CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 603
CRIV 51 COM 603
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
18-05-2005
18-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Corinne De Permentier au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation du vote automatisé lors des élections
communales de 2006" (n° 6279)
1
Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het gebruik van de
geautomatiseerde stemming bij de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006" (nr. 6279)
1
Orateurs: Corinne De Permentier, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Corinne De Permentier, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Patrick Lansens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
de recrutement d'agents volontaires au sein de la
Protection civile" (n° 6455)
4
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het aanwervingsbeleid van vrijwillige
agenten bij de Civiele Bescherming" (nr. 6455)
4
Orateurs: Patrick Lansens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Patrick Lansens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les emplois
vacants à la police locale" (n° 6513)
6
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vacante betrekkingen bij de lokale
politie" (nr. 6513)
6
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur, Stijn
Bex
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken, Stijn Bex
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet
pilote d'accompagnement psychologique aux
victimes de catastrophes" (n° 6520)
9
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het proefproject inzake de
psychologische begeleiding van slachtoffers van
rampen" (nr. 6520)
9
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le dépôt électronique de
plaintes relatives à des vols" (n° 6538)
11
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "het
elektronisch indienen van klachten omtrent
diefstallen" (nr. 6538)
11
- M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre
de l'Intérieur sur "la déposition en ligne auprès de
la police" (n° 6563)
11
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken over "de on
line-aangifte bij de politie" (nr. 6563)
11
Orateurs: Dirk Claes, Stijn Bex, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Stijn Bex, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
bandes de voleurs d'Europe de l'Est qui sévissent
dans notre pays" (n° 6682)
13
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "Oost-Europese dievenbendes die het
land teisteren" (nr. 6682)
13
Orateurs: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
participation des stagiaires pompiers volontaires
aux interventions" (n° 6707)
16
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de deelname van stagedoende
vrijwillige brandweerlui aan interventies" (nr. 6707)
17
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suspension par le Conseil d'Etat de la circulaire
relative aux lois linguistiques" (n° 6714)
18
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de schorsing van de rondzendbrief
inzake de taalwetgeving door de Raad van State"
(nr. 6714)
18
Orateurs: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Dierickx au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
hooliganisme" (n° 6720)
20
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het hooliganisme" (nr. 6720)
20
Orateurs: Hilde Dierickx, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Hilde Dierickx, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
23
Samengevoegde vragen van
23
- Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "la multiplication
d'attaques de fourgons" (n° 6725)
23
- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het toenemend aantal overvallen op
geldtransporten" (nr. 6725)
23
- Mme Véronique Ghenne au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les attaques
à main armée contre les transports de fonds"
(n° 6898)
23
- mevrouw Véronique Ghenne aan vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de gewapende overvallen op geldtransporten"
(nr. 6898)
23
Orateurs: Jacqueline Galant, Véronique
Ghenne, Patrick Dewael
, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Jacqueline Galant, Véronique
Ghenne, Patrick Dewael
, vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
25
Samengevoegde vragen van
25
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la modification
annoncée de l'arrêté royal du 20 mars 2002"
(n° 6733)
25
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
aangekondigde wijziging van het koninklijk besluit
van 20 maart 2002" (nr. 6733)
25
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur sur "l'ancienneté des
pompiers volontaires recrutés en tant que
pompiers professionnels" (n° 6922)
25
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de anciënniteit van de vrijwillige brandweer bij
aanwerving als beroepskracht" (nr. 6922)
25
Orateurs: Dirk Claes, Magda De Meyer,
Patrick Dewael
, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Magda De Meyer,
Patrick Dewael
, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Filip Anthuenis au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les missions
fédérales dans le cadre de la capacité
hypothéquée" (n° 6759)
27
Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de federale opdrachten in het kader
van de gehypothekeerde capaciteit" (nr. 6759)
27
Orateurs: Filip Anthuenis, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Filip Anthuenis, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
recrutement à titre définitif d'agents statutaires par
les communes dans le cadre de l'introduction de
la carte d'identité électronique" (n° 6787)
28
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de definitieve aanwerving van statutaire
personeelsleden door de gemeenten in het kader
van de invoering van de elektronische
identiteitskaart" (nr. 6787)
28
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condamnation de l'Etat belge à payer une
indemnité à un demandeur d'asile après une
longue procédure d'asile" (n° 6805)
30
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veroordeling van de Belgische
Staat tot betaling van een schadevergoeding aan
een asielzoeker na een langdurige
asielprocedure" (nr. 6805)
30
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Josée Lejeune au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le Fonds
belgo-congolais d'Amortissement et de Gestion"
(n° 6766)
32
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het Belgisch-Congolees Fonds voor
Delging en Beheer" (nr. 6766)
32
Orateurs: Josée Lejeune, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Josée Lejeune, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
réseaux d'information de quartier" (n° 6792)
33
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de buurtinformatienetwerken"
(nr. 6792)
33
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'application de la loi sur les sanctions
administratives communales" (n° 6793)
35
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van de wet
betreffende de gemeentelijke administratieve
sancties" (nr. 6793)
35
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "l'application de
l'article 69 des lois sur l'emploi des langues en
matière administrative, coordonnées le
18 juillet 1966" (n° 6813)
36
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de toepassing van artikel 69 van de op
18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik
van de talen in bestuurszaken" (nr. 6813)
36
Orateurs: Servais Verherstraeten, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Servais Verherstraeten, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence de la police fédérale de la route sur le
ring d'Anvers pendant les travaux" (n° 6814)
37
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de beschikbaarheid van de federale
verkeerspolitie op de Antwerpse Ring tijdens de
werken" (nr. 6814)
37
Orateurs: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonds de sécurité routière" (n° 6822)
39
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het verkeersveiligheidsfonds"
(nr. 6822)
39
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la couverture
de la commune de Fourons par le réseau
ASTRID" (n° 6863)
41
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de bereikbaarheid van ASTRID in Voeren"
(nr. 6863)
41
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
régularisation d'environ 700.000 illégaux en
Espagne et ses répercussions pour la Belgique et
l'Union européenne" (n° 6866)
42
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de regularisatie van ongeveer
700.000 illegalen in Spanje en de weerslag
daarvan op België en de EU" (nr. 6866)
42
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes relatifs au dispositif BELPIC" (n° 6886)
44
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de problemen met de BELPIC-installatie"
(nr. 6886)
44
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
tourisme médical d'illégaux auquel les CPAS des
villes belges sont de plus en plus confrontés"
(n° 6907)
46
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Binnelandse
Zaken over "het medisch toerisme van illegalen
waarmee de OCMW's van de Belgische steden
steeds meer worden geconfronteerd" (nr. 6907)
46
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les difficultés
d'obtention d'un visa d'entrée en Belgique"
(n° 6912)
48
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de moeilijkheden om een inreisvisum
voor België te bekomen" (nr. 6912)
48
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les normes
de base en matière de protection contre l'incendie
pour les bâtiments industriels" (n° 6926)
51
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de basisnormen qua brandveiligheid voor
industriële gebouwen" (nr. 6926)
51
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Tony Van Parys au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les moyens
supplémentaires pour les assistants de prévention
et de sécurité" (n° 6923)
52
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bijkomende middelen voor de
stadswachten" (nr. 6923)
52
Orateurs: Tony Van Parys, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Tony Van Parys, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Willy Cortois au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'évolution du
nombre de demandeurs d'asile dans notre pays et
leur origine" (n° 6955)
53
Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de evolutie van het aantal
asielzoekers in ons land en hun herkomst"
(nr. 6955)
53
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
v
Orateurs: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Willy Cortois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le coût du
système ASTRID" (n° 6983)
55
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de kostprijs van het ASTRID-
systeem" (nr. 6983)
55
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'augmentation du pécule de vacances des
membres des services de police" (n° 6963)
57
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verhoging van het vakantiegeld
van de politiediensten" (nr. 6963)
57
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effets
des négociations de l'AGCS sur la politique
d'immigration" (n° 6979)
58
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gevolgen van de GATS-
onderhandelingen voor het immigratiebeleid"
(nr. 6979)
58
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
18
MAI
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
18
MEI
2005
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.05 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.05 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Question de Mme Corinne De Permentier au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'utilisation du vote automatisé lors des élections communales de 2006" (n° 6279)
01 Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het gebruik van de geautomatiseerde stemming bij de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006" (nr. 6279)
01.01 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, dans le cadre de la préparation des élections
communales, il me semble utile de revenir avec vous sur les projets
relatifs au vote automatisé annoncés dans votre note de politique
générale pour l'année 2005. Comme moi, vous avez sans doute vu
certaines déclarations émanant du gouvernement wallon quant à ses
inquiétudes qui pourraient être justifiées. J'aurais donc besoin de
votre éclairage sur ce point.

Les premières élections normalement organisées après le 13 juin
2004 seront en effet les élections provinciales et communales
d'octobre 2006 qui, conformément à la dernière réforme de l'Etat,
relèvent entièrement de la compétence des Régions.

Les systèmes de vote automatisé utilisés lors des élections
provinciales et communales de 2006 seront également utilisés lors
des élections législatives de 2007. En ce sens, vous disiez que les
autorités fédérales seront aussi concernées par les élections
provinciales et communales de 2006 par le biais du problème de
l'avenir du vote automatisé. Enfin, vous ajoutiez: "À la lumière de
l'expérience acquise en matière de vote automatisé depuis 1991, le
SPF Intérieur opte pour la généralisation du vote automatisé, au
besoin de façon graduelle".

Qu'en est-il aujourd'hui? Il se dit que le nouveau software pourrait
poser des problèmes de compatibilité avec les ordinateurs
actuellement à disposition des communes. Ces ordinateurs devront-
ils être changés pour les scrutins de 2006 et de 2007? Envisage-t-on
toujours d'étendre le vote automatisé au vu de ces perspectives
budgétairement délicates? Qu'en est-il du reste des responsabilités
budgétaires? Quelle sera la charge éventuelle pour les communes?
Dans quelles mesures le fédéral et les Régions assumeront-ils le coût
01.01 Corinne De Permentier
(MR): De geautomatiseerde
stemsystemen die bij de
provincieraads- en
gemeenteraadsverkiezingen van
2006 zullen worden gebruikt,
zullen ook voor de
parlementsverkiezingen van 2007
worden aangewend. U heeft
gezegd dat de provincieraads- en
gemeenteraadsverkiezingen ook
de federale overheid aanbelangen
omdat het hier gaat over het
probleem van de toekomst van de
geautomatiseerde stemming.

Hoe zit het daar nu mee? Er
zouden blijkbaar problemen
kunnen rijzen op het stuk van de
compatibiliteit van de nieuwe
software met de computers
waarover de gemeenten thans
beschikken. Zullen die computers
moeten worden vervangen met het
oog op de verkiezingen van 2006
en 2007? Wordt nog altijd
overwogen de geautomatiseerde
stemming uit te breiden, rekening
houdend met de moeilijke
vooruitzichten op
begrotingsgebied? Wat zal het
eventuele kostenplaatje zijn voor
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
du renouvellement du parc informatique? Il me faut évidemment
rappeler la situation délicate des finances locales.

Le MR peut par ailleurs se rallier à l'analyse selon laquelle les
élections 2004 se sont mieux déroulées que les élections 2003. Il est
un fait que le remplacement du software du vote automatisé a
considérablement simplifié la vie des électeurs. Il n'en demeure pas
moins qu'il reste judicieux de mieux informer préalablement ces
derniers quant au déroulement précis dans l'isoloir de ce mode
particulier de scrutin.

Le gouvernement avait promis une information via un listing sur
papier des écrans qui aurait accompagné la convocation électorale.
Cela n'avait cependant in fine pas été mis au point. Cela sera-t-il le
cas pour les élections de 2006?

Qu'en est-il enfin de la gestion des spécificités liées au scrutin
bruxellois? Nous savons que les listes pléthoriques de cet
arrondissement créent des problèmes de lisibilité pour les électeurs.
Cet élément sera-t-il pris en compte dans votre réflexion partant du
principe que les réformes envisagées pour 2006 affecteront
nécessairement le scrutin fédéral de 2007?
de gemeenten?

Het blijft aangewezen om de
kiezers vooraf beter te informeren.
Zal dat gebeuren voor de
verkiezingen van 2006? Welke
maatregelen zal men ten slotte
nemen om de verkiezingen in
Brussel, die een zeer specifiek
karakter vertonen gelet op het
aantal kandidaten, vlot te laten
verlopen?
01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, dans le cadre de la préparation des élections provinciales
et communales d'octobre 2006, pour l'organisation desquelles les
Régions sont désormais compétentes, en vertu des accords du
Lambermont, ainsi que dans le cadre des prochaines élections
législatives fédérales qui se tiendront en juin 2007, une première
concertation entre les autorités fédérales et les trois Régions a eu lieu
à la fin de 2004.

De cette concertation, il a essentiellement résulté que les trois
Régions et l'Etat fédéral souhaitent, pour ces élections de 2006 et
2007, maintenir le statu quo en ce qui concerne le pourcentage de
vote automatisé en Belgique, à savoir 44% du corps électoral ou
environ 3,3 millions d'électeurs sur un total de 7,5 millions d'électeurs
en Belgique.

Il a également été convenu de mettre à niveau sur le plan technique le
matériel de vote automatisé de la première génération, pour lequel la
période d'amortissement s'est achevée en 2004. De cette façon, ce
matériel de vote pourra encore être utilisé lors des élections
susmentionnées de 2006 et de 2007. Quant au matériel de vote
automatisé de la deuxième génération acquis en 1998, il restera en
service jusqu'en 2008.

Le matériel de vote automatisé de la première génération est en
usage dans les communes des arrondissements d'Anvers et de Liège
et dans les cantons électoraux de Bruxelles, de Saint-Gilles, de
Molenbeek-Saint-Jean, de Saint-Josse-ten-Noode, de Waarschoot,
de Verlaine, d'Eupen et de Saint-Vith.

Le matériel de vote automatisé de la première génération est à la
disposition d'environ 1,4 million d'électeurs. Le matériel de vote
automatisé de la deuxième génération se trouve à la disposition
d'environ 1,9 million d'électeurs.
01.02 Minister Patrick Dewael:
Eind 2004 werd een eerste
overlegronde tussen de federale
overheid en de drie Gewesten
gehouden. De drie Gewesten en
de federale overheid wensen het
procentuele aandeel van de
elektronisch uitgebrachte
stemmen in België voor de
verkiezingen van 2006 en 2007
niet te wijzigen. Voorts is men
overeengekomen om de
geautomatiseerde stemapparatuur
van de eerste generatie te
upgraden, wat heel wat voordelen
biedt meer bepaald op het gebied
van betrouwbaarheid en
beschikbaarheid. De elektronische
stemapparatuur van de tweede
generatie die in 1998 werd
aangekocht, zal tot in 2008 worden
gebruikt.

De financiering door de Gewesten
en de federale overheid, zowel van
de upgrade van de apparatuur
voor de geautomatiseerde
stemming van de eerste generatie,
als van de samenwerking met de
Gewesten via de oprichting van
werkgroepen, zal in een
samenwerkingsakkoord worden
geregeld.

De Gewesten werden van de
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
La mise à niveau sur le plan technique jusqu'en 2008 des matériels
de vote automatisé de la première génération offre les avantages
suivants.

- Premièrement, les sociétés qui fournissent ces matériels procurent
les mêmes garanties d'utilisation que lors des élections électroniques
précédentes et ceci jusqu'en 2008, de sorte que des pannes
importantes et inattendues pourront être évitées le jour du scrutin. De
plus, il pourra être remédié aux pannes normalement prévisibles dans
un délai très bref. La mise à niveau de ces matériels s'avère
indispensable pour que les sociétés concernées acceptent de
prolonger les contrats de maintenance et d'assistance actuellement
venus à échéance.

- Deuxièmement, après mise à niveau, les matériels de vote
automatisé de la première génération seront amortis en 2008, c'est-à-
dire en même temps que les matériels de vote automatisé de la
deuxième génération. En concertation avec les Régions, de nouveaux
systèmes de vote électronique pourront être mis en usage à partir de
2008 en vue de la généralisation du vote automatisé dans notre pays.

- Troisièmement, l'estimation budgétaire de l'opération pourra être
déterminée lors du dépôt des offres par les sociétés soumissionnaires
et le financement pourra ainsi être planifié.

- Quatrièmement, les Régions qui, tous les six ans, sont chargées
d'organiser des élections provinciales et communales ne seront pas
confrontées à la nécessité d'acquérir de nouveaux systèmes en vue
des premières élections de cette nature, qui se tiendront en 2006
sous leur responsabilité.

Le financement par les Régions et par l'Etat fédéral, tant de la mise à
niveau des matériels de vote automatisé de la première génération
que de la coopération avec les Régions via l'installation de groupes de
travail, sera fixé dans un accord de coopération.

Enfin, lors d'une réunion, qui a eu lieu le 24 mars dernier, les Régions
ont été informées de l'état actuel du dossier. Il a été convenu que les
groupes de travail nécessaires seront installés dans les meilleurs
délais en vue de l'élaboration de l'accord de coopération entre l'Etat
fédéral et les Régions. Cet accord de coopération traitera à la fois de
l'organisation des élections provinciales et communales de 2006 et de
la préparation du vote automatisé actuel et futur. Les groupes de
travail que je viens d'évoquer, résoudront les questions d'ordre
pratique que vous soulevez en ce qui concerne les logiciels
électoraux, les écrans, les ordinateurs de vote, etc.
huidige stand van het dossier op
de hoogte gebracht. Er werd
overeengekomen dat de nodige
werkgroepen zo spoedig mogelijk
zullen worden geïnstalleerd met
het oog op de uitwerking van een
samenwerkingsakkoord tussen de
federale overheid en de
Gewesten. Zij zullen de door u
aangehaalde praktische
problemen oplossen.
01.03 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le ministre, si je
comprends bien, le financement qui sera planifié n'engendrera pas de
nouvelles charges financières pour les communes.

Ensuite, lorsque vous parlez de mise à jour du système, cela signifie-
t-il que le système actuel sera mis à jour en fonction des nouveaux
logiciels d'acquisition? De même, en ce qui concerne l'extension du
système de vote automatisé, rien n'est aujourd'hui programmé pour
pouvoir toucher davantage d'électeurs. Qu'en est-il?
01.03 Corinne De Permentier
(MR): Als ik het goed begrijp, zal
de te voorziene financiering geen
nieuwe financiële lasten
meebrengen voor de gemeenten.

Zal het huidige systeem in functie
van de nieuwe aangekochte
software worden bijgewerkt? En
hoe ver staat het met de
uitbreiding van het systeem van
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
geautomatiseerde stemming?
01.04 Patrick Dewael, ministre: Vous posez des questions sur des
sujets qui devront encore être négociés entre l'Etat fédéral et les
Régions. Pour le moment, nous nous en tenons au statu quo.

Ensuite, comme je l'ai dit, l'"upgrading" des systèmes de la première
et de la deuxième génération est nécessaire.

Quant aux répartitions des coûts, elles devront aussi faire l'objet de
négociations entre l'Etat fédéral et les Régions. Ce sont ces dernières
qui seront responsables pour les élections de 2006. Il serait donc tout
à fait illogique de partir du principe que tous les frais et dépenses
reviendront à charge de l'Etat fédéral. Il faut voir qui est compétent
pour quoi. Et il importe également de trouver une clef de répartition
équitable. Pour la question des communes, il faut que l'Etat fédéral en
discute avec les Régions.

Je vous propose, dès la fin de cette négociation, de revenir sur la
question afin de vous donner à ce moment-là plus d'informations.
01.04 Minister Patrick Dewael:
De federale overheid en de
Gewesten moeten daarover nog
onderhandelen. Momenteel
houden we ons aan een status
quo. De systemen van de eerste
en de tweede generatie moeten
worden opgewaardeerd. De
federale overheid en de Gewesten
moeten het ook nog eens worden
over de verdeling van de kosten.
De organisatie van de
verkiezingen van 2006 behoort
volledig tot de bevoegdheid van de
Gewesten. Het houdt dus geen
steek alle kosten en uitgaven op
de federale overheid af te
wentelen. De federale overheid
moet de rol van de gemeenten
nog met de Gewesten aankaarten.
01.05 Corinne De Permentier (MR): J'y serai attentive, monsieur le
ministre. J'ai toujours défendu le vote automatisé, mais je pense aussi
que l'on lance de plus en plus d'initiatives en termes de nouvelles
technologies dans différents secteurs. Au départ, c'est initié par le
fédéral, puis cela repart tout doucement vers les Régions. Et, en
définitive, il revient aux communes d'assumer ces décisions. Cela
devient très lourd à supporter.

J'espère donc que nous aurons un débat à ce sujet.
01.05 Corinne De Permentier
(MR): Ik ben steeds voorstander
van de geautomatiseerde
stemming geweest maar ik ben
ook van mening dat er in diverse
sectoren een overaanbod dreigt
van initiatieven op het vlak van
nieuwe technieken. Oorspronkelijk
heeft de federale overheid de zaak
aan het rollen gebracht.
Vervolgens wordt de kwestie haast
ongemerkt naar de Gewesten
doorschoven. En tot slot moeten
de gemeenten het gelag betalen.
Financieel wordt dat onhoudbaar.
Ik hoop dat we aan deze kwestie
een debat zullen kunnen wijden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: Je vous rappelle l'article du Règlement qui stipule que les questions et réponses ne peuvent
dépasser cinq minutes. Donc, tentons d'être concis.

M. Laeremans, dont la question (n° 6340) avait été reportée en date du 26 avril, est de nouveau absent
sans être excusé. Sa question est donc supprimée.
02 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het aanwervingsbeleid van vrijwillige agenten bij de Civiele Bescherming" (nr. 6455)
02 Question de M. Patrick Lansens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la politique
de recrutement d'agents volontaires au sein de la Protection civile" (n° 6455)
02.01 Patrick Lansens (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag over het aanwervingsbeleid van
vrijwilligers bij de Civiele Bescherming waar ik een aantal
02.01 Patrick Lansens (sp.a-
spirit): En septembre 2004, le
contingent d'agents volontaires
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
merkwaardige zaken heb vastgesteld.

Op een vergadering met de voorpostverantwoordelijken van West-
Vlaanderen in september 2004 is het contingent vrijwillige agenten per
voorpost ­ voor West-Vlaanderen gaat hem om de gemeenten
Harelbeke, Koekelare en Menen ­ vastgesteld op veertig agenten.
Het principe is toen vooropgesteld geworden dat nieuwe vrijwillige
agenten konden worden aangeworven tot dat het contingent van
veertig agenten zou worden bereikt. Vervolgens heeft men in het
najaar van 2004 een oproep gelanceerd, waarna verscheidene jonge
mensen hun kandidatuur hebben ingediend. Het is heel verheugend
vast te stellen dat er nog steeds jonge mensen bereid zijn zich te
willen inzetten in dergelijk hulpverleningskorps. De kandidaten hebben
een bevestiging ontvangen en zij hebben zich vervolgens aangemeld
voor een medische keuring die, volgens mijn informatie, heeft
plaatsgevonden op 15 januari 2005. Na de keuring hebben de
geselecteerden een eerste opleidingsles gevolgd op 4 februari 2005.

De voorpostverantwoordelijke van Koekelare heeft toen de toelating
gekregen om nogmaals een aankondiging te plaatsen, wellicht omdat
het contingent van veertig agenten nog niet was bereikt. Hij kon in de
lokale media opnieuw een oproep lanceren om een bijkomend aantal
jongeren te rekruteren.

Tot zijn verrassing ontving hij op 15 maart 2005 een officieel schrijven
van de bevelhebber van de colonne in Jabbeke waarin gemeld werd
dat er plots een wervingsstop werd ingesteld en dit op bevel van het
hoofdbestuur van de Civiele Bescherming, met als gevolg dat de
mensen die al gerekruteerd waren niet langer konden deelnemen aan
verdere opleidingen en dat zij bovendien geen vergoeding zouden
krijgen voor de opleiding die zij tot dusver al hadden gevolgd.

Het is toch wel merkwaardig vast te stellen dat er eerst een oproep
wordt gelanceerd, tot tweemaal toe en dat als die mensen zijn
aangeworven en zelfs al een medische keuring hebben doorlopen en
een eerste opleiding hebben gevolgd, dat zij dan plotseling te horen
krijgen dat het allemaal niet meer hoeft.

Mijnheer de minister, wat is er eigenlijk aan de hand bij de Civiele
Bescherming? Hoe komt dit? Eerst is er een oproep tot kandidaten en
vervolgens gaat die werving blijkbaar niet door?

Weet de algemene directie bij het hoofdbestuur van de Civiele
Bescherming eigenlijk nog wat zij wil? Moeten er al dan niet
bijkomende vrijwilligers worden aangeworven?

Vindt u het normaal dat er oproepen worden gelanceerd, maar dat
nadien alles terug wordt afgeblazen?

Vindt u het normaal dat die mensen starten met een opleiding,
waarvoor zij normaliter een vergoeding krijgen en dat er nadien
officieel wordt meegedeeld dat de vergoeding niet wordt uitgekeerd?

Mijnheer de minister, wat gaat u aan deze situatie doen en wat gaat er
gebeuren met de jonge rekruten die in dienst zijn getreden en die op
dit ogenblik in het ongewisse verkeren over de vraag of zij nu al dan
niet verder als vrijwilliger kunnen functioneren bij het korps van de
Civiele Bescherming?
aux postes avancés de Harelbeke,
de Koekelare et de Menin a été
fixé à quarante agents et un
responsable de poste avancé.
Pour le poste avancé de
Koekelare, huit nouveaux
candidats se sont présentés, ont
passé l'examen médical et ont
commencé la formation. Le 15
mars 2005, le responsable du
poste avancé a toutefois reçu un
courrier officiel l'informant d'un gel
des recrutements et de
l'impossibilité, pour les volontaires,
de participer à des formations et
d'être indemnisés pour les
formations déjà suivies.

Que se passe-t-il à la Protection
civile? L'administration centrale
sait-elle encore ce qu'elle
souhaite? Selon le ministre, une
telle manière de procéder est-elle
acceptable? Estime-t-il normal que
les volontaires ne puissent pas
être indemnisés pour les
formations déjà suivies? Quelles
mesures compte-t-il prendre pour
remédier à ce problème?
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
02.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Lansens, ik begrijp uw
verbazing. In het kader van de hervorming van de civiele veiligheid
kan de rol van de voorposten van de Civiele Bescherming die zich niet
in een operationele eenheid bevinden, inderdaad worden herzien. In
die optiek werd beslist geen vrijwilligers meer te rekruteren in de
voorposten, wel in de voorposten die aan de operationele eenheid zelf
zijn gehecht.

Het is dus een soort conserverende maatregel. Rekening houdend
met een hervormingsproces dat volop aan de gang is, zal men
voorlopig geen vrijwilligers meer rekruteren in de voorposten, alleen in
de voorposten die aan een operationele eenheid zijn geaffecteerd.

De kandidaat-vrijwilligers waarvan sprake, kunnen nog altijd worden
toegewezen, maar alleen aan de voorpost gelokaliseerd in de
operationele eenheid van Jabbeke.

Daar de kandidaat-vrijwilligers nog niet officieel als vrijwilliger waren
aangenomen, kunnen zij geen aanspraak maken op de vergoeding
die vrijwilligers wordt verleend voor het volgen van een opleiding. Het
ene is noodzakelijkerwijze verbonden met het andere.
02.02 Patrick Dewael, ministre:
Dans le cadre de la réforme de la
sécurité civile, le rôle des postes
avancés de la Protection civile qui
ne sont pas localisés dans une
unité opérationnelle a été revu. Il a
été décidé dans cette optique de
ne recruter que des volontaires
dans le poste avancé qui est lié à
l'unité opérationnelle même. Les
candidats volontaires en question
peuvent donc encore être affectés
au poste avancé localisé dans
l'unité opérationnelle de Jabbeke.
Ils n'étaient toutefois pas encore
engagés officiellement en qualité
de volontaire et ne peuvent par
conséquent pas prétendre à
l'indemnité pour volontaires.
02.03 Patrick Lansens (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ga
akkoord met de minister dat er nu in het kader van de hervorming van
de civiele veiligheid voorlopig wordt afgewacht welke richting het zal
uitgaan, ook wat de voorposten betreft. Het tweede deel van zijn
antwoord, waarbij hij zegt dat de vrijwilligers nog niet officieel waren
bevestigd, moet ik echter tegenspreken.

De vraag is natuurlijk wat een officiële bevestiging is. Ik heb echter
een kopie van een brief waarin wordt bevestigd dat zij zijn
aangeworven en dat zij zich moeten melden voor een medische
keuring. Zij zijn ook medisch gekeurd. Zij hebben een eerste
opleidingsles gevolgd. Als dan nog wordt gesteld dat zij eigenlijk niet
officieel in dienst zijn getreden, lijkt mij dat bijzonder merkwaardig. Ik
vraag dat er een regeling wordt getroffen voor hetgeen zij intussen
hebben gepresteerd.
02.03 Patrick Lansens (sp.a-
spirit): Il est inacceptable qu'une
indemnité ne soit pas payée alors
que l'examen médical avait déjà
eu lieu et que la formation avait
déjà débuté.
02.04 Minister Patrick Dewael: Ik laat dat punt verder onderzoeken.
02.04 Patrick Dewael, ministre:
Je demanderai que l'on examine
ce dossier plus avant.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les emplois
vacants à la police locale" (n° 6513)
03 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de vacante betrekkingen bij de lokale politie" (nr. 6513)
03.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les membres de la police fédérale et locale sont depuis la
réforme des polices soumis à un statut unique et à un processus de
recrutement, de sélection et de formation.

Le recrutement et la sélection des membres du personnel reposent
sur le principe de mobilité volontaire, conçu comme un facteur
03.01 Marie Nagy (ECOLO):
Sinds de politiehervorming
berusten de wervings-, de selectie-
en de opleidingsprocedures van
de leden van de federale en de
lokale politie op het beginsel van
de vrijwillige mobiliteit. Bedoeling
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
d'intégration des différents corps de police existant avant la réforme.
Ce système de mobilité a aussi pour but de satisfaire au mieux les
emplois vacants.

Or, dans le rapport de juin 2004 concernant la garantie d'un service
minimum de police de base, la Cour des comptes fait le constat de
l'existence d'une part significative d'emplois déclarés vacants et non
sollicités dans la police locale: en 2002 et 2003 de 31 à 54% et
jusqu'à 83,5% en Région bruxelloise. Il est ainsi mis en évidence que
ce système de mobilité ne permet pas de satisfaire les besoins des
zones de police en difficultés. Pire, il peut même les aggraver car il ne
tient pas compte de l'obligation faite aux zones de police de disposer
d'un effectif minimal.

Dans le but d'évaluer l'évolution de la problématique mise en lumière
par l'audit de la Cour des comptes, ainsi que l'impact des éventuels
remèdes qui ont été apportés, monsieur le ministre peut-il répondre
aux questions suivantes?

1. Pour l'année 2003 et pour l'année 2004, quel est le pourcentage
des emplois déclarés vacants à la police locale pour le corps
opérationnel lors des cycles de mobilité et pour lesquels aucune
candidature n'a été déposée?

2. Pour l'année 2003 et pour l'année 2004, quel est le pourcentage
d'emplois déclarés vacants à la police locale pour le corps
opérationnel qui ont pu être satisfaits?

3. Quel était le nombre de jeunes policiers fédéraux détachés dans
des zones de police au 31 décembre 2003, au 31 décembre 2004 et
au 31 mars 2005?

4. Quelles sont les suites données par le gouvernement au rapport de
la Cour des comptes afin d'améliorer la satisfaction des emplois
vacants à la police locale, plus particulièrement dans le cas des zones
dont l'effectif n'atteint pas le minimum qui leur est imposé?

Je remercie M. le ministre pour ses éclaircissements.
is de vacante betrekkingen zo
goed mogelijk in te vullen.

In juni 2004 stelde het Rekenhof
echter vast dat met de bestaande
mobiliteitsregeling niet aan de
noden van de politiezones wordt
tegemoetgekomen en dat de
toestand er zelfs dreigt op te
verslechten, omdat met de
minimale personeelsformatie van
de politiezones geen rekening
wordt gehouden.

Voor welk percentage van de
operationele betrekkingen die bij
de lokale politie in de loop van
2003 en 2004 vacant werden
verklaard, kwam geen enkele
kandidaat opduiken? Welk
percentage van de vacant
verklaarde operationele
betrekkingen werd wel ingevuld?

Hoeveel jonge gedetacheerde
federale politieambtenaren waren
er in de politiezones respectievelijk
op 31 december 2003, op 31
december 2004 en op 31 maart
2005?

Welk gevolg heeft de regering aan
het verslag van het Rekenhof
gegeven om het tij te keren, in het
bijzonder in de zones waarin de
minimale personeelsformatie niet
wordt bereikt?
03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, madame
Nagy, pour une parfaite clarté, je vais communiquer les informations
sollicitées année par année.

Pour l'année 2003, 4.446 emplois opérationnels ont été ouverts en
mobilité à la police locale. Il n'y a eu aucun candidat pour 2.069 de
ces emplois. Par contre, des candidats se sont présentés pour les
2.377 emplois restants, dont 1.693 ont effectivement trouvé un
titulaire.

En 2004, ce sont 3.691 emplois qui ont été déclarés vacants. Il n'y a
pas eu de candidats pour 1.255 d'entre eux. Par contre, à l'heure où
je vous parle, 1.118 emplois sur les 2.436 qui ont suscité des
candidatures ont déjà été pourvus. Il s'agit d'un résultat partiel
puisque des procédures de mobilité lancées en 2004 sont encore en
cours.

Au 31 décembre 2003, il y avait 608 policiers fédéraux détachés à la
police locale. Le nombre de ceux-ci s'élevait à 748 en date du
03.02 Minister Patrick Dewael:
Voor alle duidelijkheid zal ik de
gevraagde informatie per jaar
opsplitsen.

In 2003 werden 4.446 operationele
betrekkingen door interne
mobiliteit bij de lokale politie
opengesteld. Voor 2.069
betrekkingen werd geen enkele
kandidatuur ingediend. Voor de
andere 2.377 betrekkingen
hebben zich wel kandidaten
aangeboden en 1.693 van die
betrekkingen konden effectief
worden ingevuld.

In 2004 werden 3.691
betrekkingen vacant verklaard.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
31 décembre de l'année dernière et était de 658 le 31 mars de cette
année.

Les détachements de policiers fédéraux évoqués ici constituent une
première réponse de l'autorité fédérale pour permettre aux zones de
police d'atteindre au moins leur norme de personnel minimal.

L'institution du corps fédéral d'intervention répond au même souci de
pouvoir apporter rapidement du personnel en renfort de la police
locale.

En outre, les effets de certaines mesures se manifestent à plus long
terme. J'ai ainsi décidé, comme les carences en effectifs les plus
urgentes à combler concernaient le cadre de base de la police locale
de la Région bruxelloise, d'accorder en 2004 une priorité au
recrutement des candidats se destinant aux zones bruxelloises: 525
aspirants ayant débuté leur formation en 2004 vont y être affectés
dans le courant de l'année 2005.

A cela s'ajoute que, dans le contrôle budgétaire de 2005, on a décidé
d'inscrire dans le budget 2006, en fonction d'un nouveau plan de
personnel pour la police locale et fédérale, des moyens concernant
des embauches supplémentaires d'aspirants.

J'ajouterai les futurs effets, directs ou indirects, des mesures
adoptées en vue d'augmenter l'opérationnalité des services de police.
Je pense ici à la "calogisation", à la prise en charge par le fédéral du
personnel des CIC, etc. Le nombre total de policiers ne sera certes
pas plus élevé, mais les mesures adoptées vont assurer l'effective
disponibilité opérationnelle de ces policiers, ce qui constitue
également une garantie d'effectivité pour la fonction de police de
base.
Voor 1.255 van die betrekkingen
heeft zich geen enkele kandidaat
aangeboden. Er werden wel
kandidaturen ingediend voor de
overige 2.436 betrekkingen
waarvan er reeds 1.118 werden
ingevuld. Het gaat om een
gedeeltelijk resultaat omdat de
mobiliteitsprocedures die in 2004
werden opgestart, nog niet zijn
afgerond.

Op 31 december 2003 waren 608
federale politiemensen bij de
lokale politie gedetacheerd. Op 31
december 2004 bedroeg hun
aantal 748 en op 31 maart 2005
658. Die detacheringen van
federale politiemensen zijn een
eerste maatregel van de federale
overheid om ervoor te zorgen dat
de politiezones hun minimale
personeelsnorm kunnen halen.

De oprichting van het federale
interventiekorps is eveneens
bedoeld om op korte termijn iets
aan het personeelstekort bij de
lokale politie te doen.

De resultaten van sommige
maatregelen worden pas na
verloop van tijd zichtbaar.

Daarom heb ik besloten om de
dringendste noden het eerst aan te
pakken, met name het
personeelstekort in het Brussels
Gewest. In 2004 gaven we de
voorrang aan de werving van
kandidaten voor de Brusselse
zones. 525 aspiranten die hun
opleiding in 2004 hebben
aangevat, zullen in de loop van
2005 aan die zones worden
toegewezen.

In de begroting van 2006 zijn er
middelen vrijgemaakt voor de
bijkomende werving van
aspiranten in het kader van een
nieuw personeelsplan voor de
lokale en de federale politie.

De maatregelen die getroffen
werden om de operationaliteit van
de politiediensten te verhogen,
zoals de 'calogisering' en het ten
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
laste nemen door de federale
overheid van de CIC's, zullen op
termijn bijdragen tot een effectieve
operationele beschikbaarheid van
die politiemensen.
03.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 6519 de Mme Roppe est reportée.
De voorzitter: Vraag nr. 6519 van
mevrouw Roppe wordt uitgesteld.
03.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, c'est la
deuxième fois que la question de Mme Roppe est reportée.
03.04 Minister Patrick Dewael:
Het is al de tweede keer dat de
vraag van mevrouw Roppe wordt
uitgesteld.
Le président: Ce serait la deuxième fois que la question serait
reportée? Je fais procéder aux vérifications nécessaires, monsieur le
ministre, et je vous tiens informé.
De voorzitter: Ik laat een en
ander natrekken en hou u op de
hoogte.
03.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb net
telefonisch contact gehad met mevrouw Roppe. Zij verzekert mij dat
zij het commissiesecretariaat deze morgen verwittigd heeft dat ze niet
aanwezig kon zijn wegens een begrafenis.
04 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet
pilote d'accompagnement psychologique aux victimes de catastrophes" (n° 6520)
04 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het proefproject inzake de psychologische begeleiding van slachtoffers van rampen"
(nr. 6520)
04.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la catastrophe de Ghislenghien comme celle de Theux et
d'autres événements dramatiques récents ont mis en avant la
nécessité d'un accompagnement psychologique des victimes et des
personnes impliquées dans ce type de catastrophes. Une prise en
charge immédiate de ces personnes est susceptible de prévenir les
éventuelles conséquences de telles situations choquantes et
traumatisantes.

Depuis plusieurs années, des pays limitrophes tels que la France et
l'Allemagne ont mis sur pied des cellules d'accompagnement
chargées de la prise en charge psychologique des victimes et des
personnes impliquées dans ces catastrophes.

Le Groupement pour l'Action routière, en collaboration avec d'autres
associations, propose de mettre en place en Belgique une cellule
pilote d'accompagnement. Elle serait composée de neuf personnes
(six pompiers ambulanciers et trois personnes spécialisées dans
l'aide aux victimes) et participerait avec les pompiers ambulanciers à
la prise en charge psychologique, sur le lieu des interventions, des
victimes et de leurs proches.

Cette cellule aurait pour triple mission:
04.01 Melchior Wathelet (cdH):
De rampen van Gelingen en
Theux hebben aangetoond dat het
noodzakelijk is om de slachtoffers
rechtstreeks te begeleiden
teneinde de eventuele gevolgen
van die schokkende en
traumatiserende situaties te
voorkomen. In sommige
buurlanden bestaan er al jarenlang
dergelijke begeleidingscellen.

De Groupement pour l'Action
routière stelt in samenwerking met
andere verenigingen voor in België
een proefcel voor de begeleiding
van slachtoffers op te richten die is
samengesteld uit zes
brandweerlieden-ambulanciers en
drie specialisten in slachtofferhulp.
Die cel zou mee instaan voor de
psychologische opvang van de
slachtoffers en hun verwanten op
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
- l'aide, l'écoute et le soutien aux victimes et aux proches sur le lieu
de l'intervention;
- l'accompagnement des familles des proches dans l'après immédiat
de l'intervention d'urgence;
- le soutien des équipes de première ligne après ces interventions
particulièrement traumatisantes.

Le projet viserait d'abord certaines zones mais il a vocation, à terme,
à travailler dans un territoire plus large.

Ce projet me semble mériter un appui fort du monde politique. Il
répond à un véritable besoin dans notre pays. Cependant, au vu des
moyens financiers dont elles disposent, il n'est pas possible aux
communes concernées de répondre favorablement aux demandes de
financement, même si elles peuvent le faire partiellement. A l'inverse,
monsieur le ministre, vous disposez de davantage de latitude en la
matière. Toutefois, alors que ce groupement vous a déjà contacté,
vous ne semblez pas y avoir accordé toute l'attention requise bien que
vous ayez marqué un certain intérêt.

Monsieur le ministre, j'aurais aimé savoir si vous avez l'intention - et
dans quel délai - de soutenir, notamment financièrement, ce type de
projet pilote.
de plaats van de ramp. Naast haar
taak die erin bestaat de
slachtoffers ter plaatse te helpen
en hun verhaal te laten doen, zou
die cel ook de families en de
verwanten onmiddellijk na de
dringende interventie begeleiden
en de eerstelijnsteams die aan die
bijzonder traumatiserende
interventies deelnemen,
ondersteunen.

Dat plan, dat zich in een eerste
fase op bepaalde gebieden zou
toespitsen en waarvan het
actieterrein later zou worden
uitgebreid, verdient in mijn ogen
de steun van de politieke wereld.

Om financiële redenen kunnen de
gemeenten dat nochtans
noodzakelijk plan niet ten volle
steunen. U heeft weliswaar enige
interesse voor dat plan betoond,
maar u heeft blijkbaar vrij koel
gereageerd toen die groepering
poogde contact met u op te
nemen. Zal u dat soort
proefprojecten financieel
ondersteunen, en zo ja, wanneer?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les initiateurs du projet l'ont présenté à mon administration.
Il s'agit sans nul doute d'un projet intéressant mais dont le coût n'est
pas négligeable, comme vous le signalez d'ailleurs.

Je ne dispose pas des crédits pour financer ce type d'initiative. Je me
permets de vous rappeler que de nombreuses institutions
spécialisées sont déjà actives en matière d'aide psychologique
d'urgence, notamment la Croix-Rouge, les hôpitaux et certaines
associations privées.

En cas de besoin, les services d'incendie et la protection civile
peuvent faire appel à ces services publics et privés pour soutenir
moralement les victimes, les proches, les personnes impliquées et les
intervenants après des interventions particulièrement traumatisantes.
04.02 Minister Patrick Dewael:
De initiatiefnemers van dat
interessant maar zeer duur plan
hebben dat aan mijn administratie
voorgelegd. Ik beschik echter niet
over de nodige kredieten om dat
soort van initiatieven te
financieren.

Tal van gespecialiseerde
instellingen
­ Rode Kruis,
ziekenhuizen, verenigingen ­ zijn
al actief op het gebied van de
dringende psychologische bijstand
en de brandweerdiensten en de
civiele bescherming kunnen een
beroep doen op die openbare en
particuliere diensten om de
slachtoffers, hun verwanten, de
diverse betrokkenen en de
hulpverleners na die
traumatiserende interventies
moreel te ondersteunen.
04.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Si elle ne me satisfait pas, elle a au
moins le mérite d'être claire.
04.03 Melchior Wathelet (cdH):
Ik neem geen genoegen met uw
antwoord, maar het is tenminste
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
duidelijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
elektronisch indienen van klachten omtrent diefstallen" (nr. 6538)
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de on line-
aangifte bij de politie" (nr. 6563)
05 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le dépôt électronique de plaintes
relatives à des vols" (n° 6538)
- M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la déposition en ligne auprès de la
police" (n° 6563)
05.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, volgens een artikel in een krant zouden verschillende
politiezones op dit moment werken aan een standaard waarmee
slachtoffers via aangifteformulieren eenvoudige diefstallen kunnen
melden. Om een elektronische aangifte te kunnen doen moet men
evenwel wel over een elektronische identiteitskaart beschikken.

In verband hiermee heb ik volgende vragen.

Hoe zal dit concreet in zijn werk gaan? Zal het via een formulier op
het internet gebeuren of via een gewone e-mail?

Waar zal het formulier te vinden zijn? Bestaat er reeds een formulier?
Werken de politiezones samen aan één formulier of werken ze aan
verschillende formulieren? Het zou toch het beste zijn dat er één
formulier komt.

Op welk punt is Fedict in dit project betrokken? Zijn er private
bedrijven bij de ontwikkeling van dit aangifteformulier betrokken? Zo
ja, welke bedrijven zijn betrokken en over welk bedrag gaat het?

Wanneer kunnen wij het formulier uiteindelijk verwachten?

Ik wil toch ook wel waarschuwen voor het feit dat zo'n aangifte nogal
anoniem kan gebeuren. Wij moeten ook beducht zijn voor personen
met minder goede bedoeling, die een bron van onterechte
verdachtmakingen zouden kunnen maken waardoor men misschien
onderzoeken zou opstarten doordat men de diensten bewust op het
verkeerde been wil zetten.
05.01 Dirk Claes (CD&V): J'ai
appris que plusieurs zones de
police travaillent à un formulaire
standard permettant aux victimes
de faire une déclaration de vol par
voie électronique. Celles-ci doivent
cependant disposer d'une carte
d'identité électronique.

Comment cette procédure sera-t-
elle organisée concrètement? Les
zones de police travaillent-t-elles
ensemble à l'élaboration d'un
formulaire unique? Comment
Fedict est-il associé à ce projet?
Des entreprises privées y
collaborent-elles et pour quels
montants? Pour quand pouvons-
nous espérer le formulaire
standard? Comment va-t-on
empêcher les abus?
05.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, aansluitend bij de vraag van collega Claes, maar ook
aansluitend op mijn schriftelijke vraag van 16 februari van vorig jaar
over een proefproject voor een aangiftepunt on line wil ik ook een
aantal vragen stellen.

U hebt destijds op mijn schriftelijke vraag geantwoord dat u deze
mogelijkheid van aangifte on line zou onderzoeken.

Ik had mij toen bij mijn vraagstelling gebaseerd op een Nederlands
proefproject waarbij men via de portaalsite van de politie aangifte zou
kunnen doen van eenvoudige delicten. Het proefproject beperkt zich
05.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le
16 février 2004, j'ai posé une
question écrite à propos d'un
projet pilote concernant un
guichet de déclaration en ligne à
l'exemple des Pays-Bas. Le
ministre a réagi positivement.

Quels faits et délits pourront-ils
être déclarés en ligne? Quel est le
résultat de la concertation avec la
ministre Onkelinx à ce sujet?
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
daar tot eenvoudige aangiften waarvoor geen psychologische
begeleiding van de slachtoffers nodig is. Via de website van de
Nederlandse politie zou men dan de persoongegevens kunnen
invullen en een gedetailleerde aangifte van de feiten kunnen doen.

Dat zou een belangrijke vooruitgang kunnen betekenen voor heel wat
delicten. Ik geef het concrete voorbeeld van een inbraak in de wagen
waarbij men naast het herstellen van de ingeslagen ruit ook nog eens
langs de politie moet lopen om een formulier voor de verzekering te
hebben. Dat zijn toch dingen waarbij mensen, naast de schok van die
inbraak in hun wagen, ook nog eens een hele rompslomp moeten
doorlopen. Als wij daarbij het pad dat ze moeten afleggen kunnen
beperken of gemakkelijker maken, lijkt mij dat toch ten zeerste
aangewezen.

U heeft vorig jaar gezegd dat u positief stond ten opzichte van zo'n
proefproject. U zou ook onderzoeken, ten eerste, over welke feiten en
delicten het zou kunnen gaan. U zou daarover overleg plegen met de
minister van Justitie. Mijn eerste vraag is dan ook wat het overleg
heeft opgeleverd en of u al zicht heeft op welke feiten en delicten de
aangifte on line betrekking zou kunnen hebben. Ten tweede, u hebt
gezegd dat u moest onderzoeken hoe een en ander technisch kan
worden georganiseerd, zodat er duidelijkheid komt over wie de
aangifte doet. U heeft voor een stuk al een antwoord gegeven op de
vragen en kritische bemerkingen van collega Claes.

Ten slotte wil ik nog twee casussen van lokale politiezones vermelden
waar men al aan zo'n aangifte on line werkt. Zowel in Antwerpen als in
Gent lopen er projecten. Ik denk dat het voor de rechtszekerheid van
de betrokkenen, die aangifte doen via zo'n aangiftepunt, goed is dat
er duidelijkheid komt over wat nu juist de exacte draagwijdte is van
zo'n aangifte on line en dat dat geüniformiseerd over het hele land
kan gelden.
Comment la déclaration sera-t-elle
organisée sur le plan technique?

Des expériences ont déjà eu lieu à
Gand et à Anvers. La sécurité
juridique n'exige-t-elle pas que les
intéressés soient informés plus
clairement de la portée de leur
déclaration en ligne?
05.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, op
initiatief van het staatssecretariaat voor de Administratie
Vereenvoudiging zijn er effectief verkennende gesprekken geweest
met vertegenwoordigers van de federale politie over de digitale
aangifte en dat naar aanleiding van ervaringen die onder meer ook
werden opgedaan in Nederland. Hierbij werden de opportuniteit van
een aangifte on line en de mogelijke knelpunten bij de invoering
besproken.

De inrichting van een aangiftepunt on line heeft voordelen, maar
daarvoor moet alleszins het wettelijke kader worden aangepast. Een
eenduidige identificatie en een aangepast strafprocedureel kader zijn
minimale voorwaarden bij de invoering van de digitale aangifte.
Hierover zal nog bijkomend overleg noodzakelijk zijn met de minister
van Justitie. Dat is op dit ogenblik nog niet afgerond.

Op dit ogenblik wordt de piste onderzocht waarbij een digitale
communicatie, indien nodig met een digitale handtekening via de
elektronische identiteitskaart, gelijkgeschakeld kan worden met een
persoonlijke aangifte. Een haalbaarheidsstudie zal de vastgestelde
knelpunten in kaart moeten brengen en ook voort naar oplossingen
zoeken. In die studie zal ook moeten worden nagegaan welke delicten
in aanmerking kunnen komen voor dergelijke digitale aangifte.
05.03 Patrick Dewael, ministre:
Le Secrétariat d'Etat à la
Simplification administrative a
entamé des entretiens
exploratoires à ce sujet avec des
représentants de la police
fédérale. On y a discuté de l'utilité
de la déclaration en ligne et des
problèmes éventuels. Le cadre
législatif doit être adapté. Il faut
une identification non équivoque et
le cadre de procédure pénale doit
être adapté en concertation avec
la ministre de la Justice. On étudie
la manière dont les déclarations
digitales et personnelles pourraient
être assimilées. Une étude de
faisabilité doit faire l'inventaire des
problèmes, rechercher des
solutions et examiner les délits qui
entrent ici en considération.
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Ik ben de idee meer dan genegen, maar we zijn nog niet aan de
nieuwe patatjes.
05.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, kunt u nog geen
tijdsplanning geven wanneer u de nieuwe patatjes zult kunnen rooien?
Waarschijnlijk niet, neem ik aan.
05.04 Dirk Claes (CD&V): Quel
calendrier le ministre tient-il à
respecter?
05.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn antwoord.
Ik denk dat het goed is dat de regering positief staat ten aanzien van
die aangifte on line: een principieel positief standpunt dat resulteert in
een haalbaarheidsstudie.

Collega Claes, mijn vraag was of de minister daar bijvoorbeeld al een
budget voor heeft uitgetrokken, of die haalbaarheidsstudie al besteld
is, dan wel of dit toekomstplannen zijn. Wanneer mogen we de
resultaten van de haalbaarheidsstudie verwachten?

Wat is het standpunt van de minister ten aanzien van de projecten die
momenteel in ons land al lopen, in Antwerpen en Gent bijvoorbeeld?
Rijzen daar problemen met de wettelijkheid? Hoe zit dat juist? Moeten
de burgers niet duidelijk geïnformeerd worden dat dit maar om
proefprojecten gaat, dat het geen echte aangiften kunnen zijn? Het
lijkt mij belangrijk dat mensen niet het idee krijgen dat ze een aangifte
hebben gedaan, terwijl ze eigenlijk geen aangifte zouden hebben
gedaan, zonder het positieve van de proefprojecten in vraag te
stellen.
05.05 Stijn Bex (sp.a-spirit):
Quand devrions-nous disposer
des résultats de l'étude de
faisabilité? Que pense le ministre
des projets mis en oeuvre à Gand
et à Anvers? Ne faudrait-il pas
préciser qu'il s'agit de projets
pilotes et que la déclaration en
ligne n'a pas encore valeur de
déclaration authentique?
05.06 Minister Patrick Dewael: Qua timing is het moeilijk om mij uit
te spreken. Dat is trouwens heel gevaarlijk en collega Claes weet dat.
Ervaren staatslieden ontraden het zich vast te pinnen op een deadline
en ik ga dat advies volgen. Zo snel mogelijk toch, want ik vind dit een
heel waardevol idee. Ik zal laten nakijken wat er precies in Antwerpen
en Gent loopt op dit ogenblik. Volgens mij is er op het eerste gezicht
geen probleem van compatibiliteit met de wetgeving. Het gaat om een
aantal proefprojecten, maar de bedoeling moet inderdaad zijn te
komen tot een perfect sluitend wettelijk kader, waardoor het geheel
operationeel kan worden gemaakt.
05.06 Patrick Dewael, ministre:
Je ne fixe pas de date-limite mais
j'espère que cette étude sera
terminée le plus vite possible
parce que j'estime que c'est une
bonne idée. Que ce soit à Gand ou
à Anvers, aucun problème
d'incompatibilité avec la législation
ne se pose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "Oost-Europese dievenbendes die het land teisteren" (nr. 6682)
06 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
bandes de voleurs d'Europe de l'Est qui sévissent dans notre pays" (n° 6682)
06.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, op 21 april vernamen wij van de
eerste minister in een persmededeling dat een dievenbende werd
aangehouden van Joegoslavische dieven die meer dan 160
diefstallen op haar kerfstok had. De eerste minister gebruikte
daarvoor bazuingeschal. Hij zou daar, onder ons gezegd, wat kariger
mee moeten zijn, want hij heeft dat triomfantelijk toontje al zo vaak
gebruikt om ons achteraf te bedotten dat zodra hij deze toon aanslaat,
wij zeer wantrouwig worden. Niet alleen wij, maar de burger in het
algemeen.

In dit geval was dat wantrouwen eens te meer verantwoord, jammer
06.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Vers la mi-avril,
la police fédérale a réussi à
démanteler une bande de
malfaiteurs itinérants en
provenance d'Europe de l'Est. Il
s'agit plus précisément d'une
bande de voleurs yougoslaves
impliqués au bas mot dans 160
vols. L'an passé, 68 bandes de ce
genre avaient pu être
démantelées. Toutes opèrent
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
genoeg. Zo het al waar was dat een Joegoslavische bende die al
minstens 160 diefstallen op haar kerfstok had, was aangehouden,
bleek dat heel de zaak toch wat betreft de overwinning moest worden
gerelativeerd. Het is immers maar een van de bendes die dit land
teisteren. Vorig jaar werden er 68 aangehouden! Dat lijkt ook weer
een zeer groot resultaat, maar helaas blijft het fenomeen van
buitenlands georganiseerde dievenbendes welig tieren. Het waren
vanaf halfweg de jaren negentig eerst Joegoslaven ­ Serviërs, zo u
wil ­ en achteraf Kosovaren en Albanezen. Telkens gaan ze min of
meer op dezelfde manier te werk. Zij zijn georganiseerd van in het
land van oorsprong, gebruiken mensen van hun nationaliteit of die
oorspronkelijk uit hun land komen en hier wonen, en gebruiken ook
mensen die speciaal voor de kraken even overkomen naar West-
Europa.

Erger zelfs, uit verklaringen van de politie blijkt dat het grootste deel
van de bendeleden en zeker van de bendeleden die deel uitmaken
van de groep die werd aangehouden in april, vroeger al een of meer
dan een keer veroordeeld werden wegens diefstal. Ondanks die
veroordeling slaan zij, telkens zij opnieuw op vrije voeten zijn, opnieuw
toe. Het zou zo zijn dat de maximumstraf voor diefstal 5 jaar is, dat zij
in de meeste gevallen 3 jaar krijgen, wat betekent 1 jaar uitzitten, en
dat zij daarna doodgewoon hun vroegere loopbaan ­ als ik dat zo
mag uitdrukken ­ opnieuw opnemen. Het is ook zo dat blijkbaar heel
wat van die mensen ongemoeid worden gelaten na hun vrijlating, dat
geen enkele maatregel wordt getroffen voor repatriëring of het
ontnemen van de nationaliteit bij alle mogelijke maatregelen die men
eventueel nog zou kunnen nemen om het fenomeen te vermijden.

Op dat vlak moet mij toch nog iets van het hart. Naar aanleiding van
de aanhouding waarvan sprake, verklaarde Marc Eeckhaut, ik citeer:
"Ik denk dat het bestaan van die rondtrekkende dadersbendes", want
rondtrekkende dadersbende is de officiële terminologie voor
dergelijke groepen, een beetje eufemistisch uitgedrukt, "de prijs is die
wij moeten betalen voor onze democratie".

Zoiets zeggen van de democratie vind ik zeer kras. Dat aanvaarden
zou er immers op neerkomen dat democratie gelijk staat met de vrije
hand laten aan dievenbendes. Dat klopt natuurlijk niet. Wij betalen wel
de prijs voor ons laks beleid inzake het binnenkomen in het land, voor
de oogluikende toelating van illegalen en zeker en vast voor het
strafbeleid dat niet tot op het bot durft te gaan.

Nu worden wij geconfronteerd met dat fenomeen. Er wordt een bende
aangehouden die 160 diefstallen op haar kerfstok heeft en de politie
zegt zelf dat zij maar een van de vele is. Welke maatregelen werden
genomen om eindelijk een en ander een halt toe te roepen?
depuis leur pays d'origine. Quand
les voleurs sont arrêtés, ils
risquent cinq années
d'emprisonnement maximum.
Mais généralement, ils ne s'en
voient infliger que trois et n'en
purgent qu'une, et ils reprennent
ensuite leurs activités criminelles.
Nombreux sont ceux qui ne sont
même pas inquiétés et ne sont ni
rapatriés ni déchus de la
nationalité.

C'est le prix à payer pour notre
politique laxiste à l'égard des
illégaux. Quelles mesures le
ministre prend-il pour enrayer le
phénomène des bandes de
malfaiteurs?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Van den Eynde, ten eerste,
het dossier waarnaar u verwijst, bevestigt dat rondtrekkende
dadergroepen voornamelijk afkomstig zijn van voormalige
Oostbloklanden; dat wisten wij. Zij komen vooral uit Servië en
Montenegro. Zij komen op illegale wijze het Rijk binnen en bij
aantreffen zijn zij meestal niet in het bezit van een identiteitskaart of
een paspoort.

Ten tweede, illegale vreemdelingen die in België een strafrechtelijke
veroordeling opliepen, moeten nadat zij hun straf hebben ondergaan,
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Les bandes itinérantes sont
originaires principalement de
Serbie-Monténégro et pénètrent
généralement illégalement dans le
pays et sans passeport. Les
étrangers en situation illégale
condamnés ici doivent quitter le
territoire après avoir purgé leur
peine. Cet ordre n'est pas non plus
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
het grondgebied verlaten. Zij worden in het bezit gesteld van het bevel
om het land te verlaten. Indien noodzakelijk wordt ook overgegaan tot
repatriëring.

Ik verwijs ook naar een wetsontwerp dat mijn collega van Justitie
heeft ingediend. Het werd reeds goedgekeurd in de Kamer. Daardoor
wordt het mogelijk criminelen die systematisch in België worden
veroordeeld, hun straf in het land van herkomst te laten uitzitten.

Ten derde, de aanpak van die rondtrekkende dadergroeperingen is
multidisciplinair en is zowel gericht op repressie als op preventie. Op
het vlak van preventie werd met mijn departement een task force voor
inbraakpreventie opgericht, die zich toespitst op de certificatie van
technopreventief materiaal en de verbetering van de opspoorbaarheid
van de gestolen goederen.

De strijd tegen de rondtrekkende dadergroepen ­ dat weet u ook ­ is
aangehouden als prioriteit in het nationaal veiligheidsplan 2004-2007.
De federale en de lokale politie richten hun capaciteit, hun materiële
en personele inzet en acties, prioritair op die fenomenen. Dat
impliceert ook dat zij die fenomenen op een proactieve manier
moeten aanpakken.

Dat betekent dat men moet vertrekken vanuit een grondige analyse
en beeldvorming van de fenomenen. De modus operandi, de plegers,
hun werkwijze, de plaatsen waar zij vandaan komen en hun
verblijfplaatsen moeten in kaart worden gebracht.

Op basis van die informatie moeten de fenomenen en hun daders op
alle politionele niveaus repressief worden bestreden. Dat noemt men
de intelligence led policy of de informatiegestuurde aanpak. Het is
essentieel informatie te vergaren om de politionele capaciteit
doeltreffend te kunnen inzetten. Die repressieve aanpak gebeurt niet
alleen in het kader van gerechtelijke onderzoeken, maar ook in het
kader van bijzondere opsporingstechnieken en grootschalige
ontradende acties van de geïntegreerde politie.

Ik geef het cijfer nog even. In 2004 zijn er zo'n 303 FIPA-acties
gevoerd waarbij ongeveer 50.000 voertuigen en 38.000 personen
werden gecontroleerd.

Men stelt mij soms de vraag of dat allemaal niet wat overdreven is, de
inzet van zoveel middelen, van zoveel manschappen. Soms, als men
dat actie per actie bekijkt en men ziet 's morgens na het verstrijken
van de actie wat de buit is of hoeveel criminelen men heeft
aangehouden, dan oogt dat misschien op het eerste gezicht soms
aan de magere kant maar van het geheel van die acties en het feit dat
men weet dat die kunnen plaatsvinden gaat natuurlijk ook een sterk
ontradend effect uit.

De beschikbare middelen en mensen moeten effectief op al deze
fenomenen worden afgestemd. Dat wil ook zeggen dat de
mogelijkheden inzake internationale politiesamenwerking optimaal
moeten worden aangewend. Het is duidelijk dat daar een prioriteit van
gemaakt wordt en dat op het internationale vlak met een aantal
Centraal- en Oost-Europese landen al bilaterale akkoorden zijn
afgesloten om de georganiseerde criminaliteit beter te bestrijden.
Daar moet ik eigenlijk ook geen tekening bij maken. De acties grijpen
toujours respecté. Le projet de loi
de la ministre de la Justice
permettant aux criminels de purger
leur peine dans leur pays d'origine
a déjà été approuvé à la Chambre,
mais a été évoqué au Sénat.

Dans le cade de l'approche
préventive des bandes, un groupe
de travail a été chargé au sein du
SPF Intérieur de certifier le
matériel techno-préventif et
d'assurer une meilleure détection
des marchandises volées.

Le plan national de sécurité 2004-
2007 place également la lutte
contre les bandes itinérantes
parmi ses priorités. Les services
de police fédéraux et locaux
s'attaquent proactivement au
problème. En première instance,
toutes les informations ­ origine
des auteurs, modus operandi ­
sont récoltées et analysées,
conduisant ainsi à une
"intelligence led policing": sur la
base de ces informations, la
capacité policière est mieux
exploitée, à tous les niveaux. La
police intégrée met également en
place des actions répressives
d'envergure: en 2004, au cours de
303 "Full Integrated Police
Actions" (FIPA), 50.000 véhicules
et 38.000 personnes ont été
contrôlés.

Il est non seulement essentiel que
nos propres structures soient
parfaitement cohérentes, mais
aussi que toutes les possibilités en
matière de collaboration policière
internationale soient mises en
oeuvre. Des accords bilatéraux ont
dès lors déjà été conclus avec
certains pays d'Europe centrale et
de l'Est. Des contacts privilégiés
ont déjà été pris notamment avec
la Serbie-Monténégro.

La loi du 19 décembre 2002
constitue également un élément
important dans la lutte contre ce
problème. Elle permet de rapatrier
des biens saisis à l'étranger si un
accord a été conclu avec le pays
concerné.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
in ons land plaats maar uiteraard kan men zich in een minimum van
tijd over de grens begeven. Als men daar efficiënt wil tegen optreden,
veronderstelt dat dus dat men met een aantal landen ­ en ik zou
zeggen bij uitstek met die landen van waaruit de criminaliteit vaak
vertrekt, namelijk de vroegere Oostbloklanden ­ degelijke afspraken
maakt op het vlak van een efficiënte politiesamenwerking.

Ik zou ook willen wijzen op de mogelijkheden die worden geboden
door de wet van 19 december 2002, collega, wetgeving tot uitbreiding
van de mogelijkheden tot inbeslagname en verbeurdverklaring in
strafzaken in het land van herkomst waartoe akkoorden met het oog
op het repatriëren naar ons land van in het buitenland verbeurd
verklaarde goederen ter studie zijn. Door de focus te richten op
prioriteiten wordt uiteindelijk een kwalitatieve aanpak gegarandeerd.
Dat die aanpak vruchten begint af te werpen blijkt juist uit de
aanhouding op 19 april 2005 van elf leden van een Servische
inbrekersbende in de regio Antwerpen. Samen met de reeds eerder
aangehouden vijf daders waren zij verantwoordelijk voor meer dan
150 inbraken.

Is het probleem daarmee opgelost? Dat heb ik niet gezegd. Heeft de
premier ten onrechte de loftrompet laten schallen? Ik zou zeggen, wat
hij heeft gedaan op een bepaald ogenblik was na een toch wel
ophefmakende vangst de politiediensten daarvoor uitvoerig feliciteren.
Ik weet dat het meer in de stijl en de natuur ligt van sommigen om
altijd kritiek te leveren, negatief, op hetgeen niet gebeurt. Ik denk dat
als er een aantal bendes op een vrij doortastende manier is opgerold
in de voorbije weken en maanden de politiediensten af en toe ook wel
eens een pluim verdienen. Dat is denk ik wat de premier op dat
ogenblik heeft gedaan.

Uit mijn overzicht moge echter blijken dat we het fenomeen verder
prioritaire aandacht zullen verzekeren.


Onze membres d'une bande serbe
ont entre-temps été arrêtés le
19 avril 2005. Ils étaient
responsables de 150
cambriolages avec cinq autres
complices. Le premier ministre a
félicité les services de police à cet
égard.
Le président: Je vous demande d'être bref car vous avez déjà doublé le temps autorisé.
06.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, ik twijfel niet aan de inzetbereidheid en de creativiteit van de
politie. Ik heb dat niet gezegd en u hebt ook niet beweerd dat ik dat
gezegd heb.

Wanneer we weten dat de zaken in dit geval werden georganiseerd
vanuit een Joegoslavisch café in Antwerpen, dat de dieven allemaal
uit dezelfde Servische stad Cacak afkomstig zijn, dat sommigen hier
verblijven en anderen rechtstreeks uit Servië komen, dat de buit,
zoals u zelf hebt gezegd, onmiddellijk naar Servië, niet alleen per
vrachtwagen, maar soms ook per vliegtuig, ging, dat ze dus goed
georganiseerd zijn, dat bovendien de meeste van die personen
vroeger reeds is veroordeeld voor diefstal, welnu, dan schort er toch
iets aan het uitwijzingsbeleid. Ik twijfel er niet aan dat zij een
uitwijzingsbevel krijgen, maar of zij het bevel opvolgen, daarover heb
ik de grootste twijfels.
06.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Je ne mets pas
en doute la motivation de la police
mais bien notre politique
d'expulsion.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
participation des stagiaires pompiers volontaires aux interventions" (n° 6707)
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
07 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de deelname van stagedoende vrijwillige brandweerlui aan interventies" (nr. 6707)
07.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans notre pays, les pompiers volontaires représentent une
part non négligeable de l'effectif de l'ensemble des services incendie,
soit plus de 12.000 volontaires pour un total de 17.000 pompiers.

Une formation commune aux volontaires et aux professionnels avec
un socle de base de 90 heures permet aux volontaires d'être
conscientisés aux risques de la fonction qu'ils vont exercer. Il faut
insister, en tout cas, sur le fait que ce socle de base, cette formation
est commune aux volontaires et aux professionnels. Cette formation
semble être de qualité puisque, jusqu'à preuve du contraire, personne
n'a pu remettre en cause les compétences de nos pompiers
volontaires. La seule distinction qu'on peut faire se situe au niveau de
la pratique. Celle-ci serait plus importante au niveau des corps
professionnels que des corps volontaires.

Certaines zones d'ombre planent toutefois sur les pompiers
volontaires en période de stage, en particulier en ce qui concerne leur
participation aux interventions. L'arrêté royal du 19 juin 1971 fixant les
types de règlements communaux relatifs à l'organisation des services
communaux d'incendie est assez vague sur ce point. Il stipule en effet
que "le chef de service et le chef des opérations veillent à ce que les
stagiaires ne prennent part aux opérations que dans la mesure où
leur formation théorique et pratique le permet."

Monsieur le ministre, un pompier volontaire en période de stage peut-
il être envoyé en intervention? Si tel est le cas, certaines questions se
posent, notamment au niveau des assurances, ainsi qu'au niveau de
la rémunération de ces stagiaires volontaires, puisque le règlement
général précédemment évoqué prévoit effectivement un socle
minimal de formation: un module de 90 heures au moins. Or, on sait
qu'au niveau des corps d'incendie, la pratique est différente. Certains
corps rétribuent les 90 heures; d'autres, non. Il reste évidemment tous
les risques encourus en envoyant des stagiaires sur des lieux
d'incendie. Je souhaitais connaître votre point de vue sur cette
question.
07.01 Jean-Claude Maene (PS):
Vrijwillige brandweerlui zijn in ons
land een niet onaanzienlijk
onderdeel van het bestand van de
brandweerdiensten. Een
gemeenschappelijke opleiding
voor vrijwilligers en
beroepsbrandweerlieden heeft het
voordeel dat de vrijwilligers attent
worden gemaakt op de risico's van
het beroep dat ze zullen
uitoefenen. Het enige onderscheid
betreft dus in voorkomend geval
de praktijk.

Toch heerst er enige
onduidelijkheid wat de
stagedoende vrijwillige
brandweerlui aangaat, met name
inzake hun deelname aan
interventies. Kan een stagedoende
vrijwillige brandweerman aan een
interventie deelnemen? Zo ja,
rijzen er bijkomende vragen qua
verzekering en bezoldiging.
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, la participation des stagiaires aux interventions réelles
relève de la responsabilité du chef de service et du chef des
opérations. Ils apprécient l'opportunité d'envoyer un stagiaire en
opération en fonction des capacités de ce dernier et des formations
suivies.

Les communes sont légalement tenues de souscrire pour le
personnel volontaire, y compris les stagiaires, une assurance
couvrant la répartition des dommages pouvant survenir dans le cadre
de leurs fonctions. Cette répartition doit être au moins équivalente à
celle prévue pour les dommages résultant des accidents de travail
dans le secteur public. Le pompier volontaire a également la
possibilité d'étendre sa couverture d'assurance, s'il estime que ses
revenus professionnels réels le justifient. Il devra, à cet effet, remettre
annuellement à l'autorité communale une déclaration de ses revenus.
Cette assurance est complétée par une assurance souscrite
obligatoirement par les communes en faveur des volontaires en cas
07.02 Minister Patrick Dewael:
De deelname van stagiairs aan
echte interventies behoort tot de
verantwoordelijkheid van het
diensthoofd en van degene die de
operaties leidt. De gemeenten zijn
wettelijk verplicht om ten behoeve
van hun vrijwillig personeel, met
inbegrip van de stagiairs, een
verzekering aan te gaan die de
spreiding dekt van de schade die
zij in het kader van hun functies
kunnen lijden, alsmede een
aanvullende verzekering in geval
van overlijden of ernstige
verwondingen. De vrijwillige
brandweerman heeft de
mogelijkheid om zijn
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
de décès survenu en service ou à la suite de blessures ou maladies
contractées en service.

Enfin, les pompiers stagiaires sont rémunérés par l'autorité
communale au prorata de leurs prestations. Les indemnités dues aux
pompiers volontaires sont fixées librement par les communes. Elles
doivent être au moins égales à celles des pompiers professionnels du
même grade en vertu de la réglementation fédérale. Il existe ainsi une
certaine uniformité dans les indemnités allouées aux pompiers
volontaires.
verzekeringsdekking uit te breiden
als hij van oordeel is dat zijn
werkelijk beroepsinkomen dit
verantwoordt.

Ten slotte worden de stagedoende
brandweerlui door de
gemeentelijke overheid vergoed
naar rato van hun prestaties.
07.03 Jean-Claude Maene (PS): Merci, monsieur le ministre. Je
pense qu'il faudrait pouvoir aller un peu plus loin. Et je me demande si
la commission Paulus ne pourrait pas se pencher sur la question.

En effet, il est inquiétant que, dans certains services d'incendie, des
stagiaires nouvellement recrutés complètent le nombre parfois
insuffisant de pompiers au départ. Tout cela reste évidemment
dangereux. Il faudrait donc fixer une règle commune dont devrait
pouvoir se charger un organisme indépendant, au lieu du chef de
corps qui dit: "J'ai besoin de quelqu'un en plus dans le camion, je
l'emmène", avec tous les risques que cela comporte.
07.03 Jean-Claude Maene (PS):
Kan de commissie-Paulus zich
niet over deze kwestie buigen?
Het is verontrustend dat stagiairs
die pas in dienst zijn moeten
worden ingeschakeld omdat het
aantal brandweerlui soms
ontoereikend is. Natuurlijk blijft
een en ander gevaarlijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de schorsing van de rondzendbrief inzake de taalwetgeving door de Raad van State" (nr. 6714)
08 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
suspension par le Conseil d'Etat de la circulaire relative aux lois linguistiques" (n° 6714)
08.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, op 21 april 2005 schorste de afdeling
administratie van de Raad van State drie belangrijke rondzendbrieven
waarmee de Brusselse regering na de verkiezingen van 2004 een
politiek akkoord uitvoerde dat erop was gericht de taalwetgeving te
omzeilen. In die rondzendbrieven stond duidelijk dat de taalwetgeving
in bestuurszaken voor OCMW's, ziekenhuizen en gemeentebesturen
niet moest worden toegepast wat betreft het aanwerven van
contractuelen. Het feit dat tweetaligheid verplicht is, werd in die
rondzendbrieven gewoonweg genegeerd.

De schorsing gebeurde op vraag van een aantal Vlaamse
verenigingen en laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Er wordt
duidelijk gesteld dat de drie rondzendbrieven tekortkomen aan het
artikel 5bis dat stipuleert dat administratieve handelingen ­ waarover
het hier gaat ­ geen afbreuk mogen doen aan het tweetalig karakter
noch aan de op het ogenblik van de inwerkingtreding van de bepaling
bestaande waarborgen die personen van Nederlandse en Franse
taalaanhorigheid genieten in de gemeenten van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Dat is zeer duidelijk en de Raad van State
gaat naar de inhoud en naar de kern van de zaak ook al is het een
schorsingsarrest.

Mijnheer de minister, in het verleden wou u geen standpunt innemen
in dit dossier, ook niet naar aanleiding van eerdere schorsingen, tot de
Raad van State duidelijkheid had geschapen. Nu is die duidelijkheid
er. Wat zult u nu doen?
08.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le Conseil d'Etat a
suspendu les trois circulaires que
le gouvernement bruxellois a tenté
d'instrumentaliser pour contourner
la législation linguistique en
matière administrative. Aux termes
de ces circulaires, le bilinguisme
ne serait plus requis dans un
certain nombre de professions. Un
collègue de parti du ministre lui-
même, Sven Gatz, a déjà dénoncé
le fait que dans un hôpital
bruxellois, un patient
néerlandophone ne peut pas
toujours être accueilli dans sa
langue maternelle.

Quelle position adopte le ministre
de l'Intérieur à l'heure où le
Conseil d'Etat vient de déclarer
illégales lesdites circulaires?
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Er is duidelijkheid geschapen in een zeer belangrijke zaak. Recent
nog kwamen uw eigen partijgenoten in de media inzake de
problematiek van de Brusselse ziekenhuizen. Uw partijgenoot
Sven Gatz heeft aangeklaagd dat Nederlandstaligen in ziekenhuizen
niet in hun taal terechtkunnen. Dat heeft in belangrijke mate, zoniet in
uitsluitende mate, te maken met de niet-naleving van de
taalwetgeving. Als iedereen die is tewerkgesteld in de openbare
ziekenhuizen de twee talen zou beheersen zoals de wet het oplegt,
als iedereen in de spoeddiensten van de private ziekenhuizen de twee
talen machtig zou zijn zoals de wet het zegt, zouden er zich geen
problemen voordoen.

Dit probleem kan alleen maar worden opgelost wanneer de
taalwetgeving wordt toegepast. Het kan toch niet dat een particuliere
organisatie of een parlementslid een minister moet vragen de wet toe
te passen. Wat is er democratischer en eenvoudiger dan dat? Het is
toch verschrikkelijk dat burgers dure procedures bij de Raad van
State moeten instellen om de wet te laten toepassen.

Mijnheer de minister, wat zijn de resultaten van het onderzoek dat u
hieromtrent intussen hebt verricht? Wat hebt u inmiddels beslist?
Hebt u de zaak al aangekaart op het overlegcomité? Indien dit niet het
geval is, wanneer zult u dat dan doen?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Laeremans, ik moet antwoorden zoals ik in de Senaat heb
geantwoord op een identieke vraag.

De drie rondzendbrieven van oktober 2004 die werden verstuurd door
de Brusselse instanties, waren het gevolg van het schorsingsarrest
van de Raad van State van 8 april 2003 betreffende het eerste
taalhoffelijkheidsakkoord. Die rondzendbrieven werden opgesteld
zonder de uitspraak ten gronde van de Raad van State af te wachten.

Het Arbitragehof heeft in zijn arrest van 10 maart 2004 als antwoord
op de prejudiciële vraag van de Raad van State gesteld dat artikel
5ter van de bijzondere wet van 12 januari 1980 betreffende de
Brusselse instellingen de artikelen 10 en 11 van de grondwet niet
schendt. Het gelijkheids- en het non-discriminatiebeginsel werden dus
niet geschonden. De Raad van State moet zich daarover nog ten
gronde uitspreken en dat is nog niet gebeurd.

Ik heb al eerder geantwoord dat ik mijn houding zal bepalen mede op
basis van de uitspraken ten gronde van de Raad van State. Zolang de
Raad van State geen uitspraak ten gronde heeft gedaan kan ik
daarover moeilijk een oordeel geven.

Ook nu, na de schorsingsarresten van 21 april 2005 betreffende het
nieuwe taalhoffelijkheidsakkoord van vorig jaar, wens ik de beslissing
ten gronde van de Raad van State af te wachten en eenmaal daarvan
kennis genomen zal ik mijn politieke houding bepalen. Het zal van die
uitspraak afhangen of het mogelijk zal zijn om de zaak te agenderen
op het overlegcomité met de Gewesten en de Gemeenschappen. Ik
loop op de zaken niet vooruit en ik herhaal voor de derde keer dat ik
de beslissing van de Raad van State afwacht.
08.02 Patrick Dewael, ministre:
Ces trois circulaires d'octobre
2004 ont été prises après que le
Conseil d'Etat a, le 8 avril 2003,
rendu un arrêt suspensif au sujet
du premier accord de courtoisie
linguistique. Elles ont été rédigées
sans attendre la décision du
Conseil sur le fond. Dans un arrêt
du 10 mars 2004, la Cour
d'arbitrage a considéré que l'article
5ter de la loi spéciale du 12 janvier
1980 concernant les institutions
bruxelloises ne violait pas les
articles 10 et 11 de la Constitution.
Le Conseil ne s'est pas encore
prononcé quant au fond sur la
question de savoir si les principes
d'égalité et de non-discrimination
ont été enfreints. Je pourrai
difficilement prendre position tant
que le Conseil ne se sera pas
déterminé. Même après les arrêts
suspensifs du 21 avril 2005
concernant le nouvel accord
linguistique bruxellois, je tiens à
attendre la décision du Conseil
d'Etat. Ensuite, le Comité de
concertation pourra se saisir de
cette affaire.
08.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, dit 08.03 Bart Laeremans (Vlaams
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
is codetaal die helemaal iets anders zegt dan de minister ons wil laten
verstaan. Eigenlijk betekent dit dat de minister helemaal niet van plan
is om de zaak te berde te brengen op het overlegcomité, want
iedereen weet ­ en deze minister in het bijzonder ­ hoe erg het
gesteld is met de Raad van State en hoeveel jaren het duurt eer zij
een arrest ten gronde velt. U bent daar trouwens zelf mee
verantwoordelijk. U zit al jaren in de meerderheid en dus bent u er
mee verantwoordelijk voor dat de procedure zo lang aansleept.

Ondertussen hoeft u de Franstaligen en de Brusselse overheid niet op
hun verantwoordelijkheid te wijzen. Dat is het wat u doet. U stelt de
zaak uit en het liefst tot 2007, op een moment dat u nog eens
opnieuw ­ of u denkt tenminste dat u er opnieuw bij zal zijn in 2007 ­
de taalwetgeving er onderuit kan halen zoals u tijdens de afgelopen
weken van plan was te doen tijdens de onderhandelingen over
Brussel-Halle-Vilvoorde.

Dat is toch wel straf, mijnheer de minister; u bent als minister van
Binnenlandse Zaken bevoegd voor de Raad van State. U zou dus als
eerste moeten zeggen dat arresten moeten worden nageleefd en dat
de gevolgen ervan moeten worden gerespecteerd, in de eerste plaats
door de overheidsinstanties zelf. U bent bevoegd, omdat u als
minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk bent voor deze
materie en er voor moet zorgen dat uw bevoegdheden worden
gerespecteerd en niet worden overtreden door andere instanties.
Alleen al op basis van die hoedanigheid en ook zonder
schorsingarrest van de Raad van State zou u aan de Brusselse
regering moeten zeggen dat zij uw bevoegdheid met de voeten
treden, maar u doet dat niet.

U legt een arrest naast u neer en u doet aan struisvogelpolitiek. U
zegt "mijn naam is haas" terwijl er op uw ziel wordt getrapt, mijnheer
de minister en uw bevoegdheden worden ingepalmd door het
Brusselse Gewest. Er is maar één woord voor wat u doet en waaraan
u zich medeplichtig maakt door zo te handelen en een dergelijke
struisvogelpolitiek te voeren, mijnheer de minister, u doet aan
incivisme en dat voor een liberaal minister! Ik vind het beschamend
en vreselijk en wij zullen dat aan de Brusselaars uitleggen en de
Brusselse kiezers duidelijk laten weten dat hun eigen Vlaamse
ministers hen in de steek laten, terwijl zij het recht en de wet volledig
aan hun kant hebben. Ik vind dit indroevig, mijnheer de minister.
Belang): Le ministre emploie un
langage codé, car il n'a en réalité
pas l'intention de soumettre le
dossier au Comité de concertation.
Il sait qu'il faut beaucoup de temps
avant que le Conseil d'Etat ne se
prononce sur le fond et il est
même en partie responsable de
cette situation. Dans l'intervalle, il
ne met pas les francophones ou
les autorités bruxelloises devant
leurs responsabilités. En fait, Il
préférerait reporter l'affaire à 2007
pour alors torpiller la législation
linguistique. C'était déjà ce qu'il
voulait faire dans le cadre des
négociations concernant BHV.

Le ministre devrait être le premier
à dire que les arrêts du Conseil
d'Etat doivent être respectés, et
surtout par les autorités publiques.
La Région bruxelloise s'approprie
les compétences du ministre mais
pratique la politique de l'autruche
et se rend coupable d'incivisme.
J'informerai les électeurs
bruxellois du fait que les ministres
flamands les abandonnent à leur
sort.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het hooliganisme" (nr. 6720)
09 Question de Mme Hilde Dierickx au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
hooliganisme" (n° 6720)
09.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, vorige maand was er opnieuw een kleine
opflakkering van voetbalhooliganisme. Het is begrijpelijk: op het einde
van het voetbalseizoen kunnen de spanningen hoog oplopen
aangezien de inzet van de matchen groot is. Op die momenten wordt
beslist over promotie of degradatie. Zo waren er ook in onze regio
enkele incidenten.
09.01 Hilde Dierickx (VLD): Le
mois passé, nous avons assisté à
une recrudescence des faits de
hooliganisme. La saison de
football touchant à sa fin, les
enjeux sont plus importants et la
tension augmente. Au cours des
dernières années, de nombreuses
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
We begrijpen dat er de laatste jaren reeds heel wat inspanningen
gebeurden om het hooliganisme te verminderen of volledig uit te
sluiten. Zo wordt er met camera's gewerkt, wordt de opleiding voor
politiemensen in burger tussen de supporters verbeterd, wordt de
werking van de stewards geëvalueerd en verbeterd, enzovoort. Toch
blijven er zich incidenten voordoen. Dat niet enkel in de hoogste
klasse, zoals bij de match tussen Beveren en Lokeren, maar tevens in
de tweede en derde klasse. Er waren ook ongeregeldheden bij de
derby in Mechelen en bij de match tussen Aalst en Kortrijk.

Naast die heropflakkering van het hooliganisme, hadden de
supporters ook een probleem met het politieoptreden en dat is
waarover ik het wil hebben. Na de wedstrijden Beveren-Lokeren en
Aalst-Kortrijk werd door de supporters klacht neergelegd bij het
Comité P, het Vast comité van toezicht op de politiediensten, wegens
­ volgens hen ­ een inefficiënt optreden van de politiediensten.

Ik begrijp natuurlijk dat deze klachten van supporters komen die zich
benadeeld voelen en dat dat niets steeds terecht is. Zoals voorheen
gezegd: er zijn al heel wat inspanningen gedaan, ook in Lokeren. In
Lokeren is er geen probleem, dat zal onze collega kunnen bevestigen:
de lokale veiligheidsdienst werkt er zeer goed. Het is de
veiligheidscoördinator die voor de crisismatchen overlegt met de
verschillende verantwoordelijken en het optreden regelt. Niettemin zijn
er klachten en ik heb naar aanleiding van deze incidenten dan ook
enkele vragen.

Hoeveel incidenten waren er dit jaar naar aanleiding van
voetbalwedstrijden in de verschillende afdelingen? Zijn er effectief
meer ongeregeldheden naar het seizoenseinde toe? Zo ja, krijgen die
wedstrijden dan meer aandacht van de politiediensten? Hoeveel
klachten werden dit seizoen bij het Comité P ingediend tegen de
politiediensten naar aanleiding van voetbalwedstrijden? Zal u
maatregelen nemen tegen deze klachten? Zo ja, dewelke? Zijn er
uniforme regels voor het optreden van de politie bij voetbalrellen?
Worden deze geëvalueerd en eventueel aangepast?
mesures ont déjà été prises pour
combattre ce phénomène: une
surveillance vidéo a été mise en
place, les `spotters' (observateurs)
ont été mieux formés et les
compétences des stewards ont été
redéfinies. Malgré tout, des
incidents ont été aussi relevés
chez nous, lors des matches
Beveren-Lokeren et Alost-Courtrai,
et lors d'un derby à Malines.

Les supporters ont critiqué
l'intervention des forces de police.
A l'issue des matches Beveren-
Lokeren et Alost-Courtrai, certains
d'entre eux ont déposé plainte
auprès du Comité P pour
`intervention inefficace'. Leurs
réclamations ne sont toutefois pas
toujours fondées. A Lokeren, les
services de sécurité locaux
fonctionnent très bien. Lors des
matches à hauts risques, le
coordinateur de sécurité organise
une concertation avec les
responsables et coordonne les
interventions.

Combien d'incidents ont été
enregistrés cette année lors des
matches de football dans les
différentes divisions? Y a-t-il plus
de troubles en fin de saison? La
police se montre-t-elle alors plus
attentive? Combien de plaintes ont
été introduites durant cette saison
auprès du Comité P à l'occasion
de matches de football? Quelles
mesures le ministre compte-t-il
prendre pour éviter de nouvelles
plaintes? A-t-on défini des règles
uniformes pour organiser les
interventions de la police lors des
bagarres entre supporters? Ces
règles font-elles l'objet d'une
évaluation afin d'être
éventuellement modifiées?
09.02 Minister Patrick Dewael: De cijfers over het aantal incidenten
voor het seizoen 2004-2005 zullen pas ter beschikking zijn op het
einde van de maand juni. Ik kan u wel melden dat de positieve
tendens van de jongste twee seizoenen zich voortzet. Zo waren er
minder zware incidenten zoals slagen en verwondingen en
vandalisme ­ het "echte" hooliganisme ­ en waren er geen echte
groepsconfrontaties.

Het risico op incidenten is traditioneel groter op het einde van het
09.02 Patrick Dewael, ministre:
Les chiffres relatifs aux incidents
ayant marqué la saison de football
2004-2005 ne seront disponibles
qu'à la fin du mois de juin. Mais
l'évolution positive constatée lors
des deux dernières saisons se
maintient. Il y a eu moins
d'incidents graves et nous n'avons
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
seizoen, dat weten wij. Mijn diensten hebben mij ingelicht over een
aantal risico's. De politiediensten verkeren in een fase van verhoogde
waakzaamheid. Het Comité P heeft mij meegedeeld dat er dit seizoen
twee klachten werden ingediend tegen politiediensten naar aanleiding
van voetbalwedstrijden. Ik wil toch meegeven dat sommige klachten
tegen politiediensten niet altijd volledig stroken met de werkelijkheid.
Dat blijkt ook uit terreinobservaties die uitgevoerd worden door de
voetbalcel. De handhaving van de openbare orde naar aanleiding van
voetbalwedstrijden is alles behalve een makkelijke taak. Verschillende
elementen die voorafgaan aan een bepaalde politie-interventie of
concreet beschikbare politie-informatie kunnen een ander beeld
geven over de opportuniteit om bepaalde acties al dan niet te
ondernemen. Het spreekt voor zich dat supporters geen kennis
hebben van deze elementen of van deze informatie. Zij kunnen zich
dan ook geen totaalbeeld vormen van de situatie.

Ik wil ook erop wijzen, collega, dat er de laatste jaren een aantal
maatregelen werd genomen in de strijd tegen het voetbalgeweld. Er
werden tal van preventieve maatregelen genomen, zoals de jaarlijkse
infrastructuurcontroles door mijn diensten. Er is een vervijfvoudiging
van het aantal dossiers lastens supporters op basis van de
voetbalwet. Sinds enige tijd wordt er ook gewerkt aan een gewijzigd
politioneel concept rond voetbalwedstrijden. De nadruk zal steeds
meer liggen op communicatie en interactie met de supporter. Het
wetgevende kader aangaande de politiediensten is uiteraard identiek
voor het hele land. Er wordt bij het toepassen van dit kader ruimte
gelaten tot interpretatie vanwege de lokale overheden en
politiediensten. Hierdoor wordt het mogelijk om lokaal accenten te
leggen en een aangepast beleid te voeren. Het politieconcept en de
politietactiek kunnen verschillen naargelang de zone waarover het
gaat, maar in het algemeen wordt steeds meer gekozen voor het
model van interactie, communicatie en deëscalatie. Sommige lokale
politiekorpsen blijven kiezen voor een concept van grote visuele
politie-inzet. Dat is voor een stuk hun verantwoordelijkheid, maar ik
denk dat het steeds meer op een andere manier zal moeten worden
toegepast.

In geval van voetbalrellen is het natuurlijk van belang om zo spoedig
mogelijk de openbare orde te herstellen. Het moment van politionele
interventie en de manier waarop tussenbeide wordt gekomen, is een
keuze van de lokale commandant van de ordedienst, op basis van de
beschikbare informatie, de context van de situatie en het mogelijke
risico op escalatie van problemen.

Er is geen systematische evaluatie van het lokaal gevoerde beleid van
de politiediensten door de inspectiediensten; het Comité P en de
algemene inspectie. Tijdens het seizoen 2002-2003 voerde het
Comité P een grootschalig onderzoek naar het politieoptreden rond
voetbalwedstrijden. Deze' resultaten vormen de basis voor
verschillende maatregelen die sinds toen werden uitgewerkt of die
vandaag nog altijd in behandeling zijn. Daarnaast worden ook
punctuele onderzoeken gevoerd.

Wat de evaluatie van de politie-inzet aangaat, zou ik willen wijzen op
de ministeriële rondzendbrief OOP 38 betreffende de efficiënte inzet
van de ordediensten naar aanleiding van voetbalwedstrijden en
betreffende de informatiehuishouding en de taken van de spotters.
pas enregistré de véritables
bagarres collectives. En fin de
saison, les risques d'incident
augmentent, ce qui oblige les
services de police à redoubler de
vigilance.

Deux plaintes ont été enregistrées
par le Comité P au cours de la
présente saison. Selon les
observations de terrain de la
cellule football, les plaintes à
l'encontre de la police ne reflètent
pas toujours parfaitement la
réalité. Le maintien de l'ordre
public à l'occasion de matchs de
football n'est pas une sinécure.
Les supporters n'ont pas
connaissance de tous les
éléments qui conduisent à une
intervention. Ils ne peuvent avoir
une vision globale de la situation.

Au cours des dernières années,
des mesures préventives ont été
prises dans le cadre de la lutte
contre le hooliganisme. Un
concept policier adapté est
également en préparation.
L'accent sera mis sur la
communication et l'interaction
avec les supporters.

Le cadre législatif est le même
dans l'ensemble du pays, mais les
autorités et services de police
locaux disposent d'une marge
d'interprétation. Un modèle de
désescalade, d'interaction et de
communication est de plus en plus
souvent appliqué, bien que
certains corps de police locaux
continuent à opter, sous leur
propre responsabilité, pour une
importante mobilisation policière
visible.

En cas d'affrontements, l'ordre
public doit être rétabli le plus
rapidement possible. C'est le
commandant local qui décide du
mode et du moment de
l'intervention policière, en fonction
des informations disponibles, du
contexte et du risque d'escalade.

La gestion locale n'est pas
systématiquement évaluée par les
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Samenvattend zou ik u nog even geduld willen vragen tot het einde
van de maand juni, wanneer wij de nieuwe cijfers zullen krijgen.

In grote lijnen lijkt de positieve tendens zich te bevestigen. Wij blijven
dit evenwel van nabij volgen. Ik verwijs naar hetgeen er onlangs
gebeurd is naar aanleiding van de wedstrijd Club Brugge-Anderlecht.

Voor het overige neem ik akte van uw complimenten aan het adres
van Lokeren. Dit zal wellicht niet helemaal objectief zijn. Ik kan me er
wel bij aansluiten.
services d'inspection. Au cours de
la saison 2002-2003, le Comité P
a mené une large enquête sur les
interventions policières.
Différentes mesures sont prises
sur la base des résultats de cette
enquête. Certaines d'entre elles ne
sont pas encore prêtes. Des
enquêtes ponctuelles sont
également menées. Enfin, je
rappelle la circulaire ministérielle
OOP 38 et les mesures prises à
l'occasion du match Club
Brugeois-Anderlecht. Je me rallie
aux félicitations de Mme Dierickx à
l'adresse de Lokeren.
09.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik heb in mijn
regio inlichtingen genomen en ik ben vooral blij met uw antwoord
omdat er sprake is van een positieve tendens en omdat de incidenten
tot kleine onregelmatigheden beperkt zijn. Er zijn ook maar twee
klachten bij het Comité P. Omdat dit dikwijls wordt opgefokt in de
lokale media is het goed een objectief antwoord te krijgen.

Als u meer de nadruk legt op de lokale communicatie dan hoop ik ook
dat daaruit de nodige financiële implicaties volgen.
09.03 Hilde Dierickx (VLD): Je
me réjouis de la tendance positive
qui est observée et que le comité
P n'ait été saisi que de deux
plaintes. Les médias locaux sont
enclins à exagérer les incidents.
J'espère que des moyens
financiers sont disponibles pour
améliorer la communication.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Questions jointes de
- Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la multiplication
d'attaques de fourgons" (n° 6725)
- Mme Véronique Ghenne au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les attaques à main
armée contre les transports de fonds" (n° 6898)
10 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het toenemend aantal overvallen op geldtransporten" (nr. 6725)
- mevrouw Véronique Ghenne aan vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
gewapende overvallen op geldtransporten" (nr. 6898)
10.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, il y a quelques
semaines, à la suite de deux attaques violentes de fourgons, je vous
avais déjà interpellé sur les moyens de sécurisation de ces transports
de fonds. Vous m'aviez alors expliqué combien le gouvernement était
sensible à cette problématique et que celui-ci s'était attelé dès 1998 à
encourager l'utilisation de systèmes de neutralisation. Récemment,
une nouvelle attaque a eu lieu dans la province de Namur. Si on ne
déplore ni morts ni blessés, les convoyeurs ont failli néanmoins être
brûlés vifs.

Pourtant, si j'en crois votre réponse précédente sur ce sujet, vous
aviez décidé dans l'intérêt de la sécurité en général, et en particulier
de celle du personnel, de la clientèle des banques et des grandes
surfaces ainsi que des autres personnes concernées, de rendre
obligatoire l'application de ces systèmes. À l'heure actuelle, cette
mesure ne semble pas être d'application. Comment justifier, sinon, la
recrudescence des attaques? Où en est votre concertation avec tous
10.01 Jacqueline Galant (MR):
Enkele weken geleden heeft u
naar aanleiding van twee
overvallen op geldtransporten
bevestigd dat de regering sinds
1998 het gebruik van
neutralisatiesystemen aanmoedigt.
Voorts verklaarde u dat het in uw
bedoeling ligt om deze systemen
verplicht te maken.

Kort geleden vond er echter weer
een overval plaats in de provincie
Namen. Blijkbaar wordt dat
verplicht gebruik van
neutralisatiesystemen niet zo
nauw genomen.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
les partenaires concernés? Dans quels délais pensez-vous pouvoir
résoudre ce problème sécuritaire? Existe-t-il un suivi psychologique
pour les victimes des attaques de fourgons?

Kan u ons meedelen hoever het
overleg met de betrokken partners
gevorderd is? Tegen wanneer zal
u het probleem kunnen oplossen?
Zal er tevens in een
psychologische begeleiding van de
slachtoffers van overvallen op
geldtransporten worden voorzien?
10.02 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, ma question
rejoint celle de Mme Galant. Ces derniers temps, nous avons
constaté une recrudescence des attaques à main armée de fourgons.
J'ai trois questions à ce sujet.

Disposez-vous de données précises et récentes sur le nombre
d'attaques perpétrées à l'encontre des convoyeurs de fonds? Pouvez-
vous nous communiquer des statistiques montrant l'évolution des faits
ces dernières années? Etes-vous encore aujourd'hui en relation avec
le milieu professionnel concerné, dans l'objectif de trouver des
solutions et les dispositifs appropriés pour limiter au mieux les risques
encourus par cette profession?
10.02 Véronique Ghenne (PS):
De geldtransporteurs worden
almaar vaker het slachtoffer van
gewapende overvallen. Beschikt u
over recente en precieze
gegevens in verband met het
aantal overvallen? Kan u ons
statistische gegevens meedelen
met betrekking tot de evolutie van
die misdrijven over de jongste
jaren? Staat u in verbinding met de
betrokkenen uit de sector om
samen een oplossing te vinden en
de nodige maatregelen te nemen
om de risico's voor die sector in te
dijken?
10.03 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, cette année en quatre mois, déjà quatre attaques à main
armée ont été commises contre des véhicules de transport de
valeurs. L'année passée, il n'y a pas eu une seule attaque. L'année
précédente, il y en a eu trois.

Il y a quelques semaines, j'ai effectivement annoncé que des mesures
seraient prises pour généraliser l'obligation d'utiliser des systèmes de
neutralisation lors du transport de fonds. Par ces systèmes, le butin
est détruit et les assaillants ne peuvent plus s'en emparer. Ces
systèmes sont techniquement complexes et exigent des modifications
en profondeur, des procédures et des installations tant chez les
transporteurs que chez leurs clients. C'est la raison pour laquelle
j'avais également déclaré que la manière et la planification pour
atteindre cet objectif seraient décidées après consultation des
groupes de clients concernés, des syndicats et des entreprises de
transport de valeurs.

Cette concertation a entre-temps été réalisée. Je viens de signer
l'arrêté royal qui fixe le planning des étapes de cette généralisation qui
s'effectuera région par région, sur la base d'une analyse des risques
effectuée par la police fédérale. Au 1
er
janvier 2006, ces systèmes
devront être généralisés pour les transports effectués dans une
première province, le Hainaut. Les autres provinces suivront
progressivement. La généralisation pour l'ensemble du territoire est
prévue pour le 1
er
janvier 2009.

Le suivi psychologique des attaques est organisé par les deux
entreprises autorisées pour le transport de valeurs. Elles disposent
chacune d'un service spécifique pour ce faire.
10.03 Minister Patrick Dewael:
De voorbije vier maanden waren
er vier overvallen, terwijl er in 2004
geen waren. In 2003 werden drie
overvallen gepleegd. Enkele
weken geleden heb ik inderdaad
aangekondigd dat de
neutralisatiesystemen bij
geldtransporten zouden worden
veralgemeend. Ik heb echter ook
gezegd dat gelet op de technische
ingewikkeldheid van die systemen
en op de talrijke wijzigingen die zij
meebrengen, het tijdpad voor het
bereiken van die doelstelling pas
zou worden vastgelegd na
raadpleging van de betrokken
doelgroepen, de vakbonden en de
effectentransportbedrijven. Dat
overleg heeft plaatsgevonden en ik
heb het koninklijk besluit
ondertekend dat het stappenplan
met het oog op die veralgemening
vastlegt. Deze veralgemening zal
per gewest gebeuren op grond van
een door de federale politie
verrichte risico-analyse. In de
provincie Henegouwen zullen deze
systemen worden veralgemeend
tegen 1 januari 2006. Die
maatregel zal geleidelijk aan
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
worden uitgebreid tot de andere
provincies en zal op het gehele
grondgebied van toepassing zijn
tegen 1 januari 2009. De
psychologische "opvolging" van de
slachtoffers wordt verzorgd door
de twee bedrijven die
geldtransporten mogen uitvoeren.
10.04 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je ne peux que
me réjouir de cette généralisation à partir du 1
er
janvier 2006. De plus,
vous avez choisi le Hainaut pour commencer. Je ne peux donc
qu'être satisfaite!
10.04 Jacqueline Galant (MR):
Ik verheug mij over de
veralgemening van de
neutralisatiesystemen, in het
bijzonder in de provincie
Henegouwen vanaf één januari
2006.
Le président: Voilà une femme comblée, monsieur le ministre.
10.05 Véronique Ghenne (PS): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Néanmoins, au niveau du processus de
neutralisation, vous dites que nous allons commencer par le Hainaut.
Mais ne pouvons-nous envisager, comme cela avait été
précédemment annoncé, de modifier de manière journalière les
itinéraires ainsi qu'une couverture policière en attendant que ce
processus de neutralisation fonctionne correctement?
10.05 Véronique Ghenne (PS):
Is het niet mogelijk, in afwachting
dat het neutralisatieproces goed
functioneert, de trajecten en de
politiebegeleiding dagelijks te
wijzigen zoals oorspronkelijk
gepland was?
10.06 Patrick Dewael, ministre: L'un n'exclut pas l'autre! Cette
mesure, je la maintiendrai également en attendant la généralisation
du système.
10.06 Minister Patrick Dewael:
Het veralgemenen van de
neutralisatiesystemen sluit zulke
maatregelen niet uit.
10.07 Véronique Ghenne (PS): Je vous remercie, monsieur le
ministre.
Le président: Et une deuxième femme comblée, monsieur le ministre.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
aangekondigde wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2002" (nr. 6733)
- mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
anciënniteit van de vrijwillige brandweer bij aanwerving als beroepskracht" (nr. 6922)
11 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la modification annoncée de
l'arrêté royal du 20 mars 2002" (n° 6733)
- Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'ancienneté des
pompiers volontaires recrutés en tant que pompiers professionnels" (n° 6922)
11.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag handelt over de vrijwilligers bij de brandweer die
beroepsbrandweerlui worden. Kunnen zijn hun diensten mee
aanrekenen als anciënniteit? Er bestaat een toepassing van het KB
van 20 maart 2002. Het gaat vooral om de diensten die vooraf verricht
zijn door die vrijwilligers. Worden deze diensten meegerekend?
11.01 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre a annoncé un nouvel
arrêté royal qui doit résoudre
définitivement les inégalités au
sein des services d'incendie. Quel
est l'état du dossier? Quand
pouvons-nous espérer la
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
U zou een nieuw KB uitvaardigen. Is dit ondertussen reeds
gepubliceerd? Zo niet, wat is thans de stand van zaken in dit dossier?
Wanneer mag de publicatie verwacht worden zodat deze
"oneerlijkheid" definitief opgelost geraakt?
publication de cet arrêté royal?
11.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, sinds het KB van 20 maart 2002 worden de jaren die
vrijwilligers gepresteerd hebben bij een openbare brandweerdienst in
aanmerking genomen als anciënniteit op het ogenblik dat ze
beroepskracht worden. Een mooi gebaar ten opzichte van de
vrijwilligers en een ondersteuning van hun belangloze inzet.

Door het feit dat het KB slechts in 2002 van kracht werd, is er opnieuw
een discrepantie ontstaan. Bijvoorbeeld, twee mensen beginnen
tegelijkertijd als vrijwilliger bij een brandweerkorps in 1988. Degene
die in 1997 beroeps wordt krijgt 0 jaar anciënniteit mee terwijl degene
die in 2002 beroeps werd 14 jaar anciënniteit meekrijgt. Er wordt
samen geblust voor een
verschillende maandwedde.
Gemeentebesturen die hieraan iets willen veranderen en hetzelfde
loon willen uitbetalen, worden teruggefloten door de provincie. Naar
verluidt zou hierover een ontwerp van KB in de maak zijn.

Mijnheer de minister, graag een stand van zaken?
11.02 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): L'arrêté royal du 20 mars
2002 permet de prendre en
considération les années de
service des bénévoles engagés
comme professionnels pour le
calcul de l'ancienneté. Les
personnes recrutées avant 2002
ne bénéficient toutefois pas de
cette mesure. Les administrations
communales souhaitant malgré
tout payer la même rémunération
sont rappelées à l'ordre par
l'administration provinciale. Un
nouvel arrêté royal serait dès lors
en préparation. Quelle est la
situation actuelle?
11.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, er
zijn besprekingen gevoerd met vertegenwoordigers van de brandweer
over de wijziging van het KB van 20 maart 2002.

Ik schets kort de procedure tot wijziging van het KB. Eerst moeten de
Gewesten worden betrokken. Zij moeten advies uitbrengen.
Vervolgens moeten de vakbonden worden geraadpleegd. Nadien
wordt de tekst naar de Raad van State gezonden voor advies. Ten
slotte wordt de tekst gepubliceerd in het Staatsblad.

Het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging is klaar en zal aan de
Gewesten worden bezorgd voor advies. Aangezien nog meerdere
stappen moeten worden doorlopen, kan ik niet zeggen dat het KB in
de loop van de komende weken reeds gepubliceerd zal worden.

Ik zal erop toezien dat de verschillende stappen in de procedure zo
snel als mogelijk doorlopen worden. Ik hoop dat u hiervoor begrip kunt
opbrengen.
11.03 Patrick Dewael, ministre:
Les modifications de l'arrêté royal
du 20 mars 2002 ont déjà fait
l'objet de discussions avec les
représentants des pompiers.
L'arrêté royal modifié est prêt. Le
projet de texte sera transmis
prochainement pour avis aux
Régions; les syndicats seront
ensuite consultés, puis le Conseil
d'Etat rendra son avis et enfin,
l'arrêté royal sera publié au
Moniteur. Je veillerai à ce que les
différentes étapes de la procédure
se déroulent le plus rapidement
possible.
11.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb geen
bemerkingen.
11.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, schat ik de zaken correct in als ik zeg dat de zaak dit jaar
nog rond moet zijn? Zou dat kunnen lukken?
11.06 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik herhaal dat
ik er bij de Gewesten zal op aandringen, onder meer via het
overlegcomité, dat zij snel het nodige doen. Bij de Raad van State
kunnen we ons eveneens beroepen op bepaalde verkortingen van de
termijn om advies te verlenen.
11.07 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, betekent
dit een gelijkschakeling voor alle vrijwilligers?
11.07 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Tous les pompiers
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
professionnels ayant travaillé en
tant que volontaires avant leur
nomination pourront donc faire
valoir leur ancienneté?
11.08 Minister Patrick Dewael: Inderdaad.
11.08 Patrick Dewael, ministre:
En effet.
11.09 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Dank u wel, mijnheer de
minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de federale opdrachten in het kader van de gehypothekeerde capaciteit" (nr. 6759)
12 Question de M. Filip Anthuenis au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les missions
fédérales dans le cadre de la capacité hypothéquée" (n° 6759)
12.01 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
vraag over de gehypothekeerde capaciteit, hycap zoals dit in het
vakjargon wordt genoemd. Het is een vraag die mij werd ingespeeld
door de lokale politie van Lokeren en een aantal korpsen uit de
onmiddellijke omgeving.
(Het geluid van een GSM weerklinkt)
(Une sonnerie de GSM retentit)

Dat is bijvoorbeeld een korps dat mij onmiddellijk...

Le président: C'est la zone de police qui demande déjà la réponse, M. Anthuenis.
12.02 Filip Anthuenis (VLD): Ze zijn een beetje te snel.

Het systeem waarbij elke politiezone manschappen ter beschikking
moet houden voor federale opdrachten wordt gedeeltelijk afgebouwd
ten voordele van een federaal interventiekorps. Dat is een heel goede
zaak. Tot op heden werd voor grootschalige evenementen zoals
risicovoetbalwedstrijden, waarvan daarstraks sprake was, een beroep
gedaan op personeel van de lokale politie. De lokale politie kon hierbij
gebruik maken van het materiaal van de federale politie, bijvoorbeeld
de Iveco pantserwagens, dat binnen het arrondissement ter
beschikking staat, of stond. Naar aanleiding van de oprichting van het
nieuwe federale interventiekorps wordt dit materiaal echter verzameld
op één punt. Eigenlijk is dat wel een beetje logisch.

Wanneer in de toekomst vanuit de zones nog steun zal worden
gegeven voor een grootschalige manifestatie zullen de eenheden van
de lokale politie zich met behulp van eigen middelen naar het
verzamelpunt moeten begeven. Dit roept toch een aantal vragen op.
Elke lokale eenheid dient zich te verplaatsen met eigen materiaal,
hetgeen tot gevolg kan hebben dat er grote verschillen zijn in het
materiaal dat wordt ingezet. De wagens zullen ook moeten worden
bewaakt. Dit betekent per voertuig het verlies van telkens één
operationele kracht.

Ik heb ook niet onmiddellijk een pasklare oplossing maar ik vraag mij
af of niet kan worden nagedacht over een oplossing in de vorm van
12.02 Filip Anthuenis (VLD):
Pour les événements de grande
envergure, il était jusqu'à présent
fait appel au personnel de la police
locale, qui pouvait utiliser le
matériel de la police fédérale, tel
que les blindés IVECO. Depuis la
mise sur pied du corps
d'intervention fédéral, ce matériel
est centralisé.

A l'avenir, les unités de la police
locale devront utiliser leur propre
matériel pour de telles missions.
Par conséquent, le matériel mis en
oeuvre pourra différer en fonction
de la zone de police concernée.
Etant donné que les véhicules
devront également être surveillés,
une partie de la capacité
opérationnelle sera perdue.

Ne serait-il pas envisageable de
procéder à l'acquisition collective
de véhicules spécialisés? La
police fédérale est-elle disposée à
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
een collectieve aanschaf van gespecialiseerde voertuigen. De vraag
is ook of de federale politie bereid is om een initiatief te nemen voor
die aanschaf en het beheer van deze voertuigen.
prendre en charge l'acquisition et
la gestion de ces véhicules?
12.03 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, in
tegenstelling tot wat in de vraag wordt gesuggereerd, wordt het
materieel dat zich op dit ogenblik in de verschillende
arrondissementen bevindt, niet op één plaats gecentraliseerd. De
zones kunnen dus voort op het materieel een beroep doen. Ik laat wel
opmerken dat voor weinig risicovolle opdrachten de zones in principe
hun eigen voertuigenpark moeten gebruiken.

De federale politie bereidt op dit ogenblik een overheidsopdracht voor
inzake de aankoop van een standaardvoertuig, dat geschikt is voor
het vervoer van acht personen en de bestuurder, in het raam van
verschillende activiteiten, zoals operaties van openbare orde, verkeer,
sport, vergaderingen. Die overheidsopdracht zal ook toegankelijk zijn
voor de zones. Dat is nog eens een voorbeeld van het voordeel van
een geïntegreerde aanpak van de politiewerking.

Wat betreft de voertuigen geschikt voor meer risicovolle ordediensten,
bereidt de federale politie eveneens een overheidsopdracht voor. Een
deel van die voertuigen zal door de zones in het raam van als risicovol
beschouwde ordediensten kunnen worden ingezet, na aanvraag bij de
dirco van het arrondissement. Die overheidsopdracht is ook
toegankelijk voor de zones. Zones die dat wensen, kunnen dergelijke
voertuigen dan op de eigen begroting aankopen.
12.03 Patrick Dewael, ministre:
Le matériel qui se trouve
actuellement dans les différents
arrondissements n'est pas
centralisé en un seul endroit. Les
zones peuvent toujours faire appel
au matériel des arrondissements.

Pour les missions à faible risque,
les zones doivent continuer à
utiliser leurs propres véhicules. La
police fédérale prépare un marché
public pour l'achat d'un véhicule
standard qui sera accessible aux
zones.

La police fédérale prépare
également un marché public pour
les missions qui comportent
davantage de risques. Une partie
de ces véhicules pourra être
utilisée par les zones après
demande au directeur-
coordinateur de l'arrondissement.
Ce marché public est aussi
accessible aux zones dont le
budget propre est suffisant pour
qu'elles acquièrent de tels
véhicules.
12.04 Filip Anthuenis (VLD): Mijnheer de voorzitter, het antwoord
van de minister is voldoende. We zullen afwachten hoe de discussie
verder evolueert.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 6775 de M. Marinower est transformée en question écrite.
13 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de definitieve aanwerving van statutaire personeelsleden door de gemeenten in het kader van de
invoering van de elektronische identiteitskaart" (nr. 6787)
13 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le recrutement à
titre définitif d'agents statutaires par les communes dans le cadre de l'introduction de la carte
d'identité électronique" (n° 6787)
13.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, betreffende de
definitieve aanwerving van statutaire personeelsleden door de
gemeenten in het kader van de invoering van de elektronische
identiteitskaart en de eventuele verlenging van de termijn van drie
naar vijf jaar in het kader van de uitrol van de elektronische
identiteitskaart, stellen zowel Belgacom, de NMBS, BIAC,
Belgocontrol, De Post en het Belgisch leger personeel ter beschikking
van de gemeenten. Volgens berichtgeving van de VVSG dringt men
13.01 Dirk Claes (CD&V): Dans
le cadre de la délivrance de la
carte d'identité électronique, l'Etat
fédéral met à la disposition des
communes des membres du
personnel de Belgacom, de la
SNCB, de la BIAC, de
Belgocontrol, de La Poste et de
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
er vanuit de federale regering sterk op aan om de overstap van die
personeelsleden, na de detacheringperiode van drie jaar, soepel te
laten verlopen. De gemeenten vrezen echter dat die personeelsleden
niet voor vijf jaar ter beschikking gesteld zullen worden wanneer dat
nodig zou zijn.

Mijnheer de minister, daarover heb ik de volgende vragen.

Kunt u formeel bevestigen dat de detacheringperiode van drie naar
vijf zal of kan worden uitgebreid wanneer de uitrol in bepaalde
gemeenten zonder de bijkomende personeelsleden niet voor 2009
klaar zou zijn? Engageert u zich in dat geval om vanuit de federale
staat voor de kosten van die bijkomende twee jaar te zorgen?

Volgens de VVSG is in het artikel 16 van het koninklijk besluit
betreffende het Belgacom-personeel in een financiële
tegemoetkoming voorzien voor gemeenten die na de vastgelegde
periode van de detachering een personeelslid van Belgacom statutair
tewerkstellen. In feite geeft Belgacom dan een incentive aan die
gemeenten om die personeelsleden langer in dienst te houden.

Hebben de andere overheidsbedrijven die financiële tegemoetkoming
ook vastgelegd, of zullen zij dat nog doen? Zo neen, waarom niet?

Kunt u garanderen dat andere kandidaten, die niet kunnen rekenen
op die financiële impuls voor de gemeenten, dezelfde kansen zullen
krijgen?

Is die financiële tegemoetkoming, voorzien door Belgacom, te
verdedigen? We zouden natuurlijk ook kunnen zeggen dat we die
personeelsleden, in plaats van een incentive, blijvend kunnen
detacheren. Dat zou natuurlijk een betere oplossing zijn voor de
gemeentebesturen.

Garandeert u dat dezelfde regeling, waarbij een functie vacant werd
verklaard en de betrokkene dient te slagen voor een wervingsexamen
vooraleer statutair te kunnen worden aangeworven, ook gevolgd zal
worden zoals bij de vorige algemene vervanging van de
identiteitskaarten in 1985-1990? Toen moest het extra personeel dat
ter beschikking werd gesteld van de gemeenten, om statutair te
worden, effectief een examen afleggen om in die gemeenten statutair
in dienst te treden.

Er zijn wat problemen op komst of er dreigen wat problemen indien
we die personeelsleden definitief zouden aanwerven in de
gemeentebesturen zonder een eigenlijk examen. Andere, tijdelijke
personeelsleden, zouden daardoor benadeeld kunnen worden.
l'armée belge. Si l'on en croit
l'union des villes et communes
flamandes (la VVSG), le
gouvernement fédéral
demanderait instamment aux uns
et aux autres de faire preuve de
souplesse quand il s'agira de
transférer ces membres du
personnel après leur période de
détachement de trois années. Les
communes craignent en effet que
ces personnels ne soient pas mis
à leur disposition pendant cinq ans
si cela s'avérait nécessaire.

Le ministre confirme-t-il
officiellement que la période de
détachement de ces personnes
pourrait passer de trois à cinq
ans? L'Etat supportera-t-il le coût
de ces deux années
supplémentaires?

Selon l'union des villes et
communes flamandes, il a été
prévu, à l'article 16 de l'arrêté royal
concernant le personnel de
Belgacom, une intervention
financière en faveur des
communes qui emploieront
comme statutaire un membre du
personnel après la période de
détachement. Les autres
entreprises publiques ont-elles
également prévu une telle
intervention? Les candidats qui ne
pourront prétendre bénéficier de
cette mesure d'incitation financière
se verront-ils offrir les mêmes
perspectives? Des arguments
militent-ils en faveur de cette
intervention financière? Ne serait-il
pas préférable de détacher ces
membres du personnel en
permanence?

Lors du précédent remplacement
généralisé des cartes d'identité,
les membres du personnel
supplémentaires ont dû passer un
examen pour entrer en service
comme statutaires. Le même
règlement sera-t-il appliqué?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar
de beslissing van de Ministerraad van 20 maart vorig jaar. Daarin
werd het volgende gesteld: "Indien na een evaluatie na drie jaar blijkt
dat de uitrol niet volledig is, zullen bijkomende middelen ter
13.02 Patrick Dewael, ministre:
Le 20 mars 2004, le Conseil des
ministres a décidé que si au bout
de trois ans, une évaluation faisait
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
beschikking worden gesteld, rekening houdend met de vermindering
van een aantal taken voor de gemeenten als gevolg van de invoering
van de elektronische identiteitskaart". De Ministerraad zal dus na die
evaluatie na drie jaar beslissen of bijkomende maatregelen al dan niet
noodzakelijk zijn.

Artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 juli 2004 betreffende de
modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van Belgacom in
de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische
identiteitskaart bepaalt dat ingeval van eventueel behoud van het
ingezette personeelslid de gemeente een eenmalige financiële
tegemoetkoming van Belgacom ontvangt. De andere
overheidsbedrijven bieden een dergelijke financiële tegemoetkoming
niet.

De onderhandelingen met betrekking tot de voorwaarden van het
inzetten van personeel van de autonome overheidsbedrijven werden
gevoerd door de minister van overheidsbedrijven. Vragen in dat
verband moet u tot hem richten.

Bij de vervanging van de identiteitskaarten in de periode van 1985 tot
1990 werden tewerkgestelde werklozen ter beschikking van de
gemeenten gesteld. Een behoorlijk percentage onder hen werd na
afloop van het tewerkstellingsproject door de gemeenten
aangeworven. Gelet op de gemeentelijke autonomie, weliswaar
binnen het kader van het toezicht door het Gewest met betrekking tot
de werving van personeel, kan ik terzake geen garanties bieden.
apparaître que la distribution
n'était pas terminée, des moyens
supplémentaires seraient mis à
disposition. D'autre part, l'article 16
de l'arrêté royal du 22 juillet 2004
prévoit que la commune recevra
une intervention financière unique
de Belgacom au cas où elle
garderait un membre du personnel
de cette entreprise. Les autres
entreprises publiques n'appliquent
pas une mesure analogue. Les
questions relatives à cet aspect
doivent être adressées au ministre
des Entreprises publiques.

Des chômeurs mis au travail
avaient été engagés au moment
du remplacement des cartes
d'identité au cours de la période
1985-1990. Un pourcentage
relativement important d'entre eux
avait été engagé ultérieurement
par les communes mais en raison
de l'autonomie communale, je ne
puis vous garantir qu'il en sera à
nouveau ainsi.
13.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Het is correct dat men heeft gezegd dat de Ministerraad
een evaluatie zal maken. Misschien is een tussentijdse evaluatie al
nodig, zodat de gemeenten, het personeel en de overheidsbedrijven
sneller zekerheid daarover krijgen. Het zou geen slechte zaak zijn dat
wij dat wat sneller weten.

Als Belgacom natuurlijk alleen een incentive geeft aan de
gemeentebesturen, zou het wel eens kunnen dat die personeelsleden
vooral door de gemeenten zullen behouden worden. Wat met de
andere overheidsdiensten?

Wat het statutaire betreft, zal het ook een taak zijn van die
gemeentebesturen om examens te organiseren om die
personeelsleden dan vast in dienst te nemen.
13.03 Dirk Claes (CD&V): Une
évaluation intermédiaire serait
quand même utile pour donner
rapidement des garanties aux
communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de veroordeling van de Belgische Staat tot betaling van een schadevergoeding aan een
asielzoeker na een langdurige asielprocedure" (nr. 6805)
14 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condamnation de l'Etat belge à payer une indemnité à un demandeur d'asile après une longue
procédure d'asile" (n° 6805)
14.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in een artikel van 29 april las ik over een veroordeling van de
Belgische Staat. Het ging over een proces dat werd ingespannen door
een asielzoeker die meer dan zeven jaar had moeten wachten in zijn
14.01 Nahima Lanjri (CD&V):
L'Etat belge a récemment été
condamné à payer un
dédommagement à un demandeur
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
procedure. De Belgische Staat werd veroordeeld tot het betalen van
een schadevergoeding.

Mijnheer de minister, zult u zich neerleggen bij die beslissing van de
rechtbank of gaat u eventueel in beroep?

In welke mate kan zulks een mogelijk precedent zijn voor andere
asielzoekers? Wij weten allemaal dat heel veel mensen zich in
dezelfde positie bevinden. Er zouden dus heel veel asielzoekers naar
de rechtbank kunnen stappen om te zeggen dat zij te lang in hun
procedure zitten. Is dit nu een precedent? Zal het effect hebben op
andere dossiers? Gaan zij daarvan gebruik kunnen maken? Wat zult
u doen om dit te vermijden?

Voorziet u in een vereenvoudiging van de procedure nu nogmaals is
gebleken dat deze veel te lang en veel te omslachtig is? U weet, het
staat vandaag of morgen op de agenda, dat ik samen met de heer
Claes en mevrouw Schryvers een wetsvoorstel heb ingediend om
mee te helpen om die procedure in te korten. Ik zou echter ook van
uw kant graag weten wat u vooropstelt met betrekking tot die
procedure.
d'asile qui avait dû attendre une
décision pendant sept ans. Les
autorités se sont-elles inclinées
devant cette décision? Cette
situation crée-t-elle un précédent?
Quelle influence ce jugement
aura-t-il sur d'autres dossiers en
souffrance depuis des années? Le
ministre va-t-il simplifier la
procédure à présent qu'elle
s'avère trop longue et trop
complexe?
14.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
mevrouw Lanjri, eerst en vooral kan ik u bevestigen wat ik reeds heb
verklaard, namelijk dat er opdracht werd gegeven om beroep aan te
tekenen tegen het vonnis van 15 april 2005, waarbij aan die
asielzoeker een schadevergoeding werd toegekend ingevolge de duur
van de behandeling van zijn verzoek. Ik ben van mening dat niet werd
voldaan aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 1382 en artikel
1383 van het Burgerlijk Wetboek. Ik meen dus dat de
schadevergoeding niet verschuldigd is.

Wat de grond van de zaak betreft, kan ik u ook melden dat de
commissaris-generaal heeft verklaard dat hij het asielverzoek van
betrokkene binnen de maand zal behandelen. De commissaris-
generaal, die ik geïnterpelleerd heb in dat verband, laat mij verder
weten dat uit dit voorval niet kan worden afgeleid dat de
asielprocedure als te omslachtig moet worden beschouwd. De
aanwezigheid van een achterstand op het commissariaat-generaal is
te wijten aan het feit dat in de jaren 1999 en 2000, want daarover gaat
het, het aantal asielaanvragen abnormaal hoog was. Sindsdien
werden er maatregelen genomen. U weet dat er voorrang wordt
verleend aan de behandeling van nieuwe asielaanvragen, om een
bijkomende instroom van ongegronde asielaanvragen en de verdere
aangroei van de achterstand te voorkomen. Ik denk dat men daarin
geslaagd is. De instroom is sterk gedaald. Voor de recente
asielaanvragen wordt er in het algemeen binnen een heel korte
tijdspanne een beslissing genomen.

Er is een programma totstandgekomen ­ dat is ook nieuw ­ met het
oog op het inhalen van de achterstand. De achterstand bij het
commissariaat-generaal is gedaald van 45.000 dossiers in 2001 tot
17.250 eind april 2005. De inhaaloperatie zorgt voor een daling van de
te behandelen oude asielverzoeken met 1.000 dossiers per maand.
Dat is het engagement dat de nieuwe commissaris-generaal is
aangegaan. Hij heeft mij zijn plan bezorgd en ik heb het uitvoerig met
hem bediscussieerd. In ongewijzigde omstandigheden ­ het lukt tot
nu toe zeer aardig ­ zal de achterstand bij het commissariaat-
14.02 Patrick Dewael, ministre:
L'Etat a interjeté appel du
jugement du 15 avril 2005 au motif
que les conditions prévues aux
articles 1382 et 1383 ne sont pas
remplies et qu'aucune
indemnisation n'est donc due. En
outre, le commissaire général aux
réfugiés et aux apatrides a déclaré
que la demande d'asile concernée
serait traitée dans le mois.
L'arriéré n'est du reste pas dû à la
complexité de la procédure, mais
au nombre anormalement élevé
de demandes d'asile introduites au
cours de la période 1999-2000.
Pour résorber cet arriéré, la
priorité a été donnée aux
nouvelles demandes d'asile. En
outre, une opération de rattrapage
a été menée et a permis de
ramener le nombre de dossiers de
45.000 en 2001 à 17.250 en avril
2005. A situation inchangée,
l'arriéré sera totalement résorbé
d'ici à la fin de cette année.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
generaal tegen het einde van 2005 grotendeels zijn weggewerkt. Nu
nog de vaste beroepscommissie en dan is de cirkel rond.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik stel vast dat u in beroep gaat. Dat had ik verwacht. U zegt
dat de achterstand tegen het einde van het jaar zal zijn weggewerkt.
In de tussenperiode van nu tot het einde van het jaar is het mogelijk
dat nog mensen zich bij de rechtbank gaan melden om klacht in te
dienen zoals de asielzoeker die gelijk heeft gekregen.

Het valt me op dat u zegt opdracht te hebben gegeven aan het
commissariaat-generaal om het dossier binnen de maand te
behandelen. Dit is, mijns inziens, een precedent. Het lijkt me logisch
dat u in beroep gaat tegen de beslissing waardoor de Belgische Staat
veroordeeld wordt omdat u er niet van overtuigd bent dat de overheid
fouten heeft gemaakt. Uw uitspraak dat het dossier binnen de maand
moet zijn afgerond, klinkt mij evenwel als een schuldbekentenis in de
oren. Indien dit het geval is, zullen heel veel asielzoekers die vinden
dat de procedure te lang aansleept naar rechtbanken stappen, al was
het maar om binnen de maand een behandeling van hun dossier te
kunnen krijgen.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Des procédures judiciaires
analogues peuvent parfaitement
encore être intentées jusqu'à la fin
de cette année. C'est d'ailleurs
chose probable lorsque le ministre
donne explicitement l'instruction,
dans le cadre d'une procédure, de
traiter un dossier dans un délai
d'un mois.
14.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lanjri, ik heb niet verklaard dat ik opdracht heb gegeven. Ik mag dat
trouwens niet. Ik heb wel gezegd dat de commissaris-generaal voor
de Vluchtelingen mij heeft meegedeeld dat hij dat zal doen. Hij heeft
dit niet alleen aan mij meegedeeld maar het ook wereldkundig
gemaakt.

De commissaris-generaal is naar de media gestapt om tekst en uitleg
te geven met betrekking tot deze case.

Voor de rest geldt de algemene beleidslijn dat tegen het einde van het
jaar de achterstand moet zijn weggewerkt. Het vonnis wordt op dit
ogenblik bestreden door middel van het ingestelde hoger beroep. Het
engagement van het commissariaat-generaal bestaat erin tegen het
einde van het jaar de achterstand op dit niveau te hebben
weggewerkt.
14.04 Patrick Dewael, ministre:
Le commissaire général a lui-
même déclaré que le dossier
serait clôturé dans un mois. Je n'ai
donné aucun ordre à ce sujet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Josée Lejeune au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le Fonds
belgo-congolais d'Amortissement et de Gestion" (n° 6766)
15 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het Belgisch-Congolees Fonds voor Delging en Beheer" (nr. 6766)
15.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question s'articule autour du Fonds belgo-congolais
d'amortissement et de gestion. En fait, cette institution autonome de
droit public international a été créée par une convention datant du
6 février 1965 ente le Royaume de Belgique et la République
Démocratique du Congo, l'ex-Zaïre. En fait, ce fonds avait été
constitué afin de régler le problème de la dette publique au Congo et
des obligations de ce fonds ont également été distribuées afin
d'indemniser les personnes ayant subi un dommage en relation avec
l'accession de la République Démocratique du Congo à
l'indépendance.
15.01 Josée Lejeune (MR): Het
Belgisch-Congolees Fonds voor
delging en beheer werd opgericht
om het probleem van de openbare
schuld in Congo op te lossen en er
werden ook obligaties uit dat fonds
toegekend om personen die
schade hadden geleden ten
gevolge van de onafhankelijkheid
van Congo, te vergoeden. Het
beheer van de schadevergoeding
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33

Je pense, monsieur le ministre, que la gestion des indemnisations est
attribuée non pas au Fonds belgo-congolais mais bien au ministère
de l'Intérieur. J'aurais donc voulu obtenir quelques précisions.
Comment concrètement les dossiers d'indemnisation étaient-ils
traités? Ces indemnisations étaient-elles bien accueillies par les
bénéficiaires? Est-il possible d'améliorer la situation de ces
bénéficiaires avec l'argent disponible dans le Fonds actuellement?
Pouvez-vous nous donner également des informations sur
l'organisation de ce fonds et sur son fonctionnement?
lijkt me te zijn toegewezen aan het
ministerie van Binnenlandse
Zaken. Hoe worden de
schadedossiers concreet
behandeld?
15.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les dossiers d'indemnisation relèvent de la compétence du
ministre de l'Intérieur depuis la réforme Copernic. Les dossiers
avaient été traités jusqu'alors par le ministère des Communications et
de l'Infrastructure. Le Fonds belgo-congolais d'amortissement et de
gestion ressortit à la compétence du ministre des Finances.

Je vous signale que les demandes d'indemnisation devaient être
introduites auprès de l'administration de la reconstruction où elles
étaient traitées par un conciliateur. Cette administration soumettait,
après instruction du dossier, une proposition d'intervention financière
aux sinistrés. En cas de désaccord des sinistrés sur cette proposition,
le dossier était soumis à la commission d'indemnisation et la décision
de cette commission pouvait faire l'objet d'un recours devant la
commission supérieure d'indemnisation. La décision de cette dernière
pouvait à son tour faire l'objet d'un recours en annulation devant le
Conseil d'Etat.

Mon administration m'a signalé que certaines demandes ont surgi de
la part des représentants des anciens d'Afrique pour obtenir des
indemnisations plus élevées. Puisque, par le passé, le gouvernement
a déjà décidé que les critères concernant l'attribution de ces
indemnisations ne seraient pas modifiés, ces demandes restent sans
objet.
15.02 Minister Patrick Dewael:
De schadedossiers behoren tot de
bevoegdheid van de minister van
Binnenlandse Zaken sinds de
Copernicus-hervorming. Het
Belgisch-Congolees Fonds voor
delging en beheer valt onder de
bevoegdheid van de minister van
Financiën.

De aanvragen tot
schadevergoeding moesten
worden ingediend bij de
administratie voor de
wederopbouw waar ze door een
bemiddelaar werden behandeld en
er in een hele procedure was
voorzien met onder andere
mogelijkheden om in beroep te
gaan. Vertegenwoordigers van de
anciens van Afrika dienden
plotseling aanvragen in om hogere
vergoedingen te krijgen. Op die
aanvragen wordt niet ingegaan.
15.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour la qualité de sa réponse.
15.04 Patrick Dewael, ministre: Merci madame. Pour le reste, je
suis confronté à l'Etat CD&V. Ce n'est pas la majorité absolue, c'est
presque la totalité!
15.04 Minister Patrick Dewael:
Voor de rest word ik
geconfronteerd met de "CD&V-
Staat"!
Le président: Ne perdons pas de temps inutilement!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de buurtinformatienetwerken" (nr. 6792)
16 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
réseaux d'information de quartier" (n° 6792)
16.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag over de communicatienetwerken bij de
buurtinformatienetwerken. U weet dat de buurtinformatienetwerken de
voorbije jaren sterk in aantal zijn gestegen.
16.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Certains réseaux
d'information de quartier (RIQ)
disposaient par le passé de
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34

Die mensen hebben een heel belangrijke sociale functie. De sociale
controle wordt in veel wijken sterk opgedreven. Men stelt ook een
gunstig resultaat vast in het sociaal weefsel in de wijken, ook op het
vlak van de veiligheid.

U weet dat in de werking van de buurtinformatienetwerken een
oproepsysteem om op zo kort mogelijke tijd alle leden te kunnen
bereiken elementair is. In het verleden hadden heel wat
buurtinformatienetwerken daarvoor overeenkomsten afgesloten met
telefoonoperatoren. In onze regio was dat met Base, maar die heeft
vorig jaar het contract opgezegd. Men is dan op zoek gegaan naar
een nieuw systeem, maar die systemen blijken allemaal zeer duur te
zijn. Daardoor wordt de werking op de helling gezet.

In het verleden zijn hierover reeds vragen aan u gesteld, maar u hebt
toen geantwoord dat vanuit de FOD Binnenlandse Zaken voor
dergelijke communicatienetwerken geen middelen beschikbaar
konden worden gesteld. Ik weet dat met de provincie Antwerpen een
onderzoek is gebeurd, samen met Belgacom, of niet kon worden
samengewerkt in het kader van het (...) crisisinformatienetwerk, wat
ook werkzaam zou zijn in het kader van rampenplannen en algemene
alarmering.

Recent heb ik vernomen dat er wel degelijk een ondersteuning zou
komen vanuit Binnenlandse Zaken voor het telefoonnetwerk via de
provincies, voor het sim-netwerk van Belgacom.

Mijn vragen zijn de volgende.

Klopt dat? Is het waar dat de federale overheid zal tussenkomen in de
kost voor de provincie Antwerpen inzake het telefoonnetwerk dat
bruikbaar is voor de buurtinformatienetwerken? Zo ja, wat is de
omvang van die tussenkomst?

Uit welke budgetten wordt het betaald? Is daarover communicatie
naar de provincies, gemeenten en de verschillende
buurtinformatienetwerken toe?

Zal u de tussenkomst van de federale overheid en de rol van de
provincies en gemeenten nader omschrijven? Hoeveel provincies en
gemeenten zijn ondertussen reeds in dit programma ingestapt?

Indien het antwoord op al deze vragen negatief zou zijn: zijn er
plannen om het in de toekomst alsnog te doen?
contrats avec les opérateurs
téléphoniques qui les soutenaient
dans le cadre de leurs activités. La
province d'Anvers disposait ainsi
d'un contrat avec BASE mais
celui-ci a été résilié l'année
dernière. Il semblerait que le SPF
Intérieur n'a pas été en mesure de
libérer des moyens pour de tels
projets. Or, il nous revient à
présent que la province d'Anvers
bénéficierait tout de même de
subventions. Cette information est-
elle exacte? Quelle est
l'importance de ce soutien? De
quels budgets provient le
financement? Qu'en est-il de la
communication avec les
provinces, les communes et les
RIQ? Combien de provinces et de
communes ont rejoint le
programme?
16.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijn antwoord
zal kort zijn. Voor hun communicatiesysteem maken de BIN's
inderdaad gebruik van de diensten die door de telefoonoperators ter
beschikking gesteld worden van hun klanten. De keuze van die
operator is een beslissing van de BIN-medewerkers. Ook de keuze
van de communicatieprocedure wordt bepaald door de onderlinge
afspraken tussen de medewerkers en de telefoonoperator. Dus, noch
de federale overheid, noch de politiediensten komen daarin
tussenbeide. De BIN-projecten zijn dan ook lokale initiatieven. De
verdeling van de onkosten is afhankelijk van de onderlinge afspraken
tussen de lokale verantwoordelijke en de telefoonoperator. De
federale overheid, moet ik u bevestigen, komt op generlei wijze
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Le choix de l'opérateur
téléphonique est une décision
prise par les collaborateurs des
RIQ. Ni les autorités fédérales, ni
les services de police
n'interviennent dans ce cadre. La
répartition des frais est également
une responsabilité locale dans
laquelle les autorités fédérales
n'interviennent pas. Ceci
s'applique aussi à la province
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
tussen in de onkosten van de lokale BIN-communicatie en subsidieert
bijgevolg het telefoonnetwerk van de BIN's ook niet via de provincie
Antwerpen. Ik moet dat tegenspreken.
d'Anvers.
16.03 Katrien Schryvers (CD&V): Bent u ook niet van plan in de
toekomst zulke ondersteuning te geven? Mijn vraag, mijnheer de
minister, is niet een vraag naar een concrete tussenkomst voor
gesprekken of oproepen maar gewoon voor het uitwerken van een
standaardprogramma waarop alle buurtinformatienetwerken kunnen
aansluiten en waarop het hele crisisinformatienetwerk zou kunnen
draaien.
16.03 Katrien Schryvers
(CD&V): Le ministre a-t-il
l'intention de soutenir
financièrement de tels projets à
l'avenir?
16.04 Minister Patrick Dewael: U mag de regering niet ondervragen
naar haar intenties. Dat gezegd zijnde, ik zal dat punt opnieuw in
overweging nemen. Maar hic et nunc kan ik alleen bevestigen wat ik
daarnet naar voren heb gebracht.
16.04 Patrick Dewael, ministre:
Je ne peux encore rien dire à ce
sujet pour l'instant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toepassing van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties"
(nr. 6793)
17 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'application de la loi sur les sanctions administratives communales" (n° 6793)
17.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is een vraag over de toepassing van de wet over de
gemeentelijke administratieve sancties. Daarover is al heel wat
gezegd en heel wat geschreven. Die wetgeving is sinds 1 april van
toepassing.

U zult ook kennis hebben van de VVSG-enquête, waaruit blijkt dat
momenteel slechts 20% van de Vlaamse gemeenten klaar is voor de
uitvoering van die wet.

Laten wij hopen dat dat aantal op korte termijn sterk zal toenemen.

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 december 2004 houdende de
vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de
gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119
bis, §6, 2de lid, 1ste van de nieuwe gemeentewet, stelt de
opleidingsvereisten vast van de gemeentelijke ambtenaren die de
vaststellingen kunnen doen in het kader van de gemeentelijke
administratieve sancties.

Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende.

Hoeveel opleidingscentra voorzien in een dergelijke specifieke
opleiding voor de bedoelde ambtenaren?

Hebt u kennis van het aantal inschrijvingen sinds de inwerkingtreding
van het koninklijk besluit?

Hoeveel ambtenaren volgen momenteel die opleiding?

Wie draagt de kosten van die opleiding?
17.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Le système des
sanctions administratives
communales est d'application
depuis le 1er avril 2005. Selon
l'union des villes et communes
flamandes, 20% seulement des
communes sont en mesure
d'appliquer le système. L'arrêté
royal du 5 décembre 2004 fixe les
exigences en matière de formation
pour les fonctionnaires
communaux habilités à faire les
constatations. Combien de centres
proposent une formation
spécifique à ce sujet? Combien
d'inscriptions ont déjà été
recueillies? Combien de
fonctionnaires suivent
actuellement la formation et quel
est le coût de cette formation?
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
17.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
wet van 17 juni 2004 houdende de wijziging van de nieuwe
gemeentewet is op 1 april 2005 in werking getreden.

Ik zou er toch nog even aan willen herinneren dat de gemeentelijke,
administratieve sancties al bestaan sinds de wet van 13 mei 1999.
Nieuw is dat gemeenteambtenaren vaststellingen kunnen doen. Zij
moeten echter voorafgaandelijk een opleiding volgen.

De opleiding zal worden verstrekt door erkende opleidingsinstellingen
voor de opleiding van hulpagenten. Alle politiescholen werden door
mijn administratie aangeschreven met de vraag om de opleiding in
hun programma op te nemen. Het gaat daarbij om negen scholen,
verspreid over het hele grondgebied.

De kostprijs voor de opleiding wordt gedragen door de gemeenten die
ambtenaren inschrijven. Ik zou erop willen wijzen dat de opbrengst
van de gemeentelijke, administratieve sancties, die worden opgelegd
naar aanleiding van de vaststellingen van de ambtenaren, ook in de
gemeentelijke kas terechtkomen. Ook dat is een stap vooruit.

Ik beschik vandaag niet over cijfers inzake het aantal inschrijvingen of
cursisten.
17.02 Patrick Dewael, ministre:
La modification de la nouvelle loi
communale est entrée en vigueur
le 1er avril 2005 mais le système
des sanctions administratives
communales existe depuis 1999
déjà. La nouveauté réside dans le
fait que les fonctionnaires
communaux peuvent procéder aux
constatations s'ils suivent une
formation. Cette formation sera
dispensée par les neuf écoles de
police que compte le pays. Le coût
de la formation est supporté par
les communes qui inscrivent des
fonctionnaires à la formation. Le
produit des sanctions est versé
dans les caisses communales. Je
ne dispose pas de chiffres sur le
nombre d'inscriptions aux
formations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de toepassing van artikel 69 van de op
18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken" (nr. 6813)
18 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'application de l'article 69 des lois
sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966" (n° 6813)
18.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de vice-eerste minister, u weet dat wij zeer gevoelig zijn voor
de taalwetgeving in bestuurszaken. Leden van de geïntegreerde
politie die behoren tot een korps van de lokale politie waar een zekere
kennis van de andere taal is vereist, hebben in uitvoering van
overgangsartikel 69 van de wet van 19 juli 1966 op het taalgebruik in
bestuurszaken een overgangstermijn van vijf jaar gekregen om het
bewijs van hun taalkennis te leveren. Behoudens een vergissing van
mijn zijde, verstrijkt die termijn in de loop van 2006.

Hoeveel leden van het operationele kader hebben op dit ogenblik
sindsdien hun taalkennis bewezen? Wat was voor hen precies de
vigerende overgangsperiode?

Hoeveel leden van het administratieve en logistieke kader hebben
sindsdien hun taalkennis bewezen? Wat is voor hen de ultieme
datum?

Hoeveel leden van het operationele kader en van het administratieve
en logistieke kader zijn momenteel niet in orde? Wat zult u nog doen
om die laatste categorie te stimuleren binnen de vigerende termijn in
regel te komen? Krijgen zij daarvoor extra opleidingen of dies meer?

Wordt desgevallend in sancties voorzien bij het niet-vervullen van de
18.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Des membres de la
police locale qui travaillent au sein
de corps où une certaine
connaissance de l'autre langue est
requise se sont vu accorder un
délai de cinq ans pour fournir la
preuve de leur connaissance
linguistique. Ce délai expirera
dans le courant de 2006. Combien
de membres du cadre
opérationnel, administratif et
logistique ont-ils prouvé leur
connaissance linguistique? Quelle
est la date ultime pour chaque
catégorie? Combien de membres
du personnel ne sont-ils pas en
conformité avec la législation
linguistique? Des sanctions sont-
elles prévues?
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
taalvereisten bij het verstrijken van de termijn?
18.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, ik merk op dat de overgangsperiode van vijf jaar nog
niet is verstreken. Het gaat om vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van
het politiestatuut op 1 april 2001. Die vijf jaar zal dus verstrijken, als
wij nog goed kunnen tellen, op 1 april 2006.

Zesenveertig Franstalige en 94 Nederlandstalige ex-rijkswachters zijn
overgegaan naar een van de zes korpsen van de lokale politie in
Brussel-Hoofstad. Zij voldoen dus nu reeds aan de vereisten voor de
kennis van de tweede taal. Tweehonderdvijftien Franstaligen en 50
Nederlandstaligen moeten voor 1 april 2006 dat bewijs nog leveren.

Ik beschik niet over gegevens over het administratieve en logistieke
kader. De overgangsperiode is dezelfde voor het operationele en voor
het administratieve en logistieke kader.

Ik wil hier niet het begrip sancties hanteren, zeker niet nu de
overgangstermijn nog lopende is en de taalopleidingen, die de
Brusselse zones hebben ingericht, nog bezig zijn.
18.02 Patrick Dewael, ministre:
La période transitoire prendra fin le
1
er
avril 2006. Dans les six corps
de la police locale de Bruxelles-
Capitale, 46 anciens gendarmes
francophones et 94
néerlandophones satisfont aux
exigences en matière de
connaissance de la deuxième
langue nationale. Pour le 1
er
avril
2006, 215 francophones et 50
néerlandophones doivent encore
fournir cette preuve. Je ne dispose
pas des données relatives au
cadre administratif et logistique,
mais la période transitoire est
identique. Il ne saurait être
question de sanctions tant que la
période transitoire et la formation
linguistique sont en cours.
18.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat er nog taalopleidingen
lopen. Wat dat betreft, zullen wij afwachten tot volgend jaar.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de beschikbaarheid van de federale verkeerspolitie op de Antwerpse Ring tijdens de
werken" (nr. 6814)
19 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence de la police fédérale de la route sur le ring d'Anvers pendant les travaux" (n° 6814)
19.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de vice-eerste minister, mijn vraag gaat over de inzet van de federale
verkeerspolitie bij de werken op de Antwerpse ring. Misschien heeft
die vraag wat aan actualiteitswaarde ingeboet, gezien het feit dat er
nu een stabiele verkeerssituatie is met moeilijk maar toch relatief vlot
verkeer, en momenteel ook redelijk veilig verkeer.

Dat was evenwel anders tijdens de laatste weken van maart en de
eerste weken van april, toen de verkeerssituatie haast dagelijks
veranderd werd, waardoor die erg onduidelijk was. Het Vlaams
Gewest en de aannemers deden wel enorme inspanningen om de
hinder te beperken en om adequate signalisatie aan te brengen, maar
toch waren veel chauffeurs dikwijls in de war, niet het minst
internationaal vrachtverkeer.

Daarom heb ik de volgende vragen over de inzet van de politie tijdens
deze periode en eigenlijk ook tijdens de volgende periode, zeker
wanneer de Kennedy-tunnel zal worden afgesloten voor het
vrachtverkeer, voor caravans en dergelijke. Volgens ons is het
onbetwistbaar dat alleen al de aanwezigheid van de verkeerspolitie
een kalmerende invloed heeft op de automobilisten, die dan alerter
reageren en dergelijke.
19.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La circulation sur le ring
d'Anvers est aujourd'hui plus fluide
qu'en mars, lorsque les travaux
généraient encore de nombreux
problèmes en matière de
signalisation et de transport de
marchandises. La police fédérale
a-t-elle défini une stratégie
spécifique concernant sa présence
sur le ring pendant les travaux? A
combien d'heures-homme se
chiffre la présence de la police de
la route durant les travaux en
2004? Combien d'heures-homme
et de moyens financiers
supplémentaires ont-ils été
nécessaires pendant la durée des
travaux en 2004 par comparaison
avec la même période en 2003,
avant le début des travaux? Quels
enseignements la police a-t-elle
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38

Heeft de federale politie een specifieke strategie uitgewerkt inzake
haar aanwezigheid op de ring tijdens de periode van de grote
werken? Zo ja, dewelke?

De volgende vraag is eerder een schriftelijke vraag, waarin ik een
aantal gegevens vraag over de inzet van het aantal manuren op de
Antwerpse ring in 2004 en in vergelijking met het jaar daarvoor.

Is er een verschil merkbaar, qua inzet, van politieagenten op de
Antwerpse ring tussen 2004 en dezelfde periode in 2003? Met andere
woorden, kunnen wij daaruit afleiden dat de politie extra inspanningen
heeft gedaan, en nog doet, tijdens de werken?

Wat zijn de consequenties voor 2005, geleerd uit de ervaringen van
2004?
tirés de l'expérience de 2004?
19.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
geheel van de maatregelen heeft tijdens de eerste fase van de
werken in 2004 effectief geleid tot een vlottere en relatief veilige
afwikkeling van het verkeer. De federale wegpolitie van Antwerpen
voert tijdens de werken een specifiek beleid van zichtbare
aanwezigheid op de ring rond Antwerpen en ook de toegangswegen
tot die ring, en dat gemoduleerd in functie van het tijdstip en ook de
verkeersdrukte.

Het aantal ploegen met die specifieke toezichtstaak kan op dat stuk
van het autosnelwegennet oplopen tot vijf. Indien nodig maakt die
ploeg gebruik van motorfietsen om vlottere verplaatsingen toe te
laten.

Daarnaast worden eveneens anonieme snelheidscontroles
uitgevoerd.

In het Vlaams verkeerscentrum is tevens een verbindingsagent van
de wegpolitie aanwezig, ook om de onderlinge coördinatie te
optimaliseren. Ook de lokale politie van Antwerpen voorziet daar een
verbindingsagent.

In 2004 werden gedurende enkele weken, en in de maand juli
bovendien twee haast permanente controledispositieven voorzien
voor de handhaving van het verbod in de Kennedy-tunnel voor
voertuigen breder dan twee meter.

Voor dit jaar voorziet de wegbeheerder bijkomende fysieke
maatregelen zodat deze maatregel in principe niet moet worden
herhaald.

Ten tweede, voor de uitvoering van deze maatregelen kan de
wegpolitie van Antwerpen rekenen op de bijstand van andere secties
van de wegpolitie en op de algemene reserve van de federale politie.
In 2004 werden 21.600 manuren besteed aan de werken op de ring
waarvan bijna 3000 door de algemene reserve.

Ongeveer 6000 daarvan werden besteed aan de controle op het
doorgangsverbod in de Kennedytunnel. De kosten van dit optreden,
zowel personeel als werking, zijn ten laste van de begroting van de
federale politie. De vaste personeelskosten hiervoor bedragen
19.02 Patrick Dewael, ministre:
Grâce aux mesures prises en
2004, le trafic a été fluide et
relativement sûr. Pendant la durée
des travaux, la police fédérale de
la route d'Anvers assure une
présence visible sur le ring et sur
les voies d'accès. En fonction de
l'heure et de l'intensité du trafic,
cinq équipes peuvent être
affectées à la surveillance. Elles
procèdent également à des
contrôles de la vitesse. Au
"Vlaams Verkeerscentrum", un
agent de liaison de la police de la
route et de la police locale
d'Anvers assurent la coordination.
En juillet 2004, on a procédé,
pendant quelques semaines, à un
contrôle quasi permanent du
respect de l'interdiction de circuler
dans le tunnel Kennedy pour les
véhicules d'une largeur supérieure
à deux mètres. Des mesures
physiques supplémentaires sont
prévues pour 2005 afin de ne pas
devoir recommencer ce contrôle.

La police de la route d'Anvers fait
appel aux autres sections de la
police de la route et à la réserve
fédérale. En 2004, 21.600
heures/homme ont été consacrées
aux travaux sur le ring, dont
presque 3.000 par la réserve.
Environ 6.000 heures ont été
accaparées par l'interdiction de
circulation dans le tunnel Kennedy.
Les frais sont à la charge du
budget de la police fédérale. Les
frais de personnel fixes se
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
ongeveer 600.000 euro. Op een meer gedetailleerde manier de
financiële weerslag berekenen vraagt iets meer tijd.

Ten derde, de algemeen geregistreerde gegevens inzake
capaciteitsaanwending laten niet toe de bestede capaciteit
geografisch uit te splitsen. Dat is niet te doen. Men kan die
vergelijking niet maken.

Een evaluatie van de werken van 2004 heeft slechts één specifiek
probleem met betrekking tot het optreden van de wegpolitie aan het
licht gebracht, namelijk de handhaving van het doorgangsverbod in de
Kennedytunnel. Dat heeft onredelijk veel capaciteit opgeslorpt. Het
Vlaamse Gewest heeft zich geëngageerd bijkomende structurele
maatregelen te nemen zodat in principe hiervoor de inzet van de
wegpolitie niet nodig is of geminimaliseerd kan worden. Ik hoop dat dit
engagement wordt volgehouden.
chiffrent à environ 600.000 euros.
Nous ne pouvons cependant pas
ventiler géographiquement le
recours aux effectifs.

L'évaluation des travaux de 2004 a
mis en évidence un problème
spécifique. L'interdiction de
circuler dans le tunnel Kennedy a
requis une capacité très
importante alors que la situation
ne le justifiait pas. C'est pourquoi
la Région flamande veille à
présent à prendre des mesures
structurelles complémentaires
permettant de réduire le recours à
la police de la route.
19.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb ook begrepen dat er fuiken zouden geplaatst
worden, dat zijn fysieke hindernissen, zodat vrachtwagens er effectief
gewoon niet meer door kunnen, voor ze aan de Kennedytunnel
aankomen. Het gevolg zou ook zijn dat er geen beroep meer moet
gedaan worden op versterking vanuit de DAR of vanuit andere
provincies.

Mijn vraag was vooral ingegeven door de situatie vóór de huidige
situatie. Nu is het heel duidelijk. Alles gaat over een beperkt aantal
rijstroken in één rijrichting. De situatie voordien was bijzonder
chaotisch. Er is toen ook een aantal zware ongevallen gebeurd,
gelukkig zonder al te ernstige gevolgen.

Op een bepaald moment heeft de VAB zelfs opgeroepen om
vrachtwagens te weren van de ring. Dat ging natuurlijk een stapje te
ver. Op dat moment leek wat extra inzet vanuit de verkeerspolitie ons
echter toch aangewezen. Als wij de informatie mogen geloven,
zouden er voor die periode geen extra inspanningen zijn geleverd. Wij
betreuren dat enerzijds, maar anderzijds zijn dat nu natuurlijk vijgen
na Pasen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het verkeersveiligheidsfonds" (nr. 6822)
20 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le fonds
de sécurité routière" (n° 6822)
20.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, midden 2004 of zelfs nog iets later kwamen er plots
berichten uit de politiezones over een verkeersveiligheidsfonds. Soms
stelden wij absurde criteria vast en ook de laattijdigheid van het fonds
maakte dat heel wat politiezones heel wat bokkensprongen moesten
maken om een zinvolle besteding van de middelen, die uit de lucht
kwamen vallen, te laten gebeuren. Herhaaldelijk hebt u, mijnheer de
minister, samen met uw collega van Mobiliteit en Vervoer,
aangekondigd dat het in 2005 anders zou zijn. U zou veel sneller de
criteria duidelijk maken. U zou ook de criteria versoepelen. U hebt
20.01 Katrien Schryvers
(CD&V): En 2004, en raison de
critères absurdes et de retards, les
zones de police ont éprouvé des
difficultés à utiliser effectivement
leur part du fonds de sécurité
routière. Les critères pour 2005
devaient être assouplis mais, à cet
égard, les zones de polices
demeurent dans l'incertitude.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
week na week de belofte gedaan dat het dossier op de regeringstafel
zou komen en dat de zones duidelijkheid zouden krijgen, al enkele
maanden geleden.

Ondertussen stellen wij vast dat er nog altijd niets is. In een aantal
zones neemt men wel voorbereidende maatregelen omdat men niet
meer wil worden geconfronteerd met de situatie van vorig jaar. Zolang
men echter geen zicht heeft op het bedrag dat men zal krijgen, noch
over wat men kan financieren met het verkeersveiligheidsfonds kan
men natuurlijk ook niet verder.

Mijnheer de minister, is het beschikbare bedrag voor 2004 op basis
van de criteria van vorig jaar uitgeput door de zones? Zo neen, welk
deel van dit bedrag is dan opgebruikt en wat gebeurt er met het
overschot? Valt dat in de rekening of kunnen de zones dit eventueel
bijkomend in 2005 aanwenden? Wanneer komt er eindelijk klaarheid
over de criteria voor het jaar 2005? Wanneer komt er duidelijkheid
over het aandeel van elke politiezone voor het jaar 2005?

Le montant disponible est-il
réellement épuisée si l'on se fonde
sur les critères de 2004? Quel
montant n'a pas été versé? Que
va-t-il devenir? Quand la situation
sera-t-elle clarifiée en ce qui
concerne les critères pour 2005 et
la part de chaque zone de police
dans la totalité du fonds?
20.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, wat
de criteria betreft voor het bepalen van het totale bedrag van het
fonds kan ik zeggen dat die criteria bij wet zijn vastgelegd en bij
besluit zijn ook de criteria en de verdeelsleutels vastgelegd tot
vaststelling van het bedrag waarop elke politiezone aanspraak kon
maken voor 2004. In 2004 hebben drie politiezones geen gebruik
gemaakt van de middelen van het fonds. Met uitzondering van de
middelen bestemd voor deze zones werd de totaliteit van het fonds
ook uitgekeerd. Om het juiste bedrag te kennen dat in 2004 niet werd
uitgekeerd, verwijs ik u naar mijn collega's van Financiën en
Begroting. Ik kan u echter geruststellen want het niet-uitgekeerde
bedrag vloeit niet terug naar de Schatkist maar wordt als niet-
opgebruikt saldo gevoegd aan het totale bedrag van het fonds dat het
volgende jaar ter beschikking wordt gesteld.

Ten tweede, de Ministerraad heeft in de marge van de
begrotingscontrole 2005 op 22 april een voorontwerp van wet
goedgekeurd, zoals ik had aangekondigd, dat de regels met
betrekking tot het fonds in belangrijke mate aanpast. Hierover wordt
op dit ogenblik advies ingewonnen. Het is mijn collega voor Mobiliteit
die dat dossier trekt. Het zit momenteel bij de Raad van State. Als het
advies is verstrekt, wordt het ontwerp in het Parlement ingediend.

Ten derde, van zodra de ministers van Financiën en Begroting het
bedrag hebben bekendgemaakt dat beschikbaar is voor het fonds,
zullen ook de bedragen, waarop de politiezones aanspraak kunnen
maken voor het jaar 2005, gepubliceerd worden in het Staatsblad.

Uw dienaar heeft gedaan wat hij heeft aangekondigd. Ik heb
meegewerkt en de kar getrokken voor de versoepeling van de criteria.
Dit ontwerp is door de Ministerraad goedgekeurd, het ligt nu bij de
Raad van State en het komt daarna in het Parlement. Als de collega's
van Financiën en Begroting het globale bedrag kenbaar maken dan
zal uw dienaar effectief ook de ventilering van die totaalsom laten
publiceren in het Belgisch Staatsblad.
20.02 Patrick Dewael, ministre:
En 2004, trois zones de police ne
se sont pas inscrites dans le cadre
du projet de fonds pour la sécurité
routière et leurs subventions n'ont
dès lors pas été versées. Le
montant non versé est ajouté au
total de l'année qui suit en tant que
solde non dépensé. J'en réfère
aux ministres du Budget et des
Finances pour ce qui concerne le
montant exact des subventions
non allouées.

Le Conseil des ministres a adopté
dans le cadre de la simplification
administrative un projet tendant à
joindre le plan d'action pour la
circulation routière et la convention
en matière de sécurité routière en
un seul plan d'action annuel. Ce
projet est actuellement soumis au
Conseil d'État pour avis. Le
principe de base du caractère
annuel et variable des
subventions, que les zones de
police devront utiliser dans le
cadre de la sécurité routière, reste
toutefois d'application.

Les montants revenant aux zones
seront publiés dans le Moniteur
belge dès que la somme totale du
fonds pour la sécurité routière sera
connue, soit ce mois-ci encore.
20.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, wij hopen
inderdaad dat er op heel korte termijn duidelijkheid komt. U zegt dat
de adviezen worden ingewonnen. Wij nemen aan dat dit binnen korte
20.03 Katrien Schryvers
(CD&V): J'espère que la clarté
sera faite à court terme.
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
tijd zal worden afgehandeld.

Ik heb nog één vraag. Enerzijds zegt u dat voor 2004 het totale
bedrag is opgebruikt, maar anderzijds zegt u dat wat niet werd
opgebruikt voor 2004 kan worden aangewend in 2005. Betekent dit
dan toch dat in 2004 niet alle zones het beschikbare bedrag hebben
kunnen gebruiken?
20.04 Minister Patrick Dewael: Drie zones hebben geen gebruik
gemaakt van die middelen.
20.05 Katrien Schryvers (CD&V): Het gaat dus om de totaliteit
zonder die drie zones?
20.06 Minister Patrick Dewael: Ja.
20.07 Katrien Schryvers (CD&V): Het bedrag van die drie zones valt
mee in de grote pot voor 2005?
20.08 Minister Patrick Dewael: Ja.
20.09 Katrien Schryvers (CD&V): Goed, dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
21 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de bereikbaarheid van ASTRID in Voeren" (nr. 6863)
21 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la couverture de la
commune de Fourons par le réseau ASTRID" (n° 6863)
21.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorig jaar heb ik een vraag gesteld over de uitbouw van het
ASTRID-project in Voeren en over de bereikbaarheid van het netwerk,
dat toen nog in volle uitbouw was. Een test om de effectieve
dekkingsgraad te bepalen, kon toen nog niet worden uitgevoerd.

ASTRID voorzag voor de politiezone Voeren in een dekking waardoor
door middel van mobiele radio's overal zou kunnen worden
gecommuniceerd. U bevestigde daarbij dat de politiezone zonder enig
probleem zou kunnen communiceren met de hulp- en
veiligheidsdiensten van ASTRID via de dispatching van Hasselt.

Kan u vandaag bevestigen dat het ASTRID-netwerk volledige dekking
geeft in de gemeente Voeren? Zijn daarvoor de nodige faciliteiten
aanwezig?

Kunnen alle hulpdiensten zich via het netwerk richten tot Hasselt?

Werden in het recente verleden dekkingstests uitgevoerd?
21.01 Dirk Claes (CD&V): Voici
un an, le ministre déclarait que le
réseau Astrid de Fourons était
encore en construction et qu'il était
par conséquent impossible
d'effectuer des tests pour
déterminer le taux de couverture.

La couverture de Fourons par le
réseau Astrid est-elle à présent
complète? Ce réseau permet-il à
tous les services de secours de
s'adresser au dispatching de
Hasselt? A-t-on procédé à un test
de couverture?
21.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, in het initiële
lastenboek voor het ASTRID-netwerk werd over het volledige
grondgebied in 435 masten voorzien om volledig te voldoen aan de
gevraagde eisen qua dekking. De 435 masten moesten mobiele en
outdoor draagbare verbindingen toelaten. De verbinding tussen
Voeren en Hasselt zou gebeuren via de mast van Visé.
21.02 Patrick Dewael, ministre:
Afin d'assurer la couverture
complète du territoire, on a décidé
d'ériger cent nouveaux pylônes en
plus des 435 existants. La
construction de l'un d'entre eux
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42

Om de dekking, ook voor de niet-politiionele hulpdiensten, nog te
verbeteren, werd beslist om 100 bijkomende masten te bouwen. De
regering keurde trouwens in de marge van de budgetcontrole de
nieuwe beheersovereenkomst met de NV ASTRID, die dat regelt,
goed.

Een van de bijkomende masten komt in Voeren. De NV ASTRID heeft
daarover trouwens eerstdaags een vergadering met de burgemeester
en de korpschef van Voeren.

Ten tweede, de bedoeling van het ASTRID-netwerk is dat uiteindelijk
alle hulpdiensten met elkaar kunnen communiceren via een en
hetzelfde netwerk.

Wat de aansturing van de hulpdiensten betreft, er moet een
onderscheid worden gemaakt tussen de politiediensten die
momenteel via het stelsel 101 werken en de niet-politiediensten, dus
brandweer en medische diensten, die via het stelsel 100 werken.

Op dit moment is enkel de 101 van Limburg klaar voor de migratie
naar ASTRID. Alle noodoproepen uit Voeren via het stelsel 101 zullen
dus op het CIC te Hasselt terechtkomen.

De politiezone Voeren zal zonder enig probleem kunnen
communiceren met de hulp- en veiligheidsdiensten in Hasselt. De
politiezone Voeren heeft er ook voor gekozen om de uitsturing van de
politieploegen voor de politiezone te laten gebeuren vanuit het CIC in
Hasselt.

Voor de niet-politionele hulpdiensten die werken via het eenvormig
oproepstelsel 100, is er recent in de begrotingscontrole een budget
vrijgemaakt om de integratie van deze hulpdiensten naar ASTRID
verder voor te bereiden.

Ten slotte, er werden nog geen tests uitgevoerd, aangezien de site te
Visé pas deze maand klaar zal zijn. Van zodra dat het geval is, zullen
heel snel tests kunnen worden uitgevoerd om de effectieve
dekkingsgraad in Voeren te bepalen.
prévue à Fourons fera l'objet d'une
réunion entre le bourgmestre et le
chef de corps.

La couverture du territoire de
Fourons est pour l'instant assurée
par le pylône de Visé, qui sera prêt
ce mois-ci. Les tests suivront bien
entendu.

Tous les services de secours
peuvent communiquer entre eux
via Astrid mais pour l'instant, seul
le 101 du Limbourg est prêt pour
une migration vers Astrid. Tous les
numéros d'urgence 101 formés à
partir de Fourons aboutiront au
centre d'information et de
communication d'Hasselt. L'envoi
des services de police se fera
aussi au départ de Hasselt.

Un montant a été prévu au budget
afin de préparer l'intégration des
services 100 non policiers dans le
réseau Astrid.
21.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, als ik u goed heb
begrepen, zou er ook een bijkomende mast komen in Voeren. Met de
mast in Visé zouden de 101-diensten kunnen functioneren. Dat is de
korte samenvatting van uw antwoorden op mijn vragen.

Over een locatie in Voeren is er momenteel nog geen zekerheid. Over
de exacte locatie moeten de onderhandelingen nog beginnen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de regularisatie van ongeveer 700.000 illegalen in Spanje en de weerslag daarvan op
België en de EU" (nr. 6866)
22 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
régularisation d'environ 700.000 illégaux en Espagne et ses répercussions pour la Belgique et l'Union
européenne" (n° 6866)
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
22.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in Spanje werd zopas een massale
regularisatiecampagne beëindigd waardoor naar schatting 700.000
illegalen aan wettige verblijfspapieren zouden geraken.

Dat geeft deze geregulariseerden meteen ook het recht zich te
vestigen in andere landen van de Europese Unie zodat al deze landen
in feite betrokken partij worden en daarvan de weerslag kunnen
ondervinden. Spanje is voor zeer veel illegalen immers maar een
transitland op hun weg naar een ander land van de Europese Unie.

Ik heb daarom de volgende vragen.

Ten eerste, heeft Spanje ooit zijn regularisatiecampagne ter sprake
gebracht in de Europese Unie of in bilaterale contacten met België?
Wat was de houding van de Europese Unie enerzijds en van België
anderzijds?

Ten tweede, hoeveel in Spanje geregulariseerden zullen naar
schatting proberen door te reizen naar een ander land van de
Europese Unie?

Ten derde, hoeveel van deze Spaanse geregulariseerden zullen zich
volgens schattingen van de Belgische overheid mettertijd proberen
vestigen in België?

Ten vierde, mogen deze Spaanse geregulariseerden ook
gebruikmaken van het recht op gezinshereniging?
22.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): L'Espagne vient
d'achever une campagne de
régularisation sans précédent qui
a permis à près de 700.000
illégaux d'obtenir des documents
de séjour en règle. Ils ont
maintenant la possibilité de
s'établir également dans d'autres
pays de l'UE.

L'Espagne a-t-elle évoqué la
campagne de régularisation au
sein de l'UE? Quelle attitude
l'Europe et la Belgique vont-elles
adopter? Combien de régularisés
reprendront la route pour s'établir
dans d'autres pays et combien
tenteront de s'installer en
Belgique? Pourront-ils invoquer le
droit au regroupement familial?
22.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tastenhoye, Spanje heeft in CIREFI - Centre d'information, de
réflexion et d'échanges en matière de franchissement des frontières
et d'immigration, het informatie-uitwisselingsforum van de Raad
Justitie en Binnenlandse Zaken -, de andere lidstaten ingelicht over de
geplande regularisatiecampagne. Voor verdere opvolging en
informatie verwees Spanje ook naar een website.

Naar aanleiding van deze concrete regularisatiecampagne in Spanje,
en meer algemeen gezien de nood aan betere informatie-uitwisseling
omtrent maatregelen van lidstaten op het gebied van asiel en
immigratie, werd een Europees initiatief genomen om een wederzijds
informatiesysteem op poten te zetten. Daarover werden op
14 april 2005 tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
conclusies aangenomen waarin de Europese commissaris wordt
verzocht een voorstel uit te werken vóór eind mei.

Het is hoe dan ook niet zo dat de door Spanje geregulariseerde
vreemdelingen het recht hebben zich te vestigen in een ander EU-
land. Een niet-EU-onderdaan die een verblijfsvergunning heeft
gekregen van een EU-land heeft alleen maar recht op een verblijf van
maximaal drie maanden in een ander EU-land. Om de vestiging in
België te verkrijgen, moeten zij net als alle onderdanen van buiten de
Europese Unie voldoen aan de in de Vreemdelingenwet gestelde
vereisten.

Er kan geen schatting worden gemaakt van het aantal
geregulariseerden dat zal doorreizen naar een ander land van de
Europese Unie of naar België.
22.02 Patrick Dewael, ministre:
L'Espagne a informé les autres
membres de l'UE de son projet de
campagne de régularisation par
l'intermédiaire du forum d'échange
d'informations CIREFI, au sein du
Conseil Justice et Affaires
intérieures.

Pour améliorer l'échange
d'informations à propos de la
politique d'immigration et d'asile
des Etats membres, une initiative
européenne a été prise en vue de
lancer un système d'information
commun. La Commission doit
élaborer une proposition en ce
sens pour la fin du mois de mai
2005.

Les étrangers régularisés en
Espagne ne peuvent séjourner
que trois mois dans un autre Etat
membre de l'Union européenne et
ne peuvent donc s'y établir. Pour
pouvoir s'installer en Belgique, ils
doivent y satisfaire aux exigences
de la loi sur les étrangers.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44

Ik kan er in dat verband wel op wijzen dat ten tijde van de toetreding
van Spanje tot de Europese Unie eveneens werd gevreesd dat de
Spanjaarden zich massaal in België zouden vestigen. Dat is achteraf
niet het geval gebleken.
Il n'est pas possible d'établir une
estimation du nombre de
personnes régularisées qui se
rendront dans d'autres Etats
membres de l'Union européenne.
22.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Dank u, mijnheer de
minister. Ik betreur toch dat België en de Europese Unie in haar
geheel niet krachtiger geprotesteerd hebben tegen die massale
regularisatiecampagne van ongeveer 700.000 illegalen in Spanje. Mijn
informatie zegt mij dat Duitsland en Nederland tijdens een
vergadering van de Europese ministers van Binnenlandse Zaken en
Justitie wel hun bedenkingen zouden geuit hebben bij deze operatie.
Deze buurlanden van ons vrezen dat de migranten zich ook naar
andere landen van de Europese Unie kunnen verspreiden en dat de
amnestieregeling nieuwe illegalen zal aantrekken.

Dat dit effect van aantrekking een feit is, werd ook in ons land
bewezen met de regularisatiecampagne die u in 1999 gestart bent.
Want in het jaar 2000 was het aantal asielzoekers hier opgelopen tot
een recordhoogte van 43.000. Dat was vooral te wijten aan die
regularisatiecampagne. Die campagnes in Spanje, waar nu al de
vijfde op rij plaatsvindt, zullen tot gevolg hebben dat nieuwe massale
immigraties vanuit Noord-Afrika naar Spanje en richting rest van
Europa plaats zullen grijpen. Daarom zijn die regularisatiecampagnes
in elk geval uit den boze.
22.03 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Il est déplorable
que la Belgique et l'Europe n'aient
pas protesté davantage,
contrairement ­ semble-t-il ­ à
l'Allemagne et aux Pays-Bas. Il est
en effet légitime de craindre que
l'amnistie accordée en Espagne
attire de nouveaux illégaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de problemen met de BELPIC-installatie" (nr. 6886)
23 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les problèmes
relatifs au dispositif BELPIC" (n° 6886)
23.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de problemen met de BELPIC-
installaties bij de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten. Die
installatie is de applicatie die verder zou moeten instaan voor de
verdere afhandeling van de elektronische identiteitskaarten. In heel
wat gemeenten zorgt zij echter voor heel wat problemen.

Wanneer die gemeenten dan contact opnemen met hun leverancier,
het Rijksregister of de helpdesk, krijgen zij geen, of pas na lang
bellen, een antwoord. Wanneer men problemen met de installatie
aankaart en een beroep op de helpdesk van CEVI moet doen, krijgt
men daarvoor een factuur aangerekend.

Hoeveel klachten zijn er al binnengelopen bij de leveranciers of bij de
FOD Binnenlandse Zaken of bij andere instanties met betrekking tot
de BELPIC-installatie?

Kan het dat CEVI ­ en misschien ook andere leveranciers ­ kosten
aanrekenen voor de reparatie van een applicatie die fouten vertoont?
Zult u tussenbeide komen, zodat de gemeenten dat niet hoeven te
betalen?

De gemeenten hebben eigenlijk geen contract met CEVI, tenzij een
23.01 Dirk Claes (CD&V): Dans
certaines communes, le dispositif
BELPIC, nécessaire pour le
traitement des cartes d'identité
électroniques, occasionne des
problèmes tels que des
perturbations ou des blocages de
réseau. De plus, lorsque l'on fait
appel au "helpdesk" de CEVI, on
reçoit une facture.

Combien de plaintes au sujet de
BELPIC sont-elles déjà parvenues
auprès des fournisseurs, du SPF
Intérieur ou d'autres
organisations? Le CEVI peut-il
facturer des frais importants pour
la réparation d'une application qui
présente des erreurs? Les
communes peuvent-elles choisir
elles-mêmes le fournisseur et
l'application?
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
opgedrongen contract. Er is wel een contract met Steria. Men zou de
rollen kunnen omkeren. Het gemeentebestuur zou de kosten voor het
personeel en de systeemverantwoordelijken die voortdurend naar
BELPIC moeten bellen, kunnen doorrekenen naar Steria omdat het
onvoldoende werkt.

Hadden de gemeenten een keuze van leverancier en applicatie? Zo
ja, welke keuze? Zo neen, wie is verantwoordelijk geweest voor de
keuze?

Gedurende drie maanden, van 1 januari tot 31 maart 2005, zijn er
meer dan vijftig storingen geweest op zestig werkdagen. Sommige
storingen duurden twee uur. Bij de meeste storingen was er geen
verbinding ­ dat betekent dat de gemeentebesturen onmogelijk
kunnen werken ­ of blokkeerde het netwerk. Ik kan u verzekeren dat
er bij de gemeentebesturen files zijn ontstaan bij het afleveren van de
elektronische identiteitskaarten. Meestal vraagt men dan hoe het
personeel daar werkt en waarom men zolang moet wachten.
Natuurlijk geeft men de schuld aan de gemeentebesturen.
23.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
firma Steria slaagde erin om op enkele maanden nagenoeg alle
Belgische gemeenten uit te rusten met de nodige infrastructuur, hun
netwerk aan te passen en ook de nodige opleiding te geven om de
gemeenten te laten overschakelen op de elektronische
identiteitskaart. De laatste twee maanden stellen we vertragingen en
onderbrekingen vast in de werking van vooral het systeem voor de
activering van de kaarten. Dat klopt. Punctuele oplossingen werden
geboden en andere zijn in voorbereiding. Daarnaast wordt in overleg
met de firma Steria een audit uitgevoerd om de algemene stabiliteit en
ook de bijdrage van de verschillende onderdelen van het systeem te
onderzoeken en ook te verbeteren.

Het is moeilijk om het aantal klachten dat toekomt op de helpdesk te
bepalen. De helpdesk ontvangt niet alleen klachten maar geeft vaak
ook antwoorden op vragen die worden gesteld door gemeentelijke
ambtenaren. Sedert begin 2005 heeft de helpdesk zo'n 8.000
interventies geregistreerd, maar dat gaat ook vaak om vragen om
uitleg, klachten en vragen allerhande.

Er is bij de veralgemening van de elektronische identiteitskaart
voorzien dat de gemeenten eigenaar worden van het materiaal dat
hen ter beschikking wordt gesteld. Zij moeten dat materiaal dan ook
onderhouden. Er zijn terzake drie mogelijkheden. Een, sluiten van een
onderhoudscontract. Twee, opleiding van competent personeel
binnen de eigen organisatie. Drie, een beroep doen op een externe
leverancier voor het onderhoud. Onderhoudsprestaties zijn nodig
wanneer het materiaal of de integratie ervan binnen de gemeentelijke
infrastructuur moet worden hersteld. Daarnaast kan de gemeente
ervoor kiezen het BELPIC-systeem verder te integreren in het
bevolkingsprogramma. Deze supplementaire integratie is uiteraard op
kosten van de gemeenten.

Samengevat is het dus mogelijk dat de gemeente, die besluit om
geen onderhoudscontract aan te gaan, een leverancier moet betalen
voor een tussenkomst in het materiaal of voor de integratie binnen de
gemeentelijke infrastructuur. Het is ook mogelijk dat de gemeente, die
besloten heeft de BELPIC-infrastructuur grondiger te integreren
23.02 Patrick Dewael, ministre:
En l'espace de quelques mois, la
société Steria a équipé en
infrastructures toutes les
communes ou presque. Les
réseaux ont été adaptés et des
formations, dispensées. Toutefois,
ces deux derniers mois, il y a eu
des retards et des interruptions,
affectant surtout le système
d'activation des cartes. Des
solutions concrètes ont déjà été
proposées, d'autres sont en
préparation. En concertation avec
Steria, nous procéderons à un
audit afin d'analyser et d'améliorer
la stabilité du système. Nous
ferons tout ce qu'il est possible de
faire pour agir vite.

Il n'est pas facile de déterminer le
nombre de plaintes au niveau du
help desk et des fournisseurs.
Pour la bonne et simple raison que
le help desk répond aussi à des
demandes émanant de
fonctionnaires communaux.
Depuis le début de 2005, le help
desk a enregistré au total 8.099
interventions.

Etant donné que les communes
deviendront propriétaires du
matériel, elles devront aussi
l'entretenir. A cette fin, elles
pourront conclure un contrat de
maintenance, former du personnel
compétent au sein de leur propre
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
binnen haar eigen programmatuur, prestaties gefactureerd ziet die te
maken hebben met deze integratie.

De BELPIC-infrastructuur moet zich zoveel mogelijk integreren binnen
de bestaande gemeentelijke infrastructuur. De mogelijkheid wordt
gelaten aan de gemeenten om een integratie van de BELPIC-
functionaliteiten binnen de bestaande programmatuur te realiseren.
Daarnaast is de veralgemening van de uitreiking van de elektronische
identiteitskaart uiteraard onderworpen aan een openbare
aanbesteding. Mijn departement kiest, rekening houdend met deze
beperkingen, in de mate van het mogelijke de gebruikelijke
leverancier van de gemeente in zoverre deze een grondige kennis
heeft van de gemeentelijke infrastructuur waarin het systeem moet
worden geïntegreerd. Deze keuze was niet altijd mogelijk. Sommige
gebruikelijke leveranciers van de gemeenten ­ gelukkig maar een
klein aantal ­ hebben verkozen om zich niet in te schrijven voor deze
aanbesteding. Het detail van de leveranciers per gemeente kan ik u
schriftelijk bezorgen als u dat zou wensen.
organisation ou faire appel à un
fournisseur extérieur. Certaines
communes devront donc payer un
fournisseur pour réparer leur
matériel ou réaliser son
intégration. Celles qui voudront
intégrer de manière plus poussée
le système BELPIC dans leur
propre programme population
devront en payer le coût elles-
mêmes.

La généralisation de la délivrance
de la carte d'identité électronique
est soumise à adjudication
publique. Le SPF Intérieur choisira
dans la mesure du possible le
fournisseur habituel de la
commune pour autant qu'il ait une
connaissance
approfondie de
l'infrastructure de cette commune.
Certains fournisseurs
­ par
bonheur, ils sont peu nombreux ­
n'ont pas soumissionné. Je puis
communiquer par écrit tous les
détails concernant le fournisseur
pour chaque commune.
23.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, ik stel vast dat u
toch ook toegeeft dat er heel wat problemen en storingen zijn
geweest. U spreekt over de laatste twee maanden. Ik heb de cijfers
van de eerste drie maanden van 2005 gegeven. Er is toch sprake van
een ernstig gebrek aan de installatie waarmee de gemeentebesturen
nu zitten. Ik vrees dat die gebreken zullen blijven bestaan en niet zo
snel zullen worden opgelost. Ik vind het dan ook onverantwoord dat
de gemeentebesturen nog eens bijkomende kosten moeten doen
voor een installatie waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn.
23.03 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre admet que les problèmes
étaient nombreux. Il ne sera pas
possible à mon avis de remédier
rapidement aux lacunes. Il n'y a
pas lieu de faire endosser des
frais supplémentaires par les
communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnelandse
Zaken over "het medisch toerisme van illegalen waarmee de OCMW's van de Belgische steden steeds
meer worden geconfronteerd" (nr. 6907)
24 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
tourisme médical d'illégaux auquel les CPAS des villes belges sont de plus en plus confrontés"
(n° 6907)
24.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, volgens een bericht in De Standaard van 11 mei
2005 worden de OCMW's van de Belgische steden steeds meer
geconfronteerd met medisch toerisme vanwege illegalen. Het gaat
meestal om buitenlanders die de termijn van hun toeristenvisum laten
verstrijken en als illegaal een dure lever-, hart-, of niertransplantatie
ondergaan op kosten van de OCMW's en de Belgische Staat.

Volgens het krantenbericht stelt de Antwerpse voorzitter Monica De
Coninck dat de illegalen een beroep doen op de medische ingrepen
24.01 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Selon un article
paru dans "De Standaard" du 11
mai 2005, nos villes sont de plus
en plus souvent confrontées au
phénomène des illégaux qui
laissent s'écouler le délai de
validité de leur visa touristique et
subissent une onéreuse
transplantation du foie, du coeur
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
onder het mom van dringende medische hulp, waartoe de
ziekenhuizen verplicht zijn. Ik citeer haar: "Het gaat al snel om
ingrepen met een totale waarde van 500.000 euro, die niet gedragen
worden door het ziekenfonds. De patiënt staat daar ineens en wij
kunnen niet anders dan de ingreep uit te voeren. De dokters nemen
geen risico en zullen nooit zeggen dat het geen dringende medische
hulp betreft."

Volgens de OCMW-besturen gaat het om een categorie toeristen die
bij vertrek in het land van herkomst over voldoende middelen van
bestaan en een ziekteverzekering beschikken, want dat is een
voorwaarde voor het visum. De toeristische illegalen zouden ook
geregeld om dure medicatie voor HIV-besmetting vragen. Monica De
Coninck noemt heel de medische hulpverlening aan illegalen een
probleem en heeft over de volledige illegalenproblematiek namens de
Vlaamse OCMW's, samen met haar collega's van de Brusselse en
Waalse OCMW's, een scherpe nota gestuurd aan u, de minister van
Binnenlandse Zaken.

De Coninck wijst er nog op dat illegalen recht hebben op onderwijs en
dringende medische hulp. De zogenaamde interculturele verzorging
kost de Antwerpse openbare ziekenhuizen jaarlijks liefst 27 miljoen
euro, waarvan zij slechts de helft terugkrijgen. Ik citeer mevrouw De
Coninck nogmaals: "Het draait hier vooral om de illegalen- en
asielproblematiek. De mensen melden zich meestal 's nachts en in de
weekends op de spoedgevallen en dan is het dus altijd dringende
medische hulp."

De OCMW's willen ook dat de minister van Binnenlandse Zaken
eindelijk eens korte metten maakt met de inconsequente en tamme
aanpak van illegalen op Belgisch grondgebied.

Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.

Ten eerste, bent u zich bewust van de problematiek van medisch
toerisme door illegalen op kosten van belastingbetalers?

Ten tweede, welke maatregelen heeft de regering al genomen of
welke maatregelen zijn er in voorbereiding om dit dure medisch
toerisme door illegalen voortaan te voorkomen?
ou des reins aux frais des CPAS
et de l'Etat. Ces touristes
médicaux s'adressent aux
hôpitaux sous le prétexte qu'ils ont
besoin d'une aide médicale
urgente. Cela se passe
généralement la nuit ou durant le
week-end, au service des
urgences. Les coûts sont élevés et
ils ne sont pas supportés par la
mutualité. Au moment de leur
départ du pays d'origine, ces
touristes médicaux disposaient de
suffisamment de moyens et d'une
assurance maladie, car il s'agit
d'une condition pour obtenir un
visa. Ces illégaux réclameraient
également régulièrement
d'onéreux médicaments contre le
sida.

Au nom des CPAS flamands et en
compagnie de ses collègues
bruxellois et wallons, la présidente
du CPAS d'Anvers, Mme Monica
De Coninck, a adressé une note
virulente au ministre. Elle attire
l'attention sur le fait que les
illégaux ont droit à l'enseignement
et à l'aide médicale urgente. Il en
coûte cependant 27 millions
d'euros aux hôpitaux publics
anversois, dont
la moitié
seulement est récupérée. Les
CPAS veulent que le ministre
mette un terme à cette situation et
à cette attitude complaisante vis-à-
vis des illégaux.

Le ministre est-il conscient du
problème? Quelles mesures le
gouvernement a-t-il l'intention de
prendre?
24.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik wil er eerst
en vooral op wijzen dat volgens de beschikking van de Raad van de
Europese Unie van 22 december 2003 een van de voorwaarden voor
de afgifte van een visum voor een verblijf van korte duur is dat de
verzoeker houder moet zijn van een toereikende geldige persoonlijke
of collectieve reisverzekering. De verzekering moet geldig zijn op het
gehele grondgebied van de lidstaten die de bepalingen van het
Schengen-acquis volledig toepassen en moet de hele duur van het
verblijf van de betrokkene bestrijken.

Wat betreft de notie van dringende medische hulp bepaalt het
koninklijk besluit van 12 december 1996 dat het hulp betreft die
uitsluitend een medisch karakter vertoont en waarvan de
hoogdringendheid met een medisch getuigschrift wordt aangetoond.
24.02 Patrick Dewael, ministre:
En vertu d'une décision du Conseil
de l'Union européenne du 22
décembre 2003, le visa pour un
séjour de courte durée ne peut
être délivré qu'aux détenteurs
d'une police d'assurance-voyage
personnelle ou collective qui soit
satisfaisante et valable.
L'assurance doit couvrir
l'ensemble du territoire des Etats
membres qui appliquent l'acquis
de Schengen dans sa totalité.
Cette assurance doit par ailleurs
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
In geval van besmettelijke ziekten die door de bevoegde overheden
als zodanig erkend zijn en onderworpen aan maatregelen, moet deze
dringende medische hulp de nazorg inhouden die noodzakelijk is voor
de algemene volksgezondheid.

Ik zou u nogmaals willen meedelen dat in het gevoerde
vreemdelingenbeleid de humane, maar stringente repatriëring van
illegalen een absolute prioriteit is. Wij hebben het daar al bij
verschillende gelegenheden over gehad. Bij het voeren van dat beleid
moeten wij ook rekening houden met onze internationale
verplichtingen, met name ook artikel 3 van het Europees Verdrag van
de Rechten van de Mens dat verbiedt om een ernstig zieke
vreemdeling terug te sturen naar een land waar hij niet kan worden
verzorgd.
couvrir toute la durée du séjour.

L'arrêté royal du 12 décembre
1996 stipule que `l'aide médicale
urgente' doit avoir un caractère
exclusivement médical. L'urgence
doit être prouvée par un certificat
médical. S'il s'agit de maladies
contagieuses reconnues en tant
que telles, les soins de suivi
indispensables à la santé publique
en général sont également inclus.

Le rapatriement des illégaux
réalisé avec humanité mais
fermeté constitue une priorité
absolue de la politique
d'immigration. L'article 3 de la
CEDH stipule toutefois qu'un
étranger gravement malade ne
peut être renvoyé vers un pays où
il ne peut pas être soigné.
24.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Met dat laatste heb ik
geen enkel probleem, mijnheer de minister. Iemand die in een acute
situatie verkeert en medisch moet verzorgd worden, dat moet
gebeuren, ook al is deze persoon illegaal. Ik heb daar geen enkel
probleem mee.

Waar ik wel een probleem mee heb en waar de Belgische OCMW's ­
vooral in de grote steden ­ een probleem hebben, is het profitariaat
dat is ontstaan en waarbij illegalen speciaal hier zijn met het doel zich
hier op kosten van onze ziekteverzekering voor dure operaties te laten
verzorgen. Daar moet paal en perk aan gesteld worden, mijnheer de
minister. Uit wat u als antwoord hier naar voor hebt gebracht, heb ik
niet kunnen besluiten dat u van plan bent om daar krachtig tegen op
te treden. Dat blijf ik betreuren.
24.03
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le dernier point
ne me pose aucun problème.
J'incrimine uniquement les abus
commis par les illégaux qui
viennent en Belgique uniquement
pour subir des opérations
onéreuses. Je n'ai pas
l'impression que le ministre est
prêt à adopter une position ferme
à cet égard.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
25 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les difficultés
d'obtention d'un visa d'entrée en Belgique" (n° 6912)
25 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de moeilijkheden om een inreisvisum voor België te bekomen" (nr. 6912)
25.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je suis régulièrement contacté par des familles installées en
Belgique qui sont dans l'attente d'un visa d'entrée dans notre pays
pour un membre de leur famille. Elles me font part, soit des difficultés
à obtenir ce visa, soit de ce que j'appellerais presque un refus en
cascade du visa. Pourtant, dans un cas précis, le dossier était
complet et donnait donc toutes les garanties du retour du membre
concerné dans son pays d'origine. Dans certains cas, cela va même
plus loin: ce sont des adoptions qui deviennent impossibles, ce qui
est, selon moi, socialement et humainement inacceptable. Ces
familles me font également part des difficultés qu'elles rencontrent
pour contacter l'Office des étrangers. Plusieurs semaines sont parfois
25.01 Joseph Arens (cdH):
Regelmatig word ik gecontacteerd
door gezinnen die zich in België
gevestigd hebben en nog wachten
op een inreisvisum voor een
gezinslid. In een recent
krantenartikel uitten enkele
Amerikaanse deskundigen hun
ongenoegen over het bijzonder
restrictieve visumbeleid dat in de
Verenigde Staten wordt gevoerd.
Dit restrictieve visumbeleid kost de
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
nécessaires avant de pouvoir entrer en relation avec un agent de cet
office.

Dernièrement, un article de presse relatait l'indignation d'experts
américains face à la politique américaine très restrictive en matière de
délivrance de visas dans ce pays. Selon eux, cette politique très
restrictive faisait fuir les investisseurs et les étudiants. Ils allaient
même plus loin puisque, selon eux, "la politique mise en place après
les attentats du 11 septembre 2001 est une réelle méfiance envers
les étrangers et contribue à l'antiaméricanisme dans le monde. Les
conséquences sont plus qu'importantes. Le commerce américain a
perdu près de 31 milliards de dollars, faute de pouvoir accueillir des
hommes d'affaires étrangers. En effrayant les étudiants étrangers, le
taux d'admission dans les universités a chuté de 20%. Finalement,
cette politique restrictive de délivrance des visas coûte cher à
l'Amérique."

Monsieur le ministre, si je parle de la politique américaine, c'est parce
que, à plusieurs reprises je me suis rendu compte que dans notre
pays le refus d'un visa portait réellement préjudice à certaines
entreprises belges, et donc à l'économie belge. Je m'inquiète de la
politique très restrictive de délivrance des visas.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:

1. Pourquoi cette politique restrictive de délivrance des visas?

2. Est-elle plus restrictive à l'égard de certaines nationalités? Je
pense, par exemple, aux ressortissants congolais.

3. La difficulté qu'il y a à joindre les services de l'Office des étrangers
est-elle due à un manque de personnel? Sinon, pour quelle autre
raison?
Verenigde Staten handenvol geld.
Ook in ons land kan een
visumweigering nadelig zijn voor
sommige Belgische
ondernemingen, en bijgevolg voor
de Belgische economie.

Waarom voert men dit restrictieve
visumbeleid? Zijn de eisen voor
sommige nationaliteiten strenger
dan voor andere? Waarom is het
moeilijk de Dienst
Vreemdelingenzaken te bereiken?
25.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en matière de séjour de trois mois maximum, l'Office des
étrangers ne mène pas de politique restrictive. Il se réfère à la
convention d'application de l'Accord de Schengen qui prévoit que
l'entrée sur le territoire des Etats-parties peut être accordée à
l'étranger qui remplit les conditions suivantes que vous connaissez:

1. posséder des documents valables permettant le franchissement de
la frontière;

2. être en possession d'un visa valable;

3. présenter, le cas échéant, les documents justifiant l'objet et les
conditions de séjour envisagé et disposer de moyens de subsistance
suffisants;

4. ne pas être signalé aux fins de non-admission;

5. ne pas être considéré comme pouvant compromettre l'ordre public,
la sécurité nationale ou les relations internationales d'un Etat
contractant.

Par ailleurs, conformément à l'Accord de Schengen, certaines
demandes sont également soumises à la consultation préalable de
25.02 Minister Patrick Dewael:
De dienst Vreemdelingenzaken
voert geen restrictief beleid met
betrekking tot het verblijf van
maximum drie maanden.
Overeenkomstig het Akkoord van
Schengen worden sommige
aanvragen voor voorafgaande
raadpleging voorgelegd aan de
Staat waarop de aanvraag
betrekking heeft. Het Akkoord van
Schengen bepaalt verder dat
sommige aanvragen voor
voorafgaande raadpleging worden
voorgelegd aan de andere
Schengenlidstaten. Zo wenst
België bijvoorbeeld geraadpleegd
te worden indien andere lidstaten
Schengenvisa afgeven aan
ingezetenen uit Congo, Burundi en
Rwanda. De gemiddelde termijn
voor de behandeling van
visumaanvragen voor een verblijf
van maximum drie maanden
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
l'Etat saisi de la demande. Si la Belgique est l'Etat saisi, la demande
sera transmise à la Sûreté de l'Etat pour avis.

L'Accord de Schengen prévoit également que certaines demandes
sont soumises à l'avis préalable des autres Etats-parties à l'accord. A
cet égard, la Belgique demande à être consultée en cas de délivrance
par les autres Etats membres de visas Schengen aux ressortissants
de certains pays. Le Congo, le Burundi et le Rwanda font partie des
pays visés.

J'attire également votre attention sur le fait que le délai moyen de
traitement des demandes de visa pour un séjour de maximum trois
mois se situe actuellement entre 3 et 11 jours.

En ce qui concerne l'accessibilité de l'Office des étrangers, un help
desk a été mis en place au mois de septembre 2002 pour répondre
au double objectif de transparence et d'efficacité. Actuellement, dix
lignes sont ouvertes quotidiennement au help desk qui répond à plus
de 9.000 demandes téléphoniques par mois.

Le help desk prend en charge les questions relatives au traitement
d'une demande de visa, d'autorisation de séjour humanitaire sur la
base de l'article 9, ainsi que les questions relatives aux demandes en
révision. Il a pour instruction de transférer les communications
téléphoniques au bureau d'exécution dès lors que les questions
posées dépassent ses attributions.

Des points de contact ont été désignés à cet effet dans chaque
bureau.
bedraagt op dit ogenblik tussen
drie en elf dagen. Wat de
toegankelijkheid van dedDienst
Vreemdelingenzaken betreft, werd
in september 2002 een helpdesk
opgericht.

De helpdesk behandelt vragen
over de behandeling van
visumaanvragen, humanitaire
verblijfsvergunningen op basis van
artikel 9 en vragen over verzoeken
tot herziening. De helpdesk moet
personen doorverbinden met het
bureau dat met de uitvoering is
belast zodra hun vragen de
bevoegdheden van de helpdesk
overschrijden.
25.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse, mais elle ne règle pas mes problèmes. Car j'ai des dossiers
concrets - bien sûr, je n'entrerai pas dans les détails et ne citerai pas
de nom - dont la copie qui m'a été transmise est complète et donne
toutes les garanties. De nombreuses personnes, après avoir formulé
plusieurs demandes, sont toujours refusées sans justification
objective. Je trouve que cela devient inacceptable. C'est pourquoi je
parle de politique restrictive de délivrance des visas dans ce pays.

Je peux vous soumettre des cas afin que vous puissiez les vérifier
auprès des l'Office des étrangers. Je suis vraiment surpris. Et c'est
d'autant plus inacceptable que toutes les garanties sont données au
travers des documents, tant du point de vue de la subsistance que
pour ce qui concerne le retour au pays. Il est vrai que certains
pourraient venir chez nous et ne pas retourner au pays, mais ici nous
avons toutes les garanties sans qu'il soit possible d'obtenir des visas!
25.03 Joseph Arens (cdH): Toch
worden tal van personen nog
steeds zonder enige objectieve
rechtvaardiging geweigerd. Ik vind
zoiets stilaan onaanvaardbaar.
Daarom spreek ik over een
restrictief visumbeleid van dit land.
Ik kan u enkele voorbeelden
geven.
25.04 Patrick Dewael, ministre: Je vous invite à me transmettre ces
informations dans un autre cadre.
25.04 Minister Patrick Dewael: Ik
verzoek u vriendelijk mij deze
informatie te bezorgen bij een
andere gelegenheid.
25.05 Joseph Arens (cdH): Je le ferai volontiers.
25.05 Joseph Arens (cdH): Dat
doe ik graag.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
26 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de basisnormen qua brandveiligheid voor industriële gebouwen" (nr. 6926)
26 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les normes de
base en matière de protection contre l'incendie pour les bâtiments industriels" (n° 6926)
26.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag betreft de basisnormen voor brandveiligheid in
industriële gebouwen.

Het is belangrijk dat daaromtrent wetgeving bestaat. Op dit moment is
het voor burgemeesters en brandweer moeilijk daarin een duidelijke
lijn te trekken. Het koninklijk besluit van 18 december 1996 tot
wijziging van de basisnormen voor brandveiligheid vermeldt duidelijk
dat industriële gebouwen uitgesloten zijn. Er wordt wel vermeld dat
een koninklijk besluit twaalf maanden na de inwerkingtreding zou
worden uitgevaardigd.

We zijn momenteel al meer dan 100 maanden verder en het koninklijk
besluit is er nog steeds niet. Wanneer kunnen wij dit koninklijk besluit
verwachten opdat er opnieuw normen zouden gelden voor industriële
gebouwen en activiteiten?
26.01 Dirk Claes (CD&V): Il faut
une législation claire en matière de
normes de base pour la prévention
d'incendies pour les bâtiments
industriels. L'arrêté royal du 18
décembre 1996 portant
modification des normes de base
en matière de prévention
d'incendies n'est pas applicable
aux bâtiments industriels mais il y
est bien mentionné que ces
normes seraient promulguées
douze mois après l'entrée en
vigueur. Entre-temps, plus de cent
mois se sont écoulés et il n'y a
toujours pas d'arrêté royal. Pour
quand pouvons-nous l'attendre?
26.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Claes, er kan nog geen concrete planning worden geplakt op de
bekendmaking van de basisnormen voor industriegebouwen. Een
werkgroep van de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en
ontploffing werkt momenteel een ontwerp uit met betrekking tot deze
normen, maar heeft zijn werkzaamheden nog niet afgerond. Het is de
bedoeling dat de ontwerptekst nog dit jaar kan worden goedgekeurd
door de Hoge Raad.

De veelzijdigheid van activiteiten in industriegebouwen en de
verschillende bouwwijzen maken het niet eenvoudig om basisnormen,
en meer bepaald normen die gemeen zijn aan een categorie van
constructies zonder dat daarbij in acht wordt genomen wat de
bestemming ervan is, op te stellen voor industriegebouwen.

Het veiligheidsniveau van deze basisnormen moet, meer nog dan
voor niet-industriegebouwen, in een ruimere Europese context worden
bekeken.

Een eerste op 18 maart 1999 door de Hoge Raad goedgekeurde
ontwerptekst werd uiteindelijk niet bekendgemaakt en wordt in functie
van al deze aandachtspunten herwerkt door een werkgroep die
daartoe sinds 19 maart 2004 op regelmatige tijdstippen vergadert.
26.02 Patrick Dewael, ministre:
Je ne dispose pas d'un calendrier
concret. Un groupe de travail du
Conseil supérieur de la sécurité
contre l'incendie et l'explosion
travaille actuellement à un projet
lié aux normes de base pour la
prévention d'incendies pour les
bâtiments industriels. L'objectif est
que le texte de ce projet puisse
encore être approuvé par ce
conseil cette année.

La multiplicité des activités dans
les immeubles industriels et les
différents types de construction ne
simplifient pas la tâche de
rédaction des normes de base
pour les immeubles industriels. Le
niveau de sécurité doit être
envisagé dans le contexte plus
large de l'Europe.

Un premier texte de projet de 1999
n'avait finalement pas été
communiqué et sera retravaillé en
fonction de tous ces points de
réflexion par un groupe de travail
du Conseil supérieur, qui se réunit
régulièrement à ce sujet depuis le
19 mars 2004.
26.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u moet toch toegeven dat het lang duurt.
26.03 Dirk Claes (CD&V): Le
ministre doit quand même
reconnaître que cette situation
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Men weet als sinds 1996 dat er geen basisnormen zijn. Ik moet
vaststellen dat men pas vorig jaar ernstig begonnen is met het
opstellen van die basisnormen en dat betreur ik.

We moeten volgens mij ernaar streven de bedrijven op een correcte
manier te behandelen opdat er geen concurrentie zou zijn in de
bouwkosten die zij moeten maken om aan de basisnormen te
voldoen. Als de ene brandweerzone of burgemeester stelt dat dit voor
hen volstaat terwijl men in een andere zone veel strenger is, ontstaat
er een oneerlijke concurrentie binnen de bedrijfswereld. Dat is
volgens mij niet de bedoeling. Het is absoluut nodig dat die normen er
zeer snel komen.
perdure depuis longtemps. L'on
sait depuis 1996 qu'il n'y a pas de
normes de base mais ce n'est que
depuis l'année dernière que l'on a
vraiment commencé à les rédiger.
Ces normes doivent être établies
rapidement car, comme elles
varient selon les zones, cela
engendre une concurrence
déloyale dans le monde des
entreprises.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
27 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de bijkomende middelen voor de stadswachten" (nr. 6923)
27 Question de M. Tony Van Parys au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les moyens
supplémentaires pour les assistants de prévention et de sécurité" (n° 6923)
27.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister, naar aanleiding van de begrotingscontrole hebt u
bekendgemaakt dat er bijkomende middelen zullen worden
vrijgemaakt voor de aanwerving van stadswachten. Volgens de
berichtgeving in de pers zou het gaan om 347 bijkomende krachten
die kunnen worden ingezet bij de aanpak van de lokale veiligheid.

Waarvoor zij deze mensen inzetbaar en vanaf wanneer zullen zij
beschikbaar zijn?

Vallen de kosten volledig ten laste van de federale overheid?

Hoeveel steden kunnen beroep doen op deze bijkomende
stadswachten?

Kunt u ons een overzicht geven van de verdeling over de
verschillende steden en gemeenten?
27.01 Tony Van Parys (CD&V):
Dans le cadre du contrôle
budgétaire, le ministre a annoncé
que des moyens supplémentaires
seraient libérés en vue du
recrutement d'assistants de
prévention et de sécurité. Selon la
presse, il s'agirait de 347
personnes supplémentaires qui
peuvent être affectées à la
sécurité locale.

Quelles seront les missions de ces
personnes et à partir de quand
seront-elles disponibles? L'autorité
fédérale prendra-t-elle les coûts en
charge? Combien de villes
peuvent-elles faire appel à ces
assistants supplémentaires? Le
ministre pourrait-il fournir un
aperçu de la répartition entre les
différentes villes et communes?
27.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega Van
Parys, conform de regelgeving moet het bijkomende contingent activa
stadswachten ­ het gaat om 346 fulltime equivalenten ­ worden
aangewend in steden en gemeenten met een veiligheids- en
preventiecontract. Met de effectieve aanwerving van het personeel en
met de concrete lancering van het dispositief zal vanaf 1 september
2005 kunnen worden gestart.

De verdeling van die 346 fulltime equivalenten tussen de steden en
gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract gebeurde al
door mijn diensten. De verdeelsleutel werd bepaald in evenredigheid
met het budgettaire aandeel van een contract ten opzichte van het
globaal budget van veiligheids- en preventiecontracten. Een aantal
steden en gemeenten besliste om niet in te tekenen op dit bijkomende
27.02 Patrick Dewael, ministre:
Conformément à la législation, les
assistants de prévention et de
sécurité Activa supplémentaires
doivent être affectés aux villes et
communes disposant d'un contrat
de sécurité et de prévention. Les
recrutements débuteront à partir
du 1
er
septembre 2005.

Mes services ont déjà réparti ces
346 équivalents temps plein entre
les villes et les communes. A cet
égard, la quote-part budgétaire de
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
contingent. Het resterende saldo van bijkomende stadswachten werd
dan ook verdeeld over de steden en gemeenten die wel ingetekend
hebben op dit dispositief op basis van dezelfde verdeelsleutel en op
vraag van de steden en gemeenten.

Als u mij vraagt of ik een overzicht kan geven van de verdeling van
het contingent over de verschillende steden en gemeenten en wat dat
precies inhoudt, dan kan ik u mijn antwoord schriftelijk bezorgen.
leur contrat de sécurité tient lieu
de clé de répartition. Certaines
villes et communes ont décidé de
ne pas souscrire à ce contingent
supplémentaire. Je pourrai vous
communiquer cet après-midi
encore un aperçu de la répartition.
27.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de vice-eerste minister,
zou u mij inderdaad de lijst kunnen bezorgen, zo spoedig mogelijk als
het kan?
27.04 Minister Patrick Dewael: Ik kan u de lijst deze namiddag reeds
bezorgen. Ik heb ze niet bij me.
27.05 Tony Van Parys (CD&V): Goed, als u mij de lijst deze
namiddag schriftelijk kan bezorgen, in de plenaire vergadering
bijvoorbeeld, dan is dat prima.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
28 Vraag van de heer Willy Cortois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de evolutie van het aantal asielzoekers in ons land en hun herkomst" (nr. 6955)
28 Question de M. Willy Cortois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'évolution du
nombre de demandeurs d'asile dans notre pays et leur origine" (n° 6955)
28.01 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik lees in The Economist dat het aantal asielzoekers
wereldwijd in de rijke landen in 2004 tegenover 2003 vrij spectaculair
is gedaald, namelijk met 22%. Als men dan de cijfers voor Europa
bekijkt, stellen wij een vrij spectaculaire daling vast in Nederland,
waarschijnlijk ingevolge een wijziging in hun beleid. Ik stel ook vast
dat ons land het verre van slecht doet, vermits wij opnieuw een daling
mogen noteren van 9%. Dat steekt schril af tegen landen zoals
Frankrijk waar men nog met een stijging wordt geconfronteerd. Over
Polen wil ik het niet hebben, mijnheer de minister. Ik veronderstel dat
dit te maken heeft met de geografische ligging van het land.

Ook uit andere cijfers blijkt dat de inwoners van de Russische
federatie, van de voormalige Sovjetunie, nu blijkbaar de voornaamste
groep van asielzoekers uitmaken wereldwijd. Ik heb ondertussen ook
op de website van de internationale vluchtelingenorganisatie
gevonden dat dit ook in ons land duidelijk het geval is. Daar blijkt dat
deze groep sterker is geworden dan de traditionele groep
Congolezen.

Mijnheer de minister, u kent deze evolutie waarschijnlijk. Welke
maatregelen worden terzake genomen of welke maatregelen
overweegt u te nemen? Hoe reageert het beleid tegenover deze
duidelijke wijziging in de samenstelling van onze populatie van
asielzoekers, waar de voormalige Sovjetburgers nu de eerste plaats
bekleden?
28.01 Willy Cortois (VLD): Je lis
dans "The Economist" qu'en 2004
le nombre de demandeurs d'asile
a diminué de 22% environ dans
les pays riches, par rapport à
2003. Aux Pays-Bas, il s'agissait
d'une baisse de 27% tandis qu'en
France on observait une hausse
de 3%. Seule la Pologne affiche
une augmentation plus importante,
de 27%, qui s'explique
probablement par une politique
d'asile trop libérale. En Belgique,
on constate une réduction de 9%.
Curieusement, les demandeurs
d'asile en provenance de Russie
sont les plus nombreux,
probablement en raison du conflit
en Tchétchénie.

Quelles mesures sont prises en la
matière? Comment les autorités
réagissent-elles à cette
modification évidente de la
composition de notre population
de demandeurs d'asile?
28.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Cortois, door uw vraagstelling weten wij ondertussen ook dat u het
gezaghebbende Engelse tijdschrift The Economist leest. U kan er
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
blijkbaar niet om lachen.
28.03 Willy Cortois (VLD): Vorige week stond erin dat ze 1 miljoen
betalende abonnees hebben in de wereld. Ik ben dus geen
uitzondering.
28.04 Minister Patrick Dewael: Natuurlijk niet. U bent dus
geabonneerd.

Ik kom aan het antwoord.

Het aantal asielaanvragen in ons land is in de periode van 2000 tot
2004 inderdaad systematisch gedaald van 42.691 tot 15.357. Alleen
in 2000 en in 2001 waren de meeste asielzoekers afkomstig uit
Rusland. De laatste drie jaren waren de meeste asielzoekers
afkomstig uit Congo, gevolgd door Rusland, Kosovo en Iran.

Iedere asielaanvraag, u weet dat, wordt individueel onderzocht in het
licht van de criteria van de vluchtelingenconventie van 1951. De
omstandigheid dat veel of weinig asielzoekers uit een bepaald land
komen speelt daarbij geen enkele rol.

Bovendien is er ook een Europese richtlijn die minimumnormen bevat
voor de asielprocedure. Deze richtlijn zal van belang zijn voor het
asielbeleid van alle landen van de Europese Unie.

Grote onderlinge verschillen in de asielprocedures van de lidstaten
zullen hierdoor worden weggewerkt. Dat men gaat shoppen, zoals
men dat vandaag nog steeds doet, zal naar de toekomst toe in
mindere mate het geval zijn ingevolge de Europese harmonisatie.

Ten slotte, de stijging van asielzoekers in Polen kan worden verklaard
door de Dublin-verordening. Die bepaalt dat een asielaanvraag
behandeld dient te worden door het land langs waar een asielzoeker
de Europese Unie is binnengekomen. Polen krijgt hiervoor, als land
aan de buitengrens van de Europese Unie, trouwens ook steun van
de Europese Unie. Men moet dus altijd het land nemen waar de
asielzoeker is binnengekomen. Dat is nu effectief in grote mate het
geval in Polen. Polen kan daar echter rekenen op positief
discriminerende maatregelen van de Europese Unie.
28.04 Patrick Dewael, ministre:
Le nombre de demandes d'asile
en Belgique a connu une
diminution systématique entre
2000 et 2004, passant de 42.691 à
15.357. Ce n'est qu'en 2000 et en
2001 que la plupart des
demandeurs d'asile étaient
originaires de Russie. Au cours
des trois dernières années, le
groupe le plus important était
originaire du Congo, suivi de la
Russie, du Kosovo et de l'Iran.
Etant donné que chaque demande
d'asile est examinée
individuellement, le fait que
beaucoup ou peu de demandeurs
d'asile proviennent d'un pays
spécifique n'entre aucunement en
ligne de compte.

Une directive européenne
prévoyant des normes minimales
relatives à la procédure d'asile
concernera tous les Etats
membres de l'UE et supprimera
les différences majeures existant
entre les Etats en la matière.
L'augmentation du nombre de
demandeurs d'asile en Pologne
peut s'expliquer par la Convention
de Dublin en vertu de laquelle une
demande doit être traitée dans le
pays UE d'arrivée du demandeur
d'asile. Etant donné que la
Pologne se situe à la frontière
extérieure, le pays bénéficie d'un
soutien de l'UE.
28.05 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik heb nog een
bijkomende vraag. Geeft de evolutie in Rusland of de instroom uit
Rusland geen aanleiding tot bijkomende maatregelen in uw beleid,
bijvoorbeeld de voorbije jaren? Ik vind dat niet noodzakelijk. Ik vraag
het gewoon uit nieuwsgierigheid. Voelt men dat niet als een probleem
aan?
28.05 Willy Cortois (VLD):
L'afflux provenant de la Russie ne
donne-t-il pas lieu à des mesures
supplémentaires?
28.06 Minister Patrick Dewael: Wat wij kunnen doen, dat is natuurlijk
ook wat ik steeds meer beschouw als een globaal geïntegreerd
migratie- en asielbeleid, is in overleg met de collega van Buitenlandse
Zaken en in een aantal gevallen ­ niet wat Rusland aangaat ­ ook de
collega van Ontwikkelingssamenwerking nagaan wat precies de
oorzaak is van het feit dat vanuit bepaalde landen blijkbaar grote
28.06 Patrick Dewael, ministre:
En concertation avec les ministres
des Affaires étrangères et de la
Coopération au développement,
nous pouvons examiner la cause
exacte des grands flux migratoires
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
migratiestromen op gang worden gebracht. In de strikte betekenis van
het asielbeleid moet elke aanvraag individueel worden onderzocht.
Het kan dus geen element zijn, collega Cortois, in de appreciatie van
een individuele asielaanvraag. Het feit dat vanuit een bepaald land
specifiek grote stromen op gang komen, leidt natuurlijk wel tot het
leggen van een aantal bilaterale contacten door mijzelf, maar dit wordt
beter meegenomen in het globale beleid van Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking.
en provenance de certains pays. Il
convient toutefois d'examiner
chaque demande d'asile
individuellement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
29 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le coût du
système ASTRID" (n° 6983)
29 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de kostprijs van het ASTRID-systeem" (nr. 6983)
29.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je souscris bien évidemment à l'ambition du gouvernement
de mettre en place, avant la fin de la législature, un réseau global de
communication ASTRID, auquel seront reliés l'ensemble des services
de police. Néanmoins, je m'interroge sur les budgets conséquents
consacrés à cette mise en place pour des résultats qui, pour le
moment, restent insuffisants.

En effet, la commission d'accompagnement de la réforme des polices
au niveau local vient de rendre son deuxième rapport d'évaluation.
Une dizaine de pages de ce rapport porte sur le système ASTRID et
sur le centre d'information et de communication. Les prises de
position de la commission en la matière sont sévères. On peut ainsi
lire qu'en termes de couverture, la plus-value considérable que le
système ASTRID pouvait offrir tarde à se manifester. Au sujet des
abonnements et du matériel, la commission critique le fait que pour
résoudre ces problèmes, la SA ASTRID cherche la solution, parfois
en demandant des crédits d'investissements supplémentaires à
l'autorité fédérale. En outre, la commission apprend que la SA
ASTRID n'achète pas toujours le matériel meilleur marché. Avec la
commission, je m'interroge donc sur la pertinence du travail effectué
par cette société anonyme. Je suis particulièrement préoccupé par
ces constats, dans la mesure où l'Etat belge est actionnaire à 61% de
cette SA et donc son principal bailleur de fonds.

J'aurais donc souhaité, monsieur le ministre, que vous m'indiquiez,
année par année, de manière systématique, quels montants ont été
investis ou que vous me communiquiez ces chiffres et à quelles fins
ces montants ont été investis par l'Etat fédéral dans la SA ASTRID
depuis sa création. On me dit que les montants prévus initialement
étaient de l'ordre de 5 à 7 milliards d'anciens francs belges.
Aujourd'hui, ce serait en milliards d'euros qu'il faudrait s'exprimer,
sans que la couverture promise soit effective. Auriez-vous
l'obligeance de me confirmer les informations qui sont reprises dans
cette question?
29.01 Melchior Wathelet (cdH):
Ik mag dan al voor de invoering
van een algemeen
communicatienetwerk tussen alle
politiediensten zijn, maar heb
niettemin vragen bij de budgetten
die daaraan worden besteed. De
huidige resultaten laten immers te
wensen over.

In haar tweede evaluatieverslag
komt de begeleidingscommissie
voor de politiehervorming
inderdaad tot het besluit dat het
nog niet duidelijk is geworden
waarin de potentiële meerwaarde
van het Astrid-systeem ligt. Voorts
betreurt de commissie dat de NV
Astrid bijkomende
investeringskredieten van de
federale overheid wil aanboren om
de problemen die zich op het vlak
van de abonnementen en het
materieel voordoen, op te lossen.
Ze stelt trouwens vast dat de NV
Astrid niet altijd voor het
goedkoopste materieel kiest.

De vaststellingen van de
commissie verontrusten me omdat
de Belgische Staat 61 percent van
de aandelen van deze NV in
handen heeft en bijgevolg haar
voornaamste geldschieter is.

Kan u ons de bedragen geven die
de federale overheid jaarlijks sinds
haar oprichting in de NV Astrid
pompt?

Naar verluidt ging het
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
oorspronkelijk om een bedrag in
de orde van vijf à zeven miljard
oude franken. Nu zou het om
miljarden euro gaan zonder dat het
netwerk volledig operationeel is.
Klopt al die informatie?
29.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, lorsqu'on parle du coût d'ASTRID, il y a lieu de faire la
distinction entre le coût propre à la société ASTRID et les coûts à
charge de ses utilisateurs.

ASTRID assure le développement, la gestion et l'entretien d'un
réseau national pour les communications mobiles de voix et de
données. A ce jour, les investissements en capital s'élèvent à 143
millions d'euros. Ces investissements ont permis d'élaborer le réseau
ASTRID. La dotation annuelle couvrant les frais en personnel et le
maintien des investissements réalisés s'élève, pour 2005, à 31
millions d'euros. Les utilisateurs qui bénéficient de ces
investissements sont les services de secours et de sécurité de l'Etat
ainsi que d'autres institutions fournissant des services dans le
domaine des secours et de la sécurité.

Comme le définit le contrat de gestion signé entre l'Etat fédéral et
ASTRID, la société propose des services à prix coûtant aux
utilisateurs. Ainsi, chaque radio ou terminal activé sur le réseau
ASTRID fait l'objet d'un abonnement annuel. Les délais dont je
disposais ne me permettent pas de vous fournir un aperçu détaillé de
ces frais qu'on attribue, à tort, à la société ASTRID.

N'oublions pas que le public-cible d'ASTRID doit impérativement
disposer d'un système de communication performant, que ce soit
ASTRID ou n'importe quel autre système. Il faudra, dans tous les cas
de figure, du personnel pour équiper des centres de communication
ou d'appel. Dans le passé, il s'est déjà avéré que faire la comparaison
entre les coûts des systèmes existants et les services offerts par
ASTRID est un exercice périlleux. Je constate seulement beaucoup
de satisfaction chez les utilisateurs effectifs de ce matériel et je tiens
également compte du gain apporté par des avantages
complémentaires, comme la sécurité des communications et la
possibilité d'intégration dans les mêmes réseaux de services
d'origines diverses comme le sont, par exemple, les polices locales et
les services de la police fédérale.
29.02 Minister Patrick Dewael:
Er moet een onderscheid worden
gemaakt tussen de kostprijs van
de vennootschap Astrid, enerzijds,
en de kostprijs voor de gebruikers,
anderzijds.

Astrid zorgt voor de ontwikkeling,
het beheer en het onderhoud van
een nationaal netwerk van mobiele
radiocommunicatie voor spraak en
data. Tot nu toe gebeurde een
kapitaalsinvestering van 143
miljoen euro, waarmee het Astrid-
netwerk tot stand werd gebracht.
De jaarlijkse dotatie voor
personeelskosten en voor het
onderhoud van de bestaande
systemen bedraagt 31 miljoen
euro voor 2005. Die investeringen
komen ten goede aan de hulp- en
de veiligheidsdiensten van de
Staat.

Overeenkomstig de
beheersovereenkomst tussen de
federale Staat en Astrid, biedt de
vennootschap de gebruikers
diensten aan tegen kostprijs. Ik
beschikte over onvoldoende tijd
om u een gedetailleerd overzicht
te bezorgen van de kosten die
ietwat ten onrechte aan de
vennootschap Astrid worden
toegeschreven.

Het doelpubliek van Astrid moet
over een efficiënt
communicatiesysteem
beschikken.

Hoe dan ook zal er altijd personeel
nodig zijn om de
communicatiecentra en de
oproepcentrales te bemannen. In
het verleden bleek al dat het niet
zo eenvoudig is de prijs van
bestaande systemen met die van
Astrid te vergelijken. Wel is het zo
dat de gebruikers van Astrid
tevreden zijn en dat het Astrid-
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
netwerk een aantal onmiskenbare
voordelen inhoudt, zoals de
veiligheid van de communicaties
en de mogelijkheid uiteenlopende
diensten op een zelfde netwerk
aan te sluiten.
29.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je conclus de
votre réponse que lorsque la commission d'accompagnement dit que
cela a coûté plus cher que prévu et que le service n'est toujours pas
optimal, elle se trompe. Vous dites que cela a eu un coût mais que
puisque le système est satisfaisant, c'était un investissement
nécessaire.
29.03 Melchior Wathelet (cdH):
In tegenstelling tot de commissie,
bent u van oordeel dat het
systeem voldoening schenkt en
dat de investering noodzakelijk
was.
29.04 Patrick Dewael, ministre: Je constate, qu'avant moi,
l'implémentation du réseau a nécessité plus de temps. Une des
raisons de ce retard a été, notamment, l'hésitation de la Région
wallonne à délivrer les autorisations nécessaires à la construction des
pylônes.

Le système est très performant. Partout où je vais, je constate que les
utilisateurs sont très satisfaits. Je fais, pour le moment, le tour de
toutes les provinces. L'état d'avancement du système m'est expliqué
en présence du gouverneur et, dans la plupart des provinces, on
commence à intégrer ce nouveau système. Les dates ont été fixées.
Les avantages du système ont été constatés, et l'enthousiasme n'en
est que plus grand. Il est également prévu de permettre, et pas
uniquement aux services de police mais aussi aux autres services de
sécurité, pompiers, services d'incendie, etc. d'être intégrés dans le
système.
29.04 Minister Patrick Dewael:
Ik stel vast dat de ingebruikname
van het netwerk langer duurde dan
gepland, onder meer omdat het
Waals Gewest de
bouwvergunningen voor de
zendmasten laattijdig uitreikte.

Tijdens mijn bezoeken heb ik
kunnen vaststellen dat het
systeem goed werkt, dat de
gebruikers tevreden zijn en dat het
nieuwe systeem in alle provincies
zijn weg vindt. Er werd een timing
opgesteld. Men heeft, tot
algemene tevredenheid, kunnen
ervaren dat het nieuwe systeem
zijn voordelen heeft. Overigens
kunnen ook andere
veiligheidsdiensten, zoals de
brandweerdiensten, op het
netwerk worden aangesloten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
30 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verhoging van het vakantiegeld van de politiediensten" (nr. 6963)
30 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'augmentation du pécule de vacances des membres des services de police" (n° 6963)
30.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, recent hebben wij in de pers kunnen lezen dat er
onderhandelingen zouden gevoerd worden met de vakbonden van de
politiediensten, omtrent de verhoging van het vakantiegeld. Dit zou
gebeuren in navolging van de andere ambtenaren die dit hebben
gekregen in het kader van de Copernicus-hervorming.

Ik heb hierover enkele vragen.

Wat is de stand van zaken in deze besprekingen? Is dit inderdaad
waar? Wordt daarover onderhandeld en werd er misschien al een
akkoord bereikt?
30.01 Katrien Schryvers
(CD&V): Actuellement, des
négociations portant sur une
augmentation du pécule de
vacances sont en cours avec les
syndicats policiers, après que des
négociations identiques ont été
menées avec les syndicats des
autres fonctionnaires. Où en sont
ces tractations? Ont-elles déjà
abouti à la conclusion d'un
accord? Cette augmentation sera-
t-elle réalisée par étape? Les
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
Ten tweede, zal de verhoging ook in een stappenplan worden
doorgevoerd, rekeninghoudend met de verschillende graden van het
personeel, zoals dit ook is gebeurd voor ander personeel?

Zijn deze meerkosten voor rekening van de lokale zones? Hebben zij
dit gewoon te slikken of zal met deze verhoging rekening worden
gehouden bij de federale dotatie? Werd hierover overleg gepleegd
met de verenigingen van steden en gemeenten?
surcoûts seront-ils imputés aux
zones locales ou en sera-t-il tenu
compte dans la dotation fédérale?
Ce point a-t-il déjà été examiné
dans le cadre d'une concertation
avec les unions des villes et
communes?
30.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
onderhandelingen in het onderhandelingscomité voor het personeel
van de politiediensten zijn nog niet afgesloten.

Hoewel de regering nog geen concreet voorstel heeft ingediend, ligt
het in de lijn van de verwachtingen dat de verhoging van het
vakantiegeld van het operationeel politiepersoneel zoals in de rest van
het openbaar ambt in stappen zal worden doorgevoerd waarbij er
verschillende snelheden kunnen zijn per graad.

De verhoging van het vakantiegeld van het overheidspersoneel is een
uitvloeisel van hetgeen is overeengekomen in het
onderhandelingscomité A. Dat betreft niet alleen het federaal
overheidspersoneel maar ook het personeel van de lokale besturen.
Dit dossier is niet politiespecifiek.

Ik zie niet meteen een reden om deze meerkost voor de lokale
politiezones mee te nemen in de federale dotatie. Alleszins zal ik de
versie nog verder bespreken met de collega's van Begroting en
Ambtenarenzaken. Zoals de wet het bepaalt, zal over het voorstel van
de regering het daartoe voorziene orgaan worden geraadpleegd, in
casu de adviesraad voor burgemeesters.
30.02 Patrick Dewael, ministre:
Les négociations ne sont pas
encore terminées mais l'on
s'attend à ce que l'augmentation
du pécule de vacances du
personnel de police sera réalisée
en étapes. Etant donné que
l'augmentation n'est pas
spécifique à la police, je ne vois
pas pourquoi les coûts
supplémentaires seraient financés
par la dotation fédérale. Nous
débattrons sûrement de la
question avec les ministres du
Budget et de la Fonction publique.
Le Conseil consultatif des
bourgmestres sera consulté à
propos de la proposition du
gouvernement.
30.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, op welke basis zal deze verhoging worden toegekend? Ik
specifieer. Voor de andere ambtenaren gebeurde dit op basis van een
studie over de marktconformiteit van de wedde. Bestaat een
dergelijke studie voor de politiediensten? Bent u van plan een
dergelijke studie te laten uitvoeren? Zal u deze als uitgangspunt
nemen bij de vaststelling van de verhoging van de vakantiegelden?
30.03
Katrien Schryvers
(CD&V): L'augmentation octroyée
à d'autres agents était fondée sur
une enquête sur la conformité des
salaires au marché. Cette
conformité a-t-elle aussi été
vérifiée pour les salaires du
personnel de police? Le ministre
envisage-t-il de faire réaliser
pareille étude?
30.04 Minister Patrick Dewael: Ik wil er alleen nog aan toevoegen
dat zulks natuurlijk moet bekeken worden in de evaluatie van het
statuut, dat op dit ogenblik aan de orde is. Dat is daar natuurlijk een
element van. U weet dat er over het globale statuut hoe dan ook
opnieuw genegotieerd wordt, eind dit jaar of begin volgend jaar.
Daarvoor worden alle voorbereidingen en studies gemaakt op dit
ogenblik. Maar hic et nunc staat dat daar los van.
30.04 Patrick Dewael, ministre:
Aucune étude spécifique n'a été
commandée mais la conformité à
la situation du marché sera prise
en considération au moment de
l'évaluation du statut.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
31 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effets des
négociations de l'AGCS sur la politique d'immigration" (n° 6979)
31 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de gevolgen van de GATS-onderhandelingen voor het immigratiebeleid" (nr. 6979)
CRIV 51
COM 603
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
31.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, nous sommes dans la dernière ligne droite des négociations
de libéralisation des services (AGCS) menées dans le cadre de
l'Organisation mondiale du commerce (OMC), en tout cas dans la
phase où l'Union européenne ajuste ses offres.

Lorsque l'on examine ces offres de libéralisation, on se rend compte
qu'elles concernent principalement des problématiques touchant de
très près aux questions de migration, en tout cas pour ce qui
concerne les corrections apportées à la précédente version, et plus
particulièrement les modes de fourniture des services: la fourniture
transfrontalière, la consommation à l'étranger, la présence
commerciale et la présence des personnes physiques (mode 4). En
ce qui concerne ce mode 4, l'Union européenne propose un certain
nombre d'adaptations, notamment la suppression de limitations pour
toute une série de secteurs allant des transports aux services
environnementaux, à La Poste, aux infirmières, au secteur des mines,
etc. Beaucoup de secteurs sont concernés.

Monsieur le ministre, comment avez-vous été, en tant que ministre de
l'Intérieur, associé à ces discussions? Je suis favorable à un débat
sur l'immigration mais je ne pense pas qu'un tel débat puisse avoir
lieu dans le cadre des discussions sur la libéralisation et
l'Organisation mondiale du commerce. J'aurais voulu connaître votre
opinion au sujet des propositions de la Communauté européenne
dans ce domaine. Comment les départements de l'Intérieur ont-ils été
associés à ces discussions? Quelles sont les réunions de
concertation qui ont été organisées? Des consultations d'experts et
d'acteurs sociaux et civils ont-elles eu lieu et lesquelles? Et quel est le
lien avec la réflexion européenne déjà entamée sur d'autres bases à
travers les différents livrets?
31.01 Zoé Genot (ECOLO): Wij
bevinden ons in de laatste fase
van de onderhandelingen over de
liberalisering van de diensten
(GATS) die binnen de
Wereldhandelsorganisatie worden
gevoerd. Die onderhandelingen
gaan in de eerste plaats over
immigratievraagstukken.
De
Europese Unie stelt een aantal
aanpassingen voor. Hoe werd u bij
deze besprekingen betrokken? Ik
ben voor een debat over de
immigratie, maar ik geloof niet dat
een dergelijk debat in het kader
van de besprekingen over de
liberalisering en binnen de
Wereldhandelsorganisatie kan
worden gevoerd. Graag vernam ik
uw mening terzake.
31.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la Commission européenne travaille en effet à l'heure
actuelle sur ces questions en concertation avec les Etats membres.
En ce qui concerne l'état d'avancement du dossier ainsi que votre
question relative à la consultation d'experts et d'acteurs sociaux et
civils, je vous renvoie à mon collègue, le ministre des Affaires
étrangères, dont les services participent activement à ces travaux.
Mes départements sont périodiquement informés des résultats de
ceux-ci lors des réunions de coordination organisées par les services
des Affaires étrangères. Je reste pour ma part attentif à l'évolution du
dossier, vu le lien direct entre certains des aspects discutés et
l'immigration économique. Il n'y a, par contre, pas de lien entre cette
discussion et l'harmonisation européenne de la matière de l'asile, qui
traite de sujets complètement différents.
31.02 Minister Patrick Dewael:
De Europese Commissie buigt
zich inderdaad in overleg met de
lidstaten over die kwesties. Ik
verwijs naar de minister van
Buitenlandse Zaken wat de
voortgang van de werkzaamheden
betreft. Mijn departement wordt
geregeld van de resultaten van die
werkzaamheden op de hoogte
gebracht tijdens
coördinatievergaderingen. Ik blijf
de evolutie van dat dossier van
nabij volgen. Er is echter geen
verband tussen deze discussie en
de Europese harmonisatie inzake
het asielbeleid.
31.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, j'espère que cette
coordination est effective car les propositions qui permettraient à des
personnes de venir six mois dans notre pays sans limitation
pourraient, par exemple, donner lieu à des carrousels; des travailleurs
pourraient être engagés dans certaines entreprises qui en
changeraient tous les six mois. D'autres possibilités permettent un
séjour de trois ans. Selon moi, cela ne va pas toucher à notre
31.03 Zoé Genot (ECOLO): Ik
hoop dat die coördinatie vruchten
afwerpt want het gevaar is niet
ondenkbeeldig dat er een
migratiecarrousel op gang komt
waarbij alle zes maanden nieuwe
werknemers worden aangenomen.
18/05/2005
CRIV 51
COM 603
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
politique d'asile - ma question était donc mal formulée - mais bien à
notre politique de migration.

Il est dommage que l'on ne puisse pas avoir une réflexion plus globale
que celle qui est menée à l'heure actuelle à la sauvette dans le cadre
des libéralisations de l'OMC. J'ai déjà interrogé votre collègue des
Relations extérieures qui m'a répondu qu'il consultait les acteurs
comme, par exemple, le Conseil du développement durable. Il est
également regrettable que vous ne soyez pas associés plus
étroitement et qu'il ne puisse pas y avoir un lien plus fort avec les
réflexions menées au niveau de l'Union européenne dans le cadre du
livret vert qui contient notamment une réflexion sur les types de
migrations, par rapport à quels types de besoins et dans quels types
de cadre.
Het is een probleem dat ons
migratiebeleid betreft.

Het is jammer dat uw
departementen niet meer bij deze
gesprekken betrokken worden en
dat er niet meer aandacht aan een
globale reflectie wordt besteed.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 13.11 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.11 uur.