CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 605
CRIV 51 COM 605
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mercredi
woensdag
18-05-2005
18-05-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "le projet de loi relatif
aux traducteurs-interprètes en matière judiciaire"
(n° 6700)
1
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
wetsontwerp omtrent gerechtstolken en -vertalers"
(nr. 6700)
1
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la qualité des
traducteurs-interprètes en matière judiciaire et le
projet de loi annoncé à ce sujet" (n° 6709)
1
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de kwaliteit
van vertalers-tolken in gerechtszaken en het
terzake aangekondigde wetsontwerp" (nr. 6709)
1
Orateurs: Claude Marinower, Hilde Claes,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Hilde Claes,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
responsabilisation du chef de corps" (n° 6827)
2
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
responsabilisering van de korpschef" (nr. 6827)
2
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Marie Nagy à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
documents à remettre lors de la déclaration de
mariage" (n° 6847)
4
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten
worden voorgelegd" (nr. 6847)
4
Orateurs: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
Registre central des armes" (n° 6849)
6
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het Centraal Wapenregister" (nr. 6849)
6
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
8
- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'interdiction de se
rendre dans la rue" (n° 6868)
7
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "het straatverbod"
(nr. 6868)
8
- Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "la compétence du
bourgmestre d'imposer l'interdiction de circuler
dans la rue" (n° 6896)
8
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het
opleggen van een straatverbod door de
burgemeester" (nr. 6896)
8
Orateurs: Marie Nagy, Nahima Lanjri,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Marie Nagy, Nahima Lanjri,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Claude Marinower à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
affectations temporaires en vue d'exercer la
fonction de greffier adjoint ou de secrétaire
adjoint" (n° 6871)
11
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
tijdelijke opdrachten om het ambt van adjunct-
griffier of adjunct-secretaris uit te oefenen"
(nr. 6871)
11
Orateurs: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Claude Marinower, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
liste de délits qui ne donnent plus lieu à des
poursuites à Anvers, dressée par le procureur du
Roi Van Lijsebeth" (n° 6903)
14
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de lijst van de Antwerpse procureur Van
Lijsebeth met misdrijven waarvoor in Antwerpen
geen vervolging meer wordt ingesteld" (nr. 6903)
13
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Guido Tastenhoye, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Valérie Déom à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
Livre vert de la Commission européenne sur le
droit applicable et la compétence en matière de
divorce" (n° 6909)
16
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
Groenboek van de Europese Commissie over het
toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid
in echtscheidingszaken" (nr. 6909)
16
Orateurs: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Valérie Déom, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
violences de nature sexiste dans les jeux
d'ordinateur" (n° 6935)
18
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over
"seksistisch geweld in computerspellen"
(nr. 6935)
18
Orateurs:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Valérie Déom
Sprekers:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Valérie Déom
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
lutte contre la mafia des hormones" (n° 6939)
20
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van de hormonenmaffia" (nr. 6939)
20
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réforme de l'appareil judiciaire" (n° 6940)
23
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
hertekening van het gerechtelijk apparaat"
(nr. 6940)
23
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Servais Verherstraeten
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Servais Verherstraeten
Question de Mme Hilde Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la sécurité
du personnel pénitentiaire" (n° 6945)
25
Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
veiligheid van het gevangenispersoneel"
(nr. 6945)
25
Orateurs: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
actions du personnel de la direction centrale de
l'administration pénitentiaire" (n° 6972)
26
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
acties van het personeel van het hoofdbestuur
van de gevangenisadministratie" (nr. 6972)
26
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
situation intenable à la prison d'Anvers" (n° 6973)
29
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
onhoudbare situatie in de gevangenis van
Antwerpen" (nr. 6973)
29
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'inexécution des peines prononcées dans les
affaires de roulage" (n° 6980)
31
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de niet-uitvoering van de opgelegde straffen in
verkeerszaken" (nr. 6980)
31
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MERCREDI
18
MAI
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
18
MEI
2005
Namiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 14.42 uur.
Voorzitter: de heer Alfons Borginon.
Les questions et les interpellations commencent à 14.42 heures.
Président: M. Alfons Borginon.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het wetsontwerp
omtrent gerechtstolken en -vertalers" (nr. 6700)
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de kwaliteit van
vertalers-tolken in gerechtszaken en het terzake aangekondigde wetsontwerp" (nr. 6709)
01 Questions jointes de
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le projet de loi relatif
aux traducteurs-interprètes en matière judiciaire" (n° 6700)
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la qualité des traducteurs-
interprètes en matière judiciaire et le projet de loi annoncé à ce sujet" (n° 6709)
01.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, mevrouw Claes en ikzelf hebben u al een paar keer
ondervraagd over het voorontwerp van wet houdende het statuut van
de beëdigde vertalers-tolken en vertalers. In de commissie voor de
Justitie van twee en een halve maand geleden hebt u aangekondigd
dat de Ministerraad uw voorontwerp had goedgekeurd op 23
december van vorig jaar. Het officieel advies van de Raad van State
zou u in een brief van 16 februari zijn toegestuurd. Dat zei u tenminste
tijdens de laatste commissie. U zei toen dat de opmerkingen van de
Raad van State werden onderzocht.
Wij zijn nu drie maanden na het toesturen van het advies van de
Raad van State. Wanneer zult u het ontwerp in de Kamer indienen en
is er een reden waarom het zolang heeft geduurd na de mededeling
van het advies van de Raad van State?
01.01 Claude Marinower (VLD):
La ministre avait annoncé en
commission que l'avant-projet de
loi relatif au statut des traducteurs-
interprètes assermentés avait été
approuvé le 23 décembre 2004.
Le Conseil d'Etat à rendu un avis
au sujet du projet de loi le 16
février 2005. Quand ce projet
sera-t-il déposé à la Chambre?
Pourquoi se fait-il tant attendre?
01.02 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik sluit mij graag aan bij deze vraag om de eenvoudige reden
die de heer Marinower ook al heeft aangehaald: ik heb in het verleden
samen met hem deze materie al enkele keren via vragen aangekaart.
Daarbij hadden wij het telkens over het gebrek aan selectiecriteria,
gebrek aan bekwaamheidsvereisten, aan gespecialiseerde
opleidingen en dergelijke meer. Ik moet hierover niet verder
uitweiden.
U heeft tijdens de vorige behandeling van de vragen aangekondigd
dat er al een voorontwerp van wet was, maar dat u de opmerkingen
van de Raad van State aan het verwerken was. Vandaar dat wij thans
even terugkomen op dit onderwerp.
01.02 Hilde Claes (sp.a-spirit): A
l'occasion des débats relatifs aux
questions posées précédemment
à propos de ce dossier, nous
avons évoqué l'absence de
critères de sélection, d'exigences
de qualité et de formations
spécialisées. La ministre avait
répondu qu'un avant-projet de loi
était prêt mais que les
observations formulées par le
Conseil d'Etat devaient y être
intégrées.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ik heb terzake de volgende drie vragen. Ten eerste, werden de
opmerkingen van de Raad van State al doorgevoerd in uw
voorontwerp? Ten tweede, wanneer zal het wetsontwerp bij de Kamer
van Volksvertegenwoordigers ingediend worden? Ten derde, voerde u
een aanpassing door in die zin dat er ook in een evaluatie van de
werking van vertalers-tolken voorzien wordt in het ontwerp?
Les observations du Conseil d'Etat
ont-elles déjà été intégrées au
projet de loi? Quand celui-ci sera-
t-il déposé à la Chambre? Les
prestations des traducteurs-
interprètes feront-elles l'objet
d'une évaluation?
01.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de laatste
hand wordt gelegd aan de aanpassing van het wetsontwerp na de
opmerkingen van de Raad van State. Een tijdelijke onderbemanning
van de desbetreffende dienst van de FOD Justitie, alsook het
dringende karakter van een reeks andere teksten die door dezelfde
dienst dienden te worden verwerkt, hebben ervoor gezorgd dat een
aantal geplande afspraken met mijn kabinet niet konden worden
gerespecteerd. Hiervoor werd een regeling getroffen. Eerstdaags kan
worden samengekomen om de laatste hand te leggen aan de teksten.
De neerlegging zal dan ook zo snel mogelijk gebeuren.
In de teksten is tot dusver niet voorzien in een specifieke of periodieke
evaluatie van de tolken en vertalers. Wel is expliciet bepaald dat men
uit de lijst kan geschrapt worden indien bij herhaling kennelijk
ontoereikende prestaties worden geleverd.
Ik sluit echter niet uit dat aan de teksten nog verbeteringen worden
aangebracht, die verder gaan dan de opmerkingen van de Raad van
State. Het is mogelijk dat voorzien wordt in een bijzonder
evaluatiesysteem. Er mag evenwel niet vergeten worden dat
momenteel reeds een aantal waarborgen aanwezig is, aangezien de
kandidaten, alvorens zij worden opgenomen, een reeks tests dienen
te ondergaan.
01.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Les dernières
modifications sont apportées à ce
projet de loi. Le retard est dû à un
manque d'effectifs temporaire au
sein du service concerné et au
caractère urgent de certains
autres textes qui devaient
également être examinés. Cet
avant-projet de loi sera toutefois
mis en oeuvre prochainement.
Il n'est pas question d'une
évaluation des interprètes et des
traducteurs dans l'avant-projet.
Une disposition prévoit toutefois la
possibilité de rayé de la liste
quelqu'un dont les prestations ont
été jugées insuffisantes à
plusieurs reprises.
Les textes peuvent encore être
améliorés par des dispositions
dont la portée est plus large que
les observations du Conseil d'Etat.
Iol peut être procédé à une
évaluation mais, les candidats
étant soumis à quelques tests, la
qualité du service est assurée.
01.04 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik noteer terzake een kleine vertraging.
Wat de inhoud van de tekst betreft, ik kijk uiteraard uit naar het
ontwerp. Eens het er is zal ik het nog wel eens grondig bekijken. Het
frappeert mij in uw antwoord dat u nu wel reeds in een evaluatie
voorziet, terwijl u in het verleden - en dat pijnpunt beklemtoonde ik
altijd - nooit van enige evaluatie van vertalers-tolken sprak. Nu blijk
hierin wel te worden voorzien. Dat lijkt mij een positief gegeven. Zodra
de tekst beschikbaar is zal ik hem uiteraard nog eens grondig
bestuderen.
01.04 Hilde Claes (sp.a-spirit): La
possibilité de procéder à une
évaluation est une bonne chose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
responsabilisering van de korpschef" (nr. 6827)
02 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
responsabilisation du chef de corps" (n° 6827)
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een vraag over de responsabilisering van de
korpschefs, in het kader van het debat over het herwinnen van het
vertrouwen van de burger in Justitie. Ik heb hierover in het verleden
reeds heel wat vragen gesteld, weliswaar in kleinere dossiers zoals
bijvoorbeeld inzake klachtenbehandeling, de vertalers-tolken, het
taalgebruik in juridische zaken, de arbitrageprocedurekosten, de
eerstelijnsbijstand, enzovoort. In al deze dossiers antwoordde u
telkens positief en zei u uitdrukkelijk dat u maatregelen aan het
voorbereiden bent. Tevens bevestigde u telkens dat men om de
vaststelling van het wankelende vertrouwen van de burger in Justitie
niet langer heen kon.
In het verleden hebt u reeds heel wat beslissingen genomen. Ook in
de vorige legislatuur zijn heel wat hervormingen ingezet waarop nu
wordt voortgebouwd. U hebt heel wat belangrijke projecten reeds op
het spoor gezet, zoals Phenix, maar ook wat betreft de strafrechtelijke
procedure voorziet u in tal van hervormingen. Meer bepaald op het
vlak van de magistratuur voorziet u ook in heel wat belangrijke
maatregelen. Een daarvan is de evaluatie van de magistratuur. Mijns
inziens is de vervanging van de magistratuur-coördinator door de
korpschefs met de decentralisatie van bevoegdheden, ook belangrijk.
Precies op de decentralisatie wil ik vandaag ingaan, omdat u dat
gegeven telkens weer naar voren schuift als oplossing voor heel wat
andere maatregelen. Ik denk aan de hertekening van de gerechtelijke
arrondissementen waarover u vandaag ook een andere vraag krijgt.
Specifiek in het kader van het dossier van de hertekening van de
gerechtelijke arrondissementen verklaarde u in deze commissie op 22
februari dat u bezig was met een bevraging van heel de juridische
wereld en dat u spoedig een nota zou voorleggen aan de
Ministerraad. In het belang van het hele decentralisatieplan is het
inderdaad wel goed dat er vooruitgang wordt geboekt. Daarom wou ik
vandaag graag terugkomen op dit dossier.
Ik heb volgende vragen.
Kunt u mij thans mededelen of de bewuste nota die u aankondigde op
22 februari al werd afgerond? Zo ja, werd die al voorgelegd aan de
Ministerraad? Wanneer zal de bespreking in de Ministerraad
plaatsvinden? Zal die nota ook ter bespreking voorgelegd worden aan
de commissie voor de Justitie van de Kamer van
volksvertegenwoordigers? Zo ja, wanneer zal dit gebeuren?
02.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): La
ministre a annoncé la mise en
place d'un nombre important de
mesures tendant à renforcer la
confiance du citoyen dans la
justice. Elle a par ailleurs déjà pris
beaucoup de décisions
importantes. Le remplacement du
coordinateur de la magistrature
par les chefs de corps et la
décentralisation des compétences
ne peuvent toutefois être perdus
de vue à cet égard. La ministre
présente souvent la
décentralisation comme la solution
à bon nombre d'autres problèmes.
A propos des nouvelles
délimitations des arrondissements
judiciaires, elle a déclaré ici-même
le 22 février qu'elle interrogeait à
ce propos l'ensemble du monde
judiciaire et qu'elle présenterait
rapidement une note au Conseil
des ministres. Cette note a-t-elle
dans l'intervalle été rédigée ? A-t-
elle déjà été soumise au Conseil
des ministres? La Commission de
la justice aura-t-elle l'occasion d'en
débattre?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: En fait, Mme Claes a raison:
c'est un projet important que celui de la responsabilisation des chefs
de corps; c'est un projet ambitieux qui a pour objectif d'améliorer le
service rendu à nos concitoyens.
L'administration a beaucoup travaillé sur le sujet, sur ce qu'on a
appelé, dans l'accord de gouvernement, le plan Thémis. Pendant
plusieurs mois, mon équipe du cabinet ministériel a également mis la
main à la pâte. Avec une série de membres de l'ordre judiciaire, nous
sommes allés examiner dans les pays étrangers comment les choses
se passaient. En effet, la plupart des autres pays sont beaucoup plus
avancés que nous en termes de décentralisation. Tout cela nous a
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
Mijn administratie, mijn kabinet en
bepaalde leden van de rechterlijke
orde hebben hard aan de
totstandkoming van het
Themisplan meegewerkt, wat ons
in onze overtuiging heeft gesterkt
dat we de gerechtelijke overheden
meer bij het dagelijks beheer van
het gerecht moeten betrekken
door hun meer bevoegdheden te
geven.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
confortés dans l'idée qu'il convenait d'impliquer davantage les
autorités judiciaires dans la gestion quotidienne des juridictions en
élargissant leurs compétences.
Cela explique que le travail sur cette note d'orientation a pris du
temps, mais la note est prête. En tout cas, j'ai retravaillé la dernière
mouture et il reste quelques petites adaptations des traductions.
J'espère encore déposer la note d'orientation ce mois-ci ou au début
du mois de juin. Tout est donc prêt en la matière.
Cette réforme est fondamentale. Aux Pays-Bas, dès qu'ils ont pris
cette orientation, il a fallu quasiment dix ans pour être parfaitement
d'application sur le terrain. C'est ainsi qu'il nous faudra un grand débat
au sujet de cette réforme et une implication planifiée dans le temps.
Comme je viens de vous le dire, je compte donc d'abord travailler par
une note d'orientation déposée au Conseil des ministres. Elle sera
ensuite envoyée à plusieurs interlocuteurs habituels de l'ordre
judiciaire, afin de connaître leurs remarques que je prendrai en
compte autant que possible, avant de déposer un texte décisionnel au
Conseil des ministres et de provoquer le débat parlementaire.
Il est bien entendu que je pourrai transmettre cette note d'orientation à
l'ensemble des parlementaires désireux d'être informés des
orientations prises en la matière. Mais, je le répète, il s'agit d'une note
d'orientation que je ne considère pas comme un produit fini. Je veux
absolument que le monde judiciaire puisse aussi s'investir dans cette
réforme extrêmement importante, puisqu'il va être directement
concerné par elle. Comme il sera partie prenante au premier chef, il
faut qu'il soit convaincu de la nécessité de cette réforme.
De oriëntatienota is bijna klaar. Ik
hoop dat ik ze deze maand of
begin juni kan indienen. In
Nederland heeft het bijna tien jaar
geduurd voordat deze hervorming
volledig operationeel was. We
moeten die hervorming grondig
bespreken en de uitvoering ervan
moet in de tijd worden gespreid.
Er zal een oriëntatienota worden
voorgelegd aan de ministerraad en
aan een aantal gebruikelijke
gesprekspartners van de
rechterlijke orde. Ik vind het
immers belangrijk dat het
gerechtelijk apparaat zijn
schouders onder deze hervorming
kan zetten. Vóór het parlementair
debat zal een besluit worden
ingediend bij de ministerraad.
02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, bedankt voor
uw antwoord. Het gaat inderdaad om een grondige hervorming die
heel wat tijd zal vragen. Uit uw antwoord onthoud ik dat uw
oriëntatienota min of meer klaar is. U stelt dat u deze oriëntatienota
voor het eind van de maand zult neerleggen. Voor alle duidelijkheid:
moet ik daaruit begrijpen dat de nota wordt neergelegd in de
Ministerraad?
02.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Il
s'agit effectivement d'une réforme
approfondie qui requerra
beaucoup de temps. Je retiens
que la note est pour ainsi dire
prête et que la ministre la
soumettra début juin au Conseil
des ministres. J'espère que nous
pourrons observer des résultats
concrets dans les meilleurs délais.
02.04 Minister Laurette Onkelinx: Ja, begin juni in de Ministerraad.
02.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Er wordt werk van gemaakt, dat is
positief. De nood aan vooruitgang en grondige hervorming is echter
hoog, dus er moeten ook resultaten geboekt worden. Ik wil een
oproep doen om die zo spoedig mogelijk te bereiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
documents à remettre lors de la déclaration de mariage" (n° 6847)
03 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
documenten die bij de huwelijksaangifte moeten worden voorgelegd" (nr. 6847)
03.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, madame la 03.01 Marie Nagy (ECOLO): In de
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
ministre, conformément à l'article 64 de notre Code civil, les futurs
époux doivent notamment remettre à l'officier de l'état civil, lors de la
déclaration de mariage, une copie conforme de leur acte de
naissance. L'article 70 du même code prévoit toutefois que l'époux qui
se trouve dans l'impossibilité de se procurer son acte de naissance
peut suppléer par un acte de notoriété délivré par le juge de paix de
son lieu de naissance ou par celui de son domicile.
Afin d'éviter aux personnes adoptées ayant la nationalité belge une
telle procédure relativement coûteuse et fastidieuse, il semblerait que,
dans la pratique, l'officier d'état civil de nombreuses communes
accepte, en remplacement de l'acte de naissance, une copie de la
retranscription du jugement d'homologation de la légitimation par
adoption lorsqu'elles ne disposent pas de leur acte de naissance.
Cette opportunité n'est malheureusement pas consacrée par le Code
civil, ce qui entraîne une grande insécurité pour ces personnes et des
pratiques très différentes de commune en commune.
Mme la ministre peut-elle me dire si cette pratique est prévue dans
une circulaire ou si cette opportunité est laissée à l'appréciation de
chaque officier de l'état civil.
praktijk gebeurt het dat de
ambtenaar van de burgerlijke
stand ermee instemt dat
geadopteerde aanstaande
echtgenoten met de Belgische
nationaliteit die in de
onmogelijkheid verkeren om een
eensluidend afschrift van hun
geboorteakte voor te leggen, in
plaats van een door de
vrederechter afgegeven akte van
bekendheid een afschrift van het
vonnis waarbij hun adoptieakte
werd gehomologeerd verstrekken.
Is die praktijk, die niet vastgelegd
werd in het Burgerlijk Wetboek, bij
omzendbrief geregeld, of wordt
een en ander aan het oordeel van
de ambtenaar van de burgerlijke
stand overgelaten?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, cette
opportunité est laissée à l'appréciation de chaque officier de l'état civil.
Quand il est impossible pour les futurs époux de fournir leur acte de
naissance, la possibilité pour eux de produire une copie de la
retranscription du jugement d'homologation de la légitimation par
adoption ne trouve son fondement dans aucun texte, dans aucune
circulaire.
Je peux encore préciser que l'article 128 du Code de droit
international privé prévoit que, je cite, "tout Belge ou son représentant
légal peut demander qu'un acte de l'état civil le concernant et fait en
pays étranger soit transcrit sur les registres de l'état civil de la
commune de son domicile ou de son premier lieu d'établissement
après son retour sur le territoire du Royaume. Mention est faite de
cette transcription en marge des registres courants à la date du fait
auquel l'acte se rapporte." Une circulaire du 23 septembre 2004
relative aux aspects de la loi du 16 juillet 2004 spécifie que cela
concerne tous les actes et porte aussi bien sur les Belges de retour
sur le territoire du Royaume que sur ceux qui résident encore à
l'étranger. Cela ne règle pas tous les problèmes.
Madame Nagy, votre interprétation sur l'opportunité qu'ont les officiers
de l'état civil d'accepter ou pas est la bonne.
03.02 Minister Laurette Onkelinx:
Die beslissing wordt inderdaad
overgelaten aan de ambtenaar van
de burgerlijke stand.
Artikel 128 van het Wetboek van
internationaal privaatrecht bepaalt
dat iedere Belg, of zijn wettelijke
vertegenwoordiger, kan verzoeken
dat een in een vreemd land
opgemaakte akte van de
burgerlijke stand die op hem
betrekking heeft, wordt
overgeschreven in de registers
van de burgerlijke stand van de
gemeente van zijn woonplaats of
van zijn eerste vestiging bij de
terugkeer op het grondgebied van
het Rijk. Daarmee zijn alle
problemen evenwel niet opgelost.
03.03 Marie Nagy (ECOLO): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse mais j'estime qu'il faudra, soit modifier le Code
civil, soit édicter une circulaire permettant le choix de la retranscription
du jugement d'homologation. En effet, la pratique est fort différente
d'une commune à l'autre.
Pour toute une génération de personnes ayant été adoptées, il y a
une vingtaine ou une trentaine d'années, en provenance d'Inde, de
Corée, d'Afrique, d'Amérique latine ou d'ailleurs, il n'est pas toujours
facile d'obtenir un acte de naissance. Que vous vous mariez à
Anderlecht ou à Saint-Gilles, vous ne devez pas produire le même
document. Madame la ministre, j'estime que la disposition que vous
03.03 Marie Nagy (ECOLO): Ik
vind dat men ofwel het Burgerlijk
Wetboek moet wijzigen ofwel een
omzendbrief zou moeten
uitvaardigen waarin wordt bepaald
dat men mag kiezen voor de
overschrijving van het
homologatievonnis. Het tweede
zou minder tijd kosten.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
me signalez n'est pas adaptée à ces situations. Ces personnes
habitent en Belgique depuis leur adoption. Il faudrait leur faciliter la
vie. Il s'agit de simplification administrative.
Si je puis me permettre une suggestion, il me semble qu'une nouvelle
circulaire ou une modification de la loi serait opportune. Mais, si on
peut travailler par circulaire, cela pourrait être plus rapide.
03.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, la
suggestion de Mme Nagy est intéressante.
03.04 Minister Laurette Onkelinx:
Dat is een interessante suggestie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het Centraal Wapenregister" (nr. 6849)
04 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
04.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, uit een recent onderzoek van het Comité P zou
zijn gebleken dat het Centraal Wapenregister vrij onbetrouwbaar is en
in veel gevallen verouderde en foutieve meldingen maakt aan dit
Comité P.
Zijn de resultaten u bekend, mevrouw de minister, en kunt u ze
bevestigen? Welke rol speelt het Centraal Wapenregister in uw nieuw
ontwerp tot wijziging van de wapenwetgeving? Welke maatregelen
zult u nemen om die problemen aan te pakken?
Wat betreft de timing, het volgende. Het nieuwe wapenregister zal pas
operationeel zijn in 2006. Heeft dit consequenties voor de nieuwe
wapenwetgeving? Wat is de timing wat betreft de afhandeling van uw
ontwerp inzake de nieuwe wapenwetgeving? Wanneer kunnen we dit
in de Kamer verwachten?
04.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il ressortirait d'une
enquête récente du Comité P que
le Registre central des armes
(RCA) est relativement peu fiable.
La ministre confirme-t-elle cet état
de choses? Quelle est la place du
RCA dans le nouveau projet de loi
modifiant la législation sur les
armes? Le nouveau registre des
armes ne sera opérationnel qu'en
2006. Quelles sont les
conséquences éventuelles de
cette situation pour la nouvelle
législation sur les armes? Quand
le projet de loi sera-t-il déposé à la
Chambre?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik zal
hierop kort antwoorden.
Sedert 2001 is de organisatie van het Centraal Wapenregister
inderdaad afhankelijk van het directoraat-generaal Operationele
Steun van de federale politie. Globaal gezien behoort het dus tot de
bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse Zaken.
De kritiek van het Comité P handelde voornamelijk over een
achterstand in het coderen van de gegevens die doorgestuurd worden
naar het Centraal Wapenregister. Die achterstand is onder meer te
wijten aan het gebrek aan materiële en menselijke middelen. Sedert
2001 werd een aantal verbeteringen aangebracht aan deze dienst,
namelijk door middel van bijkomend personeel. Er werken thans 11
agenten bij het Centraal Wapenregister.
Er werd bijzondere aandacht besteed aan de achterstand bij het
coderen, maar ook aan de kwaliteit van de gegevens die door de
politiezones worden verstrekt. Zo worden er door het personeel van
het Centraal Wapenregister ad hoc-opleidingen verstrekt in de zones.
Sedert 2004 zijn alle politiezones inmiddels verbonden met het
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Depuis 2001, le RCA
dépend de la direction générale
Appui Opérationnel de la police
fédérale et relève donc de la
compétence du ministre de
l'Intérieur. Les critiques du Comité
P portaient principalement sur le
retard enregistré dans le cadre de
l'encodage des données qui sont
transmises au RCA. Ce service
est doté d'effectifs
supplémentaires depuis 2001. Le
RCA compte actuellement onze
agents.
Des efforts sont déployés pour
résorber le retard et améliorer la
qualité des données fournies par
les zones de police.
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Centraal Wapenregister.
Het Centraal Wapenregister heeft een performant
informaticaprogramma ontwikkeld, waarmee het zijn opdrachten naar
best vermogen zal kunnen uitvoeren. Zoals het rapport van het
Comité P vermeldt, werd er de laatste drie jaren een gigantische
achterstand ingehaald: er werden 54.800 geregistreerde wapens
gecodeerd, evenals iets minder dan 30.000 in beslag genomen
wapens. Het Centraal Wapenregister zal dus volgens mij opnieuw een
belangrijke rol vervullen in het ontwerp van wapenwet, met name
omdat het mogelijk zal maken dat geregistreerde wapens getraceerd
worden via het toekennen van een soort immatriculatienummer: het
nationaal nummer. De verantwoordelijken van het Centraal
Wapenregister hebben me verzekerd dat de dienst eind 2006
operationeel zal zijn.
Ten slotte kan ik u niet meedelen wanneer het ontwerp van wapenwet
u zal worden voorgelegd, omdat het de komende dagen voor de
tweede maal naar de Raad van State moet worden gestuurd voor
bijkomend onderzoek.
Le RCA a développé un
programme informatique efficace
et a rattrapé un retard gigantesque
au cours des trois dernières
années. Je pense dès lors qu'il
jouera un rôle important dans le
cadre de la nouvelle loi sur les
armes, notamment parce que la
traçabilité des armes enregistrées
sera possible sur la base du
numéro national. Les
responsables du RCA m'ont
assuré que le service serait
opérationnel fin 2006.
Je ne puis vous préciser quand le
projet de loi sur les armes sera
déposé, étant donné qu'il doit être
soumis pour la deuxième fois au
Conseil d'Etat pour que celui-ci
émette un avis complémentaire.
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik dank de minister voor
haar antwoord.
Mevrouw de minister, u merkt terecht op waar de bevoegdheden van
de minister van Binnenlandse Zaken liggen. Wij hebben daar ook
kennis van. Het probleem is niet alleen de achterstand, maar
voornamelijk dat de informatie die door het Centraal Wapenregister
wordt doorgegeven, verouderd en soms achterhaald is en dus vaak
foutief. Dat is nog een groter probleem dan de achterstand als
dusdanig, waarop niet onmiddellijk een antwoord wordt gegeven. De
reden waarom ik mijn vraag aan u heb gericht, mevrouw de minister,
is dat u met uw bevoegdheid inzake de wapenwet, een antwoord kunt
bieden op de problematiek. Die wapenwet is al jaren hangende bij de
regering. Collega Van Parys heeft terzake nog aan een voorontwerp
gewerkt. In de vorige legislatuur is het wetgevend werk evenmin
voltooid.
Op dit ogenblik is het ontwerp blijkbaar voor tweede lectuur naar de
Raad van State. Dus zien we, gelet op de timing, ook niet onmiddellijk
een oplossing en blijft het probleem van de achterhaalde en foutieve
informatie als dusdanig overeind, terwijl het ontwerp hierop een
antwoord had kunnen bieden. Mevrouw de minister, ziet u op dat vlak
mogelijkheden op de korte of de middellange termijn? Wat ik uit uw
antwoord afleid, mevrouw de minister, is dat u nog totaal geen timing
heeft. Ik kan u dat uiteraard niet ten kwade duiden en ik zal dat ook
niet doen, maar het feit is dan wel dat het probleem blijft voortduren.
04.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le problème réside non
seulement dans l'arriéré mais
aussi dans le caractère souvent
périmé, et dès lors souvent erroné,
de l'information. La ministre
pourrait résoudre ces problèmes
par le biais de la loi sur les armes.
Celle-ci est en préparation depuis
des années et il s'avère
aujourd'hui que le projet est
soumis au Conseil d'Etat pour une
seconde lecture. Une fois de plus,
nous ne pouvons donc espérer
une solution immédiate. Je déduis
de la réponse de la ministre qu'elle
n'a fixé aucun calendrier et que le
problème reste donc entier.
04.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il me semble avoir répondu,
monsieur le président.
04.04 Minister Laurette Onkelinx:
Ik heb geantwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- Mme Marie Nagy à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'interdiction de se rendre
dans la rue" (n° 6868)
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
- Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la compétence du
bourgmestre d'imposer l'interdiction de circuler dans la rue" (n° 6896)
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het straatverbod"
(nr. 6868)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het opleggen van
een straatverbod door de burgemeester" (nr. 6896)
05.01 Marie Nagy (ECOLO): Madame la ministre, la ville d'Anvers
est en train de rédiger un nouveau règlement de police. Le projet de
texte contient une toute nouvelle disposition qui a retenu mon
attention. Il s'agit d'une disposition qui donnerait la possibilité au
bourgmestre d'interdire à une personne de se rendre dans la rue
pendant une période de maximum huit jours.
Or, une telle interdiction ou une telle sanction ne peut être prononcée
que par un juge; et encore, les juges ne l'appliquent que rarement, vu
que le droit de se déplacer est un droit fondamental.
Je voudrais donc poser la question suivante à madame la ministre.
Une telle interdiction peut-elle être considérée comme une mesure
administrative ou s'agit-il d'une sanction ne pouvant être prononcée
que par un juge?
Je remercie la ministre de la réponse qu'elle pourra apporter à ma
question.
05.01 Marie Nagy (ECOLO): Kan
een straatverbod gedurende
maximum acht dagen, zoals dat is
opgenomen in het nieuw
politiereglement dat de stad
Antwerpen momenteel uitwerkt,
als een administratieve maatregel
worden beschouwd of betreft het
een sanctie die enkel door een
rechter kan worden opgelegd?
05.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, in het kader van de aanpak van overlast of het optreden
tegen ordeverstoring wil het Antwerpse gemeentebestuur aan de
burgemeester de bevoegdheid toekennen om een straatverbod op te
leggen aan overtreders. De mogelijkheid is opgenomen in het
gemeentelijk politiereglement omdat dit gisteren in de gemeenteraad
van Antwerpen werd goedgekeurd.
Ik wil nog eens kort herhalen waarover het gaat. De burgemeester
kan bij gemotiveerd besluit personen, die herhaaldelijk de openbare
orde ernstig verstoren of zware overlast veroorzaken in dezelfde
omgeving, verbieden één of meerdere straten te betreden of er te
vertoeven gedurende een door hem te bepalen termijn die de acht
dagen niet mag overschrijden. Voor het overige staat er in de bepaling
ook dat dit bij herhaling kan worden uitgebreid tot 14 dagen en bij een
nieuwe herhaling kan dit zelfs worden uitgebreid tot een maand. Dit
moet echter wel worden voorafgegaan door een schriftelijke
verwittiging over het feit dat men bepaalde overtredingen heeft
begaan. Men moet dit overhandigen tegen ontvangstbewijs of via een
deurwaarder.
Deze maatregel werd gisteren goedgekeurd in de gemeenteraad. Ik
heb echter nog een aantal vragen omdat ik twijfels heb over het
wettelijke aspect. Ik zou hierover duidelijkheid willen krijgen van de
minister. Kan zo'n straatverbod al dan niet worden uitgesproken door
de burgemeester of is in dit geval alleen een rechter bevoegd? Kan
men zo'n maatregel doorvoeren via een gemeentelijk
politiereglement? Zo ja, hoe moet dit dan gebeuren? Indien u van
mening bent dat een dergelijke maatregel niet kan worden
uitgesproken door een burgemeester, vraag ik mij af of u als minister
van Justitie bereid bent om terzake de nodige stappen te ondernemen
05.02 Nahima Lanjri (CD&V):
L'administration communale
d'Anvers veut habiliter le
bourgmestre à interdire de circuler
dans la rue. Cette disposition a été
inscrite dans le règlement de
police communal.
Le bourgmestre peut interdire aux
personnes qui perturbent
régulièrement l'ordre public ou
causent de graves nuisances,
l'accès à une ou plusieurs rues
pour une période de maximum huit
jours. En cas de récidive,
l'interdiction peut être portée à
quinze jours, voire à un mois.
Je doute de la légalité de cette
décision. Le bourgmestre peut-il
interdire de circuler dans la rue ou
seul le juge est-il compétent en la
matière? Comment cette mesure
peut-elle être exécutée dans le
cadre du règlement de police? La
ministre prendra-t-elle les
initiatives nécessaires pour
octroyer au bourgmestre la
compétence de prendre ces
mesures si ce dernier ne peut le
faire aujourd'hui? Le Parlement
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
en een wetgevend initiatief te nemen om de burgemeester wel deze
mogelijkheid te bieden. Indien u dit niet van plan bent, vraag ik mij af
of er terzake een initiatief kan worden genomen door het Parlement.
Ik heb ook vragen bij de beroepsprocedure. Als iemand zo'n
straatverbod opgelegd krijgt door een burgemeester wat voortaan
kan in Antwerpen hoe kan hij of zij daartegen dan in beroep gaan?
Moet dit via de Bestendige Deputatie omdat het gaat om een eerder
administratieve procedure of kan het via een rechtbank?
Ik had graag uw mening hierover gehoord.
peut-il prendre une initiative à cet
effet?
De quel recours dispose la
personne qui se voit interdire de
circuler dans la rue? Doit-elle
s'adresser à la députation
permanente ou au tribunal?
05.03 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je ne suis
pas compétente pour répondre à vos questions relatives aux
compétences d'un bourgmestre. Cette question relève de la
compétence du ministre des Affaires intérieures de la Région
concernée. C'est donc à lui qu'il appartient de dire si une sanction
administrative prévue par un bourgmestre pose ou non un problème.
05.03 Minister Laurette Onkelinx:
Deze aangelegenheid valt onder
de bevoegdheid van de minister
van Binnenlandse
Aangelegenheden van het
betrokken Gewest.
05.04 Marie Nagy (ECOLO): Madame la ministre, j'ai appris que la
décision a été votée, hier, par le conseil communal. Dans ce contexte,
madame Lanjri, je suis donc un peu surprise que vous posiez des
questions à ce sujet.
Madame la ministre, votre réponse me déçoit un peu. En effet,
lorsque j'ai introduit ma question, les services ont eu une discussion
sur le fait de savoir si cette dernière devait être adressée au ministre
de la Justice ou au ministre de l'Intérieur. Finalement, il a été décidé
qu'elle vous serait destinée. Selon moi, ce sujet pourrait être un peu
approfondi dans la mesure où il s'agit d'une décision administrative
qui touche à des libertés qui sont considérées comme devant faire
l'objet d'une décision du juge.
05.04 Marie Nagy (ECOLO): De
diensten hebben beslist dat ik
deze vraag aan u diende te
richten. Ze gaat trouwens over een
administratieve beslissing die
betrekking heeft op de uitoefening
van vrijheden die het voorwerp
moet uitmaken van een
rechterlijke beslissing.
05.05 Laurette Onkelinx, ministre: J'ai l'habitude, et aujourd'hui plus
encore qu'auparavant, de bien rester dans le cadre de mes
compétences et de ne pas me mêler de celles d'un autre niveau de
pouvoir.
05.06 Marie Nagy (ECOLO): Vous êtes prudente.
05.07 Laurette Onkelinx, ministre: Si chacun procède de cette
façon, tout se passera bien.
Par conséquent, en tant que ministre de la Justice, je ne peux vous
donner d'appréciation sur le fait de savoir si un bourgmestre reste
dans le cadre de ses compétences ou non. Ce genre de
problématique relève de la compétence du ministre flamand des
Affaires intérieures.
Par ailleurs, en cas de recours, c'est le Conseil d'Etat qui dira si oui ou
non la mesure en question est proportionnée par rapport au problème
et, en cas de disproportion, si on entrave ou non des notions aussi
importantes que les libertés individuelles, notamment la liberté d'aller
et venir. Mais c'est soit le ministre flamand des Affaires intérieures
soit le Conseil d'Etat qui émettra un avis à ce sujet mais certainement
pas moi.
05.07 Minister Laurette Onkelinx:
Indien er beroep wordt
aangetekend, moet de Raad van
State uitmaken of de kwestieuze
maatregel al dan niet in
verhouding staat tot het probleem
en of ze de individuele vrijheden in
het gedrang brengt.
05.08 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, het is opvallend
hoe gemakkelijk u zich hieruit praat door te zeggen dat u niet bevoegd
05.08 Nahima Lanjri (CD&V): La
ministre est compétente dans le
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
bent. U bent toch bevoegd voor Justitie? Het is een principiële vraag.
Is de rechter bevoegd om zo'n uitspraak te doen, ja of nee?
domaine de la Justice et elle doit
donc savoir si le juge peut prendre
une telle décision.
05.09 Laurette Onkelinx, ministre: Demandez éventuellement au
Conseil d'État. Mais je ne suis pas le Conseil d'État, je ne suis pas
ministre des Affaires intérieures, je n'exerce aucune tutelle sur les
bourgmestres. Je veux bien que vous me donniez des pouvoirs
supplémentaires ou que vous "refédéralisiez" certaines compétences.
Mais, en la matière, je ne peux pas agir.
05.09 Minister Laurette Onkelinx:
Ik ben noch de Raad van State
noch de minister van
Binnenlandse Aangelegenheden.
In deze zaak kan ik niet optreden.
05.10 Nahima Lanjri (CD&V): Ik heb toch de indruk dat ...
05.11 Laurette Onkelinx, ministre: Mais je peux noter qu'il existe un
intérêt pour "refédéraliser" ce genre de compétences.
05.11 Minister Laurette Onkelinx:
Ik stel vast dat sommigen dat
soort bevoegdheden willen
herfederaliseren.
Le président: Déposez une proposition de loi.
De voorzitter: Het staat de
parlementsleden vrij een
wetsvoorstel terzake in te dienen.
05.12 Nahima Lanjri (CD&V): Ik verwijs ook naar uitspraken van u
een aantal weken geleden. Ik stel met verbazing vast dat u vandaag
zegt dat u hiervoor zelfs niet bevoegd bent. Ik heb die in de krant
gelezen. U was tegen het straatverbod.
05.12 Nahima Lanjri (CD&V): Il y
a quelques semaines, la ministre a
déclaré qu'elle était opposée à
l'interdiction de circuler en rue. Je
m'étonne dès lors de l'entendre
déclarer à présent qu'elle n'est pas
compétente.
05.13 Laurette Onkelinx, ministre: J'espère bien que vous lisez, de
temps en temps, des déclarations à mon sujet! Vous parlez de
déclarations sur les interdictions?
05.14 Nahima Lanjri (CD&V): Ja.
05.15 Laurette Onkelinx, ministre: Si vous me demandez si je peux
imaginer cela au niveau des sanctions pénales, il s'agit alors d'une
autre question. La question qui m'est posée est de savoir quelles sont
les compétences d'un bourgmestre en la matière.
05.15 Minister Laurette Onkelinx:
De strafmaat is een andere
kwestie. Hier gaat het om de
bevoegdheden van
een
burgemeester.
05.16 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik vraag niet wat
de bevoegdheden zijn van een burgemeester. Dat zal ik inderdaad
vragen aan een andere minister, maar ik vraag u gewoon wie er
juridisch gezien bevoegd is. Moet een straatverbod uitgesproken
worden door een rechter of niet?
05.16 Nahima Lanjri (CD&V):
J'interrogerai un autre ministre sur
les compétences d'un
bourgmestre. Qui dispose de la
compétence juridique pour édicter
une interdiction de circuler en rue?
05.17 Laurette Onkelinx, ministre: Madame Lanjri, c'est clair! S'il
s'agit d'une mesure administrative prise par un bourgmestre, ce n'est
pas à moi de dire ce que le bourgmestre peut ou ne peut pas faire!
S'il s'agit d'une sanction pénale, vous pourriez déposer une
proposition de loi pour proposer cela comme sanction pénale. C'est
l'un ou l'autre, ou l'un et l'autre. Quant à la situation que vous
évoquez, je n'ai pas de compétence.
05.17 Minister Laurette Onkelinx:
Mevrouw Lanjri, u zou een
wetsvoorstel kunnen indienen om
daarvoor een strafrechtelijke
sanctie voor te stellen. Wat de
aangehaalde situatie betreft ben ik
niet bevoegd.
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.18 Nahima Lanjri (CD&V): Nu zegt u iets belangrijk. Dit valt
buiten de administratieve boetes. Moet hiervoor een wetsvoorstel
gemaakt worden? Is dat nodig?
05.18 Nahima Lanjri (CD&V):
Convient-il d'élaborer une nouvelle
proposition de loi à cet effet?
05.19 Laurette Onkelinx, ministre: Un bourgmestre prend telle ou
telle décision. A-t-il le pouvoir de le faire ou pas? Ce n'est jamais au
ministre de la Justice de le dire. C'est soit au ministre des Affaires
intérieures de la Région concernée, soit éventuellement au Conseil
d'Etat s'il y a une phase contentieuse. Je ne me mêle pas d'un dossier
qui n'est pas de ma compétence. Si on l'imagine comme une sanction
pénale et plus comme une mesure administrative, c'est un autre
débat. C'est un débat d'opportunité sur le fait de le faire ou pas. Pour
le moment, je n'ai pas dans mes cartons un projet de loi en la
matière. C'est un tout autre débat.
05.19 Minister Laurette Onkelinx:
Ik bemoei me niet met een dossier
dat buiten mijn bevoegdheid valt.
Ik heb geen wetsontwerp op stapel
staan dat ertoe strekt dergelijke
maatregel als een strafrechtelijke
sanctie te beschouwen.
05.20 Marie Nagy (ECOLO): Je remercie la ministre pour sa
réponse. Cependant, il faudra à un niveau ou à un autre, que ce soit
au niveau du ministre de l'Intérieur ou au niveau du Conseil d'Etat,
voir comment on garantit l'application du principe de liberté
fondamentale, qui est celui de pouvoir être en rue dans des conditions
normales. Ou bien il s'agit vraiment d'une sanction pénale.
On aurait intérêt, je pense, maintenant que la décision a été votée par
le conseil communal de la ville d'Anvers, de soumettre la question à
un autre niveau. Cette dérive me semble extrêmement dangereuse.
J'entends bien la prudence de la ministre de la Justice et, en
l'occurrence, cette prudence est tout à fait justifiée eu égard la
manière dont on distribue les compétences en la matière. Je propose
de continuer à investiguer la question. A ce stade, la réponse de la
ministre me semble suffisamment éclairante.
05.20 Marie Nagy (ECOLO): Het
ware opportuun dit dossier op een
ander niveau te laten beoordelen.
Deze ontsporing lijkt me uiterst
gevaarlijk. Ik heb begrip voor de
voorzichtigheid waarvan de
minister van Justitie blijk geeft en
haar antwoord is echt
verhelderend.
Le président: Je ne veux pas sortir de mon rôle, mais, pour moi, c'est plus que de la prudence, c'est le
respect des institutions. La tutelle sur les actes des communes, etc. relève de la compétence du ministre
régional des Affaires intérieures. S'il y a un recours individuel de quelqu'un qui s'estime lésé par la mesure,
ce sera au Conseil d'Etat d'intervenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
tijdelijke opdrachten om het ambt van adjunct-griffier of adjunct-secretaris uit te oefenen" (nr. 6871)
06 Question de M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
affectations temporaires en vue d'exercer la fonction de greffier adjoint ou de secrétaire adjoint"
(n° 6871)
06.01 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, na de
examensessie van 2004 voor kandidaat-griffier en kandidaat-
secretaris bleken er 135 Nederlandstalige en 74 Franstalige
kandidaten geschikt te zijn en die voldeden aan de
benoemingsvoorwaarden, afgezien van de tweetaligheidsvereisten
voor sommige rechtsmachten.
In het Belgisch Staatsblad zijn inmiddels een reeks betrekkingen van
adjunct-griffier en adjunct-secretaris vacant verklaard. Het merendeel
van deze plaatsen stond reeds eerder open, maar bij gebrek aan
kandidaten werd aan personeelsleden van de griffie of van het
parketsecretariaat een tijdelijke opdracht gegeven om respectievelijk
het ambt van adjunct-griffier of van adjunct-secretaris uit te oefenen.
06.01 Claude Marinower (VLD):
Il est apparu après la session
d'examen de 2004 pour candidats
greffier et secrétaire adjoint que
135 néerlandophones et 74
francophones satisfaisaient aux
conditions de nomination. Entre-
temps, quelques postes de greffier
adjoint et de secrétaire adjoint ont
été déclarés vacants. Ces tâches
étaient autrefois assurées par le
biais de missions temporaires en
raison d'un manque d'effectifs,
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Na de bekendmaking van de uitslag van het examen blijkt echter dat
niet voor alle beschikbare plaatsen, waarvoor een tijdelijke opdracht
werd toegekend, een oproep aan de kandidaten is gebeurd. Het lijkt
mij nochtans evident dat er voorrang zou worden verleend aan de
examenlaureaten en dat al die laureaten in de mogelijkheid zouden
moeten worden gesteld het behaalde brevet zo snel mogelijk te
valideren met een promotie of een benoeming. Ik vestig trouwens
nogmaals de aandacht op een ministeriële omzendbrief van
13 maart 2002 waarbij uw voorganger de aandacht van de korpschefs
vestigde op de rechtspraak van de Raad van State met betrekking tot
de toekenning van hogere functies. In die omzendbrief wordt
nogmaals benadrukt dat aan de overheid, met het oog op de naleving
van het gelijkheidsbeginsel en de motiveringsplicht, de nodige
concrete en pertinente elementen moeten worden overgemaakt voor
de toekenning van de opdracht en zulks na een noodzakelijke oproep
tot de kandidaten.
Het is in dat kader, mevrouw de minister, dat ik graag van u had
vernomen, ten eerste, of u de cijfers die ik heb vermeld met
betrekking tot de examens van 2004 voor griffier en secretaris kunt
bevestigen. Komen zij dus overeen met het afsluitend proces-verbaal
van het examen?
Ten tweede, is het niet aangewezen dat zonder onderscheid ik
herhaal zonder onderscheid voor alle beschikbare plaatsen waar
nog geen benoemingen zijn gebeurd, een oproep zou plaatsvinden tot
de kandidaten via een bekendmaking in het Belgisch Staatsblad?
Ten derde, hoe velen van deze ambten worden op dit moment nog
bezet door personeelsleden belast met een tijdelijke opdracht en die
niet aan de benoemingsvoorwaarden voldoen?
mais il n'a pas été lancé d'appel
aux lauréats de l'examen pour
tous ces postes. La circulaire du
13 mars 2002 souligne le principe
d'égalité et le devoir de motivation,
ainsi que la nécessité de procéder
à un appel aux lauréats.
La ministre peut-elle confirmer les
chiffres cités? Un appel sera-t-il
lancé sans distinction pour tous
les postes actuellement pourvus
par des collaborateurs
temporaires? Combien de
fonctions sont-elles remplies à
l'heure actuelle par des membres
du personnel ayant un contrat
temporaire et qui ne satisfont
pas aux conditions de nomination?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: De geciteerde cijfers zijn correct.
135 Nederlandstalige en 74 Franstalige deelnemers slaagden in het
laatste examen van kandidaat-griffier en kandidaat-secretaris. Ik heb
hier een tabel met de inschrijvingen van de deelnemers, de
geslaagden na de eerste proef en de eindresultaten na de tweede
proef.
Ten tweede, na de bekendmaking van de resultaten van het laatste
examen, werd in het Belgisch Staatsblad van 18 februari 2005 een
algemene oproep gepubliceerd waarbij in beginsel alle plaatsen
werden opengesteld die toen niet waren bezet. 91 betrekkingen van
adjunct-griffier en 58 betrekkingen van adjunct-secretaris werden
vacant verklaard.
Bij rondzendbrief van 26 januari 2004 werd trouwens vooraf het
belang van deelname aan de examens onderstreept en werden alle
personeelsleden erop gewezen dat "slechts zij die slagen in een
examen een geldige aanspraak kunnen maken op de betrekkingen in
de personeelsformatie." Ik verwacht dan ook dat personeelsleden in
dienst zich maximaal inzetten om hun persoonlijke toestand te
regelen. Ik kan immers moeilijk aanvaarden dat personeelsleden die
zelfs de moeite niet doen om zich aan te bieden bij de georganiseerde
examens eventueel betrekkingen zouden innemen ten nadele van
laureaten van examens.
Ik wens er dan ook uitdrukkelijk op te wijzen dat in de toekomst
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les chiffres cités sont
exacts. Je dispose d'un tableau
des données complètes relatives
au déroulement de l'examen. Un
appel général, par lequel tous les
postes qui n'étaient pas pourvus
ont été déclarés vacants, a été
publié au Moniteur belge du 18
février 2005.
La circulaire du 26 janvier 2004
attirait l'attention des membres du
personnel concernés sur la
nécessité pour eux de participer
aux examens s'ils souhaitaient
occuper leur poste à titre
permanent. Des mesures tendant
au remplacement de membres du
personnel n'ayant pas participé
aux examens par des lauréats
pourront être prises.
Trois cent dix-sept membres du
personnel se sont vu attribuer une
mission de greffier adjoint ou de
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
maatregelen kunnen worden genomen ten aanzien van
personeelsleden die niet deelnemen aan examens en dat deze
vervangen kunnen worden door laureaten van het desbetreffende
examen.
Op dit moment werd aan 317 personeelsleden een opdracht tot
adjunct-griffier of adjunct-secretaris toegekend. 68 onder hen zijn
laureaat van het examen en kunnen bijgevolg solliciteren voor
vacante betrekkingen. Ik heb ook een tabel met de cijfers voor elk
ressort.
secrétaire adjoint. Soixante-huit
d'entre eux sont lauréats de
l'examen et peuvent donc
présenter leur candidature à un
poste vacant.
06.03 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de minister, kunt u ons
hiervan een kopie bezorgen?
06.04 Minister Laurette Onkelinx: Ja, zonder problemen.
Vaak werden opdrachten toegekend om structurele redenen,
bijvoorbeeld om toegevoegde magistraten bij te staan of tijdelijke
raadsheren, of vanwege specifieke regelgeving, bijvoorbeeld
snelrecht in fiscale kamers. In 178 gevallen werd een opdracht
toegekend aan een vacante betrekking, waarvan 145 in het
rechtsgebied Brussel. Er dient onderstreept te worden dat in Brussel,
naast de benoemingsvoorwaarden, ook voorwaarden van wettelijke
tweetaligheid gelden. Mijn administratie zal er evenwel over waken dat
op deze plaatsen de normale benoemingsprocedure wordt gevolgd.
06.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Les missions précitées
ont été attribuées pour résoudre
des problèmes structurels. Dans
178 cas, la mission confiée
correspondait à un poste vacant,
dont 145 à Bruxelles où
s'appliquent également les
conditions légales de bilinguisme.
Mon administration veille au
respect des procédures de
nomination normales.
06.05 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik kom even terug op het tweede onderdeel van mijn vraag.
Er zijn 135 Nederlandstalige en 74 Franstalige kandidaten die
geschikt werden bevonden en die voldeden aan de
benoemingsvoorwaarden. Begrijp ik u echter goed als u in het tweede
onderdeel van uw antwoord zegt dat thans niettemin een groot deel
van deze plaatsen nog steeds wordt bezet door personen die deze
functie uitoefenen met een tijdelijke opdracht, in plaats van door de
laureaten van het examen van 2004?
06.05 Claude Marinower (VLD):
Des tâches sont-elles encore
actuellement effectuées par des
collaborateurs temporaires et non
par des lauréats de l'examen?
06.06 Laurette Onkelinx, ministre: Non, mais c'est la raison pour
laquelle j'ai dit que, pour l'instant, 135 néerlandophones et 74
francophones avaient réussi l'examen, ce qui est trop peu. J'ai
relancé le 18 février 2005 - cela a été publié au Moniteur belge - un
nouvel appel pour remplir toutes les places vacantes.
06.06 Minister Laurette Onkelinx:
Neen. Op dit ogenblik zijn 135
Nederlandstaligen en 74
Franstaligen voor het examen
geslaagd. Dat volstaat niet. Op 18
februari 2005 deed ik een nieuwe
oproep tot kandidaatstelling om
alle vacante betrekkingen in te
vullen.
06.07 Claude Marinower (VLD): Heb ik uit uw antwoord goed
begrepen dat het gaat over 91 en 58? Dit is het enige blad met de
tabellen? Daar staat het allemaal op?
06.08 Minister Laurette Onkelinx: Ja.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
lijst van de Antwerpse procureur Van Lijsebeth met misdrijven waarvoor in Antwerpen geen
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
vervolging meer wordt ingesteld" (nr. 6903)
07 Question de M. Guido Tastenhoye à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la liste
de délits qui ne donnent plus lieu à des poursuites à Anvers, dressée par le procureur du Roi Van
Lijsebeth" (n° 6903)
07.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, op 9 december 2004 werd de
veiligheidsadviseur van het Vlaams Belang na afloop van een
bewonersvergadering in Antwerpen-Noord door drie punkers
aangevallen. De veiligheidsadviseur kon de aanval afweren en diende
klacht in. Omdat hij de daders kon herkennen, werd pv opgemaakt en
kreeg hij een kopie mee naar huis. Eerstdaags zou hij worden
uitgenodigd voor een foto-inzage. Na maandenlange stilte nam de
advocaat van onze veiligheidsadviseur contact op met het parket om
inzage te vragen van het strafdossier. Bij het parket meldde men
doodleuk dat het dossier er nooit was toegekomen.
Het strafste was nog dat procureur Bart Van Lijsebeth liet weten dat
zulke feiten niet eens meer worden vervolgd. De procureur was zo
vriendelijk er een lijst aan toe te voegen van misdrijven waarvoor geen
vervolging meer wordt ingesteld. Ik som ze op: fietsdiefstal,
bromfietsdiefstal, motordiefstal, inbraken in voertuigen,
winkeldiefstallen en andere diefstallen zonder gekende daders,
onopzettelijke slagen en verwondingen, opzettelijke slagen met
geringe gevolgen en onbekende dader, vandalisme, aanrijdingen met
vluchtmisdrijf en stoffelijke schadelijke schade, vandalisme aan auto's
met onbekende dader, vernieling van afsluiting met onbekende dader.
Blijkbaar circuleert er bij het Antwerpse parket een lijst van misdrijven
die kennelijk niet meer onderzocht of vervolgd worden. Als premier
Verhofstadt of minister Dewael nog eens komen vertellen dat de
criminaliteit is gedaald, dan weet men nu hoe dat komt.
Ik heb een aantal vragen, mevrouw de minister. Is de minister op de
hoogte van de lijst met niet meer te vervolgen misdrijven die circuleert
bij het Antwerpse parket? Maakt het deel uit van het beleid van de
minister om een reeks van misdrijven niet meer te laten vervolgen?
Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? Kan de minister akkoord gaan
met de handelwijze van het Antwerpse parket waardoor veel
misdrijven ongestraft en ongeregistreerd blijven, waardoor het
onveiligheidsgevoel bij de burger nog sterk is toegenomen, waardoor
het geloof in politie en justitie naar het nulpunt daalt en waardoor
kleine criminelen vrij spel krijgen in Antwerpen? Zijn er nog andere
parketten in België die dergelijke lijsten met niet meer te vervolgen
misdrijven hanteren? Zo ja, waar? Wat onderneemt de minister
daartegen?
07.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le parquet
d'Anvers semble se fonder sur une
liste de délits qui ne sont plus
poursuivis. Si M. Verhofstadt ou
M. Dewael annonce une fois
encore une diminution de la
criminalité, nous en connaîtrons la
raison.
La ministre est-elle informée de
l'existence de cette liste? La
décision de renoncer à poursuivre
certains délits s'inscrit-elle dans la
politique qu'elle souhaite mettre en
oeuvre? Approuve-t-elle la pratique
du parquet d'Anvers selon laquelle
des délits restent impunis ou ne
sont même pas enregistrés? La
justice et la police perdent ainsi
toute crédibilité et les petits
délinquants peuvent agir en toute
liberté. D'autres parquets se
basent-ils également sur de telles
listes?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik kan u
meedelen dat het Antwerpse parket, zoals een groot deel van de
parketten, de politiediensten de opdracht heeft gegeven in een
welbepaald aantal gevallen slechts een vereenvoudigd proces-verbaal
op te stellen voor de klachten die worden neergelegd.
Het principe van het vereenvoudigd proces-verbaal wordt door die
parketten gehanteerd wegens proces-economische redenen. Dat
houdt in dat de registratie van de klacht gebeurt op het niveau van de
politie in de vorm van een summier proces-verbaal, waaraan door het
parket geen gevolg wordt gegeven.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le parquet d'Anvers,
comme d'autres parquets
d'ailleurs, a demandé aux services
de police de ne plus dresser qu'un
procès-verbal simplifié dans
certains cas bien précis. Cela
implique que l'enregistrement de la
plainte se fait au niveau de la
police, sans intervention du
parquet.
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Op die manier wordt de instroom van nutteloze stukken op het parket
drastisch beperkt, waardoor tijdwinst wordt geboekt, die dan weer ten
goede komt van de parketactiviteiten die beleidsmatig relevanter zijn.
Steeds meer parketten hebben deze manier van werken
aangenomen. Daarom wordt momenteel gewerkt aan de voltooiing
van een gemeenschappelijke omzendbrief van de minister en de
procureurs-generaal, die ook een regeling zal inhouden voor het
systeem van de ambtshalve politionele afhandeling. Het ontwerp van
die omzendbrief kreeg reeds het groen licht van de federale
politieraden en van de raad van burgemeesters.
Momenteel wordt het ontwerp onderzocht op mijn kabinet. De lijst
betreft inbreuken die als zeer licht kunnen worden beschouwd. Voor
een reeks inbreuken geldt deze regeling slechts in het geval de dader
van het feit onbekend is gebleven.
Niemand kan ontkennen dat de instroom van klachten bij de parketten
zo omvangrijk is dat keuzes inzake het opsporings- en
vervolgingsbeleid moeten worden gemaakt. De prioritaire zaken
moeten voorgaan op de andere. De niet-prioritaire zaken worden
echter steeds geregistreerd op politieniveau.
Ik heb er geen moeite mee dat dergelijke keuzes worden gemaakt.
Dat is trouwens de essentie van het strafrechtelijk beleid dat door de
minister van Justitie en door het college van procureurs-generaal
moet worden uitgestippeld.
Ik deel uw mening niet dat een dergelijke handelwijze het
onveiligheidsgevoel vergroot. Integendeel, de echt belangrijke zaken
kunnen nu echt worden aangepakt en lopen niet meer verloren tussen
het grote pakket onbelangrijke dossiers.
Ce gain de temps permet aux
parquets de s'occuper de tâches
plus importantes. Etant donné que
de plus en plus de parquets ont
recours à cette méthode, une
circulaire de la ministre et des
procureurs généraux devrait
prochainement définir une
réglementation en ce qui concerne
le système du traitement policier
autonome. Le projet a déjà reçu le
feu vert des conseils de police
fédéraux et des bourgmestres. La
liste ne comporte que des délits
tout à fait mineurs et pour un
certain nombre de faits, le
système ne s'applique que si
l'auteur est inconnu.
Compte tenu de l'afflux de plaintes
auprès des parquets, il convient de
s'occuper avant tout des tâches
prioritaires. Chaque plainte est
toutefois enregistrée au niveau de
la police.
07.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik
vind het vrij hallucinant wat u hier komt te zeggen. Volgens u zijn een
aantal misdrijven zoals motordiefstal, inbraken in voertuigen,
winkeldiefstallen enzovoort, geen belangrijke misdrijven meer. Ze
worden niet meer vervolgd, ze maken nog slechts het voorwerp uit
van een summier pv, ze worden niet eens meer bij de parketten
geregistreerd. Ze worden enkel nog bijgehouden op het vlak van de
politionele diensten zodat de overheid, de eerste minister en de
minister van Binnenlandse Zaken op kop, kunnen komen beweren dat
het aantal misdrijven is gedaald, dat de criminaliteit is gedaald.
Natuurlijk, wat wilt u. Als de misdrijven niet meer worden
geregistreerd, als ze niet eens meer worden vervolgd, dan is het
natuurlijk een koud kunstje om achteraf te komen beweren dat de
criminaliteit gedaald is. Ik vind dit echt een hallucinant beleid,
mevrouw de minister.
U zegt zelf dat u daar achter staat en dat dit zelfs in een
gemeenschappelijke omzendbrief gegoten zal worden, zodat dit de
praktijk wordt in alle parketten van het land. Werkelijk, dit is de wereld
op zijn kop! Alle kleine criminelen die misdrijven plegen als
opzettelijke slagen met verwondingen, vandalisme, aanrijding met
vluchtmisdrijf een zeer actueel thema! worden niet meer vervolgd.
Er zijn geen woorden voor, mevrouw de minister. Ik hoop dat de pers
de bevolking hierover zeer grondig zal inlichten dat het geen zin meer
07.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Donc, pour la
ministre, des délits tels que les
vols de moto et les vols dans les
véhicules ou dans les magasins,
etc. ne comptent pas. Les
parquets ne les enregistrent même
plus et, a fortiori, ils ne les
poursuivent plus. Si on
n'enregistre plus les crimes, il est
évidemment facile de prétendre
que la criminalité est en baisse. Je
trouve cette politique hallucinante.
Or la ministre défend cette
politique et va même la traduire
dans une circulaire. J'espère que
la presse informera les gens de
cette situation de sorte qu'ils
sachent que ça ne sert plus à rien
de déclarer le vol de leur vélo, un
vol dans leur voiture ou le
cambriolage de leur boutique. Ces
faits ne sont plus poursuivis!
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
heeft om een fietsdiefstal of een bromfietsdiefstal of een inbraak of
een winkeldiefstal aan te geven, want dat noch de politie noch de
parketten zelfs maar de moeite nemen om deze zaken nog te
vervolgen. Wij leven niet meer in een rechtstaat, mevrouw de
minister. Dit is schandalig!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Valérie Déom à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le Livre
vert de la Commission européenne sur le droit applicable et la compétence en matière de divorce"
(n° 6909)
08 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
Groenboek van de Europese Commissie over het toepasselijke recht en de rechterlijke bevoegdheid in
echtscheidingszaken" (nr. 6909)
08.01 Valérie Déom (PS): Madame la ministre, récemment, la
Commission européenne a publié un livre vert sur le droit applicable
et les tribunaux compétents en matière de divorces concernant des
couples de nationalités différentes ou des couples vivant dans un État
membre qui n'est pas leur pays d'origine. Dans ce livre vert, la
Commission déplore, de nombreux exemples à l'appui pour
démontrer la complexité et la sensibilité de cette problématique,
l'absence de dispositions communautaires relatives à la législation
applicable en matière de divorces et critique le manque de sécurité
juridique ainsi que le manque de souplesse.
Avec ce document, la Commission entend lancer une vaste
consultation qui doit déboucher sur des règles européennes
harmonisées. Par ailleurs, la Commission européenne estime que les
dispositions relatives au tribunal compétent inscrites dans le
règlement de Bruxelles II et qui ont été reprises dans notre nouveau
Code de DIP pourraient être révisées. Ceci m'amène à vous poser les
questions suivantes. Avez-vous pu prendre connaissance de ce
document et l'analyser? Mme la ministre peut-elle me dire si elle
envisage de formuler des observations sur ce document et dans
l'affirmative dans quel sens?
08.01 Valérie Déom (PS): De
Europese Commissie heeft
onlangs een Groenboek
gepubliceerd over het recht dat
van toepassing is op en de
rechtbanken die bevoegd zijn voor
echtscheidingen van echtparen
waarvan de partners een
verschillende nationaliteit hebben
of van echtparen die verblijven in
een andere lidstaat dan hun land
van herkomst. De Commissie, die
betreurt dat er geen
communautaire bepalingen zijn
met betrekking tot de geldende
regelgeving inzake
echtscheidingen en het gebrek
aan rechtszekerheid bekritiseert,
start met een grote
consultatieronde die in
geharmoniseerde Europese regels
moet uitmonden. Zij is de mening
toegedaan dat de bepalingen met
betrekking tot de bevoegde
rechtbanken die in de verordening
Brussel II zijn opgenomen en in
ons nieuw Wetboek van
Internationaal Privaatrecht werden
ingevoegd, zouden kunnen
worden herzien. Heeft u kennis
genomen van dat document en het
geanalyseerd? Zal u opmerkingen
formuleren en zo ja, in welke zin?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, la
Commission européenne a effectivement présenté, le 14 mars
dernier, le livre vert sur le droit applicable à la compétence en matière
de divorce. La publication de ce livre vert avait été annoncée dans le
programme de La Haye, adopté en novembre 2004, par les ministres
de la Justice de l'Union européenne.
Au cours de la négociation de ce programme de travail pour les cinq
08.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik steun dit initiatief: het
Groenboek moet het leven
vergemakkelijken van Europese
burgers die in een echtscheiding
verwikkeld zijn en van het
toenemende aantal burgers dat
met het Wetboek van
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
ans à venir, j'avais particulièrement insisté sur l'importance d'un
rapprochement des législations européennes en matière du droit de la
famille. J'avais clairement dit qu'il était essentiel de travailler sur toute
la logique de recherches, poursuites et prévention au niveau pénal.
Je soutiens donc tout à fait l'initiative dont il est question puisqu'elle
vise à simplifier, dans l'Union européenne, la vie quotidienne des
citoyens confrontés au divorce; de plus, un nombre croissant de
citoyens sont intéressés par le Code de droit international privé.
La libre circulation des personnes et la mobilité des citoyens au sein
de l'Union européenne ont pour conséquence d'augmenter le nombre
de mariages de couples internationaux, c'est-à-dire de couples de
nationalités différentes ou bien qui vivent dans un Etat membre dont
ils ne sont pas ressortissants.
Dans son livre vert, la Commission part du constat qu'il n'existe pas,
pour l'instant, de dispositions communautaires applicables au divorce.
Il y a donc des problèmes pour les couples internationaux qui
souhaitent divorcer. Il existe des règles communautaires relatives à la
compétence, à la reconnaissance et à l'exécution en matière de
divorce, de séparation de corps et d'annulation de mariage des
époux, mais pas de règles communes concernant le droit applicable.
Le droit applicable est dès lors déterminé en fonction des règles de
conflit des lois de l'Etat membre devant lequel est porté l'affaire. Vu
les différences entre règles nationales en la matière, il existe une
grande insécurité juridique.
Dans son livre vert, la Commission propose des pistes de réflexion
pour remédier à cette situation. Outre la révision éventuelle d'un
règlement en matière de décision matrimoniale et de responsabilité
parentale (c'est le Bruxelles II bis), la Commission évoque la
possibilité de laisser aux conjoints le choix du droit applicable au
divorce. Ce choix optionnel quant à la législation applicable a été
consacré dans notre Code de droit international privé, voté il y a
quelques mois à peine. Cette solution innovatrice pourrait donc être
reprise en droit communautaire. Cette option permet aux époux
d'exprimer leur préférence par rapport, notamment, à la loi de leur
pays d'origine, de leur culture d'origine dans le cas où, par exemple,
le couple vit dans un Etat membre dont aucun d'eux n'est
ressortissant. Toutefois, comme en droit interne, cette option devrait
être encadrée afin d'éviter l'application de droits lointains avec
lesquels les époux n'ont pas de lien et la pression d'un époux sur
l'autre dans le choix du droit applicable.
Il faut donc également éviter, via ce moyen, de porter atteinte aux
enfants du couple ainsi qu'à leurs intérêts. Mon département aura
l'occasion de faire valoir entre autres cette proposition dans la
réponse qu'il fera concernant la consultation écrite lancée par la
Commission sur le livre vert.
Nous étudions également l'annexe documentaire au livre vert qui
fournit de précieuses informations sur le droit applicable au divorce
dans les autres Etats membres. Les premières observations que je
compte formuler sur ce livre vert seront donc guidées par la nécessité
de rechercher une sécurité juridique accrue dans une matière
importante dans le domaine du droit de la famille, qui est le divorce.
Des objectifs de transparence, de prévisibilité quant au droit
internationaal privaatrecht te
maken krijgt.
Er is geen gemeenschappelijke
regelgeving met betrekking tot de
toepasselijke rechtsregels, en om
daar wat aan te doen stelt de
Commissie voor de Verordening
(EG) van de Raad betreffende de
bevoegdheid en de erkenning en
tenuitvoerlegging van beslissingen
in huwelijkszaken en inzake de
ouderlijke verantwoordelijkheid te
herzien (de zogenaamde
Verordening Brussel II bis), en de
echtgenoten de keuze te laten met
betrekking tot het rechtssysteem
waaronder zij hun echtscheiding
willen regelen. Die
keuzemogelijkheid inzake de
toepasselijke regelgeving, die in
ons Wetboek van internationaal
privaatrecht geregeld is, zou dus in
de Europese regelgeving
overgenomen kunnen worden.
Flankerende maatregelen zijn
evenwel nodig, om te verhinderen
dat er een beroep zou worden
gedaan op rechtsstelsels van
verre landen waarmee de
echtgenoten geen enkele band
hebben, en te voorkomen dat een
echtgenoot zijn keuze van het
toepasselijke rechtsstelsel aan de
andere echtgenoot kan opdringen.
Men moet voorkomen dat de
kinderen worden benadeeld.
Mijn departement zal dat voorstel
naar voren brengen in het kader
van het schriftelijke overleg dat
door de Commissie over het
Groenboek werd opgestart.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
applicable, de souplesse, de simplification et de cohérence doivent
également être poursuivis en la matière.
08.03 Valérie Déom (PS): Madame la ministre, la Commission
européenne, dans son livre vert, cite d'ailleurs l'exemple de la
Belgique dans le cadre du choix. Le travail qui a été fait, surtout notre
nouveau Code de DIP, tend à des critères de rattachement effectifs -
on le retrouve en filigrane dans le livre vert -, mais qui respectent
véritablement l'aspect social et affectif des problématiques en droit
familial. Le livre vert fait preuve d'une ouverture qui se rapproche très
fort des options qui ont été choisies par notre Code de DIP.
08.03 Valérie Déom (PS): Wat de
keuzemogelijkheid betreft,
vernoemt de Europese Commissie
trouwens het voorbeeld van België
in haar Groenboek.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 6932 de Mme Lahaye-Battheu est reportée.
09 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
violences de nature sexiste dans les jeux d'ordinateur" (n° 6935)
09 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"seksistisch geweld in computerspellen" (nr. 6935)
09.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, j'ai interrogé, la semaine dernière ou il y a dix jours, la
ministre Van den Bossche sur une question relevant de ses
compétences relatives à la protection des consommateurs et plus
précisément concernant certains jeux vidéo.
Mon attention a été attirée sur ces jeux vidéo par un rapport
d'Amnesty International Espagne qui indiquait que des mineurs
pouvaient avoir accès à certains jeux vidéo incitant à la violence
sexiste et véhiculant des images stéréotypées de femmes, les
présentant comme des personnages passifs, victimes d'intrigues et
faisant l'objet d'agressions, de tortures et de viols.
J'estime être relativement ouverte aux jeux et à l'image virtuelle. Mais,
cela vaut franchement la peine de visionner certains de ces jeux et de
constater la manière dont le joueur peut commettre, soit directement
soit indirectement en les faisant commettre par d'autres
personnages des actes de torture, agressions et viols de femmes.
On dépasse le cadre d'un puritanisme ou d'un idéalisme.
Les producteurs de jeux et de consoles de seize pays européens se
sont rassemblés autour d'un Code d'autorégulation. Quand on
consulte ce code, on constate qu'y figurent des indications d'âge en
fonction de ce qui est présenté sur les jeux mais cette classification
est relativement légère. Les auteurs de ce code sont juges et parties
dans la manière dont ils classent les jeux. A mon avis, cette
classification n'est pas suffisante. Par ailleurs, elle ne sanctionne pas
ou n'empêche pas certaines images ou certains scénarios.
La ministre Van den Bossche m'a affirmé que la seule possibilité que
nous disposions pour agir si ce n'est de constater au niveau
européen que l'autorégulation ne suffit pas et éventuellement
d'imaginer d'autres pistes mais elle ne voyait pas lesquelles était de
se servir de la loi contre le racisme et la xénophobie, étant donné que
ces jeux présentent une atteinte à certains individus, notamment les
femmes. Je me tourne donc vers vous pour savoir de quelle manière
09.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Uit een rapport van Amnesty
International Spanje blijkt dat
minderjarigen toegang kunnen
hebben tot videospelletjes die tot
seksistisch geweld aanzetten en
een stereotiep beeld van vrouwen
ophangen, door hen voor te stellen
als passieve personages en
slachtoffers van intriges die
agressie, folteringen en
verkrachtingen moeten
ondergaan.
De producenten van spelletjes en
spelconsoles uit zestien Europese
landen hebben samen een
zelfreguleringscode opgesteld.
Door de manier waarop zij de
spelletjes op grond van de leeftijd
classificeren, zijn zij evenwel
rechter in eigen zaak. Die
classificatie volstaat dus niet. Zij
bestraft of voorkomt evenmin
bepaalde beelden of scenario's.
Volgens minister Van den
Bossche moet men zich op de wet
tegen het racisme en de xenofobie
beroepen om die spelletjes een
halt toe te roepen, vermits zij
bepaalde individuen, met name
vrouwen, benadelen.
Hoe schat u de toestand in? Hoe
denkt u op te treden?
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
vous appréhendez cette situation. Comment envisagez-vous
d'intervenir?
Il faut permettre le libre accès et il faut aussi permettre aux parents de
rester responsables de ce que leurs enfants vont consulter, des jeux
auxquels ils recourent. Mais, en même temps, nous avons un rôle à
jouer pour éviter la banalisation de certaines images négatives à
l'égard des femmes.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, quand on
examine la question, on voit que notre champ législatif permet de
contrer une partie des images de violence de nature sexiste dans les
jeux d'ordinateurs. En effet, les représentations dégradantes ainsi que
toute atteinte, d'ailleurs, à l'image des femmes par la provocation et la
discrimination sexuelle, qui sont effectivement présentes dans
certains jeux informatiques, pourraient être visées par la loi du 25
février 2003 tendant à lutter contre la discrimination. Celle-ci
sanctionne en effet les incitations à la discrimination, à la haine ou à
la violence en raison du sexe, à condition que les imputations aient
été faites dans une des circonstances indiquées à l'article 444 du
Code pénal. Il faut donc que les imputations aient été faites par des
écrits, imprimés ou non, des images ou des emblèmes affichés,
distribués ou vendus, mis en vente ou exposés au regard du public,
des jeux informatiques contenant des incitations à la discrimination
sur la base du sexe et diffusés via internet ou mis en vente au public,
pour être considérées par les autorités judiciaires comme rentrant
dans le champ d'application de la loi du 25 février 2003.
L'autorégulation du secteur, vous y avez fait allusion, n'est pas une
garantie mais c'est une voie à investir. On sait par exemple qu'en
matière de publicité, cela a donné certains résultats. La création du
Jury d'éthique publicitaire a son utilité. Mais je le dis et je le redis,
l'autorégulation ne se suffit pas à elle-même et doit se doubler de
mesures coercitives mais harmonisées, idéalement, au niveau
européen. En effet, en ce qui concerne les jeux diffusés sur internet et
téléchargeables, la difficulté est liée à l'identification de l'ordinateur qui
est à la source du jeu. La législation applicable est fonction de cette
identification. Elle se fera bien souvent dans un pays qui n'a pas de
législation en la matière. La Belgique demande donc l'élaboration de
normes au niveau européen, base nécessaire pour négocier des
normes internationales.
09.02 Minister Laurette Onkelinx:
Men kan inderdaad de wet van 25
februari 2003 ter bestrijding van
discriminatie inroepen om tegen
bepaalde beelden van seksistisch
geweld in videospelletjes verzet
aan te tekenen. Die wet bestraft
immers het aanzetten tot
discriminatie, haat of geweld op
grond van het geslacht, op
voorwaarde dat de aantijgingen
schriftelijk worden geuit of door
middel van beelden of symbolen
die openlijk worden getoond,
verspreid of verkocht, te koop
worden aangeboden of voor het
publiek worden vertoond, of nog
door middel van videospelletjes
die tot discriminatie op grond van
het geslacht aanzetten en die bij
het publiek te koop worden
aangeboden of via het internet
worden verspreid.
Al betekent de zelfregulering van
de sector nog geen waarborg tot
verbetering, toch is het een
geldige optie. Daarnaast moeten
dwingende maatregelen worden
genomen die idealiter op Europees
niveau op elkaar worden
afgestemd. Wat spelletjes betreft
die men van het internet kan
downloaden, ligt de moeilijkheid in
het identificeren van de computer
die aan de oorsprong van die
spelletjes ligt. De toepasselijke
wetgeving hangt van die
identificatie af. Vaak zal die
identificatie gebeuren in een land
dat niet over een wetgeving ter
zake beschikt. België vraagt dus
dat Europese normen zouden
worden vastgelegd als basis voor
onderhandelingen over
internationale normen.
09.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Quand on peut identifier, on peut
utiliser la loi anti-discrimination. Sinon, il faut passer par les normes
09.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Weet u of er op Europees niveau
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
européennes en vue de normes internationales. Avez-vous
connaissance d'une action européenne sur le plan politique autour de
cet accord d'autorégulation des producteurs?
rond het akkoord over het
zelfregulerend optreden van de
producenten politieke actie zal
worden gevoerd?
09.04 Laurette Onkelinx, ministre: Ce n'est pas au niveau des
ministres de la Justice et de l'Intérieur. Il faudrait voir dans les autres
Conseils s'il y a un projet de la Commission en discussion. Je ne
pourrais pas vous le dire. Peut-être Mme Van den Bossche pourrait-
elle vous répondre.
09.04 Minister Laurette Onkelinx:
Op die vraag blijf ik u het antwoord
schuldig.
09.05 Valérie Déom (PS): Au niveau de l'Europe, il y a évidemment
les pays favorables à l'autorégulation pure et dure et ceux favorables
à une autorégulation avec des sanctions à la clé. Tout le débat se
situe dans le choix entre ces deux visions, une vision ultra-libérale
avec uniquement l'autorégulation et une autre avec des mesures
cohérentes. C'est la raison pour laquelle on n'avance pas très vite
dans ce domaine en Europe.
09.05 Valérie Déom (PS): Op
Europees niveau gaat het debat
tussen de ultraliberale
voorstanders van een
onvoorwaardelijke zelfregulering
en de voorstanders van een
zelfregulering met zo nodig
sancties.
09.06 Laurette Onkelinx, ministre: Malheureusement, comme
souvent, on peut se mettre d'accord sur des mesures d'autorégulation
pour autant qu'on n'aille pas au-delà, c'est-à-dire qu'on ne prévoie pas
des sanctions comme celles qui sont prévues chez nous, dans notre
contexte législatif, par la loi anti-discrimination.
09.06 Minister Laurette Onkelinx:
Zoals zo vaak het geval is, kan
men het spijtig genoeg eens
worden over maatregelen inzake
zelfregulering als er maar geen
sancties aan zijn verbonden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van de hormonenmaffia" (nr. 6939)
10 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la lutte
10.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er werden recentelijk successen geboekt in de
strijd tegen de hormonenmaffia. Vorige week kon het Ieperse gerecht
een internationaal netwerk ontmantelen.
Ik zou u daaromtrent de volgende vragen willen stellen, mevrouw de
minister.
Wat is de omvang van het netwerk? Zijn er verboden producten in de
voedselketen terechtgekomen? Zo ja, in welke hoeveelheden en
waar? Zijn er risico's voor de volksgezondheid? Welke maatregelen
werden desgevallend hieromtrent genomen? Wat is de huidige
aanpak tegen de nieuwe strategie van de hormonenmaffia met
nauwelijks op te sporen cocktails met lichaamseigen hormonen? Is
men voldoende gewapend? Hoeveel mensen van het parket en de
politiediensten zijn hieromtrent ingeschakeld? Wat zijn de middelen
inzake wetenschappelijke politie? Hoeveel vonnissen en arresten zijn
in 2004 in kracht van gewijsde gegaan in dossiers van hormonen en
voedselveiligheid? Over hoeveel beklaagden ging het? Hoe was de
verdeling over de verschillende arrondissementen en
rechtsgebieden?
10.01 Tony Van Parys (CD&V):
La semaine dernière, un trafic
international d'hormones a été
démantelé. Quelle en était
l'ampleur? Des produits interdits
ont-ils été introduits dans la
chaîne alimentaire et des risques
pèsent-ils dès lors sur la santé
publique? Les services judiciaires
sont-ils suffisamment équipés
pour traquer la maffia des
hormones et pour s'en prendre à
elle? Combien de membres du
personnel du parquet et de la
police sont-ils affectés à cette
mission ? Combien de jugements
ont-ils été coulés en force de
chose jugée en matière de
sécurité alimentaire en 2004?
Comment ceux-ci se répartissent-
ils entre les différents
arrondissements judiciaires?
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de heer
Van Parys vraagt mij details kenbaar te maken in verband met een
strafzaak die nog aanhangig is voor het gerecht. Het spreekt voor zich
dat het niet gepast zou zijn dat ik als minister van Justitie daarover
uitspraken zou doen.
U vraagt mij ook veel gedetailleerde cijfergegevens, zoals het aantal
vonnissen in hormonendossiers in 2004, het aantal beklaagden, de
verdeling van de dossiers over de verschillende arrondissementen
enzovoort. Het korte tijdsbestek waarbinnen een antwoord op uw
vraag dient geformuleerd te worden, laat niet toe om al deze
gegevens op te vragen. Indien u dit wenst, zal ik u deze gegevens
later meedelen, misschien na een schriftelijke vraag.
U vraagt mij ook naar de huidige aanpak van de hormonenmaffia.
Eerst en vooral kan ik u meedelen dat de Ministerraad op 28 januari
2005 nogmaals bevestigd heeft dat de strijd tegen de illegale
groeistimulatoren een prioriteit blijft voor de regering. Daarnaast
wordt, zoals u ongetwijfeld weet, de hormonenmaffia aangepakt door
een multidisciplinaire samenwerking in de multidisciplinaire
hormonencel. Deze cel is samengesteld uit leden van de federale
politie, de magistratuur, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen, het directoraat-generaal Geneesmiddelen, het
directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding en het directoraat-
generaal Douane en Accijnzen. Deze aanpak blijkt succesvol te zijn.
Er zal dan ook worden verdergegaan op de ingeslagen weg.
Om evidente redenen is het verder niet aangewezen dat ik details zou
vrijgeven over de aanpak van de hormonenmaffia aangezien de
criminelen zich dan aan deze aanpak opnieuw zouden kunnen
aanpassen.
10.02 Laurette Onkelinx,
ministre: Je ne puis me prononcer
sur un dossier qui est encore
pendant devant la justice. Je
pourrai fournir les nombreuses
autres données demandées si une
question écrite est posée à cet
effet.
La lutte contre les stimulateurs
illégaux de croissance demeure
une priorité du gouvernement. Une
collaboration multidisciplinaire a
été organisée au sein de la cellule
`hormones', qui se compose de
membres de la police, de la
magistrature, de l'Agence fédérale
pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire et des directions
générales `Médicaments',
`Animaux, Végétaux et
Alimentation' et `Douane et
Accises'.
Je ne puis fournir de plus amples
détails sur l'approche adoptée à
l'égard de la maffia des hormones.
10.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister
heeft natuurlijk niet geantwoord op de vragen die ik heb gesteld.
Nochtans is er minstens één vraag waar wel zou moeten op
geantwoord worden, dat is de vraag in verband met de risico's voor de
volksgezondheid. U kunt natuurlijk zeggen, mevrouw de minister, dat
dit een strafzaak is en het is natuurlijk een strafzaak. In de mate
waarin naar aanleiding van deze strafzaak zou blijken dat verboden
producten in de voedselketen zijn terechtgekomen en dat dit gevolgen
heeft of kan hebben voor de volksgezondheid denk ik dat dit helemaal
niets te maken heeft met het geheim van het gerechtelijk onderzoek.
Hier gaat het dan wel over het algemeen belang en de
volksgezondheid.
Ik herinner mij trouwens dat in het ondertussen al vrij verre verleden
een belangrijk dossier inzake voedselveiligheid het licht heeft gezien
en dat het land toen bijna op stelten stond. Men heeft toen niet
gezegd dat er geen redenen waren om ongerust te zijn omwille van
het feit dat het om een strafzaak ging. Ik zou dus absoluut een
antwoord willen omtrent het aspect van de voedselveiligheid en de
gezondheid. In de mate waarin deze vragen in het Parlement niet
kunnen gesteld worden is er natuurlijk een probleem. Ik begrijp
uiteraard dat u omtrent het gerechtelijk onderzoek, de beklaagden en
de netwerken op dit ogenblik op de vlakte blijft maar ik zou heel
uitdrukkelijk te weten willen komen of er inderdaad verboden
producten in de voedselketen zijn terechtgekomen en wat de risico's
zijn voor de volksgezondheid.
10.03 Tony Van Parys (CD&V):
Des produits interdits ont-ils
intégré la chaîne alimentaire et y
avait-il danger pour la santé
publique? La ministre n'a pas
répondu à ces questions.
Je puis me contenter de réponses
écrites à mes autres questions.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Wat betreft de cijfers die ik heb gevraagd, vonnissen en arresten in
2004, ga ik ermee akkoord dat u mij de gegevens schriftelijk
overmaakt maar dan veronderstel ik niet dat ik nog eens een
schriftelijke vraag moet indienen. Dit zou ons natuurlijk te ver leiden.
Ik denk echter dat ik hier tegen de muren aan het praten ben,
mijnheer de voorzitter. Ik zal dus even wachten tot de minister haar
correspondentie heeft beëindigd.
10.04 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb het begrepen, ik heb het
gehoord.
10.05 Tony Van Parys (CD&V): U hebt het begrepen en u hebt het
gehoord?
10.06 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Van Parys, je vous ai
bien entendu. Vous avez posé une question sur un dossier en cours.
J'ai dit que je ne répondais pas sur un dossier en cours. Vous savez,
puisque nous l'avons voté, que lorsqu'un problème de santé publique
se pose, le juge d'instruction est délié du secret de l'instruction pour
pouvoir donner les indications nécessaires à la protection de la santé
publique. Si le juge d'instruction donne ce genre d'information, des
meures de santé publique sont prises immédiatement.
10.06 Minister Laurette Onkelinx:
Wanneer de volksgezondheid
wordt bedreigd, is de
onderzoeksrechter niet langer aan
het geheim van het gerechtelijk
onderzoek gebonden. Er worden
dan onmiddellijk maatregelen
genomen.
10.07 Tony Van Parys (CD&V): De vraag is dan "welke
maatregelen"?
10.07 Tony Van Parys (CD&V):
De quelles mesures s'agit-il?
10.08 Laurette Onkelinx, ministre: Pour le reste, je me retranche
derrière le fait que cela concerne une affaire particulière qui est en
cours.
10.08 Minister Laurette Onkelinx:
Het gaat overigens om een lopend
onderzoek.
10.09 Tony Van Parys (CD&V): En dus is precies de vraag,
mevrouw de minister, als u mij dat niet kwalijk neemt, welke
maatregelen er inzake voedselveiligheid en volksgezondheid zijn
genomen zodanig dat wij desgevallend de bevolking kunnen
geruststellen want uw antwoord maakt mij eerder ongerust wat dit
aspect van de zaak betreft. Ik denk dat het belangrijk zou zijn dat u
desgevallend de bevolking geruststelt in plaats van op deze wijze
twijfels te zaaien omtrent de omvang van het probleem en de impact
op de volksgezondheid.
10.09 Tony Van Parys (CD&V):
La ministre doit rassurer la
population sur le fait qu'il n'y a
aucun danger pour la santé
publique.
10.10 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je le dis et
le répète, il s'agit d'un dossier particulier. Je ne réponds pas. Le juge
d'instruction, lorsqu'il considère qu'un problème de santé publique se
pose, le dit et à ce moment, toutes les mesures sont prises afin qu'il
n'y ait aucune incidence sur la santé publique de notre population. Il
n'y a pas à inquiéter cette dernière. Je peux comprendre que, dans le
cadre d'une question parlementaire, on ait peut-être envie de
l'inquiéter. Or, il n'y a pas de quoi s'inquiéter. Toute cette affaire est
traitée dans les règles de fonctionnement normal et du pouvoir
judiciaire et de la protection de notre population contre les dangers
relatifs à des problèmes de santé publique dans la chaîne alimentaire.
10.10 Minister Laurette Onkelinx:
Er is geen enkele reden om de
bevolking te verontrusten. De hele
affaire wordt geregeld in het kader
van de normale werking en van de
opdracht van de rechterlijke orde
met het oog op de bescherming
van de bevolking tegen problemen
in de voedselketen met mogelijk
gevaar voor de volksgezondheid.
10.11 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, moet ik nog een schriftelijke vraag stellen om de cijfers te
verkrijgen?
10.12 Minister Laurette Onkelinx: Ik zal u deze gegevens schriftelijk
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
meedelen, mijnheer Van Parys.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
hertekening van het gerechtelijk apparaat" (nr. 6940)
11 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la réforme
11.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice eerste minister, tijdens de verklaring van de regering in de Kamer
van 11 mei heeft de eerste minister, ik citeer: " de hertekening van het
gerechtelijk apparaat" aangekondigd. De aankondiging van een
globale nieuwe hertekening van het gerechtelijk apparaat wekte mijn
belangstelling en van CD&V. Tot op heden hadden wij geen kennis
van een globale hervorming van het gerechtelijk apparaat.
Mijn vraag is de volgende mevrouw de minister. Hoe zal het
gerechtelijk apparaat hertekend worden? Welke belangrijke
hervormingen staan op stapel? Werden de actoren van justitie
hierover geconsulteerd? Welke beslissingen moeten terzake worden
genomen?
11.01 Tony Van Parys (CD&V):
Lors de la déclaration
gouvernementale du 11 mai
dernier à la Chambre, le premier
ministre a annoncé une
réorganisation de l'appareil
judiciaire. Quelles réformes sont
envisagées? Les acteurs de la
Justice ont-ils été consultés?
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai déjà
répondu à la même question posée tout à l'heure par Mme Claes.
Mais ce n'est pas grave, je vais me répéter.
Le premier ministre a fait allusion à tous les projets en cours, visant la
modernisation de l'appareil judiciaire, mais aussi, principalement, à ce
que l'on appelle le plan Thémis, déjà inscrit au coeur de l'accord de
gouvernement. J'ai aussi expliqué à Mme Claes où nous en étions, à
savoir que nous avions pratiquement terminé la note générale
concernant la modernisation par une décentralisation des
compétences au niveau des arrondissements judiciaires. La note est
à la traduction; quelques erreurs doivent être encore corrigées mais,
globalement, nous avons achevé le travail.
Je lui ai aussi expliqué comment nous allions travailler. Nous
présenterons une note au Conseil des ministres, qui sera ensuite
proposée à la consultation des différentes autorités de l'ordre
judiciaire. Une réforme d'une telle ampleur, qui devra être portée par
les acteurs judiciaires, doit d'abord être discutée avec eux avant d'être
décidée. Après l'accord du gouvernement, nous irons consulter les
différentes structures existantes, au niveau des magistrats, des
greffes, des secrétariats et des avocats. Ensuite, le projet sera
déposé en Conseil des ministres dans une phase d'écriture
législative, et non plus sous la forme d'une note d'orientation comme
ce sera le cas à très court terme.
Pour les arrondissements judiciaires, j'ai toujours dit que, dans le
cadre du plan Thémis, nous n'avons jamais demandé que l'on
restructure les arrondissements simplement pour les restructurer. Il
fallait un objectif à la restructuration. Vous verrez dans la note
pourquoi et comment il faut moderniser, quelles responsabilités sont
décentralisées, qui prend en charge quelle responsabilité.
En fonction de cela, nous verrons quelle est la taille idéale pour les
11.02 Minister Laurette Onkelinx:
Wij zullen een nota aan de
ministerraad voorleggen ; zij zal
vervolgens ter raadpleging aan de
autoriteiten van de rechterlijke
orde worden voorgelegd. Als de
regering met die nota instemt,
zullen wij de bestaande structuren
op het niveau van de magistraten,
de griffies, de secretariaten en de
advocaten raadplegen en nadien
zal het ontwerp bij de ministerraad
worden ingediend.
Een herstructurering van de
arrondissementen heeft geen zin
als men geen welbepaalde
doelstelling voor ogen heeft. Wij
moeten eerst het Themisplan
afronden om te weten wat de
gevolgen zijn met betrekking tot de
eventuele hervorming van de
gerechtelijke arrondissementen.
Ik zal van de gelegenheid gebruik
maken om de betrokkenen om
hun mening te vragen over de
paar voorstellen die de
administratie heeft geformuleerd,
maar dring erop aan dat er ook
rekening moest worden gehouden
met de "leefkernen".
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
arrondissements judiciaires, afin d'améliorer le service rendu au
justiciable, notamment par une meilleure mobilité des magistrats.
Nous devons donc en terminer avec le plan Thémis en tant que tel
pour savoir quelles seront les suites en matière de réforme éventuelle
des arrondissements judiciaires.
Je dis tout de suite que, dans le travail préliminaire, l'administration
avait déjà prévu quelques projets de redécoupage des
arrondissements. Je les indiquerai dans la note.
Je préciserai que je ne prends pas ces propositions à mon compte
mais que je souhaite qu'un éclairage soit également porté sur le
travail de l'administration. J'en profiterai pour recueillir les avis sur les
quelques propositions qui avaient été mises sur la table par nos
spécialistes de l'administration, en insistant aussi sur le fait qu'il fallait
tenir compte non seulement des arrondissements tels qu'ils existent
actuellement et de leur taille critique pour bien gérer la
décentralisation, mais aussi des "bassins de vie", pour que ce ne soit
pas déconnecté de la réalité de terrain.
11.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik had grote verwachtingen bij de aankondiging
van de eerste minister vorige week over de globale hervorming van
het gerechtelijk apparaat, maar u hebt mij een beetje ontgoocheld.
Klaarblijkelijk gaat het nog altijd over de gerechtelijke
arrondissementen. Daarover hebben wij hier al zoveel gesproken en
het is nog altijd niet helemaal duidelijk of helemaal niet duidelijk wat
dat betekent. Ik heb geprobeerd goed te luisteren, maar ik heb nog
altijd niet begrepen wat dat concreet zou betekenen.
De eerste minister heeft weer een nummertje opgevoerd. De berg
heeft een muis gebaard en die muis is dan nog een opgewarmde
muis. Wij hebben hier al zoveel gevist naar de gerechtelijke
arrondissementen en er nog nooit een antwoord op gekregen. Wij
krijgen zelfs nog geen wetsontwerp in het vooruitzicht, maar een soort
nota of een oriëntatienota die dan nog moet worden afgetoetst.
Ik vrees dat de eerste minister vorige week een beetje oververmoeid
was en misschien ook een beetje overmoedig toen hij in het
Parlement de hervorming van het gerechtelijk apparaat aankondigde.
Ik ben bijzonder ontgoocheld in wat het eigenlijk maar is. Maar goed,
waarschijnlijk was het een illusie te geloven dat er iets groots op
stapel stond.
11.03 Tony Van Parys (CD&V):
J'avais de grands espoirs après la
déclaration du premier ministre,
mais me voilà bien déçu. Il est
manifestement toujours question
des arrondissements judiciaires,
une question déjà si souvent
abordée ici. J'ignore toujours de
quoi il s'agit concrètement.
La montagne a accouché d'une
souris. On ne parle même pas
d'un projet de loi sur les
arrondissements mais uniquement
d'une note d'orientation. Le
premier ministre a manifestement
fait preuve d'une trop grande
témérité en annonçant une
réforme de l'appareil judiciaire.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il n'est de pire aveugle que celui
qui ne veut point voir!
11.04 Minister Laurette Onkelinx:
Wat baten kaars en bril, als de uil
niet zien en wil.
11.05 Servais Verherstraeten (CD&V): (...)
11.06 Laurette Onkelinx, ministre: Il y a une autre version. Il n'est
de pire sourd que celui qui ne veut point entendre!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
12 Vraag van mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
veiligheid van het gevangenispersoneel" (nr. 6945)
12 Question de Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la sécurité
12.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een vraag met betrekking tot de veiligheid van het
gevangenispersoneel, meer specifiek over de problematiek van het
dragen van de veiligheidsbadge door het personeel van de
gevangenis. Die verplichting zou zijn voorgeschreven door een
ministeriële omzendbrief daterend van 19 april 2001, waarbij ook
uitdrukkelijk zou gespecificeerd zijn dat op die badge de familienaam,
voornaam, functie en foto vermeld moet worden.
Ondertussen hebben wij hier ook over de basiswet op het
gevangeniswezen en de interne rechtspositie van de gedetineerden
gestemd. Die wet geeft aan gedetineerden het recht om een klacht in
te dienen tegen de personeelsleden van de gevangenis. Op basis
daarvan zouden tal van directies van gevangenissen vandaag de
verplichting opleggen aan alle personeelsleden om hun badge
effectief te dragen. Dat zou ook gelden voor de personeelsleden van
het cellulair gedeelte. De meeste onder hen zouden dit ervaren als
een aantasting van hun privacy en ze zouden het vooral ervaren als
een echte onveiligheid, met de vrees dat hierdoor vergeldingsacties
van gedetineerden of ex-gedetineerden gemakkelijker zouden
worden.
Ze maken ook een beetje de vergelijking met andere werkgevers. Een
gewone werkgever is verplicht om tal van veiligheidsmaatregelen in
acht te nemen voor zijn werknemers, zoals veiligheidshelmen en
veiligheidsschoenen. Zij stellen zich nu in deze kwestie de vraag of
die wettelijke verplichting dan niet ten aanzien van hen geldt.
Persoonlijk denk ik inderdaad dat wij ons op dat punt toch enigszins
vragen moeten stellen, te meer er mijns inziens in deze kwestie wel
een echt waardig alternatief bestaat, met name een badge met
daarop een personeelsnummer niet de naam en de familienaam
dat uniek is voor ieder personeelslid.
Vandaar, mevrouw de minister, heb ik de volgende vragen.
Bent u op de hoogte van dit probleem?
Ten tweede, plant u initiatieven om daaraan te verhelpen? Zo ja, met
welke timing?
Ten derde, bent u voorstander om voor bepaalde categorieën van
personeelsleden het personeelsnummer te laten vermelden op de
badge in plaats van de familienaam en de voornaam, zoals dat
vandaag gebeurt?
12.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): En
vertu d'une circulaire ministérielle
du 19 avril 2001, le personnel
pénitentiaire doit porter un badge
de sécurité comportant une photo
et mentionnant distinctement les
nom, prénom et fonction de
l'agent. La nouvelle loi de base
concernant l'administration
pénitentiaire reconnaît aux
détenus le droit de déposer plainte
contre les membres du personnel
pénitentiaire. Compte tenu de
cette disposition, les directions des
prisons demandent à présent à
l'ensemble de leur personnel de
porter effectivement leur badge, ce
que de nombreux
agents
ressentent comme une atteinte à
leur vie privée et qui leur fait
craindre des représailles d'anciens
détenus.
Il me semble qu'un badge avec un
numéro d'identification unique
pourrait constituer une bonne
solution au problème. La ministre
est-elle informée de celui-ci et
prendra-t-elle des initiatives pour y
remédier? Serait-il acceptable à
ses yeux que, pour certaines
catégories de membres du
personnel, seul un numéro
d'identification figure sur le badge,
au lieu du nom du membre du
personnel?
12.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de
ministeriële rondzendbrief van 19 april 2001 stelt dat personeelsleden
van de strafinrichtingen verplicht zijn een badge te dragen met naam,
functie en foto. In de meeste inrichtingen wordt dat redelijk goed
opgevolgd.
Ik ben ervan op de hoogte dat dat voor sommige personeelsleden een
12.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les prescriptions de la
circulaire ministérielle sont
correctement observée dans la
plupart des institutions
pénitentiaires. Je sais que c'est un
problème pour certains membres
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
probleem zou kunnen vormen. Enerzijds zijn er de elementen zoals
privacy en veiligheid, anderzijds geldt het feit dat in de meeste
inrichtingen de gedetineerden de naam en de functie van de
personeelsleden kennen.
Bij de nieuwe tuchtprocedure is ook voorzien dat de agent die het
rapport opstelt, op het rapport duidelijk zijn naam en functie dient te
vermelden.
Die procedure zal tegensprekelijk zijn. Daarom is ook voorzien dat de
gedetineerde een kopie kan krijgen van dat rapport.
Bij de implementatie van die basiswet en die tuchtprocedure, komt de
verplichting tot het dragen van een badge terug ter sprake. Het
dragen van een personeelsnummer lijkt dan een mogelijke oplossing
ter bescherming van de privacy. Het dient mijn inziens verder
onderzocht te worden of dat eventueel een aangepaste oplossing zou
zijn.
Ik neem dus kennis van uw voorstellen en zal ze verder laten
onderzoeken.
du personnel. La nouvelle
procédure disciplinaire prévoit que
l'agent qui établit le rapport fasse
explicitement mention de ses nom
et fonction. La procédure étant
contradictoire, le détenu sera
également mis en possession
d'une copie du rapport. L'utilsation
par le personnel d'un numéro sera
examinée plus avant dans le cadre
de la mise en oeuvre de la loi de
base et de la procédure
disciplinaire. Je fera encore
étudier cette proposition.
12.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik onthoud daaruit dat zij erkent dat er
mogelijk consequenties zijn voor de veiligheid van een aantal
personeelsleden van de gevangenissen.
Specifiek wat de badge betreft, zal de minister verder laten
onderzoeken of dit verholpen kan worden.
Mevrouw de minister, derhalve neem ik mij voor om te gepasten tijde
nog even terug te komen op dat dossier.
12.03 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
me félicite de ce que la ministre
reconnaisse le problème et j'y
reviendrai ultérieurement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 6966 de M. Guy Hove est reportée. M. Wathelet, n'est pas présent. S'il ne
vient pas avant la clôture de la séance de la commission d'aujourd'hui, on considérera que sa question
n° 6970 est reportée.
13 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
acties van het personeel van het hoofdbestuur van de gevangenisadministratie" (nr. 6972)
13 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les actions
du personnel de la direction centrale de l'administration pénitentiaire" (n° 6972)
13.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, sinds enkele weken zou het personeel van de
dienst Personeel van het hoofdbestuur van de
gevangenisadministratie actie voeren. De dienst is dan ook een aantal
weken onbereikbaar geweest. De vragen aan de dienst van de
verschillende gevangenissen en van de buitenwereld werden ook niet
meer beantwoord.
De dienst vervult nochtans een sleutelfunctie in de hele problematiek
van de organisatie van het gevangeniswezen. De dienst organiseert
immers als het ware het human-resourcemanagement, staat in voor
de verdeling van het personeel over de verschillende gevangenissen,
staat ook in voor de aanwerving van personeelsleden voor de
13.01 Tony Van Parys (CD&V):
Depuis quelques semaines, il est
impossible de contacter le service
du personnel de la direction
générale de l'administration
pénitentiaire, en raison d'actions
menées par les membres du
personnel. Ce service joue un rôle
important dans l'organisation de
l'administration pénitentiaire et la
gestion du personnel. Quelles sont
les exigences du personnel et à
quand remonte le début des
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
mutaties en speelt in die zin een heel belangrijke rol in de
problematiek van de overbevolking. De dienst regelt met name de
verdeling van het personeel in functie van de gevangeniscapaciteit en
de bezetting van de gevangenissen.
Mijn vragen zijn dan ook de volgende.
Wat zijn de revendicaties van de dienst personeel van het
hoofdbestuur van het gevangeniswezen?
Sinds wanneer lopen de acties en waaruit bestaan ze?
Welke diensten of prestaties worden of werden niet meer geleverd?
Wat zijn de gevolgen voor de dienstverlening aan de gevangenissen,
aan de gevangenisdirecties, aan het gevangenispersoneel en aan de
gedetineerden?
Ten slotte, hoe zal het conflict worden opgelost?
actions? Quels services ne sont
plus assurés et quelles en sont les
conséquences pour les prisons et
les directions? Comment la
ministre réglera-t-elle ce conflit?
13.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, op 22 april
2005 werd inderdaad een syndicale actie gehouden op de
personeelsdienst van het directoraat-generaal Uitvoering van Straffen
en Maatregelen van de FOD Justitie.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft de volgende eisenbundel
ingediend.
Ten eerste, wegens de verhoging van het aantal te behandelen
dossiers moet het personeelskader gevoelig worden uitgebreid. Twee
vertalers moeten worden aangeworven. De werkplek moet worden
uitgebreid.
Ten tweede, er moet rekening worden gehouden met de impact van
de beslissingen, zoals sociale akkoorden en nieuwe initiatieven, over
de buitendiensten van het directoraat-generaal Uitvoering van Straffen
en Maatregelen op de last die zij vertegenwoordigen op het vlak van
de organisatie en het werk.
Ten derde, er moet een nieuw en performant informaticasysteem
komen, teneinde het mogelijk te maken de gegevens van de
personeelsdienst efficiënt te behandelen en vooral op elk moment de
evolutie van de dossiers te volgen.
Ten vierde, er moet een uniek weddestatuut komen dat competitief is
met dat van de andere buitendiensten en dat is aangepast aan ieders
verantwoordelijkheden.
Ten slotte, de stafleden moeten worden ondersteund en er moet met
hen constructief worden samengewerkt en gecommuniceerd.
De staking uitte zich door de volgende acties. Het personeel
beantwoordde geen telefoonoproepen, brieven, mails of faxen meer.
De ministeriële besluiten, de brieven en de attesten werden
behandeld, maar niet meer doorgestuurd naar de betrokken personen
of diensten.
Er werden snel voorstellen gedaan door de voorzitter van het
13.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Une action syndicale a
été menée le 22 avril 2005 au
service du personnel de la
direction générale Exécution des
peines et mesures. Les syndicats
exigeaient un élargissement du
cadre du personnel et une
extension du lieu de travail et
demandaient qu'il soit tenu compte
de l'incidence des nouvelles
mesures sur la charge de travail
du service, qu'un nouveau
système informatique performant
soit installé, qu'un nouveau
barème compétitif adapté aux
responsabilités soit créé et que les
dirigeants soient mieux encadrés.
En raison de cette action, le
personnel n'a plus répondu aux
appels téléphoniques, aux lettres,
aux courriers électroniques ni aux
fax. Les arrêtés ministériels et le
courrier n'ont pas été transmis aux
services concernés. Après
concertation avec le comité de
direction le 12 mai 2005, l'action a
été allégée mais sera poursuivie
jusqu'à l'entrée en service de
juristes francophones
supplémentaires.
Les syndicats n'ont pas encore
approuvé le projet d'accord social
qui prévoit l'élargissement du
cadre du personnel par
l'adjonction de fonctionnaires de
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
directiecomité. Vanaf 12 mei kwam de actie als volgt tot uiting. De
mutaties naar de Centrale Dienst Vaste Uitgaven werden
teruggestuurd. De normale briefwisseling werd terug behandeld. De
contacten per telefoon en per mail bleven onderbroken. De actie zal
volledig worden opgeschort of gestopt zodra de Franstalige juristen in
dienst komen.
De verminderde actie loopt thans nog steeds door.
De voorzitter van het directiecomité heeft het ontwerp van sociaal
akkoord voorgesteld. Tot op heden kreeg het nog niet de goedkeuring
van de syndicale organisaties. Dat akkoord bepaalt vooral het
volgende.
Ten eerste, het personeelskader van de dienst wordt uitgebreid met
ambtenaren van niveau A, B en C.
Ten tweede, een audit van de dienst wordt uitgevoerd, teneinde de
mogelijkheden te analyseren voor een betere organisatie van deze
dienst met betrekking tot de verdeling van de bevoegdheden op het
vlak van het beheer van de human resources tussen de centrale
dienst en de buitendiensten.
Ten derde, een betere opleiding voor het personeel op de dienst. Ten
vierde, een studie over de oprichting van een callcenter in de schoot
van de dienst. Ten vijfde, een versterking van de rol van de
omkaderingsdiensten P&O en B&B ten overstaan van de dienst. Ten
zesde, een regularisatie, verbonden met het feit dat de
personeelsleden twee verschillende statuten hebben: het statuut van
de centrale administratie en het statuut van de buitendiensten. Ook al
werken zij samen in dezelfde dienst, krijgen zij niet dezelfde wedde.
Ik wacht op de reactie van de syndicaten inzake deze verschillende
voorstellen.
niveau A, B et C et par
l'organisation d'un audit pour
améliorer la coordination entre le
service central et les services
extérieurs.
En outre, le projet prévoit une
amélioration de la formation du
personnel, la réalisation d'une
étude en vue de la création d'un
call-center, un soutien plus
marqué des services Personnel &
Organisation et Budget & Contrôle
de gestion, et une régularisation
des statuts.
Maintenant, la balle est dans le
camp des syndicats.
13.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord waaruit blijkt dat er reeds sinds 22 april actie wordt
gevoerd op het niveau van het hoofdbestuur van de administratie van
het gevangeniswezen. Deze actie loopt dus al bijna een maand met
alle gevolgen van dien voor de dienstverlening voor de gevangenissen
zelf, voor het personeel en eventueel voor de gedetineerden die met
deze materie te maken hebben.
Ik denk dat de nodige maatregelen zeer dringend moeten worden
genomen. De briefwisseling en e-mails worden gedurende een maand
niet meer behandeld. Daardoor ontstaat natuurlijk een blokkering van
de hele dienst.
Mevrouw de minister, wij hebben inderdaad nood aan een modern
human-resourcesmanagement, ook op het niveau van het
personeelsbeheer in het gevangeniswezen. Het is eigenlijk daar dat
een aantal problemen ontstaat met het oog op het ter beschikking
stellen van personeel in gevangenissen waar de overbevolking tot
enorme problemen aanleiding geeft.
Naar mijn aanvoelen is daar een grote nood aan decentralisatie. Men
zou de gevangenisdirecteurs bijvoorbeeld veel meer moeten
betrekken en veel meer ruimte moeten geven inzake aanwerving en
13.03 Tony Van Parys (CD&V) :
Cette action syndicale est en cours
depuis un mois et par conséquent,
il est urgent de prendre les
mesures qui s'imposent. Le fait
qu'on ne réponde pas à la
correspondance bloque tout le
service.
L'administration des
établissements pénitentiaires a
besoin d'une politique du
personnel moderne. Pour
remédier à la surpopulation des
prisons, il faut une décentralisation
accrue pour que les directeurs de
prison aient une plus grande
influence sur la politique du
personnel.
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
personeelsbehoeften.
Ik denk dat het niet kan dat men nog langer een situatie laat bestaan
waar een belangrijke dienst van het hoofdbestuur een maand niet
meer functioneert met alle gevolgen van dien. Ik denk dat er weinig
precedenten van dergelijke acties zijn op het hoogste niveau van het
bestuur van het gevangeniswezen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
onhoudbare situatie in de gevangenis van Antwerpen" (nr. 6973)
14 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la situation
14.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik wil u inderdaad een vraag stellen over de
onhoudbare situatie in de gevangenis in Antwerpen omdat deze
overbevolking een bijna onfatsoenlijke vorm aan het aannemen is.
Het gaat nu niet meer om een of ander piekmoment of occasioneel
moment. Men zegt mij dat er sprake is van ongeveer
700 gedetineerden voor 391 plaatsen. Men heeft destijds ooit een
limiet vooropgesteld voor de overbevolking in Antwerpen. De absolute
limiet was toen 500. Men zou nu aan ongeveer 700 gedetineerden
komen. De vragen die ik u wil stellen, zijn dan ook vragen naar
structurele oplossingen. De problematiek van de gevangenis van
Antwerpen is ten aanzien van andere gevangenissen toch wel
bijzonder. Dit is geen toevallig element meer, maar een echt
structureel probleem.
Ik wil u dan ook de volgende vragen stellen. Wat was op 13 mei 2005
de bezetting in Antwerpen en in de andere gevangenissen? Wat zijn
de gevolgen voor de levensomstandigheden van de gedetineerden?
Hoeveel gedetineerden zitten in één cel? Is de accommodatie wat
betreft veiligheid, voeding, onderhoud, hygiëne, arbeid en ontspanning
hierop berekend? Uit hoeveel nationaliteiten bestaat de
gevangenispopulatie? Wat zijn de gevolgen voor de
arbeidsomstandigheden van het personeel? Wanneer zal de
bezettingsgraad humane proporties aannemen? Komt er bijkomende
gevangeniscapaciteit? Waarom is er een dermate grote discrepantie
in de bezettingsgraad tussen de verschillende gevangenissen?
14.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le phénomène de la surpopulation
carcérale atteint de nouveau des
proportions choquantes à Anvers.
Selon toute évidence, il ne s'agit
pas de moments `de pointe'. Il y
aurait 700 détenus pour 391
places. Nous avons donc vraiment
affaire à un problème structurel.
Combien de détenus y avait-il au
13 mai 2005 à Anvers et dans les
autres prisons? Quelles sont les
répercussions de cette situation
sur les conditions de vie des
détenus? Combien de nationalités
dénombre-t-on au sein de la
population carcérale? Quels sont
les effets sur les conditions de
travail du personnel ? Une
capacité supplémentaire est-elle
prévue?
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik heb de
cijfers van 13 mei 2005. Er zaten toen in Antwerpen 660 mannen
opgesloten en 45 vrouwen, waarvan 16 personen, met name 15
mannen en 1 vrouw, als opgesloten ter beschikking van de dienst
vreemdelingenzaken, en 21 gedetineerden onder elektronisch
toezicht, met name 20 mannen en 1 vrouw.
De cijfers van vandaag zijn de volgende. Er zijn in Antwerpen 646
mannen en 45 vrouwen opgesloten, waarvan 12 personen als
opgesloten ter beschikking van de dienst vreemdelingenzaken.
Op 13 mei 2005 bedroeg de totale gevangenisbevolking 9.432
gedetineerden, waarvan 57 ter beschikking van de dienst
vreemdelingenzaken en 346 onder elektronisch toezicht.
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Au 13 mai 2005, la prison
d'Anvers comptait 660 hommes et
45 femmes, dont 15 hommes et 1
femme étaient à la disposition de
l'Office des étrangers et 20
hommes et une femme, sous
surveillance électronique.
A l'heure actuelle, cette même
prison accueille 646 hommes et 45
femmes alors que 12 de ces
personnes sont à la disposition de
l'Office des étrangers.
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Voor de gevangenis te Antwerpen wil dat zeggen dat de
gedetineerden met twee of drie op een cel verblijven. Op de quarto-
cellen verblijven soms zes gedetineerden. Aangezien de gevangenis
uitgerust is om 413 gedetineerden op te nemen, veroorzaakt die
overbevolking problemen en schaarste op verschillende vlakken,
bijvoorbeeld in de wasserij. De bezoekzaal, het aanbod van werk of
ontspanningsmogelijkheden dienen verdeeld te worden onder een
groter aantal personen.
Er verblijven momenteel een zestigtal nationaliteiten in de
gevangenis. Een hogere bevolking in een arresthuis betekent ook
meer uithalingen voor onderzoek en meer bewegingen voor douches,
telefoon, wandelingen enzovoort. Dit heeft dus ook consequenties
voor het personeel.
De verdere ingebruikname van de gevangenis te Hasselt kan enige
oplossing bieden voor dit probleem.
Le 13 mai 2005, la population
pénitentiaire totale s'élevait à
9.432 détenus, dont 57 sont à la
disposition de l'Office des
étrangers et 346 sous surveillance
électronique.
A Anvers, les détenus sont deux à
trois par cellule. Les cellules
prévues pour quatre personnes
sont parfois occupées par six
détenus. La prison est conçue
pour accueillir 413 détenus
seulement. La surpopulation
engendre des problèmes à
plusieurs niveaux. Un nombre plus
important de personnes sont
amenées à se partager le local
pour les visites, l'offre de travail et
les possibilités de détente.
La prison héberge des détenus
d'une soixantaine de nationalités
différentes. La surpopulation
entraîne bien évidemment aussi
un surcroît de travail pour le
personnel. La mise en service
progressive de la prison d'Hasselt
permettra d'améliorer quelque peu
la situation.
Une bonne centaine de condamnés devraient être transférés à la
prison de Hasselt, avant les vacances d'été, dans une première
phase. La priorité sera évidemment donnée au transfert de détenus
en provenance de Merksplas et d'Anvers.
Pour ce qui est des différences entre établissements, une distinction
doit être faite entre les prisons où les détenus exécutent leur peine et
les maisons d'arrêt. Cette distinction se base évidemment sur des
choix opérés autrefois où il se disait et il se dit toujours qu'un
enfermement de plusieurs années devait se dérouler dans d'autres
conditions. Pour des raisons liées, par exemple, à l'organisation, à la
sécurité, je continuerai à opérer cette distinction.
Comme je viens de le dire, Hasselt représente une solution à court
terme assez conséquente mais comme je le dis toujours, ce n'est pas
la seule. On travaille sur l'augmentation des personnes placées sous
surveillance électronique. Il existe des projets concernant les
établissements pénitentiaires, soit des extensions soit de nouveaux
établissements. Il y a une multitude de projets je m'en suis souvent
ouverte ici. Cependant, Hasselt est probablement à court terme le
projet qui peut avoir des conséquences non négligeables pour
Anvers, même si c'est loin de résoudre tous les problèmes.
In een eerste fase zouden een
honderdtal veroordeelden vóór de
zomervakantie naar de
gevangenis van Hasselt moeten
worden overgebracht. Voorrang
zal worden gegeven aan de
gedetineerden die opgesloten
zitten in Merksplas en Antwerpen.
De gevangenissen waar de
gedetineerden hun straf uitzitten
en de huizen van arrest worden
anders behandeld, op grond van
de vroegere opvatting dat een
jarenlange opsluiting in andere
omstandigheden moest
geschieden. Om redenen die
verband houden met de
organisatie en de veiligheid, zal ik
dat onderscheid blijven maken.
Hasselt is een
kortetermijnoplossing, maar
daarnaast willen wij ook het aantal
gevallen van elektronisch toezicht
optrekken. Wij hebben ook
plannen met betrekking tot de
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
strafinrichtingen en het gaat
daarbij zowel om uitbreidingen als
om nieuwe inrichtingen.
14.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister danken voor haar gedetailleerd antwoord. Het antwoord is
echter ook precies in die zin dat de omvang van het probleem heel
scherp werd geformuleerd. De drempel van 700 gedetineerden was
immers inderdaad overschreden, namelijk 660 + 45. De
gedetineerden verblijven met twee of drie in één cel. Ze verblijven
zelfs af en toe in quarto-cellen. De problemen zijn schaarste en
personeel.
Mevrouw de minister, ik blijf erbij dat de alternatieven op dit ogenblik
onvoldoende zijn. Er werden 346 gevangenen onder elektronisch
toezicht geplaatst, terwijl in de vorige legislatuur werd beloofd dat
1.000 gevangenen onder elektronisch toezicht zouden worden
geplaatst. Ik vrees dat het niet anders kan dan dat er bijkomende
gevangeniscapaciteit moet komen.
De huidige situatie is onhoudbaar, zeker nu we voor de zomer staan
waarin het personeel en de gedetineerden in de gevangenissen in de
gekende omstandigheden zullen verkeren. Had de vorige minister van
Justitie de toestemming bekomen om in Antwerpen een nieuwe
gevangenis te bouwen, dan hadden we de huidige situatie niet
gekend. Ik wil bij deze heel sterk de problematiek aanklagen, omdat
de situatie uitzichtloos is. Ook de gevangenis van Hasselt zal niet de
oplossing zijn die ze moet brengen, omdat de gevangenis van Hasselt
in de plaats komt van de oude gevangenissen van Hasselt en
Tongeren.
Ik zie in deze materie de toekomst dus weinig rooskleurig tegemoet,
heel zeker voor het personeel van de gevangenis van Antwerpen en
de gedetineerden die er in die omstandigheden moeten vertoeven.
14.03 Tony Van Parys (CD&V):
La réponse de la ministre pose
très précisément le problème. La
limite de 700 détenus est en effet
dépassée, avec toutes les
conséquences qui en résultent.
Les solutions sont actuellement
insuffisantes. Sous la législature
précédente, il avait été dit que 1
000 détenus seraient placés sous
surveillance électronique.
Seulement 350 sont aujourd'hui
dans ce cas. Il faut donc réer une
capacité d'hébergement
supplémentaire.
La situation actuelle est intenable,
particulièrement à la veille des
vacances. La solution ne viendra
pas non plus de la prison de
Hasselt puisqu'elle est appelée à
remplacer la vieille prison de
Tongres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de niet-uitvoering van de opgelegde straffen in verkeerszaken" (nr. 6980)
15 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'inexécution des peines prononcées dans les affaires de roulage" (n° 6980)
15.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, de Ministerraad van vrijdag
jongstleden heeft, weliswaar op de opschortende voorwaarde dat ze
het vertrouwen kreeg van de Kamer, een ontwerp goedgekeurd dat
de verkeerswetgeving aanpast. Dat gebeurde nadat het Arbitragehof
andermaal deze wetgeving had bekritiseerd en bepalingen ervan had
vernietigd.
Het is goed dat er een aanpassing van deze wetgeving komt, maar de
wetgeving zal niet volstaan om de verkeersveiligheid, die voorlopig
nog een federale materie is, te garanderen. De reden daarvoor is
dat een wetgeving op zich niet volstaat, ze moet ook toegepast
worden en er moet een sanctionering zijn voor wie de wet niet
respecteert.
15.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le 13 mai 2005, le
conseil des ministres a approuvé
un projet adaptant la législation
relative à la police de la circulation
routière. La cour d'Arbitrage avait
critiqué cette législation et annulé
plusieurs de ses dispositions. Mais
ces petits aménagements ne
suffiront pas à garantir la sécurité
routière, les contrevenants étant
insuffisamment sanctionnés.
Les
contrevenants invétérés
restent impunis car ni les peines
18/05/2005
CRIV 51
COM 605
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Terzake luidden politierechters recent de alarmbel. De
gevangenisstraffen voor plegers van vluchtmisdrijven en dronken
chauffeurs die recidiveren worden niet uitgevoerd, zelfs de effectieve
straffen niet. Hardleerse verkeersovertreders blijven dus onbestraft.
Een bijkomend probleem is de splitsing van de straf in een effectief en
een voorwaardelijk deel. De limiet voor de herroeping van
voorwaardelijk uitgesproken rijverboden en gevangenisstraffen is 6
maanden: voor verkeersdelicten is dat veel te hoog, die drempel moet
naar beneden. Terzake hebben wij ook wetsvoorstellen ingediend.
Er zijn ook effectieve veroordelingen van verkeersdelicten die niet
worden uitgevoerd en dat is toch frappant. Vandaar mijn vragen.
Kunt u bevestigen dat er problemen zijn op het vlak van
strafuitvoering in verkeerszaken? Hoe zal de minister dit probleem
oplossen?
Is er betreffende het vervolgings- en strafuitvoeringsbeleid overleg
gepleegd met het College van procureurs-generaal? Welke afspraken
werden hieromtrent gemaakt of kunnen worden gemaakt op korte
termijn?
d'emprisonnement ni les
condamnations effectives ne sont
exécutées. On place la barre
beaucoup trop haut en matière de
révocation des peines
conditionnelles sanctionnant des
délits de roulage.
La ministre confirme-t-elle que des
problèmes se posent en effet en
ce qui concerne l'exécution des
peines? Comment seront-ils
résolus? La ministre a-t-elle
consulté le Collège des procureurs
généraux à cet égard? Quels
accords ont été pris à ce sujet?
15.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je ne
comprends pas bien la question.
Vous avez eu toute une série d'indications concernant la nouvelle loi
relative à la circulation routière, qui ne prévoit pratiquement plus de
peines privatives de liberté en cas d'infraction au Code de la route.
Avec une peine privative de liberté - un débat déjà ancien -,
maintenons la politique de nos prédécesseurs, tous plus illustres les
uns que les autres, notamment concernant les petites peines de
prison. Je répète encore une fois que je suis contre l'impunité.
J'estime qu'imposer de petites peines privatives de liberté non
exécutées, c'est catastrophique: cela donne un sentiment de laxisme
qui ne devrait pas exister. Au lieu de cela, je préfère des peines
alternatives ou des peines de prison plus conséquentes, mais
réellement exécutées.
A ce sujet, je peux vous annoncer que nous allons mener, notamment
avec M. Landuyt, une série de projets. Dans le cadre du dernier
exercice budgétaire, la Justice a obtenu des moyens supplémentaires
provenant du fonds des amendes, notamment pour financer divers
travaux autour des peines alternatives, liés aux problèmes de
circulation routière. J'espère que nous pourrons continuer à y
travailler afin que chaque fait, peu grave ou grave qui mène alors à
des peines de prison à exécuter -, soit sanctionné et que la sanction
soit exécutée. C'est mon leitmotiv. Je travaille dans ce sens et des
moyens budgétaires supplémentaires me permettront d'y parvenir.
15.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik ben tegen straffeloosheid. Ik
hoop dat wij zullen kunnen blijven
samenwerken, meer bepaald rond
de alternatieve straffen, opdat elk
minder ernstig of ernstig feit dat
dan tot gevangenisstraffen leidt die
moeten worden uitgevoerd, zou
worden bestraft en de straf
daadwerkelijk zou worden
uitgevoerd.
15.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. We zullen ons er bij een volgende
begrotingscontrole reeds van kunnen vergewissen of datgene wat u
stelt ook in de realiteit in cijfers terug te vinden is.
Het ontwerp dat vermoedelijk naar de Raad van State gaat is echter
nog geen wet. Ondertussen zitten we nog met de actuele
15.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Nous verrons lors du
prochain contrôle budgétaire si
ces intentions sont également
traduites dans la réalité. Le projet
doit néanmoins encore être
examiné par le Conseil d'Etat et
CRIV 51
COM 605
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
verkeerswetgeving, met de actuele bestraffingsmogelijkheden, a, wat
boetes betreft, b, wat rijverboden betreft maar c, ook nog altijd voor de
onopzettelijke doding, onopzettelijke slagen en verwondingen en zelfs
opzettelijke slagen en verwondingen waarop ook de traditionele
artikelen van boek 1 van het Strafwetboek toepasselijk zijn, met
gevangenisstraffen terzake.
Dus zelfs in de nieuwe wet zullen er gevangenisstraffen kunnen
uitgesproken worden in toepassing van de toekomstige
verkeerswetgeving. Ook ondertussen, in de tussenfase, met de
huidige wetgeving is dat zo. Als we dan vaststellen dat deze nu niet
worden uitgevoerd, dan deel ik uw mening dat dit nefast is. Het
volstaan dan echter niet dat u dit als minister nefast vindt, ik vind dat
er actueel, nu maatregelen terzake vereist zijn om hierop een
antwoord te bieden, zelfs zonder daarop te wachten voor een
nieuwe verkeerswetgeving door de Kamer wordt goedgekeurd.
transposé dans une loi. Les
problèmes actuels restent en
suspens dans l'intervalle. La
ministre ne peut se contenter de
constater que la non-exécution
des peines d'emprisonnement est
néfaste; elle doit immédiatement
prendre des mesures pour garantir
une amélioration de la situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.35 heures.