CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 562
CRIV 51 COM 562
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mercredi
woensdag
20-04-2005
20-04-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Daniel Bacquelaine à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
revendications des greffes des cours et tribunaux"
(n° 6242)
1
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de eisen van de griffies van hoven en
rechtbanken" (nr. 6242)
1
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Daniel Bacquelaine à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
gestion par les greffes des tribunaux de
commerce des demandes relatives à l'application
de la loi sur les ASBL" (n° 6516)
3
Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de behandeling door de griffies van de
rechtbanken van koophandel van de aanvragen
met betrekking tot de wet op de VZW's" (nr. 6516)
3
Orateurs: Daniel Bacquelaine, président du
groupe MR, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Daniel Bacquelaine, voorzitter van
de MR-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Georges Lenssen à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
convocation à l'assemblée générale d'une SA"
(n° 6263)
4
Vraag van de heer Georges Lenssen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
oproeping tot de algemene vergadering van een
NV" (nr. 6263)
4
Orateurs:
Georges Lenssen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Georges Lenssen, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Dalila Douifi à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les services
d'enlèvement de véhicules" (n° 6484)
6
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
takeldiensten" (nr. 6484)
6
Orateurs: Dalila Douifi, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dalila Douifi, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de Mme Dalila Douifi à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
mendiantes accompagnées de bébés ou
d'enfants en bas âge" (n° 6553)
8
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bedelende vrouwen met baby's en kleine
kinderen" (nr. 6553)
8
Orateurs: Dalila Douifi, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Dalila Douifi, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MERCREDI
20
AVRIL
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
20
APRIL
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.21 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.21 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Question de M. Daniel Bacquelaine à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
revendications des greffes des cours et tribunaux" (n° 6242)
01 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
eisen van de griffies van hoven en rechtbanken" (nr. 6242)
01.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, depuis plusieurs mois, les greffiers des cours et tribunaux
mènent des actions pour faire valoir une série de mesures visant la
revalorisation de leur profession.

Madame la ministre, au mois de février dernier, les greffiers vous ont
adressé un courrier proposant de conclure un protocole de
collaboration qui avait pour but de désigner leurs représentants et de
mentionner les objets de la concertation. Cette formule permettait
d'associer immédiatement les greffiers aux réflexions que vous
menez dans le cadre des protocoles d'engagement conclus avec les
autorités judiciaires en vue de lutter contre l'arriéré judiciaire. Ce
serait une formule transitoire en attendant un règlement légal de la
concertation sociale.

Vous avez répondu, au mois de mars, que vous vous engagiez à
respecter la disposition légale qui prévoit la concertation sociale. Vous
ajoutiez qu'il n'était pas possible de répondre favorablement à la
proposition de conclure un protocole de collaboration. Vous justifiiez
votre décision par le fait que vous poursuiviez votre réflexion "sur la
question de la représentativité de certaines catégories
professionnelles de l'ordre judiciaire".

Un communiqué de presse nous annonçant que les greffiers
menaçaient d'élargir leurs actions ne nous a évidemment pas surpris.
En fait, ils demandent surtout d'être entendus et écoutés et d'avoir
des concertations fréquentes avec la ministre de la Justice.

Madame la ministre, en attendant que la réflexion soit menée à son
terme, quelles sont les raisons qui vous empêchent d'organiser un
protocole de collaboration avec des représentants dûment désignés
par les greffiers pour étudier les mesures que vous pourriez
proposer?
01.01 Daniel Bacquelaine (MR):
De griffiers van de hoven en
rechtbanken die reeds gedurende
enkele maanden actie voeren voor
een herwaardering van hun
beroep, hebben u in maart
gevraagd met hen een
samenwerkingsprotocol af te
sluiten om hun afgevaardigden
aan te duiden en om die
elementen aan te duiden die bij
het overleg aan bod moeten
komen. Zo zouden de griffiers
betrokken kunnen worden bij de
reflectie die de regering
momenteel aan die materie wijdt.

Bij wijze van antwoord heeft u zich
ertoe verbonden om de wettelijke
verplichting inzake het sociaal
overleg na te komen, maar u heeft
tevens gesteld dat de tijd nog niet
rijp is om met hen een
samenwerkingsprotocol af te
sluiten omdat u twijfels heeft over
het representatief karakter van
bepaalde beroepscategorieën van
de rechterlijke orde.

Op 10 maart hebben de griffiers er
dan ook mee gedreigd om hun
actie uit te breiden. Ze willen
immers dat er met hun grieven
rekening wordt gehouden.

Waarom kan u, nu er met staking
wordt gedreigd, dit
20/04/2005
CRIV 51
COM 562
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
samenwerkingsprotocol niet
afsluiten en regelmatig overleg
organiseren?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, d'abord, il
conviendrait d'éviter un amalgame entre des négociations syndicales
portant sur un statut et des protocoles de collaboration, de
coopération signés avec des autorités judiciaires; ces deux éléments
sont différents et se meuvent sur des plans différents. Les protocoles
d'accord conclus à Anvers, Gand et Bruxelles l'ont été avec des
autorités judiciaires reconnues légalement.

Dans votre question écrite, vous posez une question sur ma position
vis-à-vis d'une association, la CENEGER. Vous faites référence à un
courrier que j'ai adressé à cette association dans lequel j'ai précisé
ma position; celle-ci n'a pas évolué. La réflexion se poursuit.

Je ne suis pas en mesure aujourd'hui de conclure un protocole
d'accord avec la CENEGER, et ce pour plusieurs raisons. D'abord, il
s'agirait d'un engagement du ministre de la Justice avec une
association qui n'est pas reconnue légalement comme une
association représentative des travailleurs. Ensuite, cette conclusion
serait une anticipation sur ma décision finale et sur celle du
gouvernement; je ne peux m'engager dans une telle voie.

Il est vrai qu'un communiqué de presse a fait état du fait que les
greffiers menacent d'élargir leurs actions. Ma réaction est
l'incompréhension. En effet, mon cabinet a rencontré des
représentants de la CENEGER; il discute déjà depuis plusieurs mois
et négocie avec les organisations syndicales traditionnelles
concernant la réforme des niveaux A, B, C et D dans les greffes et les
parquets.

La concertation sociale et la négociation existent donc bien. Il est
difficile de comprendre qu'on veuille mener des actions alors que les
discussions sont en cours avec toutes les parties concernées, que
personne n'en est exclu, que la transparence est totale et que les
choses se déroulent bien.

Enfin, pour ce qui concerne la représentativité des catégories de
personnel de l'ordre judiciaire, cela demeure complexe et sensible. Il
faut sans doute se donner un peu de temps pour adopter une position
raisonnable et surtout acceptable pour toutes les personnes
concernées.

En résumé, j'ai des discussions avec une association qui n'est pas
encore reconnue légalement comme représentative des travailleurs,
et j'ai des négociations avec les organisations traditionnelles. J'espère
déboucher prochainement sur un accord et les choses se passent
tout à fait normalement.
01.02 Minister Laurette Onkelinx:
Men moet een onderscheid maken
tussen de
vakbondsonderhandelingen inzake
het statuut en de
protocolakkoorden die in
Antwerpen, Brussel en Gent met
de rechterlijke overheden werden
bereikt.

Met de CENEGER kan ik thans
nog geen protocolakkoord
afsluiten omdat die vereniging
geen wettelijke vertegenwoordiger
van de werknemers is. Mocht ik
dat wel doen, dan zou ik op mijn
eindbeslissing en die van de
regering vooruitlopen.

Ik begrijp niet waarom de griffiers
met bijkomende acties dreigen,
vermits mijn kabinet
vertegenwoordigers van de
CENEGER heeft ontmoet en
reeds enkele maanden met de
traditionele vakbondsorganisaties
over de hervorming van de
niveaus A, B, C en D
onderhandelt. Aangezien niemand
van die onderhandelingen wordt
uitgesloten, begrijp ik niet waarom
actie zou worden gevoerd.

De kwestie van de
representativiteit van de
personeelscategorieën van de
rechterlijke orde is erg belangrijk.
Wij moeten dan ook de nodige tijd
nemen om een afdoende
oplossing uit te werken.

01.03 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la ministre, je vous
remercie de votre réponse. Je pense qu'au-delà de la phraséologie ou
du vocabulaire, il ne s'agit effectivement pas de négociations au sens
strict du terme avec une association qui n'a pas pour vocation
d'organiser ou de participer à une négociation syndicale. La notion de
concertation me semble importante. En tant que spécialiste dans le
secteur de la santé, je suis habitué au phénomène de concertation qui
01.03 Daniel Bacquelaine (MR):
Overleg is erg belangrijk.

CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
est essentiel et qui est à la base de tout en matière de soins de santé.
Globalement, il ne faut jamais refuser la concertation.
01.04 Laurette Onkelinx, ministre: Dans la fonction publique, c'est la
règle aussi, c'est ce que nous faisons tout le temps. Or, ici, il s'agit
d'un problème de statut, donc de la fonction publique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Daniel Bacquelaine à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
gestion par les greffes des tribunaux de commerce des demandes relatives à l'application de la loi sur
les ASBL" (n° 6516)
02 Vraag van de heer Daniel Bacquelaine aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
behandeling door de griffies van de rechtbanken van koophandel van de aanvragen met betrekking tot
de wet op de VZW's" (nr. 6516)
02.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la
ministre, un problème continue à se poser en cette matière sur le plan
pratique. Je ne lance la pierre à personne, surtout pas à vous. Nous
sommes tous coresponsables de la nouvelle loi sur les ASBL, cela est
évident.

Malgré les efforts que vous avez menés en termes d'information ­
nous en avions déjà discuté lors d'une question que je vous avais
posée sur le sujet ­, il reste manifestement un problème d'application
concrète: dans de nombreux domaines, le citoyen est confronté à des
lourdeurs administratives en matière de publication au greffe. Malgré
les efforts d'information, certains greffes ne se conforment pas aux
prescriptions. Je pense notamment au greffe du tribunal de
commerce de Bruxelles qui exige, dans le cadre d'une liquidation de
société, un extrait du procès-verbal de l'assemblée générale signé par
deux administrateurs. Or, ce document n'est requis par aucun texte
légal. Les textes prévoient notamment que la copie de l'acte devant
figurer dans le dossier peut prendre simplement la forme d'une copie
du volet B du formulaire. Nous sommes très loin de la simplification
administrative souhaitée par tous.

Madame la ministre, pouvez-vous préciser quels moyens pourraient
être mis en oeuvre pour que les greffes adoptent une attitude plus
conforme à l'objectif général de simplification administrative, en se
conformant aux textes légaux et en n'en faisant pas plus qu'il n'est
nécessaire?

C'est en quelque sorte le sens de la question que je vous pose sur
cette matière.
02.01 Daniel Bacquelaine (MR):
Sinds de vzw-wet in werking is
getreden, heeft de praktische
toepassing ervan heel wat
problemen doen rijzen, en dit
ondanks alle inspanningen om ze
te verduidelijken. Sommige griffies
zouden de voorschriften niet
naleven. Zo vraagt de griffie van
de rechtbank van koophandel van
Brussel bij de vereffening van een
vennootschap dat een afschrift
van de notulen van de algemene
vergadering wordt voorgelegd dat
door twee bestuurders is
ondertekend. Niet alleen is dat
strijdig met de bepalingen van de
wet, het draagt evenmin bij tot de
administratieve vereenvoudiging in
ons land.

Hoe zal u ervoor zorgen dat de
griffies en de burgers beter van de
wettelijke bepalingen op de hoogte
zijn?

02.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, monsieur
Bacquelaine, certes, nous en avons déjà parlé. Il avait été décidé,
pour une bonne information des greffiers, de travailler sur la loi votée
sous l'ancienne législature. Quels ont été les moyens? Tout d'abord,
une circulaire du 4 octobre 2004 relative à la publicité des actes et
documents des associations sans but lucratif et des fondations
privées qui a été publiée au Moniteur belge le 11 octobre. Cette
circulaire contient des informations très utiles relatives à la publicité
des actes et documents des associations et des fondations.

Par ailleurs, une formation destinée au personnel des greffes et
02.02 Minister Laurette Onkelinx:
In het Belgisch Staatsblad werd
een circulaire van 4 oktober 2004
gepubliceerd, waarin nuttige
inlichtingen worden verstrekt in
verband met de openbaarmaking
van akten en stukken van
verenigingen zonder winstoogmerk
en private stichtingen.

In de komende maanden zal een
20/04/2005
CRIV 51
COM 562
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
tribunaux de commerce est prévue prochainement. Celle-ci s'inscrit,
d'une part, dans le cadre des nouvelles tâches que le greffier se voit
confier à la suite des changements apportés par la dernière loi-
programme. Elle vise également à aplanir les dernières difficultés
d'application que suscite la nouvelle loi. Il s'agira de formations
décentralisées données par des greffiers spécialisés dans la matière
des associations et des fondations.

Depuis la publication de la circulaire et de la brochure, le nombre de
plaintes déposées par les ASBL est en très nette régression. J'espère
que, grâce aux formations, elles vont disparaître. Je veux préciser
que, conformément à la circulaire, la copie de l'acte qui doit être
publié et/ou qui doit figurer dans le dossier peut soit prendre la forme
d'une copie du volet B du formulaire 1, soit consister en un extrait du
procès-verbal de l'assemblée générale signé par la ou les
personne(s) ayant le pouvoir de représenter l'association sans but
lucratif à l'égard des tiers. C'est l'un ou l'autre. Le régime est donc
plus souple que celui existant pour les sociétés.

A l'égard des greffes, le citoyen peut évidemment évoquer la
circulaire, puisqu'elle a été publiée. Toutefois si l'un ou l'autre greffier
devait se montrer récalcitrant et de mauvaise foi, je pourrais
évidemment intervenir et interpeller le greffier en chef. Mais il me
semble qu'à travers tous les actes que l'on a mis à disposition, les
choses vont mieux; en outre, avec la formation spécialisée, le
problème pourrait disparaître. Je répète que je pourrais intervenir si je
recevais des plaintes ou si j'étais interpellée concernant l'une ou
l'autre personne récalcitrante.
opleiding voor de personeelsleden
van de griffies van de rechtbanken
van koophandel worden
georganiseerd. Die opleiding
kadert in de nieuwe taken
waarmee de griffies krachtens de
programmawet worden belast; zij
strekt ertoe de
laatste
moeilijkheden inzake de
toepassing die uit de nieuwe wet
voortvloeien, weg te werken.

Het aantal door vzw's ingediende
klachten neemt sinds de publicatie
van de brochure en de circulaire al
af.

Overeenkomstig de regelgevende
tekst, kan de kopie van de akte
ofwel de vorm aannemen van een
kopie van luik B van formulier I,
ofwel een uittreksel zijn van de
notulen van de algemene
vergadering dat ondertekend is
door de perso(o)on(en) die de vzw
rechtsgeldig vertegenwoordigen
ten aanzien van derden.

De burger kan zich ten aanzien
van derden te allen tijde beroepen
op de inhoud van de circulaire die
duidelijk aangeeft welke regels
dienen te worden toegepast.

Als een griffier weigert mee te
werken, kan ik ingrijpen.
02.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, je tiens à
remercier Mme la vice-première ministre pour sa réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Georges Lenssen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
oproeping tot de algemene vergadering van een NV" (nr. 6263)
03 Question de M. Georges Lenssen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
convocation à l'assemblée générale d'une SA" (n° 6263)
03.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, door de programmawet van 27 december 2004
zijn er wijzigingen aangebracht in het Wetboek van vennootschappen.
Het gaat over de artikelen 533 en 570, die betrekking hebben op het
bijeenroepen van de algemene vergadering van aandeelhouders en
obligatiehouders in naamloze vennootschappen.

Het nieuwe artikel 533 bepaalt dat de vergaderingen worden
bijeengeroepen door middel van publicatie in het Belgisch Staatsblad
of, in voorkomend geval, in een nationaal verspreid blad.
03.01 Georges Lenssen (VLD):
La loi-programme a modifié les
articles 533 et 570 du Code des
sociétés relatifs à la convocation
des assemblées générales des
sociétés. Cette convocation est
effectuée par une publication au
Moniteur belge ou dans un organe
de presse de diffusion nationale.
CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5

Het derde lid van het nieuwe artikel voegt daaraan toe dat die
bijeenroepingen 15 dagen voor de vergaderingen meegedeeld zullen
worden aan de houders van aandelen, van obligaties of van warrants
op naam en aan de houders van certificaten op naam, die met
medewerking van de vennootschappen werden uitgegeven. Het
artikel voorziet dat deze mededeling geschiedt door middel van een
gewoon bericht, tenzij de bestemmelingen individueel, uitdrukkelijk en
schriftelijk hebben ingestemd om de oproeping via een ander
communicatiemiddel te ontvangen. Van het vervullen van deze
formaliteit moet evenwel geen bewijs geleverd worden.

Het nieuwe artikel 533, lid 4, vermeldt echter wel dat, wanneer alle
houders van aandelen, obligaties, warrants of certificaten op naam,
die met medewerking van de vennootschap werden uitgegeven, met
een mededeling van de oproeping kan worden volstaan. Dergelijke
mededeling geschiedt door middel van een ter post aangetekende
brief, tenzij de bestemmelingen individueel, uitdrukkelijk en schriftelijk
hebben ingestemd om de oproeping via een ander
communicatiemiddel te ontvangen.

De vraag rijst of het vierde lid gewoon gelezen moet worden als een
recht, namelijk dat de vennootschappen waarvan alle aandelen op
naam zijn, hiervoor kunnen opteren, ofwel voor een publicatie in het
Belgisch Staatsblad en in de pers en voor een mededeling door
middel van een gewone brief of bepaalt de tekst daarentegen dat die
vennootschap waarvan alle aandelen op naam zijn, noodzakelijk moet
overgaan tot bijeenroeping per aangetekende brief, behalve natuurlijk
wanneer de aandeelhouders uitdrukkelijk te kennen hebben gegeven
dat ze akkoord gaan met een ander communicatiemiddel. De eerste
interpretatie lijkt zich op te dringen als de nieuwe tekst vergeleken
wordt met de vroegere tekst, maar er kunnen twijfels rijzen. Er zijn
dus ook vennootschappen die dat op een andere manier hebben
geïnterpreteerd. Vandaar de vraag: hoe moet dat eigenlijk juist
worden geïnterpreteerd?

Le nouvel alinéa 4 de l'article 533
offre la possibilité de convoquer
l'assemblée générale uniquement
par le biais d'une lettre
recommandée si l'ensemble des
actions, obligations, warrants ou
certificats est nominatif; un autre
moyen de communication peut
être utilisé si tous les actionnaires
marquent leur accord à ce sujet.

L'alinéa 4 doit-il être considéré
comme un droit qui laisse le choix
aux sociétés ou celles-ci sont-elles
tenues de recourir à une lettre
recommandée ou éventuellement
à un autre moyen de
communication?

03.02 Minister Laurette Onkelinx: De programmawet van december
2004 heeft inderdaad het aantal publicaties voor de bijeenroeping van
de algemene vergaderingen verminderd, maar er is niets veranderd
inzake het meedelen per brief van de bijeenroepingen en het
alternatief, voorzien in het vroegere artikel 533 van het Wetboek van
vennootschappen, werd behouden. Het nieuwe artikel 533 van het
Wetboek van vennootschappen heeft het principe van de publicatie
en het meedelen per gewone brief van de bijeenroeping voor de
houders van certificaten op naam niet afgeschaft. Die kunnen worden
vervangen door bijeenroeping per aangetekende brief, wanneer alle
certificaten op naam zijn.

Die publicatie in het Belgisch Staatsblad, met tegelijkertijd het
toesturen van een gewone brief aan elke houder van een certificaat
op naam, is behouden.

Door artikel 533, 4
e
lid, behoudt de vennootschap waarvan alle
certificaten die door haar of met haar medewerking werden
uitgegeven op naam zijn, de keuzemogelijkheid ofwel over te gaan tot
de publicatie en het tegelijk versturen van de bijeenroeping per
gewone brief, ofwel de bijeenroeping per aangetekende brief te
versturen.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La loi programme du 27
décembre 2004 n'a rien modifié en
matière de convocation par lettre.
Cependant, une lettre
recommandée peut remplacer la
publication et la convocation par
simple lettre si tous les certificats
sont nominatifs. Si tel est le cas, la
société a donc le choix.

20/04/2005
CRIV 51
COM 562
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
03.03 Georges Lenssen (VLD): Mevrouw de minister, sommige
firma's gingen die ervan uit zijn dat zij alle oproepen aangetekend
moesten versturen. Ik meen dat zij bij deze een goede verduidelijking
gekregen hebben, waarvoor mijn dank.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
takeldiensten" (nr. 6484)
04 Question de Mme Dalila Douifi à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les services
d'enlèvement de véhicules" (n° 6484)
04.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik stel u deze vraag omdat ik de voorbije weken door een
aantal takeldiensten gecontacteerd werd. Zij zegden me dat zij al twee
jaar wachten op de uitbetaling van facturen door het ministerie van
Justitie. Die facturen mogen zij aanrekenen. Via de politie worden die
facturen doorgestuurd, door middel van een proces-verbaal, aan de
parketten. Het gaat om de wegtakeling, maar ook de bewaking, van
voertuigen die niet langer op de openbare weg mogen komen omdat
zij bijvoorbeeld niet verzekerd zijn.

Men signaleert mij dat de uitbetaling van die facturen tot 2003 geen
probleem vormde. Maar sinds 2003 en tot nu toe is het grootste deel
van de facturen ­ het zou om meer dan 90% gaan ­ niet uitbetaald.
Voor kleine zelfstandigen die over kleine bedrijfjes beschikken, zorgt
dat voor problemen. Ik heb weet van een takeldienst die voor die
periode van twee jaar 62.000 euro te goed heeft.

Dat heeft natuurlijk een aantal gevolgen. Als de takeldiensten
opgebeld worden door de politie om die taken uit te voeren, aarzelen
zij en soms weigeren ze zelfs om die taken uit te voeren. Mogelijk
heeft dat nog een veel perverser gevolg: op die manier moedigt men
bijna aan om zonder verzekering met zijn voertuig op de openbare
weg te komen. Misschien overdrijf ik wat, maar dat is toch wat mij
wordt gesignaleerd.

Mevrouw de minister, ik heb daarom de volgende vragen.

Hebt u weet van dat probleem? Erkent u het probleem dat ik aanhaal?

Kunt u een overzicht geven van de grootte van het bedrag waarover
het precies zou gaan en dat het ministerie reeds verschuldigd is aan
de takeldiensten?

Wat zijn de oorzaken van het lange wachten met uitbetalen?

Ten slotte, wat zult u doen om zo snel mogelijk aan dat probleem
tegemoet te komen? Wanneer, om concreter te zijn, mogen die
takeldiensten een uitbetaling van hun facturen verwachten?
04.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Au cours des dernières semaines,
plusieurs services de dépannage
m'ont signalé qu'ils attendaient
depuis deux ans déjà le paiement
des factures relatives au
dépannage de véhicules saisis.

Il n'y a eu aucun problème
jusqu'en 2003, mais depuis lors la
majorité des factures n'ont pas été
payées. Cette situation pose
particulièrement problème aux
petits indépendants. Ceux-ci
hésitent dès lors à encore
répondre à des demandes de la
police.

La ministre reconnaît-elle
l'existence du problème?

Peut-elle fournir un aperçu des
sommes dues?

Quelles sont les causes de cet
arriéré?

Quelles initiatives la ministre a-t-
elle l'intention de prendre pour
remédier à cette situation?

Quand les services de dépannage
peuvent-ils espérer être payés?

04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Douifi, de problematiek die u zojuist geschetst heeft, is mij reeds
bekend. Volgens mij bestaat er echter geen probleem in verband met
het betalen van bepaalde takel- en stallingkosten. De takel- en
stallingkosten worden direct door de dienst Gerechtskosten van de
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le service des Frais de
justice des greffes est chargé du
paiement des frais d'enlèvement
et d'entreposage des véhicules.
CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
griffies betaald. Wanneer er zich betalingsproblemen zouden
voordoen omdat er niet voldoende middelen meer in kas zouden zijn,
wordt dit zeer eenvoudig opgelost door, zodra de griffies erom vragen,
complementaire kredieten ter beschikking te stellen zodat men zeer
snel kan overgaan tot de betaling.

Soms is er evenwel sprake van een ander probleem. Zo zijn er soms
firma's die de betaling wensen van hun facturen terwijl er geen
notitienummer wordt vermeld op hun factuur. Het spreekt echter voor
zich dat dit voor de dienst Gerechtskosten van de griffies essentieel is
aangezien men het notitienummer nodig heeft om na te gaan of er wel
een vordering van de bevoegde procureur tot inbeslagname van het
voertuig in het dossier aanwezig is. Het is immers pas dan dat er
sprake kan zijn van gerechtskosten.

Daarnaast kan ik u ook meedelen dat er op 22 december 2004 een
voorlopige circulaire werd rondgestuurd naar de gerechtelijke
autoriteiten waarin de tarieven vermeld staan die maximaal kunnen
worden toegekend voor het takelen en het stallen van voertuigen. In
het verleden is immers gebleken dat een aantal takelfirma's, zoals u
het uitdrukt, zeer hoge tarieven durfden aan te rekenen.
Lorsque les moyens sont
insuffisants, des crédits
complémentaires sont
immédiatement libérés à la
demande du greffe.

Certaines sociétés de dépannage
omettent de mentionner un
numéro de référence sur leurs
factures. Ce numéro est pourtant
essentiel pour le service des Frais
de justice: sans ce numéro, il est
impossible de vérifier si dans un
dossier donné, il est effectivement
question d'une action en saisie de
la part du procureur compétent.
Ce n'est que dans ce cas en effet
que l'on peut parler de frais de
justice.

Le 22 décembre 2004, j'ai
demandé l'envoi d'une circulaire
provisoire à l'ensemble des
autorités judiciaires, précisant les
tarifs maximums applicables pour
l'enlèvement et l'entreposage de
véhicules. Certaines sociétés de
dépannage n'hésitent en effet pas
à appliquer des tarifs prohibitifs.
04.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord.

Het zou eerder een probleem van administratieve aard zijn, als ik het
goed heb begrepen? U spreekt over het probleem met het
notitienummer.

Men heeft mij ook gesignaleerd dat de werkwijze sinds twee jaar een
beetje veranderd is en dat de politie nu via een proces-verbaal aan de
parketten moet werken.

U heeft gesproken van een voorlopige circulaire. Ik neem aan dat
daarvan nog een bevestiging moet komen. Misschien kan eens
worden nagezien of men voldoende kennis heeft op het terrein. De
takeldiensten zijn ook georganiseerd via FEDIS of een onderdeel
daarvan, als ik mij niet vergis. Aangezien die mensen toch
rechtstreeks in contact komen met de politie, moeten ze ­ niet enkel
via hun organisatie ­ heel duidelijk weten aan welke administratieve
voorwaarden zij moeten tegemoetkomen. Aangezien er nu ook
facturen moeten opgesteld worden, betalen die mensen ook BTW
enzovoort. Als zij verder de taken willen uitvoeren, is het belangrijk dat
daar toch gevolg aan gegeven wordt. Daarom doe ik een oproep om
toch uit te zoeken, mevrouw de minister, wat er scheelt met de
takeldiensten die nog niet terugbetaald zijn.
04.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Le problème est donc
essentiellement de nature
administrative. Il m'est également
revenu que la procédure a changé
et que la police doit à présent
envoyer un procès-verbal au
parquet.

La ministre parle d'une circulaire
provisoire, ce qui implique qu'elle
sera suivie d'une circulaire
définitive. Pourrait-elle s'assurer
que la réglementation est
suffisamment connue sur le
terrain?

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20/04/2005
CRIV 51
COM 562
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
05 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
bedelende vrouwen met baby's en kleine kinderen" (nr. 6553)
05 Question de Mme Dalila Douifi à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
mendiantes accompagnées de bébés ou d'enfants en bas âge" (n° 6553)
05.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik ben al eens
te rade geweest bij de minister van Binnenlandse Zaken. Ik kom kort
terug op het antwoord dat hij mij gegeven heeft op de problematiek
die ik ook eens wil aankaarten bij u. Het gaat om vrouwen die
bedelen. Men ziet ze voornamelijk in metrostations, spoorwegstations
en ook daar waar heel veel toeristen zijn. Het zou een probleem zijn,
volgens de minister van Binnenlandse Zaken, dat zich voornamelijk
voordoet in Brussel maar ook in Antwerpen en Luik. Ik neem heel veel
de trein en misschien bent u er ook al mee geconfronteerd geweest.

Het betreft over het algemeen jonge vrouwen die daar met baby's of
kleine kinderen, zeer vaak veel jonger dan twaalf jaar, uren en soms
hele dagen vertoeven. De kinderen worden als het ware meegezeuld
in de praktijk van het bedelen. Ik vind dat een mensonwaardige
situatie. Mijn bezorgdheid gaat eigenlijk voornamelijk uit naar die
kinderen. Ook in de winter ziet men die praktijken. Die kinderen zijn
ongelooflijk stil. Ik heb zelf een kindje van bijna een jaar en ik kan mij
niet voorstellen dat ik die baby een halve dag op mijn arm moet
dragen en ergens stil blijf zitten zonder dat daar problemen van
komen. Ik heb daar dan ook mijn twijfels over, temeer ook daar we in
het verleden al televisiereportages hebben kunnen zien waarbij
aangetoond werd dat eigenlijk om het hoekje ­ en in het centraal
station ziet men dat ook soms ­ mannen staan toe te kijken en soms
roepen naar die vrouwen. Na een periode moet men dan het geld dat
men bijeen gebedeld heeft afgeven. Ik weet het niet maar ik zal u
straks vragen of daar mogelijk sprake kan zijn van afpersing en
misschien zelfs wel van mensenhandel.

Wat betreft de verblijfstoestand van deze mensen wist de minister van
Binnenlandse Zaken mij te antwoorden ­ maar hij stelde het zeer
algemeen ­ dat het over het algemeen zou gaan om mensen met de
Roemeense nationaliteit die hier legaal kunnen verblijven via een
toeristisch visum, tenminste als zij over een nationaal paspoort
beschikken. Zij kunnen hier eigenlijk drie maanden legaal blijven als
toerist binnen een periode van zes maanden. Wat betreft zijn
bevoegdheid heeft hij gezegd dat indien zij die maximaal toegestane
verblijfsduurperiode overschrijden zij van het grondgebied verwijderd
kunnen worden en dat ook een einde kan gesteld worden aan het
toeristisch verblijf indien zij niet beschikken over voldoende
bestaansmiddelen, wat men van bedelaars mag veronderstellen. Dat
is natuurlijk de strikte regelgeving. Wat het humanitaire aspect betreft,
laat ik het antwoord van minister Dewael natuurlijk voor wat het is.
Mijn bezorgdheid gaat vooral naar die kinderen uit die al achtergesteld
worden van bij hun geboorte zeg maar. Daarom heb ik een drietal
vragen voor u, mevrouw de minister.

Kunt u aangeven of er in deze situatie een gerechtelijk onderzoek
wordt gedaan in het kader van uitbuiting en afpersing van mensen of
eventueel mensenhandel? Mocht uw antwoord daarop negatief zijn,
dan vraag ik mij af waarom dat niet zo is. Bent u het met mij eens ­ ik
spreek u hierover ook aan als vice-premier ­ dat het over
mensonwaardige praktijken gaat, in het bijzonder als het gaat over
kinderen? Welke mogelijkheid ziet u, niet alleen als minister van
05.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Des femmes étrangères,
généralement accompagnées
d'enfants, pratiquent la mendicité
dans un certain nombre de
grandes gares de notre pays. Il
s'agit souvent de jeunes femmes
avec des nouveaux-nés ou de très
jeunes enfants et qui font la
manche pendant de longues
heures. Cette situation constitue
une atteinte à la dignité humaine.
Le cas de ces enfants me
préoccupe.

Dans le passé, nous avons déjà
pu voir à la télévision des
reportages montrant des hommes
épier ces femmes et ces enfants
au coin de la rue, leur donnant des
instructions puis empochant les
aumônes reçues. Peut-être
sommes-nous donc en présence
ici de chantage et de traite des
êtres humains.

D'après une réponse antérieure du
ministre de l'Intérieur, il s'agit le
plus souvent de Roumains arrivant
en Belgique munis d'un visa
touristique et qui peuvent donc
séjourner légalement dans le pays
pendant trois mois dans un délai
de six mois. Au-delà de ce terme,
ces personnes peuvent faire l'objet
d'une mesure d'éloignement.

Ce phénomène et ses connexions
avec des pratiques d'exploitation
et de traite des êtres humains ont-
ils fait l'objet d'une enquête?

Dans la négative, pourquoi?

La ministre partage-t-elle mon
point de vue, selon lequel nous
devons remédier à ces pénibles
situations, en particulier en ce qui
concerne les enfants?

CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Justitie, maar ook als vice-premier, om daaraan iets te doen?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, een
federaal onderzoek over de problematiek bestaat niet. In het kader
van een werkgroep betreffende de problematiek van bedelende
minderjarigen had de minister van Hulpverlening aan de Jeugd samen
met de minister van Kinderwelzijn evenwel een studie terzake
aangevraagd bij een instelling die in het Frans bekend is als CODE,
zijnde de coördinatie van de NGO's voor de rechten van het kind.

De studie strekte ertoe een stand van zaken op te maken en een
begin van sociaal antwoord op het verschijnsel in België uit te werken.
De studie, die in 2003 werd afgerond, levert bijgevolg interessante
aanwijzingen op inzake definities en heeft betrekking op de
verschillende, sociaal-economische en politieke kenmerken die de
kinderen ertoe kunnen aanzetten te bedelen.

In het verslag wordt gewag gemaakt van twee grote categorieën van
bedelende minderjarigen. Ten eerste zijn er de buitenlandse
minderjarigen begeleid door hun ouders, die hier illegaal of althans in
bijzonder precaire omstandigheden verblijven. Zij vormen het
merendeel van de onderzochte gevallen. Ten tweede zijn er de niet-
begeleide, minderjarige vreemdelingen, waarvan sommigen het
slachtoffer zijn van uitbuiting en mensenhandel.

De voorstellen werden besproken tijdens een forum in juni 2004,
waaraan werd deelgenomen door actoren in het veld die bij de
problematiek betrokken zijn.

Thans worden gerichte en lokale acties ondernomen. Het blijkt dat
een strikt communautair antwoord slechts gedeeltelijk en
ondoeltreffend is op het collectieve niveau. Een beleid terzake moet
de verschillende bevoegdheidsniveaus omvatten en worden
georganiseerd in overleg met het federale niveau.

Ik kan nog preciseren dat het ontwerp van wet tot wijziging van
diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen
mensenhandel, mensensmokkel en de praktijken van huisjesmelkers
de uitbuiting van bedelarij strafbaar stelt in artikel 433ter, dat in het
Strafwetboek wordt ingevoegd. Naast de exploitatie van andermans
bedelarij, naar analogie van de exploitatie van prostitutie, is het
ontwerp gericht op de handeling die erin bestaat een persoon ter
beschikking te stellen van een bedelaar die daarvan gebruikmaakt om
het medelijden van de voorbijgangers te wekken.

Die bepaling is overgenomen uit het huidige artikel 82 van de wet van
1965 inzake de jeugdbescherming. Er werd voorzien in zware
straffen, namelijk een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar
en een geldboete van 500 euro tot 25.000 euro.

Indien het slachtoffer minderjarig is, of bij misbruik van de kwetsbare
positie of dwang, bedraagt de gevangenisstraf een tot vijf jaar en de
geldboete gaat van 500 euro tot 50.000 euro. De commissie voor de
Justitie heeft dat ontwerp vorige week eenparig goedgekeurd.

Er moet worden beklemtoond dat het ontwerp van wet niet beoogt
bedelarij opnieuw strafbaar te stellen.
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'existe pas d'étude
fédérale sur la question mais dans
le cadre d'un groupe de travail sur
la mendicité des mineurs, la
ministre chargée de l'Aide à la
jeunesse et le ministre de
l'Enfance ont commandé une
étude à la Coordination des ONG
pour les droits de l'enfant (CODE).
Achevée en 2003, cette étude
fournit des indications
intéressantes sur les différents
facteurs qui poussent les enfants à
mendier.

L'on distingue deux grandes
catégories de mendiants mineurs :
les mineurs étrangers
accompagnés de leurs parents,
qui séjournent dans notre pays
dans l'illégalité ou en tout cas dans
des conditions très précaires, et
les mineurs étrangers non
accompagnés, dont certains sont
victimes d'exploitation et de traite
des êtres humains.

L'étude formule également des
suggestions d'approche du
problème qui ont été débattues en
juin, lors d'un forum. Une réponse
strictement communautaire ne
pourra avoir qu'une efficacité
partielle car la politique en la
matière doit intégrer les différents
niveaux de pouvoir.

Le projet de loi modifiant la
législation relative à la lutte contre
la traite et le trafic des êtres
humains et contre les pratiques
douteuses des marchands de
sommeil érige l'exploitation de la
mendicité en infraction pénale.
Outre l'exploitation de la
mendicité d'autrui, ce projet vise
également le fait de mettre une
personne à la disposition d'un
mendiant dans le but d'émouvoir
les passants. De lourdes
peines sont prévues : une peine
de six mois à trois ans
d'emprisonnement et une amende
de 500 à 25.000 euros. Si la
victime est un mineur d'âge ou en
20/04/2005
CRIV 51
COM 562
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Als minister van Justitie deel ik uiteraard uw gevoelens inzake de
bedelarij met zuigelingen en jonge kinderen, die u op het oog hebt.
Buiten de gevallen van mensenhandel en onder voorbehoud van het
onthouden van voedsel of verzorging moet er een onderscheid
worden gemaakt op grond van het gegeven of de persoon die bedelt
wel of niet de moeder of de vader van het kind is. Artikel 425 van het
Strafwetboek, dat van toepassing kan zijn als de geestelijke of
lichamelijke gezondheid van het kind in het gedrang komt, bij
veelvuldige herhaling van de feiten of afhankelijk van de
omstandigheden, zoals extreme warmte, extreme koude, enzovoort,
kan een beoordelingselement vormen om het misdrijf vast te stellen.

Ingeval de bedelaar de vader of de moeder van het kind is, lijkt het mij
moeilijk op te treden langs strafrechtelijke weg zonder afbreuk te doen
aan hun vrijheid om te bedelen, zelfs indien zulke situaties ons op
sociaal vlak niet onberoerd kunnen laten.

Het ontwerp dat ik in de commissie voor de Justitie van de Kamer
verdedigde, voorziet er bovendien in dat indien het niet gaat om de
vader of de moeder, de bedelaar die misbruik maakt van het kind dat
hem ter beschikking is gesteld, kan worden vervolgd als mededader
van het misdrijf van terbeschikkingstelling, bedoeld in het ontwerp van
wet. Zonder zijn actieve deelname wordt het misdrijf immers niet
voltrokken.

Ik meen dus dat in de strafrechtelijke logica het wetgevende arsenaal
zal volstaan en ons tegelijk zal toelaten moeders die samen met hun
baby's bedelen, niet buitensporig te stigmatiseren.

Het is een delicate problematiek die te maken heeft met het sociale
weefsel. Het betreft verschillende bevoegdheidsniveaus en
verschillende overheden, zoals de gemeenten en de Openbare
Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
cas d'abus de sa vulnérabilité ou
de contrainte, les peines sont
alourdies : peine de un à cinq ans
d'emprisonnement assortie d'une
amende de 500 à 50.000 euros.
La commission de la Justice a
adopté le projet la semaine
dernière à l'unanimité.

L'article 425 du Code pénal peut
s'appliquer lorsque la santé
mentale ou physique de l'enfant
est menacée. Il convient toutefois
de réaliser une distinction selon
que la personne qui mendie est le
père ou la mère de l'enfant, ou ne
l'est pas. Si tel est bien le cas, il
me semble difficile d'intervenir par
la voie pénale sans porter atteinte
à la `liberté' de mendier. En effet,
l'interdiction de la mendicité a été
abrogée et le nouveau projet de loi
n'y changera rien. S'il ne s'agit pas
du père ou de la mère, le
mendiant pourra être poursuivi
comme coauteur de l'infraction de
mise à disposition prévue par le
projet de loi. Je pense que
l'arsenal législatif sera suffisant
tout en ne stigmatisant pas à
outrance les mères mendiant en
compagnie de leurs nourrissons.
Cette question requiert la
coordination de divers niveaux de
compétence, comme les
communes et les CPAS. Elle peut
également relever de la
compétence du ministre de
l'Intégration sociale.
Comme je l'ai déjà dit, il faut voir ce qu'il est possible de faire avec les
Communautés. La notion de "mineur en danger" peut être un moyen
intéressant pour l'évoquer. Je vous ai répondu dans le cadre de mes
compétences, et notamment de la sphère pénale.
We zouden ook moeten nagaan
wat we met de Gemeenschappen
kunnen ondernemen, onder
andere met betrekking tot de notie
minderjarige die in gevaar
verkeert. Ik kan u echter alleen
maar antwoorden voor die
aspecten waar ik bevoegd voor
ben, in essentie het strafrecht dus.
05.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid antwoord. Ik kan u volgen in wat u zegt over het
strafrechtelijke deel en uw bevoegdheid terzake. Is die werkgroep nog
steeds aan het werk?
05.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Le groupe de travail poursuit-il ses
travaux?
05.04 Minister Laurette Onkelinx: Ja, die werkgroep is nog actief.
05.04
Laurette Onkelinx,
ministre: Oui.
CRIV 51
COM 562
20/04/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.05 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Dit raakt natuurlijk ook aan
gewestelijke materies. Zijn er op dat niveau vertegenwoordigers in die
werkgroep?
05.05 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Les Régions y sont-elles
représentées?
05.06 Minister Laurette Onkelinx: Ja.
05.06
Laurette Onkelinx,
ministre: Oui.
05.07 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, er is terzake
nog veel werk aan de winkel. Het blijven schrijnende situaties. Ik dank
de minister alvast voor haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 6260 van de heer Bellot wordt voor de tweede keer uitgesteld en dat geldt ook
voor de vraag nr. 6261 van mevrouw Lahaye-Battheu. Beide vragen worden omgezet in schriftelijke vragen.

De vragen nummers 6444 van mevrouw Lahaye-Battheu, 6456 van mevrouw Barzin en 6560 van de heer
Malmendier worden uitgesteld. Vraag nummer 6543 van mevrouw Avontroodt wordt omgezet in een
schriftelijke vraag.

Wij verwachten bijgevolg nog vier commissieleden, onder wie collega Libert, van wie ik evenwel aanneem
dat zijn interesse deze voormiddag naar een andere commissie uitgaat.
05.08 Laurette Onkelinx, ministre: Il se trouve probablement dans
une autre commission pour l'instant, monsieur le président.
05.09 Le président : C'est ce que je pense aussi.

C'est le cas également de M. Wathelet.

Er werd geprobeerd de heer Van den Bergh van de CD&V-fractie
telefonisch te bereiken, maar wij kregen geen antwoord. Van de heer
Pinxten kregen wij evenmin een antwoord. Ik stel dus voor dat wij het
hierbij houden; men moet maar op tijd komen!
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.58 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.58 heures.