CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 538
CRIV 51 COM 538
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
22-03-2005
22-03-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la
problématique des droits des voyageurs"
(n° 6021)
1
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
problematiek van de reizigersrechten" (nr. 6021)
1
Orateurs: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Talbia Belhouari, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de M. Roel Deseyn à la ministre de
l'Emploi sur "l'arnaque à la consommation par le
biais de sms.ac" (n° 6139)
4
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Werk over "het consumentenbedrog via
sms.ac" (nr. 6139)
3
Orateurs: Roel Deseyn, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Roel Deseyn, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de M. Dylan Casaer à la ministre de
l'Emploi sur "la qualité des casques pour
cyclistes" (n° 6032)
7
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Werk over "de kwaliteit van fietshelmen"
(nr. 6032)
7
Orateurs: Dylan Casaer, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi, Marc
Verwilghen
, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Dylan Casaer, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk, Marc
Verwilghen
, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création
d'une banque de données permettant la
comparaison entre les assurances auto RC" (n°
6079)
9
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het creëren
van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 6079)
9
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "la menace qui pèse sur la survie des petits
menuisiers en raison des normes européennes
qui leur sont imposées" (n° 5760)
11
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
bedreiging van het voortbestaan van de kleine
schrijnwerker door toedoen van een opgelegde
Europese normering" (nr. 5760)
11
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Annemie Turtelboom, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
14
Samengevoegde vragen van
13
- M. Carl Devlies au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles
d'amortissement pour les installations des
intercommunales distributrices d'énergies"
(n° 5967)
14
- de heer Carl Devlies aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
voor de installaties van de energie-
intercommunales" (nr. 5967)
13
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles relatives à
l'amortissement pour les infrastructures de réseau
des intercommunales et du gestionnaire de
réseau de transport" (n° 6162)
14
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels
geldig voor de transmissienetinfrastructuur van de
intercommunales en de transportnetbeheerder"
(nr. 6162)
14
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Carl Devlies
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Carl Devlies
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'adoption de la
directive relative aux brevets logiciels en Conseil
européen du 7 mars 2005" (n° 6009)
18
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de goedkeuring van de
richtlijn betreffende de softwarepatenten op de
Europese Raad van 7 maart 2005" (nr. 6009)
18
Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'aide aux
entreprises dans le cadre de la mise en oeuvre du
projet européen REACH" (n° 6011)
20
Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de hulp aan
bedrijven bij het Europese REACH-project"
(nr. 6011)
20
Orateurs:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Ortwin Depoortere, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le contrôle
aérien de l'espace maritime" (n° 6040)
22
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het maritiem
luchttoezicht" (nr. 6040)
22
Orateurs: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'utilisation des
langues sur le site internet du SPF Economie,
PME, Classes moyennes et Energie" (n° 6056)
24
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het
taalgebruik op de website van de FOD Economie,
KMO, Middenstand en Energie" (nr. 6056)
24
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
25
- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6104)
26
- de heer Koen T'Sijen aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6104)
26
- M. Servais Verherstraeten au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la nomination
des directeurs des Etablissements scientifiques
fédéraux" (n° 6105)
26
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6105)
26
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des directeurs
des établissements scientifiques fédéraux" (n°
6129)
26
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure
tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6129)
26
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
26
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de
26
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
nomination au sein des établissements
scientifiques fédéraux" (n° 6148)
benoemingsprocedure in de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6148)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de
sélection en vue de la nomination des chefs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 6156)
26
- de heer Patrick De Groote aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure
tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6156)
26
- M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des
directeurs des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6189)
26
- de heer Bert Schoofs aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de
directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6189)
26
Orateurs: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Servais Verherstraeten, Patrick De Groote,
Bert Schoofs, Marc Verwilghen
, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Koen T'Sijen, Simonne Creyf,
Servais Verherstraeten, Patrick De Groote,
Bert Schoofs, Marc Verwilghen
, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
22
MARS
2005
Matin
______
van
DINSDAG
22
MAART
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door de heer Dylan Casaer, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.11 heures par M. Dylan Casaer, président.
01 Question de Mme Talbia Belhouari au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la problématique des droits des voyageurs" (n° 6021)
01 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de problematiek van de reizigersrechten" (nr. 6021)
01.01 Talbia Belhouari (PS): Madame la ministre, voici ma question
concernant la problématique des droits des voyageurs que je
souhaitais poser à M. Verwilghen. Chaque année, de nombreux
musulmans se rendent en pèlerinage en Arabie saoudite pour
accomplir un acte de foi. Cette année encore, le retour de nombreux
pèlerins a posé d'énormes difficultés.

En effet, selon mes informations, des milliers de passagers sont
restés bloqués à l'aéroport de Djeddah durant plusieurs jours. Cela
s'est passé dans des conditions lamentables: ils ont dormi par terre;
certains ont été privés de médicaments, car ceux-ci se trouvaient
dans les bagages déjà enregistrés. D'autres malades n'ont pu être
soignés. Parmi eux figuraient 400 Belges - pour la plupart, des
personnes âgées. Finalement, ils sont rentrés à Bruxelles après
quatre longues journées d'angoisse.

Cette situation est inacceptable. Certaines compagnies aériennes ne
prennent visiblement pas leurs responsabilités. Les proches des
victimes n'ont pas eu d'autres solutions que de se retourner vers les
agences de voyage qui, elles-mêmes, renvoient la balle en direction
des compagnies aériennes.

Au-delà de ce cas emblématique se pose la question des droits des
voyageurs dans leur ensemble. Lorsqu'un citoyen décide de quitter le
territoire belge pour partir en vacances, en pèlerinage ou pour
01.01 Talbia Belhouari (PS): Elk
jaar weer trekken vele moslims op
bedevaart naar Saudi-Arabië. En
ook dit jaar heeft de terugkeer van
vele bedevaartgangers voor
enorme problemen gezorgd.

Volgens mijn informatiebronnen
hebben duizenden gestrande
reizigers dagenlang in
erbarmelijke omstandigheden
vastgezeten in de luchthaven van
Djeddah. Bepaalde
luchtvaartmaatschappijen
onttrokken zich duidelijk aan hun
verantwoordelijkheid.
Los van dit ene schrijnende
voorbeeld rijst meer algemeen de
vraag van de rechten van de
reiziger.

De Geschillencommissie Reizen,
die erkend en ondersteund wordt
door de FOD Economie, buigt zich
over dergelijke problemen. De
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
d'autres raisons, celui-ci ne doit être pénalisé ni à l'aller ni au retour
de son voyage. Ces dernières années, le nombre de situations
similaires à l'événement de Djeddah est en augmentation. Nous nous
souvenons tous des passagers en partance pour le Maroc bloqués
l'été dernier à l'aéroport de Zaventem. Idem pour le retour du Maroc.
Je pourrais citer d'autres exemples.

Je connais l'existence de la commission Litiges voyages qui
fonctionne au sein du SPF Economie et qui est chargée de résoudre
ce type de problème. Toutefois, je pense que la plupart des
voyageurs sont mal informés à cet égard et ne connaissent pas
toujours leurs droits. En outre, selon mes informations, les tâches
sont partagées entre le SPF Affaires étrangères, qui intervient en cas
de non-conformité administrative ou de règles de sécurité non
respectées par l'avion, et votre administration.

A l'heure où la Commission européenne renforce le cadre de
protection des voyageurs, force est donc de constater que le système
existant dans notre pays ne fonctionne pas ou pas encore de manière
pleinement satisfaisante.

Madame la ministre, mes questions à l'adresse de M. Verwilghen sont
les suivantes:
- Combien de voyageurs ont-ils déjà fait appel à la commission des
Litiges voyages depuis sa création? Pour quels types de problèmes?
Avec quels résultats?
- Ne faudrait-il pas prévoir une meilleure information des voyageurs
quant à leurs droits?
- Des adaptations de la législation sont-elles nécessaires pour
satisfaire aux nouvelles règles européennes? Le cas échéant, ne
pourrait-on pas adapter la législation existante pour en améliorer
l'efficacité et en simplifier la mise en oeuvre?
- Quelles mesures concrètes envisagez-vous pour assurer l'effectivité
de l'aide aux voyageurs en détresse à l'étranger?
meeste reizigers zijn evenwel niet
goed geïnformeerd. Bovendien zijn
de taken opgesplitst tussen de
FOD Buitenlandse Zaken en uw
administratie. Het systeem werkt
niet of toch niet zoals het hoort.

Hoeveel reizigers hebben sinds
haar oprichting reeds een beroep
gedaan op de
Geschillencommissie Reizen?
Voor welke soort problemen? Met
welke resultaten? Moeten de
reizigers niet beter over hun
rechten worden voorgelicht? Moet
de wetgeving niet worden
aangepast aan de nieuwe
Europese regels? Welke concrete
maatregelen stelt u in het
vooruitzicht?
Le président: Madame Belhouari, je suppose que vous ne voyez pas d'inconvénient à ce que Mme la
ministre réponde à votre question même si elle était posée à M. Verwilghen. Apparemment, ce sujet est de
la compétence de Mme Van den Bossche.
01.02 Talbia Belhouari (PS): Non, il n'y a pas de problème.
01.03 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président, il
faut faire une distinction entre un vol sec à l'étranger et un voyage à
forfait.

En ce qui concerne les droits du passager aérien, le règlement
européen du 11 février 2004 établit les règles précises qui doivent
être appliquées en cas de surréservation, d'annulation ou de retard
important d'un vol. Les transporteurs aériens ont l'obligation
d'informer les passagers de leurs droits. Ce règlement s'applique à la
fois aux passagers de vols réguliers et non réguliers au départ d'un
aéroport situé dans un Etat membre ou au départ d'un pays tiers vers
un Etat membre, si le transporteur est communautaire.

En cas de retard ou d'annulation, le règlement prévoit, selon le cas et
en fonction de la distance de vol, des indemnisations, un
réacheminement sur un autre vol ou le remboursement du billet si le
déplacement est devenu inutile. Le passager doit également être pris
01.03 Minister Freya Van den
Bossche: Wat de rechten van de
luchtreizigers betreft, schrijft de
Europese verordening van 11
februari 2004 voor wat er precies
moet gebeuren wanneer een
vlucht overboekt is, geannuleerd
wordt of een ernstige vertraging
heeft. Die rechten zijn van
toepassing sinds 17 februari 2005.
Die Europese verordening
verbetert de rechten van de
luchtreizigers aanzienlijk.

Iedere lidstaat moet een orgaan
aanduiden dat met de toepassing
van de verordening wordt belast,
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
en charge dans l'attente d'un vol ultérieur. Ces droits sont effectifs
depuis le 17 février 2005.

Le règlement européen constitue certainement une avancée
spectaculaire dans la protection des droits des passagers aériens.
Chaque Etat membre doit désigner un organisme chargé de
l'application du règlement et un organisme où les passagers peuvent
introduire des plaintes. Ces tâches sont attribuées au SPF Mobilité et
Transport.

Dans le cadre d'un voyage à forfait, les voyageurs bénéficient de la
protection de la loi du 16 février 1994, transposant une directive
européenne et régissant le contrat d'organisation de voyage et le
contrat d'intermédiaire de voyage. En vertu de la loi, l'organisateur est
soumis à une obligation d'information et l'intermédiaire à une
obligation d'information et de conseil. La loi rend l'organisateur du
voyage responsable de la bonne exécution du transport et du
logement. En cas de différence entre les services prévus et les
services réellement prestés, l'organisateur du voyage dédommage le
voyageur à concurrence de cette différence.

A défaut d'une proposition de dédommagement raisonnable et à
l'amiable du tour-opérateur concerné, il est loisible au consommateur
de soumettre sa plainte à la commission Litiges voyages afin
d'entamer une procédure de conciliation ou une procédure
d'arbitrage. Cette commission est une ASBL composée des
fédérations professionnelles représentatives des organisateurs et des
intermédiaires de voyages ainsi que des organisations de
consommateurs. Elle a élaboré les conditions générales types pour
les organisateurs et intermédiaires de voyages. Celles-ci prévoient
une procédure d'arbitrage en son sein en cas de litige. La commission
Litiges voyages, hébergée au SPF Economie, est soutenue
financièrement et administrativement par celui-ci pour son action
d'intérêt public. Depuis 10 ans, le nombre d'arbitrages évolue de 200
à 250 par an. Par exemple, en 2004, 10,5% des plaintes concernaient
une question relative au transport (retards, changements).

Ma conclusion, après vous avoir communiqué ces éléments, dont
quelques-uns assez récents, est que notre pays bénéficie d'un niveau
élevé de protection du consommateur dans le domaine des voyages.
Il est clair que tout doit être mis en oeuvre pour assurer l'effectivité de
ces mesures de protection.
alsook een orgaan waar de
reizigers met hun klachten
terechtkunnen. Die opdrachten
worden aan de FOD Mobiliteit en
Vervoer toevertrouwd.

Wanneer het om een pakketreis
gaat, worden de reizigers
beschermd door de wet van 16
februari 1994 tot regeling van het
contract tot reisorganisatie en
reisbemiddeling. Krachtens die wet
heeft de organisator een
informatieplicht en de
reisbemiddelaar een
informatieplicht en een verplichting
om advies te verstrekken. De wet
stelt de reisorganisator
verantwoordelijk voor de goede
uitvoering van het vervoer en het
logies.

De consument kan zijn klacht
voorleggen aan de
Geschillencommissie Reizen,
waarna een verzoenings- of
arbitrageprocedure kan worden
opgestart. De
Geschillencommissie Reizen werd
ondergebracht bij de FOD
Economie en krijgt financiële en
administratieve ondersteuning van
de FOD. Sinds 10 jaar schommelt
het aantal arbitragezaken rond de
200 à 250 per jaar. In 2004 ging
het in 10,5% van de klachten om
het vervoer.

Mijn conclusie is dat de reizende
consument in ons land goed
beschermd is. Die
beschermingsmaatregelen mogen
hun uitwerking niet missen, en
daartoe moeten we alles in het
werk stellen.
01.04 Talbia Belhouari (PS): Madame la ministre, je vous remercie
pour ces éléments d'information. Je pense toutefois qu'il faudra rester
très attentif, d'autant plus que nous sommes à la veille des vacances
de Pâques et que les vacances d'été approchent tout doucement.
Nous avons une mission d'information. Je ne suis pas certaine que
tous les voyageurs victimes de problèmes recourent à cette
commission, un grand nombre d'entre eux ignorant même son
existence.
01.04 Talbia Belhouari (PS): We
moeten hier aandachtig op
toezien. De paasvakantie staat
voor de deur, en ook de
zomervakantie nadert met rasse
schreden. Wij hebben een
informatieve opdracht. Vele
reizigers weten niet dat die
commissie bestaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Werk over "het consumentenbedrog via
sms.ac" (nr. 6139)
02 Question de M. Roel Deseyn à la ministre de l'Emploi sur "l'arnaque à la consommation par le biais
de sms.ac" (n° 6139)
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik had enkele bedenkingen en vragen bij de
praktijken die sms.ac, een on-linedienst, hanteert. Deze dienst is
internetgerelateerd, maar het gaat verder dan dat. Mensen krijgen
immers via hun mailbox of eventueel via vrienden een verzoek van
sms.ac.

Ogenschijnlijk is de enige voorwaarde dat de betrokkene zijn of haar
eigen gsm-nummer ingeeft. Het gaat echter veel verder dan de dienst
initieel aankondigt. De dienst laat uitschijnen dat de vrienden van de
betrokkene hem of haar gratis sms-berichten zullen kunnen sturen.
De betrokkene wordt dus aangespoord om eens iets voor zijn of haar
kameraden te doen en zijn of haar nummer in te voeren, zodat hij of
zij gratis kan worden bereikt door zijn vrienden. In vele gevallen
ontvangt de betrokkene dan echter sms-spam van mensen die hij of
zij helemaal niet kent en die niet tot zijn of haar vriendenkring
behoren. Het ergste is niet de spam, maar wel het feit dat deze
berichtjes betalend zijn en de betrokkene telkens de niet-onaardige
som van 0,25 euro moet betalen.

Het is ook niet vanzelfsprekend om de dienst op te zeggen. Het gaat
niet zomaar met een stop-berichtje, maar met bepaalde codes. Af en
toe ontvangt de betrokkene wel een berichtje dat de dienst kan
worden opgezegd, maar dan nog krijgt hij gedurende 24 uur een bulk
aan sms-berichten toegestuurd.

Mevrouw de minister, ik weet niet of u met de problematiek vertrouwd
bent. Ik merk niettemin uit getuigenissen en persoonlijke ervaring dat
deze praktijk in steile opgang is, zeker bij het jonge volkje, voor wie
sms.ac zeker geen nobele onbekende is. De dienst hoort voor hen bij
de dagelijkse praktijk.

Heel wat mensen krijgen berichtjes. Toevallig ­ u hoorde net het
biepsignaal ­ krijg ik net van een zekere Karine 111 ­ dat zal wel niet
onze achtenswaardige collega Karine Lalieux zijn ­ een URL, waarin
staat: "How do you like receiving photos? Reply with you feedback."
Dergelijke berichten krijgen de betrokkenen tientallen keren per dag
toegestuurd. Bovendien zijn de berichtjes ook nog betalend.

In dat verband heb ik enkele vragen bij deze praktijken.

Hebt u al klachten gehad over deze diensten? Is het fenomeen u
bekend? Welke draagwijdte neemt het aan?

Wat het wettelijk kader betreft, bent u van mening dat die dienst
voldoende informatie verstrekt over het betalend karakter ervan?
Botst dat dan niet met een wettelijke bepaling op Belgisch
grondgebied?

Een bijkomende zaak is dat men de carrier laat selecteren - Mobistar,
Proximus, Base enzovoort. Dat is dus heel uitdrukkelijk gerelateerd
aan de diensten die op Belgisch grondgebied worden aangeboden.
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Le
site web www.sms.ac donne
l'impression d'offrir gratuitement
des messages SMS. Or, celui qui
s'inscrit est confronté aux spams,
ces messages indésirables qu'il lui
faut de plus payer dans ce cas-ci.
La résiliation de ce service ne va
pas de soi.

La ministre a-t-elle connaissance
de cette pratique en progression ?
Le client est-il suffisamment
informé par le prestataire de
services ? Les conditions peuvent-
elles figurer en anglais ? Lors de
l'inscription, peut-on demander,
sans plus, des données
personnelles telles qu'un mot de
passe ? L'entreprise dispose-t-elle
d'un point de contact en
Belgique ? Quelles sanctions sont
envisageables ? Comment le
consommateur en sera-t-il
informé ?
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Gezien die sterke link, kan het zomaar dat men de voorwaarden
uitsluitend in het Engels opstelt? Er wordt gebruikgemaakt van de
extensie ac.be. Is men dan als marktspeler niet verplicht dat in het
Nederlands te doen? U zult in deze als minister van
Consumentenzaken misschien moeten ingrijpen.

Kan men zomaar om iemands telefoonnummer, e-mailadres en
bijbehorend paswoord vragen? Dat is natuurlijk het addertje onder het
gras. Ik vraag mij het volgende af en heb daarbij toch ernstige
bedenkingen. Men moet blijkbaar het paswoord van de account
invoeren. Men kan dat systematisch verifiëren bij een hotmail-
gerelateerde account, en ook zelfs bij een Belgacom-account bij
Skynet. Men moet het paswoord van de account verifiëren, wat de
deur openzet voor ongehoorde praktijken. Stelt u zich voor dat iemand
anders zomaar vrijblijvend controle heeft over uw account.

Heeft de dienst een aanspreekpunt voor klachten in België? Welke
acties of sancties zijn daartegen mogelijk, gezien het on-linekarakter?
Hoe zal de overheid in de sector en heel specifiek over dat soort
diensten de consument behoorlijk en fatsoenlijk inlichten? Ik herhaal
dat het geen marginaal fenomeen is, het geraakt stilaan wijdverbreid
bij internetgebruikers.
02.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, tot
op heden werd er geen klacht ingediend bij de algemene directie
Controle en Bemiddeling. Wij hebben echter wel weet van één klacht
die werd ingediend bij de ombudsdienst.

Het volgende is belangrijk. Het is een deel van het antwoord op uw
vragen. De algemene directie Controle en Bemiddeling voert een
onderzoek naar deze praktijken, onder andere op die specifieke
website. Dit betekent dat zij daar een onderzoek instellen zonder dat
zij een klacht hebben ontvangen.

Dat onderzoekt loopt nog. Delen van mijn antwoord zullen dus nog
kunnen bijgestuurd en bijgeschaafd worden op basis van de
resultaten van dat onderzoek.

Volgens de informatie waarover ik beschik biedt de site een prijzenlijst
die geldt voor de verstrekte diensten. Het gaat om diensten waarvoor
de consument zich moet inschrijven op de site. Die worden dan
gefactureerd door de mobiele-telefonieoperatoren. Iedereen die zulke
diensten verleent is verplicht om zijn klanten te informeren over de
tarieven die hij oplegt. Dat is wettelijk geregeld binnen de Europese
Unie. Het gebeurt door de wederzijdse erkenning van het recht van
het land van oorsprong. Dat gebeurt dan weer in uitvoering van de
Europese richtlijn van 8 juni 2000 betreffende een aantal juridische
aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij. Dergelijke
diensten moeten conform die richtlijn zijn.

Een vraag die gesteld moet worden en waarop het onderzoek
antwoord moet bieden is of consumenten redelijkerwijze kennis
hebben kunnen nemen van en dus geïnformeerd zijn geworden over
die algemene voorwaarden, ingeval die algemene voorwaarden in een
andere taal zijn opgesteld dan in de taal van de consument tot wie de
site zich uitdrukkelijk richt. Dat is al een belangrijke vraag.

Het is sowieso aan de Belgische mobiele-telefonieoperatoren om de
02.02 Freya Van den Bossche,
ministre: La direction générale
Contrôle et Médiation n'a reçu
aucune plainte à ce jour, alors que
le service de médiation en a reçu
une. La direction générale
examine actuellement la situation
sur le terrain, mais je ne dispose
pas encore de résultats définitifs.
Selon les informations provisoires
dont je dispose, le tarif des
services proposés figure sur le site
internet. Le consommateur doit
s'inscrire lui-même sur le site pour
bénéficier de ce service et les
opérateurs de téléphonie mobile le
facturent ensuite.

En vertu d'une directive
européenne du 8 juin 2000, tout
prestataire de services doit
informer le client de ses tarifs. Il
faudra examiner si les
consommateurs ont
raisonnablement pu prendre
connaissance des conditions
générales qui sont rédigées dans
une langue étrangère. Les
opérateurs belges doivent prendre
les mesures nécessaires lorsqu'un
fournisseur de services utilisant
leur réseau ne respecte pas les
dispositions de la directive, quel
que soit le pays où ce fournisseur
est établi. La direction générale y
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
nodige maatregelen te treffen ingeval een dergelijke dienstverlener,
iemand die van hun netwerk gebruikmaakt, de richtlijnen van de GOF
niet zou naleven. Dat moet gebeuren ongeacht het land waar die
gevestigd is. Het is wel belangrijk om op dat vlak een aantal
verantwoordelijkheden te duiden.

Bij de inschrijving is het toegelaten een aantal gegevens te vragen
zoals het telefoonnummer, e-mailadres en paswoord. Het gebeurt
steeds meer op sites. We kunnen de gebruiker alleen vragen daar zo
voorzichtig mogelijk mee te zijn. Er moet onderzocht worden of
mensen voldoende duidelijk en correct geïnformeerd zijn over
hetgeen er met de gegevens kan gebeuren. Ook op dit punt zal het
onderzoek moeten uitwijzen of men al dan niet voldoende en
begrijpelijke informatie geeft over wat er met de gegevens kan
gebeuren.

De diensten van sms.ac worden in België vertegenwoordigd door de
dienstenleverancier Golden bites Belgium NV met hoofdzetel te 1190
Brussel. Deze dienstenleverancier heeft bij de drie mobiele
operatoren het nummer 3221 gereserveerd.

Wat kunnen we doen? De algemene directie Controle en Bemiddeling
ziet bij de mobiele operatoren toe of zij maatregelen nemen tegen
dienstverleners die gebruik maken van hun netwerk en de GOF-
richtlijnen ­ de richtlijnen van de drie Belgische operatoren ­
overtreden. Een Belgische operator die verzocht wordt om de nodige
maatregelen te treffen om een oneerlijke dienstverlener de toegang te
onttrekken ­ dat is onze handelwijze indien we merken dat dergelijke
zaken toch gebeuren ­ en dit nalaat te doen terwijl hij weet heeft van
de schadelijke praktijken van de tussenpersoon ­ ongeacht of wij hem
hiervan al dan niet op de hoogte hebben gebracht ­ moet sowieso
worden beschouwd als een mededader of medeplichtige en kan
gesanctioneerd worden op basis van de wet op de handelspraktijken.
U kent de sancties die terzake zijn vastgesteld en die gaan van
eenvoudige waarschuwingen tot hoge boetes.

Op welke manier zal de consument geïnformeerd worden? Zodra het
onderzoek is afgerond is het belangrijk dat we exact weten wat wel en
wat niet in orde is met de bestaande regelgeving en daarna de
mensen waarschuwen. Wat niet in orde is met de regelgeving, kan
onmiddellijk worden tegengegaan. De site zal moeten worden
aangepast. Men kan ook beboeten. Indien we zaken vaststellen die in
principe toegelaten zijn maar mogelijkerwijs gevaren inhouden voor
de consument, zullen we waarschuwen via een algemeen persbericht
waarin wordt opgeroepen om waakzaam te zijn voor bepaalde
praktijken, de thans door de algemene directie meest gebruikte
methode. We zullen zeker niet oproepen tot waakzaamheid voor
zaken die onwettelijk zijn. Die moeten ophouden te bestaan. Deze
beslissingen zullen moeten blijken op basis van het onderzoek.
veille.

Au moment de l'inscription, des
mots de passe et autres codes de
protection peuvent être demandés.
Nous ne pouvons qu'encourager
les consommateurs à être aussi
prudents que possible. Nous
vérifions si les clients étaient
suffisamment informés de
l'utilisation qui peut être faite de
leurs données.

Les services de sms.ac sont
représentés en Belgique par le
prestataire de services Golden
Bites Belgium SA. En vertu de la
loi sur les pratiques du commerce,
l'opérateur belge qui omet de
prendre des mesures contre un
prestataire de services
malhonnête est considéré comme
coauteur.

Avant d'informer le
consommateur, nous devons
savoir avec précision si la
réglementation est respectée. Les
infractions peuvent faire l'objet
d'une intervention immédiate. Si
certaines pratiques dangereuses
pour le consommateur étaient
quand même possibles, la
direction générale diffusera un
communiqué de presse pour
appeler à la vigilance.
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Het verheugt mij dat er een onderzoek lopende is. U zegt
dat de antwoorden voorlopig zijn. Misschien is het tijd om nog even
wat mee te geven voor het onderzoek zodat men expliciet ook het luik
van de uitnodigingen per e-mail onderzoekt want daar zit werkelijk het
meeste kwaad. Er is terzake geen sprake van gebruikersvoorwaarden
of extra uitleg bij de site. Het gaat gewoon over het bevestigen via een
join button die in het html-script van de mail is ingebouwd. Dat is toch
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
me réjouis du fait qu'une étude
soit en cours. Je demande que
l'on étudie la partie `invitation par
e-mail' car elle représente la plus
grande menace pour le
consommateur. Les informations
qui y sont fournies sont difficiles à
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
een heel bijzonder luik voor het onderzoek, want eigenlijk leidt het tot
de meeste consumentenschade.

Wat de taal betreft, het volgende. We kunnen inderdaad aannemen
dat bijna tien bladzijden aan voorwaarden onredelijk is. Helemaal
achteraan vindt u dan de tabel met de prijzen waarop u ook
alludeerde. De formules zijn echter zo divers en eigenlijk is er niets
echt gratis, in tegenstelling tot wat men laat uitschijnen op de eerste
pagina. Ook daar is toch sprake van een bedrieglijk karakter.

Ik ben eigenlijk een beetje geschrokken dat u zegt dat het zomaar kan
om de sleutel op de mailbox via het paswoord door te geven. Er is wel
voorzichtigheid geboden, maar u begrijpt dat de mogelijkheden enorm
zijn. Meestal is het paswoord van de mailbox ook dat van de e-mail
account, de internetverbinding, enzovoort. Daar bevindt men zich op
bijzonder glad ijs.

Na het onderzoek is er enerzijds sprake van sancties en anderzijds
een verwittiging naar het groot publiek en een arsenaal van
waarschuwingen en boetes. Dat stemt ons natuurlijk gunstig. Ik ben
dan ook blij dat deze zaak uw bijzondere aandacht zal wegdragen in
de toekomst.
déchiffrer et mensongères.

Les risques en matière de sécurité
sont particulièrement importants.
Je me réjouis dés lors que le
gouvernement en soit conscient et
qu'il adoptera une série de
mesures dans ce cadre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Trees Pieters.
Présidente: Trees Pieters.
03 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Werk over "de kwaliteit van fietshelmen"
(nr. 6032)
03 Question de M. Dylan Casaer à la ministre de l'Emploi sur "la qualité des casques pour cyclistes"
(n° 6032)
03.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik heb een vraag over de kwaliteit van fietshelmen. Uit een
onderzoek van de KULeuven, dat eigenlijk al dateert van twee jaar
geleden, blijkt dat de huidige, Europese normering voor fietshelmen
onvoldoende bescherming biedt voor een aantal risico's die kunnen
gepaard gaan met hoofdletsels, schedelbeschadiging en dergelijke.
Uit dat onderzoek, gebaseerd op een aantal gevallen ­ een tachtigtal
ongevallen hebben zij van nabij bestudeerd ­ blijkt dat vooral ter
hoogte van de slapen de huidige helmen niet voldoende bescherming
bieden en dat zij er evenmin voor zorgen dat trillingen die in het hoofd
ontstaan door een ongeval, worden verminderd of gestopt.

Daarom heb ik de volgende vragen.

Heeft de minister weet van deze studie? Is de minister zich bewust
van de mogelijke inefficiëntie van de huidige Europese normering? Is
de minister bereid om dit probleem op Europees niveau aan te
kaarten en desgevallend te pleiten voor bijkomend onderzoek naar
dergelijke normering voor fietshelmen?

Meer in het algemeen menen wij dat er ook voor andere
fietsonderdelen bijkomend onderzoek naar de normering zou moeten
gebeuren, bijvoorbeeld voor fietsverlichting. De boetes voor het rijden
met een fiets zonder verlichting, zullen in de toekomst zwaarder
03.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Une étude menée en 2003 par la
KULeuven a révélé que la norme
européenne actuelle EN-1078
relative à la sécurité des casques
pour cyclistes n'est pas parfaite.
La plupart des casques pour
cyclistes disponibles dans le
commerce offrent une protection
insuffisante au niveau des tempes
et ne réduisent pas assez les
vibrations en cas de chute ou de
collision.

La ministre est-elle au courant de
cette étude ? Compte-t-elle
aborder cette question au niveau
européen et insister sur l'adoption
de normes plus
sévères ?
Plaidera-t-elle en faveur d'une
étude scientifique
supplémentaire ? La ministre
partage-t-elle l'avis selon lequel
tous les composants d'une
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
worden. Heel wat van de verlichting die verkocht wordt in fietswinkels,
maar vooral in grootwarenhuizen, is eigenlijk je reinste rommel, zo
blijkt uit onderzoek van de Fietsersbond. Daarom dringen wij toch ook
aan dat in het algemeen voor dergelijke producten zou gestreefd
worden naar zo duidelijk mogelijke normen om ervoor te zorgen dat
die onderdelen zo volledig mogelijk zijn.

Het hoofddeel van mijn vraag gaat eigenlijk over de fietshelmen.
Onder andere VTM en Levenslijn hebben een aantal jaren geleden
onder jongeren en kinderen ­ schoolgaande jeugd ­ fietshelmen
verspreid. Uit onderzoek blijkt dat het uiteraard altijd beter is om een
fietshelm op te hebben dan er geen op te hebben, maar ­ zo blijkt uit
het onderzoek van de KULeuven ­ die normering zou nog beter
kunnen onderbouwd worden en zou misschien door wetenschappelijk
onderzoek nog duidelijker kunnen worden.
bicyclette doivent satisfaire à des
exigences concernant non
seulement la sécurité des produits
mais aussi la sécurité routière ?

03.02 Minister Freya Van den Bossche: De studie waarnaar u
verwijst, is mij inderdaad bekend en mijn diensten hebben dit
aangekaart op Europees niveau. Dit is gebeurd op een vergadering
van de betrokken expert group. Dit is een groep van experts inzake
persoonlijke beschermingsmiddelen.

Op de vergadering van 29 september 2003 is de Europese
Commissie door de Belgische delegatie ingelicht over de resultaten
van die studie. Er is toen ook op aangedrongen dat er een nieuw soort
fietshelmen zou worden ontworpen die de bij een val optredende
trillingen beter zouden dempen. Het Europees Centrum voor
Normalisatie, de CEN, zal bij de verdere ontwikkeling van de norm
van fietshelmen rekening houden met die nieuwe gegevens, met
andere woorden met dat onderzoek waarnaar u verwijst. Dat werd ons
op die manier beloofd.

U weet dat op het ogenblik dat de fiets te koop wordt aangeboden, die
fiets veilig moet zijn. Als de fiets in het verkeer wordt gebracht, moet
hij natuurlijk voldoen aan alle toepasselijke technische vereisten van
het verkeersreglement. In tegenstelling tot de intrinsieke veiligheid van
een fiets, die wel wordt geregeld door de Europese wetgeving,
kunnen de verkeerstechnische vereisten voor die fiets van land tot
land verschillen. Zaken zoals reflectoren worden bepaald door de
nationale verkeersreglementering. Omdat men een in België gekochte
fiets in principe in om het even welke lidstaat in het verkeer zou
moeten kunnen brengen, kan men de verkoop van een fiets, die wel
veilig is maar niet de correcte reflectoren heeft, niet verbieden op
basis van de wet van 1994, de wet op de veiligheid van producten.

Het is wel de plicht van de verkoper en/of de handleiding om erop te
wijzen dat dergelijke fietsen moeten worden aangepast aan de
geldende verkeersreglementering, alvorens zij in het verkeer worden
gebracht omdat het sowieso te beschouwen is als een voorzienbaar
gebruik. Het in het verkeer brengen van een fiets is een voorzienbaar
gebruik. Dit kan invloed hebben op de veiligheid van de fietser tijdens
het voorzienbaar gebruik.

De bevoegdheden voor de controle op die verkeersveiligheid van
fietsen ligt volledig bij mijn collega Landuyt. Wat de intrinsieke
veiligheid betreft, moet u bij mij zijn. Wat de fiets in het verkeer
betreft, moet u bij minister Landuyt zijn. Sowieso vind ik dat alle
veiligheidsnormen wetenschappelijk onderbouwd moeten zijn. De
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: L'étude nous est connue
et a déjà été abordée en
septembre 2003 par la
représentation belge au Groupe
européen d'experts pour les
équipements de protection
individuelle. A cette occasion,
notre pays a insisté sur
l'adaptation de la normalisation en
matière de casques pour cyclistes,
entre autres pour mieux amortir
les vibrations. L'Europe a promis
de tenir compte de cette exigence
lors de l'élaboration d'une nouvelle
norme de sécurité européenne.

Il va de soi qu'une bicyclette doit
intrinsèquement être sûre lors de
l'achat. Lorsque la bicyclette est
mise en circulation, elle doit en
outre satisfaire aux critères
technico-routiers, mais ceux-ci
diffèrent d'un Etat membre à
l'autre. Une bicyclette vendue
dans notre pays doit uniquement
répondre aux normes de sécurité
européennes car elle peut
également circuler dans un autre
Etat membre. Cependant, il
appartient au vendeur d'indiquer,
ou la notice explicative qui
accompagne le produit doit en
faire état, que la bicyclette, si elle
circule dans notre pays, doit
également satisfaire à une série
de critères technico-routiers. La
sûreté du produit relève de mes
compétences, l'aspect technico-
routier de celles du ministre de la
mobilité.
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
wetenschappelijke kennis evolueert echter voortdurend. De
aangehaalde studie is een uitbreiding van de al bestaande
wetenschappelijke kennis waarop eerdere normen zijn gebaseerd.
Een verdere aanpassing van de norm EN1078 zal met die nieuwe
gegevens rekening moeten houden.
L'objectif est de faire en sorte que,
lors de l'élaboration d'une nouvelle
norme UE-1078, l'Europe tienne
compte des découvertes
scientifiques les plus récentes.
03.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor haar
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Galant is verontschuldigd.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik zou op de
vraag van mevrouw Galant graag schriftelijk antwoorden.
De voorzitter: Ik geloof dat zo zal gebeuren. Ik heb vernomen dat mevrouw Galant vraag nr. 5663
schriftelijk zal stellen.
04 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het creëren van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen BA" (nr. 6079)
04 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la création d'une banque de données permettant la comparaison
entre les assurances auto RC" (n° 6079)
04.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag heeft
betrekking op het creëren van een databank voor de vergelijking van
autoverzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid. Het heeft te maken
met de afschaffing van het bonus-malussysteem, waardoor het voor
de consument veel moeilijker wordt om de prijzen te vergelijken.

Uit de recente vergelijkende studie van Test Aankoop blijkt dat de
individuele autobestuurder heel wat moeilijkheden ervaart wanneer hij
of zij op zoek gaat naar de meest voordelige tarieven voor de
verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en de omniumverzekering.
De verzekeraars hebben in het kader van de liberalisering elk hun
eigen bonus-malussysteem of hanteren elk een eigen systeem. Ik
verwijs hierbij naar de oscars, naar de jokers, naar de kortingen die
gegeven worden enzovoort.

Het voorstel van de consumentenorganisatie is dat België naar het
voorbeeld van Italië een openbare databank zou creëren waaraan alle
verzekeraars deelnemen om al hun premies kenbaar en publiek te
maken, een databank waar iedereen op basis van criteria als leeftijd,
geslacht, woonplaats, kenmerken van de auto enzovoort kan
achterhalen welke verzekering en verzekeraar voor hem of haar het
meest voordelig is.

Ik lees dat Test Aankoop dat voorstel aan u zou hebben voorgelegd
en dat uw kabinet daarop zou geantwoord hebben dat u de idee niet
ongenegen bent. Het zou in elk geval de transparantie van de
autoverzekeringsmarkt aanzienlijk verbeteren. Mijnheer de minister,
het zou ons uiteraard ook de zo begeerde informatie kunnen
verschaffen over hoe het zit met de kostprijs van de autopolis
burgerlijke aansprakelijkheid voor jongeren en voor ouderen.
04.01 Simonne Creyf (CD&V):
Ainsi qu'il ressort d'une récente
étude de Test-Achats, la
suppression du système du
bonus-malus dans le cadre des
assurances automobiles génère la
confusion chez les
consommateurs qui cherchent à
identifier le tarif le plus intéressant.
Aujourd'hui, la plupart des
assureurs utilisent un système qui
leur est propre, avec des
appellations et des formules
tarifaires spécifiques.
Test-Achats plaide pour la
constitution d'une banque de
données où tous les assureurs
encoderaient leurs tarifs et leurs
formules de manière à permettre
aux consommateurs intéressés
d'identifier la formule la plus
avantageuse en fonction d'une
série de paramètres tels que l'âge,
le type de véhicule et le lieu de
résidence. Qu'en pense le
ministre ? Existe-t-il déjà des
projets concrets en ce sens ? Quel
est le point de vue d'Assuralia, qui
représente le secteur de
l'assurance ? Existe-t-il d'autres
projets visant à favoriser la
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Mijnheer de minister, ik heb volgende vragen.

Wat vindt u van het voorstel van Test Aankoop?

Bent u het idee inderdaad genegen?

Zijn er reeds plannen of bestaat er reeds een timing voor het
uitwerken van het voorstel?

Bent u bereid hieraan uw actieve medewerking te verlenen? Zo ja,
wat kan die medewerking van u als minister of van de administratie
dan concreet inhouden?

Hebt u reeds gepolst naar de reactie van de verzekeringssector zelf?
Hoe staat die tegenover het voorstel van Test Aankoop? Zal u overleg
plegen met Assuralia?

Hebt u eventueel andere ideeën of plannen om de transparantie van
de autoverzekeringsmarkt te verbeteren?
transparence du marché de
l'assurance auto ?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, zoals u eigenlijk
zelf in de inleiding hebt medegedeeld, heb ik aan Test Aankoop laten
weten dat ik de gedachte van een databank met betrekking tot de
premies in de motorrijtuigenverzekering genegen ben. Ik bevestig dat
hier ook.

De reden voor mij is vrij eenvoudig. Ik ben en blijf ervan overtuigd dat
open concurrentie het beste systeem is dat voor de consument kan
bestaan. Hoe groter en hoe opener de concurrentie, hoe scherper de
prijzen zullen zijn. De concurrentie kan echter pas optimaal werken,
indien de consument adequaat en volledig werd geïnformeerd. Elk
systeem dat bijdraagt tot de verbetering van de informatie aan de
consument, zal ik dan ook steunen.

Ik bevestig dat ik bereid ben om in een eerste fase met Test Aankoop
te bekijken hoe de voorgestelde databank concreet kan worden
opgemaakt en te onderzoeken welke garanties moeten worden
ingebouwd, opdat de erin opgenomen gegevens volledig en correct
zijn. Het spreekt vanzelf dat, wanneer die fase achter de rug is, ik met
de volgende fase zal beginnen, namelijk het raadplegen van de
betrokkenen, zijnde de verzekeringssector en de
verzekeringstussenpersonen.

De zaak heeft zijn eigen dynamiek, die nu op gang is gebracht. Ik zal
daarover in de komende weken verslag kunnen uitbrengen, navenant
de evolutie van de fasen en de stappen die moeten worden
ondernomen.
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
Je répète que je suis favorable à
l'idée d'une telle base de données.
Je suis convaincu que la
concurrence ouverte constitue la
solution la plus avantageuse pour
le consommateur. Cependant elle
n'est efficace que si le
consommateur est correctement
informé et je soutiens toute
mesure allant dans ce sens.
Je vais examiner en collaboration
avec Test-Achats la manière dont
cette base de données peut être
réalisée. Le secteur des
assurances sera consulté lors
d'une phase ultérieure.
04.03 Simonne Creyf (CD&V): Ik dank de minister voor het
antwoord.

Ik ben blij dat in deze zaak actieve stappen worden gezet. Het moet
inderdaad ten goede komen aan de transparantie op de
verzekeringsmarkt inzake autoverzekeringen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de bedreiging van het voortbestaan van de kleine schrijnwerker
door toedoen van een opgelegde Europese normering" (nr. 5760)
05 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la menace qui pèse sur la survie des petits menuisiers en
raison des normes européennes qui leur sont imposées" (n° 5760)
05.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag gaat over de Belgische schrijnwerkers die
mogelijks bedreigd kunnen worden door een nieuwe Europese
normering. Als inleiding geef ik graag ook een aantal cijfers over de
omzet. De omzet in de Belgische bouwwereld is in totaal 30 miljard
euro. Daarvan neem de schrijnwerkerssector bijna 10% voor zijn
rekening. Deze sector stelt ook één op de tien werknemers in de
bouw te werk. Dat zijn in totaal een 20.000 personen waarvan 14.000
in Vlaanderen. De meeste schrijnwerkers werken in kleine ateliers van
minder dan tien werknemers. Dat betekent eigenlijk dat 80% van de
schrijnwerkers ­ en dat maakt onze schrijnwerkers typisch in de
Europese context ­ onder het statuut van de kleine zelfstandigen
vallen. Het zijn precies deze kleine ondernemingen die ervoor zorgen
dat wij heel flexibel kunnen inspelen op de wensen van de klanten in
de bouwwereld. Wat heel typisch is in België is dat wij eigenlijk zeer
veel maatwerk leveren in de schrijnwerkerij, wat eigenlijk atypisch is in
Europa waar men veel meer met standaardprofielen en
standaardramen werkt en het huis letterlijk gezien bijna rond bouwt.

Wat is de problematiek op dit ogenblik? Het Europese
normalisatiebureau staat op het punt om een Europese norm aan te
nemen aangaande de fabricatie van ramen en deuren. Dit zou een
bedreiging van het voortbestaan van onze vele duizenden kleine
schrijnwerkers tot gevolg kunnen hebben. Vooral diegenen die in de
sector van het houtschrijnwerk actief zijn en speciaal voor de
aannemer of de bouwheer op maat gemaakte ramen en deuren
maken worden bedreigd.

Wat betekent het nu eigenlijk? Op termijn zullen alle producten CE
gemarkeerd moeten worden om legaal op de Europese markt
toegelaten te worden. Dit betekent dat voor elk type van product eerst
testen moeten worden uitgevoerd om te zien of het beantwoordt aan
de Europese norm. Daarna moet men via productiecontrole bewijzen
dat elk toekomstig product blijft beantwoorden aan het initieel geteste
materiaal. Deze nieuwe Europese procedure zal haalbaar zijn voor
grote bedrijven die gericht zijn op industriële productie en die dus ook
over de financiële middelen beschikken om een product te laten
testen en vervolgens duizenden duplicaten op de markt te brengen.
Deze maatregel dreigt echter nefast te zijn voor de vele kleine
schrijnwerkers in België die maatwerk leveren en financieel niet in
staat zijn om elk op maat gemaakt product eerst te testen om daarna
slechts enkele duplicaten ervan op de markt te brengen. Men raamt
dat de kostprijs van zo'n CE-testing tussen de 15.000 en de 20.000
euro zou bedragen. Het typische terzake is dat aangezien men elke
keer een nieuw profiel maakt, elk profiel voor elke individuele woning
in deze situatie getest zou moeten worden.

Bovendien heeft de regering in 1999 de schrijnwerker als
knelpuntberoep aangeduid. Dat betekent dat men via een VDAB-
opleiding ­ dat is natuurlijk een Vlaamse materie ­ werklozen
omschoolt tot schrijnwerkers. Omwille van de sterke renovatiemarkt in
05.01
Annemie Turtelboom
(VLD): La menuiserie constitue
une partie importante du secteur
de la construction. La majorité des
20.000 personnes qui travaillent
dans ce secteur sont actives dans
un petit atelier de moins de dix
travailleurs. Environ 80% des
menuisiers belges ressortissent au
statut de petit indépendant.

Le Comité européen de
normalisation (CEN) se trouve
toutefois sur le point de n'autoriser
sur le marché européen que des
châssis et des portes avec le label
CE. Le coût d'un test CE se situe
actuellement entre 5.000 et 20.000
euros, ce qui est impayable pour
les nombreux petits menuisiers en
Belgique qui fournissent du travail
sur mesure. En outre, ces
menuisiers sont pour la plupart
des chômeurs reconvertis du
VDAB.

Le ministre est-il informé de ce
plan européen et de ses
conséquences pour les menuisiers
belges? Comment ce problème
peut-il être résolu? Comment le
ministre défendra-t-il le point de
vue belge au niveau européen ?
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
België, zijn er heel wat schrijnwerkers precies actief in de op-maat-
sector actief.

Vandaar, mijnheer de minister, graag een antwoord op de volgende
vragen. Ten eerste, bent u op de hoogte van dit ontwerp van
Europese norm en de gevolgen daarvan voor de Belgische
schrijnwerkers? Ten tweede, welke oplossingen meent u te kunnen
aanreiken of zult u aanreiken om deze problemen te verhelpen? Op
welke manier zult u het standpunt van de Belgische regering
verdedigen opdat een goede oplossing wordt uitgewerkt? Laat het
duidelijk zijn dat de Belgische schrijnwerkers geen probleem hebben
met een goede productkwaliteit. Alleen moeten de normen op een
betaalbare manier haalbaar zijn.
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
Turtelboom, op de door u gestelde vragen zal ik u drie delen van
antwoord geven.

Ten eerste, de Confederatie van het Bouwbedrijf heeft mij op 26
oktober 2004 ingelicht over haar ongerustheid over de kosten van wat
men de CE-markering van bouwproducten voor kleine en middelgrote
ondernemingen noemt. Mijn diensten hebben mij ervan ingelicht dat
het probleem van de CE-markering voor de kleine ondernemingen het
onderwerp uitmaakt van artikel 13.5 van de Europese richtlijn 89/106.

Ten tweede, mijn diensten hebben aan de Europese Commissie
opmerkingen gestuurd met betrekking tot dit document, in het
bijzonder aangaande het probleem dat u hebt aangehaald. Er werd
gevraagd dat de procedures die toepasselijk zijn op de fabrikanten die
geen producten vervaardigen in grote hoeveelheden, zeer duidelijk
zouden zijn en dat de geharmoniseerde technische specificaties, in
het bijzonder voor deuren en vensters, dit probleem zouden
behandelen.

Er zal een nieuw ontwerp van de "guidance paper M" voor advies
voorgelegd worden aan het Permanent Comité van de Bouw, tijdens
zijn vergadering op 12 april aanstaande. Onze afgevaardigde zal
daarbij speciale aandacht besteden aan de wijzigingen die aan het
document werden aangebracht, in het bijzonder met betrekking tot de
procedures die zullen worden voorgesteld voor de niet in serie
vervaardigde producten.

Begin februari werd bij de Confederatie van de Bouwnijverheid een
vergadering gehouden met vertegenwoordigers van mijn
administratie, het WTCB, het SECO-BCCA en de industrie. Daarbij
werd eraan herinnerd dat de CE-markering van toepassing is op de
producten die op de markt gebracht worden en niet op bouwwerken.
Het zal dus nodig zijn om zeer goed te definiëren wat men onder
product verstaat en wat men onder bouwwerk verstaat.
Dienaangaande werd door mijn administratie reeds contact
opgenomen om de standpunten te kennen van de andere lidstaten.
Andere voorstellen worden thans onderzocht en de Belgische
vertegenwoordiger bij het Permanent Comité van de Bouw zal de
Europese Commissie over de verschillende mogelijkheden
ondervragen, zodat men een volledig overzicht heeft.

Ten derde, het normontwerp werd nog niet voorgelegd voor formele
stemming. Dit zou in de eerstvolgende weken kunnen gebeuren. In dit
05.02 Marc Verwilghen, ministre:
Dès le 26 octobre 2004, la
Confédération de la Construction a
manifesté son inquiétude à propos
du marquage CE de produits de
construction destinés à des petites
entreprises, tels que ceux décrits à
l'article 13.5 de la directive
européenne 89/106/CE. Mes
services ont ensuite demandé à la
Commission européenne de
spécifier les procédures
appliquées aux petits fabricants.
Le 12 avril 2005, un nouveau
projet de Guidance Paper M sera
soumis pour avis au Comité
permanent de la construction.
Notre délégué s'intéressera tout
particulièrement aux procédures
relatives à des produits non
fabriqués en série.

En même temps, des discussions
sont toujours en cours entre les
Etats membres à propos de la
définition d'un produit de
construction et d'un ouvrage. La
distinction revêt une grande
importance car l'obligation de
marquage CE serait uniquement
imposée aux produits de
construction.

Durant les semaines à venir, les
différentes fédérations auront la
possibilité d'influencer le vote
belge qui sera émis par l'Institut
belge de normalisation. Le scrutin
proprement dit interviendra
ultérieurement. Si la majorité des
Etats membres rendent un vote
positif, le marquage CE devra être
apposé dans un délai d'environ 18
mois et sera légalement
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
kader krijgen de verschillende federaties en openbare instellingen de
mogelijkheid om hun standpunt te verdedigen. De Belgische
stemming, die door het Belgisch Instituut voor de Normalisatie moet
worden geformuleerd, kan daardoor worden beïnvloed. Onafhankelijk
van de door België uitgebrachte stem moet de Europese norm door
alle lidstaten worden toegepast, indien er door een meerderheid van
de instituten van de lidstaten een positieve stem wordt uitgebracht.
Ook daar zijn wij dus afhankelijk van de reactie. In geval van een
positieve stemming zou de CE-markering op de ramen worden
aangebracht binnen ongeveer 18 maanden en waarschijnlijk een jaar
later wettelijk verplicht worden.

Alles wordt dus afhankelijk van het standpunt dat gezamenlijk wordt
ingenomen, maar het is het goed dat door middel van uw vraag nog
eens extra aandacht wordt gevestigd op dit probleem. U weet dat men
er volop mee bezig is en dat wellicht ook in andere lidstaten een
soortgelijk geluid zal worden geopperd.
obligatoire un an plus tard.
05.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw uitgebreid antwoord. Ik begrijp dat het hier om een Europese
normering gaat en daarvoor zijn wij natuurlijk ook afhankelijk van de
standpunten van de andere lidstaten. Dat is hier net het probleem
voor België, omdat wij een atypische werkwijze hebben. Wij werken in
de schrijnwerkerij veel meer op maat dan in andere landen. Dat geldt
vooral voor het houtschrijnwerk. Als een klant net iets anders wil,
moet men telkens een nieuwe CE-markering aanvragen. Dat is de
reden waarom de fabrikanten van aluminium ramen veel minder
worden geraakt door de richtlijn. Zij kunnen al hun profielen globaal
een CE-markering geven. De schrijnwerker kan dan de profielen op
maat verwerken voor één bepaalde woning. Ik denk dus dat ons
standpunt hier toch wat atypisch is. Dat is de reden waarom ik toch
bezorgd blijf over de goede afloop, ook al weet ik dat u afhankelijk
bent van de andere lidstaten.

Een oplossing voor het houtschrijnwerk zou kunnen zijn dat men
probeert te komen tot een globale CE-markering, die eventueel
gebeurt door een confederatie of door een of verscheidene
beroepsorganisaties. Daardoor kan men en masse een CE-markering
proberen te krijgen voor de niche waarin 80% van de schrijnwerkers
zitten, omdat zij vaak op maat werken.

Ik ben blij dat u met de problematiek bezig bent. Laten we duimen
voor een goede afloop.
05.03
Annemie Turtelboom
(VLD): Nous continuons d'espérer
que l'issue de ce dossier sera
positive, à plus forte raison parce
que la situation belge est
atypique : le travail à façon y est
nettement plus fréquent que dans
les autres Etats membres.
05.04 Minister Marc Verwilghen: Dat is ook de reden waarom wij aan
onze vertegenwoordiger hebben gevraagd om te pleiten voor die heel
typisch Belgische situatie binnen de lidstaten van de EU, precies om
hen ervan te overtuigen dat er anders problemen zullen rijzen in het
marktsegment. Ik hoop dat wij erin zullen slagen hen daarvan te
overtuigen. Zo niet dreigt het probleem dat u in uw vraag hebt
aangehaald.
05.04 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons chargé notre
représentant de souligner la
spécificité de la situation des
ébénistes belges et nous espérons
qu'il parviendra à convaincre les
autres Etats membres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels voor de installaties van de energie-intercommunales"
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
(nr. 5967)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschrijvingsregels geldig voor de transmissienetinfrastructuur van de
intercommunales en de transportnetbeheerder" (nr. 6162)
06 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "les règles d'amortissement pour les installations des intercommunales distributrices
d'énergies" (n° 5967)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les règles relatives à l'amortissement pour les infrastructures de réseau des
intercommunales et du gestionnaire de réseau de transport" (n° 6162)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, la CREG vient
de publier, sur son site web, son avis concernant un projet d'arrêté
royal relatif à certaines règles d'évaluation applicables aux entreprises
de transport et de distribution de gaz et d'électricité. Il s'agit d'un
dossier à première vue technique et complexe, mais qui pourrait avoir
des conséquences importantes pour les consommateurs, à savoir
une augmentation sérieuse des tarifs de l'électricité et du gaz.

Avant la création de la CREG, le Comité de contrôle de l'électricité et
du gaz (CCEG) avait formulé des recommandations sur le délai utile,
au cours duquel les actifs devaient être amortis. Selon ce comité de
contrôle, le délai d'amortissement des câbles et lignes s'élevait à 40
ans pour le transport de l'électricité. Pour la distribution, le CCEG
n'avait pas publié de recommandations aussi explicites.

Le projet d'arrêté royal que vous avez rédigé ramène à 33 ans les
délais auxquels l'ensemble du secteur de l'énergie a souscrit.
L'examen des recommandations de la CREG révèle les
conséquences que cela peut avoir dans les différentes catégories
concernées par le transport.

En ce qui concerne le transport de l'électricité, selon l'avis de la
CREG, une estimation de 40 à 45 ans pour la durée de vie
économique des câbles et lignes est une estimation prudente. Un
délai de 33 ans augmenterait les tarifs et la valeur du réseau. Par ce
biais, voilà un beau cadeau pour Electrabel qui est l'actionnaire
majoritaire d'Elia.

Pour la distribution d'électricité, la CREG estime, par contre, que le
délai de 33 ans est trop bas. Les communes qui vont acheter des
actions d'Electrabel afin d'augmenter leur participation dans les
intercommunales mixtes, comme déjà prévu, devront dès lors payer
davantage à Electrabel pour ces actions.

Quant au transport du gaz, selon l'avis de la CREG, une estimation
d'au moins 50 ans pour la durée de vie économique des canalisations
de transport de gaz est une estimation prudente. C'est aussi l'avis du
SPF Economie-Energie.

Pour la distribution du gaz, toujours selon l'avis de la CREG, une
estimation d'au moins 50 ans pour la durée de vie économique des
conduites de distribution est encore une estimation prudente. Votre
administration Economie-Energie fait le même constat.

Dans son avis, la CREG signale également que les amortissements
trop courts dans le secteur du transport d'électricité ont entraîné dans
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De CREG heeft haar advies
gepubliceerd over een ontwerp
van koninklijk besluit betreffende
sommige evaluatieregels die van
toepassing zijn op de transport- en
distributieondernemingen voor gas
en elektriciteit.

Vóór de oprichting van de CREG
was het Controlecomité voor de
Elektriciteit en het Gas van oordeel
dat de afschrijvingstermijn voor
kabels en lijnen bestemd voor het
transport van elektriciteit 40 jaar
bedroeg. Voor de distributie waren
zijn aanbevelingen minder
expliciet. Het ontwerp van
koninklijk besluit herleidt de termijn
tot 33 jaar.

Volgens de CREG moet de
economische levensduur van de
kabels en de lijnen
voorzichtigheidshalve op 40 à 45
jaar worden geschat. Een termijn
van 33 jaar zou de waarde van het
net verhogen, wat een mooi
geschenk is voor Electrabel, de
meerderheidsaandeelhouder van
Elia. Wat de elektriciteitsdistributie
betreft, is de CREG echter van
oordeel dat de termijn van 33 jaar
te kort is. De gemeenten die
aandelen van Electrabel kopen,
moeten, zoals verwacht, deze
aandelen duurder aan Electrabel
betalen.

De CREG schat de economische
levensduur van de gasvervoer- en
distributieleidingen
voorzichtigheidshalve op minstens
50 jaar.

De CREG wijst erop dat de te
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
le passé des frais d'amortissement importants et excessifs qui ont été
répercutés sur les clients (entre 8 et 10 milliards d'anciens francs
belges).

Je reprends quelques conclusions de l'avis de la CREG:
- "La CREG ne voit aucune raison qui justifie la réduction des délais
d'amortissement, prévue dans l'arrêté royal qui leur a été soumis."
- "Rien que pour l'exercice d'exploitation 2005, le surcoût global est
compris entre 92 et 115 millions d'euros", avec des augmentations de
tarif de l'ordre de 2 à 8% qui en sont la conséquence.
- "(...) l'augmentation attendue du cours des actions des entreprises
concernées obligera les nouveaux actionnaires à payer plus".

Monsieur le ministre, cela m'amène à vous poser les questions
suivantes:

1. Pourquoi vouloir diminuer les délais d'amortissement des
installations de transport et de distribution de l'électricité et du gaz?

2. Pouvez-vous motiver, dans les quatre cas précités, sur la base de
quelles études, de quels rapports ce choix a été arrêté?

3. Que pensez-vous de cet avis de la CREG?

4. Confirmez-vous comme la CREG une augmentation des tarifs et de
la valeur des actifs concernés?

5. Cela aura des conséquences pour les communes wallonnes,
bruxelloises et flamandes qui devront payer des montants
supplémentaires pour acheter des actions du partenaire privé dans
les intercommunales mixtes, comme c'est prévu dans les accords
entre les communes et le partenaire privé, à la suite à l'adoption de
cet arrêté royal. Pouvez-vous me dire à combien s'élèveraient ces
montants supplémentaires?

6. Enfin, avez-vous demandé l'avis du conseil général de la CREG? Si
oui, quand? Si non, pourquoi?
korte afschrijvingen in de
elektriciteitssector in het verleden
tot buitensporige
afschrijvingskosten hebben geleid
die vervolgens op de klanten
werden verhaald.

Waarom wil men de
afschrijvingstermijnen voor de
installaties voor het transport en
de distributie van elektriciteit en
gas inkorten? Op welke studies en
verslagen stoelt deze beslissing?

Wat vindt u van dat advies van de
CREG? Bevestigt u dat de
tarieven en de waarde van de
betrokken activa zullen worden
opgetrokken? Dat zal gevolgen
hebben voor de gemeenten, die
bijkomende bedragen zullen
moeten betalen om aandelen van
de privé-partner in de gemengde
intercommunales te kopen. Welke
zouden die bijkomende bedragen
zijn? Hebt u het advies van de
Algemene Raad van de CREG
gevraagd? Zo ja, wanneer? Zo
neen, waarom niet?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Gerkens, le problème soulevé dans votre première question perdure
depuis un certain temps.

Le ministre flamand compétent en la matière refuse d'approuver les
comptes annuels des communes flamandes car elles n'utilisent pas
les délais d'amortissement de 33 ans dans leur comptabilité. Ce délai
a été confirmé en Flandre par plusieurs circulaires. Le ministre
flamand compétent pourra vous donner plus d'explications en la
matière, si vous le souhaitez.

La CREG refuse d'accepter les propositions tarifaires des
gestionnaires de réseaux de distribution si elles ne sont pas basées
sur un délai de 50 ans tel que fixé par elle. J'entends résoudre ce
problème très rapidement. Je cherche donc une solution. Une
possibilité serait d'adapter les règles comptables. J'ai pris une
initiative en ce sens.

Trois avis doivent être récoltés:
1. celui de la commission des normes comptables qui est neutre ou
06.02 Minister Marc Verwilghen:
Het probleem dat u in uw eerste
vraag vermeldde, sleept al enige
tijd aan.

De bevoegde Vlaamse minister
weigert de jaarrekeningen van de
Vlaamse gemeenten goed te
keuren, omdat ze in hun
boekhouding niet de
afschrijvingstermijnen van 33 jaar
gebruiken. En de CREG weigert
de tariefvoorstellen van de
distributienetbeheerders te
aanvaarden, indien die niet op een
termijn van 50 jaar gebaseerd zijn.

Het ligt in mijn bedoeling dat
probleem op korte termijn te
verhelpen. Dat kan bijvoorbeeld
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
positif;
2. celui du conseil de la CREG qui est négatif et qui est consultable
sur son site internet;
3. celui du Conseil central de l'Economie qui n'a pas encore été remis.

Lorsque je serai en possession de tous les avis et que je les aurai
examinés, une décision pourra être prise concernant les démarches à
entreprendre.

J'en arrive à votre deuxième question. Ce choix est basé sur les
données provenant de la Belgique et de l'étranger. Le choix des
quatre segments n'est pas définitif. Il peut être adapté selon les avis
reçus, d'où l'importance de ces derniers.

Pour ce qui est de votre troisième question, je prends note de l'avis de
la CREG. Il est trop tôt pour en tirer des conclusions. Je prends aussi
acte du fait que la CREG a indiqué, lors de ma visite à Gand,
qu'aucun problème ne se posait. Elle estime qu'il faut distinguer le
délai de 50 ans, appliqué dans le cadre de la méthodologie de
tarification, et le délai de 33 ans qui s'inscrit dans le cadre de la
comptabilité normale. Selon la CREG, les deux délais peuvent
parfaitement coexister. Il s'agit dans ce cas d'un système de double
comptabilité. Je vous invite à vous adresser à la CREG si vous
souhaitez des informations complémentaires à ce sujet.

En ce qui concerne votre quatrième question, vous pouvez obtenir les
renseignements auprès de la CREG qui a développé ce raisonnement
dans son avis et qui dispose, par conséquent, des chiffres
nécessaires.

Pour répondre à votre cinquième question, l'avis de la CREG a été
demandé le 4 janvier 2005. Un groupe de travail a été formé au sein
de la CREG pour se pencher sur ce problème.
door de boekhoudkundige regels
aan te passen. Vooraleer een
beslissing te nemen, heb ik een
aantal adviezen gevraagd: aan de
commissie voor boekhoudkundige
normen, die neutraal tot positief
reageert, aan de raad van de
CREG, die een negatief advies gaf
en aan de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven, die nog geen advies
verstrekte.

De keuze voor de vier segmenten
is niet definitief. Een aanpassing
op grond van de ontvangen
adviezen blijft mogelijk.
Het is te vroeg om uit het advies
van de CREG besluiten te trekken.
Volgens de CREG kunnen de twee
termijnen probleemloos naast
elkaar bestaan.

Wat uw vierde vraag betreft, kan
de CREG u meer informatie
bezorgen.

Het advies van de CREG werd op
4 januari 2005 gevraagd. Die
commissie heeft een werkgroep
gevormd.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je déduis de
votre réponse que les choses ne sont pas encore faites, que vous
devez procéder à des adaptations en tenant compte à la fois d'une
exigence comptable (amortissement traditionnel à 33 ans) et de
l'amortissement réel des câbles. Je suis heureuse de constater que
vous n'avez pas encore pris position en la matière.

Par ailleurs, un point continue à m'inquiéter. Si l'avis de la CREG est
correct et si la durée de l'amortissement est réduite, Electrabel et les
communes disposeront de rentrées supplémentaires, argent qui sera
versé par les consommateurs. Cela procède de la même logique que
celle dont nous devons discuter cet après-midi.

Par ailleurs, il est vrai que si les communes doivent payer plus pour
devenir actionnaires des réseaux, leurs recettes seront également
plus importantes, étant donné la réduction des délais. A l'approche
des campagnes électorales, il peut être intéressant de disposer de
recettes supplémentaires. C'est la raison pour laquelle il est important
que ce soit un organe indépendant qui procède à cette régularisation
et qui donne des avis.

J'en viens à ma dernière remarque. Je pense aussi que si l'on
augmente la valeur du réseau, on diminue évidemment l'accessibilité
à ce réseau par des acteurs autres que les acteurs historiques se
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik ben blij dat u terzake nog geen
beslissing heeft genomen.

Het volgende punt blijft me zorgen
baren. Indien de duur van de
afschrijving wordt ingekort, brengt
dat extra inkomsten mee voor
Electrabel en de gemeenten, op
de rug van de gebruikers. Dan
bevinden we ons in het soort
logica waarover we het ook deze
namiddag zullen hebben.

Anderzijds staan tegenover de
extra uitgaven van de gemeenten
om aandeelhouder van de
netwerken te worden, ook extra
inkomsten. Met de
verkiezingscampagnes voor de
deur, kan dat interessant zijn.
Daarom is het belangrijk dat een
onafhankelijk orgaan de opdracht
krijgt dit te regelen.
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
trouvant sur notre territoire. Si c'était le cas, cela risquerait d'aller à
l'encontre d'une ouverture des marchés et d'un jeu correct de la
concurrence.

J'espère donc que vous tiendrez compte de ces éléments dans votre
décision finale.

Als men de waarde van het
netwerk verhoogt, vermindert men
de toegankelijkheid ervan voor
andere actoren dan diegene die
zich van oudsher op ons
grondgebied bevinden. Dit gaat in
tegen de openstelling van de
markten en de correcte werking
van de mededinging. Ik hoop dan
ook dat u met deze elementen
rekening zal houden.
De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Devlies. De minister heeft gezegd dat hij apart op uw vraag
zal antwoorden.
06.04 Carl Devlies (CD&V): Excuseer dat ik weerhouden was in de
commissie voor Financiën. De vraag heeft betrekking op de
problematiek van de afschrijvingsregels die hier reeds aan bod
gekomen is. Het is een problematiek waarvan de gemeentefinanciën
het slachtoffer zijn.

Er is een betwisting tussen de CREG en Vlaams minister Keulen met
betrekking tot de afschrijvingspercentages voor installaties. De
Vlaamse minister Keulen keurde de rekeningen voor 2003 van de
meeste gemengde energiecommunales niet goed omdat zij volgens
de regels van de CREG gewerkt hadden met een
afschrijvingspercentage van 2% voor de installaties. De rekeningen
van de zuivere intercommunales die met 3% werkten werden wel
goedgekeurd maar deze intercommunales zijn tegen de door de
CREG bepaalde tarieven naar de Raad van State gestapt.

In beide gevallen zijn de gemeenten het slachtoffer. Voor de
gemengde intercommunales is de uitbetaling van het interim-dividend
in december 2004 niet doorgegaan. Voor de meeste gemeenten is dat
een belangrijk verlies. Voor mijn gemeente gaat dat over een bedrag
tussen 2 en 3 miljoen euro. Voor de zuivere intercommunales wordt
het verschil tussen de geboekte 3% en de door de netgebruikers
betaalde 2% gedragen door de aandeelhouders, te weten door de
gemeenten.

Ik heb begrepen, mijnheer de minister, dat u hier probeert een
compromis te realiseren en dat u wat probeert te bemiddelen om tot
een oplossing te komen, hetgeen u in dank afgenomen zal worden
door de gemeenten als u snel tot een oplossing kunt komen. Iedere
maand vertraging is natuurlijk voor de gemeentefinanciën een zware
dobber.
06.04 Carl Devlies (CD&V): Les
communes sont victimes d'un litige
entre le ministre flamand M.
Keulen et la CREG sur les
pourcentages d'amortissement
applicables aux intercommunales
de gestion de l'énergie. La plupart
des comptes des
intercommunales mixtes pour
2003 n'ont pas été approuvés par
le ministre parce que la tarification
CREG de 2 pour cent était
appliquée. Les intercommunales
pures contestent quant à elles les
tarifs de la CREG auprès du
Conseil d'Etat. Par conséquent, le
dividende intérimaire n'a pas été
versé aux communes en
décembre 2004.

Le ministre déclare qu'une solution
de compromis est en préparation.
Qu'en est-il ?
06.05 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Devlies, het probleem is
eigenlijk tweeledig. Aan de ene kant hebt u de problematiek van de
termijn, de 33 of 50 jaar en het percentage, 3% of 2%. De vraag rijst
ook op welke basis er eigenlijk moet worden afgeschreven.

Het is onjuist te stellen dat het hier om een echte betwisting gaat. Ik
meen dat er onduidelijkheid is over de te hanteren criteria. De CREG
stelt dat een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de
2% gebruikt door de CREG in het kader van de
tarificatiemethodologie en de 3% voor het voeren van de normale
06.05 Marc Verwilghen, ministre:
Les critères d'amortissement ne
sont en effet pas clairs. Selon la
CREG, un taux de 2 pour cent doit
être appliqué dans le cadre de la
méthodologie de tarification et de
3 pour cent dans le cadre d'une
comptabilité normale.

J'ai demandé trois avis: celui de la
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
boekhouding zoals bij omzendbrief voorgeschreven door Vlaanderen.

U hebt gezegd dat ik zoek naar een compromisvoorstel. Ik denk dat
dit iets te voorbarig is. Op dit moment bestudeer ik wel drie adviezen
die ik heb gevraagd. Ik heb ze nog niet alle drie in mijn bezit. Het
eerste advies is van de commissie Boekhoudkundige Normen. Het
tweede is van de CREG. Het staat trouwens op de website van de
CREG waar het kan worden geraadpleegd. Het derde advies, dat ik
nog niet heb bekomen, is dat van de Centrale Raad voor het
Bedrijfsleven. Ik dring er nu bij hen op aan om dit zo spoedig mogelijk
te krijgen. Op basis daarvan en na analyse van de adviezen zal ik
hopelijk kunnen zoeken naar een oplossing. Ik weet natuurlijk dat de
dringendheid in deze zaak een ordewoord is. Ik hoop dus ook dat de
Centrale Raad voor het Bedrijfsleven mij snel zijn advies zal bezorgen
want dat zal mij ook in staat stellen om te proberen tot een oplossing
te komen.
commission des Normes
comptables, celui de la CREG et
celui du Conseil central de
l'Economie. Ce dernier ne m'est
pas encore parvenu. Nous ne
pourrons continuer à rechercher
une solution que lorsque j'aurai
reçu cet avis.
06.06 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat u het
dossier zeer actief op de voet zult volgen en dat een oplossing zich
zal aankondigen in de loop van de volgende weken. Ik denk dat het
geen maanden meer mag aanslepen.
06.06 Carl Devlies (CD&V): Cette
situation ne peut plus durer des
mois.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Mijnheer de minister, de heer Sevenhans is niet aanwezig om zijn vraag nr. 5970 te stellen.
De heer Verherstraeten heeft mij gebeld dat hij niet tijdig aanwezig kon zijn om zijn vraag nr. 5988 te
stellen, maar ik zal zijn vraag overnemen in mijn vraag nr. 6153 over Uradex. De twee vragen zijn immers
complementair.
07 Question de Mme Zoé Genot au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "l'adoption de la directive relative aux brevets logiciels en Conseil
européen du 7 mars 2005" (n° 6009)
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de goedkeuring van de richtlijn betreffende de softwarepatenten op de
Europese Raad van 7 maart 2005" (nr. 6009)
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, j'ai déjà eu
l'occasion de vous interroger sur le fameux feuilleton de la directive
Brevets logiciels. A cet égard, le débat prend de l'ampleur, puisque
même une société comme Microsoft s'inquiète à présent des effets
négatifs des brevets. En effet, même si ce groupe est dépositaire de
4.500 brevets et qu'il en a 10.000 en attente de traitement aux Etats-
Unis, ses dirigeants se rendent bien compte que la situation actuelle -
où ils consacrent annuellement plus de 100 millions de dollars en
procès - n'est pas idéale. Je ne reviendrai pas sur les positions plus
classiques des petites entreprises et des sociétés européennes qui se
sentent mises en danger par ce texte.

Je voudrais plutôt revenir sur le déroulement du dernier Conseil de
l'Union européenne qui s'est penché sur cette directive Brevets et
mieux comprendre pourquoi le débat à ce sujet n'a pu avoir lieu. La
discussion est inscrite en point A et n'a pas pu passer en point B, bien
que divers pays aient demandé que ce point puisse être discuté et
passe donc en point B.

Lors de ma dernière question parlementaire, vous m'aviez répondu
que personne n'avait demandé le passage en point B. Pourtant,
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Op
de jongste bijeenkomst van de
Europese Raad met de richtlijn
betreffende de softwareoctrooien
op de agenda werd de richtlijn
behandeld als A-punt; volgens u
vroeg niemand een behandeling
als B-punt. Het Luxemburgse
voorzitterschap persisteerde
klaarblijkelijk in de agendering als
A-punt en verwierp het verzoek
van Denemarken, Polen en
Portugal om de richtlijn als B-punt
te behandelen om institutionele
redenen: de procedures moesten
in acht genomen worden. Welke
procedures?
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
quand on écoute l'enregistrement de la discussion ou, en tout cas, le
compte rendu en conclusion de ce Conseil européen, on remarque
que la présidence luxembourgeoise a refusé la demande de mise en
point B formulée par trois pays en argumentant qu'il y avait des
procédures à respecter. M. Kreke s'en est ainsi expliqué: "Je sais que
certains membres, dont ceux que j'ai cités - le Danemark, la Pologne,
le Portugal - auraient voulu que le point que nous traitons fasse l'objet
d'une discussion comme point B dans notre Conseil. Je n'ai pu
l'accepter. Vous me direz que c'est un mauvais départ pour une
présidence, mais il y a des procédures à respecter."

Très clairement, des demandes ont été exprimées pour que ce point
soit discuté en point B. Peut-être ont-elles été formulées par une voie
qui n'était pas suffisamment officielle. J'aurais voulu revenir avec vous
sur cette question pour mieux comprendre les règles de procédure
qui régissent la transformation d'un point A en point B et pour savoir
quelles procédures auraient dû être suivies et ne l'ont pas été.
Pourriez-vous nous expliquer cela plus clairement?
07.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Genot, lors du Conseil Compétitivité du 6 mars 2005, la présidence
luxembourgeoise, après avoir signalé que certaines délégations
auraient voulu l'inscription en point B de la proposition législative dont
vous parlez, n'a pas accédé à cette demande, n'ayant pas constaté
l'existence d'une majorité suffisante et ce, conformément à l'article 3,
alinéa 8 du règlement intérieur du Conseil.

Le Danemark est intervenu, après avoir entendu la présidence, en
signalant qu'il aurait souhaité que la question fasse l'objet d'un point B
mais qu'il n'empêchait pas l'adoption formelle et qu'il déposerait une
déclaration écrite annexée au procès-verbal et ce, conformément à
l'article 3, alinéa 6 du règlement intérieur. D'autres délégations (Pays-
Bas, Pologne, Portugal) se sont ralliées à cette position.

Enfin, le Conseil a arrêté, à la majorité qualifiée, sa position commune
relative au projet de directive. Comme vous le savez, la délégation
belge s'est abstenue. La position commune du Conseil sera
maintenant transmise au Parlement européen pour examen en
deuxième lecture, comme je vous l'avais indiqué dans ma précédente
réponse.

Sur la base de la position qu'elle a adoptée en mai 2004, la Belgique
participera, via le Conseil, aux prochaines négociations sur la
proposition avec le Parlement européen. A cet égard, la Belgique
estime essentiel que l'accès à l'interopérabilité soit garanti, que seules
les inventions techniques soient brevetables et que les simples
programmes d'ordinateur ne soient pas brevetables.

Pour ce qui concerne l'enregistrement audio ou vidéo, je vous renvoie
aux services compétents du Conseil.

Lorsque vous m'avez interrogé précédemment, je vous avais répondu
que personne n'avait formellement demandé d'inscrire cette directive
en point B. Afin de vous apporter des éclaircissements à ce sujet, je
me réfère à l'article 3 du règlement intérieur du Conseil en vous citant
deux paragraphes importants:
"§ 6. L'ordre du jour provisoire est divisé en une partie A et une partie
B. Sont inscrits dans la partie A, les points pour lesquels une
07.02 Minister Marc Verwilghen:
Overeenkomstig artikel 3 van het
reglement is het Luxemburgse
voorzitterschap op de Raad
Concurrentievermogen van 6
maart 2005 bij gebrek aan een
voldoende meerderheid niet
ingegaan op het verzoek om
daarvan een B-punt te maken.
Denemarken, daarin gevolgd door
Nederland, Polen en Portugal,
heeft melding gemaakt van zijn
voornemen om een schriftelijke
verklaring in te dienen die bij de
notulen zullen worden gevoegd.

De Raad heeft zijn standpunt
bepaald bij gekwalificeerde
meerderheid en het zal aan het
Parlement worden verzonden met
het oog op een tweede lezing.
België heeft zich onthouden en zal
via de Raad aan de toekomstige
onderhandelingen met het
Parlement deelnemen: ons land
acht het van essentieel belang dat
de toegang tot de interoperabiliteit
wordt gegarandeerd, dat enkel de
technische uitvindingen
octrooieerbaar zijn en dat de
eenvoudige computerprogramma's
niet octrooieerbaar zijn.

Volgens mij heeft niemand
uitdrukkelijk de agendering als B-
punt gevraagd; in dat verband
verwijs ik naar artikel 3,
paragrafen 6 en 8 van het
reglement van orde van de Raad.
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
approbation par le Conseil est possible sans débat, ce qui n'exclut
pas la possibilité pour chacun des membres du Conseil et pour la
Commission d'exprimer leur opinion à l'occasion de l'approbation de
ces points et de faire inscrire des déclarations au procès-verbal".
C'est ce qu'a demandé le Danemark.
"§ 8. Toutefois, au cas où une prise de position au sujet d'un point A
est susceptible d'entraîner un nouveau débat ou si un membre du
Conseil ou de la Commission le demande, ce point est retiré de
l'ordre du jour, sauf si le Conseil en décide autrement". Ce fut le cas
ici.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Si je comprends bien, on ne peut
transformer un point A en point B que si l'ensemble du Conseil le
souhaite. Vous avez également indiqué que la présidence avait
estimé qu'il n'y avait pas de majorité pour passer en point B. Faut-il
que la majorité qualifiée demande le passage en point B pour que ce
passage se fasse?
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Is
een gekwalificeerde meerderheid
vereist om deze aangelegenheid
als een B-punt te behandelen?
07.04 Marc Verwilghen, ministre: Non. Dans ces cas-là, le point est
retiré de l'agenda et doit être reporté à une autre date. Or, ni la
présidence ni les pays qui voulaient une discussion sur le point B, ne
l'ont souhaité.
07.04 Minister Marc Verwilghen:
Neen. In dat geval wordt het punt
naar een andere datum verplaatst.
Noch het voorzitterschap, noch de
landen die een bespreking als B-
punt wensten, hebben dat
gevraagd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Ortwin Depoortere aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de hulp aan bedrijven bij het Europese REACH-project" (nr. 6011)
08 Question de M. Ortwin Depoortere au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'aide aux entreprises dans le cadre de la mise en oeuvre du projet
européen REACH" (n° 6011)
08.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, de Europese chemierichtlijn REACH bepaalt dat
producenten en invoerders van stoffen de gegevens over de
intrinsieke eigenschappen van chemische stoffen en hun risico's
moeten meedelen aan een Europees chemicaliënagentschap. Dat
geldt voor de stoffen die in een hoeveelheid van meer dan een ton per
jaar en per bedrijf vervaardigd of ingevoerd worden. Om deze
informatie te verwerven moeten bedrijven vaak zeer dure tests
uitvoeren.

Samen met het VBO heeft de FOD Economie een handleiding
samengesteld om bedrijven te helpen om deze richtlijn te
implementeren. Het groot obstakel hier zijn natuurlijk de kosten die
deze richtlijn veroorzaakt voor de bedrijven. Voor de Belgische
chemische bedrijven worden de kosten van REACH geschat op 140
tot 185 miljoen euro of 0,6 tot 0,8% van de omzet. De kosten voor
grote producenten vallen nogal mee, maar het zijn vooral de kleinere
KMO's die de rekening zullen moeten betalen omdat het vooral die
kleine en gespecialiseerde bedrijven zijn die kleine hoeveelheden
produceren.

De Europese Commissie kondigde op 19 januari 2005 tijdens een
hoorzitting in het Europees Parlement aan een nieuw voorstel te
08.01
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): La directive
REACH vise à mesurer les effets
des substances chimiques sur la
santé et l'environnement. Le
ministre a rédigé en collaboration
avec la FEB un mode d'emploi
pour cette directive à l'intention
des entreprises. La mise en oeuvre
de la directive coûtera environ 0,6
pour cent du chiffre d'affaires de
ces dernières, ce qui représente
un montant considérable pour les
PME.

Quand cette directive entrera-t-elle
définitivement en vigueur ?
Comment les entreprises en
seront-elles informées ? Quelles
entreprises appliquent déjà ces
règles ? Existe-t-il des différences
régionales ? L'Etat supportera-t-il
une partie des frais des
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
zullen voorleggen dat meer rekening zou houden met de
verzuchtingen van de industrie.

Mijnheer de minister, ik heb terzake een aantal vragen.

De Europese chemierichtlijn is nog niet van kracht. Er wordt nog over
onderhandeld. Hebt u er enig zicht op wanneer deze richtlijn definitief
van kracht wordt? Hoe zal de overheid de bedrijven informeren over
deze nieuwe Europese verplichtingen? Hoeveel bedrijven
implementeren nu reeds de regels van het REACH-project? Zijn er
verschillen merkbaar tussen de verschillende Gewesten? U weet dat
er vooral in het Vlaamse Gewest veel KMO's zijn. Vandaar deze
vraag. De belangrijkste vraag is natuurlijk wat de kostprijs voor de
bedrijven zal zijn. Zal de overheid bijspringen om deze kostprijs
draaglijk te maken voor de ondernemingen en in het bijzonder voor de
KMO's?
entreprises ?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Depoortere, het voorstel van de commissie wordt momenteel
bestudeerd door de verschillende organen van de Europese Raad en
het Europese Parlement. Rekening houdend met de omvang van het
project en de onzekerheden rond de procedure van medebeslissing is
het in dit stadium niet wenselijk een duidelijke datum voorop te stellen
voor het van kracht worden ervan.

Niettegenstaande het voorstel nog kan worden gewijzigd, wenst de
commissie dat de lidstaten zich actief voorbereiden op de toepassing
van de toekomstige reglementering. Om aan dit verzoek te voldoen,
heeft de FOD Economie, in samenwerking met het VBO, een website
ontwikkeld waarop de ondernemingen nuttige informatie kunnen
vinden, alsook een praktisch hulpmiddel om hen te helpen bij de
voorbereiding van de inwerkingtreding van REACH. Dit praktisch
instrument omvat een bestand dat de ondernemingen kunnen
terugsturen naar de FOD Economie en waarvan de resultaten door
mijn diensten zullen worden geanalyseerd.

Het instrument is evolutief, opdat rekening kan worden gehouden met
eventuele wijzigingen die in de definitieve tekst tot stand zouden
komen.

Zoals hierboven uiteengezet, is het voorstel van verordening nog niet
in een definitieve versie gegoten. Dat betekent dat de ondernemingen
alle regels vervat in het voorstel, nog niet kunnen toepassen, te meer
daar verschillende organen, welke met die bedoeling zullen worden
opgericht, nog niet bestaan. Ik denk bijvoorbeeld aan het agentschap.

Een belangrijk aantal studies aangaande de impact wordt afgerond of
is aan de gang op Europees niveau of in sommige lidstaten. Alhoewel
de vermelde bedragen dikwijls sterk verschillen van de ene studie tot
de andere, blijkt er toch een consensus te komen inzake het niveau
van de directe kosten voor de industrie. Dat zou ongeveer 4 miljoen
euro bedragen over 11 jaar, namelijk 0,1% van de omzet van de
chemische nijverheid. Bij die directe kosten dienen weliswaar nog
indirecte kosten te worden gevoegd.

De huidige onderhandelingen beogen te zoeken naar het beste
evenwicht tussen competitiviteit en bescherming van het leefmilieu en
de gezondheid. In het kader van de doelstellingen van de Lissabon-
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Conseil européen et le
Parlement européen examinent en
ce moment la proposition. La date
précise à laquelle cette directive
entrera en vigueur est impossible
à déterminer car il subsiste encore
quelques incertitudes liées à la
procédure.

La Commission européenne
souhaite que les Etats membres
se préparent activement à
l'application de la future
réglementation. C'est pourquoi le
SPF Economie et la Fédération
des Entreprises de Belgique ont
créé un site Internet qui propose
des informations et des
instruments pratiques pour aider
les entreprises à se préparer à
l'entrée en vigueur de la directive
REACH.

Etant donné que la proposition
n'est pas définitive, les entreprises
ne peuvent pas encore appliquer
toutes les règles. L'agence qui
sera chargée de l'aide dans le
cadre de l'application de la
réglementation n'a pas encore été
constituée.

Différentes études indiquent que
les coûts directs pour l'industrie
s'élèvent à 4 milliards d'euros
environ sur onze ans, soit 0,1 pour
cent du chiffre d'affaires de
l'industrie chimique. Il convient d'y
ajouter les coûts indirects.
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
strategie besteden mijn diensten bijzondere aandacht aan innovatie
en impact voor de KMO's.

Ik hoop in elk geval dat wij op deze wijze zullen kunnen komen tot een
aanvaardbaar en evenwichtig geheel. Wees ervan overtuigd dat dat
een bekommernis is die ongeveer in alle lidstaten bestaat. Het is een
bekommernis die zich ook zal vertalen bij het tot stand komen van de
definitieve teksten.
On recherche pour l'instant
l'équilibre idéal entre la
compétitivité, d'une part, et la
protection de l'environnement et
de la santé d'autre part. Dans le
cadre de la stratégie de Lisbonne,
mes services consacrent une
attention particulière à l'innovation
et aux effets sur les PME.
08.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord. De hoge kosten voor REACH zullen wel
degelijk een weerslag hebben op de innovatie. Bovendien zullen wij
op Europees niveau erover moeten waken dat er geen
concurrentienadeel zal worden gecreëerd tussen bijvoorbeeld de
Europese Unie, de Verenigde Staten en Japan. Blijkbaar
waarschuwen zij nu al dat als gevolg van REACH bepaalde producten
niet meer op de Europese markt zullen worden aangeboden.

Ik wil besluiten met een citaat van een VLD-europarlementslid:
"REACH moet leefbaar zijn voor het milieu, de mens maar zeker ook
voor de industrie."
08.03
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): Les coûts élevés
de la directive REACH se
répercutent sur l'innovation. Il
faudra de plus éviter l'apparition
d'un handicap concurrentiel entre
l'Union européenne, les Etats-Unis
d'Amérique et le Japon. Je
voudrais conclure en citant un
député européen du VLD :
« REACH doit être vivable pour
l'environnement et pour l'homme,
mais certainement aussi pour
l'industrie. »
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het maritiem luchttoezicht" (nr. 6040)
09 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le contrôle aérien de l'espace maritime" (n° 6040)
09.01 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het maritiem luchttoezicht. Sinds 1991
voert het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen een
wetenschappelijk programma uit van luchttoezicht boven de
Noordzee. Dat programma is zeer belangrijk, omdat dat Instituut toch
wel de gezondheidstoestand van onze Noordzee bewaakt, met name
het in het oog houden van illegale lozingen en de vervuiling van het
zeeoppervlak, en bij olierampen zijn die mensen ook onmisbaar voor
de opruiming van olievlekken. Dat werk gebeurt door middel van
Britten-Norman-vliegtuigen die geleverd worden door Defensie in het
kader van een gesloten overeenkomst.

Defensie heeft vorig jaar echter besloten om zijn Britten-Norman-
vliegtuigen uit omloop te nemen. De vorige minister van
Wetenschapsbeleid, Fientje Moerman, heeft toen een brief
geschreven aan Landsverdediging waarin zij de voortzetting van het
programma verdedigde en haar voorkeur heeft uitgedrukt voor een
overdracht van twee vliegtuigen naar het Instituut voor
Natuurwetenschappen.

Minister Flahaut heeft daarop een voorstel geformuleerd, met name
dat het Instituut voor Natuurwetenschappen de zeven Britten-Norman-
vliegtuigen zou aankopen voor een bedrag van 450.000 euro.
Defensie zou dan de piloten ter beschikking stellen.
09.01 Ingrid Meeus (VLD):
Depuis 1991, l'Institut Royal de
Belgique des Sciences Naturelles
(IRSNB) suit un programme
scientifique de surveillance
aérienne au-dessus de la Mer du
Nord. Cette surveillance est
assurée par des avions Norman
britanniques fournis par la
Défense. Celle-ci a cependant
décidé de retirer ces appareils de
la circulation et son accord avec
l'IRSNB a pris fin le 31 décembre
2004.

L'ancienne ministre de la politique
scientifique a contacté le ministère
de la Défense nationale au sujet
de la poursuite du programme.
Elle a proposé de transférer deux
avions à l'IRSNB. Le ministre
Flahaut a suggéré de céder sept
avions pour un montant de
450.000 euros. Ceci impliquerait
que l'IRSNB revende cinq avions
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
In de praktijk impliceerde dat dat van de zeven vliegtuigen er twee
behouden zouden worden door het Instituut voor
Natuurwetenschappen. Het Instituut zou er dan vijf verkopen aan
derden. Het was dus een heel billijk, een heel goed voorstel.

Men had echter niet gerekend op de inspecteur van Financiën, die
negatief op het voorstel gereageerd heeft. Volgens hem kon het niet
dat het Instituut zeven vliegtuigen zou aankopen en er vervolgens vijf
van zou verkopen. De inspecteur vond het meer raadzaam dat
Defensie twee vliegtuigen aan het Instituut zou verkopen en de vijf
andere vliegtuigen zelf aan derden zou verkopen.

Ik heb aan minister Flahaut gevraagd wat de stand van zaken was in
dat dossier. Hij zei dat het dossier momenteel geblokkeerd zit. Van
het kabinet van Wetenschapsbeleid had de minister over die
documenten nog steeds geen officiële reactie gekregen. Momenteel
zit dat dossier dus geblokkeerd. Minister Flahaut zei dat hij wachtte op
een reactie van de minister van Wetenschapsbeleid.

Nochtans is het heel belangrijk dat er zo snel mogelijk een oplossing
gevonden wordt in dat dossier, want het Instituut voor
Natuurwetenschappen heeft zich bij de maritieme autoriteiten
geëngageerd om ten laatste tegen 1 april ­ dat is dus al volgende
week ­ het luchttoezicht opnieuw te verzekeren. Als er tegen 1 april
dus geen oplossing gevonden wordt, dan wordt het luchttoezicht niet
meer verzekerd, dan wordt onze Noordzee als het ware niet meer
bewaakt, wat toch wel heel erg zou zijn.

Mijnheer de minister, vandaar heb ik de volgende vragen.

Ten eerste, wat is de huidige stand van zaken in dat dossier?

Ten tweede, dat is de belangrijkste vraag, zal tegen 1 april het
Instituut voor Natuurwetenschappen het luchttoezicht op de
Noordzee, zoals afgesproken, toch kunnen verzekeren, of niet?
pour pouvoir débourser le montant
total. L'Inspecteur des Finances a
réagi négativement. Il a proposé
de vendre un ou deux appareils à
un prix raisonnable à l'IRSNB.

Où en est-on? L'IRSNB pourra-t-il
comme convenu assurer la
surveillance aérienne ?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
Meeus, het klopt dat eind 2004 werd vastgesteld dat aan vijf van de
zeven vliegtuigen die volgens het voorstel van Defensie zouden
worden overgedragen, en waarvan vijf vliegtuigen door het Koninklijk
Belgisch Instituut Natuurwetenschappen of afgekort KBIN dienden te
worden verkocht, grondige aanpassingen waren gebeurd die niet
conform waren met de voorschriften van de constructeur. Dat
gegeven bracht een eventuele transfer en exploitatie of verkoop tegen
een aanvaardbare prijs in het gedrang.

Het is in het licht van deze omstandigheden dat de inspecteur van
Financiën van de Programmatorische Overheidsdienst
Wetenschapsbeleid en de wetenschappelijke raad van KBIN, mijns
inziens terecht, een negatief advies hebben geformuleerd. Er werden
ook tal van juridische bezwaren geformuleerd.

KBIN is en blijft bereid om de vliegtuigen operationeel te houden,
maar van deze wetenschappelijke instelling kan toch moeilijk worden
verwacht dat zij financieel opdraait voor het niet-conform zijn van
vliegtuigen voor de burgerluchtvaart. Het probleem werd immers
veroorzaakt door de militairen.
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
Fin 2004, il a été constaté que cinq
avions avaient subi des
aménagements non conformes
aux prescriptions du constructeur,
ce qui compromet leur vente à un
prix acceptable. Outre nombre
d'objections juridiques, c'est la
raison pour laquelle un avis négatif
a été rendu en ce qui concerne la
vente de sept avions à l'IRSNB.

Le 16 février 2005, il a été adressé
à la Défense une contre-
proposition de l'IRSNB et de la
cellule juridique du SPP Politique
scientifique consistant à vendre
deux avions à un prix raisonnable
à l'IRSNB en tenant compte des
travaux d'aménagement. En
attendant qu'un accord soit conclu,
l'IRSNB fera appel provisoirement
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
KBIN en de juridische cel van Wetenschapsbeleid hebben een
tegenvoorstel geformuleerd, dat op 16 februari 2005 via e-mail aan de
kabinetschef van Defensie werd verstuurd, met een kopie voor alle
betrokken kabinetten, dat wil zeggen de kabinetten van de eerste
minister, de minister van Begroting en de vice-eerste ministers. Het
voorstel bestond erin de overdracht beperkt te houden tot twee
vliegtuigen tegen een redelijke prijs en rekening houdend met
aanpassingswerken.

In afwachting van een akkoord van Defensie op het voorstel heeft
KBIN de nodige schikkingen getroffen om het programma van het
luchttoezicht voort te zetten door tijdelijk een beroep te doen op
gehuurde vliegtuigen, die vanaf 1 april 2005 de wettelijke taken van
het KBIN zullen uitvoeren.

Het gaat hier om een tijdelijke oplossing, die ook duurder uitvalt dan
het operationeel houden van een vliegtuig in volle eigendom. Het
gehuurde toestel zal uitgerust zijn met alle instrumenten die nodig zijn
om luchttoezicht behoorlijk uit te voeren.

Ik blijf er ondanks alles van overtuigd dat een financieel evenwichtig
en juridisch goed onderbouwd akkoord met Defensie de enige en de
meest voordelige oplossing is voor de beide departementen. Ik hoop
dan ook dat Defensie op mijn voorstel van 16 februari 2005 positief
kan antwoorden. In elk geval hebben we alle schikkingen getroffen
om ondertussen uw en mijn dierbare Noordzee niet ongecontroleerd
te laten.
à des avions loués de façon à
pouvoir continuer à remplir ses
missions légales après le 1
er
avril.
Toutefois, la seule solution
définitive serait un accord avec la
Défense.
09.03 Ingrid Meeus (VLD): Ik ben opgelucht dat tegen 1 april 2005
een oplossing is gevonden voor onze Noordzee. Zonder bewaking
van de Noordzee vrees ik immers dat een aantal schepen hier en
daar illegale lozingen zouden doen. Ik ben er dus heel blij om.

Ik hoop ook dat de Britten-Norman-vliegtuigen kunnen worden
aangekocht. We zullen er bij Defensie extra op aandringen.
09.03 Ingrid Meeus (VLD): Le fait
qu'on ait trouvé une solution
temporaire me soulage car sans
contrôle aérien, il y a un risque de
déversements légaux. J'espère
qu'un accord pourra être conclu
rapidement avec la Défense.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het taalgebruik op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand
en Energie" (nr. 6056)
10 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'utilisation des langues sur le site internet du SPF Economie, PME,
Classes moyennes et Energie" (n° 6056)
10.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, deze vraag is nogal technisch. Waarom linkt men op de
Engelstalige pagina's van de site van de FOD Economie, KMO,
Middenstand en Energie alleen door naar Franstalige pagina's en niet
naar Nederlandstalige of Duitstalige pagina's?

Indien men op de startpagina van de website FOD Economie, KMO,
Middenstand en Energie klikt, krijgt men vier links, vier talen. Men kan
Nederlands, Frans, Duits of Engels kiezen. Tot zover, geen probleem.
Kiest men evenwel de Engelstalige versie van de site, krijgt men
dezelfde rubrieken als in het Nederlands en het Frans, men krijgt
dezelfde onderverdeling, alles in het Engels zoals in de rubrieken
10.01 Simonne Creyf (CD&V):
Comment se fait-il que, lorsqu'on
visite la version anglaise du site
web du SPF Economie, PME,
Classes moyennes et Energie, on
se retrouve invariablement sur une
page française lorsqu'on clique sur
tel ou tel lien? Ne donne-t-on ainsi
pas l'impression fausse que la
Belgique est un pays
essentiellement francophone? Je
suggère que le visiteur
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
Nederlands en Frans. Indien men verder op deze linken klikt, krijgt
men onmiddellijk de Franstalige pagina's. Dat wil zeggen dat men op
de Engelstalige pagina's wel de titels in het Engels krijgt maar meer
en uitgebreide informatie krijgt men enkel via de Franstalige pagina's.

Mijnheer de minister, geeft men hierdoor aan anderstaligen niet
verkeerdelijk de indruk dat België bij uitstek een francofoon land is
terwijl de meerderheid Nederlands spreekt?

Het voorstel is de site van de FOD terzake dringend aan te passen
door de Engelstalige bezoeker die doorklikt eerst op een
tussenpagina zijn keuze te laten maken uit het Nederlands, Frans en
Duits, de enige officiële talen in Belgische bestuurszaken. Wat denkt
u daarvan, mijnheer de minister? Bent u van plan dit te laten
aanpassen?
anglophone soit dirigé vers une
page intermédiaire qui lui propose
un choix entre les trois langues
nationales officielles.
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
Creyf, de verklaring van het probleem dat u opwerpt, is pragmatisch.
De site is in principe viertalig en er is een link naar pagina's van
dezelfde taal. Dat is het principe.

De site is tegelijkertijd zeer groot, in casu meer dan 8000 pagina's in
HTML-formaat en meer dan 12.000 in pdf-formaat. Jammer genoeg
hebben we niet de middelen om alle informatie onmiddellijk in vier
talen te kunnen aanbieden. Indien de informatie niet in het Engels
beschikbaar is, wordt de bezoeker effectief naar een Franstalige
pagina doorverwezen omdat de kans dat een Engelstalige Frans
verstaat groter is dan dat hij Nederlands begrijpt.

Optimaal zou de FOD Economie over de mogelijkheid moeten
beschikken om de hele site in de vier talen aan te bieden. Daarvoor
zijn extra financiële middelen nodig die op dit ogenblik niet aanwezig
zijn.

Toch blijf ik er op aandringen dat men voor een dergelijke website
absoluut over de vier talen kan beschikken. Daarom neem ik uw
suggestie mee om een tussenpagina in te lassen waar de gebruiker
zelf zijn taal kan kiezen. Die wijziging zal toegepast worden bij de
herstructurering ­ zoals u weet zit de site nu in een
herstructureringsfase ­ waarbij dat op punt zal worden gezet.
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le site web du SPF est en principe
rédigé en quatre langues, mais
nous n'avons pas les moyens de
proposer toutes les informations
en quatre langues. Si l'information
n'est pas disponible en anglais, le
visiteur est renvoyé vers une page
en français, étant donné qu'il y a
plus de chances qu'il comprenne
le français.

Votre suggestion concernant une
page intermédiaire mérite d'être
prise en considération et pourra
être examinée dans le cadre de la
restructuration du site qui est
actuellement en cours.
10.03 Simonne Creyf (CD&V): Dank u wel, mijnheer de minister.
Mijn vraag was inderdaad een tussenpagina te plaatsen. Ik neem aan
dat men niet alles onmiddellijk in het Engels kan vermelden, maar
wanneer een Engelstalige wil doorklikken moet hij inderdaad die
keuze krijgen. Ik meen dat het niet noodzakelijk een vertaling moet
bevatten van alles, of dat alles onmiddellijk in vier talen zou moeten
aangeboden worden. Ik meen dat de zaak opgelost is door die
tussenpagina. U hebt gezegd dat u dat zou doen. Ik meen dat het
probleem op dat ogenblik inderdaad zal opgelost zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Vraag nr. 6082 van mevrouw Van der Auwera is uitgesteld.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Koen T'Sijen aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6104)
- de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6105)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6129)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoemingsprocedure in de federale wetenschappelijke instellingen"
(nr. 6148)
- de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de selectieprocedure tot benoeming van de hoofden van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6156)
- de heer Bert Schoofs aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de benoeming van de directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen" (nr. 6189)
11 Questions jointes de
- M. Koen T'Sijen au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la nomination des directeurs des Etablissements scientifiques fédéraux" (n° 6104)
- M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la nomination des directeurs des Etablissements scientifiques fédéraux"
(n° 6105)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de sélection en vue de la nomination des directeurs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 6129)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de nomination au sein des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6148)
- M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la procédure de sélection en vue de la nomination des chefs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 6156)
- M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la nomination des directeurs des établissements scientifiques fédéraux" (n° 6189)
11.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het is bijzonder jammer te moeten vernemen dat de
benoeming van de directeurs van de federale wetenschappelijke
instellingen heeft geleid tot de voorstelling van een aantal personen
die daar mijns inziens niet op hun plaats zitten. Ik wijs hier op een
onaanvaardbare evenwichtsoefening.

U weet ­ en dat is al altijd zo geweest ­ dat vanwege het
taalevenwicht de directieposten van de tien federale
wetenschappelijke instellingen verdeeld worden tussen de Frans- en
de Nederlandstaligen. Naar de letter valt daar niets op af te dingen
maar het evenwicht is mijns inziens een vals evenwicht. Alle
belangrijke kunstinstellingen van België, de Koninklijke Musea voor
Schone Kunsten, de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, alsook de
Koninklijke Bibliotheek worden exclusief aan Franstalige leiding
toevertrouwd. De Vlamingen moeten zich tevreden stellen met de
wetenschappelijke instellingen, met name het Belgisch Instituut voor
de Ruimte-aëronomie, het Koninklijk Meteorologisch Instituut en de
Sterrenwacht en als zoethoudertje ­ niet onbelangrijk ­ het Koninklijk
Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Ik zeg niet dat die drie
wetenschappelijke instellingen van minder belang zijn, maar het zijn
wel de kleinere federale wetenschappelijke instellingen die dan aan
11.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Certaines personnes qui ont été
placées à la tête des
établissements scientifiques
fédéraux (ESF) n'y sont pas à leur
place. De plus, l'équilibre
linguistique est faussé. Tous les
établissements artistiques
importants en Belgique sont
aujourd'hui dirigés par des
francophones. Les Flamands ne
dirigent que les établissements
scientifiques de moindre
importance. L'on a fait fi de
l'ancien équilibre qui existait entre
les musées et les sciences.

On peut se poser de sérieuses
questions sur la nomination de M.
Draguet au poste de conservateur
du Musée royal des Beaux-Arts
car il ne possède aucune
expérience et ne connaît pas le
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
de Vlamingen worden toegewezen.

In het verleden was er nochtans altijd een evenwicht tussen de musea
en de wetenschappen. Ook daar zouden de taalevenwichten dus
gerespecteerd moeten worden. Dat wordt nu dus overboord gegooid.

Aan de hand van de volgende twee voorbeelden wil ik een en ander
verduidelijken. Wat betreft de Koninklijke Musea voor Kunst en
Geschiedenis, is er inderdaad de benoeming van mevrouw Anne
Cahen-Delhaye na de opruststelling van de heer Francis Van Noten.
Zij is Franstalig. Ik heb daar op zich eigenlijk geen enkel probleem
mee, zij is hoofdconservator, zij doet haar best om Nederlands te
spreken en zij heeft ook bewezen dat zij het museum eigenlijk redelijk
goed kan runnen. Het is wel zo dat alle A-gerangschikten, dus de zeer
geschikte kandidaten, Franstaligen waren. Daarmee heb ik geen
probleem. Waar ik een groter probleem mee heb, is het Koninklijk
Museum voor Schone Kunsten. Daar is de benoeming van de
hoofdconservator wel redelijk bedenkelijk. De heer Frederik Leen
heeft al meer dan twintig jaar zijn sporen verdiend in deze instelling en
hij haalt ook een A. Hij is Nederlandstalig en de tegenkandidaat, de
heer Michel Draguet, een Franstalige professor aan de ULB, heeft
helemaal geen ervaring in die instelling. Zijn Nederlands laat te
wensen over. Bovendien hebben de personeelsleden van die
instelling het naar verluidt bijzonder moeilijk met de benoeming van
de heer Draguet tot hoofdconservator in het Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten.

Het is een schande - en ik wik mijn woorden - dat onze twee
topmusea, namelijk het Koninklijk Museum voor Kunst en
Geschiedenis en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, geleid
worden door de Franstaligen. Ik heb daar ernstige bedenkingen bij, na
twee jaar die benoemingscarrousel te moeten aanzien, wat trouwens
ook veel geld in beslag heeft genomen, en die ertoe heeft geleid dat
personen die na een eerste examen als niet geschikt werden
gecatalogeerd, na een tweede examen en de nodige klachten bij de
Raad van State plots wel als geschikt worden gerangschikt.

Ik heb toch een aantal uitdrukkelijke vragen terzake.

Wilt u de benoemingen van de tien directeurs van de federale
wetenschappelijke instellingen handhaven? Kunt u ook motiveren
waarom de heer Draguet bij voorrang benoemd wordt op de heer
Leen? Wat is uw visie, mijnheer de minister, op het taalonevenwicht
tussen de grotere en de kleinere wetenschappelijke instellingen?
Waarom wordt het taalevenwicht niet gerespecteerd tussen enerzijds,
musea en anderzijds, de strikt wetenschappelijke instellingen?

Ten gronde en om mijn vraag meer visie te geven, want ik wil het
zeker niet tot een persoonlijk probleem toespitsen en ik wil het niet op
de persoon spelen van de heren Draguet en Leen, heb ik het wel
degelijk over het taalevenwicht en vooral ook over het goed beheer
van die federale wetenschappelijke instellingen. Ik heb het ook vooral
over een goed cultuurbeleid. Daarom vraag ik u wat uw visie is op de
defederalisering van die federale wetenschappelijke instellingen. Is
het, na heel die procedure die wij nu hebben meegemaakt en na de
benoemingen die nog in het vooruitzicht zijn, niet belangrijk ­ indien
wij die federale wetenschappelijke instellingen minstens
bicommunautair willen beheren en niet langer federaal ­ in het belang
néerlandais.

Le ministre maintient-il la
nomination des dix directeurs ?
Pour quelles raisons M. Draguet a-
t-il été désigné ? Que pense le
ministre du déséquilibre
linguistique ? Que pense-t-il de la
défédéralisation des ESF ? Ne
serait-il pas préférable de gérer
ces établissements au moins sur
un mode bicommunautaire ?
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
van het goed beheer van die instellingen en in het belang van een
goed cultuurbeleid?
11.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik had minstens
verwacht dat de heer Koen T'Sijen u zou interpelleren. Dat had hij
toch aangekondigd in de pers. Ik heb het zelfs op radio Klara
gehoord. Nu blijkt het een eenvoudige vraag om uitleg. Ik vind dat niet
in verhouding staan tot de hevigheid van zijn reacties in de pers, maar
goed.

Mijnheer de minister, ik heb ook een aantal vragen in verband met de
gevolgde procedure.

Ten eerste, per instelling zijn er uiteraard verschillende kandidaten die
een A hebben gekregen. Per instelling zijn er zo verschillende. Nadien
volgt natuurlijk een politieke beslissing waarbij uit de diverse mensen
die een A hebben beslist wordt wie het uiteindelijk wordt. Dan houdt
men rekening met het taalevenwicht, neem ik aan. Ik neem ook aan
dat men rekening houdt met politieke kleur en dat soort zaken.

Ten eerste, welke is de precieze procedure die u hebt gevolgd,
rekening houdend met het feit dat er per instelling diverse kandidaten
waren met een A? Hoe hebt u, met andere woorden, die puzzel
uiteindelijk in elkaar gelegd?

Ten tweede, de culturele sector is in handen van de Franstaligen. Dat
is inderdaad zo. Het Museum voor Midden-Afrika, mijnheer T'Sijen,
dat is geen troostprijs. Het Museum voor Midden-Afrika is heel
belangrijk. Ik meen dat de heer Gryseels zowat de enige is die en in
de eerste, en in de tweede procedure altijd een A heeft gehaald. Ik
meen dat zijn benoeming dus wel buiten kijf staat. Bovendien,
Tervuren ligt toch in Vlaanderen?

Wanneer men de rest van de culturele sector en de andere musea
bekijkt, en ook nog eens de Koninklijke Bibliotheek, enzovoort, dan is
de culturele sector inderdaad in de handen van de Franstaligen. De
vraag is of daarmee de geloofwaardigheid van de federale
wetenschappelijke instellingen niet in het gedrang komt. Ik ben in het
verleden altijd een van de verdedigers geweest van de federale
culturele en wetenschappelijke instellingen, maar men kan ze pas
blijven verdedigen als federale culturele of wetenschappelijke
instelling als zij inderdaad federaal zijn en als zij wat de werking en de
benoemingen betreft ook federaal zijn.

Op dit ogenblik denk ik dat dat voor de culturele sector niet meer het
geval is.

Ten derde zou ik ook willen vragen wat de gevolgen zijn van de
eentaligheid van sommige directeurs-generaal voor de besluitvorming
in de beheersorganen? De heer Draguet verstaat zoals gezegd geen
woord Nederlands, laat staan dat hij het kan spreken. In de andere
instelling is er mevrouw Camille Pisani, die een Francaise is. Mij niet
gelaten, maar dat betekent wel dat er in deze twee instellingen
iemand aan het hoofd staat die geen Nederlands kent. Hoe gebeurt
de besluitvorming dan in de wetenschappelijke raden en in de
beheerraden? Kan dat? Wat is de voertaal? Op welke manier zal men
voldoen aan de tweetaligheidvereisten inzake besluitvorming bij deze
federale wetenschappelijke instelling?
11.02 Simonne Creyf (CD&V): La
réaction de M. T'Sijen dans la
presse fut un peu plus virulente.
Je m'interroge sur la procédure de
nomination appliquée. Dans
chaque établissement, plusieurs
candidats ont obtenu un A. La
décision est ensuite intervenue au
niveau politique. Quelle procédure
exacte le ministre a-t-il appliquée ?
La mainmise actuelle des
francophones sur les grands
établissements culturels
hypothèque la crédibilité des
établissements fédéraux culturels
et scientifiques. En effet, ces
établissements doivent demeurer,
dans les faits, des entités
fédérales. Quelles sont les
conséquences de l'unilinguisme
de certains directeurs sur la prise
des décisions dans les organes de
gestion et dans les conseils
scientifiques ? Comment satisfait-
on aux exigences de bilinguisme
au niveau de la prise des
décisions ?
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, mijn
benadering van deze problematiek is anders dan die van mijn
collega's. In het licht van de benoemingen en de Copernicus-politiek
die in de vorige legislatuur werd aangevat en nu is stilgevallen, vraag
ik mij af wanneer wij managementfuncties via assessments gaan
invullen, in welke mate dat objectiveerbaar, transparant, verifieerbaar
en controleerbaar is? Ik heb u bij een vorige vraag reeds gewezen op
de verschillen tussen de diverse tests. U hebt toen gezegd dat de
vergelijking niet opgaat, omdat het over twee afzonderlijke procedures
ging. U hebt ook gezegd dat SELOR u nog het verslag van de hele
procedure moest bezorgen.

Mijnheer de minister, kunt u, nu u het SELOR-verslag hebt, een
overzicht geven van alle kandidaten voor de post van directeur voor
de 10 wetenschappelijke instellingen, hun quoteringen voor alle
proeven bij de selectieprocedures en de taalrol waartoe zij behoren?

Kunt u de quoteringen geven van de kandidaten bij de vorige
selecties?

Kunt u ook de quoteringen geven van de kandidaten die niet in
aanmerking werden genomen, zowel bij de vorige als bij de huidige
proeven? Hoe verantwoordt u de verschillen in de quoteringen tussen
de eerste selectie en de daarop volgende? Ik weet dat er een tweede
procedure is geweest, maar die had te maken met het arrest van de
Raad van State inzake de problematiek van de tweetaligheid van de
jury en de gelijke behandeling van de kandidaten. Wat de
inhoudelijke, de technische en de wetenschappelijke kwaliteiten
betreft waaraan men moet voldoen, neem ik aan dat de procedure
gelijklopend is geweest en dat men dezelfde eisen heeft gesteld.
Waarin zit dan het verschil in quoteringen?

Hoe verantwoordt u de benoemingen?
11.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je pose cette question
concernant les nominations à la
lumière des réformes Copernic. Si
l'on pourvoit des fonctions de
management par la technique de
l'assessment, on peut s'interroger
sur la transparence du procédé et
se demander dans quelle mesure
il peut être objectivé et contrôlé.
D'importantes différences existent
en effet entre les différents tests.

Comment le ministre justifie-t-il les
dix nominations de directeurs dans
les institutions scientifiques à
présent qu'il possède le rapport du
Selor ? Peut-il fournir une liste des
candidats avec les notes qu'ils ont
obtenues pour chaque épreuve, y
compris pour les candidats qui
n'ont pas été retenus ? Comment
expliquer les importantes
différences entre les points de la
première sélection et la
deuxième ?
De voorzitter: Mijnheer De Groote, wilt u uw twee vragen samen stellen?
11.04 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil beginnen met een citaat: "Voor de Koninklijke
Bibliotheek heeft een jury bestaande uit wetenschappers, experts in
bibliotheek- en informatiewezen en in management in 2003 een
rangschikking opgemaakt van de kandidaten. Einde 2004 werd die
procedure overgedaan. Voor Nederlands- en Franstaligen werd één
jury overgehouden. In deze jury was de expertise inzake informatie-
en bibliotheekwetenschap nauwelijks nog vertegenwoordigd.
Bovendien mag worden betwijfeld of alle leden van de jury in staat
waren om beide landstalen voldoende te begrijpen."

Als we aangaande die problematiek even brainstormen, bemerk ik
een aantal merkwaardige zinsneden. Er was twee jaar nodig voor het
aanstellen van tien directeurs en voor sommigen waren er zelfs meer
jaren nodig. Er waren drie ministers bij betrokken. Er waren reeds
problemen bij de oproeping van de kandidaten. Na het arrest van de
Raad van State werd een examen ongedaan gemaakt. Wie een A
had, kon een C krijgen. Kandidaat-directeurs die geschikt waren
bevonden, waren dat plots niet meer en vice versa. Er was de vraag
of men managers of wetenschappers nodig heeft. Er was het
schijntaalevenwicht van 5-5, om het in voetbaltermen uit te drukken,
11.04 Patrick De Groote (N-VA):
La procédure de désignation des
directeurs durait dans certains cas
deux ans, voire davantage. Trois
ministres étaient impliqués dans la
procédure. Les premiers
problèmes sont apparus dès la
convocation des candidats. Après
l'arrêt du Conseil d'Etat, un
examen a été annulé. Des
candidats-directeurs dont on
estimait qu'ils réunissaient les
compétences requises ne
correspondaient subitement plus
au profil et inversement. A se
demander si, finalement, on
recherchait des `managers' ou des
`scientifiques'. Il était question
d'une apparence d'équilibre
linguistique. Plusieurs candidats
ont par ailleurs saisi le Conseil
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
en er stapten enkele kandidaten naar de Raad van State om de
benoemingen te vernietigen.

Vindt u het verantwoord om aan de Koning te vragen tot benoeming
over te gaan wanneer Selor nu al meldt dat er verzoekschriften
werden ingediend tegen de procedure die werd gevolgd voor de
selectie van de directeurs-generaal van de federale
wetenschappelijke instellingen? Bent u van oordeel dat de jury op een
zodanige wijze was samengesteld dat het mogelijk was een
deskundige en verantwoorde selectie te maken? Sommige juryleden
kenden onvoldoende Nederlands om de Nederlandstalige kandidaten
te kunnen verstaan en er zetelden in de jury onvoldoende experts met
betrekking tot de specifieke materie van elk van deze instellingen.

Ik heb vrijdag nog een aantal bijkomende vragen ingediend. Ik wil met
name de namen kennen van de juryleden van 2003 en van 2004 en
welke hun specifieke functies, bevoegdheden en specialisaties zijn.
Dat lijkt mij immers niet onbelangrijk wanneer zij zich een oordeel
moeten vormen over kandidaat-directeurs. Ik wil weten wat de kennis
van het Nederlands en het Frans was van de jury van 2004 en
hoeveel procent van de juryleden van de twee jury's specifieke
ervaring hebben inzake het bibliotheekwezen.

Hoe kan de minister het verantwoorden dat niet alleen de Koninklijke
Bibliotheek maar ook de Koninklijke Musea voor Kunst en
Geschiedenis, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en op de
koop toe het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, in handen
komen van Franstaligen? Op het Rijksarchief na, dat naar uw
kabinetsmedewerker gaat, gaat het volledige beheer van het nationaal
historisch patrimonium naar Franstaligen. Anderzijds komen er wel
alleen maar Nederlandstaligen in de drie kleinere exacte
Wetenschappelijke Instellingen in Ukkel. Vroeger werd ook in een
taalevenwicht voorzien binnen de verschillende instellingen. De reden
hiervoor zal wellicht zijn dat voor deze drie kleinere instellingen, alleen
Vlamingen bekwaam werden bevonden.

Dus door de goede rangschikking die de Vlamingen behaalden in de
ruimte-aëronomie, het KMI en de sterrenwacht, moet er een Vlaming
opgeofferd worden in het kunstenpatrimonium. Met andere woorden,
het zogenoemde taalevenwicht dat nu bereikt wordt, is eigenlijk niet
echt een evenwicht.

Bent u van oordeel dat een dergelijke totaal onevenwichtige verdeling
tussen Nederlandstaligen en Franstaligen eigenlijk een gepast gebaar
is ten aanzien van de Vlamingen, op het moment dat het land zich
opmaakt voor de viering van 175 jaar België?

In hetzelfde kader inzake een bicommunautaire instelling moet ik mijn
collega gelijk geven. Hij haalt daar een PS-figuur aan en vanuit de
sector meldt men dat het een rabiate Vlamingenhater is. Los van de
communautaire gevoeligheid, is de figuur wetenschappelijk sterk
omstreden. Wat betreft zijn werkmethode zijn er vanuit de sector ook
voldoende signalen. Het is wel belangrijk dat de directeur-generaal
kan omgaan met het personeel en kan samenwerken met collega's
uit het culturele veld. Blijkbaar verdraagt hij geen personen die zich
profileren op zijn terrein, want hij is immers de kenner van de kunst
tussen 1800 en nu. Iemand die op dat terrein wil gaan
experimenteren, wordt op alle manieren tegengewerkt. Mijnheer de
d'Etat pour demander l'annulation
de désignations.

Se justifie-t-il de procéder à des
désignations dans ces
conditions ? La composition du
jury a-t-elle permis l'organisation
d'une sélection rigoureuse ?
Certains membres du jury ne
connaissaient par ailleurs pas
assez bien le néerlandais pour
comprendre les candidats
néerlandophones. Le jury ne
comportait pas assez d'experts
pour chacune des institutions. En
dehors des Archives du Royaume,
toute la gestion du patrimoine
historique national est confiée à
des francophones. Comment le
ministre explique-t-il cela?
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
minister, de sector lust hem eigenlijk rauw. Het is jammer dat zo
iemand de zaak moet gaan leiden. Bij ons staat het beleid van de
instellingen centraal, maar de culturele sector in handen van de
Franstaligen geven, lijkt mij toch niet zo'n goed idee.
11.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mevrouw de voorzitter, er is al
veel gezegd en ik zal het dus kort houden.

Mijnheer de minister, gezien het aantal uiteenzettingen en de scherpte
van de vraagstelling had ik in feite verwacht en zelfs gehoopt dat het
tot een interpellatie zou gekomen zijn. Maar goed, wanneer collega
T'Sijen beslist om het bij een vraag te houden, respecteer ik zijn
beslissing. We moeten het appreciëren dat hij in dit dossier toch de
kar heeft getrokken, dus over alle ideologische grenzen en
partijgrenzen heen. Het is dan ook uit louter ideologische
overwegingen alleen al dat ik mij wens aan te sluiten bij dit debat. De
problematiek die collega T'Sijen heeft aangehaald samen met andere
collega's, is, wat ons betreft, een open deur intrappen. Wij kunnen tal
van voorbeelden geven met betrekking tot de scheeftrekkingen overal
te lande, waarbij de Vlamingen achtergesteld worden en de
Franstaligen voorgetrokken. Wij hebben ministers in de federale
regering die daarin specialist zijn, trouwens. In elk geval moet het
gezegd in dit debat dat er flagrante scheeftrekkingen bestaan. Ik kan
mij dus alleen maar aansluiten bij het tal van vragen die de collega's
die mij voorgegaan zijn, gesteld hebben. Daar houd ik het voorlopig
bij, tot aan mijn repliek.
11.05 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je me rallie aux
questions et aux observations des
autres intervenants. La situation
actuelle au sein des
établissements scientifiques
fédéraux reflète bien le mal belge:
les Flamands y sont discriminés et
les francophones favorisés. Mais
dans ce cas précis, cela dépasse
absolument tout entendement. Je
suis vraiment curieux d'entendre la
réponse du ministre.
11.06 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega's
T'Sijen, Creyf, Verherstraeten, De Groote en Schoofs, ik zal mijn
antwoord over de benoemingen van de nieuwe directeurs van de
federale wetenschappelijke instellingen gezamenlijk geven en ik zal
het opsplitsen in de selectieprocedure enerzijds en de gemaakte
keuze anderzijds.

Ik begin met de selectieprocedure. Voor de selectieprocedure en
meer in het bijzonder voor de samenstelling van de jury, werd
rekening gehouden met het koninklijk besluit van 22 januari 2003,
zoals het gewijzigd werd bij koninklijk besluit van 13 september 2004.

De jury's van 2003 en 2004 werden samengesteld door Selor. Het
selectiebureau Selor is een onafhankelijk orgaan, zoals u weet, dat de
selecties organiseert voor de federale overheid en adviezen aan de
bevoegde ministers formuleert. De lijsten van de leden van de jury's
van 2003 en 2004 werden overgemaakt aan alle leden van de
regering.

De informatie over de competentie en de specialisatie van de
juryleden, zowel met betrekking tot de procedure voor 2003 als met
die voor 2004, is beschikbaar bij Selor. U weet dat mijn collega
Christian Dupont, de minister van Openbaar Ambt, de bevoegde
minister is. Hij is dus degene die in staat is om u die gegevens te
bezorgen.

De quoteringen die aan de personen die kandidaat waren voor de
post van directeur van de tien instellingen, gegeven werden, maken
deel uit van de respectievelijke dossiers die niet publiek worden
gemaakt. Na het verschijnen van de benoemingsbesluiten kan elke
kandidaat overeenkomstig de wetgeving op de openbaarheid van het
11.06 Marc Verwilghen, ministre:
La procédure de sélection, et plus
particulièrement la composition du
jury, s'est déroulée aux termes
des dispositions de l'arrêté royal
du 22 janvier 2003, tel que modifié
par l'arrêté royal du 13 septembre
2004. Le Selor a composé les
jurys de 2003 et de 2004 et le
gouvernement a reçu une copie de
la liste des membres. Les
informations relatives à la
compétence et à la spécialisation
de ceux-ci sont disponibles auprès
du Selor qui ressortit à la
compétence de M. Dupont,
ministre de la Fonction publique.
Les résultats des candidats font
partie de leur dossier individuel et
ne peuvent évidemment être
révélés publiquement. Chaque
candidat a le droit de consulter son
dossier après la publication des
arrêtés de nomination. La majorité
des candidats qui ont reçu les
notes A et B disposent de très
bonnes compétences scientifiques
en rapport avec la mission
spécifique de l'institution pour
laquelle ils se sont portés
candidats.
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
bestuur zijn of haar dossier inkijken.

Op basis van de resultaten opgemaakt door Selor kom ik tot de
vaststelling dat de meerderheid van de kandidaten die een A- of een
B-quotatie ontvangen, hoge wetenschappelijke competenties hebben
die verband houden met de specificiteit van de opdracht voor elke
instelling.

De directeurs-generaal bij de federale wetenschappelijke instellingen
kunnen benoemd worden, onafhankelijk van eventuele beroepen die
bij de Raad van State zullen worden ingediend. Op dit ogenblik heeft
de Raad van State de selectieprocedure echter niet in vraag gesteld.

Ik heb mij vanaf het begin van de procedure voorgenomen om de
klassering van Selor, waarvan men mag aannemen dat het op een
professionele manier de kandidaten voor topfuncties selecteert, te
respecteren.

Na de selectieronde is gebleken dat er voor bepaalde instellingen
kandidaten van één taalrol batig werden geklasseerd. Voor de
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, voor de Koninklijke
Bibliotheek en voor het Koninklijk Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen hebben slechts twee Franstalige kandidaten
de eindmeet gehaald. Voor het Koninklijk Instituut voor het
Kunstpatrimonium werd er slechts één Franstalige kandidaat batig
geklasseerd. Voor de instellingen van het plateau Ukkel, zoals wij dat
noemen, dat zijn het KMI, de Sterrenwacht en het BIRA, voor het
Koninklijk Museum van Midden-Afrika en voor het Rijksarchief werden
uitsluitend Nederlandstalige kandidaten batig geklasseerd. Alleen voor
het Koninklijke Musea voor Schone Kunsten stonden twee kandidaten
van een andere taalrol tegenover mekaar.

Beweren dat de culturele sector in handen is van Franstaligen, zoals
ik daarstraks heb gehoord, is wat kort door de bocht. Voor het
Rijksarchief en voor het Koninklijk Museum van Midden-Afrika, twee
wetenschappelijke instellingen die in belangrijke mate werkzaam zijn
binnen de sector van de bewaring, ontsluiting en wetenschappelijke
valorisatie van het erfgoed, werd een Nederlandstalige voorgedragen.

Het is inderdaad zo dat voor de overige musea een besluit aan het
Staatshoofd zal worden voorgelegd, houdende benoeming van een
Franstalige. Dit komt omdat, in het geval van het Koninklijk Museum
voor Kunst en Geschiedenis en het Belgisch Instituut voor
Natuurwetenschappen, alleen Franstalige kandidaten de eindmeet
hebben bereikt. De nieuwe directeurs-generaal hebben op zijn minst
een passieve kennis van de andere landstaal. In alle beheersorganen
is de voorzitter tweetalig en wordt hij of zij bijgestaan door
ambtenaren van de programmatorische overheidsdienst
Wetenschapsbeleid en ook door externe leden die de andere
landstaal voldoende machtig zijn.

De vraag over de defederalisering van de federale wetenschappelijke
instellingen is nu niet aan de orde. In de praktijk werken deze
instellingen trouwens nauw samen met de Gemeenschappen. Ik ben
het wel met sommige vraagstellers eens dat een hervorming van de
instellingen nodig is. Het is trouwens ook mijn intentie om hiervoor de
aanbevelingen van het Witboek als leidraad te nemen.

Les directeurs généraux peuvent
être nommés indépendamment
des recours qui pourraient être
introduits auprès du Conseil d'Etat.
A ce jour, aucun recours n'a été
introduit.

Je me suis proposé dès le début
de suivre la procédure de
classification utilisée par le Selor.
Après la sélection, il s'est avéré
que par hasard, pour certaines
institutions, seuls des candidats
appartenant à un régime
linguistique donné avaient réussi
toutes les épreuves. Il s'agit de
deux candidats francophones pour
les Musées royaux d'Art et
d'Histoire, la Bibliothèque royale et
l'Institut royal des Sciences
naturelles de Belgique ; d'un
candidat francophone pour
l'Institut royal du Patrimoine
artistique ; de deux candidats
néerlandophones pour les trois
institutions d'Uccle ­ à savoir
l'IRM, l'Observatoire royal de
Belgique et l'IASB -, le Musée
royal de l'Afrique centrale et les
Archives de l'Etat. Par contre,
deux candidats d'appartenance
linguistique différente étaient en
lice pour les Musées royaux des
Beaux-Arts.

Il est dès lors tout à fait excessif
d'affirmer que le secteur culturel
de ce pays est aux mains des
francophones. Pour les Archives
du Royaume et le Musée royal
d'Afrique centrale, un candidat
néerlandophone a été proposé.
Ces institutions ne sont quand
même pas de moindre
importance. Pour les autres
musées, les candidats sont en
effet francophones. En ce qui
concerne les Musées royaux d'Art
et d'Histoire et l'Institut royal des
Sciences naturelles de Belgique,
seuls des francophones ont en
effet réussi l'épreuve de sélection
finale.

Les nouveaux directeurs généraux
connaissent au moins
passivement l'autre langue
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Mevrouw de voorzitter, dat is wat ik wou zeggen over deze 10
benoemingen. Ik verzet mij wel met kracht tegen het feit dat men
classificaties tussen deze instellingen doorvoert. Het is alsof er een
eerste en een tweede klasse bestaat en dat is nooit de bedoeling
geweest van de wetgever. Dit is ook nooit van enig belang geweest bij
het doorlopen van de procedure.
nationale. Les présidents des
organes de gestion sont toujours
bilingues. Par ailleurs, les
fonctionnaires du SPP Politique
scientifique et des membres
extérieurs qui maîtrisent
suffisamment l'autre langue
nationale les assistent.

La défédéralisation des
établissements scientifiques
fédéraux n'est pas à l'ordre du
jour. Dans la pratique, une
collaboration étroite avec les
Communautés existe déjà.
J'estime toutefois qu'une réforme
des institutions est nécessaire; les
recommandations du Livre blanc
peuvent servir de fil conducteur à
cette réforme.

Pour terminer, je m'oppose à la
conception avancée ici selon
laquelle il y aurait des
établissements fédéraux de
premier et de second niveau. Ils
sont tous sur un pied d'égalité.

11.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord op mijn vraag. Dit is trouwens altijd een vraag geweest,
mevrouw Creyf, en nooit een interpellatie. Het verschil tussen een
interpellatie en een vraag kent men intern waarschijnlijk wel, maar niet
alle mediamensen zijn daarvan op de hoogte. Een interpellatie is voor
mij een instrument voor de oppositie. Ik heb dit niet gemerkt vandaag.
Ik denk dat de vraag net zo belangrijk is in dit dossier.

Ik ben natuurlijk niet helemaal tevreden en zelfs een beetje
ontgoocheld over het antwoord in verband met het Koninklijk Museum
voor Schone Kunsten. Er zijn met name drie elementen die beslissen
over de benoeming en de aanstelling van de hoofdconservator, te
weten de taalaanhorigheid, het examen en een interview. Er is
duidelijk gebleken dat het interview, het meest subjectieve element,
de doorslag heeft gegeven en dat met de 20 jaar ervaring van de heer
Leen geen rekening wordt gehouden. Ik vrees dat als de heren Leen
en Draguet beiden het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
moeten runnen dit problemen zal geven op inhoudelijk vlak.

Ik hoor nog altijd mensen die de federale instellingen verdedigen. Ik
ben op dat vlak wel tevreden met het antwoord van de minister om de
samenwerking met de Gemeenschappen te intensifiëren en om
rekening te houden met de hervorming zoals omschreven in het
Witboek. Ik ben geen verdediger meer van de federale instellingen.
Personeel en infrastructuur kan voor mijn part federaal blijven, maar
ik denk dat het inhoudelijke culturele beleid volledig zou moeten
worden toegewezen aan de Gemeenschappen. Mijns inziens is dit
ook de enige manier om een goed cultureel beleid te voeren in deze
federale wetenschappelijke instellingen.
11.07 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Je n'ai jamais eu l'intention de
formuler une interpellation sur
cette matière. J'estime que
l'interpellation est un instrument
qui appartient à l'opposition.

Je suis toutefois quelque peu déçu
de la réponse du ministre. J'ai
l'impression que l'entretien avec
les candidats a eu beaucoup de
poids dans la sélection, alors qu'il
s'agit de la partie de l'examen qui
se prête le plus à la subjectivité.
La situation créée au sein des
Musées royaux des Beaux-Arts
est intenable.

Je me félicite de ce que le ministre
souhaite une réforme basée sur le
Livre blanc. La gestion du
personnel et l'infrastructure des
établissements scientifiques
fédéraux sont des aspects qui
peuvent sans difficulté être gérés
à l'échelon fédéral, alors que le
fonctionnement de ces
établissements doit, sur le fond,
pouvoir être dirigé par les
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Communautés. C'est la seule
manière d'arriver à une gestion
saine.
11.08 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, het verschil
tussen een mondelinge vraag en een interpellatie is dat men na een
interpellatie nog iets kan doen indien het antwoord niet bevredigend
is. Dat is niet het geval bij een vraag.

Mijnheer de minister, van de tien instellingen waren er nog twee met
een directeur in functie. Vele instellingen hadden reeds een
waarnemend directeur of zelfs een waarnemend directeur die met
pensioen ging en opgevolgd werd door een andere waarnemend
directeur. Deze instellingen hebben nood aan de benoeming van een
directeur-generaal, zodat er rust kan terugkeren en het eigenlijke
échte werk kan beginnen. Dat was de reden waarom ik aanvankelijk
aarzelde om hierover vragen te stellen. Volgens mij moeten de
instellingen eindelijk kunnen werken.

De vrees voor nieuwe procedures is groot. Ik merk dat dat opnieuw
weegt op de instellingen. Zij weten niet of er niet opnieuw een
klachtenronde zal beginnen. Wat zal men dan doen? Op een vorige
vraag hebt u geantwoord niet van plan te zijn nog eens een nieuwe
selectieprocedure uit te schrijven. U hebt op dat punt wellicht gelijk. U
blijft er wel bij dat wellicht nieuwe procedures zullen volgen.

Er is eveneens de discussie rond de figuur van de heer Draguet. De
heer De Groote heeft er reeds op gewezen dat betrokkene een 100%
PS-figuur is, die geen gebenedijd woord Nederlands spreekt. Hoe kan
het dat zo iemand aan het hoofd staat van een dergelijk belangrijke
instelling?! Mijnheer de minister, alles heeft te maken met de
geloofwaardigheid van de instellingen.

Ik verdedig de federale wetenschappelijke instellingen, omdat ze een
belangrijk patrimonium beheren, een belangrijke rol spelen in het
bewaren van het verleden, in het buitenland erkend en gewaardeerd
worden meer dan dat in eigen land het geval is.

Mijnheer T'Sijen, ik hoop dat u geen nieuwe geschiedenis "plantentuin
van Meise" wilt. Mocht men ooit gedacht hebben aan de federalisering
van de wetenschappelijke instellingen, dan denk ik dat men na de
geschiedenis met de plantentuin van Meise wellicht eens en voor
goed, bekomen is van de idee om de grote federale instellingen te
regionaliseren of federaliseren.

Mijnheer de minister, de federale wetenschappelijke instellingen
moeten geloofwaardig zijn als federale instellingen. Ik vrees dat dat
met de nieuwe benoemingen helemaal niet het geval is. Meer nog,
men creëert zelf de basis om aan de federale wetenschappelijke
instellingen te raken en te tornen.
11.08 Simonne Creyf (CD&V):
J'avais au départ l'intention de ne
poser aucune question sur ce
dossier car les établissements
concernés, après des années
d'agitation, avaient surtout besoin
de calme et de stabilité. Or, la
situation engendrée aujourd'hui
inclut le risque de nouvelles
procédures de recours qui peuvent
affecter la stabilité. De toute
évidence, le ministre n'envisage
pas de lancer une nouvelle
procédure de sélection.

La nomination de M. Draguet porte
gravement atteinte à la crédibilité
du Musée des Beaux-Arts :
l'intéressé est une personnalité PS
jusqu'au bout des ongles qui ne
parle pas un traître mot de
néerlandais.

Je m'oppose à la vision de M.
T'Sijen qui plaide pour une
défédéralisation de ces nouveaux
établissements. A-t-il déjà oublié le
chemin de croix enduré par le
Jardin botanique de Meise ? Les
établissements doivent demeurer
fédéraux, à condition que leur
crédibilité reste intacte.
11.09 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, laat mij
zeggen dat ik eigenlijk geen antwoord heb gekregen op mijn vragen.
U verwijst door naar Selor wat betreft de assessment-resultaten en de
verschillen, en naar uw collega Dupont. Ik zal dat doen, maar ik meen
dat u ­ zeker in het licht van het antwoord op de vorige mondelinge
vraag van anderhalve maand geleden, mijnheer de minister ­ een
verslag van Selor hebt gekregen op basis waarvan u de benoemingen
11.09 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je constate que cette
réponse n'en est en réalité pas
une. J'interrogerai M. Dupont à ce
sujet, bien que j'estime que
M. Verwilghen dispose de plus
d'éléments qu'il n'en a fourni ici. Il
CRIV 51
COM 538
22/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
hebt kunnen doen en op basis waarvan u perfect had kunnen
antwoorden. Daar leid ik uit af dat er significante verschillen zijn
tussen de resultaten van de assessment-procedures ­ fase 1, voor
het eerste arrest van de Raad van State ­ en fase 2, na het arrest van
de Raad van State.

Deze verschillen zijn zo significant dat ze niet objectiveerbaar zijn en
niet objectiveerbaar verklaarbaar. Dit lijkt mij verdacht, mijnheer de
minister. Het feit dat u niettegenstaande over dat verslag beschikt ­
zonder dat zou u uiteraard uw benoemingen niet hebben kunnen ­
doet vragen rijzen omtrent de objectiviteit van de procedures en de
objectiviteit van heel het systeem, zoals het nu wat betreft
mandaatfuncties en de benoemingen ervan in mekaar steekt. Dat is
ten koste van die instellingen, mijnheer de minister, en ook ten koste
van de geloofwaardigheid van de mandaathouders.

Wij hebben onlangs nog in dit Parlement gediscussieerd over
referenda en volksraadplegingen. Ik weet dat de partij waartoe u
behoort daar absoluut voorstander van is. In de vorige legislatuur,
onder Paars I, heeft men een volksraadpleging gehouden over de
vraag of men de benoemingen objectief wil invullen. Men heeft van
10% van de bevolking antwoord gekregen. Uiteraard antwoordden zij
ja. Ik dacht dat dat een aanleiding moest geven om dat allemaal
objectief te doen. Die objectiviteit wordt in elk geval minstens wat de
schijn betreft niet gegeven en ik heb vermoedens dat het ook wat de
realiteit betreft niet het geval is, mijnheer de minister.
a tout de même également reçu le
rapport du Selor.

Le premier gouvernement
Verhofstadt avait déjà organisé un
référendum pour questionner la
population sur les procédures de
nomination objectives. Personne
ne peut évidemment y être
opposé. Il est grand temps que le
gouvernement mette ses bonnes
intentions en pratique.
11.10 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, een echt antwoord op mijn vragen heb ik eigenlijk niet
gehad. Ik heb het dan vooral over de informatie in verband met de
competentie. U stelt dat die beschikbaar is bij Selor en u schuift het
door naar minister Dupont. Ook wat betreft de samenstelling van de
jury worden we doorverwezen.

Op dit ogenblik stelt u dat de selectieprocedure niet in vraag gesteld
wordt door de Raad van State, maar er is nog altijd de mogelijkheid of
de vrees dat er een nieuwe procedureslag komt. Wat gebeurt er dan
met de verdere werking?

Ik blijf het moeilijk hebben met de benoeming van de heer Draguet. Er
zijn voldoende argumenten aangehaald die dat staven.

Anderzijds kan ik mij wel vinden in uw visie om de infrastructuur en
het patrimonium federaal te houden en het echt cultureel beleid door
de Gemeenschappen te laten gebeuren.

Ik stel vast dat de directiekosten verdeeld zijn. Er was nog een kleine
hoop dat men daarop zou terugkomen.

Ik denk dat wij kunnen stellen dat de musea in het algemeen dus
geleid worden door Franstaligen.
11.10 Patrick De Groote (N-VA):
Il n'a pas été répondu à mes
questions. Le ministre fait
également valoir que le Conseil
d'Etat n'a pas contesté la
procédure de sélection. Mais nous
acceptons toujours difficilement la
nomination de M. Draguet et
constatons que, dans les faits, les
francophones dirigent les musées
belges.
11.11 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het is de
tweede legislatuur dat ik u als minister meemaak, maar in deze
legislatuur hebt u een andere portefeuille.

Wij mogen toch wel stellen dat u op het punt van benoemingen al
meermaals geplaagd werd met omstreden beslissingen of
11.11 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Plusieurs affaires de
nominations controversées ont
déjà émaillé la carrière du
ministre, celle-ci n'étant que la
énième d'une longue liste. Le
22/03/2005
CRIV 51
COM 538
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
beslissingen uit uwen hoofde die als omstreden werden omschreven
door anderen, de media onder andere. Het is spijtig dat dat weer op
uw nek valt, maar uiteraard: u draagt de verantwoordelijkheid. Als ik
uw antwoord en de replieken van de verschillende collega's heb
gehoord, dan zou ook dit weer een dossier kunnen worden waarmee
u opnieuw wordt geplaagd. Ik zou toch voorzichtig zijn, mijnheer de
minister, op dat vlak.

Verder denk ik dat de conclusie eenvoudig is. Wij zitten hier met
collega's van diverse partijen en diverse stromingen. Dat topje van de
ijsberg van 175 jaar onrechtvaardigheid wordt vandaag nog maar
eens even in het licht gezet en bijgeschaafd.

Collega's, wij moeten ons geen illusies maken. Alleen een volledige
splitsing zal op dat vlak soelaas kunnen bieden. Zoniet, blijven wij hier
in commissies en in de plenaire vergadering met mondelinge vragen,
interpellaties en moties de Vlaamse jeremiades aanheffen in hoofde
van ons parlementair mandaat, maar er zal op dat vlak weinig
veranderen.

In elk geval mag u er zeker van zijn dat het Vlaams Belang ook dat
dossier weer bijschrijft in zijn reeds rijk gevuld Belgisch zwartboek.
Wij zullen terzake dan ook de nodige voorstellen indienen om
daaraan via parlementaire weg tegemoet te komen, opdat
gerechtigheid ook in dat dossier mag geschieden en opdat zoiets in
de toekomst niet meer zou kunnen voorkomen.
Vlaams Belang ne manquera pas
de citer ce dossier dans son `Livre
noir de la Belgique' et continuera
d'oeuvrer pour les nominations
soient rendues plus équitables à
l'avenir. Seule la scission complète
des Communautés finira par
apporter quelque amélioration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, er staan nog drie vragen op de agenda. Ik heb echter vernomen dat u
om 12.00 uur weg moet. Wij kunnen die vragen verschuiven naar de namiddagvergadering om 14.00 uur.
Akkoord? Dan doen we dat. Dank u.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.04 heures.