CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 516
CRIV 51 COM 516
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
mercredi
woensdag
2-03-2005
2-03-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration électronique et son effet accélérateur
sur l'enrôlement et l'établissement des impositions
- la ristourne aux communes" (n° 5447)
1
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
elektronische aangifte en haar versnellingseffect
op de inkohiering en het vestigen van de
belastingaanslagen - de doorstorting naar de
gemeenten" (nr. 5447)
1
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'arrêt de la
Cour européenne de Justice dans l'affaire
Scandic" (n° 5549)
3
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het arrest van het Europees Hof van Justitie in de
zaak Scandic" (nr. 5549)
3
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'ignorance
du nombre de sociétés qui n'introduisent pas de
déclaration fiscale" (n° 5575)
4
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
onwetendheid over het aantal vennootschappen
die geen belastingaangifte indienen" (nr. 5575)
4
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances,
Hendrik Bogaert
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën,
Hendrik Bogaert
Question de M. Carl Devlies au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la
globalisation partielle de l'article 171 du CIR 92"
(n° 5602)
10
Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
gedeeltelijke globalisatie van artikel 171 van het
WIB 92" (nr. 5602)
10
Orateurs: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "l'inscription
de la DLU comme recette non fiscale" (n° 5637)
11
Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
boeking van de EBA als niet-fiscale ontvangst"
(nr. 5637)
11
Orateurs: Hendrik Bogaert, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Hendrik Bogaert, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
12
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la sélection de
dossiers par data mining" (n° 5643)
12
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
selectie van dossiers door data mining" (nr. 5643)
12
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "les projets de data
mining et de gestion des risques" (n° 5785)
12
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de projecten van
data mining en risicobeheer" (nr. 5785)
12
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Carl Devlies, Didier
Reynders
, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Carl Devlies, Didier
Reynders
, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'augmentation de la
pression fiscale en 2004" (n° 5672)
18
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Financiën over "de stijging van de
belastingsdruk in 2004" (nr. 5672)
18
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "l'augmentation de la
18
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
18
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
pression fiscale et parafiscale" (n° 5789)
stijging van de fiscale en parafiscale druk"
(nr. 5789)
Orateurs: Carl Devlies, Hendrik Bogaert,
Didier Reynders
, vice-premier ministre et
ministre des Finances
Sprekers: Carl Devlies, Hendrik Bogaert,
Didier Reynders
, vice-eerste minister en
minister van Financiën
Question de M. Eric Massin au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "les
connexions informatiques de l'administration des
Douanes et Accises" (n° 5650)
25
Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste
minister en minister van Financiën over "de
informaticaverbindingen van de Administratie der
douane en accijnzen" (nr. 5650)
25
Orateurs: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Eric Massin, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Colette Burgeon au vice-
premier ministre et ministre des Finances sur "le
service de créances alimentaires" (n° 5712)
26
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
dienst alimentatievorderingen" (nr. 5712)
27
Orateurs: Colette Burgeon, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers:
Colette Burgeon, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
du
MERCREDI
2
MARS
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
2
MAART
2005
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.09 heures par M. François-Xavier de Donnea, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer François-Xavier de Donnea, voorzitter.
01 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
elektronische aangifte en haar versnellingseffect op de inkohiering en het vestigen van de
belastingaanslagen - de doorstorting naar de gemeenten" (nr. 5447)
01 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la
déclaration électronique et son effet accélérateur sur l'enrôlement et l'établissement des impositions -
la ristourne aux communes" (n° 5447)
01.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, de vraag handelt inderdaad over enerzijds de
elektronische aangifte en het versnelde effect daarvan op de datum
van inkohiering en het vestigen van belastingaanslagen en anderzijds
het mogelijke gevolg daarvan voor de doorstorting naar de
gemeenten.

Wat de aanslagen van het aanslagjaar 2004 betreft, is de fiscus
blijkbaar eind januari 2005 begonnen met het inkohieren en het
vestigen van de belastingaanslagen. Als we dit vergelijken met vorig
jaar, toen was dit eind december. De aanvang van die
werkzaamheden heeft dus al een maand vertraging. Als we het
vergelijken met het begin van de legislatuur, 1999, dan stellen we vast
dat de totale vertraging al zowat 3 maanden bedraagt.

Iedereen weet dat hoe later die aanslagen worden gevestigd, hoe
langer de belastingplichtigen, die van de fiscus geld tegoed hebben,
moeten wachten op hun centen. Dat is een algemene vaststelling. Er
zijn ook mensen die na de inkohiering extra personenbelasting
moeten betalen om allerlei redenen: er was te weinig
bedrijfsvoorheffing afgehouden van het loon of omdat de betrokken
belastingplichtige te weinig voorafbetalingen heeft gedaan. Per saldo
betekent dit dat de inkohiering van de personenbelasting een netto
uitgaande financiële stroom voor de staatskas inhoudt. In de praktijk
wil dit zeggen dat de terugbetalingen veel groter zijn dan de
bijkomende inkomsten. Het bedrag voor het begrotingsjaar 2005 zou
1.485 miljoen euro netto uitstroom bedragen voor de staatskas.

Als gevolg van die mechanismen is er natuurlijk een vertraging met
betrekking tot het doorstorten naar de gemeenten omdat zij hun geld
pas drie maanden na de inkohiering krijgen. Voor alle Belgische
gemeenten zou het in het jaar 2005 om een bedrag van naar
01.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Malgré une augmentation
de l'utilisation de la déclaration
électronique, le fisc n'a commencé
l'enrôlement et l'établissement des
impôts pour l'exercice fiscal 2004
que fin janvier, c'est-à-dire un
mois plus tard que l'an dernier et
trois mois plus tard qu'en 1999.
Cette situation implique que les
contribuables qui peuvent
prétendre à un remboursement
devront attendre plus longtemps
avant d'obtenir ce dernier. Les
principales victimes de ce retard
sont les communes qui, d'après
les estimations, doivent récupérer
2.150 millions d'euros en 2005.

Quel est le point de vue du
ministre à ce sujet? Quelles
mesures va-t-il prendre pour
écourter les délais d'enrôlement?
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
schatting 2.150 miljoen euro gaan.

Ik heb u een aantal maanden geleden, ik meen eind november,
ondervraagd over het mechanisme van de doorstorting. U zou werken
met voorschotten. U bent dit jaar voor het vierde jaar op rij van plan
om dat te doen. Voor februari zou het voor de Vlaamse gemeenten
over 45 miljoen euro gaan en voor de maand maart over 148 miljoen
euro als een voorschot op de doorstorting.

Ik weet ook wel, mijnheer de minister, dat u tijd hebt tot eind juni van
het jaar na het aanslagjaar om die hele klus te klaren, maar wij stellen
in de praktijk vast dat er vanuit uw departement in de loop der jaren
alleen maar een opschuiving van die termijn is gebeurd. Er wordt
blijkbaar ook geen enkel initiatief genomen om die vertraging terug in
te korten. De Staat kan natuurlijk wel van oordeel zijn dat er geen
reden is om dat te doen. Zolang zij binnen de wettelijke termijn blijft,
kan niemand haar iets verwijten. Daarnaast stellen wij natuurlijk ook
vast dat iedere maand vertraging in feite een winst is voor de Staat. Ik
durf de stelling poneren dat u de belastingplichtigen steeds meer
probeert te oriënteren op een elektronische aangifte, die sneller zou
moeten gaan en een snellere afwikkeling zou moeten teweegbrengen,
maar daarnaast stel ik vast dat de gemeenten steeds later hun
doorstorting krijgen.

Ik zou toch wel eens van u willen weten, mijnheer de minister ­ dat
mechanisme kan toch niet eeuwig uit elkaar blijven groeien ­ welke
mechanismen of welke maatregelen u op korte termijn zult nemen om
alsnog die termijn van inkohiering en belastingaanslagen te verkorten.
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, er kan veel worden gedaan om in die richting te evolueren.
Het indienen van de elektronische aangifte is niet het enige element
dat een invloed kan hebben op de inkohiering van de aanslagen.

In het inkohieringsproces zijn de aangiften en het aanslagbiljet
inderdaad slechts de zichtbare delen van een ijsberg. Om te kunnen
inkohieren moeten allerhande voorwaarden zijn vervuld die
voornamelijk betrekking hebben op de juistheid van alle programma's
in de ketting en op het beschikbaar zijn van zowel interne als externe
gegevens, zoals bijzondere bijdragen, sociale zekerheid en remgeld.
Zoals ik reeds in antwoorden op eerder gestelde vragen heb
meegedeeld, wens ik er nog aan toe te voegen dat er dit jaar drie
uitzonderlijke feiten een rol hebben gespeeld.

Ten eerste, de volledige heropmaak van het aanslagbiljet, ingevolge
de oprichting van de departementale printshop. Ten tweede, de
problemen rond de installatie van de drukkerij in de nieuwe
gebouwen. Ik heb in dat verband al een antwoord gegeven op een
vraag van de heer Devlies betreffende Ghislenghien en de
consequenties daarvan voor onze gebouwen van de drukkerij. Ten
derde, de verhuis van alle diensten van de Financietoren naar het
North Galaxy-complex.

Deze feiten hebben een doorslaggevende invloed gehad op de door u
vastgestelde vertragingen. Wij proberen altijd initiatieven te nemen
om sneller te kunnen werken, maar dit is de evolutie voor 2004 en
2005.
01.02 Didier Reynders, ministre:
Le retard qui s'est accumulé n'a
rien à voir avec le fait que de plus
en plus de contribuables ont
recours à la déclaration
électronique, il est dû à une
combinaison de facteurs, à savoir
la réforme de l'avertissement-
extrait de rôle, les problèmes liés à
l'installation de l'imprimerie et le
déménagement de la tour des
Finances dans le North Galaxy.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt
waarschijnlijk gelijk dat er externe en technische redenen zijn om die
vertraging te verklaren. Ik wil er echter toch op wijzen, mijnheer de
minister, dat het mogelijk moet zijn om bij Financiën, als belangrijkste
departement van de overheid, de termijnen te verkorten, zodat men
terugkomt naar de gangbare termijnen in 1999, bij de aanvang van
paars-groen.

Ik zou u toch willen vragen om een inspanning te doen. Nu de
drukkerij operationeel is, nu uw diensten met het volle enthousiasme
en energie in de North Galaxy operationeel zijn, zou daarvan iets
zichtbaar mogen worden in de praktijk.
01.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Je tiens néanmoins à
demander instamment au ministre
de faire un effort pour résoudre ce
problème de retard et ramener le
délai d'enrôlement au niveau de
1999.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Scandic" (nr. 5549)
02 Question de M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'arrêt de la
Cour européenne de Justice dans l'affaire Scandic" (n° 5549)
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, wij hebben onlangs allemaal in de
pers kunnen lezen dat het Europees Hof van Justitie een nogal
ophefmakend arrest heeft geveld in de zaak-Scandic. Als gevolg van
dat arrest, dat binnen de hele Europese Unie van toepassing is,
kunnen bedrijven die een bedrijfswagen toekennen aan hun
werknemers, een forse besparing doen op de BTW. Van zodra een
betrokken werknemer een eigen bijdrage betaalt, die overigens
relatief klein kan zijn, als vergoeding voor het privé-gebruik van de
wagen, is enkel op die bijdrage de BTW van 21% verschuldigd, en
dus niet langer op de totale bedragen die werden opgegeven als
zijnde het voordeel van alle aard.

Bij de informatie over dat arrest werd door de krant De Tijd een
rekenoefening meegegeven waaruit blijkt dat als een bedrijf met een
bedrijfswagen van 12 fiscale pk's zou omschakelen naar een systeem
waarbij de betrokken werknemer een kleine bijdrage betaalt, dat
bedrijf per voertuig een BTW-besparing kan doen van 200 euro op
jaarbasis.

Mijnheer de minister, ik neem aan dat een dergelijk arrest toch een
niet onbelangrijk gevolg zal hebben op het fiscaal beleid in dit land.

Bijgevolg had ik graag van u geweten wat uw standpunt is over dat
arrest.

Op welke manier zult u uw diensten de opdracht geven om daarmee
rekening te houden bij de volgende aanslagjaren?

Desgevallend, welke implicaties heeft dat arrest op de werking van uw
diensten?
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Nous avons pu lire
récemment dans la presse que la
Cour européenne de justice a
rendu, dans l'affaire Scandic, un
arrêt retentissant. Aux termes de
cet arrêt, lorsque les travailleurs
d'entreprises situées au sein de
l'Union européenne ne paient
qu'une contribution modeste au
titre d'indemnité pour l'utilisation
privée d'un véhicule de société, la
TVA n'est redevable que sur cette
contribution.

Voilà qui aura immanquablement
des conséquences sur la politique
fiscale. Quelles mesures le
ministre prendra-t-il à cet égard?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Goyvaerts, de FOD Financiën heeft pas onlangs kennis genomen van
het zeer recent arrest van het Europese Hof van Justitie inzake hotel
Scandic Gasabäck AB tegen Riksskatteverk. Het is een arrest van 20
02.02 Didier Reynders, ministre:
Cet arrêt est très récent puisqu'il
date du 20 janvier 2005. Mon
cabinet l'examine actuellement et
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
januari 2005.

Momenteel wordt de concrete inhoud en de draagwijdte van het arrest
van het hof, evenals de eventuele impact ervan op de Belgische
BTW-wetgeving, door mijn administratie grondig onderzocht. Zodra dit
onderzoek is afgerond, zullen mijn diensten waar nodig de passende
maatregelen treffen om rekening te houden met de gevolgen van dit
arrest. Dat is een normale gang van zaken. Voor een recent arrest is
er eerst een onderzoek. Ik kan u dus nog geen antwoord geven.
en analyse les répercussions
éventuelles sur la législation de la
TVA; dès la fin de cet examen,
mes services prendront les
mesures nécessaires.
02.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, nog
een bijkomende vraag. Zullen er wetgevende initiatieven nodig zijn om
die maatregelen door te voeren?
02.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Des initiatives législatives
seront-elles indispensables?
02.04 Minister Didier Reynders: Ik heb gezegd dat mijn administratie
eerst een onderzoek zal doen waarna misschien maatregelen zullen
worden genomen. Ik weet niet of er een wetsontwerp zal volgen. Ik
heb nog geen lezing van het arrest gedaan.
02.04 Didier Reynders, ministre:
N'ayant pas encore pu lire l'arrêt;
je ne peux pas encore vous
répondre.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
zal hierop terugkomen binnen een aantal maanden nadat uw
administratie de tijd heeft gehad om dat rustig te bekijken.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Je réinterrogerai le
ministre dans quelques mois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
onwetendheid over het aantal vennootschappen die geen belastingaangifte indienen" (nr. 5575)
03 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'ignorance du
nombre de sociétés qui n'introduisent pas de déclaration fiscale" (n° 5575)
03.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 11 mei 2004 heb ik een schriftelijke vraag gesteld over
het aantal vennootschappen dat in gebreke was gebleven inzake de
aangifte van de vennootschapsbelasting. De minister heeft mij toen
geantwoord dat hij daarover geen precieze statistieken heeft.
Anderzijds verwees hij naar het jaarverslag van de administratie van
Financiën.

Ik heb het nieuwe jaarverslag van de administratie afgewacht om te
zien of ik bijkomende informatie zou kunnen vernemen over dat toch
wel belangwekkende onderwerp. Het is immers essentieel dat de
vennootschappen en rechtspersonen aangifte doen van hun
belastingen, dat de overheid een idee heeft over het aantal
vennootschappen dat in gebreke blijft en dat er ook initiatieven
worden genomen ten aanzien van deze vennootschappen.

Ik heb vastgesteld dat wij in het jaarverslag enkel informatie kunnen
bekomen over het totale aantal door de administratie uitgereikte
belastingaangiften. We hebben zelfs nog geen informatie over de
aangiften zelf, enkel over de uitgereikte belastingaangiften.

De cijfers voor 2000 belopen 413.009 uitgereikte aangiften. Voor 2001
zijn er dat 427.191 en voor 2002 439.858.

Ik ben zo vrij geweest om deze gegevens te confronteren met andere
gegevens, zoals bijvoorbeeld de gegevens die door BelStat ter
beschikking worden gesteld. Daarbij kom ik tot totaal andere
03.01 Carl Devlies (CD&V): J'ai
posé le 11 mai 2004 une question
écrite concernant le nombre de
sociétés qui ont omis d'introduire
une déclaration fiscale. A l'époque,
le ministre m'a répondu qu'il ne
disposait pas de statistiques en la
matière et s'est référé au rapport
annuel de l'administration des
Finances.

Ce rapport annuel comporte
quelques informations concernant
le nombre total de déclarations
d'impôts adressées par
l'administration. Il s'agissait de
413.009 déclarations en 2000,
427.191 en 2001 et 439.858 en
2002. Ces données ne concordent
absolument pas avec celles de
BelStat.

Les sociétés, les ASBL et les
fondations existent seulement à
partir du moment où leur acte
constitutif a été déposé auprès du
greffe du tribunal de commerce.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
resultaten.

In elk geval kunnen vennootschappen, VZW's en stichtingen enkel
bestaan nadat de oprichtingsakte werd neergelegd op de griffie van
de rechtbank van koophandel.

Het ministerie van Justitie beschikt dus over alle informatie en ook het
ministerie van Economische Zaken heeft een tabel van rechtsvormen.
Alleen de FOD Financiën beschikt blijkbaar over geen gegevens.

Wat leert mij de studie van de cijfers van BelStat? Ik heb mij beperkt
tot de EBVBA's, de BVBA's, de NV's en de VZW's. Er zijn nog andere
rechtsvormen onderworpen aan de vennootschapsbelasting of aan de
rechtspersonenbelasting maar ik heb mij tot de bovenvermelde
categorieën beperkt. Voor het jaar 2000 kom ik aan een aantal van
494.970 eenheden terwijl u maar 413.009 belastingaangiften hebt
uitgereikt. Voor het jaar 2001 kom ik op basis van de BelStat-
gegevens op 512.276 eenheden terwijl u slechts 427.191
belastingaangiften hebt uitgereikt. Voor 2002 is het verschil nog
groter. Ik tel 529.592 EBVBA's, BVBA's, NV's en VZW's terwijl u
slechts 439.858 belastingaangiftes hebt uitgereikt. Dit betekent een
verschil van 89.000 eenheden en het gaat dan nog niet over alle
categorieën. Het verschil zal dan nog groter zijn en waarschijnlijk
boven de 100.000 liggen.

Mijn vraag is de volgende. U doet aan fraudebestrijding. Geldt dat dan
enkel ten aanzien van de plichtsbewuste vennootschappen die een
aangifte indienen? Worden de anderen met rust gelaten?

Moet de opsporing van maatschappijen die geen aangifte indienen en
gepaste maatregelen terzake geen prioriteit van uw beleid zijn?
Waarom maakt de FOD Financiën geen gebruik van de gegevens
waarover Justitie en Economische Zaken beschikken? Zijn er plannen
om de bestanden inzake rechtspersonen van de FOD Financiën en
de FOD Justitie of de FOD Economische Zaken te kruisen?

Worden de basisgegevens waarover u beschikt en duidelijk onvolledig
zijn, gebruikt en ingegeven bij de projecten van data mining? Werken
op basis van foutieve gegevens leidt er onvermijdelijk toe dat de
resultaten van data mining evenmin correct zijn.

Les SPF Justice et Affaires
économiques disposent de ces
informations. Le SPF Finances est
visiblement le seul à ne pas les
posséder.

Si je compare les chiffres de
BelStat avec les données du
rapport annuel des Finances,
j'obtiens une différence d'environ
100.000 unités.

Le ministre combat la fraude
fiscale. Ce combat ne concerne-t-il
que les entreprises
consciencieuses qui introduisent
leur déclaration et les autres sont-
elles laissées en paix?

La recherche de sociétés
n'introduisant pas de déclaration
fiscale et l'instauration de mesures
adéquates ne constituent-elles pas
une priorité politique? Pourquoi le
SPF Finances n'exploite-t-il pas
les données dont disposent les
départements de la Justice et des
Affaires économiques? Est-il prévu
de mettre en commun les bases
de données relatives aux
personnes morales des trois SPF?

Les données dont le ministre
dispose, et qui sont manifestement
incomplètes, sont-elles utilisées et
introduites dans le cadre des
projets de "data mining"?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, in het kader
van een correcte risicoanalyse is de niet-indiening van een aangifte
een van de in aanmerking te nemen elementen. Zowel inzake BTW
als inzake inkomstenbelastingen kan de niet-indiening van een
aangifte leiden tot een ambtelijke aanslag waarbij de bewijskracht
naar de belastingplichtige toe wordt omgekeerd en als dusdanig de
interventie van een taxatieambtenaar en de controle van het dossier
vereist.

Voor de identificatie van de vennootschappen rechtspersonen maakt
de FOD Financiën inderdaad gebruik van de gegevens waarover de
FOD Justitie en de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
beschikken, via de Kruispuntbank der Ondernemingen (KBO). Mijn
administratie onderzoekt thans de mogelijkheid om hieraan de
elektronische doorzending van de bestanden van deze andere
departementen toe te voegen. Terzake wil ik eveneens vermelden dat
de invorderingsadministratie regelmatig via elektronische weg of
03.02 Didier Reynders, ministre:
La non-introduction d'une
déclaration est l'un des éléments
de l'analyse des risques et peut
donner lieu à une imposition
d'office avec renversement de la
charge de la preuve.

Le SPF Finances utilise les
données du SPF Justice et du
SPF Economie par le biais de la
Banque-carrefour des entreprises
(BCE).

L'administration du recouvrement
porte régulièrement à la connais-
sance des tribunaux de commerce
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
volgens de aanwijzingen van Justitie de "depistagekamer" van de
rechtbank van koophandel in kennis stelt van de identiteit van de
belastingplichtige met achterstallen inzake BTW en
bedrijfsvoorheffing.

Die elementen zullen inderdaad, zoals vermeld in uw vraag, in het
data-warehouseproject worden opgenomen.

Ik heb al gezegd op de hoorzitting met de verschillende leidende
ambtenaren van mijn departement dat het mogelijk is verder te gaan
met de risicoanalyse. Ik heb geen probleem daarmee.
l'identité de contribuables en
retard de paiement.

Les données du rapport annuel
seront effectivement utilisées dans
le cadre du projet "data
warehouse".
03.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind het
antwoord van de minister niet aanvaardbaar. Hij heeft werkelijk totaal
niet geantwoord op de vragen die ik gesteld heb.

Er is, zoals ik heb aangeduid, een afwijking vastgesteld van minstens
89.374 eenheden tussen de uitreikingen die gebeuren door het
ministerie van Financiën en de cijfers van BelStat. Dat kan niet. Hier
wordt gewoonweg niet op de vraag geantwoord. Dat het niet indienen
van een belastingsaangifte kan leiden tot een ambtshalve aanslag is
natuurlijk geen enorm nieuws. Dat dat bovendien leidt tot een
verschuiving van de bewijslast, is een evidente zaak. Maar daarover
gaat het niet. Het gaat over die tienduizenden vennootschappen en
andere rechtspersonen die blijkbaar niet bekend zijn bij de FOD
Financiën en aan wie zelfs geen formulieren gestuurd worden,
waarover men geen enkel gegeven ter beschikking kan stellen of er
wel of niet een aangifte is ingediend en of er wel of niet een aanslag is
gevestigd.

Ik vind uw antwoord werkelijk hallucinant, mijnheer de minister. U
verwijst naar de gegevens van de Kruispuntbank. Bij mijn weten kunt
u voor 2003 en 2004 met die gegevens niet werken. U hebt ook geen
enkele procedure ten opzichte van de vennootschappen die in
gebreke blijven en die geen aangifte indienen. Er is wel een
verschuiving van de bewijslast, maar wat is de sanctie voor die
vennootschappen? Tot nu toe is er geen!

Wij hebben een wetsvoorstel ingediend in dat verband. Dat zal u wel
bekend zijn. Blijkbaar is er geen enkel beleid inzake de opsporing van
vennootschappen die geen aangifte indienen en die niet bekend zijn.

In deze commissie werden in het verleden voorbeelden gegeven van
maatschappijen die verschillende jaren actief waren, die met
werknemers werkten, die belangrijke omzetten boekten en die bij de
administratie Financiën noch bij andere overheidsdiensten gekend
waren. Dit antwoord is werkelijk onvoldoende. Ik moet doorgaan met
dit onderwerp. Ik zal dit verder uitwerken. Mijnheer de minister, ik zal
u hierover interpelleren.
03.03 Carl Devlies (CD&V): Cette
réponse est inacceptable. Le
ministre ne dit mot de la
divergence entre les données du
SPF Finances et celles de BelStat.
Le fait que l'absence de
déclaration puisse entraîner une
imposition d'office avec
renversement de la charge de la
preuve n'est pas nouveau et ne
répond pas à ma question.

Le ministre se réfère à la BCE,
mais j'estime qu'il ne peut pas le
faire en ce qui concerne les
données de 2003 et de 2004. Il ne
dispose d'aucune procédure pour
les sociétés qui n'introduisent pas
leur déclaration ou pour la
recherche de telles sociétés. Nous
avons déposé une proposition de
loi dans ce cadre.

Je n'ai pas d'autre choix que
d'interpeller le ministre à ce sujet.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, hebt u ook een vraag gesteld over
de VZW's? Ik ben verstrooid geweest.
Le président: Lors du traitement
des données, M. Devlies a-t-il
également comptabilisé les ASBL
et les sociétés dormantes?
03.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
rechtspersonen zijn er inderdaad bij.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
De voorzitter: Het gaat dan om VZW's die geen enkele omzet hebben, die bijvoorbeeld familiale belangen
behartigen.

(...)
03.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, het is
heel vriendelijk dat u probeert om de minister te helpen bij zijn
antwoord. Het is een fundamentele aangelegenheid.
03.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het is een
zeer belangrijke actuele vraag, maar als mondelinge vraag is het
onmogelijk er een antwoord op te geven. Dit is een typische
schriftelijke vraag. U stelde de vraag mondeling, waarop een
mondeling antwoord volgt, en dat is een keuze.
03.06 Didier Reynders, ministre:
Il m'est impossible de répondre
oralement à une telle question.
Vous auriez mieux fait de la poser
par écrit.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, aanvankelijk had ik
een schriftelijke vraag ingediend, maar u hebt ze zonder meer van
tafel geveegd. U hebt er geen antwoord op gegeven.

Dit is echter een fundamenteel probleem en u zou mijn vraag moeten
kunnen beantwoorden, al was het in grote lijnen, al was het om het
beleid toe te lichten. Dat hebt u niet gedaan.
03.07 Carl Devlies (CD&V): Je
vous ai d'abord interrogé par écrit
mais vous m'avez fourni une
réponse inconsistante. Nous
devons parfois patienter plus de
six mois avant d'obtenir une
réponse. Je ne comprends pas
comment le ministre peut travailler
avec une administration qui
n'établit pas les statistiques
nécessaires.
De voorzitter: Volgens mij moeten wij komen tot een systeem waarbij
vragen over statistiek en interpretaties van de wet, eerst schriftelijk
worden gesteld. Als de minister niet antwoordt, komt er natuurlijk een
mondelinge vraag. Indien men meer informatie wenst dan hetgeen in
de schriftelijke vraag staat of indien men een politieke commentaar
wenst te geven op de politieke vraag, kan men terugkomen met een
mondelinge vraag.

In vele gevallen zou het echter interessanter zijn om de vraag eerst
schriftelijk te stellen, na te gaan wat de minister schriftelijk antwoordt
en desnoods nadien een politieke getinte mondelinge vraag te stellen.

Ik denk dat wij beter eerst, wanneer het gaat om statistieken of de
interpretatie van een wet, een reglement of rondzendbrief, een
schriftelijke vraag stellen en er daarna desnoods mondeling op
terugkomen als het antwoord van de minister niet op tijd is of als men
bijkomende mondelinge uitleg wil. Op die manier zouden wij hier veel
tijd kunnen winnen.
Le
président: Je pense
effectivement que lorsque vos
questions portent sur des
statistiques, le mieux est de les
poser d'abord par écrit. Il va de soi
que si vous n'obtenez pas de
réponse, vous pouvez ensuite
poser une question orale.
03.08 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er zijn twee
problemen met betrekking tot de schriftelijke vragen. Het duurt soms
meerdere maanden of een half jaar om een antwoord te krijgen. Dat
is vervelend voor de vraagstellers. Dat noopt er ons uiteindelijk toe
om de schriftelijke vragen mondeling te stellen. Voorts is er ook het
nietszeggend karakter van sommige antwoorden.

Ik zou de collega's van de commissie toch willen informeren over de
vraag die ik heb gesteld en het antwoord dat ik heb gekregen. Ik heb
aan de minister gevraagd hoeveel vennootschappen in gebreke
bleven hun fiscale aangifte in te dienen voor de aanslagjaren 2001,
2002 en 2003 en dit opgesplitst per gewestelijke directie. Ik denk dat
03.08 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre a répondu à ma question
écrite que l'administration ne tient
pas de statistiques à ce sujet. Je
ne comprends pas que l'on puisse
travailler de la sorte et je vais
interpeller le ministre à ce propos.
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
dit een gerechtvaardigde vraag is die ik als volksvertegenwoordiger
mag stellen. Het antwoord daarop luidde: "De administratie van de
ondernemings- en inkomensfiscaliteit houdt geen statistieken bij die
de mededeling van de gevraagde cijferelementen toelaat". Ik vind dat
dit niet kan.

De algemene administratie van de belastingen publiceert elk jaar wel
een verslag waarvan een exemplaar aan elk parlementslid wordt
bezorgd, tot nu toe via internet, maar goed, dat is voldoende voor mij.
Dit verslag bevat onder andere een belangrijk statistisch deel over de
vestiging, controle en invordering van de belasting. Ik ben zo vrij
geweest om te wachten op het verslag. Ik heb het verslag
doorgenomen, maar ik vind hierover geen informatie. Ik vind dat dit
informatie is die het Parlement ter beschikking mag krijgen. Dit is ook
essentieel voor de werking van uw administratie, mijnheer de minister.
Ik begrijp niet dat u op die manier kan werken. Hoe kunt u aan deze
problematiek verhelpen op de manier waarop u mij hebt geantwoord?
Dat kan niet. Ik zal u hierover interpelleren.

De voorzitter: Ik geloof dat u in dit geval de procedure hebt gevolgd
die ik aan iedereen aanraad. Ik maak u geen verwijten. Ik beschouw
dit incident vandaag als gesloten, maar u bent altijd vrij om hierop
terug te komen.
Le président: M. Devlies a de fait
suivi la procédure que je
recommande à chacun.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.09 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil het
even hebben over de werkzaamheden. Ik begrijp dat het bespreken
van cijfergegevens niet tijdens de mondelinge vragen kan. Ik heb
echter verschillende schriftelijke vragen gericht aan de minister,
waaronder ook een vraag die ik hier had gesteld en waarop men mij
zei dat ik binnen enkele dagen een antwoord zou hebben. Ik wacht
ondertussen al enkele weken. Het is een beetje demotiverend om
schriftelijke vragen te stellen en maanden op het antwoord te moeten
wachten. Als men dan zelf geen initiatief zou nemen, zou men
helemaal geen antwoord krijgen.
De voorzitter: Als u geen antwoord krijgt, is het natuurlijk normaal dat u daarop terugkomt in een
mondelinge vraag.

Si on pouvait traiter plus de questions par écrit, cela ferait gagner du temps à tout le monde!
03.10 Didier Reynders, ministre: Bien entendu. En comptant large, il
y a un peu plus de 200 jours d'activité parlementaire par an; d'après
mes services, 180 jours si on se réfère au calcul des indemnités
kilométriques. Nous recevons annuellement entre 1.500 et 1.600
questions. L'accent est à chaque fois mis sur le fait que 10% des
questions ne reçoivent pas de réponse dans les délais. Or, 10%
représente en général le nombre maximum de questions adressées à
la plupart de mes collègues, hormis les secteurs de la sécurité sociale
et la justice.

Je vais être très clair. Je reçois des questions qui sont d'abord
introduites pour des raisons statistiques. On essaie de collationner les
statistiques mais je vous avoue que le faire systématiquement n'est
pas nécessairement la première priorité du département. Je préfère
que les agents travaillent sur un certain nombre d'autres choses.
03.10 Minister Didier Reynders:
In de commissie worden elke
week vragen gesteld die beter als
schriftelijke vragen zouden worden
ingediend. De kwaliteit van de
antwoorden hangt ook af van de
manier waarop de vragen worden
gesteld.

Mijn administratie kan een heel
concreet onderwerp komen
toelichten en talrijke gegevens
bevinden zich reeds in het
jaarverslag.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9

Ensuite, je reçois des questions relatives à l'interprétation de textes.
Cela implique de consulter le département dans un certain nombre de
dossiers, ce qui prend parfois un peu de temps.

Je l'ai déjà dit souvent et je vais répondre de manière encore plus
précise. Un très grand nombre de questions écrites comme orales
cachent un cas individuel. Je vais donc petit à petit revenir à la
logique et je le signalerai au président de la Chambre: je ne réponds
plus à des questions dont mon administration a le sentiment qu'elles
sont posées parce que, derrière, il y a un dossier individuel.

Comment se fait-il que nous ayons autant de questions dans les
domaines de la justice et de la fiscalité? Bien entendu - j'ai occupé
aussi ces bancs - un certain nombre de bureaux, d'entreprises, de
particuliers, transmettent des questions pour tenter d'avoir, via le
parlement, une réponse qu'ils n'ont peut-être pas obtenue dans un
contentieux qui les oppose à l'administration.

Je n'ai pas de problème à entendre tout ce que l'on veut sur le fait
que l'on ne répond pas aux questions. Je trouve cependant que,
quand on répond à 1.400 questions par an, suivre cela représente
déjà un travail énorme pour une administration.

Je regrette que, chaque semaine, arrivent en commission des
questions qui sont effectivement des questions écrites. Je l'ai proposé
plusieurs fois: je ne vois pas d'inconvénient à ce que, même si cela
ne se faisait pas avant, mon administration vienne expliquer un sujet
très concret. Je vous avoue que je ne suis pas au jour le jour les
activités de l'ensemble des administrations de mon département.
Mais je répète qu'il n'y a aucun problème pour que ce débat ait lieu.

Je rappelle aussi que vous pouvez trouver pas mal de données dans
le rapport annuel.

La qualité des réponses dépend aussi de la façon dont on envisage
de poser les questions.

Le président: Il serait peut-être utile qu'un fonctionnaire juriste soit à
la disposition des parlementaires qui veulent s'éclairer sur des
interprétations de textes. Mais je ne sais pas si cela nous ferait
gagner du temps car c'est probablement la même personne qui
répondrait à toutes les questions.

La semaine passée, un éminent collègue du CD&V a demandé que
l'on donne une priorité à une proposition de loi intéressante mais il y a
tellement de questions qu'on ne parvient plus à traiter les propositions
de loi intéressantes des collègues. C'est un peu dommage. Je crois
qu'il faut arriver à trouver un moyen de limiter le nombre de questions.
La dernière question de M. Devlies a quand même une portée
politique, ce n'est pas seulement une question de statistiques.

Nous devons nous concentrer sur des questions qui ont une portée
politique et peut-être dire à certains experts fiscaux qu'on n'a pas le
temps de poser certaines questions car on préférerait que la
proposition de loi de tel ou tel collègue bénéficie d'une certaine
priorité.
De voorzitter: Het ware wellicht
nuttig dat een ambtenaar met een
juridische opleiding zich ter
beschikking zou houden van de
leden die meer uitleg over teksten
wensen. Er zijn echter zoveel
vragen dat wij niet meer aan de
bespreking van de wetsvoorstellen
toekomen. Wij zouden ons moeten
beperken tot de vragen die echt
een politieke draagwijdte hebben,
zoals die van de heer Devlies.
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Mais je ne peux rien imposer aux parlementaires, je peux seulement
faire des suggestions.

03.11 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik denk, wat onze
fractie betreft, dat er in elk geval weinig vragen zijn van
tekstinterpretatie. Meestal hebben die vragen een politieke
draagwijdte, hebben ze betrekking op de werking van de administratie
of zijn zij een suggestie voor de werking van de administratie. Ik denk
niet dat dat het probleem is.

Indien de schriftelijke vragen op een efficiënte manier beantwoord
zouden worden, zou er al veel verholpen worden.
De voorzitter: Ik denk dat het nuttig was dat wij hier van gedachten wisselden.

Je crois avoir dit ce que je devais dire pour essayer d'améliorer les travaux. Maintenant, à chacun de faire
ce qu'il juge utile de faire en tant que parlementaire consciencieux et efficace.
04 Vraag van de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
gedeeltelijke globalisatie van artikel 171 van het WIB 92" (nr. 5602)
04 Question de M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la globalisation
partielle de l'article 171 du CIR 92" (n° 5602)
04.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de
minister een probleem heeft met deze vraag. Het is absoluut geen
vraag van wetsinterpretatie. Het is een suggestie aan de administratie
en de minister om enerzijds de werking van zijn departement nog te
verbeteren en, anderzijds de helderheid voor de belastingplichtige te
verhogen.

Ik verwijs naar artikel 171 van het WIB, dat verschillende
aanslagvoeten bepaalt, onder meer 10%, 15%, 16,5% 33% en de
gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van belastbare
inkomsten van het laatste jaar met een normale
beroepswerkzaamheid. Die afzonderlijke aanslagen worden evenwel
slechts toegepast op voorwaarde dat de aldus berekende belasting
vermeerderd met de belasting op de andere inkomsten minder
bedraagt dan de belasting berekend volgens het algemeen principe
van de algehele globalisatie. De fiscus doet voor elke aangifte zowel
de hierboven beschreven gedeeltelijke globalisatie als de algehele
globalisatie en hanteert de voor de belastingplichtige meest
voordelige optie bij het vestigen van de aanslag. De belastingplichtige
krijgt evenwel geen inzage in de niet aangehouden optie.

Ik kom tot mijn vraag.

Mijnheer de minister, is het in het kader van de openbaarheid van
bestuur niet aangewezen dat de belastingplichtige eveneens
informatie ontvangt met betrekking tot de niet-aangehouden
berekeningsmethode?
04.01 Carl Devlies (CD&V): En
application de l'article 171 du CIR
92, il doit être procédé pour
chaque déclaration au calcul de la
globalisation partielle comprenant
les sommes imposables
distinctement ainsi que la
globalisation intégrale. Au moment
de l'établissement de l'impôt, le
fisc choisit l'option la plus
avantageuse pour le contribuable.
Ce dernier n'a pas droit de regard
sur l'option non retenue.
Pourquoi?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, de
aangehouden optie is inderdaad die welke het meest gunstig is voor
de belastingplichtige. Los van alle principekwesties inzake de
toepassing van de wet betreffende de openbaarheid van bestuur in
onderhavig geval, heeft de door de heer Devlies aangehaalde
informatie immers slechts bestaansreden als vergelijkend gegeven in
04.02 Didier Reynders, ministre:
L'option retenue est la plus
favorable au contribuable. Il ne
s'indique pas que le document
destiné au contribuable présente
des données qui n'ont pas d'utilité
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
een geïnformatiseerd systeem voor de berekening van de belasting in
een bepaald stadium van de berekening. Ik ben van mening dat het
niet aangewezen is om op het document dat aan de belastingplichtige
gericht is, gegevens te vermelden die a priori en op algemene wijze
zonder reëel praktisch nut zijn voor betrokkene.

Het spreekt voor zich dat de belastingplichtige die in een bepaalde
situatie bijzonder belang zou hebben over deze informatie te
beschikken, zich tot zijn taxatiedienst kan richten om deze informatie
te verkrijgen. Dat gebeurt zonder problemen. Wij geven alle informatie
op eenvoudig verzoek. Ik zie het nut niet in om dat voor alle
belastingplichtigen te doen. Het is een berekeningsmethode die altijd
in het voordeel van de belastingplichtige wordt gebruikt.
pratique pour lui. Ceux qui le
souhaitent peuvent bien sûr
s'adresser à leur service de
taxation pour obtenir ces
informations.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, voor de
belastingplichtige is het belangrijk te weten op welke manier de
berekening tot stand is gekomen en waarom zij het meest voordelig
is. De enige manier om dat te controleren is de berekening
narekenen. Vermits de calculatie gebeurt door de FOD Financiën, zou
het eenvoudig zijn mocht het departement de berekeningswijze aan
de belastingplichtige bezorgen, zodat hij op een eenvoudige manier
kan controleren of de belastingsadministratie de meest interessante
berekening in het voordeel van de belastingplichtige heeft gekozen.
Op dit ogenblik kan de belastingplichtige dat niet controleren.

Mijnheer de minister, het is slechts een suggestie met het oog op de
verbetering van de dienstverlening.
04.03 Carl Devlies (CD&V): Le
contribuable devrait pouvoir
vérifier en quoi la méthode
appliquée était la plus
avantageuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
boeking van de EBA als niet-fiscale ontvangst" (nr. 5637)
05 Question de M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'inscription
de la DLU comme recette non fiscale" (n° 5637)
05.01 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik had een vraag over de EBA of de opbrengst van de fiscale
amnestie. In mijn vraag wordt dit omschreven als niet-fiscaal, maar ik
laat dit even open. Is dit volgens u een fiscale of een niet-fiscale
ontvangst? Zal dit al dan niet mee worden verrekend bij de
berekening van de fiscale druk en het doorgeven van die gegevens
aan Europa, de OESO en dies meer?
05.01 Hendrik Bogaert (CD&V):
Comptabilise-t-on le produit de la
DLU comme une recette fiscale ou
comme une recette non fiscale?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Bogaert, de eenmalige bevrijdende aangifte heeft 496 miljoen euro
opgebracht. Dit is een correcte berekening. Misschien is het iets
meer, maar dat zullen wij zien na de laatste berekening van mijn
administratie in samenwerking met de banken.

Aangaande de boeking van de EBA-ontvangsten heb ik op 13 oktober
2004 een nota gekregen van de administratie van de Thesaurie,
waarin twee keuzemogelijkheden werden voorgesteld voor de boeking
ervan: ofwel storting op de postrekening van de ontvanger van
Brussel 3, ofwel directe storting op de centrale rekening van de
ontvangsten van de schatkist. Ik heb de tweede mogelijkheid
gekozen, omdat de eenmalige bevrijdende aangifte niet enkel in
Brussel gesitueerd is, maar voor gans het land ­ zelfs Vlaanderen ­
05.02 Didier Reynders, ministre:
La DLU a rapporté 496 millions
d'euros. La note de l'administration
de la Trésorerie prévoyait deux
possibilités: soit un versement sur
le compte postal du receveur de
Bruxelles 3, soit un versement
direct sur le compte central des
recettes du Trésor public. J'ai opté
pour la seconde possibilité parce
que la DLU est d'application dans
tout le pays. Il en est résulté une
comptabilisation de la DLU à titre
de recette non fiscale. La DLU
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
van toepassing is. Het gevolg is inderdaad wel een comptabilisering
als niet-fiscale ontvangst. Daarbij is het overigens logisch om de EBA
niet mee te tellen in de berekening van de fiscale druk, omdat het een
maatregel is waardoor via specifieke boetes die overigens niet als een
fiscaal tarief kunnen aanzien worden, toch nog ontvangsten kunnen
geboekt worden die al in het verleden hadden moeten worden
betaald. Het zou dus in elk geval niet correct zijn om die boetes mee
te tellen in de fiscale druk van ons land in 2004. Misschien geldt
dezelfde redenering ook voor andere boetes en kunnen we misschien
verder gaan in een zeer precieze scheiding tussen de echte fiscale
druk op arbeid of een andere basis voor een jaar en andere soorten
van ontvangst, bijvoorbeeld de boetes voor een niet-betaald bedrag
van vorige jaren. Dergelijke redenering werd gevolgd voor de EBA.
n'est donc pas prise en
considération dans le calcul de la
pression fiscale.
05.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord. Ik merk toch dat in de
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2005 onder de
categorie sectie 1, fiscale ontvangsten, de eenmalige bevrijdende
aangifte wel staat. Dit staat op pagina 17. Er is een duidelijke
koerswijziging. Als het nu logisch is, vraag ik mij af waarom het ooit
onlogisch werd ingeschreven.
05.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
Mais dans le Budget des voies et
moyens de 2005, la DLU est
encore mentionnée dans la
catégorie des recettes générales.
Vous avez donc manifestement
changé de cap.
05.04 Minister Didier Reynders: Er was nog geen keuze. Het is nu
met de berekeningen dat ik een vraag van mijn administratie heb
gekregen, met verschillende mogelijkheden. Het was niet nodig dat te
doen bij de voorbereiding van de begroting. Het gaat meer om de
verrekening en dus was het normaal om nu een antwoord te geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de selectie
van dossiers door data mining" (nr. 5643)
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de projecten van
data mining en risicobeheer" (nr. 5785)
06 Questions jointes de
- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la sélection de
dossiers par data mining" (n° 5643)
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les projets de data mining et
de gestion des risques" (n° 5785)
06.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijn
fractie en - ik meen dat ik dit mag zeggen, want het staat tenslotte in
het regeerakkoord - de hele meerderheid zijn van oordeel dat
data mining een veelbelovende techniek is. Data mining laat namelijk
toe wat meer gericht te zoeken naar fraude en laat ook toe dat men
de onderzoekscapaciteit van de administratie op geselecteerde
dossiers richt. Daarom volgen wij dat dossier met bijzonder veel
aandacht. Het is ook de reden waarom ik vandaag hierover een vraag
stel.

Er is een project bezig. Het is niet abnormaal dat er zich bepaalde
problemen voordoen bij een project waarmee men op een nieuw
terrein komt. Voor mij is het dossier echter zo belangrijk dat ik de
problemen die mij gemeld worden, liefst zo snel mogelijk met de
minister doorpraat. Het project zou gebaseerd zijn op BTW-gegevens.
Op basis daarvan zou men een eerste data-miningoefening gedaan
06.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): Aux termes de l'accord de
gouvernement, le "data mining"
doit devenir un instrument
important dans le cadre de la lutte
contre la fraude fiscale. Le premier
exercice de "data mining", basé
sur un nombre limité de données
issues des déclarations de TVA,
ne semblerait toutefois pas être
une réussite. Les fonctionnaires
ne s'expliquent pas pourquoi les
dossiers qui leur sont arrivés dans
le cadre du "data mining" posent
problème. Pourquoi cette
information n'est-elle pas
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
hebben.

Ik krijg van de mensen op het terrein die deze dossiers krijgen,
melding van drie gegevens die ik aan de minister wil voorleggen.

Ten eerste, de ambtenaren zeggen mij dat zij niet op de hoogte zijn
van de reden waarom het dossier, dat via data mining bij hen
terechtkomt, uit de data mining is gekomen. Voor hen is het een
dossier zoals elk ander dossier waarvan ze niet weten waar het
probleem zou kunnen zitten. De ambtenaren zeggen mij dat het voor
hen nuttig zou zijn, mochten zij de informatie meekrijgen dat het een
data-miningdossier betreft en dat uit de data mining is gebleken dat er
op een bepaald punt een probleem zou kunnen zijn, zodat zij dat
kunnen onderzoeken. De ambtenaren zeggen mij dat zij die informatie
niet hebben. Daarvoor kan er een goede reden zijn. Ik weet het niet.
Is dat correct? Zo ja, waarom deelt men die informatie niet mee aan
de ambtenaren, zodat zij zeer gericht in een specifiek dossier kunnen
zoeken.

Ten tweede, de mensen op het terrein zeggen mij dat er nogal veel
zeer kleine dossiers bij zijn, waarvan de omzet zeer beperkt is.
Daarom heb ik gevraagd, ik excuseer mij daarvoor, mijnheer de
voorzitter, om een statistisch overzicht te geven. Kan de minister de
dossiers indelen: hoeveel blijven er onder een bepaald bedrag en
hoeveel gaan er boven een bepaald bedrag? Ik wil toch eens checken
of de informatie, die van het terrein komt, correct is. Komen er uit de
data mining inderdaad kleine dossiers naar voren?

Ten derde, volgens informatie van het terrein was er oorspronkelijk
gepland dat er in de loop van de maand februari een tweede lijst van
data-miningdossiers zou komen. De ambtenaren zeggen mij nu dat er
naar verluidt geen tweede reeks komt. Klopt dat? Zo ja, waarom komt
er geen tweede reeks?
communiquée? Il s'agirait par
ailleurs souvent de petits dossiers,
d'un montant limité. Le ministre
peut-il communiquer quelques
données statistiques à cet égard?
Est-il exact qu'il n'y aura pas de
deuxième liste de dossiers soumis
au "data mining" et, dans
l'affirmative, pourquoi?
06.02 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 15 februari 2005 heb ik aan de staatssecretaris een
mondelinge vraag gesteld over de criteria waarop sectorale controles
worden bepaald. Ik heb daarover nauwelijks informatie gekregen. Uit
de vraag van de heer Van der Maelen blijkt dat de selectiecriteria van
specifieke dossiers evenmin bekend zijn. Nochtans is data mining,
zoals collega Van der Maelen heeft gezegd, een zeer interessante
techniek.

Men kan niet ontkennen dat de controletaak van de fiscus tot zijn
kerntaak behoort. Niemand zal ontkennen dat de informatisering en
de controletaak efficiënter en effectiever zouden kunnen verlopen.
Daarom zijn de projecten data mining en risicobeheer uitermate
belangrijk in het kader van de modernisering van de FOD Financiën.

Beide projecten vertonen blijkbaar twee gemeenschappelijke
kenmerken. Ten eerste, ondanks aanzienlijke investeringen in
middelen en mensen, zijn de resultaten beperkt. Ten tweede, de
informatievergaring en de selectiecriteria worden bijna angstvallig
geheimgehouden. Dat de belastingplichtigen niet hoeven te weten
binnen welke marges geen controle zal plaatsvinden, is evident, maar
ook de belastingambtenaren, die gerichte controles moeten uitvoeren,
weten niet waarom een bepaald dossier wordt geselecteerd, laat
staan dat zij gericht hun controlewerkzaamheden kunnen uitvoeren.
06.02 Carl Devlies (CD&V):
Malgré un investissement
considérable en personnes et en
moyens, les résultats du "data
mining" restent limités. Les
critères de sélection sont
soigneusement tenus secrets. Il
est normal que les contribuables
ne sachent pas dans quelles
fourchettes le contrôle n'est pas
réalisé mais l'administration fiscale
elle-même ne le sait absolument
pas. S'il est impossible de vérifier
les critères utilisés, c'est
l'objectivité de la sélection elle-
même qui est menacée.

Dans le cadre de la réforme
Coperfin, des responsables de
projet ont été désignés. Comment
ces responsables de projet sont-ils
sélectionnés? Quelles sont les
exigences de la fonction de
responsable de projet "data
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Staatssecretaris Jamar duidde als vierde doelstelling van het
programma van risicobeheer de objectivering van de selectie aan.
Wanneer de objectivering erin bestaat dat niemand mag weten
waarom bepaalde dossiers of sectoren worden geselecteerd, is de
subjectiviteit van het systeem niet ver af. Een kenmerk van een
democratie is dat er steeds een controle mogelijk is.

Gelet op het belang van de projecten data mining en risicobeheer,
heb ik twee reeksen van vragen. Ten eerste, het is eigen aan
Coperfin dat men werkt met projectmanagers. In tegenstelling tot de
klassieke structuur van Financiën past dat niet binnen het strakke
lijnmanagement. De verantwoordelijkheid van een projectmanager is
desalniettemin niet minder belangrijk. Welke selectieprocedure
bestaat er voor de projectmanagers? Welke selectiecriteria worden
gehanteerd bij de keuze van projectmanagers? Welke vereisten en
bekwaamheden worden gesteld aan de functie van projectmanager
data mining en risicobeheer? Zijn aan de functies van projectmanager
extra vergoedingen verbonden? Aan wie is de projectmanager
hiërarchisch verantwoording verschuldigd voor beide projecten? Uit
hoeveel ambtenaren bestaat de werking van de projecten data mining
en risicoanalyse?

Ten tweede, in verband met de informatievergaring had ik graag
vernomen of het opzet van de kruispuntbanken wordt gerespecteerd,
met name dat niet alle gegevens centraal worden geregistreerd en
bewaard, maar dat toegang wordt verleend tussen diverse
databanken naargelang men geautoriseerd is?

Werd er advies ingewonnen bij de commissie voor de Bescherming
van de Persoonlijke Levenssfeer? Zo ja, wanneer? Hoe verloopt de
uitwisseling van de gegevens tussen de verschillende databanken?
Werd dat vastgelegd in formele afspraken? Hoe is de commissie voor
de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer hierover
geraadpleegd?
mining" et gestion des risques? La
fonction de responsable de projet
justifie-t-elle une rémunération
supplémentaire?

A qui le responsable de projet doit-
il faire rapport? Combien de
fonctionnaires sont-ils
responsables pour les projets
"data mining" et analyse des
risques?

L'objectif des banques-carrefour
est-il respecté au moment de la
collecte des informations? En
d'autres termes, un
enregistrement centralisé de
l'ensemble des informations est-il
évité?

La Commission de la protection de
la vie privée a-t-elle donné un
avis? Comment se déroule
l'échange d'informations entre les
banques de données? Des
accords formels existent-ils à cet
égard?
06.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik zal
proberen een antwoord te geven op alle vragen.

Mijnheer Van der Maelen, ten eerste, de behandeling van dat deel
van het controleprogramma van de data mining is volop aan de gang.
De voorbije testfase is overigens succesvol verlopen en is nu gedaan.
De selectie van de dossiers gerealiseerd door middel van data mining
gebeurt middels een modelvorming gebaseerd op verschillende,
statistische technieken. Het resultaat van de gebruikte algoritmes is
om reden van hun complexiteit moeilijk bruikbaar om de indicatoren
die voor de selectie van de dossiers werden gebruikt, aan de
controleagent ter beschikking te stellen.

Het is niettemin mogelijk om een algemene presentatie te maken. Ik
heb aan mijn administratie dan ook gevraagd om een algemene
presentatie van de criteria te maken en eventueel een toepassing
ervan voor verschillende dossiers. Een precieze en gedetailleerde lijst
van elementen voor een selectie is tot nu toe heel moeilijk op te
stellen. Later wordt dat misschien mogelijk. Het is echter normaal om
steeds meer informatie te geven aan de controleagenten.

Vervolgens wil ik er nogmaals op wijzen dat de data mining zich in zijn
06.03 Didier Reynders, ministre:
La sélection des dossiers au
moyen de la technique du "data
mining" est basée sur la
modélisation statistique. En raison
de la complexité de ces modèles,
il est malaisé de communiquer aux
agents chargés du contrôle une
liste détaillée de critères de
sélection. Cela dit, il doit être
possible de fournir un aperçu
général; j'ai donné des instructions
en ce sens à mon administration.

Dans la première itération, le data
mining se focalise sur les
schémas de fraude classique dans
le cadre des déclarations
trimestrielles. Il est dénué de sens
de prétendre que les dossiers à
chiffre d'affaires relativement
modeste représenteraient
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
eerste iteratie toelegt op het detecteren van de klassieke
fraudeschema's binnen de populatie van de belastingplichtigen die
kwartaalaangiften indienen. Dat de fraude een relatief begrip is, dient
te worden afgewogen in functie van de belangrijkheid van de
werkzaamheid van elke belastingplichtige. Het is niet zo
oordeelkundig te beweren dat dossiers waarvan het omzetcijfer
relatief klein is, automatisch een minder belangrijke risicofactor op
fraude zouden uitmaken. Belastingplichtigen met een klein omzetcijfer
vormen trouwens een risicocategorie op zich, waarvan de controle
vaak een hoog rendement genereert. We hebben cijfers in dat
verband en deze worden trouwens bevestigd door de resultaten van
de uitgevoerde tests van begin 2004. Het is dus ook een criterium
voor een selectie.

De uitsplitsing per omzetschaal is nog niet beschikbaar, omdat de
volledige selectie nog niet is voltooid. Het is overigens niet gebruikelijk
een dergelijke spreiding te publiceren, temeer daar ze een vertekend
beeld geeft. Ze is immers geen weergave van de volledige selectie in
het kader van het controleprogramma.

Trouwens, het niet-mededelen van de selectiecriteria is geen
nieuwigheid. Aldus werden de selectiecriteria van belastingplichtigen,
opgenomen op de kwartaallijsten van de Controle van BTW-
teruggaven, niet medegedeeld, terwijl deze lijsten toch reeds jaren
bestaan. Deze criteria zijn vertrouwelijk. Het is eveneens nog te vroeg
om een eerste balans van de controlewerkzaamheden op te maken,
vermits de toepassing voor inzameling van de feedback slechts eind
februari werd ontplooid. Ik heb evenwel aan mijn administratie
gevraagd om gedurende de evaluatie van het proces een
commentaar te geven over de vertrouwelijkheid. We kunnen dat niet
enkel maar zeggen; we moeten ook een aantal redenen opgeven. We
moeten dat doen bij de evaluatie.

Op het niveau van de controlecentra werd het nuttig geoordeeld om,
gelet op de samenstelling van de populatie waarvoor de eerste data-
miningselectie werd uitgevoerd, de in de controlecentra beschikbare
capaciteit te oriënteren naar het normale controleprogramma, totdat
de tweede modelvorming inzake data mining beschikbaar zal zijn.
Mijn administratie verwacht ze tegen medio 2005.

De klassieke controlediensten van BTW en directe belastingen zullen
de selectie op basis van de eerste iteratie verder afwerken. Het is
misschien nuttig om met de heer Jamar een presentatie te maken van
de eerste iteratie, vóór de lancering van de tweede iteratie medio
2005.

Wat de data mining van de eerste en tweede iteratie betreft, die op
basis van BTW-gegevens wordt voltrokken, gaat het om prestaties
met een privé-firma waarbij in een lastenkohier de vereisten door de
FOD Financiën werden vastgelegd. Het lastenkohier, alsook het
aanbod, detailleren de procedures en de werking van het project. De
private dienstverstrekker duidt hiertoe een projectchef aan, een
commercieel verantwoordelijke, alsook gespecialiseerde analisten.
Van de zijde van de FOD Financiën werd een bijdrage geleverd via
een projectchef Gebruikers, een projectchef-expert Modelvorming en
een projectchef-staf ICT. De FOD Financiën mobiliseert voor de
verschillende fases van het project gegevensdeskundigen,
deskundigen met de nodige beroepservaring en ambtenaren die
automatiquement un facteur de
risque moindre du point de vue
fraude. Les contribuables à petit
chiffre d'affaires constituent déjà
en eux-mêmes une catégorie à
risque dont le contrôle est souvent
très rentable.

Nous ne disposons pas encore de
statistiques sur les chiffres
d'affaires parce que la sélection
n'est pas encore achevée.

La confidentialité des critères de
sélection n'est pas une innovation.
C'est ainsi que les critères en
vigueur pour les contribuables qui
sont intégrés dans les listes
trimestrielles du contrôle TVA ne
sont pas communiqués. Au
demeurant, il est encore trop tôt
pour dresser un premier bilan des
activités de contrôle étant donné
que l'application pour la collecte
du feed-back n'a été mise en
service que fin février. Toutefois,
j'ai demandé à mon administration
de me présenter ses
commentaires en ce qui concerne
la confidentialité.

A l'échelon de la centrale des
contrôles, il a été jugé utile d'axer
la capacité de contrôle sur le
programme de contrôle normal
jusqu'à ce que la deuxième
modélisation pour le "data mining"
soit disponible. Selon mon
administration, ce sera chose faite
vers le milieu de 2005. Les
services de contrôle de la TVA et
des contributions directes
parachèveront la sélection de la
première itération.

Les première et deuxième
itérations du "data mining" ont été
réalisées par une entreprise privée
sur la base d'un cahier des
charges du SPF Finances. Ce
document détaille les exigences,
les procédures et le
fonctionnement du projet. Le
prestataire de services privé
engage un chef de projet et des
analystes spécialisés. Le SPF est
impliqué dans le projet en
mobilisant un chef de projet
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
opgeleid zijn voor de Modelvorming.

Wat de projectchefs van de FOD Financiën betreft, is de projectchef
van de staf ICT belast met het opvolgen van openbare offertes en de
producten van business intelligence van de staf ICT. Wat de
projectchef Gebruikers betreft, gaat het om een ambtenaar binnen de
centrale dienst van de AOIF die belast is met de opvolging van
informatica auditcellen en de ontwikkeling van de data mining. Als
expert Modelvorming treedt een ambtenaar op die ter beschikking is
gesteld van de ondersteuningscel van Financiën met de federale
politie en die opgeleid werd als expert in de
modelvormingswerkzaamheden op het door de FOD Financiën
gebruikte programma, namelijk Clementine. De rollen van de
projectchefs geven geen recht op bijkomende vergoedingen.

Wat het project Data mining betreft, is de ontwikkeling de resultante
van een combinatie van organisatie binnen een project en de inbreng
van de bestaande diensten van de centrale administratie van de
AOIF. Op het vlak van data mining, eerste en tweede iteratie, wordt
het project beheerd door een projectcomité dat de projectchefs en
experts groepeert van de dienst Verstrekking en de FOD Financiën,
alsmede van de programmamanager en twee vertegenwoordigers
van de centrale dienst van de AOIF. Het projectcomité vergadert
periodiek. Een vertegenwoordiger van de staf P&O woont eveneens
de meetings van het projectcomité bij. Deze staf is belast met het
programma van de operationalisering.

Bovendien vergadert er eveneens op minder frequente tijdstippen een
Steering Committee, een stuurgroep. Dit Steering Committee bevat
de directeur van de staf ICT, de administrateur-generaal van de
Belastingen en Invorderingen, de persoon belast met de strategische
bijstand aan het management, de administrateur KMO, de
administrateur GO, de directeur-generaal van de AOIF - of een van
hun vertegenwoordigers -, de programmamanager en de projectchefs
van de privé-dienstverstrekker en van de FOD Financiën. Het
Steering Committee bestaat voor elk van de lastenkohiers voor
prestaties die reeds werden opgeleverd en voor projecten die lopen in
de FOD Financiën. Gezien het belangrijk aantal betrokken projecten
is het de regel dat de vertegenwoordigers van het management en de
stafdirecteurs het Steering Committee bijwonen.

Wat het project data mining eerste en tweede iteratie betreft, is er een
werkgroep actief, bestaande uit een tiental gegevensexperts, een
twintigtal business experts en een tiental experts op het vlak van de
modelvorming. Het project is evenwel nog niet voltooid. Al de
voormelde ambtenaren zijn slechts in welbepaalde fases van het
project actief ­ en uiteraard ook in andere zaken ­ zodat het
onmogelijk is thans het juist aantal aangewende voltijds equivalente
dagen die effectief gepresteerd werden, te geven. De evaluatie zal
worden verricht op het einde van het project, eind april 2005, dus over
een tweetal maanden.

De data mining BTW bezigt gegevensbanken die eigendom zijn van
de FOD Financiën. Geen enkele uitwisseling van gegevens met een
andere federale overheidsdienst of sociale zekerheidsinstelling vindt
plaats in dat verband. Alle gebruikte data zijn gegevens die werden
verstrekt door de belastingplichtigen zelf.
utilisateurs, un chef de projet
expert en modélisation et un chef
de projet Staff TIC. Le SPF fait en
outre appel à des experts lors des
différentes phases du projet.

Le chef de projet Staff TIC est
chargé de suivre l'adjudication
publique et les produits de la
"Business Intelligence" du Staff
TIC. Le chef de projet utilisateurs
est un fonctionnaire des services
centraux de l'administration de la
fiscalité des entreprises et des
revenus (AFER), chargé du suivi
des cellules d'audit informatique et
du développement du "data
mining". L'expert en modélisation
est un fonctionnaire mis à la
disposition de la cellule de soutien
des Finances auprès de la police
fédérale et qui s'est spécialisé
dans le programme "Clementine"
utilisé par les Finances pour la
modélisation.

Les chefs de projet ne perçoivent
aucune indemnité
complémentaire.

Le projet est géré par un comité
de projet, réunissant les chefs de
projet et les experts du prestataire
de services et du SPF, ainsi qu'un
manager de programmes et deux
représentants des services
centraux de l'AFER. Un
représentant du staff Program
Management Office (PMO) assiste
à la réunion. Ajoutons qu'il existe
par ailleurs un groupe de pilotage
qui se réunit moins fréquemment
et qui rassemble le directeur du
Staff TIC, l'administrateur général
des Impôts et du recouvrement, le
responsable PMO, l'administrateur
PME, l'administrateur grandes
entreprises, le directeur-général
de l'AFER, le manager de
programmes, les chefs de projet
du prestataire de services privé et
du SPF. Chaque cahier des
charges est encadré par un
groupe de pilotage.

Un groupe d'experts travaille
actuellement dans le cadre de la
première et de la deuxième
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Die situatie is dus volkomen vreemd aan die van het datawarehouse,
opgericht bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid, om de volgende
redenen. Die datawarehouse gebruikt geen eigen gegevens, maar
data die ingevoerd worden bij de diverse instellingen voor sociale
zekerheid en de FOD Financiën. De Kruispuntbank Sociale Zekerheid
is bijgevolg geen bezitter van de gegevens in de databanken. Wat de
datawarehouse van de Sociale Zekerheid betreft, heeft de
administratiecommissie bij de Kruispuntbank slechts de gegevens
met betrekking tot de arbeiders en sociaal verzekerden als
persoonlijke gegevens aangemerkt. De FOD Financiën heeft een
algemene studie opgezet om aangifte te doen van die databank en
verwerking bij de commissie voor de bescherming van de private
levenssfeer.

Mijnheer de voorzitter, ik heb geprobeerd om alle elementen te geven.
Ik moet u zeggen dat ik toch een autonomie geef aan de diensten om
te werken. Ik vraag geen precieze timing voor alle vergaderingen en
alle contacten tussen ambtenaren. Zij zijn toch verantwoordelijk voor
hun taak.

Maar goed, ik heb alle gegevens ter beschikking voor de commissie.

Mijnheer Van der Maelen, wat de cijfers betreft van het pilootproject
data mining, moet ik zeggen dat er tweehonderd geselecteerde
dossiers zijn, gespreid over twintig kantoren. De resultaten inzake
BTW bedragen 2.019.555 euro, inclusief boetes. De resultaten inzake
directe belasting
bedragen 1.284.437 euro, exclusief
belastingverhogingen.

Wij werken verder. De presentatie van de eerste iteratie kan
misschien al plaatsvinden eind april, vóór de lancering van de tweede.
itérations du projet de "data
mining". Nous ne sommes pas en
mesure de communiquer le
nombre exact d'équivalents
temps-plein employés car le projet
n'est pas encore terminé. Une
évaluation est prévue à la fin de
celui-ci, c'est-à-dire fin avril.

Le "data mining" TVA n'utilise que
les banques de données du SPF
Finances. Tous les
renseignements ont été fournis par
les contribuables eux-mêmes.
Cela diffère donc totalement du
système "data warehouse" utilisé
par la Banque-carrefour de la
sécurité sociale (BCSS) parce que
celle-ci ne travaille pas sur la base
de chiffres propres et que la
commission administrative de la
BCSS n'a considéré comme
données personnelles que les
données concernant les ouvriers
et les assurés sociaux.

Le SPF Finances a mis sur pied
une étude générale en préparation
à la déclaration à la Commission
de protection de la vie privée.

Je laisse au service une certaine
autonomie.

En ce qui concerne le projet pilote
"data mining", 200 dossiers
répartis entre vingt entreprises ont
été sélectionnés. Les résultats
s'élèvent à 2.019.555 euros pour
la TVA et ceux à 1.284.437 euros
pour les impôts directs. Nous
devrions être en mesure de
présenter la première itération fin
avril.
06.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, zoals ik in mijn inleiding zei, is dit volgens mij
een van de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen. Ik wil de voorzitter en
de minister vragen of we daarover een vergadering zouden kunnen
hebben. Ik ben flexibel. Ik wil naar de administratie gaan om te zien
hoe dat in zijn werk gaat, ofwel komen degenen die zich daarmee
bezig houden hier een uiteenzetting houden. Ik ben vragende partij.
06.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-
spirit): Je trouve qu'il s'agit d'un
nouveau développement très
important. Nous pouvons y
consacrer une réunion, ici ou à
l'administration.
De voorzitter: Het lijkt mij aangewezen naar de administratie te gaan.
Ik zal de commissiesecretaris vragen dat te organiseren na de
Paasvakantie.
Le président: Il serait préférable
de nous rendre à l'administration,
en avril ou en mai.
06.05 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij daarbij 06.05 Carl Devlies (CD&V):
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
graag aan. De minister heeft een volledig antwoord gegeven en willen
wij meer weten, dan moeten wij inderdaad contact opnemen met de
personen die met die dossiers bezig zijn op het terrein.
L'idée me paraît bonne.
De voorzitter: Wij zullen dat na de Paasvakantie, in april of mei, organiseren. Het zal waarschijnlijk voor de
maand mei zijn aangezien er al in een aantal activiteiten is voorzien voor de tweede helft van april.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de stijging van de
belastingsdruk in 2004" (nr. 5672)
- de heer Hendrik Bogaert aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de stijging van
de fiscale en parafiscale druk" (nr. 5789)
07 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'augmentation de la pression
fiscale en 2004" (n° 5672)
- M. Hendrik Bogaert au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "l'augmentation de la
pression fiscale et parafiscale" (n° 5789)
07.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de cijfers die wij gevonden hebben in
het jaarverslag van de Nationale Bank waaruit blijkt dat de fiscale druk
in België andermaal is gestegen. Dat is de situatie van de laatste
jaren. 2003 was daarop een uitzondering. Toen was er een lichte
daling. In 2004 was er opnieuw een stijging van de fiscale druk met
0,2%. Dat gaat toch in tegen de visie van de regering. Men slaagt er
blijkbaar niet in de doelstellingen te behalen. Er is natuurlijk een lichte
daling van de personenbelasting die met vertraging wordt
geïmplementeerd omdat dit grotendeels via de inkohieringen gaat.
Daarnaast zijn er echter verhogingen van andere lasten en die zijn
blijkbaar van die aard dat de totale fiscale druk blijft stijgen. Dat is een
betreurenswaardige situatie.

Wij stellen bovendien vast dat de begroting er niet in slaagt om een
structureel evenwicht te realiseren. De federale begroting in het
bijzonder werkt met een tekort. Er was een tekort aangekondigd van
ongeveer 1 miljard euro. Volgens de laatste cijfers uit het verslag van
de Nationale Bank gaat het inmiddels reeds over een tekort voor de
federale begroting van 1,6 miljard euro. De marge is dus zeer beperkt.
Ik vrees dat de minister er ook niet zal in slagen om de
belastingverlaging in de personenbelasting die door de wet is
vastgelegd daadwerkelijk te laten doorgaan vanaf 1 januari 2006 door
een volledige doorrekening in de bedrijfsvoorheffing.

Er is dus een stijging van de fiscale druk. De afspraken met de
belastingbetaler inzake de personenbelasting kunnen niet worden
uitgevoerd. Dat is een slechte budgettaire toestand. Dat ziet er
absoluut niet goed uit. Ik heb het gevoel dat de minister vlucht in zijn
andere functie van voorzitter van de MR en zich concentreert op
andere problemen en daarin een staalharde houding aanneemt die
niet conform de Grondwet is. Ik denk aan de problematiek van
Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik krijg de indruk dat men een
ontsnappingsroute aan het zoeken is voor de financiële toestand die
weinig rooskleurig is en voor het mislukken van het verlagen van de
fiscale druk. De minister slaagt er wel in een zeer goede
communicatie te voeren via persconferenties om dit allemaal te
07.01 Carl Devlies (CD&V): Le
rapport annuel de la Banque
nationale montre que la pression
fiscale a encore augmenté de
0,2% en Belgique. S'il y a eu une
légère réduction de l'impôt des
personnes physiques, ralentie
parce qu'essentiellement due à
l'enrôlement, les autres impôts ont
augmenté dans le même temps.
Le budget fédéral affiche malgré
tout un déficit initialement estimé à
1 milliard d'euros mais se monte
déjà actuellement à 1,6 milliard.

Je crains qu'en 2006, la réduction
de l'impôt des personnes
physiques ne puisse être
entièrement traduite dans le
précompte. J'ai le sentiment que
M. Reynders se consacre
principalement à son autre
fonction, la présidence du MR. Il
s'agit pourtant d'un problème
fondamental.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
verbloemen, maar fundamenteel zitten wij met een ernstig probleem.
07.02 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan het
pleidooi van collega Devlies bijtreden. Wij hadden al een paar
ernstige discussies in deze commissie over het feit of er al dan niet
een scharnierjaar is en wij hoorden al enorme pleidooien voor 2004
als scharnierjaar. Wat blijkt? De Nationale Bank die wordt opgevoerd
als de ultieme scheidsrechter in deze discussies, velt thans een
bepaald oordeel. In het verslag staat dat de fiscale en parafiscale
ontvangsten, uitgedrukt als een percentage van het bruto binnenlands
product, op hetzelfde niveau staan als in 2000. Met andere woorden:
45,0. Dat is hetzelfde cijfer voor 2004 zowel als voor 2000. Er is dus
helemaal niets veranderd.

Vorige week kregen wij een zegebulletin over 2003; het cijfer was
gezakt van 45,6 naar 44,8, maar thans blijkt het alweer te stijgen tot
45. Met andere woorden, na vijf jaar onder de huidige coalitie is er dus
helemaal niets veranderd.

De vraag is natuurlijk waar het geld dan wel naartoe is. Het is duidelijk
dat intussen de daling van de intrestlasten 2,2% was over deze
periode. Er was wel degelijk een gelegenheid om de belastingdruk de
voorbije vijf jaar te verlagen, maar dat is niet gebeurd. Op het vlak van
arbeid is er een zeer klein verschil tussen 2004 en 2000, in die zin dat
het cijfer van 26,9 in 2000 lichtjes steeg tot 26,5 in 2004. We spreken
over 0,4% van het bruto binnenlands product sinds het jaar 2000
waarmee de heffingen op arbeid gedaald zijn. 0,4% op vijf jaar tijd!
Globaal is de belastingdruk dus op hetzelfde niveau gebleven. De
daling van de intrestlasten, ter waarde van 2,2% van het bruto
binnenlands product, werd helemaal niet aangewend om de
belastingdruk te verlagen. In het verslag van de Hoge Raad voor
Financiën wordt nochtans uitdrukkelijk bepaald dat de daling van de
intrestlasten hiervoor moet worden aangewend, maar dat gebeurt
helemaal niet.

Wij stellen vast dat de regering helemaal faalt op het vlak van de
verlaging van de belastingdruk. Dat was nochtans een groot
speerpunt van zeker de liberale fracties van de coalitie. We kunnen
slechts een 0 op 10 geven. Een status-quo van de belastingdruk
betekent dat onze positie als land met de derde hoogste belastingdruk
van de hele OESO onveranderd blijft. De bronzen medaille op het vlak
van belastingdruk blijft ons toegekend worden.

Ik begrijp dat de minister het deze week heel druk heeft met het
organiseren van een betoging voor de uitbreiding van Brussel, maar ik
had toch graag dat hij hieraan enkele ogenblikken aandacht besteedt.
07.02 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je puis me rallier au plaidoyer de
M. Devlies.

Nous avons déjà discuté, au sein
de cette commission, de la
question de savoir si 2004 est une
année charnière. La Banque
nationale s'est à présent
prononcée à ce sujet: les recettes
fiscales et parafiscales
représentent 45% du PIB en 2004,
ce qui signifie une augmentation
de 0,2% par rapport à 2003 et
nous ramène au niveau de 2000.
La réduction des charges d'intérêt
de 2,2% constituait toutefois
l'occasion de diminuer la pression
fiscale. Les prélèvements sur le
travail n'ont cependant été réduits
que de 0,4% en cinq ans. Selon le
Conseil supérieur des finances, la
baisse des taux d'intérêt doit être
mise à profit pour alléger les
charges, ce qui n'est pas le cas.
Le gouvernement essuie un échec
en ce qui concerne la diminution
de la pression fiscale, pourtant
l'une des priorités des groupes
libéraux. Notre pays occupe
toujours la troisième place des
pays de l'OCDE connaissant la
pression fiscale la plus élevée.

Le ministre est évidemment très
occupé par la préparation d'une
manifestation pour l'élargissement
de Bruxelles, mais je demande
également son attention pour ce
problème.
07.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, volgens de
OESO was er in 2003 een echte daling van de fiscale druk. Het was
zo gezegd en ik bevestig dat. De commentaar van de OESO is klaar
en duidelijk. 2002 was een ander verhaal. Er was dus een duidelijke
daling in 2003.

Ik zal allereerst trachten wat meer verduidelijking te geven over de
cijfers die de heer Devlies aanhaalt, zodat duidelijk zal blijken dat de
regering haar belofte van een gestage daling van de fiscale en
parafiscale druk op arbeid en zelfs in het totaal wel degelijk
waarmaakt en dit ook in 2004. Ik voel mij genoodzaakt nogmaals de
07.03 Didier Reynders, ministre:
Selon l'OCDE, l'année 2003 a été
marquée par une diminution de la
pression fiscale. Le gouvernement
a honoré son engagement,
également en 2004.

La contribution complémentaire de
crise de 3% instaurée par le
gouvernement Dehaene est
totalement supprimée depuis 1999
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
inspanningen van de regering op dit vlak te herhalen. Sinds 1999
werd de door de regering-Dehaene ingevoerde aanvullende
crisisbelasting van 3% volledig afgeschaft. Sinds 1999 zijn de
jarenlang niet-geïndexeerde belastingschalen opnieuw geïndexeerd
en integraal in de bedrijfsvoorheffing verrekend. Dat is nieuw. Het
werd voorheen niet in de bedrijfsvoorheffing verrekend.

Er is dus geen crisisbelasting meer, wat 3% minder betekent voor de
belastingplichtige, en er is de herindexering. Dat betekent dus een
zeer groot bedrag voor de belastingplichtige. Dat is een feit en dat lag
gevoelig bij de mensen. Drie procent minder inzake belastingen is
toch belangrijk.

De fiscale hervorming werd integraal uitgevoerd volgens de kalender,
die CD&V in het Parlement ook mee heeft goedgekeurd. In totaal gaat
het om een gecumuleerde verlaging van de personenbelasting met
maar liefst 6 miljard euro in vijf jaar. Dat is bijna 2,5% van het bbp en
dan heb ik het nog niet eens over de verlaging van de
socialezekerheidsbijdragen. Er waren in dat verband ook enkele
operaties. Ook de Nationale Bank maakte melding van die
inspanningen van de regering.

In 2004 is de belastingdruk op arbeid immers verder afgenomen tot
26,7%, komende van 27,2% in 2003 en 27,7% in 2002. Dat is dus een
vermindering van 1% in twee jaar tijd. Waar komt dan de stijging
vandaan van de belastingdruk waarover de heer Devlies het heeft?
De studie van de Nationale Bank is zeer duidelijk. Er komen 310
miljoen euro extra inkomsten uit de strijd tegen de fiscale fraude. De
Nationale Bank houdt ook rekening met de opbrengst uit de EBA, de
eenmalig bevrijdende aangifte, die, zoals u weet, tot nu toe 497,9
miljoen euro heeft opgebracht. Deze maatregelen zien als een
verhoging van de fiscale druk, zoals de heer Devlies doet, is uiteraard
onvolledig en zelfs onjuist. Samen gaat het om 0,3% van het bbp.
Indien men ­ los van de natuurlijke tendens tot verhoging van de
fiscale druk, indien geen maatregelen zouden worden genomen ­ de
cijfers van de Nationale Bank correct interpreteert, komt men niet tot
een stijging van de totale fiscale druk met 0,2% maar wel een daling
met 0,1%.

Moeten wij stoppen met elke strijd tegen fiscale fraude om geen
verhoging van de fiscale druk te krijgen? Dat heeft geen zin. Het
betreft hier de betaling van een achterstand. Het gaat om bedragen
die niet betaald werden de vorige jaren. Dankzij een nieuwe strijd
tegen de fiscale fraude is het mogelijk om nieuwe ontvangsten te
genereren. Het is zeer verrassend om te horen dat het hier zou gaan
om een verhoging van de fiscale druk.

Bovendien heb ik het dan nog niet over de positieve afgeleide effecten
­ dat werd ook gezegd door de gouverneur van de Nationale Bank ­
van de eenmalig bevrijdende aangifte: meer vastgoedinvesteringen,
sterk groeiende BTW-ontvangsten of de toename van de roerende
voorheffing, ondanks de nog steeds dalende rentevoeten. Deze
positieve consumptie-effecten afschilderen als een verhoging van de
fiscale druk, strookt uiteraard niet met de waarheid. Het toont enkel
aan dat de EBA niet louter een eenmalige maatregel was, doch een
maatregel met structureel positieve gevolgen voor de Belgische
economie en voor de ontvangsten van de Staat.
et les barèmes fiscaux sont de
nouveau indexés. La réforme
fiscale a été réalisée
intégralement. Il s'agit d'une
réduction cumulée de l'impôt des
personnes physiques de 6
milliards d'euros en cinq ans, ce
qui représente près de 2,5% du
PIB. La Banque nationale signale
aussi que les charges salariales
ont baissé d'un pour cent en deux
ans.

La Banque nationale est très
explicite à propos de
l'augmentation de la pression
fiscale évoquée par M. Devlies : la
lutte contre la fraude fiscale a
rapporté 310 millions d'euros et
les recettes de la DLU s'élèvent à
497,9 millions d'euros, ce qui
représente au total 0,3% du PIB.
Si l'on ne les considère pas
comme une augmentation de la
pression fiscale, il n'est plus
question d'une hausse de 0,2%
mais bien d'une baisse de 0,1%.
Ne serait-il pas inconcevable de
suspendre la lutte contre la fraude
fiscale pour éviter que la pression
fiscale augmente?

Par ailleurs, la DLU produit des
effets positifs dérivés qu'on ne
peut présenter comme une
aggravation de la pression fiscale.
Cela prouve seulement que la
DLU a des effets structurels
positifs pour l'économie et pour les
recettes de l'État. On ne peut
qualifier de hausse de la pression
fiscale une hausse du précompte
mobilier à la suite du rapatriement
de capitaux.

Les 482 millions d'euros de la
baisse des impôts sont réellement
et totalement perceptibles en
2004. En effet, il ne s'agit pas
seulement de près de 170 millions
d'euros en précompte
professionnel dont l'effet est
accentué par l'indexation des
barèmes, mais aussi
d'enrôlements d'exercices
d'imposition antérieurs.

Les recettes provenant de l'impôt
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ik geef een voorbeeld, mijnheer de voorzitter. De heren Bogaert en
Devlies kunnen zeggen dat het een verhoging van de fiscale druk
betreft, maar in januari 2005 was er een verhoging van de roerende
voorheffing met 41%. Gaat het hier om een zeer forse verhoging van
de fiscale druk? Nee, het gaat om steeds meer gerepatrieerde
bedragen: 5,7 miljard euro. Is dit een verhoging van de fiscale druk?
U kunt dat beweren, maar het heeft geen zin. Ik heb echter geen
problemen met de redenering van de heren Devlies en Bogaert.

Ik verwijs ook, wat de vraag van de heer Bogaert betreft, naar mijn
antwoord aan de heer Devlies over hetzelfde onderwerp.

Overigens zit er ook een redeneerfout in de berekening van de heer
Bogaert. De 482 miljoen euro verlaging van de belastingen dankzij de
hervorming van de personenbelasting, is wel degelijk volledig
voelbaar in 2004. Het klopt dat daarvan circa 170 miljoen euro
voelbaar is in de bedrijfsvoorheffing. Overigens wordt dat effect in de
bedrijfsvoorheffing nog geaccentueerd door de verrekening van de
indexering van de belastingschalen, in totaal voor 415 miljoen euro. Ik
verwijs naar de begrotingsdocumenten. De rest van het door de BNB
genoemde bedrag werd reeds in 2004 uitbetaald aan de
belastingplichtigen, aangezien het de inkohieringen van eerdere
aanslagjaren betreft.

De juiste berekening van de belastinghervorming is dus de volgende.
Bedrijfsvoorheffing: 167 miljoen euro, inkohieringen: 315 miljoen euro.
Indexering van de belastingschalen in de bedrijfsvoorheffing: 415
miljoen euro, inkohieringen: 126 miljoen euro. Dat betekent dat de
personenbelastingen in 2004 daalden met meer dan 1 miljard euro,
om precies te zijn 1 miljard 23 miljoen euro. Misschien is dat niet
genoeg ­ ik ken die kritiek ­, maar het is toch een correcte inspanning
van de regering en de meerderheid.

Ook het verwijt van de verhoging van de belastingen is op zijn minst
onvolledig. Ten eerste kunt u mij niet verwijten dat de lokale besturen,
waaronder heel wat CD&V-mandatarissen, de belastingen verhogen.
Ten tweede, de maatregel om een BV in te stellen op bepaalde
uitkeringen is tevens een verlaging van de te betalen belasting in de
toekomst.

Zelfs indien de onvolledige redenering van de heer Bogaert toch zou
worden gevolgd, blijft er wel degelijk een daling van de
personenbelastingen in 2004 over van 723 miljoen euro. Ten opzichte
van de genoemde 1,23 miljard euro is dat een vermindering met meer
dan 300 miljoen, volgens de berekeningen van de heer Bogaert. Dat
is bijna 0,3% van het bbp.

Ik ben bereid om met de heren Bogaert en Devlies een andere,
nieuwe hervorming door te voeren van nieuwe belastingverlagingen.
Tot nu toe was het niet zo gemakkelijk om dat te doen. Ik heb echter
ook de heer Van Rompuy gehoord, die verklaarde dat het voor de
begroting gevaarlijk is om zo'n belangrijke hervorming door te voeren.

Ondanks dat is er ten eerste toch een daling van de
personenbelastingen. Er is ook een evenwicht in de begroting sinds
vijf jaar. Er is een forse daling van de schuldratio.

Ten slotte is er ook ­ dat is de commentaar van de gouverneur van
des personnes physiques ont
diminué de plus d'un milliard
d'euros. L'on ne peut pas
reprocher au ministre que les
administrations locales, dont de
nombreux mandataires
appartiennent au CD&V,
augmentent les impôts. La mesure
visant à prélever un précompte
professionnel sur certaines
allocations revient à diminuer les
impôts qui devront être payés à
l'avenir.

L'impôt des personnes physiques
a donc diminué, le budget est en
équilibre, le taux d'endettement a
été abaissé et la croissance
économique est plus importante
que dans les pays voisins.
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
de Nationale Bank ­ een betere economische groei in 2004 in België
in vergelijking met andere landen van de Europese Unie. De redenen
daarvan zijn onder andere een fiscale hervorming in 2001. De
gouverneur van de Nationale Bank heeft dat zo gezegd. U moet altijd
alle gegevens van de Nationale Bank in acht nemen. Het was zeer
klaar en duidelijk. De gouverneur van de Nationale Bank heeft gezegd
dat er twee redenen zijn die zo'n economische groei verklaren: ten
eerste een evenwicht in de begroting en ten tweede een fiscale
hervorming.

Daarbij is er misschien ook een effect van de eenmalige bevrijdende
aangifte. Ik denk dat het een zeer goede evaluatie vanuit de Nationale
Bank was, met een correcte berekening van de verlaging van de
fiscale druk.

De voorzitter: Mijnheer Devlies, bent u overtuigd?
07.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben overtuigd
dat de minister de zaken zeer selectief bekijkt en leest. Ook uit de
rapporten van de Nationale Bank pikt hij hier en daar een aantal
punten op, die wat gunstig zijn voor de regering, maar alle andere
elementen worden gewoon van tafel geveegd.

De minister klampt zich vast aan 2003. Hoe vaak heeft hij dit herhaald
in deze commissie? In 2003 is er een kleine daling geweest van de
belastingdruk, nadat er de jaren voordien een stijging was geweest. U
bent toch al vijf jaar aan het bewind. Nu is er een stijging en u bevindt
zich opnieuw op het niveau van aan het begin van de rit. Ik meen dat
dit duidelijk is.

U hebt het over een daling van de personenbelasting. Er is geen
betwisting over dat principe, maar de manier waarop dat wordt
uitgevoerd, met de ingebouwde vertragingen en de inkohieringen
waarlangs dat moet gebeuren, is een andere zaak. Daarnaast doet u
aan overcompensatie met allerlei vormen van nieuwe belastingen
waardoor de globale belastingdruk stijgt. Wat met de ene hand wordt
gegeven, wordt met de andere hand meer dan teruggenomen, en u
gaat verder op die weg. Het clicketsysteem voorziet ook in belangrijke
belastingverhogingen voor het jaar 2005. Daarmee bent u weer volop
bezig. Ik verwijs ook naar de ecotaks en alle andere heffingen die u
hebt ingevoerd. U hebt in feite een massa nieuwe belastingen
ingevoerd. Die groep van belastingen zijn blijkbaar hoger dan de
verminderingen die u doorvoert in de personenbelasting. Dat is het feit
en dat wordt trouwens met zoveel woorden gezegd in het rapport van
de Nationale Bank.

De Nationale Bank vindt het een goed punt dat men lastenverlagingen
doorvoert voor de werknemers in de bedrijven, maar als dat wordt
teruggenomen door een stijging van de inflatie, die het gevolg is van
de inflatie aan belastingen die deze regering doorvoert, dan komt men
natuurlijk in een perverse situatie terecht waarin bedrijven de lonen
moeten aanpassen aan de inflatie, die het gevolg is van nieuwe
belastingen die door de regering worden gevestigd. Dit wordt ook
vermeld in het rapport van de Nationale Bank.

De minister spreekt over een evenwicht op de begroting, maar hij doet
zelfs niet de moeite om de cijfers uit het rapport van de Nationale
Bank te weerleggen waaruit blijkt dat de federale overheid heeft
07.04 Carl Devlies (CD&V): Il
semble que le ministre fasse
preuve de sélectivité, même en ce
qui concerne les rapports de la
Banque nationale. Le rapport
précise en effet que la diminution
de l'impôt des personnes
physiques est largement
compensée par l'instauration de
nouveaux impôts. Le rapport fait
par ailleurs état d'un déficit
budgétaire de 1,6 milliards
d'euros. Les autorités locales
présentent, elles aussi,
un
déséquilibre structurel, voire un
déficit. Le rapport comporte
nombre d'avertissements et de
suggestions de réformes
structurelles que le ministre ignore
tout simplement.

J'en conclus que la pression
fiscale a bien augmenté, que le
gouvernement ne réalise pas ses
objectifs et que ce dossier
constitue dès lors pour le
gouvernement une menace plus
importante que celui de Bruxelles-
Hal-Vilvorde.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
afgesloten met een tekort van 1,6 miljard euro voor het jaar 2004. Dat
staat in het rapport van de Nationale Bank. Als u wilt, kunnen we
aantonen op welke pagina dat staat.

Dankzij de lokale besturen kon u, wat de globale overheid betreft, een
evenwicht creëren, weliswaar geen structureel evenwicht, maar een
evenwicht in de cijfers. Structureel hebt u een tekort van 0,5% op de
globale overheid. Dit blijkt uit het rapport van de Nationale Bank. Ik
vermoed dat u daar overgekeken heeft bij de lezing. Bovendien,
mijnheer de minister, hebt u, wat de lokale besturen betreft, het
percentage van de inhouding opgetrokken tot 7% in 2004 waardoor u
zichzelf opnieuw een extra krediet verschafte in 2004 en uw
liquiditeitspositie verbeterde. Deze bedragen zullen opnieuw
buitengaan, maar tijdelijk verbeterden zij uw liquiditeitsproblemen
toch.

Kortom, het rapport van de Nationale Bank staat vol waarschuwingen
voor de toekomst. Het is dringend nodig een aantal structurele
ingrepen te doen. Minister Vande Lanotte heeft een paar weken
geleden alweer een publicatie uitgebracht. Dat is al de derde keer. De
eerste was van zijn hand samen met toenmalig minister
Vandenbroucke. De tweede maal publiceerde de heer
Vandenbroucke in zijn eentje en daarna was opnieuw minister Vande
Lanotte aan de beurt. Dit is een duidelijk signaal dat een aantal
maatregelen noodzakelijk zijn. Willen we de toekomst vrijwaren,
moeten dringend maatregelen worden genomen.

Mijnheer de minister, ik kan slechts concluderen dat de fiscale druk
opnieuw gestegen is en dat de regering haar objectieven niet haalt.
Bovendien verslechtert het volledige kader. Dit is een bedreiging voor
de regering, misschien zelfs groter dan die van BHV, maar waarover
men wellicht liever niet spreekt. De moeilijke financiële en fiscale
situatie moet immers verbloemd worden!
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sluit me
aan bij de repliek van collega Devlies. Ik dring erop aan dat u de
minister oproept wat meer respect op te brengen voor de
commissieleden en niet langer te antwoorden zoals hij zopas heeft
gegeven, te verstrekken.

Ik verwijs specifiek naar tabel 29 uit het rapport van de Nationale
Bank waar heel expliciet de fiscale en parafiscale ontvangsten jaar
per jaar vanaf 2000 tot 2004 afgedrukt staan. In 2000 bedroegen de
fiscale en parafiscale ontvangsten 45%. Dit cijfer steeg tot 45,2% en
daarna tot 45,6%, waarna het daalde tot 44,8% om dan opnieuw te
stijgen tot 45,0%. Mijnheer de minister, dit betekent dat u, wat betreft
de fiscale en parafiscale ontvangsten, in 2004 hetzelfde cijfer haalt als
in 2000!

Wat is uw verweer ten opzichte van onze vragen? U haalt er een
element uit, bijvoorbeeld de crisisbelasting. Ik heb opgezocht hoeveel
miljoen crisisbelasting u hebt afgeschaft.

Voor 2004 gaat het over 43 miljoen euro. Dat staat in de
begrotingsdocumenten. U zult zeggen dat dat interessant is. Ik vind
het ook interessant. Tegelijkertijd voert u echter een ecotaks op
drankverpakkingen in. Die staat in uw begroting voor 150 miljoen
euro. U haalt via die ecotaks drie keer meer op dan via de
07.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Le ministre devrait apprendre à
respecter les faits. Le tableau 29
du rapport nous apprend que la
pression fiscale était la même en
2000 et en 2004, à savoir 45%. Le
tableau 30 montre un solde de 226
millions d'euros, auquel
s'ajouteront les reports pour 2005
et 2006.

Le déficit de 1,6 milliard, malgré
une pression fiscale élevée et une
croissance économique positive
est une autre réalité. Le fait est
que ce gouvernement fait du
surplace depuis cinq ans.
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
crisisbelasting.

Er ontstaan oeverloze discussies wanneer de ene er bepaalde
voorbeelden uitlicht en de andere dat weer met andere doet. Ik besef
dat heel goed. Wij hebben die hier reeds vaak gehad. Er is dus een
instantie nodig, namelijk de Nationale Bank, die op het einde meet of
de belastingdruk is toegenomen of niet en of de parafiscale
ontvangsten zijn toegenomen of niet.

Ik citeer opnieuw uit tabel 29. In 2000 was het 45,0, in 2004 is het
45,0. Wij besluiten in alle objectiviteit dat er dezelfde belastingdruk is
als in het begin van de legislatuur. U moet zich niet verstoppen achter
tijdelijke verhogingen of verlagingen.

Ik verwijs naar tabel 30. De Nationale Bank van België plot daar de
belangrijkste fiscale en parafiscale maatregelen uit en maakt zelf de
rekening. U pikt er bepaalde maatregelen uit. De Nationale Bank
daarentegen is objectief. Die pikt er uit wat positief is, die pikt er uit
wat negatief is en die maakt op het einde het saldo. Het saldo zegt dat
het 226 miljoen euro is of 0,1% van het bruto binnenlands product.
Mijnheer de minister, dat zijn feiten. Dat zijn onweerlegbare feiten.

Daar komt natuurlijk het uitstel van belasting van die ingecalculeerde
daling bij. Wij kunnen alleen vaststellen dat er hier een tabel werd
voorgelegd in het Parlement tot en met inkomstenjaar 2004 en dat op
het vlak van inkomstenjaar 2005 en 2006 geen beslissing genomen
was. De regering heeft beslist dat de belastingverlaging voor
inkomstenjaar 2005 twee jaar uitgesteld zal worden. Ik heb een vraag
gesteld aan minister Vande Lanotte en wellicht zal ook de
belastingverlaging voor het inkomstenjaar 2006 twee jaar uitgesteld
worden.

Het tekort op de federale begroting bedraagt 1,6 miljard euro. U blijft
communiceren en liegen tegen de publieke opinie ­ als ik mij dat
woord één keer mag veroorloven ­ dat er een evenwicht is. Er is een
tekort van 1,6 miljard euro op de federale begroting. Dat zijn de feiten,
die terug te vinden zijn in het jaarverslag van de Nationale Bank. Er is
een tekort van 1,6 miljard euro.

Mijnheer de minister, ik vat het samen. U slaagt erin om met de derde
hoogste belastingdruk van de hele OESO en met een economische
groei van 2,7% toch nog 1,6 miljard euro te kort te komen op de
federale begroting. Il faut le faire. Ik moet u werkelijk feliciteren.

Wat is de kern van de zaak, voorzitter? Dat is dat onze
werkgelegenheidsgraad nog altijd op hetzelfde niveau staat als in
1999 en dat u op dat vlak geen enkele doorbraak kunt boeken. Ons
standpunt is heel duidelijk. Wij moeten de deelstaten op een veel
grotere manier dan tot nu toe het geval was, betrekken in het sociaal-
economisch beleid. Uw beleid, dat erop gericht is alles federaal te
blijven regelen, zorgt voor dezelfde werkgelegenheidsgraad als in
1999. Daardoor blijft de belastingdruk op hetzelfde niveau en blijft ook
de begroting onveranderd. Eigenlijk zit u sinds vijf jaar in een status-
quo.

De CD&V/N-VA vindt dat die status-quo moet worden doorbroken en
dat er veel meer bevoegdheden naar de deelstaten moeten, ook op
het vlak van tewerkstellingsbeleid en werkloosheidsuitkeringen. Dat is
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
het enige wat de situatie eventueel nog kan rechtzetten.

De voorzitter: U moet niet beginnen met iets dat u deze namiddag
nog gaat vertellen. U moet de zaken niet mengen. Ik laat u uitspreken
maar normaal zou dit een interpellatie moeten zijn en geen vraag. Op
dat moment heeft u veel meer tijd want nu gaat u in tegen het
Reglement. U bent in elk geval buiten uw tijdsbestek gegaan. Deze
namiddag komen we bovendien nog terug op het begrotingsdeficit.
Le président: La question de
l'éventuel déficit budgétaire est
inscrite à l'ordre du jour de cet
après-midi. M. Bogaert a par
ailleurs largement dépassé son
temps de parole.
07.06 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, twee dingen.
Eerst en vooral, de berekening van een tekort of een surplus gebeurt
al vele jaren op dezelfde manier. Ook de heer Dehaene hanteerde
deze berekening. Nu plots stelt men vast dat er op federaal vlak een
verschil bestaat. Op Europees vlak bestaan deze regels al een hele
tijd en dus ook in België. Een tekort van 13% in 1981 of 7% in 1992
kwam altijd tot stand met dezelfde berekening.

Ik kan ook een ander voorbeeld geven. Tot nu toe heeft België een
begroting in evenwicht terwijl veel andere landen een tekort hebben
van meer dan 3%. Dit is blijkbaar nog niet genoeg voor CD&V/N-VA.
Ik neem hiervan akte.

Ten tweede, volgens de heren Devlies en Bogaert betekent de 500
miljoen euro aan ontvangsten uit de EBA een verhoging van de fiscale
druk. Ik heb daarop geen ander antwoord.
07.06 Didier Reynders, ministre:
Le calcul d'un déficit ou d'un
excédent se fait de la même
manière depuis de nombreuses
années. Cette méthode était déjà
utilisée par M. Dehaene. Or, on
constate à présent subitement qu'il
existe une différence au niveau
fédéral. Ces mêmes règles
d'appliquent depuis tout un temps
déjà au niveau européen.

Jusqu'à ce jour, la Belgique
connaît un équilibre budgétaire,
alors que de nombreux autres
pays affichent un déficit de plus de
3%. Cela n'est manifestement pas
encore suffisant aux yeux du
CD&V/N-VA.

MM. Devlies et Bogaert estiment
que les 500 millions d'euros de
recettes de la DLU constituent une
augmentation de la pression
fiscale. Je n'ai rien à ajouter à ce
sujet.
De voorzitter: Mijnheer Devlies, u gaat duidelijk buiten uw tijdsbestek.
07.07 Carl Devlies (CD&V): Ja, maar ik mag nog even antwoorden
op de minister.

Ik zal niet meer antwoorden op zijn eerste opmerking want dat is
voldoende duidelijk. Ik denk dat alle collega's dat goed begrijpen.

Het tweede punt is onjuist. In het rapport van de Nationale Bank wordt
enkel melding gemaakt van een bedrag van 200 miljoen euro en geen
500 miljoen euro. 200 miljoen euro is minder dan 0,1% van het BBP.
Zelfs als men de redenering van de minister volgt en die 200 miljoen
euro in rekening brengt dan zit men nog altijd met een belangrijke
stijging van de fiscale druk.
07.07 Carl Devlies (CD&V): Le
rapport de la Banque nationale
mentionne un montant de 200
millions d'euros et non pas de 500
millions d'euros, ce qui ne
correspond qu'à 1 du PIB.
L'augmentation de la pression
fiscale est toujours importante.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Eric Massin au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "les connexions
informatiques de l'administration des Douanes et Accises" (n° 5650)
08 Vraag van de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
informaticaverbindingen van de Administratie der douane en accijnzen" (nr. 5650)
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
08.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, je serai le plus bref possible.

L'administration des Douanes et Accises doit avoir accès aux
données du registre national des personnes physiques afin de pouvoir
assurer le suivi des contribuables et, plus particulièrement, le suivi
des dossiers de contentieux, et ce aux fins de perception de l'impôt.

Toutefois, les services de l'administration des Douanes et Accises ne
bénéficient évidemment pas d'un accès direct au registre national; ils
consultent donc le registre des personnes physiques via
l'administration des Contributions directes.

Il semblerait que la liaison informatique entre les deux administrations
ait été coupée pendant plusieurs mois. Cette situation - et je le
précise bien -, si cette information est exacte, a mis à mal la bonne
poursuite des missions de l'administration des Douanes et Accises.
En effet, sans connexion informatique, les services des Douanes et
Accises doivent solliciter, par courrier, les administrations
communales, ce qui alourdit fortement le travail non seulement de
l'administration des Douanes et Accises, mais aussi celui de
l'administration communale.

Monsieur le ministre, pourriez-vous me préciser si cette information
est exacte, qu'il y a bien eu coupure de cette liaison informatique? S'il
y a eu coupure, quelles sont les causes matérielles de ce
dysfonctionnement? Enfin, ne faudrait-il pas envisager un autre type
de procédure afin qu'à l'avenir, ce genre de problème ne se
reproduise pas?
08.01 Eric Massin (PS): Bevestigt
de minister dat de
informaticaverbinding tussen de
administratie der directe
belastingen en de administratie
der accijnzen, waarlangs accijnzen
toegang heeft tot het rijksregister,
gedurende verscheidene maanden
onderbroken was? Zo ja, wat zijn
daarvan de oorzaken? Moet niet
aan een andere werkwijze worden
gedacht om dergelijke disfuncties
te vermijden?
08.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur Massin, je ne sais pas
d'où provient l'information. Le système informatique de
l'administration des Douanes et Accises n'a jamais éprouvé aucune
difficulté importante, dans le cas de la liaison avec le système
informatique de l'administration des Contributions directes pour la
consultation du registre des personnes physiques. La cause du
problème est peut-être liée à ceci: aujourd'hui, on ne parle plus de
liaison informatique étant donné que, depuis le 2 octobre 2004, les
applications et les bases de données des deux administrations ne se
trouvent plus que sur un seul système informatique. J'espère donc
que certains agents ne tentent plus d'avoir accès à un système qui
n'existe plus! De là vient peut-être l'idée de la coupure. Tout se trouve
aujourd'hui sur un seul système informatique. Je vais évidemment
retransmettre l'information au cas où un agent passerait sa journée à
tenter d'accéder à un service séparé qui a été regroupé depuis le 2
octobre 2004. L'information a peut-être mal circulé.
08.02 Minister Didier Reynders:
Sinds 2 oktober 2004 bestaat de
informaticaverbinding niet meer en
werken beide diensten op
eenzelfde systeem. Ik hoop dat
sommige ambtenaren niet
proberen tot een onbestaand
systeem toegang te krijgen.
(Glimlachjes) Ik zal de diensten
daar nogmaals op wijzen.
08.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de
votre réponse. Je tiens à vous rassurer tout de suite: cela ne venait
pas d'un agent de votre administration. Je pense que le système
unique est effectivement la meilleure solution. Si l'information vous est
également parvenue, une nouvelle circulaire serait peut-être une
bonne chose.
08.03 Eric Massin (PS): Het is
goed dat er nu één
informaticasysteem is en het lijkt
me aangewezen een en ander in
een circulaire te verduidelijken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
09 Question de Mme Colette Burgeon au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le
service de créances alimentaires" (n° 5712)
09 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over
"de dienst alimentatievorderingen" (nr. 5712)
09.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je suis très
heureuse que vous ayez accepté de prolonger quelque peu votre
présence ici ce matin afin de répondre à ma question et je vous en
remercie.

Au mois de novembre dernier, je vous interrogeais - mais c'était M.
Jamart qui avait répondu en votre nom - sur le bilan de l'activité du
Service des créances alimentaires prévu pour la fin de l'année et
l'absence de moyens inscrits dans le budget 2005.

A l'époque, vous aviez annoncé que la commission d'évaluation du
Service des créances alimentaires qui devait être constituée par la
prise d'un arrêté royal ne l'était pas encore. C'est donc votre
administration qui s'est chargée de rédiger le rapport prévu par la loi;
rapport que vous avez présenté longuement devant une commission
du Sénat au mois de janvier 2005.

Dans votre réponse, vous aviez également déclaré que le
gouvernement prendrait, courant 2005, ses responsabilités par
rapport à la mise en place d'un système d'avances aux créanciers
d'aliments.

Mes questions sont les suivantes:
- Le rapport présenté au Sénat est-il définitif?
- Quelle est la date prévue pour la présentation de ce rapport en
commission des Finances de la Chambre?
- Où en êtes-vous dans la mise sur pied de la commission
d'évaluation?
- Quel bilan tirez-vous, sur la base de ce rapport, du fonctionnement
du Service des créances alimentaires jusqu'à ce jour en matière de
recouvrement?
- Il était prévu d'évaluer le coût du système d'avances sur la base de
ce rapport. Cette évaluation a-t-elle eu lieu? Quelles sont les
propositions que vous formulerez dans le cadre du contrôle
budgétaire d'avril 2005?
09.01 Colette Burgeon (PS): In
november heeft de heer Jamart
me in uw plaats een antwoord
verstrekt over het
activiteitenverslag van de dienst
alimentatievorderingen dat tegen
het einde van het jaar diende te
worden opgesteld. Hij ging ook
nader in op het feit dat in de
begroting 2005 hiervoor geen
middelen zijn ingeschreven.
Omdat de evaluatiecommissie van
de dienst alimentatievorderingen
nog niet was opgericht, werd het
verslag dat u in januari 2005 in de
Senaat heeft voorgesteld, door uw
administratie opgesteld. In uw
antwoord verklaarde u nog dat de
regering in 2005 werk zou maken
van het stelsel om voorschotten
aan de schuldeisers van
onderhoudsgelden uit te betalen.

Heeft u in de Senaat de definitieve
versie van het verslag
voorgesteld? Wanneer zal u het
aan de Kamercommissie
Financiën voorstellen? Hoever
staat het met de
evaluatiecommissie? Wat is de
stand van zaken in verband met
de werking van de dienst
alimentatievorderingen? Heeft u
het kostenplaatje van het systeem
met voorschotten reeds laten
berekenen? Welke voorstellen zal
u in het kader van de
begrotingscontrole van april 2005
indienen?
09.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je tenterai
aussi d'être bref.

Madame Burgeon, le rapport d'activité du Service des créances
alimentaires, pour la période du 1
er
juin 2004 au 31 décembre 2004,
que j'avais présenté en commission des Finances du Sénat, est
définitif et la commission d'évaluation du Service des créances
alimentaires, qui se réunira dans l'avenir, aura pour but d'analyser le
fonctionnement du service pour la période commençant au 1
er
janvier
2005, même si elle repartira aussi des données antérieures.

En ce qui concerne la mise en place de cette commission, le projet
d'arrêté royal est rédigé; il a été envoyé au ministre du Budget. J'ai
09.02 Minister Didier Reynders:
Het activiteitenverslag van de
dienst alimentatievorderingen voor
de periode van 1 juni tot 31
december 2004 is definitief. De
evaluatiecommissie zal zich over
de werkzaamheden vanaf 1
januari 2005 buigen. Het koninklijk
besluit tot oprichting van die
commissie werd aan de minister
van Begroting overgezonden en er
werden hem ook al een aantal
herinneringen gestuurd.
02/03/2005
CRIV 51
COM 516
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
déjà rappelé à plusieurs reprises à mon collègue que je souhaitais
obtenir son accord sur ce projet pour pouvoir démarrer.

Sur les 2.230 dossiers introduits à ce jour par les créanciers
alimentaires, plus de 600 dossiers ont déjà nécessité une
récupération forcée et ont été envoyés dans les bureaux des
Domaines pour recouvrement. Ces débiteurs ont d'abord été mis en
demeure de payer les sommes dues et ont, en plus, reçu un dernier
avis de paiement avant poursuite. Des enquêtes de solvabilité
approfondies en fonction des banques de données fiscales ont été
rédigées et certaines mesures d'exécution ont déjà été signifiées,
mais aucune statistique, à ce jour, n'est en notre possession sur le
résultat de ces opérations.

Par contre, sur base du rapport sur le fonctionnement du Service,
nous avons déjà des résultats précis sur le nombre de dossiers - vous
les retrouverez dans le rapport -, sur le profil des créanciers et des
débiteurs d'aliments et sur les montants mensuels des pensions
alimentaires.

Comme je l'ai dit en commission du Sénat, je suis tout à fait ouvert,
en préparation du contrôle budgétaire ou au-delà, à entendre les
propositions qui seront formulées en ce qui concerne la
problématique des avances. En effet, je fais aussi en ce domaine
diverses consultations, car il n'y a pas qu'en un domaine que l'on
consulte des formations politiques ou des parlementaires. Il existe
d'autres débats sur lesquels il faudra se prononcer. En d'autres
termes, quel sera le montant réellement retenu pour les avances mais
surtout quelles seront les conditions d'octroi? En consultant mes
collègues, tant au gouvernement qu'au parlement, je constate qu'un
débat est ouvert sur le fait de savoir si l'on maintient un système
d'avances universelles - ce qui avait été imaginé - ou si l'on fixe des
conditions à l'octroi de ces avances.

Monsieur le président, que ce soit ici ou en commission du Sénat, je
reste ouvert et je pense que ce débat devrait avoir lieu plutôt que de
se cacher derrière un vote qui a sans doute été unanime à un
moment donné, mais qui, manifestement, l'est beaucoup moins
aujourd'hui, où j'entends beaucoup parler de conditions à fixer pour
octroyer les avances. Je reste disponible pour mener ce débat.

Van 2.230 ingediende dossiers,
was voor meer dan 600 een
gedwongen invordering nodig. Die
dossiers werden daartoe aan de
dienst Domeinen overgezonden.
Er werd een aantal
solvabiliteitsonderzoeken verricht
en er werden verscheidene
uitvoeringsmaatregelen genomen.
Er zijn geen statistieken
voorhanden.

In het verslag vindt u meer details.
Ik sta open voor voorstellen
betreffende het bedrag van de
voorschotten en er is een debat
over de toekenningsvoorwaarden
nodig, want de eensgezindheid
daarover is minder groot dan op
het ogenblik van de stemming.
09.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, quand le projet
d'arrêté royal a-t-il été envoyé au ministre du Budget?
09.03 Colette Burgeon (PS):
Wanneer werd het ontwerp van
koninklijk besluit naar de minister
van Begroting verzonden?
09.04 Didier Reynders, ministre: Il y a un certain temps! Je lui envoie
des rappels mais je n'ai pas pour habitude, comme cela se fait
souvent, d'incriminer systématiquement mon collègue du Budget. Il
fait son métier en bloquant ou en retardant un certain nombre de
dossiers car c'est son rôle. Ici, je crois savoir que le retard est
excessif par rapport au contenu de l'arrêté et je me suis donc permis
de lui rappeler qu'il serait utile de prendre rapidement une décision.
09.04 Minister Didier Reynders:
Al een tijdje geleden en ik heb
hem nogmaals gevraagd zo snel
mogelijk een beslissing te nemen.
09.05 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie.
09.05 Colette Burgeon (PS): Ik
dank u.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 516
02/03/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Het incident is gesloten.

Le président: Nous reprenons cet après-midi à 14.30 heures avec le ministre Vande Lanotte et nous en
aurons pour 1.15 heures. Donc, le ministre Reynders pourrait revenir ici vers 16 heures, si cela lui convient.

La réunion publique de commission est levée à 11.43 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.43 uur.