november 2004,
de periode waarin de zeer dynamische griffier langdurig ziek werd,
wat hij vandaag nog altijd is. Die persoon was niet alleen griffier bij de
correctionele kamer, maar ook bij de beslagrechtbank, met als gevolg
dat de griffier die hoofd van dienst is, zich onder andere ook de
procedures voor collectieve schuldenregeling eigen moest maken.

Die noodzakelijke ingreep zorgde ervoor dat een aantal wijzigingen
gebeurd is in de takenpakketten, waarbij de hoofdgriffier keuzes
moest maken. Er wordt nu voorrang gegeven aan de strafzaken op de
rechtbank van Ieper. De vaststelling van de burgerlijke zaken gebeurt
al enige tijd niet meer. Er worden dus geen pleitdata meer vastgelegd.
Er is tegenwoordig terzake een achterstand van vijf maanden. Dus,
pleitdata die in december werden aangevraagd, bijvoorbeeld, zijn nog
steeds niet vastgelegd, met alle negatieve gevolgen van dien voor de
rechtsonderhorigen.
05.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le greffier en chef du
tribunal de première instance
d'Ypres est confronté depuis déjà
bien longtemps à des problèmes
de personnel mais en raison du
congé de maladie d'un greffier très
actif, l'arriéré en matière civile
atteint à présent déjà cinq mois.
Le président du tribunal a proposé
concrètement qu'un greffier adjoint
délégué des tribunaux du travail
de Courtrai-Ypres-Furnes
accomplisse ses fonctions au
tribunal d'Ypres pour une période
maximale de six mois.

Que pense la ministre de cette
proposition? Ne pourrait-on, à
l'avenir, envisager un système de
pool auquel on pourrait faire appel
en cas de besoin? D'autres
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Er werden al heel wat pogingen ondernomen om het personeelstekort
wegens ziekte op te vangen. Onder andere werd vanuit de rechtbank
van Ieper door de voorzitter en de hoofdgriffier gevraagd eventueel
een vervanger te krijgen vanuit het hof van beroep te Gent of vanuit
de politierechtbank van West-Vlaanderen. Ook aan u, mevrouw de
minister van Justitie, werd het probleem voorgelegd. Maar tot
vandaag is er nog altijd geen passende oplossing geboden voor dat
prangende personeelstekort.

Laatst nog verzocht de voorzitter om een afgevaardigd adjunct-griffier
van de arbeidsrechtbank van Kortrijk-Ieper-Veurne die in Ieper woont,
voor bijvoorbeeld maximaal zes maanden de opdracht te geven zijn
taak in de rechtbank van eerste aanleg te Ieper te komen vervullen,
maar op die vraag is er nog geen antwoord gekomen.

Ik heb nog een tweede en laatste vraag in dat verband. De
personeelsproblematiek ­ de langdurige ziekte van bepaalde griffiers
­ bij de rechtbank van Ieper, is geen alleenstaand geval. De overige
rechtbanken, waar het probleem blijkbaar minder acuut is, blijken niet
bereid personeelsleden tijdelijk af te staan. Kan er om dergelijke
problemen een definitieve oplossing te geven, bijvoorbeeld geen werk
gemaakt worden van een poolsysteem waaruit in dringende nood
geput kan worden? Hoe staat u tegenover dat voorstel?
tribunaux ne semblent en effet pas
si facilement enclins à se passer
temporairement d'un membre de
leur personnel.
05.02 Minister Laurette Onkelinx: De problematische toestand van
de rechtbank van eerste aanleg te Ieper die is ontstaan sinds de
ziekte van een van de griffiers is mij bekend. De voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg heeft inderdaad een voorstel
geformuleerd om een afgevaardigd adjunct-griffier vanuit de
arbeidsrechtbank Kortrijk-Ieper-Veurne tijdelijk over te plaatsen naar
zijn rechtbank. Het zoeken naar een vervanger voor de afwezige
griffier alsmede het concrete voorstel om iemand vanuit de
arbeidsrechtbank over te plaatsen heeft in de regio voor controverse
gezorgd. Ik heb terzake advies ingewonnen van de procureur-
generaal te Gent die na de argumenten te hebben gehoord van de
betrokken korpsoversten gunstig heeft geadviseerd voor de
overplaatsing. Ik zal dit advies volgen. De overplaatsing is momenteel
dan ook in uitvoering en wordt binnenkort in het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd.

Ik begrijp dat elke korpsoverste zijn rechtsmacht optimaal wil laten
functioneren en hierbij wil steunen op zijn volledige
personeelsbestand. Ik betreur evenwel dat bij noodsituaties veelal een
gebrek aan solidariteit tussen de rechtsmachten tot uiting komt dat in
sommige gevallen zelfs ontaardt in een krachtmeting tussen de
betrokken gerechten. Het statuut van de griffier laat momenteel niet
toe om een poolsysteem te creëren. De personeelsformaties van de
griffies zijn wettelijk per graad en per rechtsmacht vastgesteld. De
griffiers worden dan ook vast benoemd in een bepaalde rechtsmacht.
Ik stel evenwel vast dat deze organisatievorm heel wat beperkingen
inhoudt en weinig flexibel is. Deze vaststelling werd gedaan in de
denkoefeningen rond de decentralisatie van bepaalde bevoegdheden
inzake personeel. Een organisatie van de personeelsmiddelen in
ruimere beheerszones zou inderdaad tot meer soepelheid leiden wat
betreft de inzetbaarheid van de griffiers en het personeel. Deze
soepelheid zou toelaten direct te kunnen ingrijpen bij overbelasting
van een rechtsmacht of de vervanging te kunnen verzekeren van
tijdelijk afwezige personeelsleden. Dit vereist evenwel fundamentele
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je suis au courant de la
situation vécue à Ypres. La
proposition concrète de
remplacement faite par le
président du tribunal a suscité une
certaine controverse dans la
région. Le procureur-général de
Gand a entendu les arguments
des différentes parties et a émis
un avis positif sur la proposition de
déléguer un employé du tribunal
du travail de Courtrai-Ypres-
Furnes. J'ai l'intention de suivre
cet avis. La publication au
Moniteur belge interviendra dans
les prochains jours.

Je déplore le manque de solidarité
entre les différentes juridictions.
Pour le moment, le statut actuel de
greffier auprès du tribunal
empêche l'organisation d'un
système de pool commun. Je suis
néanmoins convaincue qu'il faut
adapter le système rigide actuel
pour le rendre plus souple et plus
flexible. Mais cela nécessitera une
refonte des dispositions du Code
judiciaire traitant de l'organisation
judiciaire et du statut du greffier.
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
aanpassingen van het Gerechtelijk Wetboek omtrent de gerechtelijke
organisatie en het statuut van de griffiers.
05.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de vice-premier,
dank u voor uw antwoord, dat twee keer positief is. Op de eerste
plaats zegt u dat u die tijdelijke detachering van een medewerker van
de arbeidsrechtbank naar eerste aanleg na positief advies van de
procureur-generaal zult ondersteunen. Dank u daarvoor.

Op de tweede plaats stelt u dat we in de toekomst inderdaad af
moeten van het rigide systeem op het vlak van het statuut van de
griffiers en dat u meer soepelheid zal nastreven om voortaan
dergelijke spijtige situaties, waarvan ­ ik herhaal het ­ enkel de
rechtsonderhorige slachtoffer is, uit te sluiten.
05.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Nous devons en effet nous
défaire du statut trop rigide de
greffier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het stakingsrecht van cipiers" (nr. 7136)
06 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le droit de grève des gardiens de prison" (n° 7136)
06.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-premier, bij stakingen in gevangenissen worden
massaal politiemensen opgevorderd om de veiligheid in de
gevangenissen te garanderen. Vandaag kunnen cipiers immers niet
zelf worden opgevorderd bij een staking. Dit gaat ten koste van de
werking van de lokale politie enerzijds en de veiligheid in de
gevangenissen anderzijds. Politiemensen kennen de
gevangenisprocedures niet zo goed.

Naar aanleiding van de recente stakingsacties in de gevangenissen
kondigde u aan de procedure van de stakingsactie te willen herzien. Ik
heb in dit verband een aantal vragen. Hoe ver staat die
aangekondigde herziening van de procedure van de stakingsactie?
De politie dreigt met een "tegenstaking" als er nog wordt opgevorderd
om stakende cipiers te vervangen. Wat is hierop uw reactie? Hoe
staat u tegenover de idee van een minimumdienst die trouwens
bestaat in alle sectoren die 24 uur op 24 ten dienste van personen
staan? Gaat u hierover al dan niet het debat aan met de
vakbondsorganisaties?
06.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La ministre a annoncé, à la
suite des actions de grève menées
dans les prisons début avril, que la
procédure pour les actions de
grève serait revue. Où en est-on à
cet égard?

La police menace à son tour de se
mettre en grève si elle est encore
réquisitionnée pour remplacer les
gardiens de prison grévistes.
Quelle est la réaction de la
ministre à ce sujet? Que pense-t-
elle du principe d'un service
minimum?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
de stakingen in de penitentiaire inrichtingen maken dat er veel meer
en in moeilijkere omstandigheden moet worden gewerkt zowel door
het personeel dat doorwerkt, als door de ordediensten, het Rode
Kruis en de burgerbescherming. De gedetineerden en hun families
beleven dat ook als moeilijke momenten. De situatie laat me zeker
niet onberoerd.

Ik ben bijzonder gehecht aan het stakingsrecht. De regels die thans
van kracht zijn, garanderen evenwel niet meer dat er een voldoende
lange stakingsaanzegging komt, die het mogelijk moet maken om de
situatie correct te beheren. Binnen de 24 uur het werk neerleggen is
niet aanvaardbaar.

Zoals ik begin april aankondigde, wens ik in die context de manier
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les grèves dans les
établissements pénitentiaires
gênent les activités des autres
membres du personnel, de la
protection civile et de la Croix-
Rouge. De plus, elles sont
pénibles pour les détenus.

Il faut effectivement élaborer de
nouvelles règles en matière de
préavis de grève, de sorte qu'on
ne puisse plus arrêter le travail
dans les 24 heures. Ainsi, les
forces de l'ordre disposeront d'un
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
waarop een staking aanvat, te herzien, zodat de ordediensten de
veiligheid van de inrichting in aanvaardbare omstandigheden kunnen
verzekeren. Op hun niveau zal de toestand reeds aanzienlijk
verschillen.

Ik heb een ontwerp van akkoordprotocol opgesteld tussen de
syndicale organisaties en mezelf over de fasering van de staking. De
syndicale organisaties zijn op de hoogte van mijn voornemens. De
tekst werd doorgestuurd naar de syndicale organisaties. Op vrijdag 3
juni gaan de onderhandelingen terzake van start.

De minimumdienst maakt geen deel uit van de onderhandelingen. Ik
heb reeds gezegd dat dat debat op mijn niveau zeker geen taboe is.
De vraag moet evenwel diepgaand geanalyseerd worden. Ik wens
eerst de fasering van de staking te reglementeren en daarna de
situatie te evalueren.
délai suffisant pour assurer la
sécurité de l'établissement en
question.

Un projet de protocole d'accord
relatif au phasage des grèves a
été envoyé hier aux organisations
syndicales. Il sera négocié
vendredi. Il ne sera pas question
du service minimum dans le cadre
de ces négociations, étant donné
que le projet doit d'abord être
analysé.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, ik heb
geen repliek en ik wens u succes bij de onderhandelingen die vrijdag
van start gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
verschil tussen de parketten in aantal veroordelingen wegens huisjesmelkerij" (nr. 7139)
07 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
différence entre les parquets quant au nombre de condamnations de marchands de sommeil"
(n° 7139)
07.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik zou opnieuw
een vraag willen stellen over het probleem van de huisjesmelkers.

Wanneer ik de jaarverslagen van de Vlaamse Wooninspectie bekijk,
dan stel ik vast dat er in 2003 89 zaken van huisjesmelkerij aan de
parketten werden meegedeeld. Daarvan werden 61 zaken door de
politiediensten en 17 door de inspectiediensten doorgegeven. In Gent
­ dat staat ook in tal van persberichten - staan er momenteel 26
mensen terecht voor de correctionele rechtbank wegens
huisjesmelkerij. Met dat massaproces maakt het Gentse parket
duidelijk dat huisjesmelkerij voor hem een prioriteit is. Het vonnis
wordt binnenkort verwacht, namelijk op 6 juni.

Ik leid af uit het derde werkjaar van de Vlaamse Wooninspectie dat
het aantal gerechtelijke beslissingen is toegenomen in 2004. Dat is
positief, maar in totaal werden er toch maar 27 vonnissen geveld door
de correctionele rechtbanken. Dat is niet veel. Een aantal zaken zal
waarschijnlijk ook worden geseponeerd. Ik stel wel het grote verschil
vast in de uitspraken van correctionele rechtbanken. Hoewel men
eigenlijk kan vaststellen dat het aantal gevallen van huisjesmelkerij in
bijvoorbeeld steden als Gent en Antwerpen vergelijkbaar is, ziet men
dat er 16 vonnissen zijn in de correctionele rechtbank van Gent en 0
in Antwerpen. Dat is een groot verschil, terwijl het probleem in
Antwerpen zelfs iets groter is. Er waren 9 vonnissen in de
correctionele rechtbank van Mechelen, 1 in Ieper en 1 in Leuven. Men
ziet dat er veel verschillen zijn tussen die rechtbanken qua
veroordelingen.
07.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Entre le 1
er
octobre 2002 et le 31
décembre 2003, le parquet a été
saisi de 89 affaires impliquant des
pratiques de marchands de
sommeil. A Gand, 26 personnes
ont comparu devant le tribunal
correctionnel. Ce problème y est
donc clairement traité en priorité.
Par comparaison avec 2003, le
nombre de décisions judiciaires
prises en 2004 à la suite de
pratiques de marchands de
sommeil a augmenté. Bien que le
nombre d'infractions constatées
tant à Anvers qu'à Gand soit
comparable, on constate une
grande disparité en ce qui
concerne le nombre de jugements
rendus. Le tribunal correctionnel
de Gand en a rendu 16, tandis que
celui d'Anvers n'en a rendu aucun.
Comment expliquer de telles
disparités? La ministre compte-t-
elle demander aux parquets
d'accorder la priorité aux pratiques
de marchands de sommeil?
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Mevrouw de minister, kunt u die grote verschillen inzake
veroordelingen voor huisjesmelkerij tussen de steden verklaren? Ik
beschik nog niet over cijfers van andere steden in België. Ik weet dat
er een scheiding van machten is. Toch wil ik u vragen of u het nodige
kunt doen en stappen kunt ondernemen bij de parketten om
huisjesmelkerij als een prioriteit te behandelen, zeker nu er in de
Kamer een nieuwe wet is goedgekeurd en hopelijk binnenkort ook in
de Senaat, waardoor huisjesmelkerij nu ook in het strafrecht is
opgenomen. Ik denk dat dat voor de regering een prioriteit is.
Bovendien moet er volgens mij eenvormigheid komen, zodat er niet te
snel wordt geseponeerd.

Kan u, mevrouw de minister, richtlijnen geven aan het college van
procureurs-generaal om een eenvormig vervolgingsbeleid voor te
stellen, huisjesmelkerij als een prioriteit te behandelen en niet te veel
te seponeren? Ik denk dat dat echt wel heel belangrijk is. Kunt u ook,
mevrouw de minister, rekening houden met nieuwe verschijnselen die
zich vandaag, ondanks de nieuwe wetgeving, afspelen in de praktijk?
Huisjesmelkers verkopen hun eigendommen snel aan een broer of
zus als zij voelen dat de grond onder hun voeten warm wordt. Op die
manier kunnen zij gewoon voortgaan met die praktijken. Sommigen
beginnen zogenaamd met herstellingen, waardoor de zaak wordt
geseponeerd. Met die zaken moet het parket echt rekening houden,
opdat men er niet te snel vanaf komt. Ik hoop dat u op dat vlak een
signaal wil geven aan de parketten, want de verschillen maken het
overduidelijk dat huisjesmelkerij niet overal als prioriteit wordt
beschouwd.
Une plus grande uniformité
s'impose également dans le cadre
de la politique menée pour qu'on
évite de trop vite classer les
dossiers sans suite. Les parquets
doivent également tenir compte
des pratiques malhonnêtes des
marchands de sommeil qui
poursuivent leurs activités en
vendant leurs habitations à des
proches ou en commençant des
soi-disant travaux de réparation
lorsqu'une enquête est ouverte.
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, een
fenomeen zoals huisjesmelkerij, dat zich in alle steden voordoet,
ontwikkelt zich natuurlijk niet in dezelfde verhoudingen, het is
afhankelijk van de situatie.

De steden die het meest vatbaar zijn om getroffen te worden door dit
fenomeen zijn de steden van doorreis of de steden die dicht bij de
grens liggen. Zij omvatten een zone van verblijf voor vreemdelingen in
onregelmatige toestand. Deze laatste zijn ook vaak slachtoffers van
mensensmokkel en mensenhandel. Wanneer zij eenmaal ter plaatse
zijn worden zij uitgebuit door eigenaars zonder enige scrupule die
profiteren van hun toestand van clandestiniteit.

Bovendien is de globale urbanistische toestand van bepaalde steden
beter dan die van andere, wat het risico beperkt om met
huisjesmelkerij te worden geconfronteerd.

Ik baseer mij op de cijfers die werden verzameld bij het College van
procureurs-generaal in het raam van de vraag van de heer Guido De
Padt. Deze omvatten de periode van 1 oktober 2002 tot
1 december 2003. Ik kan opmerken dat er een groot aantal zaken
zonder gevolg waren in het ressort Antwerpen in vergelijking met Gent
terwijl er een bijna evenveel geïntroduceerde zaken waren. Het waren
er ongeveer 30. Er waren er 15 in Antwerpen en 8 in Gent.

Natuurlijk is het moeilijk om hieruit conclusies te trekken zonder meer
diepgaand de context van de gegevens te bekijken. Alhoewel
Antwerpen een belangrijk agglomeratie is wordt misschien de rest van
het ressort van het hof van beroep veel minder geconfronteerd met
erkende situaties van huisjesmelkerij. Dit rechtvaardigt dat in
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les villes les plus
sensibles aux pratiques des
marchands de sommeil sont
situées près des frontières ou le
long d'un trajet de transit. On y
trouve souvent une "zone" où
résident des étrangers en situation
irrégulière. Les pratiques des
marchands de sommeil sont
souvent liées au trafic et à la traite
des êtres humains. La situation
urbanistique diffère en outre d'une
ville à l'autre.

Il ressort de statistiques portant
sur la période du 1
er
octobre 2002
au 1
er
décembre 2003 que
différentes affaires relatives aux
pratiques des marchands de
sommeil à Anvers sont restées
sans suite, mais on peut
difficilement en tirer des
conclusions sans entrer dans les
détails concrets des dossiers. Le
nombre de contrôles effectués à
Gand et à Anvers est comparable,
mais les données relatives aux
poursuites ne peuvent être
comparées sans plus avec celles
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
vergelijking met het gelijke aantal gedane controles een groot aantal
processen-verbaal geklasseerd werd zonder gevolg. Vanuit dit
standpunt is het gevaarlijk de categorieën waaraan men de gegevens
koppelt, een stad, een gerechtelijk arrondissement en een ressort van
het hof van beroep, te mengen.

Bovendien kan men geen verschillend beleid van de parketten
afleiden wanneer men de gegevens van de vervolgingen vergelijkt
met de gegevens van de veroordelingen. Bepaalde zaken zijn
complexer dan andere. Feiten die in 2003 zijn vastgesteld zullen pas
het volgende jaar worden beoordeeld. Alleen een analyse op lange
termijn maakt het mogelijk om effectief tendensen af te leiden inzake
de veroordelingen.

Op uw tweede vraag kan ik antwoorden dat het nu nodig is te wachten
op de definitieve stemming in de Senaat en de inwerkingtreding van
het wetsontwerp betreffende de bestrijding van mensensmokkel en
mensenhandel vooraleer een evaluatie van de situatie te overwegen.
Ik zal de vraag nochtans bij het expertisenetwerk van het College van
procureurs-generaal aankaarten.
relatives aux condamnations.
Seule une analyse à long terme
permettrait de dégager certaines
tendances.

J'attendrai l'entrée en vigueur de
la nouvelle loi sur la traite des
êtres humains avant de procéder à
une nouvelle évaluation. En
attendant, j'aborderai le problème
avec le Collège des procureurs
généraux.
07.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt een
aantal mogelijke verklaringen gegeven. Ik ben geen jurist maar ik stel
wel vast dat het aantal vonnissen in Gent opmerkelijk hoger is ­ dit is
positief ­ dan in het arrondissement Antwerpen, terwijl hier meer
klachten zijn.

Mevrouw de minister, ik dring erop aan dat u dit samen met de
parketten verder zou onderzoeken en zeker niet te wachten. Ik begrijp
dat u verwijst naar de nieuwe wet die van kracht wordt. Het zal nog
een tijd duren vooraleer mensen veroordeeld zijn op basis van de
vreemdelingenwet, de wet van 1980, op basis waarvan de vorige
processen-verbaal zijn opgesteld. Hieruit kunnen eveneens
tendensen en conclusies worden getrokken. We hoeven niet te
wachten tot het van kracht worden van de nieuwe wet. Op die manier
staan we weer drie jaar verder. Kostbare tijd die verloren gaat.

Ik zou het appreciëren mevrouw de minister, mocht u met de
parketten overleggen om van deze problematiek duidelijk een prioriteit
te maken en een eenvormig beleid te volgen.
07.03 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre ne doit pas attendre
l'entrée en vigueur de la nouvelle
loi, car la législation actuelle
permet déjà de tirer les
conclusions qui s'imposent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de veroordeling
van de minister tot betaling van het verhoogde vakantiegeld aan de magistraten" (nr. 7149)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het vakantiegeld
voor de magistraten" (nr. 7178)
08 Questions jointes de
- M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la condamnation de la
ministre à payer le pécule de vacances majoré aux magistrats" (n° 7149)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le pécule de vacances
des magistrats" (n° 7178)

De voorzitter: Ik had ook een vraag van de heer Wathelet. De heer Wathelet is deze week blijkbaar in het
buitenland, dus kan hij zijn vraag niet stellen. Dat neemt niet weg dat de twee andere vraagstellers
natuurlijk wel hun vraag kunnen stellen over dit toch wel actuele onderwerp.
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Mijnheer Van Parys, ik geef u graag het woord.
08.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft
de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Justitie,
veroordeeld om de magistraten en de gerechtelijke stagiairs het
verhoogd vakantiegeld uit te betalen vanaf 2003. De vraag dringt zich
dus op hoe de minister van Justitie met dit vonnis zal omgaan.

Ik had op het ogenblik van de vraagstelling de vraag als volgt
geformuleerd: Welk gevolg zal de minister van Justitie aan dit vonnis
geven? Zal het verhoogd vakantiegeld vanaf 2003 uitbetaald worden
aan de magistraten en de gerechtelijke stagiairs? Over welke
bedragen gaat het precies? Zijn daartoe de nodige gelden in het
budget beschikbaar?

Dit waren de vragen op het ogenblik dat ik de vraag heb ingediend,
maar ondertussen is er al heel wat tijd verlopen en heb ik ook
kennisgenomen van de reactie van de minister van Justitie op dit
vonnis. Ik moet toch wel zeggen, mevrouw de minister, dat ik vooral
verrast was door de dreigende en zelfs afdreigende taal die werd
gesproken.
08.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le tribunal de première instance
de Bruxelles a condamné l'Etat
belge, représenté par la ministre
de la Justice, au versement, avec
effet rétroactif jusqu'en 2003, du
pécule de vacances majoré aux
magistrats et aux stagiaires
judiciaires.

Au moment où j'ai introduit ma
question à la Chambre, je me
demandais quelles suites la
ministre comptait donner à ce
jugement, de quels montants il
s'agirait en cas de versement
effectif du pécule de vacances, et
si les budgets nécessaires étaient
disponibles.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: (...)
08.03 Tony Van Parys (CD&V): Ik was verrast door de dreigende en
afdreigende taal die u hebt gesproken in de Franstalige media. Zo
werd minstens de indruk gewekt dat het toekennen van het verhoogd
vakantiegeld dan maar moest betekenen dat men zich dan ook als
ambtenaar zou moeten inschrijven. Ik moet u zeggen dat er voor deze
dreigende en afdreigende taal ten opzichte van de magistraten geen
enkele reden is.
08.03 Tony Van Parys (CD&V):
Depuis lors, la ministre a réagi au
jugement dans les médias
francophones. Elle s'est même
montrée menaçante, affirmant que
les intéressés n'avaient qu'à
adopter le statut de fonctionnaire
s'ils voulaient prétendre au pécule
de vacances majoré.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre: Vous jouez un petit peu!
08.05 Tony Van Parys (CD&V): Ik speel niet, mevrouw de minister!
08.06 Laurette Onkelinx, ministre: Dire que je suis menaçante!
Quelle idée! Moi, menaçante?
De voorzitter: Laten we het straks uit de hand laten lopen! Laat ons eerst de vraag stellen!
08.07 Tony Van Parys (CD&V): Ik ben nog maar met de vraag bezig,
mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-premier.

Ik moet u zeggen dat er helemaal niet te dreigen valt. De
onafhankelijkheid van de magistraten is verankerd in de Grondwet en
de vergoedingen die aan de magistraten worden uitgekeerd, is een
aangelegenheid die door de wetgever wordt bepaald. Het is precies
aan de wetgever toegekend om die onafhankelijkheid te garanderen.
Het komt dus niet aan de uitvoerende macht toe om op een of andere
manier omtrent het statuut welke intentie dan ook uit te spreken. Ik
wens dit hier uitdrukkelijk in het midden te brengen.

Ook de parlementsleden hebben, bijvoorbeeld, het verhoogd
08.07 Tony Van Parys (CD&V):
L'indépendance des magistrats est
ancrée dans la Constitution et le
législateur la garantit. Leur
rémunération doit être fixée par le
législateur et non par le pouvoir
exécutif. Les parlementaires
perçoivent aussi un pécule de
vacances majoré, mais il ne s'agit
pas de fonctionnaires pour autant.
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
vakantiegeld, mijnheer de voorzitter. Dat betekent dus helemaal niet
dat wij ambtenaren zouden zijn, laat staan dat wij onder het gezag van
om het even welke minister zouden staan.
08.08 Laurette Onkelinx, ministre: Avez-vous reçu une prime
Copernic?
08.09 Tony Van Parys (CD&V): Wij hebben het verhoogd
vakantiegeld!
08.10 Laurette Onkelinx, ministre: Je vous demande si vous avez
reçu une prime Copernic! Vous savez c'est différent!
08.11 Tony Van Parys (CD&V): Wij hebben het verhoogd
vakantiegeld.
08.12 Laurette Onkelinx, ministre: Avez-vous eu une prime
Copernic? La question est de savoir si c'est une augmentation du
pécule de vacances ou une prime Copernic. Comme vous le savez, il
y a des différences fondamentales.
08.12 Minister Laurette Onkelinx:
Vraag is of het om een verhoging
van het vakantiegeld dan wel om
een Copernicuspremie gaat. Dat is
helemaal niet hetzelfde.
08.13 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, dit is
inderdaad het fundamentele debat. De wet zegt ten aanzien van de
magistraten - artikel 363 van het Gerechtelijk Wetboek - dat hun
vergoedingen worden gelijkgesteld met deze van de
bestuursambtenaren. Dat is een heel precieze en duidelijke bepaling
die is gebaseerd op het feit dat magistraten niet gelijk zijn aan
ambtenaren, maar dat hun statuut wordt gelijkgesteld aan het statuut
van de ambtenaren. Het probleem dat ontstaat, is dat men de
regelgeving inzake gelijkschakeling verwart met het gelijk zijn aan.

Ik wil u heel uitdrukkelijk zeggen dat het vonnis van de rechtbank
bijzonder interessant en principieel is. Ik nodig u uit het vonnis van de
rechtbank uit te voeren, daaraan het nodige gevolg te geven en
daarvoor de kredieten ter beschikking te stellen. Ik zie uw antwoord
op deze vraag met veel belangstelling tegemoet.
08.13 Tony Van Parys (CD&V): Il
est exact qu'il existe une
différence entre la prime Copernic
et le pécule de vacances majoré,
mais là n'est pas la question en
l'occurrence. Les magistrats ne
sont effectivement pas des
fonctionnaires mais leur statut est
assimilé à celui des fonctionnaires.
Le jugement est donc intéressant
et fondamental, aussi demandons-
nous à la ministre de l'exécuter et
de mettre à disposition les crédits
requis.
08.14 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, er werd hier al veel gezegd.

Er is het fameuze vonnis van 24 mei waarbij het verhoogd
vakantiegeld met terugwerkende kracht wordt toegekend. Dit is een
heel belangrijk vonnis. Het verplicht de minister concreet een
belangrijk bedrag uit te betalen en dit blijkbaar onmiddellijk te doen.
Het vonnis is immers uitvoerbaar bij voorraad en moet dus, ondanks
beroep, worden betaald en er moet dus hoe dan ook geld worden
gevonden.

Ook wij waren verbaasd door de reactie van de minister toen zij in Het
Laatste Nieuws te kennen gaf het vonnis te betreuren. Zij had al die
miljoenen liever aan meer dringende zaken bij Justitie besteed, aldus
woordvoerster Saar Vanderplaetsen. "Het is duidelijk dat de rechter
partij heeft gekozen voor zijn collega's. Die discussie doet niet meer
terzake. We zullen op de budgetcontrole volgende maand zien waar
we het geld moeten halen."

Het belangrijkste is dat u de rechter verwijt partij te hebben gekozen
08.14 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): A la suite du jugement, le
porte-parole de la ministre a laissé
entendre dans les médias que le
juge avait été partial mais qu'un
recours était possible et que les
crédits seraient provisoirement mis
à disposition. Je regrette que la
ministre de la Justice doute de
l'indépendance d'un magistrat par
la voix de son porte-parole. De
plus, je demande à la ministre de
fournir une copie du jugement au
Parlement.

De quels montants s'agit-il pour
les années 2003, 2004 et 2005?
Est-il exact que la ministre
envisage d'interjeter appel contre
le jugement? La ministre n'estime-
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
voor zijn collega's en dus zijn onafhankelijkheid niet te hebben
betoond. Ik vraag mij af wat uw reactie zou zijn geweest indien hij
partij had gekozen voor u. Hij moet partij kiezen. Door uw reactie laat
u echter uitschijnen dat hij partijdig en niet onafhankelijk was, terwijl
hij er nochtans alles aan heeft gedaan om dat wel te zijn. De twee
aangestelde magistraten waren twee plaatsvervangers. Het waren
twee advocaten wat op die manier volgens mij de hoogst mogelijke
waarborg was voor enige onafhankelijkheid. Ik betreur dat
uitgerekend de minister van Justitie die onafhankelijkheid in twijfel
trekt.

Wij willen de volgende concrete vragen stellen. Kunt u ons in kennis
stellen van het uitgesproken vonnis? Klopt het dat het uitvoerbaar bij
voorraad is zodat er inderdaad meteen moet worden betaald? Kunt u
de bedragen die moeten worden betaald voor de drie verschillende
jaren meedelen? Klopt het dat u overweegt beroep in te stellen?
Alleen al praktisch gezien, denk ik dat dit zeer moeilijk doenbaar is.
Als er inderdaad bij voorraad moet worden betaald, zult u dat moeten
terugvorderen, wat ik nogal onkies vind.

U zou volgens mij veel beter, conform de regeling die voor politici en
parlementsleden geldt, hetzelfde aanvaarden, namelijk dat ook die
magistraten recht hebben op vakantiegeld en de nodige erkenning
voor hun beroep krijgen. Als minister van Justitie zou u er eigenlijk
alles aan moeten doen om die mensen in hun beroep te waarderen. U
zou ervoor moeten zorgen dat zij daarvoor een betaling ontvangen en
dat deze wordt gehandhaafd en er dus geen beroep wordt ingesteld.
U zou dan ook met de vuist op de tafel moeten slaan bij het overleg
met de andere ministers over budgetcontrole of -wijziging. Wij
bespreken deze namidddag trouwens een budgetwijziging. Het kan
vandaag nog worden rechtgezet of in orde gebracht.

Dus, mijn vraag is concreet: overweegt u beroep aan te tekenen? Zo
ja, op welke gronden? En om welke reden moet de discriminatie van
de magistraten gehandhaafd worden? Waarom wordt er niet in extra
middelen voorzien via de budgetwijziging of bij de budgetcontrole?
t-elle pas qu'il est délicat de
récupérer le pécule de vacances
ultérieurement? Pourquoi le
budget n'est-il pas adapté afin de
dégager des moyens
supplémentaires?
08.15 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, avant d'en
venir à ma réponse, je voudrais dire quelques mots afin de mettre de
côté le jeu politicien.

Premièrement, je n'ai pas l'habitude d'être menaçante. Par contre, le
fait que je me pose des questions, c'est encore bien mon droit. Je
dirais même que c'est mon devoir, c'est en général de la sorte que
l'on fait évoluer les choses.

Deuxièmement, à aucun moment je n'ai mis en cause le fait qu'un
tribunal belge, avec des magistrats concernés par ledit problème,
doive juger dans un dossier comme celui-ci. En aucun cas, je n'aurais
accepté que les avocats mettent en cause les magistrats. Je crois en
l'indépendance et la sagesse des magistrats de mon pays. A aucun
moment, je n'ai eu des mots, des expressions ou des pensées qui
mettraient en doute cette indépendance du tribunal par rapport au cas
qui lui était soumis. Je veux que les choses soient claires.

J'en viens maintenant au dossier proprement dit.
08.15 Minister Laurette Onkelinx:
Het is doorgaans niet mijn
gewoonte om dreigende taal te
spreken, maar ik heb hier toch
vragen bij, en dat is mijn recht en
zelfs mijn plicht.

Ik heb de onafhankelijkheid en de
wijsheid van de magistraten nooit
ter discussie gesteld.
De rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft inderdaad op Le tribunal de première instance a
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
24 mei 2005 een beslissing genomen inzake de Copernicus-premie
ten voordele van de magistraten. Het debat handelde over de
interpretatie die moest worden gegeven aan artikel 363 van het
Gerechtelijk Wetboek en, meer in het bijzonder nog, over wat men
moest begrijpen door de uitdrukking "de bestuursambtenaar".

Na lang beraad heeft de rechtbank van eerste aanleg het verzoek
ontvankelijk en volledig gefundeerd bevonden en derhalve de
Belgische Staat veroordeeld tot het betalen van de Copernicus-premie
aan de verzoekers, met terugwerkende kracht tot het jaar 2003. Ik
heb mijn administratie richtlijnen gegeven om de sociale documenten
en de berekening van de bedragen die aan de verzoekers moeten
worden uitbetaald, voor te bereiden. Ik kan momenteel niet preciseren
welk het totale bedrag is dat de verzoekers toekomt. Sommigen zijn
immers magistraten van eerste aanleg, terwijl anderen behoren tot de
beroepsinstanties. Mijn administratie moet geval per geval een
precieze berekening maken, wat enige tijd zal vergen.

Wij hadden in elk geval een reserve aangelegd binnen het budget
2005 van 6.504.000 euro, wat het ons mogelijk moet maken het hoofd
te bieden aan de verplichtingen die voortspruiten uit het vonnis.
Globaal gezien zal de budgettaire weerslag van een dergelijke
maatregel voor 2003 meerkosten ten belope van 6. 614.963 euro met
zich meebrengen. Voor 2004 zou het gaan over 6.361.000 euro. Voor
2005 gaat het over een bedrag van 9.319.155 euro. In totaal is dat
dus 22.295.118 euro.

Ik onderzoek thans de mogelijkheden om beroep aan te tekenen
tegen de beslissing. We zullen binnen de regering de komende dagen
een discussie voeren over de thematiek van de Copernicus-premie en
over de eventuele budgettaire impact ervan.

Gelet op de hoogte van de bedragen is het essentieel dat de regering
alle gevolgen van deze rechterlijke beslissing kan inschatten.

Wat tot slot de interpretatie betreft die moet worden gegeven aan
artikel 363 van het Gerechtelijk Wetboek en de vraag over het statuut
van de magistraat, zullen beide aspecten worden onderzocht. Ik zal
op basis van de conclusies nagaan of ik initiatieven zal nemen.
déclaré recevable et entièrement
légitime la requête relative à
l'interprétation de l'article 363, et a
condamné l'Etat belge au
versement de la prime Copernic
aux demandeurs, avec effet
rétroactif depuis 2003.

Eu égard à ce jugement, j'ai
demandé à mon administration de
préparer le paiement. Chaque cas
devant faire l'objet d'un calcul
précis, cette opération prendra
certainement un certain temps.
Une réserve particulière a été
inscrite au budget 2005; ces fonds
devront nous permettre de
respecter nos obligations.
Globalement, les surcoûts générés
par cette mesure se chiffrent à 6,6
millions d'euros pour 2003, à 6,3
millions d'euros pour 2004 et à 9,3
millions d'euros pour 2005, soit à
un total de 22,2 millions d'euros.

Mon administration examine
actuellement la possibilité
d'introduire un recours contre cette
décision. L'impact budgétaire de la
prime Copernic fera l'objet d'une
discussion au sein du
gouvernement au cours des
prochains jours. L'interprétation de
l'article 363 et le statut des
magistrats sont toujours en
examen. J'attends les résultats
avant de décider ce qu'il y aura
lieu de faire.
08.16 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast
dat wij nog geen uitsluitsel krijgen over de houding die de minister in
het bijzonder en de regering in het algemeen zal aannemen ten
aanzien van de uitvoering van het vonnis en de interpretatie van
artikel 363 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit ontgoochelt mij
enigszins omwille van het feit dat naar mijn aanvoelen na de
uiteenzettingen hier in het Parlement, trouwens ook van u zelf,
mijnheer de voorzitter, en na de amendementen die zijn ingediend,
het in het kader van behoorlijke verhoudingen tussen de uitvoerende
macht en de rechterlijke bijzonder aangewezen zou zijn dat de
regering het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg zou
aanvaarden. Ik geloof trouwens dat er geen enkele reden is om de
discriminatie aan te houden die op dit ogenblik bestaat, in die zin dat
alle mensen van hetzelfde niveau deze verhoogde vakantiepremie
krijgen behoudens ­ en alleen behoudens ­ de magistraten en de
gerechtelijke stagiaires. Er is geen enkele reden om die daarvan uit te
sluiten.
08.16 Tony Van Parys (CD&V):
Je trouve décevant que la ministre
ne puisse pas encore apporter de
réponse définitive quant à
l'interprétation de l'article 363. Il
n'y a aucune raison d'adopter une
attitude discriminatoire vis-à-vis
des magistrats. Le gouvernement
doit donc accepter le jugement.
Nous espérons qu'il ne retiendra
pas une nouvelle interprétation du
statut des magistrats.

Pour le reste, je prends note de la
réponse de la ministre mais je
maintiens que le ton qu'elle a
adopté lors de l'interview m'est
apparu comme particulièrement
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Ik hoop dat wat u zegt omtrent artikel 363 van het Gerechtelijk
Wetboek en het statuut geen aankondiging is van een nieuwe visie
vanwege de regering op het statuut van de magistraten dat op dit
ogenblik zeer duidelijk door de wetgever is bepaald vanuit een
dubbele bezorgdheid. Ten eerste gaat het om het vrijwaren van de
onafhankelijkheid zoals die in de Grondwet is voorzien en ten tweede
om de gelijkschakeling met de bestuursambtenaren om vergelijkbare
prestaties op een vergelijkbare manier te vergoeden. Ik denk dat dit
absoluut moet gevrijwaard worden en mijn zorgen daaromtrent zijn
niet weggenomen. Ik neem uiteraard akte van wat u hebt gezegd in
het begin van uw antwoord. Ik kan u alleen zeggen dat wanneer ik zelf
het interview heb gezien op de Franstalige televisie in het weekend
laat, de wijze waarop u op dat ogenblik ­ en ik neem aan dat er
misschien omstandigheden waren om het te doen ­ het probleem
hebt aangekaart, met een duidelijke verwijzing ­ wie a zegt moet b
zeggen ­ naar de implicaties die het toekennen van het vakantiegeld
zouden kunnen hebben op het statuut, dit op mij bijzonder dreigend
overkwam ten aanzien van de problematiek. Ik denk dat dit een
minister van Justitie niet toekomt. Ik begrijp echter dat u daar nu
afstand van neemt.
menaçant.
08.17 Laurette Onkelinx, ministre: Pas du tout! Je confirme tout ce
que j'ai dit et à aucun moment je n'ai été menaçante.
08.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik neem akte van het feit
dat de minister zegt dat zij de onafhankelijkheid van de magistraten
nooit in twijfel heeft getrokken. Ik wil haar dan toch wel vragen haar
woordvoerder wat in de hand te houden of onder controle te houden,
omdat die toch wel vrij opmerkelijke dingen had gezegd. Misschien
was dat ook weer niet zo bedoeld, maar ik hoop in elk geval dat dit
soort incidenten zich niet te vaak meer voordoet.

Ik vind het vreemd dat de minister plots zegt dat het statuut van de
magistraten zou kunnen herbekeken worden. Ik hoop dat dit niet als
een dreiging kan aanzien worden en dat inderdaad de interpretatie
van artikel 63 enkel maar kan betekenen dat men op een
gelijkwaardige manier verloond wordt. Net zoals parlementsleden
daar een voordeel bij hebben gekregen, moet dat ook gelden voor de
derde macht. Een andere interpretatie van artikel 63 is uit den boze.

Ten slotte had ik u gevraagd, mevrouw de minister, ons een kopie van
het vonnis te bezorgen. Ik heb u in elk geval niet horen tegenspreken
dat het vonnis uitvoerbaar is bij voorraad, wat wil zeggen dat deze
gelden onmiddellijk moeten betaald worden. Ik neem aan dat dit niet
alleen aan de 800 magistraten is die een procedure hebben ingesteld,
maar aan alle magistraten van eerste aanleg, beroep, cassatie,
parketmagistraten, gerechtelijke stagiairs enzovoort. Dat zou billijk
zijn. Dan zou u zich grootmoedig tonen, anders niet.

Het zou bij die mensen uitermate onkies overkomen, mevrouw de
minister, als u nadien dat geld zou gaan terugvorderen. Daarom denk
ik dat u zich beter zou neerleggen bij dit vonnis, geen beroep meer
zou instellen en dit dispuut zou begraven. Zo zou u met een propere
lei opnieuw kunnen samenwerken met de magistraten en niet als een
kruidenier omwille van andere problemen als uw budgetproblemen,
de problemen afwentelen op de magistratuur die u zo nodig heeft en
die zo belangrijk is voor het vertrouwen en het geloof in justitie. Ik
hoop dat er aan dit probleem snel een einde komt en dat u zich van
08.18 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je prends également
acte de la réponse de la ministre,
mais je répète qu'elle devrait
mieux surveiller son porte-parole.
Nous espérons aussi que
l'examen relatif à l'article 363 aura
uniquement pour effet que les
magistrats et les parlementaires
seront traités sur un pied d'égalité.
Par ailleurs, nous réitérons notre
demande visant à obtenir une
copie du jugement. Il serait
équitable et généreux d'exécuter
tout simplement le jugement et il
serait très indélicat de récupérer
les montants par la suite. Nous
espérons que l'on trouve
rapidement une solution pour les
magistrats.
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
uw grootmoedige en verstandige kant laat zien.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
eenvormigheid inzake de vervolging van verkeersmisdrijven" (nr. 7179)
09 Question de M. Dylan Casaer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'uniformité
des poursuites relatives aux infractions de roulage" (n° 7179)
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik heb inderdaad een vraag over
verkeersmisdrijven. De aanleiding is eigenlijk dat, zoals u ongetwijfeld
in de pers gelezen hebt, eind vorige week er een ernstig ongeval is
gebeurd waarbij een fietser om het leven is gekomen in de gemeente
Loenhout. De maatschappelijke verontwaardiging, die ook in de
media aan bod kwam, is ontstaan omdat de dronken doodrijder
diezelfde dag, 's avonds al, opnieuw op vrije voeten was, wat toch tot
de nodige consternatie aanleiding heeft gegeven.

Het is uiteraard geen uniek gegeven. Het is niet de eerste keer dat
zulks gebeurt. Wij zien dat er terzake tussen de verschillende
parketten toch soms een andere aanpak is, wat de minister van
Mobiliteit heeft aangezet om daarop te reageren en om te bepleiten
dat daarover tussen de parketten afspraken zouden komen om in
dergelijke gevallen de toepassing van de wet op de voorlopige
hechtenis eenduidig te maken, of eenduidiger te maken.

Mevrouw de minister, u hebt terzake gisterenavond al wat kritiek
gehad van juristen, althans van een belangrijk jurist, professor
Verstraeten. Uiteraard weet ik ook wel dat zo'n vrijheidsberovende
maatregel de uitzondering is.
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La semaine dernière, l'opinion
publique a été fortement secouée
par le cas d'un conducteur ivre
ayant provoqué un accident mortel
et ayant été remis en liberté le jour
même des faits. Il ne s'agit
malheureusement pas d'un cas
isolé. Le ministre de la Mobilité a
déjà réagi en annonçant que la loi
sur la détention préventive doit
être appliquée de manière plus
univoque de sorte que chaque
parquet traite ces chauffards de la
même manière.
09.02 Minister Laurette Onkelinx: Het was een voorstel van minister
Landuyt.
09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Tot nader order bent u minister van
Justitie, en niet Renaat Landuyt, tenzij er bij de volgende
regeringswissel misschien een verandering terzake zou komen? Dan
zou dit een primeur zijn die wij moeten noteren.

Het is juist: het is inderdaad een voorstel van Renaat Landuyt. Maar ik
wilde even weten wat uw mening daarover is. Ik weet uiteraard dat
zo'n vrijheidsbeperkende maatregel een belangrijk iets is en dat die
dan ook restrictief moet worden toegepast, maar men kan toch geen
afstand nemen van een bepaalde maatschappelijke context en een
bepaalde maatschappelijke verontwaardiging die kan ontstaan
wanneer iemand die in dergelijke omstandigheden een zwakke
weggebruiker ­ zeker als het een minderjarige is ­ gedood heeft. Dat
er dan natuurlijk veel verontwaardiging ontstaat, hoeft niet te
verwonderen. Het zou eigenlijk niet slecht zijn mochten zowel de
parketten als de onderzoeksrechters ook met die context rekening
houden bij het interpreteren van de wet op de voorlopige hechtenis.

Daarom heb ik voor u de volgende vragen.

Ten eerste, kunt u, mevrouw de minister, mij vertellen op welke basis
dronken bestuurders die een ongeval met lichamelijke schade hebben
09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
J'aurais aimé connaître l'avis de la
ministre de la Justice à cet égard?

Sur quelle base un conducteur ivre
qui provoque un accident avec
dommages corporels peut-il être
poursuivi? La ministre prendra-t-
elle des mesures en vue
d'uniformiser les motifs et les
degrés de poursuites? La ministre
est-elle favorable à une privation
de liberté allant de 24 heures à
deux semaines pour les
chauffards?
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
veroorzaakt op dit ogenblik vervolgd worden?

Ten tweede, streeft u ­ zoals de minister van Mobiliteit eigenlijk
gevraagd heeft ­ naar uniformiteit inzake de vervolgingsgrond en de
vervolgingsgraad over heel België? Zo ja, welke maatregelen zijn
daarvoor al getroffen? Ik begrijp van de minister van Mobiliteit dat hij
samen met u daarover overleg zou hebben met de procureurs-
generaal?

Ten derde, bent u, mevrouw de minister, voorstander van
strafmaatregelen voor verkeerscriminelen en doodrijders zodat er
inderdaad een bepaalde vrijheidsberoving mogelijk is?
09.04 Minister Laurette Onkelinx: Indien een dronken bestuurder
een verkeersongeval met lichamelijke schade veroorzaakt, dan
kunnen volgende kwalificaties in overweging worden genomen.

Ten eerste, de toepassing van artikelen 419bis of 420bis van het
Strafwetboek; deze artikelen bepalen dat elke weggebruiker die door
een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg een verkeersongeval
veroorzaakt dat slagen, verwondingen of de dood tot gevolg heeft,
strafbaar is met correctionele straffen.

Ten tweede, de toepassing van artikel 35 van de wegverkeerswet,
namelijk het besturen van het voertuig in staat van dronkenschap en
eventuele andere inbreuken op de wegcode.

Wat de uniformiteit van de vervolgingsgrond betreft, het spreekt voor
zich dat zowel het Strafwetboek als de wegverkeerswet van
toepassing zijn op het hele Belgische grondgebied. De uniformiteit
vloeit dus per definitie voort uit de wet zelf.

Wat de vervolgingsgraad betreft, kan ik erop wijzen dat ik reeds op
26 februari 2004 de ministeriële richtlijn houdende een eenvormig
vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed, in staat van
dronkenschap of in een soortgelijke staat, onder meer ten gevolge
van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen, heb rondgestuurd.
Deze richtlijn voorziet in een verplichte vervolging in geval van
dronkenschap.

Ten slotte kan ik u meedelen dat ik helemaal geen reden zie om een
vrijheidsberoving van 24 uur tot 14 dagen als beveiligingsmaatregel in
te voeren. Een dergelijk systeem zou in strijd zijn met het principe van
de persoonlijke vrijheid, zoals geformuleerd in artikel 12 van de
Grondwet en in artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens. Gelet op de strafmaat vermeld in de artikelen 419bis en
420bis van het Strafwetboek kunnen de dronken bestuurders die een
lichamelijk letsel veroorzaken trouwens reeds aangehouden worden
op basis van de voorlopige hechteniswet.
09.04
Laurette Onkelinx,
ministre: En vertu du Code pénal,
tout usager de la route qui
provoque un accident entraînant
des lésions corporelles, voire la
mort, est passible de sanctions
devant le tribunal correctionnel. Il
va de soi que la loi sur la
circulation routière est également
applicable aux conducteurs ivres.

Le Code pénal et la loi sur la
circulation routière sont
d'application sur l'ensemble du
territoire belge, de sorte que les
garanties d'uniformité sont
suffisantes. Je souligne que, dans
le cadre d'une politique de
poursuites uniforme, j'ai déjà
publié une directive ministérielle le
26 février 2004 pour rendre
obligatoires les poursuites à
l'égard des conducteurs sous
l'influence de l'alcool.

Je ne vois pas l'utilité d'instaurer à
titre de mesure de sécurité une
privation de liberté obligatoire de
24 heures à deux semaines. Une
telle mesure est en contradiction
avec le principe de la liberté
individuelle consacré à l'article 12
de la Constitution et à l'article 5 de
la Convention européenne de
sauvegarde des droits de
l'homme. Par ailleurs, un
conducteur qui provoque un
accident entraînant des lésions
corporelles peut être arrêté en
vertu de la loi sur la détention
préventive.
09.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik speel even in op de actualiteit. Renaat Landuyt vraagt
uniformiteit inzake de toepassing van de wet betreffende de
09.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Une réunion avec le Collège des
procureurs généraux relative à la
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
voorlopige hechtenis, en overleg daarover met de procureurs-
generaal. Staat dit op de agenda? Is dit mogelijk? Ik begreep van
minister Landuyt dat er sowieso al overleg gepland is met de
procureurs-generaal inzake de nieuwe verkeerswet.
loi sur la circulation routière est
prévue. La proposition de M.
Landuyt figurera-t-elle également à
l'ordre du jour de cette réunion?
09.06 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb de heer Landuyt
uitgenodigd op een volgende vergadering met de procureurs-
generaal. Dat zal een interessante vergadering worden.
09.06
Laurette Onkelinx,
ministre: M. Landuyt est invité à la
réunion, qui sera dès lors
captivante.
09.07 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ongetwijfeld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de inwerkingtreding van de ministeriële omzendbrief nr. 1777 van 2 mei 2005 betreffende de
tuchtprocedure tegen een gedetineerde" (nr. 7181)
10 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'entrée en vigueur de la circulaire ministérielle n°1777 du 2 mai 2005 relative à la procédure
disciplinaire à l'encontre d'un détenu" (n° 7181)
10.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-premier, de gevangenissen staan aan de vooravond
van de implementatie van de basiswet Gevangeniswezen. Iedereen
staat positief tegenover deze grondige hervorming van onze
penitentiaire instellingen, ook de directeurs van de gevangenissen.
Deze hebben intussen kennisgenomen van uw ministeriële
omzendbrief nr. 1777 van 2 mei laatstleden betreffende de
tuchtprocedure tegen een gedetineerde. De inhoud van deze
circulaire met bijhorende formulieren wordt door de
gevangenisdirecteurs niet in vraag gesteld. De beslissing van de
minister om deze omzendbrief in werking te doen treden op 1 juni ­
morgen dus ­ wordt echter wel in vraag gesteld.

Bij de besprekingen van de basiswet mocht de commissie voor de
Justitie veronderstellen dat de nodige middelen ter beschikking
zouden gesteld worden om de implementatie ervan mogelijk te
maken. Uit de heel vlugge invoering van de omzendbrief inzake het
tuchtregime van de gedetineerden blijkt op vandaag dat dit niet het
geval is.

Ik heb in dit verband een aantal vragen, mevrouw de minister.

Bent u van plan om de inwerkingtreding van deze ministeriële
omzendbrief uit te stellen en eerst een studie te maken van de
middelen die nodig zijn om een dergelijke hervorming, die eigenlijk
een heel nieuwe procedure is, tot een succes te maken?

Bent u op de hoogte van het feit dat een aantal directiekaders niet
opgevuld zijn, terwijl de directeur een cruciale rol heeft in die nieuwe
tuchtprocedure? Hoeveel bedraagt het kader en wat is het eventueel
tekort? Hoeveel directeurs zijn eigenlijk effectief en hoofdzakelijk
beschikbaar voor de functie waarvoor zij werden aangeworven? Weet
u dat er bij de directeurs gemiddeld een achterstand is van 150 dagen
verlof en recuperatierust? Sommigen zouden zelfs een achterstand
hebben van 700 tot 800 dagen. Wat zijn de juiste cijfers in dit verband
en hoe wordt dit opgelost?
10.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): A la veille de l'entrée en
vigueur de la loi de principes sur
l'administration pénitentiaire, des
problèmes se posent en ce qui
concerne la procédure disciplinaire
applicable à l'égard d'un détenu,
telle que décrite dans la circulaire
1777 du 2 mai 2005. L'entrée en
vigueur de cette loi ­ qui est donc
prévue pour demain ­ intervient
trop tôt parce que la ministre n'a
pas encore libéré les moyens
nécessaires. La ministre reportera-
t-elle cette mesure pour
déterminer tout d'abord l'ampleur
des moyens nécessaires?

La ministre pourrait-elle me fournir
plus de détails sur le manque de
personnel dans les cadres de
direction? La ministre est-elle au
courant du fait que les directeurs
ont en moyenne accumulé un
retard de 150 jours de congé et de
récupération? Comment compte-t-
elle remédier à ce problème?

Il est évident que pour les
directeurs de prison, les
circonstances actuelles ne sont
pas suffisamment favorables pour
l'instauration de la procédure
disciplinaire. Qu'en pense la
ministre?
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22

Uit de reacties van gevangenisdirecteurs op deze volgens hen
overhaaste invoering van de omzendbrief, blijkt dat bij hen de maat
vol is.

Volgens mij is dit geen gunstig klimaat om een dergelijk belangrijk
project als de hervorming van de tuchtprocedure tegen een
gedetineerde in werking te laten treden. Bent u zich bewust van dat
probleem? Hoe denkt u dit aan te pakken?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik wil er
onmiddellijk op wijzen dat de invoering van een nieuwe
tuchtprocedure reeds sinds geruime tijd is voorbereid. De centrale
administratie die bevoegd is om de ontwerpen van rondzendbrief voor
te bereiden, heeft verschillende maanden geleden voorstellen
bezorgd aan de directies van de verschillende gevangenissen om hun
opmerkingen te verzamelen. Het is op grond hiervan en met het oog
op de toestand op het terrein dat de tekst van de nieuwe
rondzendbrief van 2 mei 2005 werd voorbereid.

Die tekst is op 12 en 13 mei voorgesteld aan de directeurs van de
Franstalige inrichtingen en op 19 en 20 mei aan de directeurs van de
Nederlandstalige inrichtingen. Bij deze gelegenheid hebben sommige
Nederlandstalige directeurs te kennen gegeven dat het van kracht
worden van de rondzendbrief op 1 juni 2005 hen moeilijk leek.

Ik ben geïnterpelleerd door die directeurs en ik heb ervoor gezorgd
hen onmiddellijk mijn standpunt mee te delen. Het is niet aangewezen
om de van krachtwording van de rondzendbrief betreffende de
tuchtprocedure uit te stellen. Ik heb de directeur eraan herinnerd dat
de staf van de directeur-generaal te hunner beschikking blijft om te
antwoorden op hun vragen.

Er werd overigens met de directeurs overeengekomen dat er een
stand van zaken zou worden bepaald, een maand na de van
krachtwording van de rondzendbrief om eventuele moeilijkheden te
onderzoeken en om de manier te bepalen om hieraan tegemoet te
komen.

Ik wens ten slotte te herinneren aan de noodzaak ven een nieuwe
tuchtprocedure. U bent, net als ik, op de hoogte van de jurisprudentie
die de Raad van State terzake heeft uitgewerkt. Wij kunnen ons niet
veroorloven nog langer te wachten met de hervorming van deze
materie.

Ten tweede, het kader van de directeurs voorziet in de aanwijzing van
honderdentwaalf personen. Op dit moment zijn er honderdenzeven in
dienst, waarvan zes gedetacheerd zijn bij de centrale administratie. Er
loopt op dit moment een aanwervingprocedure voor drie directeurs.

Ten derde, elke directeur beheert zijn verlof- en recuperatierustdagen.
Die gegevens zijn niet gecentraliseerd en ik kan dus geen cijfers
geven. De praktische situatie op het terrein verschilt van de ene
inrichting tot de andere. Men moet erkennen dat de situatie delicater
is in de kleinere inrichtingen waar de aanwezigheid van de directie
soms meer noodzakelijk is en de vervanging moeilijker. Ik werd echter
nooit door de directies geïnterpelleerd over die kwestie.
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La circulaire du 2 mai
2005 relative à la procédure
disciplinaire a été élaborée sur la
base des observations qui avaient
été formulées par les directeurs
des établissements pénitentiaires.
Lors de la présentation de cette
circulaire, les 12 et 13 mai,
certains directeurs néerlando-
phones ont effectivement déclaré
qu'une entrée en vigueur au 1
er
juin 2005 leur semblait précoce. Je
leur ai rappelé que le personnel du
directeur général est à leur
disposition pour répondre aux
questions. Compte tenu de la
jurisprudence du Conseil d'Etat
dans ce dossier, nous ne pouvons
nous permettre de reporter encore
les réformes. Il a toutefois été
convenu que la nouvelle mesure
sera déjà évaluée après un mois
et adaptée le cas échéant.

Le cadre de la direction prévoit un
effectif de 112 personnes, mais il
n'y a pour l'instant que 107
directeurs en fonction, dont six ont
été détachés auprès de
l'administration centrale. Une
procédure de recrutement est en
cours pour trois directeurs.

Les données concernant les jours
de congé et de récupération ne
sont pas centralisées, je ne puis
donc vous fournir de chiffres à ce
sujet. J'admets que la situation
peut-être difficile dans les petits
établissements, mais je n'ai jamais
été interpellée à ce sujet par les
directeurs. Nous souhaitons que le
personnel participe activement à la
mise en oeuvre des mesures. Mon
administration est disposée à
entendre toute personne
souhaitant signaler des difficultés
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Ten vierde, ik deel uw mening niet dat het klimaat niet gunstig zou zijn
om de basiswet inzake de rechtspositie van de gedetineerden in te
voeren. Sinds mijn aantreden kijk ik nauwlettend toe op de toestand
van al het personeel en met name van de directeurs. Ik heb hen in de
maand september van vorig jaar ontmoet en stelde hen voor elkaar
om de zes maanden te ontmoeten teneinde de stand van zaken van
de dossiers op te maken. Dat is een verbintenis waaraan ik mij
gehouden heb daar een nieuwe ontmoeting plaatsvond op 26 maart
2005.

Met de centrale administratie werk ik overigens aan een
implementeringplan voor de basiswet. Het kenmerk van de methode
waarvoor wij opteerden is de actieve medewerking van alle
beroepsmensen uit de sector. Samen met mijn team en met mijn
administratie sta ik open voor iedereen. Dat kan ik slechts herhalen
voor de personen die willen getuigen van de moeilijkheden bij de
uitoefening van hun beroepsactiviteit.
d'ordre professionnel.

Le climat est, me semble-t-il,
favorable à l'entrée en vigueur de
la loi de principes. Depuis mon
entrée en fonction, je suis très
attentive à la situation du
personnel. En septembre dernier,
les directeurs et moi-même avons
décidé de nous réunir tous les six
mois, quelles que soient les
circonstances du moment.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik stel vast dat u de verzuchtingen van op het
terrein niet echt erkent, maar betwist. Niet alleen de Vlaamse
gevangenisdirecteurs hebben gereageerd, maar ook de
cipiersvakbonden.

De cipiersvakbonden zeggen vandaag nog in een reactie dat het voor
hen allemaal te snel gaat. De cipiers zouden vanaf morgen rapporten
moeten opstellen in het kader van die tuchtprocedure. Voor de
opstelling van die tuchtrapporten zijn zij niet opgeleid. Het is pertinent
zeker dat het mis zal lopen bij de opstelling van die rapporten.

Er zijn ook reacties van de balies. Zij moeten ervoor zorgen, als de
gedetineerde een beroep wil doen op een advocaat, dat die binnen 24
uur aangesteld is, het dossier gezien heeft, de gedetineerde
gesproken heeft en aanwezig is op het verhoor door de directeur.

Al die mensen zeggen dat 1 juni voor hen veel te snel is, omdat zij
maar gebrekkige informatie hebben gekregen over die nieuwe
procedure. U hebt zelf gezegd dat de Nederlandstalige
gevangenisdirecteurs op 19 en 20 mei gebrieft werden. Dat is heel
kort, om zo'n nieuwe procedure onder de knie te hebben.
10.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Les directeurs, mais
également les agents
pénitentiaires sont mécontents. Ils
n'ont en effet pas été préparés à la
rédaction de rapports
disciplinaires. Les barreaux se
plaignent également: ils prévoient
que la désignation obligatoire d'un
avocat sur demande dans les 24
heures posera problème.

La date du 1
er
juin est trop proche.
Les moyens sont insuffisants et le
personnel est mal informé.
10.04 Minister Laurette Onkelinx: De laatste versie.
10.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ja, natuurlijk, maar het is de
laatste versie op basis waarvan men kan beginnen werken en
voorbereiden.

Een verzuchting is ook het gebrek aan extra middelen. Op mijn vraag
over de extra middelen voor het personeel hebt u niet geantwoord.

Ik wil u dan ook vragen, in het belang van die toch heel belangrijke
tuchtprocedure, en met respect voor alle spelers in die procedure,
zoals gevangenisdirecteurs, secretarissen, cipiers, advocaten, tolken
en gedetineerden zelf, toch nog eens stil te staan bij de haalbaarheid
van de inwerkingtreding morgen en ook middelen ter beschikking te
stellen voor de succesvolle implementatie ervan.

Het zou natuurlijk erg zijn als binnen een maand, op het ogenblik dat
10.05 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je demande dès lors à la
ministre de réfléchir à la faisabilité
de l'entrée en vigueur.
31/05/2005
CRIV 51
COM 624
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
er geëvalueerd wordt, vastgesteld moet worden dat die o zo
belangrijke procedure een slag in het water is. Dat wilde ik u toch nog
eens meegeven.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de forfaitaire methode voor de berekening van onderhoudsuitkeringen" (nr. 7185)
11 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
méthode forfaitaire pour le calcul des pensions alimentaires" (n° 7185)
11.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in uw beleidsnota van november 2004, las ik
een klein hoofdstuk over de forfaitaire methode voor de berekening
van de bijdrage voor de kinderen. Daarin stond dat u de bedoeling
had een werkgroep terzake op te richten teneinde de mogelijkheid te
bestuderen in onze wetgeving een forfaitaire methode voor de
berekening van de bijdragen of de onderhoudsuitkering in te voegen.
Die denkoefening zou zich laten leiden door de methode-Renard. De
sociaal-economische gegevens die aan de basis liggen van deze
methode zouden volgens u geactualiseerd moeten worden.

Naar aanleiding van de bespreking van uw wetsontwerp bilocatie in de
subcommissie voor het Familierecht, liet uw vertegenwoordiger horen
dat een wetsontwerp met betrekking tot de methode-Renard of de
forfaitaire berekening in de pijplijn zit en in de Kamer zou worden
ingediend.

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken? Kunnen we dit
wetsontwerp verwachten? Zo ja, tegen wanneer? Wat zijn de
krachtlijnen van het ontwerp? Op welke wijze wijkt het af van de
sociaal-economische gegevens waarop Renard zich baseert bij zijn
wetenschappelijke berekeningswijze?
11.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Dans sa note de politique
générale de novembre 2004, la
ministre de la Justice avait
annoncé la création d'un groupe
de travail qui examinerait la
possibilité d'insérer dans notre
législation une méthode forfaitaire
pour le calcul des pensions
alimentaires. Un collaborateur de
cabinet nous a précisé qu'un
projet de loi est en préparation.

Quel est l'état d'avancement de ce
dossier? Quelles seront les lignes
de force du projet?
11.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik bevestig
dat ik van plan ben de mogelijkheid te onderzoeken om wetgevend op
te treden inzake de alimentatiebijdragen voor de kinderen. Het is de
bedoeling de berekening ervan voorzienbaar te maken en de willekeur
op dat vlak te beëindigen.

Sommige jurisdicties doen soms een beroep op de methode-Renard.
Die methode lijkt mij interessant. De gegevens waarop de methode
berust, moeten echter worden geactualiseerd. Ik wens bijgevolg dat
de universiteiten worden geraadpleegd. Mijn administratie stelde een
lastenboek op, dat momenteel voor advies voorgelegd is bij de
inspecteur van Financiën. Het zal zeer binnenkort aan de
verschillende potentiële dienstverleners worden toegestuurd.

Ik hoop dat ik dat werktuig bij de start van het volgende parlementaire
jaar tot mijn beschikking zal hebben, zodat er vóór het einde van het
jaar kan worden begonnen met de opmaak van de tekst.
11.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'examine effectivement
la possibilité de légiférer sur le
plan des pensions alimentaires
des enfants. Il s'agit de mettre fin
à l'arbitraire qui règne
actuellement.

La méthode Renard est très
intéressante. Les données sur
lesquelles se fonde cette méthode,
doivent cependant être
actualisées. Je consulterai les
universités à ce sujet. J'espère
obtenir une réponse de leur part
d'ici à la rentrée parlementaire.
11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, het
loopt dan iets minder snel dan ik had vermoed na de woorden van uw
vertegenwoordiger in de subcommissie. Het lijkt mij goed dat er
daarover studiewerk gebeurt.
11.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il me semble exagéré de
déclarer que les règles actuelles
en matière de pensions
alimentaires relèvent de
CRIV 51
COM 624
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Mevrouw de minister, ik ga uiteraard geen commentaar geven,
vooraleer wij de studie kennen en desgevallend uw teksten kennen. Ik
zou echter wel uw antwoord willen nuanceren wanneer u stelt dat de
alimentatievergoedingen zoals ze hinc et nunc gebeuren, op basis
van willekeur worden berekend. Dat lijkt mij iets te verregaand en iets
te oneerbiedig. Er werden criteria in de rechtsspraak ontwikkeld en de
vergoedingen worden berekend op basis van parameters, op basis
van individuele casussen, die misschien sommigen willekeurig
voorkomen - daar kan ik u volgen -, maar die niet louter willekeurig
zijn.

Ik laat het debat rusten, tot wij de studies van de universiteiten
hebben gekregen.
l'arbitraire. J'attends avec
impatience les résultats de l'étude
réalisée par les universités.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: De heer Wathelet kan zijn vraag nr. 7104 niet stellen, omdat hij in het buitenland is.

De heer de Donnea met de vragen nrs. 7064 en 7097 is verhinderd, vermits hij zijn commissie voorzit.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, en ce qui
concerne la question de M. de Donnea, il s'agira d'une question écrite,
puisque c'est la deuxième fois qu'il la pose?
Le président: Oui, c'est la deuxième fois!

La réunion publique de commission est levée à 11.53 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.53 uur.