CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 550
CRIV 51 COM 550
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
11-04-2005
11-04-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur
"la carte de stationnement pour les médecins en
visite à domicile urgente" (n° 5624)
1
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit over "de parkeerkaart voor dokters bij
dringende huisbezoeken" (nr. 5624)
1
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "le problème du stationnement pour les
médecins" (n° 5689)
1
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "het parkeerprobleem voor de
artsen" (nr. 5689)
1
Orateurs: Guido De Padt, Jef Van den
Bergh, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Jef Van den
Bergh, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
la Mobilité sur "les coûts d'avocats générés par la
défense de l'Etat belge dans le cadre des
procédures judiciaires engagées à la suite de la
décision de disperser les nuisances des avions à
Bruxelles" (n° 5605)
6
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Mobiliteit over "de advocatenkosten
voor de verdediging van de Belgische Staat in het
kader van de gerechtelijke procedures ingesteld
naar aanleiding van de beslissing om de
geluidshinder van de vliegtuigen in en rond
Brussel te spreiden" (nr. 5605)
6
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "les conducteurs souffrant de
dyslexie" (n° 5646)
7
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "bestuurders die aan dyslexie
lijden" (nr. 5646)
7
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le contrôle des temps de conduite
et de repos des conducteurs de trains de
marchandises" (n° 5734)
8
Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de controle van de rij-
en rusttijden van de bestuurders van
goederentreinen" (nr. 5734)
8
Orateurs: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Inga Verhaert, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Interpellations et questions jointes de
10
Samengevoegde interpellaties en vragen van
10
- Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité sur
"l'adoption d'un nouveau plan de répartition des
nuisances sonores autour de Bruxelles-National"
(n° 548)
10
- mevrouw Joëlle Milquet tot de minister van
Mobiliteit over "de goedkeuring van een nieuw
spreidingsplan ter beheersing van de
geluidsoverlast rond de luchthaven van
Zaventem" (nr. 548)
10
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"le pourvoi en cassation contre l'arrêt de la cour
d'appel de Bruxelles du 17 mars 2005 et les
pourparlers avec les Régions en matière de
dispersion et de normes sonores" (n° 6374)
10
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "het cassatieberoep tegen het
arrest van het hof van beroep van Brussel van
17 maart 2005 en de gesprekken met de
Gewesten inzake spreiding en geluidsnormen"
(nr. 6374)
10
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur
"l'utilisation de la piste 02 à l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 6376)
10
- de heer Olivier Maingain aan de minister van
Mobiliteit over "het gebruik van baan 02 op de
luchthaven van Brussel-Nationaal" (nr. 6376)
10
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur
"les nuisances sonores autour de l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 577)
10
- mevrouw Marie Nagy tot de minister van
Mobiliteit over "de geluidshinder in de omgeving
van de luchthaven van Brussel-Nationaal"
(nr. 577)
10
Orateurs: Bart Laeremans, Olivier Maingain,
Marie Nagy, Joëlle Milquet, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bart Laeremans, Olivier Maingain,
Marie Nagy, Joëlle Milquet, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Motions
21
Moties
21
Question de M. Mark Verhaegen au ministre de la
Mobilité sur "l'instauration d'une limitation de
vitesse généralisée à 70km/h" (n° 5952)
23
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Mobiliteit over "de invoering van een
algemeen snelheidsregime van 70km/uur"
(nr. 5952)
23
Orateurs: Mark Verhaegen, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Mark Verhaegen, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Georges Lenssen au ministre de
la Mobilité sur "l'utilisation abusive de véhicules
agricoles pour des missions de transport"
(n° 5955)
25
Vraag van de heer Georges Lenssen aan de
minister van Mobiliteit over "het misbruik van
landbouwvoertuigen voor transportopdrachten"
(nr. 5955)
24
Orateurs:
Georges Lenssen, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité, Dylan
Casaer
Sprekers:
Georges Lenssen, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit, Dylan
Casaer
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Mobilité sur "la réforme de la loi
relative à la circulation routière suivant le principe
"augmentation des contrôles, diminution des
amendes"" (n° 5971)
26
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
verkeerswet overeenkomstig het principe "hogere
pakkans, lagere boetes"" (nr. 5971)
26
Orateurs: Francis Van den Eynde, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Francis Van den Eynde, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
la Mobilité sur "les formalités à remplir lors de
l'acheminement en Belgique d'un véhicule acheté
d'occasion à l'étranger" (n° 5973)
27
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Mobiliteit over "de formaliteiten bij de
overbrenging van een in het buitenland
aangekochte tweedehands auto naar België"
(nr. 5973)
28
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit
Questions jointes de
30
Samengevoegde vragen van
30
- M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité
sur "la méthode agréée légalement pour vérifier le
taux d'alcoolémie" (n° 6085)
30
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Mobiliteit over "de wettelijk erkende methode om
het alcoholgehalte in het bloed na te gaan"
(nr. 6085)
30
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur
"la fiabilité des analyses de sang lors des
contrôles d'alcoolémie" (n° 6091)
30
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit over "de betrouwbaarheid van de
bloedanalyses bij alcoholcontroles" (nr. 6091)
30
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Renaat Landuyt, ministre de la
Mobilité, Guido De Padt
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Renaat Landuyt, minister van
Mobiliteit, Guido De Padt
Questions jointes de
35
Samengevoegde vragen van
35
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les transports dangereux chargés sans
respecter les consignes de sécurité" (n° 6074)
35
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "gevaarlijke transporten die onveilig
geladen zijn" (nr. 6074)
35
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur
"l'augmentation des infractions pour défaut
d'arrimage de marchandises dangereuses"
(n° 6090)
35
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Mobiliteit over "de toename van inbreuken inzake
foutieve stuwing van gevaarlijke goederen"
(nr. 6090)
35
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les transports dangereux avec chargement
non sécurisé" (n° 6244)
35
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "gevaarlijke transporten die onveilig
geladen zijn" (nr. 6244)
35
Orateurs: Jef Van den Bergh, Dylan Casaer,
Guido De Padt, Renaat Landuyt, ministre de
la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Dylan Casaer,
Guido De Padt, Renaat Landuyt, minister
van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la contribution des 'ingénieurs et
conducteurs des ponts et chaussées' à une
38
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de bijdrage van
'ingenieurs en conducteurs van bruggen en
38
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
meilleure gestion des incidents survenus sur les
autoroutes" (n° 6075)
wegen' aan een beter incidentmanagement op de
autosnelwegen" (nr. 6075)
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
41
Samengevoegde vragen van
40
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les dispenses du port obligatoire de la
ceinture de sécurité" (n° 6114)
41
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "de vrijstellingen van de draagplicht
van de veiligheidsgordel" (nr. 6114)
40
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les dispenses du port obligatoire de la
ceinture de sécurité" (n° 6117)
41
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "de vrijstellingen van de draagplicht
van de veiligheidsgordel" (nr. 6117)
41
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
42
Samengevoegde vragen van
42
- M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur
"la place du Comité consultatif des usagers à la
suite de la nouvelle structure du groupe SNCB"
(n° 6221)
42
- de heer Joseph Arens aan de minister van
Mobiliteit over "de rol van het Raadgevend Comité
van de Gebruikers naar aanleiding van de nieuwe
structuur van de NMBS-groep" (nr. 6221)
42
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "les plaintes récentes du Comité consultatif
des usagers de la SNCB concernant la non-prise
en compte systématique du Comité et de ses avis
sur l'accueil des voyageurs" (n° 6241)
42
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "de recente klachten van het
Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de
NMBS over de systematische onderwaardering
van het Comité en zijn adviezen over het onthaal
van de reizigers" (nr. 6241)
42
Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Jef Van den Bergh
Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Jef Van den Bergh
Questions jointes de
46
Samengevoegde vragen van
46
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité
sur "le plan fédéral global vélo" (n° 6245)
46
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Mobiliteit over "het federale 'Totaalplan fiets'"
(nr. 6245)
46
- M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur
"le plan global vélo" (n° 6366)
46
- de heer Dylan Casaer aan de minister van
Mobiliteit over "het Totaalplan fiets" (nr. 6366)
46
Orateurs: Jef Van den Bergh, Dylan Casaer,
Renaat Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Dylan Casaer,
Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la situation confuse pour les villes et
les communes en ce qui concerne les infractions
de parking qui ne rélèvent plus du droit pénal"
(n° 6266)
48
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de onduidelijkheid voor steden
omtrent parkeerovertredingen die uit het strafrecht
zijn gehaald" (nr. 6266)
48
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la possibilité d'indiquer plusieurs
plaques minéralogiques sur une carte de
stationnement pour riverains" (n° 6345)
50
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de mogelijkheid om
verschillende nummerplaten te vermelden op één
bewonerskaart" (nr. 6345)
50
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "l'éventuelle suppression des timbres-
amendes pour le paiement des amendes de
roulage" (n° 6349)
51
Vraag van de heer Guido de Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de mogelijke afschaffing van
boetezegels om verkeersboetes te betalen"
(nr. 6349)
51
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
11
AVRIL
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
11
APRIL
2005
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.19 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de parkeerkaart voor dokters bij
dringende huisbezoeken" (nr. 5624)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het parkeerprobleem voor de artsen"
(nr. 5689)
01 Questions jointes de
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la carte de stationnement pour les médecins en
visite à domicile urgente" (n° 5624)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le problème du stationnement pour les
médecins" (n° 5689)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, de voorliggende
problematiek komt af en toe terug, zowel in de praktijk als in de pers.
De problematiek komt ook af en toe hier in het Parlement aan bod, in
deze commissie. Er zijn enkele collega's die terzake wetsvoorstellen
hebben ingediend. Ik meen dat dit aantoont dat er in elk geval een
zekere noodzaak is om zich met dat thema bezig te houden. Naar ik
meen en waarschijnlijk menen dat ook andere collega's moet
vermeden worden dat een arts wanneer die in noodsituaties dringend
moet optreden minuten zou verliezen door het zoeken naar een of
andere wettelijke parkeerplaats. In een aantal geval zijn die minuten
van levensgroot belang. Het probleem is echter dat er in een aantal
steden en gemeenten te weinig plaats is om meteen zijn wagen kwijt
te geraken.
Ik weet dat u in het verleden al geantwoord hebt: "Nood breekt wet",
maar blijkbaar is diezelfde instelling niet altijd terug te vinden bij
diegenen die de processen-verbaal opmaken en die de mensen in dat
geval verbaliseren. Dat is waarschijnlijk een van de redenen waarom
men in Brussel het initiatief heeft genomen waarover wij in de pers
het is al een tijdje geleden gelezen hebben. De Brusselse artsen
zouden vanaf oktober of zelfs vroeger een parkeerkaart kunnen
krijgen, een speciale parkeerkaart voor dringende huisbezoeken. Het
akkoord dat daarover werd bereikt door de Orde van Geneesheren
van Brabant en de Brusselse procureur des Konings zou bevatten dat
01.01 Guido De Padt (VLD): Le
problème de stationnement qui se
pose aux médecins en visite
urgente à domicile doit être résolu
car il faut en effet éviter que dans
ces situations d'urgence, ils ne
perdent un temps précieux à
chercher un emplacement de
parking réglementaire.
Le ministre a déclaré précédem-
ment que nécessité fait loi mais ce
principe n'est pas suivi par les
autorités verbalisantes. Une
initiative a été prise à Bruxelles
afin d'instaurer une carte de
stationnement spéciale pour les
visites urgentes à domicile. Les
médecins détenteurs de cette
carte peuvent stationner pour un
temps limité en des endroits où le
stationnement est normalement
interdit.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
men in toepassing van dat akkoord voor een beperkte tijd mag
parkeren op plaatsen waar het in normale omstandigheden niet
mogelijk is.
Ik las trouwens ook in de pers dat u voorstander bent van een
dergelijk systeem, mijnheer de minister. Een concreet initiatief laat
echter op zich wachten. Nochtans zou een en ik wil dit benadrukken
uniforme regeling mijns inziens veel meer kans op slagen hebben
dan een regeling die verschillend is van gerechtelijk arrondissement
tot gerechtelijk arrondissement. Die verschillende systemen kunnen
voor een zekere chaos zorgen en veroorzaken verwarring bij de
artsen die in verschillende arrondissementen patiënten hebben.
Vandaar mijn vragen.
Wat is uw mening omtrent de problematiek van een dergelijke
parkeerkaart voor artsen? Heeft u weet van andere initiatieven? Bent
u van plan hierover een uniform initiatief te nemen of eventueel
wetsvoorstellen terzake te ondersteunen?
Indien ja, in welke richting zal dat dan evolueren? Gaat het dan om
een wettelijk voorbehouden plaats en/of, indien de wettelijk
voorbehouden plek te ver verwijderd is van het dringend huisbezoek,
de mogelijkheid voor de arts om in dringende en levensbedreigende
situaties fout te parkeren?
Wanneer u voorstander bent van een wettelijk ingrijpen, kan u dan
meedelen of hieromtrent reeds concrete stappen werden
ondernomen? Wat is de concrete timing, gelet op het feit dat er wel
degelijk vraag is naar een wettelijke regeling?
Selon les médias, le ministre serait
partisan d'un tel système. Or, il ne
prend aucune initiative concrète.
Une réglementation uniforme est
plus efficace que des accords qui
devraient être conclus au niveau
de chaque arrondissement
judiciaire.
Que pense le ministre de la carte
de stationnement pour les
médecins et est-il informé d'autres
initiatives? Le ministre élaborera-t-
il une réglementation uniforme?
Pense-t-on à cet égard à instaurer,
par voie légale, des emplacements
réservés ou bien les médecins
auront-ils la possibilité de station-
ner de manière illégale dans des
situations d'urgence? Des
initiatives ont-elles déjà été prises
pour adapter la législation? Quand
ce processus sera-t-il achevé?
01.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil mij
graag aansluiten bij de vraag van collega De Padt. Ik wil het enigszins
nuanceren. Het is een probleem dat hier inderdaad al enkele keren
aan bod is gekomen maar ik denk dat het een probleem is dat er
eigenlijk geen hoeft te zijn mits er wat gezond verstand zou zijn bij de
verbaliserende agenten die mits wat gezond verstand dit probleem
meteen de wereld uit zouden kunnen helpen. Wij aarzelen ook een
beetje om hiervoor een algemene uitzonderingsregel te ontwerpen
omdat dit toch een beetje de deur openzet naar misbruiken die
misschien niet altijd gerechtvaardigd zijn. Wanneer is immers een
toestand kritiek, en zo meer...?
Ik had graag enkele vragen gesteld over het initiatief dat de heer
Landuyt in de pers naar buiten heeft gebracht via de Artsenkrant. Hij
spreekt daarin over een uniforme parkeerkaart en stelt voor te werken
met aanvullende gemeentelijke reglementen en niet via een wijziging
van de verkeerswet. Ik zou graag van de minister vernemen hoe hij dit
wil realiseren? Gaat die soepelheid enkel betrekking hebben op het
gedepenaliseerd betalend parkeren of ook op overtredingen inzake
het veilig parkeren? Ik denk aan parkeren op fietspaden en dergelijke
meer.
Hoe gaat de minister duidelijk maken dat zo'n soepelheid niet
betekent dat de artsen niet meer moeten verwachten dan wat hij zal
toegeven of versoepelen? Zoals ik daarnet al zei, vraag ik me af of dit
geen klimaat in de hand kan werken waarbij artsen meer
uitzonderingen zullen verwachten voor het optreden voor dringende
geneeskundige zorgen. Ik denk dan ook terug aan het geval van
01.02 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les problèmes de
stationnement des médecins ne se
poseront plus si les agents
verbalisateurs font preuve de bon
sens. L'instauration d'une
dérogation générale pour les
médecins ouvrirait la voie aux
abus. Le "Journal du Médecin"
évoquait la volonté du ministre
d'introduire une carte de
stationnement uniformisée et de
permettre une adaptation des
règlements communaux.
Comment peut-il réaliser cet
objectif sans modifier la
législation?
La souplesse dont il sera fait
preuve concernant les possibilités
de parking pour les médecins
n'aura-t-elle trait qu'au stationne-
ment payant ayant fait l'objet d'une
dépénalisation ou concernera-t-
elle également les infractions en
matière de sécurité du
stationnement?
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
snelheidsovertredingen van een aantal maanden geleden.
Bovendien zijn ook andere zorgverstrekkers, zoals thuisverplegers,
kandidaat voor een soepelere parkeerregeling. Collega Van
Themsche had daarover normaal nog een aanvullende vraag.
Misschien kunt u toch al antwoorden of ook zij hiervoor in aanmerking
zouden komen?
Après cet assouplissement,
comment le ministre fera-t-il
clairement comprendre que les
médecins ne doivent plus
s'attendre à d'autres mesures
dérogatoires? Cet assouplis-
sement de la réglementation
concernera-t-il également d'autres
prestataires de soins?
De voorzitter: Mevrouw Van Themsche is blijkbaar nog niet verschenen. Ik geef dan ook het woord aan de
minister voor het antwoord op de twee vragen.
01.03 Minister Renaat Landuyt: Betekent dit dat ik dan nog een keer
zal moeten antwoorden aan mevrouw Van Themsche?
De voorzitter: Neen. Ik ben consequent, ook met de collega's van mijn fractie. Als ze niet aanwezig zijn op
het ogenblik waarop andere vragen met hetzelfde thema gesteld worden, dan vervallen die vragen. De wet
is de wet en voor iedereen.
01.04 Minister Renaat Landuyt: Zeer goed.
Wat de problematiek betreft van het parkeren door huisartsen in het
bijzonder moet een onderscheid worden gemaakt tussen twee
situaties of twee grote lijnen. Enerzijds is er de vraag die ik nu en dan
meen te begrijpen om het verkeersreglement niet toepasselijk te
verklaren op de huisartsen. Anderzijds is er het probleem van het
effectief tekort aan parkeerplaatsen voor zij die het op een
reglementaire wijze wensen te doen.
Waar ligt de oplossing? Enerzijds, om heel duidelijk te zijn, collega De
Padt, denk ik dat uw wetsvoorstel, als ik goed geïnformeerd ben, een
heel groot gevaar inhoudt voor anderen. Er is nu effectief in ons
strafrecht een principe van nood breekt wet, van een noodtoestand
dus. Dat is eigenlijk wettelijk niet omschreven maar het is keihard
ingebakken in heel ons gerechtelijk systeem. Dat betekent dat het
voor alle mogelijke nu onvoorzienbare situaties van toepassing kan
zijn. Zodra men wettelijk begint te specificeren wat deze noodtoestand
bijvoorbeeld voor artsen zou kunnen inhouden, kan dat een
omgekeerd effect hebben in ons legaal systeem. Het kan dan niet
meer toepasselijk zijn in andere situaties. Vandaar dat ik nogal
aarzelend sta tegenover initiatieven om een noodtoestand te gaan
specificeren.
Iets wat ik wel bezig ben te doen en wat eigenlijk op papier klaar is, is
de mogelijkheid geven aan de gemeenten om in het kader van heel
de problematiek van bewonerskaarten en bewonersparkeren ook
duidelijkheid te voorzien voor mensen die beroepshalve voor
dringende medische bezoeken een parkeerplaats nodig hebben.
In de ontwerpteksten heeft men het, zoals ik dat verkies, over een
medische kaart. Ik zeg dit in antwoord op de vraag of het alleen over
artsen gaat. Dat is niet het geval. We moeten de situatie voor ogen
houden. We hopen dat dit een systeem kan zijn dat de gemeenten
toelaat de naleving goed op te volgen. Zoals collega Van den Bergh
zegt, zou het gezond verstand van de agenten veel kunnen oplossen.
We moeten echter opletten dat we geen regeling creëren die afhangt
van het gezond verstand van de artsen. Ik weet niet in wiens voordeel
01.04 Renaat Landuyt, ministre:
Il m'est demandé, d'une part, de
déclarer qu'une règle de
circulation ne s'applique pas aux
médecins généralistes et, d'autre
part, de résoudre le problème du
manque d'emplacements de
stationnement qui leur sont
réservés. La proposition de loi de
M. De Padt n'est pas sans danger.
La législation pénale prévoit
actuellement le principe de
situations d'urgence qui s'applique
à différentes situations imprévues.
Si la loi définit une situation
d'urgence spécifique aux
médecins, d'autres situations
d'urgence ne pourront plus être
reconnues comme telles par la
suite.
Il est par contre possible
d'autoriser les communes à
permettre le stationnement à titre
professionnel dans le cadre du
stationnement des riverains en cas
d'appels médicaux urgents. Il
appartient alors aux communes de
veiller elles-mêmes au respect de
la réglementation et de déterminer
ce qu'il convient d'entendre par
situations d'urgence. Une loi ne
peut tout de même pas être
fondée sur le bon sens des agents
ou des médecins.
Le problème est que le principe
selon lequel "nécessité fait loi" ne
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
de balans van het gezond verstand zou doorslaan.
Ik kom tot het punt van collega Van den Bergh. Het is effectief zo dat
als we de gemeenten toelaten te voorzien in een regeling inzake
parkeren, er wellicht een grotere mogelijkheid ontstaat om bij de
verkeershandhaving, bijvoorbeeld door het maken van goede
afspraken zoals in Brussel en Antwerpen gebeurt, ervoor te zorgen
dat de politie rekening kan houden met potentiële noodsituaties. We
zouden daardoor minder te maken krijgen met discussies die tot op
de rechtbank aanslepen. Het vervelende aan de regel "nood breekt
wet" is dat die à la limite pas kan spelen op de politierechtbank en dat
er intussen al veel geschreven en gewreven is wat misschien niet
nodig was.
Men kan het gezond verstand van eender wie beter coördineren door
het maken van goede afspraken in het kader van
veiligheidsovereenkomsten en door te zeggen dat men meer oog
moet hebben voor noodsituaties. Elke regeling die verder gaat, dreigt
te veel af te hangen van de goede trouw van een beroepsgroep. We
kunnen er immers niet zeker van zijn dat iedereen van dezelfde
goede trouw zou getuigen.
Ik heb de Artsenverenigingen meegedeeld dat ik het systeem van de
kaart Aap/Singe geen goed voorbeeld vond van verstandig
communiceren met de politieagenten.
peut être invoqué comme
argument devant le tribunal de
police qu'en dernier recours. Il est
dès lors préférable de conclure de
bons accords dans le cadre d'un
contrat de sécurité.
De voorzitter: Ik vind dit een eufemistische manier van uitdrukken.
01.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, er staan wel puntjes tussen de twee a's.
Mijnheer de minister, uw antwoord ligt in de lijn van een wetsvoorstel,
dat ik recent heb ingediend, om aan de gemeenten de mogelijkheid te
verlenen om specifieke parkeerplaatsen te gaan inrichten voor
houders van een vergunningenkaart. Ik heb het zo in mijn
wetsvoorstel genoemd. Het is een beetje afgekeken van Nederland.
Mijnheer de minister, ik vermoed dat dit zal gebeuren via een
wetsontwerp en dat die machtiging aan de gemeenten op die manier
zal worden verleend. Dat kan reeds voor een stuk soelaas bieden aan
de problematiek die zich hier stelt. De kans zal dan immers veel
groter zijn dat de mensen zich ergens vrij dicht bij de woning van de
patiënt zullen kunnen parkeren. Die kans zal dan veel groter zijn.
Ingeval van noodsituaties zal dan toch vlugger kunnen worden
ingegrepen.
Mijnheer de minister, ik zou nog graag een hint geven. In mijn eigen
wetsvoorstel heb ik het iets breder gezien. Ik ben geen kerkganger,
maar ik dacht dat ook pastoors die geroepen worden om de laatste
zalving en dergelijke te gaan toedienen soms in nood kunnen zitten bij
het vinden van een parkeerplaats. Er zijn ook nog de sociale werkers,
mensen die regelmatig op ziekenbezoek gaan. Ik heb in mijn
wetsvoorstel ook die mogelijkheid ingebouwd, afhankelijk van de
autonomie van de gemeenten. U kan misschien de opdracht geven
aan uw kabinet om het even na te lezen. Het kan misschien inspiratie
geven voor de eigen wetteksten. Ik pleit niet alleen voor de pastoors,
maar ik heb veel respect voor die beroepscategorie.
01.05 Guido De Padt (VLD): La
réponse du ministre s'inscrit dans
la ligne de ma proposition de loi
qui vise à donner aux communes
la possibilité de prévoir des
emplacements de stationnement
spéciaux pour les détenteurs de la
carte, comme c'est le cas aux
Pays-Bas. Peut-être cette
réglementation pourrait-elle même
être étendue aux prêtres ou aux
travailleurs sociaux.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Men kan eventueel de gemeenten machtigen om in bepaalde
gevallen specifieke parkeerplaatsen te voorzien. Ik denk bijvoorbeeld
ook aan de burgemeester en de schepenen. Men ziet nu reeds dat zij
een voorbehouden parkeerplaats hebben op de openbare weg. Dat is
uiteraard niet wettelijk. Dat is immers niet wettelijk afdwingbaar. Men
ziet dat links en rechts. Dat zou eventueel ook kunnen voorzien
worden maar steeds afhankelijk van de autonomie van de
gemeenten. Ik ben immers een communalist.
De voorzitter: Na het overlijden van de paus blijven wij toch opereren in een vrome sfeer.
01.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, wij mogen
het reserveren van parkeerplaatsen enerzijds en de mogelijkheid om
over een kaart te beschikken, anderzijds, niet met elkaar verwarren.
De bedoeling is dan om betalende parkeerplaatsen vrij te stellen van
betaling, maar dat lost het probleem van het zoeken naar een
parkeerplaats niet op. Het gaat alleen over het correct parkeren en
het betalend parkeren.
01.06 Jef Van den Bergh
(CD&V): Rendre le stationnement
gratuit à certains endroits n'est
pas la solution étant donné le
temps précieux qui est parfois
perdu à chercher une place.
01.07 Minister Renaat Landuyt: Het is goed dat u die nuance
aangeeft. Wat wij reglementair als een mogelijkheid zien is om de
gemeenten de autonomie te geven om voor de beschikbare
parkeerplaatsen een vrijkaart te geven, al dan niet betalend, voor de
geneesheren of uitoefenaars van andere beroepen, die op het terrein
van die gemeente wensen te worden vrijgesteld van de formaliteiten
van betaling en de mogelijkheid tot parkeren willen. Het gaat daarbij
nog altijd over de algemeen aangeduide parkeerplaatsen.
01.07 Renaat Landuyt, ministre:
C'est exact. La réglementation
permet aux communes de prévoir
des cartes de stationnement pour
les emplacements normaux.
01.08 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, u zou niet in de
mogelijkheid voorzien om in een druk centrum een of twee
parkeerplaatsen voor te behouden voor de houders van een kaart?
01.08 Guido De Padt (VLD): Est-il
possible de réserver une ou deux
places de stationnement?
01.09 Minister Renaat Landuyt: Dat kan, precies omdat dit systeem
de autonomie aan de gemeenten geeft om te beslissen over de
ruimte. Er is discussie hierover. Sommige gemeenten beweren dat zij
dit nu al kunnen. Om alle discussies te vermijden, wordt erin voorzien.
Voor de verruiming van het medische naar het religieuze of het
caritatieve, bestaat natuurlijk nog enig gevaar. Voor een pastoor had
ik nog een fiets voor ogen, maar dat zal wel een verouderd beeld zijn.
01.09 Renaat Landuyt, ministre:
Les communes ont en effet la
possibilité de prendre une telle
décision.
Il conviendrait d'envisager avec
prudence l'extension du système
aux représentants du culte et aux
travailleurs sociaux.
De voorzitter: Dat dateert uit de tijd dat de zwaluwen laag vlogen.
01.10 Minister Renaat Landuyt: Wij moeten uiteraard ervoor opletten
dat wij niet beginnen bij de pastoor en eindigen bij de burgemeester,
zoals ik meende te hebben begrepen.
De voorzitter: Wat dit laatste betreft, kan ik u geruststellen. De stad Gent heeft jarenlang aan haar
gemeenteraadsleden en dus ook aan de burgermeester, een speciale kaart verstrekt met het woord
gemeenteraad erop, om vrij te parkeren, tot iemand met een slecht karakter, het was iemand van mijn
fractie, ontdekte dat dit onwettig was, waardoor het systeem werd geschrapt.
01.11 Guido De Padt (VLD): Er is wellicht geen causaal verband
tussen uw fractie en een slecht karakter, mijnheer de voorzitter?
De voorzitter: Toch wel en daar zijn wij zelfs trots op.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité sur "les coûts d'avocats générés par la
défense de l'Etat belge dans le cadre des procédures judiciaires engagées à la suite de la décision de
disperser les nuisances des avions à Bruxelles" (n° 5605)
02 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Mobiliteit over "de advocatenkosten voor
de verdediging van de Belgische Staat in het kader van de gerechtelijke procedures ingesteld naar
aanleiding van de beslissing om de geluidshinder van de vliegtuigen in en rond Brussel te spreiden"
(nr. 5605)
02.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je voudrais tout
d'abord vous présenter mes excuses; en effet, il aurait dû s'agir d'une
question écrite car ce sujet ne se prête pas très bien à une question
orale. J'ai oublié de mentionner sur le document qu'il s'agissait d'une
question écrite.
Un certain nombre de décisions ont été prises en Conseil des
ministres, notamment ceux du 3 décembre 2003 et du
15 janvier 2004, concernant la mise en oeuvre d'une politique de
dispersion des nuisances des avions autour de l'aéroport de
Bruxelles-National. Cette politique a fait l'objet de nombreuses
procédures juridiques de la part d'associations de riverains et d'entités
communales. Elle a également fait l'objet de certaines critiques mais
nous en parlerons plus tard dans l'après-midi.
Un arrêt du Conseil d'Etat pris le 19 décembre 2003 a même
suspendu la première décision du Conseil des ministres. Une
ordonnance du tribunal de première instance de Bruxelles du
14 décembre 2004 ordonne le retrait de toute utilisation préférentielle
de la piste 02 et impose de revenir à l'utilisation ancienne de cette
piste, prévalant avant l'entrée en vigueur du plan.
Pourriez-vous me préciser, procédure juridique par procédure
juridique, les coûts pris en charge par l'Etat dans la défense de ses
intérêts et les détails des procédures ainsi que les frais?
Je ne vais pas citer à nouveau l'ensemble des procédures que j'ai
visées à titre d'exemple car il y en a 12 dans ma question. Monsieur le
ministre, auriez-vous l'obligeance de m'indiquer les coûts qu'elles ont
engendrés? S'il y a eu d'autres procédures, lesquelles seraient visées
par ces mêmes coûts?
02.01 Melchior Wathelet (cdH):
Allereerst wil ik mijn
verontschuldigingen aanbieden,
want dit had een schriftelijke vraag
moeten zijn.
Op 3 december 2003 en 15 januari
2004 heeft de ministerraad een
aantal beslissingen genomen met
betrekking tot een spreidingsplan
van de hinder in de omgeving van
de luchthaven Brussel-Nationaal.
Bewonersgroepen en gemeenten
zijn daarop naar de rechter gestapt
om dit beleid aan te klagen. Op 19
december 2003 schorste de Raad
van State de eerste beslissing van
de ministerraad. In een
beschikking van 14 december
2004 oordeelt de rechtbank van
eerste aanleg te Brussel dat baan
02 niet langer bij voorkeur gebruikt
mag worden maar opnieuw
toegewezen moet worden volgens
de vroeger geldende procedures.
Ik zal niet ingaan op alle
procedures waarop mijn vraag
betrekking heeft. Wat heeft het de
staat gekost om zijn belangen te
verdedigen? Kan u de procedures
in detail uiteenzetten, met inbegrip
van de bijzonderheden waarvan
wij vooralsnog niet op de hoogte
zijn?
02.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, il existe une liste reprenant tous les détails que je veux
transmettre en guise de réponse aux questions écrites. Cela dit, il faut
faire le nécessaire au niveau de l'administration du parlement pour
que votre question soit transformée en question écrite. Je peux le
faire ajouter au rapport.
02.02 Minister Renaat Landuyt:
De lijst met alle details kan worden
overgezonden als antwoord op de
onderscheiden punten van deze
vraag die inderdaad - zo denk ik er
ook over - veeleer als een
schriftelijke vraag moet worden
beschouwd.
Le président: On peut la transformer tout simplement!
De voorzitter: Als de heer
Wathelet dat goedvindt, kan de
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
mondelinge vraag omgezet
worden in een schriftelijke vraag.
02.03 Melchior Wathelet (cdH): Oui, d'accord!
02.03 Melchior Wathelet (cdH):
Dat is goed.
02.04 Renaat Landuyt, ministre: La liste est claire et mentionne dans
les détails, procédure par procédure, les honoraires des avocats
bruxellois. Les honoraires des avocats de province sont moins élevés,
je suppose.
Le président: La réponse étant remise aux services en même temps
que la question, elle paraîtra très rapidement au bulletin des questions
et réponses.
De voorzitter: Het antwoord én de
vraag zullen eerdaags
gepubliceerd worden in het bulletin
van Vragen en Antwoorden.
02.05 Renaat Landuyt, ministre: Le fait est que je l'ai oubliée!
02.06 Melchior Wathelet (cdH): Dans ce cas, vous me la ferez
parvenir, monsieur le ministre!
Le président: Il n'y aura pas de problème! Je tiens, d'ailleurs, personnellement à remercier le ministre pour
avoir donné cette réponse. Il m'est arrivé, en son temps, de poser des questions du même genre à d'autres
ministres et on m'envoyait gentiment promener pour ce genre de question!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "bestuurders die aan dyslexie
lijden" (nr. 5646)
03 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "les conducteurs souffrant de
03.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik haal hier een beetje de mosterd uit een studie van de
Universiteit van Wetenschappen en Technologie van Trondheim in
Noorwegen. Daar zijn wetenschappers tot de conclusie gekomen dat
mensen die lijden aan dyslexie even traag reageren als mensen die
dronken achter het stuur plaatsnemen. Voor het tweede heb je
gekozen, voor het eerste natuurlijk niet.
Bij testen op landelijke wegen en in stedelijke omgevingen deden
mensen die niet aan dyslexie lijden er gemiddeld 30% minder lang
over om te reageren dan mensen die wel aan die ziekte lijden.
Mensen met 80 milligram alcohol per 100 milliliter bloed hebben een
gemiddelde reactievertraging van 10%. Ik heb daarover een aantal
vragen, mijnheer de minister.
Zijn er in België reeds studies verricht die de reactiesnelheid van
mensen die lijden aan dyslexie vergelijken met die van niet-
dyslectische chauffeurs? Zo ja, wat waren dan de belangrijkste
conclusies? Zo neen, heeft u dan reeds kennis genomen van de
studie uit Noorwegen?
Ten tweede, wanneer wetenschappelijk onomstotelijk vaststaat dat
een groep personen die aan een bepaalde ziekte lijdt in het verkeer
trager reageert dan mensen die deze ziekte niet hebben, bent u er
dan voorstander van ik weet dat dit heel delicaat is om deze
03.01 Guido De Padt (VLD):
Selon une étude de l'université de
Trondheim en matière de
circulation routière, la capacité de
réaction chez les personnes
souffrant de dyslexie est
généralement inférieure de 30% à
la moyenne.
Des études du même type ont-
elles été menées en Belgique et
quelles en sont les conclusions?
Le ministre connaît-il cette étude
norvégienne? S'il est
scientifiquement établi qu'en
raison de leur affection, certaines
personnes réagissent plus
lentement au volant, le ministre
envisage-t-il un examen
complémentaire pour l'obtention
du permis de conduire? Existe-t-il
déjà des examens
complémentaires? Dans
l'affirmative, pour qui?
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
"tragere" personen extra testen te laten afleggen alvorens zij achter
het stuur plaats kunnen nemen? Zo neen, zijn er andere maatregelen
wenselijk en haalbaar? Worden er op dit ogenblik voor bepaalde
mensen nu al extra tests gedaan voor het behalen van het rijbewijs?
Zo ja, voor welke groepen en wat zijn daarvan de resultaten?
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, geachte
collega's, wat betreft de studies in België kan ik zeer kort zijn: er zijn
er geen. Men heeft wel kennis van de Noorse studie, maar ik wil er
wel op wijzen, of toch: iedereen wijst er op, dat die Noorse studie via
de computer werd uitgevoerd. Men moest reageren op een bepaalde
situatie. Eigenlijk geeft dit overmatig aandacht aan het abstracte of
taalkundige in het verkeer.
Bij dyslexie gaat het om een zeer uitgebreide groep. Wie enige kennis
heeft van dyslexie en al wat daarmee samenhangt: deze mensen
herkennen iets zeer vlug, maar lezen zeer traag. Dat is een verschil.
In het verkeer moet u eens voor zichzelf de proef nemen hoeveel u
effectief leest: er wordt enorm veel op herkenning gewerkt. Vandaar
ook dat ieder verkeersbord qua vorm goed bewaakt wordt. Ik zou
deze studie dus ten zeerste relativeren.
Dat brengt mij tot het tweede punt: wij moeten heel voorzichtig
omgaan met het te rigide zijn in het toelaten van de vrijheid om rond
te rijden voor de mensen. Het zal al zeer sterk moeten bewezen zijn
dat er een probleem is, voordat ik zal meewerken aan een of andere
verbodsbepaling. Ik vind deze Noorse studie nogal overroepen.
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il n'a pas été procédé à une étude
analogue en Belgique. L'étude
norvégienne ayant été réalisée par
ordinateur, une trop grande
importance a été accordée aux
abstractions et à l'aspect
linguistique alors que, dans les
conditions réelles du trafic, c'est la
capacité de reconnaissance qui
joue un rôle prépondérant. Les
personnes dyslexiques sont
capables d'identifier rapidement
des éléments et ne font preuve de
lenteur qu'à la lecture. Les
résultats de l'étude doivent donc
être sérieusement relativisés.
Je tiens à être prudent dans
l'adoption de réglementations trop
rigides visant à restreindre la
liberté de conduite. Des mesures
sévères ne peuvent être prises
que si l'existence d'un problème
est prouvée de manière
irréfutable.
03.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb het probleem gewoon even willen aankaarten. Ik ben
ook geen voorstander van een grotere rigiditeit op dat vlak, maar ik
had kennisgenomen van die studie en ik heb daar gewoon een vraag
over gesteld. Ik wil die mensen ook niet meer voor het hoofd gaan
stoten dan wellicht al nodig is. Het was gewoon een aankaarten van
de problematiek om u er alleszins op te wijzen en om ons er ook op te
wijzen dat wij een en ander dienen te relativeren.
03.03 Guido De Padt (VLD): Je
ne suis pas non plus partisan
d'une réglementation rigide. Je
voulais simplement attirer
l'attention sur le problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de controle van de rij- en rusttijden van de bestuurders van
goederentreinen" (nr. 5734)
04 Question de Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le contrôle des temps de conduite et de repos des conducteurs de trains de
marchandises" (n° 5734)
04.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, waarde collega's, ik heb een vraag over de veiligheid, niet op
de autowegen, maar op de ijzeren wegen in dit land. Ik denk dat wij
met zijn allen overtuigd zijn van het nut van controles van
vrachtvervoer op de wegen. Mijnheer de minister, u hebt onlangs ook
nog een demarche gedaan naar meer controle op bijvoorbeeld
04.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Si chacun est convaincu de l'utilité
des contrôles en ce qui concerne
le transport de marchandises par
la route, le surmenage des
conducteurs de
train peut
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
vrachtwagens komende uit Oost-Europa.
Het probleem van vermoeidheid of oververmoeidheid rijst uiteraard
niet alleen op de autowegen, maar evengoed op het spoor. Door de
liberalisering van het vrachtvervoer zal het aantal niet-NMBS-
bestuurders op onze spoorwegen ook toenemen.
Mijn vraag luidt: hoe controleert u of die bestuurders voldoende de rij-
en rusttijden in de gaten houden? Hoe men het ook draait of keert,
iemand die aan het stuur van een trein zit en daarbij in slaap sukkelt,
is evenzeer een gevaar als iemand die een tientonner over de
autosnelwegen bestuurt en daarbij in slaap zou vallen.
Wie heeft de verantwoordelijkheid voor die controle?
Zijn er personen gemachtigd om die controles uit te voeren op dit
ogenblik?
Zijn er al controles uitgevoerd?
Zijn er inbreuken vastgesteld? Als er inbreuken waren, welke
gevolgen werden daaraan dan gegeven?
également poser problème. Etant
donné que le nombre de
conducteurs n'appartenant pas à
la SNCB augmentera à la suite de
la libéralisation, on peut se poser
la question de savoir comment
leurs temps de conduite et de
repos seront contrôlés.
Qui
est responsable dudit
contrôle? Par qui les contrôles
sont-ils actuellement menés? Des
contrôles ont-ils déjà eu lieu? Des
infractions ont-elles déjà été
constatées? Quelles suites y ont-
elles été données?
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, uw vraag komt zeker op tijd, omdat we nog maar aan de
vooravond staan van wat privatisering zou kunnen betekenen. In
eerste instantie gaat het over het goederenverkeer.
Wat dat betreft, zal er wellicht nog een deel van de reglementering
moeten worden aangepast aan de nieuwe situatie. In ieder geval zijn
er momenteel ambtenaren bevoegd om een en ander, net zoals bij
het vrachtvervoer, te controleren op het vlak van veiligheid en dus ook
op het vlak van de rij- en rusttijden.
Wat de huidige situatie betreft, in 2003 zijn er maar of toch twee
inbreuken geweest op de rij- en rusttijden.
04.02 Renaat Landuyt, ministre:
Nous ne sommes encore qu'à la
veille de la privatisation. Il s'agit
avant tout du transport de
marchandises. La réglementation
devra probablement être adaptée
à la nouvelle situation. Les
fonctionnaires sont actuellement
compétents pour contrôler les
aspects relatifs à la sécurité, tels
que les temps de conduite et de
repos. En 2003, deux infractions
ont été constatées en ce qui
concerne les temps de conduite et
de repos.
04.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit): De vraag kan tijdig zijn, maar het
probleem lijkt mij belangrijk genoeg om het goed in de gaten te
houden.
Ik vraag mij af of wij daarbij het voortouw zullen nemen binnen
Europa. Zullen wij erop toezien dat er voldoende aandacht aan het
probleem wordt gegeven?
04.03 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Nous devons rester vigilants dans
ce dossier. Notre pays prendra-t-il
l'initiative au niveau européen?
04.04 Minister Renaat Landuyt: Ieder land moet binnen de geldende
richtlijnen rond het spoor zijn verantwoordelijkheid nemen door in
eigen structuren te voorzien. Wij zijn via de beheerder van de
spoorweginfrastructuur volledig georganiseerd. Een vierhonderdtal
ambtenaren hebben de bevoegdheid om een en ander te controleren.
Voor ons land zouden er zich strikt genomen geen problemen mogen
voordoen. De problemen zouden in ieder geval niet te wijten mogen
zijn aan een gebrek aan controle door de overheid.
04.04 Renaat Landuyt, ministre:
Chaque pays doit prévoir des
structures propres dans le cadre
des directives. Nous sommes
parfaitement organisés par
l'entremise du gestionnaire de
l'infrastructure ferroviaire. Environ
400 fonctionnaires sont habilités à
effectuer des contrôles. Nous
devrions donc être suffisamment
préparés.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellations et questions jointes de
- Mme Joëlle Milquet au ministre de la Mobilité sur "l'adoption d'un nouveau plan de répartition des
nuisances sonores autour de Bruxelles-National" (n° 548)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "le pourvoi en cassation contre l'arrêt de la cour
d'appel de Bruxelles du 17 mars 2005 et les pourparlers avec les Régions en matière de dispersion et
de normes sonores" (n° 6374)
- M. Olivier Maingain au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation de la piste 02 à l'aéroport de Bruxelles-
National" (n° 6376)
- Mme Marie Nagy au ministre de la Mobilité sur "les nuisances sonores autour de l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 577)
05 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- mevrouw Joëlle Milquet tot de minister van Mobiliteit over "de goedkeuring van een nieuw
spreidingsplan ter beheersing van de geluidsoverlast rond de luchthaven van Zaventem" (nr. 548)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "het cassatieberoep tegen het arrest van
het hof van beroep van Brussel van 17 maart 2005 en de gesprekken met de Gewesten inzake
spreiding en geluidsnormen" (nr. 6374)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Mobiliteit over "het gebruik van baan 02 op de
luchthaven van Brussel-Nationaal" (nr. 6376)
- mevrouw Marie Nagy tot de minister van Mobiliteit over "de geluidshinder in de omgeving van de
luchthaven van Brussel-Nationaal" (nr. 577)
05.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het wordt stilaan een vervolgverhaal.
Het is evident dat we recht hebben op informatie vooraleer opnieuw
voor voldongen feiten te staan. Vlak voor de paasvakantie hebben wij
in de plenaire vergadering reeds gezegd dat we het arrest
verbijsterend vinden en dat de billijkheid erin ontbreekt. De schade die
voor sommigen wel erkend wordt, wordt voor anderen niet erkend
omdat zij niet ten oosten van de luchthaven wonen. Sommige banen
mogen blijkbaar wel intensief gebruikt worden en anderen weer niet,
naargelang bepaalde categorie van mensen ergens wonen. Dat lijkt
me toch vreemd. Ik heb dan ook volgende vragen.
Ten eerste, op 24 maart liet u verstaan dat u nog wacht op juridisch
advies in verband met een eventueel cassatieberoep. Hoe luidde dit
advies? Welke beslissingen heeft u ondertussen genomen? Als u
naar het Hof van Cassatie bent gegaan, wanneer was dat dan? Indien
niet, waarom is dat dan nog niet gebeurd en wanneer zal u het wel
doen?
Ten tweede, is er ondertussen ook meer duidelijkheid over de wijze
waarop de minister voorlopig uitvoering zal geven aan het arrest van
17 maart? Betekent het een volledige uitschakeling van de
landingsbaan 02, of wordt het spreidingsplan hervormd en beter
gemotiveerd, zoals het arrest aangeeft? Wat zal 's nachts, overdag en
in het weekend de belasting zijn van de 6 zones rond de luchthaven
zodra het arrest wordt uitgevoerd? Welke concrete gevolgen voor de
diverse groepen omwonenden zal uw beslissing hebben?
Ten derde, hoever staan de gesprekken met de Gewesten inzake de
spreiding en inzake de harmonisatie van de geluidsnormen? Wanneer
werd er voor het laatst bijeengekomen? Wanneer zijn er nieuwe
gesprekken gepland? Tegen wanneer hoopt de minister in dit dossier
letterlijk en figuurlijk te kunnen "landen"?
05.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Lors de la dernière
séance plénière, nous avions jugé
l'arrêt de la cour d'appel
consternant et inéquitable. Les
dommages sont reconnus pour
certains habitants mais pas pour
d'autres. Curieusement, la
catégorie à laquelle appartiennent
les habitants d'une zone
déterminée semble constituer un
critère.
Le 24 mars 2005, le ministre
attendait encore un avis juridique
sur le pourvoi en cassation. Quelle
est la teneur de cet avis? Le
ministre s'est-il déjà pourvu en
cassation? Quand? Dans la
négative, pourquoi ne l'a-t-il pas
fait? Comment compte-t-il
exécuter provisoirement l'arrêt du
17 mars 2005? La piste
d'atterrissage 02 sera-t-elle mise
complètement hors service? Le
plan de dispersion sera-t-il
reconsidéré et mieux motivé?
Quelles nuisances les zones
situées aux alentours de l'aéroport
subiront-elles la nuit, le jour et le
week-end? Où en est la
concertation avec les Régions?
Quand a eu lieu la dernière
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ten vierde, werd in deze gesprekken ook de kwestie van de taxibaan
langsheen de 25L en de kwestie van de ILS-landingssytemen
betrokken? Dat die zaken besproken zouden worden ligt voor de
hand: men moet er immers alles aan doen om de geluidsoverlast
maximaal te spreiden. Zeker na dit arrest waakt men erover dat er
voor geen enkele regio overlast zou zijn. Een consequente uitvoering
houdt een maximale spreiding en een aanwending van alle mogelijke
infrastructurele toepassingen in om te vermijden dat er nog ergens
een concentratie zou bestaan. Enkel zo kan u een nieuwe
dagvaarding en veroordeling vermijden. Mijn vraag is dan ook of u de
kwestie van de taxibaan daarbij betrekt en hoe u dat voor de
komende jaren ziet? Daarnaast had ik ook graag vernomen hoe het
zit met de ILS-landingssystemen?
réunion? Quand une nouvelle
réunion se tiendra-t-elle? Quand le
ministre souhaite-t-il clôturer la
concertation? La concertation
porte-t-elle également sur la piste
25L et sur les systèmes
d'atterrissage ILS?
05.02 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, à la suite de l'ordonnance du tribunal de
première instance de Bruxelles siégeant en référé, la cour d'appel de
Bruxelles a confirmé l'ordonnance du premier juge au terme d'une
argumentation très circonstanciée. J'avais rarement lu une
ordonnance aussi intéressante sur le plan juridique dans l'abondante
jurisprudence consacrée à ce débat par ailleurs très politique. La cour
d'appel a ordonné la cessation provisoire de l'utilisation de la piste 02
telle qu'elle résulte du plan Anciaux bis, entré en vigueur le 28 avril de
l'année dernière, et ce, dans l'attente d'un réexamen et de l'adoption
par l'Etat belge d'une approche plus équilibrée des nuisances sonores
résultant des atterrissages en piste 02.
Permettez-moi de relever les éléments majeurs de cette ordonnance.
En se basant sur la jurisprudence de la Cour européenne des droits
de l'homme, la cour relève que les nuisances sonores aéroportuaires
entrent dans le champ d'application de l'article 8 de la Convention
européenne des droits de l'homme relatif au droit au respect de la vie
privée et familiale car elles diminuent la qualité de vie et les
agréments au foyer. La cour d'appel fait référence d'ailleurs aux arrêts
de la Cour européenne. La cour mentionne également ceci est
essentiel que les études relatives aux procédures de vol et à
l'utilisation des pistes et routes de dispersion produites par l'Etat belge
n'émanent pas de groupes de travail ou d'organismes indépendants
et sont réalisées suivant des impératifs liés uniquement au trafic
aérien, sans prendre en considération les droits individuels et les
droits qu'elle veille à faire respecter, plus particulièrement le droit à la
santé, le droit à un environnement sain et le droit à la protection de la
vie privée.
La cour critique ensuite l'élaboration et la méthodologie du cadastre
du bruit, qu'elle estime sous-évalué propos que nous avons déjà
tenus à de multiples reprises lors des nombreuses questions posées
car le cadastre ou le prétendu cadastre du bruit utilisé jusqu'à
présent est basé sur des simulations et des projections. Il ne fait
apparaître que des niveaux moyens de bruit sur de longues périodes
et ne permet pas de prendre en compte les pics de bruit subis sur une
courte période par les habitants proches de la piste.
Rappelant les normes de l'OMS qui s'imposent en l'absence de toute
autre législation ou réglementation, la cour constate que le seuil de
70 décibels de nuit à l'extérieur est largement dépassé pendant les
05.02 Olivier Maingain (MR): Het
hof van beroep te Brussel heeft de
uitspraak van de rechtbank van
eerste aanleg in kort geding
bevestigd. In een zeer uitvoerige
beschikking beveelt het hof dat
baan 02 tijdelijk niet meer gebruikt
mag worden zoals vastgesteld was
in het plan-Anciaux-bis. Het hof
stelt voorts dat de hinder de
levenskwaliteit van de omwoners
aantast en dat derhalve het
Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van
de mens en de fundamentele
vrijheden van toepassing is. De
door de Belgische staat
voorgelegde studies werden niet
uitgevoerd door onafhankelijke
experts en miskennen de
individuele rechten, aldus het hof,
dat ook kritiek heeft op de
methodologische principes van het
geluidskadaster. Het geluids-
kadaster wordt volgens het hof
niet naar waarde geschat, en dat
strookt volledig met wat wij hier al
herhaaldelijk gezegd hebben. Het
hof is van oordeel dat de door de
WGO vastgelegde normen
overschreden werden en dat de
regering inzake het gebruik van
baan 02 een beoordelingsfout
gemaakt heeft waarmee het recht
op een gezonde omgeving met
voeten getreden werd.
Volgens mij staat er niets de
correcte uitvoering van dit arrest in
de weg. Welke maatregelen zal u
treffen in verband met het gebruik
van baan 02? Is u van plan het
geluidskadaster opnieuw te laten
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
périodes de repos; le fait est constaté par plusieurs études objectives,
notamment des rapports de l'IBGE commandés par les ministres
successifs chargés de cette compétence à la Région bruxelloise.
De surcroît, en ce qui concerne l'utilisation de la piste 02, la cour
souligne le fait qu'avant de décider d'utiliser cette piste de manière
préférentielle pour les atterrissages, le gouvernement n'a pas procédé
à des études ni à des enquêtes auprès des riverains, et ce, alors que
des atterrissages sur cette piste sont concentrés sur une trajectoire
unique et se produisent la nuit et le week-end.
La cour en déduit une erreur d'appréciation du gouvernement
constitutive de violations du droit à un environnement sain, consacré
par l'article 23 de la Constitution et l'article 8 de la Convention
européenne de sauvegarde des droits de l'homme.
Sur le plan du droit au respect de la vie privée et familiale, la cour
considère également que l'intensité des nuisances imposées aux
riverains du fait de cette utilisation perturbe la qualité de vie et
augmente les risques de survenance d'accidents.
C'est donc un arrêt d'une motivation très précise. Je sais que le
ministre, ayant déjà répondu à mon collègue François-Xavier de
Donnea, se réservait la possibilité très logiquement, puisque la loi le
lui permet, d'examiner l'intérêt d'un pourvoi en cassation. Nous nous
rejoignons ainsi en tant que juristes: dans un Etat de droit, l'exercice
du droit de recours est parfaitement concevable. Cependant, l'arrêt de
la cour étant à ce point très correctement motivé, je ne sais si les
études commandées par le ministre permettent de fonder un tel
recours auprès de la Cour de cassation. Nous attendons donc votre
réponse. Cependant le problème de fond demeure.
Je demande au ministre:
- de nous communiquer les mesures qu'il compte prendre strictement
en ce qui concerne l'utilisation de la piste 02 pour les atterrissages à
propos de laquelle la cour d'appel émet une condamnation explicite;
- s'il compte entreprendre une réévaluation, enfin, du cadastre de bruit
dont la méthodologie a fait l'objet de nettes réserves et, plus encore,
de critiques de la part de la cour d'appel;
- dans l'affirmative, si une consultation la plus large possible des
riverains concernés sera organisée et dans quel délai;
- la réponse qu'il apporte à la critique formulée par la cour d'appel
quant au fait que les différentes études relatives aux procédures de
vol et à l'utilisation des pistes et routes de dispersion n'émanent pas
d'organes indépendants.
Il est donc temps d'élaborer un cadastre du bruit et une méthodologie
pour le mettre en oeuvre qui se fasse peut-être de manière conforme
à des précédents au plan international, en tout cas par des
procédures de consultation émanant d'autorités réellement
indépendantes, ce qui est réclamé depuis longtemps par la Région de
Bruxelles-Capitale, mais également par les riverains et les
associations représentatives des riverains.
doorlichten en zo ja binnen welke
termijn? Hoe luidt uw antwoord op
de kritiek dat de studies niet
uitgaan van onafhankelijke
instanties?
05.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, après
l'intervention de mon collègue Maingain, je souhaite interpeller le
ministre sur la suite qu'il compte donner à l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles du 14 décembre 2004 et, en réalité, à l'ensemble du "plan
05.03 Marie Nagy (ECOLO): In
het licht van de verbintenissen van
de meerderheid, van de gerechte-
lijke beslissing en van de door de
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Anciaux", le fameux plan de dispersion dont on a déjà pu relever à
maintes reprises les faiblesses et les difficultés ainsi engendrées, par
rapport auxquelles il est utile de rappeler les engagements de la
majorité.
En effet, il était indiqué que ce plan était provisoire, qu'il devrait être
adapté en fonction de mesures qui allaient pouvoir être prises, à
savoir le fameux cadastre du bruit. Entre-temps, nous avons eu droit
à une présentation d'une étude de la KUL qui validait le modèle qui
avait servi de base théorique au plan de dispersion. Je rappelle,
monsieur le ministre, que ce plan est assez inédit au niveau
international puisque c'est le seul des 25 autres aéroports européens
qui envoie volontairement des avions sur les zones les plus
densément peuplées, qui ne tient pas compte des impératifs de
sécurité et qui a finalement dû être ajusté en fonction des vents, étant
donné les questions sérieuses soulevées notamment par les pilotes.
En conclusion, il s'agit d'un plan politique plutôt que d'un véritable plan
de gestion de l'aéroport, garantissant sa viabilité, ce qui nous amène,
bien entendu, à la problématique actuelle: les décisions prises sont
contestées par des décisions de justice et force est de constater que
ces dernières doivent être exécutoires.
Monsieur le ministre, je souhaite vous poser une question précise. Le
14 décembre 2004, le tribunal de première instance vous a demandé
de modifier les procédures relatives à la piste 02. Avez-vous envoyé
les AIP 40 jours avant les modifications de route, conformément à
l'arrêt? Je suppose, en effet, que vous allez modifier les procédures.
Or je rappelle que les AIP doivent être envoyés dans un délai de 40
jours. Je vous demande de ne pas vous en tirer par une pirouette
mais de me dire si oui ou non vous avez envoyé les AIP et quand? Je
n'ose pas imaginer que ce n'ait pas été fait. Vous êtes un ministre
sérieux et la question dont nous traitons aujourd'hui est de la plus
grande importance puisqu'elle concerne la santé et la sécurité de nos
concitoyens.
Monsieur le ministre, je vous ai entendu dire, à TV-Brussel, que le
groupe Ecolo a fait preuve de malhonnêteté en déposant une carte
des densités qui reprend les routes utilisées (la route du ring, la route
du canal, le couloir sud, etc.) et qui met en évidence les différentes
densités, à situation égale et avec les mêmes types de mesures pour
l'ensemble des routes. Si vous superposez les couloirs aériens aux
densités, vous obtenez des densités qui méritent d'être soulignées,
étant donné que l'objectif est de nuire le moins possible à la santé et
de déranger un minimum de personnes.
En faisant cet exercice, je constate que, lorsque le couloir du ring est
respecté, 44.000 habitants sont survolés. Si ce n'est pas le cas, on
peut toucher jusqu'à 77.000 habitants. La route du canal concerne,
quant à elle, 143.000 habitants, le couloir sud 53.000 habitants et le
couloir nord 32.000 habitants. Cette indication mérite d'être prise en
considération. En effet, dans cette instance même, on insiste sur le
fait que tous doivent être équitablement traités. Cette étude reprend
une donnée importante utilisée dans l'ensemble des aéroports du
monde, c'est-à-dire qu'on évite de survoler les quartiers denses,
quelle que soit leur définition.
J'aimerais savoir ce que vous entendez par "malhonnêteté". C'est une
KUL uitgevoerde studie, wil ik
onderstrepen dat het spreidings-
plan een bij uitstek politiek plan is
wat het beheer en de leefbaarheid
van de luchthaven niet ten goede
komt. Dat verklaart waarom de
gerechtelijke macht de regerings-
beslissingen terzake betwist.
In haar vonnis heeft de rechtbank
van eerste aanleg te Brussel
gevraagd de procedures in
verband met baan 02 aan te
passen. In uitvoering van dit
vonnis moet de regering de
"Airport Information Procedures"
(AIP) binnen de veertig dagen vóór
de inwerkingtreding van deze
aanpassingen opsturen. Is dit
gebeurd?
Kan u tot slot enige verduidelijking
verschaffen bij uw uitlatingen over
de Ecolo-fractie die u in een
televisieprogramma van oneerlijk-
heid heeft beticht? Dergelijke
zware beschuldigingen verdienen
een woordje uitleg.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
accusation grave qui mérite une explication. Pourriez-vous également
nous faire part des décisions que le gouvernement va prendre, au
terme de l'échéance du 21 mars, pour se conformer à l'arrêt du
tribunal de première instance?
05.04 Joëlle Milquet (cdH): Monsieur le président, un certain nombre
d'éléments viennent d'être évoqués; je vais les aborder à mon tour.
Monsieur le ministre, à la suite du prononcé de l'arrêt du 17 mars
dernier, je vous avais posé une question en séance plénière.
Aujourd'hui, le but de mon interpellation est de connaître l'état
d'avancement du dossier depuis lors.
La cour a constaté une faute de l'Etat avec une violation patente des
droits fondamentaux des personnes survolées (droit à un
environnement sain, droit à la protection de la santé, etc.). L'arrêt
confirme l'ordonnance du 14 décembre 2004. De plus, il confirme que
l'intensité des nuisances imposées aux intimés, depuis la mise en
application du plan, altère leur qualité de vie et augmente les risques
de survenance d'accidents. Par ailleurs, dans ce même arrêt, la cour
ordonne le retour à la situation existant avant l'adoption du plan
Anciaux bis - nous avons eu une saga additionnée de plans -, c'est-à-
dire le maintien du caractère subsidiaire de l'utilisation de cette piste
pour les atterrissages et le retour aux composantes de vent arrière de
dix noeuds sur les deux pistes 25. Enfin, l'arrêt prévoit que l'Etat
dispose de 40 jours pour mettre en oeuvre le jugement sous peine
d'une astreinte de 25.000 euros par jour et par infraction constatée.
Il est clair que seules quelques pistes - et peut-être pas l'ensemble -
sont ciblées. Toutefois, le plan de dispersion provisoire tel qu'il avait
été adopté est sérieusement remis en cause.
Aussi, monsieur le ministre, au-delà des déclarations, très diversifiées
en fonction des lieux, que vous avez pu faire depuis le prononcé de
cet arrêt, je souhaiterais vous poser les questions suivantes:
- Quelle sera l'attitude du gouvernement?
- Où en sont les relations avec la Région bruxelloise qui a remis une
proposition intéressante suggérant de revenir à la situation d'avant
1999?
- Qu'en est-il des activités des groupes de travail?
- Alors que nous sommes déjà quasiment un mois après la date du
prononcé de cet arrêt, quelles sont les décisions prises, en tout cas
par le gouvernement fédéral, pour respecter l'arrêt et éviter les
astreintes?
Voilà, monsieur le ministre, l'ensemble de mes questions concernant
cette problématique.
05.04 Joëlle Milquet (cdH): De
recente uitspraak van de
rechtbank van eerste aanleg van
Brussel bevestigt de beschikking
van 14 december 2004 en stelt dat
de situatie van vóór de invoering
van het spreidingsplan "Anciaux
bis" opnieuw moet gelden.
Kan u meer toelichtingen
verstrekken over de houding die
de regering zal aannemen nu het
voorlopig spreidingsplan opnieuw
ter discussie wordt gesteld?
Hoe zit het met de betrekkingen
met het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, inzonderheid wat betreft
het voorstel dat het heeft
geformuleerd? Kan u ons
eveneens meer inlichtingen
verstrekken over de werkgroepen
en de vorderingen van de
gesprekken tussen de Gewesten?
05.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, de vier
vragen geven mij de kans om globaal de stand van zaken te geven
inzake enerzijds de evaluatie en anderzijds de antwoorden op de
gerechtelijke uitspraken.
05.05 Renaat Landuyt, ministre:
Voici un aperçu global de la
question.
Il y a deux procédures en cours: d'une part, l'évaluation qui permet de
discuter pour trouver un accord entre les trois gouvernements
concernés - bruxellois, flamand et fédéral -, et, d'autre part, une
réflexion sur la façon de réagir à l'arrêt, ce qui est le plus urgent.
Er lopen thans twee procedures.
De bedoeling van de eerste is dat
de regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, de
regering van het Vlaams Gewest
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
en de federale regering een
akkoord bereiken. De tweede is
dringender en heeft betrekking op
het gevolg dat aan het arrest moet
worden gegeven.
Eerst de procedure. Dit is ook het antwoord op de vraag van collega
Laeremans naar de stand van zaken over de gesprekken met de
andere regeringen. Sedert 10 maart 2005 is er geen vergadering
meer geweest omdat het sedert 10 maart wachten is naar een
standpunt dat beloofd was door de Vlaamse regering na het
standpunt van twee leden van de Brusselse regering.
En ce qui concerne les entretiens
avec les autres gouvernements, il
n'y a plus eu de réunions depuis le
10 mars dernier. La réaction du
gouvernement flamand à la
position défendue par deux
membres du gouvernement
bruxellois est attendue.
Il s'agit plutôt d'une suggestion du ministre-président et du ministre
compétent que d'une décision du gouvernement bruxellois tout entier.
Par ailleurs, toutes ces discussions sont bloquées. En effet, le
gouvernement flamand m'avait promis une décision plus claire, avec
un plus grand consensus que celui intervenu au sein du
gouvernement bruxellois.
En ce qui concerne la procédure d'évaluation, il convient de souligner,
en réponse à d'autres questions sur le cadastre du bruit, que nous
sommes presque prêts dans le cadre de toutes ces discussions,
grâce à une méthode de cadastre du bruit qui donnera des résultats
positifs, attendus dans les prochains jours.
Het betreft een suggestie van de
minister-president en de bevoegde
minister en het is dus geen
beslissing van de hele Brusselse
regering. Voorts zitten de
gesprekken vast in afwachting van
een duidelijke beslissing van de
Vlaamse regering.
Wat de evaluatieprocedure betreft,
zullen wij binnenkort alle
besprekingen aanvatten, dank zij
een geluidskadastermethode die
positieve resultaten zal opleveren.
Wat de uitspraak van het hof van beroep betreft, ik heb nog altijd
geen advies ontvangen van de advocaat van het Hof van Cassatie.
Het advies werd wel gevraagd, uiteraard om alle mogelijke
argumenten in overweging te kunnen nemen om op een ernstige
manier al dan niet cassatieberoep aan te tekenen. Sta me toe dus in
deze materie in eerste instantie de juridische inschatting van de
deskundigen terzake af te wachten.
Mijnheer Laeremans, ik wil alleen benadrukken dat het arrest zich
enkel bezighoudt dat is typisch voor een arrest met de situatie die
aan de rechtbank werd onderworpen. De situatie die aan de
rechtbank werd onderworpen, is de situatie van de Oostrand en in het
bijzonder zelfs de situatie van het landen op baan 02. Dat is het enige
aspect wat de rechters in ogenschouw hebben genomen. Daarom
moeten we ons ervoor hoeden om in welke zin dan ook grotere
conclusies uit het arrest te trekken.
Ne disposant pas encore de l'avis
d'un avocat près de la Cour de
cassation, je ne puis dire à ce jour
si le gouvernement se pourvoira
en cassation contre la décision de
la cour d'appel. Je souligne que
l'arrêt ne concerne que la situation
dont la Cour a été saisie, à savoir
la situation dans la périphérie est,
et plus précisément l'atterrissage
sur la piste 02. Il ne faut dès lors
pas en extrapoler des conclusions
plus vastes.
C'est la raison pour laquelle je veux suivre concrètement le
raisonnement de l'arrêt. Dans un Etat de droit, lorsque les juges
interviennent dans le processus politique, il faut respecter strictement
leur avis. Mais suivre strictement signifie lire correctement tout l'arrêt
et, par exemple, constater que les juges affirment qu'ils ne veulent
pas mettre en question le plan d'évaluation. Mais, même dans le cas
d'un plan de dispersion, ils demandent au gouvernement responsable,
par respect pour la Constitution, de réaliser ce plan d'une manière
correcte vis-à-vis des droits fondamentaux. C'est cette procédure qu'il
faut chercher comme décision définitive.
Ik zal de argumentatie van de
rechters nauwkeurig volgen. Maar
uit het vonnis blijkt duidelijk dat ze
het evaluatieplan niet ter discussie
stellen. Ze vragen dat de
fundamentele rechten worden
nageleefd en dat er in afwachting
van een definitieve beslissing
voorlopige maatregelen worden
getroffen. We stellen momenteel
de definitieve procedure op en
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Entre-temps, entre une décision définitive de la cour et une décision
politique définitive, comme souligné par l'arrêt, il faut prendre les
dispositions nécessaires. Par conséquent, nous sommes en train
d'élaborer une décision provisoire. Par ailleurs, nous élaborons la
procédure définitive. La décision provisoire sera de ne plus utiliser,
pour les atterrissages, la piste 02 tel que cela a été dit et souligné
dans l'arrêt.
baan 02 wordt voorlopig niet meer
voor landingen gebruikt.
Voor de volledigheid, wat betreft de laatste vraag van collega
Laeremans, in verband met de taxibaan langsheen de baan 25 en de
ILS-landingssystemen, wordt uiteraard een en ander opgenomen in
de lopende gesprekken met de Gewesten.
Les discussions en cours avec les
Régions portent évidemment aussi
sur la piste taxi 25L et sur les
systèmes d'atterrissage ILS.
05.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, zoals
wij het de jongste tijd gewend zijn, is het antwoord nogal mager. Wij
moeten opnieuw gissen naar wat er de komende maanden zal
gebeuren. Een echte stand van zaken is dat toch niet.
U zei dat er sedert 10 maart geen gesprekken meer werden gevoerd
tussen de Gewesten; de dialoog is wat geblokkeerd omdat
Vlaanderen niet wenst te reageren op Brussel en omdat het voorstel
van Brussel eigenlijk geen consensusvoorstel is maar slechts door
twee Brusselse ministers wordt gedragen. Ik leid daaruit af, mijnheer
de minister, dat Brussel door dat soort dubieuze houdingen aan te
nemen, heel de zaak kan blokkeren en eigenmachtig kan verhinderen
dat er ooit een akkoord wordt gesloten en dat wij tot een oplossing
komen. U staat erbij met de armen gekruist en u stelt vast dat er geen
akkoord is. Dat is zowat uw houding. U bent zeer passief. In plaats
van in die zaak een actievere rol te spelen en ervoor te zorgen dat er
een vergelijk komt, kijkt u lijdzaam toe en ziet u dat Brussel eigenlijk
alles blokkeert. Dat vind ik toch heel verregaand en het is weinig
beloftevol voor de onderhandelingen, als die er nog zullen komen.
Vervolgens zei u dat er nog steeds niets werd beslist inzake cassatie.
Welnu, het wordt nochtans tijd. Voor de verkiezingen van 2003 heeft
men niet geaarzeld om meteen, op bevel van de Parti Socialiste,
cassatieberoep aan te tekenen tegen een arrest van het hof van
beroep dat gunstig was voor de Noordrand. Toen was er onmiddellijk
een consensus over. Vandaag blijven daarover de grootste
vraagtekens bestaan. U zorgt daardoor opnieuw voor onzekerheid bij
de omwonenden. Het lijkt mij nogal logisch dat er snel een beslissing
terzake komt en dat u ook snel zegt waarom wel of waarom niet.
Het zou toch zeer vreemd zijn mocht er geen cassatieberoep mogelijk
zijn tegen een verregaand arrest dat opnieuw zwaar ingrijpt op de
politieke besluitvorming, zoals nu, terwijl identiek hetzelfde destijds
wel mocht op vraag van de Franstaligen tegen een ander arrest. Zo
ontstaat natuurlijk de stellige indruk bij de mensen dat alleen wanneer
de Franstaligen vragende partij zijn, er beslissingen kunnen genomen
worden, maar dat wanneer de Vlamingen vragende partij zijn, zij zich
maar moeten neerleggen bij gerechtelijke uitspraken die duidelijk
politiek gekleurd zijn. Ik hoop dat u snel kleur bekent en snel laat zien
wat u gaat doen.
Vervolgens zei u in verband met het tussengekomen arrest dat de
gevolgen uiteindelijk zeer beperkt zijn en slechts een baan betreffen,
en dan nog enkel het landen op die baan. Mijnheer de minister, de
gevolgen zijn nochtans groot omdat uw spreidingsplan op die manier
05.06 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Une fois de plus, la
réponse du ministre laisse
beaucoup à désirer. Nous
ignorons toujours ce que les mois
à venir nous réservent. La position
ambiguë de la Région de
Bruxelles-Capitale paralyse
totalement les négociations depuis
le 10 mars. Le ministre adopte à
cet égard une attitude attentiste au
lieu de rechercher activement des
solutions. Cela n'augure rien de
bon pour les futures négociations.
Le ministre affirme qu'aucune
décision relative au pourvoi en
cassation n'a encore été prise
alors qu'il est grand temps de
prendre des mesures pour mettre
un terme au sentiment d'insécurité
des habitants. A la demande du
PS, un recours avait pourtant été
introduit d'emblée à la suite d'un
précédent arrêt de la cour
favorable aux habitants de la
périphérie nord. Le sentiment
prévaut aujourd'hui qu'une
décision peut être prise
rapidement lorsque les
francophones sont demandeurs
mais que les néerlandophones
sont contraints de s'incliner devant
des décisions judiciaires à
caractère politique.
Le ministre affirme que l'arrêt n'a
de conséquences que pour une
piste d'atterrissage en particulier
mais je crains que les
conséquences ne soient bien plus
importantes pour la totalité du plan
de dispersion.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
sterk beperkt wordt. De hinder die zo schadelijk wordt geacht voor
een bepaalde groep personen zal nu zonder meer integraal
verschoven worden naar een andere groep.
05.07 Minister Renaat Landuyt: (...)
05.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uiteraard wel, of toch
grotendeels. Dat is precies het voorwerp van mijn vraag en daar hebt
u niet op geantwoord. U moest niet alleen antwoorden op de vraag of
er al dan niet cassatieberoep werd aangetekend Ik heb u tevens
gevraagd wat de belasting zal zijn voor de verschillende zones
wanneer u de landingsbaan 02 eruit haalt, maar daarop antwoordde u
evenmin.
U maakt een ontkennend gebaar wanneer ik u zeg dat de Noordrand
opnieuw de klos is, maar ik had daarover graag verduidelijking gehad.
Ik had graag geweten, zoals ten tijde van uw voorganger, hoeveel
procent naar die en die zones gaat. Vandaag zegt u echter niets. U
laat iedereen in het ongewisse. U knikt nu heel bevestigend zeg ik
erbij voor het verslag. U doet dat blijkbaar opzettelijk om niemand nog
in uw kaarten te laten kijken. Ik vind dat een vrij merkwaardige manier
van doen. Van openheid naar het Parlement kan men niet meer
spreken.
Ik vrees dat wij u de komende weken nog vaak over die materie zullen
moeten ondervragen en u onder druk zullen moeten zetten.
Een lichtpuntje is dat u zei dat u de kwestie van de taxibaan en het
ISL-landingssysteem betrekt bij de onderhandelingen. Ik hoop dat u
dat ook zult blijven doen tot er uiteindelijk een akkoord is.
05.08 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le ministre dément mais
il n'a pas répondu à ma question
sur les conséquences pour les
différentes zones. Lorsque
j'affirme que les habitants de la
périphérie nord vont une fois
encore être les victimes de la
situation, le ministre dit que non.
J'aurais toutefois aimé obtenir des
explications à ce sujet. Le ministre
ne veut pas dévoiler ses cartes. Il
ne fait pas preuve de franchise
envers le Parlement.
Nous allons continuer à interroger
le ministre à ce sujet dans les
prochaines semaines. Heureuse-
ment, les négociations portent
aussi sur la piste taxi et le système
d'atterrissage ILS.
05.09 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, c'est peut-être
la première fois qu'on voit enfin naître une lueur d'espoir dans ce
dossier. Je remercie le ministre d'aborder le sujet avec une approche
plus positive que celle de son prédécesseur. Mais le mérite en revient
d'abord à ceux qui ont introduit la procédure en référé, ce qui permet
aujourd'hui de reprendre ce dossier en le remettant bien sur les rails.
Premièrement, c'est important, je prends acte que dans l'immédiat, à
titre provisoire et conformément à la décision de l'arrêt de la cour
d'appel, on va s'exécuter. D'ailleurs, même s'il y avait pourvoi en
cassation, l'arrêt n'est pas suspensif. On va donc s'exécuter et
suspendre les atterrissages sur la piste 02, dans l'attente de la
décision du juge de fond ou élaborer une solution définitive quant à la
répartition.
Deuxièmement, je prends acte du fait qu'on se rapproche d'un accord
sur la méthode d'élaboration d'un cadastre du bruit et que l'on se
dégage de ce modèle théorique qui est une vaste tromperie que nous
avons souvent dénoncée et qui se révèle être totalement contredit par
les constatations de différents organismes indépendants et de
différentes études.
05.09 Olivier Maingain (MR): Het
is de verdienste van de personen
die een procedure in kortgeding
hebben ingeleid dat dit dossier
eindelijk in goede banen wordt
geleid. In afwachting van een
uitspraak van de feitenrechter of
van een definitieve oplossing
worden de landingen op baan 02
dus opgeschort.
Wat de spreiding betreft, ruilt men
het theoretische model, dat pure
volksverlakkerij was, in voor het
"geluidskadaster" waarover een
akkoord in de maak is.
05.10 Renaat Landuyt, ministre: (...)
05.11 Olivier Maingain (MR): J'ose espérer que les différents
gouvernements, surtout les plus concernés d'entre eux, ne vont pas
avaliser une méthodologie qui a toujours été contestée et qui ne
05.11 Olivier Maingain (MR): Ik
hoop dat de meest betrokken
regeringen die betwiste en
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
correspondait pas à la réalité. Une nouvelle fois, l'arrêt de la cour
d'appel dit combien cette méthodologie de cadastre du bruit est
théorique. Je peux vous retrouver des passages qui le démontrent:
"Sur la base des résultats mesurés par les sonomètres situés dans
les communes concernées, force est de constater que le seuil de 70
dB est largement dépassé. L'Institut bruxellois pour la gestion de
l'environnement relève que lorsque la seule piste 02 est utilisée pour
les atterrissages, ce sont 40 à 50 avions qui, durant la nuit, sont
détectés pour la plupart à des niveaux supérieurs à 70 dB (...)". Ce
sont des informations que le modèle théorique ne donne pas puisqu'il
ne fait pas état des pics. C'est le problème: le modèle théorique établit
la moyenne et ne donne jamais les pics. Or, ce que dit principalement
la cour d'appel, c'est qu'il faut prendre en compte la réalité telle qu'elle
est vécue par les gens, ce que le modèle théorique ne permet pas.
Je poursuis ma citation: "L'État belge n'a pas procédé à de telles
études lorsqu'il a décidé d'utiliser de façon intensive la piste 02 pour
les atterrissages. Les rapports du groupe de travail BruNord et du
bureau d'études n'abordent pas la problématique spécifique des
atterrissages. Aucune enquête n'a été réalisée préalablement auprès
des personnes habitant sur le couloir d'approche ni aucune
consultation ou information sur les justifications de modification des
conditions d'utilisation de la piste 02 à l'atterrissage. L'intérêt des
intimés n'a nullement été pris en considération (...)."
Plusieurs passages montrent clairement que la cour d'appel demande
qu'il soit tenu compte de la réalité vécue par les habitants c'est à
cela que la réalisation du cadastre du bruit doit servir. Dès lors, tout
cadastre du bruit qui ne se rapprochera pas de la réalité des gens
sera systématiquement contredit pas un arrêt.
theoretische methode niet zullen
goedkeuren. Dit zijn de
bewoordingen van het arrest van
het hof van beroep waaruit ik
bepaalde passages kan voorlezen.
Het probleem met het theoretische
model is dat het geen
piekwaarden weergeeft, maar
enkel de gemiddelde waarde. Het
hof van beroep stelt echter
ondubbelzinnig dat men rekening
moet houden met de manier
waarop de omwonenden de
realiteit ervaren. Het
geluidskadaster moet met dit in
het achterhoofd worden opgesteld.
05.12 Renaat Landuyt, ministre: On ne peut pas baser une décision
sur la mesure des effets de cette décision. Dès lors, afin d'éviter que
vous vous fassiez des illusions, je tiens à vous dire que l'on doit
trouver un accord au sujet de la méthode utilisée pour prévoir les
effets de la décision.
Vous dites qu'il faut mesurer les effets de la décision avant de
prendre cette décision; c'est impossible!
05.12 Minister Renaat Landuyt:
Je kan de gevolgen van een
beslissing die je nog niet genomen
hebt, niet gaan meten, en
vervolgens beslissen op grond van
die metingen!
Men moet overeenstemming
bereiken over de gebruikte
methode om de gevolgen van de
beslissing in te schatten.
05.13 Olivier Maingain (MR): La décision définitive doit être fondée
sur un cadastre du bruit. En disant cela, je m'en tiens au texte de
l'accord gouvernemental qui dit: "Commune par commune, quartier
par quartier, on déterminera les conséquences quant aux nuisances
sonores et autres subies réellement par les populations".
Bien entendu, il y a une phase transitoire.
05.13 Olivier Maingain (MR): In
het regeerakkoord staat dat men
bij de definitieve beslissing moet
uitgaan van de bepaling van de
werkelijke hinder in elke gemeente
en elke wijk.
05.14 Renaat Landuyt, ministre: On ne peut pas prédire réellement
les conséquences d'une décision que l'on doit encore prendre! Vous
êtes en train d'expliquer que vous demandez l'impossible! Ce n'est
pas du tout raisonnable!
05.14 Minister Renaat Landuyt:
Wat u daar vraagt, is onhaalbaar.
05.15 Olivier Maingain (MR): Non, attendez! Le cadastre du bruit
vous permettra d'évaluer, sur la base de la situation actuelle,
05.15 Olivier Maingain (MR): Met
het geluidskadaster moet de reële
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
provisoirement acceptée mais clairement qualifiée de provisoire, les
nuisances réellement subies.
Quand vous constaterez qu'un certain nombre de nuisances sonores
sont supérieures à ce que les normes OMS autorisent, à défaut
d'avoir toute autre législation ou réglementation, vous serez tenu,
dans la version définitive, de corriger le plan de répartition des vols.
Je dis cela au bénéfice de quelque population que ce soit et de
quelque appartenance linguistique qu'elle soit. Je veux dire par là que
le problème n'est pas communautaire, sauf si l'on écoute ceux qui
décrètent qu'il n'y a que des francophones à l'est de Bruxelles et que
des Flamands au nord. Il serait d'ailleurs amusant qu'ils tiennent le
même discours dans le cadre d'autres débats politiques!
Fondamentalement, on sait bien que des gens de toutes
appartenances linguistiques sont perturbés tant à l'est qu'au nord et
au centre.
Le problème est de savoir comment on objective les nuisances
sonores subies. Aussi longtemps que l'on n'aura pas de cadastre du
bruit, on n'objectivera pas les nuisances sonores.
J'entends qu'un accord serait sur le point d'être élaboré sur la
méthode de détermination du cadastre du bruit. Nous en prendrons
connaissance par ailleurs.
Certes, vous avez eu raison de dire que, pour le moment, il n'y a
qu'une suggestion de deux membres du gouvernement bruxellois,
suggestion que je puis partager dans l'absolu. Ce que je regrette,
c'est que ce ne soit pas une décision de l'ensemble du gouvernement
bruxellois. Je souhaiterais évidemment qu'enfin le gouvernement
bruxellois prenne une position unanime pour renforcer le point de vue
des Bruxellois dans ce débat et faire en sorte que la paralysie ou
l'absence de position unanime du gouvernement bruxellois ne soit pas
un handicap dont profiterait éventuellement un autre gouvernement
régional pour imposer plus aisément son point de vue.
hinder beoordeeld kunnen worden.
In vele gevallen worden de WGO-
normen overschreden, en u zal
dan ook verplicht zijn het
spreidingsplan van de vluchten in
de definitieve versie bij te sturen
ten bate van de omwoners in het
algemeen, ongeacht de taalrol
waartoe die mensen behoren. Dit
is immers geen communautair
probleem, behalve dan als je
diegenen zou geloven die roepen
dat er in de oostrand van Brussel
alleen Franstaligen wonen en ten
noorden van Brussel alleen
Vlamingen. Zou het niet leuk zijn
als zij dat ook zouden roepen in
het kader van andere politieke
debatten! Nederlandstaligen,
Franstaligen, en ook
anderstaligen, iedereen lijdt onder
de hinder.
De geluidshinder moet aan
objectieve parameters getoetst
worden. Men staat op het punt een
akkoord te bereiken over de
methode voor het uitwerken van
het geluidskadaster; wij zullen dat
akkoord grondig lezen.
Momenteel hebben enkel twee
leden van de Brusselse regering
een suggestie gedaan, en ik
betreur dat er geen beslissing is
van de voltallige Brusselse
regering, die eenparig een
standpunt zou moeten bepalen en
de rechten van de Brusselaars
tegenover de andere regeringen
moet verdedigen.
05.16 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, j'ai bien entendu
votre réponse à propos de ce que vous appelez une "solution
provisoire", en attendant une solution définitive qui interviendra après
accord sur le cadastre du bruit. Pour le moment, vous vous en tenez
donc précisément à la demande de la cour de ne plus utiliser la piste
02. C'est déjà un point important et c'est, sans doute, l'information la
plus claire que nous ayons reçue.
Monsieur le ministre, je voudrais vous reposer ma question: avez-
vous envoyé les AIP afin d'assurer un suivi opérationnel? Vous savez
qu'un délai de 40 jours est prévu. Je souhaiterais que vous me
confirmiez que votre déclaration a bien été suivie des actes
administratifs nécessaires.
Par ailleurs, j'ai pris acte du fait qu'une discussion assez intéressante
devrait avoir lieu sur ce que l'on entend par "une évaluation via le
05.16 Marie Nagy (ECOLO): Voor
het ogenblik houdt u zich aan de
vraag van het hof om baan 02 niet
meer te gebruiken.
Maar heeft u de AIP's verstuurd
teneinde een operationele follow-
up mogelijk te maken? U weet dat
in een termijn van veertig dagen
wordt voorzien. Ik zou willen dat u
mij bevestigt dat u na uw
verklaring wel degelijk de nodige
administratieve handelingen heeft
verricht.
Wat de besprekingen over de
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
cadastre du bruit". Il sera important, dans le cadre de cette
discussion, ainsi que dans le cadre de la discussion de votre
proposition définitive de prendre en considération l'ensemble des
éléments, c'est-à-dire la densité, la sécurité et les décisions de
justice.
evaluatie via het geluidskadaster
en over uw definitief voorstel
betreft, moet rekening worden
gehouden met de bevolkings-
dichtheid, de veiligheid en de
rechterlijke beslissingen.
05.17 Joëlle Milquet (cdH): Je me réjouis que l'esprit pascal ait pu
porter ses fruits! Nous avons obtenu une réponse claire quant à la
volonté de respecter l'arrêt, ce dont nous commencions à douter. Par
contre, j'aurais souhaité savoir s'il s'agissait bien de respecter toutes
les phrases de l'arrêt, telles qu'elles sont prévues aux pages 22 et 23,
c'est-à-dire avec les normes de vent précisées.
L'arrêt doit se lire en entier et pas partiellement. Il ordonne, à titre
provisoire, le rétablissement de la situation antérieure en ce qui
concerne l'utilisation de la piste 02, c'est-à-dire lorsque les conditions
climatiques sur les deux pistes 25 ne permettent plus de les utiliser
pour les atterrissages (vent arrière de plus de 10 noeuds ou vent
latéral de plus de 25 noeuds). Plus loin, l'arrêt demande la cessation
provisoire des mesures relatives aux composantes de vent sur les
pistes 02 et 25, dès le 27 février 2004, ainsi que la cessation
provisoire de l'utilisation de la piste 02, telle qu'elle se pratique
actuellement à l'atterrissage (un samedi sur deux de 6 heures à 23
heures, etc.)
Comptez-vous effectivement respecter l'ensemble de ce dispositif?
Vous avez dit que l'utilisation - telle que l'arrêt le précise - serait
respectée, ce qui est positif. Mais, est-ce bien dans ces normes-là et
avec ces normes de vent-là que vous l'entendez? Il est intéressant de
le savoir en vue des arrêtés que vous devez prendre.
05.17 Joëlle Milquet (cdH): Het
ligt duidelijk in uw bedoeling om u
aan het arrest te houden. Geldt dat
voor het arrest in zijn geheel, dus
ook voor wat op bladzijde 22 en 23
over de windnormen staat?
Wat het gebruik van baan 02
betreft, schrijft het arrest een
terugkeer naar de vorige toestand
voor, namelijk dat ze enkel mag
gebruikt worden indien de
weersomstandigheden (rugwind
van meer dan tien knopen of
zijwind van meer dan 25 knopen)
het niet toelaten de twee banen 25
voor de landingen te gebruiken.
Het arrest vraagt verder de
maatregelen in verband met de
windcomponenten op de banen 02
en 25 vanaf 27 februari 2004
voorlopig op te schorten en baan
02 voorlopig niet meer te
gebruiken voor landingen, zoals dit
momenteel nog gebeurt.
U heeft gezegd dat de baan zou
gebruikt worden in overeenstem-
ming met hetgeen het arrest
voorschrijft, maar zal dit ook voor
die windnormen gelden?
05.18 Renaat Landuyt, ministre: Madame Milquet, ce qu'il faut faire
est précisé dans la disposition. Il y est stipulé que l'on ne peut plus
utiliser, pour l'instant, la piste 02 comme piste d'atterrissage
préférentielle. En ce qui concerne les normes de bruit...
05.18 Minister Renaat Landuyt:
De bepaling zegt dat baan 02
voorlopig niet langer bij voorkeur
gebruikt mag worden als
landingsbaan. Wat nu de
geluidsnormen betreft, ...
05.19 Joëlle Milquet (cdH): De vent!
05.19 Joëlle Milquet (cdH): De
windnormen!
05.20 Renaat Landuyt, ministre: Les normes de vent sont les
normes existant actuellement.
05.20 Minister Renaat Landuyt:
Wat de windnormen betreft, wordt
uitgegaan van de momenteel
geldende normen.
05.21 Joëlle Milquet (cdH): L'arrêt stipule expressément qu'elles
doivent être changées!
05.21 Joëlle Milquet (cdH): Het
arrest stipuleert duidelijk dat die
normen aangepast moeten
worden!
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
05.22 Renaat Landuyt, ministre: Pas dans le dispositif. En effet, si je
dois suivre le dispositif ...
05.22 Minister Renaat Landuyt:
Dat is niet wat er in het dispositief
staat.
05.23 Olivier Maingain (MR): L'énoncé est général, je cite: "La
cessation provisoire de l'utilisation de la piste 02 à l'atterrissage telle
qu'elle résulte de l'application du plan Anciaux bis."
05.23 Olivier Maingain (MR): De
tekst is in algemene bewoordingen
opgesteld.
05.24 Renaat Landuyt, ministre: L'utilisation est générale en cas
d'utilisation de la piste 02 comme piste préférentielle. Son utilisation
est prévue depuis de nombreuses années. A cet égard, la question de
Mme Milquet relative aux normes de vent est importante.
05.24 Minister Renaat Landuyt:
De algemene bewoordingen slaan
op het feit dat baan 02 bij voorkeur
gebruikt wordt. Het gebruik van die
baan werd al vele jaren geleden
vooropgesteld. De vraag van
mevrouw Milquet over de
windnormen is in dat verband wel
belangrijk.
05.25 Olivier Maingain (MR): Ce n'est que lorsque les vents sont
contraires sur la piste 025 que l'on emprunte la piste 02 et ce, à titre
exceptionnel. La suspension est donc plutôt large!
05.25 Olivier Maingain (MR):
Baan 02 wordt enkel gebruikt als
de wind niet goed zit op baan 25,
en dat uitzonderlijkerwijs. De
opschorting gaat dus behoorlijk
ver!
05.26 Joëlle Milquet (cdH): C'est bien ce que cela signifie?
05.26 Joëlle Milquet (cdH): Is dat
de strekking ervan?
05.27 Renaat Landuyt, ministre: Je crains que oui!
05.27 Minister Renaat Landuyt:
Ik ben bang van wel.
05.28 Joëlle Milquet (cdH): Nous ne craignons rien.
05.28 Joëlle Milquet (cdH): Ik
ben helemaal niet bang!
05.29 Renaat Landuyt, ministre: C'est la raison pour laquelle M.
Laeremans n'était pas satisfait de mon absence d'explications quant
aux alternatives possibles. En effet, la non-utilisation de la piste 02
comme piste préférentielle laisse sous-entendre d'autres hypothèses.
Il n'y a pas qu'un mais plusieurs scénarios à revoir. En la matière, il
faut veiller à respecter le plus possible ce qui figure dans l'arrêt, à
savoir respecter au mieux l'équilibre et le plan de dispersion.
05.29 Minister Renaat Landuyt:
Daarom betreurde de heer
Laeremans dat ik de mogelijke
alternatieven niet heb uiteengezet.
Als baan 02 immers niet langer bij
voorkeur gebruikt wordt, betekent
dat impliciet dat er andere
hypothesen zijn. De onder-
scheiden scenario's moeten
herzien worden, met inacht-
neming, voor zover mogelijk, van
het evenwicht en het spreidings-
plan zoals omschreven in het
arrest.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par Mmes Joëlle Milquet et Marie Nagy et est libellée
comme suit:
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Joëlle Milquet et Marie Nagy
et la réponse du ministre de la Mobilité,
demande au gouvernement
- d'exécuter sans délai l'arrêt de la cour d'appel du 17 mars 2005, c'est-à-dire, restauration du caractère
subsidiaire de l'utilisation de la piste 02 pour les atterrissages et retour aux composantes de vent arrière de
10 noeuds sur les deux pistes 25;
- de suspendre provisoirement l'actuel plan de répartition des nuisances sonores et de revenir aux
schémas d'utilisation des pistes de Bruxelles-National d'avant 1999 tout en maintenant certains acquis
environnementaux (modification des "quota count", augmentation des taxes de nuit, ...) jusqu'à l'adoption
d'un nouveau plan;
- de mettre tout en oeuvre pour qu'un nouveau plan de répartition des nuisances soit adopté qui tienne
compte de tous les éléments objectifs pertinents, en particulier les études et recommandations publiées par
les experts internationaux indépendants ainsi que la densité de population des zones survolées et les
normes de santé et de sécurité;
- de redéfinir de manière claire et stable une politique aéroportuaire en Belgique respectueuse des droits
fondamentaux des personnes survolées, soit le droit à un environnement sain, le droit à la protection de la
santé et le droit au respect de la vie privée et familiale et de la sécurité, droits consacrés par la Constitution
et la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme;
- de prendre dûment en compte dans ce plan le fait que l'équité et la sécurité exigent d'éviter le survol
intensif des zones les plus peuplées privilégiant plutôt le survol des zones les moins peuplées;
- de définir de manière claire et stable une politique aéroportuaire en Belgique en liaison et en concertation
avec les Régions et sur base de l'évolution du contexte européen."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Joëlle Milquet en Marie Nagy en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de dames Joëlle Milquet en Marie Nagy
en het antwoord van de minister van Mobiliteit,
vraagt de regering
- het arrest van het hof van beroep van 17 maart 2005, dat stelt dat het gebruik van baan 02 als
landingsbaan opnieuw als subsidiair moet worden beschouwd en dat opnieuw moet worden uitgegaan van
rugwindcomponenten van 10 knopen op de beide banen 25, onverwijld uit te voeren;
- het huidige plan voor de spreiding van de geluidshinder voorlopig op te schorten en opnieuw uit te gaan
van de schema's voor het gebruik van de banen van Brussel-Nationaal van vóór 1999, maar tevens
bepaalde verworvenheden op milieugebied (wijziging van de "quota count", optrekken van de nachttaks, ...)
te handhaven tot wanneer een nieuw plan wordt goedgekeurd;
- alles in het werk te stellen opdat een nieuw plan voor de spreiding van de geluidshinder zou worden
goedgekeurd dat rekening houdt met alle relevante objectieve elementen, inzonderheid de door
onafhankelijke, internationale deskundigen gepubliceerde studies en aanbevelingen, alsook de
bevolkingsdichtheid van de overvlogen gebieden en de normen inzake gezondheid en veiligheid;
- een nieuw duidelijk en stabiel luchthavenbeleid in België uit te stippelen dat rekening houdt met de
grondrechten van de personen die in de overvlogen zones wonen, zoals het recht op een gezonde
leefomgeving, het recht op de bescherming van de gezondheid en het recht op de eerbiediging van de
privacy en het gezinsleven en op veiligheid, rechten die verankerd zijn in de Grondwet en het Europees
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens;
- in dat plan voldoende rekening te houden met het feit dat, ter wille van de billijkheid en de veiligheid, moet
worden voorkomen dat de dichtstbevolkte gebieden intensief worden overvlogen en de voorkeur moet
worden gegeven aan vliegroutes boven de dunstbevolkte gebieden;
- een duidelijk en stabiel luchthavenbeleid in België uit te stippelen in samenspraak en overleg met de
Gewesten, in het licht van de evolutie van de Europese context dienaangaande."
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Inga Verhaert et par M. Guido De Padt.
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Inga Verhaert en door de heer Guido De Padt.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
De voorzitter: Vraag nr. 5863 van de heer Van Campenhout is omgezet in een schriftelijke vraag. De heer
Yzerbyt en mevrouw Van Themsche zijn niet aanwezig.
06 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Mobiliteit over "de invoering van een
algemeen snelheidsregime van 70km/uur" (nr. 5952)
06 Question de M. Mark Verhaegen au ministre de la Mobilité sur "l'instauration d'une limitation de
06.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
vandaag geldt het snelheidsregime van 90 km per uur als algemene
regel. 70 km per uur moet aangeduid worden met verkeersborden.
Door de toenemende bebouwing en de stijgende verkeersdensiteit
lijkt het steeds meer aangewezen om van 70 km per uur de norm te
maken en van een hogere snelheidsbeperking de uitzondering. Die
stelling werd trouwens ook bevestigd op een conferentie van onze 29
Kempense burgemeesters die wij vorige maand hielden. Die 29
neuzen stonden duidelijk in dezelfde richting.
Gemeenten die een snelheidhandhavingsbeleid wensen uit te voeren
van 70 km per uur, sporadisch afgewisseld met 90 km per uur langs
goed uitgeruste wegen in een weinig bebouwde omgeving, en 50 km
per uur in woonkernen of 30 km per uur in schoolomgevingen, worden
verplicht om, telkens als er een zijweg aansluit op de hoofdbaan, het
snelheidsbord van 70 km per uur te herhalen. Dat leidt niet alleen tot
een aanzienlijke meeruitgave voor onze gemeentebesturen, maar ook
wordt daardoor het straatbeeld en de visibiliteit van de andere
verkeersborden drastisch aangetast.
De oplossing is nochtans eenvoudig en duidelijk: voer een algemene
beperking in van 70 km per uur als maatstaf. Wel zal er afstemming
nodig zijn op het Vlaams Gewest, die op haar wegen blijkbaar nu als
algemene richtlijn 70 km per uur als norm neemt. Uitzonderingen zijn
haast uitgesloten. Op de bovengemeentelijke wegen komen nochtans
heel wat trajectgedeelten voor waar 90 km per uur zeker verantwoord
is.
Mijnheer de minister, dat brengt mij tot de volgende vragen.
Ten eerste, bent u bereid om op korte tijd de wegcode derwijze aan te
passen door van de snelheidsbeperking van 70 km per uur de norm
te maken en van een hogere snelheidsbeperking de uitzondering?
Ten tweede, zo neen, mag een gemeente die daarvoor dan opteert,
overgaan tot de inrichting van een zone-70 voor de wegen op haar
grondgebied, eventueel in samenspraak met andere wegbeheerders
zoals het Gewest, de provincie en dergelijke meer?
Ten derde, bent u bereid om met het Vlaams Gewest in overleg te
treden teneinde te komen tot een realistische en maatschappelijk
gedragen snelheidshandhaving op de gewestwegen, rekening
houdend met de mobiliteitsvisie die heel wat gemeenten zelf
ontwikkeld hebben?
06.01 Mark Verhaegen (CD&V):
Actuellement, une limitation de
vitesse à 70 km à l'heure doit être
signalée par des panneaux
indicateurs mais l'augmentation de
l'urbanisation et du trafic est telle
qu'il est préférable d'ériger cette
limitation en norme. 29
bourgmestres de Campine ont
récemment défendu cette position.
Dans l'état actuel de la législation,
le gestionnaire de la voie publique
qui opte pour une stricte politique
de maintien en matière de
limitations de vitesse doit placer un
signal après chaque carrefour, ce
qui génère des frais considérables
pour les communes et enlaidit le
paysage urbain.
La Région flamande a édicté une
directive généralisant sur tout son
réseau la limitation de vitesse à 70
km à l'heure. Sur différentes
routes de la Région, une vitesse
de 90 km à l'heure peut toutefois
se justifier. Il conviendrait
d'harmoniser les visions
respectives des communes et de
la Région.
Le ministre est-il disposé à
modifier le code de la route pour
transformer en norme la limitation
de vitesse à 70 km à l'heure? Une
commune peut-elle aménager une
zone 70 sur tout son réseau après
avoir consulté les autres
gestionnaires de la voirie? Le
ministre a-t-il l'intention d'organiser
une concertation avec la Région
flamande pour aboutir à une
limitation de vitesse réaliste sur les
routes régionales, qui tienne
compte des visions défendues par
les communes concernées?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, ik denk dat ik kort en duidelijk kan zijn in mijn antwoord.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Actuellement, l'adhésion sociétale
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Ik denk niet dat het aangewezen is en dat er, zoals door u
gesuggereerd, voldoende maatschappelijk draagvlak is om over heel
het Belgische grondgebied het principe van 70 kilometer per uur als
norm te hanteren.
Dit brengt ons tot de tweede methode, door u aangewezen, die
wellicht de juiste methode is: men moet dat van op het veld laten
groeien. Ik zie nogal veel in de tendens van sommige gemeenten om
effectief hun gemeentelijk gebied praktisch te omschrijven als een
zone-70 en, meer zelfs, dit in samenspraak te doen met andere
gemeenten zoals in de provincie Vlaams-Brabant nogal uitgebreid
gebeurt. Het enige wat ik nu aan het nakijken ben, is of er regels zijn
inzake verkeer die dergelijke tendens en samenwerking zouden
verhinderen.
Dit brengt mij tot mijn derde punt. Wat mij betreft, ben ik bereid om
waar het nodig zou zijn effectief die samenwerking tussen Gewesten
en gemeenten in die richting te stimuleren.
à l'adoption de la vitesse de 70 km
à l'heure en tant que norme sur
nos routes est insuffisante. Les
communes peuvent étendre la
zone 70 à leur territoire mais il est
préférable de prendre une telle
mesure en concertation avec
d'autres communes. Je vérifierai si
certaines dispositions empêchent
une telle collaboration et
j'encouragerai celle-ci entre les
communes et la Région flamande.
06.03 Mark Verhaegen (CD&V): Ik dank de minister.
U mag mij zeker niet verkeerd begrijpen, mijnheer de minister.
Wanneer ik zeg: 70 als algemene norm, dan betekent dat zeker niet
dat ik tegen een snelheidsbeperking van 90 kilometer per uur ben. Ik
vind het op sommige plaatsen zeker verantwoord een
snelheidsbeperking van 90 kilometer per uur in te voeren. Vandaar
dat ik u vraag om ook te trachten een overleg te organiseren met het
Vlaams Gewest, waar men blijkbaar veel stringenter vasthoudt aan
die 70 km per uur. Dat betreur ik persoonlijk, omdat wij weten dat men
voor de bovengemeentelijke wegen, die daaronder ressorteren, als
scharnier 90 kilometer per uur moet nemen.
Wanneer u zegt dat er geen maatschappelijk draagvlak is voor een
snelheidsbeperking van 70 kilometer per uur, dan hebt u inderdaad
gelijk. Ik blijf dan echter bij mijn voorstel van een snelheidsbeperking
van 90 kilometer per uur, die dan eigenlijk toch als goede variant kan
dienen. Ik verwijs hier u weet dat wellicht naar een referendum dat
in de gemeente Peer onlangs gehouden is. Daar werd inderdaad een
snelheidsbeperking van 70 kilometer per uur als algemene regel
afgewezen.
Waarover ik het hier heb, is echter vooral een voorstel tot
duidelijkheid. Dat wil zeggen dat in het veld van al die borden niemand
nog zijn weg vindt. Dat vinden wij pas onveilig. Ik denk dat het
belangrijk is om daarin orde te scheppen, niet alleen omwille van een
vermindering van de kosten voor de gemeenten maar ook omwille
van de orde. Dat kan volgens mij alleen opgelost worden door de
omkering te maken, zodanig dat men niet telkenmale die borden hoeft
te herhalen als men naar een snelheidsbeperking van 70 kilometer
per uur gaat. Dat is eigenlijk de bedoeling van mijn vraag.
Ik hoop dat u in dezelfde richting denkt als ik. Dan kan het wel eens
zijn dat we elkaar nog eens ontmoeten voor deze vraag.
06.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Une limitation de vitesse de 90 km
à l'heure se justifie en certains
endroits, mais la Région flamande
tient à la norme générale de 70 km
à l'heure. La commune de Peer
par exemple a récemment rejeté
par voie de référendum la
limitation de vitesse de 70 km à
l'heure en tant que norme
générale. Il convient de clarifier la
situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
07 Vraag van de heer Georges Lenssen aan de minister van Mobiliteit over "het misbruik van
landbouwvoertuigen voor transportopdrachten" (nr. 5955)
07 Question de M. Georges Lenssen au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation abusive de véhicules
agricoles pour des missions de transport" (n° 5955)
07.01 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, u weet dat er op dit moment een zeer zware
concurrentieslag wordt geleverd in de vervoerssector. Uiteraard zijn
wij er, als liberalen, niet tegen dat er een eerlijke concurrentie is.
Er zijn vandaag de dag echter zaken die de eerlijke concurrentie een
beetje in de weg staan. Hoe langer hoe meer landbouwers, en vooral
loonwerkers, leveren met landbouwvoertuigen prestaties die normaal
moeten worden geleverd door de reguliere vervoersbedrijven die het
uitvoeren van transportopdrachten als hoofddoel hebben.
Er is een andere wetgeving van toepassing op de
vervoersmaatschappijen dan op de landbouwvoertuigen. Zo zijn
bijvoorbeeld landbouwvoertuigen vrijgesteld van verkeersbelasting,
dienen geen eurovignet aan te kopen, moeten geen tachograaf
hebben en hebben de mogelijkheid facultatief met rode diesel te
rijden. Ik heb er helemaal geen moeite mee als die
landbouwvoertuigen exclusief worden gebruikt voor
landbouwdoeleinden. Dit is volgens mij gerechtvaardigd. Wanneer
deze voertuigen echter worden ingezet om transporten uit te voeren
voor derden, komen zij volgens mij in het vaarwater van de reguliere
vervoersmaatschappijen en mogen wij wel degelijk spreken van
concurrentievervalsing.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen. Ten eerste, welke
maatregelen overweegt u om deze vorm van misbruik te bestrijden?
Ten tweede, hebt u al ooit opdracht gegeven aan uw administratie om
de impact van dit misbruik te laten onderzoeken? Indien niet, bent u
bereid dat te laten onderzoeken? Ten derde, overweegt u de criteria
die vandaag voor de transportbedrijven gelden eventueel te
versoepelen om op die manier de oneerlijke concurrentie tegen te
gaan?
07.01 Georges Lenssen (VLD):
Le secteur du transport belge est
confronté à une situation de
concurrence déloyale étant donné
que de plus en plus de véhicules
agricoles sont utilisés pour réaliser
des transports pour des tiers. Les
agriculteurs ne disposent toutefois
pas des autorisations nécessaires
pour mener une telle activité.
Leurs véhicules sont exemptés de
la taxe de circulation, ils ne doivent
pas être munis d'une eurovignette
ni disposer d'un tachygraphe et ils
peuvent rouler au diesel rouge.
De tels abus sont-ils constatés à
grande échelle? Comment va-t-on
y remédier? Le ministre
assouplira-t-il les critères imposés
aux sociétés de transport
réglementaires de manière à lutter
contre la concurrence déloyale?
07.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, wat de
aangehaalde problematiek betreft, er zijn momenteel meer klachten
dan vaststellingen. Daarmee heb ik nog niets gezegd.
Wij werken nu - hiermee antwoord ik op vraag twee - effectief aan een
meer gestructureerde planning inzake controle van alles wat met het
vrachtvervoer te maken heeft. Een van de aspecten is dat mensen
deelnemen aan bepaalde economische activiteiten waarvoor zij
eigenlijk niet de juiste vergunningen hebben en waarop zij nooit
voorzien waren.
Of het nu - in antwoord op uw derde vraag - moet leiden tot
versoepeling voor de ene sector ten opzichte van de andere, is een
beetje vooruitlopen op de vooropgestelde planning, waarbij ook een
en ander is verbonden aan overleg met de diverse sectoren. Vandaag
kan ik inderdaad weinig concreets zeggen, tenzij dat ik zelf de nodige
instructies heb gegeven om alles wat controle van vrachtvervoer
betreft beter in kaart te brengen en beter te plannen, zodat wij over
een paar maanden met een mooi plan naar buiten kunnen komen.
07.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il y a davantage de plaintes
concernant ce problème que de
constatations. J'ai demandé à
l'administration d'effectuer un
contrôle plus structuré du transport
de marchandises et d'être plus
particulièrement attentive aux
transports sans autorisation.
Avant de procéder à un éventuel
assouplissement des obligations
pour les firmes de transport, une
concertation devra être organisée
avec le secteur et les contrôles du
transport de marchandises seront
intensifiés.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
07.03 Georges Lenssen (VLD): Dank u, mijnheer de minister.
Ik verheug er mij toch over dat u van plan bent om alleszins die vorm
van misbruik te controleren en te laten onderzoeken. Op dit moment
gebeuren de controles op landbouwvoertuigen minder intensief en
minder effectief dan bij de gewone vervoersbedrijven, omdat daar de
normen toch wel iets anders liggen. Het is een veel meer
ingewikkelde reglementering en vandaar dat men soms ook de
neiging heeft om die controles over het hoofd te zien.
Ik denk dat het belangrijk is dat men op een degelijke manier de
controles zou uitvoeren en de regels zou laten gelden, zoals dat op dit
moment moet.
07.03 Georges Lenssen (VLD):
Les véhicules agricoles sont
beaucoup moins contrôlés que les
autres transports. Cette situation
doit changer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik ga mijn vraag stellen vanop de voorzittersstoel, omdat ze eigenlijk
slechts gedeeltelijk politiek is. Het is ook een vraag van de voorzitter van de commissie voor de
Infrastructuur met het oog op de verdere werkzaamheden. Ik denk dat ik dat altijd met - ik durf het woord
bijna niet te gebruiken - eigen godsvrucht probeer te doen.
07.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Vanaf nu zult u zich onthouden van
alle mogelijke politieke uitspraken over verkeer. Is dat het resultaat?
Waarvan akte.
De voorzitter: Ik zou alleen willen dat het verkeer boven de politiek staat, geachte collega. Zolang dat niet
het geval is, houd ik mij in dat verband toch dat recht voor.
08 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Mobiliteit over "de hervorming van
de verkeerswet overeenkomstig het principe "hogere pakkans, lagere boetes"" (nr. 5971)
08 Question de M. Francis Van den Eynde au ministre de la Mobilité sur "la réforme de la loi relative à
la circulation routière suivant le principe "augmentation des contrôles, diminution des amendes""
(n° 5971)
08.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, regelmatig vernemen wij dat de snelheidsboetes in de
verkeerswet moeten worden hervormd. Ik heb dat geresumeerd in
een lapidaire formule: hogere pakkans, lagere boetes.
De woorden komen niet van mij. Ze komen uit verklaringen van de
regering. Dat is een eerste constatatie.
Ten tweede, op dit ogenblik heeft de commissie een hele grote
schotel wetsvoorstellen en wetsontwerpen in verband met verkeer
voorgeschoteld gekregen. Er zullen er nog komen.
Ten derde, u had ons gezegd dat er op 1 april 2005 een evaluatie
klaar zou zijn en dat u daarna wat meer zou kunnen vertellen. Ik zal u
eerlijk bekennen dat ik op 1 april 2005 met aandacht de berichten heb
proberen te volgen. Ik heb echter niets gehoord. Ik heb trouwens de
indruk dat er op 1 april 2005 zelfs geen kabinetsraad is geweest,
waarschijnlijk ten gevolge van de paasperiode.
Mijn vraag aan u is dus: hoe zit het? De heer Casaer vindt het vrij
komisch.
(...): (...).
08.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Le
gouvernement entend modifier la
législation sur les amendes pour
excès de vitesse dans le sens
d'une intensification des contrôles
accompagnée d'une diminution
des amendes. Dans l'intervalle,
nous sommes confrontés sans
cesse en commission à de
nouveaux projets et propositions
de loi relatifs à la sécurité routière.
Le ministre devait disposer d'une
évaluation pour le 1er avril.
Comment la situation se présente-
t-elle? A quoi pouvons-nous nous
attendre?
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
08.02 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dan zijn we erin
gelopen. Dat is nochtans moeilijk, mijnheer Casaer. Ik besef immers
maar al te goed dat het een grapdag is, want het is mijn verjaardag.
Mijnheer de minister, dat gezegd zijnde, wou ik u vragen ...
(...): (...).
08.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Er zijn betere. Een
oude reus zoals u zou echter moeten weten dat de eerste stad die
door de Geuzen werd bevrijd van de Spanjaarden, de stad Den Briel,
gevallen is op 1 april. Op 1 april verloor Alva zijn bril.
Dat gezegd zijnde, wou ik u vragen, mijnheer de minister, hoe het in
feite zit. Waaraan mogen wij ons verwachten?
08.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, de Federale
Verkeerscommissie, zijnde de commissie waar alle mogelijke
verenigingen inzake verkeersveiligheid vertegenwoordigd zijn en die
sedert de Staten-Generaal werd opgericht, heeft een evaluatie
gemaakt van het boetestelsel en de indelingen ervan. De evaluatie
was klaar vóór 1 april. Ik wacht alleen op een geschreven verslag.
Wat de regering betreft, via een interkabinettenwerkgroep wordt er
gewerkt aan een definitieve tekst van artikel 29, aangaande de
indeling van de overtredingen. Gelijktijdig wordt er ook gewerkt aan
een koninklijk besluit om de indeling te maken op grond van de
omschrijving in artikel 29. Wij kunnen dus gelijktijdig het toepassings-
KB opstellen, alsook een KB waarin de bedragen voor de directe
inning worden bepaald. Deze werkzaamheden zijn lopende. Normaal
gezien, als het enigszins mogelijk is volgens de agenda, zou binnen
een tweetal weken de regering over alle nodige documenten
beschikken.
08.04 Renaat Landuyt, ministre:
La commission fédérale de la
sécurité routière a clôturé
l'évaluation du système
d'amendes. Je n'attends plus que
le rapport.
Un groupe de travail intercabinets
prépare le texte définitif de
l'article 29 sur la classification des
infractions et l'arrêté royal y
afférent. Un autre arrêté royal
déterminant les montants de la
perception immédiate est en
préparation. Le tout se trouvera
sur la table du gouvernement dans
deux semaines.
08.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik heb nog een
korte, bijkomende vraag. Als het bij de regering komt, mogen wij er
dan van uitgaan dat het niet op een grote hindernis zal botsen en dat
wij over twee of drie weken zullen weten waaraan wij ons kunnen
houden?
08.05 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Saurons-nous
alors à quoi nous attendre?
08.06 Minister Renaat Landuyt: Normaal gezien zou dat zo moeten
zijn. Dit staat niet volledig los van het wetsontwerp inzake de
beschikking tot betaling, dat hier hangende is. Zoals ik in alle
openheid gezegd heb, is dit voor mij het moment om de procedures
inzake de nieuwe verkeerswet te evalueren of te bekijken hoe wij
kunnen inspelen op de bestaande procedures. Wij hebben een
hoorzitting gehad. Hieruit kunnen een aantal vragen rijzen. Wat doen
wij verder? Waar moeten wij de bestaande procedures al dan niet
aanpassen? Ik sta open voor wat ik technische amendementen noem.
08.06 Renaat Landuyt, ministre:
Oui.
Cette question n'est pas tout à fait
étrangère au projet de loi relatif à
l'ordonnance de paiement qui est
discuté au sein de cette
commission. Je reste ouvert aux
amendements techniques sur la
procédure de perception.
08.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat werk zal hier
over drie weken nog niet achter de rug zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
09 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité sur "les formalités à remplir lors de
l'acheminement en Belgique d'un véhicule acheté d'occasion à l'étranger" (n° 5973)
09 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Mobiliteit over "de formaliteiten bij de
overbrenging van een in het buitenland aangekochte tweedehands auto naar België" (nr. 5973)
09.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, on m'interroge
sur les possibilités d'acheminement en Belgique d'un véhicule acheté
d'occasion à l'étranger et sur les formalités à remplir afin de mener à
bien une telle opération.
L'exemple qui m'avait été soumis faisait état d'une voiture d'occasion
achetée en Allemagne. En effet, lorsqu'un véhicule d'occasion
allemand est importé en Belgique, ce véhicule doit être visé dans un
centre d'inspection technique automobile, où doivent être présentés le
certificat allemand de retrait de la circulation ainsi que la plaque
allemande "dévalidée". Alternativement, ce véhicule peut être
présenté au contrôle technique sous une plaque Z, plaque garage vert
et blanc.
Si le véhicule a été "désimmatriculé" en Allemagne ou s'il est acheté
chez un garagiste, il ne serait pas possible de l'acheminer sous ses
anciennes plaques. Il semble donc que le véhicule ne puisse être
acheminé que via l'utilisation de plaques Z (garage) ou sur un plateau
de remorque, ce qui empêche un particulier de réaliser une telle
opération sans l'assistance d'un professionnel.
Ne pourrait-on pas considérer ce mécanisme comme une entrave à la
libre circulation des marchandises? En effet, il est plus difficile pour un
acheteur belge d'acheter une voiture d'occasion en Allemagne qu'en
Belgique.
Existe-t-il une possibilité légale pour un acquéreur belge d'acheminer
le véhicule sous ses propres plaques minéralogiques belges, autres
que les plaques Z (garage) que l'on connaît?
Pourriez-vous faire le point sur les formalités imposées à un
acquéreur belge d'un véhicule acheté d'occasion à l'étranger?
Ce type d'importation directe étant de plus en plus courant, ne serait-il
pas souhaitable de développer une documentation explicative claire à
l'usage des particuliers désirant réaliser une telle opération?
Ne serait-il pas encore plus souhaitable mais je sais que cela ne
dépend peut-être pas directement de vous d'instaurer un système
permettant d'obtenir des plaques de transit au sein de l'Union
européenne pour autoriser ce type d'achat-vente intracommunautaire
en vue de favoriser ou, à tout le moins, de ne pas rendre plus difficile
un achat de voiture d'occasion intracommunautaire qu'un achat
purement national au sein de l'Union européenne?
09.01 Melchior Wathelet (cdH):
In bepaalde omstandigheden kan
een in het buitenland aangekocht
tweedehandsvoertuig enkel naar
ons land worden gebracht met een
"Z-garagenummerplaat" of een
aanhangwagen. Een particulier
moet daarvoor dus
noodzakelijkerwijze beroeps-
mensen inschakelen. Is dat geen
belemmering van het vrij verkeer
van goederen? Beschikt een
Belgische koper over een
wettelijke mogelijkheid om dat
voertuig met zijn eigen Belgische
nummerplaten naar ons land te
brengen? Kan u meedelen welke
formaliteiten een Belg die een
tweedehandsvoertuig in het
buitenland koopt dient te
vervullen? Ware het niet wenselijk
dat terzake een duidelijke
brochure met uitleg zou worden
opgesteld? Zou men geen
systeem van transitnummerplaten
binnen de Europese Unie kunnen
opzetten?
09.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la procédure d'immatriculation d'un véhicule d'occasion
importé d'un autre pays, quel qu'il soit, en vue de son immatriculation
en Belgique est la suivante. Il faut dissocier le véhicule importé par le
propriétaire et le véhicule acheté en Belgique ou à l'étranger par
quelqu'un d'autre que le propriétaire de l'immatriculation étrangère.
Dans le premier cas, le contrôle technique du véhicule n'est pas
09.02 Minister Renaat Landuyt:
De verzekeringsmaatschappijen
en
makelaars kennen de
procedure en weten welke
formaliteiten er vervuld moeten
worden. Bij de Dienst voor
inschrijving van de voertuigen kan
een brochure worden
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
nécessaire alors qu'il l'est dans le second cas. Rien n'empêche le
véhicule étranger d'être introduit en Belgique sous ses plaques
d'origine, y compris sous plaques temporaires étrangères. Une fois le
véhicule en Belgique, il peut être passé au contrôle technique muni
d'une plaque commerciale ou y être amené sur une remorque. Les
formalités sont reprises dans l'arrêté royal du 15 mars 1968 comme
vous l'avez indiqué.
Actuellement, les sociétés d'assurances belges et les courtiers
devraient être au courant de la procédure. Il existe également une
brochure d'information relative aux services d'immatriculation des
véhicules vous pouvez la recevoir. Cette brochure reprend la
procédure d'immatriculation des véhicules y compris celle des
véhicules importés. En son temps, cette brochure a été diffusée
durant les salons de l'auto. Elle peut être demandée par les
professionnels de l'automobile intéressés en la matière.
aangevraagd.
09.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, vous avez
évoqué deux systèmes. Or, ici, je n'en vois qu'un.
09.04 Renaat Landuyt, ministre: On me dit qu'aucun problème ne se
pose si la voiture est inscrite par le propriétaire étranger avec des
plaques étrangères.
09.04 Minister Renaat Landuyt:
Als het voertuig door de
buitenlandse eigenaar ingevoerd
wordt, is er geen probleem.
09.05 Melchior Wathelet (cdH): Dans le cas présent, le problème
concerne l'autre situation. Je suis un acheteur belge. Le propriétaire
me vend la voiture; il n'a pas envie d'effectuer les démarches
nécessaires. Il a simplement envie de se débarrasser de son
véhicule. Si je suis belge, je dois pouvoir présenter la voiture au
contrôle technique avec la plaque désimmatriculée et avec toutes les
formalités déjà accomplies en Allemagne. Or, je ne sais pas le faire.
09.06 Renaat Landuyt, ministre: Si je vous ai bien compris, si on
veut parler d'une Europe libre, une de nos règles doit être changée?
09.06 Minister Renaat Landuyt:
De procedure is evenwel een stuk
ingewikkelder als het om een
Belgische koper gaat die zijn
voertuig naar ons land overbrengt.
Naar aanleiding van uw vraag heb
ik gemerkt dat we, om het vrije
verkeer van goederen
daadwerkelijk mogelijk te maken,
onze regels moeten wijzigen.
09.07 Melchior Wathelet (cdH): C'est cela. Par ailleurs, serait-il
possible d'envisager, au niveau européen, un système uniforme de
plaques transitoires?
09.08 Renaat Landuyt, ministre: Nous sommes en train d'examiner
toute la problématique des plaques commerciales et de garage. En
effet, trop de véhicules portant ce genre de plaque circulent sur les
routes alors que, dans un cas comme celui que vous avez évoqué,
cela n'est pas possible.
Je suis prêt à revoir cette question en vue d'apporter des
améliorations et de faire en sorte que ce genre de déplacement
international soit possible en Europe.
09.08 Minister Renaat Landuyt:
Wij buigen ons thans opnieuw
over de problematiek van de
commerciële platen. Enerzijds zijn
er immers veel te veel van die
platen in omloop, en anderzijds is
er niets voorhanden in de door u
vermelde gevallen.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 6059 de M. Philippe Monfils est retirée.
10 Questions jointes de
- M. Melchior Wathelet au ministre de la Mobilité sur "la méthode agréée légalement pour vérifier le
taux d'alcoolémie" (n° 6085)
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la fiabilité des analyses de sang lors des contrôles
d'alcoolémie" (n° 6091)
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Mobiliteit over "de wettelijk erkende methode om het
alcoholgehalte in het bloed na te gaan" (nr. 6085)
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de betrouwbaarheid van de
bloedanalyses bij alcoholcontroles" (nr. 6091)
10.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, selon des
informations diffusées récemment dans la presse, la seule méthode
légalement reconnue devant les tribunaux pour établir le taux
d'imprégnation alcoolique d'une personne est la méthode dite "Casier-
Delaunois" en vigueur dans notre pays depuis juin 1959.
10.01 Melchior Wathelet (cdH):
Volgens de chef van het
laboratorium voor toxicologie van
de Cliniques universitaires Saint-
Luc, zou de enige methode voor
de vaststelling van het
alcoholgehalte in het bloed die in
België wordt erkend, de
zogenaamde methode "Casier-
Delaunois", niet betrouwbaar zijn.
10.02 Minister Renaat Landuyt: (...)
10.03 Melchior Wathelet (cdH): Ik ben niet mijnheer Monfils! Ik ben
wel de zoon van iemand, maar niet Monfils.
Le président: Il y a le père, il y a le fils mais il y a aussi le Saint-Esprit.
10.04 Melchior Wathelet (cdH): Selon les propos du professeur
Pierre Wallemacq, chef du laboratoire de toxicologie des cliniques
universitaires Saint-Luc, il semble que la méthode Casier pose des
problèmes de fiabilité qui auraient été démontrés par les contre-
expertises en utilisant la méthode de chromatographie en phase
gazeuse. Je ne sais pas très bien de quoi il s'agit mais les contre-
expertises donnaient des résultats différents et les différences étaient
assez saisissantes.
Il semblerait que des experts en toxicologie réclameraient que la loi
soit revue afin que soit reconnue comme légale la méthode de la
chromatographie en phase gazeuse, plus performante que celle de
Casier. Cette méthode serait déjà reconnue dans la plupart des pays
voisins de la Belgique, comme la France ou l'Allemagne, et serait
utilisée en Belgique dans d'autres expertises médico-légales pour
autant qu'il ne s'agisse pas de faits de roulage! Cela semble assez
paradoxal et contradictoire.
Monsieur le ministre, eu égard à ces différents éléments, je
souhaiterais entendre votre point de vue.
Avez-vous connaissance des analyses de ces experts en toxicologie
qui démontrent le manque de fiabilité de la méthode Casier en
10.04 Melchior Wathelet (cdH):
Hij pleit voor het gebruik van de
gaschromatografiemethode.
Heeft u kennis van deskundigen-
onderzoeken die aantonen dat de
methode "Casier-Delaunois" niet
betrouwbaar zou zijn? Welke
maatregelen zal u dienaangaande
treffen?
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
comparaison avec la méthode de chromatographie en phase
gazeuse?
Quelles sont les mesures que vous entendez prendre afin de
remédier au problème de fiabilité des expertises toxicologiques pour
établir le taux d'imprégnation alcoolique?
Je me permets de rajouter qu'ayant également fréquenté les palais de
justice, vous n'êtes pas sans savoir que ce type d'insécurité juridique
favorise les procès, favorise les litiges, favorise les contre-expertises
et favorise également l'insécurité juridique constante pour la personne
qui est traduite devant les tribunaux.
Le président: Heureusement que vous avez parlé des palais de justice car, s'agissant d'une question sur
l'alcoolémie, je vous entendais déjà dire que le ministre a fréquenté les "cabarets", comme on dit dans les
rapports de police.
10.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag heeft uiteraard dezelfde zin als die van de heer
Wathelet en zou er misschien bijna een vertaling van kunnen zijn. Ik
ga ze toch even brengen, mijnheer de voorzitter.
Volgens professor Pierre Wallemacq van het universitair ziekenhuis
Saint-Luc, waaraan de heer Wathelet trouwens ook heeft gerefereerd,
zijn de bloedanalyses bij alcoholcontroles niet altijd even betrouwbaar.
Er zouden vooral problemen zijn bij mensen met een lage
hoeveelheid alcohol in het bloed. Andere stoffen in het bloed, zoals
methanol of aceton, zouden het resultaat van de test kunstmatig
kunnen verhogen. Bovendien gaat de test ervan uit dat een normaal
persoon ongeveer 0,15 promille per uur verteert. Volgens dezelfde
professor zou België ook een andere test moeten legaliseren,
genaamd de gaschromatografie, geen gemakkelijke naam.
Het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid, de drijvende kracht
achter de BOB-campagnes, wijst erop dat bloedtests in ons land
weinig voorkomen. De politie gebruikt altijd ademtests en die zouden
volgens het BIVV dan wel betrouwbaar zijn.
Vandaar een aantal vragen aan de minister.
Is de minister op de hoogte van de onbetrouwbaarheid van de
bloedanalyses bij alcoholtests? Wat zal daar in voorkomend geval
tegen worden ondernomen?
Acht de minister het mogelijk dat iemand die geen alcohol heeft
genuttigd, toch een positief resultaat heeft in een bloedanalyse ten
gevolge van andere stoffen in het bloed?
In welke gevallen gaat men in België over tot een bloedanalyse bij
alcoholcontroles?
Kan u mij de cijfers bezorgen omtrent het aantal uitgevoerde
ademtests in vergelijking met de bloedanalyses voor de jaren 2001 tot
en met 2004? Deze vraag naar cijfers zou wellicht het voorwerp
moeten uitgemaakt hebben van een schriftelijke vraag, mijnheer de
minister, maar ik heb ze toch maar gesteld.
Om ons wat te verrijken, wat houdt de gaschromatografietest precies
10.05 Guido De Padt (VLD): Il
semblerait que les analyses de
sang lors des contrôles d'alcoolé-
mie ne sont pas toujours fiables.
La présence de substances telles
que le méthanol ou l'acétone dans
le sang peut faire augmenter le
résultat artificiellement. C'est
pourquoi il serait nécessaire de
pratiquer un deuxième test appelé
chromatographie en phase
gazeuse. Par contre, le test
d'haleine serait bel et bien fiable.
Comment le ministre va-t-il
résoudre ce problème? Le ministre
pense-t-il que le contrôle
d'alcoolémie d'une personne
sobre puisse être positif à cause
de l'interaction avec d'autres
substances présentes dans le
sang? Quand des analyses de
sang sont-elles pratiquées en
Belgique? Le ministre pourrait-il
nous fournir les chiffres relatifs
respectivement au nombre de
tests d'haleine et au nombre
d'analyses de sang réalisés au
cours des dernières années? En
quoi la chromatographie en phase
gazeuse consiste-t-elle exacte-
ment et pourquoi ce procédé n'est-
il pas utilisé en Belgique?
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
in? Het moet wel een zeer moeilijke test zijn, want ik kan hem bijna
niet uitspreken. Hoe wordt die dan afgenomen? Wat zijn de mogelijke
problemen bij deze test? Wordt die in België toegepast of niet? Wordt
hij wel toegepast in de ons omringende landen?
10.06 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, avec l'accord de M. Wathelet, je voudrais répondre en
néerlandais en raison des termes plutôt techniques même en
néerlandais contenus dans la réponse.
10.06 Minister Renaat Landuyt:
Gelet op het technische karakter
van het antwoord zal ik in het
Nederlands antwoorden.
Uiteraard ben ik op de hoogte van wat de onderzoekers van het
Universitair Ziekenhuis Saint-Luc hebben gezegd, maar ik ben van
oordeel dat er betere methodes bestaan om uw eigen methode te
promoten. Wat ik niet begrijp, is dat zij de onbetrouwbaarheid van een
methode aangrijpen om de betrouwbaarheid van hun methode te
bevorderen, terwijl zij dat waarschijnlijk ook zonder deze manier van
redeneren, konden bereiken. Als ik alle technische aspecten
begrepen heb, denk ik dat de door hen voorgestelde methode een
verrijking is voor de bestaande methodes.
Waarom denk ik dat? Omdat men mij uitgelegd heeft dat de methode-
Casier-Delaunois, die zij aanklagen, enigszins onbetrouwbaar of
minder nauwkeurig zou kunnen zijn als het gaat over de 0,5 pro mille
in het bloed en eigenlijk niet geschikt is in de situaties waarbij men
effectief bloedonderzoek nodig heeft en waarover op de rechtbanken
de meeste discussies worden gevoerd.
Dit gezegd zijnde, lijkt het mij een optie van modern recht om zich niet
enkel vast te pinnen op een wettelijk erkende methode, maar
gelijkwaardige of misschien betere methodes toe te laten als geldige
bewijsvoering.
Wat de gevraagde cijfers betreft, kan ik vandaag alleen de cijfers
geven van 2001. U weet dat alleen de verkeersveiligheidsbarometer
actuele cijfers heeft, de rest zit nog in het oude systeem. Wat 2001
betreft, werden er blijkbaar 32.430 ademtest opgelegd en 382
bloedproeven afgenomen. Ik wil u terloops mededelen dat dit volgens
mij een zeer laag cijfer blijkt te zijn want eind 2004 werden er 150.000
controles verricht. Ik relativeer deze cijfergegevens. Ik wil u wel nog
zeggen dat dergelijke cijfers wat meer zoekwerk vergen. Er zullen
waarschijnlijk meer controles zijn uitgevoerd dan uit deze cijfers blijkt.
Je connais les objections des
scientifiques de l'hôpital
universitaire Saint-Luc, mais je ne
comprends pas qu'il invoque le
manque de fiabilité d'un test pour
plaider la fiabilité de leur propre
méthode. Leur test peut compléter
utilement la méthode Casier-
Delaunois. Celle-ci est alors que
son manque de fiabilité ne
concernerait que le taux de 0,5
milligrammes dans le sang, et non
les cas qui requièrent
effectivement une analyse de
sang. Le droit moderne requiert,
me semble-t-il, de ne pas fonder la
démonstration de la preuve sur
une seule méthode.
En 2001, il a été procédé à 32.430
tests d'haleine, contre 382
analyses de sang. Ces chiffres me
semblent peu élevés étant donné
que, fin 2004, 150.000 contrôles
avaient été effectués. A mon
estime, il y a lieu de relativiser les
chiffres: les contrôles ont peut-être
été plus nombreux que ne le
révèlent les chiffres.
10.07 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voudrais
dire au ministre que la manière dont les chiffres ont été présentés
importe peu. Que vous n'aimiez pas la manière dont cela s'est passé,
je veux bien, mais vous admettez vous-même qu'il y a un problème:
en tout cas, qu'une méthode est plus fiable que l'autre.
10.07 Melchior Wathelet (cdH): U
geeft toe dat de ene methode
betrouwbaarder is dan de andere.
10.08 Renaat Landuyt, ministre: Une fois encore, je suis victime de
mon caractère trop laxiste ou autre, je ne sais pas.
La seule chose que j'ai dite, c'est qu'il existe peut-être des arguments
pour reconnaître que la procédure prévue par les chercheurs de
l'hôpital universitaire Saint-Luc est une bonne procédure. J'ai
simplement ajouté que leurs arguments pour promouvoir leur
méthode et qui visent à attaquer les autres n'est pas une bonne
méthode. La seule chose que j'ai dite, c'est que leurs critiques visent
un détail dans toutes les procédures, pourvu qu'eux-mêmes
10.08 Minister Renaat Landuyt:
Er zijn misschien wel argumenten
die pleiten voor de procedure die
door Saint-Luc wordt verdedigd,
maar het is geen goede methode
om de andere procedure te
betwisten. Bovendien worden voor
een alcoholgehalte van 0,5 nooit
bloedanalyses verricht.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
reconnaissent qu'il peut y avoir un problème avec la méthode
appliquée dans le cas d'un dépassement de 0,5 pour mille, donc dans
des situations où il n'y a pas de discussion devant un tribunal. Ils sont
en train d'expliquer que, dans une telle situation, si l'on ajoute tel ou
tel produit, on peut avoir des doutes quant aux résultats.
J'ai dit que les analyses de sang ne s'appliquaient jamais à un
dépassement de 0,5 pour mille. S'il y a analyse de sang, c'est pour
une quantité nettement supérieure.
10.09 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, vous
conviendrez avec moi que le critère de 0,5 pour mille, s'il n'amène
personne devant les tribunaux, est quand même un critère important
étant donné qu'il constitue la limite légale autorisée.
10.10 Renaat Landuyt, ministre: Mais il n'y a pas de discussion à
propos du fait que la méthode d'analyse utilisée est tout à fait précise.
10.11 Melchior Wathelet (cdH): Le problème, c'est que ces
opérations de prise de sang arrivent souvent postérieurement. Le
délai est de quelques heures après les faits. Dès lors, des coefficients
doivent intervenir pour savoir à combien s'élevait le taux au moment
de l'accident ou au moment du premier contrôle. De cette manière,
tout est amplifié vu qu'on réalise des calculs pour revenir à la situation
initiale.
Je pense que 0,5 pour mille de différence ou plus, c'est important
aussi. Vous savez comme moi que, devant les tribunaux, on plaide
sur le chiffre, sur le taux avancé. C'est souvent loin d'être anecdotique
pour la personne.
Vous reprochez presque vous-même à la "méthode de Saint-Luc"
d'inciter à contrer les expertises qui sont faites ou la méthode
reconnue. Mais en ne tranchant pas la question et en ne disant pas
qu'une méthode est meilleure que l'autre, des demandes de contre-
expertise seront continuellement introduites. Une expertise sera faite
et après réception des résultats, une deuxième expertise sera
demandée pour contester la première. On les comparera et on
procédera ensuite à une nouvelle expertise et à une audience
supplémentaire.
10.11 Melchior Wathelet (cdH):
Men moet gebruik maken van
coëfficiënten om vroegere situaties
te beoordelen, aangezien de
analyses later worden verricht.
Voor de rechtbank worden de
pleidooien op de cijfers gestoeld!
Als men niet voor een bepaalde
methode kiest, zet men de deur
wagenwijd open voor het spel van
de tegenexpertises.
10.12 Renaat Landuyt, ministre: Selon moi, seuls les riches agiront
ainsi.
10.13 Melchior Wathelet (cdH): Ce n'est pas certain. Il y a aussi les
personnes qui bénéficient de l'assistance judiciaire ou celles qui
veulent pinailler, qui veulent aller plus loin ou sont persuadées d'être
dans le bon droit et d'avoir raison. Vous savez comme moi que les
discussions devant les tribunaux vont souvent très loin!
10.14 Renaat Landuyt, ministre: D'après eux, il peut y avoir un
risque de "minder nauwkeurigheid", c'est-à-dire que les résultats
soient moins précis, seulement dans les cas situés au taux de 0,5
pour mille. Dès que l'on dépasse ce chiffre, ce n'est plus la différence
qui compte. C'est seulement à partir du moment où l'on trouve de
l'alcool dans le sang à raison de 0,5 pour mille qu'il peut y avoir un
risque d'erreur, sous l'influence d'autres produits. Pour le reste, cela
ne joue pas. Ils le reconnaissent eux-mêmes. Cela signifie qu'il n'y a
10.14 Minister Renaat Landuyt:
Een risico op fouten is er alleen bij
een alcoholspiegel van 0,5.
Maar in dergelijke situaties komt
de zaak niet voor de rechter.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
aucune discussion devant les tribunaux quand il s'agit de 0,5 pour
mille. Je le répète, à ce niveau, il n'y a pas de discussion devant les
tribunaux. C'est la raison pour laquelle je dis qu'il n'y a pas de
problème.
Par ailleurs, s'il existe une autre méthode aussi fiable que celle qui
existe, pourquoi bloquerais-je cette évolution technique?
Vous dites qu'il y a un risque de longues discussions si l'on reconnaît
deux méthodes. Je vais y réfléchir. Comme vous, j'estime qu'il faut
éviter de se retrouver dans un jeu de procédure.
10.15 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je me permets
d'apporter une dernière précision. Si je suis avocat et qu'un de mes
clients a un accident, dans le cadre duquel ce n'est pas le taux
d'alcoolémie qui est directement l'objet de l'incrimination pénale mais
plutôt l'accident lui-même, dans ce cas, je préfèrerais que mon client
présente un taux d'alcoolémie de 0,4 pour mille plutôt que de 0,6 pour
mille, car dans les accidents il est de temps en temps recouru à la
prise de sang afin de connaître le taux exact d'alcoolémie. La peine
de mon client se joue sur un taux de 0,2 pour mille mais je préfère
nettement que la teneur d'alcool dans le sang soit de 0,4 pour mille
plutôt que de 0,6 pour mille. Il y a une réelle insécurité juridique en
cette matière.
10.15 Melchior Wathelet (cdH):
Bij verkeersongevallen wordt soms
gebruik gemaakt van bloed-
afnames teneinde het precieze
alcoholgehalte te meten en de
rechtsonzekerheid blijft dus
bestaan.
10.16 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur Wathelet, à vrai dire, une
contre-expertise devant les tribunaux n'est jamais due à la méthode,
car celle-ci relève de la responsabilité de l'expert désigné. Mais il ne
faut pas en profiter pour demander deux expertises. Chaque analyse,
chaque expertise est placée sous la responsabilité de l'expert
désigné. C'est ce dernier qui utilise une méthode légalement
reconnue. Dorénavant, il en sera ainsi. Je suis entièrement d'accord
pour ne pas installer le Far West en la matière!
10.16 Minister Renaat Landuyt:
De expertises vallen altijd onder
de verantwoordelijkheid van de
aangewezen deskundigen, die
gebruik maken van een erkende
methode.
10.17 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik moet zeggen
dat ik het nog even zal moeten laten bezinken want ik begrijp het
allemaal nog niet zo goed. Dat is waarschijnlijk aan mij te wijten. Als ik
het goed begrijp, als ik straks naar huis rijd en ik drink hier eerst nog
een aantal pinten in de bar, men houdt mij tegen en men doet mij
blazen en ik heb 0,5 promille, dan kan ik tegen de agenten zeggen dat
minister Landuyt zojuist in de Kamer verklaard heeft dat 0,5 in
principe...
10.17 Guido De Padt (VLD): Je
ne comprends pas bien votre
réponse. Lorsque je souffle dans
le ballon et que la police constate
que mon taux d'alcoolémie s'élève
à 0,5 pour mille, puis-je invoquer la
non-fiabilité de l'alcootest?
10.18 Minister Renaat Landuyt: Als u dat debat wil voeren, zou u
moeten weigeren om te blazen.
10.19 Guido De Padt (VLD): Weigeren om te blazen?
10.20 Minister Renaat Landuyt: Het is geen goede reclame voor een
parlementslid, maar u moet dan weigeren om te blazen zodat men de
neiging heeft om u op te leggen een bloedproef te doen. Men kan het
evenwel ook gemakkelijker doen. Men kan zeggen er altijd zo uit te
zien, dat het niet echt dronkenschap is en dat men tamelijk recht uit
de auto stapt.
10.20 Renaat Landuyt, ministre:
Pas au moment où vous soufflez.
Vous pouvez néanmoins refuser
de souffler, pour qu'une prise de
sang vous soit alors imposée.
10.21 Guido De Padt (VLD): Bent u nu over mij bezig, mijnheer de
minister?
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
10.22 Minister Renaat Landuyt: Het is een hypothese. Men kan dan
gewoon zeggen dat men weigert te blazen en daarvoor kan een
proces-verbaal worden opgesteld. Dat is een veel goedkopere
methode om u een sanctie op te leggen voor uw wangedrag.
Waar hebben ze een punt? Ik zeg het u in alle openheid.
Wetenschappelijk zegt men dat als we die teksten van de mensen
van Saint-Luc volgen er in die minimale hypothese een discussie
mogelijk is. Dan nog gaat het over personen die in hun bloed ook die
of die samenstelling zouden hebben. Zij zeggen dat een combinatie
van bepaalde producten zou kunnen leiden tot onnauwkeurigheid. In
feite, als u het mij vraagt, is dat de moeite niet om over te
discussiëren. Mijn houding daartegenover is dat ik wel wil dat de wet
meer moet toelaten dat ook nieuwere methodes kunnen worden
gebruikt, maar niet in de situatie waarin men er een discussiepunt van
maakt. Dat zou mij dan weer afremmen.
10.22 Minister Renaat Landuyt:
Par ailleurs, la police peut toutefois
simplement constater que vous
refusez de souffler et établir
ensuite un procès-verbal. Il s'agit
de la méthode la moins onéreuse.
Selon les scientifiques, la
combinaison de certains produits
peut aboutir à des résultats
imprécis. Mais j'estime que cette
discussion n'en vaut pas la peine.
Les nouvelles méthodes doivent
avoir leur chance sur le plan légal
mais il ne peut alors y avoir plus
aucune discussion à leur sujet.
10.23 Guido De Padt (VLD): Ik denk dat we natuurlijk moeten pleiten
voor een absoluut zo groot mogelijke rechtszekerheid, ook voor de
mensen die daarmee geconfronteerd worden. Mijnheer de minister, ik
heb gezien dat u een aantal nota's had. Ik denk dat het misschien
nuttig zou zijn om de teksten die zijn uitgeschreven in ons bezit te
krijgen, om ons toe te laten ze in te kijken. Ik wil u evenwel niet
forceren. Er kunnen zaken in staan die u misschien liever niet kwijt
bent. Op het vlak van de cijfers en dergelijke meer zou het mij wel
interesseren om dat even te vergelijken. Ik wil u echter niet forceren.
10.23 Guido De Padt (VLD):
Nous devons plaider pour une
sécurité juridique maximale. Le
ministre peut-il mettre ses notes à
notre disposition?
10.24 Minister Renaat Landuyt: Voor de cijfers zou u beter een
schriftelijke vraag stellen, dan kan ik nauwkeuriger antwoorden.
10.24 Renaat Landuyt, ministre:
Si vous souhaitez des chiffres plus
détaillés, il est préférable de poser
une question écrite.
10.25 Guido De Padt (VLD): Goed. Dat zal ik doen.
De voorzitter: Er is nog een bijkomend element. Dat is het verhaal
van de verzekeringsmaatschappij ten overstaan van een cliënt. Die
0,5 promille wordt dan zeer belangrijk, erboven of er onder.
Le président: Nous n'avons pas
encore abordé la question des
compagnies d'assurances. A cet
égard, le taux de 0,5 pour mille
revêt bel et bien de l'importance.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "gevaarlijke transporten die onveilig
geladen zijn" (nr. 6074)
- de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de toename van inbreuken inzake
foutieve stuwing van gevaarlijke goederen" (nr. 6090)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "gevaarlijke transporten die onveilig
geladen zijn" (nr. 6244)
11 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les transports dangereux chargés sans
respecter les consignes de sécurité" (n° 6074)
- M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'augmentation des infractions pour défaut
d'arrimage de marchandises dangereuses" (n° 6090)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les transports dangereux avec chargement non
sécurisé" (n° 6244)
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
11.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in feite
stoffeert mijn tweede vraag de eerste vraag.
11.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zet mijn
vraag nr. 6367 om in een schriftelijke vraag.
De voorzitter: Waarvan akte.
11.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag
gaat over de transportsector die eerder al aan bod kwam in de vraag
van de heer Lenssen. Uit uw antwoord daarop heb ik begrepen dat u
werkt aan het opstellen van een plan voor de transportsector.
Misschien kan de materie die nu aan de orde is daarin ook worden
opgenomen.
Wij vernemen immers via de media dat het aantal vastgestelde
inbreuken op de vereisten inzake veilige ladingen van gevaarlijke
goederen in stijgende lijn gaat. Een vijfde van de gevaarlijke
transporten zou een potentiële oorzaak van onveiligheid en fileleed
kunnen zijn omdat de lading kan schuiven. De oorzaak van dit alles
zou stuwing zijn door ladingen die niet of slecht zijn vastgezet in de
vrachtwagens. Op de 691 gecontroleerde transporten werden in 2004
niet minder dan 141 inbreuken op de lading vastgesteld. Dat is 22%.
In een reactie die ook in de krant is verschenen, wijst de FOD
Mobiliteit en Vervoer naar de bedrijven die de goederen verzenden,
minder naar de transportfirma's en nog minder naar de chauffeurs.
De oorzaken van de fel stijgende trend zouden liggen bij
veiligheidsbesparingen door de bedrijven wegens de steeds
toenemende concurrentie. Nochtans kunnen de bedrijven die de
goederen laten verzenden via de transportfirma's, mee aansprakelijk
worden gesteld, zowel via de wet van 3 mei 1999 als via het KB van 9
maart, dat staat in mijn aanvullende vraag, over het ADR-vervoer
waarbij de verzender expliciet wordt vernoemd bij de bepaling dat het
verboden is om gevaarlijke goederen te laden, te vervoeren, te doen
laden of te doen vervoeren indien het vervoer niet voldoet aan de
bepalingen van het ADR-vervoer, de bijlagen en dit besluit.
Het probleem lijkt groter te worden. Komt dit door een toename van
het aantal controles of wordt het probleem op het terrein groter? Als
het probleem groter wordt, hoe moeten wij erop reageren? Is er een
probleem met de regelgeving of is er een hogere handhavinggraad
noodzakelijk? Is de medeverantwoordelijkheid die de FOD Mobiliteit
en Vervoer heeft vastgelegd, van toepassing? Zo ja, wordt dit ook in
processen-verbaal vastgesteld? Kunt u ons zeggen of de vaststelling
van medeverantwoordelijkheid daadwerkelijk leidt tot bestraffing?
Indien een vaststelling van medeverantwoordelijkheid niet gebeurt,
om welke reden is dat dat? Indien de medeverantwoordelijkheid in
deze gevallen niet meespeelt, is het dan niet nodig om de wet aan te
passen? Is de minister bereid om daartoe de nodige maatregelen te
nemen? De vraag is eigenlijk of de verzenders voldoende worden
betrokken bij de controles en eventuele processen-verbaal, boetes en
dergelijke?
11.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Selon les médias, le
nombre d'infractions concernant la
sécurité du transport de
marchandises dangereuses est en
augmentation. En 2004, quelque
22% des transports de
marchandises contrôlés se sont
avérés non conformes. Cette
évolution serait due aux mesures
d'économie prises par les
entreprises en raison de la
concurrence accrue. Conformé-
ment à l'article 37 de la loi du 3
mai 1999 relative au transport de
choses par route, les donneurs
d'ordre, chargeurs, commission-
naires de transport ou
commissionnaires-experts peu-
vent être tenus pour co-
responsables en cas de non-
respect des prescriptions de
l'ADR. L'arrêté royal du 9 mars
2003 relatif au transport ADR
élargit la responsabilité au
transporteur et au chauffeur.
Dans le cadre des infractions
constatées, la co-responsabilité a-
t-elle été établie? Dans la
négative, la loi ne doit-elle pas être
adaptée? Le cas échéant, la co-
responsabilité est-elle constatée
dans les procès-verbaux des
services d'inspection? Dans
combien de cas un tel constat
aboutit-il à une sanction effective?
Si le constat de la co-
responsabilité n'est pas établi,
quelle en est la raison?
11.04 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uit recente gegevens van de FOD Mobiliteit en Vervoer blijkt
dat steeds meer vrachtwagens die gevaarlijke goederen vervoeren,
de ADR-transporten, slecht geladen zijn en een ongeval kunnen
11.04 Guido De Padt (VLD): Il
ressort de données récentes du
SPF Mobilité et Transports que de
plus en plus de camions
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
veroorzaken. Het aantal inbreuken op stuwing steeg in 2004
spectaculair tot 22% van het aantal gecontroleerde vrachtwagens. Dat
betekent dat, omdat de lading kan schuiven, bijna een op vijf ADR-
transporten potentiële ongevallenveroorzakers zijn. Vandaar mijn
vragen.
Wat zijn de oorzaken van de forse toename van het aantal inbreuken
op stuwing met gevaarlijke transporten in 2004? Zijn de controles
evenredig toegenomen?
Welke maatregelen zal de minister nemen om de inbreuken inzake
stuwing van gevaarlijke goederen terug te dringen?
Wie draagt doorgaans de strafrechtelijke verantwoordelijkheid bij
inbreuken inzake stuwing? Is er bij ADR-transporten sprake van een
afdwingbare medeverantwoordelijkheid van de opdrachtgever,
verlader of andere tussenpersoon, analoog aan de gewijzigde wet van
3 mei 1999 betreffende het vervoer via de weg?
Uit de cijfers van de FOD blijkt tevens dat de Belgische vrachtwagens
het qua inbreuken iets beter doen dan het internationale gemiddelde.
Is de minister van plan om deze problematiek ook op de Europese
Ministerraad aan te kaarten?
transportant des substances
dangereuses, c'est-à-dire les
transports ADR, ne sont pas
correctement chargés et qu'ils
peuvent dès lors causer des
accidents.
La hausse du nombre d'infractions
constatées est-elle aussi liée à
une augmentation de la fréquence
des contrôles? Quelles mesures le
ministre prendra-t-il pour réduire le
nombre d'infractions? En règle
générale, qui est pénalement
responsable en cas d'infraction?
Les statistiques du SPF révèlent
aussi que les camions belges sont
davantage en règle que les
camions étrangers. Le ministre
abordera-t-il la question lors du
Conseil des ministres européens?
11.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, de cijfers die
in de pers zijn verschenen zijn de persoonlijke cijfers van een persoon
uit mijn administratie, die deze op een studiedag gebruikte. Ik
beschouw dit verslag dus niet als zijnde een verslag van de FOD in
zijn geheeld. Deze cijfers moeten worden genuanceerd en geplaatst
in een groter geheel.
Ik kom hiermee ook terug op een andere vraag: volgens mij is er nood
aan een goede planning van alles wat te maken heeft met de controle
op het vrachtvervoer, specifiek wat het transport van gevaarlijke
goederen betreft.
In antwoord op de specifieke vragen over medeverantwoordelijkheid
kan ik zeggen dat de inspecteurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer
wel vaststelling doen, maar dat er geen feedback is over wat er met
die vaststellingen gebeurt op het parket of bij de procureur.
Daaromtrent blijkt er geen communicatie te bestaan en men weet dus
niet of de zaken worden onderzocht en of er een vervolging wordt
ingesteld voor de rechtbank en dergelijke.
Om die reden heb ik zelf het initiatief genomen ter ordening van alles
wat met de controle van het vrachtvervoer te maken heeft. Zo kan er
een gedegen dossier komen als basis voor een overleg met de
procureurs-generaal. Dat moet uiteraard gebeuren met respect voor
de bevoegdheden van mijn collega van Justitie. Via overleg kunnen
we zo te weten komen of de controles die door onze diensten
gebeuren, ook worden opgevolgd door het gerechtelijk systeem.
Enkel via het gerechtelijk systeem kan de sterkte worden gemeten
van regelgeving inzake medeverantwoordelijkheid.
11.05 Renaat Landuyt, ministre:
Ces chiffres ne proviennent pas
d'un rapport du SPF. Un agent de
mon administration les a cités lors
d'une journée d'étude. Ces
données sont propres à l'agent en
question et il convient de les situer
dans un plus large contexte. S'il y
a lieu, la coresponsabilité est
constatée par les inspecteurs mais
je ne dispose pas de chiffres
concernant la suite qui y est
réservée car nous n'avons pas de
feed-back des parquets. Je
consulterai les procureurs-
généraux à ce sujet. A l'heure
actuelle, je n'ai connaissance que
des perceptions immédiates. Etant
donné qu'il appartient aux
tribunaux de se prononcer sur la
question de la coresponsabilité, je
ne puis me prononcer à ce sujet.
11.06 Jef Van den Bergh (CD&V): U hebt dus geen enkel zicht op
het effectief beboeten van verzenders in het kader van de
gemeenteverantwoordelijkheid?
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
11.07 Minister Renaat Landuyt: Het enige wat wij hebben, is wat
onze ambtenaren bijhouden. Zij hebben zicht op de directe
betalingen, denk ik. Dat is dan omdat de vervoerder opteert voor de
minste miserie zonder commerciële schade in de discussie en betaalt.
Dat is dan de directe betaling. Men kan maar de problematiek van
medeverantwoordelijkheid goed testen en de sterkte ervan kennen in
de mate dat men door de rechtbank voor niet-betaling effectief
vervolgd wordt. Daarin stel ik vast dat er geen goede communicatie
blijkt te zijn. Dat gebeurt nog. De parketten, als wereld apart, sturen
geen informatie door naar andere diensten. Daar zal ik mijn
bevoegdheid gebruiken om daar wel aan te geraken.
11.08 Guido De Padt (VLD): Ik begrijp dat de minister geen antwoord
kan geven op alle vragen en dat hij dat in een breder kader wil
situeren. Hebt u er zicht op, mijnheer de minister, of de controles zijn
toegenomen in 2004?
11.08 Guido De Padt (VLD): Le
nombre de contrôles a-t-il
augmenté en 2004?
11.09 Minister Renaat Landuyt: Het is wel zo dat er ondertussen veel
meer is. Vandaar ook de grotere vaststellingen. Vandaar dat je ook
die cijfers met wetenschappelijk wantrouwen moet bekijken. Er zijn
meer vaststellingen, doordat er ook meer controles gebeuren op de
weg. Dit is ook een punt waarop ik nogal aandring: op veel
dynamischer controleren.
Ik stel vast dat bijna iedere ambtenaar afzonderlijk met de nodige
verantwoordelijkheid zijn werk doet, maar ik zie de grote lijnen niet in
wat men aan het doen is. Ik wens een betere coördinatie. Dat vergt
enige tijd en zelfs overleg met de sectoren.
11.09 Renaat Landuyt, ministre:
Les contrôles sont plus fréquents
et il y a par conséquent plus de
constats. Je ne vois toutefois
guère de cohérence dans la
manière dont ces contrôles sont
effectués. Je souhaite une
meilleure coordination.
11.10 Guido De Padt (VLD): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de bijdrage van
'ingenieurs en conducteurs van bruggen en wegen' aan een beter incidentmanagement op de
autosnelwegen" (nr. 6075)
12 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la contribution des 'ingénieurs et
conducteurs des ponts et chaussées' à une meilleure gestion des incidents survenus sur les
autoroutes" (n° 6075)
12.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik heb het over een idee dat uit Nederland komt
overwaaien, zoals dat wel eens meer gebeurt. Mijn vraag is dan of het
opportuun is om hetzelfde bij ons te doen? Ongevallen op
autosnelwegen, zeker met vrachtwagens, zijn vaak een oorzaak van
filevorming. Een snelle zorg voor doorstroming en voor de afwikkeling
van de nodige vaststellingen maakt deel uit van elk ernstig
incidentmanagement, zoals dat heet, en is ook een belangrijk element
in het bereikbaarheidsbeleid.
In Nederland werd daarvoor alle hens aan dek geroepen. Alle
ambtenaren van Waterstaat hebben, na hun opleiding, de
bevoegdheid gekregen om de nodige bijdragen te leveren aan een
snel en vlot incidentmanagement. Na een aantal succesvolle
experimenten mogen zij nu in heel Nederland stoptekens geven, het
verkeer opzwaaien zo noemt men dat daar , ongevalformulieren
invullen en voertuigen alvast naar de kant slepen. Zij zouden dus een
12.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les accidents sur les
autoroutes sont une cause
importante du problème des
embouteillages. Aussi est-il
souhaitable de procéder
rapidement aux constats. Aux
Pays-Bas, des fonctionnaires du
Waterstaat se sont vu conférer le
pouvoir de donner des injonctions
d'arrêt du trafic, de régler la
circulation, de compléter des
constats et de dépanner des
véhicules pour les ranger sur le
bas-côté. De cette manière, les
constatations d'usage peuvent être
traitées plus rapidement et les files
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
aantal taken mogen uitoefenen, die normaal gezien voor de politie
worden voorbehouden. In Nederland zijn bij incidenten op de grote
wegen inspecteurs van Waterstaat namelijk vaak vlugger ter plaatse
zijn dan de politiediensten. Als zij reeds mogen beginnen met taken
die zich opdringen, dan wordt het verkeer vlugger geleid, de
vaststellingen sneller gedaan en lossen de files dus ook vlugger op.
Dat systeem blijkt gekopieerd te zijn van de werkwijze in Salt Lake
City in de Verenigde Staten.
In ons land hebben de ingenieurs en de conducteurs van bruggen en
wegen krachtens artikel 3.4 van het verkeersreglement de
bevoegdheid om de verkeersregels te handhaven en het verkeer te
regelen. Op basis daarvan kunnen we dus veronderstellen dat zij de
taken die ik zonet heb beschreven het incidentmanagement, zoals
men dat in Nederland nu wil toepassen , bij ons eveneens zouden
kunnen uitvoeren.
Die bevoegdheid van de ingenieurs en de conducteurs van bruggen
en wegen lijkt evenwel slechts een theoretische bevoegdheid te zijn,
tenzij u dat zo dadelijk zult tegenspreken.
Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen.
Is de theoretische bevoegdheid van de gewestelijke ambtenaren
Openbare Werken beperkt in omvang? Zo ja, voor welke aspecten
zijn zij dan wel en niet bevoegd?
Acht u het zinvol dat ook die ambtenaren ingeschakeld zouden
worden, mits eventueel enige opleiding, voor de verzorging van de
veilige doorstroming en de snelle afhandeling van de vaststellingen bij
ongevallen op autosnelwegen? Indien neen, waarom zou dat in
Nederland wel positief kunnen zijn en bij ons niet?
De vaststellingsbevoegdheid van de ingenieurs en de conducteurs
van bruggen en wegen is bij mijn weten tot nu toe erg theoretisch
gebleven. Heeft de overheid in dat kader niet al enkele kansen laten
liggen? Mogelijk kan mijn vraag een aanleiding zijn om de politionele
bevoegdheid van die mensen te herwaarderen.
se résorbent plus vite. C'est ce
que nos voisins du nord appellent
le "incidentmanagement".
Chez nous, le code de la route et
la circulation routière sont de la
compétence des ingénieurs et des
conducteurs des ponts et
chaussées. On peut donc
supposer qu'ils pourraient eux
aussi accomplir les tâches que je
viens d'évoquer.
Quelle est la portée des
compétences de ces
fonctionnaires? Le ministre
estime-t-il opportun de faire appel
à eux pour traiter les constatations
lors d'accidents survenus sur les
autoroutes? Jusqu'ici, le pouvoir
de constatation des fonctionnaires
est demeuré purement théorique.
Le ministre est-il disposé à
revaloriser cette attribution
policière?
12.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, mijnheer Van den Bergh, ten eerste, de bevoegdheid van
de ingenieurs van bruggen en wegen, zoals omschreven in artikel 3
van het verkeersreglement, is inderdaad nogal beperkt en slechts van
toepassing voor de aangelegenheden die tot de beheersbevoegdheid
van de Gewesten behoren.
Als ik mij niet vergis, is er nog een gelijkaardige discussie bezig voor
de Raad van State, daterend van vóór mijn aanstelling tot federaal
minister, over de inspecteurs van De Lijn. De inspecteurs van De Lijn
hadden van de Vlaamse regering de bevoegdheid gekregen om ook
de naleving van het verkeersreglement al dan niet vast te stellen. Dat
werd ter discussie gesteld door een procedure van de federale
regering, die nu hangende is voor de Raad van State. Over de zaak
werd in februari 2005 gepleit. Er zal binnenkort een uitspraak zijn.
Die uitspraak zal nuttig zijn voor de interpretatie van dergelijke regels,
omdat de logica van het huidige systeem is dat de bevoegdheid
inzake verkeersreglement juist strikt gebonden is aan de bevoegdheid
12.02 Renaat Landuyt, ministre:
Les compétences visées à
l'article 3 du règlement général sur
la police de la circulation routière
se limitent à des matières relevant
de la compétence de gestion des
Régions. Une procédure est
actuellement pendante devant le
Conseil d'Etat au sujet des
pouvoirs des inspecteurs de De
Lijn dans le cadre du respect du
Code de la route. L'arrêt attendu
dans cette affaire contribuera
également à une meilleure
interprétation des pouvoirs des
ingénieurs et conducteurs des
ponts et chaussées. En tout cas,
ces pouvoirs spécifiques sont à
rapprocher de la compétence
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
van de betrokken ambtenaren in het algemeen. De bevoegdheid is
een bijzaak van hun hoofdbevoegdheid. Het systeem laat dus volgens
mij niet veel ruimte voor interpretatie. Ik heb ten andere ooit een
boekje geschreven over de hele problematiek.
Inzake de ongevalafhandeling gaat uw vraag uit van een onbestaande
premisse, met name dat de conducteur of de ingenieur van bruggen
en wegen vlugger ter plaatse zou zijn dan de politie. Als wij immers de
analyse maken van de al dan niet vlotte ongevalafhandeling, dan
heeft het tijdsbestek niet zozeer te maken met de laattijdige
aanwezigheid van de politie. Er is in het tijdsverloop veel meer te
zeggen over het tijdstip waarop de weg kan worden vrijgemaakt
wegens gerechtelijke procedures. Allicht kan er meer tijd worden
gewonnen door even te bekijken hoe we inzake gerechtelijke
procedures en gerechtelijke afhandeling van een ongeval een en
ander kunnen veranderen.
Op initiatief van het kabinet zijn we momenteel bezig om iedereen die
te maken heeft met de ongevalafhandeling, bijeen te brengen om juist
die tijdsanalyse te maken. Het vertrekpunt daarbij is de vraag waar er
tijd wordt verloren. Gezien de vaststelling dat één ongeval in ons land
tegenwoordig de economie van het land zes uur stil kan leggen, leek
het ons de moeite om dat initiatief te nemen en zuiver op de tijdstabel
te bekijken welke handelingen de meeste tijd in beslag nemen. Op die
manier kunnen we nagaan waar we moeten ingrijpen vóór we zomaar
fantasieën uit het buitenland overnemen.
générale du fonctionnaire.
En ce qui concerne le traitement
des accidents, M. Van den Bergh
part du principe que l'ingénieur
des ponts et chaussées arriverait
plus rapidement sur place que la
police. Les problèmes liés au
règlement d'un accident ne sont
pas dus à l'arrivée tardive de la
police mais à l'exécution de
devoirs judiciaires retardant la
réouverture de la chaussée.
Je réunirai prochainement toutes
les instances intervenant dans le
suivi d'un accident pour effectuer
une étude des délais. Nous
devons identifier les pertes de
temps et intervenir à bon escient,
avant de mettre en oeuvre des
solutions fantaisistes appliquées
dans d'autres pays.
12.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik dank u voor uw antwoord. U stelt dat er effectief wordt
gekeken hoe men het best en het snelst kan ingrijpen bij incidenten.
Dat wijst erop dat hiervan werk wordt gemaakt en dat is positief.
Het Fast-project op de Antwerpse Ring, dat volgens mij intussen ook
wordt toegepast in Brussel, houdt in dat die mensen klaar staan en
dus meestal heel snel ter plaatse kunnen zijn. Moeten zij bij een
ongeval op de politie wachten alvorens zij met hun werkzaamheden
kunnen beginnen?
12.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je me réjouis que l'on
essaie d'améliorer la situation. Le
projet Fast mis en place sur le ring
d'Anvers vise à permettre aux
personnes concernées d'être
rapidement sur place. En cas
d'accident, doivent-ils attendre
l'arrivée de la police avant de
pouvoir commencer leurs travaux?
12.04 Minister Renaat Landuyt: Strikt genomen wel. Het grootste
probleem naar mijn bescheiden mening is precies het probleem van
de vaststelling. Een van de grootste discussiepunten is wie
gerechtelijk expert kan zijn en of een gerechtelijk expert effectief alles
zelf moet hebben gezien om vaststellingen te kunnen doen. In deze
tijd, waar we over alle mogelijke manieren beschikken om alles per
film of digitaal vast te leggen, beweert men desondanks dat men de
temperatuur van het ijzer ter plaatse moet kunnen meten om de
aansprakelijkheid voor een ongeval te kunnen vaststellen. Dat is
precies het grootste tijdverlies. Ik denk dat men zonder dat heel wat
tijd kan winnen. Het Fast-project is heel goed omdat men daar
klaarstaat om in te grijpen en weg te takelen. Er is echter één grote
rem en dat is precies het feit dat het vaststellen van de
verantwoordelijkheden bij een ongeval enorm veel tijd in beslag
neemt.
12.04 Renaat Landuyt, ministre:
Oui. Le plus gros problème est
celui posé par le constat judiciaire
et la personne qui est compétente
en la matière. Grâce aux actuels
progrès techniques le constat
pourrait être réalisé sur la base
d'images mais pour l'instant il
semblerait qu'il soit nécessaire de
l'établir sur place. Ce sont ces
procédures qui freinent l'interven-
tion des équipes du projet Fast.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Samengevoegde vragen van
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de vrijstellingen van de draagplicht
van de veiligheidsgordel" (nr. 6114)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de vrijstellingen van de draagplicht
van de veiligheidsgordel" (nr. 6117)
13 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les dispenses du port obligatoire de la ceinture
de sécurité" (n° 6114)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les dispenses du port obligatoire de la ceinture
de sécurité" (n° 6117)
De voorzitter: Mijnheer Van den Bergh, u houdt blijkbaar geweldig aan deze vraag, want u hebt ze twee
keer ingediend. U staat er 200% achter?
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb het
ook vastgesteld. Het betreft hier natuurlijk maar één vraag. Blijkbaar
is er iets misgelopen bij het faxen.
Mijnheer de minister, deze vraag is ontstaan naar aanleiding van de
campagne rond het gordeldier en de controles op de gordeldracht.
Het blijkt een succesvolle campagne te zijn. Uit de recentste cijfers
over de gordeldracht blijkt dat het de goede kant opgaat, hoewel wij
nog enige achterstand goed te maken hebben ten opzichte van
andere landen.
Artikel 35 van het verkeersreglement bepaalt ook een aantal
uitzonderingen op de gordeldraagplicht, onder meer voor mensen die
achteruitrijden, taxichauffeurs die passagiers vervoeren, personen die
kleiner zijn dan anderhalve meter en bestuurders van prioritaire
voertuigen, zoals politie-, brandweer-, en ziekenwagens en voertuigen
van de civiele bescherming, wanneer hun opdracht het rechtvaardigt.
Ook de bestellers van goederen kunnen uitzonderingen op de
gordeldraagplicht genieten.
Ter informatie wou ik u vragen of het effect van de bestaande
vrijstellingen van de gordeldraagplicht op de verkeersveiligheid reeds
geëvalueerd werd of geëvalueerd zal worden. Op een moment dat
iedereen wordt opgeroepen om de gordel te dragen en dat er serieuze
controleacties zijn op het dragen van de gordel, kan het sommigen
misschien tegenstaan dat bepaalde groepen nog vrijgesteld kunnen
worden.
Voor welke groepen meent u dat de praktische motieven voor het
vrijstellen nog opwegen tegen de veiligheidswinst van de
gordeldracht?
13.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): L'article 35 du Code de la
route détermine les dispenses de
l'obligation de porter la ceinture de
sécurité. L'effet de ces dispenses
sur la sécurité routière a-t-elle déjà
été évaluée? Les motifs pratiques
revêtent-ils plus d'importance que
les raisons de sécurité?
13.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
den Bergh, wat de evaluatie van bestaande vrijstellingen betreft, er is
mij geen enkele evaluatie bekend. Als u het mij vraagt, dan denk ik
dat er een probleem zou kunnen zijn met de vrijstellingen, omdat ze te
veel op de functie gericht zijn en te weinig op de situatie. Om te
benadrukken dat de uitzonderingen echte uitzonderingen moeten zijn,
zouden wij de vrijstellingen eventueel kunnen heromschrijven naar
bijzondere situaties waarin het bijna onmogelijk of echt storend is om
de gordel te dragen.
In de loop van de huidige campagnes hebben wij vastgesteld dat
diverse politiediensten uit eigen beweging een eigen campagne
hieraan gekoppeld hebben om zelf, veel beter dan vandaag, het
13.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne suis pas informé d'une
évaluation des dispenses de
l'obligation de porter la ceinture de
sécurité. J'estime qu'en ce qui
concerne la question des
dispenses, l'accent porte trop sur
la fonction de conducteur et pas
assez sur la situation concrète.
Pour bien souligner qu'il s'agit
d'exceptions, on pourrait éventuel-
lement limiter les dispenses aux
situations dans lesquelles il est
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
voorbeeld te tonen inzake het dragen van de gordel.
In de loop van de maand mei verwachten wij nieuwe cijfers rond de
gordeldracht. Dat kan een moment zijn om na te gaan op welke wijze
wij de gordeldracht nog meer kunnen stimuleren. Een van de
methodes zou erin kunnen bestaan de uitzonderingen te verstrengen.
Dat gebeurt dan wel zonder dat er een specifieke evaluatie bestaat of
zonder dat er enige kennis is van misbruiken van de
uitzonderingsregel. Er werd alleen opgemerkt dat diverse
politiediensten te weinig de gordel droegen. In het kader van de
huidige campagne heeft de politie zelf aangevoeld dat zij best een
interne campagne voerde om beter het voorbeeld te geven.
quasiment impossible de porter la
ceinture.
A la suite de la campagne
préconisant le port de la ceinture,
divers services de police ont
décidé de leur propre initiative de
donner eux-mêmes le bon
exemple.
Des nouveaux chiffres sur le port
de la ceinture seront disponibles
au mois de mai. Nous pourrons
alors envisager la manière
d'encourager davantage le port de
la ceinture et décider
éventuellement de limiter les
dispenses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "la place du Comité consultatif des usagers à la suite
de la nouvelle structure du groupe SNCB" (n° 6221)
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les plaintes récentes du Comité consultatif des
usagers de la SNCB concernant la non-prise en compte systématique du Comité et de ses avis sur
l'accueil des voyageurs" (n° 6241)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "de rol van het Raadgevend Comité van de
Gebruikers naar aanleiding van de nieuwe structuur van de NMBS-groep" (nr. 6221)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de recente klachten van het
Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS over de systematische onderwaardering van het
Comité en zijn adviezen over het onthaal van de reizigers" (nr. 6241)
14.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, depuis le 1
er
janvier 2005, la SNCB est scindée en trois
entités: la société de transport SNCB, le gestionnaire de
l'infrastructure, Infrabel, et l'organe de coordination, la SNCB Holding.
Il va de soi que cette scission ne peut rester sans conséquence pour
le Comité consultatif des usagers auprès de la SNCB. Actuellement,
ce comité ne sait pas quel rôle lui sera accordé dans cette nouvelle
structure.
Fin du mois de novembre 2004, vous affirmiez qu'il n'était pas prévu
de Comité consultatif des usagers auprès d'Infrabel "parce que les
clients d'Infrabel ne sont pas des usagers mais des sociétés de
transport". Cela revient de facto à vouloir limiter le rôle du comité à la
seule société de transport SNCB. Or, je tiens à rappeler que tous les
éléments qui ont trait au service des usagers tant voyageurs que
marchandises sont répartis à la fois sur la société de transport SNCB
et sur Infrabel.
Cette option est en contradiction avec l'article 47 de la loi du
21 mars 1991 sur les entreprises publiques qui prévoit que "le comité
consultatif émet des avis sur toute question relative aux services
fournis par l'entreprise publique". Ces services n'englobent pas
14.01 Joseph Arens (cdH): Sinds
1 januari 2005 is de NMBS
opgesplitst in drie entiteiten: de
vervoersmaatschappij NMBS, de
infrastructuurbeheerder Infrabel en
het coördinatie-orgaan, de NMBS
Holding.
Eind november 2004 verklaarde u
dat er bij Infrabel niet in een
Raadgevend Comité van de
Gebruikers was voorzien,
aangezien haar cliënten geen
treingebruikers zijn, maar wel
vervoersmaatschappijen.
Daardoor is voor het Comité nog
enkel een rol weggelegd binnen de
vervoersmaatschappij.
Overeenkomstig de wet van 21
maart 1991 betreffende de
overheidsbedrijven is het
raadgevend comité niet enkel
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
seulement les trains en tant que tels (voyageurs et marchandises)
mais aussi tout ce qui s'y rapporte comme les tarifs, les gares, le
confort, l'accueil, les quais et leurs équipements ainsi que les voies
nécessaires à la circulation de ces trains.
De plus, cette option est également en contradiction avec l'arrêté
royal du 4 juin 2002 fixant la composition du comité. Celui-ci
comprend entre autres dix membres représentatifs des utilisateurs, le
terme "utilisateurs" étant valable non seulement pour les personnes
physiques mais aussi pour les organisations économiques et les
entreprises.
Je soulignerai également qu'Infrabel n'est pas uniquement
responsable de l'infrastructure ferroviaire mais aussi de la majeure
partie des équipements d'accueil dans les gares et sur les quais,
précisément l'une des questions qui intéressent directement l'usager
individuel.
Cela démontre donc que le comité est directement impliqué dans les
missions de la SNCB (transporteur) et d'Infrabel (infrastructure).
Exclure le comité de l'une des deux activités de base équivaut à
réduire considérablement sa compétence consultative et son
implication dans l'ensemble des services ferroviaires.
Ainsi, limiter la mission consultative du comité à la seule société de
transport SNCB serait en contradiction avec la loi du 21 mars 1991.
Une solution serait d'intégrer cette mission au sein de la SNCB
Holding qui joue un rôle de coordination et de centralisation vis-à-vis
des deux autres entités. Le comité pourrait alors, à partir de là,
s'acquitter de sa mission consultative pour les deux sociétés.
Monsieur le ministre, qu'envisagez-vous de faire?
bevoegd voor de treinen maar ook
voor
de overige diensten.
Bovendien is er in het koninklijk
besluit van 4 juni 2002 tot
vaststelling van de samenstelling
van het comité sprake van
gebruikers, die ook onderne-
mingen kunnen zijn. Ten slotte is
Infrabel ook verantwoordelijk voor
de onthaalinfrastructuur in de
stations en op de perrons.
Kan men het Comité niet met een
raadgevende taak in de NMBS
Holding belasten?
14.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, le Règlement
de la Chambre prévoit-il que l'on puisse interroger un ministre sur ses
intentions?
Le président: Non.
14.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je peux formuler
ma question différemment et vous la poser sous sa forme écrite. Je
voulais simplement quelque peu la raccourcir!
14.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn
vraag snel voorlezen, want ik sluit mij natuurlijk aan bij de vraag van
collega Arens.
Wij hebben allemaal een prachtig boek gekregen van het
Raadgevend Comité van de Gebruikers bij de NMBS en hetgeen daar
in het voorwoord wordt geschreven is, denk ik, toch niet helemaal iets
om trots op te zijn als spoorwegonderneming.
De NMBS heeft in 2004 blijkbaar nauwelijks of niet gereageerd op de
adviezen van het Raadgevend Comité van de Gebruikers, onder meer
in verband met de kwaliteit van het onthaal van de reizigers in de
kleine stations, nochtans een punt waaraan de NMBS de jongste
weken toch wel wat aandacht heeft besteed. Van overleg blijkt geen
sprake te zijn geweest. Nochtans kan deze langlopende actie van het
14.04 Jef Van den Bergh
(CD&V): En 2004, la SNCB est
manifestement restée sans
réaction devant les avis du Comité
consultatif des usagers, notam-
ment concernant l'accueil des
voyageurs dans les petites gares.
Il n'y a pas eu de concertation.
Néanmoins, on peut considérer
que cette action complète le
rapport de la direction Patrimoine
sur la qualité de l'accueil.
En outre, le Comité consultatif est
intégré au sein de la SNCB, de
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
Comité beschouwd worden als een goede aanvulling bij het rapport
van de directie Patrimonium over de kwaliteit van het onthaal in de
grote stations.
Bovendien wordt het Raadgevend Comité ondergebracht bij de
NMBS-transportmaatschappij zodat de vraag rijst of de bevoegdheid
van het Comité zich dan ook beperkt tot de treindienst zelf en dus niet
langer tot, onder andere, de stations.
Daarom zou ik van de minister graag willen vernemen hoe de NMBS
haar houding ten opzichte van het Comité verantwoordt. Er wordt
immers niet eens overleg georganiseerd met het Comité, als we de
voorzitter mogen geloven.
Verliest het Raadgevend Comité in de nieuwe NMBS-structuur de
bevoegdheid om adviezen te geven over de kwaliteit van de
onthaalinfrastructuur zelf? Die behoort immers tot Infrabel. Kan het
Comité adviezen hieromtrent richten aan Infrabel en welke juridische
waarde hebben deze adviezen dan nog wel? Is een eventuele
beperking van de adviserende bevoegdheid van het Comité tot de
treindienst zelf geen overtreding van de wet van 21 maart 1991, die
het Raadgevend Comité de bevoegdheid geeft over alles wat de
treingebruikers aanbelangt? Welke maatregelen gaat de minister in
dat verband nemen?
Wat met een eventuele adviesbevoegdheid voor de commerciële
treindienst? Dan kijken we al wat naar de toekomst. Moet het
Raadgevend Comité niet uitgebreid worden tot deze aspecten?
sorte qu'on peut se demander si,
désormais, la compétence du
Comité ne se limite plus qu'au
service ferroviaire lui-même et ne
concerne plus les gares.
Comment la SNCB justifie-t-elle
son attitude à l'égard du Comité?
Celui-ci perdra-t-il, au sein de la
nouvelle structure SNCB, son
pouvoir de rendre des avis sur la
qualité de l'infrastructure
d'accueil? Sera-t-il habilité à
adresser des avis à ce sujet à
Infrabel et quelle valeur juridique
revêtiront ces avis? Une limitation
du pouvoir consultatif du Comité
au service ferroviaire ne constitue-
t-elle pas une infraction à la loi du
21 mars 1991? Qu'en sera-t-il, à
l'avenir, d'une éventuelle
compétence d'avis du service
ferroviaire commercial?
14.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst
even aansluiten bij de laatste opmerking over het voorwoord en het
mooie rapport. Er staat daar veel meer in dan alleen maar een
voorwoord. In het voorwoord ontstaat er een kleine verwarring tussen
adviesverlener en overleginstantie. De NMBS legt ons uit dat ze
steeds formeel en tijdig de nodige antwoorden op de adviezen van het
Raadgevend Comité van de Gebruikers verstuurt. Ze zijn wellicht
ontgoocheld in de beperkte tijd die genomen wordt om nog eens
overleg te plegen over hun advies. De NMBS handelt mijns inziens
met haar houding volledig wettelijk correct op dit vlak.
Ik kom dan aan de huidige situatie. In de NMBS-
vervoersmaatschappij is het Raadgevend Comité van de Gebruikers
vooropgesteld als de continuering van de huidige situatie. Infrabel is
verantwoordelijk voor de infrastructuur. Zij kent in haar handelen
alleen als klanten de organisaties die gebruik wensen te maken van
de infrastructuur.
Nood aan contact en advies inzake gebruikers is er bij de
eindgebruiker. Bij alle operatoren die gebruik zullen maken van de
infrastructuur moeten de gebruikers hun adviezen kunnen geven,
zoals voorzien, in die mate dat wij uiteraard het systeem wensen te
handhaven, wat wij willen doen.
Bij de structuurhervorming hebben wij er in eerste instantie voor
gezorgd dat er niet drie raadgevende comités zijn, maar dat er één
raadgevend comité blijft. Dit valt onder de structuren van de NMBS-
vervoersmaatschappij.
14.05 Renaat Landuyt, ministre:
Le rapport du Comité consultatif
fait naître une certaine confusion
entre la notion `d'instance d'avis' et
celle `d'instance de concertation'.
La SNCB a indiqué qu'elle répond
toujours aux avis dans les délais
impartis. Le Comité est déçu parce
que cet avis donne lieu à une
concertation très restreinte mais la
méthode de la SNCB est en tout
cas correcte au regard de la loi.
Le Comité consultatif des usagers
constitue l'instance d'avis au sein
de la société de transports SNCB.
Infrabel est responsable des
infrastructures et traite avec les
organisations qui souhaitent faire
usage de celles-ci. L'utilisateur doit
toutefois également être entendu
dans ce contexte.
Lors de la réforme de la structure,
nous avons fait en sorte qu'il y ait
non pas trois comités consultatifs
mais qu'il n'en subsiste qu'un seul.
Celui-ci relève de la société de
transports SNCB.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
In de toekomst, hopelijk de verre toekomst, als er ook een vrije markt
is inzake vervoer van personen, zal er uiteraard een raadgevend
comité moeten worden opgericht dat adviezen kan verlenen aan alle
mogelijke operatoren. Dat is vandaag nog niet direct noodzakelijk.
Veuillez m'excuser. C'est la même chose pour les francophones.
Si le marché du transport des
personnes devait se libéraliser à
l'avenir, un comité consultatif
serait nécessaire pour conseiller
tous les opérateurs. Ce n'est pas
encore le cas aujourd'hui.
14.06 Joseph Arens (cdH): Ne vous en faites pas pour cela,
monsieur le ministre. Puis-je répliquer? Si je comprends bien votre
réponse, Infrabel ne concerne selon vous que des utilisateurs autres
que des personnes physiques. Je ne peux pas être d'accord
puisqu'Infrabel, comme je l'ai dit, n'est pas uniquement responsable
de l'infrastructure ferroviaire mais l'est également de la majeure partie
des équipements d'accueil dans les gares et sur les quais. Je
comprends donc mal pourquoi le Comité consultatif ne peut pas avoir
lui aussi son mot à dire à ce niveau-là.
14.06 Joseph Arens (cdH):
Volgens u heeft Infrabel enkel te
maken met andere dan fysieke
gebruikers. Infrabel is echter
verantwoordelijk voor het grootste
gedeelte van de
onthaalinfrastructuur in de stations
en op de perrons. Waarom krijgt
het Raadgevend Comité bijgevolg
geen inspraak?
14.07 Renaat Landuyt, ministre: Dans la structure, les interlocuteurs
d'Infrabel sont les organisations qui agissent pour l'utilisateur.
Aujourd'hui, il s'agit seulement de la SNCB. Seule la SNCB entretient
des rapports avec les utilisateurs. S'il y a des problèmes concernant
les quais ou les gares, c'est plutôt l'affaire du holding. Dans ce cas, le
système fait en sorte que les contacts avec l'opérateur SNCB aient
lieu par l'intermédiaire des deux autres instances. Cela dit, je ne suis
pas totalement hostile à votre suggestion et j'estime qu'il serait
convenable de prévoir une autorité d'avis dans les structures du
holding. Si on le fait, il ne pourrait s'agir que d'un pas provisoire: en
effet, après 2010, si le libre circuit pour voyageurs est institué, ce
comité pourrait être placé ailleurs, par exemple sous la responsabilité
de l'administration. Pour être franc, c'est la raison pour laquelle
j'hésite. Votre suggestion fait preuve d'une certaine logique: il serait
mieux de faire dépendre le comité du holding plutôt que d'Infrabel.
14.07 Minister Renaat Landuyt:
De reden daarvoor is dat enkel de
NMBS betrekkingen onderhoudt
met de gebruikersorganisaties. Als
er problemen zijn met de perrons
of de stations, verlopen de
contacten met de NMBS-operator
via de twee andere instanties van
de holding.
Het is echter niet ondenkbaar dat
er binnen de structuren van de
holding een adviescomité zou zijn.
Ik zal daarover nadenken.
14.08 Joseph Arens (cdH): C'était la question que j'avais clairement
posée: envisagez-vous l'intégration de la mission du Comité
consultatif au sein de la SNCB Holding? Cela me semblerait logique
dans ces trois structures actuelles.
Je vous demande vraiment de faire le nécessaire, je crois que c'est
important.
14.09 Renaat Landuyt ministre: Je vais commencer à y penser.
14.10 Joseph Arens (cdH): C'est déjà un premier pas mais j'espère
que vous irez plus loin.
14.11 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik zou de minister willen danken
voor zijn antwoord, ook voor zijn extra antwoord op de vragen van
collega Arens. Dat maakt een en ander toch wat duidelijker.
Toch heb ik nog een bedenking, mijnheer de minister, bij de
opmerking die u maakt over het al dan niet overtreden van de wet van
21 maart 1991. Ik vind het een beetje betreurenswaardig dat het de
NMBS met toch een raadgevend comité, enkel om gaat omdat het
wettelijk zou moeten en dan ook voldoet aan de wettelijke vereisten,
terwijl er blijkbaar toch geen sprake is van samenwerking op een
14.11 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il est regrettable que la
SNCB n'ait des relations avec le
comité consultatif que parce que la
loi du 21 mars 1991 l'y oblige. Il
n'est nullement question, semble-
t-il, d'une collaboration
constructive.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
constructieve manier. Als zij enkel op papier adviezen ontvangen of
hun antwoord terugsturen...
14.12 Minister Renaat Landuyt: Begrijp mij niet verkeerd. Ik heb
geen enkele reden om op grond van de huidige gegevens te zeggen
dat de NMBS niet correct zou zijn! Ik heb enkel gezegd dat het
voorwoord van het comité eigenlijk uitgaat van een stap te ver: het
maakt het onderscheid niet tussen een advies- en een overlegorgaan.
Het verwachtingspatroon ligt dus misschien wel te hoog. Dat is ook de
enige vaststelling. Men kan de NMBS niet iets verwijten waarin niet
wettelijk voorzien is, wat het wel doet in dat voorwoord. Het verwijt de
NMBS geen overleg te plegen, maar daarin is in het systeem niet
voorzien. In het systeem is in advies voorzien. Dat is het enige wat ik
heb opgemerkt.
14.12 Renaat Landuyt, ministre:
Les données ne permettent pas de
conclure à des pratiques
incorrectes de la part de la SNCB.
Cela étant, le Comité n'établit pas
de distinction entre organisme
consultatif et organisme de
concertation, et nourrit des
espérances irréalistes. La loi parle
de voix consultative et n'exige pas
la concertation.
14.13 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het federale 'Totaalplan fiets'"
(nr. 6245)
- de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "het Totaalplan fiets" (nr. 6366)
15 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "le plan fédéral global vélo" (n° 6245)
- M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "le plan global vélo" (n° 6366)
15.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega, het doet mij plezier dat collega Casaer zich
hierbij aansluit want het was al van voor de verkiezingen geleden dat
dit onderwerp hier nog eens aan bod is gekomen. Nu zijn we meteen
opnieuw met twee.
We hadden vorig jaar, bij de lancering van het Totaalplan fiets, toen
nog van minister Anciaux, al de indruk dat het meer een
verkiezingsstunt was dan een serieus beleidsdocument van een
federale regering. Sinds die verkiezingen is over dit plan dan ook niet
veel meer vernomen. Daarom wou ik van de minister vernemen in
hoever dit plan is uitgestegen boven de electorale stunt. Werd dit plan
dus ooit goedgekeurd door de Ministerraad? Is het Totaalplan fiets
ondertussen echt een beleidsdocument van de minister? Wordt of
werd dit voorgelegd aan de Ministerraad? Wat is eigenlijk de status
van dit plan? Welke aspecten werden er eventueel al uitgevoerd?
Welke worden er priortiair voorbereid en dergelijke meer? Wordt
hierover ook overleg gepleegd in verband met een aantal
maatregelen met andere ministers? Wordt er bijvoorbeeld over de
fiscale maatregelen overlegd met uw collega van Financiën? Krijgt het
totaalplan met andere woorden de volle steun van de hele federale
regering of zit dit plan ergens in een onderste schuif?
15.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le plan global "bicyclette"
du ministre Bert Anciaux tenait
plus du coup publicitaire que du
document politique. Depuis les
élections, on n'en entend plus
parler.
Ce plan a-t-il jamais été approuvé
par le conseil des ministres?
Quels aspects ont déjà été
exécutés ou sont préparés par
priorité? Le ministre discutera-t-il
de certaines mesures avec ses
collègues afin d'obtenir le soutien
du gouvernement fédéral?
15.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega, ik heb het inderdaad over het hetzelfde onderwerp
maar u zult merken dat de toonzetting toch misschien iets positiever is
dan louter zomaar zeggen dat het om goedkope
verkiezingspropaganda ging van minister Anciaux. Dat vind ik ten
aanzien van een ex-minister toch niet de juiste toon.
15.02 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Je trouve inopportun de prétendre
que ce plan n'était qu'un coup de
publicité électorale car il comporte
nombre de mesures favorables à
la promotion de l'utilisation de la
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Ik moet zeggen... U zegt?
bicyclette.
De voorzitter: Majesteitsschennis.
15.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Dat laat ik in het midden. Ik weet
niet of het bij jullie zo ervaren wordt dat kritiek op Anciaux
majesteitsschennis is.
De voorzitter: ...koning van de hilariteit...
15.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit): In ieder geval, dat Totaalplan fiets
bevat een heleboel positieve maatregelen om het fietsen als dusdanig
te bevorderen als onderdeel van een totale verkeersaanpak.
Sindsdien zijn er nog gunstige evoluties geweest. De Vlaamse
regering trekt geld uit voor fietspaden, de Fietsersbond heeft een idee
rond een fietsfonds en dergelijke meer. Daarom vinden we het van
belang dat de verschillende maatregelen eigenlijk gecoördineerd
blijven, diegene die in het totaalplan zaten en ook diegene die nadien
aan bod zijn gekomen. Ik had ook naar aanleiding van een vraag aan
minister Van den Bossche met betrekking tot de kwaliteit van fietsen
en fietsonderdelen begrepen dat u daarrond samenwerkt, om de
kwaliteit daarvan te garanderen en zelfs nog te verbeteren.
In het Totaalplan fiets zit een aantal elementen dat zeker belangrijk is
en ik heb daarom de volgende vragen. Heeft het overleg met uw
collega van Consumentenzaken om ervoor te zorgen dat de
controleurs de fietsen en fietsonderdelen niet enkel nakijken op
productveiligheid maar ook op verkeersveiligheid, al plaatsgevonden?
Indien ja, welke normen werden daarbij gebruikt? Werd er daarover al
overleg gepleegd op Europees niveau? Ook dat is immers belangrijk.
De Fietsersbond heeft er bijvoorbeeld op gewezen dat fietsverlichting
misschien wel aan bepaalde productnormen voldoet maar daarom in
de praktijk nog geen goed product is. Wordt er met het ontwerp
Totaalplan fiets rekening gehouden bij het opstellen van de
beheerscontracten van de NMBS en Infrabel, wat betreft bijvoorbeeld
bewaakte fietsenstallingen, de fiets als voor- en natransport, voor de
NMBS het meenemen van de fiets op de trein enzovoort? Is er
overleg geweest met uw collega's van Justitie, Binnenlandse Zaken
en Financiën om de overige elementen uit het ontwerpplan uit te
voeren? Indien ja, wat is de huidige stand van zaken inzake
bijvoorbeeld de fiscale voordelen rond duurzame mobiliteit, het
voorkomen van fietsdiefstal enzovoort?
15.04 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Depuis, le gouvernement flamand
et le "Fietsersbond" (asbl
flamande de cyclistes) ont encore
pris d'autres initiatives. Toutes ces
mesures doivent être
coordonnées.
Selon la ministre Van den
Bossche, les différents ministres
collaborent pour veiller à la qualité
des bicyclettes et de leurs diverses
composantes. Y a-t-il déjà eu une
concertation avec la ministre de la
Protection de la consommation
pour veiller à ce que les
contrôleurs vérifient aussi la
qualité des bicyclettes du point de
vue de la sécurité routière?
Quelles normes sont d'application
à cet égard? Y a-t-il eu une
concertation à l'échelon
européen? Tiendra-t-on compte du
plan global "bicyclette" au moment
d'établir les contrats de gestion
avec la SNCB et Infrabel? Y a-t-il
eu une concertation avec les
ministres de l'Intérieur et des
Finances sur les avantages
fiscaux de l'utilisation de la
bicyclette et la prévention des vols
de vélo?
15.05 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Casaer, wij zijn het plan volledig aan het ontleden en aan het
omzetten in concrete maatregelen. Dat was mijn keuze om vlugger de
nodige stappen te kunnen zetten.
Er is enerzijds het aspect van het al of niet veranderen van de
verkeersreglementering op een paar punten waarop ik niet kan
vooruitlopen omdat we dit binnen de regering aan het bespreken zijn.
Anderzijds zijn er de door u aangehaalde concrete punten inzake de
samenwerking met de minister van Consumentenzaken voor
gezamenlijke controles niet alleen over de productveiligheid maar ook
over de verkeersveiligheid. De onderhandelingen over de
beheerscontracten van de NMBS, Infrabel en NMBS-Holding zijn aan
de gang en gaan over het voorzien van de nodige mogelijkheden van
15.05 Renaat Landuyt, ministre:
Le plan fédéral global vélo fait
l'objet d'une analyse qui doit
déboucher sur des mesures
concrètes. Le gouvernement
examine actuellement plusieurs
points nécessitant une
modification de la loi relative à la
police de la circulation routière.
Une collaboration est mise sur
pied avec la ministre de la
Protection de la consommation
afin de procéder à un contrôle
conjoint des vélos, et des
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
intermodaliteit van de vervoersmiddelen. Dat impliceert dus ook
betere fietsvoorzieningen aan stations.
négociations sont en cours à
propos des contrats de gestion de
la SNCB, d'Infrabel et de la SNCB
Holding en vue d'améliorer les
aménagements cyclables aux
abords des gares.
15.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw bondig antwoord. Ik begrijp eruit dat het geen plan is van de
federale regering, maar dat het voor u een werkstuk is dat u achter de
hand hebt om maatregelen om te zetten. Als een en ander op die
manier tot concrete maatregelen wordt uitgewerkt, is dat voor mij ook
goed.
Ik hoor u geen antwoord geven op de vragen van de heer Casaer in
verband met de fiscaliteit. Overleg met de minister van Financiën is
misschien iets moeilijker dan met minister Van den Bossche.
15.06 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le plan global vélo est
donc l'oeuvre du ministre et non du
gouvernement, ce qui ne devrait
pas poser de problèmes pour
autant que des mesures concrètes
soient prises.
Le ministre n'a pas répondu aux
questions relatives à la
concertation avec le ministre des
Finances.
15.07 Minister Renaat Landuyt: (...)
15.08 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Wij kijken met belangstelling uit naar de verschillende
maatregelen die daaruit zullen voortvloeien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de onduidelijkheid voor
steden omtrent parkeerovertredingen die uit het strafrecht zijn gehaald" (nr. 6266)
16 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la situation confuse pour les villes et
les communes en ce qui concerne les infractions de parking qui ne rélèvent plus du droit pénal"
(n° 6266)
16.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, vrij snel na de
invoering van de nieuwe verkeerswet kwam er kritiek vanuit de lokale
overheden over onduidelijkheid rond bepaalde parkeerovertredingen,
die uit het strafrecht werden gehaald en onder het toezicht kwamen te
staan van de steden en gemeenten.
Nu de nieuwe verkeerswet en ook de gedepenaliseerde
parkeerovertredingen volop geëvalueerd worden, achtte een aantal
steden het nodig een aantal klachten op een rijtje te zetten. 13
Vlaamse centrumsteden stelden daartoe een memorandum voor de
federale regering op, omdat zij vrezen dat de evaluatie niet zal leiden
tot een echte oplossing voor de lokale overheden.
In dat memorandum vragen de centrumsteden een verduidelijking
over het begrip "beperkte parkeertijd". Daarnaast willen zij meer
vrijheid rond de vaststellingsbevoegdheid. Zij willen namelijk dat zij
zelf de keuze kunnen maken over wie vaststellingen kan doen. Zij
willen ook duidelijkheid omtrent de vraag of het juridisch mogelijk is
de identificatie van de nummerplaten door te spelen aan privé-firma's
en zij willen ook de gemeenteontvangers en de rekenplichtige
boekhouders van autonome gemeentebedrijven on line toegang
geven tot de identificatiegegevens van de dienst voor Inschrijvingen
van Voertuigen.
16.01 Guido De Padt (VLD):
Après l'entrée en vigueur de la
nouvelle loi sur la circulation
routière, certaines communes ont
formulé des critiques quant à
l'imprécision des dispositions
relatives aux infractions en matière
de stationnement. Dans le cadre
de l'évaluation de ces mesures,
treize centres urbains flamands
ont rédigé un mémorandum.
Les villes demandent que la notion
de `stationnement à durée limitée'
soit précisée et entendent pouvoir
déterminer elles-mêmes qui peut
constater l'infraction. Elles
souhaitent par ailleurs savoir s'il
est permis de confier
l'identification des plaques
minéralogiques à des entreprises
privées et si les receveurs
communaux peuvent avoir accès
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
Ik heb een drietal vragen, mijnheer de minister. Hebt u het
memorandum al ontvangen? Ik neem aan van wel.
Onderkent u alle zonet aangehaalde onduidelijkheden en problemen,
die door de centrumsteden worden aangekaart?
Kan of zal prioritair gevolg worden gegeven aan de vraag van de
steden om, ik citeer: "... meteen en in het kader van de eerste en
onmiddellijke fase van de evaluatie, deze noodzakelijke aanpassingen
in de wet door te voeren?"
aux données d'identification dont
dispose la DIV.
Le ministre a-t-il reçu ce
mémorandum et reconnaît-il les
problèmes évoqués? Les
adaptations indispensables seront-
elles immédiatement apportées à
la loi?
16.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, ik heb dat memorandum zien passeren en ik heb het gelezen.
Ik heb vastgesteld dat juristen in het artikel 29 van de nieuwe
verkeerswet: "Het in voormelde reglement" de verkeersreglementen
"omschreven parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren
en parkeren op plaatsen voorbehouden aan bewoners, worden niet
strafrechterlijk bestraft" onduidelijkheden zien.
Volgens de omzendbrief van de procureurs-generaal slaat beperkte
parkeertijd ook op het alternatief parkeren en op de toestand dat
bepaalde wagens niet langer dan 24 uur ergens mogen parkeren.
Dat is duidelijk een interpretatie van het woord "beperkte parkeertijd".
Ik kan mij niet inbeelden dat ze aanwezig was bij de wetgever op het
moment van het opstellen van de wet. Geconfronteerd zijnde met die
interpretatie, zullen we in de komende wetswijziging effectief
duidelijker moeten omschrijven wat was bedoeld. In mijn voorstellen is
er in een meer precieze omschrijving in de wet zelf voorzien. Dat zal,
ook hier in de Kamer, een punt van discussie worden op het moment
van de bespreking van de wetswijziging van artikel 29, zijnde het
artikel waarin ook de categorieën staan. Ook deze paragraaf neem ik,
zoals gevraagd in uw derde vraag, op als punt van oplossing.
Een ander punt dat wordt aangekaart, is het volgende. Doordat het
betalend parkeren wordt gedepenaliseerd, is er bij het hanteren bij de
personen bevoegd voor de betaling van het parkeergeld een
probleem ontstaan. Kunnen zij de nummerplaatgegevens opvragen
en gebruiken voor het innen van het parkeergeld? Hoewel
nummerplaatgegevens gegevens zijn die vlot strafrechtelijk kunnen
worden gebruikt voor strafrechtelijk onderzoek, is in deze situatie niet
voorzien. Naar mijn oordeel dat heb ik ook al intern laten weten
behoort de gemeente tot het algemeen belang. In de mate dat de
gemeente concessies doorgeeft, lijkt het mij verantwoord dat de
gemeenten de gegevens voor de concessionaris kunnen bekomen,
om te weten wie de nodige betalingen niet doet. Ook hier zal echter
enig wetgevend ingrijpen nodig zijn om de puntjes op de i te zetten,
zodat er geen misverstanden bestaan over al dan niet kwalijke
interpretaties van de privacywetgeving.
Wij zitten dus met een probleem dat wij normaal gezien niet kunnen
oplossen, voor privé-uitbaters. Privé-uitbaters op grond van de
gemeenten, dat lijkt mij de uitzondering waarin wij zouden moeten
voorzien.
16.02 Renaat Landuyt, ministre:
J'ai lu le mémorandum.
Les juristes considèrent que le
passage controversé de l'article 29
de la loi relative à la circulation
routière est imprécis.
L'interprétation qui en est faite
dans la circulaire des procureurs
généraux ne correspond pas aux
intentions du législateur. Dans le
cadre de la prochaine modification
de loi, nous veillerons dès lors à
définir de manière plus précise la
notion de stationnement à durée
limitée.
L'utilisation des données de la
plaque d'immatriculation pour la
perception des redevances de
stationnement
par la firme
compétente pour le paiement des
redevances n'est pas autorisée.
J'envisage un système dans le
cadre duquel la commune
demande les données pour le
compte du concessionnaire afin de
savoir qui est en défaut de
paiement. Une modification de la
loi est toutefois également
nécessaire à cet effet.
16.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord.
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
16.04 Minister Renaat Landuyt: Ik wil benadrukken dat mijn
interpretatie ruimer is dan die van mijn administratie.
16.05 Guido De Padt (VLD): Betreffende het eerste aspect stel ik
vast dat u, in tegenstelling tot de procureurs-generaal, van mening
bent dat het beurtelings parkeren en het langer dan 8 uur in een
bebouwde kom parkeren niet behoren tot de gedepenaliseerde
overtredingen.
16.05 Guido De Padt (VLD):
Contrairement à ce qu'affirment
les procureurs généraux, les
infractions au stationnement
alterné et le stationnement de plus
de huit heures dans une
agglomération ne sont donc pas
dépénalisés?
16.06 Minister Renaat Landuyt: Ik heb vastgesteld dat de
procureurs-generaal in hun interpretatie verder gaan dan zo
vermoed ik de bedoeling was van de wetgever. Ook omwille van het
feit dat het praktisch heel moeilijk is om die zaken, waartoe soms ook
het "storend parkeren" behoort, te laten vaststellen en vervolgen door
de politie. Ik vind dat op zichzelf al een probleem.
16.07 Guido De Padt (VLD): Er is bij het parkeren inderdaad ook een
probleem van vaststelling. Ik denk dat de gemeenten tevreden zullen
zijn met het wettelijk instrumentarium dat u hen wil aanreiken om
overtredingen vast te stellen. Dit wetgevend instrumentarium mag
echter niet te log zijn.
16.07 Guido De Padt (VLD): Je
pense qu'il ne faut pas alourdir
inutilement le dispositif légal mis à
la disposition des communes.
16.08 Minister Renaat Landuyt: Het probleem is mijns inziens op te
lossen met een duidelijke omschrijving van de niet-strafbare situaties:
door een uitsluiting van situaties waarvan men mogelijk denkt dat ze
erbij horen. Uw punt over de gegevens inzake nummerplaten kan al
voor een groot deel opgelost worden door de administratie een
andere interpretatie op te leggen, of door hen ervan te overtuigen dat
het niet fout is meer gegevens door te geven. Ik heb dat in de Senaat
reeds uitdrukkelijk gezegd.
16.08 Renaat Landuyt, ministre:
Les procureurs généraux vont en
effet plus loin dans leur
interprétation. Nous allons clarifier
la loi en excluant explicitement
certaines situations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de mogelijkheid om
verschillende nummerplaten te vermelden op één bewonerskaart" (nr. 6345)
17 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la possibilité d'indiquer plusieurs
plaques minéralogiques sur une carte de stationnement pour riverains" (n° 6345)
17.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag is
geput uit mijn eigen ervaring als burgemeester. Mij werd door mijn
diensten de vraag gesteld na te gaan of er geen mogelijkheid is in te
voeren dat een bewonerskaart kan worden afgeleverd waarop
verschillende nummerplaten van de wooneenheid vermeld worden.
Het voordeel van zo'n regeling zou enerzijds, zijn, dat er in elk geval
maar één parkeerplaats per wooneenheid wordt ingenomen door een
van de nummerplaten die vermeld zijn op de kaart. Anderzijds,
vermijdt men zo dat gezinnen soms vrij grote uitgaven moeten doen
voor het verkrijgen van een tweede of zelfs een derde kaart voor hun
gezinsleden. Er zijn gemeenten die het willen invoeren. Ik denk
bijvoorbeeld aan Aalst, Brugge, Sint-Niklaas, die nu 100 euro vragen
voor een bijkomende bewonerskaart. Gent vraagt 200 euro voor een
bijkomende bewonerskaart. Het zou dan kunnen dat men toestaat
17.01 Guido De Padt (VLD): Pour
l'instant il est impossible de
mentionner les différents numéros
de plaques d'immatriculation des
habitants d'une même habitation
sur une carte de stationnement
pour riverains. Cependant les frais
inhérents à l'achat d'une seconde
carte peuvent s'élèver à 100 ou
même 200 euros. Le ministre va-t-
il autoriser les communes à
délivrer des cartes de
stationnement pour riverains sur
lesquelles peuvent figurer les
différentes plaques
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
zoals bijvoorbeeld in mijn geval waarbij ikzelf en mijn dochter een
voertuig hebben terwijl men in Geraardsbergen maar één
bewonerskaart kan krijgen de twee nummerplaten te vermelden.
Dat zou met zich brengen dat er telkens maar een voertuig kan
gebruikmaken van die bewonerskaart. Wanneer ik afwezig ben, zou
dus mijn dochter er wel gebruik van kunnen maken. Met die ene kaart
zouden wij toch al veel uitgespaard hebben.
Mijn vraag is, mijnheer de minister, of u bereid bent toestemming te
geven aan de gemeenten bewonerskaarten af te leveren waarop de
nummerplaten zijn vermeld van de bewoners van eenzelfde
wooneenheid?
minéralogiques d'une seule
adresse?
17.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer De Padt, nog net voor de
vorige verkiezingen is er al een versoepeling gebeurd waarbij men
meer kaarten per wooneenheid kan uitreiken. De prijs die daarvoor
gevraagd wordt, behoort tot de autonomie van de gemeenten, heb ik
begrepen. U vraagt nu een bijkomende stap, namelijk een kaart
toepasbaar maken voor de verschillende wagens van een bepaald
gezin. Persoonlijk heb ik geen reden om daar tegen te zijn en om ook
daar de autonomie van de gemeenten te laten spelen.
Ik neem die suggestie dus mee.
17.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne suis pas opposé à la
proposition de M. De Padt et je
vais tenir compte de la suggestion.
Les communes doivent pouvoir
décider en toute indépendance si
elles souhaitent mentionner
plusieurs plaques minéralogiques
sur une carte de stationnement
pour riverains.
17.03 Guido De Padt (VLD): Nu is daarin nog niet voorzien?
17.03 Guido De Padt (VLD):
N'est-il pas possible de régler cela
immédiatement?
17.04 Minister Renaat Landuyt: Neen. Het lijkt mij echter niet
uitgesloten dat de gemeenten dat zouden moeten kunnen toelaten.
17.04 Renaat Landuyt, ministre:
Non.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Guido de Padt aan de minister van Mobiliteit over "de mogelijke afschaffing van
boetezegels om verkeersboetes te betalen" (nr. 6349)
18 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'éventuelle suppression des timbres-
amendes pour le paiement des amendes de roulage" (n° 6349)
18.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik heb mij
gebaseerd op een verklaring die ik heb gelezen in de pers. U heeft
daarin toegegeven dat u voorstander bent van de afschaffing van de
ouderwetse inning van verkeersboetes.
Het systeem waarbij overtreders nog altijd boetezegels moeten kopen
in het postkantoor om daarmee naar het politiekantoor te gaan, wil u
blijkbaar liever kwijt. Ik denk dat u daarin gelijk heeft. Trouwens, in
vele postkantoren kan men zelfs niet met de eigen bankkaart
boetezegels betalen; men moet eerst aan een bankautomaat geld
afhalen, om dan aan de Post geld af te geven voor boetezegels.
Ook volgens ons moet het mogelijk zijn om meer moderne
betalingsmogelijkheden in te voeren. Vandaar een aantal vragen. Kan
u aangeven dit is misschien ook het voorwerp voor een schriftelijke
vraag, mijnheer de minister voor hoeveel euro's de Post tijdens de
voorbije drie maanden aan boetezegels heeft verkocht, met zo
mogelijk een opsplitsing per Gewest? Misschien is het iets moeilijker
om dat nu al mee te geven, maar je weet maar nooit.
18.01 Guido De Padt (VLD):
C'est à juste titre que le ministre
souhaite modifier l'ancien système
de perception où il fallait acheter
des timbres-amendes au bureau
de poste pour se rendre ensuite à
la police. Combien de timbres-
amende La Poste a-t-elle vendus
au cours des trois derniers mois?
La suppression du système en
concertation avec le SPF
Finances, la police et les banques
est-elle en bonne voie? Quand le
ministre souhaite-t-il voir la
mesure entrer en vigueur? Quelles
possibilités de paiement le
ministre entrevoit-il?
11/04/2005
CRIV 51
COM 550
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
In hoever is op dit ogenblik reeds effectief werk gemaakt van de
mogelijke afschaffing van boetezegels om verkeersboeten te betalen?
Zijn er reeds concrete gesprekken geweest met vertegenwoordigers
van de politie, de banken en de federale overheidsdienst Financiën?
Zo ja, wat waren de standpunten van de betrokken partijen? Voorzien
zij grote problemen?
Wat is de tijdsspanne waarin u de boetezegels tot betaling van
verkeersboetes afgeschaft wil zien? Welke alternatieve manieren om
verkeersboetes te betalen ziet u al in de toekomst, bankkaart,
kredietkaart en zo meer.
18.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega, eigenlijk zou ik hier willen verwijzen naar de
werkzaamheden in verband met het wetsontwerp "beschikking tot
betaling". Ik denk dat wij, voor zover als nodig, daarin enige wettelijke
regeling zouden kunnen inschrijven in verband met het kunnen
betalen met een overschrijvingsformulier. Dat is een eerste stap
inzake soepeler betalen.
We zijn een en ander aan het bestuderen. Ik ben er voorstander van
en vraag een duidelijker mandaat van de regering om effectief te
kunnen afstappen van het systeem van de boetezegels en te kunnen
gaan, in eerste instantie, naar overschrijvingsformulieren.
De bezwaren die er op dat vlak bestaan zijn zeer klassieke bezwaren.
Voor de administratie Financiën is het gemakkelijker om met één
klant te werken, namelijk De Post, in plaats van met bijvoorbeeld 196
politiediensten, die de nodige inning zouden kunnen doen. Dat mag
voor ons geen argument zijn om die administratieve vereenvoudiging
voor de mensen niet door te voeren.
(...)
Wij gaan in het kader van de wijziging aan de nieuwe verkeerswet
een aantal bijkomende beslissingen nemen. Dat is een van de
beslissingen waaromtrent ik een duidelijker mandaat vraag. Ik moet
op dit vlak samen met de minister van Financiën een paar stappen
zetten. Ik moet dan iedereen in het werkveld overtuigen om daarin
mee te gaan.
18.02 Renaat Landuyt, ministre:
Nous pourrons mener cette
discussion lors de l'examen du
projet de loi relatif à l'ordonnance
de paiement. On pourrait insérer
une disposition dans ce texte
permettant
le paiement de
l'amende par virement.
Le SPF Finances s'oppose à la
suppression des timbres-amende,
arguant qu'il est plus facile de
collaborer avec un seul
interlocuteur, à savoir La Poste,
qu'avec une multitude de
commissariats de police. Cet
argument ne devrait cependant
pas empêcher une simplification
du système pour le citoyen.
Je dois régler la question de la
modification en concertation avec
le ministre des Finances. Je devrai
ensuite convaincre tous les
partenaires concernés.
18.03 Guido De Padt (VLD): Het zal wellicht niet meer voor dit jaar
zijn.
18.03 Guido De Padt (VLD): Le
ministre peut-il avancer un
calendrier?
18.04 Minister Renaat Landuyt: Ik durf daar geen termijnen op te
kleven.
18.04 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne puis donc avancer
d'échéancier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Dan zijn onze werkzaamheden achter de rug.
De weinige leden die overblijven, wil ik toch signaleren dat we pas opnieuw samenkomen op 20 april met
minister Landuyt. Dan is er wetgevend werk over verkeersveiligheid. Daartussen valt het bezoek van de
vice-eerste minister weg omwille van de begrotingscontrole enzovoort.
CRIV 51
COM 550
11/04/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.11 heures.