CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 585
CRIV 51 COM 585
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
03-05-2005
03-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de Mme Greta D'hondt à la ministre
de l'Emploi sur "les inspections en ce qui
concerne les travailleurs issus de nouveaux États
membres de l'Union européenne" (n° 586)
1
Interpellatie van mevrouw Greta D'hondt tot de
minister van Werk over "inspecties m.b.t.
werkenden uit nieuwe EU-lidstaten" (nr. 586)
1
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Annelies Storms à la ministre de l'Emploi
sur "les inspections relatives à la discrimination à
l'embauche" (n° 6735)
4
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van
Werk over "de inspecties op discriminatie bij
aanwerving" (nr. 6735)
4
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur
"le bilan des travaux réalisés par le groupe de
travail 'immigrés'" (n° 6765)
5
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van
Werk over "de balans van de activiteiten van de
werkgroep 'migranten'" (nr. 6765)
4
Orateurs: Annelies Storms, Nahima Lanjri,
Freya Van den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annelies Storms, Nahima Lanjri,
Freya Van den Bossche, minister van Werk
Question de M. Carl Devlies à la ministre de
l'Emploi sur "le régime d'emploi dans le secteur
du chicon" (n° 6770)
11
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Werk over "de tewerkstellingsregeling in de
witloofsector" (nr. 6770)
11
Orateurs: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Carl Devlies, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la transposition de la directive
européenne 2002/14/CE établissant un cadre
général relatif à l'information et à la consultation
des travailleurs" (n° 6776)
14
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de omzetting van de Europese richtlijn
2002/14/EG tot vaststelling van een algemeen
kader betreffende de informatie en de raadpleging
van de werknemers" (nr. 6776)
14
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
3
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
3
MEI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.21 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.21 heures par M. Hans Bonte, président.
De voorzitter: Collega's, ondanks de waterellende is de minister er toch geraakt, maar een aantal leden
zijn nog niet aanwezig.
Ik heb de opmerking gekregen dat wij gedisciplineerd moeten werken, in die zin dat wij in onze micro
moeten spreken, zodat de diensten ook hun werk kunnen doen.
Er zijn ook verschuivingen in onze agenda. Het tweede en het vierde punt worden door de respectieve
vraagstellers uitgesteld. Door de afwezigheid van de heer Depoortere kunnen wij ons eerste agendapunt
ook overslaan.
01 Interpellatie van mevrouw Greta D'hondt tot de minister van Werk over "inspecties m.b.t.
werkenden uit nieuwe EU-lidstaten" (nr. 586)
01 Interpellation de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "les inspections en ce qui
concerne les travailleurs issus de nouveaux États membres de l'Union européenne" (n° 586)
01.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb deze interpellatie ingediend als voortzetting van een
aantal vragen die door mijzelf en door collega's de voorbije weken zijn
gesteld in deze commissie. Wij "vrezen", of positiever gezegd, wij
moeten letten op wat er gebeurt in het kader van de uitbreiding van
Europa en op de aanwezigheid of de aantrekking van werkkrachten
uit de nieuwe EU-lidstaten. Mijn interpellatie gaat natuurlijk vooral over
de mogelijkheden om te controleren of wie zich op het grondgebied
bevindt en zijn diensten aanbiedt, als werknemer of als zelfstandige,
dat op een correcte manier doet.
Mevrouw de minister, ik wil niet in wilde verhalen vervallen, maar naar
aanleiding van vorige vragen hebben wij een aantal feitelijkheden
gegeven die door u werden bevestigd. Wij hebben onder meer
problemen met personen uit de nieuwe EU-lidstaten die hier hun
diensten als zelfstandige aanbieden. Het sterke vermoeden bestaat
dat zij in hun land van oorsprong zeker geen zelfstandige activiteit
uitoefenden. Het statuut van zelfstandige wordt gebruikt omdat het
toelaat hier zijn diensten aan te bieden.
Kan men dat nagaan? Kan men overwegen om daaromtrent in
Europees verband methodes af te spreken of bilaterale akkoorden te
sluiten, zodanig dat degene die zich in ons land als zelfstandige wil
vestigen, minstens de nodige bewijzen moet leveren van het
uitoefenen van een zelfstandige activiteit gedurende een voldoende
tijd in het land van oorsprong.
01.01 Greta D'hondt (CD&V):
Dans certains cas, le recrutement
de travailleurs salariés issus des
nouveaux Etats membres pose
problème. Les travailleurs
concernés s'installent comme
indépendants dans notre pays
alors qu'ils n'exerçaient pas cette
activité dans leur pays d'origine.
Ne pourrait-on procéder à un
contrôle plus rigoureux? Lors du
recrutement de ces travailleurs par
le biais d'agences d'intérim, on fait
également valoir l'argument qu'ils
coûtent mois chers que les
travailleurs belges. C'est
inacceptable. En définitive, de plus
en plus de chauffeurs de camion
polonais travaillent dans le
transport intérieur de marchan-
dises sans que l'on sache s'ils
sont indépendants ou salariés.
En tout état de cause, ils travaillent
à des conditions financières très
différentes de celles qui
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Een andere zaak die ons gesignaleerd werd, en die ook in de media
kwam, is de tewerkstelling via uitzendkantoren waar zulks eigenlijk
niet mogelijk is, tenzij er op het terrein zaken gebeuren die niet
helemaal stroken met de Belgische regelgeving noch met onze
gebruiken. Zo worden mensen uit de nieuwe EU-lidstaten hier door
uitzendkantoren aangeboden en in de media wordt hiervoor promotie
gemaakt met het argument dat deze werknemers goedkoper zijn dan
de Belgische. Uiteraard zijn dat zaken die niet kunnen. Om in België
te kunnen worden tewerkgesteld moet men voldoen aan de Belgische
voorwaarden. Niettemin kan het voor hen blijkbaar goedkoper dan
voor Belgische werknemers.
Daarnaast werd ons gemeld dat voor het binnenlands transport van
goederen het internationale transport is een andere kwestie
hoofdzakelijk Poolse vrachtwagenchauffeurs worden ingezet.
Werden bijvoorbeeld Poolse vrachtwagenchauffeurs ingezet voor
binnenlands transport, als zelfstandige of in loondienst? Hoe dan ook,
men signaleert mij dat het tegen een totaal andere kostprijs verloopt
dan wanneer het transport gebeurt door Belgische zelfstandigen of
werknemers in dienst van Belgische ondernemers.
Mevrouw de minister, CD&V heeft nooit een pleidooi gehouden, ook
nu niet, voor gesloten grenzen waarbij iedereen bang is voor
iedereen. Regels moeten evenwel nageleefd worden. De enige
manier om te zorgen dat alles correct gebeurt, is, mijns inziens,
wanneer voorzien wordt in de nodige controle. Dat is de reden van
mijn interpellatie.
Mijn vragen strekken ertoe van u te vernemen of onze inspectie over
voldoende man- en vrouwkracht beschikt en of er voorzien is in
andere ondersteunende maatregelen om die taak uit te oefenen.
Hebben onze inspectiediensten voldoende zicht op de situatie op het
terrein? Ik heb slechts een drietal voorbeelden gegeven, onder meer
de onechte zelfstandigen, de interim- en uitzendarbeid, het gebruik
van buitenlandse werkkrachten en de problematiek in de
transportsector.
Ondernemen onze inspecties specifieke acties naar die doelgroepen?
Is er voldoende internationale samenwerking met de nieuwe lidstaten
om een preventief beleid te kunnen uitwerken? Met preventief bedoel
ik dat men weet wie ons land binnenkomt in welke hoedanigheid.
Waren zij zelfstandigen in het land van oorsprong?
Ten vierde, heeft de Federale Raad voor de strijd tegen de illegale
arbeid en de sociale fraude zich al over dit probleem gebogen? Zo ja,
met welk resultaat? Tot slot, is de versterking van onze
inspectiediensten zoals aangekondigd nu al volledig uitgewerkt?
Kunnen de nieuwe inspecteurs ingezet worden voor deze
problematiek?
s'appliquent en Belgique.
Nous ne plaidons pas pour la
fermeture des frontières mais il y a
des règles. Les différents services
d'inspection ont-ils une vue
d'ensemble suffisante de la
question? Des actions vont-elles
être entreprises? Y a-t-il une
coopération internationale avec les
nouveaux Etats membres, en
particulier dans le domaine de la
prévention? Le Conseil fédéral de
lutte contre le travail illégal s'est-il
déjà penché sur ce dossier? Les
services d'inspection ont-ils entre-
temps été renforcés, ainsi qu'il
avait été annoncé?
01.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
inspectiedienst van het Toezicht op de Sociale Wetten wordt al een
tijdje geconfronteerd met elk van de geschetste scenario's.
01.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Les services d'inspection
sont au courant de ce problème.
C'est pourquoi une méthode
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Het scenario waarin de regelgeving door de buitenlandse werkgevers
correct wordt toegepast, is eigenlijk uitzonderlijk te noemen. De meest
vastgestelde inbreuken zijn vanzelfsprekend die op de minimumlonen
en de secundaire arbeidsvoorwaarden. Het gaat echter evengoed om
niet erkende bemiddeling, oneigenlijke detacheringen en ontduiking
van fiscale en sociale bijdragen. Dat zijn de meest vastgestelde
inbreuken. Nogmaals, het is zelden dat men geen inbreuken vaststelt
bij die werkgevers.
Om efficiënt te kunnen optreden heeft het Toezicht op de Sociale
Wetten een bijzondere controlemethodiek ontwikkeld; Controle en
Opsporing Buitenlandse Werkgevers genaamd. Heel wat inspecteurs
hebben inmiddels die specifieke opleiding genoten. De controle op de
buitenlandse ondernemingen is intussen een prioritaire missie ad hoc.
Dit betekent dat de controles zowel in de breedte als in de diepte
worden opgevoerd.
Sinds jaren bestaan er contacten met lokale inspectiediensten in de
buurlanden. Dit blijkt echter onvoldoende te zijn. Om die reden heeft
het Federale Coördinatiecomité een aantal projecten opgestart rond
gegevensuitwisseling, uitvoering van controles, samenwerking,
enzovoort.
Het gaat enerzijds om een multidisciplinaire aanpak. Dat wil zeggen
dat er samenwerking is tussen alle controleorganen, inclusief
Financiën. Anderzijds worden de nodige structuren vastgelegd
waarbinnen de verkregen informatie over buitenlandse verenigingen
correct en snel kan worden doorgespeeld.
Er is ook een multitaskcontrolehandboek in volle ontwikkeling om
iedereen die daarmee bezig is, op de meest correcte manier te
begeleiden.
Er zijn ook contacten met een aantal van de nieuwe lidstaten,
Tsjechië, Estland, Letland en Litouwen. Preventie zal een van de
aspecten zijn die mee worden opgenomen in de onderhandelingen.
Op een aantal uitzonderingen na als u wil kan ik u dat in detail
voorlezen zijn alle wervingen intussen gerealiseerd. Men mag dus
echt wel zeggen dat de inspectie behoorlijk wat sterker is geworden.
spéciale de contrôle des
travailleurs étrangers a été mise
en place. Des inspecteurs ont déjà
suivi cette formation spécifique et
les contrôles ont été opérés en
largeur et en profondeur. Le
Comité de contrôle fédéral a
également initié un projet
d'échange d'informations avec
d'autres Etats membres de l'UE et
un manuel de contrôle "multitask"
est en préparation. En ce qui
concerne le renforcement des
services d'inspection, tous les
recrutements ont été effectués.
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Dank u, mevrouw de minister.
Het verheugt mij dat alle wervingen ondertussen gerealiseerd zijn.
Dan zijn de kaders inderdaad goed bestaft, waarschijnlijk nooit te
goed, maar dat is een ander verhaal.
Het verheugt mij dat de inspecteurs een specifieke opleiding volgen of
al gevolgd hebben. Ik denk dat dat inderdaad meer dan noodzakelijk
is. Het is kennelijk tot een prioritaire missie geworden.
Ik kan niet anders dan daar tevreden over zijn, net zoals over het
handboek dat in voorbereiding is, zoals u zegt.
Ik vermoed alleen, mevrouw de minister, dat er van al dat werk nog
geen resultaten officieel bekend zijn en dat men niet weet wat dat al
opgeleverd heeft bij onze inspectie, specifiek in verband met die
materie. Hebben wij daar al gegevens over?
01.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
me réjouis que les engagements
nécessaires aient eu lieu et qu'une
formation spécifique ait été
organisée pour les inspecteurs. Le
manuel de contrôle est également
un élément de satisfaction. La
ministre peut-elle nous donner
davantage d'informations sur le
contrôle du travail intérimaire?
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Nog niet. Ik wil echter,
zodra de gegevens er zijn, u een overzicht bezorgen.
01.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Je transmettrai les
données le plus rapidement
possible.
01.05 Greta D'hondt (CD&V): Wat u mij nu antwoordt, is positief.
Het zal natuurlijk pas echt positief zijn als we zien dat de maatregelen
op het terrein ook resultaten opbrengen.
Als u de gegevens, die u vooralsnog niet hebt, mij kunt bezorgen, dan
kan ik zien of we daar bij gelegenheid op moeten terugkomen. Als u
zich daartoe engageert, zal ik geen motie indienen. Als ik de teksten
krijg, zal ik zien of daar inderdaad materiaal inzit dat mij noodzaakt
om opnieuw te interpelleren dan wel of ze voldoende gerust stellen.
Mevrouw de minister, het moet mij toch van het hart dat er op het
terrein dagelijks dingen gebeuren die echt niet correct zijn. Ik wil in
alle duidelijkheid zeggen ik overdrijf niet, denk ik dat het tien jaar
heeft geduurd vooraleer moeizaam het imago van de uitzendkantoren
opgekrikt werd en zij op sociaal vlak door de sociale partners als een
volwaardige speler op de arbeidsmarkt werden beschouwd en niet
meer als iets dat te mijden was. Ik hoop dat de enkele
uitzendkantoren die zich nu op het randje bewegen we mogen dat
niet veralgemenen de moeizaam opgebouwde correctheid van de
uitzendsector niet in het gedrang brengen. Anders dreigen we met
een processie van Echternach te zitten: tien tot vijftien jaar moeizaam
opbouwen om de uitzendbureaus tot een volwaardige, sociaal
aanvaarde speler op de arbeidsmarkt uit te bouwen. Als er nu een
aantal is dat er de kantjes begint vanaf te lopen door het inzetten op
een niet helemaal correcte manier, zelfs al zijn er dat maar een paar,
dan verpesten zij de sfeer op het terrein.
Ik zou graag hebben dat onze inspectie dit zeer goed opvolgt, want dit
kan niet zijn. Ik hoop dat u met uw collega's die bevoegd zijn voor de
zelfstandigen ook die piste sluit, want dit is volgens mij het meest
gevaarlijk. Elders gaat het over enkele eurocenten of misschien een
euro per uur qua verschil. Dat is belangrijk, maar als men zich hier
kan vestigen als zelfstandige, is de controle helemaal weg: geen
arbeidsduur, niets. Toch zijn dit loontrekkenden. Ik zal met aandacht
de gegevens die u mij zult bezorgen, bekijken. We zullen dan zien. Dit
zal zeker nog verder moeten worden opgevolgd en misschien moeten
we daar nog voor het reces op terugkomen.
01.05 Greta D'hondt (CD&V):
J'examinerai d'abord les données
de la ministre et je ne déposerai
pas encore de motion. La question
est néanmoins essentielle pour le
secteur du travail intérimaire, qui
se bat depuis des années pour
être reconnu à part entière sur le
marché du travail et voit
aujourd'hui son image souillée par
quelques sociétés d'intérim qui ne
respectent pas la législation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 6712 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu wordt uitgesteld.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van Werk over "de inspecties op discriminatie bij
aanwerving" (nr. 6735)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "de balans van de activiteiten van de
werkgroep 'migranten'" (nr. 6765)
02 Questions jointes de
- Mme Annelies Storms à la ministre de l'Emploi sur "les inspections relatives à la discrimination à
l'embauche" (n° 6735)
- Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "le bilan des travaux réalisés par le groupe de travail
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
02.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik heb mijn vraag ingediend op het ogenblik dat in De
Standaard een artikel verscheen over een bedrijfsleider van een
bekend bedrijf uit Londerzeel, die openlijk in de media verklaarde dat
hij werknemers van Marokkaanse origine weigerde aan te nemen,
omdat zijn klanten deze werknemers niet zouden aanvaarden.
Op het artikel zijn inmiddels al heel wat reacties gekomen vanuit
verschillende hoeken, namelijk werkgeversverenigingen, werknemers
en zelfstandigen.
De bedrijfsleider zei in het artikel ook, bijna verontschuldigend, dat hij
eerlijk aan de Marokkaanse sollicitanten vertelde waarom ze niet
werden aanvaard of in zijn bedrijf niet welkom waren.
De antidiscriminatiewet voorziet in een verbod op discriminatie bij de
aanwerving van werknemers. Mevrouw de minister, op een vroegere,
schriftelijke vraag hebt u mij geantwoord dat de ontwerpen van
koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van
arbeidsinspectiediensten bevoegd voor het vaststellen en het in
ontvangst nemen van klachten inzake discriminatie op de
arbeidsmarkt, zijn opgesteld.
In dit specifieke geval komt de problematiek van discriminatie op de
arbeidsmarkt het gaat hier om een heel moeilijk geval en van
discriminatie bij de aanwervingen duidelijk naar voren.
Mijn vragen zijn de volgende.
Wat is de rol van de inspectiedienst Toezicht op de Sociale Wetten bij
een dergelijke, mogelijke discriminatie bij de aanwerving?Kan de
inspectie actief op zoek gaan naar discriminatie of kan er enkel maar
worden gereageerd na het indienen van een klacht door de
gedupeerden? Met actief op zoek gaan naar discriminatie bedoel ik of
de inspectie ambtshalve kan optreden na dergelijke uitspraken in de
krant, of moet wachten tot de gedupeerde, potentiële werknemers
een klacht indienen?
Er werden inmiddels al inspecteurs aangeduid die specifiek met
discriminatie op de arbeidsmarkt bezig zijn. Over hoeveel inspecteurs
gaat het? Is er in een specifiek budget of opleiding voorzien?
Bestaat er enige vorm van samenwerking met het Centrum voor
Gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, na vaststelling door
de inspectie van mogelijke discriminatie? Ik denk bijvoorbeeld aan het
doorverwijzen van de inspectie naar het Centrum of het op de hoogte
brengen van de betrokken gedupeerden van de mogelijkheid om zich
te laten begeleiden door het Centrum bij het indienen van een klacht
voor strafrechtbanken.
Ten slotte, wanneer wordt het koninklijk besluit gepubliceerd waarvan
sprake in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag, betreffende de
aanwijzing van arbeidsinspectiediensten bevoegd voor het vaststellen
en in ontvangst nemen van klachten inzake discriminatie?
02.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): J'ai déposé cette question
au moment de la parution d'un
article dans "De Standaard" relatif
à un chef d'entreprise qui refusait
d'engager des travailleurs
allochtones, parce que ses clients
ne l'admettraient pas. Les organi-
sations patronales, syndicales et
d'indépendants ont été nombreu-
ses à réagir dans l'intervalle.
La loi anti-discrimination interdit la
discrimination à l'embauche. La
ministre a répondu à une question
écrite que les projets d'arrêté royal
relatifs à la désignation
d'inspecteurs du travail compé-
tents en matière de discrimination
sur le marché du travail étaient
prêts. Quand seront-ils publiés?
Quel rôle l'Inspection de Contrôle
des lois sociales joue-t-elle en cas
de discrimination éventuelle à
l'embauche? L'Inspection peut-elle
rechercher activement les cas de
discrimination ou seulement réagir
à la suite des plaintes? Des
inspecteurs qui s'occupent
spécifiquement de la
discrimination sur le marché du
travail ont été désignés. Combien
sont-ils? Suivent-ils une
formation? Quel est le budget
prévu à cet effet? Une
collaboration avec le Centre pour
l'égalité des chances et la lutte
contre le racisme est-elle mise en
oeuvre?
02.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de 02.02 Nahima Lanjri (CD&V):
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
minister, ik herinner u aan de vele vragen die ik al heb gesteld met
betrekking tot de werkgelegenheid voor migranten.
Mevrouw de minister, vrijwel elke maand stelde ik u vragen omtrent
wat u concreet aan het doen was en hoe de werkgroep evolueerde. U
zei mij trouwens elke keer, ook de laatste keer dat ik u daarover
ondervroeg, op 16 februari, dat u spijt had dat u mij niet op de hoogte
had gehouden en dat dit een vergissing van uwentwege was. Ik heb
dan ook geantwoord dat ik het apprecieerde dat u dat zei. U zou mij
onverwijld op de hoogte brengen van hetgeen de werkgroep al had
gedaan.
Ik stel vandaag vast dat dit nog altijd niet is gebeurd. Ik spreek uit
ervaring wanneer ik zeg dat ik mij kan inbeelden dat als men zwanger
is, men soms last heeft van vergeetachtigheid. Ik neem echter aan
dat uw mannelijke medewerkers niet zwanger zijn en dus geen last
kunnen hebben van vergeetachtigheid.
J'ai déjà posé de nombreuses
questions sur l'emploi des
immigrés et sur les thèmes
examinés au sein du groupe de
travail. Lorsque j'ai interrogé la
ministre à ce propos, le 16 février
dernier, elle m'a promis qu'elle me
tiendrait rapidement au courant
des activités du groupe de travail.
A l'heure actuelle, elle n'a toujours
pas tenu son engagement.
02.03 Minister Freya Van den Bossche: De echtgenote van mijn
medewerker is wel zwanger.
02.04 Nahima Lanjri (CD&V): Dat heeft dan misschien wel enige
invloed.
Hoe dan ook, ditmaal vraag ik u voor de laatste keer vriendelijk om
mij op de hoogte te houden. U hebt dat reeds verscheidene keren
beloofd maar nog niet gedaan. Ik wil u, ondanks het feit dat ik daarop
altijd ben teruggekomen in de commissie, erop wijzen dat de
werkloosheid bij allochtonen in België hoog is. U weet hoe belangrijk
het probleem is. Twee op drie allochtonen in ons land zijn werkloos.
Het is in andere landen ook erg, maar wat minder. Daar is namelijk de
helft werkloos.
We moeten er toch op zijn minst naar streven de werkloosheid bij
allochtonen terug te dringen tot op het niveau van de Vlamingen.
Daarvoor zijn 38.000 jobs nodig. Ik heb vorige keer al gezegd dat van
de tweehonderdduizend jobs die men zou creëren, een op vijf aan
allochtonen zou moeten worden toegewezen.
U hebt mij vorige keer meegedeeld dat er al twee werkgroepen
werden opgericht, een die zich bezighoudt met diversiteit bij de
overheidssector en een die zich bezighoudt met de
antidiscriminatiewet. Daarop kom ik later terug. Een derde, algemene
werkgroep rond diversiteit in de privé-sector moet nog worden
opgestart en dat is precies de werkgroep waar ik om vroeg. Ik vroeg
om maatregelen te nemen, vooral inzake sensibilisatie, aanmoediging
en eventueel bestraffing, niet alleen met betrekking tot de
overheidssector, al is dat uiteraard belangrijk, maar ook met
betrekking tot de privé-sector..
Die werkgroep moest nog worden opgestart. U had mij meegedeeld
dat u eind maart, begin april zou klaar zijn met een plan de
campagne. Ik neem aan dat dit in het Nederlands actieplan betekent.
We zijn nu een maand later en ik wil u dan ook vragen of het actieplan
dat u toen beloofde klaar is. Wat houdt dat plan precies in? U hebt
met betrekking tot de twee andere werkgroepen ook gezegd dat u
verslag zou uitbrengen. Hoever staan we ondertussen met de
antidiscriminatiewet, met de praktijktesten? Bereikte de regering
02.04 Nahima Lanjri (CD&V):
Dans notre pays, le chômage des
allochtones est très élevé. Deux
allochtones sur trois sont sans
travail. Dans d'autres pays, il s'agit
d'un allochtone sur deux. Nous
devons nous efforcer de ramener
le taux de chômage des
allochtones au moins au niveau de
celui des Flamands. Pour y arriver,
nous devrons créer 38.000
emplois.
La ministre m'a fait savoir que
deux groupes de travail ont déjà
été constitués, l'un sur la diversité
dans les pouvoirs publics, l'autre
sur la loi anti-discrimination. Un
troisième groupe de travail sera
prochainement créé et s'intéres-
sera à la diversité dans le secteur
privé. La ministre a promis de
présenter un plan d'action au
début du mois d'avril. Ce plan est-
il prêt et quelles en sont les
grandes lignes? La ministre peut-
elle dresser un rapport des
activités des groupes de travail?
Où en sont la loi anti-
discrimination et les tests de
situation? Le gouvernement est-il
parvenu à un accord en la
matière? Où en est la diversité
dans le secteur public?
Comment la ministre réagit-elle à
l'affaire Feryn et aux récentes
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
overeenstemming daaromtrent? Hoe staat het met diversiteit in de
overheidssector? U maakt deel uit van die werkgroepen. Wat is de
stand van zaken in de drie werkgroepen en vooral in de werkgroep
waar men volgens u een maand geleden al klaar moest zijn met een
actieplan?
Wordt daarvoor in extra middelen voorzien?
Ik heb het cijfer genoemd van 38.000 jobs. Gaat u ernaar streven om
die 38.000 jobs in te vullen?
Wat zijn uw reacties op de zaak-Feryn en de recente uitspraken van
Unizo? Van die laatste viel ik helemaal achterover, omdat ik niet kan
begrijpen dat werkgeversorganisaties nu al zeggen dat zij willen
onderzoeken of zij de wet naast zich kunnen neerleggen. Zij vragen
zich immers af of zij in bepaalde gevallen, als de klant daarom vraagt
of zelfs als ze vermoeden dat de klanten dat zal vragen, allochtonen
mogen weigeren. Ik heb de Zevende Dag niet gezien. Ik verneem dat
die uitspraak nadien wat werd afgezwakt. Ik vind dat alleszins
verontrustend. Uw Vlaamse collega heeft hier wel al op gereageerd.
Ik vraag mij af wat uw reactie is. Reageren is goed, maar ik heb liever
dat er acties worden ondernomen, zodat er iets aan wordt gedaan.
Ik weet dat er vooral een mentaliteitswijziging nodig is, maar daar
moet dan wel aan worden begonnen. Waar gaan we naartoe?
Vandaag zijn het de klanten die gevolgd worden en morgen gaat men
ook leerkrachten voor de klas weigeren, omdat de ouders niet graag
hebben dat er een bruine, een homo of een lesbische voor de klas
staat. Dat zijn toch zaken die u als minister van Werkgelegenheid
kunt aanpakken en dat verwacht ik ook.
déclarations d'Unizo? Je ne
comprends pas la volonté des
organisations d'employeurs d'exa-
miner la possibilité d'ignorer la loi
et de refuser d'embaucher des
travailleurs d'origine étrangère
dans certains cas. Des mesures
seront-elles prises pour s'y
opposer? Va-t-on s'efforcer
d'induire un changement des
mentalités?
De voorzitter: Wat Unizo betreft, vind ik dat u dat dringend eens
moet bespreken met Trees Pieters uit uw fractie.
Le président: Mme Lanjri pourrait
discuter des déclarations d'Unizo
avec Mme Pieters, qui appartient à
son groupe.
02.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik apprecieer
niet dat u de man speelt.
02.05 Nahima Lanjri (CD&V): Je
n'apprécie pas du tout les attaques
personnelles du président.
De voorzitter: Niet de man, mevrouw Lanjri.
02.06 Nahima Lanjri (CD&V): Of op mevrouw Pieters, mijnheer de
voorzitter.
Het gaat, mijns inziens, over een maatschappelijke aangelegenheid.
Dat gaat veel verder dan Unizo. Het is de verantwoordelijkheid van
iedereen, in eerste instantie van degene die terzake bevoegd is, met
name de regering.
02.06 Nahima Lanjri (CD&V): Il
s'agit d'une matière sociale qui
dépasse le cadre de l'Unizo et elle
ressortit en tout premier lieu à la
compétence du gouvernement.
De voorzitter: Ook de regering maar ook werkgeverorganisaties. Op dit punt deel ik uw verontwaardiging.
De minister heeft het woord.
02.07 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
collega's, de inspectie kan zowel ambtshalve optreden om
discriminatie bij aanwerving op te sporen als naar aanleiding van een
klacht of aangifte. Allebei kunnen. Op dit ogenblik kan de inspectie
02.07 Freya Van den Bossche,
ministre: L'Inspection peut très
bien intervenir d'office pour lutter
contre la discrimination lors de la
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
nog geen proces-verbaal opstellen wegens discriminatie op basis van
racistische motieven. Binnenkort zal dit wel mogelijk zijn. Er werden
KB's terzake uitgewerkt die thans voor advies aan de Raad van State
zijn gestuurd. We hebben geïnformeerd. Binnen een paar dagen zal
het advies er zijn.
Zolang deze KB's niet van kracht zijn, tracht de inspectie bij
individuele geschillen de ongelijke behandeling te doen rechtzetten via
informatieverstrekking en overreding. Het zal veel krachtiger kunnen
gebeuren op het ogenblik dat de inspecties processen-verbaal zullen
kunnen opstellen.
Thans wordt een gespecialiseerde opleiding gegeven aan
inspecteurs, in totaal gaat het om 35 gespecialiseerde inspecteurs. Dit
is niet weinig. We kunnen deze mensen die een bijkomende opleiding
hebben gekregen op pad sturen om de discriminaties op te sporen.
Er bestaat geheimhoudingsplicht. In die zin bestaat een beperkte
samenwerking met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding. De samenwerking is er voornamelijk op gericht
om de juridische knowhow en de praktische deskundigheid van het
Centrum aan te wenden ten voordele van de inspecteurs zoals dit is
gebeurd bij de opleiding.
Op 11 mei is een interministeriële conferentie "Integratie in de
maatschappij" gepland door minister Dupont. Ikzelf en andere
collega's zijn hierop uitgenodigd. Elke collega die binnen zijn of haar
bevoegdheden geconfronteerd wordt met het concept "gelijke kansen"
is uitgenodigd. Deze conferentie was eerst gepland in februari maar
werd uitgesteld tot mei. Het belangrijkste doel van de conferentie is
vast te leggen op welke onderwerpen er samen met de gefedereerde
entiteiten zal worden gewerkt in een uitgebreide werkgroep. Minister
Dupont coördineert deze werkzaamheden. Ik ben er wel
vertegenwoordigd en zal de zaken mee opvolgen.
Eerlijk gezegd - ik zeg dit duidelijk - hebben de werkgroepen die met
de voorbereiding van de interministeriële conferentie bezig zijn en
reeds een tijd lang doen wat ze moeten doen, in casu maatregelen
zoeken, nog niet tot resultaat geleid. Er is veel gepraat en ideeën
werden uitgewisseld. Concreet is niet een punt bereikt waarvan ik kan
zeggen dat het een concrete maatregel is waarvoor iedereen zal
gaan.
Omdat het reeds bijzonder lang duurt, is afgesproken dat voor de
materies waarvoor verschillende ministers bevoegd zijn en minister
Dupont de zaken aandrijft, de minister bevoegd blijft. De materies die
betrekking hebben op "werk" zal ik aansturen, ook al zijn in bepaalde
gevallen andere collega's hiervoor bevoegd.
In plaats van via de bestaande werkgroepen en conferenties van
werkgroepen te werken zal ik gewoon werken via de interministeriële
conferentie van werk, die regelmatig bijeenkomt en efficiënter te werk
zal kunnen gaan, vermoed ik, dan de werkgroepen zoals ze tot
vandaag hebben gewerkt.
U spreekt over concrete maatregelen, over streefcijfers enzovoort. Ik
zal dat met de collega's van de Gewesten moeten bekijken. Er moet
ook uitvoering gegeven worden aan een aantal algemene en grote
procédure de recrutement ou à la
suite d'une plainte. Actuellement,
l'Inspection ne peut pas encore
rédiger de procès-verbal car nous
attendons toujours l'avis du
Conseil d'Etat relatif aux projets
d'arrêtés royaux. Tant que ces
derniers ne sont pas entrés en
vigueur, l'Inspection tente de
résoudre les inégalités de
traitement par l'information et la
persuasion. Le service compte au
total 35 inspecteurs spécialisés,
qui ont reçu une formation.
La collaboration avec le Centre
pour l'égalité des chances et la
lutte contre le racisme est limitée
en raison de l'obligation de
confidentialité. Cette collaboration
vise principalement à mettre à
profit l'expertise juridique et
pratique du Centre.
Le ministre Dupont organisera, le
11 mai, une conférence
interministérielle consacrée à
"l'Intégration dans la société" à
laquelle tous
les ministres
impliqués dans ce domaine sont
conviés. Cette conférence était
initialement prévue en février mais
elle a été reportée au mois de mai.
Son principal objectif est de
déterminer les domaines que le
groupe de travail élargi abordera.
Les groupes de travail qui se
chargent actuellement de la
préparation de la conférence
interministérielle n'ont pas encore
obtenu de résultats. Pour
accélérer le processus, nous
avons décidé, avec le ministre
Dupont, qu'il coordonnerait les
compétences des différents
ministres concernés et que je
ferais de même pour tout ce qui à
trait à l'emploi, même si dans
certains cas, d'autres collègues
sont compétents.
Plutôt que de passer par les
groupes de travail existants, je
travaillerai par le biais de la
Conférence interministérielle du
Travail qui se réunit régulièrement
et se montre plus efficace. Je
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
principes die in Gembloux zijn vastgelegd, maar waaruit op dat
moment weinig concreets is van gekomen.
Een overheid kan natuurlijk nooit alleen racisme bestrijden. Er zijn ook
de werkgeversfederaties. Ik zie daar overigens ook een rol voor de
vakbonden. Men hoort soms wel eens op de werkvloer dat men liever
niet werkt met een allochtoon of met iemand van allochtone afkomst.
Daar wordt ook te weinig tegenin gegaan, in alle eerlijkheid.
Werkgeversorganisaties moeten, niet alleen omdat ze daarvoor
subsidies krijgen, maar ook omdat het hun taak is, het goede
voorbeeld geven en dergelijke houding bestrijden.
Soms doen zij dat ook. Er is bijvoorbeeld een praktische handleiding
van Unizo waarin staat hoe werkgevers op een vrij eenvoudige manier
achter hun allochtone werknemer kunnen gaan staan. Ik vond dat
heel bemoedigend. Hun mondelinge communicatie over het voorval
Feryn vond ik dan weer mensonterend en absoluut niet kunnen. Als
Unizo zoiets zou vergoelijken, dan zal de heer Feryn, ook al zal hij
misschien geen alleenstaand geval geweest zijn, steeds meer
kompanen krijgen die hetzelfde doen omdat zij denken dat dit gewoon
kan en niet zo abnormaal is.
Er mag natuurlijk niet gediscrimineerd worden bij aanwerving. Dat is
absurd als er zo veel openstaande vacatures zijn en zo veel
werkzoekenden, waarvan soms de karikatuur wordt opgehangen dat
niemand van die werkzoekenden echt werk zoekt. Dat is niet waar.
Misschien zijn er net veel allochtonen bij die werkzoekenden. Er zijn
zeker allochtonen bij. Misschien wil men die gewoon niet. Na verloop
van tijd vraagt men dan om Polen te laten overkomen om die gaten
op te vullen. Die zijn natuurlijk wit, dat valt niet zo op.
Ik vind het echt schandalig. Ik denk niet dat ik er het probleem mee
kan oplossen, maar ik kan echter best in een brief de
werkgeversfederaties op hun verantwoordelijkheid dienaangaande
wijzen, niet alleen in hun daden, maar ook in hun woorden. Woorden
kunnen immers soms aanzetten tot daden, wanneer ze uitgesproken
worden door vertegenwoordigers van grote groepen. Dat is waarvoor
ik vrees in het geval van Unizo.
devrai consulter les collègues des
Régions à propos des mesures
concrètes et des objectifs.
Plusieurs principes généraux,
définis à Gembloux, doivent être
mis en oeuvre.
Une autorité publique ne peut
jamais combattre seule le racisme.
Les fédérations d'employeurs et
les syndicats doivent également
apporter leur collaboration. Le
manuel d'Unizo, qui indique
comment les employeurs doivent
soutenir les travailleurs
allochtones, constitue un bon
exemple à cet égard. J'estime en
revanche indigne la
communication orale dans l'affaire
Feryn. Si Unizo devait minimiser
cette affaire, M. Feryn ne tarderait
pas à faire des émules.
L'embauche ne peut donner lieu à
des discriminations, à plus forte
raison si les postes vacants ne
peuvent être pourvus. Cette
situation est absurde et
scandaleuse. Je ne crois pas
qu'un courrier soit de nature à
résoudre le problème mais je ne
manquerai pas de rappeler leurs
responsabilités aux fédérations
d'employeurs.
02.08 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik ben het
volkomen met u eens dat de bestrijding van discriminatie niet enkel
een taak van de overheid is, maar ook van de werkgeversorganisaties
en de vakbonden. Die twee laatstgenoemde spelers op de
arbeidsmarkt kunnen nog heel wat werk verrichten. Onlangs ben ik op
bezoek geweest bij een vertegenwoordiger van VOKA. Ik was totaal
onthutst door wat ik daar had gehoord. Diversiteitsplannen zijn
gewoon een vodje papier die men door copy en paste kan opstellen.
Met quota, streefcijfers en allerlei maatregelen die nu in de running
zijn, wordt gelachen. Ik had de indruk dat alleen de winst telde. Maar
goed, als het OESO-rapport aantoont dat net door het niet-betrekken
van allochtonen op de arbeidsmarkt heel wat winst verloren gaat, zit
daarin nog heel wat potentieel. Bij de werkgeversorganisaties kan op
die manier een gevoelige snaar worden geraakt om meer diversiteit
binnen hun onderneming toe te laten.
Het is een goede zaak dat die koninklijke besluiten zijn opgesteld. Ik
hoop dat die snel van bij de Raad van State zullen terugkomen, zodat
de diensten effectief iets in handen zouden hebben en proces-verbaal
02.08 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Je suis d'accord avec la
ministre: la lutte contre la
discrimination n'incombe pas
seulement aux pouvoirs publics
mais elle est aussi l'affaire des
organisations patronales et des
syndicats. J'ai récemment rendu
visite à un représentant du VOKA
(réseau d'entreprises flamandes)
et j'ai été vraiment choquée par ce
que j'ai entendu. On se moque
complètement des plans de
diversité, des quotas, des objectifs
chiffrés et autres mesures. J'ai eu
l'impression que le profit est la
seule chose qui compte. Le
rapport de l'OCDE est peut-être lu
avec un peu plus d'intérêt car il
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
zouden kunnen opstellen.
Het detecteren van discriminatie bij aanwerving zal nog het moeilijkst
worden. De praktijktests, die nogal omstreden zijn, kunnen daarvoor
belangrijk zijn. Zij vallen echter niet onder uw bevoegdheid maar
onder de bevoegdheid van minister Dupont. De regering moet
daarover durven na te denken. Zij zijn negatief in het daglicht
gekomen, maar zij kunnen een middel zijn om discriminatie tegen te
gaan.
Ik kan alleen toejuichen dat u het heft in handen neemt en zelf op die
werkgroep aanstuurt die op uw bevoegdheid betrekking heeft. Het is
spijtig dat de zaak een beetje heeft geslabakt, maar het is goed dat u
nu zelf het heft in handen neemt, omdat een en ander niet goed
werkt. Dat is ook een stap in de goede richting. Ik heb er het volste
vertrouwen in dat de zaken een beetje meer zullen vooruitgaan dan
nu.
démontre que le fait de ne pas
impliquer davantage les
allochtones sur le marché du
travail fait perdre de nombreux
profits.
J'espère que les arrêtés royaux
seront rapidement publiés. Il sera
alors possible de dresser procès-
verbal. Le plus difficile sera
d'identifier les cas de
discrimination à l'embauche. Les
tests de situation contestés
pourront s'avérer utiles à cet égard
mais ils relèvent de la compétence
du ministre Dupont.
Je suis heureuse que la ministre
se mobilise personnellement et je
suis sûre qu'elle pourra élaborer
rapidement des mesures.
02.09 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, iedereen weet dat de strijd tegen discriminatie niet alleen het
werk is van politici en van de regering. Het is een werk van iedereen.
Er moet daaraan op de werkvloer worden gewerkt door de
vakbonden. Ik heb daarover dit weekend een voordracht gehouden
voor het ACV dat samen met ABVV een hele brochure heeft
uitgewerkt rond hoe men de diversiteit op de werkvloer kan
aanpakken. Er wordt daarvan wel degelijk werk gemaakt.
Ik stel jammer genoeg vast dat er heel veel initiatieven zijn die
kwantitatief vrijwel niets opleveren en dat er daarbij heel veel kosten
worden gemaakt. Ik hoop dat er zo snel mogelijk een evaluatie komt
en dat er iets verandert. Ik verwijs daarbij naar de diversiteitsplannen
waarvoor vooral uw Vlaamse collega bevoegd is.
Ik dring in deze commissie ten aanzien van minister Dupont al lang
aan op de praktijktests en zie dat er opnieuw een koninklijk besluit
inzake de aanpak van discriminatie bij de Raad van State is. Ik hoop
dat het niet al te lang duurt en vooral dat de regering daarover niet
verdeeld is. Het is immers niet vijf voor twaalf, maar vijf na twaalf.
Wat mij nu ten slotte echt teleurstelt, is dat u nu toegeeft dat de
werkgroepen niets hebben opgeleverd. Mijnheer de voorzitter, u weet
dat ik gevraagd heb hieromtrent een themacommissie op te richten. Ik
heb in deze commissie al herhaaldelijk gevraagd hierrond iets te
doen, samen te komen, samen te werken, voorstellen te doen. Ik heb
altijd om een stand van zaken gevraagd, zowel aan uw voorganger
als aan uzelf. Ik heb dat bijna maandelijks gedaan. Ik kom nu te
weten dat al die werkgroepen niets hebben opgeleverd, niet het
verhoopte resultaat hebben opgebracht, met name concrete
maatregelen. U geeft dat wel toe.
We zijn nu tweeënhalf jaar na de werkgelegenheidsconferentie van
2003 en de helft van de legislatuur is voorbij. Ik zeg nogmaals dat ik
ongeduldig van aard ben. Dat is echter niet onterecht als men de
omvang van het probleem ziet en hoe gemakkelijk men erover begint
02.09 Nahima Lanjri (CD&V): La
lutte contre la discrimination ne
constitue pas uniquement une
responsabilité du gouvernement,
mais de chacun d'entre nous, et
certainement également des
syndicats. La CSC et la FGTB ont
élaboré une brochure relative à la
diversité sur le lieu de travail.
Je constate hélas que nombre
d'initiatives restent quasi infruc-
tueuses. J'espère qu'une évalua-
tion sera organisée dans les plus
brefs délais au sujet des plans de
diversité flamands et que la
situation changera.
J'insiste depuis longtemps déjà
auprès du ministre Dupont sur la
mise en oeuvre de tests de
situation. J'espère que les arrêtés
royaux ne tarderont pas et que le
gouvernement n'est pas divisé à
ce sujet, car nous ne pouvons plus
perdre de temps.
Je suis déçue de voir que les
groupes de travail n'ont dégagé
aucune solution. J'ai demandé la
mise en place d'une commission
thématique. J'ai aussi régulière-
ment interrogé la ministre et son
prédécesseur sur l'emploi chez les
allochtones et ce n'est qu'à
présent que ces informations
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
te gaan, alsof het iets van niets is, alsof men mensen zomaar aan de
kant kan schuiven. Ik denk dat het bij niemand onterecht zou zijn te
zeggen dat het vijf na twaalf is, dat het nu gedaan is, dat het nu
genoeg is geweest daarover te palaveren.
Er worden een of twee concrete maatregelen genomen om jobs op te
leveren en voor de rest stuurt men maar bij. Men moet maar eens de
methodiek gebruiken zoals in Nederland. Het liep daar ook niet altijd
perfect maar men had ten minste de politieke moed, men deed iets.
Doe dan iets. Als u niets doet, kan er niets verkeerd lopen. Het loopt
dan echter wel verkeerd aangezien men zich ondertussen meer en
meer permitteert en het doodnormaal vindt dat men kan
discrimineren. Ik vind dat onaanvaardbaar.
arrivent à ma connaissance. Deux
ans et demi se sont écoulés
depuis la conférence pour l'emploi
de 2003 et la moitié de la
législature est derrière nous. Si
nous observons l'ampleur du
problème, il apparaît clairement
que l'on a assez parlé et qu'il est à
présent temps de passer à
l'action. Ce problème exigera du
courage politique, mais si nous
n'agissons pas, la situation ne
cessera de s'aggraver; l'on
commencera alors à penser que la
discrimination sur le marché du
travail est normale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Werk over "de tewerkstellingsregeling in de
witloofsector" (nr. 6770)
03 Question de M. Carl Devlies à la ministre de l'Emploi sur "le régime d'emploi dans le secteur du
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag heeft
betrekking op een beperkte sector, met name de witloofsector, die
met heel veel problemen wordt geconfronteerd. Vooral in de regio
Vlaams-Brabant, waar er zich nog heel wat witlooftelers bevinden, is
de toestand erg problematisch.
Ik heb op basis van het dossier kunnen vaststellen dat zowel minister
Frank Vandenbroucke als minister Van den Bossche de voorbije jaren
een aantal positieve maatregelen hebben genomen die betrekking
hebben op de sector.
Er dringt zich evenwel nog één maatregel op, die vrij gemakkelijk kan
worden genomen. Dat is namelijk de maatregel die het aantal dagen
dat een werknemer met dagcontracten wordt tewerkgesteld, optrekt
van 65 dagen naar 100 dagen per jaar. Het gaat dus om toegelaten
tewerkstelling.
Over die maatregel werd vorig jaar, op 19 juli 2004, door de Nationale
Arbeidsraad een unaniem, gunstig advies afgeleverd.
Mevrouw de minister, gelet op de hachelijke, economische toestand in
de sector en gelet op de specifieke karakteristieken van de
werkgelegenheid in de sector, die u ongetwijfeld bekend zijn en die
afwijken van de andere land- en tuinbouwsectoren witloofteelt is
heel specifiek , zou ik u willen vragen om de maatregel, die unaniem
gunstig werd geadviseerd door de Nationale Arbeidsraad, door te
willen voeren.
Wat is uw desbetreffend plan?
Wanneer kan u eventueel een beslissing nemen over het dossier?
03.01 Carl Devlies (CD&V): Tant
le ministre Vandenbroucke que la
ministre actuelle ont pris, l'an
passé, un certain nombre de
mesures positives pour répondre
aux problèmes qui se posent dans
le secteur de la culture du chicon.
Une mesure supplémentaire qui
pourrait être très utile serait
d'augmenter le nombre de jours
de travail autorisé de 65 à 100
jours par an. Le Conseil national
du travail a, par ailleurs, rendu un
avis positif unanime à ce sujet. La
ministre prévoit-elle de mettre en
oeuvre cette mesure? Dans
l'affirmative, quand?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Vorig jaar zijn er reeds een 03.02 Freya Van den Bossche,
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
aantal maatregelen genomen om de gelegenheidsarbeid in land- en
tuinbouw dus ook in de witloofsector te vergemakkelijken. Het
komt er eigenlijk op neer dat de plafonds, die bestonden voor
werkgevers, niet langer bestaan zodat werkgevers in principe het hele
jaar door een beroep kunnen doen op gelegenheidsarbeid aan een
voordelig parafiscaal tarief. Bovendien kunnen zij hun werknemers
rekruteren via uitzendkantoren aan datzelfde voordelig parafiscaal
tarief.
Het klopt dat de NAR heeft gevraagd, om naast de afschaffing van de
grens per werkgever in de witloofsector, per werknemer ook de grens
op te trekken van 65 naar 100 dagen. De Ministerraad is daarop niet
ingegaan om een aantal redenen. Een eerste reden is dat de
werkgever zelf voldoende soepelheid heeft gekregen met het nieuwe
systeem. Hij mag het hele jaar door met gelegenheidsarbeiders
werken en hij heeft het net iets gemakkelijker doordat hij de mensen
kan werven via een interimkantoor. De soepelheid voor de werkgever
is absoluut.
Waarom werd die hogere grens niet voor werknemers ingevoerd? Op
dat vlak werden twee overwegingen gehanteerd. Ten eerste, er is de
administratieve vereenvoudiging waarbij ernaar wordt gestreefd met
het aanleggen van de Dimona-aangifte alles zo eenvormig en
duidelijk mogelijk te houden wat het makkelijk maakt voor de
werkgevers en voor de controles van de inspectie.
Ten tweede, gelegenheidsarbeid mag de reguliere arbeid natuurlijk
niet verdringen. Dit is toch ook belangrijk. De Ministerraad heeft wel
beslist om na een evaluatie van de evolutie van de reguliere
tewerkstelling eventuele aanpassingen door te voeren. Mocht
bijvoorbeeld worden aangetoond dat er in de witloofsector helemaal
geen verdringingseffecten bestaan, en mochten wij voldoende
indicaties hebben over het feit dat dit ook niet zal gebeuren en
mochten wij dan toch voorrang geven op die overweging - boven de
overweging van de administratieve vereenvoudiging en de vlotheid
van de controles - dan kan dat eventueel overwogen worden maar
zeker niet eerder dan op dat moment.
Ik vermoed overigens, maar dat is wellicht een open deur instampen,
dat met zo'n maatregel de moeilijkheden in de witloofsector eigenlijk
niet zullen worden opgelost. Het gaat natuurlijk om het gevecht van
het witloof dat in de volle grond wordt geteeld tegenover het
goedkopere witloof dat via hydrocultuur wordt geteeld. Dat is een
gevecht waarin België het bijzonder moeilijk heeft omdat wij wel een
kwalitatief hoogstaand product verkopen maar tegen een hogere prijs.
Voor alle duidelijkheid wil ik nogmaals zeggen dat wij prioriteit geven
aan de administratieve vereenvoudiging en goede controles op
zwartwerk, en aan reguliere tewerkstelling in plaats van
gelegenheidsarbeid. Wij proberen ervoor te zorgen dat er geen
verdringingseffect ontstaat. Om deze redenen is de Ministerraad er
niet op ingegaan.
ministre: L'an passé, certaines
mesures ont été prises pour
faciliter le travail occasionnel.
Ainsi, les plafonds ont été
supprimés pour les employeurs,
qui peuvent dès lors employer des
travailleurs occasionnels pendant
toute l'année. En outre, le travail
occasionnel bénéficie d'un régime
fiscal favorable. Les règles
relatives à l'occupation de
travailleurs occasionnels ont donc
été assouplies au point qu'une
augmentation du nombre de jours
de travail autorisé n'est plus
vraiment nécessaire. En la
matière, le Conseil des ministres a
privilégié la simplification
administrative et le principe selon
lequel le travail occasionnel ne
pourra jamais supplanter le travail
régulier. C'est pourquoi cette
proposition n'a pas été retenue.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik wil nog even wijzen op het belang van deze sector. Het
gaat om 5000 personen die in deze sector tewerkgesteld zijn,
rechtstreeks of onrechtstreeks. De sector wordt werkelijk met
verdwijning bedreigd. Het was en is noodzakelijk om een aantal
03.03 Carl Devlies (CD&V): Le
secteur de la culture du chicon
emploie environ 5.000 travailleurs
qualifiés qui sont tous des
travailleurs occasionnels pour
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
maatregelen te nemen. U hebt een aantal goede maatregelen
genomen en u hebt ernaar verwezen. De maatregel die thans wordt
voorgesteld en door de NAR unaniem werd aanbevolen, is het
sluitstuk van maatregelen die u desbetreffend kan nemen.
Ik begrijp uw bekommernis over de verdringing van reguliere arbeid.
Ik signaleer u evenwel dat in deze sector geen reguliere arbeid meer
bestaat omdat deze onbetaalbaar is voor de witlooftelers. Omwille van
de economische situatie en de prijsvorming is het hun gewoon
onmogelijk om reguliere arbeid in te schakelen. Het gaat allemaal
over gelegenheidsarbeid. De sector werkt met heel gespecialiseerd
personeel, huisvrouwen en gepensioneerden die de techniek kennen,
kortom personeel dat moeilijk te rekruteren is. Bovendien wijs ik erop
dat deze tewerkstelling met gelegenheidscontracten voor vele
gezinnen een belangrijke aanvulling is van het gezinsinkomen. We
lopen niet alleen het risico dat de witloofteelt zal verdwijnen maar ook
dat de gezinnen die uit deze teelt een beperkt inkomen verwerven
deze aanvulling van het gezinsinkomen verliezen.
Wettelijk is er, mijns inziens, geen gevaar voor verdringing van de
reguliere arbeid. Reguliere arbeid bestaat niet in deze sector. De
maatregelen die u voor deze sector kunt nemen worden unaniem
gunstig geadviseerd door de Nationale Arbeidsraad. Dat de NAR dit
dossier heeft bestudeerd en unaniem een advies uitbrengt, betekent
dat het een zinvolle maatregel is.
Het verheugt me vast te stellen dat u de deur op een kier laat en
vatbaar bent voor bijkomende argumentatie. Ik zal u deze bijkomende
argumentatie bezorgen om u de kans te geven dit dossier opnieuw te
bekijken. Ik hoop dat u in de loop van de volgende weken toch nog
een positieve beslissing zult nemen. Ik herhaal dat het om het
voortbestaan van deze sector en haar 5000 arbeidsplaatsen gaat die
dreigen verloren te gaan. Het is, mijns inziens, noodzakelijk dat u dit
dossier opnieuw grondig bestudeert en alsnog een positieve
beslissing neemt.
lesquels ce revenu d'appoint est
indispensable. Aucun emploi
régulier n'est donc menacé dans
ce secteur. J'étofferai mon
argumentation en la matière dans
l'espoir que la ministre
réexaminera cette question.
03.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik wil
nog een kleine toevoeging doen. Uit recente controles is gebleken dat
gemiddeld men moet natuurlijk steeds opletten met gemiddeldes
iets meer dan de helft of ongeveer de helft van die 65 dagen per
werknemer wordt opgenomen. Met andere woorden, het is zeker niet
zo dat die werknemers door de band genomen hun 65 dagen
opnemen en dat wij daaruit kunnen afleiden dat zij eigenlijk meer dan
die 65 dagen zouden willen doen. Het gros van de werknemers doet
immers een pak minder.
Ik wil het nog eens verder bekijken en die cijfers analyseren, maar dat
is toch niet meteen de grootste indicatie voor het feit dat mensen dag
in dag uit dit ook daadwerkelijk zouden doen, toch niet de grote
meerderheid.
03.04 Freya Van den Bossche,
ministre: On n'utilise en moyenne
que la moitié des 65 jours de
travail admis, et rien ne permet de
penser qu'il existe une demande
pour une augmentation du nombre
de jours autorisés.
03.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u zegt dat de helft wel die 65 dagen opneemt.
03.06 Minister Freya Van den Bossche: Neen, gemiddeld gezien
neemt men 30 à 35 dagen op van de 65. Men moet natuurlijk kijken
hoe het gemiddelde is samengesteld. Voor ons betekent dat echter
niet meteen dat er bij de werknemers zo'n grote vraag is naar het
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
optrekken van dat plafond.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Men moet toch de samenstelling van die
groep bekijken, met gemiddelden werken is immers gevaarlijk en
volgens mijn informatie is er een belangrijke groep die deze 65 dagen
wel volledig opneemt en die bereid is om extra dagen te presteren,
hetgeen goed zou uitkomen, zowel voor de witlooftelers als voor de
betrokkenen zelf.
Ik wens er ook nog eens op te wijzen dat het voor al die betrokkenen
in de sector een extra inkomen is dat gegenereerd wordt. Voor de
betrokken gezinnen is dat belangrijk. Wij lopen hier het risico om
geconfronteerd te worden met de verdwijning van een activiteit.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Je
puis assurer la ministre qu'un
groupe important de travailleurs
fait usage de ces 65 jours et est
favorable à une augmentation du
nombre de jours.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de omzetting van de Europese richtlijn 2002/14/EG tot vaststelling van een algemeen kader
betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers" (nr. 6776)
04 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "la transposition de la directive européenne 2002/14/CE établissant un cadre général relatif à
l'information et à la consultation des travailleurs" (n° 6776)
04.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, tegen
uiterlijk 23 maart 2005 werd een akkoord van de sociale partners
verwacht over de omzetting van richtlijn 2002/14/EG betreffende de
informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese
Gemeenschap.
Het grote probleem tussen werkgevers en werknemers was de
vakbondsvertegenwoordiging in ondernemingen met minder dan 50
werknemers. De richtlijn laat de lidstaten namelijk de keuze tussen
ofwel ondernemingen met ten minste 50 werknemers of vestigingen
met ten minste 20 werknemers. Sommigen meenden daaruit te
kunnen besluiten dat de Europese richtlijn de verplichting oplegt aan
ondernemingen met ten minste 20 werknemers.
Eigenlijk gaat het op de keper beschouwd om een probleem tussen
de sociale partners onderling. Daarom zou de meest wenselijke
oplossing natuurlijk zijn dat de sociale partners zelf tot een akkoord
komen. Op 24 maart 2005 gaf de Nationale Arbeidsraad echter een
verdeeld advies. Daarom ligt de bal op dit moment in het kamp van de
regering. Daarom stel ik ook mijn vraag.
Theoretisch beschouwd, moeten slechts twee zaken veranderen om
te voldoen aan de Europese richtlijn.
Ten eerste, de werkgevers moeten meer informatie geven. Ze
moeten namelijk ook informatie geven over de economische situatie,
ook aan ondernemingen met 50 tot 100 werknemers. Momenteel is
de situatie gebaseerd op het koninklijk besluit van 1974, dat enkel
ondernemingen met meer dan 100 werknemers verplicht tot het
geven van de genoemde informatie aan
werknemersvertegenwoordigers.
Ten tweede, voor de ondernemingen met 50 tot 100 werknemers
moet een orgaan worden aangeduid dat de ontvanger is van de
04.01 Annemie Turtelboom
(VLD): Le 23 mars, la directive
européenne 2002/14/CE, relative à
l'information et à la consultation
des travailleurs, devait être
transposée en droit belge. Les
partenaires sociaux n'ont pu
néanmoins se mettre d'accord.
D'après certains, la directive
impose une représentation syndi-
cale aux entreprises occupant au
moins vingt travailleurs alors que,
selon d'autres, elle laisse aux
Etats membres le choix entre les
entreprises de cinquante travail-
leurs au moins et des
établissements à partir de vingt
travailleurs.
Etant donné que le Conseil
national du travail ne parvient pas
à formuler un avis unanime, la
balle est à présent dans le camp
du gouvernement.
Est-il exact que la directive ne soit
applicable qu'aux entreprises à
partir de cinquante travailleurs? La
ministre ne va-t-elle pas saisir
l'opportunité offerte par cette
directive pour renforcer les
procédures en Belgique,
davantage que ne l'exige la
directive? Quelle solution la
CRIV 51
COM 585
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
informatie. In bedrijven waar er een syndicale delegatie is, zou dat de
syndicale delegatie kunnen zijn. Als er geen syndicale delegatie is,
kan het sociaal comité daarvoor worden aangeduid.
Mevrouw de minister, ik zou graag een antwoord krijgen op de
volgende vragen. Klopt het dat de Europese richtlijn geen verplichting
inhoudt om ze van toepassing te maken op ondernemingen met meer
dan 20 werknemers? Zult u bij de omzetting van de Europese richtlijn
opteren voor een regeling die een algemeen kader van
minimumvoorschriften vaststelt met betrekking tot het recht van
werknemers op informatie en raadpleging of zult u, met andere
woorden, de omzetting van de Europese richtlijn niet aangrijpen om
de procedure in België strenger te maken dan de Europese richtlijn
strikt genomen vereist? Hebt u al een voorstel klaar voor de
implementatie van deze richtlijn, na het verdeeld advies van de
sociale partners? Welk voorstel zult u aan de regering voorleggen?
Welke timing zult u respecteren in de omzetting?
ministre va-t-elle choisir alors que
les partenaires sociaux ne
parviennent pas à se mettre
d'accord et quel est le calendrier
prévu à cet effet?
04.02 Minister Freya Van den Bossche: De Europese richtlijn heeft
het over ondernemingen met 50 werknemers en meer en over
vestigingen met 20 werknemers en meer. De discussie gaat natuurlijk
over het begrip vestiging. De vakbonden willen het begrip vestiging
gelijkstellen met een autonomie-eenheid, zoals een KMO. Daarom
zou voor bedrijven met 20 tot 50 werknemers de richtlijn een
aanpassing van onze wetgeving vereisen. Ik heb aan de vakbonden
een stevig onderbouwde juridische argumentatie gevraagd voor die
stelling, omdat er vandaag onvoldoende aanwijzingen zijn om ervan
uit te kunnen gaan dat die interpretatie correct is. Ik heb nog geen
antwoord gekregen waaruit blijkt dat de vakbonden dit op een
juridisch correcte manier interpreteren.
De vertegenwoordigers van de werkgevers zijn het oneens met de
vakbonden. Zij voeren aan dat het begrip vestiging niet bestaat in de
Belgische wetgeving. Ik denk dat het erop neerkomt dat de regering
zelf zal moeten beslissen. Er is een werkgroep die alles juridisch
uitpluist en met de twee voeten op de grond de dingen bekijkt.
Dat wil zeggen nagaan hoe bijvoorbeeld de sociale dialoog in KMO's
kan versterkt worden zonder dat noodzakelijkerwijze specifiek deze
richtlijn zou moeten worden omgezet. We kijken wat daar de
mogelijkheden zijn. We zijn eigenlijk met die werkgroep meer aan het
doen dan louter juridisch uitpluizen wat de richtlijn ons oplegt. We
gaan ook na wat de regering in de brede maatschappelijke context,
waar er toch wel een terechte verzuchting is een sociale dialoog of
informatie, zou kunnen doen. Het is natuurlijk nog wat te vroeg voor
mij om vooruit te lopen op die werkzaamheden. Ik denk dat we toch
nog een aantal weken nodig hebben. Het is een probleem dat we al
langer kennen maar het is niet eenvoudig op te lossen. Die richtlijn
komt er nu bovenop. Om te vermijden dat België door Europa met de
vinger zou worden gewezen en wetend dat eigenlijk 90% van wat
Europa nu voorschrijft al in onze wetgeving is omgezet, hebben we
wel al een gedeeltelijke omzetting gemeld aan Europa, goed wetend
dat die resterende 10% uiteraard ook nog moet verantwoord worden.
Wij hebben dus al gedeeltelijk aan onze plichten voldaan.
Ik vraag u nog een aantal weken geduld en dan zal er wellicht
duidelijkheid zijn over hoe de richtlijn wordt omgezet.
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Il est question, dans la
directive européenne, d'entre-
prises comptant au moins 50
travailleurs et d'établissements
occupant au moins 20 travailleurs.
Pour les partenaires sociaux, la
discussion porte sur la notion
d' "établissement" qui, pour les
employeurs, ne figure pas dans la
législation belge. Les syndicats,
eux, considèrent l'établissement
comme une unité autonome, telle
une PME. La transposition de la
directive exigeant une modification
de la législation dans cette
dernière hypothèse, j'ai invité les
syndicats à fournir des arguments
juridiques dûment fondés. Jusqu'à
présent, je n'ai pas reçu de
réponse.
Le gouvernement devra donc
trancher. A l'heure actuelle, un
groupe de travail se penche sur
les implications juridiques de la
directive. Nous examinons, par
ailleurs, les possibilités de
renforcer le dialogue social au sein
des PME. Les résultats de cette
enquête ne seront disponibles que
dans quelques semaines.
Quatre-vingt-dix pour cent de la
directive figurent déjà dans notre
législation. Pour éviter toute
observation, nous en avons
informé l'Union européenne.
03/05/2005
CRIV 51
COM 585
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
04.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik onthoud
een aantal dingen uit uw antwoord dat ik zeer belangrijk vind. 90% is
oké. We zitten in een economisch moeilijke situatie en ik denk dat we
dan ook onze prioriteiten heel goed moeten kiezen. We hebben al
veel sociale dialoog. Ik denk dat dit ook goed is. Ik denk dat het alleen
het punt is of we nog een stuk verder willen gaan, of we heiliger willen
zijn dan de paus, misschien met het gevaar dat wij aan de bedrijven
meer argumenten geven om te delocaliseren dan strik genomen
nodig is. Belangrijk is dat u het probleem met uw beide voeten op de
grond wil aanpakken want dat is inderdaad de manier waarop de
richtlijn moet worden beschouwd. We moeten vooral kijken naar de
90% die we al uitvoeren.
Ik heb zelf in mijn vraag verwezen naar de twee punten die wij
theoretisch gezien nog wel moeten veranderen om aan de richtlijn te
voldoen: inzake de bedrijven met 50 tot 100 werknemers moet er ook
informatie gegeven worden, ofwel via de syndicale delegatie of via het
Economisch en Sociaal Comité.
U zegt dat het antwoord niet altijd zo eenvoudig is. Ik meen dat het
antwoord voor een groot deel eigenlijk wel eenvoudig is, want wij
voldoen aan 90% van de richtlijn. Ik meen dat wij gewoon goed
moeten nadenken hoe wij kunnen voldoen aan die richtlijn, wel
wetende dat wij economisch toch in een andere situatie zitten dan
pakweg vijf jaar geleden. Wij moeten toch heel goed bepalen wat het
belangrijkste is: de bedrijven hier houden, de jobs hier houden en
uiteraard, de goede sociale dialoog die wij hier hebben. Er is geen
twijfel over dat die niet mag worden afgebouwd.
04.03 Annemie Turtelboom
(VLD): La question essentielle est
bien sûr de savoir, à la lumière de
la précarité de la situation
économique, dans quelle mesure
nous devons transposer la
directive. La concertation sociale
est déjà très intense dans notre
pays. Nous ne pouvons pas non
plus fournir aux entreprises des
arguments supplémentaires en
faveur de la délocalisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Daarmee, collega's, zijn wij aan het einde van onze werkzaamheden gekomen.
Voor alle duidelijkheid: collega Depoortere heeft niets meer van zich laten horen en bijgevolg zegt de regel
dat zijn vraag nr. 6617 wordt geschrapt.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.15 heures.