CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 623
CRIV 51 COM 623
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
31-05-2005
31-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Talbia Belhouari à la ministre
de l'Emploi sur "les écarts salariaux entre
hommes et femmes pour un travail de valeur
égale" (n° 7092)
1
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Werk over "de loonverschillen tussen
mannen en vrouwen die gelijkwaardig werk
verrichten" (nr. 7092)
1
Orateurs: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze à la ministre de
l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de garantie
de revenus" (n° 7127)
5
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 7127)
5
Orateurs: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "le manque de
collaboration entre l'ONEM et les services de
placement des Régions dans le cadre de
l'activation des chômeurs" (n° 7134)
8
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "de gebrekkige
samenwerking tussen de RVA en de
bemiddelingsdiensten van de Gewesten in het
kader van de activering van werklozen" (nr. 7134)
8
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche
, minister van Werk
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur
"la suppression du pointage" (n° 7148)
10
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Werk over "de afschaffing van de
stempelcontrole" (nr. 7148)
10
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur
"la suppression du pointage" (n° 7186)
10
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de afschaffing van de
stempelcontrole" (nr. 7186)
10
Orateurs: Nahima Lanjri, Greta D'hondt,
Freya Van den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Greta D'hondt,
Freya Van den Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur la transposition de la directive
européenne 2002/14/CE en droit belge" (n° 7187)
12
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de omzetting van de
Europese richtlijn 2002/14/EG in Belgisch recht"
(nr. 7187)
12
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "le statut des accueillants et
accueillantes d'enfants" (n° 7189)
14
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 7189)
14
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "les faux indépendants" (n° 7192)
17
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de schijnzelfstandigen"
(nr. 7192)
17
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi, Camille Dieu
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk, Camille Dieu
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "le crédit d'impôt et le bonus à
l'emploi" (n° 7188)
20
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "het belastingkrediet en
de werkbonus" (nr. 7188)
20
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
31
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
31
MEI
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.16 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.16 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Question de Mme Talbia Belhouari à la ministre de l'Emploi sur "les écarts salariaux entre hommes
et femmes pour un travail de valeur égale" (n° 7092)
01 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Werk over "de loonverschillen tussen
mannen en vrouwen die gelijkwaardig werk verrichten" (nr. 7092)
01.01 Talbia Belhouari (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, sur la base d'une technique économétrique dite "méthode
Oaxaca-Blinder" appliquée à l'enquête sur les salaires de l'INS en
1995 - il semble d'ailleurs ne pas exister d'étude plus récente -, il
apparaît que le salaire moyen des femmes atteint 84,3% du salaire de
leurs homologues masculins. Diverses études tendent vers un
constat: l'écart salarial tend globalement à diminuer, mais il progresse
au fur et à mesure que l'on monte dans la hiérarchie des fonctions.

Dans un tel dossier, il est toujours très difficile de faire la part des
choses et de différencier ce qui relève de la réelle discrimination et ce
qui n'en relève pas. Il n'empêche que l'écart salarial pour un travail de
valeur égale existe bel et bien. Il va de soi que, sur la base d'un
même diplôme, nous devons d'abord éliminer des facteurs explicatifs
objectifs tels que l'âge, l'ancienneté professionnelle ou même
l'expérience acquise au sein de l'entreprise. En ce qui concerne la
part "inexplicable", il est légitime de supposer qu'il existe une pratique
discriminatoire à l'égard des femmes sur le marché du travail puisque
la technique précitée démontre que seulement 47,7% de l'écart est
expliqué.

Il n'est pas compliqué d'imaginer comment de telles discriminations
peuvent naître, surtout pour les catégories socio-professionnelles
supérieures dont les rémunérations sont très souvent négociées
individuellement à l'embauche ou pendant la carrière.

Ainsi, par exemple, il est prouvé statistiquement que les travailleuses
exercent plus souvent leurs droits au crédit-temps et aux différentes
formules d'interruption de carrière ou qu'elles optent plus
fréquemment pour le temps partiel au cours de leur carrière. Les
interruptions de carrière sont d'ailleurs souvent l'antichambre d'un
temps partiel permanent. Ces faits font qu'il existe indéniablement un
prisme de subjectivité dans le chef de l'employeur. La culture
01.01 Talbia Belhouari (PS): Uit
een econometrische loonstudie
blijkt dat vrouwen voor hetzelfde
werk gemiddeld 84,3% van het
loon van hun mannelijke collega's
verdienen. Hoewel de
loonverschillen globaal gezien
kleiner worden, wordt de
ongelijkheid groter naarmate men
verder opklimt in de hiërarchie.

Of en wanneer er werkelijk sprake
is van discriminatie is altijd moeilijk
uit te maken. Objectieve factoren
zoals leeftijd, anciënniteit en
ervaring binnen het bedrijf vormen
slechts een verklaring voor 47,7%
van de loonverschillen voor gelijk
werk. Men mag er dan ook met
recht en rede van uitgaan dat
vrouwen op de arbeidsmarkt
gediscrimineerd worden.

Die discriminatie doet zich vaak
voor als er bij de indienstneming of
in de loop van de carrière
individueel over de bezoldiging
onderhandeld wordt, vooral in de
hogere sociaal-economische
categorieën.

De statistieken tonen ook aan dat
werkneemsters vaker gebruik
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
d'entreprise étant trop souvent calquée sur les notions de
performance, de productivité quantitative et d'assiduité dans le travail,
nous sommes face à un cercle vicieux. Le combat socio-politique
pour une société plus perméable entre le temps de travail et le temps
de non-travail reste profondément inégalitaire et ce sont les femmes
qui, les premières, en subissent les conséquences sur le plan salarial.

Je suis consciente que tout le problème ne réside pas dans la
perception par l'employeur des priorités que la travailleuse accorde
quant à la conciliation entre sa vie familiale et sa vie professionnelle.
D'autres problèmes en dehors de la sphère professionnelle sont
beaucoup plus ancrés dans les mentalités et sont directement liés à la
charge sociale qui pèse sur les femmes dans la gestion du ménage et
l'éducation des enfants. L'éducation, les valeurs véhiculées par les
modèles sociaux et familiaux peuvent aussi expliquer ce que
d'aucuns appellent la plus faible capacité de négociation salariale du
genre féminin.

Les échelles barémiques sont négociées au niveau des secteurs et
des entreprises et elles sont directement liées aux classifications de
fonctions qui, elles aussi, sont négociées. Les classifications de
fonctions doivent être sexuellement neutres et il importe d'éviter les
manipulations par des artifices, comme par exemple des procédures
d'évaluation dites "objectives".

Mes questions sont les suivantes.

Quelle est votre position sur ce dossier? Estimez-vous que des
progrès suffisants ont été accomplis par les secteurs? Quels sont les
secteurs où les discriminations sont les plus fréquentes?

Au-delà de cet aspect et dans une perspective progressiste, ne
pensez-vous pas que l'ancrage culturel de l'égalité des droits entre les
hommes et les femmes passe aussi par des instruments légaux qui
assurent une égalité réelle? Je pense par exemple aux indemnités
d'interruption de carrière qui tant qu'elles ne s'écarteront pas vraiment
d'une allocation sociale ne favoriseront jamais la prise volontaire de
ce type de congé par les hommes, mieux rémunérés et presque tous
à temps plein. Je songe aussi au congé de paternité qui tant qu'il ne
sera pas étendu et rendu obligatoire, même si cela fait sourire
certains, du moins pour une partie, sera toujours sujet à des
pressions professionnelles ou réduit dans les mentalités à un simple
congé de faveur accordé au père pour assister la mère de l'enfant.

Enfin, pour en terminer avec mes questions, les critères d'évaluation
de fonctions sont censés être discutés par les partenaires sociaux au
sein du secteur et du CNT. De plus, le projet EVA (évaluation
analytique) de l'Institut pour l'égalité Homme-Femme appuyé par le
service public fédéral Emploi vise à déterminer des critères objectifs
et neutres lors des évaluations de fonctions afin de permettre
notamment une rémunération équitable. Qu'en est-il de ces travaux et
des bénéfices qu'on pourrait en tirer?
maken van hun recht op tijds-
krediet en op formules voor
loopbaanonderbreking, en dat ze
vaker deeltijds werken in de loop
van hun carrière. Wie met
loopbaanonderbreking gaat, blijft
trouwens vaak voorgoed hangen
in een deeltijdbaan. Het valt ook
niet te ontkennen dat
de
werkgever de zaken door een
gekleurde bril ziet. De sociaal-
politieke strijd voor een
samenleving waarin arbeidstijd en
vrije tijd meer in elkaar
overvloeien, blijft onmiskenbaar
een sociaal ongelijke strijd.

Die zienswijze van de werkgevers
wordt bovendien versterkt door de
sociale last die op de schouders
van de vrouwen rust inzake het
huishouden en de opvoeding van
de kinderen. Die diepgewortelde
waardeoordelen verklaren
misschien ook waarom vrouwen
bij loononderhandelingen minder
goed hun mannetje staan.

Loonschalen waarover op
sectoraal en bedrijfsniveau
onderhandeld werd, moeten
sekseneutraal zijn.

Vindt u dat in de verschillende
sectoren voldoende vooruitgang
werd geboekt? In welke sectoren
doen zich nog de meeste
discriminaties voor?

Denkt u niet dat het noodzakelijk
is, om de gelijke rechten voor
vrouwen en mannen cultureel in te
bedden, de nodige wetgevende
initiatieven te nemen om tot een
daadwerkelijke gelijkheid te
komen? Ik denk bijvoorbeeld aan
maatregelen op het vlak van de
onderbrekingsuitkeringen: zolang
die het bedrag van een sociale
uitkering niet overstijgen, zullen
mannen er nooit kunnen worden
toe bewogen op vrijwillige basis
loopbaanonderbreking te nemen.
Hetzelfde geldt voor het
ouderschapsverlof: zolang dit niet
wordt uitgebreid en verplicht
gemaakt, zal vanuit het
beroepsmidden steeds druk
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
worden uitgeoefend om het niet te
nemen.

De criteria voor de functie-
evaluatie zouden door de sociale
partners worden besproken op het
niveau van de sectoren en van de
Nationale Arbeidsraad
(NAR).
Daarnaast is het project
Analytische Evaluatie van het
Instituut voor de gelijkheid van
vrouwen en mannen erop gericht
objectieve en neutrale criteria voor
de functie-evaluaties vast te
stellen, om zo tot een billijk
inkomen te komen. Hoe staat het
met die werkzaamheden?
01.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
beaucoup d'études ont déjà été effectuées à ce propos. Une des
causes potentielles du fossé salarial est, comme vous l'avez observé,
que les femmes peuvent être victimes d'un préjugé largement
répandu parmi les employeurs.

L'employeur qui se base sur les statistiques paiera probablement, et
davantage encore lorsqu'il s'agit de hautes fonctions, un salaire moins
élevé à chaque femme individuelle puisqu'il part de l'hypothèse qu'elle
fera sûrement une interruption de carrière temporaire.

La plupart des études reconnaissent cette discrimination statistique. Il
est cependant impossible de vérifier dans quelle mesure cette forme
de discrimination a un impact réel sur les chiffres. En tout cas, cette
discrimination statistique forme une preuve tangible du fait que les
tentatives de sensibiliser la société sont systématiquement
contrariées par une certaine mentalité, par un système désuet de
normes et de valeurs. Il faut changer la mentalité.

C'est vrai que les hommes interrompent moins souvent leur carrière
pour s'occuper des enfants. Vous êtes d'avis que les conditions
financières de l'interruption de carrière ne sont pas assez
intéressantes pour ces hommes, encore moins pour les hommes qui
travaillent à temps plein et qui gagnent un salaire élevé. Vous avez
sans doute raison, d'une certaine façon, mais récompenser une
mentalité avec de l'argent ne me semble pas être la mesure idéale.
En outre, ces montants ont été déterminés forfaitairement et le taux
de remplacement est ainsi plus élevé pour les bas salaires que pour
les salaires les plus élevés, en vertu du principe de solidarité. Ce sont
précisément ceux qui touchent des salaires plus élevés qui ont pu
constituer des réserves susceptibles de maintenir leur niveau de vie
pendant une interruption de carrière.

En ce qui concerne les suggestions de rendre obligatoire le congé de
paternité, je ne partage pas ce point de vue. N'oublions pas que le
congé de maternité permet à la femme de se reposer et de reprendre
des forces après l'accouchement, alors que le congé de paternité vise
à stimuler l'accueil au sein de la famille en sus des possibilités créées
par le congé parental. En rendant cette situation obligatoire, selon
moi, on s'ingérerait trop loin dans le choix individuel du citoyen.
01.02 Minister Freya Van den
Bossche: Een van de mogelijke
oorzaken van die loonkloof is dat
vrouwen het slachtoffer kunnen
zijn van een vooroordeel dat ruim
verspreid is bij de werkgevers. De
werkgever die zich op de
statistieken baseert zal wellicht, en
zulks nog des te meer wanneer
het om topfuncties gaat, een
minder hoog loon betalen aan een
vrouw aangezien hij uitgaat van de
veronderstelling dat zij haar
loopbaan tijdelijk zal onderbreken.
De pogingen om de maatschappij
daarvoor de sensibiliseren, worden
bemoeilijkt door de heersende
mentaliteit, die moet veranderen.

U vindt dat de financiële
voorwaarden van de loopbaan-
onderbreking niet interessant
genoeg zijn voor mannen. U heeft
wellicht gelijk, maar de mannen
ertoe aanzetten daarvan gebruik te
maken door hen een hogere
vergoeding toe te kennen, lijkt mij
niet de meest aangewezen
maatregel. Die bedragen worden
tevens forfaitair vastgesteld en het
vervangingspercentage ligt hoger
voor de lage lonen.

Voorts wil ik vaderschapsverlof
niet verplicht stellen. Het is enkel
bedoeld om de opvang in het
gezin te stimuleren. Het opleggen
ervan zou een aantasting van de
vrije keuze van het individu
betekenen.
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4

Quant à l'état actuel des classifications de fonctions, j'ai demandé un
rapport détaillé des présidents des commissions paritaires. Il sera
vérifié si, depuis la dernière évaluation, tous les secteurs utilisent les
classifications de fonctions et si ces dernières sont sexuellement
neutres. Le but est de voir si les classifications actuelles permettent
de combler suffisamment le fossé salarial.

Dès que ces résultats m'auront été communiqués, il me sera possible
de répondre à votre question et vous dire dans quels secteurs il existe
encore des discriminations dans lesquelles les classifications de
fonctions jouent un rôle déterminant. J'espère que je pourrai le faire
avant les vacances parlementaires mais cela dépendra, bien entendu,
des données qui me seront transmises et qui devraient me parvenir
assez rapidement.

J'en arrive au projet EVA. Je tiens à vous signaler que celui-ci est
géré par l'Institut pour l'égalité Homme-Femme. Cet institut ne relève
pas de mes compétences mais de celles de mon collègue, Christian
Dupont. Bien entendu, chaque ministre peut faire appel à l'expertise
de cet institut. Le projet EVA est évidemment très important pour la
politique relative aux qualifications de fonctions.

Dans le cadre du projet EVA, des instruments ont été proposés pour
accompagner l'introduction d'une nouvelle classification de fonctions
et pour promouvoir une révision des systèmes désuets. Le but est
d'orienter les partenaires sociaux vers un système sexuellement
neutre afin de combler le fossé salarial. EVA prévoit également
l'introduction d'un paquet de formations. Une formation a déjà été
proposée aux groupes cibles de quatre partenaires sociaux: la CSC,
la CGSLB, la FGTB et la FEB. Le but est de sensibiliser les
formateurs aux pièges et aux discriminations qui pourraient surgir lors
des négociations sur les conditions de travail collectives et de mettre
à leur disposition les instruments nécessaires pour intervenir.

Le deuxième volet consiste en un examen effectué dans au moins
trois secteurs qui sont déjà passés au système analytique.

Ik heb de voorzitters van de
paritaire comités gevraagd me een
gedetailleerd verslag met
betrekking tot de stand van zaken
van de functieclassificaties voor te
leggen. We zullen nagaan of alle
sectoren genderneutrale functie-
classificaties hanteren. De
uiteindelijke bedoeling is na te
gaan of de loonkloof met de
bestaande functieclassifaties kan
worden gedicht. Eens ik in het
bezit ben van die resultaten, zal ik
u kunnen meedelen in welke
sectoren zich nog discriminaties
voordoen.

Ik kom tot het EVA-project, dat
voor het beleid op het stuk van
functieclassificaties van groot
belang is. Er werden instrumenten
voorgesteld om de invoering van
een nieuwe functieclassificatie te
begeleiden en om een herziening
van de achterhaalde regelingen in
de hand te werken. Bedoeling is
de sociale partners naar een
genderneutrale functieclassificatie
te begeleiden en zo de loonkloof te
dichten. EVA zorgt ook voor een
aantal opleidingen, waarin op de
mogelijke valkuilen en discrimi-
naties in het raam van de
onderhandelingen over de
collectieve arbeidsvoorwaarden
wordt gewezen en waarin aan de
opleiders en de sociale partners
de nodige instrumenten worden
geboden om in te grijpen. In een
tweede fase worden ten minste
drie sectoren die al een beroep
doen op de analytische evaluatie,
onder de loep genomen.
01.03 Talbia Belhouari (PS): Madame la ministre, je vous remercie
pour la série de réponses que vous venez d'apporter. Je respecte
votre point de vue sur certaines questions, notamment en ce qui
concerne l'interruption de carrière; je suis entièrement d'accord avec
vous lorsque vous dites qu'il est plus facile d'accorder une interruption
de carrière à la femme qui doit se reposer après un accouchement,
par exemple. Je constate toutefois que l'on n'incite pas suffisamment
les hommes à interrompre leur carrière alors que, à un moment
donné, ils peuvent aussi s'occuper de leur enfant. Les chiffres sont ce
qu'ils sont et il est vrai que cette situation est difficile à démontrer.

On s'est battu pour avoir des acquis. Or, on constate, pas seulement
en Belgique mais également au niveau européen, un recul dans
01.03 Talbia Belhouari (PS):Ik
heb begrip voor uw standpunt over
een aantal kwesties, maar wat
meer specifiek de loopbaan-
onderbreking betreft, kan men er
toch niet omheen dat de mannen
in onvoldoende mate worden
aangespoord om er gebruik van te
maken. Zij kunnen zich nochtans
ook over hun kinderen ontfermen.

Voorts stelt men op Europees
niveau in bepaalde sectoren een
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
certains secteurs où la femme est sensibilisée et directement
touchée. A ce propos, je voudrais attirer votre attention sur un fait
récent qui a fait la une des journaux, à savoir la situation des femmes
fonctionnaires contractuelles à la Commission européenne. Comme
par hasard, les contrats des femmes enceintes ne sont pas
renouvelés; comme par hasard aussi un frein est mis à la carrière des
femmes plutôt qu'à celle des hommes. Il y a ainsi toute une série de
petites choses à relever. C'est assez vicieux.

Je ne vais pas m'étendre plus longuement sur le sujet aujourd'hui
mais étant donné qu'il s'agit d'une question importante, je me
permettrai d'intervenir encore par la suite, notamment auprès de votre
collègue M. Christian Dupont qui est compétent pour une autre partie
de la matière.

En tout cas, à ce stade-ci, je vous remercie, madame la ministre, pour
les réponses que vous avez apportées.
zekere terugval vast. Zo wordt het
contract van de vrouwelijke
contractuele ambtenaren bij de
Europese Commissie niet
verlengd wanneer ze zwanger zijn.
Op die manier worden de vrouwen
andermaal in hun carrière-
mogelijkheden tegengewerkt.

Tot slot zal ik minister Dupont
ondervragen die bevoegd is voor
een ander aspect van deze
materie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Benoît Drèze à la ministre de l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de garantie de
revenus" (n° 7127)
02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 7127)
02.01 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, vous connaissez ma
préoccupation sur les pièges à l'emploi et, en particulier, mon intérêt
pour les mesures qui pourraient améliorer la diminution de ces pièges
à l'emploi. Je pense notamment, en matière de temps partiel, à la
réforme de l'allocation de garantie de revenus qui est une idée du
gouvernement.

En effet, en juillet 2003, le premier ministre avait annoncé qu'il allait
effectuer une réforme du système, ce qui a été confirmé lors du
Conseil des ministres du 16 janvier 2004. L'hypothèse annoncée est
que l'allocation de garantie de revenus ne serait plus un montant fixe
par mois, mais serait allouée comme un complément par heure.
L'allocation de garantie de revenus ne serait par ailleurs plus
disponible pour les personnes travaillant moins d'un tiers-temps.

Le 22 mars de cette année, je vous avais posé une première question
dans cette commission concernant l'exécution de cette intention.
Vous m'aviez indiqué alors que le comité de gestion de l'ONEM avait
rendu un avis et que l'avis des ministres des Finances et du Budget
avait été sollicité.

Autrement dit, la présentation d'un arrêté royal en Conseil des
ministres semblait imminente.

Nous sommes aujourd'hui le 31 mai 2005, deux mois plus tard, et
aucune mesure ne semble avoir été prise en la matière. Or, le
gouvernement avait annoncé en janvier 2004 que cette mesure allait
entrer en vigueur avant le 1
er
octobre 2004. 17 mois après cette
déclaration et 8 mois après la mise en place prévue par le
gouvernement, la mesure n'est pas encore opérationnelle. C'est la
raison pour laquelle je vous pose aujourd'hui les mêmes questions
qu'en mars.
02.01 Benoît Drèze (cdH): Mijn
belangstelling voor maatregelen
die de werkloosheidsvallen uit de
wereld moeten helpen, is u niet
onbekend. Zo moet, wat de
deeltijdse arbeid betreft, de
inkomensgarantie-uitkering
worden hervormd.

In juli 2003 stelde de premier een
hervorming van de bestaande
regeling in het vooruitzicht. Het
zou niet langer om een vast
bedrag per maand gaan, maar wel
om een bijkomend bedrag per uur.
Bovendien zou wie minder dan
een derde werkt niet langer recht
hebben op de uitkering. Op 22
maart deelde u me mee dat het
beheerscomité van de RVA een
advies had verstrekt en dat u het
advies van de ministers van
Financiën en van Begroting had
gevraagd. Alles scheen erop te
wijzen dat de ministerraad binnen
afzienbare tijd een koninklijk
besluit zou worden voorgelegd.

We zijn nu twee maanden verder
en er is blijkbaar nog steeds geen
beslissing. Acht maanden na de
door de regering vooropgestelde
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

1. Confirmez-vous la volonté du gouvernement de réformer le
système de l'allocation de garantie de revenus dans les plus brefs
délais et selon les modalités précisées lors du Conseil des ministres
du 16 janvier 2004?

2. Le cas échéant, comment l'allocation de garantie de revenus
s'articule-t-elle avec le bonus à l'emploi, notamment au plan
budgétaire?

3. Si les modalités précisées lors du Conseil des ministres du
16 janvier 2004 n'étaient pas retenues, quelles alternatives
envisageriez-vous? En particulier, des remarques formulées par le
comité de gestion de l'ONEM auraient-elles été intégrées, si oui
lesquelles?
datum, is de maatregel nog steeds
niet in werking getreden.

Is het nog steeds de bedoeling de
regeling betreffende de
inkomensgarantie-uitkering zo snel
mogelijk te hervormen volgens de
krachtlijnen die tijdens de
ministerraad van 16 januari 2004
werden uiteengezet? Hoe staat het
met de verhouding tussen
bedoelde uitkering en de
werkbonus, meer bepaald op
budgettair vlak? Indien de
krachtlijnen die tijdens de
ministerraad werden uiteengezet
intussen werden verlaten, wat
wordt uw alternatief? Wordt, meer
in het bijzonder, met de door het
beheerscomité van de RVA
geformuleerde opmerkingen
rekening gehouden?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
monsieur Drèze, le Conseil des ministres du 15 avril a fixé la date
d'entrée en vigueur du nouveau règlement au 1
er
juillet.
Simultanément, il a été décidé qu'un groupe de travail examinerait le
moyen d'éviter aux travailleurs, actuellement occupés dans le cadre
de l'ancien règlement et confrontés à une courte interruption de
travail, de passer, soudainement, de l'ancien au nouveau régime.

Le règlement transitoire sur lequel un accord a été conclu stipule que
"l'interruption de travail ne peut dépasser quatre mois. Il doit s'agir,
après l'interruption d'un emploi à temps partiel, d'un tiers-temps au
moins". Cette mesure transitoire prendra fin le 1
er
janvier 2009. Vu la
mobilité sur le marché du travail, nous nous attendons, en effet, à ce
que la plupart des travailleurs actuels bénéficiant d'une AGR aient
trouvé un autre emploi à ce moment. Le projet d'arrêté royal et
d'arrêté ministériel, adapté en ce sens, a été soumis au Conseil d'Etat
pour avis urgent le 19 mai.

Le règlement du bonus à l'emploi a été adapté. Dans le cadre de la
concertation interprofessionnelle, une augmentation budgétaire de 40
millions d'euros a été octroyée. A ce propos, il a également été
décidé, lors du Conseil des ministres du 15 avril, que les contractuels
du secteur public ne pourraient pas bénéficier de l'augmentation du
bonus à l'emploi approuvé dans le cadre de la concertation
interprofessionnelle et entrée en vigueur le 1
er
avril.

Dans le cadre du contrôle budgétaire, les économies prévues pour
l'AGR, estimées à 11 millions pour 2005, ont, entre-temps, été revues
et portées à 3 millions seulement. Il a été tenu compte de
l'introduction d'une période transitoire et de l'entrée en vigueur en date
du 1
er
juillet. De cette façon, le financement du bonus à l'emploi n'est
pas en danger.

En ce qui concerne l'adaptation du règlement de l'allocation de
garantie de revenus aux remarques des partenaires sociaux, dont le
02.02 Minister Freya Van den
Bossche: Op 15 april bepaalde de
ministerraad dat de nieuwe
reglementering op 1 juli in werking
zal treden. Een werkgroep zal
bestuderen hoe een al te bruuske
overgang van het oude naar het
nieuwe stelsel kan worden
voorkomen voor die werknemers
die nog onder de oude
reglementering vallen en die hun
werkzaamheden kort moeten
onderbreken.

De overgangsregeling, die op 1
januari 2009 ten einde loopt,
bepaalt dat de werkonderbreking
niet langer dan vier maanden mag
duren. Na de onderbreking van
een deeltijdse baan moeten zij ten
minste een derde van de tijd aan
de slag zijn. Het ontwerp van
koninklijk besluit en van
ministerieel besluit werd
voorgelegd aan de Raad van State
die er tegen 19 mei dringend
advies over moet uitbrengen.

De reglementering inzake de
werkbonus werd aangepast. De
begroting werd met 40 miljoen
euro verhoogd. De contractuele
beambten uit de openbare sector
zullen geen recht hebben op de
verhoging van de werkbonus die in
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
CG et l'ONEM, le projet a été adapté de telle façon que celui qui,
comme indiqué ci-dessus, bénéficie déjà maintenant du règlement ou
dont l'interruption de contrat est très brève puisse continuer à
bénéficier de l'ancien règlement.
het kader van het
interprofessioneel overleg werd
goedgekeurd en op 1 april van
kracht werd. In het kader van de
begrotingscontrole werden de voor
de IGU vooropgestelde
besparingen herzien en tot drie
miljoen teruggebracht. De
financiering van de werkbonus
komt niet in het gedrang.

Het ontwerp werd aangepast op
grond van de opmerkingen van de
sociale partners, zodat de oude
reglementering van toepassing
blijft voor iemand die reeds onder
de reglementering valt of wiens
contractonderbreking erg kort is.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, je vous remercie
pour cette réponse très précise. Si je comprends bien, le nouveau
dispositif entrera en vigueur le 1
er
juillet et un avis du Conseil d'Etat
sera incessamment rendu. A ce moment, le gouvernement pourra
examiner votre projet en seconde lecture.

Ainsi, l'entrée dans le nouveau système n'est que temporaire, partant
de l'hypothèse que, par la suite, le chômeur trouvera un emploi
normal et n'aura plus besoin de l'allocation de garantie de revenus.
Donc, on quitterait un système qui pouvait être structuré dans le chef
du chômeur vers un système temporaire?
02.03 Benoît Drèze (cdH): De
nieuwe bepaling gaat in op 1 juli
en de Raad van State zal
onverwijld advies uitbrengen. Dan
zal de regering uw ontwerp in
tweede lezing kunnen bestuderen.
De intrede in het nieuwe systeem
is slechts tijdelijk, uitgaande van
de hypothese dat de
werkzoekende vervolgens een
normale baan zal vinden en de
inkomensgarantie-uitkering niet
langer nodig zal hebben. Men zou
dus afstappen van een systeem
dat de werkzoekende een zekere
structuur biedt en voor een tijdelijk
systeem opteren?
02.04 Freya Van den Bossche, ministre: Cette période transitoire va
tout de même durer jusqu'en 2009!
02.04 Minister Freya Van den
Bossche: Die overgangsperiode
loopt in ieder geval tot 2009!
02.05 Benoît Drèze (cdH): Transitoire entre l'ancien et le nouveau
système?
02.06 Freya Van den Bossche, ministre: Oui!
02.07 Benoît Drèze (cdH): Mais une fois que l'on est dans le
nouveau système, si on travaille à temps partiel et qu'on n'en sort pas,
...
02.07 Benoît Drèze (cdH): Wat
als men in het nieuwe systeem
deeltijds werkt en er niet uitstapt?
02.08 Freya Van den Bossche, ministre: Bien entendu, on peut
retourner à l'ancien système. Mais on pense que de moins en moins
de personnes auront besoin de cette période de transition et on a
estimé que trois ou quatre années de transition seraient suffisantes.
Par ailleurs, ce projet ne doit plus être examiné en seconde lecture
par le Conseil des ministres. Donc, je peux le concrétiser dès que je
serai en possession de l'avis du Conseil d'Etat.
02.08 Minister Freya Van den
Bossche: Dan kan men naar het
oude systeem terugkeren. Steeds
minder mensen zullen die
overgangsperiode echter nodig
hebben. Drie of vier jaar zouden
moeten volstaan om de overgang
te maken. Bovendien moet de
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
ministerraad geen tweede lezing
aan dit ontwerp wijden. Van zodra
het advies van de Raad van State
is gekend, kan ik het ontwerp
concreet vorm geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "de gebrekkige
samenwerking tussen de RVA en de bemiddelingsdiensten van de Gewesten in het kader van de
activering van werklozen" (nr. 7134)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "le manque de collaboration
entre l'ONEM et les services de placement des Régions dans le cadre de l'activation des chômeurs"
(n° 7134)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik kom terug op het systeem van de activering
van jonge werklozen jonger dan 30, dat ongeveer een jaar loopt.

Vanuit het veld krijg ik duidelijke signalen dat de facilitatoren die
bepalen of de werkloze inspanningen levert om werk te zoeken, en de
mensen van VDAB en de Werkwinkels mekaar vaak niet kennen.
Hieruit kan blijken dat de RVA en de bemiddelingsdiensten geregeld
naast elkaar werken, terwijl het opportuun en in het belang van de
werkloze zou zijn dat ze samen een project uitstippelen om de
werkloze zo vlug als mogelijk aan een passende job te helpen.

Tijdens het gesprek tussen facilitator en werkloze kan immers al gauw
blijken welke interesses, mogelijkheden en beperkingen de langdurig
werkloze heeft. Een telefoontje van de facilitator naar de VDAB-
consulent of het doorsturen van een kort verslag zou de mensen van
de bemiddelingsdienst beter in staat stellen om een passende
betrekking te helpen zoeken.

In dat kader zou de taak van de facilitator eventueel uitgebreid kunnen
worden en zou de nadruk niet enkel kunnen liggen op controle, maar
ook op ondersteuning bij het effectief zoeken naar een job door
middel van doorverwijzing naar de bemiddelingsdienst.

Ik kom tot mijn concrete vragen.

Ten eerste, welke instructies hebben de facilitatoren ontvangen
inzake doorverwijzing of samenwerking met bemiddelingsdiensten?

Ten tweede, zou de werkloze, uw inziens, er baat bij hebben dat de
facilitator systematisch contact zoekt met de bemiddelingsdienst die
de werkloze in kwestie voort kan begeleiden?

Ten slotte, zou u eventueel met uw collega's van de Gewesten
gesprekken aangaan in verband met die optimalisatie van de
samenwerking?
03.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le système d'activation des
chômeurs de moins de 30 ans
fonctionne depuis un an environ. Il
n'est pas rare que les facilitateurs,
qui sont chargés d'évaluer si un
chômeur fait ou non les efforts qui
lui sont demandés pour trouver un
emploi, ne connaissent pas les
conseillers du VDAB ni les
"werkwinkels" (boutiques de
l'emploi). Pourtant, l'ONEM et les
services de placement pourraient
concevoir ensemble un projet
destiné à aider les chômeurs à
trouver du travail. Tel facilitateur
pourrait informer tel conseiller du
VDAB en lui adressant un bref
rapport et sa mission pourrait se
voir étendue. De plus, outre le
contrôle, un appui plus important
pourrait être prévu.

Quelles instructions ont reçu les
facilitateurs en matière de renvoi
des demandeurs d'emploi vers les
services de placement ou en
matière de collaboration avec ces
services? La ministre estime-t-elle
que les chômeurs ont intérêt à
entretenir avec ces services des
contacts systématiques? Entend-
elle se concerter avec les
Régions?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
collega's, de RVA-facilitator sluit een contract met de werkloze
waarvan hij meent dat hij/zij onvoldoende of onaangepaste
inspanningen heeft geleverd om werk te vinden. De eerste actie
vastgelegd in het contract, is contact nemen met de gewestelijke
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le facilitateur de l'ONEM
conclut un contrat avec le
chômeur qui, selon lui, fait des
efforts insuffisants ou inadaptés
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
dienst voor arbeidsbemiddeling. Het individuele contact moet
plaatsvinden binnen de 30 dagen na het gesprek met de facilitator.

Uit alle informatie waarover ik beschik, blijkt heel duidelijk dat de
facilitatoren de betrokken werkzoekenden correct doorverwijzen naar
die gewestelijke diensten.

Het samenwerkingsakkoord legt de rollen vast van alle betrokken
instellingen. De effectieve begeleiding van werklozen is de taak van
de gewestelijke instellingen. Het beoordelen van het zoekgedrag is
een taak van de RVA. Aan de facilitatoren is de richtlijn meegegeven
om voor de werkloze met wie ze een contract sluiten, de contacten
met de diensten voor de arbeidsbemiddeling te oriënteren. Wat de
facilitator niet mag doen, is zich op het terrein begeven waarvoor de
bemiddelingsdiensten zelf bevoegd zijn. Men vraagt de werkzoekende
om het contract dat hij getekend heeft, voor te leggen aan de dienst
voor arbeidsbemiddeling wanneer hij zich aanbiedt.

Mochten op een of andere manier problemen opduiken, is het daartoe
opgerichte forum de geschikte plaats om de problemen te bespreken.
In het forum worden eventuele problemen met de samenwerking
tussen de betrokken instellingen besproken.
pour trouver du travail. Aux termes
de ce contrat, le chômeur est tenu,
dans les trente jours après son
entretien avec le facilitateur, de
prendre contact avec le service
régional de placement. A cette
occasion, le contrat devra être
produit. D'après mes informations,
les facilitateurs font correctement
leur travail en ce qui concerne le
renvoi des demandeurs d'emploi
vers les services de placement.

L'accord de collaboration prévoit
que les organismes régionaux
doivent accompagner les
chômeurs. L'ONEM évalue le
comportement des chômeurs sur
le plan des efforts qu'ils font pour
trouver un emploi. Les facilitateurs
doivent orienter les contacts avec
les services de placement mais ils
ne peuvent empiéter sur des
domaines où ces services sont
eux-mêmes compétents. Les
problèmes éventuels liés à cette
collaboration entre ces divers
organismes peuvent être
examinés au sein du forum prévu
à cet effet.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik wil een korte repliek geven.

De eerste opdracht in het contract dat eventueel wordt onderschreven
door de werkzoekende bestaat er inderdaad in contact op te nemen
met de VDAB. Of dat effectief gebeurt, is natuurlijk een andere zaak.

Een VDAB-consulente vertelde mij vorige week nog dat zij werkzaam
was als consulente in Kortrijk en dat er sinds vorig jaar ook in Kortrijk
facilitatoren aan de slag zijn maar dat zij die mensen helemaal niet
kent. Ik geef u gewoon een getuigenis van een VDAB-consulente. Zij
had toevallig een van die facilitatoren op de trein ontmoet en
sindsdien bellen zij elkaar regelmatig over het een of ander dossier
van een werkloze. De consulente zei dat het bij hen nu vlot verloopt
maar dat zij ervan overtuigd is dat het bij veel anderen niet zo vlot
verloopt. Dat is mijn eerste repliek.

Een tweede repliek betreft de samenwerking tussen RVA en VDAB
die heel belangrijk is in heel het verhaal van activering. Ik las gisteren
in De Tijd een interview met de heer Baecke van de RVA waarin hij
erkende dat er op dat vlak problemen zijn. Hij noemde de splitsing
RVA-VDAB in 1989 zelfs een van de historische fouten. Dat waren
zijn woorden. Ik wil gewoon aangeven dat volgens mij op het vlak van
samenwerking nog heel wat kan worden verbeterd in het belang van
de werklozen.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Après la signature du
contrat, le VDAB doit en effet être
contacté en premier lieu, mais il
n'est pas toujours acquis que ce
contact ait effectivement lieu. Une
consultante du VDAB de Courtrai
m'a fait part du fait qu'elle ne
connaissait pas les facilitateurs de
sa ville jusqu'à ce qu'elle les
rencontre par hasard dans le train.

Le quotidien "De Tijd" a publié un
article dans lequel M. Baecke,
fonctionnaire de l'ONEM,
considérait la scission ONEM-
VDAB de 1989 comme une erreur
historique. La collaboration peut
être considérablement améliorée,
dans l'intérêt des chômeurs.
03.04 Minister Freya Van den Bossche: Ik wil nog iets zeggen voor 03.04 Freya Van den Bossche,
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
alle duidelijkheid. Het is helemaal nergens voor nodig dat de
facilitatoren en de mensen die werkzaam zijn op de gewestelijke
bemiddelingsdiensten elkaar kennen. Er werden procedures
afgesproken en er worden gegevens doorgespeeld. Dat gebeurt op
een correcte wijze. Als men contact wil opnemen om iets te verifiëren,
kan dat en gebeurt dat soms ook.

Het is nergens voor nodig dat ze samen zitten, dat is niet voorzien en
het is ook niet nodig. Zij moeten de mensen waarmee ze contact
hebben bij de gewestelijke diensten niet kennen. Iedereen doet zijn
werk en de gegevens worden correct doorgegeven. We kunnen dat
op een heel efficiënte manier verder doen. Ik denk dat het anders een
bijzonder tijdrovende belasting zou zijn waarvan ik de meerwaarde
niet onmiddellijk zie.
ministre: Les facilitateurs et le
personnel des services de
médiation ne doivent pas
obligatoirement se connaître. Des
procédures ont été fixées et les
données sont transmises ou
vérifiées correctement. Une autre
approche serait particulièrement
fastidieuse et n'apporterait aucune
valeur ajoutée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de afschaffing van de stempelcontrole"
(nr. 7148)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de afschaffing van de stempelcontrole"
(nr. 7186)
04 Questions jointes de
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "la suppression du pointage" (n° 7148)
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "la suppression du pointage" (n° 7186)
04.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, mijn vraag gaat
over de afschaffing van de stempelcontrole, die vanaf 1 oktober was
gepland. U hebt in onze commissie echter al eerder laten verstaan dat
de deadline waarschijnlijk niet zou worden gehaald. Dat had te maken
met een verzameling van statistieken. De RVA heeft er ook voor
gepleit om de afschaffing pas te laten ingaan vanaf 15 december
2005.

Het belangrijkste struikelblok is dus een verzameling van statistieken.
De arbeidsbemiddelingsdiensten en de RVA moesten meer bepaald
werken aan software die het moet toelaten om uit drie bestaande
gegevensstromen, de inschrijving van werkzoekenden bij de
Gewesten, de Dimona-aangifte of het begin en einde van de
tewerkstelling en betaalgegevens aan de RVA, correcte statistieken te
distilleren. Een dergelijk programma zou enige tijd moeten
samenlopen met de huidige manier om statistieken te verzamelen om
te zien of er niet te veel fouten in het systeem zitten. Pas na die
testfase zou men de stempelcontrole afschaffen.

U liet eerder al uitschijnen dat, als het toch lukt om vanaf 1 juni te
starten met de testfase, u ook geneigd zou zijn om de afschaffing van
de stempelcontrole op 1 oktober te laten ingaan. Wij zijn morgen
1 juni. Haalt u die datum om met de testfase te starten? Is het
bewuste programma ondertussen uitgewerkt en operationeel?
Wanneer start u met de test?

Wanneer zal de stempelcontrole worden afgeschaft? Zal dat
1 oktober blijven of zal het later worden?
04.01 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre a déclaré que la date
butoir du 1er octobre pour la
suppression du pointage ne serait
probablement pas respectée.
L'ONEM a par ailleurs plaidé pour
que la suppression soit reportée
au 15 décembre. Une période
d'essai préalable est demandée
pour détecter les erreurs éven-
tuelles dans le fonctionnement
d'un nouveau logiciel qui doit
permettre de rassembler des
statistiques correctes provenant
de trois flux de données existants.

Pour que l'échéance soit
respectée, cette période d'essai
devrait commencer le 1
er
juin. La
période d'essai peut-elle
commencer le 1
er
juin? Le
programme existe-t-il déjà et est-il
opérationnel? Quand le pointage
sera-t-il supprimé?
04.02 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb u hierover
reeds een vraag gesteld op 15 maart. Ik vond uw antwoord toen heel
04.02 Greta D'hondt (CD&V):
Lorsque j'ai interrogé la ministre le
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
duidelijk en heel belangrijk. U hebt op mijn vraag van 15 maart
geantwoord dat het voor u hoe vroeger hoe beter zou zijn, maar dat
de statistieken moesten kloppen. U zei dat als de Gewesten niet klaar
zijn met wat ze moeten doen, men niet kan starten. Vandaar mijn
vragen.

U zei op 15 maart dat u hierover overleg hebt gevraagd met uw
collega's en u verwachtte eerstdaags, in de periode van 15 maart tot
einde mei, van hen een antwoord op de vraag welke deadline al dan
niet kon worden gehaald. Ik hoop dat die collega's u ondertussen een
antwoord hebben gegeven, zodat u ons de deadline zal kunnen
meedelen.

Mocht dat niet het geval zijn, heb ik toch wat vragen bij de notie tijd
van uw collega's. Wij hebben het in andere dossiers ook al
meegemaakt dat onverwijld dikwijls niet zo kortbij is.
15 mars sur la suppression du
pointage pour les chômeurs, elle
m'a répondu que les Régions
n'étaient pas encore prêtes et
qu'elle attendait la réponse des
ministres compétents des entités
fédérées quant au respect ou non
de l'échéance dans un délai de
quelques semaines. Les Régions
ont-elles répondu à ce jour et
quelle est l'échéance?
04.03 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, veel
inleiding heb ik hier niet nodig. De programmatuur moet worden
aangepast en wel van de gewestelijke diensten die bevoegd zijn voor
arbeidsbemiddeling. Die aanpassing is volop bezig. Er is ook een
ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de
Gewesten en de Gemeenschappen betreffende de afschaffing van de
gemeentelijke stempelcontrole, de actualisering van de
gegevensbanken en de opstelling van statistieken inzake de
ingeschreven werkzoekenden. Daarover heeft het college van leidend
ambtenaren van alle betrokken instellingen een advies uitgebracht op
24 mei. Dat ontwerp van akkoord werd ook voor advies voorgelegd
aan het beheerscomité van de RVA op 26 mei.

Het college en het beheerscomité hebben ook een advies uitgebracht
­ u kent het ­ dat ertoe leidt dat de ingangsdatum van de afschaffing
zou worden uitgesteld tot midden december. Ik heb eraan gehouden
om dit te agenderen op de interministeriële conferentie van 3 juni. Ik
had die sowieso gepland omwille van de aanpassingen die werden
beloofd naar aanleiding van het niet gelijkwaardig kunnen vergelijken
van de cijfers inzake activering van zoekgedrag bij de verschillende
gewestelijke diensten. U herinnert zich nog dat we daarover samen
zouden gaan zitten en het akkoord op dat vlak zouden preciseren. Dat
gebeurt dus op 3 juni.

Op diezelfde dag zal ik met mijn gewestcollega's de knoop
doorhakken inzake deze vraag. Zelf zal ik natuurlijk het standpunt
verdedigen dat dit tot 1 oktober moet kunnen. Aangezien ik niet zelf
verantwoordelijk ben voor de logistieke uitvoering van een en ander,
moet ik ook niet zo dwaas zijn om, mocht elk van mijn collega's
duidelijk zeggen dat dit niet kan en alles in de soep zou lopen, daarop
aan te dringen. Ik zal initieel wel aandringen en proberen hen ertoe te
bewegen alsnog dan klaar te zijn. De datum werd al
achteruitgeschoven, maar de beslissing valt op vrijdag 3 juni.
04.03 Freya Van den Bossche,
ministre: Les services régionaux
de placement s'occupent
activement de l'adaptation du
programme. Il existe un projet
d'accord de coopération entre
l'État fédéral et les Régions et
Communautés à propos de la
suppression du pointage
communal, de l'actualisation des
bases de données et de
l'élaboration des statistiques. Le
collège des fonctionnaires des
institutions concernées a émis un
avis le 24 mai. Le 26 mai, le projet
a été soumis au comité de gestion
de l'ONEM. Tous deux ont
conseillé de le reporter à la mi-
décembre.

Il sera question de ce report lors
de la conférence interministérielle
du 3 juin, à l'occasion de laquelle
l'on abordera aussi les chiffres,
difficilement comparables, des
différents services régionaux en
matière de comportement de
recherche d'emploi des chômeurs.
J'insisterai sur le maintien du 1
e
octobre comme date butoir mais si
les ministres régionaux
responsables de l'exécution
logistique estiment que ce n'est
pas possible, la date devra être
déplacée.
04.04 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik begrijp uit uw antwoord dat de testfase nog niet bezig is,
maar wel de voorbereidingen, en dat u daar pas uitsluitsel over kan
geven op 3 juni. Ik hoop samen met u dat de stempelcontrole zo snel
mogelijk wordt afgeschaft, want het is een administratieve rompslomp
04.04 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre ne pourra donner une
réponse définitive que le 3 juin.
J'espère que le pointage sera
supprimé le plus rapidement
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
voor iedereen, ook voor de mensen zelf. Ik hoop dat dit niet meer te
lang zal duren.
possible, de sorte qu'une grande
part des tracasseries administra-
tives disparaisse.
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, engagementen zijn er om nageleefd te worden. Ik dacht dat
een van de engagementen was dat als het activeringsbeleid op een
correcte manier zou worden gevoerd, ook de stempelcontrole zou
worden afgeschaft, minstens voor die groepen waarvoor het
activeringsbeleid al bezig is en liefst voor iedereen. Ik denk dat na een
moeilijke start ook de vakbonden zich nadien zeer positief hebben
opgesteld tegenover het activeringsbeleid. Ik vind het eigenlijk wel
spijtig dat zij nu moeten wachten op afschaffing van stempelcontrole
om reden van informaticaprogramma's, denk ik, die op elkaar
afgestemd moeten worden om de statistieken te bekomen.

Ik heb het volste begrip ­ ik heb dat van bij het begin gezegd, ook bij
vroegere vragen ­ voor het standpunt dat ook de RVA en dus u, tijdig,
minstens even snel en liefst nog sneller, over de statistieken moet
kunnen beschikken. Daarover gaat de discussie niet.

Er in 2005 niet in slagen om met alle bestaande middelen dat
technisch in elkaar te boksen en de software op elkaar af te
stemmen, is iets waarvoor ik geen begrip kan opbrengen. Het zou
toch ook wel goed zijn, mevrouw de minister, dat u vandaag
preciseert of het zo is dat de problemen om dit bij elkaar te krijgen,
om de statistieken in elkaar te steken, bij de RVA liggen ­ al zou mij
dat erg verbazen ­ ofwel bij een, een paar, of alle deelstaten? Ik denk
dat we dit best in alle duidelijkheid weten.

Dit zorg niet alleen voor moeilijkheden voor de werklozen, maar het is
tegen alle aangegane engagementen en afspraken en bovendien is
het ook voor de gemeenten een verdraaid dure grap. Het is nu al
meer dan een jaar geleden dat dit in voege moest gaan. De
gemeenten houden daar ook rekening mee. Ambtenaren hebben er in
sommige gemeenten jammer genoeg hun bezigheid mee gezien het
volume van de werkloosheid. Bij de werkorganisatie en de planning in
de gemeenten wordt er twee of drie keer al rekening mee gehouden
dat men wat uren vrij moet krijgen, maar het komt er niet van.

Mevrouw de minister, waar ligt het kalf gebonden? Volgens mij niet bij
de RVA. Welke deelstaat of gemeenschap geraakt niet in orde?
04.05 Greta D'hondt (CD&V): Il
avait été convenu que la
suppression du pointage irait de
pair avec une mise en oeuvre
correcte de la politique
d'activation. Je regrette que cette
suppression se soit fait attendre à
cause de programmes informa-
tiques. Qui est responsable de ce
retard? Le contrôle complique
encore les choses pour les
demandeurs d'emploi et coûte
cher aux communes.
De voorzitter: Mevrouw D'hondt, dat zijn bijkomende vragen.
04.06 Greta D'hondt (CD&V): Ik wil ze ook voor volgende week
indienen, dat is geen probleem.
De voorzitter: Ik vermoed inderdaad dat dit op 4 juni duidelijk zal worden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de omzetting van de Europese
richtlijn 2002/14/EG in Belgisch recht" (nr. 7187)
05 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur la transposition de la directive
européenne 2002/14/CE en droit belge" (n° 7187)
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, over deze problematiek heb ik reeds vragen gesteld op 15
maart en 12 april. De omzetting van deze Europese richtlijn is niet
alleen een heel belangrijk maar ­ dat weten we allemaal ­ tevens een
heel delicaat gegeven.

Naar aanleiding van mijn vraag van 12 april hebben we een
interessant gesprek gehad. Ik heb me toen verwonderd over de
beslissing van de regering om over te gaan tot een gedeeltelijke
omzetting van de richtlijn. Terzake was nogal wat foutieve
communicatie verschenen. U hebt me geantwoord dat de
gedeeltelijke omzetting niet het einde was en dat u van plan was
ermee voort te gaan. Om het blazoen een beetje mooi te houden en
niet bij de slechtste leerlingen van Europa te behoren heeft de
regering de gedeeltelijke omzetting beslist. Ik kan voor dit standpunt
begrip opbrengen. Feit is dat u aangekondigd hebt ermee door te
gaan.

Vandaar mijn vraag. Wat is de stand van zaken? Geloven dat met
een gedeeltelijke omzetting de zaak geklaard is, zou wishful thinking
zijn. Welke planning heeft de regering opgesteld om niet alleen de
gedeeltelijke maar de volledige omzetting van de richtlijn uit te
werken?
05.01 Greta D'hondt (CD&V): La
transposition de la directive
européenne 2002/14 est une
affaire importante mais délicate.
En réponse à ma question du 12
avril, la ministre a déclaré que le
gouvernement avait déjà
transposé cette directive partielle-
ment pour ne pas faire partie des
cancres de la classe européenne
et qu'il avait bien l'intention de
mener cette transposition à son
terme. Qu'en est-il aujourd'hui?
05.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, de Commissie is geïnformeerd over de houding
van de Ministerraad en op de hoogte gebracht dat de omzetting van
de richtlijn een belangrijke discussie opleverde, in casu de drempels
voor het instellen van een Comité voor Preventie en Bescherming. De
regering heeft de Commissie een signaal willen geven dat ze met de
omzetting bezig is maar dat er over de concrete uitwerking op
Belgisch niveau nog overleg nodig is.

U weet dat de vakbonden van oordeel zijn dat deze richtlijn juridisch
aanleiding geeft om de drempels te verlagen. De vertegenwoordigers
van de werkgevers ontkennen dat deze juridische link te maken is.

De juristen die ik zelf geraadpleegd heb, vinden evenmin dat er een
ondubbelzinnige link te maken is. Zij stellen hoogstens onzekerheid
vast die te maken heeft met de interpretatie van de begrippen
"vestiging" en "onderneming" maar vinden niet dat hierdoor een
duidelijke link te maken is met de verhoging van de drempels.

Om die redenen heb ik de vakbonden eerst mondeling en daarna
schriftelijk gevraagd mij hun juridische argumentatie toe te sturen op
basis van dewelke ik zou kunnen begrijpen waarom zij die link
duidelijk zien. Ik heb deze informatie opgevraagd tegen eind mei. Tot
op heden heb ik deze informatie nog niet ontvangen. Ik zal informeren
of zij reeds argumentatie hebben opgestuurd. Zo'n juridische
argumentatie opstellen is wellicht geen gemakkelijke klus. Ik zal
eveneens nagaan of zij effectief al dan niet over zo'n juridisch
argumentarium beschikken. Indien dit niet het geval is, hebben de
vakbonden wellicht nog steeds de wens de drempels niet te verlagen
maar zal dit in het kader van deze richtlijn niet aangewezen zijn. Ik
wens snel een antwoord. Indien ik op deze vraag geen duidelijke en
correct juridische argumentatie ontvang, spreekt het voor zich dat de
discussie over de drempels daarmee niet afgesloten is maar niet
langer hoeft te gebeuren in het kader van deze omzetting.
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le gouvernement a
informé la Commission des
discussions qui étaient en cours
en Belgique en vue de l'installation
d'un Comité de Prévention et de
Protection, et du fait qu'une
concertation était encore
nécessaire en vue de la mise en
oeuvre de cette directive à
l'échelon belge.

Les syndicats estiment que cette
directive entraînera un abaisse-
ment des seuils, ce que nient les
employeurs. Les juristes que j'ai
consultés ne considèrent pas non
plus qu'un lien juridique dénué
d'équivoque doive être établi. Ils
constatent que l'interprétation des
notions "implantation" et
"entreprise" est incertaine mais ils
n'estiment pas qu'il faille relier
cette incertitude à un relèvement
des seuils. J'ai demandé aux
syndicats de me présenter leurs
arguments juridiques mais je ne
les ai pas encore reçus. Si les
syndicats ne me présentent pas
une argumentation juridique claire
et concrète, le débat sur les seuils
ne sera pas clos mais il ne devra
plus nécessairement se tenir dans
le cadre de la transposition de la
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Ik zal sowieso naar de Ministerraad gaan om dit dossier daar te
bespreken en dit zo snel mogelijk. Ik zal alleen nog verifiëren of het
advies van de vakbonden al dan niet onderweg is.
directive. Je vais vérifier encore
une fois si l'avis des syndicats ne
devrait pas me parvenir
incessamment et je soumettrai le
plus vite possible ce dossier au
Conseil des ministres.
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, het advies van de vakbonden is op dit ogenblik, in deze
discussie in deze commissie, niet direct mijn zaak.

Dat er een verschil van mening is weten wij reeds lang. Waarover is
er trouwens geen verschil van mening tussen juristen? Er zijn diverse
thesissen. Met misschien evenveel aplomb zegt de ene thesis dit en
de andere thesis dat.

Er moet hoe dan ook nog iets gebeuren. Ik ben geen jurist. De
gedeeltelijke omzetting is niet het eindpunt. Er moet dus nog een
verdere stap gezet worden.

Mevrouw de minister, het is niet onbelangrijk dat een Duits arrest in
deze zaak stelt dat de richtlijn steeds moet omgezet worden met het
oog op een maximaal effect. Dat wordt in een Duits arrest
daaromtrent gesteld. Dat zou dus mijns inziens ook voor dit arrest
moeten gelden. Er moet hoe dan ook nog iets gebeuren. Ik hoop dat
de vakbonden u nog materiaal zullen bezorgen. Voor zover mij
bekend is hebben zij immers toch wel elementen. Er moeten daar
toch door de regering maatregelen genomen worden.

Heb ik niet goed geluisterd? Hebt u over de timing om naar de
Ministerraad te gaan iets gezegd?
05.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
ne me soucie pas de l'avis des
syndicats. Nous savons depuis
longtemps qu'il y a des
divergences d'opinions, mais la
transposition partielle de la
directive n'est pas une fin en soi. Il
faut poursuivre le travail. Selon un
arrêt prononcé en Allemagne, la
transposition de la directive doit
toujours tendre vers un effet
maximal. J'espère que les
syndicats transmettront leurs
arguments le plus rapidement
possible. Quel échéancier a-t-on
prévu pour le Conseil des
ministres?
05.04 Minister Freya Van den Bossche: Het zal begin juni zijn.
Wellicht komt het eerst in het kernkabinet en daarna pas op de
Ministerraad.
05.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Le dossier sera d'abord
soumis au cabinet restreint, début
juin, et ensuite au Conseil des
ministres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "het statuut van de
onthaalouders" (nr. 7189)
06 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le statut des accueillants et
accueillantes d'enfants" (n° 7189)
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, dit is een thema dat in deze commissie reeds verschillende
keren aan bod kwam. Ik heb daarover ook al heel wat vragen gesteld.
Ik heb in mijn vraag nu alleen maar verwezen naar mijn vragen in de
loop van 2005, namelijk op 19 januari en 2 februari.

Op 19 januari vroeg ik u naar de gegevens van het aantal
onthaalouders sinds het tot stand komen van het nieuwe statuut op
1 april 2003. U kon mij toen wel de cijfers geven voor de RSZ-PPO tot
en met het vierde kwartaal 2004, maar dit was niet mogelijk voor het
algemeen stelsel van de werknemers omdat wij allemaal weten dat er
informaticaproblemen zijn geweest bij de RSZ. U kon mij slechts de
06.01 Greta D'hondt (CD&V): Je
renvoie à mes questions du 19
janvier et du 2 février relatives au
nombre d'accueillant(e)s d'enfants
depuis la création du nouveau
statut au 1
er
avril 2003. En raison
de problèmes informatiques au
sein de l'administration de l'ONSS,
la ministre n'a pu me fournir que
les chiffres relatifs au régime
général des travailleurs salariés
limités au premier trimestre de
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
cijfers van het eerste kwartaal van 2004 geven.

Intussen zijn de problemen bij de RSZ opgelost. Ik hoop dat er geen
nieuwe zijn ontstaan. Ik herhaal mijn vraag. Zijn er nu gegevens
beschikbaar tot en met het eerste kwartaal 2005 voor zowel de RSZ
als de RSZ-PPO?

Een tweede vraag is nog belangrijker dan het cijfermateriaal, want dat
kon ik in mijn schriftelijke vraag ook gevraagd hebben. Op 2 februari
vroeg ik u of de evaluatie van het statuut van de onthaalouders, die
van bij de aanvang was voorzien voor april 2006, zou worden
vervroegd naar april 2005. Ik ga nu niet het antwoord herhalen dat u
mij toen hebt gegeven. Vanaf 1 juli 2005 zouden er wijzigingen
worden aangebracht aan het statuut van de onthaalouders, meer in
het bijzonder inzake de opvanguitkering. Er worden hierover in het
land ook infosessies gehouden met de RVA en Kind & Gezin, als ik
het goed heb begrepen.

Het verwondert mij dat die wijziging er komt vanaf 1 juli. Ik zeg
daarmee niet dat ik er negatief tegenover sta, maar op 2 februari
antwoordde u immers dat de evaluatie zeker niet zou worden
vervroegd en dat er ook geen bijsturingen, die onder andere door ons
werden gevraagd, zouden gebeuren.

U had ook gezegd dat u in het tweede kwartaal van 2005 aan
verschillende instanties gegevens zou vragen om de evaluatie voor te
bereiden. Op het terrein rijzen er vragen waarom men daarbij niet
wordt betrokken. Daarom is mijn vraag of de evaluatie reeds is
gebeurd en welke organisaties reeds door u zijn gevraagd om mee te
werken om de evaluatie voor te bereiden?

Mijn derde vraag is: is het inderdaad zo dat er een nieuwe regeling
komt inzake opvanguitkeringen? Wat zal die dan inhouden?

Een subvraag is: worden er op die datum nog andere wijzigingen
doorgevoerd? Ik heb over de opvanguitkeringen gehoord maar
worden er nog andere wijzigingen doorgevoerd aan het statuut van de
onthaalouders? En waarom wordt alleen dat gewijzigd, en niet ook
andere punten die toch de moeite waard zijn om te overwegen in het
raam van bijsturingen aan het statuut van de onthaalouders?
2004. Disposez-vous aujourd'hui
des chiffres relatifs à l'ONSS et de
ceux relatifs à l'ONSS-APL
jusqu'au premier trimestre de
2005?

J'avais également demandé à la
ministre d'avancer l'évaluation du
statut au mois d'avril 2005. La
ministre m'avait répondu que le
système de l'allocation de garde
allait être modifié à partir du 1
er
juin 2005. Pourquoi le système
est-il aménagé maintenant, alors
que la date de l'évaluation n'a pas
été avancée et que les
modifications que nous avions
demandées n'ont pas été
apportées?

La ministre s'était engagée à
collecter les données nécessaires
à l'évaluation au cours du
deuxième trimestre de 2005.
Quelles organisations la ministre
a-t-elle déjà contactées à cet
effet?

Un nouveau système en matière
d'allocations de garde sera-t-il
élaboré? En quoi consistera-t-il?
D'autres modifications sont-elles
prévues?
06.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw D'hondt,
misschien is er een klein misverstand in een deel van uw vraag
geslopen, in die zin dat wat uw eerste twee vragen betreft, alle
antwoorden door mijn collega Rudy Demotte zijn gegeven. Als u het
goedvindt, zal ik mij beperken tot uw derde vraag. Wellicht is die
initieel ooit aan mij gesteld, mar werd ze naar hem doorgestuurd. Ik
weet niet hoe het technisch zit. Maar de antwoorden zijn van minister
Demotte.

De opvanguitkeringen daarentegen zijn wel degelijk mijn winkel. Nu,
het gaat zeker niet om een wettelijke regeling. Het gaat om een
duidelijke en eenduidige interpretatie van de bepaling van de
vakantieperiode. Bij een onderbreking van de opvang is er nog voor
4 weken recht op opvanguitkeringen. Voor de vakantiemaanden juli
en augustus stelde de RVA vorige zomer twee situaties vast waarvan
eigenlijk geen van beiden wenselijk was.
06.02 Freya Van den Bossche,
ministre: M. Demotte a déjà
répondu à un certain nombre de
questions.

En ce qui concerne les allocations
de garde, une interprétation claire
et sans équivoque doit être
donnée de la période de
vacances. Après l'interruption de
la garde, l'accueillant(e) maintient
le droit à l'allocation pendant
quatre semaines. L'année passée,
l'ONEM a constaté que ce
système avait des effets non
désirés.
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Ik beschrijf u even de eerste situatie. Sommige ouders hebben
vakantie in juli en augustus en de onthaalouder neemt dan vakantie in
juli. In de bestaande regeling worden dan geen opvanguitkeringen
toegekend want de vakantie van de onthaalouder valt samen met het
recht op 4 weken opvanguitkering. Kortom, noch in juli, noch in
augustus ontvangt de onthaalouder dan opvanguitkeringen voor die
kinderen.

De tweede situatie is dat de onthaalouder voor diezelfde kinderen in
augustus vakantie neemt. In juli is er dan een onderbreking van de
ouders, want de ouders brengen hun kind niet naar de opvang.
Bijgevolg heeft de onthaalouder voor de maand juli wel recht op
opvanguitkeringen. In die situatie heeft de onthaalouder eveneens
gedurende 2 maanden geen kinderen aanwezig maar ontvangt ze
gedurende 1 maand wel een opvanguitkering.

Met de nieuwe vakantie voor de deur heeft de RVA willen vermijden
dat voor dezelfde situatie onthaalouders soms wel en soms niet recht
zouden hebben op opvanguitkeringen. Vandaar dat wij de 4-
wekenregel hebben ingevoerd. Het zijn dus niet automatisch de
eerste vier weken die worden vrijgesteld. De regeling wordt zo
toegepast dat in elk van beide situaties die kunnen voorkomen de
onthaalouder steeds gedurende 1 maand recht heeft op die
opvanguitkeringen.

Dat betekent een nieuwe interpretatie van het begrip vakantie. Dat
was de enige aanpassing. Daarvoor dient overigens ook de
regelgeving niet te worden aangepast; het gaat naar mijn aanvoelen
om een rechtvaardiger interpretatie van de bestaande regelgeving.
Ainsi, si les parents ont des
congés en juillet et en août et
l'accueillant(e) prend ses
vacances en juillet, il/elle ne
bénéficiera d'aucune allocation de
garde pendant deux mois. Si
l'accueillant(e) prend ses
vacances au mois d'août, il/elle
aura par contre droit à des
allocations de garde pour le mois
de juillet.

L'ONEM veut éviter que des
incertitudes quant au droit à
l'allocation de garde subsistent.
Dans le nouveau système, les
quatre premières semaines de
l'interruption ne seront pas
automatiquement considérées
comme période de vacances,
mais l'accueillant(e) aura de toute
façon droit à des allocations de
garde pendant un mois. Cette
nouvelle interprétation ne
nécessite pas de modification de
la loi.
06.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik zal mijn eerste vragen opnieuw stellen aan minister
Demotte.

Wat de opvanguitkering betreft, u weet dat ik graag een ander statuut
had gezien, maar goed. Wij hebben bij het totstandkomen van het
statuut erop gewezen dat vakantie van de onthaalouder niet hetzelfde
is als vakantie van een gezin dat zijn kinderen bij de onthaalouder
brengt. Als beide niet op mekaar kunnen worden afgestemd, heeft
men een probleem.

We kunnen er alleen maar over verheugd zijn dat het nu wel wordt
geregeld. Aangezien het gaat om een opvanguitkering en de zaak dus
kadert in de werkloosheidsreglementering en onder de bevoegdheid
valt van de RVA, hebben wij de enorme luxe dat we 75 tot 80% van
de reglementering kunnen wijzigen zonder daarvoor de wetgever
lastig hoeven te vallen. Dat werd indertijd gelukkig zo beslist en dat
heeft heel wat voordelen.

Hoe dan ook, blijkbaar kan nu die maatregel worden genomen en ik
heb daarop geen negatieve kritiek. Ik vind het echter spijtig dat wij
voor een aantal andere bijsturingen die zich opdringen, moeten
wachten tot april 2006. Ofwel zegt u dat, hoe gefundeerd mijn vraag
ook is, ik moet wachten tot april 2006, ofwel zegt u dat mijn
opmerkingen en bedenkingen tot niets dienen en dat u ze toch nooit in
overweging zult nemen en dan ga ik graag het debat aan. Als een en
ander wordt uitgesteld tot april 2006, kunnen we hier nog wel wat
zaken aanbrengen, waarmee het dan stopt. Bij die werkwijze voel ik
06.03 Greta D'hondt (CD&V):
Lors de l'élaboration de ce statut,
nous avions attiré l'attention sur le
fait qu'un problème se poserait si
les vacances des parents d'accueil
ne peuvent être mises en
concordance avec celles du
ménage avec enfants. Etant
donné que ce changement a trait
au règlement du chômage, il
pourra être effectué sans modifier
la loi. Je regrette qu'il faille
attendre jusqu'en avril 2006 pour
un certain nombre d'autres
modifications.
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
mij echter heel ongemakkelijk. Men zegt dat het ene nu wel mag en
het andere niet, hoe goed die wijziging ook is. Op het terrein heb ik
altijd gezegd dat ik een aantal aangelegenheden zou aankaarten,
maar dat men er niet hoefde op te rekenen dat er iets zou wijzigen
vóór april 2006. Nu gebeurt dat ineens wel, hoe goed de wijziging ook
is. Ik moet er echter ook bij zeggen dat de wijziging niet nodig zou zijn
geweest, als men had willen luisteren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de schijnzelfstandigen"
(nr. 7192)
07 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "les faux indépendants" (n° 7192)
07.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, hier zitten we toch wel met een kwaal die echt voortwoekert,
namelijk het groeiend aantal schijnzelfstandigen, en ook het
groeiende probleem om te weten of het inderdaad gaat om een
zelfstandige, een werknemer of een schijnzelfstandige.

Dat is natuurlijk niet vergemakkelijkt door het Hof van Cassatie, dat
oordeelde dat de inspectiediensten van de sociale zekerheid zelf
moeten bewijzen dat zelfstandigen in vast dienstverband werken en
dus geen zuivere zelfstandigen zijn. Het Hof van Cassatie oordeelde
daarmee dat de inspectiediensten aan bod zijn waar voorheen de
bewijslast lag bij de zelfstandigen. De gezagsrelatie moet dus nu door
de RSZ aangetoond worden. Dit is zeker geen gemakkelijke zaak.
Door die uitspraak ­ dat weten we vanop het terrein ­ hebben
bedrijven het heel wat gemakkelijker om ongestraft pseudo-
zelfstandigen aan zich te binden.

Ik zou die vraag niet gesteld hebben omdat men stilletjes aan tegen
een berg opkijkt waarvan men niet weet hoe men aan de beklimming
gaat beginnen, maar ik was toch wat geprikkeld ­ vandaar de vraag ­
door een recentelijk verschenen studie waarin advocaat Messiaen, zo
duidelijk als dat kan, stelt dat het inderdaad voor de RSZ nog
nauwelijks mogelijk is na het arrest van Cassatie om op te treden
tegen die schijnzelfstandigheid. Het getuigt natuurlijk wel van
intellectuele eerlijkheid dat de auteur als advocaat en adviseur van
een aantal firma's zegt dat hij heel blij is met de arresten van het Hof
van Cassatie. Ik citeer hem: "Het geeft de werkgevers de mogelijkheid
om de loonkosten te drukken. Meer en meer werkgevers grijpen naar
die oplossing."

Daarmee zegt men heel duidelijk dat het over schijnzelfstandigen
gaat. Men zegt immers dat het werkgevers de mogelijkheid geeft om
de loonkosten te drukken. Immers, als het om zelfstandigen gaat,
spreekt men niet over een werkgever en evenmin over loonkosten.
Duidelijker kan een advocaat die een studie schrijft over
schijnzelfstandigheid niet zijn.

Mevrouw de minister, ik heb heel veel respect voor iedere vorm van
arbeid. Chapeau voor een zelfstandige. Ik kom zelf uit een thuis van
zelfstandigen. Chapeau als men dat wil doen. Chapeau als men heel
zijn leven in loondienst mag, maar ook moet werken. Ik heb voor
ieders activiteiten respect en bewondering, maar men moet weten wat
men wil. Men kan in ons systeem niet uit alle ruiven eten en niet
07.01 Greta D'hondt (CD&V): Le
nombre croissant de faux
indépendants est un phénomène
qui ne cesse de prendre de
l'ampleur. Le jugement rendu par
la Cour de cassation ne simplifie
pas les choses. Il appartient
désormais aux services
d'inspection de prouver que les
indépendants ont un poste fixe.
Précédemment, la charge de la
preuve incombait aux
indépendants. En conséquence de
cet arrêt, les entreprises peuvent
beaucoup plus facilement avoir
recours à des pseudo-
indépendants. Une étude récente
réalisée par un avocat travaillant
pour le compte de plusieurs
sociétés confirme que les arrêts
de la Cour de cassation
permettent aux employeurs de
réduire les coûts salariaux.

Je respecte sincèrement toute
forme de travail mais il faut savoir
où l'on va. On ne peut pas manger
à tous les râteliers. Dans ce pays,
un travailleur est soit indépendant,
soit salarié, soit fonctionnaire.
Etant donné l'arrêt rendu par la
Cour de cassation, n'est-il pas
grand temps d'élaborer un projet
de loi sur les faux indépendants?
Attend-on une initiative
parlementaire? Aux Pays-Bas, le
gouvernement a récemment
déposé un projet permettant de
faire clairement la distinction entre
les indépendants et les faux
indépendants.
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
naargelang wat het best uitkomt, het voordeligste kiezen. Ofwel is
men in dit land zelfstandig, ofwel is men in loondienst, ofwel is men
ambtenaar. Het is het een of het ander.

Mevrouw de minister, wordt het, na de uitspraak van het Hof van
Cassatie en het bijna vleugellam maken van onze inspectiediensten
om op te treden tegen schijnzelfstandigheid, niet tijd om via een
wetsontwerp iets te ondernemen, of wordt er gewacht op een
parlementair initiatief? Als dat zo is, wil ik mij daarvoor graag inzetten.
Als er iets van de regering op komst is, dan is het echter te gek dat wij
daar onze tijd en energie insteken. Wordt het niet hoog tijd om via een
wetsontwerp een sluitende wettelijke regeling tot stand te brengen die
schijnzelfstandigheid aan banden legt en de inspectiediensten meer
mogelijkheden geeft om de pakkans van de schijnzelfstandigen te
verhogen? Is de regering van plan om daarvan werk te maken en een
wetsontwerp terzake in te dienen?

Mevrouw de minister, in voorbereiding van mijn vraag ben ik
nagegaan wat in Nederland recent is gebeurd. Daar heeft de regering
een ontwerp ingediend dat ertoe strekt de in Nederland ook welig
tierende problemen inzake zelfstandigheid en schijnzelfstandigheid af
te bakenen. Men heeft daarover besprekingen gevoerd en men is
uiteindelijk tot wetgevend werk gekomen. Misschien kan dat voor ons
inspirerend zijn. Mogen wij op niet te lange termijn daarover iets van
de regering verwachten?

Als juristen en advocaten zich niet meer schromen om dit zo zwart-wit
in studies te schrijven, meen ik dat op wetgevend vlak initiatieven
moeten worden genomen.
07.02 Minister Freya Van den Bossche: Ik pleeg daarover overleg
met mijn collega's, de ministers van Middenstand, Sociale Zaken. De
bedoeling is inderdaad om tot een oplossing te komen voor de
rechtspraak van het Hof van Cassatie, waarbij er rechtszekerheid aan
de partijen wordt gegeven en waardoor onze inspectie ook
daadwerkelijk kan ingrijpen.

Ik volg uw redenering helemaal. Het is hoog tijd dat er iets gebeurt.
Wanneer zijn wij klaar? In alle eerlijkheid, ik kan u dat niet zeggen,
omdat het niet het meest gemakkelijke overleg is. Ik denk dat het een
van de punten is binnen de regering waarover een consensus moet
worden gevonden. De initiële zienswijzen liggen bijzonder ver uit
elkaar, waardoor het een stuk langer duurt dan in een aantal andere
dossiers. Ik hoop dus dat een en ander zo snel mogelijk klaar is. Het
resultaat moet ook goed zijn natuurlijk. Zolang niet elk van de drie
mensen aan tafel vindt dat het resultaat goed genoeg is, verwacht ik
geen oplossing. Wij hebben ons echter wel voorgenomen om daar
heel ernstig werk van te maken.
07.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je vais organiser une
concertation avec les ministres
des Classes moyennes et des
Affaires sociales. Après la
jurisprudence créée par la Cour de
cassation, nous voulons dégager
une solution qui garantisse aux
parties une sécurité juridique et qui
permette également à l'inspection
d'intervenir réellement. Il est en
effet grand temps que les choses
bougent. J'ignore quand nous
serons prêts car cette concertation
ne sera pas simple. Il faudra
trouver un consensus au sein du
gouvernement. Les points de vue
respectifs sont fort éloignés, ce qui
augure de plus longs débats que
dans d'autres dossiers. Il nous
faudra trouver une solution qui
satisfasse les trois ministres. Nous
avons l'intention de ne pas
ménager nos efforts.
07.03 Greta D'hondt (CD&V): Ik hoop het hartsgrondig, mevrouw de
minister.
07.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
l'espère bien. Mais étant donné les
divergences de vues, ce dossier
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Twee van mijn vragen van vandaag gaan over dossiers, waarvoor de
oplossing nodeloos lang aansleept, niet het minst omdat er duidelijke
meningsverschillen zijn binnen de regering. Het gaat om de omzetting
van de Europese richtlijn en de schijnzelfstandigen.

Welke politieke ideologie en visie op de economie men ook aankleeft,
correctheid is correctheid. Als men zelfstandig is, is men zelfstandig
en als men werknemer is, is men werknemer. Men kan niet het
voordeligste van alles kiezen. Ik kan begrijpen dat men op economie
en bedrijven een verschillende visie heeft, maar niet op de correcte
toepassing van onze Belgische sociale wetgeving. Daar is maar een
uitleg voor. Men moet daarin alleen een beetje rechtlijniger zijn en
waarschijnlijk een klein beetje moed aan de dag leggen.
risque de traîner en longueur.
C'est pourtant une question de
correction. L'application correcte
de la législation sociale belge ne
devrait en tout cas pas susciter
des interprétations différentes. Il
faut faire preuve d'un peu plus de
cohérence et d'une petite dose de
courage.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Madame Dieu, à l'ordre du jour est inscrite votre question n° 7194 sur "la protection du travail
à l'égard des sous-traitants".

Je ne sais pas quand vous avez déposé votre question, mais la ministre m'indique ne pas avoir préparé de
réponse.
07.04 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je l'ai déposée
vendredi.
07.05 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, nous
avons reçu un mail précisant que cette question avait été remise trop
tardivement et ne serait pas traitée aujourd'hui. Je n'ai donc pas
préparé de réponse.
07.06 Camille Dieu (PS): Elle apparaît pourtant à l'ordre du jour: je
l'ai trouvée sur internet.
Le président: Oui, c'est exact. Vous pouvez peut-être attendre une semaine?
07.07 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je ne serai pas là la
semaine prochaine.
07.08 Freya Van den Bossche, ministre: Madame, si vous pouvez
attendre un peu, je peux vous préparer une réponse le plus
rapidement possible. Mais il nous a été communiqué que ce n'était
pas pour aujourd'hui.
07.09 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je vais passer mon
tour.
Le président: Votre question n° 7194 est donc reportée.
07.10 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in verband met
de regeling van de werkzaamheden. Ik had ook nog een vraag
ingediend die niet werd geagendeerd, maar die eigenlijk wel is
meegegaan in de vloed van vragen. Ik vind dat eigenlijk nogal raar.

Ik had nog een vraag over het belastingkrediet en de werkbonus. Die
vraag is ingediend en die is niet verschenen. Is daar iets fout
gelopen?
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
De voorzitter: Het secretariaat vraagt het na.

(...)

C'est une erreur matérielle. J'ai vu que vous l'aviez déposée vendredi passé.

De vraag van mevrouw D'hondt werd tijdig ingediend en de minister heeft ze kunnen voorbereiden. De fout
is dat die vraag niet op de agenda werd geplaatst. Daarom stel ik voor dat wij die vraag toch behandelen,
zodat de rechten van het parlementslid niet geschonden worden.
08 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "het belastingkrediet en de
werkbonus" (nr. 7188)
08 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "le crédit d'impôt et le bonus à
l'emploi" (n° 7188)
08.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik hoop dat snel duidelijk wordt over welke problematiek het
gaat. Mijn vraag handelt over de omzetting van het belastingkrediet in
de werkbonus en een aantal problemen hieraan verbonden. Bij de
totstandkoming van de wet, heb ik terzake reeds een aantal
opmerkingen gemaakt.

Wij hebben die opmerkingen nadien nog via vragen gevolgd. In mijn
vraag van vandaag verwijs ik ook naar een vraag van 16 februari en
het antwoord van de minister daarop.

Ik heb de vraag ook heel ruim gesteld. Er zitten nog heel wat punten
in die betrekking hebben op de ambtenaren en die ook een vervolg
zullen moeten krijgen in vragen aan de bevoegde minister Dupont. Ik
zal dat ook doen. Ik heb de vraag hier in haar geheel willen stellen,
omdat ik u ook in mijn vroegere vragen, mevrouw de minister, attent
heb gemaakt op een eventueel probleem voor de ambtenaren. U hebt
mij toen gezegd dat u zich daarvan niet bewust was en dat u zou laten
nakijken of de omzetting van het belastingkrediet in een werkbonus
inderdaad een nadelig effect zou kunnen hebben voor de door mij
aangehaalde categorieën, namelijk de schoolverlaters en degenen die
weinig verdienden en het jaar nadien wat meer. Toen was mij al
bekend dat er een probleem zou kunnen zijn voor de ambtenaren.

Omdat u mij toen had toegezegd een en ander na te kijken,
permitteer ik mij om u te vragen hoe het nu zit met die navraag.
Mevrouw de minister, uit een persartikel van dit weekend blijkt dat
ACOD en ABVV de berichten die ik in februari al had, beamen. Ik ga
de zaak van de ambtenaren hier niet in het lang en het breed
uiteenzetten; ik zal dat bij minister Dupont doen. Voor de laagste
inkomenscategorieën van de ambtenaren blijkt de omzetting van het
belastingkrediet in een werkbonus kennelijk een negatief effect te
hebben.

U zult mij straks wel zeggen wat uit uw navraag na 16 februari is
gebleken.

Wat het algemene stelsel van de private sector betreft, bevestigde de
algemene secretaris van het ABVV, Xavier Verboven, in dat
persartikel dat de vervanging van het belastingkrediet door de
werkbonus 200 miljoen zou besparen in het nadeel van de
werknemers met lage lonen. In dat artikel wordt ook gezegd dat vanaf
1 april van dit jaar 500.000 werknemers in de private sector
08.01 Greta D'hondt (CD&V):
L'ancien crédit à l'impôt a été
transformé en un bonus à l'emploi,
ce qui a posé des problèmes. J'ai
déjà interrogé le ministre à ce
sujet lors de notre réunion du 16
février. Pour certaines catégories,
telles que les jeunes qui arrivent
sur le marché de l'emploi et les
fonctionnaires aux revenus les
plus faibles, cette transposition
peut avoir des effets pervers. Le
ministre s'est-il déjà informé à ce
sujet? Je peux évidemment poser
la même question au ministre
Dupont.

Dans le secteur privé également,
la réforme entraînerait selon les
estimations de la FGTB une perte
de 200 millions d'euros pour les
salaires les plus bas. Ils devraient
en contrepartie payer moins de
cotisations de sécurité sociale,
mais étant donné que la mesure
n'a pas encore force de loi, le
renforcement du bonus à l'emploi
est perdu pour de nombreux
travailleurs.

Le système doit donc
incontestablement être adapté. La
ministre a déclaré en février que
cette adaptation devait être
réalisée avec prudence et sans
alourdir la procédure. Quelles sont
les corrections possibles et pour
quels groupes-cible?
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
maandelijks 20 euro minder sociale zekerheid zouden moeten
betalen. Het ABVV klaagt aan - en meer dan terecht indien dit
werkelijk zo is - dat de maatregel nog niet in een wet is gegoten,
waardoor tal van werknemers geen hogere bonus zouden ontvangen.

Mevrouw de minister, naar aanleiding van mijn vraag van 16 februari
vroeg ik u ook om de marges die er op het budget werkbonus zouden
zijn, te gebruiken om een aantal correcties op de werkbonus door te
voeren, precies voor die categorieën waar de overgang van
belastingskrediet naar werkbonus nadelig zou uitvallen. U hebt mij
toen gezegd dat men daarmee heel voorzichtig moet zijn, maar dat
men zal zien als het zo ver is en dat het erop aankomt dat de zaak
administratief eenvoudig blijft en de procedure niet te log wordt.

Mevrouw de minister, op mijn vraag over de ambtenaren moet u niet
zo gedetailleerd antwoorden. Ik zal minister Dupont hierover ook
ondervragen.

Is na uw navraag van 16 februari inderdaad gebleken dat er een
probleem is voor de ambtenaren?

Door de afschaffing van het belastingkrediet en de invoering van de
werkbonus zou er 200 miljoen euro bespaard worden ten nadele van
werknemers met lage lonen uit de private sector.

Klopt het dat wegens het nog niet omzetten van de bepalingen in een
wet, sommige categorieën werknemers de hogere bonus waarin was
voorzien vanaf 1 april 2005, dreigen te verliezen?

Zal de marge op het budget van de werkbonus gebruikt worden om
correcties door te voeren? Indien dat het geval zou zijn, wat mij zou
verheugen, welke correcties en voor welke doelgroepen?
08.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw D'hondt, op de vragen omtrent de materies die vallen onder
de bevoegdheid van minister Dupont, zal ik niet antwoorden in zijn
plaats. Ik weet dat er werd beslist om een oplossing te zoeken, wat
die oplossing ook mag zijn. Er is nog geen agenda van het
eerstvolgende kernkabinet, maar ik verwacht wel dat alsdan, zoniet
meteen daarna, dat punt geagendeerd zal worden door mijn collega.
Daarover later meer.

Het klopt niet dat de regering door de afschaffing van het
belastingkrediet en de vervanging daarvan door de werkbonus, 200
miljoen euro bespaart ten nadele van werknemers met lage lonen uit
de privé-sector. Het is wel correct dat er een zekere marge is. Die
marge is begroot op 10 miljoen dit jaar, en op 70 miljoen volgend jaar.
Die marge is er uit voorzichtigheid. Uiteraard weet de regering dat dit
middelen oplevert. Die middelen kunnen worden gespaard of worden
aangewend. De regering wilt die middelen in de eerste plaats
aanwenden - al hangt dat af van de uiteindelijke kost - voor het
nemen van maatregelen om de jeugdwerkloosheid in te dijken.

Dat zijn wellicht niet exact dezelfde mensen. Jongeren die moeilijk
aan werk geraken zijn veelal jongeren met een lage scholing. Dat zijn
de mensen die wij op weg willen helpen. In eerste instantie zouden wij
het overschot daarvoor gebruiken. Het spreekt voor zich dat die
volledige marge zal worden opgebruikt voor initiatieven die zinvol zijn
08.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Une partie de la question
relève en effet de la compétence
du ministre Dupont. Par ailleurs, il
n'est pas exact que le
gouvernement économise 200
millions au détriment des
travailleurs à bas salaires du
secteur privé. Mais il est vrai que
nous disposons d'une marge de
10 millions pour cette année et de
70 millions pour l'année prochaine.
Nous entendons affecter cet
argent à la lutte contre le chômage
des jeunes. Ces moyens
financiers pourraient également
être utilisés pour promouvoir
l'emploi d'autres catégories de
personnes se trouvant dans une
situation précaire.

Quiconque a droit à un bonus
crédit d'emploi le recevra à partir
du 1
er
avril. C'est ce que les
partenaires sociaux ont demandé
31/05/2005
CRIV 51
COM 623
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
in het kader van het bevorderen van tewerkstelling en voor groepen
die zich in een precaire situatie bevinden. Het geld komt toch ook
vanuit die richting.

Het is ook zo dat iedereen die recht heeft op een werkbonus die zal
ontvangen vanaf 1 april. De vraag is wel wie exact het bedrag
wanneer zal ontvangen. Het is zo dat de sociale partners in het kader
van het IPA gevraagd hebben om de werkbonus al vanaf 1 april te
verhogen. Dat hebben wij vanzelfsprekend toegestaan. Wij hebben
het IPA eigenlijk overgenomen. Wij zijn dan zeer snel beginnen
werken en konden niet sneller gaan dan de timing die ik u aanhaal.
Op de Ministerraad van 25 maart werd dit aanvaard. Op de
Ministerraad van 15 april is er een KB goedgekeurd met de exacte
bedragen. Naast dit KB moet ook de wet nog aangepast worden. Die
wetsaanpassing zit, omwille van de snelheid, vervat in het ontwerp
van programmawet.

Met het oog daarop en wetende dat het pas dan helemaal in die wet
zit, is wel aan sociale secretariaten en werkgevers de mogelijkheid
gegeven om de loonberekeningen nu al op basis van de nieuwe
bedragen te doen. Dat is voor hen volgens mij ook het
gemakkelijkste. Het merendeel van de werkgevers en sociale
secretariaten doet dat ook al en keert die werkbonus nu al uit. Er zijn
er ook die ervoor opteren om dat pas te doen wanneer de hele
wetgevende procedure is afgerond. Ik kan hen natuurlijk niet zeggen
dat zij dat niet mogen doen. Dat betekent voor een aantal
werknemers dat er onmiddellijk na die wetaanpassing een groter
bedrag op hun rekening zal worden gestort, namelijk alles waarop zij
recht hebben vanaf 1 april.

Het moment waarop werknemers het bedrag op hun eigen loonbriefje
zien, kan verschillen naar gelang het sociaal secretariaat of naar
gelang de werkgever. Feit is dat elk sociaal secretariaat en elke
werkgever wel over de gegevens beschikt om het thans reeds te
kunnen doen. Velen doen dat vandaag reeds. De werknemer die het
thans nog niet ontvangt, verliest zijn rechten daarop niet. Integendeel,
hij zal de bedragen in uitgesteld relais ontvangen.
dans le cadre de l'accord
interprofessionnel et le principe en
a été accepté lors du Conseil des
ministres du 25 mars. Un arrêté
royal contenant les montants
exacts a été approuvé le 15 avril.
La modification indispensable de
la loi est inscrite dans le projet de
loi-programme. La plupart des
employeurs et des secrétariats
sociaux versent déjà actuellement
le bonus crédit d'emploi. D'autres
attendent la modification de la loi.
Leurs travailleurs recevront les
montants dus avec effet rétroactif.
08.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, wat de
ambtenaren betreft, zegt u dat er een oplossing moet worden
gezocht. Een oplossing zoeken, betekent dat er een probleem is.
Blijkbaar is er een probleem voor de laagste categorieën van
ambtenaren.

Vermits een en ander voor de ambtenaren repercussies heeft,
betekent dat dat we een communautair probleem hebben. Het gaat
ook over ambtenaren van de Gemeenschappen, het onderwijs. Het
probleem van het vakantiegeld, waarvoor de federale overheid in de
zakken van de deelstaten heeft gezeten, moet nog opgelost worden!
Met de maatregel van de omzetting zit men opnieuw in de zakken van
de deelstaten. Ik vrees dat het niet zo gemakkelijk zal zijn een
oplossing te vinden.

Wat de omzetting in wet betreft, het volgende. Het was mij bekend dat
een groot deel reeds op basis van de rondzendbrief betaalde, terwijl
een ander deel de zaak niet betrouwt zolang er geen wetgevend werk
is. Uit uw antwoord heb ik begrepen dat zodra de programmawet
waarin dat zal worden opgenomen, is goedgekeurd, met
08.03 Greta D'hondt (CD&V):
Manifestement, il faut encore
chercher une solution pour
résoudre le problème des
catégories les plus basses de
fonctionnaires, ce qui soulève un
problème d'ordre communautaire.

Nous savions que certains
employeurs payaient déjà sur la
base de la circulaire. Les autres
paieront donc les montants dus
avec effet rétroactif. Je maintiens
par ailleurs que la transposition
d'un crédit d'impôt en bonus crédit
d'emploi implique surtout une
économie pour l'Etat. Est-ce cela
que voulaient les responsables
politiques? Si c'est le cas, j'espère
que nous trouverons trace dans la
CRIV 51
COM 623
31/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
terugwerkende kracht zal worden betaald. Er zal dus geen enkel
element aanwezig kunnen zijn waardoor men hetgeen waarop men
recht zou hebben gehad, verliest. De terugwerkende kracht zal dus
onvoorwaardelijk zijn, zelfs al bevindt men zich op het moment dat de
programmawet wordt goedgekeurd, niet meer in de staat waarin men
recht zou hebben op de bonus. Ik heb het dus goed begrepen. Dit
betekent dus alleen maar uitstel en geen verlies voor geen enkele
categorie. Dit element van kritiek werd dus weerlegd.

Er blijft nog een element van kritiek. Wij zullen bij de
begrotingsbespreking de gelegenheid hebben na te gaan of dit een
winst voor de regering betekent. Ook na lezing van de stukken
omtrent de aanpassing van de begroting, blijf ik erbij dat hier een
omzetting is gebeurd van een belastingkrediet naar een werkbonus,
die niet neutraal is en een minderuitgave genereert voor de overheid.

Was dat nodig? Was dat de politieke bedoeling? Als het niet de
politieke bedoeling was, dan moet eigenlijk een aantal bijsturingen ­
ik heb uit uw antwoord begrepen dat u die niet uitsluit ­ aan de
werkbonus kunnen gebeuren, voor de categorieën waarvoor ook al uit
vroegere vragen en antwoorden gebleken is dat bij de omzetting van
het belastingkrediet naar de werkbonus een aantal door de wetgever
en de regering niet gewilde effecten totstandgekomen is. Ik hoop dat
wij die aanpassingen en bijsturingen ook in de programmawet zullen
mogen lezen? Dat is mijn laatste vraag naar verduidelijking.
loi-programme d'une série
d'aménagements et de correctifs.
08.04 Minister Freya Van den Bossche: Ja, behalve de bijsturingen
die per KB kunnen gebeuren. Die staan niet in de programmawet.
08.04 Freya Van den Bossche,
ministre: C'est exact, sauf pour ce
qui est des adaptations qui
pourront être réalisées par le biais
d'un arrêté royal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.38 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 11.38 heures.