CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 541
CRIV 51 COM 541
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
22-03-2005
22-03-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Benoît Drèze à la ministre de
l'Emploi sur "le respect du terme "bonus à
l'emploi"" (n° 5939)
1
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "het gebruik van de uitdrukking
"bonus à l'emploi"" (nr. 5939)
1
Orateurs: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze à la ministre de
l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de garantie
de revenus" (n° 5963)
2
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 5963)
2
Orateurs: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "la simplification de réglementation
relative à la coordination de la sécurité" (n° 5954)
4
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de vereenvoudiging van
de reglementering op de veiligheidscoördinatie"
(nr. 5954)
4
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de
l'Emploi sur "les avocats stagiaires" (n° 6092)
8
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Werk over "de stagedoende
advocaten" (nr. 6092)
8
Orateurs: Karine Lalieux, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Karine Lalieux, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de
l'Emploi sur "le débat européen sur la migration
des travailleurs" (n° 6033)
10
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Werk over "het Europees debat over
arbeidsmigratie" (nr. 6033)
10
Orateurs: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Nahima Lanjri, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "les tests de détection de
consommation de drogue et d'alcool chez les
travailleurs" (n° 6181)
12
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de drugs- en alcoholtests
bij werknemers" (nr. 6181)
12
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Interpellations et question jointes de
15
Samengevoegde interpellaties en vraag van
14
- Mme Marleen Govaerts à la ministre de l'Emploi
sur "un contrôle effectué par les services
d'inspection sociale après un enterrement"
(n° 556)
15
- mevrouw Marleen Govaerts tot de minister van
Werk over "een controle vanwege de sociale
inspectiediensten na een rouwplechtigheid"
(nr. 556)
14
- M. Pieter De Crem à la ministre de l'Emploi sur
"les aidants occasionnels m/f" (n° 562)
15
- de heer Pieter De Crem tot de minister van Werk
over "de gelegenheidshelpers m/v" (nr. 562)
14
- Mme Hilde Vautmans à la ministre de l'Emploi
sur "le contrôle auquel l'ONEM a soumis trois
habitantes âgées de Nerem parce qu'elles servent
des sandwiches lors d'enterrements" (n° 5969)
15
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Werk over "de controle door de RVA van drie
bejaarde 'koffiedames' uit Nerem" (nr. 5969)
14
Orateurs: Marleen Govaerts, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi, Pieter De
Crem, président du groupe CD&V, Hilde
Vautmans
Sprekers: Marleen Govaerts, Freya Van den
Bossche, minister van Werk, Pieter De
Crem, voorzitter van de CD&V-fractie, Hilde
Vautmans
Motions
22
Moties
22
Question de Mme Annemie Turtelboom à la
ministre de l'Emploi sur "le maintien du droit de
certains travailleurs âgés à une indemnité
complémentaire de prépension" (n° 6178)
23
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "het behoud van het recht
van sommige oudere werknemers op de
aanvullende brugpensioenvergoeding" (nr. 6178)
23
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
Question de M. Denis Ducarme à la ministre de
l'Emploi sur "le statut des transporteurs de fonds"
(n° 6168)
25
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
minister van Werk over "het statuut van de
geldkoeriers" (nr. 6168)
25
Orateurs: Denis Ducarme, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Denis Ducarme, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Zoé Genot à la ministre de
l'Emploi sur "les données statistiques et
qualitatives demandées dans le cadre du contrôle
des chômeurs" (n° 6173)
26
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Werk over "de gevraagde statistische en
inhoudelijke gegevens met betrekking tot de
werklozencontroles" (nr. 6173)
26
Orateurs: Zoé Genot, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Zoé Genot, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom à la
ministre de l'Emploi sur "l'augmentation du
nombre d'allocataires de l'ONEM" (n° 6179)
28
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de stijging van het aantal
uitkeringtrekkers van de RVA" (nr. 6179)
28
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "la suppression du
pointage" (n° 6176)
31
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "de afschaffing van de
stempelcontrole" (nr. 6176)
31
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche, minister van Werk
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
ministre de l'Emploi sur "les mesures prises pour
combattre la fraude sociale" (n° 6177)
34
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Werk over "maatregelen die
genomen worden in de strijd tegen de sociale
fraude" (nr. 6177)
34
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Freya
Van den Bossche, minister van Werk
Question de Mme Annemie Turtelboom à la
ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre de
l'accord interprofessionnel" (n° 6180)
37
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Werk over "de uitvoering van het
interprofessioneel akkoord" (nr. 6180)
37
Orateurs: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annemie Turtelboom, Freya Van
den Bossche, minister van Werk
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de l'Emploi sur "l'appel lancé par le directeur du
centre pour l'égalité des chances et la lutte contre
le racisme concernant l'engagement obligatoire
d'allochtones" (n° 6190)
41
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Werk over "de oproep van de
directeur van het Centrum voor gelijkheid van
kansen en racismebestrijding om allochtonen
verplicht in dienst te nemen" (nr. 6190)
41
Orateurs: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, ministre de l'Emploi
Sprekers: Maggie De Block, Freya Van den
Bossche, minister van Werk
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
22
MARS
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
22
MAART
2005
Namiddag
______
De vergadering wordt geopend om 14.11 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.11 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Question de M. Benoît Drèze à la ministre de l'Emploi sur "le respect du terme "bonus à l'emploi""
01 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "het gebruik van de uitdrukking
"bonus à l'emploi"" (nr. 5939)
01.01 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, quand je crois en
quelque chose, je veille au détail jusqu'au bout. Ma question est très
courte.
En son temps, dans cette salle, nous avions corrigé les termes
"bonus crédit d'emploi", dans sa version francophone, en "bonus à
l'emploi". Le président avait même eu un trait d'humour en disant
qu'on parlerait du "bonus Drèze" ou de "l'amendement Drèze"!
Toutefois, dans l'arrêté royal du 1
er
février 2005, on reprend encore
l'ancienne terminologie. Je voulais savoir si c'était une erreur qui allait
être corrigée ou si c'était délibéré.
01.01 Benoît Drèze (cdH):
Tijdens de bespreking in de
commissie voor de Sociale Zaken
in december werd
overeengekomen dat de term
"bonus crédit d'emploi", die niet
echt duidelijk is en geen goede
vertaling is van de "werkbonus" in
het Nederlands, door de term
"bonus à l'emploi" zou worden
vervangen.
In het koninklijk besluit van 1
februari 2005 wordt nog de term
"bonus crédit d'emploi" gebruikt.
Hoe zal u dat rechtzetten,
rekening houdend met de in de
programmawet van 27 december
2004 gebruikte terminologie?
01.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
puisque le "bonus à l'emploi" devait entrer en vigueur le 1
er
janvier, on
n'a pas pu attendre la publication de la loi-programme avant de
commencer à rédiger l'arrêté d'exécution. Le projet d'arrêté royal et le
projet de loi ont donc été rédigés simultanément. Il est de ce fait
assez logique de retrouver dans les deux textes les mots "bonus
crédit d'emploi". Lors de l'approbation de la loi et du changement en
"bonus à l'emploi", tout le monde a apparemment perdu de vue, y
compris le Conseil d'Etat, qu'il fallait opérer le même changement
dans l'arrêté royal.
Dans le cadre des négociations de l'accord interprofessionnel, les
partenaires sociaux demandent un effort supplémentaire pour les
salaires les plus faibles. Dans cette optique, on a envisagé de
01.02 Minister Freya Van den
Bossche: Vermits de werkbonus
op 1 januari van kracht moest
worden, hebben wij de
inwerkingtreding van de
programmawet niet kunnen
afwachten om het koninklijk
uitvoeringsbesluit op te stellen.
Het ontwerp van koninklijk besluit
en het wetsontwerp werden
tegelijkertijd opgesteld. Het is dan
ook logisch dat de term "bonus
crédit d'emploi" erin voorkomt.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
renforcer davantage le "bonus à l'emploi" pour les salaires les plus
faibles. Et j'ai déjà demandé qu'on corrige également la petite faute
linguistique lors de la modification de l'arrêté royal.
Bij de goedkeuring van de wet is
iedereen vergeten dat ook de
terminologie van het koninklijk
besluit moest worden aangepast.
Tijdens de onderhandelingen over
het interprofessioneel akkoord
werd beslist vooral de werkbonus
voor de laagste lonen op te
trekken. Ik heb dan ook gevraagd
dat die term zou worden verbeterd
wanneer het koninklijk besluit
wordt aangepast.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Benoît Drèze à la ministre de l'Emploi sur "la réforme de l'allocation de garantie de
02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de hervorming van de
inkomensgarantie-uitkering" (nr. 5963)
02.01 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, tout le monde au
sein de cette commission connaît le système de l'allocation de
garantie de revenus (AGR) ainsi qu'un de ses effets pervers, à savoir
que le bénéficiaire d'une telle allocation n'a pas d'intérêt financier à
voir ses heures prestées augmenter puisque l'allocation diminue à
due concurrence dans ce cas.
C'est donc assez logiquement, pour prévenir cet effet pervers, que le
premier ministre a annoncé, lors de sa déclaration gouvernementale
en juillet 2003 qu'il allait, avec le gouvernement, effectuer une réforme
du système de l'allocation de garantie de revenus, intention qui a été
confirmée à l'issue du Conseil des ministres du 16 janvier 2004.
D'après ce Conseil, l'AGR ne serait plus un montant fixe par mois
mais serait allouée comme un supplément par heure. L'allocation
ainsi réformée ne serait, par ailleurs, plus disponible pour les
personnes travaillant moins d'un tiers-temps.
Nous souscrivons évidemment entièrement à cet objectif d'éviter les
pièges à l'emploi. Nous sommes cependant surpris par le peu
d'empressement du gouvernement à passer des intentions aux actes.
En effet, le gouvernement a annoncé que la réforme interviendrait
avant le 1
er
octobre 2004. Ensuite, dans le cadre du budget 2005, il a
annoncé qu'elle serait quelque peu retardée. Près de six mois après
ce 1
er
octobre 2004 et près de deux ans après l'accord de
gouvernement, rien n'a été publié au Moniteur belge à ce sujet.
Madame la ministre, mes questions sont les suivantes:
1. Confirmez-vous la volonté du gouvernement de réformer
l'allocation de garantie de revenus le plus rapidement possible et
selon les modalités précisées lors du Conseil des ministres du 16
janvier 2004?
2. Le cas échéant, comment l'allocation de garantie de revenus
s'articule-t-elle avec le bonus à l'emploi, notamment au plan
budgétaire?
02.01 Benoît Drèze (cdH): De
leden van deze commissie
kennen het stelsel van de
inkomensgarantie-uitkering en
één van zijn ongewenste
neveneffecten, namelijk dat de
begunstigde van een dergelijke
uitkering er geen financieel
voordeel bij heeft meer uren te
presteren vermits de uitkering in
dat geval verhoudingsgewijs daalt.
In juli 2003 werd de hervorming
van het stelsel van de inkomens-
garantie-uitkering aangekondigd
en op 16 januari 2004 werd dit
bevestigd. De hervorming houdt in
dat in plaats van een vast
maandbedrag een bijslag per uur
zou worden uitgekeerd en dat er
geen inkomensgarantie-uitkering
meer zou worden uitbetaald aan
personen die minder dan een
derde van een volledige prestatie
werken.
We willen de werkloosheidsvallen
uitsluiten en maken ons zorgen
dat de regering deze hervorming
die ze, zoals aangekondigd, op 1
oktober 2004 wilde invoeren, nog
niet heeft uitgevoerd.
Zal de regering in
overeenstemming met hetgeen op
de Ministerraad op 16 januari
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
3. Si les modalités convenues en janvier 2004 n'étaient pas retenues,
quelles alternatives envisageriez-vous?
2004 werd aangekondigd, het
stelsel van de inkomensgarantie-
uitkering snel hervormen of denkt
u aan andere maatregelen? Hoe
verhoudt de inkomensgarantie-
uitkering zich tot de werkbonus,
onder meer op budgettair vlak?
02.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
monsieur Drèze, le projet d'arrêté royal relatif à l'allocation de garantie
de revenus a été rédigé conformément à ce qui a été convenu lors du
Conseil des ministres du 16 janvier 2004. Le projet a fait l'objet d'une
première discussion en comité de gestion de l'ONEM du 18 novembre
2004. Le comité l'a alors renvoyé à un groupe de travail technique qui
s'est prononcé le 25 novembre dernier.
Le comité de gestion du 16 décembre a rendu un avis. Un certain
nombre de remarques ont été formulées, tant du côté des employeurs
que des travailleurs, au sujet de cette proposition. De toute façon, il a
été demandé, pour des raisons d'ordre technique, de ne pas faire
entrer en vigueur l'arrêté royal avant le 1
er
avril. L'avis du département
des Finances a été demandé. Il se trouve, depuis lors, entre les mains
du ministre du Budget pour accord.
Lorsque cet arrêté royal sera à nouveau inscrit à l'ordre du jour du
Conseil des ministres, un groupe de travail se réunira préalablement
afin d'examiner, entre autres, les observations des partenaires
sociaux formulées au sein du comité de gestion de l'ONEM. Des
modifications éventuelles peuvent être proposées avant d'être
soumises au Conseil des ministres.
En ce qui concerne la part que constitue la réforme de l'AGR dans le
financement du bonus à l'emploi, le Conseil des ministres du 16
janvier 2004 s'est basé sur une réduction de dépenses de 10 millions
en 2005, si la réforme était mise en oeuvre le 1
er
janvier, de 24
millions en 2006 et de 31 millions en 2007. Puisque cette mesure
entrerait en vigueur au-delà du 31 janvier, le chiffre total des
dépenses en moins sera bien entendu moins élevé pour 2005; ce qui
entraînera un impact sur le budget prévu pour le bonus à l'emploi. Il
appartient, bien entendu, au ministre du Budget d'en tenir compte
lorsqu'il nous rendra son avis.
02.02 Minister Freya Van den
Bossche: De werkgevers en
werknemers hebben een aantal
opmerkingen over het voorstel
geformuleerd. Zo heeft men
gevraagd om het koninklijk besluit
niet vóór 1 april in werking te laten
treden. Wanneer het koninklijk
besluit opnieuw op de
ministerraad ter sprake komt, zal
een werkgroep samenkomen om
de bezwaren van de sociale
partners te onderzoeken. Als de
uitvoering van de hervorming
vertraging oploopt, heeft dit een
negatieve impact op de begroting.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Madame la ministre, manifestement, le
dossier semble plus compliqué, techniquement parlant, que ce que
j'imaginais au départ. C'est ce que je retiens au vu de la multitude de
réunions qui se succèdent. J'apprends à présent que l'impact
budgétaire sera moins important si la nouvelle mesure entre en
vigueur plus tard.
Or, dans le cadre du budget 2005, quand nous avions évoqué la
diminution du budget AGR, vous aviez répondu que c'était en raison
de l'augmentation du bonus à l'emploi. Je constate à présent qu'il y a
une économie propre de la mesure "allocation garantie de revenu" par
elle-même, à la suite de la réforme envisagée.
J'apprends aussi, si j'ai bien compris, que l'économie qui n'aura pas
été réalisée - vu le retard dans l'application de la mesure - sera
reportée sur une diminution du bonus à l'emploi.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Deze
maatregel is blijkbaar technisch
ingewikkelder dan ik eerst dacht.
Zal de winstderving als gevolg van
de late inwerkingtreding van deze
maatregel niet op de werkbonus
worden verhaald?
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02.04 Freya Van den Bossche, ministre: Pouvez-vous répéter, s'il
vous plaît?
02.05 Benoît Drèze (cdH): Comme le nouveau système n'entre pas
en vigueur le 1
er
janvier, mais vers le milieu de l'année, les 10 millions
d'économie prévus dans le budget ne seront pas entièrement
réalisés. Vous allez donc répercuter ce manque à gagner sur le bonus
à l'emploi. Ai-je bien compris?
02.06 Freya Van den Bossche, ministre: Cela reste à voir.
Normalement, nous aurons encore un surplus budgétaire, qui n'est
pas encore utilisé pour le bonus à l'emploi, et que nous pourrons
utiliser si le ministre du Budget estime que nous devons trouver les 10
millions. Au moins pour 2005, une solution pourrait se présenter, mais
cela reste encore à discuter avec le ministre Vande Lanotte.
En tout cas, le but est d'utiliser autant que possible ce que l'on
épargne pour le bonus à l'emploi. Cela ne change pas. Mais nous
devrons sans doute en reparler avec le ministre du Budget pour
savoir exactement comment nous allons procéder.
02.06 Minister Freya Van den
Bossche: Wij beschikken nog
over een begrotingsoverschot dat
wij zouden kunnen aanwenden
om de negatieve gevolgen van de
uitgestelde inwerkingtreding van
die bepaling op te vangen, ten
minste voor het jaar 2005. Dat
moet met de minister van
Begroting worden besproken.
02.07 Benoît Drèze (cdH): Je ne dois évidemment pas vous rappeler
toutes nos discussions au sujet du bonus à l'emploi, version 2005. Il
est clair que si celle-ci devait encore être diminuée, je serais à vos
côtés pour faire pression sur le ministre du Budget.
02.07 Benoît Drèze (cdH): Als de
dotatie voor de werkbonussen in
2005 nog verder wordt
teruggeschroefd, zal ik samen
met u druk uitoefenen op de
minister van Begroting.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de vereenvoudiging van de
reglementering op de veiligheidscoördinatie" (nr. 5954)
03 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "la simplification de
réglementation relative à la coordination de la sécurité" (n° 5954)
03.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, na de versoepeling van de regeling met betrekking tot de
veiligheidscoördinatie van bouwwerken van een beperkte omvang,
blijven een aantal vragen over inzake de reële impact van deze
gewijzigde regelgeving.
In de eerste plaats wordt met de nodige scepsis gekeken naar uw
suggestie voor de bouwers om de overeenkomst met de
veiligheidscoördinator te heronderhandelen indien ze een contract
hadden afgesloten voor de inwerkingtreding van deze vereenvoudigde
regelgeving én de coördinator op het ogenblik van de inwerkingtreding
nog geen actie ondernomen had. Dat is uw antwoord op een eerder
door mij gestelde vraag.
Meer fundamenteel wordt de vraag gesteld inzake het concrete
toepassingsgebied van de nieuwe reglementering. Uit een onderzoek
van de aangepaste artikelen 26 en 27 door het nieuwe koninklijk
besluit van 29 januari 2005, meenden sommige
veiligheidscoördinatoren te mogen besluiten dat een vereenvoudigde
procedure niet kan gelden voor zowat 99% van de woningen,
ongeacht hun oppervlakte.
03.01 Maggie De Block (VLD):
Certains coordinateurs de sécurité
s'interrogent sur l'incidence réelle
d'un assouplissement de la
réglementation sur la coordination
de sécurité pour les chantiers de
construction d'une ampleur
limitée.
La ministre a répondu à une
question précédente qu'elle
incitait les constructeurs à
renégocier le contrat qu'ils ont
conclu avec le coordinateur de
sécurité s'ils avaient conclu un
contrat avant l'entrée en vigueur
de la réglementation simplifiée, ce
qui a été accueilli avec un certain
scepticisme par les coordinateurs.
Toutefois, le plus gros problème
auquel ils sont confrontés est le
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Lezing van artikel 26, § 1, eerste lid, 1, punt a, zou impliceren dat een
put van 1,20 meter diep als een uitzonderlijk risico wordt aanzien. Het
bewuste artikel bepaalt dat het graven van sleuven of putten van meer
dan 1,20 meter diep en werken aan of in deze putten wordt
beschouwd als een bijzonder groot gevaar. Vermits een verplichte
regenwaterput het graven van een put van minimaal twee meter
vereist, zou deze interpretatie betekenen dat voor alle
nieuwbouwwoningen een uitzonderlijk risico bestaat en mutatis
mutandis de strenge regelgeving inzake veiligheidscoördinatie gelden.
Los van het feit of deze interpretatie correct is of niet doet ze bij de
betrokken bouwerpartners de nodige juridische onzekerheid ontstaan
waardoor zij geneigd zullen zijn het zekere voor het onzekere te
nemen. Architecten zullen de boot van het verrichten van de
veiligheidscoördinatie ofwel afhouden, ofwel zullen ze zich extra
moeten verzekeren. In beide gevallen is het resultaat voor de
bouwheer hetzelfde: geen daling van de kosten.
Ten eerste. Heeft de minister concrete aanwijzingen dat de
veiligheidscoördinatoren die reeds een contract met de bouwers
hadden afgesloten, maar nog geen actie hadden ondernomen op het
ogenblik van de vereenvoudigde reglementering, ingaan op de vraag
om het contract te heronderhandelen?
Ten tweede. Klopt het dat deze interpretatie van artikel 26, meer
bepaald dat het graven van een put van meer dan 1,20 m diep wordt
beschouwd als een bijzonder groot gevaar en er bijgevolg geen
vereenvoudigde regeling inzake veiligheidscoördinatie kan gelden?
Ten derde. Betekent dit dat in de praktijk bijna alle
nieuwbouwwoningen niet onder het vereenvoudigde regime inzake
veiligheidscoördinatie kunnen vallen? Zo ja, zult u dan deze niet
bedoelde situatie zo snel mogelijk trachten te corrigeren? Als uw
antwoord op zich al geruststellend is, is dat ook goed.
Wordt de veiligheidscoördinatie sinds de inwerkingtreding van de
nieuwe reglementering effectief meer uitgevoerd door de traditionele
bouwpartners? Misschien is het nog te vroeg om hierop te
antwoorden, maar is er al iets van te merken? Heeft u indicaties
gekregen dat de prijs voor de veiligheidscoördinatie werkelijk is
gedaald sedert de inwerkingtreding van de nieuwe reglementering?
Gezien mijn vraag al eens werd uitgesteld, ben ik zo vrij geweest daar
nog een vraagje aan toe te voegen. Ik ben wel bereid om hierop later
antwoord te krijgen. Er werd door u ook gezegd dat u een
informatieve brochure zou laten uitgeven over de vereenvoudigde
veiligheidscoördinatie. Hoe ver staat het met die brochure? Is het zo
dat de architecten tegen uiterlijk 31 december 2007 zich moeten laten
certificeren volgens de NBN- en ISO-normen? Zal dat voor
moeilijkheden zorgen?
champ d'application concret de la
réglementation.
L'article 26, §1
er
, premier
alinéa, prévoirait qu'un trou de
1,20 m représente un risque
exceptionnel. Or le placement
d'une citerne obligatoire requiert
un trou de deux mètres minimum.
Selon cette interprétation, toutes
les nouvelles constructions
comporteraient un risque
exceptionnel et tomberaient sous
le coup de la réglementation
sévère en matière de coordination
de sécurité, de sorte que les coûts
à charge des maîtres d'oeuvre ne
baisseraient pas.
La ministre possède-t-elle des
indications selon lesquelles les
coordinateurs qui ont déjà conclu
un contrat avec les constructeurs
accepteront de les renégocier?
Est-il exact que le creusement
d'un trou d'1,20 m constitue un
danger accru qui empêche
l'application de la réglementation
simplifiée? Cela signifie-t-il que
presque toutes les nouvelles
constructions ne ressortissent pas
à la réglementation simplifiée? La
ministre modifiera-t-elle la
situation?
La coordination de la sécurité
n'est-elle plus appliquée depuis
l'instauration de la nouvelle
réglementation? Le prix de la
coordination de la sécurité a-t-il
diminué?
La ministre a annoncé une
brochure d'information sur la
coordination de la sécurité
simplifiée. A-t-elle déjà été
publiée? Est-il exact que les
architectes doivent se faire
certifier selon les normes NBN et
ISO pour le 31 décembre 2007 au
plus tard? Cela n'engendrera-t-il
pas des problèmes?
03.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, wij
hebben geen aanwijzingen over de mate waarin contracten die
werden gesloten tussen een particulier en een externe coördinator,
intussen zijn gewijzigd. Dit wordt ons niet gemeld. Mijn
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Nous ne possédons
aucune indication de la mesure
dans laquelle les contrats conclus
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
inspectiediensten hebben natuurlijk ook geen enkele controlerende
bevoegdheid wat betreft contracten tussen privé-personen. Wel is het
zo dat als mensen contact met ons opnemen, wij de bouwers de raad
geven om tot een herziening van de kostprijs te komen. Wij leggen
hen uit dat dit kan, dat dit natuurlijk moet onderhandeld worden en
welke argumenten kunnen gebruikt worden. Alleen hebben wij er
geen zicht op hoeveel mensen daar ook effectief in slagen.
Niet onbelangrijk om eventuele misverstanden te vermijden over die
putten van 1,20 meter is dat in de nieuwe reglementering een
onderscheid gemaakt wordt tussen 3 soorten werven: werven van
meer dan 500 vierkante meter oppervlakte daar is de externe
veiligheidscoördinator verplicht -, werven van minder dan 500
vierkante meter oppervlakte met een verhoogd risico daar is de
vereenvoudigde regeling van toepassing en werven van minder dan
500 vierkante meter oppervlakte zonder verhoogd risico daar geldt
een nog eenvoudiger regeling.
Er zijn eigenlijk twee gradaties in de regeling. Huizenbouw valt onder
punt twee want daarvoor moeten die putten wel worden gegraven. Het
graven van een put dieper dan 1,20 meter of werken in de hoogte van
meer dan 5 meter, werd opgenomen in de lijst van gevaarlijke werken
in artikel 26, § 1 van het KB van 25 januari 2001 betreffende de
tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. We mogen daaruit totaal niet
afleiden dat de vereenvoudigde regeling daarop niet van toepassing is
want die is daarop wel degelijk van toepassing, zij het dat als men niet
zo'n put moet graven, men nog van een aantal extra voordelen
gebruik kan maken. Dat gaat dan eerder om verbouwingen. Voor
ongevaarlijke werken van minder dan 500 vierkante meter, zoals een
keuken verbouwen of een veranda aanbouwen, mag iedere ietwat
ervaren aannemer met enige vorming, de coördinatie volledig zelf
doen.
Bij woningen waarbij er een verhoogd risico is maar met een
oppervlakte van minder dan 500 vierkante meter, mag de architect de
coördinatie doen. Er is daarvoor ook een vereenvoudigd veiligheids-
en gezondheidsplan, geen coördinatiedagboek en een vereenvoudigd
post-interventiedossier. Alle voornaamste punten gelden voor die
huizen, ook met putten en andere risico's. Enkel voor minieme
verbouwingen hebben we het nog iets eenvoudiger gemaakt doordat
de aannemer dit op zich mag nemen.
Ik kan u met dit antwoord volgens mij toch wat geruststellen.
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving wordt de
coördinatie nog niet in verhoogde mate door de traditionele
bouwpartners - architecten en aannemers - verzekerd omdat wij nog
duidelijk in een overgangsfase zitten. De administratie is bezig met
het uitwerken van de praktische richtlijnen voor de aannemers die in
aanmerking wensen te komen om opgenomen te worden op de lijst.
Dat is niet onbelangrijk en dat duurt even omdat men er rekening mee
moet houden dat elk onderzoek van een aanvraag door een
aannemer ongeveer een kwart van een werkdag in beslag neemt.
Naargelang de aanvragen toekomen kan men er dus vier op een
werkdag per personeelslid laten doen. Stelselmatig zal dat aantal
natuurlijk wel verhogen en zal men ook op macroniveau zien dat die
taken steeds meer worden overgenomen, maar over de registratie en
entre un particulier et
un
coordinateur externe ont été
modifiés. Nous n'en sommes pas
informés. Mes services
d'inspection ne disposent du reste
d'aucun pouvoir de contrôle en la
matière. Nous conseillons
toutefois aux constructeurs
d'essayer d'obtenir une révision
des coûts.
La nouvelle réglementation réalise
une distinction entre trois types de
chantiers: les chantiers de plus de
500 mètres carrés, pour lesquels
le coordinateur de sécurité
externe est obligatoire; les
chantiers de moins de 500 mètres
carrés présentant un risque accru
et auxquels la réglementation
simplifiée s'applique; les chantiers
de moins de 500 mètres carrés
sans risque accru, auxquels
s'applique une réglementation
encore plus simple.
Les nouvelles habitations
comportant une citerne d'eau de
pluie, par exemple, relèvent de la
deuxième catégorie. Il est en effet
question d'un risque accru mais la
réglementation simplifiée
s'applique bel et bien dans ce cas.
S'il ne faut pas creuser de puits et
qu'il n'y a pas de risque accru, le
recours à une série d'avantages
supplémentaires est possible.
Dans ce cas, l'entrepreneur peut
assumer lui-même la coordination
de sécurité. Il s'agit plutôt de
transformations en l'occurrence.
Lorsqu'il s'agit d'habitations
présentant un risque accru mais
dont la superficie est inférieure à
500 mètres carrés, l'architecte
peut se charger de la coordination
et tous les articles de la législation
simplifiée s'appliquent.
Etant donné que nous nous
trouvons toujours dans une phase
de transition, la coordination n'est
pas encore assurée davantage
par les partenaires traditionnels
de la construction.
L'administration élabore pour le
moment les directives pratiques
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
de controle die erbij hoort zegt men mij dat het nu gemiddeld een
kwart werkdag duurt.
Wel is het zo maar wellicht wacht men nog een beetje op duidelijke
richtlijnen dat de administratie nog bijna geen aanvragen van
aannemers heeft ontvangen, zelfs niet wat de na te leven procedures
betreft. Ik hoop dat er steeds meer aanvragen zullen komen, maar
voorlopig kunnen wij nog niet spreken van een groot pak aanvragen.
Wij hebben ook geen betrouwbare informatie over de mate waarin de
nieuwe regelgeving aanleiding geeft tot lagere tarieven. Het enige wat
ik eigenlijk kan doen, is voorwaarden scheppen opdat die coördinatie
eerst en vooral uiteraard op een veilige en goede manier zou
gebeuren, maar, ten tweede, ook op een manier die zo voordelig
mogelijk is voor de bouwheer. Het is vrij eenvoudig administratief te
verplichten dat de architect of de aannemer het zelf doet. Dat leidt
sowieso tot minder kosten want men moet niet iemand extra naar de
werf sturen aangezien die mensen er sowieso zijn en zelf de plannen
hebben gemaakt of zelf de inhoud kennen van het post-
interventieplan.
De architecten en de aannemers zijn geresponsabiliseerd. Op zich
zou dat moeten leiden tot correcte prijzen. Naar mijn verwachting zal
zowel de prijs dalen als de kwaliteit stijgen door de nieuwe
maatregelen. Alleen kunnen wij dat niet echt weten. Er is natuurlijk
geen registratie van dergelijke prijzen.
Terloops wil ik ook opmerken dat wij het bericht ontvingen dat een
aantal architecten de bouwheer wijsmaakt dat die zelf nog altijd voor
de coördinatie moet zorgen. Dat klopt natuurlijk niet. De architect
moet ervoor zorgen dat iemand de veiligheidscoördinatie op zich
neemt. Hij draagt daarvoor de eindverantwoordelijkheid.
De eenvoudige folder waarnaar u verwijst was reeds verkrijgbaar op
Batibouw. Ik hoop dat een redelijk aantal bouwheren daaraan reeds
iets gehad heeft.
pour les entrepreneurs qui
souhaitent entrer en ligne de
compte, mais elle n'a jusqu'à
présent guère reçu de demandes,
même pas
concernant les
procédures à respecter.
Par ailleurs, nous ne disposons
pas non plus d'informations
fiables indiquant dans quelle
mesure les nouvelles règles sont
susceptibles d'entraîner une
baisse des tarifs. Selon mes
attentes, les nouvelles mesures
donneront lieu à une diminution
du prix et à une amélioration de la
qualité, mais nous ne sommes
pas en mesure de vérifier si cet
espoir se concrétise.
C'est à l'architecte qu'incombe la
responsabilité finale de la
désignation du coordinateur, mais
il n'est pas obligé d'assumer cette
tâche lui-même. Cette définition
de sa mission porte toujours à
équivoque.
La brochure informative était déjà
disponible à Batibouw.
03.03 Maggie De Block (VLD): Ik ben niet naar Batibouw geweest.
03.04 Minister Freya Van den Bossche: Dan zullen wij u een folder
opsturen.
03.05 Maggie De Block (VLD): Ik ga niet meer bouwen. Ik ben de
eerste keer reeds grijs genoeg geworden.
Mevrouw de minister, ik vind het een beetje raar dat u zegt dat u nog
geen indicatie hebt dat er lagere tarieven zijn en dat u het niet kunt
nagaan. U hebt vroeger gezegd dat als die tarieven niet dalen of als
er geen aanpassing van de prijs komt, u daarop zou toezien en
eventueel zou overgaan tot het instellen van maatregelen onder de
vorm van barema's. Het is dus merkwaardig dat u thans zegt dat u het
niet kunt nagaan. U kan uw vroeger gemaakte opmerking blijkbaar
niet hard maken. Daarmee heb ik een beetje moeite.
03.05 Maggie De Block (VLD):
La ministre déclare qu'elle n'a
aucun indice de l'application de
tarifs inférieurs et qu'elle n'est pas
en mesure de vérifier si des tarifs
moins élevés sont effectivement
appliqués. La ministre est donc
incapable de concrétiser ses
déclarations antérieures, me
semble-t-il.
03.06 Minister Freya Van den Bossche: Ik heb mij wellicht
ongelukkig uitgedrukt. De bedoeling is dat wij daarop zicht krijgen
zodra het systeem op volle toeren draait en dat architecten en
aannemers deze diensten op grote schaal aanbieden.
03.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Il faut que le système
fonctionne à plein régime pour
qu'on puisse se faire une idée de
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Het is voor mij heel moeilijk om dat nu te doen op basis van een
aantal gevallen. Het zou weinig representatief zijn en ik heb die
specifieke afspraken ook niet gemaakt. De meesten zaten trouwens
reeds in de procedure. Er zal daar toch enige tijd over moeten gaan
alvorens wij dat kunnen merken.
Uw vraag over ISO is eerder technisch. Ik zou daarop graag
schriftelijk antwoorden.
la situation. Cela peut prendre
encore du temps. Je répondrai
par écrit aux questions techniques
sur les normes ISO.
03.07 Maggie De Block (VLD): Ja, dat is goed, mevrouw de minister.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Karine Lalieux à la ministre de l'Emploi sur "les avocats stagiaires" (n° 6092)
04 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Werk over "de stagedoende advocaten"
(nr. 6092)
04.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, l'accès à la Justice est une préoccupation importante de ce
gouvernement. L'accès à la Justice signifie aussi qu'il faut permettre à
tous les diplômés en droit de pouvoir entamer la carrière qu'ils
souhaitent et ce, sans obstacle socio-économique. Or, de nombreux
juristes qui sortent de nos universités renoncent à la profession
d'avocat par manque de ressources économiques, ce qui me semble
tout à fait inacceptable.
C'est pourquoi, afin de ne pas pénaliser les jeunes diplômés qui
souhaitent devenir avocats et améliorer leur situation sociale, il
conviendrait peut-être d'assimiler la première année de stage au
barreau à la période de 300 jours de stage d'attente. Cela permettrait,
sans prester la moindre activité, de bénéficier ensuite d'une
indemnité, d'une couverture sociale complète et d'allocations diverses
si, le cas échéant, ils quittaient ou arrêtaient leur stage.
L'incidence d'une telle mesure serait tout à fait neutre au niveau
budgétaire puisqu'il s'agit simplement de l'accès au stage d'attente.
Pourrait-on alors, réglementairement, envisager cette mesure qui
permettrait aux avocats stagiaires, le cas échéant, d'avoir accès à
leurs droits sociaux s'ils arrêtaient le stage?
Cette décision pourrait-elle alors être prise rapidement étant donné
qu'il n'y a aucune incidence budgétaire?
Il s'agit d'une demande forte de l'Ordre des barreaux des avocats
francophones et germanophones. Je pense que les avocats
stagiaires, pour la partie néerlandophone du pays, ont le même type
de demande. Il faut savoir que de moins en moins de personnes de
situation sociale moyenne se dirigent vers la carrière d'avocat parce
que, pendant trois ans, ils sont sous-payés et ne parviennent pas à
survivre.
Je vous remercie.
04.01 Karine Lalieux (PS):
Talrijke juristen zien af van een
baan als advocaat omdat ze als
stagiair te weinig worden betaald.
Dat is onaanvaardbaar. Teneinde
de jonge afgestudeerden die zich
als advocaat willen vestigen, niet
te benadelen, ware het wellicht
gepast het eerste jaar stage bij de
balie met de periode van 300
dagen wachtstage gelijk te stellen.
Op die manier zouden de stagiairs
sociale rechten kunnen genieten,
zelfs indien zij hun stage
vroegtijdig stopzetten. De vraag
gaat uit van de Franstalige en
Duitstalige balie, en zelfs ook van
de Nederlandstalige. Dergelijke
maatregel zou een budgettaire
nuloperatie inhouden. Valt deze
optie te overwegen? Zou de
beslissing snel kunnen worden
genomen?
04.02 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, il
convient tout d'abord de rappeler que le système d'assurance-
04.02 Minister Freya Van den
Bossche: Het systeem van de
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
chômage cadre dans le régime de la sécurité sociale des travailleurs
salariés. Ainsi, le droit aux allocations de chômage ne peut s'acquérir
qu'après une période de travail salarié, c'est-à-dire de prestations
pour lesquelles une rémunération suffisante a été payée et sur
laquelle des retenues de sécurité sociale pour le secteur du chômage
ont été prélevées. Il s'agit d'une application du principe d'assurance,
constituant un des fondements de l'assurance-chômage.
Le régime belge en matière d'allocations d'attente est unique et est
basé sur notre principe de solidarité. En vertu de la réglementation
applicable, sont pris en compte pour l'accomplissement du stage
d'attente, d'une part, les journées pendant lesquelles le jeune est
demandeur d'emploi, inscrit comme tel et disponible pour le marché
de l'emploi et, d'autre part, les journées de travail salarié.
Pendant la période d'activité correspondant au stage du jeune au
barreau, le stagiaire ne peut être considéré comme disponible sur le
marché de l'emploi. Pendant cette période, le jeune effectue un stage
obligatoire qui le prépare à l'exercice d'une profession non assujettie
à la sécurité sociale des travailleurs salariés.
Le phénomène des avocats stagiaires sous-payés est bien connu. Le
fait d'assimiler la période de stage au barreau à la période d'attente
créerait cependant une inégalité vis-à-vis d'autres jeunes, comme
ceux qui effectuent un stage dans le cadre d'une autre profession
réglementée, comme les architectes ou les géomètres. Même si je
reconnais le problème des avocats stagiaires sous-payés, je ne crois
pas que notre système d'assurance chômage pourrait constituer une
solution pour aider ces jeunes.
werkloosheidsverzekering past in
het sociale zekerheidsstelsel van
de werknemers.
Het Belgische stelsel van
wachtuitkeringen geldt alleen voor
werknemers en werkzoekenden
die op de arbeidsmarkt
beschikbaar zijn. Een stagedoend
advocaat is niet beschikbaar op
de arbeidsmarkt en verricht werk
dat hem niet op een
loontrekkende activiteit
voorbereidt. Hoewel het probleem
al lang is gekend, kan geen
afwijking van de reglementering
inzake de wachttijd worden
toegestaan omdat dit tot
discriminatie zou leiden.
04.03 Karine Lalieux (PS): Madame la ministre, je ne peux
évidemment pas me satisfaire de cette réponse. En effet, on pourrait
faire la même chose pour toutes les professions qui exigent un stage
comme celle d'architecte ou de géomètre. Cela ne me dérange pas. Il
faut savoir que beaucoup de jeunes hésitent à entamer un stage
parce qu'ils n'auraient aucun droit dans l'éventualité où ils ne seraient
pas convaincus; ce qu'on ne sait pas forcément au début d'un stage.
Ils devront donc ensuite attendre pendant 300 jours avec énormément
de difficultés.
Ce que font les plus pauvres d'entre eux aujourd'hui, c'est aller
jusqu'au bout de leur stage de 300 jours de toute façon. Ils sont en
principe demandeurs d'emploi mais ils font tout pour refuser les
emplois éventuels. Cela leur fait 300 jours d'inactivité dans la société
alors qu'ils pourraient être actifs dans un cabinet d'avocats ou dans
un bureau d'architecte, selon le cas.
Il s'agirait uniquement de leur ouvrir l'accès aux droits sociaux s'ils
décidaient qu'une profession libérale ne leur convient pas, qu'ils se
retrouvaient alors sur le marché du travail, demandeurs d'emploi et
qu'ils introduisaient une demande en tant que salariés.
Je pense que la ministre de la Justice fait tout pour ouvrir la
profession de magistrat aux catégories les plus élevées. Bientôt, les
avocats feront également partie des catégories sociales les plus
élevées, ce qui me semble tout à fait inacceptable comme manière
d'envisager le statut des différents acteurs de la justice.
04.03 Karine Lalieux (PS): Men
zou die regeling kunnen
toepassen voor alle beroepen
waarbij een stage moet worden
doorlopen.
Sommigen zien af van een stage
omdat ze dan het risico lopen hun
rechten te verliezen. Anderen
geven er de voorkeur aan eerst
hun wachttijd te vervullen en
werken dus niet met de enige
bedoeling hun recht op
uitkeringen te verzekeren ingeval
ze na hun stage geen vrij beroep
zouden uitoefenen. Zo dreigt men
in een toestand te verzeilen
waarin het beroep van advocaat
het voorrecht van de bemiddelde
klassen wordt. Het is hoog tijd dat
we iets ondernemen en deze
kwestie vanuit een andere hoek
bekijken. We komen hier later op
terug.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Je vous demande de réfléchir à nouveau à ces principes, que je veux
bien partager. Voyons pour quels jeunes diplômés on pourrait
assimiler la première année de stage au barreau au stage d'attente.
L'incidence budgétaire d'une telle mesure est neutre sauf si après les
300 jours d'attente, le stagiaire n'épouse pas la carrière d'avocat.
Il faudrait dialoguer davantage avec le secteur dans lequel on compte
énormément de demandes sociales. Je pense qu'il est temps d'agir et
de réfléchir différemment.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Werk over "het Europees debat over
arbeidsmigratie" (nr. 6033)
05 Question de Mme Nahima Lanjri à la ministre de l'Emploi sur "le débat européen sur la migration
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de Europese Commissie heeft een groenboek gepubliceerd
over de Europese toekomst van arbeidsmigratie, meer bepaald over
een Europese coördinatie op het vlak van economische immigratie. In
dat groenboek worden aan de lidstaten een dertig- tot veertigtal
vragen gesteld ter voorbereiding van een Europees wetgevend
initiatief daarover.
Ik heb dat groenboek ook al eens bekeken. Er staan heel interessante
vragen in over de richting die we eventueel zouden kunnen opgaan
met ons land of met de verschillende landen. Welke richting moeten
we uitgaan als we economische migratie gaan toelaten? Is dat met
contingenten? Is dat met quota? Is dat per sector of globaal? Werkt
men met preferentiële landen of niet, en dergelijke?
Ik vraag aan u, als minister bevoegd voor werkgelegenheid het gaat
hier ook over economische migratie en dus niet over de andere
vormen van migratie of er al overleg is geweest tussen de federale
regering en de andere regeringen in ons land. Wie coördineert
eigenlijk voor België de werkzaamheden om een Belgisch standpunt
in te nemen? Welke procedure gaat er nu gevolgd worden, want dit
staat de komende maanden al op de agenda van de Europese
Commissie? Wanneer kunnen wij nog tussenbeide komen? Wanneer
kan er nog initiatief genomen worden, eventueel ook vanuit het
Parlement, of is daar geen mogelijkheid toe? Hoe is eigenlijk de
globale houding van de verschillende regeringen ten opzichte van de
gestelde vragen? Is op die vragen al geantwoord door de
verschillende regeringen en kunnen wij die antwoorden inkijken, ja of
neen? Hoe ziet die agenda eruit op korte termijn? Wanneer is men
klaar om daarmee naar de Europese Commissie te gaan?
Ik denk toch wel dat het belangrijk is. Het heeft enorme gevolgen voor
ons land, ook met betrekking tot het debat dat we een jaar geleden
hebben gehad, namelijk het debat over de vergrijzing. Sommigen
stellen dat dit daar ook deels een antwoord op is.
Graag uw antwoorden op deze concrete vragen.
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): La
Commission européenne a publié
un livre vert sur l'avenir de la
migration des travailleurs, et plus
particulièrement sur la
coordination européenne de la
migration économique. Dans le
livre vert une série de questions
sont posées aux Etats membres
en vue de préparer une initiative
législative européenne.
Les différents gouvernements de
notre pays se sont-ils déjà
concertés? Qui assure la
coordination des travaux visant à
définir une position commune?
Quelle procédure est suivie en la
matière? Le Parlement pourra-t-il
encore prendre des initiatives?
Les différents gouvernements ont-
ils déjà répondu? Pouvons-nous
consulter ces réponses? Quel est
l'ordre du jour à court terme?
Cette question est importante car
d'aucuns estiment que la
migration des travailleurs
permettrait de résoudre en partie
le problème du vieillissement.
05.02 Minister Freya Van den Bossche: Een eerste
coördinatievergadering heeft plaatsgehad op 18 februari, in het kader
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le 18 février, une
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
van P11, de algemene directie Europa op het departement van
Buitenlandse Zaken. Daarbij werden verschillende departementen en
kabinetten, zowel federale als gewestelijke, verzameld.
Op 21 februari werd er ook een voorbereidende vergadering voor de
Europese Raad Justitie en Binnenlandse Zaken georganiseerd door
P11. Op de agenda van die bijeenkomst stond het groenboek.
première réunion de coordination
a été organisée dans le cadre de
P11, une unité de la direction
générale Europe rattachée au
département des Affaires
Etrangères. Le 21 février 2005,
P11 a organisé une réunion
préparatoire pour le Conseil
européen justice et affaires
intérieures sur le Livre vert.
05.03 Nahima Lanjri (CD&V): U hebt het over P11. Is dat een
afkorting?
05.04 Minister Freya Van den Bossche: Dat is de naam van een
deel van de algemene directie Europa op het departement
Buitenlandse Zaken.
Het groenboek stond op de agenda van de Raad. Bovendien houdt
voornamelijk de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken zich bezig met
migratie. Gezien de band met werkgelegenheid wordt het thema
echter geagendeerd bij een volgende Raad Werkgelegenheid en
Sociale Zaken. De coördinatie wordt volledig verzorgd door
Buitenlandse Zaken, door de P11 dus.
In het huidige stadium werd een algemeen standpunt bepaald voor de
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 24 februari. België toont
zich tevreden dat hierover een debat kan plaatsvinden op Europees
niveau. Er moeten wel bijkomende wetenschappelijke studies
uitgevoerd worden om te bepalen of de Europese Unie al dan niet
arbeidskrachten van buiten Europa nodig heeft om een eventueel
bevolkingstekort op te vangen. Er moet ook een brede raadpleging
gehouden worden van het middenveld, meer in het bijzonder van de
sociale partners. Bovendien bestaat economische migratie al lang in
een illegale vorm, ook in ons land. Dat probleem moet worden
aangepakt.
De coördinaties van P11 zullen worden voortgezet, meer bepaald met
het oog op de volgende Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van
april en een antwoord op het groenboek vóór begin april. Op
Europees vlak zal het reflectieproces dat in gang is gezet door het
groenboek, onder andere het voorwerp uitmaken van een publieke
hearing waarop alle immigratieactoren zullen worden uitgenodigd.
Deze hearing zal plaatsvinden in juni 2005.
05.04 Freya Van den Bossche,
ministre: La migration est une
matière presque essentiellement
gérée par ce Conseil. Etant donné
son lien avec l'emploi, le thème
figure d'ores et déjà à l'ordre du
jour d'un prochain Conseil
européen Emploi et Affaires
Sociales. Les affaires étrangères
assureront cependant la
coordination de l'ensemble.
Un point de vue général a été
formulé. La Belgique se félicite de
ce qu'un débat puisse être
organisé au niveau européen. Des
études scientifiques
complémentaires sur le besoin de
main-d'oeuvre en provenance de
pays non-européens devront
cependant encore être conduites
et les partenaires sociaux devront
être consultés. La problématique
de la migration économique
illégale devra également être
abordée. Les activités de
coordination de P11 se
poursuivent en attendant le
Conseil justice et affaires
intérieures d'avril et la réponse au
Livre vert est prévue pour début
avril. A l'échelle européenne, une
audition publique se tiendra en
juin 2005.
05.05 Nahima Lanjri (CD&V): Dat was een duidelijk antwoord,
mevrouw de minister. Ik dank u voor de bijkomende informatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Het is één minuut voor kwart voor drie. Ik consulteer de eerste interpellant of zij de
bereidheid heeft om nog een vraag te laten voorafgaan.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Na instemming van de interpellant geef ik eerst nog het woord aan mevrouw De Block.
06 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de drugs- en alcoholtests bij
werknemers" (nr. 6181)
06 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "les tests de détection de
consommation de drogue et d'alcool chez les travailleurs" (n° 6181)
06.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, mijn vraag gaat
over de drugs- en alcoholtest bij de aanwerving van werknemers. Het
koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het
gezondheidstoezicht op de werknemers heeft een aanzienlijk grote
impact voor bedrijven in verband met de testen van werknemers op
alcohol- en drugsgebruik. Met het oog op het tegengaan van
arbeidsongevallen waarbij werknemers onder invloed zijn van alcohol
of drugs, gold bij de vroegere wetgeving een verbod van gebruik of
bezit van deze middelen op het werk.
Sommige bedrijven waar de veiligheid van cruciaal belang is, zowel
binnen het bedrijf als voor de omgeving zoals bijvoorbeeld de
petrochemische sector, hielden er een beleid op na waarbij de
medewerkers op alcohol- en drugsgebruik werden getest wanneer die
daarmee instemden. Dat gebeurde concreet bijvoorbeeld bij de
aanwerving, bij het plaatsen in een veiligheidskritische situatie of in
een verantwoordelijke, leidinggevende functie. Ook bij de jaarlijkse,
verplichte medische keuring werd dit voor dergelijke functies
doorgevoerd of bij het vermoeden van misbruiken soms ook
onverwacht.
De procedure bevatte een waarborg voor de persoonlijke integriteit
van de betrokken medewerkers. De tests werden afgenomen door
een onafhankelijk laboratorium en de resultaten werden beoordeeld
door een onafhankelijke arts. De procedure liet toe om gepaste
maatregelen te nemen, zowel door de werkgever als de werknemer
zelf.
Het nieuwe KB van 28 mei 2003, dat door uw voorgangster, mevrouw
Onkelinx, werd uitgevaardigd, heeft echter een zware impact op de
praktijken die een aantal bedrijven erop nahield. Ingevolge het KB kan
de werkgever geen alcohol- of drugstests meer laten uitvoeren, zelfs
niet wanneer de medewerkers daarmee instemmen. De
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan besluiten tot een alcohol-
of drugstest als onderdeel van een medische keuring maar kan geen
enkele informatie daarover geven. Hij kan enkel vermelden of de
werknemer al dan niet fit is voor de job op basis van een volledige,
tien dagen op voorhand aangekondigde keuring. Onverwachte tests
of tests bij vermoeden van misbruik zijn door de verplichting tot
vooraankondiging van tien dagen natuurlijk niet meer toegestaan.
Afgezien van het feit dat de werknemers recht hebben op een
adequate bescherming van hun privacy, lijkt de nieuwe regelgeving
toch met opzet te beknotten dat ondernemingen worden
verondersteld een veilige, gezonde en productieve werkplek voor al
hun werknemers te scheppen. Misbruik van alcohol, drugs en andere
soortgelijke middelen door sommige werknemers kan hun vermogen
om te functioneren ongunstig beïnvloeden en ook ernstige nadelige
gevolgen ressorteren voor hun eigen veiligheid, maar ook voor die
van hun collega-werknemers, de onderneming als geheel en de
ganse omgeving. Ik kreeg dan ook graag antwoord op een aantal
06.01 Maggie De Block (VLD):
Auparavant, la consommation et
la possession de drogues ou
d'alcool sur le lieu de travail
étaient interdites, aux fins de
prévenir les accidents du travail.
Certaines entreprises présentant
un risque de sécurité interne et
externe élevé effectuaient des
tests de dépistage de drogues et
d'alcool à condition que le
travailleur ait donné son accord,
notamment lors de l'examen
médical annuel. Le travailleur
pouvait également être soumis à
ce test en cas de présomption
d'abus ou inopinément.
L'arrêté royal du 28 mai 2003
interdit à l'employeur de procéder
à des tests de dépistage de
drogues ou d'alcool, même si le
travailleur donne expressément
son accord. Le médecin du travail
peut effectuer un test dans le
cadre de l'examen médical, mais
il ne peut fournir des informations
que sur la capacité ou l'incapacité
du travailleur d'exercer un emploi
défini. Les tests non annoncés ou
en cas de présomption d'abus ne
sont plus autorisés.
Pourquoi a-t-on retranché de la loi
la possibilité d'effectuer des tests
sans prévenir en cas de
présomption grave d'abus?
Comment conciliez-vous cela
avec une politique préventive en
matière de sécurité et de santé?
Vous concerterez-vous avec les
organisations patronales?
Adapterez-vous l'arrêté royal du
28 mai 2003?
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
concrete vragen.
Ten eerste, waarom werd de mogelijkheid tot het verrichten van
onverwachte testen of testen bij vermoeden van misbruik in de
nieuwe regelgeving geschrapt?
Ten tweede, hoe valt de beslissing om een verbod in te stellen op
alcohol- en drugtesten bij werknemers, zelfs met hun uitdrukkelijke
toestemming, te rijmen met een preventief veiligheids- en
gezondheidsbeleid in de ondernemingen?
Ten derde, zult u overleg plegen met de werkgeversorganisaties,
teneinde het probleem van deze alcohol- en drugtesten binnen het
kader van een preventief veiligheidsbeleid scherper te stellen en
eraan te remediëren?
Ten vierde, overweegt u een aanpassing van het bewuste koninklijk
besluit van 28 mei 2003 van mevrouw Onkelinx om het uitvoeren van
deze alcohol- en drugtest, indien zij daarvoor hun uitdrukkelijke
toestemming geven en met respect voor hun persoonlijke integriteit,
opnieuw mogelijk te maken?
Ten vijfde, bent u van plan het principe van vooraankondiging aan te
passen, zodat onverwachte testen toch in de toekomst weer mogelijk
zouden worden?
06.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, alles
draait natuurlijk om de veiligheid. Nagaan of iemand in staat is om
naar behoren zijn veiligheidsfunctie uit te oefenen, is sowieso elke
dag een opdracht voor de hele hiërarchische lijn in een onderneming
en bij elk gevaarlijk werk.
De werkgever is verplicht om aan preventie te doen. Hij moet
maatregelen nemen na overleg. Een aantal van die maatregelen zou
kunnen zijn het opzetten van een informatiecampagne, het trainen
van de hiërarchische lijn om gebrek aan fitheid te herkennen, verbod
op en sancties voor alcohol- of druggebruik op de werkplaats in het
arbeidsreglement opnemen en zelfs de opvang en begeleiding van
probleemgevallen met hun instemming.
Deskundigen betwisten dat onverwachte medische tests op alcohol-
of druggebruik iets wezenlijks kunnen bijbrengen aan
arbeidsveiligheid. Zij halen daar een aantal redenen voor aan. De
twee voornaamste zijn dat er natuurlijk verschillende factoren aan de
basis kunnen liggen van die onbekwaamheid, waaronder slaaptekort
bijvoorbeeld. Eigenlijk moet worden nagegaan wat nog altijd de
algemene fitheid is van de mensen op de werkvloer. Ten tweede zou
puur repressief optreden de openheid en een zeker vertrouwen
binnen het bedrijf kunnen schaden. Het koninklijk besluit inzake
gezondheidstoezicht heeft op dat vlak trouwens niets nieuws
gebracht. Onverwachte tests mochten nooit door de
arbeidsgeneesheer. De arbeidsgeneesheer mag alleen meedelen of
de werknemer al dan niet geschikt is voor de functie. Hij geeft daar
ook niet de medische reden voor op.
De werkgever mag ook geen andere geneesheer vragen. Het doel is
natuurlijk een sluikse selectiegeneeskunde te verhinderen.
06.02 Freya Van den Bossche,
ministre: La sauvegarde de la
sécurité sur le lieu de travail est
évidemment une mission qui
incombe en permanence à tous
les employeurs. Aussi doivent-ils
prendre une série de mesures
préventives afin de promouvoir la
sécurité dans leur entreprise: ils
doivent mettre à la disposition de
leur personnel toutes les
informations nécessaires en
matière de risques de sécurité,
identifier les symptômes attestant
une incapacité de travail, prendre
des sanctions en cas d'infractions
et prendre à bras-le-corps les
éventuels cas difficiles parmi les
travailleurs, et en assurer le suivi.
Nombre d'experts doutent de
l'utilité de procéder sur le lieu de
travail à des tests non annoncés
pour détecter la consommation de
drogue et d'alcool. L'incapacité de
travail peut être également liée à
un problème de condition
physique générale, par exemple à
la suite d'un manque de sommeil.
En outre, de tels tests peuvent
perturber gravement la relation de
confiance entre l'employeur et le
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Wel is het zo dat drugs- en alcoholgebruik maar door een klein aantal
bedrijven een te klein aantal bedrijven echt wordt aangepakt en
dat het bovendien op heel verschillende manieren gebeurt. Dat vind ik
niet goed. De bezorgdheid die aan grondslag van uw vraag ligt, deel ik
wel. Om die reden zal ik naar aanleiding van uw vraag de sociale
partners uitnodigen nog dit jaar te overleggen over die materie,
teneinde na te gaan hoe wij ervoor kunnen zorgen dat in een veel
groter aantal bedrijven, op een deskundige en mogelijk zelfs uniforme
manier, wordt omgegaan met die problematiek. Ik deel natuurlijk wel
uw bezorgdheid. Wel is het mijn bedoeling meer nadruk op preventie
en begeleiding te leggen dan op repressie.
travailleur.
Les tests réalisés à l'insu du
travailleur étaient également
interdits avant l'entrée en vigueur
de l'arrêté royal de 2003.
Le médecin du travail est
uniquement autorisé à se
prononcer sur l'aptitude au travail
du travailleur et ne peut en aucun
cas révéler les motivations de sa
décision. De plus, l'employeur ne
peut pas faire appel à un autre
médecin.
Je pense que trop peu
d'entreprises s'attaquent au
problème de la consommation de
drogues et d'alcool sur le lieu de
travail et elles le font en outre
chacune à leur façon. J'ai
l'intention d'organiser cette année
encore une concertation dans ce
cadre avec les partenaires
sociaux. Je reste convaincue que
la prévention et l'encadrement
sont plus bénéfiques qu'une
approche répressive pour
résoudre ce problème.
06.03 Maggie De Block (VLD): Dank u wel, mevrouw de minister, ik
denk dat wij dezelfde doelstelling hebben. Ik heb ook niet gezegd dat
het voor alle bedrijven geldt. Ik heb gezegd: alleen in bedrijven waar
de mensen werkelijk "uitgeslapen" moeten zijn dat is zeker zo, want
slaapdeprivatie geeft nogal eens aanleiding tot rare zaken; daar
kunnen wij in het Parlement van meespreken. Dank u wel.
06.03 Maggie De Block (VLD):
Je souscris totalement à cette
conclusion. Toutes les entreprises
ne doivent pas s'attaquer à ce
problème avec la même fermeté.
Je visais principalement les
sociétés où des erreurs humaines
comportent d'énormes risques de
sécurité.
En tant que parlementaires, nous
ne pouvons qu'approuver le fait
que le manque de sommeil
constitue un facteur important sur
le plan de la capacité de travail.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik stel voor dat wij nu de interpellaties aanvatten, er is al genoeg mee geschoven. Mevrouw
Govaerts krijgt als eerste het woord. Als de heer De Crem tijdig binnenkomt, kan hij zich daarbij aansluiten.
07 Samengevoegde interpellaties en vraag van
- mevrouw Marleen Govaerts tot de minister van Werk over "een controle vanwege de sociale
inspectiediensten na een rouwplechtigheid" (nr. 556)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van Werk over "de gelegenheidshelpers m/v" (nr. 562)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Werk over "de controle door de RVA van drie bejaarde
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
'koffiedames' uit Nerem" (nr. 5969)
07 Interpellations et question jointes de
- Mme Marleen Govaerts à la ministre de l'Emploi sur "un contrôle effectué par les services
d'inspection sociale après un enterrement" (n° 556)
- M. Pieter De Crem à la ministre de l'Emploi sur "les aidants occasionnels m/f" (n° 562)
- Mme Hilde Vautmans à la ministre de l'Emploi sur "le contrôle auquel l'ONEM a soumis trois
habitantes âgées de Nerem parce qu'elles servent des sandwiches lors d'enterrements" (n° 5969)
07.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, het
onderwerp van mijn interpellatie is niet meer zo actueel, is bescheiden
van aard maar toch belangrijk. Vorige week stond een aantal
wetsontwerpen om de rechten van vrijwilligers te regelen aan de
agenda. De week ervoor was het de week van de vrijwilliger. Toevallig
is er dan de controle geweest bij de koffiedames in Limburg. Helpers
of helpsters bij koffietafels voor begrafenissen zijn ook een soort
vrijwilligers, mensen met een sociale bewogenheid die niet handelen
vanuit winstbejag. Hun vergoedingen zijn verwaarloosbaar en kunnen
uitsluitend worden beschouwd als een blijk van medeleven vanwege
de nabestaanden. Het gaat dan ook in tegen het rechtsgevoel van de
burger wanneer dergelijke controles zoals zeer recent in Nerem bij
Tongeren plaatsvinden. De sociale inspectie moet haar naam eer
aandoen en niet de indruk wekken dat ze een asociale inspectie is.
Mevrouw de minister, zou u het werk van de koffiedames als
vrijwilligerswerk beschouwen? Volgens de klassieke definitie is
vrijwilligerswerk in principe onbezoldigd, al kan er wel een
onkostenvergoeding zijn. Het is vrijwillig, enigszins georganiseerd en
niet in de commerciële sfeer. Welke concrete maatregelen zult u
nemen om het vrijwilligerswerk te regelen, via wet of omzendbrief?
Mevrouw de minister, ik wou u toch een paar van de kritische
opmerkingen van de gewone mensen meegeven. Zij formuleerden
het zo: "Weer wordt een eerbiedwaardige dorpstraditie, een brok
socio-cultureel dorpsleven bedreigd. Waarom zeggen bepaalde
overheidsdiensten niet meteen dat ze de afbouw willen van deze vorm
van lokale dienstverlening?". Een andere kritiek van de mensen is:
"Waar gaat dat naartoe? Zo'n inval omdat enkele vrouwen praktisch
voor niets een uitvaartplechtigheid verzorgen". Een andere kritiek
was: "Er zijn er tienduizenden in dit land die voor veel meer in het
zwart werken" of nog "De kleintjes worden gepakt, de grote gaan
vrijuit". Nog een andere kritiek was: "Alsjeblieft, heb wat meer eerbied
voor vrijwilligerswerk. Hebben die mensen van de RVA nog wel een
greintje menselijkheid?". Nog een kritiek van gewone mensen die die
controle ontoelaatbaar vonden: "Allochtonenorganisaties krijgen geld
om feestjes te bouwen, Vlaamse huismoeders krijgen een boete,
omdat ze een koffietafel organiseren. Het zal er allemaal toe bijdragen
dat onze samenleving onverdraagzamer wordt".
07.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): L'intervention de
l'inspection sociale lors d'une
collation servie à l'issue d'une
cérémonie funèbre à Nerem a
exaspéré de nombreux citoyens,
comme en témoignent les
nombreuses lettres de lecteurs
publiées dans la presse. Les
dames assurant le service le
faisaient à titre bénévole et
percevaient une petite
rémunération à cet effet. Ces
collations sont une tradition
largement répandue en Flandre.
Les dames en question sont des
ménagères ne bénéficiant
d'aucun revenu de remplacement.
07.02 Minister Freya Van den Bossche: Waaruit hebt u nu
geciteerd, mevrouw?
07.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Lezersbrieven. Het is dus
niets van mij. Neen, het zijn lezersbrieven. Absoluut niet, mevrouw
Vautmans, het zijn gewone mensen, een gemiddeld mens in
Vlaanderen.
De koffiedames die gecontroleerd werden, waren huisvrouwen zonder
vervangingsinkomen. De RVA heeft daarom een dossier aan de
07.03 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Leur dossier a été
transmis à l'Inspection
économique qui, si elles
souhaitent poursuivre leur activité,
peut les obliger à adopter le statut
d'indépendant et à suivre un cours
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
economische inspectie doorgegeven. Volgens de economische
inspectie zouden deze dames zich dan als zelfstandige moeten
vestigen en een cursus bedrijfsbeheer volgen. Mevrouw de minister,
wat denkt u daarvan?
Nog een opmerking in dat verband is dat er de jongste tijd veel om te
doen is dat onze belastingdiensten niet zo heel goed functioneren en
dat grote vennootschappen vaak jarenlang niet gecontroleerd worden.
Dat werkt natuurlijk ook de verzuring in de hand. Er zijn andere
flagrante gevallen van zogenaamde VZW's die traiteurdiensten en
feesten organiseren en er een echte handel van maken maar dan in
de vorm van VZW. Waarschijnlijk voeren zij meer zwartwerk uit.
Mevrouw de minister, hoe zult u ervoor zorgen dat het echte,
belangrijke zwartwerk wordt aangepakt?
Vanmorgen hadden wij in de commissie voor de Financiën nog een
hoorzitting met de heren Jamar en Vandevelde over de fiscale
fraudebestrijding. Daaruit bleek dat de provincie Limburg meer wordt
gecontroleerd en in elk geval meer opbrengt aan de Schatkist na
fiscale controles. Limburg alleen zorgt voor 24% van de opbrengst.
Wallonië zorgt op zich ook voor 24%. Wij voelen ons dus geviseerd
als Limburgers. Wij denken werkelijk dat wij meer worden
gecontroleerd. De kwestie van de koffiedames heeft die stelling
nogmaals bevestigd. De cijfers komen van de staatssecretaris.
Mevrouw de minister, zullen die dames een boete moeten betalen?
Volgens de recentste berichten zullen de dames niet worden beboet.
U hebt verklaard dat deze mensen vrijwilligers zijn die een kleine
onkostenvergoeding krijgen en dat mag toch 1.250 euro per jaar.
Voor die 3 dames in kwestie komt de vrijspraak te laat. Ze keren niet
meer terug naar de koffietafel, omdat zij te veel schrik hebben
gekregen.
Ik herhaal nog eens de vragen uit mijn schriftelijk interpellatieverzoek.
Zeer recent voerde een aantal controleurs van de sociale inspectie
een controle uit tijdens een koffietafel na een rouwplechtigheid te
Nerem bij Tongeren. Een en ander wekte terecht verontwaardiging op
bij het brede publiek, waarbij vooral vragen worden gesteld bij de
werking van de sociale inspectiediensten in het algemeen. Hoewel de
RVA-top zich inmiddels publiekelijk van de controle distantieerde,
werpen de volgende vragen zich op.
Heeft de minister terzake de nodige inlichtingen ingewonnen en kan
hierbij de nodige toelichting worden verstrekt? In welke mate taxeert
de minister deze actie?
Wie draagt de verantwoordelijkheid voor dergelijke controles?
Wie legt de schaal van prioriteiten vast volgens dewelke bepaalde
sectoren en of activiteiten aan een controle worden onderworpen?
Kan de minister desgevallend de prioriteitenlijst meedelen? Hoe kan
worden verklaard dat in dit concreet geval blijkbaar van de volgorde
van prioriteiten is afgeweken?
Liggen anonieme klachten of tips ten grondslag van dergelijke
controles? Zo neen, waarom werd de controle op die concrete plaats
uitgevoerd? Zo ja, in hoeveel van de gevallen werken de sociale
de gestion d'entreprise. Dans
l'intervalle, les grosses sociétés
ne sont pratiquement jamais
contrôlées et les grandes
entreprises de catering peuvent
continuer à organiser des
collations sous le couvert d'ASBL.
Il me revient que les dames
visées par cette intervention de
l'inspection sociale ne devront
finalement pas payer d'amende
mais elles ont l'intention de ne
plus jamais s'occuper du service
lors de telles collations, ce qui
n'est certainement pas une bonne
chose pour la préservation du
tissu social.
Qui est responsable des contrôles
effectués par l'Inspection sociale?
Comment les priorités pour
intervenir ou non sont-elles
fixées? A-t-on dérogé à la liste
des priorités à Nerem? Dans
l'affirmative, qui en a pris
l'initiative? Des plaintes ou des
informations anonymes sont-elles
à l'origine de la "descente"
effectuée à Nerem?
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
inspectiediensten op basis van tips, zowel anonieme tips als tips op
naam, in verhouding tot het aantal controles op eigen initiatief?
07.04 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb in de
wandelgangen van de commissievergadering van vorige week al van
gedachten kunnen wisselen met de minister en haar kabinet over de
kwestie van de gelegenheidshelpers man/vrouw, zoals wij ze zo mooi
hebben benoemd. Een probleem van het parlementair vehikel is dat
er ondertussen al zodanig veel commentaar is geleverd, maar ook dat
het beleid al een aantal acties heeft vooropgesteld, wat ik toejuich. Ik
denk dat wij hier te maken hebben gehad met een overreactie die
wellicht wel een beetje "gemegafoneerd" zal zijn geweest.
Desalniettemin is de vinger toch op een bepaalde wonde gelegd, met
name dat heel veel mensen actief zijn bij overgangsrites zoals
doopsels, geboortefeesten, communies, lentefeesten en
begrafenissen in de breedste zin van het woord. Ik denk dan ook dat
het goed zou zijn als terzake een regeling zou worden getroffen.
We moeten dit niet allemaal vastleggen in wetten, regels, decreten of
reglementen, maar er zou een soort interpretatie moeten kunnen zijn
van de overheid. Dit kan heel gemakkelijk gebeuren via consignes of
rondzendbrieven.
De belangrijkste taak voor de overheid is nu volgens mij dit te laten
bestaan. Wij vinden dat dit een waardevol gebeuren is en wij zitten
wat dat betreft met de minister op dezelfde lijn. We vinden dat, zeker
wanneer Nerem als een soort metafoor naar voren wordt gebracht, dit
misschien een epifenomeen zou kunnen zijn van een dieperliggend
gegeven dat maatschappelijk bijzonder relevant is en zeker past in
het kader van het bestrijden van de verzuring van de maatschappij,
waarvan ik veronderstel dat de minister en zeker de politieke partij die
zij vertegenwoordigt een groot voorstander is.
Ik wil dus voorstellen dat er een soort code of conduct wordt
opgesteld waarbij men zegt dat die begeleidende activiteiten kunnen
naar aanleiding van dergelijke gebeurtenissen. Het is natuurlijk niet de
bedoeling de wet op de socio-economische activiteiten te omzeilen en
dat dit moet worden geregeld door de minister van Middenstand. Het
is ook niet de bedoeling op de een of andere manier een - laten wij
eerlijk zijn - lucratief zwart circuit te laten ontstaan waarbij de sociale
zekerheid bepaalde bedragen zou ontlopen waarop ze recht heeft,
een circuit dat een oneigenlijke concurrentie zou betekenen voor
bepaalde middenstandsactiviteiten.
Er moet een soort code of conduct zijn en samen met mijn partij
reken ik op het gezond verstand van de minister, van haar
administratie en van de politiek om dit in goede banen te leiden. Ik
ben ervan overtuigd dat dit iets is dat eigen is aan ons
verenigingsleven, ongeacht of de dames die dat hebben meegemaakt
in Limburg wonen of van Nerem of Tongeren zijn. Ze konden
evengoed in Adinkerke, Klemskerke, Poesele, Vrasene, Steendorp of
Zoerle-Parwijs hebben gewoond. Ik roep de minister op een
symbolisch gebaar te maken en daarbij te zeggen dat ook de
christen-democratische oppositie daarin een belangrijke rol heeft
gespeeld.
07.04 Pieter De Crem (CD&V): A
la suite de l'incident survenu à
Nerem, nous demandons à la
ministre de faire primer le bon
sens lorsqu'il s'agit de
réglementer l'aide occasionnelle
lors des collations servies après
une cérémonie funéraire. Tout ne
peut pas être fixé dans des règles
et des lois; les circulaires peuvent
suffire en la matière. Le plus
important est peut-être
l'établissement d'un code de
conduite pour les Inspections
économique et sociale. Pour lutter
contre le sentiment d'aigreur,
nous appelons donc la ministre à
poser un geste symbolique et à ne
pas toucher à des aspects
propres à la vie associative
flamande.
07.05 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik denk dat heel wat argumenten al werden aangehaald. Het
07.05 Hilde Vautmans (VLD):
L'incident des Limbourgeoises qui
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
is volgens mij heel duidelijk dat bij de RVA-controle van de koffietafels
in Nerem - dat vlakbij mijn ouderlijke woonst ligt - elk gevoel voor
proportionaliteit en realiteit is zoekgeraakt.
Ik meen ook dat de acties die er nadien zijn geweest overdreven
waren: dat die dames naar de Economische Inspectie moesten gaan
en wat zij daar te horen kregen. Inderdaad, zoals de heer De Crem al
zei, de politiek heeft daar tamelijk goed op gereageerd. U hebt het
zonder gevolg geklasseerd. Nu, ik meen dat hier in de commissie
voor de Sociale Zaken waarvan ik geen deel uitmaak maar waarvan
ik toch zoals elk parlementslid de werkzaamheden volg het debat
over vrijwilligerswerk gaande is. Ik meen dat men de twee dingen niet
los van elkaar kan zien.
Ik hoor nu het voorstel ik had het ook al gelezen in de kranten van
Pieter De Crem die zich afvraagt of wij niet moeten evolueren naar
een code of conduct. In de kranten, mijnheer De Crem, ging u zelfs
een stap verder en opperde u dat een wetsvoorstel moet worden
ingediend om te kijken wat men kan doen bij bepaalde
overgangsrituelen. Het enige wat ik daarop moet zeggen is dat die
overgangsrituelen toch heel sterk verschillen van provincie tot
provincie. Bij ons in Limburg bijvoorbeeld zijn koffietafels niet meer
dan taart, koffiekoeken en wat sandwiches terwijl het in "de
Vlaanders" zoals wij dat zeggen heuse feesten zijn, georganiseerd
door traiteurs. Als men dan natuurlijk zegt dat de RVA daar niet heen
moet gaan, dan zet men toch de deur open voor zwartwerk.
Uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag blijkt zeer duidelijk dat het
grootste deel van het zwartwerk zich toch in de horeca bevindt. Daar
moeten wij toch zeer goed opletten. Wat ik versta, mijnheer De Crem,
onder een code of conduct, is dat wanneer de RVA zou binnenvallen
op een feest zij het een huwelijksfeest, een communiefeest of een
begrafenis en ziet dat daar mensen aan het werk zijn die geen
uitkering trekken, zij weggaat met een eenvoudig excuus voor het
storen en niet die hele administratieve molen op gang brengt, wat toch
ook heel wat tijdverspilling en energieverspilling is. Mevrouw Govaerts
heeft een aantal krantenartikelen voorgelezen. Maar ik kan u
verzekeren dat men in de dagen nadien in Limburg nergens heen kon
gaan zonder dat men vroeg of zij daar in Brussel echt niets anders te
doen hebben. De grote vissen worden niet gecontroleerd. Het zijn
ocharme die arme mensjes die een beetje komen helpen opdienen en
een beetje bijverdienen, want dat zullen zij wel doen; zij krijgen daar
wel een vergoeding voor; ik geloof niet meer dat er mensen zijn die
echt helemaal vrijwillig elke dag van de week een koffietafel gaan
bedienen.
Kortom, ik meen dat men heel duidelijk ziet dat dit heel veel
ongenoegen en heel veel wrevel heeft opgewekt. Men zag dat ook
aan de reactie van de bazen van de RVA en van de Economische
Inspectie, die stelden dat dit eigenlijk hun core business niet is. Zij zijn
daar ook niet gelukkig mee, maar als er een klacht komt, moeten zij
wel optreden. Dat neem ik ook aan: als er een klacht komt, moet er
gecontroleerd worden. Maar als men op het terrein vaststelt dat er
niets aan de hand is, moet men zich verontschuldigen en moet men
niet heel die administratieve molen op gang brengen.
Mevrouw de minister, ik heb een aantal specifieke vragen schriftelijk
aan u bezorgd. Een aantal ervan is uiteraard achterhaald door de tijd.
ont l'habitude de servir une
collation après un enterrement
doit également s'inscrire dans le
débat sur le bénévolat. Nous
soutenons à cet égard
l'interpellation de M. De Crem
relative à un code de conduite à
adopter par l'Inspection sociale et
économique. Nous comprenons
que les cérémonies diffèrent
d'une province à l'autre, allant du
café accompagné de tartes et de
sandwiches dans le Limbourg à
de gargantuesques banquets
avec service traiteur en Flandre
occidentale, et que le contrôle ne
peut dès lors pas être purement et
simplement supprimé.
Néanmoins, nous estimons que
les inspecteurs doivent pouvoir
enquêter ou effectuer un contrôle
en toute discrétion et s'excuser si
la discrétion n'est pas respectée.
L'incident a du reste suscité le
mécontentement à l'ONEM.
Le ministre adaptera-t-il les
priorités des inspecteurs de
l'ONEM? L'ONEM imposera-t-il un
code de conduite aux inspecteurs
qui doivent réaliser les contrôles
lors de ce genre de cérémonies?
Le ministre insistera-t-il auprès de
l'ONEM pour qu'une procédure
simple et brève soit prévue dans
les situations telles que celle de
Nerem? En concertation avec son
collègue de l'Economie, le
ministre prendra-t-il des mesures
grâce auxquelles les aidants
occasionnels ne seront plus
contraints d'adopter un statut
d'indépendant ni de suivre un
cours de gestion d'entreprise?
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Maar ik meen dat het toch nuttig is u te vragen of u naar aanleiding
van dat voorval zult nakijken of men de prioriteiten van de RVA
eventueel moet bijschaven. Of is dat niet nodig en zegt u: nee, het is
een eenmalig ongelukje; de prioriteiten zijn wat zij zijn; zij zijn goed en
wij blijven die hanteren? Ik had graag uw visie gekend op die vraag.
Zal de RVA een specifieke gedragscode opleggen daar sluit ik mij
aan bij de heer De Crem voor de inspecteurs die op het terrein gaan
bij overgangsrituelen, opdat zij daar toch discreet optreden?
Niemand krijgt graag het bezoek van een inspecteur op emotionele
momenten in het leven, zoals een verjaardagsfeest, een huwelijk of
een begrafenis. Ik denk dat daar discreet moet worden opgetreden.
Zult u aandringen, mevrouw de minister, wanneer de RVA nogmaals
binnenvalt en vaststelt dat er eigenlijk geen overtredingen zijn, om
dan in een korte procedure te voorzien en niet heel de administratieve
mallemolen in gang te brengen? Zult u samen met uw collega van
Economie maatregelen nemen die niet langer vereisen dat iemand
voor activiteiten zoals het helpen bij een koffietafel het zelfstandig
statuut zou moeten aannemen en een cursus bedrijfsbeheer zou
moeten volgen? Ik denk dat dit samenhangt met het voor mij
belangrijke ontwerp in verband met vrijwilligerswerk.
De voorzitter: Alvorens het woord te geven aan de minister, wil ik zeggen dat men in West-Vlaanderen op
een meer Bourgondische wijze afscheid neemt, maar dat er ongetwijfeld nog mensen zijn die het week na
week gratis doen in de hoop daarmee hun hemel te verdienen.
Mevrouw de minister, u heeft het woord voor uw antwoord.
07.06 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik
heb een rapport gevraagd aan de RVA naar aanleiding van de feiten.
In dat rapport staat dat elke klacht waarvan de identiteit van de klager
bekend is, wordt onderzocht. Als die klacht precies en volledig is en
wijst op een mogelijke inbreuk, dan wordt daaraan gevolg gegeven.
Voor anonieme klachten geldt dat natuurlijk alleen als het mogelijks
gaat om een heel zware inbreuk, zoals koppelbazerij in de
bouwsector.
Deze klacht ging over een heel specifieke dame, die wel een
werkloosheidsuitkering krijgt en die daar volgens de briefschrijver in
het zwart zou werken. Die dame is op de bewuste dag niet
aangetroffen. Er zijn wel enkele andere dames aangetroffen op wie
het onderzoek in feite niet sloeg. Dat zijn de drie bewuste dames over
wie u allemaal meer weet.
Alvorens de controleur zich ter plaatste begeeft op basis van de
elementen die hij ter beschikking heeft, controleert hij of die klacht wel
of niet aannemelijk blijkt. Een aantal gegevensbestanden worden
nagegaan. Dit laat toe om sommige dossiers onmiddellijk te klasseren
zonder gevolg en op andere wel in te gaan.
In het kwestieuze dossier had het werkloosheidsbureau van Tongeren
nogal veel precieze informatie over die activiteiten die herhaaldelijk
zouden verricht zijn ik zeg natuurlijk "zouden" door iemand die wel
uitkeringen genoot.
Het onderzoek is om 10.30 uur uitgevoerd. Ik zeg dat omdat ik het wel
07.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Mes services ont
demandé un rapport complet à
l'ONEM sur l'incident de Nerem. Il
s'avère que toute plainte plausible
et non anonyme donne lieu à un
contrôle.
Dans le cas présent, la plainte
concernait une dame qui
percevait des allocations de
chômage cumulées avec le
revenu complémentaire qu'elle
tirait de l'activité exercée dans le
cadre d'enterrements. Elle était
absente le jour du contrôle.
L'enquête a été réalisée alors que
l'office religieux était encore en
cours. La famille endeuillée n'a à
aucun moment été confrontée à
l'inspection. Il est d'usage que les
conclusions du contrôle soient
transmises à l'Inspection
économique. Dans le cas qui
nous occupe, le dossier a
également été classé sans suite
par l'Inspection.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
relevant vond om te weten wanneer men dat precies deed. Dat was
op een moment dat de kerkdienst nog bezig was. De controleurs
waren ook weg alvorens de rouwende familie kon toekomen. Dat is
bijzonder belangrijk, vond ik zelf. Nogmaals, op geen enkel ogenblik
hadden de controleurs contact met de rouwende familie.
In ieder geval heeft de RVA, zoals steeds, haar bevindingen bezorgd
aan de Economische Inspectie. Dat is een afspraak tussen beide. Als
mogelijks om sluikwerk gaat, maar het is geen RVA-materie, dan
wordt dat doorgestuurd. Wat de Economische Inspectie daarmee
doet, behoort uiteraard tot haar keuze. Dat ressorteert ook niet meer
onder mijn bevoegdheid. In dit geval heeft zij geoordeeld dat er best
een verhoor werd afgenomen. Op basis van het verhoor werd het
dossier zonder gevolg geklasseerd.
Wat zijn de prioriteiten van de RVA? Ik heb met de dienst alles nog
eens overlopen. Ik geef u de verhouding tussen de gecontroleerde
dossiers in 2004: 50% sloeg op gerechtelijke controles van de
werksituatie, 28% acties inzake fraudebestrijding, 12% controle van
verklaringen en van het respecteren van toekenningsvoorwaarden,
6% spontane onderzoeken op initiatief van de sociale controleurs en
4% nazicht van de gezinstoestand van de werklozen. Dergelijk
welomschreven klachten maken hooguit 1% uit van alle taken van de
RVA, een heel klein aandeel dat evenwel grote gevolgen kan hebben.
De verdeling van de prioriteiten is goedgekeurd door het
beheercomité van de RVA.
Uit voormelde verdeling blijkt dat voorrang wordt gegeven aan
controle van de werksituaties. Dit sluit aan bij de voorrang die de
regering geeft aan de strijd tegen sociale fraude. Dat gaat zowel over
zwartwerk als reguliere arbeid die ten onrechte gecumuleerd wordt
met werkloosheidsuitkeringen. De tweede belangrijke prioriteit, het
voorkomen en bestrijden van fraude, in het bijzonder georganiseerde
fraude, zijn de grote jongens waarnaar iedereen verwijst. Het gaat
over een aantal belangrijke economische sectoren waarvan de drie
belangrijkste de bouw, horeca en tuinbouw zijn, waar acties op het
getouw worden gezet, meestal samen met andere inspectiediensten.
Bij de prioriteiten moeten eveneens de acties van de controleurs
vermeld worden om dossiers te deblokkeren, het doen afleveren van
sociale documenten die totalen het recht op werkloosheidsuitkeringen
te openen. Het miniem percentage van 1% van de 119.123
onderzoeken die de RVA-controleurs vorig jaar hebben uitgevoerd,
wijst er alvast op dat de RVA de prioriteiten wel juist stelt. De manier
waarop tewerk wordt gegaan moet voldoende omzichtig zijn.
Bij de RVA is een deontologische gedragscode van toepassing. Mocht
dit de commissieleden interesseren, kan ik deze code ter informatie
laten bezorgen.
Ik kom tot de concrete maatregelen. Ik kan de situatie in se vrij
duidelijk uitleggen, maar in de praktijk is het niet zo duidelijk. Er zijn
vier mogelijke situaties voor personen zoals de dames waarnaar
verwezen werd. Ofwel zijn ze werkzaam als werknemer. Dit betekent
dat er gezag is, arbeid en loon. Ofwel zijn ze zelfstandigen. Dit is het
geval als er een vermoeden is van winsten of baten. Het gaat over
activiteiten die in het economisch proces zijn ingeschakeld. Ofwel
bewijzen ze een vriendendienst die voor alle duidelijkheid op
generlei wijze vergoed kan worden. Tot slot en de meest grijze groep
Cinquante pour cent des contrôles
de l'ONEM portent sur le cumul
illégal des allocations de chômage
avec d'autres revenus. Vingt-huit
pour cent concernent la lutte
contre la fraude, essentiellement
la fraude organisée, alors que
douze pour cent portent sur les
déclarations et six pour cent
résultent d'une initiative
spontanée d'un inspecteur. Les
quatre pour cent restants portent
sur la vérification de la situation
de famille. L'ordre des priorités a
été approuvé par le comité de
gestion de l'ONEM.
L'ONEM applique également un
code de déontologie, que je peux
transmettre aux membres de la
commission.
Quatre situations de travail sont
possibles: la personne est
salariée, indépendante, offre un
service d'ami ou travaille comme
bénévole. Dans ce dernier cas,
elle ne peut toucher plus de 50
euros par jour ou 1.250 euros par
an sous forme de
remboursements de frais.
La frontière entre le statut
d'indépendant et celui de
bénévole étant parfois ambiguë,
nous débattrons prochainement
du projet de loi définissant
clairement le statut du bénévole. Il
faudra aussi rédiger un manuel
permettant d'identifier, sur la base
de critères précis, le statut sous
lequel une personne travaille.
Les inspecteurs disposeront
toujours d'un certain pouvoir
d'appréciation mais nous pouvons
réduire au maximum leur marge
de manoeuvre.
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
zijn de georganiseerde activiteiten die onverplicht en onbezoldigd zijn,
zij het dat een onkostenvergoeding mogelijk is. Dit wordt als
vrijwilligerswerk beschouwd. Voor de activiteit mag betrokkene
maximum 50 euro per dag ontvangen of 1250 euro per jaar. Dat zijn
forfaitaire onkostenvergoedingen.
Het is daar dat de onduidelijkheid zich precies bevindt. Wanneer valt
men onder die vrijwilligersregeling? Valt men daaronder of is men iets
aan het doen dat oneerlijke concurrentie betekent voor een
zelfstandige? Is men zelf een handeltje aan het opzetten of is men
nog een vrijwilliger?
Om die grijze zone uit te klaren zijn er een aantal voorstellen. Het
belangrijkste is dat in de Kamer een aantal wetsvoorstellen ingediend
zijn, die eerstdaags besproken worden, die het statuut van de
vrijwilliger duidelijker willen omschrijven. Dat moet een eerste stap
zijn. Wij zouden daarbij ook ik denk dat dit hetgeen is dat de heer
De Crem bedoelt een soort van handleiding ter beschikking moeten
kunnen stellen van mensen die willen weten in welke situatie ze zich
bevinden, met daarin een aantal criteria waaraan men het zou kunnen
toetsen.
Ik denk aan de schijnzelfstandigheid. De analogie klopt niet naar
waarde, maar schijnzelfstandigheid is soms even moeilijk om te
bepalen. Wanneer is men schijnzelfstandige? Ook daar bestaan
criteria. Men moet dat toetsen aan een aantal dingen. Als men op
voldoende elementen scoort, is men een schijnzelfstandige en anders
niet. Het gaat hier eigenlijk een beetje over hetzelfde. Afhankelijk van
de specifieke situatie kan men wel of niet aanzien worden als
vrijwilliger.
Die wet goedkeuren lijkt mij dus belangrijk. Ik ga kijken of wij daarop
zelf amendementen kunnen indienen. Misschien moeten wij het
begeleiden met een soort handleiding om de mensen op weg te
helpen, zodat ze kunnen zien of hetgeen zij doen wettelijk mag. Zij
kunnen dan surfen naar de site waar een soort van brochure bestaat
om na te gaan wanneer men onder welk statuut valt. Men zal het nooit
100% zeker weten. De inspectie heeft steeds voor een stukje
appreciatiebevoegdheid. Vandaag is de marge voor appreciatie echter
onredelijk groot ten opzichte van de marge van de voorspelbaarheid.
Ik zou de voorspelbaarheid wat willen vergroten en die appreciatie
daardoor wat willen verkleinen.
Ik hoop daarmee zoveel mogelijk tegemoet gekomen te zijn op al uw
opmerkingen.
07.07 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het gegeven dat er in Limburg meer zou
gecontroleerd worden is niet alleen een aanvoelen van ons. Voka-
Limburg heeft Limburg niet alleen een testgebied genoemd, maar ook
een pestgebied voor de controles op de grote bedrijven. Wij zijn bang
dat in Limburg de particulieren meer gepest worden. Wij hopen dat
dergelijke controles in de toekomst niet meer op die manier zullen
voorkomen.
Mevrouw de minister, ik wil u ook nog eens wijzen op het delicate
karakter van een koffietafel. Volgens het antwoord dat ik gekregen
heb is de controleur echter heel discreet te werk gegaan.
07.07 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): J'espère que de tels
contrôles ne se produiront plus à
l'avenir. Je ne dépose pas de
motion étant donné qu'il semble
tout de même exister un ordre de
priorités.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Ik wilde een motie indienen, maar ik ga het niet doen. De prioriteiten
zijn immers duidelijk wel vastgelegd. Er is een rangorde van
prioriteiten. Dergelijke controles zouden slechts 1% uitmaken. Voor de
dames in kwestie komt de vrijspraak te laat, want zij gaan niet meer
terug naar hun koffietafels.
07.08 Pieter De Crem (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
We weten allemaal waar de problemen liggen en waar ze niet liggen.
U hebt op dat vlak voldoende onderscheidingsvermogen en
discretionaire bevoegdheidsmogelijkheden om te oordelen.
Ik zou ook aan de collega's van de commissie, en niet het minst aan
uw partijgenoten die in de commissie zitting hebben, willen vragen om
morgen in de commissie ons voorstel met betrekking tot
vrijwilligerswerk te steunen. Het valt immers geen eindweegs maar
volledig samen met de intentie die u hier vandaag hebt verwoord,
maar dat geheel terzijde.
Ik zal een motie van aanbeveling indienen, die oproept om de
problematiek duidelijker af te lijnen, vooral in het voordeel van
degenen die de diensten aanbieden. Anderzijds zal een duidelijker
aflijning ongetwijfeld de verzuring in de maatschappij tegengaan.
07.08 Pieter De Crem (CD&V):
Je vous invite à soutenir dès
demain notre proposition relative
au bénévolat, car elle s'inscrit
dans la même lignée que les
intentions de la ministre. Je
dépose également une motion de
recommandation parce que
j'estime que ce problème doit être
traité de manière approfondie.
07.09 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw de minister, ik ben deels
gerustgesteld door uw antwoord. Toch zou ik willen vragen of wij de
gedragscode voor het personeel van de RVA mogen ontvangen. U
kunt ze aan de commissie of aan de drie vraagstellers bezorgen. Het
is immers goed voor de parlementaire controle om meer informatie te
hebben.
U hebt niet geantwoord op de vraag wat u in de toekomst zult doen.
Stel dat er volgende week opnieuw een koffietafel wordt gecontroleerd
en het voorstel over vrijwilligerswerk is nog niet goedgekeurd, zult u
dan een verkorte procedure instellen of mogen we dan opnieuw een
mallemolen van persartikelen verwachten? Ik zou daarvoor willen
waarschuwen. Als we daar nogmaals mee worden geconfronteerd,
weten we allemaal wat het gevolg zal zijn.
U zegt dat het standaard wordt doorgezonden. Ik pleit ervoor dat, in
afwachting van een regeling voor de vrijwilligers en wanneer bij een
controle op gelegenheidsarbeid bij communiefeesten, huwelijken en
dergelijke wordt vastgesteld dat er geen overtreding is, het dossier
niet wordt doorgezonden aan de economische inspectie. Ik pleit er
ook voor dat de betrokkenen alleszins dadelijk worden gerustgesteld.
Daaraan heeft de sector immers nu wel nood.
07.09 Hilde Vautmans (VLD):
J'aimerais obtenir un exemplaire
du code de conduite de l'ONEM.
Je m'interroge sur la situation des
ouvriers qui fournissent du travail
occasionnel aussi longtemps que
la nouvelle loi n'est pas adoptée.
En attendant l'entrée en vigueur
de la nouvelle réglementation,
j'estime qu'il n'y a pas lieu de
signaler de tels faits à l'Inspection
économique en l'absence
d'infraction.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Marleen Govaerts en van de heer Pieter De Crem
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
en het antwoord van de minister van Werk,
beveelt de regering aan een gedragscode te ontwikkelen met betrekking tot de diensten die door
gelegenheidshelpers bij bepaalde overgangsriten worden aangeboden en dit met het oog op het
waarborgen en handhaven van een goed functioneren van het maatschappelijk weefsel, en hiertoe de
nodige richtlijnen uit te vaardigen."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Marleen Govaerts et de M. Pieter De Crem
et la réponse de la ministre de l'Emploi,
recommande au gouvernement de rédiger un code de conduite relatif aux services offerts par les aidants
occasionnels dans le cadre de certaines cérémonies, en vue de garantir et de préserver le bon
fonctionnement du tissu social, et de prendre les mesures nécessaires à cet effet."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block, Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Greet van Gool en Annelies Storms.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block, Danielle Van Lombeek-Jacobs,
Greet van Gool et Annelies Storms.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
08 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "het behoud van het
recht van sommige oudere werknemers op de aanvullende brugpensioenvergoeding" (nr. 6178)
08 Question de Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "le maintien du droit de
certains travailleurs âgés à une indemnité complémentaire de prépension" (n° 6178)
08.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, deze regering voert al een tijd een activeringspolitiek de
vorige regering deed dat ook waarbij vooral gefocust wordt op het
actief houden van oudere werknemers op de arbeidsmarkt. Wij weten
allemaal dat de activiteitsgraad bij deze werknemers bijzonder laag is.
Men wil ook concreet bruggepensioneerden stimuleren om nieuwe
jobs te aanvaarden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de
bruggepensioneerden aan het werk te houden met het behoud van de
aanvullende brugpensioenvergoeding die zij krijgen van hun laatste
werkgever.
Het eigenaardige aan dit dossier is dat er op 18 februari 2002 door de
Nationale Arbeidsraad een ontwerp van CAO werd goedgekeurd,
waarin werd bepaald dat men de aanvullende
brugpensioenvergoeding voor bruggepensioneerden tot 56 jaar zou
kunnen behouden als men opnieuw zou gaan werken. Waarom tot 56
jaar? Omdat men zich vooral wil focussen op de groep van 45 tot 55
jaar en die groep prioritair wil bereiken met deze maatregel. Deze
CAO zou normaal gezien in werking treden op 1 april 2002.
Het was wel nodig dat er van regeringszijde een aantal maatregelen
zou worden genomen die het neutraliteitsbeginsel ten opzichte van de
fiscale en sociale wetgevingen, zowel voor de werkgever als de
werknemer, zouden eerbiedigen. Zo was er bijvoorbeeld het probleem
dat de aanvullende vergoeding, in geval van cumulatie met de
beroepsactiviteit, niet langer voldeed aan de voorwaarden om te
worden beschouwd als een voordeel ter aanvulling van een sociale
uitkering die vrijgesteld is van socialezekerheidsbijdragen. Voor de
werknemers werd er aangedrongen op een regeling die hen niet zou
benadelen bij de berekening van de inkomstenbelasting. Deze
08.01
Annemie Turtelboom
(VLD): Le 1er avril 2002 était la
date prévue pour l'entrée en
vigueur d'une CCT prévoyant que
les prépensionnés, jusqu'à l'âge
de 56 ans, conservent leur
indemnité de prépension s'ils
retrouvent un emploi. Le
gouvernement a dû prendre des
mesures visant à préserver la
neutralité fiscale et sociale. Le
projet de CCT et un avis y afférent
du CNT du 20 février 2002 sont
cependant restés lettre morte.
Pour quelle raison la CCT n'est-
elle toujours pas applicable?
Quels problèmes reste-t-il à
résoudre? La ministre fera-t-elle le
nécessaire pour que la CCT et
l'avis entrent bientôt en vigueur?
Le principe de la neutralité tel que
défini dans l'avis du CNT sera-t-il
respecté?
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
bekommernissen heeft de NAR uitgebracht in advies nummer 1.391
op 20 februari 2002.
Drie jaar later zijn het ontwerp van CAO en het advies nog steeds niet
uitgevoerd, nochtans wordt vanuit regeringskringen en het Parlement
herhaaldelijk gesteld dat bruggepensioneerden op vrijwillige basis
tijdelijk hun beroepsactiviteit zouden moeten kunnen hervatten, met
behoud van de aanvullende vergoeding die zij van hun laatste
werkgever ontvingen.
Mevrouw de minister, ik zou graag een antwoord krijgen op de
volgende vragen. Waarom zijn het ontwerp van CAO en het advies
nog steeds niet uitgevoerd? Welke concrete problemen moeten nog
worden geregeld opdat bruggepensioneerden opnieuw aan de slag
zouden kunnen gaan, met behoud van hun aanvullende vergoeding?
Zult u op korte termijn werk maken van de uitvoering van dit ontwerp
van CAO en dit advies? Krijgen bruggepensioneerden tevens de kans
om deeltijds of tijdelijk opnieuw aan de slag te gaan, met behoud van
hun aanvullende vergoeding? Zal de nieuwe regeling het
neutraliteitsbeginsel respecteren, zoals bepaald in het advies van de
NAR op 20 februari 2002?
08.02 Minister Freya Van den Bossche: In 2002 heeft de regering
voor de oudere werklozen met een anciënniteitstoeslag de
werkloosheidsreglementering zo aangepast dat de oudere werkloze
deze werkhervattingstoeslag kan behouden wanneer hij opnieuw aan
de slag gaat. De sociale partners waren ook bereid om in het kader
van brugpensioen de aanvullende vergoeding, die door de werkgever
wordt betaald, te blijven doorbetalen bij een werkhervatting maar
slechts tot de leeftijd van 56 jaar.
De regering vond dit engagement natuurlijk onvoldoende omdat het
merendeel van de bruggepensioneerden pas na de leeftijd van 56 jaar
op brugpensioen gaat. Het nobele gebaar van de werkgevers op dat
vlak was in realiteit een al te bescheiden geste. De regering vond het
dan ook onvoldoende in vergelijking met de inspanningen die zij zelf
bereid was om te doen voor iedere oudere werkloze, ouder dan 50
jaar. Tot op heden is er geen regeling voor het behoud van de
aanvullende vergoeding bij werkhervatting in het kader van
brugpensioen.
In het kader van het eindeloopbaandebat ligt de doorbetaling bij de
werkhervatting van de aanvullende vergoeding op het brugpensioen,
maar dan zonder leeftijdsbeperking, opnieuw op tafel. Ik ben alvast
klaar om dat debat aan te gaan. Mogelijke pistes die daarbij worden
bekeken is om de bijdragehoogte van de aanvulling afhankelijk te
maken van het feit of de aanvulling al dan niet zal worden
doorbetaald, bij werkhervatting bijvoorbeeld.
08.02 Freya Van den Bossche,
ministre: En 2002, le
gouvernement a décidé que les
chômeurs de plus de cinquante
ans pourraient conserver leur
prime d'ancienneté s'ils
recommençaient à travailler. Les
partenaires sociaux voulaient
aussi que les prépensionnés
continuent de percevoir
l'indemnité complémentaire en
cas de reprise d'une activité, mais
pas au-delà de 56 ans. Cela me
paraît insuffisant étant donné que
la plupart des gens ne partent en
prépension qu'après cet âge-là et,
donc, actuellement, il n'y a
aucune réglementation.
Cette proposition sera
réexaminée dans le débat sur le
vaste problème de la fin de
carrière, sans toutefois prévoir de
limitation d'âge. Une option
envisageable consisterait à faire
dépendre le montant de la
cotisation du fait que la prime
continue ou non d'être payée en
cas de reprise du travail.
08.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, ik schrik
een klein beetje van het antwoord. Ik begrijp wel dat u zegt dat de
werkgevers maar bereid waren om tot 56 jaar te betalen daar waar de
meeste bruggepensioneerden ouder zijn dan 56 jaar. Niets belet om
het al voor die groep uit te voeren omdat dit net de groep is die
misschien het makkelijkste kan worden geactiveerd op de
08.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Ne pourrait-on, dans ce
cas, adopter dès maintenant cette
proposition pour ce petit groupe
de prépensionnés? Mais de toute
façon, je considère que la CCT
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
arbeidsmarkt. Bovendien, als het om minder mensen gaat, belet niets
de regering om deze regeling uit te voeren voor een beperkter aantal
mensen. Ik kan begrijpen dat de regering zegt dat dit niet ver genoeg
gaat. We zijn nu echter drie jaar later en er is rond die brugpensioen
niets extra gebeurd. Voor die beperkte groep zou men het toch
kunnen regelen. Men zou die groep tot 56 jaar daarmee misschien
kunnen helpen.
Ik vind dit een beetje een eigenaardig antwoord. Ik zou u willen vragen
om deze CAO eens opnieuw te bekijken. We weten allemaal dat de
adviezen van de NAR niet altijd op een gemakkelijke manier tot stand
komen. Als we vanuit de regering daarmee vervolgens niet verder
werken dan gaan we hen misschien ook wel de moed ontnemen. Ik
zou u willen vragen hierover nog eens na te denken, ook al is het
volgens u een beperkte groep. Ik weet niet of u hiervan aantallen
heeft.
doit être réexaminée.
08.04 Minister Freya Van den Bossche: We denken daar natuurlijk
over na. Het is daarom dat het in die 30 maatregelen voor het
eindeloopbaanbeleid zit. We kunnen nu toch geen losse flodders
beginnen afschieten in verband met de eindeloopbaanproblematiek.
We hebben bij het begin van dit politieke jaar afgesproken om het
volledige eindeloopbaandebat in een keer te voeren. Ik heb net
gezegd dat de maatregel waarnaar u verwijst, maar dan zonder
beperkingen, bij de maatregelen voor de eindeloopbaanproblematiek
zit.
Wij proberen er natuurlijk zo veel mogelijk uit te halen. Wij zijn niet
tevreden met die beperking tot 56 jaar. Wij willen verder gaan. Lukt
dat niet dan zullen wij wellicht een miniemer iets aanvaarden. Wij
vinden wel dat we nu nog niet moeten tekenen voor iets waarvan we
denken dat we over een aantal maanden mogelijkerwijze wat verder
kunnen gaan. Dat is natuurlijk een afweging. Dat is tactiek. Het is
zeker niet zo dat wij niet achter dat voorstel staan of dat wij daarover
nog moeten nadenken. Wij zijn daar helemaal voor.
08.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Ce problème fait partie
intégrante des mesures prises
dans le cadre du débat sur la fin
de carrière. Nous sommes tous
favorables à une telle
réglementation mais il serait idiot
de signer d'ores et déjà un accord
si, dans quelques semaines, nous
pouvons peut-être obtenir une
réglementation plus favorable.
De voorzitter: Daarmee is dit misverstand weggewerkt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Vraag nr. 6037 wordt op verzoek van mevrouw D'hondt uitgesteld. Vraag nr. 6050 van mevrouw Dieu werd
gesteld in de plenaire vergadering van 17 maart. Die vraag zal, zo vermoed ik, hier niet meer aan bod
komen. Vraag nr. 6092 van mevrouw Lalieux is al aan bod gekomen.
09 Question de M. Denis Ducarme à la ministre de l'Emploi sur "le statut des transporteurs de fonds"
09 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de minister van Werk over "het statuut van de geldkoeriers"
(nr. 6168)
09.01 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, depuis le début de
l'année, nous avons connu trois attaques de transports de fonds, ce
qui est un chiffre important. Le ministre de l'Intérieur, que j'ai interrogé
la semaine dernière en commission, prend actuellement les mesures
visant à sécuriser davantage les transports de fonds. C'est une bonne
nouvelle, mais au-delà de ces mesures nécessaires, je souhaitais
attirer votre attention sur le manque de couverture sociale de ces
transporteurs face aux risques encourus dans le cadre de leur
09.01 Denis Ducarme (MR):
Sinds het begin van het jaar
werden reeds drie overvallen op
geldkoeriers gepleegd. Al lopen
deze professionals inzake
beveiliging aanzienlijke risico's die
eigen zijn aan hun opdracht, toch
laat hun sociale zekerheid te
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
fonction.
Ainsi, les transporteurs de fonds, comme d'ailleurs les agents de
sociétés de gardiennage, ne sont à ce jour pas repris dans les
métiers à risque. Ils n'ont donc pas droit à une pension de survie pour
leur veuve ni à une prime inhérente aux actes violents intentionnels
subis, ni à une couverture médicale particulière comme peuvent en
bénéficier les policiers.
C'est un statut que l'on pourrait donc qualifier de précaire au vu des
risques encourus par ces professionnels. En votre qualité de ministre
de l'Emploi, pensez-vous pouvoir porter un projet visant à une
meilleure reconnaissance des risques pris par ces professionnels de
la sécurité?
wensen over. Vermits zij niet
onder de zogenaamde
risicoberoepen vallen, hebben zij
geen recht op een
overlevingspensioen voor hun
weduwe, op een een premie voor
opzettelijke gewelddaden waarvan
zij het slachtoffer zijn of op een
specifieke medische dekking. Zal
u als minister van Werk een
ontwerp aan de regering
voorleggen teneinde het statuut
van de geldkoeriers te
verbeteren?
09.02 Freya Van den Bossche, ministre: Les transporteurs de fonds
sont en effet exposés à certains risques. Dans les limites de ma
compétence, les actes de violence et les risques dont peut être
victime ce groupe professionnel sont considérés comme des
accidents du travail.
L'article 28 de la loi sur les accidents du travail prévoit le
remboursement de tous les frais pour soins médicaux, comme
indiqué dans la nomenclature de l'INAMI, mais sans ticket modérateur
pour la victime. L'arrêté royal du 17 octobre 2000 permet même de
rembourser les frais des soins médicaux nécessaires qui ne sont pas
repris dans la nomenclature de l'INAMI, si les assureurs donnent leur
accord.
La législation relative aux accidents du travail a donc prévu les
garanties nécessaires.
Une concertation est prévue aujourd'hui entre mon administration et
le président de la commission paritaire compétente. J'ai demandé que
vos remarques fassent également l'objet d'une discussion, en raison
de la responsabilité sectorielle vis-à-vis de la sécurité des travailleurs.
Je suis prête à charger l'administration d'examiner si des mesures
supplémentaires sont requises. Je consulterai le ministre de l'Intérieur
à ce sujet, puisqu'il est compétent en la matière.
09.02 Minister Freya Van den
Bossche: De geldkoeriers lopen
bijzondere risico's die als
arbeidsongeval worden
beschouwd. Daardoor hebben zij
recht op een volledige
terugbetaling van de medische
kosten, met inbegrip van kosten
die niet in de nomenclatuur van
het RIZIV zijn vermeld indien de
verzekeraars daarvoor hun
toestemming hebben gegeven.
Die problematiek en uw
opmerkingen zullen tijdens
overleg met het bevoegd paritair
comité ter sprake komen.
Ik ben bereid mijn administratie te
gelasten dit dossier indien nodig
te onderzoeken, en ik zal de
minister van Binnenlandse Zaken
ervan op de hoogte houden.
09.03 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, je vous remercie.
C'est un problème important. Il existe une réelle crainte au sein de
cette profession, en raison des attaques répétées des transports de
fonds depuis le début de l'année. Ces gens sont naturellement très
stressés durant leur travail.
Je pense que votre analyse des avantages supplémentaires que l'on
pourrait leur apporter constitue pour eux un signe important.
09.03 Denis Ducarme (MR): De
geldkoeriers maken moeilijke
tijden door. Dat u het probleem
samen met het paritair comité
aanpakt, is voor hen dan ook een
belangrijk signaal.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Zoé Genot à la ministre de l'Emploi sur "les données statistiques et qualitatives
demandées dans le cadre du contrôle des chômeurs" (n° 6173)
10 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Werk over "de gevraagde statistische en
inhoudelijke gegevens met betrekking tot de werklozencontroles" (nr. 6173)
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
10.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la ministre, nous avons déjà eu
l'occasion d'aborder en commission les premiers chiffres qui
résultaient de votre évaluation du contrôle des chômeurs. Nous avons
eu un échange à ce sujet avec plusieurs autres membres. A la suite
de cette évaluation, vous avez déjà pu prendre certaines mesures.
A l'époque, vous ne disposiez encore que des chiffres bruts et vous
ne pouviez pas encore nous communiquer de données plus
détaillées. Il est notoire que l'ONEM dispose d'une capacité de
gestion des statistiques très intéressante, puisque l'on peut consulter
les études qu'il a réalisées dans d'autres domaines. J'espère que,
cette fois-ci, vous allez pouvoir nous donner des chiffres plus
complets. Plus particulièrement, je souhaiterais obtenir des
informations pour les différentes catégories:
- les gens ayant reçu un avertissement, dont la date de convocation
est arrivée à échéance et qui ont été convoqués;
- ceux qui ont été convoqués, se sont présentés et dont les efforts ont
été jugés suffisants;
- ceux qui ont été convoqués, se sont présentés, mais auxquels on a
proposé un contrat;
- ceux qui ne se sont pas présentés et qui ont donc récolté une
suspension, article 70.
J'aurais voulu mieux connaître leur situation familiale, le nombre
d'isolés, de personnes avec charge de famille, de cohabitants, et
aussi disposer de statistiques par province ou par arrondissement
pour ces différentes catégories. De plus, j'aurais voulu obtenir des
données plus qualitatives sur l'évaluation telle qu'elle a été réalisée
par les contrôleurs et savoir quelles propositions d'action sont le plus
souvent offertes aux chômeurs dans le cadre des contrats qui leur
sont proposés.
Dans quel pourcentage de cas recommande-t-on l'inscription en
intérim ou en titres-service? D'après les échos que je reçois, c'est très
fréquent. J'aurais souhaité savoir si l'échantillon dont j'ai pris
connaissance était ou non représentatif.
Comment tient-on compte des situations individuelles: famille,
mobilité, formation? Là aussi, j'aurais voulu obtenir une évaluation
plus fine, puisqu'il semblerait que cela varie très fortement d'un
arrondissement à l'autre.
10.01 Zoé Genot (ECOLO): Ik
ondervroeg u reeds over de
werklozencontroles en de
statistische beoordeling daarvan.
Graag ontving ik preciezere
cijfers, onderverdeeld volgens
diverse criteria inzake de
gezinssituatie en de geografische
ligging.
Le président: Merci beaucoup. Madame Genot, je vous signale qu'il
vaut mieux poser ce type de question par écrit.
De voorzitter: Die vraag zou
schriftelijk moeten worden
gesteld.
10.02 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, je vous avais déjà
interrogé à ce sujet. Vous m'aviez dit que vous me remettriez les
chiffres dès qu'ils seraient disponibles. J'ai reçu de nombreux textes:
le manuel du facilitateur et d'autres documents intéressants.
10.02 Zoé Genot (ECOLO): Ik
heb die cijfers niet ontvangen.
10.03 Freya Van den Bossche, ministre: Madame Genot, les
statistiques par province ou par arrondissement ne sont pas encore
disponibles. En revanche, nous les possédons par Région. Nous ne
disposons pas non plus des statistiques relatives au contenu des
plans d'action après la signature de l'engagement.
Par contre, les statistiques par niveau d'enseignement et selon la
10.03 Minister Freya Van den
Bossche: Ik beschik niet over alle
statistieken. Ik zal u de gegevens
schriftelijk overmaken, opgesplitst
volgens opleidingsniveau en
gezinssituatie. De overige
gegevens zullen deze zomer
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
situation familiale sont disponibles.
Si vous le permettez, je vous transmets les documents car il ne serait
pas très intéressant que je vous en fasse la lecture.
beschikbaar zijn.
10.04 Zoé Genot (ECOLO): Je les mettrai à la disposition de la
commission au cas où d'autres collègues souhaiteraient en prendre
connaissance.
Avez-vous une idée du moment où les chiffres concernant les petites
entités administratives seront disponibles?
10.05 Freya Van den Bossche, ministre: Probablement en juillet ou
en août. Mes collaborateurs vont se renseigner et nous vous
communiquerons ces informations.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de stijging van het
aantal uitkeringtrekkers van de RVA" (nr. 6179)
11 Question de Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "l'augmentation du nombre
11.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, uit het jaarverslag van 2004 van de RVA, dat vorige week
werd voorgesteld, blijkt dat de dienst vorig jaar ruim 7,8 miljard euro
uitkeerde aan gemiddeld 1.171.000 personen per maand. Dat
vertegenwoordigt een financiële massa van ongeveer 3% van het bbp
ten gunste van zowat 17% van de bevolking op beroepsactieve
leeftijd. Concreet betekent dit dat meer dan 1 op 6 beroepsactieve
Belgen een uitkering van de RVA ontvangt.
Administrateurgeneraal Karel Baeck sprak tijdens de voorstelling van
het jaarverslag zijn bezorgdheid uit over dit, wat hij noemde, bijzonder
hoog cijfer. Het aantal uitkeringsgerechtigden heeft een historisch
hoogtepunt bereikt en tegenover 2003 wordt een stijging van 2,4%
genoteerd. Ik zal niet alles herhalen wat in het jaarverslag staat, maar
de uitkeringstrekkers kunnen globaal gezien worden onderverdeeld in
drie groepen.
De werklozen zijn de grootste groep met 739.000 mensen. Van deze
groep zijn er 486.000 effectief werkzoekend. Ik denk dat we allemaal
weten dat begeleiding voor deze groep levensnoodzakelijk is. Het
aantal niet werkzoekende werklozen kende vorig jaar een daling van
3,2%. Ik denk dat dit vooral een gevolg is van de verstrenging van de
vrijstellingsmogelijkheden voor oudere werklozen. Daartegenover
staat een nieuwe stijging van het aantal bruggepensioneerden.
De tweede groep zijn 255.000 werknemers die steun krijgen omdat ze
tijdelijk of deeltijds werkloos zijn, een beroepsopleiding volgen of weer
gaan studeren. In deze groep zitten ook de activeringen en de
onthaalouders. Het positieve nieuws daar is dat het aantal
geactiveerde werkzoekenden gestegen is van 32.200 in 2000 naar
51.255, vorig jaar.
De derde groep zijn degenen die een uitkering genieten omwille van
de loopbaanonderbreking, tijdskrediet of halftijds brugpensioen. Dat
11.01
Annemie Turtelboom
(VLD): Le rapport annuel 2004 de
l'Office national de l'Emploi nous
apprend qu'un Belge actif sur six
reçoit une allocation. Le nombre
d'allocataires a augmenté de 2,4
pour cent par rapport à 2003, ce
qui constitue un sommet
historique.
Les demandeurs d'emploi
constituent le groupe le plus
important, avec près de cinq cent
mille demandeurs d'emploi
effectifs. L'accompagnement est
vital pour ce groupe. Le nombre
de chômeurs ne recherchant pas
d'emploi a diminué depuis que la
réglementation relative aux
dispenses est devenue plus
stricte pour les demandeurs
d'emploi âgés. Le nombre de
préretraités a de nouveau
augmenté. Le deuxième groupe
comporte les travailleurs
bénéficiant d'une allocation à la
suite d'un chômage partiel ou
temporaire ou d'une formation
professionnelle, ou encore parce
qu'ils sont parents d'accueil. Ce
groupe augmente légèrement. Le
troisième groupe est constitué de
personnes ayant droit à une
allocation en raison d'une
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
gaat om 177.000 mensen. Hun aandeel stijgt ook, maar hier
tegenover staat dat het gaat om tijdelijke terugtredingen uit de
arbeidsmarkt van mensen die een baan hebben en deze normaal
gezien ook houden.
Opgesplitst naar regio valt het op dat de uitgaven van de RVA enkel in
Vlaanderen zijn gedaald en dan nog lichtjes. In Brussel blijft het
status-quo en in Wallonië noteerde men een stijging van 0,5%. Met
58% van de bevolking gaat ongeveer de helft van het RVA-budget
naar Vlaanderen. Wallonië ontvangt 38,8% voor 32,6% van de
bevolking en Brussel kreeg 11,3% van het RVA-budget. Ik kreeg
graag een antwoord van de minister op de volgende vragen.
Vallen de uiteindelijke kosten van de RVA in 2004 binnen het daartoe
begrote budget? Verwacht de minister een verdere stijging van de
uitgaven van de RVA voor het lopende jaar? Zult u tijdens de
begrotingscontrole genoodzaakt zijn om de uitgetrokken budgetten
voor de RVA te verhogen, rekening houdend met de resultaten van
2004? Hoe verhoudt België zich tegenover onze drie belangrijkste
handelspartners wat het aantal begunstigden van een uitkering van de
RVA betreft en wat de budgettaire massa van de RVA in verhouding
met het bbp betreft? Dan bedoel ik vooral de vergelijking met
Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Zult u overleg plegen met uw collega's in de deelgebieden om te
zoeken naar maatregelen die gaan naar een actievere begeleiding
van jonge werklozen die na hun studies nog niet hebben gewerkt? Dat
blijkt toch ook een heel belangrijke groep te zijn en een heel frappant
cijfer in de studie. Overweegt u bijsturing van uw werkloosheidsbeleid,
teneinde de uitgaven van de RVA in de toekomst beheersbaar te
houden? Zal het nieuwe beleid inzake het toetsen van
arbeidsbereidheid van werkzoekenden extra kosten met zich
meebrengen? Acht de minister, naar het voorbeeld van het Vlaamse
Gewest, ingrepen in het stelsel van de premies voor tijdskrediet en
loopbaanonderbreking noodzakelijk, teneinde de kostprijs ervan onder
controle te houden?
interruption de carrière, d'un
crédit-temps ou d'une prépension
à temps partiel. Leur nombre
augmente également.
Les dépenses de l'ONEM ont
légèrement diminué en Flandre
seulement. Elles se sont
maintenues au même niveau à
Bruxelles alors qu'on notait une
augmentation d'un demi-pour cent
en Wallonie.
Les dépenses de l'ONEM pour
2004 s'inscrivent-elles dans le
budget estimé à cet effet? La
ministre prévoit-elle que les
dépenses continueront
d'augmenter? Devra-t-elle revoir
les budgets à la hausse lors du
contrôle budgétaire? Quelle est la
position de la Belgique par rapport
aux Pays-Bas, à la France et à
l'Allemagne en ce qui concerne le
nombre d'allocataires et la masse
budgétaire en proportion du PIB?
La ministre va-t-elle chercher des
mesures d'accompagnement plus
actives pour les jeunes sortant de
l'école et sans expérience de
travail? Va-t-on revoir la politique
pour que les dépenses de l'ONEM
restent maîtrisables à l'avenir? La
vérification de la volonté de
travailler entraînera-t-elle des
coûts supplémentaires? La
ministre devra-t-elle intervenir
pour que le régime des primes de
crédit-temps et d'interruption de
carrière reste financièrement
supportable?
11.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Turtelboom, in 2004 was het RVA-budget, na het
regeringsconclaaf van Oostende, begroot op 7,816 miljard. De
uiteindelijke uitgaven vielen binnen dat budget, want ze bedroegen
7,790 miljard. Dat is een lichte verbetering van de conjunctuur. Er zijn
grote begeleidingsinspanningen in het kader van de maatregelen van
de activering, zodat er een lichte daling verwacht kan worden van de
uitgaven voor de werklozen.
Gezien de grote inspanningen om de langdurig werklozen aan werk te
helpen, zullen de bestaande activeringsplannen die op langdurige
werklozen zijn gericht de RVA wel méér kosten, natuurlijk. In 2004
was de groep van geactiveerden immers al met 10,7% toegenomen.
Tegelijkertijd wordt er nog altijd een stijging verwacht van de
werknemers die hun arbeidstijd aanpassen.
11.02 Freya Van den Bossche,
ministre: En 2004, le budget de
l'ONEM a été fixé à 7,816
milliards. Les dépenses finales se
sont élevées à 7,79 milliards.
Compte tenu des importants
efforts consentis en matière
d'accompagnement pour
l'activation des sans-emploi, une
légère baisse des dépenses liées
aux chômeurs est attendue.
Etant donné les efforts importants
consentis pour aider les chômeurs
de longue durée à retrouver un
emploi, les projets d'activation de
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
U weet dat er in de Ministerraad van Oostende werd beslist om het
systeem van ouderschapsverlof te bevorderen. Daar denken wij toch
ook wel een effect van te merken. Dat ging ook om een bijkomend
budget. In 2004 was er terzake een stijging met 12,5%.
De conclusie is dat de uitgaven van de RVA dit jaar niet zullen dalen,
omdat de daling van de werkloosheid gecompenseerd zal worden
door de stijging van de uitgaven voor de activering en voor de
aanpassing van de arbeidstijd, al zijn dat natuurlijk allemaal nog
veronderstellingen. Wij moeten nog afwachten wat dat geeft op het
terrein.
Er is inderdaad, onder andere rekening houdend met de definitieve
uitgaven van 2004 naar aanleiding van de begrotingscontrole, een
budget van 7,916 miljard euro voorgesteld, terwijl in het definitief
begrotingsontwerp 7,830 miljard euro is voorgesteld. Dat gaat dus om
een voorgesteld verschil in uitgaven van 86 miljoen euro.
Vergelijken met een aantal landen is niet gemakkelijk, maar wat de
werkloosheidsuitkeringen betreft, kan er een soort vergelijking worden
gemaakt tussen de verhouding van die uitgaven en het bbp. Dan zien
we dat België aan 3,2% zit, Duitsland aan 2,5%, Frankrijk aan 2,2%
en Nederland aan 1,4%.
Na het paasreces nodig ik sowieso mijn gewestelijke collega's van
Werk uit op een interministeriële conferentie omtrent de problematiek
van jeugdwerkloosheid. Ik wil daaraan absoluut iets doen, maar ik
begrijp dat veel van de tools om daaraan wat te kunnen doen, zich in
de Gewesten bevinden. Ik stel dan ook voor om daar samen werk van
te maken.
Alvorens bijsturingen te doen, wil ik eerst evalueren wat de huidige
maatregelen, zoals die van activering van het zoekgedrag en die van
de dienstencheques, opleveren qua verhoging van de tewerkstelling.
De volgende belangrijke evaluatie is de maatregel van opvolging en
begeleiding. Die evaluatie wordt voorzien rond juni. De maatregel van
de dienstencheques, die wel al resultaten oplevert qua tewerkstelling,
met het bereiken eind vorig jaar van het objectief van 10.000
arbeidsplaatsen, wordt ook eerstdaags geëvalueerd.
Het nieuwe beleid van de toetsing van de arbeidsbereidheid van de
werkzoekenden zal dit jaar volgens mij geen extra kosten opleveren.
Ten slotte, ik ben er niet onmiddellijk voorstander van om in te grijpen
in het stelsel van de onderbrekingsuitkeringen in het kader van
loopbaanonderbreking en tijdskrediet, omdat die maatregel eigenlijk
wel een goede maatregel is om gezin en arbeid te combineren en om
ouder wordende mensen door middel van deeltijdse formules toch
iets langer aan het werk te houden.
ces chômeurs coûteront
cependant plus cher. En 2004, le
groupe des activés avait déjà
augmenté de 10,7%.
Parallèlement, on prévoit une
augmentation du nombre de
salariés adaptant leur temps de
travail. Il a été décidé de favoriser
le système du congé parental et
dans ce cadre, un budget
supplémentaire a été libéré. En
2004, dans ce domaine, les
dépenses ont augmenté de
12,5%.
Nous prévoyons que les
dépenses de l'ONEM ne
diminueront donc pas cette
année. La diminution des
dépenses consécutive à une
réduction du taux de chômage est
compensée par l'augmentation
des dépenses pour l'activation et
pour l'adaptation du temps de
travail. Sur la base des dépenses
définitives de 2004, un budget de
7,916 milliards d'euros a été
proposé lors du contrôle
budgétaire, contre 7,83 milliards
avancés dans le projet budgétaire
définitif.
Les dépenses pour les allocations
de chômage s'élèvent à 3,2% du
PIB pour la Belgique, à 2,5% pour
l'Allemagne, à 2,2% pour la
France et à 1,4% pour les Pays-
Bas.
Après les vacances de Pâques,
j'inviterai mes collègues régionaux
de l'Emploi à une conférence
interministérielle sur le chômage
des jeunes.
Avant d'apporter des corrections,
je voudrais évaluer le résultat des
mesures actuelles. Vers le mois
de juin, l'efficacité de la mesure
de suivi et d'accompagnement
sera évaluée. L'utilité des titres-
services, qui ont déjà créé plus de
10.000 emplois, sera également
jaugée d'ici peu.
La nouvelle politique de contrôle
de la volonté de travailler des
chômeurs n'entraînera pas de
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
coûts supplémentaires cette
année.
Je ne suis pas favorable à une
intervention au niveau du système
d'allocations pour interruptions de
carrières et crédit-temps car il
s'agit là d'une mesure efficace qui
permet de conjuguer plus
harmonieusement travail et
famille, et de maintenir un peu
plus longtemps au travail les
salariés plus âgés au travers de
formules de travail à temps
partiel.
11.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, ik dank u voor uw gedetailleerd antwoord.
Ik vind het goed nieuws dat u niet zult ingrijpen wat betreft de premies
voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking. Als men kijkt naar de
vergelijkende cijfers inzake het percentage van het bbp, ziet men dat
België met 3,2% toch een stuk hoger zit dan Nederland, Frankrijk en
Duitsland met respectievelijk 2,5, 2,2 en 1,4% en dat we ten opzichte
van Nederland zelfs bijna het dubbele in percentage van het budget
van ons bbp uitgeven.
Het verheugt mij uiteraard dat u concrete maatregelen zult nemen
inzake de jeugdwerkloosheid. Dat was immers een zeer frappant
cijfer dat uit dit jaarrapport naar voren kwam en waaruit bleek dat
zoveel mensen tien jaar nadat ze als schoolverlater de arbeidsmarkt
betraden, nog nooit hebben gewerkt. We weten allemaal dat het soms
gemakkelijk is werk te vinden binnen de eerste drie maanden, maar
dat na zes maanden de kansen op de arbeidsmarkt systematisch
dalen.
11.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Il est louable que la
ministre n'intervienne pas dans
les primes de crédit-temps et
d'interruption de carrière. La
Belgique y consacre une part plus
importante de son budget que les
pays voisins. Un autre élément
positif est que des mesures
spécifiques seront prises en ce
qui concerne le chômage des
jeunes. Les chiffres figurant dans
le rapport annuel à ce sujet
étaient frappants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "de afschaffing van de
stempelcontrole" (nr. 6176)
12 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "la suppression du
pointage" (n° 6176)
De voorzitter: Die vraag is vorige week al aan bod gekomen.
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik weet
dat die vraag al aan bod is gekomen, maar inpikkend op die vraag stel
ik nog andere vragen. U zult dat vaststellen.
Uit eerdere mondelinge vragen, zoals vorige week, is gebleken dat de
precieze timing van de afschaffing van de stempelcontrole nog niet
vaststaat. Bovendien rijzen er vragen bij de concrete tenuitvoerlegging
van de principiële beslissing om de stempelcontrole af te schaffen. De
bekommernis om te kunnen beschikken over accuraat en actueel
cijfermateriaal blijft prioritair. Daarin vervult de RVA ere wie ere
toekomt eigenlijk een voorbeeldfunctie.
12.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Aucun calendrier précis n'a
encore été fixé pour la
suppression du contrôle de
pointage. Des questions
subsistent en ce qui concerne la
concrétisation de ce projet, étant
donné qu'il convient de pouvoir
disposer à tout moment de
chiffres précis. Pour certaines
catégories de chômeurs, cette
suppression n'est pas évidente.
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Bovendien lijkt de naakte afschaffing van de stempelcontrole niet
evident voor een aantal categorieën van werklozen. Ik verduidelijk. Zo
moeten werklozen die één of meerdere dagen per maand werken het
vakje van de betreffende dagen op hun stempelkaart inkleuren. Met
het wegvallen van de stempelcontrole dreigt de RVA dus een
belangrijke controlemogelijkheid te verliezen. Tevens moet worden
nagegaan of de nieuwe regeling niet de poort openzet naar mogelijke
misbruiken door werkzoekenden die prestaties in het zwart leveren.
Voor werkzoekenden met een minimale arbeidsbereidheid verdwijnt
met de afschaffing van de stempelcontrole ook een stimulans om toch
nog werk te zoeken. Voor een aantal werklozen is het gaan stempelen
iets waar ze tegen opzien. Door de stempelcontrole worden ze
impliciet aangemoedigd om actiever te zoeken naar een job.
Hiertegenover dan, mevrouw de minister, staat natuurlijk het nieuwe
activeringssysteem, dat intrinsiek is bedoeld als het correct wordt
uitgevoerd om werkzoekenden op een hedendaagse en effectieve
manier aan te sporen om actief te zoeken naar een nieuwe job.
In dit kader heb ik de volgende specifieke vragen. Ten eerste, hebt u
met betrekking tot de deadline voor de afschaffing van de
stempelcontrole al overleg gepleegd met uw gewestelijke collega's?
Hebt u op basis daarvan al duidelijkheid gekregen over de vraag of de
deadline kan worden gehaald?
Ten tweede, op welke manier zult u waarborgen dat het
cijfermateriaal over de werkloosheid even accuraat en actueel blijft als
dat tegenwoordig het geval is?
Ten derde, zult u erop aandringen dat in dit verband de regio's
gebruikmaken van software die dezelfde of minstens compatibel is,
teneinde de verwerking van de cijfergegevens niet nodeloos complex
en tijdrovend te maken?
Ten slotte, zal de stempelcontrole voor alle categorieën van
werkzoekenden worden afgeschaft? Zo ja, op welke manier kunt u
garanderen dat de speciale categorieën van werkzoekenden
waarover ik het heb gehad, op een waterdichte manier gecontroleerd
blijven worden? Zo niet, voor welke categorieën van werkzoekenden
zal de stempelcontrole blijven bestaan?
L'abolition du pointage risque de
faire perdre un instrument de
contrôle important à l'ONEM et
favorise le travail au noir. Une
incitation à la recherche d'emploi
disparaît également.
La ministre s'est-elle déjà
concertée avec les Régions? Les
délais pourront-ils être respectés?
La ministre peut-elle garantir que
les données chiffrées resteront
fiables? Les logiciels des
différentes autorités seront-ils
compatibles? Le contrôle de
pointage disparaîtra-t-il
totalement? Comment s'y
prendra-t-on pour pouvoir
continuer à contrôler efficacement
certaines catégories de
chômeurs?
12.02 Minister Freya Van den Bossche: Mevrouw Lahaye-Battheu,
ik wil mijn antwoord even situeren. Het advies van het college van
leidende ambtenaren van 20 december 2004 is voorgelegd aan het
beheerscomité van de RVA op 13 januari 2005. Het stelt om een
aantal redenen voor de stempelcontrole pas af te schaffen op 15
december 2005. Dat is dus later dan wat was overeengekomen op de
interministeriële conferentie, waar men sprak over 1 oktober 2005.
Nu, in het beheerscomité van 13 januari heeft de
regeringscommissaris zich niet akkoord verklaard met het advies van
het college al was het maar omdat het onverenigbaar is met de
beslissing van de interministeriële conferentie. Vorige week heb ik
aan de gewestelijke ministers van Werk gevraagd of voor hen de
datum van 1 oktober nog altijd haalbaar is. Ik meen dat ik niet anders
kan dan mij baseren op wat mijn collega's zeggen. Als zij zeggen: wij
zijn klaar, is dat goed. Als zij zeggen: nee, wij zijn eigenlijk er niet
klaar voor en het is inderdaad beter het te verschuiven naar
12.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'avis du collège des
fonctionnaires dirigeants a été
soumis au comité de gestion de
l'ONEM le 13 janvier 2005. Cet
avis prévoit de ne supprimer le
pointage que le 15 décembre
2005, donc plus tard que le 1
er
octobre 2005, date qui avait été
convenue lors de la conférence
interministérielle. Au comité de
gestion, le commissaire du
gouvernement a déclaré qu'il
n'était pas d'accord avec l'avis du
collège des fonctionnaires
dirigeants. La semaine dernière,
j'ai demandé aux ministres
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
december, meen ik dat het enige wat wij kunnen doen, is: ingaan op
die vraag van de collega's van de Gewesten om ook onze eigen
statistieken niet in gevaar te brengen.
De raadpleging met de gewestelijke diensten is nog volop bezig, maar
ik verwacht binnenkort toch een vrij duidelijk signaal.
De gewestelijke plaatsingsdiensten zijn ook volop bezig met het
aanpassen van informaticaprogramma's met het oog op de productie
van goede werkloosheidsstatistieken op basis van drie
gegevensstromen: de eigen gegevens over de inschrijving van
werkzoekenden; de gegevensstromen van Dimona over het begin en
einde van de tewerkstelling en de gegevensstroom van de RVA met
de betaalgegevens van de werklozen. Sinds juni 2004 is er een
technische werkgroep met vertegenwoordigers van de RVA, de
VDAB, Forem, BGDA, en de Kruispuntbank, om de aanpassing van
de programma's zo goed mogelijk te realiseren.
Het nieuwe systeem zal een tijdlang naast het oude systeem draaien
om eventuele anomalieën in de statistieken te kunnen opsporen en
om te vermijden dat wij over een nacht ijs gaan en al te snel op het
nieuwe systeem overstappen.
Sowieso word ik constant op de hoogte gehouden van de stand van
zaken. Ik zal ook toezien op de tests, die mij toch al een indicatie
moeten geven over hoe correct de statistieken zullen blijken te zijn.
Voor de technische werkgroep is er ook de waarborg dat de gegevens
voor alle Gewesten op dezelfde manier informaticatechnisch worden
verwerkt. Ook dat is voor de federale overheid natuurlijk behoorlijk
handig.
De stempelcontrole wordt nog dit jaar afgeschaft voor de volledig
werklozen. De gemeenten behouden wel twee controletaken. Dat
betekent natuurlijk een veel kleinere hoeveelheid werk. Er zullen dus
op het niveau van de gemeenten zeker mensen vrijkomen. Het weze
hen gegund, want zij krijgen al te vaak extra taken opgelegd.
Wat moeten de gemeenten wel nog doen? Zij moeten de
stempelkaarten van deeltijdse werknemers met een
inkomensgarantie-uitkering driemaandelijks afstempelen. Wanneer
de RVA steekproefsgewijs verblijfsbewijzen vraagt aan werklozen,
moeten de gemeenten ook de personen opsporen die veel in het
buitenland zouden verblijven en intussen hier van een uitkering
genieten. Dat zal voor het hele grondgebied om een driehonderdtal
gevallen per maand gaan. Ook voor hun opsporing zal de gemeente
moeten instaan. De manier waarop wij de controles zouden
uitoefenen, zou dus steekproefsgewijs zijn. Ik vermoed dat deze
methode voor ons voldoende efficiënt zal zijn. Voor de gemeenten zal
het echter een serieuze taakverlichting betekenen.
régionaux si pour eux, la date du
1
er
octobre était encore réaliste.
Je me baserai sur ce que me
diront mes homologues des
Régions. Actuellement, les
services de placement régionaux
adaptent leurs programmes
informatiques. Depuis juin 2004,
un groupe de travail technique est
en charge de cette adaptation. Le
nouveau système coexistera avec
l'ancien pendant un certain temps
de façon à pouvoir déceler toute
anomalie qui entacherait les
statistiques.
Du point de vue informatique, les
données seront traitées
identiquement pour toutes les
Régions. Le pointage sera
supprimé cette année pour les
chômeurs complets. Les
communes conserveront encore
deux missions de contrôle. Elles
oblitéreront tous les trois mois les
cartes de pointage des travailleurs
à temps partiel bénéficiant d'une
indemnité de garantie de revenu.
En cas de prélèvement d'un
échantillon par l'ONEM, les
communes devront également
identifier les gens qui séjourent à
l'étranger et perçoivent une
allocation. Pour les communes,
ces changements représenteront
sans aucun doute un allègement
important de leurs tâches.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de minister, als ik
het goed heb begrepen, werd de vraag vorige week aan de
gewestelijke collega's gesteld. We zullen dus waarschijnlijk nog
enkele weken geduld moeten hebben om hun antwoord te krijgen.
U hebt ook gezegd dat men de informaticaprogramma's aan het
uitwerken is. Daarmee is men ook al een tijdje bezig. Is er op dat vlak
12.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Il faudra encore attendre la
réponse quelque temps. Un
calendrier a-t-il été convenu pour
l'élaboration des programmes
informatiques?
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
een timing of een plan?
12.04 Minister Freya Van den Bossche: Volgens de eerste timing,
die werd overeengekomen in de interministeriële conferentie, zal
vanaf juni 2005 met het proefdraaien worden gestart. Als zou blijken
dat, om eventuele, technische redenen de opmerkingen van het
college van leidende ambtenaren beslaan immers een heleboel
redenen en zijn, eerlijk gezegd, niet erg specifiek een Gewest
bijvoorbeeld heel duidelijk stelt dat zijn computerprogramma pas klaar
is tegen pakweg augustus of september, dan betekent dit dat ook het
proefdraaien later start. Alle Gewesten moeten immers tegelijk
kunnen starten met het proefdraaien.
Wat mij betreft, kan het in juni 2005. Ik hoop dat zelfs. Als het echter
wat later moet ik denk dan aan september of oktober , dan zal dat
wel moeten. Veel hangt af van mijn collega's.
12.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Les essais
commenceront dès le mois de
juin. Si l'élaboration du
programme informatique d'une
des Régions prend du retard, les
tests seront reportés.
12.05 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik heb nog een laatste
bemerking.
U hebt geantwoord dat de stempelcontrole dit jaar enkel voor de
volledig werklozen zou worden afgeschaft en niet voor de deeltijds
werklozen.
12.05 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Le pointage des chômeurs
à temps partiel ne sera donc pas
supprimé?
12.06 Minister Freya Van den Bossche: Dat klopt. Ze wordt niet
afgeschaft voor de deeltijdse werknemers met een inkomensgarantie-
uitkering.
12.06 Freya Van den Bossche,
ministre: Il ne sera pas supprimé
pour les travailleurs à temps
partiel bénéficiant d'une allocation
de garantie de revenu.
12.07 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Vallen zij ook weg?
12.08 Minister Freya Van den Bossche: Neen, de stempelcontrole
wordt voor hen nog niet afgeschaft.
12.09 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): De stempelcontrole wordt voor
hen dus nog niet afgeschaft.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Werk over "maatregelen die
genomen worden in de strijd tegen de sociale fraude" (nr. 6177)
13 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la ministre de l'Emploi sur "les mesures prises pour
13.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik kom terug op de strijd tegen de sociale
fraude die door de regering als een van de prioriteiten naar voren is
geschoven, een problematiek waarover ik reeds een aantal vragen
heb gesteld.
Mevrouw de minister, in het najaar van 2004 hebt u drie maatregelen
aangekondigd in de strijd tegen sociale fraude, in casu de aanwerving
van 92 nieuwe inspecteurs voor de verschillende sociale
inspectiediensten, het systeem van de dienstencheques en een
betere informatie-uitwisseling tussen de diensten.
13.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La lutte contre la fraude
sociale constitue une priorité pour
le gouvernement. En automne
2004, la ministre avait annoncé le
recrutement de 92 inspecteurs
supplémentaires, la mise en place
d'un système de chèques-
services et l'amélioration de
l'échange d'informations entre les
services, dans le cadre du projet
dit Oasis. Le premier module de la
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Ik ga dieper in op de eerste en de derde maatregel. Wat het toezicht
inzake de sociale wetten betreft, zouden 29 sociale controleurs en 8
sociale inspecteurs in dienst treden, voor de studiediensten van de
FOD 2 juristen en voor het toezicht op het welzijn op het werk zou
SELOR examens organiseren voor de aanwerving van 5 artsen en 2
ingenieurs. Zeven andere aangekondigde aanwervingen waren in het
najaar van 2004 reeds afgerond en betrokkenen waren reeds aan de
slag.
Wat de betere informatie-uitwisseling tussen de diensten betreft,
haalde u in het najaar het Oasis-project binnen de sociale inspectie
aan. Intussen zou deze databank zo'n vijf maand geleden in productie
zijn genomen. De eerste module van het informaticaplatform Genesis
dat onder uw bevoegdheid valt en geïmplementeerd wordt in het raam
van een betere samenwerking van de vier grote inspectiediensten,
zou op 1 januari 2005 in gebruik genomen worden. Tot zover de
informatie die ik uit vorige vragen bekomen heb.
Mevrouw de minister, ik kom tot mijn geactualiseerde vragen.
Ten eerste, zijn de 46 vacatures die ik zonet heb aangehaald intussen
ingevuld? Zullen in de nabije toekomst nog bijkomende aanwervingen
in het kader van de strijd tegen sociale fraude worden verricht?
Ten tweede, hoe loopt het Oasis-project? Is er voorzien in een
evaluatie of is deze reeds achter de rug?
Ten derde, is de eerste module van het informaticaplatform Genesis
zoals gepland op 1 januari 2005 in gebruik genomen? Wat zijn de
bevindingen tot op heden? Zal het project de geraamde kostprijs van
3 miljoen euro niet overstijgen?
plate-forme informatique Genesis
devrait être opérationnel depuis le
1
er
janvier 2005.
A-t-il déjà été pourvu aux postes
vacants? Des recrutements
supplémentaires sont-ils prévus?
Qu'en est-il du projet Oasis? Le
module de Genesis a-t-il été mis
en service dans les délais
prévus? Quelles sont les
conclusions provisoires? Le coût
prévu de trois millions d'euros
sera-t-il dépassé?
13.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, het
gaat over de stand van zaken met betrekking tot de vacatures en het
toezicht op de sociale wetten.
29 sociale controleurs zijn intussen aangeworden.
Van de acht sociale inspecteurs zijn er vier via bevordering, die
betrekkingen zijn ingevuld, en vier via werving. Daarvan is er één
ingevuld, voor één loopt het examen nog en voor twee betrekkingen in
het tweetalig kader waren er geen laureaten.
Voor de studiedienst FOD WASO hadden wij twee juristen voorzien.
Die zijn aangeworven.
Voor toezicht op het welzijn op het werk zijn er drie industriële
ingenieurs, twee psychologen en twee licentiaten scheikunde
aangeworven. Voor de vijf artsen is de rekrutering nog lopende. Voor
de twee burgerlijke ingenieurs is het examen intussen georganiseerd.
Voor beide functies moet het mogelijk zijn om binnen een aantal
maanden de nodige aanwervingen te doen.
Oasis is een datawarehouse dat binnen de sociale inspectie van de
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid werkt op basis van
databanken en bestanden beheerd door de RSZ, de RVA en de
Federale Overheidsdienst Financiën. Een groot voordeel daarvan is
dat het analyses toelaat.
13.02 Freya Van den Bossche,
ministre: 29 contrôleurs sociaux
ont déjà été engagés. Quatre des
huit postes vacants d'inspecteur
social ont déjà été pourvus par la
voie d'une promotion. Les autres
le seront par le biais de
recrutements: un poste vacant a
déjà été pourvu, l'examen est en
cours pour un autre et il n'y avait
pas de lauréats pour deux
emplois dans le cadre bilingue.
Deux juristes ont été engagés
pour le service d'études du SPF
ETCS. Trois ingénieurs
industriels, deux psychologues et
deux licenciés en chimie ont été
engagés pour la surveillance du
bien-être au travail. Le
recrutement est encore en cours
pour les cinq médecins. L'examen
a été organisé entre-temps pour
les deux ingénieurs civils. Il
devrait être possible de procéder
dans les mois à venir aux
engagements nécessaires pour
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Op 6 maart 2001 heeft het sectoraal toezichtcomité van de
Kruispuntbank Sociale Zekerheid de machtiging verleend voor dat
project. Tot op dat moment was de machtiging beperkt tot de
bouwsector die als een pilootsector kan beschouwd worden.
Ondertussen zijn er met betrekking tot die sector 38 alarmen en
9 fraudescenario's, dat zijn combinaties van alarmen, op punt gesteld.
Die zijn sinds 2005 operationeel. U begrijpt dat ik op de inhoud van
die alarmen niet verder kan ingaan.
Het sectoraal toezichtcomité heeft in een tweede beweging op
18 januari 2005 de bestaande machtiging uitgebreid tot de volgende
soort van ondernemingen of activiteitensectoren: grote
ondernemingen, metaalbouw, horeca, land- en tuinbouw, vervoer voor
derden, confectie en industriële schoonmaak.
Ik verwacht dat er de komende maanden verder zal worden gewerkt
aan de opstelling van alarmen en fraudescenario's met betrekking tot
deze uitbreiding en dat na een redelijke periode van werking een
evaluatie zal worden doorgevoerd.
De eerste module van het informaticaplatform Genesis bevond zich
tot en met 21 maart 2005 in een testfase. Vanaf 22 maart gaat de
eerste module in productie. Vanaf vandaag dus zullen de controleurs
en de inspecteurs van de vier grote inspectiediensten het synthetisch
kadaster kunnen raadplegen. Ze kunnen met andere woorden zicht
krijgen op mekaars geopende en afgehandelde dossiers. Op basis
van reacties van de testploeg kunnen wij besluiten dat men tevreden
is over de kwaliteit van de opgenomen gegevens en de
vooropgestelde functionaliteiten aan de verwachtingen beantwoordt.
Volgens informatie waarover ik beschik wordt de voortgang van het
project strikt opgevolgd en wordt de geraamde budgettaire raming
nageleefd.
ces deux fonctions.
Oasis est une "datawarehouse",
une vaste banque de données qui
permet d'effectuer des analyses.
Le comité de surveillance
sectoriel de la Banque-Carrefour
de la Sécurité sociale a accordé
son autorisation pour le projet le
6 mars 2001. Entre-temps,
38 alarmes et neuf scénarios de
fraude ont été définis pour le
secteur. Ils sont opérationnels
depuis 2005. Je ne puis
évidemment pas en révéler le
contenu. Le comité de
surveillance sectoriel a élargi
l'autorisation existante le
18 janvier 2005. Des alarmes et
des scénarios de fraude seront
élaborés à cet égard. Il sera
procédé à une évaluation après
une période de fonctionnement
raisonnable. Le premier module
Genesis était en phase
expérimentale jusqu'au 21 mars
2005. Il entrera en production à
partir du 22 mars. Les contrôleurs
et les inspecteurs des quatre
grands services d'inspection
peuvent consulter le cadre
synthétique. L'équipe pilote se
montre satisfaite de la qualité.
L'état d'avancement du projet fait
l'objet d'un suivi strict. Les
évaluations budgétaires sont
respectées.
13.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, de testfase van de eerste module van het
informaticaplatform Genesis is achter de rug. Bestaat er een verslag
van de testfase van de module Genesis? Zo ja, kan ik dat eventueel
verkrijgen?
13.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Pouvez-vous me procurer
le rapport de la phase
expérimentale du module
Genesis?
13.04 Minister Freya Van den Bossche: In principe bestaan er geen
verslagen van zo'n testfase. Ik kan eens kijken welke extra informatie
wij voor u kunnen verzamelen. Het gebeurt vrij informeel. Een groep
ambtenaren kijkt gewoon of zij voldoende tevreden zijn en zij
beslissen dan of ze al dan niet voortgaan. Dat is niet formeel
administratief omkaderd.
13.04 Freya Van den Bossche,
ministre: En principe, il n'existe
pas de rapports sur une phase
expérimentale. Toute la procédure
est assez informelle. Je vais voir
si nous pouvons fournir des
informations supplémentaires à
Mme Lahaye-Battheu. Il n'existe
cependant pas d'encadrement
administratif formel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
14 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Werk over "de uitvoering van het
interprofessioneel akkoord" (nr. 6180)
14 Question de Mme Annemie Turtelboom à la ministre de l'Emploi sur "la mise en oeuvre de l'accord
14.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, toen het
ontwerp van IPA 2005-2006 goedgekeurd werd eind januari, behalve
door het ABVV, beloofde de regering om het akkoord in zijn geheel uit
te voeren.
We zijn op dit ogenblik anderhalve maand na de feiten en eigenlijk
zijn er nog geen concrete teksten in verband met de uitvoering van
het akkoord. Nochtans ligt er eigenlijk wel een duidelijke, concreet
onderhandelde tekst voor, die men wettelijk wil implementeren en
waartoe de regering zich geëngageerd heeft.
Het feit dat dit nog niet gebeurd is, legt natuurlijk ook een beetje een
hypotheek op de goodwill en het vertrouwen bij de sociale partners,
die zich intussen eigenlijk aan het opmaken zijn voor het
eindeloopbaandebat. Het zou natuurlijk bijzonder jammer zijn dat een
uitvoering van een akkoord een negatieve invloed zou hebben op het
zeer belangrijke eindeloopbaandebat. We hebben vanmorgen in de
commissie bij de bespreking van wetsvoorstellen nog verwezen naar
het belangrijke debat over de eindeloopbaan, naar de vergrijzingsnota
en de resoluties van die nota, die we hier in het Parlement toch wel
unaniem hebben goedgekeurd.
Vandaar, mevrouw de minister, wou ik eigenlijk een beetje
duidelijkheid in verband met de uitvoering van het IPA. Waarom is het
belangrijk dat het correct wordt uitgevoerd? Omdat zowel werknemers
als werkgevers daar natuurlijk op zitten te wachten. Ten eerste is er
het belangrijk luik van de overuren, waar eigenlijk een belangrijk
akkoord in zit voor werknemers in verband met de invulling van het
fiscale luik. Er zit ook een belangrijk luik in voor de werkgevers die
graag duidelijkheid willen over het parafiscaal voordeel dat ze in de
nieuwe overurenregeling kunnen genieten en ook over de
mogelijkheid om inhaalrust te vervangen door betaling in cash geld
lijkt bijkomende verduidelijking gewenst.
Het is ook nog op andere punten van belang. Het Fonds voor sluiting
van ondernemingen voor kleine ondernemingen die failliet gaan, de
innovatiepremie ten bedrage van 1% van de brutoloonmassa van de
bedrijven en ook het vastleggen van de verjaringstermijnen voor de
RSZ zijn andere thema's in deze duidelijke tekst van het IPA die nog
niet zijn uitgeklaard en waarover dringend zekerheid en duidelijkheid
zou moeten komen.
Vandaar dat ik graag een antwoord had op volgende vragen.
Waarom is die tekst op dit ogenblik nog niet omgezet in een wettekst?
Zijn er concrete problemen of discussiepunten die de omzetting
vertragen? Welke concrete regeling zal worden afgesproken inzake
de fiscale en parafiscale behandeling van overuren? Zal de
innovatiepremie zoals afgesproken worden vastgelegd op 1% van de
brutoloonmarge? Wanneer zal u het ontwerp van IPA officieel
omzetten in een wettekst? Zal u het ontwerp van IPA integraal,
volgens de afspraken die gemaakt zijn tussen de sociale partners,
omzetten?
14.01
Annemie Turtelboom
(VLD): Le gouvernement s'est
engagé à exécuter l'intégralité de
l'accord interprofessionnel 2005-
2006 (AIP). Un mois et demi
après la conclusion de cet accord,
aucun texte de loi n'a encore été
publié. Les salariés et les
employeurs veulent évidemment
être fixés le plus rapidement
possible sur la traduction
législative de l'AIP. Ils attendent
plus particulièrement de connaître
le règlement applicable aux
heures supplémentaires ainsi que
le contexte fiscal. Ceci dit, ils
espèrent également être fixés
rapidement sur d'autres thèmes.
Je pense notamment à la prime à
l'innovation équivalente à 1% de
la masse salariale brute des
sociétés, et à la détermination des
délais de prescription à l'ONSS.
Pourquoi le texte de l'AIP n'a-t-il
pas encore été transposé en texte
de loi? Le projet de transposition
s'est-il heurté à des obstacles de
dernière minute? Le
gouvernement a-t-il encore
l'intention de transposer
l'intégralité de l'AIP en loi? Quand
le Parlement se verra-t-il
soumettre les projets de loi?
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
14.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
regering heeft er zich toe verbonden om de bepalingen van het
ontwerp van IPA integraal uit te voeren en is dat nog altijd van plan.
We hebben ook een budgettair kader meegegeven bij de
maatregelen. Voor de werkbonus gaat het om 40 miljoen per jaar,
voor de versterking van de maatregel van de vrijstelling van
doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van ploegenarbeid
120 miljoen per jaar, voor de maatregelen overuren via fiscaliteit 80
miljoen, voor uitbreiding van het toepassingsgebied van de
sluitingspremie 7 miljoen en voor het Fonds voor de bevordering van
tewerkstelling van minderinvaliden 5 miljoen.
De tekst lijkt heel duidelijk en concreet, maar bij de uitvoering stuit
men natuurlijk toch op een aantal problemen. Iedereen is onmiddellijk
begonnen aan de omzetting in ontwerpen en wetgevende teksten,
maar daarbij is toch wel gebleken dat een aantal zaken nog diende
uitgeklaard te worden, vooral door de sociale partners zelf. Het blijkt
dat eenzelfde zin op een andere manier gelezen en verklaard wordt
door de verschillende sociale partners. Dat is blijkbaar een klassiek
gegeven, maar er moet toch wel een oplossing voor gezocht worden.
Het betekent natuurlijk ook dat het budgettaire kader dat is
afgesproken eveneens gehonoreerd moet worden, eventueel met
tussentijdse evaluatiemomenten. In het kernkabinet van vorige week
is er een lijst voorgelegd met nog een aantal resterende knelpunten
waarover wij nog moesten beslissen. Het gaat zeker niet over de
vraag of ze uitgevoerd worden, alles wordt uitgevoerd. Het gaat over
de vraag hoe ze uitgevoerd moeten worden en wat er verstaan dient
te worden, onder welke woorden en welke zinnen.
Het is de bedoeling dat deze discussiepunten nog deze week volledig
uitgeklaard worden. Als dat zo is, dan kunnen wij vrijdag in de
Ministerraad een beslissing nemen. Het valt af te wachten, maar ik
denk dat het moet kunnen.
Ik geef een klein overzicht van de punten waarover het gaat.
Ten eerste, de discussie over de manier waarop de innovatiepremie
kan worden ingevoerd. Het is niet echt een discussie, men heeft er
ook geen budget voor nodig, tenminste als het op een serieuze
manier gebeurt. Als de innovatiepremie zodanig goed wordt
omschreven dat het geen substitutie voor loon kan betekenen, dan
derft de overheid ook geen inkomsten. Daarom is het belangrijk dat
wij de juiste oriëntaties geven aan de innovatiepremie, maar het
bedrag van 1% van de loonmassa per onderneming staat helemaal
niet ter discussie.
Ten tweede, over de overuren is er een dubbele discussie. Sommige
sectoren hadden vroeger al afspraken over overuren waarvoor geen
inhaalrust moet worden toegekend. De vraag is in welke verhouding
deze bestaande regelingen zullen staan tot de nieuwe algemene
regeling die in het ontwerp van IPA is uitgewerkt. De
vertegenwoordigers van de werkgevers begrepen het zo dat beide
systemen gecumuleerd konden worden. De vertegenwoordigers van
de werknemers hebben het niet zo begrepen. Tussen die twee vrij
extreme posities zijn evenwel een heleboel andere oplossingen
mogelijk die een duidelijke lezing van de tekst kunnen inhouden en
14.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Le gouvernement a
effectivement l'intention de
transposer l'intégralité de l'AIP en
loi, probablement dans les limites
imposées par le cadre budgétaire
convenu. La transformation
concrète de l'accord en texte de
loi n'a pas encore été finalisée car
plusieurs points de discussion
n'ont pas encore fait l'objet d'un
consensus. Cependant, le débat
se déroule essentiellement dans
le camp des partenaires sociaux
qui divergent parfois à propos
d'une seule phrase de l'accord!
La semaine dernière, le cabinet
restreint a établi une liste des
points restés en suspens. Le
consensus devrait être atteint
dans le courant de la semaine. Le
Conseil des ministres de vendredi
prochain pourra donc prendre une
décision définitive à ce sujet. Je
n'ai encore aucune certitude mais,
selon moi, tous ces points
s'éclairciront complètement et
rapidement.
Il n'y a en fait pas de désaccord
sur le principe de l'introduction
d'une prime à l'innovation
représentant 1% de la masse
salariale brute des entreprises.
Les discussions portent
seulement sur ses modalités
concrètes d'application.
Il subsiste deux points de
discussion à propos des heures
supplémentaires: comment
concilier les accords antérieurs
avec le nouveau régime?
Comment la réduction des coûts
sera-t-elle appliquée
concrètement sur le plan fiscal?
Employeurs et travailleurs n'ont
pas encore trouvé de terrain
d'entente sur le premier point. Le
second point relève de la
compétence du ministre des
Finances.
Les autres thèmes suscitant
encore des discussions sont le
régime de travail en équipes et les
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
waarin, zo vermoeden wij, beide sociale partners zich op enigerlei
wijze zullen kunnen vinden. Het is vooral aan ons om de knoop door
te hakken.
Een tweede discussie over de overuren heeft te maken met de
kostprijsverlaging via fiscale weg. Deze maatregel moet worden
uitgevoerd, maar het budget moet natuurlijk worden gerespecteerd.
Mijn collega-minister van Financiën, die de werkgroep over de fiscale
maatregelen leidt dat doet mijn kabinet niet zelf , heeft in het
kernkabinet een nieuw voorstel ingediend waarbij op basis van een
ruimere steekproef gegevens worden geëxtrapoleerd, zodat wij de
kosten duidelijker kunnen inschatten. Die blijken gunstiger uit te vallen
dan de eerste prognoses. Deze week onderzoeken wij de bijkomende
gegevens van de extra sociale secretariaten heel concreet. Wij
hebben ons tot nu toe gebaseerd op de gegevens van SD Worx.
Daaraan voegen wij nu de gegevens van alle andere sociale
secretariaten de grote toch toe. Op basis van de gegevens van vijf
sociale secretariaten krijgt men een heel ander beeld dan op basis
van de gegevens van één sociaal secretariaat. Het is allemaal een
beetje technisch. Het vraagt wat rekenwerk, maar ook hierbij is er
eigenlijk geen groot probleem. Wij moeten gewoon zorgen dat de
simulaties kloppen alvorens definitieve beslissingen te nemen.
Betreffende ploegenarbeid werd er ook wat gerekend, maar dat lijkt
absoluut niet voor discussie te zorgen. Ook betreffende de
verjaringstermijnen bij de RSZ is er vorige week een concreet voorstel
gedaan, door mijn collega Demotte. Dit is veeleer een vraag van
technische haalbaarheid, gecombineerd met budgettaire neutraliteit.
U weet dat wij moeten kiezen vanaf welke datum de periode van vijf
op drie jaar terugvalt. Doen we het stap voor stap, in een keer, nu of
later? Dat heeft ook budgettaire en technische gevolgen, maar dit is
veeleer iets kleins dat ook nog moet worden afgerond.
Ik denk dat wij erin zullen slagen om deze week alles heel duidelijk te
beslissen, zodat we ook op dat vlak een duidelijke communicatie,
bijna tot in detail uitgewerkt, zullen kunnen voeren naar de sectoren,
wat toch wel belangrijk is voor de lopende onderhandelingen. In een
aantal sectoren zal het aankomen op de heel concrete uitwerking van
de engagementen.
délais de prescription en matière
d'ONSS. Ce dernier point relève
quant à lui de la compétence du
ministre Demotte.
14.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, als ik uw
uitgebreid antwoord aanhoor, dan is er eigenlijk maar één thema
waarover er niet zo veel duidelijkheid is, namelijk de problematiek van
de overuren. U zegt dat werkgevers en werknemers dat anders lezen
en dat we ergens in het midden zullen uitkomen.
14.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Le problème le plus
important concerne donc le
régime des heures
supplémentaires.
14.04 Minister Freya Van den Bossche: Er zijn op dit moment vijf
verschillende denkpistes die tot in de details worden onderzocht.
Eigenlijk kan die zin op minstens vijf manieren worden begrepen. Het
zijn vijf uitwerkingen die alle vijf eer doen aan de zin, die zeker niet
onjuist zijn.
Het komt erop neer hoe de overuren worden geteld. Wanneer telt een
overuur wel en niet mee? Wat moet er gebeuren met CAO's die
volgend jaar aflopen voor bijvoorbeeld de eerste 65 uur? Behandelen
we die anders dan CAO's die later aflopen? Het is redelijk technisch.
We klaren de verschillende denkpistes uit.
14.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Nous examinons cinq
pistes de réflexion. A ce sujet, les
avis des employeurs et des
travailleurs divergent. Les points
de discussion principaux
concernent la manière dont les
heures supplémentaires sont
définies et comptabilisées, ce qu'il
doit advenir des CCT existantes
lorsqu'elles arrivent à échéance et
comment apaiser les tensions
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Het gaat dus niet enkel om budgettaire verhalen. Er rijzen ook vragen
als: wat moet er in welke sector gebeuren? Hoe kunnen we
tegelijkertijd een zo uniform mogelijke regeling, voor iedereen
dezelfde, geven?
Er is een beetje een spanningsveld tussen sectoren die al eerder
overuren hebben toegekend en die daarvoor hebben onderhandeld
met vakbonden, en dus in die onderhandelingen wellicht ook iets
hebben "betaald", en de sectoren die dat nog niet hebben gedaan en
waarvoor er dus andere regels gelden voor het eerste pakket aan
overuren. Ik denk dat dit het belangrijkste knelpunt is: er zijn sectoren
die voor dat eerste pakket aan overuren nog niets hebben
onderhandeld, die bestaan nog niet. Er zijn sectoren waar die wel
bestaan, en daar hebben ze soms ook voor "betaald". Hoe doen we
dat? Is dat uitdovend? Kunnen die mensen achteraf gewoon in het
systeem van de "niet-betaalde" overuren komen? Daarmee bedoel ik:
moeten zij niets in ruil geven aan de vakbond voor die eerste tranche?
Laten wij die systemen in elkaar overlopen? Regelen we nog andere
systemen?
Het is een beetje technisch, maar het heeft wel grote gevolgen op de
werkvloer. Daarom komen wij over dat punt nog deze week bijeen.
entre les secteurs qui ont déjà
négocié un règlement auparavant
et ceux qui entreront
immédiatement dans le nouveau
système. Le gouvernement
souhaite conclure des accords
clairs sur la mise en oeuvre du
nouveau régime en matière
d'heures supplémentaires.
14.05 Annemie Turtelboom (VLD): Komt u weer bijeen met de
sociale partners?
14.06 Minister Freya Van den Bossche: Neen. Wij koppelen
constant terug. Maar uiteindelijk hopen zij dat het of het extreme ene
of het extreme andere standpunt is, terwijl het wellicht het meest billijk
is dat we vertrekken van de realiteit op het terrein en nagaan hoe
gemaakte afspraken op een zo slim mogelijke manier op het terrein
kunnen worden gebracht, zowel nu als over enkele jaren wanneer
bepaalde CAO's afgelopen zijn. Hoe kunnen zij dan in een nieuwe
regeling stappen? Het heeft meer facetten dan u op het eerste
moment zou denken.
Ik verwacht daar echter geen al te grote problemen mee.
14.07 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de minister, als ik het
effectief begrijp, dan is het grootste knelpunt: welke piste kiezen we
bij de problematiek van de overuren?
U zegt dat u terugkoppelt met het sociaal overleg. Ik begin een beetje
waar ik daarstraks begonnen ben. Het is gewoon heel belangrijk dat
de sociale partners die het IPA - interprofessioneel akkoord - hebben
goedgekeurd, zich daarin herkennen. Na veel wroeten, vergaderen en
heel moeilijke discussies zijn ze tot een tekst gekomen. Zij
verwachten dat die effectief wordt uitgevoerd.
Ik heb begrepen dat u tegen eind deze week wilt communiceren dat u
uit de knelpunten uit bent.
Voor wanneer is de wettekst dan?
14.07
Annemie Turtelboom
(VLD): Quand le parlement
devrait-il être saisi des textes de
loi?
14.08 Minister Freya Van den Bossche: We zouden die teksten
willen indienen onmiddellijk na het paasreces, vanzelfsprekend als dat
kan voor de commissie, voorzitter.
14.08 Freya Van den Bossche,
ministre: Ils devraient parvenir au
Parlement juste après les
vacances de Pâques.
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
De voorzitter: Een ontwerp heeft voorrang.
14.09 Minister Freya Van den Bossche: We zouden dat zo snel
mogelijk willen doen, omdat het de grootste duidelijkheid voor de
sectoren zou kunnen betekenen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "de oproep van de directeur
van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding om allochtonen verplicht in dienst
te nemen" (nr. 6190)
15 Question de Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "l'appel lancé par le directeur du
centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme concernant l'engagement obligatoire
d'allochtones" (n° 6190)
15.01 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen en
Racismebestrijding heeft ter gelegenheid van de internationale dag
van het racisme een oproep gedaan waarin hij stelde dat bedrijven
zouden moeten worden gestimuleerd en zelfs verplicht tot het
opstellen van banenplannen voor allochtonen. De directeur is van
oordeel dat bedrijven bij het maken van hun balans best mogen
aantonen hoeveel diversiteit zij in de onderneming hebben.
Het Centrum voor Gelijke Kansen wil met de werkgevers een soort
pact afsluiten met duidelijke resultaatsverbintenissen maar vindt toch
dat het daarbij niet mag blijven. Daarom wordt er in het sociaal
overleg meer druk van de overheid verwacht. Orgelpunt van het
pleidooi was de vraag dat de regering de bedrijven meer zou
stimuleren en zelfs verplichten om allochtonen in dienst te nemen.
hoewel het woord quota niet in de mond wordt genomen, neigt het
woord verplichten toch in die richting. Dit moet een soort positieve
discriminatie worden met het instellen van quota.
Nochtans zijn de jongste maanden diverse stemmen opgegaan,
overigens uit de verschillende politieke en maatschappelijke hoeken,
dat dergelijk beleid niet aangewezen is om een adequaat antwoord te
bieden aan de tewerkstellingsproblematiek die bestaat bij allochtonen
en andere kansengroepen. Bovendien zijn de voorbije maanden en
jaren initiatieven genomen door het bedrijfsleven en de overheid,
waarbij engagementen werden aangegaan om de aanwerving van
kansengroepen, waaronder allochtone werknemers, te bevorderen.
Op het niveau van de Vlaamse en federale overheid hebben de
bevoegde ministers actieplannen opgesteld opdat ook de overheid
gelijke kansen zou bieden bij de aanwerving van allochtone
werknemers.
Ik had graag een antwoord op de volgende vragen. Ten eerste, hoe
reageert u op de expliciete vraag van de directeur van het Centrum
voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding om bedrijven te
verplichten tot banenplannen voor allochtonen? Ten tweede, zult u
vasthouden aan eerdere standpunten van de regeringspartijen dat het
opleggen van quota of het voeren van een beleid gericht op positieve
discriminatie, niet de aangewezen beleidsoptie is om de problematiek
van de aanwervingen van allochtone werknemers aan te pakken? Ten
derde, bent u geneigd om in te gaan op de vraag van de directeur om
15.01 Maggie De Block (VLD): A
l'occasion de la Journée
internationale de lutte contre le
racisme, le Centre pour l'égalité
des chances et la lutte contre le
racisme (CECLR) a appelé les
entreprises à mettre en place des
plans d'embauche pour les
allochtones. Les entreprises
devraient être encouragées à faire
état de la diversité présente dans
leur entreprise lors du bilan
annuel. Le Centre souhaite
conclure un pacte de résultats
avec les employeurs. Les
pouvoirs publics devraient à
nouveau encourager, voire
contraindre, les entreprises à
engager des allochtones.
Cette proposition frise la
discrimination positive, alors que
de plus en plus de voix s'élèvent
contre la discrimination positive
comme solution aux problèmes
d'emploi des étrangers. Le monde
des entreprises et les autorités
ont récemment adopté des
mesures visant à favoriser
l'embauche d'allochtones. Les
autorités fédérales et flamandes
se sont déjà engagées en ce
sens.
Quelle est la réponse de la
ministre à la proposition du
CECLR? Adhère-t-elle à la thèse,
déjà défendue par les partis de la
coalition gouvernementale, selon
laquelle la discrimination positive
ne constitue pas une solution
22/03/2005
CRIV 51
COM 541
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
meer druk uit te oefenen op de sociale partners, inzonderheid op de
werkgevers, voor de aanwerving van allochtonen? Zo ja, op welke
manier? Ten vierde, acht u het noodzakelijk om bovenop de
engagementen, die reeds werden aangegaan door de
werkgeversorganisaties met betrekking tot het bevorderen van de
aanwerving van kansengroepen in het algemeen, bijkomend overleg
te plegen en aanvullend vrijwillige maatregelen of engagementen te
bepleiten? Zo ja, op welke manier wilt u dat trachten te doen?
adéquate aux problèmes d'emploi
des allochtones? A-t-elle
l'intention de demander aux
organisations patronales
d'adopter, en plus des accords
existants, des mesures
complémentaires sur une base
volontaire?
15.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw De Block, u vraagt hoe ik reageer op die voorstellen. Er
werden er de laatste tijd veel geformuleerd: anoniem solliciteren,
eventueel quota, streefcijfers en dies meer. Ze hebben volgens mij
minstens allemaal de verdienste dat ze inzien dat er een probleem is,
dat wij al lang zeggen dat wij - werkgevers, overheid enzovoort er
iets aan zullen doen, maar dat uit de statistieken blijkt dat er helemaal
geen verbetering is. Ik denk dat het vooral gaat om mensen die
zeggen dat het tijd is voor actie en die resultaten willen zien en niet
enkel mooie woorden horen.
Een aantal van die pistes moet worden onderzocht. Als het
bijvoorbeeld gaat om anoniem solliciteren, wil ik wel bekijken of dat
geen soelaas kan bieden en of dat geen goede methodiek kan zijn. Ik
denk dat ik elk voorstel zo onbevooroordeeld mogelijk moet proberen
te bekijken of het nu gaat om quota of richtcijfers. Ik weet dat dit een
technische opmerking is, maar het is sowieso vrij moeilijk te
controleren en te weten precies hoeveel mensen van allochtone
afkomst ergens werken. Het is zo dat de discriminatie eerder gebeurt
op grond van huidskleur of van afkomst dan op grond van
nationaliteit. Een Belg met een vreemd klinkende naam en een
andere huidskleur heeft het moeilijker dan een Belg zonder vreemde
naam of huidskleur.
Het is moeilijk te zeggen wie de allochtoon precies is. Het is wellicht
degene die op het uitzicht of omwille van zijn familie kan worden
gediscrimineerd en minder kansen krijgt. Het hangt echter louter van
die persoon zelf af of hij in de statistieken wil voorkomen als zijnde
iemand van allochtone origine. Wij kunnen niet daarnaar vragen. Er
bestaat immers een antidiscriminatiewetgeving en een
privacywetgeving wat het niet zo eenvoudig maakt. Als men daaraan
iets zou willen doen, is daar wel een mouw aan te passen. Het is per
slot van rekening niet oninteressant te weten hoeveel van die mensen
kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Het is alleen niet zo eenvoudig als
het lijkt.
Ik denk dat de hele discriminatieproblematiek verder moet worden
behandeld zoals nu gebeurt, met name in een werkgroep met de
minister van Gelijke Kansen. Er is trouwens morgen rond de
discriminatieproblematiek een tweede samenkomst gepland waar ook
de deelregeringen aanwezig zullen zijn. U weet dat er een aantal
werkgroepen werkt rond drie thema's die zullen worden
samengevoegd tot één grote interministeriële werkgroep. Het betreft
in de eerste plaats de analyse van de gevolgen van het arrest van het
Arbitragehof - niet onbelangrijk -, en ten tweede het waarborgen van
een betere samenhang tussen de verschillende wetgevende
instrumenten van de Staat en de deelstaten. Daar doet Kathleen
Van Brempt een oproep om de antidiscriminatiewetgeving ten minste
aan Vlaamse zijde te verduidelijken. Het lijkt logisch die zaken zo
15.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Il y a indéniablement un
problème et des mesures
urgentes s'imposent. Les
statistiques ne montrent
cependant aucune amélioration,
quelle que soit la proposition mise
en oeuvre. Nous essayons
toutefois d'examiner chaque
proposition sans préjugés. Or, la
piste des quotas est très difficile à
contrôler. Qui sont ces
allochtones discriminés? S'agit-il
de Belges ayant des traits
allochtones ou portant un nom
étranger? De quelle manière la
discrimination ressort-elle des
statistiques? Un groupe de travail
planchera sur cette
problématique, en collaboration
avec le ministre de l'Egalité des
chances; une conférence
interministérielle est également
prévue et un accord avec le
Centre de l'égalité des chances
est en cours d'élaboration. Par
ailleurs, plusieurs groupes de
travail se penchent notamment
sur la discrimination des femmes,
des jeunes et des personnes peu
qualifiées. Le problème des
allochtones pourrait être mis à
l'ordre du jour de ces groupes.
CRIV 51
COM 541
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
goed mogelijk op mekaar af te stemmen. Ook wordt een akkoord
voorbereid dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en
mannen bevoegd maakt voor alle materies waarop de
antidiscriminatiewet betrekking heeft.
Er zijn werkgroepen die nadenken over pistes om mensen die minder
kansen krijgen op de arbeidsmarkt meer kansen te bieden. We
moeten natuurlijk de problematiek van de allochtonen erkennen. Dat
is heel belangrijk. Het gaat echter soms ook om jonge mensen die
geen kansen krijgen omdat zij nog geen ervaring hebben, om oudere
mensen die geen kansen meer krijgen omdat ze te duur geworden
zijn, om vrouwen die men verkiest boven mannen of omgekeerd, om
laaggeschoolden die twee keer minder kans maken op een job dan
hooggeschoolden. Er zijn dus een aantal vormen van discriminatie
minstens op macroniveau - men kan het niet altijd zo duidelijk
verklaren op het niveau van het ene individu - die toch wel wijzen op
tendensen die niet de meest gezonde zijn in onze maatschappij.
Daar moet een oplossing voor gevonden worden. Ik ben bereid
concrete pistes die mij worden aangereikt, door het middenveld, door
politici, te laten onderzoeken en wens dat onbevooroordeeld te doen
in de hoop dat op basis daarvan, via de interministeriële conferentie
die er zou moeten komen, toch een aantal oplossingen gevonden
kunnen worden.
15.03 Maggie De Block (VLD): Dank u wel, mevrouw de minister. U
hebt mij uitvoerig gezegd hoe er zal gewerkt worden. Maar ik heb niet
gehoord of voor het maken van die verschillende mensengroepen met
lagere kansen, waarbij ook een hele groep door de allochtonen
gevormd wordt, de piste van de quota behouden wordt. Dat zou ik
eigenlijk graag willen weten.
15.03 Maggie De Block (VLD):
Nous ne savons pas exactement
si la ministre croit en la piste des
quota.
15.04 Minister Freya Van den Bossche: Dat zal natuurlijk moeten
blijken uit de gesprekken met onder andere de deelregeringen. Ik
alvast zal daar niet voor pleiten omdat ik denk dat er andere manieren
moeten zijn, meer werkbare manieren. Maar ik vind wel dat het een
van de pistes is die voorgelegd kan worden. Wij moeten daar met
open vizier over kunnen en durven spreken. Het is alvast niet de optie
die ik zelf voorstel.
15.04 Freya Van den Bossche,
ministre: A mes yeux, il existe de
meilleures méthodes. En tout cas,
je n'y suis pas favorable et je ne
défendrai pas cette option lors
des discussions avec les
gouvernements fédérés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.21 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.21 heures.