IC604_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Nancy Caslo au ministre des
Affaires étrangères sur "la dispersion brutale, par
la police turque anti-émeute, d'une manifestation
de femmes à l'occasion de la journée
internationale de la femme" (n° 5974)

Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "het hardhandig
uiteenslaan door de Turkse oproerpolitie van een
vrouwenmanifestatie ter gelegenheid van de
internationale vrouwendag" (nr. 5974)

Orateurs: Nancy Caslo, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Nancy Caslo, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de M. Jef Van den Bergh au ministre
des Affaires étrangères sur "le paiement
d'amendes de roulage par le personnel
diplomatique étranger" (n° 6201)

Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de betaling
van verkeersboetes door buitenlands diplomatiek
personeel" (nr. 6201)

Orateurs: Jef Van den Bergh, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Jef Van den Bergh, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken

Question de Mme Véronique Ghenne au ministre
des Affaires étrangères sur "les conséquences du
tsunami en Somalie" (n° 6250)

Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
gevolgen van de tsunami in Somalië" (nr. 6250)

Orateurs: Véronique Ghenne, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Véronique Ghenne, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken

Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires étrangères sur "le contrôle des
passeports à puce" (n° 6296)

Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
controle van paspoorten met een chip" (nr. 6296)

Orateurs: Jacqueline Galant, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Jacqueline Galant, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken

Question de Mme Josée Lejeune au ministre des
Affaires étrangères sur "l'épidémie de fièvre
Marburg en Angola" (n° 6517)

Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
epidemie van Marburg-koorts in Angola"
(nr. 6517)

Orateurs: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de M. Joseph Arens au ministre des
Affaires étrangères sur "la situation en République
Démocratique du Congo" (n° 6533)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de toestand in de
Democratische Republiek Congo" (nr. 6533)

Orateurs: Joseph Arens, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Joseph Arens, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de M. Hervé Hasquin au ministre des
Affaires étrangères sur "les tensions
diplomatiques entre la Chine et le Japon"
(n° 6585)

Vraag van de heer Hervé Hasquin aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de diplomatieke
spanningen tussen China en Japan" (nr. 6585)

Orateurs: Hervé Hasquin, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Hervé Hasquin, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de Mme Josée Lejeune au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
décorations honorifiques à attribuer aux
bénévoles des comités de consultation de l'ONE"
(n° 6623)

Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de eretekens voor de vrijwilligers van de
consultatiebureaus van het Office de la Naissance
et de l'Enfance" (nr. 6623)

Orateurs: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Josée Lejeune, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de M. Dylan Casaer au ministre des
Affaires étrangères sur "le personnel employé par
les diplomates" (n° 6651)

Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "het personeel van
diplomaten" (nr. 6651)

Orateurs: Dylan Casaer, Karel De Gucht,

Sprekers: Dylan Casaer, Karel De Gucht,

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ministre des Affaires étrangères

minister van Buitenlandse Zaken

Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
des Affaires étrangères sur "les graves violations
des droits de l'homme qui sont toujours
perpétrées en Turquie, alors que ce pays est
candidat à l'adhésion à l'Union européenne"
(n° 591)

Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
blijvende zware schendingen van de
mensenrechten in de kandidaat-EU-lidstaat
Turkije" (nr. 591)

Orateurs: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Guido Tastenhoye, Karel De
Gucht, minister van Buitenlandse Zaken

Motions

Moties

Question de Mme Zoé Genot au ministre des
Affaires étrangères sur "les négociations AGCS"
(n° 6978)

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de GATS-
onderhandelingen" (nr. 6978)

Orateurs: Zoé Genot, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Zoé Genot, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de M. Koen T'Sijen au ministre des
Affaires étrangères sur "les efforts fournis par la
Belgique dans le cadre du code de conduite
européen en matière de commerce des armes"
(n° 6839)

Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de Belgische
inspanningen omtrent de EU-gedragscode voor
wapenhandel" (nr. 6839)

Orateurs: Koen T'Sijen, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Koen T'Sijen, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

Question de Mme Zoé Genot au ministre des
Affaires étrangères sur "les élections et la
situation au Togo" (n° 6968)

Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de verkiezingen en
de situatie in Togo" (nr. 6968)

Orateurs: Zoé Genot, Karel De Gucht,
ministre des Affaires étrangères

Sprekers: Zoé Genot, Karel De Gucht,
minister van Buitenlandse Zaken

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DES RELATIONS

EXTERIEURES

COMMISSIE VOOR DE

BUITENLANDSE BETREKKINGEN

MERCREDI

MAI

2005

Matin

______

van

WOENSDAG

MEI

2005

Voormiddag

______

Les questions et les interpellations commencent à 10.44 heures.
Président: M. Patrick Moriau.
De vragen en interpellaties vangen aan om 10.44 uur.
Voorzitter: de heer Patrick Moriau.

01 Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het hardhandig

uiteenslaan door de Turkse oproerpolitie van een vrouwenmanifestatie ter gelegenheid van de
internationale vrouwendag" (nr. 5974)

01 Question de Mme Nancy Caslo au ministre des Affaires étrangères sur "la dispersion brutale, par la

police turque anti-émeute, d'une manifestation de femmes à l'occasion de la journée internationale de
la femme" (n° 5974)

01.01 Nancy Caslo (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, begin maart 2005 manifesteerden de Turkse
vrouwen ter gelegenheid van de internationale vrouwendag. Ze
betoogden in het bijzonder tegen onderdrukking, seksuele uitbuiting
en geweld. Ze eisten dat de Turkse regering werk zou maken van
gelijke rechten voor mannen en vrouwen. De politie beval hen weg te
gaan omdat de betoging illegaal zou zijn geweest. Naar het waarom
hiervan kunnen wij alleen maar raden. Toen de manifestanten dit
weigerden heeft de Turkse oproerpolitie met traangas en knuppels de
vrouwenbetoging brutaal uit elkaar geslagen. Nochtans, sinds Turkije
groen licht kreeg van de Europese Unie om onderhandelingen te
beginnen voor het lidmaatschap wordt het land door Europa
nauwgezet gevolgd en wordt iedere inbreuk tegen de mensenrechten
ontleed. Blijkbaar is de Turkse overheid hiervan niet erg onder de
indruk. De Europese Unie beweert niet zomaar voorbij te gaan aan
het politiegeweld en wacht de resultaten af van het onderzoek,
beloofd door de Turkse minister van Buitenlandse Zaken.

Mijnheer de minister, hoe hebt u uw afkeuring van dit shockerende
geweld geuit aan de Turkse overheid? Is het onderzoek reeds
afgerond? Welke resultaten leverde dit op? Wat ondernam u als
minister ter bevordering van gelijke rechten voor mannen en vrouwen
in Turkije? Voerde u reeds een gesprek met de bevoegde minister
van dit land? Zo ja, wat leverde dit gesprek op? Hebt u de regering
aangezet om er bij de Europese Unie op aan te dringen alle
toetredingsonderhandelingen met Turkije onmiddellijk stop te zetten?

01.01 Nancy Caslo (Vlaams

Belang): A l'occasion de la
Journée internationale de la
femme, des mouvements
féministes turcs ont organisé à
Istanbul, au début du mois de
mars de cette année, une
manifestation de protestation
contre la répression, l'exploitation
et la violence sexuelles. Les
manifestantes ont exigé que le
gouvernement turc mette tout en
oeuvre pour instaurer l'égalité des
droits entre les hommes et les
femmes. La police anti-émeute a
violemment dispersé les
manifestantes. Les autorités
turques ne semblent guère se
préoccuper de l'exigence de
l'Union européenne d'un meilleur
respect des droits de l'homme en
contrepartie d'une possible
adhésion à l'Union. Entre-temps,
l'Europe a dénoncé auprès des
autorités turques cette violence
policière inacceptable.

Comment le ministre a-t-il réagi
aux brutalités commises à l'égard
des manifestantes? A-t-il déjà
interpellé son collègue turc à ce
sujet? Dans quelle mesure ces

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

faits hypothèquent-ils les
négociations d'adhésion avec la
Turquie?

01.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, ik moet u

zeggen dat ik grondig verstoord was toen ik de televisiebeelden heb
gezien van de politieacties tegenover een niet toegelaten
demonstratie in Istanboel op 6 maart 2005 ter gelegenheid van de
Werelddag voor Vrouwen. De EU-Trojka had op maandagochtend 7
maart een discussie met de Turkse overheid. De Trojka heeft ertoe
besloten een joint statement bij de "EU-Trojka, following incidents
during a women's rights demonstration in Istanbul on the 6th of March
2005" aan te nemen met als ultiem verzoek een onderzoek in te
stellen om gelijkaardige incidenten in de toekomst te voorkomen.

Dat wijst er wel degelijk op dat de Europese Unie onmiddellijk actie
heeft ondernomen ten overstaan van de Turkse overheid en duidelijk
heeft gemaakt dat dit niet kan.

Ik wens ook dat een officieel onderzoek duidelijkheid zou geven,
gevolgd door eventuele sancties in geval van politioneel wangedrag.
Onze ambassadeur in Ankara volgt deze zaak van dichtbij, samen
met zijn collega's van de Europese Unie.

01.02 Karel De Gucht, ministre:

Je me suis également indigné face
de la réaction violente de la police
turque à l'égard des
manifestantes. Au lendemain de la
manifestation, la troïka de l'UE a
demandé des explications au
gouvernement turc et l'a vivement
incité à mener une enquête
détaillée pour éviter tout incident
similaire à l'avenir.

L'Europe espère que cette
enquête pourra préciser les faits
qui se sont réellement produits et
les raisons pour lesquelles la
police a réagi aussi brutalement.
Si la preuve est apportée que les
forces de police ont commis des
excès, elles pourront
éventuellement faire l'objet de
sanctions. L'ambassadeur belge à
Ankara et ses homologues
européennes suivent l'affaire de
près.

01.03 Nancy Caslo (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik dank u

voor uw antwoord.

U bent dus gechoqueerd en verontwaardigd. Gelukkig maar! We zijn
daarmee echter geen stap verder. Op papier wordt de schijn gewekt
dat de Turkse wetgeving veel vrouwvriendelijker is geworden. Door
het politieoptreden wordt het verschil tussen de werkelijkheid en
hetgeen op papier staat duidelijk aangetoond. Het geweld is
onverenigbaar met de ambitie van Turkije om lid van de Europese
Unie te worden. Er zijn inderdaad voorwaarden gekoppeld aan een
mogelijke toetreding, maar het jawoord is amper gegeven en de
voorwaarden, waaronder het respect voor de vrouwenrechten, worden
al aan de laars gelapt.

Uit een rapport van april jongstleden over onder andere geweld,
mishandeling en deelname van vrouwen aan het politieke leven, blijkt
dat het onderwerp vrouwen in Turkije absoluut geen prioriteit heeft.
Mijnheer de minister, er kan op het tolereren door de Turkse overheid
van dat wangedrag maar een correct antwoord worden gegeven en
dat is de onmiddellijke stopzetting van alle
toetredingsonderhandelingen.

Het Vlaams Belang diende inmiddels een voorstel van resolutie in. Wij
deden dat niet omdat we Turkije als lidstaat zouden aanvaarden als
ze de mensenrechten zouden respecteren. We dienden het voorstel
in, omdat Turkije geografisch geen Europees land is, zich nog
schuldig maakt aan de bezetting van Cyprus, er op grote schaal wordt
gefolterd enzovoort. Wij dienden een voorstel in, omdat alle geweld in

01.03 Nancy Caslo (Vlaams

Belang): Le ministre s'est donc
également indigné des faits qui se
sont déroulés à Istanbul. La
dispersion violente des
manifestantes contredit
l'affirmation selon laquelle la
législation turque serait aujourd'hui
plus respectueuse des droits de la
femme. Il est clair que pour les
autorités turques, les droits de la
femme ne constituent absolument
pas une priorité. La seule réponse
que l'Union européenne puisse
donner à cette attitude des
autorités turques est l'arrêt
immédiat des négociations
d'adhésion.

Le Vlaams Belang a déposé une
proposition de résolution visant à
refuser la candidature d'adhésion
de la Turquie à l'Union
européenne : d'un point de vue
géographique, la Turquie ne fait
pas partie de l'Europe, elle occupe
une partie de Chypre et y commet
sans relâche des violations des

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

alle omstandigheden moet worden veroordeeld. De mensenrechten
worden in Turkije nog duidelijk geschonden, het gewelddadig
politieoptreden is onaanvaardbaar en het is een schending van de
vrije meningsuiting. Turkije neemt in de praktijk geen initiatieven om
de positie van de vrouw daadwerkelijk te verbeteren. Dat is werkelijk
onaanvaardbaar.

droits de l'homme.

01.04 Minister Karel De Gucht: Collega, uw studiedienst heeft u heel

goed voorbereid. Hij heeft niet alleen de vraag maar ook al de repliek
uitgeschreven.

Ik heb het eerlijk gezegd lastig met alle geweld, of zich dat nu in
Turkije of elders afspeelt. Ik stel alleen vast dat u het lastiger heeft
met Turkije dan met de holocaust.

01.04 Karel De Gucht, ministre: Il

semble que le service d'étude du
parti de Mme Caslo a bien préparé
le dossier en rédigeant non
seulement la question mais aussi
la réplique.

Je suis opposé à toute forme de
violence, que ce soit en Turquie ou
ailleurs. Je constate que le Vlaams
Belang semble avoir plus de mal
avec la Turquie qu'avec
l'holocauste.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: M. de Donnea a demandé à poser sa question n° 5983 à la fin de cette réunion étant donné
qu'il préside pour l'instant la commission des Finances et du Budget.

La question n° 6054 de M. Bellot est reportée.

L'interpellation n° 568 de M. De Crem est transformée en question écrite.

02 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de betaling

van verkeersboetes door buitenlands diplomatiek personeel" (nr. 6201)

02 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre des Affaires étrangères sur "le paiement d'amendes

de roulage par le personnel diplomatique étranger" (n° 6201)

02.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer

de minister, deze vraag heeft al wat actualiteitswaarde verloren want
ze is eigenlijk gebaseerd op persberichten van eind maart.
Ondertussen heeft ze misschien ook weer aan actualiteit gewonnen
met de nieuwe belangstelling voor de verkeerswet waaraan
buitenlandse diplomaten zich uiteraard ook moeten houden.

Volgens een bericht in de pers zou de dienst Protocol van het
ministerie van Buitenlandse Zaken nogmaals een rapport hebben
ontvangen van het Brussels parket over diplomaten die weigeren hun
verkeersboetes te betalen. Zo zouden in 2004 slechts 1.020 van de
2.522 boetes voor diplomaten, of zo'n 40%, betaald zijn. Dat is
overigens geen nieuw verschijnsel want in 2003 lag dat percentage op
39%. De diplomatieke onschendbaarheid verhindert het gerecht de
wanbetalers te doen betalen.

Daarom wou ik graag van de minister vernemen of hij de cijfers die in
de media geciteerd werden, kan bevestigen. Deze cijfers hebben
alleen betrekking tot het Brussels parket waar zich vermoedelijk de
grootste concentratie aan boetes uitgeschreven voor dergelijke
diplomaten situeert.

02.01 Jef Van den Bergh

(CD&V): Cette question se base
sur des communiqués de presse
datant de mars 2005. Le service
du Protocole du Ministère des
Affaires étrangères a reçu un
rapport du Parquet bruxellois
concernant des diplomates qui
refusent de payer leurs amendes
de roulage. En 2004, à peine 40
pour cent des amendes infligées à
des diplomates ont été payées,
contre 39 pour cent en 2003. Le
tribunal ne peut entreprendre
aucune démarche en raison de
l'immunité diplomatique.

Le ministre peut-il confirmer ces
chiffres? Dispose-t-il également de
données d'autres parquets?
Existe-t-il des accords avec le
corps diplomatique concernant le

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Mijnheer de minister, beschikt u ook over cijfers van andere
parketten? Bestaan hierover afspraken met het diplomatenkorps?
Wordt er gevolg gegeven aan de rapporten die u hierover ontvangt?

Naar verluidt zou er in de Verenigde Staten een bepaald systeem
worden toegepast om de niet betaalde boetes toch te kunnen innen,
zij het dan onrechtstreeks, door de bedragen af te trekken van de
financiële middelen die de Verenigde Staten om een of andere reden
ten dienste stelt van de betrokken staten. Werd België reeds met
deze maatregelen geconfronteerd voor zijn diplomatiek personeel in
de Verenigde Staten? Overweegt u een gelijkaardige maatregel te
nemen in ons land?

Tot slot, de diplomatieke onschendbaarheid van buitenlandse
diplomaten veronderstelt dat het rijbewijs niet kan worden
ingetrokken. Wordt de intrekking zonder probleem toegepast in de
gevallen waarin de overtreders buitenlandse diplomaten zijn?

paiement des amendes de
roulage? Donnera-t-on suite aux
rapports reçus par le ministre en la
matière?

Aux Etats-Unis, ces amendes sont
perçues indirectement en
déduisant la somme due d'autres
versements à effectuer au pays du
diplomate impliqué. Le personnel
diplomatique belge a-t-il déjà été
confronté à ce genre de situation?
Le ministre envisage-t-il
d'introduire une mesure similaire?

Est-il possible de retirer le permis
de conduire de diplomates qui
jouissent d'une immunité ?

02.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, collega's, de

cijfers die geciteerd werden, ook in de media, stemmen overeen met
de cijfers die werden meegedeeld door het Brussels parket. Andere
parketten hebben geen cijfers meegedeeld aan mijn diensten.

Er werden door de Directie Protocol en Veiligheid van mijn
departement richtlijnen meegedeeld aan het diplomatenkorps met de
rondzendbrief daterend van 21 maart 1990. De diplomaten worden,
rekening houdend met hun strafrechterlijke immuniteit, uitgenodigd
om op vrijwillige basis de boetes te betalen die bij wijze van minnelijke
schikking worden voorgesteld door het parket of door de rechtbank.
Ingevolge de diplomatieke immuniteit is er immers geen
dwanguitvoering mogelijk. Bij elke verkeersovertreding waarbij
diplomaten betrokken zijn en waarvan de Directie Protocol in kennis
werd gesteld door het parket, wordt een verklaring opgesteld bij de
betrokkenen ambassade en wordt aan de richtlijnen herinnerd.

Mijn diensten hebben kennis genomen van de informatie meegedeeld
door de parketten. Wij komen uiteraard niet tussenbeide in de
uitoefening van de rechterlijke macht. Het door het lid aangekaarte
element in verband met de Verenigde Staten is ons onbekend. Ik heb
er geen analyse van. Zoals het lid het omschrijft, lijkt het me niet
gemakkelijk toe te passen.

Wat uw laatste vraag betreft, kan ik slechts herhalen dat wij niet
tussenbeide komen in de uitoefening van de rechtelijke macht. Er is
geen dwanguitoefening mogelijk ingevolge de diplomatieke
immuniteit. Het is duidelijk dat de intrekking van het rijbewijs ook een
dwangmaatregel is.

Het diplomatiek recht is geen Belgisch recht, maar een internationaal
erkend recht, ter bescherming van de diplomaten die soms actief zijn
in landen die niet meteen als vriendelijke regimes kunnen worden
beschouwd. In ons eigen land heeft dit bijwerkingen die ik persoonlijk
afkeur. Ik zal trouwens alle ambassades die betrokken partij zijn
omdat sommige van hun diplomaten de boetes niet betalen, opnieuw
aanschrijven met de boodschap dat dit een "onvriendelijke daad" is
tegenover België en ik zal vragen hun diplomaten erop attent te
maken dat zij de boetes vrijwillig betalen. In een democratisch land

02.02 Karel De Gucht, ministre:

Les chiffres évoqués par M. Van
den Bergh sont exacts. Aucun
autre parquet n'a envoyé
d'informations à mes services à ce
sujet. Le 21 mars 1990, la
direction Protocole et Sécurité a
envoyé une circulaire invitant les
diplomates à payer les
transactions sur une base
volontaire. Le paiement ne peut
être imposé en raison de
l'immunité diplomatique.
L'ambassade concernée est
informée de chaque infraction et
cette directive lui est rappelée.

Mes services n'interviennent pas
dans l'exercice du pouvoir
judiciaire. Je ne connais pas le
système américain cité par M. Van
den Bergh. Je ne pense pas qu'il
puisse être instauré facilement.

Le retrait du permis de conduire
est une mesure contraignante qui
ne peut être prise en raison de
l'immunité diplomatique.

Le droit diplomatique relève du
droit international et assure la
protection des diplomates dans
tous les pays. Je désapprouve
personnellement les effets
qu'entraîne parfois ce système en
Belgique. J'adresserai un courrier
aux ambassades des diplomates
qui ne paient pas leurs amendes
en attirant leur attention sur le fait

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

gaat het niet op dat diplomaten misbruik maken van hun statuut om
hun boetes niet te betalen, terwijl het vaststaat dat ze wel degelijk een
verkeersovertreding hebben begaan.

qu'ils commettent un `acte
désobligeant' à l'égard de la
Belgique si les amendes ne sont
pas payées volontairement.

02.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u

voor uw antwoord.

U stelt dat op vrijwillige basis wordt gevraagd om de boetes toch te
betalen. Hebben de verschillende ambassades op de een of andere
manier een engagement genomen om op de vraag in te gaan? Hebt u
in dat geval een idee van het aantal ambassades waarover het zou
kunnen gaan? Of hangt aan de richtlijn geen engagement vast?

02.03 Jef Van den Bergh

(CD&V): Certaines ambassades
se sont-elles engagées à accéder
à la demande de paiement
volontaire des amendes?

02.04 Minister Karel De Gucht: Er zijn in Brussel heel wat soorten

diplomaten. Er zijn zowat 150 ambassades. Ik wil wel een volledig
overzicht, uitgesplitst volgens nationaliteit, laten maken. Ik heb echter
een licht vermoeden hoe het overzicht er ongeveer zou kunnen
uitzien. Het is dus beter dat we alle ambassades aanschrijven met de
vraag om vrijwillig te betalen. Echter, om te vermijden dat elke
ambassade in dezelfde pot zou worden gestopt, zal ik ook laten
nakijken hoe de situatie is op basis van de verschillende
nationaliteiten. Ik herhaal dat ik een licht vermoeden heb, wanneer ik
zie dat sommige ambassades ook hun normale schulden aan
leveranciers niet betalen.

02.04 Karel De Gucht, ministre:

Bruxelles compte 150
ambassades. Je peux demander
qu'un relevé soit établi mais je
pense qu'il est préférable
d'envoyer un courrier aux
ambassades pour attirer leur
attention sur la situation. Certaines
ambassades ne paient néanmoins
tout simplement pas ce qu'elles
doivent à leurs fournisseurs
ordinaires.

02.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik wacht dan op het overzicht.

Mogelijk komt er nog een vervolg op mijn vraag.

02.05 Jef Van den Bergh

(CD&V): J'attendrai le relevé.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Véronique Ghenne au ministre des Affaires étrangères sur "les conséquences du

tsunami en Somalie" (n° 6250)

03 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de gevolgen

van de tsunami in Somalië" (nr. 6250)

03.01 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, le tsunami du 26 décembre dernier a ravagé le sud-est
asiatique et plus discrètement mais tout aussi gravement la Somalie.
Ce pays a ainsi dénombré 300 morts et des milliers d'habitations
dévastées. La catastrophe pourrait encore s'étendre. Il ne s'agirait
plus, cette fois-ci, d'une catastrophe naturelle mais d'une catastrophe
produite directement par la main de l'homme.

En effet, les vagues du tsunami qui se sont abattues sur les côtes
somaliennes ont éventré de vieux conteneurs qui renfermaient des
substances toxiques. Ces substances contaminent, depuis,
progressivement l'environnement. Des maladies se développent
anormalement dans plusieurs pays côtiers. Les habitants souffrant
d'ulcères de la bouche, d'affections respiratoires, d'hémorragies
abdominales, de maladies de peau inhabituelles.

D'où viennent ces conteneurs? De l'Occident. En effet, depuis
maintenant environ 15 ans, des entreprises occidentales utilisent les
côtes somaliennes comme décharges. Ces pratiques se sont tout
particulièrement accentuées durant la guerre civile. Les seigneurs de

03.01 Véronique Ghenne (PS):

De tsunami die op 26 december
jongstleden Zuidoost-Azië heeft
getroffen, heeft ook in Somalië zijn
sporen nagelaten. De ramp die er
stilaan vorm krijgt, is niet meer van
natuurlijke maar van menselijke
oorsprong. De golven van de
tsunami hebben oude containers
opengereten die giftige stoffen
bevatten. Die stoffen tasten
geleidelijk het milieu aan. In tal van
kustlanden verspreiden zich
ongewoon veel ziekten. De
containers zijn afkomstig van
westerse bedrijven die de
Somalische kust als stortplaats
gebruiken. Tijdens de
burgeroorlog aanvaardden de
plaatselijke krijgsheren dit giftige

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

guerre locaux trouvaient un avantage certain à accepter des déchets
toxiques venant du Nord contre de l'argent, nerf de toute guerre.

Au-delà de l'écoeurement provoqué par ce genre de comportement,
disposez-vous, monsieur le ministre, de plus amples informations à
ce sujet? Avez-vous eu connaissance de ce genre de pratique de la
part d'entreprises belges. Des réactions, enquêtes sur les
responsabilités, soins prodigués aux malades tant au niveau national
qu'européen ou encore international sont-ils envisagés?

afval uit de noordelijke hemisfeer
in ruil voor geld, de zenuw van
elke oorlog.

Een dergelijk gedrag boezemt ons
alleen maar afkeer in. Daarnaast
wens ik te vernemen of u terzake
over meer informatie beschikt. Zijn
er Belgische bedrijven bij
betrokken? Zal er op nationaal of
internationaal niveau worden
onderzocht wie hiervoor
verantwoordelijk is en hoe de
plaatselijke bevolking kan worden
geholpen?

03.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, madame la

députée, je voudrais d'abord souligner combien je déplore ce genre
de comportements, évoquant des questions tant légales que morales,
et combien je m'y oppose. Néanmoins, je dois vous communiquer
que mes services n'ont pas eu connaissance de ce genre de
pratiques dans le chef d'entreprises belges. Je ne suis donc pas au
courant de leur éventuelle implication dans cette affaire.

Vous mentionnez les seigneurs de guerre locaux, qui se sont fait
payer pour accueillir les déchets toxiques. En effet, la situation de
guerre qui persiste en Somalie depuis plus d'une décennie a eu pour
conséquences, non seulement une extrême pauvreté, mais
également une désinformation quasi-totale de la population locale, qui
semble à peine être au courant du problème de la présence de
déchets toxiques dans son pays.

Comme vous le savez, la Somalie est l'exemple typique de "non
State", de "failed State", où il est donc très difficile d'interdire dans la
pratique de tels comportements. Mais si jamais j'apprenais que des
entreprises belges étaient impliquées, je prendrais certainement les
mesures appropriées.

03.02 Minister Karel De Gucht: Ik

keur dergelijk gedrag af, dat zowel
juridische als ethische
vraagstukken aan de orde stelt.
Mijn diensten hebben niets
vernomen over dergelijke
praktijken in Belgische
ondernemingen.

Door de oorlogssituatie in Somalië,
die al meer dan tien jaar duurt, is
dit land het voorbeeld bij uitstek
geworden van een "non State",
een "failed State", waar het uiterst
moelijk is dergelijke gedrag
effectief te verbieden. Mocht ik
vernemen dat Belgische
ondernemingen hierbij betrokken
zijn, dan zal ik zeker passende
maatregelen treffen.

03.03 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, vous n'avez

pas eu connaissance de faits, mais il n'y a pas eu d'enquête menée
pour savoir si des entreprises belges avaient déposé des produits
radioactifs.

03.03 Véronique Ghenne (PS):U

heeft niets vernomen, maar heeft
men onderzocht of Belgische
ondernemingen radioactieve
producten hebben gedumpt?

03.04 Karel De Gucht, ministre: Madame, il faut se rendre compte

que ce n'est pas évident de mener une enquête en Somalie. Ce pays
dispose d'un gouvernement qui n'ose même pas se rendre dans la
capitale. Il faut s'imaginer l'état actuel de la Somalie: c'est un véritable
"failed State", un territoire plus ou moins délimité, avec des dizaines,
voire des centaines de chefs de guerre locaux qui occupent de petits
territoires. Il n'est donc pas évident d'y mener une enquête.

C'est pourquoi je vous ai dit que, dans le cas où vous auriez
connaissance de l'implication d'entreprises belges, je demanderais
immédiatement au gouvernement de prendre les mesures
nécessaires. En effet, je trouve qu'il s'agit là d'un comportement tout à
fait inacceptable.

03.04 Minister Karel De Gucht:

Men moet beseffen dat het niet
evident is een onderzoek te
voeren in Somalië. De regering in
het land waagt zich zelf niet eens
in de hoofdstad. Honderden lokale
krijgsheren bezetten er kleine
delen van het land. Indien u weet
dat Belgische ondernemingen
hierbij betrokken zijn, zou ik de
regering vragen onmiddellijk de
nodige maatregelen te nemen.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Mais mener une enquête en Somalie, c'est autre chose! Cependant,
je vous comprends.

03.05 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le président, une petite

réplique. D'accord, je peux comprendre la difficulté de mener une
enquête en Somalie, mais il serait possible de demander aux
entreprises belges où sont déversés leurs déchets. On pourrait alors
peut-être savoir. Il faudrait prendre des renseignements au sein
même des entreprises concernées en Belgique.

03.05 Véronique Ghenne (PS): Ik

begrijp dat een onderzoek in
Somalië niet eenvoudig is, maar
toch zou men de Belgische
ondernemingen kunnen vragen
waar zij hun afval hebben gestort.

03.06 Karel De Gucht, ministre: Nous n'avons pas connaissance

que des sociétés belges soient impliquées. Si vous avez des
informations, je les mentionnerai immédiatement aux instances
compétentes.

Je fais seulement observer que, d'après moi, ce n'est actuellement
pas possible de mener une enquête en Somalie. C'est tout à fait
impossible: même les organisations humanitaires n'osent plus s'y
rendre, car c'est la guerre ouverte. On ne sait même pas qui est
l'adversaire: on tire de tous côtés. Ce n'est vraiment pas évident.

03.06 Minister Karel De Gucht:

Wij weten niets over een
eventuele betrokkenheid van
Belgische bedrijven. Indien u
informatie heeft, zal ik deze
onmiddellijk doorspelen aan de
bevoegde instanties. Een
onderzoek voeren in Somalië is
volstrekt onmogelijk: zelfs
humanitaire organisaties durven
niet naar het land, aangezien er
een ware oorlog woedt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires étrangères sur "le contrôle des

passeports à puce" (n° 6296)

04 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de controle

van paspoorten met een chip" (nr. 6296)

04.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, en 2004, la Belgique lançait son passeport international
électronique et se distinguait à l'échelle mondiale puisqu'elle était le
premier pays à appliquer aux nouveaux passeports les normes les
plus récentes.

Chaque passeport contient dorénavant une micropuce sur laquelle
sont stockées un certain nombre de données codées que seules les
autorités compétentes, comme la police des frontières, peuvent lire.

Je m'interroge sur la vérification de ces données étant donné que si
seule la Belgique propose ces passeports électroniques, elle est aussi
le seul pays à disposer des lecteurs adéquats.

Comment les services à l'étranger peuvent-ils vérifier les données
biométriques de la puce électronique? De quels moyens disposent-ils
pour vérifier s'il n'y a pas de contrefaçon? Comment ont-ils été
informés des dispositions à prendre pour la vérification? Disposez-
vous de statistiques relatives à la délivrance de ces passeports?

04.01 Jacqueline Galant (MR): In

2004 heeft België zijn
internationaal elektronisch
paspoort gelanceerd. België was
daarmee het eerste land dat de
meest recente normen toepaste.
Elk paspoort bevat voortaan een
microchip, waarop een aantal
gegevens zijn opgeslagen. België
is het enige land dat over
geschikte lezers beschikt.

Hoe kunnen de diensten in het
buitenland deze gegevens
controleren? Hoe kunnen zij
eventuele vervalsingen opsporen?
Heeft u statistische gegevens over
het aantal afgegeven paspoorten?

04.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, les données stockées dans la puce électronique du
passeport belge sont en totale conformité avec la norme ISO 4443 et
sont, de ce fait, dès à présent aptes à être lues par tous les pays qui
s'équiperont de lecteurs conformes à cette même norme.

Le fait que la Belgique joue le rôle de précurseur en matière de

04.02 Minister Karel De Gucht:

De elektronische chip is volledig
conform ISO-norm 4443. De
gegevens kunnen dus gelezen
worden door elk land dat lezers
aanschaft die conform deze norm
zijn.

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

passeports électroniques a toutefois pour conséquence que, pour
l'instant, à l'exception des autorités belges, aucune autre n'est déjà en
mesure de lire les données en question. Cette situation devrait
évoluer rapidement, au fur et à mesure que les autres pays
s'équiperont de lecteurs.

Les autres pays ont eu l'occasion d'être informés du lancement du
passeport électronique belge, tant par voie diplomatique directe que
par communiqué de presse. Des spécimens seront également mis à
leur disposition, comme il est d'usage lors de toute modification
importante sur les passeports. A l'heure actuelle, 108.000 passeports
électroniques belges circulent déjà.

België is een voorloper op dit
gebied en is voorlopig het enige
land dat is uitgerust. Binnenkort
zou verandering moeten komen in
deze situatie.

De andere landen zijn op de
hoogte gebracht van de lancering
van het Belgische elektronische
paspoort, zowel via diplomatieke
weg als door middel van een
perscommuniqué. Daarnaast
zullen zij tevens proefexemplaren
krijgen. Op dit ogenblik zijn er
reeds 108.000 Belgische
elektronische paspoorten in
omloop.

04.03 Jacqueline Galant (MR): Si je comprends bien, seuls les

anciens passeports sont donc d'application pour le moment. Les
passeports équipés de la puce électronique ne servent à rien à
l'étranger.

04.03 Jacqueline Galant (MR):

Als ik het goed begrijp, zijn de
paspoorten met een microchip op
dit

ogenblik nog volkomen

nutteloos in het buitenland.

04.04 Karel De Gucht, ministre: En ce moment, il y a deux types de

passeport qui sont d'application: les existants et les nouveaux. Les
nouveaux deviendront une norme internationale mais puisque nous
sommes les premiers à les utiliser, les autres pays ne savent pas
encore les lire. En fait, ils sont acceptés comme les anciens
passeports sans que la puce ne soit lue. Mais je pense que d'ici un
an, cela va évoluer considérablement.

04.04 Minister Karel De Gucht:

Momenteel worden de twee
soorten paspoorten, de bestaande
en de nieuwe, door elkaar
gebruikt. De nieuwe worden
aanvaard zonder dat de chip wordt
gelezen. Maar over een jaar zullen
we veel verder staan.

04.05 Jacqueline Galant (MR): Je pose la question parce que j'ai

déposé une proposition de loi qui vise à intégrer le permis de conduire
sur la puce des nouvelles cartes d'identité électroniques. Nous avons
là le même problème car si nous introduisons le permis de conduire
sur la carte d'identité électronique, seule la Belgique pourra le lire. Ce
serait bien si on pouvait être complémentaire.

04.05 Jacqueline Galant (MR):

Mijn wetsvoorstel dat ertoe strekt
de gegevens van het rijbewijs op
de chip van de nieuwe
elektronische identiteitskaarten te
plaatsen, leidt tot een gelijksoortig
probleem. Daarom zou het een
goede zaak zijn om dit probleem in
een keer op te lossen.

04.06 Karel De Gucht, ministre: C'est parce que nous sommes les

premiers. Si ce n'était pas le cas, je recevrais probablement la
question de savoir pourquoi nous ne savons pas encore lire le
passeport français.

04.07 Jacqueline Galant (MR): Ma proposition de loi pourrait donc

justement s'intégrer dans votre projet de pouvoir tout intégrer dans
cette puce électronique afin de faciliter la vie des citoyens.

04.08 Karel De Gucht, ministre: Certainement.

04.08 Minister Karel De Gucht:

Inderdaad.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Le président: La question n° 5983 de M. de Donnea est retirée.

05 Question de Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires étrangères sur "l'épidémie de fièvre

Marburg en Angola" (n° 6517)

05 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de epidemie van

Marburg-koorts in Angola" (nr. 6517)

05.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, suivant les dernières informations datant du début de ce
mois, l'épidémie de fièvre Marburg n'est toujours pas sous contrôle et
continue de s'étendre en Angola. Suivant le bilan officiel arrêté
aujourd'hui, 269 personnes seraient décédées pour 302 cas
recensés.

On peut affirmer qu'il s'agit déjà de la plus importante épidémie liée à
ce virus, cousin du virus Ebola. La précédente épidémie, survenue en
République Démocratique du Congo (RDC), entre 1998 et 2000, avait
fait 123 victimes.

La crise a commencé en octobre dernier dans la province d'Uige,
dans le nord du pays, près de la frontière de la République
Démocratique du Congo mais le virus n'a été identifié que fin mars.
Faut-il rappeler, monsieur le ministre, qu'il n'existe aucun vaccin ni
traitement contre ce virus de Marburg qui se transmet avec les fluides
corporels d'un malade comme la sueur, la salive, le sang, etc.?

Médecins Sans Frontières a également fait état de plusieurs victimes
à Luanda, plus au sud, ce qui fait craindre une épidémie difficile à
circonscrire.

La maladie est loin d'être sous contrôle. Une mobilisation accrue
s'impose afin d'éviter en outre une propagation aux pays frontaliers.

Je voudrais également rappeler, monsieur le ministre, que la RDC,
voisine de l'Angola, est aujourd'hui en état d'alerte générale.
Différentes mesures de prévention sont prises, notamment au Congo,
à Sao Tome ainsi qu'au Kénya pourtant très éloigné du foyer de
l'épidémie.

L'ONU a lancé un appel de fonds de 3,5 millions de dollars pour lutter
contre le virus et notamment pour l'acquisition de combinaisons de
protection pour le personnel soignant, de désinfectant, de kits de
survie, etc.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

1. La Belgique a-t-elle répondu à cet appel?
2. Pouvez-vous nous éclairer quant à la position de la Belgique face à
cette situation?
3. Pouvez-vous nous informer des engagements et des projets en
cours ainsi que du calendrier fixé à cet égard?
4. Le gouvernement envisage-t-il d'intervenir sur la scène
internationale et de débloquer des fonds pour venir en aide à la
population angolaise? Je pense que vous avez des informations à
nous donner à ce sujet.
5. Quelles sont les initiatives proposées par la Belgique pour
promouvoir de façon efficace une gestion préventive de cette

05.01 Josée Lejeune (MR):

Volgens de laatste berichten is de
epidemie van Marburgkoorts in
Angola nog steeds niet onder
controle en blijft het aantal
gevallen er toenemen. Volgens de
laatste officiële balans van
vandaag, zouden 269 personen
aan de gevolgen van de ziekte zijn
overleden, op 302 bekende
ziektegevallen.

Het is nu al de grootste epidemie
ooit veroorzaakt door dit virus, dat
met het Ebolavirus verwant is. De
vorige epidemie in de
Democratische Republiek Congo
(DRC) maakte tussen 1998 en
2000 123 slachtoffers.

De crisis begon in oktober vorig
jaar in de provincie Uige, dichtbij
de Congolese grens, maar het
virus werd pas eind maart
geïdentificeerd. Er bestaat geen
vaccin of behandeling tegen het
Marburgvirus, dat via de
lichaamsvochten van een
besmette persoon onder andere
zweet, speeksel en bloed - wordt
overgedragen.

Artsen zonder Grenzen
registreerde ook een aantal
gevallen in Luanda, meer ten
zuiden, wat erop schijnt te wijzen
dat de epidemie moeilijk tot staan
is te brengen.

De ziekte is helemaal niet onder
controle. Er moeten dus meer
inspanningen worden gedaan om
ervoor te zorgen dat ze niet naar
de buurlanden overslaat.

In de Democratische Republiek
Congo werd een algemeen alarm
afgekondigd. Voorts werd een
aantal preventiemaatregelen
genomen, onder meer in Congo, in

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

épidémie pour les pays limitrophes et autres?

Sao Tomé en Principe en ook in
Kenia, dat nochtans ver van de
haard van de epidemie ligt.

De VN proberen 3,5 miljoen dollar
bijeen te krijgen om het virus te
bestrijden, onder meer voor de
aankoop van beschermende kledij
voor het verzorgend personeel,
van desinfecterende middelen,
van overlevingskits enz.

Ging ons land in op die oproep?
Welk standpunt neemt België in
deze in? Welke middelen beloofde
ons land, welke projecten zijn aan
de gang en wat is de timing van
een en ander? Is de regering van
plan op het internationale niveau
een rol op te nemen en de nodige
fondsen vrij te maken om de
Angolese bevolking ter hulp te
komen?

Welke initiatieven stelde België
voor met het oog op een
doeltreffende preventie voor de
buurlanden en de andere landen?

05.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, madame,

présentement, la Belgique n'a pas encore répondu concrètement au
"Flash Funding Appeal" lancé le 6 avril par l'ONU. Cependant, le
département des Affaires étrangères analyse les renseignements
demandés aux postes limitrophes de l'Angola et aux organisations
internationales actives sur le terrain afin de pouvoir inscrire son action
dans une opération concertée. Il n'est par conséquent pas aisé de
communiquer à l'heure actuelle un calendrier précis des
engagements et projets envisagés par notre pays.

Malgré les déclarations récentes des autorités angolaises, qui datent
du 18 avril 2005, comme quoi l'épidémie évoluerait vers une situation
sous contrôle, Médecins Sans Frontières mentionne une moyenne de
quelque six cas par jour. La Belgique n'a pas manqué de s'enquérir,
la semaine passée, auprès de notre ambassade à Kinshasa, des
risques d'extension de la maladie et des mesures locales de
prévention qui ont été prises. Il appert que la situation est sous
contrôle en République démocratique du Congo.

Par ailleurs, notre pays intervient à concurrence d'un montant annuel
de 160.000 euros en guise de contribution à l'OMS, pour la période
2004-2007, sous la rubrique de la lutte contre les maladies.

05.02 Minister Karel De Gucht:

België heeft nog niet concreet
gereageerd op de Flash Funding
Appeal die de VN op 6 april
gelanceerd hebben. Het
departement Buitenlandse Zaken
onderzoekt echter de inlichtingen
die aan de grensposten met
Angola en aan de ter plaatste
actieve organisaties gevraagd
werden om in onderling overleg
actie te kunnen voeren.
Momenteel is het dus niet mogelijk
om een precies tijdschema van
onze verbintenissen en plannen
mee te delen.

Ondanks recente verklaringen van
de Angolese autoriteiten als zou
de epidemie stilaan onder controle
zijn, meldt Artsen Zonder Grenzen
een gemiddelde van zes gevallen
per dag.

Wat de risico's van verspreiding
van de ziekte en de lokale
preventiemaatregelen betreft is de
toestand in de Democratische
Republiek Congo, volgens onze

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ambassade in Kinshasa, onder
controle.

Ons land betaalt een bijdrage van
160.000 euro per jaar aan de
WGO voor de periode 2004-2007.

05.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, suivant les

dernières informations que j'ai reçues de Médecins Sans Frontières, il
s'avère que la situation n'est toujours pas sous contrôle je parle de
l'Angola, pas de la RDC. La situation reste alarmante en Angola. Ne
pensez-vous pas qu'au niveau du budget de votre département, il
serait possible d'allouer une somme supplémentaire pour répondre à
l'appel lancé? Je ne sais pas si c'est possible au niveau budgétaire
car je n'ai pas les chiffres de votre département. Je suppose que vous
savez me répondre sur la possibilité d'accorder une aide
supplémentaire à l'Angola pour tenter d'enrayer cette épidémie
puisque ce pays est proche de la RDC.

05.03 Josée Lejeune (MR):

Volgens de jongste inlichtingen die
ik van AZG heb ontvangen, blijkt
dat de situatie in Angola nog altijd
niet onder controle is. De situatie
blijft er onrustwekkend. Denkt u
niet dat uw departement extra geld
zou kunnen vrijmaken teneinde op
de gedane oproep in te gaan?

05.04 Karel De Gucht, ministre: Madame Lejeune, je ne pense pas

avoir dit être d'avis que la situation était sous contrôle. J'ai dit que
malgré les déclarations récentes du 18 avril 2005 faites par des
autorités angolaises comme quoi l'épidémie évoluerait vers une
situation sous contrôle, Médecins Sans Frontières mentionne une
moyenne de 6 cas supplémentaires par jour. C'est ce que j'ai dit. Il y a
donc les autorités angolaises et Médecins Sans Frontières qui sont
sur le terrain. 6 cas supplémentaires par jour, cela reste
problématique.

05.04 Minister Karel De Gucht: Ik

denk niet dat ik heb gezegd dat de
situatie onder controle is. Ik heb
gezegd dat ondanks de recente
verklaringen van 18 april 2005 van
de Angolese autoriteiten volgens
welke de epidemie zou evolueren
naar een situatie die onder
controle is, AZG meldt dat er
dagelijks gemiddeld zes nieuwe
gevallen bijkomen.

05.05 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, j'ai probablement

mal compris; veuillez accepter mes excuses. Toutefois, je vous ai
interrogé concernant des budgets supplémentaires que votre
département pourrait allouer. Vous connaissez la gravité de cette
épidémie. Il est donc nécessaire de donner le maximum au niveau de
l'Angola pour l'acquisition du matériel nécessaire; puisque au regard
des dernières informations, la situation n'est toujours pas sous
contrôle.

05.05 Josée Lejeune (MR): Ik

heb u wellicht niet goed begrepen,
maar ik heb u gevraagd of uw
departement geen extra geld kan
vrijmaken. Het is noodzakelijk om
Angola zoveel mogelijk te
ondersteunen voor de aankoop
van het nodige materiaal,
aangezien uit de jongste berichten
blijkt dat de situatie nog altijd niet
onder controle is.

05.06 Karel De Gucht, ministre: Je n'ai pas l'intention d'augmenter le

montant actuel qui est, sur base annuelle, de 160.000 euros pour la
contribution à l'OMS. Mais s'il y a un projet concret de Médecins Sans
Frontières, je suis prêt à l'étudier et voir dans quelle mesure nous
pouvons le financer sur mon budget "Aide d'urgence". Cependant, je
dois vous signaler que ce budget "Aide d'urgence" est fortement
sollicité et une partie considérable a été consacrée au Tsunami. Il y a
donc un problème budgétaire mais je suis prêt à étudier une
proposition concrète de Médecins Sans Frontières. Cependant, je n'ai
pas l'intention d'augmenter la contribution multilatérale.

05.06 Minister Karel De Gucht: Ik

ben niet van plan het huidige
bedrag van 160.000 euro per jaar
voor de WGO-bijdrage op te
trekken. Als er echter een
concreet AZG-project is, ben ik
bereid het te onderzoeken en na te
gaan in welke mate het met
kredieten uit de begroting
"noodhulp" kan worden
gefinancierd. Ik moet u er echter
op wijzen dat er vaak een beroep
wordt gedaan op die begroting
"noodhulp" en dat er heel wat geld
uit die begroting naar de

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

slachtoffers van de tsunami is
gevloeid.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Question de M. Joseph Arens au ministre des Affaires étrangères sur "la situation en République

Démocratique du Congo" (n° 6533)

06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de toestand in de

Democratische Republiek Congo" (nr. 6533)

06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, si je pose

régulièrement des questions sur le Congo, c'est tout simplement
parce que ma commune a un jumelage en cours là-bas et que nous
finançons des actions de développement. Nous sommes donc
régulièrement contactés par nos amis congolais qui nous font part de
la situation dramatique dans ce pays. Il est en effet estimé que
l'équivalent d'un tsunami frappe tous les cinq mois un pays comme la
République Démocratique du Congo. C'est dire le drame que vit cette
population depuis six ans.

Alors que les conséquences des guerres dans ce pays risquent d'être
classées parmi les plus grandes catastrophes humanitaires de notre
temps par le nombre de personnes décédées durant les conflits, il
semble que les souffrances des populations congolaises restent dans
l'oubli.

06.01 Joseph Arens (cdH):

Omdat mijn gemeente
gejumeleerd is met de stad
Bandudu ben ik erg getroffen door
de tragische situatie in Congo. Wij
financieren er ontwikkelingsacties.
Volgens mijn Congolese vrienden
wordt de Democratische
Republiek Congo om de vijf
maanden getroffen door het
equivalent van een tsunami. Er
gaat echter weinig aandacht uit
naar het leed van de Congolese
bevolking.

06.02 Karel De Gucht, ministre: Avec quelle ville avez-vous un

jumelage?

06.03 Joseph Arens (cdH): Avec Banbundu. Nous y avons déjà

financé la construction d'une baleinière pour transporter les denrées
des productions agricoles et maraîchères vers Kinshasa. Je m'y
rendrai dans quelques mois pour fournir un camion avec du matériel
indispensable, notamment pour leur hôpital.

L'origine de ce conflit n'est ni ethnique ni sécuritaire, mais bien
économique. Le pillage des ressources naturelles dans l'est du Congo
entraîne un phénomène qui pourrait être qualifié d'annexion
progressive des provinces des deux Kivu par le Rwanda.

Malgré l'existence de liens historiques entre la Belgique, la RDC et le
Rwanda, il faut cependant constater que la politique actuelle de
neutralité adoptée par notre pays face à ce conflit rejoint la vision de
l'ONU qui a démontré sa totale insuffisance. Il est vrai aussi que j'ai
déposé ma question il y a un mois et que cela a légèrement évolué,
pour ne pas dire progressé depuis. Le refus d'appliquer le droit dans
ce conflit consacre l'impunité, tout en favorisant la poursuite de la
guerre. Ce n'est pas en multipliant les visites à Kinshasa, à Kigali ou à
Kampala, que l'on arrêtera le trafic d'armes dans la région et le pillage
du coltan, de l'or, etc., qui, je le répète, constitue la raison essentielle
de la poursuite de cette terrible guerre.

Tant que les sociétés et les individus impliqués dans ce trafic, dont
certains opèrent à partir de la Belgique ou en transitant par elle, ne
seront pas inquiétés par la justice; tant que, nous, Belges ferons bon
accueil à des personnes telles que Paul Kagame dont, par ailleurs, on
réclame la mise en accusation pour crimes de guerre par le TPIR, et

06.03 Joseph Arens (cdH): Er

liggen geen etnische of
veiligheidsredenen aan de
oorsprong van dat conflict, maar
het is wel ingegeven door
economische motieven. De
plundering van de natuurlijke
rijkdommen in Oost-Congo leidt tot
een verschijnsel dat men zou
kunnen omschrijven als een
geleidelijke annexatie van de twee
Kivu-provincies door Rwanda.
Ondanks het bestaan van
historische banden tussen België
en de DRC en Rwanda, neemt
ons land een neutrale houding in,
en dat is totaal ontoereikend
gebleken. De weigering om in dat
conflict het recht toe te passen
bekrachtigt de straffeloosheid en
bevordert de voortzetting van de
oorlog. Het is niet door herhaalde
bezoeken aan Kinshasa, Kigali of
Kampala te brengen dat men de
wapensmokkel in de regio en de
plundering van de natuurlijke
rijkdommen en dat is de
belangrijkste reden van de

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

comme Yoweri Museveni, James Kabarebe, James Kazini, Serufuli,
Mutebusi, Nkunda et Lubanga, les efforts consentis pour soutenir la
transition s'avéreront vains.

Je rappelle que le rapport du groupe d'experts nommés par le Comité
des sanctions des Nations unies, datant du 25 janvier dernier,
démontre l'existence manifeste d'un lien de causalité entre le pillage
des richesses de la RDC et la poursuite du conflit. Les différents
rapports du secrétaire général des Nations unies dénoncent les
exactions commises par les seigneurs de guerre et l'enlisement du
conflit.

La guerre du Congo prendra fin là où elle a commencé, c'est-à-dire
dès que les rébellions perdront les soutiens financiers et militaires
dont elles bénéficient et dès que les Etats voisins cesseront de
soutenir les activités de certains de ces groupes. Les Congolais
s'estiment en droit d'attendre du peuple belge et de son
gouvernement un soutien et une compréhension à la mesure et je
me réfère au rapport qui m'a été remis par des amis qui font partie du
Forum de réflexion pour l'avenir du Congo des sacrifices qu'eux-
mêmes ont, en d'autres temps, consentis pour la Belgique. En effet,
au moment où la Belgique était victime d'une occupation étrangère,
en 1914 et en 1940, les populations du Congo n'avaient ménagé
aucun effort pour voler au secours de la Métropole occupée.

La politique de l'Union européenne en la matière mérite aussi des
réflexions. Pour moi, elle se désintéresse quelque peu du volet
international de la crise, des aspects juridiques de la question et se
refuse à condamner le Rwanda et l'Ouganda pour l'agression du
Congo et le pillage de ses ressources naturelles. Par ailleurs, si
l'Union européenne veut sincèrement apporter un surplus d'efficacité
et de crédibilité aux efforts qu'elle déploie en faveur du Congo, il est
temps que les Etats membres, dont la Belgique, fassent en sorte
qu'aucune assistance ne puisse être apportée aux forces qui agissent
dans l'est du Congo. Il s'agit là d'une demande expresse formulée par
des experts des Nations unies. C'est la communauté internationale
tout entière qui doit se sentir interpellée par cette tragédie.

Monsieur le ministre, quelle est l'attitude du gouvernement belge par
rapport au président rwandais Kagame et aux autres pilleurs de
l'Afrique, que les Africains appellent aujourd'hui des Hitler africains?

En décembre dernier, vous envisagiez l'adoption de mesures plus
fermes à l'égard du Rwanda. Qu'en est-il?

Quelles sont les mesures prises en vue de s'assurer qu'aucune
contribution financière n'est apportée à partir du territoire de la
Belgique au soutien d'activités illicites dans l'est du Congo?

Que défend la Belgique lors des rencontres des ministres européens?
Quelle est la réponse de ce Conseil des ministres? Quelle est la
position du gouvernement belge face aux actions ou aux réactions
des Etats-Unis? Quelles sont, finalement, les réactions des Etats-
Unis?

Enfin, monsieur le ministre, je me permettrai, à la demande de ce
groupe qui constitue le Forum, de vous remettre leur rapport du mois
de février. Il est relativement complet.

voortzetting van die afschuwelijke
oorlog - zal tegengaan. Het
Sanctiecomité van de VN heeft
aangetoond dat er duidelijk een
oorzakelijk verband bestaat tussen
de plundering van de natuurlijke
rijkdommen van de DRC en de
voortzetting van het conflict.

Zolang de bedrijven en individuen
die bij die smokkel betrokken zijn
en sommigen onder hen
opereren vanuit of via België
door het gerecht ongemoeid
worden gelaten en zolang
personen zoals Paul Kagame door
de Belgen goed onthaald zullen
worden, zullen alle inspanningen
die worden ondernomen om de
overgang te steunen vergeefs zijn.

De oorlog in Congo zal ophouden
zodra de rebellen de financiële en
militaire steun waarop ze nu
kunnen rekenen, verliezen en de
buurlanden hun steun aan de
rebellie opzeggen. De Congolezen
menen dat ze van de Belgische
bevolking

en de Belgische

regering een onverdroten steun en
begrip mogen verwachten.

De Europese Unie heeft maar
weinig aandacht voor de
internationale en de juridische
aspecten van de crisis en is niet
bereid Rwanda en Oeganda voor
hun inval in Congo en voor het
plunderen van de natuurlijke
rijkdommen van dat land te
veroordelen. Indien de Unie in
Congo op een doeltreffende en
geloofwaardige manier wil
optreden, moeten de lidstaten, met
inbegrip van ons land, alle steun
aan de krachten die in het oosten
van Congo actief zijn, afsnijden.
Deze tragedie belangt de hele
internationale gemeenschap aan.

Welke houding neemt ons land ten
aanzien van de Rwandese
president Kagame en ten aanzien
van de andere plunderaars in
Afrika aan? In december
jongstleden overwoog u een
striktere opstelling ten aanzien van
Rwanda. Wat gebeurde op dat

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Voilà mes différentes questions concernant la problématique du
Congo.

vlak? Welke maatregelen werden
genomen om ervoor te zorgen dat
vanuit België geen financiële
middelen naar de onwettige
praktijken in het oosten van Congo
stromen?

Wat is het standpunt van de
Europese ministerraad en welke
visie verdedigt België in die raad?
Wat is het standpunt van de
Verenigde Staten en hoe staat ons
land daar tegenover?

06.04 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, la semaine passée, j'ai fait un long exposé sur la situation
au Congo devant cette commission; j'imagine que vous n'étiez pas
présent puisque vous n'êtes pas membre de la commission.

06.04 Minister Karel De Gucht:

Afgelopen week heb ik in deze
commissie een lang betoog
gehouden over de situatie in
Congo; ik veronderstel dat u toen
niet aanwezig was, aangezien u
geen lid bent van deze commissie.

06.05 Joseph Arens (cdH): J'ignorais qu'un député pouvait

participer à toutes les commissions, même à huis clos. C'est le
problème que j'ai rencontré la semaine dernière.

06.05 Joseph Arens (cdH): Ik

wist niet dat een kamerlid mag
deelnemen aan alle
commissievergaderingen, zelfs als
er met gesloten deuren vergaderd
wordt.

06.06 Karel De Gucht, ministre: Vous avez raison de dire que la

situation dans l'est du Congo est désastreuse; par ailleurs, des
problèmes sans cesse croissants se posent aussi au Katanga où les
populations sont victimes de très graves violations des droits de
l'homme. La violence y est endémique et les pratiques d'exploitation
illégale des ressources naturelles se poursuivent un peu partout dans
le pays.

Pourtant - mais tout est relatif -, certains progrès ont pu être constatés
ces derniers mois. La Belgique poursuit une action énergique dans le
but d'améliorer la situation dans l'est du Congo et d'amener la
communauté internationale à prendre des mesures tant sur le plan
militaire qu'en ce qui concerne la prise de résolutions à l'ONU. C'est
ainsi que notre pays a encouragé les efforts visant à un renforcement
et à une prolongation du mandat de la MONUC. En effet, nous avons
constaté que la MONUC développe actuellement une action musclée
contre les forces négatives dans l'est du Congo, et notamment en
Iturie où des succès remarquables ont été obtenus en ce qui
concerne le désarmement des milices.

Il faut cependant observer que la MONUC n'est pas en mesure de
mener cette action énergique dans tout l'est du Congo au même
moment. En effet, son effectif est trop restreint; il devrait être triplé
pour mener une action énergique identique à celle menée en Iturie,
dans le nord et le sud-Kivu et au Katanga. Mais la communauté
internationale n'est pas disposée à consacrer des moyens
supplémentaires à cette mission qui coûte déjà actuellement un
milliard de dollars sur une base annuelle depuis 4 ou 5 ans et avec les
résultats que vous connaissez.

06.06 Minister Karel De Gucht:

De situatie in Oost-Congo is
rampzalig en er zijn ook
problemen in Katanga, waar de
bevolking het slachtoffer is van
zeer ernstige schendingen van de
mensenrechten. Het geweld is er
van endemische aard; daarnaast
blijft de illegale exploitatie van de
natuurlijke rijkdommen overal in
het land voortduren.

Nochtans heeft men

enige

vooruitgang kunnen vaststellen in
de loop van de laatste maanden.
België blijft zich hard inzetten om
de internationale gemeenschap
gevoelig te maken voor dit
probleem. Zo steunt ons land de
inspanningen voor een verlenging
van het mandaat van de MONUC,
die hard optreedt tegen de
buitenlandse rebellenbewegingen
in Oost-Congo en zich inzet voor
de ontwapening van de
verschillende milities. Nochtans
merkt men op dat de MONUC niet
in staat is op te treden in heel
Oost-Congo; daarvoor zijn er niet

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Il n'est pas correct de dire que la communauté internationale se
désintéresse de la situation dans l'est du Congo. Son opération de
maintien de la paix au travers de la MONUC constitue une des
opérations onusiennes les plus ambitieuses et les plus onéreuses de
ces dernières années.

De plus, il y a le processus de collaboration régionale et multilatérale
lancée dans le cadre de la Conférence des Grands Lacs qui cherche
à rétablir et consolider la paix, la stabilité et la sécurité de la région
grâce à la coopération entre les pays concernés.

Nous pensons que l'accord tripartite, qui réunit la République
Démocratique du Congo et le Rwanda, conclu sous l'influence des
Etats-Unis, et qui vise à restaurer la confiance entre les trois pays, est
un développement positif qui peut contribuer à la stabilité et la
sécurité régionale. Nous plaidons pour que ce mécanisme soit étendu
au Burundi. J'ajoute qu'hier, le FNL a annoncé qu'il arrêtait ses
hostilités à l'égard du gouvernement burundais. Il s'agissait de la
dernière organisation hostile. Le FNL s'est donc incliné et a accepté
un armistice. C'est là un élément positif. Il faut savoir que le FNL n'est
pas seulement actif au Burundi; il l'est également dans l'est du Congo
où il opère en direction du Burundi.

Nous avons également encouragé l'adoption, le 18 avril dernier, d'une
nouvelle résolution par le Conseil de sécurité qui renforce l'embargo
sur les armes en RDC. Plusieurs paragraphes beaucoup plus stricts
qu'auparavant ont été présentés par la Belgique. Cette résolution
prévoit des mécanismes de contrôle. La résolution fait également
appel aux pays voisins de la RDC et leur demande de tout mettre en
oeuvre pour combattre le trafic d'armes dans la sous-région. Si vous
lisez cette résolution, vous constaterez qu'on fait plus largement appel
aux pays voisins que dans la résolution précédente. Je pense ici
notamment à la Tanzanie. Vous comprendrez sans doute pourquoi je
mentionne ce dernier.

Nous constatons avec satisfaction que le gouvernement congolais a
signé un accord de coopération avec la Cour pénale internationale
donnant à cette dernière toutes les garanties pour mener une enquête
(...) en RDC, notamment au sujet des chefs de milice et criminels de
guerre.

La Belgique a, quant à elle, fait savoir à la Cour pénale internationale
qu'elle pouvait compter sur sa collaboration et son aide.

Je dois également vous signaler que notre pays est un des seuls qui
s'investit directement dans la formation de nouvelles brigades
intégrées de l'armée congolaise. Celles-ci doivent contribuer à la
sécurisation et à la stabilisation dans tout le pays et en particulier
dans l'est. J'ai personnellement pu constater, lors de mon dernier
voyage en RDC, que la première brigade intégrée formée par nos
instructeurs fait un travail remarquable en Ituri. Elle semble bien
fonctionner bien que, récemment, des rumeurs sont apparues
concernant le paiement des soldes qui serait parfois irrégulier et de
toute façon insuffisant. Vous savez qu'à plusieurs reprises, j'ai signalé
que c'était bien d'entraîner des soldats mais qu'il fallait, de toute
façon, prendre des mesures pour que ces soldats soient payés.
Sinon, l'armée devient dangereuse.

genoeg

manschappen. De

internationale gemeenschap is
evenwel niet bereid extra middelen
in te zetten voor deze missie, die
vandaag reeds een miljard dollar
per jaar kost. Men kan dus niet
beweren dat de internationale
gemeenschap geen belangstelling
heeft voor de situatie in Oost-
Congo. De operatie ter
handhaving van de vrede die via
de MONUC wordt gevoerd, is een
van de meest ambitieuze en
duurste opdrachten die de
Verenigde Naties de laatste jaren
hebben uitgevoerd.

Daarnaast is in het kader van de
Conferentie van de Grote Meren
het regionale en multilaterale
samenwerkingsproces gelanceerd,
dat via samenwerking tussen de
betrokken landen wil zorgen voor
duurzame vrede, stabiliteit en
veiligheid in de regio. De tripartiete
overeenkomst, die de
Democratische Republiek Congo
en Rwanda onder het toezicht van
de Verenigde Staten verenigt, is
een nuttig instrument om regionale
stabiliteit en veiligheid te bereiken.
Wij zijn daarom voorstanders van
een uitbreiding van dit
mechanisme naar Burundi.

Daarnaast hebben wij op 18 april
jongstleden gepleit voor de
goedkeuring door de
Veiligheidsraad van een resolutie
die het wapenembargo in de DRC
verstrengt. België heeft een aantal
paragrafen voorgesteld die veel
strikter zijn dan vroeger. Deze
resolutie voorziet in
controlemechanismen en roept de
buurlanden van de DRC op al het
mogelijke te doen in de strijd tegen
de wapenhandel in de subregio.

Wij stellen met tevredenheid vast
dat de Congolese regering een
samenwerkingsakkoord heeft
getekend met het Internationaal
Strafhof om het onderzoek naar de
krijgsheren en oorlogsmisdadigers
te vergemakkelijken.

Ons land is een van de weinige

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Lors des Conseils Affaires générales et Relations extérieures et des
autres rencontres des ministres européens, la Belgique demande
systématiquement que la situation dans la région des Grands Lacs
figure à l'agenda. Cela a à nouveau été le cas lors du Conseil du 25
avril, au cours duquel nous avons demandé à nos partenaires
européens de faire de sérieux efforts en faveur de la formation de
l'armée et de la police congolaises, ainsi que pour le processus
électoral. Un appui sera également demandé dans le plan de
financement que la Commission européenne présentera à cette
occasion.

A la lecture des conclusions de ce Conseil Affaires générales, vous
remarquez deux phrases très sévères qui font appel au paiement des
soldes et à la bonne gouvernance. Ces deux paragraphes "durs" de
cette résolution ont été ajoutés à ces conclusions, sur la base
d'amendements belges. La Belgique a beaucoup insisté en faveur
d'une résolution dure. D'autant plus qu'immédiatement après, M.
Solana et M. Michel se sont rendus au Congo. Cette résolution a été
discutée dans tous ses détails durant les six heures d'entretien avec
le président Kabila.

Il y a vraiment un manque de bonne gouvernance au Congo; je dirais
même de gouvernance. C'est peut-être pénible de le reconnaître mais
c'est le cas. Si cela ne s'améliore pas, je pense que tous les efforts
que nous faisons en ce moment seront vains.

En ce qui concerne l'exploitation illégale des ressources naturelles
dans l'est du Congo, la Belgique donne un appui aux différentes
instances internationales qui combattent ce fléau, notamment à l'ONU
et à l'OCDE. Nous encourageons également les activités du
mécanisme de vérification conjoint qui doit effectuer les contrôles
dans la région frontalière entre la RDC, le Rwanda, l'Ouganda et le
Burundi.

Lors de nos contacts avec les responsables politiques de ces quatre
pays, nous exprimons régulièrement notre souci au sujet de ces
pratiques d'exploitation illégales dans l'est du Congo. Comme vous le
savez, la Belgique oeuvre pour la réactivation de la communauté
économique des pays des Grands Lacs qui devrait constituer le cadre
pour une coopération réelle entre la RDC, le Rwanda et le Burundi
dans le secteur économique. Un tel cadre devrait encourager les
activités commerciales légales et freiner les activités illicites.

Nous ne pensons pas qu'il serait indiqué d'adopter des sanctions
contre le Rwanda ou contre un autre pays de la région. Cela dit, avec
ses partenaires européens, la Belgique a donné, fin 2004, un signal
sans équivoque au gouvernement rwandais au moment des nouvelles
menaces d'intrusion militaire rwandaise dans l'est du Congo. Nous
penons qu'un dialogue soutenu avec les pays de la sous-région
constitue toujours la meilleure méthode pour aboutir à des résultats
concrets, tant la pression internationale s'intensifie. L'Union
européenne et la Belgique y contribuent activement.

Un de mes objectifs, lors de mon voyage aux Etats-Unis, a justement
été de coordonner notre position sur la situation en Afrique centrale
avec celle de nos partenaires américains, d'obtenir leur appui à nos
efforts de sécurisation de l'est du Congo, de former davantage de

dat rechtstreeks investeert in de
opleiding van nieuwe
geïntegreerde brigades van het
Congolese leger die bijdragen tot
een veiliger en stabielere toestand
voor het gehele land en vooral
voor Oost-Congo. Ik heb
persoonlijk kunnen vaststellen dat
de eerste geïntegreerde brigade
die door onze instructeurs werd
gevormd, in Ituri uitmuntend werk
verricht.

België vraagt stelselmatig dat de
toestand in de regio van de Grote
Meren op de agenda van de Raad
van de Europese Unie zou worden
geplaatst. Tijdens de Raad van 25
april hebben wij onze Europes
partners gevraagd ernstige
inspanningen te doen voor het
Congolese leger en de Congolese
politie alsook voor het
verkiezingsproces. In de besluiten
van die Raad staan twee zeer
strenge zinnen die het gevolg zijn
van Belgische amendementen en
waarin opgeroepen wordt tot het
betalen van de soldij en tot
deugdelijk bestuur. De heren
Solana en Michen zijn daarop
onmiddellijk afgereisd naar Congo
waar ze deze resoultie uitvoerig
met president Kabila hebben
besproken.

Er is echt een tekort aan
deugdelijk bestuur, en zelfs aan
bestuur zonder meer, in Congo.
Het valt hard om zoiets toe te
geven maar het is de
werkelijkheid. Als de toestand niet
verbetert, zullen al onze
inspanningen tevergeefs zijn.

Die internationale druk moet
worden opgevoerd om te komen
tot een situatie waarbij de
inkomsten en uitgaven van dat
land echt onder controle worden
gehouden. Als men daar niet toe
komt, zullen de verkiezingen
uiteindelijk nutteloos zijn.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

brigades intégrées de l'armée congolaise et de faire avancer la
transition et le processus électoral.

J'ajouterais quand même qu'entre-temps, la Constitution a été
considérablement amendée dans le bon sens, sous la pression
internationale car le CIAT et le Conseil de sécurité ont dit clairement
qu'ils n'accepteraient pas la Constitution telle qu'elle se présentait. Il y
a toujours des faiblesses, par exemple la possibilité pour le président
de dissoudre le Parlement. Cela ne me plaît pas, bien que les
conditions actuelles soient plus équilibrées. Cela ne me plaît pas du
tout. Même si c'est une mesure normale dans une vraie démocratie
lorsqu'il y a dissolution du Parlement en Belgique, il y a des élections
dans les quarante jours ce n'est pas une chose évidente en RDC,
où il a fallu attendre quarante ans pour avoir des élections qui ont été
rendues possibles uniquement grâce au financement international.

Le ton de la communauté internationale vis-à-vis du Congo s'est
considérablement durci. J'ose dire que la Belgique est quand même à
l'origine de ce durcissement, que j'ai plaidé très clairement avec Mme
Condoleezza Rice et également avec M. Guéhenno, responsable des
Peacekeeping Operations des Nations unies. La semaine qui a suivi,
ce dernier a présenté une résolution très dure au Conseil de sécurité.

D'ailleurs, je suis d'avis qu'il faut intensifier cette pression
internationale pour aboutir à une situation où l'on contrôle vraiment les
recettes et les dépenses de ce pays. Si l'on n'arrive pas à ce stade-là,
on ne saura rien faire - c'est la réalité - et les élections seront
finalement inutiles.

06.07 Joseph Arens (cdH): Je remercie M. le ministre pour cette

réponse très complète. Bien sûr, je suis d'accord avec lui. Comme je
l'ai dit dans ma question, depuis le dépôt de celle-ci, la situation a
évolué; certains points dans le bon sens, d'autres dans le mauvais
sens, notamment en ce qui concerne la crise économique qui atteint
la population. On m'expliquait encore ce matin qu'au Congo, le
concentré de tomates n'était plus vendu en boîte de conserve, mais à
la petite cuiller dans un petit sachet en plastique, tant la crise
économique se durcit.

Bien entendu, vous dites que la MONUC évolue et y travaille.

06.07 Joseph Arens (cdH): De

MONUC tracht de situatie van de
bevolking te verlichten, maar zij
zou over drie keer meer
manschappen moeten
beschikken.

06.08 Karel De Gucht, ministre: (...)

06.09 Joseph Arens (cdH): Mais, et vous l'avez admis vous-même,

il faudrait un effectif trois fois plus important. Pour cette question, je
me suis beaucoup basé sur le rapport que je vous ai remis. Je
comprends que les Congolais eux-mêmes aient l'impression que l'on
n'agit pas encore suffisamment.

Maintenant, je voudrais insister sur notre position à l'égard de
Kagame, pour revenir à lui. J'estime que c'est un homme qu'il faut
vraiment combattre, car c'est quand même lui qui organise en grande
partie, depuis le Rwanda, le pillage des ressources naturelles. Ainsi
que je l'ai dit lors de mon intervention, ce conflit n'est ni ethnique ni
sécuritaire, mais économique avant tout. Si le Congo ne possédait
pas de telles richesses, nous n'assisterions pas au conflit que nous
connaissons là-bas.

06.09 Joseph Arens (cdH): Ik

begrijp dat de Congolezen de
indruk hebben dat er nog
onvoldoende wordt gedaan.

Ik zou het nogmaals willen hebben
over onze houding ten aanzien van
Kagame. Wij moeten die man echt
hard aanpakken, want hij is
grotendeels verantwoordelijk voor
de plundering van de natuurlijke
rijkdommen. Dit is geen etnisch of
veiligheidsconflict, maar in de
eerste plaats een economisch
conflict.

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Je compte donc sur la Belgique et sur l'Europe pour qu'elles
durcissent encore leur position et qu'elles fassent pression, et sur la
communauté internationale, et sur la MONUC, et sur les différents
Etats voisins du Congo, pour que la situation évolue.

Je ne manquerai pas de suivre le dossier de près, puisque je me
rendrai aussi là-bas. Et je vous réinterrogerai, si cela s'avère
nécessaire. En tant que membre, non de l'opposition, mais de la
minorité du Parlement fédéral, monsieur le ministre, j'estime qu'il est
de mon devoir de tout mettre en oeuvre pour que le gouvernement
continue d'agir dans le bon sens face au drame que vivent les
Congolais.

Ik reken dus op België en Europa
opdat zij hun houding nog zouden
verstrakken en druk zouden
uitoefenen, alsook op de
internationale gemeenschap, de
MONUC en de diverse buurlanden
van Congo om de toestand op
gang te trekken. Ik zal het dossier
van nabij blijven volgen en zal ook
naar dat gebied reizen. Mocht dat
nodig blijken zal ik daarover
opnieuw bevragen.

06.10 Karel De Gucht, ministre: Je partage vos préoccupations.

Seulement, je m'occupe de ce dossier depuis presque dix mois, et
j'observe que plus on s'y intéresse, plus on constate sa complexité.
C'est une situation vraiment très compliquée. Il existe certainement
des difficultés politiques entre les différentes factions. De plus, c'est
une guerre sans adversaire défini, parce que tout le monde attaque
tout le monde et dans toutes les directions. Et il ne s'agit pas de
quelques factions, mais de dizaines de factions.

Quatre factions sont représentées au sein du gouvernement de
transition mais il y en a des dizaines d'autres partout, au Katanga, en
Iturie et dans l'est du Congo. De plus, il y a également le problème du
brassage dans l'armée congolaise; d'une part, certaines factions ne
sont pas prêtes à être brassées et, d'autre part, certains brassages
ont un effet contraire à celui souhaité. M. Serufuli dont vous avez
parlé a intégré sa milice privée dans l'armée congolaise; on peut se
poser la question de savoir dans quelle mesure cela sert l'armée
congolaise. Je ne crois pas que M. Serufuli, qui est le gouverneur du
Nord-Kivu, soit venu en Belgique.

La situation est extrêmement compliquée. En fait, la réalité, c'est qu'il
n'y a pas d'Etat. Au début de mon mandat, on m'a beaucoup critiqué
parce que j'osais le dire mais c'est la vérité. Selon des informations
récentes, le coût de l'entourage de Kabila serait dix fois supérieur au
budget de la Santé dans un pays qui est un sous-continent. La
situation n'est pas aussi désastreuse qu'en Somalie mais on peut
aussi parler d'un "failed state" au Congo. Il faut l'avouer. Et c'est
d'autant plus dramatique que ces gens ne sont pas analphabètes; il y
a suffisamment de personnes éduquées au Congo pour gérer ce pays
mais elles ne le font pas.

06.10 Minister Karel De Gucht: Ik

deel uw bekommernissen. Ik hou
mij al tien maanden lang met dat
dossier bezig en stel vast dat hoe
meer men het onderzoekt, hoe
meer men inziet dat het zeer
ingewikkeld is. Het gaat om een
oorlog zonder een welomschreven
vijand, omdat iedereen iedereen
aanvalt en dat in alle richtingen.

Er zijn vier facties
vertegenwoordigd in de
overgangsregering maar er zijn er
overal nog tientallen andere, in
Katanga, in Ituri en in Oost-Congo.
Verder is er ook nog het probleem
van de vermenging in het
Congolese leger; enerzijds zijn
sommige facties niet bereid om te
worden vermengd en anderzijds
hebben sommige vermengingen
het tegenovergestelde effect.

De toestand is uiterst ingewikkeld.
In feite is er geen Staat. Bij het
begin van mijn mandaat werd ik fel
bekritiseerd omdat ik dat durfde te
zeggen maar het is de waarheid.
De kosten van de entourage van
Kabila zouden tien keer hoger zijn
dan de begroting voor
Volksgezondheid in een land dat
een subcontinent is. De toestand
is minder rampzalig dan in
Somalië maar men kan ook
spreken van een "failed state" in
Congo.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Question de M. Hervé Hasquin au ministre des Affaires étrangères sur "les tensions diplomatiques

entre la Chine et le Japon" (n° 6585)

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

07 Vraag van de heer Hervé Hasquin aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de diplomatieke

spanningen tussen China en Japan" (nr. 6585)

07.01 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, il est évident que pas mal de temps s'est écoulé depuis que
ma question a été déposée.

De vives tensions diplomatiques entre le Japon et la Chine sont
apparues à la suite de l'édition de livres scolaires au Japon. Ne
connaissant pas le japonais, je n'ai pas lu les livres d'histoire qui
viennent d'être publiés dans ce pays.

07.01 Hervé Hasquin (MR): Naar

aanleiding van het uitgeven van
schoolboeken in Japan zijn tussen
Japan en China zware
diplomatieke spanningen
opgetreden. Het
gemeenschappelijk verleden laat
zijn sporen.

07.02 Karel De Gucht, ministre: Vous ne connaissez pas le

japonais?

07.03 Hervé Hasquin (MR): Non. Je le regrette. C'est une lacune.

Mais nous savons que le passé entre les deux Etats est lourd à
porter. On connaît les massacres et le régime infernal imposé par les
Japonais en Chine durant l'occupation. Cependant, il faut savoir qu'il y
a eu périodiquement des accès de xénophobie de part et d'autre.

Monsieur le ministre, dans quelle mesure l'Union européenne s'est-
elle intéressée à la question? Dans quelle mesure a-t-elle été
contactée par les deux pays qui ont, sans doute, plaidé leur cause?
En ce qui concerne plus particulièrement la Belgique, y a-t-il eu des
démarches des ambassadeurs de Chine et du Japon à Bruxelles pour
expliciter leurs points de vue respectifs? Comment voyez-vous
l'évolution de la situation? En effet, si des rencontres ont eu lieu, on
ne peut considérer qu'elles ont dissipé les malentendus, si
malentendus il y avait. En effet, il semblerait que les causes des
affrontements sont toujours bien présentes et ne sont pas prêtes à
disparaître.

07.03 Hervé Hasquin (MR): Heeft

de Europese Unie zich over dit
vraagstuk gebogen? Namen die
landen contact op met de Unie?
Probeerden de Chinese
respectievelijk de Japanse
ambassadeur te Brussel het
standpunt van hun land te
verduidelijken? De onderliggende
oorzaken van de conflicten zijn
lang niet van de baan.

07.04 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, monsieur

Hasquin, les relations entre le Japon et la Chine ont été stables
pendant plusieurs dizaines d'années. Sous ce calme apparent se
cachaient néanmoins des antagonismes de natures variées dont
certains remontent loin dans l'histoire.

Un partenariat économique, des investissements japonais en Chine,
une croissance quasi exponentielle des exportations chinoises vers le
Japon s'étaient créés ces dernières années contrebalançant dans une
certaine mesure ces antagonismes.

Les incidents récents entre les deux pays risquent cependant, s'ils
perduraient, de troubler très gravement l'équilibre politique dans l'est
de Asie. Ces incidents pourraient en outre constituer le début d'une
lutte acharnée dont l'enjeu serait l'hégémonie politique dans l'est et,
indirectement, dans le sud-est de l'Asie.

Le gouvernement belge est par conséquent très préoccupé par la
détérioration soudaine des relations diplomatiques sino-japonaises. Il
suit de très près l'évolution de la crise en consultation avec ses
partenaires européens.

Les relations et tensions entre la Chine et le Japon ont également fait
l'objet d'un échange de vues avec l'ambassadeur du Japon à

07.04 Minister Karel De Gucht:

De betrekkingen tussen Japan en
China waren gedurende tientallen
jaren stabiel, maar verborgen een
aantal tegenstellingen, waarvan
sommige diepe historische wortels
hebben. De recente wrijvingen
tussen beide landen dreigen,
indien ze aanslepen, het politieke
evenwicht in Oost-Azië ernstig te
verstoren.

België is daarover erg bezorgd en
de Belgische regering volgt, in
overleg met zijn Europese
partners, de evolutie van de crisis
van nabij. Op 8 april vond voorts
een gedachtewisseling plaats
tussen de Japanse ambassadeur
te Brussel, de voorzitter van het
directiecomité van de FOD
Buitenlandse Zaken en de
directeur van mijn beleidscel.

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Bruxelles à l'occasion de rencontres, le 8 avril, avec le président du
comité de direction du service public fédéral des Affaires étrangères
ainsi que, le 2 mai, avec le directeur de ma cellule stratégique.

En outre, la délégation belge à la septième rencontre des ministres
des Affaires étrangères de l'ASEM à Kyoto, les 6 et 7 mai derniers,
qui, en mon absence, était conduite par le secrétaire d'Etat, M. Van
Quickenborne, s'est longuement entretenue d'abord avec
l'ambassadeur de Chine à Tokyo et ensuite avec le ministre chinois
des Affaires étrangères, M. Li Zhaoxing, au sujet de cette crise sino-
japonaise. Au niveau européen, des consultations avec les
ambassadeurs ont eu lieu dernièrement à Pékin et à Tokyo.

Bovendien heeft de Belgische
delegatie die deelnam aan de
zevende ontmoeting van de
ministers van Buitenlandse Zaken
van de ASEM op 6 en 7 mei
jongstleden, een lang onderhoud
gehad met de ambassadeur van
China in Tokio en met de Chinese
minister van Buitenlandse Zaken.

Op Europees niveau vonden er
onlangs besprekingen plaats met
de ambassadeurs in Peking en in
Tokio.

07.05 Hervé Hasquin (MR): Monsieur le ministre, le but de ma

question était de savoir ce que les uns et les autres ont plaidé.

La Chine reconnaît-elle assumer un certain nombre de
responsabilités dans les incidents survenus? Le Japon estime-t-il
devoir faire marche arrière dans la façon dont certaines choses ont
été présentées dans leurs livres d'histoire? Même si l'on sait, comme
vous le disiez, qu'il y a un passif historique et économique entre les
deux puissances et qu'il y a des prétextes, maintenant, qui cachent
sans doute des dissensions plus profondes.

Avez-vous eu le sentiment, à la suite des contacts que vos
collaborateurs ont eus avec les Chinois et les Japonais, que les uns
et les autres sont disposés à faire un pas dans l'autre direction? Ou
bien vous sont-ils apparus comme rigides, n'augurant rien de bon
pour les années à venir?

07.05 Hervé Hasquin (MR): Met

mijn vraag wilde ik eigenlijk
vernemen welk standpunt beide
partijen hebben vertolkt. Achter de
aanleiding tot de spanningen gaan
er ongetwijfeld grotere
meningsverschillen schuil. Had u
de indruk dat beide partijen tot
toenadering bereid zijn of dat ze
integendeel geen duimbreed willen
toegeven?

07.06 Karel De Gucht, ministre: Comme indiqué, je ne me suis pas

rendu à Kyoto, pour tenter de résoudre le problème Bruxelles-Hal-
Vilvorde, avec le résultat que vous connaissez.

Ceci dit, je me rendrai en Chine avec le Roi le 3 juin prochain. Je
propose que vous me reposiez cette question après ce voyage.

Il faut en effet bien distinguer le langage officiel de ce que les
dirigeants pensent vraiment. Dans leurs discours officiels, les deux
parties sont très inflexibles. Cependant, le langage officiel n'est pas
seulement destiné à l'autre pays, mais également à leurs propres
populations. Car en fait, des démons anciens surgissent.

Je ne veux pas me prononcer à cet égard maintenant et je propose
donc que vous me reposiez la question à mon retour de Chine.

07.06 Minister Karel De Gucht:

Ik ben niet naar Kyoto geweest,
maar op 3 juni ga ik samen met de
Koning naar China. Ik stel voor dat
u me na mijn reis uw vraag
opnieuw stelt. We moeten immers
een duidelijk onderscheid maken
tussen de officiële verklaringen en
wat de regeringsleiders echt
denken. De officiële verklaringen
zijn niet enkel voor het andere land
bedoeld, maar dienen ook voor
binnenlands gebruik.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de Mme Josée Lejeune au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les

décorations honorifiques à attribuer aux bénévoles des comités de consultation de l'ONE" (n° 6623)

08 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over

"de eretekens voor de vrijwilligers van de consultatiebureaus van het Office de la Naissance et de
l'Enfance" (nr. 6623)

08.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, je dois m'assurer

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

que M. le ministre a bien l'information car je pense qu'il y a un petit
problème d'aiguillage.

Le président: Effectivement car dans l'ordre du jour, il est noté que cette question s'adressait au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique. M. le ministre De Gucht a la réponse.

08.02 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, je ne vais pas

vous interroger sur un subside complémentaire concernant un autre
problème. Je veux simplement vous interroger sur les décorations
honorifiques. Un grand nombre de bénévoles oeuvrent avec
dévouement dans les comités locaux de l'ONE. Nous estimons que
ces bénévoles méritent d'être récompensés et notamment par
l'attribution d'une distinction honorifique.

D'après les informations émanant du ministère de l'Enfance de la
Communauté française, la réglementation de base relative à ces
distinctions honorifiques date de 1996 et a été annulée par le Conseil
d'Etat. La ministre de l'Enfance de la Communauté française insiste
d'ailleurs sur le fait que la réforme de cette réglementation implique
l'adoption d'une loi fédérale et que tant que cette loi fédérale n'a pas
été adoptée, les bénévoles de l'ONE ne pourront pas voir leur dossier
évoluer.

Compte tenu du fait que l'attribution de titres honorifiques est une
compétence du ministre des Affaires étrangères, Mme la ministre de
l'Enfance de la Communauté française vous aurait adressé un
courrier demandant au ministère des Affaires étrangères de rédiger
un projet de loi permettant ainsi la régularisation des bénévoles de
l'ONE.

Monsieur le ministre, est-il exact que cette réglementation a été
annulée par le Conseil d'Etat, et si oui pourquoi? Quelles sont les
raisons?

Avez-vous reçu une demande de l'ONE visant à attribuer des
distinctions honorifiques aux bénévoles travaillant dans des comités
locaux de consultation de l'ONE?

Avez-vous reçu une demande de la part de la ministre de l'Enfance de
la Communauté française vous demandant de rédiger un projet de loi
allant dans le sens de la régularisation du dossier des bénévoles de
l'ONE? Où en est l'évolution de ce dossier?

08.02 Josée Lejeune (MR): Een

groot aantal vrijwilligers is met veel
toewijding actief in de lokale
comités van de ONE. Wij menen
dat deze vrijwilligers hiervoor
beloond mogen worden wij
denken met name aan de
toekenning van een eervolle
onderscheiding.

De basisreglementering over deze
eervolle onderscheidingen dateert
van 1996 en is nietig verklaard
door de Raad van State. De
minister van Jeugdzaken van de
Franse Gemeenschap
beklemtoont dat een hervorming
van deze reglementering moet
gebeuren via de goedkeuring van
een federale wet; zolang deze niet
is goedgekeurd, zal er geen
verandering komen in het dossier
van de vrijwilligers van de ONE.

Aangezien de toekenning van
eervolle onderscheidingen een
bevoegdheid is van de minister
van Buitenlandse Zaken, zou de
minister van Jeugdzaken van de
Franse Gemeenschap u ook een
brief hebben verstuurd waarin zij
het ministerie van Buitenlandse
Zaken verzocht een wetsontwerp
uit te werken om de situatie van de
ONE-vrijwilligers te regulariseren.

Is deze reglementering inderdaad
nietig verklaard door de Raad van
State? Zo ja, waarom? Heeft u van
de ONE een verzoek ontvangen
om eervolle onderscheidingen toe
te kennen aan de vrijwilligers die in
de lokale overlegcomités van de
ONE actief zijn?

Heeft de minister van Jeugdzaken
van de Franse Gemeenschap u
gevraagd een wetsontwerp op te
stellen teneinde de situatie van de
ONE-vrijwilligers te regulariseren?
Hoe ver staat dit dossier?

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

08.03 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, madame

Lejeune, le règlement de base de 1996 concernant l'octroi des
distinctions honorifiques dans les ordres nationaux aux fonctionnaires
et employés des directions publiques et des institutions assimilées a
été annulé par le Conseil d'Etat, par arrêt du 23 novembre 2001, étant
donné que ce règlement avait été uniquement approuvé par le
Conseil des ministres alors qu'il relève de la compétence du Roi,
également dans l'exécution des principes généraux qui doivent être
établis par le législateur comme il paraît dans l'avis du Conseil d'Etat
sur un projet d'arrêté royal soumis à cet effet en avril 2003 pour
régulariser cette affaire.

En effet, nombre de requêtes ont été introduites par des ministres
compétents.

Un projet de loi en matière d'octroi des distinctions honorifiques dans
les ordres nationaux a été transmis pour avis au Conseil d'État, il y a
deux semaines si je ne m'abuse. Après approbation de la loi, des
arrêtés d'exécution pourront être pris et les assimilations nécessaires
pourront être effectuées.

08.03 Minister Karel De Gucht:

De basisreglementering van 1996
houdende de toekenning van een
onderscheiding in de nationale
orde aan ambtenaren en
werknemers van het openbaar
bestuur en verwante instellingen
werd vernietigd door het arrest van
23 november 2001 van de Raad
van State, aangezien deze
reglementering enkel was
goedgekeurd door de
Ministerraad, terwijl dit een
bevoegdheid van de Koning is. Dit
geldt tevens voor de
tenuitvoerlegging van de
algemene beginselen: deze
moeten worden uitgewerkt door de
wetgever, zoals blijkt uit het advies
van de Raad van State over een
ontwerp van Koninklijk Besluit dat
in april 2003 werd ingediend om
een oplossing te vinden voor deze
situatie.

De bevoegde ministers hebben
inderdaad tal van verzoeken
ingediend.
Als ik mij niet vergis werd twee
weken geleden een wetsontwerp
betreffende de toekenning van
eervolle onderscheidingen in de
nationale orden voor advies aan
de Raad van State toegezonden.
Na goedkeuring van de wet zullen
uitvoeringsbesluiten kunnen
worden uitgevaardigd en zullen de
noodzakelijke gelijkstellingen
kunnen geschieden.

08.04 Josée Lejeune (MR): Je remercie le ministre pour la qualité

de sa réponse et me réjouis que le projet de loi soit au Conseil d'État.
J'attends avec impatience le projet de loi en commission.

08.04 Josée Lejeune (MR): Het

verheugt mij dat het wetsontwerp
voor advies aan de Raad van
State werd toegezonden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het personeel van

diplomaten" (nr. 6651)

09 Question de M. Dylan Casaer au ministre des Affaires étrangères sur "le personnel employé par les

diplomates" (n° 6651)

09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, reeds enkele

weken geleden verschenen in een aantal persartikelen geruchten
over een aantal buitenlandse diplomaten die buitenlandse dames
zouden tewerkstellen als inwonende huishoudster. Zij zouden dat niet
doen conform de Belgische vereisten, zoals het minimumloon en de

09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):

Des articles de presse ont paru au
sujet de diplomates étrangers qui
emploient des femmes étrangères
comme gouvernantes internes, au

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sociale zekerheid. Ik wil het probleem niet overroepen. Ik denk dat het
gaat om een beperkt aantal diplomaten. De organisaties die zich
bezighouden met onder andere mensenhandel, zijn blijkbaar toch
verontrust, omdat de diplomatieke onschendbaarheid het moeilijk
maakt om op te treden tegen dergelijke misbruiken.

In het ministerie van Werk is er blijkbaar een ombudsdienst die zich
daarmee bezighoudt. Uit mijn contacten blijkt dat die ombudsman niet
altijd het nodige resultaat haalt, omdat bepaalde diplomaten blijkbaar
enkel rekening houden met briefwisseling die van Buitenlandse Zaken
komt en veel minder met briefwisseling of klachten van andere
ministeries. Dat is uiteraard positief, want dat vergroot uw macht en
daarom heb ik ook mijn vragen aan u gericht.

Ten eerste, bent u op de hoogte van dergelijke misbruiken? Ik neem
aan dat dat het geval is, want u leest net zo goed als ik de kranten.

Ten tweede, op welke manier wordt binnen uw FOD hierop
gereageerd? Kan het zinvol zijn om zoals in andere Europese landen
binnen uw diensten een soort ombudsdienst op te richten, die zich
met dergelijke problemen moet bezighouden?

mépris de la législation belge en la
matière. En raison de l'immunité
parlementaire, il est difficile
d'intervenir contre d'éventuels
abus.

Au ministère de l'Emploi, un
service de médiation s'occupe de
ce type de problèmes mais il
semble que certains diplomates
ignorent la correspondance
émanant de ministères autres que
les Affaires étrangères.

Le ministre est-il au courant de
ces abus? Comment le SPF
Affaires étrangères réagit-il à cette
situation? Serait-il opportun
d'instaurer un service de médiation
au sein de ce SPF?

09.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, il est

dommage que Mme Lejeune nous ait quittés. Entre-temps, nous
avons fait procéder aux vérifications nécessaires. Il s'avère que
Médecins sans frontières n'a pas de projets en ce qui concerne
l'affaire de Marburg. J'avais dit que je n'avais pas l'intention
d'augmenter notre contribution multilatérale, mais que j'étais disposé
à examiner un projet de Médecins sans frontières. Or, en ce moment,
il n'y en a pas.

09.02 Karel De Gucht, ministre:

Je suis au courant de ce problème
mais il ne concerne qu'une
minorité des employés de maison
des diplomates. Des problèmes
similaires s'étaient déjà posés
dans le passé, entraînant
notamment la condamnation d'un
vice-président du Congo.

Mijnheer Casaer, ik kom nu tot uw vraag. De problematiek is
inderdaad bekend en die wordt ook ter harte genomen. Gelukkig
betreft het een zeer kleine minderheid van de bekende huisbedienden
van diplomaten, dat wil zeggen van degenen die recht hebben op een
speciale identiteitskaart van Buitenlandse Zaken. Hoe dan ook, elk
geval is er een te veel. Trouwens, in het verleden zijn er in België al
veroordelingen geweest voor dergelijke praktijken. Een vice-president
van de Democratische Republiek van Congo is wegens vergelijkbare
feiten veroordeeld geweest. Hij heeft verzet aangetekend, waardoor
de zaak sine die is uitgesteld, aangezien de betrokkene diplomatieke
onschendbaarheid geniet. Ook dat element speelt mee. Het wijst er
alvast op dat de nodige controle wordt uitgeoefend.

Hoe treden wij op? De FOD Buitenlandse Zaken heeft een ambtenaar
binnen de directie Protocol die zich specifiek met de kwestie
huisbedienden bij diplomaten bezighoudt. Misbruiken worden
bestreden door controle op verschillende niveaus. Er bestaat een
preventieve controle voordat een huisbediende wordt aangeworven en
naar België komt. Er grijpt ook een controle of bemiddeling plaats, of
er worden sancties opgelegd tijdens de duur van het contract tussen
de diplomaat en de huisbediende in België, maar hierbij verwijs ik
naar het antwoord op de eerste vraag Wij kunnen alleen controle
uitoefenen op de huisbedienden die over een speciale identiteitskaart
van Buitenlandse Zaken beschikken. Wij hebben er natuurlijk geen
weet van, indien er op volledig illegale basis mensen worden
tewerkgesteld, wat trouwens het geval was in het dossier van een

Des contrôles sont cependant
effectués malgré l'immunité
diplomatique.

Au sein de la direction du
protocole du SPF, un fonctionnaire
est chargé d'assurer le suivi des
employés de maison des
diplomates. Un contrôle préventif
est effectué avant le recrutement
de l'employé de maison et son
arrivée en Belgique. Une
médiation peut également avoir
lieu au sujet du contrat conclu
entre le diplomate et cet employé.
Le SPF ne peut contrôler que les
employés de maison disposant
d'une carte d'identité spéciale des
Affaires étrangères. Mes services
n'ont pas connaissance
d'employés de maison embauchés
illégalement.

Les diplomates sont tenus
d'introduire une demande avant de
recruter un employé de maison à

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

vice-president van Congo.

In de gevallen waarin wij controle kunnen uitoefenen, grijpt er een
eerste nauwgezette controle plaats, voordat een huisbediende van
een diplomaat zich naar België kan begeven. De diplomaat moet een
officiële aanvraag indienen om een huisbediende aan te werven.
Indien de directie Protocol oordeelt dat er geen elementen een
aanwerving in de weg staan, moet er een door beide partijen
ondertekend arbeidscontract, dat beantwoordt aan de Belgische
arbeidsvoorwaarden, worden voorgelegd. Na de goedkeuring van het
contract wordt dat door de directie Protocol overgezonden aan de
Belgische ambassade, die een visum kan verstrekken aan de
huisbediende. De betrokken ambassade is verplicht tot een
persoonlijk gesprek met de huisbediende om er zich van te
vergewissen dat die de inhoud van het contract begrepen heeft. Ook
in het derde land wordt de betrokkene dus uitgenodigd door onze
ambassade. Slechts als die fasen in de aanwerving goed verlopen zijn
kan de huisbediende effectief beginnen te werken voor de diplomaat.

Tijdens de uitvoering van het contract houdt een speciale ambtenaar
binnen de directie Protocol de naleving ervan in het oog. Elke
huisbediende die recht heeft op een speciale identiteitskaart van het
Protocol, wordt uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met de
speciale ambtenaar en dit minstens eenmaal per jaar. Dat gebeurt
een eerste maal kort na aankomst in België bij de uitreiking van de
eerste identiteitskaart en vervolgens jaarlijks bij verlenging van de
kaart. De speciale ambtenaar ontmoet gemiddeld vijftien bedienden
per week. Tijdens de gesprekken wordt er gepeild of er problemen
zijn bij het nakomen van de contractuele voorwaarden, zoals lonen en
werkuren of het welzijn van de werknemer. Bij het eerste gesprek
wordt duidelijk gemaakt welke de rechten van de bediende zijn en
wordt hem gezegd dat hij met problemen over de werksituatie steeds
terecht kan bij de speciale ambtenaar. Indien er een probleem aan het
licht komt, wordt er opgetreden in overleg met de huisbediende en
naar gelang van de ernst van de situatie, bijvoorbeeld raadgeving en
bemiddeling, opdat de bediende alsnog krijgt waar hij recht op heeft.
De directie Protocol kan ook optreden door het posthoofd van de
diplomaat schriftelijk tot reparatie van de situatie aan te zetten of hij
kan ook nog het posthoofd convoceren. Ter verdere bescherming van
de bediende wordt die, indien nodig, in contact gebracht met
instanties die vanuit hun bevoegdheden zijn belangen kunnen
verdedigen. De speciale ambtenaar onderhoudt daartoe contacten
met die instanties, zoals het Centrum voor gelijkheid van kansen, de
ombudsman van de FOD Tewerkstelling, erkende opvangcentra en
het arbeidsauditoraat.

Vanzelfsprekend wordt erop toegezien dat geen enkele vraag van een
diplomaat of, in een enkel geval, van een hele vertegenwoordiging die
een slechte reputatie geniet in die context, om bedienden aan te
werven door de directie Protocol wordt ingewilligd. Zowel de
preventieve controle op de indienstneming van een huisbediende als
het optreden in geval van misbruik wordt als ingrijpend ervaren door
de buitenlandse vertegenwoordigingen en de diplomaten in kwestie.

De maatregelen hebben inderdaad ertoe geleid dat er meer
misbruiken aan het licht komen, maar in werkelijkheid is er een
vermindering van het aantal misbruiken. Aangezien elk geval van
misbruik er een te veel is, blijft onze FOD in de kwestie echter

l'étranger. Si le service du
protocole estime que rien ne
s'oppose à un recrutement, un
contrat signé par les deux parties
et conforme aux conditions de
travail belges est présenté.
L'ambassade belge peut ensuite
octroyer à l'employé de maison un
visa, mais elle doit s'assurer que
les conditions de travail sont
connues des deux parties.

Le suivi relatif au respect du
contrat est assuré par la direction
du protocole. Au moins une fois
par an, lors de la délivrance et du
renouvellement de la carte
d'identité, les employés de maison
sont conviés à un entretien avec
un fonctionnaire de ce service. En
moyenne, quinze employés sont
ainsi reçus chaque semaine. A
cette occasion, l'employé peut
signaler au fonctionnaire tout
problème éventuel et est
également informé de ses droits.
La direction du protocole est à
même de résoudre des problèmes
par voie de médiation, de contact
écrit ou de convocation du chef de
poste du diplomate concerné.

Les diplomates ou les
représentations qui ont mauvaise
réputation en ce qui concerne
l'engagement de personnel de
maison n'obtiennent généralement
pas d'autorisation de la direction
Protocole. Le contrôle préventif et
l'intervention en cas d'abus sont
ressentis comme une mesure
radicale par les diplomates.

Bien que davantage d'abus soient
découverts grâce à ces mesures,
le nombre total d'abus diminue.

Le fonctionnaire spécialement
désigné à cet effet au sein de la
direction Protocole joue un rôle de
médiateur. Il n'est pas judicieux de
désigner un médiateur
supplémentaire. La Belgique est à
cet égard plus avancée que bien
d'autres pays.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

onverminderd waakzaam.

Ik denk dat uit het voorgaande blijkt dat de speciale ambtenaar die
zich met de bescherming van huisbedienden bezighoudt, in feite de
rol van ombudsman vervult. Wij staan op dat vlak trouwens een stuk
verder dan de meeste andere landen. Het zou volgens mij weinig
zinvol zijn daarnaast nog een aparte ombudsman aan te stellen.

09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, uit de

procedure die u uiteengezet hebt, blijkt inderdaad dat uw diensten al
het mogelijke doen om de problematiek van nabij te volgen. Het blijft
natuurlijk een aandachtspunt. Als mensen totaal buiten de procedure
treden, blijft het een probleem. Ik neem echter aan dat u ook dat
probleem van nabij zult blijven volgen.

09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):

Les services mettent tout en
oeuvre pour éviter que des
problèmes se posent. Je suppose
qu'ils surveilleront les pratiques
illégales ?

09.04 Minister Karel De Gucht: Als wij daarvan kennis hebben,

melden wij dat aan het arbeidsauditoraat. Het is natuurlijk in eerste
instantie een kwestie van sociale inspectie.

09.04 Karel De Gucht, ministre:

Les pratiques illégales sont
signalées à l'auditorat du travail.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

10 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de minister van Buitenlandse Zaken over "de

blijvende zware schendingen van de mensenrechten in de kandidaat-EU-lidstaat Turkije" (nr. 591)

10 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre des Affaires étrangères sur "les graves

violations des droits de l'homme qui sont toujours perpétrées en Turquie, alors que ce pays est
candidat à l'adhésion à l'Union européenne" (n° 591)

10.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,

collega's, u zult wellicht denken dat het de zoveelste interpellatie op rij
is van het Vlaams Belang over de kwestie-Turkije. Misschien slaakt
de minister zelfs even een zucht. Dan vergist hij zich echter.

10.02 Minister Karel De Gucht: Ik onderga het gewoon.

10.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): U ondergaat het? Het is

nochtans een belangrijke kwestie. Het is niet enkel het Vlaams Belang
dat zich grote vragen stelt bij de toetredingsonderhandelingen op
3 oktober over een mogelijk EU-lidmaatschap van Turkije. Ook de
Europese Unie zelf begint zich daarover grote zorgen te maken.

Eind april, zowat 3 weken geleden, drukte de Luxemburgse minister
van Buitenlandse Zaken, de heer Jean Asselborn, tegenover zijn
Turkse collega Abdullah Gül de haast uit van de hele Europese Unie
om Ankara tot verdere hervormingen aan te manen: "Wij in de EU
blijven ons zorgen maken over de godsdienstvrijheid in Turkije, de
bescherming van de minderheden en de verhouding met het leger."

Inderdaad, sinds 17 december 2004, zowat 5 maanden geleden, de
dag waarop de EU besliste de onderhandelingen te beginnen met
Turkije, blijkt de hervormingskoers van de Turken te zijn stilgevallen.
Bij de Turkse regering domineren binnenlandse kwesties opnieuw de
agenda en de toetredingsonderhandelingen werden weer op het
tweede plan geschoven. Zo zou de Turkse premier Erdogan nog altijd
geen officieel onderhandelingsteam hebben samengesteld.

Mijnheer de minister, het begint zeer ergerlijk te worden. De Turken
beloofden het protocol van Ankara betreffende de douane-unie goed

10.03 Guido Tastenhoye

(Vlaams Belang): Notre parti n'est
pas le seul à s'interroger sur
l'ouverture des négociations
d'adhésion de la Turquie le 3
octobre puisque l'Union
européenne commence
également à se faire de plus en
plus de soucis.

Depuis le 17 décembre 2004, la
date à laquelle l'Union européenne
a décidé d'ouvrir les négociations,
le processus de réforme semble
s'être arrêté en Turquie. Le
premier ministre turc M. Erdogan
n'a pas même constitué d'équipe
de négociation.

La Turquie s'est engagée à
approuver le protocole d'Ankara
instaurant une union douanière
avec les dix nouveaux Etats

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

te keuren. Die douane-unie tussen Turkije en de EU wordt nu
uitgebreid tot de 10 nieuwe lidstaten, waaronder Cyprus. De facto zou
dat een erkenning van Grieks Cyprus door Turkije inhouden. Dat had
al eind februari moeten gebeuren, maar tot nu toe verroerde Ankara
geen vin om het protocol te ondertekenen, hoewel Turkije zich er
goed van bewust is dat het niet ondertekenen van het Ankara-protocol
de toetredingsonderhandelingen ernstig in het gedrang brengt.

Turkije lijkt de jongste maanden te zijn stilgevallen. Cruciale beloften
aan Europa worden niet nageleefd. Zo tilt Europa zwaar aan de niet-
implementatie van allerlei wetswijzigingen die Turkije op papier
doorvoerde in de voorbije jaren. Op het terrein werden die niet
geïmplementeerd: er veranderde zo goed als niets. Een bewijs
daarvan werd begin maart geleverd toen de Turkse politie hardhandig
inbeukte op een vreedzame betoging van vrouwen die meer rechten
opeisten. Ook noodzakelijke economische hervormingen werden nog
niet doorgevoerd. Eind april riep de Europese Unie Turkije dan ook op
de hervormingen ook in de praktijk te brengen. Ik citeer de heer
Asselborn: "De publieke opinie zal de Turkse wil om hervormingen
door te voeren daaraan afmeten."

Een gebied waarop de hervormingen allerminst lijken te vlotten en
daarover gaat de hoofdbrok van mijn interpellatie is het respect voor
de mensenrechten en de minderheden in Turkije. Twee
gerenommeerde organisaties voor de mensenrechten, Human Rights
Watch en Amnesty International, publiceerden er de voorbije
maanden zeer zorgwekkende rapporten over. Ik overloop de grote
lijnen van die rapporten.

Er zijn twee rapporten van Human Rights Watch: een van
15 december 2004 en een van 7 maart 2005. Wat de gedetineerden
betreft blijkt uit die rapporten dat er op wettelijk vlak wel een
verbetering inzake de juridische bijstand kwam, maar dat de
implementatie van de wetgeving in de praktijk maar al te vaak te
wensen overlaat.

Gedetineerden worden vaak geslagen, bedreigd en beledigd door
politiediensten. Daarnaast worden ze ook vaak geblinddoekt,
uitgekleed en nat gespoten met sterke waterstralen of onderworpen
aan elektroshocks tijdens ondervragingen. Het folteren van
gedetineerden blijft in de praktijk heel vaak onbestraft. De organisatie
wijt de veelvuldig voorkomende folteringen aan een gebrek aan
supervisie in politiekantoren. Turkije controleert zogezegd ook intern
de politiepraktijken maar de resultaten van al die monitoring worden
niet bekendgemaakt. Er is dus geen onafhankelijk controleorgaan.
Het Europees Comité voor de Preventie van Foltering mag bovendien
jaarlijks slechts enkele politiediensten bezoeken.

Een groot deel van het rapport is ook gewijd aan de precaire situatie
van de Koerdische displaced persons. Begin de jaren '90 werden
minstens 380 Koerdische dorpsbewoners gedwongen om te
verhuizen door veiligheidsdiensten die verwikkeld waren in een hevige
strijd in de bergen van Zuidoost-Turkije met de Koerdische
separatisten van de PKK. De meesten van deze internally displaced
persons of IDP's leven nog altijd in bijzonder slechte omstandigheden.
De initiatieven die de overheid tot op heden heeft genomen zijn
volgens Human Rights Watch enkel cosmetisch van aard.

membres de l'Union européenne.
La signature de ce protocole
impliquerait la reconnaissance de
fait de Chypre. Le protocole aurait
dû être approuvé dès le mois de
février mais la Turquie ne semble
pas se hâter, alors que cette
situation menace sérieusement les
négociations d'adhésion.

L'Europe se soucie également
beaucoup de la non-transposition
de nombreuses modifications de
loi que la Turquie avait pourtant
réalisées sur papier au cours des
dernières années. Au début du
mois de mars, la police turque est
intervenue avec brutalité lors d'une
manifestation pacifique de
femmes. Les réformes
économiques indispensables n'ont
pas encore été mises en oeuvre.

Mais c'est surtout dans les
domaines des droits de l'homme
et des droits des minorités que les
réformes se font attendre. Human
Rights Watch et Amnesty
International ont publié des
rapports inquiétants à ce sujet ces
derniers mois.

Human Rights Watch indique que
la situation des détenus s'est
améliorée sur le plan légal, mais
que ceux-ci sont encore souvent
maltraités et que les actes de
torture demeurent impunis. La
Turquie exercerait un contrôle
interne sur les services de police,
mais les résultats de celui-ci ne
sont pas rendus publics. Il n'existe
pas d'organe de contrôle
indépendant : le Comité européen
pour la prévention de la torture
n'est autorisé à visiter que
quelques services de police par
an.

Les Kurdes déplacés à l'intérieur
même du pays («internally
displaced persons») vivent
toujours dans des conditions
déplorables: selon Human Rights
Watch, les initiatives des autorités
dans ce domaine sont de nature
purement cosmétique.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Dan is er het rapport van Amnesty International van 25 maart 2005,
zeer recent dus, dat voor een deel handelt over het gebrek aan
persvrijheid in Turkije, persvrijheid die ook door het nieuwe
strafwetboek ernstig wordt ingeperkt. U weet dat de invoering van het
nieuwe strafwetboek al begin april had moeten gebeuren. Men heeft
dat echter uitgesteld tot begin juni. Die nieuwe strafwet zou, aldus de
Press Council and Society of Turkish Journalists, de
journalistenvereniging, al te verregaand ingrijpen in de persvrijheid
want die nieuwe penal code, die nieuwe strafwet, neemt niet alleen
een aantal betwiste strafbepalingen uit de oude wet over maar voert
er ook enkele gevaarlijke in.

Oud en betwist was de bepaling die het gedrag bestraft waarbij een
persoon daden stelt die staatsinstellingen kunnen ik citeer
"beledigen en kleineren". Nieuw en in dezelfde aard is de bepaling die
stelt dat strafbaar zijn ik citeer "daden die indruisen tegen het
fundamenteel nationaal belang". Als voorbeelden verwijst de
toelichting bij dit artikel naar ik citeer "het maken van propaganda
voor een terugtrekking van de Turkse troepen uit Cyprus of het
openlijk aanvaarden van een compromisregeling in verband met deze
kwestie die nadelig zou kunnen zijn voor Turkije of het toegeven dat
de Armeniërs een genocide ondergingen na de eerste wereldoorlog".
Met andere woorden, mijnheer de minister, hier in ons land bent u
strafbaar wanneer u zegt dat er geen holocaust tegen de joden heeft
plaatsgevonden. Dan is men strafbaar in België. Wanneer men in
Turkije zegt of schrijft dat er wel een genocide tegen de Armeniërs
heeft plaatsgevonden, dan loopt men kans op gevangenisstraf, ook
journalisten. Dit staat dus in het nieuwe strafwetboek dat nu over
enkele weken van kracht wordt. Dat is een fundamentele inperking
van de persvrijheid en van de vrijheid van meningsuitiging in Turkije.

Voorts klaagt Amnesty International marteling, mishandeling in
politiehechtenis en buitensporig geweld tegen demonstranten aan, het
lastigvallen van...

Un rapport très récent d'Amnesty
dénonce l'absence de liberté de
presse et prévient que la nouvelle
loi pénale contient également des
dispositions qui limitent fortement
la liberté de presse. Ainsi, tout qui
reconnaît l'existence du génocide
arménien risque une peine de
prison. Amnesty fait également
état d'actes de torture dans le
cadre de détentions policières, de
violences excessives à l'encontre
de manifestants et de harcèlement
de militants des droits de l'homme.

En conséquence, il serait logique
de suspendre à tout le moins la
date d'ouverture des négociations.
La Belgique compte-t-elle
demander à l'Union européenne
de reporter sine die les
négociations d'adhésion jusqu'à ce
que la Turquie mette effectivement
en oeuvre les réformes prévues
sur le terrain ?

10.04 Minister Karel De Gucht: (...)

10.05 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): U hebt het gelezen. Ik

ben bijna klaar en haal alleen de hoofdlijnen aan. Amnesty
International klaagt dus het lastigvallen van mensenrechtenactivisten
aan. Geweld tegen vrouwen en sterfgevallen onder verdachte
omstandigheden blijven onrust baren. Mensen die vreedzaam
probeerden gebruik te maken van hun recht om te demonstreren of
een afwijkende mening hadden over bepaalde kwesties, worden nog
steeds strafrechtelijk vervolgd. Tot zover de grote lijnen inzake de
precaire toestand in Turkije op dit ogenblik, vier maanden voordat u
met het land toetredingsonderhandelingen wilt beginnen.

De conclusie van dat alles, mijnheer de minister, een logisch gevolg
van de vele schendingen van de mensenrechten en van het niet
nakomen van talrijke beloften zou op zijn minst een opschorting van
de datum zijn om toetredingsonderhandelingen te beginnen. Niet
alleen het Vlaams Belang stelt dat. In kringen van de Europese Unie
hoort men meer en meer zeggen dat de datum van 3 oktober in de
gegeven omstandigheden niet haalbaar is, omdat Turkije zijn
verplichtingen niet nakomt en het hervormingsproces zo goed als
stilgevallen is.

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Mijnheer de minister, ik heb slechts een vraag. Zal België er bij de
bevoegde instanties in de Europese Unie op aandringen om minstens
de datum voor toetredingsonderhandelingen met Turkije sine die uit te
stellen tot op het ogenblik dat Turkije meer blijk geeft van
verantwoordelijkheidszin en de hervormingen daadwerkelijk op het
terrein doorvoert?

10.06 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, mijnheer

Tastenhoye, ten eerste, wat het Protocol van Ankara betreft, in de
besluiten van de Europese Raad staat dat het moet ondertekend
worden voor de opening van de onderhandelingen.

10.06 Karel De Gucht, ministre:

Le protocole d'Ankara doit être
signé avant le début des
négociations.

10.07 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Dat zou in februari...

10.08 Minister Karel De Gucht: Nee, dat staat daarin: dat het voor de

opening van de onderhandelingen moet ondertekend worden. U hebt
ondertussen misschien al een afdeling in de Europese Commissie
maar in de Europese Raad zit u nog niet. In de besluiten staat dat het
voor de start van de onderhandelingen ondertekend moet worden. Zo
eenvoudig is dat. Daardoor rijzen heel wat moeilijke problemen in
Turkije, die men kan onderschatten en waarvan men misschien kan
zeggen dat zij overdreven gevoelig liggen, maar er zijn ook in ons land
zaken die gevoelig liggen. In Turkije ligt de zaak Cyprus gevoelig. For
better or for worse, maar dat is een vaststelling. Het is evident dat
Turkije zich moet houden aan de engagementen die het genomen
heeft en dat de onderhandelingen niet geopend zullen worden als het
Protocol niet getekend is. De datum die in de besluiten staat, is de
datum van de opening van de onderhandelingen.

Ten tweede, is het een kwestie van inschatting. U moet mij niet
overtuigen van het feit dat er best nog een aantal zaken kan
verbeteren in Turkije. Dat was trouwens de vraag daarnet van een
van uw collega's, inzake de incidenten ter gelegenheid van een
betoging van vrouwen. Ook op onder andere het vlak van de
behandeling van gevangenen zijn er zeker nog problemen.

De kwestie is hoe men dat wil aanpakken. Ofwel zegt men: kijk, er
zijn problemen, dus wij willen Turkije er niet bij. Ofwel gaan wij precies
van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie gebruikmaken om
dat soort problemen in de toekomst te vermijden. Ik meen dat er op
dit ogenblik geen enkele reden is om de datum uit te stellen. Maar wij
steunen volledig collega Asselborn wanneer hij geregeld de Turkse
autoriteiten erop attent maakt dat een aantal dingen moet veranderen.
Dat moet ook blijven gebeuren. De Europese Commissie heeft tijdens
de hele periode van de onderhandelingen de plicht aan monitoring te
doen, inzake de criteria van Kopenhagen, van de vooruitgang die
wordt geboekt.

Indien de Europese Commissie tot de vaststelling komt dat het niet
goed loopt, zal zij ongetwijfeld de nodige voorstellen doen, zoals de
Europese Commissie ook heeft voorgesteld de onderhandelingen met
Kroatië niet te openen omdat Kroatië nog altijd nalaat Gotovina uit te
leveren.

Maar wij zijn begonnen met een proces. Ik meen dat dit het juiste
politieke proces is. Het is evident dat wij erop moeten toekijken dat de
mensenrechtensituatie in Turkije verbetert. Maar ik meen dat precies
de uitbreidingsprocedure ons de middelen geeft dat proces te

10.08 Karel De Gucht, ministre: Il

reste donc encore du temps à la
Turquie mais il est évident qu'on
n'entamera pas les négociations
tant que le protocole ne sera pas
signé.

Je sais parfaitement qu'un certain
nombre de choses doivent encore
être améliorées en Turquie. Reste
à trouver la meilleure manière d'y
parvenir: soit on bloque l'adhésion,
soit on profite précisément de
cette adhésion pour inciter la
Turquie à entreprendre des
réformes. A l'heure actuelle, il n'y a
aucune raison de reporter cette
date. Cependant, si la
Commission constate que les
choses ne se déroulent pas
correctement, elle formulera sans
aucun doute les propositions
nécessaires, de la même manière
qu'elle a proposé de ne pas
entamer de négociations avec la
Croatie en raison du refus de ce
pays d'extrader Gotovina.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

beïnvloeden. Alle veranderingen die men in Turkije ziet, en die
inderdaad nog onvolmaakt zijn, zijn het gevolg van het perspectief dat
Turkije inderdaad tot de Europese Unie zal toetreden.

10.09 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik

dank u voor uw antwoord, maar u schijnt een beetje blind te blijven
voor het feit dat uit diverse rapporten en vaststellingen ter plaatse
blijkt dat het Turkse hervormingsproces zo goed als stilgevallen is. Er
zit geen schot meer in de zaak. Vier maanden vóór de
toetredingsonderhandelingen, op 3 oktober 2005, is het bijna totaal
onmogelijk om het scheefgelopen hervormingsproces in Turkije nog
recht te trekken. In de praktijk is dat totaal ondoenbaar. Vandaar
vraag ik u dat is ook de draagwijdte van de motie die ik onmiddellijk
zal indienen druk uit te oefenen op Turkije en ermee te dreigen de
datum van de start van de toetredingsonderhandelingen te verdagen,
om de druk op de ketel te verhogen. Turkije is namelijk dat blijkt uit
alles wat er op dit ogenblik gebeurt niet van plan in de huidige
omstandigheden om al de aangegane verplichtingen na te komen.
Zoveel is duidelijk.

10.09 Guido Tastenhoye

(Vlaams Belang): Le ministre
semble refuser d'admettre que le
processus de réforme est
pratiquement à l'arrêt. Il ne peut
plus être remédié à la situation en
quatre mois de temps. J'invite
donc le ministre à menacer de
reporter la date du début des
négociations pour maintenir la
pression.

10.10 Minister Karel De Gucht: Dit dossier wordt constant en op de

voet gevolgd in de Europese Unie. Wij doen dat ook op een zeer
actieve wijze. Ik heb het u reeds gezegd, collega Tastenhoye, de
Europese Commissie kan dergelijke voorstellen doen en heeft het in
bepaalde dossiers ook al gedaan. U maakt echter in belangrijke mate
een intentieproces van de toetreding als dusdanig, terwijl mijn
standpunt is dat het juist de toetreding is die maakt dat wij nu veel
meer dan in het verleden kunnen samenwerken met Turkije om de
mensenrechtensituatie te verbeteren in dat land.

10.10 Karel De Gucht, ministre:

Ce dossier est suivi en
permanence, tant par l'UE que par
nous-même. Comme il a été dit, la
Commission européenne peut
faire de telles propositions et l'a
déjà fait. Cependant, à l'heure
actuelle, notre collaboration avec
la Turquie en ce qui concerne
l'amélioration de la situation des
droits de l'homme est bien
meilleure que par le passé.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering
om er bij de bevoegde Europese instanties hard op aan te dringen dat de datum voor de start van
toetredingsonderhandelingen met Turkije namelijk 3 oktober 2005 sine die zou worden uitgesteld:
- omdat Turkije systematisch zijn beloften niet is nagekomen;
- omdat het hervormingsproces quasi is stilgevallen;
- omdat de reeds op papier doorgevoerde hervormingen al te weinig in de praktijk zijn gebracht;
- en vooral omdat de zware schendingen van de mensenrechten zich blijven voordoen alsook de blijvende
discriminatie van religieuze, culturele en etnische minderheden in dit Aziatische moslimland."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido Tastenhoye
et la réponse du ministre des Affaires étrangères,
demande au gouvernement
d'insister fermement auprès des instances européennes pour que la date d'ouverture des négociations

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'adhésion avec la Turquie, en l'occurrence le 3 octobre 2005, soit reportée sine die:
- parce que la Turquie n'a pas respecté ses promesses de manière systématique;
- parce que le processus de réformes est pratiquement au point mort;
- parce que les réformes déjà menées sur papier n'ont été que trop peu mises en oeuvre;
- et surtout parce que le régime continue à commettre de graves violations des droits de l'homme et à
opérer des discriminations à l'encontre des minorités religieuses, culturelles et ethniques dans ce pays
musulman d'Asie."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Miguel Chevalier, Cemal Cavdarli, Dylan Casaer,
Koen T'Sijen en Hervé Hasquin.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Miguel Chevalier, Cemal Cavdarli, Dylan Casaer, Koen
T'Sijen et Hervé Hasquin.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

Le président: Les questions n

6728 et 6985 de M. Van den Eynde et n° 6821 de M. Dirk Van der Maelen

sont reportées, étant donné que ceux-ci sont retenus à la Conférence des présidents.

11 Question de Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "les négociations AGCS"

(n° 6978)

11 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de GATS-

onderhandelingen" (nr. 6978)

11.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le

ministre, il me paraissait important de revenir sur cette problématique
au parlement, dans un calendrier assez rapproché, puisque les
discussions avancent vite. C'est la raison pour laquelle il me
paraissait important de ne pas reporter cette question.

Aux mois de décembre et de janvier, l'Union européenne a fait cette
demande de libéralisation au reste du monde. Maintenant, elle est
dans une phase où elle a revisité ses propositions de libéralisation
vis-à-vis du reste du monde. Quels étaient les marchés européens
qu'elle comptait ouvrir et comment?

On se doute que pour un pays aussi ouvert que la Belgique 80%
d'exportations et d'importations il s'agit de domaines
particulièrement sensibles qui peuvent avoir une grande influence
pour notre pays. Il importe donc de bien préparer ces grandes
discussions. D'après les éléments en ma possession, la majorité des
modifications proposées par rapport aux requêtes précédentes
touchent à des modes d'établissement des différents services: soit
des modes de prestations qui s'effectuent à partir des pays d'origine,
soit des modes de prestations sur place. Cela touche donc de près
les questions de migrations mais on élargit également les domaines
dans lesquels ces prestations pourront s'effectuer en Belgique. Dans
des domaines tels que ceux des travailleurs indépendants, la
Commission européenne a proposé que des ressortissants de divers
pays puissent venir prester en Belgique pour des durées plus longues
que ce qui était envisagé précédemment.

D'autres domaines relativement sensibles sont encore présents dans
ces offres, par exemple les services environnementaux parmi
lesquels il faut comprendre aussi bien la distribution d'eau que le
traitement des eaux usées. Il s'agit donc de secteurs qui touchent à
des droits fondamentaux pour lesquels il faut rester très vigilant. Ces

11.01 Zoé Genot (ECOLO): In

december en januari, diende de
Europese Unie een verzoek tot
liberalisering in. In de huidige fase
schaaft ze die
liberaliseringsvoorstellen bij in het
licht van de mondiale context.
Welke Europese markten wilde ze
openstellen en hoe?

Voor een open land als België
met 80 procent uitvoer en invoer
gaat het om erg gevoelige
domeinen. De meerderheid van de
voorgestelde wijzigingen zou te
maken hebben met de manier
waarop een aantal diensten
worden verstrekt, hetzij in het land
van oorsprong, hetzij ter plaatse.
Wat de zelfstandigen betreft,
stelde de Europese Commissie
voor dat onderdanen van
verscheidene landen in België
langer zouden mogen werken dan
eerder werd vooropgesteld. Die
voorstellen betreffen nog andere
gevoelige domeinen, zoals de
milieudiensten. Het gaat dus om
sectoren die aan de fundamentele
rechten raken en waarin de
hoogste waakzaamheid vereist is.

Ik had hieraan graag een

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

négociations sont importantes et touchent des domaines importants
pour les citoyens.

J'aurais voulu savoir comment on allait pouvoir collectiviser la
discussion, comment on allait pouvoir réellement mener un débat
démocratique sur cette question. On le sait, la Commission est très
frileuse, elle parle beaucoup de confidentialité, d'avantages
stratégiques qu'il convient de conserver en ne diffusant pas les offres
de libéralisation. Soyons clairs, les Etats-Unis, j'en suis sûre, ont
toutes les versions des offres de la Communauté européenne. Ce
n'est pas parce qu'au parlement belge et dans d'autres parlements,
on peut mener un débat démocratique sur ces offres que, d'un seul
coup, les Etats-Unis en seront informés. Ou alors, ils ont de très
mauvais services d'espionnage commercial mais je ne pense pas que
ce soit le cas.

Cet argument qui est souvent utilisé pour éviter un débat
démocratique dans nos parlements ne tient pas. J'espère donc que
nous aurons la possibilité d'avoir un accès aux documents et donc
aux offres de la Commission. En son temps, Mme Neyts avait mis à
disposition des parlementaires, au cours d'une après-midi, des
documents très importants. Mais je ne peux pas dire que les
conditions étaient idéales pour faire un véritable travail sur les textes,
d'autant plus que les parlementaires ne sont pas des génies
certains peut-être, mais ce n'est pas mon cas! Pour avoir un avis
éclairé sur des textes aussi compliqués, il faut pouvoir s'entourer,
questionner des experts et travailler en associant aussi bien les
partenaires sociaux que certains experts de la société civile.

J'aurais voulu revenir avec vous sur le calendrier précis des
négociations qui se déroulent pour l'instant. Quand l'Union
européenne clôture-t-elle les consultations vis-à-vis des requêtes
revisitées? Depuis combien de temps la Belgique a-t-elle reçu ces
nouvelles offres AGCS? Quelles consultations ont été effectuées et
selon quelles modalités? Quelles sont les possibilités pour les
parlementaires d'étudier ces offres et d'en débattre
démocratiquement? Quelles consultations des acteurs sociaux et
civils, quels experts ont-ils été consultés?

Les questions des migrations sont au centre des requêtes revisitées.
Les spécialistes de ce domaine ont-ils été consultés? Comment s'est
organisé le travail avec le ministre de l'Intérieur qui est lui aussi
directement concerné? Quelle est la position de la Belgique au sujet
de ces nouvelles propositions?

democratisch debat en een
globale bespreking gewijd. De
Commissie houdt zich echter op
de vlakte, schermt met het
vertrouwelijk karakter van de
liberaliseringsvoorstellen en
weigert deze bekend te maken.
Dat argument, dat vaak als
schaamlapje wordt gebruikt om
een democratisch debat in onze
parlementen uit de weg te gaan,
overtuigt niet. Ik hoop dus dat we
toegang zullen krijgen tot de
documenten en de voorstellen van
de Commissie. Om een
onderbouwd standpunt over zo
ingewikkelde teksten te kunnen
innemen, moet men zich kunnen
laten bijstaan, een beroep doen op
experts en zowel de sociale
partners als het middenveld bij de
werkzaamheden betrekken.

Ik wens terug te komen op de
timing van de onderhandelingen
die momenteel aan de gang zijn.
Waarom beëindigt de Europese
Unie de raadplegingen inzake de
herziene verzoeken? Hoelang
beschikt België al over die nieuwe
aanbiedingen in het kader van de
GATS? Werd er overleg gepleegd
en volgens welke modaliteiten
verliep dit? Welke mogelijkheden
worden de parlementsleden
geboden om die aanbiedingen te
bestuderen en democratisch te
bespreken? Welke actoren uit de
sociale beweging en het
maatschappelijk middenveld en
welke deskundigen werden bij het
overleg betrokken?

Werden de migratiedeskundigen
geraadpleegd? Hoe verliep de
samenwerking met de minister
van Binnenlandse Zaken? Welk
standpunt neemt België in ten
aanzien van die nieuwe
voorstellen?

11.02 Karel De Gucht, ministre: Chers collègues, tout d'abord, pour

ce qui est du calendrier exact, conformément à la décision adoptée
par le Conseil général le 1

août 2004 concernant donc le paquet

de juillet , l'Union européenne s'était engagée à soumettre une offre
révisée pour le 31 mai 2005. La Commission européenne a préparé
un premier projet d'offre révisée qu'elle a transmis aux Etats
membres à l'occasion du comité 133 du 20 avril 2005, date à laquelle

11.02 Minister Karel De Gucht:

Vooreerst wat de precieze timing
betreft, had de Europese Unie zich
ertoe verbonden om tegen 31 mei
2005 een herzien aanbod in te
dienen. De Commissie heeft een
eerste ontwerp van herzien

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

la Belgique a reçu le premier projet d'offre révisée. Les États
membres ont procédé aux consultations nationales et fait parvenir
leurs premiers commentaires à la Commission pour le 6 mai. Sur la
base des remarques reçues, la Commission européenne prépare un
deuxième projet d'offre révisée qui devrait être transmis aux Etats
membres aux alentours du 18 mai. L'intention de la Commission est
de transmettre l'offre révisée "services" à ses partenaires de l'OMC
pour le 31 mai.

Au sujet des consultations effectuées, dès le projet d'offre, les
fonctionnaires en charge du dossier ont envoyé par fax aux experts
compétents les parties de l'offre les concernant. Tous les niveaux de
pouvoir ont été consultés: fédéral, régional et communautaire. Une
réunion DGE qui réunit à la fois les administrations et les cabinets a
été organisée le 28 avril. Le compte rendu de cette réunion a servi de
base aux remarques préliminaires que la Belgique a envoyées à la
Commission. Les acteurs sociaux et civils ont pu prendre
connaissance du contenu de l'offre le 4 mai, lors d'une réunion avec
le Conseil fédéral de développement durable où les membres
présents ont eu accès au texte de l'offre européenne.

En ce qui concerne les possibilités pour les parlementaires d'étudier
ces offres et d'en débattre démocratiquement, je ne vois aucun
inconvénient à vous faire rencontrer les experts de mon
administration et du cabinet pour en discuter. Je suis prêt à organiser
une réunion, pour autant que vous n'utilisiez plus le terme
"collectiviser"!

Les questions de migration sont au centre de ces négociations. Vous
demandez si les spécialistes de ce domaine ont été consultés. Ce
dont il est question dans l'offre de l'Union européenne est le mode 4,
à savoir le déplacement de personnel hautement qualifié d'un État
membre sur le territoire d'un autre État membre, sur une base
temporaire et à des conditions bien définies dans le texte. Les experts
des ministères compétents ont été consultés au sujet des parties de
l'offre les concernant. À la suite des consultations des experts et de la
réunion du 28 avril, la Belgique a transmis à la Commission
européenne des remarques d'ordre technique et d'ordre politique.
Quelques demandes de qualification ont également été formulées.

Si vous jugez utile d'organiser une réunion, nous sommes prêts à y
contribuer.

aanbod voorbereid dat ze op 20
april 2005 aan de lidstaten heeft
overgezonden. De lidstaten
hebben op nationaal vlak overleg
gevoerd en hebben hun eerste
opmerkingen aan de Commissie
bezorgd. Op grond hiervan bereidt
deze laatste een tweede ontwerp
van herzien aanbod voor dat
vandaag nog naar de lidstaten zou
worden verzonden. De Commissie
is nog steeds van plan om het
herziene dienstenaanbod tegen 31
mei aan haar partners van de
WTO voor te leggen.

Wat de gevoerde raadplegingen
betreft, zodra het ontwerp van
aanbod in ons bezit was, hebben
we de bevoegde deskundigen de
onderdelen van het aanbod
bezorgd die tot hun vakgebied
behoren. Alle beleidsniveaus
werden geconsulteerd: het
federale, het gewestelijke en het
communautaire. De actoren uit de
sociale beweging en het
maatschappelijke middenveld
hebben op 4 mei inzage kunnen
nemen van de inhoud van het
aanbod. De migratiedeskundigen
werden eveneens geraadpleegd.

Wat de mogelijkheden voor de
parlementsleden betreft om die
aanbiedingen te bestuderen en
democratisch te bespreken, heb
ik er geen enkel bezwaar tegen
dat de deskundigen van mijn
administratie en mijn kabinet de
aangelegenheid met u bespreken.
Ik ben zelfs bereid een dergelijke
vergadering te beleggen.

11.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, il serait

effectivement intéressant que les membres de la commission aient la
possibilité de se rendre au cabinet ministériel et de consulter ces
offres.

11.03 Zoé Genot (ECOLO): Het

zou inderdaad interessant zijn
mochten de leden van de
commissie de mogelijkheid
krijgen de aanbiedingen op het
kabinet van de minister in te
kijken.

11.04 Karel De Gucht, ministre: Ce n'est pas ce que j'ai dit! J'ai dit

que vous pouviez consulter tous les documents. Cependant, comme
vous le précisez vous-même, cela ne vous aidera pas beaucoup car
ils sont tout à fait illisibles. Bien que vous soyez un génie, ce sera
néanmoins très difficile!

11.04 Minister Karel De Gucht:

Dat is niet wat ik gezegd heb! U
mag alle documenten inkijken,
maar zij zijn volkomen onleesbaar.

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

11.05 Zoé Genot (ECOLO): Je suis économiste; c'est la raison pour

laquelle je me préoccupe des intérêts de la Belgique dans ce genre
de dossier.

11.05 Zoé Genot (ECOLO): Ik

ben economiste; ik ben
bekommerd over de Belgische
belangen in dat dossier.

11.06 Karel De Gucht, ministre: Les écologistes ne sont pas les

seuls à le faire, madame!

Je pense qu'il serait plus utile d'organiser une réunion avec Mme
Blum et ses collaborateurs qui connaissent ces propositions et
peuvent vous expliquer de quoi il s'agit exactement.

Je le répète, les membres de la commission qui veulent consulter ces
documents sont les bienvenus mais il serait préférable que vous
consacriez une réunion avec Mme Blum et ses collaborateurs à
l'examen desdits documents que connaît parfaitement Mme Blum qui
siège au comité 133.

11.06 Minister Karel De Gucht:

De Groenen zijn niet de enigen die
daar oog voor hebben! Ik denk dat
het nuttiger zou zijn een
vergadering met mevrouw Blum
en haar medewerkers te
organiseren. Zij kunnen u
uitleggen wat die voorstellen
precies inhouden.

11.07 Zoé Genot (ECOLO): Il est exact que ce serait souhaitable. Je

suppose que, comme moi, d'autres membres de la commission
seront intéressés par la tenue d'une telle réunion, avant le 31 mai, car
cela ne servirait à rien d'avoir cet échange après la clôture du dossier.

On parle de changements mineurs, de mode 4 qui ne concernent que
du personnel hautement spécialisé mais en fait, c'est très large et
cela concerne un très grand nombre de personnes. Pour cette raison,
nous sommes tout à fait partisans d'un débat sur les migrations, y
compris sur des migrations économiques mais pas en catimini, dans
le cadre d'une discussion sur les libéralisations; cela ne me paraît pas
être le cadre le plus opportun. Ce débat ne doit pas être confisqué.
Sous la législature précédente, une résolution importante, soutenue
par une immense majorité des parlementaires, demandait la tenue de
réels débats démocratiques à ce sujet et dans cette enceinte. Dès
lors, il serait intéressant d'inviter Mme Blum au parlement pour
pouvoir en discuter de la manière la plus large possible.

11.07 Zoé Genot (ECOLO): Dat

is inderdaad wenselijk. Ik
veronderstel dat ook andere leden
gewonnen zijn voor zo'n
vergadering, maar dan wel vóór 31
mei, want een dergelijke
gedachtewisseling zou nutteloos
zijn als het dossier al gesloten is.

Men heeft het over kleine
wijzigingen die enkel betrekking
hebben op zeer gespecialiseerd
personeel. In feite is dat zeer ruim
en heeft dat betrekking op een
groot aantal personeelsleden.
Daarom zijn wij voorstander van
een open migratiedebat. Dat lijkt
mij echter niet het meest
aangewezen kader. Men mag zich
dat debat niet toe-eigenen. Tijdens
de vorige zittingsperiode werd een
belangrijke resolutie ingediend
waarin wordt gevraagd daaraan in
de Kamer een echt democratisch
debat te wijden. Het ware dan ook
aangewezen mevrouw Blum in het
Parlement uit te nodigen teneinde
een en ander zo uitvoerig mogelijk
te kunnen bespreken.

11.08 Karel De Gucht, ministre: Selon moi, il n'y a pas encore eu de

réel débat à ce sujet parce que les nouvelles propositions ne vont pas
à l'encontre de nos remarques; nous ne sommes pas contradictoires
dans nos propositions.

11.08 Minister Karel De Gucht:

Er werd ter zake geen echt debat
gevoerd omdat de nieuwe
voorstellen niet haaks staan op
onze opmerkingen; onze
voorstellen zijn niet tegenstrijdig.

11.09 Zoé Genot (ECOLO): On parle d'un élargissement des

catégories des personnes qui peuvent prester des services
environnementaux; cela me pose un problème que l'on élargisse les

11.09 Zoé Genot (ECOLO): Men

heeft het over een uitbreiding van
de categorieën van personen die

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

types d'entreprises qui pourront effectuer le traitement des eaux
usées ou la distribution d'eau, sans que l'on ait pu en discuter. La
Belgique avait émis un certain nombre de remarques en la matière;
elles ont été balayées. Cela vaudrait la peine de voir exactement où
nous en sommes!

milieudiensten mogen verlenen. Ik
heb moeite met de uitbreiding van
het soort ondernemingen die
afvalwater mogen zuiveren of die
voor de watervoorziening mogen
instaan, zonder dat wij de kans
hebben gekregen een en ander te
bespreken. Het zou de moeite
lonen om na te gaan waar we
precies aan toe zijn!

11.10 Karel De Gucht, ministre: Nous ne sommes pas seuls au sein

de l'Union européenne!

11.10 Minister Karel De Gucht:

Wij zijn niet de enigen in de
Europese Unie.

11.11 Zoé Genot (ECOLO): Non, mais par rapport aux propositions

de libéralisation, tout pays peut émettre des réserves nationales.

11.11 Zoé Genot (ECOLO):

Neen, maar elk land kan
voorbehoud maken bij de
voorstellen tot liberalisering.

11.12 Karel De Gucht, ministre: Nous n'en sommes pas encore là!

11.12 Minister Karel De Gucht:

Wij zijn zover nog niet!

11.13 Zoé Genot (ECOLO): Non, mais la possibilité est offerte. En

matière de demandes de libéralisation par rapport aux autres pays, la
Commission européenne est seule à la manoeuvre et pourrait décider
si aucun rapport de forces ne s'établit. Par contre, ici, la possibilité
existe d'émettre des réserves nationales. Ne nous privons pas a priori
de cet outil!

11.13 Zoé Genot (ECOLO): Die

mogelijkheid wordt geboden. Wat
de aanvragen met betrekking tot
de liberalisatie betreft, is de
Commissie als enige aan zet. De
mogelijkheid bestaat echter voor
de lidstaten om voorbehoud te
maken. Wij mogen ons dat
instrument a priori niet ontzeggen!

11.14 Karel De Gucht, ministre: Je propose que vous ayez d'abord

cette discussion avec Mme Blum; par la suite, si vous souhaitez
encore me poser des questions, j'y répondrai volontiers.

11.14 Minister Karel De Gucht:

Ik stel voor dat u eerst die
discussie voert met mevrouw
Blum; daarna zal ik graag
antwoorden op eventuele vragen
die u terzake nog zou hebben.

Le président: Nous transmettrons l'information à M. le président
Pinxten.

De voorzitter: Wij zullen die
gegevens aan voorzitter Pinxten
bezorgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

12 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de Belgische

inspanningen omtrent de EU-gedragscode voor wapenhandel" (nr. 6839)

12 Question de M. Koen T'Sijen au ministre des Affaires étrangères sur "les efforts fournis par la

Belgique dans le cadre du code de conduite européen en matière de commerce des armes" (n° 6839)

12.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, met uw interventie in de licentie voor de wapenmunitiefabriek
in Tanzania, die ik trouwens ten zeerste waardeer, toonde u aan dat u
ten zeerste bezorgd bent over de negatieve gevolgen van de
internationale wapenhandel.

12.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):

Par son intervention dans le
dossier de la fabrique de
munitions de Tanzanie, le ministre
a affiché récemment ses
préoccupations quant aux

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

U weet dat wij met ons land toch wel wat te verdedigen hebben op dat
vlak. Wij kennen het landmijnenverdrag van 1997. Wij hebben ook de
belangrijkste principes van de Europese gedragscode overgenomen
in onze Belgische wetgeving.

Met de uitvoering van die gedragscode omtrent wapenhandel zijn er
wel wat problemen. Een recent rapport van een groep Europese
NGO's, getiteld "Taking control: the case for a more effective
European union code of conduct on arms export", geeft een aantal
aanbevelingen voor uitvoeringsbepalingen die een effectieve en
efficiënte implementatie van die gedragscode mogelijk moet maken.

Ik heb een vijftal aanbevelingen opgesomd in mijn schriftelijk
ingediende vraag aan u. Het betreft de volgende.

Ten eerste, de uitbreiding van het toepassingsgebied voor de
wapenexportcontroles tot het volledige gamma van militaire en
politionele wapentechnieken, technologieën, onderdelen, diensten en
dergelijke, die mensenrechten of het humanitair recht kunnen
bedreigen of die regionale instabiliteit en conflicten kunnen
aanwakkeren.

Ten tweede, een snellere en duidelijkere internationale kennisgeving
van wapenexportweigeringen en een transparante internationale
database voor al die licentieweigeringen door EU-lidstaten.

Ten derde, de lidstaten moeten eigenlijk ook de nodige juridische en
administratieve aanpassingen doen om tot een zinvollere publicatie
van wapenexportactiviteiten te komen en de nieuwe EU-lidstaten
zouden de nodige begeleiding moeten krijgen om hun wetgeving en
administratie op dat vlak op punt te stellen.

Ten vierde, de lidstaten zouden de Community Trade Regulation
kunnen goedkeuren die de handel regelt in bepaalde onderdelen die
vaak worden gehanteerd voor foltering en bestraffing.

Ten slotte, de lidstaten zouden moeten komen tot een
gemeenschappelijke interpretatie van de sleutelprincipes uit de
gedragscodes, zodat we kunnen komen tot een uniforme aanpak van
ongecontroleerde wapenhandel.

Mijnheer de minister, ik heb daarom de volgende vragen aan u.

Hebt u op Europees niveau al enkele acties daaromtrent
ondernomen, op basis van het rapport waarvan ik een aantal
elementen opsomde?

Zo ja, welke?

Als dat niet zo is, bent u dan van plan om dat te doen?

Is de regering bereid om een leidende rol op zich te nemen in de
bewerkstelliging van een internationaal wapenhandelsverdrag op VN-
niveau, bijvoorbeeld in het kader van het voorzitterschap van de
OVSE in 2006?

conséquences négatives du
commerce d'armes international.
La Belgique a joué un rôle actif
lors de la conclusion d'une
convention sur l'interdiction des
mines terrestres de 1997 et a
introduit des principes du code de
conduite européen relatifs au
commerce d'armes dans sa
législation nationale. Un récent
rapport publié par différentes ONG
européennes et intitulé Taking
control: the case for a more
effective European Union code of
conduct on arms export révèle
toutefois l'existence de problèmes
liés à l'application du code de
conduite et contient des
propositions visant à améliorer sa
mise en oeuvre.

Les contrôles des exportations
d'armes doivent être étendus à
l'ensemble des techniques, des
technologies, des éléments et des
services menaçant les droits de
l'homme ou portant atteinte à la
stabilité régionale. Il convient de
créer une base de données
internationale permettant de
connaître les exportations d'armes
et les licences européennes
refusées. Les nouveaux Etats
membres doivent être épaulés en
ce sens. Les Etats membres
doivent approuver la Community
Trade Regulation, relative au
commerce des instruments de
torture. Les Etats membres
doivent aboutir à une approche
uniforme du commerce d'armes
échappant à tout contrôle.

Le ministre a-t-il déjà pris une
initiative à l'échelon européen sur
la base de ce rapport? Le
gouvernement jouera-t-il un rôle
directeur dans l'élaboration d'un
traité international sur le
commerce d'armes à l'occasion de
la présidence de l'Organisation
pour la sécurité et la coopération
en Europe de 2006?

12.02 Minister Karel De Gucht: Mijnheer de voorzitter, België heeft

als eerste EU-lidstaat de bepalingen van de EU-gedragscode in zijn

12.02 Karel De Gucht, ministre:

Le 26 mars 2003, la Belgique a été

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

wettelijk systeem geïntegreerd bij wet van 26 maart 2003. De huidige
Belgische wetgeving houdt reeds veel van de bepalingen inzake
wapenhandel die momenteel bediscussieerd worden op Europees
niveau, in. België steunt trouwens alle initiatieven op Europees niveau
die ertoe zouden kunnen bijdragen een betere controle te organiseren
inzake wapenhandel en handel in producten voor tweeërlei gebruik.

U weet dat de bevoegdheden van het federale niveau op dat vlak
eerder beperkt zijn, wat ik trouwens persoonlijk betreur. De opmaak
van een internationaal wapenhandelsverdrag op VN-niveau vergt
grondige analyse en voorbereiding. Op VN-niveau stelt men vandaag
vast dat de internationale consensus over de problematiek van de
illegale handel in kleine wapens slechts moeizaam en stapsgewijze
kan bewerkstelligd worden. Om die reden heeft België en overigens
de gehele Europese Unie de voorkeur gegeven aan de promotie van
specifieke initiatieven, zoals het onderhandelen van een juridisch
instrument inzake het markeren en traceren van kleine wapens, of
nog het voorstellen van concrete gedragslijnen inzake tussenhandel
of brokering.

Die onderhandelingen zijn thans aan de gang en onze hoop is dat de
resultaten zullen kunnen binnengehaald worden ter gelegenheid van
de toetsingsconferentie over de uitvoering van het in 2001 aanvaarde
VN-actieplan inzake kleine wapens, die in 2006 zal doorgaan. Op
grond van de daar vastgestelde vooruitgang zullen de slaagkansen
van een internationaal wapenhandelsverdrag op de meest realistische
wijze ingeschat kunnen worden. Initiatieven die vooruitkopen op die
timing, riskeren weinig tastbare of zelfs contraproductieve resultaten
op te leveren.

De hierboven geschetste analyse neemt uiteraard niet weg dat de
regering in ons land een intern proces kan van consultatie met alle
betrokken Belgische actoren opstarten.

le premier Etat membre de l'Union
européenne à insérer les
dispositions du code de conduite
dans sa législation. Certaines
dispositions, encore débattues
actuellement au niveau européen,
figurent déjà dans la loi belge. En
outre, la Belgique soutient toutes
les initiatives conduisant à un
meilleur contrôle du commerce
des armes.

Je regrette qu'à cet égard la
compétence fédérale soit limitée.
L'obtention d'un traité international
sur le commerce des armes au
niveau des Nations Unies requiert
beaucoup de préparation car, à
l'heure actuelle, l'on parvient très
difficilement à atteindre un
consensus international. L'Union
européenne a choisi de soutenir
certaines initiatives, par exemple,
la mise en place d'un instrument
juridique pour le marquage et le
traçage de petites armes, et
l'établissement de lignes de
conduite en matière de commerce
intermédiaire.

J'espère que les négociations
pourront être achevées pour 2006.
C'est lors de la Conférence
d'évaluation sur l'application du
plan d'action des Nations Unies
pour les petites armes que les
chances de réussite d'un traité
international sur le commerce des
armes seront le mieux évaluées.

Dans l'intervalle, le gouvernement
peut contacter les acteurs belges
concernés.

12.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord. Ik ben daar tevreden mee.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Les questions de M. Chevalier (n

6873, 6930 et 6931) sont reportées. Nous en sommes au

point 24 de l'agenda (question n° 6946), mais M. Tastenhoye semble nous avoir quittés.

13 Question de Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "les élections et la situation au

Togo" (n° 6968)

13 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de verkiezingen en

de situatie in Togo" (nr. 6968)

CRIV 51

COM 604

18/05/2005

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

13.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, à la suite du coup

d'Etat qui a eu lieu au Togo en février et suite aux pressions -
particulièrement de l'Organisation des pays africains-, des élections
présidentielles ont eu lieu dans ce pays le 24 avril dernier. Il
semblerait que ces élections ont été entachées par des fraudes de
très grande ampleur. Les résultats ne sont donc pas fiables. La
situation est particulièrement dégradée. De nombreux observateurs
sont inquiets par rapport à la situation au Togo. Les défenseurs des
droits humains qui veulent dénoncer la situation y sont
immédiatement menacés.

J'aurais voulu connaître la réaction de la Belgique par rapport à ces
dernières élections au Togo. Y a-t-il eu un communiqué du
gouvernement? Quelle est votre analyse sur la situation actuelle de ce
pays? L'inquiétude monte. La population de ce pays est inquiète de
voir que la communauté internationale ne réagit pas avec la vigueur
qu'elle souhaiterait.

13.01 Zoé Genot (ECOLO): Ten

gevolge van de staatsgreep in
februari werden op 24 april
jongstleden in Togo
presidentsverkiezingen gehouden.
Naar verluidt werd op zeer grote
schaal fraude gepleegd. De
mensenrechtenactivisten die die
toestand willen aanklagen worden
bedriegd.

Wat is de reactie van België? Is er
een communiqué van de
regering?. Hoe kijkt u tegen de
toestand aan? De bevoking is
bezorgd omdat de internationale
gemeenschap niet krachtdagiog
genoeg reageert.

13.02 Karel De Gucht, ministre: Monsieur le président, le

gouvernement belge est attentif à l'évolution de la situation au Togo.
Mais ne disposant pas de représentation diplomatique au Togo, nos
préoccupations en matière de droit de l'homme ou de bonne
gouvernance sont principalement relayées par l'intermédiaire de
l'Union européenne. Dans ce dossier, la Belgique s'associe aux prises
de position européennes.

Une déclaration européenne a d'ailleurs été publiée à la veille des
élections du 24 avril appelant les forces politiques et les institutions
togolaises à faire preuve de responsabilité et d'ouverture.

La présidence luxembourgeoise a fermement condamné les vagues
de violence qui ont suivi le scrutin, encourageant les dirigeants de
toutes les forces politiques et des institutions civiles et militaires à
s'engager sur la voie de la réconciliation nationale et réussir un
processus de transition.

Pour l'heure, il convient de ne pas envenimer la situation intérieure au
Togo. La priorité doit-être d'apaiser la situation au moyen d'une
concertation étroite. Il est essentiel d'appuyer les efforts de la
CEDEAO et de l'Union africaine. La mise en avant de "l'African
ownership" est un élément important du processus afin de parvenir à
une solution pacifique.

Par ailleurs, la Belgique prône le respect des engagements souscrits
par le gouvernement togolais dans le cadre des consultations au titre
de l'article 96 de l'Accord de Cotonou en matière de restauration de la
démocratie, du respect des droits de l'homme et des libertés
fondamentales.

13.02 Minister Karel De Gucht:

Aangezien we geen diplomatie
vertegenwoordiging in Togo
hebben, dienen wij onze
bekommernissen vooral via de
Europese Unie kenbaar te maken.

Op de vooravond van de
verkiezingen van 24 april werd een
Europese verklaring gepubliceerd
waarin de Togolose politieke
krachten en instellingen
opgeroepen werden
verantwoordelijkheidszin en
openheid aan de dag te leggen.
Het Luxemburgs voorzitterschap
heeft de golf van geweld die
volgde op de verkiezingen in felle
bewoordingen veroordeeld en riep
op tot nationale verzoening.
Voor het ogenblik dient er in de
eerste plaats naar gestreefd te
worden de toestand door overleg
te laten bedaren. Het is van
essentieel belang dat de
inspanningen van CEDEAO en
van de Afrikaanse Unie worden
gesteund.

België dringt er eveens op aan dat
de verbintenissen aangegaan door
de regering van Togo in het kader
van de raadplegingen krachtens
artikel 96 van het akkoord van
Cotonou inzake het herstel van de
democratie, het naleven van de
mensenrechten en de
fundamentele vrijheden, worden
nageleefd.

18/05/2005

CRIV 51

COM 604

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

13.03 Zoé Genot (ECOLO): Loin de moi, la volonté d'envenimer quoi

que ce soit. J'ai été très mal à l'aise de voir que des observateurs de
l'Union européenne ont remis un rapport très critique sur le
déroulement des élections et que l'Union européenne a elle-même
communiqué ces résultats de manière très timide. Elle n'a pas fait
état des éléments repris dans ce rapport, qui n'a d'ailleurs pas été
diffusé si ce n'est via des fuites dans certains médias français.

Ce type d'attitude n'est pas pour créditer le fait qu'on ait la même
attitude dans tous les pays à tout moment. J'espère que la Belgique
pourra plaider pour un maximum de cohérence et pas en vue de
préserver des intérêts particuliers. On doit rester très attentif à ce
dossier, inciter les divers acteurs, y compris la France, à être clairs
sur ce qui se passe à l'heure actuelle au Togo et essayer de
préserver au maximum les intérêts des citoyens qui sont là-bas.

13.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik

ben allesbehalve gelukkig
wanneer ik vaststel dat de
waarnemers van de Europese
Unie een zeer kritisch verslag
hebben uitgebracht over het
verloop van de verkiezingen, en de
Unie zelf aan deze resulaten
weinig ruchtbaarheid heeft
gegeven Het verslag zelf werd
trouwen niet verspreid, behalve
door lekken in de Franse pers.

Ik hoop dat ons land zal pleiten
voor een maximum aan coherentie
en niet voor het veilig stellen van
particuliere belangen.

13.04 Karel De Gucht, ministre: Mon attitude vis-à-vis du Togo ne

diffère pas de mon attitude vis-à-vis de la République Démocratique
du Congo. C'est exactement la même. Il est vrai qu'en ce qui
concerne le Congo, nous avons beaucoup plus de moyens de
pression.

J'ai fait remarquer qu'au Togo, nous n'avons pas de représentation
diplomatique, ce qui rend naturellement plus difficile le fait d'être au
courant de ce qui s'y passe exactement. Une ambassade n'est pas
uniquement une représentation politique, c'est également une source
d'informations. Nous ne sommes donc pas à la source des
informations; nous dépendons des informations qui nous viennent des
autres pays de l'Union européenne. En conséquence, mon attitude
reste la même vis-à-vis de ces systèmes politiques qui ne sont pas
démocratiques. Seulement, nous n'avons pas beaucoup de moyens
de pression en ce qui concerne le Togo.

13.04 Minister Karel De Gucht: Ik

neem ten aanzien van Togo geen
andere houding aan dan wat de
Democratische Republiek Congo
betreft, behalve dat we met
betrekking tot laatsgenoemd land
over veel meer drukkingsmiddelen
beschikken.

Wij hebben geen diplomatieke
vertegenwoordiging in Togo. We
hebben dus geen informatie
rechtstreeks van de bron maar
moeten ons verlaten op andere
landen van de Unie. Ik neem dus
ten aanzien van deze
ondemocratische politieke
systemen een zelfde houding aan.

13.05 Zoé Genot (ECOLO): Vu ces conditions, on doit travailler dans

le cadre de l'Union européenne. En tout cas, si le ministre a la
possibilité de recevoir le rapport des experts européens qui ont
assisté aux élections, ce serait un document intéressant à consulter. Il
faut rester vigilant pour que l'Union européenne adopte des positions
claires dans ce domaine.

13.05 Zoé Genot (ECOLO): Het

lijkt me interessant dat we zouden
beschikken over het verslag van
de Europese deskundigen die de
verkiezingen hebben bijgewoond.
Men dient ervoor te zorgen dat de
Europese Unie een duidelijk
standpunt inneeemt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 12.38 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.38 uur.