IC583_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

MOT

motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT

moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Question de Mme Annelies Storms au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "les parkings à vélos
gardés dans les gares" (n° 6502)

Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de bewaakte
fietsenstallingen aan de stations" (nr. 6502)

Orateurs: Annelies Storms, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Annelies Storms, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les montants alloués aux agents de
La Poste pendant les trois années précédant la
pension définitive" (n° 5108)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het wachtgeld van de
ambtenaren van De Post tijdens de drie jaar verlof
voorafgaand aan de definitieve pensionering"
(nr. 5108)

Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la localisation des futurs Points Poste"
(n° 5779)

- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de vestiging van de
nieuwe PostPunten" (nr. 5779)

- M. André Perpète au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la suppression de nombreux bureaux de
poste pour les remplacer par des Points Poste"
(n° 6269)

- de heer André Perpète aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de afschaffing van tal
van postkantoren en de vervanging ervan door
PostPunten" (nr. 6269)

Orateurs: Olivier Chastel, André Perpète,
Renaat Landuyt, ministre de la Mobilité

Sprekers: Olivier Chastel, André Perpète,
Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la gare de La Louvière" (n° 6199)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het station van La
Louvière" (nr. 6199)

Orateurs: Eric Massin, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Eric Massin, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le recours à des détectives privés
pour des enquêtes internes à La Poste" (n° 6216)

Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het inzetten van
privédetectives voor interne onderzoeken bij De
Post" (nr. 6216)

Orateurs: Olivier Chastel, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Olivier Chastel, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les changements à la SNCB qui
pourraient avoir lieu dans la région d'Arlon"
(n° 6224)

Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de hervormingen bij de
NMBS voor de regio Aarlen" (nr. 6224)

Orateurs: André Perpète, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: André Perpète, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. André Perpète au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "les objets trouvés dans les trains" (n° 6225)

- de heer André Perpète aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de voorwerpen die op
de treinen worden achtergelaten" (nr. 6225)

- M. Dylan Casaer au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques

- de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sur "les objets perdus à la SNCB" (n° 6685)

Overheidsbedrijven over "de verloren voorwerpen
bij de NMBS" (nr. 6685)

Orateurs: André Perpète, Dylan Casaer,
Renaat Landuyt, ministre de la Mobilité

Sprekers: André Perpète, Dylan Casaer,
Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la liaison ferroviaire entre Charleroi
et Bruxelles" (n° 6232)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de treinverbinding
tussen Charleroi en Brussel" (nr. 6232)

Orateurs: Eric Massin, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Eric Massin, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la distribution des journaux"
(n° 6347)

Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de bedeling van de
dagbladen" (nr. 6347)

Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. André Perpète au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les boîtes aux lettres à levée très
tardive" (n° 6270)

Vraag van de heer André Perpète aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de postbussen met een
zeer late lichting" (nr. 6270)

Orateurs: André Perpète, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: André Perpète, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Questions jointes de

Samengevoegde vragen van

- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la vente d'une partie des terrains de la gare
de Jemelle" (n° 6304)

- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de verkoop van een
gedeelte van de gronden van het station van
Jemelle" (nr. 6304)

- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la sécurisation d'un mur appartenant à la
SNCB à Jemelle" (n° 6305)

- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het beveiligen van een
muur in Jemelle die eigendom is van de NMBS"
(nr. 6305)

- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le transfert du dépôt de Taxipost d'Arlon vers
Jemelle" (n° 6324)

- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de overbrenging van het
depot van Taxipost van Aarlen naar Jemelle"
(nr. 6324)

Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'avenir des trains L sur la
ligne 162" (n° 6361)

Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de toekomst van de L-
treinen op lijn 162" (nr. 6361)

Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les moyens de paiement à La
Poste" (n° 6377)

Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de
betalingsmogelijkheden in De Post" (nr. 6377)

Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la promotion du Thalys wallon"
(n° 6385)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de promotie van de
Waalse Thalys" (nr. 6385)

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

iii

Orateurs: Eric Massin, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Karine Lalieux

Sprekers: Eric Massin, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Karine Lalieux

Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'incident sur la ligne Hal-Boondael
au sujet de l'occupation abusive d'un siège en
première classe" (n° 6492)

Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het incident dat zich op
de lijn Halle-Boondaal voordeed nadat iemand ten
onrechte in eerste klasse plaatsnam" (nr. 6492)

Orateurs: Karine Lalieux, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Karine Lalieux, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la construction de huit nouvelles
gares ferroviaires à Bruxelles" (n° 6583)

Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de acht nieuwe
treinstations voor Brussel" (nr. 6583)

Orateurs: Bart Laeremans, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Bart Laeremans, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Philippe De Coene au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "les tarifs de groupe
pratiqués par la SNCB" (n° 6705)

Vraag van de heer Philippe De Coene aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de groepstarieven van
de NMBS" (nr. 6705)

Orateurs: Philippe De Coene, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité

Sprekers: Philippe De Coene, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit

Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de réouverture de la
liaison ferroviaire Quiévrain-Valenciennes"
(n° 6692)

Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de geplande heropening
van de spoorverbinding Quiévrain-Valenciennes"
(nr. 6692)

Orateurs: Camille Dieu, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Camille Dieu, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le contrat de gestion de la SNCB"
(n° 6732)

Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het beheerscontract van
de NMBS" (nr. 6732)

Orateurs: Eric Massin, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Eric Massin, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "des emplacements réservés pour
les utilisateurs de voitures en libre service sur les
parkings de la SNCB" (n° 6754)

Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "gereserveerde
parkeerplaatsen voor autodelers op de parkings
van de NMBS" (nr. 6754)

Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité

Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

COMMISSION DE

L'INFRASTRUCTURE, DES

COMMUNICATIONS ET DES

ENTREPRISES PUBLIQUES

COMMISSIE VOOR DE

INFRASTRUCTUUR, HET

VERKEER EN DE

OVERHEIDSBEDRIJVEN

LUNDI

MAI

2005

Après-midi

______

van

MAANDAG

MEI

2005

Namiddag

______

De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

01 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de bewaakte fietsenstallingen aan de stations" (nr. 6502)

01 Question de Mme Annelies Storms au vice-premier ministre et ministre du Budget et des

Entreprises publiques sur "les parkings à vélos gardés dans les gares" (n° 6502)

01.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank

collega De Padt om mij te laten voorgaan.

Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over de bewaakte
fietsenstallingen aan de stations. Bijna een jaar geleden ging de
concessiehouder failliet die instond voor de elektronisch beveiligde
fietsenstallingen bij de zeven grote stations in Vlaanderen. Ongeveer
negentienhonderd fietsenstallingen gingen daardoor verloren, onder
andere de Gentse fietsenstalling, die zeshonderd plaatsen telt.

Vorig jaar in december heb ik de minister ook al ondervraagd over de
aanslepende situatie. Toen waren de onderhandelingen met de
kandidaat-uitbater in een eindfase en de heropening van de
fietsenstalling aan het Gentse Sint-Pietersstation werd door de NMBS
in het vooruitzicht gesteld voor begin maart 2005. Daarna heeft de
NMBS de datum nog eens uitgesteld naar begin april 2005. Op het
ogenblik dat ik mijn vraag indiende, ben ik eens gaan kijken. Welnu,
midden april was het daar als het ware een mesthoop. Het kantoortje
lag ook open. Het was een vuile bedoening en de werken waren
absoluut nog niet opnieuw gestart.

Ik moet wel eerlijk zeggen, mijnheer de minister, dat ik vandaag heb
gezien dat er werken zijn aangevat. Ik veronderstel dan ook dat de
heropening voor binnenkort is. Dat is een van mijn vragen.

Naar verluidt is de nieuwe concessiehouder Ecomob. Dat was mijn
eerste vraag, waar ik zelf een antwoord op kan geven.

Hamvraag is wanneer de aanpassingswerken afgerond zullen zijn en
de fietsenstalling heropend zal worden zodat de Gentse pendelaars er
opnieuw gebruik van kunnen maken. Ik ben chauvinist maar de
situatie van de andere stations met een veilige fietsenstalling
interesseren me. Het gaat over zes andere stations. Hebben zij ook te

01.01 Annelies Storms (sp.a-

spirit): A la suite de la faillite du
concessionnaire chargé des
dépôts de vélos sous surveillance
électronique dans sept grandes
gares de Flandre, environ 1.900
emplacements pour vélos sont
devenus indisponibles.

En décembre 2004, le ministre
avait annoncé la réouverture du
dépôt de vélos de Gand, qui
compte environ 600 places, pour
début mars 2005, mais il n'en est
toujours rien aujourd'hui. Un
nouveau concessionnaire a-t-il
déjà été désigné ? Pourquoi le
dépôt de vélos de la gare de Gand
Saint-Pierre n'est-il toujours pas
rouvert ? Quand les travaux dont
ce dépôt fait l'objet seront-ils
terminés ? Quand ce dépôt sera-t-
il réouvert ? Quelle est la situation
dans les autres gares qui
disposent d'un dépôt gardé ?

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

maken met zo'n achterstand in de heropening? Wanneer is de
heropening van deze veilige fietsenstallingen gepland?

01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, op

20 januari 2005 werd een contract afgesloten tussen de NMBS en de
firma Ecomob voor de herstelling van de beschadigingen aan de
toegangsdeuren, fietsenrekken en het beveiligingssysteem. Een
tweede contract werd op dezelfde datum afgesloten tussen de NMBS
en de firma Bike-Safe voor de exploitatie van de verschillende
fietsenparkings.

De vraag waarom de bewaakte fietsenstalling aan het St.-
Pietersstation nog niet heropend is, is een goede vraag. De
contractuele einddatum van de werken voor Gent-St.-Pieters was 28
april 2005.

Wat de derde vraag betreft over de aanvang van de
veranderingswerken en de einddatum ervan kan ik het volgende
meedelen. Thans zijn de voorbereidingswerken aan de gang in het
atelier van de firma. De nodige telefoonlijnen en digitale lijnen worden
op de fietsenparking aangelegd.

De firma Ecomob heeft de NMBS bevestigd dat alles volgens
planning verloopt.

Dat brengt ons bij de vierde vraag, wanneer de Gentse fietsstelplaats
eindelijk opnieuw zal openen. De fietsparking zou terug moeten
opengaan rond half mei 2005. Om te hoeden voor chauvinisme, de
openingsdata met betrekking tot de volgende stations zijn de
volgende: Mechelen op 5 mei, Antwerpen Centraal op 19 mei,
Antwerpen-Berchem op 26 mei, Kortrijk op 9 juni, Leuven op 9 juni en
Brugge eveneens op 9 juni, allemaal in 2005 uiteraard.

01.02 Renaat Landuyt, ministre:

Le 20 janvier, la SNCB a conclu un
contrat avec la société Ecomob
pour la réparation des dommages.
Un deuxième contrat a été conclu
avec la société Bike-Safe pour
l'exploitation des parkings pour
vélos.

Le délai contractuel pour les
travaux à la gare de Gand Saint-
Pierre était fixé au 28 avril 2005.
Les travaux préparatoires en
atelier et l'installation de lignes
digitales et de lignes
téléphoniques sont en cours. La
réouverture est prévue pour la mi-
mai. Les dates de réouverture
prévues pour les autres gares sont
les suivantes: Malines le 5 mai,
Anvers-gare centrale le 19 mai,
Anvers-Berchem le 26 mai et
enfin, Courtrai, Louvain et Bruges,
le 9 juin.

01.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u

voor uw antwoord.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les montants alloués aux agents de La Poste pendant les trois années précédant la
pension définitive" (n° 5108)

02 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het wachtgeld van de ambtenaren van De Post tijdens de drie jaar verlof
voorafgaand aan de definitieve pensionering" (nr. 5108)

02.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, lors des

négociations avec les organisations syndicales, La Poste a proposé
aux agents statutaires âgés d'au moins 57 ans et comptant au moins
30 années de service de pouvoir bénéficier d'un CPR - "Congé
précédant la retraite". Selon mes informations, les montants alloués
pendant ces trois années précédant la pension définitive sont
actuellement calculés selon un tableau. En consultant ce dernier, il
apparaît que deux catégories sont retenues.

Ainsi, un agent célibataire avec un enfant à charge se trouve rangé
dans la catégorie "isolé". En revanche, un agent marié, qui compte,
de ce fait, également une personne à charge, mais certainement

02.01 Joseph Arens (cdH): De

bedragen die door De Post worden
toegekend aan haar statutaire
beambten die verlof voorafgaand
aan het pensioen genieten,
namelijk degenen die ten minste
57 jaar oud zijn of ten minste
dertig jaar dienst hebben, worden
berekend aan de hand van een
tabel. Volgens die tabel wordt een
ongehuwde beambte met een kind
ten laste gerangschikt in de

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

moins onéreuse qu'un jeune aux études, se retrouve dans la
catégorie "ménage avec revenus". Le montant mensuel net alloué à
un isolé est clairement inférieur à celui d'un ménage avec revenus.

Monsieur le ministre, trouvez-vous cette situation normale? Pouvez-
vous m'expliquer les raisons de cette différence de montants? Ne
pouvez-vous considérer un célibataire avec un enfant à charge au
même titre qu'un ménage avec revenus?

Voici, monsieur le ministre, mes questions. Il s'agit donc bien de cas
concrets, de personnes qui vivent des situations difficiles.

categorie "alleenstaande", terwijl
een gehuwde beambte die dus
een persoon ten laste heeft die
echter minder kost dan een
studerend kind in de categorie
"gezin met inkomsten" is
ingedeeld. Het maandelijks
nettobedrag dat aan een
"alleenstaande" wordt toegekend,
ligt fors lager dan het bedrag dat
een "gezin met inkomsten"
ontvangt. Hoe rechtvaardigt men
dat verschil? Kan een ongehuwde
beambte met een kind ten laste
niet als een gezin met inkomsten
worden beschouwd?

02.02 Renaat Landuyt, ministre: Vous n'avez pas inventé le cas.

02.03 Joseph Arens (cdH): Non, je ne l'ai pas inventé.

02.04 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, il est exact que les rémunérations d'un agent célibataire
avec ou sans enfant à charge et celles d'un agent marié avec ou sans
enfant à charge, dont le conjoint a des revenus propres, sont
soumises au même barème du précompte professionnel. Ces agents
sont, tous deux, considérés comme isolés.

Les rémunérations d'un agent marié dont le conjoint n'a pas de
revenus sont soumises à un barème préférentiel.

Cette différence du mode de taxation résulte simplement de
l'application de l'arrêté royal indiquant les modifications en matière de
précompte professionnel. Cet arrêté royal est publié chaque année en
vue de donner une actualisation des taux et plafonds relatifs aux
tranches d'imposition. Seule une adaptation des dispositions légales
et réglementaires pourrait éventuellement modifier les principes en
vigueur actuellement.

02.04 Minister Renaat Landuyt:

De bezoldigingen van de
ongehuwde beambten en de
gehuwde beambten wier
echtgenoten over eigen inkomsten
beschikken zijn effectief aan
dezelfde schaal voor

bedrijfsvoorheffing onderworpen,
aangezien beide als
"alleenstaanden" worden
beschouwd, maar de gehuwde
beambten wier echtgenoten niet
over inkomsten beschikken
genieten een voorkeurtarief.
Dat belastingverschil vloeit voort
uit de toepassing van het KB tot
wijziging van het KB/WIB 92, op
het stuk van de
bedrijfsvoorheffing. De thans
vigerende principes zouden enkel
via een aanpassing van de
regelgevende en wetsbepalingen
kunnen worden gewijzigd.

02.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je parlais des

allocations, des montants qui étaient alloués pendant cette période de
congé précédant la retraite. Je ne parlais pas de taxation. Ce que
vous m'avez répondu ne répond pas tout à fait à la question posée. Il
s'agit simplement du montant alloué pendant le congé précédant la
retraite. Je voudrais savoir s'il n'est pas possible de prévoir le même
montant pour les isolés ayant un enfant à charge que pour les
ménages. C'est cela le fond de ma question.

02.05 Joseph Arens (cdH): Mijn

vraag had geenszins betrekking
op de belasting maar op de
bedragen en vergoedingen die
worden uitbetaald tijdens het verlof
voorafgaand aan het pensioen.
Zou een alleenstaande met een
kind ten laste niet hetzelfde bedrag
kunnen ontvangen als een gezin?
Kan men de tabel niet aanpassen?

02.06 Renaat Landuyt, ministre: La seule chose que j'ai faite est

d'expliquer que la réglementation actuelle est ...

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

02.07 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, ce n'est pas

nécessairement la même chose que pour l'octroi de l'allocation.

02.08 Renaat Landuyt, ministre: Dans cette matière, on ne fait pas

cette différence.

02.09 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, si je comprends

bien, il n'y a pas moyen d'obtenir un quelconque changement dans le
tableau qui définit les allocations concernant ce congé précédant la
retraite.

02.10 Renaat Landuyt, ministre: Si, mais pour cela, une intervention

du législateur est nécessaire.

02.04 Minister Renaat Landuyt:

Het komt de wetgever toe dat te
doen.

02.11 Joseph Arens (cdH): Il suffit donc aux parlementaires

d'introduire une proposition de loi ou au gouvernement de proposer
un projet de loi et la chose sera réglée.

02.11 Joseph Arens (cdH): Het

zou dus volstaan een wetsvoorstel
of wetsontwerp ter zake goed te
keuren?

02.12 Renaat Landuyt, ministre: Peut-être. Je vous ai donné une

réponse au nom du ministre Vande Lanotte. Si j'ai bien compris, c'est
sur le fond qu'il y a quelque chose à changer. Pour l'instant, il s'agit
d'appliquer la loi. Ceux qui ne la trouvent pas juste doivent demander
une amélioration de la loi quant au fond.

02.12 Minister Renaat Landuyt:

Misschien! Dat is alles wat ik u
namens de heer Vande Lanotte
kan zeggen.

02.13 Joseph Arens (cdH): Pour les personnes concernées, cela

vaut vraiment la peine d'améliorer très rapidement la situation par un
projet ou une proposition de loi. Je voudrais connaître la position du
gouvernement à cet égard.

02.13 Joseph Arens (cdH): Welk

standpunt verdedigt de regering
terzake?

02.14 Renaat Landuyt, ministre: De temps à autre, il faut prendre

ses responsabilités en tant que parlementaire et ne pas demander
toujours l'autorisation au gouvernement.

02.14 Minister Renaat Landuyt:

Als parlementslid moet men soms
zijn verantwoordelijkheid opnemen
zonder op het standpunt van de
regering te wachten! Maar ik neem
daar nota van.

02.15 Joseph Arens (cdH):, C'est quand même mieux lorsque cela

vient du gouvernement!

02.16 Renaat Landuyt, ministre: J'en prends bonne note.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Questions jointes de

- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
localisation des futurs Points Poste" (n° 5779)
- M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
suppression de nombreux bureaux de poste pour les remplacer par des Points Poste" (n° 6269)

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de vestiging van de nieuwe PostPunten" (nr. 5779)
- de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de afschaffing van tal van postkantoren en de vervanging ervan door PostPunten" (nr. 6269)

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la localisation des futurs Points Poste amène un certain
nombre de questions. La presse s'est fait écho récemment de la
localisation de ces futurs Points Poste, à la fois pour l'année
prochaine mais aussi pour 2007. Je souhaitais demander à M. Vande
Lanotte, en l'occurrence quand j'ai déposé ma question, pourquoi non
seulement la région de Charleroi mais tout le Hainaut semblent
oubliés dans la localisation de ces Points Poste. Or, vous savez que
cette région vivra la fermeture d'un certain nombre de bureaux de
poste et que ces bureaux sont garants du maintien d'un lien social qui
tend de plus en plus à s'effilocher.

La liste publiée est-elle bien la liste des futurs Points Poste envisagés
par La Poste? Pourquoi Charleroi et largement le Hainaut seraient-ils
absents des intentions de création de Points Poste?

03.01 Olivier Chastel (MR): In de

kranten stond onlangs een
overzicht van de plaatsen waar
gedurende 2006 en 2007 de
PostPunten worden gevestigd.
Daarbij zouden Charleroi en
omgeving, ja zelfs de ganse
provincie Henegouwen volledig
over het hoofd zijn gezien. In deze
regio worden echter binnenkort
meerdere postkantoren gesloten.
Postkantoren vormen nochtans
een belangrijke schakel in het
maatschappelijke leven. Klopt
deze informatie over de
toekomstige Postpunten?

03.02 André Perpète (PS): Monsieur le ministre, il semble que La

Poste compte d'ici environ quatre ans remplacer 650 de ses bureaux
de poste par des Points Poste. Ces changements interviendraient
dans des zones où les actuels bureaux de poste ne sont plus
rentables.

Bien qu'à ma connaissance, et en tout cas au moment où la question
a été rédigée fin mars, aucune liste des bureaux qui subiraient de tels
changements n'ait été définie, on se doit quand même de s'interroger
sur les zones qui risquent de voir disparaître leurs bureaux de poste.

En effet, j'imagine que ce sont les bureaux de poste se situant en
zone rurale qui sont les moins rentables et qui donc pourraient être
amenés à disparaître d'ici quelques années.

Comme vous le savez, la province de Luxembourg est constituée en
grande partie de zones rurales et de petits villages. Pour les habitants
de ces zones, et notamment les personnes âgées, les bureaux de
poste sont très utiles car faciles d'accès et avec un accueil plus
personnalisé.

Ce type de bureaux et donc de services que propose notre entreprise
publique et qui sont le lien entre La Poste et le grand public semblent
destinés à disparaître pour des considérations financières et ce, sans
toujours prendre en compte les vraies attentes de la population qui
sont pourtant, je pense, la base d'un service public de qualité.

La province de Luxembourg risque donc d'être fortement touchée par
cette restructuration d'autant que si les bureaux ne sont pas rentables
pour une entreprise publique, on imagine mal une entreprise privée,
une banque par exemple, venir s'installer dans une zone rurale.
Lorsqu'on entend que, grâce à ce service, La Poste souhaite
renforcer la proximité de base proposée par ses bureaux et
augmenter la satisfaction de ses clients en améliorant l'accessibilité,
on se pose des questions.

En effet, si cette situation se vérifie dans des grandes villes comme
Malines, Namur et d'autres où des essais sont en cours, elle est
différente dans les zones rurales. En outre, cette restructuration n'est
pas la seule puisque l'avenir des centres de tri nous préoccupe

03.02 André Perpète (PS):

Gespreid over vier jaar zou De
Post 650 onrendabele
postkantoren door PostPunten
vervangen. Ik veronderstel dat het
vooral om landelijke kantoren
gaat. Ik maak me in het bijzonder
bezorgd over de toestand in de
provincie Luxemburg en trek me
het lot van de bejaarden aan die
op zichzelf zullen aangewezen zijn.
De maatregel gaat immers in
tegen de belangen van de
bevolking (gemakkelijk bereikbare
en klantgerichte diensten) die de
hoeksteen van de openbare
dienstverlening moeten vormen.
De toegankelijkheid en de
tevredenheid bij de klanten zullen
er door de wijzigingen zoals ze
thans door De Post worden
doorgevoerd, zeker niet op vooruit
gaan, tenzij in bepaalde grote
steden. De Post onderzoekt
momenteel ook de toekomst van
het sorteercentrum te Libramont.

Klopt het dat 650 van de 1.300
verkooppunten van postproducten
niet meer door postpersoneel
zouden worden uitgebaat?
Hoeveel postkantoren, en dan
vooral in de provincie Luxemburg,
worden met sluiting bedreigd?

Hebben de landelijke kantoren in
het kader van het nieuwe beleid
van ons autonoom
overheidsbedrijf nog een
toekomst?

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

également, notamment pour Libramont.

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.

Sur les 1.300 points de vente de produits postaux qui resteraient en
activité, environ 650 ne seraient plus exploités par des postiers.
Confirmez-vous ces chiffres?

Qu'adviendra-t-il des autres bureaux?

A terme, combien de bureaux de poste sont-ils menacés de
fermeture, notamment en province de Luxembourg?

Selon vous, monsieur le ministre, les bureaux de poste existant
encore dans les zones rurales et dans les villages ont-ils encore un
avenir dans la nouvelle politique de l'entreprise publique autonome La
Poste?

Qu'adviendra-t-il des postiers qui travaillent actuellement dans ces
bureaux? Des accords ont-ils été pris avec les entreprises qui
ouvriraient des points postaux pour que ces travailleurs puissent
conserver leur emploi? Seraient-ils reclassés ailleurs, à proximité de
leur lieu de travail actuel?

Enfin, est-il envisagé des licenciements ou des non-prolongations de
contrat?

Wat gebeurt er met het personeel
van De Post dat in die kantoren
werkt?

03.03 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, mes chers

collègues, je vais donner la réponse que je suis en mesure de vous
transmettre pour l'instant. Je ne communiquerai donc pas les
éléments que je ne connais pas encore. En effet, beaucoup des
questions posées, surtout par M. Perpète, concernent l'avenir.

En ce moment, La Poste teste un nouveau concept de services dans
le but de garantir l'accessibilité de ses services de base à tous ses
clients, en s'appuyant sur un réseau dense, en équilibre sur le plan
financier. Les nouveaux magasins postaux sont actuellement testés
dans 14 sites autour de Malines, en Flandre, et autour de Namur, en
Wallonie.

Ces tests permettront de répondre aux questions de M. Perpète, c'est
pourquoi je souligne que l'on ne peut se baser que sur des éléments
existants.

Dans le courant de l'année 2005, les résultats de ces tests seront
validés sur la base d'une échelle adaptée, correspondant à un
élargissement du test jusqu'à une cinquantaine de magasins postaux.
Cette validation qui se concentrera essentiellement sur les régions
d'Anvers, du Limbourg, du Hainaut et de Namur tiendra compte de
sites sélectionnés de façon représentative et prendra en considération
les éventuels problèmes spécifiques à court terme. La région du
Hainaut sera donc également impliquée dans ce projet. Après
évaluation, La Poste augmentera le nombre de tests de magasins
postaux à environ 130 en 2006. Tous les autres chiffres ou
informations sont prématurés en ce moment.

03.03 Minister Renaat Landuyt:

Ik zou vooraf toch willen
onderstrepen dat dit antwoord
ietwat voorbarig is. De
aangehaalde cijfers slaan immers
in de eerste plaats op de huidige
situatie.

De Post test een nieuwe aanpak
uit om de basisdienstverlening
voor alle klanten toegankelijk te
maken. Momenteel worden de
nieuwe postwinkels uitgetest op
veertien plaatsen in de buurt van
Mechelen en Namen. In de loop
van 2005 zullen de resultaten van
die tests getoetst worden aan een
aangepaste maatstaf, die
overeenkomt met tests op grotere
schaal. Bij die toetsing zal
rekening worden gehouden met de
geselecteerde sites en met
eventuele specifieke problemen
die zich op korte termijn zouden
kunnen voordoen. De regio
Henegouwen zal dus bij dit project
betrokken worden.

In 2006, na de evaluatie, zal De
Post het aantal proefwinkels
optrekken tot ongeveer 130.

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

03.04 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je ne vois

vraiment pas ce que j'ajouterais à la réponse du ministre.

03.05 André Perpète (PS): Monsieur le président, je peux

comprendre que le ministre ne puisse pas donner d'informations plus
précises à l'heure actuelle. J'espère qu'il sera vigilant, comme nous le
sommes, pour que ces expériences soient aussi vérifiées par rapport
à ce qui est faisable en zone rurale. Des villes comme Malines ou
Namur, qui ont des noyaux urbains importants, ne sont pas vraiment
comparables à des zones réellement rurales. J'espère qu'on le
mesurera à temps et je compte sur le gouvernement, et plus
particulièrement sur M. Vande Lanotte, à cet égard.

03.05 André Perpète (PS): In

afwachting dat ik over
nauwkeurige gegevens beschik,
kan ik enkel oproepen tot
waakzaamheid. Steden als Namen
en Mechelen kunnen immers
bezwaarlijk model staan voor de
landelijke zones.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la gare de La Louvière" (n° 6199)

04 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het station van La Louvière" (nr. 6199)

04.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,

la presse s'est fait l'écho, il y a quelques semaines, d'une série de
retombées de l'application du projet "New Passenger 2006" visant
plus particulièrement l'avenir de la gare de La Louvière. Il est
notamment prévu, dans le cadre de ce projet, une centralisation des
cabines de signalisation. Dans cette perspective, la cabine de la gare
de La Louvière serait transférée à La Louvière Sud - La Louvière
compte en effet deux gares: La Louvière Centre et La Louvière Sud -
à l'instar du personnel qui intégrerait un nouveau centre logistique. La
Louvière Centre disparaîtrait peu à peu au profit de l'élargissement de
la zone de Charleroi et le personnel de guichet serait réduit à sa plus
simple expression.

S'il n'est nullement question de fermeture de guichets, comme on a
déjà eu l'occasion à de nombreuses reprises d'en parler, il convient
cependant aussi de souligner l'état des plus déplorables du bâtiment
de la gare de La Louvière. En effet, le plâtre s'effrite, un immense trou
au plafond fait découvrir les combles aux navetteurs et des
champignons rongent le sol. Bref, vous conviendrez avec moi que la
situation est des plus graves quant à ce bâtiment.

Partant du principe que cette gare devrait continuer à jouer un rôle
important au sein du quartier, puisque la ville de La Louvière prévoit
un certain nombre d'investissements à proximité, comme la
construction d'une nouvelle piscine, pouvez-vous me renseigner,
monsieur le ministre, si des investissements sont programmés pour la
réfection minimale du bâtiment? Dans la négative, quelles seraient les
solutions avancées par la SNCB pour, à tout le moins, freiner la
dégradation de ce bâtiment et protéger les navetteurs d'éventuelles
chutes de plâtre?

04.01 Eric Massin (PS): Volgens

de pers voorziet het project "New
Passengers 2006" in de
centralisatie van de seinhuizen. Zo
zou het seinhuis van het station
van La Louvière naar La Louvière-
Zuid worden overgebracht en zou
het personeel in een nieuw
logistiek centrum aan de slag
kunnen.

Het station van La Louvière-
Centrum zou stapsgewijs worden
afgebouwd en het personeel zou
er sterk worden ingekrompen,
terwijl de zone Charleroi zou
worden uitgebreid.
Hoewel geen sluiting van de
loketten op handen is, moet toch
wel op de betreurenswaardige
toestand van het station van La
Louvière worden gewezen. Kan u
ons meedelen of in de renovatie
van het gebouw zal worden
geïnvesteerd? Het station speelt
immers een belangrijke rol en de
stad plant investeringen in de
omliggende wijk.

Zo neen, welke oplossingen reikt
de NMBS aan om de verloedering
van het station en de omgeving
tegen te gaan en de veiligheid van
de treinreizigers te verzekeren?

04.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher 04.02 Minister Renaat Landuyt:

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

collègue, la construction d'un centre logistique d'infrastructure est
prévue à La Louvière Sud avec mise en service en 2009. Quatre-
vingt-six agents de l'infrastructure y seront regroupés dont 24 agents
se trouvant actuellement à La Louvière Centre. Suivant le plan de
concentration des cabines de signalisation, une nouvelle cabine
informatisée sera construite et mise en service à La Louvière Sud
après 2010. Le personnel - signaleurs et sous-chef de gare -
travaillant actuellement dans le bloc 6 situé dans le bâtiment des
voyageurs de La Louvière Centre sera transféré dans cette nouvelle
cabine après 2010.

En ce qui concerne le bâtiment de la gare de La Louvière Centre, les
dégradations dans la salle d'attente sont dues à des infiltrations dans
la toiture.

Les conditions climatiques étant plus clémentes, les services
techniques locaux du groupe SNCB vont pouvoir remédier au plus tôt
à ces infiltrations et réparer les dégâts causés.

In de loop van 2009 zal in La
Louvière een nieuw Logistiek
Centrum Infrastructuur worden
geopend. In het kader van dat
project zullen 24 ambtenaren van
La Louvière zich bij de 86
ambtenaren van Infrastructuur
voegen die reeds op de site zijn
tewerkgesteld.
Het plan inzake de centralisatie
van de seinhuizen voorziet in de
invoering van een nieuw
geïnformatiseerd seinhuis in La
Louvière vanaf 2010. Het
personeel dat thans in blok 6 van
La Louvière-Centrum werkt, zal er
in datzelfde jaar naar worden
overgebracht.

Wat het stationsgebouw van La
Louvière-Centrum betreft, zullen
de lokale technische diensten van
de NMBS het dak en de
waterschade herstellen van zodra
de weersomstandigheden het
toelaten.

04.03 Eric Massin (PS): Je vous remercie, monsieur le ministre.

Monsieur le président, je n'ai pas d'autre commentaire.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

05 Question de M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le recours à des détectives privés pour des enquêtes internes à La Poste" (n° 6216)

05 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het inzetten van privédetectives voor interne onderzoeken bij De Post"
(nr. 6216)

05.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la presse rapporte une affaire des plus préoccupantes, en
l'occurrence, le fait que La Poste ait fait appel à des enquêteurs en
possession d'une licence de détective privé pour interroger une
employée soupçonnée notamment de détournement.

Ces détectives mèneraient pour La Poste des enquêtes dignes de
polars de série B des années 50; vous me passerez l'expression. Le
problème est qu'il ne s'agit malheureusement pas d'un mauvais
scénario, mais bien d'un procédé condamnable, me semble-t-il, par la
loi. Il s'agit ni plus ni moins d'une usurpation de pouvoir. En effet, sauf
erreur de ma part, la recherche des infractions en Belgique est
toujours du ressort de la seule police judiciaire. Il me paraît dès lors
d'autant plus inadmissible que La Poste s'adonne à ce genre de
procédé. En tant qu'entreprise publique autonome, a fortiori.

On peut concevoir que La Poste, au même titre que n'importe quelle
entreprise, puisse se prémunir face à certains comportements.
Toutefois, on ne peut accepter que, sous prétexte de se protéger, elle

05.01 Olivier Chastel (MR):

Volgens persberichten zou De
Post privé-detectives ingeschakeld
hebben om speurwerk te
verrichten naar de handel en
wandel van een van verduistering
verdachte werknemer en om de
betrokkene te verhoren. Deze
handelwijze zou illegaal kunnen
zijn, want opsporingswerk om
misdrijven op te helderen behoort
tot de bevoegdheid van de
gerechtelijke politie.

Hoe denkt De Post deze zaak
verder te behandelen? Op welke
manier zal De Post haar
onderzoeksmethoden in de
toekomst bijsturen?

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

se place délibérément hors la loi.

J'aurais voulu avoir la réaction de M. le ministre quant aux suites que
compte donner La Poste à cette affaire.

05.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, l'article paru dans le journal "La Meuse" est relatif à une
affaire de licenciement pour motif grave d'une employée de La Poste
en raison d'un détournement d'argent.

Plusieurs clients s'étaient plaints du fait qu'alors qu'ils avaient
demandé un retrait d'une certaine somme d'argent, ils avaient pu
constater à la lecture de leurs extraits de compte qu'une somme
supérieure avait été débitée. Le service Investigations a effectué une
enquête et l'employée a été licenciée.

Parallèlement et conformément à l'obligation imposée par la loi du
19 juillet 1991 portant organisation de la profession de détective privé,
le parquet a été informé des faits constatés et a décidé de poursuivre
la personne devant le tribunal correctionnel.

La Poste estime qu'elle n'a commis aucune irrégularité dans ce
dossier.

Les enquêteurs, en possession d'une licence de détective privé, ont
exercé leur profession en conformité avec la loi du 19 juillet 1991 et
les instructions internes de La Poste.

Le jugement était attendu pour le 25 avril.

05.02 Minister Renaat Landuyt:

Het gaat in deze zaak om het
ontslag van een werknemer om
dringende redenen, nadat cliënten
vastgesteld hadden dat er geld
verduisterd was.

De opsporingsdienst heeft een
onderzoek ingesteld. Het parket
werd van de vastgestelde feiten in
kennis gesteld en heeft beslist de
werknemer in kwestie te vervolgen
en de zaak voor de correctionele
rechtbank te brengen.

De Post is van mening dat ze geen
onregelmatigheden heeft begaan
in dit dossier omdat de
onderzoekers die in het bezit zijn
van een vergunning van privé-
detective hun beroep uitoefenden
in overeenstemming met de wet
van 19 juli 1991 tot regeling van
het beroep van privé-detective. De
Post heeft bovendien gehandeld in
samenspraak met het parket dat
met de zaak is belast.

05.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je tiens tout

d'abord à remercier le ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, certes, La Poste estime être dans son droit.
Mais, si je vous ai bien compris, elle a effectivement fait appel à des
détectives privés pour trouver une solution et amener cette affaire
devant la justice?

05.04 Renaat Landuyt, ministre: Oui, mais, je le rappelle,

conformément à la loi de 1991 et en informant le parquet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

06 Question de M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les changements à la SNCB qui pourraient avoir lieu dans la région d'Arlon" (n° 6224)

06 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de hervormingen bij de NMBS voor de regio Aarlen" (nr. 6224)

06.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, fin du mois de septembre dernier, j'interrogeais M. Vande
Lanotte sur les restructurations qui pourraient avoir lieu à la SNCB et,
notamment, le fait, pour Arlon, de perdre peut-être son statut de gare-
région. Cela signifierait qu'Arlon ne dirigerait plus les autres gares de
la zone (principalement les gares de la province de Luxembourg)

06.01 André Perpète (PS): Ik

ondervroeg u in het verleden al
over het feit dat Aarlen misschien
zijn statuut van regiostation zou
verliezen. Daardoor zou het station
Namen een aantal bevoegdheden

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

mais que ces tâches seraient dorénavant assurées par Namur. Ce
transfert aurait non seulement pour conséquence la perte de plusieurs
dizaines d'emplois (environ une trentaine) mais aussi le fait que plus
aucune décision ne serait prise en province de Luxembourg
concernant les gares de cette province.

A l'époque, M. Vande Lanotte disait que, si le statut de gare-région
d'Arlon était à l'étude, aucune décision n'était prise, qu'il était
prématuré d'avancer quoi que ce soit, que l'on étudiait une certaine
réorganisation partout et que l'on était encore loin de pouvoir
conclure.

Aujourd'hui, plus de six mois se sont écoulés. Il semblerait que les
compétences de la cabine de signalisation d'Arlon pourraient
également être déplacées vers Libramont, ce qui menacerait alors 40
emplois dont une partie de la gare d'Arlon. Quant au centre logistique
d'infrastructure, il pourrait, lui aussi, être déplacé, 50 emplois étant
concernés. Enfin, il serait question de modifier les arrondissements
"infrastructures".

Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:
- Etes-vous au courant de l'évolution de ces différents projets?
- A terme, la gare d'Arlon risque-t-elle de perdre son statut de gare-
région? Des décisions ont-elles déjà été prises sur ce point et si oui,
lesquelles? Dans le cas contraire, où en est le dossier?
- Si ces restructurations devaient frapper le Sud-Luxembourg, quelles
en seraient les conséquences sur l'emploi?

overnemen en zou een dertigtal
jobs verdwijnen. U antwoordde
toen dat het dossier nog ter studie
lag en dat nog geen beslissing
werd genomen.

Naar verluidt zouden de
opdrachten van het seinhuis van
Aarlen en het logistiek centrum
infrastructuur aan Libramont
worden overgedragen. Ook de
arrondissementen "Infrastructuur"
zouden wijzigingen ondergaan.

Bent u van een en ander op de
hoogte? Dreigt Aarlen zijn statuut
van regiostation te verliezen?

Werden in dit dossier al
beslissingen genomen? Zo ja,
welke? Zo neen, hoe evolueert het
dossier?

Welke gevolgen zouden de
mogelijke herstructureringen in de
provincie Luxemburg hebben?

06.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, en ce qui concerne le statut de gare-région d'Arlon, le
dossier global relatif à la réorganisation au sein des régions,
notamment en fonction de la mise en place du projet "New
Passenger", est toujours à l'étude au niveau d'Infrabel. Aucune
décision définitive ne peut, dès lors, être avancée à l'heure actuelle
sur l'organisation future de l'activité dans la région d'Arlon et le
maintien du statut de la gare d'Arlon comme gare-région.

Quant à la localisation du futur poste de signalisation, si une étude est
actuellement bien en cours sur le choix de la meilleure localisation de
ce poste, aucune décision n'est encore prise en cette matière dans
l'attente des conclusions de cette dernière.

En effet, les renseignements indispensables concernant notamment
les bâtiments disponibles dans les différentes installations, les autres
contraintes techniques et l'exploitation, les avantages et inconvénients
des différentes possibilités doivent encore être analysés avec
l'ensemble des services concernés avant toute décision définitive.

Troisièmement, pour le centre logistique d'infrastructure, il n'y a pas
de modification dans le nombre d'arrondissements "infrastructure et
achats". Seules leurs limites ont été adaptées au 1

mars 2005:

rééquilibrage et adaptation aux nouvelles technologies de
signalisation. Le personnel de l'arrondissement d'Arlon est resté
stable dans l'opération.

Quatrièmement, au sujet des conséquences pour l'emploi, si les
réorganisations et concentrations de sièges de travail devaient donner
lieu à des réductions locales de l'emploi, la SNCB Holding mettrait

06.02 Minister Renaat Landuyt:

Vooreerst wordt het dossier
betreffende het statuut van
regiostation van Aarlen op dit
ogenblik door Infrabel (de
infrastructuurbeheerder)
bestudeerd en kan ik u dus geen
beslissing meedelen. Ook wordt
onderzocht wat de beste site is
voor het toekomstige seinhuis met
EBP (elektronische
bedieningspost). Op dit ogenblik
werd nog geen beslissing
genomen omdat de technische
gegevens nog door alle betrokken
diensten moeten worden
bestudeerd.

Vervolgens is er geen wijziging
van het aantal arrondissementen
voor de infrastructuur en de
aankopen; de grenzen werden op
1 maart 2005 aangepast in het
licht van de nieuwe
seintechnologie. Het
personeelsbestand van Aarlen is
stabiel gebleven.

Mochten de reorganisaties en
concentraties van zetels de

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

tout en oeuvre pour proposer aux agents éventuellement rendus
disponibles des opportunités de réaffectation ou de réutilisation dans
d'autres sièges, et ce dans les conditions réglementaires. Ces
dernières résultent de négociations paritaires avec les organisations
du personnel reconnues et garantissent l'application des mesures les
plus avantageuses possibles sur le plan social.

plaatselijke werkgelegenheid
terugschroeven, dan zou de
NMBS Holding de
personeelsleden herplaatsingen
voorstellen, met inachtneming van
de reglementaire voorwaarden die
werden overeengekomen na
paritaire onderhandelingen met de
personeelsorganisaties en die
voordelige maatregelen op sociaal
vlak inhouden.

06.03 André Perpète (PS): Je voudrais remercier le ministre pour sa

réponse et lui demander, bien que je sache qu'il n'est pas le ministre
directement compétent et qu'il dépanne le ministre Vande Lanotte, s'il
a malgré tout une idée du délai dans lequel une décision pourrait
tomber concernant le statut de gare-région et le sort de la cabine de
signalisation. Pouvez-vous me donner un ordre de grandeur, faudra-t-
il des semaines ou des mois pour voir tomber une décision?

06.03 André Perpète (PS): U

bent uiteraard niet de bevoegde
minister, maar heeft u een idee
van de termijn waarbinnen de
beslissing met betrekking tot het
statuut van gewestelijk
hoofdstation en het seinhuis zal
worden genomen?

06.04 Renaat Landuyt, ministre: Ce seront plutôt des mois que des

semaines.

06.04 Minister Renaat Landuyt:

De termijn? Veeleer maanden dan
weken.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

07 Questions jointes de

- M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"les objets trouvés dans les trains" (n° 6225)
- M. Dylan Casaer au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "les
objets perdus à la SNCB" (n° 6685)

07 Samengevoegde vragen van

- de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de voorwerpen die op de treinen worden achtergelaten" (nr. 6225)
- de heer Dylan Casaer aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de verloren voorwerpen bij de NMBS" (nr. 6685)

07.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, il semblerait qu'au cours de l'année 2004, environ 30.000
objets ont été trouvés dans les trains ou les gares de notre pays. Leur
nature varie fortement et va du sac à main, au gsm, à des paquets
divers, etc. En effet, les usagers de notre entreprise publique oublient
dans les gares et trains des objets des plus communs aux plus
cocasses.

J'ai lu que lorsque des objets sont retrouvés dans une voiture de la
SNCB, ils sont entreposés pendant 14 jours dans la gare terminus du
train à bord duquel ils ont été trouvés. Passé ce délai, s'ils n'ont pas
été réclamés, ils sont envoyés au centre de rebut de la SNCB qui se
trouve à Bruxelles-Midi. Les objets qui n'ont pas été réclamés sont
vendus une fois par an et la recette de cette vente, par ailleurs fort
modeste, semble-t-il, revient à l'Etat qui dédommage la SNCB pour le
service effectué.

Mes questions sont les suivantes, monsieur le ministre.

07.01 André Perpète (PS): In

2004 werden in de Belgische
treinen en stations zo'n 30.000
voorwerpen (handtassen, gsm's,
pakjes, enz.) gevonden.

Voorwerpen die in een treinrijtuig
worden gevonden, blijven veertien
dagen in het eindstation van de
trein waarin ze werden gevonden.
Daarna worden ze naar de dienst
verloren voorwerpen van de
NMBS in Brussel-Zuid gestuurd.
De niet afgehaalde voorwerpen
worden eens per jaar verkocht en
de opbrengst ervan gaat naar de
Staat, die de NMBS vergoedt.

Hoeveel heeft de verkoop van

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

- Combien la vente d'objets trouvés dans les trains de la SNCB au
cours de l'année 2004 a-t-elle apportée à la SNCB?
- Au vu des informations en ma possession, il semble je le répète
que cette somme soit plutôt modeste; par conséquent, ne pensez-
vous pas qu'il serait plus indiqué de faire profiter les gens dans le
besoin de ces objets?
- Ne serait-il pas possible de distribuer les vêtements trouvés à des
gens qui se trouvent dans des situations précaires, notamment en
période hivernale? On compte également, parmi les objets trouvés,
du matériel de camping qui pourrait aider les personnes vivant dans la
rue.

voorwerpen die in 2004 in de
treinen van de NMBS werden
gevonden, opgebracht? Het zou
om een erg bescheiden som gaan.
Zou men bijvoorbeeld niet beter de
gevonden kledingstukken aan de
kansarmen en het gevonden
kampeermateriaal aan de
daklozen geven?

07.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, collega's,

mijnheer de minister, de problematiek van mijn vraag gaat een beetje
uit van dezelfde vaststelling als mijn collega deed, namelijk dat er
jaarlijks een aanzienlijk aantal verloren voorwerpen is, maar dat
slechts een heel beperkt aandeel daarvan gerecupereerd wordt door
de eigenaars.

Dat hoeft misschien niet echt te verwonderen voor wie enigszins de
procedure kent die binnen de NMBS bestaat. Het voorwerp blijft, in
het station waar het binnengebracht wordt, enige tijd ter beschikking
en gaat nadien naar een centrale bewaarplaats voor gevonden
voorwerpen, alwaar het uiteraard heel moeilijk is om, tussen al die
voorwerpen, het zijne nog terug te vinden.

Ook de ombudsman van de NMBS vindt die procedure blijkbaar niet
optimaal, wanneer we het jaarverslag-2004 erop nalezen.

Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen.

Welke van de drie instellingen of organisaties, welk van de drie
bedrijven zal instaan voor de problematiek van de verloren
voorwerpen? Zal daaraan ook aandacht worden besteed in het
beheerscontract?

Heeft de NMBS plannen om de afhandeling van de verloren
voorwerpen beter te laten verlopen?

Zou het een idee kunnen zijn om een website op te starten met
digitale foto's van dergelijke voorwerpen? Althans gaat het om een
bepaald aantal foto's, want uiteraard wordt niet van elke verloren
schoenveter, bij wijze van spreken, een foto genomen. Maar soms
kan het toch gaan om voorwerpen van aanzienlijke waarde. Wat vindt
u zelf van dat idee? Daarop komt, samengevat, mijn vraag neer.

07.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit):

Seule quelques objets trouvés
chaque année dans les trains sont
récupérés par leur propriétaire. Ce
n'est pas étonnant étant donné la
complexité de la procédure mise
en place par la SNCB pour
récupérer des objets perdus.
Lorsqu'une personne ne vient pas
rapidement rechercher l'objet, ce
dernier est envoyé au dépôt
central des objets trouvés, à
Bruxelles. Le médiateur de la
SNCB admet également, dans son
rapport annuel 2004, que la
procédure n'est pas optimale.

Parmi les trois nouvelles filiales de
la SNCB, laquelle se chargera de
la question des objets perdus ? Un
accord est-il intervenu à ce propos
entre les trois structures ou cette
matière figurera-t-elle dans les
contrats de gestion ? La SNCB
prévoit-elle de prendre des
mesures pour améliorer la
procédure relative aux objets
perdus ? Serait-il possible, par
exemple, de créer un site Internet
spécial qui montrerait les objets de
valeur perdus ?

07.03 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, les objets

trouvés dans les trains du groupe SNCB sont entreposés pendant 14
jours à la gare terminus du train. Après ce délai, ils sont envoyés au
dépôt central des objets trouvés qui se trouve en gare de Bruxelles-
Midi. Après un délai de six mois, les objets qui n'ont pu être restitués
sont envoyés au ministère des Finances, service des Domaines, où
ils sont vendus soit aux enchères, soit de gré à gré. Le service des
Domaines verse au groupe SNCB 5% du produit des ventes
publiques, ce qui représentait un montant de 1.801 euros en 2004.

Les objets trouvés ne sont pas la propriété de la SNCB, donc seul le
ministre des Finances peut décider de faire un geste.

07.03 Minister Renaat Landuyt:

De voorwerpen die op de treinen
worden gevonden, worden
gedurende twee weken in het
eindstation bewaard. Daarna
worden ze naar de centrale
bewaarplaats van de gevonden
voorwerpen in Brussel-Zuid
verzonden. Zes maanden later
worden ze naar het ministerie van
Financiën verzonden, dienst der
domeinen, waar ze te koop

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

worden aangeboden. 5 percent
van de opbrengst van de verkoop
wordt door die dienst aan de
NMBS uitgekeerd. In 2004 ontving
de NMBS zo 1.801 euro.

De gevonden voorwerpen zijn
geen eigendom van de NMBS.
Bijgevolg kan enkel de minister
van Financiën beslissen om die
voorwerpen voor een goed doel te
gebruiken.

Als een reiziger zich aan het loket aanmeldt om het verlies van een
voorwerp te melden, wordt hij verzocht een formulier R197 in te vullen
met vermelding van de aard, de kenmerken en eventueel de inhoud
van het voorwerp. Er worden onmiddellijk opzoekingen verricht. Het
document wordt van station naar station gestuurd volgens de reisweg
van de trein waarop het voorwerp werd verloren. Het formulier is nu
beschikbaar op de internetsite van de NMBS.

Als we rekening houden met de terugbezorgingen door zowel de
stations als door de centrale bewaarplaats voor gevonden voorwerpen
stellen we vast dat in 2004 36,5% van de voorwerpen werden
terugbezorgd aan hun eigenaar. Een aantal reizigers vraagt zijn
eigendom echter niet op, omdat die ofwel te oud is of in slechte staat
verkeert. Een behoorlijk aantal voorwerpen dat toekomt in de centrale
bewaarplaats voor gevonden voorwerpen is ook erg beschadigd -
gebroken paraplu's, schoenen met gaten, gescheurde jassen
enzovoort.

De NMBS - spoorwegexploitant - en meer bepaald de centrale
klantendienst van de directie Reizigers is verantwoordelijk voor al wat
de problematiek van de gevonden voorwerpen aanbelangt. Het
beheer van de gevonden voorwerpen door de centrale bewaarplaats
voor gevonden voorwerpen gebeurt via een informaticatoepassing,
die binnenkort beschikbaar zal zijn in de stations, zodat die de
opzoekingen sneller kunnen verrichten. Nu gaat het document
immers van station naar station.

De NMBS is om logistieke redenen niet van plan de voorwerpen te
fotograferen en op het internet te plaatsen. Dat zou bovendien
aanzienlijke budgettaire en menselijke middelen vergen.

Het beheer van de gevonden voorwerpen is gebaseerd op drie
wetteksten, met name het decreet van 13 augustus 1810, de wet van
28 februari 1860 en de wet van 25 augustus 1891

en dus niet op het

beheerscontract.

Lorsque la perte d'un objet est
signalée au guichet, un formulaire
R197 doit être complété avec
mention des caractéristiques de
l'objet. Ce formulaire est
disponible sur le site internet de la
SNCB. Des recherches sont
ensuite immédiatement effectuées
et le formulaire est envoyé aux
différentes gares situées sur le
parcours emprunté par l'usager
concerné. En 2004, 36,5 pour cent
des objets ont été restitués à leur
propriétaire. Certains objets ne
sont pas réclamés parce qu'ils
sont en mauvais état ou dénués
de valeur.

La SNCB, et plus exactement le
Service central de la clientèle de la
direction Voyageurs, est
responsable des objets perdus. Le
Dépôt Central des Objets trouvés
gère les opérations sur la base
d'une application informatique qui
sera prochainement disponible
dans les gares. Pour des raisons
logistiques et budgétaires, la
SNCB n'a pas l'intention de
photographier les objets ni de les
faire figurer sur internet.

La gestion des objets trouvés est
réglée par le décret du 13 août
1810 et par des lois de 1860 et de
1891, et donc pas par le contrat de
gestion.

07.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de

minister en de diensten voor het antwoord. Ik begrijp dat er omtrent
de wetteksten van die datum nog wat logistieke moeilijkheden zijn
omdat het internet toen nog niet in voege was. Wat betreft verloren
fietsen zijn er in een aantal politiezones echter wel al een aantal
experimenten gebeurt waarbij websites worden gebruikt. Ik zou dus
willen vragen dat de NMBS daarover nog eens grondig nadenkt.

07.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit):

Les textes légaux sont à ce point
désuèts qu'il est compréhensible
que le lancement d'applications
sur l'internet génère des
problèmes logistiques. J'espère
que la SNCB réexaminera

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

minutieusement cette possibilité et
suivra l'exemple de certaines
zones de police qui affichent les
vélos perdus et retrouvés sur
l'internet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

08 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la liaison ferroviaire entre Charleroi et Bruxelles" (n° 6232)

08 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de treinverbinding tussen Charleroi en Brussel" (nr. 6232)

08.01 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, j'avais déjà eu

l'occasion de poser une question au vice-premier ministre et ministre
des Entreprises publiques au sujet de la liaison entre Charleroi et
Bruxelles. Nous avions eu un échange assez intéressant tous les
deux, au cours duquel une petite comparaison fut faite entre deux
grandes villes: Gand et Charleroi. Le ministre m'avait répondu qu'en
principe, des travaux seraient entrepris car il existe une ambition
légitime dans le chef de la SNCB, à savoir que toutes les grandes
villes puissent être situées entre 25 et 30 minutes de Bruxelles. Or, je
l'avais informé que Charleroi se trouvait plutôt entre 45 et 50 minutes.

J'avais dit que je reviendrais sans doute à cette question de
l'aménagement de la ligne 124 reliant Charleroi à Bruxelles, compte
tenu de sa réponse et, surtout, des quelques recherches que je
voulais effectuer à ce sujet-là.

Pour en venir au coeur de la question, cette ligne va aussi être utilisée
pour le projet RER. Trois arrêts sont prévus entre Linkebeek et
Bruxelles-Midi: Uccle-Calevoet, Uccle-Stalle et Forest. La prévision du
trafic est de quatre rames RER par heure dans chaque sens, en sus
des deux trains IC-IR par heure dans chaque sens, au départ de
Charleroi et Bruxelles. Cela signifie, pour cette ligne 124, une charge
relativement importante. En outre, elle est aussi utilisée pour le
transport de fret à destination d'Anvers et au départ de Charleroi, à
savoir la gare de formation de Monceau-sur-Sambre.

Au vu des prévisions portant sur l'intensité du trafic sur la ligne 124 -
les différentes rames, les trains, plus le fret, qui circule sur la ligne
pendant la journée et non uniquement pendant la nuit -, il me semble
qu'il sera impossible de diminuer la durée du trajet sur la ligne entre
Charleroi et Bruxelles. Il y a peut-être même fort à parier, comme
l'avait laissé entendre M. Vande Lanotte, que la durée augmentera
effectivement et certainement - je tiens à le préciser pour ne trahir ni
ses paroles ni sa pensée - pendant le déroulement des travaux.

Mais un autre problème me préoccupe. Il m'apparaît matériellement
impossible de porter à quatre voies le trajet entre Rhode-Saint-
Genèse et Bruxelles. M. Vande Lanotte avait expliqué qu'il n'y aurait
pas de problèmes, vu que l'on porterait, entre Nivelles et Bruxelles, la
ligne 124 à quatre voies, et ce dans le virage de Forest. Or, celui-ci
rend matériellement impossible la construction d'une quatrième voie.
Je signale que ce virage est l'axe de pénétration de la ligne 124 pour
accéder à Bruxelles-Midi.

08.01 Eric Massin (PS): Ik heb

de vice-eerste minister en minister
van Overheidsbedrijven al een
vraag over de verbinding Brussel-
Charleroi gesteld. Hij heeft mij
geantwoord dat de rijtijd tussen
Brussel en de andere grote steden
tussen 25 en 30 minuten moest
bedragen. Voor Charleroi bedraagt
die rijtijd veeleer tussen 45 en 50
minuten.

Ik wil het nogmaals hebben over
de aanpassing van lijn 124 die
Brussel met Charleroi verbindt.
Die lijn zal ook voor het GEN-
project worden gebruikt. Tussen
Linkebeek en Brussel-Zuid zijn
drie stopplaatsen gepland: Ukkel-
Calevoet, Ukkel-Stalle en Vorst.
Volgens de plannen zouden er vier
GEN-treinstellen per uur in elke
richtlijn rijden, naast de twee IC-IR
treinen voor de verbinding Brussel-
Charleroi. Dat betekent een zware
belasting voor lijn 124. Zij wordt
ook gebruikt voor het vervoer van
goederen vanuit Charleroi naar
Antwerpen (rangeerstation van
Monceau-sur-Sambre).

Gelet op het verwachte
treinverkeer op lijn 124 lijkt een
vermindering van de rijtijd op de
lijn Brussel-Charleroi mij
onmogelijk. De

rijtijd zal

integendeel toenemen, althans
gedurende de werken.

Bovendien lijkt het mij onmogelijk
het traject tussen Sint-Genesius-
Rode en Brussel op vier sporen te
brengen, aangezien de bocht van
Vorst de aanleg van een vierde

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Par rapport à cette impossibilité matérielle, je me permets de rappeler
malgré tout l'importance socio-économique de Charleroi: elle est la
première ville wallonne, la troisième ville du pays - après Bruxelles et
Anvers - et compte plus de 200.000 habitants. Il me semble donc
logique qu'elle soit connectée de manière réellement efficiente à
Bruxelles.

Bien qu'aucune échéance ne semble avoir été fixée par la SNCB pour
régler cette problématique, à savoir la diminution du temps de trajet et
la possibilité de porter à quatre voies dans le virage de Forest,
pouvez-vous m'indiquer si des mesures spécifiques sont envisagées
afin de faire face à la surcharge de la ligne?

La SNCB envisage-t-elle des alternatives pour faire en sorte de ne
pas augmenter la durée du trajet Charleroi-Bruxelles? Si ce potentiel
alternatif existe, tiendra-t-il compte des contingences multiples
comme la fréquentation en heures de pointe, les périodes
d'augmentation de fret et la mise sur pied du RER, avec ses quatre
rames prévues par heure, dans chaque sens?

spoor materieel onmogelijk maakt.
Ik wijs erop dat de treinen van lijn
124 door die bocht moeten om
Brussel-Zuid binnen te rijden.

Ik wijs tevens op het belang van
Charleroi op sociaal-economisch
gebied: met meer dan 200.000
inwoners is het de eerste stad van
Wallonië en de derde stad van
België. Het is dan ook logisch dan
zij over een goede verbinding met
Brussel beschikt.

Worden specifieke maatregelen
getroffen met het oog op de
overbelasting van de lijn?
Overweegt de NMBS alternatieve
maatregelen te nemen teneinde
de rijtijd op het traject Charleroi-
Brussel niet te verlengen? Als dat
het geval is, zal men dan rekening
houden met bepaalde factoren
zoals het aantal reizigers tijdens
de spitsuren, de toename van het
goederenvervoer en de
inbedrijfstelling van het GEN, met
zijn vier treinstellen per uur in elke
richting?

08.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, comme il a été répondu le 14 mars dernier, la mise à
quatre voies de la ligne 124 entre Bruxelles et Nivelles, avec
augmentation de la vitesse est effectivement prévue à long terme.

08.02 Minister Renaat Landuyt:

Op lange termijn zal lijn 124 op
vier sporen worden gebracht en
zal de snelheid worden verhoogd.

08.03 Eric Massin (PS): Il n'y a pas la place!

08.04 Renaat Landuyt, ministre: Que dois-je faire alors?

Le président: Démissionner.

08.05 Eric Massin (PS): Je n'irai pas jusqu'à cette extrémité.

Monsieur le ministre, je vous laisse terminer puis je répliquerai.

08.06 Renaat Landuyt, ministre: Je répète. Tel que cela a été

indiqué le 14 mars dernier, la mise à quatre voies de la ligne 124
entre Bruxelles et Nivelles, avec augmentation de la vitesse, est
prévue à long terme. Avec la future mise en service du RER ici, il ne
s'agit plus de long terme , le trafic sur la ligne 124 sera bien sûr plus
intense sur cette relation mais la capacité y sera doublée à la suite de
la mise à quatre voies entre Nivelles et Linkebeek. Cela permettra la
scission entre le trafic RER et le trafic IC/IR sur ce tronçon: deux
voies pour chaque genre de desserte.

Au-delà, entre Linkebeek et Bruxelles-Midi, les trains lents et rapides
emprunteront les mêmes voies mais une partie seulement de l'offre
RER y circulera. Dès lors, cette infrastructure est en adéquation avec
la circulation des trains prévue.

08.06 Minister Renaat Landuyt:

Eens het GEN in werking treedt
dat is eerder iets op korte termijn
zal er drukker treinverkeer zijn
maar zal de capaciteit worden
verdubbeld door het op vier sporen
brengen van de verbinding tussen
Nijvel en Linkebeek. Op die lijn
zullen het IC/IR-verkeer en het
GEN-verkeer over telkens twee
sporen worden verdeeld. Tussen
Linkebeek en Brussel zullen de
verschillende treinen dezelfde
sporen gebruiken maar zal slechts

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

een gedeelte van de GEN-treinen
rijden.

08.07 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour

votre réponse. Mettons-nous néanmoins d'accord concernant ma
question. Si j'ai bien compris, une mise à quatre voies est prévue
entre Nivelles et Linkebeek. Ensuite, entre Linkebeek et Bruxelles-
Midi, nous avons trois arrêts Uccle-Calevoet, Uccle-Stalle et Forest
or, avec le virage de Forest, il est impossible de mettre à quatre
voies! Vous venez de le confirmer vous-même puisqu'on va utiliser
les voies existantes.

Je ne comprends pas comment on va pouvoir augmenter la vitesse
étant donné que quatre rames passeront chaque jour dans chaque
sens cela nous donne huit rames , plus deux trains IC/IR par heure
dans chaque sens huit plus quatre, cela donne douze trains , plus
éventuellement les trains de fret.

Déjà de la sorte, il sera impossible de respecter les contingences
d'arrêt en fonction des rames RER parce que vous allez devoir faire
face à une surcharge. Tout cela parce qu'on ne peut pas faire passer
la ligne à quatre voies entre Linkebeek et Bruxelles-Midi. La question
est bien celle-là: la SNCB peut-elle envisager des alternatives?

08.07 Eric Massin (PS): In de

bocht van Vorst zijn vier sporen
niet haalbaar. Daar loopt u dus het
risico van een overbelasting. Zijn
er andere oplossingen?

08.08 Renaat Landuyt, ministre: Vous sous-estimez la politique, car

la politique, c'est rendre possible l'impossible.

08.08 Minister Renaat Landuyt:

Nu onderschat u de politiek. Die
bestaat er net in het onmogelijke
mogelijk te maken.

08.09 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je ne sous-estime rien

du tout et je reviendrai avec une autre question dans les semaines qui
suivent car je sais qu'il existe une alternative.

08.09 Eric Massin (PS): De

NMBS heeft een alternatieve
oplossing onderzocht. Ik
verwachtte dat de NMBS zou laten
weten of dat alternatief al dan niet
een kans maakte, en waarom.

08.10 Renaat Landuyt, ministre: Je suppose qu'il y a encore trois

hypothèses et six questions.

08.11 Eric Massin (PS): Pas du tout: la SNCB a simplement

envisagé une solution alternative. Ce que j'attendais, c'est que la
SNCB me réponde par l'intermédiaire du ministre qu'il existait bien
une alternative et qu'elle me dise si elle l'adoptait ou pas, ainsi que les
raisons pour lesquelles elle serait écartée. Ce n'est que cela.

08.12 Renaat Landuyt, ministre: Je pense qu'on est en train

d'étudier la question en fonction de ce qui est prévu à long terme.

08.12 Minister Renaat Landuyt:

Ik vermoed dat men de kwestie
thans bestudeert in het kader van
een langetermijnvisie.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

09 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de bedeling van de dagbladen" (nr. 6347)

09 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la distribution des journaux" (n° 6347)

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

09.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, een aantal dagbladuitgevers vrezen dat zij in de toekomst
hun activiteit zullen moeten staken. De VUM heeft de commissie voor
het bedelen van de dagelijkse krant immers met 9% verminderd met
als argument dat De Post deze veel goedkoper kan bedelen.
Sommige dagbladbedelers spreken hier over een vorm van oneerlijke
concurrentie omdat De Post met overheidsmiddelen werkt. Daarnaast
stellen zij vragen bij de opportuniteit van het opnemen van het
verdelen van dagbladen als element van universele dienstverlening in
tijden waarin mensen massaal toegang hebben tot informatie via het
internet.

Ik heb een aantal vragen. Wat is de mening van de minister over het
feit dat sommige dagbladbedelers over oneerlijke concurrentie van De
Post spreken? Is dat inderdaad zo? Worden de tarieven inzake
uitreiking van dagbladen enkel bepaald door een bijzondere
overeenkomst gesloten tussen de Staat, de dagbladuitgevers en De
Post? Zo ja, wanneer werd voor het laatst zo'n overeenkomst
gesloten en wat zijn de belangrijkste wijzigingen met de vorige? Heeft
de minister zich afgevraagd of het verdelen van dagbladen wel geldt
als element van universele dienstverlening?

09.01 Guido De Padt (VLD): Le

groupe VUM a réduit de neuf pour
cent la commission accordée au
secteur de la distribution
quotidienne des journaux. Certains
distributeurs de journaux voient
dans ce dossier une concurrence
déloyale car si La Poste est en
mesure de proposer ce service à
meilleur compte, c'est grâce à des
subsides. A l'heure où
l'information est accessible sur
l'internet, ils se demandent si la
distribution de journaux doit
toujours être considérée comme
un service universel.

Le ministre estime-t-il qu'il s'agit
en l'espèce de concurrence
déloyale ? Des accords sur les prix
de la distribution des journaux ont-
ils été conclus entre l'Etat, les
éditeurs et La Poste ? Quand le
dernier accord a-t-il été conclu ?
La distribution des journaux est-
elle encore un service universel ?

09.02 Minister Renaat Landuyt: Ik zoek de vraag. Ik ben zeker dat

het antwoord op de eerste vraag neen is maar voor de rest...

De voorzitter: Dit was een samengevoegde vraag met de heer Maene maar die heeft zijn vraag omgezet
in een schriftelijke vraag.

09.03 Minister Renaat Landuyt: Vandaar dat ik helemaal in de war

ben.

De voorzitter: U werd op een dwaalspoor gebracht.

09.04 Minister Renaat Landuyt: Ik kan de volgende antwoorden

geven op de vragen van de heer De Padt. Op de vraag of dit al dan
niet oneerlijke concurrentie is, zou ik willen zeggen dat deze vraag
eigenlijk aan de uitgevers zou moeten worden gesteld. Desondanks
kunnen wij ervan uitgaan dat de uitgevers beschikken over twee
kanalen om hun kranten te verdelen, namelijk het kanaal van de
abonnementen enerzijds en het kanaal van de losse verkoop via de
winkels en de bedeling op de rondes anderzijds. Deze twee
verkoopskanalen worden door de uitgevers op een gelijkaardige
manier gepositioneerd op de markt. Het is de klant-lezer die
uiteindelijk beslist via welk kanaal hij of zij zich de krant zal
aanschaffen.

Wat de tarieven inzake uitreiking van dagbladen betreft, zijn deze
recent op elkaar afgestemd. Aanvankelijk kregen de winkeliers 25%
commissie op de verkoopprijs van een krant voor de bedeling van
abonnementen op hun rondes, maar gelet op de sterke stijging van de
verkoopprijs gedurende de laatste 5 jaar was deze commissie niet
meer marktconform. Deze commissie werd door de uitgevers dan ook
aangepast en afgestemd op de bedelingsprijs van andere

09.04 Renaat Landuyt, ministre:

C'est aux éditeurs qu'il faut
demander si l'on est en présence
ou non de concurrence déloyale.
Ils peuvent distribuer leurs
journaux selon la formule des
abonnements ou par la vente
directe. Le client fait son choix.

Les prix de la distribution des
journaux ont été récemment
harmonisés. Initialement, les
distributeurs de journaux
recevaient une commission de 25
pour cent mais celle-ci a été
alignée sur les prix d'autres
distributeurs. Il n'y a donc pas de
concurrence déloyale.

Il existe un accord entre La Poste,

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

krantenbedelers, zoals De Post, Delta Media enzovoort. Er is in geen
geval sprake van oneerlijke concurrentie tussen De Post en andere
bedelers enerzijds en de dagbladhandelaars anderzijds.

Ten tweede, er bestaat een tripartiete overeenkomst tussen De Post,
de Staat en de uitgevers in verband met de uitreiking van dagbladen.
Deze overeenkomst zal binnenkort worden vervangen door een
nieuwe overeenkomst waarbij 100% van de kranten in vervroegde
uitreiking gaan. Onlangs, op 13 april, werd hierover een
principeakkoord bereikt tussen De Post, de Staat en de uitgevers.
Deze tripartiete overeenkomst bepaalt inderdaad de tariefstructuren
voor de uitreiking van de dagbladen. De nieuwe tarieven van De Post
zijn afgestemd op de huidige voorwaarden van de privé-bedelers en
zijn dus marktconform.

Ten derde, de bedeling van kranten maakt deel uit van de opdrachten
van de openbare dienst die aan De Post zijn toegewezen. Zij is een
fundamenteel onderdeel van het recht op informatie in een
democratie. Iedere burger moet toegang krijgen tot de informatie over
de wereld en zijn omgeving, parlementaire vragen enzovoort.
Bovendien is vandaag geen enkel ander bedrijf in staat om een
krantenbedeling te organiseren over heel België in alle bussen
omwille van rentabiliteitsredenen.

l'Etat et les éditeurs de journaux
pour la distribution des quotidiens
et les tarifs applicables à cette
distribution. Cet accord, conclu le
13 avril 2005, prévoit que
l'ensemble des journaux seront
bientôt distribués plus tôt. Les
nouveaux tarifs de La Poste sont
conformes au marché.

La distribution des journaux est
confiée à La Poste et garantit le
droit à l'information à tous les
citoyens. Eu égard à la faible
rentabilité de l'opération, aucune
autre entreprise n'est en mesure
d'organiser la distribution des
journaux dans tout le pays.

De voorzitter: Parlementaire vragen en ook het antwoord van de minister is van belang.

09.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb daar niets

aan toe te voegen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

10 Question de M. André Perpète au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les boîtes aux lettres à levée très tardive" (n° 6270)

10 Vraag van de heer André Perpète aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de postbussen met een zeer late lichting" (nr. 6270)

10.01 André Perpète (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, depuis peu, des boîtes aux lettres à levée très tardive
existent à La Poste. Ces boîtes, qui sont au nombre de six et qui
n'existent qu'à Bruxelles, sont levées jusqu'à 23.00 heures.

Cependant, pour que les envois Prior arrivent dans les temps, les
lettres timbrées Prior devront être postées avant 20.30 heures pour
toutes les destinations ou avant 23.00 heures pour les codes postaux
compris entre 1.000 et 2.100, pour pouvoir être distribuées le jour
ouvrable suivant.

C'est pour répondre le mieux possible à l'attente de ses clients que
La Poste a mis sur pied ce nouveau service qui, dans un premier
temps, fonctionne dans une phase pilote qui se terminera bientôt et
qui a débuté au mois de février de cette année.

Ces nouvelles boîtes sont reconnaissables à leur nouveau symbole:
un pictogramme représentant une lune sur fond bleu.

Les habitants des quartiers situés autour de ces nouvelles boîtes ont
été avertis de ce nouveau service grâce à des dépliants publicitaires

10.01 André Perpète (PS): Sinds

kort loopt in Brussel een
proefproject waarbij zes
postbussen er een zeer late
lichting bij kregen, meer bepaald
om 23.00 uur.

Bestaat er al een eerste evaluatie
van die nieuwe dienst? Hoeveel
van de Priorbrievenpost van die
zeer late lichtingen bereikt de
bestemmeling binnen de
vooropgestelde termijn? Hoe
reageerden de klanten op die
nieuwe mogelijkheid? Is De Post
van plan, zo de proef positief
onthaald wordt, ook in andere
zones zo'n late lichtingen te
organiseren? Zo ja, zal ze zich
daarbij tot de dichtbevolkte
gebieden beperken?

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

sur le sujet.

Ce nouveau service s'adresse aussi bien aux clients professionnels
qu'aux particuliers. Si le test s'avère concluant, La Poste pourrait
décider d'étendre cette initiative.

Voici mes questions, monsieur le ministre:
- Existe-t-il déjà une première évaluation de ce nouveau service de
La Poste?
- Quelle est la quantité du courrier Prior traité par ces boîtes et qui
arrive dans les délais?
- Comment les clients ont-ils réagi à cette possibilité? L'engouement
est-il réel?
- Si le test s'avère concluant, La Poste compte-t-elle équiper d'autres
zones de ce type de boîtes aux lettres? Si oui, sera-ce uniquement
possible dans les zones densément peuplées?
- Pensez-vous que ce projet soit réalisable dans des zones moins
peuplées, voire des zones rurales, notamment concernant l'arrivée du
timbre Prior à J+1?

10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, le test sera évalué fin mai 2005. Cependant, les premiers
résultats indiquent déjà une augmentation du volume déposé. La
réaction du grand public est donc positive.

L'évaluation approfondie devrait, d'une part, permettre à La Poste de
savoir quel est le volume du courrier déposé avant 20.30 heures et
avant 23.00 heures. D'autre part, elle devrait faire apparaître si le
volume est réparti de manière équilibrée sur toutes les boîtes ou s'il
est concentré davantage sur une ou plusieurs boîtes.

Les résultats pour les envois Prior sont identiques aux résultats
nationaux; ils s'élèvent à 90% à fin mars 2005.

Un des facteurs déterminants pour le choix d'une zone au sein de
laquelle un test de boîte à levée tardive peut être réalisé est la
proximité d'un centre de tri industriel de La Poste. La bonne exécution
de ce type de levée nécessite en effet la capacité de pouvoir traiter,
très tard et en très peu de temps, un certain volume de courrier.

En conséquence, une éventuelle et future mise en oeuvre de ce test
ne pourra être réalisée, ailleurs qu'à Bruxelles, que dans des zones
proches des centres de tri d'Anvers, Gand, Liège ou Charleroi.

10.02 Minister Renaat Landuyt:

De test wordt eind mei 2005
geëvalueerd.

De eerste resultaten geven echter
al een stijging aan van het
gedeponeerd aantal brieven. De
reactie is dus positief. De Post
onderzoekt thans hoeveel brieven
er voor 20.30 uur en voor 23 uur
werden gedeponeerd en gaat na
of een en ander evenwichtig over
alle postbussen is gespreid. De
resultaten voor de
Priorbrievenpost zijn dezelfde als
de resultaten op nationaal vlak. De
doorslaggevende factor inzake de
keuze van een zone is de
nabijheid van een industrieel
sorteercentrum. De mogelijkheden
inzake een toekomstige invoering
buiten Brussel zijn dus beperkt tot
Antwerpen, Gent, Luik en
Charleroi, in de nabijheid van een
industrieel sorteercentrum.

10.03 André Perpète (PS): Je remercie le ministre pour sa réponse.

Veuillez cependant noter qu'aujourd'hui, il existe encore d'autres
centres de tri, notamment celui de Libramont.

10.03 André Perpète (PS): Er

zijn nog andere sorteercentra, met
name in Libramont.

10.04 Renaat Landuyt, ministre: Est-ce un centre de tri industriel, tel

que défini par La Poste? Certaines capacités sont nécessaires.

10.04 Minister Renaat Landuyt:

Is dat een industrieel
sorteercentrum? Bepaalde
voorzieningen zijn noodzakelijk.

10.05 André Perpète (PS): Si l'on applique le même principe qu'à

Bruxelles et que l'on souhaite distribuer dans la zone proche,

10.05 André Perpète (PS): Als

men hetzelfde principe toepast als

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

certainement oui.

in Brussel en men in de
nabijgelegen zone wil uitreiken,
dan is dat wel het geval.

10.06 Renaat Landuyt, ministre: Qui suis-je?

10.07 André Perpète (PS): Monsieur le ministre, si vous ne le savez

pas, ce n'est pas moi qui pourrai vous répondre.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

11 Questions jointes de

- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
vente d'une partie des terrains de la gare de Jemelle" (n° 6304)
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
sécurisation d'un mur appartenant à la SNCB à Jemelle" (n° 6305)
- M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "le
transfert du dépôt de Taxipost d'Arlon vers Jemelle" (n° 6324)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de verkoop van een gedeelte van de gronden van het station van Jemelle" (nr. 6304)
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het beveiligen van een muur in Jemelle die eigendom is van de NMBS" (nr. 6305)
- de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de overbrenging van het depot van Taxipost van Aarlen naar Jemelle" (nr. 6324)

11.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, permettez-moi de vous interrompre mais mes trois questions
ne concernent pas toutes la gare de Jemelle. Nous avons mal
commencé cette réunion, monsieur le ministre, par une réponse qui
n'était pas une réponse à ma question ou par une question qui n'était
pas une question à une réponse! J'ai l'impression que nous allons mal
continuer, monsieur le président!

Si la première question concerne effectivement un terrain de la gare
de Jemelle et la deuxième la sécurisation d'un mur de cette gare, au
travers de la troisième question - la plus importante - je redemande,
et je suis sûr que mon collègue André Perpète fera la même chose, le
transfert de Taxipost de Jemelle vers Arlon, ce qui est tout à fait
différent!

Le président: C'est tout à fait différent, c'est bien vrai!

11.02 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, la SNCB possède,

à Jemelle, un terrain de 5,5 hectares qui est une ancienne décharge
de fonds de gare et dont l'assise est constituée de schiste dur. Sur ce
terrain, deux voies électrifiées servent à ranger les automobiles et les
voitures voyageurs. De l'autre côté, une voie non électrifiée sert de,
temps à autre, à garer sept ou huit wagons de marchandises. Or, la
superficie de la gare permettrait de les garer à un autre endroit.

Une ASBL est intéressée par l'acquisition de ce terrain pour en faire
un zoning destiné à accueillir des PME. Il apparaît, alors que l'ASBL a
écrit plusieurs courriers à la SNCB mais n'a jamais reçu de réponse,
que la SNCB ne souhaite pas vendre ce terrain.

Monsieur le ministre, je souhaiterais simplement savoir si cette

11.02 Joseph Arens (cdH): De

NMBS beschikt in Jemelle over
een terrein van 5,5 hectaren
waarop motorstellen, rijtuigen voor
reizigersvervoer en zeven à acht
goederenwagons opgesteld staan.
Nochtans is het station groot
genoeg om ze elders op te stellen.

Een vzw wil dit terrein aankopen
om er een KMO-zone op te
vestigen, maar de NMBS wil het
blijkbaar niet verkopen.
Als de NMBS inderdaad weigert

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

information est exacte et, si oui, quelles sont les raisons qui
expliquent le refus de la SNCB de vendre ce terrain.

dat terrein te verkopen, zou ik
graag de reden van die weigering
vernemen.

11.03 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, monsieur Arens, la réponse est la suivante. La plupart des
terrains appartenant au groupe SNCB sont en zone bleue dans le
plan de secteur. La valeur de ces terrains est, de ce fait, sous-
estimée. Le but du groupe SNCB est d'obtenir une nouvelle
affectation permettant une valorisation immobilière plus élevée en
pratiquant notamment des plans communaux d'aménagement
dérogatoires.

Dès que cette nouvelle affectation sera obtenue, la direction
Patrimoine au sein de la SNCB Holding recherchera un partenaire
public ou privé pour mener à son terme une valorisation immobilière.

A ce jour, ces démarches n'étant pas encore accomplies, toute
opération de vente ne pourrait être que peu compatible avec les
intérêts de nous tous et de la SNCB Holding.

11.03 Minister Renaat Landuyt:

De meeste terreinen van de
NMBS liggen in een blauw
ingekleurde zone. De NMBS-groep
wil deze terreinen een nieuwe
bestemming geven zodat ze meer
opbrengen. Als de groep daarin
slaagt, zal ze een partner zoeken
om die onroerende goederen te
gelde te maken. De NMBS heeft
er bijgevolg momenteel geen baat
bij om haar gronden te verkopen.

11.04 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre de sa réponse.

A Jemelle, rue des Carrières, la SNCB possède un mur d'une
longueur d'environ 100 mètres érigé en forme dégressive, dont la plus
grande hauteur est d'environ 12 mètres. Ce mur retient les terres du
talus de la SNCB. Il a été construit il y a plus de 140 ans. Chaque
année, il bouge un peu plus, surtout sur sa hauteur. Cela laisse
prévoir son écroulement s'il n'est pas remis en état à moyen terme.
C'est d'autant plus dangereux que derrière ce mur se situent onze
maisons ouvrières, toutes habitées.

Monsieur le ministre, comptez-vous prendre des mesures de
sécurisation de ce mur? Et si oui, dans quels délais? Voilà ma
deuxième question.

11.04 Joseph Arens (cdH): In

Jemelle bezit de NMBS een
steunmuur die ruim 140 jaar
geleden gebouwd werd en nu
dreigt in te storten als er geen
herstellingswerken worden
uitgevoerd. Achter die muur staan
elf arbeiderswoningen, die
allemaal bewoond worden. Zal u
de nodige maatregelen treffen om
de muur te stabiliseren? Binnen
welke termijn?

11.05 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, ce mur a été

construit en 1910. En 1925, il a été rempiété par des fondations en
béton armé. Depuis lors, des campagnes de mesurage ont été
menées à plusieurs reprises et ont montré que le mur s'est très
légèrement déplacé. Les seuls déplacements décelables à l'oeil nu
sont ceux des tablettes de couronnement. Toutefois, ils ne présentent
aucun danger.

Infrabel va continuer à effectuer les mesures pour vérifier l'aplomb
deux fois par an et à procéder à des forages d'appel d'eau dans
certaines zones très humides. C'est donc dans le respect de tous, en
vérifiant les mouvements éventuels du mur que nous fonctionnons.

11.05 Minister Renaat Landuyt:

De kwestieuze muur werd in 1910
opgetrokken en in 1925 versterkt.
Sindsdien werden herhaaldelijk
metingen verricht, waaruit is
gebleken dat de muur zich lichtjes
verplaatst heeft. Dat houdt
evenwel geen enkel gevaar in.
Infrabel blijft twee keer per jaar
metingen verrichten om na te gaan
of de muur in het lood staat en
boringen verrichten om water te
onttrekken aan een aantal natte
zones.

11.06 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour cette réponse qui me rassure: Infrabel suit donc de très
près l'évolution du mur.

11.06 Joseph Arens (cdH): De

aandacht die Infrabel aan deze
kwestie besteedt, stelt mij gerust.

11.07 Renaat Landuyt, ministre: Millimètre par millimètre.

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

11.08 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, ma troisième

question concerne le transfert du dépôt de Taxipost d'Arlon vers
Jemelle. Monsieur le ministre, depuis le 4 février dernier, les activités
du dépôt Taxipost d'Arlon ont été transférées vers le site de Jemelle.
Le dépôt d'Arlon desservait le Grand-Duché et tout le sud de la
province. Il assurait 9 services: 4 sur la province et 5 au Grand-Duché
de Luxembourg et comptait 17 membres du personnel.

Les services grand-ducaux seront assurés par des indépendants
sous-traitants de Taxipost tandis que Jemelle assurera la couverture
du sud de la province par trois services qui tourneront en matinée.

Je remarque à nouveau la réelle nécessité d'être attentif chaque jour
au caractère rural de notre province le collègue Perpète l'a fait tout
à l'heure aussi. Je crois que nous ne le faisons pas encore assez
souvent. Après le transfert des dépôts de Marche, Libramont vers le
centre de Jemelle, c'est maintenant au tour de celui d'Arlon.

En effet, une nouvelle fois, nous en payons le prix. Pour un Arlonais,
un Athusien ou un Virtonais, Jemelle est excentré. Les zones à faible
densité de population sont donc encore et toujours discriminées. Pour
qu'un courrier express soit distribué le jour même (J+O), il fallait qu'il
soit déposé à Arlon pour 10 heures. Maintenant, il faudra le déposer
directement à Jemelle ou alors s'organiser pour qu'un service de
Jemelle l'enlève directement à notre domicile.

Ce qui me surprend le plus dans ce dossier - et le gouverneur me le
rappelait encore il y a quelques jours c'est que, fin 2004, La Poste
s'était engagée à maintenir le dépôt Taxipost d'Arlon. Son
déménagement avait d'abord été envisagé vers les locaux de l'ancien
contrôle technique à Etalle et ensuite vers les nouveaux locaux qui
seront construits par La Poste d'Arlon, locaux pour lesquels je
m'attendais à voir les travaux évoluer plus vite. Cependant,
aujourd'hui, le dépôt d'Arlon est bel et bien fermé. Ce qui veut dire
qu'il n'y en a plus dans la province de Luxembourg, cette immense
province!

L'exigence des Luxembourgeois est très claire. Ils demandent le
rapatriement du dépôt Taxipost de Jemelle vers Arlon. Un aller-retour,
nous demandons le retour!

Monsieur le ministre, voici mes questions:

- Qu'en est-il des engagements de La Poste d'il y a à peine quelques
mois, et je suis content d'avoir parmi nous un dirigeant de cette
poste?
- Quelles sont les raisons de ce transfert? Nous n'arrivons pas à nous
l'expliquer, étant donné que fin 2004, vous nous aviez garanti que le
dépôt resterait à Arlon.
- Quand envisagez-vous le rapatriement du dépôt Taxipost vers Arlon
ou ses environs?

11.08 Joseph Arens (cdH):

Luxemburg wordt eens te meer
het slachtoffer van delokalisaties.
De dunbevolkte gebieden worden
keer op keer gediscrimineerd. Eind
2004 beloofde De Post nochtans
het depot van Taxipost in Aarlen te
zullen behouden. Intussen sloot
dat depot echter de deuren en
werd de activiteit naar Jemelle
overgebracht. Luxemburg beschikt
dus niet langer over een depot en
de Luxemburgers vragen dat het
opnieuw naar Aarlen verhuist.

Hoe staat het met de beloften van
De Post? Waarom wordt die
activiteit van Aarlen naar Jemelle
overgebracht? Wanneer keert het
Taxipostdepot naar Aarlen of
omgeving terug?

11.09 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la direction de Taxipost SA a pris la décision de consolider
son réseau de distribution et d'intégrer quatre de ses sous-dépôts
dans des localisations déjà existantes. Dans ce cadre, son activité
d'Arlon est effectivement transférée vers le sous-dépôt de Jemelle.
Cette décision est fondée tant sur des soucis de productivité que de

11.09 Minister Renaat Landuyt:

De beslissing van de NV Taxipost,
om rentabiliteits- en
productiviteitsredenen, vier van de
subdepots bij al bestaande depots
onder te brengen, zal voor het

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

rentabilité.

Ce transfert vers Jemelle n'aura pas d'impact négatif pour la clientèle.
Le service de ou vers la province de Luxembourg ainsi que du Grand-
Duché de Luxembourg sera maintenu. Ce transfert d'activité
n'entraîne pas de suppression d'emplois. Le personnel statutaire
détaché ainsi que le personnel contractuel à durée indéterminée
pourra continuer à travailler pour Taxipost SA au départ du site
entièrement rénové de Jemelle.

Taxipost s'est également engagée à ne transférer l'activité que fin juin
au plus tard, de façon à permettre au personnel désirant retourner
vers La Poste de trouver un nouvel emploi au sein de la maison-mère.

cliënteel geen negatieve gevolgen
hebben. De dienstverlening in de
provincie en in het
Groothertogdom Luxemburg blijft
bestaan. Er verdwijnen geen jobs.
Het gedetacheerde statutair
personeel en het contractueel
personeel met een overeenkomst
van onbepaalde duur zal vanuit
Jemelle aan de slag kunnen
blijven.

De overheveling zal pas eind juni
plaatsvinden teneinde de
personeelsleden die naar De Post
willen terugkeren, de kans te
bieden daar een baan te vinden.

11.10 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie

pour cette réponse. Néanmoins, je vous ferai remarquer que des
pages entières dans les journaux locaux démontrent que le J+0 égale
le J+7. Des pages entières relatent l'insatisfaction de ceux qui utilisent
Taxipost. J'ai donc du mal à croire ce que vous venez de dire en ce
qui concerne l'absence d'impact de cette décision importante sur la
clientèle. Je demande vraiment à la direction de Taxipost de continuer
à discuter avec les Luxembourgeois qui, de toute façon, se
rencontrent régulièrement en groupe de travail présidé par le
gouverneur de la province et où se retrouvent toutes les forces
politiques et syndicales.

Il est urgent de repenser toutes ces délocalisations, car celle-ci n'est
pas l'unique délocalisation que nous vivons. Quand je vois ce que
nous avons perdu, ces dix dernières années, dans la province de
Luxembourg, qui n'est, certes, qu'une province périphérique, nous ne
pouvons plus continuer à accepter ces différentes délocalisations.
Aussi, monsieur le ministre, je compte sur vous et le ministre Vande
Lanotte pour améliorer la situation.

Par ailleurs, savez-vous qu'entre Arlon et Jemelle, il n'y a pas 10 mais
près de 80 kilomètres si mes calculs sont exacts? C'est donc plus
qu'une petite décentralisation ou une restructuration. J'appelle cela
carrément une délocalisation que je trouve, comme tous les
Luxembourgeois, inacceptable. Nous espérons que le gouvernement
et La Poste nous rencontreront à nouveau pour rediscuter. Et comme
le ticket aller de Arlon vers Jemelle n'est pas encore exécuté, il est
peut-être encore possible de retirer ce ticket aller et de maintenir
Taxipost à Arlon.

11.10 Joseph Arens (cdH):

Volgens de pers is "D+0" in mijn
streek gelijk aan "D+7"! Ik kan dus
nauwelijks geloven dat een en
ander geen weerslag zal hebben
op het cliënteel. Ik vraag de
directie van Taxipost en de
regering al die overhevelingen te
herbekijken. De provincie
Luxemburg, die weliswaar
excentrisch gelegen is, heeft daar
veel nadeel van ondervonden en
kan ze niet langer dulden. Wij
hopen dat de regering en De Post
dienaangaande opnieuw met ons
gesprekken zullen voeren.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

12 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'avenir des trains L sur la ligne 162" (n° 6361)

12 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de toekomst van de L-treinen op lijn 162" (nr. 6361)

12.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le

ministre, la ligne 162 est en majeure partie parcourue par des

12.01 Joseph Arens (cdH): Als

gevolg van de opeenvolgende

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

trains IC cadencés Bruxelles-Luxembourg, complétés par quelques
trains IC "rapides" et plusieurs trains internationaux Bruxelles-
Strasbourg-Bâle et au-delà.

Dans une contrée au relief accidenté et au climat capricieux, le train L
assure une desserte relativement sûre, rapide et ponctuelle
qu'aucune ligne de bus ne peut égaler. De par sa régularité, le train
assure un lien sûr avec le reste du réseau.

Le trafic voyageurs sur cette ligne est en déclin depuis plusieurs
années. Il est donc nécessaire de s'interroger sur la poursuite de ce
service dans sa structure actuelle. Les différentes suppressions
successives de gares, points d'arrêts, de guichets et de personnel
tout au long du parcours ont été des mesures dissuasives pour bon
nombre de navetteurs. De plus, la plupart des trains L suivent ou
précèdent de peu des trains IC et sont, dès lors, relégués à un rôle
purement local. On remarque aussi à certains endroits l'absence de
certaines correspondances au niveau local comme c'est le cas à
Libramont, par exemple, où le train L de Jemelle ne permet pas la
correspondance vers Bertrix.

Il y a donc lieu de sauvegarder et de revitaliser une desserte malgré
tout essentielle pour les populations de nos régions déjà très
déshéritées. Il convient de repenser la desserte en lui cherchant une
fonctionnalité régionale propre, dépassant le seul cadre de parent
pauvre de la seule ligne 162, en se basant sur les structures socio-
économiques engendrant des déplacements comme l'enseignement,
l'emploi, les commerces, les services et les loisirs. Il est important de
prendre en compte des courants de trafic régionaux. En considérant
les principaux centres d'attraction, on constate qu'il y a plusieurs
points faibles sur cette ligne:

- le manque total de bonnes correspondances depuis le sud vers
Liège;
- la non-desserte de Marche depuis la ligne 162;
- la question des correspondances entre services L à Libramont.

La future grille de desserte doit être conçue en tenant compte du
caractère et du potentiel touristique très prononcé de la province du
Luxembourg.

Monsieur le ministre,
- pouvez-vous me rassurer sur l'avenir des trains L sur la ligne 162?
- qu'envisagez-vous faire pour sauvegarder et revitaliser cette
desserte?

beslissingen om stations,
stopplaatsen en loketten te sluiten
en het met minder personeel te
doen op lijn 162 hebben heel wat
pendelaars zich van de trein
afgekeerd. Bovendien rijden de
meeste L-treinen op die lijn vlak
voor of na IC-treinen. Daardoor
overstijgen ze het lokale niveau
niet. Toch moet die spoorlijn, die
van fundamenteel belang is voor
onze op dat vlak sowieso al
stiefmoederlijk bedeelde streek,
behouden blijven en nieuw leven
ingeblazen worden. Dat kan door
de lijn een specifieke regionale
functie te geven, rekening
houdend met het toeristische
potentieel van de provincie
Luxemburg en de regionale
sociaal-economische structuren.

Wat gaat u doen om de L-
treinverbindingen op lijn 162 in
stand te houden en nieuw leven in
te blazen?

12.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher collège,

la desserte omnibus de la ligne 162 sur le tronçon Namur-Ciney est
assurée en semaine par des trains L cadencés toutes les heures.

Entre Ciney et Arlon, une desserte toutes les deux heures avec un
renfort aux heures de pointe complète cette offre.

De plus, des trains de pointe scolaires sont également prévus sur
cette ligne.

Tous ces trains permettent de relier entre eux les différents points
d'arrêt et d'orienter les voyageurs vers les gares principales de la

12.02 Minister Renaat Landuyt:

In de week is er om het uur een
klokvaste stoptreinverbinding op
het baanvak Namen-Ciney van lijn
162. Tussen Ciney en Aarlen is er
om de twee uur een trein, met
extra treinen tijdens de spitsuren.
Dankzij dat treinaanbod zijn er
verbindingen tussen alle
stopplaatsen en kunnen de
reizigers naar de hoofdstations op
de lijn gebracht worden, waar dan

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

ligne (Libramont, Jemelle, Ciney), celles-ci bénéficiant de
correspondances avec les trains rapides vers Namur et Bruxelles.

En matière de correspondance, il est donné priorité aux flux les plus
importants, étant entendu qu'il n'est pas possible de réaliser des
correspondances pour l'ensemble des destinations. L'offre de trains
actuelle répond globalement aux attentes de la clientèle dans les
points d'arrêt de la ligne 162. Toutefois, à l'occasion de l'élaboration
du futur plan de transport, cette offre pourra coller encore davantage
avec la demande de la clientèle, et ce dans les limites des moyens
disponibles.

weer overgestapt kan worden op
de sneltrein naar Namen en
Brussel.

Wat de aansluiting van de treinen
betreft, wordt voorrang gegeven
aan de belangrijkste
reizigersstromen. Globaal
genomen beantwoordt het huidige
treinaanbod aan de verwachtingen
van de treinreizigers. In het kader
van het toekomstige vervoersplan
kan het evenwel nog worden
verbeterd.

12.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le

ministre pour sa réponse. Il subsiste une série de problèmes
importants au niveau de certaines correspondances et de l'absence
de certaines dessertes.

Je reste convaincu que l'introduction de matériel plus léger pourrait
être dans certains cas une solution réelle. Monsieur le ministre, je me
réjouis d'ailleurs à ce sujet d'une réponse récente de votre collègue
M. Vande Lanotte sur l'introduction du "Light Rail". Le "Light Rail"
pourrait améliorer les dessertes existantes mais aussi de rouvrir
certaines lignes tout bonnement fermées mais dont l'infrastructure est
toujours en place. Nous avons la chance d'avoir un ministre de la
Mobilité, puisque tel est votre titre. Je compte sur l'appui du ministre
de la Mobilité pour qu'on trouve les moyens dans le budget fédéral,
permettant de tout mettre en oeuvre afin de revaloriser au maximum
les transports en commun, y compris les transports ferroviaires.

12.03 Joseph Arens (cdH):

Dankzij de invoering van het
Lightrail-concept kunnen niet
alleen bestaande verbindingen
worden verbeterd, maar kunnen
ook oude lijnen waarvan de
infrastructuur nog aanwezig is,
opnieuw in gebruik worden
genomen. Ik reken erop dat de
minister van Mobiliteit er mee voor
zal zorgen dat de nodige middelen
worden vrijgemaakt om het
reizigersvervoer per spoor nieuw
leven in te blazen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

13 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de betalingsmogelijkheden in De Post" (nr. 6377)

13 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "les moyens de paiement à La Poste" (n° 6377)

13.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, deze vraag is in feite ontstaan uit een eigen vaststelling in
het postkantoor.

Bij ons in Geraardsbergen is het niet mogelijk met de eigen bankkaart
te betalen wanneer men bijvoorbeeld boetezegels moet aankopen.
Men wordt verplicht om eerst naar de eigen bank te gaan of naar een
bankautomaat om geld af te halen en dat in het postkantoor te
kunnen gebruiken om zaken als boetezegels te betalen. In de huidige
tijd is dat geen goede manier van werken meer.

13.01 Guido De Padt (VLD): Il

est impossible de payer avec
Bancontact/Mister Cash dans de
nombreux bureaux de poste. Ainsi,
le paiement des timbres-amendes
ne peut être effectué qu'avec de
l'argent liquide, à moins que l'on
soit client de la Banque de La
Poste.

13.02 Minister Renaat Landuyt: Welke boete was dat?

13.03 Guido De Padt (VLD): Dat is een privé-aangelegenheid,

mijnheer de minister. Ik heb dat eens afgetoetst aan andere
postkantoren. Ook in Ninove bestaat deze mogelijkheid niet, tenzij
voor klanten van De Post zelf. Die hebben een eigen kaart, een
Bankpluskaart. In plaats van cash te betalen in het postkantoor,

13.03 Guido De Padt (VLD):

Quelle est l'origine de cette
distinction entre les clients de la
Banque de La Poste et les
autres ? De quelles possibilités de

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

kunnen zij met hun eigen bankkaart betalen. Daarom een aantal
vragen, mijnheer de minister.

Wordt er bij De Post inderdaad een onderscheid in
betalingsmogelijkheid gemaakt tussen klanten van de Bank van De
Post en niet-klanten? Dat is de eerste vraag.

Is het correct dat mensen die geen klant zijn bij de Bank van De Post
enkel de mogelijkheid hebben om cash te betalen in de postkantoren?
Zo ja, op basis van welke argumenten of redenen is dit het geval? Zo
nee, welke andere betalingsmogelijkheden hebben niet-klanten dan?

Acht u de huidige betalingsmogelijkheden bij De Post, zowel voor
klanten als voor niet-klanten voldoende, of bent u of is De Post van
plan om deze mogelijkheden in de toekomst uit te breiden? Ik dank u.

paiement ces derniers disposent-
ils ? Le ministre estime-t-il que les
moyens de paiement actuels sont
suffisants ou envisage-t-il de les
élargir ?

13.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde

collega's, collega De Padt, De Post met haar 1.300 kantoren heeft de
afgelopen twee jaar een grote inspanning geleverd om het haar
klanten zo comfortabel mogelijk te maken wanneer deze een betaling
aan het loket wensten te verrichten, weze het bijvoorbeeld een boete
zoals u onlangs hebt moeten betalen.

In 700 van haar kantoren heeft de klant, naast de mogelijkheid van
betaling met Proton, ook de mogelijkheid om met Bancontact/Mister
Cash te betalen. Men is eigenlijk aan het investeren in de
mogelijkheden om iedereen te kunnen laten betalen. Uiteraard is het
zo dat de klanten van de Bank van De Post de mogelijkheid hebben
te betalen via hun bankrekening. Op 150 locaties heeft De Post
tevens publieke geldautomaten in de muur van het postkantoor. Deze
automaten zijn uiteraard toegankelijk voor elke consument.

Samengevat, in alle postkantoren kan men cash, met proton en
desgevallend via een zichtrekening bij de bank betalen. In 60% van
het netwerk kan men ook via Bancontact of MisterCash betalen. Op
honderd vijftig bijkomende locaties zijn er biljettenverdelers.

Ik kom tot uw tweede vraag. Wat ons betreft is dat inderdaad niet
correct. Mensen die geen klant zijn bij de Bank van De Post kunnen
cash of via proton betalen, alsook via Bancontact indien er een
Bancontactautomaat is.

Derde vraag. De Post is momenteel bezig met een onderzoek naar
een nog betere dienstverlening inzake de verschillende
betalingsmogelijkheden. In het kader van dat onderzoek zal De Post
proberen om op een zo doordacht mogelijke wijze elk kantoor uit te
rusten met betaalmiddelen, op basis van de lokale behoefte van de
klant. Ik verwacht dat dit onderzoek tegen het einde van deze maand
zal worden afgerond. Tijdens de maanden mei en juni van dit jaar zal
na een grondige evaluatie een herverdeling gebeuren van het aantal
Bancontact-MisterCash-licenties en zal de locatie van de beschikbare
apparatuur worden herzien. Uiteraard blijft proton, naast de
mogelijkheid om cash te betalen, in elk kantoor beschikbaar. Dus als
u uw proton voldoende oplaadt, kunt u uw boetes betalen.

13.04 Renaat Landuyt , ministre:

La Poste fournit des efforts
considérables pour faciliter le
paiement dans ses bureaux. Il est
possible de payer avec
Bancontact/Mister Cash dans 700
des 1.300 bureaux. Les clients de
la Banque de La Poste peuvent
évidemment payer par le biais d'un
virement de leur compte à vue. En
outre, 150 bureaux sont équipés
de distributeurs de billets. Il est
possible de payer avec de l'argent
liquide ou avec Proton dans tous
les bureaux de poste. Comme je
l'ai déjà dit, il est également
possible d'utiliser
Bancontact/Mister Cash dans 60
pour cent des cas.
On examine la manière d'encore
améliorer la qualité des services
offerts. Une évaluation du nombre
de licences Bancontact sera
effectuée au mois de mai ou de
juin de cette année. La possibilité
de paiement avec Proton sera
conservée dans tous les bureaux.

13.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, het is ook

mogelijk dat men boetezegels voor iemand anders koopt.

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De voorzitter: Voor de kinderen.

13.06 Guido De Padt (VLD): Ik heb wel gezegd dat ik boetezegels

ben gaan kopen, maar ik heb daarom nog niet gezegd voor wie.

De voorzitter: Af en toe voor de kinderen bijvoorbeeld, als ze met de fiets rijden.

13.07 Guido De Padt (VLD): Ik dank de minister, voorzitter, voor zijn

antwoord. Het zal wel heel toevallig geweest zijn dat net in onze regio
die mogelijkheid om via Bancontact te betalen nog niet bestond.

Ik vind het argument van De Post, te weten dat er bankautomaten
aanwezig zijn op honderd vijftig locaties, niet echt overtuigend omdat
men dan toch nog altijd met dat geld moet gaan sleuren. Het moet
toch de bedoeling zijn om dat allemaal elektronisch af te handelen. Ik
neem akte van het feit dat men in de toekomst die dienstverlening
verder zal optimaliseren en ik geloof dat dit ook een goede zaak is.

13.07 Guido De Padt (VLD):

L'argument selon lequel 150
bureaux sont équipés d'un
distributeur de billets ne me
convainc pas. Le paiement
totalement électronique me paraît
préférable. J'espère que le service
sera amélioré sur ce point.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

14 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la promotion du Thalys wallon" (n° 6385)

14 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de promotie van de Waalse Thalys" (nr. 6385)

14.01 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, il y a quelques mois,

le 29 septembre 2004, j'avais interpellé M. Vande Lanotte sur la
nécessité de maintenir la ligne Thalys reliant Liège à Paris via Namur,
Charleroi et Mons. A l'époque, j'avais insisté sur le potentiel de
développement pour l'ensemble de cette région, d'autant que nous
avons en outre un aéroport à Liège et Charleroi, tout un centre de
biotechnologie, etc. J'avais alors mis en exergue plusieurs causes
possibles du déficit enregistré par le Thalys wallon.

J'avais pointé le déficit de communication et l'absence d'une véritable
stratégie marketing visant à promouvoir le Thalys wallon au sein de
Thalys International.

M. Vande Lanotte m'avait répondu à l'époque que si, dans toute
communication de Thalys en Belgique, les horaires et fréquences sur
la dorsale wallonne sont mentionnés à côté des horaires de Bruxelles,
il y avait quand même lieu de faire plus.

C'est ainsi que des animations, des stands et autres concours avaient
été prévus en septembre et octobre 2004 sur la dorsale wallonne afin
de donner de la visibilité au Thalys wallon. Une promotion "groupes
scolaires" pour des voyages effectués entre le 1

septembre 2004 et

le 30 juin 2005 a été mise en place.

La dorsale a depuis enregistré une croissance de 3 à 4%, mais qui
reste limitée au regard de celle de Bruxelles-Paris. Se pose donc
toujours la question de la promotion et du soutien marketing de la
dorsale par Thalys International. En effet, pour bonne partie, certaines
activités que je viens de mentionner sont du ressort de la Région
wallonne puisqu'il s'agit bien d'un partenariat entre la société Thalys
International et la Région wallonne.

14.01 Eric Massin (PS): Ik heb er

al eerder op gewezen dat de
Thalys-verbinding tussen Luik en
Parijs via Namen, Charleroi en
Bergen de ontwikkeling van die
streek ten goede komt. Ik vestigde
tevens de aandacht op het gebrek
aan communicatie over die
verbinding, die een beperkte groei
van 3 à 4 procent kent. Ik heb zelf
kunnen vaststellen dat als men bij
het Call Center naar een rit met
bestemming Parijs en vertrek om
9.30 uur informeert, men
systematisch een voorstel krijgt
om vanuit Brussel te vertrekken,
terwijl een Thalys-trein op
datzelfde ogenblik het station van
Charleroi aandoet. Is die
marketingpraktijk veralgemeend
en is dit de uitdrukkelijke wil van
het bedrijf?

Op grond van hun postcode zou
men reizigers naar een Waals
station kunnen doorverwijzen.
Heeft Thalys International opnieuw
een marketingstrategie
aangenomen ter bevordering van
de dwarslijn?

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Il me revient aussi, en ce qui concerne ces différents éléments et la
politique de marketing vis-à-vis du Thalys wallon, que, lorsqu'un
citoyen de Charleroi téléphone au call center et demande à se rendre
à Paris aux environs de 9.30 heures du matin, on lui répond
systématiquement de prendre le Thalys au départ de Bruxelles, alors
que le train passe justement à 9.30 heures à Charleroi. Je peux vous
le dire parce que j'en ai été personnellement témoin. Vous avouerez
que cette pratique est contraire aux principes élémentaires d'un
marketing promotionnel efficace.

Monsieur le ministre, pouvez-vous me dire si cette pratique de diriger
les gens vers Bruxelles est généralisée et fait partie d'une volonté
explicite de la compagnie?

J'imagine qu'il serait possible, sur la base du code postal renseigné
par les personnes qui souhaitent utiliser le Thalys, que les agents
travaillant aux réservations puissent aiguiller directement la clientèle
en Wallonie avant de la diriger vers Bruxelles? Par exemple, vers le
Thalys qui passe à 9.30 heures à Charleroi. Si quelqu'un téléphone de
Charleroi pour prendre le Thalys à 9.30 heures, il renseigne son code
postal 6000, qui correspond à Charleroi. Ce serait plus intelligent de
lui conseiller de prendre le Thalys à Charleroi plutôt que de faire
remonter ce voyageur jusque Bruxelles. Cette technique pourrait être
généralisée dans tout le Royaume.

D'un point de vue plus général, Thalys International a-t-il, de nouveau,
adapté une stratégie marketing pour la promotion de la dorsale? Si
c'est le cas quels en sont les points forts?

14.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, la SNCB envisage plusieurs mesures qui devraient, à court
terme, contribuer à la promotion de l'axe Liège-Paris via Namur,
Charleroi et Mons. Il est vrai que la plupart des appels téléphoniques
réceptionnés au centre d'appel Telesales concernent des demandes
de réservation bien précises auxquelles il convient de répondre le plus
directement possible.

Toutefois, si la vente par téléphone ne s'avère pas le terrain le plus
propice à la campagne de promotion du Thalys wallon, le site internet
et les communications papier se révèlent, en revanche, des médias
très efficaces que la SNCB entend utiliser à cette fin.

Voici un aperçu des différentes actions prévues:
- Vente par internet.
- Action de communication sur internet.
- Publication d'un ou plusieurs articles dans le journal "Metro"
- Insertion de "flyers" illustrés dans les pochettes de billets.

Premièrement, en ce qui concerne la vente par internet, lors de
l'achat en ligne, les clients internet choisissent d'abord leur gare de
départ et sélectionnent ensuite leur destination dans une liste qui
s'adapte automatiquement en fonction de la gare de départ choisie.
Les informaticiens étudient actuellement la possibilité d'inverser ce
dialogue de vente. Dans le scénario envisagé, les clients indiqueraient
leur destination et sélectionneraient ensuite leur gare de départ dans
une liste alphabétique établie en fonction de la destination sollicitée.
Toute personne souhaitant réserver un voyage vers Paris verrait ainsi
automatiquement apparaître les gares de Charleroi-Sud, Liège-

14.02 Minister Renaat Landuyt:

Er werden diverse maatregelen
genomen om de reizen naar Parijs
via Charleropi en Namen aan te
moedigen. De meeste oproepen
hebben echter betrekking op
precieze vragen, en om promotie
te voeren lijkt dat niet het beste
middel te zijn. De NMBS
overweegt het bevorderen van de
verkoop via internet, promotie-
acties waaronder een spel-
wedstrijd op de webstek, het
publiceren van artikels in Metro en
het verspreiden van
boodschappen op de biljetten.

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Guillemins, Mons ou Namur parmi les gares de départ potentielles.

Deuxièmement, pour ce qui est de l'action de communication sur
internet, la SNCB prévoit dans les toutes prochaines semaines la
publication durant quelques jours d'un visuel sur la page d'accueil
"Voyager en Europe" du site www.sncb.be. Ce visuel renseignera par
vagues de communications successives et en alternance avec
d'autres sujets d'actualité la possibilité de voyager rapidement vers
Paris au départ des quatre gares wallonnes.

La SNCB envisage également d'organiser un jeu-concours sur le site
qui s'articulera autour d'une série de questions à propos du Thalys
wallon. Le gagnant recevra un voyage à Paris en Thalys.

Troisièmement, au sujet de la publication d'un ou de plusieurs articles
dans le journal "Metro", la SNCB dispose quatre jours par semaine
d'une pleine page dans le "Metro", un journal lu par des dizaines de
milliers de navetteurs, comme vous le savez. Y est régulièrement
renseignée la possibilité de se rendre à Paris au départ de Liège,
Namur, Charleroi et Mons. Par ailleurs, il est prévu de publier
prochainement dans l'édition francophone de "Metro" un article
consacré au Thalys wallon.

Quatrièmement, des "flyers" illustrés vantant la liaison entre Paris et
quatre villes wallonnes desservies par le Thalys seront insérés dans
les pochettes de billets délivrés aux guichets internationaux dans les
gares de Charleroi-Sud, Liège-Guillemins, Mons et Namur. On ne
peut pas faire plus.

14.03 Karine Lalieux (PS): On peut toujours faire plus.

14.04 Eric Massin (PS): Mme Lalieux m'ôte les mots de la bouche.

Effectivement, on peut toujours faire plus. Je prends acte de ces
quatre éléments d'un marketing professionnel efficace, d'autant plus
que le jeu-concours était déjà prévu il y a plus de six mois. Il va enfin
avoir lieu; c'est bien.

14.05 Renaat Landuyt, ministre: Attention, j'ai bien dit que la SNCB

envisageait de l'organiser.

14.06 Eric Massin (PS): Ah oui, elle l'envisage. Je vous remercie

pour cette précision! Est-ce dans un avenir proche ou éloigné?
Malheureusement, ce n'est pas indiqué dans la réponse. Autrement,
puisque j'avais posé la question à M. Vande Lanotte, j'ai pris la
précaution suite à sa réponse de vérifier moi-même par téléphone. Il
me disait qu'on pouvait téléphoner au call center, qu'il n'y avait pas de
problème. Or on m'a réorienté sur Bruxelles et c'est pour cela que j'ai
reposé une question. J'ai pris bonne note de votre réponse sur le site
internet. Je me permettrai d'aller voir s'il y a une concrétisation des
promesses de la SNCB.

14.06 Eric Massin (PS): ): Ik

neem nota van dit staaltje van
efficiënte marketing. De wedstrijd
die al zes maanden geleden had
moeten georganiseerd worden,
komt er dan toch! Ik zal op de
website nagaan of de NMBS zich
aan haar beloftes houdt.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

15 Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "l'incident sur la ligne Hal-Boondael au sujet de l'occupation abusive d'un siège en
première classe" (n° 6492)

15 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Overheidsbedrijven over "het incident dat zich op de lijn Halle-Boondaal voordeed nadat iemand ten
onrechte in eerste klasse plaatsnam" (nr. 6492)

15.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous l'apprendrai

peut-être, mais j'avais dit à M. Vande Lanotte que je ne lui
apprendrais rien en rappelant que je trouve assez aberrante la
division, toujours présente, des voitures de la SNCB en 1

et 2

classes - surtout pour les trajets nationaux. Comme je l'avais déjà
exposé, plutôt que de réserver beaucoup de places dans ces trains à
une minorité de voyageurs, étendons le confort à tous et ouvrons les
wagons de 1

classe à tout le monde. Votre président de parti dit

d'ailleurs à peu près la même chose, en constatant la baisse continue
des usagers de la 1

classe.

Cette distinction est encore plus injuste sur certaines lignes, surtout
aux heures de pointe durant lesquelles les voitures de 2

classe sont

bondées. Les gens y sont debout comme des sardines et voient les
voitures de 1

classe à moitié vides ou à moitié pleines - comme vous

voulez - et parfois même totalement vides.

Il y a quelques semaines, une jeune femme enceinte de quatre mois,
qui se trouvait debout dans un couloir bondé de 2

classe, a subi un

malaise. Les autres usagers l'ont fait s'asseoir dans la voiture de 1

classe, voisine de celle de seconde. Tous ont misé sur la clémence
du contrôleur. Malheureusement, cela s'est mal passé. Un contrôleur
zélé a éjecté cette jeune femme en lui sommant de quitter le
compartiment de 1

classe, alors que celui-ci était presque vide. Ce

n'était pas un accompagnateur de train mais un contrôleur. Il a ajouté
que, pour s'asseoir en 1

classe, il fallait non seulement qu'une

femme soit enceinte de six mois, mais aussi qu'elle possède un
certificat médical. Sinon, il lui était interdit de s'asseoir en 1

classe.

Je n'avais pas demandé au ministre de m'informer du sentiment que
lui inspirait l'attitude de ce contrôleur "un peu" zélé. Mais cet incident
malheureux n'est sans doute pas le seul dans le genre. Il s'agit ici
d'une femme enceinte, mais on pourrait aussi parler d'une personne
âgée ou d'autres personnes souffrantes, obligées de prendre le train.
En tout cas, cet incident illustre, de manière assez cynique, la
nécessité de revoir l'accès à la 1

classe et, sans doute aussi, de

réduire le nombre de sièges de première classe dans les trains.

Monsieur le ministre, cette situation ne vous incite-t-elle pas à
envisager, dans le cadre de la négociation du nouveau contrat de
gestion, d'ouvrir les voitures de première classe à tous les navetteurs,
soit définitivement, soit sur certaines lignes ou à certaines heures? Ne
réfléchissez-vous pas à quelque chose de plus intéressant que ce
privilège accordé à certains usagers parce qu'ils paient plus cher, et
que cet inconfort que subit la majorité des usagers aux heures de
pointe?

J'ajoute que les usagers de première classe sont souvent, comme
nous d'ailleurs, des usagers qui ne paient pas du tout leur
abonnement ou des fonctionnaires de la SNCB.

15.01 Karine Lalieux (PS):

Vermits het aantal reizigers in
eerste klasse voortdurend
afneemt, lijkt het zinloos het
onderscheid tussen twee klassen
in stand te houden. Onlangs werd
een vier maand zwangere vrouw
onwel nadat ze in een overvolle
gang in tweede klasse had moeten
blijven rechtstaan. Andere
reizigers brachten haar naar
eerste klasse, maar een
overijverige kaartjesknipper
stuurde haar terug op grond van
het feit dat ze zes maanden
zwanger moest zijn en in het bezit
van een medisch attest om in
eerste klasse te mogen plaats
nemen.

Het volstaat te denken aan andere
mensen zoals bejaarden, zieken,
enz. om in te zien dat de
voorbehouden toegang tot de
eerste klasse moet worden
herzien. Dit zou eventueel in het
kader van de onderhandelingen
over het nieuwe beheercontract
kunnen gebeuren.

Le président: Oui, ce sont aussi des députés ...

15.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers

collègues, madame Lalieux, sans tirer déjà des conclusions des

15.02 Minister Renaat Landuyt:

We pleiten momenteel voor een

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

discussions qui sont en cours concernant le contrat de gestion, je
peux vous dire que notre objectif est plutôt d'augmenter la qualité de
base pour les usagers. Quant aux responsables de la SNCB, ils
étudient la possibilité de prévoir une classe pour des utilisateurs
spécifiques, comme une "business class" par exemple.

Pour ma part, le plus important, c'est d'augmenter la qualité pour tous
les usagers. C'est la raison pour laquelle je regrette les règles qui sont
appliquées dans des cas particuliers comme celui que vous venez de
citer. Lorsqu'il n'y pas de place en deuxième classe, les
accompagnateurs du train peuvent décider de venir en aide aux plus
faibles. Et en l'occurrence, je dirais qu'une femme enceinte est plutôt
une femme forte qu'une femme faible!

verbetering van de basiskwaliteit
voor alle reizigers. De leiding van
de NMBS zou willen voorzien in
een specifieke klasse, door
analogie met de "business class".
Het is de taak van de begeleiders
om bij overvolle treinen op het
comfort van de zwakste personen
toe te zien.

15.03 Karine Lalieux (PS): Oui, mais elle peut avoir des malaises,

monsieur le ministre!

Je vous remercie pour votre réponse. Dans le cadre de la négociation
du contrat de gestion, il faut étudier la pertinence de la suppression de
cette première classe. Les statistiques des cinq dernières années font
apparaître une explosion du nombre d'usagers de deuxième classe et
une diminution constante du nombre de voyageurs de première
classe, même si les recettes de première classe représentent encore
8% des recettes totales.

Monsieur le ministre, vous semblez sceptique mais M. Vande Lanotte
a confirmé ces chiffres, et la SNCB aussi. Je n'invente pas des
choses!

C'est une réalité et cela représente encore 8% des recettes. La SNCB
est effectivement plutôt frileuse car ces 8% de recettes ne feront que
diminuer étant donné que cette population est en baisse constante.

Je vous entends dire qu'il vaut mieux avoir une qualité de base
supérieure et le confort pour tous. Dans ce cas, il n'y a effectivement
plus qu'une seule classe, avec des nouvelles voitures. Or, l'achat de
nouvelles voitures, comme me l'a confirmé M. Vande Lanotte, se fera
à l'horizon 2010. Peu seront mises en route aujourd'hui sur les lignes.
On ne saurait donc pas améliorer la qualité très rapidement, alors que
les wagons et voitures de première classe sont vides. J'en conviens
que réduire la première classe ne permettra cependant pas d'asseoir
tout le monde en cas d'affluence. La SNCB devrait se montrer
beaucoup plus dynamique.

En France, dans le RER, il n'y a plus de première classe depuis
longtemps. L'Ile de France représente deux heures et demie de
voyage, c'est plus ou moins équivalent à l'ensemble de la Belgique. Il
faudrait révolutionner quelque peu les mentalités. Pourtant, j'entends
que l'on prévoit des wagons spécifiques pour des utilisateurs
spécifiques, serait-ce encore une autre catégorie? Compte-t-on
ajouter une classe "business" supplémentaire?

15.03 Karine Lalieux (PS): De

reizigers in eerste klasse
vertegenwoordigen slechts 8
procent van de verkoop van de
biljetten.

De nieuwe treinstellen worden pas
tegen 2010 verwacht, terwijl die
lege eersteklassewagons nu al
beschikbaar zijn. In het Franse
GEN wordt al een hele tijd geen
onderscheid meer gemaakt tussen
de verschillende klassen. Waarom
dan nog een "specifieke" klasse
aan de bestaande toevoegen?

15.04 Renaat Landuyt, ministre: C'est le résultat d'une demande

des responsables de la SNCB. Ce qui nous intéresse, c'est que le
nécessaire soit fait pour tout le monde, dans un souci de la qualité la
plus haute.

15.04 Minister Renaat Landuyt:

Die vraag gaat uit van de
verantwoordelijke ambtenaren bij
de NMBS.

15.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, une meilleure

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

qualité convient pour les transports internationaux. En ce qui
concerne les personnes qui passent une heure et demie dans le train,
nous n'allons pas différencier les patrons d'entreprises et les
fonctionnaires, en leur donnant la possibilité d'avoir un bureau dans le
train sur le réseau belge. C'est un non-sens le plus total de se
focaliser sur une population qui, de toute façon, prend de moins en
moins le train. On l'a démontré.

Je ne comprends pas la logique du plan Voyageur de la SNCB et la
logique de la SNCB - je ne parle pas de celle du ministre - de vouloir
maintenir cette première classe, de ne pas en diminuer la capacité, et
de créer encore une nouvelle classe spécifique. M. Vande Lanotte
dispose peut-être de davantage de renseignements sur cette classe
spécifique.

15.06 Renaat Landuyt, ministre: Nous avons discuté ensemble le

contrat de gestion, il n'a pas davantage d'informations que moi. Je ne
pense donc pas qu'il vous en dira plus.

15.07 Karine Lalieux (PS): Je propose que l'on envisage des

wagons "femmes enceintes", des wagons "enfants", des wagons
"personnes âgées", des wagons "silence", des wagons "sans gsm",
etc.

15.07 Karine Lalieux (PS):

Waarom dan ook geen rijtuig voor
kinderen reserveren, of eentje
waarin men niet met de gsm mag
bellen, enz.!

15.08 Renaat Landuyt, ministre: Il y a une certaine demande des

clients de pouvoir travailler sur internet. Il ne faut pas être chef de
société pour éprouver ce besoin.

15.08 Renaat Landuyt, ministre:

Op dit ogenblik wordt ook over een
interessant voorstel onderhandeld,
dat erin bestaat de treinreizigers
internettoegang te bieden.

15.09 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, tout cela a l'air très

convivial. Néanmoins, à partir du moment où les réseaux gsm ne
couvrent pas toutes les lignes de chemin de fer, j'ai quelques doutes
concernant la faculté de disposer d'internet rapidement dans les
trains. Gardons cela pour le transport international où c'est une réelle
plus-value pour les clients. Essayons d'offrir la qualité et le confort à
tous plutôt que de s'occuper de quelques clients particuliers qui ne
rapportent de toute façon pas grand chose à la SNCB et qui, selon
moi, ne rapporteront plus rien à terme.

15.09 Karine Lalieux (PS): Maar

op sommige baanvakken heeft
men zelfs geen gsm-ontvangst...

Le président: D'un point de vue technique, madame Lalieux, ce système existe en Hollande et remporte un
vif succès. Ce pays n'est pas plus grand que le nôtre mais là-bas, la première classe cela ne coûte pas
plus cher propose des wagons silence, des wagons travail où les tables sont plus larges. Je le répète,
cette offre connaît un grand succès. Je ne me mêle pas de la discussion mais je tenais à le signaler.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

16 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de acht nieuwe treinstations voor Brussel" (nr. 6583)

16 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "la construction de huit nouvelles gares ferroviaires à Bruxelles" (n° 6583)

16.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, op 31

maart las ik in Het Laatste Nieuws een heel opmerkelijk artikel waaruit
bleek dat er misschien 8 nieuwe treinstations bijkomen in Brussel,
drie ervan zouden zeker zijn. Wat de andere betreft, zouden nog heel

16.01 Bart Laeremans (Vlaams

Belang): Le 31 mars dernier, le
journal

Het Laatste Nieuws

annonçait la construction de trois,

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

wat andere factoren meespelen.

Van enkele stations zou men kunnen zeggen dat de inplantingsplaats
logisch is. Bij andere kan men meer vraagtekens plaatsen. Een en
ander blijkt vooral in functie te staan van de lokale politiek van
gemeentebesturen om de auto's uit de straten te weren of een
bepaalde wijk te laten heropleven.

Vraag is, mijnheer de minister, of dat de taak van de NMBS is en of zij
hieraan prioriteit moet geven. Mij lijkt het veeleer een taak voor een
regionaal planningsbeleid inzake openbaar vervoer, waarbij tram en
metro worden ingeschakeld die nuttig zijn voor dat soort lokale
problemen en niet voor de NMBS, die enorme bedragen moet betalen
voor grote nieuwe stations.

Vermits de bevoegdheden van minister Vande Lanotte en die van u
nauw aansluiten, had ik graag vernomen wat het standpunt van de
NMBS en de federale regering terzake is?

Wanneer moeten die stations gerealiseerd zijn?

Wat zal de kostprijs zijn van de 8 stations? Wie moet opdraaien voor
de financiering ervan?

Een vraag die ik niet schriftelijk heb gesteld maar er toch mee
samenhangt is de vraag of een en ander kadert in de bedragen die
vrijgemaakt zijn voor het GEN.

Gebeurt het dat lokale overheden betrokken worden bij de
financiering van dergelijke stations, zeker als zij vragende partij zijn
omwille van hun verkeersbeleid? Wordt voor sommige stations het
Gewest betrokken bij de financiering of heeft het allemaal niets te
maken met het Gewest? Kunt u terzake meer uitleg geven?

voire de huit nouvelles gares à
Bruxelles. Il s'agit dans certains
cas de projets communaux visant
à faire revivre un quartier ou à
désengorger les routes.
Appartient-il à la SNCB de
contribuer à la réalisation de tels
projets, par ailleurs onéreux ?

Quels points de vue la SNCB et le
gouvernement adoptent-ils en la
matière ? La construction de ces
nouvelles gares s'inscrit-elle dans
le cadre du projet du RER ? Les
pouvoirs locaux et les Régions
interviennent-elles dans le
financement de ces travaux ?

16.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde

collega's, collega, de stedelijke dossiers ingediend in het kader van
het gewestelijk expresswegnet bevatten de volgende stopplaatsen:
Anderlecht, Moensberg, Diesdelle, Arcades en Germoir. De overige
haltes werden niet geselecteerd.

In bepaalde gevallen zal, door het samenwerkingsakkoord, de
federale overheid voor Brussel kunnen tegemoetkomen voor de
financiering van de installaties.

Meer gegevens zijn er niet op dit ogenblik.

Zijn ooit lokale overheden tussengekomen in de financiering van de
aanleg van stations? Als dat al gebeurt, is dat voor het gedeelte dat
de lokale overheid belangrijk vindt, als aanvullend. Hier gaat het om
het GEN en het samenwerkingsakkoord tussen Brussel en de
federale overheid.

16.02 Renaat Landuyt, ministre:

Les dossiers urbains introduits
dans le cadre du Réseau Express
Régional comprennent les arrêts
suivants: Anderlecht, Moensberg,
Diesdelle, Arcades et Germoir.
Les autres arrêts n'ont pas été
retenus.

Dans certains cas, sur la base
d'un accord de coopération, le
pouvoir fédéral peut intervenir
dans le financement des
installations.

Je ne dispose pas d'autres
informations pour le moment, pas
même à propos d'éventuelles
interventions des pouvoirs locaux.
Si c'est déjà le cas, il s'agit d'un
financement complémentaire.

16.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, als ik

het goed begrijp, dan gebeurt de financiering zowel vanuit de pot die

16.03 Bart Laeremans (Vlaams

Belang): Le financement se fait

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

voor het GEN bestemd is, als vanuit Beliris, het akkoord tussen
Brussel en de federale regering.

Ik vind uw antwoord voor de rest nogal mager. Ik had voor elk van die
stations gevraagd tegen wanneer ze gepland zijn en wat daarvoor de
geraamde kosten zijn. Blijkbaar is een en ander nog in een heel
embryonaal stadium. In het artikel lees ik toch dat de deuren zouden
moeten openen tussen 2006 en 2008. Hoe komt het dan dat u zo
weinig informatie hebt over de desbetreffende stations? Ik vind dat
toch wel vreemd. Minstens zou er dan toch vanuit gegaan kunnen
worden dat die datum 2006-2008 niet meer gehaald wordt, wanneer u
nu nog niet eens weet wat heel die boel gaat kosten en wie er
allemaal voor zal opdraaien. Blijkbaar is nog een erg groot aspect
onbekend en niet gepland. Ik vind het vreemd dat er in een krant dan
wel al zoveel details kunnen staan.

Ik heb uit uw antwoord begrepen dat een drietal stations niet
geselecteerd is en een vijftal wel. Klopt dat?

donc avec l'argent destiné au
Réseau Express Régional (RER)
et dans le cadre de Beliris, l'accord
de coopération entre Bruxelles et
le gouvernement fédéral.

La réponse est insuffisante à mes
yeux. J'avais demandé, pour
chacune des gares, quand leur
construction était prévue et quel
en était le coût estimatif. Tout
devrait être opérationnel entre
2006 et 2008. Comment se fait-il
que le ministre ne dispose que de
si peu d'informations ? Il semble
qu'un élément

important du

dossier soit encore inconnu. Je
m'étonne dès lors de lire autant de
détails dans la presse.

J'ai compris que trois gares n'ont
pas été retenues et que cinq
seront réalisées. Est-ce exact ?

16.04 Minister Renaat Landuyt: Eén, twee, drie, vier, vijf.

16.04 Renaat Landuyt, ministre:

Cinq arrêts ont été retenus.

16.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Vijf geselecteerd. Ik zal de

rest dan wel in het verslag lezen. Drie zijn er dan in ieder geval
tussenuit gevallen. Ik hoop dat uit uw antwoord duidelijk blijkt welke.

Ik heb acht cijfers in de krant zien staan en acht verschillende
locaties. U hebt alleen namen gegeven van stations. Hebt u daar ook
de gemeenten bij of zo?

16.05 Bart Laeremans (Vlaams

Belang): Dans ce cas, trois ne l'ont
pas été puisque la presse évoquait
huit sites. Le ministre s'est borné à
énumérer les gares. Peut-il aussi
citer les communes ?

16.06 Minister Renaat Landuyt: Enkel de namen.

16.06 Renaat Landuyt, ministre:

Je n'ai ici que les noms des arrêts.

16.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik vrees dat ik uw collega

verder zal moeten ondervragen via schriftelijke weg.

16.07 Bart Laeremans (Vlaams

Belang): Je crains de devoir
interroger le ministre Vande
Lanotte par écrit à ce sujet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

17 Vraag van de heer Philippe De Coene aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de groepstarieven van de NMBS" (nr. 6705)

17 Question de M. Philippe De Coene au vice-premier ministre et ministre du Budget et des

Entreprises publiques sur "les tarifs de groupe pratiqués par la SNCB" (n° 6705)

17.01 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,

mijnheer de minister, drie jongeren, jonger dan 12 jaar, kunnen gratis
reizen als zij een volwassene vergezellen. Als die jongeren echter op
voorhand reserveren, moeten ze wel betalen. Daardoor zijn groepen
zoals jeugdbewegingen niet geneigd om vooraf te reserveren. Het
groepstarief geldt vanaf 15 personen. Voor 3 volwassenen en 12
jongeren, minder dan 12 jaar, heeft het natuurlijk geen zin om op

17.01 Philippe De Coene (sp.a-

spirit): Par adulte, quatre enfants
de moins de douze ans peuvent
voyager gratuitement en train. Les
groupes d'au moins quinze
personnes peuvent bénéficier d'un
tarif avantageux si une réservation

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

voorhand te reserveren omdat het voor het merendeel van de
jongeren gratis is. De vraag is of het gratis tarief ook niet zou kunnen
worden toegepast bij reservaties. Het gaat immers over hetzelfde type
reiziger. Het enige voordeel dat de groep die gereserveerd heeft
heeft, is de zekerheid van de plaats. Misschien zou eventueel een
reservatiebijdrage voor de groep kunnen worden betaald. Ik wou dit
even onder uw aandacht brengen.

est effectuée. En cas de
réservation, le voyage est toutefois
payant pour les enfants de moins
de douze ans. C'est la raison pour
laquelle les mouvements de
jeunesse ont tendance à ne pas
effectuer de réservation préalable.

La gratuité pour les enfants de
moins de douze ans ne peut-elle
pas être étendue aux voyages
réservés préalablement ? Des
frais de réservation peuvent dans
ce cas éventuellement être portés
en compte.

17.02 Minister Renaat Landuyt Mijnheer de voorzitter, van de NMBS

hebben wij een beschrijving gekregen van wat u zelf hebt uitgelegd. Ik
denk dat uw vraag zal worden omgezet in een verzoek aan de NMBS
om dit te bekijken en aan te passen.

18.02 Renaat Landuyt, ministre:

La SNCB confirme la situation
décrite par M. De Coene. Je
pense que cette question sera
transformée en une demande
d'adaptation de la tarification
auprès de la SNCB.

17.03 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank

u dat u deze vraag tot de NMBS zult richten. Deze vraag werd mij
voorgelegd door de Vlaamse Jeugdraad, waarschijnlijk op basis van
praktische ervaringen met jeugdbewegingen.

17.03 Philippe De Coene (sp.a-

spirit): Je remercie le ministre
d'adresser cette demande à la
SNCB. Cette question m'a été
soumise par le Conseil flamand de
la jeunesse, probablement sur la
base d'expériences vécues.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

18 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le projet de réouverture de la liaison ferroviaire Quiévrain-Valenciennes" (n° 6692)

18 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "de geplande heropening van de spoorverbinding Quiévrain-Valenciennes"
(nr. 6692)

18.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, on a beaucoup parlé dans ma région de la réouverture de la
liaison ferroviaire transfrontalière Valenciennes-Quiévrain ou
Quiévrain-Valenciennes, ce qui réjouissait nos cheminots de Mons-
Borinage, mais aussi les entreprises en général.

Cela semblait confirmé par un article du journal "Le Monde" paru le 2
avril, intitulé "Les petites lignes de chemin de fer renaissent à la
périphérie des villes", article qui livrait la liste des réouvertures
françaises dont celle précitée.

Or, on me dit que celle-ci n'est pas prévue dans notre propre contrat
de gestion.

Pouvez-vous me confirmer ou m'infirmer cette information?

18.01 Camille Dieu (PS): In de

Franse pers van 2 april
jongstleden werd gesproken over
de geplande heropening van de
grensoverschrijdende
spoorverbinding Quiévrain-
Valenciennes, wat het
spoorwegpersoneel uit de streek
Mons-Borinage als muziek in de
oren moet hebben geklonken.
Nochtans zou deze heropening
niet in het beheerscontract van de
NMBS zijn opgenomen.

Kan u die informatie bevestigen?
Zo

ja, waarom wordt die

verbinding niet opnieuw in gebruik

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

genomen?

18.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, madame

Dieu, une étude sur la réouverture de la liaison ferroviaire Quiévrain-
Valenciennes est reprise au projet de contrat de gestion SNCB. Cette
étude, qui concerne essentiellement le trafic voyageurs, va démarrer
prochainement, suite au lancement par la SNCF d'un cahier spécial
des charges relatif à la finalisation de ce dossier. Toutefois, les
résultats ne sont pas attendus avant plusieurs mois.

B-Cargo, fortement intéressé par ce projet, en effectue d'ailleurs la
promotion auprès des instances locales, régionales, syndicales,
nationales belges et françaises depuis 4 ans. Il souhaite pour sa part
mettre en oeuvre le plus rapidement possible un projet
"marchandises" peu coûteux dont les résultats seraient immédiats,
sans attendre les résultats de l'étude voyageurs de plus grande
envergure.

18.02 Minister Renaat Landuyt:

In het ontwerp van
beheerscontract van de NMBS
staat dat de heropening van de
spoorverbinding Quiévrain-
Valenciennes zal onderzocht
worden. Ten gevolge van het
uitschrijven van een bijzonder
bestek met betrekking tot het
afsluiten van dat SNCF-dossier,
zal binnenkort een studie over die
aangelegenheid van start gaan. B-
Cargo heeft veel belangstelling
voor dat project dat het al vier jaar
promoot. Hoewel het voorstander
is van een snelle uitvoering van
het project, worden de resultaten
van die studie pas over een paar
maanden verwacht. Ik kan u dan
ook de inhoud ervan niet
meedelen.

18.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, je suis contente

d'apprendre qu'une étude sur cette réouverture est reprise dans le
projet de contrat de gestion.

Il est vrai que l'on a parlé des marchandises. Vous me parlez
maintenant des voyageurs. J'espère que cette idée pourra aboutir car
cela serait intéressant pour notre région qui, vous le savez, est en
grande difficulté sur le plan économique. La réouverture de cette ligne
constituerait un petit signal positif aux entreprises.

18.03 Camille Dieu (PS): Het

verheugt mij te vernemen dat de
heropening van die verbinding -
die betrekking heeft op een streek
die het erg moeilijk heeft - in het
ontwerp van beheerscontract
wordt overwogen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

19 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "le contrat de gestion de la SNCB" (n° 6732)

19 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "het beheerscontract van de NMBS" (nr. 6732)

19.01 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, la presse nous

apprend que la conclusion des contrats de gestion de la SNCB est
imminente. Nous savons que négocier un contrat de gestion est une
tâche difficile et nous nous sommes montrés patients. Nous le
sommes encore puisque nous attendons ce contrat de gestion depuis
la précédente législature, alors qu'on nous l'annonçait déjà comme
étant imminent. Que vous ayez pris du temps, que M. Vande Lanotte
ait pris du temps, c'est normal. Il a fallu repenser les nouvelles
structures nous en avons trois désormais , les mettre en oeuvre. Il
est même parfois opportun de prendre un peu plus de temps que
prévu pour respecter les règles de l'art.

Nous sommes donc patients mais depuis la lecture de la presse, nous
sommes également inquiets. Il semblerait, selon la presse, que les
syndicats soient sortis de leur réserve, qu'ils aient sorti l'artillerie
lourde pour critiquer le contrat de gestion qu'ils ont en main. Si

19.01 Eric Massin (PS): Als men

de pers mag geloven, zou het
beheerscontract van de NMBS
zeer binnenkort worden gesloten
en zouden de vakbonden daar
heel wat kritiek op hebben. Zo zou
in het beheerscontract het jaar
2008 als uiterste datum voor een
financiële sanering worden
vooropgesteld en zou tevens het
pad worden geëffend voor
onderaanneming.

Hoewel de PS-fractie achter de
doelstelling van een financiële
sanering van het bedrijf staat,

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

certaines de leurs critiques devaient répondre à une réelle volonté du
gouvernement, celle-ci serait très inquiétante. Selon les syndicats, tel
que répercuté dans la presse, le contrat de gestion inscrirait noir sur
blanc une "deadline" pour l'assainissement financier, à savoir 2008.
Toujours selon les syndicats, le contrat de gestion autoriserait le
recours à la sous-traitance. Monsieur le ministre, je crois que nous
devons être clairs: si le PS soutient l'objectif d'assainissement
financier de l'entreprise et d'ailleurs ne pas s'en préoccuper serait
tout à fait irresponsable , si nous partageons cet objectif, nous ne
comprenons pas les moyens choisis pour y arriver. Nous sommes ici
dans le cadre d'un contrat de gestion et non d'un véritable plan
d'entreprise.

Il me semble qu'un plan d'assainissement financier se négocie avec
les partenaires sociaux, dans le cadre d'un plan d'entreprise et non
dans le contrat de gestion. Il me semble aussi que le plan d'entreprise
doit précéder le contrat de gestion. On fixe d'abord le cadre général,
lequel précise quelles sont les marges de manoeuvre. Ensuite, en
fonction de ce cadre général, de ces marges de manoeuvre, on
développe le contrat de gestion.

Dès lors, vous serait-il possible, monsieur le ministre, de répondre à
des questions précises? Où en est la négociation du plan
d'entreprise? Le contrat de gestion doit-il, sans plan d'entreprise
négocié et approuvé par tous, contenir une telle "deadline" (2008 pour
l'assainissement financier)? Le contrat de gestion dans sa forme
actuelle autorise-t-il sans précision la sous-traitance de certaines
activités de la SNCB? Et le contrat de gestion doit-il passer par la
commission paritaire pour être approuvé?

hebben wij geen begrip voor de
keuze die werd gemaakt met
betrekking tot de middelen aan de
hand waarvan die doelstelling
moet worden gerealiseerd. Over
het plan voor de financiële
sanering moet immers met de
vakbonden worden onderhandeld
in het kader van een bedrijfsplan.
Een en ander mag niet in een
beheerscontract worden
opgenomen. Tevens zou er eerst
een bedrijfsplan moeten worden
uitgewerkt en pas daarna kan een
beheerscontract worden gesloten.

Wat is de stand van zaken met
betrekking tot de
onderhandelingen over het
bedrijfsplan? Is het wel verstandig
om een deadline in het
beheerscontract in te schrijven
zolang er geen bedrijfsplan uit de
bus is gekomen bij de
onderhandelingen?

Staat het huidige beheerscontract
de NMBS toe bepaalde activiteiten
uit te besteden aan
onderaannemers, zonder
specifieke nadere bepalingen?
Kan het beheerscontract enkel
goedgekeurd worden na toetsing
door de Nationale Paritaire
Commissie bij de NMBS?

19.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher

collègue, à votre première question, la réponse est que le plan
d'entreprise révisé doit être établi pour le mois de novembre prochain.
Deuxième point, en vertu de l'article 3, § 2 de la loi du 21 mars 1991
relative aux entreprises publiques autonomes, le contrat de gestion
peut contenir des objectifs relatifs à la structure financière de
l'entreprise publique. Troisième point, la SNCB a toujours pratiqué la
sous-traitance, en ce sens qu'elle a recours pour certains travaux,
biens ou services, aux prestations de tiers via des marchés de
services publics ou des contrats commerciaux.

Le projet de contrat de gestion ne modifie rien à cet égard.

En réponse à votre quatrième question, oui, la commission paritaire
nationale doit remettre un avis.

19.02 Minister Renaat Landuyt:

Op uw eerste vraag kan ik
antwoorden dat het herziene
bedrijfsplan in november 2005
opgesteld zal worden.

Overeenkomstig artikel 3, § 2 van
de wet van 21 maart 1991
betreffende de hervorming van
sommige economische
overheidsbedrijven kunnen er in
het beheerscontract doelstellingen
ingevoegd worden met betrekking
tot de financiële structuur.

Het beheerscontract wijzigt niets
aan de regels inzake het
inschakelen van onderaannemers.
De NMBS heeft immers altijd al
activiteiten uitbesteed aan
onderaannemers.

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

De Nationale Paritaire Commissie
moet inderdaad een voorafgaand
advies uitbrengen.

19.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour

votre réponse.

J'ai pris bonne note que le plan d'entreprise sera révisé en novembre
2005. Cela doit être mis en parallèle avec la deuxième réponse que
vous m'avez donnée, à savoir que le contrat de gestion peut donc
contenir des objectifs relatifs à la structuration financière des
différentes entreprises.

Il me semble que l'idéal serait que le plan d'entreprise précède le
contrat de gestion ou, à tout le moins, qu'ils soient tous les deux
concomitants. Si le contrat de gestion peut contenir, car ce n'est pas
une obligation, des objectifs relatifs à la structuration financière, le
plan d'entreprise, lui, doit contenir les éléments. Le plan de gestion
peut avoir des indicateurs éventuels mais il faut quand même
connaître le cadre financier dans lequel on travaille pour la mise en
application de ces indicateurs. A moins d'avoir un contrat de gestion
qui contient tous les indicateurs et toute l'application - j'appelle cela un
plan d'entreprise -, cela pourrait mettre en difficulté la réalisation ou
les perspectives qui sont développées dans le contrat de gestion.

La SNCB a toujours eu recours à la sous-traitance. Le contrat de
gestion ne modifie en rien l'état actuel des choses. Je crois savoir que
la SNCB a coutume de recourir à la sous-traitance seulement quand
elle ne sait pas elle-même, par l'intermédiaire de son personnel
technique, faire procéder à certains travaux, donc pas
systématiquement. Je déduis de votre réponse qu'il ne s'agit pas
d'une autorisation générale de recours à la sous-traitance.

Par ailleurs, cet avis émane uniquement de la commission paritaire.
Mais vous comprendrez l'inquiétude des syndicats devant certains
éléments qui ont été portés à leur connaissance lors de la parution de
diverses informations dans la presse. Je ne peux que vous répéter
que nous sommes d'accord avec une entreprise saine c'est
nécessaire pour son avenir - mais pas à n'importe quel prix.

19.03 Eric Massin (PS): Ik

onthoud uit uw antwoord dat het
bedrijfsplan in november 2005 zal
worden herzien, en dat het
beheerscontract doelstellingen kan
bevatten met betrekking tot de
financiële structuur.

De ideale oplossing zou erin
bestaan dat het bedrijfsplan het
beheerscontract voorafgaat of op
hetzelfde ogenblik wordt
opgesteld. Het beheerscontract
kan doelstellingen van financiële
structurering bevatten maar het
bedrijfsplan

moet zulke

doelstellingen bevatten. Men dient
het financieel kader waarin men
werkt, te kennen. Tenzij men een
beheerscontract opstelt dat alle
indicatoren en

de gehele

toepassing omvat, zou zulks de
verwezenlijking of de
vooruitzichten van het
beheerscontract in de weg kunnen
staan.

U zegt dat de NMBS steeds een
beroep op onderaanneming heeft
gedaan en dat het
beheerscontract daar niets aan
verandert. Zij doet daar echter
slechts beroep op als zij bepaalde
werken niet zelf kan uitvoeren. De
NMBS beschikt dus niet over een
algemene machtiging om werken
uit te besteden.

Dat advies gaat uit van het paritair
comité uit. De vakbonden zijn
echter bezorgd over bepaalde
elementen waarvan zij kennis
kregen of over bepaalde gegevens
die in de pers zijn verschenen. Wij
zijn voor een gezond bedrijf maar
we zijn niet bereid om daarvoor
om het even welke prijs te betalen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

20 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en

Overheidsbedrijven over "gereserveerde parkeerplaatsen voor autodelers op de parkings van de
NMBS" (nr. 6754)

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

20 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises

publiques sur "des emplacements réservés pour les utilisateurs de voitures en libre service sur les
parkings de la SNCB" (n° 6754)

20.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de

minister, autodelen is een materie die aansluit bij uw bevoegdheid
voor verkeer. Het systeem van autodelen, waarbij meerdere mensen
gezamenlijk gebruikmaken van auto's, zit in ons land in de lift en dit
zowel voor particulieren als voor commerciële organisaties. Wij
beschouwen dit als een positieve trend aangezien autodelen heel wat
individuele en maatschappelijke voordelen biedt. Mensen zien dit als
een expliciete aanvulling op het openbaar vervoer. Bovendien ziet de
sector de beschikbaarheid van strategisch gelegen
parkeermogelijkheden als een van de belangrijkste randvoorwaarden
om autodelen mogelijk te maken.

Vanuit die optiek zouden gereserveerde parkeerplaatsen voor
autodelers op NMBS-parkings in de onmiddellijke omgeving van
stations, de wisselwerking tussen openbaar vervoer en autodelen en
omgekeerd aanzienlijk kunnen vergemakkelijken.

Uit uw beleidsnota blijkt dat u door middel van een vernieuwd
parkeerbeleid rond de stations, meer autobestuurders wil aantrekken
en u voorziet daarvoor in een afzonderlijk krediet van 100 miljoen euro
waarvan een eerste schijf zal worden uitgevoerd in de periode 2005-
2007.

Ik heb de volgende vragen. Bent u zich bewust van de positieve
wisselwerking tussen autodelers en potentiële treingebruikers? Bent u
bereid op de parkings van de NMBS in grotere steden in
gereserveerde parkeerplaatsen te voorzien voor autodelers, ter
bevordering van het autodelen?

20.01 Guido De Padt (VLD):

L'utilisation de voitures en libre-
service devient important pour les
particuliers comme pour les
organisations commerciales et
présente des avantages
individuels et sociaux. Les
personnes qui proposent le libre-
service présentent leur activité
comme un complément aux
transports en commun et
demandent l'aménagement de
parkings à des emplacements
stratégiques.

Il serait utile aussi de prévoir des
emplacements pour le libre-
service dans les parkings de la
SNCB. Le ministre prévoit 100
millions d'euros pour financer une
nouvelle politique à l `égard des
parkings à proximité des gares
afin d'attirer davantage
d'automobilistes vers le rail.

Le ministre a-t-il conscience de
l'interaction positive entre
l'utilisation de véhicules en libre-
service et l'usage du train ?
Compte-t-il réserver des
emplacements pour les véhicules
en libre-service sur les parkings de
la SNCB ?

20.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde

collega's, collega De Padt, de bedoeling van autodelen is dat de auto
achtereenvolgens, niet tegelijkertijd zoals bij carpooling, door
verschillende personen gebruikt wordt. Dat vergt dan ook een zekere
rotatie in het gebruik van de auto. De ene moet na de andere de auto
gebruiken.

Treinreizigers parkeren gemiddeld gedurende tien uur aan het station,
waardoor rotatie nagenoeg onbestaande is. Bij autodelen is het
gebruik van de auto occasioneel en niet regelmatig zoals bij het
overgrote deel van de treinreizigers. Bovendien is in de grote steden
het openbaar vervoer zeer uitgebreid en is er doorgaans geen
bijkomend vervoermiddel nodig. Wij achten het dan ook niet wenselijk
daarvoor in gereserveerde parkeerplaatsen te voorzien op de NMBS-
parking. In ieder geval is het geen prioriteit.

20.02 Renaat Landuyt, ministre:

L'objectif des voitures en libre
service est l'utilisation successive
de ces véhicules par différents
conducteurs. Il doit donc y avoir
une certaine rotation et ces
véhicules sont principalement
utilisés à titre occasionnel. Les
navetteurs laissent leur voiture sur
les parkings d'une gare pendant
10 heures en moyenne, ce qui
empêche la rotation des véhicules.
Les grandes villes sont bien
desservies par les transports
publics de sorte que d'autres
moyens de transport ne sont pas
nécessaires.

Il n'est donc pas prioritaire de
réserver des emplacements pour

02/05/2005

CRIV 51

COM 583

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

les utilisateurs de voiture en libre
service sur les parkings de la
SNCB.

20.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw

antwoord. Ik ga niet volledig akkoord maar ik meen dat het een
positieve ontwikkeling is dat meerdere mensen bereid zijn de wagen
te delen. Wanneer er vanuit de sector zelf een vraag bestaat naar
zulke voorzieningen, meen ik dat er wellicht noodzaak aan is. Het zou
misschien niet onverstandig zijn mochten mensen van de bevoegde
FOD even contact opnemen met degenen die het autodelen
promoten.

20.03 Guido De Padt (VLD): Je

ne suis pas d'accord avec cette
analyse. Il est quand même positif
que plusieurs personnes utilisent
la même voiture. Lorsque la
demande d`emplacements
réservés sur les parkings émane
du secteur lui-même, c'est que
cela correspond à une nécessité.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Dit was de laatste vraag. Wij hebben tijdens deze commissievergadering eenendertig
vragen behandeld in een tijdspanne van twee uur en vijf minuten. Dat is niet slecht.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.22 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.22 heures.