CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 615
CRIV 51 COM 615
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
25-05-2005
25-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les médiateurs fédéraux" (n° 6782)
1
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de federale ombudsmannen" (nr. 6782)
1
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Bart Tommelein au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les exigences en matière de diplôme
pour les agents des services publics de niveau B"
(n° 6544)
3
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de diplomavereisten voor
overheidspersoneel van het niveau B" (nr. 6544)
3
Orateurs:
Bart Tommelein, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers:
Bart Tommelein, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Stijn Bex au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'accessibilité par téléphone des
services publics fédéraux" (n° 6791)
5
Vraag van de heer Stijn Bex aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de
telefonische bereikbaarheid van de federale
overheidsdiensten" (nr. 6791)
5
Orateurs: Stijn Bex, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Stijn Bex, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "l'entrée en vigueur de
l'article 43ter des lois sur l'emploi des langues en
matière administrative" (n° 6812)
7
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de inwerkingtreding van artikel 43ter van de
wetten op het gebruik van de talen in
bestuurszaken" (nr. 6812)
7
Orateurs: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "l'évaluation des
fonctions de management" (n° 6924)
10
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de evaluatie van de managementfuncties"
(nr. 6924)
10
Orateurs: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les examens 20E (chef administratif)
au Selor" (n° 6855)
12
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de examens 20E (bestuurschef) bij Selor"
(nr. 6855)
12
Orateurs: Patrick De Groote, Christian
Dupont
, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
Sprekers: Patrick De Groote, Christian
Dupont
, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
grandes villes, de l'Egalité des chances
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Simonne Creyf au premier
ministre sur "l'utilisation des langues sur les sites
internet des autorités fédérales" (n° 6057)
14
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de eerste
minister over "het taalgebruik op de websites van
de federale overheid" (nr. 6057)
14
Orateurs: Simonne Creyf, Vincent Van
Quickenborne,
secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative
Sprekers: Simonne Creyf, Vincent Van
Quickenborne,
staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de Mme Véronique Ghenne au
secrétaire d'Etat à la Simplification administrative,
adjoint au premier ministre sur "le traitement des
plaintes dans le cadre des enquêtes Kafka"
(n° 6574)
15
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "de klachtenbehandeling in het
kader van de Kafkatests" (nr. 6574)
16
Orateurs: Véronique Ghenne, Vincent Van
Quickenborne,
secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative
Sprekers: Véronique Ghenne, Vincent Van
Quickenborne,
staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire
d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "les demandes d'informations
que l'administration a déjà réclamées
précédemment" (n° 6784)
20
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "het opvragen van informatie die de
administratie reeds eerder heeft opgevraagd"
(nr. 6784)
20
Orateurs: Nahima Lanjri, Vincent Van
Quickenborne,
secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative
Sprekers: Nahima Lanjri, Vincent Van
Quickenborne,
staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Question de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "les déclarations politiques du Roi
dans le cadre du dossier BHV" (n° 6961)
25
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
eerste minister over "de politieke uitspraken van
de Koning in het kader van het BHV-dossier"
(nr. 6961)
25
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Vincent Van
Quickenborne,
secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Vincent Van
Quickenborne,
staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
25
MAI
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
25
MEI
2005
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 11.05 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 11.05 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.

Le président: Monsieur le ministre, chers collègues, tenant compte du fait que le premier ministre ne
pourra pas venir répondre aux questions et interpellations qui lui ont été adressées, nous aurons quelques
modifications de notre ordre du jour.

M. Delizée, qui est en réunion avec le greffier pour préparer la Conférence des présidents, a demandé le
report de sa question n° 6696.
01 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de federale ombudsmannen" (nr. 6782)
01 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les médiateurs fédéraux" (n° 6782)
01.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag over een aanbeveling van het college van
de federale ombudsmannen. Het college heeft een voorstel ingediend
om in een ombudsman te voorzien voor alle problemen met
betrekking tot het OCMW.

Hierover is er onlangs ook een ontmoeting met u geweest om deze
problematiek te bespreken. De minister heeft meegedeeld te laten
onderzoeken of het opportuun was om een werkgroep op te richten
ten gevolge de toepassing van de wet op de uitdrukkelijke motivering
van bestuurshandelingen en om te onderzoeken of het inderdaad
wenselijk is om voor de OCMW's in ons land een ombudsman te
voorzien.

Het gaat hier om een oude aanbeveling van mei 2001. U bent nog niet
zo lang minister, maar u hebt recent een overleg met de
ombudsmannen gehad. Ik neem aan dat u ondertussen hebt
onderzocht of het al dan niet opportuun is om een ombudsman te
hebben voor OCMW's. Wie hebt u daarbij betrokken bij dat
onderzoek? Hebt u de VVSG, die woordvoerder is van de OCMW's,
en de Franstalige tegenhanger hierover ook gehoord? Wat zult u nu
doen met de aanbevelingen?

Kunt u zorgen voor een terugkoppeling naar de ombudsmannen zodat
zij weten wat er met hun aanbevelingen is gebeurd? U weet dat in het
rapport dat onlangs door de federale ombudsmannen is voorgesteld,
01.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Dès le mois de mai 2001, le
collège des médiateurs fédéraux
avait proposé la désignation d'un
médiateur compétent pour tous les
problèmes liés aux CPAS. De son
côté, le ministre avait annoncé
qu'il examinerait si cette
désignation était souhaitable ou s'il
pourrait mettre sur pied un groupe
de travail chargé du suivi de
l'application de la loi sur la
motivation expresse des actes
administratifs.

Qui a été associé à cette étude?
L'union des villes et communes
flamandes et son pendant
francophone ont-ils été entendus?
Que compte faire le ministre? Est-
il favorable à l'institution d'un
médiateur des CPAS? Informe-t-il
les médiateurs? Ceux-ci ayant
déjà soumis au gouvernement
d'innombrables propositions qui
n'ont pas encore été concrétisées,
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
staat dat zij al zoveel aanbevelingen aan de regering hebben gedaan
waarvan bijna niets is gerealiseerd. Bij wijze van protest hebben zij dit
jaar geen aanbevelingen geschreven, hoewel er materiaal genoeg
was.

Eén zaak die hier mijn inziens al moet gebeuren is de opvolging van
de aanbevelingen. Dat wil niet zeggen dat men met alle
aanbevelingen akkoord moet gaan, maar er zou minstens een
antwoord of een motivering moeten komen waarom men iets wel of
niet doet.

Mijnheer de minister, ik had dus graag uw standpunten gekend over
het voorstel om in een ombudsman, specifiek voor de OCMW's, te
voorzien.
ils n'ont pas formulé de
recommandations cette année en
guise de protestation. En tout état
de cause, le gouvernement doit
motiver ses décisions.

01.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, op
3 februari 2005 heb ik de heer Monette ontmoet voor het college van
de federale ombudsmannen. Na verscheidene aanbevelingen te
hebben onderzocht die onder mijn exclusieve bevoegdheden vallen,
heeft de heer Monette mijn aandacht gevestigd op meerdere
transversale problemen waaronder het probleem van de uitdrukkelijke
motivering van bestuurshandelingen. Het college baseerde zijn
vaststelling op het onbehoorlijk bestuur dat werd vastgesteld in de
commissie voor Vrijstelling van Bijdragen. Ik ben helemaal niet
bevoegd voor deze bijzondere instelling. Ik verwijs naar het verslag
van de ombudsman inzake de gevolgen die werden gegeven aan hun
aanbeveling.

Wat de globale problematiek van de uitdrukkelijke motivering van
bestuurshandelingen betreft, ben ik evenmin uitdrukkelijk bevoegd.
Zoals mijn voorgangster het college van de federale ombudsmannen
erop heeft gewezen, heeft de FOD P&O volgens de nieuwe
organisatiefilosofie van de federale overheidsdiensten niet de taak om
een transversale opvolging terzake te verzekeren.

Als minister van Ambtenarenzaken ben ik uiteraard gevoelig voor dit
probleem dat betrekking heeft op de relaties tussen
overheidsdiensten en burgers. In functie van dat belang heb ik
aandachtig geluisterd naar het voorstel van het college om een
commissie ad hoc op te richten. Vooraleer kan gedacht worden aan
de oprichting van een dergelijk orgaan dient evenwel de ernst van het
probleem te worden ingeschat. Het verslag van het college bevat
hierover weinig informatie. Ik heb gevraagd om in eerste instantie
over te gaan tot dit belangrijk evaluatiewerk door informele contacten
tussen de administraties. Ik zal u zeker op de hoogte houden van de
verschillende fasen van dit dossier.

U hebt eveneens een vraag gesteld over de mogelijkheid van
ombudsmannen aan te stellen bij OCMW's, een punt dat niet in uw
schriftelijke vraag was vermeld. De onderhandelingen over dit punt
zijn thans met de verschillende verenigingen van OCMW's aan de
gang. Ik wacht het definitief standpunt over de kwestie af. Niet alle
verenigingen zijn enthousiast over het voorstel. Wij blijven bij het
standpunt dat dit een goed voorstel is. Het systeem van een
ombudsman is beter dan zich te moeten wenden tot de
arbeidsrechtbank.
01.02
Christian Dupont,
ministre: Le 3 février 2005, j'ai
rencontré M. Monette. Il a souligné
plusieurs problèmes transversaux,
dont la motivation formelle des
actes administratifs. Le collège
des médiateurs fédéraux a
constaté une mauvaise
administration au sein de la
commission de dispense des
cotisations fiscales. Etant donné
que je n'ai aucune autorité sur
cette institution, je renvoie Mme
Lanjri au rapport du médiateur
fédéral.

Je ne suis pas habilité non plus à
discuter de toute la problématique
de la motivation formelle des actes
administratifs. Mon prédécesseur
a fait savoir au collège que le SPF
Personnel & Organisation n'avait
pas à garantir le suivi transversal
mais je suis néanmoins sensible
au problème. Il convient avant tout
d'envisager la création d'un
organe spécifique si l'on veut
évaluer la gravité du problème.
Etant donné que le rapport du
collège fournit trop peu
d'informations, des contacts
informels se tiennent actuellement
entre les administrations.

Des négociations se déroulent à
ce propos avec le médiateur
fédéral des CPAS. Nous
attendons toujours une réponse
définitive des unions des CPAS.
L'enthousiasme n'est pas général,
mais je persiste à croire que c'est
là une bonne solution. Le système
du médiateur fédéral me semble
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
mieux convenir qu'une procédure
devant le tribunal du travail.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, u antwoordt dat
u te weinig informatie heeft op basis van het verslag van de
ombudsmannen. Zo'n verslag kan uiteraard slechts een samenvatting
zijn van de zaken die zij hebben behandeld. Ik denk dat u of uw
diensten heel uitgebreid de klachten zullen kunnen inzien als u
contact neemt met het college van ombudsmannen. Op dat moment
zult u wel een globaal zicht krijgen hoe het probleem juist in mekaar
zit.

Een belangrijke vraag van mij was of u bereid bent om een
ombudsman voor de OCMW's aan te stellen. U zegt dat u dat aan het
onderzoeken bent. Ik stel voor dat ik u hierover opnieuw ondervraag.
Kunt u mij zeggen wanneer die werkgroep u een advies zal geven,
zodat u een beslissing kunt nemen? Het is toch al sinds februari aan
de gang.
01.03 Nahima Lanjri (CD&V): Le
rapport des médiateurs ne
comporte qu'un résumé des
dossiers traités. Si le ministre
contacte le collège, il aura une vue
d'ensemble. Quand le groupe de
travail rendra-t-il un avis
concernant le médiateur pour les
clients des CPAS ?

01.04 Minister Christian Dupont: Ja, maar het duurt soms een hele
tijd om mensen te overtuigen. Om te consulteren is er tijd nodig. Over
een of anderhalve maand.
01.04 Christian Dupont, ministre:
Dans un mois, un mois et demi, je
crois. Les consultations prennent
beaucoup de temps et il n'est pas
toujours facile de convaincre
certains.
01.05 Nahima Lanjri (CD&V): Ik zal u vóór het zomerreces daarover
nogmaals een vraag stellen.
01.05 Nahima Lanjri (CD&V): Je
vous reposerai une question
encore avant les vacances
parlementaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de diplomavereisten voor overheidspersoneel
van het niveau B" (nr. 6544)
02 Question de M. Bart Tommelein au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les exigences en matière de diplôme pour
les agents des services publics de niveau B" (n° 6544)
02.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in de bijlage van het KB van 2 oktober 1937 over het statuut
van het rijkspersoneel, dat de diploma's vaststelt die in aanmerking
genomen worden, is het diploma van de richting technisch hoger
onderwijs van het korte type voor sociale promotie niet opgenomen
voor de toelating tot niveau B.

Dit komt mij toch onbillijk voor. Onder punt 7 zijn immers de diploma's
van het hoger sociaal en het hoger economisch onderwijs van het
korte type voor sociale promotie wel opgenomen voor niveau B.

Hierdoor is het bijvoorbeeld onmogelijk voor houders van het diploma
topograaf om door te dringen tot niveau B. Nochtans vervangt dit
diploma voor een stuk het in Vlaanderen niet meer bestaande diploma
van meetkundig schatter van meetkundige goederen, dat wel is
opgenomen in die lijst.
02.01 Bart Tommelein (VLD): Le
diplôme de promotion sociale de
l'enseignement technique
supérieur de type court ne figure
pas à l'annexe de l'arrêté royal du
2 octobre 1937 relatif au statut du
personnel de l'Etat qui fixe les
diplômes qui entrent en ligne de
compte pour accéder au niveau B.
Cette situation n'est pas équitable
car les diplômes de
l'enseignement supérieur social et
économique de type court y
figurent quant à eux. Le titulaire
d'un diplôme de topographe ne
peut pas accéder au niveau B. Ce
diplôme remplace toutefois en
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Mijnheer de minister, daarom had ik u graag volgende vragen gesteld.

Bent u het met mij eens dat deze situatie toch op zijn minst nogal
onlogisch is?

Bent u bereid het statuut van het rijkspersoneel aan te passen om aan
deze onlogische situatie een einde te maken?
partie celui de géomètre-expert qui
a été supprimé et qui se trouve
dans la liste.

Le ministre estime-t-il également
que la situation est illogique?
Compte-t-il adapter le statut du
personnel de l'Etat?
02.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, ik zou heel
kort kunnen antwoorden met twee keer ja, maar ik zal toch een beetje
uitvoeriger antwoorden.

Het is juist dat de diploma's van het technisch hoger onderwijs van het
korte type voor sociale promotie niet worden vermeld onder de titel
niveau B in de bijlage van het statuut van het rijkspersoneel. Onder
deze titel staan de diploma's opgesomd die toegang verlenen tot
betrekkingen van algemene kwalificatie van niveau B.

De reden hiervoor is dat het technisch hoger onderwijs van het korte
type voor sociale promotie zeer weinig lessen algemene vorming
omvat, maar voornamelijk lessen die specifiek gericht zijn op de
betreffende specialiteit, bijvoorbeeld lessen mechanica, of die gericht
zijn op de praktijk van de mechanica voor de in het voorbeeld
geciteerde gegradueerden in mechanica.

Het diploma van meetkundig schatter van meetkundige goederen
staat wel in de lijst met diploma's die toegang verlenen tot een
betrekking van algemene kwalificatie van niveau B. Het diploma wordt
immers juist behaald na meerdere proeven, die niet alleen betrekking
hebben op technische vakken, maar ook op een groot aantal
algemene vakken.

De diploma's van het economisch hoger of sociaal hoger onderwijs
van het korte type voor sociale promotie worden eveneens vermeld in
deze lijst, want zij bieden onderwijs aan met veel algemene lessen en
lessen die gericht zijn op administratieve activiteiten of
dienstverlenend management. Deze bereiden voor op de uitoefening
van een functie van algemene kwalificatie in de administratie. Dit is
bijvoorbeeld het geval voor de graduaten directiesecretariaat,
boekhouden, informatica, administratieve wetenschappen,
personeelsbeleid en andere graduaten van deze economische en
sociale richtingen.

Ook al kunnen de houders van een diploma van het technisch hoger
onderwijs van het korte type en voor sociale promotie niet deelnemen
aan de selecties van algemene kwalificatie van niveau B, toch kunnen
zij, in toepassing van artikel 17 van het statuut van het rijkspersoneel,
worden toegelaten tot de selecties die worden georganiseerd voor
technische betrekkingen van niveau B. Omwille van een gelijke
behandeling en van de onpartijdigheid heb ik mijn diensten echter
gevraagd de bijlage bij het statuut van het rijkspersoneel te wijzigen,
om voornoemde diploma's op te nemen in de lijst met diploma's die
toegang verlenen tot betrekkingen van algemene kwalificatie van
niveau B.

Om terug te komen op het voorbeeld, het diploma van topograaf zal
dus worden opgenomen in de lijst.
02.02 Christian Dupont, ministre:
Les diplômes de l'enseignement
technique supérieur de type court
et de promotion sociale ne figurent
effectivement pas à l'annexe
mentionnant les diplômes donnant
accès aux emplois de qualification
générale de niveau B, ce qui
s'explique par le fait que les
orientations qui donnent accès à
ce diplôme ne comprennent que
des cours sur la spécialité
concernée. Il n'y a que peu de
cours généraux.

Le diplôme de géomètre expert-
immobilier figure dans la liste des
diplômes donnant accès à des
emplois de qualification générale
de niveau B. Les diplômes de
l'enseignement supérieur
économique ou social de type
court et de promotion sociale
figurent également dans cette
liste.

Les diplômés de l'enseignement
supérieur technique de type court
et de promotion sociale ne
peuvent pas participer aux
sélections de qualification
générale de niveau B, mais
peuvent néanmoins participer aux
sélections pour les emplois
techniques de niveau B. Dans le
respect de l'égalité de traitement
et de l'impartialité, j'ai demandé à
mes services de modifier l'annexe
au statut des agents de l'Etat de
sorte que ces diplômes soient
intégrés à la liste. Le diplôme de
topographe figurera par exemple
dans la liste. La remise de
diplômes relève de la compétence
exclusive des Communautés.

CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Ik wil echter ook verduidelijken dat de uitreiking van diploma's onder
de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschappen valt.
02.03 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord en voor uw actie terzake.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Stijn Bex aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de telefonische bereikbaarheid van de federale
overheidsdiensten" (nr. 6791)
03 Question de M. Stijn Bex au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'accessibilité par téléphone des services
publics fédéraux" (n° 6791)
03.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik moet geen tekening maken om aan te tonen dat de
telefonische bereikbaarheid van de overheidsdiensten zeer belangrijk
is, niet alleen voor de dienstverlening aan de burgers, maar ook voor
de tevredenheid van de burgers over de diensten die de overheid
levert.

Onlangs werd op vraag van de FOD Personeel en Organisatie een
studie uitgevoerd over de telefonische bereikbaarheid van de federale
overheidsdiensten. De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
fungeerde als proefkonijn als ik dat zo oneerbiedig mag uitdrukken.

Ik heb een paar resultaten van het onderzoek. Slechts in 45% van de
oproepen kwam een contact tot stand binnen een aanvaardbare
termijn. Er is een omgekeerde correlatie tussen het aantal cliënten
van een vestiging en de telefonische bereikbaarheid. Hoe groter de
vestiging, hoe slechter ze telefonisch bereikbaar is. Indien men naar
de Brusselse vestiging belt, krijgt men slechts in 22% van de gevallen
contact met een medewerker die de vraag van de burger kan
beantwoorden.

Mijnheer de minister, in Nederland bestaat er een algemene
bereikbaarheidsbarometer. De overheid scoort een telefonische
bereikbaarheid van 66% via een algemeen nummer. Vlaanderen heeft
een Vlaamse infolijn. Volgens de informatie die ik er heb ingewonnen,
krijgt deze dienst een 4000-tal oproepen per dag. De dienst slaagt
erin 90 à 95% van de oproepen te beantwoorden op een manier die
de burger kan tevreden stellen.

De FOD Personeel en Organisatie heeft met SNT Belgium een
raamcontract gesloten voor drie jaar. Elke federale dienst kan er tot
midden 2006 een beroep op doen voor een analyse van de
toegankelijkheid van zijn diensten. Een meetinstrument is dus al
beschikbaar. Dat was uw antwoord op een schriftelijke vraag van de
heer Verherstraeten. U gaf ook mee dat er nog twee andere
onderzoeken werden gevoerd bij de justitiehuizen van Antwerpen en
Charleroi.

Een van de aanbevelingen van het onderzoek is de instelling van een
centraal oproepnummer met betrekking tot algemene vragen. Ik wil
een stapje verdergaan en pleit naar analogie van de Vlaamse infolijn,
03.01 Stijn Bex (sp.a-spirit): A la
demande du SPF Personnel et
Organisation, une étude a été
réalisée sur l'accessibilité
téléphonique des services publics
fédéraux. Cette accessibilité est
importante pour le service à la
population et la satisfaction des
citoyens. Les Pays-Bas ont
recours à un baromètre général
d'accessibilité et la Flandre
connaît la Infolijn. L'une des
recommandations de l'étude est
d'instaurer un numéro d'appel
central pour les questions d'ordre
général. A l'instar de ce qui existe
en Flandre, je voudrais plaider
pour l'instauration d'un numéro
central unique pour l'ensemble
des services publics.

Quels services fédéraux ont-ils
déjà demandé une enquête
d'accessibilité? Que fait le ministre
pour les encourager à le faire? Les
résultats des études menées
auprès des maisons de justice
sont-ils déjà connus? Que pense
le ministre de l'idée d'instaurer un
numéro central unique? Le
ministre s'est-il concerté dans ce
cadre avec ces collègues
compétents pour l'e-government et
la simplification administrative?

25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
voor het instellen van een centraal nummer voor alle
overheidsdiensten. Naast het algemeen oproepnummer heeft de
Vlaamse infolijn nog vier dossierlijnen die te maken hebben met
studietoelagen, Kind en Gezin, de dienstregeling van De Lijn en
vragen over belastingen.

Ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, welke federale diensten hebben
reeds een analyse van de toegankelijkheid aangevraagd? Welke
initiatieven neemt u om de diensten aan te zetten een dergelijk
onderzoek te laten uitvoeren? Het is immers belangrijk dat zoveel
mogelijk diensten ingaan op het aanbod.

Ten tweede, zijn de resultaten van de onderzoeken bij de
justitiehuizen u reeds bekend? Zo ja, kunt u dit toelichten?

Ten derde, wat is uw standpunt inzake het instellen van een centraal
oproepnummer voor alle federale overheidsdiensten zoals dit het
geval is bij de Vlaamse infolijn?

Ten slotte, pleegt u terzake overleg met de functioneel bevoegde
ministers en met de staatssecretarissen bevoegd voor e-government
en Administratieve Vereenvoudiging?
03.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, tot op heden
werden drie onderzoeken uitgevoerd: de HVW, het justitiehuis
Antwerpen in oktober, november en december 2004 en het justitiehuis
van Charleroi in november en december 2004. Om de diensten ertoe
aan te sporen de stap te zetten, werden er verscheidene maatregelen
genomen.

Ten eerste, ik heb mijn diensten de opdracht gegeven de andere
FOD's aan te schrijven om hun het project en de gebruiksmodaliteiten
van het contract uit te leggen. De onderneming SNT, aan wie de
opdracht werd toevertrouwd, heeft het project voorgesteld aan het
netwerk van federale communicatoren. Mijn departement neemt het
budget ten laste, dat verbonden is aan het onderzoek, op voorwaarde
dat het doelpubliek financiële en sociale moeilijkheden heeft om
contact te nemen met de administratie. De resultaten van het
onderzoek bij de HVW werden gepubliceerd in Fedra. De resultaten
van het onderzoek bij het justitiehuis van Antwerpen werden
gepubliceerd in het Fedra-nummer van februari 2005. Er werd tevens
aan herinnerd dat het mogelijk was gebruik te maken van het
raamcontract in de elektronische inlichtingenbrief P&O Horizon. De
brief is bestemd voor alle partners van de FOD P&O in de federale
diensten.

Naar aanleiding van de drie laatste mededelingen hebben 7 federale
diensten bijkomende informatie gevraagd. Het gaat meer bepaald om
de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD Economie, de Regie der
Gebouwen, het opleidingsinstituut van de federale overheid, Selor, het
RSVZ en Fedasil. Er dient vermeld dat Fedasil een aanvraag tot
financiële tussenkomst heeft ingediend bij de FOD P&O voor een
onderzoek bij de 7 Nederlandstalige centra voor asielzoekers. Die
aanvraag wordt momenteel onderzocht.

De resultaten van de onderzoeken bij de twee justitiehuizen zijn
bekend. Ik beschik over de volledige versie, die u steeds kan inkijken.
Dit zijn de grote lijnen. Antwerpen: gemiddeld
03.02 Christian Dupont, ministre:
Des études ont déjà été menées
auprès de la Caisse auxiliaire de
paiement des allocations de
chômage (CAPAC) et des
maisons de justice d'Anvers et de
Charleroi. Des mesures ont été
prises pour inciter les services à
franchir ce pas. Mes services ont
été chargés d'envoyer aux autres
SPF des explications sur le projet
et les modalités de mise en oeuvre
du contrat. La société SNT, qui a
décroché le marché, a présenté le
projet au réseau de
communicateurs fédéraux. Mon
département prend le budget de
l'étude à sa charge si le public-
cible éprouve des difficultés à
prendre contact avec
l'administration. Les résultats des
études déjà menées ont été
publiés dans Fedra, le magazine
de la fonction publique. Le recours
possible au contrat-cadre a
également été rappelé dans la
lettre d'information électronique
P&O Horizon. Sept services
fédéraux, parmi lesquels Fedasil,
ont demandé des informations
complémentaires. Le SPF P&O
analyse actuellement une
demande d'intervention financière
en faveur d'une étude auprès de
sept centres néerlandophones
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
beschikbaarheidspercentage van 82%. 63% van de oproepen worden
behandeld binnen de drie eerste beltonen en 81% binnen de eerste
vijf beltonen. Charleroi: gemiddeld beschikbaarheidspercentage van
95%. 86% van de oproepen worden behandeld binnen de eerste drie
beltonen en 90% binnen de eerste vijf beltonen.

Ik ben trouwens voorstander van een uniek nummer voor alle federale
diensten en heb in nauwe samenwerking met mijn collega Peter
Vanvelthoven een initiatief in deze zin genomen. Er zal een
haalbaarheidsstudie worden gelanceerd in de loop van dit jaar. De
eerste werkvergadering zal plaatsvinden tijdens de tweede helft van
deze maand, heel binnenkort dus.
pour demandeurs d'asile. Je
dispose des résultats des études
menées auprès des deux maisons
de justice. Je les tiens à la
disposition de M. Bex. Je suis
favorable à la création d'un
numéro unique pour l'ensemble
des services fédéraux. J'ai pris
une initiative en ce sens avec mon
collègue, M. Vanvelthoven. Une
étude de faisabilité sera menée
dans le courant de cette année.
Les premières réunions de travail
auront lieu au cours de la
deuxième quinzaine de ce mois.
03.03 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn uitgebreid antwoord.

Ik zal via parlementaire vragen de verschillende ministers blijven
aansporen om dergelijke onderzoeken te laten uitvoeren. Ik steun
volledig de piste die bewandeld wordt om een uniek nummer te
creëren voor de hele federale overheid en ik zal in de toekomst
vragen blijven stellen over de vooruitgang terzake.
03.03 Stijn Bex (sp.a-spirit):
J'insisterai auprès des ministres
responsables pour que de telles
études soient effectuées. Je
soutiens l'initiative visant à
instaurer un numéro unique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de inwerkingtreding van artikel 43ter van de
wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken" (nr. 6812)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'entrée en vigueur de l'article 43ter
des lois sur l'emploi des langues en matière administrative" (n° 6812)
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): In het kader van de
Copernicus-hervorming werd de taalwetgeving gewijzigd en werd de
functionele tweetaligheid ingevoerd. Zodoende heeft de wet van
12 juni 2002 een nieuw artikel 43ter toegevoegd aan de wet van 18
juli 1966 op het gebruik van taal in bestuurszaken. De functionele
tweetaligheid is geen benoemingsvoorwaarde, maar na een bepaalde
periode dient wel geëvalueerd te worden of men voldoet aan de eisen
inzake taalkennis.

Het artikel 43ter paragraaf 7 zou pas in werking treden via een
koninklijk besluit. We spreken over een wet van vele jaren geleden en
tot op heden werd de inwerkingtreding ervan via verschillende KB's
steeds uitgesteld. Als ik goed geïnformeerd ben, is er op heden,
nogmaals, uitstel tot 31 december 2005. Met andere woorden:
momenteel is er een juridisch vacuüm. De federale overheid verkeert
op dit ogenblik in de onwettigheid.

Wanneer mogen we een uitvoeringsbesluit verwachten voor de
inwerkingtreding van artikel 43ter paragraaf 7? Wat zal u ondertussen
doen: kunnen we niet beter opnieuw met taaladjuncten werken, zoals
in het verleden? Wat is de reden voor het uitblijven van de
inwerkingtreding?
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): La réforme Copernic a
instauré le bilinguisme fonctionnel.
Celui-ci n'est pas une condition
pour être nommé mais, après un
certain temps, la maîtrise de la
seconde langue est contrôlée. Son
entrée en vigueur a été reportée
au 31 décembre 2005 par arrêté
royal. Donc, nous nous trouvons
actuellement dans un vide
juridique.

Quand des arrêtés d'exécution
seront-ils promulgués? Ne serait-il
pas préférable de désigner des
adjoints linguistiques? Qu'est-ce
qui explique ce retard?

25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.02 Minister Christian Dupont: Met uitvoering van het artikel 43
paragraaf 7 heeft de Ministerraad van 31 januari 2003 een ontwerp
van koninklijk besluit goedgekeurd tot vaststelling van de functionele
kennis van de tweede taal aangepast aan de evaluatietaak, en van de
taalkennis die vereist is om de eenheid van rechtspraak te
verzekeren, voorgeschreven bij de artikelen 43 en 53 van de wetten
op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli
1966.

Vooraleer we tot de definitieve publicatie kunnen overgaan, dienen in
de hierna volgende volgorde een aantal adviesaanvragen doorlopen
te worden: de Inspectie van Financiën, de minister van Begroting, de
syndicale organisaties, de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en de
Raad van State.

Op dit ogenblik is het ontwerp van koninklijk besluit bij de Vaste
Commissie voor Taaltoezicht voor advies. Dat is de voorlaatste
etappe. Zodra dat advies ontvangen is, is enkel nog het advies van de
Raad van State vereist alvorens te kunnen overgaan tot publicatie.
Het is natuurlijk moeilijk een precieze datum hiervoor te geven.

In tegenstelling tot wat u zegt, verkeren de overheidsdiensten op dit
ogenblik niet in de onwettigheid noch in een juridisch vacuüm. Eerst
en vooral geldt tot de inwerkingtreding van de eerder vermelde
paragraaf, het examen bedoeld in artikel 43 als bewijs van kennis van
de tweede taal. Vervolgens is op 16 mei 2003 een koninklijk besluit
genomen dat de aanwijzing van de tweetalige adjuncten bij wijze van
overgangsmaatregel regelt in de centrale diensten van de Federale
Overheidsdiensten. Dit koninklijk besluit werd ondertussen verlengd
tot einde 2005.

Op mijn voorstel en op vraag van de bevoegde ministers werden
reeds vier koninklijke besluiten genomen ter aanduiding van de
tweetalige adjuncten, om de eenheid van rechtsspraak te verzekeren.
Het gaat hierbij om de koninklijke besluiten van 18 maart 2004 voor
de overheidsdiensten Personeel, Binnenlandse Zaken, Mobiliteit en
Vervoer, van 10 augustus voor Justitie, Volksgezondheid, Veiligheid
van de Voedselketen en Leefmilieu, van 20 oktober voor Economie,
KMO, Middenstand en Energie en van 15 maart voor de FOD Sociale
Zekerheid.
04.02 Christian Dupont, ministre:
Le conseil des ministres du 31
janvier 2003 a approuvé un projet
d'arrêté royal. A l'heure où nous
parlons, ce projet a été soumis
pour avis à la Commission
permanente de Contrôle
linguistique. Ensuite, il devra
encore être soumis au Conseil
d'Etat. Je ne puis donc vous
communiquer de date de
publication précise.

Actuellement, les services publics
ne se trouvent ni dans l'illégalité ni
dans un vide juridique. L'examen
visé à l'article 43 vaut preuve de
connaissance de la seconde
langue jusqu'à l'entrée en vigueur.
Le 16 mai 2003, nous avions
promulgué un arrêté royal réglant
la désignation d'adjoints bilingues
à titre de mesure transitoire. Cet
arrêté royal a été prolongé jusque
fin 2005. Quatre arrêtés royaux
portant désignation d'adjoints
bilingues ont déjà été promulgués
afin de garantir l'unité de
jurisprudence.
(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)

Le président: J'entends un gsm dans la salle. Je prie les membres de bien vouloir vérifier que leur gsm est
bien éteint.
04.03 Minister Christian Dupont: Er dient evenwel op gewezen te
worden dat de aanduiding van de tweetalige adjuncten zelf gebeurt
door de voorzitter van het directiecomité na een oproep tot de
kandidaat tweetalige adjuncten en na advies van het directiecomité.
Voor de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie is de
beslissing tot aanduiding genomen met ingang van 1 augustus 2004
en deze werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 10
september 2004. Zoals reeds eerder werd gezegd, kan een publicatie
pas geschieden nadat alle adviesprocedures doorlopen zijn.
04.03 Christian Dupont, ministre:
C'est le président du comité de
direction qui désigne les adjoints
bilingues. La désignation pour le
SPF Personnel et Organisation a
été publiée au Moniteur belge le
10 septembre 2004.
04.04 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik 04.04 Servais Verherstraeten
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
dank de minister voor zijn antwoord. Zijn blik, na zijn antwoord, sprak,
wat mij betreft, boekdelen.

Mijnheer de minister, eigenlijk bent u de man die de problemen zou
moeten kunnen oplossen. Als er iemand met functionele tweetaligheid
geen probleem heeft, dan bent u het wel.

Ik heb de functionele tweetaligheid altijd bestreden, omdat ik het een
uitholling vond van de tweetaligheid. Ik vind dat zij die de ambitie
hebben om federaal topambtenaar te zijn, ook de landstaal van de
beide belangrijkste taalgebieden volledig machtig moeten zijn.
Daarvoor worden zij ook vergoed, méér dan vergoed. Ik was het er
destijds dus niet mee eens.

U spreekt van een overgangsmaatregel. U zult het met mij terzake
eens zijn: het is wel een heel lange overgang. Die overgang duurt al
jaren. Ik heb daarover destijds een van uw voorgangers, minister Luc
Van den Bossche, nog ondervraagd. Destijds kondigde hij dat
koninklijk besluit al aan. Voor het einde van het jaar, zei hij toen,
moest dat opgelost zijn.

Minister Van den Bossche is ondertussen al lang weg. Er zijn al
verschillende ministers gekomen en gegaan; er zullen er nog komen
en gaan.

Maar het duurt te lang. De functionele tweetaligheid was eigenlijk een
sluitstuk van Copernicus. De functionele tweetaligheid kaderde
perfect in de evaluatie van de managers die een tijdelijk ambt kregen.
Men hoorde tweetalig te zijn om geëvalueerd te kunnen worden. Met
de evaluaties van de topambtenaren bent u nu bezig of u moet er nu
mee beginnen.

Als een belangrijk instrument voor die evaluatie juridisch gezien niet
voorhanden is, dan is er een fundamenteel probleem.

U stelt dat u wettelijk in orde bent. Ik heb daar mijn vragen bij. Maar
goed, juristen kunnen daaromtrent van mening verschillen.

De juridische correctheid van de stelling werd destijds ook geopperd
door minister Van den Bossche. Minister Van den Bossche was
daarover destijds wel meer open. "Volgens mij is het juridisch wel
correct, maar," zei hij, "het is geen mooie regeling."

We zijn ondertussen een paar jaar verder. De regeling is er nog altijd
niet en ze is nog altijd even lelijk.
(CD&V): La notion de bilinguisme
fonctionnel nuit au bilinguisme de
fait. Les cadres dirigeants
fédéraux sont payés pour maîtriser
les deux langues nationales. La
mesure transitoire est en vigueur
depuis beaucoup trop longtemps
et aucune solution n'a encore vu le
jour. L'ancien ministre Luc Van
den Bossche avait déjà promis un
arrêté royal. Le bilinguisme devait
constituer la clé de voûte de la
réforme Copernic. Les évaluations
auraient dû être réalisées depuis
longtemps déjà.

04.05 Minister Christian Dupont: Ik kan alleen maar herhalen dat wij
op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht wachten.
Wij bellen bijna iedere week om het advies te krijgen.
04.05 Christian Dupont, ministre:
Chaque semaine, en attendant les
résultats des évaluations, mes
services prennent contact avec la
Commission permanente de
contrôle linguistique.
04.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, wat
zijn de redenen voor het uitblijven van het advies? Het werd dus niet
vorige week opgestuurd.
04.06 Servais Verherstraeten
(CD&V): On ne souhaite pas s'y
atteler car les francophones
bloquent le dossier.
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04.07 Minister Christian Dupont: (...).
Le président: Veuillez bien clore l'incident.
04.08 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik
heb nog een laatste, heel korte bemerking. Ik zal geen misbruik
maken van de tijd.

Het nakijken doet mij vermoeden dat het gewoon uitstel van executie
is. Mijnheer de minister, met andere woorden, de Franstaligen
wensen het niet. Aan de collega's van VLD en sp.a, die hier afwezig
zijn, zou ik willen zeggen dat de Vlamingen eens te meer een
Franstalige blocage dienen te aanvaarden. Hun afwezigheid spreekt,
ook wat dat betreft, boekdelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de evaluatie van de managementfuncties"
(nr. 6924)
05 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'évaluation des fonctions de
management" (n° 6924)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij hebben het daarnet reeds heel eventjes
gehad over deze evaluaties. De Ministerraad van 15 april heeft een
koninklijk besluit goedgekeurd waardoor de managementfuncties bij
de federale overheidsdiensten kunnen geëvalueerd worden. Het
koninklijk besluit legt nu vast wie wie moet beoordelen.

Mijn vraag aan u is in welke tijdsspanne u voorziet om deze evaluaties
af te werken.

Wanneer zal u starten met die evaluaties? Of bent u er reeds mee
gestart en zo ja, sinds wanneer bent u ermee bezig?

Er zou niet voorzien zijn in een negatieve sanctie bij een evaluatie
onvoldoende. Is dit juist? Hoe valt dit voor een stuk in te passen in
een modern human-resourcesbeleid?

Welke elementen zijn voorzien inzake de kwaliteitsbewaking van het
evaluatieproces?
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): L'arrêté royal relatif à
l'évaluation des fonctions de
management auprès des SPF a
été approuvé le 15 avril 2005.
Quel est le délai prévu pour
l'exécution de ces évaluations et
quand vont-elles commencer?
Aucune mesure ne serait prise en
cas de prestations qualifiées
d'insuffisantes. Comment concilier
ceci avec une politique moderne
de gestion des ressources
humaines? Comment garantir la
qualité de la procédure
d'évaluation?

05.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, de nieuwe
reglementering inzake de evaluatie van houders van
managementfuncties is op 26 februari van dit jaar in werking
getreden. Deze reglementering bepaalt dat elke houder van een
managementfunctie voortaan om de twee jaar zal worden
geëvalueerd. In een overgangsfase zal de evaluatie elke drie jaar
plaatsvinden. Dit maakt het mogelijk de functiehouders die reeds
actief zijn te evalueren. Er was geen andere oplossing vermits er geen
kader was voor de eerstvolgende twee jaar.

De evaluatie zal betrekking hebben op de mate waarin de
vooropgestelde doelstellingen in de operationele en
managementplannen die de functiehouders moeten opstellen werden
05.02 Christian Dupont, ministre:
La nouvelle réglementation portant
sur l'évaluation des fonctions de
management est entrée en
vigueur le 26 février 2005. Tout
fonctionnaire ayant une fonction
de management sera évalué tous
les deux ans. Au cours de la
phase transitoire, l'évaluation est
prévue tous les trois ans. Lors de
l'évaluation, il est vérifié dans
quelle mesure les objectifs en
matière de plans opérationnels et
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
verwezenlijkt. Het resultaat van de evaluatie zal beslissend zijn voor
het al dan niet voortzetten van het mandaat.

Bij de tussentijdse evaluatie wordt de evaluatie afgesloten met een
verslag met een beschrijvende evaluatie zonder vermelding, behalve
wanneer het gaat om een onvoldoende. In dit geval wordt bepaald dat
het mandaat ten einde loopt, zelfs bij een tussentijdse evaluatie. Er is
natuurlijk een mogelijkheid om beroep aan te tekenen.

De eerste doelstelling van de evaluatie bestaat er echter niet in de
geëvalueerde te sanctioneren, maar een dialoog tot stand te brengen
tussen hem en de evaluator.

Wij moeten bouwen aan een federaal openbaar ambt dat gericht is op
resultaten en streeft naar voortdurende verbetering. Wanneer de
zaken echter niet goed lopen, moet een modern personeelsbeleid
natuurlijk ook voorzien in mogelijke sancties.

Daar het evaluatieproces een continu proces is, kan ik onmogelijk
zeggen op welke datum de evaluaties zullen worden afgewerkt. De
regering wilde het signaal geven dat de evaluatie een van de centrale
elementen is van het mandatensysteem en dat de eerste cyclus moet
worden aangevat voor de functiehouders die reeds aan het werk zijn.

Zo heeft de Ministerraad van 15 april 2005 een lijst goedgekeurd van
namen van evaluatoren en geëvalueerden voor het jaar 2005. Het
gaat om 12 voorzitters van een directiecomité, 1 FOD-voorzitter, 21
N-1 en 3 N-2.

Ieder regeringslid kreeg toen de opdracht de evaluatieprocedure op te
starten voor de voorzitters van de departementen waarvoor zij
verantwoordelijk zijn. Voor de niveaus N-1 en N-2 is het de taak van
elke functiehouder die werd aangesteld als eerste evaluator om de
evaluatieprocedure van zijn ondergeschikten op te starten.

Ikzelf heb beslist zo snel mogelijk over te gaan tot de evaluatie van de
voorzitter van het directiecomité van de FOD Personeel en
Organisatie. Mijn departement zal op die manier een voortrekkersrol
spelen. Er is dus zeker geen blokkering. Een eerste gesprek met de
voorzitter van het directiecomité heeft reeds plaatsgevonden. Het is
de bedoeling het eens te worden over de doelstellingen die zullen
worden behandeld bij de evaluatie. Het eigenlijke evaluatiegesprek is
gepland op 14 juni 2005.

Wat de kwaliteitscontrole van de evaluatieprocessen in de andere
departementen betreft, worden verscheidene acties bepaald. Ik wil in
de eerste plaats mijn collega's laten gebruikmaken van het
experiment, dat ik momenteel voer in de FOD Personeel en
Organisatie. Wanneer die oefening afgelopen is, zal er een
vademecum met de procedure die moet worden gevolgd, typebrieven
en raadgevingen worden verspreid onder mijn collega's en de
functiehouders die tijdens de komende evaluatie zullen optreden.

In september zal er een workshop worden georganiseerd met de
houders van managementsfuncties om hen op te leiden in
evaluatietechnieken en om een antwoord te geven op hun eventuele
vragen.
de management ont été atteints.

Il sera mis fin au mandat si les
prestations évaluées sont
considérées comme insuffisantes.
Le titulaire du mandat peut
interjeter appel contre cette
décision. L'évaluation a pour but
d'instaurer un dialogue entre le
titulaire du mandat et l'évaluateur.


L'évaluation est un processus
continu, si bien qu'il est impossible
de dire quand elle se termine. Les
premières évaluations
concerneront des mandataires
déjà en fonction. Le 15 avril 2005,
le conseil des ministres a décidé
qui serait évalué en 2005 et qui
serait chargé de l'évaluation.

Chaque membre du
gouvernement doit entamer la
procédure d`évaluation pour le
président de son département.
Pour les niveaux N-1 et N-2, c'est
le titulaire de la fonction qui a été
désigné comme évaluateur. Mon
département entamera les
procédures d'évaluation dès que
possible. Un entretien d'évaluation
aura lieu le 14 juin 2005.

Actuellement, une expérience est
en cours au sein de mon
département pour assurer la
qualité des évaluations. J'enverrai
les résultats aux autres membres
du gouvernement, de sorte qu'ils
puissent appliquer les mêmes
procédures. En septembre 2005
sera organisé un atelier au cours
duquel les questions relatives aux
techniques d'évaluation trouveront
une réponse.

Il faut fournir une copie du rapport
d'évaluation des managers publics
au SPF Personnel et organisation
de sorte à pouvoir conseiller les
départements. Le premier
évaluateur est responsable de
l'accomplissement de la mission
d'évaluation. Mon département
encadrera les retardataires et les
mettra face à leurs
responsabilités.
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
De reglementering bepaalt bovendien dat een kopie van de
evaluatieverslagen van de houders van managementsfuncties moet
worden bezorgd aan de FOD Personeel en Organisatie. Die zal de
departementen dan raad kunnen geven. De FOD Personeel en
Organisatie speelt echter niet de rol van rijkswachter. Het lijkt mij
immers belangrijk erop te wijzen dat het vooral tot de
verantwoordelijkheid van de eerste evaluators, de ministers, behoort
de evaluatie op een ernstige manier uit te voeren.

Mijn departement zal de eventuele laatkomers aansporen en hen
herinneren aan hun verantwoordelijkheden in het proces, of zich
ervan vergewissen dat zij beschikken over de geschikte middelen om
hun taak zo goed mogelijk uit te voeren.

05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Het is goed en overigens
logisch dat uw departement het voorbeeld geeft. Anderzijds moet ik
wel vaststellen dat het koninklijk besluit ruim laat gekomen is,
rekening houdend met de Copernicuswetgeving die hier destijds werd
goedgekeurd. Behoudens vergissing van mijnentwege zitten
sommigen al drie jaar op hun stoel en hadden zij al moeten worden
geëvalueerd. Ik verneem thans van u de procedure. Ik heb er
vertrouwen in. Ik ben te weinig technisch beslagen om dat op zijn
merites te beoordelen. Nu moet men echter nog brieven en een
vademecum opstellen voor andere FOD's, terwijl dit had moeten
geschieden voor het verstrijken van de termijn, zodanig dat als de
termijn van drie jaar voorbij was, men het onmiddellijk kon doen en
iedereen klaar was. Nu zullen veel evaluaties te laat gebeuren en de
beroepsmogelijkheid bestaat nog. Sommige personen zullen, als zij
onvoldoende worden geëvalueerd, nog veel langer op hun stoel
kunnen blijven zitten.

Ik pleit niet voor sancties, maar ik pleit er wel voor dat degene die niet
voldoet maar ondanks dat toch zwaar door de belastingbetaler
gehonoreerd wordt, in het belang van de dienstverlening ten aanzien
van de bevolking, sneller een andere functie zou toegewezen krijgen
binnen de overheid. Dat was de geest van Copernicus.

Als ik de twee vragen aan elkaar mag koppelen, nog even dit. De
taalfunctionaliteit is nog niet geregeld. Wat hoger vermelde
aangelegenheid betreft is men eveneens te laat. Wat Copernicus
betreft was slechts een punt tijdig klaar, namelijk de politieke
benoemingen.
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Bien que l'arrêté royal
fasse partie de la réforme
Copernic, sa publication a elle
aussi accusé un retard significatif.
Certains fonctionnaires travaillent
déjà depuis trois ans sans jamais
avoir été évalués. Le ministre doit
encore donner autres
départements des instructions
pour procéder à une évaluation, de
sorte que de nombreux rapports
seront soumis tardivement. Ainsi,
des fonctionnaires médiocres
pourront rester en service plus
longtemps. Seule la question des
nominations politiques a pu être
réglée en temps opportun par la
réforme Copernic.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de examens 20E (bestuurschef) bij Selor"
(nr. 6855)
06 Question de M. Patrick De Groote au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les examens 20E (chef administratif) au
Selor" (n° 6855)
06.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, op 15 januari
2004 heeft de heer Bourgeois bij de ministers van Ambtenarenzaken
en van Financiën een schriftelijke vraag ingediend. Doordat de
Nederlandstalige ambtenaren geruime tijd later benoemd werden dan
hun Franstalige collega's voor het gelijktijdige examen van
06.01 Patrick De Groote (N-VA):
M. Geert Bourgeois a déjà posé
une question à ce sujet le 15
janvier 2004. Les arrêtés de
nomination de fonctionnaires
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
bestuursassistent bij de FOD Financiën, werden de uitslagen van
eerst genoemde geslaagden, die vervolgens deelnamen aan het
examen van bestuurschef bij Selor, niet gevalideerd door Selor,
omdat hun benoemingsbesluiten laattijdig ondertekend waren door de
minister van Financiën.

Volgens de examenreglementering van Selor mochten alleen de
bestuursassistenten meedoen aan het examen 20E - bestuurschef -
van september 2002, die uiterlijk op 30 juni 2002 benoemd waren. De
Franstalige bestuursassistenten werden vóór die datum en de
Nederlandstalige na die datum benoemd. Door haar uitnodiging en
toelating tot het examen van bestuurschef gaf de FOD Financiën aan
de Nederlandstalige bestuursassistenten de valse indruk dat alles in
orde was.

Door de laksheid of discriminatie vanwege de FOD Financiën zullen
de laatstgenoemde ambtenaren tijdens hun verdere loopbaan enorm
veel financiële schade lijden. Een bestuurschef heeft uiteraard een
hogere wedde. De schade zal zich bestendigen, omdat het het
allerlaatste examen voor bestuurschef was.

De minister van Ambtenarenzaken antwoordde dat Selor de
reglementering had gerespecteerd, hoewel de examenreglementering
voor bestuurschef niet gelijkvormig was. Inzake het voorlaatste
examen voor bestuurschef waren er zelfs geen criteria inzake
benoemingsbesluiten tot bestuursassistent opgelegd. Het is dus
duidelijk dat in dat geval, voor eenzelfde examen, geen sprake is van
eenvormigheid in de examenreglementering.

De minister van Financiën antwoordde dat hij aan zijn collega
bevoegd voor Ambtenarenzaken gevraagd had om de mogelijkheid te
onderzoeken om alsnog de resultaten van de betrokkenen te
valideren en dat de discussies tussen beide strategische cellen nog
aan de gang waren teneinde een billijke oplossing te vinden. Er werd
echter vernomen dat tot op heden geen contacten werden gelegd
tussen beide strategische cellen, ondanks de belofte van minister van
Financiën.

Ten tweede, wat is de reden dat er nog geen overleg heeft
plaatsgevonden?

Ten derde, mag er verondersteld worden dat er nog overleg zal
plaatsvinden om toch nog tot een positief resultaat te komen voor de
benadeelden?

Ten vierde, ik kan de minister van Financiën en zijn
kabinetsmedewerkers toch moeilijk gaan verdenken van discriminatie,
omdat het hier alleen om Nederlandstalige vrouwelijke ambtenaren
gaat? Dat zou toch wat te ver gezocht zijn?
néerlandophones ayant été ratifiés
plus tard que ceux de leurs
collègues francophones, trop tard
pour qu'ils puissent participer à
l'examen de chef administratif,
leurs résultats à cet examen au
SPF Finances n'ont pas été
validés par le Selor. En envoyant
aux assistants administratifs
néerlandophones une invitation à
participer à l'examen, le SPF a
donné l'impression que tout était
en règle. Mais la carrière des
fonctionnaires néerlandophones
concernés a pâti de ce laxisme ou
de cette discrimination.

Le ministre nous a répondu que le
Selor avait suivi le règlement des
examens mais l'examen de chef
administratif n'était pas conforme.
Lors du pénultième examen,
aucun critère n'avait été imposé
en matière d'arrêtés de nomination
pour les assistants administratifs.

Le ministre des Finances avait
promis de demander à son
collègue, le ministre de la Fonction
publique, de valider malgré tout les
résultats et d'élaborer une solution
équitable. En dépit de cette
promesse, il n'y a toujours pas eu
à ce jour de contact entre les
cellules stratégiques des Finances
et de la Fonction publique.
Pourquoi? Ce vaste problème
sera-t-il encore l'objet d'une
concertation ? Si aucune solution
n'est trouvée, le ministre des
Finances pourrait se voir prêter
des intentions discriminatoires, les
fonctionnaires lésés étant tous
sans exception féminins et
néerlandophones.

06.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Groote, ondanks de contacten die hebben plaatsgehad tussen mijn
beleidscel en de beleidscel van mijn collega van Financiën over de
problematiek waaraan u herinnert, kon er geen enkele oplossing
worden bereikt vanuit het standpunt van het openbaar ambt. Ik nodig
u in dit opzicht uit om aandachtig het gedetailleerde antwoord te
herlezen dat mijn voorgangster in februari 2004 heeft gegeven op de
vraag van de heer Bourgeois, over hetzelfde onderwerp. Ik bevestig u
06.02 Christian Dupont, ministre:
Il y a bien eu des contacts entre
les cellules stratégiques des
Finances et de la Fonction
publique mais aucune solution n'a
pu être dégagée. En février 2004,
mon prédécesseur à la Fonction
publique, Mme Arena, a donné
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
dan ook nogmaals dat Selor het proces-verbaal van de selectie in
kwestie niet kan herzien, omdat Selor dan het gevaar loopt
kandidaten van andere federale administraties te discrimineren. Het is
de taak van mijn collega van Financiën om u te informeren over de
gevolgen die hij op zijn niveau eventueel heeft kunnen geven aan dit
dossier. Ik kan u helaas geen meer bevredigend antwoord geven dan
dit. Ik betreur het.
une réponse détaillée à une
question posée par M. Bourgeois
sur le même sujet.

Je confirme que le Selor ne peut
pas revoir le procès-verbal de la
sélection parce que cela
reviendrait à créer une
discrimination par rapport aux
candidats d'autres administrations
fédérales. Le ministre des
Finances pourra certainement
vous fournir davantage
d'explications sur les démarches
qu'il a entreprises dans ce dossier.

Je regrette de devoir limiter ma
réponse à cette communication.
06.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, het is
uiteraard een jammerlijke zaak dat er geen oplossing komt voor dit
probleem. Ik heb inderdaad het antwoord van mevrouw Arena
gelezen. Ik meen dat hier het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel
geschonden wordt. Ik vind dat uitermate jammer.
06.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je le déplore également. Je
maintiens qu'un principe
constitutionnel d'égalité a été violé
et que cette situation est
inacceptable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de eerste minister over "het taalgebruik op de websites
van de federale overheid" (nr. 6057)
07 Question de Mme Simonne Creyf au premier ministre sur "l'utilisation des langues sur les sites
internet des autorités fédérales" (n° 6057)
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, eerder heeft de communicatiedienst van de eerste
minister aan alle federale overheden instructies gegeven over het
verplicht gebruik van de extensie.be op alle federale informatie, ook
voor de websites. Vastgesteld wordt dat op heel wat Belgische
federale overheidssites ook Engelstalige pagina's ter beschikking
worden gesteld. Ik vind dat heel begrijpelijk en interessant vanuit
internationaal oogpunt. Wat ik minder aanvaardbaar vind, is dat vanuit
de Engelstalige pagina's vaak alleen wordt doorgelinkt naar
Franstalige pagina's. Dit draagt bij tot de creatie van een fout beeld bij
buitenlanders, namelijk dat België een land is waar alleen Frans wordt
gesproken of waar het Frans de taal van de meerderheid is.

Ik geef een voorbeeld van een site die ik het best ken, namelijk de
website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Op
de startpagina krijgt men daar 4 taalkeuzes: Nederlands, Frans, Duits
en Engels. Tot daar geen probleem. Als men daar de Engelstalige
versie van de site kiest, krijgt men dezelfde rubrieken en dezelfde
onderverdeling als in het Nederlands en het Frans. Op de pagina
energy vindt men dus dezelfde onderverdeling als op de
Nederlandstalige pagina: energy policy, climate change, sustainable
development. Als men vanuit een Engelstalige pagina verder klikt
voor verdere uitgebreide informatie krijgt men de Franstalige pagina's
te zien.
07.01 Simonne Creyf (CD&V):
De nombreux sites internet des
autorités fédérales offrent
également des pages rédigées en
anglais, ce qui est parfaitement
acceptable d'un point de vue
international. Les liens figurant sur
de nombreuses pages rédigées en
anglais donnent toutefois
uniquement accès à des pages
rédigées en français, ce qui est
beaucoup moins acceptable. Cette
situation confirme une fois de plus
auprès des internautes étrangers
l'image d'une Belgique
exclusivement ou majoritairement
francophone.

Pourquoi ne crée-t-on pas une
page intermédiaire offrant la
possibilité de choisir entre une
page rédigée en néerlandais, en
français ou en allemand à partir du
lien figurant sur une page rédigée
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Mijnheer de staatssecretaris, het is mijn voorstel dat men de sites
zodanig aanpast door de Engelstalige bezoeker die doorklikt eerst op
een tussenpagina zijn taalkeuze te laten maken uit een van de drie
officiële talen bij bestuurszaken. Wat denkt u daarover? Wat is uw
mening daarover? Is die tussenpagina een oplossing?
en anglais?

07.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Creyf, collega's, in antwoord op de vraag aan de
eerste minister, wil ik het volgende zeggen.

Als u de zoektocht naar een federale website start op de site
belgium.be, wordt daar meteen een taalvraag gesteld. Als u dan
terechtkomt op een Engelse pagina van de federale overheid, zult u
bij het doorklikken meteen een document in de reeds aangestipte taal
weergegeven krijgen. Ook wanneer u rechtstreeks op de federale
sites gaat, is dit het geval.

Eigenlijk loopt het taalgebruik op de federale websites dus zoals het
hoort. Enkel op de website van Economie stelt zich inderdaad het
probleem dienaangaande. U heeft daaromtrent een vraag gesteld aan
de minister van Economie, minister Verwilghen, op 14 maart 2005. Hij
heeft u geantwoord in de commissie voor het Bedrijfsleven op
22 maart. In zo ver ik het antwoord goed heb gelezen, heb ik daaruit
afgeleid dat hij uw suggestie interessant vond en dat hij die wilde ten
uitvoer brengen.
07.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Le choix d'une langue est bien
demandé lorsqu'on débute sa
recherche sur le site Web fédéral
belgium.be. Le visiteur qui clique
sur des pages en anglais finit
toujours par aboutir sur des pages
rédigées dans la langue choisie
préalablement. Il en va de même
lorsqu'on se rend directement sur
les différents sites Web fédéraux.
Le phénomène dénoncé par Mme
Creyf ne se produit que sur le site
Web du SPF Economie. Mme
Creyf a interrogé le ministre de
l'Economie en mars 2005 à ce
sujet et M. Verwilghen s'est
engagé à examiner et à mettre en
oeuvre la suggestion de Mme
Creyf concernant la page
intermédiaire.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): Dank u, mijnheer de staatssecretaris.
Bedoelt u dat de FOD Economie de enige is waarbij men vanuit de
Engelse onderverdeling onmiddellijk naar de Franstalige verspringt en
dat dit geen probleem is bij geen enkele andere FOD?
07.03 Simonne Creyf (CD&V):
Ce problème ne se poserait donc
que sur le site Web du SPF
Economie ?
07.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Dat is het
antwoord dat de eerste minister inderdaad geeft.
07.04
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
C'est la réponse que le premier
ministre m'a demandé de vous
communiquer.
07.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijn ervaring is anders, het spijt me.
07.06 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Creyf,
u heeft hier het voorbeeld gegeven van de website van de FOD
Economie. Uit het antwoord dat ik u net heb voorgelezen, lijkt mij dat
dit een probleem zou zijn van de FOD Economie en dat op andere
sites van andere FOD's dit probleem zich niet zou stellen.
07.06
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Ce problème ne se pose que sur
le site du SPF Economie.
07.07 Simonne Creyf (CD&V): Het antwoord verrast mij, mijnheer
de staatssecretaris.
07.07 Simonne Creyf (CD&V):
Mon expérience est tout autre.
Cette réponse me surprend.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Véronique Ghenne au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint
au premier ministre sur "le traitement des plaintes dans le cadre des enquêtes Kafka" (n° 6574)
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
08 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister over "de klachtenbehandeling in het kader van
de Kafkatests" (nr. 6574)
08.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, j'ai été personnellement interpellée par des citoyens
grondant de mécontentement contre les rouages de l'administration
de notre pays. Cela est certes habituel mais plus dérangeant encore
lorsque ces citoyens s'estiment non entendus et finalement
impuissants face au service fédéral chargé de les entendre et de
travailler à cette fameuse simplification administrative. Je pointe
précisément du doigt le mode de fonctionnement de votre
administration en charge du site internet au nom pourtant symbolique
de "kafka.be". En effet, les citoyens ne comprennent pas pourquoi,
lorsqu'ils émettent une plainte ou des observations sur une question
précise, et ce dans le cadre d'une enquête Kafka, ils n'obtiennent en
retour aucun réponse, aucun avis.

Pour ne donner qu'un exemple, je me ferai ici l'écho de certaines
critiques émanant de citoyens et portées l'an dernier à la
connaissance de votre secrétariat à l'occasion d'une enquête Kafka
se clôturant le 31 mars 2004 qui concernait le listing annuel des
clients assujettis à la TVA, le fameux formulaire 725. Ces critiques
ciblaient la procédure que doivent suivre les assujettis pour remplir ce
formulaire. Elles méritaient, il me semble, d'être attentivement
considérées et pourtant, force est de constater qu'aujourd'hui rien n'a
changé. Chaque année, cette opération est un véritable calvaire pour
ceux devant en assumer les formalités, en particulier pour les micro-
et petites entreprises, pour les petits et très petits indépendants. Ces
formalités requièrent en effet soit des compétences extérieures
engendrant de facto un coût, soit exigent un investissement
considérable au détriment de l'activité professionnelle génératrice de
ressources. L'assujetti, pour envoyer ce formulaire 725 à
l'administration, a ainsi le choix entre trois méthodes. Ces méthodes
ne sont pourtant pas cohérentes les unes par rapport aux autres et
sont malheureusement extrêmement complexes.

La première solution pouvant être choisie est la plus simple; elle
repose sur un formulaire papier à compléter de manière manuscrite.
A l'heure de l'e-government, le citoyen est toutefois en droit d'attendre
autre chose.

La deuxième possibilité est celle du support magnétique. Il est
cependant impossible de trouver le lien qui renvoie aux modalités de
cette méthode sur le site "minfin.be" de l'administration des Finances.
Une fois les informations enfin dénichées, il est triste de constater que
le format Excel suggéré est inadapté aux problèmes, pourtant fort
simples, devant être résolus. Il est de plus exigé, lors de la confection
de ce formulaire, la création d'une dizaine de colonnes, alors que
l'option manuscrite et la troisième se satisfont, elles, de seulement
trois colonnes.

Enfin, la troisième formule propose un modèle devant être informatisé
par l'assujetti lui-même s'il en a les capacités ou, à nouveau, par sa
fiduciaire ou une société de logiciels comptables. Aussi, en plus du
coût inhérent à la démarche administrative assumée par l'assujetti,
l'administration, lorsqu'elle reçoit un document incorrectement
complété, le considère comme non-reçu et peut alors condamner
08.01 Véronique Ghenne (PS):
Ontevreden burgers mopperen
over de administratieve molen. Het
wordt echt vervelend wanneer de
klachten betrekking hebben op de
federale dienst die belast is met de
beruchte administratieve
vereenvoudiging. De burgers
begrijpen immers niet waarom ze
geen antwoord krijgen op een
klacht of opmerking die ze via de
site kafka.be hebben
doorgestuurd.

Naar aanleiding van een Kafkatest
die op 31 maart 2004 werd
afgerond betreffende de jaarlijkse
listing van BTW-plichtige klanten,
het zogenaamde formulier 725,
hebben burgers kritiek geuit op de
te volgen procedure om dit
formulier in te vullen. En we
moeten vaststellen dat daaraan tot
op vandaag nog niets werd
veranderd.

De belastingplichtige kan uit drie
methodes kiezen. De samenhang
tussen de methodes onderling is
echter ver te zoeken en de
methodes zelf zijn uiterst
ingewikkeld. De eerste, meest
eenvoudige oplossing is een
papieren formulier. De tweede
mogelijkheid is die van de
magnetische drager. Die is echter
heel moeilijk op de site minfin.be
te vinden en bovendien ook nog
ingewikkeld in gebruik. Volgens de
derde formule moet de
belastingplichtige zelf een model
op zijn computer zetten. Maar als
de administratie een onjuist
ingevuld document ontvangt, wordt
dat als niet ontvangen beschouwd
en kan de belastingplichtige
worden veroordeeld tot betaling
van een boete die tot 2.500 euro
kan oplopen. De moeilijkheden om
dit formulier in te vullen indachtig,
kan men zich afvragen of de
administratie daadwerkelijk van
plan is die démarche te
vereenvoudigen.
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
l'assujetti au paiement d'une amende d'un montant pouvant aller
jusqu'à 2.500 euros.

Considérant les difficultés à compléter ce formulaire sans erreur
matérielle et donc la forte probabilité pour l'assujetti d'être sanctionné,
il est légitime de s'interroger sur les réelles motivations de
l'administration à simplifier cette démarche.

Je me permets pour mémoire de citer l'extrait d'un avis du Comité
économique et social européen: "La simplification de la bureaucratie
et la réduction des coûts administratifs sont deux pierres angulaires
d'une stratégie ayant pour objectif de favoriser l'émergence de
nouvelles entreprises et surtout de faciliter le développement du tissu
productif existant".

En ce qui concerne directement le mode de fonctionnement du site
internet "kafka.be", par égard envers les citoyens et par souci de
transparence, ne pourrait-on pas imaginer d'établir un "Kafka Blog" ou
un système de groupes de discussion permettant ainsi aux citoyens
de se fédérer par sujet de préoccupation, d'appuyer ou d'améliorer
des suggestions qui leur paraissent fondées?

Ensuite, pour éviter que les plaintes et suggestions ne se perdent
dans les rouages de votre site internet, chaque item ne devrait-il pas
faire l'objet d'un véritable dossier, calqué sur ce qui se passe au
niveau du service de Médiation, dossier accessible par internet et
permettant ainsi à chacun de suivre le cheminement et surtout le sort
dévolu à ses observations?

Enfin, pour ce qui concerne les plaintes dénonçant l'incohérence et la
complexité de la procédure susvisée, en avez-vous eu écho,
monsieur le secrétaire d'Etat? Dans l'affirmative, avez-vous fait
remonter l'information à l'administration concernée?

Que comptez-vous faire, monsieur le secrétaire d'Etat, pour ne pas
décourager les citoyens désireux de collaborer à l'amélioration de
notre système administratif?

Ik herinner eraan dat het Europees
Economisch en Sociaal Comité
heeft verklaard dat "de
vereenvoudiging van de
bureaucratie en de verlaging van
de administratieve kosten de
hoekstenen zijn van een strategie
om de opkomst van nieuwe
ondernemingen te bevorderen en
de ontwikkeling van het productief
weefsel te vergemakkelijken".

Zou op de Kafka-website geen
forum kunnen worden geopend
zodat de burgers zich kunnen
verenigen volgens onderwerp
waarover ze vragen hebben en
waarvoor ze naar hun mening
gegronde voorstellen kunnen
steunen of verbeteren? Zou het
niet nuttig zijn om de klachten en
voorstellen op de site in goede
banen te leiden en voor elk punt
een dossier aan te maken zodat
iedereen te weten kan komen wat
er van zijn opmerkingen is
geworden? Hebt u overigens iets
gehoord over de klachten
betreffende het gebrek aan
samenhang en de complexiteit van
de eerder beschreven procedure?
Zo ja, hebt u de desbetreffende
administratie daarvan al op de
hoogte gebracht? Wat bent u van
plan te doen om de burgers die
willen meewerken aan de
verbetering van ons administratief
systeem niet te ontmoedigen?
08.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame la députée, voici les réponses aux trois questions
que vous venez de me poser.

Votre première question concernait le "Kafka Blog" et la possibilité de
créer un système de groupes de discussions sur notre site. Je pense
que votre suggestion est bonne. Mes services vont l'examiner car il
faut tenir compte non seulement des opportunités mais également de
la praticabilité. Comme vous l'avez fait remarquer à juste titre, cela ne
peut que renforcer l'interaction avec les citoyens en leur permettant
de formuler leurs suggestions.

Pour ce qui est de la méthode de traitement des plaintes ou
messages divers, objet de votre deuxième question, je voudrais
signaler que "kafka.be" ne vise pas à traiter des plaintes individuelles,
ni à donner des solutions individuelles; ceci a d'ailleurs été mentionné
explicitement sur le site web. En effet, le traitement individuel des
plaintes est une des tâches des médiateurs. Tous ceux qui ont laissé
08.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: We staan
achter uw idee om op onze site
een aantal discussiegroepen te
starten. Mijn diensten zullen de
praktische uitvoering daarvan
bekijken.

Wat de behandeling van de
berichten betreft, is de bedoeling
van kafka.be niet individuele
klachten te behandelen of
individuele oplossingen aan te
dragen, wat trouwens op de site
zelf te lezen staat. Wie een bericht
op de site achterlaat, wordt
bedankt en hem of haar wordt
gevraagd of later contact kan
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
un message au point de contact ont été remerciés sur notre site. En
outre, on leur a demandé si l'on pouvait les contacter plus tard. En
cas de réponse affirmative et après avoir donné suffisamment de
coordonnées, ils ont reçu un premier e-mail immédiatement après
avoir laissé le message. Par ce petit mail, ils ont été remerciés et
informés du traitement ultérieur de leur message. De plus, ils ont reçu
une version électronique du rapport final au moment de la publication
de ce rapport.

Les messages ont été analysés en deux phases. La première phase a
consisté en une analyse par domaine politique; notre pays comptant
différents niveaux de pouvoirs dont le fédéral et diverses Régions et
entités locales, nous avons divisé les problèmes. La deuxième phase
était celle de l'analyse du contenu; nous avons essayé de grouper un
certain nombre de messages selon les différents thèmes et de
réaliser une simplification globale. C'est pourquoi les personnes qui
ont reçu un message ne reconnaissent pas toujours leur problème
individuel. Néanmoins, ces réalisations sont toujours communiquées
sur le site web.

Jusqu'à présent, nous avons reçu 6.000 messages ou annonces.
Vous comprendrez qu'il nous est impossible de trouver une solution
immédiate à l'ensemble de ces messages. A ce jour, notre secrétariat
d'Etat a réalisé 89 projets de simplification; vous pouvez les retrouver
sur notre site "kafka.be".

Je puis vous assurer que je lis personnellement chaque matin les 10
à 15 messages que nous recevons quotidiennement de la part de
citoyens tant francophones que néerlandophones.

Dès que nous recevons des messages qui tombent dans le champ
d'application de la simplification administrative, nous contactons
l'administration compétente, dans ce cas-ci l'administration des
Finances. Nous avons déjà contacté le service public fédéral
Finances au sujet du mode d'introduction de listings annuels des
clients assujettis à la TVA. Nous avons ainsi constaté que le plan
informatique de Coperfin prévoit divers projets dont un projet qui doit
permettre aux assujettis d'introduire de tels listings par voie
électronique simplifiée. Il y a donc assez d'indications annonçant une
simplification administrative dans ce secteur.

Madame la députée, vous n'ignorez pas que le chemin vers la
simplification administrative est long. Il y a beaucoup de choses à
faire. Nous collaborons avec d'autres administrations, nous tentons
de travailler ensemble et de trouver des solutions. Mais au final, les
solutions doivent être trouvées en collaboration avec ces
administrations. Cela veut dire qu'on ne peut pas résoudre en un jour
tous les problèmes communiqués par les citoyens. La méthode
existe, le site existe et je peux vous assurer que chaque plainte,
chaque message relevant du champ de la simplification administrative
est traité comme il se doit.
worden opgenomen. Wanneer dat
het geval is, ontvangt die persoon
een e-mail met een woord van
dank waarin hij tegelijkertijd van
de verdere behandeling van zijn
boodschap op de hoogte wordt
gebracht. Bovendien wordt de
betrokkenen, op het ogenblik van
de publicatie, ook een
elektronische versie van het
eindverslag bezorgd.

De berichten worden in twee
stappen onderzocht: ten eerste per
beleidsterrein, want ons land kent
verschillende beleidsniveaus; ten
tweede op grond van de inhoud.
We proberen de berichten per
thema te bundelen en een globale
vereenvoudiging door te voeren.
Dat is meteen de reden waarom
de mensen die een antwoord
krijgen hun individueel probleem
niet steeds herkennen. Die
verwezenlijkingen worden ook
altijd op de website gepubliceerd.

Tot nu toe ontvingen we 6.000
berichten. Het is niet mogelijk voor
alle problemen onmiddellijk een
oplossing aan te dragen. Tot op
heden voerde ons
staatssecretariaat 89
vereenvoudigingsprojecten uit.

Ik lees elke ochtend zelf de tien à
vijftien berichten die we dagelijks
ontvangen.

Wanneer wij berichten ontvangen
met betrekking tot de
administratieve
vereenvoudiging,
nemen wij contact op met de
bevoegde administratie, in dit
geval Financiën. Wij hebben al
met die FOD contact opgenomen
met betrekking tot het indienen
van de jaarlijkse listings van de
BTW-plichtige cliënten. Het
Coperfin-computerplan behelst
diverse projecten, waaronder een
project dat tot doel heeft de BTW-
plichtigen in staat te stellen die
listings via een vereenvoudigde
elektronische weg in te dienen. In
die sector komt er dus wel degelijk
een administratieve
vereenvoudiging.
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Op het gebied van de
administratieve vereenvoudiging
moet nog een lange weg worden
afgelegd en er moet dus nog heel
wat werk worden verricht. Wij
werken samen met andere
administraties teneinde
oplossingen te zoeken. Alle
problemen die ons door de
burgers worden gemeld kunnen
echter niet in een handomdraai
worden opgelost. De site bestaat
en alle klachten of berichten die wij
ontvangen en waarvoor wij
bevoegd zijn, worden behandeld
zoals het hoort.
08.03 Véronique Ghenne (PS): Merci, monsieur le secrétaire d'Etat,
pour votre réponse. Néanmoins, pourrai-je obtenir une copie écrite de
votre réponse afin de la transmettre aux personnes qui m'avaient
interpellée?

Vous me dites que toutes les personnes qui encodent un problème
reçoivent systématiquement une réponse. Cependant, les personnes
qui m'ont interpellée n'ont justement reçu aucun accusé de réception.
08.03 Véronique Ghenne (PS):
Ik dank u voor uw antwoord. Kan
ik een afschrift van uw antwoord
krijgen voor de personen die die
kwestie bij mij hebben
aangekaart? U stelt dat wie een
probleem via e-mail meldt, een
antwoord krijgt. Maar de mensen
die me hebben aangesproken,
hebben niet eens een
ontvangstbevestiging gekregen.
08.04 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Comme je
vous l'ai dit, sur le site même, dès l'envoi de leur message, elles ont
pu apercevoir le petit mot: "Merci pour votre message". Si elles ont
donné leurs coordonnées, nom et adresse e-mail, elles devraient
avoir reçu un accusé de réception.

Dès que le problème avec l'administration, comme le listing, sera
résolu, des réponses structurées seront à nouveau envoyées à tous
les utilisateurs du site qui nous ont signalé leur problème. L'absence
d'accusé de réception pourrait être justifiée par le fait que ces
personnes n'ont pas fourni leurs coordonnées personnelles. Si les
gens déposent une plainte individuelle mais anonyme, c'est leur
choix: elles savent qu'il est impossible de les contacter.
08.04 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne: Op de site
zullen ze bij het verzenden van
hun bericht de boodschap
"Bedankt voor uw bericht" zien
verschijnen. Als ze hun adres
hebben opgegeven, moeten ze
ook een ontvangstbevestiging
krijgen.

Wanneer het probleem bij de
administratie van de baan is,
zullen er gestructureerde
antwoorden worden verzonden
naar de gebruikers van de site die
een probleem hebben gemeld.
Een dergelijk probleem kan zich
enkel voordoen wanneer ze hun
adres niet hebben vermeld. In het
geval van een anonieme klacht is
het uiteraard onmogelijk contact
op te nemen met de indiener
ervan.
08.05 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, encore une
petite réplique concernant le dossier de listing annuel des clients
assujettis à la TVA.
08.05 Véronique Ghenne (PS):
De administratie van Financiën is
bevoegd voor het dossier inzake
de listing van de BTW-plichtige
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Comme vous me disiez que ce sujet relevait de l'administration des
Finances, je me permettrai de remettre mes remarques au ministre
des Finances.
klanten. Ik zal bijgevolg mijn
opmerkingen tot de minister van
Financiën richten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister over "het opvragen van informatie die de administratie reeds
eerder heeft opgevraagd" (nr. 6784)
09 Question de Mme Nahima Lanjri au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "les demandes d'informations que l'administration a déjà réclamées
précédemment" (n° 6784)
09.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, in het verslag met betrekking tot het advies van de
ombudsman, dat onlangs ook in deze zaal werd voorgesteld, lezen we
aanbeveling 9906 in verband met het afschaffen van de verplichting
van de burger om bepaalde stukken voor te leggen terwijl de
administratie over middelen beschikt om deze stukken terug te vinden
of het zou volstaan om aan de administratie deze middelen ter
beschikking te stellen. De commissie voor de Verzoekschriften heeft
reeds in mei 2001 de federale ombudsmannen over deze algemene
aanbeveling gehoord. Hoewel ze destijds was opgenomen in het plan
van de commissaris voor de administratieve vereenvoudiging werd er
aan deze aanbeveling, volgens de federale ombudsman, geen
opvolging gegeven.

Het College van ombudsmannen had begin vorig jaar een ontmoeting
met u, mijnheer de staatssecretaris. U deelde mee dat u, met het oog
op de uitvoering van de algemene aanbeveling, contact zou opnemen
met uw collega, de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat,
de heer Vanvelthoven. Deze problematiek, namelijk de
administratieve vereenvoudiging, was namelijk uw bevoegdheid. Dit
staat trouwens ook in de beleidsnota Administratieve Vereenvoudiging
en het federale regeerakkoord. U kent uw beleidsnota beter dan wie
ook, neem ik aan. Ik hoef dit dan ook niet meer voor te lezen.

U zegt in uw zesde werk dat alle federale overheidsdiensten vanaf
1 januari 2005 geen gegevens of attesten meer mogen opvragen aan
burgers die door hen al werden meegedeeld. U sluit zich dus eigenlijk
aan bij het eerder geformuleerde advies van de ombudsmannen. U
heeft zich tot doel gesteld om het systeem van een unieke
gegevensverzameling betreffende burgers in te voeren en dit vanaf
1 januari 2005. De federale overheidsdiensten mogen aan burgers
niet langer gegevens of attesten opvragen die al gekend zijn bij het
rijksregister van natuurlijke personen of bij een gemeentebestuur. De
Kruispuntbank van de sociale zekerheid vervult reeds lang een
gelijkaardige rol. Dit staat bijvoorbeeld ook in de nota Beter Bestuur.

In verband daarmee had ik graag een aantal vragen gesteld.

Ten eerste, begin 2004 had u een ontmoeting met de
ombudsmannen. Sindsdien is er helemaal geen contact meer
geweest tussen u en deze dienst. Hoe komt dat? Waarom is er geen
opvolging meer gebeurd? Waarom is er geen antwoord meer
gekomen? Hoe komt het dat er totaal geen contact meer is geweest?
09.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Dans le rapport annuel des
médiateurs fédéraux, il est
suggéré de ne plus obliger le
citoyen à produire certaines pièces
si l'administration peut les trouver
elle-même. En mai 2002, la
commission des pétitions a
entendu les médiateurs fédéraux
au sujet de cette recommandation.
Bien qu'elle ait été reprise à
l'époque dans le plan du
commissaire à la Simplification
administrative, aucune suite n'a
été donnée à cette
recommandation, aux dires des
médiateurs.

Au début 2004, le collège des
médiateurs avait rencontré le
secrétaire d'Etat à la Simplification
administrative. Celui-ci avait
promis de contacter le secrétaire
d'Etat à l'Informatisation de l'Etat
pour mettre en oeuvre cette
recommandation générale,
puisqu'elle faisait partie des
priorités de sa politique. La note
de politique Simplification
administrative prévoit qu'à partir
du 1
er
janvier 2005, tous les
services des autorités fédérales ne
peuvent plus demander
d'informations déjà
communiquées précédemment. Le
secrétaire d'Etat oeuvre à la mise
en place d'un système de collecte
unique des données.

Pourquoi, après le début de
l'année 2004, n'y a-t-il plus eu de
contacts relatifs à cette
recommandation entre le
secrétaire d'Etat et les médiateurs
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ten tweede, u hebt gezegd dat u overleg zou plegen met uw collega
Vanvelthoven. Is dat gebeurd? Wat is hieruit voortgevloeid? Wat zijn
de afspraken qua taakverdeling tussen u en de heer Vanvelthoven?

Ten derde, hoe verklaart u eigenlijk de vertraging in de
totstandkoming van die unieke gegevensverzameling? U hebt zelf de
timing van 1 januari 2005 vooropgesteld. Die timing is niet gehaald.
Hoe verklaart u die vertraging?

Ten vierde, wanneer beschouwt u uw werk als verwezenlijkt?
Wanneer er wettelijke bepalingen worden genomen om een zaak te
veranderen of wanneer u ziet dat het systeem van unieke
gegevensverzameling in de praktijk functioneert?

Ten vijfde, wat de wettelijke aanpassingen betreft, is het, mijns
inziens, nuttig om het principe van de eenmalige gegevensinzameling
in te schrijven in de wet betreffende de openbaarheid van bestuur.
Laat dit een suggestie zijn. Ik hoop dat ik dit niet via e-mail moet
verzenden. U moet me geen ontvangstmelding sturen. Bij deze doe ik
de suggestie en vraag u naar uw standpunt terzake. Zult u zich hierbij
baseren op de bepalingen inzake de Kruispuntbank van de sociale
zekerheid en die van de ondernemingen?

Ten slotte, welke formulieren, gegevens of attesten worden op dit
ogenblik nog steeds opgevraagd door de federale overheidsdiensten
of de gemeentebesturen hoewel ze reeds beschikbaar zijn bij het
gemeentebestuur of het rijksregister?

Dit zijn concrete vragen. U mag me beschouwen als de spreekbuis
van een aanbeveling van de ombudsman, mijnheer de
staatssecretaris.
fédéraux? Quand y a-t-il eu
concertation avec le secrétaire
d'Etat à l'Informatisation de l'Etat?
Où en est le dossier au niveau des
deux secrétariats ? Comment le
ministre explique-t-il le retard
dans la mise en place de la
collecte unique des données?
Quand le ministre considère-t-il le
travail comme accompli : quand
les dispositions légales existent ou
quand le système fonctionne dans
la pratique? Quelle est la position
du ministre concernant la
suggestion d'inscrire la collecte
unique des données dans la loi
relative à la publicité de
l'administration? Pour ce qui est
des adaptations légales, le
ministre va-t-il se baser sur les
dispositions se rapportant aux
banques-carrefour? Quels
formulaires sont encore demandés
par les services publics alors qu'ils
sont disponibles auprès de
l'administration communale ou du
registre national?

09.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Lanjri, ik dank u voor de interessante vraag.

Aanbeveling 9906 is mij zeer bekend. Ze loopt gelijk met de
doelstelling van de eenmalige gegevensinzameling die de kern moet
zijn van de administratieve vereenvoudiging. Het principe houdt in dat
overheidsdiensten slechts een gegeven rechtstreeks kunnen
opvragen bij ondernemingen of burgers indien dit nog door geen
enkele andere overheidsdienst werd opgevraagd.

Wat de contacten met de federale ombudsdiensten betreft,
bestuderen mijn diensten de publicaties en jaarverslagen van de
verschillende ombudsdiensten met de nodige aandacht en houden er
rekening mee. Het College van de federale ombudsmannen maakt in
zijn publicaties melding van hetgeen er reeds aan vereenvoudiging
werd gerealiseerd.

Wat de ombudsdiensten zelf betreft, hebben we voor punctuele
dossiers wel degelijk contact met de federale ombudsmensen. Ik
verwijs onder meer naar de contacten met de ombudsdienst inzake
pensioenen. Het dossier inzake de problematiek van het levensbewijs
is volop in ontwikkeling. Bepaalde gepensioneerden moeten om de
zoveel tijd bewijzen dat ze nog in leven zijn, niet alleen voor degenen
die zich in het buitenland bevinden maar ook voor bepaalde specifieke
gevallen in België. Zij moeten aan de hand van een document
bewijzen dat ze nog in leven zijn ten aanzien van de rekenplichtige.
09.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Je connais cette recommandation.
Elle correspond effectivement à
l'objectif de la collecte unique de
données. Mon administration
examine soigneusement les
publications du service fédéral de
médiation. Concernant des
dossiers spécifiques, je suis
effectivement en contact avec les
services de médiation. Lorsque le
collège des médiateurs fédéraux
m'invite à le rencontrer, je suis
toujours disposé à répondre à son
invitation. Il se peut que si je n'ai
plus été invité, c'est en raison des
difficultés qui ont surgi au sein du
collège.

La simplification administrative
sans informatisation est
impossible et l'inverse est vrai
également. Par conséquent, j'ai
des contacts hebdomadaires avec
le secrétaire d'Etat à
25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Samen met de ombudsman voor de pensioenen trachten we hiervoor
een oplossing te vinden zodat het werk niet door de gepensioneerde
an sich moet worden gedaan maar door het gemeentehuis van de
plaats waar de gepensioneerde leeft. Ik herhaal dat we voor punctuele
dossiers wel degelijk contacten hebben met ombudsdiensten.

Mocht men mij uitnodigen voor een nieuw gesprek met het college ­ u
weet wat er gebeurd is in het college van federale ombudsmannen,
misschien is dat een verklaring waarom ze mij niet opnieuw hebben
aangesproken ­ ben ik bereid op die uitnodiging in te gaan.

Ten tweede wat uw vraag betreft over het overleg met mijn collega
Vanvelthoven, weet u dat wij een beetje de Siamese tweeling van
deze regering zijn. In die zin dat vereenvoudiging zonder
informatisering een onmogelijke taak is. De informatisering moet
quasi per definitie leiden tot de vereenvoudiging.

Er is zo goed als wekelijks contact tussen de verschillende
beleidscellen. Die samenwerking loopt zeer goed en is belangrijk bij
het realiseren van het principe van de unieke gegevensinzameling. Dit
principe houdt het volgende in: de verschillende databanken die
beschikbaar zijn bij de overheid: de Kruispuntbank Ondernemingen,
de Kruispuntbank Sociale Zekerheid, het rijksregister, op termijn zelfs
het kadaster en het centraal strafregister, zullen worden ontsloten,
niet alleen wettelijk maar ook technisch. Technisch ontsluiten
betekent dat andere federale en regionale overheidsdiensten toegang
moeten kunnen krijgen tot die verschillende databanken.

Twee problemen stellen zich.

Het probleem van de privacy, waar ik u in alle eerlijkheid kan vertellen
dat, om een toelating te bekomen tot toegang tot één van de
databanken, we altijd moeten passeren via de commissie voor de
privacy, wat toch tijd in beslag neemt, soms ettelijke maanden. Ik geef
een concreet voorbeeld: De Lijn wil toegang krijgen tot het
rijksregister om ervoor te zorgen dat zij niet telkens opnieuw een
attest van gezinssamenstelling moet opvragen bij het geven van een
bepaald goedkoop abonnement aan kansarme gezinnen. Om
toegang te krijgen tot dat rijksregister moet er een positief advies zijn
van de privacycommissie en dat heeft zijn tijd nodig.

Het tweede probleem is de technische ontsluiting. We moeten ervoor
zorgen dat in het hele land op de verschillende niveaus dezelfde
technieken, dezelfde capaciteiten aanwezig zijn om die databanken te
raadplegen. De vereenvoudiging moet dus uiteraard samengaan met
de informatisering.

Ik vind het goed dat u verwijst naar de unieke gegevensinzameling,
want uiteindelijk is dat de essentie van de vereenvoudiging. Ik ben
onlangs nog in Nederland geweest en men heeft het principe daar
ook ingeschreven om tot de vereenvoudiging te komen. Ik lees in het
jaarverslag 2004 van de federale ombudsmannen dat er reeds heel
wat uitvoering is gegeven aan de aanbeveling 9906. Het college
verwijst naar de Kruispuntbank Sociale Zekerheid waar we op
vandaag met de recente uitbreidingen ­ ik denk onder meer aan de
Dimona-aangifte, de multifunctionele aangifte, de aangifte van
technische werkloosheid in de industrie ­ jaarlijks nu al 240 miljoen
papieren attesten uitsparen. Dit zijn attesten die vroeger moesten
l'Informatisation de l'Etat. Notre
but est de rendre accessibles, non
seulement légalement mais aussi
techniquement, toutes les
banques de données des pouvoirs
publics, à savoir la banque-
carrefour des Entreprises, la
banque-carrefour de la Sécurité
sociale, le registre national des
personnes physiques et même, à
terme, le cadastre et le casier
judiciaire central. Sur le plan légal,
nous devons toujours tenir compte
de la position adoptée par la
Commission de la protection de la
vie privée, ce qui prend beaucoup
de temps. Sur le plan technique, il
est nécessaire que les mêmes
moyens techniques soient
présents partout.

On peut lire dans le rapport annuel
2004 des médiateurs fédéraux que
beaucoup de choses ont déjà été
réalisées en ce qui concerne cette
recommandation, notamment la
banque-carrefour de la Sécurité
sociale et la banque-carrefour des
Entreprises.

Le registre national a été créé
dans les années quatre-vingt. En
vertu du respect de la vie privée,
tout service public souhaitant son
affiliation à ce Registre national
doit systématiquement disposer
d'une autorisation. Il y a également
des conditions techniques et
seulement neuf données à
caractère légal peuvent être
révélées aux services publics. Les
données relatives à la filiation ne
peuvent par exemple pas être
consultées. Nous examinerons
étape par étape qui est affilié au
registre national.

Une femme qui souhaite
conserver la plaque minéralogique
de son mari décédé, doit présenter
un acte de mariage et de décès à
la Direction pour l'immatriculation
des véhicules. Jusqu'à présent, la
DIV n'était pas en mesure de
rechercher ces données elle-
même dans le registre national
étant donné que seuls quelques
agents disposaient d'une
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
worden geleverd door het bedrijf, door de burger, aan de overheid en
dat die vandaag elektronisch worden gegenereerd in de schoot van
de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.

Ten tweede, wij doen datzelfde uiteraard ook met de Kruispuntbank
van Ondernemingen waar, door het gebruik van het unieke
ondernemingsnummer, ook heel wat gegevens door de overheid
kunnen worden geverifieerd, zodat niet telkens dezelfde vragen
moeten worden gesteld aan de verschillende ondernemingen.

Nu kom ik tot uw vraag in verband met het rijksregister. Het
rijksregister is een databank die al lange tijd bij ons bestaat. U weet
dat zij in de jaren tachtig werd opgericht. Er stellen zich daar
problemen die ik daarnet reeds heb aangekaart.

Het eerste punt is dat elke overheidsdienst die een aansluiting wil
krijgen op het rijksregister, telkens een machtiging moet hebben om
de privacy van onze medeburgers te beschermen.

Ten tweede is het ook zo dat er technische voorwaarden moeten
vervuld zijn om de ontsluiting te verzekeren.

Ten derde, niet alle gegevens van het rijksregister zijn ontsluitbaar. Er
zijn een aantal wettelijke gegevens ­ een negental ­ die kunnen
worden geraadpleegd door de overheidsdiensten. Maar er zijn ook
andere gegevens, zoals de afstamming, die niet kunnen worden
geraadpleegd door andere overheidsdiensten. De echte ontsluiting
van het rijksregister moet uiteraard goed worden ingekaderd. Wij
proberen dat stap voor stap te realiseren, door na te gaan wie op het
rijksregister aangesloten is.

Ik wil het voorbeeld geven van de Dienst voor Inschrijving van de
Voertuigen, de dienst waar de nummerplaten worden geregistreerd.
Als bij een koppel de man overlijdt en de vrouw de nummerplaat van
de man op haar naam wil plaatsen, moet zij daarvoor naar het
gemeentehuis gaan om er een kopie te vragen van de huwelijks- en
overlijdensakte en pas daarna kan de omzetting van de nummerplaat
gebeuren. De bedoeling zou moeten zijn dat de Dienst voor
Inschrijving van de Voertuigen zelf de verificaties doet via het
rijksregister. Waarom kan dat tot op vandaag niet gebeuren? Wel, bij
de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen hebben slechts enkele
personen de machtiging gekregen om het rijksregister te raadplegen
en bijgevolg kan dat tot op vandaag nog niet gebeuren.

Ik kom op uw vijfde vraag in verband met het inschrijven van het
principe van de unieke gegevensinzameling in de wet op de
openbaarheid van bestuur. Ik denk dat het een goede suggestie is. U
weet dat dat principe reeds staat ingeschreven in de wet op het
Rijksregister van 1983. U weet ook dat ik daarvoor het akkoord nodig
heb van minister Dewael en staatssecretaris Vanvelthoven. Op dit
ogenblik is het wetsontwerp in volle voorbereiding, dus ik denk dat die
suggestie, die u zonder ontvangstmelding hier vandaag doet, in goede
aarde valt.

Ik kom op uw laatste vraag welke formulieren op dit ogenblik nog
worden opgevraagd. U zult willen begrijpen dat het hier niet
onmiddellijk de geschikte plaats is, mijnheer de voorzitter, om een
gedetailleerde opsomming te geven, maar ik wil u toch een concreet
autorisation. A l'avenir, la DIV
devra pouvoir vérifier ces
éléments elle-même.

J'adhère à l'idée d'inscrire le
principe de la collecte unique des
données, qui figurait déjà dans la
loi sur le registre national de 1983,
dans la loi sur la publicité de
l'administration mais l'accord de
M. Dewael et du secrétaire d'Etat
M. Vanvelthoven est nécessaire.
Un projet de loi est en préparation.

Je n'énumérerai pas tous les
formulaires qui sont encore
demandés. L'article 64 du Code
civil stipule que les futurs époux
doivent présenter un acte de
naissance, une preuve de
résidence et un certificat de
nationalité à l'officier de l'état civil
auprès duquel le mariage est
conclu. Un projet de loi sera étudié
au sein de la commission Justice
en vue d'imposer au fonctionnaire
d'effectuer lui-même les
vérifications nécessaires.

La demande de Mme Lanjri est
légitime. Tous les services publics
devront pouvoir utiliser des
banques de données uniques,
actuellement en développement.
Les questions techniques et de
respect de la vie privée doivent
être résolues mais un tel
processus se fait par étapes. Nous
sommes en bonne voie mais toute
accélération du processus est la
bienvenue.

25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
voorbeeld geven, waarover op dit ogenblik of toch binnenkort in de
commissie voor de Justitie zal worden gedebatteerd en dat daarmee
verband houdt.

Het huwelijk bijvoorbeeld. U weet dat u om te huwen een aantal
documenten nodig hebt die moeten worden afgeleverd aan de
ambtenaar waarvoor u het huwelijk afsluit. Die documenten gaan over
het bewijs van nationaliteit, het bewijs van woonst of de kopie van de
geboorteakte. Dat staat in artikel 64 van ons Burgerlijk Wetboek. Dat
is eigenlijk in tegenspraak met de unieke gegevensinzameling, maar
zolang dat artikel is wat het is ­sinds 1804 ­ moeten we ons daaraan
houden. Vandaar dat we een ontwerp hebben ingediend in de
commissie voor de Justitie om dat aan te passen en de ambtenaar te
verplichten om de nodige verificaties te doen in plaats van de burger,
bijvoorbeeld, terug te laten gaan naar zijn geboorteplaats om aldaar
een kopie van de geboorteakte af te halen.

Om te besluiten, mijnheer de voorzitter, denk ik dat de vraag van
mevrouw Lanjri een zeer terechte vraag is. Ik denk dat het principe als
zodanig verworven is. De essentie is dat we alle overheidsdiensten
verplichten om gebruik te maken van unieke databanken, die in volle
opbouw zijn, en dat we dat zowel op het vlak van de privacy als op het
vlak van de techniciteit oplossen. Dat zal eerlijk gezegd stap voor stap
gaan. We gaan dat probleem per probleem aanpakken. Ik denk dat
we daar op de goede weg zijn, maar elke versnelling is natuurlijk
welgekomen.
09.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt
niet direct geantwoord. U hebt wel een aantal problemen aangereikt.
Dat is waarschijnlijk ook de verklaring waarom u die timing niet
gehaald heeft. Nu weet ik niet of u voor uzelf een nieuwe timing hebt
vooropgezet, want de timing van 1 januari is niet gehaald.

Op de laatste vraag hebt u geen antwoord gegeven. Ik denk dat het
wel past om mij desnoods nog een schriftelijk antwoord te geven. Dat
kan toegevoegd worden aan het verslag of u kan mij die lijst
rechtsreeks toezenden, die u hier niet wenst op te noemen. Ik zou wel
graag hebben dat u mij dat toch nog schriftelijk bezorgt.

Ten derde, om op uw laatste puntje in te gaan ­ de vereenvoudiging
in verband met die huwelijken ­ ik heb uw voorstellen gehoord op de
radio of ik heb ze in de krant gelezen. U stelde toen voor dat de
geboorteakte door de gemeentebesturen werd opgevraagd. Ik vind
dat op zich een goede suggestie, maar u zei daarbij dat het gaat om
de geboorteakten van Belgen. Ik wou u erop attenderen dat u zich niet
mag beperken tot Belgen. Het gaat uiteraard om iedereen die in
België geboren is. Dat zijn ook een heleboel vreemdelingen, mensen
die nog geen Belg zijn maar in België geboren zijn. Waarom zou u het
ook niet voor die groep doen? Als zij in België geboren zijn, kan u
evengoed via het gemeentehuis aan hun stad of gemeente van
geboorte het bewijs van het geboorteattest opvragen. Ik wil u even
waarschuwen. Beperk dat niet tot de Belgen, maar tot iedereen die in
België geboren is.
09.03 Nahima Lanjri (CD&V): La
date limite du 1
er
janvier n'a pas
été respectée. Une nouvelle date
a-t-elle été fixée? Le secrétaire
d'Etat peut-il me fournir une liste
écrite des formulaires encore
réclamés? En cas de mariage, les
fonctionnaires seraient d'ailleurs
tenus de demander l'acte de
naissance de toute personne née
en Belgique et donc également
des non-Belges.

09.04 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: U heeft gelijk. Ik
heb mij waarschijnlijk verkeerd uitgedrukt, of u heeft mij verkeerd
begrepen, dat laat ik in het midden. Wat u zegt is volledig juist: het
gaat over iedereen die in België is geboren, zowel Belgen als niet-
09.04 Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il s'agit bien de toute personne
née en Belgique.
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Belgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de politieke uitspraken van de
Koning in het kader van het BHV-dossier" (nr. 6961)
10 Question de M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les déclarations politiques du Roi dans
le cadre du dossier BHV" (n° 6961)
10.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
enerzijds ben ik bedroefd dat mijn politieke vraag ­ die een politieke
vraag is en werd geïnspireerd door een debat onder rechtsgeleerden
inzake staatsrecht van de voorbije weken ­ door de eerste minister
wordt afgehaspeld door het zenden van een vervanger, om niet te
zeggen door het sturen van zijn kat. Anderzijds ben ik blij dat hij dan
toch de enige VLD'er stuurt die principieel antimonarchistisch en zelfs
republikeins is. Ik heb op die manier toch enigszins een
gesprekspartner die mag worden geacht te weten wat de achtergrond
van mijn vraag is.

Mijn vraag is natuurlijk niet alleen republikeins, maar is wel degelijk de
uiting van mijn bezorgdheid voor de politieke zeden in ons land.

Hoewel mijn vrees is dat de staatssecretaris naar hier is gestuurd met
een zorgvuldig voorbereid stukje papier dat hij even zorgvuldig zal
voorlezen, zal ik toch een poging doen om hem een redenering te
ontlokken over het verwilderen van de politieke zeden. Immers,
hoewel de regering doet alsof de gemeenschappelijke verklaring van
de Koning en de eerste minister een verklaring van de Koning is die
was gedekt door de eerste minister en waarmee dan vervolgens de
kous af was, weet iedereen dat dit niet het geval is. Het omgekeerde
was waar. Het was een verklaring van de eerste minister, die werd
bevestigd door de Koning en die vervolgens gemeenschappelijk naar
buiten werd gebracht. Het was dus niet de minister die de Koning
afdekte. Het was de Koning die de minister afdekte. De publieke
opinie in Vlaanderen heeft dat ook zo ervaren.

De kous is dus niet af, niet voor de staatsrechtgeleerden en niet voor
de politicus die ik ben.

Ondertussen werd gisteren of vanochtend in een interview met Karel
De Gucht de suggestie gewekt dat het wel degelijk een verklaring van
de Koning was, die daarna door de minister zou zijn gedekt, zodat de
kous alsnog af zou zijn. Ik ga er echter vanuit dat het andersom was.

Het is ook formeel andersom. De eerste minister was op weg naar het
Parlement om een verklaring af te leggen waarin de vraag zou worden
geformuleerd om te aanvaarden dat de regering het exit-scenario voor
Brussel-Halle-Vilvoorde zou organiseren en om de regering opnieuw
het vertrouwen te geven. Het was dat punt, dat stadium en dat
momentum, namelijk het gemeenschappelijk naar buiten brengen van
een verklaring op een moment dat de eerste minister op weg was
naar het Parlement om het vertrouwen te vragen, dat onderstreept ­
en, wat mij betreft, ook staatsrechtelijk gezien bewijst ­ dat de eerste
minister op zoek was naar het vertrouwen dat weg was, namelijk het
vertrouwen in de oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde zoals de
regering ze voorstelde, zijnde de ijskastprocedure.
10.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Il est regrettable que le
Premier ministre se soit fait
remplacer mais je constate avec
joie qu'il a dépêché le seul
membre républicain du VLD pour
répondre à ma question politique.
Toutefois, je crains que ce dernier
ne vienne lire une petite note
impeccablement préparée.

Je m'inquiète de la dégradation
des moeurs politiques. Le
gouvernement agit comme si la
déclaration commune du Roi et du
premier ministre n'était en fait
qu'une déclaration émanant du Roi
mais couverte par le premier
ministre. En réalité, il s'agissait
d'une déclaration du premier
ministre, confirmée par le Roi, qui
s'est muée par la suite en
déclaration commune.
Contrairement à ce que suggéra le
ministre De Gucht dans une
interview, c'est le Roi qui a couvert
le premier ministre. L'opinion
publique flamande interpréta
d'ailleurs les choses de la sorte.
Mon hypothèse est confirmée,
aussi sur le plan du droit
constitutionnel, par le fait que le
premier ministre se rendait au
Parlement pour demander la
confiance de ce dernier au
moment où la déclaration
commune fut publiée.

Qui prit l'initiative de la
déclaration? Qui approuva
l'initiative? Si c'est le
gouvernement, se rend-il bien
compte du fait que les limites de la
construction établissant que le Roi
ne peut s'immiscer dans la
politique ont été atteintes?

25/05/2005
CRIV 51
COM 615
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26

Vandaar mijn simpele vraag: was dat een verklaring van de Koning
die gedekt is door de eerste minister? Of was het een verklaring van
de eerste minister die gedekt is door de Koning? Wie heeft het
initiatief voor die verklaring genomen? Wie heeft dat initiatief
goedgekeurd?

Als de regering het goedgekeurd heeft, beseft de regering dan dat
daarmee de grenzen zijn bereikt van de constructie die inhoudt dat
een koning zich uit de politiek moet weghouden?
10.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Annemans, u kent uiteraard onze Grondwet en
het artikel 88 van de Grondwet. Wij zijn gehouden ons daaraan te
houden.

Artikel 88 zegt zeer uitdrukkelijk dat de persoon des Konings
onschendbaar is en dat het zijn ministers zijn die verantwoordelijkheid
zijn.

Ik ben jurist van vorming en heb toevallig ook het commentaar van
professor Alen daarover, in zijn "Handboek van het Belgisch
staatsrecht", gelezen. Ik citeer daaruit: "De ministeriële
verantwoordelijkheid, die vrijwillig wordt opgenomen, is algemeen en
geldt voor alle handelingen van de Koning, zodra die ook maar de
geringste politieke weerslag hebben, zoals zijn toespraak. Wanneer
het om geschreven akten gaat, komt de regel van de ministeriële
verantwoordelijkheid tot uitdrukking in de medeondertekening door
een minister die daardoor alleen reeds ervoor verantwoordelijk wordt."
10.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Nous devons nous en tenir à
l'article 88 de la Constitution qui
dispose expressément que «la
personne du Roi est inviolable; ses
ministres sont responsables».
Dans son ouvrage Handboek van
het Belgische staatsrecht,
le
professeur Alen fait valoir que la
responsabilité ministérielle,
librement consentie, est générale
et vaut pour tous les actes du Roi,
dès que ceux-ci impliquent la
moindre retombée politique,
comme lors d'un discours.
Lorsqu'il s'agit d'actes écrits, cette
règle se traduit par la co-signature
d'un ministre, qui, par ce seul
geste, engage sa responsabilité.
10.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dit
is gewoonweg een schandalig antwoord. Iedereen weet dat. Als u ook
maar een beetje jurist bent gebleven na uw opleiding, dan weet u dat
wat u hier gedaan hebt en wat u hier bent moeten komen doen, een
schandaal is. Mijn vraag is ernstig en gefundeerd op, niet eens
politieke, maar juridische bezwaren over wat er gebeurd is. Het zijn
niet de daden van de Koning die hier gedekt zijn door een minister.

De vraag en de staatsrechtelijke vraag is: is het oorbaar dat een
minister die op dat moment op weg is naar het Parlement om het
vertrouwen opnieuw te vragen, een gemeenschappelijke verklaring
met de Koning aflegt over het onderwerp van de oplossing waarover
hij de vertrouwensvraag stelt?

Het algemene aanvoelen van iedereen is dat men daar ver over de
schreef is gegaan en dat men het ver-over-de-schreef-gaan, moet
erkennen. Het enige dat ik u ten goede kan wijzen, is het feit dat de
schandaligheid van uw antwoord waarschijnlijk bevestigt dat men aan
de top ook wel beseft heeft dat men een stap, zoniet meer dan een
grote stap, te ver gegaan is.
10.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Voilà bien une réponse
scandaleuse. Ma question est
sérieuse et elle est fondée sur des
objections juridiques. Il ne s'agit
pas des actes du Roi couverts par
un ministre. Est-il possible qu'un
ministre fasse une déclaration
commune avec le Roi à propos de
la question pour laquelle il
demande la confiance? La
réponse du secrétaire d'Etat
donne à penser qu'à la tête de ce
pays, on réalise qu'on est allé trop
loin. Le sentiment général est
toutefois aussi qu'il y a lieu de le
reconnaître.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.27 heures.
CRIV 51
COM 615
25/05/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27