CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 523
CRIV 51 COM 523
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mercredi
woensdag
9-03-2005
9-03-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Questions jointes de
1
Samengevoegde vragen van
1
- M. Guido De Padt à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "la classification
des carcasses dans les abattoirs" (n° 5683)
1
- de heer Guido De Padt aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de
karkasclassificatie in de slachthuizen" (nr. 5683)
1
- Mme Frieda Van Themsche à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le non-
respect de la loi relative à la classification des
carcasses" (n° 5932)
1
- mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "het niet
naleven van de wet in verband met de
karkasclassificatie" (nr. 5932)
1
Orateurs: Guido De Padt, Frieda Van
Themsche, Sabine Laruelle, ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture
Sprekers: Guido De Padt, Frieda Van
Themsche, Sabine Laruelle, minister van
Middenstand en Landbouw
Question de M. David Geerts au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les activités
ambulantes" (n° 5772)
3
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de ambulante
activiteiten" (nr. 5772)
3
Orateurs: David Geerts, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: David Geerts, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Question de Mme Trees Pieters à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'entrée
en vigueur de la 'loi Ikea'" (n° 5799)
4
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Middenstand en Landbouw over "de
inwerkingtreding van de 'Ikea-wet'" (nr. 5799)
4
Orateurs: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Trees Pieters, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Interpellation de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prix
relativement élevé du gaz naturel fourni aux
entreprises limbourgeoises" (n° 539)
7
Interpellatie van de heer Bert Schoofs tot de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de relatief
hoge prijzen van aardgas voor de Limburgse
bedrijven" (nr. 539)
7
Orateurs: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Bert Schoofs, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Motions
10
Moties
10
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'arriéré dans le
traitement de certains dossiers par le Conseil de
la concurrence et la situation actuelle des
autorités belges de la concurrence" (n° 5667)
11
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging bij het
afhandelen van bepaalde dossiers door de Raad
voor de Mededinging en de stand van zaken bij
de Belgische mededingingsautoriteiten" (nr. 5667)
11
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
politique scientifique sur "le traitement des
plaintes introduites auprès du Conseil de la
concurrence" (n° 5695)
11
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de behandeling van de
bij de Raad voor de Mededinging ingediende
klachten" (nr. 5695)
11
- M. David Geerts au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le fonctionnement du
Conseil de la concurrence" (n° 5777)
11
- de heer David Geerts aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de
Raad voor de Mededinging" (nr. 5777)
11
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le fonctionnement du
Conseil de la concurrence" (n° 5822)
11
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de
Raad voor de Mededinging" (nr. 5822)
11
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, 11
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van 11
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le fonctionnement du
Conseil de la concurrence" (n° 5845)
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de
Raad voor de Mededinging" (nr. 5845)
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Muriel Gerkens, David Geerts,
Simonne Creyf, Marc Verwilghen, ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Muriel Gerkens, David
Geerts, Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'état
d'avancement de la réforme du Conseil de la
concurrence" (n° 5715)
21
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de stand van zaken
omtrent de hervormingen van de Raad voor de
Mededinging" (nr. 5715)
21
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le
fonctionnement du Conseil fédéral de la Politique
scientifique" (n° 5676)
22
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de werking
van de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid"
(nr. 5676)
22
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
24
Samengevoegde vragen van
24
- M. Jef Van den Bergh au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'entrevue avec les
principaux organisateurs de concerts concernant
les prix prohibitifs des billets 'de seconde main'"
(n° 5693)
24
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het onderhoud met de
belangrijkste concertorganisatoren over de
woekerprijzen van 'tweedehands' tickets"
(nr. 5693)
24
- M. Stijn Bex au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le trafic de tickets à
l'occasion de grands événements culturels ou
sportifs" (n° 5752)
24
- de heer Stijn Bex aan de minister van Economie,
Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de handel in tickets
voor evenementen" (nr. 5752)
24
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le marché noir des
tickets de concert" (n° 5943)
24
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de verkoop van
concerttickets op de zwarte markt" (nr. 5943)
24
Orateurs: Jef Van den Bergh, Stijn Bex,
Karine Lalieux, Marc Verwilghen, ministre
de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Jef Van den Bergh, Stijn Bex,
Karine Lalieux, Marc Verwilghen, minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
29
Samengevoegde vragen van
29
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le contrôle des prix en
matière d'assurances obligatoires" (n° 5696)
29
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle van de
prijzen op het stuk van de verplichte
verzekeringen" (nr. 5696)
29
- M. Dylan Casaer au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la suppression du
contrôle des prix des assurances obligatoires"
(n° 5940)
29
- de heer Dylan Casaer aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschaffing van de
prijscontrole op de verplichte verzekeringen"
(nr. 5940)
29
Orateurs: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Sprekers: Karine Lalieux, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Dylan Casaer
Handel en Wetenschapsbeleid, Dylan Casaer
Question de M. Guy Hove au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la lutte contre
les catastrophes naturelles" (n° 5739)
32
Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de bestrijding van
natuurrampen" (nr. 5739)
32
Orateurs: Guy Hove, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Guy Hove, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Guy Hove au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le satellite
Proba 2" (n° 5740)
33
Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Proba 2-satelliet"
(nr. 5740)
33
Orateurs: Guy Hove, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Guy Hove, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de l'Emploi sur "la fiabilité des éthylotests
disponibles sur le marché belge" (n° 5745)
35
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Werk over "de betrouwbaarheid van
de op de Belgische markt verkrijgbare
alcoholtests" (nr. 5745)
35
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. David Geerts au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le marché belge
de la bière" (n° 5771)
37
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Belgische biermarkt"
(nr. 5771)
37
Orateurs: David Geerts, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: David Geerts, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Trees Pieters au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'entrée en
vigueur de la 'loi Ikea'" (n° 5797)
38
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de inwerkingtreding van
de 'Ikea-wet'" (nr. 5797)
38
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le Belgica"
(n° 5816)
42
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Belgica" (nr. 5816)
42
Orateurs: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Ingrid Meeus, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Camille Dieu au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les projets de la
Commission européenne concernant les aides
d'Etat aux services publics de petite dimension"
(n° 5830)
43
Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister
van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de plannen van de
Europese Commissie in verband met de
staatssteun aan kleine openbare dienstverleners"
(nr. 5830)
43
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Orateurs: Camille Dieu, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Camille Dieu, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
46
Samengevoegde vragen van
47
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le Conseil européen de
la Compétitivité du 7 mars" (n° 5892)
46
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese Raad
Concurrentievermogen op 7 maart" (nr. 5892)
47
- Mme Camille Dieu au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les débats autour de la
directive "Services" lors du Conseil Compétitivé
du 7 mars" (n° 5942)
46
- mevrouw Camille Dieu aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de bespreking van de
dienstenrichtlijn op de Raad
Concurrentievermogen van 7 maart" (nr. 5942)
47
Orateurs: Zoé Genot, Camille Dieu, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Zoé Genot, Camille Dieu, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Patrick De Groote au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les
modifications à l'arrêté ministériel du
9 janvier 2001 relatif à l'établissement et à la mise
en service de stations radioélectriques par des
radioamateurs" (n° 5914)
50
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
wijzigingen aan het ministerieel besluit van
9 januari 2001 betreffende het aanleggen en het
doen werken van radiostations door
radioamateurs" (nr. 5914)
50
Orateurs:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers:
Patrick De Groote, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Greet van Gool au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'assurabilité
des chaises roulantes électroniques" (n° 5860)
52
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
verzekerbaarheid van elektronische rolstoelen"
(nr. 5860)
51
Orateurs: Greet van Gool, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Greet van Gool, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MERCREDI
9
MARS
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
9
MAART
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.09 heures par M. Paul Tant, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido De Padt aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de karkasclassificatie in
de slachthuizen" (nr. 5683)
- mevrouw Frieda Van Themsche aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het niet
naleven van de wet in verband met de karkasclassificatie" (nr. 5932)
01 Questions jointes de
- M. Guido De Padt à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "la classification des
carcasses dans les abattoirs" (n° 5683)
- Mme Frieda Van Themsche à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le non-
respect de la loi relative à la classification des carcasses" (n° 5932)
01.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, sinds 1 augustus 2004 is de Interprofessionele Vereniging
voor Belgisch vlees, het IVB, gelast met de controle op de
karkasclassificatie in de runderslachthuizen. Deze slachthuizen zijn
wettelijk verplicht de classificatieresultaten ter beschikking te stellen
van de producenten-vleeshouders hetzij in directe lijn, hetzij via een
delegatieverlening aan het IVB.
Volgens de Vlaamse afdeling van het ABS, de rundvleescommissie
en de Boerenbond is een groot aantal slachthuizen er nog niet in
geslaagd om de beoogde communicatieverplichting met mededeling
van resultaten te realiseren. Bovendien stellen zij binnen de
commercialiseringscircuits voor slachtrunderen een tendens vast die
erop wijst dat slachtrunderen preferentieel aangeboden worden aan
slachthuizen die niet met deze wettelijke verplichtingen in orde zijn.
De organisaties luiden de alarmbel en vrezen dat correct
functionerende slachthuizen commercieel zullen benadeeld worden.
Ik kom tot mijn vragen.
01.01 Guido De Padt (VLD):
Depuis le 1er août 2004,
l'Association Interprofessionnelle
pour la Viande Belge (IVB) est
chargée du contrôle de la
classification des carcasses dans
les abattoirs. Ceux-ci doivent
mettre les résultats de la
classification à la disposition des
producteurs. Un grand nombre
d'abattoirs ne seraient pas encore
en mesure de satisfaire à cette
obligation. Il semblerait, par
ailleurs, que l'on préfère présenter
les bovins dans ces abattoirs-là.
Comment le respect de l'obligation
de mettre les résultats de la
classification à la disposition des
producteurs-éleveurs est-il
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Hoe wordt op dit ogenblik gecontroleerd of de wettelijke verplichting
van slachthuizen om de classificatieresultaten ter beschikking te
stellen van de producenten-veehouders, wordt uitgevoerd? Hebt u
weet van slachthuizen die deze wettelijke verplichting niet naleven?
Zo ja, over hoeveel en welke slachthuizen gaat het? Kunt u als
federaal minister maatregelen nemen tegen slachthuizen die hun
wettelijke verplichtingen niet nakomen? Zo ja, welke maatregelen en
wanneer overweegt u deze te nemen?
contrôlé? Y a-t-il des abattoirs qui
ne respectent pas cette obligation?
Dans l'affirmative, lesquels? La
ministre peut-elle prendre des
mesures dans ce cas? Le fera-t-
elle effectivement?
01.02 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij de vraag van
collega De Padt.
Ik heb u vorig jaar in november reeds enkele vragen gesteld over
deze karkasclassificatie. Het ging erover dat men in Brussel de wet
blijkbaar niet volledig naleeft. U hebt mij toen verwezen naar de
minister van Landbouw, of de minister die bevoegd is voor het beetje
landbouw dat het Brussels Gewest heeft. Ik heb dat ook gedaan via
een collega in het Brussels Gewest. Ik denk dat de minister daar niet
echt goed wist waarover het ging want zijn antwoord was tamelijk
vaag.
Ik heb in elk geval een noodkreet ontvangen vanuit het ABS dat
samenwerkt met de Boerenbond. Het gaat niet dat de Vlaamse
boeren nu 0,82 eurocent per slachtrund moeten betalen maar
daarvoor niet de gegevens krijgen waarop zij recht hebben. Het is
reeds zover gekomen dat de veehandelaars niet meer naar
slachthuizen willen gaan die zoals de wet het voorschrijft de nodige
gegevens moeten melden aan de boeren. Zij gaan daarentegen
gewoon naar het buitenland of naar het Brussels Gewest dat de twee
grootste slachthuizen van dit land telt.
Mevrouw de minister, ik dring erop aan dat u terzake zou ingrijpen. Ik
stel u de volgende vragen. Hebt u al signalen ontvangen vanuit de
Gewesten? Ik weet dat de voorzitter van een boerenorganisatie uit
Wallonië ook al een noodkreet heeft gericht aan de bevoegde minister
in Wallonië. Hebt u al stappen ondernomen om de benadeelde en in
het nauw gedreven boeren en de correct handelende slachthuizen,
die nu dreigen leeg te lopen omdat men daar geen runderen meer wil
slachten, te ondersteunen door overleg met de betrokken ministers
van de gewestregeringen? Zo ja, welke stappen hebt u ondernomen?
Hebt u reeds stappen ondernomen om deze zaak eventueel op
Europees niveau aan te pakken? Zo ja, welke stappen?
Hebt u, als federaal minister van Landbouw, al stappen ondernomen
om de regelgeving in verband met deze karkasclassificatie door
overleg met de bevoegde gewestelijke ministers in de drie Gewesten
uniform te maken? Had u reeds een onderhoud met minister Cerexhe
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om deze problemen, die
schadelijk zijn voor zowel de Vlaamse als de Waalse landbouwers,
aan te kaarten en een oplossing te zoeken?
Verder sluit ik me aan bij de vragen van collega De Padt, die ik niet
opnieuw zal stellen. Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
01.02 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): L'an dernier, j'ai
déjà posé des questions
concernant le respect à Bruxelles
de la loi relative à la classification
des carcasses. Un de mes
collègues a interrogé le ministre
bruxellois de l'Agriculture à ce
sujet mais celui-ci ne semblait pas
savoir de quoi il s'agissait.
Les agriculteurs flamands doivent
payer 0,82 euro mais ils ne
reçoivent pas les renseignements
auxquels ils ont droit. Les éleveurs
de bétail se rendent à présent à
l'étranger ou dans la Région de
Bruxelles-Capitale.
Les Régions ont-elles déjà informé
la ministre de ce problème? Celle-
ci a-t-elle déjà entamé des
démarches visant à soutenir les
agriculteurs et les abattoirs qui
travaillent dans le respect des
règles? A-t-elle déjà pris des
initiatives pour que ce problème
soit abordé au niveau européen?
Les ministres régionaux
compétents ont-ils déjà été
consultés en vue d'une
uniformisation de la
réglementation? Une solution a-t-
elle été recherchée avec le
ministre bruxellois?
01.03 Minister Sabine Laruelle: De karkasclassificatie, met inbegrip
van de controle inzake haar totstandkoming, valt onder de
01.03 Sabine Laruelle, ministre:
La classification des carcasses
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
bevoegdheid van de Gewesten. Het Belgische institutionele systeem
verleent geen arbitragemacht aan de federale overheid, bijvoorbeeld
het recht een eensluidende toepassing voor het gehele Belgische
grondgebied op te leggen. Ieder Gewest heeft in het kader van de
permanente werkgroep inzake de Interministeriële Conferentie voor
het Landbouwbeleid zijn ontwerpen van besluit betreffende de
karkasclassificatie voorgesteld. De andere Gewesten hebben
respectievelijk hun goedkeuring gegeven.
Ik ben me bewust van het gebrek aan duidelijkheid dat zich op het
niveau van de arbeidsrelaties tussen de veehouders, de
veehandelaars en de slachthuizen, maar eveneens binnen de andere
sectoren, zal voordoen. Daarom heb ik in het kader van mijn
bevoegdheden, in samenwerking met de FOD Economie, de
omkaderingsinstrumenten die op de wet op de handelspraktijken zijn
gebaseerd geanalyseerd om zo de handelsrelaties duidelijker en
meer evenwichtig te ontwikkelen.
Ik leg momenteel aan de operatoren van de verschillende
landbouwsectoren, waaronder de vertegenwoordigers van de
slachthuizen en de veehandelaars, een ontwerp voor inzake
gedragscode binnen de contractuele landbouw en een ontwerp van
omkaderingscommissie. Er wordt onder andere in voorzien dat de
landbouwer een afrekening ontvangt die alle elementen bevat die hem
toelaten het bedrag te berekenen dat hem door de ondernemingen
die zijn product gekocht hebben verschuldigd is.
constitue une compétence
régionale. Le pouvoir fédéral ne
possède aucun pouvoir
d'arbitrage. Chaque Région a
présenté ses projets d'arrêtés au
groupe de travail de la Conférence
interministérielle de la politique
agricole. Les autres Régions les
ont approuvés.
Afin d'éviter la confusion, j'ai
analysé, avec le SPF Economie,
les instruments d'encadrement
fondés sur la loi sur les pratiques
du commerce dans le but de
développer des relations
commerciales plus claires et plus
équilibrées.
Je soumets actuellement aux
différents secteurs agricoles un
projet de code de conduite pour
l'agriculture contractuelle ainsi
qu'un projet d'arrêté-cadre.
01.04 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor haar antwoord. Ik ben ook tevreden dat er binnen
bepaalde aspecten vanuit de federale bevoegdheid van landbouw,
toch een aanzet wordt gegeven om een en ander wat transparanter
en duidelijker te maken. Aan de andere kant moeten wij er ons toch
bewust van zijn dat met deze gang van zaken ook delokalisatie van
slachtactiviteiten zich zou kunnen voordoen. Ik heb begrepen dat wij
daarvoor de gewesten moeten contacteren om te kijken of wij daar
niet op één lijn zitten. Het zou niet goed zijn moesten wij vanuit
Vlaanderen bijvoorbeeld allemaal naar Brussel moeten trekken om de
runderen te laten slachten. Ik ben tevreden dat u daar initiatieven zou
willen nemen.
01.04 Guido De Padt (VLD): Je
me réjouis qu'un premier pas soit
fait vers plus de clarté et de
transparence. Nous devons
toutefois rester attentifs au risque
de déplacement des activités
d'abattage.
01.05 Frieda Van Themsche (Vlaams Belang): Mevrouw de minister,
ik ga uw antwoord ook bezorgen aan onder andere het ABS. Ik hoop
dat er wel degelijk iets zal veranderen, want wanneer runderen in
Brussel of in het buitenland geslacht worden dan gaat hier in
Vlaanderen, maar ook in Wallonië een hele nevenactiviteit verloren.
Dat geldt niet alleen voor runderen; ook de varkens worden dikwijls in
het buitenland aangeboden om te worden geslacht. U mag toch niet
vergeten dat de slachthuizen heel wat mensen tewerkstellen. Ik reken
er dus op, mevrouw de minister, dat u al uw gewicht in de schaal zult
leggen om ervoor te zorgen dat de wettelijke verplichtingen
nagekomen worden door iedereen. Ik zal deze zaak zeker verder
opvolgen. Hopelijk moeten wij hier niet meer op terugkomen.
01.05 Frieda Van Themsche
(Vlaams Belang): J'espère que la
situation changera car la Flandre
et la Wallonie ne peuvent pas voir
leurs activités d'abattage se
réduire au profit de Bruxelles et de
l'étranger.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de ambulante activiteiten" (nr. 5772)
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
02 Question de M. David Geerts au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "les activités ambulantes" (n° 5772)
02.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik had de vraag aanvankelijk ingediend als een schriftelijke
vraag. Ik was verwonderd dat ze genoteerd stond als mondelinge
vraag. Geen probleem. Het is een zeer technische vraag, daarom had
ik ze ingediend als schriftelijke vraag.
Mevrouw de minister, ik hou het zeer kort. Het gaat over de
ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. In het
koninklijk besluit van 23 mei 2000 staat nergens een vermelding van
het maximum aantal activiteiten dat men kan doen op de openbare
markt. Graag vernam ik uw mening of u een maximum aantal kunt
installeren of niet. Tot daar deze zeer korte vraag, mijnheer de
voorzitter.
02.01 David Geerts (sp.a-spirit):
L'arrêté royal du 23 mai ne fait
aucunement mention du nombre
maximal de ventes occasionnelles
autorisées sur les marchés
publics. La ministre est-elle
habilitée à imposer une telle
limitation?
02.02 Minister Sabine Laruelle: Er is nu geen beperking van het
aantal brocantes. Het is bijna onmogelijk dat te doen. We hebben hier
gisteren in de commissie voor het Bedrijfsleven aan een nieuw
voorstel gewerkt en hebben het goedgekeurd. Ik onderzoek dus
momenteel in het kader van die nieuwe kaderwet samen met mijn
administratie een eenvoudig en gemakkelijk controlesysteem. Dit zal
enerzijds berusten op de identificatieverplichting van de
beroepsruimers die impliciet de particulieren zal identificeren en de
flagrante buitensporigheden zal vermijden. Anderzijds zal het
berusten op de bepaling van de verkeerde-gedragscriteria zoals het
gebruik van middelen die onevenredig zijn met het particuliere statuut
die de actie van de controlediensten zal vergemakkelijken. Dit nieuwe
stelsel zal in de uitvoeringsbesluiten van de toekomstige wet op de
organisatie en de uitoefening van ambulante activiteiten en de
foorkrameractiviteiten geïntegreerd worden.
02.02 Sabine Laruelle, ministre:
Cette commission a approuvé hier
une nouvelle proposition. Mon
administration analyse actuelle-
ment un système de contrôle
simple qui reposera sur deux
piliers: l'obligation d'identification
des vide maisons professionnels
et la fixation de critères quant à la
notion de comportements fautifs.
Le nouveau système sera intégré
dans les arrêtés d'exécution de la
future loi relative aux activités
ambulantes.
02.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, een heel
korte repliek. Mijn vraag was eigenlijk ingegeven door het feit dat ik nu
een aantal gemeentebesturen zie die via het politiereglement een
maximum aantal deelnamebeurten voor occasionele verkopen
vastleggen en zich steunen op het KB van 23 mei 2000. Ik denk dat
het gebruiken van dat KB als motivatie om via uw politiereglement een
maximum aantal te bepalen geen enkele grondslag heeft.
02.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Certaines administrations com-
munales imposent actuellement un
nombre maximal de ventes
occasionnelles, soi-disant sur la
base de l'arrêté royal du 23 mai.
Sont-elles autorisées à procéder
ainsi?
02.04 Minister Sabine Laruelle: De gemeente is absoluut niet
gemachtigd om de notie inzake occasionele verkopen per
reglementering te interpreteren.
02.04 Sabine Laruelle, ministre:
La commune n'y est pas habilitée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de
inwerkingtreding van de 'Ikea-wet'" (nr. 5799)
03 Question de Mme Trees Pieters à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "l'entrée
03.01 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, de collega's zullen zich herinneren dat op de eerste
megaministerraad in Gembloux, in het kader van 200.000 te creëren
jobs een initiatief is gelanceerd, namelijk de Ikea-wet, die de
03.01 Trees Pieters (CD&V):
Trois des cinq arrêtés d'exécution
de la `loi Ikea' ont été publiés le 28
janvier. Le Comité socio-
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
handelsinplantingen zou moeten versoepelen en daarmee ook een
grotere tewerkstelling wil creëren.
Dit wetsontwerp is behandeld in deze commissie onder auspiciën van
de minister van Economie, mevrouw Moerman. Het is behandeld in
de maand juli en afgerond net voor het reces.
Er moesten een vijftal koninklijke besluiten worden genomen alvorens
de wet in werking kon treden. Op maandag 28 januari van dit jaar
werden een aantal uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd, die dus volgen uit de wet op de handelsvestigingen.
Het gaat om drie van de vijf geplande koninklijke besluiten, die nu
worden gepubliceerd. De wet is van kracht geworden op 1 maart. Als
ik spreek over drie van de vijf besluiten, blijkt dat er twee nog niet
klaar zijn en toch is de wet van kracht geworden.
De samenstelling van Het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor
de Distributie werd niet bekendgemaakt. Dit is nochtans een heel
belangrijk element in de stapsgewijze goedkeuring van een grote
handelsinplanting. Dat Nationaal Sociaal-Economisch Comité is dus
niet samengesteld. Dat Comité vertegenwoordigt mensen uit de
verschillende overheidsadministraties en de belangenorganisaties en
is noodzakelijk voor een goede werking van de wet.
Mijnheer de voorzitter, u zult zich wellicht nog het debat herinneren
dat wij hier met veel animo hebben gevoerd. Het gaat over een
stilzwijgende vergunning die tot stand zou kunnen komen wanneer het
Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie niet is
geïnstalleerd of niet reageert. Het is dus zeer belangrijk dat het wordt
geïnstalleerd. Het Comité kan geen adviezen verlenen aan de
gemeenten als het niet is opgericht en er is geen beroepsprocedure
mogelijk.
Mijnheer de voorzitter, ik herinner mij heel levendig het debat u
wellicht ook en het feit dat zowel de regering als de meerderheid die
wet zo belangrijk vonden vanwege de beroepsprocedure. Wij vonden
dat uiteindelijk ook. Er stonden twee belangrijke elementen in die wet
waar wij konden achter staan, namelijk de mogelijkheid van een
beroepsprocedure en de vereenvoudiging.
Het eerste element, de beroepsprocedure, is dus niet mogelijk als dat
Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie niet is
opgericht.
Mevrouw de minister, ik heb daarover een uitgebreide vraag gesteld
aan de minister van Economie omdat uiteindelijk mevrouw Moerman,
als voorganger van de minister van Economie, de debatten hier heeft
gevolgd en hij uiteindelijk als minister van Economie verantwoordelijk
is.
Ik lees in De Tijd van 1 maart 2005 dat de woordvoerder van de
minister van Middenstand Sabine Laruelle, beklemtoont dat de
samenstelling van het Comité binnen enkele dagen bekend wordt.
Mijn vraag dateert van 1 maart en het is vandaag 9 maart. Er zijn dus
al enkele dagen overheen.
Ik wijs erop dat deze manier van werken een wet van kracht laten
économique national pour la
distribution, qui est indispensable
pour que la loi produise
correctement ses effets, n'a
toujours pas été mis en place.
Cette situation peut donner lieu à
des autorisations tacites, contre
lesquelles il n'y a pas de recours.
Or, la procédure de recours et la
simplification constituaient précisé-
ment les deux éléments
importants de la loi que nous
soutenions. Après avoir adressé
une question à ce sujet au ministre
de l'Economie, j'ai lu dans "De
Tijd" que le porte-parole de la
ministre des Classes moyennes
avait annoncé l'installation
imminente du Comité.
Faire entrer une loi en vigueur
sans tous les arrêtés d'exécution
constitue une forme grave de
mauvaise administration. Le
Comité pour la distribution a-t-il été
constitué entre-temps?
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
worden zonder dat alle koninklijke besluiten zijn opgesteld een
grove vorm van onbehoorlijk bestuur is.
Vermits uw woordvoerder heeft gezegd dat het maar een aantal
dagen zal duren, zou ik u willen vragen of het Nationaal Sociaal-
Economisch Comité voor de Distributie ondertussen is samengesteld.
Ik ben heel benieuwd om die samenstelling te kennen.
Voorzitter: Frieda Van Themsche.
Présidente: Frieda Van Themsche.
03.02 Minister Sabine Laruelle: Het koninklijk besluit inzake de
benoemingsprocedure van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité
voor de Distributie bepaalt duidelijk dat de verschillende kandidaturen
aan mijn collega, de minister van Economie Marc Verwilghen, moeten
worden voorgesteld. Rekening houdend met de termijnen die door de
nieuwe wet voorzien zijn, met name voor de overdracht van het
dossier van de gemeente naar het Comité en voor het nazicht op zijn
volledigheid, zal het Comité ertoe worden gebracht zijn eerste dossier
rond 25 maart 2005 te onderzoeken. Alles zal dus op tijd klaar zijn om
een optimale werking van de nieuwe wetgeving mogelijk te maken. Ik
denk dat mijn collega die problemen zal oplossen.
03.02 Sabine Laruelle, ministre:
L'arrêté royal relatif à la procédure
de nomination du Comité socio-
économique national pour la
distribution dispose que toutes les
candidatures doivent être
soumises au ministre de
l'Economie. Le Comité sera en
mesure d'étudier son premier
dossier vers le 25 mars. Tout sera
donc prêt à temps.
03.03 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Dit is nietszeggend. De kandidaturen moeten bij minister
Verwilghen worden ingeleverd. Dat lijkt mij logisch. U verklaarde in de
pers dat het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie
eerstdaags zal worden samengesteld. We zijn vandaag tien dagen
later en u verwacht het eerste dossier op 25 maart, binnen veertien
dagen. Nochtans kunt u mij de samenstelling van dit comité niet
geven. U verklaart in de pers wel dat het zal worden samengesteld. Ik
vraag mij dan ook af hoe het zit met de samenwerking tussen de
betrokken ministers.
Ik had u één vraag gesteld: Geef mij de samenstelling van het
Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie. U heeft op
1 maart immers verklaard dat het onverwijld zou worden
samengesteld. Ik neem aan dat dit de bevoegdheid is van de minister
van Economie maar waarom spreekt de minister van Middenstand
zich dan in die zin uit? Ik zou u deze vraag niet gesteld hebben maar
u hebt zelf gezegd dat dit comité binnen een aantal dagen zou worden
samengesteld. Ik vraag u wie in dit comité zetelt.
03.03 Trees Pieters (CD&V): La
ministre fournit une réponse
parfaitement creuse. Elle attend le
premier dossier pour le 25 mars
mais est incapable de me donner
aujourd'hui la composition du
Comité. Comment s'organise la
collaboration entre les deux
ministres? C'est tout de même la
ministre Laruelle qui a annoncé
que le Comité serait constitué
rapidement.
03.04 Minister Sabine Laruelle: Dit is de reden waarom we niet altijd
alles moeten geloven wat we in de pers lezen. Wij zeggen iets en de
pers schrijft iets anders.
De verdeling van de bevoegdheden in dit dossier tussen mijn collega
en mezelf zijn heel duidelijk. Er is een hele goede samenwerking
tussen beide ministers en met de FOD Economie. Ik ben er zeker van
dat alles klaar zal zijn voor de behandeling van het eerste dossier. Het
Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie behoort wel
tot de bevoegdheden van mijn collega. De pers geeft niet altijd juist
weer wat ik heb gezegd.
03.04 Sabine Laruelle, ministre: Il
ne faut pas croire tout ce que l'on
dit dans la presse.
La répartition des compétences
est claire et la collaboration entre
les deux ministres se déroule sans
anicroche. Je suis certaine que
tout sera prêt à temps. Le Comité
socio-économique national pour la
distribution relève effectivement de
la compétence de mon collègue.
03.05 Trees Pieters (CD&V): Mijn conclusie: het was niet u die dat
gezegd heeft in de pers, maar iemand anders. De pers heeft het dus
03.05 Trees Pieters (CD&V): La
presse avait donc tort.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
fout genotuleerd. Ik wil daar echter nog het volgende aan toevoegen.
Tussen de zinnen door zegt u hier iets heel belangrijks. Het eerste
dossier komt eraan op 25 maart. De wet werd geforceerd vóór de
grote vakantie met het oog op heel concrete dossiers. De collega's
herinneren zich waarschijnlijk nog hoe we die zaak in de Kamer
hebben bepleit. Het eerste dossier kunnen we verwachten op 25
maart, of misschien vroeger.
La loi devait être approuvée avant
les vacances parlementaires afin
de traiter plusieurs dossiers
concrets. A présent, j'apprends
que le premier d'entre eux est
attendu pour le 25 mars. Il a donc
fallu publier une loi incomplète
étant donné que le premier dossier
sera bientôt sur la table.
03.06 Minister Sabine Laruelle: Het zal niet vroeger zijn, dat is bijna
onmogelijk.
03.07 Trees Pieters (CD&V): Ik concludeer daaruit dat de wet
onvolledig, zonder alle KB's, gepubliceerd moest worden, omdat het
eerste dossier zich aandient. Dat is de conclusie die ik nu uit uw
antwoord trek.
Ik heb een andere vraag gericht aan minister Verwilghen, waarop ik
later een antwoord hoop te krijgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 5829 van mevrouw Lalieux wordt uitgesteld.
04 Interpellatie van de heer Bert Schoofs tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de relatief hoge prijzen van aardgas voor de Limburgse bedrijven"
(nr. 539)
04 Interpellation de M. Bert Schoofs au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le prix relativement élevé du gaz naturel fourni aux entreprises
limbourgeoises" (n° 539)
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Dank u, mevrouw de
voorzitter. Mijnheer de minister, van VKW en Unizo ontvingen u en
andere prominenten uit het politieke leven zowel op federaal als op
Vlaams niveau, onlangs een open brief over de prijzen voor het
aardgasverbruik in Limburg. VKW en Unizo hebben trouwens een
samenwerkingsakkoord gesloten. Ik denk dat u, samen met uw
Vlaamse ambtgenoot en een aantal partijvoorzitters in Vlaanderen, als
eerste de eer had om een brief van hen te ontvangen
Samen met VKW en Unizo stellen wij vast dat de prijzen van aardgas
in Limburg in relatieve en absolute cijfers hoog en zelfs extreem hoog
zijn. In vergelijking met andere regio's blijkt dat de prijzen voor
aardgasverbruik voor Limburgse bedrijven gemiddeld 1,4 keer hoger
zijn. Naarmate de bedrijven groter worden, moeten zij ook grotere
lasten dragen en stijgen de prijzen progressief. De economische
moeilijkheden in Limburg zijn nochtans gekend. Dergelijke prijsslagen
komen in Limburg dus extra hard aan. De traditionele partijen
sleutelen wel aan een Limburgplan. Er is dus goede wil aanwezig,
maar wij moeten wel vaststellen dat het wegwerken van de
achterstand op het vlak van de aanleg van aardgasleidingen in
Limburg er blijkbaar toe heeft geleid dat de hoge prijzen op de
bedrijven worden afgewenteld. Het rendabel maken van het
aardgasnetwerk in Limburg wordt nu dus op de bedrijven
afgewenteld.
04.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le ministre a reçu un
courrier de l'Unizo et du VKW
relatif aux prix très élevés du gaz
naturel dans le Limbourg par
rapport à d'autres régions. Les
coûts liés à la résorption du retard
dans l'installation des conduites de
gaz naturel dans le Limbourg sont
répercutés sur les entreprises
alors que la province est déjà aux
prises à des difficultés
économiques.
Par ailleurs, la CREG établira un
décompte rétroactif pour l'année
2004 parce que, lors de la fixation
des tarifs, l'estimation initiale avait
était trop basse.
Le ministre a-t-il déjà consulté son
homologue flamand? Il s'agit en
effet d'une compétence partagée.
Quel a été le résultat de la
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Een extra pijnlijk element is bovendien dat een retro-actieve rekening
werd opgesteld door de regulariseringsinstelling, de CREG, waarbij de
geraamde tarieven van 2004 het dubbele zouden bedragen van die
van 2003. Die moeten nu retro-actief worden geïnd omdat er een te
kleine raming is gebeurd.
Mijnheer de minister, hebt u reeds overleg gepleegd met uw
ambtgenoot in de Vlaamse regering? Dit is immers een bevoegdheid
die deels tot het federaal en deels tot het Vlaams niveau behoort. Het
federaal niveau heeft terzake weliswaar een klein aantal
bevoegdheden, want al wat met Interelectra in Limburg te maken
heeft, behoort vooral tot de Vlaamse bevoegdheid.
Ik heb voornoemde brief niet officieel ontvangen, maar inmiddels ken
ik de inhoud ervan en het is mijn taak, als lid van de oppositie, om u
hierover aan de tand te voelen. Daarom heb ik volgende vragen voor
u, mijnheer de minister,
Ten eerste, wat heeft een eventueel overleg met uw Vlaamse collega
opgeleverd? Ten tweede, wat kunt en wilt u van op het federaal
niveau ondernemen? Ten derde, wat is uw visie op de retroactiviteit
die nu wordt toegepast op de tarieven van 2004? Die prijzen swingen
echt de pan uit. Wij mogen hier gerust spreken over een
concurrentievervalsing ten opzichte van de Limburgse bedrijven in
vergelijking met andere regio's. Men spreekt vaak van ongeoorloofde
subsidiepolitiek. Men probeert zich daarvoor te hoeden. Ik denk dat
wij hier een beweging in de omgekeerde richting meemaken voor de
Limburgse bedrijven. Ik dank de minister alvast voor zijn pertinente
antwoorden op mijn pertinente vragen.
concertation? Que peut et que
souhaite entreprendre le ministre à
l'échelle fédérale? Que pense le
ministre de l'application rétroactive
des tarifs? Les prix élevés
représentent en fait une distorsion
de la concurrence au détriment
des entreprises limbourgeoises.
04.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Schoofs, ik bemerk dat u
een aantal vragen toevoegt aan de vraag die u nu stelt. Dat is strikt
gezien uw recht maar het is dan voor mij niet altijd mogelijk om u dan
precies op die bijkomend gestelde vragen te antwoorden.
Ik heb kennis genomen van de brief waarnaar u verwijst. Die heeft mij
bereikt op 16 februari 2005. Ik wens er eerst en vooral op te wijzen
dat in de brief niet alleen de tarieven voor distributie van aardgas en
elektriciteit besproken worden, maar ook de tarieven voor water.
Uiteraard kan ik mij uitsluitend uitspreken over de materies die binnen
mijn bevoegdheid vallen. Dat is dus niet het geval voor water, wel voor
aardgas en elektriciteit.
Het is een feit dat de tarieven voor de distributie variëren van
distributienetbeheerder tot distributienetbeheerder. Daar is ook een
eenvoudige reden voor. De tarificatiemethodologie die de CREG
hanteert verplicht de afzonderlijke distributienetbeheerders om op
regelmatige basis een tariefvoorstel in te dienen. Dit tariefvoorstel
houdt rekening met de kosten die de distributienetbeheerder maakt.
Niet alle distributienetbeheerders hebben dezelfde kostenstructuur
waardoor door de werking van de kosten in het tariefvoorstel ook
de tarieven verschillen per distributienetbeheerder. Het door de
federale energieregulator gehanteerde systeem heeft zijn waarde
reeds bewezen en blijft dat ook doen. Het laat immers een vrij
gemakkelijke vergelijking tussen de verschillende
distributienetbeheerders toe en het biedt de CREG de mogelijkheid
om op basis van deze vergelijking druk uit te oefenen op de tarieven,
04.02 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai reçu le courrier en question le
16 février et je tiens à préciser qu'il
ne portait pas uniquement sur les
tarifs du gaz mais aussi sur ceux
de l'eau. Je ne suis pas compétent
pour cette dernière matière.
Les tarifs varient d'un gestionnaire
de réseau de distribution à l'autre.
Les gestionnaires doivent
régulièrement déposer une
proposition de tarif auprès de la
CREG. Cette proposition tient
compte des frais encourus par le
gestionnaire qui ne sont pas les
mêmes pour tous les
gestionnaires; les tarifs diffèrent
dès lors aussi. La CREG peut
influer sur les prix, entre autres en
rejetant les propositions tarifaires
déraisonnables.
J'ai demandé des informations
complémentaires à la CREG. Sa
réponse, que je vous fournirai,
révèle que les tarifs d'Interelektra
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
wat ze trouwens ook doet, onder andere door het verwerpen van
onredelijk hoge kosten in de tariefvoorstellen.
In dit verband kan ik u melden dat ik bijkomende informatie terzake
heb opgevraagd bij de federale regulator, de CREG, op 21 februari
2005. Ik heb daar een antwoord op gekregen en ik zal u dat antwoord
trouwens ook bezorgen. U zult merken dat men in de conclusie stelt
dat uit de bijgevoegde cijfers blijkt dat Interelektra want het gaat
over die groep - zich voor het gekozen type van residentiële klant op
een hoger tariefniveau bevindt dan de andere collega's maar dat voor
de industriële klanten van het type 1A en 1D de tarieven eerder op
een gemiddeld niveau liggen. Daar zijn ze dus eigenlijk beter dan
oorspronkelijk ingeschat. Ik geef u dat want het zal u toelaten wat
meer zicht op het geheel te krijgen.
Voorts kan ik alleen maar hopen dat de liberalisering van de markt
ook de keuze qua distributienetbeheerders zal kunnen vergroten om
op die manier toch ook nog aan een kostendrukking te kunnen komen
zoals algemeen toch wordt verwacht van een liberalisering. Dat
schrijven zal ik u laten overhandigen.
pour les clients industriels de type
1A et 1D se situent à un niveau
plutôt moyen.
Par ailleurs, je ne peux qu'espérer
que la libéralisation du marché
permettra d'accroître l'éventail des
gestionnaires de réseau de
distribution, et influera dès lors sur
les prix.
04.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, wat de
retroactiviteit betreft, kan ik best begrijpen dat u zich niet echt aan die
vraag verwacht had. Het zit toch een beetje in het dossier ook. Ergens
blijf ik een beetje op mijn honger, maar goed.
Overleg met de Vlaamse regering is er blijkbaar niet gepleegd om te
komen tot laat ons zeggen een geheel van maatregelen dat zou
kunnen worden ontwikkeld vanuit het beleid. Ik besef ook dat er
instanties zijn die nu regulerend moeten optreden en bij wie de
werkelijke bevoegdheid ligt. In elk geval moet men echter politiek
waakzaam blijven. In Limburg dit zijn cijfers van de gewestelijke
ontwikkelingsmaatschappij zijn in de laatste twee jaar 8.000 jobs
verloren gegaan. Limburg is een sterk geïndustrialiseerde provincie.
4.237 van die jobs zijn in het voorbije jaar, van september 2003 tot
september 2004, verloren gegaan. Met die hoge industrialisatiegraad
en met het probleem waarmee we hier vandaag te maken krijgen
vrees ik dat bepaalde beloften die de regering in het verleden heeft
gedaan niet zullen kunnen waargemaakt worden op het vlak van de
jobs. Het zijn dergelijke problemen die zich in de marge voordoen
de politiek bekijkt dat vanuit de marge maar in de bedrijfswereld voelt
men het uiteraard aan als een prangend probleem , problemen met
aardgasverbruik, prijzen en dergelijke die wel degelijk wegen op de
aantrekkelijkheid van een regio als Limburg.
We moeten dus politiek heel waakzaam blijven. Ik verwacht dan ook
van de regering dat zij de problemen op de voet volgt. Ik neem akte
van het feit dat u vandaag op bepaalde vragen niet kan antwoorden,
omdat ik ze niet schriftelijk heb gesteld. Dat is geen enkel probleem
en ik dank u voor de informatie.
In elk geval moeten we vaststellen dat de liberalisering van de
energiemarkt tot nu toe niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd,
en dat in een periode dat we met economische problemen kampen,
zeker in Limburg.
Mijnheer de minister, het is in die optiek dat ik een motie van
aanbeveling ten aanzien van de regering indien, met het verzoek om
04.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je peux admettre que le
ministre ne s'attendait pas à ma
question sur l'effet rétroactif de
l'application du tarif. Je resterai
donc sur ma faim à ce sujet.
La concertation avec le
gouvernement flamand n'a
manifestement pas eu lieu. Le
Limbourg est une province
fortement industrialisée où 8.000
emplois ont été perdus ces deux
dernières années. Les problèmes
relatifs aux tarifs du gaz naturel et
autres ont une incidence sur
l'attrait de la province.
A ce jour, la libéralisation du
marché énergétique n'a pas
produit les résultats escomptés.
Je dépose une motion de
recommandation pour demander
qu'on reste vigilant.
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
de politieke waakzaamheid te blijven behouden.
04.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik wil graag
even antwoorden op de repliek van de heer Schoofs.
Ten eerste, er is natuurlijk wel een overleg tussen de federale minister
voor Energie en de regionale ministers voor Energie. Ik heb al tot
driemaal toe geprobeerd om de verschillende ministers rond de tafel
te krijgen voor overleg over de verschillende lasten die op energie
wegen en die betrekking hebben op verschillende niveaus waar ze
kunnen worden gegeven, gaande van het lokale over het regionale tot
het federale niveau. Klaarblijkelijk is het bijzonder moeilijk om hen
samen te krijgen. Ik wil dus wel degelijk overleggen, maar ook de
andere ministers moeten daarvoor een inspanning leveren.
Ten tweede, studies van de VREG hebben aangetoond dat in
Vlaanderen de liberalisering van de markt voor de bedrijven effectief
tot resultaat had dat drie bedrijven op vijf een goedkoper tarief
bekwamen door de keuzes die zij kunnen maken. Onze uitdaging
moet zijn dat vijf bedrijven op vijf een goedkoper tarief kunnen
bekomen. Daaraan zal stevig moeten worden gewerkt door de markt
nog meer open te maken.
04.04 Marc Verwilghen, ministre:
Les ministres fédéraux et
régionaux en charge de l'énergie
se concertent évidemment. J'ai
déjà essayé jusqu'à trois reprises
de réunir toutes les parties pour
une concertation sur les charges
pesant sur l'énergie, du niveau
local au niveau fédéral. Selon
toute évidence, il est difficile de
réunir les ministres.
Des études de la VREG
démontrent que la libéralisation a
entraîné une diminution réelle des
tarifs pour trois entreprises sur
cinq. Le défi consiste à présent à
faire baisser la facture énergétique
pour toutes les entreprises.
04.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik heb
begrepen dat het niet altijd even gemakkelijk is om tot een overleg
met ambtscollega's te komen. Het gaat hier evenwel om een concrete
brief, die werd geschreven door verenigingen met een sterke reputatie
binnen de sector. U mag dus bij uw ambtscollega's aan de bel hangen
om ervoor te zorgen dat zij met u rond de tafel gaan zitten.
Ik zal dan ook mijn collega's in andere fracties vragen om de
betrokken ministers over het dossier te interpelleren of vragen te
stellen.
04.05 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je demanderai à mes
collègues siégeant dans d'autres
assemblées d'interpeller ou
d'interroger à ce sujet les ministres
compétents.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werd volgende motie ingediend.
En conclusion de cette discussion la motion suivante a été déposée.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Schoofs en door mevrouw Frieda Van
Themsche en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Bert Schoofs
en het antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
verzoekt de regering
de nodige beleidsopties te ontwikkelen teneinde na overleg met de Vlaamse regering de onredelijke prijzen
voor aardgasverbruik in hoofde van de Limburgse bedrijven tot een normaal peil terug te brengen."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Schoofs et par Mme Frieda Van Themsche et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Bert Schoofs
et la réponse du ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique,
demande au gouvernement
de prendre les mesures nécessaires, en concertation avec le gouvernement flamand, pour ramener à un
niveau normal le prix déraisonnablement élevé facturé aux entreprises limbourgeoises pour la fourniture de
gaz naturel."
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Over de motie zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
05 Questions jointes de
- M. Melchior Wathelet au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'arriéré dans le traitement de certains dossiers par le Conseil de la
concurrence et la situation actuelle des autorités belges de la concurrence" (n° 5667)
- Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
politique scientifique sur "le traitement des plaintes introduites auprès du Conseil de la concurrence"
(n° 5695)
- M. David Geerts au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le fonctionnement du Conseil de la concurrence" (n° 5777)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le fonctionnement du Conseil de la concurrence" (n° 5822)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le fonctionnement du Conseil de la concurrence" (n° 5845)
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de vertraging bij het afhandelen van bepaalde dossiers door de Raad voor
de Mededinging en de stand van zaken bij de Belgische mededingingsautoriteiten" (nr. 5667)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de behandeling van de bij de Raad voor de Mededinging ingediende
klachten" (nr. 5695)
- de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de Raad voor de Mededinging" (nr. 5777)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de Raad voor de Mededinging" (nr. 5822)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de werking van de Raad voor de Mededinging" (nr. 5845)
05.01 Melchior Wathelet (cdH): Madame la présidente, monsieur le
ministre, il me revient qu'un important dossier pour abus de position
dominante aurait été introduit devant le Conseil de la concurrence en
avril 1998. Le corps des rapporteurs aurait présenté son rapport, en
application de l'article 24, § 4 de la loi, en décembre 2001. Malgré
deux ordonnances rendues en 2003 fixant de manière claire et
précise les différents délais et les jours précis de délibéré de l'affaire,
le dossier a été reporté audience après audience. Pas moins de 11
audiences auraient, à ce jour, été consacrées à ce dossier sans que
le Conseil de la concurrence ne puisse rendre une décision sur le
fond de cette affaire.
Le législateur a voulu que le Conseil de la concurrence tranche
rapidement les litiges relatifs à des pratiques restrictives de la
concurrence afin de promouvoir l'effectivité de la concurrence sur le
marché. On peut le comprendre: des décisions rapides doivent
pouvoir intervenir en ces matières afin de garantir un maximum de
sécurité juridique pour les entreprises agissant sur le marché. Aux
termes de l'article 27, § 2 de la loi sur la protection de la concurrence
économique, le délai du Conseil de la concurrence pour rendre sa
décision est de six mois à dater du dépôt du rapport motivé. Je vous
rappelle que le rapport a été déposé en 2001.
Aujourd'hui, sept ans après la dénonciation des faits et malgré le
dépôt du rapport en 2001, le Conseil de la concurrence reste en
défaut de trancher le différend qui lui est soumis. L'inaction du Conseil
de la concurrence dans ce dossier a pour conséquence inique de
05.01 Melchior Wathelet (cdH):
In april 1998 werd een lijvig
dossier in verband met misbruik
van een dominante positie bij de
Raad voor de Mededinging
ingediend. Het korps van
verslaggevers heeft in december
2001 zijn verslag voorgelegd.
Ondanks twee beschikkingen van
2003 waarin de verschillende
termijnen en de precieze data van
het beraad over de zaak werden
vastgelegd, werden niet minder
dan elf hoorzittingen aan dit
dossier gewijd, zonder dat de
Raad voor de Mededinging een
beslissing ten gronde kon nemen.
De wetgever heeft de Raad voor
de Mededinging een termijn van 6
maand
gegeven vanaf de
voorlegging van het verslag om
een beslissing te nemen, met de
bedoeling de daadwerkelijke
concurrentie op de markt te
bevorderen en de ondernemingen
maximale rechtszekerheid te
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
conforter la société en position dominante sur ces pratiques
douteuses. De plus, à terme, cette inertie pourrait amener à la
prescription des faits dénoncés et donc à l'irrecevabilité des
poursuites.
Nous avons appris que le retard accumulé par le Conseil de la
concurrence serait dû, outre à la complexité du dossier que nous ne
contestons pas, à l'insuffisance de son cadre et à l'inertie
décisionnelle consécutive à l'implémentation de nouvelles
réglementations européennes en matière de concurrence. En
décembre 2004, à l'occasion d'une demande d'explication au Sénat,
vous aviez indiqué que dans les dossiers de non-concentration, le
Conseil de la concurrence devait encore se prononcer dans 19
dossiers.
Monsieur le ministre, pourriez-vous nous indiquer les raisons
expliquant que, près de sept ans après la dénonciation des faits, le
Conseil de la concurrence reste en défaut de trancher? Pouvez-vous
nous préciser, par année d'introduction, les affaires restant pendantes
auprès des autorités belges chargées de la concurrence?
Monsieur le ministre, en décembre, vous indiquiez qu'une extension
du cadre des services de la concurrence était envisagée à brève
échéance et que 40 engagements étaient programmés. Auriez-vous
l'obligeance de me faire part de l'état d'avancement de ce dossier?
Par ailleurs, pourriez-vous m'indiquer si toutes les adaptations
nécessaires ont été apportées en vue de mettre notre législation en
conformité avec le règlement A/2003 et les autres lignes directrices
que la direction générale Concurrence de la Commission a édictées
au début de l'année 2003?
garanderen. Ik herinner u eraan
dat het verslag in 2001 werd
ingediend. Deze laksheid van de
Raad heeft als onbillijk gevolg dat
de genoemde vennootschap haar
twijfelachtige praktijken kan
voortzetten; ze zou bovendien tot
verjaring van de feiten kunnen
leiden. De aanslepende vertraging
bij de Raad voor de Mededinging
zou te wijten zijn aan het gebrek
aan personeel en de laattijdige
toepassing van nieuwe Europese
regelgevingen.
Kunt u ons zeggen waarom de
Raad zo weinig doet? Kunt u ons
per jaar waarin de dossiers
werden ingediend, meedelen
hoeveel zaken nog hangende zijn
bij de Belgische
overheidsinstellingen die met de
mededinging zijn belast? Hoe ver
staat het met het dossier
betreffende de uitbreiding van het
personeel van de diensten voor de
mededinging? Is onze wetgeving
nu in overeenstemming met
regelgeving A2003 en de andere
richtlijnen van de Commissie?
05.02 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la présidente, ma question
porte sur le même sujet que celle de M. Wathelet. Je vais simplement
ajouter quelques éléments.
J'ai eu l'occasion de lire le contenu du rapport rédigé par les
rapporteurs et transmis au Conseil de la concurrence dans le cadre
du dossier dont parle M. Wathelet. Je suis troublée que ce dossier ne
soit pas traité alors que le rapport est très clair.
Après instruction approfondie et contradictoire, ce rapport confirme
les griefs formulés par le plaignant et propose au Conseil de la
concurrence de constater que la plainte est recevable, qu'il y a
position dominante sur le marché de boissons gazeuses au sens de
l'article 1, b de la loi. Le rapport propose au Conseil de constater que
l'article 3 de la loi est enfreint en exploitant de façon abusive cette
position dominante par des pratiques restrictives de concurrence
mises en oeuvre dans le cadre du système de catégories et d'échelle
de prix correspondants utilisé à l'égard des clients, dans les relations
commerciales avec les clients, dans la procédure de commande des
produits destinés à l'exportation introduite en janvier 1999. Et donc
d'ordonner que cette société cesse ses pratiques sous peine
d'astreinte et de prévoir des amendes qui tiennent compte des
infractions graves constatées.
Il ne s'agit pas d'un mince dossier présentant quelques petits
soupçons de non-respect des règles de la concurrence. Comme M.
Wathelet l'a dit, 7 ans après le dépôt de la plainte, aucune mesure n'a
05.02 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik wil hieraan toevoegen dat ik het
aan de Raad voor de Mededinging
bezorgde verslag van de
verslaggevers heb ingekeken. Het
is verontrustend dat dit dossier
nog niet werd behandeld terwijl het
verslag nochtans glashelder is.
In dat verslag worden de
bezwaren van de klager bevestigd
en wordt aan de Raad voorgesteld
vast te stellen dat de klacht
ontvankelijk is en dat er sprake is
van misbruik van een dominante
positie op de markt van de
koolzuurhoudende dranken.
Tevens wordt voorgesteld een
stopzetting van die praktijken te
gelasten, op straffe van een
dwangsom, en boetes op te
leggen die in verhouding staan tot
de vastgestelde zware inbreuken.
Het is geen onbelangrijk dossier.
Zeven jaar nadat klacht werd
ingediend, heeft de Raad voor de
Mededinging nog altijd geen
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
encore été prise dans le chef du Conseil de la concurrence. Certes, la
déclaration gouvernementale de juillet 2004, les notes politiques
élaborées pour 2004 et 2005 signalaient, toutes, une volonté de
renforcer l'organe destiné à faire respecter les règles de la
concurrence. Vous voulez également lui affecter des missions
supplémentaires dans la régulation du marché de l'électricité et du
gaz. Cet organe devrait donc disposer des moyens de fonctionner
correctement.
La preuve en est que, depuis plusieurs années, - le cas qui nous
préoccupe en est une - on n'accorde pas à cet organe les moyens de
fonctionner à moins que ce dernier ne veuille pas fonctionner. Toute
une série de discussions ont eu lieu, les années précédentes, quant
au remplacement de la direction, au remplissage des cadres, pour
lesquels la concrétisation s'avérait vaine.
Cet exemple ne constitue pas une exception. Aussi aurais-je voulu
connaître le nombre de plaintes qui ont été déposées auprès du
Conseil de la concurrence depuis 1995. Il n'y en a pas tant que cela,
je pense. En effet, nous sommes sept ans plus tard pour une plainte
déposée en 1998. Cela signifie que nous ne savons même plus, afin
d'évaluer le fonctionnement du Conseil de la concurrence, nous baser
sur l'année en cours ou les deux années précédentes.
Il m'importe de savoir combien d'entre elles ont été traitées par le
corps des rapporteurs et combien ont été traitées chaque année par
le Conseil ainsi que le délai moyen de traitement de ces dossiers.
Combien de dossiers ont-ils été abandonnés pour cause de
prescription ou d'accord à l'amiable ou proposition d'agrément de la
part souvent du plus puissant vers le plus faible? Que comptez-vous
faire pour pallier des manquements tels que ceux cités par M.
Wathelet et moi-même?
enkele maatregel ten gronde
genomen.
In de regeringsverklaring van juli
2004 werd echter gewag gemaakt
van het streven om de Raad voor
de Mededinging meer armslag te
geven en ook met taken op het
stuk van de regulering van de
elektriciteits- en gasmarkt te
belasten. Dat orgaan zou dus over
de nodige middelen moeten
beschikken om degelijk te
functioneren. In weerwil van de
lang aanslepende discussies over
de vervanging van de directie en
de invulling van het kader, is
daarvan echter nooit iets in huis
gekomen.
Teneinde de werking van die
instelling te kunnen beoordelen,
zou ik willen weten hoeveel
klachten er sinds 1995 bij de Raad
voor de Mededinging werden
ingediend. Hoeveel van die
klachten werden behandeld door
het korps van verslaggevers en
hoeveel ervan werden jaarlijks
door de Raad onderzocht, met
vermelding van de gemiddelde
behandelingstermijn? Van hoeveel
dossiers werd de behandeling
gestaakt omdat de feiten waren
verjaard of omdat er een
minnelijke schikking werd
getroffen?
05.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik sluit mij aan bij de reeds gestelde vragen, maar ik wil het
wel specifiek even hebben over het feit dat de raad eventuele
engagementen van één van de partijen bindend zou kunnen
verklaren. Dat kan volgens mij niet omdat, wat de procedurele regels
betreft, in de wetgeving nergens wordt vermeld dat het gaat om een
bindend engagement. Anderzijds, indien de raad dit bindend kan
verklaren zonder legitimiteit, hebben de engagementen van één van
de partijen geen voorwerp meer.
Wat betreft het bindend verklaren, merk ik het volgende op. Als de
raad er nu al problemen mee heeft om de vraag of het al dan niet gaat
om een restrictieve mededingingspraktijk, binnen een redelijk termijn
van zes maanden te behandelen, hoe gaat men dan nog bindende
engagementen kunnen verklaren. Hoe gaat die controle dan in zijn
werk?
Tot daar mijn vragen, aangezien andere sprekers dit onderwerp al
uitvoerig hebben ingeleid.
05.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Je me rallie aux questions
précédentes. J'estime que le
Conseil de la concurrence ne peut
rendre obligatoires d'éventuels
engagements d'une des parties
parce qu'il n'est nulle part fait
mention d'un engagement
obligatoire dans la législation.
Puisque le Conseil rencontre
actuellement déjà des difficultés à
répondre à la question de savoir si
une action peut être qualifiée de
pratique restrictive de concurrence
dans un délai raisonnable de six
mois, comment pourrait-on dans
ce cas rendre obligatoires des
engagements et comment le
contrôle y afférent serait-il
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
organisé?
05.04 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, ik zal mijn
twee vragen samen stellen want ze hebben hetzelfde voorwerp en zijn
chronologisch met elkaar verwant.
Op 21 april 1998 legde een onafhankelijk Belgische onderneming,
een groothandel in drank- en algemene voedingswaren, een klacht
neer bij de Raad voor de Mededinging tegen de NV Coca-Cola
Beverages Belgium, ondertussen BVBA Coca-Cola Beverages
Belgium. Op 4 december 2001, dat is dus ruim drie jaar later, heeft
het korps van verslaggevers aan de Raad voor de Mededinging een
met redenen omkleed verslag voorgelegd, in toepassing van artikel 24
§ 4 van de wet op de bescherming van de economische mededinging,
gecoördineerd op 1 juli 1999. Dit met redenen gemotiveerd verslag
opgesteld na grondig en tegensprekelijk onderzoek, bevestigt de
grieven geformuleerd door de onderneming en stelt aan de raad voor
om de klacht ontvankelijk en gegrond te verklaren.
Overeenkomstig artikel 24 paragraaf 4 van de wet leidde dit verslag
het dossier in bij de raad die overeenkomstig artikel 27 § 2 van de
wet, het dossier ter zitting behandelde. Volgens dit artikel is de termijn
voor de Raad voor de Mededinging om een beslissing te nemen, in
elk geval zes maanden vanaf de neerlegging van het met redenen
omkleed verslag. Ondanks twee beschikkingen die werden geveld
tijdens het voorjaar 2003 en die op duidelijke en precieze wijze de
verschillende termijnen, alsook hun datum aangaven voor het in
beraad nemen van de zaak, werd het dossier zitting na zitting
uitgesteld, soms met verschillende maanden, soms met verschillende
trimesters. Ondertussen werd geen nieuwe beschikking geveld die dit
uitstel motiveert of zelfs maar nieuwe data vaststelt.
Het feit dat de onafhankelijk Belgische onderneming de pers en een
aantal collega's aanschreef, brengt het dossier blijkbaar plots in een
versnelling, want ondertussen werd het terug overgemaakt aan het
corps van verslaggevers, dat een marktonderzoek zou uitvoeren in
verband met een voorstel tot engagement dat door de BVBA Coca-
Cola Beverages Belgium zou zijn overgemaakt aan de raad.
In een dergelijke procedure is nochtans niet voorzien in het Belgisch
recht.
Mijnheer de minister, ik wil in deze vraag vooral ingaan op de hele
procedure en de werking van de Raad. Is dit een voorbeeld van de
werking van ons Belgisch mededingingsbeleid? Kan het dat de Raad
voor de Mededinging de wettelijke termijnen niet respecteert? Is de
Raad in staat nuttig en efficiënt op te treden? Hoeveel beslissingen
werden er werkelijk geveld over de grond van een klacht? Hoeveel
klachten werden afgesloten door een onontvankelijkheidsbeslissing
wegens verjaring?
Ik kom terug op het dossier zelf. Als de Raad zou overwegen het
voorstel tot engagement bindend te verklaren, hoe denkt hij dan
dergelijke procedure te legitimeren? Is de Raad werkelijk van oordeel
dat, naar Belgisch recht, een beslissing die een engagement bindend
zou verklaren, in rechte afdwingbaar is? Hoe kan de Raad
garanderen dat de naleving van zo'n beslissing ook daadwerkelijk kan
worden gecontroleerd?
05.04 Simonne Creyf (CD&V): Le
21 avril 1998, une entreprise belge
a déposé plainte contre la SA
Coca-Cola Beverages Belgium
devant le Conseil de la
concurrence. Après plus de trois
ans, le corps des rapporteurs a
soumis un rapport motivé au
Conseil qui confirme les griefs de
la société et qui propose au
Conseil de déclarer la plainte
recevable et fondée.
En vertu de l'article 27 de la loi sur
la protection de la concurrence
économique, le délai dont dispose
le Conseil pour prendre une
décision est de six mois. La
séance a toutefois été reportée à
plusieurs reprises. Le report n'a
pas été motivé et aucune nouvelle
date n'a été fixée.
La publicité accordée à l'affaire a
soudainement accéléré le
traitement du dossier. Il a été
renvoyé au corps des rapporteurs
qui a été chargé de procéder à
une étude de marché sur un
engagement proposé.
Le droit belge ne prévoit pas de
telle procédure.
Est-ce là un exemple de la
manière dont fonctionne notre
politique de concurrence? Est-il
tolérable que le Conseil ne
respecte pas les délais légaux? Le
Conseil est-il en mesure
d'intervenir efficacement?
Combien de décisions ont-elles
été prises sur la base d'une plainte
et combien de plaintes ont-elles
été déclarées irrecevables pour
cause de prescription?
Comment le Conseil peut-il justifier
le fait de rendre obligatoire la
proposition d'engagement?
Comment en contrôler le respect?
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
05.05 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, tout
d'abord, je voudrais dire que, concernant les questions relatives aux
chiffres, je me permets de faire référence à l'article 122 du Règlement
de la Chambre en raison du délai très court. Mes services n'ont pas
eu le temps de rassembler les statistiques nécessaires. Je demande
donc aux membres qui ont posé des questions au sujet de chiffres de
poser cette question par écrit, de manière à ce que je puisse vous les
transmettre, dès réception des éléments de la part de mes services.
1. Quel est le délai moyen de traitement des dossiers? En fonction de
la complexité de l'affaire traitée, l'instruction d'un dossier par le corps
des rapporteurs et du service de la concurrence prend en moyenne
entre un an et trois ans à partir du moment où la décision de mettre
l'affaire à l'instruction à été prise par le corps. Des priorités sont
déterminées, notamment compte tenu de l'intérêt "prima facie" de la
plainte, du secteur concerné et de la disponibilité des agents
instructeurs.
2. Qu'allons-nous faire pour pallier des manquements tels que ceux
repris dans l'exemple cité? En 2004, dès ma désignation au
département, un nouveau président et un membre à temps plein ont
été nommés en remplacement des démissions de leur prédécesseur.
Dans le courant de cette même année, 4 rapporteurs ont été
désignés, ce qui fait monter le nombre de rapporteurs à 6. En même
temps, 16 attachés contractuels et statutaires ont été recrutés pour le
service de la concurrence. Enfin, un projet de révision totale de la loi
sur la protection de la concurrence économique est en cours.
J'en arrive aux questions posées.
1. A M. Wathelet, après le dépôt de la plainte par le plaignant en 1998
ainsi que plusieurs documents complémentaires des années 1998 et
1999, le service de la concurrence et le corps des rapporteurs, à partir
du 1
er
septembre 1999, ont procédé à une instruction de fond de cette
plainte. Cette instruction comprend une enquête de marché étendue,
une communication des griefs à la partie défenderesse, la réplique
étendue de cette dernière partie, conformément à l'article 23, §3 de la
loi, et la rédaction, suivie par le dépôt du rapport motivé devant le
conseil de la concurrence en date du 4 décembre 2001.
Depuis lors, le dossier a été traité par le conseil de la concurrence en
suivant différentes étapes: plusieurs décisions intermédiaires sur la
confidentialité des pièces, contenu du dossier, une ordonnance de
mise en état, le dépôt des répliques écrites circonstancielles de la
partie défenderesse en mars 2003, l'introduction de nouvelles pièces
par le plaignant au cours du 2
e
trimestre 2003.
En 2004, la partie défenderesse a présenté des engagements
inspirés par la procédure, telle qu'elle se déroule devant la
Commission européenne, de nature à répondre aux préoccupations
éventuelles dont elle aurait pu être informée par le Conseil,
parallèlement à ce qui est prévu dans l'article 9.1 du règlement de la
Commission européenne et du Conseil du 16 décembre 2002, relatif
à la mise en oeuvre des règles de concurrence prévues par les
articles 81 et 82 du traité.
Ces engagements ont été communiqués aux plaignants pour
05.05 Minister Marc Verwilghen:
Wat uw vragen naar
cijfergegevens betreft, ben ik,
gelet op de zeer korte termijn, zo
vrij naar artikel 122 van het
Reglement van de Kamer te
verwijzen. Mijn diensten
beschikten niet over de nodige tijd
om de gevraagde statistieken te
verzamelen. Ik zou u daarom
willen vragen die vragen schriftelijk
te stellen. Ik bezorg u het
antwoord zo snel mogelijk.
Afhankelijk van de complexiteit
van de zaak en van de gestelde
prioriteiten, kan het onderzoek van
een dossier door het korps van
verslaggevers en de dienst voor
de mededinging gemiddeld van
één tot drie jaar in beslag nemen.
Om de door u aangehaalde
problemen te vermijden, werden in
2004 een nieuwe voorzitter en een
voltijds lid benoemd, werden vier
verslaggevers aangewezen en
werden zestien contractuele en
statutaire attachés in dienst
genomen. Ten slotte wordt een
ontwerp tot volledige herziening
van de wet tot bescherming van de
economische mededinging
voorbereid.
Wat het door de heer Wathelet
aangehaalde dossier betreft, wijs
ik erop dat de Dienst voor de
Mededinging en het korps
verslaggevers op 1 september
1999 een onderzoek ten gronde
hebben gestart. Dat onderzoek
bestaat uit een uitgebreid
marktonderzoek, de mededeling
van de bezwaren ten aanzien van
de verwerende partij, de
uitgebreide repliek van die laatste
en de indiening van het
gemotiveerd verslag op 4
december 2001. Intussen werd het
dossier door de Raad voor de
Mededinging behandeld, die een
aantal tussentijdse beslissingen
nam over het vertrouwelijk
karakter van de stukken en de
inhoud van het dossier; de Raad
nam een beschikking van
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
commentaires éventuels et font maintenant l'objet d'un test de marché
organisé par le corps des rapporteurs qui devra ensuite rédiger un
rapport complémentaire sur les résultats de ce test afin de déposer ce
rapport devant le Conseil. Le Conseil a souhaité que les entreprises
interrogées disposent d'au moins un mois pour formuler leurs
éventuelles observations et remarques.
Je vous signale qu'à ce jour, 15 audiences ont été consacrées à cette
affaire, dont plusieurs ont duré une journée entière. Il n'est pas
surprenant que cette procédure ait nécessité plusieurs années, étant
donné la complexité et la réorientation nécessaire du dossier, à la
suite de la présentation des engagements inspirés par l'entrée en
vigueur du règlement de janvier 2003 cité antérieurement.
Enfin, il appartient au Conseil de la concurrence, juridiction
administrative indépendante, d'apprécier la meilleure mesure
permettant d'assurer la protection de la concurrence économique.
2. Le service de la concurrence comprend à ce jour, outre les deux
conseillers, 29 "case handlers", deux attachés désignés au secrétariat
du Conseil de la concurrence et deux attachés qui traitent des affaires
générales et internationales. Le corps des rapporteurs comprend six
personnes.
3. L'arrêté royal du 25 avril 2004 modifiant la loi sur la protection de la
concurrence économique, coordonnée le 1
er
juillet 1999, a apporté les
adaptations nécessaires pour mettre notre législation en conformité
avec le règlement précité.
ingereedheidverklaring, in maart
2003 diende de verwerende partij
de replieken in, waarop de klager
nieuwe stukken indiende. In 2004,
overeenkomstig de procedure van
het communautaire
mededingingsrecht, verbond de
verwerende partij zich ertoe een
aantal maatregelen te nemen om
aan de bezwaren van de Raad
tegemoet te komen. Die werden
aan de klager meegedeeld en
zullen op de markt worden
uitgetest, waarna het korps van
verslaggevers een aanvullend
verslag zal opstellen.
Tot op heden werden vijftien
zittingen aan dit erg ingewikkelde
dossier gewijd. Het is de Raad
voor de Mededinging die moet
uitmaken hoe de economische
mededinging het best kan worden
gevrijwaard.
De Dienst voor de Mededinging
bestaat uit twee raadsleden,
negenentwintig case senders en
twee attachés. Er zijn ook zes
verslaggevers.
Onze wetgeving werd door middel
van het koninklijk besluit van 25
april 2004 met de verordening van
2003 in overeenstemming
gebracht.
Ik kom terug op de vragen van mevrouw Creyf en de heer Geerts.
De Raad voor de Mededinging kan overeenkomstig artikel 31 van de
wet tot bescherming van de economische mededinging vaststellen dat
er een restrictieve mededingingspraktijk bestaat en bevelen dat deze
wordt beëindigd, indien nodig volgens de door hem voorgeschreven
modaliteiten. Indien de vervolgde onderneming zelf voorstellen
terzake formuleert, staat het de Raad vrij om zekerheid te hebben
over de degelijkheid en de inhoudelijke correctheid van de voorstellen,
deze te laten analyseren door het korps van verslaggevers en daarna
zijn appreciatie ervan in zijn beslissing op te nemen.
Ik geef een paar verduidelijkingen. Indien het aanbod van een
betrokken productmarkt het totale Belgische grondgebied omvat, is er
volgens vaststaande Europese beslissingspraktijken en rechtspraak
sprake van een beïnvloeding van de handel tussen de lidstaten. In die
zin moet de Raad voor de Mededinging toepassing maken van de
regels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag van de Europese
Gemeenschappen. In die zin kan de Raad, overeenkomstig hetgeen
hierboven werd gesteld, niet de verbintenissen voorgesteld door de
onderneming als dusdanig aanvaarden en voor bindend verklaren
maar ze inhoudelijk opnemen in de modaliteit die hij voorschrijft
En vertu de l'article 31 de la loi sur
la protection de la concurrence
économique, le Conseil peut
constater l'existence d'une
pratique restrictive de concurrence
et ordonner la cessation de celle-
ci. Si l'entreprise poursuivie
formule elle-même des
propositions pour remédier à la
situation, le Conseil est libre de les
faire examiner et, éventuellement,
de les intégrer dans sa décision.
Le délai de six mois est indicatif et
difficile à respecter dans les
dossiers complexes. Aucune
sanction n'est prévue.
Le Conseil de la concurrence peut
ordonner la cessation d'une
pratique restrictive de
concurrence. C'est le Service de la
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
volgens dewelke de restrictieve mededingingspraktijk dient te worden
beëindigd. Het is immers de Raad die dient te oordelen over de meest
aangewezen manier om de mededinging op de markt te herstellen.
Op te merken valt ook dat de termijn van zes maanden waarbinnen
de Raad een uitspraak moet doen een vraag van mevrouw Creyf
niet gesanctioneerd is. Deze richttermijn kan soms moeilijk worden
aangehouden in bepaalde zeer complexe dossiers.
De Raad kan in zijn beslissingen altijd voorzien in de nodige modaliteit
om een restrictieve mededingingspraktijk te laten ophouden. De
naleving en de uitvoering ervan dient te worden verzekerd door de
dienst Mededinging zoals bedoeld in artikel 14, paragraaf 1 van de
wet. Het is niet de Raad voor de Mededinging maar de dienst voor de
Mededinging die de opvolging en naleving van de getroffen
beslissingen dient te verzekeren.
Wat de vragen van mevrouw Creyf betreft, kan ik het volgende
meedelen. Gelet op de onafhankelijkheid van de Raad voor de
Mededinging komt het niet toe aan de minister van Economie om zich
uit te spreken over de inhoudelijke beslissingen van de Raad, noch is
de Raad hiervoor verantwoording verschuldigd aan het Parlement.
Mochten beslissingen van de Raad een onvoldoende juridische basis
hebben, dienen de betrokken partijen zich te voorzien in beroepen.
Ik kom terug op een discussie die we gisteren hebben gevoerd. Niet
alleen de kaders van de Raad zullen moeten worden uitgebreid. Gelet
op het samenspel tussen regulator die de markt ex ante regelt en de
mededingingsautoriteit die de markt ex post regelt, zal het in de
toekomst absoluut nodig zijn een wetgevend initiatief te nemen om
verdere afspraken mogelijk te maken. Het ontwerp van een nieuwe
wet op de mededinging is reeds ver gevorderd met dito uitbreiding
van mogelijkheden.
concurrence qui veille au respect
de cette décision, conformément à
l'article 14 de la loi.
Etant donné l'indépendance du
Conseil, je ne puis me prononcer
quant au fond sur les décisions.
Une initiative législative devra être
prise à l'avenir. Le nouveau projet
de loi sur la concurrence est déjà
bien avancé et permet un
élargissement du Conseil.
05.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, en ce qui
concerne les chiffres, je ne vois aucune objection à votre proposition.
Souhaitez-vous que nous posions la question par écrit ou la question
déposée suffit-elle?
05.06 Melchior Wathelet (cdH):
Wat de cijfers betreft, heb ik geen
enkel bezwaar bij uw voorstel.
Wenst u dat wij u de vraag
schriftelijk stellen of volstaat de
reeds ingediende vraag?
05.07 Marc Verwilghen, ministre: Je transmettrai les chiffres à tous
ceux qui m'ont interrogé aujourd'hui.
05.07 Minister Marc Verwilghen:
Ik zal de cijfers bezorgen aan
iedereen die mij vragen heeft
gesteld.
05.08 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie.
Si je peux comprendre la complexité du dossier, des engagements ou
des propositions faites par toutes les parties et les délais afférents,
j'estime toutefois qu'en cette matière, la diligence doit être de mise.
En effet, l'abus de position dominante invoqué est renforcé si la partie
poursuivie pour ces faits peut continuer à appliquer cette pratique
pendant sept ans. En matière économique, il est important d'aller très
vite car les dégâts causés entre-temps peuvent porter préjudice à la
concurrence et aux autres entreprises présentes sur le marché.
05.08 Melchior Wathelet (cdH):
Al kan ik de ingewikkeldheid van
het dossier begrijpen, toch meen
ik dat snel moet worden
ingegrepen. Het misbruik van een
dominante marktpositie wordt nog
versterkt indien de vervolgde partij
die praktijk gedurende zeven jaar
kan voortzetten. Daardoor kan de
mededinging op de markt
aanzienlijk worden verzwakt. Het
kan verleidelijk zijn om te wachten
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Le mécanisme consistant à tenter de travailler sur la base de
propositions d'une partie vis-à-vis de l'autre peut paraître séduisante
il vaut mieux un accord possible plutôt qu'un jugement contraignant
mais, parallèlement, il faut s'assurer que ces propositions ne servent
pas à ralentir la procédure ou à privilégier la société la plus forte qui,
dans sa position dominante, peut avoir intérêt à ce que le dossier
traîne ou peut mettre l'autre entreprise en difficulté dans le cadre de
négociations.
J'estime que ce dossier mérite toute notre attention. Vous avez
indiqué que vous vous en préoccuperiez également.
Monsieur le ministre, en ce qui concerne la conformité de notre
législation avec le règlement A/2003, l'ensemble des obligations
européennes qui nous avaient été imposées à cette occasion ont-
elles été remplies par la Belgique? Je n'ai pas entendu de réponse à
cette question.
tot de ene partij voorstellen doet
aan de andere, maar men moet
zich er toch van vergewissen dat
die voorstellen niet worden
aangewend om de procedure af te
remmen of om het dominerende
bedrijf te bevoordelen.
Dit dossier verdient onze
onverdeelde aandacht. Is België
het geheel van Europese
verplichtingen met betrekking tot
de verordening van 2003
nagekomen?
05.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, j'accepte que
vous nous donniez les indications chiffrées par écrit, et je ne pense
pas que ce soit volumineux.
05.09 Muriel Gerkens (ECOLO):
U kan ons de cijfergegevens
schriftelijk bezorgen; ik denk dat
ze geen al te lijvig document zullen
vormen.
05.10 Marc Verwilghen, ministre: Le document représente quand
même une dizaine de pages.
05.10 Minister Marc Verwilghen:
Het gaat toch om een tiental
bladzijden.
05.11 Muriel Gerkens (ECOLO): Ce qui m'inquiète, et c'est un des
problèmes en Belgique, c'est qu'on ne possède pas la culture du
respect des règles de la concurrence et de l'utilisation de ces outils-là.
On a donc tendance, me semble-t-il, à essayer de conclure les
choses par des accords plutôt que de venir avec des astreintes, des
amendes ou de casser des actions ou des contrats. En tout cas, c'est
la lecture que j'en fais en voyant ce qui se passe depuis de
nombreuses années.
Ce qui me préoccupe, et je prends notamment l'exemple qui a servi à
nos questions, c'est qu'il y a des moments où on est face à une
inégalité totale entre les acteurs qui sont en litige. Dans ce cas-ci, il
s'agit d'une multinationale qui dispose de moyens énormes, face à de
plus petites entreprises qui créent de l'emploi et de l'activité en
Belgique.
La volonté politique doit être claire et doit respecter l'indépendance
des outils mis en place tout en considérant que le marché doit
répondre et respecter toute une série de règles. Par rapport à des
engagements et à cette procédure, on risque de se trouver dans une
situation très inégalitaire où les intérêts du plus faible, souvent le
plaignant évidemment, ne sont peut-être pas suffisamment pris en
compte. Dans la réponse que vous donnez, vous nous dites que vous
êtes en train de retravailler la loi; donc vous avez l'intention d'y
implémenter des dispositions européennes, en ce compris la pratique
des engagements.
05.11 Muriel Gerkens (ECOLO):
In België is de gewoonte om de
mededingingsregels na te leven
niet ingebakken. Al te vaak geeft
men de voorkeur aan onhandige
akkoorden, in plaats van voor
bindende instrumenten te opteren.
In dit geval trekken de
verschillende partijen evenwel met
ongelijke middelen ten strijde.
De politieke wereld moet dan ook
eerbied tonen voor de
onafhankelijkheid van de
uitgewerkte middelen, door ervan
uit te gaan dat de marktspelers
verantwoordelijk zijn voor hun
handelingen en de regels moeten
naleven. De belangen van de
zwakste partij, die vanzelfsprekend
vaak de klager is, moeten worden
gevrijwaard. U verklaart dat u de
wet wil wijzigen om er de
Europese bepalingen, waaronder
de praktijk van de verbintenissen,
in op te nemen.
05.12 David Geerts (sp.a-spirit): Het belangrijkste in de discussie
over het al dan niet bindend verklaren van de engagementen, is dat
dat niet kan. Dat is volgens mij de kern van de vraag wat de
05.12 David Geerts (sp.a-spirit):
Des engagements ne peuvent pas
être rendus obligatoires.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
bevoegdheden zijn van de Raad voor de Mededinging. Het antwoord
volstaat.
05.13 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat
dergelijke gevallen inderdaad een testcase zijn voor ons
mededingingsbeleid. We moeten vaststellen dat de Raad voor de
Mededinging machteloos is in moeilijke dossiers - allicht is het hier
een moeilijk dossier , en zeker ten opzichte van ondernemingen met
een machtspositie. In het dossier stellen we dit vast: dominantie van
één bedrijf brengt eigenlijk de economische onafhankelijkheid van
andere bedrijven in het gedrang. Ik vind het heel jammer dat we
moeten vaststellen dat in serieuze dossiers, in dossiers waarin er een
machtspositie speelt, de Raad voor de Mededinging machteloos blijkt
te zijn en niet kan optreden. Dat is jammer voor de economische
situatie van veel bedrijven in ons land.
De cijfers moeten we nog krijgen van u, mijnheer de minister. Naar
wat ik hoor, beperkt de inertie van de Raad zich niet tot dit specifieke
geval. Dat zal allicht ook blijken uit de cijfers die we straks gaan
krijgen.
Wat de procedure van engagement betreft, de Raad verwijst naar de
Europese procedure en u verwijst ook naar die Europese procedure.
Die Europese procedure heeft nochtans geen wettelijke basis in ons
Belgisch recht. Kan de verwijzing naar een Europese procedure die
geen basis heeft in het Belgische recht zomaar? Is dat niet in strijd
met de Belgische wetgeving? Aansluitend bij wat de heer Wathelet
heeft gesteld, zou ik toch graag nog bijkomende informatie krijgen
over de relatie tussen de Europese procedure en de wettelijke basis
in het Belgisch recht.
Dat het personeel wordt uitgebreid, is inderdaad bijzonder belangrijk,
des te meer omdat u de Raad voor de Mededinging nieuwe
bevoegdheden hebt gegeven. Nu, als dit de illustratie is van de
werking van de Raad voor de Mededinging, dan denk ik dat ik gelijk
heb gehad om gisteren een aantal kritische vragen te stellen in
verband met de nieuwe rol die de Raad voor de Mededinging krijgt
inzake gas en elektriciteit.
05.13 Simonne Creyf (CD&V):
Force est de constater que le
Conseil de la concurrence est
impuissant dans les dossiers
complexes, a fortiori face à des
entreprises en position de force.
C'est regrettable pour la situation
économique de nombreuses
entreprises de notre pays.
Le ministre et le Conseil de la
concurrence font référence à la
procédure européenne en matière
d'engagement, mais cette
procédure est dénuée de tout
fondement légal en droit belge.
Il est important de renforcer le
personnel, d'autant plus que de
nouvelles compétences vont être
attribuées au Conseil.
05.14 Minister Marc Verwilghen: Ik wil nog even kort reageren, want
men wekt soms de indruk dat, omdat een dossier lang aansleept, de
instelling dus niet functioneert. Men kan dat per definitie doortrekken
als men wil naar de werking van onze hoven en rechtbanken. Het is
niet omdat sommige procedures tientallen jaren duren dat men
d'office mag stellen dat justitie niet werkt. Dat is geen algemene regel.
Een zaak kan bijzonder complex zijn. Het blijkt bij de zaak waarover
het hier gaat, over een heel complexe materie te gaan.
Ik wil u nog aan twee zaken herinneren. Toen ik op het departement
gekomen ben, waren er amper twee personen van de vier die in die
Raad voor de Mededinging aan het werk waren. Men had
selectieprocedures gehouden bij SELOR en er waren laureaten. Ik
heb hoegenaamd niet gekeken wat hun politieke connotatie of binding
zou kunnen zijn. Dat interesseert mij zelfs niet. Ik heb alleen
vastgesteld dat ze competent waren en ik heb ze dus ook onmiddellijk
aangesteld.
05.14 Marc Verwilghen, ministre:
Ce n'est pas parce que le
traitement d'un dossier dure
longtemps que l'institution ne
fonctionne pas. Il s'agit en l'espèce
d'une matière très complexe.
La procédure de sélection a été
réalisée par le Selor et j'ai désigné
les lauréats pour leurs
compétences, sans tenir compte
de leur tendance politique.
Depuis lors, je constate que les choses reprennent, que les gens Sindsdien heb ik vastgesteld dat
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
s'organisent et font leur travail. Très bonne question sur la mise en
application de ce fameux règlement: en tout état de cause, il est
d'application. Comme vous le savez, selon le principe "pacta sunt
servanda", la décision prise au niveau européen doit être transposée
dans notre législation. Il y a donc concordance sans aucun doute.
Cela dit, j'ai saisi l'occasion de la nouvelle loi en préparation pour
formuler au mieux tous les aspects permettant une application des
articles 81 et 82 de la convention, d'une part, et du règlement de
2003, d'autre part.
het werk beter is georganiseerd.
De verordening van 2003 is van
toepassing en moet in onze
wetgeving worden omgezet. Ik heb
van de nakende invoering van de
nieuwe wet gebruik gemaakt om
een optimale toepassing van de
verordening en de artikelen 81 en
82 van het Verdrag te
bewerkstelligen.
Ik wil ook onderstrepen dat ik van de gelegenheid gebruik wil maken
om tegelijkertijd de Raad uit te breiden. Ik heb gesprekken gevoerd
enkel over de organisatie van de werkzaamheden, niet over de inhoud
van het dossier met de vier personen die daar nu zitten. Daaruit
blijkt zeer duidelijk dat er, net zoals in het korps, een nood is om niet
alleen een beroep te kunnen doen op juristen, maar ook op
economisten. Wij zullen dus moeten komen tot een systeem met acht
personen, zes juristen en twee economisten, die bijgestaan worden
door zes experts en door een staf medewerkers, die belangrijker is
dan de huidige, want dat werd gisteren terecht aangehaald wij
zullen ook bijkomende taken opleggen aan de Raad voor de
Mededinging binnen de omzetting van andere richtlijnen, onder meer
de richtlijn betreffende gas en elektriciteit. Ik wil dat toch nog eens
herhalen, want de bekommernissen die uit uw vragen blijken, zijn ook
bekommernissen die ik met u deel. Ik moet er in alle geval zeker van
zijn dat de zaak kan functioneren.
Je veux profiter de l'occasion pour
élargir le Conseil de la
concurrence, qui doit s'adjoindre la
collaboration de juristes et
d'économistes. Dans le cadre du
nouveau système, ceux-ci seront
assistés par des experts et des
collaborateurs. Ce renforcement
est nécessaire car le Conseil se
verra confier de nouvelles
missions, notamment la
transposition de la directive
relative au gaz et à l'électricité.
En ce qui concerne la culture, il est exact que les tâches exécutées
jusqu'à présent par le Conseil de la concurrence sont plutôt
classiques. La manière de travailler et de faire l'instruction nous
amenait parfois à perdre du temps dans des affaires où il fallait aller
vite. Là également, dans le nouveau projet de loi, j'essaie de remanier
son fonctionnement et de le fixer sur les tâches modernes d'une
autorité de la concurrence.
De opdrachten waarvan de Raad
voor de Mededinging zich tot nu
toe heeft gekweten, zijn inderdaad
eerder klassiek van aard en
hadden sneller mogen worden
afgewerkt. Het wetsontwerp
beoogt de werking van de Raad te
herzien, zodat deze zich op de
moderne taken van een
mededingingsautoriteit kan
toespitsen.
05.15 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, u zegt dat de
Europese procedure kan geïmplementeerd worden, maar moet er
eerst een bepaling zijn in onze wet? Of moet dat niet?
05.15 Simonne Creyf (CD&V):
Faut-il d'abord insérer une
disposition dans notre législation
pour transposer la procédure
européenne? Le ministre
confirme-t-il formellement que la
procédure s'applique au droit
belge?
05.16 Minister Marc Verwilghen: Neen, het is een pacta sunt
servanda. Het is een internationale regelgeving. Het is een reglement.
Het is geen richtlijn. Het is een reglement.
05.16 Marc Verwilghen, ministre:
Il s'agit d'une réglementation
internationale et non d'une
directive.
05.17 Simonne Creyf (CD&V): Het is dus van toepassing in het
Belgisch recht. Bevestigt u dat formeel?
05.18 Minister Marc Verwilghen: Dat is wat men mij bevestigd heeft. 05.18 Marc Verwilghen, ministre:
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Dat zijn de regels voor een reglement. Als ik de wet aanpas, zal ik wel
van de gelegenheid gebruikmaken om tegelijkertijd de principes van
het reglement ...
Il m'a été confirmé qu'un tel
règlement est applicable au droit
belge.
05.19 Simonne Creyf (CD&V): Dat is belangrijk. U zegt dat het van
toepassing is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Tant heeft mij op het hart gedrukt om zeker de tijd te respecteren. Ik ben nu al in de
fout gegaan. Ik zou dus willen vragen om de volgende vragen niet langer dan twee minuten te laten duren.
M. Tant m'a demandé de respecter le temps imparti. Je vous demande de vous limiter à deux minutes par
question.
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de stand van zaken omtrent de hervormingen van de Raad voor de
Mededinging" (nr. 5715)
06 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'état d'avancement de la réforme du Conseil de la concurrence"
(n° 5715)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, het was de
bedoeling dat mijn vraag bij de andere vragen gevoegd zou worden.
Blijkbaar is dat ontsnapt aan het oog van de opstellers van de
agenda. Mijn vraag handelt over hetzelfde onderwerp.
Mijnheer de minister, vermits wij bezig waren over de Raad voor de
Mededinging, vermoed ik dat u op een aantal elementen al een
antwoord gegeven hebt. Ik heb hierover in het verleden al meerdere
keren vragen gesteld, zowel aan u als aan uw voorgangers, zelfs nog
aan Elio Di Rupo. Mijn vraag is eveneens gegroeid naar aanleiding
van het fameuze geval dat mijn collega vernoemde: Coca Cola
Enterprises Belgium. Ik heb de betrokkenen gevraagd om
rechtstreeks contact op te nemen met uw kabinet, maar ik vond het
toch nuttig om de stand van zaken in de hervorming van de Raad
voor de Mededinging te checken.
Ik heb vier heel concrete vragen. U doet u ermee wat u wilt. Als u ze
al beantwoord hebt, dan laat u het maar. Welke verandering in de
resultaten van de Raad is merkbaar sinds de personeelstoename?
Wat is de stand van zaken in de hervorming van de Raad met het oog
op een betere werking? Is de Raad voor de Mededinging in staat om
tot werkelijke beslissingen te komen? Kunt u een inschatting maken
van de opgelopen achterstand?
06.01 Trees Pieters (CD&V): Ma
question rejoint les autres
questions à propos du Conseil de
la Concurrence. L'augmentation
des effectifs du Conseil s'est-elle
déjà traduite par une amélioration
des résultats? Où en est la
réforme du Conseil? Le Conseil
est-il en mesure de prendre des
décisions? Le ministre peut-il
évaluer le retard accumulé?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik probeer
kort te antwoorden op de vraag van Mevrouw Pieters.
Ten eerste, de Dienst voor de Mededinging werd het afgelopen jaar
versterkt. Hij groeide aan van zeventien tot drieëndertig
personeelsleden. Het korps verslaggevers groeide van twee tot zes
personeelsleden. De raad is in die zin versterkt dat de twee voltijdse
leden die in 2003 vertrokken zijn, in 2004 werden vervangen.
Daardoor werkt de raad terug op volle sterkte van het momenteel
door de wet bepaalde kader.
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Service de la concurrence est à
présent doté du cadre prévu par la
loi et est pleinement opérationnel.
Pour améliorer encore la politique
de la concurrence, je présenterai
sous peu un nouveau projet de loi
dans le cadre duquel j'ai choisi de
poursuivre le renforcement des
différents organes et de relever les
seuils de notification des
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Ten tweede, met het oog op een betere werking van het
mededingingsbeleid in het algemeen heb ik in het nieuwe
wetsontwerp dat in voorbereiding is, geopteerd voor een versterking
van de verschillende organen. Dit wordt aangevuld met een verhoging
van de notificatiedrempels voor concentraties. Samengenomen moet
dat de mededingingsautoriteit in staat stellen eventuele restrictieve
mededingingspraktijken op te sporen en te bestraffen. Ik hoop dit
ontwerp binnen afzienbare termijn aan het Parlement te kunnen
voorleggen.
De raad is zeer zeker in staat om tot beslissingen te komen. In 2004
zijn er negenenzestig beslissingen genomen. Vanaf 1 januari 2005 tot
op heden zijn er zeven beslissingen genomen. Er is momenteel een
achterstand betreffende twaalf Nederlandstalige zaken en twintig
Franstalige zaken. Dat zijn zaken waarvan het verslag bij de raad is
binnengekomen alvorens in oktober 2004 een nieuwe voorzitter en
een nieuw voltijds lid werden benoemd. Het gaat veelal om zaken
waarin de seponering van de klacht wordt voorgesteld of waarin de
verjaring moet worden vastgesteld. Deze zaken zouden dus dit jaar
gemakkelijk moeten kunnen worden weggewerkt. Twee daarvan zijn
nu in behandeling. In nog zes andere zaken is het verslag van de
rapporteurs binnengekomen in 2005 en is de behandeling door een
kamer nu aangevat.
concentrations.
Le Conseil est parfaitement en
mesure de prendre des décisions.
En 2004, il en a pris 69 et cette
année, il en totalise déjà sept.
Actuellement, le Conseil accuse
encore un retard dans douze
dossiers en néerlandais et dans
vingt autres en français. Il devrait
avoir résorbé ce retard avant la fin
de l'année.
06.03 Trees Pieters (CD&V): Ik heb alleen niet begrepen in hoeveel
zaken werd beslist in 2004.
06.04 Minister Marc Verwilghen: In 2004 waren dat er
negenenzestig.
06.05 Trees Pieters (CD&V): Bedankt voor dit antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de werking van de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid" (nr. 5676)
07 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le fonctionnement du Conseil fédéral de la Politique scientifique"
(n° 5676)
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid is samengesteld
uit 33 leden die op voorstel van zowel de federale overheid als de
gewestregeringen worden gekozen. De samenstelling werd wettelijk
vastgelegd in de koninklijke besluiten van 8 augustus 1997 en 11
maart 1999. Daarin kunnen we eveneens lezen dat het lidmaatschap
van de federale raad voor wetenschapsbeleid vier jaar bedraagt.
Nu blijkt echter dat de hernieuwing van deze mandaten maar niet wil
vlotten waardoor de werking van de Federale Raad voor
Wetenschapsbeleid ernstig bemoeilijkt wordt. Meer zelfs, ik zou zelfs
durven zeggen dat de Raad momenteel op non-actief staat.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Wat is de stand van zaken in dit dossier? Hoe verloopt de procedure
tot hernieuwing van de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid? Ik
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Un
problème semble se poser à
propos du renouvellement des
mandats du Conseil fédéral de la
politique scientifique. Quel est
l'état d'avancement de ce dossier?
Quand le Conseil pourra-t-il à
nouveau jouer son rôle?
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
heb vernomen dat de Gewesten werden uitgenodigd hun
kandidaturen in te dienen en dat reeds gedaan hebben. Wanneer zal
de nieuwe Federale Raad voor Wetenschapsbeleid geïnstalleerd
worden zodat hij zijn rol opnieuw kan opnemen?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, deze vraag
was mij gesteld door mevrouw Creyf en mevrouw Ghenne, maar ik
heb begrepen dat mevrouw Ghenne momenteel verhinderd is om
aanwezig te zijn. Haar vraag had dezelfde teneur. Ik zal dus het deel
van mevrouw Ghenne verder in het Nederlands vertalen voor u.
In mijn beleidsnota heb ik inderdaad de wens uitgedrukt om de
Federale Raad voor Wetenschapsbeleid, die was opgericht bij
koninklijk besluit van 8 augustus 1997, terug samen te roepen. Ik ben
van mening dat er nood is aan een orgaan waar vertegenwoordigers
uit de onderzoekswereld van zowel het federale als het regionale
niveau en vertegenwoordigers uit economische en sociale milieus
elkaar kunnen ontmoeten rond dringende beleidsvragen die verband
houden met onderzoek en ontwikkeling. Ik denk bijvoorbeeld aan de
3%-norm, de fiscale maatregelen ter ondersteuning van onderzoek en
ontwikkeling, mobiliteit van onderzoekers, financiering van
onderzoeksprogramma's, steun aan excellerende onderzoekscentra
en -instellingen, het stimuleren van netwerking en privaat-publieke
samenwerking enzovoort. We hebben dus onderwerpen genoeg om
daar te behandelen.
Op 8 september 2004 heb ik de ministers-presidenten van de
deelregeringen gevraagd namen te noemen van leden voor de
opnieuw samen te stellen Federale Raad. Het mandaat van 33
zetelende leden liep eind 2003 ten einde. Ik ontving al een antwoord
van de Waalse regering, van de Communauté française en van de
Duitstalige Gemeenschap. Ik wacht nog op een antwoord van de
Vlaamse regering en van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.
J'ai par ailleurs insisté auprès des différents gouvernements
régionaux en faveur d'une composition équilibrée entre hommes et
femmes. Daarvoor zal natuurlijk de wet van 17 juli 1997 moeten
worden toegepast.
Het is ook mijn bedoeling om in de toekomst de raad de taak te geven
van een soort Hoge Raad voor Innovatie. Ik wil de vrucht van de
werkzaamheden van de high-level groep, die waarschijnlijk binnen
een aantal weken in staat zal zijn om een eerste verslag neer te
leggen, als een soort van aanbeveling meenemen naar de Federale
Raad voor Wetenschapsbeleid zodat die kan worden omgevormd tot
een Hoge Raad voor Innovatie. Ik hoop alleen dat de nog in gebreke
zijnde deelregeringen mij zo spoedig mogelijk die namen bezorgen. Ik
heb er geen belang bij om te blijven wachten. Ik heb daarop trouwens
al een aantal keren geïnsisteerd.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Ma note de politique fédérale
mentionne effectivement mon
intention de reconvoquer le
Conseil fédéral de la Politique
scientifique. Un organisme où les
représentants du secteur de la
recherche, des milieux
économiques et des mouvements
sociaux peuvent débattre de
questions politiques pressantes en
matière de recherche et de
développement, constitue une
nécessité.
En septembre 2004, j'ai demandé
aux gouvernements des entités
fédérées de proposer des noms
en vue de la reconstitution de ce
Conseil. J'attends toujours la
réponse des gouvernements
flamand et bruxellois.
La loi du 17 juillet 1997 s'applique
en ce qui concerne l'équilibre entre
hommes et femmes.
Je voudrais transformer à l'avenir
le Conseil fédéral de la politique
scientifique en un Conseil
supérieur de l'innovation. J'espère
que les gouvernements des
entités fédérées qui ne m'ont pas
encore transmis des noms de
candidats le feront dans les plus
brefs délais.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb de
voordrachtlijst van de Vlaamse Gemeenschap al gezien. Ik ben dan
ook een beetje verbaasd dat u ze nog niet hebt. De Vlaamse regering
heeft blijkbaar al beslist. Ik neem aan dat u eerstdaags deze lijst zal
ontvangen.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): Je
m'étonne que le ministre n'ait pas
encore reçu la liste des candidats
de la Communauté flamande car
j'ai déjà pu consulter ce document.
Het incident is gesloten.
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het onderhoud met de belangrijkste concertorganisatoren over de
woekerprijzen van 'tweedehands' tickets" (nr. 5693)
- de heer Stijn Bex aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de handel in tickets voor evenementen" (nr. 5752)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de verkoop van concerttickets op de zwarte markt" (nr. 5943)
08 Questions jointes de
- M. Jef Van den Bergh au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "l'entrevue avec les principaux organisateurs de concerts concernant les
prix prohibitifs des billets 'de seconde main'" (n° 5693)
- M. Stijn Bex au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le trafic de tickets à l'occasion de grands événements culturels ou sportifs" (n° 5752)
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le marché noir des tickets de concert" (n° 5943)
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de voorzitter, om aan de
vraag van de heer Paul Tant te voldoen zal ik mijn vraag heel beknopt
houden.
Mijnheer de minister, de problematiek is reeds langer gekend. Met de
voorverkoop voor het optreden van U2 in juni heeft dit zich nog eens
duidelijk gemanifesteerd. De tickets zijn zeer snel uitverkocht en
onmiddellijk daarna worden op eBay tickets verkocht tegen
woekerprijzen.
Vanuit de sector zelf komt de vraag naar manieren om hier in te
grijpen. Mijnheer de minister, u hebt toen aangekondigd dat u een
overleg zou organiseren met de sector. Mijn vraag is daarop
gebaseerd. Hoe is dat overleg verlopen? Welke maatregelen ziet u
om in de toekomst dergelijke praktijken tegen te gaan? Ondertussen
hebben wij daarover heel wat kunnen lezen in de media.
Een aspect daarbij is het aantal tickets dat door de organisatoren
wordt achtergehouden voor het grote publiek. Ik heb het dan over
plaatsen voor sponsors, bedrijven en vips allerhande. Ik neem aan dat
daarop wettelijk weinig af te dingen valt, maar ik kan mij voorstellen
dat dit in gesprekken over deze problematiek, over de schaarste aan
tickets voor het grote publiek aan bod komt. Daarom had ik daarover
ook graag een vraag gesteld. Hebt u zicht op het aantal tickets dat
wordt achtergehouden? Komt dat ook aan bod in de gesprekken?
Hebt u het daarover ook gehad?
08.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le commerce de tickets
de seconde main pour de grands
concerts ne cesse de s'amplifier.
Les tickets sont épuisés en un rien
de temps et, immédiatement
après, des quantités
impressionnantes sont mises en
vente sur internet, à des prix
excessifs. Le secteur demande la
cessation de ces pratiques illicites.
Une concertation a déjà été
menée à ce sujet entre le ministre
et le secteur. Quels en sont les
résultats?
Un certain nombre de tickets ne
sont pas mis à la disposition du
grand public par les organisateurs.
Ces tickets sont destinés à des
VIP et des sponsors. Cet aspect
de la distribution des tickets a-t-il
également été abordé lors de la
concertation?
08.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb over deze problematiek ook reeds vragen gesteld aan
uw voorgangster, aan minister Moerman. Er waren toen gelijkaardige
problemen met tickets voor Rock Werchter.
Ik was van plan om u vandaag te vragen naar het resultaat van het
overleg met de sector van concertorganisatoren, dat u had
aangekondigd. Aangezien wij over de resultaten van dat overleg
reeds hebben kunnen lezen in de pers, zou ik graag een aantal
opmerkingen geven over hetgeen wij de laatste dagen in de pers
hebben kunnen lezen, namelijk dat uw kabinet samen met dat van
staatssecretaris Hervé Jamar zal controleren of ticketverkopers een
08.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): A la
suite de la concertation, il a
notamment été décidé que le
ministre des Affaires
économiques, en collaboration
avec le secrétaire d'Etat Jamar,
veillera désormais à ce que les
vendeurs de tickets satisfassent à
toutes les exigences posées par la
législation, telles que l'utilisation
d'un numéro d'entreprise. J'ai moi-
même déposé une proposition de
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ondernemingsnummer hebben en taksen betalen en of zij voldoen
aan die eisen van de wet.
Samen met een aantal collega's heb ik zelf reeds een wetsvoorstel
ingediend om deze problematiek te verhelpen. Het is een heel
eenvoudig voorstel dat, naar analogie met voetbaltickets, zou
verbieden om concerttickets met winstoogmerk door te verkopen. Ik
heb ook steeds gezegd dat ik open sta voor een betere oplossing.
Ik heb drie vragen bij de oplossing die u gesuggereerd hebt. Ik ben
benieuwd of u mij daarop een antwoord kan geven.
Ten eerste, het initiatief dat u samen met collega Jamar zal nemen
gaat ervan uit dat tickets doorverkopen met winst mag, zolang men
aan de vereiste van het betalen van belastingen voldoet. Daarmee
kan ik zelf niet akkoord gaan. Op die schaarse markt moeten wij
gewoon zorgen dat er geen tickets doorverkocht worden, dat iedereen
weet dat dit niet de bedoeling is. Fans moeten een faire kans krijgen
om een redelijke prijs te kunnen betalen voor hun ticket.
Een tweede fundamentele opmerking is dat u zich met uw voorstel
alleen lijkt te richten op de grote spelers op de markt, terwijl blijkt dat
heel wat particulieren zich op die markt werpen en een beperkt aantal
tickets aankopen bij U2 kon men vier tickets tegelijk bestellen en
met winst verkopen. Op die manier is het mogelijk om met drie
mensen gratis naar een optreden te gaan wanneer men zijn vierde
ticket doorverkoopt aan een viervoud van de prijs. Wij moeten blijven
herhalen dat dit niet kan.
Tot slot denk ik ook dat de heer Jamar wel belangrijkere opdrachten
heeft in de strijd tegen de fiscale fraude dan zich op dit thema toe te
leggen.
Ik wil tenslotte ook stellen, verder bouwend op de schriftelijke vraag
die ik heb gesteld naar aanleiding van het plan van minister Moerman
om op basis van de wet van 1946 op de woekerprijzen, ticketverkoop
aan banden te leggen, dat het toen al mijn veronderstelling was dat dit
met die wet niet zou lukken. De voorstellen die nu komen kunnen
daar inderdaad niet worden op toegepast, of toch niet op een
efficiënte manier. Ik vraag mij af of er nu eigenlijk een wetgeving
bestaat, op basis waarvan wij aan de mensen kunnen zeggen dat
tickets doorverkopen met winstoogmerk niet mag?
loi visant à rendre absolument
impossible la vente à profit de
tickets de concert, à l'instar du
système mis en place pour les
tickets de football. Le projet
Verwilghen autorise la vente à
profit, pour autant que la situation
fiscale soit en règle. En outre, son
projet vise principalement les
vendeurs de tickets à grande
échelle, alors que de nombreuses
ventes à petite échelle ont lieu
également entre des particuliers.
La loi de 1946 relative aux prix
prohibitifs est totalement
inadaptée pour endiguer le
phénomène actuel du trafic des
tickets de seconde main sur
internet. Il convient dès lors
d'adapter la législation existante.
08.03 Karine Lalieux (PS): Madame la présidente, monsieur le
ministre, je partage les propos tenus par mes deux collègues, je ne
les répèterai donc pas.
Toutefois, je ne suis pas du tout satisfaite des pistes développées hier
par M. Jamar. C'est une lutte a posteriori et non a priori. Par
conséquent, les personnes qui ne pourront pas racheter des tickets
car leur prix sera trop élevé, n'auront pas accès aux concerts. Même
si la TVA sera payée, j'estime que le système proposé par M. Jamar
ne sera pas dissuasif et que d'autres systèmes seront trouvés pour le
contourner. Mais j'interrogerai le secrétaire d'Etat à ce sujet. Il ne
vous appartient pas de répondre à des questions qui le concernent
directement.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:
08.03 Karine Lalieux (PS): Ik kan
geen genoegen nemen met de
gisteren door de heer Jamar
ontwikkelde denksporen omdat de
te hoge prijzen bepaalde personen
ervan zullen weerhouden een
concert bij te wonen en de
mensen die regeling zullen
omzeilen. Maar het zal de heer
Jamar zijn die daarop zal
antwoorden.
Welke denksporen heeft u
ontwikkeld na uw ontmoeting met
de concertorganisatoren? En hoe
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
- Quelles pistes avez-vous envisagées lors de votre rencontre avec
les différents organisateurs de concerts?
- Existe-t-il des pistes concernant la billetterie? L'important est que
chacun puisse se procurer des billets au prix décidé, déjà très élevé
d'ailleurs, par les organisateurs de concerts.
- L'idée de sanctionner la revente accompagnée de profits
anormalement élevés, comme c'est le cas pour les matchs de
football, a-t-elle été développée?
- La vente uniquement par internet et par téléphone plutôt qu'en
magasin ne constitue-t-elle pas une pratique encourageant la revente
et les achats groupés par internet?
zit het met de kaartverkoop?
Overweegt men de doorverkoop
met abnormaal hoge winst te
bestraffen, zoals dat voor de
voetbalwedstrijden het geval is?
Ware het niet beter de kaarten in
de winkel te laten verkopen
teneinde de doorverkoop en de
aankoop in grote hoeveelheden te
voorkomen?
08.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega's,
eerst zou ik willen zeggen dat wij op 8 februari overleg hebben gehad
met de organisatoren van evenementen. De bedoeling van dat
overleg was in de eerste plaats om een duidelijk overzicht van en
inzicht te krijgen in de feiten. Het staat in elk geval de organisatoren
vrij om hun eigen verkoopskanalen te kiezen. Ik denk niet dat het de
minister van Economie toekomt zich actief in te laten met het
verkoopsbeleid van organisatoren. Ik heb geleerd dat bij sommige
evenementen expliciet wordt gewerkt met tussenpersonen als
bijvoorbeeld Fnac. Soms verkoopt uitsluitend de organisator zelf
kaarten aan de liefhebbers. Soms gebeurt het dat vrijkaarten of
sponsorkaarten worden weggegeven en doorverkocht. De
doorverkoop van kaarten tussen particulieren kan fysiek en ook
virtueel gebeuren. Bij virtuele kaartenverkoop is het mogelijk dat
verkoopsnetwerken vanuit het buitenland opereren. Er zijn met
andere woorden tal van feitelijke en juridische omstandigheden
waarmee rekening moet worden gehouden, alvorens men in dezen tot
echt afdoende oplossingen kan komen.
08.04 Marc Verwilghen, ministre:
Une concertation a eu lieu le 8
février avec les organisateurs
d'événements. Ces organisateurs
sont évidemment libres de choisir
leur canal de vente. Les
possibilités qui s'offrent à eux sont
nombreuses: ils peuvent vendre
eux-mêmes leurs billets, offrir des
entrées gratuites ou des billets
sponsorisés, ou travailler avec des
intermédiaires qui revendent les
billets, que ce soit physiquement
ou virtuellement.
La concertation a montré qu'une nouvelle interdiction légale générale
n'était pas nécessaire et n'était d'ailleurs pas demandée par les
organisateurs. Une nouvelle initiative législative ne peut aboutir du
jour au lendemain. Or, le but des organisateurs est de réagir et de
remédier rapidement au problème des prix exubérants.
De plus, une nouvelle législation entraînerait une charge
administrative accrue tant pour les pouvoirs publics que pour le
secteur. Un vaste mécanisme de contrôle devrait être instauré et
impliquerait la vente de tickets nominatifs, des contrôles d'identité,
etc. Ceci générerait des problèmes assez importants.
De organisatoren zijn geen
vragende partij voor een nieuw
algemeen wettelijk verbod. Zij
wensen snel op de woekerprijzen
te kunnen reageren. Een nieuwe
wet zou evenwel tijd in beslag
nemen en bijkomend
administratief werk meebrengen.
Een verscherpt toezicht op de
kaartjesverkoop, via de invoering
van kaartjes op naam en
identiteitscontroles, zou heel wat
problemen veroorzaken.
Het is in de eerste plaats de bedoeling via bestaande wetgeving het
probleem aan te pakken. Het is van belang na te gaan of de min of
meer gestructureerde verkopers of verkoopsnetwerken die winst
maken, alle bestaande wettelijke verplichtingen wel degelijk naleven.
Deze verkopers moeten immers voldoen aan de BTW-verplichting,
beschikken over een ondernemingsnummer en worden geacht hun
winst aan te geven aan de fiscus.
Het overleg heeft aldus beslist in nauwe samenwerking tussen de
evenementsorganisatoren, de economische inspectie en de diensten
van staatssecretaris belast met de strijd tegen de fiscale fraude, de
verkopers actief op te sporen en op dit punt volledig door te lichten.
Je souhaite aborder le problème
par le biais de la réglementation
existante. Mes services vérifieront
si les vendeurs ou les réseaux de
vendeurs qui réalisent des
bénéfices respectent toutes les
obligations légales. Aussi tous les
vendeurs seront-ils repérés et
soumis à un examen, en étroite
collaboration avec toutes les
parties concernées.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Wie tickets verkoopt via internet mag zich in de komende maanden
aan een grondige controle verwachten.
Mes services sont actuellement en train d'identifier et d'enregistrer les
vendeurs par internet. Cette recherche sera finalisée fin mars. Les
données seront transmises aux cellules compétentes en matière de
fraude fiscale.
De identificatie van de verkopers
op het internet zal tegen eind
maart rond zijn. Dan zullen de
gegevens worden overgemaakt
aan de cellen die inzake fiscale
fraude bevoegd zijn.
In antwoord op de bijkomende vraag van de heer Bex, kan ik nog
melden dat in samenwerking met de procureur des Konings te
Leuven de cel internetbewaking van de Algemene Directie Controle
en Bemiddeling vorig jaar een vooronderzoek gedaan heeft om de
websites te identificeren via dewelke een aanzienlijk aantal
concerttickets voor het RockWerchter-festival werd doorverkocht met
een bij voorbaat abnormale winstmarge. Er werden aldus 10 websites
gescand en honderden aankondigingen voor doorverkoop
geïnventariseerd. Alle nuttige informatie werd overgelegd aan de
procureur des Konings te Leuven, die de zaak in onderzoek heeft
genomen.
Je puis répondre à M. Bex que,
dans le cadre d'une enquête
préliminaire, la cellule de
surveillance du commerce
électronique a identifié l'an dernier
les sites internet sur lesquels des
billets pour le festival rock de
Werchter étaient vendus avec une
marge bénéficiaire suspecte. Le
procureur du Roi de Louvain
dispose de toutes les informations
à ce sujet.
Ces recherches visaient à constater si la revente avait réellement eu
lieu et à quel prix les tickets avaient finalement été revendus, compte
tenu de la surenchère probablement forcée dans le cadre de ces
ventes aux enchères sur internet. Les intermédiaires ont été informés
de l'action répressive qui serait menée avant le festival et des
sanctions applicables en cas de constat d'infraction. Les utilisateurs
d'internet l'ont appris par les médias.
Het kwam erop aan vast te stellen
dat er wel degelijk sprake was van
doorverkoop en tegen welke prijs.
De veilingen op internet leiden
vaak tot te hoge prijzen. De
tussenpersonen werden op de
hoogte gebracht van de
repressieve aanpak en van de
sancties die kunnen worden
getroffen wanneer inbreuken
worden vastgesteld. De
internetgebruikers hebben een en
ander via de media vernomen.
Als gevolg daarvan zijn sommige tussenpersonen, nadat ze werden
benaderd, overgegaan tot het verwijderen van de koopaanbiedingen
die tegen buitensporige prijzen waren opgezet. Anderen daarentegen
vermeldden op hun website een verwijzing naar de vigerende
regelgeving. Verder hebben vele verkopers uit schrik voor vervolging
hun tekoopaanbiedingen onmiddellijk ingetrokken en hun tickets
doorverkocht tegen normale prijzen.
Op het vlak van het effect van de voorlichting en de preventie hebt u
natuurlijk een punt. U hebt daarop gewezen. Wat nu wordt gezegd en
de mededeling in de pers zal met zich brengen dat er een zeker
afschrikkingseffect werd bereikt. Ik denk dat we de toepassing van de
wet van 14 mei 1946 bijzonder scherp zullen moeten blijven
afdwingen. Op die manier boeken we enige vooruitgang.
Het belangrijkste is dat concertorganisatoren voor een groot stuk
kunnen instemmen met de maatregelen die nu worden genomen. We
zullen zien wat de evaluatie oplevert voor de toekomst. Het is wel
degelijk onze bedoeling om bijkomende maatregelen te nemen als
blijkt dat deze maatregelen en de medewerking niets hebben
opgeleverd. Wij moeten daarbij incalculeren dat dit wetgevend werk
Certains intermédiaires ont retiré
les offres de vente à des prix
exorbitants, d'autres font référence
sur leur site internet à la
réglementation en vigueur et
d'autres encore ont écoulé leurs
tickets à des prix normaux.
Nous devons continuer à veiller à
l'application stricte de la loi du 14
mai 1946. Il importe que les
organisateurs de concert adhèrent
aux mesures mises en place.
J'attends à présent l'évaluation. Si
celle-ci se révèle négative, je
n'hésiterai pas à prendre des
mesures complémentaires.
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
met zich zal brengen. Daarvoor is tijd nodig. Er zullen ook
inspanningen moeten worden geleverd die afwijken van wat tot op
heden werd gedaan. Volledigheidshalve moet ik zeggen dat dit de
organisatoren een beetje afschrikt.
08.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dank de minister in elk geval
voor zijn antwoord. Het meeste hebben wij wel al kunnen lezen.
Ik volg u wel als u zegt dat u met deze maatregelen kopers en
verkopers kunt afschrikken voor dergelijke praktijken. Anderzijds volg
ik ook de stelling die collega Bex daarstraks verwoordde. Het kan
namelijk ook overkomen alsof u nu zegt dat men tickets mag
verkopen aan hogere prijzen als men voldoet aan alle administratieve
en fiscale voorwaarden. Daarmee heb ik het persoonlijk toch wat
moeilijk.
08.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il semble à présent que la
vente de tickets à des prix élevés
est autorisée si toutes les
conditions administratives et
fiscales sont remplies. Cette
formule suscite des réserves de
ma part.
08.06 Minister Marc Verwilghen: Ik zal u precies zeggen wat ik toen
heb gezegd. Ik heb gezegd dat men de winsten die men heeft
geboekt moet bekendmaken. Natuurlijk, wanneer zou blijken dat er
woekerprijzen zijn gehanteerd, valt dat buiten het normale schema en
zal er opgetreden worden door de inspectiediensten
08.06 Marc Verwilghen, ministre:
Les bénéfices réalisés doivent être
déclarés et les services
d'inspection interviendront en cas
de profits usuraires.
08.07 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord, maar ik wens nog een en ander duidelijk op te merken.
Met het eerste uitgangspunt dat u hebt gehanteerd, met name dat bij
de organisatoren de vrije markt speelt en dat zij zelf moeten kunnen
bepalen hoe zij tickets aan de man brengen, daar ben ik het volledig
mee eens. Alleen, het gaat mij er niet om hoe de organisatoren hun
tickets aan de man brengen. Het gaat mij erom wat er gebeurt met die
tickets nadat de organisatoren ze verkocht hebben, vaak al aan zeer
hoge prijzen. Momenteel wordt er trouwens een debat gevoerd over
de vraag of men die hoge concerttoegangsprijzen niet wat moet
dimmen omdat de concertorganisatoren zelf in de problemen komen
doordat zij te hoge prijzen vragen. Ik ben ervan overtuigd dat voor de
topconcerten - ik heb het hier alleen over de topconcerten waarbij
men denkt werkelijk winst te kunnen maken - een duidelijke regeling
nodig is.
Let wel, dit moet kunnen gebeuren zonder overlast te creëren. Ik wil
het niet moeilijker maken voor de fans, om naar een concert te gaan.
Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat mensen hun identiteitskaart
moeten laten zien wanneer zij de concertwei betreden om te zien of
de naam op het ticket wel overeenkomt met de naam op hun
identiteitskaart. Wel meen ik en dat is toch iets wat men vaak hoort
van concertorganisatoren dat het mogelijk moet worden iets te
ondernemen tegen personen die, hetzij op straat, hetzij op het
internet, tickets aan een te hoge prijs verkopen.
De politiediensten in Gent gaan daar bijvoorbeeld aan Flanders Expo
op een zeer creatieve wijze mee om: zij pakken mensen op omdat zij
het verkeer remmen, of wegens openbare overlast. Op die manier
worden die mensen opgepakt voor de duur van het concert en
wanneer zij vrijkomen zijn hun tickets waardeloos. Op die manier
worden zij ontmoedigd. Dat maar om aan te geven dat de lokale
politie die op dat moment moet optreden, niets heeft aan de wet van
1946, aan de hand waarvan moet bekeken worden of iemand die
tickets staat te verkopen effectief tegen woekerprijzen werkt of niet. Ik
08.07 Stijn Bex (sp.a-spirit): Il est
évident que les organisateurs de
concerts peuvent choisir leurs
canaux de vente mais ce qui
m'intéresse en particulier, c'est ce
qu'il advient de ces billets une fois
que les organisateurs les ont
vendus. Les gens doivent pouvoir
revendre leurs entrées lorsqu'ils
ont un empêchement mais ils ne
peuvent le faire systématiquement
dans le but de réaliser des
bénéfices importants. Des
mesures doivent donc être mises
en place. Les services de police
de Gand ont opté en faveur d'une
approche créative: ils se rendent à
Flanders Expo où ils interceptent,
au motif de nuisances publiques,
les vendeurs de billets, qui ne sont
remis en liberté qu'à l'issue du
concert. La loi de 1946 ne leur est
d'aucune utilité.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
meen dat wij moeten gaan naar een systeem dat het de lokale
politiediensten en degenen die via het internet opsporingen doen
eenvoudiger maakt om zulke praktijken aan te pakken. Het moet voor
iedere operator, grote of kleine, duidelijk zijn dat men tickets gerust
mag doorverkopen wanneer men ziek is en niet zelf naar het concert
kan gaan, maar dat het niet de bedoeling kan zijn tickets te kopen met
de bedoeling ze met winst door te verkopen.
08.08 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, comme l'ont dit mes
collègues, on n'interdit pas la revente à prix plus élevé, du moment
que l'on paie la TVA. Selon moi, le signal n'est pas assez fort. Si le fait
que ceux qui ont commis la fraude sont poursuivis a un effet dissuasif
pour les particuliers, les "grands", eux, vont s'organiser. On sait très
bien comment est organisée la fraude fiscale en général, et la fraude
à la TVA en particulier. On sait aussi comment sont organisés les
systèmes sur internet; on utilise des systèmes "cachés" et ceux qui
les mettent au point sont assez performants.
Je le répète, on n'interdit pas la revente à prix plus élevé. Monsieur le
ministre, je sais que vous êtes contre le contrôle des prix mais j'attire
votre attention sur le fait que ces tickets coûtent déjà très cher. Pour
moi, les mesures proposées, même plus lourdes, ne sont pas
suffisantes, en tout cas pour les organisateurs de concerts qui vont
toujours vendre leurs places. En fin de compte, cela leur est égal
puisque, de toute façon, leur concert est "sold out", surtout pour les
festivals comme celui de Werchter! Pour eux, il n'y a pas de
problème, ils ont leur argent et bien longtemps à l'avance!
Le consommateur, lui, est grugé, même dans la formule que vous
proposez. Il faudrait davantage penser au client final, à celui qui veut
avoir accès à une certaine culture.
08.08 Karine Lalieux (PS) Het
signaal is niet sterk genoeg. De
grote tickerhandelaars zullen zich
organiseren. De consument is de
pineut.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Questions jointes de
- Mme Karine Lalieux au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le contrôle des prix en matière d'assurances obligatoires" (n° 5696)
- M. Dylan Casaer au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "la suppression du contrôle des prix des assurances obligatoires" (n° 5940)
09 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de controle van de prijzen op het stuk van de verplichte verzekeringen"
(nr. 5696)
- de heer Dylan Casaer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de afschaffing van de prijscontrole op de verplichte verzekeringen"
(nr. 5940)
09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous ai déjà
interrogé en séance plénière sur cette problématique du contrôle des
prix en matière d'assurance obligatoire. Votre réponse n'a pas apaisé
mes craintes car vous n'avez pas exclu formellement l'assurance
accidents de travail de cette perspective et vous ne m'avez pas
convaincue et je ne le serai jamais que, de manière générale, une
libéralisation rime avec une diminution des prix ou avec l'idée de tarifs
raisonnables. En effet, aujourd'hui, comme je l'ai dit, le prix minimum
n'est pas fixé et les assureurs peuvent déjà diminuer les primes s'ils
le souhaitent.
09.01 Karine Lalieux (PS): Uw
antwoorden op vroegere vragen
betreffende de controle op de
prijzen met betrekking tot de
verplichte verzekering hebben mijn
vrees niet wegggenomen,
aangezien u de arbeids-
ongevallenverzekering daar niet
uitdrukkelijk van heeft uitgesloten.
U zal er mij nooit van kunnen
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Vous vous étiez basé sur une série d'arguments et de
recommandations apparemment avancés par différents acteurs. Vous
avez notamment dit, et je cite le compte rendu de la séance plénière:
"Un avis de la CBFA plaide en faveur de cette suppression pour
plusieurs motifs, dont le principal est que les mesures concernent un
grand nombre de sociétés, plus de 75, qui sont en concurrence".
Vous aviez également dit que vous attendiez la position de la
commission de Contrôle des prix et que la position adoptée par Test-
Achats allait dans le même sens que l'avis de la CBFA.
Nous savons que la commission de Contrôle des prix n'a pas encore
rendu son avis car elle attend toujours que vous lui transmettiez l'avis
de la CBFA. En dehors des déclarations prudentes de Test-Achats,
nous n'avons pas trouvé non plus de position officielle de Test-
Achats.
Monsieur le ministre, avez-vous sollicité l'avis de la CBFA sur le
contrôle des prix en matière d'assurance obligatoire? Ou avez-vous
pris cet avis d'initiative, et à quel titre?
Quand avez-vous reçu cet avis? Pouvez-vous le transmettre à la
commission afin que nous puissions apprécier la pertinence des
arguments avancés et que, dès lors, les positions qu'ils justifient ayant
été affirmées publiquement, elles puissent faire l'objet d'un débat?
La présidente: M. Casaer n'étant pas encore présent, je donne
directement la parole au ministre.
overtuigen dat een liberalisering
gelijk staat met een daling van de
prijzen of het hanteren van
redelijke tarieven! Er zijn
momenteelgeen minimumprijzen
vastgesteld en de verzekeraars
kunnen de premies verlagen als zij
dat wensen.
U heeft mij geantwoord dat de
CBFA in een advies voor die
afschaffing heeft gepleit, onder
meer omdat die maatregelen
gelden voor meer dan 75 onderling
concurrerende maatschappijen en
dat het advies van Test-Aankoop
in dezelfde lijn lag. U heeft mij
eveneens gezegd dat u het
standpunt van de Commissie tot
regeling van de prijzen afwachtte.
Die Commissie wacht echter nog
met het uitbrengen van haar
advies tot wanneer u haar het
advies van de CBFA heeft
bezorgd; wij hebben nergens een
officieel standpunt van Test-
Aankoop teruggevonden.
Heeft u het advies van de CBFA
gevraagd? Wanneer heeft u dat
ontvangen? Kan u het bezorgen
aan de commissie, die het zal
onderzoeken en daarover een
debat zal houden?
09.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Lalieux, je me référerai aux réponses que j'ai déjà apportées aux
questions posées tant par vous que par Mme Creyf. En réponse à vos
questions complémentaires, j'ajouterai que j'ai, bien entendu, sollicité
l'avis de la CBFA. Je tiens d'ailleurs à souligner qu'à l'époque de la
formation du gouvernement par M. Guy Verhofstadt, la CBFA avait
rédigé une lettre en vue d'obtenir la suppression du contrôle des prix.
Nonobstant la réponse que j'ai déjà pu vous donner ainsi qu'à Mme
Creyf, vous répétez que la commission du Contrôle des prix n'a
toujours pas reçu l'avis de la CBFA. Je m'insurge contre cette
affirmation. L'avis de la CBFA a été envoyé au président de la
commission du Contrôle des prix par courrier du 22 novembre 2004.
En l'absence de réaction ou d'avis de la part de la commission, j'ai
adressé un rappel à son président le 13 janvier 2005, dans lequel je
me référais expressément à mon courrier du 22 novembre 2004.
A mon grand étonnement, j'ai appris que la commission n'a pu rendre
d'avis en sa séance du 16 février 2005, car ses membres n'étaient
pas en possession de l'avis de la CBFA. J'ai adressé, le 28 février
2005, un nouveau courrier au président de la commission, dans
lequel j'exprime mon étonnement quant à cet état de fait difficilement
acceptable et en indiquant espérer vivement que cette situation ne se
09.02 Minister Marc Verwilghen:
Ik heb uiteraard het advies van de
CBFA gevraagd. Toen de heer
Verhofstadt regeringsformateur
was, heeft de CBFA in een brief
gevraagd of de prijzencontrole niet
kon worden afgeschaft. Het advies
van de CBFA werd wel degelijk,
namelijk op 22 november 2004,
naar de voorzitter van de
Commissie tot regeling der prijzen
verzonden. Omdat het antwoord
uitbleef, heb ik op 13 januari een
herinnering gestuurd naar de
commissievoorzitter. Met
verbazing heb ik vernomen dat de
commissie op haar vergadering
van 16 februari 2005 geen advies
heeft kunnen verstrekken omdat
haar leden niet over het advies
van de CBFA beschikten. In een
nieuw schrijven van 28 februari
heb ik de commissievoorzitter
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
reproduira plus. J'ai, une fois de plus, annexé à ce courrier une copie
de l'avis de la CBFA, afin de m'assurer que le président le transmette
enfin à l'ensemble des membres de la commission.
A présent, j'attends cet avis et je prendrai une décision au moment où
celui-ci me sera rendu.
laten weten dat ik hoopte dat dit
scenario zich niet meer zou
voordoen. Bij dit schrijven heb ik
nogmaals het advies van de CBFA
gevoegd. Ik wacht momenteel op
dit advies om een beslissing te
kunnen nemen.
09.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, pourrait-on disposer
de cet avis?
09.03 Karine Lalieux (PS):
Kunnen wij over dat advies
beschikken?
09.04 Marc Verwilghen, ministre: Oui, sans problème.
09.04 Minister Marc Verwilghen:
Ja.
09.05 Karine Lalieux (PS): Cela nous permettra d'analyser les
éléments avancés. Il y a donc bien un avis différent de la lettre
envoyée par le premier ministre aux formateurs de la CBFA. C'est un
réel avis déposé par la CBFA.
09.05 Karine Lalieux (PS): Er
bestaat dus een echt advies, naast
de brief die de CBFA aan
formateur Verhofstadt heeft
gericht?
09.06 Marc Verwilghen, ministre: Par lettre, ils avaient demandé de
supprimer le contrôle des prix. Il existe d'ailleurs une réglementation
européenne à ce sujet, qui nous y oblige.
09.06 Minister Marc Verwilghen:
In die brief had zij de afschaffing
van de prijsregeling gevraagd.
09.07 Karine Lalieux (PS): La transmission de cet avis nous
permettra de regarder en connaissance de cause. Je vous remercie.
09.07 Karine Lalieux (PS):
Dankzij dat advies kunnen wij ons
met kennis van zaken een mening
vormen
De voorzitter: Mijnheer Casaer, u bent eventjes te laat, maar u krijgt toch nog kort het woord.
09.08 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik heb een deel van het antwoord gehoord. Mijn vraag
handelt veeleer over de autoverzekering waarvan u intussen wel zult
begrepen hebben dat ik dit dossier met plezier opvolg.
In september vonden de autoverzekeraars het opnieuw rendabel om
autoverzekeringen te verkopen. Vorige week las ik in De Tijd dat een
derde van de autoverzekeraars niet rendabel zijn.
U hebt de intentie, mijnheer de minister, de prijscontrole voor dit soort
verzekeringen af te schaffen, maar u hebt de verzekeraars wel
verzocht niet onmiddellijk tot prijsverhogingen over te gaan. De
autoverzekeraars hebben op hun "communiezieltje" beloofd het eerste
jaar geen prijsverhogingen door te voeren.
Mijnheer de minister, kunt u met deze belofte akkoord gaan? Op de
vraag omtrent de prijscontrole ging u reeds in, in uw antwoord op de
vraag van Mevrouw Lalieux. Ik herhaal dat WIJ voorstander blijft van
dit instrument omdat men op die manier meer individueel kan
ingrijpen op de verzekeringsmaatschappijen.
09.08 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La semaine dernière, j'ai lu dans
"De Tijd" que les activités d'un
tiers des assureurs automobiles
n'étaient pas rentables. Le
ministre envisage de supprimer le
contrôle des prix pour ce type
d'assurances, mais a demandé
aux assureurs de ne pas procéder
immédiatement à des
augmentations tarifaires. Les
assureurs se sont solennellement
engagés en ce sens. Est-ce
suffisant? Quelle est la situation
en matière de contrôle des prix?
Quant à nous, nous y restons
favorables.
09.09 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, ik kan
alleen maar herhalen dat de huidige prijsreglementering strijdig is met
de Europese wetgeving, meer bepaald met de derde Europese
richtlijn schadeverzekering 92/49 van 18 juni 1992, die aan de
nationale lidstaten het verbod oplegt de voorafgaande goedkeuring of
09.09 Marc Verwilghen, ministre:
Je répète que la réglementation
tarifaire actuelle est contraire à la
directive européenne 92/49 du 18
juin 1992. La CBFA a rendu un
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
de systematische mededeling te eisen van de tarieven waarvan de
verzekeringsonderneming gebruik wil maken.
Ik voeg eraan toe dat de CBFA een positief advies heeft verstrekt
over de afschaffing van de prijsreglementering inzake verplichte
verzekering, omdat deze reglementering onder meer belemmerend
en te vertragend werkt vanuit een prudentieel oogmerk, namelijk het
garanderen van de financiële soliditeit van de
verzekeringsonderneming in de toekomst, in het voordeel van de
verzekerden.
Voor het overige wacht ik op het advies van de prijzencommissie, aan
wiens voorzitter ik reeds op 22 november 2004 het advies van de
CBFA heb meegedeeld. Dat is de stand van zaken. De rest is
voorbarig. Ik heb ooit de verzekeringssector gezegd, vandaar
waarschijnlijk de verwijzing ernaar, dat een liberalisering van de markt
in mijn ogen niet kon leiden tot een prijsstijging. Ik heb dat gezegd in
mijn beginperiode als minister van Economie, op een van de
studiedagen van het verzekeringswezen. Meer is daarover niet
gezegd. De afleidingen die zij daaruit willen maken, lijken mij
voorbarig. Ik wil eerst het advies van de prijzencommissie.
avis positif à propos de la
suppression de cette réglemen-
tation. Pour le surplus, j'attends
l'avis de la Commission des prix à
qui j'ai communiqué l'avis de la
CBFA le 22 décembre par
l'intermédiaire de son président.
Voilà l'état d'avancement du
dossier. Au début de mon mandat
de ministre de l'Economie, j'ai dit
au secteur des assurances que la
libéralisation du marché ne pouvait
entraîner une augmentation des
prix. Rien de plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de bestrijding van natuurrampen" (nr. 5739)
10 Question de M. Guy Hove au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la lutte contre les catastrophes naturelles" (n° 5739)
10.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
naar aanleiding van de natuurramp in Zuidoost-Azië is herhaaldelijk
de vraag aan de orde gekomen met betrekking tot preventie en het
voorafgaand verwittigen van de bedreigde bevolking.
Tijdens de EOS-top, die plaatsvond in het kader van de Earth &
Space Week, werden er onder meer discussies gevoerd over het
belang van aardobservatie bij de bestrijding van natuurrampen. Deze
technologie kan perfect ingezet worden wanneer een vloedgolf een
gebied dreigt te treffen. Op die manier zouden de mensen uit dat
gebied tijdig verwittigd kunnen worden zodat zij de plaats van het
dreigend onheil kunnen verlaten.
Een substantieel deel van de middelen voor het federaal
wetenschappelijk onderzoek wordt besteed aan de financiering van
ruimtevaartactiviteiten. Mijnheer de minister, in dit verband had ik
graag van u vernomen in welke mate u, mede gelet op de
Tsunamiramp die Zuidoost-Azië heeft getroffen, een deel van dat
budget specifiek richt op aardobservatie en meer bepaald voor het
voorkomen van natuurrampen.
10.01 Guy Hove (VLD): Au
lendemain de la catastrophe
naturelle en Asie du Sud-Est, la
possibilité d'avertir à l'avance les
populations menacées a été
évoquée. L'observation de la Terre
par satellite peut jouer un rôle
important à cet égard. Une partie
substantielle des moyens alloués à
la Politique scientifique fédérale
est consacrée à l'espace. Une
partie de ce budget sera-t-elle
réservée à l`observation de la
Terre en vue de mettre en garde
précocement contre les
catastrophes naturelles?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Hove, op 16 februari laatstleden heeft in Brussel de Third-Earth-
Observationtop plaatsgevonden. Die heeft een unieke mogelijkheid
gegeven om wereldwijd detectiesystemen voor tsunami's en andere
natuurrampen op te zetten.
Tijdens deze top heb ik als Belgisch vertegenwoordiger mijn steun
10.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le 16 février s'est tenu à Bruxelles
le troisième "Earth Observation
Summit" (EOS). L'observation de
la Terre permet, au niveau
mondial, de mettre en place des
systèmes de détection des
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
verleend aan het plan van de Group on Earth Observations. Dat zal
leiden tot een Global Earth Observation System of Systems, GEOSS.
Ik heb daar onderstreept dat wij in samenspraak met de Europese
partners actief willen meewerken aan coördinatiemechanismen voor
aardobservatie-initiatieven en dat ons land een snelle lancering van
deze diensten belangrijk vindt. Er moet voldoende ruimte zijn voor die
regio's die geen of minder toegang hebben tot de informatie afkomstig
van aardobservatiesatellieten. Dat zijn vaak de landen die getroffen
worden.
Ik heb op deze top tevens de kans gehad om de bestaande Belgische
initiatieven in de verf te zetten, bijvoorbeeld via de ESA-programma's,
de programma's van de Europese Unie en de deelname aan
EUMETSAT. Deze programma's worden ondersteund door een
Belgisch aardobservatieprogramma dat STEREO heet. Ons land
wenst de kennis die zij via deze programma's verwerft op het vlak van
de evolutie van vegetatie, maar ook via hogeresolutiecartografie voor
het beheer van steden en kwetsbare kustgebieden, aan de
internationale gemeenschap ter beschikking te stellen. Bovendien
beschikt ons land met PROBA over een mini-aardobservatiesatelliet
en een instrument dat zijn gebruikers voldoende flexibiliteit biedt.
De recente ramp in Azië toont aan dat het belang van investeringen in
ruimtevaartinstrumenten, inclusief deze van observatie, absoluut niet
mag onderschat worden en dat het integendeel een duidelijke
bescherming inhoudt. Laten wij immers duidelijk zijn, in verschillende
landen bestonden Early Warning Systems. Als echter alle vaste
telefoonlijnen uitvallen ingevolge de aardbeving, is het natuurlijk niet
meer mogelijk om te communiceren. Dat is wat hier is gebeurd. Dat is
de reden waarom men best satellietverbindingen gebruikt om dit euvel
te kunnen omzeilen.
tsunamis et d'autres catastrophes
naturelles.
En tant que représentant belge, j'ai
apporté mon soutien au projet d'un
"Global Earth Observation System
of Systems" (GEOSS). Avec nos
onze partenaires européens, nous
voulons contribuer à la
coordination des systèmes
d'observation de la Terre. Les
régions pauvres doivent
également avoir accès aux
informations recueillies par les
satellites d'observation de la Terre.
Lors de ce sommet, j'ai mis en
exergue les initiatives belges
existantes, telles que notre
contribution aux programmes de
l'ASE, de l'UE et à EUMETSAT.
Ces initiatives s'intègrent au
programme belge d'observation de
la Terre STEREO. Notre pays
souhaite partager avec la
communauté internationale les
informations qu'il obtient,
notamment par cartographie à
haute résolution. De plus, avec
PROBA, notre pays dispose d'un
mini-satellite d'observation de la
Terre.
Plusieurs pays touchés par le
tsunami disposaient de systèmes
d'alertes précoces (early warning
systems) mais, le tremblement de
Terre ayant mis les lignes
téléphoniques hors d'usage, la
communication était devenue
impossible. D'où l'importance des
liaisons par satellites.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Proba 2-satelliet" (nr. 5740)
11 Question de M. Guy Hove au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le satellite Proba 2" (n° 5740)
11.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
daarnet maakte u reeds een allusie op de Proba 2-satelliet. Naar
aanleiding van de Earth and Space-week, twee weken geleden, stelde
ik u een mondelinge vraag in verband met uw ruimtevaartbeleid.
Ondertussen heb ik vernomen dat u, in uw hoedanigheid van minister
van Wetenschapsbeleid, een aantal bezoeken hebt gebracht aan
bedrijven die actief zijn op het gebied van ruimtevaart. Zo werd er
11.01 Guy Hove (VLD): Il m'est
revenu que le ministre a visité des
entreprises actives dans le secteur
de la navigation spatiale, comme
Verhaert à Kruibeke, qui
développe de petits systèmes
spatiaux innovants. Cette société a
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
eerder een bezoek gebracht aan Aplitek-Epas en bezocht u vorige
maandag Verhaert in Kruibeke, een hoogtechnologisch bedrijf op het
vlak van ontwikkeling van innovatieve kleine ruimtesystemen, onder
meer kleine satellieten, ruimteplatformen en faciliteiten voor
onderzoeken bij bemande en onbemande ruimtevluchten. Op de
website van dit bedrijf staat te lezen dat zij de Proba-satelliet hebben
ontwikkeld. Deze satelliet zal onder meer gebruikt worden voor de
studie van de zon, aan de hand van twee instrumenten die eveneens
van Belgische makelij zijn.
In dat verband kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen. Wat
is het doel van dergelijke bedrijfsbezoeken? Welke rol speelt de
federale overheid bij het ontwikkelen van deze satelliet?
construit le satellite PROBA, qui
sera utilisé pour observer le soleil.
Quel est l'objectif de ces visites
d'entreprises? Quel rôle le
gouvernement fédéral joue-t-il
dans la construction du satellite
PROBA?
11.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer
Hove, de reden van die bezoeken is na te gaan of er op het terrein
meetbare resultaten zijn van het ruimtevaartbeleid. Tevens kan ik bij
die bezoeken kennismaken met de laatste ontwikkelingen van firma's
die zich gespecialiseerd hebben in spitstechnologie.
Deze bezoeken zijn dan ook uitgelezen momenten om een aantal
aandachtspunten en ideeën uit het bedrijfsleven te vernemen. Zo blijkt
dat men niet ontevreden is over de diensten die geleverd worden door
het Federaal Wetenschapsbeleid, dat bijvoorbeeld van de ESA, de
Europese ruimtevaartorganisatie, meer transparantie wordt verwacht
in de behandeling van projectaanvragen en dat de ESA zich nog te
weinig toespitst op kleine en middelgrote ondernemingen. Door deze
bedrijfsbezoeken kan er met andere woorden gestreefd worden naar
een verbetering van de Belgische bijdrage inzake ruimtevaart. Neem
het van mij aan dat, hoewel ons land klein is, wij toch in de spits
staan.
Wat Verhaert betreft kan ik u zeggen dat het een leidinggevend,
hoogtechnologisch bedrijf is op het vlak van ontwikkeling en innovatie
van kleine ruimtesystemen. Het bedrijf ontwikkelt onder meer kleine
satellieten, ruimteplatformen en faciliteiten voor bemande en
onbemande ruimtevluchten. Verhaert heeft, met de steun van het
Federaal Wetenschapsbeleid, de eerste Belgische satelliet gebouwd,
met name de Proba 1.
Gezien de zeer gunstige resultaten zal de opvolger van deze satelliet,
de Proba 2, met de steun van de federale overheid gebouwd en
gelanceerd worden eind 2006. De Proba 2 zal onder meer gebruikt
worden voor de studie van de zon, aan de hand van twee
instrumenten die eveneens van Belgische makelij zijn. De Koninklijke
Sterrenwacht in Ukkel tevens een federale wetenschappelijke
instelling werkt samen met het Centre Spatial de Liège aan het
instrument SWAP en levert zelf LYRA. Het gaat dus om
spitstechnologie waarin Belgische bedrijven uitmunten en
klaarblijkelijk ook goede resultaten bereiken die tot ver buiten de
landsgrenzen gekend zijn en geapprecieerd worden.
11.02 Marc Verwilghen, ministre:
Ces visites nous permettent de
voir si la politique spatiale génère
des résultats tangibles sur le
terrain et de prendre connaissance
des dernières évolutions. L'objectif
est d'améliorer sans cesse la
contribution de la Belgique en
matière de navigation spatiale.
Ces visites nous permettent aussi
de prendre le pouls du secteur
économique. Celui-ci semble être
satisfait de la politique scientifique
fédérale mais aspire à une plus
grande transparence au niveau du
traitement des demandes de projet
par l'Agence Spatiale Européenne
(ASE). Les entreprises visitées
estiment, par ailleurs, que l'ASE se
préoccupe trop peu des petites et
moyennes entreprises.
La société Verhaert a construit,
avec le soutien de la Politique
scientifique fédérale, le premier
satellite belge, le PROBA, dont
elle lancera d'ici à la fin de 2006 le
successeur, destiné à l'observa-
tion du soleil au moyen de deux
instruments de fabrication belge,
eux-aussi. Il s'agit de technologies
de pointe dans lesquelles nos
entreprises excellent et pour
lesquelles elles sont appréciées
au-delà de nos frontières.
11.03 Guy Hove (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord.
Het is uiteraard bijzonder interessant te vernemen dat ook de
Belgische bedrijven op dat vlak aan de spits staan van de technologie.
Wat ons ook nog bijzonder interesseert, is dat de werkgroep
11.03 Guy Hove (VLD): Il est
agréable d'entendre dire que nos
entreprises sont, sur ce plan, à la
pointe de la technologie. Le
groupe de travail Technologie et
Science de la Chambre se rendra
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
Technologie en Wetenschap van de Kamer binnenkort een
werkbezoek organiseert aan die firma, aldus een collega. Het is
misschien raadzaam dat ook de leden van onze commissie de
gelegenheid krijgen om dat bezoek bij te wonen.
dans cette entreprise pour une
visite de travail et il serait bon que
les membres de cette commission
puissent l'accompagner.
11.04 Minister Marc Verwilghen: Ik kan dat alleen maar ten volle
aanbevelen.
11.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je ne puis que les y encourager
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Colette Burgeon à la ministre de l'Emploi sur "la fiabilité des éthylotests
12 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Werk over "de betrouwbaarheid van de
op de Belgische markt verkrijgbare alcoholtests" (nr. 5745)
12.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, le 24 novembre
dernier, les autorités françaises, par la voix du "Journal Officiel", ont
suspendu la commercialisation de 16 éthylotests électroniques non
fiables, suite à un contrôle opéré par la Direction générale de la
concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes.
En effet, 27 éthylotests ont été testés: 3 éthylotests chimiques à
usage unique, reposant sur le principe d'un réactif changeant de
couleur en présence d'alcool, et 24 éthylotests électroniques à usage
multiple, qui affichent une concentration d'alcool dans l'air expiré.
Parmi eux, 16 ont été jugés défaillants et donneraient des résultats
inférieurs à l'alcoolémie réelle ou sans aucun rapport avec la
consommation effective d'alcool. Leur utilisation constituait un grave
danger pour la sécurité des usagers de la route. Ils ont, dès lors, été
purement et simplement retirés du marché français - je m'abstiendrai
de vous en réciter la liste.
Quant aux autres éthylotests, leur fiabilité est le plus souvent
douteuse. En effet, seuls deux éthylotests chimiques sont
satisfaisants: il s'agit du Redline AJC Media et de l'éthylotest à usage
unique Contralco. Les 9 restants, dont 8 électroniques et 1 chimique,
ont systématiquement donné des résultats supérieurs à l'alcoolémie
réelle et n'ont cependant pas été retirés de la vente.
A défaut d'empêcher le conducteur de consommer une boisson
alcoolisée, l'intérêt d'un éthylotest est de lui donner une information
sur son degré d'imprégnation alcoolique par rapport à la limite
réglementaire et de lui permettre ainsi d'apprécier s'il peut conduire
sans mettre en danger sa vie, mais aussi celle des autres usagers de
la route.
Les résultats de cette enquête sont d'autant plus effrayants que l'abus
d'alcool reste, après la vitesse excessive, la cause majeure des
accidents de la route. Dans le cadre de la lutte contre l'alcool au
volant, l'éthylotest chimique ou électronique peut contribuer à la prise
de conscience des risques, mais à condition bien sûr que les
fabricants mettent au point des appareils fiables.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
Premièrement, les modèles retirés du marché français sont-ils
disponibles sur le marché belge?
12.01 Colette Burgeon (PS): Op
24 november jongstleden werden
zestien elektronische alcoholtests
door de Franse autoriteiten
voorlopig uit de handel genomen.
Tijdens een controle door de
Algemene Directie voor de
Mededinging, de Consumptie en
de Fraudebestrijding waren zij
immers onbetrouwbaar gebleken.
De resultaten van dat onderzoek
zijn des te verontrustender omdat
alcoholmisbruik, na overdreven
snelheid, de belangrijkste oorzaak
van verkeersongevallen blijft. In
het kader van de strijd tegen het
rijden onder invloed kan de
chemische of elektronische
alcoholtest de bestuurder mee
bewust maken van de risico's, op
voorwaarde evenwel dat de
fabrikanten betrouwbare toestellen
op de markt brengen.
Zijn de modellen die in Frankrijk uit
de handel werden genomen, ook
in België verkrijgbaar?
Zo ja, hebt u maatregelen
genomen of zal u er nemen om die
toestellen uit de handel te nemen?
Aan welke normen moeten
ademtest-, ademanalyse- en
andere toestellen voldoen om op
de Belgische markt te worden
erkend?
Heeft de federale overheid al
maatregelen genomen om de
betrouwbaarheid van de producten
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Si oui, avez-vous pris ou comptez-vous prendre des mesures pour les
soustraire du commerce?
Deuxièmement, quelles sont les normes en vigueur pour
qu'éthylotests, éthylomètres ou autres alcootests soient agréés sur le
marché belge?
Troisièmement, les autorités fédérales ont-elles déjà pris des
mesures afin de contrôler la fiabilité des produits disponibles sur le
marché belge?
Enfin, certains sites internet belges ou même français se sont
spécialisés dans la commercialisation de ce type de matériel
(melvitec.com, distrimed.com ou materielmedical.fr ): est-ce bien
légal?
Quelle est la garantie d'efficacité de ces produits, sachant qu'ils se
parent du label CE qui apparaît pour beaucoup de consommateurs
comme un gage de qualité?
op de Belgische markt na te gaan?
Ten slotte hebben sommige
Belgische websites zich in de
verkoop van dit soort materiaal
gespecialiseerd: is dat wel
wettelijk? Welke garantie bestaat
er dat die producten efficiënt zijn,
wetende dat zij het CE-label
dragen dat door veel consumenten
als een kwaliteitswaarborg wordt
gezien?
12.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, collègue
Burgeon, pour répondre à votre première question, à l'heure actuelle,
aucune enquête n'a été réalisée à ce sujet par mes services. Ce type
de produit ne pose normalement guère de problème de sécurité
physique à l'utilisateur. Dès lors, ces produits ne sont pas considérés
comme dangereux dans le sens de la loi du 9 février 1994, relative à
la sécurité des produits et des services.
Le marquage CE ne couvre que les aspects de sécurité pour le
domaine physique et la compatibilité électromagnétique. La fiabilité du
résultat affiché n'est pas assurée par le marquage CE.
En ce qui concerne votre deuxième question, la méthode de
vérification des éthylotests et autres alcootests se base:
1° sur la recommandation OIML-R 126, relative aux éthylomètres;
2° sur l'arrêté royal du 18 février 1991, relatif aux appareils d'analyse
pour le mesurage de la concentration d'alcool dans l'air alvéolaire
expiré, lesquels sont utilisés en application de la loi sur la police
routière.
Pour votre troisième question, au stade actuel, les autorités fédérales
n'ont pas pris de mesures afin de contrôler ces produits, ce type de
problème tombant sous l'article 23 de la loi du 14 juillet 1991 sur les
pratiques de commerce et sur l'information de la protection du
consommateur. Je vais dès lors demander à mon administration
d'ouvrir une enquête dont je vous communiquerai les résultats.
Les produits vendus via internet subissent les mêmes contraintes que
les produits vendus dans le commerce traditionnel. Le marquage CE
n'est pas relatif à la qualité, mais indique qu'un produit est conforme
au niveau de protection fixé par les directives européennes et que
toutes les procédures d'évaluation de la conformité concernant le
produit ont été suivies.
12.02 Minister Marc Verwilghen:
Normaal gesproken berokkenen
deze producten geen schade aan
de gezondheid van de gebruikers.
Ze worden bijgevolg niet als
gevaarlijk aangemerkt in de zin
van de wet betreffende de
veiligheid van de producten en
diensten.
De CE-markering bestrijkt enkel
de fysieke veiligheidsaspecten en
de elektromagnetische
comptabiliteit. De CE-markering
staat niet garant voor een
betrouwbaar resultaat.
De methode die gebruikt wordt om
ademtestmeters en andere
alcoholtests te controleren, is
enerzijds gebaseerd op de
aanbeveling OIML-R 126 van de
International Organisation of Legal
Metrology in verband met de
ademtests en anderzijds op het
koninklijk besluit betreffende de
analysetoestellen voor de meting
van de alcoholconcentratie in de
uitgeademde alveolaire lucht, die
gebruikt worden in uitvoering van
de verkeerswet.
In het huidige stadium heeft de
federale overheid nog geen
maatregelen getroffen om deze
producten te controleren. Ik zal
mijn administratie dan ook vragen
een onderzoek op te starten. Ik
houd u op de hoogte van de
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
resultaten.
De producten die via internet
worden verkocht, moeten aan
dezelfde verplichtingen voldoen
als de producten die in de
traditionele handel worden
aangeboden. De CE-markering
geeft enkel aan dat een product
voldoet aan het
beschermingsniveau dat in de
Europese richtlijnen is vastgelegd
en dat alle
overeenstemmingsbeoordelingspr
ocedures voor het product werden
doorlopen.
12.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Surtout, j'attends avec impatience les résultats de
l'enquête. J'espère que vous ne m'oublierez pas.
12.03 Colette Burgeon (PS): Ik
kijk uit naar de resultaten van het
onderzoek.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Belgische biermarkt" (nr. 5771)
13 Question de M. David Geerts au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de
la Politique scientifique sur "le marché belge de la bière" (n° 5771)
13.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ben blij dat
het middaguur gepasseerd is. Het zou onkies zijn als ik in de
voormiddag al over bier zou beginnen, want dan zou ik dat thuis voor
de voeten gegooid krijgen. De timing is dus wel geslaagd.
Mijnheer de minister, ik zou u graag een vraag stellen over de
biermarkt. De Europese regelgeving zou er eigenlijk voor gezorgd
moeten hebben dat de concurrentie in België in de biermarkt vergroot
zou zijn. Ik heb de wetgeving her en der bekeken. Zoals u weet, ben
ik ook een man van de praktijk. Ik zie toch een aantal nefaste
gevolgen van de wetgeving. Door de dominante marktpositie en dus
het de facto monopolie is er verschraling van de producten. De
aankoopprijzen stijgen. Een vat bier is in 2004 met 12% tot 13%
gestegen, zonder een duidelijke richtlijn omtrent productkosten,
arbeidskosten en dergelijke.
Volgens mij is het probleem de verticale integratie. Onafhankelijke
bierhandelaars worden namelijk opgekocht, zodat een bepaalde
brouwerij of sommige brouwerijen hun producten kunnen slijten
binnen een café, met als gevolg dat een cafébaas eigenlijk verplicht is
om van hen af te nemen. Door de verticale integratie daalt de
onafhankelijkheid van de cafébaas en worden de prijzen de hoogte
ingejaagd. Dat is vandaag de dag de situatie in het veld.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van die feiten? Zo ja, wat is
uw visie hieromtrent?
13.01 David Geerts (sp.a-spirit):
La réglementation européenne
aurait dû favoriser une
concurrence accrue sur le marché
belge de la bière. La pratique nous
montre que ce n'est pas le cas.
Une position de marché
dominante entraîne une réduction
du nombre de produits et une
augmentation des prix d'achat de
12 à 13%, à défaut de directive
claire relative aux coûts de
production et de travail.
Cette situation est due au fait que
les commerces en bières
indépendants sont rachetés et que
les patrons de café sont contraints
d'effectuer leurs achats auprès
d'une brasserie déterminée.
L'indépendance du gérant de café
diminue et les prix s'envolent.
Le ministre est-il informé de cette
situation? Quelle est sa position à
ce sujet?
13.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Geerts, ten eerste, wat de
feiten betreft, in zover er overnames gebeuren die beantwoorden aan
13.02 Marc Verwilghen, ministre:
Lorsque les reprises satisfont aux
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
de criteria zoals die bepaald zijn in de wet tot bescherming van de
economische mededinging uit 1999, namelijk de omzetdrempels
zoals bepaald in artikel 11 van die wet, zijn de Belgische
mededingingsautoriteiten daarvan op de hoogte, op basis van de
aanmeldingen die verplicht moeten gebeuren.
Ten tweede, u vraagt naar mijn visie. In zover een brouwerij-
distributeur de geldende regels zowel op Europees als op nationaal
vlak respecteert, kan moeilijk bezwaar worden uitgebracht tegen een
ondernemingsbeslissing. Zo kan het perfect bedrijfsmatig te
verantwoorden zijn dat bepaalde producten uit het assortiment
verdwijnen, of dat prijzen stijgen ten gevolge van de nationale of
internationale prijsevoluties. Daarnaast is het niet te ontkennen dat
zich in alle sectoren van de economie bewegingen voordoen die
streven naar, onder meer, schaalvoordelen. Indien echter daaromtrent
klachten kunnen worden geformuleerd, kan elke geïnteresseerde zich
met zijn klacht wenden tot de Raad voor de Mededinging. Wat dat
betreft, zijn er stappen die gezet kunnen worden vanaf het moment
dat het de normale gang van zaken te buiten gaat.
Ik denk dat u als een expert te velde op een bepaald ogenblik
misschien zult zeggen dat iets voor u niet door de beugel kan. U weet
dan op welke mannier kan gereageerd worden.
critères légaux relatifs aux seuils
en termes de chiffres d'affaires,
les autorités belges de la
concurrence en sont informées.
Si toutes les dispositions en
vigueur sont respectées, il est
difficile de s'opposer à la décision
d'une entreprise qui souhaiterait,
par exemple, arrêter la production
de certains produits ou augmenter
ses prix. Tous les secteurs
économiques opèrent
incontestablement des
mouvements visant à réaliser des
économies d'échelle. Toute plainte
à cet égard peut être adressée au
Conseil de la concurrence.
13.03 David Geerts (sp.a-spirit):Dank u voor het antwoord. Het is
inderdaad de eerste maal dat ik deze vraag stel. Ik zal dit dossier
verder stapsgewijs opbouwen om te kijken hoe aan de basis, door de
cafébazen, een zekere autonomie kan gewaarborgd worden in het
schenken van producten.
13.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Je continuerai à suivre ce dossier
et à étudier la manière dont
l'autonomie des patrons de café
peut être garantie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de inwerkingtreding van de 'Ikea-wet'" (nr. 5797)
14 Question de Mme Trees Pieters au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "l'entrée en vigueur de la 'loi Ikea'" (n° 5797)
14.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, in Gembloux is beslist dat in het kader van het
tewerkstellingsplan Objectief 200.000 een nieuwe wet op de
handelsinplantingen tot stand moest komen, de zogenaamde Ikea-
wet, en dat dit bijkomende tewerkstelling zou realiseren.
Dit wetsontwerp is net voor de vakantie in het Parlement behandeld.
Er moesten een vijftal koninklijke besluiten worden genomen.
Op maandag 28 januari 2005 zijn drie van de vijf uitvoeringsbesluiten
in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Men heeft beslist dat de wet
daardoor vanaf 1 maart van kracht zou worden. Helaas zijn de twee
resterende uitvoeringsbesluiten niet klaar.
De zogenaamde Ikea-wet heeft tot doel het kader van de
winkelvestigingen te hervormen. Voor kleine handelszaken, tussen
400 en 1.000 vierkante meter, kan een gemeente autonoom
beslissen. Vanaf 1.000 vierkante meter wordt er een voorafgaand
advies gevraagd aan het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor
de Distributie. In dit comité, dat bij de vorige wet van samenstelling is
14.01 Trees Pieters (CD&V): La
nouvelle législation relative aux
implantations commerciales la
loi dite `Ikea' a été approuvée à
la mi-2004. La loi devait être
exécutée par le biais de cinq
arrêtés royaux. Trois de ces
arrêtés sont parus le 28 janvier
2005. En vertu de la loi Ikea, la
commune peut intervenir en toute
autonomie si la superficie de
l'implantation commerciale est
comprise entre 400 et 1000
mètres carrés. Au-delà, un avis
doit préalablement être demandé
au Comité socio-économique
national pour la distribution, un
organe composé de représentants
des administrations publiques et
des associations de défense des
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
gewijzigd, hebben vertegenwoordigers van overheidsadministraties en
belangenorganisaties zitting. Net dat uitvoeringsbesluit rond de
samenstelling van het comité is niet klaar. Hierdoor kan het comité
geen adviezen verlenen aan de gemeenten en is er geen
beroepsprocedure mogelijk. Indien de voorziene termijn van 90 dagen
voor de beslissing van de vergunningsaanvraag wordt overschreden,
bepaalt de wet dat automatisch de stilzwijgende vergunning wordt
toegekend, een creatie waarop CD&V en de Raad van State scherpe
kritiek hebben geformuleerd.
Zoals te lezen staat in een persbericht van 25 februari, vreest UNIZO
dat het veelvuldig gebruik van de stilzwijgende vergunning de
belangen van de bestaande handel veel schade zal toebrengen.
Daarenboven blijkt dat de gemeenten nog altijd niet over de nodige
logistieke instrumenten en personeel beschikken om de
vestigingsaanvragen op een behoorlijke manier te evalueren. De
meeste gemeenten we hebben dat ook aangekaart in de
langlopende discussie over de Ikea-wet hebben nog geen
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en hebben geen personeel om
die zaken autonoom te behandelen. Hoe zal dan een evenwichtig en
gecoördineerd handelsvestigingsbeleid mogelijk zijn?
Mijnheer de minister, ik noem dit een vorm van onbehoorlijk bestuur.
Ik meen dat er meer achter zit dan het gewoon uitstellen van de
invulling van een aantal koninklijke besluiten. Hoe is het mogelijk dat
een wet van kracht wordt als een noodzakelijk onderdeel om diezelfde
wet uit te voeren, compleet ontbreekt? Wil u hier iets vlug lanceren
terwijl de inhoud nog niet is afgerond?
Mijnheer de minister, ik heb deze vraag vanmorgen aan mevrouw
Laruelle gesteld omdat zij aan de pers heeft laten weten dat het
Nationaal Comité eerstdaags zal worden ingevuld.
Minister Laruelle heeft mij daarnet het volgende gezegd; zij zal u
waarschijnlijk al opgebeld hebben.
intérêts du secteur. Ce comité
n'est toujours pas actif parce que
l'arrêté d'exécution n'a pas encore
été publié. Il ne peut dès lors pas
rendre d'avis aux communes et
aucune procédure de recours n'est
possible. Lorsque le délai de 90
jours est dépassé, le permis tacite
est automatiquement octroyé.
L'Unizo craint que cette pratique
porte gravement préjudice aux
commerces existants. Par ailleurs,
les communes ne sont pas encore
dotées d'un plan structurel
d'aménagement et ne disposent
pas du personnel requis pour
assumer ces tâches. Comment
une loi peut-elle entrer en vigueur
en l'absence d'un élément
indispensable à son exécution?
14.02 Minister Marc Verwilghen: Ik zat hier toen al in de zaal.
14.03 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, dan hebt u dus
gehoord dat zij niets weet van dat onderhoud met de pers.
De pers was hier toevallig aanwezig en kwam mij bevestigen dat er
wel een onderhoud geweest is, dat de woordvoerder heel duidelijk
gezegd heeft dat het nationaal comité eerstdaags ingevuld zal
worden.
Minister Laruelle heeft mij ook laten weten u hebt dat dan ook
gehoord dat het eerste dossier voor 25 maart is.
Mijnheer de minister, u was niet de bevoegde minister, maar wel
mevrouw Moerman. Zij heeft echt geen blijk gegeven van enige
dossierkennis terzake. Zij heeft dat dossier ontvangen van een
vroegere minister. U krijgt dat dossier nu opnieuw op uw schoot.
Het is een gedrocht van een wet. De wet wordt nu toegepast zonder
dat de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten genomen zijn. Om te weten
wat het vijfde juist is, moet ik de wet consulteren, wat ik niet heb
gedaan.
14.03 Trees Pieters (CD&V):
Entre-temps, la presse a indiqué
que les membres du Comité
national seront prochainement
désignés par la ministre Laruelle,
qui a également précisé que le
premier dossier était prévu pour le
25 mars. En tout état de cause, la
loi est appliquée sans les arrêtés
d'exécution nécessaires. Voilà qui
donne l'impression qu'une série de
dossiers attendent d'être traités,
mais que l'on préfère continuer à
travailler par le biais d'agréments
tacites.
Quand le Comité national a-t-il été
constitué? Qui siège au sein de ce
Comité? Le gouvernement a-t-il
l'intention de prendre des mesures
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Hoe dan ook, de invulling van het nationaal comité is essentieel, want
anders volgt er een stilzwijgende vergunning. Ik kan mij niet ontdoen
van de indruk dat een aantal dossiers klaarligt, dat die dossiers
behandeld moeten worden, maar dat men niet beter vraagt dan dat
het nationaal comité niet kan optreden, zodat met stilzwijgende
vergunningen kan worden gewerkt.
Mijnheer de minister, ik heb mij vóór de vakantie in dat dossier
vastgebeten, en ik zal dat verder doen. Wees ervan overtuigd.
Ik wil weten wanneer het nationaal comité samengesteld is. Ik wil ook
weten hoe dat nationaal comité samengesteld is. Ik wil weten wie erin
zitting heeft.
Ik wil ook weten of de regering maatregelen neemt om de gemeenten
en de handelaars te begeleiden en te infomeren omtrent de nieuwe
wet en de nieuwe toepassingen. Het is noodzakelijk dat de
gemeenten daarin begeleid worden. De meeste gemeenten zitten,
zoals u weet, nog maar in de opmaak van hun gemeentelijk
structuurplan. De meeste gemeenten zijn wel begonnen, maar veel
kleinere gemeenten hebben daarvan nog geen kaas gegeten. Het zal
dus een opbod worden tussen de gemeenten die ingaan op de lobby
van grote internationale bedrijven die ergens hun grote inplantingen
verkocht willen krijgen aan een of andere gemeente, met een
dubieuze werkgelegenheid. Ik herhaal dat nog even, want het is
donnant donnant, het is creëren van werkgelegenheid en het is
wegnemen waar er werkgelegenheid bestaat.
Mijn essentiële vraag is de volgende: wanneer worden de twee
resterende koninklijke besluiten ingevuld?
pour informer les communes et les
commerçants à propos de la
nouvelle loi? Quand les deux
arrêtés royaux restants seront-ils
publiés?
14.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Pieters, op uw vragen
kan ik snel antwoorden.
Ten eerste, de formele benoeming van de leden van het nationaal
sociaal-economisch comité is nakend. Het zal zijn werkzaamheden
binnenkort officieel kunnen opstarten.
Ten tweede, er werd een gamma van instrumenten uitgewerkt om de
gemeenten en de handelaars te begeleiden en te informeren. Ik geef
u een greep uit de verschillende mogelijkheden. Ten eerste, er is een
callcenter opgericht bij de federale overheidsdienst Economie, waar
iedereen terechtkan met vragen. Ten tweede, er zijn
infovergaderingen voor de bedrijven gepland. Ik zal daar zelf
aanwezig zijn. De coördinatie van deze infovergaderingen is in
handen van de Kamers van Koophandel Vlaanderen en zullen
doorgaan in de maanden maart en april. Wat het Nederlandstalig
landsgedeelte betreft, gaat het om drie infovergaderingen waarvan de
eerste op 27 april.
In het FEDIS-Nieuwsnummer van maart verschijnt een interview met
minister Laruelle en mezelf over de Ikea-wet. Er is eveneens een
persconferentie gepland in samenwerking met de VVSG. Minister
Laruelle zal hierop aanwezig zijn vermits zij de wet meeondertekent.
De exacte data worden vastgelegd.
Vervolgens geeft de FOD Economie een brochure uit voor bedrijven
14.04 Marc Verwilghen, ministre:
La nomination formelle des
membres du Comité socio-
économique national est
imminente et celui-ci sera très
bientôt en mesure d'entamer ses
activités. En outre, plusieurs
instruments ont été élaborés afin
d'informer et d'encadrer les
communes et les commerçants.
Dans ce cadre, un "call center" a
été mis en place au sein du SPF
Economie.
Les chambres de commerce
flamandes organiseront des
réunions d'information à l'intention
des entreprises au mois de mars
et au mois d'avril. Pour le Brabant
flamand, la première réunion est
prévue le 27 avril. Le numéro de
mars de la newsletter de la Fedis
publie une double interview de
moi-même et de la ministre
Laruelle sur la loi Ikea. Une
conférence de presse sera
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
met uitgebreide informatie over de Ikea-wet. De brochure is in
voorbereiding. Er zal eveneens een informatiemap voor de steden en
gemeenten worden opgesteld. Het zal een gids worden voor de lokale
besturen met betrekking tot de wetgeving, praktische informatie en
vaak voorkomende vragen.
Vanaf 18 maart zal ook een website online gaan. Deze website is de
weergave van de inhoud van de informatiemap die voor de steden en
gemeenten wordt gemaakt en die tweetalig zal zijn.
Zoals u kan vaststellen, zal ik zoveel mogelijk middelen aangrijpen om
die informatie zo wijd mogelijk te verspreiden.
Voor het Franstalig landsgedeelte, zal minister Laruelle het voortouw
nemen inzake de informatieverspreiding.
également organisée en
collaboration avec la VVSG. Le
SPF Economie prépare aussi une
brochure d'information sur la loi
Ikea et constituera un dossier
d'informations à l'intention des
villes et des communes, qui pourra
être consulté sur le site internet à
partir du 18 mars prochain. La
ministre Laruelle est chargée de
diffuser l'information dans la partie
francophone du pays.
14.05 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, het verheugt me te vernemen dat er inspanningen gebeuren
ten aanzien van de lokale besturen met betrekking tot
informatieverstrekking over de wet die intussen van kracht is.
U stelt dat de formele benoeming nakend is en dat het nationaal
comité kortelings van start zal gaan. Wat is "nakend" en wat is
"kortelings"?
14.05 Trees Pieters (CD&V): Les
efforts consentis pour diffuser
l'information sont en tout cas
positifs. Mais le ministre a parlé de
nominations "imminentes" au sein
du Comité national. Qu'entend-il
exactement par là?
14.06 Minister Marc Verwilghen: Dat is het ogenblik waarop het
ontwerp van koninklijk besluit mij ter ondertekening wordt voorgelegd.
Dit document kan thans reeds op mijn bureau liggen. Hoe sneller u
mij uit deze commissie laat vertrekken, hoe sneller het kan gaan.
14.06 Marc Verwilghen, ministre:
Je veux dire par là que le projet
d'arrêté royal doit encore être
soumis à la signature, rien de plus.
14.07 Trees Pieters (CD&V): Mocht ik de verzekering hebben dat u
de zaak onmiddellijk zou afhandelen, dan zwijg ik, mijnheer de
minister.
Ik ga ervan uit dat het nationaal comité zal ingevuld zijn tegen 25
maart, datum waarop het eerste dossier op het bureau komt. Zo niet,
zal ik opnieuw een vraag moeten indienen.
14.07 Trees Pieters (CD&V): J'en
déduis que le cadre du Comité
national sera complété pour le 25
mars au plus tard.
14.08 Minister Marc Verwilghen: Ik ben een verwittigd man.
14.09 Trees Pieters (CD&V): Mijnheer de minister, kunt u mij het
telefoonnummer van het callcenter van de FOD Economie ter
beschikking stellen?
14.09 Trees Pieters (CD&V): Le
ministre pourrait-il me
communiquer également le
numéro d'appel du "call center"?
14.10 Minister Marc Verwilghen: Ik zal het u laten bezorgen.
14.10 Marc Verwilghen, ministre:
Je vous le ferai parvenir.
14.11 Trees Pieters (CD&V): De infovergaderingen worden
georganiseerd door VOKA. U kiest uw instrumenten, mijnheer de
minister. Er zijn echter nog andere belangenorganisaties die terzake
informatie konden verstrekken. Idem dito voor het interview in FEDIS.
Het is duidelijk dat FEDIS, althans voor de buitenwereld, gewonnen is
voor deze wetgeving. Zij is immers de belangenbehartiger van de
grootdistributiebedrijven.
Aan de buitenwereld zegt die dat men tevreden is. In privé-
gesprekken zegt men dat het een holle wet is. Een interview van
14.11 Trees Pieters (CD&V): En
fin de compte, d'autres groupes
d'intérêt auraient pu être sollicités
pour diffuser l'information.
J'attends en tout cas une décision
rapide au sujet du Comité national
et j'espère recevoir sous peu le
numéro de téléphone du "call
center".
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
FEDIS is echter wel meegenomen voor u. De persconferentie voor de
steden en gemeenten, de brochure FOD Telecom, de infomap voor
de steden en gemeenten, dat zijn maatregelen waarover ik mij
verheug. Ik ben immers van mening dat veel steden en gemeenten
niet in staat zijn om een afdoend antwoord terzake te geven.
Ik verwacht van u een snelle beslissing over het nationaal comité en
het telefoonnummer van het callcenter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Belgica" (nr. 5816)
15 Question de Mme Ingrid Meeus au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "le Belgica" (n° 5816)
15.01 Ingrid Meeus (VLD): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het oceanografisch onderzoeksschip de
Belgica. Dat schip ligt mij heel na aan het hart want het is vervaardigd
op de Boelwerf in mijn gemeente, Temse. Bovendien heeft de
gemeente Temse het peterschap over het oceanografisch schip de
Belgica. Vandaar mijn enorme interesse voor dit schip.
De Belgica is eigendom van de Belgische Staat en ressorteert onder
uw bevoegdheid, mijnheer de minister. Het wordt beheerd door een
beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en
het Schelde-estuarium. De marine levert de bemanning en zorgt ook
voor de operationele uitbating. Het vaartuig wordt heel intensief
gebruikt, met name 200 dagen per jaar is het op zee om toezicht te
houden op de kwaliteit van het marienemilieu, maar ook voor talrijke
wetenschappelijke expedities. Voor het schip is dit jaar 1,7 miljoen
euro ingeschreven op de begroting, waarvan ongeveer de helft naar
personeelskosten gaat en de andere helft naar brandstof en
onderhoud.
Ik heb een aantal vragen over de Belgica. Vaart de Belgica exclusief
voor het departement Wetenschapsbeleid of wordt het schip ook
ingezet voor het departement Defensie? Welke onderzoeken staan op
het programma voor 2005? Gebeuren deze onderzoeken alleen in
nationaal of ook in internationaal verband? Gebeurt de financiering
van deze onderzoeken door de Belgica alleen door het departement
Wetenschapsbeleid of komen nog andere tussen, bijvoorbeeld firma's
die onderzoeken vragen en betalen? Overweegt de regering in de
nabije toekomst de vervanging van dit schip? Dit schip is toch 20 jaar
oud en het wordt heel intensief gebruikt. Ik heb vernomen dat de
onderhoudskosten voor dit schip jaarlijks stijgen. Is er in een
programma voorzien om dit schip op termijn eventueel te vervangen?
Dit zijn zowat mijn vragen, mijnheer de minister, waarop ik graag een
antwoord had gekregen.
15.01 Ingrid Meeus (VLD): Le
navire de recherches océano-
graphiques, Belgica, appartient à
l'Etat belge et est géré par une
unité du Modèle mathématique de
la mer du Nord et de l'estuaire de
l'Escaut. La marine fournit
l'équipage et assure l'exploitation
opérationnelle. Le bateau navigue
en mer 200 jours par an pour
contrôler la qualité du milieu marin
et pour effectuer des expéditions
scientifiques. Les frais de
personnel représentent la moitié
environ du budget d'1,7 million
d'euros, le reste étant absorbé par
le carburant et l'entretien.
Le bateau navigue-t-il
exclusivement pour le
département de la Politique
scientifique? Quelles études sont
prévues en 2005? Sont-elles
menées au niveau national ou
également international? Les frais
d'entretien augmentent
annuellement. Le gouvernement
envisage-t-il le remplacement du
navire?
15.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega
Meeus, deze vraag verheugt mij want u spreekt over wellicht een van
de meest nuttige instrumenten die wij in het wetenschapbeleid
hebben. Het ligt niet alleen u maar ook mij na aan het hart.
Ten eerste, het oceanografisch schip Belgica voert uitsluitend
15.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Belgica remplit exclusivement
des missions scientifiques. Les
études qu'il réalise sont effectuées
par les laboratoires de nos
universités et des différentes
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
wetenschappelijke opdrachten uit, met vrijstelling van elke andere
opdracht en dus ook militaire opdrachten.
Ten tweede, de onderzoeken die door de Belgica worden uitgevoerd,
gebeuren door laboratoria van onze universiteiten en van
verschillende instellingen. Het zou me te ver brengen om ze allemaal
op te sommen, maar het gaat om instellingen gaande van het
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen tot het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur. In 2004
heeft de Belgica 3.248 uur effectieve prestaties op zee uitgevoerd. Dit
vertegenwoordigt een totale activiteit van 34.968 wetenschappelijke
manuren. Dat is dus gigantisch.
Ten derde, in 2005 heeft de Belgica haar opdrachten hernomen vanaf
1 februari, na het grote winteronderhoud. Quasi alle
wetenschappelijke activiteiten worden uitgevoerd in internationale
context.
Het toezicht op de kwaliteit van het marieme milieu kadert in onze
verplichtingen voor het OSPAR-verdrag, het verdrag voor de
bescherming van het marieme milieu in de Noordoostelijke
Atlantische Oceaan. De schatting van de visstock is onze bijdrage
aan de werkzaamheden van het International Council for the
Exploration of the Sea.
Ten vierde, de financiering valt volledig in het budget voor het federaal
Wetenschapsbeleid.
Ten vijfde, de totale werkingskost van de Belgica werd in 2002
bepaald op 1.698.006 euro. In 2003 bedroeg ze 1.681.331 euro. Het
afsluiten van de kosten 2004 is nog aan de gang. Dat zou kunnen
leiden tot een hoger bedrag, rekening houdend met de evolutie van de
brandstofprijs gedurende het tweede semester van 2004.
De Belgica heeft er twintig jaar dienst opzitten. Daarom heb ik beslist
om te beginnen met het dossier betreffende de vervanging van de
Belgica binnen een termijn van maximum vijf jaar. Ik heb aan mijn
diensten gevraagd om een haalbaarheidsstudie uit te voeren. Ik
verwacht de conclusies ervan tegen eind 2005.
Om u van de staat van het schip te overtuigen, zou ik u aanraden om
het op 16 en 17 juli 2005 te gaan bekijken. Dan zal de Belgica er
aangemeerd liggen en kan het worden bezocht.
institutions. En 2004, le Belgica a
rempli 3.248 missions en mer, ce
qui représente une activité totale
de 34.968 heures-homme. Le
Belgica a été remis en service le
1
er
février 2005, après le grand
entretien hivernal. La plupart des
activités scientifiques s'inscrivent
dans le contexte international.
Le contrôle de qualité du milieu
marin s'inscrit dans le cadre de la
convention OSPAR pour la
protection du milieu marin de
l'Atlantique du Nord-Est. Nous
évaluons les stocks de poissons
pour le compte de l'"International
Council for the Exploration of the
Sea."
Le financement provient
intégralement du département de
la politique scientifique. Les frais
de fonctionnement du Belgica se
sont montés en 2002 à 1.698.006
euros et en 2003 à 1.681.331
euros. La clôture des coûts pour
2004 est toujours en cours. Il est
possible que le montant soit plus
élevé en raison de l'évolution du
prix du carburant. Le Belgica est
en service depuis vingt ans. Il sera
remplacé dans un délai de cinq
ans au maximum. J'attends les
conclusions d'une étude de
faisabilité que mes services
doivent me transmettre pour la fin
2005.
15.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, het verheugt mij dat
onder uw impuls, op 16 en 17 juli 2005 het schip in Temse zal
aangemeerd liggen en dat iedereen die dat wenst, het zal kunnen
bezoeken. Het is de eerste maal dat het schip naar de peterstad
Temse komt. Ik wil u daarvoor hartelijk bedanken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de Mme Camille Dieu au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et
de la Politique scientifique sur "les projets de la Commission européenne concernant les aides d'Etat
aux services publics de petite dimension" (n° 5830)
16 Vraag van mevrouw Camille Dieu aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de plannen van de Europese Commissie in verband met de staatssteun aan
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
kleine openbare dienstverleners" (nr. 5830)
16.01 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, des discussions se
tiennent actuellement au sein du Parlement européen sur les aides
d'État aux services publics de petite dimension. Il s'agit en fait de
clarifier les modalités d'application des règles de concurrence dans le
cas des aides d'État sous forme de compensations pour ces secteurs.
Pour les députés, les petits fournisseurs de services devraient être
exemptés de l'obligation de notifier à la Commission un financement
public. De son côté, la Commission propose d'exonérer purement et
simplement les petites compensations des services publics des
obligations de notification mais n'a pas donné de définition précise du
terme "petit".
Les députés quant à eux ont estimé que cette exemption devrait
s'appliquer aux sociétés au chiffre d'affaires inférieur à 50 millions
d'euros qui bénéficient d'une compensation annuelle inférieure à 15
millions d'euros. La Commission prévoit également une exemption
pour les compensations publiques accordées aux hôpitaux et aux
sociétés gérant des logements sociaux. Mais les députés craignent
que des aides d'État importantes aboutissent à des distorsions de
concurrence dans ces secteurs. En effet, l'organisation de ces
secteurs varie beaucoup d'un État à l'autre et dès lors les députés
estiment que les exemptions ne devraient être instaurées qu'après la
remise par chaque État d'un rapport détaillé sur le secteur hospitalier
et celui du logement social. Les seuils généraux devraient aussi
correspondre à ceux prévus pour les petites entreprises.
Les députés ont également insisté sur le fait que lorsque l'aide d'État
est autorisée pour des services d'intérêt général, elle devrait toujours
être soumise à une procédure transparente d'appel d'offres pour que
le montant de l'aide soit établi objectivement. Ils soulignent
l'importance d'une consultation à grande échelle en particulier auprès
des usagers des services publics avant de mettre ce projet à
exécution ainsi que d'une étude d'incidence des dispositions
avancées. Ils invitent la Commission à clarifier le cadre légal de cette
proposition.
Monsieur le ministre, quels sont dans notre pays les services publics
de petite dimension que vous estimez concernés par ces nouvelles
mesures? Comment par ailleurs reconnaître un service d'intérêt
général en l'absence de directive-cadre en cette matière? Quelle sera
la position du gouvernement belge? À quelles conditions seraient
soumises ces fameuses compensations? Etes-vous d'accord avec les
seuils avancés par les députés européens en matière de chiffre
d'affaires et de compensations? Vu que certaines matières sont
régionalisées, le secteur du logement social belge et le secteur
hospitalier vont-ils entrer dans ce schéma? Sommes-nous en mesure
de fournir à la Commission un rapport détaillé sur le fonctionnement
et le financement des secteurs? Comment garantir la transparence,
voulue par les députés, dans l'octroi des marchés publics? Enfin,
pensez-vous organiser une consultation des usagers des services
publics ainsi qu'une étude d'incidence des mesures envisagées?
16.01 Camille Dieu (PS): Het
Europees parlement bespreekt
momenteel de toepassings-
voorwaarden van de mede-
dingingsregels voor staatssteun
aan kleine overheidsdiensten. De
parlementsleden stellen voor om
de kleine leveranciers van
diensten vrij te stellen van de
verplichting om overheids-
financiering aan de Commissie te
melden. De Commissie stelt dan
weer voor om de kleine
compensaties van overheids-
diensten vrij te stellen van de
meldingsplicht, maar heeft de term
'klein' niet nauwkeurig
omschreven.
De Commissie voorziet ook in een
vrijstelling van de meldingsplicht
voor de overheidscompensaties
aan ziekenhuizen en vennoot-
schappen die sociale woningen
beheren.
De parlementsleden zijn
daarentegen van oordeel dat de
vrijstelling pas zou mogen worden
ingevoerd na indiening door elke
staat van een gedetailleerd verslag
over de ziekenhuissector en de
sector van de sociale woningen.
De algemene drempels zouden
eveneens moeten overeen-
stemmen met de drempels die
voor de kleine ondernemingen
werden vastgesteld.
De parlementsleden zijn eveneens
van mening dat indien staatssteun
voor diensten van algemeen
belang is toegestaan, die
staatssteun toch onderworpen
moet zijn aan een transparante
aanbestedingsprocedure opdat het
bedrag van de steun objectief zou
worden bepaald. Ze onderstrepen
het belang van een grootschalige
raadpleging van de gebruikers en
een effectenstudie van de
voorgestelde bepalingen.
Welke kleine overheidsdiensten in
ons land komen voor die nieuwe
maatregelen in aanmerking? Hoe
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
moeten we uitmaken wanneer een
dienst van algemeen belang is,
terwijl er terzake geen
kaderrichtlijnen bestaan? Welk
standpunt neemt de Belgische
regering hierover in? Aan welke
voorwaarden zullen die
veelbesproken compensaties
worden onderworpen? Bent u het
eens met de drempels die de
Europese parlementsleden
hebben voorgesteld aangaande de
omzet en de compensaties?
Zullen de sectoren van de
ziekenhuizen en de sociale
woningen in België in dit systeem
worden opgenomen? Kunnen wij
de Commissie een gedetailleerd
verslag bezorgen over de werking
en de financiering van die
sectoren? Hoe kunnen we de
transparantie bij het toekennen
van overheidsopdrachten
garanderen? En bent u tot slot van
plan de gebruikers van de
openbare diensten te raadplegen
en een effectenstudie van de
geplande maatregelen te
organiseren?
16.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Dieu, avant de répondre à la question, il est important de préciser les
termes "services d'intérêt général" et "services d'intérêt économique
général".
- Les services d'intérêt général désignent les activités de services,
marchands ou non, considérées d'intérêt général par les autorités
publiques et soumises, pour cette raison, à des obligations
spécifiques de service public.
- Les services d'intérêt économique général mentionnés dans le traité
à l'article 90 désignent les activités de services marchands
remplissant des missions d'intérêt général et soumises de ce fait par
les Etats membres à des obligations spécifiques de service public.
C'est le cas, en particulier, des services en réseau de transport,
d'énergie et de communication.
En 2004, la Commission a élaboré un projet de décision exemptant
les financements publics à petite échelle de certaines entreprises,
chargées de la fourniture d'un service dans l'intérêt public, de
l'obligation de la notification préalable. Le financement, pour autant
qu'il ne dépasse pas un plafond annuel de fonds publics à déterminer
et que ses bénéficiaires ne réalisent pas de ventes annuelles
supérieures à un plafond à déterminer, devrait être exempté de
l'obligation de notification préalable.
Le même projet précise que le financement de ces services publics
fournis par les hôpitaux et les habitations sociales devrait également
être exempté de la notification, indépendamment du montant de la
16.02 Minister Marc Verwilghen:
Het is belangrijk dat we een
onderscheid maken tussen de
"diensten van algemeen belang"
en de "diensten van algemeen
economisch belang". Met de
diensten van algemeen belang
worden de al dan niet
commerciële diensten bedoeld die
door de overheid als van
algemeen belang worden
beschouwd en die aan specifieke
verplichtingen inzake openbare
dienstverlening onderworpen zijn.
Met de diensten van algemeen
economisch belang worden de
commerciële diensten bedoeld die
taken van algemeen belang
vervullen en als gevolg hiervan
door de lidstaten aan specifieke
verplichtingen inzake openbare
dienstverlening worden
onderworpen. Tot deze laatste
categorie behoren meer bepaald
de transport-, energie- en
communicatiediensten.
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
compensation.
La Commission européenne estime que l'ampleur relativement réduite
de ce financement ne fausse pas la concurrence dans une mesure
qui serait contraire à l'objectif communautaire de création d'un
marché intérieur des biens et des services.
Cela étant, la dispense de la notification ne signifie pas que la
compensation ne constitue pas une aide d'Etat, avec la possibilité
pour la Commission d'exercer un contrôle a posteriori sur les
compatibilités de l'aide par rapport au traité.
A ce jour, les Etats membres n'ont pas encore été invités à émettre
leurs avis sur les seuils proposés par le Parlement européen. Par
ailleurs, si la Commission adopte une telle décision, il faut savoir
qu'elle sera d'application à tous les opérateurs, qu'ils relèvent des
autorités fédérales ou fédérées.
Pour la Commission européenne, la transparence est idéalement
rencontrée par la technique des appels d'offres. La Commission
européenne a également convenu qu'il revient à l'Etat membre de
définir les services qui sont des services d'intérêt économique
général. La Commission ne compte pas changer sa position et estime
qu'elle est égalitaire, ainsi que la qualité à laquelle les services publics
doivent répondre. On peut donc affirmer que la décision de la
Commission sera, en principe, sans effet pour la qualité du service
rendu aux usagers.
In 2004 heeft de Commissie een
ontwerpbeslissing opgesteld die
de openbare financiering van
bepaalde
ondernemingen die
belast zijn met de levering van een
dienst van algemeen belang,
vrijstelt van de verplichte
voorafgaande kennisgeving indien
die financiering een bepaald
bedrag niet overschrijdt. De
Commissie meent dat de beperkte
omvang van de financiering de
concurrentie niet beduidend
vervalst. De vrijstelling van de
kennisgeving betekent niet dat de
compensatie geen staatssteun is.
De Commissie kan dus achteraf
nagaan of de overheidssteun in
overeenstemming is met het
Verdrag.
De lidstaten werden nog niet
verzocht hun advies over de door
het Europees Parlement
voorgestelde grensbedragen uit te
brengen. Als de Commissie
dergelijke beslissing neemt, zal zij
voor alle operatoren gelden.
Volgens de Europese Commissie
wordt de transparantie het best
met de procedure van de
offerteaanvraag bewerkstelligd.
Het is aan de lidstaat om uit te
maken welke diensten van
algemeen economisch belang zijn.
De Commissie is niet van plan
haar standpunt te wijzigen en haar
beslissing zal in principe geen
weerslag hebben op de kwaliteit
van de dienstverlening aan de
gebruikers.
16.03 Camille Dieu (PS): Madame la présidente, je remercie le
ministre pour toutes ces informations.
Monsieur le ministre, puisque vous me dites qu'il faut encore
déterminer les plafonds et que les Etats membres n'ont pas encore
été consultés, je reviendrai à la charge pour obtenir ces informations.
16.03 Camille Dieu (PS): Ik zal u
opnieuw bevragen teneinde de
gegevens te bekomen inzake de
berekening van de grensbedragen
en het raadplegen van de
lidstaten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Questions jointes de
- Mme Zoé Genot au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le Conseil européen de la Compétitivité du 7 mars" (n° 5892)
- Mme Camille Dieu au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "les débats autour de la directive "Services" lors du Conseil Compétitivé du 7 mars"
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
17 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Zoé Genot aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de Europese Raad Concurrentievermogen op 7 maart" (nr. 5892)
- mevrouw Camille Dieu aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de bespreking van de dienstenrichtlijn op de Raad Concurrentievermogen
van 7 maart" (nr. 5942)
17.01 Zoé Genot (ECOLO): Madame la présidente, le 7 mars a eu
lieu un Conseil Compétitivité au niveau européen, à l'occasion duquel
une série de dossiers assez importants ont été abordés.
Commençons par celui des brevets relatifs aux logiciels. Nous avons
déjà eu l'occasion d'en parler en commission, tout particulièrement le
mardi 7 décembre 2004 où vous m'aviez affirmé que le sujet ne serait
pas abordé au Conseil Compétitivité suivant, qui s'est tenu au mois de
décembre. Cela a pourtant été le cas. Le dossier a été abordé mais il
n'est pas passé, vu que la Pologne et d'autres pays ont remis en
question la manière dont la discussion s'était déroulée et le fait que ce
soit un point A.
Nous voudrions donc savoir pourquoi il n'a pas été accepté que ce
point devienne un point B, alors que plusieurs pays - la Pologne, le
Danemark et le Portugal - en exprimaient le souhait. Il semblerait que
le commissaire ait dit qu'il n'était pas possible de transformer ce point
A en point B pour des raisons de procédure.
Quelle a été la position belge par rapport à ce débat de procédure?
Trouvez-vous que les arguments opposés au changement de ce point
en point B étaient suffisants? C'est d'autant plus dommageable quand
on voit les réactions du Parlement européen qui s'est montré très
critique en émettant plusieurs objections envers la directive "brevets"
et qui a l'impression que ses objections n'ont pas été suffisamment
prises en compte par la Commission. Beaucoup de groupes du
Parlement européen ont réagi assez négativement à la position
actuelle du Conseil des ministres européen.
Le deuxième dossier dont nous voudrions mieux comprendre
l'évolution est la directive sur la libéralisation des services. J'avoue ne
plus très bien savoir où l'on en est, en raison des déclarations
contradictoires des commissaires. Ils disent que ce n'est pas un
excellent texte et reconnaissent les dangers présents dans le principe
du pays d'origine. Mais j'ai l'impression que l'on continue de discuter
de cette directive sur la libéralisation des services comme si le texte
n'allait pas être changé.
J'aurais voulu savoir, dans ce dossier-là aussi, où on en était. Bien
sûr, d'autres dossiers ont dû être abordés ainsi que d'autres directives
importantes qui ont peut-être avancé lors de ce Conseil Compétitivité.
17.01 Zoé Genot (ECOLO): Op 7
maart jongstleden kwam de
Europese Raad voor de
Mededinging samen.
Het thema van de
softwarepatenten werd reeds in
december door de Raad
behandeld, in tegenstelling tot wat
u toen in de Commissie
verklaarde. Waarom ging men niet
akkoord om dit dossier als een
"punt B" te behandelen, ondanks
het verzoek van verscheidene
landen waaronder Polen? De
enige rechtvaardiging die de
commissaris voor die weigering
zou hebben gegeven, betrof
procedurekwesties.
Welk standpunt heeft België ter
zake ingenomen? Het Europees
Parlement uitte verscheidene
bezwaren tegen die patentrichtlijn,
waarmee de Commissie naar zijn
mening onvoldoende rekening
heeft gehouden. Het huidige
standpunt van de Europese
Ministerraad werd door talrijke
parlementaire fracties afgekeurd.
De commissarissen erkennen nu
dat de tekst inzake de vrijmaking
van de diensten niet ideaal is en
dat het beginsel van het land van
oorsprong gevaarlijk is, maar
leggen daarnaast ook
tegenstrijdige verklaringen af. Wat
is nu eigenlijk de stand van zaken
in dit dossier?
17.02 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, je souhaite vous
interroger sur les points qui viennent d'être développés par Mme
Genot, à savoir la brevetabilité des inventions mises en oeuvre par
ordinateur, la directive sur les services, la directive sur les pratiques
commerciales déloyales et le règlement REACH.
Comme Mme Genot, je souligne le fait que la présidence
luxembourgeoise devait inscrire la directive sur la brevetabilité comme
17.02 Camille Dieu (PS): Het
Luxemburgse voorzitterschap zou
de octrooieerbaarheid van in
computers geïmplementeerde
uitvindingen als punt A inschrijven,
wat betekent dat het punt zonder
bespreking werd goedgekeurd.
Welk standpunt neemt ons land,
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
point A, c'est-à-dire adoptée sans discussion. En juin 2004, lors de la
première position commune du Conseil sur cette directive, la Belgique
s'était abstenue, consciente, sans doute, qu'elle ne pouvait réunir une
minorité de blocage. On sait que la présidence a maintenu ce point à
l'ordre du jour comme point A.
Quelle est la position défendue aujourd'hui par la Belgique?
Les récentes déclarations du commissaire McCreevy ont montré la
volonté de la Commission de revoir la proposition de directive sur les
services. J'ai entendu différentes déclarations à ce propos; en tout
cas, il semblait clair que l'on ne pouvait pas la garder telle qu'elle était
rédigée.
Mme Genot a parlé du principe du pays d'origine. D'autres choses
sont dérangeantes dans cette directive. Aussi, monsieur le ministre,
pouvez-vous nous détailler la position défendue par la Commission
lors de la réunion du Conseil du 7 mars 2005?
Quelles ont été les réactions de la Belgique et des autres Etats
membres?
Enfin, pouvez-vous nous fournir une information sur les deux autres
points que j'ai mentionnés au début de mon intervention, à savoir la
directive sur les pratiques commerciales déloyales et le règlement
REACH?
dat zich in 2004 bij de stemming
onthield omdat het inzag dat het er
niet zou in slagen een
blokkeringsminderheid tot stand te
brengen, vandaag in?
Uit de recente verklaringen van
commissaris Charlie McCreevy
blijkt dat de Commissie bereid is
het voorstel van richtlijn met
betrekking tot de diensten te
herzien. Niet alleen de notie "land
van oorsprong", maar tal van
andere punten doen vragen rijzen.
Welk standpunt nam de
Commissie naar aanleiding van de
Raad van 7 maart in? Hoe
reageerden België en de andere
lidstaten?
Wat is de stand van zaken van de
richtlijn betreffende de oneerlijke
handelspraktijken en het REACH-
systeem?
17.03 Marc Verwilghen, ministre: Madame la présidente, madame
Genot, madame Dieu, trois thèmes doivent être rencontrés.
S'agissant des brevets sur les logiciels, la position belge s'est
concentrée sur trois aspects lors du Conseil Compétitivité des 17 et
18 mai 2004. Premièrement, la délégation belge a indiqué, au sujet de
l'interopérabilité, que la simple mention de l'applicabilité du droit de la
concurrence ne suffisait pas. Conformément à la décision du Conseil
des ministres belge du 14 mai 2004, la Belgique a préconisé d'insérer
une disposition selon laquelle certaines formes d'interopérabilité ne
sont pas considérées comme du piratage.
Deuxièmement, la Belgique a demandé, conformément à la décision
de son Conseil des ministres du 14 mai, de couler dans un article de
la directive le principe selon lequel un programme informatique en
code source, en code objet ou sous toute autre forme, ne peut être
considéré comme une invention brevetable. En effet, la présence
d'une telle disposition dans la directive constitue la meilleure garantie
juridique du respect de ce principe. Troisièmement, en ce qui
concerne la notion de contribution technique, la Belgique a approuvé
les amendements 107 et 69 du Parlement européen.
En résumé, le principe de la non-brevetabilité des logiciels a été
intégré dans la directive et la définition de la "contribution technique" a
été adaptée à la demande de la Belgique. Lors du vote relatif à
l'interopérabilité, notre pays, qui avait une autre opinion sur la
question, s'est abstenu. Au Conseil Compétitivité du 18 mai 2004, un
accord est intervenu à la majorité qualifiée quant au projet de directive
motivée.
Lors du Conseil Compétitivité du 7 mars dernier, la proposition de
17.03 Minister Marc Verwilghen:
Naar aanleiding van de Raad
Concurrentievermogen van 17 en
18 mei 2004, nam België met
betrekking tot de
softwareoktrooien een drievoudig
standpunt in. Ten eerste schonk
de eenvoudige vermelding van de
toepasbaarheid van het
mededingingsrecht ons land geen
voldoening. Om die reden pleitten
we ervoor een bepaling op te
nemen waarbij sommige vormen
van compatibiliteit niet als piraterij
worden beschouwd.
Ten tweede heeft België gevraagd
het principe dat een
computerprogramma in broncode,
doelcode of in enige andere vorm
niet als een octrooieerbare
uitvinding kan worden beschouwd,
in de richtlijn op te nemen.
Ten derde heeft België de
amendementen nrs 107 en 69 van
het Europees Parlement met
betrekking tot het begrip
"technische bijdrage"
goedgekeurd.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
directive sur les brevets de logiciels a été formellement adoptée par le
Conseil à la majorité qualifiée et envoyée au Parlement européen
pour approbation. Conservant le point de vue qu'elle avait déjà adopté
en mai, la Belgique s'est abstenue lors du vote.
Durant cette même réunion du Conseil du 7 mars, la directive
services a été abordée à titre informatif au cours du lunch. La
Commission a fourni davantage d'explications quant à son intention
d'élaborer une proposition modifiée. La Commission a promis que
celle-ci tiendrait compte des remarques des Etats membres du
Parlement européen et de la société civile en matière de dumping
social. La nouvelle proposition contiendra de solides garanties. Le
principe du pays d'origine sera réexaminé et les soins de santé et
services d'intérêt général seront exclus.
Le Conseil Compétitivité du 18 avril 2005 assurera un suivi en la
matière. La Belgique a défendu sa position du 25 novembre 2004 et a
réagi favorablement à l'annonce par la Commission de son intention
de revoir la proposition dans les plus brefs délais afin de supprimer
les entraves à la circulation des services dans l'Union européenne.
Enfin, la présidence a fourni des informations sur l'état des lieux des
deux dossiers REACH et sur les pratiques commerciales déloyales.
La présidence luxembourgeoise poursuit le débat sur les titres 6 à 9
de la proposition REACH au sein du groupe de travail européen ad
hoc. De plus, un workshop sera organisé en mai pour examiner si
REACH est applicable aux petites et moyennes entreprises. Une
nouvelle discussion de cette proposition est prévue pour le Conseil
Compétitivité des 6 et 7 juin 2005.
S'agissant de politique commerciale déloyale, le Parlement a
approuvé le rapport de Mme Bressaud, qui comprend 19
amendements, à une majorité confortable, le 24 février 2005. Comme
les amendements résultent d'un compromis équilibré entre le Conseil,
la Commission et le Parlement, la directive devrait être abordée au
Conseil Compétitivité des 6 et 7 juin 2005.
Het Luxemburgse voorzitterschap
zet de bespreking van titels VI tot
en met IX van het REACH-voorstel
in de ad hoc werkgroep voort. In
mei zal tevens een workshop
worden georganiseerd om uit te
maken of REACH op de KMO's
kan worden toegepast. Tijdens de
bijeenkomst van de Raad voor de
Mededinging op 6 en 7 juni 2005
zal het voorstel opnieuw ter tafel
liggen.
Op 24 februari 2005 keurde het
Parlement met een ruime
meerderheid de negentien
amendementen goed die op het
verslag van mevrouw Bressaud
inzake het oneerlijke
handelsbeleid werden ingediend.
Ook die richtlijn zal tijdens de
bijeenkomst van 6 en 7 juni door
de Raad voor de Mededinging
worden behandeld.
17.04 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, en ce qui concerne
le texte sur les brevets de logiciels, vous avez rappelé la position de la
Belgique qui date de mai 2004. Notre pays reste insatisfait du texte
proposé par la Commission qui va beaucoup moins loin, à notre sens,
que le texte du Parlement.
C'est pourquoi j'aurais espéré que la Belgique se range du côté des
pays qui souhaitaient en rediscuter et faire passer en point B cette
directive. Cela aurait été l'occasion...
17.04 Zoé Genot (ECOLO): Wij
vinden dat de door de Commissie
voorgestelde tekst inzake de
softwarepatenten veel minder ver
gaat dan de tekst van het
Parlement. Ik had dan ook
gehoopt dat België zich zou
aansluiten bij de landen die de
tekst van de Commissie opnieuw
willen bespreken door van deze
richtlijn een "punt B" te maken.
17.05 Marc Verwilghen, ministre: Personne n'a demandé qu'elle
passe en point B.
17.05 Minister Marc Verwilghen:
Niemand heeft gevraagd dat die
richtlijn een "punt B" zou worden!
17.06 Zoé Genot (ECOLO): C'est une information intéressante, car
j'avais d'autres échos. Donc, personne ne l'a demandé. Il semblerait
que certains parlements - danois, polonais et portugais - s'inquiètent
beaucoup de cette directive et demandent à leur gouvernement de
pouvoir rediscuter le texte, étant donné qu'il est en désaccord avec
17.06 Zoé Genot (ECOLO): Ik
heb iets anders vernomen. Naar
verluidt maken sommige
parlementen zich zorgen over de
richtlijn en vragen zij hun
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
celui du Parlement européen.
Je ne peux que regretter qu'un consensus ne se soit pas dégagé
entre les pays qui trouvaient que ce texte n'allait pas assez loin, afin
de tenter une renégociation et ainsi le rendre plus proche de celui
adopté au Parlement européen.
Au sujet de la directive sur la libéralisation des services, comme vous,
je me réjouis de l'ouverture manifestée par la Commission. J'attends
aussi de connaître ce qui sera mis concrètement sur la table. C'est
pourquoi je suis étonnée de constater qu'en attendant, les discussions
continuent au COREPER. Si je ne me trompe, on y discute
actuellement des articles 14 et 15 alors que le texte sera peut-être
modifié. Je trouve la technique quelque peu étonnante. On n'a pas
d'information sur le calendrier de la Commission, pour savoir quand
ce texte amendé sera mis sur la table.
regeringen de tekst, die niet met
de tekst van het Europees
Parlement overeenstemde,
opnieuw te bespreken.
Ik vind het spijtig dat de landen die
aanstuurden op een tekst die
dichter bij de tekst van het
Parlement lag, het niet eens zijn
kunnen worden.
Het verheugt mij dat de richtlijn
over de liberalisering van de
diensten opnieuw ter tafel ligt,
maar het verbaast mij dat in
afwachting de bespreking van de
artikelen 14 en 15 in het
COREPER wordt voortgezet.
Wanneer zal de Commissie de
geamendeerde tekst ter tafel
leggen?
17.07 Camille Dieu (PS): Monsieur le ministre, en ce qui concerne
les brevets de logiciels, comme cela va repasser en deuxième lecture
au Parlement européen, nous verrons comment les choses vont
évoluer. On peut souligner l'aspect démocratique du processus, c'est
un peu ce que l'on vit chez nous. Nous verrons à ce moment-là où
nous allons.
Pour la directive sur les services, le fait que l'on va revoir la directive
est déjà une bonne chose. Il faut voir dans quel sens elle sera revue
et jusqu'où ira cette révision. Puisque depuis le début, nous
soutenons que, franchement, ce n'est pas notre tasse de thé, nous
viendrons vous interroger à nouveau pour connaître l'évolution du
dossier. Nous vous rappelons notre position à cet égard qui était tout
à fait claire, que ce soit pour l'application, pour la définition de la
notion de service, pour celle du pays d'origine, pour la question du
détachement, etc.
17.07 Camille Dieu (PS): De tekst
over de octrooien op software zal
in een tweede lezing door het
Europees Parlement worden
behandeld, wat het proces zal
demcratiseren. Wij volgen de
evolutie.
De herziening van de
dienstenrichtlijn is voor ons een
goede zaak want we zijn er van bij
het begin tegen gekant. We zullen
u in dit verband opnieuw bevragen
en we zullen u aans ons standpunt
herinneren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de wijzigingen aan het ministerieel besluit van 9 januari 2001 betreffende
het aanleggen en het doen werken van radiostations door radioamateurs" (nr. 5914)
18 Question de M. Patrick De Groote au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les modifications à l'arrêté ministériel du 9 janvier 2001 relatif à
l'établissement et à la mise en service de stations radioélectriques par des radioamateurs" (n° 5914)
18.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, u zou werken aan een wijziging van het ministerieel besluit
van 9 januari 2001. Het zou vooral betrekking hebben op
vergunningen en examens voor radioamateurs van radiostations. Kan
u de beoogde wijzigingen, zijnde de inhoud evenals de reden en het
doel van de wijzigingen, toelichten? Komt deze wijziging er na
bevraging en/of overleg met de radioamateurs en/of op vraag van de
radioamateurs zelf? Op welke termijn denkt u dat het besluit zal
worden uitgevaardigd en in werking zal treden?
18.01 Patrick De Groote (N-VA):
Les modifications apportées à
l'arrêté ministériel du 9 janvier
2001 visent principalement les
licences et les examens destinés
aux radioamateurs. De quelles
modifications s'agit-il et pourquoi
sont-elles apportées? Une
concertation a-t-elle été organisée
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
avec les radioamateurs ou la
demande provenait-elle de leur
part? Quand cet arrêté entrera-t-il
en vigueur?
18.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, collega De
Groote, vooreerst worden er een aantal achterhaalde situaties en/of
onduidelijkheden die er bestaan in het oude ministeriële besluit
rechtgezet.
Andere belangrijke wijzigingen zijn onder meer te vinden in de
volgende artikelen. Het artikel 1voorziet in de notie van erkende
radioamateurvereniging. Dit is ingevoerd om een betere
samenwerking met de radioamateurs te verzekeren. Deze erkende
verenigingen verzekeren een goede band tussen de wereld van de
radioamateurs en het instituut.
Artikel 2 voert een basisexamen in zoals in andere landen ook reeds
werd ingevoerd of wordt voorbereid, met als doel het
radioamateurisme voor een groot publiek te kunnen openen en dit op
vraag van de radioamateurverenigingen. Dit artikel schrapt eveneens
de vereiste om morse te kennen. Hierdoor voert België een
internationaal akkoord uit met hetzelfde doel.
Artikel 13 laat toe bepaalde radioamateurstations met het internet te
verbinden. Evoluties in de technische wereld waren niet voorzien in
het oude ministeriële besluit.
Artikel 14 laat toe dat een radioamateur een station vanop afstand
bedient. Een radioamateur die in een drukbevolkt gebied woont, kan
op deze manier zijn station in minder drukbevolkte gebieden zetten en
minder storingen veroorzaken bij omwonenden.
Een tweede element is de toelating voor niet-radioamateurs om onder
strikte voorwaarden eveneens het station te kunnen bedienen. Hierbij
wordt bijvoorbeeld gedacht aan educatieve schoolprojecten.
Aangaande de vraag of de wijzigingen na overleg met de
radioamateurs zijn toegevoegd, is het zo dat de aanpassing van het
ministerieel besluit werd ingeleid op vraag van de belangrijkste
radioamateurverenigingen. De uiteindelijke tekst werd samengesteld
door het instituut, in samenwerking trouwens met deze verenigingen.
Tot slot kan ik u wat betreft uw vraag over de timing melden dat het
ontwerpbesluit zich momenteel bij de Europese Commissie voor
notificatie bevindt. Deze notificatieprocedure loopt af tegen 26 april
2005. Hierna moet het ministerieel besluit naar de Raad van State
voor advies. Vervolgens is het ministerieel besluit klaar voor
ondertekening en publicatie.
18.02 Marc Verwilghen, ministre:
Certaines dispositions dépassées
et/ou imprécisions de l'ancien
arrêté ont été rectifiées. En outre,
la notion de "association reconnue
de radioamateurs" est inscrite à
l'article 1. L'article 2 introduit un
examen de base, tel que prévu
dans d'autres pays. A la demande
des associations, ces mesures
sont destinées à mettre le
radioamateurisme à la portée du
grand public. L'obligation de
connaître le morse a également
été supprimée. L'article 13 permet
de connecter certaines stations de
radioamateurs à l'Internet. En
vertu de l'article 14, un
radioamateur peut désormais
commander une station à
distance.
Dans le cas des professionnels
également, les autorisations
d'exploiter une station ne sont
accordées qu'à des conditions
strictes.
L'arrêté a été modifié à la
demande des principales
associations de radioamateurs.
L'institut a rédigé le texte en
collaboration avec ces
associations. La procédure de
notification du projet d'arrêté à la
Commission européenne se
termine le 26 avril 2005. L'arrêté
doit ensuite être envoyé pour avis
au Conseil d'Etat. Lorsque le
Conseil aura rendu son avis,
l'arrêté sera signé et publié.
18.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor
uw uitgebreid antwoord. Het zal dus nog een heel tijdje duren voordat
het in werking treedt, vermoed ik. Er is nog een weg te gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
09/03/2005
CRIV 51
COM 523
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
en Wetenschapsbeleid over "de verzekerbaarheid van elektronische rolstoelen" (nr. 5860)
19 Question de Mme Greet van Gool au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'assurabilité des chaises roulantes électroniques" (n° 5860)
19.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de voorzitter, ik wil nog
even verduidelijken dat ik vast zat in de commissie voor de Sociale
Zaken, waar de bespreking van de toch wel belangrijke
gezondheidswet aan de gang was.
Mijnheer de minister, ik heb u een paar weken geleden al een vraag
gesteld over de verzekerbaarheid van elektronische rolstoelen. Dat
gebeurde naar aanleiding van een bericht op de website van
Assuralia, waarin gesteld werd dat de elektronische rolstoelen enkel
via een BA auto-contract gedekt kunnen worden.
Naar aanleiding van mijn vraag hebt u beloofd om een overleg op te
starten met de vereniging voor personen met een handicap, de CBFA
en de belangenvereniging van de verzekeringssector. Daags nadien
hebt u in de pers gesuggereerd dat er een oplossing voor het
probleem gezocht zou worden in de polis BA privé-leven de familiale
polis en niet langer in de BA auto.
Ik heb de volgende vragen. Ten eerste, is het overleg met de
verschillende belanghebbenden al opgestart? Wordt daarbij ook
rekening gehouden met de bevoegdheden en de competenties van de
minister van Mobiliteit, ten aanzien van onder andere het statuut van
de rolstoelgebruiker in het wegverkeer?
Ten tweede, houdt u vast aan uw idee om de verzekering te regelen
via de familiale polis?
Ten slotte, hebt u al enig zicht op de kostprijs van de oplossing die u
voorstelt voor de betrokkenen?
19.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Voici quelques semaines, le
ministre a promis d'initier une
concertation à propos de
l'assurabilité des chaises roulantes
électroniques. Les associations de
personnes handicapées, la
Commission bancaire, financière
et des assurances ainsi que le
secteur des assurances sont les
parties concernées.
Cette concertation a-t-elle déjà été
lancée? Les compétences du
ministre de la Mobilité seront-elles
également prises en
considération? Le ministre a-t-il
toujours l'intention d'organiser
cette assurance par le biais de la
police familiale? A-t-il déjà une
idée du coût?
19.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, mevrouw
van Gool, wat uw eerste vraag betreft, de eerste overlegvergadering
zal over enkele dagen plaatsvinden. De staatssecretaris bevoegd voor
personen met een handicap, mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, is
erbij betrokken. Het probleem betreft bij mijn weten uitsluitend de
verzekering van elektrische of elektronische rolstoelen. De
verzekering valt onder mijn uitsluitende bevoegdheid, terwijl de
gehandicapten onder de bevoegdheid vallen van de staatssecretaris
voor het Gezin en Personen met een handicap. Voorlopig wordt de
minister van Mobiliteit niet in het dossier betrokken.
Ten tweede, ik heb niet gezegd dat ik dacht aan een oplossing via de
familiale verzekering. Ik heb wel gezegd dat, indien men dacht aan
een oplossing via de familiale verzekering, zich hoe dan ook een
aanpassing van de wet van 21 november 1989 betreffende de
verplichte motorrijtuigverzekering opdringt. Het is te vroeg om nu
reeds een definitief standpunt in te nemen over de manier waarop het
aangekaarte probleem moet worden opgelost. Daarvoor dient juist het
overleg.
De derde vraag over de kostprijs is nog voorbarig. Ik stel voor de
resultaten van het overleg af te wachten vooraleer daarin te
trancheren. Er komt beweging in het dossier. U mag een pluim op uw
hoed steken, omdat dat het gevolg is van uw vraag.
19.02 Marc Verwilghen, ministre:
La première réunion aura lieu
dans quelques jours. La secrétaire
d'Etat aux Personnes handicapées
a été associée à cette initiative,
mais non le ministre de la Mobilité;
l'assurabilité des chaises roulantes
électroniques ressortit entièrement
à ma compétence.
Je ne me suis pas prononcé pour
une solution passant par
l'assurance familiale mais j'ai dit
que si l'on optait pour cette
solution, il faudrait adapter la loi
sur l'assurance automobile
obligatoire. La question sur le coût
est également prématurée. Nous
devons attendre les résultats de la
concertation.
CRIV 51
COM 523
09/03/2005
CHAMBRE
-2
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-2
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
19.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, wij proberen
hier een oplossing te zoeken voor een probleem. Uw antwoord was
de vorige keer ook duidelijk, maar ik heb ook gemerkt aan de reacties
die ik vorige keer heb gekregen dat het ook voor heel wat
ongerustheid in de sector heeft gezorgd. Er werd immers via
allerhande tussenoplossingen een regeling uitgewerkt. Ik ben blij dat
het overleg op zeer korte termijn wordt opgestart. Het is jammer dat
de minister van Mobiliteit daarbij niet is betrokken.
Voor de verzekeringen moet men rekening houden met de plaats die
iemand inneemt. De plaats waar de rolwagen zich op de openbare
weg bevindt, op het voetpad, het fietspad of de weg, is bijvoorbeeld
ook een element dat van belang kan zijn voor de verzekering.
In die zin lijkt het mij toch alleszins aangewezen dat het overleg met
uw collega plaatsvindt.
Voor het overige hoop ik dat u voort werk zult maken van deze
aangelegenheid en dat u zult proberen een voor betrokkenen
gunstige, maar niet te dure oplossing uit te werken.
19.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Il est regrettable que le
ministre de la Mobilité ne soit pas
associé à cette discussion. Pour
une assurance, il est également
important de connaître la place
qu'une personne occupe sur la
voie publique. J'espère que la
solution finalement retenue ne
sera pas trop coûteuse pour les
intéressés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de voorzitter, er staan
nog twee vragen op de agenda. Hebben de vraagstellers, mevrouw
Galant en mevrouw Turtelboom, iets laten weten?
De voorzitter: Vraag nr. 5670 van mevrouw Turtelboom en vraag nr. 5663 van mevrouw Galant worden
uitgesteld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.55 heures.