CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 608
CRIV 51 COM 608
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
23-05-2005
23-05-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la mise en place du Comité de
pilotage du RER et sur les avancées engrangées
lors de la réunion d'installation" (n° 6150)
1
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de invoering van het
pilootcomité van het GEN en over de vooruitgang
geboekt tijdens de installatievergadering"
(nr. 6150)
1
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Johan Vande Lanotte, vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Johan Vande Lanotte, vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les causes qui ont amené
Deutsche Post à ne pas soumettre de dossier
pour une participation de 49 pour cent dans La
Poste belge et la procédure d'appel à candidats
pour l'entrée dans le capital de La Poste"
(n° 6264)
4
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de redenen waarom
Deutsche Post geen dossier heeft ingediend voor
een deelname van 49 percent in de Belgische
Post en de procedure tot oproep van kandidaten
voor een deelname in het kapitaal van De Post"
(nr. 6264)
4
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Johan Vande Lanotte, vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Johan Vande Lanotte, vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven
Question de M. Ludo Van Campenhout au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "l'accessibilité des
gares de la SNCB pour les personnes à mobilité
réduite" (n° 6612)
5
Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toegankelijkheid van
de spoorwegstations voor personen met een
beperkte mobiliteit" (nr. 6612)
5
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Johan
Vande Lanotte
, vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises
publiques, Ingrid Meeus
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Johan
Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
Ingrid Meeus
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
7
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la synergie entre les bureaux de La
Poste et les services communaux à Anvers"
(n° 6613)
7
- de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de samenwerking
tussen de postkantoren en de stadsdiensten in
Antwerpen" (nr. 6613)
7
- Mme Ingrid Meeus au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "les magasins postaux" (n° 7066)
7
- mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de postwinkels"
(nr. 7066)
7
Orateurs: Ludo Van Campenhout, Ingrid
Meeus, Johan Vande Lanotte
, vice-premier
ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques
Sprekers: Ludo Van Campenhout, Ingrid
Meeus, Johan Vande Lanotte
, vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven
Question de M. Dylan Casaer au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les investissements prévus dans la
gare d'Alost et aux abords de celle-ci" (n° 6755)
10
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de investeringen in en
rond het station van Aalst" (nr. 6755)
10
Orateurs: Dylan Casaer, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Dylan Casaer, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
12
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
12
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
publiques sur "la capacité de stationnement à
proximité des gares de Flandre occidentale"
(n° 6761)
Overheidsbedrijven over "de parkeercapaciteiten
aan de West-Vlaamse stations" (nr. 6761)
Orateurs: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le conflit entre le service fédéral de
médiation et le service de médiation de La Poste"
(n° 6788)
14
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het conflict tussen de
federale ombudsdienst en de ombudsdienst van
De Post" (nr. 6788)
14
Orateurs: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la réparation de passages à niveau
au moyen de matériaux insuffisamment durables"
(n° 6864)
16
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het herstellen van
overwegen met onvoldoende duurzaam materiaal"
(nr. 6864)
16
Orateurs: Dirk Claes, Johan Vande Lanotte,
vice-premier ministre et ministre du Budget et
des Entreprises publiques
Sprekers: Dirk Claes, Johan Vande Lanotte,
vice-eerste minister en minister van Begroting
en Overheidsbedrijven
Question de M. Roel Deseyn au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'organisation générale de la
distribution du courrier à La Poste" (n° 6875)
18
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de algemene bedeling
van De Post" (nr. 6875)
18
Orateurs: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Roel Deseyn, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les propositions de l'administration
communale de Brasschaat à La Poste relatives à
l'éventuelle relocalisation du bureau de poste
principal de Brasschaat" (n° 6399)
21
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de voorstellen van het
gemeentebestuur van Brasschaat aan De Post
betreffende de mogelijke herlocatie van het
hoofdpostkantoor van Brasschaat" (nr. 6399)
21
Orateurs: Inga Verhaert, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Inga Verhaert, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la suppression des boîtes
postales" (n° 6877)
22
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het schrappen van
postbussen" (nr. 6877)
22
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la possible suppression des
guichets en gares de Marbehan et Marloie"
(n° 6878)
24
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de mogelijke sluiting
van de loketten in de stations van Marbehan en
Marloie" (nr. 6878)
24
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la situation d'une personne isolée
25
Vraag van heer Joseph Arens aan vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toestand van een
25
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
ayant un enfant à charge pendant les trois années
précédant la pension définitive à La Poste"
(n° 6882)
alleenstaande met een kind ten laste gedurende
de drie jaar die voorafgaan aan het definitief
pensioen bij De Post" (nr. 6882)
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
26
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le bâtiment de la gare de Kortenberg"
(n° 6891)
26
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het stationsgebouw in Kortenberg"
(nr. 6891)
26
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la suppression définitive du plan visant à
construire une gare à Kortenberg" (n° 6960)
26
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de definitieve
schrapping van het plan om in Kortenberg een
stationsgebouw op te trekken" (nr. 6960)
26
Orateurs: Dirk Claes, Hagen Goyvaerts,
Johan Vande Lanotte
, vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques
Sprekers: Dirk Claes, Hagen Goyvaerts,
Johan Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les bâtiments de La Poste à Arlon"
(n° 6913)
28
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de gebouwen van De
Post in Aarlen" (nr. 6913)
28
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les stations terriennes de transfert
de données par satellite" (n° 6914)
29
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de grondstations voor
gegevensoverdracht per satelliet" (nr. 6914)
29
Orateurs: François Bellot, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: François Bellot, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les horaires des trains P durant la
semaine précédant Noël 2005" (n° 6976)
30
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de dienstregeling van
de P-treinen in de week vóór Kerstmis 2005"
(nr. 6976)
31
Orateurs: Camille Dieu, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Camille Dieu, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "les problèmes de
distribution du courrier dans certains quartiers de
Sint-Amandsberg" (n° 7011)
32
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de slechte postbedeling
in een aantal wijken van Sint-Amandsberg"
(nr. 7011)
32
Orateurs: Francis Van den Eynde, Johan
Vande Lanotte
, vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises
publiques
Sprekers: Francis Van den Eynde, Johan
Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Questions jointes de
34
Samengevoegde vragen van
34
- M. François Bellot au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le coût de l'achèvement du TGV" (n° 7039)
34
- de heer François Bellot aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de kostprijs van de
afwerking van de HST-lijn" (nr. 7039)
34
- M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre 34
- de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste 34
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le dépassement du budget du
TGV" (n° 7069)
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de overschrijding van
het budget voor de HST" (nr. 7069)
Orateurs: François Bellot, Jef Van den
Bergh, Johan Vande Lanotte
, vice-premier
ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques
Sprekers: François Bellot, Jef Van den
Bergh, Johan Vande Lanotte
, vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven
Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les ateliers d'entretien des trains et
les prestations de service à des tiers" (n° 7056)
37
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de
onderhoudswerkplaatsen voor treinen en de
dienstverlening aan derden" (nr. 7056)
37
Orateurs: Inga Verhaert, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Inga Verhaert, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
23
MAI
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
23
MEI
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.18 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.18 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la mise en place du Comité de pilotage du RER et sur les avancées
engrangées lors de la réunion d'installation" (n° 6150)
01 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de invoering van het pilootcomité van het GEN en over de vooruitgang
geboekt tijdens de installatievergadering" (nr. 6150)
01.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, ma question
comporte deux volets. Il s'agit d'abord de l'absence de ratification de
la convention RER par les parlements fédéral et flamand. En effet,
l'article 16 de l'accord de coopération RER prévoyait la mise en place
des organes de coopération nécessaires à l'organisation. Le
parlement bruxellois, par une ordonnance du 13 mai 2004, et le
parlement wallon, par décret du 27 mai 2004, ont ratifié le texte. En
revanche, les parlements fédéral et flamand n'ont pas encore adopté
un tel acte d'assentiment. Pourriez-vous m'indiquer les raisons
justifiant ce retard? Une solution pratique a-t-elle été trouvée afin de
pallier le vide juridique qui empêche le fonctionnement légal des
organes prévus dans cette convention?

A côté de cette absence de ratification, je voulais également évoquer
la création du comité de pilotage du RER et les avancées engrangées
lors de la réunion du 10 mars 2005. En effet, nombre de dispositions
de la convention du 4 avril 2003 n'ont, à ce jour, pas encore été mises
en oeuvre dans les délais prévus. Après deux années perdues, il
semblerait toutefois que le ministre des Entreprises publiques, c'est-à-
dire vous-même, ait décidé de se saisir de ce dossier et que le comité
de pilotage se soit finalement réuni le 10 mars de cette même année.

Je souhaiterais que vous puissiez nous exposer en quelques mots les
différentes avancées de cette réunion du 10 mars; essentiellement au
sujet de quatre points précis.

Premièrement, la réalisation de l'étude d'analyse de la demande. En
effet, l'article 13 de la convention prévoyait qu'une étude serait
réalisée. Je suppose que le temps qui s'est écoulé depuis la signature
de la convention a pu être mis à profit pour effectuer ce travail. Est-ce
bien le cas? Quel en est l'état d'avancement? Et, s'il y a eu
01.01 Melchior Wathelet (cdH):
Het GEN-samenwerkingsakkoord
voorzag in een snelle totstand-
koming van een akkoord inzake de
invoering van de nodige samen-
werkingsorganen. Het Brussels en
het Waalse Parlement hebben de
tekst van die overeenkomst
geratificeerd. Waarop wachten het
Vlaamse en het federale
Parlement dan nog om een
instemmingsakte goed te keuren?

Heeft men een praktische
oplossing gevonden om de
juridische leemtes op te vullen die
verhinderen dat de organen uit die
overeenkomst in alle wettelijkheid
kunnen werken?

Tal van bepalingen uit de
overeenkomst van 4 april 2003
werden niet op tijd in de praktijk
omgezet. Vermits u zich thans
over dit dossier ontfermt, wens ik
van u te vernemen welke
vooruitgang op de vergadering van
de stuurgroep van 10 maart 2005
werd gemaakt?

Ik veronderstel dat men de tijd na
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
avancement, quels en sont les résultats?

Deuxièmement, l'achat du matériel roulant. L'article 17 de l'accord
stipule qu'une partie du matériel roulant destiné au RER doit être
disponible en 2005 afin de permettre la mise en service pour le 31
décembre 2005 au plus tard. Vous nous aviez précédemment indiqué
que les caractéristiques principales du matériel roulant avaient été
arrêtées lors du Conseil des ministres du 20 mars 2004 et qu'un
cahier des charges reprenant les caractéristiques du matériel avait
été diffusé en août 2004. Pourriez-vous nous exposer les avancées
réalisées? Selon quel calendrier les rames seront-elles commandées
et livrées? Les délais annoncés dans l'accord pourront-ils être
respectés?

Troisièmement, la planification des travaux. Nous avons appris que
différents recours auraient été introduits à l'encontre des permis
octroyés par les Régions en vue de permettre la réalisation des
grands travaux d'infrastructure. Pourriez-vous nous confirmer que le
planning de mise en oeuvre de ces grands travaux pourra malgré tout
être respecté?

Quatrièmement, les mesures transitoires permettant une amélioration
de l'offre pendant la durée des travaux. L'article 31 prévoit que des
mesures transitoires spécifiques seront étudiées afin de permettre la
valorisation du renforcement optimum des capacités et fréquences
actuelles sur les futures lignes radiales de la R2 ainsi que la
modernisation du matériel roulant. Pourriez-vous nous préciser les
décisions qui ont été prises quant à ces mesures transitoires? Sur
quel échéancier les cadences seront-elles renforcées dans les
dessertes suburbaines de la zone RER? Pourriez-vous nous garantir
que les nouvelles rames seront réparties équitablement entre les
lignes desservant le nord et le sud de Bruxelles?
de ondertekening van de
overeenkomst nuttig heeft gebruikt
om de studie bepaald in artikel 13
van de overeenkomst op te
starten. Wat zijn de resultaten van
die studie? Wanneer zullen ze
beschikbaar zijn?

Volgens het samenwerkings-
akkoord, moest een deel van het
rollend materiaal voor het GEN in
2005 geleverd worden zodat het
ten laatste op 31 december in
dienst kan worden genomen. De
specificaties van dit materiaal
werden op de ministerraad van 20
maart 2004 vastgelegd. Het
bestek werd in augustus 2004
bekend gemaakt. Hoever staat het
met de bestelling van dat
materiaal? Zal de aangekondigde
timing worden nageleefd?

Zullen de grote infrastructuur-
werken voor het GEN naar plan
worden uitgevoerd? Zullen de
beroepen tegen de vergunningen
die door de Gewesten werden
uitgereikt, niet voor vertragingen
zorgen?

Wat werd er beslist in verband met
de specifieke overgangs-
bepalingen uit artikel 31 die in een
uitbreiding van de huidige
capaciteit en frequentie op de
toekomstige radiaallijnen van de
R2 voorzien? Volgens welke
timing zal die uitbreiding verlopen?
Zullen de nieuwe treinstellen billijk
worden verdeeld over de
verbindingen ten noorden en ten
zuiden van Brussel?
01.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, la
question est très longue. Je vais y répondre brièvement et de façon
systématique.

La ratification aussi bien au niveau fédéral que régional est en cours.
Au niveau fédéral, nous avons reçu l'avis du Conseil d'Etat. Une
audition sur le sujet est déjà prévue au parlement flamand.

Le fait que ce n'était pas encore approuvé n'a pas empêché
d'avancer. En effet, un groupe de travail préfigurant le Comité de
pilotage du RER s'est réuni à quatre reprises courant de l'année 2004.

L'achat est en cours. L'appel a été lancé, mais je ne vous cache pas
que les offres peuvent poser problème.
01.02 Minister Johan Vande
Lanotte: De federale en de
gewestelijke overheden hebben de
ratificatieprocedure opgestart. Op
federaal niveau hebben we het
advies van de Raad van State
ontvangen. Het Vlaams Parlement
heeft reeds een hoorzitting over
deze kwestie op zijn agenda
geplaatst.

In afwachting van de ratificatie is
een werkgroep, die een vooraf-
spiegeling is van de stuurgroep
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3

Où en sont les travaux? Le permis a été accordé par la Région
flamande, il n'y a pas eu de recours; le permis de la Région wallonne
a été accordé, mais avec des recours. Le gouvernement doit se
prononcer dans les mois qui viennent, théoriquement avril-mai 2005;
quant à Bruxelles, la commune de Watermael-Boitsfort semble
tellement "aimer" le RER qu'elle a introduit un recours devant le
Collège d'urbanisme, le 16 juillet 2004, mais ce Collège n'a pas réagi.
Infrabel, à son tour, a introduit un recours devant le gouvernement de
la Région bruxelloise, qui devait se prononcer pour avril 2005; mais
nous attendons toujours la réponse.

Une fois le certificat obtenu, nous pouvons demander le permis
d'urbanisme. Nous constatons que deux Régions ont déjà donné leur
avis, tandis que la Région bruxelloise est en retard.

Comme mesure transitoire, nous avons d'abord introduit le CityRail,
pour améliorer la qualité de l'offre suburbaine. Cela devrait permettre
de préparer l'arrivée du RER.

On a amélioré l'offre suburbaine à court terme. En 2004, le CityRail
s'appliquait à cinq liaisons:
- Braine-l'Alleud/Bruxelles-Schuman/Alost;
- Termonde/Bruxelles-Jonction Nord-Midi;
- Louvain-la-Neuve/Bruxelles-Jonction Nord-Midi (Nivelles en heures
de pointe);
- Zottegem/Bruxelles-Jonction Nord-Midi;
- Alost/Bruxelles Jonction Nord-Midi.

Jusqu'à présent, cette expérience s'est révélée satisfaisante. Cette
année, la liaison Louvain/Grammont passant par Bruxelles sera mise
en oeuvre.

Un certain nombre d'études sont en cours; je ne vais pas les
énumérer ici, je vous en communiquerai les références.

Le gouvernement a décidé de commencer l'exploitation du RER en
décembre 2006 avec quelques lignes, exploitation pour laquelle le
déficit est couvert. Au lieu de planifier un très grand projet pour une
dizaine d'années et de devoir constater, éventuellement après 5 ans,
que le concept n'est pas efficace alors que d'importants frais ont été
engagés, nous avons décidé de mettre le RER en circulation sur un
nombre limité de lignes avec un déficit couvert pour une période de 4
ans, au terme de laquelle ­ vers 2010 - nous ferons le point et nous
verrons si le projet répond aux attentes des voyageurs et des
entreprises qui l'ont conçu. Vers 2008 ou 2009, nous pourrons alors
orienter la deuxième phase.

Ce qu'on a fait à ce niveau est fondamental; c'est beaucoup plus
pragmatique. J'espère qu'on pourra augmenter le nombre de lignes
dans la deuxième phase. Je le répète, je m'engage à commencer en
décembre 2006.
voor het GEN, in 2004 vier keer
bijeengekomen.

De aankoopprocedure loopt: de
offerteaanvraag werd uitge-
schreven, maar de offertes
kunnen voor problemen zorgen.

Wat de werkzaamheden betreft,
heeft het Vlaamse Gewest de
vergunning afgegeven, zonder dat
er beroep ingesteld werd. Het
Waalse Gewest heeft die ene
vergunning eveneens afgegeven,
zij het dat er beroepschriften
werden ingediend. In Brussel heeft
de gemeente Watermaal-
Bosvoorde beroep aangetekend.
Ook Infrabel is bij de Brusselse
Gewestregering in hoger beroep
gegaan.

Als we over het attest beschikken,
kunnen we de stedenbouwkundige
vergunning aanvragen. Twee
Gewesten hebben al een advies
uitgebracht; het Brusselse Gewest
is te laat.

Bij wijze van overgangsmaatregel
hebben we de "CityRail" ingevoerd
ter verbetering van de kwaliteit van
het voorstadstreinaanbod.

In 2004 werd "CityRail" op vijf
spoorverbindingen toegepast. Het
experiment was succesvol, zodat
dit jaar werk zal worden gemaakt
van de verbinding Leuven-
Geraardsbergen via Brussel. Een
aantal studies is nog aan de gang.

De regering besliste in december
2006 op enkele lijnen met de
uitbating van het GEN te
beginnen; het exploitatietekort
daarvan is gedekt. In plaats van
ineens een groot project voor een
tiental jaren te plannen en pas na
vijf jaar vast te stellen dat het
concept niet werkt, terwijl intussen
grote uitgaven zijn gebeurd,
beslisten we het GEN op een
beperkt aantal lijnen in te zetten
met een tekort dat gedurende vier
jaar is gedekt. Op dat ogenblik (in
2010) zullen we een stand van
zaken opmaken en nagaan of het
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
project aan de verwachtingen van
de reizigers en van de bedrijven
die het hebben ontworpen,
voldoet. Omstreeks 2008 of 2009
zullen we richting kunnen geven
aan de tweede fase.
01.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour ces informations.

En ce qui concerne les lignes prioritaires qui seraient opérationnelles
en décembre 2006, quels sont les critères qui dicteront vos choix?
S'agit-il de ceux déjà en place pour le CityRail?
01.03 Melchior Wathelet (cdH):
Op grond van welke criteria zal u
een keuze maken met betrekking
tot de prioritaire lijnen die in
december 2006 operationeel
zullen zijn?
01.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Il s'agit des six axes suivants:
Louvain-la-Neuve, Braine-l'Alleud, Braine-le-Comte, Termonde,
Malines et Louvain.
01.04 Minister Johan Vande
Lanotte: Het gaat om de assen
Louvain-la-Neuve, Eigenbrakel, 's
Gravenbrakel, Dendermonde,
Mechelen en Leuven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "les causes qui ont amené Deutsche Post à ne pas soumettre de dossier
pour une participation de 49 pour cent dans La Poste belge et la procédure d'appel à candidats pour
l'entrée dans le capital de La Poste" (n° 6264)
02 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de redenen waarom Deutsche Post geen dossier heeft ingediend voor een
deelname van 49 percent in de Belgische Post en de procedure tot oproep van kandidaten voor een
deelname in het kapitaal van De Post" (nr. 6264)
02.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, un article de La Libre Belgique du 23 mars 2005 mentionne
que la Deutsche Post aurait refusé de soumettre un dossier pour une
participation de 49% dans La Poste belge fin février. Le président de
la Deutsche Post a indiqué que son groupe a examiné de très près le
dossier belge et qu'il se désistait parce que "manquaient plusieurs
conditions préalables". Selon la presse, "les raisons du refus seraient
la trop forte influence des partis et des syndicats belges, l'alliance
forgée entre les postes française et néerlandaise, le choix de Leipzig
comme nouveau centre de tri de DHL entre autres".

Eu égard à ces éléments, monsieur le ministre, pourriez-vous faire le
point sur ce dossier? Existait-t-il un premier délai à la soumission d'un
dossier pour les candidats à l'entrée dans le capital de La Poste
belge? Combien de candidats sérieux ont-ils soumis un dossier? Quel
échéancier a été fixé à la suite de ces appels à candidature? Quelles
conditions préalables non satisfaites ont-elles amené la Deutsche
Post à renoncer à sa candidature? La procédure d'appel à
candidatures lancée par La Poste autorise-t-elle à des candidats
tardifs à se manifester aujourd'hui encore?
02.01 Melchior Wathelet (cdH):
Wij vernemen uit de pers dat
Deutsche Post zou weigeren haar
dossier met betrekking tot de
participatie van 49% in De Post in
te dienen omdat de voorafgaande
voorwaarden niet zouden zijn
vervuld en de Belgische politieke
partijen en vakbonden een te grote
invloed zouden uitoefenen.

Kan u preciseren of er een eerste
termijn geldt voor de indiening van
de dossiers van bedrijven die in
het kapitaal van De Post willen
participeren? Zo ja, hoeveel
dossiers werden ingediend?

Werd een tijdpad uitgewerkt voor
wat het vervolg van die oproep tot
de kandidaten betreft? Aan welke
voorafgaande voorwaarden dient
te worden voldaan? Staat de
procedure voor de oproep tot de
kandidaten de laattijdige indiening
van een kandidatuur toe?
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
02.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
malheureusement, je ne peux pas répondre grand-chose dans le
sens où nous nous sommes mis d'accord dès le début de la
procédure pour communiquer le moins possible sur le sujet. La
procédure a démarré fin décembre. Il y avait effectivement des délais
pour l'introduction de certains éléments, délais à considérer avec une
certaine souplesse mais qui doivent tout de même être respectés.
Aucun timing ne nous est imposé pour la conclusion car il faut
envisager des négociations conséquentes. Sur le nombre, l'identité,
les motifs de la participation ou non de certains acteurs,
malheureusement pour vous, nous ne pouvons rien révéler. D'ici
quelques mois, nous pourrons vous expliquer comment les choses se
sont déroulées.
02.02 Minister Johan Vande
Lanotte: In het huidige stadium
van de onderhandelingen kan ik
daarop niet antwoorden. Bij de
aanvang van de procedure hebben
wij immers beslist zo weinig
mogelijk informatie over dat
dossier te verspreiden. De
procedure is eind december van
start gegaan. Hoewel geen datum
voor het bereiken van een akkoord
werd vooropgesteld, zou ik u in de
komende maanden de gevraagde
inlichtingen moeten kunnen
bezorgen.
02.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je peux
comprendre vos raisons.
02.03 Melchior Wathelet (cdH):
Ik heb begrip voor de redenen die
u daartoe aanzetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toegankelijkheid van de spoorwegstations voor personen met een
beperkte mobiliteit" (nr. 6612)
03 Question de M. Ludo Van Campenhout au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "l'accessibilité des gares de la SNCB pour les personnes à mobilité réduite"
(n° 6612)
03.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, voor personen die gehinderd zijn in hun
mobiliteit is het belangrijk dat zij optimaal gebruik kunnen maken van
het gemeenschappelijk vervoer trein, tram en bus. Daarvoor wil de
NMBS terecht een netwerk uitbouwen van 93 stations die op termijn
toegankelijk zouden zijn voor reizigers met een beperkte mobiliteit.

Voor de werken terzake moet men prioriteiten stellen en gefaseerd
werken. De stations zullen worden gespreid zodat de betrokkenen
met een beperkte mobiliteit niet meer dan 10 kilometer nodig zouden
hebben voor en na het transport. Dat is een redelijk criterium voor
mensen die mobiel zijn. Voor mensen die beperkt zijn in hun mobiliteit
is 10 km wel een grote afstand. Meestal liggen de stations nabij de
woonomgeving van personen met een handicap.

In Antwerpen is van de 8 stations maar 1 station, Antwerpen-Centraal,
toegankelijk voor personen met een beperkte mobiliteit. Voor het
voor- en natransport is het een van de moeilijkste stations.
Daarenboven stellen reizigers vast dat bij de heraanleg van de
stations niet voldoende aandacht wordt besteed aan de
toegankelijkheid. In de stations Ekeren richting Antwerpen en Sint-
Mariaburg richting Essen is bijvoorbeeld niet in een hellend vlak
voorzien waardoor de toegankelijkheid niet alleen beperkt is voor de
rolstoelgebruikers, maar ook voor de rolstoelgebruikers die vergezeld
zijn van een assistent of begeleider.

DE NMBS heeft een brochure gepubliceerd, speciaal voor de reizigers
03.01 Ludo Van Campenhout
(VLD): Les personnes à mobilité
réduite doivent être en mesure
d'utiliser les transports en commun
de façon optimale. L'objectif à
terme de la SNCB est de rendre
accessibles 93 gares pour ces
personnes. Les gares seront
dispersées de sorte que le
transport en amont ou en aval se
limitera à 10 kilomètres. Cette
distance est considérable pour les
personnes à mobilité réduite.

A Anvers, seule la gare d'Anvers-
Central est facilement accessible
pour les personnes à mobilité
réduite. Cette gare pose toutefois
problème en ce qui concerne le
transport en amont ou en aval.

Trop peu d'attention est accordée
à l'accessibilité lors du réamé-
nagement des gares. Un plan
incliné pour les utilisateurs de
fauteuils roulants n'est que
rarement aménagé. L'information
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
met een beperkte mobiliteit waarin de dienstregeling van het station is
opgenomen, maar in een aantal gevallen stemt de informatie niet
altijd overeen met de werkelijke situatie op het terrein.

Ik wil de minister daarom de volgende vragen stellen.

Kan het netwerk van drieënnegentig stations op termijn worden
uitgebreid? De dichtstbijzijnde stations betekenen immers vaak de
enige mogelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit. Moet
de treinbegeleider een persoon met beperkte mobiliteit bijstaan
wanneer de reiziger dat vraagt?

Kan de minister verzekeren dat de informatie in de brochure Reizigers
met beperkte mobiliteit de werkelijkheid op het terrein weerspiegelt?

Kan bij de heraanleg of de renovatie van stations worden toegekeken
op de fysische criteria met betrekking tot de toegankelijkheid, zoals
hellende vlakken, minimaal gebruik van treden, tallu's enzovoort?
de la brochure "Voyageurs à
mobilité réduite" ne correspond
pas toujours à la réalité.

Le réseau des 93 gares
sélectionnées sera-t-il étendu? Un
accompagnateur de train doit-il
prêter assistance à une personne
à mobilité réduite à la demande de
celle-ci? Le ministre garantit-il que
l'information de la brochure reflète
la réalité? Peut-il être tenu compte
de l'accessibilité lors du
réaménagement des gares?
03.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Van Campenhout, er is wat met deze vraag misgelopen,
aangezien ik een Franstalig antwoord had voorbereid, omdat een
ander lid ze had gesteld. Ik kan ze echter wel beantwoorden.

Wij kunnen inderdaad niet zeggen dat we alle stations over afzienbare
tijd toegankelijk zullen maken. Dat zou natuurlijk ideaal zijn. De NMBS
heeft er echter voor geopteerd een aantal stations volledig
toegankelijk te maken en de mensen bij telefonisch contact dan te
oriënteren naar de stations die die diensten aanbieden. Die worden zo
goed mogelijk gespreid, zodat men er niet al te ver van is verwijderd,
wetende dat personen met een zware handicap vrijwel altijd met een
speciaal voertuig worden gebracht. Of zij naar het ene of het andere
station worden gebracht is van ondergeschikt belang. Het
dichtstbijzijnde station is natuurlijk altijd het leukste, het belangrijkste
is een aanvaardbare spreiding. Het is beter op een aantal plaatsen
voor 100% in orde te zijn dan overal voor 90% in orde te zijn, want
anders hebben we niets opgelost.

De begeleiding moet daarom ook worden georganiseerd. Het is de
bedoeling in die stations een betere begeleiding te hebben.

Als wij brochures uitgeven, zouden deze de werkelijkheid moeten
weerspiegelen. U vraagt of ik dat kan verzekeren. Ik hoop dat ik dat
kan verzekeren. Het lijkt mij evident dat, als we een brochure
uitgeven, die ook klopt.

Bij nieuwe stations wordt hiermee veel meer rekening gehouden.
Jammer genoeg worden niet veel meer echt nieuwe stations gebouwd
en er zijn er ook niet veel meer die echt grondig worden vernieuwd.

Er zijn er enkele, waarvan sommige u bekend zijn. In de meeste
stations zijn er echter niet veel renovaties. U weet ook dat er een
groot probleem is met de kaders. Bij de NMBS is dat een vrij groot
probleem. Er zijn ook verschillende soorten treinstellen. Bij renovaties
wordt het echter maximaal nagestreefd.
03.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Toutes les gares ne
seront pas rendues accessibles
mais la SNCB en a sélectionné
quelques-unes où l'accessibilité
devra être assurée, les voyageurs
concernés pouvant être aiguillés
vers ces gares-là par contact
téléphonique. Les personnes très
handicapées sont souvent
déplacées au moyen d'un véhicule
spécial. Leur accompagnement
dans les gares doit être bien
organisé.

Les brochures doivent refléter
fidèlement la réalité. Dans les
nouvelles gares, il sera tenu
compte de l'exigence d'acces-
sibilité mais, actuellement, rares
sont les gares qui sont l'objet de
transformations ou de rénovations.
03.03 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord en de tekenen van aandacht voor de
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
toegankelijkheidsproblematiek voor reizigers met een beperkte
mobiliteit.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: We komen nu aan de vraag van de heer Van Campenhout over de samenwerking tussen
postkantoren en de stadsdiensten in Antwerpen.
03.04 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag nr.
7066 gaat ook over de postwinkels en sluit daar heel nauw bij aan.
Zou ik mijn vraag ook nu kunnen stellen?
De voorzitter: Ik heb daar geen bezwaar tegen. Dat zal wellicht geen probleem zijn.

Mijnheer de minister, hebt u er een bezwaar tegen dat wij vraag nr. 7066 koppelen aan vraag nr. 6613?
03.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik heb
daar geen bezwaar tegen.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de samenwerking tussen de postkantoren en de stadsdiensten in
Antwerpen" (nr. 6613)
- mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de postwinkels" (nr. 7066)
04 Questions jointes de
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la synergie entre les bureaux de La Poste et les services communaux à Anvers"
(n° 6613)
- Mme Ingrid Meeus au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"les magasins postaux" (n° 7066)
04.01 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij kunnen bij De Post een gunstige evolutie
waarnemen, met name dat zij haar verkooppunten, haar
servicecentra, uitbreidt naar plaatsen die meer toegankelijk zijn voor
de gemiddelde consument, zowel qua tijd als qua plaats.

Dat is een heel goede evolutie. Onze fractie heeft er in het verleden
vaak voor gepleit dat mensen terecht zouden kunnen in supermarkten
en in treinstations bijvoorbeeld, om een aangetekende verzending af
te halen of om postzegels te kopen. De modale burger werkt immers
van 9 uur tot 17 uur en dat is nu net het moment dat de postkantoren
meestal open zijn.

De Post kijkt terecht om haar distributienetwerk te heroriënteren en te
enten op bestaande infrastructuren, zoals treinstations, supermarkten
en dergelijke.

De stad Antwerpen stelt voor om ook eens te onderzoeken of er een
synergie mogelijk is op de plaatsen waar mensen sowieso vaak in
contact komen met de overheid voor allerlei verrichtingen. U weet dat
men de districthuizen in Antwerpen en de talloze wijkkantoren tracht
uit te bouwen tot servicecentra voor contact met de overheid. Men wil
daarvan multiservicecentra maken. Volgens mij kan er synergie
gevonden worden en kunnen daar ook faciliteiten van De Post
georganiseerd worden. Dat heeft grote voordelen. Ze zijn zeer
04.01 Ludo Van Campenhout
(VLD): On observe une évolution
favorable à La Poste qui souhaite
élargir les points de vente à des
endroits plus faciles d'accès pour
le consommateur moyen. Notre
groupe a souvent plaidé pour un
tel élargissement par le passé. La
réorientation de la structure de
distribution de La Poste est d'une
grande importance.

La ville d'Anvers veut examiner si
des services postaux peuvent être
proposés à des endroits où les
citoyens entrent en contact avec
les autorités. Les maisons de
district et les bureaux de quartier
font partie des endroits envisagés
étant donné qu'ils sont répartis
dans toute la ville et proposent des
heures d'ouverture pratiques pour
les clients.

Qu'en pense le ministre?
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
verspreid over het territorium van de stad. Ze hebben vaak ook
klantvriendelijke openingsuren, met avondopeningen en dergelijke.
Naast synergie qua infrastructuur, zou er ook synergie op het vlak van
personeel moeten kunnen.

Mijnheer de minister, ik had graag uw standpunt daaromtrent gekend.
04.02 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat ook over de postwinkels. In een persbericht
van vorige week heb ik gelezen dat De Post vanaf half juni ongeveer
veertig nieuwe postwinkels zal openen, in afspraak met de lokale
partners en zelfstandigen.

Dat initiatief juichen wij natuurlijk toe, want op die manier kan De Post
haar diensten dichter bij de klanten brengen, een grotere
dienstverlening geven en gemakkelijker toegankelijkheid bieden aan
het publiek. Bovendien zullen er allerhande basisproducten en
diensten van De Post worden aangeboden. Zo zullen er onder meer
postwinkels komen in de stad Sint-Niklaas. Vandaar mijn heel
specifieke vragen.

Is er al geweten in hoeveel postwinkels er in de stad Sint-Niklaas
worden voorzien? Waar en in welke winkels? Tegen wanneer zullen
die postwinkels in de stad Sint-Niklaas operationeel zijn?

Worden er tevens postwinkels gepland in de deelgemeenten van de
stad Sint-Niklaas, teneinde tegemoet te komen aan de minder
mobiele mensen die niet in het centrum van de stad wonen?

Wordt er op termijn ook in postwinkels voorzien in kleine en
middelgrote gemeenten? Momenteel worden de eerste veertig enkel
in steden gepland. Een middelgrote gemeente is bijvoorbeeld Temse.
In bevestigend geval, wanneer zal daarin worden voorzien?
04.02 Ingrid Meeus (VLD): J'ai lu
dans la presse la semaine
dernière que La Poste ouvrira une
quarantaine de points de vente en
juin, en concertation avec des
partenaires locaux. Toutes sortes
de produits de base et de services
deviennent ainsi plus accessibles
pour le client.

Combien de bureaux de poste
seront-ils ouverts à Saint-Nicolas
et où seront-ils établis? Quand
seront-ils opérationnels? Des
points de vente seront-ils ouverts
dans les communes qui font partie
de la ville et dans les communes
de taille petite et moyenne,
comme Tamise par exemple?
De voorzitter: Mijnheer de vice-eerste minister, ik zou u durven aanraden een dezer dagen de volledige
lijst bekend te maken, want ik ken nogal wat collega's die klaar staan om u een zelfde vraag te stellen met
betrekking tot hun regio.
04.03 Minister Johan Vande Lanotte: Inderdaad, mijnheer de
voorzitter.

Het is mogelijk om samen te werken met de steden. Uiteraard is het
zo dat degene met wie we samenwerken het personeel moet leveren
en zeer flexibele urenmoet waarborgen. Dat is op zich mogelijk.

Er was nog niet veel samenwerking omdat nog niet veel gemeenten
daartoe meteen bereid waren. Dat kan altijd besproken worden.
Wanneer het stadsbestuur aan De Post een signaal geeft, zal dat
zeker onderzocht worden. We hebben afgesproken dat een
uitbreiding van het postwinkelconcept na deze fase mogelijk is, maar
dan moeten er contacten gelegd worden.

Wat dan de postwinkels in Sint-Niklaas betreft, die gaan er komen.
Dat is bepaald tegen juli, maar ik wil mij niet vastpinnen op een
datum. In de deelgemeenten zijn er op dit moment geen bijkomende
postwinkels gepland en in Temse evenmin.

We gaan nu de omgekeerde richting uit. Vroeger kregen we altijd
04.03 Johan Vande Lanotte,
ministre: En principe, une
collaboration est possible entre les
villes et La Poste, mais le
partenaire intéressé doit prévoir
des heures d'ouverture flexibles et
fournir le personnel nécessaire.
L'administration communale peut
contacter La Poste à cet effet.

Un Point Poste sera ouvert à
Saint-Nicolas au mois de juillet. A
l'heure actuelle, aucun projet ne
prévoit l'ouverture de Points Poste
dans les communes fusionnées ou
à Tamise.

De nombreuses questions ont été
posées précédemment sur la
suppression de bureaux de poste
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
vragen over het feit dat ergens een postkantoor werd afgeschaft. Nu
zal natuurlijk iedereen een postwinkel in zijn of haar gemeente
vragen. Zoals ik moeilijk kon zeggen waarom een bepaald
postkantoor werd afgeschaft ­ ik kon enkel antwoorden dat ik niet
anders kon ­ kan ik nu ook moeilijk zeggen waar er een postwinkel
komt. Ook bij de uitbouw van de postwinkels zullen we selectief
moeten zijn.

Bovendien is de doelstelling om tegen eind 2006, 130 postwinkels op
te richten. Dat moeten we geleidelijk aan doen. We moeten er immers
op letten dat de postwinkels kwalitatief hoogstaand zijn. Dat is immers
een heel belangrijk instrument voor De Post. We mogen niet denken
dat, als iemand anders dat doet, het ook wel goed zal zijn. Dat is niet
juist. We moeten proberen om het bereik, dat nu niet goed is, te
verbeteren.

In september 2005 zullen we meer weten. Ik zal waarschijnlijk voor juli
niet kunnen zeggen wat de outroll, zoals dat heet, is. Dat zal pas in
september heel duidelijk worden. De outroll veronderstelt immers ook
discussies met alle partners. Zij moeten allen een afspraak maken. Je
kan de zaken wel aanmoedigen, maar zolang er niets ondertekend is,
kunnen we er niet veel over zeggen.

Er komen echter 130 postwinkels tegen eind 2006. Dat is een
belangrijke evolutie, die toelaat te zien wat er op een jaar tijd kan
veranderen. Dat is dus positief. In september 2005 zal ik de lijst
geven.
et aujourd'hui, chacun réclame
son propre Point Poste. Il faut être
très sélectif parce que le service
doit être de haute qualité. Des
Points Poste peuvent être ouverts
aux endroits où la clientèle n'est
pas suffisamment nombreuse. Ce
n'est qu'en septembre 2005
qu'une décision sera prise en ce
qui concerne la localisation des
130 Points Poste qui doivent être
opérationnels pour fin 2006.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik vrees dat u ondertussen nog veel vragen zult krijgen.
04.04 Minister Johan Vande Lanotte: Dat denk ik ook, maar
misschien kunt u ze allemaal in september op de agenda plaatsen.
De voorzitter: Ik zal u eerlijk bekennen dat ik er ook aan denk om een postwinkel in mijn buurt te vragen.
04.05 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb mezelf ook al dezelfde
vraag gesteld. Het antwoord is ja.
04.06 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord en de blijk van receptiviteit om in dit
geval met de stad Antwerpen samen te werken om de faciliteiten in
stedelijke, district- en wijkkantoren te organiseren.

U zegt terecht dat de postservicecentra de nodige kwaliteit moeten
hebben. We gaan ervan uit dat wij in de stedelijke kantoren in deze
kwaliteit kunnen voorzien. Ook op het vlak van de openingsuren zal er
de nodige flexibiliteit zijn.

De minister zegt ook dat er openheid moet zijn om qua personeel een
synergie te kunnen ontwikkelen. Dat zal zeker het geval zijn, want
daar schuilt nu juist de win-winsituatie.

U vraagt een formeel signaal. Ik zal zorgen dat de stad Antwerpen
aan De Post een formeel signaal geeft.

Als liberaal durf ik een pleidooi te houden voor universele
dienstverlening. Inzake universele dienstverlening en samenwerking
met de stedelijke kantoren kan De Post een belangrijke opportuniteit
04.06 Ludo Van Campenhout
(VLD): Le ministre est disposé à
collaborer avec la ville d'Anvers
afin d'organiser les services dans
le cadre de bureaux urbains, de
district et de quartier.

Nous estimons pouvoir offrir, dans
les bureaux urbains, la qualité
requise par les centres de services
postaux. Dans un même souci, les
heures d'ouvertures seront
flexibles. Nous avons l'ouverture
d'esprit nécessaire pour que
chacun trouve son compte dans la
collaboration avec le personnel de
la ville.

Je ferai en sorte que la ville
d'Anvers donne un signal formel.
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
vormen.
Une collaboration de La Poste
avec les bureaux de quartier offre
indubitablement des possibilités en
matière de service universel.
04.07 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, als ik het goed
begrijp, is er, zowel voor Sint-Niklaas als in het algemeen, nog niet
concreet geweten waar de veertig nieuwe postwinkels zullen komen.
Dat wordt momenteel nog besproken.
04.07 Ingrid Meeus (VLD): Rien
n'a donc encore été décidé quant
à l'implantation précise des
quarante nouveaux Points Poste?
04.08 Minister Johan Vande Lanotte: Er is een plan, maar dat moet
nog worden geconcretiseerd.
04.08 Johan Vande Lanotte,
ministre: Les projets sont là, mais
ils doivent encore être concrétisés.
04.09 Ingrid Meeus (VLD): Daar is men dus volop mee bezig.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de investeringen in en rond het station van Aalst" (nr. 6755)
05 Question de M. Dylan Casaer au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les investissements prévus dans la gare d'Alost et aux abords de celle-ci" (n° 6755)
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, in het kader van het Gewestelijk Expresnet rond
Brussel is Aalst uiteraard een heel belangrijk station, dat moet ik u
niet zeggen. Aalst zal kunnen rekenen op een verbeterde verbinding
met Brussel in het kader van het GEN. Ook het station zal daardoor
ongetwijfeld een aantal verbeterde installaties en dergelijke nodig
hebben.

Uit de studie die de NMBS naar de stations en de stationsomgevingen
gevoerd heeft, blijkt dat Aalst op de 24ste plaats komt met een score
van 8,2 op 10, hetgeen zeker niet slecht is. Volgens mij is dat vooral
ingegeven door de centrale ligging van het station en minder door de
verschillende voorzieningen die in het station zelf aanwezig zijn.

Mijnheer de minister, ik heb daarbij de volgende vragen.

Ten eerste, welke investeringen, kleine en grote, zijn er in en om het
station van Aalst gepland?

Ten tweede, wat is de timing daarvan?

Ten derde, uit een studie die de NMBS heeft verricht, blijkt dat de
gemiddelde score van de stations 7 op 10 is. Zal dat cijfer ook
gebruikt worden, de volgende maanden en jaren en ook in het kader
van de beheerscontracten, om de uitrusting van bepaalde stations en
stationsomgevingen te bekijken?
05.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Dans le cadre du Réseau express
régional (RER) qui sera créé en
périphérie de Bruxelles, Alost
pourra compter sur une meilleure
liaison avec Bruxelles. Cette
perspective implique dès lors la
réalisation de travaux d'améliora-
tion et de rénovation à la gare
d'Alost.

L'étude de la SNCB sur la qualité
des gares et des abords des gares
attribue à Alost la 24
e
place, avec
une cote de 8,2 sur 10. D'après
moi, ce bon résultat est surtout dû
à la situation centrale de la gare et
moins aux équipements
disponibles.

Quels sont les investissements
programmés à la gare d'Alost et
dans ses abords immédiats pour
attirer et absorber davantage de
voyageurs? Quel est le calendrier
des travaux programmés? Le
ministre trouve-t-il l'étude de la
SNCB suffisamment pertinente
pour en dégager des objectifs
indicatifs et les inclure dans les
contrats de gestion?
05.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, de
NMBS-groep heeft in samenwerking met de stad Aalst, De Lijn, NV
05.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le groupe SNCB a établi
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Euro ImmoStar, De Post en NV Amylum een masterplan voor de
stationsomgeving opgesteld. Dat masterplan is opgedeeld in een
aantal deelprojecten.

De NMBS is betrokken in de volgende projecten: een nieuw
busstation in de Nijverheidsstraat naast het stationsgebouw, de
heraanleg van het stationsgebouw, de privé-ontwikkeling van de site
"Pendelparking", de ontwikkeling van een pendelparking voor de
treinreizigers, de passage met de bijkomende en bredere
onderdoorgang doorheen de spoorwegberm, het Denderplein en
"Kunst op de helling" ­ dat is een parkzone ­, en een nieuwe
voetgangersbrug over de Dender. Dat is zeer belangrijk in een stad. U
ziet dat het gaat om een massaproject.

Momenteel is de studie voor de uitvoering van voornoemde
deelprojecten nog aan de gang. De planning voor de uitvoering is nog
niet bekend. Het is een vrij groot project. De timing zal natuurlijk ook
afhankelijk zijn van de budgetten.

De studie van de quotering is een intern document dat in alle kranten
heeft gestaan, zo hoort dat nu eenmaal. Dat wordt niet in het
beheercontract opgenomen, maar u zult wel weten dat u ze gehad
hebt. Terzake is het groot probleem het financiële luik.

Er is ook een tendens ontstaan, de jongste jaren, waarbij iedere stad
die zichzelf respecteert, vindt dat alles rond het station helemaal
vernieuwd moet zijn en daar dan ook zo ambitieus voor gaat dat het
er nooit van komt, maar dat geheel terzijde. Er is echt wel een neiging
om alles rond de stations te vernieuwen; anders is het niet goed. Dan
duurt het natuurlijk allemaal ook veel langer, dat kan moeilijk anders.

De stations zijn op basis van het aantal opstappende reizigers in
categorieën ingedeeld. Het spreekt voor zich dat wanneer twee
stations eenzelfde score hebben de eerste aanpassingswerken zullen
gebeuren aan het station met het grootste aantal opstappende
reizigers. Op deze manier wordt het onthaal voor een groter aantal
reizigers verbeterd. Aalst heeft uiteraard een groot aantal reizigers.
un masterplan pour
l'aménagement du milieu urbain,
en collaboration avec la ville
d'Alost, De Lijn, la SA Euro
ImmoStar, La Poste et la SA
Amylum. Ce masterplan se
compose des sous-projets
suivants: une nouvelle gare de
bus, le réaménagement du
bâtiment de la gare, le
développement privé d'un parking
pour navetteurs, l'aménagement
d'un passage supplémentaire et
plus large le long du talus du
chemin de fer, la rénovation de la
Denderplein et de la zone de
stationnement `Kunst op de
helling', et la création d'une
nouvelle passerelle pour piétons
au-dessus de la Dendre. L'étude
relative à ces sous-projets n'étant
pas encore achevée, aucun
calendrier de réalisation n'a
encore été arrêté mais celui-ci
dépendra évidemment du budget
disponible.

L'étude attribuant des notes aux
différentes gares est un document
interne de la SNCB. Elle ne sera
donc pas incluse dans le contrat
de gestion.

A l'heure actuelle, toute ville ou
commune digne de ce nom
souhaite lancer de grands projets
de rénovation des abords de gare
mais cela prend inévitablement
beaucoup de temps.

Lorsque deux gares ont obtenu
une cote identique d'après l'étude,
la priorité des travaux
d'aménagement est accordée à la
gare enregistrant le plus grand
nombre de voyageurs à
l'embarquement. Alost enregistre
bien entendu un grand nombre de
voyageurs.
05.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Het klopt dat Aalst een stad is die
zichzelf respecteert, net als Oostende neem ik aan en andere
centrumsteden.
05.04 Minister Johan Vande Lanotte: Maar wij hebben dat niet
gedaan, zo'n grote hervoming.
05.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Specifiek in het kader van het 05.05 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
gewestelijk expresnet, zijn daar bepaalde zaken gepland? Dat project
ken ik, dat is inderdaad het grote project stationsomgeving.
Des travaux spécifiques sont-ils
prévus dans le cadre du RER?
05.06 Minister Johan Vande Lanotte: Ik denk het niet.
05.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je ne le pense pas.
05.07 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Bedankt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de parkeercapaciteiten aan de West-Vlaamse stations" (nr. 6761)
06 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la capacité de stationnement à proximité des gares de Flandre occidentale" (n° 6761)
06.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, de problematiek van de terbeschikkingstelling van
parkeerplaatsen aan de stations in Kortrijk, maar ook in andere
plaatsen in West-Vlaanderen ­ ik denk hierbij spontaan aan
Roeselare en Waregem ­ is reeds aan bod gekomen bij andere
collega's. Ik heb vroeger ook al toegejuicht welke piste u toen had
gekozen rond het ter beschikking stellen van parkeerplaatsen in de
nabije omgeving voor mensen die een abonnement betalen. Zij
hebben immers niet altijd de mogelijkheden om te voet of met het
openbaar vervoer naar het station te komen.

Nu is er een onderzoek geweest. We hebben die informatie ook via
de NMBS gecommuniceerd gekregen. Daarbij heeft men de
knelpunten op een rijtje gezet en is men gekomen tot 27
geïdentificeerde stations waar eigenlijk het capaciteitsprobleem het
meest wordt onderkend. Het valt mij op dat een station als Kortrijk
daar niet in is opgenomen. Daarom had ik graag geweten welke de
criteria zijn geweest.

De NMBS is, ook onder uw impuls, met een aantal creatieve
experimenten bezig rond het gratis ter beschikking stellen van
parkeerplaatsen. Ook daarbij is niet altijd duidelijk wat de
mogelijkheden waren. Ik begrijp dat het niet alleen gaat over parkings
door de NMBS geëxploiteerd of in het bezit van de NMBS.
Bijvoorbeeld de parking van Leopoldsburg, die in het proefproject zit,
blijkt dan stadseigendom te zijn. Kan dat allemaal zomaar?

In het kader van deze vraag wordt het probleem van de
parkeercapaciteit niet onderkend voor het West-Vlaamse station
Kortrijk, een niet-onbelangrijk knooppunt in het hele vervoer naar
Brussel en zeker ook binnen de provincie. Mogen wij dan niet rekenen
op investeringen in West-Vlaanderen om deze problemen te
verhelpen?

Ik had het u graag nog eens vandaag voorgelegd, gezien dit blijkbaar
toch een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de onderhandelingen rond
de beheersovereenkomst. We zien een rijtje van 12 tot 15 Vlaamse
stations van die 27 waarvan het capaciteitsprobleem wordt
onderkend. Men zegt vanuit de NMBS dat er daarvan een aantal zijn
geselecteerd en voorlopig gebudgetteerd op het
investeringsprogramma. We zien dat een station als Kortrijk niet
erkend wordt als een probleemgeval wat parkeercapaciteit betreft,
06.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
manque de places de stationne-
ment à la gare de Courtrai, mais
également ailleurs en Flandre
occidentale, comme à la gare de
Roulers et à celle de Waregem,
n'est pas neuf. Je me félicite de la
mise à disposition de places de
stationnement pour les abonnés.

La SNCB a publié une liste de
27 gares où les problèmes de
capacité sont les plus importants.
J'ai constaté que la gare de
Courtrai ne figure pas sur cette
liste. Quels critères ont-ils été
utilisés?

La SNCB mène actuellement une
expérience avec des places de
stationnement gratuites. A cet
égard, on utilise non seulement
des terrains de parking de la
SNCB, mais également des
terrains appartenant notamment à
la ville. Est-ce possible?

La SNCB prévoit-elle d'investir en
Flandre occidentale pour
augmenter la capacité de
stationnement? La SNCB fait
savoir que plusieurs gares seront
sélectionnées dans la liste des 27
pour la réalisation d'investis-
sements. La gare de Courtrai, où
un problème réel existe, ne figure
même pas sur la liste.
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
laat staan dat het op het investeringsprogramma zou staan. De
situatie goed kennende op het terrein, kan men moeilijk zeggen dat
daar geen groot probleem is.

Vandaar de vraag naar uitleg over de criteria die bij deze identificatie
zijn gehanteerd en ook de vraag of er dan de komende jaren op dit
vlak iets te verwachten valt.
06.02 Minister Johan Vande Lanotte: Uw conclusie is absoluut niet
in overeenstemming met de tekst. Het is niet omdat Kortrijk daar niet
instaat, dat er geen probleem is in Kortrijk en dat men er niets aan
doet.

Ik zal u het lijstje geven van de West-Vlaamse stations. In Oostende
is men bezig met een studie voor de aanleg van een bijkomende
parking op de goederenkoer. Normaal zou dat dit jaar gerealiseerd
moeten worden want daar is ruimte voor. De NMBS heeft geen
terreinen ter beschikking in Kortrijk om zelf een bijkomende parking
aan te leggen. Men heeft met het stadsbestuur een gesprek gevoerd
om de volledige stadsomgeving herin te richten. Er is ook sprake van
een gebouw waarin parking en commerciële functies gecombineerd
zouden worden. De timing is niet gekend. Dit zal afhangen van de
financiële middelen maar ook van de opmaak van een BPA indien
een consensus wordt bereikt. Zonder dit BPA kan men niet investeren
in Kortrijk.

In Waregem is de parking aan de achterzijde van het station in
slechte staat. Dit jaar zal deze parking worden heraangelegd. Dit
betekent dat er plaats zal zijn voor een 200-tal wagens. In Roeselare
wordt de mogelijkheid bestudeerd om een gedeelte van de
goederenkoer in te richten als parking. In Harelbeke zijn de
onderhandelingen vergevorderd voor de aanleg van een bijkomende
parking op de vroegere goederenkoer. Dit is eigenlijk meer een
gemengde parking. In Knokke is in samenwerking met De Lijn en
AWV een project opgestart voor de heraanleg van de
stationsomgeving. Een aantal plaatsen die verloren gaan voor het
stationsgebouw zullen moeten worden gecompenseerd. In Poperinge
zal de stad zelf een bijkomende parking aanleggen op de
goederenkoer van de NMBS. In Tielt maakt de uitbreiding van de
parking deel uit van het project voor de heraanleg van de
stationsomgeving. In Beernem, rekening houdend met het geplande
derde en vierde spoor, moeten de bevoegde diensten onderzoeken
welk gevolg dit heeft voor de aanleg van een parking op de
goederenkoer. Er moet eerst werk worden gemaakt van dat derde en
vierde spoor. In Veurne en Zedelgem moet de studie nog worden
aangevat.

Tot daar een overzicht van wat er gebeurt in West-Vlaanderen.
06.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La conclusion de M.
Deseyn est erronée. Le fait que
Courtrai ne figure pas sur cette
liste ne signifie pas qu'aucun
problème ne se pose et qu'aucune
solution ne sera apportée.

A Ostende, l'aménagement d'un
parking supplémentaire sur la cour
à marchandises est à l'étude. La
SNCB ne dispose d'aucun terrain
à Courtrai pour l'aménagement
d'un parking supplémentaire, mais
des discussions sont en cours
avec l'administration communale
quant au réaménagement de
l'ensemble du quartier de la gare,
notamment quant à la construction
d'un immeuble avec parking et
commerces. Le calendrier
dépendra des moyens financiers
et de l'établissement d'un plan
spécial d'aménagement. Cette
année, le parking situé derrière la
gare de Waregem sera
réaménagé, permettant la création
de deux cents places
supplémentaires. A Roulers, on
examine si une partie de la cour à
marchandises peut être aménagée
en parking. A Harelbeke, des
négociations sont en cours pour
l'aménagement d'un parking
supplémentaire sur l'ancienne
cour à marchandises. A Knokke,
un projet a été lancé en
collaboration avec De Lijn et
l'AWV pour le réaménagement
des environs de la gare. A
Poperinge, l'administration va elle-
même aménager un parking
supplémentaire sur la cour à
marchandises de la SNCB. A Tielt,
l'agrandissement du parking fait
partie du projet de
réaménagement du quartier de la
gare. A Beernem, l'aménagement
des troisième et quatrième voies
est prioritaire. L'incidence de
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
l'aménagement d'un parking sur la
cour à marchandises est à
l'examen. A Furnes et à
Zedelgem, l'étude relative à des
emplacements supplémentaires
doit encore commencer.
06.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat de
minister een korte inventaris heeft opgemaakt. U begrijpt dat
bepaalde gemeentebesturen maar ook veel gebruikers vaststelden
dat geen enkele van deze stations door de NMBS werden vermeld in
de categorie van stations met capaciteitsproblemen. Men vreesde dan
ook dat de problematiek onvoldoende erkend was. Blijkbaar is dit niet
het geval, waarvoor dank.
06.03 Roel Deseyn (CD&V): Il
faut se réjouir de cet inventaire
des investissements prévus étant
donné que les administrations
communales craignaient qu'aucun
investissement ne soit réalisé
puisque rien ne figurait sur la liste
de la SNCB. Celle-ci n'avait
d'ailleurs rien communiqué à
propos de ces investissements.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het conflict tussen de federale ombudsdienst en de ombudsdienst van De
Post" (nr. 6788)
07 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le conflit entre le service fédéral de médiation et le service de médiation de La Poste"
(n° 6788)
07.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is goed om af en toe eens het verslag van de federale
ombudsmannen te lezen om een aantal pijnpunten in bepaalde
diensten te detecteren. Volgens de federale ombudsmannen doen
parlementsleden dat te weinig. Dat is de reden waarom ik me de
moeite heb getroost een aantal passages te analyseren.

Wat De Post betreft, wordt melding gemaakt van een particulier
probleem waarop ik in het kader van deze vraag zeker niet de nadruk
wil leggen. Tussen de lijnen valt evenwel duidelijk te lezen dat er
problemen zijn tussen de verschillende ombudsdiensten, het college
van federale ombudsmannen en de ombudsdienst van De Post. Een
en ander heeft te maken met de status die men mekaar toedicht.
Beschouwt men mekaar als een administratie en bouwt de ene, vanuit
terreinbezetting, een mate van hiërarchie in? Volgens mij is het niet
goed dat het federaal college een staat binnen de Staat zou creëren.
In dit geval is het meer een zaak van macht dan van een correcte,
vlotte en spoedige behandeling van individuele dossiers.

Mijnheer de minister, u hebt het volledige citaat ontvangen in het
kader van deze vraag. Ik zal niet in extenso herhalen wat in het
jaarverslag van de federale ombudsmannen wordt gevraagd. De hele
discussie lijkt te gaan over de vraag of De Post als een
administratieve of als een andere organisatie moet beschouwd
worden. De Post is een autonoom overheidsbedrijf. U bent de
voogdijminister. Het is niet onbelangrijk dat u in deze kwestie wat orde
op zaken stelt en duidelijke uitspraken doet rond het statuut van deze
ombudsdienst.

Ik kom tot mijn vragen.
07.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
rapport annuel des médiateurs
fédéraux fait état d'un conflit qui
oppose le médiateur fédéral et
celui de La Poste à la suite d'un
problème particulier.

La discussion semble avoir trait à
la question de savoir si le
médiateur de La Poste doit être
considéré comme une
organisation administrative ou
comme une organisation autre. La
Poste constitue cependant une
entreprise publique autonome.

Le ministre peut-il fournir des
précisions sur ce conflit, plus
particulièrement en ce qui
concerne les points de vue qui ont
été défendus en l'occurrence? De
nombreuses discussions sont
menées en ce qui concerne les
compétences. Le problème
dépasse le cadre du dossier
individuel. Qui aurait dû intervenir,
selon quelle procédure et avec
quelle responsabilité?

En ce qui concerne la plainte
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Mijnheer de minister, kunt u meer toelichting geven bij dit conflict,
vooral bij de zienswijzen die terzake ontstaan zijn? Het wordt veel
over en weer geschreven en de ene maakt de ander verwijten inzake
de bevoegdheid. Het probleem overstijgt volledig het individuele
dossier. Vraag is wie en volgens welke procedure moest optreden en
met welke verantwoordelijkheid

Wat de individuele klacht betreft, zou ik graag vernemen wat er
gebeurd is met de niet-bestelde poststukken. Dit is een vraag van
tweede orde. Belangrijk om te weten is wat uw standpunt is over de
bevoegdheden van de ombudsdienst van De Post.
individuelle, j'aimerais savoir ce
qu'il est advenu des envois
postaux non distribués.
07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik heb
dat dossier zo-even ontdekt en het verbaast mij zeer.

Als men een specifieke ombudsdienst heeft, is de andere
ombudsdienst niet bevoegd. Punt aan de lijn. De ombudsdienst bij het
Parlement is daarvoor dus niet bevoegd. Het is zo simpel als dat. Het
is de ombudsdienst bij De Post die daarvoor bevoegd is. Daarvoor is
hij gecreëerd. Als u dat niet ziet!

De taak van de ombudsdienst van het Parlement is de klacht die hij
heeft door te sturen. Ik moet de wet er niet voor lezen, ik heb ze
immers mee geschreven en bediscussieerd. Dat is voor alle
ombudsdiensten zo. De ombudsman krijgt een brief en hij moet de
klager nooit een antwoord sturen om te zeggen dat hij niet bevoegd is.
Hij moet meedelen dat niet hij bevoegd is maar de andere dienst wel
en de klacht doorsturen. Hij moet meedelen dat hij het doorgestuurd
heeft naar die dienst en vanaf dat moment is het de andere dienst die
het doet. De federale ombudsman is dan niet meer bevoegd. Hij moet
het zich niet meer aantrekken. Punt aan de lijn. Meer is dat niet. Als
men dat zo simpel zou houden, zou er geen probleem zijn. Ik heb de
indruk dat men wil dat de federale ombudsman gaat controleren of
men wel iets gedaan heeft. Dat is zijn rol niet. Dat is niet zo.

Ik denk dat dit echt duidelijk is. In de geest van de wet is dat extreem
duidelijk. Als de ombudsmannen nu beginnen met elkaar te
controleren, kunnen we ze beter allemaal afschaffen. Daar dienen ze
niet voor. Ze dienen om de administratie en niet elkaar te controleren.
07.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le service fédéral de
médiation n'était pas compétent
dans ce dossier. C'est pour ce
type de problème que le service
de médiation de La Poste a été
créé. Chaque service de médiation
est censé transmettre au service
de médiation concerné les plaintes
pour lesquelles il n'est pas lui-
même compétent. Chaque service
doit en outre s'abstenir de tout
commentaire et doit certainement
se garder de contrôler les autres
services.
07.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, u stelt het hier
voor alsof het allemaal evident is.
07.03 Roel Deseyn (CD&V): Le
ministre présente la situation
comme évidente, ...
07.04 Minister Johan Vande Lanotte: Lees de wet.
07.05 Roel Deseyn (CD&V): Welnu, met de bepalingen van de wet
in het achterhoofd en de documentatie die daaruit is voortgevloeid,
stel ik vast dat er zich een fundamenteel probleem stelt wanneer het
college van de federale ombudsmannen in een jaarverslag zomaar
openbaar zaken gaat insinueren naar aanleiding van een individueel
geval. Ik heb dan grote vragen bij de werking van de dienst.
07.05 Roel Deseyn (CD&V): ...
mais un problème fondamental se
pose pourtant bel et bien. Si le
médiateur fédéral se prononce sur
un problème individuel dans son
rapport annuel, il y a de quoi
s`interroger sur le fonctionnement
de ce service.
07.06 Minister Johan Vande Lanotte: Misschien moet u de brief van
11 maart in mijn dossier er eens op nahouden. Het is een brief waarin
de federale ombudsman schrijft aan de ombudsman van De Post. Hij
07.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: J'admets que ce qui s'est
passé en l'espèce n'est pas
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
zegt dat hij gehoord heeft dat die heer met hem gebeld heeft en dat
men de telefoon zou neergegooid hebben. Hij vraagt of men
bovenstaande informatie kan bevestigen. Dat is gewoon zijn rol niet.
Het is inderdaad een probleem als men zich daarmee bezighoudt. Ik
durf dat hier zeggen. Dat is gewoon niet juist. Iedereen moet zijn
taken kennen. Dat is toch waar.
normal.
07.07 Roel Deseyn (CD&V): Dat bedoel ik. Het wordt een
machtsstrijd. Ik geloof in een netwerk van sectorale ombudsmannen
met een doorverwijsfunctie eerder dan in een hiërarchie daarrond
opbouwen, wat eigenlijk ook de visie is van het overleg tussen de
respectieve ombudsdiensten die gebundeld zijn in de organisatiepool.
Het principe over de interpretatie van de wet en van de adviezen van
de Raad van State, door u en door juristen, werd duidelijk gemaakt.
Onze collega Cathy Berx van het Vlaams parlement, heeft daarover in
een vorige hoedanigheid ook een en ander geschreven.

Mijnheer de minister, over de eigenlijke feiten rond de niet-bestelling
van de poststukken heeft u nog niets gezegd.
07.07 Roel Deseyn (CD&V):
C'est bien mon avis. Une lutte
d'influence est en train de se livrer.
Je suis favorable à un réseau de
médiateurs sectoriels investis
d'une fonction de relais. Il n'est
point besoin de mettre en place
une hiérarchie. Le principe a été
clairement expliqué.

Le ministre n'a encore fourni
aucune réponse concernant la
plainte relative aux envois postaux
non distribués.
07.08 Minister Johan Vande Lanotte: Waarover?
07.09 Roel Deseyn (CD&V): Over de eigenlijk klacht van de niet-
bestelde poststukken, wat eigenlijk behoorde tot een bijvraag en tot
het tweede punt van deze vraag. Ik meen evenwel dat we de essentie
kennen.
07.10 Minister Johan Vande Lanotte: Er is contact geweest met de
persoon die deze klacht heeft geformuleerd. Niet alleen is het bewijs
geleverd dat hij wel degelijk antwoord heeft gekregen, maar er is ook
meermaals contact geweest met de klant om dit dossier tot een goed
einde te brengen. Of dat gelukt is, is iets anders.
07.10 Johan Vande Lanotte,
ministre: La preuve est faite que le
plaignant a obtenu une réponse.
De plus, il y a eu plusieurs
contacts avec le client afin de
trouver une solution. Quant à
savoir si on y est parvenu, c'est
une autre question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het herstellen van overwegen met onvoldoende duurzaam materiaal"
(nr. 6864)
08 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la réparation de passages à niveau au moyen de matériaux insuffisamment durables"
(n° 6864)
08.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag met betrekking tot het herstellen van
overwegen met onvoldoende duurzaam materiaal. Naar het schijnt
zou dit vooral in Vlaanderen op die manier gebeuren. Onderhoud en
herstel van overwegen leiden nogal vaak tot heel wat frustraties bij
automobilisten en omwonenden en dit ingevolge de moeilijke
verkeerssituaties en de langdurige omleidingen. Ik denk dan ook aan
een bepaalde groep die ik in mijn vraag niet heb opgenomen: de
zelfstandigen. De middenstanders die zaken hebben die op die
omleidingen gelegen zijn, lijden daardoor ook nog eens zware
08.01 Dirk Claes (CD&V): Les
situations difficiles sur le plan du
trafic et les longues déviations
dues à la maintenance et à la
réparation de passages à niveau
frustrent les automobilistes et les
riverains. Quiconque tient un
commerce à un endroit contourné
par une telle déviation subit un très
important manque-à-gagner. Or, si
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
verliezen.

Met het huidige procédé is er om de 5 jaar een herstelling nodig van
de overweg. Nochtans bestaan er technische middelen die onderhoud
slechts om de 20 jaar nodig maken. In Nederland en in Wallonië
wordt dit Harmelen-model voor de herstelling of voor de bouw van de
overwegen vaak gebruikt. Zeker en vast doen ze dat bij druk bereden
overwegen. De verantwoordelijke diensten klagen dat zij onvoldoende
financiële middelen ter beschikking hebben om dit model juist op die
drukke overwegen in Vlaanderen te gebruiken.

Graag had ik dan ook van de minister vernomen of hij op de hoogte is
van het bestaan van het Harmelen-model van overwegen? Kent hij
ook de mogelijke voordelen ervan? Ik heb dat eens opgezocht en een
van de kwaliteiten die de Harmelen-overwegplaat zichzelf meegeeft is
dat ze onderhoudsvrij is. Ik denk dat dit toch het belangrijkste is.
Waarom wordt deze techniek niet meer gebruikt, vooral ook in
Vlaanderen, waardoor de herstellingswerken minder frequent nodig
zouden zijn? Ik denk ook dat voor de NMBS dit op termijn een
besparing kan opleveren. Het is niet alleen zo dat de overwegen dan
minder hersteld moeten worden, wat op zich al een
besparingsmaatregel kan zijn, maar ik denk dat de NMBS toch ook
heel wat geld extra moet betalen aan de aannemer die de werken
uitvoert voor het instellen van de omleidingen. Ik denk dat dit niet te
onderschatten is, al die omleidingen die telkens moeten gebeuren.
avec les procédés d'aujourd'hui, il
s'avère nécessaire de réparer les
passages à niveau tous les cinq
ans, le modèle Harmelen, qui est
souvent employé aux Pays-Bas et
en Wallonie, ne nécessite, lui, une
maintenance que tous les vingt
ans. Les services responsables se
plaignent de ce qu'ils ne reçoivent
pas assez d'argent pour pouvoir
employer ce modèle aux passages
à niveau très fréquentés de
Flandre. Pourtant, la SNCB
pourrait économiser de l'argent
étant donné qu'il faudrait alors
moins de déviations.

Le ministre est-il informé de
l'existence du modèle Harmelen et
des avantages qu'il présente?
Pourquoi ne recourt-on pas plus
souvent à cette technique en
Flandre?
08.02 Minister Johan Vande Lanotte: De zware Harmelen-
overwegbekleding bestaat uit een geheel van prefabbeton, waarin
twee groeven zijn gemaakt waar men de rails in legt. Ze garandeert
een zeer goede rijkwaliteit voor de wegvoertuigen, heeft zeer beperkte
onderhoudskosten zoals gezegd en heeft een lange levensduur van
meer dan 20 jaar. Uiteraard liggen de investeringskosten van
bekleding van dit type beduidend hoger dan die van de traditionele
bekleding. Die bekleding wordt gebruikt voor overwegen waar het
wegverkeer omvangrijk is, met zwaar weg- en vrachtwagenverkeer en
andere. Dit gebeurt uiteraard ook naargelang de budgettaire
middelen. De techniek wordt over heel het net van Infrabel toegepast,
niet enkel in Wallonië. Er liggen er zelfs meer in Vlaanderen dan in
Wallonië. Men doet het echter enkel op die plaatsen waar er echt heel
druk verkeer is, zowel in Vlaanderen als in Wallonië.
08.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le revêtement très
consistant pour passages à niveau
Harmelen est composé de béton
préfabriqué muni de deux rainures
destinées à accueillir les rails. Il
est d'excellente qualité du point de
vue de la conduite, ses frais de
maintenance sont très réduits et
sa durée de vie dépasse les vingt
ans. Cependant, son coût
d'investissement est sensiblement
plus élevé que celui nécessité par
un revêtement classique. Cette
technique est utilisée sur
l'ensemble du réseau Infrabel pour
les passages à niveau par
lesquels transite un trafic
important et lourd, en fonction du
budget disponible. Je ne dispose
pas de chiffres précis mais le
procédé Harmelen est davantage
utilisé en Flandre qu'en Wallonie
pour la bonne et simple raison qu'il
y a plus de passages à niveau en
Flandre.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, kan ik die
cijfergegevens krijgen van u?
08.04 Minister Johan Vande Lanotte:.(...) hoeveel het juist is maar
ze doen het overal. Het gebeurt echter meer in Vlaanderen omdat er
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
daar meer overwegen zijn.
08.05 Dirk Claes (CD&V): Ik heb toch contact gehad met mensen
van de NMBS die graag gezien hadden dat herstellingen zouden
gebeuren aan dit model van overwegplaten. Er zijn spijtig genoeg te
weinig financiële middelen om dat te doen. Bepaalde overwegen
moeten om de haverklap hersteld worden omdat er bijzonder veel
vrachtverkeer overheen komt. Het is toevallig een overweg in mijn
eigen gemeente maar daarom heb ik de vraag niet gesteld.
08.05 Dirk Claes (CD&V):
Certains passages à niveau,
notamment dans ma commune,
doivent être réparés constamment
à cause de l'important trafic de
poids lourds. D'aucuns, à la
SNCB, m'ont affirmé qu'ils
préconisent le modèle Harmelen.
08.06 Minister Johan Vande Lanotte: Ik kan mij inbeelden dat iedere
ingenieur van de NMBS graag zijn eigen overweg zou doen. Als
iedereen dat doet, gaan we niet lang nog geld hebben.
08.06 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je puis m'imaginer que
chaque ingénieur de la SNCB veut
s'occuper de son propre passage
à niveau, mais cette situation
entraînera rapidement un manque
d'argent.
08.07 Dirk Claes (CD&V): Er zijn ook landbouwwegen met een
overweg waar ook heel wat zwaar verkeer overheen komt.
08.07 Dirk Claes (CD&V):
Certains passages à niveau situés
sur les chemins agricoles souffrent
également du trafic des poids
lourds.
08.08 Minister Johan Vande Lanotte: Ja, maar niet veel.
08.08 Johan Vande Lanotte,
ministre: Oui, mais ils ne sont pas
nombreux.
08.09 Dirk Claes (CD&V): Minder.
08.10 Minister Johan Vande Lanotte: Bij landbouwwegen wordt
nooit met dat materiaal gewerkt.
08.10 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le modèle Harmelen
n'est jamais utilisé pour les
chemins agricoles.
08.11 Dirk Claes (CD&V): Ik heb het over de grote overwegen. Ik
kan u toch een paar voorbeelden uit mijn streek aanhalen waar het
echt nodig zou zijn om het met de Harmelen-plaat te doen in plaats
van het gewone materiaal.
08.11 Dirk Claes (CD&V): Je
connais en revanche plusieurs
passages à niveau importants
pour lesquels le modèle Harmelen
devrait être pris en considération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de algemene bedeling van De Post" (nr. 6875)
09 Question de M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'organisation générale de la distribution du courrier à La Poste" (n° 6875)
09.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is gebaseerd op vaststellingen aan de hand van
mijn contacten op het terrein. Vroeger zou men wat de algemene
bedeling betreft voor collectieve zendingen, met een eenvoudig model
naar De Post hebben kunnen gaan om daar een afspraak te maken
voor de datum van verzending.
09.01 Roel Deseyn (CD&V): Il
ressort d'instructions données aux
percepteurs que, depuis quelques
semaines, les facteurs ne peuvent
plus effectuer que deux
distributions générales par jour.
Les envois nationaux ­ et donc les
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Ik heb hier enkele richtlijnen die De Post aan de postmeesters en de
postkantoren heeft bezorgd en die conform zijn met de getuigenissen
die ik heb gehoord. Men signaleert dat die richtlijnen veranderd zijn
wat soms voor problemen zorgt. Per dag zouden door de postbodes
slechts twee algemene bedelingen worden meegenomen en dat ook
nog in een duidelijke volgorde: eerst de nationale zendingen, vaak
voortvloeiend uit contracten met grote firma's, dan de Vlaamse
zendingen, de regionale zendingen en tenslotte de gemeentelijke
zendingen. In de praktijk komt het erop neer dat de datum van
bedeling van de gemeentelijke zendingen geregeld opschuift.
Daardoor komen deze zendingen soms te laat aan om nog actueel te
zijn, bijvoorbeeld om mensen tijdig op de hoogte te brengen van een
gemeentelijke evenement of initiatief van een vereniging.

Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen.

Kunt u toelichting geven omtrent het gewijzigde systeem? Op welke
wijze kan hiervan worden afgeweken? Ik verneem dat de postmeester
van elk uitreikingskantoor wel rekening kan houden met de lokale
omstandigheden en autonoom kan beslissen om de
maximumcapaciteit van twee 2 zendingen zonder adres te
overschrijden. Dat is geen uitzondering op de voorrangsregels, maar
een tijdelijke verhoging van de capaciteit. Dat zou betekenen dat men
tijdelijk wat meer hooi op zijn vork neemt. Het is dus niet altijd evident
dat men het probleem op die manier benadert, in plaats van de
voorrangsregels te wijzigen. Welke klachten en afwijkingen terzake
zijn u bekend?

Lokale organisatoren of verenigingen zijn ook volwaardige klanten,
maar zij worden geconfronteerd met kwaliteitsverlies. Dat is niet
belangrijk voor zendingen op gemeentelijk niveau. Wat gebeurt dan
met dringende verzendingen of bijvoorbeeld verkiezingspropaganda?
Daarover staat in de richtlijnen niets te lezen.

Welke maatregelen zullen worden genomen om de gemeentelijke en
andere overheidszendingen een gegarandeerde bedelingdag te geven
zodat de datum van verzending niet moet worden opgeschoven met
het oog op prioriteitenregels?
contrats avec les firmes
importantes
­ bénéficieraient
d'une priorité, avant
respectivement les envois
couvrant l'ensemble de la Flandre,
les envois régionaux et les envois
communaux. La distribution des
envois communaux pourrait donc
régulièrement être retardée. Les
envois d'actualité risquent dès lors
de ne pas parvenir aux
destinataires à temps.

Le ministre peut-il fournir des
explications à propos de ces
modifications? Est-il exact que le
percepteur pourrait toujours tenir
compte de circonstances locales?
Des plaintes ont-elles déjà été
déposées? Comment le ministre
justifie-t-il la perte de qualité? Des
problèmes peuvent-ils surgir en ce
qui concerne la distribution de
propagande électorale? Quelles
mesures le ministre prend-il pour
garantir un délai de distribution
pour les envois publics?
09.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Deseyn, er is inderdaad een en ander gewijzigd.

Er is een geïnformatiseerd planningsinstrument gekomen dat
nationaal wordt aangestuurd. De hoofdreden is vooral dat er veel
meer zendingen zonder adres zijn. Vroeger kon men inderdaad ­
plaatselijk - relatief gemakkelijk iets regelen omdat er veel minder
dergelijke zendingen waren. Men heeft dat moeten plannen. De Post
heeft immers een actieve politiek gevoerd wat het aanbod betreft, en
dit geldt ook voor nationale zendingen. Het is heel belangrijk voor de
inkomsten dat dit allemaal moet kunnen doorgaan.

Men heeft beslist dat er maximum twee per dag mogen zijn omdat de
realiteit is dat meer dan twee per dag teveel werk betekent voor die
mensen. Er kruipt daar heel wat tijd in. Vroeger was dat geen
probleem aangezien er nooit twee op een dag waren. Dat is
spectaculair aan het toenemen, vandaar die beperking. Dat gebeurt
met een zekere stratificatie. Het klopt dat dit voor iets minder
soepelheid zorgt, dat kan ook niet anders. Als wij echter willen dat
09.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Un système de planning
informatisé est organisé
aujourd'hui à l'échelle nationale.
Les envois non adressés étaient
beaucoup moins nombreux par le
passé et leur distribution pouvait
dès lors être planifiée relativement
aisément à l'échelle locale. La
Poste appliquait toutefois une
politique d'offre active et le
planning s'est dès lors avéré
indispensable. Il est impossible
d'organiser plus de deux
distributions par jour car la charge
de travail est trop importante. Le
traitement des envois non
adressés prend beaucoup de
temps. Les restrictions liées aux
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
nationale zendingen zonder adres via De Post worden bezorgd,
moeten we dat op die manier doen. Een plaatselijke postmeester kan
heel uitzonderlijk nog een derde stuk toelaten. Hij kan dat echter niet
vaak doen. Als hij dat te vaak zou doen, kunnen de postbeambten dat
werk niet uitvoeren. Dat is te veel werk.

Er is ook nog de gewone post. De postbodes haten die zendingen
zonder adres. Ze vinden dat absoluut niet leuk. Een postbode bezorgt
een brief en geen reclamefolder. Een van de grote problemen als
men postkantoren bezoekt, is hen uitleggen dat dit belangrijk is, dat
dit echt werk is dat moet gebeuren. Naarmate het aantal brieven
daalt, is dat hetgeen toeneemt. Dat is natuurlijk zeer vervelend werk.
Ze moeten in elke bus worden gepost en de postbodes kunnen nooit
eens tien brievenbussen voorbijrijden omdat er daar geen post moet
worden bezorgd. Dat is tijdrovend en soms zwaar werk, vandaar dat
men dit beperkt tot twee stuks. Vroeger werd men daarvoor extra
betaald. Er is nog een tijd geweest dat als men zendingen zonder
adres had men extra werd betaald. Nu is dit geïntegreerd in de dienst,
maar men moet een paar beperkingen opleggen.

Voor het rendabel maken van De Post en het goed doen functioneren
van De Post, is dat cruciaal. Dat is een markt die niet afneemt en ik
kan daaraan niets verhelpen.
envois non adressés réduisent en
effet la souplesse mais le courrier
ordinaire doit également être
distribué. Un percepteur
n'admettra une troisième
distribution que dans des
circonstances tout à fait
exceptionnelles.

Les facteurs détestent distribuer
les envois non adressés. Il est
difficile de leur faire comprendre
l'importance de ces envois. Il s'agit
d'une opération laborieuse et
fastidieuse, dans le cadre de
laquelle les envois doivent être
postés dans chaque boîte
séparément. Par le passé,
l'opération allait de pair avec un
sursalaire. Aujourd'hui, ce travail
est intégré au service mais assorti
de restrictions. Les envois non
adressés sont par ailleurs d'une
importance cruciale pour la
rentabilité et le bon
fonctionnement de La Poste.
09.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord waarvan u mij de schriftelijke
tekst overhandigt.

Ik kan mij vinden in een aantal van uw bevindingen en uw principes. U
hoort mij ook niet zeggen dat de werkload zou moeten worden
opgevoerd. Wat ik wel denk, is dat er een opening is. U hebt het ook
over het grote belang van de planning die moet worden vooropgezet.
Door die voorrangsregels wordt, als er iets nieuws binnenkomt, de
gemeentelijke zending opgeschoven. Aangezien we allebei belang
hechten aan de planning zou er een zekere garantie moeten worden
geboden of zou in de andere contracten moeten worden gezegd dat
een planningsdag wordt aangehouden - wie eerst komt, eerst maalt -
volgens bepaalde principes, wanneer bijvoorbeeld in eenzelfde
periode gelijkaardige aanvragen binnenkomen.

Het is echter vooral het opschuiven dat voor problemen zorgt. Wat dat
betreft, zouden de principes moeten worden bijgestuurd. Het is
immers niet fair tegenover de kleinere klanten, die toch ook betalen
voor de dienstverlening en een even kwalitatieve afhandeling
verdienen.

Wat het planningsdocument en de twee zendingen per dag betreft,
kan ik dat perfect begrijpen en ondersteunen. Het systematisch
opschuiven, waardoor men eigenlijk de speelbal wordt van de grotere
klanten, is een principe dat ik niet kan aanvaarden.
09.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
me rallie à certains principes,
comme le document de
planification et les deux envois par
jour mais je ne suis pas partisan
d'une pression de travail accrue.
En vertu des règles de priorité, les
envois communaux sont
postposés. Certains principes
devraient être appliqués, par
exemple lorsque des demandes
analogues arrivent en même
temps. Premier arrivé, premier
servi. Les plus petits clients paient
également pour ce service et
méritent donc un traitement
équivalent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Overheidsbedrijven over "de voorstellen van het gemeentebestuur van Brasschaat aan De Post
betreffende de mogelijke herlocatie van het hoofdpostkantoor van Brasschaat" (nr. 6399)
10 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les propositions de l'administration communale de Brasschaat à La Poste relatives à
l'éventuelle relocalisation du bureau de poste principal de Brasschaat" (n° 6399)
10.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijn vraag
betreft inderdaad het voorstel van het gemeentebestuur van
Brasschaat om het postkantoor eventueel onder te brengen in wat nu
gebouwen van het Belgische leger zijn. Immers, de Lt.-Coppens-
kazerne in Brasschaat staat al geruime tijd leeg en het omliggende
militaire domein wordt niet meer gebruikt.

Een en ander is nu wel in een stroomversnelling geraakt en het
domein zou ter beschikking gesteld worden van de gemeente die,
enerzijds, van plan is plaatselijke KMO's te herlokaliseren naar dat
militaire domein en die anderzijds, van plan is bijvoorbeeld de
diensten van het ministerie van Financiën daar samen te brengen,
diensten die nu wat verspreid liggen over de hele gemeente. Maar er
was dus ook een voorstel om het postkantoor daar onder te brengen.
Ondanks vragen aan De Post terzake bleef het antwoord uit of De
Post inderdaad interesse had daarheen te verhuizen.

Als De Post daarvoor interesse heeft, zou de gemeente bereid zijn
langlopende huurtermijnen af te spreken.

Mijn vraag is dus of De Post daarvoor interesse heeft?
10.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
La caserne Lieutenant Coppens, à
Brasschaat, et le domaine militaire
situé à proximité sont inutilisés
depuis plus d'un an mais seraient
mis à la disposition de la
commune. Des PME locales
seraient transférées et le terrain
accueillerait différents services,
notamment les contributions. La
commune de Brasschaat a
également proposé à La Poste de
s'installer sur le site en concluant
un bail de longue durée mais cette
dernière n'a pas encore répondu.
La Poste est-elle intéressée?
10.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw Verhaert, De Post
heeft een aantal contacten gehad met het gemeentebestuur van
Brasschaat in verband met de nieuwe bestemming van de oude
kazerne Lt.-Coppens. Tijdens die gesprekken stelde de burgemeester
De Post voor in die kazerne het postkantoor Brasschaat 1­
Brasschaat-Centrum dus ­ te installeren zodat voor het probleem van
het ruimtegebrek een oplossing kan worden geboden. De Post toonde
interesse om de mailactiviteiten over te brengen maar wenste voor de
dienst retail het verkooppunt in Brasschaat te behouden. De Post wil
de retailactiviteiten van Brasschaat 1 niet verplaatsen omdat een
ander kantoor, Brasschaat 2 in Maria-ter-Heide op 900 meter van de
kazerne ligt.

Op dit ogenblik wordt de verhuis van de mailactiviteiten onderzocht.
De verantwoordelijken voor het vastgoed van De Post zullen het
terrein bezoeken om vast te stellen of het geschikt is voor
postactiviteiten, zowel wat de toegankelijkheid als wat de
infrastructuur betreft. Als het resultaat positief is, zal De Post dat aan
het gemeentebestuur meedelen zodat verder kan worden gepraat
over de eventuele huur en de eventuele inrichting van de lokalen.
10.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La Poste s'est entretenue
à ce sujet avec l'administration
communale de Brasschaat. Le
bourgmestre a proposé d'installer
le bureau de poste de
Brasschaat I dans la caserne mais
La Poste ne veut déplacer que ses
activités de mailings. Elle examine
actuellement la possibilité d'un tel
déménagement. Si le terrain
convient en termes d'accessibilité
et d'infrastructures, La Poste le
fera savoir à l'administration
communale et entamera des
négociations sur le loyer éventuel
et l'aménagement des locaux. Je
n'ai toutefois pas connaissance
d'un quelconque calendrier.
10.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Hebt u een timing daarvoor?
10.04 Minister Johan Vande Lanotte: Nee, die heb ik niet, die heb ik
niet gevraagd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Mme Lalieux étant absente, sa question n° 6937 jointe à celle de M. Arens est retirée.
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
11 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la suppression des boîtes postales" (n° 6877)
11 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het schrappen van postbussen" (nr. 6877)
11.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, "labourage et pâturage sont les deux mamelles de la
France", disait Charles de Gaulle. Selon moi, juste part et spécificités
sont les deux mamelles de la ruralité.
Le président: Pour votre information, ce n'est pas le général de Gaulle qui a inventé cette phrase, elle est
bien plus ancienne que cela.
11.02 Joseph Arens (cdH): Néanmoins, il aimait la dire et la répéter.
Pour ma part, j'aime dire et répéter que juste part et spécificités sont
les deux mamelles de la ruralité.

Monsieur le ministre, je suis interpellé par un certain nombre de
personnes qui s'inquiètent de la suppression des boîtes postales dans
les villages. La Poste vient en effet, me dit-on, de lancer la deuxième
phase du plan de collecte du courrier. Des boîtes peuvent être
changées de place afin de mieux être positionnées mais certaines,
selon mes informations, seraient définitivement enlevées. En effet,
sur l'ensemble de la province de Luxembourg, il paraît que 160 boîtes
disparaîtront sans que l'on ne sache si elles seront remplacées. Il
semble qu'à terme, il ne restera plus qu'une seule boîte par village,
une boîte pour un rayon de 1.500 mètres au lieu des 500 mètres
actuels.

En zone rurale, plus qu'ailleurs, les conséquences de ces
suppressions sont importantes, notamment pour les personnes
âgées. D'ailleurs, ce sont surtout elles qui m'ont contacté ces
dernières semaines, ainsi que des personnes ayant des difficultés à
se déplacer. Ces personnes sans moyen de locomotion se
retrouveront privées de boîte aux lettres dans un milieu proche. Il est
donc crucial d'établir une différence entre la zone rurale et la zone
urbaine.

Monsieur le ministre, est-il exact que chaque village ne disposera
bientôt plus que d'une seule boîte aux lettres?

Sur quels critères cette suppression est-elle basée?

Que comptez-vous prendre comme mesures afin de ne pas pénaliser
les personnes en zone rurale et de respecter cette spécificité du
milieu rural?
11.02 Joseph Arens (cdH): Klopt
het dat elk dorp het nog slechts
met een postbus in een straal van
1.500 in plaats van 500 meter zal
moeten stellen? Bejaarden of
mensen die moeilijk te been zijn,
zouden het eerste slachtoffer van
een dergelijke maatregel zijn. Op
grond van welke criteria worden de
postbussen verwijderd?
Overweegt u maatregelen om het
platteland te sparen?
11.03 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, le
réseau de "boîtes rouges" s'est construit de manière historique et
organique mais sans nécessairement tenir compte de l'ensemble de
l'offre à la clientèle.

Il a été décidé d'offrir à celle-ci une qualité de service optimale,
notamment en ce qui concerne la collecte des correspondances. Une
étude a été réalisée pour mesurer l'utilisation des boîtes pour lettres
postales sur tout le territoire. Cette étude a permis de constater que
l'implantation de celles-ci n'était pas assez rationnelle pour répondre
11.03 Minister Johan Vande
Lanotte: Een studie heeft
aangetoond dat de postbussen
niet rationeel genoeg verspreid zijn
om optimaal aan de noden van de
klanten tegemoet te komen. Om
het netwerk uit te bouwen werd
gekozen voor een bus in een
straal van 500 meter in een
stedelijk gebied en een in een
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
de manière suffisante et adéquate aux besoins de la clientèle.

La répartition de ces boîtes devait donc être modifiée de façon
exhaustive. Le critère de maillage pour le réseau de boîtes aux lettres
sera traduit par une boîte rouge à moins de 500 mètres pour 90% de
la population en zone urbaine et à moins de 1.500 mètres en zone
rurale.

Il n'est pas possible de placer une boîte tous les 500 mètres en zone
rurale, cela signifierait parfois le placement de boîtes à des endroits
où il n'y aurait pas de maison. Ce sera donc 1.500 mètres en zone
rurale.

Sur la base de ces critères objectifs qui prennent en compte la
densité de population des zones rurales et des zones urbaines, une
série d'adaptations n'est pas à exclure. Il est possible que des boîtes
rouges soient enlevées quand elles sont très peu utilisées et en
surnombre par rapport à d'autres boîtes situées dans un
environnement proche. En revanche, d'autres boîtes viendront
combler des vides là où c'est nécessaire. C'est donc un
renouvellement dans les deux sens.

Il est à noter également que le contrat de gestion prévoit au minimum
une levée après 17 heures dans chaque commune. La Poste se
conforme parfaitement à cette obligation. Par ailleurs, il est également
envisagé d'installer de nouvelles boîtes rouges dans des lieux de
grand passage tels les centres commerciaux ou les stations-services,
situées le long des autoroutes afin de répondre au mieux aux besoins
de la clientèle. De plus, il est toujours possible pour les habitants de
confier au facteur les correspondances à expédier, lors de la
distribution du courrier. C'est une bonne solution pour les personnes à
mobilité réduite pour lesquelles une distance de 500 mètres ou 1.500
mètres est de toute façon trop longue. Il est vrai que l'on ne peut pas
alors donner son courrier à cinq heures, par exemple, mais
uniquement le matin. Mais nous parlons ici de personnes à mobilité
réduite, je pense que cela ne devrait pas les gêner.

Toutes les communes du royaume doivent bien entendu être
pourvues d'un bureau de poste. Le cas échéant, avec l'approbation
des autorités communales, un point de service postal peut remplacer
un bureau de poste. Mais tout cela va changer, bien entendu.

Après la réorganisation des boîtes, il faut se poser la question de la
levée de ces boîtes. Toute cette réorganisation aura des
répercussions en termes d'emplois, ce qui n'est pas quantifiable
actuellement. Nous ne connaissons pas encore le nombre d'emplois
concernés. Ce n'est pas encore clair, mais une réorganisation de la
levée des boîtes se prépare également. Quoi qu'il en soit, La Poste
s'engage fermement à exercer une reconversion rapide au sein de
l'entreprise des agents qui se trouveront privés de leur emploi actuel.
Je confirme à nouveau que la restructuration de La Poste peut se
faire sans licenciements. J'insiste sur ce fait même, si cela semble
normal: peu d'entreprises offrent cette possibilité. En ce qui concerne
l'utilisateur, donner sa correspondance au facteur en zone rurale est
la seule bonne réponse.
straal van 1.500 meter op het
platteland. Aanpassingen blijven
echter mogelijk. Sommige bussen
kunnen worden verwijderd, maar
andere kunnen dan weer worden
aangebracht op plaatsen waar er
vroeger ontbraken.

Op drukbezochte plaatsen, zoals
grootwarenhuizen of tankstations
langs de snelwegen, zullen nieuwe
bussen worden geplaatst.

De inwoners kunnen steeds hun
briefwisseling met de postbode
meegeven wanneer hij zijn ronde
maakt. Dat is allicht de beste
oplossing voor mensen met een
beperkte mobiliteit.

Ik bevestig nogmaals dat er bij de
hervorming van De Post geen
ontslagen zullen vallen maar dat
de beambten die zonder werk
vallen, een andere functie zullen
krijgen.
11.04 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse. J'insiste beaucoup sur le service que
11.04 Joseph Arens (cdH): Ik
onderstreep dat voor de postbode
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
peut rendre le facteur à la population. Il est vrai que la remise du
courrier au facteur est encore plus intéressante qu'ajouter certaines
boîtes à des endroits où il y a peu de courrier. Je comprends aussi
qu'il faille prendre en considération la rentabilité. J'insiste beaucoup
sur le service que peut rendre le facteur à la clientèle.

Monsieur le ministre, le 21 novembre, vous me répondiez, au sujet de
la distribution du courrier et des quotidiens, que vous étiez pour la
distribution à 100% du courrier avant 7.30 heures. Je sais que cela
n'a rien à voir avec cette question-ci. Je tiens cependant à vous
remercier, monsieur le ministre, cela se fait et tout le monde est
heureux là où cela se passe ainsi en région rurale. On disait la chose
presque impossible, que les élections devaient être proches pour faire
une telle promesse. Et aujourd'hui, c'est une chose concrète dans
certaines régions. Il faut donc aussi vous remercier. Je ne vous ai
jamais remis le casier d'Orval promis, il y a sept ou huit ans, quand
vous avez accepté une de mes propositions. Je pense que je vais
l'apporter dans les prochaines semaines!
een belangrijke taak is weggelegd.
Op bepaalde plaatsen kan die
dienstverlening aan de bevolking
belangrijker zijn dan de
aanwezigheid van een postbus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la possible suppression des guichets en gares de Marbehan et Marloie" (n° 6878)
12 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de mogelijke sluiting van de loketten in de stations van Marbehan en
Marloie" (nr. 6878)
12.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je souhaite vous
interroger au sujet de rumeurs persistantes faisant état de la possible
suppression des gares de Marbehan et Marloie dans le nouveau plan
de gestion de la SNCB. Il apparaît que le nouveau contrat de gestion
2005-2007 reprendrait les gares selon deux catégories: les arrêts
principaux fréquentés par un minimum 7.500 voyageurs par semaine
et les arrêts secondaires fréquentés par moins de 7.500 voyageurs
par semaine. Dans la province de Luxembourg, seules les gares
d'Arlon et Libramont seraient reprises dans les arrêts principaux.

Les conséquences de cette répartition sont importantes. Le contrat
prévoit en effet une étude de faisabilité de la distribution externe des
produits de la SNCB, y compris les titres de transport pour les arrêts
secondaires. A Marbehan et Marloie, il faudrait donc se rendre dans
un supermarché ou ailleurs pour pouvoir y retirer son titre de
transport. Ces deux gares représentent tout de même des arrêts
importants dans notre province. A nouveau, je parle de la spécificité
du monde rural. Les élus locaux ont d'ores et déjà déposé une motion
réclamant le maintien des guichets.

Monsieur le ministre, l'information circulant est-elle exacte? Devons-
nous craindre la fermeture de ces guichets?
12.01 Joseph Arens (cdH):
Moeten wij de geruchten geloven
als zouden de stations van Marloie
en Marbehan volgens het nieuwe
beheersplan 2005-2007 van de
NBMS gesloten worden? In die
stations stappen minder dan 7.500
reizigers per week op of af.
Daarmee worden ze ingedeeld bij
de secundaire stopplaatsen.
Vervoerbewijzen zou men in de
supermarkt moeten gaan kopen!
12.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Arens, aucune
fermeture de guichets n'est prévue, point à la ligne. Je vous ai dit
qu'on allait se limiter à la fermeture d'environ 38 guichets. Je reste
donc sur cette décision, entre-temps confirmée par la SNCB.
12.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Neen. Ik heb de
achtendertig loketten die dicht
moeten opgesomd, en daar blijft
het bij.
12.03 Joseph Arens (cdH): Je vous remercie, monsieur le ministre,
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
pour cette réponse qui me donne satisfaction.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la situation d'une personne isolée ayant un enfant à charge pendant les trois années
précédant la pension définitive à La Poste" (n° 6882)
13 Vraag van heer Joseph Arens aan vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toestand van een alleenstaande met een kind ten laste gedurende de drie
jaar die voorafgaan aan het definitief pensioen bij De Post" (nr. 6882)
13.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, lors des mesures négociées avec les organisations
syndicales, La Poste propose aux agents statutaires âgés d'au moins
57 ans et comptant au moins 30 années de service, de pouvoir
bénéficier d'un congé précédant la retraite (CPR).

Les montants alloués pendant ces trois années précédant la pension
définitive sont actuellement calculés selon un tableau annexé à ma
question. Lorsque l'on consulte ce tableau, il apparaît que deux
catégories sont retenues. Ainsi, un agent célibataire avec un enfant à
charge se trouve rangé dans la catégorie "isolé" alors qu'un agent
marié qui, de ce fait, compte également une personne à charge mais
certainement moins onéreuse qu'un jeune aux études, se retrouve
dans la catégorie "ménage avec revenu". Or, le montant mensuel net
alloué à un "isolé" est nettement inférieur à celui d'un "ménage avec
revenu".

Monsieur le ministre, trouvez-vous cette situation normale? Pouvez-
vous m'expliquer les raisons de cette différence de montants? Est-il
possible de prévoir le même montant pour les isolés ayant un enfant à
charge que celui prévu pour les ménages?
13.01 Joseph Arens (cdH): Wat
het verlof voorafgaand aan het
pensioen betreft, rangschikt De
Post de ongehuwde beambten
met een kind ten laste in de
categorie van de alleenstaanden,
waarvoor het toegekende bedrag
veel lager ligt dan het bedrag dat
de gehuwde beambten, die in de
categorie "gezin met inkomsten"
zijn ingedeeld, ontvangen. Hoe
verklaart men dat verschil? Kan
men die bedragen niet
gelijkschakelen?
13.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
monsieur Arens, dans les discussions avec les organisations
syndicales, il y a toujours "à donner" et "à retenir".

Comme vous le savez, je n'ai pas participé à ces négociations, mais
les syndicats et La Poste ont fait des choix qui satisfont certaines
personnes plus que d'autres. En tout cas, la décision a été prise et je
ne peux rien y changer. Cela ne relève d'ailleurs pas de ma
compétence.

Il faut savoir que dans le cadre des discussions entre les syndicats et
La Poste, la nouvelle tendance veut que l'on se préoccupe plus
particulièrement des personnes âgées de moins de 45 ans plutôt que,
comme ce fut le cas dans le passé, des personnes susceptibles de
bénéficier du congé précédant la retraite, autrement dit les personnes
ayant plus de 50 ans. C'est en tout cas une tendance très claire qui
ressort des discussions. Les jeunes membres, affiliés aux syndicats,
font savoir qu'ils doivent également être pris en compte.
13.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Tijdens de besprekingen
hebben de vakbonden en De Post
een keuze gemaakt en ik kan daar
niets aan veranderen. Er lijkt zich
een tendens af te tekenen waarbij
de nadruk op de personeelsleden
die jonger zijn dan vijfenveertig
jaar komt te liggen.
13.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, si je vous
comprends bien, les plus âgés ne sont plus prioritaires.
13.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Attention! Je n'ai pas dit cela.
Mais il vrai que je constate un léger changement. Je ne sais pas vous
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
dire quelle importance sera donnée à cette question au cours des
discussions à venir relatives à la problématique des prépensions. Je
pense, en tout cas, pouvoir dire qu'un accord axé sur les prépensions
ne serait pas accepté par la base syndicale. Nous assistons à un
changement rapide en la matière. Suivant les syndicats, les jeunes
travaillant à La Poste ont également des droits, ces derniers ne
devant pas être réservés uniquement aux personnes ayant dépassé
50 ans.
13.05 Joseph Arens (cdH): Je vais donc conseiller aux agents
concernés de faire le nécessaire auprès de leur syndicat.
13.05 Joseph Arens (cdH): Ik zal
de betrokken beambten dus
aanraden zich tot hun vakbond te
wenden.
13.06 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est ainsi que les choses
doivent se faire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven over
"het stationsgebouw in Kortenberg" (nr. 6891)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de definitieve schrapping van het plan om in Kortenberg een
stationsgebouw op te trekken" (nr. 6960)
14 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "le
bâtiment de la gare de Kortenberg" (n° 6891)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"la suppression définitive du plan visant à construire une gare à Kortenberg" (n° 6960)
14.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, enige tijd geleden ondervroeg ik u over de werken op lijn 36
Leuven-Brussel. Een van de vragen ging ook over het stationsgebouw
in Kortenberg. Het gebouw had immers moeten plaatsmaken voor de
HST-lijn die het station doorkruiste. Het is toch een gouden regel dat,
wanneer in een gemeente plaats moet worden gemaakt voor een lijn,
het station in die gemeente moet worden opgeofferd en de gemeente
tijdelijk alle hinder van de werken moet ondergaan, de gemeente er
ook iets voor in de plaats krijgt. Dat is maar normaal.

De minister antwoordde toen, weliswaar schriftelijk dat er geen
bijkomend station op voornoemde lijn zou worden gebouwd. Alle
bestaande stopplaatsen zouden echter wel worden gemoderniseerd,
zoals reeds eerder werd aangekondigd tijdens de voorstelling van de
werken in juni 2002. De moderniseringswerken zouden worden
gefinancierd door het GEN-Fonds.

Aangezien het antwoord van toen niet meteen enige duidelijkheid gaf,
heb ik mij bijkomend geïnformeerd. Op donderdag 31 maart 2005
bevestigde de B-holding mij via mail dat er wel een stationsgebouw
zou komen in Kortenberg. Het zou weliswaar niet het stationsgebouw
zijn dat ooit werd uitgetekend en futuristisch en mooi oogde; maar een
afgeslankt station. Iets meer dan een maand later krijgt de gemeente
Kortenberg een bericht dat er dan toch geen station zal komen in
Kortenberg.
14.01 Dirk Claes (CD&V): Des
rumeurs contradictoires circulent
au sujet de l'aménagement du
bâtiment de la gare de Kortenberg.
Pourquoi a-t-on abandonné la
construction d'un bâtiment de gare
prévue initialement? Ceci est en
contradiction avec les projets
annoncés et avec le budget de
quelque 13,4 millions prévu à cet
effet.

Pourquoi n'aménagera-t-on
finalement pas de gare à
Kortenberg? Kortenberg a quand
même un rôle à jouer dans le
désenclavement de la capitale.
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Hoe verklaart de minister mij de ommezwaaien in het dossier, waarbij
eerst wel en dan weer niet van een stationsgebouw wordt gesproken,
in tegenstelling tot de aangekondigde plannen en het voorziene
budget van ongeveer 13,4 miljoen euro?

Wat is de reden waarom er nu toch geen station komt in Kortenberg?

Is de uitbouw van de dienstverlening rond Brussel niet van essentieel
belang voor de ontsluiting van onze hoofdstad? Kortenberg is daarbij
een belangrijk sluitstuk.
14.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, als gevolg van de HST-werken langsheen de lijn
Brussel-Luik kijkt momenteel een aantal gemeenten in de provincie
Vlaams-Brabant uit naar de realisatie van de plannen die de NMBS
aanvankelijk had om een aantal stations langsheen het traject
Brussel-Leuven in een nieuw kleedje te stoppen. Ik denk daarbij in dit
specifieke geval aan Kortenberg, maar ook de gemeente Herent valt
onder de plannen.

Een jaar geleden werden daarover een aantal beloften gemaakt, niet
alleen door plannen op papier te zetten, maar zelfs door maquettes
naar voren te schuiven. Het hoofdmotto van de NMBS was immers,
na jaren van kommer en kwel inzake infrastructuurwerken aan de
stations, dat het tijd werd om een goede dienstverlening aan de
treingebruiker aan te bieden.

Zoals de heer Claes het verhaal schetst, blijkt het doek voor
Kortenberg definitief te zijn gevallen. Er komt blijkbaar geen
overkapping, op een paar schuilhuisjes na, waardoor de treinreizigers
in weer en wind zullen moeten blijven staan. Er komt evenmin een
behoorlijke behuizing voor de loketdiensten. Dat alles leidt natuurlijk
tot grote onvrede bij het gemeentebestuur van Kortenberg, dat u,
maar ook de NMBS, daarover op 6 april 2005 een pittige brief heeft
geschreven.

Bijgevolg leek het mij zinvol u over de kwestie een aantal vragen te
stellen. Ik heb ze u vooraf schriftelijk bezorgd. Ik zal ze voor de
volledigheid van het verslag echter overlopen.

Ten eerste, wat is de motivering om uiteindelijk af te zien van de bouw
van een stationsgebouw in Kortenberg?

Ten tweede, waarom neemt de NMBS afstand van de eerder
gemaakte afspraken, beloften en plannen?

Ten derde, werd daarover overleg gepleegd met de betrokken
gemeente? Zo ja, wat is het resultaat geweest van het overleg?

Ten vierde, kunnen de aanliggende gemeenten op lijn 36 Brussel-
Leuven, dus buiten Kortenberg, zich in de nabije toekomst nog
verwachten aan gelijkaardige beslissingen van de NMBS, zijnde het
niet uitvoeren van wat ze een aantal jaren geleden had beloofd?
14.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Les communes de
Kortenberg et de Herent attendent
avec intérêt les réalisations de la
SNCB dans le cadre de la
rénovation de leurs gares à
l'occasion des travaux TGV. Il y a
un an, les plans ont été établis et
des maquettes réalisées. Il entrait
dans les intentions de la SNCB de
compenser les nuisances causées
par les travaux d'infrastructure
pluriannuels en offrant aux
voyageurs un service de qualité. Il
semble que la gare de Kortenberg
ne sera pas munie d'une toiture ni
d'infrastructure convenable pour
les guichets. Le 6 avril 2005, la
commune a adressé une lettre de
mécontentement au ministre et à
la SNCB à ce sujet.

Pourquoi la construction d'un
bâtiment de gare à Kortenberg
est-elle abandonnée? Pourquoi ne
respecte-t-on pas les accords
passés? Des concertations ont-
elles eu lieu avec la commune à
ce sujet? Une décision analogue
sera-t-elle prise à l'égard des
autres communes situées le long
de la ligne 36?
14.03 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Claes, ik vermoed dat een misverstand is ontstaan. In
stations en stationsgebouwen worden treintickets verkocht, in
tegenstelling tot stopplaatsen waar er geen worden verkocht. Over het
14.03 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il y a un malentendu. Il ne
faut pas confondre une `gare' ou
un `bâtiment de gare', où l'on vend
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
gebouw in Kortenberg is er geen discussie. Het gebouw met
wachtzaal zal er komen. Het wordt een glazen constructie dat vrij
transparant moet zijn met een perronoverbrugging met luifels van 50
meter, het perron wordt volledig verhard. Het budget is 16 miljoen
euro. Dat is allemaal gepland.

Binnen de NMBS-groep heeft een discussie plaatsgevonden of men
in Kortenberg al dan niet een loket voor ticketverkoop moest plannen.
Zo ja, werd het een stationsgebouw, zo nee, een stopplaats. Finaal
heeft de NMBS beslist om de verkoop van vervoerbewijzen zowel in
Kortenberg als in Zaventem toch voort te zetten. De gebouwen zullen
als zodanig bemand worden zodat Kortenberg opnieuw een station zal
hebben en geen stopplaats.
des titres de transport, avec un
`point d'arrêt', où l'on n'en vend
pas. Il n'y a pas de discussion à
propos de la gare de Kortenberg.
Elle disposera bien d'un bâtiment
de gare et d'une salle d'attente. Le
projet prévoit une construction
vitrée et une passerelle
surplombant les quais, avec des
auvents de 50 mètres. Le quai
sera entièrement asphalté. Un
budget de 16 millions d'euros a été
alloué. A l'issue d'une discussion
au sein du groupe SNCB, il a été
décidé de maintenir la vente de
titres de transport, tant à
Kortenberg qu'à Zaventem. Les
gares seront donc dotées d'une
permanence. La commune de
Kortenberg peut donc se réjouir, la
SNCB y maintiendra une gare et
non un point d'arrêt.
14.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik kan slechts vaststellen dat ik van uw diensten een
mailbericht heb ontvangen waarin staat dat er wel een
stationsgebouw gepland is.
14.05 Minister Johan Vande Lanotte: Het wordt een stationsgebouw.
Men verkoopt er tickets. Bijgevolg is het een stationsgebouw.
14.06 Dirk Claes (CD&V): In dat geval zijn we het er over eens dat er
wel een stationsgebouw komt?
14.07 Minister Johan Vande Lanotte: Dat heb ik zopas uitgelegd,
mijnheer Claes.
14.08 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor het positieve antwoord.

Ik weet niet in welke mate het gemeentebestuur hierbij betrokken
wordt. Feit is dat het gemeentebestuur op het verkeerd been waren
gezet. Het ongenoegen van het gemeentebestuur heeft geresulteerd
in een aantal brieven. Ik hoop dat dit bij deze is rechtgezet en dat u
het gemeentebestuur hiervan op de hoogte brengt.
14.08 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Je vous remercie pour
cette réponse positive.
L'administration communale a été
induite en erreur. J'espère que
cela calmera les esprits et que le
ministre avertira l'administration
communale.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les bâtiments de La Poste à Arlon" (n° 6913)
15 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de gebouwen van De Post in Aarlen" (nr. 6913)
15.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous avais
interrogé sur ce point en septembre 2004 et je ne vais pas revenir sur
la problématique de l'infrastructure de La Poste à Arlon, qui ne permet
pas une application correcte du logiciel Géoroute. Vous m'aviez dit, à
15.01 Joseph Arens (cdH): In
september 2004 zei u dat in de rue
de la Meuse te Aarlen een
aanzienlijke investering was
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
l'époque, qu'un nouveau bâtiment était prévu à Arlon. J'aurais
souhaité savoir quel est l'état d'avancement du dossier de
construction du nouveau bâtiment, sis rue de la Meuse à Arlon, étant
donné que les agents de La Poste, ne voyant rien venir, m'interrogent
régulièrement.
gepland om een antwoord te
bieden op de
infrastructuurproblemen die er de
toepassing van Georoute
bemoeilijken.

Wat is de stand van zaken?
15.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Arens, le bureau
d'études a été désigné afin de faire réaliser les travaux de
transformation des deux bâtiments, rue de la Meuse. L'un des
bâtiments est utilisé par Mail et l'autre comme garage. Le projet porte
sur l'aménagement de ces deux bâtiments afin d'y installer la partie
mail qui se trouve actuellement au centre ville. Le budget réservé
pour ce projet s'élève à environ 800.000 euros. Le groupe désigné est
"Ingénieurs BCT", qui travaille avec un architecte d'Arlon, le bureau
"A3". Ce bureau d'études est actuellement occupé à réaliser le
dossier de permis de bâtir, qui devrait être déposé à la fin de ce mois.
Le chantier est prévu en octobre et novembre, avec un
déménagement possible en décembre. Cependant, reposez-moi la
question en février 2006, certains délais étant parfois plus longs que
prévu.
15.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Er werd een
studiebureau aangewezen om te
zorgen voor de inrichting van twee
industriële gebouwen rue de la
Meuse, waar de afdeling "mail" zal
worden ondergebracht die zich nu
in het centrum bevindt. Daartoe
werd een bedrag van zo'n 800.000
euro uitgetrokken. We doen een
beroep op het studiebureau
"Ingénieurs BTC", dat samenwerkt
met het architectenbureau A3. Het
studiebureau bereidt op dit
ogenblik het dossier voor de
stedenbouwkundige vergunning
voor; de werken zouden in
oktober-november van start
moeten gaan en de verhuizing zou
voor december of, uiterlijk, voor
februari zijn.
15.03 Joseph Arens (cdH): Vous viendrez donc inaugurer ce
bâtiment à Arlon.
15.03 Joseph Arens (cdH): Ik
hoop dat u het gebouw zal komen
inhuldigen.
15.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Bien entendu!
Le président: Félicitations pour cette initiative du syndicat du même nom!

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les stations terriennes de transfert de données par satellite" (n° 6914)
16 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de grondstations voor gegevensoverdracht per satelliet" (nr. 6914)
16.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, la société Belgacom exploite actuellement
deux stations terriennes de transfert de données par satellite. Elles
sont respectivement installées à Liedekerke au Nord de Bruxelles et à
Lessive le long de l'autoroute E411.

Compte tenu des différents développements technologiques,
plusieurs sources d'émission des données de transfert sont possibles.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me préciser les choix stratégiques
opérés par Belgacom dans le cadre du développement des deux sites
de transfert de données?
16.01 François Bellot (MR): Er
zijn verscheidene mogelijkheden
voor het doorsturen van gegevens
vanuit de grondstations voor
gegevensoverdracht per satelliet
van Belgacom in Liedekerke en
Lessive.

Welke strategische keuzes zal
Belgacom maken in het kader van
de uitbouw van die twee sites?
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Pouvez-vous préciser le nombre d'agents actuellement affectés à la
station de Lessive et de Liedekerke? Il s'agit tant du personnel de
maintenance que de surveillance du site.

Quel est le nombre d'antennes opérationnelles à Lessive, d'une part,
et à Liedekerke, d'autre part?

Quelles sont les affectations des antennes et les continents et pays
concernés par les transferts de données?
Hoeveel onderhouds- en
bewakingspersoneel wordt er in
elk van beide grondstations
tewerkgesteld? Hoeveel
operationele antennes zijn er in elk
station?

Waarvoor worden die antennes
gebruikt? Welke landen zijn er bij
de gegevensoverdracht
betrokken?
16.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
Belgacom m'informe clairement que compte tenu du caractère
particulièrement concurrentiel du marché au sein duquel évolue
Belgacom, les choix stratégiques liés au développement des sites des
stations terriennes précitées constituent une information
confidentielle.

Le nombre de personnes affectées au site de Lessive s'élève à 13 et
à 12 pour Liedekerke.

Le nombre d'antennes opérationnelles sur le site de Lessive s'élève à
7 antennes fixes ainsi que diverses antennes réceptrices de contrôle
et de gestion du réseau.

A Liedekerke, ce nombre s'élève à 5 antennes fixes, deux antennes
mobiles ainsi que diverses antennes réceptrices de contrôle et de
gestion du réseau.

Je dispose d'un tableau reprenant les antennes satellites par
continent et les pays couverts. Il convient de noter que les pays
mentionnés sont les pays actuellement desservis. En principe, tous
les pays couverts par le champ d'action des satellites peuvent être
desservis.
16.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Belgacom laat weten dat
de strategische keuzes met
betrekking tot de uitbouw van de
grondstations waarvan sprake als
vertrouwelijke informatie
beschouwd moeten worden, gelet
op de zeer scherpe concurrentie
op deze markt.

Momenteel zijn er 13 personen
tewerkgesteld in Lessive en 12 in
Liedekerke.

In Lessive zijn er 7 vaste
antennes, naast een aantal
ontvangantennes voor de controle
en het beheer van het netwerk.
Het grondstation van Liedekerke
heeft 5 vaste en 2 mobiele
antennes, en verscheidene
ontvangantennes voor de controle
en het beheer van het netwerk.

Op de tabel die ik u zal bezorgen,
staan de antennes en satellieten
vermeld per continent, evenals de
landen die binnen de reikwijdte
van de stations vallen. Er worden
ook effectief gegevens
doorgestuurd van en naar de
vermelde landen. In principe
kunnen alle landen die binnen het
bereik van de satellieten liggen,
gebruik maken van de
mogelijkheden inzake
gegevensoverdracht.
16.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les horaires des trains P durant la semaine précédant Noël 2005" (n° 6976)
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
17 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de dienstregeling van de P-treinen in de week vóór Kerstmis 2005"
(nr. 6976)
17.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, la SNCB considère
que les trains de pointe ordinaires sont spécifiques aux navetteurs. En
d'autres termes, ils sont prévus pour les déplacements entre le
domicile et le lieu de travail. Lorsqu'ils sont marqués d'un triangle noir,
ils ne doivent pas circuler si le nombre de navetteurs est faible. Ces
trains circulent toute l'année, à l'exception des périodes de fin
d'année, de plusieurs jours de "pont" et de congés payés - autrement
dit, de la deuxième semaine de juillet à la mi-août.

Aucune distinction n'est malheureusement opérée entre les trains de
navetteurs ordinaires et les trains mixtes destinés à ceux-ci et aux
écoliers, qui desservent une gare dans les environs de laquelle se
trouve au moins un établissement d'enseignement secondaire entre
8h et 8h15. A la fin de l'année 2004, des trains mixtes ont été
supprimés la semaine précédant les vacances de Noël, empêchant
les enfants d'arriver à temps pour leurs examens. Ceci a provoqué
l'indignation de nombreux usagers.

Le comité des usagers, dans son avis 05/20 du 3 mai 2005, demande
donc avec insistance que la SNCB respecte les dates officielles de
jours de cours. Il s'inquiète des mesures qui seront prises en
décembre 2005, la plupart des écoliers ayant encore des examens les
19, 20 et 21 décembre.

Plus généralement, le comité des usagers demande que l'information
sur les horaires de fin d'année soient mieux élaborés et plus complets
que ce ne fut le cas en 2004, surtout dans les gares et sur les lignes
où des trains seront supprimés.

L'objectif de ma question est double. D'une part, j'aimerais que l'on
garantisse un service public qui réponde aux besoins des jeunes
clients. De l'autre, je souhaiterais également que des mesures soient
prises pour fidéliser cette clientèle, afin d'améliorer à terme la mobilité
d'une manière générale.

Pourriez-vous donc me dire si la SNCB a prévu, cette année, des
mesures spécifiques? Sa stratégie sera-t-elle plus appropriée que
celle qu'elle avait adoptée en décembre de l'année dernière?
17.01 Camille Dieu (PS): De P-
treinen hoeven niet te rijden
wanneer er weinig pendelaars zijn;
de NMBS is immers van oordeel
dat zij enkel voor het woon-
werkverkeer worden gebruikt. Men
maakt jammer genoeg echter
geen onderscheid tussen de
gewone pendeltreinen en de
gemengde treinen ten behoeve
van pendelaars en scholieren die
tussen 8.00 en 8.15 uur stations
aandoen in de omgeving waarvan
ten minste één middelbare school
gelegen is.

Zo werden eind 2004 gemengde
treinen afgeschaft, waardoor
scholieren niet tijdig op school zijn
geraakt, terwijl zij examens
moesten afleggen.

In zijn advies 05/20 van 3 mei
2005 vraagt het Comité van de
gebruikers dan ook dat de NMBS
de officiële datums van de
lesdagen in acht zou nemen en
maakt het zich meer bepaald
zorgen over de datums van 19, 20
en 21 december 2005. Het Comité
vraagt een betere voorlichting met
betrekking tot de dienstregelingen
voor de eindejaarsperiode op de
lijnen waar treinen worden
afgeschaft.

Zal de NMBS haar strategie voor
december 2005 aanpassen
teneinde een openbare
dienstverlening te waarborgen die
voldoet aan de behoeften van het
cliënteel en voor een
klantenbinding zorgt?
17.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, cette
discussion a eu lieu fin 2004 et fut un peu virulente.

A partir du 20 décembre 2004, la SNCB appliquait un service RCV
(congés annuels) impliquant la suppression de plus ou moins 190
trains. A partir du 27 décembre, elle appliquait un service RCV et RVS
(congés annuels et congés scolaires), ce qui impliquait une
suppression de 250 trains. Le 31 décembre 2004, elle appliquait un
service R7 (dimanche) avec quelques mesures complémentaires.
17.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Als gevolg van de
besprekingen eind 2004 heeft de
NMBS vanaf 20 december 2004
een RCV-dienst (jaarlijkse
vakantie) en vanaf 27 december
een RVS-dienst (jaarlijkse
vakantie en schoolvakanties)
toegepast. Als gevolg van de
eerste dienstregeling werden zo'n
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Il y a eu beaucoup de critiques mais il faut rester honnête en
soulignant qu'il y a eu des incidents importants au cours de la journée
du 20 décembre qui ont affecté le service des trains sur certaines
lignes et qui ont créé des problèmes de sur-occupation. Néanmoins,
je pense que la SNCB n'a pas pris une bonne décision.

Cette décision avait été prise en raison des demandes de congés de
la part du personnel. Donc, il y avait moins de trains. C'est sur ce
point que je ne suis pas d'accord, je trouve que ce n'était pas la
bonne manière d'agir.

En ce qui concerne 2005, du lundi 26 décembre au vendredi 30
décembre, la SNCB appliquera un service RCV et RVS (congés
annuels et vacances scolaires).

Du 2 janvier au 6 janvier 2006, elle appliquera un service de congés
scolaires, ce qui correspond à la réalité.

Je pense qu'il est plus approprié de ne modifier les services qu'en
date du 26 décembre au lieu du 20 décembre, comme ce fut le cas en
2004.

Ce n'est peut-être pas la fin du monde, mais il est préférable de ne
plus répéter ces erreurs.
190 treinen geschrapt, in de
tweede periode reden ongeveer
250 treinen niet. Op 31 december
2004 gold bovendien een R7-
dienst (zondag) en werd nog een
aantal bijkomende maatregelen
toegepast.

Die maatregelen lokten een
stormvloed van kritiek uit en
bovendien deed zich op 20
december 2004 nog een aantal
ernstige incidenten voor, die de
toestand er alleen maar erger op
maakten.

In mijn ogen nam de NMBS niet
echt een weloverwogen beslissing,
maar ging ze in op de talrijke
vakantieaanvragen vanwege het
personeel.
In het licht van de voorbije
ervaring, besliste de NMBS tussen
26 en 30 december 2005 en
tussen 2 en 6 januari 2006 een
RCV- en RVS-dienst toe te
passen.

De klassieke R67-dienst zal van
toepassing zijn in de weekends
van 24 en 25 december 2005 en
van 31 december 2005 en 1
januari 2006.

Dankzij de vakantieregeling en de
toepassing van voormelde
maatregelen zullen de reizigers in
de najaarsperiode een betere
dienstverlening genieten dan vorig
jaar.
17.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse qui va dans le bon sens.
17.03 Camille Dieu (PS): Dat
gaat de goede kant op, dunkt me.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, om tijd te winnen, zal ik mijn vraag stellen vanaf de voorzittersbank.
18 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de slechte postbedeling in een aantal wijken van Sint-Amandsberg"
(nr. 7011)
18 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "les problèmes de distribution du courrier dans certains quartiers de Sint-
Amandsberg" (n° 7011)
18.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de postbedeling in een wijk van Sint-
18.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Un problème de
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Amandsberg, meer bepaald in de Sint-Bernadettestraat. Die is voor
De Post een grensgeval. De Sint-Bernadettestraat ressorteert onder
de postnummers 9041 Oostakker, 9040 Sint-Amandsberg en 9000
Gent. Het is in postnummer 9000 Gent dat er zich een probleem
voordeed.

Dat probleem bestond eruit dat de bemanning van De Post naar
aanleiding van de ziekte van een postbode blijkbaar niet meer in staat
was om voor een dagelijkse postbedeling te zorgen. Op een zeker
ogenblik gebeurde de postbedeling in dat gebied van Gent pas om de
twee dagen. Dat is toch een klein beetje te kras. Ik kan mij inbeelden
dat, als er zich een personeelsprobleem voordoet, men niet alles
onmiddellijk kan oplossen. Een postbedeling om de twee dagen is
echter wel zeer kras.

Bovendien werd een en ander door de mensen geïnterpreteerd dat de
postbode slechts één keer per week langskwam. Dat is door De Post
in Gent ten stelligste ontkend. Het gebeurde wel degelijk om de twee
dagen. Ik vind echter om de twee dagen zelfs wat te weinig.

Mijnheer de minister, ik wil u vragen of men zich daarvan bewust is.
Welke maatregelen zijn er genomen om dat te vermijden in de
toekomst?
distribution du courrier s'est
produit dans certains quartiers de
la commune fusionnée de Sint-
Amandsberg. La distribution n'a
été assurée qu'un jour sur deux
parce qu'un facteur était en arrêt
de maladie de longue durée. Cette
situation était inacceptable.
Quelles mesures ont été prises
pour remédier à ce problème et
éviter qu'il se reproduise?
18.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, zoals u
zegt, gaat het om het deel van de straat dat door Gent 1 wordt
bedeeld. De titularis is langdurig ziek geweest. Vorige vrijdag werd er
geen post uitgereikt. Hier staat vorige vrijdag, maar dat kan reeds
twee weken geleden zijn. Er kon immers niet tijdig een vervanger
worden gevonden. De teamcoach is verplicht geweest om in de straat
bij de klanten langs te gaan. Hij heeft hen dan ook gesproken. Er zijn
ondertussen extra wervingen gevraagd voor het kantoor. Het
personeelsactief was immers op korte tijd gezakt.

De Post werd doordat een zeer hoog aantal personen wegens
vervroegde pensionering of wegens een andere reden zijn
weggegaan, geconfronteerd met een spectaculaire daling van het
effectief die niet voorzien was. Er werden intussen extra
aanwervingen gevraagd en die zijn nu hopelijk reeds uitgevoerd.

Het betreft een typische situatie. In de maanden maart en april was
het aantal personeelsleden echt zeer laag om die reden, zelfs veel
lager dan verwacht. In de cijfers was het zelfs vrij spectaculair te
noemen.

Normaal volgt men dagelijks het aantal niet-verzekerde diensten op.
Gemiddeld worden 0,2 procent van de diensten niet uitgereikt door
een onverwachte lokale afwezigheid, bijvoorbeeld iemand die een
ongeluk heeft. Dat is onvoorspelbaar. Dan worden correctieacties
ondernemen en wordt, indien nodig, extra personeel aangeworven.
Dat is hier dus gebeurd.
18.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La Poste ne trouvait
personne pour remplacer le
facteur en arrêt de maladie de
longue durée. Les rues
concernées ont été privées de
distribution pendant certains jours.
En mars et en avril, La Poste a été
confrontée à une pénurie de
personnel inattendue parce que
plusieurs travailleurs sont partis en
prépension. Des recrutements
sont en cours afin de pourvoir à
tous les emplois vacants. Le
pourcentage de services que La
Poste ne peut exécuter en raison
d'un manque temporaire de
personnel n'est que de 0,2%.
18.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Als ik het goed heb
begrepen vinden er inmiddels aanwervingen plaats.
18.04 Minister Johan Vande Lanotte: Er moeten nu aanwervingen
bezig zijn en ik hoop dat ze er ook al zijn. Dat weet ik niet.
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
18.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Indien het nog niet
zover is, dan is het voor zeer binnenkort?
18.06 Minister Johan Vande Lanotte: Ja, normaal gezien vult men
dat aan met andere maar het effectief is plots gezakt. Ik denk dat men
met 1.500 onder het voorziene aantal zat. Dat is spectaculair. Men
heeft een probleem gehad om dit aan te vullen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Questions jointes de
- M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"le coût de l'achèvement du TGV" (n° 7039)
- M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le dépassement du budget du TGV" (n° 7069)
19 Samengevoegde vragen van
- de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de kostprijs van de afwerking van de HST-lijn" (nr. 7039)
- de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de overschrijding van het budget voor de HST" (nr. 7069)
19.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, l'évaluation du coût du projet TGV en 1995 laisserait
apparaître, dix ans plus tard, un surcoût non prévu de l'ordre de 282
millions d'euros. La SNCB affirme ne pas disposer des fonds pour
couvrir les frais d'achèvement des branches nord et est du TGV, alors
que le gouvernement, par votre entremise, ne serait pas disposé à
augmenter la dotation de l'entreprise publique pour pouvoir financer
ce montant.

Un recours à l'emprunt, alors que la SNCB vient d'assister à une
reprise d'une part importante de sa dette par l'Etat, reste possible
mais dans quelles limites, sachant que le ministre tend à fixer à
l'entreprise un objectif de rentabilité, qui au départ était fixé à 2008
mais qui semblerait ne plus être précisé aujourd'hui en termes
d'année? C'est ce que j'apprends par Belga. Les organisations
syndicales semblent se réjouir que vous n'ayez pu fixer d'année. Sans
doute, avez-vous fixé 2007?

Quelle est l'évaluation précise des montants nécessaires à
l'achèvement des branches nord et est du TGV?

Quelles sont les causes de la sous-évaluation des coûts en 1995? Y
a-t-il eu des phases ou des chantiers exceptionnels?

Quelle solution préconisez-vous, compte tenu de l'accord conclu entre
la Belgique et les Pays-Bas qui prévoit une pénalité en cas de retard
dans la mise en service de la ligne à grande vitesse Bruxelles-
Amsterdam?
19.01 François Bellot (MR): De
geraamde kosten van het HST-
project zouden het in 1995
vastgelegde bedrag met zo'n 282
miljoen euro overschrijden. De
NMBS verklaart dat ze niet over de
nodige middelen beschikt om de
noordelijke en de oostelijke HST-
tak te voltooien, en de regering is
niet van plan de dotatie van het
overheidsbedrijf op te trekken.
Men kan zich afvragen in hoeverre
hiervoor geld geleend kan worden,
gelet op de door u vastgestelde
rentabiliteitsdoelstelling van de
onderneming. In dat verband zou
volgens Belga afgestapt worden
van de oorspronkelijke doelstelling
van 2008. De vakbonden schijnen
zich trouwens te verkneukelen in
uw onvermogen om een ander
streefjaar vast te leggen.
Op hoeveel wordt de investering
geraamd die nodig is voor de
voltooiing van de noordelijke en de
oostelijke HST-tak?

Hoe komt het dat die kosten in
1995 onderschat werden? Zijn er
bouwwerken of fasen die als
uitzonderlijk kunnen worden
bestempeld?

Welke oplossing staat u voor in
verband met de strafbepalingen in
het akkoord dat België en
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Nederland gesloten hebben in
geval van overschrijding van de
termijn voor de indienststelling van
de HST-verbinding Brussel-
Amsterdam?
19.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de vice-eerste minister,
daarbij aansluitend wil ik het specifiek hebben over het HST-budget.
Ik vernam vorige week via de pers dat er een overschrijding zou zijn
met 282 miljoen euro, waardoor de NMBS in geldnood zou komen en
er een extra investeringsbedrag nodig zou zijn.

Ik zou graag van u een verslag krijgen over de stand van zaken
betreffende de HST-investeringen, opgesplitst in overschrijdingen of
meerkosten ten opzichte van de raming van 1995, bijvoorbeeld per
Gewest.

In de tweede vraag ging het over de cijfers opgesplitst per tracé. Het
vak Brussel-Leuven-Hélécine, op het vak Hélécine-Luik, op de bouw
van Euro-Liège, op het vak Luik-Duitse grens, op het vak Brussel-
Antwerpen, op de totaliteit van de werken tussen Berchem en
Antwerpen-Dam en tot slot op het vak Antwerpen-Dam naar
Nederlandse grens. In het bericht van Belga stond dat de meerkost
vooral te wijten is aan projecten in de sectoren Noord ­ Brussel naar
Antwerpen - en Oost ­ Luik naar de Duitse grens.

De derde vraag. Hoe zal het tekort van 282 miljoen worden
gefinancierd?

De vierde vraag gaat over de gemengde projecten. In de gemengde
projecten is er steeds een bepaald percentage dat wordt gefinancierd
vanuit de overheidsmiddelen voor spoorinvesteringen. Als de totale
kosten voor de HST stijgen, is het dan ook zo dat het aandeel van de
overheidsmiddelen in die gemengde projecten stijgt? Brengt dit dan
met zich mee dat de middelen voor zuivere binnenlandse
investeringen dalen? Zo ja, met welk bedrag? Kan dit ook opgesplitst
worden per Gewest? Welke zuivere binnenlandse projecten zouden
er dan per Gewest moeten wijken of uitgesteld worden door de
gestegen kosten voor de HST?

De vijfde vraag. Werden er bij de schuldovername van de NMBS door
de Staat ook schulden overgenomen die betrekking hebben op de
HST-investeringen? Is het mogelijk om ook deze op te splitsen per
Gewest? Ondertussen hebben wij via De Tijd van vorige week
donderdag vernomen dat Luc Lallemand, de gedelegeerd bestuurder
van Infrabel, zou ontkennen dat er 282 miljoen tekort is. Er is
natuurlijk altijd een vraag naar nuance. Dat is de reden waarom ik had
gevraagd om de meerkosten ten opzichte van de ramingen van 1995
te vermelden. Die ramingen zijn wellicht relevanter dan te spreken
over een tekort of een overschrijding. Misschien kunt u daarbij wat
meer toelichting geven?
19.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'ai lu dans un
communiqué de presse que le
budget prévu pour la construction
du TGV est dépassé de 282
millions d'euros. La SNCB a donc
besoin d'argent.

Quel est l'état de la situation en ce
qui concerne la construction du
TGV? A combien se chiffre le
dépassement du budget par
Région? Quel est le nouveau coût
lié aux différents trajets dans les
zones Nord et Est? Comment sera
financé le déficit de 282 millions
d'euros?

Une partie des projets mixtes est
financée avec des fonds publics
destinés aux investissements
ferroviaires. La participation des
pouvoirs publics est-t-elle
également plus importante si le
coût total du projet TGV
augmente? Quels projets
nationaux devront être retardés à
cet égard?

L'Etat a-t-il également repris des
dettes relatives au projet TGV lors
de la reprise des dettes de la
SNCB? Pouvez-vous me fournir
une répartition de ces dettes par
Région?

On a pu lire dans "De Tijd" que
l'administrateur d'Infrabel dément
l'existence d'un déficit. Est-il
préférable de parler de surcoûts
par rapport à l'estimation de 1995?
19.03 Minister Johan Vande Lanotte: Mijn antwoord is kort. Volgens
de recente schattingen is er een overschrijding van het budget van 86
miljoen euro.
19.03 Johan Vande Lanotte,
ministre: Selon des estimations
récentes, le budget est dépassé
de 86 millions d'euros.
Il y a un dépassement budgétaire de 86 millions d'euros pour toute la Het oorspronkelijke budget werd
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
période. Ce dépassement n'est pas à considérer comme élevé étant
donné l'importance du montant total.
over de hele periode overschreden
met 86 miljoen euro, en niet met
282 miljoen euro. Zo veel is dat
niet in vergelijking met de totale
investering in het HST-project.
Dat bedrag is extra. Wij beschouwen dat niet als spectaculair.

Er is wel iets gebeurd met de toewijzing van de middelen. Normaal
gezien moesten er interesten van de betalingen voor de TGV door de
NMBS opzijgezet worden voor de TGV. Dat is niet gebeurd. Men heeft
ze voor iets anders gebruikt. Die middelen zijn natuurlijk nog altijd te
gebruiken voor de TGV.

Tussen Infrabel, de holding, en de Belgische Staat zullen we nu
moeten bekijken hoe we dat kunnen opvangen omdat het hier een
commerciële investering betreft waarvoor eventueel geleend kan
worden. Dat moet dan wel op een voldoende lange periode kunnen
worden terugbetaald. Het gaat hier wel degelijk om een commerciële
activiteit en dus mag er eventueel een lening worden aangegaan.
Lors de l'octroi des moyens, il a
été décidé que les intérêts des
paiements devaient être réservés
au projet TGV. Or, ces intérêts ont
été affectés à d'autres fins. Etant
donné qu'il s'agit d'un
investissement de nature
commerciale, la SNCB peut
contracter un emprunt
remboursable à long terme.
19.04 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai pris acte du fait que le montant est inférieur de près de
200 millions d'euros, ce qui est important. Je note aussi que sur la
masse globale de l'investissement, un dépassement de 86 millions
d'euros n'est pas particulièrement élevé en termes de pourcentage.
Le tout est de pouvoir financer cette part et de voir si elle viendra en
supplément de la reprise de la dette par l'Etat.

Par ailleurs, et si j'ai bien compris, si l'Etat ne peut intervenir car cela
pourrait apparaître comme un subventionnement à une activité
commerciale, cela devra se faire uniquement sur l'activité TGV de la
SNCB
19.04 François Bellot (MR): Ik
noteer dat het budget met 86
miljoen euro overschreden werd.
Dat is niet zo veel ten opzichte van
de totale investeringskosten. Dat
neemt niet weg dat een en ander
gefinancierd moet worden. Zal dit
bij de schuldovername door de
Staat worden gerekend?

Kan u bevestigen dat de overheid
niet tegemoet mag komen in wat
een subsidie voor een
commerciële activiteit lijkt? Die
financiering zal dus enkel via de
HST-poot van de NMBS moeten
gebeuren.
19.05 Johan Vande Lanotte, ministre: Pas seulement.
19.05 Minister Johan Vande
Lanotte: Neen...
19.06 François Bellot (MR): C'est donc uniquement Infrabel.
19.07 Johan Vande Lanotte, ministre: Infrabel et la SNCB pour les
gares.
19.07 Minister Johan Vande
Lanotte: ... dat kan ook via
Infrabel en via de NMBS-holding
wat de stations betreft.
19.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had
ondertussen ook begrepen dat de hele discussie ontstaan was door
wat onenigheid tussen de drie NMBS-delen. Blijkbaar is er toch nog
de nodige afstemming nodig. Men zoekt waarschijnlijk nog naar
manieren van werken in deze nieuwe organisatie.

Ik wou nog een bijkomend vraagje stellen. Als men een lening moet
aangaan voor de intresten op de betalingen, is het Infrabel die moet
gaan lenen, waardoor die schuld ook mee wordt verrekend in de
19.08 Jef Van den Bergh
(CD&V): Cette controverse est née
d'un désaccord entre les trois
holdings de la SNCB. Donc, il
importe de réconcilier les points de
vue des unes et des autres. A-t-on
comptabilisé dans la dette de l'Etat
un emprunt éventuel destiné à
payer les intérêts dus sur les
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
staatsschuld.
paiements?
19.09 Minister Johan Vande Lanotte: (...) nog mee bezig. Het is te
zien hoe we Infrabel alsnog gaan positioneren. Ook daarover kan nog
gediscuteerd worden.

Ik wil wel opmerken dat dit niet het gevolg is van een discussie tussen
de drie. Het is het gevolg van het feit dat het geld dat binnengekomen
is, gebruikt is voor iets anders. Dat is de echte reden. Dat geld is daar
toegekomen en de intrest moest gebruikt worden om de TGV te
betalen. In plaats van de intrest te gebruiken voor de TGV en dat opzij
te zetten, heeft men dat gebruikt voor iets anders.

Het werd met name gebruikt om iets te kopen.
19.09 Johan Vande Lanotte,
ministre: Ce point est encore
débattu à l'heure où nous parlons.
Aucun conflit n'oppose les trois
entreprises mais l'argent des
intérêts a été utilisé à d'autres fins.
19.10 Jef Van den Bergh (CD&V): De vraag over de opsplitsing van
de cijfers zal ik herhalen in een schriftelijke vraag, dat daarvoor een
meer geëigend middel is. Ik dank u alvast voor uw antwoord.
19.10 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je vous demanderai les
chiffres détaillés dans le cadre
d'une question écrite.
19.11 François Bellot (MR): Monsieur le président, j'estime qu'il faut
préciser les choses. Pour acheter ABX, on se retrouve à nouveau
face à cette difficulté.
19.11 François Bellot (MR): Er
moet terzake duidelijkheid komen.
Le président: Je crois que la suggestion était très claire.
19.12 François Bellot (MR): En tant qu'ancien commissaire de la
commission d'enquête Sabena, j'ai toujours gardé une certaine
amertume de n'avoir pu réaliser, au moment où nous le souhaitions ­
cela avait d'ailleurs été exprimé en commission ­, une enquête sur
ABX. On aurait sans doute pu accélérer l'éclaircissement de la
situation. La bonne volonté des uns, d'une part, et la volonté du
gouvernement, d'autre part, ont enfin permis de connaître la vérité sur
la situation. Néanmoins, cette aventure a été relativement coûteuse.
19.12 François Bellot (MR): Als
gewezen lid van de Sabena-
onderzoekscommissie heb ik
steeds betreurd dat er voor ABX
geen onderzoekscommissie werd
opgericht. Dankzij de bereidwillige
inzet van iedereen was het
mogelijk om duidelijkheid te
creëren. Maar een onderzoek had
ons toegelaten sneller resultaten
te boeken. Dit avontuur heeft
handenvol geld gekost.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de onderhoudswerkplaatsen voor treinen en de dienstverlening aan
derden" (nr. 7056)
20 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les ateliers d'entretien des trains et les prestations de service à des tiers" (n° 7056)
20.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het onderhoud van motorwagens, motorstellen, wagens en
rijtuigen van de NMBS gebeurt in onderhoudswerkplaatsen van de
NMBS. In die werkplaatsen wordt een bijzonder hoge kwaliteit
geboden. Een aantal van die werkplaatsen hebben een ISO-9001-en
sommige zelfs een ISO-14001-kwaliteitslabel verworven. Dat is vrij
uitzonderlijk in Europese context.

De kwaliteit blijkt ook uit de vele vragen die de NMBS-werkplaatsen
van derden krijgen, zoals de Nederlandse Spoorwegen en privé-
20.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
La maintenance du matériel
roulant de la SNCB s'effectue
dans les ateliers de maintenance
de la SNCB qui offrent une qualité
très élevée et ont décroché des
labels de haute qualité.

Des tiers, tels que les
Nederlandse Spoorwegen
23/05/2005
CRIV 51
COM 608
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
vervoersmaatschappijen zoals Dillen en Lejeune, voor het onderhoud
van hun rollend materiaal.

Nu blijkt dat bijvoorbeeld de werkplaats in Antwerpen-Noord die een
zeer goede kwaliteit levert en die in het verleden ook wel eens werk
heeft verricht voor bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen en Dillen
en Lejeune, vandaag niet meer de toelating van de NMBS krijgt om
nog werk voor derden te verrichten. Dat wekt enigszins verwondering
omdat de vraag bestaat. Het werk dat werd geleverd was voorts erg
goed. Men was bovendien gecertificeerd om dat werk te doen, niet
alleen door de ISO-normering, maar ook door bepaalde normeringen
van de Nederlandse overheid om onderhoud te mogen verrichten
voor het rollend materiaal van de Nederlandse Spoorwegen.

Mijnheer de minister, hoe komt het dat de werkplaatsen van de NMBS
dit soort werk voor derden niet langer mogen uitvoeren? Is dat een
tijdelijke zaak? Zal deze houding alsnog wijzigen?
(chemins de fer des Pays-Bas) et
des sociétés privées de transport,
font appel à cette qualité
exceptionnelle. Or, cela ne serait
plus autorisé. Pourquoi? Est-ce
temporaire?
20.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, eerst
en vooral mogen zij dat wel nog uitvoeren. Het klopt niet dat er een
verbod of afradingsbeleid zou zijn.

Er zijn twee voorwaarden. De eerste daarvan begrijp ik vrij goed: het
werk moet rendabel zijn. Er kan niet gewerkt worden onder de prijs,
waardoor de verliezen nog zouden vergroten. Het moet dus rendabel
zijn, dat is belangrijk.

Ten tweede, er wordt blijkbaar ook gekeken naar de concurrentiële
positie van die derden. Als ik dat goed begrijp ­ maar het voorbereide
antwoord is terzake niet zo spectaculair duidelijk ­ heb ik de indruk
dat er wordt van uitgegaan dat er geen dienst wordt geleverd aan een
concurrent. Met name waren er werken bij Dillen & Le Jeune; ik heb
de indruk dat men dat niet meer doet.

Of dat een juiste keuze is, wil ik met de directie bespreken. Ook in het
gewone bedrijfsleven kan men soms aan een concurrent een dienst
verlenen, als er maar geen nadeel is voor de betrokkene. Maar goed,
ik geef u de uitleg zoals deze werd voorbereid.
20.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il n'existe ni interdiction ni
politique de dissuasion en ce qui
concerne le travail pour le compte
de tiers. Les conditions liées à
l'acceptation d'une mission sont la
rentabilité et la position
concurrentielle des tiers
mandants. Il semblerait
qu'actuellement, on ne souhaite
pas fournir de services à la
concurrence. Je demanderai à la
direction si cette procédure est
bien correcte.
20.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ben het
met u eens dat er effectief rendabel gewerkt moet worden. Naar mijn
bescheiden mening denk ik dat dit nu een zaak is waar bij uitstek
rendabel gewerkt kan worden, door voor die derden wat diensten te
verlenen.

De redenering dat aan concurrenten geen diensten verleend kunnen
worden, is een redenering die mijns inziens een beetje krom is. Want
wat gebeurt er nu? Nu gaan zij bijvoorbeeld naar Nederlands Tilburg
waar men niet tevreden is over de dienstverlening, terwijl men in het
verleden wel tevreden was over de dienstverlening in de werkplaatsen
van de NMBS.

Ik ben verheugd te horen dat u dat nog eens opnieuw met de directie
zult bespreken.
20.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
La rentabilité de ces marchés ne
fait aucune doute. J'estime que le
refus d'encore fournir des services
à la concurrence procède d'une
mentalité étriquée. Les marchés
vont aujourd'hui à la ville
néerlandaise de Tilburg mais cela
ne semble pas du goût de tout le
monde.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 608
23/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.04 heures.