CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 571
CRIV 51 COM 571
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
26-04-2005
26-04-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
récents mouvements de grève généralisés des
gardiens de prison" (n° 6419)
1
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
recente algemene stakingsacties van de cipiers"
(nr. 6419)
1
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de Mme Anne Barzin à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le service de
santé pénitentiaire" (n° 6456)
4
Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
penitentiaire gezondheidsdienst" (nr. 6456)
4
Orateurs: Anne Barzin, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Anne Barzin, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
6
Samengevoegde vragen van
6
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les services
des réclamations auprès des tribunaux de
première instance" (n° 6629)
6
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
klachtendiensten bij de rechtbanken van eerste
aanleg" (nr. 6629)
6
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le traitement des
plaintes" (n° 6638)
6
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
klachtenbehandeling" (nr. 6638)
6
Orateurs: Servais Verherstraeten, Hilde
Claes, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Servais Verherstraeten, Hilde
Claes, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'interdiction pour les prisons d'accueillir des
écoles dans le cadre de la prévention (en matière
de drogue)" (n° 6511)
8
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het verbod voor gevangenissen om scholen te
ontvangen in het kader van de (drugs)preventie"
(nr. 6511)
8
Orateurs: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jef Van den Bergh, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jean-Pierre Malmendier à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'évaluation de la gratuité des soins pour les
victimes d'actes intentionnels de violence"
(n° 6560)
10
Vraag van de heer Jean-Pierre Malmendier aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de evaluatie van de kosteloze
geneeskundige verzorging voor slachtoffers van
opzettelijke gewelddaden" (nr. 6560)
10
Orateurs: Jean-Pierre Malmendier, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jean-Pierre Malmendier, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la notion de 'l'exercice conjoint de l'autorité
parentale', introduite dans le Code civil il y a
dix ans" (n° 6444)
13
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het begrip 'gezamenlijke uitoefening van het
ouderlijk gezag' dat tien jaar geleden in het
Burgerlijk Wetboek werd ingevoerd" (nr. 6444)
13
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le suivi de
l'inventaire des problèmes dressé par la 'Limburgs
platform alternatieve gerechtelijke maatregelen'"
(n° 6589)
14
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
opvolging van de knelpuntennota van het
'Limburgs platform alternatieve gerechtelijke
maatregelen'" (nr. 6589)
14
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
circulaire du 17 janvier 2005 sur la libération
provisoire" (n° 6535)
16
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
rondzendbrief van 17 januari 2005 betreffende de
voorlopige invrijheidstelling" (nr. 6535)
17
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de Mme Camille Dieu au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "une agence européenne des droits
de l'homme" (n° 6584)
18
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "een Europees mensenrechtenagentschap"
(nr. 6584)
18
Orateurs: Camille Dieu, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Camille Dieu, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
modifications de la loi de compétence universelle"
(n° 6603)
20
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpassingen aan de genocidewet" (nr. 6603)
20
Orateurs:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Hilde Vautmans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Marie-Christine Marghem à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les mouvements de grève au palais de justice de
Tournai" (n° 6605)
22
Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "de stakingen in het gerechtsgebouw
van Doornik" (nr. 6605)
22
Orateurs:
Marie-Christine Marghem,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers:
Marie-Christine Marghem,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Questions jointes de
25
Samengevoegde vragen van
25
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'évaluation de la loi
instaurant une procédure accélérée de
naturalisation" (n° 6624)
25
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de evaluatie
van de snel-Belg-wet" (nr. 6624)
25
- M. Jan Mortelmans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'adaptation de la loi
d'acquisition rapide de la nationalité belge"
(n° 6635)
25
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aanpassing van de snel-Belg-wet" (nr. 6635)
25
Orateurs: Hilde Claes, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Hilde Claes, Jan Mortelmans,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de Mme Greet van Gool à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'accueil des internés" (n° 6632)
29
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
opvang van geïnterneerden" (nr. 6632)
29
Orateurs:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Greet van Gool, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
services locaux chargés des mesures judiciaires
de substitution" (n° 6664)
31
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
lokale diensten voor alternatieve gerechtelijke
maatregelen" (nr. 6664)
31
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Dirk Claes à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
33
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
33
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
nomination de juges de police à Louvain"
(n° 6639)
benoeming van politierechters in Leuven"
(nr. 6639)
Orateurs: Dirk Claes, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dirk Claes, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
26
AVRIL
2005
Matin
______
van
DINSDAG
26
APRIL
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.44 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.44 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
récents mouvements de grève généralisés des gardiens de prison" (n° 6419)
01 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
recente algemene stakingsacties van de cipiers" (nr. 6419)
01.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, ma question fait suite aux différents mouvements de grève
que nous avons connus dans les prisons.
Le texte que je vous ai transmis est un peu long. Je vais me
permettre de le résumer en soulignant les points essentiels.
Premièrement, la formation des agents. Si j'aborde fréquemment ce
point, c'est parce que je suis convaincu qu'il s'agit de la première des
priorités au niveau des gardiens de prison et des avancées que nous
devons faire.
Dans le cadre des conflits que nous avons vécus, vous aviez parlé
d'un cours sur la gestion des conflits. Où en est ce projet? Est-il
confirmé? Selon quelles modalités ce cours pourrait-il être organisé?
Deuxièmement, le projet Dupont récemment voté. Ne devrait-il pas
s'agir d'un texte garantissant les droits et devoirs des agents
pénitentiaires? Nous en avons déjà parlé au sein de cette
commission. Qu'en est-il?
Toujours dans le cadre du projet Dupont, en ce qui concerne les
mesures disciplinaires, vous aviez parlé d'une note qui serait élaborée
avec les directeurs de prison. Quelle sera la forme de cette note? Ne
conviendrait-il pas d'avoir une réglementation expresse? Il faut
reconnaître que les directeurs de prison doivent jouer un rôle
essentiel puisqu'ils connaissent le mieux la réalité du milieu
pénitentiaire.
Troisièmement, l'assistance juridique. Vous aviez parlé d'un projet de
circulaire qui devait être soumis le 13 avril au département de la
Justice. Avez-vous pu avancer dans cette matière?
Quatrièmement, la création d'une prison pour les détenus "difficiles".
Ce sujet a été largement évoqué à Ittre. Où en est-on?
A côté de ces quatre points, des problèmes spécifiques existent
01.01 Melchior Wathelet (cdH):
Na afloop van de staking van de
cipiers deed u een aantal beloften.
Ik kreeg graag een aantal
verduidelijkingen in dat verband.
Klopt het dat de opleiding van de
cipiers met een cursus
conflictbeheersing zal worden
aangevuld? Zou er niet op korte
termijn een wet moeten komen
betreffende de rechten en de
plichten van de penitentiaire
beambten? Hoe staat het met de
nota die u samen met de
gevangenisdirecteurs zou
opstellen over het gebruik van
tuchtmaatregelen ten aanzien van
de gedetineerden? Werd in het
dossier van de juridische bijstand
aan de cipiers vooruitgang
geboekt? Hoe staat het met de
oprichting van een gevangenis
voor "moeilijke" gedetineerden?
Wat ten slotte de gevangenis van
Lantin betreft, die nog steeds door
overbevolking wordt geplaagd, hoe
staat het met de nieuwe
onderhandelingen over de
begroting voor de renovatie van de
gebouwen?
Waarom ligt het aantal
gedetineerden met een
elektronische enkelband lager dan
het vooropgestelde cijfer? Werden
specifieke begrotingskredieten
uitgetrokken voor die maatregel?
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
comme, notamment, les problèmes de rénovation et de personnel à
Ittre. Quant aux prisons de Huy et d'Andenne, elles ont des
revendications plus spécifiques. Il y a aussi le problème de la prison
de Lantin qui compte 9.330 détenus pour une capacité de 8.133
places, prison dont les budgets doivent être renégociés pour 2006.
En ce qui concerne le problème de la surveillance électronique, vous
aviez annoncé le chiffre de 400 détenus pour 2005, le nombre de
1.000 détenus devant être atteint pour la fin de cette législature. Cela
sera-t-il possible? Les budgets seront-ils suffisants pour réaliser ces
objectifs?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: La prison d'Ittre était
effectivement porteuse, lors des dernières grèves, d'un cahier
revendicatif et a, en quelque sorte, été le moteur de cette dernière
grève. J'ai notamment, dans le cadre du conflit, décidé de permettre
une rencontre avec une délégation du personnel d'Ittre, de les
écouter. D'autres prisons se sont montrées solidaires de celle d'Ittre.
Certaines prisons ont repris le cahier revendicatif, d'autres ont élaboré
leur propre cahier de revendications.
Si votre question était particulièrement longue, j'y répondrai d'une
manière globale sans faire de différence entre les diverses
revendications.
Certaines revendications font l'objet du protocole que j'ai signé avec
nos partenaires syndicaux le 22 décembre 2004. Le protocole prévoit
évidemment un échéancier. C'est le cas pour l'assistance juridique.
Le texte réglementaire a été soumis au comité de direction du 13
avril. Il a été transmis, le soir même, aux organisations syndicales qui
pouvaient, si elles le souhaitaient, formuler leurs remarques pour le
25 avril.
Le texte est accompagné d'une note explicative. Le principe est
l'octroi automatique d'une assistance juridique, à l'exception de
situations pour lesquelles le ministre de la Justice garde son pouvoir
d'appréciation:
- fait n'ayant aucun lien avec la fonction;
- conflit entre deux membres du personnel;
- faute intentionnelle ou faute lourde ou légère à caractère habituel;
- procédure en responsabilité entamée par le SPF contre l'intéressé;
- ou encore lorsque l'agent de l'Etat en tant que victime a refusé
d'emblée sans motif fondé la médiation pénale visée à l'article 216ter
du Code d'instruction criminelle.
01.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Sommige eisen van de
cipiers werden in een protocol
gegoten dat vergezeld gaat van
een tijdpad en op 22 december
jongstleden werd goedgekeurd.
Dat is onder meer het geval voor
de juridische bijstand, die
automatisch zal worden
toegekend, behalve in vijf
gevallen, die aan de minister ter
beoordeling zullen worden
voorgelegd.
De duur van de opleiding wordt
vanaf januari 2006 verlengd.
Tijdens het tweede semester van
2005 kunnen de penitentiaire
assistenten en de kwartierchefs
een speciale opleiding in
conflictbeheersing volgen. Deze
opleiding zal geleidelijk voor de
andere personeelsleden worden
opengesteld. Daarnaast moeten
we nog andere initiatieven nemen.
Ik wil de basisopleiding op drie
maanden brengen. Mijn
administratie stelt momenteel een
basisconcept voor de cursus
conflictbeheersing op dat me
weldra zal worden bezorgd.
01.03 Melchior Wathelet (cdH): S'agit-il d'exclusion?
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Non, de non-automaticité.
01.05 Melchior Wathelet (cdH): (...)
01.06 Laurette Onkelinx, ministre: Un pouvoir d'appréciation.
Pour ce qui concerne les formations, gestion de conflit, formation de
base et informations sur la loi de principe, cette augmentation de la
durée de formation sera effective à partir de janvier 2006. Une
formation spécifique en gestion de conflits pour les assistants
pénitentiaires et les chefs de quartiers sera par ailleurs dispensée lors
01.06 Minister Laurette Onkelinx:
Een eerste circulaire over de
reglementering van het gebruik
van dwang bij de hospitalisering
werd aan de
vakbondsafvaardigingen
voorgelegd. Ik heb beloofd dat ik
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
du second semestre 2005. Cette formation sera progressivement
étendue aux autres membres du personnel et d'autres étapes devront
être franchies. Mon objectif, depuis le début de mon mandat, est de
faire passer la formation de base à trois mois. J'espère pouvoir
concrétiser cet objectif après évaluation de la première étape, à savoir
le passage de quatre semaines à six semaines.
En ce qui concerne les cours de gestion de conflits, un canevas est
en cours d'élaboration au sein de mon administration et me sera
soumis tout prochainement.
En ce qui concerne la réglementation de l'utilisation de moyens de
contrainte tant intra-muros qu'extra-muros, notamment lors des
hospitalisations de détenus, une première circulaire a été proposée
aux délégations syndicales au niveau de la réglementation de
l'utilisation de la contrainte lors des hospitalisations. Des remarques
sont attendues pour notre prochaine rencontre. Je me suis engagée à
fournir dans les six mois un texte reprenant les droits et obligations
des agents pénitentiaires en matière d'utilisation de la contrainte intra-
muros. Par contre, je n'ai pas fixé de délai pour la refonte complète du
statut qui concerne les textes réglementaires actuels et plusieurs
centaines de circulaires.
Il y a eu, à côté de cela, d'autres revendications qui font l'objet de
réformes structurelles que j'ai entreprises. C'est le cas pour la loi
Dupont, et notamment la sécurité juridique en matière disciplinaire. La
loi, contrairement à ce que l'on a tendance à dire, règle la procédure
disciplinaire. Il est exact que les arrêtés d'exécution doivent être
préparés. Le travail d'implémentation de cette loi est considérable. Un
processus d'application par priorités vient d'être élaboré. La
communication, l'information et la participation des acteurs de terrain
font partie de ces priorités.
En ce qui concerne la procédure disciplinaire, afin d'accélérer les
choses pour supprimer l'insécurité juridique actuelle avec notamment
les arrêts du Conseil d'Etat, une circulaire vient d'être rédigée et sera
présentée aux organisations syndicales ce 27 avril.
Deuxièmement, vous savez que les réformes ont été entreprises en
matière de surpopulation (loi sur la détention préventive, loi sur le
transfèrement, le développement des mesures judiciaires alternatives,
le développement de la surveillance électronique, le renforcement des
services psychosociaux) afin que les dossiers soient prêts à temps
pour les conférences de personnel. En ce qui concerne le dossier de
la surveillance électronique, je puis simplement vous préciser qu'à la
date du 26 avril, le nombre de personnes placées sous surveillance
électronique est de 339.
Comme j'ai déjà eu l'occasion de l'expliquer, le passage à 450
implique l'achat de matériel et le recrutement de personnel. Le
matériel est aujourd'hui disponible; quant au personnel, le
recrutement est en cours via Selor. Un examen est en effet organisé
pour le secteur des maisons de justice et des assistants sociaux
pourront être puisés dans cette réserve.
On peut raisonnablement penser que le personnel sera en place pour
la fin de l'été. Le passage à 1.000 unités figure dans l'accord de
gouvernement. Il s'agit d'un objectif pour la législature.
binnen zes maanden een tekst zou
klaar hebben waarin de rechten en
plichten van de penitentiaire
beambten inzake het gebruik van
dwang intra muros zouden worden
vastgesteld. Maar ik heb wel geen
einddatum op de volledige
herziening van het statuut geplakt.
Andere eisen trachten we op te
vangen via structurele
hervormingen. Dat is onder meer
het geval met de wet Dupont en in
het bijzonder met de
rechtszekerheid in verband met de
tuchtregeling. De concrete
invoering van deze wet die de
tuchtprocedure regelt, kost ons
bloed, zweet en tranen. We
hebben zopas een regeling
opgesteld waarbij de wet volgens
bepaalde prioriteiten zal worden
uitgevoerd. Daartoe behoren de
communicatie, de informatie en de
medewerking van de veldwerkers.
Om een einde te stellen aan de
huidige rechtsonzekerheid die
onder andere ontstond door de
adviezen van de Raad van State,
zullen we op 27 april eerstkomend
een circulaire inzake de
tuchtprocedure aan de vakbonden
voorleggen.
Er werden tal van hervormingen
doorgevoerd om de overbevolking
tegen te gaan. Op 15 april werden
345 gevangenen onder
elektronisch toezicht geplaatst. Het
is de bedoeling dat cijfer nog op te
trekken. Daartoe werd het nodige
materiaal aangeschaft en het
nodige personeel wordt op dit
ogenblik in dienst genomen. Het is
nog steeds de bedoeling dat
aantal tegen het einde van de
regeerperiode tot 1000 op te
trekken. Anderzijds en dat is een
van mijn prioriteiten worden nog
steeds maatregelen genomen om
de personeelsformatie van de
penitentiaire beambten op te
vullen.
Voorts heb ik, om de transparantie
en de informatieverstrekking in de
sector te verbeteren, beslist via
meer communicatiekanalen te
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Enfin, vous savez que combler les cadres des agents pénitentiaires
est une des mes priorités depuis mon entrée en fonction et, jamais
dans l'histoire, on a eu un tel comblement des cadres.
Troisièmement, pour ce qui concerne les dernières revendications
relatives au besoin de transparence, d'information et de
communication du secteur, j'ai décidé de multiplier les canaux de
communication en faveur du secteur. Ce sera le cas pour les chiffres
des effectifs en personnel et ceux de la population détenue qui seront
distribués chaque mois. Un groupe de travail composé, entre autres,
de personnes du terrain sera constitué afin d'élaborer des avis
concernant les droits et obligations des agents pénitentiaires en
matière d'utilisation de la contrainte au sein des établissements
pénitentiaires. Nous organiserons des réunions tous les six mois avec
les directeurs de prison, des réunions régulières avec les
représentants syndicaux pour évaluer l'avancée des concrétisations
promises, et enfin des réunions de travail avec mon cabinet, les
directeurs de prison mais aussi la Régie des Bâtiments, qui est
responsable, pour faire le point sur les infrastructures et travaux
prioritaires.
En outre, nous travaillons avec la direction générale établissements
pénitentiaires pour d'autres canaux de communications. Nous
avançons de manière très concrète dans toutes les directions car
c'est nécessaire pour répondre aux besoins du terrain.
werken. De cijfers betreffende het
aantal personeelsleden en het
aantal gedetineerden zullen
worden bekendgemaakt; een
werkgroep zal adviezen uitwerken
betreffende de rechten en de
plichten van de beambten wat het
gebruik van dwang betreft; er
zullen regelmatig vergaderingen
worden georganiseerd, zowel met
de gevangenisdirecteurs als met
de vakbondsafgevaardigden; en
een aantal vergaderingen zal ook
aan de gebouwen worden gewijd.
01.07 Melchior Wathelet (cdH): Je remercie Mme la ministre d'avoir
fait le point de la situation d'une manière aussi large. De plus, sur
l'ensemble des questions, les réponses ont été apportées avec
chaque fois des calendriers précis et des projets bien définis, avec
des échéanciers où toutes les dates sont mentionnées. Il y a cette
volonté d'avancer et de réunir un maximum d'acteurs.
Je reviendrai vers vous en fonction des dates que vous m'avez
données, que ce soit au niveau de la protection juridique, de la
formation en gestion des conflits (au second semestre 2005),
formation de base (début 2006), moyens de contrainte (texte dans les
six mois). Au niveau des arrêtés d'application, il vrai que la loi Dupont
prévoit des procédures disciplinaires mais les arrêtés font encore
défaut. Et au niveau de la surveillance électronique, l'objectif de
l'année 2005 est 450. On est actuellement à 330 et les moyens sont
annoncés, il me semble donc que cet objectif pourra donc être atteint.
Je n'oublie pas non plus l'objectif de 1.000 pour la fin de la législature.
Je me permettrais de revenir vers vous en fonction de ces différents
échéanciers. Je vous remercie pour l'ensemble des informations
communiquées.
01.07 Melchior Wathelet (cdH):
Ik dank u voor uw antwoorden en
voor de precieze timing. Ik zal,
rekening houdend met de data die
u naar voor schoof, op mijn vragen
in dit dossier terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Anne Barzin à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le service
02 Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
penitentiaire gezondheidsdienst" (nr. 6456)
02.01 Anne Barzin (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, des informations provenant de kinésithérapeutes travaillant
02.01 Anne Barzin (MR): De
penitentiaire gezondheidsdienst
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
en milieu carcéral m'ont été transmises.
Il apparaît que, jusqu'au 31 décembre dernier, les kinésithérapeutes
pouvaient exercer leur fonction librement en fonction des traitements
qui leur étaient demandés, soit 5 à 6 traitements quotidiens, en total
respect avec la réglementation INAMI.
Cependant, depuis le début de l'année, le service de santé
pénitentiaire a instauré un système de paiement horaire avec un
maximum de 15 heures par mois. Ces 15 heures correspondent à 30
minutes de prestations par jour (soit un ou deux patients).
Pourriez-vous me dire, madame la ministre, si les informations qui
m'ont été transmises sont exactes?
Dans l'affirmative, sachant que la kinésithérapie peut apporter
beaucoup dans le cadre d'une collaboration avec l'équipe médicale
des établissements pénitentiaires, pensez-vous que cette mesure aille
dans le sens d'un meilleur accompagnement du détenu?
zou sinds het begin van het jaar
een nieuwe regeling voor de
uitbetaling van de uurvergoeding
van de kinesitherapeuten hebben
ingevoerd. Daarbij zou er een
maximum gelden van 15 uur per
maand, wat overeenstemt met een
dagelijkse prestatie van 30
minuten.
De kinesitherapie kan een
meerwaarde betekenen in het
kader van de samenwerking met
het medisch team van de
penitentiaire instellingen. Denkt u
bijgevolg dat die maatregel de
begeleiding van de gedetineerden
ten goede zal komen?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, la
question des soins de santé doit être une priorité dans le contexte
carcéral.
A ce jour, les soins de santé des détenus sont pris totalement en
charge par le budget de la Justice. Afin de prodiguer une médecine
de qualité, il convient cependant de gérer son budget de manière
conséquente en intégrant un principe d'égalité entre établissements
pénitentiaires, tout en tenant compte de certaines spécificités.
Il est exact qu'un nouveau système de tarification est entré en vigueur
en 2005. Il repose sur trois principes:
1. On est passé d'un paiement de la séance prescrite à un paiement à
l'heure.
2. Chaque établissement a un quota sur la base du critère suivant:
une heure de kinésithérapie par an par détenu. Le nombre d'heures
de kinésithérapie est donc variable d'un établissement à l'autre, selon
le nombre de détenus. Ce chiffre a été calculé de manière précise en
fonction des prestations de kinésithérapie en 2003. Chaque prison a
reçu un total d'heures de kinésithérapie par an. A titre d'exemple, la
prison de Lantin a "reçu" 1.112 heures, soit 92 heures par mois.
3. La collaboration plus accrue entre les médecins généralistes de la
prison et les kinésithérapeutes.
Il faut ajouter des correctifs dans trois situations:
1. La base de calcul passe de 1 heure à 1h30 par détenu pour les
centres médico-chirurgicaux (prisons de Bruges et de Saint-Gilles).
2. Cette base de calcul passe de 1 heure à 1h15 par détenu pour les
établissements organisant une consultation d'orthopédie intra-muros;
c'est le cas à la prison d'Ittre.
3. Les médecins des établissements pénitentiaires peuvent introduire
des dossiers individuels au service de santé pénitentiaire; en effet,
dans une hypothèse post-traumatique (accident, hospitalisation, etc)
ou de pathologies chroniques, le médecin peut demander un
supplément d'heures le temps de l'incarcération d'un tel détenu. Le
service de santé pénitentiaire tranche au cas par cas. Cette correction
02.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De kosten van de
gezondheidszorg voor de
gedetineerden vallen integraal ten
laste van de begroting van Justitie.
Daarbij wordt rekening gehouden
met het principe van de gelijkheid
tussen de penitentiaire
instellingen, met inachtneming
evenwel van enkele specifieke
kenmerken.
Het klopt dat er in 2005 een
nieuwe tarifering werd ingevoerd
waarbij een uurvergoeding wordt
uitbetaald. Elke instelling beschikt
voortaan over een quotum dat
berekend wordt op grond van één
uur kinesitherapie per jaar per
gedetineerde. Tevens moet de
samenwerking tussen de
huisartsen van de gevangenis en
de kinesitherapeuten worden
opgevoerd.
Voor de medisch-chirurgische
centra wordt de berekeningsbasis
opgetrokken van 1 uur tot 1.30
uur. Voor de instellingen met een
intern orthopedieconsult gaat men
uit van een berekeningsbasis van
1.15 uur.
Voorts mogen de artsen van de
penitentiaire instellingen
individuele dossiers bij de
penitentiaire gezondheidsdienst
indienen teneinde eventueel een
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
est particulièrement intéressante lorsqu'un détenu en particulier
nécessite de nombreux soins de kinésithérapie.
Bien entendu, tout système doit être évalué. Toutefois, il nous semble
qu'il répond à un équilibre sur la base des discussions que nous
avons eues avec les différents établissements pénitentiaires et
l'ensemble des médecins intéressés.
bijkomend aantal uren aan te
vragen. De penitentiaire
gezondheidsdienst oordeelt
daarover geval per geval.
Die regeling moet weliswaar
worden geëvalueerd, maar in het
licht van de gesprekken die wij
hebben gehad met de diverse
penitentiaire instellingen en alle
betrokken artsen blijkt zij op een
evenwicht te berusten.
02.03 Anne Barzin (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour
votre réponse complète. Je crois que l'exception prévue pour des cas
individuels répond à la préoccupation qu'expriment certains
kinésithérapeutes.
02.03 Anne Barzin (MR): Met de
uitzondering waarin voor
individuele gevallen wordt
voorzien, lijkt men tegemoet te
komen aan de bezorgdheid
waaraan bepaalde
kinesitherapeuten uiting hebben
gegeven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
klachtendiensten bij de rechtbanken van eerste aanleg" (nr. 6629)
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
klachtenbehandeling" (nr. 6638)
03 Questions jointes de
- M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les services des
réclamations auprès des tribunaux de première instance" (n° 6629)
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le traitement des plaintes"
(n° 6638)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, in Gent loopt het pilootproject Agora, een
ombudsdienst waar men met klachten heen kan gaan. U plant
blijkbaar uitbreiding naar andere gerechtelijke arrondissementen.
Mijn vragen aan u zijn vragen om wat meer duidelijkheid, om meer
details te kunnen bekomen omtrent de inhoud en het verloop van dit
pilootproject.
Waaruit bestaat dat project? Wanneer is het opgestart? Welke
klachten komen er?
Hoeveel klachten zijn er sedert de aanvang geweest? Welk gevolg
kon eraan gegeven worden?
Wat is de bestaffing van dat pilootproject? Zijn er extra middelen voor
voorzien geweest? Wat is de evaluatie?
Welke timing voorziet u voor de uitbreiding naar andere
arrondissementen toe? Zal het geleidelijk gebeuren of zal het in een
keer in alle arrondissementen gebeuren?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le projet pilote Agora
instaurant un service de médiation
est en cours au tribunal de
première instance de Gand. Ce
projet peut être étendu à d'autres
arrondissements.
En quoi consiste ce projet et
quand a-t-il débuté? Quel type de
plaintes ce service de médiation
traite-t-il et quelles actions peut-il
entreprendre? Combien de
membres du personnel ce service
compte-t-il? Son fonctionnement
a-t-il déjà été évalué? Quand ce
projet sera-t-il mis en oeuvre dans
d'autres arrondissements? Les
activités de ce service ne font-
elles pas double emploi avec
celles de la Commission d'avis et
d'enquête réunie du Conseil
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Mevrouw de minister, hoe verhoudt dit zich met de Hoge Raad en
zeker met de Verenigde Advies- en Onderzoekscommissie, die ook
klachten van burgers met betrekking tot Justitie dient op te vangen?
Hoe gaan wij dubbel werk vermijden? Welke rolverdeling tussen
ombudsdienst en Hoge Raad zal er plaatsvinden? Heeft dit
desgevallend invloed op de bestaffing en de structuur van de Hoge
Raad?
supérieur de la Justice? Quelles
sont les conséquences de
l'instauration de ce service sur les
effectifs du personnel du Conseil
supérieur?
03.02 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik wil mij graag aansluiten bij deze vraagstelling. Ik heb in het
verleden reeds meermaals vragen gesteld over de
klachtenbehandeling. Ik heb daarbij mijn bezorgdheid geuit omtrent
deze problematiek. Uit het jaarverslag van de Hoge Raad voor de
Justitie blijkt immers duidelijk dat de wettelijke regeling, zoals ze
vandaag voorzien is, niet werkt, om de eenvoudige reden dat de Hoge
Raad voor de Justitie, het wettelijk bevoegde orgaan voor klachten,
niet gekend is bij de burger.
Dit heeft allerhande negatieve gevolgen. Ik ga daarop niet meer in
detail ingaan. Ik heb dat reeds gedaan naar aanleiding van mijn
voorgaande vragen. Er loopt vandaag inderdaad een proefproject bij
de rechtbank van eerste aanleg in Gent, dat heet Agora, waar
mensen met klachten over de werking van Justitie terechtkunnen, wat
men op het eerste gezicht als positief kan interpreteren omdat men op
die manier gaat decentraliseren. Dat is een positief gegeven.
Bovendien gaat men ook op een laagdrempelige manier werken.
Mevrouw de minister, ik heb vandaag de volgende vier vragen.
Ten eerste, bent u voorstander van het pilootproject?
Ten tweede, wat is het statuut van de klachteninstantie die werd
opgestart binnen het proefproject? Mag zij beslissingen nemen of
dient zij de geformuleerde klachten ter verdere behandeling door te
sturen naar de Hoge Raad voor de Justitie?
Ten derde, zal u het pilootproject een veralgemeende toepassing
verlenen of wil u de klachtenbehandeling bij de Hoge Raad voor de
Justitie houden?
Ten vierde en ten slotte, ware het niet beter om in de toekomst de
klachtenbehandeling te laten gebeuren bij een speciaal op te richten
loket in de Justitiehuizen?
03.02 Hilde Claes (sp.a-spirit):
J'ai déjà interrogé la ministre à
plusieurs reprises par le passé sur
le traitement des plaintes, étant
donné que la législation actuelle
ne fonctionne pas correctement
parce que les citoyens
connaissent insuffisamment le
Conseil supérieur de la Justice. Le
projet pilote Agora a été créé au
tribunal de première instance de
Gand et offre la possibilité aux
citoyens de déposer des plaintes
sur le fonctionnement de la Justice
auprès d'un service de médiation.
Ce projet décentralise le
traitement des plaintes et il est
accessible à tous.
La ministre est-elle favorable à ce
projet pilote? Quel est le statut de
l'instance de traitement des
plaintes? Peut-elle prendre des
décisions ou les plaintes doivent-
elles être transmises au Conseil
supérieur de la Justice? Ce projet
pilote sera-t-il étendu ou le Conseil
supérieur continuera-t-il à traiter
les plaintes? Ne vaudrait-il pas
mieux créer un guichet au sein
des maisons de justice pour le
traitement des plaintes?
De voorzitter: Voor de volledigheid vermeld ik dat mevrouw Lahaye-Battheu een gelijkaardige vraag had
ingediend. Wegens vertraging kunnen wij niet op haar aanwezigheid wachten.
03.03 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het
pilootproject waaraan u refereert, is een initiatief van de Hoge Raad
voor de Justitie. Het wordt gesteund door de Federale
Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid en wordt
uitgevoerd door een team van vorsers aan de Gentse universiteit. De
opdracht ging van start op 1 januari 2004 en zal in de loop van 2005
worden afgerond.
Volgens de inlichtingen die mij tot dusver werden verstrekt, zijn nog
geen resultaten beschikbaar. U zal bijgevolg begrijpen dat ik niet in de
mogelijkheid verkeer om uw vraag preciezer te beantwoorden.
03.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Ce projet pilote est une
initiative du Conseil supérieur de la
Justice et il est mis en oeuvre sous
la houlette de chercheurs de la
RUG (université de Gand). Il a été
lancé le 1
er
janvier 2004 et
trouvera son épilogue courant
2005. Comme je ne dispose pas
encore de résultats, je ne puis
répondre à certaines questions.
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Wat uiteindelijk de oprichting van een ombudsdienst in iedere
rechtbank van eerste aanleg betreft, de haalbaarheid en de relevantie
van de formule moet zeker worden geanalyseerd. Ik zie onmiddellijk
talrijke moeilijkheden rijzen, zoals de moeilijkheden over het begrip
"klacht" zelf. Er moet nog enorm veel werk worden verricht.
Ik ben zo vrij u eraan te herinneren dat ik de gelegenheid had mij over
de aangelegenheid uit te spreken na interpellaties van mevrouw Claes
en de heer Maingain, zoals mevrouw Claes al zei. Ik pleit voor de
oprichting van een centraal klachtenbureau. Dat zal gepaard gaan
met een uitgebreide debatvoering. De resultaten van het
wetenschappelijk onderzoek te Gent zullen heel zeker interessante
gegevens opleveren.
Avant de créer un service de
médiation dans
chaque
arrondissement, il faut analyser la
faisabilité et la pertinence du
projet. Il importe en outre de
déterminer quelles réclamations
seront recevables. Je plaide en
faveur de la création d'un bureau
central des réclamations mais ceci
est le sujet d'un autre débat.
03.04 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
De essentie van het verhaal is uiteraard dat er gevolg wordt gegeven
aan klachten om daar waar dat kan gevoelens van ongenoegen in
verband met de overheid in het algemeen en justitie in het bijzonder
weg te werken. Ik denk dat het ook belangrijk is dat die
klachtenafhandeling onafhankelijk staat van justitie. Het lijkt mij goed
dat dit centraal gebeurt met een lokale verankering.
Wij moeten volgens mij ook vermijden dat er dubbel werk wordt
geleverd tussen enerzijds de Hoge Raad en anderzijds een centraal
klachtenbureau, tenzij u dit bureau plaatst in of georganiseerd door de
Hoge Raad. Ik denk dat de beslissingen terzake nog niet zijn
genomen omdat u bepaalde evaluaties afwacht. Wij volgen dit op.
03.04 Servais Verherstraeten
(CD&V): Il est important que les
plaintes soient traitées par une
institution indépendante. Personne
n'a intérêt à ce que le travail soit
effectué deux fois.
03.05 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister op mijn beurt voor haar antwoord waarin het belangrijkste
gegeven voor mij is dat de minister zelf van oordeel is dat er in de
toekomst een centraal bureau moet komen. Volgens mij is dat de
enige manier om de gegevens te centraliseren en er een duidelijk
gevolg aan te geven zodat er kan worden gewerkt aan een
verbetering van het vertrouwen van de burger in Justitie. Een
klachtenbehandeling is op dat punt volgens mij echt van goudwaarde.
Een belangrijke vraag die op dit punt zal moeten worden behandeld,
is op welk niveau of binnen welke instantie dit klachtenbureau zal
worden geïnstalleerd. U kent mijn mening terzake. Ik heb in het
verleden al gezegd dat volgens mij het justitiehuis op dat punt de
geschikte instantie is aangezien elk arrondissement er een heeft, het
zeer gekend is bij de burger en het bovendien zeer laagdrempelig is.
03.05 Hilde Claes (sp.a-spirit):
Pour renforcer la confiance du
citoyen en la Justice, il est
essentiel de mettre en place un
bureau central chargé du
traitement des plaintes. A mon
avis, le plus simple serait de
charger les maisons de justice de
cette mission car les citoyens les
connaissent déjà.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
verbod voor gevangenissen om scholen te ontvangen in het kader van de (drugs)preventie" (nr. 6511)
04 Question de M. Jef Van den Bergh à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'interdiction pour les prisons d'accueillir des écoles dans le cadre de la prévention (en matière de
drogue)" (n° 6511)
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ongeveer 7 jaar geleden startte de politiezone Grens met
04.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il y a sept ans, dans la
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
een lovenswaardig initiatief, DP² of het Drugpreventieproject. Het is
gericht op alle lagere scholen in deze politiezone, namelijk de
gemeenten Essen, Kalmthout en Wuustwezel. Het gaat over 23
lagere scholen. Alle lagere scholen werken voluit mee aan dit project.
Ik heb het specifiek over dit project omdat ik hiermee vertrouwd ben
vanuit mijn woonomgeving. Ik vermoed echter dat dergelijke projecten
elders ook plaatsvinden.
Het project bevat onder meer informatieavonden voor ouders, lessen
over verslaving in het algemeen, het leren neen zeggen, een halve
dag toelichting door een politieagent over illegale drugs met
aansluitend, en daarover gaat mijn vraag, een bezoek aan de
gevangenis voor een gesprek met een gedetineerde ex-
drugsverslaafde.
De aarzeling bij sommige ouders om jongeren van 11 jaar zomaar te
confronteren met dergelijke zaken maakte al snel plaats voor
enthousiasme. Elk jaar, nu al 6 jaar op rij, werden zo'n 650 leerlingen
betrokken bij dit project. Ook dit schooljaar wou de politiezone met de
zesdejaars een bezoek brengen aan de gevangenis van Hoogstraten
en/of die van Wortel. Hun ontgoocheling was erg groot, en zo mogelijk
nog groter bij leerkrachten en ouders, toen zij bericht kregen dat de
gevangenissen niet meer mogen samenwerken met de lokale
politiediensten op het gebied van drugspreventie.
Voor dit schooljaar heeft de politie een alternatieve oplossing moeten
en kunnen uitwerken met ex-verslaafden die op bezoek komen in de
scholen. Samen met het probleem dat dit oplevert op het vlak van de
organisatie, het is soms moeilijk afspreken met die mensen, zijn
zowel de politie; de directie, leerkrachten als ouders het erover eens
dat dit absoluut niet dezelfde impact heeft op de leerlingen als een
bezoek aan een gevangenis. Alle betrokkenen hopen dan ook van
harte dat ze in de toekomst terug een bezoek zullen kunnen brengen
aan de gevangenissen in het kader van dit lovenswaardige
drugspreventieproject.
Mevrouw de minister, ik had graag een antwoord op de volgende
vragen.
Hebt u een initiatief genomen om de gevangenissen te verbieden om
aan dergelijke projecten mee te werken? Wat is daarvoor de reden?
Twijfelt u aan de zinvolheid van deze bezoeken in het kader van
dergelijke projecten? Bent u bereid om in de toekomst dergelijke
bezoeken aan gevangenissen terug mogelijk te maken? Zo ja, vanaf
wanneer?
zone de police ZIP-Grens, a été
lancé le projet dp2, un projet de
prévention en matière de drogues.
Les 23 écoles primaires de cette
zone y ont collaboré. Une des
composantes de ce projet a été la
visite dans une prison en vue d'un
entretien avec un détenu ancien
toxicomane.
Initialement, les parents se sont
montrés réticents vis-à-vis de ce
projet mais cette réserve s'est vite
muée en enthousiasme. Cette
année scolaire-ci aussi, une visite
à la prison de Hoogstraten ou de
Wortel était programmée mais les
agents ont appris que les prisons
ne sont plus autorisées à prêter
leur concours à de tels projets.
Une solution de rechange a été
trouvée mais toutes les parties
concernées s'accordent pour dire
qu'elle n'aura pas le même effet
sur les enfants qu'une visite à la
prison.
La ministre a-t-elle pris l'initiative
d'interdire à des prisons de
participer à ces projets? Pourquoi
les prisons ne peuvent-elles plus y
prendre part? La ministre doute-t-
elle de l'utilité de tels projets? A-t-
elle l'intention d'autoriser de
nouveau, à l'avenir, ces visites
dans les prisons?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Van den Bergh, de
afgelopen jaren werd in het raam van een drugspreventieproject door
schoolkinderen uit het zesde studiejaar, zoals u hebt gezegd, een
bezoek gebracht aan een gevangenis teneinde daar een gesprek te
hebben met een ex-verslaafde. Dat project was deels geïnspireerd op
ervaringen in het buitenland, onder andere in Nederland en de
Verenigde Staten.
Na evaluatie en na overleg met het directoraat-generaal Uitvoering
van Straffen en Maatregelingen, heb ik beslist het project stop te
zetten. Als belangrijkste redenen voor die stopzetting was er de vraag
naar de meerwaarde van een bezoek aan een gevangenis in het
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Dans le cadre d'un projet
de prévention en matière de
drogue, les enfants de sixième
primaire ont eu l'occasion pendant
quelques années de visiter la
prison pour s'y entretenir avec un
ancien toxicomane. Après une
évaluation et en concertation avec
la direction générale des
Exécutions des peines et
mesures, j'ai décidé de mettre fin
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
raam van drugspreventie. In buitenlandse projecten werden de
gesprekken met een ex-drugsverslaafde ook op andere locaties
georganiseerd. Een bezoek aan een gevangenis zal zeker indruk
maken op kinderen van de lagere school maar of het een preventief
effect zal hebben wat drugsgebruik betreft, wordt uitdrukkelijk in vraag
gesteld.
De gespecialiseerde diensten in Vlaanderen, erkend als experts
inzake de behandeling van drugsgebruikers en inzake preventie,
waren er geen voorstander van gesprekken met ex-drugsgebruikers
in een gevangenis te organiseren.
Ik twijfel niet aan de zinvolheid van preventieprojecten en ik wens mij
ook niet uit te spreken over de zinvolheid van dat preventieproject. Ik
zie evenwel geen meerwaarde van het bezoek aan een gevangenis in
dat verband. Indien men het in het raam van een
drugspreventieproject aangewezen en zinvol acht een gesprek te
organiseren met een ex-drugsgebruiker kan dat gesprek ook in de
school of elders plaatsvinden.
Conclusie: het is niet mijn bedoeling die bezoeken opnieuw op te
starten.
à ce projet parce que la plus-value
de la visite à la prison avait été
mise en doute. Des entretiens
avec des anciens toxicomanes
peuvent également être organisés
ailleurs.
Je ne mets pas en doute l'intérêt
des projets de prévention et je ne
m'exprime pas sur le projet dp²,
mais il est également clair pour
moi qu'une visite à la prison ne
constitue pas une plus-value. Je
n'ai pas l'intention de réinstaurer
ces visites.
04.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar eerlijke antwoord, dat ik weliswaar wat betreur,
want alle betrokkenen bij het project zijn er toch van overtuigd dat een
bezoek aan een gevangenis een extra impact heeft op die leerlingen.
Die extra impact zorgt, mijns inziens toch, voor een versterking van
het preventieproject.
Volgens de coördinerende politieagent zou het mogelijk te maken
hebben met de acties van de cipiers en dergelijke, en het feit dat de
gevangenissen zich moeten terugplooien op hun kernopdrachten.
Daarover spreekt u niet, mevrouw de minister. Ik zal aannemen dat
het enkel gaat om een evaluatie van het project op zich en dat niets te
maken heeft met personeelsmaatregelen.
Nogmaals, ik betreur het ten zeerste, maar wij zullen zien of het in de
toekomst ooit opnieuw opgestart kan worden.
04.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je regrette que ces
visites ne soient plus possibles,
car malgré l'évaluation sur laquelle
se base la ministre, tous les
intéressés s'accordaient à dire que
les contacts avec les détenus
constituaient une plus-value pour
le projet de prévention.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Jean-Pierre Malmendier à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'évaluation de la gratuité des soins pour les victimes d'actes intentionnels de violence" (n° 6560)
05 Vraag van de heer Jean-Pierre Malmendier aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de evaluatie van de kosteloze geneeskundige verzorging voor slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden" (nr. 6560)
05.01 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président,
madame la ministre, je fais suite à une précédente question posée
sur le même sujet et à laquelle votre réponse a été très explicite. Il
s'agit de la question portant le n° 1292, posée le 20 janvier 2004.
Il s'agissait pour moi de comprendre le fonctionnement de la
commission pour l'Aide aux victimes d'actes intentionnels de violence
par rapport à ce nouveau concept de gratuité des soins dont je suis
l'initiateur.
05.01 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Slachtoffers die wensen dat
hun uitgaven voor geneeskundige
verzorging worden terugbetaald,
dienen, overeenkomstig de
procedure voorgeschreven bij het
koninklijk besluit van 19 december
2003, een verzoek om noodhulp
in. Dat verzoek wordt onderzocht
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Concrètement, les victimes qui visent un remboursement des soins
médicaux introduisent une demande d'aide d'urgence, conformément
à la procédure décrite dans l'arrêté royal du 19 décembre 2003. Cette
demande est alors examinée par un magistrat siégeant seul et la
victime en reçoit rapport dans les 90 jours de la réception de la
requête.
Madame la ministre, pourriez-vous me fournir les statistiques
détaillées quant au fonctionnement de ce système? Combien de
victimes bénéficient-elles de cette mesure? Quelle est la moyenne
des montants alloués? Quel est le budget global prévu par le service
fédéral pour l'indemnisation des victimes d'actes intentionnels de
violence? Quelle est la satisfaction des victimes par rapport à cette
innovation dans la pratique? Disposez-vous d'exemples de situations
concrètes?
De même, en ce qui concerne le projet de loi n° 51/0636 relatif à
l'agrément de certaines associations d'accompagnement des victimes
d'actes intentionnels de violence du 19 février 2004, dont je suis
l'initiateur, pourriez-vous me faire savoir quand vous prévoyez les
arrêtés de mise en exécution?
door een alleenzetelende rechter
en het slachtoffer ontvangt binnen
de negentig dagen na ontvangst
van dat verzoekschrift daarvan
een verslag.
Kan u me gedetailleerde
statistieken over de werking van
dat systeem bezorgen? Hoeveel
slachtoffers maken van die
maatregel gebruik? Welk bedrag
wordt gemiddeld toegekend?
Welke financiële middelen werden
door de federale dienst voor de
vergoeding van de slachtoffers
van opzettelijke gewelddaden
uitgetrokken? Zijn de slachtoffers
tevreden met de manier waarop
die nieuwe maatregel in de praktijk
wordt gebracht? Kan u concrete
gevallen aanhalen?
Wanneer worden de
uitvoeringsbesluiten verwacht van
het wetsontwerp 51/0636
betreffende de erkenning van
bepaalde
verenigingen die
slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden begeleiden, dat op
19 februari 2004 werd
goedgekeurd?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: En ce qui concerne les
statistiques de la commission d'Aide financière aux victimes d'actes
intentionnels de violence, je puis vous dire qu'en 2004, le nombre de
victimes bénéficiant de la mesure sur la base des décisions
rendues, étant entendu que certaines ont été déclarées irrecevables
ou non fondées s'est élevé à 202.
Pour la période allant du 1
er
janvier 2005 au 15 avril 2005, et tenant
compte du fait que l'installation de la commission a pris du retard
puisque celle-ci date du 22 février 2005, nous en sommes à 22
décisions.
La moyenne des montants alloués s'élève à 2.248 pour 2004 et à
1.380 pour 2005. Le budget global s'élevait en 2004 à 11.741.304 .
Après contrôle budgétaire, j'ai obtenu une augmentation pour 2005
pour porter ce budget à 14.000.000 .
En ce qui concerne la satisfaction des victimes par rapport au
traitement des aides d'urgence, la commission ne dispose pas d'un
feed-back systématique, tant pour les demandes d'aide principale que
pour les demandes d'aide d'urgence. Il apparaît cependant des
contacts informels avec les services d'aide aux justiciables et officiels
avec les services d'accompagnement des victimes que les demandes
d'aide d'urgence connaissent un traitement beaucoup plus rapide.
La loi du 25 avril 2004 relative à l'agrément de certaines associations
05.02
Minister
Laurette
Onkelinx: In 2004 deden 202
slachtoffers een beroep op de
maatregel.
Tussen 1 januari en 15 april 2005
werden al 22 beslissingen
genomen.
Gemiddeld werd in 2004 2.248
euro toegekend en in 2005 1.380
euro. Het globale budget bedroeg
in 2004 11.741.304 euro. Na de
begrotingscontrole werd dat
bedrag voor 2005 tot 14.000.000
euro opgetrokken.
Uit informele contacten met de
diensten voor justitieel
welzijnswerk en met de officiële
diensten blijkt dat de verzoeken
om noodhulp volgens de diensten
voor slachtofferbegeleiding veel
sneller worden afgehandeld.
De wet van 25 april 2004
betreffende de erkenning van
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
sans but lucratif d'accompagnement des victimes d'actes
intentionnels de violence a été publiée au Moniteur belge le 7 mai
2004. Le ministre de la Justice peut agréer, dans chaque
arrondissement judiciaire, après avoir recueilli l'avis du procureur du
Roi, une ou plusieurs associations d'accompagnement des victimes
d'actes intentionnels de violence.
L'article 5 de la loi prévoit que "Le Roi détermine par arrêté délibéré
en Conseil des ministres les conditions auxquelles l'agrément visé à
l'article 2 est accordé à l'association. (...)" On sait que l'agrément
emporte pour l'association un droit au subventionnement public. Le
Roi en détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les
conditions et les modalités.
L'article 7 prévoit aussi que: "Le Roi fixe, par arrêté délibéré en
Conseil des ministres, la date d'entrée en vigueur de la présente loi."
Dans la mesure où l'Etat fédéral n'est compétent que pour l'aide
juridique de première ligne et n'est pas compétent pour l'aide aux
personnes, l'administration a proposé de fixer comme conditions de
cet agrément celles de l'article 508 du Code judiciaire, à savoir:
- être en mesure de mettre à la disposition des victimes une
personne, au moins titulaire d'un diplôme de docteur ou de licencié en
droit,
- avoir dispensé, pendant les deux dernières années, de l'aide
juridique de première ligne
- et s'engager à dispenser de l'aide juridique de première ligne à toute
personne qui en fait la demande.
Les subventions seraient des sommes forfaitaires et accordées dans
les limites d'un budget déterminé.
Il existe déjà des associations agréées par les autorités fédérées qui
accompagnent les victimes. Il convient donc de fixer de manière
objective les conditions d'octroi de ces subventions pour permettre
également à toutes les associations concernées d'y avoir accès.
J'attends les résultats du projet de recherche demandé à l'Institut
National de Criminalistique et de Criminologie (INCC) relatif à
l'évaluation des dispositifs mis en place à l'égard des victimes
d'infraction pour prendre position.
Pour terminer, je dirai que j'estime que l'on traîne un peu en la
matière. C'est d'ailleurs sans doute ce que vous comptiez me faire
remarquer. En effet, j'ai parlé d'une loi du 7 mai 2004 et surtout des
difficultés à la mettre en place. Je vous propose donc de revenir
spontanément vers vous après avoir procédé à une évaluation du
dispositif et des difficultés rencontrées avec l'administration, mon but
étant d'accélérer le processus.
bepaalde verenigingen zonder
winstoogmerk die slachtoffers van
opzettelijke gewelddaden
begeleiden, werd op 7 mei 2004 in
het
Belgisch Staatsblad
gepubliceerd. Na het advies van
de procureur des Konings te
hebben ingewonnen, kan de
minister van Justitie in elk
gerechtelijk arrondissement een of
meer verenigingen erkennen die
slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden begeleiden.
Een aantal verenigingen werd al
erkend door de federale overheid.
Er moeten dus objectieve criteria
voor de toekenning van subsidies
worden uitgewerkt, zodat alle
betrokken verenigingen daar
aanspraak kunnen op maken.
Ik wacht de resultaten van het
onderzoeksproject van het
Nationaal Instituut voor
Criminalistiek en Criminologie
(NICC) tot evaluatie van de
maatregelen ten voordele van
slachtoffers van strafbare feiten af
vooraleer een standpunt in te
nemen. Ik stel voor dat ik dit
dossier zelf opnieuw ter sprake
breng na de evaluatie van de
bestaande maatregelen en
moeilijkheden met de
administratie. Het ligt in mijn
bedoeling de procedure te
versnellen.
05.03 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président, je tiens
tout d'abord à remercier Mme la ministre.
Madame la ministre, j'attends avec impatience que vous reveniez,
comme vous l'avez dit, spontanément vers moi sur le sujet.
En revanche, madame la ministre, pour le remboursement des frais
de soins de santé pour les victimes d'actes intentionnels de violence,
je me demande si le système actuel répond au libellé et à l'esprit de la
05.03 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Ik kijk vol ongeduld uit naar
die bijkomende informatie.
Ik vraag me wel af of de huidige
regeling voor de terugbetaling van
de kosten voor gezondheidszorg
voor slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden strookt met de letter
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
loi. En effet, ces frais sont pris en charge par la commission, en
équité. Or, il apparaît que l'on ne tient pas compte du fait que la
situation financière du requérant ne joue plus au niveau des critères
de prise de décision. Pour preuve, je cite un extrait de votre fiche
d'information: "par exemple, lorsque celui-ci dispose de revenus
modestes et est confronté à des frais médicaux importants à la suite
d'un acte de violence". Or, dans les amendements que j'avais
déposés et qui ont été adoptés, l'état de fortune du requérant n'était
plus pris en compte. J'estime donc qu'un problème se pose à ce
niveau.
én de geest van de wet. De
commissie neemt die kosten op
zich, naar billijkheid, zonder
rekening te houden met mijn
amendementen die werden
aangenomen en die ertoe strekken
de financiële situatie van de
aanvrager niet langer te laten
meetellen in de besluitvorming. Mij
dunkt dus dat er op dat gebied een
probleem rijst.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je ne peux pas vous répondre
directement. J'examinerai le problème avec les principaux intéressés
de mon administration, en vous invitant éventuellement aux réunions
puisque vous êtes l'auteur d'amendements. Cela permettra peut-être
de débroussailler tout cela.
05.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik zal dat probleem
bestuderen in samenspraak met
de belangrijkste bij dit dossier
betrokken medewerkers van mijn
administratie. We u zullen u
gebeurlijk op de vergaderingen
uitnodigen, aangezien u een aantal
amendementen heeft ingediend.
05.05 Jean-Pierre Malmendier (MR): Madame la ministre, je vous
remercie.
05.05 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het begrip 'gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag' dat tien jaar geleden in het
Burgerlijk Wetboek werd ingevoerd" (nr. 6444)
06 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"la notion de 'l'exercice conjoint de l'autorité parentale', introduite dans le Code civil il y a dix ans"
(n° 6444)
06.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, deze maand is het 10 jaar dat de Belgische
wetgever in het Burgerlijk Wetboek het gezagsco-ouderschap
invoerde. Dat betekent dat de ouders ook als ze niet meer
samenleven, het ouderlijk gezag over de kinderen gezamenlijk blijven
uitoefenen. Dit wordt geregeld door artikel 373 Burgerlijk Wetboek. In
artikel 374 wordt bovendien gesteld dat ten opzichte van derden te
goeder trouw elke ouder geacht wordt te handelen met instemming
van de andere, wanneer hij een handeling stelt die met dat gezag
verband houdt. Dat kan bijvoorbeeld schoolkeuze zijn of
schoolverandering. Ik heb in dit kader twee concrete vragen, mevrouw
de minister.
Ten eerste, erkent u dat het gezagsco-ouderschap dat deze maand
dus 10 jaar bestaat, in de praktijk al te vaak dode letter blijft? Ik
bedoel daarmee bijvoorbeeld dat een ouder vandaag nog altijd vaak
zijn of haar kind inschrijft in een school of verandert van school
zonder de andere ouder daarin te kennen.
Ten tweede, meent u dat het aangewezen zou zijn om de bepalingen
uit het Burgerlijk Wetboek op dit vlak aan het brede publiek bekender
te maken? Op welke wijze zou dit eventueel kunnen gebeuren?
06.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): L'exercice conjoint de
l'autorité parentale existe depuis
dix ans mais reste souvent lettre
morte dans la pratique. Ainsi, il
arrive fréquemment qu'un des
parents inscrive un enfant dans
une école sans en avoir informé
l'autre, ni avoir obtenu son accord.
La ministre estime-t-elle aussi que
la coparentalité est trop peu
souvent pratiquée et pense-t-elle
que le grand public devrait être
mieux informé des dispositions du
Code civil qui s'y rapportent?
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Net omdat het gezagsco-
ouderschap soms loutere theorie is, vooral omdat het kind vaak de
meeste tijd doorbrengt bij een van de ouders, heb ik een wetsontwerp
ingediend tot het bevoorrechten van een gelijkmatig verdeelde
huisvesting van het kind van wie de ouders gescheiden zijn, en tot
regeling van de gedwongen tenuitvoerlegging inzake huisvesting van
het kind. Het wetsontwerp zal binnen de eerstkomende weken worden
besproken door de subcommissie Familierecht van de Kamer. Het
werd ingediend in de Kamer op 23 maart laatstleden.
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La coparentalité reste
souvent purement théorique parce
que l'enfant séjourne la plupart du
temps chez un des parents et c'est
la raison pour laquelle j'ai déposé
un projet de loi en vue d'un
partage équitable de la garde de
l'enfant. Ce projet de loi a été
déposé le 23 mars 2005 et sera
examiné prochainement par la
sous-commission Droit de la
famille.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Dank u, mevrouw de minister.
Het is natuurlijk zo dat er nog een hele weg af te leggen is. Als men
na 10 jaar vaststelt dat er nog heel wat ouders zijn die de andere
ouder niet inlichten over schoolkeuze, hoe zullen we het dan
realiseren om op het vlak van verblijfsco-ouderschap die ouders met
elkaar over nog veel meer zaken te laten communiceren? Ik kijk uit
naar de aanvatting van de bespreking van het wetsontwerp.
06.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Après dix années, il reste
malgré tout un long chemin à
parcourir. J'attends avec
impatience la discussion du projet
de loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Lahaye, wat vraag nr. 6488 betreft, moet ik schuld bekennen. Ik had niet
opgemerkt dat dit een samengevoegde vraag was. De collega's Verherstraeten en Claes hebben hun vraag
gesteld. U was op dat ogenblik afwezig. Het antwoord is gegeven. Ik neem aan dat u dit zult terugvinden.
M. Wathelet n'est plus présent en commission.
07 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
opvolging van de knelpuntennota van het 'Limburgs platform alternatieve gerechtelijke maatregelen'"
(nr. 6589)
07 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le suivi de
l'inventaire des problèmes dressé par la 'Limburgs platform alternatieve gerechtelijke maatregelen'"
(n° 6589)
07.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, een klein jaar geleden heb ik u een vraag
gesteld in verband met de knelpuntennota die geformuleerd was
vanwege een aantal verenigingen die zich hadden georganiseerd in
een Limburgs platform, allemaal werkzaam in de sfeer van de
alternatieve gerechtelijke maatregelen. U antwoordde me destijds dat
het overleg vruchten had afgeworpen en dat men zo heb ik het
althans begrepen van start kon gaan. U gaf echter geen concrete
antwoorden op de problemen die door het platform geformuleerd
werden. Ik wil de terugkoppeling maken naar de vraag van destijds en
de punten bondig overlopen om te zien wat er inmiddels, op 9 à 10
maanden tijd, is gebeurd.
Ik geef een korte toelichting. Ten eerste was er volgens het platform
een probleem met betrekking tot het beroepsgeheim: wat mogen de
verschillende actoren van de alternatieve gerechtelijke maatregelen
elkaar meedelen en wat mogen ze uitwisselen met de justitiële
doorverwijzer?
Daarnaast was er de continuïteit van de dienst. Er waren problemen
07.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Il y a presque un an, j'ai
posé une question à propos des
mesures de substitution mais la
ministre n'avait pas pu me
répondre sur un certain nombre de
points concrets. La question du
secret professionnel a-t-elle été
réglée depuis? Le personnel est-il
suffisamment nombreux pour
garantir la continuité du service?
La procédure de détachement a
été tellement longue que des
difficultés ont parfois émaillé les
projets. Cette procédure a-t-elle
été assouplie? Existe-t-il une
solution au surcoût? Le système
d'évaluation était plutôt axé sur la
quantité, ce qui n'était pas
acceptable d'un point de vue
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
met de verlenging van contracten: door het grote personeelsverloop
kon de continuïteit niet worden verzekerd en moesten er dikwijls
nieuwe mensen worden opgeleid. Is er met betrekking tot de duur van
de contracten al enige verbetering?
Er waren ook problemen in verband met de detachering. De
procedure was tijdrovend: door de detachering moest lang worden
gewacht op de aanstelling van een nieuwe medewerker waardoor
projecten in moeilijkheden werden gebracht.
En dan zijn er de meerkosten. Sommige steden verhaalden de
loonmeerkosten door anciënniteit op de gemeenten. Er waren dus
geen subsidies. Het is een klacht die bij het platform zwaar woog, zo
heb ik begrepen.
Het beoordelingssysteem was eerder gebaseerd op kwantitatieve
basis, op het aantal uren dat gepresteerd werd. Deontologisch is dat
moeilijk aanvaardbaar, het zou betekenen dat, indien een cliënt voor
veel gepresteerde uren zorgt, er minder cliënten moeten worden
bijgenomen. Dit is een slechte redenering aangezien het project
natuurlijk voor zoveel mogelijk delinquenten moet worden
opengesteld. Bovendien werden een aantal zaken niet vergoed omdat
ze niet werden opgenomen in het takenpakket, zoals bijvoorbeeld
intakegesprekken of dossiervorming.
Voor de volgende drie justitiële maatregelen werd geen subsidiëring
voorzien: de herstelbemiddeling, het therapeutisch advies in de
drugshulpverlening en de dossiers die werden doorverwezen vanuit
Nederland door de Raad voor de Kinderbescherming. Deze
maatregelen werden niet opgenomen in het takenpakket en er werd
geen vergoeding voor betaald, maar het zijn wel zaken die men op
zich nam.
Volgens het platform moest ook de doorverwijzing vorig jaar beter en
vlotter verlopen zijn. Soms moest men te lang wachten op
doorverwijzing omdat men afhankelijk was van de justitiële
doorverwijzers.
Als er niet genoeg doorverwijzingen zijn, dan wordt het project
ingekort of beëindigd. Dat is het motto. Dat heeft natuurlijk een
weerslag op de kwaliteit van het uiteindelijke resultaat van alternatieve
gerechtelijke maatregelen.
Mevrouw de minister, hebt u ondertussen maatregelen getroffen op
dat vlak of zijn er nog vergaderingen geweest waar de mensen hun
verdere klachten hebben kunnen uiten en waar ze eventueel
bepaalde maatregelen van u konden tegemoet zien voor de nabije
toekomst?
déontologique. Ce système a-t-il
été modifié? Des moyens
financiers sont-ils disponibles pour
les `'autres mesures judiciaires `'
telles que la médiation en
réparation, l'avis thérapeutique et
le traitement des dossiers
provenant des Pays-Bas? La
transmission se fait-elle plus
aisément?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ten eerste,
het gaat over het beroepsgeheim. Vermits er op het terrein
samengewerkt wordt tussen verschillende diensten en vanuit
verschillende invalshoeken rijzen soms problemen met het
beroepsgeheim. Dit onderwerp komt regelmatig aan bod op
overlegmomenten, die plaatsvinden in de verschillende
arrondissementen. De richtlijnen terzake werden niet veranderd en er
werden mij recentelijk ook geen expliciete problemen gesignaleerd.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il est fait en sorte que le
secret professionnel ne soit pas
violé. Les directives en la matière
n'ont pas été modifiées parce
qu'aucun incident n'a été signalé.
Les collaborateurs des différents
projets d'encadrement ou services
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Ten tweede, medewerkers van Justitie zijn ambtenaren die
tewerkgesteld zijn op statutaire of contractuele basis. Ik neem aan dat
u in deze vraag verwijst naar de contracten van bepaalde duur voor
de medewerkers van de verschillende omkaderingsprojecten of
diensten. Het feit dat deze subsidies jaarlijks worden toegekend past
in de algemene regelgeving dienaangaande en kan niet direct
veranderd worden.
Ten derde, het gaat over de detacheringprocedure. Ik neem aan dat u
hier verwijst naar medewerkers aangeworven door een stad of
gemeente die vervolgens gedetacheerd worden naar de diensten of
projecten. Deze materie behoort niet tot mijn bevoegdheidsdomein. Ik
kan u hierover dus geen concrete informatie verstrekken.
Ten vierde, de omkaderingsprojecten worden betaald met gelden ter
beschikking gesteld via het veiligheidsfonds. Er is in een tussenkomst
in de personeelskosten en in de werkingskosten voorzien. Vanop het
terrein wordt vooral gesteld dat deze werkingskosten ontoereikend
zijn. Daar deze gelden ter beschikking worden gesteld door
Binnenlandse Zaken zal ik het onderwerp verder bespreken met mijn
collega, de minister van Binnenlandse Zaken.
Ten vijfde, de projecten worden jaarlijks geëvalueerd door de
arrondissementele opvolgings- en evaluatiecommissie, onder
voorzitterschap van de procureur des Konings. Hieromtrent zijn bij
mijn weten weinig klachten. Het ligt niet direct in mijn bedoeling om dit
te veranderen.
Ten zesde, de subsidiëring werd nog niet uitgebreid naar andere
justitiële maatregelen omdat de opportuniteit en de haalbaarheid
hiervan eerst ten gronde dient nagegaan te worden, temeer het hier
bevoegdheden van verschillende overheden betreft.
Ten zevende, opgelegde vormingen of leerstraffen worden door de
probatiecommissie van Hasselt en Tongeren onmiddellijk
doorverwezen naar de projecten. Indien er problemen zouden zijn om
deze uit te voeren binnen de gestelde termijn, dan heeft de
probatiecommissie steeds de mogelijkheid om deze termijn te
verlengen.
sont des agents statutaires ou
contractuels. Les subsides sont
alloués annuellement. Cette
pratique est conforme à la
réglementation générale et ne peut
être modifiée sans raison. Je ne
peux pas vous fournir
d'informations au sujet des
collaborateurs communaux qui ont
été détachés pour des projets ou
services car ils ne relèvent pas de
ma compétence.
Les projets d'encadrement sont
financés par le Fonds de sécurité.
Je me concerterai avec le ministre
de l'Intérieur à propos de la
prétendue intervention insuffisante
dans les frais de personnel et de
fonctionnement. Le financement
ne pourra être étendu à d'autres
mesures judiciaires que si leur
opportunité et faisabilité ont été
démontrées.
La commission de probation
d'Hasselt et de Tongres transmet
immédiatement aux projets les
formations ou peines éducatives
imposées. Le cas échéant, la
commission de probation peut
toujours prolonger les délais
qu'elle a imposés.
07.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Het is in elk geval uitvoeriger dan het antwoord
dat u mij vorig jaar hebt gegeven.
Wat betreft de twee vragen die niet tot uw bevoegdheid behoren, ik
zal ze aan de betrokken minister stellen. Voor het overige heb ik wel
de indruk dat er niet zozeer tegemoetgekomen werd aan de eisen die
in de knelpuntennota van het Limburgs Platform Alternatieve
Gerechtelijke Maatregelen zijn opgenomen. Ik zal deze nota in elk
geval verder blijven opvolgen en nagaan, met de diensten zelf, of zij
inmiddels hun klachtenplatform willen uitbreiden, dan wel of zij
tevreden zijn met deze minister van Justitie.
07.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je poserai aux ministres
compétents les questions qui ne
relèvent pas de la compétence de
Mme Onkelinx et je continuerai à
suivre ce dossier de près.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
circulaire du 17 janvier 2005 sur la libération provisoire" (n° 6535)
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
rondzendbrief van 17 januari 2005 betreffende de voorlopige invrijheidstelling" (nr. 6535)
08.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, la circulaire sur
la libération provisoire du 17 janvier 2005 m'amène à vous poser
quelques questions.
Il est prévu dans la circulaire que si des conditions à la libération
provisoire sont imposées, elles seront mentionnées sur la fiche de
libération et un mandat sera donné aux maisons de justice. Une
quelconque prise en considération des maisons de justice a-t-elle été
prise à ce niveau? Des moyens supplémentaires ont-ils été accordés
aux maisons de justice pour remplir cette nouvelle fonction?
N'estimez-vous pas qu'il soit nécessaire d'imposer des conditions,
non seulement pour une libération conditionnelle mais également
pour une libération provisoire? Si oui, ne pourraient-elles être fixées,
par exemple, par le directeur de la prison? Quels critères le directeur
pourrait-il alors prendre en compte en vue d'imposer ces conditions
"possibles"?
Il me revient également à cet égard que, de manière générale, le
traitement et l'accompagnement psychologique des détenus qui
s'apprêtent à sortir de la prison laissent beaucoup à désirer. Souvent,
les délinquants seraient tellement mal préparés à leur sortie et
manqueraient à ce point d'orientation qu'ils se retrouveraient
rapidement en prison par la suite. N'estimez-vous pas nécessaire
d'engager des éducateurs pour préparer la réinsertion du détenu? A
Lantin, par exemple, pour plus de 800 détenus, il y a deux
éducateurs. Pouvez-vous me donner l'état de la situation à ce niveau?
Y a-t-il effectivement un manque de personnel spécialisé affecté à
cette tâche particulière, bien que vous ayez, dans le cadre de la
précédente question sur les prisons, déjà apporté certains éléments
de réponse?
En cas de libération provisoire, qu'adviendra-t-il de la suite de
l'accompagnement, de la formation, de la guidance, des différents
suivis déjà entamés en prison?
Pour les libérations pour raisons de santé, c'est le médecin de la
prison qui juge de la compatibilité de l'état de santé avec la détention.
N'existe-t-il pas la possibilité pour un détenu de demander une contre-
expertise par un médecin indépendant? Cette piste a-t-elle été
envisagée?
08.01 Melchior Wathelet (cdH):
Mijn vragen hebben betrekking op
de circulaire van 17 januari 2005
over de voorlopige
invrijheidstelling. Zullen de
justitiehuizen bijkomende
middelen krijgen?
Bent u niet van oordeel dat de
voorlpige invrijheidstelling aan
voorwaarden dient te worden
onderworpen? Zo ja, zullen die
voorwaarden worden vastgesteld
door de gevangenisdirecteur die
het dossier heeft beheerd en
volgens welke criteria? In dat
verband lijkt de psychologische
begeleiding van de gevangenen
middelmatig te zijn omdat het
aantal opvoeders ontoereikend is.
Wat zal er bij een voorlopige
invrijheidstelling gebeuren met de
begeleiding die in de gevangenis
werd aangevat?
In geval van een aanvraag om
voorlopige invrijheidstelling
wegens gezondheidsredenen,
heeft de gevangene de
mogelijkheid een tegenexpertise
door een onafhankelijke
genesheer te vragen?.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, comme je
l'ai dit à plusieurs reprises, la circulaire ne prévoit pas de missions
nouvelles pour le service des maisons de justice. Des nouveaux
moyens ne devaient pas être prévus puisqu'il n'y a pas de charge
nouvelle.
En ce qui concerne vos autres questions, je vous dirai que l'imposition
de conditions pour les peines de moins de trois ans n'est, la plupart
du temps, pas jugée nécessaire. Afin d'offrir davantage de sécurité
juridique au justiciable et d'arriver à la meilleure affectation possible
des moyens en personnel disponible dans le service des maisons de
justice, il a été décidé de ne pas prévoir de guidance pour ce groupe.
On peut en effet se demander dans quelle mesure cette brève
08.02 Minister Laurette Onkelinx:
De justitiehuizen hebben geen
niewe taken toegewezen
gekregen, ze krijgen dus ook geen
bjkomende middelen.
Over het algemeen wordt het niet
noodzakelijk geacht
vrijlatingsvoorwaarden op te
leggen voor de straffen van minder
dan drie jaar. Er wordt tevens niet
voorzien in een specifieke
begeleiding van die groep maar
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
guidance peut apporter une réelle plus-value. Un renvoi aux circuits
réguliers de l'aide où l'on n'est pas lié au délai d'un mandat
représente, selon moi, une meilleure solution.
J'apporterai encore une double précision. D'une part, un régime
spécifique a été maintenu pour les personnes condamnées pour des
faits de délinquance sexuelle à l'égard de mineurs. Des conditions
pourront alors être imposées au regard de la problématique
spécifique. D'autre part, des conditions peuvent, en tout état de
cause, être imposées dans les autres types de dossiers si cela paraît
nécessaire, pour prévenir le risque de récidive. En ce cas, mandat est
donné aux maisons de justice pour le suivi.
La préparation à la sortie est le fait de plusieurs intervenants, parmi
lesquels les Communautés et les Régions. Vous connaissez la
problématique des éducateurs. Leur rôle, leur mission, leur évolution
au sein des établissements pénitentiaires méritent une réflexion
approfondie que je ne manquerai pas de mener avec mon
administration.
J'en arrive à la libération provisoire pour raison médicale. Un détenu a
toujours la possibilité de faire appel à un médecin tiers.
wel in een verwijzing naar het
bijstandscircuit. Er blijft wel een
specifiek stelsel bestaan voor de
sexuele delinquenten ten aanzien
van minderjarigen, en anderzijds
kunnen in elk geval voorwaarden
worden opgelegd, om meer
bepaald het risico op recidive te
voorkomen.
Bij de overstap naar de vrijlating
zijn verscheidene actoren
betrokken onder meer de
Gewesten en de
Gemeenschappen. Over de
specifieke toestand van de
opvoeders moet grondig worden
nagedacht en ik zal niet nalaten
dat te doen.
Inzake de voorlopige
invrijheidstelling om
gezondheidsredenen, wens ik te
vernemen of een gevangene altijd
een beroep kan doen op een
derde geneesheer.
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je remercie
Mme la ministre pour sa réponse.
Madame la ministre, j'ai pris acte de votre réponse relative aux
éducateurs et je m'en réjouis. Il y a là effectivement une piste
possible.
On pourrait encore discuter longtemps des conditions. Vous proposez
une piste, mais ce n'est sans doute pas ici qu'il faut débattre de cette
question.
En tout cas, j'espère qu'une suite sera donnée à cette problématique.
08.03
Melchior Wathelet
(cdH):Ik verheug mij over het
belang dat u aan de opvoeders
hecht. Inzake de
vrijlatingsvoorwaarden, kiest u
voor een spoor dat zeker voor
discussie vatbaar is maar
waarover hier niet dient te worden
gediscussieerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Camille Dieu au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "une agence européenne des droits de
l'homme" (n° 6584)
09 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "een Europees mensenrechtenagentschap"
(nr. 6584)
09.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, lors de la réunion du Conseil européen tenue en décembre
2003, les représentants des Etats membres de l'Union européenne
décidaient d'étendre le mandat de l'actuel Observatoire européen des
phénomènes racistes et xénophobes pour en faire une Agence des
droits de l'homme.
Nul n'est besoin de rappeler
09.01 Camille Dieu (PS): Op de
vergadering van de Europese
Raad in december 2003 hebben
de vertegenwoordigers van de
lidstaten van de Europese Unie
beslist om de bevoegdheden van
het bestaande Europees
Waarnemingscentrum voor
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
- l'acquis considérable développé par le Conseil de l'Europe en
matière de droits de l'homme,
- ses activités importantes menées au niveau intergouvernemental,
- le monitoring politique,
- l'assistance pratique assurée et les activités relevant de l'éducation
et de la sensibilisation aux droits de l'homme.
A condition qu'un rôle et un domaine d'action pertinents soient définis
pour éviter tout chevauchement avec les activités du Conseil de
l'Europe, l'Agence des droits de l'homme apporterait une contribution
utile, car elle pourrait collecter et fournir des informations aux
institutions de l'Union européenne sur les droits fondamentaux et
donc ainsi contribuer à l'intégration des normes relatives aux droits de
l'homme au processus de prise de décision au sein de l'Union
européenne.
La résolution 1427 et la recommandation 1696 du Conseil de l'Europe
contiennent des propositions concrètes à cette fin, notamment sur la
nécessité d'une coordination et d'une coopération étroites avec le
Conseil de l'Europe et la pleine participation du Conseil aux organes
de gestion de l'Agence.
Madame la ministre, eu égard au rôle essentiel que pourrait jouer
cette Agence dans une Europe qui se construit et s'élargit, pourriez-
vous me dire quelle est la position de la Belgique à cet égard?
racisme en vreemdelingenhaat uit
te breiden en het om te vormen tot
een Europees
Mensenrechtenagentschap.
De rol en het actieterrein van dit
op te richten Agentschap moeten
duidelijk worden vastgelegd zodat
er geen overlapping ontstaat met
de werkzaamheden van de Raad
van Europa. Onder die
voorwaarden kan het
Mensenrechtenagentschap een
nuttige bijdrage leveren door de
informatie die het over de
fundamentele rechten verzamelt
aan de Europse instellingen door
te spelen.
Resolutie 1.427 en aanbeveling
1.696 van de Raad van Europa
bevatten concrete voorstellen om
dit te realiseren. Zo wijzen ze op
de noodzaak van een nauwe
coördinatie en samenwerking met
de Raad van Europa. Bovendien
moet de Raad vertegenwoordigd
zijn in alle beheersorganen van het
Agentschap.
Kan u me zeggen hoe België
tegenover dit Agentschap staat dat
een essentiële rol in Europa zou
kunnen vervullen?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, pour ce
qui est de la création de cette Agence des droits de l'homme, je suis
bien obligée de me référer à la position contenue dans les
conclusions de la présidence européenne du 5 novembre 2004.
A cette occasion, le programme de La Haye, qui définit la position de
l'Union européenne en matière de Justice et d'Affaires intérieures
pour les cinq années à venir, a été adopté. Le programme mentionne
notamment que l'inclusion de la Charte des droits fondamentaux dans
le traité constitutionnel, ainsi que l'adhésion à la Convention de
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales,
mettront l'Union européenne et ses institutions dans l'obligation
juridique de veiller non seulement à respecter mais aussi à
promouvoir activement les droits fondamentaux dans l'ensemble de
leur domaine d'action.
Le programme de La Haye salue aussi la communication de la
Commission sur la possibilité d'élargir le mandat de l'Observatoire
européen des phénomènes racistes et xénophobes pour en faire une
véritable Agence des droits de l'homme.
Le Conseil européen est ainsi fermement déterminé à s'opposer à
toute forme de racisme, d'antisémitisme et de xénophobie, ainsi qu'il
l'avait déjà dit en 2003.
09.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Terzake dien ik te
verwijzen naar het standpunt dat in
de besluiten van het Europees
voorzitterschap van 5 november
2004 is opgenomen.
Bij die gelegenheid werd het
programma van "Den Haag"
goedgekeurd. Daarin wordt onder
meer gesteld dat door de inlassing
van het Handvest van de
Grondrechten in het grondwettelijk
verdrag en door de toetreding tot
het Verdrag tot bescherming van
de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden de
Europese Unie en haar
instellingen juridisch ertoe
gehouden zijn om in al hun
activiteiten de grondrechten na te
leven en ze bovendien te
bevorderen.
In het programma van "Den Haag"
wordt voorts positief gereageerd
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
En mai 2005, la Commission présentera le plan d'action visant à la
mise en oeuvre du programme de La Haye. J'espère que les
propositions concrètes d'élargissement du mandat de l'Observatoire
et de transformation en Agence dotée de réelles compétences y
figureront, mais il faut encore patienter quelques jours.
op de aankondiging van de
Europese Commissie dat de
bevoegdheden van het Europees
Waarnemingscentrum voor
racisme en vreemdelingenhaat
kunnen worden uitgebreid zodat er
een echt
Mensenrechtenagentschap
ontstaat.
In mei eerstkomend zal de
Commissie haar actieplan
voorstellen dat uitvoering moet
geven aan het programma van
"Den Haag". Ik hoop dat de
voorstellen om het mandaat van
het Waarnemingscentrum uit te
breiden en het om te vormen tot
een Agentschap met echte
bevoegdheden in dat plan zullen
staan.
09.03 Camille Dieu (PS): Je vous remercie pour votre réponse,
madame la ministre. Je vais donc patienter quelques jours pour avoir
des informations. Ces droits fondamentaux doivent être inclus dans le
traité constitutionnel. C'est l'une des raisons pour lesquelles j'ai
défendu le traité constitutionnel: parce qu'on y inscrivait les droits
fondamentaux et qu'ils y sont garantis, y compris en cas
d'élargissement à des pays qui ne les respecteraient pas. Cela, c'est
une véritable interrogation. Je viendrai vous redemander des
informations en temps utile.
09.03 Camille Dieu (PS): Deze
fundamentele rechten moeten in
het grondwettelijk verdrag worden
opgenomen. Ik zal ter gelegener
tijd inlichtingen vragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpassingen aan de genocidewet" (nr. 6603)
10 Question de Mme Hilde Vautmans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
modifications de la loi de compétence universelle" (n° 6603)
10.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, op 23 maart 2005 heeft het Arbitragehof een aantal
bepalingen uit de zogenaamde genocidewet geschorst op basis van
een beroep tot vernietiging dat door de Liga voor Mensenrechten
werd ingediend.
We weten allemaal dat op 5 augustus 2003 een wet werd
goedgekeurd die de draagwijdte verkleinde van de voorgaande wetten
die een bestraffing inhielden voor schendingen van de
mensenrechten. De wet van 5 augustus 2003 bepaalde dat er enkel
nog een vervolging kon gebeuren voor feiten die in het buitenland
werden gepleegd door een niet-Belgische dader, voor zover het
Belgische slachtoffers betrof of wanneer de slachtoffers al minstens
drie jaar in ons land verbleven. Dat principe heeft het Arbitragehof niet
in vraag gesteld. Deze trechter en verkleining kunnen dus
gehandhaafd blijven.
10.01 Hilde Vautmans (VLD): La
loi de compétence universelle
dispose que des poursuites ne
peuvent être engagées que pour
des faits commis à l'étranger par
un auteur non belge et pour autant
que les victimes soient belges ou
résident en Belgique depuis trois
ans au moins. Dans les autres
cas, il appartient au procureur
fédéral d'apprécier le bien-fondé
des plaintes. Le procureur fédéral
peut classer une plainte sans
aucune possibilité de recours si
elle n'est pas fondée, si la
qualification est erronée, si la
plainte est irrecevable ou si une
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
De wet legde echter eveneens een belangrijke rol weg voor de
federale procureur. Hij kreeg het monopolie om tot vervolging over te
gaan en een onderzoeksrechter te vorderen. De federale procureur
kon beslissen om niet te vervolgen op basis van vier motivaties:
wanneer de klacht kennelijk ongegrond is, wanneer de kwalificatie
verkeerd is, wanneer de klacht onontvankelijk is of wanneer concrete
omstandigheden aantonen dat een ander rechtscollege meer geschikt
is. Dat was een tweede, bijkomende trechter die we in 2003 hadden
ingevoerd.
Het Arbitragehof heeft deze exclusieve bevoegdheid van de federale
procureur om een vervolging in te zetten, geannuleerd, behalve voor
de vierde motivatie, namelijk wanneer een ander rechtscollege
bevoegd is. Het is toch wel een heel belangrijk gegeven dat dit
principe overeind blijft. We kunnen immers stellen dat VLD een
absolute voorstander was van de genocidewet en van het feit dat
ernstige schendingen tegen de mensenrechten zouden worden
bestraft. Met de eerste genocidewet hadden we ons echter allerlei
klachten op de hals gehaald. Dat was niet meer werkbaar. Ik heb dat
toen aan den lijve ondervonden.
Het Arbitragehof laat de wetgever één jaar om de wet aan te passen.
Dat is goed, want we kunnen ondertussen de huidige wet verder
hanteren.
Mevrouw de minister, welke wijzigingen zal u aan de wet
aanbrengen?
Zal u erover waken dat de wijzigingen aan de genocidewet niet
opnieuw de deur openzetten voor politiek misbruik van de wet? U zal
zich nog wel de klachten tegen Bush en Sharon herinneren, evenals
het dreigement van het bedrijfsleven dat de bedrijven uit België
zouden weggaan. Op een gegeven moment was er zelfs het
dreigement dat de NAVO haar zetel in België niet zou behouden. Ik
zou ervoor willen pleiten dat we de geest van de wet behouden, maar
dat we met de aanpassingen de deur niet zouden openzetten voor
misbruiken.
Welke maatregelen overweegt u om dat scenario te vermijden?
autre juridiction est mieux à même
de juger l'affaire. Or, la Cour
d'arbitrage a annulé le 23 mars la
compétence exclusive du
procureur fédéral, sauf pour ce qui
est de la quatrième qualification, à
savoir donc lorsqu'une autre
juridiction est plus apte à juger
l'affaire. Le législateur dispose
d'un délai d'un an pour modifier la
loi. Dans quel sens la loi de
compétence universelle sera-t-elle
adaptée? Cette modification ne
donnera-t-elle pas une nouvelle
fois lieu à un détournement de la
loi à des fins politiques? Comment
la ministre pourra-t-elle éviter un
tel scénario?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je ne vais
pas réexpliquer le système qui a été mis en place par la loi puisque
vous venez de le faire parfaitement. Je vais donc repartir de l'arrêt de
la Cour d'arbitrage. Celle-ci n'a pas annulé complètement le dispositif
du filtre du parquet fédéral et n'a pas non plus, comme le demandait
la Ligue belge des droits de l'homme, rétabli la constitution de partie
civile dans les deux hypothèses de compétences extra-territoriales.
C'est beaucoup plus limité que cela. La Cour d'arbitrage demande
seulement que la procédure de filtre conduise, non pas à une décision
finale dépendant uniquement du parquet fédéral, mais à une décision
rendue par une juridiction indépendante et impartiale. C'est tout.
La Cour propose explicitement une solution, en citant la chambre des
mises en accusation, qui statuerait sans publicité particulière on sait
que là aussi, il y a des problèmes - ni convocation des personnes
impliquées dans le dossier, autre que le parquet fédéral.
10.02 Minister Laurette Onkelinx:
Het Arbitragehof vraagt enkel dat
de procedure leidt - niet tot een
eindbeslissing die enkel afhangt
van het federaal parket - maar tot
een beslissing van een
onafhankelijk en
onpartijdig
rechtscollege. Dat is alles.
Men kan er zich aan verwachten dat, waar het federaal parket En ce qui concerne les plaintes,
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
voorheen tot de conclusie kwam dat een klacht klaarblijkelijk
ongegrond was, dat er een verkeerde kwalificatie was of dat men te
maken had met een internationale immuniteit, men in de kamer van
inbeschuldigingstelling, op vordering van het federaal parket, op een
identieke wijze zal concluderen.
Tot slot moet worden onderstreept dat het Arbitragehof de juridische
uitwerking van de gewraakte bepalingen behoudt tot 31 maart 2006.
De regering zal bijgevolg in de loop van de komende maanden een
herstelwet indienen die alleen geringe wijzigingen zal moeten
aanbrengen aan de leden 2 en 4 van artikel 10.1bis en aan artikel
12bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering.
Dit ontwerp van wet zal het evenwicht van de wet absoluut niet door
elkaar halen of wederom een of andere doos van Pandora openen,
maar zal in de filterprocedure de rol van de federale procureur
vervangen door die van de kamer van inbeschuldigingstelling, zonder
dat er bijzondere ruchtbaarheid aan wordt gegeven voor de andere
partijen die betrokken zijn bij de klacht.
l'on peut s'attendre à ce que la
chambre des mises en accusation
adopte une attitude identique à
celle du procureur fédéral.
De plus, la Cour d'arbitrage reste
compétente jusqu'au 31 mars
2006 en ce qui concerne la mise
en oeuvre judiciaire des
dispositions mises en cause. Par
conséquent, le gouvernement
déposera dans les mois à venir
une loi de redressement
comportant des modifications
minimes à apporter aux
paragraphes 2 et 4 de l'article 10
et à l'article 12bis.
10.03 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Als ik u goed begrepen heb, dan is het niet meer de
federale procureur, maar wel de kamer van inbeschuldigingstelling
ik weet niet hoe dat in het Frans heet ...
10.03 Hilde Vautmans (VLD): La
chambre des mises en accusation
reprend donc le rôle du procureur
fédéral et continue à appliquer les
mêmes critères. Il n'y a aucun
autre changement?
10.04 Laurette Onkelinx, ministre: La chambre des mises en
accusation.
10.05 Hilde Vautmans (VLD): ... die volgens dezelfde vier criteria
zal oordelen om al dan niet te vervolgen. C'est ça?
10.06 Laurette Onkelinx, ministre: Effectivement, la Cour d'arbitrage
ne demande que cela.
10.07 Hilde Vautmans (VLD): Tout le reste reste intacte.
10.08 Laurette Onkelinx, ministre: Oui
10.09 Hilde Vautmans (VLD): Parfait, je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de Mme Marie-Christine Marghem à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"les mouvements de grève au palais de justice de Tournai" (n° 6605)
11 Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de stakingen in het gerechtsgebouw van Doornik" (nr. 6605)
11.01 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, la
question déposée n'est pas étoffée; elle tient seulement en un titre
car, étant donné l'actualité, j'avais l'intention de la poser en séance
plénière. Etant reportée en commission de la Justice, elle est
davantage pertinente puisque demain, nous serons le 27 avril et, si
j'en crois la presse écrite, les syndicats de l'ordre judiciaire la CCSP,
la CGSP et la SLFP organisent ou envisagent une mise sous
11.01 Marie-Christine Marghem
(MR): De vakbonden van de
rechterlijke orde van Doornik zijn
van plan het justitiepaleis op 27
april volledig of ten dele te
verzegelen.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
scellés de tout ou partie des locaux du palais de justice de Tournai.
Quelques collègues parlementaires vous ont déjà questionnée sur le
palais de justice de Tournai. En tant que parlementaire tournaisienne
et néanmoins avocate, je connais le dossier. Si le palais de justice a
un jour des chances de voir son extension réalisée ou, en tout cas,
une amélioration considérable des moyens en bâtiments et
infrastructures mis à disposition des membres de l'ordre judiciaire de
Tournai, c'est notamment grâce au dynamisme du président de ce
tribunal qui a pris les choses à-bras-le-corps. Si je ne m'abuse vous
me corrigerez si ce n'est pas exact , il a réactivé une demande
financière ce qui n'avait pas été fait dans les années antérieures
qui retrouve maintenant sa place dans le plan pluriannuel 2005-2008.
Ce qui précède concerne l'extension des bâtiments alors que la mise
sous scellés concerne les conditions de conservation d'archives dans
les combles du palais. Celles-ci seraient inadéquates et ne
s'effectueraient malheureusement pas dans les meilleures conditions
pour éviter tout risque d'incendie ou tout autre problème, notamment
la recherche des archives. Apparemment, les conditions de
rangement ne sont pas favorables, sans doute par manque de
mobilier ou de moyens financiers, pour organiser correctement les
archives. Je précise vous le savez certainement que les archives
comprennent des archives dites mortes. Il faut donc effectuer un tri et
supprimer les archives ne servant plus à rien. C'est souvent le cas
des archives pénales qui ont une longévité plus réduite que les
archives civiles.
Madame la ministre, avez-vous eu un contact, via vos relais ou
directement avec les syndicats, concernant cette mise sous scellés?
Est-elle encore d'actualité?
Pour éviter cette mise sous scellés, envisagez-vous des solutions
rapides?
Par ailleurs, je me permets de déborder sur le problème du bâtiment
et de sa rénovation ou de son extension. Depuis trente ans, ce palais
de justice a besoin d'un sérieux lifting. Vous n'êtes évidemment pas
responsable de l'inertie éventuelle de vos prédécesseurs, ni du
manque éventuel de proactivité de certaines personnes de l'ordre
judiciaire qui auraient pu attirer l'attention de vos prédécesseurs.
Toutefois, je tiens à vous signaler que les conditions d'hébergement
au palais de justice de Tournai sont déplorables, surtout dans les
combles.
Je les ai visités à maintes reprises, je sais donc de quoi je parle. Je
n'ai pas visité les combles dans lesquels se trouvent les archives,
c'est un pan que je ne connais pas. Par contre, les combles qui
abritent les bureaux de membres du parquet ou de certains membres
du greffe sont assez désuets, pour ne pas dire tout à fait vétustes. Je
sais que vos moyens ne sont pas illimités et que vous partagez cette
responsabilité avec le ministre des Finances pour ce qui concerne la
Régie des Bâtiments, mais un sérieux coup d'accélérateur serait
vraiment nécessaire au niveau du palais de justice de Tournai.
Als er een kans bestaat dat dat
justitiepaleis in de toekomst wordt
uitgebreid, is dat aan het initiatief
aan de voorzitter van die
rechtbank te danken: hij blies de
financieringsaanvraag voor het
meerjarenplan 2005-2006 nieuw
leven in.
De verzegeling hangt samen met
de omstandigheden waarin de
archieven op de zolder van het
paleis worden bewaard. Die
omstandigheden zouden niet
voldoen, onder meer omwille van
het brandgevaar. Ook de
klassering zou te wensen
overlaten, wellicht bij gebrek aan
de nodige kasten of aan de nodige
financiële middelen om de
archieven passend te organiseren.
Bent u op de hoogte van die
verzegeling? Is daar nog altijd
sprake van? Zal u snel de nodige
maatregelen nemen om die
verzegeling te vermijden?
Ik wil er overigens op wijzen dat de
huisvestingsvoorwaarden in het
justitiepaleis
van Doornik
ontoereikend zijn, zeker wat de
zolderruimte betreft.
Ik weet dat de middelen waarover
u beschikt niet onbeperkt zijn en
dat u die verantwoordelijkheid
deelt met de minister van
Financiën voor wat de Regie der
Gebouwen betreft, maar met
betrekking tot het gerechtsgebouw
van Doornik zou men echt een
tandje moeten bijsteken.
11.02 Laurette Onkelinx, ministre: Chers collègues, je dois d'abord
vous dire que je n'ai réceptionné aucun document me permettant de
mesurer exactement les attentes du front commun syndical de la
11.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Ik heb geen enkel
document ontvangen dat mij in
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Fonction publique. Cela étant dit, je m'en tiendrai aux questions
d'actualité que vous venez de résumer parfaitement. J'avais d'ailleurs
dressé un état des lieux en janvier dernier et je vais partir de là.
1. Nous menons, en collaboration avec mon collègue Reynders,
ministre de tutelle de la Régie des Bâtiments, des synergies pour
répondre au mieux aux besoins des services judiciaires. Je vous
rappelle en effet que toutes les dépenses permettant la rénovation
des bâtiments judiciaires et des bâtiments fédéraux en général sont à
charge du budget de la Régie des Bâtiments et non du budget de la
Justice.
2. Depuis janvier 2004, mes services ont rencontré à diverses
reprises le président du tribunal de première instance afin de faire le
point sur les mesures les plus urgentes pour les transmettre à la
Régie qui, de la sorte, peut parer au plus pressé. Dans mon dernier
courrier à l'attention des services de la Régie, daté du 14 avril
courant, je rappelle la nécessité de procéder au remplacement ou, à
tout le moins, à la réhabilitation de l'ascenseur dont l'accès est
actuellement interdit. A cette même occasion, je souligne notre intérêt
pour l'option consistant à loger les archives, actuellement entreposées
dans le grenier du palais, dans un bâtiment que devrait libérer pour le
1
er
juin prochain la police de la zone de Tournai. Il s'agit du bâtiment
sis rue de la Citadelle.
3. Mes services ont pris d'autres initiatives afin de réduire les
problèmes qui semblent motiver la volonté syndicale de fermer tous
les locaux. En date du 6 avril, un courrier a été adressé à la Régie afin
de procéder à la visite du bâtiment, rue de la Citadelle. Des appels
d'offres ont été lancés auprès de déménageurs afin d'évacuer une
partie du volume des archives entreposées au grenier. Enfin, une
demande de contrôle de l'ascenseur a été adressée à l'AIB-Vinçotte,
afin qu'un organisme indépendant puisse s'exprimer sur l'opportunité
de remettre en route ou non l'ascenseur condamné par l'ingénieur
industriel du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale.
4. Des crédits ont été prévus dans le plan pluriannuel pour le volet
bâtiments judiciaires, dans lequel Tournai apparaît pour un montant
de 3 millions d'euros. Cette somme permettra de démarrer le projet
d'extension et de rénovation du palais de justice dont la Régie a déjà
élaboré les esquisses.
Je comprends évidemment le souhait légitime des différentes
autorités judiciaires tournaisiennes d'assurer le bon fonctionnement
de leurs services. Je m'emploierai à ce que celui-ci puisse se réaliser
dans des conditions de sécurité et de salubrité optimales. Je
demande simplement pour ce faire de travailler dans des délais
raisonnables et réalistes, raison pour laquelle je ne peux accepter que
l'on dise qu'à ce jour rien n'a été fait et que rien n'a bougé. C'est
pourquoi je vous ai cité précisément toutes les initiatives qui ont été
prises.
staat stelt de verwachtingen van
het gemeenschappelijk
vakbondsfront van het openbaar
ambt precies in te schatten.
In samenspraak met de minister
die toezicht houdt op de Regie der
Gebouwen tracht ik zo goed
mogelijk aan de behoeften van de
gerechtelijke diensten tegemoet te
komen.
Sinds januari 2004 hebben mijn
diensten herhaaldelijk vergaderd
met de voorzitter van de rechtbank
van eerste aanleg teneinde te
bepalen welke maatregelen het
meest dringend zijn en dat dan te
melden aan de Regie, die het
allernoodzakelijkste kan doen. In
de jongste brief die ik aan de
diensten van de Regie heb gericht,
herinner ik eraan dat de lift, die
momenteel niet kan worden
gebruikt, moet worden
gerenoveerd. Ik heb er eveneens
op gewezen dat wij belangstelling
hebben voor een mogelijke
verhuizing van het archief naar
een gebouw waarin de politie van
de zone Doornik is gevestigd en
dat op 1 juni eerstkomend zou
vrijkomen.
Tevens werden in het
meerjarenplan kredieten
uitgetrokken voor de gerechtelijke
gebouwen, en in dat kader krijgt
Doornik een bedrag van drie
miljoen euro toegewezen, zodat
met de uitbreiding en de renovatie
van het gerechtsgebouw kan
worden gestart.
11.03 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je vous
remercie pour cette réponse très concrète et très actualisée.
Pour ma part, je ne dis pas que vous n'avez rien fait. Je disais
d'ailleurs tout à l'heure que vous ne pouviez pas être tenue pour
responsable de l'inertie éventuelle des précédents acteurs qui n'a
11.03 Marie-Christine Marghem
(MR): Net als de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg bent
ook u niet bij de pakken blijven
neerzitten.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
toutefois pas encore été prouvée je ne remonte pas aux années 70
que je n'ai pratiquement pas connues. J'estime simplement qu'il y a
longtemps qu'on aurait pu agir.
Comme le président du tribunal de première instance de Tournai,
vous avez pris les choses à bras le corps. C'est très bien ainsi mais,
madame la ministre, dans ces situations, l'urgence naît toujours du
retard. Par conséquent, on voudrait aller plus vite, on voudrait donner
un coup de baguette magique pour avoir tant tardé à agir.
Aujourd'hui, je constate que tout est mis en oeuvre. C'est précisément
en raison de mon inquiétude au sujet de la vie quotidienne, causée
par la parution de cet article visant la mise sous scellés de tout ou
partie des locaux du palais de justice de Tournai, que je me
demandais si les intentions se concrétisaient au quotidien et si des
solutions étaient trouvées.
J'ai une dernière question à vous poser concernant le déménagement
de la police des bâtiments de la rue de la Citadelle à Tournai. Je
suppose que ces bâtiments restent entre les mains de la Régie des
Bâtiments fédérale et qu'ils ne seront pas vendus à la zone de police
de Tournai. Vous savez que certains bâtiments de l'ex-gendarmerie
ont été vendus aux zones de police pour pouvoir les utiliser dans le
cadre de la réforme des polices. Je me demande donc si ces
bâtiments restent libres d'occupation et s'ils ne sont pas repris par la
nouvelle zone de police. Si tel était le cas, ce ne serait qu'une demi-
solution. Je comprends qu'on cherche d'autres locaux mais encore
faut-il que ces locaux soient convenables, qu'ils soient compatibles
avec l'accueil et le rangement de ces archives, qu'ils soient sécurisés
et qu'il n'y ait pas d'autres locataires ou d'autres propriétaires.
Zullen de gebouwen van de rue de
la Citadelle in handen van de
Regie der Gebouwen blijven of
worden ze aan de politiezone
Doornik verkocht? Ik begrijp dat
men naar andere lokalen op zoek
gaat, maar die moeten wel
toereikend zijn en geschikt voor de
onthaalfunctie en voor het
klasseren van de archieven; ze
moeten bovendien veilig zijn en er
mogen geen andere huurders of
eigenaars zijn.
11.04 Laurette Onkelinx, ministre: Il faut poser la question au
ministre de l'Intérieur. Je n'ai pas la réponse à cette question.
11.04 Minister Laurette Onkelinx:
U moet die vraag aan de minister
van Binnenlandse Zaken stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Hilde Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de evaluatie van de
snel-Belg-wet" (nr. 6624)
- de heer Jan Mortelmans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de aanpassing van
de snel-Belg-wet" (nr. 6635)
12 Questions jointes de
- Mme Hilde Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'évaluation de la loi
instaurant une procédure accélérée de naturalisation" (n° 6624)
- M. Jan Mortelmans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'adaptation de la loi
d'acquisition rapide de la nationalité belge" (n° 6635)
12.01 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-premier, mijn vraag gaat inderdaad over de evaluatie van de
snel-Belg-wet maar ook over heel de problematiek van de
nationaliteitswetgeving. Vandaag stellen wij immers vast dat heel die
wetgeving heel complex is. Er zijn enerzijds verschillende, mekaar
overlappende procedures. Ik denk daarbij aan de
nationaliteitsverklaring, de nationaliteitskeuze, de
naturalisatieprocedure. Anderzijds is er ook de vaststelling dat
verschillende instanties bevoegd zijn. Enerzijds zijn er de gemeenten
12.01 Hilde Claes (sp.a-spirit):
L'actuelle législation relative à la
nationalité prévoit des procédures
extrêmement complexes, alors
que les critères et les conditions
figurant dans la loi instaurant une
procédure accélérée de
naturalisation sont peu
transparents, imprécis et non
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
en het parket en anderzijds het Parlement voor de naturalisaties. Er is
ook de vaststelling dat inzake nationaliteitsverklaring en keuze het
gaat om een recht daar waar het inzake naturalisatie gaat om een
gunst. Op dat punt is er dus al heel wat complexiteit.
Daarbovenop zijn de criteria, zoals die omschreven werden in de snel-
Belg-wet, weinig transparant en onduidelijk. Bovendien gaat het om
een procedure die niet tegensprekelijk verloopt hetgeen ervoor zorgt
dat er in de commissie voor de Naturalisaties, die moet oordelen over
het al dan niet toekennen van de gunst van de naturalisatie, heel wat
discussies ontstaan. De commissie heeft een eigen reglement
opgesteld maar ook dit blijkt niet voldoende. Er blijven heel wat
discussies. Er is geen eenvormige rechtsspraak wat uiteraard
rechtsonzekerheid tot gevolg heeft. Dit wordt dan ook gehekeld door
de voltallige commissie.
Ik wil kort enkele kleine voorbeelden geven. Om te kunnen oordelen,
moeten er heel wat adviezen worden ingewonnen. Het gaat hierbij om
adviezen van het parket, de Veiligheid van de Staat en de dienst
Vreemdelingenzaken. De discussie die daarover wordt gevoerd, is of
die adviezen wel recent genoeg zijn want dikwijls verloopt er heel wat
tijd tussen het ontvangen van die adviezen en de beoordeling door de
commissie. Een ander voorbeeld is de Veiligheid van de Staat die
ofwel meldt "rien à signaler", ofwel meldt dat "de betrokkene maakt
deel uit van een bepaalde instantie" zonder daarbij de nodige uitleg te
geven over wat voor instantie het gaat. Gaat het over een
staatsonveilige instantie? Gaat het over een instantie die de
mensenrechten schendt? Of integendeel, gaat het over een
vereniging die strijdt voor meer democratie? Dit leidt soms tot de
situatie dat bij het ontbreken van dergelijke bijkomende informatie de
naturalisatie wordt geweigerd aan iemand die misschien gewoon heeft
gestreden voor meer democratie in zijn land.
U merkt dat er allerhande redenen en gronden tot discussie bestaan
die volgens mij kunnen worden vermeden. Bovendien rijst steeds
meer de vraag over de taak van het Parlement in deze
naturalisatieprocedure. Het Parlement heeft als taak wetten te maken
en niet het uitvoeren van de wetgeving. Precies dat zijn wij in deze nu
wel aan het doen. Ook dat leidt tot steeds meer discussie.
Mevrouw de minister, ik heb vastgesteld dat het Vlaams Belang
gebruik heeft gemaakt van mijn vraag om zelf ook weer een zoveelste
vraag in te dienen. Sta mij toe te zeggen dat ik dit toch wel een klein
beetje betreur omdat ik me realiseer dat dit opnieuw het risico inhoudt
dat hier geen serieus debat zal worden gevoerd omdat heel het debat
opnieuw zal worden verziekt. Laat mij duidelijk zeggen dat het niet
mijn bedoeling is om het recht op regularisatie en naturalisatie op de
helling te plaatsen. Gezien de reactie van het Vlaams Belang zullen zij
vandaag ook weer zeggen dat het wel hun bedoeling is om in een
constructieve sfeer te zoeken naar een oplossing. Laat mij op dat punt
gewoon even verwijzen naar een verklaring van een van hun
kopstukken die uitdrukkelijk gezegd heeft dat degene die een
hoofddoek draagt zijn terugkeercontract tekent.
Dat getuigt niet van een constructieve houding, laat staan van het
zoeken naar een oplossing terzake.
Mevrouw de minister, het is echt mijn bedoeling om een constructief
contradictoires. Cette situation
donne lieu à une multiplication des
discussions au sein de la
commission des Naturalisations.
Celle-ci ne parvient pas à élaborer
une jurisprudence uniforme, ce qui
entraîne une grande insécurité
juridique. La ministre envisage-t-
elle une évaluation de cette loi?
Est-elle disposée à éventuellement
adapter la législation?
La tâche d'un parlement consiste
à élaborer des lois et non pas à les
exécuter. Or, c'est ce à quoi nous
assistons actuellement en
commission des Naturalisations.
La ministre est-elle disposée à
élaborer une procédure totalement
différente à cet égard?
Je regrette que le Vlaams Belang
se soit joint à ma question. Son
incapacité à adopter une attitude
constructive est probablement de
nature à empêcher tout débat
sérieux sur ce sujet.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
debat te voeren over de problemen waarmee wij worden
geconfronteerd in de commissie voor de Naturalisaties. Laat dat
duidelijk zijn.
Mevrouw de minister, plant u een evaluatie van de snel-Belg-wet?
Bent u bereid om op basis van die evaluatie te komen tot een
aanpassing van de huidige wetgeving? Bent u bereid om hierbij een
volledig andere procedure uit te werken waarbij het niet langer aan
het Parlement toekomt om te oordelen en te beslissen over de
naturalisatieverzoeken?
12.02 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
zal niet ingaan op de insinuaties van mevrouw Claes. Het Vlaams
Belang is altijd zeer constructief geweest in het debat over de snel-
Belg-wet, zowel buiten de Kamer als in de commissie voor de
Naturalisaties. Als een van de partijen zich zeer constructief opstelt in
de commissie voor de Naturalisaties sinds 1999 dan is dat het
Vlaams Blok en het Vlaams Belang.
Ik was nochtans verheugd dat de kritiek van het Vlaams Belang
opnieuw navolging kreeg. Mevrouw Claes stelt immers nu ook vanuit
haar ervaringen in de commissie voor de Naturalisaties vast dat
problemen rijzen met de snel-Belg-wet. (...) Voor de verkiezingen van
18 mei waren alle Vlaamse partijen het erover eens dat de snel-Belg-
wet moest worden aangepast en verstrengd. Veel mensen van de
VLD, maar ook van de sp.a hebben gezegd dat veel te veel mensen
misbruik hebben gemaakt van de snel-Belg-wet. U mag dit ook aan
uw fractievoorzitter vragen. Ook na de verkiezingen werden hierover
trouwens uitspraken gedaan. De heer Stevaert heeft in november
2004 gezegd dat de snel-Belg-wet moest worden verstrengd.
Het is nu wel de eerste keer dat iemand van de meerderheid het
thema van de snel-Belg-wet in het Parlement aansnijdt. Dat is toch al
dat. Mevrouw Claes maakt hier eigenlijk de fout om naar een
evaluatie te vragen, want de evaluatie is al jaren oud. Die is reeds
gebeurd. Die evaluatie, samen met de ervaringen van de
commissieleden, leert ons dat de snel-Belg-wet dringend aan een
verstrenging toe is.
Voor de volledigheid van het dossier zal ik kort nog een aantal
problemen opsommen die zich voordoen met de snel-Belg-wet en in
de commissie voor de Naturalisaties.
Van het onweerlegbaar vermoeden van integratie weten wij
bijvoorbeeld dat het een absurditeit is, maar het staat in de wet. De
taalkennis die verviel is ook zo'n stommiteit.
Er lopen hier nu mensen rond die hun eigen identiteitskaart niet
kunnen lezen. De snel-Belg-wet bracht ook de termijnen voor het
uitbrengen van adviezen door de parketten, de dienst
Vreemdelingenzaken en de Staatsveiligheid naar een maand terug.
Dat zorgt ook voor problemen. Het feit dat kandidaat-Belgen niet
langer een akte van geboorte aan het dossier moeten toevoegen
houdt ook risico's in enzovoort.
Het vijfde probleem, de veroordelingen. We hebben meermaals
meegemaakt dat parketten slechts zicht hadden op de veroordelingen
en de processen-verbaal uit het eigen gerechtelijk arrondissement.
12.02 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Je préfère ne pas réagir
aux insultes de Mme Claes. En
commission des Naturalisations,
nous avons toujours adopté une
attitude très constructive.
Pour la première fois, un parti de
la majorité évoque la nécessité de
durcir la loi sur l'acquisition rapide
de la nationalité belge. Nous ne
pouvons que nous en réjouir. La
loi a déjà été évaluée et les
problèmes sont connus. La
ministre a-t-elle déjà entrepris des
démarches
pour durcir la
législation?
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Wat het buitenland betreft, is het natuurlijk helemaal koffiedik kijken.
Het bewuste artikel 23 waarover regelmatig wordt gesproken en waar
de VLD ook regelmatig over heeft gesproken, we weten allemaal dat
dit artikel 23 inzake de vervallenverklaring van de nationaliteit
absoluut niet functioneert.
Het zevende probleem betreft de dossiers van de regularisaties,
mensen die de nationaliteit willen bekomen. Die dossiers beginnen
werkelijk te stromen in die commissie voor de Naturalisaties. Daarbij
komt dan nog het feit dat daar ook een regularisatiefraude zou zijn
waarmee het parket van Antwerpen serieuze problemen en moeite
heeft.
Een ander probleem, meerderjarige kinderen in het buitenland
geboren van personen die de Belgische nationaliteit hebben
verkregen hebben zelfs het recht om de nationaliteit te verwerven. Er
moet geen band zijn met het land. Minderjarige kinderen hebben dat
ook. Ook dat staat nog altijd in het huidige wetboek.
Ik zou nog een tijdje kunnen doorgaan, mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, maar de problemen zijn gekend. Ik heb ze hier
al tientallen keren aangehaald. Ik zou gewoon willen weten of u nu
eindelijk werk zult maken van een verstrakking van de
nationaliteitswetgeving. Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
12.03 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb me over dit onderwerp
reeds geuit en ik heb gezegd dat ik er niets op tegen heb dat men
overgaat tot een evaluatie van bepaalde elementen van ons Wetboek
van de Belgische nationaliteit zonder daarom de grote principes ervan
overhoop te halen. Mijn administratie heeft in die zin opdracht
gekregen hieraan te werken. Zelf wil ik ingaan op drie elementen die
een overdenking waard zijn.
Ten eerste, ik stel in de eerste plaats vast dat er momenteel geen
enkele manier bestaat om de Belgische nationaliteit te ontnemen aan
een persoon die deze naturalisatie zou verkregen hebben via
frauduleuze middelen. Ik ben van mening dat we er zouden kunnen
aan werken om deze juridische leemte op te vullen waarbij natuurlijk
tegelijk moet worden voldaan aan de eisen van rechtszekerheid
terzake want die is onmisbaar.
Verder moet men ook vaststellen dat de termijn waarover het parket
nu momenteel beschikt om een ernstig persoonlijk feit te ontdekken in
hoofde van een persoon die betrokken is bij een procedure voor het
verkrijgen van de nationaliteit of van naturalisatie te kort is. Er moet
dus worden nagedacht over een termijn die het de parketten mogelijk
maakt om alle gebruikelijke onderzoeken uit te voeren.
Ten slotte herhaal ik dat we momenteel werken aan de manier
waarop de principes van het Verdrag van de Raad van Europa van
1997 zullen worden omgezet. Boven op de kwestie van de dubbele
nationaliteit voert dit verdrag een reeks principes in zoals de
verplichting om de naturalisatiebeslissingen te motiveren, het instellen
van een beroepsmogelijkheid tegen deze beslissingen evenals het tot
regel verheffen van het principe van non-discriminatie tussen de
personen die bij hun geboorte onderdaan zijn van de staat en deze
die de nationaliteit slechts later verwerven. Dit zijn een paar
12.03
Laurette Onkelinx,
ministre: Mon administration s'est
attelée à une évaluation du Code
de la nationalité belge, dont les
grands principes resteront
évidemment inchangés.
Elle accordera une attention
particulière à trois problèmes.
Premièrement, les pouvoirs
publics ne peuvent pas à l'heure
actuelle prendre de mesures
contre une personne qui a
frauduleusement acquis la
nationalité belge par naturalisation.
Cette lacune juridique doit être
comblée. Deuxièmement, le délai
d'un mois dont dispose le parquet
pour rendre un avis est beaucoup
trop court. Enfin, nous
réfléchissons quant à la manière
dont nous allons transposer en
droit belge les principes relatifs
aux naturalisations qui figurent
dans la Convention du Conseil de
l'Europe de 1997.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
elementen die het voorwerp van wijzigingen zouden kunnen zijn.
12.04 Hilde Claes (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.
Wat de evaluatie betreft, weet ik dat jaren geleden reeds een
evaluatie heeft plaatsgevonden. Op basis van ervaring de voorbije
twee jaren binnen de schoot van de commissie voor de Naturalisaties
zou het, mijns inziens, goed zijn een nieuwe evaluatie te houden om
op basis daarvan de nodige verbeteringen via de wetgeving te kunnen
doorvoeren. Het verheugt me uit uw antwoord te vernemen dat u daar
niets op tegen hebt. Beter nog, u hebt uw administratie terzake reeds
de opdracht gegeven.
Wat het verkrijgen van de Belgische nationaliteit betreft via de
naturalisatie met frauduleuze middelen, wilt u in de toekomst in de
wettelijke mogelijkheid voorzien om de Belgische nationaliteit te
kunnen ontnemen. Dit is een zeer positief gegeven.
Eveneens positief is dat u aandacht zult besteden aan de termijnen
waarover het parket beschikt om adviezen te verlenen. Ook op dit
punt stelt de commissie vast dat het parket binnen zeer korte termijn
advies moet verlenen waardoor de adviezen wel eens te wensen
overlaten. Ook op dit punt stemt uw antwoord mij gelukkig.
Een laatste en kritische noot. U hebt niet geantwoord op mijn vraag
inzake de taak van het Parlement in de naturalisatieprocedure. Ik blijf
erbij dat het niet aan het Parlement toekomt hierover te oordelen. Een
parlement moet wetten maken maar geen wetten uitvoeren. In de
naturalisatieprocedure doet het Parlement dit wel. Ik roep u op dit punt
te bestuderen en een andere instantie terzake bevoegd te maken.
12.04 Hilde Claes (sp.a-spirit): Je
me félicite de l'évaluation de la loi
par l'administration et des
mesures qu'elle annonce pour
réprimer la fraude à l'obtention de
la nationalité belge et pour
remédier au problème des délais
d'avis trop courts. La ministre n'a
toutefois pas répondu à la
question de savoir si elle serait
disposée à confier l'exécution de
la législation relative aux
naturalisations à une instance
autre que le Parlement.
12.05 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, wij zullen deze mini-evaluatie en de drie kleine
zaken die u hebt aangehaald nader bekijken. Wij zullen daarvan
gebruikmaken om te trachten onze eigen voorstellen daar in te
passen. Het is een bijzonder kleine stap en natuurlijk totaal
onvoldoende. De problemen betreffende de snel-Belg-wet zijn veel en
veel groter. Ik heb daarnet een aantal van die problemen aangekaart,
verschillende andere heb ik nog niet aangekaart.
Wat de rol van het Parlement inzake de naturalisaties betreft, zou ik
aan mevrouw Claes willen voorstellen dat zij ons wetsontwerp 1004,
tot invoering van een staatsburgerschapswetboek, eens grondig
bekijkt. Daarin spreken wij inderdaad over de rol van het Parlement.
Wij ontnemen het Parlement de rol inzake de naturalisaties. Ons
wetsvoorstel ter hand nemen, zou een goede manier zijn om daarover
wat meer te lezen.
12.05 Jan Mortelmans (Vlaams
Belang): Nous examinerons
l'évaluation et adapterons nos
propositions en conséquence. Les
problèmes dépassent le cadre de
l'application de la loi accélérant la
procédure de naturalisation.
Je conseille à Mme Hilde Claes de
lire attentivement la proposition de
loi n° 1004 instaurant le Code de
la citoyenneté qui retire au
Parlement la compétence
d'accorder la naturalisation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
opvang van geïnterneerden" (nr. 6632)
13 Question de Mme Greet van Gool à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'accueil
13.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw 13.01 Greet van Gool (sp.a-
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
de minister, de opvang van geïnterneerden is een dossier dat al een
tijdje meegaat en waarover ik u al eerder vragen stelde. Ik vroeg u
vooral naar een stand van zaken van de werkgroep, onder leiding van
professor Cosyns, die u hebt opgericht om deze problematiek te
onderzoeken.
In februari hebt u geantwoord dat de werkgroep zeer ambitieus was
wat op zich een goede doelstelling is maar dat u op korte termijn
graag antwoorden zou krijgen. Ik denk dat het inderdaad aangewezen
is dat er conclusies worden getrokken. Ik vernam dan ook graag een
stand van zaken in dit dossier.
Ik had ook nog een tweede vraag. U hebt aangekondigd dat er zou
worden nagegaan op welke manier, na de overheveling van de
medische kosten van het departement Justitie naar het departement
Volksgezondheid voor de projecten in de psychiatrische centra van
Rekem, Zelzate en Bierbeek, daar verder zou worden samengewerkt.
Ik had graag van u terzake een stand van zaken gekregen.
spirit): Dans le passé, j'ai déjà
interrogé la ministre sur la prise en
charge des internés et sur les
conclusions auxquelles est
parvenu le groupe de travail dirigé
par le professeur Cosyns. Où en
est ce dossier? La ministre s'est-
elle déjà penchée sur la question
de savoir comment il serait
possible de collaborer avec le
département de la Santé publique
sur le plan de la prise en charge
du coût médical des projets
menés au sein des établissements
psychiatriques de Rekem, Zelzate
et Bierbeek?
13.02 Minister Laurette Onkelinx: Recentelijk had de werkgroep-
Cosyns bijvoorbeeld nog overleg met experts terzake, aangaande de
specifieke doelgroep van mentaal gehandicapten. Deze informatie
wordt verder verwerkt en ik kan u meedelen dat het verslag uiterlijk in
juni 2005 zal worden neergelegd.
Wat betreft het ten laste nemen door het RIZIV vanaf ten laatste 1
januari van dit jaar van de zorgen die de geïnterneerden extra muros
in een hospitaal krijgen, heeft de minister van Begroting net zijn
akkoord gegeven over het ontwerp van KB. Voor de pilootprojecten in
de hospitalen van Bierbeek, Rekem en Zelzate blijven de kosten voor
verzorging in afwachting van een evaluatie voor rekening van de
Federale Overheidsdienst Justitie.
13.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les membres de ce
groupe de travail se sont
concertés récemment avec des
experts au sujet du traitement des
handicapés mentaux. Le premier
rapport à ce sujet sera disponible
en juin 2005.
Le ministre du Budget s'est
occupé de l'arrêté royal qui prévoit
que l'Inami supportera les charges
afférentes aux soins que les
internés reçoivent extra-muros en
milieu hospitalier. Le SPF Justice
continuera de financer les projets
pilotes menés à Bierbeek, Rekem
et Zelzate.
13.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik zou de minister willen danken
voor haar antwoord. (...) Er moet volgens mij bijzondere aandacht
worden besteed aan personen met een mentale handicap omdat de
aanpak, de verzorging en de begeleiding van die personen anders is
dan bij andere groepen geïnterneerden. Het is zeker een goede zaak
dat daaraan specifiek aandacht zal worden besteed.
Ik heb niet goed begrepen of u juni dan wel juli heeft vooropgesteld
voor...
13.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les personnes
handicapées mentales ont
effectivement besoin de soins
adaptés. Les projets de Bierbeek,
Rekem et Zelzate pourront-ils être
poursuivis?
13.04 Minister Laurette Onkelinx: Juni.
13.05 Greet van Gool (sp.a-spirit): Uit uw antwoord op de tweede
vraag over de projecten in Rekem, Zelzate en Bierbeek begrijp ik dat
zij verder zullen kunnen werken zoals dit momenteel het geval.
Minister Laurette Onkelinx: Ja, de instellingen krijgen daartoe
bijkomende middelen.
13.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Oui, ces établissements
bénéficieront à cette fin de
moyens supplémentaires.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
13.07 Greet van Gool (sp.a-spirit): Daar zullen zij zeer blij mee zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
lokale diensten voor alternatieve gerechtelijke maatregelen" (nr. 6664)
14 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
services locaux chargés des mesures judiciaires de substitution" (n° 6664)
14.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, de lokale diensten voor de alternatieve
gerechtelijke maatregelen, AMG's, die door Justitie in de jaren '90 nog
in het leven zijn geroepen, klagen over de toegenomen werklast en
over het gebrek aan financiering vanwege Justitie. Zo moeten de
lokale overheden de werkingskosten dragen van die diensten en een
belangrijk weddensupplement. Er is bijvoorbeeld een klacht van de
lokale verantwoordelijke van die dienst in de gemeente Ternat, een
gemeente die moet opdraaien voor dertien andere gemeenten.
Blijkbaar dient de gemeente Ternat zowel de infrastructuur te betalen
van die dienst als een belangrijk weddensupplement.
Destijds zijn die maatregelen door uw departement in het leven
geroepen. Blijkbaar wordt heel wat afgewenteld op het lokale bestuur.
Daarnaast hebben wij ook vastgesteld, bij onze rondvraag, dat de
meeste gemeenten uit Halle-Vilvoorde bediend worden vanuit die
regio, bijvoorbeeld Ternat en ook Vilvoorde, maar dat sommige
gemeenten nog vanuit Brussel bediend worden, bijvoorbeeld mijn
eigen gemeente Grimbergen.
Mevrouw de minister, mijn vragen luiden als volgt.
Ten eerste, vanaf wanneer zullen die lokale diensten volledig door
Justitie vergoed worden? Hoe antwoordt u op de klacht van Ternat?
Zijn er daarvoor bedragen voorzien in de begroting?
Ten tweede, welke gemeenten uit Halle-Vilvoorde worden nog steeds
bediend door diensten vanuit Brussel?
Welke initiatieven hebt u reeds ontwikkeld om alle gemeenten uit
Halle-Vilvoorde te laten bedienen door een plaatselijke dienst? Kan
Grimbergen in de toekomst bediend worden door het kantoor van
Vilvoorde? Ik heb begrepen dat Vilvoorde daar ook helemaal geen
bezwaar tegen zou hebben.
14.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les services locaux
chargés de définir des mesures
judiciaires de substitution se
plaignent de l'augmentation de la
charge de travail et du manque de
fonds. Les autorités locales
doivent assumer les frais de
fonctionnement et une partie des
frais de personnel. Certaines
communes doivent supporter les
coûts de plusieurs autres
communes. Ternat supporte par
exemple les frais de treize autres
communes. La plupart des
communes de la région de Hal-
Vilvoorde dépendent d'autres
communes mais quelques-unes
sont relèvent de Bruxelles.
A partir de quand les services
locaux seront-ils intégralement
subsidiés par le ministère de la
Justice? Quels montants ont été
prévus au budget à cet effet?
Quelles localités de Hal-Vilvoorde
dépendent des services
bruxellois? Quelles initiatives ont
été prévues pour mettre sur pied
des services locaux? La commune
de Grimbergen peut-elle être
desservie par Vilvorde?
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Laeremans, de omkaderingsdiensten voor alternatieve gerechtelijke
maatregelen zijn diensten die op het niveau van de steden en de
gemeenten gesubsidieerd worden met gelden, ter beschikking gesteld
in het kader van de veiligheidscontracten, dus door Binnenlandse
Zaken.
Het klopt inderdaad dat het gaat om personeelskosten en
werkingskosten. Ik weet dat die forfaitair bepaalde bedragen als
ontoereikend worden ervaren. Ik zal dat item verder bespreken met
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les services locaux qui
s'occupent des mesures
judiciaires de substitution sont
subsidiés dans le cadre des
contrats de sécurité. Les montants
forfaitaires destinés à couvrir les
frais de fonctionnement et de
personnel sont insuffisants. Je
m'entretiendrai de ce problème
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
mijn collega-minister Dewael.
In dat verband kan ik u eveneens mededelen dat recent, tijdens het
conclaaf aangaande de budgetcontrole, ook de alternatieve
gerechtelijke maatregelen ter sprake kwamen. In het kader van de
verhoging van de verkeersveiligheid werd beslist om een miljoen euro
ter beschikking te stellen. Een deel van dat geld zal gebruikt kunnen
worden voor de verdere uitwerking en de omkadering van alternatieve
gerechtelijke maatregelen.
Uw tweede vraag gaat over de omkaderingsdiensten in Brussel. Voor
de negentien gemeenten zijn tweetalige omkaderingsdiensten
voorzien. De randgemeenten werken met eentalige diensten.
In de praktijk wordt er bij de plaatsing rekening gehouden met de taal
die de justitiabele spreekt.
De afspraak is dat deze diensten, in onderling overleg en in afspraak
met hun werkgever, in de voor hen bevoegde stad of gemeente
proberen het hele grondgebied te bedienen. In het algemeen slagen
zij daar ook vrij goed in.
Recent werd er ook door Vilvoorde een project alternatieve
gerechtelijke maatregelen opgestart. Na een inwerkperiode kan er
eventueel in onderling overleg bekeken worden of er wijzigingen
dienen aangebracht te worden in de bestaande afspraken. Van zodra
de coördinatorendienst justitiehuizen zullen aangesteld zijn, kan het
overleg tussen de projectplaatsen en de justitiehuizen verder
uitgebouwd worden om zo afspraken en werkwijzen verder te
optimaliseren.
Ik stel voor om u later de lijst van de gemeenten en hun
respectievelijke samenwerkende partners schriftelijk toe te sturen.
avec le ministre de l'Intérieur.
La question de ces services a été
abordée lors du dernier contrôle
budgétaire. Pour améliorer la
sécurité routière, il a été décidé de
dégager un million d'euros qui
devront permettre aux services de
développer davantage de mesures
de substitution.
Les 19 communes bruxelloises
possèdent des services
d'encadrement bilingues. Ceux
des communes de la périphérie
sont unilingues. Les services
doivent couvrir tout le territoire en
concertation et en collaboration
avec la commune. Un service
d'encadrement a récemment été
créé à Vilvoorde mais les accords
ne peuvent être modifiés qu'à la
fin de la période de mise en route.
Le contact avec les maisons de
justice sera optimisé.
Je fournirai par écrit à M.
Laeremans une liste des
communes et des services qui y
sont liés.
14.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uw antwoord bevat enkele
nieuwe elementen, onder meer in verband met de extra middelen
voor de alternatieve gerechtelijke maatregelen. Maar met 1 miljoen
euro voor een heel land springt men natuurlijk niet ver. Ik vraag u om
dit verder te willen nazien zodat de gemeenten daar niet financieel bij
inschieten, want uiteindelijk is het in opdracht van Justitie en ter
ontlasting van Justitie dat zij hun taak vervullen. Ik denk dat u het
nodige moet doen om zo snel mogelijk die gemeenten perspectief te
bieden, want enkel dan zullen zij met enthousiasme verder
meewerken.
Wat Halle-Vilvoorde betreft geeft u enig perspectief, maar lijkt het mij
toch logisch dat u snel de gemeenten op een gelijkaardige manier
behandeld. Het is onlogisch dat Vilvoorde een eigen AMG-dienst heeft
en dat Grimbergen nog steeds is aangewezen op Schaarbeek en
Elsene.
Ik hoop dat u snel terzake de knopen doorhakt. Het is trouwens
logisch dat ook in Halle-Vilvoorde eigen justitiehuizen, of filialen
daarvan, worden opgericht, mede in het kader van de splitsing. Ik
hoop trouwens dat die splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, ook op
gerechtelijk vlak, zo snel mogelijk zal gerealiseerd worden.
14.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La réponse de la ministre
n'apporte aucun élément neuf.
Que de nouveaux moyens seront
dégagés est une bonne nouvelle
mais un million, c'est insuffisant
pour tout le pays. La présence de
ces services ne doit pas entraîner
de préjudice financier pour les
communes.
La ministre doit très rapidement
faire en sorte que les communes
de Hal-Vilvoorde soient traitées de
la même manière que les autres.
J'espère que des maisons de
justice seront créées pour que la
scission de Bruxelles-Hal-
Vilvoorde puisse également être
opérée au niveau judiciaire.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
benoeming van politierechters in Leuven" (nr. 6639)
15 Question de M. Dirk Claes à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la nomination de
15.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, dit is een zeer speciale vraag. Hoe meer ik mij in het dossier
vastbijt, hoe meer het mij verbaast wat er allemaal gebeurd is.
Ik heb dit dossier zelf niet opgestart, maar vanuit de rechtbank in
Leuven heeft men mij uitdrukkelijk gevraagd om tot enige actie over te
gaan. Het is de eerste keer dat ik dit meemaak.
Ik vat kort even samen wat er in het verleden is gebeurd. Eind 2004,
normaal gezien op 1 september 2004, zou een van de drie Leuvense
politierechters met pensioen gaan. Er werd hem gevraagd om nog
even te blijven, zodat de vervanging geregeld kon worden. Hij moest
toen blijven tot 31 december 2004. Er werd bijtijds, in mei 2004, een
vacature gepubliceerd. Ondertussen had u op 8 juli 2004 aan mijn
goede collega, senator Vandenberghe, een vierde en mogelijk zelfs
een vijfde politierechter beloofd. Leuven zou daarop ook recht
hebben, als men het aantal dossiers bekijkt dat daar wordt behandeld.
Op 19 oktober 2004 was er een voordracht van een kandidaat door
de Hoge Raad voor de Justitie. Bij mijn weten werd de Hoge Raad
voor de Justitie ingesteld om politieke benoemingen tegen te gaan.
Dat was een van de motieven. De voorzitter zal dit beter weten dan
ikzelf. Ik zit hier nog niet zo lang. De minister zal dat zelf ook wel
weten. Als ik dan vaststel wat er met die voordracht allemaal gebeurd
is, dan denk ik dat wij opnieuw de politieke toer zijn opgegaan. Mijn
besluit is dan ook: kunnen wij niet beter de Hoge Raad opnieuw
afschaffen, in dit geval? Blijkbaar heeft de Hoge Raad weinig zin, als
er op een dergelijke manier gewerkt wordt.
Wat is er gebeurd? De Hoge Raad werd door u, mevrouw de minister,
tot driemaal voor schut gezet. U hebt de deadline voor de voordracht
van de kandidatuur laten vervallen. Er kwam een aanmaning van de
Hoge Raad om toch over te gaan tot de benoeming. De minister heeft
ook die aanmaning naast zich neergelegd. Er werd een nieuwe
voordracht gevraagd door het kabinet. In tegenstelling tot die eerste
voordracht was de Hoge Raad voor de Justitie unaniem in zijn
voordracht. De eerste keer ging het om meer dan een tweederde
meerderheid. Mevrouw de minister, toch hebt u ook deze voordracht
niet gesteund.
Momenteel is er een nieuwe vacature gestart voor die derde
politierechter. Dat gebeurde op 29 maart 2005. Ondertussen heeft de
niet-weerhouden kandidaat een schorsing gevraagd van de beslissing
bij de Raad van State.
Ik heb ook eens nagekeken wat er allemaal in de dossiers staat,
zowel die van Raad van State als uw verweer, mevrouw de minister.
Ik vind de juridische argumenten dan toch wel zeer lichtzinnig. Het
gaat hier over de beoordeling van de voorzitter van de rechtbank van
eerste aanleg van Leuven, die drie kandidaten een zeer gunstig
rapport geeft. Mevrouw de minister, daarop zegt u dat die drie
15.01 Dirk Claes (CD&V): Le
tribunal de police de Louvain ne
compte que trois juges, ce qui est
insuffisant pour faire face à la
lourde charge de travail à laquelle
il est confronté. L'un de ces juges
avait souhaité prendre sa retraite
en septembre 2004, mais la
ministre avait reporté cette mise à
la retraite au 1
er
janvier 2005.
Lors de la création du Conseil
supérieur de la Justice, il avait été
prévu de mettre fin aux
nominations politiques mais les
faits qui se sont produits dans ce
dossier donnent à penser qu'il y a
à nouveau eu ingérence politique.
Le Conseil a présenté un candidat,
mais la ministre l'a ignoré à
plusieurs reprises. Elle a d'abord
laissé expirer le délai de
nomination, puis n'a pas donné
suite à sa mise en demeure. Le
Conseil a présenté un nouveau
candidat, cette fois à l'unanimité,
mais la ministre n'a pas soutenu
cette présentation. Le candidat
évincé a entre-temps saisi le
Conseil d'Etat d'une demande en
annulation de la décision.
L'argumentation par laquelle la
ministre a justifié le rejet manque
de fondement. Le président du
tribunal de première instance de
Louvain a émis un avis favorable
pour les trois candidats mais la
ministre a invoqué quelques
questions de détail pour rejeter les
candidatures.
Conséquence de cette situation, il
y a davantage de transactions à
Louvain et les juges sont amenés
à travailler aussi le samedi pour
résorber le retard. La prescription
risque d'intervenir dans certains
dossiers et la jurisprudence perd
de sa consistance. En fin de
compte, la sécurité routière elle-
même en pâtit. Quand le troisième
26/04/2005
CRIV 51
COM 571
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
kandidaten wel alledrie een zeer gunstig rapport krijgen, maar dat bij
de ene kandidaat bijvoorbeeld geschreven staat dat hij onvoldoende
vorming gevolgd heeft, zonder het echt te weten, want het is niet
geverifieerd. Hij heeft ook de kans niet gehad om daarvoor
bijkomende stukken in te dienen. Bij de andere kandidaat zit een
evaluatie die niet bij de andere kandidaat zit. Ik vind dat echt details.
Er staan immers veel andere feiten in die brief van de voorzitter van
de rechtbank van eerste aanleg waarin hij met heel wat andere
argumenten zegt dat het alledrie zeer goede kandidaten zijn. Men
haalt er dan echter een klein feitje uit. Van de tien argumenten haalt
men er een argumentje uit waarover men dan een procedure opstart
om niet over te gaan tot een benoeming.
Ik vind het zeer spijtig dat dit gebeurd is. Het geeft toch wel heel wat
problemen bij de politierechtbank in Leuven. Er zijn nu meer
minnelijke schikkingen in plaats van vervolgingen. De rechtbank had
een zeer goede naam. De politierechtbank werkte zeer goed en zeer
vooruitstrevend. De politierechters zelf zijn ontdaan. Zij zeggen zelf
dat ze nu 's zaterdags moeten werken om te proberen geen
achterstand op te lopen. Er dreigen ook verjaringen. Ook de
consistentie van de rechtspraak komt in het gedrang. Er zijn op de
politierechtbank reeds plaatsvervangende rechters geweest die
uitspraken gedaan hebben die niet stroken met de wetgeving, maar
die wel zullen aangeroepen worden als precedenten.
De goede naam en faam van de politierechtbank komt in het gedrang.
De verkeersveiligheid in het algemeen kan ook in het gedrang komen.
Wij, burgemeesters en gemeentebesturen, moeten instaan voor de
goede vervolging. Wij manen onze politiemannen aan om daarvan
werk te maken. Als wij dan vaststellen dat het blijft liggen op de
politierechtbanken, is dat zeer spijtig.
Ik had ook nog graag vernomen wanneer er een derde politierechter
zal komen? Wanneer zal er een vierde komen? Wanneer zal er een
vijfde komen? Waarom is die procedure op deze manier verlopen?
Ik vind het onbegrijpelijk. Ik heb nu alle stukken gelezen. Mevrouw de
minister, ik raad u aan om het eens uitvoerig te doen, dan zal u ook
moeten toegeven dat er dingen zijn gebeurd die niet pluis zijn.
juge de police sera-t-il remplacé?
Quand les juges supplémentaires
promis prendront-ils leurs
fonctions?
15.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je dois
dire que je suis très choquée par la question. Certes, je m'y attendais
un peu, au vu des articles de presse un peu surréalistes parus le 23
avril dernier.
J'estime que ce n'est vraiment pas rendre service à un magistrat en
particulier et à la Justice en général que de politiser ainsi les débats
de nomination. Voir un parti qui s'acharne de la sorte au profit d'un
candidat: qu'est-ce que cela signifie? Nous ne vivons plus à l'heure de
la politisation des nominations. C'est le passé. Peut-être votre parti
est-il triste que ce ne soit plus à l'ordre du jour - sauf pour le moment,
je suppose.
Mais c'est fini, c'est dépassé! Et vous êtes là à dire: "Mais, enfin, ce
candidat est parfait". Mais qu'est-ce que ça veut dire? Cela fait
longtemps que nous ne travaillons plus ainsi.
Je trouve aussi, monsieur le président, et je m'en ouvrirai au président
15.02 Minister Laurette Onkelinx:
Ik ben door deze kwestie ten
zeerste geschoffeerd. Het
benoemingsdebat aldus politiseren
is geen goede zaak voor een
magistraat in het bijzopnder en het
gerecht in het algemeen.
Wat betekent dat? Het politiseren
van de benoemingen is niet langer
van deze tijd. We werken allang
op een andere manier.
Ik vind eveneens, mijnhoor de
voorzitter, en ik zal de voorzitter
van de Kamer daarover spreken,
dat dergelijke debatten over
persoonlijke gevallen in strijd zijn
CRIV 51
COM 571
26/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
de la Chambre, qu'il est contraire au Règlement que l'on accepte des
débats de ce type portant sur des cas personnels. Je ne vais donc
pas suivre la voie ouverte par M. Claes. Je m'exprimerai donc
simplement en règle générale au sujet du tribunal de police de
Louvain.
met het reglement.
Ik ben me bewust van de problemen waarmee de Leuvense
politierechtbank te kampen heeft. Ik heb vastgesteld dat de werkdruk
er enorm hoog is, hetgeen bijkomende politierechters noodzakelijk
maakt.
Dat is de reden waarom de nieuwe vacature reeds werd gepubliceerd
in het Belgisch Staatsblad. De termijn voor de indiening van de
kandidaturen is thans lopende. Het is eveneens de reden waarom in
de eerstvolgende programmawet een uitbreiding van het kader van de
politierechtbank van Leuven zal worden opgenomen. Ik voorzie een
uitbreiding van het kader dat gradueel zal worden uitgebreid met twee
magistraten. Onmiddellijk na de goedkeuring van de programmawet
zal zeker een van deze betrekkingen worden opengesteld en
gepubliceerd.
Het is mijn grootste zorg dat de politierechtbank van Leuven zo snel
als mogelijk over voldoende personeel beschikt om haar vele werk te
kunnen verrichten. Ik wens daarbij niet te speculeren over een
mogelijke uitspraak van de Raad van State.
Je sais que la charge de travail est
particulièrement importante au
tribunal de police de Louvain et
que des juges supplémentaires
doivent être désignés. La nouvelle
vacance a déjà été publiée au
Moniteur belge et le délai pour le
dépôt des candidatures est en
cours. La prochaine loi-
programme prévoit une extension
du cadre du tribunal grâce au
recrutement de deux magistrats.
Je ne veux pas préjuger de la
décision du Conseil d'État.
15.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind het toch wel
zeer kras dat de minister in haar repliek mij durft beschuldigen voor
één kandidaat te rijden. Dat vind ik toch wel zeer kras. Dat is zeker
niet de bedoeling. Ik heb de bedoeling de werking van de
politierechtbank in Leuven op een normale manier te laten verlopen
en die had op een normale manier kunnen verlopen. Ik zeg u dat er in
dit dossier inmengingen zijn geweest die niet normaal zijn. Daarover
ging het. Ik heb geen bedoeling om voor een kandidaat te rijden. Ik
zal u trouwens zeggen dat de kandidaat die het niet geworden is,
iemand van VLD-signatuur is. Dan had de VLD dat maar moeten
doen. Dat heeft niets te maken met CD&V of met mijn partij, totaal
niks. Er zijn misschien andere krachten van andere partijen dan de
partij van de voorzitter en van mij die in Vlaanderen daar achterzitten.
Er zijn misschien andere partijen. Dan moet u maar eens bij de keizer
van Leuven gaan kijken wie daar achterzit.
Ik vind het wel heel goed van de minister dat zij zegt dat er in
bijkomende functies voorzien zullen worden en dat er een vierde en
vijfde politierechter zal kunnen benoemd worden. Dat vind ik een heel
goede beslissing. Ik denk dat Leuven daar ook recht op heeft in de
toekomst. Laat ons hopen dat er dan een normale werking komt. Ik
stel vast dat die nieuwe politierechter, die op 1 januari 2005 had
kunnen beginnen, niet is begonnen. Voor de problemen die er nu zijn
opgedoken tussen 1 januari 2005 en de benoeming van de derde en
de vierde politierechter, is de minister verantwoordelijk.
15.03 Dirk Claes (CD&V): Je ne
suis pas ici pour défendre un
candidat en particulier. Mon seul
objectif est d'améliorer le
fonctionnement du tribunal. Dans
ce dossier, il y a bien eu ingérence
politique, pas de notre côté mais
plutôt du côté de "l'empereur de
Louvain". Le candidat évincé est
d'ailleurs de la mouvance du VLD.
J'applaudis des deux mains à la
nomination de juges
supplémentaires et j'espère qu'elle
permettra de garantir à nouveau le
bon fonctionnement du tribunal. La
ministre porte néanmoins la
responsabilité des problèmes
rencontrés depuis le 1
er
janvier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.39 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.39 heures.