CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 584
CRIV 51 COM 584
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
03-05-2005
03-05-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement par l'assurance maladie du
vaccin contre le pneumocoque" (n° 5885)
1
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling door de ziekteverzekering
van het pneumokokkenvaccin" (nr. 5885)
1
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les défibrillateurs" (n° 5815)
3
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de defibrillatoren" (nr. 5815)
3
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Olivier Chastel au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
critères de remboursement des médicaments
Pegasys et Copegus" (n° 5980)
4
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
criteria voor terugbetaling van de geneesmiddelen
Pegasys en Copegus" (nr. 5980)
4
Orateurs: Olivier Chastel, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Olivier Chastel, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
6
Samengevoegde vragen van
6
- Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
réglementations sanitaires condamnant les
produits de terroir" (n° 6169)
6
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gezondheidsvoorschriften die de doodsteek
betekenen voor streekproducten" (nr. 6169)
6
- Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'avenir des
brasseurs wallons" (n° 6297)
6
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekomst van de Waalse brouwers" (nr. 6297)
6
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la campagne d'information sur la parodontite"
(n° 6170)
9
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de informatiecampagne over parodontitis"
(nr. 6170)
9
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Richard Fournaux au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
protection des animaux dans le cadre des ventes
d'animaux domestiques" (n° 6171)
10
Vraag van de heer Richard Fournaux aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de dierenbescherming in het kader van de
verkoop van huisdieren" (nr. 6171)
10
Orateurs: Richard Fournaux, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Richard Fournaux, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Joseph Arens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
dépôts de médicaments chez les médecins"
(n° 6219)
12
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
geneesmiddelendepots bij de artsen" (nr. 6219)
12
Orateurs: Joseph Arens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Joseph Arens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
mesures visant à encourager la population au don
d'organes" (n° 6098)
13
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
maatregelen om bij de bevolking de bereidheid tot
het afstaan van organen te stimuleren" (nr. 6098)
13
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la guidance vétérinaire" (n° 6298)
16
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding"
(nr. 6298)
16
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la perception des cotisations au Fonds de la
santé et de la production des animaux" (n° 6299)
19
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de inning van de bijdragen aan het Fonds
voor de gezondheid en de productie van dieren"
(nr. 6299)
19
Orateurs: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Jacqueline Galant, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les indemnités d'abattage versées
indûment au fonds sanitaire" (n° 6337)
20
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de slachtvergoedingen die onterecht aan
het sanitair fonds werden gestort" (nr. 6337)
20
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les effets du jugement prononcé par
le tribunal de Turnhout concernant le
remboursement par l'Etat des cotisations au fonds
dioxine d'un producteur d'aliments pour bétail"
(n° 6358)
22
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen van het vonnis van de
Turnhoutse rechtbank in verband met de
terugbetaling door de Staat van de bijdragen van
een veevoederfabrikant aan het Dioxinefonds"
(nr. 6358)
22
Orateurs: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'article de journal au sujet du produit générique
Captopril" (n° 6160)
24
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
krantenartikel over het generisch product
Captopril" (nr. 6160)
24
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Patrick De Groote au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'utilisation d'antibiotiques" (n° 6292)
27
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gebruik van antibiotica" (nr. 6292)
27
Orateurs: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
saturation des services hospitaliers" (n° 6346)
29
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de overvolle ziekenhuizen" (nr. 6346)
29
Orateurs: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
Sprekers: Hilde Dierickx, Rudy Demotte,
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Bart Laeremans, Luc Goutry,
Annemie Turtelboom
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Bart Laeremans, Luc
Goutry, Annemie Turtelboom
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les projets d'activation dans le
secteur des soins de santé mentale" (n° 6348)
33
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de activeringsprojecten in de geestelijke
gezondheidszorg" (nr. 6348)
33
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
35
Samengevoegde vragen van
35
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
exigences linguistiques lors du recrutement du
personnel hospitalier" (n° 6355)
35
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
taalvereisten bij de aanwerving van
ziekenhuispersoneel" (nr. 6355)
35
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les cours de
langues dans la formation des infirmières et des
médecins et les exigences linguistiques lors du
recrutement du personnel hospitalier" (n° 6356)
35
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
taallessen in de opleiding verpleeg- en
geneeskunde en de taalvereisten bij de
aanwerving van ziekenhuispersoneel" (nr. 6356)
35
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Bart Laeremans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
garantie du bilinguisme des services d'urgence de
la capitale et l'organisation d'un point de contact
chargé de traiter les plaintes relatives aux
hôpitaux bruxellois" (n° 6357)
40
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verzekerde tweetaligheid van de
spoeddiensten in Brussel en de organisatie van
een meldpunt voor taalklachten inzake de
Brusselse ziekenhuizen" (nr. 6357)
40
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Bart Laeremans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de médecins généralistes Médinuit à
Molenbeek" (n° 6363)
42
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de huisartsendienst Médinuit in Molenbeek"
(nr. 6363)
42
Orateurs: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Bart Laeremans, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
3
MAI
2005
Matin
______
van
DINSDAG
3
MEI
2005
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 10.25 heures.
Président: M. Yvan Mayeur.
De vragen en interpellaties vangen aan om 10.25 uur.
Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.
01 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement par l'assurance maladie du vaccin contre le pneumocoque" (n° 5885)
01 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling door de ziekteverzekering van het pneumokokkenvaccin" (nr. 5885)
01.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je voudrais
vous parler du pneumocoque, qui est responsable de diverses
pathologies chez les très jeunes enfants. Certaines sont extrêmement
graves: la méningite, la pneumonie, la septicémie ou encore l'otite.
Nous savons que l'épidémiologie démontrerait, au sujet de ces
pneumocoques, une prévalence de 50 pour 100.000 enfants de moins
de cinq ans pour la période 2002-2003. Il apparaît que, chez les
enfants très jeunes, dont l'immunité est encore peu développée, ces
infections invasives génèrent, outre une mortalité de 11%, des
séquelles neurologiques de 25% et auditives de 30%. Comme
d'autres pathologies, cette infection à pneumocoque est aggravée par
la résistance bien connue et croissante aux antibiotiques - et je sais
que vous y êtes sensible. La meilleure façon d'affronter ce type
d'infection reste, bien évidemment, sans nul doute, la vaccination des
enfants en bas âge. Un vaccin vient d'être développé contre les sept
souches de pneumocoques les plus répandues et les plus résistantes
chez les enfants de moins de deux ans.
Cette vaccination basée sur un schéma de quatre doses selon l'âge
coûte de 68 à 272 euros. C'est quand même énorme! Ce vaccin ne
bénéficie pas de remboursement de l'assurance-maladie et constitue
donc une dépense importante pour les parents.
Monsieur le ministre, étant donné la gravité potentielle des affections
à pneumocoque chez les enfants en bas âge et compte tenu des
effets bénéfiques d'une vaccination, pouvez-vous nous informer quant
à l'épidémiologie actuelle de cette pathologie et les perspectives en
matière de remboursement du vaccin?
01.01 Dominique Tilmans (MR):
De pneumokok kan inzonderheid
bij jonge kinderen een aantal
ernstige aandoeningen veroor-
zaken, zoals hersenvliesontsteking
en longontsteking. Het kinder-
sterftecijfer tengevolge van
pneumokokkeninfecties bedraagt
11 procent, en kindjes die het wel
halen, houden er vaak neuro-
logische en gehoorschade aan
over. In het licht van de
toenemende resistentie van de
bacteriën tegen antibiotica lijkt het
vaccineren van jonge kinderen de
beste oplossing. Onlangs werd
een vaccin ontwikkeld dat de
zeven bij kinderen onder de twee
jaar meest voorkomende en meest
resistente bacteriestammen
omvat. Het wordt evenwel niet
terugbetaald door de ziekte-
verzekering.
Kan u nadere epidemiologische
gegevens verstrekken over deze
pathologie? Is er uitzicht op een
terugbetaling van het vaccin?
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Rudy Demotte, ministre: Une demande de remboursement de
ce vaccin antipneumococcique heptavalent, c'est-à-dire contenant les
sept souches les plus répandues et résistantes chez les enfants de
moins de deux ans, a été introduite auprès de la commission de
remboursement des médicaments de l'INAMI, qui a rendu un avis
négatif, étant donné que, dans le cadre de la loi spéciale des
réformes institutionnelles du 8 août 1980, il est établi qu'en matière de
politique de santé, les Communautés sont compétentes en ce qui
concerne les activités et services de médecine préventive.
Toutes les vaccinations recommandées relèvent de la compétence
des Communautés, la seule exception étant le vaccin antipolio,
puisqu'il est le seul vaccin obligatoire et relevant dès lors de la
compétence fédérale.
Depuis le protocole du 20 mars 2003, l'autorité fédérale s'engage, via
l'INAMI, à prendre en charge, à hauteur des deux tiers du prix ex-
usine, deux tiers du coût de l'achat des vaccins repris dans le
calendrier vaccinal établi par le Conseil supérieur de l'hygiène et
approuvé par la Conférence interministérielle de la Santé,
conformément au marché passé sur cette base par les
Communautés, moyennant l'obligation pour les Communautés
d'apporter la preuve qu'elles ont déjà mis en oeuvre la procédure pour
le paiement de la partie restante du prix des vaccins.
Le vaccin antipneumocoque heptavalent est inscrit dans le calendrier
vaccinal du conseil supérieur de l'hygiène depuis 2004. La prise en
charge du vaccin conjugué pneumococcique heptavalent dans le
calendrier vaccinal des Communautés et de l'autorité fédérale, fait
actuellement l'objet de discussions au sein du groupe de travail
vaccination de la conférence interministérielle de la Santé publique.
L'autorité fédérale est consciente de l'importance de l'introduction du
vaccin conjugué pneumococcique heptavalent dans le calendrier
vaccinal, mais il est également nécessaire de tenir compte du fait que
l'introduction du vaccin entraînerait un doublement du budget de
vaccination tant pour les Communautés que pour l'autorité fédérale.
L'actuelle discussion s'inscrit donc dans le contexte de la
détermination d'un mécanisme qui permet d'avoir, au meilleur prix,
une couverture optimale des enfants de notre pays en ce qui
concerne tous les vaccins du calendrier vaccinal.
01.02 Minister Rudy Demotte:
De Commissie Tegemoetkoming
Geneesmiddelen van het RIZIV
heeft de aanvraag tot terugbetaling
van het pneumokokkenvaccin
heptavalent afgewezen omdat de
activiteiten en de diensten op het
vlak van de preventieve
gezondheidszorg tot de bevoegd-
heid van de Gemeenschappen
behoren. Met uitzondering van het
anti-poliovaccin zijn alle vaccina-
ties een zaak van de
Gemeenschappen. Overeen-
komstig het protocolakkoord van
20 maart 2003 betaalt de federale
overheid twee derde van de
aankoopprijs van de vaccins
opgenomen in de vaccinatie-
kalender die door de Hoge
Gezondheidsraad (HGR) is
opgesteld en door de
interministeriële conferentie voor
Volksgezondheid is goedgekeurd.
Daartoe moeten de
Gemeenschappen wel enkele
administratieve plichtplegingen
vervullen.
Sinds 2004 is het heptavalent
pneumokokkenvaccin opgenomen
in de vaccinatiekalender van de
Hoge Gezondheidsraad. Het wordt
momenteel onderzocht door de
werkgroep vaccinatie van de
interministeriële conferentie van
Volksgezondheid.
Als het vaccin wordt ingevoerd,
dan zou de begroting voor
vaccinaties van de Gemeen-
schappen en de federale overheid
moeten worden verdubbeld.
Bijgevolg heeft de huidige
discussie tot doel een regeling uit
te werken waarbij men tegen de
best mogelijke prijs tot een
optimale bescherming van de
kinderen kan komen met
betrekking tot alle vaccins van de
vaccinatiekalender.
01.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.
Si j'ai bien compris, une concertation interministérielle doit avoir lieu
aujourd'hui mais, selon vous, il semblerait que ce type de dépenses
devrait être pris en charge par la Communauté française. On pourrait
01.03 Dominique Tilmans (MR):
Ik zou u willen vragen ons op de
hoogte te houden van de
voortgang van het interministeriële
overleg.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
adhérer à cette idée. Néanmoins, les coûts sont élevés et les dégâts
auprès des enfants sont excessivement importants. J'estime donc
qu'il faudrait avancer davantage au sein de la concertation
interministérielle.
Je relayerai la question auprès de mes collègues pour qu'elle soit
posée au ministre en charge de cette matière à la Communauté
française. Mais, je le répète, j'estime qu'une concertation doit être
menée. Vous affirmez qu'elle est en cours. J'apprécierais donc que
vous nous teniez au courant de l'évolution de ce dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations est suspendue de 10.30 heures à 10.58 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties wordt geschorst van 10.30 uur tot 10.58 uur.
02 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de defibrillatoren" (nr. 5815)
02 Question de Mme Maggie De Block au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
02.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal bondig zijn. Deze vraag werd al een tijdje geleden
ingediend, maar gezien de organisatie van onze werkzaamheden,
waarbij eerst de gezondheidswet aan bod kwam en daarna de overige
materies en niet te vergeten de begrotingscontrole, werd deze vraag
meermaals uitgesteld.
Mijnheer de minister, een vijfhonderdtal hartpatiënten werden
opgeroepen om zich te melden bij de cardioloog omdat bleek dat zij
een type defibrillator ingeplant hadden kregen met technische
mankementen, zoals men dat over een auto zegt. Zij moesten laten
onderzoeken of hun defibrillator vervangen moest worden door een
nieuw toestel en de kans daartoe was groot.
Het gaat om een ingeplante defibrillator. Het gaat dus wel degelijk om
een nieuwe operatieve ingreep.
Mijnheer de minister, daarbij heb ik de volgende vragen.
Hebt u vernomen hoeveel mensen effectief een nieuwe defibrillator
moesten krijgen? Werd de kostprijs hiervan geraamd? Wie zal die
medische kosten op zich nemen? Als het gaat om een technisch
mankement aan de defibrillator, dan neem ik aan dat de leverancier
ervan enige verantwoordelijkheid mag nemen.
Er komen nog een aantal kosten bij. Als men een nieuwe operatieve
ingreep moet ondergaan om een nieuwe defibrillator te implanteren,
geeft dat aanleiding tot een aantal extra dagen arbeidsongeschiktheid.
Is er een regeling getroffen waarbij betrokkenen een tegemoetkoming
krijgen voor hun loonderving door arbeidsongeschiktheid?
02.01 Maggie De Block (VLD):
Un défibrillateur défectueux
implanté récemment auprès de
cinq cents patients cardiaques
devra peut-être être remplacé par
voie chirurgicale. Quel est le
nombre précis de patients
concernés? Le coût de revient de
cette opération a-t-il déjà été
évalué? Qui assumera les frais
médicaux? Les patients seront-ils
indemnisés pour leur perte de
salaire pour cause d'incapacité de
travail?
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, volgens de
informatie waarover ik beschik gaat het niet om alle geïmplanteerde
defibrillatoren, maar zoals u al zei uitsluitend om een reeks
apparaten van de firma Medtronic, die werden geïmplanteerd in
duidelijk onderscheiden gespecialiseerde centra. Die centra zijn op dit
02.02 Rudy Demotte, ministre:
Le problème concerne uniquement
les défibrillateurs de la société
Medtronic. Les centres spécialisés
vont examiner chaque patient afin
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
ogenblik de betrokken patiënten aan het oproepen.
Niet alle apparaten uit die reeks moeten worden omgewisseld. De
centra zullen op grond van een studie geval per geval oordelen welke
apparaten dienen te worden vervangen. Geschat wordt dat een
apparaat op tien zal moeten worden vervangen. De vervanging van
het apparaat valt ten laste van de firma, en mijn diensten
onderzoeken momenteel de juridische mogelijkheid om ook de
medische en ziekenhuiskosten ten laste van de firma te leggen.
de déterminer s'il y a lieu de
remplacer l'appareil. Un tel
remplacement devra probable-
ment intervenir dans 10% des cas.
La société Medtronic prendra en
charge les coûts liés au
remplacement. Mon administration
examine actuellement s'il est
possible de lui imputer aussi les
frais médicaux et hospitaliers.
02.03 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Het verheugt mij dat u helpt om een oplossing te
zoeken, want dit is een belangrijk precedent. Het is immers best
denkbaar dat er in de toekomst hoe minder hoe liever natuurlijk
nog technische mankementen aan hulpstukken en al dan niet
computergestoorde implantaten aan het licht zullen komen, nadat ze
bij een aantal personen reeds werden geïmplanteerd.
02.03 Maggie De Block (VLD):
Je me réjouis que le ministre
cherche une solution. Ce dossier
peut en effet créer un précédent
pour l'avenir.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Olivier Chastel au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
critères de remboursement des médicaments Pegasys et Copegus" (n° 5980)
03 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
criteria voor terugbetaling van de geneesmiddelen Pegasys en Copegus" (nr. 5980)
03.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question vise effectivement les critères de
remboursement des médicaments Pegasys et Copegus. Je voudrais
me faire ici l'écho de l'injustice dont sont victimes certains malades
atteints d'hépatite chronique C, uniquement parce qu'ils ne présentent
pas les bons symptômes.
Les remèdes qui constituent leur traitement sont identiques pour tous.
C'est une bi-thérapie associant ces deux médicaments. Vous n'êtes
pas sans savoir qu'ils sont extrêmement coûteux puisqu'à raison de
35 comprimés de Copegus et une injection de Pegasys, une thérapie
coûte au patient 424 euros chaque semaine.
Ces préliminaires pour vous dire la charge que représente cette
médication pour des personnes déjà fortement fragilisées par leur
pathologie. Or, tous les malades ne sont pas logés à la même
enseigne en la matière puisque certains, et c'est bien ainsi,
bénéficient déjà d'un remboursement pour ces médicaments mais
d'autres n'ont pas cette chance. En cause, les critères de
remboursement fondés, me semble-t-il en tout cas, sur des études
passablement dépassées.
Alors que l'augmentation des transaminases sanguines constitue le
critère essentiel de l'accord de remboursement de ces médicaments
actifs dans le traitement de l'hépatite chronique C, on sait aujourd'hui
qu'un autre symptôme signifiant de cette maladie est la fibrose
hépatique. Il est aujourd'hui avéré, d'une part, que la fibrose n'est pas
associée dans tous les cas à une augmentation des transaminases et
que, d'autre part, la bi-thérapie est aussi efficace dans le cas d'un
taux normal de transaminases.
03.01 Olivier Chastel (MR):
Sommige patiënten die aan
hepatitis C lijden, hebben geen
recht op een terugbetaling voor de
geneesmiddelen Pegasys en
Copegus omdat zij niet de juiste
ziekteverschijnselen vertonen, met
name een verhoogde concentratie
van transaminasen in het bloed.
Ware het niet mogelijk ook in een
terugbetaling te voorzien voor
patiënten bij wie de leverfibrose
door middel van een biopsie werd
aangetoond en die een normale
concentratie van transaminasen in
het bloed vertonen?
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Dès lors, monsieur le ministre, ne serait-il pas envisageable, voire
même souhaitable, de prendre en compte ce nouveau critère c'est-
à-dire une hépatite C avec fibrose hépatique démontrée par biopsie et
un taux normal de transaminases dans l'octroi du remboursement
des médicaments précités?
03.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur le
député, j'ai pris l'année passée des mesures importantes en ce qui
concerne le traitement médicamenteux de l'hépatite C chronique qui
ont été publiées dans le Moniteur belge. Un patient avec un taux
élevé de transaminases sériques peut donc obtenir un
remboursement, quel que soit le stade fibrotique de son foie.
Ces nouvelles conditions de remboursement sont fondées sur
plusieurs études cliniques et sur un consensus international d'experts
en cette matière. Ainsi, la Belgique a récemment suivi d'autres pays
européens dans lesquels des conditions de remboursement similaires
sont d'application. Suite à ces récentes décisions ministérielles, de
nouveaux patients qui étaient auparavant exclus du remboursement
ont maintenant droit à un traitement anti-viral, par exemple de jeunes
patients chez qui le stade de fibrose du foie n'est pas avancé.
Dans votre question, vous mentionnez des patients fortement
fragilisés par leur pathologie. Il n'est pas clair dans la question si ces
caractéristiques portent sur tous les patients ayant un taux normal de
transaminases ou sur quelques cas particuliers. En effet, une grande
partie des patients ayant un taux normal de transaminases sont plutôt
asymptomatiques et sont parfois désignés comme porteurs de virus
de l'hépatite C. Les recommandations internationales ont jusqu'à
présent toujours déconseillé de traiter les patients atteints de
l'hépatite C et présentant un taux normal de transaminases. La prise
en compte des résultats d'une seule étude clinique publiée dans
"Gastroenterology" en 2004 à laquelle vous faites allusion reste à
déterminer.
Chez les patients infectés par l'hépatite C et présentant un taux
normal de transaminases, la progression fibrotique est encore plus
lente que chez les patients présentant un taux élevé des
transaminases. Cela implique que la majorité des patients n'auront
pas de complication hépatique et ne mourront pas de leur maladie
hépatique. Telle est la connaissance actuelle de l'évolution naturelle
de l'hépatite C chronique.
Il appartient à la communauté scientifique de déterminer si la ponction
hépatique systématique chez les patients avec un taux normal de
transaminases est nécessaire et son incidence budgétaire.
Aujourd'hui, la ponction systématique du foie à la recherche de fibrose
du foie dans ces populations n'est pas coutume. La ponction
hépatique systématique peut engendrer des complications dont il faut
également tenir compte.
Les recommandations internationales n'ont jusqu'à présent pas
suggéré de ponctionner de manière systématique des patients avec
un taux normal de transaminases et étant plutôt asymptomatiques, à
la recherche de cette fibrose hépatique, comme vous l'avez décrit.
Une chose est cependant claire dans l'étude très récente que vous
03.02 Minister Rudy Demotte:
België gaat voort op de conclusies
van verscheidene klinische studies
en de aanpak van andere landen
terzake. Het is mij niet duidelijk of
uw vraag over alle hepatitis C-
patiënten gaat dan wel over
welbepaalde gevallen. In de
internationale aanbevelingen wordt
steeds afgeraden om hepatitis C-
patiënten met een normale
concentratie van transaminasen te
behandelen. De wetenschappers
moeten uitmaken of het nodig is
om bij patiënten met een normale
concentratie van transaminasen
systematisch leverpuncties uit te
voeren. Dergelijke ingrepen
kunnen immers niet te
onderschatten complicaties
meebrengen.
Om terug te komen op de studie
die u aanhaalt. Uit de follow-up
van patiënten die niet worden
behandeld, blijkt dat bij de helft
van hen een verhoging van de
transaminasen werd vastgesteld.
Op grond van die diagnose
hebben ze recht op een
terugbetaling.
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
citez. Lors d'un simple suivi, donc sans aucun traitement, des patients
avec un taux normal de transaminases, environ la moitié des patients
ont présenté un taux élevé de transaminases sériques. Ce diagnostic
peut leur permettre de bénéficier des conditions actuelles du
remboursement d'un traitement viral.
03.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse complète et indiscutablement acceptable au
regard de la science puisque, jusqu'ici, on démontre difficilement
qu'un taux normal de transaminases peut entraîner une hépatite
chronique C sur simple fibrose. Néanmoins, lorsqu'on effectue une
biopsie de ces fibroses hépatiques, on se rend compte même si je
concède qu'il est difficile de généraliser cette biopsie de l'état de
dégradation du foie de ces patients, lié à leur hépatite C.
Je connais personnellement quelques personnes se trouvant dans
cette situation. Leurs médecins traitants affirment que seuls deux
médicaments sont essentiels à leur traitement. Par ailleurs, la
communauté hospitalière concernée se demande pourquoi on
continue à lier à un taux anormal de transaminases le remboursement
des médicaments. Il est vrai qu'à ce jour, une seule étude évoque la
problématique mais n'oublions pas que les quelques patients
concernés doivent supporter des frais financiers importants puisqu'ils
suivent la thérapie conseillée par les spécialistes en la matière.
03.03 Olivier Chastel (MR):
Vanuit wetenschappelijk oogpunt
is dat antwoord aanvaardbaar. De
artsen die de betrokken patiënten
behandelen, vertellen hen evenwel
dat die geneesmiddelen van
fundamenteel belang zijn voor hun
behandeling. Voor de patiënten,
die de door de specialisten ter
zake aangeraden behandeling
volgen, brengt dit evenwel
aanzienlijke uitgaven mee.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
réglementations sanitaires condamnant les produits de terroir" (n° 6169)
- Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'avenir des
brasseurs wallons" (n° 6297)
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
gezondheidsvoorschriften die de doodsteek betekenen voor streekproducten" (nr. 6169)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
toekomst van de Waalse brouwers" (nr. 6297)
04.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le Belge aime se vanter de la variété de ses produits de
terroir, mais peut-être devrais-je utiliser le passé pour affirmer cela.
En effet, depuis l'introduction de nouvelles réglementations au niveau
sanitaire, la situation pour les producteurs de terroir est devenue
plutôt critique.
Si l'on dresse un portrait de notre terroir agricole, on remarque ainsi la
disparition d'un certain nombre d'exploitations. En 1980, la Région
wallonne comptait quelque 19.000 fermes. Aujourd'hui, il n'en reste
que la moitié. Parmi elles, peu proposent encore des produits de
terroir.
Les normes imposées par l'AFSCA condamnent à mort les petits
producteurs. Si les crises successives ont semé un vent de méfiance
à l'égard de certains produits de consommation, pensez-vous pour
autant qu'il faille généraliser ce climat? Est-ce nécessaire d'imposer
des normes d'hygiène de type industriel à tous les producteurs? S'il
est impératif de lutter contre les contaminations alimentaires, faut-il
04.01 Jacqueline Galant (MR):
Sinds de invoering van nieuwe
gezondheidsvoorschriften gaat het
met de producenten van streek-
gerechten van kwaad naar erger.
Een aantal ondernemingen heeft
de deuren al moeten sluiten.
Moeten al deze producenten
werkelijk aan de hygiëne-
voorschriften die ook voor de
industrie gelden, voldoen? Vormen
producten die industrieel en in
massa worden vervaardigd soms
geen gevaar voor de volks-
gezondheid? Waarom wil men ze
dan opleggen? Is het niet meer
aangewezen dat er beter toezicht
wordt gehouden op de normen
inzake de naleving van de
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
pour autant imposer tant de procédures?
Proposer aux consommateurs des produits industrialisés et
uniformisés, n'est-ce pas mettre la santé en péril? Au regard de
plusieurs études, il semble en effet que vouloir renforcer les règles
d'hygiène à outrance perturbe notre flore microbienne et laisse la
porte ouverte à des souches plus agressives. En fait, cette course à la
lutte contre les bactéries en tous genres nous expose plus encore aux
maladies. Il y a 50 ans, on pouvait se vanter que nos marchés
offraient un panel diversifié de produits locaux qui faisaient la
renommée de nos régions. Aujourd'hui, les étals s'amenuisent et ne
proposent plus que des produits conventionnés.
Monsieur le ministre, à l'heure où la Belgique ouvre ses portes pour
son 175
ème
anniversaire, à l'heure où nous sommes fiers de tout ce
qui est "made in Belgium", ne serait-il pas urgent de réfléchir aux
réglementations sanitaires en vigueur en Belgique?
N'est-il pas plus judicieux de mieux contrôler les normes en matière
de maintien de la chaîne du froid, de pasteurisation des produits
laitiers, de fabrication industrielle et d'élevage intensif, causes
majoritaires des intoxications? Est-ce vraiment indispensable d'obliger
les petits producteurs qui, depuis des générations, proposent un
produit de qualité, à carreler leur salle de travail, à ne travailler
qu'avec du matériel en inox et de leur imposer une paperasserie aussi
lourde? Vouloir imposer de telles normes et condamner ainsi les
producteurs de terroir ne va-t-il pas à l'encontre du désir de nos
concitoyens de consommer "sain et authentique"?
Je poursuis avec ma deuxième question relative aux brasseurs pour
parler du cas spécifique d'une brasserie du Hainaut occidental que
vous connaissez bien. Ainsi, la brasserie à vapeur de Pipaix, l'un des
fleurons de l'industrie wallonne brassicole, ne répondrait plus aux
normes strictes de sécurité alimentaire. En clair, si la brasserie ne
s'aligne pas sur les normes, elle sera contrainte de stopper sa
production.
Je crois que si la sécurité alimentaire est capitale, il ne faut pas
pousser à l'extrême les exigences. Votre souhait est-il de condamner
nos produits de bouche? Réduire le panel gastronomique de notre
contrée réputée pour ses produits de bouche, n'est-ce pas également
condamner le tourisme wallon et mettre en péril l'économie wallonne?
Ne serait-il pas urgent d'adapter les normes aux spécificités de notre
terroir? Comment pensez-vous aider la Wallonie à retrouver son
identité gourmande? En tant que Wallon, n'êtes-vous pas sensible
aux produits qui font l'identité de notre partie du pays?
koudeketen, de pasteurisatie van
de industrieel geproduceerde
melkproducten en de leg-
batterijen? Zo beantwoordt bijvoor-
beeld de stoombrouwerij van
Pipaix niet aan deze normen. Als
ze zich niet aanpast, zal ze haar
productie moeten stilleggen.
Brengt men door in de
gastronomische rijkdom van
Wallonië te snijden ook niet de
lokale toeristische sector in
gevaar?
04.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, pour ce qui
concerne les questions posées et singulièrement la qualification de
ma politique en matière de productions artisanales, il est erroné de
penser que les nouvelles réglementations européennes en matière
d'hygiène et de sécurité alimentaire visent un alignement des
exigences et de la qualité des produits artisanaux sur celles des
productions industrielles.
Notre Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire
(AFSCA) participe en effet activement à l'élaboration de lignes
directrices européennes qui sont plus souples pour les très petites
04.02 Minister Rudy Demotte:
De nieuwe Europese regelgeving
inzake voedselveiligheid en
levensmiddelenhygiëne houdt niet
in dat artisanale producten
voortaan aan dezelfde vereisten
en kwaliteitseisen zullen moeten
voldoen als industrieel
vervaardigde producten.
Ons Federaal Agentschap voor de
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
entreprises, parmi lesquelles les entreprises artisanales auxquelles
vous venez de faire référence. Celles-ci pourraient, comme vous le
suggérez, se limiter à respecter les pratiques de bonne hygiène et les
températures adéquates plutôt que d'appliquer un plan HACCP.
Ce type de mesure, combinée à un allègement des charges
administratives, en limitant par exemple les enregistrements aux
défaillances constatées, m'a été proposée par l'AFSCA et je soumets
cela à une discussion avec ma collègue en charge des Classes
moyennes. Le fait est que toutes les denrées alimentaires doivent être
saines et ne peuvent mettre la santé du consommateur en danger.
Si cette obligation de résultat est générale, par contre, les moyens
pour y parvenir peuvent être adaptés en fonction de la taille des
entreprises et pour permettre les productions traditionnelles. Lors des
contrôles des brasseries artisanales, le but de l'AFSCA n'est
nullement de compliquer ni d'interdire la production des bières
locales, mais bien de trouver un consensus pour le respect de la
réglementation de base dans le domaine de l'hygiène, tout en tenant
compte des spécificités du secteur.
Ces réglementations offrent suffisamment de marge pour garantir
l'authenticité des bières artisanales et le respect des traditions;
plusieurs assouplissements par rapport au cadre légal sont prévus et
ont fait l'objet d'une concertation avec la Fédération des brasseurs
belges.
Dans la Picardie wallonne, l'ouest du Hainaut, la brasserie à vapeur
de Pipaix a fait l'objet d'une première inspection en juin 2004 dans le
cadre du plan de contrôle de l'Agence. Des manquements importants
à l'hygiène de base, telle que simplement la propreté générale des
installations, y ont été constatés. La brasserie a reçu un délai
raisonnable afin de prendre les mesures nécessaires.
Début mars 2005, la brasserie a fait l'objet d'une deuxième visite et a
reçu un avertissement écrit, étant donné que les améliorations
demandées n'avaient pas été réalisées. Un nouveau délai de trois
mois a été accordé en tenant compte de la prochaine date
d'embouteillage prévue en juillet 2005, de manière à ne pas
interrompre les activités de la brasserie. Une troisième visite a été
réalisée fin mars; le délai de trois mois a été confirmé en accord avec
le brasseur pour les opérations de soutirage vu les risques évidents
de contamination physique.
Un délai supplémentaire a été accordé pour la mise en ordre des
autres salles. Vous avez donc constaté que, pour la majorité des
imperfections observées par l'Agence, il n'est pas obligatoire de les
corriger du jour au lendemain, mais selon un planning au délai
raisonnable et, d'ailleurs, établi de concert avec l'exploitant.
Ces actions cadrent parfaitement avec l'objectif fondamental qui est
de garantir la sécurité alimentaire, même dans des unités de
production artisanales, sans compromettre leur spécificité et leur
authenticité, et d'offrir à cette brasserie - comme aux autres
productions artisanales - un programme clair et une vision de ce que
les autorités et les consommateurs sont en droit d'attendre d'elle pour
les prochaines productions.
veiligheid van de voedselketen
(FAVV) werkt mee aan de
totstandkoming van soepelere
Europese richtsnoeren voor zeer
kleine ondernemingen, waaronder
bedrijfjes die op ambachtelijke
wijze produceren. Deze kleine
levensmiddelenbedrijven zouden
mogen volstaan met het in acht
nemen van de principes van een
goede levensmiddelenhygiëne en
adequate temperatuurbeheersing,
en zouden geen HACCP-plan
hoeven toe te passen.
Die maatregelen, gecombineerd
met een verlichting van de
administratieve lasten, moeten
nog besproken worden met mijn
collega die over Middenstand gaat.
Levensmiddelen moeten aan een
aantal hygiënische voorschriften
voldoen en mogen niet schadelijk
zijn voor de gezondheid van de
consument. Afhankelijk van de
grootte van het bedrijf kan de
manier waarop die doelstelling
bereikt wordt, evenwel
gedifferentieerd worden.
Bij de controles streeft het FAVV
naar een consensus: de basis-
reglementering inzake hygiëne
moet nageleefd worden, maar er
wordt rekening gehouden met de
specificiteit van de sector. Er is
dan ook een zekere speelruimte
om de authenticiteit van artisanaal
gebrouwen bieren te vrijwaren en
tradities in ere te houden. Over
een versoepeling van het
wettelijke kader werd overleg
gepleegd met de Unie van de
Belgische Brouwers.
In juni 2004 werden er ernstige
nalatigheden in de naleving van de
basishygiënevoorschriften vast-
gesteld in de stoombrouwerij van
Pipaix. De brouwerij werd verzocht
binnen een redelijke termijn de
nodige maatregelen te treffen. Na
een tweede inspectie in maart
2005 werd een schriftelijke
verwittiging gestuurd, aangezien
de gevraagde verbeteringen niet
werden aangebracht. Gelet op het
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
J'espère ainsi avoir répondu à votre double souci: d'une part, faire en
sorte que la qualité et l'authenticité soient protégées et, de l'autre,
répondre aux normes d'hygiène qui sont totalement légitimes.
manifeste besmettingsrisico werd
in overleg met de brouwer een
nieuwe respijtperiode vastgesteld,
rekening houdend met de
volgende botteldatum.
04.03 Jacqueline Galant (MR): Merci, monsieur le ministre. Vous
me rassurez en me disant que des négociations sont en cours afin de
décider de procédures d'allègement des contrôles effectués par
l'AFSCA. En ce qui concerne la brasserie, la presse a noirci la
situation. Il serait donc judicieux que, lorsque l'information passe, elle
soit détaillée précisément - comme vous le faites aujourd'hui. En effet,
la presse avait relaté l'événement sous un jour catastrophique, en
comparaison de vos propos.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la campagne d'information sur la parodontite" (n° 6170)
05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de informatiecampagne over parodontitis" (nr. 6170)
05.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, j'ai appris que
la Société belge de parodontologie lançait une campagne
d'information sur les maladies qui touchent la parodontite, soit
l'ensemble des tissus qui soutiennent les dents.
Je crois qu'il serait important de multiplier les campagnes
d'information à cet égard ou du moins de les soutenir. En effet, il
semble que certaines affections de la bouche comme la gingivite
touchent plus de 90% des Belges entre 35 et 65 ans.
Vu la multiplicité des symptômes et leur survenance dans le temps,
peu de personnes sont conscientes d'en souffrir. Or, il apparaît que
les problèmes cardio-vasculaires et les accouchements de
prématurés sont plus fréquents chez les personnes souffrant de
parodontite.
Ne serait-il pas indispensable, en tant que ministre de la Santé, de
faire plus écho à propos des risques graves qu'encourent les
personnes souffrant de ce que l'on pourrait qualifier de problèmes
bénins et qui plus est, passent souvent inaperçus?
Qu'est-il prévu en termes de législation quant au test qui devrait être
pratiqué de manière systématique par les dentistes et qu'en est-il
également du public cible et du remboursement de ce test?
05.01 Jacqueline Galant (MR):
Campagnes zoals degene die
thans door de Belgische
Vereniging voor Parodontologie
(BVP) over aandoeningen van het
steunweefsel van de tanden
(parodontitis) wordt gevoerd,
verdienen onze steun. Zo zou 90
procent van de Belgen tussen 35
en 65 jaar met gingivitis te kampen
hebben. Mensen met parodontitis
hebben vaker hart- en vaatziekten
en vrouwen die eraan lijden, lopen
meer kans op voortijdige
bevallingen.
Moet u als minister van
Volksgezondheid niet meer de
aandacht vestigen op de ernstige
risico's die verband houden met
deze aandoeningen? Vaak worden
ze immers ten onrechte als
onschuldige kwaaltjes bestempeld
of zelfs over het hoofd gezien. In
welke regeling hebt u voorzien met
betrekking tot de test die de
tandartsen systematisch zouden
moeten uitvoeren? Wat is de
doelgroep en op welke
terugbetaling kunnen zij rekenen?
05.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame la
députée, je partage votre avis sur l'importance des campagnes
d'information et de sensibilisation sur les affections de la bouche que
sont les gingivites et l'ensemble des questions relatives notamment à
05.02 Minister Rudy Demotte:
De bevolking moet inderdaad van
het bestaan van gingivitis en het
belang van een goede mond-
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
l'hygiène buccale.
Comme vous le savez, l'information sanitaire, la prévention et le
dépistage sont des compétences communautaires, ce qui ne facilite
évidemment pas les initiatives que vous suggérez et auxquelles
j'adhère vu ma fonction de ministre fédéral de la Santé publique.
Le test envisagé est une évaluation de la santé des gencives. Il est
mesuré par un score DPSI (Dutch parodontical screening index)
dérivé du CPITN (community parodontical index of treatment need)
développé par l'Office mondial de la Santé. C'est une technique
d'évaluation de la profondeur du récessus périodontal, de la présence
de plaques dentaires et du saignement gingival qui permet de classer
le patient dans différentes catégories en fonction de l'intensité du
problème et du traitement nécessaire.
Les aspects techniques du test peuvent être consultés à une adresse
web que je vous communiquerai par écrit pour ne pas en faire la
lecture qui est extrêmement longue.
En fonction de l'état de santé des gencives, des scores peuvent être
attribués comme suit:
- la gencive saine: score 0;
- la gencive saigne facilement, c'est la gingivite classique; il faut alors
améliorer le brossage dentaire et nettoyer de manière inter-dentaire et
plus efficacement: score 1;
- la présence de parodontite et de poches; il y a lieu de faire un
examen complémentaire: score 3;
- la parodontite est sévère, la racine devient partiellement dénudée; il
faut envisager un examen et un traitement approfondis: score 3+;
- les dents menacent de tomber: ce sont les mêmes
recommandations que celles qui précèdent: score 4.
On envisage un montant de vingt euros par examen, qui pourrait être
remboursé à hauteur de 75%, dès 2006, pour les patients entre 18 et
35 ans âge de référence important pour les parodontites et ce,
pour autant qu'un budget correspondant soit disponible. Le test DPSI
test de la gencive ne fait pas encore partie de l'examen de routine.
hygiëne bewust worden gemaakt.
Gezondheidsinformatie, preventie
en opsporing zijn evenwel
gemeenschapsbevoegdheden.
Door middel van de geplande test
wordt beoordeeld of het tandvlees
gezond is. Dat wordt uitgedrukt in
een DPSI-score (Dutch
Parodontical Screening Index), die
van de door de WGO ontwikkelde
CPITN (Community Periodontal
Index of Treatment Needs) is
afgeleid. Op die manier kan de
patiënt op grond van de ernst van
de aandoening en de vereiste
behandeling in een welbepaalde
categorie worden ondergebracht.
Naargelang van de gezondheids-
toestand van het tandvlees worden
de volgende scores toegekend:
gezond tandvlees: score 0;
tandvlees dat makkelijk bloedt,
klassiek geval van gingivitis dat
beter poetsen vereist: score 1;
parodontitis en tandvleeszakjes
die bijkomend onderzoek vereisen:
score 3; ernstige parodontitis met
tandwortels die gedeeltelijk
blootliggen en een diepgaande
behandeling vergen: score 3+;
tanden die bijna uitvallen: score 4.
05.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour la précision de votre réponse.
Présidente: Marie-Claire Lambert.
Voorzitter: Marie-Claire Lambert.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Richard Fournaux au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
protection des animaux dans le cadre des ventes d'animaux domestiques" (n° 6171)
06 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de dierenbescherming in het kader van de verkoop van huisdieren" (nr. 6171)
06.01 Richard Fournaux (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, ma question sera brève.
Je sais que nous avons déjà, à plusieurs reprises dans cette
commission et dans d'autres d'ailleurs, évoqué la protection animale
06.01 Richard Fournaux (MR):
Ondanks de bestaande wettelijke
bepalingen, worden opnieuw meer
huisdieren verkocht op de markten
en in gespecialiseerde winkels.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
au sens large, notamment lors de nos discussions sur les marchés
publics, les foires, etc., au sein de la commission Economie.
Aujourd'hui, ce qui m'amène à vous questionner à nouveau sur ce
sujet malgré les mesures déjà prises par différents gouvernements
précédents, c'est que nous assistons manifestement à une
recrudescence du système de vente à grande échelle d'animaux
domestiques ne provenant pas d'élevages tels que nous les
concevons en Belgique. Cela concerne des élevages privés
n'importe quel couple qui possède deux chiens et qui vend quelques
chiots et des élevages professionnels.
Monsieur le ministre, je vous ai transmis copie des annonces que j'ai
pu lire. Il est impossible qu'il s'agisse d'élevages à dimension
humaine. Il s'agit manifestement de trafic. On m'affirme que tout le
monde est au courant que les chiens proviennent de l'étranger, etc.
Monsieur le ministre, je ne crois pas qu'une modification de la loi soit
nécessaire mais ne serait-il pas utile d'inviter votre collègue le
ministre de l'Intérieur à agir auprès des polices du Royaume pour
essayer de détecter ce type d'annonces et de remonter les filières afin
de mettre fin à ce trafic?
En outre, on m'informe que les conditions dans lesquelles ces convois
entiers d'animaux domestiques en provenance de l'étranger arrivent
ici sont scandaleuses. J'ai eu l'occasion de rencontrer, voici quelques
jours, un agent des douanes qui m'affirme que le spectacle auquel on
assiste parfois en découvrant un convoi d'animaux domestiques est
invraisemblable.
Au-delà de son aspect technique ou théorique, ma question a pour
but de vous alerter et de vous demander de vous concerter avec l'un
ou l'autre collègue pour lutter contre ce phénomène qui ne me semble
pas très respectueux de la condition animale ni, plus simplement, de
la loi.
Die deinzen er niet voor terug in
huis-aan-huisbladen reclame te
maken om hun handeltje te doen
floreren. Dat is bijvoorbeeld het
geval in een advertentie, waarin de
verkoop van een waanzinnig
aantal honden wordt aange-
kondigd, die zeker niet van
Belgische kwekerijen afkomstig
zijn.
De omstandigheden waarin die
dieren in ons land worden
ingevoerd zijn vaak ronduit
schokkend. Dit is een noodkreet
en ik vraag dat u met de minister
van Binnenlandse Zaken zou
overleggen om de controles in die
sector op te drijven en te
verbeteren.
06.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, monsieur le
député, d'abord, je voudrais vous informer du fait que le commerce
des animaux dans ce pays est sévèrement réglementé par rapport
aux pays voisins.
Par exemple, depuis 1996, il est interdit de vendre des chiens et des
chats sur les marchés, les bourses, les expositions et de faire de la
publicité pour la vente de tels animaux à moins qu'il ne s'agisse d'un
établissement agréé ou d'annonces publiées dans un magazine
spécialisé. Telle est la seule exception tolérée par la loi. Cette
interdiction de publicité vaut également pour les autres mammifères
qui ne sont pas repris sur la liste dite positive, c'est-à-dire la liste des
mammifères qui sont, aujourd'hui encore, considérés comme pouvant
être détenus.
Les commerces doivent être agréés pour pouvoir commercialiser les
animaux et donc remplir des conditions d'agrément. Ces conditions
ont été fixées dans un arrêté royal datant du 17 février 1997. Elles ont
été détaillées pour les chiens, les chats, les oiseaux, les poissons, les
reptiles et les rongeurs.
Elles sont actuellement reconsidérées et seront complétées afin de
renforcer leur efficacité dans un souci d'amélioration du bien-être des
06.02 Minister Rudy Demotte:
De handel in dieren is in België
strenger gereglementeerd dan
elders. Sinds 1996 mogen enkel
erkende handelszaken nog
honden en katten verkopen en
enkel gespecialiseerde tijds-
chriften nog advertenties
publiceren. Dat geldt ook voor de
dieren die niet op de "positieve
lijst" staan, dit is de lijst van de
zoogdieren die men mag houden.
De erkenningsnormen vervat in
het koninklijk besluit van 17
februari 1997 worden binnenkort
strenger, wat het dierenwelzijn ten
goede zal komen.
Over het door u aangehaalde
geval kan ik me niet uitspreken,
maar ik bevestig wel dat geen
enkele Belgische instelling zo'n
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
animaux que je viens de citer.
N'ayant pas reçu l'information complète et ne disposant pas d'autres
renseignements, je ne puis malheureusement pas m'exprimer
aujourd'hui sur votre exemple d'un nombre aussi impressionnant de
chiens mis en vente. Mais, en tout cas, il est clair qu'aucun commerce
d'animaux n'a la capacité d'héberger de telles quantités de chiens. Je
doute donc de la véracité des données qui seraient indiquées dans
cette annonce.
Néanmoins, je vous invite à tenir compte de ce que, sur la base de la
copie que vous m'avez communiquée, j'informerai mes services et
leur demanderai de mener une enquête plus approfondie.
groot aantal honden kan houden.
Hoe dan ook zal ik mijn diensten
vragen op grond van die
advertentie een onderzoek te
starten.
06.03 Richard Fournaux (MR): Je n'ai rien à ajouter. Je remercie le
ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Joseph Arens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
dépôts de médicaments chez les médecins" (n° 6219)
07 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
geneesmiddelendepots bij de artsen" (nr. 6219)
07.01 Joseph Arens (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, j'ai été surpris par une question qui m'a été posée par un
médecin de Muno. En fait, à la suite de la publication au Moniteur
belge du 23 février 2005 d'une loi relative à la simplification
administrative, visant en particulier les articles 11 et 12 de cette loi,
l'on supprime les dépôts de médicaments chez les médecins qui en
avaient obtenu l'autorisation.
Les cinq médecins possédant encore cette autorisation sont obligés
de cesser la vente de médicaments à leurs patients. Ces médecins,
bien entendu, ne comprennent pas trop cette modification, puisque
pour recevoir ces médicaments chez eux, ils ont dû acquérir du
nouveau matériel pour respecter les nouvelles dispositions exigées
par l'INAMI en matière de vente de médicaments et ce, depuis le
début de l'année 2005.
Donc, ils profitaient de la dérogation prévue à l'article 3 de la loi du 12
avril 1958, loi qui était déjà relative au cumul médico-pharmaceutique.
Pourquoi en profitaient-ils? Tout simplement, parce qu'ils étaient
situés dans des régions rurales où les pharmacies se trouvaient loin
du domicile des patients. Ces médecins me signalent que ce qu'ils
offrent à leurs patients est d'autant plus important que ces patients se
trouvent tous éloignés d'une pharmacie. Ainsi, les patients de ce
médecin de Muno doivent effectuer un trajet de 24 kilomètres pour se
rendre dans la pharmacie la plus proche.
Monsieur le ministre, êtes-vous au courant de cette problématique?
L'entrée en vigueur de cette loi correspond-elle à la date du Moniteur
belge ou un délai supplémentaire est-il envisagé, comme ce fut le cas
en 1958, où plusieurs années se sont écoulées avant que la loi ne soit
d'application? Qu'envisagez-vous de faire pour remédier à cette
situation?
07.01 Joseph Arens (cdH): De
wet van 23 februari 2005
betreffende de administratieve
vereenvoudiging schaft de
geneesmiddelendepots af bij de
artsen die daarvoor een
vergunning hadden gekregen. Het
gaat om vijf artsen die een
afwijkende regeling genieten zoals
bepaald in de wet van 12 april
1958 omdat zij gevestigd zijn in
landelijke gebieden waar patiënten
grote afstanden moeten afleggen
om naar de apotheek te gaan.
Bent u op de hoogte van dat
probleem? Zal de wet in werking
treden op de dag zoals bepaald in
het Belgisch Staatsblad of zal er in
een uitstel worden voorzien? Wat
zal u ondernemen om dat
probleem te verhelpen?
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
07.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, monsieur le
député, je répondrai brièvement et de façon précise aux deux
questions que vous me posez.
Premièrement, la loi du 13 février 2005 sur la simplification
administrative a en effet supprimé la dérogation qui permettait à
certains médecins, dans certaines circonstances, de détenir un dépôt
de médicaments. Aucune entrée en vigueur particulière n'a été
prévue. Le texte entre donc en application dix jours après sa
publication au Moniteur belge qui a eu lieu le 23 février 2005.
Deuxièmement, une telle mesure adoptée par amendement
nécessite, effectivement, des mesures transitoires, ce que la loi sur la
simplification administrative n'a pas prévu. Afin de corriger cette
situation, le projet de loi relatif à la maîtrise du budget des soins de
santé et portant diverses dispositions en matière de santé comprend
une disposition qui permet de maintenir le dépôt et de délivrer les
médicaments pendant deux ans après l'entrée en vigueur de la loi du
13 février 2005.
07.02 Minister Rudy Demotte:
De wet betreffende de
administratieve vereenvoudiging
heeft de afwijking geschrapt die
bepaalde artsen de mogelijkheid
bood een geneesmiddelendepot te
houden. De tekst wordt van kracht
tien dagen na de publicatie ervan
in het Belgisch Staatsblad,
namelijk op 23 februari 2005.
Voorts bevat het wetsontwerp
betreffende de beheersing van de
begroting voor gezondheidszorg
een overgangsbepaling die het
mogelijk maakt gedurende twee
jaar na de inwerkingtreding van de
wet van 13 februari 2005 een
geneesmiddelendepot te blijven
houden en geneesmiddelen af te
leveren.
07.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
de votre réponse. Il s'agit donc bien de la loi-santé que nous venons
de voter, il y a quelques semaines?
07.04 Rudy Demotte, ministre: Oui!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
maatregelen om bij de bevolking de bereidheid tot het afstaan van organen te stimuleren" (nr. 6098)
08 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
mesures visant à encourager la population au don d'organes" (n° 6098)
08.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, recent hebben verschillende professoren aan de
alarmbel getrokken. Als ik recent zeg moet ik er natuurlijk de nadruk
op leggen dat mijn vraag ondertekend is op 11 januari. Door
herhaalde veranderingen in de agenda, ik heb zelf ook twee keer de
vraag moeten laten uitstellen, komt ze echter nu pas aan de orde.
Enige tijd geleden hebben verschillende professoren aan de alarmbel
getrokken wegens een manifest gebrek aan voldoende
orgaandonoren. Men stelt namelijk vast dat er jaarlijks heel wat
mensen die op wachtlijsten staan om een transplantatie te krijgen,
maar nooit een passend orgaan daarvoor hebben kunnen bekomen,
overlijden.
Mijnheer de minister, ik heb reeds vaak aangedrongen om allerlei
sensibilisatiecampagnes te ondernemen en om maatregelen te
nemen en in het leven te roepen om het afstaan van organen bij de
bevolking te stimuleren. De huidige wetgeving is bij de bevolking
weinig bekend. Het is helemaal geen slechte wetgeving, maar ze is
weinig bekend.
In principe laat deze wetgeving heel wat mogelijkheden toe, ware het
08.01 Luc Goutry (CD&V):
Récemment, des médecins ont
tiré la sonnette d'alarme pour
attirer l'attention de l'opinion
publique sur la pénurie de
donneurs d'organes dans notre
pays. Chaque année, de
nombreuses personnes figurant
sur la liste d'attente en vue d'une
transplantation décèdent parce
qu'elles ont dû attendre trop
longtemps un organe donné.
Cela démontre bien toute l'utilité
des campagnes d'information
destinées à inciter les gens à faire
des dons d'organes après leur
décès. Le problème, ce n'est pas
que la législation en vigueur soit
lacunaire, c'est qu'elle est
méconnue. Elle offre un large
éventail de possibilités de don
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
niet dat er op het einde, op het laatste, vaak obstructie wordt
gemaakt. Zelfs wanneer iemand geen verklaring van neen heeft
afgelegd en in principe in aanmerking komt als orgaandonor, kan op
het laatste toch nog steeds de familie hiertegen obstructie maken. In
de praktijk blijkt, en daar zit een van de problemen, dat in ruim 20%
van de gevallen, een op vijf dus, de familie obstructie maakt en
uiteindelijk geen toelating geeft tot transplantatie.
Mijnheer de minister, ik heb een kleine zoektocht ondernomen op de
websites van de verschillende gemeentebesturen. Ik stel vast dat er
toch wel een aantal gemeentebesturen zijn, ongeveer 25 heb ik er
kunnen vinden, die een inspanning doen om de orgaandonatie
bekend te maken bij de bevolking, die daar grote inspanningen voor
doen en die ook een e-loket hebben ingericht waar elke inwoner van
de gemeente zelf onmiddellijk via de website kan vastleggen of hij al
dan niet bereid is zijn orgaan af te staan. Door het feit dat er op het
laatst nog zoveel weigeringen zijn vanwege de familie is het beter dat
iemand die echt donor wil worden dat ook expliciet vastlegt, want dan
kan de familie daaraan uiteraard niets meer veranderen.
Het moet ook mogelijk zijn om naar de bevolking toe allerlei
campagnes te voeren om de mensen te sensibiliseren. Ik dacht
bijvoorbeeld dat het nuttig zou zijn om een soort van voorbeeldfunctie
uit te werken, zoals dat ook gebeurt op het vlak van bloed geven. De
civiele bescherming, de brandweer en het leger zouden bij wijze van
voorbeeld collectief kunnen overgaan tot het zich uitdrukkelijk akkoord
stellen met orgaandonatie, zoals zij zich soms ook massaal aansluiten
bij bloedgiftecollecties. Dat zijn trouwens mensen die een
hulpverlenende positie hebben en die daarom mogelijk nog meer als
voorbeeldfunctie kunnen gelden en de boodschap kunnen
overbrengen aan de bevolking.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende.
Ten eerste, bent u bereid om alle Belgische gemeentebesturen via
een circulaire in te lichten over de mogelijkheid om een eigen pagina
over de orgaandonatie op hun gemeentelijke website aan te leggen?
Deze circulaire, dat zou nuttig zijn, zou bovendien de correcte
informatie kunnen bevatten die op zo'n website kan figureren zodat
alle informatie en de procedures op eenzelfde, uniforme,
gestandaardiseerde en correcte manier aan de bevolking zouden
kunnen worden doorgegeven.
Ten tweede, bent u bereid om maatregelen te nemen en aan te
brengen bij elke gemeente om een e-loket te ontwerpen zodat het
voor elke inwoner mogelijk wordt om expliciet te antwoorden? Ofwel
antwoordt men positief, dat men bereid is zijn organen af te staan, wat
dan door niemand meer kan worden veranderd. Ofwel antwoordt men
hiertoe duidelijk en expliciet niet bereid te zijn. Dit kan op een
eenvoudige manier via het Rijksregister in een database worden
bewaard zodat het op elk moment kan worden geraadpleegd.
Ten derde, is de minister bereid om met zijn collega van
Binnenlandse Zaken maatregelen te onderzoeken waardoor een
campagne kan worden gelanceerd, zodat bij elk contact van een
bewoner met zijn gemeentebestuur de bewoner er via een folder of
via gelijk welke andere manier attent op kan worden gemaakt dat er
een mogelijkheid bestaat om expliciet de vraag naar donorschap te
d'organes mais, dans la pratique,
de nombreuses obstructions sont
possibles in extremis. Même si
quelqu'un n'a pas exprimé
explicitement son refus de faire
don de ses organes et qu'il entre
par conséquent en considération
pour un tel don, ses proches
peuvent toujours s'y opposer et s'y
opposent effectivement dans 20%
des cas.
Quelques dizaines d'adminis-
trations communales s'efforcent
de mieux faire connaître le don
d'organes et, à cette fin, elles ont
même créé un guichet électro-
nique où chaque habitant de la
commune peut faire acter son
souhait d'être ou de ne pas être
donneur d'organes. Ces décla-
rations permettent évidemment
d'éviter toute contestation
ultérieure.
Une autre idée pourrait consister à
prévoir qu'à titre exemplatif et
dans le cadre d'une campagne de
conscientisation, certaines caté-
gories de la population déclarent
collectivement être disposées à
faire des dons d'organes.
Le ministre est-il prêt à demander
à toutes les administrations
communales de prêter attention à
ce problème sur leur site web?
Pourrait-il amener les communes
à créer un guichet électronique où
chaque habitant ferait acter
explicitement son accord ou son
refus?
Une nouvelle campagne
d'information sera-t-elle lancée, le
cas échéant en collaboration avec
l'Intérieur? Que pense le ministre
de l'idée de lancer des campagnes
spécifiques à l'armée, dans la
police, au sein des services
d'incendie et de la protection
civile?
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
beantwoorden?
Ten slotte, is de minister bereid om in samenspraak met zijn
bevoegde collega's na te gaan of het mogelijk is om specifieke
campagnes te lanceren bij alle leden van het leger, de politie, de
brandweerkorpsen en de civiele bescherming?
08.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
volksvertegenwoordiger, ik zal trachten om kort op uw vier
verschillende vragen te antwoorden.
Ten eerste, specifieke documentatie in de vorm van vraag en
antwoord zal ter beschikking worden gesteld van het grote publiek.
Deze vragen en antwoorden zullen ook op de website van de
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid worden geplaatst. Dit zal
tijdens het tweede trimester van het jaar 2005 gebeuren. Dit maakt
deel uit van de eerste fase: de sensibilisatie van de bevolking. De
tweede fase van de sensibilisatie zal eerder gericht zijn naar
specifieke doelgroepen zoals de ziekenhuizen en, vast en zeker, de
gemeentebesturen. Deze tweede fase van sensibilisatie zal na de
schoolvakantie gebeuren, dus vanaf september van dit jaar.
Zoals ik enkele weken geleden al gezegd heb, is het ook belangrijk de
gemeentebesturen te sensibiliseren omdat ze te vaak geneigd zijn te
zeggen aan de donorkandidaten dat iedere burger in België potentieel
donor is, zonder er op aan te dringen dat men een expliciete
verklaring mag doen om te zeggen dat men wil dat zijn organen na de
dood weggenomen worden. Men moet er dus meer op letten dat de
gemeentelijke besturen ook mogen geadresseerd worden om ja te
zeggen aan orgaandonatie.
Wat de procedure betreft om een expliciete vrijwillige verklaring van
orgaandonatie te vragen, deze is al gestandaardiseerd omdat het in te
vullen formulier in de wet van 13 juni is opgenomen. De procedure
zou echter op de website van alle gemeentebesturen moeten komen.
Ten tweede, het is mijn bedoeling de gemeentebesturen zeker te
sensibiliseren ik heb dat herhaald en de mentaliteit bij de
gemeentebesturen, zoals vroeger al gezegd, te veranderen. Ik kan
altijd aan de gemeenten voorstellen dat ze een e-loket ontwerpen,
maar ik zal hiervoor geen maatregelen nemen. De
verantwoordelijkheid laat ik aan de burgemeester en aan de minister
van Binnenlandse Zaken. De gemeenten sturen de formulieren via het
Rijksregister elektronisch door naar de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid, waar er een database bestaat. Deze database
moet veilig zijn en niet door iedereen geraadpleegd kunnen worden,
behalve ziekenhuizen en, in het bijzonder, de transplantcoördinatoren.
Dit stelsel functioneert al jaren.
Ten derde, een overleg met mijn collega van Binnenlandse Zaken is
altijd mogelijk en zelfs wenselijk. Mijn departement heeft al over een
actieplan nagedacht. Ik heb in het verleden al een campagne gestart
via de gemeentebesturen om de bevolking te sensibiliseren, zoals
bijvoorbeeld bij de problematiek van de hittegolf of de ozonpieken.
Voor deze laatste problematiek werkte ik samen met mijn toenmalige
collega van Leefmilieu.
Ten vierde, de campagne zal vooral naar de volgende doelgroepen
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Au deuxième trimestre 2005, nous
sensibiliserons la population avec
de la documentation, notamment
sur le site Internet du SPF Santé
publique. Dans une deuxième
phase, à partir de septembre,
nous nous adresserons
spécifiquement à certains
groupes-cibles tels que les
hôpitaux et les maisons
communales.
Les administrations doivent
expliquer plus clairement aux
citoyens qu'ils peuvent faire établir
une déclaration de donneur
explicite auprès de la commune.
La procédure est déjà standar-
disée pour la déclaration
spécifique volontaire mais doit à
présent être intégrée sur les sites
Internet des administrations
communales. Je ne peux bien sûr
pas obliger les communes à ouvrir
un guichet électronique, initiative
du ressort du ministre de
l'Intérieur. Les formulaires sont
envoyés par les communes au
SPF Santé publique, où ils sont
intégrés dans une banque de
données qui peut être consultée
par les hôpitaux et les
coordinateurs de transplantations.
Ce système existe depuis des
années.
Une concertation avec le ministre
de l'Intérieur est souhaitable et
mon SPF a également déjà
imaginé un plan d'action concret.
La campagne s'adressera à toute
la population par le biais d'une
documentation disponible dans les
maisons communales et les
bureaux de poste. Elle
sensibilisera ensuite les adminis-
trations communales, les jeunes
en dernière année de
l'enseignement secondaire et les
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
gericht worden. Ten eerste, de algemene bevolking, via een
specifieke documentatie onder de vorm van vraag en antwoord dat
heb ik al gezegd en via de gemeentelijke besturen, de postkantoren
en dies meer. Ten tweede, de gemeentelijke besturen. Ten derde, de
jongeren van 17 tot 18 jaar in het laatste jaar van het middelbaar
onderwijs. Ten vierde, de sensibilisatie van het medisch korps en de
ziekenhuizen door een ministeriële rondzendbrief, omdat te veel
organen van goede kwaliteit verloren gaan door een gebrek aan
opsporing.
Indien andere departementen vragende partij zijn, ben ik altijd bereid
om samen te werken, uiteraard op voorwaarde dat zij financieel in die
campagne tegemoetkomen. Onze budgetten zijn natuurlijk niet
onbeperkt en ik heb al verschillende sensibilisatiecampagnes
ondernomen, zoals de antibioticacampagne, de
benzodiazepinecampagne, de handhygiënecampagne enzovoort.
médecins et hôpitaux par le biais
d'une circulaire ministérielle.
Je suis naturellement ouvert à une
éventuelle collaboration avec
d'autres SPF à condition qu'ils
participent financièrement à la
campagne. En effet, mes budgets
sont limités et j'ai déjà organisé de
nombreuses campagnes
récemment.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijn
gelukwensen, in elk geval, voor de minister. Ik denk dat, wat hij voor
ogen heeft, zeer interessant is. Ik steun hem daarin volledig.
Mijnheer de minister, als u niet komt tot een plan dat op alle echelons
wordt doorgevoerd, dan blijft het bij losse initiatieven. Ik steun dus
volledig uw idee om er een gestructureerd plan van te maken.
Ik heb ook begrepen dat u alle gemeentebesturen zult aanraden om
dezelfde informatie, die ook zal verschijnen op de website van
Volksgezondheid, over te nemen op hun eigen website, zodat op elke
website van elke gemeente een voorbeeldformulier te vinden is
waardoor de mensen een ja-keuze kunnen maken. Het is van belang,
zoals u gezegd hebt, dat er ja-keuzes gemaakt worden.
Ik hoor ook dat u het e-loket weliswaar niet zult veralgemenen, maar
toch zult ondersteunen.
Ook tegenover andere groepen zult u inspanningen leveren om de
sensibilisatie door te voeren.
Ik wens u alle succes daarmee. Wij zullen zeker van onze kant ons
best doen om alle mogelijke steun daaraan te verlenen.
08.03 Luc Goutry (CD&V): Je
félicite le ministre pour sa réponse.
Je partage totalement sa
conviction selon laquelle seul un
plan structuré est utile. Il est
judicieux de placer sur le site de
toutes les administrations belges
un exemplaire du formulaire qui se
trouvera bientôt sur le site Internet
du SPF Santé publique et qui
permet aux citoyens de manifester
leur volonté de devenir donneurs.
Toutes les mesures de
sensibilisation sont les
bienvenues.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
09 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding" (nr. 6298)
09.01 Jacqueline Galant (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je reviens à cette fameuse réunion qui avait été organisée à
Jurbise, la réunion de la FWA. Un des thèmes portait sur la guidance
vétérinaire. En effet, l'arrêté royal qui date de 2000 concernant
l'acquisition, la détention d'un dépôt, la prescription, la fourniture et
l'administration de médicaments destinés aux animaux par le
médecin vétérinaire et concernant la détention et l'administration de
médicaments destinés aux animaux par le responsable des animaux
pose des problèmes très pratiques pour les propriétaires de bovins
09.01 Jacqueline Galant (MR):
Het KB inzake het verwerven, het
in depot houden, het voor-
schrijven, het verschaffen en het
toedienen van geneesmiddelen
bestemd voor dieren door de
dierenarts en inzake het bezit en
het toedienen van diergenees-
middelen door de verantwoorde-
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
qui souhaitent pouvoir désigner deux vétérinaires de guidance.
Monsieur le ministre, pourquoi ne pas autoriser les détenteurs de
bovins à désigner deux vétérinaires et ainsi casser le monopole de
fait dans la vente de médicaments? Car, même si le producteur peut
toujours acheter des médicaments en pharmacie, certains
vétérinaires de guidance font pression auprès de leurs clients pour
n'acheter que chez eux et ne veulent pas prescrire. Cette solution
permettrait aussi de tenir compte de la spécialisation des vétérinaires
de terrain (lait, viande par exemple).
Pour ce qui est de la détention de médicaments, pourquoi ne pas
l'augmenter à quinze jours plutôt que cinq à l'heure actuelle?
Qu'en est-il de la reconnaissance mutuelle des médicaments et de la
liste des molécules y afférente?
Pour ce qui est du prix des médicaments, avez-vous pris contact avec
votre collègue de l'Economie pour avoir plus de clarté dans la filière
des médicaments vétérinaires en termes de prix?
lijke voor de dieren leidt tot grote
praktische problemen voor de
eigenaars van runderen.
Zou het niet beter zijn houders van
runderen toe te staan twee met de
bedrijfsbegeleiding belaste dieren-
artsen aan te wijzen, zodat het
feitelijke monopolie in de verkoop
van geneesmiddelen wordt
doorbroken?
Zou het ook niet beter zijn de
termijn voor het in depot houden
van geneesmiddelen te verlengen
tot twee weken?
Hoe zit het verder met de
wederzijdse erkenning van
geneesmiddelen en de bijhorende
lijst van moleculen?
Heeft u contact opgenomen met
uw collega van Economie om
opheldering te krijgen over de
prijzen van voor dieren bestemde
geneesmiddelen?
09.02 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, madame la
députée, la procédure de reconnaissance mutuelle est une des trois
procédures d'enregistrement. Vous savez qu'il y a la procédure
centralisée, il y a la reconnaissance mutuelle et il y a la
reconnaissance nationale prévue par la réglementation et les titulaires
d'autorisation de mises sur le marché, qu'on reprend aujourd'hui dans
l'acronyme AMM, pour mettre un médicament sur le marché.
La procédure européenne de reconnaissance mutuelle est obligatoire
dès que la demande d'AMM concerne au moins deux Etats membres
de l'Union européenne. Ceux-ci sont choisis par le demandeur de
l'autorisation. Le choix de cette procédure, qui conditionnera la
disponibilité du médicament vétérinaire dans un Etat membre donné,
revient donc aux firmes pharmaceutiques et non à l'autorité nationale.
La Belgique, tout comme les autres Etats membres de l'Union, est
également sollicitée dans ce cadre, comme Etat membre concerné. Il
existe actuellement un cadre législatif, c'est l'arrêté royal du 29 juin
1999 qui permet l'importation et la détention de médicaments non
enregistrés et qui proviennent d'un autre Etat membre de l'Union,
pour autant qu'ils renferment comme principe actif une des quinze
molécules listées dans cet arrêté.
Un groupe de travail a été mis en place par mon administration,
représentée par la DG Médicaments, afin de réviser cet arrêté royal et
donc aussi d'élargir la liste.
Ce travail a été réalisé sur la base d'une enquête menée auprès du
monde vétérinaire belge sont concernés les ordres vétérinaires, les
associations professionnelles mais aussi les facultés , afin
d'identifier les besoins en molécules essentielles pour certaines
09.02 Minister Rudy Demotte:
De procedure voor wederzijdse
erkenning is één van de drie
registratieprocedures waarover de
houders van vergunningen voor
het in de handel brengen (VHB)
beschikken. De Europese
procedure voor wederzijdse
erkenning moet worden gevolgd
wanneer de VHB-aanvraag
betrekking heeft op ten minste
twee lidstaten. Het zijn dus de
farmaceutische bedrijven, en niet
de nationale overheid, die deze
keuze moeten maken.
In België zijn het invoeren en het in
bezit hebben van niet-
geregistreerde en uit andere
lidstaten afkomstige genees-
middelen krachtens het koninklijk
besluit van 29 juni 1999
toegelaten, op voorwaarde dat die
geneesmiddelen één van de
vijftien in het besluit vermelde
moleculen als actief bestanddeel
bevatten. Een werkgroep
bestudeert de mogelijkheid om die
lijst uit te breiden, teneinde uit te
maken welke essentiële moleculen
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
pathologies et certaines espèces animales qui ne seraient pas
disponibles en Belgique mais qui existent dans un médicament sur le
marché dans un autre pays de l'Union. Une proposition est sur le
point d'être formulée pour répondre aux besoins actuels de la
profession vétérinaire. Celle-ci tient compte des dispositions de la
nouvelle directive 2004/28 modifiant la directive 2001/82CE.
Cette nouvelle directive prévoit aussi la quantité prescrite ou délivrée
de médicaments aux responsables d'animaux, en sorte qu'elle soit
limitée à ce qui est nécessaire pour le traitement ou la thérapie
concernés. Un vétérinaire traitant, quel qu'il soit, peut fournir lui-même
ou prescrire les médicaments nécessaires à la poursuite d'un
traitement mais leur quantité a été limitée à cinq jours dans la
législation belge antérieure à cette directive, s'il n'est pas vétérinaire
de guidance.
Comme j'ai déjà eu l'occasion de le dire lors de la réunion de la FWA
dans votre commune, ce délai ne tient pas compte de tous les cas de
figure. Il n'y a d'ailleurs pas de constante en la matière. Certaines
maladies nécessitent l'administration unique d'un médicament,
d'autres requièrent des semaines de traitement. L'avis des experts
concernés doit d'abord être sollicité avant de prendre une décision.
Une évaluation des besoins est en cours mais ne doit pas s'étendre
au-delà de ces cas très spécifiques.
En Belgique, des médicaments vétérinaires soumis à prescription
peuvent se trouver en la possession d'un responsable d'animaux s'ils
ont été fournis ou prescrits par un vétérinaire après que celui-ci aura
établi un diagnostic. Le responsable choisit librement le ou les
vétérinaires qui soignent les animaux. S'il le désire, il peut établir une
convention de guidance par espèce animale présente dans son
exploitation, avec le vétérinaire qui connaît le mieux ses problèmes et
qu'il a déjà choisi pour les espèces où cela est obligatoire comme
étant le surveillant épidémiologique pour les maladies réglementées.
En toute logique, une relation de confiance mutuelle a dû s'établir
entre ces partenaires. Si ces partenaires ne s'entendent pas, il leur
est toujours loisible de renoncer unilatéralement à cette convention.
La pression économique que vous évoquez s'exerce donc dans les
deux sens. Quant au fait de tenir compte de la spécialisation des
vétérinaires de terrain, cela a déjà été fait partiellement en permettant
de choisir un vétérinaire différent par espèce animale. Le dispositif
vient d'être complété en permettant de garantir la continuité du
système par la désignation d'un vétérinaire de guidance suppléant.
Ainsi que j'ai déjà eu l'occasion de le dire le 23 février dernier, on peut
encore débattre de la question de la guidance mais cela doit entrer
dans le cadre d'une démarche de qualité des soins vétérinaires et de
sécurité alimentaire. Dans cette démarche, il n'y a pas de place pour
un commerce de médicaments qui serait déconnecté de l'acte
vétérinaire. Tout système incluant l'intervention d'un deuxième
vétérinaire de guidance devrait être basé sur un accord entre les deux
vétérinaires et le responsable des animaux. Le débat est actuellement
mené avec les représentants du monde vétérinaire.
Quant au prix des médicaments, compétence du ministre de
l'Economie à qui j'ai écrit dernièrement, j'espère que les équipes
pourront se réunir au plus tôt pour se pencher ensemble sur cette
voor bepaalde aandoeningen
vereist zijn. Die moleculen zijn
thans niet beschikbaar in België,
maar bestaan wel in andere
lidstaten. Binnenkort zal op grond
van de bepalingen van de richtlijn
2004/28 een voorstel worden
gedaan.
Die richtlijn strekt ertoe de
afgeleverde geneesmiddelen tot
de strikt noodzakelijke
hoeveelheid te beperken. Als hij
niet met de bedrijfsbegeleiding is
belast, kan een dierenarts slechts
geneesmiddelen voorschrijven om
de behandeling gedurende vijf
dagen verder te zetten. Gezien de
uiteenlopende gevallen die zich
aandienen, moet het advies van
de deskundigen worden
ingewonnen. De behoeften worden
reeds onder de loep genomen.
In België schrijven de dierenartsen
aan de verantwoordelijken voor de
dieren de diergeneesmiddelen
voor waarvoor een voorschrift
verplicht is en tussen die partners
kunnen overeenkomsten voor
diergeneeskundige bedrijfsbege-
leiding worden afgesloten. Wat de
specialisatie van de
praktijkdierenartsen betreft,
werden de bestaande regels
onlangs aangevuld en kan de
continuïteit nu worden
gewaarborgd, door een
vervangende dierenarts belast met
de bedrijfsbegeleiding aan te
wijzen. Bij de besprekingen over
de bedrijfsbegeleiding moet met
de kwaliteit van de
diergeneeskundige zorg, enerzijds,
en de voedselveiligheid,
anderzijds, rekening worden
gehouden. Het debat met de
vertegenwoordigers van de
dierenartsen is aan de gang.
De prijs van de geneesmiddelen
valt onder de bevoegdheid van de
minister van Economie, met wie ik
het binnenkort over dit dossier zal
hebben.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
problématique.
09.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous
interpellerai à nouveau plus tard pour connaître le résultat des
groupes de travail qui ont été mis en place par vos services.
09.03 Jacqueline Galant (MR):
Ik zal hierop terugkomen eens het
verslag van de werkgroep
beschikbaar is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la perception des cotisations au Fonds de la santé et de la production des animaux" (n° 6299)
10 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de inning van de bijdragen aan het Fonds voor de gezondheid en de productie van dieren" (nr. 6299)
10.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, depuis janvier
2004, les cotisations au Fonds de la santé ne sont plus perçues à
l'abattoir, mais directement chez le détenteur. Cela a induit des
problèmes légaux et engendré des détournements de fonds. Mais les
facturations sont tellement floues que certaines données sont
difficilement vérifiables.
Ne pourriez-vous pas envisager d'imposer des comptes suffisamment
décomposés pour garantir la transparence? Avez-vous eu des
contacts avec votre collègue des Finances à ce sujet? Aplanir cette
situation permettrait sans doute de mettre un terme aux clichés de
magouilles couramment véhiculés dans le secteur de la viande. Avez-
vous également planché sur la question du financement de l'AFSCA?
Prévoyez-vous la création d'un comité de suivi tel qu'il avait été
demandé par les agriculteurs lors de cette fameuse réunion?
10.01 Jacqueline Galant (MR):
Sinds januari 2004 worden de
bijdragen voor het Fonds voor de
gezondheid en de productie van
dieren rechtstreeks bij de houders
geïnd. Die wijziging leidt tot
problemen op wettelijk vlak en tot
verduistering.
Is het niet mogelijk gedetailleerde
facturen verplicht te maken, wat
de transparantie ten goede zou
komen?
Overlegt u daarover met uw
collega van Financiën?
Heeft u al over de financiering van
het FAVV nagedacht? Bent u van
plan een opvolgingscomité op te
richten, zoals de landbouwers
vragen?
10.02 Rudy Demotte, ministre: Mon cabinet a pris contact avec celui
de mon collègue de l'Economie, M. Verwilghen. Il ressort de son avis
que les agriculteurs auxquels les abattoirs ont facturé indûment les
cotisations pour le Fonds de la santé peuvent introduire une plainte
contre ces derniers pour escroquerie, tentative d'escroquerie ou
déloyauté.
Mon administration a préparé un modèle de lettre pour les
producteurs qui souhaitent exiger le remboursement des cotisations
perçues indûment. Le projet est en cours de validation par les juristes.
J'aborde à présent la question plus globale des informations à
communiquer sur les factures établies par les différents opérateurs
commerciaux de la filière "viande". Mon administration constitue un
dossier technique pour établir une proposition concrète visant à une
plus grande transparence des montants prélevés à différentes fins. Je
rappelle que les montants facturés servent à approvisionner le Fonds
de la santé, mais également les organismes régionaux de promotion,
assurances contre le risque de saisie à l'abattoir - pour cause de
cysticercose ou comme carcasse voisine d'une autre qui est positive
10.02 Minister Rudy Demotte:
Na contacten met het kabinet
Economie is gebleken dat de
landbouwers aan wie de slacht-
huizen onrechtmatig bijdragen
voor het Fonds hebben
aangerekend, een klacht wegens
oplichting, poging tot oplichting of
deloyaal gedrag kunnen indienen.
De juridische dienst van mijn
administratie legt de laatste hand
aan een brief waarmee de
terugbetaling van de ten onrechte
geïnde bijdragen kan worden
gevorderd. Mijn diensten stellen
daarnaast een technisch dossier
samen, dat een eind moet maken
aan de onduidelijkheid van de
facturen van de handelaars van de
vleessector.
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
ou test BC et le financement d'une inter-professionnelle "viande".
En conséquence, ladite proposition devrait être concertée
préalablement avec mes collègues compétents au niveau fédéral
pour les Finances, l'Economie et l'Agriculture, ainsi que les Classes
moyennes. En outre, au cours du processus décisionnel, l'avis des
Régions sera requis, le cas échéant, à la suite de la régionalisation de
la politique agricole.
En ce qui concerne le financement de l'AFSCA, j'ai soumis un dossier
au gouvernement fédéral le 3 décembre. Il comportait le plan
stratégique de l'administrateur délégué et les propositions pour un
nouveau système de financement. Le gouvernement a approuvé ces
deux points qui sont maintenant soumis à la Commission européenne
pour accord. Les grandes lignes sont le maintien de la dotation pour
l'AFSCA et une meilleure répartition du financement parmi les
différents secteurs. Dans ces propositions, y compris le financement
des tests ESB, solidarisés dans la chaîne agro-alimentaire avec
l'insertion de l'auto-contrôle, on prévoit d'ailleurs à terme une
diminution de la contribution des secteurs.
Dans le plan stratégique de l'AFSCA, on prévoit la création d'un
comité de suivi financier émanant du comité consultatif de l'AFSCA. Il
sera mis en place avant l'introduction du nouveau système de
financement.
De gefactureerde bedragen
spijzen het hoger genoemde
Fonds, de gewestelijke promotie-
diensten, de verzekering tegen het
risico van beslag in het slachthuis
en een interprofessionele
organisatie van de vleessector.
Over dat voorstel moet dus
worden overlegd met mijn
collega's van Financiën, Economie
en Landbouw en Middenstand.
Bovendien is ook het advies van
de Gewesten noodzakelijk,
aangezien het landbouwbeleid
werd geregionaliseerd.
Wat de financiering van het FAVV
betreft, heb ik de federale regering
een dossier voorgelegd met het
strategisch plan van de
gedelegeerd bestuurder en
voorstellen met betrekking tot een
nieuwe financieringsregeling. De
regering heeft met die twee punten
ingestemd en het tweede werd
thans ter goedkeuring aan de
Europese Commissie voorgelegd.
Die voorstellen behelzen met
name het behoud van de dotatie
voor het FAVV, een betere
verdeling van de financiering over
de sectoren en een vermindering
van hun bijdragen. Het strategisch
plan van het FAVV voorziet in de
oprichting van een comité voor de
financiële follow-up dat een
emanatie is van het raadgevend
comité van het FAVV. Eerst zal dat
comité worden ingesteld en
daarna zal een nieuwe
financieringsregeling
worden
ingevoerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de slachtvergoedingen die onterecht aan het sanitair fonds werden gestort" (nr. 6337)
11 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les indemnités d'abattage versées indûment au fonds sanitaire" (n° 6337)
11.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, inzake de aangelegenheid van de onterecht
geïnde slachtvergoedingen voor het Sanitair Fonds hebben wij al met
elkaar van gedachten gewisseld bij vorige gelegenheden. Er zijn
belangrijke vergoeding gestort aan het Sanitair Fonds die achteraf ten
11.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Des indemnités
considérables avaient été versées
indûment, comme il est apparu
ultérieurement, au Fonds sanitaire.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
onrechte bleken te zijn zodat men verplicht was die terug te betalen.
Daar de terugbetalingen niet plaatsvonden hebben de schuldeisers
zelfs beslag moeten leggen op enerzijds, Argenteuil en anderzijds,
drie asielcentra waarop tot nu toe nog beslag ligt. Het totaal van de
schuldvorderingen was niet mis: meer dan 12,5 miljoen euro, waarop
intresten zijn bekomen.
Klopt het dat die intresten de hoofdsom quasi overstijgen? In
november is er 7,4 miljoen euro betaald. In antwoord op mijn
schriftelijke vraag nr. 0584, mijnheer de minister, heeft de minister
van Financiën geantwoord dat begin 2005 met de middelen van de
begroting 2005 van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de
Voedselketen en Leefmilieu, de resterende betaling zou plaatsvinden.
Niettegenstaande dat moet ik vaststellen dat er nieuwe procedures
zijn geactiveerd voor de beslagrechter waarbij de Belgische overheid
andermaal tot bijkomende schadevergoeding is veroordeeld wegens
tergend en roekeloos geding. Dat was de reden waarom de
beslagprocedures nogmaals werden geactiveerd, mijnheer de
minister.
Hoeveel gerechtskosten en erelonen aan advocaten werden intussen
in die procedures reeds betaald? Wat zijn uw regelingsinzichten op dit
ogenblik? Zijn er betalingen gepland en zo ja, tegen wanneer? En
bent u van plan, mijnheer de minister, de procedures terzake te
staken?
Elles n'ont toutefois pas été
remboursées. Il s'agissait d'une
créance de plus de 12,5 millions
d'euros. Est-il exact qu'entre-
temps les intérêts sont près de
dépasser la somme initiale?
Un montant de 7,4 millions d'euros
a été payé en novembre. Le
ministre des Finances a répondu à
ma question écrite que le solde
serait versé début 2005. Des
nouvelles procédures ont
néanmoins été engagées devant
le juge des saisies et ont entraîné
une nouvelle condamnation de
l'Etat belge au paiement de
dommages-intérêts
supplémentaires.
Pourquoi ces procédures ont-elles
été engagées? A combien
s'élèvent les sommes déjà payées
en frais de justice et en honoraires
d'avocats? Comment le ministre
va-t-il résoudre ce problème? Des
paiements vont-ils être effectués?
Le ministre souhaite-t-il suspendre
les procédures?
11.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de volksvertegenwoordiger,
in november 2004 werd een eerste bedrag van 12.574.190,21 euro
betaald aan de eisers. De beslagprocedures waarnaar u verwijst
werden ingezet voor die eerste betalingen en kennen nu hun verder
verloop tot wanneer de definitieve afrekening uitgevoerd zal zijn. Het
resterende, nog niet gedefinieerde, gedeelte van dezelfde schuld blijft
openstaan tot na de definitieve berekening van dat bedrag.
Ik heb met de tegenpartijen afgesproken dat een definitieve
afrekening van de verschuldigde bedragen zou worden opgemaakt,
rekening houdend met een juiste afrekening van de intresten, met de
eventueel genoten steun, en met de nog verschuldigde bijdragen van
die slachthuizen aan het Fonds na de regularisatie in 1996. Zodra die
afrekening is afgerond zal ik aan mijn collega die bevoegd is voor de
Begroting vragen in de nodige budgetten te voorzien.
De gerechtskosten en erelonen sinds de overdracht van de
bevoegdheden van het ministerie van Landbouw aan de Federale
Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu, bedragen voor de jaren 2003-2004, wat die dossiers
betreft, 282.312,78 euro. Tot daar mijn antwoord.
11.02 Rudy Demotte, ministre:
Les demandeurs ont reçu un
premier paiement de 12.574.190
euros en novembre 2004. Les
actions en saisie ont été engagées
avant le premier paiement et
restent applicables jusqu'au
décompte final. La partie non
encore définie de la dette reste
ouverte jusqu'au calcul définitif.
J'ai convenu avec les parties
adverses de tenir compte, lors du
décompte final, d'un calcul exact
des intérêts, de l'aide éventuelle
et des cotisations restant dues au
Fonds par ces abattoirs. Dès que
le décompte aura été établi, je
demanderai au ministre du Budget
de prévoir les budgets
nécessaires. Les frais de justice et
les honoraires dans le cadre de
ces dossiers s'élèvent à 282.312
euros pour les années 2003 et
2004.
11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik begrijp evenwel niet waarom men een
beslagprocedure laat ze dan nog ingezet wezen voortzet, als er
11.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je ne comprends pas
pourquoi la procédure de saisie a
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
afspraken gemaakt worden tussen partijen met betrekking tot een
regeling. Men had bij wijze van spreken deze beslagprocedure perfect
kunnen laten uitstellen, om vervolgens een definitieve en bindende
regeling te maken met de partijen.
U weet ook dat de kosten die u aanhaalt met betrekking tot 2003 en
2004 slechts een fragment zijn en reeds 282.000 euro belopen. In dit
dossier benaderen de interesten reeds de hoofdsom: 12,5 miljoen
euro. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat dit dossier
langzamerhand mismeesterd blijft. Ik pleit ervoor dat er ten
spoedigste een regeling wordt getroffen en dat er in elk geval geen
verdere procedures meer worden geactiveerd, aangezien dat alleen
maar aanleiding geeft tot extra kosten advocatenkosten en extra
interesten voor de Belgische Staat, die tot niets dienen. De overheid
heeft haar rechten en mag haar rechten uitputten, maar ik meen dat
hier alles juridisch uitgevochten werd en dat er nu een regeling moet
komen conform de uitspraken terzake, want wij leven in een
rechtsstaat.
été poursuivie alors que des
accords avaient été conclus en
vue d'un règlement. On aurait pu
surseoir aux procédures. Le
ministre sait que les frais cités
pour 2003 et 2004 ne représentent
qu'une fraction de la dette. Les
intérêts atteignent pratiquement le
montant du principal. Ce dossier
est très mal géré. Il faut aboutir à
un règlement rapide et ne plus
introduire de nouvelles procédures
car elles ne font que générer des
dépenses supplémentaires pour
l'Etat belge. Les moyens juridiques
ont été épuisés. Il est temps
d'aboutir à un règlement conforme
aux décisions judiciaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de gevolgen van het vonnis van de Turnhoutse rechtbank in verband met de terugbetaling door
de Staat van de bijdragen van een veevoederfabrikant aan het Dioxinefonds" (nr. 6358)
12 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les effets du jugement prononcé par le tribunal de Turnhout concernant le remboursement par l'Etat
des cotisations au fonds dioxine d'un producteur d'aliments pour bétail" (n° 6358)
12.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag, nr. 21 van de agenda, gaat over de
bijdragen aan het Dioxinefonds. Op 24 maart heeft de rechtbank van
eerste aanleg in Turnhout een vonnis uitgesproken waarbij de
Belgische Staat veroordeeld is tot het terugbetalen van bijdragen die
een veevoederfabrikant aan het Dioxinefonds heeft betaald. 160
andere veevoederbedrijven, die in totaal 62,5 miljoen terugvorderen
van de Belgische Staat, wachten eigenlijk op een gelijkluidend arrest
van het hof van beroep.
Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister. Zullen de Belgische Staat
en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
in beroep gaan tegen dit vonnis?
Heeft u kredieten voorzien in de begroting voor de terugbetaling van
die bijdragen?
De rechter deelt ook hier het standpunt van de minister niet dat alles
met betrekking tot de wet van 3 december 1999 zou zijn
overgeheveld, dat het zou behoren tot de bevoegdheid van de
Gewesten en dat het beheer van het Dioxinefonds een gewestelijke
materie is. Hij stelt namelijk in zijn vonnis dat de federale overheid
bevoegd blijft voor deze materie. Blijft de minister van oordeel dat,
zoals hij in zijn antwoord op de vraag van collega Tant heeft gesteld,
de problematiek een gewestelijke aangelegenheid is en geen federale
aangelegenheid, in tegenstelling tot deze uitspraak?
In het antwoord op een vraag van collega Tant stelde de minister
tevens dat op zijn initiatief intensieve technische
12.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le 24 mars dernier, le
tribunal de première instance de
Turnhout a condamné l'Etat belge
à rembourser les contributions
versées par un producteur
d'aliments pour bétail au fonds
dioxine. Quelque 160 autres
producteurs réclament le
remboursement de contributions à
concurrence d'un montant de 62,5
millions d'euros et attendent le
prononcé d'un arrêt semblable en
appel.
L'Etat belge a-t-il l'intention
d'interjeter appel de la décision du
tribunal de Turnhout? Des crédits
sont-ils prévus pour le
remboursement des contributions
au fonds dioxine? Le ministre est-il
toujours d'avis qu'il s'agit d'une
compétence régionale? Les
réunions en groupe de travail avec
les Régions ont-elles déjà permis
de définir une position commune?
Ce dossier a-t-il déjà fait l'objet
d'une discussion au sein du
comité de concertation?
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
werkgroepvergaderingen met de Gewesten werden georganiseerd om
de problemen te onderzoeken, zowel op juridisch als op budgettair
vlak, maar dat er nog geen eenduidig standpunt was met betrekking
tot de overgedragen verplichtingen. U deelde toen ook mee dat die
resultaten zouden worden voorgelegd aan het overlegcomité. Hebben
die werkvergaderingen ondertussen plaatsgevonden? Hebben ze tot
een eenduidig standpunt geleid? Wat is in het overlegcomité hierover
besproken? Wat was het resultaat hiervan, mijnheer de minister?
12.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
volksvertegenwoordiger, naar aanleiding van de dioxinecrisis in 1999,
heeft de federale overheid meer dan 225,5 miljoen euro
overheidsgeld vrijgemaakt voor steunmaatregelen binnen haar
bevoegdheid inzake landbouw. Daarnaast werd aan de landbouw- en
dierenvoedersector gevraagd om supplementair te voorzien in een
bijdrage van 13,4 miljoen euro. In totaal werd bijgevolg 239 miljoen
euro voorzien om de landbouwbedrijven zoveel mogelijk financieel te
ondersteunen.
Alle operationele kosten werden gedragen door de overheid. Er
werden vergoedingen uitbetaald voor de vernietigde dieren en
producten. Er werden goedkope leningen voorzien met een
staatswaarborg en de geleden economische schade werd vergoed.
De recente uitspraak inzake het Dioxinefonds heeft enkel betrekking
op de bijdragen van de dierenvoedersector in dit totaalpakket aan
voorziene middelen voor deze steunmaatregelen. Via deze bijdragen
werd ongeveer 5 miljoen euro geïnd in het Dioxinefonds.
Benadrukt moet worden dat deze juridische uitspraak gebaseerd is op
vormelijke gronden. Het KB werd immers niet tijdig bij wet
bekrachtigd.
De economische steunmaatregelen ten aanzien van
landbouwbedrijven naar aanleiding van de dioxinecrisis en de hieraan
gekoppelde financiering vielen indertijd onder de bevoegdheid van de
federale overheid. Sinds 1 januari 2002 werd deze bevoegdheid
integraal overgedragen aan de Gewesten.
Kort samengevat betekent dit dat de Gewesten eveneens de rechten
en de verplichtingen met betrekking tot deze bevoegdheid hebben
overgenomen. Ik blijf bij mijn mening dat dit dossier een gewestelijke
materie is geworden. De Belgische Staat zal dus in beroep gaan
tegen het vonnis.
Gelet op de bevoegdheidsverdeling moeten de nodige kredieten
worden gevonden in de regionale begrotingen. Ik volg het standpunt
van de rechtbank van eerste aanleg niet. We zullen in beroep gaan
tegen de uitspraak.
Kort na de regionale verkiezingen werd dit dossier opnieuw
voorgelegd aan de nieuwe samengestelde gewestregeringen. Pas
heel recent hebben wij het officieel standpunt van alle Gewesten
ontvangen. De Gewesten zijn van mening dat de verplichtingen
verbonden aan de regionalisering van het landbouwbeleid niet werden
overgedragen voor dit specifieke dioxinedossier. Er werd dus nog
geen eenduidig compromis bereikt tussen de federale en de regionale
overheden. Het dossier zal kortelings worden voorgelegd aan het
12.02 Rudy Demotte, ministre: A
la suite de la crise de la dioxine en
1999, le gouvernement fédéral a
débloqué un budget de plus de
225,5 millions d'euros pour
l'adoption de mesures d'aide aux
exploitations agricoles. Les
secteurs de l'agriculture et de
l'alimentation animale avaient été
invités à l'époque à verser une
contribution supplémentaire pour
un montant de 13,4 millions
d'euros, le budget total atteignant
ainsi 239 millions d'euros. Celui-ci
a servi à dédommager le préjudice
économique subi, à indemniser les
agriculteurs pour la destruction
d'animaux ou de produits et à
accorder des prêts à faible taux
d'intérêt garantis par l'Etat.
Le jugement rendu par le tribunal
de Turnhout concerne uniquement
le secteur de l'alimentation
animale. Le montant des
contributions versées au fonds
s'élève à cinq millions d'euros. Le
jugement est fondé sur des
considérations purement
formelles: l'arrêté royal n'a pas été
confirmé à temps par une loi.
Les mesures de soutien
économique prises lors de la crise
de la dioxine et le financement y
afférent étaient une matière
fédérale jusqu'au 1
er
janvier 2002,
date à laquelle cette compétence
a été transférée aux Régions. Ces
dernières ont ainsi repris les droits
et les obligations de l'Agriculture.
L'Etat belge interjettera appel du
jugement et estime que ce
problème doit être pris en charge
par les budgets régionaux. Peu de
temps après les dernières
élections régionales, le dossier a
été soumis aux nouveaux
gouvernements régionaux. Ces
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
overlegcomité.
derniers estiment que ce point n'a
pas été régionalisé. Le dossier
sera dès lors transmis au Comité
de concertation.
12.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Eens te meer wordt bewezen dat de bij nacht en ontij gesloten
Lambermontakkoorden slechte akkoorden waren omdat ze
onevenwichtig waren. Men weet nu blijkbaar zelfs onder mekaar nog
niet wat werd overgeheveld. Het gevolg daarvan is dat particulieren, of
het nu rechtspersonen zijn, daarvan het slachtoffer zijn. We spreken
in totaal over honderd zestig veevoederbedrijven en over
62,5 miljoen euro. De zwartepiet wordt hier van het federale niveau
toegespeeld aan de Gewesten waardoor de zaken aanslepen,
betalingen terzake uitblijven, intresten oplopen, procedurekosten
worden veroorzaakt en, net zoals in het vorige dossier - we vallen in
herhaling - aldus de belastingmiddelen van mensen zinloos worden
verprutst. Ik betreur dat.
De Belgische Staat heeft uiteraard het recht beroep aan te tekenen. Ik
wens haar dat recht ook niet te ontnemen. Ik moet echter vaststellen
dat ook hier de overheid niet snel en efficiënt is geweest, maar zeer
onzorgvuldig. Zij heeft koninklijke besluiten niet bekrachtigd met alle
gevolgen vandien voor de belastingbetaler. Ik pleit ervoor dit dossier
zo spoedig mogelijk af te handen in plaats dat zowel de Gewesten als
de federale overheid in een egelstelling blijven zitten en dit op de
kosten en de rug van de belastingbetaler. Degenen die de
Lambermontakkoorden mee hebben goedgekeurd, dragen hiervoor
de verantwoordelijkheid en moeten terzake maar eens de hand in hun
eigen boezem steken alvorens er straks nog andere communautaire
akkoorden worden gesloten.
12.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Voilà qui prouve une fois
de plus que les accords du
Lambermont étaient médiocres et
inéquitables. Manifestement, l'on
ne connaît pas exactement les
compétences transférées aux
Régions. Les autorités fédérales
renvoient la balle aux autorités
régionales. Entre-temps, les
paiements se font attendre, les
intérêts augmentent, des
procédures sont instaurées et une
partie considérable des impôts est
jetée par la fenêtre. L'Etat belge a
le droit d'interjeter appel, mais doit
admettre avoir fait preuve de
négligence en ne confirmant pas
l'arrêté royal par une loi en temps
utile. Il convient de ne pas perdre
cet élément de vue lors de la
conclusion d'accords
communautaires ultérieurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
krantenartikel over het generisch product Captopril" (nr. 6160)
13 Question de M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "l'article de
journal au sujet du produit générique Captopril" (n° 6160)
13.01 Luc Goutry (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, op vrijdag 18 maart verscheen in een Vlaamse krant een
artikel waarin een hartpatiënt klaagt over de slechte werking van het
generische geneesmiddel Captopril. In het artikel zegt de patiënt dat
hij met het merkgeneesmiddel Capoten nooit problemen had. Zodra
hij echter overschakelde op het generische product Captopril, zou hij
die problemen wel hebben gekregen. In hetzelfde artikel bevestigt zijn
cardioloog, dokter Hollanders, het probleem. Hij voegt er zelfs aan toe
dat het niet de eerste keer is dat hij een probleem ervaart met
generische geneesmiddelen. Dat zegt die dokter open en bloot in die
krant van vrijdag 18 maart.
Hij voegt er zelfs letterlijk aan toe, en ik citeer: "Het is niet de enige
negatieve ervaring met witte geneesmiddelen. Daarom schrijf ik ze
zelden voor. Van een generisch medicament kan men, zoals zij
worden vervaardigd, niet zeggen dat zij evenwaardig zijn aan de
13.01 Luc Goutry (CD&V): Un
journal flamand a publié, le 18
mars dernier, un article dans
lequel un patient se plaint du
manque d'efficacité d'un
médicament générique, le
Captopril. Dans cet article, le
docteur Hollanders, cardiologue de
ce patient, confirme le problème et
ajoute que ce n'est pas la
première fois qu'il rencontre des
problèmes avec des produits
génériques.
Se justifie-t-il qu'un médecin
exprime publiquement ses doutes
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
originele. Aan een nieuw origineel medicijn gaat nauwgezet
wetenschappelijk onderzoek vooraf, waarbij duizenden proefpersonen
betrokken zijn. Op basis daarvan kan men van een geneesmiddel
zeggen dat het veilig is, dat het werkt en dat het op lange termijn
voordelig is. Bij een wit product volstaat het dat men het test bij amper
twintig proefpersonen. Is het effect vergelijkbaar, dan wordt het
goedgekeurd. Er mag qua werking een afwijking van 10% naar boven
en 10% naar beneden zijn". Dat is een citaat van die dokter, open en
bloot in de krant. Iedereen kan dat lezen.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u samen met mij verwonderd zult
zijn over dergelijke uitlatingen van dokters in kranten. Ik vind het nogal
onwetenschappelijk zoiets in een krant te beweren. Bovendien is het
wetenschappelijk en deontologisch beter dat een arts zich in zo'n
geval wendt tot de farmaceutische inspectie bij de administratie van
Volksgezondheid, in plaats van in de krant berichten te zetten die bij
allen die in generische producten geïnteresseerd kunnen zijn, meteen
de moed en motivatie wegnemen die producten in de toekomst nog te
gebruiken.
Ik kom tot mijn vragen. Ten eerste, wat is uw standpunt over deze
berichtgeving?
Ten tweede, vindt u het deontologisch verantwoord dat een arts via de
krant problemen met een bepaald geneesmiddel bekendmaakt?
Ten derde, vindt u het deontologisch verantwoord dat een arts via de
krant zijn openlijke twijfel uitdrukt tegenover generische
geneesmiddelen in het algemeen?
Ten vierde, wat vindt u over de bewering dat generische
geneesmiddelen niet evenwaardig zijn aan de originele producten?
Dat is immers wat die dokter daar zegt.
Ten vijfde, denkt u dat zulke onwetenschappelijke krantenberichten
ernstige schade kunnen toebrengen aan objectieve en onafhankelijke
geneesmiddeleninformatie?
Ten zesde, vreest u dat het vertrouwen in generische producten
ernstig kan worden geschaad door dergelijke beweringen?
Ten zevende, werd over het betrokken product, Captopril, bij de
farmacovigilentieafdeling van de farmaceutische inspectie een klacht
geformuleerd? Loopt er een onderzoek omtrent de werking van het
bewuste product of zijn er al resultaten bekend?
Ten achtste, welke maatregelen zult u nemen tegenover al die
beweringen?
à propos des médicaments
génériques en général et du
Captopril en particulier? Que
pense le ministre des allégations
de ce médecin, à savoir que les
médicaments génériques ne
seraient pas aussi efficaces que
les originaux? De telles assertions
dénuées de tout caractère
scientifique ne nuisent-elles pas à
l'information objective et impartiale
sur les médicaments? Une plainte
a-t-elle été déposée à propos du
Captopril et une enquête a-t-elle
été diligentée auprès de
l'Inspection pharmaceutique?
Quelles mesures le ministre
compte-t-il prendre par rapport aux
affirmations publiées dans la
presse?
13.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Goutry, vooreerst verheugt
het mij u te kunnen melden dat het aantal voorschriften voor
generische geneesmiddelen toeneemt. Anderzijds blijft het feit dat er
nog steeds een aantal artsen is dat zich wantrouwig of zelfs afwijzend
ten opzichte van die generische middelen opstelt. Dat gevoel kan
helaas ook zijn weerslag hebben op de patiënten.
Wat uw tweede en derde vraag betreft, ben ik het met u eens dat die
artsen zich beter tot het directoraat-generaal Geneesmiddelen, DGG,
13.02 Rudy Demotte, ministre:
Je me réjouis de l'augmentation
des prescriptions de médicaments
génériques. De nombreux
médecins restent pourtant
méfiants et très réticents. Cette
attitude a, en effet, des
répercussions pour les patients.
Ces médecins feraient mieux de
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
dan tot de pers zouden richten. Indien er een probleem lijkt te bestaan
met een geneesmiddel, ongeacht of het origineel of generisch is, is de
beste houding om eerst de bevoegde overheden op de hoogte te
brengen. Die zullen immers alle maatregelen nemen om onmiddellijk
alle adequate controles door te voeren.
Ten vierde, ik herhaal dat generische geneesmiddelen aan dezelfde
wetenschappelijke normen als originele geneesmiddelen moeten
voldoen. Het naleven van die normen wordt tijdens de
registratieprocedure onderzocht. De aanvrager kan bij de registratie
van een generiek verwijzen naar de resultaten van de studies die voor
het originele geneesmiddel, dus het referentiegeneesmiddel, zijn
verricht voor zover de twee producten in wezen gelijkwaardig zijn. In
wezen gelijkwaardige geneesmiddelen hebben hetzelfde actieve
bestanddeel en dezelfde farmaceutische vorm en zijn dus bio-
equivalent. Dat betekent dat ze equivalente concentraties in het
organisme voortbrengen. Ze hebben bijgevolg een equivalente
doeltreffendheid en veiligheid.
Ik kom tot de vijfde en de zesde vraag. Een dergelijk artikel dat
gebaseerd is op een persoonlijke ervaring van een enkele patiënt en
een enkele arts kan inderdaad schadelijke gevolgen hebben voor de
publieke opinie betreffende generische geneesmiddelen. Dat is in het
bijzonder zo bij mensen die al bepaalde twijfels hadden.
Zevende vraag. Het DDG heeft slechts zeer zelden klachten van
artsen of patiënten over generieken gekregen. Twee ervan hadden
betrekking op generische producten op basis van Captopril. In beide
gevallen werd het lotnummer van het verdachte geneesmiddel
opgevraagd. Vervolgens werd een staal van het lot in kwestie
genomen teneinde de kwaliteit ervan na te gaan. Tot op heden
stemden alle aldus genomen stalen van generische geneesmiddelen
overeen met de registratiegegevens en werden er geen producten uit
de handel genomen.
Ik kom tot de achtste vraag. Op 18 maart heeft het DGG via het
agentschap Belga gereageerd. De reactie werd ook in heel wat
geschreven en audiovisuele media weergegeven. Dit probleem toont
aan dat mijn campagne omtrent generische geneesmiddelen moet
worden voortgezet.
s'adresser à la direction générale
des Médicaments qu'à la presse.
Si un médicament pose problème,
il faut d'abord en informer l'autorité
compétente. Celle-ci peut mener
les contrôles adéquats qui
s'imposent.
Les médicaments génériques
doivent répondre aux mêmes
normes scientifiques que le
médicament original. Une enquête
détaillée est réalisée à cet égard
au cours de la procédure
d'enregistrement. En réalité, les
deux médicaments sont
analogues, ont les mêmes
principes actifs et la même forme
pharmaceutique. Ils sont bio-
équivalents et produisent des taux
de concentration équivalents dans
l'organisme. Ils offrent la même
efficacité et la même sécurité.
De telles rumeurs dans la presse
influencent négativement l'opinion
publique, essentiellement les gens
qui doutaient déjà de la valeur des
médicaments génériques.
La DGM reçoit très peu de plaintes
concernant les médicaments
génériques. Le Captopril a fait
l'objet de deux plaintes. Le
numéro de série des produits
suspects a été demandé et un
échantillon a été examiné. Tout
est rentré dans l'ordre à ce jour et
aucun produit n'a été retiré du
marché.
La réaction que la Direction
Générale Médicaments a fournie
le 18 mars à Belga a été relayée
par de nombreux médias. Certains
éléments prouvent que la
campagne sur les médicaments
génériques doit se poursuivre.
13.03 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord. Uw antwoord was interessant: u trekt de lijn door, conform
uw beleid. Ik denk ook dat het goed is dat die informatie wordt
verspreid, want bij de mensen leeft nog te veel het idee dat
generische producten minderwaardig zouden zijn of niet even efficiënt
als originele geneesmiddelen. We moeten er dan ook alles aan doen
om die overtuiging te ontkrachten, zodat men opnieuw vertrouwen
kan hebben in generische producten. Dat is ook wat u via uw
campagne en via de gezondheidswet probeert te doen.
13.03 Luc Goutry (CD&V): Trop
de gens pensent encore que les
médicaments génériques sont de
moindre qualité. Nous devons tout
faire pour les convaincre du
contraire.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Voor de rest neem ik akte van uw duidelijke en klare antwoorden op
de verschillende vragen. Uiteraard zal ook ikzelf het nodige doen om
uw antwoorden te helpen bekendmaken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het gebruik van antibiotica" (nr. 6292)
14 Question de M. Patrick De Groote au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
14.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de overconsumptie van antibiotica is niet alleen een zaak
van de medische maar ook van de veterinaire wereld. Ook dit is een
probleem voor de volksgezondheid en overstijgt de budgettaire
problemen.
Een tijdje geleden kwam een zwendel in dieren aan het licht. Hoewel,
het moet gezegd dat sinds de dioxinecrisis de controles veel beter en
grondiger gebeuren. De traceerbaarheid van de dieren is bijna een
sluitend systeem geworden. AlIe lof voor de heer Van Themsche en
zijn team, zou ik zeggen. Om dit beleid te kunnen handhaven, moeten
we evenwel kritisch blijven. Bij controles met betrekking tot de
hoeveelheden gespoten antibiotica in de veeteelt meet men de
concentraties aan de insteekplaats. Bij de evaluaties voor het gebruik
en het goedkeuren van antibiotica in de veestapel hanteert men de
concentraties die gemeten zijn in ongeveer 300 à 500 gram vlees,
hetgeen reeds een grote portie is in menselijke consumptie.
Onder druk van de farmaceutische industrie zou men de methode van
de insteekplaats verlaten ten voordele van de 300 à 500 gram-meting.
Er wordt gesteld dat het minder gevoelig is. Het gaat om de
verordening 2377/90 ter bepaling van de maximumwaarde voor
residuen in de vrije handel van vlees. Het FAVV is om een of andere
reden de piste van de 300 à 500 gram goed genegen. De reden
daarvoor kennen we niet. Het Agentschap leverde nochtans goed
werk. Toch kiest het voor een minder gevoelige methode. Het FAVV
laat zich adviseren door een wetenschappelijk comité waarin DG
dierengeneesmiddelen geen zitje mochten hebben. Dit is, mijns
inziens, dus een politieke beslissing van het FAVV. De veeartsen-
keurders zijn nochtans voorstander van de controle aan de
insteekplaats zoals het vroeger gebeurde en die veel gevoeliger is. Zij
krijgen blijkbaar geen gehoor.
Ik kom tot mijn vragen, mijnheer de minister.
Erkent u de problemen zoals ze worden geschetst of hebt u hierover
een andere mening? Hoe staat u ten opzichte van de problematiek
van de overconsumptie van antibiotica in de veeteelt. In de medische
wereld is uw standpunt terzake bekend. Bent u bereid terzake
initiatieven te nemen zodat de controles aan de insteekplaatsen
verder kunnen blijven doorgaan?
14.01 Patrick De Groote (N-VA):
La surconsommation d'antibio-
tiques dans les milieux
vétérinaires représente aussi une
menace pour la santé publique et
elle dépasse même le cadre des
problèmes budgétaires. Quoique
les contrôles se soient améliorés
depuis la crise de la dioxine, une
fraude a été mise au jour encore
récemment dans le secteur
animalier. Pourtant, la traçabilité
des animaux est quasiment
garantie à cent pour cent.
Afin de déterminer combien
d'antibiotiques ont été injectés, on
mesure maintenant leurs
concentrations à l'endroit où
l'injection a été effectuée. Mais
sous la pression de l'industrie
pharmaceutique, les autorités
européennes opteraient à présent
pour la mesure moins sensible des
300-500 grammes. C'est ce qui
ressort du règlement 2377/90.
L'agence fédérale pour la sécurité
de la chaîne alimentaire considère
manifestement que cette mesure
différente est une bonne idée. Elle
prend l'avis d'un comité
scientifique au sein duquel la
direction générale Médicaments
n'est pas représentée. Il s'agit
donc d'une décision politique de
l'AFSCA. Les inspecteurs sont,
quant à eux, favorables à des
contrôles à l'endroit de l'injection.
Le ministre nierait-il que ce type de
problèmes se posent? Que pense-
t-il de la surconsommation
d'antibiotiques dans le monde
médical et dans l'élevage?
Envisage-t-il de prendre des
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
mesures afin que les contrôles à
l'endroit de l'injection puissent se
poursuivre?
14.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, collega De
Groote, het antibioticagebruik in de veeteelt is streng
gereglementeerd. Het belang van een goed georganiseerde bewaking
met het oog op het vermijden van ongewenste residuen in de
voedselketen kan evenwel niet ontkend worden. Tot zover ben ik het
helemaal met u eens.
Uw schets van het optreden in dit kader is evenwel niet accuraat en
wekt de indruk dat de aandacht van het FAVV voor het misbruik van
antibiotica of voor het niet respecteren van wachttijden niet langer een
prioriteit is. De verordening van de EU 2377/90 legt de
maximumresiduen vast voor toegelaten geneesmiddelen in de
veeteelt, inzonderheid antibiotica.
Vervolgens is er de richtlijn 96/23EG die de lidstaten oplegt elk jaar
een bemonsteringsprogramma te realiseren in verhouding tot hun
productie. De doelstelling daarvan was bij wijze van monitoring,
waarbij monsters eerder willekeurig worden genomen, een globaal
beeld te bekomen van de toestand in elke lidstaat en in de Unie.
Het is in dit kader dat vleesmonsters van 300 tot 500 gram worden
genomen. Deze werkwijze is sedert de aanvang toegepast en is niet
gewijzigd. Overigens worden in het programma beduidend meer
monsters genomen dan wat volgens de richtlijn minimaal is vereist.
Daarnaast zijn er de gevallen waarbij tijdens de keuring in het
slachthuis tekenen aanwezig zijn die duiden op de aanwezigheid van
residuen. In dat geval daarvoor bestaan duidelijke instructies in het
FAVV wordt telkens een laboratoriumanalyse uitgevoerd met een
niertest. Een analyse van een spuitletsel kan uiteraard alleen
gebeuren indien een letsel wordt aangetroffen. Ongunstig resultaat
van de niertest of de testen op een spuitletsel leidt steeds tot
afkeuring van het karkas. Met de resultaten van de spuitletsels kan
men makkelijker opsporen om welk antibioticum het gaat of toch
minstens tot welke groep het behoort. Aan de hand daarvan kan dan
naast de afkeuring een onderzoek worden gevoerd naar de eventuele
illegale behandeling of het niet-respecteren van de voorgeschreven
wachttijd met het oog op de eventuele toekenning van een R-statuut,
residu-statuut, aan het bedrijf.
Ten tweede, ik ben uiteraard ten zeerste gevoelig voor een
verantwoord geneesmiddelengebruik en dit zowel in de humane als in
de dierengeneeskunde en zeker inzake het antibioticagebruik. Ik
verwijs hiervoor naar een beduidend grotere controle-inspanning, die
in de veeteelt wordt geleverd, dan wat België krachtens de Europese
reglementering verplicht is. Ik verwijs eveneens naar het initiatief
BAPCOC, Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee, waarbij
de problematiek van de antibioticaresistentie wordt bestudeerd wat op
termijn moet leiden tot een meer verantwoord antibioticagebruik. In de
voorbije maanden verspreidde het Voedselagentschap ook een map
bij de praktijkdierenartsen die samengesteld werd met ondersteuning
van het Wetenschappelijk Comité.
In die map worden het antibioticagebruik, de gevolgen ervan voor de
veiligheid van de voedselketen en eventuele resistentievorming op
14.02 Rudy Demotte, ministre:
L'utilisation d'antibiotiques dans
l'élevage est réglementée très
strictement. Un contrôle bien
organisé est très important
également. Mais le tableau dressé
par M. De Groote ne reflète pas
exactement la réalité et il donne
l'impression que l'abus
d'antibiotiques et le non-respect
des délais d'attente ne sont plus
des priorités pour l'AFSCA.
Dans le règlement 2377/90 ont été
fixés les résidus maximums pour
les médicaments autorisés dans
l'élevage. La directive 96/23/CE
prévoit que chaque Etat membre
est tenu de réaliser tous les ans
un programme d'échantillonnage
proportionnel à sa production.
C'est dans ce cadre que sont
prélevés des échantillons de
viande dont le poids oscille entre
300 et 500 grammes. La méthode
employée est inchangée à ce jour.
Au demeurant, on prélève
beaucoup plus d'échantillons que
ce qui est requis.
Si, lors du contrôle en abattoir, des
éléments suggèrent la présence
de résidus, il est systématique-
ment procédé à des analyses en
laboratoire et à une inspection des
reins. Les lésions dues à des
injections doivent être analysées le
cas échéant. Lorsque les résultats
sont mauvais, la carcasse est
refusée. Par ailleurs, une enquête
peut être réalisée pour détecter un
traitement illégal ou le non-respect
des délais d'attente.
Je suis très sensible à l'utilisation
modérée de médicaments, égale-
ment en médecine vétérinaire et à
plus forte raison lorsqu'il s'agit
d'antibiotiques. Dans notre pays,
le nombre de contrôles réalisés
est nettement plus important que
ce que prévoit l'Europe. Le
"Belgian
Antibiotic Policy
Coordination Committee" étudie le
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
thematische wijze belicht. Twee fiches, op een totaal van 14, werden
momenteel reeds verspreid.
Ten derde, zoals reeds vermeld, blijft het onderzoek van
injectieplaatsen op residuen van antibiotica een belangrijk middel in
de aanpak van vermeende misbruiken. Ik wil overigens opmerken dat
het wetenschappelijk comité bij het FAVV, zoals zijn naam het
aangeeft, bestaat uit wetenschappers die geselecteerd werden op
grond van hun bewezen wetenschappelijke activiteiten en
deskundigheid. Bij de samenstelling van het comité werd gestreefd
naar een zo evenwichtig mogelijke aanwezigheid van wetenschappers
uit de verschillende disciplines.
Ik meen dat het belangrijk is hierbij te benadrukken dat de leden van
het wetenschappelijk comité niet een of andere instantie
vertegenwoordigen, maar net vanuit hun ervaring en deskundigheid in
alle objectiviteit en onafhankelijkheid hun adviezen dienen te kunnen
uitbrengen.
problème de la résistance aux
antibiotiques, ce qui doit induire
une utilisation plus raisonnable de
ces médicaments. Au cours des
derniers mois, l'AFSCA a fourni un
dossier aux vétérinaires actifs
dans le domaine. Le comité
scientifique a collaboré à cette
publication. Deux des 14 fiches
ont déjà été diffusées.
L'examen des zones d'injection
demeure un moyen essentiel. Le
comité scientifique de l'AFSCA
réunit d'ailleurs des scientifiques
sélectionnés pour le travail qu'ils
ont accompli et pour leur
expérience. Nous essayons de
réaliser un équilibre entre les
différentes disciplines. Les
membres du comité doivent
donner leur avis en toute
indépendance.
14.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw zeer uitgebreid en duidelijk antwoord. Het systeem voor de
traceerbaarheid van dieren is nu dus bijna sluitend. Het verheugt mij
dat u mij de garantie kunt geven dat dit in de toekomst gehandhaafd
zal blijven, dat u bezorgd bent, dat u mij de garantie geeft dat het
antibioticagebruik in de veterinaire wereld streng gereglementeerd
blijft en dat u de controles op de voet volgt.
14.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je me réjouis que le ministre me
garantisse le maintien d'une
traçabilité pratiquement sans faille,
que la consommation d'antibio-
tiques demeure strictement
réglementée et que les contrôles
ne sont pas pris à la légère.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
overvolle ziekenhuizen" (nr. 6346)
15 Question de Mme Hilde Dierickx au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
saturation des services hospitaliers" (n° 6346)
15.01 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, enkele weken geleden ondertussen misschien
enkele maanden waren de ziekenhuizen wederom goed bezet. In
mijn provincie, Oost-Vlaanderen, was het wel heel opvallend: daar
konden bijvoorbeeld patiënten met hartproblemen niet aan de monitor
worden gelegd, omdat alle monitors bezet waren. Er waren ook
patiënten die anderhalve dag moesten wachten alvorens ze
behandeld konden worden. Er waren ook patiënten die nog niet
voldoende hersteld waren om naar huis te gaan, maar toch vroegtijdig
naar huis werden gestuurd om bedden vrij te maken.
Die situatie doet zich natuurlijk niet enkel voor in mijn provincie, maar
ook in Antwerpen. Daar werd destijds een deel van het rampenplan
geactiveerd om de situatie op een overzichtelijke manier te kunnen
volgen. Het was ook niet de eerste keer dat zoiets gebeurde. Ergens
is het ook wel te begrijpen dat er in de winter meer patiënten, zeker
jonge patiënten, zijn en dat de ziekenhuizen overvol raken. Zo waren
15.01 Hilde Dierickx (VLD): Il y a
quelque temps, les hôpitaux ont à
nouveau connu un fort taux
d'occupation. En Flandre orientale,
il était impossible de brancher les
patients cardiaques sur un
moniteur; des patients ont dû
attendre un jour et demi pour
recevoir un traitement et d'autres
ont été renvoyés chez eux
prématurément. A l'époque, la ville
d'Anvers a même déclenché
partiellement le plan catastrophe
pour faire face à la situation. Fin
2003, tous les hôpitaux
limbourgeois étaient complets, en
raison principalement de
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
eind 2003 in Limburg alle ziekenhuizen bezet, hoofdzakelijk door
jonge patiënten met luchtwegeninfecties. Het fenomeen van de
overbezette ziekenhuizen bleef vroeger echter beperkt tot enkele
weken, maar blijkt nu 6 tot 8 weken te duren.
Uiteraard kan die situatie gevaarlijk zijn. Enerzijds worden patiënten
niet behandeld en anderzijds worden behandelde patiënten vroegtijdig
naar huis gestuurd. De reden daarvoor is deels de vergrijzing van de
bevolking, de betere verzorging en zeker ook de afbouw van het
aantal ziekenhuisbedden. Mijns inziens moet die tendens worden
afgeremd, anders kan er een gevaar bestaan voor de
volksgezondheid.
Vandaar dat ik graag van u had vernomen of u maatregelen zult
nemen om de patiënten beter op te vangen tijdens de piekperiode,
mijnheer de minister. Ik merk bovendien op dat er deze winter geen
epidemieën waren, in tegenstelling tot andere jaren waarin
griepepidemieën de toestand nog schrijnender maakten. Is het wel
zinvol om bepaalde kleinere ziekenhuizen te sluiten, aangezien de
situatie zich elke winter herhaalt? In de provincie Oost-Vlaanderen
denk ik daarbij concreet aan onder andere de ziekenhuizen in
Oudenaarde en Lokeren, waarvoor u eraan denkt maatregelen te
nemen betreffende de pediatrieafdeling.
l'admission de jeunes patients
victimes d'infections pulmonaires.
Il est compréhensible que
davantage d'hôpitaux soient
saturés en hiver mais, par le
passé, ce phénomène ne durait
que quelques semaines.
Actuellement, cette situation
s'éternise depuis déjà 6 à 8
semaines. Il n'y a pourtant pas eu
d'épidémie au cours de l'hiver
dernier. Les causes de cette
surpopulation sont le vieillissement
de la population, l'amélioration des
soins et la réduction du nombre de
lits. Il faut mettre un terme à cette
dernière évolution car elle menace
la santé publique.
Le ministre va-t-il prendre des
mesures pour améliorer la prise en
charge des patients pendant cette
période de saturation? Est-il
raisonnable de fermer les petits
hôpitaux en sachant que cette
situation se répète chaque hiver?
Le ministre envisage de prendre
des mesures concernant le service
de pédiatrie des hôpitaux
d'Audenarde et de Lokeren.
15.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
volksvertegenwoordiger, u hebt in uw eerste vraag de aandacht
getrokken op de verzadiging in de beddenbezetting in ziekenhuizen.
Dat probleem is een tijdelijk probleem, gedurende een korte
tijdsperiode op momenten van infectiepieken. Dat hebt u zelf net
gezegd.
Ik ben mij terdege bewust van het belang van een continue monitoring
van de ziekenhuisbehoeften.
Momenteel is een studie lopende over de toekomstige behoeften aan
acute ziekenhuisvoorziening in België, gefinancierd door mijn
diensten. De tussentijdse resultaten tonen dat er momenteel geen
tekort is aan bedden.
Hoewel er een opvallend sterke stijging van de ziekenhuisopnamen
merkbaar is in de leeftijdgroep van 75 jaar en ouder, blijkt de
gemiddelde verblijfduur doorgaans sterker te dalen dan verwacht was,
en blijkt de globale beschikbaarheid van bedden zeker voldoende om
de behoeften te dekken. Met piekmomenten wordt trouwens wel
degelijk rekening gehouden door geen bezettingsgraad van 90% tot
95% te vereisen. Momenteel is de gemiddelde bezettingsgraad 80%.
Voor bepaalde diensten, zoals pediatrie, is de gemiddelde
bezettingsgraad slechts 70% en is er dus in een ruime marge
voorzien.
Ook is de herwerkte financiering, die momenteel eerder gebaseerd is
15.02 Rudy Demotte, ministre:
La saturation des hôpitaux
constitue un problème temporaire
survenant lors des pics
d'infections. A l'heure actuelle, une
enquête relative au besoin en lits
hospitaliers aigus est en cours.
Les résultats intermédiaires ne
révèlent aucune pénurie de lits. Le
nombre d'admissions de patients
âgés de plus de 75 ans a certes
augmenté, mais parallèlement, la
durée du séjour a diminué plus
que prévu. Il est bel et bien tenu
compte des moments de pointe.
Le taux moyen d'occupation
s'élève à quatre-vingt pour cent et
septante pour cent seulement
dans les services pédiatriques. Il
existe donc une marge suffisante
pour faire face aux pics
d'admissions. Le nouveau mode
de financement permettra de
mieux prendre en compte toute
évolution susceptible de conduire
à une pénurie de lits.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
op activiteiten, beter aangepast om te kunnen inspelen op trends die
zouden duiden op een beddentekort. De activiteitsgraad heeft immers
rechtstreeks een invloed op het aantal verantwoorde bedden.
Op de tweede vraag die u stelt, kan ik antwoorden dat er momenteel
geen plannen bestaan om over te gaan tot de sluiting van
ziekenhuizen.
Aucun plan ne prévoit la fermeture
d'hôpitaux.
15.03 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, dank u wel voor uw antwoord.
Mijnheer de minister, u kunt vaststellen of die pieken regelmatig,
bijvoorbeeld elke winter, terugkomen. Ik wil er nogmaals de nadruk op
leggen dat die pieken langer blijven duren.
Ten tweede, u gaat geen ziekenhuizen sluiten. Dat had ik wel
verwacht. Ik hoop dat u ook geen afdelingen van ziekenhuizen, zoals
bijvoorbeeld de pediatrie, zult sluiten.
Kunt u daarover ook uitsluitsel geven of wacht u daarover de studie
af?
15.03 Hilde Dierickx (VLD): Les
pics reviennent régulièrement et
s'étalent également sur des
périodes toujours plus longues.
Qu'il n'existe pas de projets de
fermeture d'hôpitaux ne me
surprend pas mais j'espère
également qu'aucun département
ne sera fermé et je pense plus
particulièrement aux départements
pédiatriques.
15.04 Minister Rudy Demotte: Mevrouw Dierickx, ik zal over dat
tweede punt zeer voorzichtig zijn. Ik ben elke dag in onderhandeling
met de sector. Om die reden zal ik mij niet uitspreken.
Onze bedoeling ik herhaal dat is niet de sluiting van bijzondere
afdelingen, maar wel de verbetering van het aanbod, wat de
pediatrische zorg betreft. Het debat wordt in die zin gevoerd. Er
bestaan problemen in termen van kwaliteit. Sommige diensten
werken zeer goed, met voldoende personeel en hoge kwalificatie.
Andere diensten, het spijt me, doen het niet zo goed.
15.04 Rudy Demotte, ministre:
Les négociations avec le secteur
sont encore en cours à ce niveau
et je ne souhaite dès lors pas
m'exprimer sur le sujet. Notre
intention première ne consiste pas
à fermer des départements, mais
à accroître la qualité de l'offre. Le
fonctionnement de certains
services laisse en effet à désirer.
15.05 Hilde Dierickx (VLD): Dank u wel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Monsieur le ministre, je vous propose de traiter les points 19 et 20 de notre ordre du jour
avant de clôturer nos travaux pour ce matin.
15.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, ik
heb vier vragen die na elkaar op de agenda staan, want de heer
Verherstraeten heeft vraag nr. 6358 al gesteld. Mag ik beginnen met
de twee eerste vragen en daarna de volgende twee stellen?
De voorzitter: Dat heb ik gezegd.
15.07 Luc Goutry (CD&V): Madame la présidente, à un certain
moment, il faudra bien s'interroger sur la façon de résoudre le
problème des questions. Une cinquantaine reste en suspend. 10 ou
12 de mes questions n'ont pas encore été traitées alors que certaines
d'entre elles ont été déposées en février-mars.
15.08 Rudy Demotte, ministre: Madame la présidente, j'ai déjà dit à
de nombreuses reprises dans cette commission que je considérais la
manière de faire en la matière, déplorable.
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ik heb al twintig keer aan de commissie gezegd dat het volgens mij
ook een slechte manier van werken is. Ten eerste, er zijn veel
volksvertegenwoordigers die regelmatig niet aanwezig zijn op de
sessies van de commissie. Ik heb al voorgesteld dat de vragen
automatisch in schriftelijke vragen worden omgezet.
15.09 Luc Goutry (CD&V): Normaal gebeurt dat.
15.10 Minister Rudy Demotte: Het gebeurt niet. Ik zie ook de
achterstand die wij nog hebben.
Ten tweede, ik heb een concreet voorstel gedaan over de organisatie
van de twee commissies. Voor de actualiteitsvragen zouden we één
commissievergadering kunnen organiseren in plaats van twee. We
zouden veel tijd winnen.
15.11 Luc Goutry (CD&V): We zouden ook eens op maandag of op
woensdag kunnen vergaderen, hoewel woensdag wat moeilijker ligt.
15.12 Minister Rudy Demotte: Woensdag is niet mogelijk. Van een
minister wordt gevraagd om toch minimum aanwezig te zijn op zijn
kabinet. Ik spreek zelfs niet van een aanwezigheid op het terrein. De
mensen zie ik niet meer. Ik moet echter contact hebben met mijn
kabinet. Ik vraag dus om de maandagen vrij te houden. Anders kan ik
niet werken.
15.13 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, er gaat geen enkel
verwijt naar u. Integendeel, wij appreciëren ...
15.14 Minister Rudy Demotte: Een andere mogelijkheid is dat de
commissie aanvaardt dat de minister zich voor technische vragen die
in de commissie worden gesteld, laat vertegenwoordigen door
specialisten. Er zijn immers veel vragen die absoluut geen politieke
meerwaarde hebben. Bekijk de vragen eens en u zal dat ook
opmerken. Er zijn natuurlijk ook vragen met een politieke
meerwaarde.
15.15 Luc Goutry (CD&V): Mijnheer de minister, de uitzonderingen
zijn natuurlijk alle vragen die wij stellen. Dat is anders.
15.16 Minister Rudy Demotte: Altijd.
15.17 Hilde Dierickx (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, wat betreft de orde van de werkzaamheden, iedereen is het
erover eens dat er te veel vragen gesteld worden. Ik wil mijn vragen,
allemaal of het grootste deel, gerust omzetten in schriftelijke vragen.
Kunnen wij dan echter ergens de garantie krijgen dat ze binnen een
bepaalde tijd beantwoord worden? Mijnheer de minister, ik vraag dat
wel in het algemeen. Ik heb immers ondervonden dat u zich zeker aan
de termijn houdt, maar als alle of de meeste vragen worden omgezet
in schriftelijke vragen hoe zal het dan verlopen?
15.18 Minister Rudy Demotte: Ik wil het zelfs gedurende de
commissie laten gebeuren. Als iemand zegt dat hij wenst dat zijn
vraag in een schriftelijke vraag omgezet worden, kan ik onmiddellijk
het antwoord bezorgen aan het parlementslid en een kopie aan de
diensten zodat er geen probleem is. Ik heb mijn antwoorden steeds
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
bij. Wij verliezen dus geen tijd.
15.19 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik zal mijn vier vragen
omzetten in schriftelijke vragen.
De voorzitter: Mevrouw Turtelboom, gaat u daarmee akkoord?
15.20 Annemie Turtelboom (VLD): Ik zal mijn vraag toch maar
stellen.
16 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de activeringsprojecten in de geestelijke gezondheidszorg" (nr. 6348)
16 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "les projets d'activation dans le secteur des soins de santé mentale" (n° 6348)
16.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb u vorig jaar rond deze periode een vraag gesteld
over de pilootprojecten voor psychiatrische thuiszorg. Die werden op
het eind van vorig jaar voor een jaar verlengd. Ook de
activeringsprojecten zijn voor een jaar verlengd, maar met beperkte
budgetten.
Op 10 december 2004 werd er een interministeriële conferentie
gehouden tussen de federale ministers en de ministers van de
deelstaten. Daar werd beslist de subsidiëring voor de
activeringsprojecten op het federale niveau toch voort te zetten. De
subsidiëring werd wel verminderd, waardoor de projecten met die
verminderde financiering nog het hele jaar konden voortwerken.
De basisopdracht van de dagcentra bestaat erin de psychiatrische
patiënten te activeren en hen voor te bereiden op een terugkeer in de
samenleving. Die projecten bevinden zich heel duidelijk op het
raakvlak tussen het federale en het Vlaamse beleidsniveau. Enerzijds,
zijn er de duidelijke linken met werkgelegenheid, welzijn en
gehandicapten; anderzijds, is er de duidelijke link met de
volksgezondheid. Die onduidelijkheid tussen de bevoegdheden van
de verschillende regeringen, of de overlapping van die
bevoegdheden, maakt dat die projecten na een jaar opnieuw in de
grootste onzekerheid vertoeven.
Ik weet, mijnheer de minister dat er op 10 december 2004 ook gezegd
werd dat er een werkgroep zou samenkomen tussen de federale
overheid en de deelstaten, die zich zou buigen over de toekomst van
die activeringsprojecten. Daarom, mijnheer de minister, had ik u
terzake graag een paar vragen gesteld.
Ten eerste, bent u van plan die projecten opnieuw te verlengen voor
2006? Het is zeer belangrijk dit nu te weten, want als die projecten
niet worden voortgezet of slechts gedeeltelijk worden voortgezet,
heeft dat consequenties. Zowel de personeelsleden als de patiënten
moeten op tijd weten wat hun toekomst is.
Ten tweede, wat zijn de resultaten van de interkabinettenwerkgroep
die naar aanleiding van de tegenstellingen, of de overlapping, tussen
de federale overheid en de deelstaatregeringen is opgericht? Zullen
de deelstaten een deel of de volledige financiering op zich nemen?
Zoniet, zullen de organisatoren tijdig op de hoogte worden gebracht
van de toekomst van hun toch wel zeer interessante en nuttige
16.01 Annemie Turtelboom
(VLD): A la fin de l'an passé, le
ministre a prolongé d'un an les
projets pilotes relatifs aux soins
psychiatriques à domicile. Ces
projets se situent à l'intersection
des compétences fédérales et
flamandes. Les imprécisions
relatives aux compétences des
différents niveaux politiques
risquent de réduire ces projets à
néant.
Le ministre a-t-il l'intention de
prolonger à nouveau les projets en
2006? Quels sont les résultats du
groupe de travail interministériel
constitué l'an passé? Les Etats
fédérés prendront-ils tout ou partie
du financement en charge? Dans
la négative, les responsables des
projets seront-ils informés à temps
de la cessation des subsides?
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
projecten?
16.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, op de eerste
vraag is het antwoord negatief. Tijdens de interministeriële conferentie
inzake Volksgezondheid, op 6 december 2004, werd beslist tot een
eenmalige verlenging van het pilootproject inzake activering. Het was
dus duidelijk eenmalig.
Ten tweede, de Gemeenschappen of Gewesten zijn bereid voor het
thema activering, oplossingen te zoeken op hun niveau en terzake
contacten te leggen met de minister die bevoegd is voor Arbeid en
Tewerkstelling. De federale overheid heeft besloten tot een eenmalige
verlenging van het pilootproject inzake activering, waarbij elk project
in de mogelijkheid wordt gesteld om voor een maximumbedrag van
52.500 euro en een maximumtermijn van een jaar, een overeenkomst
te sluiten. De voorgestelde regeling heeft als doel naar aanleiding van
de stopzetting van de huidige pilootprojectregeling, ervoor te zorgen
dat de overgang kan worden gemaakt naar de aangekondigde nieuwe
benadering van geestelijke gezondheidszorg onder de vorm van
zorgcircuits en netwerken, waarbij nuttige nieuwe deskundigheden en
werkvormen, zelfs buiten de onmiddellijke doelen van het
pilootproject, behouden kunnen blijven en overgedragen worden.
Ten derde, betreffende de financiering kan ik mij niet uitspreken over
wat de Gemeenschappen en Gewesten voor hun rekening zullen
nemen. Ik herhaal het nu om duidelijk te zijn en opdat men niet zou
zeggen dat ik het niet zeer klaar en duidelijk heb gezegd. De federale
overheid heeft aan de verschillende deelnemers al gezegd ze zijn
dus verwittigd dat deze verlenging vanuit de federale overheid
slechts eenmalig is.
16.02 Rudy Demotte, ministre:
La prolongation des projets pilotes
constitue, en ce qui concerne les
autorités fédérales, une mesure à
caractère unique. Les
Communautés sont prêtes à
rechercher des solutions à leur
niveau. La prolongation unique
avait pour but de permettre la
transition vers la nouvelle politique
de soins de santé mentale sous la
forme de circuits et de réseaux de
soins.
Je ne puis m'exprimer sur ce que
les Etats fédérés prendront en
charge. Les autorités fédérales ont
précisé clairement à l'adresse de
toutes les parties concernées que
la prolongation constituait, à
l'échelon fédéral, une mesure à
caractère unique.
16.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, het is bijna
jammer dat u zo duidelijk bent. Het verbaast mij natuurlijk niet, want
het was ook de lijn van wat u vorig jaar heeft gezegd. Ik heb ook
gezegd dat er een heel duidelijke link is en dat dit zeker niet alleen
een federale bevoegdheid is. Dit heeft een heel duidelijke Vlaamse
component. Ik had wel gehoopt dat er misschien samenwerking zou
kunnen komen tussen het federale en het Vlaamse niveau, om
bijvoorbeeld gezamenlijk voor een gedeeltelijke financiering in te
staan. Zoals ik in mijn vraag ook zei, hebt u eigenlijk een duidelijke
link naar Volksgezondheid en een heel duidelijke link naar de
bevoegdheden van Vlaanderen en Wallonië zoals
arbeidsbemiddeling, werkgelegenheid, welzijn en gehandicapten. U
hebt daar ook een heel duidelijke link.
Ik had het ook niet verwacht en vind het perfect logisch dat u zegt dat
u dat op het federale niveau niet alleen voortzet, zeker omdat er
overal heel krappe budgetten zijn. Ik had alleen gehoopt dat er
misschien een gezamenlijke oplossing zou komen vanuit de
verschillende niveaus om de toch wel heel nuttige projecten voort te
zetten.
Ik heb niet onmiddellijk een antwoord gekregen inzake de resultaten
van de interkabinettenwerkgroep. Als ik het goed heb begrepen, ging
naar aanleiding van de interministeriële conferentie die begin
december is samengekomen, een task force worden opgericht. Die
zou nagaan wat de mogelijke oplossingen zijn en of er nog een
bepaald raakvlak was tussen de twee.
16.03 Annemie Turtelboom
(VLD): J'avais espéré qu'une
collaboration verrait le jour entre
les autorités fédérales et l'échelon
flamand, eu égard aux points de
convergence en ce qui concerne,
d'une part, la santé publique mais
aussi, d'autre part, l'emploi et
l'aide aux personnes handicapées.
Le ministre n'a pas répondu à ma
question sur les résultats du
groupe de travail intercabinets.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
16.04 Minister Rudy Demotte: Er zijn nog geen concrete resultaten.
16.04 Rudy Demotte, ministre:
Je ne dispose pas encore de ces
résultats.
16.05 Annemie Turtelboom (VLD): Maar die task force of
interkabinettenwerkgroep komt wel bijeen? Dat is natuurlijk van
belang: men moet eerst samenkomen vooraleer men resultaten kan
boeken.
Ik kan alleen maar meegeven aan de mensen van de
interkabinettenwerkgroep dat zij eens goed nadenken en eens zoeken
naar oplossingen, met eventueel een gedeeltelijke financiering, wat
dan ook het verdelingspercentage is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
taalvereisten bij de aanwerving van ziekenhuispersoneel" (nr. 6355)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de taallessen
in de opleiding verpleeg- en geneeskunde en de taalvereisten bij de aanwerving van
ziekenhuispersoneel" (nr. 6356)
17 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les exigences
linguistiques lors du recrutement du personnel hospitalier" (n° 6355)
- M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les cours de
langues dans la formation des infirmières et des médecins et les exigences linguistiques lors du
recrutement du personnel hospitalier" (n° 6356)
17.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, in
antwoord op eerdere vragen die wij hebben gesteld na uw aantreden,
hebt u gemeld dat u de Vlaamse en Franstalige ministers van
Onderwijs hebt aangespoord om de kennis van de andere landstaal in
te bouwen in het lessenpakket. Het was daarbij niet helemaal duidelijk
of het enkel het lessenpakket voor verpleegkundigen was dan wel ook
dat voor artsen.
Wij hebben steeds gezegd, mijnheer de minister u zult zich dat
herinneren dat die maatregel voor ons te vrijblijvend is en te braaf.
Nu blijkt ook in de praktijk dat die maatregel voor zover men het een
maatregel kan noemen nauwelijks iets om het lijf heeft gehad.
Navraag bij de Vlaamse minister van Onderwijs door mijn collega
Greet Van Linter in het Vlaams parlement leert dat die aansporing
beperkt is gebleven tot welgeteld een enkele brief in 2003, die dus
gericht was aan de voorganger van de huidige minister van Onderwijs
en dat er nadien geen enkel initiatief en ook geen brief meer is
geweest. De Vlaamse minister van Onderwijs zegt dat de
taalopleiding geen kerndoelstelling is van de opleiding voor
verpleegkundige, maar dat het logisch is dat de studenten die in
Brussel willen werken, de kans krijgen om de nodige taalkennis te
verwerven en hij toont zich bereid om met de minister met u
daarover te spreken.
Uit het antwoord blijkt in elk geval dat een behoorlijke kennis van de
andere landstaal momenteel geen verworvenheid is bij de
schoolverlaters en dat de kennis nooit een doorslaggevend criterium
17.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): En réponse à de
précédentes questions, le ministre
a déclaré qu'il avait encouragé les
ministres francophone et flamand
de l'Enseignement à intégrer
l'apprentissage de l'autre langue
nationale dans le programme des
cours. Cet encouragement s'est
toutefois limité à une seule lettre
en 2003. Le ministre flamand est
disposé à discuter de cette
question avec le ministre. Parmi
les jeunes qui quittent l'école, les
connaissances linguistiques ne
sont jamais un critère décisif pour
l'obtention du diplôme final. Par
ailleurs, on continue d'engager
illégalement des candidats
incapables de prouver leurs
connaissances linguistiques.
Quelles initiatives le ministre a-t-il
encore prises après sa lettre du 4
novembre 2003? Quelles
conséquences cette lettre a-t-elle
eues? Dans quelle mesure la
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
zal zijn voor het einddiploma. Iemand die zeer goede examens aflegt
voor allerlei verpleegkundige materies, maar een slecht taalexamen,
zal toch verpleegkundige worden. Daarmee heeft hij of zij echter geen
bewijs van tweetaligheid afgeleverd. Het enige waarvoor de
taalopleiding zinvol is, is dat het een opstap is voor de taalexamens bij
Selor. Dan moet men natuurlijk ook de aspirant-verpleegkundige of
die verpleegkundige aanzetten om dat taalexamen af te leggen en
zeker niet wederrechtelijk mensen aanwerven die de taalkennis niet
hebben bewezen.
Mijn vragen hierover zijn de volgende. Welke initiatieven hebt u
genomen na uw brief van 4 november 2003 om de taalopleiding in de
onderwijsinstellingen te bevorderen? Waarom hebt u nog steeds geen
contact genomen met de nieuwe ministers van Onderwijs?
Welke effect heeft uw brief inmiddels gesorteerd? In welke mate is de
taalopleiding verbeterd bij ten eerste de verpleegkundigen en ten
tweede bij de artsen?
Welke oplossing wordt er aangeboden voor verpleegkundigen die niet
uit een Brusselse instelling komen, geen taallessen gevolgd hebben
en toch in Brussel zouden willen werken? Tot zover mijn vragen in
verband met de opleidingen in de verpleeg- en
geneeskunderichtingen.
Daarnaast is er een meer algemene vraag, namelijk in verband met
de aanwervingen van het ziekenhuispersoneel. Die is inderdaad
terecht gekoppeld aan de vorige vraag. Mijnheer de minister, een
doeltreffende oplossing voor het gebrek aan tweetalige opvang bij
spoed- en ambulancediensten die in Vlaanderen en Brussel opereren,
is de wettelijke verplichting dat er steeds mensen aanwezig zijn die
het Nederlands machtig zijn. U weet dat wij al lang vragende partij zijn
voor die wettelijke verplichting. We hebben ook wetsvoorstellen
ingediend. Eigenlijk zou een aparte wet echter overbodig moeten zijn,
omdat openbare ziekenhuizen in Brussel sowieso tweetalig moeten
zijn. Elk personeelslid moet daar tweetalig zijn. De spoeddiensten van
de private ziekenhuizen moeten ook tweetalig zijn. Dat is nog maar
enkele jaren geleden herbevestigd door de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht. Het enige wat strikt genomen noodzakelijk is, mijnheer
de minister, zijn sancties, een kordate minister van Volksgezondheid,
die de wet doet toepassen in die diensten. De tweetalige
dienstverlening verzekeren kan in de praktijk door van de
personeelsleden van de openbare Brusselse ziekenhuizen, ook van
de contractuelen, daadwerkelijk een brevet van Selor te eisen.
De Raad van State heeft heel recent u zult dit weten, mijnheer de
minister
de omzendbrief in verband met het
taalhoffelijkheidsakkoord in Brussel nog geschorst, omdat ook
contractuelen aan de tweetaligheidsverplichting moeten voldoen.
Wat de private ziekenhuizen betreft, moet men ook ervoor zorgen dat
de personeelsleden het brevet binnen een zo kort mogelijke periode
zouden behalen.
Mijn vragen zijn de volgende. Ten eerste, op welke wijze wordt bij de
aanwerving in de Brusselse ziekenhuizen en de Waalse ziekenhuizen
die in Vlaanderen opereren, momenteel rekening gehouden met de
kennis van de andere landstaal? Op welke wijze worden
formation en langues s'est-elle
améliorée parmi les infirmiers et
les médecins? Quelle solution
s'offre aux infirmiers qui n'ont pas
étudié à Bruxelles et n'ont pas
suivi de cours de langue mais
souhaitent néanmoins travailler à
Bruxelles?
Le bilinguisme des services peut
par ailleurs être assuré en
exigeant un brevet du Selor de
tous les membres du personnel
des hôpitaux publics bruxellois, y
compris les contractuels, et en
imposant que le personnel des
services d'urgence des hôpitaux
privés obtienne ce brevet à brève
échéance.
Comment est-il tenu compte de la
connaissance de l'autre langue
nationale lors des recrutements
dans les hôpitaux privés bruxellois
et dans les hôpitaux wallons actifs
en Flandre? Comment incite-t-on
le personnel à présenter un
examen linguistique? Comment le
ministre veille-t-il à ce que les
services d'urgence n'emploient
que du personnel bilingue?
Quelles mesures de contrôle
existe-t-il à cet égard?
Comment le ministre veille-t-il à
l'application de la législation
linguistique dans les hôpitaux
publics bruxellois, à ce que les
nouveaux membres du personnel
apportent la preuve de leur
connaissance de l'autre langue et
à ce que tous les membres du
personnel qui n'ont pas encore
passé les examens linguistiques
soient incités à le faire? Les
examens linguistiques du Selor
tiennent-ils compte de la
terminologie médicale et de
l'ambiance de travail? Quels cours
préparatoires aux examens
peuvent-ils être suivis? Qu'en est-il
de l'instauration de l'arrêté royal
obligeant les services
d'ambulance bruxellois à assurer
la présence constante à bord de
personnel qui parle la deuxième
langue nationale?
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
personeelsleden gestimuleerd om een taalexamen af te leggen?
Ten tweede, op welke wijze zorgt u concreet ervoor dat bij de
spoeddiensten van de private ziekenhuizen in Brussel enkel
tweetalige personeelsleden tewerkgesteld worden? Op welke wijze
wordt het tweetalige karakter van die diensten gecontroleerd? Hoe zet
u deze ziekenhuizen aan om hun personeel te bewegen tot het volgen
van taalcursussen en het afleggen van taalexamens? Welke evoluties
worden er terzake waargenomen?
Ten derde, wat betreft de openbare ziekenhuizen, op welke wijze ziet
u erop toe dat de taalwetgeving wordt nageleefd in de openbare
Brusselse ziekenhuizen en dat alle nieuw aangeworven
personeelsleden een bewijs leveren van de kennis van de andere
landstaal? Op welke wijze ziet u erop toe dat de reeds aangestelde
contractuele personeelsleden die de taalexamens nog niet aflegden,
daadwerkelijk worden aangezet om die examens snel af te leggen en,
als zij dat weigeren, de deur gewezen worden? Welke evolutie stelt u
terzake vast?
Ten vierde, meer in het algemeen, dit is eigenlijk een informatieve
vraag, mijnheer de minister, zijn de examens die het
ziekenhuispersoneel bij Selor moet afleggen, afgestemd op de
specifieke terminologie en werksfeer? Zo ja, in welke cursussen wordt
er voorzien om aan die examens deel te nemen? Worden de
Gemeenschappen daarbij betrokken?
Ten vijfde, wat is de stand van zaken met betrekking tot de invoering
van het langverwachte KB, dat u en uw voorgangers al zo lang
hebben aangekondigd, dat de Brussels ambulancediensten oplegt om
steeds mensen aan boord te hebben die de tweede landstaal
kennen?
17.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, ik heb
inderdaad eind 2003 de vorige ministers opgeroepen om voldoende
aandacht te besteden aan de tweede landstaal in het onderwijs in
sommige disciplines inzake gezondheidsberoepen. Die oproep vond
inderdaad plaats op het einde van de vorige legislatuur voor de
gemeenschapsparlementen en regeringen. Ik heb de oproep bij brief
van ik weet niet wanneer het Vlaams parlementslid zijn vraag heeft
gesteld 3 maart 2005 hernieuwd aan de nieuwe, bevoegde ministers
Frank Vandenbroucke en Marie-Dominique Simonet. Het spreekt
vanzelf dat ik de ontwikkelingen in het dossier nauwlettend en op de
voet zal volgen.
Aangaande het discussiepunt of het al dan niet doeltreffend is om de
tweetaligheid van de diensten wettelijk op te leggen, verwijs ik naar
vorige antwoorden op vragen die gesteld werden in de commissie.
Ik wijs er nog op dat er in ons land en a fortiori in Brussel zeker geen
overschot bestaat aan verpleegkundigen en specifiek gekwalificeerde
artsen.
Wat betreft de toepassing van de taalwetgeving in de Brusselse
openbare ziekenhuizen, zijn de betrokken ministers in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest bevoegd.
17.02 Rudy Demotte, ministre:
J'avais invité les anciens ministres
communautaires, fin 2003, à
accorder plus d'attention à la
connaissance de la langue lors de
la formation. Après le renouvel-
lement des gouvernements
fédérés, j'ai envoyé un courrier
aux nouveaux ministres, le 3 mars
2005, dans lequel je rappelle cette
invitation. Je continue à suivre
attentivement ce dossier.
Je rappelle qu'il n'y a pas de
personnel infirmier ni de médecins
en excédent, et certainement pas
à Bruxelles. Les ministres
communautaires sont compétents
en ce qui concerne le recrutement
du personnel.
17.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, dat is 17.03 Bart Laeremans (Vlaams
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
een zeer kort en zeer mager antwoord op de vele vragen die ik
gesteld heb. Het enige nieuwe element is dat er recentelijk een
nieuwe brief is gericht naar de collega's van Onderwijs. Dat is
natuurlijk iets, maar het is veel te mager, omdat het een beroep doet
op een zekere goodwill van de ministers van Onderwijs en geen
enkele garantie geeft dat in de opleidingen daadwerkelijk de andere
landstaal geïncorporeerd wordt.
Uit het antwoord van Vlaams minister Vandenbroucke blijkt trouwens
dat dit ook niet kan en zeker niet voor instellingen die niet in Brussel
gelegen zijn. Bovendien geeft dit geen enkele resultaatsverbintenis. U
zegt dat u de ontwikkelingen zult opvolgen. Dit is opnieuw een heel
vrijblijvend antwoord. Uw eerste brief dateert van eind 2003. Ik heb
gevraagd naar het resultaat en het gevolg van de opvolging. Heeft u
al concrete gevolgen gezien? U kan daar niet eens op antwoorden.
Uiteindelijk is uw brief, mijnheer de minister, een schot in de lucht. Het
is een blijk van enige goodwill waarmee u aangeeft aandacht te
besteden aan het probleem. Als dit echter geen enkel gevolg heeft op
het terrein, dat blijkt zo te zijn op het Vlaamse niveau en dat zal zeker
het geval zijn op Franstalige niveau, dan is het niet de juiste
maatregel en dan kan dit slechts een klein element zijn in het grote
probleem van de taalkennis in de ziekenhuizen.
Het is mij bovendien nog steeds niet duidelijk, mijnheer de minister, of
die brief, waarvan ik graag een kopie zou hebben, alleen van
toepassing is op verpleegkundigen of ook op artsen. Wat is het
gevolg voor die artsen? Kunt u daarover wat meer zeggen?
In verband met het probleem van de aanwerving van ziekenpersoneel
schuift u het probleem gedeeltelijk af op de Brusselse ministers. Die
Brusselse ministers zijn zoals u wel weet niet bevoegd voor de
spoeddiensten van de privé ziekenhuizen. Zij zijn enkel bevoegd voor
de openbare ziekenhuizen. Het is in elk geval zo dat de omzendbrief
inzake taalhoffelijkheid is geschorst. Zij moeten dan ook zorgen voor
tweetalige aanwervingen. U kunt vanuit uw functie zorgen dat dit in de
praktijk ook gebeurt. U als minister van Volksgezondheid kunt de
bevoegde ministers of de directies erop wijzen dat iets moet worden
gedaan aan ziekenhuizen waar er problemen zijn.
U bent opnieuw veel te vrijblijvend bezig. U schuift onterecht alle
verantwoordelijkheid af op uw collega's in de Brusselse regering. Zij
hebben een verantwoordelijkheid maar u heeft die ook. U moet ervoor
zorgen dat die ziekenhuizen goed functioneren en dat mensen die
daar terechtkomen in hun taal kunnen worden verzorgd.
Ik heb u ook gevraagd hoe het staat met het KB. U heeft daarvoor
nogmaals verwezen naar uw vorige antwoord. U hebt daar elk
perspectief weggewuifd. Het is duidelijk dat u geen vooruitgang wilt of
kunt bereiken. U maakt er zich vanaf met de dooddoener dat er een
tekort is aan verpleegkundig personeel en artsen. Dat betekent niet
dat er niets kan gebeuren. Vanuit uw positie kunt u ervoor zorgen dat
het contractueel personeel, dat in dienst is, daarom niet wordt
ontslagen maar wel dat er een stappenplan voor komt zodat die
mensen worden aangezet desnoods via verschillende fases om
die examens af te leggen en worden gestimuleerd om de andere
landstaal te leren. U doet eigenlijk niets. U zegt zonder meer dat er
een tekort is en dat er niets moet gebeuren.
Belang): La réponse du ministre
est particulièrement pauvre. Il ne
suffit pas de se contenter
d'envoyer un nouveau courrier, car
une telle initiative n'offre aucune
garantie que l'enseignement des
langues soit effectivement introduit
dans la formation.
Le ministre dit suivre le dossier.
Mais quels effets a eus le suivi de
la précédente lettre? La nouvelle
lettre concerne-t-elle uniquement
les infirmiers ou englobe-t-elle
également les médecins? Ce n'est
pas clair.
Le ministre se décharge de la
responsabilité du recrutement sur
les ministres communautaires.
Pourtant, il peut intervenir au
niveau des services d'urgence des
hôpitaux privés. Le Conseil d'Etat
a suspendu la circulaire sur
l'accord de courtoisie linguistique.
Cela signifie que ces services
d'urgence doivent engager du
personnel biilingue.
En ce qui concerne l'arrêté royal, il
n'y a pas davantage de progrès.
Le ministre invoque la pénurie de
personnel infirmier et de médecins
mais l'on pourrait au moins arrêter
un programme pour encourager le
personnel contractuel à apprendre
la langue et à présenter un
examen linguistique
Je n'ai pas reçu de réponse à la
question de savoir si l'examen
linguistique du Selor porte
également sur la connaissance de
termes médicaux.
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
Dat is natuurlijk veel te vrijblijvend. U moet een uitweg zoeken. U
moet niet alleen het probleem erkennen, maar ook die mensen op alle
mogelijke manieren stimuleren om de andere taal te leren, en ervoor
zorgen dat zij examens afleggen. U zou toch ook een beroep moeten
doen op de beroepsfierheid van die mensen. Hoe kan het dat een
arts, die zeven jaar heeft moeten studeren, die Latijnse termen heeft
moeten leren, geen minimale taalkennis op het vlak van gezondheid
gevraagd kan worden? Dat gaat mijn petje te boven. U zou die
mensen toch moeten laten inzien dat het niet langer verantwoord is
dat zij eentalig zijn in de wereld van vandaag, waar communicatie zo
belangrijk is.
Ik heb ook geen antwoord gekregen op mijn specifieke vragen over
Selor. Bestaan er specifieke examens in medische terminologie voor
verpleegkundigen en artsen? Kunt u daarop nog een antwoord
geven?
17.04 Minister Rudy Demotte: Dat weet ik niet. Ik zal dat navragen
en meedelen op een volgende vergadering.
Op uw vraag over de brief die ik heb gestuurd aan de nieuwe minister
van Onderwijs, ik zal u een kopie bezorgen, zodat u de inhoud van de
brief kunt nalezen en analyseren.
Ik kan niet aanvaarden dat men beweert dat Demotte niet bereid is en
dat hij alleen maar de problemen op anderen wil afschuiven. Ik moet
toch herhalen dat al mijn voorgangers, die Vlamingen waren, geen
oplossing hebben gevonden. Ik ben een minister van goede wil. Ik
tracht de verschillende ministers van Onderwijs te sensibiliseren. Ik
denk immers dat het onderwijs van groot belang is en dan heb ik het
niet alleen over de initiële vorming, maar ook over de continue
vorming van artsen en verpleegkundigen.
Wat het koninklijk besluit betreft, blijf ik bij mijn standpunt. Ik blijf
ervan overtuigd dat er gelet op het huidig tekort aan artsen en
verpleegkundigen een probleem zou rijzen als men deze problematiek
alleen vanuit een repressieve invalshoek benadert.
17.04 Rudy Demotte, ministre:
Je vais m'en informer. Je fournirai
également à l'auteur de la
question une copie de la lettre que
j'ai envoyée aux ministres de
l'Enseignement.
Il s'agit d'un problème que mes
prédécesseurs, tous néerlando-
phones, n'ont jamais su résoudre.
J'attache une grande importance à
la formation du personnel, non
seulement initiale mais également
continue. Je pense avoir fait
preuve de beaucoup de bonne
volonté.
En ce qui concerne l'arrêté royal,
je reste convaincu qu'il ne serait
pas approprié d'aborder ce
problème sous le seul angle
répressif, particulièrement dans un
contexte de pénurie de personnel
qualifié.
17.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor het aanvullend antwoord. Wij zeggen niet dat het alleen
via een repressieve aanpak moet gebeuren. U kan via uw functie ook
op allerhande manieren stimuleren en mensen aanzetten om die
examens af te leggen. De maatregelen hoeven niet uitsluitend
repressief te zijn. Zulke maatregelen moeten alleen op het einde
komen. Mensen die echt van kwade wil zijn, moeten gedwongen
worden te luisteren, financieel of via andere sancties. Een repressief
middel, zoals ontslag of intrekking van subsidies, moet in elk geval
voorhanden zijn.
U zegt dat onderwijs zeer belangrijk is, en ik erken dat. Het is zeer
nuttig dat er taalopleidingen zijn. U zult nochtans moeten toegeven dat
iemand die voor arts of verpleegkundige studeert, die prachtige
examens aflegt en die een zeer goede dokter of verpleegkundige
wordt, niet zal worden gebuisd, al haalt hij een zwaar onvoldoende
17.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Nous ne disons pas que
ce problème doit être appréhendé
de manière purement répressive. Il
est possible de stimuler l'appren-
tissage de l'autre langue de
différentes manières mais il faut
toujours prévoir des sanctions. Les
personnes qui font preuve de
mauvaise volonté doivent être
sanctionnées.
L'enseignement des langues
n'occupe pas une place centrale
dans la formation des médecins et
des infirmiers. L'on peut obtenir le
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
voor taal. Daarom is er een apart taalexamen nodig voor de Brusselse
situaties. Daar zit precies het probleem. Er is te weinig stimulans om
dat te doen.
U zegt dat er te weinig verpleegkundigen zijn. Dat is ook een
probleem van u als minister van Volksgezondheid. U zou een
sensibilisatieactie op poten moeten zetten om ertoe aan te zetten
verpleegkundige te worden. Anders zullen wij die ook weer uit het
buitenland moeten halen en dat is geen oplossing.
diplôme de fin d'études sans avoir
réussi dans le domaine des
langues. Voilà pourquoi un
examen linguistique distinct pour
Bruxelles s'impose.
17.06 Minister Rudy Demotte: Ik heb een probleem met de
artsencontingentering. Er is een probleem met de programmering in
de tijd. Er is geen marge en er is geen soepelheid. Ik beschik over de
cijfers en ik zal ze respecteren.
17.06 Rudy Demotte, ministre:
Le contingentement des médecins
ne laissant pas de marge, des
problèmes se posent. Je dois
respecter les chiffres.
17.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik zal mij niet uitlaten over
de artsen. Ik ben al voldoende bezig met dat dossier. Wat de
verpleegkundigen betreft, kunt u wel zorgen voor een stimulans, want
er is een tekort. Louter die vaststelling maken is niet voldoende voor
een minister van Volksgezondheid.
17.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je ne me prononce pas
au sujet des médecins, mais pour
ce qui est des infirmiers, le
ministre pourrait prévoir des
incitants.
Voorzitter: Hilde Dierickx.
Présidente: Hilde Dierickx.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
verzekerde tweetaligheid van de spoeddiensten in Brussel en de organisatie van een meldpunt voor
taalklachten inzake de Brusselse ziekenhuizen" (nr. 6357)
18 Question de M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
garantie du bilinguisme des services d'urgence de la capitale et l'organisation d'un point de contact
chargé de traiter les plaintes relatives aux hôpitaux bruxellois" (n° 6357)
18.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, deze vraag sluit aan bij de vorige vragen die zijn
gesteld. Deze vraag handelt over het overleg dat met het Vlaams en
Brussels Gewest werd gepleegd. Naar verluidt zou in december 2004
een interministerieel overleg hebben plaatsgehad in verband met de
spoed-en ambulancediensten in Brussel en Vlaams-Brabant en de
creatie van een meldpunt voor taalklachten. Er zou een werkgroep
opgericht zijn die bestaat uit vertegenwoordigers van de diverse
kabinetten. Vlaams minister van Welzijn Vervotte maakte zich in het
Vlaams Parlement sterk dat tegen midden 2005 dat is binnenkort
een oplossing zou zijn.
Graag verneem ik, mijnheer de minister, het exacte voorwerp van de
besprekingen die intussen gevoerd zijn, meer bepaald in december
en februari? Zijn er nog andere besprekingen gevoerd?
Ten tweede, welke ministers waren erbij betrokken? Wie was
aanwezig van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?
Ten derde, wie en hoeveel mensen maken deel uit van de
werkgroep? Welk tijdspad werd afgesproken en hoe vaak is men
bijeengekomen?
18.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Il me revient qu'en
décembre 2004, une concertation
interministérielle a été consacrée
au vaste problème des services
urgentistes et ambulanciers à
Bruxelles et dans le Brabant
flamand. Dans le cadre de cette
concertation, il aurait été question
de créer un point de contact pour
le dépôt des réclamations
linguistiques, et un groupe de
travail composé de représentants
de tous les cabinets concernés
aurait été mis sur pied. Au
Parlement flamand, la ministre
Vervotte s'est engagée à résoudre
ce problème avant le second
semestre de 2005.
Quels thèmes ont été abordés lors
de cette concertation
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Ten vierde, welke resultaten zijn er? Wat is de stand van zaken met
betrekking tot het meldpunt?
Mijnheer de minister, de volgende vraag heb ik niet schriftelijk
geformuleerd maar ze hoort erbij. Wat zijn de resultaten van het
overleg in verband met Halle? Terzake bestaat verwarring. In het
verleden hebt u gezegd dat inzake Halle de erkenning onmiddellijk
een feit kan zijn. Er is evenwel een probleem dat zich in Halle zelf
situeert. Halle haalt financiële redenen aan. Aan Vlaamse kant
beweert men dat er een moratorium bestaat voor de MUG-diensten
waardoor Halle geen MUG-dienst kan krijgen. Kunt u op deze vraag
antwoorden?
interministérielle? Quels ministres
étaient présents? Qui fera partie
de ce groupe de travail? Quel
calendrier a été fixé? Quelles
décisions ont été prises en ce qui
concerne, d'une part, le point de
contact pour les réclamations
linguistiques et, d'autre part, un
éventuel SMUR pour Hal?
18.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
volksvertegenwoordiger, ik begin met uw laatste vraag.
Het is een zeer concreet probleem. In het verleden heb ik reeds
gezegd bereid te zijn een initiatief te steunen om een spoeddienst in
Halle op te richten. Ik weet dat er een probleem is inzake subsidies. Ik
heb altijd gezegd dat de normen konden gerespecteerd worden om
zo'n dienst op te richten. Wat de subsidies betreft, kan ik geen
specifieke maatregelen nemen voor Halle. De algemene regelgeving
zal bepalen in welke mate Halle een subsidie voor zo'n spoeddienst
krijgt.
18.02 Rudy Demotte, ministre:
J'ai déclaré à de nombreuses
reprises que j'apporterais mon
soutien à toute initiative visant à
créer un SMUR à Hal. Je sais
qu'un problème de subsides se
pose mais en l'espèce, je ne puis
prendre de mesures. La
réglementation générale détermi-
nera si Hal a droit ou non à des
subsides.
18.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
betekent dit dat er geen sprake is van een moratorium. Indien Halle
vragende partij is, kan er een spoeddienst worden opgericht.
18.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): N'est-il donc pas question
d'un moratoire ? Si l'hôpital de Hal
est demandeur, un SMUR
pourrait-il être créé?
18.04 Minister Rudy Demotte: Inderdaad.
18.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat heb ik ook altijd op die
manier geïnterpreteerd.
18.06 Minister Rudy Demotte: Het is daarom dat ik altijd verbaasd
ben door die antwoorden. Ik begrijp niet waarom zij geen spoeddienst
creëren. Zij hebben de mogelijkheid om dat te doen.
18.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Onmiddellijk?
18.08 Minister Rudy Demotte: Ja. Zij hebben dezelfde mogelijkheden
als de anderen. Ze beschikken over het recht om dat te doen. De
financiële middelen zullen ze krijgen, natuurlijk in dezelfde mate als de
anderen. Niet minder en niet meer.
De interministeriële conferentie, die plaatsvond in december 2004,
heeft op mijn initiatief een werkgroep opgericht ter bespreking van de
problemen inzake taalgebruik, specifiek in de dringende
geneeskundige hulpverlening, en de mogelijke oplossingen. Deze
werkgroep omvat medewerkers van de ministers die deel uitmaken
van de interministeriële conferentie Volksgezondheid. Dit zijn de
ministers bevoegd voor het gezondheidsbeleid in de federale regering
en in de regeringen van de drie Gemeenschappen, het Waals Gewest
en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
18.08 Rudy Demotte, ministre:
Oui.
Je ne comprends pas pourquoi
Hal ne crée pas de service
d'urgence. Il a les mêmes
possibilités que les autres et peut,
comme les autres, compter sur les
moyens financiers nécessaires.
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
Het meldpunt met betrekking tot klachten inzake taalgebruik bij de
opvang van patiënten is één van de thema's die er momenteel worden
bediscussieerd. Ik beschik nog niet u hebt mij daarover een vraag
gesteld over een precies tijdsschema, maar ik hoop dat we binnen
enkele maanden duidelijkheid zullen krijgen wat betreft de haalbare
resultaten van deze werkgroep.
Tot daar mijn antwoord.
18.09 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Wat de timing betreft, blijft het allemaal in het vage. Mevrouw Vervotte
had gesproken over half 2005. Nu zegt u binnen enkele maanden. Ik
hoop in elk geval dat we voor de zomer weten waar we staan.
Ik had nog graag geweten wie er nu voor het Brussels Gewest
verantwoordelijk is. Wie is er betrokken voor het Brussels Gewest?
18.10 Minister Rudy Demotte: Ik zal het vragen. U mag al uw
volgende vraag stellen. Intussen zal ik het nagaan.
18.11 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Voor het meldpunt heeft u
blijkbaar ook nog geen concreet resultaat, zoals ik had gevreesd. Dat
is ook weer een eindeloos verhaal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
huisartsendienst Médinuit in Molenbeek" (nr. 6363)
19 Question de M. Bart Laeremans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
service de médecins généralistes Médinuit à Molenbeek" (n° 6363)
19.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn volgende vraag gaat over Médinuit in
Molenbeek.
Médinuit is een huisartsenproject. Het is op zichzelf verdienstelijk. De
bedoeling van het project is om de spoeddienst te ontlasten van
mensen die nu een beetje onterecht de spoeddienst gebruiken voor
zaken die veeleer thuishoren in het rijtje van gewone medische
behandeling en niet bij een spoeddienst. Het gaat om een
samenwerkingsverband van verschillende
huisartsen, dat
gesubsidieerd wordt en dat met veel luister door u werd ingehuldigd
met een grote toespraak, mijnheer de minister. U kondigde in die
toespraak aan dat het nog maar een eerste initiatief is en dat het
uiteindelijk de bedoeling is om het hele Brusselse grondgebied te
bedekken met dergelijke initiatieven. Het wordt federaal gesubsidieerd
met een subsidie van meer dan 200.000 euro. Dat is toch al heel
behoorlijk.
In de praktijk blijkt dat concrete initiatief grotendeels Franstalig te zijn.
Dat valt onder meer af te leiden en te merken aan de naam Médinuit,
médi staat voor medisch en nuit voor nacht. Er werd alleen beloofd
dat een Nederlandsonkundige arts bijstand zou kunnen krijgen van
een tweetalige onthaalbediende. Dat is natuurlijk onvoldoende en
zelfs onaanvaardbaar. Zoiets is immers volstrekt in strijd met de
19.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le projet de médecins
généralistes Médinuit, à Molen-
beek, a été mis en place pour
décharger les services des
urgences. Il bénéficie d'impor-
tantes subventions et devrait à
terme être étendu à l'ensemble de
Bruxelles.
Malheureusement, cette belle
initiative est avant tout
francophone. Certes, les
responsables ont promis que les
médecins qui ne parlent pas le
néerlandais seraient assistés par
un employé bilingue présent à
l'accueil. Ceci est bien entendu
parfaitement insuffisant et viole le
droit à la confidentialité médicale.
Ce problème a déjà été dénoncé
au Parlement flamand. Le ministre
Anciaux a promis de contacter le
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
medische vertrouwelijkheid. Als men naar een dokter gaat en men wil
daar een persoonlijk probleem uitleggen, dan heeft men natuurlijk niet
graag dat men dat moet doen aan een administratieve bediende die
niets van medische problemen begrijpt, die daar geen kaas van
gegeten heeft. Men moet in vertrouwen met een arts of met een
verpleegkundige kunnen spreken, maar niet met een administratieve
bediende. Die heeft daarmee eigenlijk ook geen zaken.
Net als bij de spoeddiensten is het elementair dat een
Nederlandstalige bij de dienst terechtkan en in zijn taal verpleegd kan
worden. Wanneer u dergelijke initiatieven subsidieert, zou u moeten
opleggen dat de artsen en verpleegkundigen blijk geven van de
kennis van het Nederlands.
De zaak is ook reeds aan bod gekomen in het Vlaams Parlement. Uw
collega-minister Bert Anciaux, die u nog kent van de federale
regering, heeft daar gezegd dat hij de zaak bij u heeft aangekaart.
Ten eerste, hebt u inderdaad een brief gekregen? Wat is uw reactie
op zijn initiatief?
Ten tweede, hoeveel artsen en hoeveel verpleegkundigen nemen aan
het concrete initiatief deel? Hoeveel van hen behaalden een
Nederlandstalig diploma en hoeveel een Franstalig?
Mijnheer de minister, ten derde, op welke wijze kan u verzekeren dat
Nederlandstalige patiënten steeds in hun taal bij die dienst verpleegd
kunnen worden en dat er dus permanent hetzij een verpleger hetzij
een arts is die het Nederlands beheerst? Op welke wijze wordt
verzekerd dat de onthaalbediende ook beide landstalen beheerst, niet
zozeer om de arts bij te staan, maar wel om te zorgen voor een
correct onthaal via telefoon of via lijfelijke confrontatie wanneer men
die dienst betreedt?
Ten vierde, op welke wijze zal u stimuleren dat op termijn alle artsen
en alle verpleegkundigen die bij de dienst werkzaam zijn, het
Nederlands machtig zouden zijn? Mijnheer de minister, ook hier weer
moet men toch uitgaan van de beroepsfierheid van die mensen. Die
mensen zouden toch de fierheid moeten hebben om minstens de
twee landstalen te kennen wanneer zij in een tweetalige stad, in de
hoofdstad van het land werkzaam zijn.
Ten vijfde, vermits de dienst zich in Brussel bevindt en met federaal
geld gesubsidieerd wordt, hoort ook de benaming van die dienst
tweetalig te zijn. Er komen binnenkort gelijkaardige andere diensten.
Ook die diensten moeten tweetalig zijn; ook de uitstraling naar buiten
toe moet tweetalig zijn in de hoofdstad. Dat is logisch. Mijnheer de
minister, ik doe een concrete suggestie. Vermits men toch verwijst
naar het woord nacht in de Franstalige benaming, zou een benaming
als Nachtwacht, dat tegelijk een programma is op de Nederlandstalige
televisie, passen.
Het is dus zeker een bekend begrip en verwijst zeker niet alleen naar
de Middeleeuwen. De naam zou dus zeker kunnen worden gebruikt.
ministre Demotte à ce sujet. Cette
prise de contact a-t-elle déjà eu
lieu?
Combien de médecins et
d'infirmiers(ères) le service
Médinuit emploie-t-il? Combien
d'entre eux ont fait leurs études en
néerlandais? Le ministre peut-il
garantir que les patients
néerlandophones seront soignés
dans leur langue par le médecin
responsable ou par le personnel
infirmier? Comment être sûr que
les employés présents à l'accueil
sont également bilingues?
Comment le ministre compte-t-il
stimuler à terme le bilinguisme de
tous les médecins du projet? En
effet, n'est-ce pas une exigence
minimale pour des médecins
exerçant dans une ville bilingue?
Médinuit est un projet mis en place
dans une ville bilingue avec l'aide
de subventions fédérales. Il mérite
en tout cas une dénomination
dans les deux langues. Je suggère
de le baptiser en néerlandais
"Nachtwacht".
19.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de voorzitter, Médinuit is een
dienst die werkelijk multicultureel wil zijn. De rekrutering van het
personeel, onder andere het medisch personeel, is taalkundig open.
19.02 Rudy Demotte, ministre:
Le recrutement du personnel de
Médinuit est ouvert aux
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Men zegt mij dat de organisatoren betreuren dat geen enkele
Nederlandstalige arts zijn kandidatuur heeft ingediend.
Aan het project werken zowel de Nederlandstalige Brusselse
huisartsen als de Franstalige Brusselse huisartsen mee, met name de
Brusselse Huisartsenkring of HAK en de Franstalige federatie of
FAMGB.
Momenteel zijn 46 artsen ingeschreven in de wachtpost van Médinuit,
waarvan 19 tweetalige artsen. Onder het onthaalpersoneel kunnen
drie personen makkelijk en uitstekend de Nederlandstalige patiënten
opvangen.
Wat de organisatie betreft, de verantwoordelijke van Médinuit zorgt
ervoor dat tijdens de wachtdiensten steeds een tweetalig persoon
aanwezig is, hetzij de arts hetzij de onthaalmedewerker. Daardoor
biedt Médinuit zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige
patiënten goede diensten.
Het doel is onder meer ervoor te zorgen dat er minder een beroep
wordt gedaan op specialisten op spoeddiensten wanneer dat niet
nodig is en wanneer eerst een huisarts werd geraadpleegd. Een
onnodig beroep op gespecialiseerde artsen en infrastructuren moet
worden vermeden.
Uit een studie blijkt dat sommige groepen meer geneigd zijn om naar
het ziekenhuis te gaan. Het gaat vooral om sociaal-economisch
zwakkere groepen, om buitenlanders met andere gewoonten inzake
medische hulptrajecten, om personen die slechts op doortocht zijn en,
ten slotte, om mensen die simpelweg uit zijn op een snelle
behandeling.
De naam van de wachtpost, Médinuit, is gekozen door de
initiatiefnemers van het project en de stichters van de VZW. Het is
natuurlijk moeilijk voor een minister om wijzigingen op te leggen in het
statuut van een VZW.
néerlandophones comme aux
francophones. Les organisateurs
regrettent qu'aucun candidat
néerlandophone ne se soit
présenté. Toutefois, le cercle de
médecins généralistes bruxellois
HAK comme la fédération
francophone FAMGB participent
au projet.
Dix-neuf des 46 généralistes du
poste de garde de Médinuit sont
bilingues. En ce qui concerne le
personnel d'accueil, trois
personnes peuvent également
offrir un accueil de qualité aux
patients néerlandophones.
Pendant le service de garde,
Médinuit s'assure toujours qu'une
personne bilingue soit présente,
tantôt le médecin, tantôt le
collaborateur de l'accueil.
L'objectif de Médinuit est d'éviter
que les patients fassent trop
rapidement appel à des
spécialistes et aux services
d'urgence.
Le nom Médinuit a été choisi par
l'ASBL elle-même; un ministre ne
peut pas modifier si facilement les
statuts d'une ASBL.
19.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
eigenlijk is uw antwoord tegenstrijdig. Er is medewerking van de
Nederlandstalige huisartsenkring, maar tegelijk vindt men geen
enkele Nederlandstalige kandidaat op zesenveertig artsen. Dat
betekent dat er iets mis is met de totstandkoming en uitstraling van dit
project. Misschien willen Nederlandstalige artsen om een of andere
redenen geen kandidaat zijn. Een mogelijke reden zou de Franstalige
uitstraling ervan kunnen zijn, maar in ieder geval schort er iets aan.
Er is bovendien een tweede tegenstrijdigheid in uw antwoord. U zegt
dat het onthaalpersoneel makkelijk in staat is om te zorgen voor
Nederlandstalig onthaal en een Nederlandstalige behandeling en
bijstand van artsen. Het bijstaan van artsen door verpleegkundigen
zou ik nog kunnen begrijpen, maar door een onthaalbediende? Het is
niet de taak van een onthaalbediende om een arts bij te staan.
Hoe verklaart u dat men in Brussel wel tweetalige onthaalbedienden
vindt, maar geen tweetalige artsen? Een onthaalbediende heeft niet
gestudeerd, althans niet aan de universiteit en een arts net heel lang.
Er zit toch een grote tegenstrijdigheid in het feit dat mensen van een
lager niveau wel tweetalig zijn en mensen van een hoger niveau niet.
19.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Si le cercle de médecins
généralistes néerlandophone a
apporté sa collaboration, aucun
médecin néerlandophone ne s'est
porté candidat. Un problème se
pose donc manifestement. Peut-
être est-ce dû au caractère
presque exclusivement franco-
phone du projet?
Je ne pense pas qu'il appartienne
à un employé présent à l'accueil
d'assister un médecin. Comment
se fait-il d'ailleurs que l'on trouve
des employés d'accueil bilingues à
Bruxelles mais pas de médecins
bilingues? Ces derniers possèdent
tout de même un niveau de
formation plus élevé? Il revient au
ministre de responsabiliser ces
CRIV 51
COM 584
03/05/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
Hoe komt het dat mensen van een hoger niveau niet de fierheid
hebben om ook die tweetaligheid te verwerven? Zeker zij zouden
intellectueel, en door de aard van hun beroep, in staat moeten zijn de
twee landstalen te kennen. Er schort dus iets aan en u zou, vanuit uw
positie, daaraan iets moeten veranderen.
Ik neem graag ook u als voorbeeld: u bent een Waals PS-
burgemeester en bent tweetalig. U bent dus beter geplaatst dan wie
ook om de artsen te wijzen op hun voorbeeldfunctie. U kunt hen
zeggen dat het onbegrijpelijk is dat zij, die zo lang gestudeerd hebben,
niet tweetalig zijn en dus geen respect willen opbrengen voor de
andere landstaal, in tegenstelling tot de lagere bedienden. Er is daarin
een ongelooflijke tegenstrijdigheid en vanuit uw functie zou u veel
meer moeten doen om betrokkenen te wijzen op hun fierheid en
verantwoordelijkheid.
Ten voorlaatste, wat die naam betreft zegt u dat u ze niet kunt
verplichten. U subsidieert, dus u kunt wel aanzetten om die naam te
wijzigen. Ik doe de suggestie van nachtwacht. U zou bij volgende
projecten die er komen in Brussel minstens moeten opleggen dat de
VZW in uitstraling en alle mogelijke facetten een tweetalig karakter
heeft en dus ook een tweetalige benaming.
Ten slotte, u subsidieert die instelling en kunt die subsidie gebruiken
als drukkingmiddel. Dit is een noodzakelijk initiatief en het is nuttig dat
de spoeddiensten ontlast worden, maar u kan die subsidie als
drukkingmiddel gebruiken en zeggen dat u ze zult verminderen als er
niet aan wordt gewerkt en ervoor wordt gezorgd dat die artsen
Nederlands leren. U kunt daarmee spelen en die mensen stimuleren
om tweetalig te worden. U bent ook hier, jammer genoeg, te
vrijblijvend. U zegt dat het niet uw taak is om hen aan te zetten hun
naam te veranderen en tweetalig te zijn en dat het voldoende is als de
onthaalbediende er is. Nee, u moet meer durven eisen van die
mensen en u moet ervoor zorgen dat met die diensten een tijdspad
wordt afgesproken waarin de tweetaligheid wordt uitgebreid en
verzekerd. U zou vanuit uw functie veel meer kunnen doen. Ik betreur
dat u op dat vlak eigenlijk te veel de kat uit de boom kijkt.
médecins et de les convaincre
d'être fiers de leur bilinguisme.
Le ministre déclare qu'il ne peut
contraindre l'ASBL à changer de
nom mais étant donné qu'il est
responsable pour l'octroi des
subsides, il peut intervenir à cet
égard-là. Le ministre devrait à
l'avenir imposer une dénomination
bilingue aux ASBL à Bruxelles.
Le ministre peut menacer de
supprimer ou de diminuer les
subsides si ces médecins ne
maîtrisent pas mieux le
néerlandais. Le ministre réagit de
manière trop évasive lorsqu'il
déclare que ses compétences ne
lui permettent pas d'exiger le
bilinguisme et que la présence
d'une personne à l'accueil est
suffisante. Je déplore que le
ministre reste dans l'expectative et
n'avance pas d'exigence.
19.04 Minister Rudy Demotte: We zullen dat later zeker nog
bespreken. Een van de problemen die ik ook niet mag ontkennen is
dat er ik spreek nu vanuit de tekst die ik heb gelezen toch twijfel is
over de contradictie tussen mijn eerste paragraaf waarin ik zeg dat de
organisatoren betreuren dat geen enkele Nederlandstalige arts zijn
kandidatuur heeft ingediend en mijn derde paragraaf een beetje
verder, waarin men zegt dat er op 46 artsen 19 tweetaligen zijn. Dat
zou kunnen betekenen dat de 19 tweetaligen Franstalige artsen zijn
die Nederlands kunnen spreken. In tegenstelling daarmee zou er
geen Nederlandstalige aanwezig zijn die Frans spreekt. Ik zal dat van
dichterbij bekijken, want om dat goed te begrijpen heb ik ook
inlichtingen nodig.
19.04 Rudy Demotte, ministre:
D'une part, les organisateurs
déplorent qu'aucun médecin
néerlandophone n'ait posé sa
candidature et, d'autre part, ils
déclarent que 19 médecins sur 46
sont bilingues. Je ne puis nier que
cette situation est contradictoire et
demanderai dès lors plus
d'informations pour en discuter
ultérieurement avec M.
Laeremans.
19.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik stel voor mijn vragen nrs. 6641, 6697 en 6719 om te zetten in een
schriftelijke vraag.
03/05/2005
CRIV 51
COM 584
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
19.06 Minister Rudy Demotte: Ik heb zeer goed nieuws: ik geef u nu
de tekst van mijn antwoorden.
De voorzitter: Dank u wel.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 13.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 13.20 heures.