CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 589
CRIV 51 COM 589
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
03-05-2005
03-05-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "le 'bénévolat' des
demandeurs d'asile qui séjournent dans une
initiative locale d'accueil" (n° 5586)
1
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "het 'vrijwilligerswerk' van
asielzoekers die verblijven in een lokaal
opvanginitiatief" (nr. 5586)
1
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "une clarification de la
terminologie relative au recouvrement, par le
CPAS, de factures de maisons de repos auprès
des enfants" (n° 5741)
3
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "een verduidelijking in
terminologie aangaande de terugvordering van
rusthuisfacturen bij de kinderen door het OCMW"
(nr. 5741)
3
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l'Egalité des chances sur
"les moyens consacrés au logement dans le
cadre de la politique des grandes villes" (n° 5903)
4
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de
middelen voor de huisvesting in het kader van het
grootstedenbeleid" (nr. 5903)
4
- Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction
publique, de l'Intégration sociale, de la Politique
des grandes villes et de l'Egalité des chances sur
"la répartition des moyens pour le logement social
dans le cadre de la politique des grandes villes"
(n° 6514)
4
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de
verdeling van de middelen voor sociale
huisvesting in het kader van het
grootstedenbeleid" (nr. 6514)
4
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'adaptation des zones d'action
positive des grandes villes" (n° 5904)
7
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de aanpassing van de gebieden waar een
positief grootstedelijk beleid wordt gevoerd"
(nr. 5904)
7
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Annelies Storms au ministre de
la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "la Conférence interministérielle de
l'Intégration sociale" (n° 6106)
11
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de Interministeriële Conferentie
Maatschappelijke Integratie" (nr. 6106)
11
Orateurs:
Annelies Storms, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
Sprekers:
Annelies Storms, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
grandes villes, de l'Egalité des chances
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "le raccordement des
CPAS à la Banque-carrefour de la sécurité
sociale" (n° 6089)
13
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de aansluiting van de
OCMW's bij de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid" (nr. 6089)
13
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "la modification de la loi
sur les CPAS en ce qui concerne la perception et
le recouvrement des créances alimentaires"
(n° 6133)
15
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de aanpassing van de
OCMW-wet met betrekking tot de inning en
invordering van de alimentatievorderingen"
(nr. 6133)
15
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de
l'Egalité des chances sur "les chiffres relatifs au
nombre de bénéficiaires du revenu d'intégration
obtenus antérieurement" (n° 6350)
16
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid
en Gelijke Kansen over "de eerder verkregen
cijfers van het aantal leefloontrekkers" (nr. 6350)
16
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Roel Deseyn au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "la connexion des CPAS à l'internet"
(n° 6497)
18
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de aansluiting van OCMW's op het internet"
(nr. 6497)
18
Orateurs: Roel Deseyn, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Roel Deseyn, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "l'aide médicale urgente" (n° 6582)
22
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de dringende medische hulp" (nr. 6582)
22
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité
des chances sur "les soins de santé pour les
sans-papiers et les demandeurs d'asile" (n° 6000)
25
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de gezondheidszorg voor mensen zonder
papieren en asielzoekers" (nr. 6000)
25
Orateurs: Magda De Meyer, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
Sprekers: Magda De Meyer, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
grandes villes, de l'Egalité des chances
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de la Fonction publique, de l'Intégration sociale,
de la Politique des grandes villes et de l'Egalité
des chances sur "le projet relatif à la violence au
sein du couple dans la zone de police de
Termonde" (n° 6654)
29
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "het project 'partnergeweld' in de politiezone
Dendermonde" (nr. 6654)
29
Orateurs: Magda De Meyer, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Magda De Meyer, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les sanctions éventuelles infligées
aux clients des CPAS en vertu de la loi
organique" (n° 6726)
30
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de mogelijke sancties tegen OCMW-
cliënten op basis van de organieke wet" (nr. 6726)
30
Orateurs: Hilde Dierickx, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances,
Nahima Lanjri
Sprekers: Hilde Dierickx, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen,
Nahima Lanjri
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les propos tenus par les employeurs
qui refusent d'engager des allochtones" (n° 6764)
33
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de uitspraken van werknemers die weigeren
allochtonen in dienst te nemen" (nr. 6764)
33
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
3
MAI
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
3
MEI
2005
Namiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 15.08 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 15.08 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het 'vrijwilligerswerk' van
asielzoekers die verblijven in een lokaal opvanginitiatief" (nr. 5586)
01 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le 'bénévolat' des
demandeurs d'asile qui séjournent dans une initiative locale d'accueil" (n° 5586)
01.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in artikel 62 van de programmawet van 19 juli
2001 werd met de programmawet van 22 december 2003 een
paragraaf 2bis ingevoegd dat de gemeenschapsdiensten en de
verloning ervoor in de opvangstructuren verduidelijkt. Het KB dat eruit
zal volgen met betrekking tot het zakgeld en de vermeerdering ervan
voor gemeenschapsdiensten ontbreekt bij mijn weten nog steeds.
Mijnheer de minister, in december vorig jaar stelde ik u reeds de
vraag wanneer het bedoelde KB in werking zou treden. U antwoordde
dat het KB in de loop van 2005 van kracht zou worden. Tot op heden
geldt de regel van voorzichtigheid nog steeds voor
gemeenschapsdiensten in opvangcentra (LOI) in afwachting van een
geschikt, wettelijk reglementair kader.
Een aantal OCMW's signaleert me dat het vrijwilligerswerk door
asielzoekers die verblijven in een LOI een moeilijk probleem blijft.
Bepaalde asielzoekers willen werken maar door de strenge
voorwaarden kunnen nauwelijks klusjes worden aangeboden. Het
vrijwilligerswerk wordt beperkt tot de installaties van de lokale
opvanginitiatieven zelf. De vroegere beperkingen blijven, meer
bepaald gemeenschapsdiensten uitgevoerd in het centrum of LOI zelf
ten behoeve van de gemeenschap van de asielzoekers die er
verblijven. Er moet ook aan de juridische dienst van Fedasil
voorafgaand akkoord worden aangevraagd om een klusje te mogen
laten uitvoeren. Op deze laatste voorwaarde zou de laatste maanden
strenger worden toegezien.
01.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La loi-programme du 22
décembre 2003 a clarifié la loi-
programme du 19 juillet 2001 en
opérant une insertion à l'article 62.
L'arrêté royal qui devrait en
découler se fait toutefois attendre.
Dans l'attente d'un cadre légal et
réglementaire adéquat, il convient
de considérer avec prudence les
services communautaires dans
une initiative locale d'accueil. Le
bénévolat des demandeurs d'asile
séjournant des une ILA demeure
un problème délicat. Les
demandeurs d'asile souhaitent
travailler, mais les sévères
conditions imposées ne
permettent de proposer que des
petits boulots, par l'intermédiaire
des CPAS. Le bénévolat est limité
à la ILA proprement dite et
l'accord préalable de Fedasil est
par ailleurs requis.
Quand l'arrêté royal verra-t-il le
jour? L'accord requis de Fedasil
entraîne de nombreuses
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ik kom tot mijn vragen.
Mijnheer de minister, ik herhaal mijn vraag van december 2004.
Wanneer zal het KB beschikbaar zijn? Heel wat OCMW's kunnen de
mensen in de LOI nauwelijks klusjes aanbieden onder de thans
geldende voorwaarden.
Dat er voorafgaand akkoord moet worden gevraagd aan de juridische
dienst van Fedasil om een klusje te mogen uitvoeren, brengt heel wat
nodeloze administratieve rompslomp met zich mee. Bovendien zie ik
het nut er niet van in. De OCMW's zijn zich voldoende bewust dat er
geen onnodige risico's mogen worden genomen op dit vlak. Kan deze
voorwaarde niet worden teruggeschroefd?
tracasseries administratives. Cette
condition ne peut-elle pas être
annulée?
01.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs
naar de programmawet van 27 december 2004. Die brengt meer
duidelijkheid in het toepassingsgebied van deze regeling. Enerzijds
blijft de mogelijkheid om gemeenschapsdiensten uit te oefenen in een
individuele opvangstructuur uitgesloten. Anderzijds wordt het mogelijk
om die gemeenschapsdiensten uit te oefenen in het kader van
activiteiten georganiseerd door de opvangstructuur zelf, of waarvoor
deze laatste optreedt als partner en die bijdragen tot de integratie van
de opvangstructuur in de plaatselijke omgeving.
Het koninklijk besluit terzake is op komst. Op dit ogenblik worden de
laatste wijzigingen aangebracht door Fedasil. Wij wachten dus, net
zoals u. Ik kan u al zeggen dat het niets zal veranderen aan de
situatie voor de OCMW's. Asielzoekers die in een LOI verblijven,
kunnen enkel klusjes uitvoeren in gemeenschappelijke LOI's en dus
zeker niet in instellingen die afhangen van een OCMW, zoals een
rusthuis. Dat moet vermijden dat asielzoekers ter beschikking van
OCMW's zouden worden gesteld, hetgeen verboden is, daar het
gelijkgesteld is met arbeid. Arbeid is voor asielzoekers verboden
tijdens de ontvankelijkheidfase.
Ik begrijp dat het vragen van een voorafgaand akkoord enige
administratie met zich meebrengt, maar de praktijk toont aan dat
sommige OCMW's nog steeds het akkoord vragen om klusjes te laten
uitvoeren in instellingen van de gemeente of van het OCMW en dus
niet exclusief binnen het LOI.
De huidige procedure van voorafgaand akkoord blijft dus voorlopig
nuttig.
01.02 Christian Dupont, ministre:
La loi-programme du 27 décembre
2004 apporte quelques précisions.
Il n'est plus possible d'effectuer
des services communautaires
dans une structure d'accueil
individuelle. Dorénavant, ces
services peuvent être effectués
dans le cadre d'activités,
organisées par le centre d'accueil
ou pour laquelle celui-ci est
partenaire, et qui concourent à son
intégration dans son
environnement local.
En ce moment, Fedasil apporte les
dernières modifications au projet
d'arrêté royal. Cet arrêté royal
n'aura pas d'incidence sur la
situation des CPAS. Les
demandeurs d'asile logés en ILA
ne peuvent effectuer des petits
travaux que dans cette ILA et pas
dans les institutions qui dépendent
du CPAS. Cela permet d'éviter
que des demandeurs d'asile soient
mis à la disposition des CPAS, ce
qui est interdit, l'activité pour le
compte du CPAS étant assimilée à
du travail. Etant donné que
certains CPAS continuent à
demander l'accord pour des petits
travaux dans des institutions
dépendant de la commune ou du
CPAS, il est opportun de maintenir
provisoirement la procédure
d'accord préalable de Fedasil.
01.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, dank u
wel.
Eigenlijk zit er weinig nieuws in uw antwoord. Het koninklijk besluit is
nog altijd op komst.
01.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Je continue à insister pour
que l'on examine ce problème
dans un cadre plus large. Je
dénonce une fois de plus les
tracasseries administratives liées
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Ik betreur dat u het formele blijft verdedigen. Ik meen dat het voor
asielzoekers enkel maar positief kan zijn als zij zich nuttig kunnen
maken voor de gemeenschap. Ik pleit ervoor om de klusjes die zij
kunnen opknappen, in een ruimer en breder kader te zien.
Voor elk klusje moet een akkoord worden aangevraagd aan de
juridische dienst van Fedasil. Ik blijf protesteren tegen die
administratieve rompslomp.
à l'accord préalable de Fedasil.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "een verduidelijking in
terminologie aangaande de terugvordering van rusthuisfacturen bij de kinderen door het OCMW"
(nr. 5741)
02 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "une clarification de la
terminologie relative au recouvrement, par le CPAS, de factures de maisons de repos auprès des
enfants" (n° 5741)
02.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wie in ons land als bejaarde de rekening van het
rusthuis niet kan betalen, kan terugvallen op het OCMW. Het OCMW
verhaalt de kosten op de kinderen. Tot voor kort bestonden daarvoor
geen uniforme tarieven.
Uw ministeriële omzendbrief van 4 november 2004 bracht daarin
verandering. De regering heeft de onderhoudsplicht van de kinderen
vastgelegd in uniforme tarieven, die gaan van 32 euro per maand
voor de kleinste lonen tot 817 euro voor wie meer dan 49.361 euro
netto per jaar verdient en niemand ten laste heeft. Het jaarlijks netto
belastbaar inkomen van het kind moet minstens 18.418,59 euro
bedragen, verhoogd met 2.578,60 euro voor elke persoon ten laste,
om van het kind te kunnen terugvorderen.
Mijnheer de minister, ik heb een vraag over dat laatste. Voor veel
OCMW's is de terminologie netto belastbaar inkomen onduidelijk,
want volgens uw ministeriële omzendbrief is dat het bruto inkomen,
verminderd met de socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfslasten.
De bedrijfsvoorheffing zou geen onderdeel zijn van die bedrijfslasten.
Klopt dat? Kunt u duidelijk omschrijven wat onder de term netto
belastbaar inkomen moet worden verstaan?
02.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Les personnes âgées
incapables de payer la facture de
la maison de repos peuvent faire
appel au CPAS, qui récupère les
dépenses auprès de leurs enfants.
Dans la circulaire ministérielle du 4
novembre 2004, le gouvernement
a défini les tarifs uniformes relatifs
à l'obligation alimentaire des
enfants envers leurs parents. Or,
de nombreux CPAS ont du mal à
comprendre la notion du revenu
net imposable. Le ministre peut-il
la préciser?
02.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, of het
duidelijk is, is een andere zaak, maar het is zeker correct.
Het netto belastbaar inkomen is een fiscaal begrip. Het is het totaal
van de inkomsten die onderworpen zijn aan de personenbelasting,
zoals bepaald door het Wetboek van Inkomstenbelasting van 1992.
Van het bruto inkomen worden de wettelijk bepaalde verminderingen
afgetrokken. De bedrijfslasten zijn de aftrekbare, forfaitaire of
werkelijke beroepskosten. De bedrijfsvoorheffing, die een voorschot
op de personenbelasting is, maakt deel uit van het netto belastbaar
inkomen en wordt dus niet afgetrokken van het bruto inkomen. Dat is
volgens mij de belangrijkste informatie.
De OCMW's vinden het netto belastbaar inkomen op het aanslagbiljet
02.02 Christian Dupont, ministre:
Le revenu net imposable est une
notion fiscale qui correspond au
total des revenus soumis à l'impôt
des personnes physiques. Du
montant brut sont déduites les
remises d'impôts déterminées par
la loi. Les charges
professionnelles sont les frais
professionnels déductibles. Le
précompte professionnel est une
avance sur l'impôt des personnes
physiques. Faisant partie du
revenu net imposable, il n'est donc
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
van de belastingen onder de vermelding gezamenlijk belastbaar
inkomen. Indien er eveneens een inkomen is dat afzonderlijk belast
wordt, dient dit erbij geteld te worden. Dit lijkt mij op het eerste gezicht
duidelijk en toepasbaar voor de OCMW's.
pas déduit du revenu brut.
Le revenu net imposable figure
sous la mention « revenu
imposable globalement » dans
l'avertissement-extrait de rôle.
02.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Dank u wel, mijnheer de
minister. Het is belangrijk dat u aan het einde van uw antwoord zegt
dat de OCMW's zich moeten richten naar het aanslagbiljet van de
kinderen dat voorgelegd wordt en dat ze op dat bedrag mogen
voortgaan. Er was daar blijkbaar verwarring rond. Ik dank u voor deze
verduidelijking.
02.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): L'avertissement-extrait de
rôle est donc le point de départ.
De nombreux CPAS n'y voyaient
pas clair.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de middelen voor de huisvesting in het kader van het
grootstedenbeleid" (nr. 5903)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de verdeling van de middelen voor sociale huisvesting in
het kader van het grootstedenbeleid" (nr. 6514)
03 Questions jointes de
- Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les moyens consacrés au logement dans le cadre de la
politique des grandes villes" (n° 5903)
- Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la répartition des moyens pour le logement social dans
le cadre de la politique des grandes villes" (n° 6514)
03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een aantal vragen in verband met de extra middelen
voor huisvesting, die voor de grootsteden beloofd zijn in Gembloux.
Ik groepeer mijn eerste twee vragen. Ik zal die eerste twee vragen
ook globaal benaderen.
U moet mij verbeteren als ik het niet juist heb. Eerst werd gezegd dat
er in Gembloux 3,5 miljoen extra zou worden uitgetrokken voor
sociale huisvesting in steden. Dat bedrag zou in 2006 stijgen tot 5
miljoen en in 2007 tot 24 miljoen.
Nadien heb ik andere cijfers gekregen in antwoord op een vraag die ik
aan toenmalig minister Arena stelde op 11 mei 2004. Die cijfers zijn
1.485.000 euro in 2004; 20.555.000 in 2005; 23.305.000 in 2006;
25.815.000 in 2007; 25.099.000 in 2008.
Die middelen zouden verdeeld worden over verschillende
gemeentebesturen. Dat zou afhangen van bepaalde criteria waarover
toen, zo had minister Arena gezegd, nog beslist moest worden in de
Ministerraad. Dat zou dus na 11 mei gebeurd zijn.
De steden die toen al in aanmerking kwamen voor een stadscontract,
namelijk Antwerpen, Gent, Oostende, zeven Brusselse gemeenten,
Charleroi, Bergen, La Louvière, Luik en Seraing, zouden kunnen
rekenen op de middelen uit de fondsen na afbakening van de
03.01 Nahima Lanjri (CD&V):
Après le Conseil des ministres de
Gembloux, 3,5 millions d'euros
devaient être débloqués pour le
logement dans le cadre de la
Politique des grandes villes en
2004. En 2005, il s'agirait de 5
millions d'euros et en 2007 de 24
millions. Le 11 mai 2004, ces
chiffres avaient déjà changé car à
l'époque, la ministre Arena parlait
de 1.485.000 euros en 2004, de
20.555.000 euros en 2005, de
23.305.000 euros en 2006, de
25.815.000 euros en 2007 et de
25.099.000 l'année suivante. La
répartition de ces fonds entre les
communes dépendrait de critères
à déterminer par le Conseil des
ministres. En plus d'Anvers, de
Gand, d'Ostende, de Charleroi, de
Mons, de La Louvière, de Liège,
de Seraing et de sept communes
bruxelloises, d'autres villes
pourraient éventuellement utiliser
également les fonds
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
positieve gebieden. Uw voorgangster zei echter dat het niet
uitgesloten was dat er nog gebieden bij zouden komen, dus dat er
steden bij zouden komen.
In september 2004 zou er met de burgemeesters onderhandeld zijn
dat leid ik althans uit de antwoorden af om te komen tot een
driejarenplan 2005-2007.
Ik wil daaraan ook toevoegen dat de middelen die er extra gekomen
zijn voor huisvesting, echt ook wel nodig zijn. Zo blijkt bijvoorbeeld uit
onderzoek in Vlaanderen ik heb de cijfers niet voor heel België,
maar ik denk dat het in Wallonië en Brussel gelijkaardig is dat er
eind 2003 op de wachtlijsten na uitzuivering 55.000 wachtenden
stonden voor een sociale woning.
De dubbele kandidaturen zijn daarin niet meegerekend, dus na
uitzuivering. Niet iedereen die recht heeft op een sociale huurwoning
doet een aanvraag. Uit studies is gebleken dat als men iedereen die
daar recht op heeft een woning geeft, men in Vlaanderen in 186.000
tot 208.000 woningen moet voorzien. Dat is enorm veel.
Mijnheer de minister, kloppen de cijfers van de verschillende jaren die
ik heb genoemd? Zo neen, wat is er gewijzigd en waarom? Hoe
worden de middelen verdeeld over de 15 grootsteden? U mag mij dat
antwoord ook schriftelijk bezorgen. Een belangrijke vraag is ook
volgens welke criteria de middelen worden verdeeld. Komen er nu
ook andere steden bij? Uw voorgangster had reeds gezegd dat zij dit
niet uitsloot en dat zij daarmee bezig was. Is dat nu veranderd?
Komen er nog 1 of 2 andere steden bij? Zo ja, welke en waarom?
Wat de driejarenplannen 2005-2007 voor de gemeentebesturen
betreft, vernam ik van uw voorgangster dat er een overleg met de
burgemeesters was gepland in september 2004 om tot een
meerjarenovereenkomst te komen. Ik neem aan dat die
overeenkomsten er nu al zijn, want het is al half 2005. Kunt u een
globaal overzicht geven van wat in die overeenkomst van die 15
steden staat? Over welke projecten gaat het? Gaan er extra middelen
rechtstreeks naar initiatieven voor sociale huisvesting, sociale
huisvestingsmaatschappijen of zijn die daarvoor juist niet bedoeld?
Misschien zegt u dat dit een materie van de Gewesten is en dat deze
middelen daarvoor niet bedoeld zijn, maar voor een ander soort
projecten? Zo ja, voor welke projecten dan wel? Zijn er al duidelijke
verwezenlijkingen op het terrein?
supplémentaires. Je suppose que
depuis lors, des négociations sont
déjà intervenues avec les villes au
sujet de l'organisation d'un
planning à trois ans 2005-2007.
Des moyens supplémentaires sont
nécessaires car fin 2003, 55.000
personnes attendaient un
logement social. Si l'on veut offrir
un logement à tous les ayants
droit, 185.000 à 208.000
logements doivent être prévus.
Ces chiffres sont-ils encore
corrects? Dans le cas contraire,
qu'est-ce qui a changé? Selon
quels critères les fonds sont-ils
désormais distribués? D'autres
villes se sont-elles ajoutées à la
liste initiale? Lesquelles ?
Pourquoi? Des programmes à
trois ans ont-ils déjà été établis ?
Que prévoient-ils? Une partie des
fonds va-t-elle directement aux
logements sociaux? Des
changements sont-ils déjà
intervenus sur le terrain?
03.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, de federale
overheid heeft inderdaad extra middelen voor huisvesting in de
grootsteden vrijgemaakt op basis van opeenvolgende beslissingen in
de Ministerraden van Gembloers en Oostende.
Deze beslissingen werden op 25 juni 2005 geconcretiseerd in de
selectie van steden en de verdeling van de middelen.
03.02 Christian Dupont, ministre:
Le gouvernement fédéral a libéré
des moyens supplémentaires pour
le logement dans les grandes
villes, sur la base des décisions
prises à Gembloux et à Ostende.
03.03 Nahima Lanjri (CD&V): U spreekt over 25 juni 2005.
03.04 Minister Christian Dupont: Het moet 2004 zijn. Het is een
drukfout.
In de begroting voor 2005 is een bedrag van 69 miljoen euro
03.04 Christian Dupont, ministre:
Le 25 juin 2004, la sélection des
villes et la répartition des moyens
ont été réalisées concrètement. Il
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
opgenomen voor de jaren 2005, 2006 en 2007. Dat is een
vastleggingskrediet. De ordonnanceringen heb ik niet. Ik kan ze u
schriftelijk geven.
Deze middelen voor huisvesting zijn bedoeld om het stedelijk
huisvestingsbeleid te ondersteunen vanuit het perspectief van sociale
mix en sociale samenhang. Het gaat dus om initiatieven van
huisvesting met een sociaal karakter, maar niet om sociale
huisvesting in de institutionele betekenis van het woord.
De sector van de sociale huisvesting is een gewestelijke
bevoegdheid, zoals u weet. De federale middelen gaan dus niet naar
die sector. Ze kunnen hooguit ondersteunend zijn in gecombineerde
projecten waarbij bijvoorbeeld een sociale-huisvestingsmaatschappij
betrokken is. Het is misschien gecombineerd, maar het gaat nooit
direct naar de sector.
De middelen worden als volgt verdeeld. De selectie is gebeurd in twee
stappen.
Er werd in de eerste stap een lijst opgesteld op basis van drie criteria:
de steden en gemeenten met meer dan 60.000 inwoners waar het
inkomen per inwoner onder het nationale gemiddelde ligt en de
bevolkingsdichtheid meer dan 600 inwoners per km² bedraagt.
In de tweede stap werd voor elk van de geselecteerde steden en
gemeenten de score berekend op vijf criteria die alle met huisvesting
te maken hebben.
Ten eerste, er is het criterium van het comfort van de woning. Er is
het percentage hoger dan het nationaal gemiddelde, men vergelijkt
het dus met het nationaal gemiddelde, van woningen met een
verbeterbaar comfort.
Ten tweede, de leeftijd van het gebouw: het percentage ook
vergeleken met het nationaal gemiddelde van woningen dat
gebouwd is voor 1945 en zonder klein comfort. De algemene staat
van de woning: het percentage hier vergelijkt men met het
gewestelijk gemiddelde van woningen waarvan de bewoner de
algemene staat als slecht inschat. De oppervlakte van de woning: het
percentage vergeleken met het gewestelijk gemiddelde van
woningen van kleine grootte, zijnde 35 m². De bewoningstitel van de
woning: het percentage hoger dan het gewestelijk gemiddelde van
woningen dat bewoond wordt door huurders.
De basisgegevens voor de berekening komen uit de sociaal-
economische enquête van 2001 van het NIS. Steden en gemeenten
die minstens voor drie of vier parameters slechter scoorden dan het
respectievelijk nationaal of gewestelijk gemiddelde werden
geselecteerd. Bij de verdeling van de middelen tussen de
geselecteerde steden werd nogmaals rekening gehouden met de
plaatselijke situatie. Voor het berekenen van de bedragen werd het
aantal inwoners per stad genomen, rekening houdend met twee
elementen, namelijk de spanning op de lokale huurmarkt door het
aantal huurders te berekenen ten opzichte van het aantal inwoners en
de evolutie van de prijsindex van de onroerendgoedmarkt sinds tien
jaar.
s'agit de 69.000.000 d'euros pour
les années 2005, 2006 et 2007.
Ce point a été établi dans le
budget 2005. L'objectif consiste à
soutenir la politique urbaine du
logement sur le plan de la mixité et
de la cohésion sociales. Il s'agit
d'initiatives en matière de
logement à caractère social et non
de logements sociaux dans le
sens institutionnel du terme. En
effet, ces derniers sont une
compétence régionale. Les
moyens fédéraux peuvent tout au
plus soutenir des projets combinés
impliquant une société de
logements sociaux.
Pour la sélection des communes,
on a commencé par établir une
liste des communes comptant plus
de 60.000 habitants disposant d'un
revenu moyen par habitant
inférieur à la moyenne nationale et
dont la densité de population est
supérieure à 600 habitants par
kilomètre carré. Pour l'ensemble
des communes sélectionnées, le
résultat a ensuite été calculé selon
cinq critères : le confort, l'âge,
l'état général, la superficie et le
statut d'occupation du logement.
Les données de base du calcul
proviennent de l'enquête
socioéconomique de 2001 de
l'Institut national de statistique. Les
communes enregistrant des
résultats inférieurs à la moyenne
nationale ou régionale pour au
moins trois paramètres ont ensuite
été sélectionnées. Le nombre
d'habitants par ville a été examiné
pour le calcul des montants
alloués, compte tenu des tensions
existant sur le marché locatif local
et de l'évolution de l'index des prix
sur le marché immobilier. Malines
et Saint-Nicolas sont venues
s'ajouter à la liste initiale de 15
communes.
Les moyens sont alloués aux villes
qui concluent une convention avec
les autorités fédérales. Dans cette
convention, la situation est
analysée, des choix stratégiques
sont opérés et des projets
concrets sont définis pour les trois
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Zijn er nieuwe steden bijgekomen? Ja, Mechelen en Sint-Niklaas. Zijn
er nu driejarenplannen? Ja. Gaan ze direct naar de sociale
huisvestingsmaatschappijen? Ik heb hierop reeds negatief
geantwoord. De middelen gaan naar de steden die voor de invulling
van de besteding een conventie sluiten met de federale overheid.
Daarin staat een analyse van de situatie, de strategische keuze en de
concrete projecten voor de komende drie jaar. De besteding wordt
dus "gecontractualiseerd" met als lokale partners de stedelijke
overheid, eventueel aangevuld met het OCMW.
Het initiatief komt altijd van de steden die voorstellen doen.
Ik licht de wijze toe waarop deze voorstellen geëvalueerd worden. De
onderhandelingen over de uitwerking van de meeste contracten zijn
nog lopende. Het is nog te vroeg om reeds over geselecteerde
projecten te spreken. Tegen eind mei moeten de voorstellen
geconcretiseerd zijn.
Tijdens de Ministerraad van Oostende werden de prioriteiten uitgezet.
Deze criteria worden gevolgd om de projecten in aanmerking te
nemen. Ik som ze op: acties die erop gericht zijn te zorgen voor een
ruimer kwaliteitsvol lokaal huuraanbod op het vlak van huisvesting
met de sociale mix verhogen, acties die erop gericht zijn om gezinnen
met een laag of middelmatig inkomen alsook jongeren makkelijker
toegang te geven tot eigendom, kortom huren en kopen, acties om te
komen tot een strenger gemeentelijk beleid ter bestrijding van
verkrotting, huisjesmelkerij en leegstand en transversale acties die
erop gericht zijn doelgroepen in te schakelen door ze toegang te
geven tot huisvesting.
années à venir. L'initiative en la
matière émane toujours des
autorités urbaines, éventuellement
en collaboration avec le CPAS.
L'élaboration des projets fait
actuellement l'objet de
négociations. Des propositions
concrètes devraient être formulées
d'ici à fin mai. Au Conseil des
ministres des 20 et 21 mars 2004,
il avait été convenu qu'il devait
s'agir prioritairement d'actions
améliorant la qualité de l'offre
locative locale. Il convient de
favoriser la mixité sociale. Il faut
également rendre la propriété plus
accessible aux ménages à
revenus faibles ou moyens et aux
jeunes. Un plan de lutte contre la
taudification, les marchands de
sommeil et l'inoccupation doit être
mis en oeuvre.
03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord.
U hebt evenwel niet geantwoord op de vraag op welke manier de
middelen zullen verdeeld worden over de verschillende gemeenten nu
er twee gemeenten zijn bijgekomen. Mag ik vragen dat u mij deze
gegevens bezorgt? U hoeft de bedragen niet allemaal op te sommen.
Indien u het cijfermateriaal ter beschikking hebt, mag u het me geven.
Ik herhaal dat ik op deze vraag nog geen antwoord heb gekregen en
dring aan op een schriftelijk antwoord.
03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Le
ministre n'a pas encore détaillé la
répartition exacte des moyens
entre les communes.
03.06 Minister Christian Dupont: Ik zal ervoor zorgen, mevrouw.
03.06 Christian Dupont, ministre:
Je transmettrai une réponse écrite
à cette question à Mme Lanjri.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de aanpassing van de gebieden waar een
positief grootstedelijk beleid wordt gevoerd" (nr. 5904)
04 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'adaptation des zones d'action positive
des grandes villes" (n° 5904)
04.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, ook dit is een
vraag die ik zowel aan uw voorgangster, mevrouw Arena als aan uzelf
heb gesteld in het verleden. U heb ik aangesproken in de commissie
04.01 Nahima Lanjri (CD&V): Le
14 décembre 2004, le ministre a
admis que les zones d'action
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
van 14 december 2004 over de afbakening van de zones voor positief
grootstedelijk beleid, waarvoor twee maatregelen gelden: de
bevriezing van het kadastraal inkomen gedurende 6 jaar en de fiscale
aftrek van 15% voor renovatiewerken.
De afbakening gebeurde op basis van de studie "Sociale structuren
van buurten in moeilijkheden." Die studie, zo gaf u zelf toe, is
gebaseerd op foute parameters. Daarom hebt u gezegd en uw
voorgangster zei dat ook al dat u bezig was met de actualisering
van die studie. Intussen zijn wij meer dan een jaar verder, want ik heb
die vraag de eerste keer gesteld aan mevrouw Arena op 11 mei 2004,
en aan u dus op 14 december 2004. Nu is mijn vraag: is die studie
intussen klaar? Is zij geactualiseerd? Kunnen wij die krijgen? Het is
toch een studie die door de overheid wordt uitgevoerd en die publiek
is, zeker toch voor de parlementsleden die daarop moeten kunnen
toezien.
Wat zijn de belangrijkste conclusies? Heeft men, ten opzichte van
vroeger, criteria toegevoegd of weggelaten? Ik ben vooral
geïnteresseerd in het resultaat: leidde die studie tot de afbakening van
andere gebieden dan daarvoor? Zijn die gebieden erg verschillend?
Zijn er eventueel zelfs gebieden in nieuwe steden, naast de 15 steden
die er al waren?
U hebt mij op 14 december gezegd: ik ga dat aftoetsen met de 15
steden en de gemeenten. Hebt u dat gedaan? Als u dat nog niet
gedaan hebt, wanneer gaat u het dan doen?
Ik wil u er wel op wijzen dat ik natuurlijk contact heb met mijn eigen
bestuur, met de Antwerpse schepen en de diensten. Zij hebben u al
een uitgebreide brief bezorgd met verschillende bedenkingen. Zo was
er de bedenking ik geef maar een voorbeeld dat het soms heeft
geleid tot de afbakening van wijken waar uitsluitend sociale
huisvesting is. Met andere woorden, de toevoeging van die gebieden
met sociale woningen heeft geen enkele meerwaarde omdat die
uiteraard niet de fiscale bevriezing van het kadastraal inkomen
kunnen vragen, of een aftrek voor renovaties, omdat die maatregelen
gelden voor particuliere woningen en niet voor sociale huisvesting.
Dus, dat heeft bepaalde effecten tot gevolg die niet bedoeld waren.
Ik kan u er nog een paar opnoemen.
Ik denk bijvoorbeeld aan de armste categorie die 10% uitmaakt, al is
dat ook relatief. Ik denk aan de afbakening van buurten, die soms een
deel van de straat inhoudt, bijvoorbeeld de even nummers en de
oneven nummers. Dat is bijvoorbeeld het geval in Antwerpen in twee
concrete buurten. Ik wil niet teveel in details gaan, maar dat is de
werkelijkheid en dat heeft randfenomenen tot gevolg. Een aantal
buurten kan men wel aanpakken en een aantal buurten niet.
Mijn vraag is hoe ver het daarmee staat. Hebt u dat al bekeken?
Komen er nieuwe buurten, eventueel nieuwe steden aan te pas?
Welke gevolgen zal dat hebben voor het beleid? Zult u in meer
middelen voorzien? Meer belastingaftrek zal dan mogelijk moeten
zijn. Is dat overlegd met de regering?
Ik wil u ook wijzen, mijnheer de minister u zult dat misschien
vandaag in een paar Vlaamse kranten gelezen hebben op mijn
positive des grandes villes avaient
été délimitées sur la base d'une
étude qui contenait des
paramètres erronés et qui devait
dès lors être actualisée. Cette
actualisation a-t-elle eu lieu entre-
temps? Pouvons-nous consulter la
nouvelle étude? Quelles en sont
les principales conclusions ? Des
critères ont-ils été ajoutés ou
supprimés ? D'autres zones ont-
elles en fin de compte été
délimitées? Existe-t-il des
différences importantes entre les
zones? A-t-on délimité des zones
dans de nouvelles villes? Une
concertation a-t-elle été organisée
avec les quinze communes
initialement prévues?
Je sais qu'entre-temps, la ville
d'Anvers vous a déjà envoyé une
lettre détaillée. Elle souligne
notamment que certaines zones
délimitées ne comportaient que
des logements sociaux.
Cependant, les mesures relatives
au gel du revenu cadastral et des
déductions fiscales dans le cadre
de travaux de rénovation ne
s'appliquent qu'aux habitations
appartenant à des particuliers. De
plus, certaines limites traversent
une rue, de sorte que seuls
quelques numéros de cette rue
font partie de la zone d'action
positive.
Quelles sont les conséquences
des nouvelles délimitations pour la
politique mise en oeuvre? Des
moyens supplémentaires seront-ils
dégagés? Une concertation a-t-
elle été organisée au sein du
gouvernement?
Dans un but de simplification, j'ai
déposé une proposition de loi
visant à proroger ces mesures et à
les étendre à l'ensemble du
territoire des grandes villes. Les
quartiers sont en effet en
constante évolution. Il faut pouvoir
mener une politique globale, agir à
titre préventif et lutter contre
l'exode urbain. J'espère que le
ministre accueillera ma proposition
avec bienveillance.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
wetsvoorstel dat ik in de Kamer heb ingediend. Ik pleit voor een
uitbreiding van deze maatregelen tot het ganse grondgebied van de
grootsteden om het een stuk duidelijker of eenvoudiger te maken,
zodat we niet moeten werken met bepaalde buurten omdat we weten
dat die buurten meestal in beweging zijn. Een huidige kansarme buurt
is dat over vijf jaar misschien niet meer of minder. Een buurt die nu
nog zogezegd als goed wordt bestempeld, kan morgen een slechte
buurt zijn. Men moet een globaal grootstedelijk beleid kunnen voeren
en men moet ook preventief kunnen werken. Ik denk dat dit ook een
maatregel kan zijn die nodig is in alle grootsteden om de stadsvlucht
in alle grootsteden aan te pakken. Men moet die twee maatregelen
echt niet beperken tot bepaalde gebieden maar men moet ze
uitbreiden naar het ganse gebied, niet alleen geografisch want ik wil
ze ook uitbreiden in de tijd. Het kadastraal inkomen moet niet
bevroren worden voor zes jaar want zes jaar is een termijn waarin
meestal de renovatiewerken nog maar net achter de rug zijn..
Mijn wetsvoorstel strekt ertoe het te bevriezen tot op het moment
waarop men het verkoopt. Ik hoop dat u het wetsvoorstel met een
welwillend oog wil bekijken en nagaat of u die lijn kunt volgen, zodat
we eventueel tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen.
Ondertussen wil ik zien wat er met de maatregelen is gebeurd die u
hebt aangekondigd, namelijk de uitbreiding van de studie en de
aanpassing van de gebieden. Ondertussen krijgen we immers nog
altijd telefonische oproepen van personen die zich afvragen waarom
de straat waar zij wonen er niet werd in opgenomen. Het is onmogelijk
om dit uit te leggen aan de gewone burger.
04.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lanjri, ik herinner mij inderdaad in december 2004 te hebben
geantwoord op een vraag die u mij stelde. Ik had toen gezegd dat de
resultaten van de lopende studie over een aantal maanden
beschikbaar zouden zijn.
Zoals u weet, had de studie tot doel de stadsgebieden in verval in de
wijken van de grote, Belgische steden opnieuw te definiëren. Dat is
van groot belang, want deze nieuwe afbakening moet het mogelijk
maken de actie van de overheid te richten op de wijken die er het
meest behoefte aan hebben.
Dat is een lang proces. U zal het bovendien met mij eens zijn dat het
universitair onderzoek niet op hetzelfde ritme als de politieke wereld
functioneert, gelukkig misschien. Het verschil in ritme is noodzakelijk,
als men wil komen tot een werk met een ontegensprekelijk
wetenschappelijke waarde.
Sedert het moment waarop u uw vraag heeft gesteld, zijn er op mijn
vraag drie opvolgingscomités georganiseerd door de administratieve
cel Grootstedenbeleid, waardoor de voortgang van de
werkzaamheden kon worden nagegaan. We hebben ervoor gezorgd
dat de onderzoekers konden beschikken over de gegevens van de
socio-economische enquête van 2001 en over het cijfermateriaal van
de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Ik heb tevens mijn
Vlaamse collega, minister Marino Keulen, ontmoet, die grote interesse
toont voor het werk dat momenteel wordt uitgevoerd.
In de maand april 2005 heeft er een overlegvergadering met de drie
Gewesten plaatsgevonden om het lopende onderzoek voor te stellen
04.02 Christian Dupont, ministre:
L'étude cherche à établir une
nouvelle définition de la
problématique des quartiers en
déclin. Grâce à cette délimitation,
les pouvoirs publics pourront
davantage concentrer leurs efforts
sur les zones urbaines les plus
défavorisées.
La cellule administrative "Politique
des grandes villes" a créé trois
comités chargés du suivi des
travaux. Nous avons transmis les
données recueillies par l'enquête
socio-économique de 2001 ainsi
que les chiffres de la Banque-
carrefour de la sécurité sociale
aux chercheurs. Une réunion de
concertation avec les Régions a
eu lieu récemment afin de
présenter l'étude.
Dans une phase suivante, des
visites sur le terrain seront
organisées afin de confronter les
conclusions théoriques à la réalité
de tous les jours. L'étude
précédente de 2001 n'avait pas
fait l'objet d'une telle évaluation
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
en na te gaan hoe het kan worden gelinkt aan hun werkzaamheden.
Zij en ook de steden kunnen immers preventief werken.
Vervolgens zal er een fase van terreinbezoeken plaatsvinden, die
essentieel is opdat de onderzoekers de bekomen resultaten zouden
kunnen toetsen aan de realiteit een verwijt dat mij veel werd
gemaakt was dat wat ik daar had gekozen, geen hulp nodig had
waarmee de lokale operatoren te maken hebben. Dat gebrek aan
toetsing was de belangrijkste kritiek op de eerste fase van de studie,
zoals ik daarnet al zei.
De overeenkomst die we met de onderzoekers hebben gesloten, loopt
ten einde in december 2005, met dien verstande dat alle gegevens
dan beschikbaar zullen zijn. U begrijpt dus dat het voorbarig is te
antwoorden op vragen over de resultaten van het onderzoek, om de
eenvoudige reden dat ik nog niet over de gegevens beschik om dat te
doen. U kan er echter op rekenen dat ik de leden van de commissie
zal inlichten, zodra de resultaten beschikbaar zijn.
Ik zal uw voorstel met welwillendheid lezen.
pratique suffisamment poussée.
Le contrat conclu avec les
chercheurs expire fin 2005. Toutes
les données devront être
disponibles d'ici là. Je ne puis
donc pour l'instant vous renseigner
sur les résultats de l'étude. Dès
que ceux-ci seront publiés, j'en
informerai la commission.
04.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, u begrijpt in deze misschien mijn ongeduld. U zegt dat u mij
hebt gezegd dat u een paar maanden de tijd nodig had. Ik heb deze
vraag al gesteld aan uw voorgangster, mevrouw Arena, op
11 mei 2004. Het is vandaag 3 mei 2005 en wij zijn dus een jaar
verder en u zegt dat de onderzoekers nog tot eind december nodig
hebben ...
04.03 Nahima Lanjri (CD&V): A
Anvers, des recherches
comparables sont menées au
niveau local. Le cabinet Dupont
pourrait servir d'intermédiaire entre
les enquêteurs locaux et ceux qui
sont actifs à une plus grande
échelle.
04.04 Minister Christian Dupont: Dat staat in hun contract.
04.05 Nahima Lanjri (CD&V): Dat staat in hun contract. Ik vind
echter dat dit enorm veel tijd kost. Ik ben uiteraard vragende partij dat
dit goed en grondig gebeurt.
Antwerpen is een grote stad, naast de andere grote steden, waar ook
onderzoekers bezig zijn op de dienst Planning en Sociale Statistiek.
Zij hebben u heel waardevolle suggesties gedaan. U hebt ze
ontvangen maar ik zal ze u dadelijk nogmaals overhandigen. In hun e-
mail staat dat zij ettelijke keren hebben geprobeerd contact op te
nemen met uw kabinet. Dat is niet gelukt en ik vind dat jammer. Dit is
immers waardevolle informatie die vanuit de praktijk komt en waarop
u geen zes maanden moet wachten om rekening mee te houden. Ik
begrijp u als u zegt dat u dat onderzoek niet zelf doet. U hebt immers
wel andere zaken te doen. Breng die mensen eventueel in contact
met de onderzoekers. U kunt de zaken toch wel aan elkaar linken. U
kunt de reacties van de mensen uit verschillende steden, zoals
Antwerpen, doorgeven aan de onderzoekers zodat zij deze keer wel
rekening houden met de praktijk. Dat is mijn pleidooi.
Ik vraag mij ondertussen af hoe het op het terrein verder moet. In
Brussel staat bijvoorbeeld de Anspachlaan op de lijst van de
kansarme buurten. De andere, echte kansarme buurten staan er niet
in. Voor Antwerpen idem dito. De chique Grote Markt is kansarm, de
Kaaien met de hippe chique villa's en lofts zijn kansarm, mij niet
gelaten. Ondertussen staan de echte kansarme buurten bijvoorbeeld
in de omgeving van het Sportpaleis niet op de lijst en dat vind ik erg.
04.05 Nahima Lanjri (CD&V): On
ne peut toutefois plus se permettre
de perdre du temps. Dans
l'intervalle, le nombre de quartiers
défavorisés non répertoriés ne
cesse d'augmenter.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Daarop kan ik geen antwoord vinden en daaraan moet de politiek iets
doen. We werken ondertussen al twee jaar met maatregelen die niet
functioneren en dat wil ik hier aanklagen. Ik hoop dat u daaraan iets
kunt doen. Misschien kunnen we het onderzoek schrappen als het
wetsvoorstel dat ik heb ingediend met uw steun wordt goedgekeurd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de Interministeriële Conferentie
Maatschappelijke Integratie" (nr. 6106)
05 Question de Mme Annelies Storms au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la Conférence interministérielle de
l'Intégration sociale" (n° 6106)
05.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, eind februari heb ik u een vraag gesteld in verband met
een mogelijke taalvereiste die onze Vlaamse minister Keulen wilde
inschrijven in het nieuw sociaal huurbesluit. U heeft toen verwezen
naar de Interministeriële Conferentie inzake huisvesting die, zoals u
toen zei, binnenkort van start zou moeten gaan en ook naar de
Interministeriële Conferentie over integratie in de samenleving. Uit uw
antwoord van eind februari bleek dat deze Interministeriële
Conferentie inzake integratie in de samenleving normaliter zou
plaatsvinden op 9 maart. Discriminaties in de huisvesting zou een van
de punten op de agenda zijn.
Ik had graag in opvolging van mijn vraag van eind februari een aantal
dingen van u vernomen. Is het mogelijk een overzicht te geven van
hetgeen op de Interministeriële Conferentie Integratie in de
Samenleving is besproken, en dan meer specifiek met betrekking tot
de discriminaties in de huisvesting? Is het voorstel van minister
Keulen over de taalvereiste voor het verkrijgen van een sociale
woning ter sprake gekomen? Welk standpunt heeft u daar
ingenomen?
Ten tweede, hebben deze besprekingen tot enig resultaat geleid?
Welke gevolgen worden gekoppeld aan deze Interministeriële
Conferentie?
Ten derde, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding zou op uw vraag ook een nota opstellen over
discriminaties in de private en de sociale huisvesting. Is deze nota
reeds beschikbaar? Welke zijn de voornaamste aandachtspunten
volgens het Centrum?
Ten vierde, wanneer zal die Interministeriële Conferentie over de
huisvesting van start gaan?
05.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Il y a quelque temps, j'ai
interrogé le ministre sur l'exigence
linguistique que le ministre
flamand M. Keulen souhaitait
inscrire dans le nouvel arrêté
flamand sur le logement social. A
cette occasion, le ministre Dupont
a fait référence aux conférences
interministérielles pour le logement
et l'intégration dans la société. Ce
dernier point était à l'ordre du jour
le 9 mars.
Quels furent les points abordés
lors de cette conférence relative
aux discriminations en matière de
logement? La proposition Keulen
a-t-elle été abordée? Des résultats
concrets ont-ils été enregistrés
lors de cette réunion?
Le ministre Dupont a demandé au
Centre pour l'égalité des chances
et la lutte contre le racisme de
rédiger une note relative aux
discriminations en matière de
logement. Cette note est-elle déjà
achevée? Quelles sont les
principales conclusions?
Quand commencera la conférence
interministérielle relative au
logement?
05.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
volksvertegenwoordigster, ik kan u de inhoud van onze besprekingen
tijdens de interministeriële conferentie Integratie in de samenleving
van 9 maart nog niet bezorgen, om de eenvoudige, ongelukkige reden
dat ze niet heeft plaatsgevonden. Ik was immers tot mijn grote spijt
verplicht deze conferentie te verplaatsen. De vertegenwoordigers van
de regering van de Vlaamse Gemeenschap hadden immers uitstel
05.02 Christian Dupont, ministre:
La conférence interministérielle
relative à l'intégration dans la
société n'a pu avoir lieu le 9 mars.
Les représentants du
gouvernement fédéral et de la
Communauté flamande ont
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
gevraagd om een intern overleg over de voorgestelde agenda te
organiseren. Naar aanleiding van de vergadering van de
voorbereidende werkgroep van 21 maart werd de definitieve agenda
van deze conferentie vastgelegd. Ik heb ook goed nieuws. De
bijeenkomst zal plaatsvinden op 11 mei.
De nota over de discriminatie op de sociale en private woningmarkt,
die werd opgesteld door het centrum dat lid is van deze
interministeriële conferentie, is bestemd voor de leden van de
interministeriële conferentie, wat niet betekent dat ik u erover niets zal
zeggen.
Wat betreft de sociale huisvesting in het algemeen, legt het centrum
de nadruk op het belang van de uitbreiding van het huurpark en de
verbetering van het leefkader van de bestaande woningen door betere
infrastructuren. Het centrum vestigt ook de aandacht op de taak van
de sociale huisvestingsmaatschappijen, die werd uitgebreid tot de
sociale zorg voor de huurders, en stelt voor instrumenten in het leven
te roepen die hen in deze taak bijstaan. Er wordt dus een meer
sociale rol gegeven aan de huisvestingsmaatschappijen. Het is
weliswaar reeds een sociale taak om een huis of een flat te bezorgen
aan mensen, maar in sommige gevallen is het ook nodig hen sociaal
te begeleiden.
Wat betreft de discriminatie in de privé huisvesting, maakt het
centrum zich meerbepaald zorgen over de vrij slechte kennis van de
bepalingen van de antidiscriminatiewet en over de reikwijdte ervan bij
het grote publiek. Het centrum stelt dan ook voor om
sensibilisatiecampagnes te voeren om de antidiscriminatiewetgeving
een grotere bekendheid te geven.
Wat betreft de interministeriële conferentie grootstedenbeleid en
huisvesting, wordt er momenteel overleg gepleegd voor een
conferentie die zal plaatshebben tussen nu en eind juni. Ik pleit ervoor
dat deze plaatsvindt en mocht u in dat opzicht iets kunnen doen, doe
het dan. Ik heb twee provinciale ontmoetingen over het probleem van
de armoede, een in Oost-Vlaanderen en een vandaag in
Henegouwen. Iedereen zegt dat de woningnood of het probleem van
de huisvesting het prioritaire probleem is, zowel in het noorden, in het
zuiden als in het centrum van ons land. Wij moeten daarover samen
kunnen praten, uiteraard met respect voor ieders bevoegdheden.
Ik kan het echter niet luider en duidelijker zeggen en krachtiger
hopen.
demandé qu'elle soit reportée pour
organiser une concertation interne
à propos de l'ordre du jour. L'ordre
du jour définitif a été fixé le 23
mars et la date de la nouvelle
conférence est fixée au 11 mai.
La note du Centre pour l'Egalité
des Chances et la Lutte contre le
Racisme relative aux
discriminations sur le marché du
logement est destinée aux
membres de la conférence
interministérielle. Quelles en sont
les lignes de force?
En ce qui concerne le logement en
général, le Centre met l'accent sur
la nécessité d'élargir le parc locatif
et d'améliorer les habitations
existantes. Par ailleurs, le Centre
propose de donner aux sociétés
de logement des outils leur
permettant de mieux remplir leur
mission d'assistance sociale aux
locataires.
En ce qui concerne la
discrimination en matière de
logements privés, le Centre
s'inquiète de la méconnaissance
de la loi anti-discrimination par le
grand public et propose de mener
des campagnes de sensibilisation.
Une conférence interministérielle
relative au logement doit avoir lieu
fin juin. J'espère que cette
conférence aura lieu dans les
meilleurs délais, car la crise du
logement est le problème numéro
un dans notre pays et la
concertation est indispensable.
05.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik vond de benaderingen uit de nota van het
Centrum wel interessant. Ik ben benieuwd wat de deelstaatregeringen
daarover zullen zeggen. Ik kan mij immers voorstellen dat de
instrumenten die daarin worden voorgesteld ook bijkomende kosten
met zich zullen brengen voor de huisvestingsmaatschappijen. In de
grote steden in Vlaanderen, ik ken de situatie in Wallonië niet echt,
klagen de sociale huisvestingsmaatschappijen al dat ze te weinig
middelen hebben om precies te kunnen voorzien in woningen voor de
allerarmsten. Ik vind de voorstellen in de nota's wel een goede start
voor een interministeriële conferentie. Ik hoop dan ook dat daarover
ernstig wordt gedebatteerd en dat er ook iets uitkomt. Ik hoop dat
men openstaat voor de gegeven pistes.
05.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Que pensent les entités
fédérées des propositions
formulées dans la note? On plaide
pour des instruments
supplémentaires afin de renforcer
le rôle social des sociétés de
logement. Ceci entraînera sans
doute un surcoût, alors que les
grandes villes de Flandre se
plaignent déjà du manque de
fonds pour prévoir suffisamment
d'habitations pour les plus
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Wat de interministeriële conferentie inzake het grootstedenbeleid en
huisvesting betreft, meen ik tussen de regels te hebben begrepen dat
de deelstaatregeringen misschien niet echt hebben meegewerkt om
dit op poten te zetten. Ik zal het daarover zeker hebben met mijn
collega's in het Vlaams Parlement om eventueel de minister daar ook
te ondervragen. Ik denk dat het nuttig is dat er dringend wordt
samengekomen.
démunis.
J'espère également que la
conférence interministérielle
pourra débuter le plus rapidement
possible. Je demanderai à mes
collègues du Parlement flamand
d'interroger le ministre flamand à
ce propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de aansluiting van de
OCMW's bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid" (nr. 6089)
06 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le raccordement des CPAS à
la Banque-carrefour de la sécurité sociale" (n° 6089)
06.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de omzendbrief van 1 februari 2005 stelt dat de
overschakeling op de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid op
1 januari 2006 een verplichting is voor alle OCMW's. Wie op
1 januari 2006 niet in orde is, verliest in principe het recht op
terugbetaling van het leefloon. Vanaf die dag zullen immers alle
dossiers over leeflonen via digitale weg moeten worden doorgegeven.
Niettegenstaande de POD Maatschappelijke Integratie momenteel
extra inspanningen levert om de OCMW's en de regionale
werkgroepen te informeren door het verzorgen van gratis
informatiesessies voor de veiligheidsconsulenten en eventuele,
andere medewerkers, blijkt de aansluiting voor vele OCMW's een
grote investering te zijn.
Mijnheer de minister, hoeveel van de 589 OCMW's zijn intussen
effectief aangesloten bij de Kruispuntbank? Hoeveel van hen hebben
nog geen aanvraag ingediend? Hoeveel van hen hebben wel een
aanvraag ingediend en in welke fase bevinden zij zich?
Ten tweede, voor kleinere OCMW's die bijvoorbeeld amper een of
twee leefloners onder hun hoede hebben, betekent de overschakeling
een serieuze, financiële aderlating. Hebt u al signalen gekregen van
kleinere OCMW's die de overschakeling niet of moeilijk kunnen
betalen?
Ten derde, denkt u erover na de OCMW's tegemoet te komen in de
kostprijs die de aansluiting of de overschakeling op de Kruispuntbank
met zich brengt?
06.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Selon une circulaire du 1
er
février 2005, tous les CPAS
doivent se connecter à la Banque
Carrefour de la sécurité sociale
pour le 1
er
février 2006 au plus
tard, sous peine de perdre le droit
au remboursement des frais
afférents aux revenus d'intégration
sociale. Pour les CPAS, cette
connexion à la Banque Carrefour
représente un investissement
énorme. Combien de CPAS se
sont connectés à la Banque
Carrefour depuis lors ? Combien
de CPAS ont introduit une
demande de connexion et
combien de CPAS n'ont toujours
pas introduit de demande?
Pour les petits CPAS qui ne
comptent que quelques
bénéficiaires du revenu
d'intégration, cette réorganisation
représente une saignée financière.
Le ministre envisage-t-il de les
aider financièrement?
06.02 Minister Christian Dupont: In antwoord op uw eerste vraag:
van de 589 OCMW's zijn volgens de laatste statistieken die
beschikbaar zijn bij (...) en dateren van februari 2005, 451 OCMW's
aangesloten op het netwerk van de kruispuntbank en aanvaard in de
testfase. 80 OCMW's zijn aangesloten in de productiefase en werken
reeds actief met het netwerk. Dus: 451 OCMW's zijn aangesloten en
80 zijn reeds in productiefase.
06.02 Christian Dupont, ministre:
En février 2005, 451 CPAS étaient
raccordés au réseau et avaient été
acceptés dans la phase pilote ; 80
CPAS sont raccordés en phase de
production et utilisent donc déjà le
réseau de manière active.
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Om dure investeringen inzake de aansluiting op het netwerk van de
KSZ te vermijden voor de kleine OCMW's heb ik gekozen voor de
financiering van de ontwikkeling van een webtoepassing, die gratis ter
beschikking zal worden gesteld van de OCMW's die dat wensen.
Deze toepassing is een interessant alternatief voor de kleinere
OCMW's. De bijgewerkte versie van deze toepassing zal tegen juni
2005 worden afgerond. Hiervoor heeft men slechts een computer met
internetaansluiting nodig, via een beveiligd netwerk. Zo is bijvoorbeeld
VERA een publiek beveiligd netwerk.
De kosten van de andere aansluitingsmogelijkheden, IAFN, AEXML
en XML, verschillen in functie van de informaticaonderneming
waarmee het centrum werkt en hangen af van verscheidene
aspecten, zoals de aankoop of huur van softwarepakketten door het
OCMW voor het boekhoudkundig beheer en de sociale dossiers
alsook van de modules waarover het centrum reeds beschikt. Het
hele systeem veranderen zou heel veel kosten en dat raad ik dus niet
aan. Elk OCMW dat dit wenst zal zijn verplichtingen echter kunnen
nakomen wat betreft een invoering van documenten voor de
terugbetaling via de alternatieve weboplossing, die zo goed als gratis
is.
Er werd ook een veiligheidscel opgericht binnen de POD
Maatschappelijke Integratie om concrete steun te bieden aan de
OCMW's inzake de aspecten die verband houden met de veiligheid
van hun aansluiting op de KSZ. De veiligheidscel is samengesteld uit
een veiligheidsconsulent en een helpdesk van vier specialisten. De
belangrijkste taken van deze cel zijn: bezoeken afleggen aan
OCMW's en concrete aanbevelingen formuleren, informatiesessies
organiseren voor de groeperingen van OCMW's, middelen uitwerken
zoals een veiligheidsscript met concrete voorbeelden en een
telefonische permanentie organiseren voor technische vragen en
problemen.
De regionale OCMW-afdelingen van de verenigingen van steden en
gemeenten zijn er door middel van een overeenkomst ook mee belast
de centra op het terrein te begeleiden in 2004 en regionale
werkgroepen op te richten die het mogelijk maken eventuele
moeilijkheden te onderzoeken en goede praktijken uit te wisselen. Die
regionale werkgroepen werden reeds opgericht en hebben gewerkt.
Pour épargner de lourds
investissements aux petits CPAS,
j'ai financé le développement
d'une application web qui sera
mise gratuitement à leur
disposition. La version mise à jour
de cette application sera prête au
mois de juin. Pour l'utiliser, il suffit
de disposer d'un ordinateur
connecté à l'internet par un réseau
protégé.
Le coût des autres possibilités de
raccordement varie suivant les
entreprises informatiques et
dépend de facteurs tels que
l'acquisition ou la location de
logiciels pour la gestion de la
comptabilité et des dossiers
sociaux, ainsi que des modules
dont le centre dispose déjà.
Chaque centre a néanmoins la
possibilité de remplir ses
obligations en utilisant l'application
alternative.
Une cellule de sécurité composée
d'un consultant en sécurité et d'un
service d'assistance réunissant
quatre spécialistes aide les CPAS
à sécuriser leur connexion à la
BCSS. Les sections CPAS des
Unions des Villes et des
Communes sont également
chargées d'encadrer les centres
sur le terrain et de constituer des
groupes de travail pour examiner
les difficultés éventuelles et
procéder à un échange de bonnes
pratiques.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u verwijst inderdaad naar de twee
mogelijkheden die er zijn om op het netwerk van het kruispunt sociale
zekerheid aan te sluiten. Een eerste mogelijkheid is via de website.
Dit kan interessant zijn voor kleine OCMW's. Akkoord, dat is mogelijk,
maar blijkbaar wordt aan die OCMW's vandaag al gezegd dat de
tweede mogelijkheid, het APPC-systeem, de versie van de toekomst
is en uiteindelijk door iedereen zal moeten gebruikt worden. Dat zou
dus toch een dure investering met zich brengen. Eigenlijk bestaat op
het terrein wel een beetje angst. Immers, in een eerste fase kan men
zich in orde stellen via de website, maar wat zal de toekomst met zich
brengen en zal men toch niet verplicht worden om die investering te
doen. Misschien is dit toch een aandachtspunt voor de toekomst.
De tweede mogelijkheid is het APPC-systeem. Ik heb van een OCMW
van een gemeente met een kleine 20.000 inwoners de berekening
gekregen van wat dit hun zal kosten. Dat bestaat uit de kostprijs voor
06.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Deux possibilités de
connexion sont effectivement
offertes mais les petits CPAS
craignent de devoir tout de même
investir pour financer cette
connexion onéreuse. Le fédéral
aidera-t-il financièrement les
CPAS?
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
opmaak van een veiligheidsplan, een deel nieuwe hardware en
software dat moet aangekocht worden, de onderhoudskosten voor die
software en een aantal infrastructuurwerken in het kader van de
beveiliging. Dat brengt het kostenplaatje toch op een 11.100 euro
investering die moet gedaan worden om die nieuwe, federaal
opgelegde verplichting te realiseren.
Ik wilde dit toch onder uw aandacht brengen. Op mijn vraag of er een
tussenkomst of tegemoetkoming is federaal voor de lokale OCMW's,
hebt u niet geantwoord. Misschien kunt u daar nog iets over zeggen,
rekening houdend met het cijfer dat ik u geef voor een klein OCMW.
06.04 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, collega's,
een federale tussenkomst is thans niet aan de orde.
Van bij het begin heb ik de POD Maatschappelijke Integratie
gevraagd het zoveel als mogelijk gratis te houden omdat ik wist dat
bepaalde informaticafirma's deze hervorming zouden aangrijpen om
duur materiaal te verkopen. De OCMW's werd gegarandeerd dat er
een gratis oplossing is. Ze kunnen onderhandelen met hun
leveranciers. Dat is trouwens hun taak. Ik ken het systeem en weet op
welke hoge bedragen men uitkomt als men zich laat doen.
06.04 Christian Dupont, ministre:
Aucun moyen n'a été prévu à cet
effet. J'ai demandé au SPP
Intégration sociale de comprimer
les coûts au maximum,
notamment en mettant au point
une solution gratuite. J'invite les
CPAS à ne pas s'en laisser conter
lorsqu'ils auront à négocier avec
leurs fournisseurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de aanpassing van de
OCMW-wet met betrekking tot de inning en invordering van de alimentatievorderingen" (nr. 6133)
07 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la modification de la loi sur
les CPAS en ce qui concerne la perception et le recouvrement des créances alimentaires" (n° 6133)
07.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik
verwijs naar de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van de dienst
voor Alimentatievorderingen, DAVO genoemd.
Artikel 10, § 3 van de wet stipuleert dat enkel de betalingen aan
DAVO bevrijdend zijn vanaf de datum van kennisgeving door DAVO
tot aan de beëindiging van de tegemoetkoming. Voorheen gebeurde
de inning en invordering van voorgeschoten alimentatiegelden via het
OCMW. In de OCMW-wet van 8 juli 1976 vinden we immers onder
artikel 68ter, § 2 en volgende de bepalingen die hieromtrent gelden.
Er wordt in dat artikel onder andere gestipuleerd dat vanaf de
ingebrekestelling enkel de betalingen verricht aan het centrum,
bevrijdend zijn voor de onderhoudsplichtige.
Mijnheer de minister, ik heb twee concrete vragen. In de OCMW-wet
is artikel 68ter, § 2 en volgende tot op vandaag nog altijd niet
aangepast en wordt de dienst voor Alimentatievorderingen nergens
vermeld. Wordt er gewerkt aan een aanpassing van de wet? Kan er
zowel aan het OCMW als aan DAVO bevrijdend worden betaald door
onderhoudsplichtigen, zolang die aanpassing niet is gebeurd?
07.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Selon la loi du 21 février
2003 prévoyant la création d'un
Service des créances alimentaires
(SCA), les paiements au SCA ne
sont libératoires qu'à partir de la
date de notification et jusqu'à la fin
de l'intervention. Autrefois, la
perception et le recouvrement des
créances alimentaires étaient
assurés par le CPAS. La loi sur les
CPAS prévoit qu'à partir de la
mise en demeure, seuls les
paiements effectués au centre
sont libératoires pour le débiteur
d'aliments.
La loi sur les CPAS n'a toujours
pas été adaptée et le SCA n'est
mentionné nulle part. Travaille-t-on
à l'adaptation de la loi? Les
paiements effectués au SCA et au
CPAS d'ici là sont-ils libératoires?
07.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de 07.02 Christian Dupont, ministre:
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
volksvertegenwoordiger, in antwoord op uw vragen deel ik het
volgende mee.
De terugvordering van de onderhoudsgelden waarvoor voorschotten
door de OCMW's werden betaald, is een opdracht waarvan de
OCMW's vanaf 1 juli 2004 ontlast werden. Die taak werd
overgenomen door de dienst voor Alimentatievorderingen bij de FOD
Financiën. De opdracht van het OCMW is dus beperkt tot de
toekenning van voorschotten op onderhoudsgelden en door de
beslissing van de regering tijdens de recente budgettaire controle zal
het zo zijn tot 1 oktober. De DAVO zal vanaf dan bevoegd zijn om
beide competenties uit te oefenen.
In tegenstelling tot wat u zegt, werd artikel 68ter van de organieke
OCMW-wet ten gevolge van de gewijzigde opdracht opgeheven door
de programmawet van 22 december 2003. Ingevolge daarvan zijn
enkel de betalingen aan de dienst voor Alimentatievorderingen, de
DAVO, bevrijdend voor de onderhoudsplichtige.
Le recouvrement des créances
alimentaires est une mission
reprise par le SCA le 1
er
juin 2004.
La tâche du CPAS se limite donc
désormais à l'octroi d'acomptes
sur les créances alimentaires.
L'article 68 de la loi sur les CPAS
a été suspendue par la loi-
programme du 22 décembre 2003,
de sorte que désormais, seuls les
paiements au SCA sont
libératoires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de eerder verkregen cijfers
van het aantal leefloontrekkers" (nr. 6350)
08 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration
sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les chiffres relatifs au
nombre de bénéficiaires du revenu d'intégration obtenus antérieurement" (n° 6350)
08.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, naar aanleiding van verontrustende berichten
over het alsmaar stijgend aantal jonge leefloontrekkers stelde ik u half
januari een schriftelijke vraag om cijfergegevens te bekomen
aangaande het aantal leefloontrekkers en de evolutie gedurende het
jaar 2004.
Ik ontving een maand later een schriftelijk antwoord waarin u aangaf
dat de evolutie van het totaal aantal rechthebbenden op leefloon in de
loop van 2004 nog niet kon worden meegedeeld wegens
onvolledigheid van de gegevens. Een aantal OCMW's zou hun
beslissingen nog niet hebben bezorgd. U gaf wel aan dat de
gegevens uit een monitoring van zestig OCMW's, een stabilisatie van
het aantal liet vermoeden. Op mijn vraag of u het aantal
leefloontrekkers jonger dan 25 jaar per stad of gemeente kon
meedelen, antwoordde u en ik citeer: "Cijfers per OCMW zijn hierover
niet beschikbaar."
Ik heb de volgende vragen. Is het normaal dat de OCMW's in
februari 2005 hun beslissingen voor 2004 nog niet hadden
doorgegeven, wetende dat de POD Maatschappelijke Integratie de
leefloondossiers krijgt toegespeeld van de OCMW's die daarvan
afhankelijk zijn om de terugbetaling te bekomen van het leefloon. Ook
de tussenkomst in personeelskosten wordt bepaald aan de hand van
het aantal leefloondossiers. U hebt het in uw antwoord over een
monitoring van zestig OCMW's. Betekent dit dat in februari
vijfhonderd negenentwintig OCMW's hun beslissingen nog niet
hadden overgemaakt? Over hoeveel tijd beschikken zij om dat te
doen?
08.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le nombre de jeunes
bénéficiant du revenu d'intégration
va croissant, et cette évolution
m'inquiète. J'ai interrogé le
ministre à ce sujet en janvier
dernier par la voie d'une question
écrite. Il m'a répondu qu'il ne
disposait pas des données
intégrales des CPAS pour 2004.
Comment cette lacune s'explique-
t-elle? Dans quel délai les CPAS
doivent-ils transmettre leurs
décisions? Comment le ministre
peut-il définir la politique à mettre
en oeuvre s'il ne dispose pas de
chiffres pour l'étayer?
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Een tweede reeks vragen betreft het aantal jonge leefloontrekkers. U
zegt dat daarover geen cijfers per OCMW beschikbaar zijn. Ik kan dat
moeilijk aannemen. Hoe kunt u uw beleid bepalen als u niet over
dergelijke cijfers beschikt?
08.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw, volgens artikel 21 van de
wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke
integratie moet het OCMW elke beslissing tot toekenning, weigering
of herziening van het recht op maatschappelijke integratie meedelen
aan mijn diensten binnen de acht dagen volgend op het einde van de
maand waarin deze beslissing werd genomen. Slechts zeer weinig
OCMW's voldoen aan deze bepaling. Er zijn in de wet geen sancties
voorzien. Dat is misschien de reden. Het gevolg voor het OCMW
enfin, er is toch een sanctie voor hen is dat er geen betaling van het
staatsaandeel kan plaatsvinden zolang de beslissingen niet werden
bezorgd. Het is hun eigen fout. Voor de opmaak van de
begrotingscontrole 2005 in februari 2005 baseerden mijn diensten
zich op de gegevens van januari 2004. Ook dan waren er nog 13
OCMW's waarvan de gegevens van januari 2004 nog niet
beschikbaar waren. Ik weet niet of zij voor de OCMW's zelf
beschikbaar waren.
Wat de beleidsopvolging en de evaluatie betreft, werd precies omwille
van het gebrek aan actuele en volledige gegevens in september 2000
een systeem van monitoring ingevoerd. Via conventie engageerden
60 representatieve OCMW's zich om op een snelle en eenvoudige
wijze een aantal cijfergegevens over te maken betreffende hun
toekenning van leeflonen en tewerkstellingsmaatregelen.
Er is ook goed nieuws. Sedert januari 2005 gebeurt dit via een
webapplicatie. Dit systeem maakt het mogelijk dat mijn diensten snel
beschikken over geëxtrapoleerde gegevens betreffende de
gerechtigden op maatschappelijke integratie. De extrapolatietabel
vindt u terug op de website van de POD Maatschappelijk integratie,
www.mi-is.be bij het thema online diensten. Op dit ogenblik werken
mijn diensten aan het optimaliseren van de beschikbare informatie
voor statistische doeleinden.
Hierover loopt een project met wetenschappelijke ondersteuning van
de KUL en de ULB en medegefinancierd door het federaal
wetenschapsbeleid in het kader van een Agora-project. Het doel van
het project is de uitwerking van een boordtabel van statistieken en
indicatoren die regelmatig zal worden geactualiseerd. Deze
boordtabel zal worden gebruikt voor beleidsvoorbereiding en -
evaluatie en zal worden gepubliceerd op de website van de POD MI.
De eerste publicatie wordt verwacht tegen eind juni 2005.
De snelheid van de aangiftes van de beslissing door de OCMW's zal
verhogen vanaf januari 2006, wanneer de verplichting ingaat om de
overmaking van de gegevens voor de aanvraag van de staatstoelage
in het kader van de RMI-wet via de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid te laten verlopen. Daarom is het zo noodzakelijk dat het
project inzake de aansluiting van de OCMW's bij de Kruispuntbank,
met inbegrip van een websiteformule, slaagt.
08.02 Christian Dupont, ministre:
La loi sur les CPAS de 2002,
impose aux CPAS de
communiquer chaque décision à
mes services dans les huit
premiers jours du mois suivant.
Or, presque aucun ne respecte
cette règle. La loi ne prévoit
cependant aucune sanction. Ceci
dit, le subside de l'Etat ne peut
être versé lieu tant que cette
décision n'a pas communiquée.
En février, les données de treize
CPAS manquaient encore. Pour le
contrôle budgétaire, je me suis
dès lors basé sur les informations
de janvier 2004.
Pour pouvoir malgré tout appliquer
une politique cohérente, un
système de monitoring a été
instauré en 2000 : soixante CPAS
représentatifs se sont engagés à
fournir rapidement les données
nécessaires. Avec le soutien
d'universités, nous améliorons
l'exploitation des données
chiffrées à des fins statistiques. En
juin, les premières statistiques
seront publiées sur notre site
Internet ; elles serviront à
l'évaluation et à la préparation
stratégiques.
Je prévois que les données seront
communiquées plus rapidement
l'an prochain, lorsque cette
opération se fera par
l'intermédiaire de la banque-
carrefour de la Sécurité Sociale.
08.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
toch enige moeite met uw antwoord. Wij zijn vandaag 3 mei 2005. Ik
08.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Nous sommes déjà le 3
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
heb u de cijfers van het aantal leefloners in 2004 gevraagd. Ik kan
begrijpen dat een tiental OCMW's niet doet wat ze moet doen,
beslissingen niet tijdig bezorgt en daardoor in eigen vlees snijdt. Ik
kan echter moeilijk aannemen dat vandaag niet meer dan 90% van de
OCMW's alle beslissingen heeft bezorgd aan de bevoegde dienst. Ik
dring erop aan om eindelijk de cijfers van 2004 te krijgen. Hoeveel
leefloners zijn er in dat jaar geweest en wat is de evolutie in
vergelijking met de andere jaren?
Dat er wetenschappelijke studies zijn is een goede zaak, maar mijn
vraag is heel eenvoudig. Hoeveel leefloners waren er in België in
2004? Als u mij in uw antwoord de cijfers geeft met uitzondering van
een tiental OCMW's kan ik daarmee leven, maar u kunt mij niet
vertellen dat de meerderheid van de OCMW's hun beslissingen niet
hebben meegedeeld. OCMW's zijn afhankelijk van het staatsaandeel
voor hun financiering. Het merendeel doet wat ze moet doen en
bezorgt haar beslissingen tijdig om haar financiering rond te krijgen.
Dat is een eerste opmerking. Ik dring er ten zeerste op aan om
hiervan een overzicht te krijgen. Ik denk dat het Parlement daarop
recht heeft.
Ik heb nog een tweede bemerking bij uw antwoord. U zou niet over
cijfers beschikken per leeftijd. U hebt dit in uw schriftelijk antwoord
gezegd. Mondeling heeft u daarover niets gezegd. Ik kan hiermee niet
akkoord gaan. De Federale Overheidsdienst weet perfect wat de
leeftijd is van de leefloontrekker, aangezien de beslissingen worden
verstuurd met opgave van zijn identiteit. Er is controle op die dossiers
en als u de leeftijd niet kent, kunt u onmogelijk controleren of de
leefloontrekker aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Ik dring ook op
dat punt aan. U beschikt perfect over de leeftijd van de
leefloontrekkers die het leefloon uitbetaald krijgen.
Ik hoop dat ik die cijfers vooralsnog zal krijgen.
mai 2005 et nous ne disposons
toujours pas de chiffres complets
sur les bénéficiaires du revenu
d'intégration en 2004 ! Il nous est
donc impossible de vérifier
l'évolution de ce phénomène. Le
ministre pourrait à tout le moins
déjà communiquer les chiffres en
sa possession, même s'ils sont
incomplets parce que les treize
CPAS qui ne se sont pas exécutés
n'y figurent pas. Il ne doit pas être
très difficile de fournir une
ventilation des données par
catégorie d'âge ne peut pas non
plus être si malaisée?
08.04 Minister Christian Dupont: Ik heb die cijfers vandaag niet.
08.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Kunt u ze mij laten bezorgen?
08.06 Minister Christian Dupont: Ik doe mijn best. Als de gegevens
bestaan, zult u ze krijgen. Als ze niet bestaan zal het moeilijk zijn om
ze u te geven.
08.06 Christian Dupont, ministre:
Si les chiffres existent, je les
transmettrai à Mme Lahaye-
Battheu. Je m'y engage.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik zou nu het woord willen geven aan mevrouw Lanjri of de heer Deseyn want zij worden in
een andere commissie verwacht.
09 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de aansluiting van OCMW's op het internet" (nr. 6497)
09 Question de M. Roel Deseyn au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "la connexion des CPAS à l'internet"
(n° 6497)
09.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, onlangs had ik in een andere
commissievergadering een goede discussie met collega
09.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
ministre est en train d'élaborer un
plan d'action national pour l'e-
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Vanvelthoven, over digitale kansenwerking, de digitale kloof en de
daarmee gepaard gaande uitsluiting.
U bent zinnens een aantal initiatieven te nemen om die uitsluiting
tegen te gaan en de digitale kloof te dichten. Niettemin hebben we
nog vragen over enkele punten. Zo blijven we inzake het nationaal
actieplan omtrent de digitale uitsluiting op onze honger zitten.
In antwoord op eerder gestelde vragen maakte u ook allusie op de
terbeschikkingstelling van een tiental informaticaparken aan het
OCMW. Gezien de veelheid aan OCMW's vraag ik me af hoe het plan
er concreet uitziet. Gaat het om tweedehands pc's? Is het enkel voor
bepaalde categorieën van OCMW-cliënten? Wanneer wordt het
concreet geïmplementeerd? En vooral: over welke OCMW's gaat het?
Een andere belangrijke vraag is de volgende. De overheid investeert
heel wat in het federaal plan i-Line en ook de operatoren dragen er,
volgens bepaalde berekeningsmodellen, toe bij. U herinnert zich
ongetwijfeld de discussie met minister Vande Lanotte over het al dan
niet uitkeren van de dividenden van Belgacom. Het plan van i-Line
viseert vooral de scholen, ziekenhuizen en bibliotheken. Het is echter
belangrijk om daarnaast ook een link te maken met de OCMW's en
de rusthuizen.
Het zou interessant zijn te horen wat uw initiatieven zijn om de digitale
kloof te dichten, want uw collega Vanvelthoven verwijst daarbij
systematisch naar u. Ik wacht dus op het nationaal actieplan, waarom
blijft het zo lang uit?
Kan u enkele cijfers geven betreffende het totale budget voor de
bestrijding van de digitale kloof? Dat zou interessant zijn, zeker met
de cijfers van e-Day in het achterhoofd. Toen sprak men over een
jaarlijkse budgettaire impact van 3,2 miljoen euro over een periode
van 15 jaar en 25 miljoen euro waarborg via de federale
participatiemaatschappij.
E-day is een stille dood gestorven en werd jammer genoeg door de
federale overheid afgeblazen. Kan, budgettair gesproken, minstens
een dergelijke inzet worden gegarandeerd? Zal dat dan te maken
hebben met een transfer naar initiatieven die passen in het Nationaal
Actieplan of hoe zal men budgettair deze kredieten blijven
waarborgen voor de betrokken doelgroepen en categorieën?
inclusion. Quand sera-t-il achevé ?
Des parcs informatiques seraient
également mis à la disposition des
CPAS. Ce projet a-t-il déjà été
lancé et quels CPAS ont-ils été
choisis? Les CPAS et les maisons
de repos pourront-ils aussi
participer au plan fédéral I-line?
Existe-t-il d'autres projets visant à
réduire la fracture numérique?
Quels moyens sont-ils disponibles
à cet effet? Des crédits seront-ils
réservés à certains groupes
cibles?
09.02 Minister Christian Dupont: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Deseyn, zoals bepaald in het regeerakkoord steunt de federale
regering het I-Line-project. Dit project bestaat erin een lijn die toegang
biedt tot het internet, ter beschikking te stellen van de scholen van
secundair en hoger onderwijs, openbare bibliotheken en ziekenhuizen
en dit tegen een redelijke prijs, te weten de gratis
terbeschikkingstelling van de ADSL-lijn en 50% van het normale
tarief.
In het kader van het Nationaal Actieplan zullen wij nieuwe projecten
overwegen om onder meer de toegang tot internet te
vergemakkelijken. De problemen beperken zich voor ons uiteraard
niet alleen tot de toegang. De oplossingen waarrond wij nauw
samenwerken met onze partners, benaderen de digitale kloof op een
meer globale manier. Dat betekent dat er rekening wordt gehouden
09.02 Christian Dupont, ministre:
Le projet I-line du gouvernement
vise à mettre l'internet à la
disposition des écoles, des
bibliothèques etdes hôpitaux à un
prix raisonnable. Dans le cadre du
plan national d'action nous
essayons de trouver d'autres
mesures qui faciliteraient
davantage encore cet accès. Nous
tenons également compte de
l'utilisation des appareils et des
programmes, de la formation et de
l'encadrement. Tout cela est très
important pour les clients des
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
met het gebruik, de opleiding en de nodige omkadering om kennis te
maken met de informatietechnologieën. Het dient nergens toe om
materiaal te hebben dat men niet kan gebruiken.
De cliënten van het OCMW of de rusthuizen die u vermeldt, gaan
overigens op een heel andere manier om met de digitale kloof dan de
huidige begunstigden van de I-Line-service. Naast de toegang spelen
aspecten zoals opleiding, sensibilisatie of omkadering in deze
gevallen een fundamentele rol en ik ben van mening dat een zekere
vorm van aanpassing van de programma's of het materiaal, ook een
goede rol speelt. In dit opzicht moet een initiatief als I-Line kaderen in
een globale stap die erop gericht is te voldoen aan de noden van het
kwetsbare publiek dat in onze samenleving wordt getroffen door de
kloof inzake de toegang en het gebruik van de
informatietechnologieën.
In samenwerking met Oxfam-Solidariteit en Arafox, leverancier van
vrije software, werden tien digitale openbare ruimtes gecreëerd in de
inschakelingsdiensten, de restaurants in het centrum, de
gemeenschappelijke lokalen van de sociale huisvesting of de
OCMW's. Deze informaticaparken bestaan uit een server en vijf pc's
gegenereerd op basis van gerecycleerd materiaal door gebruik te
maken van vrije software. Deze pilootervaring wordt geleid in
samenwerking met tien vrijwillige OCMW's die werden gekozen in
functie van hun geografisch evenwicht, de diversiteit van de zone,
stedelijk-landelijk, en het beoogde publiek. De doelstelling van dit
project bestaat erin de collectieve toegang van de meest kwetsbare
bevolkingsgroepen tot de kennismaatschappij in de hand te werken
en de installatievoorwaarden te bestuderen van digitale openbare
ruimtes op plaatsen die normaal ver van de technologie staan.
Een evaluatie zal het mogelijk maken de continuïteit en de uitbreiding
van de projecten te verzekeren. Het pilootproject neemt dus
verschillende hoofdlijnen in de strijd tegen de digitale kloof in
aanmerking: de toegang, de opleiding, de omkadering en ten slotte de
sensibilisering voor de informatietechnologieën. Door de meest
kwetsbare personen zowel pc's als een internetverbinding en
informaticabegeleiding gratis ter beschikking te stellen, hoop ik deze
personen te helpen, zowel in hun professioneel als in hun privé-
traject. Het is de bedoeling om vervolgens de ervaring uit te breiden
om iedereen de toegang tot de informatie- en
communicatietechnologieën te waarborgen die nodig zijn voor de
integratie in de samenleving. Het project wordt momenteel uitgevoerd
en de tien ruimtes zouden nu volledig functioneel moeten zijn. Ik zal er
overigens zeer binnenkort twee plechtig openen. De vrijwillige
OCMW's zijn de volgende: Antwerpen, Fontaine-L'Evêque, Herentals,
Jette, Lommel, Modave, Bergen, Oostende, Sint-Gillis en Tubeke.
Het is nog te vroeg om een lijst op te maken van de nieuwe
initiatieven in het kader van het toekomstig nationaal strijdplan tegen
de digitale kloof dat thans wordt opgesteld. De doelstelling van het
plan is overleg te creëren tussen de verschillende regeringen, de
federale en de deelstaatregeringen om de nieuwe initiatieven
doeltreffender te maken.
De federale regering draagt in nauwe samenwerking met de
deelstaten actief bij tot de opstelling van dit plan. Het loopt goed.
Hoewel de medewerking op regeringsvlak constructief verloopt, is het
CPAS qui constituent quand
même un public vulnérable.
Dix espaces publics digitaux ont
été créés au sein des services
d'insertion, du logement social ou
des CPAS. Ces parcs
informatiques sont composés d'un
serveur et de cinq pc recyclés. Le
projet est réalisé en collaboration
avec dix CPAS qui ont été choisis
sur la base de leur dispersion
géographique et du public visé.
Nous souhaitons développer les
projets après évaluation.
Les gouvernements fédéral et
régionaux collaborent à
l'élaboration d'un plan de lutte
national contre le fracture
numérique. Une ligne de conduite
avait déjà été définie. Chaque
gouvernement oeuvre à présent à
sa propre contribution spécifique,
ce qui nécessite du temps. Le plan
d'action résulte du Sommet
mondial de la Société de
l'information qui s'est tenu fin
2003. Un deuxième sommet sera
organisé à Tunis en novembre
2005. Le plan devra être approuvé
au sein de la conférence
interministérielle avant cette date.
Aucune ligne budgétaire n'a
encore été accordée à la lutte
contre la fracture numérique. Les
moyens doivent évoluer en
fonction des nécessités et des
nouveaux projets se rapportant à
ce plan de lutte. Cette question
sera discutée dans le cadre de
l'élaboration du budget 2006.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
belangrijk niet overhaast te werk te gaan en elke regering de
mogelijkheid te bieden in functie van haar bevoegdheden, initiatieven
en reeds genomen initiatieven deel te nemen aan het plan. Er werd
reeds een leidraad ontwikkeld. Elke regering werkt aan haar bijdrage
in functie van het schema in kwestie. Deze dynamiek neemt tijd in
beslag. We zijn rechtstreeks aangewezen op de bijdrage van elk
machtsniveau.
Wat de termijnen betreft, is het nationaal plan een gevolg van een
verbintenis van België bij het eerste luik van de wereldtop van de
informatiemaatschappij eind 2003. Het tweede luik zal plaatshebben
in Tunis in november 2005. Het plan moet bijgevolg voor november
2005 worden goedgekeurd in de interministeriële conferentie
"Integratie in de maatschappij".
Wat het budget betreft, werd nog geen specifieke begrotingslijn
toegewezen aan de strijd tegen de digitale kloof. Logisch gezien
moeten de noodzakelijke middelen evolueren in functie van de
behoeften en de nieuwe projecten die rechtstreeks verband houden
met het toekomstig nationaal strijdplan tegen de digitale kloof. De
financiële middelen zullen worden besproken in het kader van de
opstelling van de begroting 2006.
09.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Mijnheer de minister, ik had liever meer informatie gekregen over een
concrete timing en doelstellingen. U zegt dat er nog geen budget voor
deze belangrijke doelstelling is uitgetrokken. Dat is jammer. Ik raad u
aan de budgetten die ik in mijn inleiding heb opgesomd, goed na te
gaan om minstens actie te kunnen voeren op het niveau dat was
opgenomen in het vijfsterrenprogramma van e-day.
Wat het I-line-project voor rusthuizen en OCMW's betreft, blijft u op
de vlakte. U zegt alleen dat er voor deze doelgroepen ook iets moet
gedaan worden.
Ik begrijp dat dit niet zo gemakkelijk ligt voor I-line. Nochtans hadden
wij dit bij de bespreking van de telecomwet expliciet bepleit,
aanvankelijk ook met de steun van de minister. De meerderheid heeft
dan haar staart een beetje ingetrokken bij de bespreking. De
uitbreiding naar digitale kansenwerking vond ik met uw ambities zeker
geen onbelangrijke stelling, ook voor de lagere scholen. U spreekt
terecht over opleiding, omkadering en sensibilisering, maar daar zien
we precies het ontstaan in de maatschappij van een digitale kloof. Ik
denk dat uitbreiding van I-line naar lagere scholen toch ook een
concrete suggestie is in dit plan.
Opleiding en omkadering, inderdaad. Het gaat vooral om pc-bezit.
Collega's van u hebben dat onderkend. Eigenlijk zien we dat dit
precies de kritische succesfactor is in het Belgische internetgebruik.
Het is belangrijk om hier nog even te beklemtonen dat een pc
eigenlijk onvoldoende kan worden verworven.
Wat het plan betreft, zegt u dat dit er binnenkort komt. Uw deadline is
zowat de vergadering in Tunis. Het is jammer dat moet worden
gewacht op die externe druk. Het plan was immers beloofd voor einde
2004.
09.03 Roel Deseyn (CD&V):
J'attendais davantage du
calendrier et des objectifs. Aucun
budget n'a même encore été
prévu. Je demande que le ministre
vérifie les budgets consacrés au
projet cinq étoiles e-Day et lance
des initiatives au moins à ce
niveau. Il faudra également
s'atteler à l'extension du projet I-
line, plus particulièrement aux
écoles primaires.
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de dringende medische hulp" (nr. 6582)
10 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "l'aide médicale urgente" (n° 6582)
10.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarnet
mevrouw De Meyer gezien; zij zou ook komen. Zij had gezegd dat zij
om 4 uur zou komen, maar het is intussen al wat later.
De voorzitter: Mevrouw Dierickx kan haar vraag eerst stellen. Daarna kunnen wij terugkomen op uw vraag.
10.02 Nahima Lanjri (CD&V): Ik wil nog eenmaal wachten, maar het
mag apart vermits de minister blijkbaar aparte antwoorden heeft
voorbereid. Eigenlijk zijn de vragen niet elkaar gekoppeld.
De voorzitter: Voor mij is het hetzelfde.
10.03 Nahima Lanjri (CD&V): Goed, dan stel ik mijn vraag.
Mijnheer de minister, de werkgroep rond dringende medische hulp,
waarin onder meer leden van Artsen Zonder Grenzen, van
Medimmigrant en van de VVSG zitten, heeft onlangs met uw kabinet
een aantal aanbevelingen besproken. Zij zouden worden opgenomen
in een omzendbrief.
Een van die aanbevelingen was de installatie van een medische kaart,
een initiatief dat reeds gangbaar is in een aantal gemeenten. Die
kaart wordt verstrekt door het OCMW op basis van het attest voor
dringende medische hulp. Die kaart geeft aan dat het OCMW
bevoegd is voor de terugbetaling en biedt op die manier garantie aan
de arts, het ziekenhuis of de zorgverstrekker dat zij zullen worden
terugbetaald voor de consultatie en aan de apotheker dat de
medicijnen zullen worden terugbetaald.
Het is een goed initiatief dat reeds in een aantal steden bestond. Het
was de bedoeling het ruimer te verspreiden over de verschillende
gemeentebesturen. In uw omzendbrief van 1 maart over dringende
medische hulp wordt echter expliciet vermeld dat OCMW's enkel
dringende medisch hulp mogen toekennen op basis van een attest
van de arts dat enkel geldig is voor een eenmalig medisch probleem.
Het gebruik van de medische kaart komt daarmee op de helling.
Dat is onwerkbaar, want heel vaak zit men daarmee in een
cirkelredenering. Sommige OCMW's vragen eerst bij de arts te gaan
om zo'n attest te halen. Dan moet men pas naar het OCMW voor een
bewijs dat men wordt terugbetaald. Sommige artsen zeggen echter
dat men iets moet kunnen voorleggen waardoor zij de zekerheid
hebben dat zij voor een onderzoek worden terugbetaald. Dat was
onwerkbaar en dat was zeker niet de bedoeling van de medische
kaart van vroeger.
De werkgroep had daarnaast nog een aantal andere aanbevelingen:
ten eerste, een verlenging van de periode waarin de zorgverstrekkers
10.03 Nahima Lanjri (CD&V): Le
groupe de travail Aide Médicale
Urgente (AMU) a récemment
défini une série de
recommandations qui devraient
figurer dans une circulaire. L'une
d'entre-elles concerne
l'introduction d'une carte médicale
qui mentionne que le CPAS est
compétent en matière de
remboursement de frais. Il s'agit
d'une garantie pour les médecins
et les pharmaciens. La circulaire
du 1 mars indique que les CPAS
ne peuvent octroyer l'aide
médicale urgente que sur la base
d'un certificat délivré par un
médecin. Cependant, cela ne
s'applique qu'à un problème
médical unique. L'utilisation de la
carte médicale s'en trouve remise
en cause.
Le ministre est-il favorable à
l'utilisation de la carte médicale?
A-t-il l'intention de modifier la
circulaire du 1 mars? La nouvelle
circulaire aura-t-elle un caractère
contraignant? Le ministre va-t-il
replacer l'aide médicale urgente
pour les soins psychiatriques à
l'ordre du jour? A combien s'élève
le budget accordé actuellement à
l'aide médicale urgente pour les
sans-papiers? Le ministre est-il
partisan du principe de la carte
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
hun facturen naar het OCMW kunnen opsturen. Nu is dat zeer
beperkt, namelijk binnen de tien dagen. Ten tweede, een snellere
terugbetaling, en ten derde, een toegang tot psychiatrische zorgen in
het kader van dringende medische hulp, ook voor personen zonder
wettig verblijf.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen. Staat u achter het
principe van de medische kaart voor asielzoekers en personen zonder
wettig verblijf? Die kaart moet wel geldig zijn voor bijvoorbeeld drie
maanden en niet voor één bezoek aan de arts, anders kan men niet
spreken over een medische kaart.
Zult u in dat geval uw omzendbrief van 1 maart aanpassen?
Wat is de timing van de nieuwe omzendbrief met deze
aanbevelingen? Wat is het karakter van die omzendbrief? Is het een
dwingend karakter? Hopelijk, want als de brief enkel informatief is,
dan denk ik dat men net zo goed alles bij het oude had kunnen laten.
Ik denk dat u als minister meer mogelijkheden heeft om in een
bepaalde richting te sturen.
Is de minister bereid om de problematiek van dringende medische
hulp voor psychiatrische patiënten mensen zonder papieren die
psychiatrische zorgen nodig hebben opnieuw op de agenda te
plaatsen? In dat verband wil ik wijzen op het feit dat ik terzake een
wetsvoorstel heb ingediend, samen met een collega uit de
meerderheid, namelijk mevrouw van Gool. Ik zou u willen vragen om
dit wetsvoorstel eens te bekijken. U hoeft mijn wetsvoorstel niet te
volgen. U mag gerust een eigen initiatief nemen als er maar een
oplossing voor het probleem komt.
Ik wil u ook vragen of u enig zicht hebt op het huidige budget dat
wordt besteed aan dringende medische hulp voor mensen zonder
papieren.
médicale pour les demandeurs
d'asile?
10.04 Minister Christian Dupont: De werkgroep rond de regeling
dringende medische hulp waarvan sprake is in uw vraag werd
meerdere keren ontvangen op mijn kabinet. De werkgroep
overhandigde een aantal voorstellen tot verbetering van het systeem
van dringende medische hulp aan illegalen. Deze voorstellen, die
momenteel worden onderzocht, moeten leiden tot het opstellen van
een coördinerende rondzendbrief. Deze rondzendbrief zal waar nodig
verduidelijkingen aanbrengen. Een rondzendbrief kan evenwel niet
afwijken van de bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen.
Een aantal van de voorstellen vereisen wetswijzigingen en kunnen
dan ook niet dwingend worden opgelegd via een rondzendbrief.
De rondzendbrief kan een aantal goede praktijken aanmoedigen. Als
ik u goed begrijp, vond u dat goed. Desgevallend kan het gebruik van
een medische kaart in de rondzendbrief als goede praktijk worden
toegelicht, zonder dat zulks evenwel dwingend kan worden opgelegd.
Deze rondzendbrief zal binnen de best mogelijke termijn opgesteld
worden.
De uitbreiding van dringende medische hulp naar hulp die wordt
verstrekt in psychiatrische instellingen, vereist een wijziging van de
wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun,
verleend door de OCMW's.
10.04 Christian Dupont, ministre:
Le groupe de travail a formulé
plusieurs propositions pour
améliorer l'aide médicale urgente
pour les personnes en situation
illégale. Ces propositions sont à
l'étude et doivent déboucher sur
une circulaire de coordination. Une
circulaire ne peut toutefois déroger
aux dispositions légales et
réglementaires existantes.
Certaines propositions nécessitent
une modification législative et ces
mesures ne peuvent être rendues
contraignantes par une circulaire.
La circulaire peut par contre
encourager certaines bonnes
pratiques, comme l'utilisation de la
carte médicale, qu'elle ne peut
toutefois imposer. La circulaire
sera rédigée dans les meilleurs
délais.
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
De mogelijk te volgen pistes worden momenteel door mijn
administratie onderzocht.
Wat betreft het budget, besteed aan dringende medische hulp,
verduidelijk ik dat het budget voor de kosten van dringende medische
hulp niet verschilt van het budget voor de medische kosten in het
algemeen. Ik kan dus geen afzonderlijke cijfers geven.
Het globale budget inzake medische kosten bedraagt 54 miljoen euro
per jaar, dat is 15% van het totale budget, bepaald door de wet van 2
april 1965.
Voorzitter: Hilde Dierickx.
Présidente: Hilde Dierickx
L'extension de l'aide médicale
urgente à l'aide psychiatrique doit
passer par une modification de la
loi du 2 avril 1965. Cette possibilité
est à l'étude.
Le budget global afférent aux frais
médicaux est de 54 millions
d'euros par an. Il n'y a pas de
budget distinct pour l'aide
médicale urgente.
10.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de nieuwe
rondzendbrief die u aankondigt, zal ook een aantal zaken
verduidelijken.
Ik meen toch te hebben begrepen dat u achter het principe staat van
de medische kaart. Die medische kaart is uiteraard meer dan een
toegangsticketje om een keer naar de arts te gaan. Een medische
kaart dient voor een beperkte periode van twee of drie maanden.
Vroeger was het gangbaar, in de meeste gemeentebesturen, dat zo'n
kaart drie maanden van kracht was.
Heb ik het goed begrepen dat u het principe van de medische kaart
genegen bent?
Ten tweede, uiteraard kunt u niet ingaan tegen gangbare wetten en
dat zou ik trouwens niet vragen. Maar in uw rondzendbrief zult u ook
geen zaken aanprijzen die tegen de wetten zijn. Als u het hebt over
goede praktijken, zoals het gebruik van de medische kaart, dan weet
u dat zulks op dit ogenblik niet indruist tegen de gangbare wetten. In
principe kunt u daar meer kracht achter zetten dan alleen informatief
mee te delen dat het goede praktijken zijn. U kunt toch ook bepalen
hoe het in de toekomst moet gebeuren. Eventueel, als daarvoor een
wetswijziging nodig is, kunt u zelf een wetsontwerp op tafel leggen.
Wij zijn, vanuit de oppositie, bereid om daaraan mee te werken.
Ten derde, u zegt dat voor de psychiatrische zorgen voor mensen
zonder papieren wel een wetsvoorstel nodig is. Dat klopt; ik weet dat
ook. Daarom heb ik gezegd dat ik samen met mevrouw van Gool van
de sp.a-fractie reeds een voorstel heb uitgewerkt.
Hoewel ik geen vast lid van deze commissie ben, zou ik aan de vaste
leden van deze commissie willen vragen, mevrouw De Meyer, om
ervoor te pleiten dat dit eens op de agenda wordt geplaatst. Ik wil ook
aan de voorzitter, die nu even afwezig is, vragen om dit punt op de
agenda te zetten. Dan kan dit punt worden besproken, kan erover
worden gestemd of kan dit geamendeerd worden en kunnen wij tot
een oplossing komen. Anders blijft het dweilen met de kraan open.
10.05 Nahima Lanjri (CD&V): Je
présume que le ministre est
favorable au principe de la carte
médicale. Il ne peut effectivement
pas enfreindre la loi, mais il peut
par contre encourager plus
explicitement les bonnes
pratiques, comme la carte
médicale, par exemple. Si une
modification de la loi s'avère
nécessaire, nous sommes
disposés à soutenir son projet de
loi.
En ce qui concerne les soins
psychiatriques pour les sans-
papiers, une proposition de loi
s'impose effectivement. Mme Van
Gool et moi-même avons déposé
une proposition de loi en la
matière. Je demande qu'elle soit
inscrite à l'ordre du jour de notre
commission le plus rapidement
possible.
10.06 Minister Christian Dupont: Er zijn zoveel verschillende
medische kaarten als er OCMW's zijn.
10.06 Christian Dupont, ministre:
Il existe autant de types de cartes
médicales que de CPAS.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
10.07 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, u kunt
misschien het beste systeem uitkiezen.
10.07 Nahima Lanjri (CD&V):
Dans ce cas, il appartient au
ministre de choisir le meilleur
système.
10.08 Minister Christian Dupont: U moet dit niet voorstellen als een
universeel systeem dat iedereen op dezelfde manier gebruikt. Er is
enige verwarring in het systeem en wij zijn dat aan het bekijken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de gezondheidszorg voor mensen zonder
papieren en asielzoekers" (nr. 6000)
11 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les soins de santé pour les sans-
papiers et les demandeurs d'asile" (n° 6000)
11.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijn vraag handelt over
hetzelfde onderwerp. Mijn excuses voor mijn laattijdigheid, ik heb de
vraag van mijn collega en het antwoord van de minister dus niet
gehoord. Ik was op dat moment een vraag aan het stellen in de
commissie voor de Sociale Zaken.
Mijnheer de minister, jaren geleden ondervroeg ik uw voorganger,
mevrouw Arena, over de gezondheidszorg voor mensen zonder
papieren en asielzoekers. Er liep toen heel wat mank en dat is
vandaag nog steeds het geval. Er werden toen een reeks
maatregelen aangekondigd die nog steeds op uitvoering wachten. De
werkgroep Dringende Medische Hulp werd opgericht, bestaande uit
Artsen Zonder Grenzen, Medimmigrant, de VVSG en hun Waalse en
Brusselse tegenhangers, het Vlaams Vluchtelingenwerk en het
Vlaams Minderhedencentrum. Zij bepleitten toen een waslijst van
zaken. Wat is daarin de stand van zaken?
Zo vroegen ze u een rondzendbrief met een dwingend karakter te
richten aan de betrokken partners waarin de administratieve
procedure wordt beschreven met betrekking tot OCMW's, LOI's,
verpleeginstellingen, paramedici en gesloten centra. Deze dwingende
administratieve procedure zou volgens de voornoemde werkgroep
moeten bestaan uit de volgende zaken.
Ten eerste is dat een goede informatieverspreiding en vorming door
het OCMW aan de zorgverstrekkers.
Een tweede belangrijk element is een snellere terugbetaling. De
terugbetaling van de POD Maatschappelijke Integratie aan de
OCMW's zou sneller moeten gebeuren en ook de terugbetaling door
het OCMW aan de zorgverstrekker zou binnen de 60 dagen moeten
gebeuren. In de praktijk zijn er sommige OCMW's die tijdig
terugbetalen, maar bijvoorbeeld in het OCMW van Antwerpen wordt
gewacht om de zorgverstrekker te betalen tot ze zelf betaald zijn door
de POD Maatschappelijke Integratie. Dat kan soms anderhalf jaar
duren en dat schrikt de zorgverstrekkers af waardoor ze niet langer in
het systeem willen meedraaien.
Een derde element dat volgens de werkgroep deel moet uitmaken van
11.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Il y a un an, des mesures
ont été annoncées en matière de
soins de santé pour les
demandeurs d'asile et les sans-
papiers mais rien n'a changé
depuis. Le groupe de travail Aide
Médicale Urgente plaide
notamment en faveur de la
rédaction d'une circulaire
contraignante qui décrirait la
procédure administrative. Le
CPAS devrait diffuser des
informations correctes et former
des dispensateurs de soins. Le
SPP Intégration Sociale devrait
rembourser plus rapidement le
CPAS. Celui-ci devrait pouvoir à
son tour rembourser le
dispensateur de soins dans un
délai de soixante jours. Des
conventions entre les CPAS et les
dispensateurs de soins doivent
être encouragées pour faciliter la
réorientation, ce qui est
particulièrement utile dans les
grandes villes. Une carte médicale
devrait être créée, renouvelable
par le généraliste. Le dispensateur
de soins et le patient auraient ainsi
la garantie que le CPAS paie les
frais médicaux. La charge
administrative est ainsi également
allégée. Il conviendrait par ailleurs
de faire usage d'attestations
médicales ordinaires, pour éviter
de parler d'«urgence». L'accent
devrait être mis sur les soins de
première ligne prodigués par le
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
de rondzendbrief is de promotie van conventies tussen OCMW,
artsen en andere zorgverstrekkers. Zo wordt een vlotte doorverwijzing
mogelijk gemaakt. Uiteraard is dat vooral nuttig in de grote steden
met veel mensen zonder papieren. De OCMW's mogen echter niet
weigeren te betalen als de medische hulp niet bij een van hun
partners wordt verstrekt. Verder kan de specificiteit van de zorg ook
vereisen dat het OCMW tussenkomt voor privé-zorgverstrekkers.
Ten laatste: het invoeren van een medische kaart collega Lanjri
sprak er net over zou heel wat soelaas kunnen bieden. Zo'n
medische kaart zou geldig kunnen zijn voor een bepaalde periode,
bijvoorbeeld 3 maanden, en verlengd kunnen worden door de
huisarts. Een dergelijke kaart biedt, zowel aan de zorgverstrekker als
aan de patiënt, de zekerheid dat het OCMW de medische kosten ten
laste neemt.
Dit verlicht aanzienlijk de administratie voor de OCMW's, die niet
telkens per medische behandeling zo'n certificaat moeten afleveren.
Ook hier zijn er al goede praktijken in bepaalde OCMW's. Het zou
heel belangrijk zijn om dit uit te breiden naar alle OCMW's. Laat ons
alstublieft de bestaande best practices proberen te maximaliseren in
zoveel mogelijk OCMW's.
Ik kom op een voorlaatste punt. Men kan de procedure via gewone
medische attesten laten verlopen zodat de terminologie "dringende
medische hulp" kan vermeden worden. De procedure wordt zo
eenvoudiger en goedkoper en last but not least legt dit uiteraard
de nadruk op de eerstelijnszorg van de huisarts zodat patiënten niet
automatisch worden doorverwezen naar de ziekenhuizen.
Dat zijn een aantal aanbevelingen die de werkgroep heeft gedaan om
in zo'n dwingende omzendbrief te zetten. We zouden de minister echt
willen ondersteunen om hier werk van te maken.
Naast de omzendbrief, stelt de VVSG ook voor dat mensen zonder
papieren zich op voorhand zouden moeten kunnen aanmelden bij het
OCMW om de medische kaart aan te vragen en dus niet op het
moment van ziekte. Het OCMW voert namelijk toch een sociaal
onderzoek uit. Er wordt een huisbezoek gedaan om te zien of de
patiënt echt op het grondgebied van de gemeente woont en behoeftig
is. Als dit onderzoek pas gebeurt op het moment dat de persoon ziek
is, is het logisch dat elke dag een dag te lang is. Dit wordt niet
verboden in de wet, dus de wet hoeft hiervoor ook niet te wijzigen. Het
is gewoon een procedure die moet aanvaard worden. Ook dit voorstel
wordt gesteund vanuit de Union des Villes et Communes, zowel in
Brussel als in Wallonië. Het gaat dus over de aanmelding op
voorhand voor de medische kaart, los van ziekte of geen ziekte.
Een derde punt, waarvoor wel een wetswijziging nodig zou zijn
daarvoor is er het wetsvoorstel waarmee collega Lanjri op de proppen
komt is de uitbreiding van de dringende medische hulp tot de
psychiatrische zorg. Dat is iets wat wij absoluut willen ondersteunen
want daar is heel veel nood aan in die doelgroep die enorm veel
stress en miserie om het hoofd heeft. Men zou van minder in de
psychiatrie verzeild geraken, meen ik, wanneer men in zo'n
uitzichtloze situatie zit.
Ten vierde en ten slotte, er moet ook een regeling komen die het
généraliste.
Selon la Vereniging van Vlaamse
Steden en Gemeenten et l'Union
des Villes et des Communes, les
sans-papiers doivent avoir la
possibilité de demander par
avance au CPAS la carte
médicale. Sur ce point, la loi ne
doit pas être modifiée. En
revanche, pour étendre l'aide
médicale urgente aux soins
psychiatriques, une modification
légale s'impose. S'agissant de
cette question, Mme Lanjri a déjà
déposé une proposition de loi.
Enfin, il convient de clarifier le
statut de ces personnes. Relèvent-
elles du code 207, ce qui a pour
conséquence qu'elles dépendent
du centre d'asile, ou ressortissent-
elles au CPAS? Les demandeurs
d'asile déboutés devraient pouvoir
être remboursés par le biais du
code 207 et, à cette fin, ils
devraient recevoir une carte. Ainsi,
le transfert des dossiers pourrait
être amélioré.
Toutes les propositions sont
urgentes et nécessaires. Sur le
terrain, c'est le flou artistique le
plus complet. Une circulaire
contraignante pourrait entraîner
une réduction des formalités
administratives et une réduction
des coûts pour le SPP. Quel
calendrier a-t-on fixé? La circulaire
sera-t-elle contraignante ou
informative?
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
statuut verduidelijkt van die mensen, of zij wel of niet nog onder code
207 vallen en afhankelijk zijn van het asielcentrum voor hun medische
zorgen, of afhankelijk zijn van een OCMW. Uitgeprocedeerde
asielzoekers zouden moeten kunnen terugvallen op hun code 207
voor de terugbetaling in een bepaalde periode, bijvoorbeeld 3 of 4
maanden, en daarvoor ook een medische kaart krijgen. Zo heeft de
cliënt meer informatie over wie er bevoegd is en kan men beter
voorzien in de dossieroverdracht van het ene OCMW met code 207
naar het andere op de feitelijke verblijfplaats.
Bovenstaande voorstellen, mijnheer de minister, lijken ons absoluut
dringend en noodzakelijk voor een rondzendbrief, omdat de mensen
op het werkveld die gezondheidszorgen verstrekken aan die
asielzoekers, geconfronteerd worden met heel wat onduidelijkheden.
Een rondzendbrief met een zekere autoriteit en met een dwingend
karakter zal niet alleen de administratie voor de OCMW's, de
zorgverstrekkers en de patiënten verlichten maar ook de uiteindelijke
kosten voor het ministerie van Maatschappelijke Integratie aanzienlijk
verlagen.
Zeer concreet, mijnheer de minister, zou ik willen weten wat de timing
is voor die dringende rondzendbrief en of die rondzendbrief inderdaad
een dwingend karakter kan aannemen in plaats van een louter
informatief. Wij menen dat dit de situatie voor de gezondheidswerkers
en hun cliënten zou vergemakkelijken.
11.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
De Meyer, de werkgroep rond dringende medische hulp waarvan
sprake in uw vraag, werd tot op heden driemaal ontvangen op mijn
kabinet. Een laatste vergadering vond plaats in februari. De
werkgroep maakte inderdaad een aantal voorstellen over tot
verbetering van het systeem van medische hulp aan illegalen. Deze
voorstellen werden overgemaakt aan mijn administratie voor
onderzoek.
De voorstellen die mijn administratie zal formuleren, moeten leiden tot
het opstellen van een coördinerende rondzendbrief, met de bedoeling
aan de betrokken instanties alle nodige informatie te verschaffen over
de te volgen procedures. De rondzendbrief zal, waar nodig,
verduidelijkingen aanbrengen. Een rondzendbrief kan evenwel niet
afwijken van de bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen.
Een aantal van de voorstellen vereisen een wetswijziging en kunnen
dan ook niet dwingend opgelegd worden bij rondzendbrief. Wel kan
de rondzendbrief een aantal goede praktijken aanmoedigen. Het
afsluiten van conventies tussen OCMW's en zorgverstrekkers, het
uitreiken van een medische kaart en het benadrukken van de
eerstelijnszorg via de huisarts, kunnen in de rondzendbrief als goede
praktijken worden aangemoedigd, zonder dat deze evenwel dwingend
kunnen worden opgelegd door de rondzendbrief.
De rondzendbrief kan niet afwijken van de notie "dringende medische
hulp" zoals deze voorkomt in de organieke OCMW-wet en het
uitvoerend koninklijk besluit betreffende de dringende medische hulp
die door de OCMW's wordt verstrekt aan vreemdelingen die onwettig
in het rijk verblijven. De uitbreiding van dringende medische hulp naar
de hulp die wordt verstrekt in psychiatrische instellingen, vereist een
wijziging van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen
van de steun, verleend door de OCMW's. Deze mogelijkheid wordt
11.02 Christian Dupont, ministre:
Mon cabinet s'est réuni à trois
reprises avec le groupe de travail
Aide médicale urgente. La
dernière fois, ce fut en février. Mon
administration a examiné les
propositions du groupe de travail.
Elles déboucheront sur la
rédaction d'une circulaire de
coordination apportant différentes
précisions. Certaines propositions
requièrent néanmoins une
modification de la loi et ne peuvent
donc pas être imposées par la
voie d'une circulaire. Il est
néanmoins possible d'encourager
les `bonnes pratiques', telles que
les accords entre CPAS et
prestataires de soins, les cartes
médicales et les soins de première
ligne avec l'aide du médecin
traitant.
La circulaire ne peut déroger à la
notion `d'aide médicale urgente'
définie par la loi organique des
CPAS et par l'arrêté royal relatif à
l'aide médicale urgente octroyée
aux étrangers qui séjournent
illégalement dans le Royaume.
L'extension à l'aide psychiatrique
requiert une modification de la loi
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
momenteel door mijn administratie onderzocht.
du 2 avril 1965. Mon
administration examine cette
possibilité.
De terugbetalingprocedure aan de OCMW's door de POD
Maatschappelijke Integratie werd vereenvoudigd om de
terugbetalingen sneller en op uniforme wijze te laten verlopen. Er
werden daarom standaardformulieren opgesteld.
De laatste vereenvoudiging werd doorgevoerd op 1 maart 2005 en
houdt in dat de OCMW's voor de terugbetaling van dringende
medische hulp geen attesten van dringende medische hulp meer
moeten opsturen naar de POD. De OCMW's werden daarvan per
circulaire op de hoogte gebracht.
Opdat de OCMW's zo snel mogelijk zouden worden betaald is het van
belang dat zij zelf zo snel mogelijk een schuldvordering indienen bij de
POD.
Ik kom aan uw vraag aangaande de onduidelijkheid over wie bevoegd
is voor de steunverlening. Ik kan u meedelen dat de
bevoegdheidsregel door de programmawet van 9 juli 2004 gewijzigd
werd zodat het voortaan duidelijk is dat de bevoegdheid van het
OCMW van de gemeente die als code 207 werd aangeduid eindigt
wanneer de asielprocedure is beëindigd. Vanaf dan is het OCMW van
de gemeente van het gewoonlijk verblijf bevoegd.
Zodra ik beschik over de voorstellen van mijn administratie, ik zal
herhalen dat ik daarover vandaag twee vragen heb gehad, omtrent
alle aspecten van deze problematiek zal de coördinerende circulaire
binnen de best mogelijke termijn opgesteld worden.
La procédure a été simplifiée et
des formulaires standard ont été
introduits afin de permettre le
remboursement plus rapide et plus
uniforme du CPAS par le SPP
Intégration sociale. Depuis le 1
er
mars 2005, les CPAS ne sont plus
tenus d'envoyer des attestations
d'aide médicale urgente.
Toutefois, ils doivent introduire leur
déclaration de créance auprès du
SPP dans les plus brefs délais.
La règle de compétence a été
modifiée par la loi-programme du
9 juillet 2004. La compétence du
CPAS communal ayant reçu le
code 207 prend fin lorsque la
procédure d'asile s'achève. A
partir de ce moment, le cas relève
du CPAS communal de la
résidence habituelle.
Je rédigerai la circulaire dans les
meilleurs délais, dès que je
disposerai de l'ensemble des
propositions de mon
administration.
11.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik neem inderdaad mee dat de circulaire er snel
zal komen. Ik begrijp dat zo'n circulaire met een dwingend karakter
niet mogelijk is.
11.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Je me réjouis de savoir que
la circulaire verra bientôt le jour et
qu'elles traitent des bonnes
pratiques. Ce document ne peut-il
pas être rendu contraignant?
11.04 Minister Christian Dupont: Alleen de wet is dwingend.
Circulaires, als ze goed geschreven zijn, zijn serieuze reglementen.
Normaal gezien worden ze gerespecteerd. Een circulaire is niet niets.
Ik kan niet zeggen dat het van de wet kan afwijken.
11.04 Christian Dupont, ministre:
Les circulaires bien rédigées
constituent des règlements
sérieux, qui sont normalement
respectés. Seule la loi est
contraignante.
11.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Dat is juist. Ik denk dat wij zeer
gelukkig zullen zijn als we die rondzendbrief snel ontvangen, zodat er
duidelijkheid komt en de best practices naar voren worden
geschoven. Wat de noodzakelijke wetswijzigingen betreft, meen ik
inderdaad dat het belangrijk is dat we het voorliggende wetsvoorstel
en de andere wetsvoorstellen die op dezelfde materie betrekking
hebben, snel kunnen behandelen. Dat is belangrijk om soelaas te
bieden aan de doelgroep. Terzake willen wij zeker ondersteuning
bieden.
11.05 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Voilà une raison de plus
pour examiner sans délai les
propositions de loi.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "het project 'partnergeweld' in de politiezone
Dendermonde" (nr. 6654)
12 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de
la Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "le projet relatif à la violence au sein du
couple dans la zone de police de Termonde" (n° 6654)
12.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, in
maart 2004 werd in de politiezone Dendermonde een pilootproject
opgestart rond partnergeweld. Dat project wordt gefinancierd door het
federaal Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Momenteel zijn er tot eind juni 2005 middelen ingeschreven voor de
projecten in Dendermonde, Oudenaarde en Gent, die worden
gecoördineerd door het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen. Er
bestaat echter enige onzekerheid omtrent de voortzetting van de
projecten op langere termijn. Het project houdt zich bezig met
psychisch en fysisch geweld en biedt zowel hulpverlening aan plegers
van partnergeweld als ondersteuning aan hun gezinsleden.
Na een doorverwijzing door de politie neemt de hulpverlener contact
met zowel pleger als slachtoffer in hun thuissituatie om te proberen de
situatie te veranderen. Het gaat om een intensieve begeleiding,
waarbij wordt getracht gewelddadige patronen van communicatie en
omgaan met elkaar te doorbreken en dit zo snel mogelijk na de
escalatie van het geweld.
Het pilootproject kan positieve resultaten voorleggen. Tot op heden
blijkt dat er bij twee derden van de dossiers die in begeleiding zijn bij
de hulpverleners, geen politionele tussenkomst meer wordt
vastgesteld. De eerste evaluatie van het pilootproject is dus echt wel
positief te noemen.
Vermits partnergeweld een prioriteit is van de regering, lijkt het mij
essentieel dat het project kan worden voortgezet in het kader van de
zo broodnodige efficiënte en geïntegreerde aanpak van het geheel.
Een aanpak die echt dichtbij de daders en de slachtoffers in de
thuissituatie ligt, is duidelijk renderend.
Mijnheer de minister, bent u bereid de financiering te verlengen
gezien de positieve resultaten van het project en de inpassing ervan
in de regeringsprioriteiten?
12.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Au mois de mars, la zone
de police de Termonde a mis en
place un projet pilote sur la
violence au sein du couple. Ce
projet bénéficie d'un financement
par l'Institut pour l'égalité des
hommes et des femmes. Le
budget prévoit encore des moyens
jusque fin juin 2005. Rien n'est
décidé cependant en ce qui
concerne la poursuite du projet à
plus long terme.
Le projet pilote se concentre sur la
violence physique et psychique et
offre une assistance aux victimes.
La police renvoie les victimes à
l'assistant social, qui à son tour
contactera l'auteur des violences
et la victime dans leur cadre
familial, à domicile. Les résultats
sont excellents. Dans les deux
tiers des cas où une assistance a
été offerte, la police n'a plus dû
intervenir par la suite.
Le ministre continuera-t-il à
apporter son soutien financier à ce
projet aux résultats tellement
prometteurs?
12.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw De Meyer, net als u hecht
ik enorm veel belang aan de strijd tegen partnergeweld en ben ik
overtuigd van de noodzaak om op verschillende terreinen, met
verschillende partners en op verschillende wijzen deze strijd aan te
pakken. Na overleg met de 3 coördinatoren van de 3 pilootprojecten
inzake partnergeweld die lopen in Oost-Vlaanderen, Antwerpen en
Brussel-Luik heb ik besloten de subsidiëring van deze projecten te
verlengen tot 31 december 2005, al is het misschien niet de
bevoegdheid van de federale overheid. Men is geduldiger is zekere
omstandigheden dan in andere waarschijnlijk. Ik heb dan ook de
opdracht gegeven aan het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen
en Mannen om de nodige schikkingen te treffen om deze verlenging
te officialiseren, wat mij absoluut normaal lijkt gezien het werk dat
12.02 Christian Dupont, ministre:
Après concertation avec les
coordinateurs des trois projets
pilotes en matière de violence
conjugale actuellement en cours
en Flandre orientale, à Anvers, à
Bruxelles et à Liège, j'ai décidé de
prolonger la période de
subventionnement jusqu'au 31
décembre 2005. L'Institut fédéral
pour l'égalité des hommes et des
femmes (IFEHF) a été chargé
d'officialiser cette prolongation.
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
wordt gedaan.
In een volgend stadium wil ik overleg plegen met de minister van
Justitie en de bevoegde politieke overheden op gewestelijk en
gemeenschapsniveau om te bestuderen hoe wij deze projecten op
middellange en lange termijn verder kunnen ondersteunen. Dat is niet
alleen de taak van de federale overheid.
Het Instituut voor de Gelijkheid van mannen en vrouwen heeft op 6
april een evaluatieopdracht uitgeschreven met als doelstelling de 3
experimentele daderhulpverleningtherapieprojecten te evalueren,
rekening houdend met de reeds bestaande evaluatierapporten, en
beleidsvoorstellen voor de Belgische overheden te formuleren met
betrekking tot het uitvoeren van een gestructureerd globaal en
coherent kader inzake de vrijwillige en soms semi-verplichte
daderhulpverleningtherapie bij partnergeweld.
Dat is goed nieuws, maar wij moeten samenzitten met de Gewesten
en Gemeenschappen om dit definitief te kunnen financieren.
Lors d'une phase ultérieure,
j'organiserai une concertation avec
la ministre de la Justice et les
Communautés afin de déterminer
comment ces projets pourront être
soutenus à moyen et à long terme.
Le 6 avril, l'Institut fédéral pour
l'égalité des hommes et des
femmes a défini une mission
d'évaluation dont le double objectif
consiste en une évaluation des
projets pilotes, d'une part, et en la
formulation de propositions
concrètes à l'intention des
autorités fédérales et régionales,
d'autre part.
12.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik dank
de minister. Dit is inderdaad heel positief nieuws en ik ben daar zelf
heel gelukkig mee. Het biedt opnieuw een beetje ademruimte en
soelaas aan de diverse projecten, verspreid over België. Het lijkt mij
belangrijk dat er in de eerstkomende zeven maanden naar een
constructieve en structurele oplossing wordt gezocht. U hebt 200%
gelijk als u zegt dat dit in overleg met de Gemeenschappen moet
gebeuren. Het lijkt mij belangrijk dat iedereen hier zijn
verantwoordelijkheid neemt. Het is al goed dat het Instituut voor
Gelijkheid van Mannen en Vrouwen het initiatief heeft genomen om dit
experimenteel op te starten en geprobeerd heeft dit te dragen en de
andere bevoegde overheden te overtuigen van het nut van dit project.
Dank u.
12.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Cette réponse me satisfait.
Les moyens financiers
nécessaires à la poursuite
immédiate du projet seront donc
dégagés. Au cours des sept
prochains mois, une solution
structurelle pourra être recherchée
en concertation avec les
Communautés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de mogelijke sancties tegen OCMW-cliënten op
basis van de organieke wet" (nr. 6726)
13 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les sanctions éventuelles infligées aux
clients des CPAS en vertu de la loi organique" (n° 6726)
13.01 Hilde Dierickx (VLD): Op basis van het eerste artikel van de
organieke wet verlenen de OCMW's steun aan iedereen die het nodig
heeft, om hun een menswaardig bestaan te garanderen. Wanneer het
niet gaat om dringende hulp, wordt er door de maatschappelijke
werkers eerst een uitgebreid sociaal onderzoek gedaan, waarop de
uiteindelijke beslissing tot steun gebaseerd wordt.
Artikel 60, paragraaf 1, van de organieke wet vraagt dan ook zeer
duidelijk de medewerking van de betrokken cliënt. Bij het grootste
deel van de dossiers doen zich gelukkig geen problemen voor. Een
kleine minderheid van de steuntrekkenden probeert echter, via het
aanbrengen van valse gegevens, door het weigeren van medewerking
en dergelijke, meer steun te krijgen dan waarop zij recht heeft.
13.01 Hilde Dierickx (VLD):
L'article 1
er
de la loi organique des
CPAS du 8 juillet 1976 stipule que
les CPAS accordent de l'aide à
quiconque en a besoin pour
pouvoir mener une vie conforme à
la dignité humaine.
Lorsqu'il ne s'agit pas d'une aide
urgente, les travailleurs sociaux
effectuent une enquête sociale
approfondie qui servira de base à
là décision. L'article 60 de ladite loi
dispose que le demandeur
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Het grote probleem van de OCMW's is dat zij weinig of geen
sanctiemogelijkheden hebben om op te treden tegen de valsspelers.
Administratieve sancties zijn in de OCMW-wet pas ingeschreven door
de wet van januari 1993. Ik zal de wetten zelf niet vernoemen. U kent
ze genoeg, mijnheer de minister. Wanneer aan de specifieke
voorwaarden niet is voldaan, dan kan de financiële steun worden
geweigerd of al dan niet gedeeltelijk worden opgeschort voor een
periode van ten hoogste een maand. Bij recidive binnen het jaar kan
de schorsing oplopen tot drie maanden. Het is op zichzelf al
merkwaardig dat het wetsartikel twee mogelijke gevolgen koppelt aan
het niet naleven van de voorwaarden, namelijk een weigering of een
schorsing. Het is niet duidelijk wat het verschil is tussen beide vormen
van sancties. Ik zou graag weten waarom de schorsing gebonden is
aan termijnen en de sanctie niet en waarom dat onderscheid wordt
gemaakt.
Het grote voordeel van het artikel is dat de OCMW's toch kunnen
optreden, al blijft de vraag in hoeverre zij dat effectief kunnen doen,
zonder artikel 1 te schenden, want de menselijke waardigheid blijft
immers redelijkerwijze zeer belangrijk.
De OCMW-wet spreekt ook nergens over strafsancties, alhoewel men
soms te maken heeft met fraude of het bewust achterhouden van
informatie met bedrieglijke bedoelingen. Artikel 98, paragraaf 1, blijkt
in de praktijk weinig of nooit ingeroepen te worden, om twee redenen.
Enerzijds is er het probleem inzake de bewijsvoering van onjuiste of
onvolledige aangifte met bedrieglijk oogmerk en anderzijds, zoals ik
daarjuist gezegd heb, moet het menswaardig leven gegarandeerd
blijven, zoals vastgelegd in artikel 1.
Mijnheer de minister, het lijkt misschien een eigenaardige vraag. Ik
heb echter nogal wat contacten met OCMW-raadsleden en OCMW-
voorzitters. Zij zeggen wel degelijk dat het een probleem is. Met alle
respect voor de OCMW-cliënten, het gebeurt echter te veel dat
maatschappelijk werkers worden uitgelachen in het gezicht, waarbij
de betrokkenen zeggen dat de maatschappelijk werker hen toch niets
kan doen. Zij beroepen zich altijd op het bewuste artikel 1. De
maatschappelijk werkers kunnen ook nooit terugvallen op een wet.
Daarom heb ik enkele vragen.
Wat is het verschil tussen weigering en schorsing op basis van artikel
60, §3?
Wanneer wordt er gekozen voor een schorsing of een weigering?
In hoever kan iemand die niet aan de voorwaarden van dat artikel
voldoet, financiële steun worden geweigerd, als het menswaardig
bestaan van de persoon gegarandeerd moet blijven?
In hoever kan iemand die niet aan de voorwaarden van dat artikel
voldoet, geheel of gedeeltelijk worden geschorst van financiële steun?
Ten vierde, welke mogelijkheden hebben de OCMW's om iemand die
geen menswaardig bestaan leidt en toch niet aan de voorwaarden
voldoet, te sensibiliseren voor het feit dat de maatschappij financiële
steun betaalt?
d'assistance est tenu d'apporter
son entière collaboration à cette
enquête. Une petite minorité de
demandeurs tente d'obtenir une
aide plus étendue que celle à
laquelle ils ont droit en faisant de
l'obstruction ou en fournissant des
données inexactes.
Les CPAS ne sont pas
suffisamment armés pour lutter
contre ces tricheurs. Ils peuvent
leur refuser toute aide ou
suspendre l'aide qu'ils reçoivent.
Quelle différence y a-t-il entre ces
deux options, d'ailleurs? Dans la
loi sur les CPAS, il n'est
absolument pas question de
sanctions pénales quoique l'on soit
parfois confronté à de vraies
formes de fraude. Quand les
CPAS optent-ils pour une
suspension limitée dans le temps
et quand choisissent-ils de ne plus
accorder du tout leur soutien? Ces
deux sanctions ne sont-elles pas
contraires à l'article 1er de la loi
sur les CPAS qui garantit une
existence digne à chacun?
Comment les CPAS pourraient-ils
faire comprendre aux demandeurs
d'une aide qui ne satisfont pas à
leur obligation d'information, mais
ne mènent pas une existence
digne, que la société les aide
financièrement?
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ten slotte, in hoever is artikel 1 belangrijk, wanneer artikel 98, §1, van
dezelfde wet wordt toegepast?
13.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw, ik zal proberen de
nodige verduidelijkingen aan te brengen.
Het OCMW kan de toekenning van financiële hulp onderwerpen aan
een aantal voorwaarden. Indien deze voorwaarden niet worden
nageleefd, kan het recht op financiële hulp worden geweigerd of
geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor ten hoogste één maand.
Uw eerste vraag betreft het verschil tussen weigering en schorsing. In
geval van een weigering wordt de gevraagde steun niet toegekend
aan een aanvrager die de voorwaarden niet vervult. In geval van een
schorsing wordt tijdelijk geen steun meer toegekend aan de
rechthebbende tot het einde van de schorsingsperiode, waarna hij
automatisch weer recht heeft op de steun.
Wat betreft uw tweede en derde vraag kan ik u het volgende
meedelen. Door de rechtspraak wordt aanvaard dat het feit dat
iemand die door eigen toedoen in een toestand van behoeftigheid is
geraakt, een invloed kan hebben op het recht op maatschappelijke
dienstverlening, zowel wat de omvang als de modaliteiten van die
dienstverlening betreft. Specifiek voor de financiële hulp voorziet de
OCMW-wet in de mogelijkheid om deze te verbinden aan
welbepaalde voorwaarden en bij niet-naleving van de voorwaarden de
hulp te weigeren of geheel of gedeeltelijk te schorsen.
De maatschappelijke dienstverlening van het OCMW kan evenwel
verschillende vormen aannemen zodat het OCMW naast de financiële
hulp nog andere mogelijkheden van hulpverlening heeft, bijvoorbeeld
hulp in natura. De weigering of schorsing volgt niet automatisch uit het
niet naleven van de gestelde voorwaarden, doch moet worden
voorgesteld door de maatschappelijke werker die belast is met het
dossier. De schorsing hoeft ook geen betrekking te hebben op het
geheel van de financiële hulp en kan ook korter zijn dan de maximale
periode van één maand.
Wat betreft uw vierde vraag, dit betreft een opdracht voor de
maatschappelijke werker die belast is met het dossier van de
betrokkene. Het is op voorstel van deze maatschappelijke werker of
werkster dat deze financiële hulp kan worden geweigerd of geschorst.
De maatschappelijke werker zorgt samen met de betrokkene voor
een positieve begeleiding zodat de betrokkene zich bewust is van zijn
rechten en plichten. In dat opzicht kan een gedeeltelijke schorsing als
stimulans worden gehanteerd ten aanzien van de betrokkene om zich
te integreren in de maatschappij.
Wat betreft uw laatste vraag, de OCMW-wet bepaalt inderdaad dat in
geval van vrijwillig onjuiste of onvolledige aangifte vanwege de
begunstigde, het OCMW het geheel van de kosten terugvordert
ongeacht de financiële toestand van de betrokkene. Het is aan het
OCMW om de gepaste maatregelen te nemen om ervoor te zorgen
dat de betrokkene in de mogelijkheid is een leven te leiden dat
beantwoordt aan de menselijke waardigheid.
Tot zover de rechtspraak die zoals u merkt zeer genuanceerd is.
13.02 Christian Dupont, ministre:
Le CPAS peut assortir l'octroi
d'une aide financière d'une série
de conditions. Si celles-ci ne sont
pas respectées, l'aide financière
peut être refusée ou suspendue
totalement ou partiellement pour
un mois maximum. La suspension
partielle peut inciter l'allocataire à
mieux s'intégrer dans la société.
En cas de refus, l'aide demandée
n'est tout simplement pas
accordée. En cas de suspension,
l'ayant droit ne reçoit
temporairement plus d'allocations
et ce, jusqu'à la fin de la période
de suspension, après quoi il
recouvre automatiquement son
droit à l'aide financière.
Les services sociaux du CPAS
peuvent revêtir d'autres formes
que l'aide financière, tels qu'une
aide en nature.
Le refus ou la suspension ne sont
pas automatiquement consécutifs
à un non-respect des conditions
mais doivent être établis par le
travailleur social qui gère le
dossier.
La loi sur les CPAS dispose qu'en
cas de déclaration incorrecte ou
incomplète, le CPAS peut
récupérer une partie de l'aide
financière quelle que soit la
situation financière de l'intéressé.
Le CPAS doit évidemment prendre
toutes les mesures nécessaires
afin que l'intéressé puisse
continue à mener une vie décente.
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
13.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor het
antwoord.
De OCMW-werkers zullen met deze toelichting rekening moeten
houden. Het ligt nog altijd zeer persoonlijk. Binnen de termen van de
wet zullen ze trachten de mensen zo goed mogelijk te begeleiden.
13.03 Hilde Dierickx (VLD):
J'espère que le personnel de
l'ensemble des CPAS tiendra
compte de cette réponse lorsqu'il
sera confronté à de tels faits.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mevrouw Lanjri, ik moet deze vergadering verlaten. Misschien kunt u in de voorzitterstoel plaatsnemen en
uw vraag stellen.
13.04 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitter, een
commissie zonder voorzitter, dat kan toch niet! Ik wil mijn vraag
uiteraard stellen, maar dan wordt het een tête-à-tête met de minister.
De voorzitter: Het spijt mij. Ik heb een vergadering om 18.00 uur. Ik moet de trein van 17.20 uur halen.
13.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik wil mijn
vraag wel stellen. Ik zie het nut echter niet in om op de voorzittersstoel
te gaan zitten. Ik zal mijn vraag zo wel stellen.
De voorzitter: Excuseer mij.
13.06 (...): (...)
13.07 Nahima Lanjri (CD&V): Ik weet het niet. We zullen doen alsof
de voorzitter hier nog twee minuten langer is geweest.
14 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de uitspraken van werknemers die weigeren
allochtonen in dienst te nemen" (nr. 6764)
14 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les propos tenus par les employeurs qui
refusent d'engager des allochtones" (n° 6764)
14.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, eerst en vooral
wil ik verduidelijken dat, wellicht door de vele vragen die u worden
gesteld door de Vlaamse leden, uw kennis van de Nederlandse taal
werkelijk erop vooruit is gegaan, de voorbije maanden. Ondanks het
feit dat u met een paar woordjes misschien moeilijkheden hebt,
begrijpen wij u perfect. Op dat vlak is er dus geen probleem. Ik meen
overigens dat mijn bijdrage aan uw kennis van het Nederlands heel
groot is, gelet op het feit dat ik u vandaag vier of vijf vragen heb
voorgelegd.
Het is dus een positief punt dat u hierdoor uw kennis van het
Nederlands verbetert. Misschien zou het omgekeerde ook eens
moeten gebeuren.
Mijnheer de minister, u weet dat het de laatste dagen en de laatste
week in de media vooral gegaan is over de weigering van allochtonen
door werkgevers, meer bepaald naar aanleiding van een
kantelpoortenbedrijf, Feryn. De directeur had vacatures en probeerde
daarvoor sollicitanten te werven via een aankondiging, een bord langs
de weg. Wanneer daar echter vreemdelingen op afkwamen werden zij
zonder blikken of blozen geweigerd omdat hij ervan uitgaat dat zijn
14.01 Nahima Lanjri (CD&V): Il a
été beaucoup question dans les
médias d'une société spécialisée
dans l'installation de portes
basculantes. Le gérant de cette
société refuse d'engager des
allochtones et semble bénéficier
du soutien de l'Unizo à cet égard.
Comment le ministre réagit-il face
à cette situation? Envisage-t-il de
prendre des mesures? Le ministre
a-t-il dans ses cartons des
mesures de sensibilisation ou des
mesures préventives? Envisage-t-
il éventuellement des sanctions?
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
klanten dit niet willen.
Ik heb uw reactie hierop tenzij ik erover heb gekeken niet gezien.
Mijn vraag is wat uw reactie is op dit incident. U hoeft zich niet te
beperken, het gaat mij echt niet om dit incident maar om zulke zaken
in het algemeen en, bij uitbreiding, ook om de reactie van sommige
werkgeversorganisaties die zich afvragen of zij de wet op racisme
naast zich kunnen neerleggen. UNIZO vroeg zich af of zij de wet
naast zich neer konden leggen als zij een vermoeden hebben dat de
klant dit vraagt, dus op vraag van de klant en zelfs als zij een
vermoeden hebben dat de klant dit wenst. Dit is zeer verregaand. Ik
weet dat UNIZO deze uitspraken blijkbaar een beetje genuanceerd
heeft maar ondertussen is er al veel kwaad geschied. Door zulke
zaken te poneren zijn er heel veel taboes doorbroken en denk ik dat
we veel verder van huis zijn.
Wat kan en zal de regering, en u als minister van Gelijke Kansen,
ondernemen? Welke sensibiliserende preventieve of eventueel
sanctionerende maatregelen hebt u klaar naar aanleiding van dit
voorval? Ik wil het echter niet beperken tot dit voorval.
14.02 Minister Christian Dupont: Mevrouw Lanjri, ik heb op de radio
gereageerd. Ik wil mijn diepe bezorgdheid uitdrukken over de feiten
en uitlatingen die in de pers verschenen zijn met betrekking tot
potentiële daden van discriminatie ten opzichte van medeburgers van
Marokkaanse origine.
Een directeur van een onderneming die kantelpoorten vervaardigt,
heeft meerdere kandidaten van Marokkaanse origine geweigerd aan
te werven onder het voorwendsel dat zijn klanten geen Marokkanen
willen. Dit lijkt me verregaand. De uitspraak van de ondernemer dat
zijn klanten geen werknemers van vreemde origine willen, kan ik niet
begrijpen.
Ik stel mij eveneens vragen bij de uitlatingen van Unizo die de
houding van deze werkgever lijkt te rechtvaardigen omwille van de
noodzaak zijn klanten te willen behouden. Op de radio heb ik gezegd
dat, indien ik een garagepoort willen laten vervangen, de nationaliteit
van de werknemer mij niet interesseert maar wel een snelle en goede
service en hoge kwaliteit. Punt uit. De rest is van geen belang. Ik deel
het standpunt van de heer Vandeurzen inzake de aanwerving van
vreemdelingen bij CD&V in belangrijke functies.
Dat is mijn standpunt. U kent thans mijn mening. Ik kan dergelijke
feiten niet aanvaarden.
Ik wil eraan herinneren dat elke vorm van discriminatie, meer bepaald
op basis van ras of etnische afkomst verboden wordt door de wet van
25 februari 2003. De wens om een soort klanten aan te trekken,
eerder die dan een andere soort, is, mijns inziens, een beetje gek
maar mag zeker geen reden zijn om van deze wet af te wijken. Inzake
discriminatie, zoals in een reeks andere domeinen zoals hygiëne,
BTW, bescherming van werknemers, bepaalt de wet de
democratische beperkingen van de spreuk "klant is koning".
Het is de verantwoordelijkheid van iedereen, politici, vakbonden,
werkgevers, burgers om de strijd aan te gaan tegen alle vormen van
discriminatie. Zo niet, loopt men het risico een explosieve situatie te
14.02 Christian Dupont, ministre:
Je tiens à exprimer ma profonde
inquiétude face aux déclarations
du gérant de la société en
question et je m'interroge
également quant aux déclarations
de l'Unizo. Toute forme de
discrimination, plus
particulièrement en raison de la
race ou de l'origine ethnique, est
interdite par la loi. En matière de
discrimination, comme dans
d'autres domaines l'hygiène, la
TVA, la protection du travailleur
la loi fixe des limites à l'adage
selon lequel `le client est roi'. Il
relève de la responsabilité de
chacun de lutter contre toutes les
formes de discrimination.
L'exclusion d'une catégorie
donnée de citoyens risque de
créer une situation explosive et
tous les acteurs y seront perdants.
Une plainte a été déposée auprès
du Centre pour l'égalité des
chances et la lutte contre le
racisme (CECLR) qui a contacté
l'entreprise et l'Unizo pour jouer
son rôle de médiateur. C'est déjà
un premier pas. Parallèlement, le
Centre examine la possibilité
d'entreprendre des démarches
judiciaires.
Le plan contre le racisme du
gouvernement fédéral vise une
CRIV 51
COM 589
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
creëren waarin alleen maar verliezers zijn. Indien een maatschappij
30% van zijn potentiële werknemers discrimineert, loopt men het
risico een explosieve situatie te creëren.
Er werd klacht ingediend bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen
en Racismebestrijding. Het Centrum heeft contact opgenomen met de
onderneming in kwestie en met Unizo om te bemiddelen, hetgeen
meestal de eerste stap is die het Centrum zet in geval van een klacht.
Parallel hiermee onderzoekt het Centrum de mogelijkheden om
gerechtelijke stappen te ondernemen.
Ik herinner eraan dat het antiracismeplan van de federale regering
erin voorziet de strijd tegen de discriminatie op te voeren, meer
bepaald door een betere toepasbaarheid van de wet en een betere
sensibilisering.
De nationale conferentie voor de werkgelegenheid had geresulteerd in
een reeks aanwervingen van de sociale partners inzake discriminatie
bij de aanwerving. Een aantal daarvan moet nog worden uitgevoerd.
Ik ben er vast van overtuigd dat er preventie, informatie en
sensibilisatiemaatregelen nodig zijn in de strijd tegen racisme en
discriminatie. Hoewel dergelijke maatregelen nodig zijn om
discriminatie te voorkomen, moeten er zeker ook dwingende
maatregelen worden bepaald die het, in gevallen waarin bewijzen
voorliggen, mogelijk maken een einde te stellen aan de discriminatie
en de discriminatie te bestraffen.
Afgezien van dat uitzonderlijke geval waarin de rassendiscriminatie
ingeroepen wordt zelfs een beetje naïef ingeroepen wordt, vind ik;
enfin, zonder taboes, maar ja heeft het slachtoffer het vaak moeilijk
om de discriminatie te bewijzen, want zij zijn niet allemaal zo naïef om
discriminatie klaar en duidelijk in te roepen, zoals het geval is in de
zaak die u aanhaalt.
De wet en de Europese richtlijnen bepalen de mechanismen om de
vaststelling van dat bewijs te vergemakkelijken.
Ik heb enkele weken geleden een ontwerp van koninklijk besluit
betreffende de organisatie van praktijktests ingediend, dat
noodzakelijk is en waarin wordt voorzien door de antidiscriminatiewet.
Na een eerste bespreking binnen de regering heb ik de opdracht
gekregen grondig overleg te plegen met de betrokken sectoren, onder
andere het VBO, vakbonden, horeca, eigenaarsyndicaat enzovoort. Ik
wil snel terugkeren voor de Ministerraad.
Ik weet dat ik kan rekenen op de steun van al degenen die de strijd
tegen discriminatie beschouwen als een prioriteit voor onze
democratische samenleving.
Tot slot wil ik, zodra het koninklijk besluit zal zijn goedgekeurd, een
nieuwe informatiecampagne lanceren over de antidiscriminatiewet en
over de mogelijkheden die dat nieuwe instrument zal bieden om de
bescherming en de rechten van de slachtoffers te verzekeren.
meilleure application de la loi et
une sensibilisation accrue. Lors de
la
conférence nationale de
l'emploi, les partenaires sociaux
ont formulé un certain nombre de
recommandations, dont certaines
doivent encore être mises en
oeuvre. Des mesures de
prévention, d'information et de
sensibilisation sont indispensables
pour éviter les discriminations.
D'autre part, des mesures
contraignantes doivent permettre
de sanctionner des cas de
discrimination avérée. La loi et la
directive européenne prévoient
des mécanismes facilitant
l'administration de la preuve. Il y a
quelques semaines, j'ai déposé un
projet d'arrêté royal relatif à
l'organisation de tests de situation.
Après une première discussion au
sein du gouvernement, j'ai été
chargé de mener préalablement
une concertation étroite avec les
secteurs concernés. Dès que cet
arrêté sera adopté, je compte
lancer une nouvelle campagne
d'information au sujet de la loi anti-
discrimination et des possibilités
offertes par ce nouvel instrument
en matière de protection des droits
des victimes.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, als laatste
repliek wil ik nog even het volgende zeggen. Ik vind het positief dat,
zoals u het uitlegt, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen een
eerste stap zal zetten in de bemiddeling.
14.03 Nahima Lanjri (CD&V): On
pourrait déduire de la
communication entre le CECLR et
les médias que le procès est exclu
03/05/2005
CRIV 51
COM 589
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Uit de berichtgeving in de media leek het erop dat zij niet onmiddellijk
naar de rechtbank zouden stappen. Dat is een verkeerd signaal, want
dan komt dit over als blijkbaar niet ernstig. Als het anders was
gecommuniceerd, namelijk naar het bedrijf stappen, bemiddelen en
dan zien of er nog sancties of rechtbank aan te pas komt, dan was dit
beter geweest. Misschien kunt u er in uw overleg met het Centrum op
aandringen dat zulke communicatiefouten niet meer worden gemaakt.
Ik zie dit als een fout, want het wordt anders begrepen. Mensen die
het Centrum kennen ik ken het ook, want ik heb vroeger in de raad
van bestuur gezeten weten dat dit de geëigende procedure is, maar
de gewone lezers van een krant weet dat niet.
Ten tweede, de praktijktesten. Ik betreur uw lot, dat u nu moet gaan
overleggen met iedereen. Ik vrees een beetje en hoop dat ik mij
vergis, dat dit wordt gedaan om de vis te verdrinken, dus om dit
voorstel onmogelijk te maken omdat er van liberale kant geen steun
voor is. Ik hoop dat ik mij vergis, zeg ik hierbij. Uit de praktijk blijkt wat
wij al wisten, namelijk dat dergelijke praktijktesten nodig zijn. Ik zie ze
zelf niet als eerste instrument, maar pas als allerlaatste eventueel te
gebruiken instrument. Je hebt een stok achter de deur nodig. Het is
dan jammer als je die stok achter de deur niet hebt, want dan gaat ze
steeds verder open voor alle vormen van racisme. Dat zien we nu
gebeuren, als men dat niet gebruikt. U geeft mij gelijk. Ik hoop dat u
ook gelijk krijgt met de invoering van die praktijktesten als allerlaatste
hulpmiddel.
Ten derde, u bent wel bezig met die praktijktests. Ik vroeg u naar
andere sensibiliserende en preventieve maatregelen en sancties. U
bent het met mij eens. Ik betreur echter dat ik vandaag van u geen
concrete voorstellen heb gehoord.
Ten slotte verwijs ik u naar het antwoord dat ik van uw collega-
minister Van den Bossche heb gekregen in verband met een vraag
over de werkgelegenheid voor migranten. Ik laat de interpretatie aan u
over, maar ik denk dat het niet zo positief is.
d'avance. C'est un signal erroné.
J'espère qu'on évitera ce genre
d'erreurs à l'avenir.
En ce qui concerne les tests
pratiques, je crains que la
concertation avec toute une série
de partenaires ait pour but
d'envoyer la proposition parle fond
car elle n'a pas le soutien des
libéraux. J'estime les tests
pratiques utiles comme moyens de
pression. Je n'ai par ailleurs reçu
aucune proposition concrète du
ministre concernant les autres
mesures préventives et
répressives. Enfin, j'aimerais
attirer l'attention du ministre sur la
réponse que la Mme Van den
Bossche a fournie à ma question
sur la discrimination dont les
immigrés sont l'objet au travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.11 heures.