CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 530
CRIV 51 COM 530
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
14-03-2005
14-03-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la pénurie de
personnel à l'atelier de traction de Gentbrugge"
(n° 5440)
1
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het tekort aan personeel
op de tractiewerkplaats te Gentbrugge" (nr. 5440)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Johan
Vande Lanotte
, vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises
publiques
Sprekers: Francis Van den Eynde, Johan
Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Damien Yzerbyt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'entretien de la gare de Lessines
et son éventuelle vente à la commune de
Lessines" (n° 5263)
2
Vraag van de heer Damien Yzerbyt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het onderhoud van het
station van Lessen en de eventuele verkoop
ervan aan de gemeente Lessen" (nr. 5263)
2
Orateurs: Damien Yzerbyt, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Damien Yzerbyt, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "l'attribution de notes aux gares de la SNCB et
à la gare de Kalmthout en particulier" (n° 5316)
5
- mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de quotering van
NMBS-stations, met name het station van
Kalmthout" (nr. 5316)
5
- Mme Colette Burgeon au vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la cotation des gares thudiniennes
par la SNCB" (n° 5660)
5
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de score van de
stations in de regio Thuin in de classificatie van
de NMBS" (nr. 5660)
5
Orateurs: Inga Verhaert, Colette Burgeon,
Johan Vande Lanotte
, vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques, Olivier Chastel
Sprekers: Inga Verhaert, Colette Burgeon,
Johan Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
Olivier Chastel
Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le futur plan de transport de la
SNCB" (n° 5565)
9
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het toekomstig
vervoerplan van de NMBS" (nr. 5565)
9
Orateurs: Valérie De Bue, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Guido
De Padt
Sprekers: Valérie De Bue, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Guido De
Padt
Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la position de La Poste sur le
marché des petits colis" (n° 5567)
12
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de marktpositie van De
Post inzake de verzending van kleine pakjes"
(nr. 5567)
12
Orateurs: Valérie De Bue, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Valérie De Bue, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de Mme Camille Dieu au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de réaffectation de la gare
de Boussu" (n° 5574)
13
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het plan voor een
nieuwe bestemming van het station van Boussu"
(nr. 5574)
13
Orateurs: Camille Dieu, Johan Vande
Sprekers: Camille Dieu, Johan Vande
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la mise à la retraite à 55 ans du
personnel roulant de la SNCB" (n° 5589)
15
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de pensionering op
55 jaar voor het rijdend personeel van de NMBS"
(nr. 5589)
15
Orateurs: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les problèmes de stationnement
aux abords des gares de Denderleeuw et de
Liedekerke" (n° 5630)
16
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de parkeerproblemen
aan de stations van Denderleeuw en Liedekerke"
(nr. 5630)
16
Orateurs: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "l'utilisation d'un matériel adéquat pour les
lignes régionales du réseau" (n° 5652)
18
- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het inzetten van
aangepast materieel op de regionale spoorlijnen"
(nr. 5652)
18
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "l'utilisation éventuelle de matériel 'light rail'
par la SNCB" (n° 5886)
18
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het mogelijke gebruik
van light rail-materieel door de NMBS" (nr. 5886)
18
Orateurs: Camille Dieu, Olivier Chastel,
Johan Vande Lanotte
, vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques
Sprekers: Camille Dieu, Olivier Chastel,
Johan Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le développement de l'ADSL et
l'accroissement des vitesses de transfert des
données" (n° 5666)
21
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de ontwikkeling van
ADSL en de snellere gegevensoverdracht"
(nr. 5666)
21
Orateurs: François Bellot, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: François Bellot, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Guido De Padt au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le passage à niveau n° 123/47 de
la ligne Grammont/Enghien" (n° 5687)
22
Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de spooroverweg
nr. 123/47 op de lijn Geraardsbergen/Edingen"
(nr. 5687)
22
Orateurs: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Guido De Padt, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le transfert d'un
message BIN vers un numéro de gsm par le
système de messagerie vocale de Belgacom"
(n° 5692)
24
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de doorschakeling van
een BIN-bericht naar een gsm-nummer via het
voicemail-systeem van Belgacom" (nr. 5692)
24
Orateurs: Jef Van den Bergh, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Jef Van den Bergh, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Questions jointes de
26
Samengevoegde vragen van
26
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "le réaménagement des gares dont les
guichets sont condamnés à la fermeture"
(n° 5503)
26
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de herinrichting van de
stations na de sluiting van de loketten" (nr. 5503)
26
- M. Eric Massin au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la fermeture de guichets de gares SNCB"
(n° 5649)
26
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de sluiting van loketten in een aantal NMBS-
stations" (nr. 5649)
26
Orateurs: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques, Eric
Massin
Sprekers: Olivier Chastel, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven, Eric Massin
Questions jointes de
30
Samengevoegde vragen van
30
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la fermeture du bureau de poste de Bourlers"
(n° 5713)
30
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de sluiting van het
postkantoor van Bourlers" (nr. 5713)
30
- M. Eric Massin au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la fermeture de bureaux de poste" (n° 5732)
30
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de sluiting van postkantoren" (nr. 5732)
30
Orateurs: Olivier Chastel, Eric Massin,
Johan Vande Lanotte
, vice-premier ministre
et ministre du Budget et des Entreprises
publiques, François Bellot
Sprekers: Olivier Chastel, Eric Massin,
Johan Vande Lanotte
, vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
François Bellot
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'inconfort des passagers dû au
nombre de voitures des trains de la ligne 161-
162" (n° 5640)
36
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het gebrek aan
reizigerscomfort op lijn 161-162 als gevolg van de
samenstelling van de treinen" (nr. 5640)
36
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de fermeture d'un
passage à niveau sur la ligne 162 Bruxelles-
Luxembourg à hauteur du village de Barnich
(Arlon)" (n° 5669)
38
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de geplande afschaffing
van een spoorwegovergang op de lijn 162
Brussel-Luxemburg ter hoogte van Barnich
(Aarlen)" (nr. 5669)
38
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les facteurs à vélomoteur"
(n° 5671)
39
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de brommende
postbodes" (nr. 5671)
39
Orateurs: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Joseph Arens, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "un nouvel accident
mortel à un passage à niveau, à Saint-Nicolas, en
Flandre orientale" (n° 5747)
40
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "een nieuw dodelijk
ongeval bij een overweg in Sint-Niklaas"
(nr. 5747)
40
Orateurs: Magda De Meyer, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Sprekers: Magda De Meyer, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Budget et des Entreprises publiques
Begroting en Overheidsbedrijven
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
14
MARS
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
14
MAART
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.14 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.14 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het tekort aan personeel op de tractiewerkplaats te Gentbrugge" (nr. 5440)
01 Question de M. Francis Van den Eynde au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "la pénurie de personnel à l'atelier de traction de Gentbrugge" (n° 5440)
01.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, mijn vraag heeft betrekking op een staking die in februari
door de vakbonden uitgeroepen werd in de tractiewerkplaats van de
NMBS in Gentbrugge, omdat er een chronisch tekort aan personeel
was.

Als ik mij niet vergis werd die staking na 24 uur afgeblazen, omdat
men een voorlopige oplossing had. Men had in feite een tekort van 31
mensen. Volgens de ene krant had men reeds 15, volgens een
andere 17, mensen gevonden. Dat was nog niet ideaal en het was
niet de definitieve oplossing, maar het was toch een stap vooruit. Hoe
is de situatie nu? Men zou de werknemers begin maart meer
informatie bezorgen zodat zij over hun vakantie konden worden
gerustgesteld. Ten gevolge van het gebrek aan personeel kwam
namelijk hun vakantie in het gedrang. Dat was voor hen het
belangrijkste.

Er waren ook nog problemen in verband met premies. Misschien hebt
u daarover ook informatie, maar dat stond niet in mijn geschreven
vraag.
01.01 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): Le 9 février
2005, l'atelier de traction de
Gentbrugge partait en grève pour
protester contre la pénurie
chronique de personnel. Une
solution provisoire ayant été
trouvée, l'action s'est terminée 24
heures plus tard. 31 personnes
devaient être engagées pour que
le régime de vacances des autres
travailleurs soit préservé. Selon
certaines sources, 15 travailleurs
supplémentaires avaient été
trouvés. Le personnel devait être
plus amplement informé en mars
2005. Quel est l'état de la
situation?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, op dit
ogenblik werken er 200 personen in Merelbeke. Het werkvolume
vereist evenwel 219 personen. De afspraak werd gemaakt een tiental
overplaatsingen naar de tractiewerkplaats uit te schrijven. Op 10
maart 2005 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de resultaten.

Het volgende werd afgesproken. Er worden 2 personen overgeplaatst
op 14 maart, twee anderen vóór het zomerverlof. Voor de zes overige
betrekkingen zijn er op dit ogenblik geen personen met de geschikte
kwalificatie. Er zal gezocht worden naar mensen met een iets minder
01.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'atelier de traction de
Merelbeke emploie actuellement
200 agents. Or, pour abattre le
volume de travail, il en faudrait
219. L'option consistant à muter
certaines personnes a été
examinée. Le 10 mars 2005, il a
été convenu de procéder à deux
transferts de personnel le 14 mars.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
passende kwalificatie om het werk toch te kunnen uitvoeren. Er zijn
studies uitgevoerd om het onderhoud van de elektrische
tractievoertuigen te optimaliseren waardoor het werkvolume met 4%
afneemt. In die omstandigheden is het personeel akkoord gegaan om
via onderlinge afspraken tot een voor iedereen aanvaarde
verlofregeling te komen.
Deux autres transferts seront
effectués avant les vacances
d'été. Nous recherchons encore
des candidats qualifiés pour les six
places vacantes qui restent. Et
nous allons optimiser la
maintenance des véhicules, ce qui
réduira de 4% le volume de travail.

Le personnel a approuvé l'idée
consistant à élaborer un règlement
des vacances acceptable par le
biais d'accords consensuels.
01.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, als ik het goed begrijp maakt Gentbrugge deel uit van
Merelbeke. Het ligt er naast, dus dat is logisch.
01.03 Francis Van den Eynde
(Vlaams Belang): L'atelier de
traction se trouve-t-il à Gentbrugge
ou à Merelbeke?
01.04 Minister Johan Vande Lanotte: De officiële naam is
Merelbeke.
01.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il est établi officiellement
à Merelbeke.
01.05 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ik heb me
gebaseerd op...
01.06 Minister Johan Vande Lanotte: Zo staat het op het document:
"In de tractiewerkplaats Merelbeke (niet Gentbrugge)".
01.07 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat zal het Gentse
chauvinisme zijn. Hier staat Gentbrugge. Het zal wellicht op de grens
liggen.

Er zijn 200 mensen tewerkgesteld. Men heeft er 19 meer nodig.
Thans werken er vier personeelsleden extra.
01.08 Minister Johan Vande Lanotte: Er zijn reeds twee
personeelsleden extra. Later volgen er nog twee. Nog later volgen er
zes.
01.09 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Dat zijn er tien
tegen de zomervakantie.
01.10 Minister Johan Vande Lanotte: En dan is er ook minder werk.
01.11 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de
minister, ik dank u voor de informatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de M. Damien Yzerbyt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'entretien de la gare de Lessines et son éventuelle vente à la commune de Lessines"
(n° 5263)
02 Vraag van de heer Damien Yzerbyt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het onderhoud van het station van Lessen en de eventuele verkoop ervan
aan de gemeente Lessen" (nr. 5263)
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02.01 Damien Yzerbyt (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la gare de Lessines dessert actuellement Lessines, Flobecq
et Ellezelles, ce qui représente 26.000 habitants ou, à peu de choses
près, la population de toute l'entité athoise.

Les élus de la commune de Lessines, par la voie d'une motion
adoptée en conseil communal fin décembre 2004, dont je peux vous
transmettre une copie si vous le souhaitez, ont exprimé leurs
inquiétudes quant à l'avenir de leur gare dont l'état de dégradation est
très préoccupant. Cet immeuble n'a plus été entretenu depuis de
nombreuses années. Son état de délabrement avancé a nécessité
son évacuation. La charpente du bâtiment est en très mauvais état et
menace de s'effondrer suite à l'action conjuguée des parasites du
bois tels les grands capricornes et des champignons de moisissure.

Vous n'êtes certainement pas sans savoir que Lessines est un pôle
fondamental de la région du Hainaut qui a été reconnu comme un
pôle touristique par le SDER, le schéma touristique de l'espace
wallon. L'entité attire actuellement près de 30.000 visiteurs par an et
le développement de l'activité touristique est essentiel à son
redéploiement économique. Sa proximité avec le Pays des collines
laisse augurer également une exploitation prochaine de la formule
"train/vélo" qui rencontrera, à terme, certainement un franc succès.

Le maintien d'une véritable gare à Lessines est primordial pour le
développement commercial et économique de la région. Toutefois,
temporairement, eu égard à l'évacuation de la gare, pour permettre
une continuité du service aux voyageurs, un container a été posé à
même le quai de la gare afin de servir de salle d'attente.
Renseignements pris, le service aux voyageurs ne s'en trouve pas
encore fortement diminué mais il pourrait l'être puisque, à ma
connaissance, le container n'est pas opérationnel étant donné qu'il
aurait été déposé sans aucune autorisation préalable. Pour l'instant,
on travaille encore dans la gare qui présente des dangers, vu le
délabrement du bâtiment.

Même si on en arrivait à utiliser le container, ce serait un espace de
100 m² qui passerait à moins de 9 m² pour servir le voyageur. Selon
mes informations, il semble qu'à l'avenir, un guichet ne sera maintenu
à Lessines que suivant un horaire très restrictif en semaine et qu'il
sera fermé durant le week-end.

Outre la confirmation du maintien des dessertes actuelles de la gare
de Lessines par les liaisons actuelles, je souhaiterais obtenir des
éclaircissements sur les points suivants:
1. La SNCB procédera-t-elle à brève échéance à des travaux aux
bâtiments de la gare de Lessines et selon quel échéancier?
2. Quels sont les moyens dégagés pour ces travaux?
3. Un service adapté sera-t-il maintenu pour les voyageurs durant les
travaux ou va-t-on persister dans l'utilisation d'un container ­ qui, pour
l'instant, n'est pas utilisé parce qu'il a été déposé sans aucune
autorisation?
4. Peut-on me confirmer que les mandataires locaux seront consultés
par les instances de la SNCB?
5. La SNCB entend-elle maintenir un guichet voyageur durant le
week-end afin d'accueillir la clientèle touristique?
6. Par ailleurs, il me revient que la SNCB aurait envisagé, en lieu et
02.01 Damien Yzerbyt (cdH): De
26.000 inwoners uit Lessen,
Vloesberg en Elzele - met andere
woorden bijna de hele bevolking in
en om Aat ­ maken het
reizigerspotentieel van het station
te Lessen uit.

De gemeenteraad van Lessen
heeft in een motie van december
2003 zijn ongerustheid
uitgesproken over de toekomst
van dit station dat in een slechte
staat verkeert. Zoals het SDER
(het "schéma de développement
de l'espace rural"
­
ontwikkelingsschema voor het
platteland) erkent, vervult Lessen
nochtans een belangrijke
centrumfunctie binnen de
provincie Henegouwen. De stad
trekt jaarlijks 30.000 bezoekers
aan en het toerisme is de motor
van haar economische
heropleving.

Het behoud van een station die
naam waardig is dus voor Lessen
van levensbelang. Het station
werd ontruimd omdat zijn
bouwvalligheid de reizigers in
gevaar bracht. Een container doet
dienst als wachtzaal. Een en ander
kan betekenen dat de
dienstverlening aan de reizigers
erop achteruitgaat.

Als men die container zou
gebruiken, zou de wachtruimte
voor de reizigers nog maar 9 m² in
plaats van 100 m² beslaan!
Bovendien zou er naar verluidt
slechts een beperkte loketservice
worden behouden (beperkte
openingstijden tijdens de week en
gesloten tijdens het weekend).

Zal de NMBS de
stationsgebouwen van Lessen
renoveren, en zo ja, volgens welk
tijdschema en met welke
middelen? Kan de reiziger blijven
rekenen op een aangepaste
dienstverlening, of wil men per se
werken met een container? Zullen
de lokale gezagsdragers hierin
gekend worden door de NMBS?
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
place de la réfection de la gare actuelle, la vente de celle-ci à la
commune de Lessines. Si cette information se confirmait, pourriez-
vous m'indiquer selon quel échéancier la SNCB compte procéder à
cette vente? Dans un tel cas, la SNCB envisage-t-elle la construction
d'une nouvelle gare pour accueillir les voyageurs à Lessines?
Zal de NMBS ook tijdens het
weekend een loket openhouden
om toeristen voort te helpen?

Daarnaast verneem ik dat de
NMBS plannen zou hebben gehad
om het station aan de gemeente te
verkopen. Als dat bericht klopt,
wanneer zou die verkoop dan
plaatsvinden? Zal de NMBS een
nieuw station bouwen in Lessen?
02.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, la
réalité est un peu différente de ce qui vous a été rapporté. D'abord, il
n'est pas envisagé de modifier les heures d'ouverture du guichet à la
gare de Lessines. La gare de Lessines accueille 755 voyageurs les
jours ouvrables, 171 les samedis et 139 les dimanches. Le nombre de
voyageurs a augmenté en moyenne de 99 unités jusqu'en 2003. Ces
chiffres montrent que la grandeur du bâtiment est disproportionnée
par rapport aux besoins en infrastructure d'accueil. C'est pourquoi en
1999, la SNCB a introduit un permis d'urbanisme relatif à la démolition
du bâtiment actuel et à la construction d'une nouvelle gare mieux
adaptée à ses besoins.

Dans ce dossier, il était également question d'un couloir sous voies,
supprimant la traversée en surface et donnant accès à un nouveau
parking d'environ 100 places le long de la rue latérale.

Le site de la gare de Lessines aurait été entièrement rénové. Le
budget prévu était de 2 millions d'euros. Le collège des bourgmestre
et échevins a émis un avis négatif à ce sujet. Dès lors, la SNCB a
proposé au collège une convention de partenariat, engageant les
deux parties à financer les travaux de rénovation du bâtiment, la ville
bénéficiant, via un bail emphytéotique de 50 ans, d'un droit réel sur
une surface de 378 m².

L'histoire se répète. Cette proposition a également été refusée par le
collège. La SNCB a donc proposé d'acheter l'entièreté du bâtiment et
d'en reprendre une partie pour elle. Le Collège n'a pas encore fait
connaître sa réponse. La SNCB est restée très polie mais je voudrais
quand même que le conseil communal réponde. S'il trouve que c'est
tellement important, qu'il prenne ses responsabilités. Si la SNCB
souhaite investir 2 millions d'euros, le nombre de communes
intéressées sera très important. Je répète que le conseil communal
de Lessines, au lieu de faire voter une motion, doit prendre ses
responsabilités.
02.02 Minister Johan Vande
Lanotte: De berichtgeving over dit
onderwerp spoort niet helemaal
met de werkelijkheid.

Om te beginnen zijn er geen
plannen om de openingstijden van
het loket in het station van Lessen
te wijzigen.

Op werkdagen stappen er 755
reizigers op of af in dit station, 's
zaterdags 171 en 's zondags 139.
Het gebouw is dus duidelijk veel te
ruim bemeten ten opzichte van het
gebruik ervan in de praktijk.
Daarom heeft de NMBS in 1999
een stedenbouwkundige
vergunning aangevraagd om het
bestaande gebouw te kunnen
slopen en een nieuw, beter op de
behoeften afgestemd gebouw te
kunnen optrekken.

Het was de bedoeling de
stationssite volledig te renoveren.
Daar was een budget van twee
miljoen euro voor uitgetrokken.
Het college van burgemeester en
schepenen bracht echter een
negatief advies uit. Daarop stelde
de NMBS een partnerschap voor,
waarbij de twee partijen zich ertoe
verbonden de renovatie van het
gebouw te financieren en de stad,
via de vestiging van een erfpacht
van vijftig jaar, een zakelijk recht
verwierf op 378 m
2
. Ook dat
voorstel werd echter door het
college verworpen.

Daarom stelde de NMBS voor het
gebouw volledig aan te kopen en
een deel ervan te gebruiken voor
de NMBS-activiteiten. Wij wachten
nog op een reactie van het
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
college. Ik ben van oordeel dat de
gemeenteraad zijn
verantwoordelijkheid moet
opnemen. Heel wat gemeenten
zouden wat blij zijn met een
investering van twee miljoen euro!
02.03 Damien Yzerbyt (cdH): Monsieur le ministre, je suis heureux
d'apprendre que l'on n'envisage pas de réduire les heures des
prestations au guichet de la gare.

En ce qui concerne la proposition de 1999 de la SNCB de construire
un nouveau bâtiment pour un montant de 2 millions, c'est
effectivement un collège échevinal de l'ancienne législature qui a
refusé le permis d'urbanisme à ma connaissance, non pas sur le fond
mais sur la forme, car le projet de bâtiment envisagé ne correspondait
pas au prescrit urbanistique. Le refus de la construction de ce
bâtiment suffit-il à justifier l'abandon de l'ensemble du projet?
02.03 Damien Yzerbyt (cdH): Ik
ben blij dat de openingsuren van
de loketten niet zullen worden
ingekrompen.

De NMBS stelde in 1999 voor een
nieuw gebouw op te trekken. Het
vorige schepencollege weigerde,
om vormelijke en niet om
inhoudelijke redenen, een
stedenbouwkundige vergunning uit
te reiken, omdat het project niet
aan de stedenbouwkundige
voorschriften beantwoordde. Is dat
echter een voldoende reden om
het project te laten varen?
02.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Yzerbyt, vous
connaissez la réalité comme moi! Il faut s'entendre sur ce point. Un
collège ne refuse jamais une telle demande. Il propose seulement
une adaptation. Pour moi, ce dossier masque une énigme.
02.04 Minister Johan Vande
Lanotte: In dat geval moest het
college de aanvraag niet
verwerpen, maar wijzigingen
voorstellen! De nieuwe
meerderheid kantte zich trouwens
ook tegen dat voorstel. Dat dossier
is voor mij een raadsel...
02.05 Damien Yzerbyt (cdH): Dans ce cas, monsieur le ministre, je
demanderai personnellement aux nouveaux mandataires communaux
quel était l'enjeu des anciens mandataires et de l'ancienne majorité à
Lessines!
02.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Mais la nouvelle majorité en
place a aussi refusé la vente et la location du bâtiment!
02.07 Damien Yzerbyt (cdH): Oui, mais elle souhaitait examiner la
possibilité d'ériger un nouveau bâtiment ou l'aménagement d'un
nouveau bâtiment!
02.07 Damien Yzerbyt (cdH):
Men wilde enkel de mogelijkheid
van een nieuw gebouw
onderzoeken!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Inga Verhaert aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de quotering van NMBS-stations, met name het station van Kalmthout" (nr. 5316)
- mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de score van de stations in de regio Thuin in de classificatie van de NMBS"
(nr. 5660)
03 Questions jointes de
- Mme Inga Verhaert au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"l'attribution de notes aux gares de la SNCB et à la gare de Kalmthout en particulier" (n° 5316)
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
- Mme Colette Burgeon au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "la cotation des gares thudiniennes par la SNCB" (n° 5660)
03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, mijnheer de
minister, ik moet beginnen met het enigszins bijstellen van mijn vraag
want ik had in mijn ijver gezegd dat vanuit de heidegemeente
Kalmthout 3.333 reizigers per jaar vervoerd werden. Dat is natuurlijk
fout. Kalmthout mag dan in een uithoek van het land liggen, die 3.333
reizigers worden natuurlijk per week vervoerd, niet per jaar.

Nogmaals, dat vinden wij voor onze gemeente geen onaardig aantal.
Vandaar mijn vraag, na de publicatie van het onderzoek in een aantal
kranten enkele weken geleden.

Ik zal mijn vraag kort houden. Collega Van den Bergh heeft al een
vraag gesteld die ze deels overlapt. Intussen is er evenwel wat tijd
verstreken en ik had graag vernomen of inmiddels geweten is hoeveel
geld er zou kunnen worden vrijgemaakt voor de renovatie van het
gebouw en binnen welke termijn de werken zouden kunnen worden
uitgevoerd. Dat interesseert mij vooral omdat ik net een bijzonder
mooi voorbeeld heb gezien van wat er kan gebeuren met dat soort
gebouwen, te weten in het volgende station, dat van Kalmthout-Heide,
waar een dezer dagen een bijzonder mooie horecazaak de deuren
opent onder de naam "Loket Vijf." Het gebouw daar is bijzonder mooi
gerestaureerd. De reizigers zullen daar 's morgens vroeg al een kop
koffie kunnen kopen en meenemen op de trein. Mijn vraag is dus of
de NMBS ook andere opties kan overwegen, met andere woorden,
andere functies onderbrengen in een stationsgebouw als dat van
Kalmthout dat nu staat te verkommeren?
03.01 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Chaque semaine, 3.333 voyageurs
fréquentent la gare de Kalmthout.
J'aimerais savoir, à la suite de la
publication de l'enquête menée
par la SNCB sur les gares, quelle
somme sera affectée à la
rénovation de la gare de
Kalmthout et quand les travaux
seront effectués.

La gare de Heide a été joliment
rénovée et un établissement
horeca y a ouvert ses portes. La
SNCB envisage-t-elle aussi de
doter la gare de Kalmthout
d'autres fonctions?
03.02 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, dans ses éditions
nationales et régionales du mardi 1
er
février 2005, le journal "Le Soir"
a publié un classement des gares par province avec une cotation sur
10, ainsi que la liste des gares les plus fréquentées par semaine. Si,
dans ce dernier cas, les chiffres ne souffrent aucune contestation, il
n'en va pas de même pour le premier classement. Il semblerait que
celui-ci s'inscrive dans le cadre d'un projet baptisé "Revalor".

Selon "Le Soir", les inspecteurs de la SNCB ont ausculté les gares
sous toutes les coutures: bâtiments, quais, parkings, ainsi que les
alentours des installations ferroviaires. A l'intérieur et à l'extérieur des
gares, l'attention s'est notamment portée sur la sécurité - éclairage,
présence d'un voisinage, existence de tags, etc. -, la facilité d'accès et
la compatibilité avec d'autres moyens de transport - TEC,
automobiles, deux roues -, le confort - température des locaux,
présence de commerces - et le "vécu" - un concept étonnant et
subjectif, qui est censé mesurer le niveau de plaisir du passager qui
fréquente une gare.

Je me bornerai, monsieur le ministre, à examiner le classement des
gares hennuyères, et singulièrement celles qui sont le plus décriées:
Thuin et Lobbes. Elles sont situées sur la ligne 130-A Charleroi-
Erquelinnes, qui peut jouer un rôle moteur dans le développement
touristique de la Thudinie.

La gare de Thuin, gratifiée d'un 2,5 sur 10 était déjà en difficulté à la
suite de la décision prise par la SNCB de fermer plusieurs guichets
dans les gares les moins fréquentées du pays. Le bâtiment se situe
03.02 Colette Burgeon (PS): "Le
Soir" publiceerde een classificatie
van de stations per provincie, die,
naar verluidt, naar aanleiding van
het Revalor-project werd
opgesteld.

In de provincie Henegouwen
bengelt het station van Thuin aan
het staartje. Dat station kreeg het
moeilijk toen de NMBS besliste
een aantal loketten te sluiten. De
plaatselijke burgemeester en
volksvertegenwoordiger stelde
voor er de bevolkingsdienst onder
te brengen, die er de
vervoerbewijzen zou kunnen
uitreiken. De burgemeester van
Lobbes stelde tot zijn scha en
schande vast dat het station aldaar
als een van de minst gezellige
wordt beschouwd, hoewel de
inrichting ervan onlangs werd
vernieuwd.

Moet de NMBS niet voor de
renovatie van het station van
Thuin zorgen? Brengt die
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
pourtant à proximité du centre urbain, mais il est vrai qu'il nécessite
quelques aménagements pour lui assurer une nouvelle jeunesse. Le
député-bourgmestre de l'entité a proposé d'y affecter les services de
la population qui, en sus de leur mission, délivreront des titres de
transport aux usagers du rail.

La gare de Lobbes, avec 3,7 sur 10 devance de peu sa voisine. Le
bourgmestre de l'entité a été désagréablement surpris de découvrir
que sa gare était classée parmi les moins accueillantes. Celle-ci a
pourtant été récemment repeinte et dispose d'une salle d'attente
chauffée, éclairée et garnie de plantes vertes. Elle est régulièrement
nettoyée et entretenue. L'auvent extérieur a été restauré; le bâtiment
et ses abords ont été largement fleuris à la bonne saison et deux
nouveaux abris seront bientôt implantés sur le quai de la voie n° 2.

Le Collège des bourgmestre et échevins de Lobbes a ainsi écrit à M.
Heck, administrateur délégué de B-Holding, pour lui faire part de son
indignation à la suite de la publication de cette note.

Voici donc mes questions, monsieur le ministre:

- N'incombe-t-il pas à la SNCB de prendre en charge la rénovation de
la gare de Thuin, puisque la présence permanente d'agents
communaux y dissuadera, à l'avenir, toute dégradation volontaire des
bâtiments? Plus généralement, ce classement ne traduit-il pas plutôt
le manque d'entretien des gares par la SNCB elle-même?

- Alors que les autorités communales mènent une politique active
destinée à renforcer le développement touristique de Lobbes, y
compris l'aménagement de la place de la gare par la SRWT,
n'estimez-vous pas que la publication partielle de cette note jette le
discrédit sur les efforts qui sont menés pour la rendre encore plus
attractive?

- Les informations publiées dans "Le Soir" proviennent-elles d'un
rapport exclusivement interne ou étaient-elles destinées à être
rendues publiques dès la fin de l'enquête?

- En quoi consiste ce projet "Revalor"?
- Pouvez-vous nous donner davantage de précisions sur les critères
qui ont prévalu dans ce classement?
- N'estimez-vous pas qu'il serait opportun que la SNCB envoie un
courrier aux bourgmestres des 534 communes dont les gares ont été
visitées par ses agents afin de les tenir mieux informés sur le
classement de leur gare et ainsi établir les meilleures synergies
possibles entre les communes et la SNCB pour rendre le transport en
commun davantage attractif?

Enfin, monsieur le ministre, pourrions-nous obtenir une copie de ce
rapport?

Je vous remercie d'avance pour les réponses que vous voudrez bien
m'apporter.
classificatie niet vooral aan het
licht dat de NMBS haar stations
onvoldoende onderhoudt? Meent u
niet dat de gedeeltelijke publicatie
van die nota de geleverde
inspanningen overschaduwt? Is
die informatie uit een louter intern
verslag afkomstig of was het de
bedoeling dat ze wereldkundig
werd gemaakt?

Wat houdt het Revalor-project in?
Denkt u niet dat de NMBS best
contact opneemt met de
gemeenten waarvan het station
bezocht werd? Kunnen wij een
kopie van het verslag krijgen?
03.03 Minister Johan Vande Lanotte: Wat Kalmthout betreft, kan ik
u meedelen dat de bedoeling van het plan vooral was een min of
meer objectiveerbaar overzicht te geven van de meest flagrante
noden inzake infrastructuur. Op die manier konden een aantal
03.03 Johan Vande Lanotte,
ministre: L'objectif de ce plan était
d'obtenir un aperçu plus ou moins
objectif des besoins en
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
prioriteiten worden vastgelegd in het toekomstige
investeringsprogramma. Dat plan is nog niet op punt gesteld en dat
zal ook nog wel een tijdje duren. De evaluatie moet ook nog worden
bekeken. Er zijn op dit moment geen concrete plannen gemaakt. Er
zijn wel contacten gelegd met de gemeente Kalmthout, specifiek voor
het stallen van fietsen in zowel Heide als Kalmthout. Die contacten
zullen worden uitgebreid met het oog op het samenstellen van een
volledig en geïntegreerd project voor Kalmthout. De ervaring leert ons
dat zo'n project een aantal jaren nodig heeft voor het tot een resultaat
leidt.
infrastructure les plus urgents et,
sur la base de celui-ci, de fixer les
priorités du futur programme
d'investissements. Ce dernier
n'est pas encore au point et rien
n'est donc décidé. Des contacts
ont effectivement été pris avec la
commune de Kalmthout à propos
de la création d'emplacements
pour bicyclettes. Ce plan sera
inscrit dans un projet global pour la
gare de Kalmthout mais il faut bien
admettre que la réalisation d'un tel
projet pourrait prendre plusieurs
années.
En ce qui concerne Thuin, une réunion a eu lieu avec l'administration
communale. Le holding va prendre en charge la rénovation de la
marquise située côté quai. La ville propose d'installer dans les
bâtiments des gares une société à vocation sociale, s'occupant
notamment du transport des personnes âgées, et d'y établir du
logement. Cela va donc évoluer aux côtés de La Poste qui est déjà
présente dans les gares. En effet, La Poste prendrait en charge la
vente des titres de transport.

Pour Lobbes, la cotation ne concerne que l'infrastructure d'accueil des
voyageurs. Les éléments externes n'entrent pas en ligne de compte.
Cette cotation ne vise donc nullement à jeter le discrédit sur les efforts
de la commune de Lobbes ou sur ceux du personnel de la gare. C'est
un document interne qui a été confié aux journaux en raison de la
transparence dont le service en question voulait faire montre. Les
critères qui ont prévalu sont les bâtiments de la gare, les quais, les
parkings voitures et deux-roues, les environs immédiats de la gare, la
station de bus, l'éclairage et les trottoirs. Pour Lobbes, la rénovation
de l'installation sanitaire et de la salle des guichets est au programme
de 2006.
Wat Thuin betreft, werd er een
vergadering gehouden met het
gemeentebestuur. De holding en
de stad zullen samen het station
aanpakken. In het station zal een
non-profit onderneming worden
gevestigd. Voor Lobbes werd
enkel aan de onthaalinfrastructuur
voor de reizigers een score
toegekend. Er wordt dus niemand
in opspraak gebracht.

Het gaat om een intern document
dat in een streven naar meer
transparantie aan de kranten werd
bezorgd. De doorslaggevende
criteria zijn de stationsgebouwen,
de perrons, de autoparking en de
fietsstallingen, de naaste
stationsomgeving, het busstation,
de verlichting en de stoepen. De
sanitaire uitrusting en de
lokettenzaal van het station te
Lobbes zullen in 2006 worden
vernieuwd.
03.04 Inga Verhaert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik onthoud
vooral het structurele overleg met de gemeenten, dat er zeker zal
komen of reeds een aanvang heeft genomen.

Mag ik nog een kleine bijkomende vraag stellen? Het eventueel
aanwenden van het gebouw voor een andere functie is niet
uitgesloten, neem ik aan? U zou dat kunnen overwegen?
03.04 Inga Verhaert (sp.a-spirit):
Je me réjouis de constater qu'il y a
une concertation structurelle avec
la commune de Kalmthout. Que
pense le ministre de l'idée d'utiliser
le bâtiment de la gare pour
d'autres fonctions?
03.05 Minister Johan Vande Lanotte: Als de gemeente dat voorstelt,
kan dat altijd.
03.05 Johan Vande Lanotte,
ministre: La commune peut
toujours formuler une proposition à
cet égard.
03.06 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses. Je suis heureuse d'entendre que, dans le
programme 2006, la gare de Lobbes pourra bénéficier d'un
03.06 Colette Burgeon (PS): Ik
ben blij te horen dat Lobbes in
2006 extra investeringen op het
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
supplément d'investissements au niveau des infrastructures.
niveau van de infrastructuur zal
kunnen genieten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: L'ordre du jour appelle la question n° 5503 de M. Chastel, à laquelle est jointe la question
n° 5649 de M. Massin. Nous avons le même scénario au point 17 de l'agenda. Je m'adresse à M. Chastel
et à M. Massin. Verriez-vous une objection à ce que je rassemble ces deux points de l'agenda et que je
laisse passer les autres intervenants? Je vois, par exemple, que Mme De Bue est présente et a deux
questions inscrites avant le point 17.

Messieurs, je vous rassure, on arrivera certainement au point 17 de l'agenda. En effet, le lundi présente la
particularité que toutes les questions inscrites à l'ordre du jour ne sont pas posées. Mais, messieurs, si
vous insistez, je vous donne la parole maintenant pour vos questions.
03.07 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, faites comme
vous voulez.
Le président: Si cela ne vous dérange pas, on va procéder ainsi. Cela permettra de ne pas bloquer les
autres collègues.

Je donne donc la parole à Mme De Bue pour sa question n° 5565.
04 Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le futur plan de transport de la SNCB" (n° 5565)
04 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het toekomstig vervoerplan van de NMBS" (nr. 5565)
04.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, voilà quelques semaines, la presse s'est faite l'écho du
projet "New Passenger", à savoir l'étude réalisée avec l'aide du
bureau "Bain & Company".

Ce plan qui devait être d'application en 2006 ­ au plus tard en 2007 ­
a pour objectif d'assurer la rentabilité de la SNCB en accordant
l'attention voulue à toutes les catégories de voyageurs et plus
seulement aux navetteurs qui certes représentent la majorité des
clients.

Vendredi dernier, lors d'un colloque, M. Descheemaecker a eu
l'occasion de présenter les grandes tendances, notamment le type de
trains que la SNCB déploiera à l'avenir: les City-express, les City-proxi
et "community services".

Monsieur le ministre, j'aurais voulu connaître votre avis sur ce
document. Comment celui-ci est-il intégré dans les discussions
relatives au contrat de gestion? On entend déjà certaines critiques sur
ce plan, notamment l'importance accordée à la rentabilité par rapport
aux missions de service public. Plusieurs questions se posent
également concernant la desserte interne de la Wallonie et les
liaisons transfrontalières. Celles-ci ne risquent-elles pas d'être mises
à mal par ce plan? Par ailleurs, on reproche à ce projet de densifier
une offre aux voyageurs sur des zones de passage de trafic de
marchandises. Quel est l'impact de ce plan sur le trafic de
marchandises?
04.01 Valérie De Bue (MR): De
pers maakte gewag van een
studie in samenwerking met het
onderzoeksbureau Bain
betreffende het toekomstige
vervoerplan van de NMBS.
Doestelling was de rendabiliteit
van de NMBS in 2007 na te gaan,
rekening houdend met de
verschillende soorten reizigers.
Wat denkt u van dat document?
Hoe wordt daar in de
voorbereidende besprekingen van
de beheersovereenkomst rekening
mee gehouden? Wat wordt de
invloed van dat plan op de
binnenlandse verbindingen in
Wallonië, op de grens-
overschrijdende verbindingen en
op het goederenvervoer?
04.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, je suis 04.02 Minister Johan Vande
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
malheureux car j'ai déjà suggéré deux fois à la commission de se
faire présenter le plan ­ qui n'est en réalité qu'une étude et non un
plan. Je le répète une fois de plus. Cela devient pénible car ce dossier
prend des dimensions mythologiques! Il s'agit d'une étude, rien de
plus! Il n'y a pas de plan la première année car cela prendrait
beaucoup plus de temps.

L'étude a examiné chaque ligne en étudiant le nombre de voyageurs,
la rentabilité, les coûts. Ni plus ni moins! Il est vrai que la différence a
été faite entre les navetteurs et les autres clients pour savoir où
l'accent devait être mis. Mais, je le répète, il s'agit d'une étude qui ne
lie pas la SNCB et certainement pas le ministre.

Vous me demandez comment cette étude va être intégrée dans le
contrat de gestion. Elle n'y sera pas intégrée sauf que l'objectif des 4
millions de voyageurs kilomètre en 2010 ou 2011 reste d'application. Il
s'agit d'une augmentation de 20% entre 2008 et 2012, je pense; pas
plus que ça. Mais il serait intéressant pour la commission d'examiner
cette étude. Elle sera ainsi informée. En tirer les conclusions est une
autre histoire. Je convie donc la commission à inviter la SNCB afin de
recevoir une explication sur cette étude qui est intéressante.

Je ne sais ce qu'il faut en tirer comme conclusions; de toute manière,
la SNCB n'en a pas tirées non plus.

Les nouvelles structures n'en sont qu'à leur début. Invitez
M. Descheemaecker et le bureau d'études pour qu'ils les expliquent.

Je répète que, de toute façon, il n'entre pas dans nos intentions de
créer un big-bang et de tout bouleverser comme au temps de l'IC/IR.
C'est même impossible: tant les investissements que les achats de
matériel ne sont pas prêts. D'ailleurs, je ne vois pas de très grands
changements dans l'offre en faveur des voyageurs avant 2007.
Lanotte: Het gaat om een studie,
niet om een plan. Ik stelde voor ze
aan de commissie voor te leggen.
Die studie maakte een kosten-
batenanalyse van elke lijn, daarbij
een onderscheid makend tussen
pendelaars en andere reizigers.

Er dient informatie te worden
verstrekt en er moeten geen
conclusies worden getrokken. Die
informatie zal niet in het
beheersverslag worden
opgenomen, behalve dat de
doelstelling van een verhoging van
20 procent tussen 2008 en 2012
ongewijzigd blijft. Ik voorzie in
ieder geval geen grote wijziging in
het aanbod vóór 2007.
04.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik weet dat het
niet reglementair is, maar ik wil, ook voor mevrouw De Bue, het
volgende zeggen.

Ik heb twee of drie maanden geleden gevraagd om ons die studie ter
beschikking te stellen en eventueel te laten toelichten door mensen
van de NMBS. Via het secretariaat werd daarvoor aangedrongen.
Men wil ons die studie niet ter beschikking stellen zonder dat men ze
kan toelichten. Ik heb gereageerd door te zeggen dat zulks een beetje
de omgekeerde wereld is. Hoe willen wij ons voorbereiden op een
toelichting van die studie als wij ze niet op voorhand kunnen lezen,
mijnheer de minister?
04.03 Guido De Padt (VLD):
Nous avons déjà demandé le texte
de l'étude par l'intermédiaire du
secrétariat de la commission mais
on n'a pas voulu nous le donner
sans qu'un commentaire
simultané du texte ne puisse être
fait. Comment pouvons-nous nous
préparer au commentaire si nous
ne pouvons pas lire préalablement
l'étude?
04.04 Minister Johan Vande Lanotte: Vraag die studie dan op.
04.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, wij hebben ze
gevraagd, maar ze willen ze niet geven.
04.06 Minister Johan Vande Lanotte: Wie?
04.07 Guido De Padt (VLD): Het kabinet waarschijnlijk.
04.08 Minister Johan Vande Lanotte: U moet dat niet aan mij
vragen. Als de commissie meent dat de NMBS deze aangelegenheid
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
hier moet komen toelichten...
04.09 Guido De Padt (VLD): Maar ze willen het niet doen.

Ze willen de studie niet op voorhand ter beschikking stellen, mijnheer
de minister. Daar heb ik het een beetje moeilijk mee. Wij zouden hier
moeten komen luisteren naar een uiteenzetting van een studie die wij
niet op voorhand hebben kunnen inkijken.
04.10 Minister Johan Vande Lanotte: Sedert wanneer moet het
Parlement luisteren naar de NMBS en niet omgekeerd?
04.10 Johan Vande Lanotte,
ministre: Depuis quand le
Parlement doit-il obéir à la SNCB
et non l'inverse?
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik wil eventjes de puntjes op de i
zetten. Het klopt inderdaad dat wij naar die studie hebben gevraagd,
maar ze willen ze pas geven op het ogenblik dat zij hier staan. De
heer De Padt heeft gelijk, in die zin dat het uiteraard veel handiger zou
zijn als wij die studie op voorhand ter beschikking hadden om vragen
te stellen.

Wij zullen het antwoord dat u nu gegeven hebt noteren, mijnheer de
minister, en deze week zullen wij onverwijld vragen om ons dat
document te bezorgen. Ik stel voor dat wij dit onderwerp na Pasen zo
vlug mogelijk op de agenda plaatsen. Voor Pasen hebben wij
werkelijk geen tijd meer; daarop kom ik straks nog terug, want zoals u
weet heeft men ons nog wat anders in de maag gesplitst.
Le président: Les déclarations de
M. De Padt sont exactes. Nous
redemanderons le document cette
semaine encore. Si tout se déroule
comme il se doit, la discussion
pourra avoir lieu après les
vacances de Pâques.
04.11 Valérie De Bue (MR): Je ne peux évidemment qu'appuyer la
suggestion du ministre, que vous venez de relayer. Je pense,
effectivement, que l'on doit avoir un débat à ce sujet. Ceci n'est
possible que si l'on dispose d'un document de travail.
04.11 Valérie De Bue (MR): Ik
sluit me bij dit voorstel aan. We
moeten over deze kwestie een
debat organiseren. Maar dit kan
enkel indien we over dit document
beschikken dat niet steeds als een
loutere studie werd voorgesteld.
04.12 Johan Vande Lanotte, ministre: Je demande justement aux
commissaires de considérer ce rapport comme une étude.
04.13 Valérie De Bue (MR): Ce n'est pas toujours présenté comme
tel.
04.14 Johan Vande Lanotte, ministre: Aucune décision n'a été prise.
Il s'agit d'une étude interne pour la SNCB, rien de plus. Depuis lors,
on me demande si j'ai pris telle ou telle décision; il n'en est rien.

Je vous répète qu'il est quasi certain que rien ne va changer dans
l'offre avant la fin 2007. En effet, ce n'est matériellement pas possible.
Changer l'offre signifierait que tous les investissements ont été
concrétisés. Or, ce travail sera terminé au plus tôt en décembre 2007,
pas avant.

Vous craignez vraisemblablement que ce document soit présenté
comme un plan mais il s'agit bien d'une étude. "Bain" est d'ailleurs un
service d'études extérieur à la SNCB.
04.15 Valérie De Bue (MR): Je mentionne, cependant, comme l'a
signalé mon collègue, que la presse a été informée avant les
04.15 Valérie De Bue (MR): De
journalisten hebben er inzage van
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
commissaires.
gekregen vooraleer het aan de
commissieleden werd bezorgd.
04.16 Minister Johan Vande Lanotte: Ik heb al minstens vijf keer
gezegd dat de lijnen niet worden afgeschaft. Het is de waarheid.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Valérie De Bue au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la position de La Poste sur le marché des petits colis" (n° 5567)
05 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de marktpositie van De Post inzake de verzending van kleine pakjes"
(nr. 5567)
05.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, comme chacun le sait, La Poste est de plus en plus soumise
à la concurrence d'opérateurs internationaux, en particulier dans le
domaine des petits colis de moins de 30 kilos. On constate que sa
faible part de marché ne lui permet pas de se développer seule.
Depuis assez longtemps, on entend dire qu'un partenaire est
recherché pour cette activité, en particulier pour Taxipost.

Un cas concret vécu il y a quelques semaines me fait me poser un
certain nombre de questions sur la compétitivité du service. L'envoi
d'un petit colis de plus de 2 kilos implique d'utiliser le service Kilopost,
qui est géré par La Poste mais qui utilise des formulaires d'envoi TE3
d'EMS-Taxipost, ainsi que le centre d'appel de Taxipost pour tout
renseignement. Par ailleurs, pour les envois de petits colis
internationaux, aucune garantie de délai de livraison n'est fournie par
La Poste. Quand l'envoi est à destination de la France, comme dans
ce cas concret, et que, suite à un problème, on téléphone au centre
d'appel Taxipost ­ pour sa part, Kilopost est géré par mail ­, on
apprend que le partenaire français n'est pas La Poste, comme on
pourrait s'y attendre, mais bien TNT et que ce partenaire ne dépose
pas d'avis de passage en cas d'absence du destinataire pas plus qu'il
ne fait usage du numéro de téléphone prévu et mentionné sur le
bordereau d'envoi. Le résultat est qu'il a fallu neuf jours pour expédier
un colis de 2,7 kilos de Bruxelles à Libourne, petite ville de 20.000
habitants à 30 kilomètres de Bordeaux.

En termes de prix, il semble que les tarifs pratiqués par les pays qui
nous entourent se situent entre 20 et 55% moins chers que chez nous
avec, dans la plupart des cas, des délais garantis de trois jours au
maximum.

M. le ministre peut-il expliquer de telles différences dans les prix et
dans l'offre du service?

Quelles solutions propose-t-il pour que cette activité devienne
compétitive?

Je vous remercie.
05.01 Valérie De Bue (MR): De
Post wordt almaar meer
geconfronteerd met de
concurrentie van internationale
operatoren, inzonderheid wat de
pakjes en de dienst Kilopost
betreft. De Post garandeert ter
zake geen leveringstermijn en de
tarieven in de buurlanden zijn 20
tot 55 procent goedkoper, met een
gegarandeerde leveringstermijn
van drie dagen. Kan u die
verschillen verklaren? Wat moet
De Post volgens u doen om op dat
gebied de concurrentie aan te
kunnen?
05.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, je
confirme dans les grandes lignes ce que Mme De Bue a dit. L'offre en
matière de colis internationaux économiques peut et doit certainement
être améliorée.
05.02 Minister Johan Vande
Lanotte: De dienstverlening bij de
internationale pakjesdienst is
inderdaad voor verbetering
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13

D'un autre côté, Taxipost offre une solution compétitive et
performante avec un système de suivi qui justifie que la grande
majorité des volumes internationaux se font en courrier express. Le
courrier express est non seulement rapide mais fiable et compétitif.

Pour les colis internationaux, il y a un problème au niveau du suivi et
du prix, donc au niveau de la compétitivité. Il y a un potentiel dans ce
secteur et un plan de relance d'une gamme internationale de colis
économiques est à l'étude. Cette gamme se positionnera plus
clairement par rapport à l'offre express en matière de tarifs et de
niveaux de services.

Nous pensons que ce plan de relance devrait entrer en vigueur dans
les mois qui viennent et permettrait à Kilopost d'être à nouveau
concurrentiel, ce qui en effet, comme vous l'avez dit, n'est pas le cas
actuellement.
vatbaar. Voor de
expressebestelling van pakjes
daarentegen, staat De Post
bekend als snel en betrouwbaar
en hoeft ze zeker niet onder te
doen voor de concurrentie. Dit is
een potentiële groeimarkt.
Momenteel wordt onderzocht hoe
het concurrentievermogen kan
worden hersteld door te sleutelen
aan het productengamma van
Kilopost. In de komende maanden
zou een plan in die zin in werking
moeten treden.
05.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse. Nous reviendrons dans quelques mois sur
cette question.
05.03 Valérie De Bue (MR): Wij
zullen over enkele maanden op die
kwestie terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de réaffectation de la gare de Boussu" (n° 5574)
06 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het plan voor een nieuwe bestemming van het station van Boussu"
(nr. 5574)
06.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
vous allez sans doute croire que je vous harcèle avec des questions
sur la réouverture des petites gares. En fait, il y a un mois déjà que j'ai
déposé ma question suite à la lecture d'un article paru dans la presse.
N'ayant pas eu l'occasion de vous interroger depuis, c'est seulement
aujourd'hui qu'elle figure à l'ordre du jour de notre commission. Ma
question s'inscrit dans la problématique de la réaffectation des gares.

Contrairement à certaines gares dont on ferme les guichets, la gare
de Boussu a été définitivement fermée depuis que l'accueil des
voyageurs et la délivrance des tickets n'y sont plus opérés. Aux dires
de la SNCB elle-même, la fermeture de cette gare fut obligatoire pour
éviter les risques de vandalisme et les actes de délinquance. Voilà
une affirmation qui corrobore, par ailleurs, les discours que je vous ai
tenus jusqu'ici face aux propositions de fermeture des guichets dans
d'autres communes, partant du principe que c'était la porte ouverte
aux fermetures des gares proprement dites avec pour conséquence
la dégradation des bâtiments dans le temps.

Tant la majorité que l'opposition de cette commune souhaitent une
réaffectation des locaux. Mais personne n'a encore déposé de projet
concret auprès de la SNCB.

Le porte-parole du district sud-ouest affirme que la SNCB est ouverte
à toutes les propositions même celles émanant de particuliers.

Monsieur le ministre, quand la SNCB s'exprime de la sorte par le biais
06.01
Camille Dieu
(PS):
Aangezien het station van Boussu
definitief werd gesloten, worden er
geen tickets meer verkocht.
Volgens de NMBS was dat
noodzakelijk om vandalisme te
vermijden. Dat bevestigt alleen
maar dat wij gelijk hebben
wanneer wij ons verzetten tegen
alle voorstellen die ertoe strekken
loketten in andere gemeenten te
sluiten!

De gemeente wil dat de lokalen
een andere bestemming krijgen
maar totnogtoe werd geen enkel
project ingediend. De NMBS zou
naar eigen zeggen open staan
voor elk voorstel, zelfs uitgaande
van particulieren.

Zou de NMBS er niet goed aan
doen beter te communiceren en
een duidelijke gedragslijn te
volgen? Op die manier hoeft u niet
telkens dezelfde vragen te
beantwoorden.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
de son porte-parole, doit-on comprendre qu'elle est prête à investir
dans la réaffectation des bâtiments? Ou cela signifie-t-il que, peu
importe leur destination, pour autant que cela contribue à les
maintenir en état?

Monsieur le ministre, ne pensez-vous pas qu'il faudrait assurer une
meilleure communication au sein de la SNCB? En effet, j'interviens,
pour ma part, pour Boussu; d'autres collègues interviennent pour
d'autres gares, comme celle de Poperinge. Ne pensez-vous pas qu'il
faudrait définir une ligne de conduite?
06.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
madame Dieu, il est certain qu'il serait parfois préférable de définir
une ligne de conduite générale. Cela dit, étant donné le grand nombre
de gares, les grands principes ne permettent pas toujours de trouver
une solution. En la matière, une certaine flexibilité présente un
avantage.

Le cas de la gare de Boussu est assez triste dans le sens où elle a
été rénovée en 2002. Elle a ensuite été incendiée et a subi des actes
de vandalisme. Par la suite, la SNCB a décidé de ne pas remettre en
service le point de vente des billets. Il s'agit donc d'un cas un peu
spécial. En effet, je répète que des investissements y avaient été
consentis en 2002. La situation de Boussu est donc relativement
spécifique.

La SNCB souhaite vendre le bâtiment de la gare de Boussu; c'est sa
première option, suite à l'incendie et aux actes de vandalisme dont
elle a été l'objet. La commune en sera informée. Avant d'imaginer une
rénovation du site, il faudra envisager la vente du bâtiment à un
éventuel investisseur.

Cela me fait dire aussi que chaque gare a ses spécificités. Alors qu'en
principe, il serait bon de définir une ligne de conduite générale
partout, quand on analyse l'affaire sous l'aspect des spécificités de
chaque endroit, on se dit qu'il faut pouvoir y déroger.

Pour Boussu, le principe choisi est la vente; ils estiment que c'est la
meilleure solution pour ce cas.
06.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Soms is het verkieslijk
om een bepaalde gedragslijn te
volgen, maar in dit geval, gelet op
het aantal stations en hun
specifieke kenmerken, is
flexibiliteit een betere optie.

Het station van Boussu werd in
2002 gerenoveerd. Nadien werd er
brand gesticht en werd het station
gevandaliseerd. De NMBS heeft
daarop beslist het gebouw niet
opnieuw te renoveren. Het gaat
om een vrij specifieke situatie.

De NMBS wil in eerste instantie
het gebouw verkopen.
06.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, j'ai bien entendu la
réponse du ministre.

Je comprends un peu mieux pourquoi la porte-parole de la SNCB
explique être ouverte à toutes offres, même celles de particuliers.
J'imagine que quelque chose est déjà en route que j'ignore.

En tout état de cause, cela ne peut pas correspondre aux options de
la commune qui, à mon sens, n'avait pas l'intention de racheter le
bâtiment, faute d'argent pour ce faire. Il faut donc que les fonds
viennent d'ailleurs. C'est pourquoi je comprends mieux la réponse; je
me demandais ce que cela voulait dire.

J'ai également bien entendu que, selon ce que vous pensez, il y a une
spécificité pour chaque gare. Donc, si je reviens à la charge avec une
gare spécifique, c'est bon?
06.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Pas de problème!
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de pensionering op 55 jaar voor het rijdend personeel van de NMBS"
(nr. 5589)
07 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "la mise à la retraite à 55 ans du personnel roulant de la SNCB" (n° 5589)
07.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, in 1961 werd ten
gevolge van de zogenaamde eenheidswet aan het treinpersoneel,
zijnde de treinbestuurders en de begeleiders, de mogelijkheid
verleend om op de leeftijd van 55 jaar met pensioen te gaan mits het
feit dat zij 30 rijdende dienstjaren zouden verworven hebben. Deze
gunst werd destijds verleend op basis van de onregelmatige
prestaties die deze mensen zouden verlenen en moest om de drie
jaar worden verlengd na akkoord tussen de voogdijminister en de
minister van Pensioenen. De vakbonden hebben dit steeds als een
van de twistpunten beschouwd en eisten bij de herstructurering van
de NMBS dat de maatregel werd ingeschreven als definitief
verworven. Bij de opsplitsing van de maatschappij in drie eenheden
begin dit jaar werd in een conventie vastgelegd dat de maatregel
voortaan zou bestendigd worden en dat men hem niet langer om de
drie jaar zou moeten hernieuwen. Een KB om dit akkoord te
bekrachtigen zou in de loop van de maand januari 2005 verschijnen.
Dat is volgens mij echter nog niet gebeurd.

Vandaar een aantal vragen. Wie waren de onderhandelende partijen
die het akkoord om de maatregel te bestendigen in plaats van hem
telkens te vernieuwen hebben afgesloten? Is er reeds een koninklijk
besluit opgesteld dat dit akkoord bekrachtigt? Wanneer zal het KB
worden gepubliceerd? Klopt het dat het KB normaal gesproken in de
loop van de maand januari had moeten verschijnen? Zo ja, wat is de
reden voor de vertraging? Hoeveel personen behoren op dit ogenblik
tot het rijdend personeel? Zullen enkel deze personeelsleden onder
het toepassingsgebied van de maatregel vallen? Zo niet, welke
andere personeelsleden ook nog? Wat is hun aantal?

Ten slotte, zijn er in het KB ook maatregelen opgenomen die het
rijdend personeel motiveren om langer aan de slag te blijven dan de
pensioenleeftijd van 55 jaar? Is er in fiscale tegemoetkomingen en/of
bijkomende pensioenen voorzien voor ieder jaar dat ze langer blijven?
Zo ja, hoeveel bedragen die? Met hoeveel jaar hoopt de minister de
gemiddelde pensioenleeftijd op die manier te kunnen laten
optrekken?
07.01 Guido De Padt (VLD): La
loi unique de 1961 permettait aux
conducteurs et aux
accompagnateurs de train ayant
30 ans de "service roulant" de
prendre leur retraite à cinquante
ans. L'accord conclu entre le
ministre de tutelle et son collègue
des pensions devait toutefois être
renouvelé tous les trois ans. Lors
de la restructuration, les syndicats
ont exigé que cette mesure
devienne définitive et, début 2005,
il a effectivement été décidé dans
une convention qu'elle serait
confirmée. L'arrêté royal devait
paraître en janvier mais cela n'a
pas été le cas.

Quels partis ont conclu cet
accord? Un arrêté royal a-t-il déjà
été promulgué? Quand sera-t-il
publié au Moniteur belge?
Pourquoi ne l'a-t-il pas été en
janvier? Combien de personnes
font-elles aujourd'hui partie du
personnel roulant? Sont-elles les
seules concernées par l'arrêté
royal? Celui-ci comporte-t-il
également des mesures
encourageant le personnel à
poursuivre sa carrière?
07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, het
protocol van sociaal akkoord dat op 1 april 2004 werd gesloten tussen
de NMBS en de personeelsorganisaties, in het kader van het
ondernemingsplan MOVE, voorziet in een sociale programmering
voor 2003-2005. In dat akkoord werd bepaald dat voor het rijdend
personeel, bij de regering een voorstel zou worden ingediend om de
mogelijkheid tot oppensioenstelling op de leeftijd van 55 jaar te
bestendigen. Dat zou betekenen dat de wet van 1961 wordt gewijzigd.
De wet is nog niet gewijzigd omdat bij een onderling akkoord tussen
de NMBS, de regering en de organisaties, ook nog over een aantal
maatregelen met betrekking tot de polyvalentie en de flexibiliteit voor
07.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Le protocole d'accord
social du 1
er
avril 2004 entre la
SNCB et les organisations
représentatives du personnel
prévoit une programmation sociale
pour 2003-2005. Il a été décidé
que le gouvernement ferait une
proposition de pérennisation. Il est
donc prévu de modifier la loi de
1961 mais cela n'a pas encore été
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
cargo moet worden onderhandeld. Deze zaken zijn altijd aan elkaar
gekoppeld geweest. Er zijn hierover momenteel nog discussies bezig,
onder andere in de paritaire subcommissie, maar op dit moment is er
nog geen beslissing genomen. Dat loopt niet zo gemakkelijk.

In totaal worden 8.360 personen belast met rijdende diensten bij de
NMBS-holding.

Wat betreft de voorzieningen om langer aan het werk te blijven zijn er
momenteel geen specifieke bepalingen. Op het eind van 2005 zal er
wel moeten worden onderhandeld voor het nieuwe plan 2006-2007,
wat vrij belangrijk zal zijn. De leeftijdsopbouw van de NMBS is zeer
specifiek. Bij De Post is er een zelfde specifieke situatie.
Demografisch gezien is het zo dat jaarlijks veel personen hun
pensioenleeftijd bereiken. Voor de NMBS en De Post zal de noodzaak
om vervroegd met pensioen te gaan helemaal wegvallen. Er gaan via
gewone pensionering immers al heel veel mensen weg die moeten
worden vervangen. Bij de NMBS en De Post zal er een totaal ander
debat moeten worden gevoerd dan de voorbije tien jaar het geval is
geweest. De vraag is vooral hoe men de plotse uittreding van mensen
op de normale pensioenleeftijd zal opvangen? Dat is een heel ander
debat.
fait parce que certaines mesures
en matière de fret font encore
l'objet de négociations. Un débat a
notamment toujours lieu au sein
de la sous-commission paritaire.

Au total, les services roulants de la
SNCB holding emploient 8.360
personnes. Il n'existe pas encore
de dispositions spécifiques
permettant de maintenir le
personnel plus longtemps en
activité. Elles devraient être
négociées à la fin de l'année, dans
le cadre du plan 2006-2007. La
SNCB ni La Poste ne devront du
reste recourir aux prépensions. Le
débat portera sur la question de
savoir comment absorber la vague
de départs à l'âge normal de la
pension.
07.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, het is natuurlijk
een beetje vervelend voor wie 55 jaar wordt in 2006. Voor
betrokkenen is het belangrijk te weten waar zij aan toe zijn en of zij al
dan niet op 55-jarige leeftijd met pensioen kunnen.
07.03 Guido De Padt (VLD): Les
travailleurs qui auront 55 ans en
2006 aimeraient bien entendu
savoir ce qui les attend.
07.04 Minister Johan Vande Lanotte: Wij hebben nog enkele
maanden de tijd. Dit moet de komende maanden worden opgelost.
07.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Il nous reste un peu de
temps mais le problème devra être
résolu dans les prochains mois. Le
plus tôt sera le mieux.
07.05 Guido De Padt (VLD): Dat is waar, maar het is toch belangrijk
te weten of men volgend jaar al dan niet met pensioen kan. In die zin
is het belangrijk om betrokkenen zo vlug mogelijk bescheid te geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de parkeerproblemen aan de stations van Denderleeuw en Liedekerke"
(nr. 5630)
08 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les problèmes de stationnement aux abords des gares de Denderleeuw et de
Liedekerke" (n° 5630)
08.01 Guido De Padt (VLD): Mijn vraag gaat over de
parkeerproblemen aldaar, mijnheer de minister. Vele pendelaars die
vanuit de stations van Denderleeuw en Liedekerke vertrekken, klagen
over de parkeermogelijkheid aan die stations. Ik relateer dat een
beetje aan uw volgens mij terechte optie om te trachten in zoveel
mogelijk parkeerplaatsen te voorzien voor de pendelaars aan stations,
maar hier wordt dat toch een beetje gefnuikt door de
gemeentebesturen zelf, die op dat vlak een aantal maatregelen
nemen die het ietwat moeilijker maken.
08.01 Guido De Padt (VLD): Les
gares de Denderleeuw et de
Liedekerke sont particulièrement
fréquentées et de nombreux
navetteurs se plaignent de
problèmes de stationnement. A
Denderleeuw, le parking payant
est complet pratiquement chaque
jour tandis que la durée de
stationnement est limitée à deux
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Aan het station van Denderleeuw bevindt zich een betaalparking die
eigendom is van de gemeente. Er wordt vastgesteld dat deze parking
bijna dagelijks volzet is. Doordat in alle straten in de wijde omgeving
van deze parking een blauwe zone is ingericht en daar een maximale
parkeertijd van twee uren geldt, is het ook daar voor de pendelaars
die met de auto naar het station komen, onmogelijk hun auto
reglementair gedurende lange tijd achter te laten als deze parking
volzet is. Bovendien is het openbaar vervoer van en naar het station
volgens sommige bronnen ontoereikend.

In Liedekerke, de gemeente van de heer Schouppe, heeft men een
gelijkaardig probleem. Ook daar is in een gemeentelijke parking
voorzien aan het station, maar die is vaak volzet en ze is nu betalend
voor niet-Liedekerkenaars, net als de parkeermogelijkheden in de
omliggende straten. Overal worden auto's achtergelaten op zijbermen
en dergelijke. Ook hier klaagt men over het gebrek aan openbaar
vervoer van en naar het station.

Omdat er ook geen behoorlijke andere openbare vervoeralternatieven
zijn om van daaruit naar Brussel te pendelen, zien heel wat van die
treingebruikers ­ een richting die we wellicht niet willen ­ zich
gedwongen om opnieuw de auto naar Brussel te nemen, misschien
met langere files tot gevolg. We kunnen dat een beetje begrijpen. Als
u onnoemelijke moeilijkheden hebt om uw wagen in de nabijheid van
het station te parkeren, hebt u misschien eens vlugger de neiging om
met de wagen naar het werk te rijden.

Ik heb twee korte vragen.

Was u reeds op de hoogte van de parkeerproblemen bij deze Oost-
Vlaamse pendelaars? Zo ja, hoe erg is de situatie rond deze twee
stations precies? Wellicht zal de NMBS daarover onderzoek hebben
uitgevoerd en kan de NMBS in deze concrete gevallen enige vorm
van initiatief nemen om deze situatie te verhelpen.
heures dans les rues adjacentes.
De plus, les transports publics
sont insuffisants. Des problèmes
du même ordre se posent à
Liedekerke. De nombreux
navetteurs ne voient d'autre issue
que de reprendre leur voiture pour
se rendre à Bruxelles.

Le ministre avait-il déjà
connaissance de ces problèmes?
Quelle est la gravité de la
situation? La SNCB peut-elle
prendre des mesures?
08.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Padt, de NMBS-groep is op de hoogte van de problemen
die zich voordoen in Denderleeuw en Liedekerke. Men schat het
tekort aan parkeerplaatsen op respectievelijk 263 en 220.

Er zal worden bekeken hoe daaraan een oplossing kan worden
geboden. Er heeft een onderhoud plaatsgevonden met de gemeente
Liedekerke om op de parking duidelijk voorrang te verlenen aan de
pendelaars zelf, wat logisch is. Er wordt over gepraat. We willen dat
niet ineens doen maar het moet toch mogelijk zijn. Er is echter nog
geen definitief resultaat.

Wat Denderleeuw betreft, ook daar zal de situatie moeten worden
bekeken. Er zal wellicht een capaciteitsuitbreiding nodig zijn, maar
ook daar is er nog geen definitief resultaat.

U had gevraagd naar andere probleemgebieden. Ik heb een tamelijk
uitgebreide lijst van gemeenten waar we denken dat er problemen zijn
en van stations waar uitbreidingen zijn geprogrammeerd: Gent-Sint-
Pieters, Appelterre, De Pinte, Halle, Mechelen, Merelbeke, Opwijk,
Gembloux, Mons-Stad en Verviers-Central.

We beginnen binnenkort met een aantal "experimenten" waarbij we
08.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La SNCB est informée
des problèmes de stationnement
dans les deux communes. Il y a un
déficit de 263 emplacements à
Denderleeuw et de 220 à
Liedekerke. Des solutions sont
recherchées activement. Des
négociations sont en cours à
Liedekerke avec l'administration
communale. Il est prévu de
réserver prioritairement aux
navetteurs le parking prévu pour
eux. De même, à Denderleeuw, on
ne néglige aucune possibilité pour
créer davantage de places de
stationnement. Pour l'heure,
aucune solution satisfaisante n'est
encore intervenue.

La liste des gares aux prises à des
problèmes de capacité du même
type est longue. Toutefois, des
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
het principe van gratis parkeren voor abonnees zullen promoten. We
werken daaraan en denken na de paasvakantie effectief de eerste
stap te kunnen zetten.

Dat belet niet dat we ondertussen oplossingen proberen te zoeken
voor bijvoorbeeld Liedekerke en Denderleeuw. Het probleem is wel
vrij omvangrijk en zal de komende jaren een sterke heroriëntatie
vergen.
projets concrets existent pour en
étendre l'aire de stationnement.
Sous peu seront mis en oeuvre
des projets expérimentaux dans le
cadre desquels le stationnement
sera offert gratuitement aux
abonnés du chemin de fer.

Il s'agit véritablement d'un
problème préoccupant. Les
solutions seront dès lors radicales.
08.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, kan ik een kopie krijgen van de cijfergegevens?

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het aantal plaatsen
dat te kort is, ligt vrij hoog. Het gaat om 263 en 220, wat bijna 500
plaatsen is en dit toch vrij dicht bij mekaar. Denderleeuw ligt immers
niet zo ver van Liedekerke.

Ik vind het goed dat u de mening bent toegedaan dat het probleem
ernstig moet worden aangepakt.
08.03 Guido De Padt (VLD): Le
déficit à Liedekerke et à
Denderleeuw ­ deux communes
qui ne sont tout de même pas très
éloignées ­ se monte à quelque
500 places. Ce n'est pas rien. La
SNCB doit s'attaquer
sérieusement au problème et
trouver rapidement des solutions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: M. Arens nous a fait savoir qu'il arriverait en retard à cause de certains ennuis de voiture.
09 Questions jointes de
- Mme Camille Dieu au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"l'utilisation d'un matériel adéquat pour les lignes régionales du réseau" (n° 5652)
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"l'utilisation éventuelle de matériel 'light rail' par la SNCB" (n° 5886)
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Camille Dieu aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het inzetten van aangepast materieel op de regionale spoorlijnen" (nr. 5652)
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "het mogelijke gebruik van light rail-materieel door de NMBS" (nr. 5886)
09.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, dans les pays voisins,
les lignes régionales perdurent avec succès et connaissent même
dans certains cas une évolution positive. C'est ainsi qu'en France, en
Allemagne ou au Luxembourg, le petit autorail d'Alstom, pour citer
celui utilisé dans ces pays-là, semble particulièrement adapté aux
lignes régionales dont je viens de parler. Ce matériel résulte d'une
nouvelle approche pour ce type de lignes, il est léger et surtout il
permet une exploitation plus souple grâce notamment à des
accélérations et décélérations plus efficaces. De son architecture
basée sur le plancher bas, comme pour les bus, l'usager retire un
confort accru et une réduction du temps d'embarquement.

D'autres réseaux ont mis en service du matériel pendulaire qui permet
une augmentation de la vitesse sur des infrastructures existantes. On
a vu aussi apparaître des trains-trams, qui empruntent à la fois les
voies ferrées classiques et les voies de tram urbaines, évitant ainsi
les ruptures de charge en reliant les villes de centre à centre. Enfin,
les réseaux étrangers pratiquent largement l'arrêt à la demande, ce
qui réduit à la fois consommation d'énergie et usure du matériel.
09.01 Camille Dieu (PS): Heeft de
NMBS er al aan gedacht gebruik
te maken van nieuw licht materieel
(autorail, kantelbaktreinen,
gemengd trein-trammaterieel),
zoals in onze buurlanden met
succes ingezet wordt op regionale
lijnen? Zou de NMBS het op de
buitenlandse spoorwegnetten
wijdverbreide systeem van de
halte op verzoek niet kunnen
toepassen? Zijn die opties te
duur? Kunnen we niet eens kijken
hoe onze buurlanden het probleem
van het openbaarvervoeraanbod in
de meest afgelegen gebieden
aanpakken?
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19

Monsieur le ministre, ces différentes pratiques ont-elles déjà été
prises en considération dans le cadre des choix stratégiques de la
SNCB? Dans l'affirmative, se révèlent-elles trop onéreuses, soit en
raison du coût des investissements soit en raison des aménagements
à réaliser pour les rendre opérationnelles? Enfin, ces lignes
régionales représentent souvent un véritable service à la population.
Alors, pourquoi stigmatiser presque systématiquement leur manque
de rentabilité? Si on jetait un coup d'oeil sur nos voisins, on pourrait
peut-être en tirer bénéfice.
09.02 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, ma question
concerne le même sujet. Dans son avis 2005/01, le comité consultatif
des usagers met en lumière tout ce qui, en matière de lignes
régionales, pouvait faire l'objet d'un matériel beaucoup plus adapté
que celui que la SNCB s'obstine à utiliser; un matériel plus léger
permettant, aux dires de ceux qui connaissent bien le matériel et son
exploitation, de mieux combiner service public et rentabilité ­ je
n'invente rien, c'est la SNCB qui le dit. Jusqu'ici, force est de
constater que la SNCB est allée rarement dans ce sens, même dans
ses études.

J'aimerais donc savoir si on va s'entêter encore longtemps dans une
voie qui n'est pas du tout celle de nos voisins. En outre, la SNCB
continue à concevoir de A à Z son propre matériel, conçu par des
ingénieurs "maison" sur des tables à dessin, alors qu'on pourrait
réaliser des économies substantielles en achetant sur catalogue ce
type de matériel, comme on le fait en France et en Allemagne.
J'aurais voulu connaître l'avis de la SNCB sur ce dispositif. J'aimerais
enfin savoir si on analyse vraiment la possibilité d'employer un
matériel léger sur nos lignes régionales.
09.02 Olivier Chastel (MR): Wat
denkt de NMBS over het advies
van het Raadgevend Comité van
de gebruikers, dat het gebruik van
lichter materieel aanbeveelt op
bepaalde lijnen? Met dat soort
materieel kunnen er meer haltes
op een traject worden ingepast
zonder dat de rijtijd verhoogt.
Tevens wordt aanbevolen
materieel aan te kopen uit een
catalogus. De NMBS heeft anders
de gewoonte zelf haar eigen
materieel te concipiëren.
09.03 Johan Vande Lanotte, ministre: Cette question se pose depuis
un certain temps. Jusqu'à présent, la SNCB a toujours émis des
réserves assez importantes. La SNCB indique que l'autorisation de
mise en service de matériel roulant doit être, bien entendu, sollicitée
par un opérateur. Soit, ce matériel est utilisé sur des lignes
"interopérables". Dans ce cas, les dispositions transposant en droit
belge la directive 2001/16 relative à l'interopérabilité du rail
conventionnel sont de stricte application. Soit, le matériel à mettre en
service est non "interopérable"; auquel cas le règlement général de
l'utilisation de l'infrastructure ferroviaire est d'application.

Dans l'état actuel de la réglementation nationale, la SNCB confirme
que les engins de type train/tram ne répondent pas aux dispositions
de sécurité, notamment de résistance de la caisse en cas de collision.
Si j'ai bien compris, cela signifie que le résultat d'une collision entre un
train "light" et un tram pourrait être désastreux. Ces paramètres de
sécurité sont induits par le haut niveau de mixité du trafic sur le
réseau belge qui, bien entendu, est beaucoup plus dense que dans
d'autres pays.

Cette position protège-t-elle la situation actuelle basée sur un certain
conservatisme ou est-ce un problème réel? Je ne peux vous le dire.
Les ingénieurs responsables de la sécurité déclarent qu'avoir ces
deux types de trains en présence sur notre réseau peut causer un
grave problème de sécurité, notamment en ce qui concerne la
résistance en cas de collision. Je ne puis en juger mais je trouve que
09.03 Minister Johan Vande
Lanotte: De NMBS is van oordeel
dat de tramtrein niet aan de
veiligheidsvoorschriften voldoet,
onder meer bij botsingen. Als de
veiligheidsreglementen niet
worden gewijzigd, heeft de "light
rail" weinig kans om door te
breken. Ik kan u niet zeggen of de
veiligheid werkelijk in het gedrang
komt of dat dit argument gebruikt
wordt om alles bij het oude te
laten.

Volgens de NMBS zouden door
het systeem van haltes op
aanvraag de vertrekuren niet
gerespecteerd kunnen worden.
Dat zou voor verwarring zorgen bij
de reizigers en niet tot tijdswinst
leiden.

Tot slot liet de NMBS me nog
weten dat materieel uit een
catalogus aangekocht kan worden
indien dit voldoet aan de
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
c'est dommage. Je pense, en effet, que les trains "light" présentent
certainement un avantage pour la gestion. Mais s'il y a un problème
de sécurité, il faut être prudent.

Ensuite, en ce qui concerne les arrêts à la demande pour les trains
dans notre système, la SNCB émet un avis clairement négatif car
l'heure de départ ne peut plus, dans ce cas, être garantie.

Cela implique peut-être un petit gain de temps que de ne pas s'arrêter
dans une gare, mais quel problème pour le voyageur qui arrive à la
gare à l'heure exacte et constate que son train est déjà parti!

Ainsi, les dessertes avec arrêt à la demande ne peuvent s'appliquer
que pour des lignes où roulent beaucoup de trains, disons un train
tous les quarts d'heure. Techniquement, ce serait faisable puisque le
client n'attendrait jamais très longtemps. Ce système pourrait avoir
l'avantage d'aller plus vite: le désavantage de rouler moins vite est
compensé, comme dans les métros où il n'y a pas d'horaire. Travailler
avec un horaire strict peut dans ce cas avoir une conséquence pas
nécessairement positive.

Je résume: de toute façon, le problème demeure. Le matériel sur
catalogue, c'est possible, à condition de répondre à quelques
spécificités belges, entre autres la tension de 3 kilovolts et
l'équipement à bord de l'engin de traction qui doit être capable de lire
les messages délivrés par l'infrastructure.

Cela dit, quand j'étais ministre de l'Intérieur, je n'ai jamais trouvé un
ingénieur d'accord avec le matériel existant concernant les services
d'incendie: à chaque fois, il fallait inventer quelque chose de nouveau.
Même pour les casques: pendant cinq ou dix ans, on a rédigé des
règles concernant les nouveaux casques; toujours pour une raison de
sécurité. Et c'est difficile pour un ministre d'affirmer l'inverse!

A la SNCB, j'ai l'impression qu'il y a une certaine volonté de ne rien
changer et d'utiliser aussi l'argument de la sécurité pour les achats où
il existe toujours quelque chose de nouveau.

Les hommes politiques ne doivent pas être trop calés non plus, car ils
demandent aussi continuellement du neuf. Quand il y a eu quelque
chose de nouveau concernant le RER, ce furent d'interminables
discussions pour savoir comment il fallait construire ces wagons,
alors qu'on aurait pu aller voir ce qui se faisait à l'étranger et acheter
tel quel. On ne l'a pas fait. Là aussi, il y avait beaucoup de demandes
et nous ne nous comportons pas réellement mieux que les ingénieurs
à la recherche d'inédit.

Aussi longtemps qu'il n'y a pas de rapport des services de sécurité
pour confirmer ou infirmer les idées, il reste un certain doute. Sans de
nouveaux règlements de sécurité, les chances d'un "rail light" sont
très minimes, même si, à long terme, c'est la seule possibilité pour les
ruelles.
specifieke kenmerken van het
Belgische spoorwegnet. Ik beken
dat ik nog nooit een ingenieur heb
ontmoet die met het bestaande
materieel tevreden was. Maar
daarin verschillen ze in niets van
de politici. Denken we maar aan
het GEN.
09.04 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, une petite réplique.
Si le ministre dit lui-même qu'il ne sait pas juger, je dois avouer que
moi non plus.

On peut comprendre les différences entre un pays comme la Belgique
09.04 Camille Dieu (PS): Is het
niet mogelijk een studie te laten
uitvoeren door onafhankelijke
deskundigen?
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
et la France ou l'Allemagne: les distances sont très différentes,
l'éloignement des campagnes aussi. On peut donc penser que c'est
différent, mais ne pourrait-on demander une étude à faire réaliser par
des experts indépendants de la SNCB pour arriver à une véritable
vision de la situation?
09.05 Johan Vande Lanotte, ministre: Si cela existe, oui, mais je ne
sais pas si cela existe.
09.05 Minister Johan Vande
Lanotte: Ik weet niet of er
dergelijke deskundigen zijn.
09.06 Camille Dieu (PS): Moi non plus, mais on peut se renseigner.
09.07 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est vrai et j'ai eu la même
réflexion.
09.07 Minister Johan Vande
Lanotte: Maar ik zal navraag doen
en ik heb geen bezwaar tegen dat
idee.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le développement de l'ADSL et l'accroissement des vitesses de transfert des données"
(n° 5666)
10 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de ontwikkeling van ADSL en de snellere gegevensoverdracht" (nr. 5666)
10.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, Belgacom a planifié l'accroissement des vitesses des
données par ADSL. Certains utilisateurs ont déjà observé que la
vitesse venait de passer de 3,3 mgb/seconde à 4,6 mgb/seconde;
sans une très grande publicité certes mais divers utilisateurs l'ont
constaté. Par ailleurs, le VDSL est proposé dès à présent.

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous faire connaître quelle est la
programmation du développement de l'ADSL 3,3 mgb/seconde vers
4,6 mgb/seconde sur l'ensemble du territoire belge?

Quelles sont la stratégie et les perspectives suivies par Belgacom?

Quelles sont les limites techniques au développement du VDSL sur le
territoire belge?

Quel est le pourcentage de l'ADSL 4,6 mgb/seconde par rapport à
l'ensemble des connexions ADSL?

Quelles sont, au vu des développements technologiques, les vitesses
courantes possibles dans un avenir de trois ans sur le territoire de
notre pays, étant entendu qu'à partir de 5,5 mgb/seconde, nous
pourrons recevoir de manière très aisée les programmes télévisés
sans trop de difficultés techniques?
10.01 François Bellot (MR): Een
aantal mensen die over een
ADSL-verbinding van Belgacom
beschikken, hebben nu sneller
internet. De snelheid werd
inderdaad van 3,3 mgb/ seconde
naar 4,6 mgb/ seconde
opgetrokken. Belgacom biedt
voortaan ook VDSL aan.

Hoe staat het met de planning om
de snelheid van 3,3 mgb/ seconde
naar 4,6 mgb/ seconde op te
trekken over het hele
grondgebied? Welke strategie en
timing volgt Belgacom in dat
verband?

Welke technische obstakels staan
de ontwikkeling van VDSL op ons
grondgebied in de weg?

Welk percentage van de ADSL-
aansluitingen beschikt al over een
snelheid van 4,65 mgb/ seconde?
Welke snelheden mogen we in de
loop van de volgende drie jaar
verwachten?

Ten slotte, wanneer wordt de
snelheid tot 5,5 mgb/ seconde
opgetrokken, zodat de klant ook
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
televisieprogramma's kan
ontvangen?
10.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président,
monsieur Bellot, j'ai bien entendu interrogé Belgacom et voici les
informations que la société me communique.

La vitesse de Belgacom ADSL passe de 3,3 mgb/seconde à 4,0
mgb/seconde pour la formule Go et Plus et de 3,3 mgb/seconde à 4,6
mgb/seconde pour les produits Pro Compact et Office.

Cette adaptation de la vitesse est introduite graduellement sur tout le
réseau Belgacom. Le client peut vérifier la période d'adaptation de sa
ligne ADSL en consultant le site www.Belgacom.be - ADSL faster. Le
but est d'introduire des adaptations sur la totalité du réseau pour la fin
du mois d'avril.

En ce qui concerne le VDSL, des adaptations très importantes sont
actuellement en cours sur le réseau (déploiement de la fibre optique).
Belgacom prévoit de pouvoir atteindre 46% de la clientèle via la
technologie VDSL d'ici fin 2006.

La rapidité que le client perçoit sur internet dépend d'un nombre
important de facteurs, à savoir la performance du pc, la présence de
certains programmes sur le pc (par exemple, un firewall protège le pc
mais ralentit la connexion à internet), la performance des serveurs
auxquels les informations sont demandées, la charge de la
connectivité internationale et du réseau Belgacom.

Le VDSL représente la technologie la plus avancée sur le réseau de
Belgacom.

Belgacom propose, à ce jour, des produits à 9 megabytes par
seconde en "downstream". Comme indiqué dans la réponse à la
question 2, cette technologie sera disponible pour 46% de la
population belge d'ici fin 2006.
10.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Belgacom deelde mij
mee dat de ADSL-snelheid tegen
eind april 2005 geleidelijk van 3,3
naar 4,6 mgb/seconde zal worden
opgetrokken op het hele
Belgacomnetwerk.

Daarnaast zal de VDSL-
technologie stapsgewijs aan 46
procent van de klanten worden
aangeboden tegen eind 2006.

De overdrachtsnelheid van de
gegevens hangt niet alleen af van
het Belgacom-netwerk maar ook
van factoren als het vermogen van
de PC en de servers en de
belasting van de internationale
connectiviteit.
10.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, je n'ai rien à
ajouter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Guido De Padt aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de spooroverweg nr. 123/47 op de lijn Geraardsbergen/Edingen" (nr. 5687)
11 Question de M. Guido De Padt au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le passage à niveau n° 123/47 de la ligne Grammont/Enghien" (n° 5687)
11.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit is een strikt lokale vraag die een beetje gegroeid is na het
ongeval van enkele weken geleden. U heeft daarover terecht uw
bezorgdheid geuit. Ook bij een aantal wakkere burgers heeft dit een
aantal vragen losgeweekt. Die burgers wijzen ons dan op een aantal
problemen die we hier kunnen aankaarten.

De discussie omtrent de veiligheid aan de spooroverwegen is
brandend actueel. Veel mensen die langs een spooroverweg wonen
zien het moment gekomen om een schrijnend of potentieel gevaarlijke
11.01 Guido De Padt (VLD): La
sécurité aux abords des passages
à niveau est un problème
d'actualité. Les riverains du
passage à niveau 123/47 situé sur
la ligne qui relie Grammont à
Enghien s'inquiètent pour la
sécurité des jeunes écoliers qui
doivent quotidiennement traverser
les voies. Le passage à niveau
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
situatie aan een spooroverweg aan te klagen. Ook de omwonenden
van spooroverweg 123/47 op de lijn Geraardsbergen/Edingen maken
zich zorgen omtrent de veiligheid.

De spooroverweg waaraan zij wonen is enkel voorzien van rode
knipperlichten, een spooroverweg van derde of zelfs lagere categorie.
De straat wordt dagelijks gebruikt door jonge schoolkinderen die nog
niet altijd gevaarlijke situaties correct kunnen inschatten. Een
concrete vraag tot plaatsing van slagbomen hebben de bewoners een
tijdje geleden al overgemaakt aan de directie van de NMBS, zonder
resultaat evenwel. In een recent schrijven werd ook u, mijnheer de
minister, op de hoogte gebracht van deze situatie.

Ik heb dan ook een aantal vragen aan u. Heeft de NMBS reeds een
onderzoek uitgevoerd naar de mogelijk gevaarlijke situatie aan deze
spooroverweg? Zo ja, wat was daarvan het resultaat en welke
gevolgen zal de NMBS daaraan koppelen? Zo neen, zal de NMBS dit
in de nabije toekomst doen?

Wat zijn de mogelijkheden van mensen, die gevaarlijke situaties in
verband met het spoor willen aankaarten? Bij wie kunnen zij terecht?
Hoe en door wie worden deze klachten behandeld?
n'est pourvu que de clignotants
rouges. Les habitants ont
demandé à la direction de la
SNCB, sans résultat à ce jour, de
placer des barrières. Le ministre a
également été averti de la
situation.

La sécurité de ce passage à
niveau a-t-elle fait l'objet d'une
étude? Quel en est le résultat et
quelles mesures la SNCB
envisage-t-elle de prendre?
Auprès de quelles instances les
citoyens peuvent-ils signaler une
situation dangereuse en matière
de trafic ferroviaire?
11.02 Minister Johan Vande Lanotte: Ik denk dat er op de lijn
waarover u het heeft een gevaarlijke situatie bestaat maar er zijn
gelukkig nog geen ongelukken gebeurd. De keuze waarvoor we
staan, heeft eigenlijk te maken met het type overweg, namelijk een
overweg die minder dan vijf meter breed is. In zo'n situatie is er een
vrij groot probleem omdat de keuze nu valt op een sein met lichten en
geluid. Een overweg van minder dan vijf meter mag in principe niet
worden uitgerust met halve slagbomen. De reden hiervoor is dat als
men daar slagbomen plaatst, iemand die al oversteekt als de
slagbomen sluiten, niet meer terug kan.

Of dat allemaal heel realistisch is, weet ik ook niet, maar het verbod
bestaat omdat er vroeger ooit eens problemen geweest zijn, denk ik.
Een halve slagboom, vijf meter, geeft dus geen ruimte om terug te
keren mocht men ergens vastzitten. Dus mag het niet. Dat is de
reglementering.

Dat betekent dat men eigenlijk moet proberen een andere oplossing
te vinden. Infrabel probeert een aantal overwegen af te schaffen ofwel
met slagbomen uit te rusten, maar dan moeten er aanpassingen
gebeuren.. Er zal zoveel mogelijk voor het eerste worden gekozen, te
weten overwegen afschaffen, omdat het ander alternatief veel
moeilijker is. Als dat niet mogelijk is, moet men met opteren voor de
tweede categorie en met halve slagbomen werken.

Infrabel is op dit moment niet van plan om de overweg nr. 47 af te
schaffen. Dat zou betekenen dat moet gekeken worden naar plaatsen
voor een halve slagboom. In dat geval moet de weg evenwel verbreed
worden met minimum vijf meter over een lengte van vijfentwintig
meter. Dat is niet immens, maar het zou moeten gebeuren.

Vragen daarover kunnen gericht worden aan de Federale
Overheidsdienst Mobiliteit of aan de NMBS-Holding. Ik geef u daarvan
de adressen, zoals u gevraagd hebt.
11.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: La circulation au passage
à niveau 123/47 comporte
effectivement des risques. La
largeur de ce passage étant
inférieure à 5 mètres, il ne peut
toutefois être équipé de semi-
barrières. Cette mesure vise à
permettre à une personne qui
traverserait les voies au moment
de la fermeture des barrières de
se mettre en sécurité, ce qui serait
impossible si le passage à niveau
était équipé de telles barrières.

Infrabel veut supprimer certains
passages à niveau dangereux ou
les doter de barrières si les
conditions sont remplies. Nous
optons autant que possible pour la
suppression des passages à
niveau. Le passage à niveau
123/47 ne sera pas supprimé de
sorte que la largeur de la
chaussée devra être portée à 5
mètres et que sa longueur devra
atteindre 25 mètres avant que des
barrières puissent y être posées.

Les questions peuvent être
adressées au service Mobilité de
la SNCB.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Het komt dus op het volgende neer: een verbreding met vijf meter
over een afstand van minstens vijfentwintig meter.
11.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik wil het kort nog
even hebben over mijn tweede vraag. Ik wilde dat dossier aangrijpen
om te vragen om na te gaan of er een soort algemeen meldpunt of
0800-nummer voor mogelijk gevaarlijke situaties opgericht kan
worden. De NMBS kan daar de informatie verzamelen van wat de
burgers aankaarten.
11.03 Guido De Padt (VLD): Ne
serait-il pas utile de créer un point
de contact général permettant
d'attirer l'attention de la SNCB sur
toute situation potentiellement
dangereuse?
11.04 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer De Padt, misschien
zeg ik het wat pretentieus, maar ik denk dat ze dat heel goed weten.
Ik weet dat toevallig omdat wij daarmee ook geconfronteerd geweest
zijn, bijvoorbeeld in Oostende. De mensen van de NMBS komen
voortdurend reclameren bij de betrokken besturen om iets te
ondernemen tegen gevaarlijke overwegen. Er kunnen echter niet altijd
oplossingen worden aangereikt. Er kunnen beperkingen zijn door
gemeentebesturen, gewestwegen en andere. Ik meen wel te mogen
zeggen dat de NMBS vrij goed weet waar de problemen zich
voordoen.
11.04 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je suis convaincu que la
SNCB sait à quels endroits
exactement se posent des
problèmes de passages à niveau
dangereux.
11.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de doorschakeling van een BIN-bericht naar een gsm-nummer via het
voicemail-systeem van Belgacom" (nr. 5692)
12 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le transfert d'un message BIN vers un numéro de gsm par le système de
messagerie vocale de Belgacom" (n° 5692)
12.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, BIN's, buurtinformatienetwerken worden meer
en meer opgericht. Er bestaan reeds ongeveer 250 BIN's. Dit is een
materie die veeleer de minister van Binnenlandse Zaken aanbelangt.
Vermits mijn vraag over het specifieke probleem van het
doorschakelen via het voicemail-systeem van Belgacom handelt, richt
ik mij tot u, mijnheer de minister.

Blijkbaar spreken de politiediensten vanuit de central dispatching of
de mobiele eenheid een bericht in op een bepaald nummer. Dit
bericht wordt doorgeschakeld naar het GSM-nummer van de BIN-
coördinator die op dat ogenblik dienst heeft. Deze laatste kan het
bericht doorsturen naar de lijsten van de aangesloten burgers van het
buurtinformatienetwerk. Er werd ons gesignaleerd dat er acht tot tien
minuten verstrijken alvorens het bericht verschijnt op de gsm van de
coördinator. Rekeninghoudend met de tijd die nodig is om het bericht
door te sturen naar alle aangesloten burgers ­ dat kan snel oplopen
tot 150 à 200 ­ betekent dit dat het een kwartier duurt alvorens de
laatste burger het bericht ontvangt. In situaties waarvoor het BIN
wordt opgericht, is een kwartier veel te lang. Dat lijkt me duidelijk.

De coördinator zou het bericht onmiddellijk op zijn gsm moeten
kunnen ontvangen. Via een gsm is de snelheid korter zodat de acht à
tien minuten tussentijd wegvallen. Volgens Belgacom is het evenwel
12.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): De plus en plus de
réseaux d'information de quartier
voient le jour. Un problème se
pose sur le plan du transfert des
messages envoyés par les
services de police. Il s'écoule en
effet de 8 à 10 minutes avant que
le coordinateur ne reçoive le
message, après quoi il reste
encore à avertir tous les citoyens
raccordés. Or, dans les situations
d'urgence, un quart d'heure de
retard est excessif. Le
coordinateur devrait être informé
plus rapidement de l'envoi de
messages mais Belgacom prétend
qu'il est difficile de modifier le
système de transfert.

Belgacom pourrait-elle prendre ce
problème à bras le corps? Quand
devrait-elle obtenir des résultats?
Combien de réseaux d'information
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
moeilijk het doorschakelsysteem te wijzigen.

Mijnheer de minister, kan dit probleem worden aangepakt? Is
Belgacom daarmee bezig? Wanneer kunnen we terzake resultaten
verwachten?

Ten tweede, een meer informatieve vraag. Hoeveel BIN's maken
gebruik van het voicemailsysteem van Belgacom? Als ik goed ben
ingelicht bestaat er nog een ander systeem. Ontvangt Belgacom
regelmatig klachten terzake of is het veeleer een lokaal probleem?
de quartier utilisent le système
"voice mail" de Belgacom?
Belgacom reçoit-elle souvent des
réclamations à ce sujet?
12.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
collega's, ik heb een heel lange uitleg gekregen die alles bevestigt wat
gezegd is geweest.

Het duurt inderdaad tien minuten. Volgens Belgacom waren de BIN's
van die lange duurtijd op de hoogte omdat dit de standaard
voicemaildienst is. De BIN's gingen daarmee akkoord en hebben nog
nooit klacht ingediend. Belgacom laat weten nog geen klacht te
hebben ontvangen.

Deze problematiek geeft me een dubbel gevoel. Men heeft geen
exact zicht op het aantal BIN's omdat de buurtinformatienetwerken
niet als dusdanig maar als individuele personen zijn aangesloten.

Ik weet niet wat ik van de problematiek moet denken. Waren de BIN's
effectief op voorhand van de lange tussentijd op de hoogte en gingen
ze ermee akkoord of hebben ze geen keuze? In een eerste analyse
vind ik tien minuten lang. Vreemd is dat geen enkele BIN hierop
reageert.

Om te vermijden dat we over een particuliere klacht spreken, zou het,
mijns inziens, aan te bevelen zijn dat de overkoepelende organisatie
mij terzake een standpunt bezorgt.

Dat lijkt mij het beste, om te vermijden dat het er één afzonderlijk is.
De overkoepelende organisatie heeft verantwoordelijke personen die
kunnen suggereren wat er zou moeten gebeuren. Ik ga ermee
akkoord om hen te ontvangen. Ik ken hen van bij het begin, toen ze
gestart zijn. Het eerste BIN is in Poperinge gestart, in mijn
geboortestreek. Een van die personen ken ik al lang. Ik wil gerust met
hem eens praten, maar ik zou dat liever doen met de
koepelorganisatie die zij hebben. Ik zal ze dan ontvangen en met hen
naar Belgacom gaan of Belgacom bij ons ontvangen om te zien wat er
moet gebeuren. Nu is het hier een beetje een welles-nietes-spelletje.
Ik stel voor het op die manier te doen.
12.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Nous accusons
effectivement un retard de dix
minutes mais Belgacom prétend
que les réseaux d'information de
quartier en sont informés. Elle n'a
encore reçu aucune réclamation à
ce propos.

Un retard de 10 minutes me paraît
vraiment très important, mais
apparemment personne ne s'en
plaint. J'invite l'organisation
coupole des réseaux d'information
de quartier à me faire connaître
son point de vue, après quoi je
pourrai débattre de cette question
avec Belgacom.
12.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Dank u wel, mijnheer de minister.
Het verheugt mij dat u die tien minuten ook als een probleem ervaart.

Het antwoord van Belgacom bevat geen enkele suggestie en er wordt
evenmin melding in gemaakt van mogelijke alternatieven om dit te
versnellen. Het lijkt mij dus aangewezen de vzw BIN aan te moedigen
om een initiatief te nemen en om contact op te nemen. Is het mogelijk
om een kopie te krijgen van het dubbelzinnige antwoord?
12.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je me réjouis d'entendre
que le ministre considère lui aussi
qu'il se pose un problème.
Belgacom offre-t-elle des solutions
de rechange? L'ASBL BIN
("Buurtinformatienetwerken") ferait
bien de contacter le ministre dans
les meilleurs délais.
12.04 Minister Johan Vande Lanotte: Ze zeggen dat ze er geen
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
probleem mee hebben en dat het goed genoeg is. Ik heb daar een
dubbel gevoel bij maar het is niet dubbelzinnig.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Questions jointes de
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "le
réaménagement des gares dont les guichets sont condamnés à la fermeture" (n° 5503)
- M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
fermeture de guichets de gares SNCB" (n° 5649)
13 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de herinrichting van de stations na de sluiting van de loketten" (nr. 5503)
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de sluiting van loketten in een aantal NMBS-stations" (nr. 5649)
13.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question vise de nouveau un avis émis par le Comité
consultatif des usagers. Dans son avis 2005/05, et plus
particulièrement en son point 3.2, il propose une série de mesures qui
visent à conserver un minimum de convivialité et de sécurité aux
points d'arrêt dépourvus dorénavant de guichet. Cet aménagement
vaut évidemment pour les 23 gares wallonnes n'entrant pas dans un
projet de réhabilitation qui doit être rendu par les communes
concernées.

Pour rappel, les recommandations du Comité concernent un local
d'attente ouvert, éclairé, équipé de sièges et chauffé, un distributeur
automatique de billets, une signalétique adaptée aux nouvelles
circonstances (c'est-à-dire la fermeture des guichets, les accès aux
quais ainsi qu'à la direction principale des trains), une information au
niveau des horaires ainsi qu'un nombre suffisant d'abris sur les quais,
protégés et pourvus de sièges.

L'image de la SNCB en dépend d'autant que l'on sait que dès que des
mesures sont prises pour améliorer l'accueil, l'affluence augmente
presque immédiatement. La conjonction du confort et de la sécurité
est déterminante pour rendre l'attractivité des lignes et des gares
concernées et amener le citoyen à devenir ou redevenir un utilisateur
habituel du train.

Ma question vise à savoir quelles mesures sont envisagées dans les
gares où l'on ferme les guichets.

Par ailleurs, vous me permettrez d'ajouter une petite question
suggérée par la lecture des déclarations faites, fin de semaine
passée, par M. Descheemaecker. Il y a quelques semaines, nous
évoquions ensemble la liste définitive des fermetures de guichets. A
l'époque, vous vous étiez engagé à nous fournir les critères utilisés
par la SNCB pour fermer ces guichets, d'autant que vous nous
annonciez, ce jour-là, que 5 guichets avaient été sauvés par je ne sais
quelle intervention du Saint Esprit. Cinq guichets ont donc été sauvés:
3 en Flandre et 2 en Wallonie.

Vous nous aviez dit ignorer les critères utilisés par la SNCB pour
déterminer que ces 5 gares seraient conservées. Je profite que ce
sujet ait été remis à l'ordre du jour par M. Descheemaecker ce
13.01 Olivier Chastel (MR):
Onder punt 3.2 van zijn advies nr.
2005/05 stelt het Raadgevend
Comité van de gebruikers
maatregelen voor om voor een
minimale klantvriendelijkheid en
veiligheid te zorgen op
stopplaatsen zonder loket. Dat
geldt voor de 23 Waalse stations
die niet in aanmerking komen voor
een door de betrokken gemeenten
op te zetten renovatieproject.

De aanbevelingen gaan over een
open, goed verlichte en
verwarmde wachtruimte met
zitplaatsen, een kaartjesautomaat,
een aangepaste signalisatie,
informatie over de dienstregeling
en beschermde wachthokjes met
zitplaatsen op de perrons.

Comfort en veiligheid zijn van
doorslaggevend belang om
spoorlijnen en stations
aantrekkelijk te maken voor de
reiziger en om de burger te trein te
doen (her)ontdekken als
vervoermiddel.

Welke maatregelen zal men dus
nemen in stations waar de loketten
gesloten worden?

Enkele weken geleden, toen we
het hadden over loketten die
gesloten zouden worden, verbond
u zich ertoe de NMBS criteria aan
te reiken op dat gebied. Bovendien
wist u te melden dat vijf loketten
aan een dreigende sluiting
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
vendredi alors qu'il annonçait que l'on n'en fermerait pas d'autres.
ontsnapt waren. Wat zijn die
criteria?
13.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Comme je l'avais dit!
13.03 Olivier Chastel (MR): Cela m'a rappelé que l'on attendait
toujours de votre part les fameux critères utilisés pour cette sélection!
13.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Je les ai!
13.05 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, ma
question jointe ne porte pas tout à fait sur le même objet que celle
posée par M. Chastel mais plutôt sur la deuxième partie de sa
déclaration, qui lui a été rappelée par M. Descheemaecker. De plus,
ma question avait été posée le 21 février dernier, bien avant ces
déclarations, ce à la suite des propos que vous aviez tenus en
commission de l'Infrastructure le 31 janvier, lorsque je vous avais
interpellé sur le dossier de la fermeture des points de vente de billets
de cette quarantaine de gares.

Dans le cadre de votre réponse, vous aviez mis en exergue l'attitude
changeante de la SNCB. Néanmoins, vous aviez précisé que 31
guichets étaient condamnés et qu'il n'y en aurait pas davantage. J'en
avais pris note. A ce moment, un seul problème se posait: vous ne
pouviez me faire part des critères objectifs, sur la base desquels cinq
gares avaient été maintenues, à savoir Zaventem-Dorp, Herne,
Wevelgem, Aiwaylle et Flémalle-Haute.

Afin d'obtenir un total éclaircissement sur cette saga des fermetures
des guichets de gare, voudriez-vous me communiquer les critères
objectifs sur lesquels la SNCB s'est basée pour programmer ces
fermetures et si les cinq gares sauvées l'ont été sur la base de ces
objectifs? Y en a-t-il éventuellement d'autres? Je serai attentif à la
réponse que vous voudrez bien me donner.
13.05 Eric Massin (PS): Ik stel
mijn vraag naar aanleiding van uw
verklaring in de commissie
Infrastructuur van 31 januari over
het dossier van de sluiting van de
verkooppunten voor tickets in een
veertigtal stations.

In dat antwoord benadrukte u de
wisselende houding van de NMBS
en verklaarde u dat 31 loketten
zouden worden gesloten. Op dat
ogenblik rees het probleem van de
objectieve criteria op grond
waarvan vijf stations werden
behouden: Zaventem-Dorp,
Herne, Wevelgem, Aywaille en
Flémalle-Haute.

Kan u mij, om die saga eens en
voor altijd op te helderen, die
sluitingscriteria meedelen en
zeggen of de beslissing over het
behoud van die stations al dan niet
op grond van die criteria werd
genomen?
13.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, en ce
qui concerne le réaménagement des gares dont les guichets sont
fermés, je vous signale que les futures modalités contractuelles
d'occupation des gares sont très demandées par plusieurs
communes. Le projet de M. Courard rencontre donc un certain
succès. Nous pourrons en tirer quelque chose de positif.

Je pense que, même si on a décidé de ne plus fermer ces gares, les
communes qui auront encore un guichet dans le futur seront jalouses
de ce qui a été réalisé. Mais nous verrons bien. Car je ne suis pas
tout à fait convaincu que garder ce que l'on détient est le meilleur
choix pour l'avenir. Nous en discuterons plus tard.

Nous examinerons aussi dans quelques mois ce qui se sera passé
quand les endroits fermés auront été aménagés et nous vérifierons si
les gens seront plus ou moins heureux des nouveaux services. En
effet, nous avons tendance à croire que ce que nous considérons
comme le schéma optimal pour le client est la meilleure option, sauf
que ce dernier a une autre vision de la question dans beaucoup de
cas. Mais il est trop tôt pour en parler.
13.06 Minister Johan Vande
Lanotte: Wat de herinrichting
betreft van de stations waarvan de
loketten gesloten worden, willen
vele gemeenten maar wat graag
gebruik maken van de nieuwe
bestemmingsmogelijkheden van
het gebouw. Ik denk zelfs dat
gemeenten waar het station wél
nog een loketservice zal
aanbieden, een en ander met lede
ogen zullen aanzien, want ik ben
er niet zo zeker van dat het
krampachtig vasthouden van wat
men heeft wel de beste keuze is
voor wie toekomstgericht denkt.

We zullen over enkele maanden
nagaan of de mensen blij zijn met
de nieuwe dienstverlening. Wat wij
als een optimale service voor de
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Que devons-nous inclure dans les contrats?

- Le maintien d'une salle d'attente, qui offrira tout le confort à réserver
aux voyageurs, à savoir: un espace ouvert, éclairé, muni de sièges, et
chauffé en hiver.

- L'installation de distributeurs n'est pas nécessairement prévue, mais
la possibilité sera offerte aux futurs locataires de vendre des titres de
transport SNCB.

- Une signalétique adaptée et des tableaux horaires standardisés
seront installés aux endroits névralgiques de la gare: accès à la gare,
couloirs sous voies, quais et salles d'attente.

- Des abris seront construits sur les quais, ainsi que des marquises
dans les zones extrêmes des quais, afin d'améliorer par mauvais
temps la répartition des voyageurs embarquant sur toute la longueur
du train. Il n'est pas prévu de poser des sièges dans les abris. En
effet, cette solution réduirait considérablement l'espace disponible et
n'est pas non plus nécessairement demandée.

J'en viens aux cinq gares.

Pour Zaventem, le critère de base du chiffre d'affaires était de
250.000 euros. Une somme inférieure n'est plus acceptée. Zaventem
Dorp rapporte 349.000 euros et se situe donc largement au-dessus
de la norme minimale. Mais Zaventem a été inscrit dans la liste parce
qu'il n'y a pas de bâtiment de gare. Jusqu'à présent, la vente a lieu
dans un container installé temporairement, mais elle est assez
importante.

La décision de maintenir ou non une fonction de guichet à Zaventem-
Dorp a été liée à la construction ou non d'un bureau de vente, et ce
compte tenu des perspectives d'avenir du RER. Aucune décision
définitive n'a été prise à cet égard, le guichet localisé dans le
container est maintenu temporairement. Le container ne sera pas
utilisé éternellement. Soit, il y a une construction et le guichet est
maintenu; soit il n'y a pas de construction et le guichet disparaît.

Pour la commune de Flémalle, le point d'arrêt Aigremont a été
supprimé et Leman n'est plus desservi le week-end. Des postes
d'agents de surveillance et de signaleurs ont été supprimés à
Flémalle-Haute. Le préposé au guichet constitue, dès lors, l'unique
effectif du groupe SNCB dans la commune. Il y a plus de 500
voyageurs par jour et le résultat des ventes est en augmentation pour
2004, avec 247.000 euros. Comme il y a eu une fermeture ailleurs, il y
a des raisons de croire que le chiffre de 250.000 euros pourrait être
atteint en 2005. C'est la raison pour laquelle le guichet est maintenu
mais le personnel qui restera devra également assurer la fonction de
surveillance. Les heures de desserte seront limitées à cinq
prestations par semaine. Cette décision me semble sensée.

En ce qui concerne Herne, les chiffres de vente de 2004 étaient plus
élevés que prévu, avec 277.000 euros. Les charges de l'organisation
de la vente peuvent baisser sensiblement en réduisant le nombre de
prestations, non seulement à la gare de Herne mais également à la
gare voisine de Galmaarden.
klant beschouwen, komt immers
niet noodzakelijk overeen met wat
de klant daar zelf over denkt.

De contracten zullen het behoud
van een wachtruimte stipuleren,
met een open en verlichte en in de
winter verwarmde ruimte met
zitplaatsen. De plaatsing van
kaartjesautomaten is niet verplicht,
maar er zal voorzien worden in de
mogelijkheid om een
vervoerbewijs te kopen. Er wordt
een aangepaste signalisatie
geïnstalleerd en er zullen
gestandaardiseerde dienst-
regelingen geraadpleegd kunnen
worden. Op de perrons komen er
wachthokjes, zij het zonder
zitplaatsen, want dat zou de
beschikbare ruimte aanzienlijk
beperken.

Wat de stations betreft, werd
uitgegaan van een minimumomzet
van 250.000 euro als
basiscriterium.

Zaventem-Dorp haalt een omzet
van 349.000 euro, maar beschikt
niet over een gebouw. Tot nu toe
werden de vervoerbewijzen
verkocht in een tijdelijke container.
De beslissing om een loketfunctie
te behouden is gekoppeld aan de
plannen voor de bouw van een
verkooppunt. Komt dat
verkooppunt er, dan blijft het loket
open, anders gaat het loket dicht.
Hierover werd nog geen definitieve
beslissing genomen.

Voor Flemalle werd een stopplaats
geschrapt en wordt een andere
tijdens het weekend niet meer
aangedaan. Ook de betrekkingen
van bewakingsagent en van
seingever verdwijnen, alleen de
loketbediende blijft. In 2004 werd
een verkoopcijfer van 247.000
euro gehaald en er is goede hoop
dat dat er in 2005 250.000 worden.
Het loket blijft dus behouden, maar
het personeel zal ook voor de
bewaking moeten instaan. Het
loket zal vijf dagen per week open
zijn.
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Le chiffre de vente pour Wevelgem en 2004 a atteint 249.257 euros,
ce qui est très proche des 250.000. Une réduction des prestations est
combinée à une collaboration avec la gare voisine d'Ingelmunster
pour ce qui concerne la vente. Là aussi, nous estimons que les
250.000 euros peuvent être atteints. Si le bourgmestre achetait des
tickets pour 743 euros, le montant des 250.000 euros serait alors
atteint!

Pour la gare d'Aywaille, il y a un problème de sécurité. A partir du
bâtiment de la gare, de la voie 1 à la voie 2, il faut emprunter une
passerelle au-dessus des voies mais celle-ci ne peut être utilisée par
les moins valides ni par les personnes à mobilité réduite. Par ailleurs,
son état actuel nécessite une importante rénovation, moyennant de
lourds investissements qui ne peuvent être envisagés pour l'instant.

Le préposé au guichet est ainsi chargé, peu avant le départ des trains
vers Liège à la voie 2, de faire traverser les voyageurs au niveau des
voies et de prendre les mesures de sécurité requises à cet effet. C'est
la raison pour laquelle il a été décidé de maintenir la fonction
"guichet". Sa suppression ne représente aucun intérêt d'un point de
vue économique étant donné que quelqu'un doit, de toute façon,
rester pour assurer la sécurité. En même temps, cette personne peut
assurer le service au guichet.

Pour être franc, j'estime que l'explication est convaincante. Je me
demande seulement pourquoi on ne me l'a pas donnée plus tôt.
In Herne werd in 2004 een
verkoopcijfer van 277.000 euro
gehaald. De kostprijs van de
verkoopactiviteit kan worden
gedrukt door het aantal prestaties
in dat station en in het naburige
station te verminderen.

In Wevelgem werd in 2004
249.257 euro gehaald. Ook daar
lijkt 250.000 euro haalbaar.

In Aywaille bestaat een
veiligheidsprobleem. Bij het
verlaten van het station, moet men
een voetgangersbrugje over de
sporen nemen, dat niet
toegankelijk is voor gehandicapten
en mensen met een beperkte
mobiliteit. De loketbediende moet
de reizigers helpen bij het
oversteken van de sporen en
zorgen dat een en ander in veilige
omstandigheden verloopt. Om die
reden werd de loketfunctie er
behouden. Die uitleg lijkt me steek
te houden. Ik vraag me zelfs af
waarom men me dat niet eerder
heeft gezegd.
13.07 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, je reviens à ma
question de départ concernant les réaménagements des gares ayant
perdu leurs guichets.

J'entends bien la réponse que la SNCB compte apporter tant en
matière de confort qu'en matière de sécurité. Néanmoins, j'estime
qu'elle ne tient compte, malheureusement, que d'une partie des
recommandations du comité consultatif des usagers, en argumentant
que ce qu'elle ne fera pas, les voyageurs n'en ont pas besoin!
Visiblement, les recommandations du comité ne sont pas
particulièrement intéressantes aux yeux de la SNCB. Je le regrette.
Toujours est-il que certains aménagements vont être exécutés. Par
conséquent, les points d'arrêt qui n'auront plus de guichet ne seront
pas totalement livrés à eux-mêmes.

Pour ce qui est de la réponse à la question de M. Massin que je
m'étais permis d'évoquer, je vais le laisser répliquer.
13.07 Olivier Chastel (MR): Ik
keer naar mijn oorspronkelijke
vraag terug. De NMBS lijkt maar
schoorvoetend rekening te houden
met de aanbevelingen van het
Raadgevend Comité van de
gebruikers. Ik onthoud dat er een
aantal aanpassingen komen en
dat de halteplaatsen dus niet
volledig aan hun lot worden
overgelaten.
13.08 Eric Massin (PS): Monsieur Chastel, je vous remercie de me
laisser répliquer sur une question que vous aviez déjà très largement
présentée.

Monsieur le vice-premier ministre, je suis content d'apprendre enfin
les raisons pour lesquelles on supprime certaines gares et on
envisage d'en maintenir d'autres.

En ce qui concerne les 250.000 euros, je suppose que le problème se
posait essentiellement en termes financiers ­ la vente des billets ­ et
13.08 Eric Massin (PS): Het
stemt me tevreden dat ik eindelijk
verneem waarom bepaalde
stations zullen behouden blijven of
zullen verdwijnen. Verder zijn er op
tal van plaatsen problemen met de
veiligheid, vooral met
ondergrondse doorgangen of
voetgangersbrugjes die niet altijd
toegankelijk zijn voor
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
non en termes d'utilisation du train au départ de la gare. C'est
malheureux mais, puisqu'on a d'ores et déjà décidé de procéder à la
suppression et qu'on ne sait pas faire machine arrière ­ sauf en
essayant d'imaginer d'autres utilisations complémentaires comme l'a
fait le ministre Courard en Wallonie ­, j'en prends acte.

Je peux concevoir que le problème ne se pose pas véritablement
dans certaines gares. Vous faites état de la gare d'Aywaille où il y a
un problème de sécurité à cause d'une passerelle. Ce n'est
malheureusement pas le seul endroit en Belgique, ni même en
Wallonie ou ce genre problème se pose. J'ai déjà eu l'occasion de
vous poser une question au sujet de la gare de Morlanwelz où il y a
aussi une passerelle. Pourtant, on n'y trouve plus aucun membre du
personnel de la SNCB. Dans d'autres endroits, ce sont des tunnels
qui passent en dessous des voies et ne sont pas non plus toujours
accessibles aux handicapés.

Je peux comprendre les justifications qui vous ont été fournies même
si elles l'ont malheureusement été a posteriori et non a priori. Si on
appliquait ce principe à toutes les gares de la SNCB, qu'elles soient
ou non encore en activité, on reverrait peut-être la politique de
maintien d'une présence dans ces gares, voire même la politique
d'affectation. Peut-être pourrait-on essayer de développer le plan mis
sur pied par vous-même et M. Courard?
gehandicapten. Achteraf wordt er
verantwoord wat er verkeerd loopt.
Indien men dit op alle
spoorwegstations zou toepassen,
zou men misschien opnieuw meer
personeel ter plaatse inzetten of
deze stations een andere
bestemming geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- M. Olivier Chastel au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
fermeture du bureau de poste de Bourlers" (n° 5713)
- M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur "la
fermeture de bureaux de poste" (n° 5732)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de sluiting van het postkantoor van Bourlers" (nr. 5713)
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de sluiting van postkantoren" (nr. 5732)
14.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, ma question vise la
situation des bureaux de poste du Sud-Hainaut, des communes de
Chimay et de Momignies.

Lorsque j'ai posé ma question, fin février, on annonçait la fermeture
du bureau de poste de Bourlers. Entre-temps, le 7 mars dernier, ce
bureau s'est définitivement fermé. La nouvelle de la fermeture avait
suscité, à l'époque, la consternation et l'inquiétude de la population.
En effet, là-bas plus qu'ailleurs, les distances entre les différentes
communes concernées sont grandes et la mobilité des habitants n'est
pas particulièrement importante. Ce bureau combinait, de par sa
conception, un ensemble de facilités tendant à pallier ce genre
d'embarras.

Aussi, je m'étonne ou plutôt je déplore, que n'ait pas été prise en
compte la pétition riche de 900 signatures qui a été remise aux
pouvoirs compétents pour maintenir ce bureau.

Fin février - début mars, la presse avait évoqué une promesse de
14.01 Olivier Chastel (MR): De
aangekondigde sluiting van het
postkantoor in Bourlers zorgt bij de
bevolking voor beroering. Ik
betreur dat geen rekening werd
gehouden met de petitie, waarop
900 handtekeningen werden
verzameld. Volgens de pers zou
de toestand nogmaals worden
bekeken. Gebeurde dat ook? Kan
u bevestigen dat drie postloketten,
waaronder die van Momignies en
Seloignes, behouden blijven?
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
réexamen, émise lors d'une réunion à Chimay où des responsables
de La Poste et des représentants des autorités communales étaient
présents. J'aurai voulu savoir s'il y avait eu des suites à cette
promesse de réexamen. De même, parallèlement à la fermeture du
bureau de Bourlers - Chimay, La Poste confirme-t-elle, comme le
soulignent certains observateurs, le maintien de trois guichets
postaux pour le Sud-Hainaut dont ceux de Momignies et de
Seloignes?
14.02 Eric Massin (PS): Monsieur le vice-premier ministre, j'aborde à
nouveau le problème général de la fermeture envisagée de certains
bureaux de poste - remplacés éventuellement par des points poste -
pour en arriver, comme M. Chastel, à la fermeture du bureau de poste
de Bourlers ­ Chimay.

Dans le cadre du plan stratégique 2005-2009 concocté par La Poste,
il semblerait qu'il y ait une volonté de faire disparaître entre 500 et 600
bureaux de poste, c'est-à-dire, presque la moitié du réseau. Ceux-ci
seraient remplacés par des points poste, intégrés dans différents lieux
privés comme des grandes surfaces, des librairies, des agences
bancaires, etc. Nous avons d'ailleurs eu l'occasion de visiter ces
points poste au niveau de la commission de l'Infrastructure.

De nombreux bureaux seraient, en effet, déficitaires et cumuleraient
un déficit d'à peu près 200 millions d'euros par an.

Plusieurs porte-parole de l'entreprise ont avancé l'ouverture de 50
points poste en 2005 et 130 en 2006. Il ne serait pas question de
descendre en dessous de 1.300 implantations accessibles au public,
un point poste remplacerait systématiquement un bureau fermé et il
n'y aurait aucun licenciement sec.

Cependant, ces annonces et ces chiffres font naître dans le chef des
utilisateurs de ce service public et dans celui des agents quantité
d'inquiétudes. D'emblée se posent des questions pratiques. Monsieur
le vice-premier ministre, quelle est la véracité de ces chiffres et
informations? Selon quel canevas La Poste effectuera-t-elle
l'évaluation des points poste ouverts en 2005-2006?

J'en viens maintenant au problème particulier de la fermeture de
bureaux non rentables, lesquels sont malheureusement situés très
souvent en zone rurale ou semi-rurale. Ces fermetures ne vont-elles
pas mettre en difficulté bon nombre de clients? Je prends comme
exemple la fermeture du bureau de poste de Bourlers qui a été
prévue pour le courant du mois de mars. Comme M. Chastel vient de
vous le dire, il a fermé le 7 mars. Cela va obliger les clients de La
Poste, les usagers de La Poste à se déplacer à plus de trois
kilomètres pour effectuer leurs opérations. Mais ce qui m'inquiète
autrement, c'est que ces zones rurales et semi-rurales ne disposent
pas de beaucoup d'alternatives d'implantation de points poste vu le
nombre limité de services et de magasins. Dès lors, on peut se
demander si l'impact de ces fermetures a été analysé en fonction de
l'environnement direct. Je vous remercie de votre attention et de vos
réponses.
14.02 Eric Massin (PS): Naar
aanleiding van de herstructurering
van het kantorennet, wordt de helft
van de kantoren door PostPunten
vervangen. In 2005 zouden vijftig
dergelijke punten worden
geopend, in 2006 130. Er zouden
nooit minder dan 1.300
vestigingen zijn. Kloppen die
cijfers? Aan welke blauwdruk zal
De Post het resultaat van de
PostPunten toetsen? Zal de
sluiting van niet rendabele
kantoren in landelijk en
halflandelijk gebied er niet toe
leiden dat heel wat klanten in de
kou komen te staan? Gezien het
geringe aantal diensten en
warenhuizen in die zones, zijn de
mogelijkheden om er PostPunten
in te richten beperkt. Werd
rekening gehouden met de
rechtstreekse gevolgen voor de
onmiddellijke omgeving toen die
beslissing werd genomen?
14.03 Johan Vande Lanotte, ministre: Je vais d'abord répondre de
manière générale et revenir par la suite sur votre question particulière.
La question revient à chaque fois mais je vais encore y répondre, ce
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
n'est pas un problème.
14.04 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, je veux bien poser
une question qui n'est pas encore prise en considération avant toutes
ces questions...
14.05 Johan Vande Lanotte, ministre: Ce n'est pas grave, je vais
répondre un peu plus longuement. D'abord, vos questions constituent
l'argument final en faveur d'un changement.
14.05 Minister Johan Vande
Lanotte: Uw vragen zijn eigenlijk
een pleidooi om eindelijk iets te
veranderen.
14.06 François Bellot (MR): Vous allez bientôt dire que c'est de
notre faute!
14.07 Johan Vande Lanotte, ministre: Je ne dis pas que c'est de
votre faute.
14.08 François Bellot (MR): J'ai lu le "Trends-Tendances" du week-
end, je l'ai comprise, la réponse.
14.09 Johan Vande Lanotte, ministre: Je ne sais pas ce que j'y ai
dit. Depuis que je suis le ministre en charge de La Poste, environ un
an et demi, on m'a demandé à de multiples reprises pourquoi La
Poste a fermé tel ou tel bureau.

Contrairement à ce que vous dites, ce n'est pas seulement en milieu
rural ou semi-rural. J'ai connu cette situation en milieu rural où habite
ma mère, j'ai dû lui dire que c'était désormais ainsi. J'ai connu
exactement la même chose à Ostende, à 1 km de ma maison, et à
Bredene, à 5 km de chez moi.

Jusqu'à présent, je ne suis jamais intervenu auprès de La Poste pour
m'opposer à une décision de fermeture. Légalement, je ne peux
d'ailleurs pas le faire puisque le contrat de gestion inclut l'obligation
d'avoir un autre bureau de poste pas plus loin que 5 km, ce qu'ils
respectent. Néanmoins, le fait d'avoir reçu tant de demandes à ce
sujet m'a poussé à dire à La Poste que je ne pouvais plus tolérer la
situation actuelle, consistant à disposer d'un réseau soi-disant très
important et performant, tout en fermant discrètement, chaque année,
entre 30 et 50 bureaux de poste.

Il y a dix ans, il y avait 1.900 bureaux de poste pour 1.320 maintenant.
Ainsi, près de 600 bureaux ont disparu sans en entendre parler.
Pourquoi? Le raisonnement est simple: le réseau subit des pertes très
importantes; il faut donc le réduire. Mais le réseau devenant moins
attractif, les pertes s'amplifient et il faut encore fermer. C'est un cercle
vicieux.

Pour ces raisons, j'ai discuté avec La Poste. Il est difficile de prendre
position sur ce problème: de nombreuses questions découlent de
cette situation où le gouvernement essaie ­ c'est son rôle - d'éviter un
maximum de fermetures tout en acceptant que, chaque année, 20 ou
30 bureaux disparaissent. Ensuite, il faut expliquer à la population que
c'est dommage mais qu'on a quand même réussi à en garder le plus
possible. Cette attitude est autodestructrice, je n'en voulais plus.

Une vision nouvelle est indispensable. J'ai donc dit à La Poste que
j'étais prêt à discuter avec tout le monde à ce sujet, mais à une
14.09 Minister Johan Vande
Lanotte: Niet alleen landelijke of
semi-rurale gebieden worden
getroffen. De logica van de jaren
'90 bestond erin om onrendabele
kantoren te sluiten, waardoor het
netwerk minder aantrekkelijk werd
zodat weer andere kantoren
moesten worden gesloten. Zo
verdwenen 600 vestigingen. Die
houding was zelfvernietigend.

Voorts heeft De Post destijds
beslist dat de verkooppunten
moesten gevestigd worden op
plaatsen die logistiek gemakkelijk
bereikbaar waren. De winkelcentra
waren daartoe minder geschikt, en
bijgevolg zijn er nu onvoldoende
klanten omdat men zich niet in hun
buurt heeft gevestigd. Daarom heb
ik een beleid op gang gebracht dat
het behoud van een gelijk aantal
verkooppunten, namelijk ongeveer
1.300, beoogt, maar dat ook naar
meer flexibiliteit streeft, onder
meer door het aanbieden van
bepaalde diensten in andere
zaken.

Het totaal aantal openingsuren zal
hoger zijn zodat een goede
dienstverlening kan worden
gehandhaafd.

Voor de toekomst is dit de enige
oplossing met drie opties: de
winkels worden ofwel volledig door
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
condition: le maintien des 1.310 ou 1.320 bureaux actuels. Ainsi, dans
l'avenir, quand on fera la comparaison entre les années 90 et les
années 2000, on remarquera une diminution dans la décennie 90 et
un statu quo dans la décennie suivante.

A condition que nous conservions les 1.300 magasins, je suis prêt à
accepter une plus grande flexibilité dans les solutions. A cette
condition-là, vous pouvez nous demander que la nouvelle
organisation soit plus rentable et plus intéressante. Cela peut même
constituer un argument pour le maintien des 1.300 magasins de La
Poste; j'emploie le mot "magasin" car, selon moi, un endroit où l'on
vend des produits est un magasin. C'est la mentalité qui prévaut à La
Poste qui fait que l'on a appelé le point de vente un "bureau". C'est un
détail mais, pour moi, il est essentiel que l'on appelle un endroit où il y
a des clients un "magasin". J'ajoute que La Poste est la seule à
considérer que le client doit se déplacer pour acheter un article; c'est
la raison pour laquelle elle n'est pas présente dans les rues
commerciales. Et on s'étonnera que le client ne vient pas! Regardez
ce qui se passe pour certains bureaux! Etant donné que l'on a lié les
aspects logistique et vente, les bureaux de poste ont été installés en
dehors du centre ville pour permettre aux camions de passer avec,
comme résultat, l'obligation pour le client de se déplacer. Obliger le
client à se déplacer n'est pas rentable; en fait, il faut s'installer là où
se trouve le client.

Des tests sont actuellement en cours avec, comme principe, le
maintien garanti de 1.300 magasins. Si l'on totalise le nombre
d'heures d'ouverture de ces 1.300 magasins, on arrive à une
augmentation globale, ce qui permettra de maintenir un service de
qualité.

La fermeture du bureau de Bourlers est une des dernières fermetures
sous l'ancien régime. C'est ainsi! Prenons l'exemple de Bredene.
C'est un quartier de 5.000 habitants qui n'est pas situé en zone rurale.
J'ai préconisé au bourgmestre de cette commune, qui est socialiste,
de ne pas s'opposer à la fermeture du bureau en l'informant qu'il y
aurait un magasin. Il m'a demandé pourquoi l'installation de ce
magasin n'était pas immédiate. Je lui ai répondu que l'on était encore
en phase de test.

Nous nous sommes rendus à Duffel, un quartier de 4.000 habitants
où le bureau de poste devait disparaître au profit de la supérette. Les
personnes âgées sont enchantées de pouvoir compter dans leur
quartier un magasin qui leur est destiné. C'est leur magasin. On a
supprimé le bureau. La supérette est venue en lieu et place de La
Poste. Un noyau social est en train de s'y développer. Ils ont
notamment instauré un système pour y déposer l'argent de leurs
allocations sociales. Leur vie s'en voit ainsi grandement facilitée.

Pour moi, c'est la seule option possible pour le futur service à rendre,
avec trois possibilités. Les magasins seront soit complètement gérés
par La Poste, soit gérés en partenariat avec le secteur privé, soit
gérés avec un partenariat public. Ce concept doit être développé. Je
demande notamment aux syndicats d'être ouverts à cette possibilité.
Contrairement à ce qu'on dit, si la situation n'est pas facile pour les
agents, il en va autrement pour les clients. Après les premiers tests,
leurs réactions ont été telles que leur perception de La Poste dans
son ensemble s'est avérée plus positive. La Poste donne ainsi l'image
De Post beheerd, ofwel in het
kader van een partnerschap met
de privé-sector of met de
openbare sector.

Ik vraag dat de vakbonden zich
hierbij neerleggen. Na de test
staan de klanten er in ieder geval
positiever tegenover. Het
personeel heeft de waarborg dat
niemand ontslagen wordt.
Gedurende enkele jaren zal er een
overschot aan ambtenaren bij De
Post zijn. Ze zullen opnieuw
toegewezen moeten worden. Als
alle kantoren gehandhaafd blijven,
bedraagt het tekort 200 miljoen en
zullen besparingen moeten
gebeuren bij de postbodes, wat mij
onmogelijk lijkt.

Het kantoor van Chimay is op 3,5
km van Bourlers verwijderd. Ik
beschik dus over geen enkel
wettelijk argument om op te
treden. Er zijn contacten geweest
met de gemeente en met de
vereniging Gamma die
gehandicapten steunt, omdat het
kantoor van Chimay moeilijk
toegankelijk is.

De Post zal de toestand blijven
volgen in het zuiden van
Henegouwen, namelijk in
Momignies en Seloignes. Het
verlies van 200 miljoen kan niet
zomaar terzijde worden
geschoven. Het behoud van het
aantal bestaande kantoren
veronderstelt een zekere
flexibiliteit.

Ik begin brieven te krijgen van
burgemeesters die belangstelling
tonen voor de oplossing.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
d'être accessible aux besoins des clients. Il en résulte que dans les
bureaux classiques, l'attitude est aussi meilleure parce que les gens
ont constaté l'innovation dans leur région.

Que peut-on assurer au personnel de La Poste? La garantie qu'il ne
sera procédé à aucun licenciement. Cela signifie que pendant
quelques années, le nombre d'agents sera trop élevé.

Nous devons trouver des occupations utiles pour ce personnel mais
nous ne licencierons pas. Voilà ce que nous proposons au personnel,
à condition de laisser la porte ouverte à la discussion sur les bureaux
de poste et les magasins.

Que va t-il se produire dans l'hypothèse où nous ne le faisons pas et
où nous maintenons tous les bureaux? Nous devrons alors trouver
des économies auprès des facteurs. Avec 200 millions de pertes dans
le réseau, les facteurs sont les seuls à pouvoir contribuer. A mon avis,
c'est impossible, ce n'est pas une bonne idée car le facteur est celui
qui entre chez les gens tous les jours. Rationaliser encore signifierait
que le facteur n'entrerait plus dans chaque maison. C'est le modèle
hollandais où le dépôt du courrier se fait à l'entrée des lotissements et
où le facteur n'entre plus dans les maisons, alors que je veux
justement garder notre modèle.

Je pense qu'à long terme, la meilleure solution pour l'emploi, ce sont
les magasins.

En ce qui concerne Bourlers, le bureau de Chimay est à 3,5 km de la
commune. Je n'ai donc pas d'argument légal. Comme je l'ai dit, je ne
suis jusqu'à présent jamais intervenu dans une fermeture, même pas
à Ostende, à moins d'un km de chez moi. S'il reste dans le contrat de
gestion, je dois le garder. Ils ont eu un contact avec la commune et
avec l'association Gamma qui soutient les personnes handicapées,
notamment pour l'accessibilité du bureau de Chimay. A cet endroit, il
semble qu'il y a un problème, il faut donc procéder à une vérification.
La Poste me confirme qu'elle restera attentive au maintien d'une
présence postale dans les communes du sud du Hainaut, notamment
à Momignies et à Seloignes.

Mais, je tiens à insister, la situation d'une entreprise dont le réseau
coûte 200 millions d'euros est intenable.

Ma stratégie en la matière est de rentabiliser sans diminuer le nombre
de bureaux. Si ces magasins ne font pas preuve de flexibilité en
termes de méthodologie, leur nombre sera réduit, ce à quoi je
m'oppose. Pour cela, il faut être flexible et proposer une solution
acceptable et même appréciée par les clients. Il a été décidé
d'effectuer 50 tests en 2005 et 130 en 2006. Fin 2006, nous aurons
les résultats des tests.

Je peux vous dire que j'ai déjà reçu les premières demandes de
bourgmestres qui sont très bien placés pour savoir ce que ressent la
population. Ils n'effectueraient pas une telle démarche s'ils pensaient
que cela pourrait déplaire à leurs concitoyens. C'est la première fois
que cela arrive. Par ailleurs, nous gardons les 1.300 magasins, ce qui
est essentiel.

Monsieur Bellot, je pense que ce sont bien les propos que j'ai tenus
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
dans "Trends".
14.10 François Bellot (MR): Oui.
14.11 Johan Vande Lanotte, ministre: Je fais donc preuve de
cohérence!
14.12 François Bellot (MR): Il faut savoir évoluer. C'est quelque
chose d'important.
14.12 François Bellot (MR): Het
is belangrijk dat men bereid is te
evolueren.
14.13 Olivier Chastel (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour ces propos et ces considérations générales. Si on lit le plan
stratégique 2005-2009 de La Poste, on y trouve toutes les réponses
et la transformation d'une bonne partie de nos bureaux de poste en
magasins "points poste".
14.13 Olivier Chastel (MR): Het
strategisch plan 2005/2009 bevat
al de antwoorden.
14.14 Johan Vande Lanotte, ministre: C'est un plan de référence
mais les décisions qui ont été adoptées concernent uniquement 2005
et 2006.
14.14 Minister Johan Vande
Lanotte: Het gaat om een
referentieplan dat niet
goedgekeurd is. Het plan
2005/2006 is het enige dat
goedgekeurd is.
14.15 Olivier Chastel (MR): Pour 2005 et 2006, on dit effectivement
qu'il y aura 50 points poste par an et dans le plan stratégique, on nous
en annonce 680 au terme de 2009. Sur les 1.300 que vous allez
conserver, cela représente la moitié des endroits qui seront des points
poste. Cela ne me dérange pas si ce n'est qu'à ces suppressions de
bureaux de poste ou remplacements par des points poste sont liés
480 équivalents temps-plein.
14.15 Olivier Chastel (MR): 600 à
700 kantoren zouden afgeschaft of
tot PostPunten worden hervormd.
De werkgelegenheid zal hieronder
lijden, met een verlies van 480
voltijdse equivalenten voor
dezelfde dienst.
14.16 Johan Vande Lanotte, ministre: Ce sont des magasins. Il faut
utiliser les bons termes.
14.17 Olivier Chastel (MR): Il s'agit quand même de 480 équivalents
temps-plein.
14.18 Johan Vande Lanotte, ministre: Ce n'est pas vrai.
14.19 Olivier Chastel (MR): C'est dans le plan stratégique. Je ne dis
pas qu'il y a des pertes d'emploi, je dis que le volume d'emploi de La
Poste en souffrira de 480 équivalents temps-plein.
14.20 Johan Vande Lanotte, ministre: Nous prévoyons également
d'ouvrir des bureaux la nuit dans certaines grandes villes.
14.20 Minister Johan Vande
Lanotte: We plannen eveneens
om in sommige grote steden de
kantoren 's nachts open te
houden.
14.21 Olivier Chastel (MR): La situation est comparable. Si vous
m'inventez des services nocturnes ou dominicaux...

Pour la question du Sud-Hainaut, je vous remercie de me confirmer le
maintien de points postaux, puisque c'est comme cela que vous l'avez
évoqué, notamment à Momignies et Seloignes.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
14.22 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de
votre réponse. Il est vrai que l'on peut envisager les choses de
différentes manières. Mais je ne crois pas que reconnaître la grande
importance des bureaux de poste ou dire qu'ils doivent rester
majoritaires au sein de La Poste soit particulièrement conservateur.
D'autres pistes sont peut-être à creuser. Maintenant, nous verrons ce
que donneront les points poste.

J'ai pris bonne note du maintien des plus ou moins 1.300 endroits où
l'on peut acquérir les produits vendus par La Poste. A supposer que
cette idée obtienne un certain succès, si l'on ne peut pas descendre
en deçà, on peut certainement remonter. C'est déjà un élément
positif.

D'autre part, on ne licencie pas le personnel. Mais je suppose alors
que l'on va le réaffecter, et avec le même statut.
14.22 Eric Massin (PS): Zeggen
dat de postkantoren moeten
blijven, lijkt me geen uitgesproken
conservatief standpunt. We zullen
moeten afwachten hoe de
PostPunten het doen.
14.23 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, il s'agit
de peu d'emplois. Faites quand même attention, car ils ont parlé
beaucoup trop tôt. Le système de magasin fait que, comme pour les
zones de police, il y aura dans ces zones différents types de bureaux.
Dans les plus grands, on vendra des assurances, tandis que les petits
magasins vendront d'autres produits. Cela signifie que l'affectation
devra probablement se faire dans cette zone, donc dans deux ou trois
communes. Il ne faut pas surestimer l'importance d'une réaffectation
d'une commune à l'autre. Ce n'est pas immense! Beaucoup de
bureaux qui sont fermés comptabilisent deux ou trois heures
d'ouverture.

De quoi se plaignaient la plupart des gens avant ces fermetures? La
plainte principale était que ce n'était pas suffisamment ouvert ou que
l'agent ne travaillait que deux heures. C'est aussi la raison pour
laquelle cela ne marche pas bien, car les gens ne sont pas
nécessairement libres pendant ces deux heures et, donc, vont
ailleurs. C'est un cercle vicieux. Si on peut l'éviter, cela peut nous
aider aussi.

Ce n'est pas parce que l'on supprime et remplace un bureau que l'on
perd un emploi. Ce n'est pas nécessairement le cas.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "l'inconfort des passagers dû au nombre de voitures des trains de la ligne 161-162"
(n° 5640)
15 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "het gebrek aan reizigerscomfort op lijn 161-162 als gevolg van de
samenstelling van de treinen" (nr. 5640)
15.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je ne voyage plus
en train pour le moment, mais j'ai été interpellé par des voyageurs de
la ligne 161-162, et en particulier par des étudiants qui s'interrogent
sur la composition des trains. Il apparaît que, certains jours, à
certaines heures, le nombre de voitures composant les trains ne
correspond pas à celui des voyageurs. Je pense bien évidemment au
"rush" du vendredi soir.
15.01 Joseph Arens (cdH): De
reizigers die van lijn 161-162
gebruikmaken, in het bijzonder de
studenten, hebben vragen bij de
samenstelling van de treinen. Op
sommige dagen, en vooral de
drukke vrijdagavond, zijn er veel te
weinig rijtuigen om aan alle
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
De nombreux étudiants obligés de "koter" rentrent chez eux via les
trains de cette ligne 161-162. Force est de constater la cohue qui peut
régner dans les trains du vendredi soir reliant Bruxelles à
Luxembourg. Il manque manifestement des places en deuxième
classe. Il y a tellement de monde que les couloirs sont occupés par
des voyageurs debout et d'autres qui sont assis par terre. Enfin, des
bagages sont disposés dans tous les sens. Des accompagnateurs de
train sont obligés de se montrer compréhensifs, et il faut dire qu'ils le
sont.

Des voyageurs de deuxième classe envahissent souvent les couloirs
de première classe. Les personnes préférant voyager dans celle-ci
pour un meilleur confort et, surtout, plus de tranquillité se retrouvent
également dans la cohue. Bref, tous voyagent dans l'inconfort.

Cette situation n'est pas isolée, mais constitue un fait récurrent. Il est
inacceptable de laisser ces étudiants et voyageurs face à de telles
situations d'inconfort et d'insécurité.

- Monsieur le ministre, comment expliquez-vous que, le vendredi aux
heures de pointe, lors du retour des étudiants à leur domicile, ces
trains ne comprennent que six voitures au lieu des neuf habituelles,
alors que les voyageurs sont bien plus nombreux que les autres jours
de la semaine?

- Sur quels critères s'organise la composition des trains?

- Comptez-vous mettre à disposition un nombre suffisant de voitures
sur cette ligne, vu l'évolution du nombre des voyageurs ce jour-là?
reizigers plaats te bieden.

Hoe komt het dat vrijdagavond op
het spitsuur, wanneer de
studenten naar huis terugkeren,
die treinen uit slechts zes rijtuigen
bestaan, terwijl ze er normaal
gezien negen tellen, dit terwijl er
precies dan heel wat meer
reizigers zijn dan tijdens de week?
Op grond van welke criteria
worden de treinen samengesteld?
Bent u van plan op die lijn
voldoende grote treinen in te
zetten?
15.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, en
règle générale, la composition des trains est déterminée sur la base
d'un comptage "voyageurs" effectué par les accompagnateurs de
train. L'analyse de ces données permet de modifier éventuellement la
composition de trains. Toutefois, cette modification ne peut intervenir
que si le matériel nécessaire est disponible. Il n'est pas toujours aisé
de renforcer la composition d'un train, surtout aux heures de pointe,
heures auxquelles tout le monde veut rentrer à la maison, heures
auxquelles la quasi-totalité du matériel roulant est utilisée.

En ce qui concerne plus particulièrement l'offre des trains au départ
de Bruxelles vers la province de Luxembourg, elle est
particulièrement étoffée ­ dit la SNCB ­ le vendredi soir entre 15
heures et 18 heures 30. Quatre trains P et quatre trains IC sont
répartis sur cette plage horaire. Un de ces trains P est d'ailleurs mis
exclusivement en marche le vendredi pour les étudiants. Il s'agit du
train P8606. En outre, parmi ces trains, deux trains P et trois IC sont
équipés de matériel à deux niveaux de grande capacité. Au total,
l'offre de trains entre 15 et 18 heures 30 s'élève à quelque 8.200
places assises pour la clientèle des lignes 161 et 162 et est, selon la
SNCB, en concordance avec les données issues des comptages
effectués sur ces lignes.

Des sur-occupations ponctuelles restent toujours possibles, tout
comme une réduction exceptionnelle au niveau de la composition
prévue mais, globalement, la SNCB affirme que l'offre et la demande
sont en concordance. Monsieur Arens, bien entendu, vous n'êtes pas
d'accord avec cette affirmation. Cela m'étonne car, généralement, les
15.02 Minister Johan Vande
Lanotte: In de regel worden de
treinen samengesteld op grond
van een reizigerstelling.
Wijzigingen zijn niet altijd mogelijk,
een en ander hangt ook af van het
aantal beschikbare rijtuigen.

Het treinaanbod tussen Brussel en
het zuiden van Luxemburg is
bijzonder uitgebreid op
vrijdagnamiddag tussen 15 en
18.30 uur. Op lijn 161-162 worden
8.200 zitplaatsen aangeboden, wat
spoort met de gegevens van de
telling.

Het kan altijd gebeuren dat een
trein overvol zit, maar volgens de
NMBS beantwoordt het aanbod in
globo aan de vraag, al vindt u
natuurlijk dat dat niet zo is.
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
chiffres sont bien suivis.
15.03 Joseph Arens (cdH): Je suis surpris. Ce sont les utilisateurs
qui m'interpellent à ce sujet ­ personnellement, je n'utilise plus cette
ligne pour le moment. Je leur ferai part de votre réponse et je verrai
quelle sera leur réaction.
15.03 Joseph Arens (cdH): Dat
verwondert mij. Ik zal de studenten
die mij aangesproken hebben uw
antwoord meedelen en u van hun
reactie op de hoogte brengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "le projet de fermeture d'un passage à niveau sur la ligne 162 Bruxelles-Luxembourg à
hauteur du village de Barnich (Arlon)" (n° 5669)
16 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de geplande afschaffing van een spoorwegovergang op de lijn 162 Brussel-
Luxemburg ter hoogte van Barnich (Aarlen)" (nr. 5669)
16.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les passages à niveau sont souvent des endroits à risque
sur nos voies ferrées. De ce fait, je comprends les responsables de la
SNCB de vouloir les supprimer. Néanmoins, leur suppression pose
parfois des problèmes à certains riverains de la ligne. Je pense ici aux
agriculteurs exploitant des terrains de part et d'autre d'une telle ligne.
En cas de suppression du passage à niveau à Barnich ­ situé dans la
commune d'Arlon ­, les agriculteurs seraient condamnés à faire
d'importants détours sauf si la SNCB élargit le pont sous voie
Heiderwee. Ce pont a été construit voici un siècle. Il a vu passer de
nombreux tombereaux tirés par des chevaux. Pour eux, il était en
effet assez large mais pour le matériel actuel ­ je pense aux
moissonneuses-batteuses et même aux autres herses, etc. ­, il est
nettement trop étroit.

Monsieur le ministre, qu'envisagez-vous pour résoudre ce problème?
Allez-vous demander l'élargissement du pont sous voie Heiderwee ou
comptez-vous accorder aux exploitants agricoles une dérogation pour
franchir le passage à niveau lorsque leur équipement est trop large
pour emprunter le pont sous voie?

Cette question est très locale mais très importante pour ces
agriculteurs qui doivent se rendre de part et d'autre de la voie pour
exploiter leurs terrains.
16.01 Joseph Arens (cdH): Zal
de minister vragen dat de brug
onder de sporen van Heiderwee
verbreed wordt? Gebeurt dat niet,
dan zullen de landbouwers, als de
spoorwegovergang van Barnich
geschrapt wordt, een lange
omweg moeten maken.
16.02 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur Arens, comme vous
le savez, une proposition a été faite pour supprimer le passage à
niveau à Barnich, notamment en déviant le trafic routier vers le
passage inférieur voisin. Une demande de permis d'urbanisme a été
effectivement introduite. La ville d'Arlon a marqué son accord. Le
fonctionnaire délégué n'ayant pu statuer, cette demande s'est vue
frappée d'un refus. Un recours a ensuite été introduit. La commission
d'avis sur les recours y a été favorable à la condition de porter le
gabarit utile du tunnel à 4 sur 4.

A la suite de cet avis et à l'initiative de la ville d'Arlon, Infrabel, les
agriculteurs et les représentants de la ville se sont réunis sur place, le
11 février, afin de savoir ce qui allait se passer pour les agriculteurs,
lesquels prétendent qu'un gabarit minimum de 5 sur 4,5 s'avère
nécessaire.
16.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Aangezien de ambtenaar
die daartoe opdracht heeft zich
niet heeft kunnen uitspreken over
het gunstig advies van Aarlen over
de bouwvergunning, werd een
beroep ingediend dat leidde tot
een gunstig advies op voorwaarde
dat de doorgang van de brug tot
vier meter op vier wordt verbreed.

De verbreding tot vier meter en
half op vijf die nodig bleek naar
aanleiding van het overleg tussen
de gemeente Aarlen, Infrabel en
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39

Infrabel a étudié la faisabilité de cette extension du gabarit à 5 sur 4,5.
Cette opération nécessiterait le renouvellement complet de l'ouvrage.
Or, l'état de l'ouvrage ne nécessitant pas, même à moyen terme, son
renouvellement, Infrabel postpose son projet de suppression du
passage à niveau, ce qui résout le problème.
de landbouwers zou een volledig
nieuw bouwwerk vereist hebben.
De NMBS heeft haar plan tot
afschaffing van de overweg in
Barnich opgeschort zodat het
probleem opgelost is.
16.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Voilà qui résout le problème tout en précisant que
les passages à niveau présentent des dangers en certains endroits.
Mais il est vrai que le coût de l'opération me semble important dans le
cas présent.
16.03 Joseph Arens (cdH):
Overwegen blijven gevaarlijk,
maar het is zo dat de werken in dit
geval hoge kosten zouden
meebrengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises
publiques sur "les facteurs à vélomoteur" (n° 5671)
17 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de brommende postbodes" (nr. 5671)
17.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je reviens sur cette
question des facteurs à vélomoteur qui est plus que jamais d'actualité
en raison des mauvaises conditions climatiques que nous subissons
en Belgique et en particulier dans les régions où il tombe plus de
neige. Il y a quelques semaines, je vous interrogeais sur les
problèmes rencontrés par les facteurs effectuant leur tournée en
vélomoteur. Depuis, des chiffres inquiétants ont été publiés sur les
nombreux accidents de facteurs circulant à vélomoteur et surtout sur
le coût en heures de travail de ces accidents. Alors qu'entre 2003 et
2004 la flotte de La Poste a triplé, passant de 1.650 à 5.500
vélomoteurs, le nombre d'accidents a plus que quadruplé, passant de
80 à 370. Plus inquiétant, la gravité de ces cas. En 2004, ils
représentent 11.000 jours d'incapacité de travail, soit une moyenne de
30 jours par accident.

Monsieur le ministre, même si cela ne figure pas dans ma question,
un autre problème important au niveau de l'utilisation de ces
vélomoteurs est la discrimination à l'égard du personnel féminin.
Selon mes informations, très peu de femmes réussissent le permis de
conduire ces vélomoteurs. Il est vrai qu'il faut être costaud pour
conduire ces vélomoteurs. Il y a donc aussi une discrimination à ce
niveau-là.

Monsieur le ministre, l'utilisation de ces vélomoteurs est-elle rentable
et efficace? En a-t-on réalisé une évaluation? Que comptez-vous faire
pour réduire le nombre d'accidents? Envisagez-vous d'instaurer une
prime, comme c'est le cas pour les facteurs circulant en voiture, pour
l'utilisation sans accident de ces engins ou bien envisagez-vous de les
supprimer tout simplement?
17.01 Joseph Arens (cdH): Het
aantal bromfietsen bij De Post is
verdrievoudigd, maar het aantal
ongevallen steeg van 80 tot 370,
met een gemiddelde
arbeidsongeschiktheid van 30
dagen per ongeval. Bovendien
blijkt dat het vrouwelijke personeel
gediscrimineerd wordt; vrouwen
halen minder vaak het rijbewijs.

Heeft men de rendabiliteit van het
gebruik van bromfietsen
geëvalueerd? Hoe zal u het aantal
ongevallen doen dalen? Denkt u
een premie toe te kennen voor
ongevalvrij rijden?
17.02 Johan Vande Lanotte, ministre: S'agit-il des accidents, de la
discrimination ou de la prime? J'ai l'impression que la question porte
avant tout sur la prime. Je ne vais rien dire sur le sujet, je ne me mêle
pas de la concertation. Les accidents sont un problème important.
Une évaluation est en cours. Les vélomoteurs feront l'objet d'une
analyse globale et fondamentale. Les accidents, l'organisation, les
autres aspects du problème seront vérifiés. Maintenant que les
17.02 Minister Johan Vande
Lanotte: Wat het aantal
ongevallen betreft is een globale
en grondige analyse van het
bromfietsengebruik aan de gang.
Een en ander moet leiden tot een
voor iedereen aanvaardbaar
14/03/2005
CRIV 51
COM 530
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
vélomoteurs ont été introduits partout, il faut vérifier le bon
fonctionnement du système. Cela m'étonnerait qu'il ne faille rien
changer. À l'occasion d'une modification aussi importante, on établit
des règles générales qu'on adapte par la suite en fonction des
résultats.

Je suis sensible aux accidents de travail mais mes premières
informations ne vont pas toutes dans le même sens. Il y a eu
quelques accidents mais pas forcément liés à l'utilisation des
vélomoteurs. Il faut donc procéder à une analyse plus détaillée. Il est
peut-être excessif de le dire ainsi mais j'ai l'impression qu'on utilise
les accidents pour justifier la prime. Ce n'est pas totalement anormal
et je n'ai pas dit que c'était vraiment le cas mais j'en ai l'impression. Il
faut donc réévaluer la pratique, notamment l'utilisation du casque, le
chargement, les vestes réfléchissantes, la formation pour arriver à
une situation sûre et acceptable pour tous. À ce moment-là, on
pourrait voir ce qu'il y a moyen de faire, après que La Poste m'ait
fourni une explication claire concernant les accidents. J'attends ce
rapport pour fin mai.
veiligheidspeil. De resultaten van
die studie zullen eind mei
gepubliceerd worden.

Ik heb een beetje de indruk dat
men het probleem van de
ongevallen aangrijpt om de
aanvraag van een premie te
rechtvaardigen. Dat is begrijpelijk.
17.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, vous n'avez pas répondu à ma question relative
à la discrimination hommes-femmes quant à l'utilisation de ces
vélomoteurs.
17.03 Joseph Arens (cdH): Ik heb
geen antwoord gekregen op mijn
vraag over de discriminatie van
vrouwen.
17.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Ce point ne figurait pas dans
la question et je ne souhaite pas improviser.
17.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, les patrons de La
Poste étant ici représentés, je ne doute pas qu'ils aient pris acte de
ma question et que je pourrai avoir des explications complémentaires
concernant ce problème lors de notre prochaine rencontre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "een nieuw dodelijk ongeval bij een overweg in Sint-Niklaas" (nr. 5747)
18 Question de Mme Magda De Meyer au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "un nouvel accident mortel à un passage à niveau, à Saint-Nicolas, en
Flandre orientale" (n° 5747)
18.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag dateert van enkele weken geleden.

Er deed zich toen opnieuw een dodelijk ongeval voor aan een
overweg in Sint-Niklaas. Een jongetje van twaalf werd gegrepen door
een reizigerstrein. Het gaat om een kleine overweg zonder
slagbomen, speciaal voor fietsers en voetgangers. Er is alleen een
rood licht en een belsignaal. Het is al het vierde dodelijke ongeval op
diezelfde plaats.

Het stadsbestuur drong vijf jaar geleden al aan op het plaatsen van
slagbomen. Het antwoord van de NMBS was toen dat dit niet kon
omdat het er te smal is. Er werden toen beugels geplaatst waartussen
de zwakke weggebruikers kunnen laveren. De fietsers hebben
18.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Voici quelques semaines,
un nouvel accident mortel s'est
produit à un passage à niveau de
Saint-Nicolas. Un garçon de douze
ans a été happé par un train alors
qu'il franchissait les rails à la
hauteur d'un petit passage à
niveau réservé aux piétons et aux
cyclistes. Ce passage à niveau est
équipé d'un feu rouge clignotant et
d'une sonnerie, mais
l'administration communale
demande depuis plusieurs années
CRIV 51
COM 530
14/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
ondertussen blijkbaar een alternatief paadje gemaakt langs de
spoorweg zodat ze deze ineens kunnen kruisen. De stad heeft dat
alternatief paadje intussen afgesloten met een eigen hek.

Kan de NMBS nog meer doen dan wat reeds is gedaan? Ik heb
begrepen dat de stad zelf geen vragende partij is om de overweg te
sluiten. De mensen zouden dan immers ergens anders een plaats
zoeken om over te steken. De vraag rijst opnieuw of er in plaats van
de verkeersbeugels die er nu staan geen slagbomen kunnen komen.
Kan dit worden herbekeken?
déjà que l'on y pose des barrières,
ce qui serait impossible parce que
le passage à niveau est trop étroit.
Un axe de circulation spécifique a
été aménagé pour les cyclistes
mais ceux-ci ont eu tôt fait de le
contourner. Pourrait-on y poser
des barrières?
18.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw De Meyer, naar aanleiding van het ongeval ben ik ter
plaatse gaan kijken naar wat er precies is gebeurd. De foto's die ik
had gekregen, riepen immers enkele vragen op over onder andere die
sluipweg. Het is echter niet zo zeker dat die werd gebruikt. De
verklaringen daaromtrent lopen uiteen en ik wil daarin dus niet
tussenkomen.

De NMBS wil de overweg het liefst sluiten of een ondergrondse
doorgang maken. Zij meent echter ook dat de dichtbijgelegen N70
een andere mogelijkheid kan bieden. Dit moet nog worden
onderzocht.

Ik heb persoonlijk contact genomen met de burgemeester van Sint-
Niklaas, de heer Willockx. Ik heb hem gevraagd de diensten van het
Gewest en van de NMBS bijeen te brengen om samen met de stad te
kijken welke oplossingen er mogelijk zijn. We moeten hiervoor
immers een oplossing zoeken. De betrokken ambtenaren waren daar
en zij weten dat ook.

Ik verwacht dat de heer Willockx de komende weken een overleg zal
organiseren en ons dan de beste oplossing zal voorstellen. We
moeten hieraan iets doen. Er zijn immers voor zover ik weet twee
zelfmoorden en twee ongevallen geweest op die plaats. Ik verwacht
dat op mijn vraag een overleg zal worden georganiseerd door
burgemeester Willockx en de diensten werden daarvan op de hoogte
gebracht.
18.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Je suis allé voir la
situation sur place. La SNCB
envisage de creuser un tunnel
sous les rails et elle envisage
d'autres scénarios. J'ai demandé
au bourgmestre, M. Willockx, de
rechercher une solution en
concertation avec les services de
la ville et la SNCB. Il me soumettra
le résultat de ces discussions dans
quelques semaines.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.27 heures.