CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 532
CRIV 51 COM 532
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mardi
dinsdag
15-03-2005
15-03-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
désignation d'un nouveau président de la Banque
mondiale" (n° 5847)
1
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aanstelling van een nieuwe voorzitter van de
Wereldbank" (nr. 5847)
1
Orateurs: Zoé Genot, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Zoé Genot, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Questions jointes de
2
Samengevoegde vragen van
2
- Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la déduction des
intérêts notionnels" (n° 5852)
3
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
notionele intrestaftrek" (nr. 5852)
2
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les mesures
compensatoires pour la déduction des intérêts
notionnels et les nouvelles mesures d'économies
de 300 millions d'euros" (n° 5911)
3
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de
compenserende maatregelen voor de notionele
intrestaftrek en de nieuwe besparingen van 300
miljoen euro" (nr. 5911)
2
Orateurs: Trees Pieters, Carl Devlies, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Trees Pieters, Carl Devlies, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'annulation de la vente du bâtiment de l'ONSS"
(n° 5850)
8
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de vernietiging van de verkoop van het
RSZ-gebouw" (nr. 5850)
8
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de la suppression des titres au
porteur pour les petits épargnants" (n° 5910)
9
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het effect op de kleine spaarders van de
afschaffing van de effecten aan toonder"
(nr. 5910)
9
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Servais Verherstraeten
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Servais Verherstraeten
Interpellation et questions jointes de
11
Samengevoegde interpellatie en vragen van
11
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la clef de répartition
francophones/néerlandophones lors des
recrutements/nominations à l'AFER, à l'ADA, à
l'ACED, à l'ISI et à l'AREC" (n° 557)
11
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
verhouding Nederlandstaligen-Franstaligen bij de
aanwervingen/benoemingen bij de AOIF, ADC,
AKRED, BBI en AI" (nr. 557)
11
- M. Servais Verherstraeten au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le nombre
d'engagements de néerlandophones et de
francophones au sein du SPF Finances" (n° 5981)
11
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het aantal Nederlandstalige en Franstalige
aanwervingen bij de FOD Financiën" (nr. 5981)
11
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "le respect de la
législation linguistique par l'administration du
Cadastre à Bruxelles" (n° 6025)
11
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de naleving van
de taalwetgeving door de administratie van het
Kadaster te Brussel" (nr. 6025)
11
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Servais
Verherstraeten, Carl Devlies, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances, Annemie Roppe, Dirk Van der
Maelen, président du groupe sp.a-spirit
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie, Servais
Verherstraeten, Carl Devlies, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Annemie Roppe, Dirk Van
der Maelen, voorzitter van de sp.a-spirit-
fractie
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Motions
19
Moties
19
Interpellations jointes de
20
Samengevoegde interpellaties van
20
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les propositions
relatives à la déduction fiscale de l'épargne-
pension" (n° 561)
- de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
voorstellen in verband met de fiscale aftrek van
het pensioensparen" (nr. 561)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "les propositions du
sp.a et du VLD visant à instaurer un taux unique
en matière de déduction fiscale pour l'épargne-
pension" (n° 565)
- mevrouw Marleen Govaerts tot de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
voorstellen van sp.a en VLD om de aftrek
pensioensparen voor iedereen gelijk te maken"
(nr. 565)
Motions
23
Moties
23
Orateurs: Pieter De Crem, président du
groupe CD&V, Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances, Carl Devlies
Sprekers: Pieter De Crem, voorzitter van de
CD&V-fractie, Marleen Govaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën, Carl Devlies
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le sort fiscal
des rentes alimentaires en cas de garde conjointe
d'enfants par des parents séparés" (n° 5957)
24
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale behandeling van de
onderhoudsuitkeringen wanneer gescheiden
ouders het gezamelijk hoederecht over de
kinderen hebben" (nr. 5957)
24
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
mesures fiscales relatives au plan PC privé"
(n° 5958)
27
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale maatregelen betreffende het PC-privé-
plan" (nr. 5958)
27
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Jacques Chabot au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'indexation
du montant des ressources pour qu'un enfant soit
considéré fiscalement comme étant à charge du
contribuable" (n° 5959)
28
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
indexering van het maximumbedrag van de
bestaansmiddelen van een kind om als ten laste
van de belastingsplichtige te worden beschouwd"
(nr. 5959)
28
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le data
mining" (n° 5965)
29
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
data mining" (nr. 5965)
29
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Annemie Roppe au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "les
implications de l'adaptation obligatoire des statuts
au nouveau Code des sociétés et de la
conversion du capital en euros pour l'application
du taux réduit en matière de précompte mobilier"
(n° 5995)
31
Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
gevolgen van de verplichte aanpassing van de
statuten aan het nieuw Wetboek van
vennootschappen en van de omzetting van het
kapitaal in euro voor wat betreft de toepassing
van het verlaagd tarief inzake roerende
voorheffing" (nr. 5995)
31
Orateurs: Annemie Roppe, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Annemie Roppe, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"les paiements effectués par des débiteurs
d'aliments au Service des créances alimentaires"
33
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de betalingen uitgevoerd door
onderhoudsplichtigen aan de Dienst voor
33
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
(n° 5968)
Alimentatievorderingen" (nr. 5968)
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de Mme Dalila Douifi au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration des prêts hypothécaires dans le cadre
de l'impôt des personnes physiques" (n° 5979)
34
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
aangifte van hypothecaire leningen in de
personenbelasting" (nr. 5979)
34
Orateurs: Dalila Douifi, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Dalila Douifi, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Bart Tommelein au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le
traitement fiscal des minibus utilisés pour le
transport des ouvriers du bâtiment" (n° 5908)
36
Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale behandeling van minibusjes gebruikt voor
het vervoer van bouwvakkers" (nr. 5908)
36
Orateurs: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Bart Tommelein, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur
"l'octroi et la récupération des indemnités de
détachement" (n° 5982)
37
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de toekenning en terugvordering van de
detacheringsvergoedingen" (nr. 5982)
37
Orateurs: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MARDI
15
MARS
2005
Matin
______
van
DINSDAG
15
MAART
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.12 uur door de heer Luk Van Biesen, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.12 heures par M. Luk Van Biesen, président.
01 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la désignation
d'un nouveau président de la Banque mondiale" (n° 5847)
01 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aanstelling van een nieuwe voorzitter van de Wereldbank" (nr. 5847)
01.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la désignation d'un nouveau président de la Banque
mondiale suscite beaucoup de questions. La "tradition" est que la
Banque mondiale est présidée par un Américain et le Fonds
monétaire international par un Européen. Mais, depuis de
nombreuses années, des pays en voie de développement émettent
des réserves à propos de cette manière de travailler et insistent pour
avoir plus d'emprise sur la politique de ces deux institutions. Entre-
temps, d'autres mandats "intéressants" participent au jeu comme, par
exemple, la présidence de l'OMC.
Le 3 mars dernier, le "Financial Times" mentionnait la candidature du
vice-ministre américain Wolfowitz comme l'une des plus importantes
pour la présidence de la Banque mondiale. La désignation de
M. Wolfowitz serait la consécration de la politique américaine à la
Banque mondiale et un très mauvais signal vis-à-vis de la
communauté internationale et des pays en voie de développement.
Monsieur le ministre, j'aimerais savoir comment la Belgique va
essayer de se positionner dans ce délicat jeu d'attribution de
présidences. Notre pays pourrait-il soutenir pour l'un ou l'autre des
postes un candidat, si possible progressiste, issu d'un pays en voie de
développement?
01.01 Zoé Genot (ECOLO):
Volgens de "Financial Times" zou
de benoeming van de heer
Wolfowitz tot voorzitter van de
Wereldbank de bekroning van het
Amerikaanse beleid zijn. Zal
België, met betrekking tot het
voorzitterschap van de
Wereldbank, het IMF of de WTO,
een progressieve en uit een
ontwikkelingsland afkomstige
kandidaat steunen?
01.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Genot, une candidature à la présidence de la Banque mondiale doit
être soumise non par un gouverneur de la Banque mondiale mais par
un directeur exécutif de la Banque. Ce candidat est normalement
proposé par le directeur exécutif qui représente le pays dont est
originaire le candidat, ce qui est assez logique.
Le directeur exécutif belge, M. Alzetta, représente l'Autriche, la
Belgique, la Biélorussie, la Hongrie, le Kazakhstan, le Luxembourg,
01.02 Minister Didier Reynders:
Een kandidatuur voor het
voorzitterschap van de Wereld-
bank moet worden voorgedragen
door een uitvoerend directeur die
het land vertegenwoordigt waaruit
de kandidaat afkomstig is. Geen
enkel land dat door de Belgisch
uitvoerend directeur vertegen-
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
les républiques slovaque et tchèque, la Slovénie et la Turquie.
A ce jour, aucun de ces pays n'aurait l'intention de soumettre un
candidat, mais nous sommes encore loin de la procédure.
Il n'y a par ailleurs encore aucune candidature officielle à la
présidence de la Banque mondiale.
Aucun pays en voie de développement ne semble avoir l'intention de
présenter une candidature. Les Etats-Unis pourraient avancer une
candidature mais, malgré les nombreux noms cités dans la presse,
aucune candidature officielle, voire officieuse, n'a été proposée à ce
jour.
Quant à M. Wolfowitz, tant le Pentagone que lui-même ont indiqué
que ce dernier a l'intention de rester au Pentagone. On peut
évidemment invoquer beaucoup de rumeurs.
La Belgique prendra position lorsqu'une candidature officielle ou
plusieurs candidatures seront avancées. Nous avons déjà évoqué au
sein de l'Ecofin que, si une candidature américaine devait être
annoncée, nous demanderions une consultation des ministres
européens puisque cela fut fait, en sens inverse, à chaque
présentation de candidature européenne pour le Fonds monétaire.
Je me réjouis d'ailleurs de la décision que nous avons prise de
désigner mon collègue, M. de Rato, à la fonction de directeur général
du Fonds monétaire. Pour l'instant, la question est quelque peu
prématurée: il n'y a aucune candidature à soutenir pour l'instant
puisque nous n'avons pas l'intention d'en présenter une et que,
surtout, je n'en ai pas vu apparaître une seule.
woordigd wordt, zou van plan zijn
een kandidaat naar voren te
schuiven, en ook geen enkel
ontwikkelingsland zou die intentie
hebben. De Verenigde Staten
hebben nog geen officiële
kandidaat voorgedragen. De heer
Wolfowitz heeft te kennen
gegeven dat hij in het Pentagon wil
blijven.
België zal zijn standpunt bepalen
op basis van de officiële
kandidaturen. Indien de Verenigde
Staten een kandidaat voorstellen,
zullen we vragen dat de Europese
ministers zich hierover beraden.
01.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, pouvez-vous nous
donner une idée du calendrier de ces candidatures?
01.03 Zoé Genot (ECOLO): Wat
is het tijdpad voor de
kandidaturen?
01.04 Didier Reynders, ministre: Je présume que nous en parlerons
lors des réunions de printemps du Fonds monétaire et de la Banque
mondiale, qui se tiendront au cours du week-end des 15 et 16 avril. Si
des départs sont envisagés, ce sera de toute façon pour le mois de
mai ou juin. Je suppose donc qu'à partir des réunions de printemps,
les procédures seront plus formellement enclenchées.
01.04 Minister Didier Reynders:
De procedures zullen ongetwijfeld
in de lente formeel worden
opgestart.
01.05 Zoé Genot (ECOLO): J'espère donc que, lorsque les
candidatures seront connues, les différents intervenants européens,
au sens large du terme puisque j'entends que la Turquie est déjà
représentée par notre directeur exécutif, pourront soupeser les
qualités des divers candidats et, éventuellement, soutenir un candidat
du sud.
01.05 Zoé Genot (ECOLO):
Vermits de Belgische uitvoerend
directeur ook Turkije vertegen-
woordigt, hoop ik dat de Europese
vertegenwoordigers een kandidaat
uit het zuidelijk halfrond zullen
steunen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de notionele
intrestaftrek" (nr. 5852)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de compenserende
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
maatregelen voor de notionele intrestaftrek en de nieuwe besparingen van 300 miljoen euro" (nr. 5911)
02 Questions jointes de
- Mme Trees Pieters au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déduction des intérêts
notionnels" (n° 5852)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les mesures compensatoires
pour la déduction des intérêts notionnels et les nouvelles mesures d'économies de 300 millions
d'euros" (n° 5911)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, net voor de kerstvakantie heeft de eerste minister
aangekondigd dat de regering een notionele intrest zou invoeren als
alternatief voor het fiscaal voordeelregime van coördinatiecentra. Het
fiscaal regime werd immers betwist en uiteindelijk afgevoerd door de
Europese Commissie. Met het principe van de notionele intrest
kunnen wij ons zeer zeker akkoord verklaren. Ik verwijs naar een
wetsvoorstel over de autofinancieringsaftrek dat door de heer Devlies,
senator Schouppe en door mijzelf reeds geruime tijd geleden in de
Kamer werd ingediend en dat nog bij de diensten voor de drukproef
ligt. De invoering van de notionele-intrestaftrek zal uiteraard
budgettaire implicaties hebben. Geruchten deden de ronde - mijn
vraag dateert van 11 maart - dat de regering overwoog om ter
compensatie de investeringsreserve af te schaffen.
Het systeem van investeringsreseve is nauwelijks 2 jaar geleden
ingevoerd binnen het fameuze KMO-plan dat werd opgezet door de
voormalige minister van KMO en Middenstand, de heer Daems. Pas
op de megaministerraad van januari 2004 heeft de regering besloten
om het systeem van de investeringsreserve te evalueren om te
onderzoeken of het stelsel goed werkte of eventueel zou moeten
worden gewijzigd met als doel de werkgelegenheid te verhogen en de
kapitaalstructuur van de KMO te verbeteren. Die evaluatie omtrent de
investeringreserve, ingevoerd door minister Daems, zou voor
1 juli 2004 worden bekendgemaakt. Vandaag is die evaluatie er nog
steeds niet.
Op een bepaald ogenblik was er sprake van het afvoeren van de
investeringsreserve in functie van de budgettaire implicatie van de
notionele-intrestaftrek.
Mijnheer de minister, ik heb dan toch een aantal vragen in verband
met de notionele intrestaftrek.
U zou niet van plan zijn om het systeem van de investeringsreserve af
te schaffen. Er zou dus een keuzemogelijkheid bestaan tussen ofwel
notionele intrestaftrek ofwel de mogelijkheid van een
investeringsreserve. Dat is al een eerste oplossing voor de vraag die
ik op 11 maart 2005 heb gesteld.
02.01 Trees Pieters (CD&V):
Avant les vacances de Noël, le
premier ministre avait lancé la
déduction des intérêts notionnels
comme une alternative au régime
fiscal préférentiel pour les centres
de coordination.
Le CD&V adhère totalement à
cette idée et a d'ailleurs déposé
une proposition de loi allant dans
le même sens. Pour compenser
l'incidence budgétaire de la
déduction des intérêts notionnels,
il a été suggéré de supprimer la
réserve d'investissement. En
janvier, le gouvernement a décidé
de procéder à l'évaluation de ce
système, instauré il n'y a pas
même deux ans. Cette évaluation
n'a toujours pas été réalisée.
Les PME sont créatrices d'emploi
et disposent généralement de
fonds propres limités. Le
remplacement de la réserve
d'investissement par la déduction
des intérêts notionnels les
exposerait dès lors à des
difficultés. Le Conseil des
ministres a dans l'intervalle décidé
de ne pas supprimer la réserve
d'investissement, mais de prévoir
une possibilité de choix.
De voorzitter: U stelt een vraag en geeft zelf het antwoord.
02.02 Trees Pieters (CD&V): Ik heb mijn vraag gesteld...
De voorzitter: Ik constateer enkel dat u een vraag stelt en onmiddellijk zelf het antwoord geeft.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb mijn
vraag op 11 maart 2005 gesteld. Toen was er sprake van een
eventuele afschaffing van de investeringsreserve, net zoals het
eventuele belasten van de meerwaarden op aandelen, in het kader
02.03 Trees Pieters (CD&V):
L'évaluation de la réserve
d'investissement sera-t-elle
réalisée?
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
van de budgettaire implicatie van de notionele intrestaftrek. Ik hoor nu
dat er een keuzemogelijkheid bestaat. Ik herhaal dat nog even. Dat
lijkt mij goed.
Ik wil wel nog een tweede vraag aanhouden. Komt de evaluatie over
de investeringsreserve, waarin was voorzien vóór 1 juli 2004, er nog
of werd ze afgevoerd? Het gaat om een beslissing, genomen in
Gembloux. Zal de evaluatie er nog komen?
Mijnheer de minister, mijn vierde vraag vervalt ook, omdat u door de
keuzemogelijkheid al een antwoord hebt gegeven. Ik heb evenwel nog
een aantal bijkomende vragen, die zijn gegroeid na 11 maart 2005.
Het zal voor u niet moeilijk zijn er een antwoord op te geven.
Dit systeem komt er ten gunste van de coördinatiecentra. Kunt u mij
even uitleggen wat het voordeel voor de coördinatiecentra is? Ten
tweede, is de notionele intrestaftrek gebaseerd op de marktwaarde,
dus de intresten die courant door de banken gehanteerd worden, of is
er een andere maatstaf die hoger of lager is? Of is het gebaseerd op
de marktwaarde?
Ten slotte hoorde ik dat de notionele intrestaftrek toch een budgettaire
impact zal hebben van ongeveer 500 miljoen euro. U spreekt over
een aantal terugverdieneffecten, maar dit zou dan toch niet volledig
worden gedekt. In welke compensatie wordt op dit ogenblik voorzien
met betrekking tot de kost van nog 300 of 400 miljoen euro?
Le système de la déduction des
intérêts notionnels remplace celui
des centres de coordination, mais
quel est leur avantage par rapport
à ces derniers? Les intérêts
seront-ils basés sur la valeur de
marché ou un autre critère sera-t-il
appliqué? L'incidence budgétaire
de la "déduction des intérêts
notionnels" est estimée à environ
500 millions d'euros. Les effets
positifs induits ne suffiront pas à
compenser une telle somme.
Comment cette somme sera-t-elle
compensée?
02.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit onderwerp is al enkele malen aan bod gekomen in deze
commissie. Het idee van de notionele intresten komt bij mijn weten
van het Verbond van Belgische Ondernemingen, bij wie ik voor de
eerste maal een tekst hierover heb gelezen. Uzelf, mijnheer de
minister, hebt dit ter sprake gebracht in de commissie, ongeveer een
jaar geleden, naar aanleiding van een discussie die we hebben gehad
over de tarieven van de vennootschapsbelasting.
Ik heb toen onmiddellijk positief gereageerd op uw suggestie terzake
en gezegd dat ik een dergelijk voorstel graag zou ondersteunen. Wij
hebben trouwens later met onze fractie, zowel in de Kamer als in de
Senaat, zelf een voorstel uitgewerkt onder de benaming
autofinancieringsaftrek, dat bij de diensten ingediend is.
De voordelen van dat systeem zijn evident. Het zal een verlaging van
het effectief tarief met zich meebrengen. De solvabiliteitsratio van de
bedrijven zal verbeteren. Het verschil in behandeling van eigen en
vreemd vermogen wordt verminderd.
Ik ben dan ook erg benieuwd om de juiste tekst van het wetsontwerp
te kennen.
Er zijn in elk geval reeds enkele kleine verschilpunten tussen ons
voorstel en uw ontwerp, vermits wij in ons voorstel ook een minimale
belastbare grondslag hadden in geval van ambtshalve aanslag. Wij
zeggen dat die notionele intresten gebruikt kunnen worden als
minimum belastbare grondslag, dus voor de vennootschappen die in
gebreke blijven om een aangifte in te dienen of om te reageren op
een bericht van wijziging. Wij hadden het systeem ook een
aanslagjaar vroeger van toepassing laten worden.
02.04 Carl Devlies (CD&V): Le 4
mars 2005, le gouvernement a
approuvé la déduction des intérêts
notionnels. Le CD&V a déposé
une proposition analogue, sous
l'appellation `déduction d'auto-
financement'. Quelles mesures
compensatoires le gouvernement
prévoira-t-il?
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Met betrekking tot de financiering hadden wij berekeningen gemaakt,
weliswaar op basis van de OLO 2004, waarbij we kwamen tot een
kostprijs van 666 miljoen. Ons standpunt is dat de financiering
daarvan kon gebeuren door de meerontvangsten die u hebt in de
vennootschapsbelasting en die het gevolg zijn van de wetswijziging
van 2002, toen de belastbare grondslag gewijzigd is geworden, in die
mate dat de daling van de nominale tarieven meer dan
gecompenseerd werd en dat uw ontvangsten gestegen zijn.
Blijkbaar heeft de regering een aantal moeilijke besprekingen gevoerd
en moest u hier en daar wat toegevingen doen. Ik stel vast dat u een
aantal compenserende maatregelen voorstelt. Ik had daarover graag
wat meer informatie bekomen. Ik sluit mij in die zin aan bij de vraag
van mevrouw Pieters die daar al een aantal zaken over vermeld heeft.
De voorzitter: (...)
02.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik rond bijna af.
Had u mij laten uitspreken, dan was ik misschien al klaar geweest.
De voorzitter: Niemand is verplicht te blijven luisteren naar zijn collega's. Wie niet wil luisteren mag gerust
een wandelingetje maken. We zullen verwittigen als de vraag gedaan is. Ik verzoek iedereen de
toegemeten tijdspanne te respecteren, zodanig dat alles in orde is, waarvoor mijn dank.
02.06 Carl Devlies (CD&V): Het fiscaal gunstregime voor
transactiekosten bij verkoop van meerwaarde zou afgeschaft worden.
Daarvoor is een bedrag van 300 miljoen euro begroot. Ik dacht dat dit
een vorm van nieuwe heffing was. Ik heb gezien dat mijn vraag
omgevormd is. Ik had in mijn vraag gesproken over een heffing en de
diensten hebben daar een besparing van gemaakt. De minister zal
wel uitleggen wat er juist bedoeld was. In het algemeen had ik dus
graag precieze informatie gehad met betrekking tot de
compenserende maatregelen. Ook wou ik weten waarom u wacht tot
het aanslagjaar 2007 om deze notionele intresten in te voeren.
02.06 Carl Devlies (CD&V):
Pourquoi l'instauration de cette
mesure n'est-elle prévue que pour
2007?
02.07 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Pieters, mijnheer Devlies, ik zal terzake een wetsontwerp voorleggen.
Het ligt nu bij de Raad van State. Ik zal nu wat commentaar geven,
maar ik zal nadere uitleg kunnen verstrekken bij de behandeling van
dat wetsontwerp.
Ik kan u mededelen dat de Ministerraad van 4 maart 2005 een
akkoord heeft bereikt omtrent de invoering van een systeem van
notionele intrestaftrek, een aftrek voor wat risicokapitaal betreft. Dit
akkoord voorziet niet in een afschaffing van de investeringsreserve.
Integendeel, de voor de investeringsreserve in aanmerking komende
vennootschappen zullen de keuze hebben tussen de notionele
intrestaftrek of de vrijstelling van de investeringsreserve, met dien
verstande dat wanneer ze voor deze laatste mogelijkheid opteren, zij
gedurende de twee daaropvolgende jaren uitgesloten zullen zijn van
de notionele intrestaftrek. Het is dus een echte keuze voor alle
KMO's.
Komen daarentegen in aanmerking voor compensatie en worden
derhalve opgeheven: het belastingkrediet waarop bepaalde
vennootschappen recht hebben en de investeringsreserve behoudens
de specifieke investeringreserve voor octrooien, onderzoek, rationeler
02.07 Didier Reynders, ministre:
Le Conseil des ministres a décidé
le 4 mars 2005 d'instaurer une
déduction des intérêts notionnels.
La réserve d'investissement ne
sera pas supprimée. Les
entreprises ont le choix entre la
déduction des intérêts notionnels
et la réserve d'investissement,
étant entendu que si elles optent
pour cette dernière, elles sont
exclues de la déduction des
intérêts notionnels pendant deux
ans.
Entrent en considération pour une
compensation et sont dès lors
supprimés: le crédit d'impôt auquel
certaines sociétés ont droit et la
déduction pour investissement, à
l'exception de la déduction pour
investissement pour les brevets, la
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
energieverbruik, beveiliging van beroepslokalen en herbruikbare
verpakkingen.
De KMO's zullen, als ze opteren voor de notionele intrestaftrek, een
verhoogde aftrek genieten. De intrest zal worden berekend in
vergelijking met de tienjarige OLO's van de Staat. Voor de KMO's is
het OLO plus 0,5%. Er is dus een gunstigere aftrek voor alle KMO's.
Tot slot zal voor het vaststellen van de fiscale meerwaarde niet langer
worden uitgegaan van de bruto verkoopwaarde, maar wel van de
netto verkoopwaarde. Dat is normaal, na aftrek van de aan de
verkoop inherente kosten, bijvoorbeeld de consultatie van een
advocaat. Dat is geen deel van een meerwaarde. Wij blijven met een
vrijstelling voor 100% van de meerwaarde.
Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen, gaat de maatregel
slechts in vanaf aanslagjaar 2007. Voor de vennootschappen die per
kalenderjaar hun boekhouden voorleggen is dat normaal gezien vanaf
1 januari 2006. Voor de coördinatiecentra geldt 31 december 2005.
Dat was zo gezegd voor de coördinatiecentra, mevrouw Pieters. Het
is dezelfde regel als voor alle andere bedrijven en vennootschappen.
Er is geen specifieke maatregel. Dankzij zo'n algemene maatregel zal
het mogelijk zijn om geen reactie te krijgen vanwege de Europese
Commissie.
Wat de evaluatie van de budgettaire neutraliteit van de hervorming
van de vennootschapsbelasting betreft, wil ik u inzonderheid verwijzen
naar artikel 35 van de wet van 24 december 2002, dat bepaalt: "Het
Rekenhof wordt ermee belast een evaluatie te maken van de
budgettaire gevolgen van de maatregelen vervat in de onderhavige
wet met het oog op het garanderen van de budgettaire neutraliteit.
Een technische werkgroep zal ter evaluatie van de hervorming van de
vennootschapsbelasting zich onder meer baseren op de resultaten
van het Rekenhof op dit vlak."
Wij zullen deze evaluatie doen. Ik herhaal, voorzitter, dat ik een
wetsontwerp zal indienen met daarin alle specifieke maatregelen.
Volgens mij is dit een zeer positieve maatregel, niet alleen voor de
coördinatiecentra maar voor alle vennootschappen. Ik dank de
verschillende bedrijvenverenigingen KMO's of grote bedrijven voor
hun zeer positieve reactie op het akkoord.
R&D, l'utilisation rationnelle de
l'énergie et les emballages
réutilisables.
Les PME qui optent pour la
déduction des intérêts notionnels
bénéficient d'une déduction
majorée calculée sur les OLO à 10
ans, à savoir OLO + 0,5%. Pour la
fixation de la plus-value fiscale il
est tenu compte de la valeur de
vente brute et non pas nette.
La mesure n'entrera en vigueur
qu'à partir de l'exercice
d'imposition 2007 dans le but de
garantir la sécurité juridique.
La Cour des comptes en évaluera
l'incidence afin d'assurer la
neutralité budgétaire. Le groupe
de travail technique qui analysera
la réforme fiscale se fondera sur
les conclusions de la Cour des
comptes.
02.08 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor de
uitleg die u geeft. De teksten zullen inderdaad worden ingediend.
InfoVBO schreef in haar nummer van vorige week dat het uitkijken is
naar de definitieve teksten. Het evolueert. De premier heeft dit
aangekondigd op de laatste Ministerraad van vorig jaar als zijnde een
nieuwe operatie waarvoor er heel wat applaus was bij de
bedrijfsleiders. Toen werd dit absoluut niet geplaatst in andere
budgettaire operaties die dit zouden moeten bekostigen. Ik ben heel
tevreden met het feit dat de investeringsreserve niet in het gedrang
komt en dat er een keuze blijft bestaan. Ik ben ook bijzonder tevreden
dat er voor de KMO's, naast de OLO-rentevoeten, een halve procent
bijkomt.
Ik blijf nog eventjes op mijn honger zitten bij gebrek aan kennis. Zal u
door de notionele intrest in staat zijn om de coördinatiecentra hier te
houden? Bent u ervan overtuigd dat zij op basis daarvan hier zullen
02.08 Trees Pieters (CD&V): Il y
a une évolution positive. Je me
félicite de la préservation de la
réserve d'investissement et je
constate avec satisfaction qu'un
choix demeure possible. Cela dit,
je me demande si la déduction des
intérêts notionnels constituera,
pour le ministre, un instrument
suffisant pour maintenir les
centres de coordination Belgique.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
blijven? Ik blijf daar toch nog met vragen zitten.
02.09 Minister Didier Reynders: Ik heb enkele weken geleden een
presentatie gedaan van zo'n nieuw systeem voor alle
vertegenwoordigers van alle coördinatiecentra in België. De reactie
was zeer positief. Ik denk dat het mogelijk is om dat te doen. Met uw
steun zal dit misschien nog positiever worden onthaald.
02.09 Didier Reynders, ministre:
L'annonce des mesures a été
accueillie favorablement par les
représentants des centres de
coordination.
02.10 Trees Pieters (CD&V): U bent al verzekerd van onze steun.
Het zou misschien interessant zijn, mocht u ook eens ons
wetsvoorstel bekijken vooraleer u uw wetsontwerp uitschrijft.
Ik heb dan nog een laatste vraag in verband met de
investeringsreserve. U zegt dat het Rekenhof een evaluatie zal
maken. Wanneer zal dit kunnen gebeuren? U hoopt het?
02.10 Trees Pieters (CD&V): La
Cour des comptes présentera-t-
elle son évaluation dans les délais
fixés, c'est-à-dire au plus tard le
1
er
juillet 2005?
02.11 Minister Didier Reynders: ... van het Rekenhof.
02.11 Didier Reynders, ministre:
Je l'espère.
02.12 Trees Pieters (CD&V): U geeft als lid van de regering een
opdracht...
02.13 Minister Didier Reynders: U weet dat het Rekenhof meer bezig
is met het Parlement. Ik zal geen brief sturen aan de voorzitter van
het Rekenhof om te vragen of het niet vlugger kan gaan.
02.14 Trees Pieters (CD&V): De evaluatie moest plaatsvinden voor
1 juli 2004. Dit heeft de regering aangekondigd.
02.15 Minister Didier Reynders: Dat is de wet.
02.16 Carl Devlies (CD&V): Wat de coördinatiecentra betreft, moeten
er inderdaad algemene maatregelen worden genomen om de
Europese toets te doorstaan. Globaal gezien staan wij zeer positief
ten opzichte van het voorstel waarvan wij later de details zullen
bekijken.
Over mijn vraag dan met betrekking tot die 300 miljoen, dus het
overgaan van brutoverkoopwaarde naar nettoverkoopwaarde inzake
de meerwaarde: gaat dat inderdaad over een bedrag van 300 miljoen
euro? Dat lijkt mij nogal hoog. Dan wachten we natuurlijk ook nog
altijd op de evaluatie van het Rekenhof. Het zou interessant zijn om
de problematiek van de vennootschapsbelasting nog eens in zijn
geheel te kunnen bekijken.
02.16 Carl Devlies (CD&V): Si
nous voulons réussir le test
européen, nous devons
effectivement adopter des règles
générales pour les centres de
coordination.
Le montant de 300 millions
d'euros qui correspond au
passage de la valeur de vente
brute à la valeur nette me semble
toujours très élevé.
02.17 Minister Didier Reynders: Ik zal meer details geven gedurende
de behandeling van dergelijk wetsontwerp. Er is een budgettaire
neutraliteit, met inbegrepen een terugverdieneffect. Wij hebben dit
altijd gezegd. Het is een positieve maatregel voor de KMO's en voor
alle bedrijven. Wij hopen dus dat een terugverdieneffect mogelijk zal
zijn. Wij vragen geen precieze compensatie voor een totaal van meer
dan 500 miljoen euro. Het is minder dan dat. Ik zal meer details geven
bij de presentatie van dergelijk ontwerp.
02.17 Didier Reynders, ministre:
Il y a une neutralité budgétaire
avec effet de retour financier. Je
vous fournirai plus de détails
lorsque je viendrai vous présenter
mon projet de loi.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer de minister. We onthouden dat iedereen blij is. Dat is een gelukkig
gevoel dat we deze morgen hebben.
Het incident is gesloten.
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de vernietiging van de verkoop van het RSZ-gebouw" (nr. 5850)
03 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'annulation de la vente du bâtiment de l'ONSS" (n° 5850)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Via de pers vernamen we dat
de rechtbank van eerste aanleg van Brussel de verkoop van het
gebouw van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de
Waterloolaan in Brusel aan de NV Waterloo, zou vernietigd hebben.
De vennootschap zou intussen overgenomen zijn door AXA, zodat dat
volgens ons twijfel zou doen rijzen omtrent de eigendomsrechten van
AXA op het gebouw. Dit gebouw stond al jaren te koop. In 1999 wou
de RSZ het gebouw reeds van de hand doen. Na een lang
aanslepende procedure is uiteindelijk dat gebouw in 2004 verkocht
geraakt aan de NV Waterloo die speciaal met het oog op de aankoop
werd opgericht door de Belgisch projectontwikkelaar Cairos. De
verkoopprijs is niet bekend. Er zijn geruchten dat de verkoopprijs veel
hoger lag dan de geschatte waarde. De geschatte waarde van het
gebouw zou 17,5 miljoen euro bedragen. AXA nam de aandelen van
NV Waterloo stapsgewijs over, waardoor zij eigenlijk de controle kon
verwerven over het gebouw aan de Waterloolaan. Een andere
vastgoedinvesteerder Robelco vroeg de rechtbank van eerste aanleg
in Brussel de verkoop nietig te verklaren, daar niet alle kandidaat-
kopers dezelfde kansen gekregen hadden voor de aankoop. Zowel de
RSZ, NV Waterloo als AXA hebben reeds hoger beroep aangetekend,
zodat wellicht de nietigverklaring van de verkoop opgeschort is.
Deze geschiedenis stelt de procedures bij de verkoop van
overheidsgebouwen, en meer bepaald het gebrek aan transparantie
ervan in vraag. Vandaar een aantal concrete vragen. Wat was de
concrete verkoopprijs van het gebouw naar aanleiding van de verkoop
in maart 2004 en hoeveel was de geschatte waarde? Hoe verhielden
deze bedragen zich? Welke overheidsdiensten zijn thans in dit
gebouw gehuisvest? Welke huurprijs wordt er betaald en welke is
duurtijd van de huurcontracten? Wat gebeurt er met de reeds
betaalde huurgelden in geval van een nietigverklaring van de
verkoop? Is er volgens de minister voldoende transparantie verzekerd
bij de verkoop van de overheidsgebouwen? In negatief geval, heeft hij
dan het voornemen om die transparantie te vergroten en zo ja, op
welke manier?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): En 2004, le bâtiment de
l'ONSS situé rue de Waterloo à
Bruxelles a été vendu à la SA
Waterloo, aujourd'hui reprise par
AXA, pour un montant qui semble-
t-il était beaucoup plus élevé que
la valeur estimée de l'immeuble.
Le tribunal de première instance a
annulé la vente à la suite d'une
plainte de la SA Robelco selon
laquelle tous les candidats-
acheteurs ne s'étaient pas vu offrir
les mêmes chances. Dans
l'intervalle, l'ONSS, la SA Waterloo
et AXA ont interjeté appel.
Quel était le prix de vente du
bâtiment? Quel est son rapport
avec la valeur estimée du
bâtiment? Quels services publics
sont-ils établis dans l'immeuble?
Quel est le montant du loyer et
qu'advient-il des loyers payés
après l'annulation de la vente? Le
ministre estime-t-il que la vente de
bâtiments publics se déroule avec
une transparence suffisante?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, de Administratie van het kadaster, de registratie en
de domeinen is niet bevoegd voor de verkoop van onroerende
goederen die toebehoren aan de Rijksdienst voor de Sociale
Zekerheid.
De verkoop in kwestie is dan ook niet uitgevoerd door het eerste
aankoopcomité te Brussel. Op vraag van de RSZ heeft dit
aankoopcomité het goed op 9 november 2000 alleen geschat op
545 miljoen Belgische frank. Voor verdere informatie moet ik u
verwijzen naar mijn collega bevoegd voor de RSZ.
De Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD
Binnenlandse Zaken is sinds 1 december 2004 gehuisvest tussen de
vijfde en de achtste verdiepingen 5 tot en met 8, evenals op een
03.02 Didier Reynders, ministre:
L'administration du Cadastre, de
l'enregistrement et des domaines
n'est pas compétente pour la
vente de biens immeubles de
l'ONSS. Toute question à ce sujet
doit être adressée au ministre
compétent pour l'ONSS. La vente
de bâtiments publics organisée
par le biais du comité d'acquisition
est suffisamment transparente.
Quant à la procédure suivie en
l'occurrence, je ne la connais pas.
Le 9 novembre 2000, le bien a été
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
gedeelte van het gelijkvloers. De totale huurprijs per jaar bedraagt
1.015.750 euro. Onder voorbehoud het beschikkend gedeelte van het
vonnis te kunnen lezen dat niet gekend is door de Regie der
Gebouwen en op grond van de informatie waarover de Regie
beschikt, gelden de volgende principes. Bij het nietig verklaren van
een verkoop moet de vernietigde koper, met andere woorden degene
die aan de Regie verhuurt, de ontvangen huurgelden terugbetalen
aan de oorspronkelijke verkoper. Deze laatste geeft het
aankoopbedrag terug aan de koper vermits het gebouw terug
eigendom wordt van de oorspronkelijke eigenaar. In geen enkel geval
zou de Regie der Gebouwen tweemaal betalen.
Hoe dan ook wordt een beroep schorsend behalve wanneer de
rechter in eerste aanleg zijn vonnis uitvoerbaar heeft verklaard tegen
waarborgsom en niettegenstaande beroep. De Regie der Gebouwen
heeft geen gegevens hieromtrent. De verkoop van de
overheidsgoederen via de aankoopcomités gebeuren voldoende
transparant. Er wordt de nodige publiciteit gevoerd en er wordt
gewaakt over de gelijke behandeling van de kandidaat-kopers.
Zoals hiervoor reeds gezegd, is mij niet bekend welke procedure werd
gevolgd bij deze verkoop. U moet een vraag richten tot mijn collega
bevoegd voor de RSZ.
estimé à 575 millions de francs. La
direction générale Politique de
sécurité et de prévention du SPF
Intérieur occupe l'immeuble et
paie un loyer de 1.015.750 euros
par an.
En cas d'annulation de la vente,
l'acheteur concerné par
l'annulation doit verser les loyers
au vendeur, qui rembourse à son
tour le montant de l'acquisition. La
procédure d'appel a bien entendu
un effet suspensif, sauf si le juge a
déclaré le jugement exécutoire
sous caution et nonobstant l'appel.
La Régie ne dispose d'aucune
information à ce sujet.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor het antwoord en ik neem er ook akte van. Alleen rijst uiteraard
de vraag hoe een overheid in de ruime zin van het woord de RSZ is
uiteraard een zelfstandige onderneming het patrimonium dat
rechtstreeks dan wel onrechtstreeks in onze handen is, beheert. U
bent op dit ogenblik bezig met de hervorming van de Regie der
Gebouwen om de knowhow op diverse domeinen beter te beheren.
Het lijkt mij dan eigenlijk ook logisch dat instellingen die van
overheidswege afhangen van de Belgische Staat, dan ook een beroep
doen op de aanwezige expertise, ten eerste om een en ander te
kunnen vergelijken en, ten tweede, de expertisen op het terrein aan te
wenden. Ik plaats dan ook vraagtekens bij het zorgvuldig
patrimoniumbeheer. Daarom zal ik een vraag stellen aan de
bevoegde minister.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): La principale question est
bien sûr de savoir comment les
autorités considèrent le
patrimoine. Je m'adresserai au
ministre compétent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het
effect op de kleine spaarders van de afschaffing van de effecten aan toonder" (nr. 5910)
04 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
conséquences de la suppression des titres au porteur pour les petits épargnants" (n° 5910)
04.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het kader van de beslissingen die de regering heeft
genomen over de notionele intresten, werden ook een aantal andere
beslissingen genomen op andere terreinen, die er niet rechtstreeks
mee samenhangen, maar waarschijnlijk het gevolg waren van een
aantal besprekingen binnen de regering.
Wij vernemen dat vanaf het jaar 2008 geen nieuwe effecten aan
toonder zullen kunnen worden uitgegeven. Bovendien zullen vijf jaar
later ook de bestaande titels moeten worden omgezet in
geregistreerde effecten, waarvan de eigenaar bij de overheid bekend
04.01 Carl Devlies (CD&V): A
partir de 2008, l'émission de
nouveaux titres au porteur sera
interdite. Cinq ans plus tard les
titres existants devront également
être changés contre des titres
enregistrés. Pourtant, pour les
petits investisseurs, les titres au
porteur constituent une alternative
valable aux comptes-titres plus
onéreux.
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
is.
De maatregel past in het kader van de strijd tegen de fiscale fraude.
Ik vermoed echter dat deze vorm van fiscale fraude vooral betrekking
heeft op successie- en schenkingsrechten. Ik stel echter vast dat de
voorbije jaren de problematiek heel wat is verminderd door
maatregelen die door de Vlaamse regering werden genomen, zoals
belasting- en tariefverminderingen inzake successie- en
schenkingsrechten. Dat spoor wordt overigens ook gevolgd door de
Brusselse regering en waarschijnlijk ook door de Waalse regering. De
burgerzin is sterk toegenomen en de bedragen die in het kader van
nalatenschappen worden aangegeven, stijgen voortdurend, zodat ook
de ontvangsten van de betrokken overheden stijgen.
De vraag wordt gesteld wat de juiste reden is om nu deze beslissing
te nemen. Het is duidelijk de bedoeling om een kadaster van het
roerend vermogen aan te leggen. Hebt u dan ook het voornemen om
een belasting op het vermogen te creëren? Deze zaken hangen nogal
samen. Is dat de logica die door de regering wordt gehanteerd? Dat is
één vraag.
Een andere vraag is of u ook iets zult doen ten aanzien van de
kleinere beleggers, die effecten aan toonder aanhouden als alternatief
voor dure effectenrekeningen. Het is niet noodzakelijk om frauduleuze
redenen dat de kleinere belegger effecten aan toonder aanhoudt. Er
kan ook een kosteneffect in de beslissing meespelen, zeker voor de
kleinere belegger. De kosten die door de banken worden gevraagd
voor het aanhouden van een effectenrekening, zijn immers vrij hoog.
Mijnheer de minister, zult u maatregelen nemen, vooral voor de
kleinere belegger, om aan een matig tarief een beleggingsrekening te
kunnen aanhouden?
Cette mesure vise clairement à
constituer un cadastre du
patrimoine mobilier. Cela signifie-t-
il qu'il y aura également
instauration d'un impôt sur le
patrimoine?
Le ministre veillera-t-il à ce que les
frais liés à un compte-titres
demeurent raisonnables pour les
petits investisseurs?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, wij bereiden
een nieuw wetsontwerp terzake voor. Ik zal dan meer details geven.
Mijnheer Devlies, in 2003 gedurende de behandeling van het ontwerp
inzake de EBA heb ik reeds gepleit voor nieuwe titels aan toonder tot
en met eind december 2007. Vanaf 2008 is dat onmogelijk. Wij
streven naar een conversie van de huidige titels vanaf 1 januari 2013
of 1 januari 2014, dus na 31 december 2012 of 31 december 2013.
Wij moeten dat doen, niet alleen in de strijd tegen de fiscale fraude in
België, maar ook om het witwassen van geld en andere misbruiken
van de titel aan toonders tegen te gaan. Daar is internationaal vraag
naar. Dat is een logisch gevolg van de evolutie van het
schenkingrecht. Ik ben daar altijd voorstander van geweest. Dat is nu
reeds het geval in Vlaanderen en Brussel. Ik hoop dat het mogelijk zal
zijn om in de volgende weken of maanden in dezelfde richting te gaan
in het Waalse Gewest. Een dergelijke evolutie zal gedurende de 5, 6
of 7 volgende jaren worden voortgezet.
Ter inlichting, momenteel wordt het effect aan toonder ook op een
effectrekening gezet. Dit is het geval voor de meerderheid van de
genoteerde vennootschapseffecten. Momenteel wordt nog altijd de
mogelijkheid geboden om zijn effecten op naam in het register van de
aandeelhouders van de maatschappij in te schrijven. Deze
mogelijkheid zou moeten blijven bestaan.
04.02 Didier Reynders, ministre:
Nous préparons actuellement un
nouveau projet de loi.
Lors du traitement parlementaire
du projet DLU en 2003, j'avais
déjà plaidé pour de nouveaux
titres au porteur jusqu'à fin
décembre 2007. Le fait que les
titres actuels devront être
convertis à partir du 1
er
janvier
2013 ou 2014 s'inscrit dans la lutte
contre la fraude fiscale, les
pratiques de blanchiment et les
autres formes d'abus. Tous ces
éléments sont une conséquence
logique de l'évolution du droit des
donations. J'espère qu'au cours
des prochaines semaines ou des
prochains mois, la Région
wallonne s'engagera dans la
même voie que la Flandre et
Bruxelles, et qu'elle pourra
maintenir ce cap pendant les cinq
à sept années suivantes.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Ik weet dat ACV en CD&V twee vragen hebben. Zij willen enerzijds
een kadaster van het vermogen en anderzijds een
vermogenbelasting. De regering heeft niet de bedoeling om dat te
doen. Dat is een keuze. CD&V heeft een andere keuze.
Aujourd'hui, les titres au porteur
sont aussi placés sur un compte
d'instruments financiers. C'est le
cas de la plupart des titres de
société cotés en Bourse. La
possibilité d'inscrire les titres
nominatifs dans le registre des
actionnaires de la société devrait
être maintenue.
L'ACW et le CD&V veulent un
cadastre de la fortune et un impôt
sur la fortune. Ce n'est pas le
choix du gouvernement!
04.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Wij gaan slechte punten
moeten geven.
04.04 Carl Devlies (CD&V): Het standpunt van CD&V is klaar en
duidelijk: wij zijn tegenstander van de vermogensbelasting. De vraag
was eigenlijk aan u en de regering gesteld. U hebt toch gezegd dat u
tegen bent of vergis ik mij. Ik zal nog even klaar en duidelijk zeggen
dat CD&V tegen een vermogensbelasting is. Wij maken deel uit van
een politieke fractie en ik kan alleen maar zeggen wat de standpunten
van die partij zijn. Ik dank u voor uw doorgedreven interesse, maar u
hebt nog niet gezegd wat uw oplossingen voor de kleine spaarder zijn
om een effectrekening te openen tegen de laagst mogelijke prijs.
04.04 Carl Devlies (CD&V): Le
CD&V est opposé à un impôt sur
la fortune! Et le ministre ne nous a
pas encore dit s'il avait des
solutions à proposer pour les
petits épargnants.
04.05 Minister Didier Reynders: Er zullen voorstellen worden gedaan
in het wetsontwerp.
04.05 Didier Reynders, ministre:
Je les insérerai dans mon projet
de loi.
04.06 Carl Devlies (CD&V): U komt dus met voorstellen?
04.07 Minister Didier Reynders: Ja.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde interpellatie en vragen van
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de verhouding
Nederlandstaligen-Franstaligen bij de aanwervingen/benoemingen bij de AOIF, ADC, AKRED, BBI en
AI" (nr. 557)
- de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het aantal
Nederlandstalige en Franstalige aanwervingen bij de FOD Financiën" (nr. 5981)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de naleving van de
taalwetgeving door de administratie van het Kadaster te Brussel" (nr. 6025)
05 Interpellation et questions jointes de
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la clef de répartition
francophones/néerlandophones lors des recrutements/nominations à l'AFER, à l'ADA, à l'ACED, à l'ISI
et à l'AREC" (n° 557)
- M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le nombre
d'engagements de néerlandophones et de francophones au sein du SPF Finances" (n° 5981)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le respect de la législation
linguistique par l'administration du Cadastre à Bruxelles" (n° 6025)
De voorzitter: Voor de minister wens ik daaraan toe te voegen dat de heer Devlies zich wenst aan te
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
sluiten met het punt 13septies van de agenda.
05.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
met een interpellatie of een vraag?
De voorzitter: Met een vraag. U bent de enige met een interpellatie.
05.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): De heer Verherstraeten
heeft zich ook aangesloten met een vraag. Ik hoopte dat de VLD zich
zou hebben aangesloten maar dat is dus niet het geval. Nu, hoe meer
zielen, hoe meer vreugde.
De voorzitter: Uw tijd loopt, mijnheer Annemans.
05.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Als u veel zegt dat mijn
tijd loopt dan gaat u veel tijd van mij afnemen.
Mijnheer Van Biesen, geachte collega's van de VLD hier al dan niet
aanwezig, ik heb ook niet veel tijd nodig om deze interpellatie te
ontwikkelen. De cijfers in verband met de administratie van
Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (AOIF) of meer bekend, zoals
de minister ondertussen ongetwijfeld weet. Ze zijn zeer opvallend. De
tabel staat vandaag ook in de pers. Hij zal die misschien kunnen
bevestigen.
Wat zeer opvallend is, is dat Reynders onder Verhofstadt-II in de
jaren 2002, 2003 en 2004 in de administratie een benoemingspolitiek
heeft gevoerd die er naar verluidt op neerkomt dat er op alle niveaus
98 Franstaligen zijn aangeworven en 7 Vlamingen. In 2004 bedroeg
dit 63 versus 21. Ook op de verschillende niveaus zijn er zeer
opvallende cijfers die, als ik de reactie van de christelijke vakbond in
de pers mag geloven, alleen maar een versterking zijn van een trend
die al bestond.
Mijn vraag is of de minister die cijfers in verband met de administratie
Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit kan bevestigen. Heeft hij ook
cijfers in verband met de administraties van Douane en Accijnsen, het
Kadaster, Registratie en Domeinen, de Bijzondere Belastinginspectie
en de Invorderingen? Is er een rationele verklaring voor de
wanverhoudingen die de voorbije jaren zijn versterkt hoewel ze ook in
het verleden reeds bestonden?
05.03 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Les chiffres de
l'administration de la Fiscalité des
entreprises et des revenus parus
dans la presse sont surprenants.
Le ministre a mené une politique
de nominations manifeste,
particulièrement en 2003 et en
2004. En 2004, 63 francophones
ont été nommés, contre 21
néerlandophones. Selon le
syndicat chrétien, ces chiffres ne
font que renforcer une tendance
existante.
Le ministre peut-il confirmer ces
chiffres? Dispose-t-il de chiffres en
ce qui concerne l'administration
des Douanes et Accises,
l'administration du Cadastre, de
l'enregistrement et des domaines,
l'Inspection spéciale des impôts et
l'administration du Recouvrement?
Ces disproportions peuvent-elles
être expliquées rationnellement?
05.04 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk
enerzijds dat de FOD Financiën over voldoende personeel moet
kunnen beschikken opdat de belastingen tijdig en op een
rechtvaardige manier kunnen worden geïnd. Er zijn op dit ogenblik
ernstige problemen die zich voornamelijk in de grootsteden situeren.
De scheeftrekkingen spreken voor zich.
Ik kijk even terug naar het verslag van de Coperfin-hoorzitting van
maart 2004. Ik weet dat collega Van der Maelen ook gehecht is aan
eerlijke belastinginvordering en gelijkheid onder alle
belastingplichtigen over heel het land. Ik stel vast dat er op 29 februari
2004 in het Secretariaat-generaal 48% Franstaligen waren. Op de
Invorderingen waren er 54% Franstaligen. Op de
Patrimoniumdocumentatie waren er 43% Franstaligen. In de
Thesaurie bedroeg dit 50%.
05.04 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le SPF Finances doit
disposer d'un personnel suffisant
pour l'encaissement équitable des
impôts. Le rapport de l'audition
Coperfin de mars 2004 révèle
toutefois qu'au 29 février 2004, les
francophones représentaient 48%
du personnel du secrétariat
général, 54% du Recouvrement,
43% de la Documentation
patrimoniale et 50% de la
Trésorerie. Pourtant, 58% des
amendes pénales, 61% de l'impôt
des personnes physiques et 52%
de l'impôt des sociétés sont
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Mijnheer de minister, Vlaanderen int op het vlak van penale boetes
nochtans 58%, tegenover 23% in Wallonië. Op het vlak van de
personenbelasting is het 62% tegenover 28% in Wallonië. Op het vlak
van de vennootschapsbelasting is het 52% tegenover 14%.
Wij hadden die cijfers op 29 februari 2004. Als wij dan de
aanwervingen van 2004 nog eens onder de loep nemen, is het op alle
niveaus - A, B, C en D - samen 63 Franstaligen tegenover 21
Nederlandstaligen, en dat terwijl er reeds scheeftrekkingen zijn.
Terzake rijzen dan toch een aantal vragen.
Mijnheer de minister, wat wenst u daar in de toekomst aan te doen?
Kan u mij ook informeren over de verdeling van de 779 Franstalige en
de 649 Nederlandstalige aangeworven personeelsleden door de
verschillende gewestelijke directies?
Kan u ook een verklaring geven over de verhouding
Nederlandstaligen/Franstaligen en de evolutie die deze de laatste jaar
heeft ondergaan, nog meer ten voordele van de Franstaligen? Wat
zijn daartoe de objectieve redenen?
Hoe ziet u de personeelsevolutie verhoudingsgewijs
Nederlandstaligen/Franstaligen voor de komende jaren verdeeld over
de diverse departementen?
encaissés en Flandre. Au total 63
francophones et 21 néerlando-
phones ont été engagés en 2004.
Pourquoi cette différence?
Comment le ministre compte-t-il y
remédier? Peut-il m'informer sur la
répartition des 779 francophones
et 649 néerlandophones au sein
des différentes directions
régionales? A-t-il des explications
à fournir?
05.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik sluit met mijn vraag aan bij de vraag van de heer
Verherstraeten. Het is in feite een praktische toepassing van de
algemene vraag die de heer Verherstraeten gesteld heeft.
Mijn vraag heeft betrekking op een welbepaalde dienst. Het gaat over
de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen,
afdeling 1J, gevestigd in de Stevensstraat 7, 1000 Brussel. Volgens
bemerkingen van burgers is men daar niet in staat om een
Nederlandstalig afschrift af te leveren van de ligging van een perceel
in de gemeente Brussel. Men kan evenmin een Nederlandstalig
ontvangstbewijs afleveren van de betaalde som. Deze dienst beschikt
blijkbaar niet over voorgedrukte Nederlandstalige documenten. De
kennis van het Nederlands bij de ambtenaren ontbreekt. De dienst
zou bestaan uit 24 à 25 personen, waarvan 4 à 5 statutair zijn. De rest
is contractueel. Er is 1 Nederlandstalige receptioniste. Blijkbaar is dat
de enige Nederlandstalige kracht op deze dienst. Dat heeft tot gevolg
dat men het publiek niet in beide landstalen kan bedienen.
Zijn de ambtenaren van de administratie van het Kadaster, de
Registratie en de Domeinen, die territoriaal bevoegd is voor officieel
tweetalige landsgebieden niet langer onderworpen aan de
taalwetgeving?
Is de taalwetgeving niet langer van openbare orde?
Genieten deze ambtenaren van een bijzonder privilege waardoor zij
zonder schroom de rechten van Nederlandstalige belastingplichtigen
mogen schenden?
Bent u het met mij eens dat de betaling van dergelijk uittreksel uit het
kadaster, afgeleverd in het Frans terwijl de aanvraag in het
05.05 Carl Devlies (CD&V): Le
département 1-J de
l'administration du Cadastre, de
l'Enregistrement et des Domaines
ne semble pas être en mesure de
fournir une copie en néerlandais
de l'implantation d'une parcelle à
Bruxelles. Le récépissé du
paiement d'une somme n'est pas
non plus fourni en néerlandais. Ce
service compterait 24 à 25
personnes. Une seule employée,
la réceptionniste, est néerlando-
phone. Les Flamands ne peuvent
donc pas être servis dans leur
propre langue.
Les fonctionnaires ne sont-ils plus
soumis à la législation linguis-
tique? La législation linguistique en
matière administrative n'est-elle
plus d'ordre public? Les fonction-
naires concernés bénéficient-ils
d'un privilège particulier? Faut-il
payer pour obtenir un extrait dans
une langue autre que celle dans
laquelle il a été demandé?
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Nederlands gebeurd is, onverschuldigd is?
05.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, er zijn
verschillende vragen, meer algemene en meer precieze.
Eerst en vooral antwoord ik aan de heer Verherstraeten. De aandacht
van de heer Verherstraeten dient te worden gevestigd op het feit dat
de procedure inzake dienstaanwijzing van een nieuw aangeworven
ambtenaar verschilt volgens het niveau van de ambtenaar en volgens
het feit of het gaat om een ambtenaar toegewezen aan de BTW of de
directe belastingen, zonder rekening te houden met de ambtenaren
die kort na hun indiensttreding ontslag nemen. Aldus wordt de
dienstaanwijzing voor de ambtenaren der directe belastingen van de
niveaus A en B niet als definitief beschouwd tijdens hun stageperiode
van twaalf maanden, waaraan nog zes maanden vorming wordt
toegevoegd voor de ambtenaar van het eerste niveau, in tegenstelling
tot de nieuw aangeworven ambtenaren bij de BTW en tot de
ambtenaren van de niveaus C of D der directe belastingen, die vanaf
de aanvang van hun stage een definitieve dienstaanwijzing krijgen in
Brussel of Antwerpen. Tijdens die periode nemen zij deel aan
vormingscursussen en verrichten zij stages in verschillende diensten
in de nabijheid van hun woonplaats. De ambtenaren der directe
belastingen van niveaus A en B krijgen pas na afloop van die stage of
vormingsperiode een definitieve dienstaanwijzing door middel van een
procedure tot in competitiestelling die ook aan de vroeger statutair
benoemde ambtenaren, hoofdzakelijk te Antwerpen en te Brussel, de
kans geven een nieuwe dienstaanwijzing te krijgen. Het is
noodzakelijk te preciseren dat de nieuwe ambtenaren meestal worden
aangewezen voor Brussel en Antwerpen, ter vervanging van
ambtenaren met meer anciënniteit of die op basis van hun
klassement voorrang hebben bij een mutatie naar andere
administratieve standplaatsen.
U zult begrijpen dat, rekening houdend met alle mutaties gerealiseerd
in het kader van bewegingen zoals procedures tot in
competitiestelling, het ondenkbaar het aantal nieuw aangeworven
ambtenaren, verdeeld per gewestelijke directie, dat effectief kan
worden opgegeven en waarover elke gewestelijke directie beschikt
voor die bewegingen, te preciseren.
Voor wat de vraag betreft in verband met de verschillende
aanwervingen, wil ik eerst en vooral alle leden bedanken. Er zijn
aanwervingen bij Financiën. Er wordt altijd gevraagd of het mogelijk is
aan te werven, omdat er een gebrek is aan personeel. Welnu, ik stel
vast dat er aanwervingen zijn en dat ook in de loop van de vorige
jaren aanwervingen gebeurden bij Financiën. Dat is toch zeer positief.
Mijnheer de voorzitter, ik heb een tabel met alle cijfers voor de
verschillende administraties. Ik zal die tabel geven aan het
secretariaat. Wat betreft AOIF, stond bijna hetzelfde in de krant deze
morgen, met een of twee kleine verschillen. Ik zal een kopie geven
aan het secretariaat voor alle leden. Ik zal de verschillende
categorieën lezen.
Het is een berekening per niveau en per jaar vanaf 2002 tot en met
2004, voor de verschillende administraties.
Met betrekking tot de aanwervingen moet men weten dat zij voor
05.06 Didier Reynders, ministre:
La procédure d'affectation est
différente en fonction du niveau
des fonctionnaires et selon qu'il
s'agit de la TVA ou des
Contributions directes. Les agents
nouvellement entrés en service à
la TVA et les agents des
contributions directes des niveaux
C et D reçoivent dès le début de
leur stage une affectation définitive
à Bruxelles ou à Anvers.
L'affectation des fonctionnaires
des Contributions directes des
niveaux A et B n'est pas définitive
pendant leur stage, qui est d'une
durée de douze mois. Il s'y ajoute,
pour les fonctionnaires du premier
niveau, six mois de formation. Les
agents suivent des cours de
formation et travaillent dans
différents services dans leur
quartier. Ce n'est qu'à la fin de leur
stage et de leur formation qu'il est
procédé à leur affectation
définitive, par une "procédure de
mise en compétition".
Généralement, les nouveaux
fonctionnaires sont affectés en
priorité à Bruxelles ou à Anvers,
en remplacement de fonction-
naires qui comptent plus d'ancien-
neté et sont prioritaires pour
l'obtention d'une mutation. Au vu
de l'ensemble des mutations, il est
impossible de préciser le nombre
de nouveaux fonctionnaires
affectés dans chaque direction
régionale. Mais je peux vous
communiquer les effectifs dont
chaque direction régionale
dispose. Je ferai remettre à tout
qui le souhaite une liste portant sur
les années 2000 à 2004.
Pour la mise en oeuvre des plans
de personnel au 1
er
décembre
2003, les recrutements ont été
basés sur les emplois vacants du
cadre organique et sur une
répartition par groupe linguistique.
Il a été constaté que les effectifs
néerlandophones dépassaient le
cadre linguistique fixé, si bien qu'il
a fallu privilégier le recrutement de
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
1 december 2003, datum waarop het personeelsplan in praktijk werd
gebracht, gebaseerd waren op de vacante betrekkingen in het
organiek kader en op een verdeling per taalgroep. Er werd
vastgesteld dat het effectief aan Nederlandstaligen, het kader
gereserveerd voor aanwervingen in deze taalgroep overschreed, wat
de administratie verplichtte in aanpassingen te voorzien door voorrang
te geven aan de aanwerving van ambtenaren van de Franse
taalgroep. Ik wens evenwel te preciseren dat de overheid in de
context van het personeelsplan 2004 en om te voorzien in de
functionele behoeften van bepaalde gewestelijke directies gesitueerd
in het Nederlandstalig deel van het land, met name in Antwerpen en in
de Brusselse regio, beslist heeft om deze diensten te versterken. Zo
werden er van de 54 aanwervingen in de niveaus A en B bij de BTW,
33 voorbehouden aan Nederlandstalige kandidaten en werd er van de
118 aanwervingen bij de directe belastingen in 67 voorzien voor
kandidaten van deze taalgroep. Er is dus een normale evolutie van de
aanwervingen gedurende de verschillende jaren, in vergelijking met
de toestand van de verschillende taalgroepen.
In 2005 zal dus het evenwicht tussen de taalgroepen zoals in de
vorige jaren naargelang de functionele behoeften moeten worden
hersteld. Ik heb alle cijfers gevraagd voor de jaren 2002, 2003, 2004,
met betrekking tot de aanwervingen in de verschillende taalgroepen
en ook in de verschillende administraties. Volgens mij is er sprake
van een normale behandeling inzake de aanwervingen. In de
toekomst moeten we dezelfde richting uitgaan. Dat wil zeggen dat we
niet altijd dezelfde richting moeten uitgaan voor dezelfde taalgroep,
maar dat er altijd een evenwicht moet zijn tussen de taalgroepen
naargelang de functionele behoeften.
fonctionnaires du groupe
linguistique francophone. Il a
néanmoins été décidé de renforcer
certaines directions régionales
dans le contexte du plan de
personnel 2004 et des besoins
fonctionnels. Ce fut le cas pour
Anvers et pour la région
bruxelloise. Je peux affirmer que
sur les 54 engagements dans les
niveaux A et B opérés à
l'administration de la TVA, 33 ont
été réservés à des candidats
néerlandophones. Aux
contributions directes, 67
engagements sur 118 ont été
réservés à des candidats
néerlandophones.
A l'avenir, la politique de
recrutement des Finances sera
également caractérisée par la
recherche d'un développement
équilibré du cadre du personnel.
05.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Voorzitter, ik aanvaard het
antwoord van de minister niet. De minister doet alsof er objectieve
criteria zijn en alsof die objectieve criteria gevolgd worden. Hij zegt dat
er een achterstand was en dat die in 2003 en 2004 is rechtgezet. Hij
kondigt aan dat dit in 2005 verder zal worden rechtgezet. Daar
kunnen we natuurlijk op dit ogenblik helaas niets over zeggen.
Het voorbeeld dat de minister aanhaalt over de BTW is geen
antwoord op de vraag die werd gesteld. Ik heb over de BTW-
administratie geen vragen gesteld. Zelfs daar moet blijkbaar nog een
achterstand ingehaald worden voor de Nederlandstaligen. Wat 2004
betreft, houdt hij ter correctie alleen maar een pariteit aan.
De cijfers die in de krant aangehaald worden en die voor zover ik hoor
nu bevestigd zullen worden, duiden op een structurele achterstand die
gecreëerd is door het paarse kabinet. Sinds het paarse kabinet is
aangetreden zijn dus op een onoordeelkundige manier, op een
onrechtvaardige manier en op een niet rationeel te verantwoorden
manier de minister verantwoordt het ook niet rationeel of geeft
daarover in ieder geval niet voldoende aanwijzingen achterstanden
gecreëerd. Het maakte niet alleen het Vlaams Belang, maar ook de
vakbonden boos. Volgens de vakbonden is wat minister Reynders op
Financiën doet, niet normaal. Zij trekken aan de alarmbel. Het is niet
voor niets dat die cijfers niet alleen de CD&V, maar zelfs het Vlaams
Belang bereikten.
U moet zich daar goed over bezinnen. Dat betekent dat het niet over
het rechtzetten van een paar achterstallen gaat. Het gaat over iets dat
05.07 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Votre réponse ne me
satisfait nullement. Vous faites
croire qu'il n'y a au fond aucun
problème, que l'administration
applique des critères précis et
qu'elle s'efforce de réaliser un
développement équilibré du cadre
du personnel, réparti entre les
deux groupes linguistiques. Je
conteste une telle analyse.
Il est absolument faux qu'une
correction a été apportée pour
rétablir la parité. Il est tout
simplement question, en ce qui
concerne le cadre du personnel du
département des Finances, d'un
arriéré structurel au détriment des
néerlandophones qui résulte de la
politique de recrutement et de
nomination de ce gouvernement.
Les syndicats actionnent à présent
également la sonnette d'alarme.
Le ministre comprendra que le
mécontentement des fonction-
naires flamands doit être très
profond si les données
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
structureel grondig is fout gelopen op het departement van Financiën.
Er wordt het voorbeeld aangehaald van een vakbondsman die zich
vandaag in de pers laat noemen en die zegt dat bij de contractuelen
de toestand nog erger is. Als er in Antwerpen twee personen naar een
deeltijdse job overstappen, wordt de andere voltijdse job automatisch
in Charleroi of in Luik aangeduid.
Er zijn nog andere voorbeelden, die zeer emotioneel zijn. De verdeling
van de vakantiejobs voor studenten is al sinds jaar en dag, sinds
minister Reynders bevoegd, fifty-fifty. 500 Nederlandstaligen en 500
Franstaligen. De 500 Nederlandstalige betrekkingen worden wat
verdeeld via het dienstbetoon van de paarse coalitiepartners en de
andere 500 Franstalige plaatsen worden allemaal rechtstreeks via het
kabinet Reynders persoonlijk uitgedeeld. Dat zijn toestanden die de
vakbonden tot over het kookpunt brengen. Mij brengen ze niet tot over
het kookpunt. Ik ben daar heel rationeel en heel rustig in. Ik ben al
veel te lang in dit Huis en in de Belgische politiek om te weten dat we
ons daarover niet al te druk moeten maken. Het is wel een structurele
bevestiging dat als een Franstalige minister met wat talent en een
beetje politiek gewicht aan de stuurknuppels van een departement
komt, hij een eigen-volk-eerst-politiek voert. Als ik een Franstalige of
een Waal was, zou ik hem daarvoor alleen maar kunnen feliciteren,
maar het is bij Financiën op een onbeschaamde manier uit de hand
gelopen.
Ik trek aan de alarmbel, de vakbonden trekken aan de alarmbel en ik
hoop dat er langzaam ook in het paarse kabinet bij de Vlaamse
coalitiepartners ik kijk naar u, mijnheer de voorzitter mensen
geïnspireerd zullen worden om deze toestand zo dringend mogelijk
recht te zetten, niet zomaar op basis van
personeelsbehoeftenplannen en dergelijke, maar structureel omdat
het structureel fout gelopen is.
Vandaar dat ik helaas een straffe motie zal moeten indienen, mijnheer
de voorzitter. Ik neem nog afstand van de ironie waarmee de minister
in zijn antwoord zegt dat er aanwervingen zijn gebeurd en dat hij de
collega's dankt voor hun interpellatie omdat er aanwervingen zijn
gebeurd. Ik maak nog abstractie van zijn ironie, maar de rest van zijn
antwoord voldoet mij absoluut niet.
parviennent déjà jusqu'à mon
parti.
Les distorsions en faveur des
francophones sembleraient être
encore plus importantes pour les
contractuels et les étudiants
jobistes. Des 1.000 jobs de
vacances, 500 sont réservés aux
Flamands et répartis par le biais
des permanences politiques des
ministres violets, et 500 sont
attribués exclusivement par le
cabinet de M. Reynders. Je
devrais en fait faire preuve de
respect à l'égard de la politique
conséquente de "priorité à notre
peuple" de ce ministre
francophone.
La discrimination des Flamands
lors des recrutements au SPF
Finances a dérapé de manière
éhontée. Espérons que les partis
flamands de la majorité se
réveilleront enfin! Je déposerai
une motion afin de dénoncer cette
situation scandaleuse.
05.08 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik zal eerst
een antwoord aan de heer Verherstraeten geven. Ik heb een
antwoord gegeven op de algemene vragen, maar er was een
specifieke vraag wat het kadaster in Brussel betreft.
In de gewestelijke directie van het kadaster gevestigd in de
Stevensstraat te Brussel, wordt voor de goede organisatie de
dienstverlening waargenomen door twee onderscheiden kantoren.
Het eerste kantoor is bevoegd voor het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, de provincie Waals-Brabant en de gemeenten Komen-
Waasten, Edingen, Vloesberg en Moeskroen. Het tweede kantoor is
bevoegd voor de provincie Vlaams-Brabant en de gemeenten Spiere-
Helkijn, Mesen, Ronse, Voeren en Herstappe.
Het personeel bestaat uit beambten van de twee taalrollen. Elke
taalrol bevat betrekkingen voorbehouden aan tweetalige beambten.
Zij worden bij voorkeur ingezet op het onthaal. Uiteraard kan daar
wegens omstandigheden soms door andere ambtenaren worden
05.08 Didier Reynders, ministre:
J'avais oublié tout à l'heure de
fournir une réponse à la question
jointe de M. Devlies.
Deux bureaux séparés assurent la
permanence à la direction
régionale du cadastre de la rue
Stevens à Bruxelles. Le personnel
est composé de fonctionnaires
appartenant aux deux rôles
linguistiques. Chaque rôle
linguistique comprend des emplois
réservés aux fonctionnaires
bilingues qui s'occupent principale-
ment de la réception. Il est parfois
fait appel à d'autres fonctionnaires
en raison des circonstances.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
ingesprongen. Er wordt dan ook voldaan aan de gecoördineerde wet
op het gebruik van de talen in bestuurszaken. Mijn administratie doet
al het mogelijke opdat deze wetten nauwlettend worden nageleefd.
Wat betreft de taalkennis van de beambten, kan ik bevestigen dat de
mogelijkheid bestaat tot het nemen van taallessen, georganiseerd
door het opleidingsinstituut van de federale overheid.
De betaling van het bewuste uittreksel blijft verschuldigd. Desgewenst
kan wel kosteloos in een vertaling worden voorzien.
De verschillende zaken worden dus normaal behandeld in een
kantoor voor het kadaster in Brussel.
Il est satisfait aux lois sur l'emploi
des langues en matière
administrative.
S'ils le souhaitent, les
fonctionnaires peuvent s'inscrire à
des cours de langues à l'Institut de
Formation de l'Administration
fédérale.
Le paiement de l'extrait reste dû.
Si nécessaire, une traduction peut
en être assurée à titre gracieux.
05.09 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, in
antwoord op de interpellatie en de mondelinge vragen, neem ik er
akte van dat u uzelf stoer op de borst klopt, omdat er aanwervingen
gebeuren op het departement Financiën. Mijnheer de minister, u weet
beter dan wie ook dat er jaarlijks ook fenomenale afvloeiingen zijn op
het departement Financiën. Het gaat om een 800-tal personen, die in
de verste verte niet worden vervangen. Het departement Financiën
ontvolkt dus, terwijl de belastingaanslagen nu al veel later dreigen
binnen te komen en mensen niet meer worden gecontroleerd. Die
toestand kan toch niet voor een departement dat zou moeten instaan
voor een rechtvaardige inkomensherverdeling op basis van fiscale
wetten.
Ten tweede, mijnheer de minister, de cijfers waarmee u wil aantonen
dat de toestand zou worden rechtgetrokken, spreken u tegen. U plukt
er net de cijfers van de BTW-diensten uit om aan te geven dat de
maatregel in het voordeel van de Nederlandstaligen zou uitvallen.
Laten we echter gewoon naar de cijfers voor het geheel kijken. Ik ga
gewoon voort ik zal ze ook niet meer herhalen op de teksten over
Coperfin, die we in 2004 in de commissie voor de Financiën van uw
diensten hebben gekregen. Daarin zijn de structurele
scheeftrekkingen ten nadele van Nederlandstaligen al aanwezig.
Bovendien staan ze in totale wanverhouding tot onder meer de
belastinginkomsten. Nochtans, hoe meer belastinginkomsten er zijn,
hoe meer dossiers er ook zijn en hoe meer werk er op de plank is.
Met andere woorden, in Vlaanderen is er in vergelijking met Wallonië
ik reken er Brussel, dat deels tweetalig is, dan nog niet bij een
verhouding van meer dan 2 op 1. Dat vertaalt zich echter niet in de
cijfers. Integendeel, zij die instaan voor slechts een derde van de
dossiers, beschikken over meer dan de helft van het personeel.
Mijnheer de minister, wanneer we naar het totaal van de A's en de B's
kijken voor 2003 en 2004, dan stellen we vast dat er voor 2003 49 A's
en 44 B's waren voor Wallonië tegenover 2 en 4 voor de
Nederlandstaligen. In 2004 waren er 63 Franstaligen tegenover 21
Nederlandstaligen. Dat zijn complete wanverhoudingen. Mijnheer de
minister, een boom die reeds scheef was, groeit nog verder scheef,
en dat ten nadele van een rechtvaardige belastinginning.
Mijnheer de minister, het is dan ook aangewezen om een comité F op
te richten met het oog op een rechtvaardige belastinginning en
belastinginkohiering. Als de socialisten het menen met de
rechtvaardige inkomstenbelasting, dan horen zij onze motie van
05.09 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le ministre n'a pas fait
état des centaines et des
centaines de départs naturels qui
ont lieu tous les ans aux Finances.
Ces postes ne sont pas pourvus et
il en résulte bien évidemment un
arriéré dans le traitement des
dossiers.
Les déséquilibres structurels au
détriment des néerlandophones
contrastent très nettement avec le
volume de travail du côté flamand.
Non seulement il y a plus de
fonctionnaires francophones mais
ils doivent traiter un nombre
sensiblement moins important de
dossiers. De surcroît, les
déséquilibres s'aggravent.
Manifestement, la création d'un
Comité F correspond à une
nécessité.
Je suis curieux de voir comment
les partis flamands de la majorité
vont réagir à la motion du CD&V.
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
aanbeveling terzake goed te keuren. Op de volgende plenaire
vergadering zullen we de proef op de som nemen en zien in welke
mate VLD haar Vlaams karakter en stoere verklaringen van vorige
donderdag gestand houdt in het Parlement, als het er echt om te doen
is.
05.10 Carl Devlies (CD&V): Met betrekking tot de precieze vraag
over het kadaster, klopt het antwoord van de minister niet met onze
gegevens. De Nederlandstalige Brusselaar heeft het recht om in het
Nederlands bediend te worden. Dat is vandaag meestal niet mogelijk
op het betrokken kantoor.
Op de vraag over de voorgedrukte formulieren in het Nederlands
heeft de minister niet geantwoord. Dus ik veronderstel dat die niet
aanwezig zijn.
Met betrekking tot de eventuele betaling voor een Franstalig uittreksel
uit het kadaster, zegt de minister: "Betaling is verschuldigd, maar er
moet wel een vertaling in het Nederlands worden afgeleverd". Dit klopt
natuurlijk niet. Er is niemand die de vertaling in het Nederlands kan
geven. Men kan dus geen vertaling in het Nederlands afleveren. Dat
is ook een beetje absurd, want indien die mogelijkheid aanwezig was,
dan zou men uiteraard het attest zelf in het Nederlands afgeleverd
hebben. Dat is een beetje een raar antwoord, mijnheer de minister.
Wat u zegt, kan in feite niet.
05.10 Carl Devlies (CD&V): Les
informations fournies par le
ministre au sujet des services du
Cadastre à Bruxelles diffèrent
manifestement de ce que j'ai
appris. La réponse ne fait
nullement mention des formulaires
préimprimés, ce qui prouve qu'ils
ne sont pas disponibles en
néerlandais.
Qui se chargera de la traduction
néerlandaise de ce document? Si
cette tâche est confiée à un
fonctionnaire, celui-ci pourrait tout
aussi bien rédiger une version
néerlandaise originale, ce qui ne
fut malheureusement pas le cas.
De voorzitter: Niemand wenst blijkbaar nog het woord te voeren. Dan wens ik toch nog even het standpunt
van de liberale partij, de VLD, hieromtrent duidelijk te stellen.
05.11 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb het al
gezegd in mijn antwoord: er is een verschil tussen de aanwervingen
en het totaal aantal ambtenaren in het kader. Meer dan het kader
kunnen wij niet doen.
05.11 Didier Reynders, ministre:
Il faut faire une distinction entre les
recrutements et le nombre total de
fonctionnaires occupant des
fonctions de cadre.
De voorzitter: Ik denk dat daar inderdaad het juiste antwoord ligt op
de vraag. We moeten nu nakijken hoe het zit met het totaal aantal
aangeworven personen die tewerkgesteld zijn in de verschillende
diensten. Wij hebben dat opgevraagd voor alle departementen. We
zullen dan kijken of de taalkaders inderdaad gerespecteerd worden.
Worden zij niet gerespecteerd, dan zal de VLD niet nalaten de
regering op de vingers te tikken, dat lijkt me meer dan duidelijk. Het is
onvoldoende alleen het element van de aanwervingen in ogenschouw
te nemen.
Wij danken de minister voor het zeer uitvoerige antwoord en de
statistische gegevens die wij gekregen hebben. Nogmaals, het komt
er inderdaad op neer de totaliteit van de mensen die in dienst zijn, te
bekijken en niet alleen degenen die het departement uitgaan of
inkomen.
Le président: Le VLD ne
manquera pas de vérifier les
rapports pour les cadres. A cette
fin, il nous faut en effet plus de
données que le nombre de
recrutements.
05.12 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik kijk ook
uit naar de totaalcijfers. Die lijken mij wel belangrijk. Alleszins lijken de
cijfers van aanwerving wel heel frappant en verrassend. Ik kijk met
belangstelling uit naar de totaalcijfers.
05.12 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Il est vrai que le chiffre total
est important. Les chiffres
concernant les recrutements que
nous apprenons ici me semblent
particulièrement frappants.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
05.13 Carl Devlies (CD&V): Ter informatie voor de eerste
ondervoorzitter. Indien hij graag deelneemt aan het debat, is de
tweede ondervoorzitter altijd bereid om tijdelijk het voorzitterschap
waar te nemen. Ik denk dat dat een correcte manier van handelen is.
05.14 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, als ik
me niet vergis, spreken wij binnenkort de heren Laes en Delporte. Ik
stel voor dat nu al aan beide heren wordt meegedeeld dat wij in onze
commissievergadering de totaalcijfers van de taalkaders zouden
willen krijgen.
05.14 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): La semaine prochaine, MM.
Laes et Delporte seront entendus
par notre commission. Pourront-ils
alors communiquer les chiffres
totaux?
De voorzitter: We zullen dat opvragen.
Le président: Le ministre le leur
demandera.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Hagen Goyvaerts en door
mevrouw Marleen Govaerts en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf Annemans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
gelet op de extreme wanverhouding bij de benoeming van Nederlandstalige en Franstalige ambtenaren op
alle niveaus binnen het departement Financiën - en sterk in het nadeel van de Nederlandstaligen,
en gelet op het gebrek aan criteria voor een rationeel en een doeltreffend personeelsbeleid op het
departement Financiën,
vraagt het ontslag van de minister van Financiën."
Une motion de méfiance a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Hagen Goyvaerts et par Mme
Marleen Govaerts et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Gerolf Annemans
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
vu le déséquilibre énorme lors de la nomination des fonctionnaires néerlandophones et francophones à
tous les niveaux au sein du département des Finances, déséquilibre fortement défavorable aux
néerlandophones,
et vu le manque de critères pour une politique rationnelle et efficace en matière de personnel au
département des Finances,
demande la démission du ministre des Finances."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Servais Verherstraeten en Carl Devlies en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf Annemans
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de minister
- om de verhouding Nederlandstalige/Franstalige ambtenaren bij de FOD Financiën recht te trekken in
functie van het bevolkingsaantal en de werklastmeting;
- per kwartaal personeelsgegevens aan het parlement mee te delen wat betreft aanwervingen van
statutairen, contractuelen en management;
- het parlement in te lichten over geplande aanwervingen, verdeeld per regio, taalgroep en dienst;
- de oprichting van een Comité F."
Une motion de recommandation a été déposée par MM. Servais Verherstraeten et Carl Devlies et est
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Gerolf Annemans
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au ministre
- de rééquilibrer la clé de répartition francophones/néerlandophones au SPF Finances en fonction des
chiffres de la population et de la charge de travail;
- de communiquer par trimestre au parlement les données relatives au recrutement de statutaires, de
contractuels et de personnel de management;
- d'informer le parlement des recrutements projetés, par Région, groupe linguistique et service;
- de créer un Comité F."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Marie-Christine Marghem en Annemie Roppe en
door de heren Jacques Chabot, Luc Gustin, Luk Van Biesen en Dirk Van der Maelen.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Marie-Christine Marghem et Annemie Roppe et par
MM. Jacques Chabot, Luc Gustin, Luk Van Biesen et Dirk Van der Maelen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
06 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Pieter De Crem tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de voorstellen in
verband met de fiscale aftrek van het pensioensparen" (nr. 561)
- mevrouw Marleen Govaerts tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
voorstellen van sp.a en VLD om de aftrek pensioensparen voor iedereen gelijk te maken" (nr. 565)
06 Interpellations jointes de
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les propositions relatives à
la déduction fiscale de l'épargne-pension" (n° 561)
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les propositions du
sp.a et du VLD visant à instaurer un taux unique en matière de déduction fiscale pour l'épargne-
pension" (n° 565)
06.01 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb aan u
een interpellatieverzoek gericht omdat er tegenstrijdige berichten
kwamen vanuit de twee Vlaamse meerderheidspartijen, sp.a-spirit
vooral sp.a dan en VLD, inzake de fiscale aftrek van het
pensioensparen. Wij zouden natuurlijk een boom kunnen opzetten
over dat pensioensparen, dat belangrijke gebeuren, of wij zouden het
kunnen hebben over de pendant ervan, de hele problematiek van de
levensverzekeringen, die ook toelaten een fiscaal voordeel op te
bouwen met het oog op het aansnijden van die reserve bij de
oppensioenstelling. Maar ik wil mijn interpellatie toespitsen op het
standpunt van de regering inzake die mededelingen.
Van twee zaken een: ofwel houdt men de toestand zoals die nu is,
met een gemiddelde aftrek tussen 30% en 40% van het kapitaal dat
op jaarbasis opzij wordt gelegd, ofwel gaat men naar een systeem
waarin omdat er in de praktijk een discriminatie zou kunnen zijn
men het aftrekpercentage optrekt tot 40%. Anders blijft men dus
steken op een gemiddelde tussen 30% en 40%, wat volgens de
berekeningen van sp.a. zou komen op 36,17%, meen ik.
Ten gronde meen ik dat het belangrijk is dat, wanneer de overheid
een beroep doet op haar burgers om in dat systeem te stappen, er
een engagement is vanwege de Staat inzake een aantal voorwaarden
die bij de ondertekening van het contract gekend zijn, en dat die
voorwaarden en cours de route zomaar niet kunnen worden gewijzigd.
06.01 Pieter De Crem (CD&V):
Les présidents des partis flamands
de la majorité ont récemment
formulé des propositions
contradictoires en ce qui concerne
l'épargne-pension et la déduction
fiscale y afférente. Quelle est la
position du gouvernement à ce
propos? Soit le tarif unitaire
existant est conservé, soit la
déduction fiscale doit être portée à
40% pour des raisons de
discriminations éventuelles.
Lorsque l'Etat fait appel aux
citoyens pour participer au
système de l'épargne-pension, les
conditions y afférentes ne peuvent
tout de même pas être modifiées
après la conclusion d'un contrat.
Quel serait l'incidence budgétaire
de modifications du système? Le
gouvernement envisage-t-il
d'instaurer une nouvelle régle-
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ik had graag geweten wat het standpunt van de regering is en in
welke mate zij zich aansluit bij de ene, dan wel de andere richting.
Met andere woorden, behoudt men de twee tarieven of gaat men naar
een eenheidstarief? Zal men het tarief optrekken tot 40%?
Die voorstellen hebben natuurlijk een budgettaire impact, zeker
wanneer aan de tarieven zou worden gesleuteld wat op zich kan; wij
zijn daar op zich niet tegen maar nu moet er duidelijkheid gecreëerd
worden. Ik weet niet of de regering een nieuwe regeling plant en als
dat zo is, wanneer die zou ingaan? Zou die ook ingaan voor de reeds
afgesloten contracten inzake pensioensparen? Mijns inziens is dat
een moeilijke zaak. Het zou wel eens kunnen dat men dan in een
situatie komt waarin men het vastgestelde rentetarief voor leningen
gaat herbekijken.
Kortom, vele zaken zijn onduidelijk geworden door die belangrijke
mededelingen. Ik had graag het standpunt van de regering terzake
gekend.
mentation et quand entrera-t-elle
en vigueur? S'appliquerait-elle
également aux contrats qui ont
déjà été conclus en matière
d'épargne-pension?
06.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
voorzitter van de sp.a wil naar een eenheidstarief van 36,17% voor de
aftrek van pensioensparen in plaats van de nu bestaande tarieven die
variëren van minimum 30% tot maximum 40%, afhankelijk van het
aangegeven inkomen. Dit betekent voor degenen die minder
verdienen een jaarlijks voordeel van zowat 62 euro. De betere
verdieners z zullen natuurlijk een nadeel ondervinden.
Is het juist, mijnheer de minister, als ik deze pensioenbonus vergelijk
met de woonbonus die door de programmawet werd ingevoerd?
Vanaf 1 januari 2005 zorgt deze woonbonus ervoor dat alle leningen,
die werden afgesloten voor de enige, eigen woning, voor alle
inkomens gelijk aftrekbaar zijn ongeacht het inkomen. Voor de kleine
verdieners zal de winst groter zijn. Vindt de minister die voorstellen
allemaal rechtvaardig nu zij die in hogere belastingschalen komen en
soms meer dan 50% belastingen betalen, in verhouding veel minder
onkosten kunnen aftrekken?
Wat denkt de minister van de uitspraak van de heer Stevaert "het kan
niet dat een fiscaal voordeel groter is naarmate je meer verdient",
terwijl die meerverdieners toch ook veel meer belastingen betalen?
Overweegt de minister als liberaal dan ook misschien ooit meer
gelijke belastingtarieven in te voeren, de zogenaamde flat tax? Wat
zeggen de socialistische collega's daarvan? Is daarover al ooit
gesproken?
Het hele systeem van schijven maakt de belastingen zeer ingewikkeld
en ondoorzichtig. Zal het invoeren van de woonbonus en misschien
ook de pensioenbonus een neutrale fiscale operatie zijn of gaan die
twee maatregelen de Staat geld kosten?
Gaat de minister de bedragen, die aftrekbaar zijn in het kader van het
pensioensparen en die nu geplafonneerd zijn tot 620 euro, optrekken
zodat zij die zelf hun pensioen willen verbeteren, gestimuleerd
worden? Door het optrekken van het aftrekbaar bedrag zou een
duurzame maatregel worden getroffen die de welvaart voor de
groeiende groep senioren verzekert. Bovendien worden de gelden
06.02 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Le président du sp.a
souhaite instaurer un taux unique
de 36,17% en matière de
déduction fiscale pour l'épargne-
pension au lieu des taux actuels
qui oscillent entre 30 et 40%, en
fonction du revenu déclaré. Celui
qui gagne moins sera avantagé et
celui qui gagne davantage y
perdra. Le président du VLD
souhaite pour tous un taux de 40%
de déduction.
Le ministre estime-t-il que ces
propositions sont justes? Que
pense-t-il des propos de M.
Stevaert qui affirme qu' "il n'est
pas normal que plus la personne
gagne d'argent, plus ses
avantages fiscaux sont
importants", alors que celui qui
gagne davantage paie cependant
plus d'impôts? Si les déductions
sont destinées à être égales pour
tous, le ministre envisage-t-il
l'introduction d'impôts égaux pour
tous, à savoir le "flat tax" (impôt à
taux fixe)?
Le ministre prendra-t-il une contre-
mesure pour garantir une
neutralité des coûts? Va-t-il
augmenter les montants,
aujourd'hui plafonnés, déductibles
dans le cadre de l'épargne-
pension de façon à encourager
ceux qui souhaitent améliorer leur
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
van het pensioensparen en andere pensioenfondsen rechtstreeks in
de economie geïnjecteerd wat de economische groei versterkt en zo
weer extra fiscale inkomsten oplevert voor de overheid.
Ten slotte wil ik de minister herinneren aan een mondelinge vraag die
ik op 16 maart 2004, juist één jaar geleden, stelde in de commissie.
Het was vraag nummer 2052. Naar aanleiding van Batibouw en de
uitspraken van de Confederatie Bouw vroeg ik de minister om de
aftrek voor bouwleningen te vereenvoudigen. Toen verwees de
minister naar een voorstel dat was opgenomen in het regeerakkoord
en dat tijdens de legislatuur zou worden uitgewerkt. Waarschijnlijk
gaat het hier over de woonbonus die in de programmawet was
opgenomen. Al bij al is de procedure niet echt veel vereenvoudigd
vermits de nieuwe aftrek in verband met de enige eigen woning,
alleen geldt voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2005. Voor alle
andere leningen blijft de oude, ingewikkelde procedure bestaan.
De minister antwoordde mij toen dat de belastingplichtigen zich
zouden moeten laten bijstaan door specialisten. Vindt de minister
dergelijke uitspraken van partijvoorzitters niet verwarrend voor de
belastingplichtigen?
pension?
Le 16 mars 2004, j'ai demandé au
ministre si la déductibilité en
matière d'emprunts pouvait être
simplifiée. Le ministre a alors
renvoyé au bonus de logement
figurant dans la loi-programme.
Or, la procédure n'en est pas
devenue plus simple, vu que la
nouvelle déductibilité liée à
l'habitation unique occupée par le
contribuable n'est valable que pour
des emprunts contractés à partir
du 1
er
janvier 2005. Pour tous les
autres emprunts, l'ancienne
procédure, qui est complexe, reste
d'application.
06.03 Minister Didier Reynders: Voor alle duidelijkheid: ik ben
slechts voorzitter van één partij, niet van twee of drie, want ik heb veel
commentaar gehoord in verband met andere voorzitters. Ik ben
steeds bereid, wanneer terzake wetsvoorstellen zouden ingediend
worden, deze te laten onderzoeken. We hebben tot nu toe in dat
verband geen besprekingen gehad in de regering, maar u weet dat er
een zeer belangrijke bespreking is wat betreft de
eindeloopbaanproblematiek. Het is misschien mogelijk in dat verband
nieuwe voorstellen te doen.
Wat de kostprijs van de verschillende voorstellen betreft, heb ik aan
mijn administratie alleen een kleine berekening gevraagd. Het is
mogelijk om een algemene berekening te geven, maar ik zal alleen de
kostprijs geven. Het voorstel van de voorzitter van de sp.a gaat
gepaard met een kostprijs van 10 miljoen euro volgens een raming
van mijn administratie 9.956.808,66 euro. Het voorstel van de VLD-
voorzitter gaat gepaard met een kostprijs van 23,6 miljoen euro,
23.594.898,22 euro om precies te zijn.
06.03 Didier Reynders, ministre:
Je ne suis que le président du MR
et ne suis donc pas responsable
des propositions lancées par
d'autres présidents de partis.
Le gouvernement n'a pour l'instant
pas l'intention de modifier les
dispositions relatives à la réduction
d'impôts pour l'épargne-pension,
mais je suis prêt à étudier toute
proposition de loi déposée en la
matière. Il est possible que de
nouvelles propositions soient
formulées dans le cadre des
négociations sur les fins de
carrière.
Mes services estiment l'incidence
sur le budget à 10 millions d'euros
pour la proposition de M. Stevaert
et à 23,6 millions d'euros pour
celle de M. Somers.
06.04 Pieter De Crem (CD&V): De minister heeft gezegd dat hij tot
nader order geen wetsvoorstellen ontvangen heeft. We hebben in
ieder geval een antwoord gekregen op de vraag in verband met de
kostprijs. Op de politieke vraag of men daarop zal ingaan nadat men
de kostprijsberekeningen gemaakt heeft, heb ik jammer genoeg geen
antwoord gekregen. Ik denk dat het voor de belastingplichtige
belangrijk is dat hij weet of hij zich kan verwachten aan een ander,
nieuw en aangepast systeem, of dat hij weet dat alles bij het oude
blijft. Ik denk dat het natuurlijk ook zo is dat dit alleen maar zou
kunnen gelden voor degenen die in de toekomst een contract zouden
ondertekenen, dat onder de noemer pensioensparen valt. Ik ben
jammer genoeg onbevredigd, om het zo te zeggen.
06.04 Pieter De Crem (CD&V): Le
ministre n'a pas répondu à la
question politique qui est de savoir
ce que lui-même pense des
propositions? C'est important pour
les contribuables qui ont signé un
contrat d'épargne-pension ou qui
ont l'intention de le faire.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
06.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
probleem met de wijze waarop de sp.a het voorstel met betrekking tot
de pensioenbonus geformuleerd heeft. Als men dit doet, dan moet
men ook de logica doortrekken, bijvoorbeeld naar de woonbonus. De
aftrek voor de woonbonus gebeurt op dezelfde manier als voor de
pensioenbonus, als ik het zo mag zeggen. Het fiscale voordeel voor
het pensioensparen kan in uw voorstellen maximaal oplopen tot 62
euro voor de belastingplichtige, terwijl het fiscale voordeel voor de
woonbonus als men uw principes doortrekt en toepast op de
woonbonus kan oplopen tot 498 euro. Ik begrijp niet goed waarom u
in een bepaald domein dit voorstel lanceert, terwijl het in feite deel zou
moeten uitmaken van een globaal pakket. Mijn vraag aan u is of u ook
de mogelijkheid overweegt om het systeem dat door de sp.a wordt
voorgesteld door te trekken naar de woonbonus.
06.05 Carl Devlies (CD&V): Que
les propositions du sp.a fassent
état du seul bonus-pension
constitue un problème. En effet, si
de telles propositions sont mises
sur le tapis, il faut être cohérent et
appliquer cette même logique au
bonus-logement notamment. Le
ministre envisage-t-il de s'inscrire
dans une même logique pour le
bonus-logement et d'intégrer celui-
ci dans un arsenal global de
mesures?
06.06 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik heb bijna op geen
enkele vraag een concreet antwoord gekregen. De kosten mogen
door iedereen gelijk worden afgetrokken. Ik heb echter niets gehoord
over de eventuele verandering van de belastingtarieven. Ik heb
begrepen dat over de voorstellen van de twee voorzitters helemaal
nog niet gesproken werd in de regering. Ik vraag mij eigenlijk af of het
goed is dat voorzitters dergelijke uitspraken doen. Zou in de regering
niet beter afgesproken worden om te zwijgen, als het toch niet
haalbaar is? Het zal blijkbaar toch veel geld kosten. Ik heb ergens
gelezen dat het budgettair neutraal zou zijn, maar dat is blijkbaar
helemaal niet het geval.
Ik wou ook van de gelegenheid gebruikmaken om nog eens te vragen
om het systeem eenvoudiger te maken. Er zijn al stappen gezet en wij
gaan naar een nieuwe aangifte op één blad, maar de bijgevoegde
uitleg zal wel een heel boek zijn. De gewone belastingplichtigen
hebben nog altijd heel veel problemen. Zij zien ertegenop als hun
belastingaangifte komt, niet alleen omdat zij moeten betalen, maar
ook omdat zij niet goed weten hoe die moet worden ingevuld. Daarom
dien ik een motie van aanbeveling in.
06.06 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang): Je n'ai reçu de réponse
concrète à quasiment aucune de
mes questions. La proposition des
deux présidents de parti n'a
apparemment pas encore été
examinée. On ferait mieux
d'accorder les violons avant de
faire des déclarations publiques.
Quoi qu'il en soit, il est d'ores et
déjà clair que cette opération aura
indéniablement des incidences
budgétaires. La déclaration
d'impôts sera réduite à une page,
mais il faudra l'assortir de tout un
livre d'explications. Je déposerai
une motion de recommandation
tendant à simplifier la déclaration
et à la rendre plus lisible.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Pieter De Crem en Carl Devlies en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Pieter De Crem en van mevrouw Marleen Govaerts
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
beveelt de regering aan
eenduidige, billijke en rechtvaardige voorstellen uit te werken in verband met de fiscale aftrek van het
pensioensparen."
Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Pieter De Crem et Carl Devlies et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Pieter De Crem et de Mme Marleen Govaerts
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
recommande au gouvernement
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
d'élaborer des propositions univoques, équitables et justes en ce qui concerne la déduction fiscale de
l'épargne-pension."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marleen Govaerts en door de heren
Gerolf Annemans en Hagen Goyvaerts en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Pieter De Crem en van mevrouw Marleen Govaerts
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën,
vraagt de regering
het hele systeem van belastingen drastisch te vereenvoudigen en de belastingaangiften voor iedereen
begrijpbaar te maken."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marleen Govaerts et par MM. Gerolf
Annemans et Hagen Goyvaerts et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Pieter De Crem et de Mme Marleen Govaerts
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances,
demande au gouvernement
de simplifier radicalement l'ensemble du système des contributions et de confectionner des formulaires de
déclaration d'impôt qui soient aisément compréhensibles pour l'ensemble des contribuables."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Marie-Christine Marghem en Annemie Roppe en
door de heren Jacques Chabot, Luc Gustin, Luk Van Biesen en Dirk Van der Maelen.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Marie-Christine Marghem et Annemie Roppe et par
MM. Jacques Chabot, Luc Gustin, Luk Van Biesen et Dirk Van der Maelen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
07 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le sort
fiscal des rentes alimentaires en cas de garde conjointe d'enfants par des parents séparés" (n° 5957)
07 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale behandeling van de onderhoudsuitkeringen wanneer gescheiden ouders het gezamelijk
hoederecht over de kinderen hebben" (nr. 5957)
07.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le ministre, après une
séparation l'enfant est à charge du parent à qui le droit de garde a été
octroyé. Conformément à la loi du 13 avril 1995, ce droit de garde
peut être exercé à tour de rôle par chacun des parents. Lorsque les
parents sont séparés et qu'ils exercent conjointement l'autorité
parentale de manière alternée, votre département permet de répartir
la quotité exemptée d'impôt pour enfants à charge entre chacun des
époux. Malheureusement, ni le père, ni la mère ne peuvent déduire
de rentes alimentaires pour les enfants pour lesquels cette répartition
de quotité exemptée a été demandée.
Malgré les précisions apportées par la circulaire du 19 février 2002,
certaines hésitations subsistent, ce qui m'amène à vous poser les
trois questions suivantes:
1. Lorsque l'application de la répartition de la majoration du montant
exonéré d'impôt est demandée pour un exercice d'imposition
antérieur, la déduction des rentes alimentaires est-elle également
exclue, et pourquoi?
2. Est-il exact qu'en cas de garde alternée, les enfants sont imposés
sur les rentes alimentaires qu'ils reçoivent de leur père ou de leur
07.01 Jacques Chabot (PS):
Indien de ouders na een scheiding
het gezamenlijk hoederecht over
de kinderen hebben, kunnen zij de
belastingvrijstelling voor kinderen
ten laste onder elkaar verdelen.
Het onderhoudsgeld voor de
kinderen voor wie die verdeling
van de belastingvrijstelling wordt
aangevraagd, kan echter niet van
de belastingen worden
afgetrokken.
Ondanks de verduidelijkingen in
de rondzendbrief van 19 februari
2002 blijven sommige twijfels
voortbestaan. Graag vernam ik
dan ook of de aftrek van het
onderhoudsgeld ook uitgesloten is
wanneer de verdeling van de
verhoogde belastingvrijstelling
voor een vorig aanslagjaar wordt
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
mère avec lequel ils ne forment pas un ménage, alors que les
parents, eux, ne peuvent pas déduire les rentes alimentaires pourtant
payées? Quelle est la base légale de cette position administrative? Ce
système n'est-il pas discriminatoire? Lorsque les parents déposent
une demande de répartition des suppléments de quotités exemptées,
sont-ils informés et comment des conséquences fiscales de cet
acte?
3. Selon certains, cette requête conjointe est irréversible. Est-ce
exact? Quelle est la position administrative si les ex-conjoints y
renoncent conjointement? Compte tenu des désavantages fiscaux de
cette opération, quel est le nombre de requêtes introduites à ce
propos? Combien d'entre elles sont-elles renouvelées d'année en
année?
Je vous remercie, monsieur le ministre.
aangevraagd.
Klopt het dat, in geval van
gezamenlijk hoederecht, de
kinderen op dat onderhoudsgeld
worden belast, terwijl de ouders
diezelfde bedragen niet kunnen
aftrekken? Op welke rechtsgrond
stoelt dit systeem, dat een
discriminatie lijkt in te houden?
Wanneer de ouders de verdeling
van de verhoogde belasting-
vrijstelling aanvragen, hoe worden
zij dan van de fiscale gevolgen van
die keuze op de hoogte gebracht?
Volgens sommigen
is die
gezamenlijke aanvraag onomkeer-
baar. Wat gebeurt er indien de ex-
echtgenoten er gezamenlijk
afstand van doen? Hoeveel
aanvragen worden er jaarlijks
ingediend en hernieuwd?
07.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Chabot, lorsque la
répartition visée à l'article 132bis du CIR 92 a été demandée pour un
exercice d'imposition antérieur et pas pour l'exercice d'imposition en
cours, seule la déduction de la quotité rétroactive de rente alimentaire
visée à l'article 104, 2° du même CIR est exclue pour ce dernier
exercice, tandis que la déduction des rentes alimentaires
régulièrement payées visée à l'article 104, 1° du CIR est quant à elle
possible.
L'article 104, 1° et 2°, in fine du CIR 92 prévoit expressément que les
rentes alimentaires payées par l'un des parents pour ses enfants ne
sont pas déductibles lorsque l'application de l'article 132bis du CIR 92
a été demandée pour ces enfants. Cette disposition a été prise afin
d'éviter qu'un contribuable ne puisse déduire les rentes alimentaires
qu'il paie pour ses enfants et simultanément revendiquer l'attribution
de la moitié du supplément de quotité exemptée.
Par ailleurs, aucune disposition analogue n'a été reprise à l'article 90,
3° et 4° du CIR 92 de sorte que les rentes alimentaires précitées
restent en principe imposables.
Les principes de non-déduction et d'imposition de ces rentes
ressortent donc bien du CIR 92 et non d'une simple interprétation
administrative. Le CIR établit, d'une part, les conditions de déduction
de la rente et, d'autre part, les conditions d'imposition, sans jamais
établir de lien nécessaire "déduction-imposition". Une rente est donc
imposable si les conditions d'imposabilité sont réunies, que cette
rente ait été déduite ou pas par le débiteur.
Compte tenu de la finalité de l'article 104, 1° et 2°, in fine du CIR 92,
du choix qui est laissé au contribuable et de l'existence de la quotité
exemptée d'impôt qui implique que, dans bien des cas, ces rentes
n'occasionnent aucune charge fiscale dans le chef des enfants
bénéficiaires, j'estime qu'il n'y a pas de discrimination.
07.02 Minister Didier Reynders:
Indien de bij artikel 132bis van het
WIB 1992 bedoelde verdeling voor
een vorig aanslagjaar en niet voor
het lopende aanslagjaar wordt
aangevraagd, wordt alleen de
aftrek van het met terugwerkende
kracht verhoogde onderhoudsgeld
voor dat laatste aanslagjaar
uitgesloten, terwijl de aftrek van
het regelmatig betaalde
onderhoudsgeld mogelijk blijft.
Artikel 104, eerste en tweede lid,
in fine van het WIB 1992 bepaalt
dat het voor de kinderen betaalde
onderhoudsgeld niet aftrekbaar is
indien de toepassing van artikel
132bis van het WIB 1992 werd
gevraagd. Met die bepaling wil
men voorkomen dat een
belastingplichtige tegelijkertijd het
betaalde onderhoudsgeld aftrekt
en de toekenning van de helft van
de verhoogde belastingvrijstelling
eist. In artikel 90, derde en vierde
lid van het WIB 1992 is geen
enkele overeenkomstige bepaling
opgenomen, waardoor voornoemd
onderhoudsgeld belastbaar blijft.
De niet-aftrekbaarheid en de
belastbaarheid van dat
onderhoudsgeld worden dus
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
L'impossibilité de déduire les rentes alimentaires payées pour les
enfants pour lesquels la répartition est demandée figure dans la
brochure explicative jointe à la déclaration d'impôt:
- dans chacune des rubriques relatives aux enfants pour lesquels la
répartition est demandée;
- dans la rubrique relative à la déduction des rentes alimentaires.
L'article 132bis du Code des impôts sur les revenus 1992 prévoit que
les parents qui revendiquent la répartition du supplément de quotité
exemptée auquel les enfants donnent droit, doivent en faire
conjointement la demande écrite qui doit être jointe à leur déclaration
aux impôts sur les revenus. Conformément au 3
e
alinéa dudit article
132bis, cette demande est irrévocable. L'administration ne peut dès
lors donner satisfaction aux contribuables qui souhaiteraient revenir
sur leur demande.
L'administration ne dispose pas de statistiques quant au nombre de
demandes introduites.
Je peux néanmoins vous faire savoir que, pour l'exercice d'imposition
2003, au 30 juin 2004, 4.024 cotisations avaient été enrôlées au nom
de contribuables avec enfants à charge qui avaient cédé la moitié de
l'avantage fiscal à l'autre parent et 4.413 cotisations avaient été
enrôlées au nom de contribuables auxquels l'autre parent avait cédé
la moitié de l'avantage fiscal.
Voilà l'explication de la loi, monsieur le président.
bepaald bij het WIB, dat de
voorwaarden voor de aftrek en de
belasting vastlegt zonder daarom
een noodzakelijk verband tussen
beide te scheppen. Onderhouds-
geld is belastbaar indien aan de
voorwaarden is voldaan, of dat
onderhoudsgeld nu al dan niet
door de schuldenaar is
afgetrokken.
Rekening houdend met de
bedoeling van artikel 104, eerste
en tweede lid, in fine van het WIB,
met de keuze die aan de
belastingplichtige wordt gelaten en
met het bestaan van de
belastingvrijstelling, die geen
enkele fiscale last voor de recht-
hebbende kinderen meebrengt,
meen ik dat er geen sprake is van
discriminatie.
In de toelichtingsbrochure bij de
belastingaangifte wordt erop
gewezen dat de voor kinderen
betaalde onderhoudsuitkeringen
niet mogen worden afgetrokken,
noch in de rubrieken die
betrekking hebben op de kinderen,
noch in de rubriek betreffende de
onderhoudsuitkeringen, wanneer
de verdeling van die bedragen
wordt gevraagd.
Artikel 132bis van het WIB bepaalt
dat ouders die de verdeling van de
toeslag bij de belastingvrije som
vragen, daartoe gezamenlijk een
schriftelijke aanvraag moeten
indienen die bij hun aangifte van
de inkomstenbelastingen dient te
worden gevoegd. Die aanvraag
kan niet worden herroepen.
De administratie beschikt niet over
statistieken over het aantal
aanvragen. Voor het aanslagjaar
2003 bijvoorbeeld werden 4.024
bijdragen ingekohierd op naam
van belastingplichtigen die de helft
van het fiscaal voordeel aan de
andere ouder hebben afgestaan
en 4.413 op naam van
belastingplichtigen aan wie de
andere ouder de helft van het
fiscaal voordeel hebben
afgestaan.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
mesures fiscales relatives au plan PC privé" (n° 5958)
08 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale maatregelen betreffende het PC-privé-plan" (nr. 5958)
08.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, depuis le 1
er
janvier 2003, l'intervention de l'employeur dans
le prix d'achat d'une configuration complète de pc est exonérée, pour
autant que cette acquisition se fasse dans le cadre d'un plan organisé
par l'employeur (article 38, alinéa 1, 17°, CIR 1992).
Malgré les précisions apportées par la circulaire administrative du
28 avril 2004, certaines hésitations subsistent, ce qui m'amène à vous
poser les questions suivantes:
1. Les dispositions du "plan pc privé" s'appliquent, selon la circulaire,
uniquement aux travailleurs (au sens de l'article 30, 1° du Code). Cela
signifie-t-il que les dirigeants d'entreprise sont exclus? Qu'en est-il si
ces dirigeants d'entreprise sont engagés sous contrat d'emploi?
Quelle est la position de votre département vis-à-vis des travailleurs
qui exercent un mandat gratuit (d'administrateur, de gérant, etc.) dans
leur société et qui ne sont pas considérés, selon la jurisprudence de
la Cour d'arbitrage, comme des dirigeants d'entreprise?
2. Le plan doit-il être applicable à tout le personnel ou peut-il
concerner uniquement l'une ou l'autre catégorie, par exemple les
employés, les cadres, les ouvriers, etc.? Quelles sont les sanctions
éventuelles si seuls certains membres du personnel sont informés du
"plan pc privé"? Comment vos services vont-ils pouvoir vérifier que le
plan est applicable ou non à tous les travailleurs sans exception?
3. La circulaire précise ce que l'on peut considérer comme faisant
partie d'une "installation informatique", à savoir le pc proprement dit,
mais aussi les périphériques. Est-il exact qu'un appareil
photographique numérique est également visé? Y a-t-il des conditions
à respecter? Si oui, lesquelles?
4. Les travailleurs ne sont pas tenus d'acheter une configuration
complète mais ils doivent, selon le rapport au Roi, acheter au moins
deux éléments de l'offre. A quel moment l'exonération sera-t-elle
accordée lorsque l'achat de deux éléments au moins n'a pas lieu au
cours de la même période imposable? Qu'en est-il lorsque l'achat et
la livraison n'ont pas lieu la même année?
08.01 Jacques Chabot (PS):
Sinds 1 januari 2003 is het
aandeel van de werkgever in de
aankoopprijs van een volledige
computerinstallatie vrijgesteld in
zover deze aankoop plaats vindt in
het kader van een door de
werkgever georganiseerd plan tot
stimulering van de nieuwe
technologieën.
Gelden de bepalingen van het PC-
privé-plan ook voor de
bedrijfsleiders? Welke houding
wordt er aangenomen ten aanzien
van de werknemers die een
onbezoldigd mandaat uitoefenen
en niet als bedrijfsleiders worden
beschouwd?
Kan het plan beperkt worden tot
bepaalde personeelscategorieën?
Wat zijn de sancties ingeval
slechts een deel van het personeel
van het plan op de hoogte wordt
gebracht?
Komt een digitaal fototoestel ook
in aanmerking, en zo ja, onder
welke voorwaarden?
De werknemers moeten minstens
twee onderdelen van de aange-
boden configuratie aankopen.
Wanneer wordt de vrijstelling
toegekend?
08.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Chabot, un certain
nombre de réponses se trouvent déjà dans la circulaire du 28 avril
2004, complétée en matière de TVA par celle du 9 février 2005.
Sont visés par l'exonération "plan pc privé", les travailleurs au sens de
l'article 30, 1° du CIR, à l'exclusion des dirigeants d'entreprise visés à
l'article 32 du même CIR, même s'ils sont engagés sous contrat
d'emploi. Les contribuables salariés qui exercent à titre gratuit un
mandat d'administrateur, de gérant, de liquidateur ou des fonctions
analogues et qui, conformément à l'arrêt de la Cour d'arbitrage du
08.02 Minister Didier Reynders:
Een aantal antwoorden op uw
vragen kan u terugvinden in de
rindzendbrief van 28 april 2004,
zoals aangevuld door de
rondzendbrief van 9 februari 2005
wat de BTW betreft.
Worden vrijgesteld de werknemers
in de zin van artikel 30, 1°, WIB
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
30 mars 2001, ne sont plus considérés fiscalement comme des
dirigeants d'entreprise mais bien comme des travailleurs, peuvent
également bénéficier de cette exonération.
Le plan doit être applicable à tous les travailleurs sans exception et
ce, sous peine de voir le plan et, par conséquent, l'exonération
refusés (n° 10.2 de la circulaire). Mes services vérifieront le respect
de cette condition - si nécessaire, au cas par cas - sur la base des
éléments et moyens d'investigation dont ils disposent.
Dès lors qu'un appareil photo peut être considéré comme un
périphérique, il peut sans plus être admis parmi les éléments
informatiques visés (n° 7 de la circulaire).
En ce qui concerne votre dernière question, je vous renvoie à la
circulaire administrative, étant donné qu'une page entière traite de ce
type de configuration (n° 10.4 et n° 10.5 de la circulaire). Je vous en
remets une copie.
92, dus met uitsluiting van de
bedrijfsleiders bedoeld in artikel
32, zelfs al zijn ze met een
arbeidsovereenkomst aange-
worven. Daarentegen hebben de
belastingplichtige werknemers die
een onbezoldigd mandaat
uitoefenen, eveneens recht op
deze vrijstelling.
Het plan moet op het gehele
personeel van toepassing zijn.
Zoniet wordt het geweigerd.
Aangezien een digitaal fototoestel
als randapparatuur kan worden
beschouwd, kan het bij de
bedoelde computeronderdelen
worden ondergebracht.
Voor uw laatste vraag verwijs ik u
naar de punten 10.4 en 10.5 van
de administratieve rondzendbrief
die over het probleem van het type
configuratie handelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jacques Chabot au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'indexation
du montant des ressources pour qu'un enfant soit considéré fiscalement comme étant à charge du
contribuable" (n° 5959)
09 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
indexering van het maximumbedrag van de bestaansmiddelen van een kind om als ten laste van de
belastingsplichtige te worden beschouwd" (nr. 5959)
09.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, afin de pouvoir être considérés comme étant fiscalement à
charge, les enfants doivent réunir plusieurs conditions. L'une de
celles-ci est que l'enfant ne bénéficie pas, personnellement, de
ressources propres supérieures à un certain montant. Ce montant est
indexé chaque année et varie donc d'un exercice d'imposition à
l'autre. Ceci explique que, chaque année, vos services informent
plusieurs contribuables que leur enfant ne peut être considéré comme
étant à charge parce que, à la suite d'un job d'étudiant, par exemple,
le plafond des ressources a été dépassé, parfois de quelques euros
seulement.
Afin d'éviter pareille mésaventure, les parents prennent contact,
l'année suivante, avec les services de taxation pour connaître le
montant maximum des ressources propres à ne pas dépasser. Il me
revient que, dans la pratique, il leur est très difficile d'obtenir cette
information avec exactitude. Je voudrais, dès lors, vous poser les
questions suivantes:
- A partir de quel moment vos services sont-ils informés officiellement
des montants indexés?
- Sur la base des principes de la bonne administration, notamment
celui de la confiance légitime, le contribuable peut-il exiger une
09.01 Jacques Chabot (PS):
Opdat kinderen als fiscaal ten
laste zouden worden beschouwd,
moet aan een aantal voorwaarden
worden voldaan. Zo mogen hun
bestaansmiddelen een bepaald
bedrag niet overschrijden. Dat
bedrag wordt geïndexeerd en is
dus elk aanslagjaar verschillend.
Elk jaar weer laten uw diensten
een aantal belastingplichtigen
weten dat hun kind niet langer ten
laste is omdat het maximum-
bedrag van de bestaansmiddelen,
soms slechts met een paar euro,
werd overschreden.
Om zo'n tegenvaller te vermijden,
nemen ouders vaak contact op
met de belastingdiensten om dat
maximumbedrag te weten te
komen. Het blijkt echter moeilijk
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
information écrite?
- Existe-t-il un service spécifique auquel le contribuable peut
s'adresser à ce propos? Quelles sont ses coordonnées?
- Compte tenu de l'impact fiscal en cause, des mesures seront-elles
prises en vue de mieux informer le contribuable, dans les délais
impartis, des montants indexés?
daarover precieze informatie te
krijgen.
Vanaf wanneer worden uw
diensten van de geïndexeerde
bedragen op de hoogte gebracht?
Kan de belastingplichtige die
gegevens op papier eisen?
Bestaat er een specifieke dienst
waartoe men zich met dat soort
vragen kan richten? Welke?
Komen er maatregelen om de
belastingplichtige beter te
informeren?
09.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Chabot, les indexations
prévues à l'article 178, §2 et §3, 2° du CIR 92 sont basées sur la
moyenne des indices des prix de l'année qui précède celle des
revenus. L'administration ne peut, dès lors, déterminer les coefficients
d'indexation et les montants indexés qu'au début de l'année des
revenus.
Pour l'exercice d'imposition 2006, il a, en outre, fallu tenir compte de
la loi-programme du 27 décembre 2004, deuxième édition. Les
montants indexés sont ensuite publiés au Moniteur belge.
Les montants relatifs à l'exercice d'imposition 2006 revenus de 2005
ont été publiés au Moniteur belge du 23 février 2005. Ces montants
sont également accessibles, depuis le 7 février 2005, sur les sites
internet du département des Finances.
Par ailleurs, mon administration a préparé un texte concernant les
répercussions du travail des étudiants sur la situation fiscale de
l'étudiant et celle de ses parents. J'ai demandé que ce texte soit
diffusé sous forme de folder et qu'il puisse également être téléchargé
sur les mêmes sites "fiscus.fgov.be" ou "minfin.fgov.be" du
département.
09.02 Minister Didier Reynders:
De indexering waarin artikel 178
WIB 92 voorziet, is gebaseerd op
het gemiddelde indexcijfer van de
consumptieprijzen van het jaar dat
het jaar van de inkomsten
voorafgaat. De administratie kan
de indexeringscoëfficiënt en de
bedragen dus pas bij het begin
van het inkomstenjaar vaststellen.
Voor het aanslagjaar 2006 moest
voorts met de programmawet van
27 december 2004 rekening
worden gehouden. De
geïndexeerde bedragen worden in
het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd. De bedragen
betreffende het aanslagjaar 2006
(inkomsten 2005) werden in het
Belgisch Staatsblad van 23
februari 2005 gepubliceerd. Die
bedragen kunnen sinds 7 februari
ook op de internetsites van het
departement worden
geraadpleegd.
Mijn administratie bereidde een
tekst voor over de gevolgen van
een studentenjob op het fiscaal
statuut van de student en zijn of
haar ouders. Van die tekst wordt
een papieren versie verspreid en
hij kan ook worden gedownload op
de sites www.fiscus.fgov.be en
www.minfin.fgov.be van het
departement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de data
mining" (nr. 5965)
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
10 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le data mining"
10.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb het data mining-project hier reeds tweemaal ter
sprake gebracht, op 15 februari en 2 maart. In algemene
bewoordingen werd in antwoord op beide vragen door de
staatssecretaris en uzelf gesteld dat het data mining-project in de
inkomstenbelasting gesteund is op BTW-gegevens.
In uw antwoord op de laatste vraag legde u een verband tussen data
mining en de BTW-kwartaallijsten. U argumenteerde dat het niet-
meedelen van de selectiecriteria van belastingplichtigen geen
nieuwigheid is. Aldus werden de selectiecriteria van
belastingplichtigen, opgenomen op de kwartaallijsten van de controle
van de BTW-gegevens, niet meegedeeld.
Vanuit de administratie bevestigt men mij dat data mining louter
gebaseerd is op BTW-belastingplichtige kwartaalaangevers. Het gaat
hier met andere woorden om BTW-plichtigen met een jaaromzet,
exclusief BTW, die niet meer bedraagt dan 500.000 euro. Vanaf
1 januari 2005 werd deze grens wel opgetrokken tot 1 miljoen euro.
De perceptie bij heel wat belastingplichtigen is dat de fiscus zich nog
enkel bezighoudt met de kleine ondernemingen. Een dergelijk dossier
kan de controleur binnen zijn statistieke doelstellingen nog op korte
termijn begrijpen. Grote ondernemingen zijn vaak te complex en
omvangrijk om op enkele dagen tijd grondig te controleren. Indien
data mining enkel gebaseerd is op BTW-kwartaalaangiften, dan wordt
die perceptie enkel maar bevestigd.
Kunt u mij bevestigen dat men zich bij de realisatie van het data
mining-project in de inkomstenbelasting alleen baseert op de BTW-
kwartaalaangiften? Is de fraudebestrijding in de inkomstenbelasting
beperkt tot de kleine ondernemingen en de zelfstandigen?
10.01 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre affirme que le projet de
"data mining" relatif à l'impôt sur
les revenus est fondé sur les
données TVA. Il a déjà établi
précédemment un lien entre le
"data mining" et les listes
trimestrielles de la TVA et déclaré
que les critères de sélection en
vigueur pour le contribuable,
intégrés dans les listes
trimestrielles du contrôle TVA,
n'étaient pas communiqués.
Selon mes renseignements, le
"data mining" est uniquement
utilisé dans le cas des personnes
assujetties à la TVA dont le chiffre
d'affaires annuel est inférieur ou
égal à 500.000 euros. A partir de
janvier 2005, ce montant devrait
être porté à 1 million d'euros.
Les déclarations trimestrielles à la
TVA constitueront-elles la seule et
unique base pour la réalisation du
projet de "data mining"? La lutte
contre la fraude se limite-t-elle aux
petites entreprises et aux
indépendants à titre
complémentaire?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, de eerste iteratie data mining analyseert enkel de gegevens
van de BTW-controles en de gegevens uit de BTW-aangiften in een
klassiek fraudemodel voor de BTW-belastingplichtigen, natuurlijke
personen en rechtspersonen, die driemaandelijks aangiften indienen.
De tweede iteratie data mining daarentegen, analyseert de gegevens
van de controle inzake BTW- en inkomstenbelastingen en de
gegevens uit de BTW-aangiften in een bepaald aantal klassieke
macrosectorale fraudemodellen voor de natuurlijke personen en
rechtspersonen, ongeacht of deze maandelijks dan wel
driemaandelijks een aangifte indienen.
In de eerste iteratie werden ongeveer 300.000 kwartaalaangevers
geanalyseerd. De tweede iteratie zal betrekking hebben op ongeveer
500.000 belastingplichtigen, zowel maand- als kwartaalaangevers.
Wat de van BTW-vrijgestelde vrije beroepen betreft, deze maken het
voorwerp uit van specifieke analyses. De ontwikkelde modellen in de
huidige data mining-projecten hebben niet tot doel fraudetechnieken
te ontdekken met betrekking tot de toepassing van de wetgeving
inzake de inkomstenbelastingen, maar wel de klassieke BTW-fraude.
Sommige aspecten van deze fraude kunnen immers gevolgen
10.02 Didier Reynders, ministre:
Au cours de la première itération
de "data mining", seules les
données des contrôles TVA des
personnes qui déposent une
déclaration trimestrielle ont été
analysées; dans ce cadre, 300.000
personnes ont été contrôlées. La
deuxième itération analysera les
données des contrôles TVA et des
impôts sur les revenus, que les
personnes concernées déposent
ou non une déclaration
trimestrielle. Au cours de cette
seconde itération, 500.000
contribuables seront contrôlés.
L'objectif du "data mining" consiste
à déceler les tentatives de fraude,
même si certains aspects de ce
système peuvent également avoir
des répercussions sur l'impôt des
revenus.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
hebben inzake de inkomstenbelastingen. Aldus zal bijvoorbeeld het
niet-aangeven van het omzetcijfer dat aan het licht werd gebracht
door de fraudeanalyse van BTW-gegevens, een aan de schatkist te
storten bedrag aan BTW tot gevolg hebben, berekend op basis van
het bruto-niet-aangegeven omzetcijfer, alsook een aan de schatkist te
storten bedrag inzake inkomstenbelastingen, berekend op basis van
het netto-niet-aangegeven inkomen.
Zodra ingevolge de scheiding van de door de onderneming
ingediende aangifte van personen- en vennootschapsbelasting de
meest recente aangegeven gegevens inzake de inkomstenbelasting
beschikbaar zijn, zullen deze elementen samen met de aangegeven
BTW-gegevens en de gegevens inzake de BTW-controles en de
inkomstenbelastingen worden aangewend. De scheiding van de
aangifte vennootschapsbelasting zal pas ten vroegste kunnen
gebeuren voor het aanslagjaar 2006.
In tegenstelling tot hetgeen uw vragen laten uitschijnen, wordt de
aandacht van de administratie inzake de strijd tegen de fiscale fraude
niet alleen georiënteerd naar de kleine ondernemingen en de
zelfstandigen in bijberoep, maar ook naar grote bedrijven en zeer
specifieke grote fraudemodellen.
Wat de controlecentra betreft, werd slechts een gedeelte van het vast
controleprogramma gebruikt voor controle ingevolge data mining. Het
overige gedeelte van het vast controleprogramma en de rest van het
controleprogramma werd gewijd aan de controle van dossiers
geselecteerd door het controlecentrum zelf of van dossiers
overgemaakt door de diensten van de BBI of van dossiers in het
kader van sectoriële en thematische acties.
Mijnheer Devlies, ik ben bereid u schriftelijk een aantal voorbeelden te
geven. Ik heb hier een aantal voorbeelden van vragen aan de
verschillende diensten. Een meer precies antwoord zou te lang duren,
maar ik ben bereid u schriftelijk te antwoorden.
Grâce au scanning des
déclarations d'impôt des sociétés
au plus tôt en 2006 -, nous
disposons des données les plus
récentes concernant l'impôt des
revenus; elles seront utilisées avec
les contrôles TVA. Le scanning
des déclarations d'impôt des
sociétés pourra cependant
intervenir au plus tôt en 2006.
Mon SPF ne considère donc pas
uniquement les petits
indépendants.
Pour ces contrôles, effectués dans
le cadre du "data mining", nous
n'utiliserons donc que partielle-
ment le programme de contrôle
permanent.
Je fournirai plusieurs exemples à
M. Devlies par écrit.
10.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uw antwoord was iets ruimer dan mijn vraag, waarvoor dank.
Ik moet echter vaststellen dat u tot nu toe hebt gesproken over de
eerste iteratie. Dit betrof 300.000 kwartaalaangiften van kleine
ondernemingen. Met de tweede iteratie werd nog niet van start
gegaan. Daarin zijn ook grote ondernemingen betrokken. Tot op
heden hebben alleen kleine ondernemingen het voorwerp uitgemaakt
van die data mining. Mijn informatie was dus correct.
10.03 Carl Devlies (CD&V):Je
constate que jusqu'ici, les entités
contrôlées sont pour la plupart de
petites sociétés étant donné que la
deuxième itération, qui analysera
également les entreprises de plus
grande envergure, n'a pas encore
été lancée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Annemie Roppe aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de gevolgen van de verplichte aanpassing van de statuten aan het nieuw Wetboek van
vennootschappen en van de omzetting van het kapitaal in euro voor wat betreft de toepassing van het
verlaagd tarief inzake roerende voorheffing" (nr. 5995)
11 Question de Mme Annemie Roppe au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les
implications de l'adaptation obligatoire des statuts au nouveau Code des sociétés et de la conversion
du capital en euros pour l'application du taux réduit en matière de précompte mobilier" (n° 5995)
11.01 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ingevolge 11.01 Annemie Roppe (sp.a-
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
artikel 269 van het WIB wordt het tarief van de roerende voorheffing
verlaagd van 25% naar 15% voor dividenden van aandelen die vanaf
hun uitgifte het voorwerp hebben uitgemaakt van een inschrijving op
naam bij de uitgever, wanneer die aandelen werden uitgegeven vanaf
1 januari 1994 ter vertegenwoordiging van maatschappelijk kapitaal
en overeenstemmen met inbreng in geld. Nu zijn er veel KMO's die
sinds die datum zijn opgericht in de vorm van een BVBA met inbreng
in geld ten bedrage van 750.000 Belgische frank. Aldus konden deze
vennootschappen ingevolge bovenvermeld artikel het verlaagd tarief
van roerende voorheffing van 15% bij een eventuele dividenduitkering
genieten. Ten gevolge van de verplichte aanpassing van de statuten
aan het nieuw Wetboek van vennootschappen en de omzetting van
het kapitaal in euro, hebben vele van deze vennootschappen hun
kapitaal verhoogd tot 18.600 euro door incorporatie van reserves ten
bedrage van 7,99 euro, zonder uitgifte van nieuwe aandelen.
Wat is het gevolg van deze beperkte kapitaalsverhoging 7,99 is
inderdaad heel beperkt op het vlak van het tarief inzake roerende
voorheffing bij eventuele dividenduitkering? In principe lijkt het
antwoord op die vraag vrij eenvoudig, daar als gevolg van een
kapitaalsverhoging door incorporatie van reserves zonder dat nieuwe
aandelen worden uitgegeven, alle aandelen nog altijd
overeenstemmen met de oorspronkelijke inbreng in geld. De circulaire
van 18 februari 1997 is echter zeer formeel en ook zeer kort. Een
aantal ambtenaren zou inderdaad op basis van de circulaire de zaak
zeer beperkt kunnen interpreteren, zodat in de hier beschreven
situatie het voordeel van de verlaagde roerende voorheffing verloren
gaat. Ik luister met spanning naar het antwoord van de minister.
spirit): Le précompte mobilier a été
ramené de 25 à 15% pour les
dividendes d'actions émises à
partir de 1994 représentant le
capital social et correspondant à
l'apport de fonds. Etant donné
l'adaptation obligatoire des statuts
au nouveau Code des sociétés, de
nombreuses PME ont à présent
porté leur capital social à 18.600
euros par l'incorporation de
réserves à concurrence de 7,99
euros, sans émission de nouvelles
parts. L'incidence sur le
précompte mobilier réduit devrait
être nulle, mais la circulaire du
ministre est sujette à
interprétation.
Quelle incidence l'adaptation aura-
t-elle sur le précompte mobilier en
cas de distribution de dividendes?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Roppe, vooreerst wil ik er op wijzen dat overeenkomstig artikel 214
van het Wetboek van vennootschappen, zoals gewijzigd door artikel 1
van het koninklijk besluit van 13 juli 2001 houdende invoering van de
wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de
wetgeving, die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet wat betreft het Wetboek van
vennootschappen, het minimaal maatschappelijk kapitaal van een
BVBA 18.550 euro moet bedragen.
Dienaangaande wenst u blijkbaar te vernemen of artikel 269, derde
lid, B van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 van
toepassing is wanneer een BVBA waarvan de aandelen die vanaf hun
uitgifte het voorwerp hebben uitgemaakt van een inschrijving op naam
bij de uitgever, werden uitgegeven vanaf 1 januari 1994 ter
vertegenwoordiging van het maatschappelijk kapitaal en
overeenstemmen met een inbreng in geld, naar aanleiding van de
omzetting in euro van haar maatschappelijk kapitaal wenst over te
gaan tot een incorporatie van reserves ten belope van 7,99 euro,
zonder de uitgifte van nieuwe aandelen, om haar maatschappelijk
kapitaal af te ronden op v18.600 euro.
Ik heb de eer u mee te delen dat op die vraag bevestigend kan
worden geantwoord, voor zover uiteraard oorspronkelijk bij de
oprichting van bedoelde vennootschap aan alle voorwaarden van
voormeld artikel 269 WIB 1992 is voldaan. Dat is dus een positief
antwoord.
11.02 Didier Reynders, ministre:
Le capital minimum d'une SPRL
doit s'élever à 18.550 euros. Je
confirme que l'article 269 du Code
des impôts sur les revenus est
d'application lorsqu'une SPRL
dont les parts ont été émises à
partir du 1
er
janvier 1994 souhaite
procéder à une augmentation de
capital par l'incorporation de
réserves de 7,99 euros.
11.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Ik dank de minister voor zijn 11.03 Annemie Roppe (sp.a-
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
duidelijk antwoord. Ik ben het eens met sommige collega's dat er
moet getracht worden tot een eenvormige interpretatie van sommige
artikelen te komen. Ik ben het niet altijd eens met de middelen die
daarvoor worden voorgesteld. Alleszins zijn ook de wijze van
vraagstelling zoals die hier het geval was en het duidelijk antwoord
van de minister daar middelen toe. Ik dank de minister dus voor zijn
antwoord.
spirit): Je rejoins le point de vue de
certains collègues qui estiment
que ces articles doivent faire
l'objet d'une interprétation
uniforme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de betalingen uitgevoerd door onderhoudsplichtigen aan de Dienst voor
Alimentatievorderingen" (nr. 5968)
12 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"les paiements effectués par des débiteurs d'aliments au Service des créances alimentaires" (n° 5968)
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
een korte vraag in verband met betalingen uitgevoerd door
onderhoudsplichtigen aan de DAVO. Vanaf 1 juni vorig jaar werd de
opdracht inzake invordering van voorschotten en onderhoudsgelden
overgenomen door de DAVO. Volgens de DAVO-wet kunnen
onderhoudsplichtigen slechts bevrijdend betalen aan de DAVO. De
OCMW's die dus in bepaalde gevallen voorschotten uitbetalen,
hebben de feiten intussen per aangetekende brief of tegen
ontvangstbewijs gemeld aan de onderhoudsplichtigen. In de brief die
verstuurd werd, stipuleerde het OCMW dat enkel betalingen verricht
aan de DAVO bevrijdend zijn en dat er vanaf 1 juni 2004 niet meer
aan het OCMW mag worden betaald.
Mijnheer de minister, terzijde rijst een probleem. Ik krijg signalen
vanuit de OCMW's dat er nog onderhoudsplichtigen zijn die tot op
vandaag nog geen betalingsbericht hebben ontvangen van de dienst
voor Alimentatievorderingen. Met betalingsbericht bedoel ik dus een
schrijven vanwege de DAVO aan de mensen die moeten betalen
waarin staat dat men aan hen dient te betalen op een bepaald
rekeningnummer en met een bepaalde vermelding.
Ik heb in dit kader dan ook enkele praktische vragen. Werden de
praktische gegevens en het betalingsbericht door de DAVO intussen
aan alle onderhoudsplichtigen bezorgd? Zo ja, wanneer werd de
opdracht hiertoe gegeven en hoe verliep dit praktisch? Zo ja, wanneer
ontving ook de laatste onderhoudsplichtige deze gegevens? Indien dit
niet zo is, waaraan ligt de vertraging dan en tegen wanneer zal het
probleem verholpen zijn?
12.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): A partir du 1
er
juin 2004, les
débiteurs d'aliments ne doivent
plus rembourser les avances sur
pensions alimentaires au CPAS
mais uniquement au Service des
créances alimentaires (SCA).
Certains débiteurs d'aliments n'ont
toutefois pas encore reçu d'avis de
paiement du nouveau SCA, qui fait
partie du SPF Finances.
Le SCA a-t-il envoyé des avis de
paiement à tous les débiteurs
d'aliments? Quand le service a-t-il
reçu l'ordre d'effectuer cette
démarche et suivant quelles
modalités? Quand le dernier avis
de paiement a-t-il été envoyé?
Comment expliquez-vous le retard
accumulé? Quand la situation
sera-t-elle normalisée?
12.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Lahaye, er werden nog
geen betalingsberichten gestuurd om de door OCMW's toegekende
voorschotten op onderhoudsgeld bij de onderhoudsplichtigen te
recupereren. Twee redenen liggen aan deze vertraging ten grondslag.
De integratie van OCMW-dossiers in de gegevensbank van de DAVO
verloopt moeilijker dan gedacht. Ten eerste moesten de OCMW-
dossiers manueel worden ingebracht, wat veel tijd in beslag neemt.
Tot nu toe werden 13.213 dossiers ingebracht. Ten tweede werden
schijnbaar anomalieën vastgesteld, bijvoorbeeld
onderhoudsgerechtigden waarvoor twee OCMW's dossiers hebben
overgezonden, of zijn er soms problemen met het dossiernummer van
het OCMW. Aangezien geen foute informatie mag worden ingebracht,
12.02 Didier Reynders, ministre:
Le SCA n'a pas encore envoyé
d'avis de paiement pour recouvrer
auprès des débiteurs d'aliments
les avances accordées par le
CPAS. Le retard a deux causes:
l'encodage des dossiers des
CPAS dans la banque de données
du SCA s'avère plus complexe
que prévu et certains CPAS ont
envoyé avec beaucoup de retard
les états de clôture réclamés. Les
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
moeten deze dossiers verder worden onderzocht op hun juistheid.
Sommige OCMW's hebben met grote vertraging de gevraagde
afsluitingsstaten opgestuurd. In sommige gevallen heeft de DAVO
nog steeds geen afsluitingsstaten met betrekking tot voorschotten die
voor 1 juni 2004 werden toegekend ontvangen hoewel de limietdatum
september 2004 was.
In de week van 14 maart 2005, nu dus, moeten de eerste
betalingsberichten de deur uit. Ik merk op dat het niet zo is dat de
DAVO in het geheel geen terugbetaling van voorschotten heeft
ontvangen. Er zijn schuldenaars die betalen met de vereiste
gestructureerde mededeling op de rekening van de DAVO. Zij betalen
nadat ze zelf contact hebben opgenomen met de DAVO ofwel nadat
het OCMW dit voor hen heeft gedaan. Het komt eveneens voor dat de
schuldenaar aan het OCMW betaalt en dat het OCMW dit bedrag dan
aan de DAVO overmaakt.
Wij starten nu dus ook met betalingsberichten wat de OCMW's
betreft.
premiers avis de paiement seront
envoyés durant la semaine du 14
mars 2005.
Il est inexact d'affirmer que le SCA
n'a pas reçu le moindre
remboursement. En effet, certains
débiteurs paient directement sur le
compte du SCA et d'autres
effectuent leur paiement au CPAS,
qui reverse ensuite la somme au
SCA.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, u erkent
dus dat er tot nu toe geen betalingsberichten verstuurd zijn door de
DAVO. U geeft daarvoor een aantal redenen op. U zegt dat deze
week een aanvang gemaakt wordt met die opdracht. Natuurlijk is er
intussen kostbare tijd verloren, in die zin dat onderhoudsplichtigen die
betaalden aan het OCMW - die dus de voorschotten die aan hen
betaald waren, aan het terugbetalen waren -, maar die niet het
initiatief hebben genomen zelf te gaan zoeken waar zij moesten
betalen, al maandenlang niet betaald hebben. Dat is natuurlijk een
spijtige zaak.
Ik neem alvast akte van uw engagement dat u erop zult toezien dat
het zo vlug mogelijk wordt geregulariseerd.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): Un temps précieux a été
perdu. Dans l'intervalle, certaines
personnes n'ont rien payé pendant
des mois. Je prends acte de la
promesse du ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
aangifte van hypothecaire leningen in de personenbelasting" (nr. 5979)
13 Question de Mme Dalila Douifi au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la déclaration
des prêts hypothécaires dans le cadre de l'impôt des personnes physiques" (n° 5979)
13.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag heeft inderdaad betrekking op de invullen van de
belastingaangifte inzake de hypothecaire leningen. Het is namelijk zo
dat heel wat belastingplichtigen, die een hypothecaire lening hebben
lopen voor hun woning, moeilijkheden ondervinden bij het invullen van
hun aangifte.
Een hypothecaire lening geeft immers recht op een aantal aftrekken
en belastingverminderingen zoals de gewone intrestaftrek, de
bijkomende intrestaftrek, de premies voor schuldsaldoverzekering en
de kapitaalsaflossingen. Doordat de fiscale wetgeving op het vlak van
hypothecaire leningen in de laatste tien jaar regelmatig werd gewijzigd
een laatste keer trouwens met de invoering van de aftrek voor enige
woning , is het voor de mensen niet gemakkelijk, mijnheer de
minister, om de eigen belastingaangifte in te vullen. Het nieuwe
systeem van aftrek voor enige woning maakt het voor de
13.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Les prêts hypothécaires donnent
droit à diverses déductions et
réductions d'impôts. En raison des
multiples modifications apportées
à la législation fiscale au cours des
ans, remplir une déclaration
d'impôts n'est pas une tâche
aisée. Le nouveau système de
"déduction pour habitation unique"
constitue une simplification mais
elle ne s'applique pas aux
emprunts contractés avant le 1
er
janvier 2005. De plus, il est difficile
de savoir quel montant inscrire
dans quelle rubrique. Une solution
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
belastingplichtige weliswaar heel wat eenvoudiger nu
kapitaalsaflossingen, intresten en verzekeringspremies in één box
worden ondergebracht. Dit nieuwe systeem geldt niet voor
hypothecaire leningen die vóór 1 januari van 2005 werden afgesloten.
Een bijkomend probleem is dat men door de grensbedragen, die
gelden om in aanmerking te komen voor een belastingvoordeel, vaak
al een specialist moet inwinnen om te weten welk bedrag in welke
rubriek moet worden ingevuld. Een mogelijke oplossing, mijnheer de
minister, zou erin kunnen bestaan om op de fiscale attesten van
banken en verzekeringsmaatschappijen de aangiftecodes te
vermelden zoals dit ook voor de loonfiches het geval is. Ik besef
uiteraard dat dit niet zo evident is omdat bankiers en verzekeraars niet
altijd exact de patrimoniale situatie kennen van hun cliënten. Het zou
misschien beter zijn om de banken en verzekeringsmaatschappijen
de attesten rechtstreeks naar de fiscus te laten sturen - dit zou ook
elektronisch kunnen gebeuren die ze dan invult voor de
belastingplichtige.
Ik heb ook vernomen, mijnheer de minister, dat een werkgroep die
mogelijkheden bestudeerd heeft. Ik heb dan ook een aantal vragen.
Ten eerste, welke reactie heeft u op de problematiek die ik zojuist heb
geschetst? Erkent u de problemen op het vlak van het invullen van de
aangifte? Ten tweede, tot welke conclusies of eventueel tussentijdse
bevindingen is de werkgroep gekomen? Ten derde, plant u
initiatieven?
consisterait à mentionner des
codes de déclaration sur les
attestations fiscales des banques
et des compagnies d'assurances.
Un groupe de travail a étudié la
possibilité de permettre aux
banques d'envoyer des
attestations au fisc, qui pourrait
alors se charger de les remplir
pour le compte du contribuable.
Le ministre est-il conscient du
problème? Quelle est sa réaction?
Quelles sont les conclusions du
groupe de travail? Le ministre
prévoit-il de prendre des
initiatives?
13.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Douifi, de denkpistes die u vermeldt, hebben in de loop van 2004 het
onderwerp uitgemaakt van een onderzoek binnen een werkgroep
samengesteld uit vertegenwoordigers van de financiële sector en de
FOD Financiën. De onmiddellijke doorzending door de sector van de
banken en de verzekeringen van attesten met betrekking tot leningen
en verzekeringscontracten, door dewelke hun klanten een fiscale
aftrek zouden willen bekomen, past inderdaad helemaal in de
strategie van de FOD Financiën om de verplichtingen van de
belastingplichtige te vereenvoudigen door hem een van tevoren
ingevulde aangifte toe te sturen of op langere termijn zelf een taxatie
voor te stellen.
Teneinde een automatische informatieverwerking toe te laten in het
kader van het voorafgaandelijk invullen van de aangifte kan het
uitwisselen van dergelijke gegevens vanzelfsprekend slechts tot stand
komen via computer. In dit kader rijst de vraag van de identificatie van
de leningen of de belastingplichtige. De op dit vlak gevoerde
discussies hebben echter eventuele onverenigbaarheden aan het licht
gebracht tussen de optimale technische oplossingen en de naleving
van de bepalingen inzake de persoonlijke levenssfeer. De vraag is
momenteel in onderzoek binnen de administratie. Eerst en vooral het
gebruik van het nationaal nummer staat ter discussie.
Ik heb altijd gezegd dat wij met de Commissie voor de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer moeten zoeken naar een oplossing
om een nationaal nummer te gebruiken voor enkele fiscale
toepassingen. Mijn administratie onderzoekt dit momenteel. Ik zal ook
contact opnemen met voornoemde commissie om dit verder te
onderzoeken.
13.02 Didier Reynders, ministre:
Un groupe de travail comprenant
des représentants du secteur
financier et du SPF Finances a
étudié les propositions auxquelles
se réfère Mme Douifi. L'envoi
immédiat d'attestations en matière
de prêts et de contrats
d'assurances s'inscrit tout à fait
dans la stratégie du SPF Finances
visant à simplifier les obligations
du contribuable. Cependant, le
traitement automatique des
informations n'est possible que si
les données sont échangées par
ordinateur. Se posent alors des
questions sur l'identification des
prêts ou des contribuables. Les
discussions menées à ce sujet ont
mis en lumière une éventuelle
incompatibilité entre des solutions
techniques optimales et les règles
à respecter en matière de
protection de la vie privée. Il a
surtout été beaucoup question de
l'utilisation du numéro national. Il
conviendrait tout de même de
trouver une solution à ce
problème. Mon administration
continue de se pencher sur la
question. Je prendrai contact avec
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
la Commission pour la protection
de la vie privée.
13.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, uw antwoord
beantwoordt mijn vraag. Ik denk dat het goed is voor de mensen dat
er een vereenvoudiging gebeurt. Ik heb van verschillende
kantoorverantwoordelijken, directeurs van banken, vernomen dat zij
daar positief tegenover staan. U schetst een aantal nieuwe problemen
die uiteraard moeten worden onderzocht. Ik dank u voor uw antwoord.
13.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Je me réjouis de cette
simplification. Les banques sont
favorables à la proposition. Les
nouveaux problèmes éventuels
devront être examinés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Bart Tommelein aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
fiscale behandeling van minibusjes gebruikt voor het vervoer van bouwvakkers" (nr. 5908)
14 Question de M. Bart Tommelein au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
traitement fiscal des minibus utilisés pour le transport des ouvriers du bâtiment" (n° 5908)
14.01 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, nogal wat ondernemingen maken gebruik van minibusjes
waarmee ze hun personeel naar de werven vervoeren. Deze
minibusjes worden belast als personenwagens. De gunstiger fiscale
behandeling die geldt voor lichte vrachtwagens, de vrijstelling van
BIV - ik weet wel dat u daarvoor federaal niet bevoegd bent -, de
lagere verkeersbelastingen, de 100%-kostenaftrekbaarheid en de
volledige recupereerbaarheid van de BTW, gelden niet voor deze
minibusjes. Die problematiek is u welbekend.
Het is nochtans onmiskenbaar dat deze busjes alleen worden gebruikt
als werfbusje en vrijwel nooit tijdens het weekend worden gebruikt. Ze
zijn veelal sober qua inrichting en beschilderd met de kleuren en het
logo van het bedrijf. Het feit dat deze minibusjes veel zwaarder
worden belast dan lichte vrachtwagens is volgens mij strijdig met de
ratio legis van de belasting.
In de media en ook in deze commissie werd uitvoerig gepraat over het
omzeilen van de wet door het inschrijven van terreinwagens als lichte
vrachtwagens. Ik weet dat er plannen zijn om dat te veranderen. In dit
geval doet zich echter het omgekeerde voor.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van deze problematiek?
Ziet u een mogelijkheid om een meer billijke fiscale behandeling uit te
werken voor dit soort werfbusjes?
14.01 Bart Tommelein (VLD):
Les minibus qui transportent le
personnel de certaines sociétés
sur le chantier sont imposés de la
même manière que les voitures de
société. Il n'y a pas d'exonération
de la TMC, pas de diminution de la
taxe de circulation, pas de
déductibilité à 100%, ni de TVA
récupérable totalement. Ceci me
semble en contradiction avec la
ratio legis fiscale car ces minibus
ne sont presque jamais utilisés le
week-end. Leur usage est
strictement limité à l'entreprise. Le
ministre a-t-il connaissance du
problème? Envisage-t-il d'appli-
quer un régime fiscal équitable?
14.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Tommelein, wat de directe belastingen betreft, wil ik de aandacht erop
vestigen dat voor de beperking van de aftrekbaarheid van de kosten
tot 75%, artikel 66, § 1, WIB 1992 bepaalt dat deze beperking
eveneens van toepassing is op minibussen zoals die zijn omschreven
in de reglementering inzake de inschrijving van motorvoertuigen.
Artikel 63, § 1 van 10 augustus 2001 houdende hervorming van
personenbelasting bepaalt evenwel dat wanneer een werkgever of
een groep werkgevers het gemeenschappelijk vervoer van
personeelsleden tussen de woonplaats en de plaats van
tewerkstelling heeft ingericht, de desbetreffende kosten aftrekbaar zijn
ten belope van 120%. Onder de voorwaarden van het tweede lid van
bedoeld artikel geldt dit eveneens voor minibussen. Bovendien
14.02 Didier Reynders, ministre:
L'article 66, paragraphe 1 du CIR
92 prévoit en effet la déductibilité
limitée à 75% des frais liés aux
minibus. L'article 63, paragraphe 1
de la loi du 10 août 2001 prévoit
cependant la déductibilité des frais
à 120% lorsqu'un employeur ou un
groupe d'employeurs organise(nt)
le transport en commun du
personnel entre le domicile et le
lieu de travail. La déductibilité
limitée à 75% n'est pas applicable,
selon l'article 63, aux minibus.
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
bepaalt het vierde lid van het voormelde artikel 63, § 1 dat de
beperkte aftrekbaarheid van 75% niet van toepassing is wanneer die
kosten betrekking hebben op minibussen.
Wat de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling
betreft, moet ik u bevestigen dat minibussen onderworpen zijn aan
hetzelfde belastingregime als personenwagens. Gelet op de
bijzondere financieringswet, zijn evenwel enkel de Gewesten bevoegd
om het regime te wijzigen.
Wat de belasting op de toegevoegde waarde betreft, kan ik eveneens
bevestigen dat de aftrekbeperking beoogd door artikel 45, § 2 van het
BTW-wetboek, eveneens van toepassing is op de minibussen.
Dat is toch zeer positief, nietwaar?
En ce qui concerne la taxe de
circulation et la TMC, le même
règlement est appliqué aux
minibus qu'aux voitures de
tourisme. Seules les Régions
peuvent modifier ce régime. La
limitation de la déductibilité prévue
par l'article 45 paragraphe 2 du
code de la TVA s'applique
également aux minibus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Bart Tommelein.
Président: Bart Tommelein.
15 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Financiën
over "de toekenning en terugvordering van de detacheringsvergoedingen" (nr. 5982)
15 Question de M. Servais Verherstraeten au vice-premier ministre et ministre des Finances sur
"l'octroi et la récupération des indemnités de détachement" (n° 5982)
15.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, uw
administratie zou eind vorig jaar in het dossier met betrekking tot
toegekende detacheringsvergoedingen van een dertigtal ambtenaren
de verjaring gestuit hebben en daarmee de ambitie hebben om tussen
de 9.000 en 15.000 euro per ambtenaar terug te vorderen.
Het was een mooi kerstgeschenk dat die mensen in hun bus
gekregen hebben, op 23 december verstuurd. Op kerstavond was dat
dus wellicht het voorgerecht. De brieven die die personen
aangetekend toegestuurd hebben gekregen, spreken ook voor zich. Ik
wil even citeren. "In december 2003 werd op de dienst personeel te
Antwerpen, 2de directie, een informele nota ontvangen, opgesteld
door de centrale diensten van de administratie van de Ondernemings-
en Inkomensfiscaliteit, die in detail aantoonde hoe bij sommige
vergoedingen de voorwaarden van toekenning dienden te worden
toegepast."
En dan komt het: "Concreet betekent dit dat bepaalde vormen van
toekenning, zoals ze vroeger in gemeenschappelijk overleg met het
toenmalig hoofdbestuur der directe belastingen werden vastgelegd,
niet meer van toepassing waren en anders dienden te worden
geïnterpreteerd."
Die vergoedingen waren dus in gemeenschappelijk overleg met het
hoofdbestuur vastgelegd. Ze hadden voornamelijk betrekking op
verblijfskosten en reiskosten. In een bepaald geval zou die
interpretatie zelfs gaan over "150 meter".
Blijkbaar zit ook dat dossier op het hoogste niveau en betrof het enkel
een beperking en stuiting van verjaring. Ik lees in de brief de
voorlaatste alinea: "Tot slot wil ik de aandacht nog vestigen op het feit
15.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Fin 2004, l'administration
aurait interrompu, pour une
trentaine de fonctionnaires de la
ville d'Anvers, la prescription dans
une affaire d'indemnités de
détachement. On souhaiterait à
présent recouvrer des montants
variant de 9.000 à 15.000 euros
par fonctionnaire.
Il s'agit essentiellement d'indem-
nités de séjour et de déplacement,
fixées à l'époque en concertation
avec l'administration centrale des
contributions directes, mais qu'il
faudrait aujourd'hui interpréter
différemment. Il semble que les
dossiers soient actuellement
examinés au plus haut niveau au
SPF Finances. Tant que l'enquête
est en cours, les montants ne
seraient cependant pas réclamés.
La révocation par les contrôleurs
de calculs avalisés précédemment
ne semble guère témoigner d'une
bonne administration.
Les règles applicables donnent-
elles lieu à d'importantes
contestations? Quelle responsa-
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
dat de inhouding van deze ten onrechte betaalde vergoedingen ook
een gespreksonderwerp is geworden op het hoogste niveau binnen
de FOD Financiën." Op het hoogste niveau van de FOD Financiën
heeft men het dus over reisvergoedingen van dertig mensen.
"Tot nu toe is mij niet bekend hoe er op dit niveau hierover beslist zal
worden. In samenspraak met de centrale diensten binnen het
algemeen secretariaat werd dan ook overeengekomen de uitslag van
het overleg op het hoogste niveau nog af te wachten alvorens tot
daadwerkelijke terugvordering over te gaan."
Als de belastingcontroleurs een concreet belastingdossier hebben
nagekeken met betrekking tot taxatie, kunnen zij op de aan hen
bekende feiten niet meer terugkomen, en dat gelet op de beginselen
van behoorlijk bestuur. Hier worden maandelijkse vergoedingen
gedurende jaren uitgekeerd in overleg met en met het akkoord van
het toenmalig hoofdbestuur der directe belastingen.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook de volgende vragen voor u.
Aangezien de toekenning van de detacheringsvergoedingen het
gespreksonderwerp is op het hoogste niveau binnen uw FOD
Financiën, betekent zulks dat er dan een algemene ernstige
betwisting bestaat over de toe te passen regels?
Verhinderen de regels van behoorlijk bestuur de terugvordering
wanneer de betrokken ambtenaar te goeder trouw handelde, zeker
wanneer het om een interpretatieverschil gaat?
Wat is de verantwoordelijkheid van de FOD Personeel bij de
toekenning van de detacheringsvergoedingen?
Zij werden immers maand na maand goedgekeurd, mijnheer de
minister. En, indien de beslissing is dat er hoe dan ook moet worden
terugbetaald, is het toch niet meer dan billijk dat er zeker geen
nalatigheidinteresten worden gevorderd van de te goeder trouw
handelende ambtenaren, gelet op de traagheid van het onderzoek.
Zal er een ruim afbetaalschema worden voorzien, indien blijkt dat de
toegekende vergoedingen worden teruggevorderd?
Wat, mijnheer de minister, ingeval van terugvordering? Welke
rechtsmiddelen staan nog ter beschikking van die ambtenaren?
bilité incombe au service du
personnel dans le cadre de l'octroi
des indemnités? En cas de
recouvrement, ne serait-il pas
équitable de ne pas réclamer
d'intérêts de retard aux fonction-
naires de bonne foi? Un plan
d'apurement suffisamment souple
sera-t-il prévu? Quelles voies de
droit les fonctionnaires incriminés
pourront-ils encore faire valoir?
15.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Verherstraeten, ik houd eraan eerst te verduidelijken dat de
problematiek een dertigtal ambtenaren betreft, gespreid over het hele
land, waarvan een tiental in de Antwerpse regio. Er is geen betwisting
inzake de toe te passen regels. Bij een periodieke controle door de
centrale diensten van de administratie van de Ondernemings- en
Inkomstenfiscaliteit (AOIF) werd vastgesteld dat de huidige
reglementering inzake vergoedingen verkeerd werd toegepast in
sommige buitendiensten. Terzake kan de dagelijkse vergoeding
wegens verblijfkosten alleen worden toegekend wanneer de
ambtenaar zowel buiten de agglomeratie van zijn woonplaats als van
zijn administratieve standplaats tewerkgesteld wordt. Dat was niet het
geval voor de betrokken personeelsleden.
Artikel 106 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991, houdende de
15.02 Didier Reynders, ministre:
Ce dossier concerne trente
fonctionnaires répartis dans tout le
pays. Dix d'entre eux sont affectés
dans la région d'Anvers. Il n'y a
aucune contestation relative aux
règles à appliquer. Un contrôle
périodique a permis de constater
que la réglementation en matière
d'indemnités avait été mal
appliquée dans certains services
extérieurs. L'indemnité journalière
pour frais de séjour ne peut être
octroyée que dans les cas où le
fonctionnaire est affecté dans une
CRIV 51
COM 532
15/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit voorziet in een
terugvordering van ten onrechte betaalde toelagen en vergoedingen
binnen de termijn van 5 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar
van betaling. De gewestelijke directeur van de klassieke dienst of de
gewestelijke directeur van de mandaatdirectie, wat de dienst van de
administratie van de Ondernemings- en Inkomstenfiscaliteit betreft, is
in zijn hoedanigheid van opdrachtgever verantwoordelijk voor de
uitbetalingen van de vergoedingen.
Er worden terzake geen nalatigheidsinteresten aangerekend. Alle
dossiers inzake die problematiek werden voor onderzoek
bijeengebracht bij de stafdienst Personeel en Organisatie. In
afwachting van een definitieve beslissing werden de
terugvorderingsprocedures voorlopig opgeschort.
In het geval dat zij toch de gevorderde bedragen moeten terugbetalen
zullen de betrokken personeelsleden om een individueel
afbetalingsplan kunnen verzoeken bij de Centrale Dienst der Vaste
Uitgaven.
agglomération autre que celle de
son domicile ou de son lieu de
résidence administrative. Tel
n'était pas le cas des trente
personnes concernées.
La réglementation prévoit le
recouvrement des allocations et
des indemnités octroyées à tort
dans un délai de cinq ans, à partir
du 1er janvier de l'année au cours
de laquelle ces sommes ont été
versées.
Le directeur régional des services
classiques ou celui de la direction
de mandat est responsable du
versement de ces indemnités.
Il n'est nullement question
d'imputer des intérêts de retard.
Tous les dossiers ont été
regroupés pour examen au sein
du service Personnel et
Organisation. Dans l'attente d'une
décision définitive, la procédure de
recouvrement a été suspendue. Si
les montants doivent être
remboursés, un plan d'apurement
individuel peut être établi.
15.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord. Ik vrees echter te moeten opmerken dat de
vergoedingen destijds werden uitgekeerd met het akkoord van het
toenmalig Hoofdbestuur der Directe Belastingen. Als er een akkoord
is van het hoofd van de betrokken diensten of van het Hoofdbestuur,
dan is dat een belangrijke dekking. Het lijkt mij hier dan ook te gaan
om verworven rechten. De reactie van de FOD Financiën zou dus
moeten zijn dat eerder moet worden gereageerd tegen wie het
akkoord heeft gegeven, tegen de regelgeving in, dan tegen de dertig
ambtenaren, voor zover zij te goeder trouw zouden zijn.
Ik pleit er dus voor om hier, in het licht van de jarenlange praktijk met
goedkeuring van de overste, het voordeel bij de dertig ambtenaren te
laten.
Ten tweede, mijnheer de minister, wat betreft de periodieke controle,
als er wordt teruggevorderd tot zovele jaren terug, dan wil dat zeggen
dat een periodieke controle maar om de vijf jaar gebeurt. Ik stel mij
dan toch wel vragen bij de periodieke controles. Ik meen dat de FOD
Financiën dan zelf deels in de fout is gegaan.
Wat de intresten betreft, ik dank u voor uw antwoord over de
afbetalingsschema's, dat mij ook logisch lijkt. Ik hoop dat het niet
nodig is en dat er niet zal worden teruggevorderd, indien het niet zo is.
In de praktijk van Financiën worden afbetalingsschema's toegelaten
binnen de twaalf maanden. Als we zien om welke bedragen het gaat
15.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Les remboursements ont
tout de même été effectués avec
l'autorisation de l'administration
centrale des Contributions
directes. Il était plus ou moins
question de droits acquis en fait
"couverts" par l'administration
centrale. Les trente fonctionnaires
ne sont donc pas les seuls à avoir
quelque chose à se reprocher.
Etant donné la situation
particulière, je plaide en faveur de
plans d'apurement avec des
échéances exceptionnelles.
15/03/2005
CRIV 51
COM 532
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
en in het licht van de bijzondere omstandigheden, zou ik er toch voor
pleiten dat hier afbetalingsschema's met een uitzonderlijke termijn
zouden worden toegekend, om de familiale situatie van de
betrokkenen niet in het gedrang te brengen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik sluit de vergadering. Wij hervatten onze vergadering om 14.30 uur met de hoorzitting.
Daarna zullen de overige vragen door de minister worden beantwoord, eventueel gevolgd door de
ontwerpen en voorstellen die nog geagendeerd zijn.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.19 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.19 heures.