CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 557
CRIV 51 COM 557
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
13-04-2005
13-04-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de
la Défense sur "la 40ème Escadrille et le
déploiement opérationnel de la capacité Search
and Rescue" (n° 6239)
1
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
minister van Landsverdediging over "het
40e Smaldeel en de operationele inzet van
Search and Rescue capaciteit" (nr. 6239)
1
Orateurs: Hilde Vautmans, André Flahaut,
ministre de la Défense, Dalila Douifi
Sprekers: Hilde Vautmans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging, Dalila Douifi
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense
sur "l'avenir des réservistes" (n° 6280)
4
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van
Landsverdediging over "de toekomst van de
reservisten" (nr. 6280)
4
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "le statut des militaires du cadre de réserve"
(n° 6313)
4
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "het statuut van de
militairen van het reservekader" (nr. 6313)
5
Orateurs: Josée Lejeune, Brigitte Wiaux,
André Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Josée Lejeune, Brigitte Wiaux,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Question de Mme Marie-Christine Marghem au
ministre de la Défense sur "le régime dérogatoire
au droit commun en matière de contrôle externe
de l'hôpital militaire" (n° 6205)
8
Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem
aan de minister van Landsverdediging over "de
van het gemeen recht afwijkende regeling inzake
de externe controle op het militair hospitaal"
(nr. 6205)
8
Orateurs: Marie-Christine Marghem, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Marie-Christine Marghem, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la
Défense sur "le service bénévole de sauvetage en
mer de Blankenberge" (n° 6268)
13
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister
van Landsverdediging over "de vrijwillige
Blankenbergse Zeereddingsdienst" (nr. 6268)
12
Orateurs: Dalila Douifi, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Dalila Douifi, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Walter Muls au ministre de la
Défense sur "les uniformes militaires
spécialement adaptés" (n° 6285)
15
Vraag van de heer Walter Muls aan de minister
van Landsverdediging over "de aangepaste
legeruniformen" (nr. 6285)
15
Orateurs: Walter Muls, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Walter Muls, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Inga Verhaert au ministre de la
Défense sur "la désaffectation et la vente de la
Caserne lieutenant Coppens à Brasschaat"
(n° 6397)
16
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de
minister van Landsverdediging over "de
desaffectatie en verkoop van de Luitenant
Coppenskazerne in Brasschaat" (nr. 6397)
16
Orateurs: Inga Verhaert, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Inga Verhaert, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de
la Défense sur "les nuisances sonores apparues
à la suite de la démolition d'un terre-plein et de
l'abattage d'arbres sur la base aérienne de Kleine
Brogel" (n° 6406)
17
Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de
minister van Landsverdediging over "de
geluidshinder na het slopen van een aarden wal
en het kappen van bomen op de vliegbasis van
Kleine Brogel" (nr. 6406)
17
Orateurs:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers:
Theo Kelchtermans, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
13
AVRIL
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
13
APRIL
2005
Voormiddag
______
Les questions et les interpellations commencent à 11.31 heures.
Président: M. Philippe Monfils.
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.31 uur.
Voorzitter: de heer Philippe Monfils.
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "het 40
e
Smaldeel
en de operationele inzet van Search and Rescue capaciteit" (nr. 6239)
01 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la 40
ème
Escadrille et le
déploiement opérationnel de la capacité Search and Rescue" (n° 6239)
01.01 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een vraag over de operationele inzet van de Search
and Rescue-capaciteit. In het stuurplan van Defensie van 3 december
2003 werd onder het hoofdstuk "luchtcomponenten" de vervanging
van de Seakings als een van de prioriteiten voorzien. Het geraamde
aantal vlieguren van de Seakings gaat van 1540 naar 1225. Er is een
beetje verwarring of we nu vier of vijf Seakings hebben. Men zegt nu
dat we er vijf hebben, maar ze zijn zeker niet alle vijf operationeel.
Voor reddingsoperaties in het kader van hulp aan een natie, dient het
leger volgens het plan permanent over twee helikopters te beschikken
met een reactietermijn van respectievelijk vijftien minuten en één uur.
U zult zich nog herinneren dat mijn ex-collega Marcel Lahaye in deze
commissie, voordat ik in het Parlement zat, meermaals talrijke vragen
heeft gesteld over onze Seaking-helikopters. In opvolging van hem,
wilde ik daarover toch enkele vragen stellen, ook omdat ik
gecontacteerd ben geweest door mensen die op het terrein werken,
waar er toch een aantal dingen staan te gebeuren.
Mijnheer de minister, kan het 40ste smaldeel op dit moment voorzien
in de objectieven, voorzien in het plan? Dat wil zeggen: zijn er op dit
moment permanent twee van de vijf heli's beschikbaar, die in het
voorziene tijdvenster kunnen interveniëren? Kan er een interveniëren
binnen de vijftien minuten en de volgende binnen het uur?
Kunt u ons ook enige uitleg verschaffen over de onderhouds- en
herstellingswerken die werden uitgevoerd aan de helikopters? Men
zegt mij dat een helikopter in het corrosion prevention control program
is bij SABCA in Gosselies en dat een andere in onderhoud is in
Koksijde voor een grote herstelling aan de bevestigingsribben van de
hoofdradarkast. Klopt die informatie? De werkzaamheden aan die
01.01 Hilde Vautmans (VLD): La
Quarantième Escadrille est-elle en
mesure de remplir les objectifs du
Plan directeur de la Défense dès
lors que, sur les cinq hélicoptères
prévus, deux sont disponibles en
permanence? Le ministre pourrait-
il fournir des précisions quant aux
travaux d'entretien et de réparation
que doivent subir les hélicoptères?
Le ministre compte-t-il également
faire effectuer ces travaux sur les
autres hélicoptères?
Le Plan directeur prévoit le
remplacement des Search and
Rescue Sea King. Quel est l'état
d'avancement de ce dossier? La
Défense envisage-t-elle une
synergie avec d'autres
départements?
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
ribben worden als zeer goed omschreven, omdat de kast, die ribben,
eigenlijk het omhulsel van de helikopter wordt hersteld. De vrees
bestaat dat de ribben van de andere helikopters zouden kunnen
breken of alleszins niet stevig genoeg zouden zijn. Voorziet u die
werken ook bij de andere helikopters?
In welk stadium bevindt Defensie zich bij de vervanging van de
Search and Rescue-capaciteit? Wat is het voorziene tijdspad
daarvoor? In hoever gaat Defensie na in welke mate er synergie
ontwikkeld kan worden met andere departementen?
Ik denk dat u het met mij eens zult zijn dat die capaciteit van Defensie
toch wel heel belangrijk is, al is het maar omdat ze zeer bekend is bij
de bevolking, en dat iedereen toch wel tevreden is wanneer de
Seakings in de zomer uitrukken en iemand van de verdrinkingsdood
redden. Bedankt, mijnheer de minister.
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, momenteel zijn
minstens twee Seakings permanent beschikbaar om binnen de
gevraagde termijnen tussen te komen. De Seakings worden sinds de
ingebruikname onderhouden volgens de voorschriften van de
constructeur. Dit garandeert een constant en hoog veiligheidsniveau.
Tijdens een Corrosion Prevention and Control Program wordt het
onderste gedeelte van de selt onderworpen aan een grondige controle
teneinde structurele delen te identificeren, die aangetast zijn door
corrosie ten gevolge van de operaties in marien milieu. Deze delen
worden vervolgens hersteld of vervangen.
Ten gevolge van de detectie van scheurtjes ter hoogte van de
hoofdradarkast worden correctieve werken uitgevoerd door een
gespecialiseerde ploeg van UKMOD, die de depot level
herstelprocedure, opgesteld door de constructeur, uitvoert. Deze
gevallen van correctief onderhoud worden toegepast overeenkomstig
de vaststellingen die gedaan worden tijdens de regelmatige
inspecties.
Het dossier voor de vervanging van de helikopters ligt momenteel ter
studie. De aankoop is opgenomen in een nog voorlopige planning in
2008. Defensie staat steeds open voor synergieën met andere
departementen. Meer specifiek kan het perspectief van de inzet van
de helikopters ten voordele van de kustwacht als voorbeeld
aangehaald worden.
01.02 André Flahaut, ministre:
Pour le moment, deux Sea King
sont opérationnels en
permanence. L'entretien des
hélicoptères se déroule
conformément aux prescriptions
du constructeur. Il
est
régulièrement procédé à des
inspections pour vérifier s'il y a lieu
d'effectuer un entretien de
réparation.
La question du remplacement des
hélicoptères est actuellement à
l'examen. L'achat est
provisoirement prévu pour 2008.
La Défense est toujours prête à
collaborer avec d'autres
départements.
Il est vrai que c'est une visibilité très importante. J'invite les membres
de la commission qui le souhaitent à aller voir ce qui se passe à la
SABCA lors de l'entretien d'un hélicoptère. Il est complètement
démonté, désossé et toute pièce qui présente des traces de corrosion
est remplacée. Cela fonctionne de la sorte depuis le début. Je répète
que ce n'est pas l'âge d'un hélicoptère qui est important, c'est la façon
dont il a été entretenu dans le respect de règles précises. Vous faites
avec votre voiture ce que l'on ne fait pas avec des hélicoptères. On ne
dépassera jamais une heure de vol et on ne dépassera jamais un
certain kilométrage. J'ai quelquefois des collègues qui me disent que
les appareils sont souvent en maintenance. Je leur réponds alors que
lorsque les appareils sont utilisés, il faut les entretenir plus souvent.
Oui, il y a deux hélicoptères en permanence et il y en a quatre qui
doivent pouvoir fonctionner. Ils seront remplacés au plus tard en 2008
et cela a aussi un coût.
Wanneer een helikopter een
onderhoudsbeurt krijgt van
SABCA, wordt hij helemaal
gedemonteerd en
wordt elk
onderdeel dat sporen van corrosie
vertoont, vervangen. Het is niet de
leeftijd van een helikopter die telt,
maar de manier waarop hij werd
onderhouden. Wanneer de
toestellen worden gebruikt, zijn ze
vaker toe aan een
onderhoudsbeurt. Er staan steeds
twee helikopters ter beschikking
en er moeten er vier bedrijfsklaar
zijn. Ze zullen ten laatste in 2008
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
De temps en temps, il faut faire remarquer que tout cela a un coût et
qu'on ne peut utiliser les hélicoptères pour tout et n'importe quoi. Une
personne qui se noie ou qui tombe accidentellement d'un navire de
pêche vaut la peine qu'on tente de la récupérer. C'est cela que signifie
SAR: Search Air and Rescue. Ce service a été conçu initialement
pour aller rechercher les pilotes qui tombaient en mer. Mais
aujourd'hui, nous en arrivons à des situations où, par exemple,
lorsqu'une personne fait de la planche à voile, ne respecte aucune
consigne des gardes-côtes et s'éloigne dangereusement, on
demandera alors à un Seaking d'intervenir pour ramener cette
personne. Et quand on présente la facture, on nous répond qu'il s'agit
d'une mission d'aide et non pas d'une mission de défense.
Là encore, je ferai remarquer que ces opérations ont un coût.
Lorsqu'un hélicoptère sort, cela coûte de l'argent. Il faut prendre en
considération que si, demain, ce sont des firmes privées qui
s'occupent de cela, par exemple financées par des sociétés
d'assurances, elles seraient sans doute moins humaines dans leur
façon de travailler et moins philanthropes que ne l'est la Défense
aujourd'hui.
A propos des compagnies d'assurances qui ne veulent pas soutenir
nos militaires en opérations, n'a-t-on toujours rien demandé? J'ai
quelques syndicalistes à l'étage qui seront sans doute intéressés de
connaître la réponse.
worden vervangen.
Daar hangt een prijskaartje aan.
De helikopters kunnen niet voor
alles en nog wat worden ingezet.
De SAR-dienst (Search and
Rescue) was oorspronkelijk
bedoeld om in zee gevallen piloten
op te vissen. Maar soms moeten
we zelfs gaan zoeken naar
onvoorzichtige badgasten die de
aanwijzingen van de kustwacht in
de wind slaan.
Privé-firma's zouden die
reddingsoperaties waarschijnlijk
op een veel minder humane en
minder filantropische manier
uitvoeren.
01.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de minister, het verheugt mij
uiteraard dat u goed voorziet in het onderhoud, maar u hebt eigenlijk
niet geantwoord op een vraag. Een helikopter bevindt zich bij SABCA.
Van een andere worden de ribben hersteld door UKMOD. Wat
gebeurt er met de andere drie? Daarvan vreest men namelijk dat de
ribben ook zullen kraken.
01.03 Hilde Vautmans (VLD): Les
traverses de fixation d'un
hélicoptère sont actuellement
renforcées à Coxyde. Les mêmes
aménagements seront-ils
effectués sur les autres
hélicoptères?
01.04 André Flahaut, ministre: Avec ceux qui fonctionnent, cela fait
quatre: un à la SABCA, un à Coxyde sur lequel on est en train de
travailler et les deux autres qui sont déjà opérationnels.
01.04 Minister André Flahaut: Dat
maakt dat er vier helikopters zijn:
één bij SABCA, een in Koksijde
waaraan wordt gewerkt, en twee
andere die reeds operationeel zijn.
01.05 Hilde Vautmans (VLD): Men vraagt zich af of ook bij de andere
helikopters de ribben hersteld zullen worden. Daarop heb ik geen
antwoord gekregen. Ik weet niet of er onderzoek naar gebeurt. Van
die helikopters vreest men namelijk ook dat de ribben zullen kraken.
Mijn concrete vraag is of ook die hersteld zullen worden. Is dit
gepland?
01.05 Hilde Vautmans (VLD):
Ces traverses pourraient bien se
fissurer. Je voudrais savoir si
celles des autres hélicoptères
seront également réparées.
01.06 André Flahaut, ministre: Je suis incapable de répondre. Vous
êtes une vraie spécialiste en matière d'hélicoptères Seaking.
01.06 Minister André Flahaut:
Daar kan ik nu niet op
antwoorden.
01.07 Hilde Vautmans (VLD): Non, je ne le suis pas.
01.08 André Flahaut, ministre: Je suis incapable de vous parler
aujourd'hui de l'état des courroies des hélicoptères Seaking qui se
trouvent à Coxyde. Je vais poser la question.
01.08 Minister André Flahaut: Ik
zal de vraag stellen.
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
01.09 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil op één
punt heel kort reageren. De minister heeft terecht opgemerkt dat het
inzetten van een helikopter geld kost. We moeten dat geld
recupereren bij degene voor wie de helikopter werd ingezet. Ik kom
dan echter terug op het vorige debat toen we opmerkten dat we
materiaal schenken aan andere landen, terwijl er geld zou
binnenkomen als we dat zouden verkopen. Wanneer men een kind
van de verdrinkingsdood redt en de ouders een zeer zware factuur
krijgen, is dat niet echt menselijk. We moeten volgens mij een goed
evenwicht zoeken tussen de hulp die we bieden aan België, en elders
in de wereld zoals bijvoorbeeld in Afrika. Dat wil ik heel graag.
01.09 Hilde Vautmans (VLD): Il
nous faut tendre vers un bon
équilibre entre l'aide que la
Défense apporte en Belgique et
celle qu'elle fournit à l'étranger. En
Belgique aussi, la première
préoccupation doit être de garantir
un bon service.
01.10 André Flahaut, ministre: Je suis tout à fait d'accord, mais
prenons un exemple: la poursuite de types qui font un hold-up...
01.11 Dalila Douifi (sp.a-spirit): "Des types font..."?
01.12 André Flahaut, ministre: Des types provoquent un hold-up.
(...): Ca ne se passe pas sur la mer.
01.13 André Flahaut, ministre: Non, pas sur la mer; à Ostende, à
Bruges ou à Gand, etc. On doit faire une recherche à la demande de
la police fédérale. C'est la Défense qui doit payer? Non. On doit se
faire rembourser à ce moment-là.
Un jour, un homme s'était installé au-dessus du Beffroi à Gand, pour
se jeter dans le vide. On appelle un Seaking pour aller le rechercher.
Je sais. Il existe des compagnies d'assurances. Je ne suis pas fermé
à tout cela. Moi-même, je suis prêt à mettre à disposition des
hélicoptères de la Défense pour renforcer ceux de la police fédérale
au moment des grands retours de vacances. Cela ne me pose aucun
problème. S'il y a bien quelqu'un d'ouvert à ce que la Défense soit
utile à de telles opérations, c'est moi. Mais ce que je trouve le plus
saumâtre, c'est que de personnes viennent me dire: "C'est normal,
c'est votre métier et votre mission." Quand c'est gratuit, les gens se
feraient crever. Donc, de temps en temps, il faut leur expliquer que
ces opérations ont un coût.
C'est aussi valable pour la mise en oeuvre d'un bataillon ou pour des
cérémonies à droite et à gauche. Il faut dire aux gens que cela a un
coût. Car, jusqu'il y a peu - 1999 pour être précis -, l'armée était
utilisable, taillable et corvéable à merci: de toute façon, on ne payait
pas. C'est la même chose quand la police fédérale refuse d'assurer la
sécurité d'une course cycliste, par exemple.
01.13 Minister André Flahaut:
Indien Landsverdediging
bijvoorbeeld door de federale
politie wordt verzocht om een
onderzoeksopdracht uit te voeren,
moet het departement daarvoor
worden vergoed. Hetzelfde geldt
als Landsverdediging optreedt
terwijl dat eigenlijk de taak van de
verzekeringsmaatschappij is. Ik
ben de eerste om te zeggen dat
Landsverdediging de Natie tot nut
moet zijn, maar de mensen
moeten begrijpen dat dat een
kostprijs heeft. Het leger kan
zomaar niet te pas en te onpas
worden ingezet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Je voudrais interroger Mmes Marghem et Douifi. Mme Wiaux me signale qu'elle doit
absolument nous quitter à 11.55 heures pour des raisons professionnelles. Accepteriez-vous que les
questions de Mme Lejeune et de Mme Wiaux soient posées avant les vôtres? (Assentiment)
02 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "l'avenir des réservistes" (n° 6280)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le statut des militaires du cadre de réserve"
(n° 6313)
02 Samengevoegde vragen van
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
- mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "de toekomst van de
reservisten" (nr. 6280)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het statuut van de militairen
van het reservekader" (nr. 6313)
02.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en avril 2004, la Direction générale des ressources
humaines de la Défense s'est adressée aux réservistes pour les
inviter à poser un choix quant à leur avenir dans la réserve. Les
réservistes pouvaient soit demander leur démission, soit rester dans
la réserve non entraînée ou encore réintégrer la réserve entraînée. En
l'absence de réponse, l'intéressé était automatiquement versé dans la
réserve entraînée.
Monsieur le ministre, les militaires qui relèvent de la réserve non
entraînée ont reçu un courrier daté du 4 février 2005 et signé par
vous-même dans lequel vous annoncez que "compte tenu des
missions actuelles de la réserve, nous proposons à l'avenir
uniquement des fonctions pour les réservistes entraînés". Il est alors
proposé aux réservistes non entraînés de faire partie de la réserve
entraînée. "Faute de réponse avant le 1
er
mai 2005, nous considérons
que vous ne voulez plus faire partie de la réserve", précise le ministre
qui remercie également les réservistes qui sortiraient ainsi de la
réserve. De plus, la lettre se termine par le rappel que des
dispositions légales permettent aux officiers et sous-officiers de
réserve de conserver leur grade à titre honorifique. Le ministre
renvoie également pour plus d'explications au site internet de la
Défense, lequel est plus explicite que le ministre puisque la décision
du réserviste se résume à soit faire la demande et intégrer la réserve
entraînée, soit donner sa démission. Le site www.mil.be ajoute que le
fait de ne pas répondre à ce courrier sera considéré comme une
demande de démission.
Monsieur le ministre, s'il est normal pour un département comme la
Défense de veiller à l'adéquation de ses effectifs par rapport à ses
missions, il est surprenant, voire inquiétant que le ministre en charge
de ce département ne se conforme pas aux nouvelles dispositions
contenues dans la loi du 16 mai 2001 portant statut des militaires du
cadre de réserve des forces armées.
En fait, monsieur le ministre, le chapitre 12 de cette loi qui traite de la
sortie du cadre de réserve ne prévoit pas la procédure utilisée dans
ce courrier du 4 février. La démission d'office est une sanction
disciplinaire je vous renvoie à l'article 32 , alors que la démission à
la demande de l'intéressé suppose un écrit de sa part, la démission
n'étant effective qu'après acceptation par le Roi ou l'autorité qu'Il
détermine - je vous renvoie à l'article 33, §1. Par ailleurs, l'article 72
exclut la possibilité pour un démissionnaire de conserver son grade à
titre honorifique.
Par conséquent, les réservistes qui ne répondront pas à la lettre du
ministre croiront de bonne foi être libérés de leurs obligations
militaires alors qu'il n'en est rien puisque cette procédure ne respecte
pas le prescrit de la loi du 16 mai 2001 qui, je pense, a été votée à
l'unanimité.
Pourquoi le ministre n'a-t-il pas recouru à la "mise en congé d'office
anticipée en cas de pléthore de militaires de réserve", prévue par
02.01 Josée Lejeune (MR): In
april 2004 werd de reservisten
gevraagd een keuze te maken: ze
konden óf om ontslag verzoeken,
óf in de niet-opgeleide reserve
blijven óf in de opgeleide reserve
worden opgenomen. Wie naliet te
antwoorden, kwam in de niet-
opgeleide reserve terecht. De
militairen van de niet-opgeleide
reserve kregen een brief van 4
februari 2005, waarin u hen
voorstelt opgenomen te worden in
de opgeleide reserve. Doen ze dat
niet, dan maken ze niet langer
deel uit van de reserve. In de brief
wordt er voorts op gewezen dat de
reserveofficieren en
onderofficieren hun
graad
eershalve kunnen behouden.
Overeenkomstig de wet van 16
mei 2001 houdende statuut van de
militairen van het reservekader
van de krijgsmacht is het ontslag
van ambtswege een tuchtstraf,
terwijl anderzijds een
reservemilitair schriftelijk zijn
ontslag moet aanbieden. Wie
ontslag neemt kan overigens zijn
graad niet eershalve behouden.
De reservisten die niet op de brief
van de minister antwoorden, gaan
er te goeder trouw van uit dat ze
van hun militaire verplichtingen zijn
ontslagen, terwijl dat helemaal niet
het geval is.
Waarom werd geen gebruik
gemaakt van de mogelijkheid
militairen vroegtijdig met definitief
verlof te zenden wanneer er te
veel reservemilitairen zijn, zoals de
wet van 2001 voorschrijft? Welke
maatregelen zal u nemen om het
aantal reservemilitairen te
beperken?
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
l'article 72, 3° de la loi de 2001?
Monsieur le ministre, quelles mesures allez-vous arrêter en vue de
réduire les effectifs de la réserve?
02.02 Brigitte Wiaux (cdH): Je remercie mes collègues d'avoir
permuté l'ordre du jour. Je vais me concentrer sur deux ou trois
aspects relatifs à la réserve. Il y a deux catégories de réservistes:
"réservistes entraînés" ou "non entraînés" en fonction de leurs
prestations d'entraînement.
Un nouveau concept de la réserve a été précisé et l'objectif est d'avoir
une réserve au format réduit mais bien entraînée et intégrée, autant
que possible, aux forces armées. Certains s'interrogent quant à la
suppression de la "réserve non entraînée" et à la diminution de la
"réserve entraînée". La procédure de sélection, lancée parmi les
militaires de réserve à la recherche de ceux qui possèdent le profil
nécessaire pour occuper une fonction au sein de la Défense,
témoigne de ce projet.
Je souhaiterais obtenir certaines précisions, notamment à propos du
statut de réserviste qui était associé à l'octroi de décorations dans les
ordres nationaux. S'il y a suppression de la réserve, un fonctionnaire
réserviste ayant choisi le régime militaire au moment de quitter les
armes ne pourrait plus bénéficier d'aucune décoration, ni militaire, ni
civile, comme fonctionnaire. N'y a-t-il pas là une certaine
discrimination?
Enfin, la "réserve non entraînée" en tant que réserve "dormante"
n'engendre que peu, voire aucun coût pour la Défense. Cependant,
nombreux sont ceux qui attachent une certaine fierté à bénéficier de
ce statut. Aussi, monsieur le ministre, je souhaiterais savoir si votre
intention est de supprimer entièrement la "réserve non entraînée".
02.02 Brigitte Wiaux (cdH): Men
maakt een onderscheid tussen
"opgeleide" en "niet-opgeleide"
reservisten.
Het nieuwe concept van de
reserve bestaat in een kleiner
aantal reservisten die terdege zijn
opgeleid en een volwaardig deel
van het leger uitmaken. De
selectieprocedure voor
reservemilitairen die aan het door
Landsverdediging vooropgestelde
profiel voldoen, past in dat streven.
Indien de reserve echter wordt
afgeschaft, zullen reservisten die
voor het militaire regime hebben
geopteerd geen recht meer
hebben op een militair of burgerlijk
ereteken als ambtenaar. Is dat
geen discriminatie?
Ten slotte brengt de "niet-
opgeleide reserve" geen kosten
mee, terwijl velen fier zijn op dat
statuut. Bent u van plan de reserve
volledig af te schaffen?
02.03 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, le nombre de
militaires de réserve, actuellement très élevé, résulte du fait que
chaque milicien, après avoir fait son service militaire, était encore
obligatoirement repris dans la réserve pendant un certain nombre
d'années. Conséquence de l'évolution du contexte social et
international (la suspension du service militaire et la nouvelle structure
de défense), le besoin en personnel de réserve a été réévalué.
Dans le futur, une petite réserve entraînée se tiendra prête pour
renforcer le département de la Défense, là où celui-ci aura un besoin
temporaire et ponctuel. La "réserve non entraînée" continuera à
exister. Il s'agit de militaires de réserve en instruction ainsi que de
militaires de la "réserve entraînée" qui, pour diverses raisons,
demandent temporairement de ne pas effectuer de prestations. Les
anciens militaires du cadre actif, qui ont encore des obligations
militaires pendant quelques années, seront également repris dans la
"réserve non entraînée".
Afin d'informer tous les militaires de réserve de manière souple, il a
été choisi de leur écrire et de les inviter à faire un choix.
Pour éviter toute administration inutile, il a été opté de ne pas obliger
ceux qui ne souhaitent pas faire partie de la réserve entraînée à
répondre. Le déroulement administratif de ce processus se fait sur
02.03 Minister André Flahaut: Het
aantal reservisten is thans erg
hoog omdat gedurende een aantal
jaar alle voormalige
beroepsmilitairen automatisch in
de reserve werden opgenomen.
Ondertussen werd de
personeelsbehoefte herzien.
Voortaan zal een kleine opgeleide
reserve ter beschikking staan om
het departement Landsverdediging
te versterken indien zich een
tijdelijke en punctuele behoefte
voordoet. De "niet-opgeleide
reserve" zal voor bepaalde
categorieën blijven bestaan.
De procedure waarvoor wij hebben
geopteerd, zal ons toelaten de
militairen op een vlotte manier op
de hoogte te brengen en onnodige
administratieve verwikkelingen te
voorkomen.
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
base de l'article 72, 3° de la loi du 16 mai 2001 portant statut des
militaires du cadre de réserve des Forces armées. Cette mesure vise
à faire diminuer rapidement le nombre de militaires de réserve
existant pour ne garder qu'un nombre restreint de militaires de
réserve dans un futur proche. Ce même article 72 permet
effectivement au militaire de réserve qui quitte le cadre de réserve
dans ces circonstances de conserver son grade à titre honorifique. Il
appartient aux cercles internationaux auxquels il a été fait référence
de décider s'ils continuent, le cas échéant, à lui octroyer les mêmes
privilèges.
Lors de l'obtention de la première distinction honorifique, les militaires
de réserve peuvent choisir de la recevoir selon le règlement militaire
concernant les distinctions honorifiques. Ce choix vaut pour toute la
période pendant laquelle l'intéressé fait partie du cadre de réserve.
Une fois que l'intéressé quitte le cadre de réserve, il reprend, le cas
échéant, ses droits selon les règles qui valent pour le règlement
administratif concernant les distinctions honorifiques.
Deze handelwijze stemt overeen
met de wet van 16 mei 2001,
waarvan artikel 72 de
reservemilitair die in die
omstandigheden uit het
reservekader treedt, de
mogelijkheid biedt zijn graad
eershalve te behouden.
De reservemilitair die ervoor heeft
geopteerd zijn eretekens volgens
het militair reglement te ontvangen
terwijl hij tot het reservekader
behoort, kan, wanneer hij uit het
reservekader treedt, opnieuw op
zijn rechten aanspraak maken
volgens de bepalingen van het
administratief reglement.
02.04 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
En dépit des propos rassurants que vous venez de tenir, je reste
mitigée quant à votre réponse. Je reprends les articles que j'ai cités
dans ma question pour lesquels vous n'avez pas formulé de réponses
claires.
Au niveau des titres honorifiques et du maintien du grade, je vous
renvoie à l'article 72. En fonction des courriers qui ont été envoyés et
du site internet, je pense qu'il y a vraiment des divergences. L'article
72 dit, je cite: "Le militaire de réserve cesse d'appartenir au cadre de
réserve soit par démission d'office ou par démission à sa demande
(...), par limite d'âge, par mise en congé définitif anticipé en cas de
pléthore de militaires de réserve, par réforme, par perte de la
nationalité, etc." Monsieur le ministre, je pense que la procédure qui a
été adoptée n'est peut-être pas la meilleure. J'ai des difficultés à vous
suivre et à comprendre votre manière de gérer ce dossier.
De plus, on peut lire sur le site www.mil.be: "Compte tenu des
missions actuelles de la réserve, la Défense ne proposera à l'avenir
que des fonctions pour les réservistes entraînés." Sur une autre page,
on lit: "Le fait de ne pas répondre à ce courrier sera considéré comme
une demande de démission." Là, je ne comprends pas votre point de
vue et je vous renvoie à la loi de 2001.
Pouvez-vous éclaircir votre point de vue à ce sujet?
Au niveau de l'article 41, on peut lire que le militaire de réserve en
service ne peut être retiré temporairement de son emploi que dans
les cas suivants: pour motif de santé, par mesure disciplinaire, etc.
Je ne vais pas citer tous les articles: vous les connaissez mieux que
moi puisque vous êtes le ministre responsable de la Défense.
Néanmoins, je reste inquiète au sujet de cette procédure. Je crois
qu'il doit y avoir une petite erreur, un petit oubli ou que sais-je. Je
souhaiterais avoir votre avis sur la question. La loi a été votée et ici, il
y a un non-respect de la législation de 2001 sur les statuts.
02.04 Josée Lejeune (MR): Wat
de eretekens en het behoud van
de graad betreft, stemt artikel 72
van de wet van 2001 niet overeen
met uw geruststellende antwoord.
Wellicht wordt niet de meest
aangewezen procedure gevolgd.
Kan u uw standpunt ter zake
verduidelijken?
In artikel 41 staat te lezen dat de
reservemilitair in dienst slechts
tijdelijk uit zijn ambt kan worden
ontheven om gezondheids-
redenen, bij tuchtmaatregel, enz.
Ik blijf bezorgd over die procedure.
De wetgeving van 2001 inzake de
statuten wordt met voeten
getreden.
Le président: Il y a aussi un non-respect de l'horaire.
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
02.05 André Flahaut, ministre: Mme Lejeune pourrait rencontrer les
spécialistes: entre spécialistes, ils se comprendront. Quant à moi, j'ai
suivi les avis éclairés de mon administration.
02.05 Minister André Flahaut: Ik
ben op de weloverwogen adviezen
van mijn administratie
voortgegaan.
02.06 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, ...
Le président: Madame Lejeune, vous avez largement dépassé votre temps de parole.
02.07 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, c'est au
Parlement que revient le dernier mot.
02.08 André Flahaut, ministre: Je propose quelque chose de
concret, madame.
02.09 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, vous répondez
toujours que vous êtes agacé ou vous hurlez en commission.
02.10 André Flahaut, ministre: J'ai changé: cela fait longtemps que
vous n'êtes plus venue.
02.11 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, vous verrez ou
nous verrons plus tard que la procédure en vigueur à l'heure
actuelle ne sera pas possible, et vous le savez mieux que moi. Il y a
une erreur dans la procédure et nous en reparlerons.
02.11 Josée Lejeune (MR): U
weet beter dan ik dat er een fout in
de procedure zit. Wij zullen het er
nog over hebben.
Le président: Veuillez m'excuser, madame Lejeune, mais c'était une question et il y a eu une réponse. Ce
n'est pas un débat. Si vous n'êtes pas d'accord, vous interpellez le ministre, c'est une autre manière de voir
les choses. Cela suffit. Deux collègues vous ont permis de passer avant eux. On ne va pas faire un débat
là-dessus: si vous n'êtes pas contente, vous interpellez le ministre. Il existe des possibilités parlementaires.
02.12 Josée Lejeune (MR): D'accord.
02.13 Brigitte Wiaux (cdH): Je remercie le ministre pour toutes ces
précisions.
Le président: Merci. Voilà qui est court.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la Défense sur "le régime dérogatoire au
droit commun en matière de contrôle externe de l'hôpital militaire" (n° 6205)
03 Vraag van mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Landsverdediging over "de van
het gemeen recht afwijkende regeling inzake de externe controle op het militair hospitaal" (nr. 6205)
03.01 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, tout le monde - à commencer par vous -
s'accorde à reconnaître que l'activité de l'hôpital militaire s'adresse de
plus en plus à la population civile, que ce soit au niveau du Centre
des grands brûlés que du ou des caissons hyperbares. Les civils qui
bénéficient ainsi de ces soins dans une installation militaire devraient,
dès lors, pouvoir profiter du même degré de protection légale que s'il
s'agissait d'un hôpital civil. Toutefois, ce n'est pas le cas.
En effet, l'article 1
er
de la loi sur les hôpitaux, qui décrit le champ
d'application de la loi et stipule qu'elle est applicable à tout hôpital,
03.01 Marie-Christine Marghem
(MR): Almaar meer burgers laten
zich in het militair hospitaal
verzorgen. Burgers die zich in
militaire ziekenhuizen laten
verzorgen, genieten echter niet
dezelfde wettelijke bescherming
als wanneer zij zich tot een
burgerlijk ziekenhuis zouden
wenden. Artikel 1 van de wet op
de ziekenhuizen bepaalt immers
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
qu'il soit géré par une personne morale de droit public ou privé, à
l'exception du ministère de la Défense nationale - et des modifications
sont certainement à effectuer, puisque l'on ne dit plus "Défense
nationale", mais "Défense" -, prévoit d'exclure expressément l'hôpital
militaire ou, en tout cas, toute installation correspondant à un hôpital
qui serait située dans l'orbe de la Défense.
De même, l'article 2 de l'arrêté royal n° 79 du 10 novembre 1967,
relatif à l'Ordre des médecins, dit que les médecins militaires
échappent au contrôle de l'Ordre pour l'activité qui est liée à leur
emploi militaire.
Or, monsieur le ministre, l'évolution montrant que de plus en plus de
patients civils sont traités dans les installations de l'hôpital militaire
résulte de l'excellent niveau - reconnu dans le monde civil - des
prestations qui sont délivrées par ces services, mais aussi d'un choix
délibéré de la Défense. Celle-ci, confrontée à une réduction
importante de ses effectifs et de sa patientèle propre en temps paix,
souhaite mettre ses services spécialisés à la disposition des patients
civils et assurer à l'hôpital militaire un volume d'activités suffisant afin
d'entretenir le potentiel des équipes chirurgicales opérationnelles, tout
en rentabilisant au mieux ses équipements financés par l'Etat. Car,
monsieur le ministre, vous n'ignorez pas que la première vocation
d'un hôpital militaire est de pouvoir entretenir un personnel spécialisé
pour le projeter en opération lorsque le besoin de santé publique se
fait sentir ou, simplement, pour accompagner des opérations
susceptibles de causer des dégâts à la santé du personnel militaire
ou des populations lors desdites opérations.
Le raisonnement est de dire qu'un hôpital militaire est d'abord destiné
à avoir un personnel médical militaire projetable en opération. Mais à
partir du moment où un patient civil est hébergé dans une installation
d'hôpital militaire, il serait normal qu'il soit traité comme tout autre
patient civil admis dans une institution hospitalière civile.
Malheureusement, les éléments de la loi que je viens de citer ne
permettent pas de considérer que l'hôpital militaire répond aux
mêmes exigences que les hôpitaux civils. Cela pose un réel
problème. En effet, on a vu se développer des difficultés, certes
probablement liées à des conflits de personnes, mais qui ont aussi
démontré, à travers les auditions qui se sont déroulées longuement
ici, que l'hôpital militaire avait besoin d'un véritable projet, d'un projet
médical pour pouvoir fonctionner adéquatement.
Je regrette que, dans le cadre de ces auditions et des suites qui leur
ont été données, les membres du parlement n'aient pas eu
connaissance de l'audit que vous avez lancé, il y a quelques temps, et
qui avait pour objectif d'éclaircir la situation en ce qui concerne les
conflits existant à l'hôpital militaire mais aussi en ce qui concerne le
respect ou non des règles de fonctionnement de cet hôpital.
On constate que je peux me tromper et je vous invite à me corriger
si c'est le cas pour s'opposer à des contrôles externes, l'audit était
interne. Or, la législation dont je vous parle serait une forme de
contrôle externe, pas dans l'optique d'un contrôle mais, je le répète,
dans une optique positive d'un véritable projet médical. Pour
s'opposer à des contrôles externes, disais-je, l'hôpital militaire ou plus
exactement les responsables de la Défense invoquent un décret de
dat zij van toepassing is op alle
ziekenhuizen, behalve die welke
onder het ministerie van
Landsverdediging ressorteren. Zo
ook ontsnappen de militaire artsen
aan de controle van de Orde voor
wat betreft de activiteiten die
verband houden met hun militair
ambt.
De evolutie van het aantal
burgerpatiënten dat in het militair
hospitaal wordt behandeld houdt
verband met de uitstekende
kwaliteit van de verzorging, maar
vloeit ook voort uit een bewuste
keuze van het departement
Landsverdediging, dat de
uitrusting van het ziekenhuis wil
laten renderen en de operationele
slagkracht van het personeel op
peil wil houden.
Het zou normaal zijn dat een
burgerpatiënt die in een militair
ziekenhuis is opgenomen, op
dezelfde wijze wordt behandeld als
in een burgerlijk ziekenhuis. Het
militair ziekenhuis voldoet jammer
genoeg niet aan dezelfde eisen als
de burgerlijke ziekenhuizen.
Er hebben zich tal van problemen
voorgedaan die ook hebben
aangetoond dat er voor het militair
ziekenhuis een medisch project
diende opgesteld te worden om
het goed te laten functioneren. Ik
betreur dat de parlementsleden
geen inzage hebben gekregen in
de audit die in de toestand
klaarheid diende te scheppen.
De hoogste autoriteiten van
Landsverdediging beroepen zich
op een decreet van de
Grondwetgevende Vergadering
van 8, 9 en 10 juli 1791 dat het
principe van de volstrekte
onafhankelijkheid van de militaire
overheid ten aanzien van het
burgerlijke gezag vestigde. Maar
dit decreet betreft uitsluitend de
"louter militaire dienst". Er worden
echter burgerpatiënten in het
militaire ziekenhuis opgenomen.
Bovendien zijn de
financieringsregels van het
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
l'Assemblée nationale constituante des 8, 9 et 10 juillet 1791. Je ne
résiste pas au plaisir de vous le lire tant la formulation désuète peut
paraître charmante. Ce décret révolutionnaire prévoit en son article 14
que "dans tous les objets qui ne concerneront que le service
purement militaire, tels que la défense de la place, la garde et la
conservation de tous les effets militaires, comme hôpitaux, arsenaux,
casernes, magasins, prisons, vivres, effets d'artillerie ou de
fortifications, et autres bâtiments, effets ou fournitures à l'usage des
troupes, la police des quartiers, la tenue, la discipline et l'instruction
des troupes, l'autorité militaire sera absolument indépendante du
pouvoir civil".
En vertu de cet article, monsieur le ministre, l'indépendance absolue
de l'autorité militaire vis-à-vis du pouvoir civil ne concerne donc bien
que "le service purement militaire". C'est là le problème. En effet, des
patients civils sont hébergés au sein de l'hôpital militaire. D'ailleurs,
les règles de financement du Centre des grands brûlés sont des
règles de financement civiles qui prévoient, notamment, que le Centre
des grands brûlés doit, pour fonctionner selon les règles de
financement qui l'agréent, faire partie d'un hôpital général, ce qui est
une exigence élémentaire garante de la sécurité et de la qualité
minimale qui ne peut être éludée.
Monsieur le ministre, j'ai deux questions à vous poser:
- Pouvez-vous préciser quelles sont les dispositions de ce décret
révolutionnaire de 1791 qui sont toujours en vigueur dans la
problématique que je soulève?
- Pouvez-vous nous dire si, oui ou non, l'hôpital militaire respecte vis-
à-vis des patients qui y sont hébergés et soignés, les exigences
minimales de tout hôpital civil digne de ce nom? Dans la foulée, ne
pourrait-on pas relever la tête et lancer un vrai projet médical, donc un
véritable hôpital? Tout en continuant à fournir à la Défense le
personnel dûment entraîné, la patientèle civile étant plus importante et
les fonctions exercées par les médecins correspondant à la chirurgie
de guerre, nous garderions le rôle essentiel d'un l'hôpital militaire tout
en lui permettant, en même temps, de fonctionner de façon étoffée
avec un réel projet pour l'avenir.
Brandwondencentrum
burgerlijk
van aard.
Hoe luiden de bepalingen van dat
revolutionair decreet van 1791 dat
nog steeds van kracht is?
Respecteert het militair hospitaal
de minimale plichten die elk
burgerlijk ziekenhuis ten aanzien
van de patiënten heeft ja of neen?
Kunnen
we niet een echt
ziekenhuisproject opstarten, met
de nadruk op ziekenhuis? Op die
manier behouden we de essentiële
functie van een militair hospitaal,
terwijl het toch kan werken met
een reëel toekomstperspectief.
03.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, madame
Marghem, l'exclusion ou non de l'hôpital militaire du champ
d'application de la loi sur les hôpitaux est une décision qui relève du
législateur. Néanmoins, l'exclusion de l'application de cette loi ne
porte en aucun cas préjudice à la qualité des soins fournis à tous les
patients, qu'ils soient civils ou militaires; en effet, de façon
pragmatique, malgré cette réserve, les gens qui travaillent aujourd'hui
à la définition d'un plan de gestion tourné résolument vers l'avenir
sont soucieux de coller le plus possible à la loi sur les hôpitaux.
En ce qui concerne le décret des 8 et 10 juillet 1791 relatif à la
conservation et au classement des places de guerre, il n'a pas été
abrogé par la Constitution du 7 février 1831. Le bureau de
coordination du Conseil d'Etat a déterminé, le 26 mars 1984, que les
dispositions restaient toujours applicables.
03.02 Minister André Flahaut: De
wetgever is bevoegd voor de
beslissing of het militair hospitaal
al dan niet buiten het
toepassingsgebied van de wet op
de ziekenhuizen valt. Dit
voorbehoud doet in geen geval
afbreuk aan de kwaliteit van de
verleende zorgen en de mensen
die aan het beheerplan werken
proberen bovendien zo dicht
mogelijk bij de wet op de
ziekenhuizen te blijven.
Het decreet van 8 en 10 juli 1791
werd niet ingetrokken door de
Grondwet en de bepalingen ervan
blijven van toepassing.
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
03.03 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, vous
me parlez d'un plan de gestion. Ce plan est-il issu des conclusions de
cet audit dont nous n'avons toujours pas vu la couleur? Ce plan va-t-il
gérer l'existant aujourd'hui ou, au contraire, constitue-t-il un vrai projet
médical destiné à faire aller les choses de l'avant?
On a vu récemment des médecins quitter l'hôpital militaire. Certains
d'entre eux ont dû rembourser à l'Etat la formation que ce dernier
avait prise en charge; en effet, il s'agit de médecins militaires formés
par l'armée. Les problèmes conflictuels que l'on connaît ont eu de
nombreuses conséquences et ont entraîné des auditions. Quid,
aujourd'hui, pour que les choses aillent de l'avant et que l'on dispose
d'un véritable projet d'hôpital militaire, d'un vrai projet médical?
A cet égard, je reste sur ma faim. En effet, à mes yeux, le plan de
gestion ne représente pas forcément un projet médical et ne règle
pas non plus les problèmes d'attractivité de cet hôpital, puisque des
médecins et des pharmaciens l'ont quitté. Des membres du personnel
sont actuellement en déshérence à ce niveau.
03.03 Marie-Christine Marghem
(MR): Is het beheerplan ontstaan
uit de audit? Zal die audit het
bestaande beheerplan bijsturen of
betreft het een echt medisch
project? Er zijn geneesheren van
het militair hospitaal opgestapt.
Sommigen hebben de opleiding
die de staat voor hen had
bekostigd moeten terugbetalen.
De conflicten hebben talrijke
gevolgen gehad. Komt er nu schot
in de zaak?
Volgens mij is het beheerplan niet
noodzakelijk een medisch project
en biedt het ook geen oplossing
voor de problemen in verband met
de aantrekkingskracht van dat
hospitaal.
Le président: De grâce, ne mélangeons pas les questions sous peine de revoir toute la problématique de
l'hôpital de Neder-over-Heembeek! Ce n'est pas la même chose!
03.04 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, c'est
inévitablement lié!
03.05 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, madame, le
plan de gestion qui est établi tient compte, entre autres, des
conclusions de l'audit, mais pas exclusivement.
Par ailleurs, il y a des rôles à respecter. Un pays tel que le nôtre
compte un pouvoir exécutif et un pouvoir législatif. La préparation d'un
plan de gestion et sa mise en oeuvre sont de la compétence de
l'exécutif.
Ce plan s'inscrit, en quelque sorte, dans une vision future et pas
uniquement immédiate.
En ce qui concerne les médecins qui ont remis leur démission,
comme pour toute personne qui a reçu une formation à l'armée et qui
remet sa démission, il y a la loi sur le rendement. Cette loi s'applique
à chacun. Une personne qui quitte une école de sous-officiers se voit
parfois demander de rembourser l'investissement qu'il a représenté. Il
peut s'agir d'une somme importante. Cette loi a été votée par le
parlement et donne un pouvoir d'appréciation en fonction
d'éventuelles situations sociales difficiles.
03.05 Minister André Flahaut: Het
beheerplan houdt onder meer,
maar niet uitsluitend, rekening met
de besluiten van de audit.
Anderzijds geldt een bepaalde
taakverdeling. Ons land kent een
uitvoerende en een wetgevende
macht. Het uitwerken en het
uitvoeren van een beheerplan
vallen onder de bevoegdheid van
de uitvoerende macht.
Dat plan maakt deel uit van een
ruimere toekomstvisie en geldt dus
niet alleen voor de nabije
toekomst.
Op de artsen die hun ontslag
indienden is, net als op alle
personeelsleden die een opleiding
kregen in het leger, de wet
betreffende de rendementsperiode
van toepassing.
03.06 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, quand
ce plan de gestion donnera-t-il concrètement ses effets?
03.06 Marie-Christine Marghem
(MR): Wanneer zal dat beheerplan
concrete gevolgen hebben?
03.07 André Flahaut, ministre: Quelques personnes ont pris une
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
série de décisions et les mettent en oeuvre par rapport à la
présentation qui a été faite, notamment devant la commission, d'un
nouvel organigramme de l'hôpital militaire avec un directeur qui n'est
pas médecin mais assisté d'un directeur médecin.
03.08 Marie-Christine Marghem (MR): Si c'est de cela que vous
parlez, je m'en souviens très bien!
03.09 André Flahaut, ministre: Ces personnes, effectivement,
émettent une série de propositions pour le futur et prennent des
décisions pour inscrire l'hôpital militaire dans un ensemble plus large
en tenant compte au maximum de la loi sur les hôpitaux. En effet,
nous n'y sommes pas soumis, mais nous sommes très proches.
03.09 Minister André Flahaut: Er
wordt een aantal voorstellen voor
de toekomst geformuleerd. Er
worden beslissingen genomen om
het militair hospitaal in een ruimer
geheel op te nemen, daarbij
zoveel mogelijk rekening houdend
met de wet op de ziekenhuizen.
Het militair hospitaal valt niet
onder die wet, maar sluit er wel
zeer nauw bij aan.
03.10 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le ministre, je
voudrais vous livrer une petite information qui est peut-être importante
pour vous. Il me revient que l'accueil à l'hôpital militaire est inexistant.
En effet, lors de votre arrivée, personne ne vous accueille.
Un tableau d'orientation vous indique quel chemin prendre en fonction
de ce dont vous avez besoin. Je me pose la question de savoir si ce
plan de gestion tient compte des réalités concrètes du fonctionnement
d'un hôpital. C'est un exemple parmi d'autres, qui est flagrant.
03.10 Marie-Christine Marghem
(MR): Naar verluidt stelt het
onthaal in het militair hospitaal
niets voor.
Wordt in dat beheerplan met de
concrete werking van een
ziekenhuis rekening gehouden?
Dat is slechts één voorbeeld.
03.11 André Flahaut, ministre: Il n'y a pas uniquement l'hôpital
militaire et le Centre des grands brûlés sur le site de Neder-over-
Heembeek. A l'entrée de l'hôpital, des gens vous orientent.
03.11 Minister André Flahaut: Op
de site van Neder-over-Heembeek
bevindt zich niet alleen het
Brandwondencentrum. Bij de
ingang van het militair hospitaal
wordt de bezoeker de weg
gewezen.
03.12 Marie-Christine Marghem (MR): Je suis en possession d'une
photo, je tenais à vous en tenir informé.
03.12 Marie-Christine Marghem
(MR): Ik heb een foto waaruit blijkt
dat niemand aanwezig is bij het
onthaal.
03.13 André Flahaut, ministre: Des syndicalistes sont au balcon; s'ils
pouvaient intervenir, ils diraient que ces informations ne sont pas
correctes. Ce n'est pas la première fois que nous faisons venir des
syndicalistes en séance. Les photos ne reflètent pas toujours la
réalité. La personne a peut-être dû s'absenter. Nous sommes allés
faire des photos d'un coin de mur à un certain endroit en disant qu'il y
avait de l'humidité....
03.13 Minister André Flahaut:
Foto's geven de werkelijkheid niet
altijd correct weer. Misschien
moest de persoon bij het onthaal
even weg.
Le président: Nous ne menons pas ici un débat sur Neder-over-Heembeek. D'ailleurs, nos collègues du
CD&V rigolent car cette fois-ci, ils n'ont pas mis le feu à la mèche. Les réponses ont été données. Si
Mme Marghem souhaite interpeller sur un autre sujet, elle le fera dans quinze jours.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
04 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Landsverdediging over "de vrijwillige
Blankenbergse Zeereddingsdienst" (nr. 6268)
04 Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la Défense sur "le service bénévole de sauvetage en
04.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ga er meteen bij zeggen dat ik al eens te rade ben
geweest bij de minister van Binnenlandse Zaken met dezelfde vraag,
maar hij heeft mij doorgestuurd naar u. Ik ben een beetje in het nauw
gedreven door de visie die ontwikkeld is door de minister in zijn
antwoord naar aanleiding van de vraag van mevrouw Vautmans,
maar ik zal toch de vraag stellen en ik kijk uit naar uw antwoord om
daarop eventueel voort te bouwen uiteraard.
Mijn vraag betreft dus de vrijwillige Blankenbergse Zeereddingsdienst.
Sta mij toe, mijnheer de minister, om u kort in te leiden in deze
materie. Het is een VZW die bestaat sinds 1983. Een twintigtal
onbezoldigde vrijwilligers werken er de klok rond. Ze doen dat in
verschillende ploegen en ze zetten zich dus belangeloos in om de
veiligheid op het strand, in de havens en voor de kuststreek te
garanderen. Ze overleven eigenlijk via giften en donaties.
Deze dienst kan het ganse jaar ingezet worden, ook door een
systeem van wacht, waarbij zowel binnen als buiten de werkuren tot
een interventie kan worden overgegaan, nog wel binnen de tien
minuten. Statistieken dat wordt allemaal zeer serieus bijgehouden
tonen aan dat een reddingsboot gemiddeld na 6 minuten het station
verlaat om een opdracht uit te voeren. De uitvalshaven is
Blankenberge omdat die een centrale ligging heeft. Het
werkingsgebied van de reddingsboot strekt zich echter uit van de
haven van Oostende tot in Nederland, aan Cadzand, en bevat dus
drie van de vier Belgische kusthavens.
Wat betreft het aantal jaarlijkse reddingsinterventies, kan ik volgende
cijfers meegeven. Er zijn momenteel gemiddeld 123 interventies per
jaar. Dat is ongeveer voor de helft voor de pleziervaart, 11 interventies
zouden gaan naar de beroepsvaart en 40% daarvan betreft diverse
tussenkomsten, zoals zoekacties naar vermiste personen,
gewondenvervoer op het strand of duikacties in opdracht van politie of
parket.
Door de komst van een nieuwe reddingsboot, voor de helft
gefinancierd door de Vlaamse overheid in het kader van de tijdelijke
budgetten van het kustactieplan ten belope van 125.000 euro, wordt
deze zeereddingsdienst nog meer dan voorheen ingeschakeld bij
reddingsacties in het betrokken werkingsgebied dat ik heb
omschreven. Zo wordt men ook regelmatig opgeroepen om mee te
helpen met de operaties van de Seakings en bijgevolg ook bij
reddingsoperaties van de overheid.
In dit opzicht, mijnheer de minister, vind ik het niet echt logisch dat de
overheid een beroep doet op deze dienst, terwijl qua uitrusting en
andere door dezelfde overheid in geen enkele financiering wordt
voorzien. Het lijkt mij dus wenselijk dat de overheid op zijn minst
onderzoekt of er een financiering kan gebeuren wat betreft het
aankopen van materiaal. Uiteraard moeten zij ook voldoen aan een
aantal vereisten inzake kwaliteit en dergelijke.
04.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Le Service volontaire de
sauvetage en mer de
Blankenberge (VBZR) réunit une
vingtaine de volontaires bénévoles
qui garantissent la sécurité à la
côte jour et nuit et pendant toute
l'année. Ils sont en mesure
d'intervenir dans les dix minutes et
leur rayon d'action s'étend
d'Ostende à Cadzand, aux Pays-
Bas. Actuellement, ils effectuent
environ 123 interventions par an.
Depuis que le nouveau bateau de
sauvetage a été mis en service, le
VBZR intervient également lors
d'actions de sauvetage impliquant
les Sea King. Les pouvoirs publics
font donc appel à ce service mais
ne lui apportent aucune aide
financière.
Un financement semblable à celui
des corps volontaires de pompiers
serait-il possible? Une
concertation en ce sens entre les
départements de Intérieur et de la
Défense est-elle envisageable?
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Ik had mij gewend tot de minister van Binnenlandse Zaken omdat ik in
eerste instantie dacht aan een financiering conform de vrijwillige
brandweerkorpsen. Ik richt mij nu tot u, mijnheer de minister. De
minister van Binnenlandse Zaken had beloofd om samen met u na te
gaan in hoeverre u terzake enige bevoegdheid zou kunnen hebben.
Welk antwoord kunt u mij geven?
04.02 André Flahaut, ministre: Je reconnais le travail utile effectué
par tous les volontaires en Belgique, notamment ceux qui travaillent
dans les services de sauvetage en mer. Malheureusement, je ne
peux pas donner une suite favorable à la demande d'un financement
structurel pour le Vrijwillige Blankenbergse Zeereddingsdienst car ce
n'est pas dans les compétences de mon département et je vais vous
en donner les raisons.
04.02 Minister André Flahaut:
Jammer genoeg valt de aanvraag
voor een structurele financiering
voor de Vrijwillige Blankenbergse
Zeereddingsdienst niet onder de
bevoegdheid van mijn
departement.
Het Vlaams Gewest is bevoegd voor de reddingsdiensten en
operaties in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.
Het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum te Oostende is voor
het rampenplan Noordzee de bevoegde instantie voor de alarmering
van de hulpdiensten wanneer reddingsoperaties op zee noodzakelijk
zijn. Wat het redden van drenkelingen aan de kust betreft, zijn de
hulpcentrale 100 van West-Vlaanderen en het MRCC Oostende de
verantwoordelijke diensten voor de alarmering van de respectievelijke
reddings- en hulpverleningsdiensten.
Ten gevolge van overeenkomsten tussen de FOD Mobiliteit en
Transport en het ministerie van Defensie werd de
verantwoordelijkheid voor Search Aid Rescue of SAR-operaties bij
lucht- en zeevaartongevallen binnen de Search and Rescue Region of
SRR Brussels aan Defensie toevertrouwd. Het is binnen deze
overeenkomst dat het 40
ste
smaldeel helikopters Search and Rescue
van Koksijde optreedt ten dienste van slachtoffers en dit zowel op zee
als op het land. Derhalve zijn de Seaking-helikopters zoals de
zeereddingsdiensten uitvoerders inzake reddingsacties en zeker geen
leidende autoriteit.
La Région flamande est
compétente pour les services et
opérations de sauvetage effectués
dans les espaces marins sous
juridiction de la Belgique. Pour les
opérations de sauvetage en mer,
le Centre de coordination de
sauvetage maritime d'Ostende
(MRCC) est l'instance compétente
dans le cadre du Plan catastrophe
de la mer du Nord. Et pour ce qui
concerne le sauvetage des noyés,
le central de secours 100 de
Flandre occidentale et le MRCC
d'Ostende sont les services
responsables.
La responsabilité des opérations
de recherche et de sauvetage lors
d'accidents aériens et maritimes
dans la zone de recherche et de
sauvetage de Bruxelles a été
confiée à la Défense. Dans le
cadre de ce contrat, les Sea King
interviennent comme exécutants
lors d'actions de sauvetage et non
pas comme autorité dirigeante.
Si je prends un exemple similaire, il y a, à La Hulpe, un corps de
sauvetage de volontaires qui n'est subventionné par aucun
département ministériel. Ce corps de sauvetage est subventionné par
des dons, comme vous dites, et par des volontaires. Partout, des
personnes, de manière volontaire et non commerciale, font un travail
et s'inscrivent dans des plans de sauvetage ou des plans
catastrophes mais ils ne sont pas financés, et certainement pas par le
département de la Défense.
Overal stellen mensen zich
vrijwillig en zonder commerciële
beweegredenen kandidaat om aan
reddings- of noodplannen deel te
nemen. Voor hun inspanningen
worden zij niet betaald, zeker niet
door het departement
Landsverdediging.
04.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord, dat nuttig is voor de opbouw van het dossier. Ik zal
proberen aan te kloppen bij het Vlaams Gewest en het dossier
overlaten aan mijn collega's in het Vlaams Parlement.
04.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Nous irons donc frapper à la porte
de la Région flamande.
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Walter Muls aan de minister van Landsverdediging over "de aangepaste
legeruniformen" (nr. 6285)
05 Question de M. Walter Muls au ministre de la Défense sur "les uniformes militaires spécialement
05.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, half september,
begin oktober 2004 ontstond nogal wat commotie rond de levering
van aangepaste uniformen voor onze troepen in Kosovo.
Sinds de missies in Somalië begin jaren negentig is er de vraag van
de militairen naar kledij die bestand is tegen hitte, zand, vocht en
insecten. Dat probleem leek in 2004 opgelost te zijn, toen aan de
troepen in Kosovo nieuwe uniformen werden beloofd. Er is toen
echter duidelijk een kink in de kabel gekomen.
Het personeel van het vliegtuig dat op 17 september 2004 landde op
de luchthaven van Petrovec met de uniformen aan boord, kreeg
immers plots vanuit België de opdracht de uniformen niet uit te
pakken en af te leveren, maar ze direct terug mee te nemen naar
Melsbroek. Als argument werd toen aangegeven dat er problemen
waren met de productie en de levering van de uniformen voor de
komende jaren. Om te vermijden dat het jaar daarna niet alle
militairen op missie een speciaal uniform zouden hebben, werden de
uniformen ingehouden. Dat was de uitleg die toen werd gegeven.
Het lijkt mij op dit ogenblik, bij het begin van de lente, gepast om de
vraag te stellen naar de levering van de speciale uniformen tegen de
komende winter. We zijn nu bijna een jaar verder. Ik had dan ook
graag van de minister een antwoord gekregen op de volgende vragen.
Ten eerste, kunt u schetsen welke problemen opdoken bij de
productie en de levering?
Ten tweede, wanneer zullen de troepen over de uniformen kunnen
beschikken?
Ten derde, zullen er voldoende uniformen zijn tegen het begin van de
warme seizoenen, naar gelang van het land waar de troepen zich op
dit ogenblik bevinden?
05.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Depuis le début des années
nonante, les militaires réclament,
pour leurs missions à l'étranger,
des vêtements résistant à la
chaleur, au sable, à l'humidité et
aux insectes. Une solution avait
été sur le point d'être trouvée l'an
passé mais quelques soucis ont
empêché la production et la
livraison des uniformes. Ces
problèmes sont-ils à présent
résolus? Quand les troupes
pourront-elles disposer de ces
uniformes? Seront-ils livrés en
quantité suffisante?
05.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Muls,
bij de operaties in 2003 werd de operationele behoefte aan tropen- en
woestijngevechtskledij verwoord.
Na de ontwikkeling van nieuwe technische concepten werd in
maart 2004 aangevangen met de voorbereiding van een globale
meerjarige overeenkomst voor de levering van alle gevechtskledij. Dit
moet toelaten de nieuwe kledij vanaf mei 2005 veralgemeend in te
voeren.
Daarnaast, en op basis van de toen gekende operationele planning,
werden beperkte spoedaankopen gestart voor de tropen- en
woestijnkledij teneinde deze zo snel mogelijk ter beschikking te
kunnen stellen van het personeel in operatie. De door u aangehaalde
moeilijkheden bij de distributie van deze tenues zijn geenszins te
05.02 André Flahaut, ministre: La
préparation d'un contrat
pluriannuel pour la livraison des
tenues de combat a été entamée
en mars 2004. Au même moment,
des commandes urgentes ont par
ailleurs été passées pour des
uniformes adaptés aux tropiques
et aux déserts. La production et la
livraison n'ont pas posé de
problème mais les commandes
urgentes étaient insuffisantes pour
répondre aux besoins
opérationnels croissants et
imprévus pendant la période
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
wijten aan problemen met betrekking tot de productie en levering
maar wel aan de stijgende en onvoorziene operationele behoeften
tijdens de overgangsfase waaraan ternauwernood kon worden
voldaan met de lopende spoedaankopen.
Conform de contractuele overeenkomsten worden de eerste
leveringen van het globale meerjarige contract verwacht vanaf
april 2005. Daartoe werd een toeleveringsplan gebaseerd op de
operationele vooruitzichten opgesteld in overleg met de contractanten.
De voor 2005 voorziene leveringen laten toe aan alle operationele
behoeften te voldoen. De eerste levering eind april van 3.000 stellen
van zowel tropen- als woestijnkledij zal toelaten onze troepen met
buitenlandse opdracht uit te rusten vóór de aanvang van het warme
seizoen.
transitoire.
La première livraison dans le
cadre du contrat est attendue à
partir de début avril 2005. Ces
livraisons nous permettront de
faire face à tous les besoins
opérationnels.
05.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor dit goede nieuws.
05.04 Minister André Flahaut: U kunt beschikken over de tekst van
mijn antwoord zodat er geen foute interpretaties kunnen ontstaan
zoals bij de defensieattachés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de minister van Landsverdediging over "de desaffectatie en
verkoop van de Luitenant Coppenskazerne in Brasschaat" (nr. 6397)
06 Question de Mme Inga Verhaert au ministre de la Défense sur "la désaffectation et la vente de la
Caserne lieutenant Coppens à Brasschaat" (n° 6397)
06.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, al meer dan
een jaar staat de Luitenant Coppens-kazerne in Brasschaat leeg. Het
omliggende militair domein wordt, voor zover mijn informatie correct
is, niet meer gebruikt.
Het gemeentebestuur van Brasschaat heeft een aantal heel
ambitieuze en mijns inziens ook goede plannen voor en met de
gebouwen en het domein van de kazerne in Brasschaat. Wat wil het
gemeentebestuur er graag doen? Het wil bijvoorbeeld graag een
aantal KMO's die nu moeilijk en in woongebied geprangd zitten en
dus niet meer kunnen uitbreiden, verhuizen naar het militair domein.
Er zijn echter ook plannen om een aantal diensten die nu kriskras
over de gemeente zijn verspreid en ressorteren onder het ministerie
van Financiën, met name de Directe en Indirecte Belastingen, het
Kadaster, de Registratie en Domeinen en de Douane en Accijnzen,
een meer permanente en gunstige huisvesting te geven op het
betreffende domein.
U gelooft het niet, maar ook De Post zou graag gebruik kunnen
maken van een meer permanente en een gunstigere omgeving dan
waar ze momenteel is gehuisvest.
De gemeente Brasschaat is dan ook bereid om, indien die de
voormelde kazerne kan verwerven, langetermijnhuurovereenkomsten
aan te bieden voor zowel de huisvesting van de diensten van het
ministerie van Financiën als van de diensten van De Post.
Tot op heden werden de betrokken terreinen echter door het
06.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
La commune de Brasschaat
voudrait acquérir la caserne
désaffectée Lieutenant Coppens
pour relocaliser des PME locales
et centraliser les services du
ministère des Finances, qui sont
dispersés à différents endroits. La
Poste voudrait aussi une parcelle
pour résoudre ses problèmes de
bâtiments.
Quand la procédure de
désaffectation de la caserne
Lieutenant Coppens sera-t-elle
achevée? Quand les terrains
seront-ils mis en vente? Seront-ils
proposés exclusivement à la
commune de Brasschaat?
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
ministerie van Landsverdediging nog niet gedesaffecteerd. Derhalve
kan de verkoop nog niet worden gerealiseerd.
Mijnheer de minister, wanneer zal de desaffectatieprocedure zijn
afgerond?
Wanneer zullen de terreinen eventueel te koop worden gesteld?
Zullen ze enkel aan de gemeente Brassachaat te koop worden
aangeboden of mogelijks ook aan andere kandidaat-kopers?
06.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de
desaffectatie is alleen voor een gedeelte van de Luitenant Coppens-
kazerne in voorbereiding. Het betreft het U-vormige gebouw en de
aanpalende depotzone met inbegrip van 4 loodsen.
In de loop van 2005 zal een intentieverklaring tussen Defensie en de
gemeente Brasschaat worden ondertekend. Die zal de modaliteiten
en de timing van de vervreemding bevatten. De terreinen en de
gebouwen in voorbereiding van de desaffectatie zouden door de
gemeente Brasschaat worden onteigend in 2006. Ten gevolge van de
onteigeningsprocedure zullen de terreinen en de gebouwen
rechtstreeks aan de gemeente Brasschaat worden verkocht. De prijs
zal worden bepaald door het Aankoopcomité.
06.02 André Flahaut, ministre: La
désaffectation d'une partie de la
caserne Lieutenant Coppens est
actuellement en préparation. Dans
le courant de l'année 2005, la
Défense et la commune de
Brasschaat signeront une
déclaration d'intention à ce propos.
Cette partie de la caserne sera
expropriée par la commune en
2006 et lui sera ensuite
directement vendue. Le Comité
d'acquisition fixera le prix.
Il y a quelques jours, j'ai eu un contact avec le bourgmestre, le
secrétaire communal ainsi qu'avec la personne responsable de
l'aménagement, de l'urbanisme de la ville. Il existe aux Pays-Bas des
fonctionnaires spécialisés dans l'aménagement du territoire dans la
ville. Nous avons alors examiné non seulement cette caserne mais
aussi les terrains, les maisons des officiers, le passage d'une piste
cyclable, le passage d'un système d'égouttage sur la commune de
Brasschaat. Nous nous reverrons dans quelques semaines pour
finaliser tout cela.
Ik heb de burgemeester, de
gemeentesecretaris en de
stedenbouwkundige ontmoet. Wij
hebben niet alleen die kazerne
bekeken, maar ook de terreinen,
de huizen van de officieren, een
doorgaand fietspad en een
riolering op het grondgebied van
de gemeente Brasschaat. Binnen
enkele weken komen wij opnieuw
samen om onze werkzaamheden
af te ronden.
06.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor dit heel
goede nieuws.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Theo Kelchtermans aan de minister van Landsverdediging over "de
geluidshinder na het slopen van een aarden wal en het kappen van bomen op de vliegbasis van Kleine
Brogel" (nr. 6406)
07 Question de M. Theo Kelchtermans au ministre de la Défense sur "les nuisances sonores apparues
à la suite de la démolition d'un terre-plein et de l'abattage d'arbres sur la base aérienne de Kleine
Brogel" (n° 6406)
07.01 Theo Kelchtermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, dit is een
zeer korte en punctuele vraag met hopelijk ook een positief antwoord.
Een aantal gevolgen van de beveiligingswerken, die trouwens worden
toegejuicht en ook goed werden uitgevoerd, was niet te voorzien of
konden gewoon niet worden vermeden. Daardoor is nu hinder
ontstaan die er vroeger niet was voor een aantal buurtbewoners. Het
is eigenlijk op hun vraag dat ik deze vraag aan de minister richt.
07.01
Theo Kelchtermans
(CD&V): Les travaux de
sécurisation posent aux riverains
de la base aérienne de Kleine-
Brogel des problèmes
supplémentaires tels que des
nuisances sonores, l'éclairage des
13/04/2005
CRIV 51
COM 557
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Men heeft een aarden wal weggegraven en daarnaast heeft men ook
het groenscherm wat uitgedund. Ik herhaal echter dat dat nodig was
voor de beveiligingswerken. Vooral het feit dat de aarden wal
weggegraven is, schept nogal wat problemen, omdat er nu nogal wat
lawaaihinder is, zeker bij startende vliegtuigen die opwarmen in de
zone die vlakbij de shelters ligt. De vliegtuigen taxiën daar en zij
draaien daar doorgaans ook hun motoren warm. Dat levert niet alleen
lawaai op, maar bij nachtvluchten is er ook lichtinval in de tuin, wat
vroeger ook niet het geval was. Daarnaast krijgt men ook een
kerosinegeur, wat vroeger evenmin het geval was. Dat is allemaal te
wijten aan het verdwijnen van die aarden wal. Op termijn kan dat
worden gecompenseerd door de beplanting op een andere plaats aan
te brengen.
Mijn vraag is heel simpel. Kan hieraan op korte termijn iets worden
gedaan, want mij lijkt dat geen groot probleem?
avions pendant la nuit et des
odeurs de kérosène. Le ministre a-
t-il connaissance de ces
problèmes? A-t-il l'intention de
prendre des mesures pour y
remédier?
07.02 Minister André Flahaut: In het kader van beveiligingswerken
werd inderdaad de aarden wal tijdelijk verwijderd. De desbetreffende
wal wordt over enkele weken opnieuw aangelegd, zodat de hinder
voor de omwonenden weer maximaal zal worden beperkt.
07.02 André Flahaut, ministre:
Les travaux de sécurisation
nécessitaient en fait l'enlèvement
provisoire d'un mur de terre
destiné à éviter les nuisances. Il
sera replacé dans quelques
semaines.
Nous allons essayer de le faire le plus rapidement possible et donc
garder le contact avec le 10
e
Wing pour qu'il accélère cette réparation.
Wij zullen contact blijven
onderhouden met de 10
de
Wing
teneinde ervoor te zorgen dat
sneller werk wordt gemaakt van
die herstelling.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Il reste l'interpellation de M. De Crem (n° 563) mais il
est toujours en réunion. Que fait-on M. Kelchtermans? On reporte?
De voorzitter: Dan rest er nog de
interpellatie van de heer De Crem
(nr. 563).
07.03 Theo Kelchtermans (CD&V): Monsieur le président, il est
heureusement absent.
07.03
Theo Kelchtermans
(CD&V): Hij is afwezig.
Le président: Bien qu'à 12.30 heures, en général, il soit plus rapide
que le matin. Vous voulez dire qu'il faut lever très vite la séance avant
qu'il n'arrive?
Selon vous, reporte-t-on à quinzaine? Il est difficile d'encore attendre.
Les deux interpellations (n°
s
563 et 572) sont donc reportées. M. De
Crem sera dans une forme olympique dans quinze jours. Je lui
accorderai cinq minutes de plus.
De voorzitter: De interpellaties
van de heren De Crem (nr. 563)
en Sevenhans (nr. 572) worden
bijgevolg uitgesteld.
La réunion publique de commission est levée à 12.28 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.28 uur.