CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 545
CRIV 51 COM 545
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
mercredi
woensdag
23-03-2005
23-03-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "l'achat prévu d'armements de
calibre 90 mm" (n° 6207)
1
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de voorziene
aankoop van bewapening van kaliber 90 mm"
(nr. 6207)
1
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "la coopération militaire avec les
Etats-Unis" (n° 6208)
3
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "de militaire
samenwerking met de Verenigde Staten"
(nr. 6208)
3
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
la Défense sur "le poste d'attaché de défense en
Asie du Sud-Est" (n° 6206)
5
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over "de post van
defensieattaché in Zuidoost-Azië" (nr. 6206)
5
Orateurs: Josée Lejeune, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Josée Lejeune, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Questions jointes de
6
Samengevoegde vragen van
6
- M. Dirk Claes au ministre de la Défense sur "le
personnel militaire mobilisé pour la délivrance de
la carte d'identité électronique" (n° 6072)
6
- de heer Dirk Claes aan de minister van
Landsverdediging over "het militaire personeel
ingezet voor de uitreiking van de eID" (nr. 6072)
6
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "le renfort militaire pour la distribution des
cartes d'identité électroniques et son
financement" (n° 6197)
6
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "de extra militaire
mankracht voor de verdeling van de elektronische
identiteitskaarten en de financiering ervan"
(nr. 6197)
6
Orateurs: Dirk Claes, Brigitte Wiaux, André
Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Dirk Claes, Brigitte Wiaux, André
Flahaut, minister van Landsverdediging
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- Mme Zoé Genot au ministre des Affaires
étrangères sur "l'utilisation "out of area" d'armes
nucléaires américaines stationnées en Europe"
(n° 5976)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "het "out of area"-
gebruik van in Europa gestationeerde
Amerikaanse kernwapens" (nr. 5976)
10
- Mme Zoé Genot au ministre de la Défense sur
"la sécurité des armes nucléaires américaines
stationnées en Europe" (n° 5977)
10
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van
Landsverdediging over "de veiligheid van de in
Europa gestationeerde Amerikaanse kernwapens"
(nr. 5977)
10
Orateurs: Zoé Genot, André Flahaut, ministre
de la Défense
Sprekers: Zoé Genot, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Défense sur "les nuisances sonores provoquées
par les vols à basse altitude" (n° 6099)
12
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Landsverdediging over "de geluidsoverlast
veroorzaakt door vluchten op lage hoogte"
(nr. 6099)
12
Orateurs: Joseph Arens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: Joseph Arens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Question de M. David Geerts au ministre de la
Défense sur "le fonctionnement des services
d'intervention et des SMUR" (n° 6200)
15
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Landsverdediging over "de werking van de
interventiediensten en de MUG's" (nr. 6200)
15
Orateurs: David Geerts, André Flahaut,
ministre de la Défense
Sprekers: David Geerts, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
du
MERCREDI
23
MARS
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
23
MAART
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.01 heures par M. Philippe Monfils, président.
De vergadering wordt geopend om 10.01 uur door de heer Philippe Monfils, voorzitter.
Le président: L'interpellation n° 563 de M. Pieter De Crem est reportée. J'ai demandé à M. Sevenhans s'il
maintenait la sienne. Il m'a fait savoir que par confraternité, il la reportait également. En conséquence,
l'interpellation jointe n° 572 de M. Luc Sevenhans est reportée. Les deux interpellations seront présentées
lors de la première réunion après les vacances, en premier point de l'ordre du jour.
Certains collègues ne sont pas encore présents. Je passe donc directement au point 9 de l'agenda.
01 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de voorziene
aankoop van bewapening van kaliber 90 mm" (nr. 6207)
01 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "l'achat prévu d'armements de calibre
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het
stuurplan van Defensie van 3 december 2003 bepaalt tegelijkertijd,
ten eerste, dat de toekomstige landcomponent samengesteld zal zijn
uit onder andere twee mediane gevechtsmodules, uitgerust met een
vlakbaanvuurcapaciteit van 90 mm en ten tweede, dat Defensie moet
bijdragen in een internationaal kader door middel van welbepaalde
capaciteiten met het oog op de destabilisering, vernietiging of
overwinning van de vijand, dus de bovenste laag van het
conflictenspectrum.
Specialisten terzake ik ben op dat vlak niet echt de grote specialist
maar ik heb mij laten informeren stellen dat een aantal van die
doelstellingen onverenigbaar met elkaar zijn.
Ten eerste, het kaliber 90 mm zijn niet aangepast aan de opdrachten
die worden toegekend aan een tankeenheid. Een kaliber van 105 mm
wordt algemeen beschouwd als een strikt minimum.
Ten tweede, het kaliber 90 mm is enerzijds, overgedimensioneerd om
de bepantsering te doorboren van infanterievoertuigen en lichte
pantservoertuigen. Daarvoor zou bijvoorbeeld een kaliber 30 of
40 mm beter geschikt zijn. Anderzijds, is dat kaliber weer
ondergedimensioneerd om de bepantsering te doorboren van de
moderne tanks. De meeste NAVO-legers hanteren daarvoor een
kaliber 120 mm en de Oost-Europese landen hanteren zelfs een
kaliber 125 mm.
01.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Le Plan directeur de la
Défense de décembre 2003
prévoit que la future composante
Terre de l'armée disposera de
deux modules de combat médians
dotés d'une capacité feu tendu de
calibre 90 mm et que la Défense
doit intervenir dans un cadre
international dans la « partie
supérieure du spectre des
conflits ».
Les spécialistes affirment que ces
deux objectifs ne sont pas
conciliables. Le calibre 90 mm
n'est pas adapté aux missions
typiques d'une unité de chars de
combat pour lesquels un calibre
de 105 mm constitue le strict
minimum. De plus, le calibre 90
mm est trop important pour percer
le blindage des véhicules de
l'infanterie légère et des véhicules
blindés et trop léger pour percer
celui des chars de combat. La
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Ten derde, de maximale draagwijdte van een kanon van 90 mm is
uiteraard kleiner dan die van de wapens waarmee men andere tanks
uitrust, wat onze bemanningen in gevaar kan brengen bij een directe
confrontatie.
Ten vierde, in Europa zou België het enige land zijn dat dit kaliber nog
zou gebruiken. De andere landen hebben dat kaliber een voor een
opgegeven of doen dat op dit moment. Van enige interoperabiliteit
tussen de Europese legers kan dus geen sprake zijn. En wij zijn toch,
zo heb ik begrepen, de voortrekkers van een Europese defensie.
Op dit moment hebben twee firma's in hun catalogi 90mm-kanonnen
in aanbieding staan, te weten Engesa maar dat model is eigenlijk al
een beetje verouderd en CMI, met een recenter model waarvoor
gelukkig de munitie kan worden geleverd door de firma Mecar.
Ik heb mij laten informeren dat de technische specificaties voor deze
aanschaf zodanig geschreven zijn dat eigenlijk alleen het materieel
van CMI in combinatie met Mecar in aanmerking zou kunnen komen,
wat dan het zal wel toeval zijn de Waalse industrie zou
bevoordelen. Anderzijds is het zo dat CMI niet alleen 90 mm-
kanonnen in de catalogus heeft staan maar ook dat van 105 mm. Ik
denk dat dit toch beter geschikt is voor de toekomstige opdrachten.
Concreet, mijnheer de minister, welke argumenten werden indertijd in
aanmerking genomen, dus in december 2003, om tot deze vreemde
keuze van 90 mm te komen?
Als u dan toch deze opdracht graag in eigen land wil houden, iets
waar ik in principe geen probleem mee heb, waarom verkiest u dan
de 105 mm van CMI niet in plaats van de 90 mm?
Zoals het uiteraard tegenwoordig terug de goede gewoonte is moet er
enige verdeling zijn tussen de Gewesten. Houdt u daar dan ook
rekening mee?
Belgique serait en outre le seul
pays à utiliser ce calibre. Les
autres pays se tournent de plus en
plus vers un calibre plus important.
Cette situation menace
l'interopérabilité entres les armées
de l'OTAN.
Deux entreprises ont un canon de
90 mm dans leur catalogue:
ENGESA, qui propose un modèle
désuet et CMI qui offre un modèle
plus moderne fonctionnant avec
des munitions de la firme MECAR.
Les spécifications techniques ont
été établies de telle manière que
seul le matériel de CMI/MECAR
entre en ligne de compte. Or il
s'agit d'une entreprise wallonne,
ce qui n'est pas pour déplaire au
ministre. Mais CMI planche
actuellement sur la mise au point
d'un nouveau canon de calibre
105 mm, mieux adapté à de
futures missions.
Quels arguments ont plaidé en
faveur du choix malheureux d'un
calibre 90 mm? Si le ministre veut
soutenir CMI et à travers elle
l'industrie wallonne, pourquoi
n'opte-t-il pas pour le canon de
105 mm produit par la même
entreprise? Si le ministre porte son
choix sur CMI, prévoira-t-il des
compensations économiques pour
l'industrie flamande?
01.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, je vais me
permettre de lire un extrait du plan directeur du 3 décembre 2003
adopté par le gouvernement:
01.02 Minister André Flahaut: Ik
zal een uittreksel voorlezen uit het
stuurplan dat de regering op 3
december 2003 heeft
aangenomen.
"Rekening houdend met al deze geopolitieke factoren heeft Defensie
voor de toekomst de volgende strategische keuzes gemaakt: kunnen
interveniëren in een internationaal kader met alle capaciteiten om een
conflict te voorkomen, in te dijken, te beheersen of te stabiliseren;
zijnde het onderste gedeelte van het conflictenspectrum, zoals
bijvoorbeeld de vredeshandhavingoperaties; in een internationaal
kader kunnen deelnemen met welbepaalde capaciteiten en in een
welbepaalde operationele niche, teneinde de vijand te destabiliseren,
te vernietigen of te overwinnen, zijnde het bovenste gedeelte van het
conflictenspectrum, zoals bijvoorbeeld de Golfoorlog."
De regering steunt daarbij op de expertise van onze Generale Staf en
niet op de expertise van zogenaamde, buitenstaande experts.
Dans le cadre de ces options
stratégiques, le gouvernement se
fie à la compétence de l'état-major
et non à celle de prétendus
experts extérieurs. Nos forces
armées se rendent parfaitement
compte, elles aussi, que la
Belgique ne dispose pas de la
capacité nécessaire pour agir
seule. Nous devrons toujours
collaborer avec nos partenaires de
l'Union européenne et de l'OTAN.
C'est là un choix délibéré.
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Deelnemen aan het bovenste gedeelte van het conflictenspectrum
betekent wel degelijk dat wij niet de capaciteit zullen hebben om
alleen op te treden. Wij zullen steeds moeten samenwerken met onze
partners en geallieerden van de Europese Unie en van de NAVO. Het
is een bewuste, politieke keuze, gebaseerd op de beschikbare
middelen, eerder dan op grootheidsdromen.
De beginanalyse is dus fout. Het verwondert mij dat deze vragen
vijftien maanden na de regeringsbeslissing en nadat de discussie
daarover hier plaatsvond, nog steeds worden gesteld.
Over de aankoop van AIV-voertuigen heeft de regering nog geen
enkele beslissing genomen. Het is dus nutteloos te speculeren.
Bovendien wijs ik erop dat de vraag over de nijverheidscompensaties
moet worden gesteld aan mijn collega van Economie en geenszins
aan het kabinet van Landsverdediging.
Ten slotte vermeld ik nog dat een Vlaams decreet elke financiering
van de wapenindustrie verbiedt. Ik zit daar voor niets tussen.
Je m'étonne que plus de quinze
mois après l'adoption du plan
stratégique, d'aucuns s'interrogent
encore sur ces options politiques
fondamentales.
Le gouvernement n'a pas encore
pris de décision concernant les
véhicules AIV.
Quant à votre question concernant
les compensations économiques,
vous devez la poser au ministre de
l'Economie. Je vous rappelle qu'un
décret flamand interdit toute forme
de financement de l'industrie de
l'armement.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik weet dat een strategisch plan regelmatig moet
worden geëvalueerd.
Ik heb de brochure van het strategisch plan 2000-2015 er nog eens bij
genomen. Daar staat heel duidelijk in dat wij zouden evolueren naar
100 stuks MGS, Mobile Gun Systems. Dat bewuste kanon zou daarop
moeten worden geplaatst. Ik heb gezien dat het in 2003 reeds werd
afgezwakt naar ongeveer de helft. Binnenkort zal het misschien
helemaal niets meer zijn. Dat kan ook.
Ik meen ook te weten dat als men bepaalde wapensystemen plant,
dat niet alle jaren kan veranderd worden, want dan kan uiteraard ook
de nijverheid niet meer volgen. Ik neem aan dat het dus nog steeds
de bedoeling is om daarmee verder te gaan. Als u vandaag zegt dat
wij het niet meer zullen doen, dan is de zaak voor mij zonder
voorwerp. Wij zullen dat verder evalueren.
01.03 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Manifestement, un
certain nombre d'objectifs fixés
précédemment en matière
d'équipement de nos forces
armées sont fréquemment
adaptés. Or le monde des
entreprises a besoin d'une ligne
politique claire qui fait totalement
défaut au cabinet Flahaut.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de militaire
samenwerking met de Verenigde Staten" (nr. 6208)
02 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la coopération militaire avec les
02.01 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, deze
vraag zal een iets ruimere discussie uitlokken, neem ik aan.
Mijnheer de minister, de Verenigde Staten hebben Nederland
uitverkoren om toe te treden tot een select clubje van trouwe
bondgenoten waarmee de komende vier jaar militair nauw wordt
samengewerkt. Washington wil met die landen afspraken maken over
een taakverdeling in de strijd tegen het terrorisme, bij een nieuw
conflict en vredesmissies. Naar verluidt staat de samenwerking los
van de NAVO en blijkbaar zou ons land geen uitnodiging hebben
ontvangen voor deze samenwerking. Dat is uiteraard een beetje
spijtig want ik denk toch dat wij met onze defensie daarin iets zouden
02.01 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Les Etats-Unis auraient
demandé aux Pays-Bas de
rejoindre le club très fermé de
fidèles alliés avec lesquels ils
collaboreront étroitement durant
les quatre prochaines années.
Washington veut conclure avec
ces alliés privilégiés différents
accords à propos de la lutte contre
le terrorisme et de la stratégie à
suivre en cas de conflits. Cette
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
kunnen bijdragen.
Anderzijds zaten maandag een aantal van onze topofficieren samen
met hun Franse, Duitse en Luxemburgse collega's voor een
opvolgingsvergadering van wat men minzaam de "pralinetop" noemt
van 29 april 2003. Blijkbaar was het kabinet van Defensie in eerste
instantie niet echt op de hoogte ofwel wou men daaraan niet te veel
ruchtbaarheid geven. Later op de dag werd toegegeven dat het ging
om een louter technische, ambtelijke vergadering. Deze bewoording
werd gekozen om te vermijden dat er een probleem zou groeien
tussen de Verenigde Staten en de Britten.
Mijnheer Flahaut, ik weet dat u een zeer uitgesproken mening hebt
over de Amerikanen. U ventileert die ook heel graag. Ik heb ook al
verscheidene keren kunnen horen u kunt dit vandaag tegenspreken
of bevestigen dat u een "undesired person" bent geworden in
Amerika en dat dit zijn resultaten begint op te leveren in een aantal
gesprekken op hoger niveau. Ik heb in mijn vraag ook verwezen naar
het symbolische conflict toen Bush hier was. Blijkbaar was hij niet
echt opgezet met uw aanwezigheid.
Mijnheer de minister, u weet dat ik een uitgesproken fan ben van onze
goede samenwerking met Nederland. Wij hebben dit vorig jaar nog
kunnen vaststellen bij ons bezoek aan Den Helder. Ik zou het
uiteraard zeer spijtig vinden als dit een wig zou drijven in de
samenwerking tussen België en Nederland. Ik hoop dat u zich
voldoende bewust bent van dat probleem en dat u daar iets zult aan
doen.
Mijnheer de minister, ik zou graag uw reactie kennen op de vraag
waarom Nederland wel als klein land wordt gevraagd en wij niet? Zijn
wij dan blijkbaar geen trouwe partner meer van de Verenigde Staten?
coopération est indépendante de
l'OTAN.
Notre pays n'a reçu aucune
invitation. Il a néanmoins participé,
avec des représentants du
Luxembourg, de l'Allemagne et de
la France, à une réunion de suivi
du fameux Sommet des pralines,
qui s'est tenu le 29 avril 2003, à
Bruxelles. La Défense a tout mis
en oeuvre pour donner le moins de
publicité possible à cette réunion.
Au départ, elle a même nié qu'elle
avait eu lieu! Par la suite, elle a
minimisé l'initiative en la qualifiant
de `simple réunion technico-
administrative'. Notre pays veut
bien sûr éviter à tout prix un
nouvel affrontement avec les
Etats-Unis et la Grande-Bretagne.
Le ministre Flahaut n'est pas en
très bons termes avec les
Américains et cela s'est
douloureusement fait sentir lors de
la récente visite du président
Bush. Le ministre n'a même pas
bénéficié d'une place réservée,
contrairement à la majorité de ses
collègues du gouvernement. M.
Flahaut récolte à présent ce qu'il
sème depuis des années.
La politique anti-américaine du
ministre a notamment pour
conséquence que notre politique
militaire diffère de celle menée par
les Pays-Bas et cela hypothèque
la coopération entre ces deux
pays.
Quelle est la réaction du ministre
par rapport à cette décision des
Etats-Unis?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, de vraag neemt
zo maar een artikel over dat verscheen in de Nederlandse pers. De
ambassade van de Verenigde Staten in Brussel die hierover door mijn
medewerkers ondervraagd werd, geeft aan dat hierover denkwerk
geleverd wordt in het Pentagon. België wordt ook uitgenodigd voor
een briefing over de Quality Triennale Defense Review, net als alle
andere leden van de NAVO. De geallieerde landen zouden kunnen
kiezen om samen te werken buiten de NAVO-structuur. Dit is hun
verantwoordelijkheid, maar dat is duidelijk niet onze keuze. De
Belgische regering heeft haar Europese initiatieven telkens geplaatst
in de context van de Atlantische allianties. Het verbaast mij dat een
simpele internationale vergadering van de staf de pers doet bewegen.
02.02 André Flahaut, ministre: La
question de M. Sevenhans
s'inspire d'un article paru dans la
presse néerlandophone. Mon
cabinet a contacté l'ambassade
américaine à Bruxelles à ce sujet.
Celle-ci a affirmé que le
Pentagone réfléchissait
actuellement à cette forme
spécifique de coopération.
Notre pays a été invité avec les
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Er zijn er tientallen elke dag en het is materieel onmogelijk voor mijn
persverantwoordelijke om ze alle te kennen.
autres pays membres de l'OTAN à
un briefing concernant la
Quadrennial Defense Review. Si
certains membres de l'OTAN
optent pour une coopération en
dehors de la structure de l'OTAN,
c'est évidemment leur
responsabilité. La Belgique a
toujours inscrit ses initiatives
européennes dans le cadre de
l'OTAN.
Des dizaines de réunions sont
organisées chaque jour. Mon
responsable presse ne peut pas
être au courant de tout.
02.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
dank de minister voor zijn antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Chers collègues, de nombreux collègues n'étant pas encore arrivés, nous poursuivons nos
travaux avec la question de Mme Lejeune.
03 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de la Défense sur "le poste d'attaché de défense en
03 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Landsverdediging over "de post van
defensieattaché in Zuidoost-Azië" (nr. 6206)
03.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 9 mars, vous avez dit en commission que la présence à
Hanoi d'un attaché de défense était justifiée par la participation de
militaires belges aux opérations de déminage au Laos et au
Cambodge. La vocation de ce poste est sans doute de couvrir l'Asie
du Sud-Est.
On peut s'étonner, monsieur le ministre, du choix du Vietnam pour
l'établissement d'un poste d'attaché de défense pour l'Asie du Sud-
Est alors que la Thaïlande apparaît comme mieux placée d'un point
de vue géographique, voire géopolitique. En termes d'accessibilité
aux zones qui font l'objet des opérations de déminage, un poste à
Bangkok présenterait, me semble-t-il, plus d'avantages qu'à Hanoi.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
- Pourquoi le poste de Hanoi a-t-il été préféré à celui de Bangkok qui
a été actif de 1987 à 1994?
- Quels sont les éléments objectifs qui justifient le choix de Hanoi pour
l'établissement d'un poste d'attaché de défense pour l'Asie du Sud-
Est?
03.01 Josée Lejeune (MR): Op 9
maart verklaarde u in commissie
dat de aanwezigheid van een
defensieattaché in Hanoi
verantwoord is, omwille van de
deelname van Belgische militairen
aan ontmijningsoperaties in Laos
en Cambodja.
De keuze van Vietnam voor de
vestiging van een post voor
Zuidoost-Azië wekt verwondering;
Thailand ligt immers zowel vanuit
geografisch als vanuit geopolitiek
oogpunt meer voor de hand.
Waarom kreeg Hanoi de voorkeur
boven Bangkok? Welke objectieve
elementen liggen aan de basis van
de keuze van Hanoi voor de
vestiging van een defensieattaché
voor Zuidoost-Azië?
03.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, le choix du
Vietnam plutôt que de la Thaïlande s'explique facilement, mais je sais
que des débats peuvent parfois être inspirés par des raisons tout à
fait indépendantes de la géostratégie.
03.02 Minister André Flahaut: Het
feit dat Vietnam de voorkeur
boven Thailand heeft, valt
makkelijk te verklaren. Soms
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
A l'époque du choix de la localisation de ce deuxième attaché de
défense pour couvrir l'Asie, le premier se trouvant en Chine, nous
avons tenu compte de nos coopérations avec le Laos et le
Cambodge; nous avons également mis en évidence diverses
coopérations naissantes ou renaissantes avec le Vietnam. A ce
moment-là, beaucoup de voyages officiels avaient lieu, notamment
celui du prince Philippe avec des délégations économiques, vers le
Vietnam plus que vers la Thaïlande.
Ensuite, un élément continue à distinguer le Vietnam de la Thaïlande:
le Vietnam fait partie de la liste des pays de concentration depuis
1999 jusqu'à ce jour. C'est d'ailleurs le seul pays d'Asie du Sud-Est
qui apparaît encore dans cette liste des 18 pays de concentration.
Ainsi, aujourd'hui, le choix est encore justifié. Il avait fait l'objet d'une
concertation avec le collègue des Affaires étrangères et il a d'autant
plus de pertinence actuellement puisque mon nouveau collègue des
Affaires étrangères entend mettre un accent plus soutenu encore sur
l'Asie et l'Asie du Sud-Est pour sa politique des relations extérieures.
C'est la raison pour laquelle nous avons maintenu le poste d'attaché
de défense au Vietnam.
worden de besprekingen echter
ingegeven door redenen die niets
met terreinstrategie te maken
hebben...
Wij hebben rekening gehouden
met onze samenwerking met Laos
en Cambodja, en met de
betrekkingen met Vietnam die
worden aangeknoopt of
hernieuwd. Vietnam is bovendien
het enige land in Zuidoost-Azië dat
nog op de lijst van
concentratielanden staat.
Over deze keuze werd met de
toenmalige minister van
Buitenlandse Zaken overleg
gepleegd. Nu mijn nieuwe collega
van Buitenlandse Zaken
overweegt Zuidoost-Azië in zijn
buitenlands beleid nog meer
prioriteit toe te kennen, is die
keuze des te relevanter.
03.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour la réponse partielle que vous venez de me donner. Cependant,
dans ma question, je vous questionnais également concernant le
poste de Hanoi.
03.03 Josée Lejeune (MR): Ik
heb u ook een vraag gesteld over
de post in Hanoi.
03.04 André Flahaut, ministre: En terminant, j'ai dit voilà la raison
pour laquelle on a maintenu le poste au Vietnam. Hanoi se situe bien
au Vietnam, n'est-ce pas?
03.04 Minister André Flahaut:
Hanoi ligt in Vietnam, of niet?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de minister van Landsverdediging over "het militaire personeel ingezet voor
de uitreiking van de eID" (nr. 6072)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de extra militaire mankracht
voor de verdeling van de elektronische identiteitskaarten en de financiering ervan" (nr. 6197)
04 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au ministre de la Défense sur "le personnel militaire mobilisé pour la délivrance de la
carte d'identité électronique" (n° 6072)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le renfort militaire pour la distribution des cartes
d'identité électroniques et son financement" (n° 6197)
04.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag handelt over het militair personeel dat zal ingezet
worden voor de elektronische identiteitskaarten. Nadat aan de
grootste overheidsbedrijven zoals De Post, Belgacom, NMBS en
Belgocontrol en Biac reeds werd gevraagd personeel te leveren voor
de gemeenten zij vonden er onvoldoende is op 25 februari een
oproep gelanceerd aan de militairen om mee in de bres te springen.
Militairen kunnen dat uiteraard!
Daarmee vangt men wellicht twee vliegen in een klap. Enerzijds
04.01 Dirk Claes (CD&V): Du
personnel militaire sera mobilisé
pour la carte d'identité
électronique (eID). Les communes
obtiennent le personnel promis et
l'âge moyen au sein de l'armée
diminue.
Des plaintes ont-elles été
enregistrées quant au fait que les
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
krijgen de gemeenten eindelijk het beloofde personeel, anderzijds
daalt de gemiddelde leeftijd bij het leger. Dit laatste is het gevolg van
de eis dat kandidaten voor de overstap minstens de leeftijd van 35
jaar moeten hebben en dat aan de oudste kandidaten voorrang zal
worden gegeven
In dit verband wens ik een aantal vragen te stellen.
Mijnheer de minister, hoe kunt u in het kader van het gelijke
kansenbeleid juridisch verantwoorden dat degenen die jonger zijn dan
35 jaar worden uitgesloten? Werden terzake reeds klachten
ontvangen van personen die zich benadeeld voelen?
Welke militairen vallen in de categorie buiten budget of CALog, die
eveneens uitgesloten zijn? Hoe rechtvaardigt u dit?
Hoeveel kandidaten hebben zich sinds de eerste oproep gemeld?
Hoeveel vacatures mag het leger in totaal invullen? Wat is de
gemiddelde leeftijd van de kandidaten die zich reeds hebben
aangemeld?
Vreest u niet dat deze personen aan minder aantrekkelijke
gemeenten zullen worden toegewezen omdat de meest gegeerde
plaatsen wellicht reeds ingenomen zijn? Zo nee, waarom niet?
Waarom werd het militair personeel niet op hetzelfde ogenblik als de
werknemers van de overheidsbedrijven opgeroepen? Bestaat het
gevaar niet dat ze zich tweede keus zullen voelen?
Welke garanties kunt u de kandidaten geven die naar de gemeenten
zullen vertrekken en binnen drie jaar zullen terugkeren? Op welke
manier zult u vermijden dat men in totaal andere
werkomstandigheden zal terechtkomen met personen die men niet
kent? Kunt u terzake garanties geven? Ik weet dat minister Vande
Lanotte probeert de mensen na drie jaar definitief naar de gemeenten
te laten overstappen. Deze regeling is nog niet helemaal rond. Zal zij
eveneens gelden voor de beroepsmilitairen?
Wat gebeurt er indien de militaire chef van het personeelslid dat de
overstap naar de gemeente wenst te maken, verbod geeft?
candidats doivent avoir au moins
35 ans? Comment le ministre
justifie-t-il que les catégories `hors
budget' et `CALOG' ne peuvent
pas poser leur candidature?
Combien de candidats se sont-ils
présentés depuis le premier appel
et quel est leur âge moyen?
Combien de postes vacants
l'armée peut-elle pourvoir? Les
effectifs seront-ils affectés
uniquement à des communes
moins attrayantes? Pourquoi le
personnel militaire a-t-il été
convoqué après le personnel des
entreprises publiques? Quelles
garanties peut-on donner à ces
travailleurs? Après trois ans,
peuvent-ils éventuellement rester
définitivement au service de la
commune? Qu'advient-il si le
supérieur militaire ne donne pas
son accord?
04.02 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, la presse s'est fait
l'écho d'un accord qui aurait été conclu entre votre département et
celui du ministre de l'Intérieur, afin de mettre à la disposition des
communes du personnel de la Défense pour les aider dans la
distribution des nouvelles cartes d'identité électroniques à la
population belge.
Nous savons que la mise en oeuvre de ces nouvelles cartes d'identité
implique notamment une surcharge de travail pour les communes. Le
gouvernement fédéral prévoit donc de mettre à leur disposition du
personnel supplémentaire afin de les aider dans la réalisation de cette
tâche.
Début mars, une centaine de personnes manquait encore. Un appel
aux candidats aurait été lancé au sein de votre département et serait
maintenant clôturé. Cela permettra un déploiement temporaire de
militaires au sein des administrations communales pour une période
er
04.02 Brigitte Wiaux (cdH):
Volgens de pers zouden
Landsverdediging en
Binnenlandse Zaken een akkoord
hebben afgesloten waardoor de
gemeenten bij de uitreiking van de
nieuwe elektronische
identiteitskaarten op de hulp van
uw departement zouden kunnen
rekenen.
Begin maart zou in uw
departement een oproep tot
kandidaatstelling zijn gedaan,
teneinde militairen tijdelijk bij de
gemeentebesturen in te zetten, en
dit voor een periode van drie jaar
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
de trois ans qui prendrait effet au 1
er
mai 2005.
Mes questions sont les suivantes, monsieur le ministre.
- Qu'en est-il exactement de cet accord avec le ministre de l'Intérieur?
- Qu'en est-il de l'appel aux candidats militaires à cette nouvelle
tâche?
- Est-ce que le nombre de candidats répond à vos attentes?
- Pour les personnes qui participeront à ce projet, le principe général
est-il celui du maintien du statut militaire?
- Qu'en est-il des indemnités et des allocations de prestation?
- Les militaires pourraient-ils être affectés à d'autres tâches du service
population d'une commune comme la délivrance de documents?
- Pourriez-vous m'apporter des précisions sur le financement des
militaires qui seraient affectés au sein des administrations
communales? Autrement dit, qui va payer? Est-ce votre département
qui prendra en charge la totalité du coût des militaires mis à
disposition?
die vanaf 1 mei 2005 zou ingaan.
Kan u ons meer uitleg geven over
het akkoord dat met de minister
van Binnenlandse Zaken werd
gesloten en over de oproep tot
kandidaatstelling? Beantwoordt
het aantal kandidaten aan uw
verwachtingen? Behoudt het
betrokken personeel zijn militair
statuut? Op welke
prestatievergoedingen en
uitkeringen zullen zij kunnen
rekenen? Kan hun opdracht tot
andere taken van de
bevolkingsdienst worden
uitgebreid? Kan u ons zeggen hoe
die overheveling van personeel zal
worden gefinancierd?
04.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de voorzitter, vanuit juridisch
oogpunt worden de militairen in kwestie tijdelijk ter beschikking
gesteld van de gemeenten. Zij bewaren al hun rechten en plichten van
militair die beantwoorden aan de principes van gelijke kansen.
Die terbeschikkingstelling is vergelijkbaar met een mutatie voor
dewelke de interne beheersregels van het departement toegepast
worden in functie van de behoeften van het departement Defensie.
Daarover werd tot vandaag geen enkele klacht ontvangen.
De militairen kunnen in twee gevallen buiten budget geplaatst worden,
hetzij ten gevolge van een individuele situatie die zich vertaalt in een
tijdelijke ambtsontheffing of een afwezigheid die een opschorting van
de wedde met zich meebrengt, hetzij ten gevolge van een
inplaatsstelling in een functie buiten budget, zoals het CALog
bijvoorbeeld.
Vermits de militairen buiten budget per definitie buiten de
personeelsenveloppe van het departement Defensie vallen, en
vermits het project identiteitskaarten toelaat om een bijkomend aantal
militairen buiten die personeelsenveloppe te plaatsen, is het niet
opportuun om die groep van militairen daarvoor in aanmerking te
laten komen.
04.03 André Flahaut, ministre:
Les militaires sont mis
temporairement à la disposition
des communes. Ils conservent
leurs droits et leurs obligations en
tant que militaires. La mise à
disposition est comparable à une
mutation.
A ce jour, aucune plainte n'a été
enregistrée. Les militaires peuvent
sortir du cadre du budget en
raison d'une situation individuelle
ou d'un remplacement à une
fonction hors budget comme le
CALOG. Les militaires hors budget
sortent par définition de
l'enveloppe en personnel de la
Défense. Il n'est dès lors pas
opportun de les prendre en
considération pour le projet eID.
798 candidatures répondant aux conditions de l'appel ont été reçues.
Il y a 100 à 130 places disponibles, en fonction du nombre retenu de
candidatures du personnel issu des entreprises publiques autonomes.
La moyenne d'âge des candidats militaires est de 44 ans. L'attractivité
de la commune qui intéresse les candidats dépend surtout du lieu de
résidence de ces derniers. Malgré les délais très courts, près de 800
candidats se sont déjà proposés pour les places vacantes.
A priori, cette possibilité a été réservée au profit du personnel des
entreprises publiques autonomes conformément à la loi-programme
du 22 décembre 2003, en son article 475. C'est pour pallier le
manque de candidats qu'il a été fait appel, dans un deuxième temps,
aux militaires.
Er werden 798 kandidaturen
ingediend die aan de voorwaarden
voldoen. Er zijn 100 à 130
plaatsen beschikbaar. De
gemiddelde leeftijd van de militaire
kandidaten is 44 jaar. Vooral de
gemeenten in de buurt van de
woonplaats van de kandidaten zijn
gegeerd.
Aanvankelijk werd die
mogelijkheid enkel aan het
personeel van de autonome
overheidsbedrijven geboden.
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Au sein du département de la Défense, il n'y a pas de perception
négative au sujet de la procédure suivie. Au contraire, beaucoup de
candidats sont motivés et compétents, prêts à saisir cette opportunité.
Je tiens à rappeler que je suis moi-même disposé à mettre des
militaires à la disposition des communes qui le souhaiteraient pour
effectuer des tâches administratives de police afin de libérer des
policiers pour leur permettre d'aller sur le terrain, faire le travail de
proximité que l'on attend d'eux. Pour moi, il s'agit d'un élément de
mise à disposition parmi d'autres.
Au moins trois mois avant leur retour, ces militaires seront invités à
proposer trois garnisons souhaitées et, comme toujours, un équilibre
sera recherché entre le choix de l'intéressé et les besoins du
département lors des mutations prescrites.
En ce qui concerne la communication avec l'Union des villes et des
communes, je ne suis pour ma part qu'un fournisseur de main-
d'oeuvre; c'est en effet au département de l'Intérieur qu'il appartient de
communiquer avec cette dernière.
En ce qui concerne plus particulièrement les modalités de
financement, elles feront encore l'objet de discussions lors du contrôle
budgétaire actuellement en cours.
Je crois avoir ainsi, monsieur le président, répondu aux différentes
questions qui m'étaient posées.
Omdat er onvoldoende kandidaten
waren, werd een beroep gedaan
op de militairen.
Binnen het departement Defensie
wordt de gevolgde procedure niet
negatief onthaald. Zelf ben ik
bereid militairen ter beschikking
van de gemeenten te stellen om
administratieve taken van de
politie uit te voeren, zodat die
politiemensen kan vrijmaken voor
de wijkwerking.
Uiterlijk drie maanden voor ze
terugkeren, zal die militairen
worden gevraagd de drie
garnizoenen van hun voorkeur
mee te delen. Er zal naar een
evenwicht tussen de wensen van
betrokkene en de noden van het
departement worden gestreefd.
De communicatie met de
Vereniging van steden en
gemeenten valt onder het
departement Binnenlandse Zaken.
De financieringsmodaliteiten zullen
tijdens de aan de gang zijnde
begrotingscontrole aan bod
komen.
04.04 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, natuurlijk is het
positief dat militairen ook de gemeenten gaan helpen, dat wil ik zeker
niet ontkennen. Hebt u ook de intentie om, zoals uw collega, de
militairen die zich goed bevinden in de gemeenten, definitief te laten
overgaan naar de gemeentebesturen? Ik weet dat minister Vande
Lanotte denkt aan een incentive voor de gemeentebesturen, zodat de
gemeenten vlugger overgaan tot het vast aannemen van die
personeelsleden. Dat is een zaak.
Ten tweede heb ik ook kennis van het feit dat iemand die bediende is
in het brandwondencentrum spijtig dat ik weer over het
brandwondencentrum moet beginnen geen toelating heeft gekregen
van haar chef. Zij zou wel willen bij een gemeente werken, maar dat is
haar door de chef verboden. Dat vind ik dan wel spijtig. Ik neem aan
dat daar een groot personeelsverloop is en dat er niet veel
personeelsleden meer zijn. Dat men de goede personeelsleden nog
wil houden, kan ik begrijpen, maar ik vind het spijtig dat het dan weer
juist daar moet gebeuren.
04.04 Dirk Claes (CD&V): C'est
une bonne chose que les militaires
prêtent également main forte aux
communes. Les militaires se
sentant bien dans les communes
où ils opèrent pourront-ils y rester
définitivement? Le ministre Vande
Lanotte envisage un incitant pour
les communes.
J'ai eu connaissance du cas d'une
employée du Centre des brûlés qui
n'a pas obtenu de son chef
l'autorisation d'aller travailler dans
une commune.
04.05 Brigitte Wiaux (cdH): Je souhaite remercier le ministre pour
toutes ces précisions, ajouter que je resterai vigilante quant au mode
de financement de cette mise à disposition et remercier Mme Genot
d'avoir bien voulu qu'on inverse l'ordre du jour.
04.05 Brigitte Wiaux (cdH): Ik zal
aandachtig op de financiering van
die maatregel blijven toezien.
04.06 André Flahaut, ministre: Je n'ignore pas que le parlement a 04.06 Minister André Flahaut: De
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
toujours le dernier mot mais je voudrais dire ceci: au moment de
constituer le corps de sécurité, nous avons également mis du
personnel à disposition mais, dans ce cas-là, nous avions imaginé un
statut spécifique et ces personnes ont cessé d'être des militaires. En
fait, les gens sont partis et de façon définitive, irréversible. Ici, il s'agit
d'une mise à disposition pour une durée de trois ans. Je suis
incapable de dire si, dans trois ans, ce personnel de la Défense mis à
la disposition des communes verra sa situation traduite dans un statut
particulier. Un jour, on a fait l'inverse: le département de l'Intérieur
avait mis à la disposition du département de la Défense une
quarantaine de gendarmes. Ces gendarmes, on les a "rendus" après
de nombreuses années. Ils travaillaient au service du renseignement,
ce qui a d'ailleurs suscité quelques réactions. Ce mouvement existe
donc dans les deux sens.
D'un autre côté, il est clair que toutes les catégories de personnel
n'ont pas cette liberté de partir. Sinon, j'éprouverais de sérieuses
difficultés à gérer certaines situations. Il y a donc toujours une
appréciation du département de départ et une appréciation des
responsables directs des personnes concernées. C'est le droit le plus
strict d'un corps de refuser un départ. Si on veut partir, il existe
d'autres formules comme la mise en congé. Il y aura toujours des
gens qui n'auront pas satisfaction. La meilleure preuve en est que 800
personnes sont candidates alors qu'il y a 130 places disponibles.
C'est comme cela, la vie. Pour le Sri Lanka, il y avait à peu près le
même nombre de personnes disponibles. On a fait appel à 300
d'entre elles. Les autres ne sont pas contentes de ne pas avoir pu
partir et se plaignent d'injustice. Vous savez, il y a beaucoup de
candidats aux élections et tout le monde n'est pas élu.
desbetreffende militairen zullen a
priori hun militair statuut
behouden. Het is mogelijk dat hun
statuut in de toekomst gewijzigd
wordt, maar ik kan mij daar nu niet
over uitspreken.
Voorts zullen de detacheringen
van de kandidaten al of niet
worden aanvaard naargelang van
de behoeften van de
departementen waartoe zij
behoren.
Le président: Heureusement, les personnes présentes ici le sont!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- Mme Zoé Genot au ministre des Affaires étrangères sur "l'utilisation "out of area" d'armes nucléaires
américaines stationnées en Europe" (n° 5976)
- Mme Zoé Genot au ministre de la Défense sur "la sécurité des armes nucléaires américaines
stationnées en Europe" (n° 5977)
05 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Buitenlandse Zaken over "het "out of area"-gebruik van in
Europa gestationeerde Amerikaanse kernwapens" (nr. 5976)
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Landsverdediging over "de veiligheid van de in Europa
gestationeerde Amerikaanse kernwapens" (nr. 5977)
05.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il ressort de documents publiés aux Etats-Unis sur base du
Freedom of Information Act et décrits dans le rapport du Natural
Ressources Defense Council sur les armes nucléaires américaines
en Europe que le soutien apporté par les militaires américains en
Europe sous commandement EUCOM à leurs collègues au Moyen-
Orient sous commandement CENTCOM peut également inclure
l'utilisation d'armes nucléaires stationnées en Europe. Le NATO
Nuclear Planning System permet également la définition de cibles
"out of area".
Monsieur le ministre,
05.01 Zoé Genot (ECOLO): Naar
verluidt zou de steun van het
Amerikaanse militaire commando
EUCOM aan het commando
CENTCOM met het inzetten van in
Europa gestationeerde
kernwapens gepaard kunnen
gaan. In welke omstandigheden
kunnen die kernwapens worden
ingezet?
Uit een verslag van de Natural
Resources Defense Council blijkt
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
1. Les doctrines politique et militaire de l'OTAN permettent-elles
l'utilisation d'armes nucléaires "out of area"? Si oui, dans quelles
circonstances?
2. Les accords bilatéraux avec les Etats-Unis relatifs aux tâches
nucléaires, que la Belgique assure dans le cadre de l'OTAN,
permettent-ils l'utilisation d'armes nucléaires "out of area"?
3. Y a-t-il des circonstances dans lesquelles le gouvernement belge
permettrait l'utilisation d'armes nucléaires après une première attaque
chimique ou biologique contre des forces de l'OTAN?
Monsieur le président, je passe maintenant à ma deuxième question.
Monsieur le ministre, il ressort de documents publiés aux Etats-Unis
sur base du Freedom of Information Act et décrits dans le rapport du
Natural Ressources Defense Council sur les armes nucléaires
américaines en Europe qu'à peine 50% des militaires chargés de la
sécurité des armes nucléaires est à même de satisfaire à la Nuclear
Surety Inspection de l'Air Force (p. 72 du rapport). Cette situation
pose des questions quant à la sécurité des tâches nucléaires
effectuées par la Belgique dans le cadre de l'OTAN.
Mes questions sont les suivantes:
1. Quels sont les résultats à ces tests du personnel américain du
MUNSS présent en Belgique? Quand ont-ils eu lieu et pour quand les
prochains sont-ils prévus?
2. Quels sont les résultats du personnel belge impliqué dans les
tâches nucléaires aux tests de sécurité de l'armée américaine? A
quels tests et contrôles ce personnel est-il soumis? Quand les
derniers tests ont-ils eu lieu et quand les prochains auront-ils lieu?
3. Quels sont les résultats du personnel belge impliqué dans les
tâches nucléaires aux tests et contrôles menés par l'OTAN? A quels
tests et contrôles ce personnel est-il soumis? Quand ont eu lieu les
derniers tests et pour quand les prochains sont-ils prévus?
anderzijds dat nauwelijks 50
procent van de militairen die met
de veiligheid van de kernwapens
zijn belast, tegen die taak is
opgewassen. Hoe deed het
Belgische en het in ons land
aanwezige Amerikaanse
personeel het op de in het verslag
vermelde tests?
Le président: Madame Genot, je tiens à vous féliciter pour votre
concision et la précision de vos questions.
De voorzitter: Proficiat met de
beknoptheid en de duidelijkheid
van uw vragen.
05.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, j'ai déjà
répondu à la question il y a une ou deux semaines, mais je ferai un
effort pour lui répondre, parce que c'est elle.
La politique de l'Alliance en matière nucléaire repose sur le concept
stratégique adopté en 1999, en vertu duquel les moyens nucléaires
alliés revêtent un caractère politique. C'est pourquoi l'Alliance
maintient une capacité suffisante mais minimale, sans que ces armes
visent l'un ou l'autre pays.
La Belgique fait donc preuve de solidarité envers ses partenaires de
l'Alliance en mettant à leur disposition des moyens pour l'exécution
des tâches nucléaires et en leur offrant les capacités nécessaires de
stockage d'éventuelles armes nucléaires. Les Etats membres qui
05.02 Minister André Flahaut: De
nucleaire middelen van de
bondgenoten hebben een politiek
karakter. België stelt middelen ter
beschikking van de bondgenoten
voor de uitvoering van de
nucleaire taken. Er moeten
kwaliteitsnormen in acht worden
genomen. Wegens het
vertrouwelijk karakter van de
gegevens, kan ik niet in detail
treden over de organisatie van de
controles, maar die normen
worden in acht genomen. Ieder
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
disposent d'emplacements de stockage doivent répondre, en
collaboration avec les unités de l'armée américaine qui y sont
établies, à des normes de qualité déterminées dans les domaines de
la sécurité, de l'entraînement, des opérations et du soutien technique.
Pour contrôler le respect de ces normes, les installations de stockage
sont soumises tous les 18 mois à une inspection du service général
de l'armée américaine et, tous les 36 mois, à une évaluation par des
équipes de l'OTAN. Pour des raisons de sécurité, je ne peux vous
donner le détail de ces inspections et évaluations s'agissant des
installations et des moyens belges; je peux néanmoins vous assurer
qu'ils satisfont aux normes de qualité précitées.
Je tiens par ailleurs à souligner que toute utilisation de l'arme
nucléaire se fera en consultation entre les alliés et au terme d'une
évaluation minutieuse de la situation. Préjuger de l'utilisation ou non
de l'arme nucléaire en réponse à un type particulier d'agression
affaiblirait le concept stratégique de l'Alliance qui reconnaît l'ambiguïté
quant à la nature de la riposte comme un élément de renforcement de
la discussion.
Pour être complet, les documents parus dans la presse américaine
sont déjà plus anciens; depuis lors, les choses ont sérieusement
évolué, notamment quant aux contrôles de qualité et de sécurité des
installations.
gebruik van kernwapens zal in
overleg met de bondgenoten
gebeuren. De documenten die in
de Amerikaanse pers verschenen
zijn, zijn al oud en de situatie is
sindsdien geëvolueerd, met name
wat de controles inzake de
kwaliteit en de veiligheid van de
installaties betreft.
05.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, deux éléments de
réponse.
Tout d'abord, si les Américains font des efforts de transparence, je
regrette que nous ne puissions pas accomplir les mêmes efforts,
même si c'est avec un certain décalage. En effet, c'est quand les
problèmes sont résolus qu'on apprend qu'ils ont existé. Mais au
moins, un effort de transparence est réalisé de la part de l'armée
américaine qui reconnaît que 50% de son armée n'a pas satisfait aux
tests.
Je trouve dommage que nous ne puissions pas être pleinement
rassurés en ayant connaissance de la nature des tests et de leurs
résultats du côté belge.
En ce qui concerne l'utilisation des armes "out of area", si je
comprends bien votre réponse, il n'existe en fait aucune doctrine en la
matière: on réagira au cas par cas. L'impression qu'on pouvait avoir
que les armes nucléaires d'une zone étaient affectées spécifiquement
à cette zone et qu'il faudrait des actes totalement spéciaux pour
pouvoir les utiliser en dehors de cette zone n'a pas l'air fondée.
05.03 Zoé Genot (ECOLO): Wij
geven niet blijk van dezelfde
transparantie als de Amerikanen.
Pas wanneer de problemen zijn
opgelost vernemen wij dat ze ooit
hebben bestaan. Wat het gebruik
van de wapens "out of area"
betreft, begrijp ik dat er ter zake
geen enkele doctrine bestaat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Défense sur "les nuisances sonores provoquées
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Landsverdediging over "de geluidsoverlast
veroorzaakt door vluchten op lage hoogte" (nr. 6099)
06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ne croyez pas que je veuille vous harceler, mais je me
06.01 Joseph Arens (cdH):
Volgens de statistische gegevens
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
permets quand même de revenir sur la problématique du survol à
basse altitude, par des avions militaires, de la région du Centre-
Ardennes, et ce pour plusieurs raisons.
Premièrement, selon des statistiques, que je n'ai malheureusement
pas jointes à la question mais dont vous avez certainement
connaissance, émanant d'une personne qui a établi un relevé de tous
les survols de la région du Centre-Ardennes en juillet et août 2004, il
apparaît qu'en août, il y a eu huit jours de survol à basse altitude et en
juillet, sept jours. Cela fait donc pratiquement deux jours par semaine.
Mes questions sont les suivantes, monsieur le ministre. Confirmez-
vous ces statistiques établies par un habitant de ces communes? Y a-
t-il bien eu, en juillet et août 2004, des survols qu'il considère comme
illégaux ou comme constituant une infraction à la réglementation
relative aux vols à basse altitude? Je pense toutefois que cette
personne commet une erreur d'appréciation. En effet, les vols à basse
altitude sont bien interdits durant les mois d'été; mais par vol à basse
altitude, il faut entendre ceux en dessous de 160 mètres. Or, dans les
statistiques qui m'ont été remises, les vols incriminés se passaient à
une altitude estimée entre 200 et 1.000 mètres.
Quoi qu'il en soit, le nombre de jours mentionné me semble fort
important.
Avez-vous l'intention de prendre des mesures si les règles ont été
enfreintes?
Deuxièmement, ces derniers jours, un avis est paru dans les journaux
locaux annonçant des vols à 80 mètres d'altitude. Je me suis informé
et il m'a été répondu qu'il s'agirait probablement de vols
d'hélicoptères, et pas de F-16. J'aimerais que vous me le confirmiez.
S'agira-t-il de vols de F-16 à 80 mètres d'altitude? Dans l'affirmative,
cela me semble vraiment bas. Par cette précision, je comprendrais
certainement mieux la réponse que vous m'avez faite, il y a quelques
mois, au sujet de l'implantation d'éoliennes.
Enfin, monsieur le ministre, je reviens une fois de plus sur l'éternelle
question: n'est-il vraiment pas possible de trouver, pour les vols à très
basse altitude, d'autres couloirs? Ne pourriez-vous faire un premier
pas pour diminuer le nombre de jours de survol de cette région de
notre pays?
die een inwoner over alle vluchten
boven de zone Cengtrum-
Ardennen in juli en augustus 2004
heeft verzameld, zouden er bijna
op twee dagen per week
scheervluchten plaatsvinden.
Kan u deze gegevens bevestigen?
Vormen de opgetekende
scheervluchten een inbreuk op de
reglementering inzake de vluchten
op lage hoogte? De
scheervluchten zijn immers
verboden gedurende de
zomermaanden. Anderzijds is er
slechts sprake van een
scheervlucht indien deze onder de
160 meter blijft. De klacht van de
inwoner gaat echter over vluchten
die naar schatting tussen 200 en
1.000 meter hoogte gebeurden.
Zal u maatregelen treffen indien
de regels werden overtreden? De
lokale pers berichtte de laatste
dagen over vluchten op 80 meter
hoogte. Klopt het dat het hier
waarschijnlijk om
helikoptervluchten gaat en niet om
scheervluchten van F-16's?
Kunnen de scheervluchten niet in
andere corridors gebeuren en kan
het aantal dagen waarop laag over
deze zone wordt gevlogen niet
worden verminderd?
06.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, le survol des
Ardennes en dessous de 150 mètres par rapport au sol est interdit
entre le 1
er
juin et le 15 septembre.
Il est à souligner que, pendant ces vols d'entraînement, les pilotes de
la composante Air n'effectuent pas de manoeuvres interdites et
n'enfreignent pas délibérément les règles en vigueur.
Toutefois, si une plainte officielle est introduite par procès-verbal, une
enquête est immédiatement ouverte au sein de la Défense. S'il en
résulte que le pilote n'a pas respecté le règlement, des mesures
statutaires sont prises, ce qui a déjà été fait.
Si, par exemple, une personne, n'attendant pas de venir à ma
permanence, me téléphone pour me signaler qu'un avion est en train
06.02 Minister André Flahaut: De
piloten van de Luchtcomponent
overtreden de bestaande regels
niet bewust. Dit gezegd zijnde,
geeft iedere officiële klacht
aanleiding tot de opening van een
dossier op het departement. Er
worden statutaire maatregelen
genomen als er overtredingen
worden vastgesteld.
De zone "Low flowing area
Ardennes" wordt meer bepaald
bestemd voor het oefenen van
vluchten op lage hoogte. De
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
de survoler dangereusement Dinant en ne respectant apparemment
pas la hauteur minimale, cet appel est renvoyé vers l'état-major qui
vérifie s'il est exact qu'un avion de la composante Air belge est en vol.
Il y a parfois le "TLP" avec des avions basés à Florennes et des
avions d'autres Etats; il convient donc d'identifier l'appareil. Quand cet
avion rentre à la base, on peut contrôler toutes les caractéristiques de
son vol. S'il ressort de cette vérification que le pilote n'a pas respecté
les règles, des sanctions sont prises, ce qui a déjà été fait. Une
personne m'écrivait toutes les semaines pour me dire que cela n'allait
pas! Maintenant, cela va un peu mieux; elle ne m'écrit plus ou elle n'a
plus d'encre!
En fait, la zone "low flowing area Ardennes", au-dessus des
Ardennes, a spécifiquement été créée pour l'entraînement des vols à
basse altitude. C'est uniquement dans cette zone que sont autorisés
les vols à 80 mètres par rapport au sol, excepté, bien entendu, entre
le 1
er
juin et le 15 septembre. La même règle s'applique à tous les
types de vols. Il existe effectivement une zone où les avions volent
plus bas que les 150 mètres mais cette zone n'est pas habitée.
Partout ailleurs en Belgique, la hauteur minimale est de 300 mètres
par rapport au sol. La présence éventuelle d'éoliennes est portée à la
connaissance des pilotes notamment au moyen des "notices to
airmen". Je vous ai déjà expliqué le problème que nous rencontrons
avec les éoliennes; en les multipliant un peu partout, il est difficile
d'avoir des zones d'entrée dans les espaces réservés pour les vols à
basse altitude.
Que convient-il de faire?
Il y a une nécessité pour les pilotes de s'entraîner. Prochainement,
beaucoup de pilotes de F-16 opéreront en Afghanistan, je recevrai
peut-être des plaintes d'Afghans. En tout cas, il faut que les pilotes
s'entraînent.
On essaie déjà de délocaliser une partie de ces entraînements,
notamment sur le Maroc ou dans des zones beaucoup plus lointaines,
à la frontière entre les Etats-Unis et le Canada, par exemple. Nous
avons d'ailleurs reçu des plaintes d'Ecolo et de Mme Genot, parce
que l'on importunait les Indiens.
On a également diminué l'occupation de notre espace aérien de façon
sensible, puisque nos Alfa Jets, qui auparavant s'entraînaient au
dessus du territoire belge, ont été délocalisés en France. Le nombre
de nuisances a déjà diminué. Tous ne peuvent pas s'entraîner à
l'étranger sinon cela n'aura plus rien d'une composante aérienne
belge.
Des exercices ont lieu aux Etats-Unis, au Canada, au Maroc, aux
Pays-Bas, en Allemagne, en France et en Angleterre. On délocalise
déjà beaucoup de choses et le plan stratégique a décidé de réduire le
nombre de F-16 ainsi que le nombre global d'heures de vol. Problème
sur lequel j'ai d'ailleurs été interpellé, étant donné que, dans ce cas,
c'est l'entraînement des pilotes qui est mis en péril. On essaie donc
de réduire au minimum les nuisances en agissant sur chacun des
moyens. Il reste inévitablement toujours une petite parcelle de
nuisance.
minimumhoogte bedraagt elders
overal 300 meter.
De piloten moeten oefenvluchten
kunnen maken. Een gedeelte van
die oefenvluchten vinden nu al
plaats in de Verenigde Staten,
Canada, Marokko, Nederland,
Duitsland, Frankrijk en Engeland.
Maar niet alle piloten kunnen in het
buitenland oefenen, zoniet is er
geen sprake meer van een
Belgische luchtcomponent.
Voorts werd in het strategisch plan
beslist het aantal F16's en het
totaal aantal vlieguren terug te
schroeven, een probleem
waarover men mij al heeft
geïnterpelleerd, aangezien de
training van de piloten daardoor in
het gedrang dreigt te komen. Men
tracht de hinder dus zoveel
mogelijk te beperken, maar er zal
onvermijdelijk altijd een klein
beetje overlast zijn.
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
06.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse. Si ces statistiques sont correctes, il y a eu huit jours
d'exercice en juillet 2004 et sept jours en août 2004. C'est
pratiquement deux jours par semaine. Ne pourrait-on pas réduire ou
concentrer davantage ces opérations plutôt que de les étaler sur
l'ensemble du mois, ce qui donne probablement une certaine
impression de vols à basse altitude permanents? Ensuite, si j'ai bien
compris, ce sont carrément des F-16 qui volent à 80 mètres d'altitude.
06.03 Joseph Arens (cdH): Kan
men die operaties niet beperken of
concentreren veeleer dan ze over
de hele maand te spreiden?
06.04 André Flahaut, ministre: C'est effectivement assez
impressionnant de voler en F-16 à 80 mètres du sol.
06.05 Joseph Arens (cdH): Je sais que les entraînements sont
nécessaires.
06.06 André Flahaut, ministre: Nous allons examiner la possibilité de
concentrer davantage les vols. Des efforts sont déjà faits en ce sens
et une information plus large est communiquée à la ville.
06.06 Minister André Flahaut: Wij
zullen de mogelijkheid van een
grotere concentratie van de
vluchten onderzoeken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de werking van de
interventiediensten en de MUG's" (nr. 6200)
07 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "le fonctionnement des services
07.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb deze vraag opnieuw ingediend omdat zij vorige
maand niet kon gesteld worden omdat de agenda reeds overvol was.
Mijn vraag handelt zeer concreet over het operationele aspect van de
dienst 100 en de MUG-diensten omdat hierover her en der nogal wat
onduidelijkheid scheen gerezen te zijn.
Ik kom tot mijn vragen.
Ten eerste, maken de diensten deel uit van de dringende medische
hulpverlening? Zo ja, in welke zones moeten ze bijstand verlenen?
Ten tweede, hoeveel uitritten maakt elk type voertuigen?
Ten derde, waarvoor wordt er uitgerukt? Voor branden, medische
assistentie? Quid met de ondersteuning van de luchthaven van
Zaventem?
Ten vierde, hoe groot is het personeelsaantal van deze diensten?
Ten slotte, wat is de oproeptijd van het medisch personeel bij
rampen?
07.01 David Geerts (sp.a-spirit):
Le caractère opérationnel des
services 100 et SMUR n'est pas
défini avec précision.
Font-ils partie de l'aide médicale
urgente? Dans l'affirmative, dans
quelles zones doivent-ils prêter
assistance? Quel est le nombre de
sorties par véhicule? Quelle est la
nature des sorties? A combien
s'élèvent les effectifs? Dans quel
délai le personnel médical peut-il
arriver sur place lors de
catastrophes?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer Geerts, zowel de MUG-
dienst van het hospitaalcentrum van de basis Koningin Astrid als de
ambulancedienst zijn erkende diensten die deelnemen aan de
dringende medische hulpverlening. Elk hebben zij een aan hen
toegekende zone, zowel door de 100-centrale van Brussel als door de
100-centrale van Leuven.
07.02 André Flahaut, ministre:
Tant le SMUR du centre
hospitalier de la base Reine Astrid
(HCB RA) que le service
ambulancier font partie de l'aide
médicale urgente. Les centraux
100 de Bruxelles et de Louvain ont
23/03/2005
CRIV 51
COM 545
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
attribué une zone précise à ces
deux services.
En ce qui concerne les zones, celle de Bruxelles regroupe Neder-
over-Heembeek, Haren, une partie de Schaerbeek, une partie de
Laeken, une partie de Bruxelles-Ville. Leuven, quant à elle, regroupe
Leuven, Grimbergen, deels Meise en Wolvertem, Strombeek en deels
Vilvoorde.
In Brussel betreft het Neder-over-
Heembeek, Haren en delen van
Schaarbeek, Laken en Brussel-
centrum, in Leuven Grimbergen,
delen van Meise en Wolvertem,
Strombeek en een deel van
Vilvoorde.
De MUG-dienst verzorgt daarnaast medische bijstand voor de
oproepen van de brandweer over gans het gebied van Brussel-
Hoofdstad. Dit gebeurt enerzijds omwille van de expertise inzake de
opvang van brandwondenpatiënten en, anderzijds omwille van de
expertise inzake het rampenplan die kunnen voortvloeien uit de
situaties waarvoor de brandweer uitrukt.
Ook in het onderdeel rampenplan van de dringende medische
hulpverlening spelen de interventiediensten van de HCBKA een
aanzienlijke rol. Hieronder volgt een opsomming van de verschillende
functies in dit domein. Directeur medische hulpverlening luchthaven
Zaventem, directeur medische hulpverlening intern bij alle Europese
Tops in Brussel, een week op zeven directeur medische hulpverlening
voor het Brusselse grondgebied zoals al de andere MUG's van
Brussel, continu operationeel directeur medische hulpverlening voor
het Brusselse grondgebied, directe implicatie bij de coördinatie van
het BABI-plan (Belgium Association of Burn Injuries) zoals tijdens de
catastrofe van Gellingen, centrale rol bij het rampenplan van
SEVESO-bedrijf Shell op 1 kilometer van het ziekenhuis, directeur
medische functie van de NAVO-infrastructuur te Brussel. Dit is nog
niet geofficialiseerd.
De interventiediensten van het hospitaal hebben twee MUG-
voertuigen, twee reanimatieziekenwagens en een
transferziekenwagen ter beschikking.
In 2004 waren er in het kader van de dringende medische
hulpverlening 1.478 MUG-uitritten en 1.220 ambulance-uitritten. Wat
de voorgaande jaren betreft, zijn de aantallen van dezelfde grootorde,
met een lichte daling van ongeveer 500 in 2002. Deze daling had te
maken met de inschakeling van een nieuwe MUG-structuur in het
ziekenhuis van Schaarbeek.
Hierbij moet vermeld worden dat deze voertuigen ook voor andere
taken gebruikt worden, zoals het interhospitaal transport van zowel
burgers als militairen, transfers van gewone militairen uit het
buitenland op de middenlange afstand en medische begeleiding en
ondersteuning van VVIP en VIP, bijvoorbeeld drie medische teams bij
een Europese Top, NATO-bijeenkomsten, een koninklijke
verplaatsing of een militaire manifestatie.
Wat de MUG-functie betreft, waren er 657 medische uitritten, 796
uitritten tezamen met de brandweer, 25 uitritten voor een vliegtuig in
moeilijkheid op de luchthaven.
Wat de ambulance-functie betreft, waren er 321 ambulance-uitritten
met begeleiding van een MUG-team en 899 ambulance-uitritten
Le service SMUR fournit en outre
une assistance médicale lors des
appels du service d'incendie sur
l'ensemble du territoire de
Bruxelles-Capitale. Les services
d'intervention de l'HCB RA jouent
également un rôle considérable
dans le volet relatif aux plans
catastrophe de l'aide médicale
urgente. Ils ont été impliqués, par
exemple, dans la coordination du
plan BABI (Belgian Association of
Burn Injuries) ainsi que lors de la
catastrophe de Ghislenghien ou du
plan catastrophe de l'entreprise
SEVESO Shell située à un
kilomètre de l'hôpital. Les services
d'intervention de l'HCB RA
disposent de deux véhicules
SMUR, de deux ambulances de
réanimation et d'une ambulance
de transfert. Un aperçu du nombre
de sorties a été fourni à l'auteur de
la question. Quant aux sorties
effectuées dans le cadre l'aide
médicale urgente, il convient de
mentionner que ces véhicules sont
également utilisés pour d'autres
missions telles que le transport de
civils et de militaires entre les
hôpitaux, les transferts de
militaires blessés de l'étranger,
l'accompagnement médical des
VIP lors de rencontres
européennes au sommet, de
réunions de l'OTAN, de
déplacements de la famille royale
et de manifestations militaires.
La fonction du SMUR est assurée
par trois ambulanciers agréés, un
infirmier et un médecin agréé. Les
services d'intervention de l'HCB
RA disposent de quatre équipes
susceptibles d'être appelées en
cas de catastrophe et composées
d'un médecin agréé du service
CRIV 51
COM 545
23/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
zonder begeleiding van een MUG-team.
Wat betreft het vervullen van de MUG-functie en de ambulance-
functie zijn er op continue basis drie erkende ambulanciers, een
verpleegkundige en een erkende geneesheer aanwezig in het
ziekenhuis. Ook dient hierbij vermeld te worden dat de uitritten in het
kader van de dringende geneeskundige hulpverlening niet de enige
taak is van deze mensen gedurende hun aanwezigheid in het
ziekenhuis.
De interventiedienst van het hospitaal beschikt over vier
terugroepbare wachten die inderdaad bij rampen zullen geactiveerd
worden: een erkend geneesheer van de MUG-dienst, een
verpleegkundige rampenmanagement, een transferverpleegkundige
en een ambulancier. Het is duidelijk dat wij gezien hun mogelijke inzet
in het kader van rampen aan deze mensen opleggen zo snel mogelijk,
in de kortst mogelijke tijdspanne, het hospitaal te vervoegen.
SMUR, d'un infirmier spécialisé
dans la gestion des situations
d'urgence, d'un infirmier spécialisé
dans les transferts et d'un
ambulancier.
07.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een zeer korte repliek.
Mijnheer de minister, u sprak over bijstand bij Europese toppen en
dergelijke. Zijn daarover conventies gesloten en is er enige
financiering vanuit Europa voor Defensie?
07.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Le ministre a parlé d'assistance
lors de rencontres européennes
au sommet. A cet égard, un
accord a-t-il été conclu avec l'UE?
L'Europe intervient-elle
financièremen?
07.04 Minister André Flahaut: Neen, het is een conventie tussen het
departement Binnenlandse Zaken en Defensie. Er is geen conventie
met de Europese autoriteiten.
07.04 André Flahaut, ministre:
Non, un accord n'a été conclu
qu'avec les Affaires intérieures.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les interventions de M. De Crem sont reportées après les vacances. Il reste une question
n° 6205 de Mme Marghem mais elle n'est pas là. Nous n'allons pas l'attendre. Je vais lever la séance et je
reporte la question de Mme Marghem à la prochaine réunion.
La réunion publique de commission est levée à 10.55 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.55 uur.