CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 564
CRIV 51 COM 564
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
mercredi
woensdag
20-04-2005
20-04-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de la Mobilité sur "l'homologation des véhicules
utilitaires" (n° 6394)
2
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Mobiliteit over "de homologatie van
bedrijfsvoertuigen" (nr. 6394)
2
Orateurs:
Jacqueline Galant, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Jacqueline Galant, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de Mme Jacqueline Galant au ministre
de la Mobilité sur "les assurances automobiles
pour les jeunes conducteurs" (n° 6539)
3
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
minister van Mobiliteit over "autoverzekeringen
voor jongeren" (nr. 6539)
3
Orateurs:
Jacqueline Galant, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Jacqueline Galant, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les tests de freinage de véhicules
en charge" (n° 6494)
5
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "remtesten van
voertuigen in beladen toestand" (nr. 6494)
5
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité, Jan
Mortelmans, Bart Laeremans
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit, Jan
Mortelmans, Bart Laeremans
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
7
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité
sur "le rapport annuel du service de médiation de
l'aéroport" (n° 6510)
8
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Mobiliteit over "het jaarverslag van de
ombudsdienst van de luchthaven" (nr. 6510)
8
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur
"le rapport annuel du médiateur de l'aéroport"
(n° 6547)
8
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van
Mobiliteit over "het jaarverslag van de
ombudsman van de luchthaven" (nr. 6547)
8
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"les adaptations apportées au plan de dispersion"
(n° 6565)
8
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "de aanpassingen aan het
spreidingsplan" (nr. 6565)
8
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"l'emploi des langues par le médiateur de
l'aéroport" (n° 6567)
8
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "het taalgebruik van de
ombudsman van de luchthaven" (nr. 6567)
8
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité
sur "l'adaptation récente du plan de dispersion"
(n° 6571)
8
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Mobiliteit over "de recente aanpassing van het
spreidingsplan" (nr. 6571)
8
Orateurs: Bart Laeremans, Simonne Creyf,
Renaat Landuyt
, ministre de la Mobilité,
Marie Nagy
Sprekers: Bart Laeremans, Simonne Creyf,
Renaat Landuyt
, minister van Mobiliteit,
Marie Nagy
Question de M. François Bellot au ministre de la
Mobilité sur "l'avenir des anciennes lignes 126 et
127 de la SNCB" (n° 6541)
28
Vraag van de heer François Bellot aan de minister
van Mobiliteit over "de toekomst van de vroegere
NMBS-lijnen 126 en 127" (nr. 6541)
28
Orateurs: François Bellot, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: François Bellot, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
MERCREDI
20
AVRIL
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
20
APRIL
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.07 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.07 heures par M. Francis Van den Eynde, président.

De voorzitter: De heer Bogaert heeft laten weten dat hij pas na 15 uur komt.

Vraag nr. 6228 van mevrouw Pécriaux werd teruggetrokken.

De eerste vraag is voor mevrouw Galant, maar ik zou eerst nog een vraag aan de minister willen stellen
over de werkzaamheden.

Mijnheer de minister, ik heb een brief ontvangen van mevrouw Creyf. Zij heeft het - hoe kan het ook anders
- over aanpassingen aan het spreidingsplan, het exact gebruik van de verschillende banen, de wijziging
enzovoort. Zij vraagt concreet aan de minister van Mobiliteit om, zodra over de aanpassing van het
banengebruik is beslist, een uiteenzetting in de commissie te houden met kaart en cijfermateriaal waarin
wordt aangegeven, A, hoe het oude banengebruik eruitzag, B, hoe het nieuwe eruitziet, C, welke zones
worden overvlogen en de evolutie daarin. Zij vraagt aansluitend ook een gedachtewisseling hierover. Ik
moet dat voorstel natuurlijk voorleggen aan de Conferentie van voorzitters, maar ik vraag u nu al of u
daartegen bezwaar hebt. Ik neem aan van niet. Ik heb u gehoord op de radio.


Minister Renaat Landuyt: Ik kan dat ook vandaag doen.
De voorzitter: U kunt dat ook vandaag uitleggen? Er zijn niet voldoende leden aanwezig. U hebt er dus
geen bezwaar tegen om dat te organiseren?

Minister Renaat Landuyt: Als mevrouw Creyf aanwezig was geweest,
had ik haar onmiddellijk een antwoord kunnen geven.

Er is maar één moeilijkheid. Dat is het aantal vluchten. Daarom is
iedereen nu in paniek, maar wij hebben waarschijnlijk een
fantastische spreiding gecreëerd.
Le président: Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre ni de vaincre pour persévérer!

Ik heb liever dat dit op de agenda staat. Dan heeft iedereen de kans om aanwezig te zijn.

Minister Renaat Landuyt: Ik denk dat hierover morgen ook vragen
zullen zijn in de plenaire vergadering.

Ik heb geen bezwaar tegen een afzonderlijke voorstelling, maar men
kan dat ook doen door de juiste interpellatie of vraag te stellen. Ik ben
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
in ieder geval bereid om zoveel mogelijk uitleg te geven over het
spreidingsplan. In de eerstkomende zitting ben ik al bereid om dat te
doen. Dat kan misschien gebeuren naar aanleiding van een vraag van
een parlementslid.

De voorzitter: Ik zal dit agenderen. Dan krijgt iedereen de kans om erbij te zijn.
01 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre de la Mobilité sur "l'homologation des véhicules
utilitaires" (n° 6394)
01 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Mobiliteit over "de homologatie van
bedrijfsvoertuigen" (nr. 6394)
01.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, depuis le 4 avril dernier, une circulaire impose une
différenciation plus nette entre un véhicule utilitaire et une voiture. Si
cette adaptation est plutôt logique, le cap sera vraisemblablement
difficile à passer pour les concessionnaires qui, précisément,
pouvaient prôner les avantages fiscaux pour vendre leurs 4x4. Cet
ajustement n'est-il pas préjudiciable tant aux concessionnaires qu'aux
automobilistes? Avez-vous l'intention de procéder à une régularisation
pour les véhicules mis en circulation avant la date du 6 avril? Pouvez-
vous fournir une explication quant au choix de la date de la mise en
vigueur de cette circulaire? Ne pouvait-on attendre le 1
er
janvier
prochain, par exemple? Qu'en est-il des directives pour les
camionnettes et autres réels véhicules utilitaires? La FEBIAC estime
que les mesures seront encore plus restrictives à dater de l'an
prochain. Pouvez-vous me fournir quelques mots d'explication à ce
sujet?
01.01 Jacqueline Galant (MR):
Sinds 4 april jongstleden maakt
een omzendbrief een duidelijk
onderscheid tussen lichte
vrachtwagens en wagens. Werkt
deze aanpassing niet in het nadeel
van de autobestuurders en van de
concessiehouders die van het
fiscale voordeel een verkoops-
argument voor de terreinwagens
maakten? Zal u de toestand van
de voertuigen die vóór 6 april in
gebruik waren genomen,
regulariseren? Hoe staat het met
de bestelwagens en de andere
lichte vrachtwagens? FEBIAC
vermoedt dat volgend jaar nog
strengere maatregelen zullen
volgen. Klopt dit?
01.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, à partir du 1
er
janvier prochain, il ne sera plus nécessaire
d'expliquer la situation actuelle puisqu'elle ne se présentera plus. En
janvier dernier, j'avais déjà signalé que les règles en vigueur devaient
être respectées et surtout ne devaient pas être interprétées d'une
manière minimaliste. J'ai tenu à souligner la nécessité du respect des
règles en cette matière. Il ne doit y avoir aucun délai. Autrement, ce
serait accorder encore du temps à ceux qui ne suivent pas les règles
en vigueur.
01.02 Minister Renaat Landuyt:
Vanaf 1 januari eerstkomend zal
de situatie niet meer moeten
worden uitgelegd omdat zij zich
niet meer zal voordoen. In januari
had ik erop gewezen dat de
geldende regels moesten worden
nageleefd en niet op een
minimalistische wijze mochten
worden geïnterpreteerd. Daartoe
was in geen enkele termijn
voorzien. Mocht dat het geval
geweest zijn, dan zou men
degenen die zich niet aan de
geldende regels houden meer tijd
gunnen.
01.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je prends acte de votre réponse qui est pour le moins très
vague.

Monsieur le ministre, jusqu'à présent, tous les acheteurs de voitures
étaient autorisés à transformer leur véhicule en véhicule utilitaire. Une
mesure prise par le ministre des Finances a permis la poursuite de
cette pratique. Et vous, vous décidez, du jour au lendemain, que ce
n'est plus autorisé. Il faut savoir que les concessionnaires ont des
01.03 Jacqueline Galant (MR):
Uw antwoord is niet erg precies.
Alle personen die een voertuig
aankochten kregen de toelating
om hun voertuig om te bouwen tot
een lichte vrachtwagen. De
minister van Financiën had een
maatregel uitgevaardigd waardoor
men dat mocht blijven doen, maar
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
véhicules en commande et qu'ils ont dû changer leur politique de
vente du jour au lendemain. Une communication un peu plus claire
sur le sujet aurait sans doute été nécessaire pour l'ensemble des
concessionnaires qui, jusqu'à présent, étaient autorisés à vendre de
tels véhicules.
u heeft van vandaag op morgen
beslist dat zulks niet meer
toegestaan is! De concessie-
houders hebben hun verkoop-
beleid plotseling moeten
aanpassen. Men had degenen die
tot dusver dergelijke voertuigen
mochten verkopen op een
degelijke manier moeten inlichten.
01.04 Renaat Landuyt, ministre: J'ai seulement dit que tout était
possible. J'ai seulement voulu mettre les points sur les i. Ce n'est pas
parce que plus en plus de gens ne respectent pas les normes qu'il
faut les modifier. Il n'est pas sain de donner du temps à ceux qui ne
respectent pas les normes.
01.04 Renaat Landuyt, ministre:
J'ai seulement voulu préciser les
choses. Ce n'est pas parce que
les gens ne respectent plus les
règles qu'il faut leur donner du
temps, voire changer les normes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Jacqueline Galant au ministre de la Mobilité sur "les assurances automobiles
pour les jeunes conducteurs" (n° 6539)
02 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de minister van Mobiliteit over "autoverzekeringen voor
jongeren" (nr. 6539)
02.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, on sait que les assureurs automobiles considèrent avec
méfiance les conducteurs inexpérimentés, statistiquement plus
enclins à être impliqués dans les accidents de la route.

Cette méfiance généralisée, qui se traduit par des primes plus
élevées, a tendance à induire un comportement dangereux. Les
parents concluent à leur nom la police d'assurance mais omettent
parfois, délibérément ou non, d'indiquer le nom de leur enfant comme
conducteur principal. En cas d'accident, la compagnie d'assurances
peut alors refuser d'indemniser les tiers lésés et conserver à titre de
dommage les primes payées jusqu'au jour où elle a pris connaissance
des faits.

Ne serait-il pas indispensable de re-préciser clairement les choses,
voire d'établir un programme qui permette aux jeunes conducteurs de
bénéficier de primes accessibles sans demander à leurs parents de
signer les contrats à leur place? Les assureurs ne pourraient-ils pas
être plus tolérants à l'égard de ceux, par exemple, qui auraient suivi
une formation spécifique?
02.01 Jacqueline Galant (MR):
De autoverzekeraars bejegenen
de onervaren bestuurders met
enig wantrouwen omdat deze
laatsten vaker bij verkeers-
ongevallen betrokken zijn.

Dit wantrouwen wordt vertaald in
hogere verzekeringspremies, wat
op zijn beurt dan weer tot
onverantwoord gedrag leidt. De
ouders van jongeren sluiten de
verzekering zelf en laten daarbij na
om hun kind als voornaamste
bestuurder op te geven. Bij een
ongeval weigert de verzekerings-
maatschappij de benadeelde
derden te vergoeden en bewaart
ze de betaalde premies als
schadevergoeding totdat ze van
de feiten kennis heeft genomen.

Moet een en ander niet beter
toegelicht worden zodat de
premies voor jonge bestuurders
betaalbaar zijn? Kunnen de
verzekeraars niet meer tolerantie
aan de dag leggen ten aanzien
van de jongeren die een opleiding
zouden gevolgd hebben?
02.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, mes chers
collègues, ma chère collègue, en ce qui concerne votre première
02.02 Minister Renaat Landuyt:
Wat uw eerste vraag betreft, naar
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
question, conformément à l'article 3, 1 du contrat type, en annexe de
l'arrêté royal du 14 décembre 1992, la personne qui conduit la voiture
au moment de l'accident ne joue en soi aucun rôle, à condition
toutefois que le contrat d'assurance ait été conclu en toute validité
légale.

Ainsi, lors de la conclusion d'un contrat, le nom du conducteur
principal de la voiture doit être communiqué. Lorsque le preneur
d'assurance tait de manière trompeuse l'identité du conducteur
principal réel et indique un autre nom, le contrat n'est pas valable et
l'assureur se fera rembourser l'indemnisation par le preneur
d'assurance. En latin, ce procédé se dit "fraus omnia corrumpit".

A l'article 9, 2 du contrat type, il est dit que "lorsque les données sur le
risque sont volontairement tues ou sont incorrectement
communiquées de manière volontaire et que cela induit la société en
erreur lors de l'appréciation du risque, le contrat est nul."

Par rapport à la moyenne, le risque d'accident pour un jeune
conducteur de voiture est quatre fois plus élevé; l'âge du conducteur
principal est dès lors considéré par les assureurs comme un élément
nécessaire de l'appréciation du risque.

En concertation avec les jeunes, les organisations de jeunes et les
experts de la sécurité, le système de formation actuel fera l'objet
d'une radioscopie. On examinera la possibilité d'introduire un nouveau
système. J'impliquerai également le secteur des assurances dans
cette évaluation. L'introduction d'un nouveau système de formation
dans lequel les risques d'accident sont réduits jettera en outre les
bases objectives du système de bonus-malus des assurances, ce qui
contribuera à rendre de nouveau abordables les primes d'assurance
des jeunes conducteurs.

Comme vous le savez, je pense ici en tout premier lieu à une sorte de
permis de conduire à étapes, ce sans dire comment procéder
concrètement. En effet, pour le moment, je reçois de nombreuses
propositions des organisations qui me soumettent des modèles. Le
modèle le plus séduisant est pour l'instant celui d'une association
flamande d'automobilistes, le VAB, qui est le grand concurrent de
Touring et qui m'a donné un modèle basé sur son expérience,
réellement applicable. Pour le reste, j'attends d'autres contacts avec
les associations.

En ce qui concerne les assureurs eux-mêmes, je dois vous informer
du fait que le ministre de l'Économie est le ministre compétent pour
mener les discussions concernant le prix des assurances.

Mes collègues expriment une plus grande confiance que moi à l'égard
du marché et des assureurs.

Dès que nous disposerons d'éléments concrets, à savoir une sorte de
système par étapes, je pense que nous pourrons influencer le débat
avec les assureurs.
luid van artikel 3, 1, van de
modelovereenkomst gevoegd bij
het koninklijk besluit van 14
december 1992, speelt het geen
enkele rol wie het voertuig op het
ogenblik van het ongeval bestuurt,
op voorwaarde dat het
verzekeringscontract geldig werd
gesloten.

Bij het afsluiten van de
overeenkomst moet de naam van
de eigenlijke voornaamste
bestuurder worden meegedeeld.
Zoniet, is het contract op grond
van het beginsel "fraus omnia
corrumpit" nietig en moet de
verzekeringsnemer de verzekeraar
terugbetalen. Artikel 9, 2, van het
modelcontract bepaalt dat
wanneer de gegevens in verband
met risico's bewust worden
verzwegen of foutief worden
voorgesteld zodat de maatschappij
wordt misleid, het contract nietig
is.
Een jonge bestuurder heeft vier
keer meer kans op een ongeval
dan het gemiddelde; zijn leeftijd
wordt dus beschouwd als een
noodzakelijk element voor de
inschatting van het risico.

De huidige opleiding zal worden
doorgelicht en men zal de
mogelijkheid onderzoeken om een
nieuw systeem in te voeren
waarbij de kans op ongevallen
beperkt is. Zodoende verkrijgt men
een objectieve basis voor het
bonus-malus-systeem, wat er
mede zal toe bijdragen dat de
verzekeringspremies voor jonge
bestuurders betaalbaar worden. Ik
denk daarbij aan een soort
rijbewijs in verschillende stappen.
Ik krijg thans voorstellen in die zin.
Het meest aantrekkelijke model is
dat van een Vlaamse vereniging,
de VAB, een concurrent van
Touring. Zij heeft een model
uitgewerkt dat gebaseerd is op
haar ervaring en dat echt in de
praktijk kan worden toegepast.
Voor het overige wacht ik nog af
tot wanneer andere contacten
hebben plaatsgevonden.
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

De verzekeringspremies vallen
onder de bevoegdheid van de
minister van Economie.

Mijn collega's hebben alle
vertrouwen in de markt en de
verzekeraars. Als we over
concrete elementen beschikken,
zullen we op de gesprekken met
de verzekeraars kunnen wegen.
02.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse.

Si je puis me permettre d'émettre une suggestion au niveau de la
commission, je demanderais que nous soyons informés du suivi des
travaux de votre groupe de travail avant qu'une décision ne tombe. Il
serait préférable de travailler ensemble plutôt que de ne disposer que
d'une solution qui émanerait uniquement de votre cabinet. Il serait
souhaitable qu'il y ait plus de concertation et d'échange d'informations
avec les membres de la commission intéressés par le sujet.
02.03 Jacqueline Galant (MR):
Ik vraag dat we op de hoogte
worden gehouden van de
voortgang van de
werkzaamheden. Het is beter dat
we samenwerken dan dat we ons
moeten beperken tot de oplossing
die uw kabinet voorstelt.
02.04 Renaat Landuyt, ministre: Afin d'éviter que le parlement ne
vote pas mes propositions, je vous informerai!
02.04 Minister Renaat Landuyt:
Ik zal u op de hoogte houden
zodat u mijn voorstellen kan
goedkeuren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "remtesten van voertuigen
in beladen toestand" (nr. 6494)
03 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les tests de freinage de véhicules
en charge" (n° 6494)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, dit is een
redelijk technische vraag over remtesten in beladen toestand.

Het KB van 17 maart 2003 tot wijziging van het KB van 15 maart 1968
bepaalt in zijn artikel 6 dat de voertuigen met een maximaal
toegelaten massa van meer dan 3,5 ton vanaf 1 oktober 2005, dus
over een klein half jaar, zullen worden onderworpen aan een nieuwe
test, teneinde hun remdoelmatigheid in beladen toestand te
controleren. De test zal plaatsvinden in het kader van de technische
keuring van de voertuigen.

Het KB van 17 maart 2003 laat toe om de voertuigen aan te bieden
hetzij in lege toestand, hetzij voor tweederde geladen. Indien men
voor de lege toestand opteert, wordt via de RD-methode de beladen
toestand gesimuleerd en moet men zich maar één keer aanbieden. In
de praktijk blijken er bij het testen via die methode van de toestellen
nogal wat problemen op te duiken voor sommige lege voertuigen, die
niet naar behoren zouden kunnen worden gecontroleerd, omdat de
vereiste minimale druk van 2 bar niet bereikt kan worden. Bovendien
zou men bij die controles geen rekening houden met het feit dat een
voertuig uitgerust is met een retarder, een soort hulpsysteem bij het
remmen dat steeds meer voorkomt bij de moderne vrachtwagen.
03.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): A partir du 1
er
octobre
2005, l'efficacité de freinage des
véhicules dont la masse maximale
autorisée dépasse 3,5 tonnes sera
contrôlée à l'aide d'un nouveau
test, lors du passage au contrôle
technique. La méthode RD
permettra de simuler la charge
d'un véhicule à vide.

Il apparaît toutefois que les tests
posent problème pour les
véhicules à vide qui ne peuvent
pas atteindre la pression minimale
de deux bars. Le ministre prévoit-t-
il un règlement particulier pour ces
véhicules, par exemple par le biais
d'une attestation du constructeur
ou du garagiste?

Le ministre pourrait-il également
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Tevens vernam ik dat er een groot prijsverschil is naargelang het
personeel van het controlestation de controle kan uitvoeren vanop de
werkvloer dan wel of het zich in de werkput moet begeven, alhoewel
de extra tijd hiervoor vrij beperkt is.

Ik heb volgende vragen, mijnheer de minister. Wat overweegt u te
doen voor voertuigen die de minimale druk van 2 bar niet kunnen
halen? Het gaat hier over de meerderheid van de containerchassis
waarvan het gewicht te laag blijkt te zijn om de minimale druk te
halen. Overweegt u een attest van de garagist of de constructeur te
aanvaarden in deze gevallen?

Waarom houdt men bij de appreciatie van de remdoelmatigheid bij
voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen, geen rekening
met de afwezigheid van een retarder en dit naar analogie van de
autocars? Voor die laatste voertuigen is er naar verluidt een soort
gedoogbeleid bij de remcontrole.

Waarom moet de vervoerder 25 euro betalen wanneer het personeel
in de werkput moet gaan om de drukmeetpunten aan te kunnen
brengen, terwijl hij slechts 7 euro moet betalen wanneer die persoon
ze kan aanbrengen vanop de werkvloer?
préciser pourquoi le test ne tient
pas compte de la présence ou de
l'absence d'un ralentisseur?

J'aimerais également savoir
pourquoi le prix du contrôle est
beaucoup plus élevé lorsque le
contrôleur doit descendre dans la
fosse d'inspection pour placer des
répliques des prises de pression.
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zou eerst iets willen vragen. Een zaak konden mijn deskundigen niet
uitleggen. Wat is een retarder?
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Dat is een hulpmiddel bij het
remmen. Moderne vrachtwagens worden daarmee uitgerust. Het
schakelt de motor mee in om de remschijven te assisteren.
03.04 Minister Renaat Landuyt: Wij zoeken reeds een aantal dagen
naar de retarder.
03.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Men kan dat snel vinden via
internet.
03.06 Minister Renaat Landuyt: Men kan reeds jaren remmen op de
motor, maar de retarder moet toch wel iets speciaals zijn.

Wat betreft uw eerste vraag, het volgende. Ondanks het feit dat geen
enkele deskundige mij kon uitleggen wat een retarder is erkent men
wel dat er voor een klein percentage nog proeven bezig zijn, met
opvolgingsvergaderingen, om te kijken hoe men dit testen in geladen
toestand moet doen. Het zou echter slechts gaan om een klein
percentage. Het gaat over die minimale druk van 2 bar, dat u
technisch zo goed hebt uitgelegd in uw vraag.

In verband met uw tweede vraag zegt men mij dat de uitvoering van
de remproef op de rollenremmeter, dat zijn de rollen waarmee men
de rem meet, gebeurt in de neutraalstand van de versnellingsbak. In
het geval van een motorrem of een hydraulische vertrager - misschien
is dat wel de retarder - is het effect op de remkracht nihil. Wanneer
het om een elektrische vertrager gaat, zoals een Telma, is door het
lage toerental van de cardanas de invloed op de remkracht
verwaarloosbaar.
03.06 Renaat Landuyt, ministre:
En ce moment, nous cherchons
toujours une solution en ce qui
concerne le très petit pourcentage
de véhicules pour lesquels la
pression minimale de 2 bars n'est
pas atteinte.

Le test des freins sur rouleaux se
fait au point mort. L'effet sur la
force de freinage est nul pour les
freins moteurs ou freins
hydrauliques et négligeable pour
les freins électriques.

Le GOCA, Groupement des
Organismes agréés de Contrôle
automobile, a réalisé un petit film
expliquant l'augmentation du prix
si le contrôleur doit descendre
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Men plaatst de vrachtwagen dus op een rolsysteem en dat systeem
test de werking autonoom.

Ten derde, de drukmeetpunten die toegankelijk zijn vanaf de
werkvloer, kunnen op een gemakkelijke en vlugge manier worden
aangesloten. De GOCA, de vereniging die de belangen van de
keuringscentra behartigt en die alles zo goed mogelijk uitwerkt in
goede samenspraak met de administratie, heeft mij zelf een filmpje
getoond waarmee men reclame maakt bij de vervoersbedrijven. In het
filmpje legt zij uit waarom zij meer moet vragen voor het ene dan voor
het andere. Zij heeft zelfs een filmpje waarin zij de twee beelden
naast elkaar plaatst. Als men het ene systeem vergelijkt met het
andere systeem, is de eindconclusie, gelet op het tijdsverschil, dat de
kostprijs minder is. Men is dus in staat om het prijsverschil te
objectiveren. Dat is ook de reden waarom zij bezig is met een soort
van roadshow voor de bedrijven waarbij zij uitlegt hoe die testen
zullen gebeuren. Voor mij is het essentiële punt in dat filmpje het
visueel duidelijk maken van het verschil in de kostprijs.
dans la fosse d'inspection pour
placer les prises de pression. Cet
organisme prépare également
l'organisation de "roadshows" pour
les sociétés.
03.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, de vragen
in de sector zijn ook naar aanleiding van die roadshow ontstaan. Het
is op basis van dat filmpje waarover u spreekt om het verschil in
kostprijs aan te duiden, dat de sector zegt dat het verschil in kostprijs
niet zo groot zou mogen zijn, omdat het verschil in tijd niet zo groot is.

Ik wou u ook nog vragen of ik over uw schriftelijk antwoord mag
beschikken.
03.07 Jef Van den Bergh
(CD&V): C'est précisément à
l'occasion de ce "roadshow" que le
secteur a exprimé ses attentes,
estimant que le surcoût n'est pas
justifié par l'allongement du délai.
03.08 Minister Renaat Landuyt: Gelet op de gevoeligheid heb ik er
geen probleem mee om u de letterlijke versie van mijn antwoord te
geven. Ik zal de boodschap dat de sector het prijsverschil niet
verantwoord vindt, met plezier aan de GOCA overbrengen.
03.09 Jan Mortelmans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, het verbaast mij een beetje dat uw diensten niet
hebben gevonden wat een retarder is. Ik heb zonet op internet, via
Google, gezocht naar de retarder en onder punt vier vind ik de Scania
Retarder. Ik veronderstel dat dit een merk is. Een gedeelte van de
uitleg luidt als volgt: "De Scania Retarder is een vitaal onderdeel
middenin in het hart van een opmerkelijk effectief rijhulpmiddel: het
geïntegreerde remsysteem,...." Er volgen dan nog twintig of dertig
regels uitleg over de retarder. Dit, ter volledigheid van het dossier.
03.10 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik zal dat met
plezier meenemen naar mijn diensten.
03.11 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Misschien is er op het
kabinet nog geen internet beschikbaar.
03.12 Minister Renaat Landuyt: Misschien staat er wel een retarder
op hun internetaansluiting. De minister kennende zou mij dat niet
verbazen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit over "het jaarverslag van de ombudsdienst
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
van de luchthaven" (nr. 6510)
- mevrouw Marie Nagy aan de minister van Mobiliteit over "het jaarverslag van de ombudsman van de
luchthaven" (nr. 6547)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de aanpassingen aan het
spreidingsplan" (nr. 6565)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "het taalgebruik van de ombudsman van
de luchthaven" (nr. 6567)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Mobiliteit over "de recente aanpassing van het
spreidingsplan" (nr. 6571)
04 Questions jointes de
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité sur "le rapport annuel du service de médiation de
l'aéroport" (n° 6510)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "le rapport annuel du médiateur de l'aéroport"
(n° 6547)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "les adaptations apportées au plan de dispersion"
(n° 6565)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "l'emploi des langues par le médiateur de
l'aéroport" (n° 6567)
- Mme Simonne Creyf au ministre de la Mobilité sur "l'adaptation récente du plan de dispersion"
(n° 6571)

De voorzitter: Mevrouw Nagy is op weg naar hier. Mijnheer Laeremans, de eerste en de laatste vraag
worden gesteld door mevrouw Creyf en ik neem aan dat u er geen bezwaar tegen hebt dat mevrouw Creyf
haar twee vragen na elkaar stelt?
04.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
heb daartegen geen enkel bezwaar.
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, zoals altijd bent u breeddenkend en tolerant, waarvoor mijn dank.
04.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn eerste vraag gaat inderdaad over het jaarverslag van de
ombudsdienst van de luchthaven. U bent daarover vorige week in
openbare vergadering door de heer de Donnea ondervraagd en u
hebt toen zelf gezegd dat u eigenlijk wenste te wachten tot u meer
informatie had over de herkomst van de klachten enzovoort, met
andere woorden, tot u wat meer duidelijkheid had over de gegevens.
Ik hoop dat u ondertussen wat dat betreft al wat informatie hebt
gehad.

We hebben gelezen in een krantenartikel dat de ombudsdienst voor
de luchthaven van Zaventem in 2004 nagenoeg 41.000 dossiers
behandeld heeft, tegenover 2.281 in 2003. In de eerste twee
maanden van dit jaar loopt het aantal klachten al op tot meer dan
20.000. In ongeveer 13.000 dossiers gaat het om gepersonaliseerde
klachten, hoofdzakelijk via e-mail verstuurd. De andere dossiers
betreffen de overschrijdingen die automatisch zijn vastgesteld op de
geluidsmeter in Wezembeek-Oppem en Kraainem. Het grootste deel
van de klachten komt van Franstaligen en slechts 15% zou komen
van Nederlandstalige bewoners. De ombudsdienst stelt in zijn
jaarverslag voor ­ dit is wel merkwaardig ­ om bij voorkeur de piste
02 te gebruiken. Dat hebben we in elk geval kunnen lezen in een paar
persberichten. Vandaar mijn vragen, waarop graag een antwoord.

Is het jaarverslag publiek, mijnheer de minister? Kan dat ja of nee aan
ons worden bezorgd? Het zou interessant zijn het in te kunnen kijken.
Kloppen de cijfers in verband met de klachten? Hoe verklaart u de
explosieve toename?
04.02 Simonne Creyf (CD&V):
Selon la presse, le service de
médiation de l'aéroport a traité
près de 41.000 dossiers en 2004,
contre 2.281 en 2003. Pour les
deux premiers mois de cette
année, il semblerait que le nombre
de plaintes atteigne déjà le cap
des 20.000. 13.000 dossiers
concernent des plaintes de
citoyens alors que le reste porte
sur des dépassements des
normes sonores constatés par les
sonomètres automatiques.
Seulement 15% des plaintes
proviennent de citoyens
néerlandophones.

Dans son rapport annuel, le
service de médiation propose
d'utiliser de préférence la piste 02.

Le ministre peut-il nous fournir ce
rapport annuel? Les chiffres cités
sont-ils exacts? Comment le
ministre explique-t-il l'augmenta-
tion exponentielle du nombre de
plaintes? Comment explique-t-il la
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9

Hoe verklaart u het grote verschil in aantal klachten tussen
Franstaligen en Nederlandstaligen? Klopt het dat de helft van de
klachten komt van 7 families?

Kan u een overzicht geven van het percentage per gemeente op het
totaal aantal klachten, uiteraard voor de gemeenten waar het
percentage hoger ligt dan 5%? Kan u ook voor elk van die gemeenten
de verhouding geven in het bevolkingsaantal tussen Franstaligen en
Nederlandstaligen?

Hoe verklaart u ook het enorme aantal dossiers dat automatisch is
vastgesteld door geluidsmeters? Hoe evolueerde dat tegenover het
jaar ervoor?

Dan is er de merkwaardige suggestie van de ombudsdienst om bij
voorkeur piste 02 te gebruiken, wat uiteraard in strijd is met de
beslissing die u net onder druk hebt moeten nemen. Welke motivatie
heeft de ombudsdienst hiervoor gegeven? Wat zal u dan uiteraard
doen met die suggestie van de ombudsdienst?

Ik koppel dat nu aan mijn vraag in verband met het spreidingsplan.

Op 18 april besliste het kernkabinet over een wijziging van het
spreidingsplan.

Mijnheer de minister, in verband daarmee had ik graag een antwoord
op de volgende vragen.

Kunt u een toelichting geven bij dat nieuwe plan?

Welke gemeenten zullen nu meer en welke minder belast worden?
Kunt u daarover ook cijfergegevens geven?

Hebt u de bijkomende last over de verschillende gemeenten
uitgetekend? Bijvoorbeeld, wat is nu het gevolg voor de piste Zemst-
Perk-Steenokkerzeel-Bonheide, die door het nieuwe plan, zwaar
overvlogen zou zijn? Wat is de bijkomende last voor Sterrebeek en
Tervuren tot Leuven-Huldenberg?

Over hoeveel gehinderde personen gaat het in totaal?

Zal Brussel meer of minder vluchten krijgen dan in de vorige versie
van het spreidingsplan?

Waarom kiest u niet voor de Kanaalroute die de economisch meest
verdedigbare route is, aangezien er dan geen omweg rond Brussel
gemaakt moet worden?

Waarom komt er nogmaals een nieuwe studie over het
spreidingsplan? De hoeveelste studie is dat? Wie zal die uitvoeren?
Welke concrete antwoorden verwacht u daaruit? Wat verwacht u dat
die studies meer kunnen bieden dan al de informatie waarover u
reeds beschikt?

Wie of wat bepaalt de criteria om spreiding te definiëren? Hanteert
men een rekenkundig model? In welke mate houdt men rekening met
de bestemming van de vluchten?
grande différence entre le nombre
de plaintes de francophones et de
néerlandophones? Est-il exact que
la moitié des plaintes proviennent
de sept familles? Le ministre peut-
il donner un aperçu du nombre de
plaintes par commune, accompa-
gné chaque fois du nombre
d'habitants francophones et
néerlandophones? Comment le
ministre explique-t-il le grand
nombre de dépassements des
normes sonores constatés par les
sonomètres? Quel sort réservera-
t-il à la suggestion du service de
médiation visant à utiliser
davantage la piste 02?

Le 18 avril, le cabinet restreint a
décidé de modifier le plan de
dispersion. Le ministre peut-il
commenter le nouveau plan?
Dans quelles communes les
nuisances seront-elles désormais
réduites et où augmenteront-elles?
Y aura-t-il plus ou moins de
survols de Bruxelles? Pourquoi
n'utilise-t-on pas la route dite du
Canal? Pourquoi demande-t-on la
réalisation d'une nouvelle étude?
Quand la loi sera-t-elle prête? Le
ministre peut-il garantir qu'il y aura
un consensus entre la Flandre et
Bruxelles avant la publication de la
loi?
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Wanneer kunnen wij de wet verwachten? Kunt u garanderen dat er
voor de verschijning van de wet consensus over de inhoud zal zijn
met Vlaanderen en met Brussel?
04.03 Renaat Landuyt, ministre: Il s'agit de la proposition
d'emprunter la route du Canal, n'est-ce pas?
04.04 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, dat is uw
suggestie. De vraag luidt: waarom doet u dat niet?
04.05 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, il me semble que
ce rapport contient des informations intéressantes sur le nombre de
plaintes, sur les propositions à avancer pour des alternatives de type
moins "politique" que technique et qu'il prend en compte certaines
questions...
04.05 Marie Nagy (ECOLO): Dit
verslag bevat belangwekkende
informatie over het aantal
klachten, over meer technische
dan gepolitiseerde alternatieven,
enz.
04.06 Renaat Landuyt, ministre: On fait circuler des textes que je
n'ai pas reçus moi-même!
04.06 Minister Renaat Landuyt:
Men deelt hier teksten rond die ik
zelf niet heb gekregen.
04.07 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, c'est un
document qui vaut la peine d'être diffusé et je m'étonne de ce que
vous dites. C'est votre point de vue, soit. Il faut rappeler qu'il s'agit du
rapport des deux médiateurs car le texte est déposé par le médiateur
francophone et le médiateur néerlandophone. C'est important de le
souligner car il faut disposer de propositions tenant compte de
mesures techniques comme la densité, comme dans tous les
aéroports européens et même du monde, ainsi que du vent, de la
sécurité, de la réduction des nuisances. Il existe des critères objectifs
qui sont utilisés pour élaborer des propositions de routes.

Les plaintes constituent un élément important. Elles portent
essentiellement sur certaines routes, surtout sur les conditions dans
lesquelles elles sont utilisées, et sur le fait que ces routes survolent
ou non des zones densément peuplées.

Monsieur le ministre, je voudrais savoir très précisément quel accueil
vous avez réservé au rapport et quel est le suivi donné aux plaintes.
Je sais que vous avez répondu à ma collègue Isabelle Durant que
vous ne comptiez pas les plaintes. Vous aviez donc le rapport puisque
vous avez pu répondre à Mme Durant au Sénat la semaine passée.

Vous ne comptiez pas les plaintes mais les personnes et c'est vrai
que c'est un élément important, de même que le critère de densité de
la population.

Par conséquent, j'aimerais connaître le suivi donné aux plaintes. Quel
est le suivi des propositions relatives aux routes? En ce qui concerne
l'accord intervenu à la suite de l'arrêt de la cour d'appel de Bruxelles
du 17 mars, je souhaiterais savoir ­ je vous avais questionné à ce
sujet la semaine dernière mais vous ne m'aviez pas répondu ­ si les
AIP avaient été pris. Ont-ils été envoyés? Etant donné que vous avez
jusqu'au 27 avril pour apporter des changements, quel est le délai
d'exécution?

La question des vents telle que prévue dans cet arrêt est-elle prise en
04.07 Marie Nagy (ECOLO): Het
is het verslag dat zowel door de
Nederlandstalige als door de
Franstalige ombudsman werd
opgesteld. Aan de hand van
objectieve criteria, zoals de
bevolkingsdichtheid, de wind of de
veiligheid, die door alle Europese
luchthavens en zelfs overal ter
wereld worden gebruikt, kunnen
we mogelijke vliegroutes opstellen.

De klachten zijn een belangrijk
element. Ze slaan immers op de
routes en de manier waarop deze
worden gebruikt evenals op de
bevolkingsdichtheid van de
gebieden die onder de routes
liggen.

Ik zou graag precies vernemen
wat uw reactie op dit verslag is.
Welk gevolg werd er aan de
klachten gegeven?

Ik weet dat u over het verslag
beschikte vermits u vorige week in
de Senaat aan mevrouw Durant
heeft geantwoord dat u de
klachten niet bijhield.
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
considération dans les nouvelles décisions?

Par ailleurs, j'avoue être perplexe en lisant le commentaire du
gouvernement flamand sur votre accord. Vous le présentez comme
un accord équilibré mais, dans le communiqué du gouvernement
flamand, il est indiqué qu'ils se réjouissent que la plupart des vols
devant abandonner la piste 02 soient renvoyés sur la Région
bruxelloise. Je suis étonnée de cette réaction et souhaiterais
connaître la répartition réelle des détournements effectués étant
donné votre obligation de sortir de l'utilisation préférentielle de la piste
02.
04.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, voor
de goede orde en opdat op ordentelijke wijze geantwoord kan worden,
zal ik beginnen met de vraag over de ombudsdienst. De twee andere
sprekers hebben ook eerst daarover iets gezegd.

Wat mij verbijsterde de afgelopen dagen, mijnheer de minister, is dat
de aanvankelijk enige ombudsman ­ hij is ondertussen vergezeld van
een Nederlandstalige, maar oorspronkelijk was de enige ombudsman
de heer Touwaide, die Franstalig is ­ tegenwoordig aan wie hem in
het Nederlands een e-mail stuurt met een vraag om uitleg of om een
klacht in te dienen, Engelstalige antwoorden zendt. Dat is toch wel
merkwaardig. Ik heb natuurlijk in eerste instantie aan hemzelf
gevraagd wat er aan de hand is en nadat ik zo'n antwoord had
ontvangen, heb ik hem kort gevraagd waarom hij in het Engels
antwoordt. Toen antwoordde de ombudsman mij in mijn hoedanigheid
van volksvertegenwoordiger: "Just because English is the official
language used in aviation." Het zou mij verbazen dat hij ook de
Franstaligen in het Engels antwoordt.

Een dergelijk antwoord, mijnheer de minister, hoef ik niet te nemen.
Het is buitengewoon grof, temeer daar die man met overheidsgeld
werkt en een hele staf heeft om hem te ondersteunen, waarin ook
Nederlandstaligen zitten.

Vroeger kon hij wel in het Nederlands antwoorden. Bovendien is er nu
ook een Nederlandstalige ombudsman. Hij had de vraag kunnen
doorspelen aan de Nederlandstalige ombudsman. Het getuigt van een
buitengewone arrogantie, van een gevoel van verhevenheid boven het
gewone volk, om dat soort antwoorden te geven.

Welke initiatieven hebt u reeds genomen om die ombudsman tot de
orde te roepen? En als hij niet tot de orde geroepen kan worden ­
misschien wil hij ook niet tot de orde geroepen worden en is hij
gewoon zijn werk daar beu en wil hij de bons krijgen ­ wat bent u dan
van plan? Is zijn positie dan te handhaven? Dat is mijn eerste vraag.

Mijn tweede vraag gaat over de actualiteit van de voorbije dagen. Er is
heel veel verteld. Zowat alle actiegroepen zijn opnieuw in het nieuws
gekomen en elke groep heeft gezegd dat de eigen streek het meest
getroffen wordt en dat het nu helemaal onleefbaar wordt. Het is dus
hoogtijd, mijnheer de minister, dat u gedetailleerd uitleg geeft en per
zone aangeeft welke belasting er zal komen, en vooral, wat het
verschil is met het huidige spreidingsplan. Zoiets kon onder de vorige
minister, onder minister Anciaux. Toen was er voor elke zone een
bepaald percentage en een bepaalde kwantiteit,'s nachts, overdag en
's avonds. Alles was gedetailleerd uitgewerkt. Tot nu toe hebben wij
04.08 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): M. Touwaide, le
médiateur francophone, répond
systématiquement en anglais aux
réclamations introduites par des
néerlandophones à propos des
nuisances sonores. J'en ai fait
l'expérience personnellement il y a
peu. Alors que je lui demandais
pourquoi il en était ainsi, il m'a
répondu d'un ton particulièrement
hautain, et en anglais, que "c'est la
langue officielle de la navigation
aérienne". N'est-ce pas là une
attitude totalement inadmissible?

Le ministre a-t-il déjà pris une
initiative pour rappeler à l'ordre
l'intéressé? Quelles mesures
compte-t-il prendre pour éviter que
ce type
de comportement
inacceptable ne se reproduise à
l'avenir?
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
van u nooit zo'n schema ontvangen. Ik had u trouwens gevraagd het
ons op voorhand te bezorgen.
04.09 Minister Renaat Landuyt: (...)
04.10 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik kan er ook niet aan doen
maar dat moest ik wel vaststellen. Hij gaf ons meer gegevens.
04.11 Minister Renaat Landuyt: Eindelijk de erkenning dat Bert de
beste was.
04.12 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik zeg niet dat hij de beste
is. Ik zeg wel dat u het nog veel minder goed doet en ons als
parlementslid niet respecteert.
04.13 Minister Renaat Landuyt: Ik vertel u even een kleine anekdote.

Ik herinner mij dat wij thuis ooit een nieuwe kast nodig hadden. Er
waren twee leveranciers. De ene leverancier gaf ons een mooie
tekening, de andere een lelijke schets. De kast van de tweede was
echter mooi en bij de leverancier die de mooie tekening maakte, was
de kast niet mooi.
04.14 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat is allemaal mogelijk,
mijnheer de minister. Als het doel wordt bereikt, is de rest
ondergeschikt.

Mijnheer de minister, niettemin en ondanks de schetsen die u erbij
haalt, is het toch een elementair recht van parlementsleden om
behoorlijk te worden geïnformeerd. Tot op heden bent u er nog niet in
geslaagd om ons in dit dossier op een behoorlijke manier te
informeren over de nieuwe evoluties die op til zijn. Ik hoop dat dit
alsnog gebeurt. Ik had gevraagd om dat op voorhand te doen. Dat is
niet gebeurd.

De analyse die in de Noordrand wordt gemaakt en waar men tot nu
toe bijna nooit een speld kon tussenkrijgen, is de volgende. Mijnheer
de minister, het plan-Anciaux hield op zich geen maximale spreiding
in, maar alleen een aanzet tot spreiding, ook al omdat er nog een
aantal infrastructurele maatregelen moest worden genomen. Ten
tweede, door de wijzigingen van de windnormen evolueerde de zaak
in het nadeel van de Noordrand. Ten derde, door de route Chièvres af
te buigen richting Noordrand en tegenwoordig zelfs boven de ring te
plaatsen, ontlast u opnieuw een deel van Brussel. Ten vierde, met de
nieuwe wijzigingen die op til zijn moet andermaal worden vastgesteld
dat de drukste momenten van het weekend, namelijk
zaterdagochtend en zondagavond, nog bovenop de overlast voor de
Noordrand komt. Er kan zeker niet worden gezegd dat deze regio er
beter uit komt.

Ik had daarvoor vorige maandag gewaarschuwd en de waarschuwing
is uitgekomen. De Vlaamse minister voor Leefmilieu, Kris Peeters,
heeft dan ook vrij scherp gereageerd op uw nieuwe plannen en
voorstellen. Hij heeft gezegd dat er zich binnen de Vlaamse zones
een verschuiving zal voordoen. Een billijke spreiding evenwel, waarbij
ook Brussel meer wordt betrokken, is er niet. Voor Brussel verandert
er, op basis van de gegevens die we tot nu toe hebben, niets.
Daardoor ging het ook zo gemakkelijk in het kernkabinet om de
04.14 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Contrairement à son
prédécesseur, M. Anciaux, le
ministre Landuyt ne nous a
toujours pas expliqué en détail
quelle est la situation actuelle dans
le dossier du plan de dispersion.
Je lui avais proposé de fournir aux
commissaires un aperçu
circonstancié pouvant servir de
base à ce débat mais il n'y a
donné aucune suite.

Dans ce dossier, les choses
bougent beaucoup. Le 18 avril, le
Conseil des ministres restreint a
approuvé un nouveau plan de
dispersion en exécution de l'arrêt
du 17 mars. Il est d'ores et déjà
clair qu'une répartition plus
équitable des nuisances sonores
dues aux avions n'est toujours pas
à l'ordre du jour. C'est en
particulier la périphérie nord de
Bruxelles qui en pâtit. Le ministre
flamand, notamment, a déjà réagi
très sèchement au nouveau plan,
constatant qu'il n'y était tout au
plus question que d'un
déplacement des nuisances à
l'intérieur des zones flamandes.
On peut s'étonner que pour
Bruxelles, la situation reste au
fond inchangée. Peut-être est-ce
la raison pour laquelle les
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
wijzigingen erdoor te krijgen. Immers, het was toch maar een
verschuiving binnen de Vlaamse zones.

Mijnheer de minister, u doet teken dat dit niet zo is. U moet dan straks
maar eens uitleggen in welke mate Brussel een rechtvaardiger
aandeel van de spreiding krijgt.

Tot nu toe ben ik helemaal niet overtuigd van een verbetering, van
een meer maximale spreiding en van een betere verdeling van de
lasten, wel integendeel.

U bent ook van plan een en ander in een wettekst te gieten. Ook
daarin denk ik dat u uw wensen voor werkelijkheid neemt als u zegt
dat u daardoor minder procedures gaat krijgen. U weet allemaal dat
wetteksten wel degelijk aanvechtbaar zijn, met name voor het
Arbitragehof, in het bijzonder wanneer er een speciale grond is voor
vernietiging door het Arbitragehof, met name mogelijke discriminatie.

Ik zie u glunderen en lachen, mijnheer de minister. U hoopt blijkbaar
op een procedure voor het Arbitragehof.
négociations sur le nouveau plan
se sont terminées si vite.
04.15 Minister Renaat Landuyt: (...)
04.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik waarschuw u.
04.17 Minister Renaat Landuyt: U moet eerst lepe vragen stellen en
na het antwoord moet u...
04.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik kom tot mijn vragen,
maar ik waarschuw u nu al dat wanneer u een discriminatoir
spreidingsplan indient, u opnieuw procedures zult uitlokken om die
discriminaties ongedaan te maken.

Mijn eerste vragen zijn al gesteld. Kunt u ons de cijfers geven, de
percentages en dergelijke? Ik hoop dat dit toch vandaag gebeurt,
zodat we ten minste duidelijkheid krijgen.

Ten derde, op welke wijze wordt ervoor gezorgd dat Brussel een
billijker deel van de last op zich zou nemen? Hoe reageert de minister
op de kritiek van de Vlaamse minister van Leefmilieu? Hoe ver staat
het trouwens met de besprekingen met de Vlaamse regering en met
de Gewesten?

Ten vierde, op welke wijze worden de taxibaan langsheen baan 25 L
en de plaatsing van ILS-landingssystemen in die spreiding die u bij
wet wil vastleggen, betrokken? Kan de wettelijke verankering rekening
houden met veranderingen en dus een evolutief proces met
wijzigingen in functie van de aanleg van nieuwe infrastructuur? Kan
deze nieuwe infrastructuur inderdaad bijdragen tot een beter
afwisselend baangebruik gedurende iedere dag en iedere nacht, om
dus een maximale spreiding te hebben niet binnen de week, maar
ook gedurende elke dag, zodat we vermijden dat één bepaalde streek
gedurende een bepaalde dag of een bepaalde nacht alles over zich
heen krijgt? Dat is uiteindelijk toch wel een bedoeling die billijk kan
geacht worden.

Ten slotte, werd inmiddels cassatieberoep ingesteld tegen het arrest
van 17 maart? U bent op dat vlak tot nu toe toch erg aan het
04.18 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): M. Landuyt a affirmé
vouloir désormais éviter les
nombreuses batailles de
procédure dans ce dossier et
souhaite couler le nouveau plan
dans un texte de loi. Tient-il
compte de l'éventualité d'une
annulation par la Cour d'arbitrage?

Quelle est la teneur du nouveau
plan de dispersion du 18 avril?
Quelles en seront les
conséquences pour les six zones
concernées? Comment fera-t-on
pour que Bruxelles assume une
part plus équitable des nuisances?
Où en sont les négociations avec
les Régions?

Comment va-t-on tenir compte
pour la dispersion des vols de la
piste taxi le long de la piste 25L et
de l'installation des systèmes
d'atterrissage ILS? Un éventuel
ancrage légal peut-il tenir compte
des modifications consécutives à
l'aménagement d'une nouvelle
infrastructure? Cette nouvelle
infrastructure contribuerait-elle à
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
treuzelen, heb ik de indruk.
une plus grande alternace dans
l'utilisation des pistes, chaque jour
et nuit?

Un recours en cassation a-t-il déjà
été introduit contre l'arrêt du 17
mars?
04.19 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, zoals door de
vraagstellers aangegeven, zijn er eigenlijk twee delen in de vraag.
Enerzijds is er het element rond het ontwerpverslag van de
ombudsdienst, anderzijds zijn er informatieve vragen in verband met
de aanpassing van het spreidingsplan zoals deze week bepaald in
akkoord met de leden van de kern van de regering.

Bestaat er een verslag van de ombudsdienst? De situatie is deze. Ik
geef u de kleine voorgaanden. Eind februari 2005 werd mij een
ontwerpverslag voorgelegd, waaromtrent ik een paar vragen naar
verduidelijking had.

Vorige week was de heer Touwaide aanwezig in deze commissie,
toen er vragen werden gesteld. 's Anderendaags stond de tekst, die
mij werd voorgelegd als een voorontwerp van een verslag, in de
Franstalige kranten. Ik merk dat hij ook in handen is van collega
Nagy. In dit geval kunnen wij dus niet klagen over de open werking
van de ombudsdienst. Voor mij is dit geen probleem, maar het is dan
ook goed te weten van waar een en ander komt. Zoals de heer
Laeremans heeft kunnen ondervinden, reageert de heer Touwaide
zeer transparant en zeer vlug op alle mogelijke opmerkingen.

Ik begrijp dat de heer Touwaide zeer veel werk heeft om
plichtsbewust te antwoorden op iedere klacht. Dat hij daardoor enige
tijd nodig heeft om op verslaggevingvragen te antwoorden, begrijp ik
ook, te meer daar hij ook al enige tijd heeft gestoken in het voorstellen
van alternatieven op het spreidingsplan. Ik ben in ieder geval nog
altijd vragende partij om te weten hoeveel concrete klagers er zijn,
teneinde duidelijk te weten van waar de klachten komen en op welk
punt er effectief klachten zijn. Met betrekking tot het spreidingsplan
moeten wij ons vooral concentreren op situaties waar de privé- en de
gezondheidsbelangen van de mensen niet meer in evenwicht zijn met
het algemeen belang en de werking van een luchthaven. Hierbij blijf ik
nog steeds onvoldaan. Desondanks probeer ik zo nauwgezet mogelijk
te antwoorden op de vragen omtrent het ontwerpverslag. Ik benadruk
dat dit voor mij een ontwerpverslag is. Ik hoop nog een verfijning te
krijgen betreffende het aantal specifieke periodes en waarop, en
vooral vanuit welke woonplaats, er effectief werd gereageerd.

De explosie van klachten is te verklaren. Er is een lijn in te vinden.
Zodra er sprake is van een of andere wijziging van het spreidingsplan
en zodra er een wijziging is van de windkracht, blijkt er een wijziging
te zijn van het aantal klachten. Niet te onderschatten is het feit dat
men, dankzij de mogelijkheden van e-mail en internetsites, heel vlug
heel specifieke klachten kan verspreiden, met vermelding van het uur
van het vliegtuig en de nodige decibels. Daarop kan men intekenen
via bestaande websites die deze service aanbieden.

Vervelend voor mensen die effectief klachten indienen, is
geconfronteerd te worden met zeer eigenaardige mailnamen die het
04.19 Renaat Landuyt, ministre:
Fin février de cette année, M.
Touwaide m'a remis un projet de
rapport. J'ai demandé de fournir
dans la version définitive encore
plus de détails sur la nature et sur
l'origine des plaintes. La
commission a récemment débattu
du plan de dispersion. M.
Touwaide a assisté à la réunion.
J'ai constaté le lendemain que son
projet de dispersion figurait dans
les journaux et était en possession
de Mme Nagy, notamment.

M. Touwaide a l'habitude de
répondre à toute plainte et le tracé
de diverses solutions de rechange
concernant les itinéraires de vol lui
a coûté beaucoup de travail. Je
comprends qu'il n'ait pas encore
disposé de beaucoup de temps
pour finaliser son projet de rapport
et de rédiger un projet définitif.
J'escompte recevoir un aperçu
précis de la nature et de l'origine
de toute plainte.

Le projet de rapport permet de
déduire qu'à chaque modification
du plan ou à chaque augmentation
de la force du vent, le nombre de
plaintes explose. La transmissions
de plaintes par la voie du courrier
électronique a évidemment pour
effet de faciliter la procédure. On
observe aussi que les plaintes
sont souvent formulées sous un
nom d'emprunt.

Environ 85% des plaintes sont
rédigées en français, ce qui ne
prouve naturellement pas qu'elles
émanent toutes de francophones.
Le médiateur répond systéma-
tiquement dans la langue du
plaignant. M. Touwaide n'aurait
réagi qu'une seule fois en anglais,
sans doute après avoir supposé
qu'il s'agissait d'une plainte
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
écht beoordelen van de echte klachten moeilijk maakt. Ik heb er alle
begrip voor dat de ombudsdienst geen prioriteit geeft aan het
opstellen van een verslag omdat de heer Touwaide zeer toegewijd
alle mogelijke bewegingen rond het spreidingsplan volgt en als het
even kan zelfs tijd maakt om persconferenties en
commissievergaderingen mee te volgen.

Wat de tendens van de klachten betreft, - de derde vraag van
mevrouw Creyf ­ kan ik meedelen dat 85% van de klachten in het
Frans zijn opgesteld. Zij worden in het Frans beantwoord. Dit betekent
niet noodzakelijk dat ze door Franstaligen zijn ingediend en betekent
evenmin dat de ombudsdienst altijd in het Frans antwoordt. Wat het
taalgebruik van de ombudsdiensten betreft, kan ik bevestigen dat
meestal in de taal van de klager wordt geantwoord. In de feiten werd
eenmaal in het Engels geantwoord. In die mate is het antwoord van
de heer Touwaide op dit punt een beetje onjuist. Hij heeft slecht
eenmaal in het Engels geantwoord. Ik vermoed dat dit op een
zondagochtend was. Mogelijks dacht hij met een ambtenaar van de
Europese Commissie die in de buurt woont te maken te hebben.
Tenzij u me meerdere mails kunt voorleggen die dit tegenspreken. Ik
heb er slechts een in het Engels gevonden. Feit is dat veel termen in
de luchtvaart Engelse termen zijn, dit omwille van de veiligheid zodat
iedereen zou begrijpen welke route moet gevolgd worden.

Wat de vierde vraag van mevrouw Creyf betreft inzake de grote
tendensen bij het volgen van de zes zones rond de luchthaven, neemt
Diegem, het erkenningspunt in zone 1, 11% van de klachten voor zijn
rekening. Dit komt overeen met 8% van de thans gekende klagers.
Zone 2 met erkenningspunt Zaventem is goed voor 1% van de
klachten en 2% van de klagers.

Zone 3 met als herkenningspunt Wezembeek-Oppem telt 75% van de
klachten en 66% van de klagers. Zone 4, Kortenberg, telt 4% van de
klachten en 8% van de klagers. Zone 5 en 6 samengenomen,
Steenokkerzeel en Perk, telt 7% van de klachten en 5% van de
klagers.

Om u te illustreren wat klachten kan beïnvloeden, het is best mogelijk
dat er een lichte tendens is dat de klachten zullen stijgen in zone 5 en
6 voordat er iets verandert. Deze zones zijn immers sterk ter sprake
gekomen in de pers. Dit heeft een invloed op de gevoeligheid van de
mensen. Dat is logisch. Omdat men er meer mee bezig is, reageert
men ook vlugger.

Wat uw vijfde vraag betreft, mevrouw Creyf, vorig jaar bedroeg het
aandeel van de geautomatiseerde waarnemingen en/of klachten
zowat 70% van alle dossiers, hoewel de geluidsmeters en de daaraan
geassocieerde meldingsfaciliteiten pas sinds juni 2004 actief werden.
Dit laat voorzien dat het aandeel in 2005 nog merkelijk zal stijgen,
allicht meer dan de normale stijging van het e-mailgebruik dat ook
stijgt.

De zesde vraag berust op een misverstand. Er zijn risico's verbonden
aan de transparante werkwijze van de ombudsdienst. De pers begrijpt
soms iets verkeerd. Naar mijn bescheiden oordeel werd niet gepleit
voor een intensiever gebruik voor baan 02. Dit heeft men trachten
recht te zetten, maar blijkbaar is dat niet helemaal gelukt.
émanant d'un fonctionnaire
européen. M. Laeremans aurait-il
eu vent d'autres cas?

Si nous examinons les six zones
autour de l'aéroport, nous
constatons que 11% des
réclamations émanent d'habitants
de la zone 1, ce qui correspond à
8% des réclamants connus à ce
jour. 1% des réclamations et 2%
des réclamants proviennent de la
zone 2. La zone 3 représente 75%
des réclamations et 66% des
réclamants. 4% des réclamations
proviennent de la zone 4, où
habitent 8% des réclamants. 7%
des réclamations et 5% des
réclamants proviennent des zones
5 et 6.

Nous nous attendons à recevoir
un plus grand nombre de
réclamations en provenance des
zones 5 et 6 avant que le plan de
dispersion ne soit modifié car les
habitants de ces zones tiennent
compte des articles de presse
annonçant d'éventuelles
modifications.

Quelque 70% de tous les dossiers
sont basés sur des observations
effectuées par des sonomètres
automatisés. Ceux-ci n'étant en
service que depuis juin 2004. le
nombre de réclamations devrait
continuer à augmenter en 2005.

La sixième question de Mme Creyf
est basée sur un malentendu. La
presse a mal compris les
intentions du médiateur car celui-ci
n'a pas plaidé en faveur d'une
utilisation plus intensive de la piste
02.
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Je vais maintenant aborder les trois questions de Mme Nagy
concernant le rapport.

Premièrement, le gouvernement poursuit ses efforts pour trouver le
meilleur équilibre entre les intérêts économiques et environnementaux
qui sont en jeu. J'y reviendrai dans la deuxième partie de ma réponse.

Deuxièmement, le gouvernement ne s'engage pas dans la voie d'une
révision. Le nombre de plaintes et le nombre de plaignants sont des
données factuelles qu'il convient de mettre en relation et de clarifier.
Je souligne que je fais un effort personnel pour assurer un suivi aux
plaintes, surtout celles qui arrivent par e-mail car nous sommes
toujours repris dans les destinataires des messages. Je vois donc
tout passer mais c'est assez difficile à suivre car il y a beaucoup de
réponses qui sont données de manière automatique. Mais nous lisons
surtout les messages quand quelque chose change dans la réponse
car cela nous donne des informations sur les vrais problèmes des
gens. Il faut le reconnaître: il y a de vrais problèmes que nous devons
essayer de solutionner.

Troisièmement, à propos des suites envisagées par le gouvernement,
cela correspond au deuxième volet de ma réponse.
Dan kom ik tot de vragen van
mevrouw Nagy over het verslag.

Vooreerst blijft de regering ervoor
ijveren om naar een zo goed
mogelijk evenwicht te zoeken
tussen de economische en de
milieubelangen.

Vervolgens kiest de regering niet
voor een herziening. Het aantal
klachten en het aantal klagers zijn
feitelijke gegevens die aan elkaar
moeten worden gekoppeld en
moeten worden uitgeklaard. Ik
tracht te zorgen voor een goede
opvolging van de klachten, maar
voor klachten via e-mail,
bijvoorbeeld, is dat moeilijk. Op die
manier zijn wij echter op de hoogte
van de echte problemen van de
mensen, die wij moeten trachten
op te lossen.

Over de verdere maatregelen die
door de regering worden
overwogen zal ik het in het tweede
deel van mijn antwoord hebben.
Mijnheer Laeremans, wat het taalgebruik van de ombudsman betreft,
leid ik af uit mijn informatie dat het echt een eenmalig gegeven is en
dat het antwoord door de heer Touwaide in die zin iets te vlug is
gebeurd. Ik zal hem verwijzen naar uw uitspraken hier dat u van hem,
terecht, geen antwoord verwacht. Ik zal hem dus ook vragen om
zeker niet aan u te antwoorden.

(...): (...)
Le problème soulevé par M.
Laeremans concernant l'emploi
des langues au sein du service de
médiation ne s'est posé qu'une
seule fois. Je ferai savoir au chef
du service concerné qu'il ne doit
pas répondre directement à des
questions posées par des
parlementaires pour la bonne et
simple raison que cela ne fait pas
partie des tâches qu'il doit
accomplir.
04.20 Minister Renaat Landuyt: Anders wel? Ik zou het gewoon
schrappen om geen risico te nemen.

Het is ook niet logisch. Ik denk dat u de heer Touwaide en zijn collega
hun werk moet laten doen. Hun werk is niet te antwoorden op de
parlementsleden. Dat proberen wij, zoals u zelf hebt benadrukt, zo
goed mogelijk te doen. Ik denk dat het goed is voor de omgeving dat
de ombudsdienst het werk doet waarvoor die aangesteld is en dat de
dienst dat zo grondig mogelijk wenst te doen. Nogmaals, aan de
toewijding van de heer Touwaide hoeft u niet te twijfelen op dat vlak.

Er is in ieder geval de duidelijke instructie dat men antwoordt in de
taal van de klager, meer specifiek in het Frans of het Nederlands.
Daaromtrent bestaat zeker geen twijfel. Men heeft mij gezegd dat er
maar één keer in het Engels is geantwoord. Er zijn ook klachten in het
Engels. Er zijn ook veel internationale buurtbewoners. Onderschat dat
04.20 Renaat Landuyt, ministre:
Le service de médiation a
clairement pour instruction de
répondre en néerlandais ou en
français, selon la langue du
réclamant. Cela dit, de
nombreuses réclamations sont
introduites en anglais.

Quelles modifications le
gouvernement a-t-il apportées au
plan de dispersion? Nous avons
suivi l'arrêt mais il est de ma
responsabilité d'attaquer devant la
Cour de cassation cet arrêt qui
dispose qu'il faut exécuter la
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
niet. Veel mensen vliegen zeer veel en gebruiken de luchthaven,
maar desondanks kunnen zij klachten ondervinden van het feit dat
anderen het vliegtuig ook gebruiken.

Ik kom op het tweede deel van de vraagstelling. Wat hebben wij nu
effectief veranderd aan het spreidingsplan?

Wij hebben samen met de collega's in de regering de uitspraken van
de rechters zo nauw mogelijk gevolgd. Ik benadruk dat er twee delen
zijn in de genomen beslissing.

Het derde deel, het aantekenen van cassatieberoep, is mijn
verantwoordelijkheid. Daarin gaan we gewoon verder.

Wat het arrest zelf betreft, kunt u twee grote boodschappen lezen. De
eerste boodschap is de voorlopige beslissing van de rechtbank,
waarvan die, terecht, verwacht dat ze ook uitgevoerd wordt. Voorlopig
wordt de bewuste piste 02 niet gebruikt als preferentiële landingspiste,
totdat ofwel de rechtbank zelf ten gronde een uitspraak heeft gedaan,
ofwel totdat de regering zelf een andere definitieve beslissing heeft
genomen. Het eerste deel van de regeringsbeslissing is voorlopig,
met name de uitvoering van de beslissing in kort geding.

Een tweede luik sluit eigenlijk aan op de argumentatie van het arrest.
In het arrest kan men lezen hoe men toepassing maakt ­ zonder ze
letterlijk te citeren ­ niet alleen van een artikel van een internationaal
verdrag, maar ook van twee grondwetsartikelen. Enerzijds is er,
zonder het te vernoemen, artikel 22 waarin wordt bepaald dat men het
respect voor of het recht op privé-leven en gezinsleven wenst te
vrijwaren. Anderzijds is er het meer gekende artikel 23 dat over de
kwaliteit van het leven handelt, meer bepaald over de gezondheid en
de omgeving. Beide grondwetsartikels vermelden ook letterlijk dat een
en ander eigenlijk in een wet moet worden uitgewerkt. Men vergeet
het soms, maar de woorden "behoudens verdere uitwerking door de
wet" komen erin voor, waarin het verwachtingspatroon zit dat dit door
de wet verder wordt uitgewerkt.

Wat betreft de toepassing van de twee grondwetsprincipes, bepaalt
het arrest eigenlijk dat wij niet over een kader beschikken om onze
eigen beoordeling te stroomlijnen. Dus passen wij dit autonoom toe, in
het kader van de Grondwet, volgens die en die methode. Dit leidt dan
tot de uitspraken die geveld zijn. Omwille van de specifieke situatie
van een specifieke zone in een veel groter verhaal, beseft de
rechtbank in haar argumentatie dat zij zeer ver moet gaan in haar
beslissing. Vandaar dat de regering de optie heeft genomen en mij
eigenlijk de opdracht heeft gegeven om een wet uit te werken, niet om
zonder meer het spreidingsplan in een wet te plaatsen, maar om
uitvoering te geven aan de oefening waarvan het spreidingsplan
getuigt, met name in de praktijk een evenwicht te realiseren tussen
het recht op privé- en gezinsleven, alsook op gezondheid en het
algemeen belang, zijnde de economie, de logistieke economie en de
luchtvaart.

De beste vergelijking die men kan maken om te weten welk soort wet
dit zal zijn, is de vergelijking met wat men doet inzake ruimtelijke
ordening. Op het niveau van de regio's bestaan er decreten inzake
ruimtelijke ordening. In die decreten staat niet hoe de ruimte geordend
is, maar wel hoe de ruimte geordend wordt. Het ordenen van de
décision provisoire de ne pas
utiliser la piste 02 comme piste
d'atterrissage. Cet arrêt sera
d'application jusqu'à ce que le
tribunal ait rendu un verdict sur le
fond ou jusqu'à ce que le
gouvernement ait pris une
décision définitive. Il applique les
articles 22 et 23 de la Constitution
parce qu'il n'existe pas d'autre
cadre légal. Ces deux articles
prévoient littéralement que le
législateur devra élaborer toute
disposition ultérieure.

Le tribunal est conscient du fait
qu'on est allé très loin en prenant
cette décision. Le gouvernement
m'a dès lors chargé d'élaborer une
loi permettant la rédaction et la
mise en oeuvre d'un plan de
dispersion. Il faut garantir
l'équilibre entre le droit à la santé
et à une vie privée et familiale,
d'une part, et l'intérêt général,
d'autre part.

Dans ce dossier, l'intérêt général
et les intérêts particuliers
s'opposent et les tribunaux ne
peuvent pas se fonder sur des lois
pour vérifier si les décisions ont
été prises correctement. Chaque
pouvoir doit prendre ses
responsabilités. Il appartient donc
au législateur de déterminer de
quelle manière le gouvernement
peut prendre ces décisions, après
quoi les tribunaux pourront en
vérifier la légalité.

L'occupation de l'espace aérien
devant être réglée par la loi, les
autres instances compétentes sont
bien entendu elles aussi tenues de
respecter les règles. Aux termes
de l'arrêt, la population doit être
consultée en la matière.

Quelle est la teneur de la décision
provisoire ? La piste 02 ne pouvait
figurer dans le plan de dispersion
comme piste d'atterrissage. L'arrêt
répète expressément que, si le
plan de dispersion n'est remis en
cause, la piste 02 ne peut pour
l'instant être utilisée, en attendant
une décision définitive du
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
ruimte of het landschap is precies het permanent maken van keuzes
tussen het algemeen belang en het particulier belang: wat is
industriezone, wat is landbouwzone, wat is milieuzone, wat is
woonomgeving. Dit is het maken van keuzes van dergelijke thema's
van algemeen belang ten opzichte van thema's van privé-belang: wat
betekent dit voor de eigenaar van de grond in die bepaalde zone?
Welnu, door het spreidingsplan, door het bepalen van vliegroutes,
wordt de lucht boven ons ingedeeld in zones.

Dit gebeurt tot nu toe door een directe invulling van de vragen die
rezen uit de praktijk, terwijl, door het naar boven komen van een
enorme spanning tussen privé-belangen en het algemeen belang, de
rechtbank keer op keer vaststelt dat er geen element is om te zeggen
dat bij het nemen van dergelijke beslissingen de juiste afweging is
gemaakt tussen de verschillende belangen. Er is geen enkel criterium
om dit te toetsen. Men moet dit nu autonoom elke keer zelf doen.

Men vraagt eigenlijk om, net zoals in discussies in de rechtbanken ­
die zijn er evenveel ­ inzake ruimtelijke ordening en
bouwvergunningen, criteria te hebben die erop kunnen wijzen dat men
inderdaad, op een methode gewenst door de wetgever, de
evenwichten heeft gecontroleerd. Het is dus noodzakelijk dat in een
rechtsstaat iedere macht zijn verantwoordelijkheid neemt. Het is dus
aan de wetgever om in een dergelijke materie te bepalen op welke
wijze een regering beslissingen moet nemen. Het is dan aan de
rechter om na te gaan of die methode effectief gevolgd werd en het is
dan uiteraard altijd de taak van de bevoegde rechtbank om te toetsen
of een en ander volgens de grondwettelijke regels correct is gebeurd.

Een en ander regelen in een wet is binnen de rechtsstaat het
Parlement zijn verantwoordelijkheid laten nemen en de wetgever zijn
verantwoordelijkheid laten nemen in het afwegen van verschillende
belangen. Dat is de oefening die wij moeten maken. Doen wij de
poging om in de toekomst een soort wet op de luchtruimtelijke
ordening op te stellen? Bij het decreet op de ruimtelijke ordening was
het gevolg dat men een structuurplan heeft gemaakt van de regio.
Een dergelijke wet moet de basis zijn voor het structuurplan in deze
materie, met name het spreidingsplan.

Het enige gecompliceerde in deze situatie zal zijn dat andere
bevoegde instanties uit de regio Vlaanderen en de regio Brussel, wat
hun bevoegdheden betreft, bepaalde regels zouden moeten kunnen
volgen. In ieder geval, voor het bepalen van de routes en voor het
bepalen van de bezetting van wat boven ons hoofd gebeurt, moet er
een wettelijk kader komen. Ik herhaal het, dit is niet het betonneren
van het spreidingsplan in de wet, maar wel het opstellen van criteria
waarmee het Parlement de richtlijnen geeft aan de regering welke
wegen bewandeld moeten worden. Als men die wegen bewandelt,
dan krijgt men de garantie dat er een afweging gemaakt wordt van de
belangen. Het arrest bepaalt letterlijk dat men, net zoals bij de
ruimtelijke ordening, een soort bevraging van de bevolking moet
doen. Men moet een onderzoek doen. Dat staat er letterlijk in.

Dus wij volgen ook voor onze definitieve beslissing de suggesties van
de rechterlijke macht. Ik denk niet dat men het rechtstatelijke systeem
op een betere manier kan hanteren.

Wat hebben wij in de voorlopige beslissing gedaan? Ik herhaal dat de
gouvernement.

Nous avons dès lors modifié le
plan de dispersion. Il le fallait dans
quatre cas. La piste 02 était
utilisée comme piste d'atterrissage
un samedi sur deux ainsi que trois
demi-nuits par semaine à partir de
trois heures. Il s'agit de périodes
relativement calmes. Initialement,
le système imaginé pour le samedi
visait à garantir la tranquillité des
habitants de la périphérie nord un
samedi sur deux.
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
verplichting gold om de baan 02 in het plan niet te gebruiken als
landingspiste. Als baan 02 al wordt gebruikt als landingspiste zal dat
zijn omwille van de klassieke noodwendigheden zoals de windnormen
die zijn voorgeschreven in de veiligheidsvoorschriften. Voor de rest is
baan 02 tot op heden niet opgenomen in het systeem van het
spreidingsplan. Het arrest herhaalt uitdrukkelijk dat wat wordt
opgelegd niet mag worden geïnterpreteerd als het in vraag stellen van
het spreidingsplan. In het arrest staat alleen dat baan 02 voorlopig
niet wordt gebruikt, in afwachting van een definitieve beslissing door
de regering.

Wat doen wij dan? In het spreidingsplan hebben wij wijzigingen
aangebracht daar waar landingen op baan 02 werden voorzien. Dit
was nodig in 4 gevallen en 2 grote hypothesen. Enerzijds is het zo, tot
de nieuwe beslissing wordt uitgewerkt, dat baan 02 vandaag 1
zaterdag op 2 als landingsbaan wordt gebruikt. Om de 14 dagen
wordt baan 02 gebruikt als landingsbaan. Wij moeten dus iets
veranderen aan die zaterdag. Anderzijds waren er 3 halve nachten
waar baan 02 werd gebruikt als landingsbaan, met name in de nacht
van maandag op dinsdag vanaf 3 uur, in de nacht van woensdag op
donderdag vanaf 3 uur en in de nacht van vrijdag op zaterdag vanaf 3
uur. Ik benadruk dat dit altijd relatief rustige periodes zijn. Dat heeft
met capaciteitgegevens te maken. De hypothese van baan 02 als
ladingsbaan kon men slechts gebruiken bij een bepaalde capaciteit.
Vandaar dat dit nooit mogelijk is tijdens de dag in de week, alleen op
zaterdag. Dit systeem op zaterdag was ingevoerd om de mensen van
de Noordrand, dat in het verlengde lag van de baan 25, 1 zaterdag op
2 rust te geven. Dat was de oorspronkelijke bedoeling.

Wat doen we nu? We hebben beslist om alle zaterdagen gelijk te
maken. De werkweek loopt tot 's zaterdags 14 uur door. De drukte
van de zaterdagvoormiddag, de capaciteit en het systeem van de
zaterdagvoormiddag is dat van de hele week. Dat betekent: opstijgen
van 25R, over de Noordrand. Het systeem van een zaterdag op twee
geldt niet langer. Alle zaterdagvoormiddagen wordt het weeksysteem
toegepast.
04.21 Bart Laeremans (Vlaams Belang): (...)
04.22 Minister Renaat Landuyt: Ik dramatiseer om u inspiratie te
geven. Ik geef u het plan zoals het beslist is.

Maar! Elke zaterdagnamiddag vanaf 14 uur, nadat iedereen
uitgeslapen is, zullen de landingsbanen 25R en 25L vanuit de
Oostkant gebruikt worden. Dat is dezelfde situatie als in de week. Ze
komen over de landschappen en het verre Leuven om te dalen. Het
opstijgen gebeurt vanop het omgekeerde van 02, de 20. Voortaan zal
elke zaterdagnamiddag worden opgestegen over de Oostrand. In het
verleden werd de hele zaterdag geland over de Oostrand. In de
nieuwe situatie wordt elke zaterdagnamiddag vanaf 14 uur
opgestegen over de Oostrand. Dat is de situatie voor het weekend.

Voor de rest verandert er niets. Er deed zich nergens een noodzaak
voor.

Wat de zogenaamde split nights betreft ­ de drie nachten die
gewijzigd moesten worden, van maandag op dinsdag, woensdag op
donderdag en vrijdag op zaterdag -, zullen we voor het eerst de 20 als
04.22 Renaat Landuyt, ministre:
Désormais, le rythme appliqué en
semaine l'est aussi tous les
samedis mais la journée de travail
s'interrompt à 14.00 heures. Les
pistes d'atterrissage sont utilisées
comme avant à partir de 14.00
heures mais les décollages se font
par la périphérie Est. En ce qui
concerne les trois nuits à modifier,
le décollage se fera comme avant
mais la "twin" sera utilisée pour
l'atterrissage. Cette décision est
susceptible d'améliorer la situation
car le décollage et l'atterrissage ne
génèrent pas les mêmes
nuisances sonores. C'est la raison
pour laquelle les réactions des
gouvernements des régions ont
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
landingspiste gebruiken. Wat het opstijgen betreft, blijft alles zoals het
was, in casu opstijgen via de 07 richting Oostrand. Dat verandert niet.
Alleen het landen verandert. Ik herinner aan de vorige en huidige
hypothese: als men landt op de 02, dan stijgt men ook op via de 20.
Men kan niet beweren dat door te landen op de 20 met als gevolg
minder opstijgende vliegtuigen, maar tegelijk voor het eerst dalende
vliegtuigen, de situatie voor Perk en andere gemeenten ­ ik ben de
naam even kwijt ­, kortom het noordoosten, beter of slechter is.

Landen of stijgen is in zijn geluidseffecten namelijk soms verschillend:
soms beter, soms slechter. Daarom kan ik op één punt niet duidelijk
zijn, maar ik heb op dat punt wel de geruststelling van deskundigen:
wij kunnen geen wiskundige oefening geven over de totale
verandering. Het is duidelijk dat de Noordrand een verandering is.
Maar ook wat de Noordrand betreft, kan niet gezegd worden dat één
zaterdag op twee, wat vandaag geldt, beter of slechter is dan iedere
zaterdagnamiddag, wat morgen zal gelden. Het zou dus wel eens een
verbetering kunnen zijn in de werkelijkheid. Dat moet echt ­ vandaar
dat het voorlopige beslissingen zijn ­ goed bekeken worden.

Hetzelfde geldt voor de Oostrand. De Oostrand krijgt nu geen
dalingen meer op zaterdag om de veertien dagen. De Oostrand zal nu
wel de zaterdagnamiddagen de opstijgingen krijgen. Maar die
opstijgingen kunnen ook weer niet vergeleken worden met de
dalingen, want het gaat om andere routes. De bakens worden
gevolgd. Men spreidt uit bij het opstijgen. Ook daar kunnen wij niet
weten wat de reële effecten zullen zijn. Ook daar geldt weer: door de
aard van de vliegtuigen en de vluchten die een beetje voorspelbaar
zijn, vermoedt men dat dat uiteraard een verbetering zal zijn.

U merkt in de reacties van de verschillende Gewestregeringen, na de
bestudering van het dossier, dat zij gematigd zijn. Beide
Gewestregeringen reageren gematigd, tot vanmiddag toe. De
Brusselse regering maakte de bedenking: "Waarom hebben we daar
niet eerder aan gedacht?" De Vlaamse regering zegt, bij monde van
minister-president Leterme, dat de minister van Milieu te bezorgd en
blijkbaar te vlug heeft gereageerd, omdat de regeling misschien wel
beter is dan dat hij vermoed had.

Om die reden is het ook zeer gevaarlijk om te vlug te reageren. Er is
een stuk onzekere factor: wat zal dat in de praktijk effectief
betekenen? Alle regeringen hebben een zeer groot vermoeden dat
het een relatieve verbetering zou kunnen zijn van het spreidingsplan.
Het blijft een spreidingsplan. Het zou de verbetering kunnen zijn van
iets dat al relatief goed was. De toekomst zal meer uitwijzen.

De manier van werken is de volgende. Alle instructies zijn zo vlug
mogelijk doorgegeven, van zodra ik dat kon. Ik heb zelf erop
aangedrongen om maandag te kunnen beslissen. Ik heb ook
uitgelegd aan mevrouw Durant dat het beter is om dat in goede
samenwerking met de andere leden van de regering te doen. Dat
begreep zij. Dat heb ik dus ook gedaan. Van zodra ik mij ingedekt
achtte door mijn collega's, heb ik de instructies doorgegeven, in de
hoop en met de zekerheid dat het zeker van kracht zal zijn ­ mogelijk
vroeger ­ vanaf 27 april, de datum waarop er dwangsommen zouden
kunnen worden gevraagd.

Ondertussen staat het leven niet stil. Eergisterenavond werd een
été si modérées.
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
dagvaarding gedeponeerd op mijn kabinet, een dagvaarding voor
mezelf. Zo'n dikke dagvaarding heb ik nog nooit gezien, een duim dik.

(...): Mijnheer de voorzitter, Wij hebben die wel al gehad. Wij kennen
er alles van.
04.23 Minister Renaat Landuyt: Wat u nu zegt, is niet geruststellend.

De dagvaarding van 3.200 mensen die in de verschillende gemeenten
van de Noordrand wonen, stelt dat zij, steunend op de argumentatie
van het arrest van 17 maart 2005 over de Oostrand, toepassing
vragen aan de rechtbank van dezelfde redenering als in genoemd
arrest. Zij vragen met name om niet meer last te krijgen dan de
Oostrand.

Het vervelende aan de procedure is dat zij twee beslissingen
doorkruist. In welke mate de procedure nog gegrond kan zijn, is een
eerste vraag. Dat zal de rechtbank echter wel beoordelen. Iedere
partij, inclusief de Vlaamse regering, die mede werd gedagvaard
omwille van haar vergunning aan Biac, zal zich daartegen wellicht
verweren. Morgen vindt de inleidende zitting plaats en vermoedelijk
zal ze handelen over de planning en de verdeling.

Wij krijgen daar wellicht nogmaals de bevestiging van het feit dat het
dringend noodzakelijk is om een meer wettelijk systeem te hebben
om het besluitvormingsproces in een dergelijke materie beter vorm te
kunnen geven. Daardoor kan veel beter worden bewezen dat met alle
rechten zoveel mogelijk rekening werd gehouden.

Hiermee hoop ik zonder Powerpointpresentatie en zonder slides, toch
enigszins duidelijk te zijn geweest.
04.23 Renaat Landuyt, ministre:
En attendant, j'ai reçu avant-hier
une citation introduite par 3.200
habitants de la périphérie Nord,
qui demandent à ne pas subir
davantage de nuisances que les
habitants de la périphérie Est,
conformément à l'arrêt du 17
mars. Cette procédure confirme à
nouveau la nécessité absolue d'un
plan de dispersion cohérent.
De voorzitter: Bedankt, mijnheer de minister. Collega's, gezien de uitleg van de minister, is het misschien
niet nodig om volgende week de uiteenzetting te krijgen. Wij hebben ze immers in feite nu al gekregen.
04.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wij hebben nog recht op
een repliek.
De voorzitter: U hebt uiteraard recht op een repliek, mijnheer Laeremans.
04.25 Minister Renaat Landuyt: Probeer nu eens onvoorspelbaar te
zijn.
De voorzitter: Ik probeer objectief te oordelen en volgens mij was dit een zeer uitgebreid antwoord, maar
uiteraard hebben de leden het recht te repliceren.
04.26 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit is inderdaad een uitvoerig antwoord maar ik zou graag
toch nog wat verder op bepaalde dingen ingaan. In dit bestek is het
niet mogelijk om te informeren naar de verschillende routes wat met
een voorstelling met kaarten wel kan.

Ik begin met het rapport van de ombudsman. Mijnheer de minister, ik
ben verontwaardigd over het feit dat er over het rapport blijkbaar
selectief info wordt gegeven aan Franstalige collega's van Ecolo. Ik
vind dit niet kunnen. Wij hebben pogingen gedaan om aan dat rapport
te geraken en dit is ons niet gelukt. Het is wel verrassend te mogen
vaststellen dat precies Ecolo over dat rapport kan beschikken. Als ik
04.26 Simonne Creyf (CD&V):
Je souhaite que la présentation à
l'aide de cartes ait tout de même
lieu

En ce qui concerne le rapport du
médiateur, je dénonce la
sélectivité de l'information fournie
aux collègues Ecolo. Nous nous
interrogeons également sur le
fonctionnement de M. Touwaide.
Je suppose par ailleurs que seules
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
uw geestige toespelingen hoor, mijnheer de minister, over de heer
Touwaide dan stellen wij ons toch wel vragen over het functioneren
van de heer Touwaide. Kan dat? Kan die man op dergelijke manier
blijven functioneren? Dit lijkt mij toch niet evident.

Wat de klachten betreft, mijnheer de minister. Ik neem aan dat men
enkel die klachten ontvankelijk heeft verklaard waarvan men officieel
weet van wie en vanwaar ze komen. U hebt zelf gezegd dat het heel
gemakkelijk is om via e-mail dit soort klachten in te dienen. Er
bestaan inderdaad programma's waarin u dingen moet invullen. Mijn
medewerker zegt dat het technisch altijd mogelijk is om te
achterhalen van wie anonieme klachten komen. Ik neem aan dat
enkel klachten worden verrekend waarvan men inderdaad weet van
wie ze komen.

Ik kom thans bij het spreidingsplan, mijnheer de minister. Voor het
eerst is mij duidelijk wat die wet precies moet inhouden. Ik dacht dat
men in die wet het spreidingsplan zou vastleggen maar het zijn de
criteria die men zal vastleggen. Ik wens u daarbij hoe dan ook veel
succes. Ik wil eigenlijk zeggen dat ik het niet zo goed zie zitten hoe u
daaruit zult geraken. Voor de rechtszekerheid lijkt het mij nodig dat
terzake ook het Vlaams en Brussels Gewest decreten uitvaardigen.
Hebt u die bijkomende studie nodig voor het opstellen van die wet?
Als u in die wet de principes gaat vastleggen, hebt u dan die nieuwe
studie nodig om precies te weten waar er zich welke geluidshinder
voordoet? Mij lijkt die studie niet noodzakelijk als u in die wet enkel
principes zult vastleggen.

Inzake de deadline van die wet, welke timing hanteert u? Als ik u hoor
dan zou men gaan denken dat het voor iedereen beter zal worden. Ik
neem aan dat niet iedereen dat optimisme deelt.

Mijnheer de minister, ik denk dat u wel degelijk voor een groot
probleem maar ook een belangrijke opgave staat. Als ik zie wat er
ondertussen vanuit al die actiegroepen gebeurt dan denk ik dat men
stilaan de bestaansgrond van de luchthaven in Zaventem aan het
aantasten is. Ik lees in de pers dat Air Libre Brussel, het actiecomité
van Brussel-stad, juridische acties plant. Men start een
brievencampagne om luchtvaartmaatschappijen te ontmoedigen om
naar Zaventem te komen. Ik vraag mij af of dit kan. Zijn dit
geoorloofde praktijken? Kan men zoiets doen?

Men is hier eigenlijk de hele bestaansgrond van de luchthaven van
Zaventem aan het ondermijnen. Daarom staat u voor een gigantische
opdracht. Heel de geloofwaardigheid van die luchthaven en van uw
spreidingsplan hangt daaraan vast. Ik zou immers niet graag hebben
dat op deze manier heel de welvaart, het welzijn van een regio
ondermijnd wordt door acties die te maken hebben met een niet-
evenwichtige spreiding of in elk geval met de perceptie dat men de
lasten niet evenredig verdeeld heeft. Mijnheer de minister, u staat dus
voor een bijzonder groot probleem en een moeilijke opdracht.
les plaintes non anonymes sont
déclarées recevables.

Pour la première fois, le contenu
de la nouvelle loi m'apparaît clair.
Je souhaite au ministre de réussir
dans son entreprise mais, pour
garantir la sécurité juridique, les
décrets semblent également
nécessaires. La nouvelle étude
est-elle réellement nécessaire
pour rédiger la nouvelle loi? Quel
calendrier le ministre a-t-il arrêté?
Je pense que l'optimisme du
ministre n'est pas unanimement
partagé.

La raison d'être de l'aéroport est
remise en question, lentement
mais sûrement. Dans le cadre
d'une campagne par voie de
courrier, le comité d'action de
Bruxelles-ville encourage les
sociétés à utiliser l'aéroport. Le
bien-être d'une région ne peut être
menacé par des actions fondées
sur le sentiment que les nuisances
sont inégalement réparties.
04.27 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ses réponses, mais il semble faire une querelle, entre
les lignes, sur la transparence, le besoin d'informations, etc.

Madame Creyf, il n'y a pas de mystère: j'ai demandé au médiateur si
je pouvais disposer d'un document. Dans le sens de l'aide à la
04.27 Marie Nagy (ECOLO):
Over de transparantie en de nood
aan informatie bleef de minister
nogal vaag.

Mevrouw Creyf, ik heb de
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
décision du côté du gouvernement et du parlement et dans le cadre
du contrôle parlementaire, c'est assez normal. Donc pourquoi persifler
sur cette question? C'est une mauvaise pratique.

Par ailleurs, je ne vais m'étendre sur le problème de l'utilisation de
l'anglais.

Les personnes qui défendent les grands aéroports devraient se
rendre compte qu'on se situe dans un contexte international.

Monsieur le ministre, je vous ai interrogé sur la nécessité de garantir
une information et sur l'accès au document des médiateurs qui me
semble important. Il donne des indications sur les plaintes mais il
montre aussi que la situation n'est pas désespérée puisque, avec
l'aval des deux médiateurs - il ne s'agit pas de considérations
purement linguistiques ou communautaires - il indique qu'il est
possible d'améliorer les choses sur le plan technique, à partir du
moment où la décision n'est pas seulement politique mais est une
question de bonne gestion, ce, qui à mon sens devrait permettre de
garantir la sécurité et de donner un cadre au développement de
l'aéroport de Zaventem.

Je n'ai pas entendu de réponse concernant les alternatives et je le
regrette car il existe des pistes intéressantes pour l'avenir. Je
comprends qu'il ne s'agit ici que de réponses provisoires à l'arrêt de la
cour d'appel, mais que le gouvernement est toujours dans la
préparation du fameux plan qui devrait être terminé après la
confection du cadastre du bruit. J'espère que votre projet de loi ne
retardera pas encore le processus, notamment sur la mesure réelle
du bruit et des personnes concernées. Il est bien de parler d'équité.
Mais la situation est différente quand un avion survole 140.000
personnes plutôt que 30.000 ou 40.000. Il y a aussi lieu de tenir
compte du facteur équité.

J'en arrive à votre réponse concernant le suivi de l'arrêt de la cour
d'appel. Je suis un peu étonnée de constater que vous ne procédez
pas à une lecture complète de l'arrêt, notamment au sujet de la
nécessaire modification des normes de vents. Lors de l'entrée en
vigueur du plan Anciaux, les normes de vents étaient portées à 10
noeuds. Auparavant, ces normes étaient fixées entre 5 et 7 noeuds.
Vous dites qu'il n'est pas nécessaire de modifier ces normes alors
que, si on lit bien l'arrêt, une modification de celles-ci est nécessaire.
Si ce n'est pas le cas, la piste 02 continuera à être utilisée plus que de
raison. Je rappelle que ces normes de vents ont un réel impact sur la
sécurité. On les a appliquées pendant 40 ans jusqu'au moment où le
plan Anciaux est entré en application. Je regrette donc la décision qui
a été prise.

Pour terminer, ce qui me semble le plus regrettable ­ on l'a entendu
dans votre exposé ­, c'est que la gestion du vol et des routes reste
extrêmement complexe, change de jour en jour et même presque de
demi-journée en demi-journée. Ce n'est pas fait pour garantir la
sécurité de l'aéroport. Je regrette que le gouvernement continue à
s'enfoncer dans ce type de gestion extrêmement compliquée des
routes. Vous prenez des risques inutiles avec une grande
complexification des procédures de vols.

J'imagine que nous aurons l'occasion de revenir sur ce sujet. Pour
ombudsman gevraagd of ik over
een document kon beschikken,
wat normaal is voor de regering
als hulp bij het nemen van een
beslissing en wat ons betreft om
onze controleopdracht te kunnen
uitoefenen.

Wie voor grote luchthavens
opkomt, zou met de internationale
context moeten rekening houden.

De toestand is niet hopeloos. De
goedkeuring van de twee
ombudsmannen bewijst dat het
mogelijk is om de toestand te
verbeteren zonder in loutere
taalkwesties of communautaire
beschouwingen te vervallen. Ik
hoop dat uw idee om een wet op
te stellen het proces niet opnieuw
zal vertragen, onder meer wat de
geluidsmeting betreft. Het volstaat
immers niet om over billijkheid te
spreken. Men moet er ook naar
handelen.

U heeft zich tot een deel van het
arrest van het hof van beroep
beperkt. Het arrest gaat uit van
een wijziging van de windnormen.
In het plan Anciaux werden deze
op tien knopen gebracht, terwijl ze
de veertig voorgaande jaren
tussen vijf en zeven knopen lagen.
Als men niet naar de oorspron-
kelijke normen terugkeert, zou
baan 02 ook in de toekomst meer
dan strikt noodzakelijk worden
gebruikt. Wat we het meest
betreuren, is dat het beheer van
de vluchten en de routes erg
complex blijft, wat de veiligheid
niet ten goede komt. Door het
beheer zo ingewikkeld te maken
neemt u nodeloos risico's.
Volgens mij beantwoordt deze
wijziging niet volledig aan de
bepalingen van het arrest. We
zullen de toestand van nabij
volgen om tot een normaler
beheer van de luchthaven te
komen, naar het voorbeeld van
wat elders in Europa gebeurt.
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
moi, cette modification ne répond pas entièrement aux dispositions de
l'arrêt. Nous continuerons à examiner la situation de près afin
d'essayer d'aboutir à une gestion plus normale de l'aéroport, dans la
ligne de ce qui s'est fait dans l'ensemble des aéroports européens et
qui est complètement dévoyé par la politique du gouvernement actuel.
04.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, wat
de heer Touwaide betreft, ga ik niet dieper in op de zaak. U heeft
gezegd dat het antwoord in de toekomst in het Nederlands of het
Frans moet worden gegeven en ik geloof dat het ook zo zal gebeuren.

Wat uw antwoord in verband met de spreiding betreft, heb ik toch heel
wat vragen.

Ik zal misschien met het laatste beginnen. U zegt dat u gewoon verder
gaat met cassatie.
04.28 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): En ce qui concerne M.
Touwaide, je n'entrerai pas dans le
détail. Je pense que la réponse
sera dorénavant donnée en
néerlandais ou en français.
04.29 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het kan
genoteerd worden dat hij iets positiefs heeft gezegd.
04.30 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik heb u dus verrast. Het
was niet zo voorspelbaar.
04.31 Minister Renaat Landuyt: Het is een klein bloempje en nu
komt de grote pot.
04.32 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Als u alle vragen zou lezen
die ik ooit heb gesteld ­ ook aan uw voorgangers ­ zult u zien dat wij
in het dossier rond Zaventem en de nachtvluchten heel vaak
constructieve opmerkingen en voorstellen gedaan hebben.

Wat cassatie betreft, zegt u dat u er gewoon mee verder gaat.
Welnee, u staat gewoon stil in verband met cassatie. U doet niets.
Toen destijds de Franstaligen vragende partij waren inzake cassatie,
hebben zij dat onmiddellijk gekregen, maar nu u zelf minister bent en
de Vlamingen vragen om in cassatie te gaan, gebeurt het niet. Dit is
bijzonder spijtig. Ik vrees dat dit op een sisser zal uitdraaien.
04.32 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): En ce qui concerne la
cassation, le ministre ne prend
toutefois aucune initiative,
contrairement à ce qu'il prétend.
Lorsque les francophones ont à
l'époque demandé le pourvoi en
cassation, celui-ci s'était avéré
immédiatement possible. Ce n'est
pas le cas pour les Flamands.
04.33 Minister Renaat Landuyt: Wilt u zeggen dat ik aan politiek
moet doen zoals de Franstaligen? Dat is ook een suggestie.
04.33 Renaat Landuyt, ministre:
M. Laeremans souhaite-t-il dès
lors que je fasse de la politique à
la manière des francophones?
04.34 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Neen, het is het
tegenovergestelde. Als het in het belang van de Vlamingen zou
kunnen spelen, doet men het gewoon niet. Dat vind ik spijtig. Ik hoop
dat u het Parlement op de hoogte blijft houden van uw mogelijke
initiatieven, maar u treuzelt er in elk geval zeer lang mee.

Ten tweede, u bent zeer breedvoerig geweest over de noodzaak van
een wet en wat die wet allemaal gaat inhouden. Dat kon voor mij veel
korter, maar dan was het misschien veel duidelijker dat u voor de rest
eigenlijk niet zo veel zou zeggen.

Ik had u heel gedetailleerd gevraagd om cijfers en percentages te
geven voor de verschillende zones, zoals uw voorganger destijds kon
doen, maar we hebben die niet gekregen. Het is helemaal niet
duidelijk hoeveel extra overlast een bepaalde zone nu gaat krijgen en
04.34 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Non, je constate que le
pourvoi en cassation n'a pas lieu
alors qu'il servirait les intérêts
flamands. Le ministre lambine. Il
s'est très longuement attardé sur
la nouvelle loi alors que je n'ai pas
obtenu de chiffres et de
pourcentages détaillés à propos
des différentes zones. Il est trop
facile d'affirmer que la perception
changera selon qu'une
augmentation ou une diminution
est constatée. Nous ne disposons
pas d'informations suffisantes
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
wat de gewogen last per zone zal zijn. U heeft heel abstract
gesproken. U zegt dat de perceptie misschien anders zal zijn als men
stijgt in plaats van daalt boven een bepaalde zone. Daar kan men
natuurlijk alle kanten mee uit. De informatie die wij u vragen en die
nodig is om het dossier op een ernstige manier te beoordelen, blijft
ontbreken.

In ieder geval zijn zaterdagvoormiddag en zondagavond veel drukker,
mijnheer de minister, dan zaterdagnamiddag en zondagvoormiddag,
waardoor men niet kan ontkennen ­ u heeft het ook niet ontkend ­
dat de Noordrand een heel stuk extra vluchten en hinder over zich
heen zal krijgen.

Ik zie ook helemaal niet in hoe u met uw plannen Brussel beter bij de
spreiding betrekt en een redelijker aandeel bezorgt in de spreiding.
Integendeel, het enige wat u recentelijk nog op dat vlak gedaan heeft,
is dat u de routes die naar het baken van Chièvres moeten ook al
omleidt richting Noordrand en dat Brussel nog meer dan vroeger
ontzien wordt.

Ik heb u ook gevraagd hoe het staat met de besprekingen met de
Gewesten. U hebt terzake geen stand van zaken gegeven.
pour évaluer correctement le
dossier.

Quoi qu'il en soit, les samedis
matins et les dimanches soirs sont
beaucoup plus denses que les
samedis après-midi et les
dimanches matins. La périphérie
nord peut donc s'attendre à une
importante recrudescence des
nuisances. Je ne comprends par
ailleurs pas en quoi Bruxelles
supportera une part plus équitable
de la dispersion des vols. C'est
l'inverse qui se produira puisque
les routes en direction de Chièvres
seront déviées le long de la
périphérie nord.
04.35 Minister Renaat Landuyt: Wat was dat over een route die
verandert?
04.36 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Welja, de route naar
Chièvres. Ik heb begrepen dat, waar die normaal gezien grotendeels
rechtdoor ging, over Brussel, die nu meer en meer wordt
omgebogen...
04.37 Minister Renaat Landuyt: Dan hebt u dat verkeerd begrepen.
04.37 Renaat Landuyt, ministre:
M. Laeremans interprète
erronément la situation.
04.38 Bart Laeremans (Vlaams Belang): U hebt dat vandaag niet
gezegd, maar dat is wel iets wat...
04.39 Minister Renaat Landuyt: Het is om het even, vandaag of
gisteren; u hebt het verkeerd begrepen. Wij hebben niets veranderd.
04.39 Renaat Landuyt, ministre:
Celle-ci reste inchangée à cet
égard.
04.40 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Vandaag of gisteren niet.
Maar dat is al enkele weken geleden.
04.41 Minister Renaat Landuyt: Gisteren niet, nooit. Neen, neen.
Neen.
04.42 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik hoop ook dat het onjuist
is.
04.43 Minister Renaat Landuyt: Het is daarom dat ik reageer.
04.44 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het is goed dat u reageert.
04.45 Minister Renaat Landuyt: Het is altijd relatief wat u zegt maar
nu was u echt verkeerd. Daarom reageer ik.
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
04.46 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Oké, ik neem daar akte
van. Ik heb andere zaken gehoord. Wij zullen dat verder
onderzoeken.

In elk geval, hoe het staat met de besprekingen met de Gewesten,
daarover heb ik geen duidelijkheid. En hoe het staat met de aanleg
van extra infrastructuur en het betrekken van die extra infrastructuur
bij een maximale spreiding en het stappenplan inzake die spreiding,
daarover heb ik helemaal geen duidelijkheid. Ik heb de indruk dat u
niet de wil hebt, en niet de moed, mijnheer de minister, Brussel zijn
deel te laten dragen van de spreiding en dat u eigenlijk elke
confrontatie met Brussel wil ontwijken.

Ik vrees dat wat u vandaag als voorlopig naar voren schuift uiteindelijk
een vrij definitief karakter zal krijgen, zonder dat het uiteindelijke doel
­ wat zovele goedmenende mensen in dat dossier wilden, een
maximale en een billijke spreiding, een spreiding ook op zoveel
mogelijk momenten in de week ­ er met u als minister van
Infrastructuur en Mobiliteit niet zal komen. Ik betreur dat ten zeerste.
Maar wij zullen heel waakzaam blijven toekijken.
04.46 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Nous poursuivons
l'examen de ce dossier. Je n'ai
obtenu aucune précision quant à
l'évolution des discussions avec
les Régions et à l'aménagement
d'infrastructures supplémentaires.
J'ai l'impression que le ministre
veut éviter toute confrontation
avec Bruxelles et craint que la
solution provisoire acquière
finalement un caractère
relativement définitif. Je déplore
fortement qu'une dispersion
maximale et équitable des vols ne
puisse aboutir sous l'autorité de M.
Landuyt. Nous resterons attentifs.
De voorzitter: Ik meen dat wij het incident kunnen sluiten?
04.47 Minister Renaat Landuyt: Neen, er zijn een paar bijkomende
vragen gesteld, niet door collega Laeremans maar door de twee
vorige sprekers. De heer Laeremans had gewoon bijkomend
commentaar.

Wat de heer Touwaide betreft, zult u mij formeel niet horen zeggen
dat er een of andere fout is gebeurd. Ik stel alleen een zeer
transparante werkwijze vast. Ik heb daar zelfs, à la limite, als hij alle
mensen gelijk behandelt, geen enkel probleem mee. Alleen is mijn
hoofdzorg: ik wil duidelijkheid over de aard van de klachten om er
effectief een les uit te kunnen leren. Ik stel vast dat hij zeer veel werkt,
en blijkbaar overal op reageert. Maar ik kan vandaag nog niet zeggen
dat ik een echt verslag heb. Tussen haakjes, die 7% van de mensen
zijn verantwoordelijk voor een 17.000tal mails. Dat zeg ik om volledig
te zijn.

Voor het verslag zeg ik dat formeel. Men moet mij niet verwijten op
een of andere manier iets besloten te houden. Ik stel een heel
transparante werkwijze vast. Ik kan daar zelfs mee leven zodanig dat
er een sfeer is van duidelijkheid. Er hoeft hier geen sfeer te zijn dat de
regering iets te verbergen heeft. Wij proberen zo goed mogelijk de
werking van onze luchthaven te garanderen en ook het leven van de
mensen zo goed mogelijk te laten verlopen.

Ik kom aan het verschil tussen de wet en de studie. Het is juist om te
zeggen dat de regering formeel overeengekomen is dat er een
globale studie komt. Het is niet studie nummer zoveel. Het probleem
bij de voorgaande studies was dat er nooit over de conclusies
gediscussieerd werd, maar steeds over de werkmethode en de
uitgangspunten. Ik moet zorgen dat ik klaarheid heb over de
uitgangspunten.

De studie is eigenlijk een soort toepassing van de wet. Al hetgeen wij
nu gedaan hebben voor het spreidingsplan, alle beslissingen die wij
04.47 Renaat Landuyt, ministre:
Permettez-moi de répondre aux
questions complémentaires.

En ce qui concerne M. Touwaide,
je ne puis que constater qu'il
procède en toute transparence.
Avant que je puisse entreprendre
quoi que ce soit, je dois d'abord
obtenir des précisions à propos
des plaintes. Pour l'instant, je ne
dispose d'aucun rapport à ce
sujet.

Quant à la différence entre la loi et
l'étude, je puis vous dire que le
gouvernement a décidé de
demander la réalisation d'une
étude globale. Cette étude est en
quelque sorte une application de la
loi. Il est par ailleurs essentiel que
toutes les mesures qui ont été
prises dans le cadre du plan de
dispersion répondent au prescrit
de la loi.

Assisté par un groupe de travail, je
me penche actuellement sur les
principes qui devraient être ancrés
dans la loi. Nous nous inspirons du
décret relatif à l'aménagement du
territoire et des solutions qui ont
été apportées à des problèmes
comparables à l'étranger.
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
genomen hebben zullen de toets moeten kunnen weerstaan van de
wet met alle principes van de juiste werkwijze. Het is niet gemakkelijk
om te expliciteren wat wij gedaan hebben. Het is op zich echter reeds
een toets van de rechtvaardigheid van de methode die tot vandaag
gevolgd werd.

Het is relatief origineel juridisch werk. Ik ben er zelfs persoonlijk mee
bezig. Wij zijn in groep aan het kijken welke soort van principes wij in
de wet moeten vastleggen. De beste vergelijking is die met de situatie
van het decreet Ruimtelijke Ordening.

Wij kijken ook internationaal naar die landen waaruit wij lessen
kunnen trekken. Het is echter zo dat wij hier specifiek geconfronteerd
worden met een politiek zeer gevoelige materie. In andere steden
bestaat die materie helemaal niet. Ook in Amerika zijn er bepaalde
conflictzones. Men kan lessen gaan trekken en gaan vergelijken. Wij
proberen daaruit de algemene lijnen te halen.

De deadline is zo vlug mogelijk. Ik ga er geen termijn op kleven. Wij
werken er evenwel aan. Wij hopen ook op een stukje stabiliteit
daarmee.

Het wordt natuurlijk heel vervelend als actiegroepen naar
maatschappijen beginnen te schrijven in het Engels. Dat zijn echt
schadeverwekkende zaken. Men is bezig met het ondermijnen van
heel de economische activiteit rond de luchthaven. Dat is heel erg en
berokkent veel schade. Wij moeten daarop ook alert reageren.
04.48 Bart Laeremans (Vlaams Belang): (...)
04.49 Minister Renaat Landuyt: Wij proberen daarop steeds zo snel
mogelijk te reageren, maar wij komen op een punt dat niet de VZW,
maar de personen achter de VZW enorme financiële risico's aan het
nemen zijn. Op juridisch vlak zijn ze fouten met grote schade aan het
maken. Op dat vlak moeten zij door de juiste instanties op hun
verantwoordelijkheid gewezen worden en in gebreke gesteld worden.

Het is inderdaad een heel vervelende situatie die reeds concrete
problemen heeft opgeleverd.

Mevrouw Nagy heeft de vergadering al verlaten. We namen
inderdaad een voorlopige beslissing, omdat een kortgeding altijd een
voorlopige situatie inhoudt. We kunnen geen definitieve beslissing
nemen, omdat het arrest zelf stipuleert dat een definitieve beslissing
volgens een andere procedure moet gebeuren. Er moet minstens
beter kunnen worden bewezen dat het evenwicht tussen de privé-
belangen en privé-rechten en het algemeen belang duidelijk wordt.

Alle alternatieven moeten daaraan beantwoorden. Daarom moeten
we, om correct te zijn, minimaal reageren op het minimale dispositief
van het arrest. Uit de argumentatie hebben we onze lessen
getrokken. Dat moeten we ook doen. We zijn de argumentatie ook
aan het analyseren. We kunnen niet zomaar zeggen dat het arrest
met de losse pols is gemaakt. Als we cassatie willen aantekenen,
doen we dat niet volgens de taalrol, maar volgens de juridische
argumentatie die in het arrest aanwezig is.

Op dat vlak bescherm ik ook mijn eigen methode. Ik ben zelf een
04.49 Renaat Landuyt, ministre:
La décision que je prends est, tout
comme le jugement en référé,
inévitablement provisoire. L'arrêt
même dispose que la décision
définitive devra être prise par le
biais d'une autre voie. Le dispositif
minimaliste de l'arrêt appelle une
réaction minimaliste. Nous
analysons à l'heure actuelle les
considérants de l'arrêt. S'il y a
pourvoi en cassation, ce sera sur
la base d'arguments juridiques et
non pas linguistiques.

Je n'ai pas l'intention de toucher
aux normes de vent. Depuis mars,
ces normes ont changé: pour les
pistes 25 et 07 elles sont de 7 et
de 20, pour la piste oblique de 5 et
de 15.

Les gouvernements régionaux, qui
tardent à présenter un plan
cohérent, sont responsables des
retards encourus dans
l'élaboration du plan de dispersion.
Le gouvernement fédéral a
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
jurist en een aanhanger van de rechtsstaat. Ik zal handelen op een
correct wijze. Ik wens in het dossier niets onbezonnen te doen.

We zitten nu in de fase van de juiste analyse om de argumentatie
door de juist geplaatste advocaten te laten geven. Dat is al weken
bezig. Ik heb dat van bij de aanvang gezegd.

Om volledig te zijn, wil ik het ook hebben over het probleem van de
windnormen. Aan de windnormen wordt door mij niet geraakt. Het is
een technische veiligheidskwestie. Al sedert maart 2005 is er een
andere situatie voor de windnormen. Als ik mij niet vergis zijn voor de
banen 25 en 07, de windnormen 7 en 20. Voor de schuine piste zijn
de windnormen 5 en 15. Dat is de huidige situatie voor de
windnormen. Uiteraard moet een en ander in de toekomst ook worden
meegenomen in het evenwichtige systeem dat we door een wet
hopen uit te bouwen. Het is niet omdat we een wet opstellen dat we
het dossier vertragen.

Waar zit de blokkering, als er al van een blokkering mag worden
gesproken? Waar zit het tijdverlies ­ dat is een beter woord dan
blokkering ­ inzake een verdere uitwerking van het spreidingsplan?
Inzake de evaluatie komen de regionale regeringen uit zichzelf niet zo
gemakkelijk, en nog moeilijker gezamenlijk, tot een eenduidig
standpunt. De situatie van de geluidsnormering is echter hun
bevoegdheid, niet de onze.

Wij hebben niet het argument gebruikt dat we niets kunnen wijzigen,
omdat we geen akkoord hebben met de Gewesten. We hebben
gezegd dat we onze bevoegdheden zullen uitputten en uitoefenen.
Thans wordt ons verweten dat we geen overleg plegen, terwijl ons
anders zou worden verweten dat we geen beslissing nemen en ons
verbergen achter de regionale regeringen. Dat is zeker niet mijn
bedoeling. Ik probeer in deze stap voor stap een logica te volgen en
mijn verantwoordelijkheid te nemen.
pleinement exercé ses
compétences en la matière, mais
nous ne pouvons rien changer
sans qu'il n'y ait un accord des
Régions. Vous nous reprochez
dès lors injustement de ne pas
vouloir mener de concertation.
De voorzitter: Het vervolg is voor volgende week.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. François Bellot au ministre de la Mobilité sur "l'avenir des anciennes lignes 126 et
127 de la SNCB" (n° 6541)
05 Vraag van de heer François Bellot aan de minister van Mobiliteit over "de toekomst van de
vroegere NMBS-lijnen 126 en 127" (nr. 6541)
05.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, un vaste projet de maillage du réseau des voies lentes en
Région wallonne est en cours de réalisation depuis 1996-1997. Les
lignes 126 et 127 Ciney ­ Statte ­ Landenne sont désaffectées depuis
de nombreuses années. Toutefois, un grand nombre de sections sont
toujours équipées des rails et des traverses.

Les communes traversées mais aussi les défenseurs des RAVeL
militent unanimement en faveur du projet cyclable entre ces deux
villes (Landenne et Ciney).

M. le ministre peut-il m'éclairer sur les points suivants.
05.01 François Bellot (MR):
Sinds 1996-97 loopt in het Waals
Gewest een project dat een
fijnmazig wegennet voor langzaam
verkeer tot stand moet brengen.
De lijnen 126 en 127 Ciney-Statte-
Landenne worden al jaren niet
meer gebruikt, maar op grote
delen van die lijn bevinden zich
nog steeds sporen en
dwarsliggers. De gemeenten in
kwestie en de voorstanders van
RAVeL ijveren voor het aanleggen
CRIV 51
COM 564
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
- Le deuxième avenant au contrat de gestion interdit à la SNCB,
semble-t-il, de démonter les lignes ferroviaires désaffectées. Cette
disposition s'applique-t-elle aux lignes 126 et 127, alors que plusieurs
sections ont déjà été démontées et aménagées en pistes cyclables?

- Quelles sont les sections de ligne qui ont déjà été cédées à la
Région wallonne?

- La SNCB négocie-t-elle avec la Région wallonne la cession définitive
ou sous forme de bail emphytéotique des sections concernées par le
projet RAVeL et selon quel planning?

- Disposez-vous d'une date ultime de cession complète et totale de la
ligne 127, d'une part, et de la ligne 126, d'autre part?

- Avez-vous connaissance des conclusions d'une étude qui
démontrerait le très grand intérêt biologique de la ligne 126 avec la
volonté de certains comités de défense de l'environnement de
conserver à celle-ci sa quiétude en empêchant la réalisation de toute
voie, même cyclable, dans certaines sections.
van een fietspad tussen Landenne
en Ciney.

Het tweede aanhangsel van de
beheersovereenkomst verbiedt de
NMBS de buiten dienst gestelde
spoorlijnen op te breken; geldt een
en ander ook voor de lijnen 126 en
127, die al ten dele werden
ontmanteld en als fietspad
ingericht? Welke delen werden
aan het Gewest overgedragen?
Onderhandelt de NMBS over de
definitieve overdracht of de
vestiging van een erfpacht op de
delen die voor het RAVeL-project
in aanmerking komen en volgens
welk tijdpad? Wanneer zullen de
lijnen 126 en 127 volledig worden
overgedragen? Bent u op de
hoogte van de besluiten van een
studie waaruit blijkt dat lijn 126
vanuit biologisch oogpunt
interessant is en weet u dat
milieubewegingen zich tegen het
aanleggen van fietspaden op
bepaalde delen van die lijn
verzetten?
05.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Bellot, pour répondre à votre première question, le deuxième avenant
adopté le 29 mai 2000 a inséré un nouvel article 30bis dans le
deuxième contrat de gestion de la SNCB. Celui-ci prévoit qu' "à titre
conservatoire et jusqu'à l'échéance du présent contrat de gestion, la
société nationale s'engage à ne plus démonter de ligne ferroviaire
désaffectée, quelle que soit la raison de la désaffectation, sans
préjudice de la responsabilité et des obligations de sécurité qui
résultent de sa qualité de propriétaire."

Cette disposition s'applique bien entendu à toutes les lignes du
réseau ferroviaire. Toutefois, elle contient une interdiction à dater de
2000, soit après le démontage de certaines sections de la ligne 127
au début des années 1990. Cette interdiction n'est en outre valable
que sous réserve d'obligations de sécurité.

Pour rappel, les lignes 126 et 127 ont été désaffectées en 1963 pour
le trafic de voyageurs et en 1983 pour le trafic marchandises. Seule la
ligne 127 a été partiellement démontée au début des années 1990.

En ce qui concerne vos deuxième et troisième questions, la ligne 127
a été cédée par bail emphytéotique à la Région wallonne en date du
25 septembre 2000.

Votre quatrième question a trait à la cession de la ligne 126. Elle se
fera selon le planning de la Région wallonne. Cette ligne figure en
effet dans la liste de celles qui sont susceptibles d'être reprises par la
Région wallonne. La date ultime de cession complète de la ligne 126
est le 10 juillet 2010.
05.02 Minister Renaat Landuyt:
Op uw eerste vraag antwoord ik
dat het tweede aanhangsel van
het beheerscontract, dat op 29 mei
2000 werd goedgekeurd, bepaalt
dat de maatschappij zich er bij
wijze van bewarende maatregel
toe verbindt geen spoorlijnen meer
op te breken die niet meer gebruikt
worden, ongeacht de reden
waarom ze buiten gebruik werden
gesteld. Die bepaling heeft
betrekking op alle lijnen van het
spoorwegnet en geldt vanaf 2000,
dus na de ontmanteling in 1990
van bepaalde onderdelen van lijn
127. Dat verbod wordt tevens
beperkt door verplichtingen op het
stuk van de veiligheid.

De lijnen 126 en 127 werden in
1963 (reizigers) en 1983
(goederen) buiten gebruik gesteld.
In de jaren negentig werd lijn 127
gedeeltelijk ontmanteld en op 25
september 2000 werd ze aan het
Waals Gewest in erfpacht
gegeven. De overdracht van lijn
126 zal volgens de planning van
20/04/2005
CRIV 51
COM 564
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30

Enfin, le groupe SNCB m'informe qu'il n'a par ailleurs pas reçu copie
du document reprenant les conclusions d'une étude qui démontrerait
le très grand intérêt biologique de la ligne 126.
het Waals Gewest op 10 juli 2010
plaatsvinden. Ten slotte heeft de
NMBS de conclusies van de studie
die de grote biologische waarde
van lijn 126 aantoont, niet
ontvangen.
05.03 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, les éléments
d'information éclairent mes questions. Pourrais-je disposer d'une
copie de votre réponse, afin que je puisse la transmettre au comité
RAVel de ma région?
05.03 François Bellot (MR): Kan
u mij een schriftelijke kopie van uw
antwoord bezorgen voor het
RAVeL-comité van mijn streek?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La discussion des questions et interpellations se termine à 16.00 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 16.00 uur.