CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 602
CRIV 51 COM 602
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
18-05-2005
18-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le gasoil
professionnel" (n° 6711)
1
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
professionele diesel" (nr. 6711)
1
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur
"l'avancement des travaux à l'ancien Collège
Villers à Louvain" (n° 6723)
3
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
stand van zaken met betrekking tot de
werkzaamheden aan het voormalig Villerscollege
te Leuven" (nr. 6723)
3
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Marleen Govaerts au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "la
TVA sur les activités au profit de
l'action Tsunami 12-12" (n° 6729)
4
Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de BTW op activiteiten ten voordele van de
Tsunami 12-12 actie" (nr. 6729)
4
Orateurs:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'évolution
de l'article 44 du Code de la TVA pour les
prestations de santé" (n° 6742)
6
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
evolutie van artikel 44 van het BTW-Wetboek met
betrekking tot de geneeskundige verstrekkingen"
(nr. 6742)
6
Orateurs: Muriel Gerkens, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Muriel Gerkens, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Interpellation de Mme Greta D'hondt au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'enquête administrative relative à l'application du
taux de TVA réduit au matériel médical" (n° 583)
7
Interpellatie van mevrouw Greta D'hondt tot de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "het administratief onderzoek inzake het
verlaagd BTW-tarief voor medisch materiaal"
(nr. 583)
7
Orateurs: Greta D'hondt, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Greta D'hondt, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le matériel
nucléaire belge exporté vers l'Iran" (n° 6762)
10
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
uitvoer van Belgisch nucleair materiaal naar Iran"
(nr. 6762)
10
Orateurs: Muriel Gerkens, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Muriel Gerkens, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Luc Gustin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le respect
du Code de la TVA par des firmes et vendeurs
étrangers lors de foires et salons pour
particuliers" (n° 6785)
13
Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
naleving van het BTW-Wetboek door
buitenlandse firma's en verkopers tijdens beurzen
en salons voor particulieren" (nr. 6785)
13
Orateurs: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luc Gustin, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le forfait
kilométrique pour les déplacements entre le
domicile et le lieu de travail" (n° 6686)
14
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
vaste kilometervergoeding voor het woon-
werkverkeer" (nr. 6686)
14
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Didier Reynders, vice-premier
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Didier Reynders, vice-eerste
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre et ministre des Finances, Carl
Devlies
minister en minister van Financiën, Carl
Devlies
Interpellations jointes de
16
Samengevoegde interpellaties van
16
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la procédure de
taxation d'office pour les sociétés" (n° 594)
- de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de procedure
ambtshalve aanslag voor vennootschappen"
(nr. 594)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "l'imposition
forfaitaire des entreprises qui ne rentrent pas de
déclaration" (n° 600)
- mevrouw Marleen Govaerts tot de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
forfaitaire belasting van de bedrijven die geen
aangifte indienen" (nr. 600)
Orateurs: Carl Devlies, Marleen Govaerts,
Didier Reynders, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Marleen Govaerts,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Motions
23
Moties
23
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
18
MAI
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
18
MEI
2005
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 11.37 heures.
Président: M. François-Xavier de Donnea.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.37 uur.
Voorzitter: de heer François-Xavier de Donnea.
01 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
professionele diesel" (nr. 6711)
01 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le gasoil
01.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de verhoging van de accijns op diesel met 3,5 eurocent per
liter per jaar in het kader van het clicketsysteem is niet alleen een
zware last voor de consument, maar weegt ook op de rentabiliteit van
het professionele wegvervoer.
Om dit laatste te verhelpen hebt u bij koninklijk besluit van 29 februari
2004 het systeem van de professionele diesel ingevoerd waarbij drie
sectoren van het wegvervoer de bijzondere accijns konden
terugvorderen en dit met ingang vanaf 1 januari 2004.
Bij wijze van begrotingsmaatregel hebt u het bedrag van 100 miljoen
euro waarin hiervoor was voorzien, naar de begroting 2005
verschoven. In de initiële begroting 2005 was in een bedrag voorzien
van 102,2 miljoen euro voor de professionele diesel.
Ten eerste, welk bedrag werd in 2004 uiteindelijk teruggevorderd via
het systeem van de professionele diesel?
Ten tweede, ik heb vastgesteld in de begrotingswijziging dat u dat
bedrag van 102,2 miljoen euro verminderd hebt met 73,5 miljoen
euro. Er zijn dus 73,5 miljoen euro meeropbrengsten voorzien. U gaat
er dus van uit dat in het jaar 2005 slechts een vierde van het
vooropgestelde bedrag zal teruggevorderd worden. Ik had graag
vernomen op welke basis u deze berekeningen gemaakt hebt en wat
hiervan de oorzaak is. Waarom gaan de bedrijven uit het
professionele wegvervoer blijkbaar niet over tot terugvordering van de
betaalde bijzondere accijns?
Ten slotte, ik veronderstel dat die maatregel verder effect heeft, ook in
het jaar 2005. Door het clicketsysteem is de bijzondere accijns op het
wegvervoer nog toegenomen voor de bedrijven. Ik veronderstel dat u
voor het jaar 2005 zelf in een hoger krediet zult moeten voorzien dan
u oorspronkelijk gepland voor het jaar 2004. Daarover heb ik niets
01.01 Carl Devlies (CD&V):
L'augmentation du droit d'accise
sur le diesel constitue non
seulement une charge importante
pour le consommateur, mais a
également une incidence sur la
rentabilité du secteur du transport
routier. C'est la raison pour
laquelle le ministre a instauré, par
la voie d'un arrêté royal, un régime
de diesel professionnel qui permet
de récupérer le droit d'accise
spécial à dater du 1
er
janvier 2004.
Les 100 millions d'euros libérés à
cet effet sont néanmoins reportés
au budget 2005. Dans le cadre de
l'ajustement
budgétaire, ce
montant a été réduit de 73,5
millions d'euros.
Quel montant a-t-il finalement été
récupéré? Sur quels éléments le
ministre se base-t-il pour supposer
qu'un quart seulement du montant
prévu sera remboursé?
Le système du cliquet a entraîné
une nouvelle augmentation du
droit d'accise spécial sur le
transport routier. Je suppose dès
lors que le montant du crédit devra
être plus élevé pour 2005, mais je
n'en retrouve pas la trace au
budget.
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
gevonden in de begroting.
Ik stel dus alleen maar vast dat u in de begroting het bedrag dat
bepaald was voor de terugbetalingen aan de bedrijven van het
professioneel wegvervoer, verminderd hebt tot 25%.
Kunt u mij daarover toelichting geven?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik beschik
over een aantal cijfers voor 2004. Het is normaal dat er al een aantal
terugbetalingen verwerkt en verricht is. Voor 2004 werd tot nu toe
6.002.426,75 euro terugbetaald aan de rechthebbenden. Dat bedrag
kan als volgt opgesplitst worden. Belgische rechthebbenden:
5.901.311,32 euro; andere EU-rechthebbenden: 101.115,43 euro. In
totaal, zoals gezegd, dus iets meer dan 6 miljoen euro. Dat is de
berekening voor 2004.
Wat 2005 betreft, hebben wij dezelfde berekening gemaakt bij de
evaluatie van ons oorspronkelijk budget. Nu gaan wij naar een nieuwe
evaluatie, waarover ik meer commentaar zal geven tijdens de
bespreking van de begroting, wellicht in de loop van deze namiddag.
Ik meen dat het normaal is een lager bedrag te nemen dan waarin
voorzien was bij de begrotingsopmaak voor 2005, na de evaluatie
inzake 2004. Wij zullen dus zien.
Het is alleen een eerste appreciatie, op basis van de resultaten van
2002.
01.02 Didier Reynders, ministre:
Pour 2004, la somme de
6.002.426,75 euros a été
remboursée jusqu'à présent, dont
5.901.311,32 euros à des ayants
droit belges et 101.115,43 euros à
d'autres ayants droit.
Pour 2005, nous avions d'abord
procédé au même calcul pour
évaluer notre budget initial, mais
nous effectuons à présent un
nouveau calcul, comme je
l'expliquerai cette après-midi lors
de la discussion du budget des
voies et moyens. Après
l'évaluation de 2004, il est logique
de prévoir un montant inférieur.
01.03 Carl Devlies (CD&V): Dus, slechts een fractie van de
bedrijven gaat over tot terugvordering van die bijzondere accijnzen
inzake wegvervoer? Hebt u daar een verklaring voor?
01.03 Carl Devlies (CD&V):
Seule une partie des entreprises
récupère dès lors le droit d'accise.
Comment le ministre explique-t-il
cette situation?
01.04 Minister Didier Reynders: Ik heb alleen een berekening. Dat is
toch normaal. Er is een mogelijkheid voor de bedrijven om dat te
vragen. Wij beschikken over alle modaliteiten om aan die vraag te
voldoen maar wij wachten op de vragen van de bedrijven. Misschien
is het minder erg dan wat u gezegd hebt de jongste weken en
maanden. Hoe dan ook, tot nu toe hebben wij in voornoemd bedrag
voorzien voor 2004 en hebben wij een nieuwe berekening gemaakt
voor 2005. Ik zal dienaangaande meer in detail treden, deze
namddag, tijdens de begrotingsbespreking.
01.04 Didier Reynders, ministre:
Je me fonde uniquement sur les
chiffres. Les entreprises peuvent
recourir à cette possibilité mais
nous ne pouvons qu'attendre les
demandes.
01.05 Carl Devlies (CD&V): Ik vind het bijzonder eigenaardig dat de
bedrijven van het professionele wegvervoer blijkbaar niet overgaan tot
de terugvordering van die bijzondere accijnzen. Uw conclusie,
mijnheer de minister, is blijkbaar dat de problemen in de sector van
het wegvervoer blijkbaar niet van die aard zijn dat de competitiviteit
erdoor dermate is aangetast dat men tot de terugvordering van die
bijzonder accijnzen moet overgaan. Ik vind dat een eigenaardige
vaststelling.
01.06 Minister Didier Reynders: Dat heb ik niet gezegd.
01.07 Carl Devlies (CD&V): Wij zullen deze aangelegenheid verder
onderzoeken.
01.07 Carl Devlies (CD&V): Nous
poursuivrons l'examen de ce
dossier.
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden aan het voormalig Villerscollege te Leuven"
(nr. 6723)
02 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'avancement
des travaux à l'ancien Collège Villers à Louvain" (n° 6723)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de ruwbouwfase van de werken aan het depot van het
Rijksarchief in het voormalige Villerscollege in de Vaartstraat te
Leuven, zal eind mei 2005 voltooid zijn.
Graag had ik van de minister het volgende vernomen.
Wanneer wordt de tweede fase afwerking en inrichting aangevat?
Welke bestemming krijgt het aanpalende Luxemburgcollege? Wordt
het een justitiehuis, een politierechtbank of een handelsrechtbank?
Welke kredieten zijn in 2005 nog ingeschreven voor deze werken?
02.01 Carl Devlies (CD&V): Le
gros-oeuvre sera achevé dans
quelques semaines au dépôt des
Archives de l'Etat, dans l'ancien
Collège Villers. Quand débuteront
les travaux de finition et
d'aménagement du bâtiment?
Qu'adviendra-t-il du collège
luxembourgeois voisin: sera-t-il
transformé en maison de justice,
en tribunal de police ou en tribunal
de commerce? Quels crédits sont
prévus cette année pour la
réalisation de ces travaux?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, de voltooiing van de ruwbouwfase is volgens de Regie der
Gebouwen, behoudens onvoorziene omstandigheden, in het
vooruitzicht gesteld voor eind augustus of de eerste helft van
september 2005.
De Regie deelt mij voorts mee dat de dossiers voor de
aanbestedingen van de voltooiingsfase thans worden afgewerkt. De
aanbestedingsdocumenten worden dan ter goedkeuring voorgelegd
aan de bevoegde ambtenaren en aan de Inspectie van Financiën.
Daarna worden zij in aanbesteding gesteld. Er werden nog geen
aanbestedingsdata vastgelegd, maar, rekening houdend met de
nodige publicatietermijnen en het bouwverlof, zal de aanbesteding
zich situeren in de tweede helft van het derde trimester.
Afhankelijk van de exacte datum voor de aanbesteding van de
dossiers, van de tijd die nodig is voor het nazicht van de
aanbestedingen en op voorwaarde dat de aanbestedingsprocedures
zonder problemen verlopen, zou de vastlegging van het dossier voor
de voltooiing van de bouwwerken in het vooruitzicht kunnen worden
gesteld tegen het einde van het derde of het begin van het vierde
trimester 2005. Bijgevolg zouden de werken kunnen starten in de loop
van het vierde trimester.
De dossiers betreffende de technieken kunnen dan, rekening
houdend met de werkplanning, in een van de volgende trimesters
worden vastgelegd. Dat is natuurlijk op voorwaarde dat de geplande
investeringskredieten tijdig en volledig worden vrijgegeven.
Het Luxemburgcollege zal de rechtbank van koophandel en het
justitiehuis huisvesten.
Mijnheer de voorzitter, ik heb voor de heer Devlies ook de
02.02 Didier Reynders, ministre:
L'achèvement du gros-oeuvre au
Collège Villers à Louvain est prévu
pour fin août, début septembre de
cette année. Les dossiers relatifs à
l'adjudication de la phase
d'achèvement sont sur le point
d'être clôturés par la Régie des
Bâtiments. Aucune date n'a
encore été fixée
pour les
adjudications, mais on table sur la
seconde moitié du troisième
trimestre de 2005. En fonction de
cette dernière date et à condition
que la procédure d'adjudication se
déroule sans problème, les
derniers travaux devraient pouvoir
être entamés dans le courant des
trois derniers mois de cette année.
Si les crédits d'investissement
sont libérés en temps voulu et
totalement, les dossiers relatifs
aux techniques pourront être
finalisés dans les mois qui suivent.
Le collège luxembourgeois
abritera le tribunal de commerce et
la maison de justice.
Je fournirai à M. Devlies un relevé
des montants estimatifs des
travaux restant à adjuger au
Collège Villers.
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
totaalbedragen van de raming van de nog aan te besteden dossiers
voor de voltooiing van de werken aan het voormalig Villerscollege bij.
Zoals reeds vermeld, kunnen in functie van de uitvoeringsplanning,
een of meerdere dossiers voor de technieken begin 2006 worden
vastgelegd.
Ik zal een kopie van de verschillende cijfergegevens aan de heer
Devlies overhandigen.
02.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, hebben de cijfers
betrekking op het jaar 2005? Zijn de kredieten nog ingeschreven voor
2005?
02.03 Carl Devlies (CD&V):
S'agit-il de crédits encore inscrits
pour cette année?
02.04 Minister Didier Reynders: Ja, u hebt de cijfers voor 2005
gevraagd. Het zijn dus de bedragen van de kredieten voor 2005.
02.04 Didier Reynders, ministre:
Oui.
02.05 Carl Devlies (CD&V): Ik dank de minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de BTW op activiteiten ten voordele van de Tsunami 12-12 actie" (nr. 6729)
03 Question de Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la TVA
sur les activités au profit de l'action Tsunami 12-12" (n° 6729)
03.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, nu iedereen de afrekening maakt van de
geldinzamelingen voor Tsunami 12-12, blijkt dat de overheid een pak
geld zal overhouden aan de acties. De overheid verplicht de
organisatoren van allerlei benefietacties om op de opbrengst 6
procent BTW te betalen aan de Staat. Alleen voor de opbrengsten
van de sms-actie wordt een uitzondering gemaakt.
Ik wou graag weten van de minister hoe groot het bedrag is dat de
Staat op deze wijze verwerft. Als de gewone burger ongeveer 52
miljoen heeft geschonken, zal daarvan 6 procent zeker naar de Staat
gaan. Zijn er nog andere meerinkomsten voor de Staat, onder andere
meer auteursrechten aan Sabam dankzij muzikale activiteiten ten
voordele van allerlei goede werken?
Dan dringt de vraag zich opnieuw op of de minister overweegt de
BTW en andere onrechtstreekse inkomsten die voortvloeien uit de
vrijgevigheid van de burger, geheel of gedeeltelijk te schenken aan
bepaalde goede werken die totaal geen overheidssteun genieten. Ik
denk aan een project als Moeders voor Moeders of andere
organisaties die weeshuizen in de getroffen gebieden steunen en
helemaal geen overheidssteun genieten.
Vindt de minister dat de Staat zich kan verrijken ten koste van de
opbrengst van goede werken die het gevolg zijn van de vrijgevigheid
van de burgers?
03.01 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): La collecte
Tsunami 12-12 va rapporter
énormément d'argent à l'Etat. Les
recettes des opérations de
bienfaisance sont en effet
soumises à une TVA de 6%, la
seule exception à la règle étant le
produit des actions sms.
Le ministre a-t-il déjà une idée du
montant que l'Etat retirera de ces
opérations de bienfaisance? L'Etat
en retire-t-il encore d'autres
avantages financiers, notamment
par le biais de droits d'auteur sur
les activités musicales? L'Etat
reversera-t-il une partie de cette
somme à des opérations de
bienfaisance?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Govaerts, eerst dient gesteld te worden dat de vage suggestie om de
in het kader van een benefietactie verrichte verkoop of dienst van
BTW vrij te stellen, geen grondslag vindt in de Europese regelgeving.
03.02 Didier Reynders, ministre:
La législation européenne ne
permet pas que les ventes ou les
services prestés dans le cadre
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Hierbij dient inzonderheid te worden verwezen naar de zesde BTW-
richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977. Alzo maken de
handelingen verricht onder omstandigheden zoals bepaald in artikel 2,
1ste lid, van het BTW-Wetboek, de BTW opeisbaar tegen het voor de
gestelde handelingen toepasselijk tarief dat trouwens niet
noodzakelijk 6 procent bedraagt.
De aldus verschuldigde belasting moet aan de schatkist worden
afgedragen want geen enkele wettelijke bepaling maakt het mogelijk
die belasting voor andere doeleinden te gebruiken. De administratie
beschikt niet over cijfers inzake de BTW-ontvangsten die voortvloeien
uit deze acties.
Ik moet u zeggen, mijnheer de voorzitter, wat er ook van zij, in het
kader van de actie tsunami 1212 heeft de regering reeds volgende
gunstmaatregelen getroffen: niet-onderwerping aan de BTW van de in
het kader van sms 3108 en specifieke rekening 0900 gedane giften,
geraamde BTW-kosten 140.000 euro, de integrale doorstorting van
de BTW-inkomsten op de single "Geef een teken van leven", tot nu
toe geen cijfers beschikbaar inzake BTW-kosten.
d'une opération de bienfaisance
soient exemptés de TVA. Le taux
normal de TVA doit être appliqué
mais il n'atteint pas
nécessairement 6%.
L'administration ne dispose pas de
chiffres spécifiques concernant les
recettes de l'opération 12-12
destinée à venir en aide aux
victimes du tsunami. Dans le
cadre de cette opération, le
gouvernement n'a d'ailleurs pas
ménagé sa peine puisqu'il a prévu
une exonération de TVA sur les
actions sms, mesure qui s'est
chiffrée à 140.000 euros, ainsi que
le reversement intégral des
recettes de la TVA perçue sur le
morceau "Geef een teken".
03.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Daar zou ik toch nog
willen op antwoorden. Vermits de regering wel uitzonderingen kan
maken voor die sms-actie en die single dacht ik dat ze misschien ook
een uitzondering kon maken voor een deel van die BTW. Wat de
SABAM-opbrengsten betreft, waarom kan de regering daar geen
uitzondering voor maken? Die krijgen ook meer inkomsten dank zij de
vrijgevigheid van de mensen. Daar is toch geen Europese richtlijn
over?
03.03 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Manifestement,
le gouvernement peut donc encore
accorder des exceptions à
l'application de la réglementation
TVA. Pourquoi, dans ce cas, ne
fait-il pas de même avec les
recettes Sabam?
03.04 Minister Didier Reynders: Neen, er zijn enkele mogelijkheden
wat de Europese regelgeving in verband met BTW betreft. We
proberen dat te doen met kleine, zeer specifieke operaties, maar niet
voor een aantal operaties vanuit de bedrijven zelf, met hun stocks
bijvoorbeeld. Het is onmogelijk om dat te doen maar voor een zeer
specifieke humanitaire operatie zoals met een sms of met een
speciale rekening is het mogelijk om iets te doen, ook met een single
zoals gevraagd. Het is altijd mogelijk. We kunnen dat bijvoorbeeld ook
doen voor de gehandicapten. Er zijn ook zeer specifieke acties wat de
verschillende Gemeenschappen betreft en wij proberen een antwoord
te geven op de vrijstelling van BTW maar niet in het algemeen, voor
bijvoorbeeld de stocks van de bedrijven. Het is zeer gevaarlijk om dat
te doen met de stocks van de bedrijven.
03.04 Didier Reynders, ministre:
La réglementation européenne
offre un nombre très restreint de
possibilités dont nous nous
servons pour mener un certain
nombre d'opérations très
spécifiques. Mais nous n'utilisons
jamais ces possibilités pour
permettre aux entreprises
d'écouler leurs stocks.
03.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mag ik besluiten dat op
die 52 miljoen euro die de mensen gestort hebben 6% of misschien
nog meer BTW, dus meer dan 3.120.000 euro, naar de Staat gaat?
03.05
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Je considère
que sur les 52 millions d'euros
versés dans le cadre de l'opération
tsunami, un peu plus de 3.120.000
iront dans les caisses de l'Etat.
03.06 Minister Didier Reynders: Ja.
03.06 Didier Reynders, ministre:
Vous avez raison.
03.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Oké. Dank u.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
04 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'évolution
de l'article 44 du Code de la TVA pour les prestations de santé" (n° 6742)
04 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
evolutie van artikel 44 van het BTW-Wetboek met betrekking tot de geneeskundige verstrekkingen"
(nr. 6742)
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous pose
cette question parce que plusieurs professions exerçant une activité
dans le domaine de la santé mentale ou physique sont en demande
d'une modernisation de la législation sur la TVA. L'article 44 du Code
de la TVA exempte les activités médicales et paramédicales mais
seulement à la condition qu'elles soient reprises dans la nomenclature
de l'INAMI. Pour les autres, sauf exception, leurs prestations sont
soumises à la TVA. Sont concernés les psychologues, les
psychothérapeutes, les psychanalystes, les sophrologues, les
kinésiologues, les sexologues entre autres. Toutes ces disciplines ont
en commun une approche préventive de la santé et de la médecine.
Je vais écourter la question que j'avais déposée. La raison de ma
question est double. D'une part, il y a les dispositions et la manière
dont l'OMS définit la santé. L'OMS en dit qu'il s'agit d'un concept
complet de bien-être physique, mental et social qui ne consiste pas
seulement en l'absence de maladie ou d'infirmité. D'autre part, dans
la manière dont la législation et les exonérations de TVA sont
conçues au niveau européen, il est dit en matière d'exonération en
faveur de certaines activités d'intérêt général que "les États membres
ont l'obligation d'exonérer les prestations de soins à la personne
effectuées dans le cadre de l'exercice de professions médicales et
paramédicales telles qu'elles sont définies par l'État membre
concerné".
Or les professions médicales et paramédicales sont définies
indépendamment des soins remboursés et pris en considération par
l'INAMI. Il y a donc une divergence entre ce à quoi on pourrait
s'attendre et la manière restrictive d'accorder l'exemption de TVA. Par
exemple, des kinés vont exercer certaines prestations et ne vont pas
les déclarer comme telles pour ne pas être soumis à TVA parce
qu'elles ne sont pas remboursées par l'INAMI. On a également le cas
de psychologues cliniciens qui ne peuvent pas être exemptés du
paiement de la TVA alors que d'autres, par exemple un médecin avec
une formation complémentaire de psychothérapeute, pourront être
exemptés de cette TVA en leur qualité de médecins.
Il est important de revoir ces dispositions et, en la matière, le ministre
de la Santé est sans doute aussi concerné.
Monsieur le ministre, envisagez-vous de moderniser l'article 44 du
Code de la TVA en vue d'y inclure des prestations d'activités qui ne
sont pas reprises à la nomenclature INAMI, qui ne sont pas prestées
par des médecins ou des kinésithérapeutes et qui mettent en oeuvre
le concept de santé de l'OMS?
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Artikel 44 van het BTW-Wetboek
bepaalt dat de medische en
paramedische activiteiten die in de
RIZIV-nomenclatuur zijn
opgenomen, vrijgesteld zijn van
BTW. Dat artikel is dus niet van
toepassing op de psychologen, de
psychotherapeuten, de
psychoanalytici, de sofrologen, de
kinesiologen, de seksuologen,
enz.
De WHO omschrijft de gezondheid
als een geheel van lichamelijk,
geestelijk en sociaal welzijn, dat
ruimer is dan de afwezigheid van
ziekte of gebrek. Volgens de
Europese wetgeving moeten de
lidstaten de zorgverlening die deel
uitmaakt van de uitoefening van
medische of paramedische
beroepen, van belasting vrijstellen.
De omschrijving van die beroepen
staat in België echter los van de
terugbetaling door het RIZIV. Een
en ander staat haaks op de
beperkte toekenning van de BTW-
vrijstelling.
Overweegt u artikel 44 van het
BTW-wetboek te moderniseren
om er verstrekkingen in te voegen
die niet zijn opgenomen in de
RIZIV-nomenclatuur?
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, je ne vais pas relire l'article 13, A, 1, c de la sixième
directive auquel vous venez de faire allusion et qui est le fondement
même du dispositif.
04.02 Minister Didier Reynders:
Het gebied van de vrijstellingen oip
het gebied van de BTW evolueert
in functie van de nomenclatuur
waarnaar de belastingbepalingen
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
En Belgique, les dispositions fiscales font essentiellement référence à
la nomenclature des prestations de soins de santé telles que celles-ci
sont définies par les autorités compétentes en la matière, ce qui
permet d'assurer un traitement, en principe, uniforme de ces
prestations. Dès lors, l'étendue des exemptions en matière de TVA
évolue en fonction de l'évolution de la nomenclature elle-même.
Dans la question que vous avez introduite, vous proposez d'étudier le
cas des psychologues. Je voudrais vous signaler qu'en ce qui
concerne plus particulièrement les psychologues, une proposition
visant à étendre l'exemption à celles de leurs activités relatives à la
santé mentale des patients est pour l'instant à l'étude au sein de mon
cabinet. Je n'ai pas connaissance de propositions en ce qui concerne
la modification de l'article du Code de la TVA mais la logique qui veut
que l'on suive la nomenclature sur un certain nombre de prestations
mérite d'être poussée aussi lorsque les prestataires ne sont pas
nécessairement indiqués.
Comme je viens de le dire, dans le cas des psychologues que vous
évoquez, on envisage actuellement d'étendre l'exemption à leurs
activités qui concernent la santé mentale des patients. Ce type de
raisonnement pourrait évidemment être répété dans d'autres cas
pour, comme vous le proposez, avoir une situation de concurrence
correcte entre les différents acteurs. L'accent doit être mis sur les
actes posés peut-être plus que sur la reconnaissance des acteurs
eux-mêmes mais il faut être prudent en la matière.
Madame Gerkens, je demanderai que l'on vous tienne informée de
l'évolution de cet examen.
verwijzen. Een voorstel dat ertoe
strekt de vrijstelling uit te breiden
tot de activiteiten van de
psychologen op het gebied van de
geestesgezondheid van de
patiënten wordt momenteel op
mijn kabinet bestudeerd. Deze
redenering zou tot andere gevallen
kunnen worden uitgebreid. Er
moet meer de nadruk worden
gelegd op de gestelde
handelingen en niet zozeer op de
erkenning van de actoren, maar
men moet voorzichtig zijn.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Vous parlez de l'extension à la
prestation mais des prestations identiques réalisées par des
psychologues sont, dans certains contextes, remboursées par l'INAMI
et dans d'autres pas.
04.04 Didier Reynders, ministre: Pour l'instant, on examine la
prestation en tant que telle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van mevrouw Greta D'hondt tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"het administratief onderzoek inzake het verlaagd BTW-tarief voor medisch materiaal" (nr. 583)
05 Interpellation de Mme Greta D'hondt au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'enquête administrative relative à l'application du taux de TVA réduit au matériel médical" (n° 583)
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, wij blijven bij de BTW. Ik heb u in het verleden al
geïnterpelleerd over het geldend BTW-tarief op medisch materiaal,
vooral van implantaten en endoscopisch hechtingsmateriaal, waarvan
moeilijk kan gesteld worden dat het gaat om producten waarop een
hoog BTW-tarief gerechtvaardigd zou zijn. Dit brengt natuurlijk met
zich dat de uitgaven van de gezondheidszorgen, van het RIZIV,
nodeloos hoog zijn indien dit hoge BTW-tarief geldt.
In antwoord op mijn interpellatie van 3 december 2003 had u mij
beloofd een nieuw administratief onderzoek aan te vragen bij uw
05.01 Greta D'hondt (CD&V): Il
est difficile de justifier un taux de
TVA élevé pour le matériel
médical, et en particulier pour les
implants et le matériel de suture
endoscopique. L'application d'un
taux élevé entraîne une hausse
inutile des dépenses de l'INAMI.
En réponse à mon interpellation du
3 décembre 2003, le ministre avait
annoncé une nouvelle enquête
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
diensten, al dan niet in samenwerking met het departement
Volksgezondheid. U zou laten onderzoeken welke mogelijkheden in
de zesde richtlijn worden geboden om een of meer medische
hulpmiddelen bijkomend aan het verlaagde BTW-tarief van 6% te
onderwerpen.
Welnu, ik meen dat het na anderhalf jaar toch niet van te veel
ongeduld getuigt om u nogmaals te vragen hoever u daarmee staat.
Ik zou natuurlijk enorm verheugd zijn te mogen vaststellen dat wij de
eindmeet naderen en dat er dus een positief antwoord zou kunnen
komen op die mijns inziens heel terechte vraag. Hoe ver staat het
administratief onderzoek? Wat zijn de eventuele resultaten en de
budgettaire implicaties?
administrative.
Quel est l'état d'avancement de
cette enquête? Quels en sont les
résultats éventuels et les
implications budgétaires?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
D'hondt, de administratie van de FOD Financiën vergadert regelmatig
met de betrokken sectoren en de FOD Volksgezondheid om de
problemen die zich kunnen voordoen in hun geheel te onderzoeken.
De volgende vergadering zal plaatsvinden op 7 juni 2005.
Er dient evenwel aan herinnerd te worden dat alle tariefverlagingen in
overeenstemming dienen te zijn met de Europese reglementering.
Terzake dient gerefereerd aan het hangende voorstel van de
commissie van 23 juli 2003 ter actualisering en modernisering van
bijlage A van de zesde BTW-richtlijn, waarbij onder meer categorie 4
wordt aangepast. In dat verband kunnen de lidstaten, overeenkomstig
bedoelde categorie 4 van de huidige bijlage A, uitsluitend een
verlaagd BTW-tarief toepassen voor medische uitrusting,
hulpmiddelen en andere apparaten die gewoonlijk bestemd zijn voor
verlichting of behandeling van handicaps voor uitsluitend persoonlijk
gebruik door gehandicapten, met inbegrip van de herstelling ervan.
Die bepaling beoogt dus alleen de uitrusting, hulpmiddelen en
apparaten die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door
gehandicapten, onder wie eveneens ernstig en langdurig zieken
worden verstaan. Het is dus zeker niet mogelijk om een algemeen
verlaagd tarief toe te passen op alle medische hulpmiddelen die
worden gebruikt in de medische sector bij de behandeling van ziekten
en handicaps.
Overigens voorzien de rubrieken 17 en 23 van tabel A van de bijlage
bij het koninklijk besluit nummer 20 inzake BTW-tarieven, reeds in
ruime mate in een verlaagd tarief voor welbepaalde medische
hulpmiddelen, namelijk bloedafnamezakken die anticoagulantia
bevatten, orthopedische toestellen, kunstledematen, looprekken,
hoorapparaten voor hardhorigen, aërosolapparatuur en toebehoren,
infuuspompen voor pijnbestrijding, enzovoort.
Mede in het kader van de in Europa aanhangige betwisting inzake de
BTW-tariefstructuur die, zoals algemeen geweten, een unaniem
akkoord van alle lidstaten vereist, stel ik voor dat mijn administratie de
discussie met de FOD Volksgezondheid voortzet en dat ik u hierover
eerlang verslag uitbreng.
Mevrouw D'hondt, we moeten in dat verband misschien naar een
nieuwe discussie gaan in juni onder het Luxemburgse
voorzitterschap. Er ligt nu een voorstel op tafel, meer in verband met
restaurantkosten wat Frankrijk betreft. Er is ook een voorstel om
verder te gaan voor de woningen van meer dan vijf jaar oud. We
05.02 Didier Reynders, ministre:
Le SPF Finances se réunira le
7 juin 2005 avec les secteurs
concernés et le SPF Santé
publique. Toutes les baisses de
taux doivent être conformes à la
réglementation européenne. La
proposition de la Commission
européenne du 23 juillet 2003 ne
vise que l'équipement, les
dispositifs et les appareils
destinés exclusivement à l'usage
personnel des handicapés ainsi
que des patients atteints de
maladies graves et de longue
durée. Il n'est certainement pas
possible d'appliquer un taux
général réduit à tous les dispositifs
médicaux utilisés dans le secteur
médical dans le cadre du
traitement de maladies et de
handicaps. Un taux réduit pour
des catégories bien précises de
dispositifs médicaux, tels que les
appareils orthopédiques
notamment, a déjà largement été
prévu dans l'annexe à l'arrêté
royal numéro 20 relatif aux taux de
TVA.
La discussion actuelle, au niveau
européen, de la structure des taux
de TVA requiert l'accord unanime
des Etats membres. Mon
administration continue d'en
débattre avec le SPF Santé
publique. Si d'autres membres de
la commission sont intéressés par
le rapport de la prochaine
rencontre entre les deux
départements, je peux demander
à mon cabinet d'organiser une
réunion.
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
hebben een nieuwe vergadering op 7 juni met de FOD
Volksgezondheid. Het is misschien mogelijk om van zo'n vergadering
verslag uit te brengen in onze commissie ofwel te vergaderen met een
aantal parlementsleden. Dat was al het geval in het verleden. Ik ben
bereid om dat te organiseren met mijn kabinet. Het is misschien
aangewezen om geen algemene vergadering van de commissie te
organiseren in dat verband, maar wel, indien de voorzitter of leden
van de commissie of van de commissie voor de Volksgezondheid
geïnteresseerd zijn in het verslag van de volgende vergadering tussen
de twee departementen, een vergadering te organiseren met mijn
kabinet. Dat is geen enkel probleem.
De voorzitter: Ik stel voor dat degenen die hiervoor interesse betonen, samenkomen, maar niet de
voltallige commissie.
05.03 Minister Didier Reynders: Nee.
05.04 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de minister, het is prima dat
die werkgroep regelmatig vergadert, maar het zijn natuurlijk de
resultaten die tellen. Niet de regelmaat waarop men bijeenkomt. Ik
heb in mijn vragen ook steeds erop gewezen dat het inderdaad moet
gebeuren binnen de mogelijkheden van de zesde richtlijn. Dat is
evident.
Ten derde, ik heb nooit ervoor gepleit dat alle medische hulpmiddelen
aan het verlaagd BTW-tarief zouden onderworpen worden. Ik heb
heel specifiek zonder dat ik de zaak daartoe wil beperken
verwezen naar het endoscopisch materiaal en naar de implantaten. Ik
hoop dat er na anderhalf jaar praten misschien ben ik dan toch nog
te ongeduldig eens een beslissing komt. Ofwel is het nee en dan
weten we ook waaraan we ons moeten houden. Met het huidige
systeem jaagt men zowel de sector van de gezondheidszorg als de
patiënten nodeloos op kosten omdat er al precedenten zijn van
verlaagde BTW-tarieven waarbij, mijns inziens, het endoscopisch
materiaal en de implantaten bijna naadloos om in dezelfde termen
te blijven aansluiten. Ik zou zeer graag hebben dat terzake
vooruitgang wordt gemaakt.
Mocht in dat verband, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
inderdaad een werkgroep samenkomen in het Parlement, dan zou ik
daaraan heel graag deelnemen.
Mijnheer de minister, het is te gek dat we zowel de sector van de
gezondheidszorg als onszelf nodeloos kwellen. Duidelijkheid terzake
is aangewezen.
05.04 Greta D'hondt (CD&V):
J'apprécie que le groupe de travail
se réunisse régulièrement mais
l'essentiel est d'obtenir des
résultats. Je pense que des
avancées sont possibles dans le
cadre de la sixième directive. Je
n'ai jamais demandé de soumettre
la totalité des outils médicaux à un
taux de TVA réduit. J'ai fait
spécifiquement référence au
matériel endoscopique et aux
implants. Les discussions durent
depuis plus d'un an et demi et
aucune décision n'a encore été
prise. Si la réponse est finalement
négative, nous saurons où nous
en sommes. Le système appliqué
actuellement augmente
inutilement le coût des soins de
santé et la facture du patient. Il y a
déjà eu des précédents de taux de
TVA réduits pour du matériel
médical, qui pourraient
parfaitement être étendus aux
implants et au matériel
endoscopique. Si un groupe de
travail devait se réunir sur ce sujet,
j'y participerais volontiers. Il faut
apporter de nouveaux éclairages.
05.05 Minister Didier Reynders: Ik stel voor om een vergadering te
plannen in juni, na het volgend contact tussen de FOD Financiën en
de FOD Volksgezondheid. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel zijn er
een aantal evoluties mogelijk in de huidige tekst. Dat is een keuze die
op Belgisch niveau moet worden gemaakt. Ofwel veranderen wij
bijlage H zodat wij een nieuw verlaagd tarief kunnen invoeren. Ik denk
dat het nuttig zou zijn om in juni een duidelijk verslag te krijgen over
de twee pistes. Ofwel is het mogelijk om iets te doen zonder verdere
aanpassing. Dat is een keuze die verder moet worden besproken.
Ofwel moet bijlage H worden aangepast. Dat is echter moeilijker
05.05 Didier Reynders, ministre:
Je propose une réunion au mois
de juin, à l'issue du prochain
contact entre le SPF Finances et
le SPF Santé publique. Soit une
évolution du texte actuel est
possible, soit nous modifions
l'annexe H de manière à pouvoir
introduire un nouveau tarif réduit. Il
serait utile de disposer pour le
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
omdat men de unanieme goedkeuring moet hebben van de 25 landen
in de Europese Commissie.
mois de juin d'un rapport
concernant ces deux pistes de
réflexion. La deuxième option est
la plus compliquée, car elle
requiert l'approbation des 25 pays
au sein de la Commission
européenne.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le matériel
nucléaire belge exporté vers l'Iran" (n° 6762)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
uitvoer van Belgisch nucleair materiaal naar Iran" (nr. 6762)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Depuis que j'ai déposé ma
question, les événements ont un peu évolué. "Le Soir" du 29 avril
nous informait que du matériel suspect avait été livré en Iran en
passant par des postes frontières belges. Il s'agit d'une presse
contenant une dose de matériel nucléaire. Ce matériel est passé sans
inconvénient alors que plusieurs démarches avaient été entreprises.
Ainsi, à la fin 2004, l'administration centrale des Finances a envoyé un
fax aux services de douane pour les avertir du risque d'exportation de
matériel nucléaire vers l'Iran. Ce matériel est cependant passé. La
ministre de la Justice m'a répondu la semaine dernière que les
services des Finances n'avaient pas prévenu la Sûreté de l'Etat, alors
qu'ils avaient été informés par les services américains du passage de
ce matériel nucléaire. Donc, manifestement, il s'est produit quelque
chose qui n'aurait pas dû arriver.
Le comité R a été chargé d'ouvrir une enquête, tandis que la
commission de suivi sénatoriale a aussi décidé d'examiner le rôle des
services de douane, d'après mes dernières informations.
J'en viens à mes questions.
- D'abord, cette exportation est-elle légale ou non? La firme prétend
qu'une licence n'était pas nécessaire, parce que la quantité était trop
faible.
- Un contrôle physique de ce matériel a-t-il été effectué par vos
services au moment du passage? Et sinon, pourquoi?
- Un fax a été envoyé aux douanes pour attirer leur attention sur une
telle exportation de matériel nucléaire. Quelle est la raison qui a
motivé l'envoi de ce fax?
- Quels sont les résultats de l'enquête par les services de douane
auprès de l'entreprise concernée? Un PV a-t-il été dressé?
- Enfin, comment est organisé l'échange de données avec d'autres
services pouvant être au courant d'informations importantes: les
Affaires économiques, les Renseignements, l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire, les Affaires étrangères? Existe-t-il une concertation
structurelle? A cette question, la ministre de la Justice m'avait
répondu que c'était le Comité de non-prolifération qui s'en occupait.
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Volgens "Le Soir" van 29 april zou
een pers die een hoeveelheid
nucleair materiaal bevatte, aan
Iran zijn geleverd. De lading kwam
probleemloos voorbij de Belgische
grensposten. Eind 2004 had het
hoofdbestuur van Financiën de
douanediensten nochtans een fax
gestuurd waarin op de mogelijke
uitvoer van nucleair materieel naar
Iran werd gewezen. Volgens de
minister van Justitie zouden de
diensten van Financiën de
Staatsveiligheid niet op de hoogte
hebben gebracht, hoewel ze door
de Amerikaanse diensten van de
doorvoer van dat kernmateriaal
waren verwittigd.
Het Comité I werd met een
onderzoek belast en de
opvolgingscommissie van de
Senaat besliste van haar kant de
rol van de douanediensten te
onderzoeken.
Was die uitvoer wettelijk? Volgens
de firma was een vergunning,
gezien de geringe hoeveelheid,
niet noodzakelijk. Voerden uw
diensten een fysieke controle uit
op dat materieel? Waarom werd
een fax naar de douanediensten
gestuurd? Wat zijn de resultaten
van het onderzoek dat de
douanediensten bij de betrokken
firma uitvoerden?
Hoe wordt de
gegevensuitwisseling met andere
diensten die mogelijkerwijze over
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
belangrijke informatie beschikken,
georganiseerd? Volgens de
minister van Justitie zorgt het
comité dat actief is op het vlak van
non-proliferatie daarvoor.
06.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, après consultation du fichier des déclarations d'importation
et d'exportation à la date du 2 mai 2005, l'administration des Douanes
et Accises ne dispose pas de données selon lesquelles une
exportation de la firme concernée vers l'Iran aurait eu lieu vers janvier
2005. Par conséquent, il n'est pas possible non plus de se prononcer
sur le fait que l'envoi ait été physiquement contrôlé, ainsi que sur son
caractère légal ou illégal, puisque nous n'avons pas eu connaissance
de données relatives à cette exportation.
L'administration des Douanes et Accises avait reçu une information
sur la possibilité que puissent être exportées vers l'Iran des presses
isostatiques nucléaires et/ou leurs parties; marchandises pouvant
tomber sous le régime des biens à double usage. Sur cette base, elle
a pris les mesures préventives jugées nécessaires afin de placer sous
surveillance accrue ce type de marchandise. Cette information a été
envoyée par les douanes elles-mêmes aux différents services. C'est
une pratique courante.
L'enquête menée par les services de recherche de l'administration
des Douanes et Accises n'a pas conduit à la constatation d'une
infraction. De ce fait, aucun procès-verbal n'a été dressé. Mais, à la
suite des articles parus dans la presse et des questions posées,
l'enquête reprendra quant à une exportation possible vers l'Iran en
janvier. Mais, pour l'instant, nous n'avons pas connaissance de ces
données.
Pour ce qui concerne le fonctionnement plus général des échanges
d'informations, il existe une concertation structurelle sur l'admissibilité
de l'exportation de tels biens à double usage au sein de la
Commission d'avis pour la non-prolifération des armes nucléaires
entre le SPF Affaires étrangères, le SPF Affaires économiques et les
Régions. La question de l'exportation de presses isostatiques a été
discutée au cours d'une réunion à laquelle la douane assistait
également. Dans les cas d'urgence, une concertation peut aussi avoir
lieu directement avec le SPF Affaires étrangères.
La concertation existe en la matière.
Un échange au niveau mondial d'informations entre administrations
douanières a lieu sur la base de règlements de l'Union européenne,
d'accords bilatéraux entre la Commission européenne et les autorités
douanières de pays non-membres de l'Union et d'accords bilatéraux
entre la Belgique et d'autres Etats. Le dispositif existe.
En outre, l'administration des Douanes et Accises peut aussi
échanger des informations avec les autorités compétentes de pays
étrangers sur la base d'une réciprocité. Je pense que les systèmes de
circulation d'informations existent et peuvent toujours être améliorés
si on souhaite y adjoindre d'autres intervenants. A partir du moment
où une commission d'avis existe et que les contacts ont lieu dans
cette commission d'avis, il faut travailler à travers cette commission.
06.02 Minister Didier Reynders:
De administratie van douane en
accijnzen keek het bestand met
betrekking tot de in- en
uitvoeraangiften op 2 mei 2005 na.
Ze vond er geen gegevens die
erop wijzen dat de betrokken firma
omstreeks januari 2005 materiaal
naar Iran zou hebben uitgevoerd.
Het is dan ook onmogelijk te
zeggen of de zending al dan niet
aan een fysieke controle werd
onderworpen of uitspraken te doen
over het al dan niet wettelijke
karakter ervan.
Nadat de administratie van douane
en accijnzen had vernomen dat
mogelijkerwijze nucleaire
isostatische persen en/of
onderdelen ervan naar Iran
zouden worden uitgevoerd, nam
ze de nodig geachte preventieve
maatregelen om dat soort
goederen onder verhoogd toezicht
te plaatsen en bracht de
verschillende diensten daarvan op
de hoogte, wat een gangbare
praktijk is.
Het onderzoek door de
onderzoeksdiensten van douane
en accijnzen leidde niet tot de
vaststelling van een stafbaar feit.
Er werd dan ook geen proces-
verbaal opgemaakt. Als gevolg
van de pers artikelen en de vragen
die werden gesteld, zal het
onderzoek opnieuw worden
gestart.
Wat de gegevensuitwisseling
betreft, bestaat er structureel
overleg over de toelaatbaarheid
van de uitvoer van dergelijk
materiaal voor dubbel gebruik
binnen de Commissie van advies
voor de niet-verspreiding van
kernwapens, tussen de FOD
Buitenlandse Zaken, de FOD
Economie en de Gewesten. De
uitvoer van isostatische persen
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Pour le reste, un certain nombre d'enquêtes seront envisagées. Pour
l'instant, elles n'ont rien donné mais les services de recherche de
l'administration des Douanes et Accises ont été priés de vérifier à
nouveau si quelques données sont disponibles. Ce qui a peut-être
attiré l'attention, ce sont justement les mesures préventives prises par
les douanes elles-mêmes. Il est assez logique qu'en fonction des
informations dont on dispose à l'administration centrale des Douanes,
on alerte les services sur le terrain. Bien entendu, il y a énormément
d'alertes qui ne donnent lieu à aucune conséquence. Cela fait partie
du fonctionnement normal des services sur le terrain. Nous
continuons à vérifier si quelque chose d'anormal en quoi que ce soit
s'est déroulé au mois de janvier.
werd besproken tijdens een
vergadering waarop ook de
douane aanwezig was. In
noodgevallen is rechtstreeks
overleg met de FOD Buitenlandse
Zaken mogelijk.
Er heeft een wereldwijde
uitwisseling van gegevens plaats
tussen de douaneadministraties
op grond van verordeningen van
de Europese Unie, bilaterale
akkoorden tussen de Europese
Unie en de douaneautoriteiten van
niet EU-landen en bilaterale
akkoorden tussen België en
andere Staten. De administratie
der douane en accijnzen kan ook
gegevens uitwisselen met de
bevoegde autoriteiten van andere
landen op grond van de
reciprociteit. De systemen voor de
uitwisseling van gegevens bestaan
en kunnen altijd worden verbeterd
als men er andere partners wil aan
toevoegen. Vanaf het ogenblik dat
er een adviescommissie bestaat
en de contacten er hebben
plaatsgevonden, moet men via die
commissie te werk gaan.
De opsporingsdiensten van de
administratie der douane en
accijnzen werden verzocht
opnieuw na te gaan of er enkele
gegevens beschikbaar zijn. Het
zijn misschien de preventieve
maatregelen die door de douane
zelf werden genomen die de
aandacht op die zaak hebben
gevestigd. Het is logisch dat men
de diensten ter plaatse
waarschuwt op grond van de
inlichtingen waarover men bij de
centrale administratie van de
douane beschikt. Heel wat van die
waarschuwingen blijven
doorgaans zonder gevolg. Wij
blijven nagaan of er in de maand
januari iets abnormaals is
gebeurd.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Des enquêtes sont en cours. Je
suppose donc que nous disposerons prochainement d'éléments plus
précis. Ce qui m'étonne néanmoins, c'est qu'il n'y ait pas d'information
sur l'exportation de ce matériel, qui est passé à la douane sans que
ce ne soit remarqué. A-t-on considéré que ce matériel ne nécessitait
pas d'autorisation et que la douane n'avait pas besoin d'entreprendre
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik veronderstel dus dat wij
binnenkort over preciezere
gegevens zullen beschikken, gelet
op de lopende onderzoeken. Het
verbaast mij evenwel dat er geen
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
une démarche particulière? C'est peut-être là que réside le problème.
En outre, la ministre de la Justice m'avait également dit qu'en juillet, la
possibilité d'exportation de matériel avait été abordée au comité d'avis
non-prolifération mais que la Sûreté de l'Etat n'avait pas non plus été
mise au courant du dossier d'exportation de janvier 2005. Nous
attendrons les résultats des enquêtes en cours.
gegevens beschikbaar zijn over de
uitvoer van dat materiaal dat door
de douane niet werd opgemerkt.
Is men ervan uitgegaan dat er
voor dat materiaal geen
vergunning nodig was en dat de
douane geen bijzondere
maatregelen moest treffen?
De minister van Justitie heeft mij in
juli gezegd dat de mogelijke
uitvoer van materiaal in het
adviescomité inzake de non-
proliferatie was besproken, maar
dat de Staatsveiligheid evenmin op
de hoogte was gebracht van het
uitvoerdossier van januari 2005.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Luc Gustin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le respect du
Code de la TVA par des firmes et vendeurs étrangers lors de foires et salons pour particuliers"
(n° 6785)
07 Vraag van de heer Luc Gustin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
naleving van het BTW-Wetboek door buitenlandse firma's en verkopers tijdens beurzen en salons
voor particulieren" (nr. 6785)
07.01 Luc Gustin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre,
plusieurs fois par an et dans plusieurs villes de Belgique, ont lieu des
expositions/ventes et foires auxquelles participent des exposants
d'origine étrangère. Certaines de ces entreprises proposent à la vente
des articles dont le prix moyen est 15 à 20% moins cher que le prix
pratiqué par les sociétés belges. En principe, ces exposants
étrangers, lors de ventes réservées aux particuliers, doivent
s'identifier au Bureau central de la TVA pour assujettis étrangers et,
en fin de manifestation, introduire une déclaration récapitulative des
ventes effectuées et acquitter la TVA sur le montant des ventes
réalisées.
Il apparaît que, souvent, ces entreprises ne respectent pas ces règles
et se placent ainsi dans une situation de concurrence déloyale, non
seulement par rapport aux autres exposants belges mais aussi par
rapport aux commerçants de la ville où se tient l'exposition. En
revanche, nos entreprises opérant à l'étranger dans ces mêmes
expositions sont soumises effectivement à un contrôle strict
semblable à celui en vigueur en Belgique. Dès lors, mes questions
sont les suivantes.
Monsieur le ministre, pourriez-vous nous faire savoir si des contrôles
réguliers sont effectués dans le cadre des salons et foires, permettant
de mettre en évidence des manquements tels que ceux évoqués ci-
dessus? Dans l'affirmative, quels ont été les résultats des contrôles?
Quelles sont les mesures prises et les sanctions appliquées en cas
de constatation d'une infraction? En cas de réponse négative à la
première partie de la question, quelles mesures envisagez-vous de
prendre afin de garantir le respect de la législation en la matière?
07.01 Luc Gustin (MR): Worden
er tijdens beurzen en
tentoonstellingen regelmatige
controles uitgevoerd om
exposanten uit het buitenland
ertoe aan te zetten zich kenbaar te
maken bij het Centraal BTW-
Kantoor voor Buitenlandse
Belastingplichtigen, een
verzamelaangifte van hun verkoop
in te dienen en BTW te betalen?
Welke sancties worden toegepast
bij inbreuken? Indien dit niet het
geval is, welke maatregelen wenst
u te nemen om ervoor te zorgen
dat de wetgeving wordt nageleefd?
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
07.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Gustin, l'assujetti non établi dans le pays qui participe à des foires
commerciales est déchargé de l'obligation d'être identifié à la TVA en
Belgique parce que l'administration belge a instauré, pour les
opérations qu'il effectue dans le pays, un régime plus favorable,
consistant au dépôt d'une déclaration à la TVA récapitulant les
opérations effectuées en Belgique et permettant une compensation
entre TVA due et TVA déductible.
La décharge d'identification précitée est subordonnée à la délivrance
d'une autorisation qui ressortit à la compétence du Bureau central des
assujettis étrangers, avec lequel l'assujetti doit prendre contact
spontanément. Les contrôles relatifs à la détention de cette
autorisation relèvent de la compétence des services de recherche
locale qui effectuent des contrôles sur les divers salons et foires
organisés en Belgique. Le cas échéant, l'absence d'autorisation est
consignée dans un procès-verbal qui est ensuite transmis au Bureau
central des assujettis étrangers. Ce dernier procède à la
régularisation de la situation de l'assujetti sur la base des
constatations reprises dans le procès-verbal.
Compte tenu des effectifs et qualifications du personnel des services
de recherche locale, il est impossible de prévoir des contrôle
systématiques en la matière. Afin d'optimaliser les investigations à
effectuer dans ce domaine précis, deux réunions de travail sont
prévues dans les semaines à venir entre les différents services
concernés du département. A cette occasion, il sera notamment
question de développer des procédures et méthodes de travail
spécifiques. Je précise toutefois que si vous songez à une
manifestation ou à une région précise, je vous invite à communiquer
toute information utile pour que l'administration puisse prendre les
mesures nécessaires. Je ne demande évidemment pas que cela se
fasse en séance publique de commission.
07.02 Minister Didier Reynders:
De belastingplichtige die niet in
België is gedomicilieerd, hoeft zich
niet bekend te maken bij BTW-
diensten in België. Hij moet eerst
een vergunning krijgen van het
Centraal Kantoor voor
Buitenlandse Belastingplichtigen
en daarna een verzamelaangifte
van zijn transacties indienen bij de
BTW-diensten, zodat een
verrekening tussen de
verschuldigde en aftrekbare BTW
kan plaatsvinden.
Bij inbreuken gaat het Centraal
Kantoor voor Buitenlandse
Belastingplichtigen over tot
regularisering op basis van het
proces-verbaal van de lokale
recherche, die bevoegd is om na
te gaan of iemand deze
vergunning heeft verkregen. Het is
niet mogelijk systematische
controles in te stellen, aangezien
er niet voldoende mensen zijn die
hiervoor zijn opgeleid. In de loop
van de komende weken zijn er
twee werkvergaderingen gepland
van de betrokken diensten van het
departement om de
onderzoeksactiviteiten te
optimaliseren.
Concrete gevallen kunt u uiteraard
doorspelen aan mijn diensten.
07.03 Luc Gustin (MR): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour ces précisions qui sont de nature à rassurer le secteur.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le forfait
kilométrique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail" (n° 6686)
08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de vaste kilometervergoeding voor het woon-werkverkeer" (nr. 6686)
08.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je reviens à une problématique qui a déjà été abordée
quelquefois au sein de cette commission. Une proposition de loi a,
d'ailleurs, été redéposée par plusieurs partis à ce sujet. Il s'agit de la
différence entre l'indemnité de frais professionnels afférents à
l'utilisation d'une voiture pour les déplacements entre le domicile et le
lieu de travail qui sont fixés forfaitairement à 0,15 euro alors que
l'indemnité pour frais de déplacement des fonctionnaires fédéraux
utilisant leur voiture personnelle s'élève à 0,2771 euro. Ce forfait n'a
08.01 Melchior Wathelet (cdH):
De vergoeding bedrijfskosten met
betrekking tot het gebruik van een
voertuig voor het woon-
werkverkeer is forfaitair op 0,15
euro vastgesteld terwijl de
vergoeding voor de reiskosten
voor de federale ambtenaren die
hun eigen wagen gebruiken
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
guère évolué. Celui de 0,15 euro n'a pas évolué depuis son entrée en
application à la différence des prix à la consommation et, surtout, de
l'évolution du prix des carburants dont l'autre forfait peut, lui,
bénéficier.
Monsieur le ministre, n'estimez-vous pas opportun d'adapter le forfait
kilométrique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de
travail, afin que ledit forfait prenne en compte l'évolution des prix à la
consommation. En d'autres termes, n'est-il pas opportun d'aligner ce
forfait kilométrique sur le montant de l'indemnité kilométrique allouée
aux fonctionnaires fédéraux pour leurs déplacements de service?
0,2771 euro bedraagt.
Dient het forfait per kilometer voor
het woon-werkverkeer niet te
worden aangepast om de evolutie
van consumptieprijzen te volgen?
Dient dit forfait niet te worden
afgestemd op de
kilometervergoeding die aan de
federale ambtenaren voor hun
dienstreizen wordt toegekend?
08.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, je voudrais tout d'abord préciser qu'à l'occasion du passage
à l'euro, le montant a été adapté. Nous sommes passés de 6 francs à
0,15 euro, ce qui est déjà à l'avantage du contribuable. C'était la
première amélioration, faible, certes, mais amélioration malgré tout.
Ensuite, nous avons travaillé sur la base d'une extension de ces
possibilités de déductibilité de frais pour les trajets domicile-lieu de
travail en ce qui concerne toute une série d'autres catégories
auxquelles le même principe est appliqué.
Ainsi, si un contribuable se rend de son domicile à son lieu de travail
dans le véhicule d'un autre contribuable, il bénéficie malgré tout, lui
aussi, de la même déductibilité. Dans ce cas, bien entendu, l'accord
du propriétaire du véhicule est nécessaire. Je pense au covoiturage et
non au car-jacking! Je le précise pour certaines villes du pays, où l'on
pourrait aussi avoir l'intention d'appliquer des déductions en cas de
car-jacking... Mais l'intention est bien d'étendre progressivement le
dispositif au covoiturage. Il a été étendu à un certain nombre d'autres
modes de transport.
Nous avons surtout pris un certain nombre de dispositions renforçant
la déductibilité ou parfois même offrant la gratuité pour certains
intervenants dans l'utilisation des transports en commun. Donc, dans
toutes les réformes que nous avons mises en oeuvre jusqu'à présent,
l'intention a priori n'était pas d'augmenter le montant ou de majorer le
forfait, tel que prévu à l'article 66 § 4 du Code des impôts sur les
revenus. Cela ne signifie pas que nous n'avons pas déjà élargi très
fortement les possibilités de déductibilité pour toute une série de
catégories de contribuables. Si nous devions opter pour la formule
d'indexation déjà évoquée à plusieurs reprises, nous pourrions,
aujourd'hui, atteindre 0,187 euro, probablement avec un arrondi à
0,19 euro.
Pour ce qui concerne le coût budgétaire que cette opération pourrait
entraîner, il est évalué à plus ou moins 65 millions d'euros. C'est un
calcul que j'ai demandé à mon administration. Par ailleurs, j'ai pris
connaissance d'une proposition de M. Van Biesen pour fixer ce
montant à 0,175 euro, donc de procéder à une légère majoration.
Cette modification entraînerait un coût de 40 millions d'euros en
partant d'un certain nombre de présupposés dans le calcul.
Pour les parlementaires intéressés, je n'ai pas de difficultés à
communiquer la méthode de calcul retenue par l'administration. Je
confirme que pour le moment, nous travaillons plutôt à une extension
du champ des possibilités de déduction en ce qui concerne les
déplacements domicile/travail en favorisant toujours le plus possible
08.02 Minister Didier Reynders:
Het bedrag werd aangepast van 6
BEF naar 0,15 euro naar
aanleiding van de overstap naar
de euro. Dit was de eerste
verbetering ten voordelen van de
belastingplichtige. Vervolgens
hebben wij gewerkt aan de hand
van een uitbreiding van de
aftrekmogelijkheden voor kosten
verbonden aan het woon-
werkverkeer.
We hebben vooral een aantal
maatregelen genomen die de
aftrekbaarheid vergroten of die
voor sommigen soms zelfs de
kosteloosheid invoeren wat het
gebruik van het opebaar vervoer
betreft. In alle hervormingen die wij
tot heden hebben doorgevoerd
was de bedoeling a priori dus niet
het forfait te verhogen zoals het
bepaald staat in artikel 66 §4 van
het Wetboek der
inkomstenbelastingen.
De
administratie raamt de kost van de
operatie op ongeveer 65 miljoen
euro.
De kost van het voorstel van de
heer Van Biesen dat ertoe strekt
dit bedrag op 0,175 euro te
brengen en dus lichtijes te
verhogen, wordt op 40 miljoen
euro geraamd.
Wij werken momenteel in het
vooruitzicht van een uitbreiding
van de aftrekmogeljkheden inzake
het woon-werkverkeer waarbij
andere vervoermiddelen worden
aangemoedigd. Het gaat hier
uiteraard om een politike keuze
waarover moet worden
gedebateerd.
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
le recours à d'autres modes de transport, plutôt qu'en allant vers une
majoration du forfait. Voilà les éléments chiffrés qui sont sur la table
et qui peuvent évidement être mis en balance avec un certain nombre
de propositions de lois dans d'autres domaines. Ce sont évidemment
des choix à faire que de se demander s'il faut renforcer cette
démarche. Je crains simplement que ce soit peut-être un signal qui
n'est pas totalement positif par rapport à l'utilisation d'autres modes
de transport. Je reconnais que c'est toujours un débat difficile car il
faut que d'autres modes de transport soient disponibles pour que le
contribuable ait le choix.
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voudrais
juste insister sur un élément qui doit être pris en considération; c'est
la discrimination possible entre deux systèmes qui visent le même
type de déplacement avec sa voiture vers le lieu de travail. L'un est
mieux traité que l'autre étant donné que l'un peut bénéficier d'un
montant de 0,28 et l'autre de 0,15. Cet élément discriminatoire est à
prendre en considération.
08.03 Melchior Wathelet (cdH):
Men dient rekening te houden met
de mogeljke discriminatie tussen
twee stelsels die betrekking
hebben op hetzelfde, namelijk het
woon-werkverkeer. Het ene wordt
beter behandeld dan het andere
aangezien een bedrag van 0,28
euro in plaats van 0,15 euro in
aanmerking wordt genomen.
08.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal de heer
Wathelet uitnodigen om ons wetsvoorstel terzake mede te
ondertekenen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: We kunnen nog twee vragen behandelen. Er kunnen ofwel nog twee vragen, vraag nr. 6794
van mevrouw Govaerts en vraag nr. 6797 van de heer Devlies, worden behandeld, ofwel de
samengevoegde interpellaties nr. 594 van de heer Devlies en nr. 600 van mevrouw Govaerts. Zij hebben
de keuze.
09 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de procedure
ambtshalve aanslag voor vennootschappen" (nr. 594)
- mevrouw Marleen Govaerts tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de forfaitaire
belasting van de bedrijven die geen aangifte indienen" (nr. 600)
09 Interpellations jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la procédure de taxation
d'office pour les sociétés" (n° 594)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'imposition forfaitaire
des entreprises qui ne rentrent pas de déclaration" (n° 600)
09.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, zoals ik twee maanden geleden reeds had aangekondigd,
ben ik genoodzaakt u te interpelleren over het gebrekkige beleid van
het departement Financiën ten aanzien van de vennootschappen die
in gebreke blijven om fiscale aangiften in te dienen. Ik verwijs naar het
rapport van het Rekenhof van 2000, een rapport dat heel wat
adviezen bevatte maar zonder gevolg is gebleven. Het verwees naar
een situatie die zich onder meer voordoet in Brussel en Charleroi
waar meer dan 15% van de vennootschappen geen aangifte indienen.
In Antwerpen is dat 10%. Tot op heden werd er geen gevolg gegeven
aan dit rapport en de adviezen. Ik verwijs eveneens naar mijn
schriftelijke vraag nr. 375 van 11 mei 2004 en mijn mondelinge vraag
nr. 5575 van 2 maart 2005.
09.01 Carl Devlies (CD&V): Il
ressort du rapport 2000 de la Cour
des comptes qu'à Bruxelles et à
Charleroi, 15 pour cent des
entreprises n'ont pas introduit de
déclaration. A Anvers, ce taux est
de 10 pour cent. Or, les
recommandations de la Cour des
comptes sont restées sans suite.
L'administration des Finances ne
tient pas de statistiques du
nombre de sociétés qui n'ont pas
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
De vaststelling die kan gedaan worden is dat uw administratie geen
statistieken bijhoudt van het aantal vennootschappen dat in gebreke
blijft een fiscale aangifte in te dienen. De FOD Financiën en haar
management beschikt niet over statistieken over het aantal
rechtspersonen dat geen belastingaangifte indient. Indien we de
cijfers zoals vermeld in het laatste jaarverslag van 2003 vergelijken
met de statistieken van BELSTAT inzake het aantal rechtspersonen,
is er een verschil van minstens 100.000 rechtspersonen waaraan
geen aangifte werd uitgereikt en die bijgevolg ook geen aangifte
indienen.
In uw antwoord op mijn mondelinge vraag erkende u dat de
elektronische doorzending van bestanden van de FOD Justitie of de
FOD Economie naar uw administratie thans wordt onderzocht. Men
kan moeilijk beweren dat van een systematische opsporing van niet-
indieners werk wordt gemaakt indien men geval per geval de
gegevens van de Kruispuntbank-ondernemers moet nagaan. Dit blijkt
evenwel de praktijk te zijn.
Ten eerste, de fiscus kent niet op een systematische wijze de
rechtspersonen die geen belastingaangifte indienen. Indien een
ambtenaar van uw administratie bij toeval vermoedt dat een
rechtspersoon geen belastingaangifte indient, kan hij het bestaan van
deze rechtspersoon bij de FOD Justitie nagaan. Een rechtspersoon
kan immers niet bestaan zonder dat een oprichtingsakte ter griffie
werd neergelegd. Deze eerste vaststelling is de wereld op zijn kop.
Vanuit het gekend gegeven of een rechtspersoon bestaat kan men
gemakkelijk vergelijken of zij allemaal een belastingaangifte hebben
ingediend. Een omgekeerd beleid zoals het thans gevoerd wordt, is
een beleid dat gebaseerd is op de toevallige vaststelling.
Ten tweede argumenteert u dat zowel inzake BTW als inzake
inkomstenbelasting de niet-indiening kan leiden tot een ambtshalve
aanslag waarbij de bewijskracht naar de belastingplichtige omkeert. In
rechte is dit argument correct. In de feiten is dit niet het geval. Een
ambtshalve aanslag mag niet willekeurig zijn. De inspecteur is nog
steeds verplicht om het inkomen dat hij ambtshalve wil taxeren alsnog
vast te stellen. In de praktijk is een ambtshalve aanslag een zeer
tijdrovend middel en weinig doeltreffend.
Ik beschrijf u even het praktische verloop van deze procedure en
neem als voorbeeld de aangifte in de vennootschapsbelasting van
vorig jaar. Deze moest ten laatste worden ingediend op
30 september 2004. Eind november, begin december 2004 maant de
inspecteur de gekende rechtspersonen/niet-indieners aan en dit bij
gewone brief om binnen de veertien dagen alsnog een aangifte in te
dienen of om langs te komen op zijn kantoor.
De kans dat tijdens de eindejaarsdagen op deze aanmaningsbrief
wordt gereageerd is bijzonder klein. In het begin van de maand
januari wordt naar de niet-indieners een aangetekende brief verstuurd
waarin zij opnieuw worden aangemaand om binnen één maand
alsnog een aangifte in te dienen, zoniet wordt een boete opgelegd van
625 euro bij de eerste overtreding en van 1.250 euro bij de tweede
overtreding te kwader trouw. Eind januari, begin februari 2005 wordt
de boete ingekohierd. Uw administratie maakt een apart aanslagbiljet
van 625 euro. Hiertegen kan de belastingplichtige een bezwaar
introduit de déclaration fiscale. Or,
la comparaison des chiffres du
compte rendu de 2003 avec les
statistiques de BelStat concernant
le nombre de personnes morales
donne une différence d'au moins
100 000.
La transmission électronique de
fichiers du SPF Justice ou du SPF
Economie à l'administration fiscale
est envisagée, mais il saurait
difficilement être question d'une
détection systématique des non-
déclarants si les données doivent
être demandées au cas par cas à
la Banque-Carrefour des
Entreprises, comme c'est le cas
actuellement. Une personne
morale ne peut exister sans le
dépôt préalable d'un acte
constitutif au greffe. Sur la base de
cette donnée connue, on peut
aisément vérifier si toutes les
personnes morales ont introduit
une déclaration. Procéder de
manière inverse revient à adopter
une approche basée sur des
constatations fortuites.
Le ministre indique que l'absence
de déclaration peut entraîner une
taxation d'office, la charge de la
preuve étant renversée. Dans la
pratique, il n'en est toutefois pas
ainsi. Une taxation d'office ne peut
être arbitraire, de sorte que
l'inspecteur est toujours tenu
d'établir le montant du revenu, ce
qui requiert énormément de
temps.
Les fraudeurs n'introduisent pas
de déclaration et abusent ensuite
largement des procédures. La
procédure de taxation d'office est
désespérément lente et inefficace.
A l'entame de la discussion de la
proposition de loi de M. Van der
Maelen favorisant l'égalité de
traitement entre les entreprises, le
ministre a annoncé qu'un projet de
loi visant à instaurer une base
forfaitaire en cas de taxation
d'office sera élaboré. Le
gouvernement suivra-t-il la piste
de la proposition de M. Van der
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
indienen, binnen de drie maanden na de datum van de verzending.
Wij zijn ondertussen eind april 2005. Als hij op dat moment nog een
aangifte indient wordt deze aangifte als te goeder trouw beschouwd
en volgt een ontlasting van de boete.
Parallel hiermee verloopt de procedure voor de vestiging van de
aanslag van ambtswege. Op 30 september 2004 verstrijkt de periode
voor het indienen van de aangifte. De eerste drie maanden doet de
belastingplichtige niets. Eind januari 2005 volgt een kennisgeving van
ambtshalve aanslag, waarbij de belastingplichtige één maand de tijd
krijgt om alsnog een aangifte in te dienen, wat tot een verval van de
kennisgeving leidt. Als hij niet antwoordt wordt half maart 2005 de
aanslag ambtshalve ingekohierd. Rond 20 april 2005 zou hij een
aanslag moeten ontvangen. Hij heeft dan drie maanden de tijd om
een bezwaarschrift in te dienen. Bepaalde niet-indieners vermelden
dat zij hun aangifte alsnog naar de Controle hebben gestuurd, zelfs
wanneer dit niet waar is. Wanneer uiteindelijk hun boekhouders
alsnog een aangifte in september of oktober 2005 versturen, vervalt
de ambtshalve aanslag.
Andere niet-indieners gaan in bezwaar tegen ieder punt van de
ambtshalve aanslag. Na zes maanden kan hij naar de rechtbank
stappen wanneer geen beslissing over het bezwaar werd genomen.
Over de traagheid van de procedure voor de rechtbank gaan wij
natuurlijk niet uitweiden.
Mijnheer de minister, mijn conclusies zijn de volgende. Ten eerste,
wie wil frauderen dient geen aangiften in, noch voor de
vennootschapsbelastingen of de rechtspersonenbelastingen noch
voor de BTW.
Ten tweede, de procedure van ambtshalve inslag verloopt tergend
traag, is niet efficiënt en niet effectief. Ten derde, bij de inleiding van
het wetsvoorstel nr. 1300 ter bevordering van de gelijke behandeling
tussen ondernemingen, ingediend door de heer Van der Maelen, hebt
u aangekondigd dat er een wetsontwerp komt tot invoering van een
forfaitaire grondslag in het geval van de ambtshalve aanslag.
Gaat de regering de piste volgen die de heer Van der Maelen
ontwikkeld heeft in zijn wetsvoorstel of zal het een andere piste zijn?
De piste van de heer Van der Maelen is de piste van artikel 182 met
betrekking tot de buitenlandse vestigingen die zou worden uitgebreid
tot de binnenlandse ondernemingen. Hier komen een aantal
praktische bemerkingen opnieuw terug. Ik had daarover graag uw
standpunt gekend.
Zelf hebben wij het wetsvoorstel nr. 1704 ingediend waarin een
minimum belastbare grondslag wordt vastgesteld die gelijk is aan het
minimum rendement van het eigen vermogen. Deze gegevens zijn
gemakkelijker terug te vinden in de ingediende jaarrekening, de
oprichtingsakte of bij het kadaster. Het wetsvoorstel voorziet immers
in een feitelijke vrijstelling van een minimum rendement op het eigen
vermogen. De belastingplichtigen die geen aangifte indienen betalen
dan maar belastingen op het minimumrendement. Geen rechten
zonder plichten.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen. Ten eerste, gaat de
FOD Financiën haar beleid aanpassen waardoor op systematische
Maelen qui étendrait le champ
d'application de l'article 182 aux
entreprises nationales?
Nous avons déposé nous-mêmes
une proposition de loi visant à
établir une base imposable
minimale égale au rendement
minimum du patrimoine propre.
Ces données peuvent être
retrouvées facilement.
Le SPF Finances adaptera-t-il sa
politique et toutes les personnes
morales seront-elles contrôlées
systématiquement en ce qui
concerne le dépôt d'une
déclaration? Disposera-t-on à
partir de l'année prochaine de
statistiques du nombre de sociétés
qui n'introduisent pas de
déclaration?
Le ministre donnera-t-il des
instructions pour accélérer la
procédure de taxation d'office?
Enfin, que compte faire le ministre
en ce qui concerne l'instauration
d'une base forfaitaire pour la
taxation d'office?
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
wijze alle rechtspersonen zullen worden gecontroleerd op het indienen
van de belastingaangifte? Welke aanzet gaat de minister hiertoe
geven?
Ten tweede, mag ik volgend jaar een statistiek verwachten per
rechtsvorm en belasting van het aantal vennootschappen die geen
aangifte in de vennootschaps of rechtspersonenbelasting indient?
Ten derde, zal de minister duidelijke instructies geven aan zijn
ambtenaren om de tergend trage en inefficiënte procedure van
ambtshalve aanslag door de rechtspersonen te versnellen?
Ten vierde, welke intenties hebt u, mijnheer de minister, inzake de
invoering van een forfaitaire grondslag bij ambtshalve aanslag. Zal de
regering dezelfde piste volgen als die welke ontwikkeld is door de
heer Van der Maelen in zijn wetsvoorstel?
09.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
eind april werd in de pers het nieuws verspreid dat bedrijven die geen
aangifte indienen voortaan forfaitair belast zullen worden. Ik viel, zoals
ook collega Van der Maelen, bijna van mijn stoel toen ik dat hoorde.
Waarom heeft men al die jaren niet gewoon die aanslag van
ambtswege toegepast? In tegenstelling tot collega Devlies meen ik
dat die voor kleinere bedrijven mogelijk is. Voor zover ik kon opmaken
uit de pers gaat het toch meer over kleine bedrijven, al zal het ook
over de grote bedrijven gaan. Het gaat ook over kleine nachtwinkels
en telefoonwinkels. Ik meen dat daarvoor die ambtshalve aanslag wel
toegepast kon worden. Waarom heeft men dat dan al die jaren niet
gedaan, mijnheer de minister?
Men kan gemakkelijk van de procedure van de aanslag van
ambtswege gebruikmaken wanneer een aangifte niet binnen de
gestelde termijn werd ingediend of wanneer er niet op tijd werd
geantwoord op een bericht van wijziging of wanneer geweigerd werd
aan de controleur de vereiste boeken en bescheiden voor te leggen
binnen de voorziene termijn. Gaat de belastingplichtige niet akkoord
met het bedrag van de aanslag van ambtswege, dan berust de
bewijslast bij hem, net als nu het geval is in het voorliggende
wetsvoorstel van collega Van der Maelen.
Ik zag dus niet onmiddellijk het nut in van het wetsvoorstel indien de
aanslag van ambtswege correct werd toegepast. Daarom heb ik u ook
gevraagd, mijnheer de minister, hoeveel aanslagen van ambtswege
er de jongste 10 jaar gevestigd zijn door de belastingadministratie? Ik
had graag dat aantal geweten en natuurlijk ook het aantal bedrijven
dat nooit een aangifte heeft ingediend. Maar nu verneem ik dat
daarover geen statistieken bestaan.
Een van de redenen waarom een bedrijf ontsnapt aan de aanslag van
ambtswege en aan elke aanslag trouwens is dat na een verhuis,
of de verandering van adres, de aanslag nooit toekomt. Ook de
verandering van de naam van de uitbater is een reden waarom de
aanslag van ambtswege nooit terechtkomt. Bijvoorbeeld, bij ons in
Sint-Truiden worden vele nachtwinkels door Sikhs uitgebaat. Die
personen van Indische afkomst heten allemaal Singh en zij lijken op
elkaar. Daardoor ontstaat er veel verwarring.
De nachtwinkels veranderen regelmatig van uitbater en de
09.02 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): A la fin du mois
d'avril, il a été annoncé dans la
presse que les entreprises qui ne
déposent pas de déclaration
fiscale seraient dorénavant
imposées de manière forfaitaire.
Dès lors, pourquoi l'imposition
d'office n'a-t-elle pas été pratiquée
dans le passé? Au contraire de
mon collègue M. Devlies, je pense
que ceci est également possible
pour les petites entreprises. La
procédure peut facilement être
entamée lorsqu'aucune
déclaration n'est déposée dans les
délais imposés ou quand l'on a
pas répondu à temps à un avis de
modification ou quand l'on a
refusé de présenter au contrôleur
les livres demandés. Si le
contribuable conteste le montant
de la taxation d'office, alors il lui
incombera de fournir la preuve,
comme prévu dans la proposition
de loi Van der Maelen. Je ne vois
donc pas, dans l'immédiat, l'utilité
de cette proposition.
Une des raisons pour lesquelles
les entreprises peuvent échapper
à la taxation d'office est que
l'imposition ne leur est jamais
parvenue à la suite d'un
changement d'adresse ou
d'exploitant.
Comment l'administration compte-
t-elle résoudre ce problème?
Comment peut-elle imposer le
titulaire d'une profession libérale?
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
administratie kan hen niet meer opsporen. Volgens de persberichten
naar aanleiding van dit wetsvoorstel zouden het toch vooral deze
nachtwinkels zijn die ontsnappen aan belastingcontrole.
Ik vraag mij af hoe dit wetsvoorstel deze verhuis en
naamsverandering kan aanpakken en deze bedrijven die geen vast
adres hebben forfaitair kan belasten. Hoe
gaat de
belastingadministratie de uitoefenaar van een vrij beroep forfaitair
belasten? De belastingadministratie moet toch over een minimum aan
informatie beschikken, bijvoorbeeld aankopen, onkosten, personeel,
en dan kan de controleur vergelijken met gelijkaardige
ondernemingen en zo een aanslag vestigen. Dat kon hij in het
verleden echter ook, die mogelijkheid bestaat al jaren.
Ik zou ook graag vernemen van mijnheer de minister waarom de
bestaande procedure van aanslag van ambtswege niet meer en beter
werd toegepast, een methode waarbij toch ook de mogelijkheid
bestaat van boetes tot 200%, en hoe mijnheer de minister het
probleem van de nachtwinkels met steeds wisselende uitbaters met
deze nieuwe maatregel denkt op te lossen.
Eens te meer wordt door deze zoveelste nieuwe maatregel duidelijk
dat het hele belastingsysteem veel te ingewikkeld is. Men moet bijna
een fiscaal expert zijn om een correcte aangifte in te dienen. De
complexiteit maar meer nog de zware fiscale druk leidt tot massale
belastingontduiking en een florerende zwarte economie en schrikt
potentiële investeerders af en zorgt voor een enorme administratieve
last. Een radicale hervorming van ons fiscaal stelsel zou met al deze
problemen komaf kunnen maken en tegelijkertijd een enorme
stimulans voor de economie kunnen vormen. Daarom durf ik voor de
tweede maal aan mijnheer de minister vragen de eerste maal was
naar aanleiding van de voorstellen van de partijvoorzitters Steve
Stevaert en Bart Somers in verband met de aftrek pensioensparen in
de commissie van 15 maart 2005, interpellatie 565 of de regering
een vlaktaks overweegt zoals die reeds bestaat in verschillende
voormalige Oostbloklanden waar nu een sterke economische groei is.
Ook in Nederland en de Verenigde Staten is de vlaktaks al een
programmapunt. Tot hier mijn vragen. De concrete vraag die ik heb
gesteld is of de heer minister weet hoeveel aanslagen van
ambtswege er de laatste tien jaar gevestigd werden en of dat
tenminste bijgehouden is.
Le contrôleur peut procéder à une
comparaison avec des entreprises
similaires: cette possibilité existe
depuis des années. Pourquoi la
procédure de taxation d'office n'a-
t-elle donc pas été appliquée plus
souvent et plus efficacement au
cours des dernières années?
Le régime fiscal se révèle une fois
de plus beaucoup trop complexe.
Cette complexité, combinée à la
pression fiscale trop élevée,
engendre un phénomène massif
d'évasion fiscale, décourage les
investisseurs et crée une charge
administrative énorme. Le
gouvernement envisage-t-il
d'instaurer un impôt unique ("flat
tax") comme dans certains pays
de l'ancien bloc de l'Est, qui
connaissent aujourd'hui une forte
croissance économique?
09.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, mevrouw Govaerts, er zijn twee belangrijke vragen.
Ten eerste, over de statistieken zijn er sinds enkele jaren heel wat
vragen geweest. Met een nieuwe minister is dat misschien altijd het
geval. In het verleden waren er echter geen statistieken in dat
verband.
Wat de eerste vraag over de statistieken betreft, er dient te worden
aangestipt dat de gegevens nopens het aantal bedrijven dat geen
aangifte indient voor de vennootschapsbelasting, enkel beschikbaar
zijn vanaf het aanslagjaar 2001. Tot het aanslagjaar 2003 is de
gevraagde informatie gebundeld in een tabel, die ik bij mij heb voor de
leden van de commissie.
Uit de tabel blijkt dat het relatieve aandeel van de niet-indieners
09.03 Didier Reynders, ministre:
Au cours des dernières années,
un grand nombre de questions ont
été posées à propos de données
statistiques mais ces chiffres
n'étaient pas disponibles. Les
données sur le nombre
d'entreprises qui ne rentrent pas
de déclarations à l'impôt des
sociétés ne sont disponibles qu'à
partir de l'exercice 2001. Entre
2001 et 2003, il y a eu plus de
330.000 déclarations et 9% des
sociétés n'ont pas rentré de
déclaration. Les données de 2004
ne sont pas disponibles,
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
tegenover het totale aantal aangiften nagenoeg stabiel blijft. Tussen
2001 en 2003 bedroeg het aantal aangiften meer dan 330.000. Het
aantal niet-indieners was iets meer dan 9%. Er waren dus tussen
31.000 en 34.000 niet-indieners.
Ten slotte merk ik op dat er geen relevante gegeven voorhanden zijn
voor het aanslagjaar 2004, vermits de inkohieringsactiviteiten nog aan
de gang zijn.
We hebben nu nieuwe cijfers. U zal proberen om nog andere
statistieken in handen te krijgen. Ik weet dat u om steeds meer
statistieken vraagt. Wij proberen ze te geven. Het opstellen van
dergelijke statistieken is echter, in vergelijking met het verleden,
nieuw voor ons departement.
Het aantal aanslagen van ambtswege wordt daarentegen wel
systematisch bijgehouden. Ik heb ook een tabel bij mij die een
overzicht biedt van het aantal aanslagen dat gedurende de
aanslagjaren 1994 tot en met 2003 van ambtswege werden
gevestigd. Het aantal aanslagen dat jaarlijks werd gevestigd,
schommelde telkenmale tussen 24.000 en 30.000 gevallen. Er was
een evolutie van het ene jaar tegenover het andere merkbaar. Ik zal
de tabel aan de leden overhandigen.
Wat betreft de statistieken van de Staat, kunnen we dus stellen dat
het om 9 à 10% van de gevallen gaat en om een aantal van iets
minder dan 30.000 aanslagen van ambtswege.
De tweede vraag ging over de te volgen werkwijze. Het geval van niet-
neerlegging van een aangifte door een vennootschap wordt door de
wet zelf vastgelegd.
Deze werkwijze laat de administratie toe over te gaan tot een aanslag
van ambtswege, a rato van het bedrag aan belastbare inkomsten dat
ze kan veronderstellen, rekening houdend met de elementen
waarover ze beschikt. De moeilijkheden om in bepaalde gevallen
elementen te verzamelen die tot een geldig vermoeden kunnen
leiden, zijn niet vreemd aan het zoeken van bijkomende bepalingen.
Ik gaf dit antwoord reeds in het kader van de bespreking van de
verschillende voorstellen van wet. Ik heb gezegd dat wij naar een
forfaitaire grondslag bij het niet-indienen van een aangifte in de
vennootschapsbelasting moeten gaan. Ik zal terzake een wetsontwerp
indienen. Misschien kan er eenzelfde behandeling komen als voor de
buitenlandse vennootschappen. Werken met een forfaitaire basis lijkt
me in ieder geval goed: dan doen tal van problemen zich niet meer
voor.
Indien nodig zal ik nagaan of het nodig is om over meer statistieken te
beschikken over de vennootschappen: per categorie, per juridische
vorm. Eerst en vooral proberen we een correcte inning te organiseren,
maar nieuwe statistieken sluit ik niet uit.
Wat de huidige procedure betreft zal ik meer details geven bij de
bespreking van ons nieuwe wetsontwerp terzake. Het volgt op het
begrotingsproces: in de namiddag is er een vergadering over de
begroting en dan zullen wij het wetsontwerp en alle elementen
betreffende de nieuwe procedure met een forfaitaire grondslag
l'enrôlement n'étant pas terminé.
Les Finances essaient de
transmettre le plus rapidement
possible leurs nouvelles données
statistiques. Le nombre de
taxations d'office est
systématiquement tenu à jour.
Entre 1994 et 2003, de 24.000 à
30.000 impositions ont été établies
chaque année. Je transmettrai aux
interpellateurs un tableau à ce
sujet.
La loi prévoit quelle procédure doit
être suivie si une déclaration n'est
pas rentrée. Dans pareil cas,
l'administration peut procéder à
une taxation d'office sur la base
d'un montant imposable présumé,
en tenant compte des données
disponibles.
Je déposerai un projet de loi afin
d'instaurer un prélèvement
forfaitaire au cas où la déclaration
fiscale dans le secteur de l'impôt
des sociétés n'a pas été rentrée.
Ce traitement pourrait être
analogue à celui qui est appliqué
aux sociétés étrangères.
En outre, je vais faire vérifier s'il
n'est pas nécessaire de disposer
de données statistiques plus
nombreuses. Toutefois, nous
devons d'abord nous concentrer
sur l'organisation d'une perception
correcte. Après la discussion du
budget, je présenterai le nouveau
projet de loi.
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
toelichten.
09.04 Carl Devlies (CD&V): Ik verneem dat de minister eindelijk wat
cijfergegevens ter beschikking zal stellen. Ik wil die cijfers bekijken,
maar het klopt niet dat de vragen echt nieuw zijn. In het verslag van
het Rekenhof van het jaar 2005 zien we reeds een vraag naar
toelichting bij de cijfergegevens.
Men stelde ook vragen over de automatisering en de informatie-
uitwisseling. Over die informatie-uitwisseling tussen de
gegevensbanken van Justitie en Economie heeft de minister niet
gesproken. U zei destijds dat het onderzocht werd, maar u gaf nu
geen bijkomende informatie.
Met betrekking tot het wetsontwerp van de regering hebt u ook nog
geen toelichting kunnen geven. Die zullen wij afwachten. U hebt ook
geen reactie gegeven op het voorstel dat wij zelf hebben
geformuleerd.
09.04 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre divulguera donc quelques
chiffres. Enfin! La Cour des
comptes les a déjà demandés
aussi. Mais le ministre n'a rien dit
au sujet de l'échange
d'informations entre les banques
de données des SPF Justice et
Economie. Et il n'a pas commenté
son projet de loi ni réagi à notre
proposition de loi.
09.05 Minister Didier Reynders: U vraagt altijd een eerste lezing van
een wetsontwerp vooraleer er wordt gereageerd. Ik zal u de tekst
bezorgen zodat u hem kunt lezen. Dat is beter dan iets te zeggen na
een eerste presentatie door de minister. Het is beter te wachten op de
tekst alvorens te reageren.
09.05 Didier Reynders, ministre:
Je fournirai à M. Devlies le texte
du projet de loi, de manière à lui
permettre d'en tenir compte dans
ses réactions.
09.06 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, na
vergelijking van de cijfers stel ik vast dat er ongeveer evenveel
bedrijven geen aangifte hebben ingediend als het aantal
aanzeggingen van ambtswege. Die cijfers zijn ongeveer dezelfde.
Heeft die aanzegging van ambtswege dan niet goed gewerkt?
Voorzitter: Luk Van Biesen.
Président: Luk Van Biesen.
09.06
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Le nombre
d'entreprises n'ayant introduit
aucune déclaration est
approximativement identique à
celui des notifications d'office. La
notification d'office constitue-t-elle
dès lors un échec?
09.07 Minister Didier Reynders: Neen, er zijn twee zaken. Er is een
aantal niet-indieningen, dus een percentage. Daarnaast zijn er de
taxaties ambtshalve, maar dat is niet hetzelfde aantal als het aantal
vennootschappen. Soms kan men niets doen. Men moet immers de
wet naleven. Men kan alleen reageren met de beschikbare gegevens.
Zonder beschikbare gegevens kan men geen taxatie ambtshalve
verrichten. Forfaitair zal het gemakkelijker zijn.
09.07 Didier Reynders, ministre:
Le nombre de notifications d'office
n'est pas identique à celui des
entreprises n'ayant introduit
aucune déclaration. Une taxation
d'office ne peut être appliquée que
lorsque des données sont
disponibles. Ce problème est
résolu par l'introduction de
prélèvements forfaitaires.
09.08 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Forfaitair zal goed zijn
voor de vennootschappen. Maar wat met de kleine eenmanszaken?
Zult u die zo kunnen belasten?
09.08
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Les
prélèvements forfaitaires
constituent une solution adéquate
dans le cas des sociétés, mais
ceux-ci peuvent-ils s'appliquer
également aux entreprises
individuelles?
09.09 Minister Didier Reynders: Ja, zonder aangifte is het normaal
dat men het zo doet.
09.09 Didier Reynders, ministre:
Il est normal que ces dernières
soient imposées de la sorte si
aucune déclaration n'a été
CRIV 51
COM 602
18/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
introduite.
09.10 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): En als zij geen adres
achterlaten?
09.11 Minister Didier Reynders: Een forfaitaire belasting betekent
nog niet dat men kan innen. Dat is een probleem voor de schatkist.
Dat is een tweede probleem. Het is het probleem van de invordering,
niet meer van de taxatie.
09.11 Didier Reynders, ministre:
La perception de cet impôt relève
des services de recouvrement.
09.12 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik vind het spijtig dat de
regering zoveel jaren verloren heeft laten gaan en dat er zoveel zwart
geld naar het buitenland is gegaan, zeker van de nachtwinkels.
Daarom wil ik een motie van aanbeveling indienen.
09.12
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Je dépose une
motion de recommandation étant
donné que le gouvernement n'est
pas intervenu pendant des années
et a laissé fuir à l'étranger des
sommes importantes d'argent noir.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Carl Devlies en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Carl Devlies en van mevrouw Marleen Govaerts
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de minister
- om het management van de FOD Financiën te verplichten een systematische controle op te zetten door
een elektronische informatie-uitwisseling met de gegevensbanken van de FOD Justitie en de
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie om na te gaan of alle bestaande rechtspersonen effectief
belastingaangiften indienen;
- het parlement de nodige statistische informatie ter beschikking te stellen waarbij het aantal uitgereikte en
ingediende belastingaangiften kan vergeleken worden met het aantal opgerichte rechtspersonen;
- het organiseren van een meer doelmatige en doeltreffende procedure van ambtshalve aanslag in de
vennootschaps- en rechtspersonenbelasting;
- een beleid te voeren waardoor zijn fiscale ambtenaren ten aanzien van de vennootschappen het
vennootschapsrecht doen naleven."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Carl Devlies et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Carl Devlies et de Mme Marleen Govaerts
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
- d'imposer à la direction du SPF Finances l'organisation d'un contrôle systématique, par le biais d'un
échange électronique d'informations avec les banques de données du SPF Justice et du SPF Economie,
PME, Classes moyennes et Energie, pour vérifier que toutes les personnes morales existantes introduisent
effectivement des déclarations fiscales;
- de fournir au parlement les informations statistiques nécessaires pour établir une comparaison entre le
nombre de déclarations fiscales envoyées et introduites, et le nombre de personnes morales créées;
- d'organiser dans le secteur de l'impôt des sociétés et de l'impôt des personnes physiques une procédure
de taxation d'office plus efficiente et efficace;
- de mettre en oeuvre une politique dans le cadre de laquelle les fonctionnaires du fisc font respecter le droit
des sociétés par les sociétés."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marleen Govaerts en de heer Hagen
Goyvaerts en luidt als volgt:
18/05/2005
CRIV 51
COM 602
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Carl Devlies en van mevrouw Marleen Govaerts
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
- de bestaande fiscale controlemechanismen eerlijk en consequent toe te passen voor alle
belastingplichtigen;
- het hele systeem van belastingen te vereenvoudigen zodat alle belastingplichtigen rechtvaardig belast
worden."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marleen Govaerts et M. Hagen
Goyvaerts et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Carl Devlies et de Mme Marleen Govaerts
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
- d'appliquer les mécanismes existants de contrôle fiscal de manière juste et cohérente pour tous les
contribuables;
- de simplifier l'ensemble du système fiscal de manière à ce que tous les contribuables soient taxés
équitablement."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Marie-Christine Marghem en door de heren Luc
Gustin, Bart Tommelein en Luk Van Biesen.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Marie-Christine Marghem et par MM. Luc Gustin, Bart
Tommelein et Luk Van Biesen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.47 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.47 heures.