CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 591
CRIV 51 COM 591
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
10-05-2005
10-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Philippe Monfils au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la position de la
Commission européenne sur la distinction entre la
thérapie germinale d'amélioration et la thérapie
germinale de correction" (n° 6472)
1
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
standpunt van de Europese Commissie inzake
het onderscheid tussen op verbetering gerichte
kiembaantherapie en correctieve
kiembaantherapie" (nr. 6472)
1
Orateurs:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Philippe Monfils, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
'power plate'" (n° 6640)
3
Vraag van mevrouw Mme Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de 'power plate'" (nr. 6640)
3
Orateurs: Hilde Dierickx, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Hilde Dierickx, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les mesures à
prendre en faveur des personnes défavorisées
qui utilisent le gaz naturel" (n° 6867)
5
Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "te nemen
maatregelen voor kansarmen die gebruik maken
van aardgas" (nr. 6867)
5
Orateurs:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur
"l'interdiction de l'importation et du commerce des
fourrures de chiens, de chats et de phoques"
(n° 6869)
7
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het import-
en handelsverbod op honden-, katten- en
zeehondenbont" (nr. 6869)
7
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la participation
des banques à la lutte contre les sites de
pornographie enfantine" (n° 6816)
9
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het betrekken van de
banken in het gevecht tegen kinderpornosites"
(nr. 6816)
9
Orateurs: Roel Deseyn, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Roel Deseyn, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'augmentation
des prix du gaz, liée à l'augmentation du prix du
pétrole" (n° 6840)
12
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de stijging
van de gasprijzen als gevolg van de stijging van
de olieprijs" (nr. 6840)
12
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Bart
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
scientifique, Bart Laeremans
Laeremans
Question de Mme Frieda Van Themsche au
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "un fonds d'assurance en cas de conditions
climatiques extrêmes" (n° 6284)
16
Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan
de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "een
verzekeringsfonds in geval van extreme
weersomstandigheden" (nr. 6284)
16
Orateurs: Frieda Van Themsche, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Frieda Van Themsche, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur ""l'étude intitulée
"Structure et Fonctionnement du marché de
l'électricité en Belgique dans une perspective
européenne"" (n° 6872)
17
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie "Structuur en
Functionering van de Elektriciteitsmarkt in België
in een Europees perspectief" (nr. 6872)
17
Orateurs: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Willy Cortois au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la réaction
européenne au projet de bibliothèque digitale de
la société Google" (n° 6874)
20
Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese reactie
tegen het project van digitale bibliotheek van de
firma Google" (nr. 6874)
20
Orateurs: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Willy Cortois, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
câblodistributeurs bruxellois et l'accès des
Bruxellois aux services de Telenet" (n° 6862)
22
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de Brusselse
kabelmaatschappijen en de toegang van de
Brusselaars tot de diensten van Telenet"
(nr. 6862)
22
Orateurs:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Bart Laeremans, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
25
Samengevoegde vragen van
25
- M. Jean-Marc Nollet au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le projet de dépôt de
déchets nucléaires à Fleurus-Farciennes"
(n° 6879)
25
- de heer Jean-Marc Nollet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het plan voor de
berging van nucleair afval in Fleurus-Farciennes"
(nr. 6879)
25
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'entreposage
de déchets faiblement radioactifs" (n° 6854)
25
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de opslag van laag
radioactief afval" (nr. 6854)
25
Orateurs:
Jean-Marc Nollet, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers:
Jean-Marc Nollet, Servais
Verherstraeten, Marc Verwilghen, minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
10
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
10
MEI
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.08 heures par Mme Anne Barzin, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur door mevrouw Anne Barzin, voorzitter.
01 Question de M. Philippe Monfils au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "la position de la Commission européenne sur la distinction entre la
thérapie germinale d'amélioration et la thérapie germinale de correction" (n° 6472)
01 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het standpunt van de Europese Commissie inzake het onderscheid
tussen op verbetering gerichte kiembaantherapie en correctieve kiembaantherapie" (nr. 6472)
01.01 Philippe Monfils (MR): Madame la présidente, M. le ministre
connaît très bien cette question, puisque nous avons discuté
récemment de ce projet de brevet en matière de biotechnologie. Nous
nous étions rendu compte que la directive européenne était, à cet
égard, un peu en retard par rapport à la situation actuelle, car elle
n'opérait pas de distinction entre les recherches qui ne peuvent faire
l'objet de brevet - parce qu'il s'agit d'eugénisme et d'amélioration de
l'espèce - et celles dont l'objet est l'éradication de maladies
génétiques pour la descendance. Il n'est pas normal que, dans la
mesure où la loi belge permet ce type de recherches, l'on ne puisse
pas également prendre de brevet sur les procédés mis au point.
C'est d'autant plus important que, demain, sera discutée à la
Chambre une disposition dont l'objet est de permettre le
fonctionnement du Conseil de la recherche sur les cellules souche.
Cela signifie que la loi portant sur l'organisation de la recherche dans
le domaine des embryons va donc fonctionner correctement.
Voici quelques semaines, M. le ministre avait dit qu'il allait entrer en
contact avec la Commission. Entre-temps, un parlementaire - en
l'occurrence, Antoine Duquesne - a posé une question à laquelle il a
été apporté une réponse extrêmement décevante. Car la réponse de
la Commission était formulée comme suit: "Indépendamment du fait
que la recherche puisse être autorisée au niveau national" - c'est
notre cas -, "une invention basée sur une modification de l'identité
génétique germinale d'un être humain ne saurait être brevetable au
01.01 Philippe Monfils (MR): In
de Europese richtlijn inzake
biotechnologie wordt geen
onderscheid gemaakt tussen
onderzoek naar eugenetica en
verbetering van de soort waarvoor
geen octrooi kan worden
toegekend, en onderzoek dat
gericht is op de uitroeiing van
genetisch bepaalde ziekten die de
afstammelingen kunnen
aantasten. De Belgische
wetgeving laat dergelijk onderzoek
toe en daarom zouden de
procédés die in dit domein tot
stand worden gebracht, ook
octrooieerbaar moeten kunnen
zijn.
Dit is des te belangrijker omdat we
eerlang een bepaling moeten
bespreken die ertoe strekt de
werking van de Raad voor
stamcelonderzoek mogelijk te
maken.
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
regard de l'article 6.2 b) de la directive." La Commission semble donc
adopter la position la plus dure, qui écarte une solution qui pourrait
considérer que ce qui a été visé par la directive ce sont évidemment
les recherches inacceptables, c'est-à-dire la thérapie germinale
d'amélioration, mais que la correction pourrait être autorisée.
Estimant qu'un ministre a plus de pouvoir qu'un parlementaire, je me
dis que vous auriez peut-être de meilleures nouvelles à nous
communiquer. Je vous demande simplement si vous avez déjà pu
prendre des contacts, si c'est la fumée noire, la fumée blanche ou si
au contraire, comme les convoyeurs, il faut attendre.
Hebt u al contact opgenomen met
de Commissie? Welk standpunt
neemt zij in?
01.02 Marc Verwilghen, ministre: J'ignorais que nous étions au
conclave!
Monsieur le député, tout d'abord, l'article 6 §2b de la directive du 6
juillet 1998 relative à la protection juridique des inventions biologiques
exclut de la brevetabilité, pour contrariété à l'ordre public et aux
bonnes moeurs, les procédés de modification de l'identité génétique
germinale de l'être humain.
L'article 4 §3, 2° du projet de loi modifiant la loi du 28 mars 1984 sur
les brevets d'inventions, en ce qui concerne la brevetabilité des
inventions biotechnologiques, prévoit une transposition littérale de
cette disposition.
Lors de la discussion en commission de l'Economie de la Chambre, le
1
er
mars dernier, vous avez déposé deux amendements en vue de
faire la distinction entre la thérapie germinale d'amélioration et la
thérapie germinale de correction. Alors que la première vise la simple
amélioration de l'espèce, la seconde a pour but d'éradiquer les
maladies génétiques telles que la mucoviscidose, l'hémophilie ainsi
que diverses maladies neuro-dégénératives. L'amendement n°11 a
été retiré en séance et remplacé par l'amendement n°17 qui propose
d'exclure de la brevetabilité les procédés de modification de l'identité
génétique germinale de l'être humain dans un but non thérapeutique.
Dans le cadre des discussions au sujet de cet amendement, dès lors
qu'il avait été opté pour la transposition littérale de la directive, j'ai
déclaré que je ne pouvais pas accepter l'amendement. Je me suis
cependant engagé à interroger la Commission européenne sur la
possible conformité de cet amendement par rapport à la directive. Si
la réponse s'avérait positive, cet amendement pourrait être inséré
dans la loi, à la faveur d'une modification ultérieure. A cette fin, j'ai
adressé une lettre au commissaire européen en charge du Marché
intérieur, M. Mc Creevy. A ce jour, aucune réponse officielle ne m'est
parvenue de la Commission européenne.
Parallèlement, des contacts officieux ont été pris par l'administration
de l'Economie avec le service de la Commission européenne en
charge de la propriété industrielle. De ces contacts, il est ressorti que
ce service est d'avis que l'amendement précité n'est pas conforme à
la directive suivant plusieurs motifs.
Premièrement, il introduit une distinction entre les procédés de
modification de l'identité génétique germinale non prévue par la
directive. Deuxièmement, techniquement, il n'est pas évident de
distinguer a priori, c'est-à-dire au moment de l'examen de la demande
01.02 Minister Marc Verwilghen:
Krachtens artikel 6 §2b van de
richtlijn betreffende de
rechtsbescherming van
biotechnologische uitvindingen
worden werkwijzen tot wijziging
van de germinale genetische
identiteit van de mens niet-
octrooieerbaar geacht. Artikel 4 §
3, 2° van het wetsontwerp tot
wijziging van de wet op de
uitvindingsoctrooien voorziet in
een letterlijke omzetting van die
bepaling.
De Europese Commissie moet
zich nog uitspreken over het feit of
het amendement dat ertoe strekt
werkwijzen tot wijziging van de
germinale genetische identiteit van
de mens voor niet-therapeutische
doeleinden als niet-octrooieerbaar
te beschouwen, met de richtlijn
overeenstemt.
Tegelijkertijd blijkt uit officieuze
contacten tussen het departement
Economie en de dienst van de
Europese Commissie die voor de
nijverheidseigendom instaat dat
voornoemd amendement niet met
de richtlijn overeenstemt.
Ten eerste maakt het een
onderscheid tussen de diverse
werkwijzen tot wijziging van de
germinale genetische identiteit,
terwijl de richtlijn daar niet in
voorziet. Ten tweede is het vanuit
technisch oogpunt niet
vanzelfsprekend om, wanneer de
octrooiaanvraag wordt onderzocht,
uit te maken of een werkwijze tot
wijziging van de germinale
genetische identiteit van een
menselijk wezen uitsluitend voor
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
du brevet, si un procédé de modification de l'identité génétique
germinale d'un être humain sera utilisé exclusivement dans un but
thérapeutique. Etant donné qu'il s'agit d'un procédé, celui-ci est
susceptible de différentes applications. Troisièmement, il convient de
distinguer, d'une part, la question réglée par la loi du 11 mai 2003
relative à la recherche sur les embryons in vitro qui règle l'octroi de
subventions publiques pour la recherche scientifique à but
thérapeutique portant sur des procédés de modification de l'identité
génétique germinale de l'être humain, et, d'autre part, la question de
la brevetabilité de telles procédures.
Dès que la réponse officielle de la Commission européenne sera
connue, je veillerai à vous en informer et à donner à mon
administration, si nécessaire, les instructions en vue d'assurer la
bonne suite de cette question.
Entre-temps, cette question à laquelle vous faites référence a reçu
réponse; je crains donc fort que la réaction de M. Mc Creevy qui ne
m'est pas encore parvenue soit du même ordre, ce qui nous mènera
dans un autre cas de figure.
een therapeutisch doel zal worden
toegepast. Ten derde moet een
onderscheid worden gemaakt
tussen enerzijds, de
aangelegenheid die wordt bepaald
bij de wet betreffende het
onderzoek op embryo's in vitro, die
de toekenning van overheids-
subsidies regelt voor het weten-
schappelijk onderzoek voor
therapeutische doeleinden inzake
werkwijzen tot wijziging van de
germinale genetische identiteit van
het menselijk wezen, en
anderzijds, de vraag of dergelijke
werkwijzen al dan niet
octrooieerbaar zijn.
Van zodra ik het officiële antwoord
van de Europese Commissie heb
ontvangen, zal ik u ervan op de
hoogte brengen.
01.03 Philippe Monfils (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Manifestement, la Commission européenne adopte une position dure
et totalement conservatrice, qui date d'il y a dix ans. La seule
possibilité serait qu'un jour, l'un ou l'autre parlementaire européen
s'efforce de modifier la directive. Cependant, comme on connaît la
composition du Parlement européen actuellement et l'attitude d'un
certain nombre de représentants de nouveaux pays, je doute fort
qu'on arrive un jour à une position progressiste dans ce domaine.
Heureusement, la Belgique a pris, elle, une attitude tout à fait
intéressante. Nous continuerons, je l'espère, à mener des recherches
dans ce secteur, mais nous rencontrerons certainement des
difficultés. Peut-être que, dans les cinquante ans à venir, nous finirons
par faire comprendre à ces pays que ce procédé n'est pas dangereux
et qu'il s'inscrit parfaitement dans une lutte qui doit permettre aux
citoyens européens et d'ailleurs de vivre mieux: ils ne devraient plus
subir les drames rencontrés à cause de maladies qu'il devient
possible d'éradiquer, mais toujours difficiles à traiter.
Monsieur le ministre, encore merci. Si, d'aventure, vous avez une
réponse, vous pourriez m'en communiquer une copie afin de
compléter mon dossier qui n'en sera pas clos pour autant.
01.03 Philippe Monfils (MR): De
Europese Commissie neemt
duidelijk een uiterst conservatief
standpunt in. Het blijft dus wachten
tot een of ander Europees
parlementslid het initiatief neemt
om de richtlijn aan te passen.
Ik hoop dat België in deze sector
onderzoek blijft voeren, vooral om
aan te tonen dat deze werkwijzen
perfect passen in een strijd die
burgers binnen en buiten Europa
zal toelaten een beter leven te
leiden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Mme Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de 'power plate'" (nr. 6640)
02 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
02.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijn vraag gaat inderdaad over de
power plate, de nieuwste rage in de fitnesswereld. Bij die toestellen
worden heel wat trillingen gebruikt, die een invloed zouden hebben op
02.01 Hilde Dierickx (VLD): Le
"powerplate" est un nouvel
appareil de fitness qui sert à
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
het neuromusculair gestel van het lichaam. Daaraan worden heel wat
positieve effecten toegeschreven: het zou goed zijn tegen cellulitis;
het geeft een snelle spieropbouw; er is een toename van de
flexibiliteit; de bloedsomloop wordt geactiveerd; het verbetert de
coördinatie en de conditie in het algemeen. Ik heb vragen bij die
nieuwe rage.
Tien minuten training met de power plate heeft ongeveer hetzelfde
effect op het lichaam bekomen als één uur conventionele training. De
power plate wordt al jaren gebruikt door professionals, namelijk door
kinesisten, artsen, fysiotherapeuten, bij de revalidatie na een ongeval
of na een ziekte. Dat gebeurt dan onder professionele begeleiding. De
voorbije maanden zijn er ook power plates te koop aan ongeveer 200
euro, terwijl een professioneel toestel meer dan 3.000 euro kost. Die
toestellen kunnen gekocht worden via internet, via postorderbedrijven,
in warenhuizen. Ik heb een probleem met de kwaliteit. Ik vraag me af
of die toestellen wel over een kwaliteitslabel beschikken, of die
fitnesstoestellen in het algemeen zo'n label krijgen en zeker of dat
met de power plate het geval is.
Mijn tweede vraag was eigenlijk, zoals u kunt zien, gericht aan de
minister van Volksgezondheid. Zijn er al negatieve effecten voor het
lichaam bekend bij gebruik van de power plate? Zo ja, worden daar
eventueel maatregelen voor genomen?
générer des vibrations dans le
corps. La stimulation neuro-
musculaire aurait des effets
positifs divers et permettrait à
l'utilisateur de faire l'impasse sur
de nombreuses heures d'entraîne-
ment. Dix minutes d'utilisation de
cet appareil seraient aussi
productives qu'une heure
d'entraînement conventionnel.
L'appareil est parfois utilisé sous
contrôle médical à des fins de
revalidation, de sorte que son
usage thérapeutique est justifié.
On produit aujourd'hui des
versions à usage familial qui sont
jusqu'à quinze fois moins chères.
Existe-t-il un label de qualité pour
ces appareils de fitness? Des
effets néfastes sont-ils connus en
cas de mauvaise utilisation? Le
ministre prendra-t-il éventuelle-
ment des mesures?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Dierickx, met de power plate is het zoals met de wetenschap en de
specialisatie in de wetenschap. Op de duur kent men alles over niets.
We spreken over onthaasting in deze tijd. Iedereen wil evenwel wel
met een minimum aan tijdverlies een maximum aan resultaat boeken.
Power plate is daar ongetwijfeld een voorbeeld van.
Laat ik eerst stellen dat er geen verplicht label bestaat voor
fitnesstoestellen. Fitnesstoestellen vallen wel onder de toepassing van
de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en
diensten. De producent is gehouden uitsluitend veilige producten op
de markt te brengen. Vermits de power plate ook een elektrisch
toestel is, moet het voldoen aan het koninklijk besluit betreffende de
elektrische veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Om de
conformiteit met de besluiten te bevestigen, dient de power plate de
markering CE te dragen. Dat is een officiële markering die hoe dan
ook op het toestel moet voorkomen. Dan beantwoordt het zowel aan
de wet van 9 februari 1994 als aan het KB voor de elektrische
veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit.
Tot op heden het tweede deel van uw vraag zijn er geen negatieve
gevolgen bekend van het gebruik van het product. Mijn diensten
zullen evenwel niet aarzelen om in te grijpen indien ze concrete
aanwijzingen krijgen omtrent de gevaren die aan de producten
zouden verbonden zijn. Dat moet allemaal in de voorwaardelijke wijs
worden uitgedrukt. Op dit ogenblik zijn er geen klachten bekend en is
er geen reden om op te treden.
Laten we zeggen dat het dossier voort van nabij zal worden gevolgd.
Mocht blijken dat er problemen zijn, zal worden opgetreden.
02.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il n'existe pas de label obligatoire
pour les appareils de fitness, mais
ceux-ci doivent répondre aux
normes de sécurité fixées par la loi
du 9 février 1994. Tous les
appareils électriques doivent
également être conformes aux
dispositions de l'arrêté royal relatif
à la sécurité électrique et à la
compatibilité électromagnétique.
Les appareils qui y répondent
portent un marquage CE.
L'utilisation du "powerplate" ne
semble pas avoir d'effets nuisibles
et aucune plainte n'a été
enregistrée à cet égard. Si
l'appareil s'avérait dangereux, mes
services interviendraient.
02.03 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor het duidelijk antwoord. Ik heb daar niets aan toe te
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
voegen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "te nemen maatregelen voor kansarmen die gebruik maken van aardgas"
(nr. 6867)
03 Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les mesures à prendre en faveur des personnes défavorisées qui
utilisent le gaz naturel" (n° 6867)
03.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb samen met een aantal collega's minister
Dupont tijdens de plenaire vergadering van 21 april 2005 ondervraagd
over de resultaten van het Stookoliefonds. Minister Dupont heeft een
uitgebreid antwoord gegeven, onder andere over de vier bijsturingen
die hij noodzakelijk achtte en die hij in overleg met u zou voorleggen
aan de Ministerraad.
Toch zijn er nog enkele onduidelijkheden.
Minister Dupont heeft in de plenaire vergadering slechts over een
globaal resultaat gesproken, namelijk over de toelage aan 40.000
gezinnen voor een bedrag van 3.200.000 frank. Ik heb toen
gerepliceerd dat dat geen bijster goed resultaat is, omdat de
officieuze cijfers dat moet ik er wel bij vermelden van het OCMW
van Antwerpen en het OCMW van Gent aantonen dat een hele groep
kansarmen in grootsteden geen gebruik hebben kunnen maken van
het Stookoliefonds. De meeste kansarmen in de grootsteden maken
immers gebruik van aardgasverwarming. Zoals u weet, komt die
categorie verwarmingsproducten niet in aanmerking voor het
verkrijgen van een premie via het Stookoliefonds.
Dat is de inleiding tot de vragen die ik u had willen stellen.
Het lijkt mij logisch dat de prijzen van aardgasproducten in dezelfde,
stijgende lijn zullen gaan als de prijzen van stookolieproducten.
Mijnheer de minister, kunt u mij hic et nunc een antwoord
verschaffen? Zo niet, dan mag dat ook schriftelijk gebeuren. Ik had
niettemin twee bijkomende vragen willen stellen.
Ten eerste, kunt u mij een meer gespecificeerd resultaat van het
Stookoliefonds geven? Ik bedoel daarmee de cijfers uitgesplitst over
de regio's en, nog belangrijker, uitgesplitst over de grootsteden en de
plattelandsgemeenten of kleinere gemeenten.
Het antwoord op mijn tweede vraag mag u mij ook schriftelijk laten
geworden. Wordt de evolutie van de aardgasprijzen in het oog
gehouden? Zijn er significante verschillen ten opzichte van het
verleden, in die zin dat de prijzen exponentieel zouden stijgen?
Mijn concrete vragen zijn de volgende. Ik heb ze u ook schriftelijk
laten geworden.
Zou het Stookoliefonds niet kunnen worden uitgebreid naar andere
verwarmingsproducten? Minister Dupont bleef daarover nogal vaag.
03.01 Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Le 21 avril, le
ministre Dupont a répondu en
séance plénière qu'il était
nécessaire d'apporter certains
correctifs au Fonds mazout et qu'il
soumettrait à cet effet des
propositions au Conseil des
ministres. Des données chiffrées
provenant d'Anvers et de Gand
indiquent que plusieurs catégories
de personnes défavorisées n'ont
pas pu bénéficier de ce fonds
parce qu'elles se chauffent au gaz
naturel. Mais les prix du gaz
augmenteront aussi!
Le ministre pourrait-il nous donner
des chiffres concernant l'utilisation
du Fonds mazout dans les
différentes régions, les grandes
villes et les petites communes?
Le ministre tient-il à l'oeil l'évolution
des prix du gaz naturel? Pense-t-il
que le Fonds mazout puisse être
transformé en fonds énergétique
général?
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Het werd alleszins niet vermeld in zijn vier bijsturingen. Zult u, samen
met minister Dupont, hiervoor aan de kar trekken? Vindt u het niet
noodzakelijk in het licht van de problematiek om het Stookoliefonds
om te vormen naar een algemener energiefonds?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Depoortere, ik zal eerst beginnen met de twee vragen die mij
schriftelijk werden bezorgd.
Ten eerste, ik kan u bevestigen dat er effectief overleg heeft
plaatsgevonden tussen mijn diensten en het kabinet van mijn collega
Dupont. Het overleg had vooral tot doel om de werking van het
Stookoliefonds in de voorbije winterperiode te evalueren. Uit dat
overleg kan nagegaan worden welke aanpassingen kunnen of moeten
worden doorgevoerd. Naar aanleiding van de toepassing van dat
Stookoliefonds, tijdens de huidige winterperiode, kunnen wij toch wel
een aantal besluiten trekken en kunnen wij misschien ook een aantal
aanpassingen doorvoeren. Daarvoor zijn wij momenteel in overleg.
Uw tweede vraag is veel verstrekkender. U zegt dat wij beter het
Stookoliefonds zouden omvormen tot een algemeen energiefonds.
Persoonlijk denk ik dat dat niet moet gebeuren. Het Stookoliefonds -
dat wil ik u toch even in herinnering brengen - werd specifiek
opgericht voor de maatschappelijk zwakkeren die zich verwarmen
met stookolie tijdens de wintermaanden en die het in tijden van hoge
olieprijzen - want ze zijn rechtstreeks afhankelijk van dat product -
moeilijk hebben om de factuur voor stookolie blijven te betalen.
Daarentegen zijn voor aardgas en elektriciteit, ook twee bronnen
waarmee men zich kan verwarmen, diverse sociale maatregelen
aangenomen. Er bestaat daar trouwens ook een sociaal fonds.
Misschien moet vroeg of laat nagegaan worden of die fondsen op
mekaar moeten afgestemd worden. Dat is een ander paar mouwen.
Principieel hebben wij hier de keuze gemaakt voor een structurele
maatregel voor degenen die zich met stookolie verwarmen op het
moment dat de stookolieprijzen de pan uitrijzen.
Ik kom dan aan uw twee bijkomende vragen.
Ik zal u de specificaties en de opsplitsingen bezorgen, maar u zal mij
de tijd moeten geven om dat op te zoeken.
Ik kan wel iets zeggen over de relatie die bestaat tussen de
aardolieprijs en de gasprijzen. Die aardolieprijs is een internationaal
gegeven. U weet dat. Er spelen wat dat betreft factoren die België
hoegenaamd niet in handen heeft en die bepalen hoe die prijs
verloopt. Dat is ook een probleem voor alle Europese lidstaten. U
weet dat er vorige week een interministeriële conferentie van de
OESO in Parijs is geweest. Daar waren dus veel meer landen
aanwezig dan alleen de Europese lidstaten. Het gaat daar toch over
ongeveer 45 landen, die hun inbreng doen. Daaruit blijkt heel duidelijk
hoe die aardolieprijs andere prijszettingen beïnvloedt, inbegrepen die
van aardgas.
De koppeling die tot stand is gebracht tussen de aardolieprijs en de
aardgasprijs is evenwel van die aard dat daar toch een tempering in
komt en dat daar ook een tijdverschil tussen bestaat. Wat dat betreft,
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Mes services et le cabinet du
ministre Dupont ont procédé à une
évaluation du fonctionnement du
Fonds mazout durant le dernier
hiver en vue de définir des
ajustements éventuels.
Nous n'envisageons pas la
création d'un fonds pour d'autres
sources d'énergie parce qu'il
existe déjà d'autres mesures
sociales pour le gaz et l'électricité.
Le Fonds mazout a été créé pour
permettre aux personnes
socialement défavorisées de
supporter l'augmentation des prix
du pétrole.
Je fournirai à M. Depoortere les
données relatives à l'utilisation du
fonds dans les villes et les
communes.
Le prix du pétrole est défini au
niveau international et influence le
prix de plusieurs autres produits.
Le gaz naturel va aussi augmenter
mais il ne sera pas
immédiatement influencé par le
renchérissement du pétrole. Nous
verrons plus tard s'il est
nécessaire de prendre des
mesures supplémentaires pour
encourager l'achat de gaz naturel.
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
mag men dus niet stellen dat automatisch een heel hoge aardolieprijs
een onmiddellijke stijging van de aardgasprijs met zich zou brengen.
Dat is niet het geval. Op termijn zal het er natuurlijk wel een invloed
op uitoefenen. Vandaar dat ik even terugkeer naar uw tweede vraag.
Het lijkt mij dan goed dat men misschien met betrekking tot een
aantal maatregelen binnen het sociaal fonds maar dan voor de
gasverwarming kijkt op welke manier een tegemoetkoming kan
gedaan worden mocht blijken dat die moet gebeuren.
03.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik zit toch nog met een aantal vragen.
Minister Dupont heeft op 21 april in zijn antwoord in de plenaire
vergadering gezegd dat hij de week erop al met de maatregelen naar
de Ministerraad zou trekken. Blijkbaar is dat nog niet het geval
geweest. Dat is één zaak. Ik denk nochtans dat die bijsturingen
dringend noodzakelijk zijn en ik denk dat iedereen daarvan overtuigd
is.
Twee, u vermeldt dat er reeds een aantal sociale maatregelen
bestaan specifiek voor gas en elektriciteit. Ik vind het alleszins al
verheugend dat we deze maatregelen en fondsen gaan onderwerpen
aan een serieuze doorlichting. Ook bij het Stookoliefonds zal aan de
nodige bijsturingen gewerkt worden om het nog efficiënter te maken.
Als u mij nu vertelt dat de aardgasprijzen misschien nu nog niet
dramatisch aan het stijgen zijn maar dat dit wel zal gebeuren, dan
vrees ik het ergste voor de kansarmen in de grootsteden. Ik blijf erbij,
mijnheer de minister, dat het Stookoliefonds zijn doel een klein beetje
heeft gemist in grootsteden zoals in mijn eigen stad Gent en zoals in
Antwerpen. Ik wacht alleszins uw schriftelijk antwoord af van de
uitsplitsing naar de regio's en naar de grootsteden. Nu moet ik het
stellen met officieuze cijfers en die zien er eerlijk gezegd niet bijster
goed uit.
03.03
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Le 21 avril
dernier, M. Dupont a promis de
soumettre des mesures au
Conseil des ministres au cours de
la semaine suivante. Il n'en a rien
été. Je me félicite de la décision
de revoir les mesures de soutien à
l'achat de gaz naturel et
d'électricité. Une hausse du prix
du gaz naturel aura des
conséquences dramatiques pour
les populations défavorisées dans
les villes. J'attends que le ministre
me transmette les chiffres.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Misschien nog zeer kort, mevrouw
de voorzitster, over de eerste opmerking die werd gemaakt. Ik heb
effectief gezien dat mijn collega Dupont de aankondiging heeft
gedaan, naar aanleiding van een mondelinge vraag denk ik die hem
in de commissie werd gesteld, van een aantal wijzigingen die hij
zinnens was tot stand te brengen. Dat was echter vooraleer de
evaluatie is gemaakt. Ondertussen hebben we de evaluatie gemaakt
en voeren we overleg over de punten die een aanpassing verdienen.
Laat ons zeggen dat het werk eigenlijk maar kan gebeuren en dat
men ook pas naar de Ministerraad kan gaan op het ogenblik waarop
men de volledige analyse heeft gemaakt en waarop er een aantal
voorstellen dienaangaande kan gefilterd worden. Er is echter volledig
overleg en er is een duidelijke richting die daaraan gegeven wordt en
die wellicht in de komende weken een oplossing zal krijgen.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
M. Dupont a annoncé des
modifications, mais il attendait
aussi les résultats d'une
évaluation. Celle-ci a à présent été
finalisée. Des propositions seront
formulées devant le Conseil des
ministres, afin qu'on puisse
rapidement aboutir à une solution.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het import- en handelsverbod op honden-, katten- en zeehondenbont"
(nr. 6869)
04 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'interdiction de l'importation et du commerce des fourrures de
chiens, de chats et de phoques" (n° 6869)
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, in 2003 had ik het trieste voorrecht om de
jaarlijkse gruwelijke slachting van zeehondenpups in Canada mee te
maken, op uitnodiging van een internationale
dierenrechtenorganisatie. Samen met collega Dedecker van de
Senaat, brachten we gruwelijke beelden mee naar huis die hun effect
niet hebben gemist. In januari 2004 kondigden toenmalig minister
Moerman, samen met haar collega's Van den Bossche en Demotte,
aan dat er een nationaal import- en handelsverbod zou komen op
zeehondenbont in België en ook op honden- en kattenbont.
Hiervoor was een wetsontwerp nodig. In afwachting van dit
wetsontwerp, werden een ministerieel besluit en een koninklijk besluit
genomen. Het ministerieel besluit strekte ertoe de vergunningsplicht
op te leggen voor de invoer van deze producten. Het KB strekte ertoe
de etikettering van dergelijke producten gemaakt uit dit soort bont te
verplichten. Bleef over het wetsontwerp.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot het
wetsontwerp? Het laatste wat ik hierover vernomen heb is dat er een
notificatieprocedure aan de gang is op Europees niveau.
04.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit) Les images que j'ai
ramenées de la chasse au phoque
à laquelle j'ai assisté il y a deux
ans ont bel et bien eu le résultat
escompté: en 2004, le gouverne-
ment a décidé d'interdire le
commerce de fourrures de chats,
de chiens et de phoques. Un
décret ministériel a déjà imposé
l'obligation de disposer d'un
permis et un arrêté royal a introduit
un label, mais le projet de loi
proprement dit se fait attendre.
Qu'en est-il?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega De
Meyer, u verwijst naar beelden die effectief hun doel niet hebben
gemist. Sneeuwvlakten kunnen mooi zijn. Als ze evenwel bevlekt
worden met het bloed van jonge zeehonden, ervaren de mensen dit
als bijzonder gruwelijk, zonder te spreken van de gruwelijke wijze
waarop de jonge en weerloze dieren worden omgebracht.
U hebt de gevolgen ervan zeer goed geschetst. In juli werd het
wetsontwerp voor notificatie overgemaakt aan de Europese
Commissie. Dit wetsontwerp legt het verbod op van de fabricage en
de commercialisering van producten die afgeleid zijn van zeehonden.
Ze vangen is dus nutteloos omdat hetgeen men eruit kan winnen niet
gecommercialiseerd kan worden. Omdat deze maatregel een
beperking oplegt aan het vrije handelsverkeer moet zulks verplicht
worden voorgelegd aan de verschillende lidstaten. Dat is de
notificatierichtlijn 98/34 van de Europese Gemeenschap.
Er zijn verschillende reacties gekomen, onder meer van Italië,
Denemarken en Groot-Brittannië. Er is ook een reactie gekomen van
Canada.
Diegenen die gereageerd hebben, hebben zich vragen gesteld bij de
uitzondering voor traditionele jacht en de gegrondheid van de
wettelijke basis, namelijk artikel 30 van het Europees
Gemeenschapsverdrag, en ook de conformiteit met het zogenaamde
LGO-verdrag, het verdrag van de landen en gebieden overzee.
Momenteel is België nog in onderhandeling met de Europese
Commissie om tot een consensus te kunnen komen. Vermits ook
Canada verschillende opmerkingen heeft en dit wetsontwerp al
meerdere malen op de agenda van de World Trade Organization
TBT-comité heeft gestaan, acht ik het belangrijk om een volledig
juridisch sluitend wetsontwerp over te maken aan het Parlement. Als
we dat niet doen springt men nog altijd in openingen en
uitzonderingen, die men zal proberen ten voordele van de jacht te
interpreteren. Daarom heb ik in overleg met het International Fund for
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le projet de loi qui interdit la
fabrication et la commercialisation
de produits dérivés du phoque est
soumis à la notification de la
Commission européenne, qui doit
la présenter à son tour à tous les
Etats membres puisque cette
dernière comporte une limitation
des échanges commerciaux.
Etant donné que ce projet a déjà
été porté à plusieurs reprises à
l'ordre du jour du comité TBT
(Technical Barriers to Trade) de
l'OMS et que le Canada a formulé
plusieurs observations à son sujet,
j'entends pouvoir présenter un
texte absolument inattaquable sur
le plan juridique. C'est pourquoi,
avec l'International Fund for
Animal Welfare (IFAW), je l'ai
confronté à la réglementation de
l'UE et de l'OMS. L'avis juridique
sera transmis à la Commission
européenne.
Le projet pourra être examiné en
commission de la Chambre dès
que la notification sera prête. J'ai
déjà demandé l'avis du Conseil
d'État pour gagner du temps.
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Animal Welfare het wetsontwerp getoetst aan de conformiteit met de
Europese regelgeving, maar ook met de regelgeving van de
Wereldhandelsorganisatie. De conclusies van het juridisch advies
worden nu samengevat en zullen worden overgemaakt aan de
Europese Commissie, want ik wil ze gebruiken als een bijkomend
wapen om dit wetsontwerp te ondersteunen. Ik hoop dat daarna alle
bezwaren van tafel zullen zijn en dat we in een nabije toekomst de
notificatieprocedure zullen kunnen afsluiten. Om geen tijd te verliezen
werd het wetsontwerp ondertussen aangepast aan het advies van de
Raad van State. Dat betekent dat, als de notificatie achter de rug is,
wij onmiddellijk met de onderhandeling daarvan hier in de commissie
kunnen beginnen.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
uitvoerig antwoord. Ik heb ook de kans gehad om het juridisch
argumentarium van het IFAW te kunnen lezen. Ik denk dat het een
sterk dossier is dat ons toch moet in staat stellen om binnen Europa
onze slag thuis te halen. Ik denk trouwens dat we in deze een
voorbeeldfunctie kunnen vervullen ten opzichte van Europa, want er
zijn heel wat landen die op het punt staan om diezelfde weg in te
slaan en met argusogen kijken wat het resultaat van onze harde
onderhandelingen op het Europese front zal zijn. Ik reken op de
minister om daar hard op tafel te kloppen, ten behoeve van de
weerloze dieren die dat niet zelf kunnen doen. Ik hoop van harte dat
het snel in orde komt, we kunnen alleen maar fingers crossed doen.
Ik weet in elk geval dat men ook in Nederland bezig is om een
regelgeving terzake op punt te stellen. Ook dat kan ons Europees
dossier versterken, in de mate dat meerdere landen het voortouw
nemen in deze zaak.
04.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): L'avis juridique énoncé en
collaboration avec l'IFAW étayera
l'argumentation. Il convient que la
Belgique remplisse une fonction
d'exemple à cet égard. Je compte
sur la fermeté du ministre. Le fait
que les Pays-Bas préparent eux
aussi une réglementation ne
pourra que nous conforter.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Dat is precies de reden waarom ik
absoluut wens dat wij een maximaal juridisch onderbouwd dossier
hebben. Als men ons voorbeeld wil volgen, wil ik er zeker van zijn dat
het een feilloos ontwerp is, voor zover iets feilloos kan zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het betrekken van de banken in het gevecht tegen kinderpornosites"
(nr. 6816)
05 Question de M. Roel Deseyn au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "la participation des banques à la lutte contre les sites de pornographie
enfantine" (n° 6816)
05.01 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, wat kindermisbruik via het internet betreft, zien wij
dat het fenomeen steeds grotere proporties aanneemt. Het is dan ook
wenselijk enkele nieuwe pistes te bewandelen om dat misbruik tegen
te gaan, ook gezien het feit dat het aantal oproepen bij Child Focus
blijft stijgen en er een steeds grotere commercialisering te noteren
valt, ondanks alle inspanningen terzake, van kinderpornosites op het
internet.
De strijd tegen die commercialisering lijkt tot nu toe eigenlijk niet
zoveel effect te hebben want meer en meer sites, vanop servers wel
of niet dicht bij huis, zijn moeilijk bereikbaar voor het gerecht. De
voorzitter van Child Focus heeft in dat verband onlangs een nieuwe
05.01 Roel Deseyn (CD&V):
Malgré la lutte contre la
pornographie enfantine diffusée
sur internet, le phénomène
acquiert des proportions de plus
en plus importantes, notamment
par le biais des serveurs
étrangers. A cet égard, Child
Focus insiste pour établir une
coopération avec les banques afin
de contrôler les transactions
bancaires des sociétés
spécialisées en pornographie
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
piste gelanceerd. Hij dringt er nu ook sterk op aan de banken bij de
strijd te betrekken. Ik meen dat de man in kwestie terecht stelt dat
banken zich niet mogen laten gebruiken voor de geldstromen die door
zulke verwerpelijke en criminele activiteiten worden opgeroepen. Hij
zegt dat het toch ook de plicht van de banken en van de overheid is
om dat financiële circuit te blokkeren. En de voorzitter van Child
Focus kan het weten want hij komt ook uit de bancaire wereld.
In dat verband had ik graag, mijnheer de minister, enkele zaken naar
voren gebracht.
Ten eerste, bestaat er op dit moment een wettelijke verplichting
waardoor banken transacties van particulieren naar buitenlandse
kinderpornobedrijven on line kunnen weigeren, of zelfs eventueel
moeten weigeren? Zo ja, dewelke? Het zou goed zijn daarover een
stand van zaken te krijgen. Indien de wet ontoereikend zou zijn om
het fenomeen adequaat aan te pakken, hoe staat u er dan tegenover
om in zo'n verplichting te voorzien?
Ten tweede, laten wij het concrete geval bekijken van een individuele
burger die kinderporno tegen betaling op het internet vaststelt en
daarvan aangifte doet, en de website blijkt te opereren vanaf een
buitenlandse server, terwijl de wetgeving van het land waar de server
is geplaatst dat toelaat. Wat is daar het arsenaal aan acties dat kan
ondernomen worden? Natuurlijk is er een gedragscode en er is ook
een ethische code in voorbereiding met de operatoren hier. Maar hoe
kan de consument hier in zekere mate gestraft worden of
afgeschermd worden van zulke servers die in het buitenland
opereren?
Ten derde, wat de piste betreft die door Child Focus wordt
voorgesteld, inzake een mogelijk verplichte samenwerking met de
banken, is er vanuit uw kabinet of vanuit de overheid contact geweest
met hen om daar concreet gestalte aan te geven en inzake die
samenwerking zo een dwingender karakter op te leggen aan de
bancaire sector bij zulk misbruik?
Ten vierde en ten slotte, welke acties in samenwerking dan met het
ruimere bedrijfsleven, niet alleen de banken maar ook de providers
zal in de nabije toekomst ondernomen worden om precies op dat punt
wat meer vooruitgang te boeken? Ik zeg het nogmaals: wanneer de
resultaten geëvalueerd worden, merken wij telkens dat het probleem
grotere proporties aanneemt en dat de huidige middelen zeker niet
toereikend zijn om het fenomeen in te dijken.
enfantine.
Existe-t-il pour les banques des
obligations légales leur permettant
de refuser les transactions de
particuliers vers des sociétés
étrangères de pornographie
enfantine? Quelle mesure peut-on
prendre contre la pornographie
enfantine diffusée par un serveur
étranger? Le ministre a-t-il déjà
discuté avec Child Focus d'une
éventuelle coopération avec le
secteur bancaire? Quelles
mesures le ministre va-t-il prendre
en collaboration avec le secteur
économique
banques,
fournisseurs de services pour
contrecarrer la pornographie
enfantine sur internet?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Deseyn, ten eerste, ik dank u voor uw vraag. Het is immers een vraag
die meer dan de moeite loont om te worden gesteld.
U weet dat België altijd een belangrijke voorbeeld- en voortrekkersrol
heeft gespeeld in de strijd tegen mensenhandel en tegen een van de
uitingsvormen daarvan, de kinderpornografie. Dat was in het verleden
al het geval. Wij hebben het geluk de bestrijding ervan tijdens het
Belgische voorzitterschap te hebben kunnen uitstrekken tot het
volledige Europese grondgebied. Er is nu een definitie. Er is ook een
minimumstrafmaat die overal van toepassing is. Dat bewijst nogmaals
dat we, als we het fenomeen willen aanpakken, multidisciplinair maar
ook zo internationaal mogelijk moeten werken. Hoe groter de schaal,
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
La lutte contre la traite des êtres
humains et la pornographie
enfantine ressortit avant tout à la
compétence de la ministre de la
Justice. Je ne pourrai dès lors
fournir qu'une réponse incomplète.
En dehors des obligations liées au
blanchiment des capitaux, il
n'existe pas de loi imposant aux
banques de refuser des
transactions en faveur d'entre-
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
des te beter het resultaat kan worden gegarandeerd.
Toch moet ik u zeggen dat er een keuze werd gemaakt. De keuze
bestaat erin dat in de eerste plaats het domein tot de bevoegdheid
van de gerechtelijke autoriteiten en, binnen de uitvoering van het
strafrechtelijk beleid, ook tot de bevoegdheid van de minister van
Justitie behoort.
Ik zal u dus maar een gedeeltelijk antwoord kunnen verschaffen, met
name een antwoord dat betrekking heeft op een sector die
gedeeltelijk onder controle is van de economie.
Buiten de verplichtingen inzake de strijd tegen het witwassen bestaan
er geen wettelijke verplichtingen in hoofde van banken om transacties
naar buitenlandse kinderpornobedrijven on-line te weigeren. Er is dus
niet in een wettelijke grond voorzien.
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de
bankkaartbedrijven en de banken.
In het eerste geval heeft het bankkaartbedrijf een overeenkomst met
een vennootschap die betalingen met de kaart zal aanvaarden.
Bankkaartbedrijven kunnen derhalve wel een zekere waakzaamheid
in acht nemen. Ze zijn echter ook gelimiteerd in hun interventies.
In het geval van een overschrijving is er geen enkele overeenkomst
tussen de Belgische bank en de buitenlandse, begunstigde
vennootschap. De bank treedt bij overschrijvingen gewoon op als een
tussenpersoon, zonder meer. Zij oordeelt niet over het bedrag van de
overschrijving, noch over de reden van de betaling, noch over de
begunstigde ervan. Zij voert dus gewoon uit. De wet ter bescherming
van het privé-leven verbiedt overigens dat de bank een oordeel zou
vellen over de aard van de betaling.
Het lijkt mij dat er in elk geval grote, praktische belemmeringen
bestaan om een dergelijke samenwerking efficiënt te laten verlopen.
Wie oordeelt over de lijst met verboden rekeningnummers? Wat als
de vennootschap gewone, nieuwe rekeningen opent? De
vennootschappen zullen natuurlijk een uitwijkkanaal zoeken. Wanneer
is een transactie verdacht? Wie zal de lijsten aanpassen? Bovendien
valt om evidente reden een initiatief beperkt tot het Belgische
grondgebied al helemaal uit te sluiten.
Het spreekt voor zich dat de vennootschappen en de gebruikers, die
zich bezighouden met dit soort van verwerpelijke handel, zwaar
moeten worden gesanctioneerd.
De rol van de banksector, als uitvoerder van de overschrijving, kan
niet anders dan beperkt worden tot het leveren van het bewijs van
bepaalde transacties in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Dat
is natuurlijk op zich al een heel belangrijke stap voorwaarts want dit
kan het breekijzer vormen in de strijd tegen mensenhandel en
kinderpornografie. Wat dat betreft, moet volgens mij in een zo ruim
mogelijke context ik denk dat de Europese scène daarvoor
uitermate geschikt is worden gestreefd naar een vergelijk dat in die
richting gaat. Ik herhaal nogmaals: men kan niet meer doen dan hen
de bewijsverplichting op te leggen.
prises étrangères de pornographie
enfantine. Les entreprises de
cartes bancaires peuvent faire
preuve d'une certaine vigilance
parce qu'elles ont conclu un
contrat avec les sociétés qui
acceptent les paiements par carte
bancaire. Lors d'un virement, il n'y
a pas de contrat entre la banque et
la société étrangère. La banque
sert seulement d'intermédiaire et
est en outre tenue de respecter la
loi relative à la protection de la vie
privée.
D'autres problèmes se posent,
notamment en ce qui concerne
l'établissement de la liste des
numéros de compte interdits. Une
société peut en outre ouvrir un
nouveau compte. Une initiative
limitée au territoire belge serait
sans intérêt.
Voilà pourquoi le rôle des banques
se limitera à la production de la
preuve de certaines transactions.
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
05.03 Roel Deseyn (CD&V): Ik dank de minister voor zijn antwoord
en voor de expliciete aandacht die hij aan de problematiek besteedt.
Uiteraard zijn er heel wat praktische belemmeringen bij de evaluatie
van deze problematiek. De banken spelen in deze een louter
uitvoerende rol.
Als ik het goed begrijp is er nog geen kader om deze informatie vanuit
de banken adequaat aan te leveren wanneer er overtredingen zijn.
Dat is op zijn minst een sleutel tot verbetering in de aanpak van de
problematiek. Ik zal ook niet nalaten om in overleg met de mensen
van Child Focus creatieve voorstellen te doen. Bovendien zal ik niet
nalaten om uw collega, de minister van Justitie, hierover te
ondervragen.
05.03 Roel Deseyn (CD&V):
Pour l'instant, il n'existe pas
encore de cadre pour
la
communication adéquate de
données. Cela pourrait déjà
apporter une solution partielle au
problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de stijging van de gasprijzen als gevolg van de stijging van de olieprijs"
(nr. 6840)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'augmentation des prix du gaz, liée à l'augmentation du prix du
pétrole" (n° 6840)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, wij zijn zeer bezorgd over de prijzen, die de consumenten
moeten betalen voor benzine, diesel, stookolie en straks ook voor
aardgas.
Als de mensen gaan tanken, worden zij nu al aan de pomp uitgeperst.
Mensen stellen de aankoop van stookolie uit wegens de prijs. Dat zal
wellicht niet veel helpen, aangezien de prijzen nog zullen stijgen. Door
het clicketsysteem dat de regering heeft ingevoerd, betaalt men wel
de verhogingen. Als er echter een verlaging komt, geniet de
consument maar van de helft van de verlaging.
De recent aangekondigde maatregel van minister Vande Lanotte in
verband met de verlaging van de BTW op het moment dat diesel of
stookolie een referentieprijs zullen bereiken, lost heel weinig op. De
referentiewaarde is immers zeer hoog en het gaat bovendien niet echt
om een daling, maar hoogstens om het betalen van iets minder BTW.
Voor het overige wordt er aan de prijs niets gedaan.
Mijnheer de minister, gezien de koppeling van de aardgasprijs aan de
petroleumprijzen, weliswaar in uitgesteld relais, kunnen wij nu ook
verwachten dat de prijs van het aardgas op een bepaald ogenblik zal
stijgen. De verbruiker zal dus weer de dupe zijn. Op die manier wordt
de koopkracht van de mensen ernstig aangetast en rijft de overheid
meer taksen en accijnzen binnen. Voor het overige doet de overheid
weinig.
Mijnheer de minister, ik wil u de volgende vragen stellen. Aardgas
wordt nogal gepromoot zowel door leveranciers als door de overheid.
Wat was het aardgasgebruik het voorbije jaar? Beschikt u over
cijfers? Vindt u niet dat energiediversificatie nodig is? Mijn
belangrijkste vraag ten slotte is welke maatregelen u of de regering
zullen nemen om de hoge prijzen voor olie- en aardgasproducten af te
remmen ten gunste van de consument.
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
Le prix du gaz naturel étant lié à
celui du pétrole, les utilisateurs de
gaz naturel pourront s'attendre à
une hausse des prix dans la foulée
de la montée des prix du pétrole.
Les pouvoirs publics quant à eux
se contentent d'encaisser les
accises et les taxes, et
n'interviennent pas pour le reste.
Quelle était la consommation de
gaz naturel l'année dernière?
Quelle est la position du ministre
par rapport à la diversification
énergétique? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour mettre un
frein à la flambée des prix des
produits pétroliers et du gaz
naturel?
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Creyf, wat uw eerste vraag betreft, het aardgasverbruik bedroeg het
voorbije jaar 17 miljard kubieke meter. Voor exacte cijfers van de
voorbije jaren verwijs ik graag naar de website van het ministerie van
Economische Zaken, rubriek Energie en Energiestatistieken, waar u
die informatie op een uitgebreide wijze kunt consulteren. We moeten
in alle geval een belangrijke stijging vaststellen van het
aardgasverbruik. In de toekomst zou dat gelet op de Kyoto-
doelstellingen nog kunnen toenemen.
Ten tweede, ik deel uw mening dat er een gezonde vorm van
diversificatie van energiebronnen nodig is. Niet alleen gas en olie
moeten gebruikt worden. Ik denk dat ook de alternatieve
energiebronnen zoals biomassa en wind een rol kunnen spelen bij de
elektriciteitsproductie. De regering neemt de nodige stappen om de
diversificatie aan te moedigen en hiervoor een stabiel regelgevend
kader te scheppen. Ik verwijs hierbij als voorbeeld naar het
windmolenpark voor de kust. Een energiediversificatie moet echter
steeds vanuit een tweeledig perspectief benaderd worden, namelijk
de garantie inzake bevoorradingszekerheid en de impact op de finale
prijs. Die twee zaken kunnen niet los van elkaar gedacht worden. In
elk geval, men pleit voor die diversificatie en doet dat zelfs op het
grootst mogelijke internationale niveau. Het Kyoto-verdrag is daar een
goed voorbeeld van.
Ik kom tot uw derde vraag. De evolutie van de aardolieprijs is een
proces dat zich op de internationale markten afspeelt. Wat zich in ons
land voordoet, speelt zich ook af in andere lidstaten van de Europese
Unie. België is daar absoluut geen uitzondering op en alle andere
Europese lidstaten worden met eenzelfde evolutie geconfronteerd.
Dat heeft mij trouwens toegelaten om daarstraks in antwoord op een
vraag van de heer Depoortere te verwijzen naar een samenkomst van
de OESO, een interministeriële conferentie verleden week die over
deze punten is gegaan. Het klopt dat de petroleum- en aardgasprijzen
aan elkaar zijn gekoppeld. De koppeling voorziet echter in een
tempering en ook in een vertraging van de evolutie binnen de
petroleummarkt op de prijzen van aardgas. Er wordt dus ook gepleit
om maximaal die weg verder te blijven bewandelen. Daarenboven u
hebt daarnaar verwezen
zou er ook een aantal
kortetermijnmaatregelen kunnen worden genomen. Die zijn echter
van fiscale aard en behoren dus niet tot de bevoegdheid van de
minister van Energie, maar wel van de minister van Financiën. Ik
moet wel zeggen dat ik vorige week in Parijs heel goed heb kunnen
vaststellen dat de OESO zeer huiverachtig staat tegenover dergelijke
maatregelen, precies omdat zij vreest dat die andermaal een aanzet
zullen zijn om misschien te gemakkelijk te verbruiken en dus niet
energiebesparend te werken, met alle gevolgen van dien. Het is dus
een wapen dat op een bijzonder voorzichtige wijze moet worden
gehanteerd en waarvoor een discussie moet kunnen worden gevoerd
met de bevoegde minister.
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
17 milliards de mètres cubes de
gaz naturel ont été consommés en
2004, ce qui représente une
hausse considérable. Les chiffres
exacts peuvent être consultés sur
le site internet du département des
Affaires économiques, sous la
rubrique "Statistiques
énergétiques". Vu les objectifs de
Kyoto, la consommation pourrait
du reste encore augmenter.
Une diversification saine est
nécessaire. Le gaz et le pétrole,
mais également les sources de
substitution telles que la biomasse
et le vent, peuvent jouer un rôle
dans la production d'électricité. Le
gouvernement crée un cadre
réglementaire stable. Je me réfère
au parc à éoliennes devant la côte.
Deux facteurs sont importants
dans la discussion: la garantie
d'un approvisionnement suffisant
et l'impact du prix final. Kyoto
démontre bien que l'on préconise
la diversification, même au niveau
international le plus élevé.
L'évolution du prix du pétrole
constitue un phénomène
international. Les prix du pétrole et
du gaz naturel sont en effet liés,
bien qu'une modération et un
ralentissement de la hausse des
prix du pétrole à l'égard des prix
du gaz naturel aient été prévus.
M. Reynders est compétent en ce
qui concerne les mesures fiscales
à court terme. Il s'est avéré la
semaine dernière, au cours d'une
réunion qui s'est tenue à Paris,
que l'OCDE n'est pas très
favorable à ces mesures. L'objectif
n'est pas d'inciter le
consommateur à consommer
davantage. Par conséquent, la
prudence est de mise.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het is inderdaad een vaststelling dat het gebruik van aardgas serieus
stijgt. In het hele kader van de prijszetting en van de
opleveringszekerheid is diversificatie nodig. We zullen tot het debat
06.03 Simonne Creyf (CD&V):
La diversification, qui est
indispensable, devra faire l'objet
d'un débat. A mon sens, le parc à
éoliennes de C-Power ne constitue
d'ailleurs pas un bon exemple car
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
terzake moeten durven overgaan. Mijnheer de minister, ik weet
trouwens niet of de verwijzing naar het C-Powerdossier in de
Noordzee nu wel zo een goed voorbeeld is van diversificatie en van
prijszetting en zekerheid.
C-Power is een serieus kostprijsstijgend project. Anderzijds, wat
betreft de zekerheid, u weet ook dat er back-up-energie nodig zal zijn.
Vanwaar zal de back-up-energie komen? Ze zal allicht ook komen
van de klassieke energie en eventueel van kernenergie. Laten we dus
ook het debat rond diversificatie echt voeren.
Ten derde, wat betreft de prijzen en de politiek van de huidige
overheid, mijnheer de minister, ik stel vast dat de overheid echt in
gebreke blijft om serieuze tussenkomsten toe te kennen aan de
mensen en aan de gezinnen. Ik weet dat de medaille een keerzijde
kan hebben. U zegt dat, als de overheid het voor de verbruiker
gemakkelijk maakt, misschien de incentive verdwijnt om op de
wereldmarkt de prijzen te doen dalen. Dat is echter van tweede orde.
Bovendien is het nog maar de vraag of deze redenering internationaal
opgeld maakt. In elk geval blijft de overheid in gebreke tegenover de
mensen, vooral omdat de overheid zelf zwaar wint aan alle taksen,
BTW en accijnzen. De overheid is degene die in eerste instantie
voordeel haalt uit de prijsverhogingen. De overheid moet meer doen
om aan de verbruikers meer terug te geven, zeker van het deel dat zij
aan de overheid betalen via taksen, BTW en accijnzen.
ce projet fait grimper les prix.
En matière de politique des prix,
les pouvoirs publics, dont les
finances sont substantiellement
alimentées par la TVA, les taxes et
les accises, doivent mieux soutenir
les familles.
06.04 Minister Marc Verwilghen: Men moet weten wat men wil.
Enerzijds pleit men voor diversificatie. Als de overheid dan kiest voor
diversificatie, is er ook kritiek. Ik geef toe dat er verschillende
methodes zijn om de diversificatie uit te voeren, zoals
windmolenparken en biomassa, die alternatieve energiebronnen zijn
en die hun voor- en nadelen hebben. Het is echter natuurlijk nooit
goed in deze omstandigheden.
Ik vind dat de regering een keuze gemaakt heeft om ook de
alternatieve vormen van energie wel au sérieux te nemen.
Windenergie wordt opgewekt onshore en offshore. Offshore is een
federale bevoegdheid, onshore is een regionale bevoegdheid. Ik vind
dat wij die kaart volop moeten trekken en zien wat dat in het debat zal
bijbrengen en of wij effectief in staat zullen zijn voor een stuk eigen
energie te winnen, quid de kostprijs van die energie.
U zegt dat de regering zeer weinig doet. Ik stel alleen maar vast dat
de regering én op het vlak van aardgas én op het vlak van aardolie én
op het vlak van elektriciteit sociale fondsen tot stand heeft gebracht
om in de meest elementaire behoeften van de mensen te kunnen
voorzien.
Er blijft dan nog het probleem van het voorzien van
petroleumproducten aan de pomp. U hebt een punt. Er wegen daar
heel wat lasten op. Er zou tegelijkertijd een aantal inspanningen
geleverd moeten worden. Toen ik indertijd een voorstel heb gedaan
om over die levensnoodzakelijke producten toch eens een
denkoefening te maken, om te weten welke de heffing van de BTW
erop zou moeten zijn, dan heb ik vastgesteld dat u de eerste was om
mij ermee uit te lachen en dat er heel weinig steun van uw zijde
kwam. Ik werd toen met de meest belachelijke zaken geconfronteerd.
Als ik mij niet vergis, sprak ik toen als burgemeester of toekomstig
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
On plaide d'une part pour la
diversification, mais on émet des
critiques si le gouvernement
s'engage réellement dans cette
voie et considère sérieusement les
énergies alternatives. Il a d'ailleurs
créé des fonds sociaux en matière
de gaz naturel, de pétrole et
d'électricité.
En ce qui concerne l'approvi-
sionnement en carburants à la
pompe, les charges sont
effectivement lourdes. Mais
lorsque j'ai tenté d'ouvrir la
discussion sur la TVA il y a un
certain temps, Mme Creyf ne m'a
guère soutenu. Je maintiens que
la charge de base ne peut être
trop élevée.
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
burgemeester van Knokke. De humor van uw betoog is mij toen
compleet ontgaan. U zult met mij echter toch nog eens moeten
nadenken over het feit dat, als men een incentive wil geven aan de
bevolking met betrekking tot producten die essentieel zijn om te leven,
men misschien toch wel eens zou moeten durven voor ogen te nemen
dat men de basislast die erop weegt, best niet te hoog zou nemen.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik denk dat ik de laatste ben om te zeggen dat wij over al
deze zaken geen debat moeten aangaan. Integendeel, ik heb al vaker
gevraagd naar een debat. Ik heb een debat over diversificatie
gevraagd. U hebt beloofd dat wij dat zullen krijgen. Ik hoop dus dat wij
het zullen krijgen.
Ik was vorige week in het Vlaams Parlement toen McKinsey de studie
heeft voorgesteld. Bij ongewijzigd beleid zullen wij in 2030, als ik mij
niet vergis, voor meer dan 80% afhankelijk zijn van aardgas voor onze
bevoorrading. Het debat over diversificatie moeten wij dus niet
morgen voeren, maar vandaag.
Ten tweede, over de vermindering van de BTW heb ik u daarover
inderdaad ondervraagd in de plenaire vergadering. Het is niet dat wij
het debat over de vermindering niet willen. Maar het is er mij vooral
om te doen, mijnheer de minister, om te weten of u sprak in naam van
de regering dan wel in eigen naam. Als u alleen maar eenvoudige
ideetjes lanceert, dan meen ik dat de bevolking genoeg heeft van
leuke ideetjes die worden gelanceerd als ze niet gedragen worden.
Dat was mijn punt en dat was de reden waarom ik het enigszins heb
geridiculiseerd. Als u morgen naar hier komt met een voorstel van
heel de regering voor een verlaging van de BTW tot 6 procent, dan
zal ik de eerste zijn om u daarvoor te feliciteren.
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
J'espère vraiment que le débat sur
la diversification aura lieu
prochainement. A politique
inchangée, nous dépendrons, d'ici
2030, du gaz naturel pour 80% de
notre approvisionnement énergé-
tique. C'est du moins ce que le
bureau Mc Kinsey a affirmé la
semaine dernière au Parlement
flamand.
J'applaudirais certainement à une
éventuelle réduction de la TVA à
6% mais le gouvernement doit
cesser de lancer des idées
gratuites qu'il ne réalisera pas.
06.06 Minister Marc Verwilghen: Ik herinner mij zeer goed de
periode van de eerste oliecrisis. Toen was dat debat ook aan de orde
en toen was u in de mogelijkheid om een dergelijke maatregel te
nemen. Ik heb die toen ook niet gezien.
Ik blijf erbij dat men daartoe vroeg of laat zal moeten komen. De
fiscale druk op een elementaire voorziening die energie is voor de
huishoudens en de bedrijven, is van die aard dat men wat dat betreft
stappen zal moeten zetten. Trouwens, ik heb de vergelijking gemaakt.
De gemiddelde heffing in de Europese Unie ligt een stuk lager dan bij
ons.
06.06 Marc Verwilghen, ministre:
Je voudrais rappeler à Mme Creyf
que, lors de la première crise
pétrolière, aucune diminution de la
TVA n'avait été décidée non plus.
Tôt ou tard, cette mesure, qui
répond à un besoin élémentaire
des familles et des entreprises,
s'avérera indispensable. Le taux
moyen dans l'Union européenne
est par ailleurs nettement inférieur
au taux belge.
06.07 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik wil nog
zeggen dat ten tijde van de eerste energiecrisis als eerste initiatief de
autoloze zondagen werden gelanceerd. Dat is maar een van de
voorstellen die toen werden gelanceerd. Zeggen dat er toen niets
gebeurde en dat er nu van alles gebeurt, is wel lichtelijk overdreven
meen ik.
06.07 Simonne Creyf (CD&V):
Lors de la première crise
pétrolière, les dimanches sans
voiture ont été instaurés. Des
initiatives ont bien été prises à ce
moment-là.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Wij komen thans aan vraag nr. 6862 van de heer Laeremans over de Brusselse
kabelmaatschappijen.
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
06.08 Minister Marc Verwilghen: Ik wil de heer Laeremans niet
zonder antwoord laten. Ik heb die vraag gezien en weet dat daar ook
een antwoord op bestaat, maar kan het dat dit in de commissie voor
de Infrastructuur was ingeschreven?
06.09 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik heb u niet goed
begrepen.
06.10 Minister Marc Verwilghen: Ik heb die vraag van u zien
passeren en weet dat er ook een antwoord voor werd gemaakt, maar
ik dacht dat die in de commissie voor de Infrastructuur stond
ingeschreven. Ik wil wel proberen het antwoord hier te krijgen en u
straks antwoorden, maar zal dan misschien eerst een andere vraag
beantwoorden.
06.11 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik moet ook nog in de
commissie voor de Justitie zijn. Ik moet mijn stem sparen, dus ik zal
het hierbij laten. Ik zal het wel horen.
07 Vraag van mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "een verzekeringsfonds in geval van extreme
weersomstandigheden" (nr. 6284)
07 Question de Mme Frieda Van Themsche au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "un fonds d'assurance en cas de conditions climatiques
extrêmes" (n° 6284)
07.01 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mevrouw de
voorzitter, ik dank u omdat u zo vriendelijk was om mijn vraag een
beetje uit te stellen. De weg van West-Vlaanderen naar hier is soms
heel moeilijk, dankzij het verkeer.
Mijnheer de minister, deze vraag werd eind maart ingediend, werd
door omstandigheden een aantal keer uitgesteld, maar is sinds vorige
week opnieuw zeer actueel. U heeft waarschijnlijk ook gezien dat
bepaalde delen van ons land weer te lijden hebben gehad onder
extreme weersomstandigheden. Europees commissaris voor
Landbouw, mevrouw Fischer-Boel onderzoekt de mogelijkheid voor
een inkomensverzekering voor boeren die worden getroffen door
extreme weersomstandigheden of natuurrampen. Zij denkt aan een
collectief schadefonds, aan een verzekeringspolis of aan een
inkomenscompensatie. In geval van een verzekeringspolis zal de
Europese Unie maximaal 50 percent mee betalen aan de premies die
boeren en tuinders afdragen.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze plannen, bent u
geïnformeerd? Wat is uw reactie hierop? Heeft u al plannen om een
van deze regelingen over te nemen voor onze landbouwers,
weliswaar dan op federaal vlak? Heeft u al maatregelen genomen om
een gedeelte van de verzekeringskosten, te betalen door de
landbouwers, eventueel zelf te betalen of hierin tussen te komen? Is u
gevraagd om eventueel een inkomensverzekering te bepleiten bij de
bevoegde minister? Welke stappen heeft u al genomen om
landbouwers getroffen door natuurrampen maximaal te helpen en te
vergoeden, en bij wie heeft u daarvoor steun gezocht?
07.01 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): Certaines
régions de la Belgique ont une fois
de plus été exposées à des
conditions météorologiques
extrêmes. Au niveau européen, la
possibilité d'instaurer soit une
assurance contre la perte de
revenus par le biais d'un fonds des
dommages collectif en faveur des
agriculteurs touchés, soit une
assurance, soit une indemnité
compensatoire de perte de
revenus est examinée. Quel est
l'avis du ministre sur ces projets?
Envisage-t-il de reprendre une de
ces pistes au niveau fédéral? A-t-
il, le cas échéant, déjà pris des
initiatives pour financer une partie
du coût de l'assurance?
Préconisera-t-il l'instauration d'une
assurance contre la perte de
revenus auprès
du ministre
compétent? Quelles mesures le
ministre a-t-il déjà prises en faveur
des agriculteurs qui ont été
victimes de calamités naturelles?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega Van
Themsche, soms heeft het tijdsverloop het voordeel dat, tussen de
indiening van de vraag en de verlening van het antwoord, zich nog
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
La question se rapporte
indirectement à l'assurance contre
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
een voorval kan voordoen dat eigenlijk nog eens onderstreept hoe
belangrijk het is om zich tegen extreme weersomstandigheden
verzekeringsmatig te wapenen. U weet dat vandaag op de agenda
van deze commissie ook de natuurrampenverzekering staat
geagendeerd. De vraag die u nu stelt heeft daarop voor een stuk
indirect betrekking.
Het kabinet van de minister van Middenstand en Landbouw en u
begrijpt onmiddellijk dat het laatste van die bevoegdheden belangrijk
is mevrouw Laruelle, is begaan met de problematiek van een
inkomstenverzekering voor landbouwers wiens oogst verloren gaat of
ernstig beschadigd wordt ten gevolge van extreme
weersomstandigheden. De minister bestudeert in dat opzicht een
specifieke oogstverzekering, eigenlijk naar Frans voorbeeld. In
Frankrijk is die verzekering op punt gesteld; ze kwam in samenspraak
met de landbouwersverenigingen tot stand. Minister Laruelle zal
ongetwijfeld het nodige overleg plegen alvorens met concrete
maatregelen naar buiten te komen. Zij is trouwens met dat overleg
bezig.
Bovendien is er ook een Europees initiatief dat zich daar als nieuw
element aan toevoegt. Men probeert dat ook als een zo ruim
mogelijke toepassing in de Europese Unie te laten doorgaan.
Er is overeengekomen dat minister Laruelle mijn kabinet zal
betrekken in het dossier, maar alleen voor de zuiver
verzekeringsrechterlijke aspecten. Dat is een normale gang van
zaken; het is ook een normale afspraak.
Als u dus bijkomende informatie wenst in een aantal vragen polst u
er ook naar in welke richting dat dossier zal evolueren , dan zal ik u
moeten verwijzen naar de minister van Landbouw. Ik weet dat men
volop bezig is om zaken in beweging te brengen en dat dat als een
stukje van een counterpart voorgesteld zal worden nadat de
natuurrampenverzekering is goedgekeurd door deze commissie.
les catastrophes naturelles qui
sera abordée ultérieurement. Le
cabinet de la ministre Laruelle se
penche actuellement sur le
problème des assurances revenu
garanti pour les agriculteurs. Il
étudie les avantages d'une
assurance-récolte comparable à
celle qui existe en France et une
concertation est en cours à cette
fin. Un nouvel élément dans la
discussion pourrait provenir d'une
initiative européenne. Mon cabinet
sera consulté pour les aspects
relatifs aux assurances. Je vous
renvoie pour de plus amples
informations à la ministre des
Classes
Moyennes et de
l'Agriculture. Son ministère
travaille d'arrache-pied pour faire
évoluer le dossier.
07.03 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
ik dank u voor het antwoord. Ik heb de vraag inderdaad aan u en aan
mevrouw Laruelle gericht. Ik zal afwachten wat mevrouw Laruelle
zegt.
Spijtig genoeg komt het af en toe voor dat boeren zwaar worden
getroffen. Dat was in onze streek zo. Het verheugt mij dat er ernstig
wordt gewerkt aan het probleem, zonder dat er losjes iets in de media
wordt verklaard. Ik hoop dat een en ander op korte termijn kan
worden gerealiseerd. Er zijn reeds verschillende keren "rampen"
gebeurd. Dan moeten de boeren soms jaren wachten vooraleer zij
worden vergoed. Ik hoop dat dat nu op een redelijke termijn kan
afgehandeld worden.
07.03 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): J'attends les
déclarations de Mme Laruelle à
cet égard. Les agriculteurs sont
parfois durement touchés.
J'espère qu'une solution sera
trouvée dans un délai relativement
court, parce que les agriculteurs
doivent parfois patienter pendant
plusieurs années avant d'obtenir
leur indemnité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de studie "Structuur en Functionering van de Elektriciteitsmarkt in België in
een Europees perspectief" (nr. 6872)
08 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur ""l'étude intitulée "Structure et Fonctionnement du marché de l'électricité
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
en Belgique dans une perspective européenne"" (n° 6872)
08.01 Willy Cortois (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag zal een heel stuk korter zijn. In december 2003
bestelde de CREG een studie over de structuur en de functionering
van de elektriciteitsmarkt in België bij het studiebureau London
Economics. Midden oktober 2004 werd die studie afgerond.
Via de pers vernam ik dat volgens het studiebureau er best een eind
zou komen aan het feit dat de elektriciteitsmarkt in België, distributie
en productie, nog steeds één geïntegreerd geheel vormt. Dat staat
ver af van de voorgenomen liberalisering normaal gezien ingang zou
moeten vinden. Dat is niet direct mijn vraag, maar ik wil toch van de
gelegenheid gebruikmaken om daarop te wijzen.
Mevrouw de voorzitter, ik had de vraag eigenlijk eerst willen richten
aan de kamervoorzitter. Ik heb aan de CREG gevraagd, nadat er in
de pers een aantal artikels was verschenen, om mij eens het rapport
te geven van London Economics. Men heeft mij daarop uiteindelijk
geantwoord, bij monde van de voorzitter van de algemene raad van
de CREG, dat ik als parlementslid daar eigenlijk geen aanspraak op
kan maken. Dat heeft mij toch wel enigszins in mijn wiek doen
schieten, zoals u wellicht weet. Het heeft ervoor gezorgd dat ik mij
direct tot u wend, mijnheer de minister. Ik zou nu toch eens willen
weten waarom wij als parlementsleden geen inzage kunnen krijgen
van een studie die betaald wordt met belastinggeld.
08.01 Willy Cortois (VLD): En
décembre 2003, le conseil général
de la Commission de Régulation
de l'Electricité et du Gaz (CREG) a
commandé au bureau "London
Economics" une étude sur le
marché de l'électricité en Belgique.
Le rapport a été déposé en
octobre 2004. J'ai demandé à la
CREG de me transmettre un
exemplaire de cette étude mais on
m'a répondu que ma fonction de
parlementaire ne m'autorisait pas
à réclamer ce document et que je
devais m'adresser directement au
ministre. Il s'agit pourtant d'une
étude qui a été financée avec
l'argent du contribuable. Qu'en
pense le ministre?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Cortois, ik begrijp uw ergernis. Ik leid daaruit af dat uw wiek brandt.
Ik wil eerst toch zeggen dat de studie die werd besteld bij de London
Economics niet door de overheid werd besteld via de CREG. Dit is
een initiatief van de CREG en dit is dan ook een speciale procedure
die moet worden gevolgd.
Uw vraag betreft een aspect dat wordt geregeld door het koninklijk
besluit van 10 oktober 2001 tot goedkeuring van het huishoudelijk
reglement van de CREG. Bij dit koninklijk besluit is ook een
huishoudelijk reglement van de commissie gevoegd. Zowel de
artikelen 11 als 14 bespreken de vertrouwelijkheid. In artikel 11, §7
staat dat vergaderingen van de algemene raad plaatsvinden achter
gesloten deuren. In artikel 14, §1, 6° staat duidelijk en ik citeer: "De
definitieve versies van adviezen, aanbevelingen en beslissingen van
de algemene raad zijn openbaar en worden bekendgemaakt op de
website van de commissie, www.creg.be, behoudens andersluidende
beslissingen van de algemene raad".
De algemene raad kan weigeren inzage te verlenen in een document
op basis van artikel 26, §2 van de federale elektriciteitswet. Daarin
staat: "De leden van de organen en de personeelsleden van de
commissie zijn gebonden door hun beroepsgeheim. Ze mogen de
vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond
van hun functie bij de commissie aan niemand bekendmaken,
behalve wanneer ze worden opgeroepen om in rechte te getuigen". In
paragraaf 3 staat: "De uitwisseling van informatie met de bevoegde
instanties van de Gewesten en andere lidstaten van de Europese
Unie die uitdrukkelijk bepaald of toegestaan zijn door verordeningen
of richtlijnen, vastgelegd door de instellingen van de Europese Unie".
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je comprends l'exaspération de
M. Cortois. L'étude est une
initiative de la CREG et non pas
du ministre. L'arrêté royal du 10
octobre 2001 porte approbation du
règlement d'ordre intérieur de la
CREG. L'article 11, § 7 stipule que
le conseil général se réunit à huis
clos. L'article 14, § 1, 6° dispose
que les versions définitives des
avis, recommandations et
décisions du conseil général sont
publiques et publiées sur le site de
la commission sauf décision
contraire du conseil général. Sur la
base de l'article 26, § 2 de la loi
fédérale relative à l'électricité, le
conseil général peut refuser la
consultation du document. Depuis
plusieurs mois déjà, l'étude est
disponible sur le site de la CREG.
C'est là aussi pour moi la seule
façon d'en prendre connaissance.
Je n'ai en effet encore reçu
aucune recommandation de la
CREG relative au règlement du
dossier.
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
De tekst is terzake dus zeer duidelijk.
Ik begrijp natuurlijk dat voor u het belangrijkste is dat u toegang kunt
krijgen tot dit document. Die studie is beschikbaar, ook voor u. U kunt
die raadplegen op de website van de CREG onder het nummer
ARCGLE 102004. Dat document is daar al maanden beschikbaar.
Dat is ook de enige manier voor mij om daarvan kennis te nemen. Ik
heb immers nog altijd geen aanbevelingen gekregen van de CREG
om mij mee te delen op welke manier dit dossier nu voor hen verder
moet worden afgehandeld. Dat zal waarschijnlijk de komende dagen
gebeuren.
08.03 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de minister, ik zal het nogmaals
controleren. Misschien is uw pc een andere pc dan de mijne. Ik denk
niet dat de integrale versie van het rapport op de website te vinden is.
Van wanneer dateert het koninklijk besluit waarnaar u verwijst?
08.03 Willy Cortois (VLD): Il me
semble que la version intégrale du
rapport n'est pas disponible sur le
site Web.
08.04 Minister Marc Verwilghen: Het is het koninklijk besluit van 10
oktober 2001.
08.05 Willy Cortois (VLD): Als ik dergelijke teksten hoor in een
parlementaire democratie, is het de hoogste tijd dat men dat koninklijk
besluit opnieuw grondig bekijkt. Dit kan vandaag immers niet meer.
Voor een sector zoals de elektriciteitssector zijn dergelijke teksten
dringend aan enige aanpassing toe. Ik zal ze opvragen en kijken wat
wij daarmee kunnen doen. Dit is op zijn minst oubollig en getuigt niet
van een grote openheid, zeker niet in die sector.
08.05 Willy Cortois (VLD): Il est
grandement temps de réexaminer
cet arrêté royal dont la formulation
est dépassée et manque de
transparence.
08.06 Minister Marc Verwilghen: Collega Cortois, ik stel u gerust, ik
heb net hetzelfde gevoel. Dat is ook de reden waarom ik u bij de
lezing van het artikel heb gezegd dat het aan duidelijkheid te wensen
overlaat. Dat was natuurlijk als boutade bedoeld, want het zijn
onleesbare teksten. Trouwens, als ik teksten over energie bekijk,
moet men die zeer geconcentreerd lezen en zeker tien keer lezen om
te proberen ze te verstaan.
08.06 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai exactement le même
sentiment. Les textes sont
pratiquement inintelligibles.
08.07 Willy Cortois (VLD): Ten eerste, ik moet u toch doen
opmerken dat de CREG erin slaagt om, over een rapport van
ongeveer 200 bladzijden, een advies neer te pennen van twee
pagina's. Dat doet bij mij, met alle respect, de grootste twijfels rijzen
over het functioneren ervan, met alle respect voor het team zelf.
Ten tweede, mijnheer de minister, ik wil u erop attent maken dat de
VREG - wij wonen nu eenmaal in een gefederaliseerd land - blijkbaar
juist het omgekeerde standpunt van de CREG inneemt. Ik geef het u
mee en zal bij een volgende gelegenheid nog wel erop terugkomen,
om het niet langer te laten duren.
08.07 Willy Cortois (VLD): Le fait
que la CREG émette un avis de
deux pages sur un rapport qui en
compte deux cents soulève des
questions sur le fonctionnement
de cette institution. La VREG, le
régulateur flamand, adopte
d'ailleurs exactement un point de
vue opposé à celui de la CREG.
08.08 Minister Marc Verwilghen: Ik zal het toevoegen aan de
bloemlezing van beslissingen die de regulatoren op zich nemen, want
wij hebben er vier in België. Het is de vraag of de ene beslissing altijd
met de andere in concordantie is.
08.08 Marc Verwilghen, ministre:
La Belgique compte quatre
régulateurs et l'on peut parfois
s'interroger sur la concordance de
leurs décisions.
08.09 Willy Cortois (VLD): Dat is inderdaad nog een andere vraag!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
09 Vraag van de heer Willy Cortois aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese reactie tegen het project van digitale bibliotheek van de firma
Google" (nr. 6874)
09 Question de M. Willy Cortois au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "la réaction européenne au projet de bibliothèque digitale de la société
Google" (n° 6874)
09.01 Willy Cortois (VLD): Ik denk dat de firma Google geen
voorstelling behoeft. Het is ook in het Parlement de meest gebruikte
zoekmachine en een van de meest bekende merknamen ter wereld.
Google stelt trouwens ongeveer 3.000 mensen te werk. We hebben
allemaal reeds ondervonden dat Google een enorme technologische
voorsprong heeft genomen.
Enkele maanden geleden werd een nieuw project gestart samen met
vier wereldbekende universiteiten, waaronder Princeton en Oxford. De
opzet van het project was het digitaliseren van de boekencollectie om
ze via de zoekmachine toegankelijk maken. Blijkbaar is Google van
plan ik baseer me daarvoor op krantenartikels om die dienst
universeel aan te bieden.
Het nieuws was nog niet koud of er kwam reeds een reactie: ik zou
het zelfs een georchestreerde perscampagne noemen. Die reactie
kwam er op initiatief van de directeur van de Franse Nationale Bank
die, samen met 19 andere Europese nationale bibliotheken, naar
aanleiding van dit initiatief van Google de alarmklok wilde luiden.
Dezer dagen heeft de huidige voorzitter van de Europese Raad, de
Luxemburger Juncker, nogmaals bevestigd dat het een gevaar
inhoudt voor de komende generaties. Zo zouden hun bijvoorbeeld
Angelsaksische ideeën worden opgedrongen.
Bent u het ten gronde eens met de visie van de Europese Unie dat
het Google-project zou leiden tot culturele vervlakking en kan
beschouwd worden als een kwaadaardige aanval tegen Europa? Met
die aanval bedoel ik de inspanning die Google wil leveren om haar
zoekmachine te verbinden aan vier befaamde universiteiten in de
Angelsaksische wereld en die dienst ook aan andere
geïnteresseerden aan te bieden.
Als men niet meegaat in het Google-project, zou er een Europees
project moeten komen. Hebt u enig idee van de kostprijs van een
dergelijk project? Wat zou daarin de bijdrage zijn van ons land? We
spreken vlug over 1 miljard euro: dat is niks voor een dergelijk project.
Zijn we daartoe in staat? Enkele weken geleden stelde ik in de
commissie voor de Financiën vast dat er een hele heisa was omtrent
de belastingformulieren. Ons land bleek niet in staat op hetzelfde
moment belastingaangiften, cijfers en een beetje tekst te scannen.
Het ging toen om 6 miljoen exemplaren en Google heeft op dit
moment 8 miljard websites.
Als we die weg inslaan, bent u dan van mening dat we op dit moment
in Europa over een zoekmachine beschikken die minstens
evenwaardig is aan die van Google? Als die er vandaag niet is,
wanneer zou die er dan wel kunnen zijn?
Samengevat, vindt u de uiterst defensieve reactie op de verdere
ontwikkeling van de technologie van Google en het aanbod dat ze
09.01 Willy Cortois (VLD): La
firme Google souhaite digitaliser
les collections de livres de quatre
universités de renommée mon-
diale et les rendre accessibles par
le biais du moteur de recherche
universel. La France a lancé une
campagne de presse orchestrée.
L'actuel président du Conseil
européen, le Luxembourgeois
Juncker, craint que, de la sorte,
des idées purement anglo-
saxonnes soient imposées aux
générations futures.
Le ministre partage-t-il la vision
selon laquelle le projet entraînerait
un nivellement culturel et constitue
une attaque en règle contre
l'Europe? Si nous n'y participons
pas, il faudrait mettre sur pied un
projet européen. Quel en serait le
coût? Quelle serait la contribution
de la Belgique? On a vu, il y a
quelques semaines, quelles
difficultés sont rencontrées pour
scanner les déclarations d'impôts.
Le ministre estime-t-il que l'Europe
possède un moteur de recherche
équivalent à Google? Quand un tel
outil pourrait-il être opérationnel?
L'attitude défensive de l'Europe
n'est-elle pas exagérée?
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
doet, niet wat overdreven?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Cortois, het is niet de
eerste keer dat ik in de commissie ondervraagd ben over de
zoekmachine Google. Het project van Google toont volgens mij aan
dat het voor Europa onontbeerlijk is om de digitalisering van de
collecties en van de documenten die men bezit en die het Europees
patrimonium uitmaken, uit te bouwen en op die manier het
wereldwijde landschap te verrijken met wat wij bezitten.
Het initiatief van Google is in mijn ogen absoluut geen bedreiging voor
de Europeanen. Het zou integendeel een stimulans moeten zijn voor
de verbetering van de toegang van het grote publiek en de
onderzoekers tot het patrimonium. Daarvoor moet het eigenlijk
dienen. Hoe meer mensen digitale collecties kunnen bekijken, hoe
beter ze zich kunnen informeren en voorbereiden. Als ze dan nog
altijd de stukken live willen gaan bezoeken in een universiteit of een
instelling, kunnen ze dat doen met een maximum aan voorafgaande
informatie. Wat mij betreft, ik ben er altijd een groot voorstander van
geweest om te pleiten voor een positieve benadering en niet voor een
defensieve, negatieve benadering, zoals men die in sommige gevallen
binnen Europa en vooral binnen Frankrijk heeft moeten vaststellen.
De Europese Raad zelf zal tijdens de volgende besprekingen over de
begroting van de Unie en de toewijzing ervan de mogelijkheid
bestuderen om meer middelen te besteden aan de digitalisering en
het in netwerk brengen van de Europese bibliotheken en archieven.
Dat is een van de punten die de Raad en mevrouw Reding, Europees
commissaris, die daar een groot voorstander van is, absoluut wensen
te realiseren.
Ik wil er toch nog aan herinneren dat wij ook op Belgisch vlak een
aantal inspanningen hebben geleverd. Er is de regeringsbeslissing
van 30 april 2004. Toen is er voor het jaar 2004 2,2 miljoen euro voor
het digitaliseringsproces vrijgemaakt. Tegelijkertijd is de beslissing
genomen om tussen 2005 en 2014, dus gedurende 10 jaar, elk jaar
4,3 miljoen euro bijkomend vrij te maken om te besteden aan de
digitalisering van het federaal patrimonium, dus het patrimonium dat
in het bezit is van de tien federale wetenschappelijke instellingen. Op
die wijze zullen wij ook een bijdrage doen om mee te werken aan het
dichten van de digitale kloof à la Google of via een concept dat
inderdaad in staat is om en wetenschappers en het brede publiek te
laten genieten van de rijkdommen die wij hebben.
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Il est essentiel que le patrimoine
européen de documents et de
collections soit numérisé et que
son accessibilité soit assurée.
L'initiative prise par Google
constitue un incitant à cet égard.
Je suis favorable à une approche
positive et je m'étonne de l'attitude
défensive adoptée par la France
notamment.
Le Conseil européen examinera si
les moyens affectés à la
numérisation et au désenclave-
ment des bibliothèques et des
archives peuvent être renforcés.
Le commissaire européen
compétent s'est exprimé en faveur
de cette initiative. Le
gouvernement belge a affecté 2,2
millions d'euros à ce projet en
2005 et a prévu 4,3 millions
d'euros d'ici 2014.
09.03 Willy Cortois (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, digitalisering is één zijde van de medaille, een zoekmachine
is wat anders. Als we digitaliseren, zijn we nog geen stap verder. De
essentie is eigenlijk: ofwel zoekt men een akkoord, op dit moment
met Google, opdat in geval van digitalisering gebruik door de mensen
mogelijk is, ofwel dat is blijkbaar wat nu in Europa wordt verkondigd
zetten we zelf een hele structuur op. Ik herhaal dat we in België
onlangs nog het bewijs hebben geleverd, met de belastingaangifte,
waar we staan: nergens, nowhere, nulle part.
Op dit moment is er we moeten daarnaar zoeken helemaal geen
zoekmachine die de performantie heeft die Google nu heeft. Wij
moeten ook geen twee keer het warm water uitvinden. Dat neemt niet
weg dat we wel inspanningen moeten leveren. Ik vrees echter dat er
09.03 Willy Cortois (VLD): Dès
qu'on numérise des données, il
faut pouvoir recourir à un moteur
de recherche performant. L'idée
que l'Europe développe elle-même
un moteur de recherche fait
actuellement son chemin. Or, les
montants avancés par le ministre
sont dérisoires par rapport au
financement nécessaire à la mise
en route d'un tel projet.
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
nu overal wel veel ambitie is, maar de bedragen die u vermeldt dat
is zeer lovenswaardig zijn zelfs te gering om zo'n project nog maar
op te starten. Dat is spijtig genoeg de realiteit.
09.04 Minister Marc Verwilghen: Ik zou toch wel het volgende willen
zeggen.
We zijn niets met een digitalisering als er geen zoekmachine op staat.
Want op welke manier kunnen we dan zoeken? Het ene kan niet
losgekoppeld worden van het andere.
De tekst laten wij nu klaarmaken ze is in voorbereiding om een
internationale openbare aanbesteding te kunnen houden die niet
anders kan dan ons brengen bij grote zoekmachines. Dat is vrij
duidelijk. Om die reden moet dat ook internationaal uitgeschreven
worden.
Ik kan op voorhand onmogelijk zeggen wie die prijskamp zal halen,
wie de beste prijs-kwaliteitverhouding zal aanbieden. Maar het zou mij
absoluut niet verbazen dat de echt heel grote zoekmachines ze zijn
allemaal gekend, we kunnen ze op de vingers van één hand tellen
daarin enorm geïnteresseerd zijn en het mee mogelijk zullen maken
dat de digitalisering op een ordentelijke manier zal verlopen.
Het is niet de bedoeling zeker niet van België om dat werk nog
eens op onszelf tot stand te brengen. Dat is absoluut niet de
bedoeling.
09.04 Marc Verwilghen, ministre:
Il est en effet très important de
pouvoir disposer d'un bon outil de
recherche. Un marché public
d'une portée internationale est
actuellement en préparation en
vue de trouver un partenaire
approprié. Je suppose que cet
appel d'offres intéressera tous les
grands fournisseurs de moteurs
de recherche.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Brusselse kabelmaatschappijen en de toegang van de Brusselaars tot de
diensten van Telenet" (nr. 6862)
10 Question de M. Bart Laeremans au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les câblodistributeurs bruxellois et l'accès des Bruxellois aux services
de Telenet" (n° 6862)
10.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, gelet op de slechte staat van mijn stem zal ik
het kort houden.
Door de veralgemening van digitale televisie kunnen steeds meer
programma's worden doorgestraald. Van frequentieschaarste zou
nauwelijks nog sprake zijn. Toch moet worden vastgesteld dat de
Brusselse kabelmaatschappijen een aantal kleinere Vlaamse zenders
uit hun aanbod weren onder meer door ze onder te brengen in
betaalpakketten waarvoor extra moet betaald worden, tot maandelijks
een bedrag van 25 euro. Zo zijn bepaalde zenders in de Coditel-
gemeenten waaronder Wemmel en Drogenbos, gemeenten buiten
Brussel, hopelijk blijft dit zo en blijven de faciliteitengemeenten ook
beperkt niet te verkrijgen. U kunt dat misschien nog eens
doorspelen aan de onderhandelaars, mijnheer de minister. U merkt
het: ik kan het niet laten! Voor de ontvangst van JIMtv, Vitaya en
Libertytv moet men in Brusselse gemeenten extra betalen. Ook bij
Brutélé zijn vijf van de zes vermelde zenders niet te ontvangen.
Daarnaast is ook de uitstraling van de Brusselse
kabelmaatschappijen erg Franstalig. Eind vorig jaar heeft Vlaams
10.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La généralisation de la
télévision digitale permet au
téléspectateur de capter de plus
en plus de chaînes. Cependant,
les câblodistributeurs bruxellois
constituent des bouquets de
chaînes flamandes qui ne sont
disponibles que moyennant
paiement d'un supplément. En
effet, il s'adressent avant tout à
une clientèle francophone.
Fin 2004, le ministre flamand des
Médias a demandé au ministre
d'inciter les câblodistributeurs à
distribuer la totalité des
programmes flamands. Le ministre
a-t-il déjà pris des initiatives en ce
sens?
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
minister van Media Bourgeois u een brief geschreven met de vraag
de Brusselse kabelmaatschappijen aan te zetten alle Vlaamse
programma's door te geven.
Graag verneem ik, mijnheer de minister, welke initiatieven u reeds
hebt genomen om de Brusselse maatschappijen te bewegen tot
grotere tweetaligheid en tot het ongeremd doorgeven van de Vlaamse
omroepen. Hebt u het schrijven van minister Bourgeois ontvangen?
Wat is uw antwoord? Welke gevolg werd hieraan gegeven? Hoe kan
voorkomen worden dat een steeds groter deel van de Vlaamse
zenders terechtkomt in betaalpakketten in Brussel? Vanaf wanneer
zal de monopoliepositie van de kabelmaatschappijen in Brussel
doorbroken kunnen worden?
Ten tweede, Brusselaars hebben nog steeds geen toegang tot de
diensten van Telenet, ook in Drogenbos en Wemmel niet. Kunt u
meedelen of Telenet op een of andere wijze geblokkeerd wordt in
Brussel? Op welke wijze kan de aanwezigheid van betrokken
bedrijven op de Brusselse markt worden bewerkstelligd?
Comment éviter que les chaînes
flamandes soient regroupées en
bouquets payants? Quand le
monopole des câblodistributeurs
bruxellois pourra-t-il être rompu?
Les Bruxellois n'ont pas accès aux
services de Telenet. Comment
rendre Telenet disponible sur le
marché bruxellois?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Laeremans, met betrekking
tot de problematiek die u aankaart is er al bij herhaling overleg
geweest met de collega's van de regio's en ook met collega
Bourgeois. U weet dat de wetgeving inzake omroep in het gebied
Brussel-hoofdstad momenteel het voorwerp is van een grondige
herziening.
Naar aanleiding van de omzetting van een aantal Europese richtlijnen
in Belgisch recht, nog onlangs door de Kamer goedgekeurd, dient ook
deze wetgeving specifiek te worden herzien en aangepast.
Maatregelen om de Brusselse kabelmaatschappijen te bewegen tot
het ongeremd doorgeven van Vlaamse omroepen of om te
verhinderen dat Vlaamse zenders terechtkomen in betaalpakketten
dienen in overeenstemming te zijn met de Europese richtlijn. Zo dient
het opleggen van een verplichting om bepaalde zenders door te
geven volgens het Europees regelgevend kader proportioneel en
transparant te zijn. Dat zijn de twee voorwaarden. Bovendien dient
een dergelijke verplichting noodzakelijk om bepaalde objectieven die
ingegeven zijn door het algemeen belang te verwezenlijken.
Bij de voorbereiding van de teksten met betrekking tot de herziening
van de toepasselijke regelgeving wordt bijgevolg nagegaan welke
bewegingsruimte er bestaat waarover de regelgever beschikt.
Vandaag is het zo dat de kabeloperatoren in Brussel geen monopolie
hebben. De reden waarom er nog geen andere kabeloperatoren zijn
heeft ongetwijfeld te maken met de hoge investeringen die vereist zijn
om een netwerk aan te leggen. Anderzijds komen er meer
alternatieve technologieën die toelaten om tv-programma's te
verdelen. Zo is er reeds de satelliet en binnenkort zullen we televisie
kunnen ontvangen via de telefoonlijn en via de gsm.
Wat betreft Telenet ligt volgens mij de reden waarom zij geen omroep
verdelen in Brussel-hoofdstad in het feit dat zij niet over een
kabelnetwerk beschikken op Brussels grondgebied. Een mogelijke
oplossing hiervoor zou erin kunnen bestaan dat andere
kabeloperatoren verplicht worden om hun netwerk door te verhuren
aan Telenet. Dit betreft evenwel een zeer complexe operatie waarvan
alle technische, financiële en commerciële aspecten onderzocht
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai déjà abordé ces difficultés à
maintes reprises avec les
ministres régionaux compétents.
La législation portant sur la
radiotélévision à Bruxelles a subi
une profonde révision à la suite de
la transposition de quelques
directives européennes.
Les mesures encourageant les
câblodistributeurs à offrir aux
téléspectateurs des chaînes
flamandes doivent être conformes
aux directives européennes. Les
obligations relatives à la mise à
disposition de certaines chaînes
doivent être proportionnelles et
transparentes et viser l'intérêt
général. La marge de manoeuvre
du législateur est actuellement à
l'étude.
A Bruxelles, les câblodistributeurs
ne disposent pas de monopole
mais de nouveaux opérateurs
devraient réaliser d'importants
investissements. D'autres
alternatives existent également,
telles que l'antenne satellite et la
réception de chaînes télévisées
par le biais de la ligne
téléphonique fixe ou portable.
Telenet ne dispose pas d'un
réseau câblé couvrant le territoire
de Bruxelles. D'autres opérateurs
pourraient se voir contraints de
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
dienen te worden. Ik weet ook niet zeker of Telenet hiervoor wel
vragende partij is. Wat het algemene betreft, moet ik wel zeggen dat
door de goedkeuring van de wet op de telecom wij wellicht in staat
zullen zijn de nodige aanpassingen aan te brengen binnen relatief
korte termijn. Daarin zullen natuurlijk ook de regulatoren hun rol
moeten spelen.
louer leur réseau, mais il nous faut
encore analyser tous les aspects
de l'opération.
Les adaptations nécessaires
pourront être mises en oeuvre
grâce à la révision de la loi sur les
télécommunications.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, wat
het laatste betreft, ik zal uw antwoord zeker bezorgen aan het
betrokken bedrijf. Ik meen echter dat het vooral voor de Brusselaars
zelf belangrijk is dat zij over Telenet kunnen beschikken, net zoals de
rest van Vlaanderen, omdat dat de markt enkel maar kan opengooien
en kan zorgen voor een verlaging van de prijzen.
Wat de doorstraling van de Nederlandstalige zenders betreft, u hebt
zich gehuld in de grootst mogelijke vaagheid. Mijnheer de minister, ik
moet vaststellen dat in heel Vlaanderen al die kleinere zenders te
bereiken zijn, maar dat dat niet kan in onze eigen hoofdstad Brussel,
de Vlaamse hoofdstad. Dat is een heel eigenaardige situatie. Ik weet
ook dat u van Europa niet meer de mogelijkheid krijgt om te
verplichten, maar u zou wel op verschillende manieren de
kabelmaatschappijen ertoe kunnen aanzetten om het te doen en
ervoor kunnen zorgen dat zij respect hebben voor de grootste
gemeenschap van dit land, zodat wij niet in een situatie terechtkomen
waarbij Marokkaanse en Turkse zenders tot het standaardpakket
behoren van de Brusselse kabelmaatschappijen en men voor
Vlaamse zenders moet betalen, want het gaat werkelijk in die richting.
Op dit ogenblik staat er geen rem op. Nu moet men extra betalen voor
Vitaya; op termijn zal dat misschien ook het geval zijn voor VTM of de
grote Vlaamse zenders. Dat zou bijzonder te betreuren zijn. Die
evolutie moet gekeerd worden.
Ik heb begrepen dat de kabelmaatschappijen in Brussel binnenkort
320 verschillende zenders zouden kunnen doorstralen. Het is toch
absurd dat de zenders van de grootste gemeenschap in dit land niet
op een normale manier toegankelijk kunnen zijn voor de Brusselaars
en dat in onze eigen hoofdstad de Vlamingen verstoken zijn van
normale televisie.
Mijnheer de minister, ik wil u vragen u niet te verschuilen achter
Europese wetgeving en grote economische wetgeving en bezwaren,
maar als minister in functie, bevoegd voor de Brusselse kabel, het
onmogelijke te doen om de Brusselse kabelmaatschappijen, die in
grote mate in Franse handen zijn - dat is het delicate , ertoe te
bewegen om respect op te brengen voor de gemeenschap waartoe u
behoort, de grootste gemeenschap van dit land. Ik meen dat het, zelfs
na wat wij morgen zullen weten over Brussel-Halle-Vilvoorde, toch niet
de bedoeling kan zijn dat wij een kloof slaan tussen Vlaanderen en
Brussel, maar dat, integendeel, de Vlaamse ministers alles moeten
doen om Brussel en Vlaanderen zo dicht mogelijk bij elkaar te
houden.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Il y va de l'intérêt des
Bruxellois de disposer d'une
connexion Telenet.
Le ministre a fourni une réponse
vague concernant l'offre de
chaînes néerlandophones. Je sais
bien que l'Europe nous interdit
d'imposer certaines obligations,
mais le ministre peut encourager
les sociétés à offrir des chaînes
néerlandophones. Sous peu, les
chaînes marocaines et turques
feront partie de l'offre de base
tandis que les chaînes
néerlandophones seront payantes.
Le ministre ne doit pas se
retrancher derrière la législation
européenne; il devrait au contraire
sommer les câblodistributeurs
bruxellois de respecter les
Flamands.
10.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik zal zeer
kort zijn. Momenteel zijn er twee zaken bezig. Ten eerste, er is het
overleg met de Gemeenschappen. Dat is trouwens verplicht. U weet
dat het Arbitragehof een arrest heeft geveld, dat een invulling moet
10.04 Marc Verwilghen, ministre:
L'arrêt de la Cour d'arbitrage nous
contraint à une concertation avec
les Communautés. J'ai par ailleurs
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
krijgen.
Ten tweede, ik heb ook aan de regulator, het BIPT, gevraagd om zijn
verantwoordelijkheid te nemen. De regulator moet de etherpolitie,
zoals men dat noemt, waarmaken. De instructies terzake zijn
duidelijk.
demandé à l'IBPT de prendre ses
responsabilités à cet égard. Les
instructions sont claires.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Questions jointes de
- M. Jean-Marc Nollet au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le projet de dépôt de déchets nucléaires à Fleurus-Farciennes" (n° 6879)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'entreposage de déchets faiblement radioactifs" (n° 6854)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Jean-Marc Nollet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het plan voor de berging van nucleair afval in Fleurus-Farciennes" (nr. 6879)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de opslag van laag radioactief afval" (nr. 6854)
11.01 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Madame la présidente, monsieur
le ministre, vous n'êtes pas sans savoir que le conseil d'administration
de PaLoFF - le partenariat local de Fleurus-Farciennes - a décidé de
reporter sa décision.
Ma première question vise à connaître les conséquences que ce
report entraîne sur le dossier. J'ai eu l'occasion de poser la question
la semaine dernière en séance plénière. Vous n'étiez pas là et c'est
votre collègue Landuyt qui a répondu que "de toute façon, ce sont les
partenariats qui sont les maîtres du jeu". Peut-être que j'interprète un
peu ses propos mais je voudrais obtenir toute la clarté sur cette
dimension.
Si à Fleurus-Farciennes on décide, par exemple, de prendre encore
deux ans, cela reste-t-il pour vous un calendrier acceptable et
faisable? Et au-delà de votre propre opinion sur le sujet, est-il tenable
par rapport au stock de déchets nucléaires qui se constitue et qui à un
moment donné doit trouver un autre lieu de stockage que le lieu
actuel qui est provisoire? En clair, quel est votre calendrier? En
procédant ainsi, Fleurus-Farciennes ne se met-il pas
automatiquement hors-jeu par rapport au calendrier du gouvernement
fédéral, à savoir une décision finale fin 2005? Après, nous serons
dans la compagne électorale communale. Il ne s'agira pas à ce
moment-là de pouvoir décider dans une matière aussi sensible que
celle-là.
Par ailleurs, vous avez aussi lu, je pense, tous les débats autour de
l'organisation d'une consultation populaire reportée à plus tard. Elle
aura lieu mais probablement plus tard. Il faut aller au-delà de la
réponse reçue la semaine dernière en séance plénière. Aujourd'hui, il
faut aborder le fond de la question. Ce calendrier est-il oui ou non
tenable?
Ma deuxième question est également reprise dans mon texte écrit: le
partenariat n'a plus d'argent à Fleurus-Farciennes. Les permanents
ont terminé normalement leur contrat de travail dès le mois de juin
prochain.
11.01
Jean-Marc Nollet
(ECOLO): De raad van bestuur
van het lokale partnerschap
Fleurus-Farciennes besliste zijn
beslissing uit te stellen.
Welke gevolgen heeft dat uitstel
voor het dossier?
Welke timing stelt u voorop? Zet
Fleurus-Farciennes zichzelf zo niet
buitenspel, aangezien de federale
regering eind 2005 tot een
eindbeslissing wil komen?
Hoe staat het ten slotte met de
volksraadpleging?
Zal de regering de kosten van de
verlenging van de
arbeidsovereenkomsten van het
vast personeel op zich nemen? Zo
ja, tot wanneer? Zo neen, hoe zal
een en ander praktisch worden
geregeld?
Welke gevolgen heeft de nieuwe
timing voor Dessel en Mol, die hun
dossier tijdig indienden? Zullen zij
ook zo lang moeten wachten?
Ten slotte zou moeten worden
verduidelijkt wat u precies onder
"laagactief afval" verstaat.
Kreeg de burgemeester van u de
garantie dat in Fleurus en
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Vu ce report, le gouvernement fédéral financera-t-il la prolongation
des contrats de travail? Si oui, jusque quand? Si non, comment
procèderez-vous en la matière?
Dans la presse régionale de la semaine dernière, il a été écrit que
l'ONDRAF évaluait la situation, notamment les conséquences de ce
report en lien avec le fait que les dossiers ont été rentrés en temps
opportun à Dessel et Mol; je suppose que mon collègue vous
interrogera également à ce sujet. Quelle est donc la conséquence de
ce calendrier nouveau pour ces deux communes? Patienteront-elles
aussi jusqu'au bout?
La deuxième dimension de cette question est relative à la définition
précise de ce que vous entendez par "déchets de faible activité". On
sait que se tient un débat sémantique et qu'au fur et à mesure des
documents et du temps, on est passé de "déchets faiblement
radioactifs" à "déchets de classe A". Cette classe reprend tant les
déchets à faible activité que les déchets à moyenne activité.
Il y a une difficulté supplémentaire: dans la réponse à ma question
écrite, vous dites que la définition précise du niveau de radioactivité
des déchets qui seront disposés à Fleurus, à Mol ou à Dessel n'est
pas encore bien nette. Certains documents concernant les sites de
l'ONDRAF sont d'ailleurs contradictoires de ce point de vue: en effet,
d'un côté, le rapport qu'ils viennent de vous remettre dit qu'"il est
important que l'Agence fédérale de contrôle nucléaire définisse très
rapidement le degré de radioactivité des déchets effectivement
autorisés à être enterrés à Fleurus, à Mol ou à Dessel"; d'un autre
côté, votre réponse écrite à une proposition de l'ONDRAF indique
qu'"il n'existe pas à l'heure actuelle de définition d'un déchet
faiblement radioactif".
Dans la presse, le bourgmestre, lui, garantit qu'on n'enterrera que des
déchets faiblement radioactifs.
Oui ou non, le bourgmestre a-t-il reçu de votre part une garantie qu'à
Fleurus et à Farciennes on ne va enterrer, le cas échéant, que des
déchets faiblement radioactifs? Si oui, la définition qui est donnée est-
elle bien celle qui est aujourd'hui sur le site de l'ONDRAF?
Car, contrairement à ce que vous dites dans votre réponse, il y a bien
une définition de ce qu'est un déchet faiblement radioactif. J'ai été la
chercher sur le site de l'ONDRAF. Je l'ai imprimée, je vous cite: "Le
déchet faible activité est défini comme étant inférieur à 5 mSv/heure".
Par contre, le déchet de moyenne activité peut se situer entre 5 mSv
et 2 Sievert/heure. Il y a donc bien une définition, contrairement à ce
que vous dites dans votre réponse écrite.
Je crains que, sous la pression du lobby du nucléaire, vous ne vouliez
faire évoluer cette définition et rendre beaucoup plus floue la
différence entre déchets de faible activité et déchets de moyenne
activité.
1. Quelle est exactement la définition? Est-ce bien celle de
l'ONDRAF?
2. Pouvez-vous garantir que le bourgmestre a raison quand il dit qu'il
Farciennes desgevallend
uitsluitend laagradioactief afval
ondergronds zal worden
opgeslagen? Zo ja, gaat het dan
om afval dat beantwoordt aan de
definitie die vandaag op de
webstek van de NIRAS te vinden
is?
Er bestaat, in tegenstelling tot wat
u in uw schriftelijk antwoord
beweert, wel degelijk een definitie.
Ik vrees dat u, onder druk van de
kernlobby, van plan bent die
definitie zo aan te passen dat de
grens tussen laag- en middelactief
afval veel vager wordt.
Wat ten slotte de compensaties
betreft: om welk bedrag gaat het
eigenlijk? Waar werden de nodige
provisies aangelegd? Op welke
begroting werd dat bedrag
ingeschreven? Welk financierings-
mechanisme wordt toegepast?
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
n'accueillira que des déchets de faible activité? A-t-il obtenu de votre
part une garantie sur ce point?
J'en terminerai avec le volet des compensations. Le dossier de
Fleurus-Farciennes demande 2 milliards d'euros de compensations.
Je ne sais pas ce qu'il en est pour Mol et Dessel, mais 2 milliards
d'euros, ce n'est pas un montant anodin. Or, on peut voir dans les
derniers documents de mars 2005 sur le site de l'ONDRAF que ce
dernier vous a remis, pour les questions qui restent en suspens en
matière de gestion, une évaluation de la compensation budgétaire de
l'ordre de 12 millions d'euros. Précisément, 11,2 millions d'euros en
2003, ce qui pourrait donner 12 millions d'euros aujourd'hui. C'est un
écart qui rend les choses difficilement compréhensibles. Entre 12
millions d'un côté et 2 milliards de l'autre, il est compliqué de s'y
retrouver.
Je pense qu'il est important qu'aujourd'hui vous fassiez la lumière sur
ce point. Quel est le montant effectivement en jeu ou qui est plus ou
moins envisageable en la matière? Où est-il provisionné? Où est-il
budgété? Quel est le mécanisme pour le financer? Sauf erreur de ma
part, ce n'est pas prévu à l'heure actuelle via le mécanisme de
financement pour l'enfouissement: on a bien distingué le volet
financement du concept du volet financement des compensations
économiques.
Madame la présidente, voila les questions qui sont importantes pour
les gens concernés et qui mettent aussi le dossier en position
d'attente pour savoir exactement ce qu'il en sera après les réponses
du ministre.
11.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, nadat de gemeenteraad van Dessel het rapport
van het partnerschap STOLA reeds had goedgekeurd, heeft de
gemeenteraad van Mol in april jongstleden dat goede voorbeeld
gevolgd en ook het rapport van MONA goedgekeurd op de
gemeenteraad. Dat lag ook ongeveer in het tijdsschema dat al
maanden geleden vooropgesteld was. Wij wisten al dat het
partnerschap PaLoFF in Fleurus-Farciennes later zou komen. Dat is
ook de reden waarom ik eigenlijk niet de bedoeling had aanvankelijk,
na de beslissing van de gemeenteraad van Mol, u hierover te
bevragen, ook in het licht van het antwoord dat u destijds op mijn
mondelinge vraag hebt gegeven na de beslissing van de
gemeenteraad van Dessel. Ik werd echter verontrust door enerzijds
signalen die mij bereikten vanuit Fleurus-Farciennes dat er vertraging
was en die werden bevestigd door de mondelinge vraag van collega
Nollet tijdens de plenaire zitting van donderdag jongstleden.
Anderzijds was er het werk dat collega Nollet ook heeft gedaan, hij
heeft als het ware een synoptische tabel gemaakt met betrekking tot
de drie partnerschappen waarin sprake is van aardbevingen in de
regio Fleurus-Farciennes in het begin van de twintigste eeuw van vijf
en zeven op de schaal van Richter, wat toch niet niks is. Vandaar ook
mijn vragen aan u, mijnheer de minister.
Wat met dit uitstel? Bent u op de hoogte van dit uitstel binnen het
partnerschap Fleurus-Farciennes om hun werkzaamheden te
finaliseren? Heeft u hierover signalen ontvangen qua timing?
Zal u in geval van vertraging blijven wachten? Zo ja, hoe lang zal u
11.02 Servais Verherstraeten
(CD&V): Actuellement, trois sites
entrent encore en ligne de compte
pour l'entreposage de déchets
faiblement radioactifs: Mol, Dessel
et Fleurus. Mol et Dessel ont déjà
introduit leur dossier mais le
dossier de Fleurus accuse
manifestement un retard. En plus,
nous avons lu dans une
publication de M. Nollet que
Fleurus est située dans une région
présentant un risque sismologique
grave, plus important qu'en
Campine.
Combien de temps le
gouvernement devra-t-il encore
patienter avant de pouvoir se saisir
du dossier de Fleurus? Quand la
décision finale tombera-t-elle et la
commission pourra-t-elle alors
procéder à un examen préalable
des rapports? Le gouvernement
tiendra-t-il compte du risque
sismologique lorsqu'il désignera le
site destiné à l'entreposage?
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
wachten?
Wanneer valt de eindbeslissing? Hoe staat u tegenover de suggestie
om de rapporten van de kandidaten voorafgaandelijk aan de
commissieleden te bezorgen?
Mijnheer de minister, klopt het dat de streek Fleurus-Marchienne in
het verleden reeds gevoelig is gebleken voor zware aardbevingen?
Klopt het dat de zone van de Kempen minder gevoelig is? Zo ja, in
welke mate zal de regering met dat gegeven rekening houden?
11.03 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, je
commencerai par répondre aux questions de M. Nollet et poursuivrai
avec celles de mon collègue Verherstraeten.
Monsieur Nollet, votre première question concerne la demande du
partenariat local PaLoFF de prolonger ses activités de quelques mois,
demande qui doit encore être relayée à l'ONDRAF. Cela n'implique
pas que le dossier du partenariat ne pourra pas être examiné par les
conseils communaux de Fleurus et de Farciennes dans le courant du
deuxième semestre de cette année. L'objectif reste de disposer de
l'ensemble des dossiers des trois partenariats, pour la fin 2005, afin
d'être à même de prendre éventuellement une décision dans le
courant de 2006.
Votre deuxième question porte sur le contenu de ces différents
dossiers, tant en matière de caractérisation des déchets concernés,
de financement du volet socio-économique que de tout autre aspect y
afférent. Je vous informe que la méthodologie des partenaires
implique que les dossiers traiteront en particulier de ces aspects. Ces
dossiers ne m'étant pas encore parvenus, il me semble prématuré de
me prononcer. Par ailleurs, je tiens à préciser que ce seront les
études de sûreté détaillées afférentes au site de dépôt final choisi qui
détermineront l'activité totale en becquerels, les concentrations en
becquerels par mètre cube, en radio-nucléides admissibles sur le site
de dépôt final. Il reviendra à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire
d'en fixer les limites officielles dans l'autorisation d'exploitation qu'elle
délivrera.
Votre troisième question concerne les budgets mis à disposition des
trois partenariats. Ils ne proviennent pas du budget fédéral, mais bien
des contrats et conventions conclus entre l'ONDRAF et les
producteurs de déchets radioactifs concernés pour financer ces
activités.
Comme indiqué dans ma réponse à votre question écrite n° 92 du
13 janvier 2005, les conditions relatives au financement du volet
socio-économique, formulées dans les dossiers des partenariats
devront faire l'objet de contrats avec les différents acteurs concernés
afin d'examiner les moyens permettant d'y répondre.
11.03 Minister Marc Verwilghen:
Het feit dat de vraag nog aan het
NIRAS moet worden gesteld,
betekent niet dat het dossier
inzake het PaLoFF niet tijdens het
tweede semester van dit jaar door
de gemeenteraden van Fleurus en
Farciennes kan worden
besproken.
De door de partners gebruikte
methode houdt in dat de dossiers,
die ik nog niet heb ontvangen,
vooral over de karakterisering van
het afval en over de financiering
van het sociaal-economische
gedeelte zullen gaan.
De becquerelactiviteit en
-
concentratie die op de uiteindelijke
site zullen worden toegelaten,
zullen door middel van
gedetailleerde veiligheidsstudies
worden bepaald. Het Federaal
Agentschap voor Nucleaire
Controle zal de officiële maxima in
de exploitatievergunning
vastleggen.
De budgetten die voor de drie
partnerships uitgetrokken worden,
staan niet ingeschreven op de
federale begroting. Dat geld wordt
ter beschikking gesteld uit hoofde
van de overeenkomsten die
NIRAS gesloten heeft met de
betrokken producenten van
radioactief afval.
Met de betrokken actoren zullen
contracten gesloten moeten
worden waarin de voorwaarden
voor de financiering van de
sociaal-economische aspecten
vastgesteld zullen worden.
Ik kom tot de vragen van collega Verherstraeten.
Le fait que le Partenariat Local
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ten eerste, de beslissing van de raad van bestuur van PaLoFF een
gelijkaardig antwoord dan aan collega Nollet om aan NIRAS een
verlenging van haar activiteiten te vragen tot eind 2005, doet vandaag
niets af aan de doelstelling om tegen eind 2005 te beschikken over
alle dossiers van de drie lokale partnerships.
Ten tweede, een mogelijke eindbeslissing is voorzien in de loop van
2006 op basis van een dossier dat minimaal alle rapporten van de
lokale partnerschappen dient te omvatten. Deze documenten zullen te
gelegener tijd ter inzage worden gegeven naarmate ze officieel in mijn
bezit worden gesteld. Ze zullen eveneens kunnen worden ingezien op
de website van het NIRAS en waarschijnlijk op de respectieve
websites van de lokale partnerschappen.
Ten derde, deze aspecten zullen aan bod komen in de
evaluatierapporten die NIRAS zal maken over de rapporten die
worden ingediend door de partnerships en die ze mij officieel zal
toesturen. De regering zal rekening houden met alle terzake relevante
aspecten, ook de aspecten die zouden blijken uit die rapporten die
betrekking hebben op de bodemvastheid of het risico van
aardbevingen. Het spreekt vanzelf dat de lokale partnerships deze
aspecten zullen behandelen in het kader van de voorontwerpen die ze
mij zullen voorstellen. Op die manier zal ook afdoende antwoord
kunnen gegeven worden op eventuele gevaren die zouden bestaan
en zouden moeten kunnen ondervangen worden. Als ze niet kunnen
ondervangen worden, zullen ze aanleiding geven tot het treffen van
andere maatregelen.
Fleurus-Farciennes (PaLoFF) ait
demandé à l'Office national des
déchets radioactifs et des matières
fissiles enrichies (ONDRAF) une
prolongation jusque fin 2005 ne
remet nullement en cause l'objectif
de disposer de tous les dossiers
des trois partenaires locaux pour
la fin de cette année. La décision
finale sera prise courant 2006. Les
documents seront publiés sur le
site de l'ONDRAF et sur ceux des
partenaires locaux.
L'ONDRAF établira un rapport
d'évaluation sur la base de tous
les dossiers des partenaires. Des
points sensibles tels que la
résistance du sol et les risques de
tremblement de terre seront
également vérifiés. Le gouverne-
ment prendra en compte tous les
aspects pertinents avant de
prendre une décision définitive.
11.04 Jean-Marc Nollet (ECOLO): En somme, le ministre reporte à
plus tard sa prise de position et ses réponses précises. Pour le
budget, rien n'est encore clarifié. Vous dites que cela devra être
négocié.
En ce qui concerne la caractérisation, vous dites deux choses.
D'abord, les études de sûreté ultérieures devront définir exactement
la radioactivité qui est envisageable. Des projets seront déposés,
mais nous ne saurons pas jusqu'où cela pourra être accepté. Mais
vous déclarez aussi que les dossiers traiteront de ces aspects. On ne
sait pas quelle norme le fédéral va définir, mais les dossiers pourront
aborder ces questions. On trouve là une contradiction entre ces deux
éléments.
Au sujet du calendrier, vous espérez que tout sera terminé pour la fin
2005. Mais, pour l'instant, vous ne donnez pas de "deadline" dans
votre réponse, si j'ai bien compris.
11.04
Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Samengevat wil de
minister op dit ogenblik nog geen
standpunt innemen en geen
duidelijke antwoorden formuleren.
Ook wat de financiering betreft, is
er niet de minste duidelijkheid.
U zegt enerzijds dat latere
veiligheidsstudies precies zullen
moeten uitwijzen welk soort
radioactief afval op die manier kan
worden opgeslagen en anderzijds
dat de dossiers betrekking zullen
hebben op die aspecten terwijl de
federaal vast te stellen norm niet
gekend is. Dat is niet logisch.
Ten slotte hoopt u dat het dossier
eind 2005 rond zal zijn, zonder
echter een deadline te geven.
11.05 Marc Verwilghen, ministre: Il n'y a pas de "deadline". J'insiste
pour que le travail soit terminé en 2005 par tous les moyens.
11.05 Minister Marc Verwilghen:
Er is ook geen deadline. Ik vraag
met aandrang dat alles in het werk
zou worden gesteld om dat dossier
in 2005 af te ronden.
11.06 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Il y a aussi la consultation 11.06
Jean-Marc Nollet
10/05/2005
CRIV 51
COM 591
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
populaire.
(ECOLO): Er is ook nog de
volksraadpleging.
11.07 Marc Verwilghen, ministre: Je sais. Mais il faut continuer le
travail le plus efficacement possible. Et je constate que, dans la
pratique, les communes et les partenariats fournissent quand même
un effort. Ils essaient de terminer. Et je garde l'espoir qu'ils pourront le
faire pour 2005. De toute façon, j'insiste pour que ce soit le cas.
11.07 Minister Marc Verwilghen:
Dat klopt. Intussen moet echter zo
efficiënt mogelijk worden
doorgewerkt. We kunnen alleen
maar vaststellen dat de
gemeenten en de partner-
schappen een ernstige inspanning
doen om binnen de
vooropgestelde termijn klaar te
zijn.
11.08 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Je comprends que vous insistiez.
C'est logique et c'est respectueux du travail accompli par ailleurs.
Mais à Fleurus, ils ont commencé avec deux ans de retard parce
qu'ils ne voulaient pas ou ils avançaient à reculons. Maintenant, ils
ont reporté parce que j'ai pu mettre des éléments sur la table qui
n'étaient pas du tout traités dans le dossier. S'ils veulent traiter ces
points, cela leur prendra bien plus que quelques mois. On sortira donc
du calendrier 2005. À force d'espérer, je ne suis pas sûr que nous
pourrons respecter le calendrier.
11.08 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Ik begrijp dat u
aandringt. De mensen die over het
dossier Fleurus gaan zullen echter
met nog meer vertraging alle
nieuwe elementen die u hebt
ingediend, onderzoeken. Ik blijif
hopen maar ik ben niet zeker dat
wij het tijdschema zullen kunnen
naleven.
11.09 Marc Verwilghen, ministre: J'espère que nous pourrons tenir
les délais et je demande aux partenaires et aux communes de faire
tout ce qu'ils peuvent.
11.09 Minister Marc Verwilghen:
Ik hoop dat wij de opgelegde
termijnen zullen kunnen nalleven
en ik vraag de partners en de
gemeenten al het mogelijke doen
om daartoe te komen.
11.10 Servais Verherstraeten (CD&V): Bij mijn vorige vraagstelling
heb ik u reeds gezegd dat ik het volledig met u eens bent dat u de
verslagen van de drie partenariaten wenst in te zien alvorens u een
beslissing neemt. Het lijkt me ook logisch dat Fleurus-Farciennes later
eindigt dan de twee anderen, die eerder gestart zijn. Alleen zie ik een
nuance met betrekking tot uw huidig antwoord en het vorige. U zegt:
"ik hoop dat ze tegen eind 2005 gedaan zullen krijgen, ik sta er ook
een beetje op".
Daarentegen heeft u in uw vorig antwoord op 30 november 2004
gezegd: "Ik zal in elk geval erover waken dat de zaken in de loop van
2005 afgerond kunnen worden." Ik zie dat u enige soepelheid betoont
in het uitstel dat Fleurus-Farciennes of dat PaLoFF andermaal aan
NIRAS vraagt. Ik zou u daar toch willen voor behoeden, niet om het
werk binnen het partnerschap, waar ik geen uitstaans mee heb en
ook geen uitstaans mee wens te hebben, te beïnvloeden in de een of
andere richting. We zitten met een tijdelijke opslagcapaciteit in de
Kempen, in Mol-Dessel, die niet onuitputtelijk is. Er is nu nog genoeg
capaciteit, maar langer uitstel dreigt dat men dossiers moet gaan
voorbereiden en kosten moet veroorzaken voor een mogelijke
potentiële verdere tijdelijke opslag, die achteraf misschien niet nodig
zou blijken te zijn. Ik zou zinloze gemeenschapsmiddelen liever niet
verkwist zien en zou ze liever voor andere dingen gebruikt zien dan
voor nodeloze dossiervoorbereiding. Daarom zou ik er toch voor
willen pleiten dat eind 2005 alles in de bus van NIRAS zou moeten
zitten, zodat u in het eerste kwartaal van 2006 zou kunnen beslissen.
11.10 Servais Verherstraeten
(CD&V): L'année dernière, le
ministre avait indiqué qu'il veillerait
à clôturer le dossier pour la fin
2005. Aujourd'hui, c'est ce qu'il dit
espérer. Il se montre dès lors très
flexible à propos du report
demandé par le PaLoFF
(Partenariat Local Fleurus-
Farciennes). Cependant, la
capacité d'entreposage à Dessel
n'est pas illimitée. Plus le délai
demandé s'allonge, plus le risque
augmente de devoir chercher un
nouveau dépôt qui s'avérera peut-
être inutile par la suite. J'insiste
pour que ce dossier soit encore
conclu cette année.
CRIV 51
COM 591
10/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
11.11 Minister Marc Verwilghen: Ik wil nog wel antwoorden, collega
Verherstraeten, want u wijst op een nuance in het antwoord. Er is een
stuk nuance in het antwoord. Er is een verzoek gekomen van Fleurus,
dat ik niet kende op het ogenblik dat ik u vorige keer van antwoord
heb gediend. Het moet wel duidelijk zijn, dat heb ik ook aan de
betrokken partenariaten en de gemeenten laten verstaan, dat we er
moeten over waken dat dit dossier hoe dan ook in 2005 wordt
afgerond. We hebben er alle belang bij om die lijn te kunnen
aanhouden en wat dat betreft heb ik niet mis te verstane standpunten
overgemaakt aan de betrokkenen.
11.11 Marc Verwilghen, ministre:
Je n'étais pas encore au courant,
l'année dernière, de la demande
faite par le PaLoFF, mais nous
avons tout intérêt à clôturer ce
dossier pour la fin de cette année.
C'est également le signal que j'ai
donné aux partenaires.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se termine à 11.51 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 11.51 uur