CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 517
CRIV 51 COM 517
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
02-03-2005
02-03-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Interpellation de M. Ortwin Depoortere au vice-
premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le transfert de
compétences en matière de coopération au
développement aux communautés et aux régions"
(n° 541)
1
Interpellatie van de heer Ortwin Depoortere tot de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de overheveling van
aangelegenheden inzake
ontwikkelingssamenwerking naar de
Gemeenschappen en Gewesten" (nr. 541)
1
Orateurs: Ortwin Depoortere, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget et des Entreprises publiques
Sprekers: Ortwin Depoortere, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting en Overheidsbedrijven
Motions
4
Moties
4
Questions jointes de
5
Samengevoegde vragen van
5
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le nouveau vol de
documents d'identité auprès de l'administration
communale de Charleroi" (n° 5656)
5
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de nieuwe diefstal van identiteitspapieren bij het
gemeentebestuur van Charleroi" (nr. 5656)
5
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "le nouveau vol de
certificats d'inscription au registre des étrangers à
l'administration communale de Charleroi"
(n° 5787)
5
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de nieuwe diefstal van bewijzen van inschrijving
in het vreemdelingenregister bij het
gemeentebestuur van Charleroi" (nr. 5787)
5
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
7
Samengevoegde vragen van
7
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la visite du président
américain Bush à la Belgique et le coût des
moyens humains et matériels mis en oeuvre à
cette occasion" (n° 5665)
7
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het bezoek van de Amerikaanse president Bush
aan België en de kostprijs van de speciaal
daarvoor ingezette mensen en middelen"
(nr. 5665)
7
- M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre
de l'Intérieur sur "les mesures de sécurité pendant
la visite de M. Bush à Bruxelles" (n° 5751)
7
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsmaatregelen tijdens het bezoek van de
heer Bush aan Brussel" (nr. 5751)
7
Orateurs: Guido Tastenhoye, Stijn Bex,
Patrick Dewael
, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: Guido Tastenhoye, Stijn Bex,
Patrick Dewael
, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
inégalités au niveau du statut des membres des
services de sécurité civile" (n° 5706)
13
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de ongelijkheden in het statuut van
de leden van de civiele veiligheidsdiensten"
(nr. 5706)
13
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Katrien Schryvers au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
norme de financement des zones de police
locale" (n° 5707)
15
Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financieringsnorm voor de lokale
politiezones" (nr. 5707)
15
Orateurs:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Katrien Schryvers, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Dalila Douifi au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
16
Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
16
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
mendiantes accompagnées d'enfants" (n° 5708)
Zaken over "bedelaressen met kinderen"
(nr. 5708)
Orateurs: Dalila Douifi, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dalila Douifi, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Ingrid Meeus au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "un abri anti-
atomique dans les souterrains du parc de
Bruxelles" (n° 5719)
18
Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een atoomschuilkelder onder het
park van Brussel" (nr. 5719)
18
Orateurs: Ingrid Meeus, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Ingrid Meeus, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Patrick De Groote au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté royal
du 30.03.2002 fixant les dispositions générales
relatives à la valorisation pécuniaire des services
antérieurs accomplis par des membres
volontaires des services publics d'incendie
recrutés en tant que membres professionnels"
(n° 5726)
18
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het KB van 30.03.2002 betreffende
het geldelijk in aanmerking nemen van de
diensten verricht door vrijwilligers van openbare
brandweerdiensten aangeworven als
beroepsbrandweerlieden" (nr. 5726)
18
Orateurs: Patrick De Groote, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Patrick De Groote, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jean-Claude Maene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
Livre vert sur une approche communautaire de la
gestion des migrations économiques" (n° 5716)
21
Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het Groenboek over het beheer van
de economische migratie: een EU-aanpak"
(nr. 5716)
21
Orateurs: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jean-Claude Maene, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Annick Saudoyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
centralisation de la police des chemins de fer de
l'arrondissement de Tournai à Mons" (n° 5733)
22
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de centralisering in Bergen van de
spoorwegpolitie van het arrondissement Doornik"
(nr. 5733)
22
Orateurs: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Annick Saudoyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes linguistiques à la police de Woluwe-
Saint-Lambert" (n° 5786)
25
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de taaltoestanden bij de politie van
Sint-Lambrechts-Woluwe" (nr. 5786)
24
Orateurs: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "un éventuel
dédommagement moral pour les victimes belges
du tsunami" (n° 5788)
27
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"een eventuele morele schadevergoeding voor de
Belgische slachtoffers van de tsunami" (nr. 5788)
27
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "un spectacle
de Dieudonné" (n° 5795)
30
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "een show van Dieudonné" (nr. 5795)
30
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
2
MARS
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
2
MAART
2005
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.16 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Interpellatie van de heer Ortwin Depoortere tot de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven over "de overheveling van aangelegenheden inzake ontwikkelingssamenwerking
naar de Gemeenschappen en Gewesten" (nr. 541)
01 Interpellation de M. Ortwin Depoortere au vice-premier ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques sur "le transfert de compétences en matière de coopération au développement
aux communautés et aux régions" (n° 541)
01.01 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, in
de eerste plaats wil ik u bedanken om tot hier te komen om mij van
antwoord te dienen op mijn interpellatie. Het zal voor u waarschijnlijk
niet gemakkelijk zijn om tussen alle biechtstoelgesprekken door wat
tijd vrij te maken om een ander communautair punt te bespreken in
deze commissie. Ik zeg dat niet zomaar, er is een gelijkenis merkbaar
tussen de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en de
overheveling van sommige delen van de ontwikkelingssamenwerking.
Bij de splitsing komt het er in feite op neer dat uitvoering moet worden
gegeven aan een arrest van het hoogste rechtscollege in ons land. Bij
de overheveling van onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking
gaat het om de uitvoering van een welbepaald artikel uit het
Lambermont-akkoord dat democratisch is goedgekeurd. Tot op de
dag van vandaag is dat echter nog altijd dode letter gebleven.
Vooraleer ten gronde uit te weiden over het fameuze artikel 6ter van
het zogenaamde Lambermont-akkoord hoop ik dat dit niet dezelfde
weg opgaat als het lang aanslepen van de splitsing van de kieskring
Brussel-Halle-Vilvoorde.

Zoals gezegd, werd in de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende
overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en
Gemeenschappen een artikel 6ter ingevoegd. Dat artikel bepaalt:
"Onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking worden vanaf
1 januari 2004 overgeheveld in zoverre ze betrekking hebben op de
gemeenschaps- en gewestbevoegdheden. Een bijzondere werkgroep
wordt opgericht, die tot taak heeft om in overleg met de sector en
uiterlijk tegen 31 december 2002 een lijst voor te stellen van die
aangelegenheden die betrekking hebben op de bevoegdheden van de
01.01
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): La loi spéciale
du 13 juillet 2001 règle le transfert
aux Communautés et aux Régions
de différentes compétences
relatives à la coopération au
développement. L'article 6ter
prévoit la création d'un groupe de
travail spécial chargé de présenter
une liste de toutes les
compétences concernées, en
concertation avec le secteur et
pour le 31 décembre 2002 au plus
tard. Malgré l'existence d'un large
consensus, cette loi est restée
lettre morte. On ne voit pas
clairement pourquoi.

Quand ce groupe de travail a-t-il
été mis en place? Qui en fait
partie? Combien de fois s'est-il
déjà réuni? Quelles sont ses
conclusions provisoires?
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Gemeenschappen en de Gewesten inzake
ontwikkelingssamenwerking."

Mijnheer de minister, ik heb mij de moeite getroost even de
voorbereidende werkzaamheden van het fameuze Lambermont-
akkoord te bekijken. Ik heb na lezing vastgesteld dat artikel 6ter op
een ruime consensus kon rekenen over alle partijgrenzen heen, zeker
aan Vlaamse zijde. Ik kan hiervoor bijvoorbeeld verwijzen naar het
toenmalig standpunt van de Vlaamse regering. Die Vlaamse regering,
waarvan sp.a trouwens deel uitmaakte, stelde het volgende voor: "de
expliciete toekenning aan de Gemeenschappen van normerende
bevoegdheden inzake ontwikkelingssamenwerking en de
overheveling naar de Gemeenschappen van federale budgetten en
andere instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking". Ik denk dat
dat redelijk duidelijke taal is.

Ik verwijs ook naar het standpunt van het Vlaams Parlement in zijn
geheel. Ik citeer: "Niettegenstaande het feit dat de deelstaten door de
jongste staatshervorming een volwaardige bevoegdheid hebben
verworven inzake internationale samenwerking in alle domeinen
waarvoor ze intern bevoegd zijn, is ontwikkelingssamenwerking een
federale bevoegdheid gebleven. Ontwikkelingssamenwerking heeft
nochtans in essentie betrekking op internationale samenwerking in
domeinen die tot de bevoegdheid van de deelstaten behoren, zoals
bijvoorbeeld onderwijs, economische ontwikkeling, volksgezondheid,
armoedebestrijding, huisvesting, leefmilieu".

Het Vlaams Parlement gaat verder in zijn nota: "Bovendien dient
vastgesteld te worden dat een belangrijk onderdeel van de
ontwikkelingssamenwerking, namelijk educatie en sensibilisering,
rechtstreeks samenhangt met de exclusieve bevoegdheden van de
Gemeenschappen op het gebied van onderwijs, jeugd en cultuur". Het
Vlaams Parlement besluit: "Aangezien de ontwikkelingssamenwerking
betrekking heeft op domeinen die hoofdzakelijk bij de deelstaten
berusten, worden binnen het bestaande kader inzake het
buitenlandse politieke beleid van België de
ontwikkelingssamenwerking en de overeenstemmende middelen
toegewezen aan de deelstaten. Zij staan in voor de conceptie en de
uitvoering van dit beleid. Samenwerkingsakkoorden kunnen
afgesloten worden wanneer de federale overheid en de deelstaten in
hun exclusieve bevoegdheidsdomeinen optreden. Via
samenwerkingsakkoorden kunnen bovendien gezamenlijke
initiatieven ontwikkeld worden".

Mijnheer de minister, ondanks deze brede consensus is de uitvoering
van de wet dode letter gebleven, althans wat betreft de overheveling
van sommige onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking.

Naar het waarom is het tot vandaag raden.

Verschillende parlementsleden hebben nochtans in het verleden
daarover geïnterpelleerd. Ik geef u enkele voorbeelden. Op 17 januari
2002 vroeg senator Van Hauthem of de bijzondere werkgroep reeds
was samengesteld en welke onderdelen van de
ontwikkelingssamenwerking volgens de werkgroep in aanmerking
kwamen om te worden overgeheveld. Het antwoord van toenmalig
minister Annemie Neyts, die antwoordde namens de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking kwam erop neer dat: "...een
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
werkgroep tegen het eind van de maand wordt opgericht. Over de
voorstellen die de werkgroep in de loop van het jaar zal uitwerken is
vanzelfsprekend nog niets bekend." Tot daar het citaat. Ik herhaal de
datum, die niet onbelangrijk is: 17 januari 2002.

Een tweede voorbeeld dateert van meer dan een jaar later,
5 november 2003. Toen antwoordde de minister van
Ontwikkelingssamenwerking op een schriftelijke vraag van senator
Vandenberghe dat er: "...een werkgroep is opgericht." Punt. Dat lijkt
mij nogal een summiere uitleg want de minister maakte geen melding
van wie in de werkgroep zetelde. Hij wist niet te vertellen wanneer de
werkgroep van start was gegaan, noch ­ het belangrijkste, uiteraard ­
tot welke besluiten de werkgroep was gekomen. Het was intussen
eind 2003.

Nu is het maart 2005 en er zijn nog altijd geen concrete resultaten op
tafel gelegd. Ik hoop, mijnheer de minister, dat u vandaag wel
antwoord kunt geven op de volgende concrete vragen. Ten eerste,
wanneer is de fameuze werkgroep opgericht? Wie maakt er deel van
uit? En hoeveel keer is de werkgroep reeds samengekomen? Ten
tweede, tot welke besluiten is de werkgroep gekomen? Met andere
woorden: welke onderdelen van de ontwikkelingssamenwerking
komen in aanmerking om overgeheveld te worden naar de
deelstaten?

Ten derde, en tevens de belangrijkste, cruciale vraag, wanneer zal de
wet, in casu artikel 6ter van het Lambermont-akkoord, uitgevoerd
worden? Ik dank u alvast voor uw antwoord.
01.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, de wet
waarnaar wordt gerefereerd is uiteraard bekend. Het zal ook bekend
zijn dat deze wet van een vrij zeldzame specificiteit was. Er werd
namelijk in bepaald dat ontwikkelingssamenwerking zou worden
overgeheveld voor de materies die verband houden met de Gewesten
en Gemeenschappen. Dat is toch wel vrij vaag, zoals u weet.
Bovendien bepaalt de wet - dat is een novum - dat de werkgroep zal
proberen om deze bepaling beter te definiëren en ervoor zorgen dat
daarmee in 2002 resultaten zouden kunnen worden geboekt.

De werkgroep is verschillende keren samengekomen. Wij kunnen op
dit moment alleen maar vaststellen dat, terwijl er een vrij grote
consensus was over het in de wet ingeschreven principe, er voor de
uitvoering binnen de werkgroep heel weinig tot geen consensus was.
Dat is de waarheid.

U weet ook dat er bij het werkveld, dus bij de mensen die in de
ontwikkelingssamenwerking actief zijn, heel uiteenlopende meningen
zijn. De enige manier waarop ooit verder zal kunnen worden gewerkt
in de materie, is dat van bij het begin de wet duidelijk is over de zaken
waarover het gaat en waarover het niet gaat. Ook moet met het
werkveld nog een heel diepgaand gesprek worden gevoerd over wat
er precies moet gebeuren. Het heeft immers niet veel zin om een
overheveling te doen die lijnrecht ingaat tegen de mening van alle
mensen die op het terrein actief zijn.

Op dat vlak moeten we niet rond de pot draaien. Er is op dit moment
weinig eensgezindheid. Zowel bij de mensen op het terrein ­ zij zijn
wel eensgezind, want zij willen geen overheveling ­ als bij de actoren
01.02 Johan Vande Lanotte,
ministre: Bien qu'au sein du
groupe de travail, un large
consensus se soit dégagé au sujet
du principe, sa mise en oeuvre a
fait naître d'importantes
divergences de vue qui
s'expliquent surtout par
l'imprécision des dispositions
figurant dans la loi. Ces dernières
doivent être précisées par la loi
avant que leur exécution ne
devienne possible.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
die moeten instaan voor de uitvoering is er heel veel twijfel, omdat
inhoudelijke en bevoegdheidselementen elkaar voortdurend kruisen.

Dat betekent niet dat het dossier helemaal van de agenda is
verdwenen. Ook in de regeringsverklaring werd de overheveling nu
opgenomen. Het dossier zal echter pas effectief kunnen worden
gedeblokkeerd, wanneer in plaats van de huidige, vage en
procedurele opname in de wet, een duidelijkere ­ zij het misschien
niet volledige ­ bepaling in de wet komt. Zonder dat zie ik het project
in grote mate stranden op heel veel onenigheid, zelfs los van
meerderheid en oppositie.
01.03 Ortwin Depoortere (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u
zult begrijpen dat uw antwoord mij ontgoochelt. Ik ken de ideologische
discussie over de overheveling van ontwikkelingssamenwerking en
over wie in de praktijk aan ontwikkelingssamenwerking zou moeten
doen. Sommigen, vooral aan de linkerzijde, vinden inderdaad dat er
geen versplintering mag zijn van de ontwikkelingssamenwerking. Ik
kan daarvoor begrip opbrengen, maar het is niet gezegd dat, wanneer
ontwikkelingssamenwerking in zijn geheel wordt overgeheveld naar
de deelstaten, er sprake is van een versplintering. Ik stel nu vast dat
zowat alle gemeenten en steden in Vlaanderen ook eigen particuliere
projecten hebben die zij financieel ondersteunen. Ik zie niet in welke
belemmeringen er zouden kunnen zijn om op grond daarvan de
overheveling van ontwikkelingssamenwerking naar de deelstaten
tegen te houden.

Ik herhaal nogmaals wat ik in mijn inleiding heb gezegd, namelijk dat
onze fractie erop rekent dat de wet wordt uitgevoerd. U kunt nu wel
zeggen dat het artikel 6ter in de wet heel vaag is, maar de wet blijft
wel de wet. Ik denk dat iedere rechtschapen burger in dit land er toch
ten minste van zou moeten kunnen uitgaan dat de wetgever en de
uitvoerende macht de wetten uitvoeren zoals ze goedgekeurd zijn in
de Kamer en de Senaat. In feite kan de regering, in tegenstelling tot
wat u net hebt gezegd, niet langer talmen om aan een wet uitvoering
te geven. Het is eigenlijk niet 5 voor 12, maar 5 na 12.

Eerlijk gezegd, mijnheer de minister, uw antwoord verbaast mij niet,
zeker niet als ik het antwoord mocht lezen van de minister van
Ontwikkelingssamenwerking, de vroegere Senaatsvoorzitter van de
MR. Hij stelde in de Senaat in feite dat een en ander op het forum zal
worden besproken. Mijnheer de minister, u en ik weten dat het forum
meer en meer begint te lijken op een Bermuda-driehoek waar
communautaire kwesties een stille dood sterven en in feite in het niets
verdwijnen. We spreken van eind 2004 en ik ben nog meer verbaasd
als de minister van Ontwikkelingssamenwerking zegt dat hij nu zal
beginnen met gesprekken met de deelstaten over dit onderwerp. Ik
vind dat ongelooflijk grotesk en arrogant. Mijnheer de minister, ik zal
dan ook een motie van aanbeveling indienen om de regering te
vragen onverwijld ­ en dit wil zeggen zonder uitstel, onmiddellijk ­
uitvoering te geven aan artikel 6ter van het Lambermont-akkoord en
om in tweede instantie alle federale bevoegdheden met betrekking tot
de ontwikkelingssamenwerking over te hevelen naar de deelstaten.
01.03
Ortwin Depoortere
(Vlaams Belang): La réponse du
ministre est décevante. Je répète
cependant que mon groupe insiste
sur une exécution de l'article 6ter.
Je dépose dès lors une motion de
recommandation.
Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ortwin Depoortere
en het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
vraagt de regering
- om onverwijld, dat wil zeggen zonder uitstel, uitvoering te geven aan artikel 6ter van de Bijzondere wet van
13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de Gemeenschappen;
- om voor het einde van het jaar over te gaan tot de volledige overheveling van alle federale bevoegdheden
met betrekking tot de ontwikkelingssamenwerking naar de deelstaten."

Une motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ortwin Depoortere
et la réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques,
demande au gouvernement
- d'exécuter immédiatement, c'est-à-dire sans délai, l'article 6ter de la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant
transfert de diverses compétences aux régions et aux communautés;
- de procéder avant la fin de l'année au transfert intégral aux entités fédérées de toutes les compétences
fédérales en matière de coopération au développement."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Mohammed Boukourna en Jean-Claude Maene.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Mohammed Boukourna et Jean-Claude Maene.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

Mme Caslo a demandé le report de sa question (n° 5388). Cette question sera inscrite à l'ordre du jour de
la prochaine séance de questions et interpellations.

La discussion des questions et interpellations est interrompue de 14.35 heures à 15.05 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties wordt onderbroken van 14.35 uur tot 15.05 uur.
02 Questions jointes de
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nouveau vol de
documents d'identité auprès de l'administration communale de Charleroi" (n° 5656)
- M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le nouveau vol de certificats
d'inscription au registre des étrangers à l'administration communale de Charleroi" (n° 5787)
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
nieuwe diefstal van identiteitspapieren bij het gemeentebestuur van Charleroi" (nr. 5656)
- de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
nieuwe diefstal van bewijzen van inschrijving in het vreemdelingenregister bij het gemeentebestuur
van Charleroi" (nr. 5787)
02.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, alors qu'en
novembre dernier, 500 documents ou certificats d'inscription au
registre des étrangers étaient dérobés à Charleroi, aucun inventaire
supplémentaire n'a été dressé par l'administration communale entre
novembre 2004 et février 2005.

On vient de découvrir que 200 documents supplémentaires avaient
été dérobés, malgré la procédure relativement stricte concernant
l'accès à ces documents et les mesures de sécurité que la ville de
Charleroi avait indiqué avoir prises depuis le premier vol; 700
documents sont donc aujourd'hui dans la nature, ce qui renforce
02.01 Denis Ducarme (MR): In de
gebouwen van het
gemeentebestuur van Charleroi
werden 700 blanco
identiteitspapieren gestolen.
Welke maatregelen beveelt uw
departement de gedupeerden
aan?

Hoever staat het met het
onderzoek?
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
encore un peu plus les milieux criminels et le trafic dans la région de
Charleroi.

Monsieur le ministre, hormis les multiples commentaires caricaturaux
que l'on pourrait faire à propos de l'image de Charleroi sur le front de
la sécurité, je voudrais être concret et me concentrer sur l'aide que
votre département pourrait apporter à cette administration qui n'a
malheureusement pas tiré les leçons du premier vol.

Quels conseils, consignes ou recommandations votre département
peut-il donner à l'administration communale de Charleroi dans ce
cadre?

Disposez-vous d'informations relatives à l'enquête en cours que vous
pourriez nous communiquer? Avez-vous une idée du trafic auquel
peut donner lieu ce vol? Les milieux terroristes peuvent-ils trouver
quelques avantages à se procurer de tels documents? Je fais
référence ici aux passeports belges en possession des assassins de
Massoud.

Quelles sont les possibilités, dans le chef des forces de police, de
retrouver ces documents et de les authentifier comme les documents
volés? Devrait-on envisager une politique similaire à celle pratiquée
pour les passeports, les administrations communales ne les stockant
plus aujourd'hui par centaines, le département fédéral concerné les
transmettant ponctuellement et sur commande aux administrations
communales?

Kunnen gestolen identiteitskaarten
worden gebruikt voor terroristische
of andere doeleinden?

Is het mogelijk de gestolen
documenten op te sporen?

Kunnen deze identiteitspapieren
niet op dezelfde wijze behandeld
worden als de reispassen?
02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, l'étude menée par mon département indique que la
problématique de la protection des documents officiels est réelle. Les
réponses aux questionnaires envoyés à l'ensemble des bourgmestres
et les visites effectuées dans les villes et communes pilotes montrent
clairement l'absence de mesures préventives, en particulier pour la
manipulation ou le stockage des documents d'identité.

De plus, des mesures de sécurisation électronique sont parfois prises
sans qu'une étude approfondie et complète de la situation ne soit
réalisée. Ces visites ont également montré un manque d'information
du personnel manipulant les documents. Une routine de travail
s'installe et réduit inévitablement l'attention, l'ordre, la manipulation et
le stockage des documents sensibles.

Pour ces raisons, je rappellerai les mesures de prévention telles que
contenues dans la circulaire existante.

1. Je propose un plan d'action intégré. Ce plan consiste notamment à
sensibiliser les administrations communales afin que soient mises en
oeuvre des recommandations relatives tant à la protection des
bâtiments qu'à celle des documents.

2. L'affaire concernant le vol de 200 cartes d'identité à Marcinelle est
pour l'instant au stade de l'information au parquet. Je ne dispose pas
de renseignements supplémentaires relatifs à l'enquête en cours.

3. Selon les forces de l'ordre, ces papiers d'identité vierges sont
facilement vendables dans certains milieux, notamment dans le cadre
de la traite des êtres humains et la prostitution.
02.02 Minister Patrick Dewael:
De bescherming van officiële
documenten is inderdaad een heet
hangijzer.

Blijkbaar is het personeel slecht
voorgelicht en laat de
risicoanalyse het al eens afweten.

Ik stel bijgevolg een geïntegreerd
actieplan voor dat de
gemeentebesturen onder meer op
de veiligheidsrisico's moet wijzen.
Het parket onderzoekt momenteel
de diefstal van 200
identiteitskaarten in Marcinelle.
Deze blanco identiteitspapieren
kunnen in bepaalde milieus
gemakkelijk aan de man worden
gebracht.

De gestolen blanco documenten
worden systematisch opgenomen
in de nationale gegevensbank en
in het Schengen Informatie
Systeem waartoe de Belgische
politiemensen rechtstreeks
toegang hebben.

Door de aanmaak en de aflevering
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7

4. Les documents vierges volés sont systématiquement enregistrés
dans la banque de données nationales générales et, par ce biais,
dans le système d'information Schengen. Les policiers belges
disposent d'un accès direct à la banque de données nationales
générales. S'ils découvrent, par exemple, des cartes d'identité vierges
lors d'une perquisition, ils apprennent ainsi que les cartes ont été
volées.

5. Une centralisation de la fabrication et de la délivrance des
documents réduirait de manière considérable les risques. C'est
pourquoi des efforts sont actuellement entrepris pour arriver à une
telle centralisation des documents délivrés par mon département. La
centralisation de la fabrication des cartes d'identité d'étrangers et des
certificats d'inscription au registre des étrangers de plus de six mois
est en cours d'élaboration. Ces documents seront progressivement
délivrés en version électronique à partir de septembre 2005.

En ce qui concerne les cartes d'identité, plus ou moins 550
communes sont actuellement passées à l'ère électronique. Les cartes
d'identité plastifiées seront progressivement remplacées en version
électronique jusqu'en 2009. De plus, il n'existe plus de stockage de
cartes d'identité vierges dans les administrations communales.

Quant à votre préoccupation selon laquelle les milieux terroristes
trouvent des avantages à se procurer ces documents, il y a lieu de
distinguer les cartes d'identité des passeports. Ainsi, dans le contexte
international actuel, une carte d'identité belge falsifiée représente
moins de risques qu'un passeport belge falsifié.
van de documenten te
centraliseren zouden we de
risico's kunnen inperken. Daarom
werken we thans in die richting.
Vanaf september 2005 zullen een
aantal documenten in
elektronische versie worden
uitgereikt.

Wat de identiteitskaarten betreft,
zijn ongeveer 550 gemeenten
heden het elektronische tijdperk
binnengetreden. De blanco
identiteitskaarten worden niet
langer in de gebouwen van de
gemeentebesturen bewaard.

In de huidige internationale context
biedt een vervalste Belgische
identiteitskaart minder risico's dan
een vervalste Belgische reispas.
02.03 Denis Ducarme (MR): Je remercie le ministre pour sa réponse
et je retiens également le travail élaboré dans certaines communes
pilotes en matière de mesures préventives, d'études préventives, de
formation du personnel en termes de sécurité des documents. Tout
cela est en oeuvre et c'est une bonne chose. Je ne dispose pas de la
liste des communes concernées mais j'espère que Charleroi en fera
partie.
02.03 Denis Ducarme (MR): Ik
beschik niet over een lijst van de
gemeenten die voor het
proefproject in aanmerking komen.
Ik hoop dat Charleroi erbij hoort!
Le président: À tout le moins, le voeu en est exprimé.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
bezoek van de Amerikaanse president Bush aan België en de kostprijs van de speciaal daarvoor
ingezette mensen en middelen" (nr. 5665)
- de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsmaatregelen tijdens het bezoek van de heer Bush aan Brussel" (nr. 5751)
03 Questions jointes de
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la visite du président
américain Bush à la Belgique et le coût des moyens humains et matériels mis en oeuvre à cette
occasion" (n° 5665)
- M. Stijn Bex au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les mesures de sécurité pendant la
visite de M. Bush à Bruxelles" (n° 5751)
03.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, van
zondagavond 20 tot woensdagavond 23 februari van dit jaar bracht de
03.01
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): La visite que le
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Amerikaanse president George Bush een bezoek aan België, aan de
Europese Unie en aan de NAVO. Het bezoek had tot gevolg dat een
zelden geziene ordemacht van politie- en veiligheidsmensen werd
ingezet, niet enkel om de president zelf te bewaken, maar ook zijn
entourage, en om de diverse betogingen in Brussel in goede banen te
leiden. Ook moest ervoor gezorgd worden dat er geen verkeerschaos
zou ontstaan. Overigens had de Amerikaanse president zelf een heel
leger aan eigen veiligheidsmensen meegebracht. De Belgische
veiligheidsdiensten moesten tevens de 25 Europese staats- en
regeringsleiders beschermen, alsook de NAVO-leiders. Vandaar mijn
vragen.

Mijnheer de minister, kunt u een overzicht geven van de diverse
ingezette politie- en veiligheidsmensen? Kunt u ook een overzicht
geven van de middelen die daarbij ingezet worden? Kunt u bij
benadering de extra kostprijs van de ingezette politie- en
veiligheidsmensen en van de nodige middelen vermelden? Werd er
voor het bezoek speciale veiligheidsapparatuur aangekocht?

Wie draait op voor de gemaakte kosten van het veiligheids- en
begeleidingspersoneel van de president, zoals hotelkosten? Hoeveel
bedragen die gebeurlijk?

Ten slotte, hoe evalueert de minister zelf het geheel van ingezette
mensen en middelen aan Belgische zijde?
Président américain a effectuée en
Belgique, notamment aux sièges
de l'UE et de l'OTAN, a exigé des
mesures de sécurité très
importantes. Combien d'hommes
et quels moyens ont été mobilisés
à cette fin? Combien cela a-t-il
coûté? Des appareils spéciaux
ont-ils été achetés? Quel jugement
le ministre porte-t-il sur les
moyens humains et matériels qui
ont été mobilisés dans ce cadre?
03.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb u op 26
januari al een aantal vragen gesteld naar aanleiding van het toen
aangekondigde bezoek van president Bush en de andere belangrijke
bijeenkomsten en delegaties die begin vorige week in ons land, in
Brussel, aanwezig waren. U kon toen op heel wat vragen nog geen
antwoord geven, omdat het reisplan van de president nog niet volledig
vastlag en dergelijke. Daarom heb ik een aantal van deze vragen
vandaag opnieuw gesteld. Ze liggen een beetje in de lijn van wat de
heer Tastenhoye vraagt.

Kunt u een overzicht geven van de veiligheidsmaatregelen en van de
kostprijs die ze met zich mee hebben gebracht?

Een toch wel belangrijke vraag is de volgende. Ik verwijs daarbij naar
een artikel uit de krant De Morgen van 12 februari 2005, waarin uit
gesprekken met een voormalig lid van het beschermingsteam van de
president blijkt dat de personen en het materiaal die worden
meegebracht, uiteraard niet onschuldig zijn. Achter de wagen van de
president zou een andere wagen rijden, bijgenaamd "the bomb" of
"the war wagon". In die wagen zouden er zich zeer zware wapens
bevinden. Ik vroeg mij daarom af hoeveel wapenvergunningen voor
welke wapens er aan de Amerikaanse veiligheidsdiensten werden
afgeleverd. Ik zou daar vandaag graag concreet zicht op krijgen, want
wij hebben toch wel het recht om te weten wat er zich hier juist in
Brussel heeft afgespeeld. U kon dat niet vooraf zeggen, maar ik hoop
toch dat u het vandaag kunt meedelen.

Tot slot wil ik ook nog iets vragen in verband met de verkeerssituatie
aan de Amerikaanse ambassade. U hebt op 26 januari geantwoord
dat u de veiligheid van de fietsers aldaar eens zou bekijken. Kunt u
meedelen wat uw onderzoek tot dusver heeft opgeleverd, in het
bijzonder voor de fietsers en de voetgangers?
03.02 Stijn Bex (sp.a-spirit): Le 26
janvier, le ministre n'avait pu
répondre à toutes mes questions.
Peut-il aujourd'hui me fournir un
aperçu des mesures de sécurité
qui ont été prises à cette occasion
et m'en communiquer le coût?
Combien de licences d'armes ont
été délivrées aux services de
sécurité américains et pour quelles
armes? Quel jugement le ministre
porte-t-il sur la circulation routière
devant l'ambassade des Etats-
Unis, en particulier pour les
cyclistes et les piétons?
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
03.03 Minister Patrick Dewael: Dat waren veel vragen en dat vergt
dus een vrij omvangrijk antwoord, mijnheer de voorzitter.

Eerst en vooral werd de vraag gesteld naar een overzicht van de
diverse ingezette politie- en veiligheidsmensen. De verschillende
politiediensten hebben meer dan 2.775 personeelsleden ingezet. Ik
geef u in detail de inzet van alle mogelijke verschillende zones,
federale politie, lokale politie, HYCAP etc. De Brusselse zones
hebben dagelijks 300 tot 600 personeelsleden ingezet. Andere zones
leverden in het kader van supralokale steun nog eens ongeveer 450
personeelsleden. Ten tweede, de federale politie heeft een duizendtal
personeelsleden van de algemene reserve ingezet. Ten derde, de
bescherming van vijf VIP's werd uitgevoerd door de speciale
eenheden van de federale politie. Op zo'n twintig verschillende
plaatsen zijn scoutings uitgevoerd door de teams van de speciale
eenheden. Zij hebben bovendien de hulp gekregen van vier
Nederlandse explosievenhonden en hun begeleiders. Op een aantal
plaatsen hebben de speciale eenheden in overleg met de
commandant van de ordediensten en met de Amerikaanse
veiligheidsdiensten een counter sniper-dispostief in de plaats gesteld.
De bedoeling was eventuele sluipschutters of gevaarlijke personen op
te sporen om op die manier problemen te verhinderen. Daarnaast
stond er ook nog eens permanent een interventiereserve klaar om
tussenbeide te komen op het terrein. De speciale eenheden hebben
in totaal zowat 78 personeelsleden ingezet. Daarenboven heeft de
wegpolitie VIP's geëscorteerd. Ze werd ook ingezet om bepaalde
verkeersassen af te zetten zodanig dat het konvooi hoe dan ook vlot
kon doorrijden. 171 Personeelsleden van de wegpolitie hebben
daarvoor 149 motoren en 14 voertuigen gebruikt. 120
Personeelsleden van de spoorwegpolitie en van de metrobrigade
hebben de stations in de buurt van de reisweg en aan de
vergaderplaatsen beveiligd. Op de nationale luchthaven van
Zaventem zijn 163 politieambtenaren aan het werk geweest voor
controles, preventie en andere beveiligingsmaatregelen. 71 Speurders
van de GDA Brussel hebben op voorhand inlichtingen verzameld en
geanalyseerd voor de commandant van de ordediensten zodat de
politiemacht op het terrein zo doeltreffend mogelijk kon worden
ingezet. De steun- en coördinatiedienst van Brussel heeft ervoor
gezorgd dat alle steun kon worden geleverd door de federale politie,
dat ze ter plaatse kon komen en dat de samenwerking tussen de
federale politie en andere diensten vlot is verlopen. De centrale dienst
Vervalsing en Vervalste Documenten heeft steun verleend bij de
controles van documenten. De medische hulp en de dienst Preventie
en Welzijn waren voortdurend op het terrein. Specialisten in
communicatiematerieel en mecaniciens stonden in voor de
radiocommunicatie en het wagenpark.

Vervolgens was er een vraag naar een overzicht van de middelen die
werden ingezet. Ik zal mij beperken tot de bijzondere middelen die zijn
ingezet door de politie. Ten eerste, de lokale politie van Brussel zette
24 uur op 24 een tiental patrouillehonden in. Dagelijks werden 6 tot 12
sproeiwagens ingezet. Vier APC's, speciaal gepantserde voertuigen
en een speciaal interventievoertuig stonden 24 uur op 24 in stand-by.
Al het beschikbaar rollend materieel van de federale politie, dus
voertuigen voor het vervoer van de commandocellen en het personeel
en ook celwagens, werd ingezet. Om straten en gebouwen af te
zetten zijn door de algemene reserve in totaal 1.665 spaanse ruiters
03.03 Patrick Dewael, ministre:
Lors de la visite du président
Bush, les différents services de
police ont mobilisé plus de 2.775
membres du personnel. Les zones
de Bruxelles ont affecté
quotidiennement un effectif de 300
à 600 personnes, et les autres
zones d'environ 450 personnes.
La police fédérale a mobilisé 1.000
membres de la réserve générale.

Des unités spéciales de la police
fédérale ont protégé cinq VIP. Des
équipes des unités spéciales ont
mené des opérations de détection
en une vingtaine d'endroits,
assistées de quatre chiens
néerlandais spécialisés dans la
recherche d'explosifs,
accompagnés de leurs maîtres-
chiens.

Un dispositif de localisation de
tireurs embusqués a été mis en
place à certains endroits. Par
ailleurs, une réserve d'intervention
était en état d'alerte permanent.
Au total, les unités spéciales ont
affecté 78 agents. La police de la
circulation a escorté les VIP et a
condamné certains axes de
circulation. Ces opérations ont
mobilisé 171 agents du personnel,
149 motos et 14 véhicules.

120 agents de la police des
chemins de fer et de la brigade
métro ont sécurisé les stations.
163 agents de police ont été
affectés à l'aéroport de Zaventem.
71 enquêteurs du SJA de
Bruxelles ont mené des
investigations. Le service d'appui
et de coordination de Bruxelles a
veillé à la bonne collaboration
entre les services de police.
L'Office central pour la répression
des faux a participé au contrôle
des documents. Le service
médical et le service pour la
prévention et la protection au
travail étaient présents en
permanence, de même que des
spécialistes
en moyens de
communication et des
mécaniciens.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
geplaatst. Op 22 februari werden 20 ruiters door de federale reserve
ingezet. De dienst Luchtsteun heeft twee helikopters met bemanning
ingezet.

De dienst Luchtsteun heeft twee helikopters met bemanning ingezet.
Alle verplaatsingen van de president van de Verenigde Staten werden
overvlogen. De piloten hebben ook preventieve vluchten uitgevoerd,
waarbij verdachte handelingen werden gemeld. Vanuit de helikopters
werden ook beelden van betogingen doorgestuurd, ten eerste, naar
het commandocentrum, als tactische steun voor de politieploegen op
de grond, en, ten tweede, naar het crisiscentrum, om met kennis van
zaken beleidsmatige beslissingen te kunnen nemen.

Ik heb dat deel persoonlijk bijgewoond, zowel in het
commandocentrum als in het crisiscentrum. De beelden die op die
manier werden doorgestuurd, hebben van een grote meerwaarde
getuigd.

Over de extra kostprijs van de ingezette veiligheidsmensen,
politiemensen en ook van de middelen wil ik u het volgende zeggen.

De meerkosten ­ ik onderstreep dat woord ­ die door het bezoek van
de president werden veroorzaakt, kunnen alleen maar met een ruwe
schatting worden berekend, en dat om verschillende redenen. Er zijn
indirecte kosten voor bijvoorbeeld activiteiten bij de voorbereiding. Er
worden echter ook vaste kosten aangerekend, maar zij
vertegenwoordigen in feite een verschuiving van taken. Ik kom daar
zo dadelijk op terug. Bovendien droegen verschillende diensten, ook
van departementen die niet tot mijn bevoegdheid behoren, bij tot de
veiligheid. Daarover kan ik u vooralsnog geen cijfers geven.

Voor de politie wordt de kostprijs van de inzet van de federale politie
voorlopig geschat op zowat 471.462 euro. Voor de zones buiten de
Brusselse agglomeratie bedraagt de raming ten voordele van Brussel
zowat 150.507 euro. Gelet op de korte tijdspanne tussen de
gebeurtenis en de gestelde vraag, kan geen kostenraming worden
verkregen voor de inzet van de lokale politiezones van de
arrondissementen Leuven, Antwerpen en Brussel.

Ik zou toch eens de volgende vergelijking willen maken.

De totale kosten bijvoorbeeld van de federale politie voor Europese
tops die in 2004 in onze hoofdstad werden georganiseerd, bedroegen
660.000 euro of gemiddeld zowat 132.000 euro per top. Dat is dus de
organisatie van elke EU-top waarvoor de 25 Staats- en
regeringsleiders van de Europese Unie zich naar onze hoofdstad
begeven. Ik zal dat zo dadelijk nog herhalen.

Het bezoek van Bush was één zaak. Tegelijkertijd echter was er een
EU-top en ook een NAVO-top. Dat rechtvaardigt een eerste
vaststelling.

Ten tweede, het bezoek van Bush duurde niet twee dagen, zoals een
normale Europese top, maar strekte zich uit over vier dagen, van
zondagavond tot woensdagmorgen. De vergelijking moet u dus alle
verhoudingen in acht genomen, maken.

Na afloop werd mij ook de vraag gesteld wat dat allemaal heeft

En ce qui concerne les moyens
utilisés, je limiterai mon aperçu
aux moyens particuliers qui ont été
mobilisés par la police. La police
de Bruxelles a utilisé une dizaine
de chiens de patrouille vingt-
quatre heures sur vingt-quatre.
Elle a également eu recours
quotidiennement à des
autopompes dont le nombre a
oscillé entre six et douze. De plus,
quatre véhicules équipés d'un
blindage spécial ainsi qu'un
véhicule d'intervention spécial sont
restés constamment en stand-by.
La police fédérale a mobilisé tous
ses véhicules et fourgons
cellulaires. Au total, 1.665 chevaux
de frise ont été posés. Le 22
février, la réserve fédérale a
mobilisé quant à elle 20 cavaliers.
Par ailleurs, deux hélicoptères ont
survolé tous les déplacements du
Président et en ont transmis des
images au centre de
commandement et au centre de
crise.

On ne peut qu'évaluer
approximativement les surcoûts
engendrés par cette visite car
certains coûts sont soit indirects,
soit fixes. Par surcroît, certains
services qui ne relèvent pas de
mon autorité ont également
contribué à la sécurité de
l'événement. Le coût à charge de
la police fédérale est estimé à
471.462,80 euros et le coût à
charge des zones situées en
dehors de l'agglomération
bruxelloise est estimé à 150.507
euros. Nous ne disposons pas
encore d'une estimation du coût
pour les zones de Louvain,
d'Anvers et de Bruxelles. Les
coûts totaux de la police fédérale
pour les sommets européens se
sont élevés à 660.000 euros, soit
132.000 euros par sommet. Il
convient cependant de noter que
la visite a duré quatre jours et a
coïncidé avec un sommet
européen et un sommet Otan.
Aucun appareil spécial n'a été
acheté.
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
gekost: hoeveel bedroeg de inzet van de politie en wat was de
kostprijs? Bij de organisatie van een normale, Europese
topvergadering ­ dat is een keuze die ons land heeft gemaakt,
Brussel te beurt is gevallen en de stad in de komende periode nog
ontelbare malen te beurt zal vallen ­ moeten vijfentwintig staats- en
regeringsleiders in mindere of meerdere mate worden beveiligd en
gevolgd. Dat zal zich in de toekomst nog vaak voordoen. Nu kregen
we te maken met een combinatie van drie evenementen: een EU-top,
een NATO-top en een bezoek van een Amerikaans president.

De vraag werd gesteld of speciale apparatuur werd aangekocht voor
het bezoek.

Daar werd geen melding van gemaakt. Ik heb geen kennis van
aankoop van speciale apparatuur.

Wat de vraag wie opdraait voor de gemaakte kosten betreft, zal elke
dienst zowel de Belgische als de Amerikaanse bijdragen in de
onkosten. Ik wil onderstrepen dat de Brusselse politiezones op een
bijzonder fonds van jaarlijks 25 miljoen euro beroep kunnen doen. De
federale regering heeft dit fonds opgericht om die zones financieel bij
te staan voor de bijzondere inzet die deze zones leveren ook om de
veiligheid van de Europese Tops te verzekeren.

Wat de vraag inzake mijn evaluatie van het geheel van het inzetten
van mensen en middelen betreft, kan ik meedelen dat de middelen
die ingezet werden afgestemd waren in functie van de evaluatie van
de dreiging, de internationale verplichting die België heeft op het vlak
van bescherming van buitenlandse personen en instelling. We zouden
het ons gemakkelijker kunnen maken indien Brussel niet langer de
hoofdstad van Europa is en wij niet langer vragende partij zijn om hier
vergaderingen te organiseren. Dan zou deze post geschrapt kunnen
worden, echter met alle gevolgen van dien. Het is het een of het
ander. Zodra men beslist dat EU-Top-vergaderingen plaatsvinden in
onze hoofdstad veronderstelt dit de inzet van middelen. De persoon
van de Amerikaanse president maakt het geheel nog complexer. Er
zijn gangbare standaarden van de bescherming waarvan de president
geniet bij elke buitenlandse verplaatsing. Dat is niet alleen het geval
voor Bush maar ook voor zijn voorgangers. In de toekomst zullen
deze beschermingsmaatregelen niet afnemen, integendeel.
Uiteindelijk werd bij het inzetten van mensen en middelen ook
rekening gehouden met de manifestaties die waren aangekondigd,
onverwachte manifestaties. Er waren niet minder dan 80 verenigingen
die hadden opgeroepen te komen betogen tegen de president. Een
betoging tegen de president veronderstelt ook de nodige inzet van
manschappen en middelen.

De heer Bex heeft een aantal vragen gesteld. Wat de
wapenvergunningen die werden afgeleverd betreft, geeft het
Crisiscentrum
alleen advies met betrekking tot de
wapendrachtvergunningen. De aflevering van de vergunningen
behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

Wat het antwoord dat op 26 januari werd verstrekt inzake de
Amerikaanse ambassade betreft, kan ik meedelen dat om evidente
redenen zowel de Hertogstraat als de Regentlaan aan de zijde van de
Amerikaanse ambassade ter hoogte van de ambassade alleen maar
toegankelijk waren voor verkeer met accreditatie, inbegrepen fietsers
Chaque service, que ce soit du
côté américain ou belge, a
assumé ses propres frais
généraux. A cette fin, les zones de
police bruxelloises peuvent puiser
dans un fonds spécial de 25
millions d'euros par an.

J'estime que les moyens mis en
oeuvre étaient proportionnés au
risque, à nos obligations
internationales en matière de
protection de personnes et
d'institutions étrangères, à la
personne du président Bush et
aux manifestations qui avaient été
annoncées.

Le centre de crise se limite à
rendre des avis sur les permis de
port d'armes; la délivrance du
permis relève toutefois de la
compétence de la ministre de la
Justice.

L'accès à la rue Ducale et à
l'avenue de la Régence était limité,
à la hauteur de l'ambassade
américaine, aux véhicules
accrédités, aux cyclistes et aux
piétons.

Nous vivons dans l'ère post-11
septembre et c'est la raison pour
laquelle nous ne pouvons rien
laisser au hasard. Les mesures
paraissent peut-être draconiennes,
mais un éventuel incident aurait eu
un effet dévastateur pour la
réputation internationale de la
Belgique. Par conséquent, les
coûts étaient justifiés.

Pas moins de 10.000 agents ont
du reste été mobilisés à Mayence;
notre déploiement de forces était
encore relativement limité grâce à
l'expertise que la Belgique a
acquise dans le cadre
d'événements d'une telle
importance. C'est aussi la raison
pour laquelle les Américains ont
loué l'efficacité de nos services de
sécurité.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
en voetgangers.

Ten slotte wens ik een aantal algemene bemerkingen te maken.

In het post 9/11-tijdperk wordt voor de organisatie van evenementen
zoals het bezoek van president Bush niets, maar dan ook niets aan
het toeval overgelaten. Men kan daarbij vragen stellen. Men kan
vragen stellen bij het draconisch karakter van sommige maatregelen.
Men zich afvragen of dit geen overacting en overinzet is van mensen
en middelen. Men kan dat vergelijken met de inzet van ordediensten
bij voetbalwedstrijden nà het Heizeldrama. Na het Heizeldrama
werden veel vragen gesteld. Men heeft de inzet van heel wat
bijkomende ordediensten gehad. Ook daarover kunnen vragen
worden gesteld. Ik zeg altijd "tot er iets gebeurt". Als er iets gebeurt
wordt altijd de andere vraag gesteld, die van "hebt u wel voldoende
gedaan?".

Ik wil dat nog eens beklemtonen, want als er zich een incident zou
hebben voorgedaan, van welke omvang ook, dan zou in het
Parlement ongetwijfeld de vraag zijn gesteld of alle maatregelen wel
afdoende waren. Waren de kosten overdreven? Ik meen dat ze
gerechtvaardigd waren, als men denkt aan de negatieve gevolgen,
ook voor de internationale reputatie van ons land, indien zich een
ernstig incident zou hebben voorgedaan. Niet alleen de veiligheid van
de president van de Verenigde Staten was gewaarborgd, maar ook
van alle andere regeringsleiders en alle andere VIP's. Alle
veiligheidsomstandigheden waren optimaal gegarandeerd.

Ik wil nog een opmerking maken over hetgeen in het buitenland
gebeurt in vergelijkbare omstandigheden. In Mainz, dat is de plaats in
Duitsland waar de president van Amerika naartoe is gegaan na ons
land, zijn niet minder dan 10.000 politieagenten ingezet. In die zin was
de inzet van de Belgische troepen nog beperkt. Ik meen dat dit deels,
laat mij dat nog even benadrukken, te danken was aan de expertise
die ons land heeft opgebouwd in het organiseren van grootschalige
evenementen van openbare orde. Deze expertise speelt stilaan in ons
voordeel. Ons land heeft een ervaring opgebouwd en die ervaring
maakt het mogelijk om een goede keuze te maken in de inzet van de
beschikbare ordediensten.

Laat het compliment voor wat het waard is, maar ik meen dat het niet
voor niets is dat de Amerikanen en de Amerikaanse
veiligheidsverantwoordelijken de werking van onze eigen
veiligheidsdiensten een succesmodel hebben genoemd. Als men dat
doet, dan doet dit plezier aan de politieke verantwoordelijken, maar
vooral aan de vele mensen op het terrein die zich dagenlang in het
bijzonder hebben ingezet.
03.04 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Wij zijn
uiteraard onder de indruk van de cijfers en de gegevens die u ons
hebt verstrekt. Samen met u zijn wij ook tevreden over de inzet van
onze politie- en veiligheidsdiensten die al bij al goed werk hebben
geleverd opdat dit bezoek goed zou verlopen.

Wij hopen wel, en ik denk dat u ons daarin zult bijtreden, dat dit niet
elke week gebeurt want dat zou van het goede wat te veel zijn.
03.04
Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Nous sommes
impressionnés par les chiffres et
les données communiqués par le
ministre et nous sommes satisfaits
du déploiement des services de
police et de sécurité.

Nous espérons cependant qu'une
telle situation ne se produira pas
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
chaque semaine.
03.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, de heer
Tastenhoye en zijn partij zijn wel grote fans van het beleid en de
persoon van president Bush maar ik denk niet dat de Amerikaanse
president van plan is ons land elke week te bezoeken.

Mijnheer de voorzitter, ik wil op mijn beurt de minister danken voor
zijn uitgebreid antwoord. Ik onthoud dat ik voor mijn belangrijkste
vraag terecht moet bij zijn collega van Justitie. Ik wil toch nog een
opmerking maken en de bal terugkaatsen als de minister zegt dat
wanneer er een incident zou plaatsvinden de mensen die nu staan te
roepen om minder draconische maatregelen dan misschien zouden
vragen waarom er niet voldoende maatregelen werden genomen.
Voor alle duidelijkheid, ik ben het er volledig mee eens dat we het
ons, zeker in het post-11 september-tijdperk, niet kunnen permitteren
de belangrijke internationale taak die Brussel heeft laks uit te voeren.

Ik vind dat wij er goed aan doen, ik wil de minister en zijn
medewerkers daarvoor feliciteren, om dat zo nauwkeurig aan te
pakken. In het artikel met de gewezen presidentiële lijfwacht staat dat
er op één dag tijdens een buitenlands bezoek van de president
ongeveer 300 agenten op de been zijn, allemaal in kogelvrije vest en
het gros uitgerust met een indrukwekkend geweer. Daarmee kan men
van op 250 meter tientallen mensen neerleggen. Gelukkig waren er
nooit incidenten, maar ik vraag mij vaak af wie er in het geval van een
aanslag eerst zou schieten, de lokale politie of de veiligheidsdiensten.
Mijnheer de minister, ik denk dat wij inderdaad niet voorzichtig genoeg
kunnen zijn. Ik zal daarom deze vraag ook aan minister Onkelinx
stellen. Men mag zich niet indenken wat er zou gebeuren als een
dergelijke wapenmacht zou moeten optreden in het geval van een
incident, zonder duidelijke afspraken vooraf. Wie zou dan
verantwoordelijk zijn voor mogelijke burgerslachtoffers?

Voor het bezoek van vorige week en bezoeken in de toekomst is het
toch belangrijk om de ontplooiing van de veiligheidsmachten in alle
transparantie te laten gebeuren. Ik denk dat de Belgische overheid
een belangrijke taak heeft in het begeleiden van die samenkomsten.
De overheid heeft ook het recht te weten welke veiligheidsdiensten er
precies op ons grondgebied worden ontplooid. Terzake is een goede
coördinatie nodig met de buitenlandse diensten.
03.05 Stijn Bex (sp.a-spirit): J'en
déduis que je dois m'adresser à la
ministre de la Justice pour une
partie de mes questions.

J'estime qu'après les événements
du 11 septembre, il y a lieu de
s'intéresser de près à la sécurité.
Dans un article, un agent de
sécurité américain révèle
l'utilisation, par son service,
d'armes dangereuses susceptibles
de faire de nombreuses victimes.
Nous ne serons jamais assez
prudents, car je me demande qui
est responsable en cas d'incident.

J'espère qu'à l'avenir le
déploiement d'une telle force de
sécurité pourra être réalisé en
toute transparence et être
correctement coordonné.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: La question n° 5673 de Mme De Permentier est reportée.
Les questions n
os
5697 et 5698 de M. Wathelet sont transformées en questions écrites.
04 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de ongelijkheden in het statuut van de leden van de civiele veiligheidsdiensten" (nr. 5706)
04 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
inégalités au niveau du statut des membres des services de sécurité civile" (n° 5706)
04.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, voor de
leden van de verschillende korpsen van de civiele veiligheidsdiensten
in ons land geldt vaak een totaal verschillend statuut.

In de eerste plaats bestaat er een fundamenteel verschil tussen de
04.01 Katrien Schryvers (CD&V):
Il existe une différence
fondamentale entre le statut des
membres des services d'incendie
et ceux de la protection civile.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
leden van de brandweerdiensten en de leden van de civiele
bescherming. Er bestaat onder meer een groot verschil in de diverse
premies die aan die leden worden uitbetaald. Ik geef u een voorbeeld
zoals er heel wat te geven zijn. Een gaspakdrager bij de diensten van
de civiele heeft recht op een premie van 297,48 euro bruto per jaar;
voor de leden van de Brusselse brandweer is dat bedrag vastgesteld
op 130 euro per dag. Wanneer u nu weet dat die mensen op het
terrein vaak samenwerken, dan hoeft het volgens mij niet veel uitleg
om te weten dat dat kan zorgen voor heel wat ongenoegen op het
terrein.

Mijn vragen zijn dan ook de volgende. Wordt de problematiek van het
personeelsstatuut van die diensten ook behandeld in de commissie-
Paulus? Werkt men daar aan een gelijkschakeling? Is daar een
bepaalde visie op?

Hebt u reeds een zicht op de toekomst van de dienst Civiele
Bescherming in het kader van de hervorming? Zijn er
vertegenwoordigers van die diensten opgenomen in de werkgroep-
Paulus?

Leurs primes diffèrent fortement.
Cette différence provoque un
certain mécontentement parmi le
personnel de la protection civile,
d'autant qu'il est parfois amené à
exécuter des missions en
collaboration avec les pompiers et
qu'il est alors moins bien
rémunéré pour un travail identique.

La commission Paulus prépara-t-
elle l'alignement du statut de tous
les membres des services de
sécurité civile? Quel avenir le
ministre entrevoit-il pour ces
services dans le cadre des
réformes? Des représentants de
ces services siègent-ils au sein du
groupe de travail Paulus?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
zou collega Schryvers, ten eerste, willen meedelen dat in de
commissie-Paulus wordt gewerkt aan de risicoanalyse en aan een
algemene structuur voor de organisatie van civiele
veiligheidsdiensten. Het is pas nadien, als men die structuur heeft, dat
men kan beginnen te werken aan het statuut. Die oefening moet dus
onmiddellijk nadien worden gemaakt.

Ten tweede, in het kader van de hervorming van de civiele veiligheid
blijven de diensten van de civiele bescherming hoe dan ook apart
bestaan als een soort van gespecialiseerde hulpdienst. Ik kan de
vergelijking met de politie niet helemaal maken. Het is ongeveer zoals
de politie die zonaal werkt, terwijl de federale politie met
gespecialiseerde diensten ter hulp moet komen. Mutatis mutandis zou
men zo hetzelfde beeld kunnen oproepen voor de civiele veiligheid,
met uiteraard verscheidene zones en korpsen en een civiele
bescherming die van bovenuit gespecialiseerde hulp en steun moet
kunnen verlenen.

Ten derde, in de commissie van de gouverneur van Antwerpen is ook
een vertegenwoordiger van de civiele bescherming opgenomen,
alsook in de beide werkgroepen die deel uitmaken van de commissie,
met name de werkgroep risicoanalyse en de werkgroep organisatie.

Ik verzeker u dat uw bekommernis ook de mijne is en dat ik erop zal
toekijken dat dat te gepasten tijde aan bod komt in de commissie van
de gouverneur.
04.02 Patrick Dewael, ministre:
Dans un premier temps, la
commission Paulus se penche sur
une analyse des risques et sur
l'élaboration d'une structure
générale pour l'organisation des
services de sécurité civils. Ce n'est
qu'ensuite que l'on pourra élaborer
un statut.

Pendant et après la réforme de la
sécurité civile, la protection civile
continue à fonctionner comme
service d'appui et comme service
d'aide spécialisé.

Un représentant de la protection
civile assiste aux réunions de la
commission Paulus et de ses
différents groupes de travail.
04.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, het is mij
natuurlijk wel bekend dat de commissie-Paulus in eerste instantie
werkt aan de risicoanalyse, maar uit uw antwoord begrijp ik met
tevredenheid dat u in een tweede fase ook het statuut in het
vooruitzicht stelt. Ik dank u voor uw antwoord.
04.03 Katrien Schryvers (CD&V):
Je me réjouis qu'un statut puisse
être élaboré dans une seconde
phase, après l'analyse des
risques.
04.04 Minister Patrick Dewael: Ik wil er nog iets aan toevoegen, als
ik even mag. Een risicoanalyse is één zaak. De hoofdopdracht van de
commissie-Paulus is eigenlijk het uittekenen van de krijtlijnen van een
04.04 Patrick Dewael, ministre:
Outre l'analyse des risques, la
mission principale de la
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
brede hervorming van het geheel van de diensten van de civiele
veiligheid, wat voor mij alleen maar kan op basis van een
wetenschappelijke analyse. Het gaat dus ook over een structureel
proces en nadien uiteraard ook over de statutaire consequenties
daarvan.
commission Paulus est le balisage
d'une structure générale pour
l'ensemble des services de
sécurité, ce qui requiert une
analyse scientifique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Katrien Schryvers aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financieringsnorm voor de lokale politiezones" (nr. 5707)
05 Question de Mme Katrien Schryvers au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la norme
de financement des zones de police locale" (n° 5707)
05.01 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag
handelt over het koninklijk besluit van 16 november 2001 dat nadere
regels inhoudt inzake de berekening en verdeling van de
gemeentelijke dotaties in de meergemeentenpolitiezone. Het KB
bepaalt de manier waarop de verschillende gemeenten in een
meergemeentenzone moeten bijdragen in het tekort van de
financiering van de zone.

Het probleem is u beter dan wie ook bekend. Het KB werd reeds
viermaal door de Raad van State geschorst. Normaal moet de
verdeling van de tussenkomst in consensus door de verschillende
gemeenten worden geregeld; bij gebrek aan consensus valt men
terug op het koninklijk besluit. Vermits het koninklijk besluit er niet
meer is, heeft de facto een gemeente in een meergemeentenzone
een vetorecht over de politiebegroting. Een gemeente kan er immers
voor zorgen dat er geen consensus wordt bereikt. In dat geval is er
geen regeling. Op het terrein, ook in mijn regio, leidt dat tot ernstige
problemen.

Mijnheer de minister, wanneer mogen we de publicatie van een nieuw
koninklijk besluit verwachten, dat reeds een tijdje in het vooruitzicht
wordt gesteld?

In welke mate komt het tegemoet aan de kritiek van de Raad van
State?
05.01 Katrien Schryvers (CD&V):
L'arrêté royal du 16 novembre
2001 détermine la manière dont
les différentes communes qui font
partie d'une zone de police
pluricommunale contribuent au
financement de celle-ci.

Le Conseil d'Etat a déjà suspendu
cet arrêté royal à plusieurs
reprises par le Conseil d'Etat. A
défaut d'un consensus entre les
communes, la règle 60-20-20,
celle-là même qui a été rejetée,
sera d'application. Il peut en
résulter des problèmes dans la
pratique, dès lors qu'une seule
commune peut opposer son veto
pour empêcher la répartition.

Quand un nouvel arrêté royal sera-
t-il publié? Dans quelle mesure
répondra-t-il aux objections du
Conseil d'Etat?
05.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
ontwerp van koninklijk besluit is op 24 januari van dit jaar op de rol
van de afdeling Wetgeving van de Raad van State ingeschreven. Het
advies is gevraagd binnen een termijn van 30 dagen. Mijn
rechterbuur, de directeur van mijn cel, deelt mij mee dat het advies
vandaag is binnengekomen. Ik ben het op dit ogenblik aan het
bestuderen, maar ik kan u het resultaat daarvan nog niet meedelen.
In mijn voorbereide antwoord staat dat ik eerstdaags het advies zal
ontvangen. Ik kan u alleen maar zeggen dat ik het ontvangen heb.

De reden van annulatie kent u uit de vorige versie. Ik ken het
probleem in uw zone ook. De reden was in hoofdzaak van
procedurele aard. Er waren geen opmerkingen meer over de inhoud.
Inhoudelijk is het huidige ontwerp vergelijkbaar of identiek aan het
vorige. Er zijn geen aanwijzingen dat het niet zou voldoen aan de
eisen van de Raad. Wij zijn er deze keer uit.
05.02 Patrick Dewael, ministre:
Le projet d'arrêté royal avait été
inscrit au rôle de la section
législation du Conseil d'Etat le 24
janvier 2005. J'ai reçu l'avis
aujourd'hui, mais je n'ai pas
encore eu le temps de l'examiner.

La raison de la suspension de
l'arrêté royal précédent était de
nature procédurale. Le nouvel
arrêté royal n'a pas été modifié sur
le fond.
05.03 Katrien Schryvers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 05.03 Katrien Schryvers (CD&V):
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
minister, laten wij hopen dat wij op korte termijn uit de problemen zijn.
J'espère que les problèmes
pourront être résolus à court
terme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "bedelaressen met kinderen" (nr. 5708)
06 Question de Mme Dalila Douifi au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
mendiantes accompagnées d'enfants" (n° 5708)
06.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, was ik
gemeenteraadslid in Brussel dan had ik deze vraag waarschijnlijk aan
de burgemeester van Brussel gesteld, maar ik ben parlementslid. Ik
weet niet of deze vraag direct aan u gesteld moet worden maar ik
waag het toch omdat ik al geruime tijd vragen stel bij de toestanden
die ik zie in het Centraal Station van Brussel, waar ik heel veel kom.
Vaak zijn daar vrouwen, meestal jonge vrouwen, aan het bedelen. Zij
hebben zo goed als allemaal kinderen bij zich, in de meeste gevallen
baby's of kinderen van naar mijn mening jonger dan 12 jaar.

Het valt natuurlijk des te meer op bij het huidige winterweer. Ik vind
het eigenlijk onmenselijk. Ik vind het schrijnende situaties. Ik herinner
mij ook een reportage op de VRT over de bedelende mensen die men
ziet wanneer men in Brussel aankomt. Het is kenmerkend voor een
aantal invalswegen maar ook voor het Centraal Station. De reportage
gaf aan dat die mensen uitgeperst worden, gemanipuleerd worden, en
vaak ook het slachtoffer zijn van mensenhandel.

Mijnheer de minister, hebt u enig zicht op dat probleem dat zich
voordoet in het Centraal Station van Brussel? Doet zich dat ook voor
op andere plaatsen in Brussel? Hebben uw diensten die bedelende
mensen en in het bijzonder die bedelende vrouwen met kinderen al in
kaart gebracht? Als dat zo is, als daar al naar gekeken is, mijnheer de
minister, kunt u dan aangeven in welke omstandigheden ­ of met
andere woorden: met welk verblijfsstatuut ­ die mensen hier blijven,
en bijgevolg ook die kinderen? Is er reeds onderzoek gedaan naar de
achtergrond van die bedelende mensen? Lopen er gerechtelijke
onderzoeken om meer te weten over hun situatie?

Ten slotte, mijnheer de minister, nadat u mij geantwoord hebt op die
eerste vragen, kunt u mij dan ook een eerste aanwijzing geven van
wat er feitelijk met die mensen zou moeten gebeuren? Mijn vraag
betreft vooral die kinderen, die tegen hun wil, zonder dat zij het weten
eigenlijk, overal meegesleept worden in de kou. Ziet u een oplossing
om die kinderen op een beter spoor te brengen?
06.01 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
Je ne sais trop à qui poser cette
question mais j'espère que le
ministre pourra me fournir
quelques éclaircissements
concernant le problème des
mendiantes accompagnées
d'enfants ou de bébés à la Gare
centrale de Bruxelles.

J'estime qu'il s'agit-là de situations
pénibles, voire inhumaines, en
particulier pour les enfants. Un
reportage de la VRT a montré que
ces femmes sont souvent victimes
de procédés de chantage et de
manipulations, voire de pratiques
relevant de la traite des êtres
humains.

Ce problème a-t-il déjà été
examiné? En vertu de quel statut
ces femmes séjournent-elles sur
notre territoire? A-t-on envisagé la
matérialité éventuelle d'un
problème de traite des êtres
humains ou d'autres pratiques
répréhensibles? Le ministre a-t-il
trouvé un moyen d'améliorer les
conditions de vie de ces femmes
et de leurs enfants ou bébés?
06.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Douifi, dit is een moeilijke vraag. U hebt blijkbaar zelf ook getwijfeld
aan welke instantie of persoon u deze vraag moest stellen. Ik wil van
mijn kant een insteek geven omdat het probleem iedereen raakt. Ook
ik word daarmee regelmatig geconfronteerd en heb daarvoor ook
vaak geen woorden.

De politiediensten hebben een bepaald beeld van de situatie. Ik
veralgemeen wanneer ik zeg dat de bedelaars hoofdzakelijk van
Roemeense nationaliteit zijn en voornamelijk in Brussel worden
06.02 Patrick Dewael, ministre:
Les services de police ont une
idée de la situation. Les
mendiants, essentiellement de
nationalité roumaine, se
rencontrent principalement dans
les endroits très touristiques de
Bruxelles. Des cas analogues sont
constatés à Anvers et à Liège
mais, dans ces villes, les
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
aangetroffen, meer bepaald in metrostations, in spoorwegstations,
aan busstopplaatsen en meer in het algemeen op plaatsen waar veel
toeristen komen. Er zijn ook gelijkaardige gevallen opgemerkt in
Antwerpen en in Luik. Daar zijn de betrokkenen ook vaak afkomstig
uit de Balkanregio. Roemeense burgers kunnen in het bezit van een
nationaal paspoort visumvrij naar ons land afreizen en mogen hier in
de loop van een periode van zes maanden drie maanden verblijven
als toerist. Dat is de regelgeving. Sommige Roemeense onderdanen
overschrijden de maximum toegelaten verblijfstermijn en kunnen dan
wegens illegaal verblijf van het grondgebied worden verwijderd.
Daarnaast kan, volgens mij om misbruik van de wet te voorkomen,
een einde worden gesteld aan het toeristisch verblijf indien blijkt dat
de vreemdelingen niet beschikken over de nodige bestaansmiddelen.
Van bedelaars mag logischerwijs worden verondersteld dat zij
effectief niet over voldoende financiële middelen beschikken voor een
verder verblijf in ons land.

Een onmiddellijke repatriëring van deze personen is in de praktijk niet
altijd evident. Het gaat vaak om kroostrijke gezinnen waarbij in het
geval van een interceptie meestal een of verscheidene minderjarigen
niet kunnen worden teruggevonden. Een directe repatriëring van de
ouders zonder hun kinderen vind ik niet verantwoord en ik neem aan
dat u het daarmee eens bent.

Wat mensenhandel in het algemeen betreft, moet ik u verwijzen naar
collega Onkelinx. Het is misschien nuttig dat u ook haar confronteert
met de problematiek. Het bestrijden van de mensenhandel is een
specifieke bevoegdheid van mijn collega voor Justitie.

Wat de levensomstandigheden betreft van de betrokkenen, wil ik de
hulp inroepen van de Gemeenschappen. Zoals u zelf hebt gesteld in
uw vraag, behoort dit tot de bevoegdheid van de ministers van de
verschillende Gemeenschappen in ons land. Het betreft hier een
gemeenschapsmaterie en de Gemeenschappen hebben daarin
volgens mij een rol te spelen en een verantwoordelijkheid te dragen.

Wat mij betreft, doe ik binnen mijn bevoegdheden wat ik kan om een
zo humanitair mogelijke aanpak van deze problematiek te verzekeren.
mendiants proviennent de la
région des Balkans.

Les citoyens roumains peuvent
séjourner en Belgique sans en
qualité de touristes pendant trois
mois sur une période de six mois.
Les étrangers dont la durée de
séjour dépasse cette période
peuvent être renvoyés chez eux
pour cause de séjour illégal. Il peut
être mis fin au séjour touristique
s'il s'avère que les intéressés ne
disposent pas de ressources
suffisantes.

Le rapatriement direct de ces
illégaux n'est pas toujours facile. Il
s'agit souvent de familles
nombreuses dont un enfant
mineur, voire plusieurs, ne sont
pas toujours retrouvés. Il ne se
justifie pas de rapatrier les parents
sans tous leurs enfants mineurs.

La ministre de la Justice est
compétente en ce qui concerne la
question de la traite des êtres
humains, cependant que
l'amélioration des conditions de vie
est une matière communautaire.
06.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Er zijn inderdaad stappen te
zetten.

Mijn uiteenzetting is ingegeven door humanitaire redenen.

Ik zal mijn vraag ook stellen aan de minister van Justitie. Ik wil u
verder vragen dat mee op te nemen in het overleg dat u over
dergelijke problematiek pleegt met de Gemeenschappen en de
Gewesten. Het is schrijnend wanneer we vandaag in de krant lezen
dat een veel te hoog percentage van onze kinderen in een armoedige
situatie leeft en we niet over de middelen beschikken om daaraan iets
te doen. Volgens mij kan men wat kinderen betreft geen onderscheid
maken in nationaliteit of afkomst en moeten we absoluut ingrijpen.

Ik zal proberen de zaken in beweging te brengen waar ik dat kan en ik
dank u voor uw antwoord.
06.03 Dalila Douifi (sp.a-spirit):
J'interpellerai Mme Onkelinx à ce
sujet. M. Dewael peut faire en
sorte que cette problématique soit
inscrite à l'ordre du jour du Comité
de concertation.
Het incident is gesloten.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Ingrid Meeus aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "een atoomschuilkelder onder het park van Brussel" (nr. 5719)
07 Question de Mme Ingrid Meeus au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un abri anti-
atomique dans les souterrains du parc de Bruxelles" (n° 5719)
07.01 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag is misschien niet zo alledaags. Het is vooral een
vraag uit nieuwsgierigheid. Het gaat inderdaad over een
atoomschuilkelder hier in het hartje van Brussel.

Ik heb niet de vrees dat er een atoombom op Brussel zou vallen. Ik
denk dat die vrees ongegrond is in deze jaren, maar in de jaren
zeventig was die vrees wel heel actueel. Tijdens die zeventiger jaren
zijn er overal atoomschuilkelders gebouwd. Volgens geruchten ­ ik
weet het dus niet ­ zou er voor de leden van het Parlement ook een
atoomschuilkelder zijn gebouwd in het hartje van Brussel. Die zou
zich blijkbaar onder het park bevinden en via onderaardse gangen
een rechtstreekse verbinding hebben met het Paleis der Natie.

Vandaar mijn vraag, mijnheer de minister. Bestaat deze
atoomschuilkelder daadwerkelijk? Zo ja, waar is deze gelegen? Is
deze vandaag nog operationeel? Als die operationeel zou zijn, kunnen
wij die dan als leden van het Parlement eveneens bezoeken en
daarover worden geïnformeerd?

Als die inderdaad bestaat, denk ik niet dat hij nog heel operationeel is
omdat de vrees voor een atoomoorlog alsmaar meer ongegrond is.
Moest hij niet operationeel zijn, kan dan aan deze ondergrondse
kelderverdieping een nieuwe bestemming worden gegeven?
07.01 Ingrid Meeus (VLD): Selon
les rumeurs, un abri anti-atomique
destiné à accueillir les
parlementaires aurait été construit
dans les années septante sous le
parc de Bruxelles. Il serait relié au
Parlement par un système de
souterrains.

Ces rumeurs sont-elles exactes?
Si tel est le cas, cet abri est-il
toujours opérationnel ou est-il à
présent utilisé à d'autres fins?
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, er is
inderdaad een schuilkelder geweest in het park van Brussel, met een
ingang die dicht aanleunde tegen het theater van het park. Deze
kelder was niet uitgerust als atoomschuilkelder en het beheer over die
kelder was overgedragen aan de Regie der Gebouwen. Het is mij niet
bekend, moet ik u ootmoedig toegeven, of die schuilkelder vandaag
nog operationeel zou zijn. Ik weet het niet. Ik zou u willen
doorverwijzen naar de bevoegde voogdijautoriteit voor de Regie der
Gebouwen, collega Reynders van Financiën.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Un abri dont l'entrée se situait à
proximité du théâtre a bien existé
sous le parc de Bruxelles, mais il
ne s'agissait pas d'un abri anti-
atomique. C'est la Régie des
bâtiments qui en assure à présent
la gestion. M. Reynders,
compétent pour la Régie, sera en
mesure de dire à Mme Meeus si
cet abri est toujours opérationnel.
07.03 Ingrid Meeus (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord en ik zal in ieder geval mijn vraag aan de heer Reynders
stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het KB van 30.03.2002 betreffende het geldelijk in aanmerking nemen van de diensten
verricht door vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als
beroepsbrandweerlieden" (nr. 5726)
08 Question de M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'arrêté
royal du 30.03.2002 fixant les dispositions générales relatives à la valorisation pécuniaire des services
antérieurs accomplis par des membres volontaires des services publics d'incendie recrutés en tant
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
que membres professionnels" (n° 5726)
08.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, mijn vraag
gaat over een antwoord op een schriftelijke vraag in verband met de
overschakeling van brandweerlui van het vrijwilligerskorps naar het
beroepskorps, die ik in september heb gesteld en dat ik pas een
aantal dagen geleden heb ontvangen. Ondertussen had de heer
Deseyn al een mondelinge vraag gesteld en vervolgens had ik me in
januari bij mevrouw Lahaye aangesloten voor dezelfde vraag, omdat
het antwoord op de schriftelijke vraag maar uitbleef.

Nu kreeg ik vorige week een antwoord in mijn brievenbus en wat lees
ik? Ik lees dat het probleem zich in Wallonië niet voordoet. Ik ben
altijd zeer geïntrigeerd geweest door het feit waarom wetten in het
Noorden en in het Zuiden anders worden geïnterpreteerd. Dat is al
een studie op zichzelf. De reden hiervoor zou zijn, en ik citeer uit het
antwoord op mijn schriftelijke vraag: "Dit verschil in berekeningswijze
doet zich alleen voor bij de brandweerdiensten in het Vlaamse
Gewest, ingevolge de toepassing en de interpretatie door de Vlaamse
voogdij-overheid van de regels in verband met het geldelijk statuut
van de leden van de brandweer. Het gaat meer bepaald om de
toepassing en de interpretatie van de omzendbrief met de
zogenaamde krachtlijnen-Kelchtermans".

Nieuwsgierig als ik ben, ben ik ook de krachtlijnen-Kelchtermans gaan
opzoeken. De reden zou dus op Vlaams niveau liggen, zeer
eigenaardig. Ik heb direct die omzendbrief gezocht en wat lees ik
daarin? Ik citeer opnieuw: "Het akkoord is evenwel niet van
toepassing op het veiligheidspersoneel, politie en brandweer". Ik
begreep dat niet goed en toen heb ik gebeld naar de Vlaamse
administratie bevoegd voor de materie. Daar zei men mij dat de
omzendbrief-Kelchtermans niks te maken had met de materie,
niettegenstaande dat in uw antwoord stond. Men wist mij te zeggen
dat de vorige Vlaamse regering, toen u nog minister-president was, bij
de invoering van het KB opmerkingen had en dat de Vlaamse
regering tegenstander was van retroactiviteit bij de toekenning van
anciënniteit. De reden die u uw schriftelijk antwoord geeft, klopt, mijns
inziens, dus niet erg. De reden die erin wordt opgegeven als zijnde de
krachtlijnen-Kelchtermans, kan natuurlijk een foutje zijn van de
administratie of van het kabinet en is op zichzelf geen punt; het is niet
zo belangrijk.

Wat ik wel belangrijk vind, is de eventuele verschillende toepassing in
Vlaanderen en Wallonië en de vraag waarop men zich in Wallonië
dan wel baseert als dat zo was. Toevallig zijn het Waalse ministers
die zeer slechte wetgeving maken, waardoor bijvoorbeeld
brandweermannen met een gelijk aantal jaren ervaring voor gelijk
werk stukken minder worden betaald. Dat is niet erg voor Wallonië,
omdat men daar de andere wetgeving toch niet toepast. Intussen past
Vlaanderen wel plichtsbewust de slechte wetgeving toe. Dat is mijn
probleem.

Hoe uit zich dat eigenlijk op het terrein? Wordt de anciënniteit van de
brandweerlui als vrijwilliger in Wallonië en/of Brussel voor hen die
voor 8 mei 1999 zijn overgestapt, wel in rekenschap genomen? Op
welke juridische basis is dat, als dat zo is?

Kunt u mij uitleggen, mijnheer de minister, waarom de
08.01 Patrick De Groote (N-VA):
En septembre 2004, j'avais posé
au ministre une question écrite sur
la valorisation pécuniaire des
services accomplis par les
pompiers volontaires avant leur
transfert au cadre professionnel.
Je m'étais plus particulièrement
étonné de la différence du mode
de calcul entre, d'une part, les
pompiers de la Région flamande
et, d'autre part, ceux des Régions
wallonne et bruxelloise. La
réponse à la question écrite
explique cette différence par une
référence à la circulaire dite
Kelchtermans. Or celle-ci ne vise
pas le personnel de sécurité, les
agents de police et les pompiers.
L'administration de l'Intérieur ne
voit du reste pas non plus le
rapport avec la circulaire.

Quelle est la base juridique des
modes de calcul différents dans
les différentes Régions? Les
Régions wallonne et bruxelloise
tiennent-elles compte de
l'ancienneté pour le personnel
transféré avant le 8 mai 1999? La
Région flamande est-elle
juridiquement compétente pour
interpréter, sur la base d'une
circulaire propre, l'arrêté royal de
façon telle que l'ancienneté soit
automatiquement prise en
considération, quelle que soit la
date de transfert au cadre
professionnel?
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
berekeningswijze in het Waals Gewest of het Brussels Gewest
enigszins kan verschillen van het Vlaams Gewest? Kunt u bevestigen
of het Vlaamse Gewest beschikt over de juridische bevoegdheid om
bij middel van een omzendbrief het zogenaamde KB zo te
interpreteren dat de anciënniteit als vrijwillig brandweerman sowieso
in rekenschap wordt genomen, afgezien van het feit of hij nu voor of
na 8 mei 1999 is overgestapt?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, voor de vraag
over de verschillende situaties van brandweerlieden in Vlaanderen,
Wallonië en het Brussels Gewest wil ik kort even ingaan op de
periode vóór de rondzendbrief-Kelchtermans. Toen hadden de
gemeenten de volledige vrijheid om de voorgaande dienstjaren in de
publieke sector of in de privé-sector voor de brandweerlieden geldelijk
in aanmerking te nemen. In 1994 kwam dan de rondzendbrief die de
krachtlijnen vastlegde voor een samenhangend personeelsbeleid in
de lokale besturen. Die rondzendbrief heeft ook geleidelijk de
mogelijkheid afgeschaft om de voorgaande dienstjaren in de private
sector van de vrijwilligers die beroepsbrandweerlieden waren
geworden, zoals voor het overige gemeentepersoneel, geldelijk in
aanmerking te nemen. Het is ten onrechte dat de rondzendbrief werd
toegepast op het brandweerpersoneel, aangezien de Gewesten
terzake geen bevoegdheid hadden.

Vanaf de datum van inwerkingtreding van de rondzendbrief hebben
de Vlaamse gemeenten niet meer toegelaten dat brandweerlui hun
voorgaande dienstjaren in de private sector laten valoriseren. Het
verschil in de situatie tussen brandweerlui werd weggewerkt door het
KB van 20 maart 2002. Dat besluit verplicht al de gemeenten om de
dienstjaren als vrijwilliger geldelijk te valoriseren wanneer een
vrijwilliger ook beroeps wordt. Het probleem bestaat er nu in dat
tussen de datum van inwerkingtreding van de rondzendbrief-
Kelchtermans en die van het KB van 20 maart 2002 de Vlaamse
brandweerlui geen mogelijkheid tot een dergelijke valorisatie hebben
gehad, in tegenstelling tot hun Waalse en Brusselse collega's.

Het ontwerp van KB dat door mijn diensten wordt voorbereid, heeft als
doel de situatie voor de Vlaamse en Waalse gemeenten te
verduidelijken en zal bijgevolg aan de gemeenten de mogelijkheid
geven om aan de brandweerlui, die gedurende die periode beroeps
zijn geworden, de valorisatie ook toe te kennen.

De tweede vraag ging over de juridische bevoegdheid van het
Vlaamse Gewest. Op die vraag moet ik u negatief antwoorden.
08.02 Patrick Dewael, ministre:
La circulaire Kelchtermans date de
1994. Auparavant, toutes les
communes belges étaient tout à
fait libres de prendre en
considération, du point de vue
pécuniaire, les années de travail
accomplies antérieurement par
leurs pompiers dans le secteur
public ou privé. Cette circulaire a
supprimé pour les pompiers
volontaires devenus
professionnels, comme cela avait
déjà été fait précédemment pour
les autres catégories du personnel
communal, la possibilité de faire
valoir, du point de vue pécuniaire,
leurs années de travail antérieures
dans le secteur privé. Or cette
circulaire a aussi été appliquée à
tort aux personnels des services
d'incendie pour lesquels les
Régions ne sont pas compétentes.
Le problème, c'est que les
communes flamandes ont
continué d'appliquer cette
circulaire à la lettre.

L'arrêté royal du 20 mars 2002 a
aboli la différence entre les
situations des uns et des autres au
sein des personnels des services
d'incendie en Belgique. Cet arrêté
oblige toutes les communes à
prévoir, en faveur de leurs
personnels qui choisissent d'entrer
dans un corps de pompiers
professionnels, une valorisation
pécuniaire des années de service
qu'ils ont accomplies en tant que
volontaires. Car entre 1994 et
2002, en raison de l'application de
la circulaire, cela n'a pas été
possible pour les pompiers
flamands, discriminés à cet égard
par rapport à leurs collègues
wallons et bruxellois. Je prépare
donc un arrêté royal pour
permettre aux communes
flamandes de supprimer cette
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
discrimination.

Juridiquement, la Région flamande
n'est pas compétente pour
interpréter l'arrêté royal sur la base
de sa propre circulaire.
08.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid antwoord. U bent immers verantwoordelijk voor de
toepassing van de federale wetgeving. Dan kan ik er dus van op aan
dat vanaf nu geen discriminatie meer bestaat tussen het Vlaamse en
Waalse Gewest.

Ik begrijp alleen nog niet goed dat u in uw schriftelijk antwoord verwijst
naar de rondzendbrief-Kelchtermans, waarin duidelijk staat dat het
niet van toepassing is op politie en brandweer. Is dat omdat de
bevoegdheid vroeger bij de gemeenten lag?
08.03 Patrick De Groote (N-VA):
Dans sa réponse à ma question
écrite, le ministre fait référence à
la circulaire Kelchtermans alors
qu'elle n'est pas applicable aux
services de police et d'incendie.
Est-ce parce que cette
compétence était autrefois
communale?
08.04 Minister Patrick Dewael: Vroeger wel, ja
08.04 Patrick Dewael, ministre:
Oui, autrefois.
08.05 Patrick De Groote (N-VA): Het ging dus om een
overgangsperiode, die u nu hebt geregulariseerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Jean-Claude Maene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le Livre
vert sur une approche communautaire de la gestion des migrations économiques" (n° 5716)
09 Vraag van de heer Jean-Claude Maene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het Groenboek over het beheer van de economische migratie: een EU-aanpak" (nr. 5716)
09.01 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Commission européenne a présenté, début janvier, un
Livre vert sur les migrations économiques. Nous savons que ce
problème est toujours d'actualité. Toutefois, ce rapport fait apparaître
des éléments quelque peu différents, en traçant une série de pistes
plutôt favorables à l'immigration.

A ce stade, l'objectif est d'engager un débat approfondi impliquant les
institutions de l'Union européenne, les Etats membres et la société
civile autour de la question de la mission des migrants économiques,
ainsi que sur la valeur ajoutée que représenterait l'adoption d'un cadre
commun.

Les contributions doivent être envoyées avant le 15 avril prochain.
Monsieur le ministre, quelle méthode de travail comptez-vous mettre
en place au niveau belge pour aborder ce dossier? Avez-vous fixé un
échéancier afin de respecter l'agenda prévu par la Commission? Une
concertation est-elle entamée au sein du gouvernement sur ce
dossier?
09.01 Jean-Claude Maene (PS):
In januari jongstleden heeft de
Europese Commissie een
Groenboek over het beheer van
de economische migratie
voorgesteld. Het onderscheidt zich
van de voorgaande verslagen in
de zin dat het de positieve kanten
van de migratie in de verf zet. Met
dit Groenboek wil de Commissie
bereiken dat de Europese
instellingen, de lidstaten en het
maatschappelijk middenveld een
debat houden over kwesties zoals
de toelating van economische
migranten en de meerwaarde van
het invoeren van een
gemeenschappelijk kader. Elk
land moet zijn bedrage indienen
vóór 15 april eerstkomend.

Welke methode heeft ons land bij
zijn standpuntbepaling gevolgd?
Heeft u een timing vastgelegd om
binnen de termijnen van de
Commissie te kunnen
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
antwoorden? Heeft de regering
over dit dossier al overleg
gepleegd?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la position belge ainsi que notre contribution au Livre vert
de la Commission européenne sur les migrations économiques sont
définies en présence de tous les acteurs concernés, lors de la
coordination européenne organisée par la direction générale Europe
du SPF Affaires étrangères. Lorsque je parle de tous les acteurs
concernés, je pense non seulement aux autorités fédérales mais
aussi aux autorités régionales. Je rappelle qu'il s'agit ici d'immigration
mais aussi d'emploi.

Lors de ces réunions, les instances représentées font état de leur
position et de leurs arguments et un point de vue coordonné est
établi. Il est procédé de la sorte pour chaque point inscrit à l'ordre du
jour du Conseil Justice et Affaires intérieures, mais aussi pour tous
les acteurs concernés du Conseil. Cela se passe conformément à
l'accord de coopération du 8 mars 1994 entre l'Etat fédéral, les
Communautés et les Régions, relatif à la représentation du Royaume
de Belgique au sein des Conseils des ministres de l'Union
européenne.

Les ministres de l'Intérieur européens ont pu, lors du dernier Conseil
JAI, le 24 février, avoir un premier échange de vues très général ­
j'insiste sur le "très général" - sur cette question. Tous les Etats
membres se sont d'ores et déjà félicités du traitement de cette
problématique et ont mis en évidence la complexité de ce dossier
ainsi que la nécessité de l'approfondir. C'est ainsi qu'à l'instar de la
Belgique, ils procèdent actuellement aux consultations internes.
09.02 Minister Patrick Dewael:
Alle betrokken actoren, dus zowel
de federale als de gewestelijke
overheden, hebben meegewerkt
aan de totstandkoming van ons
standpunt en onze bijdrage tot het
Groenboek van de Europese
Commissie over de economische
migratie. Deze overheden hebben
hun ideeën voorgesteld op de
Europese coördinatievergadering
die door de directie-generaal
Europa van de FOD Buitenlandse
Zaken werd georganiseerd. De
procedure verloopt conform de
bepalingen van het
samenwerkingsakkoord van 8
maart 1994 met betrekking tot de
vertegenwoordiging van het
Koninkrijk België in de
Ministerraad van de Europese
Unie. Tijdens de JBZ-raad van 24
februari jongstleden hebben de
Europese ministers van
Binnenlandse Zaken een eerste
gedachtewisseling over deze
aangelegenheid gehouden. Ze
wezen erop dat het om een
ingewikkeld onderwerp gaat dat
verder moet uitgediept worden.

In navolging van het Belgische
voorbeeld plegen alle lidstaten
thans intern overleg.
09.03 Jean-Claude Maene (PS): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour sa réponse et j'attends avec intérêt la suite des
travaux. La commission aborde des questions qui me paraissent
intéressantes, y compris sur l'aspect démographique dans l'ensemble
des pays européens. A mon sens, cette nouvelle approche peut être
intéressante et mériterait un très large débat.
09.03 Jean-Claude Maene (PS):
Die nieuwe aanpak lijkt me
interessant en rechtvaardigt
volgens mij een ruimer debat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Annick Saudoyer au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
centralisation de la police des chemins de fer de l'arrondissement de Tournai à Mons" (n° 5733)
10 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de centralisering in Bergen van de spoorwegpolitie van het arrondissement Doornik"
(nr. 5733)
10.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en juillet 2002, les activités de la police des chemins de fer
pour l'arrondissement judiciaire de Tournai ont été transférées à
10.01 Annick Saudoyer (PS): In
juli 2002 werden de diensten van
de spoorwegpolitie voor het
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Mons. Depuis, le service est loin de fonctionner de manière optimale.

Cette centralisation à Mons est d'autant plus étonnante après la
relecture de la circulaire du 15 avril 2002. En effet, la gare de Tournai
répond à plusieurs critères requis pour l'implantation d'un poste fixe
de police des chemins de fer. D'abord, parce qu'il s'agit d'une gare
située en bordure de frontière. 13 trains internationaux en provenance
de Lille transitent chaque jour par Tournai. La gare de Mouscron,
toute proche, voit passer 15 trains en provenance de Lille. Or, Mons
n'est pas une gare frontière et le seul train provenant de France est
un Thalys dont la clientèle pose très rarement problème.

Ensuite, d'un point de vue de la criminalité, ces deux gares
frontalières mériteraient une présence fixe. Des problèmes de
stupéfiants se posent. La région est connue pour ses dancings et ses
méga-dancings ­ je vous avais d'ailleurs interpellé à ce sujet ­ et les
trafiquants gravitant dans cette sphère. Par ailleurs, de nombreuses
prises de stupéfiants sont opérées par la douane en gare de
Mouscron qui se trouve sur la ligne Anvers-Lille. Au niveau de la
délinquance, de nombreux jeunes français sont hébergés dans des
homes, principalement à Péruwelz, et posent des problèmes dans les
gares et dans les trains.

Enfin, il faut préciser que la gare de Tournai est située sur un axe de
transition des immigrés clandestins qui arrivent en Belgique via la
ligne Tournai-Mouscron, après avoir été refoulés d'Angleterre.

Ces divers problèmes conjugués à l'éloignement allongent les délais
d'intervention depuis Mons, qui se trouve à 50 kilomètres de Tournai
et à 80 kilomètres de Mouscron. Le déplacement prend en moyenne
une heure, parfois plus, en fonction de la circulation.

Monsieur le ministre, j'aimerais connaître les raisons qui ont motivé ce
transfert des effectifs ­ 4 agents plus 1 gradé ­ de Tournai vers
Mons? Pourquoi a-t-on privé le Hainaut occidental indirectement
d'une police des chemins de fer?
gerechtelijk arrondissement
Doornik naar Bergen
overgeheveld. Doornik voldoet
echter aan verscheidene relevante
criteria voor de vestiging van een
dergelijke post; zo is Doornik
bijvoorbeeld een grensstation.

De stations van Doornik en
Moeskroen worden met soort-
gelijke vormen van criminaliteit
geconfronteerd: verdovende
middelen, delinquentie,
clandestiene immigratie.

Nu die diensten in Bergen
gevestigd zijn, duurt het langer
alvorens zij kunnen ingrijpen.

Waarom blijft West-Henegouwen
onrechtstreeks verstoken van een
spoorwegpolitiedienst?
10.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, actuellement, le poste de Tournai est toujours repris dans
l'organisation générale de la police des chemins de fer. A la suite
d'une étude demandée par mon prédécesseur en avril 2002, il avait
été jugé plus efficient de regrouper les effectifs de Tournai ­ 5
policiers ­ avec ceux de Mons.

La police des chemins de fer remplit une fonction spécialisée. Dès
lors, elle doit s'occuper de répondre de manière proportionnée aux
sollicitations de l'ensemble de la province du Hainaut. Dans ce
contexte, l'organisation des activités opérationnelles dans le Hainaut,
à partir des postes SPC de Mons et Charleroi, apparaît comme étant
la meilleure solution.

Sur le plan logistique et administratif, ce regroupement permet de
rationaliser les moyens humains et matériels. Cela permet également
des économies d'échelle et une gestion plus cohérente des moyens
mis à disposition. Dans ce contexte, les gares devant faire l'objet d'un
appui renforcé de la police des chemins de fer ont été fixées. Tournai
n'en fait pas partie sur la base de critères d'analyse des phénomènes
criminels. Néanmoins, on ne peut nier la nécessité opérationnelle
10.02 Minister Patrick Dewael:
De centralisatie in de SPC van
Bergen van de operationele
activiteiten in Henegouwen is de
beste oplossing gebleken met het
oog op een rationele aanwending
van de personele en materiële
middelen. De stations waar in een
grotere ondersteuning door de
spoorwegpolitie moet worden
voorzien, werden geselecteerd op
grond van de analyse van de
criminaliteitsverschijnselen.

Men kan echter niet ontkennen dat
de regio Doornik bepaalde
specifieke kenmerken vertoont.
Op 1 juli 2004 hebben de
douanediensten, politiezones en
de SPC een protocol ondertekend.
Bovendien werd de samenwerking
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
relevée dans la région de Tournai.

L'analyse de la criminalité transfrontalière et des phénomènes locaux
a débouché sur une intensification des actions avec différents
partenaires externes. Le 1
er
juillet 2004, un protocole a été signé entre
les services des douanes des zones de police de l'arrondissement
judiciaire de Tournai et la SPC. Il vise notamment à resserrer les liens
entre les partenaires. Il est orienté vers des actions contre des
phénomènes ­ par exemple la traite des êtres humains ou le trafic de
stupéfiants ­ ou vers la mise à disposition de moyens en personnel et
matériel.

Par ailleurs, dans le cadre des accords de Tournai du 5 mars 2001
signés par les ministres de l'Intérieur belge et français, la collaboration
avec la police française a pu être renforcée. Ceci se traduit par
l'organisation de patrouilles mixtes à bord des trains transfrontaliers
entre Lille et Mouscron-Tournai.

Dans la mesure des moyens mis à sa disposition et en développant
au maximum des synergies avec ses partenaires locaux et
internationaux, la police des chemins de fer est donc bien présente
dans la partie occidentale de la province du Hainaut. Tout problème
ponctuel ou structurel de sécurité dans les trains ou dans les gares
fait systématiquement l'objet d'une analyse concertée entre les
différents services de police et de sûreté. De cette façon, le service à
la population et aux usagers des transports reste garanti.
met de Franse politie opgevoerd,
met name door te voorzien in
gemengde patrouilles.

De spoorwegpolitie is dus wel
degelijk aanwezig in West-
Henegouwen.
10.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, je vais vous
contredire quelque peu. Etant moi-même navetteur régulier de la ligne
de train Mouscron­Bruxelles, je considère que, dans la pratique, il y a
encore beaucoup de problèmes dans les trains. Lundi, j'ai à nouveau
été témoin d'un incident. Je ne suis donc pas aussi catégorique que
vous.

Beaucoup de choses ont effectivement été mises en place mais je
pense que laisser la police des chemins de fer à Mons n'est pas la
meilleure solution. En effet, 17 trains internationaux passent par
Tournai alors qu'un seul passe par Mons, et encore, il s'agit du
Thalys. On peut interpréter les chiffres comme on veut mais, dans la
pratique, il y a encore d'énormes problèmes. Dès lors, peut-être
pourriez-vous revoir votre jugement?
10.03 Annick Saudoyer (PS): Er
doen zich niettemin nog vele
problemen voor in de treinen! Het
handhaven van die post van de
spoorwegpolitie in Bergen is
volgens mij niet de beste
oplossing. Kan u uw standpunt
herzien?
10.04 Patrick Dewael, ministre: Nous devrions peut-être faire le trajet
ensemble.
10.05 Annick Saudoyer (PS): Peut-être!
Le président: Je voudrais dire à Mme Saudoyer qu'à la demande du
chef de groupe MR, nous devrions programmer dans les semaines à
venir une réunion commune des commissions Infrastructure et
Intérieur sur la sécurité à la SNCB. Cette évaluation devrait être
entreprise afin de généraliser le propos. Cela ne doit pas vous
empêcher de voyager en compagnie du ministre si vous le souhaitez!
De voorzitter: Wij zullen in de
komende weken een
gemeenschappelijke vergadering
van de commissies voor de
Infrastructuur en de Binnenlandse
Zaken over de veiligheid bij de
NMBS beleggen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
11 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de taaltoestanden bij de politie van Sint-Lambrechts-Woluwe" (nr. 5786)
11 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes linguistiques à la police de Woluwe-Saint-Lambert" (n° 5786)
11.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, in Het Laatste Nieuws van 18 februari lazen wij
het vrij onthutsende verslag over de moeilijkheden die een Brusselse
Vlaming, een directeur van een instelling, ondervond in Sint-
Lambrechts-Woluwe, waar hij niet in het Nederlands bediend kon
worden door de lokale politie. Uit telefonisch contact bleek dat de
betrokkene pas na drie doorschakelingen, bij de vierde persoon die hij
aan de lijn had, een politieagent aan het woord kreeg die Nederlands
kon spreken. Uiteindelijk werd dan een politiepatrouille ter plaatse
gestuurd om een aantal vaststellingen te doen. Van die patrouille
bleek geen van beide agenten het Nederlands machtig te zijn. Die
man moest dan ook de klacht die hij wilde indienen, of het proces-
verbaal, helemaal zelf opstellen, wat toch wel een abnormale situatie
is.

Mijnheer de minister, hoe reageert u op dat soort van Afrikaanse
toestanden?

Welke maatregelen zijn er inmiddels genomen om dat soort van
incidenten te vermijden en een tweetalige dienstverlening in Sint-
Lambrechts-Woluwe, en bij uitbreiding ook elders, te verzekeren?

Hebt u weet van gelijkaardige incidenten elders in Brussel?

Tegen wanneer wordt verzekerd dat de Brusselse oud-rijkswachters
allemaal een bewijs kunnen afleveren van de kennis van de andere
taal? Uw voorganger heeft daarvoor destijds in een overgangsperiode
voorzien. Wanneer loopt die af?

Wat is de relevantie van april 2006 terzake, want daarnaar wordt in
bepaalde artikels verwezen?

Ten slotte, hoeveel Brusselse politieagenten volgen er momenteel
een taalcursus? Hoeveel hebben er ­ daarmee bedoel ik een
numeriek aantal ­ met succes al een taalproef afgelegd in 2002, 2003
en 2004? Wat zijn de percentages? Kunt u daar iets meer over
zeggen?
11.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Selon le quotidien "Het
Laatste Nieuws" du 18 février, un
Bruxellois flamand de Woluwe-
Saint-Lambert n'a pu obtenir un
agent parlant quelques mots de
néerlandais au téléphone qu'après
avoir été transféré à trois reprises.
Une patrouille a été envoyée chez
cette personne, mais aucun agent
ne parlait le néerlandais.
L'intéressé a dû dresser lui-même
le procès-verbal relatif à sa plainte.

Comment le ministre réagit-il à
cette désorganisation à l'africaine?
Quelles mesures prend-t-il afin
d'éviter ce type d'incidents? Est-il
informé de situations similaires
dans d'autres communes de
Bruxelles? Quand l'ensemble des
anciens gendarmes bruxellois
seront-ils titulaires d'un certificat
de connaissance de la deuxième
langue nationale? Combien
d'agents de police bruxellois
suivent-ils un cours de langue?
Combien ont-ils passé un examen
linguistique ces dernières années
et quels étaient les pourcentages
de réussite?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, in de
vraagstelling heeft de heer Laeremans het over "Afrikaanse
toestanden". Die verwoording vind ik een beetje onaangepast. Het is
niet aan mij om daarop veel commentaar te geven en ik zal er ook
niet verder op ingaan.

Mijnheer Laeremans, ik weet niet wat u eigenlijk met "Afrikaanse
toestanden" bedoelt.
11.02 Patrick Dewael, ministre:
L'expression "désorganisation à
l'africaine" est inappropriée.
Qu'entendez-vous exactement par
là?
11.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het
feit dat Vlamingen die niet in hun taal te woord gestaan kunnen
worden, wijst toch op een gebrek aan behoorlijk bestuur. Ik noem dat
"Afrikaanse toestanden", u kunt het anders noemen. Het is gebrek
aan respect voor de Nederlandstaligen. Dat vind ik toch beneden alle
peil voor een normaal...
11.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les Flamands de
Bruxelles ne peuvent compter sur
une administration de qualité.
Cette situation témoigne d'un
manque de respect vis-à-vis des
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
néerlandophones. Voilà ce que
j'appelle une désorganisation à
l'africaine.
11.04 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Laeremans, gebrek aan
respect voor Nederlandstaligen vind ik ook beneden alle peil. Maar de
omschrijving "Afrikaanse toestanden" laat ik nogmaals voor uw
rekening. U geeft daar nu een uitleg voor. Ik neem daarvan akte. Ik
vind dat een beetje aanstootgevend.

Volgens mijn informatie zijn er in alle Brusselse lokale politiediensten
voldoende tweetalige politieambtenaren aanwezig om de burgers
degelijk te woord te staan bij de opstelling van een klachtendossier. Ik
heb dat nog eens nagetrokken. Er zijn hoe dan ook voldoende
tweetalige politieambtenaren aanwezig.

Ten tweede vraagt u welke maatregelen ik genomen heb. Welnu, in
het tweetalig gebied Brussel-hoofdstad behoort het de lokale
overheden toe om de nodige dienstmaatregelen te nemen om de
bevolking in beide landstalen te woord te staan. Dat geldt uiteraard
ook voor de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe.

Wat betreft de tweetaligheid van de politieambtenaren, moeten wij
natuurlijk wel rekening houden met een overgangstermijn van vijf jaar.
In die overgangstermijn is voorzien in het koninklijk besluit tot regeling
van de rechtspositie van de politiediensten. Voor nadere uitleg terzake
kan ik verwijzen naar het antwoord dat ik gegeven heb op
verschillende parlementaire vragen vorig jaar.

Wat de derde vraag betreft, ik heb geen weet van soortgelijke
incidenten in Brussel. Ik ga ervan uit dat het gaat om een particulier
en spijtig voorval. Ik kan u verzekeren dat de hulpverlening en de
bijstand aan de bevolking steeds een permanente zorg zijn geweest
voor de lokale beleidsmensen.

Wat de vierde vraag inzake de taalkennis van de Brusselse oud-
rijkswachters betreft, kan ik meedelen dat volgens de bepalingen van
het koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van de
politiediensten, de overgangstermijnen voor het afleveren van een
bewijs van kennis van de andere taal loopt tot 1 april 2006.

De juiste gegevens inzake de taalcursussen zijn beschikbaar.
Aangezien het wat tijd vraagt om die in te zamelen, kan ik u vandaag
geen concrete cijfers meedelen.
11.04 Patrick Dewael, ministre:
Tous les services locaux de la
police bruxelloise disposent d'un
nombre suffisant d'agents de
police bilingues. Dans la région
bilingue de Bruxelles-capitale, les
autorités locales doivent prendre
les mesures nécessaires pour être
en mesure de s'adresser à la
population dans les deux langues.
En ce qui concerne le bilinguisme
de la police, une période
transitoire de cinq ans doit être
prise en considération. Je n'ai pas
connaissance d'autres incidents
de ce type à Bruxelles. J'estime
que celui-ci est regrettable. Selon
l'arrêté royal, la période transitoire
pour la délivrance des certificats
de connaissance de la deuxième
langue va jusqu'au 1
er
avril 2006.
Les données exactes relatives aux
cours de langue sont disponibles,
mais je ne puis vous communiquer
de chiffres concrets aujourd'hui.
11.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, wat
de laatste vraag betreft, stelt u dat de gegevens over de
taalcursussen beschikbaar zijn. Kunt u mij die zo spoedig mogelijk
bezorgen? Ik merk dat u bevestigend knikt. Ik hoop dat u ze zult
toesturen, zonder dat ik u hierover opnieuw een schriftelijke vraag
hoef te stellen.

Wat Sint-Lambrechts-Woluwe betreft, stelt u dat er voldoende
tweetaligen aanwezig moeten zijn, zeker op basis van de cijfers.
Mijnheer de minister, dat is zuiver numeriek. Ik ben bereid aan te
nemen dat het over een toevallige samenloop van omstandigheden
gaat. Feit is dat de wetgeving voorschrijft dat in theorie elke
politieagent en elkeen die vast in dienst wordt genomen bij een
11.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): J'espère que le ministre
pourra me communiquer ces
chiffres le
plus rapidement
possible.

En théorie, chaque agent devrait
en effet être bilingue, y compris à
Woluwe-Saint-Lambert. Il est
toutefois question d'une attitude
condescendante vis-à-vis des
Flamands. Je pense pouvoir parler
à juste titre de situations à
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
gemeentebestuur, minstens het bewijs moet hebben geleverd van de
kennis van de andere taal. Dat zou de regel moeten zijn. Dat men pas
na driemaal telefonisch te zijn doorgeschakeld terechtkomt bij iemand
die het Nederlands gebruikt maar voordien te horen krijgt dat men
maar beter Frans kan spreken zoals iedereen, kan de vraag doen
rijzen of er geen onwil mee gemoeid is. Onwil en een neerbuigende
houding tegenover Nederlandstaligen bestaan nog steeds in Brussel.
Dat was een van de redenen waarom ik geneigd was te spreken over
Afrikaanse toestanden.

Ik hoop, mijnheer de minister, dat u erop zult toezien dat de mensen
die de andere taal kunnen spreken, dat ook effectief doen, zodat het
publiek steeds in zijn taal geholpen kan worden door de politie en de
gemeentediensten. Met dat laatste hebt u evenwel niet veel te maken.

Mijnheer de minister, ik herhaal dat ik hoop dat u erop zult toezien dat
dat soort incidenten zich in de toekomst niet meer voordoen en dat u
de nodige instructies terzake geeft. Ik dring erop aan dat u ervoor
zorgt dat de gemeentebesturen, zolang een aantal mensen
onvoldoende Nederlands kent, de nodige dienstmaatregelen nemen,
zodat een Nederlandstalige altijd in zijn taal geholpen kan worden.

Voor het overige hoop ik dat u er niet alleen voor zorgt dat alle oud-
rijkswachters binnenkort het Nederlands machtig zijn, maar ook dat u
alle nieuwe politieagenten in de toekomst zo snel als mogelijk ertoe
aanzet het Nederlands te kennen. De overgangsmaatregel was
immers alleen van toepassing op oud-rijkswachters. Voor nieuwe
politieagenten past u ten onrechte dezelfde regel toe. Nieuwe
benoemingen zouden pas mogen gebeuren indien men vooraf blijk
heeft gegeven van de kennis van de andere taal.

Mede op basis van de cijfers die u mij hopelijk binnenkort ter
beschikking zult stellen, zal het Vlaams Belang het dossier nauwgezet
op de voet blijven volgen.

Voorzitter: Jean-Claude Maene.
Président: Jean-Claude Maene.
l'africaine! J'espère que de tels
incidents ne se reproduiront plus
et que les mesures nécessaires
seront prises au niveau des
services. Il ne pourrait d'ailleurs
être procédé au recrutement de
nouveaux agents que si la preuve
de leur connaissance de l'autre
langue est bel et bien fournie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"een eventuele morele schadevergoeding voor de Belgische slachtoffers van de tsunami" (nr. 5788)
12 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un éventuel
dédommagement moral pour les victimes belges du tsunami" (n° 5788)
12.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zou u graag een vraag stellen over de eventuele, morele
schadevergoeding voor de slachtoffers van de ramp in Gellingen. Ook
zou ik u willen vragen of er een mogelijke uitbreiding is voor de
slachtoffers van de vloedgolf in Azië.

Op 26 december 2004 was er de donkere dag in Azië, met de
verwoestende vloedgolf die meer dan 200.000 levens heeft gekost. Er
zijn hulpacties geweest, maar toch mogen we niet vergeten welk leed
de vloedgolf, ook financieel, achterliet bij de familieleden van onze
Belgische slachtoffers en vermisten. Ondanks het feit dat de federale
overheid specifieke regelingen uitwerkte voor de procedure tot het
12.01 Dirk Claes (CD&V): Le
tsunami du 26 décembre a ruiné
plus de 200.000 existences, dont
celles d'un certain nombre de
compatriotes. Leurs proches sont
restés seuls avec leur peine, mais
aussi avec de lourds problèmes
financiers. Après la catastrophe de
Ghislenghien, l'article 42 de la loi
de 1985 a été modifié de sorte que
les professionnels et les simples
passants ayant été blessés lors
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
bekomen van een overlevingspensioen, blijven de nabestaanden
vaak achter met mogelijke, financiële problemen.

De klassieke reisverzekering, die de meeste wel zullen hebben
gesloten, dekt immers enkel de eventuele, medische kosten en de
repatriëring. Slachtoffers zonder lichamelijke ongevallenverzekering
blijven dus in de kou staan. De nabestaanden raken diep in de
problemen. Ze lopen rond met veel vragen, maar botsen op veel
minder antwoorden.

In opvolging van de ramp in Gellingen hebt u in de programmawet
terecht artikel 42 van de wet van 1985 laten aanpassen. Uzelf
verklaarde toen in de commissie van 8 september 2004 dat zowel
professionelen als personen die toevallig in de buurt waren, die
zouden hebben meegeholpen aan de reddingsoperatie en daarvan
enige gevolgen zouden dragen, beantwoordden aan de voorwaarden
om een tegemoetkoming en een morele schadevergoeding te
verkrijgen. In feite kwam het erop neer dat zo goed als alle
nabestaanden van de slachtoffers die in de buurt van de ramp in
Gellingen waren, daarvoor in aanmerking zouden komen.

Ten eerste, hoeveel dossiers werden er tot op heden ingediend door
slachtoffers en nabestaanden, in toepassing van artikel 42 ter
uitbreiding van de wet van 1985?

Werden er al enige beslissingen genomen in de mogelijke dossiers?

Ik weet ook wel dat er een Stichting Gellingen is, die, ook met gelden
van Fluxys, 2,2 miljoen euro had ingezameld. Met dat geld werden al
een aantal slachtoffers vergoed. Toch stel ik specifiek de vraag naar
artikel 42, dat toen speciaal werd gewijzigd.

We mogen ook het feit niet onderschatten dat de betrokkenen extra
kosten hebben die moeilijk meetbaar zijn. Op basis daarvan hebben
ze recht op de morele schadevergoeding. Psychologische hulp
bijvoorbeeld is moeilijk te meten. Hoeveel keer heeft iemand
psychologische hulp nodig? Hoe duur is dat? Dat is heel moeilijk te
meten. Er was ook het voorbeeld van iemand die door zijn
brandwonden zijn kledingstukken veel vaker diende te wassen. Zijn
rekening voor water en elektriciteit was dan ook veel hoger dan
normaal. De slachtoffers lopen ook meer risico op infecties, met de
daaraan verbonden kosten. Heel wat slachtoffers zullen bijvoorbeeld
speciale kledij moeten kopen om degelijk verder te kunnen leven.

Ondanks dat de wet in principe enkel van toepassing is op
gebeurtenissen in België, zou ik van de minister toch willen vernemen
of hij de nabestaanden van de Belgische slachtoffers en vermisten
van de tsunami een soortgelijke morele schadevergoeding wenst te
geven. Ik denk dat het voor die mensen weinig uitmaakt of de ramp is
gebeurd in België, in Thailand of waar dan ook. Zij zijn er het
slachtoffer van en zij hebben volgens mij net zo goed recht op zo'n
schadevergoeding. Is de minister bereid om voor de Belgische
slachtoffers van natuurrampen ook hun nabestaanden of de
slachtoffers zelf in aanmerking te laten komen voor de morele
schadevergoeding?

Moeten we niet streven naar een uitbreiding van de wet?
d'une opération de secours, aient
droit à une réparation morale.

Combien de dossiers ont-ils été
introduits à ce jour par ces
catégories de victimes de la
catastrophe de Ghislenghien? Ces
dossiers ont-ils déjà fait l'objet de
décisions? Le ministre serait-il
disposé à permettre que les
proches de victimes belges de
catastrophes naturelles survenues
à l'étranger puissent prétendre à
une réparation morale?
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
12.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
de twee eerste vragen betreft, kan ik het volgende zeggen. De
programmawet van 27 december vorig jaar heeft inderdaad de wet
van 1 augustus 1985 gewijzigd. Personen die in het kader van hun
beroepsactiviteit een interventie hebben gedaan en daardoor
lichamelijk ongeschikt zijn geworden, kunnen een bijzondere
schadevergoeding krijgen voor morele schade. Hetzelfde geldt
trouwens ook voor nabestaanden in geval van overlijden. Het ontwerp
van KB dat de toekenningsmodaliteiten en de procedure zal bepalen
voor het indienen van een aanvraag, wordt momenteel afgewerkt.
Wanneer het ontwerp klaar is, zal ik de brandweerdiensten
informeren over de mogelijkheid om aanvragen in te dienen. Vanaf
dat ogenblik kunnen de dossiers ook effectief worden ingediend. Er
zijn op dit ogenblik nog geen dossiers ingediend bij de FOD
Binnenlandse Zaken.

De morele schadevergoeding is een soort eerbetoon aan de personen
die zelf schade lijden of overlijden wanneer zij iemand redden die in
levensgevaar verkeert. De morele schadevergoeding heeft ook als
doel te vermijden dat die personen of hun nabestaanden financiële
problemen zouden ondervinden naar aanleiding van hun
reddingsgraad. Het was niet de bedoeling om in een bijkomende
verzekering te voorzien. Die regeling is uiteraard alleen maar van
toepassing op gebeurtenissen op Belgisch grondgebied en op
personen die overlijden of schade oplopen tijdens een reddingsdaad.
Belgische slachtoffers van natuurrampen of hun nabestaanden vallen
niet onder het toepassingsgebied van die regeling.
12.02 Patrick Dewael, ministre:
La loi-programme du 27 décembre
2004 a effectivement modifié la loi
de 1985 en ce sens que les
personnes blessées lors d'une
opération de sauvetage ont droit
désormais à une certaine
indemnisation morale. Il en va de
même pour les survivants en cas
de décès. Le projet d'arrêté royal
qui fixera les modalités d'octroi de
cette indemnité est sur le point
d'être parachevé. Dès qu'il sera
prêt, les services d'incendie seront
informés et les premiers dossiers
pourront être introduits.

L'indemnisation morale est un
hommage rendu aux personnes
qui subissent elles-mêmes des
dommages, voire décèdent en
accomplissant un acte de
sauvetage. Cette réglementation
n'est applicable qu'aux
événements survenus sur le
territoire belge et aux personnes
qui ont été associées à un acte de
sauvetage. Les survivants de
victimes belges de catastrophes
naturelles ne tombent dès lors pas
sous l'application de cette loi.
12.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, als ik het goed
begrijp, heeft, ten eerste, van de slachtoffers van Gellingen nog
niemand een aanvraag gedaan om op morele schadevergoeding
aanspraak te maken? Er is nog geen enkel dossier ingediend?

Ten tweede, u overweegt ook niet om in de toekomst daarvoor ook de
slachtoffers van natuurrampen elders in aanmerking te nemen?
12.03 Dirk Claes (CD&V): Aucun
dossier n'a donc encore été
introduit pour Ghislenghien. Le
ministre n'envisage-t-il pas
d'étendre la loi aux proches des
victimes de catastrophes
naturelles?
12.04 Minister Patrick Dewael: Dat tweede heb ik niet begrepen.
12.05 Dirk Claes (CD&V): U overweegt dus niet in de toekomst in
een uitbreiding te voorzien, opdat ook Belgische slachtoffers van
buitenlandse rampen, die vergoeding zouden kunnen genieten?
12.06 Minister Patrick Dewael: Het gaat niet om slachtoffers. Voor de
ramp van Gellingen hebben we een bestaande maar slapende
regeling geactiveerd.
12.07 Dirk Claes (CD&V): Die gaat over de redders?
12.08 Minister Patrick Dewael: Ja, natuurlijk, die regeling gaat over
mensen die zelf gewond zijn, of die hun leven erbij inschieten, terwijl
zij iemand anders redden die in levensgevaar verkeert. Het gaat niet
over mensen die zelf het slachtoffer worden van bijvoorbeeld een
ramp als de tsunami en dat staat los van het feit dat de ene ramp in
Gellingen en dus in het binnenland gebeurde en de tsunamiramp in
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
het buitenland.
12.09 Dirk Claes (CD&V): Van de redders in Gellingen ­ om ze zo
maar te noemen ­ heeft dus nog niemand bij u een aanvraag
ingediend?
12.10 Minister Patrick Dewael: Neen, want dat stond in de
programmawet van eind vorig jaar. Het koninklijk besluit dat daar
uitvoering aan geeft, is omzeggens klaar. Daarna verwacht ik
uiteraard dat er aanvragen komen.
12.10 Patrick Dewael, ministre:
L'arrêté royal qui permettra
d'introduire des dossiers est
presque prêt, mais il ne concerne
que les sauveteurs.
12.11 Dirk Claes (CD&V): Konden onder andere brandweerlui en
politiemensen daar al niet een beroep op doen, ingevolge de vroegere
wetgeving?
12.12 Minister Patrick Dewael: Die regeling stond in de wet. Maar wij
hebben natuurlijk wel een koninklijk besluit nodig om de modaliteiten
te regelen volgens dewelke die aanvraag moet gebeuren.
12.13 Dirk Claes (CD&V): Dat neem ik aan voor degenen die als
toevallige passant komen helpen.
12.14 Minister Patrick Dewael: De vorige regeling is nooit ter
uitvoering gebracht.
12.15 Dirk Claes (CD&V): Die is nooit ter uitvoering gebracht?
12.16 Minister Patrick Dewael: Er is nooit een uitvoeringsbesluit
geweest.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Denis Ducarme au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "un spectacle
de Dieudonné" (n° 5795)
13 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "een show van Dieudonné" (nr. 5795)
13.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il y a un an presque jour pour jour, certaines communes
belges se trouvaient confrontées à la problématique que représentait
l'organisation d'un spectacle de M. Dieudonné M'Bala M'Bala sur leur
territoire. En effet, tant la commune de Woluwé-Saint-Pierre que la
ville de Seraing s'étaient trouvées dans l'obligation d'accueillir un
spectacle de l'humoriste français alors qu'il apparaissait aux autorités
communales que le contexte créé par les déclarations provocatrices
de ce dernier ne leur permettait pas de garantir la sécurité des biens
et des personnes à l'occasion des spectacles.

Pour rappel, Dieudonné avait comparé la politique sioniste à la
politique nazie en contractant le nom d'Israël et le salut hitlérien lors
d'un sketch improvisé à la télévision.

Dans ses récentes déclarations, Dieudonné estimait que les
commémorations du 60
ème
anniversaire de la libération des camps
s'assimilaient à une "pornographie mémorielle" ou encore que le
13.01 Denis Ducarme (MR): Een
jaar geleden zagen de gemeenten
Sint-Pieters-Woluwe en Seraing
het niet zitten om een show van
Dieudonné M'Bala M'Bala op hun
grondgebied te organiseren. Deze
humorist staat immers bekend om
zijn provocerende verklaringen. Zo
schrok hij er niet voor terug het
zionistische beleid met dat van de
nazi's te vergelijken.

Onlangs omschreef hij de
herdenkingsplechtigheden rond de
zestigste verjaardag van de
bevrijding van de
concentratiekampen als
"herdenkingspornografie" en het
CRIV 51
COM 517
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
sionisme représentait le "sida du judaïsme". De telles déclarations
confirment qu'il ne saurait plus s'agir de dérapages de la part d'un
humoriste maladroit, mais bien de propos tenus par un homme qui
abuse de sa notoriété pour mener un combat politique inspiré par la
logique de l'intolérance, de la polémique et du conflit.

Au-delà des mots, je tiens à attirer votre attention sur le fait que
Dieudonné avait symboliquement bravé l'interdiction de la
représentation de ce spectacle à l'Olympia, le 20 janvier 2004, et avait
improvisé un spectacle dans la rue, devant la salle. Une telle attitude
provocatrice avait forcé les autorités françaises à déployer rien moins
que 300 CRS.

Monsieur le ministre, conscient des arguments avancés par le Conseil
d'Etat pour suspendre l'ordonnance de Woluwé-Saint-Pierre visant à
interdire le spectacle de M. Dieudonné et souhaitant dépasser les
questions de compétence territoriale ou entre niveaux de pouvoir, il
m'apparaît du devoir de tout homme politique démocrate de dénoncer
et surtout de combattre tous les extrémismes, tout radicalisme et
toute incitation à la haine et au racisme. Je ne peux dès lors que
regretter l'absence de réaction de la part des plus hauts responsables
politiques de la Communauté française, pourtant première concernée
par ce problème spécifique.

Monsieur le ministre, j'espère que vous pourrez leur montrer le
chemin à suivre, si je puis m'exprimer ainsi. Ainsi, comptez-vous
mener des actions préventives afin de préserver l'ordre public lors
d'éventuelles représentations de Dieudonné sur notre territoire?
Pourriez-vous informer les communes concernées par un éventuel
spectacle afin qu'elles puissent agir de la façon la plus adéquate? De
manière plus générale, outre la problématique qui nous concerne plus
précisément ici, de la préservation de l'ordre public, ne pensez-vous
pas qu'il faudrait imaginer un dispositif législatif permettant d'éviter
que des personnes tenant de tels discours d'incitation à la haine et au
racisme puissent utiliser nos infrastructures culturelles comme tribune
politique?
zionisme als "joden-aids". Het ging
dus duidelijk niet om losstaande
versprekingen van deze komiek
maar wel om een politieke
invalshoek die van
onverdraagzaamheid getuigt.

Toen hij verbod kreeg om zijn
show in de Olympia op te voeren,
improviseerde hij op 20 januari
2004 een straatoptreden waarbij
de overheid zich genoodzaakt zag
300 "CRS" te laten uitrukken.

Ik heb alle begrip voor de
argumenten die de Raad van State
aanhaalt om de ordonnantie
waarmee Sint-Pieters-Woluwe de
show verbood, te schorsen en ik
wil het ook niet hebben over
territoriale bevoegdheden of
bevoegdheidsconflicten tussen
bestuursniveaus. Maar ik betreur
het uitblijven van enige reactie van
de hoogste gezagsvoerders
binnen de Franse Gemeenschap
omdat ik meen dat elke
democratische politicus
extremisme en het aanzetten tot
haat moet bestrijden.

Welke preventieve maatregelen
zal u treffen om de openbare orde
tijdens eventuele optredens van
Dieudonné op ons grondgebeid te
vrijwaren? Zal u de gemeenten
waar de show eventueel kan
plaatsvinden, op de hoogte
brengen van de gepaste
maatregelen die ze kunnen
nemen? Op grond van welke
reglementering kunnen personen
die tot haat en racisme oproepen
een beroep doen op de openbare
voorzieningen om hun politieke
boodschap te verspreiden?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, lorsque des
communes sont confrontées à des rassemblements pouvant troubler
l'ordre public, elles peuvent dans certains cas interdire ces
rassemblements ou les soumettre à des conditions. Toutefois, cela
n'est possible que lorsqu'il s'agit de rassemblements publics et que
l'on peut démontrer que des troubles matériels d'ordre public peuvent
survenir. Le simple fait de ne pas être d'accord avec le contenu des
propos de certaines personnes ne suffit pas pour cela. Toutefois, au
niveau préventif, il est malgré tout possible d'assurer le suivi
systématique des activités des groupements de personnes
subversives, extrémistes ou radicales.
13.02 Minister Patrick Dewael:
De gemeenten kunnen
samenscholingen die de openbare
orde kunnen verstoren verbieden
of aan voorwaarden onderwerpen,
maar enkel op de dubbele
voorwaarde dat het om een
openbare samenscholing gaat en
dat zij materiële schade tot gevolg
zou kunnen hebben.
02/03/2005
CRIV 51
COM 517
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32

En ce qui concerne les services de police, il s'agit là d'une mission de
police administrative exécutée conformément aux directives du
ministre de l'Intérieur. A cet effet, je peux vous communiquer que ces
directives font en ce moment-même l'objet d'une révision. Outre une
actualisation et une simplification du mécanisme déjà en place de la
liste des groupements à suivre, les services de police pourront et
devront dorénavant assurer le suivi d'un certain nombre de personnes
qui ne sont pas membres d'un groupement subversif, extrémiste ou
radical mais qui présentent malgré tout des caractéristiques
similaires.

Cette liste sera également définie par le ministre de l'Intérieur sur la
base de conditions très restrictives. Ces mesures visant à optimiser la
recherche administrative permettront dorénavant aux bourgmestres
de donner de meilleures bases à leurs décisions de police
administrative.

Enfin, il va de soi que lorsque les services de police constatent des
faits punissables comme l'incitation à des crimes ou à des délits ou
encore l'incitation à la discrimination, à la ségrégation raciale, à la
haine ou à la violence, elle est tenue de dresser procès-verbal et de
transmette celui-ci aux autorités judiciaires.
Uit preventief oogpunt kan een
stelselmatig toezicht op de
activiteiten van subversieve,
extremistische of radicale
groeperingen en personen worden
uitgeoefend. Voor de
politiediensten betreft het een taak
van administratieve politie. Die
richtlijnen worden momenteel
herzien: de lijst van de
groeperingen die in de gaten
moeten worden gehouden, wordt
vereenvoudigd en bijgewerkt.
Bovendien zal het ministerie van
Binnenlandse Zaken een lijst
opstellen van personen die geen
lid zijn van een subversieve,
extremistische of radicale
groepering maar die soortgelijke
kenmerken vertonen en eveneens
zullen moeten worden gevolgd.
Dat zal de beslissingen inzake de
administratieve politie voor de
burgemeesters vergemakkelijken.
Wanneer strafbare feiten worden
vastgesteld, moet de politie
proces-verbaal opstellen en dat
proces-verbaal aan de
gerechtelijke autoriteiten
overzenden.
13.03 Denis Ducarme (MR): Je suis satisfait de votre réponse,
monsieur le ministre.

Compte tenu des informations que j'ai pu obtenir sur la préparation du
futur spectacle de ce monsieur et vraisemblablement d'une tournée,
je constate que, grâce au travail en cours au niveau des communes,
celles-ci seront désormais mieux armées pour faire face à
l'organisation de spectacles comme celui proposé par M. Dieudonné.
13.03 Denis Ducarme (MR): Ik
ben tevreden met dat antwoord.
De gemeenten zullen in de
toekomst over meer middelen
beschikken om die problemen aan
te pakken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 16.30 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.30 uur.