CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 509
CRIV 51 COM 509
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mardi
dinsdag
22-02-2005
22-02-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
suppression des paiements à domicile des
allocations aux personnes handicapées" (n° 5334)
1
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
afschaffing van de betalingen ten huize van de
tegemoetkomingen aan personen met een
handicap" (nr. 5334)
1
Orateurs: Greet van Gool, Gisèle Mandaila
Malamba,
secrétaire d''Etat aux Familles et
aux Personnes handicapés
Sprekers: Greet van Gool, Gisèle Mandaila
Malamba,
staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap
Question de Mme Greta D'hondt à la secrétaire
d'Etat aux Familles et aux Personnes
handicapées, adjointe au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "Le Prix de
l'Amour" (n° 5538)
3
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
staatssecretaris voor het Gezin en Personen met
een handicap, toegevoegd aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de Prijs
van de Liefde" (nr. 5538)
3
Orateurs: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba,
secrétaire d''Etat aux Familles et
aux Personnes handicapés, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi, Thierry Giet,
président du groupe PS
Sprekers: Greta D'hondt, Gisèle Mandaila
Malamba,
staatssecretaris voor het Gezin en
Personen met een handicap, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk, Thierry Giet,
voorzitter van de PS-fractie
Question de Mme Annelies Storms à la ministre
de l'Emploi sur "des tests de dépistage du SIDA
imposés à des travailleurs homosexuels"
(n° 5438)
7
Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de
minister van Werk over "AIDS-testen opgelegd
aan homoseksuele werknemers" (nr. 5438)
7
Orateurs: Annelies Storms, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Annelies Storms, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greet van Gool à la ministre de
l'Emploi sur "l'inquiétude au sein du secteur
automobile" (n° 5532)
8
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Werk over "de ongerustheid in de
automobielsector" (nr. 5532)
8
Orateurs: Greet van Gool, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Greet van Gool, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur
"la suppression du statut d'ouvrier proposée par
M. Stevaert et le statut unique" (n° 5619)
10
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van
Werk over "de afschaffing van het
arbeidersstatuut voorgesteld door de
heer Stevaert en het eenheidsstatuut" (nr. 5619)
10
- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur
"le statut unique" (n° 5620)
10
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van
Werk over "het eenheidsstatuut" (nr. 5620)
10
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur
"ses déclarations sur le chômage temporaire des
employés" (n° 5634)
10
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van
Werk over "de uitspraken over de tijdelijke
werkloosheid voor bedienden" (nr. 5634)
10
Orateurs: Guy D'haeseleer, Greta D'hondt,
Freya Van den Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Guy D'haeseleer, Greta D'hondt,
Freya Van den Bossche
, minister van Werk
Question de M. Benoît Drèze à la ministre de
l'Emploi sur "les conséquences de la réforme des
carrières à l'égard des agents ALE" (n° 5556)
16
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Werk over "de gevolgen van de hervorming
van de loopbanen ten aanzien van de PWA-ers"
(nr. 5556)
16
Orateurs: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, ministre de l'Emploi
Sprekers: Benoît Drèze, Freya Van den
Bossche
, minister van Werk
Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de
l'Emploi sur "l'application de la loi Renault chez
Fabelta, à Ninove" (n° 5631)
17
Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de
minister van Werk over "de toepassing van de
wet-Renault bij Fabelta-Ninove" (nr. 5631)
17
Orateurs: Greta D'hondt, Freya Van den
Sprekers: Greta D'hondt, Freya Van den
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Bossche, ministre de l'Emploi
Bossche, minister van Werk
Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des
chances sur "les missions respectives du Conseil
de l'égalité des chances entre hommes et
femmes et de l'Institut pour l'égalité des femmes
et des hommes" (n° 5472)
19
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de
minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de respectievelijke opdrachten van de Raad
voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen en
van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen
en mannen" (nr. 5472)
19
Orateurs: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Nahima Lanjri, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MARDI
22
FÉVRIER
2005
Après-midi
______
van
DINSDAG
22
FEBRUARI
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.02 uur door de heer Hans Bonte, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.02 heures par M. Hans Bonte, président.
01 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de afschaffing
van de betalingen ten huize van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap" (nr. 5334)
01 Question de Mme Greet van Gool à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la suppression des paiements à
domicile des allocations aux personnes handicapées" (n° 5334)
01.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, er worden
al een aantal jaren inspanningen geleverd om het aantal betalingen
ten huize van sociale uitkeringen te verminderen. De premier heeft
eind 2003 nog aangekondigd dat de tegemoetkoming aan personen
met een handicap vanaf 2004 in principe nog alleen door middel van
een overschrijving zou worden uitbetaald. Slechts in uitzonderlijke
gevallen zou er nog een betaling gebeuren door de postbode.

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van eind vorig jaar, hebt u
meegedeeld dat het aantal betalingen per postassignatie in 2004 is
gedaald van 80.269 in januari tot 55.657 in december. Dat is een
belangrijke daling, maar het aantal blijft nog steeds vrij groot. In feite
blijkt uit uw antwoord dat, hoewel de betaling inderdaad in principe
moet gebeuren met een overschrijving op een financiële rekening, er
ook voor de nieuwe gerechtigden nog via postassignatie wordt
betaald als de betrokkene op het aanvraagformulier geen
bankrekening heeft vermeld.

Graag vernam ik van de staatssecretaris of er in dit aantal van 55.657
een onderscheid kan worden gemaakt tussen gerechtigden die voor 1
januari 2004 een tegemoetkoming kregen en de nieuwe gerechtigden.
Kan er voor die nieuwe gerechtigden geen meer actieve procedure
worden uitgewerkt om de betaling per overschrijving te laten
gebeuren?
01.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): L'objectif est de faire
procéder davantage au paiement
des allocations pour les personnes
handicapées au moyen de
virements et moins par le biais
d'assignations postales. L'an
dernier, la secrétaire d'Etat avait
indiqué en réponse à ma question
écrite que le nombre de paiements
par assignation postale avait
effectivement diminué.

Malgré cette diminution, le nombre
de paiements par assignation
postale reste toutefois assez
élevé. Il est automatiquement
procédé au paiement sous cette
forme lorsque aucun numéro de
compte bancaire n'est
communiqué.

Quel est, parmi les 55.657
personnes handicapées qui
reçoivent toujours leur allocation
par assignation postale, le nombre
de bénéficiaires de longue date et
de nouveaux ayants droit? Ne
pourrait-on pas mettre sur pied
une procédure plus active de sorte
que le paiement soit réalisé par
virement pour ces nouveaux
bénéficiaires?
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'Etat: J'ai l'honneur de
vous informer que la campagne menée en 2004 à l'initiative du
gouvernement, vis-à-vis des bénéficiaires des allocations aux
personnes handicapées, pour assurer la sécurité des postiers, a
répondu aux attentes.

42% des personnes ayant reçu un courrier leur proposant de verser
les montants de leurs allocations sur un compte bancaire plutôt que
par assignation postale, ont répondu. 1% des personnes a manifesté
le souhait de continuer à percevoir leurs allocations par assignation
postale. En décembre 1994, il y avait encore effectivement 5.657
personnes qui percevaient leurs allocations par assignation postale.
01.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: De
campagne die we in 2004 gevoerd
hebben om de veiligheid van de
postmannen te verzekeren heeft
haar vruchten afgeworpen. 42
percent van de gecontacteerde
personen waren bereid hun
uitkering op hun bankrekening te
laten storten.

Op de eerste vraag van het geachte lid moet ik helaas antwoorden
dat het onmogelijk is een onderscheid te maken tussen de personen
die een uitkering hebben ontvangen vóór 1 januari 2004, en de
nieuwe rechthebbenden. Om dat onderscheid te kunnen maken, moet
de dienst Informatica een programma uitwerken dat het
rijksregisternummer van de rechthebbenden kan vergelijken voor de
verschillende perioden. De directie-generaal Personen met een
handicap beschikt echter niet over een dergelijk programma.
Il est malheureusement impossible
de faire la distinction entre les
personnes handicapées qui
reçoivent leur allocation par
assignation postale depuis des
années, d'une part, et les
nouveaux bénéficiaires qui sont
payés par cette voie de l'autre, car
nous ne disposons pas des
applications informatiques qui
nous permettraient de faire cette
distinction.
En réponse à votre seconde question, nous sommes bien d'accord
pour considérer que payer sur un compte bancaire plutôt que par
assignation postale, répond à un objectif de sécurité pour les
personnes handicapées. Plusieurs études ont démontré que c'est
pendant la période de paiement des allocations que les personnes
handicapées, de même que les personnes âgées, subissent le plus
de maltraitances. Aussi, j'ai proposé au gouvernement qu'une
nouvelle campagne soit lancée sous forme d'une lettre demandant
aux personnes handicapées de communiquer un numéro de compte
bancaire. Si cette lettre n'est plus rédigée sous une forme d'option à
choisir par la personne handicapée, elle s'intitule clairement
"paiement des virements des allocations sur compte bancaire". Cette
lettre sera envoyée dès demain, le 23 février, aux 54.528 personnes
qui n'ont pas explicitement demandé le paiement de leurs allocations
par assignation.
Betaling via storting op de
bankrekening in plaats van per
postassignatie is uiteraard een
veel veiliger betalingswijze voor
gehandicapten. Morgen, 23
februari, zal aan de 54.528
personen die niet uitdrukkelijk om
betaling per postassignatie
gevraagd hebben, een brief
gestuurd worden over de storting
van de tegemoetkomingen op de
bankrekening.
Voorts zal een aanvraagformulier voor een tegemoetkoming de
vermelding "bankrekeningnummer" bevatten. De mogelijkheid tot
betaling via postassignatie zal niet langer worden vermeld. Alleen
wanneer het bankrekeningnummer niet wordt genoteerd, zal de
tegemoetkoming via postassignatie worden uitbetaald.
Sur les formulaires de demande,
les demandeurs sont priés
d'indiquer leur numéro de compte.
La possibilité de paiement par
assignation postale n'est plus
proposée. Toutefois, si aucun
numéro de compte n'est
mentionné, le paiement est encore
effectué par assignation postale.
01.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris voor haar antwoord.

Eigenlijk zijn er twee problemen. Er zijn de personen die momenteel
nog een tegemoetkoming krijgen als persoon met een handicap, die
per postassignatie wordt betaald. Vaak ontvangen ze die
01.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je conçois qu'il soit
impossible de faire la distinction
entre les anciens et les nouveaux
bénéficiaires payés par
assignation postale. Cela sera-t-il
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
tegemoetkoming al jaren. Er moet inderdaad een campagne worden
gevoerd voor hen opdat ze alsnog de overstap zouden doen van
postassignatie naar bankrekening. Daarom was mijn vraag of u er
enig idee van hebt of het gros van die 55.000 mensen al lange tijd een
tegemoetkoming krijgt dan wel of het ook om een vrij groot aantal
nieuwe gerechtigden gaat. Dat was de bedoeling van mijn vraag naar
dat onderscheid. Ik begrijp dat u dat onderscheid niet kunt maken.

Naast de campagne voor bestaande gerechtigden, meen ik dat er
misschien toch eens zou kunnen worden nagedacht over een wat
meer actieve procedure voor de nieuwe gerechtigden. Naar ik uit uw
antwoord begrijp, wordt voortaan op het aanvraagformulier naar een
bankrekeningnummer gevraagd, maar er wordt niet vermeld dat men
automatisch zal betalen via postassignatie. Er bestaat ook nog altijd
de mogelijkheid om tijdens het onderzoek opnieuw een brief te
schrijven of wat meer proactief op te treden, omdat alleen een
vermelding op een aanvraagformulier misschien niet altijd voldoende
is of ook niet altijd wordt begrepen. Wanneer tijdens het onderzoek
een formulier wordt opgestuurd met een overzicht van de
uitbetalingsmogelijkheden en de vraag om het bankrekeningnummer
te vermelden, zou dat ertoe kunnen leiden dat men gemakkelijker de
stap naar betaling via bankrekening kan zetten.

Op dat punt blijf ik een beetje met een vraag zitten.

Ik weet ook niet of het de bedoeling is om een onderscheid te maken
tussen de nieuwe gerechtigden en de gerechtigden die al vóór de
nieuwe procedures, dus vóór 1 januari 2004, een tegemoetkoming
kregen.
possible à l'avenir?

Il conviendrait d'organiser une
campagne à l'attention des
personnes payées depuis déjà des
années par assignation postale,
afin de leur déconseiller cette
option.

Quant aux nouveaux bénéficiaires,
une intervention proactive est
souhaitée. Si, au cours de
l'enquête menée après la
demande, il s'avère qu'aucun
numéro de compte n'a été
communiqué, cette demande
pourrait être reformulée dans un
nouveau courrier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een
handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de Prijs van de
Liefde" (nr. 5538)
02 Question de Mme Greta D'hondt à la secrétaire d'Etat aux Familles et aux Personnes handicapées,
adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "Le Prix de l'Amour" (n° 5538)
02.01 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, hoewel
Valentijn dit jaar alweer achter de rug is, kom ik even op een thema
waarrond in het Parlement de voorbije jaren al heel wat te doen is
geweest, terecht, meen ik, namelijk de prijs die gehandicapten
moeten betalen voor de liefde. Dat is de betekenis van mijn titel: "De
prijs van de liefde."

Gehandicapten die de moed hadden een relatie aan te gaan en die te
bevestigen door een huwelijk aan te gaan of door het gaan
samenwonen, werden voor die keuze zwaar afgestraft. Er werd
immers een sterke vermindering van hun inkomen van kracht.
Gelukkig heeft de wetgever, door de zeer vele en aangehouden acties
van de gehandicaptenorganisaties, daar intussen al wat aan gedaan,
maar de maatregel blijft beperkt tot de zwaarst gehandicapten.

Het is dus niet onterecht, meen ik, dat de KVG, toch veruit de grootste
vereniging voor gehandicapten, de voorbije weken opnieuw op straat
gekomen is en de stem verheven heeft om te zeggen dat
lichtgehandicapten ­ dat zijn vooral mensen die zich nog ietwat
02.01 Greta D'hondt (CD&V):
Les personnes avec un handicap
qui cohabitent sont désavantagées
financièrement. Le législateur a
répondu aux exigences de
diverses organisations et a mis un
terme à cette discrimination, mais
uniquement pour les personnes
gravement handicapées.

L'association chrétienne des
invalides et handicapés (ACIH) a
mené à juste titre des actions au
cours des dernières semaines.
Les personnes légèrement
handicapées, qui travaillent
souvent dans des ateliers
protégés, font toujours l'objet
d'une sérieuse discrimination
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
gemakkelijk aan de samenleving kunnen aanpassen, mensen die
dikwijls tewerkgesteld zijn in beschutte werkplaatsen en die nog het
meest in aanmerking komen om contacten te leggen en een relatie op
te bouwen ­ nog altijd die zeer zware prijs betalen voor hun keuze om
te trouwen of duurzaam te gaan samenwonen.

Vandaar mijn vraag, mevrouw de minister. Parijs en Rome zijn
inderdaad niet op een dag gebouwd. Wij zijn begonnen, waarschijnlijk
niet ten onrechte, met het wegwerken van de afstraffing van de liefde
voor de zwaarst gehandicapten, maar misschien is nu toch het
moment gekomen om de volgende stap te doen en ook
lichtgehandicapte personen een kans te geven volwaardig te
participeren aan de samenleving en te kiezen voor een relatie zonder
dat ze daarvoor financieel afgestraft worden.

Ik wil van u vernemen, mevrouw de staatssecretaris, of onze
gehandicapten mogen vooruitzien, eventueel naar aanleiding van een
of ander overschot op de enorm rekbare begroting of naar aanleiding
van een begrotingscontrole of naar aanleiding van de opmaak van de
volgende begroting, naar betere tijden. Mogen zij erop rekenen dat ze
dit jaar voor het laatst voor hun keuze voor een duurzame relatie
afgestraft worden?
lorsqu'elles veulent se marier ou
cohabiter.

N'est-il pas grand temps de faire
un nouveau pas en avant en
mettant également un terme à la
réduction des revenus des
handicapés légers qui cohabitent?

02.02 Gisèle Mandaila Malamba, secrétaire d'Etat: Monsieur le
président, madame D'hondt, sur le plan des principes, je partage
votre point de vue: il faut stimuler l'emploi des personnes handicapées
pour des raisons financières puisque, si elles travaillent, elles ne
bénéficient plus d'allocations de remplacement des revenus, mais
surtout pour des motifs humains et sociaux.

Vivre des allocations équivaut à vivre dans une certaine précarité. Un
pouvoir public ne peut se contenter de maintenir les personnes
handicapées dans l'isolement et l'exclusion. Rien ne s'oppose à ce
que bon nombre de personnes handicapées puissent apporter leur
force de travail et leur contribution personnelle à notre société.
02.02 Staatssecretaris Gisèle
Mandaila Malamba: Men moet de
tewerkstelling van gehandicapten
stimuleren, niet enkel om
financiële redenen, maar ook uit
humane en sociale overwegingen.
Binnenkort dien ik bij het Parlement voorstellen in om de
werkgelegenheid van personen met een handicap te bevorderen. Dat
is een van onze grote bekommernissen. In dat verband heb ik de
minister van Werkgelegenheid gevraagd snel overleg te plegen over
de oprichting van het speciale fonds, waarvan sprake is in het
interprofessioneel akkoord om de werkgelegenheid van gehandicapte
personen te stimuleren.
Je déposerai prochainement des
projets de loi pour stimuler
l'embauche de handicapés. C'est
une préoccupation majeure. Je
demanderai à la ministre de
l'Emploi de créer un fonds spécial,
dont il est d'ailleurs question dans
l'accord interprofessionnel.
Le prix de l'amour vise à assurer une forme de décumul entre la
personne handicapée qui bénéficie d'une allocation et son conjoint ou
son partenaire qui a un revenu imposable. L'abattement de 1.487,36
a été sensiblement relevé par les gouvernements précédents pour les
bénéficiaires d'une allocation d'intégration des catégories 3, 4 et 5.
Les abattements sont également, depuis juillet 2003, liés à
l'indexation des prix. Actuellement, l'abattement est donc de
18.056,59 pour les bénéficiaires des allocations d'intégration des
catégories 3, 4 et 5. De plus, les revenus dépassant ces montants ne
sont déduits de l'allocation que pour moitié, tandis que pour les
bénéficiaires des catégories 1 et 2, les personnes ayant l'autonomie la
plus grande, l'abattement se limite à 1.656,15. Cette différence est
essentiellement motivée par des raisons budgétaires.
De bedoeling van de Prijs van de
Liefde is te zorgen voor een vorm
van decumulatie van de
tegemoetkoming van de persoon
met een handicap en het
belastbare inkomen van zijn
echtgenoot of partner. De aftrek
bedraagt momenteel 18.056,59
euro voor
integratietegemoetkomingstrekker
s van de categorieën 3, 4 en 5.
Inkomsten die hoger liggen dan
die bedragen, worden slechts voor
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
de helft van de tegemoetkoming
afgetrokken. Gehandicapten van
de categorie 1 of 2, die
zelfredzamer zijn, hebben slechts
recht op een aftrek van 1.656,15
euro. Dat onderscheid wordt in de
eerste plaats gemaakt om
budgettaire redenen.
Als de maximale vrijstelling zou worden toegepast op de categorieën
1 en 2 zijn dit de gevolgen.

- Pour ceux de la catégorie 1 (il y aurait environ 4.800 nouveaux
allocataires), cela augmenterait l'allocation de 1.410 allocataires.
L'impact budgétaire est estimé à 42.540,00.
- Pour ceux de la catégorie 2 (il y aurait environ 8.700 nouveaux
allocataires), cela représente une augmentation de 2.570 allocataires.
L'impact budgétaire est estimé à 77.460,00.

Au total, cela représente une augmentation de budget de 120 millions
d'euros. Il s'agit d'un montant considérable. Le gouvernement est
conscient de cette problématique. Ma volonté est bien entendu de
pouvoir étendre les bénéfices de la mesure aux catégories 1 et 2
mais vous comprendrez aisément que cela ne pourra pas se faire
rapidement étant donné les marges budgétaires qu'il convient de
dégager.

Ik deel het standpunt van het geachte lid dat die ongelijke
behandeling niet eeuwig kan worden aangehouden. Het is niet omdat
een gehandicapte persoon leeft met een partner dat hij of zij geen
kosten meer heeft die verbonden zijn aan zijn of haar beperkte
zelfredzaamheid.
Si l'exonération maximale devait
être appliquée aux catégories 1 et
2, les conséquences seraient les
suivantes.

De consequenties voor de
begroting worden geraamd op
42.540 euro voor de nieuwe
begunstigden van categorie 1, en
op 77.460 euro voor die van
categorie 2.

In totaal moet het budget met 120
miljoen euro worden opgetrokken.
Zodra dat budgettair haalbaar is,
wil ik de maatregel uitbreiden tot
de categorieën 1 en 2.

Je pense comme Mme D'hondt
que l'inégalité de traitement ne
peut être maintenue plus
longtemps. Ce n'est pas parce
qu'un handicapé cohabite avec un
partenaire qu'il n'a plus à assumer
de frais en raison de son
autonomie limitée.
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de staatssecretaris, ik zou
mij heel erg kunnen verheugen over uw antwoord, omdat u het
blijkbaar met het principe eens bent. Maar ik moet toch twee zaken
zeggen. Ten eerste, de weg naar de hel is met goede voornemens
geplaveid. Ten tweede, zoals ik vorige week gezegd heb naar
aanleiding van het boek van de voorzitter van de sp.a, Steve Stevaert,
het geloof zonder de werken is dood.

Het zijn natuurlijk enkel de resultaten die tellen voor de mensen. Ik
ben er mij heel goed van bewust, mevrouw de staatssecretaris, dat
120 miljoen euro geen niemendal is en dat het misschien in fases zal
moeten gebeuren. Hoe dan ook verheug ik mij erover dat u onze
analyse deelt. U verwijst naar het interprofessioneel akkoord en naar
de inspanning ­ dat is zeer goed ­ die u zult leveren met de cel die
werkt aan tewerkstelling voor personen met een handicap.

Natuurlijk, er is een averechts effect. Het zijn precies de
lichtgehandicapten, mensen die in aanmerking komen voor een
tewerkstelling, van wie de inspanning om te integreren op de
arbeidsmarkt in het inkomen afgestraft wordt. Dan zijn wij eigenlijk
water naar de zee aan het dragen. Enerzijds, geven wij geld uit aan
tewerkstellingsmaatregelen en leveren wij inspanningen om die
02.03 Greta D'hondt (CD&V): Je
me réjouis de ce que la secrétaire
d'Etat soit d'accord avec moi sur le
principe. Dans le cadre de l'accord
interprofessionnel, des efforts ont
également été promis en faveur
des personnes handicapées mais
il ne sert à rien de prendre des
mesures favorables à l'emploi si
l'on pénalise simultanément les
handicapés qui trouvent un travail
en réduisant leurs revenus. Si une
marge est dégagée lors du
prochain contrôle budgétaire, nous
ne manquerons pas de vous
rappeler ce dossier.

22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
mensen te motiveren te gaan werken. Anderzijds, op het ogenblik dat
zij dat doen en hun inkomen ietwat stijgt door inkomen uit eigen
arbeid, wordt dat verhaald op hun uitkering. Dat is het perverse van
de hele zaak.

Toch ben ik al tevreden, mevrouw de staatssecretaris, dat u zegt: ik
zal de problematiek blijven volgen. Ook wij zullen daarop blijven
aandringen. Op het ogenblik dat er budgettaire ruimte komt, wanneer
die gezocht moet worden bij de begrotingscontrole of wanneer de
begroting voor 2006 wordt opgemaakt, zullen wij u en de hele
regering daar zeer graag aan herinneren, mevrouw de
staatssecretaris. Zo niet worden er maatregelen genomen die haaks
staan op het terechte beleid van activering van personen met een
lichte handicap.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega's, er is een zestal vragen aan de orde voor de
minister van Werk. De minister is op dit moment echter vragen aan
het beantwoorden in de commissie voor het Bedrijfsleven maar zij
heeft zich sterk gemaakt dat zij hier om 14.30 uur zal zijn. Dat
betekent dat ik de vergadering tot die tijd zal schorsen.
Le président: Nous en avons
terminé avec les questions
adressées à la secrétaire d'Etat.
Nous attendons quelques instants
l'arrivée de la ministre de l'Emploi
qui répond en ce moment à des
questions dans une autre
commission.
De vergadering wordt geschorst om 14.20 uur. Ze wordt hervat om 14.54 uur.
La séance est suspendue à 14.20 heures. Elle est reprise à 14.54 heures.

Je crois qu'il y avait à l'ordre du jour une question de M. Giet sur les prépensions au sein de Cockerill-
ARCELOR.
02.04 Freya Van den Bossche, ministre: Monsieur le président,
quelqu'un m'avait communiqué que cette question avait été retirée de
l'agenda.
02.04 Minister Freya Van den
Bossche: Ik dacht dat die vraag
van de agenda was geschrapt.
02.05 Thierry Giet (PS): Monsieur le président, si Mme la ministre
estime qu'elle donnera une réponse plus concrète et plus complète la
semaine prochaine, je n'ai aucun problème. Il ne me sert à rien de
recevoir une réponse non charpentée.
02.06 Freya Van den Bossche, ministre: Je n'ai pas de garantie que
ma réponse sera plus concrète dans une semaine: il s'agit d'un
dossier hypercomplexe. Nous sommes occupés d'examiner comment
agir compte tenu de la législation actuelle et, apparemment, elle n'est
pas suffisante. Cela signifie qu'on devrait peut-être modifier des lois,
des arrêtés royaux. L'administration est occupée à étudier le
problème et je ne sais pas si je pourrai vous en dire beaucoup plus
dans une, deux ou trois semaines, ou même plus tard. C'est tout ce
que je puis dire.
02.06 Minister Freya Van den
Bossche: Wij onderzoeken het
probleem. De huidige wetgeving
volstaat blijkbaar niet.
02.07 Thierry Giet (PS): Si le président n'y voit pas d'inconvénient,
on pourrait reporter une nouvelle fois la question à la semaine
prochaine, ce qui vous permettrait de réviser la situation.
Le président: Pour moi, tout est possible si vous êtes d'accord tous les deux.
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
03 Vraag van mevrouw Annelies Storms aan de minister van Werk over "AIDS-testen opgelegd aan
homoseksuele werknemers" (nr. 5438)
03 Question de Mme Annelies Storms à la ministre de l'Emploi sur "des tests de dépistage du SIDA
imposés à des travailleurs homosexuels" (n° 5438)
03.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw
de minister, een paar weken geleden werd mijn aandacht getrokken
door een artikel in de krant waarin een werknemer zijn beklag deed
over het feit dat hij bij de definitieve indiensttreding bij het betreffende
bedrijf werd onderworpen aan een aids-test. Het bedrijf zelf zegt dat
dit in onderlinge overeenstemming is gebeurd. Het is niet mijn
bevoegdheid om te oordelen of deze informatie klopt. Het doet bij mij
echter wel een aantal vragen rijzen over de toelaatbaarheid van aids-
testen, zowel bij de aanwerving als op de werkvloer zelf. Ik heb
hierover vier specifieke vragen, mevrouw de minister.

Ten eerste, is een seropositieve sollicitant verplicht om bij zijn
sollicitatie zijn HIV-besmetting kenbaar te maken aan zijn mogelijke
nieuwe werkgever? Ten tweede, kan een werkgever een
homoseksuele werknemer of zelfs een niet-homoseksuele werknemer
verplichten om een aids-test te ondergaan bij de aanwerving? Ten
derde, kan een werkgever een werknemer tijdens de duur van zijn
arbeidsovereenkomst verplichten tot een aids-test? Ten vierde, kan
de seropositiviteit van een werknemer een gegronde reden tot ontslag
vormen?
03.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Un journal a récemment
publié l'histoire d'un employé
contraint à se soumettre au test de
dépistage du SIDA lors de son
entrée en service définitive.

Un postulant séropositif est-il
obligé de faire part de son état lors
d'un entretien d'embauche?
L'employeur peut-il contraindre un
postulant homosexuel à se
soumettre à un test de dépistage
du SIDA? Un employé peut-il y
être obligé au cours de sa
carrière? La séropositivité peut-
elle être une cause de
licenciement?

03.02 Minister Freya Van den Bossche: Het antwoord is neen. De
wet van 28 januari 2003 betreffende medische onderzoeken verbiedt
dat biologische tests, medische onderzoeken of mondelinge
informatie en opvragingen gebeuren met het oog op het verkrijgen
van medische informatie over de gezondheidstoestand of
stamboominformatie van een werknemer of sollicitant. Die test kan
alleen gebeuren om de geschiktheid van de werknemer voor een
betrekking na te gaan en om redenen die te maken hebben met
specifieke kenmerken van die betrekking, maar niet meer dan dat. De
wet sluit zelfs expliciet voorspellend genetisch onderzoek en een aids-
test uit. De werknemer kan zijn werkgever dus niet verplichten een
aids-test te ondergaan.

Bovendien is het strijdig met de wet van 25 februari 2003 ter
bestrijding van discriminatie, aangezien er een directe discriminatie
bestaat in het verschil van behandeling dat gebaseerd zou zijn op de
seksuele geaardheid van de betrokken man.

Seropositiviteit kan ook geen gegronde reden vormen voor ontslag
van een werknemer: een werknemer kan niet ontslagen worden louter
omdat hij seropositief is, want dan is er sprake van directe
discriminatie. Als de werknemer toch om die reden ontslagen wordt,
kan hij een vergoeding eisen wegens onrechtmatige verbreking van
de arbeidsovereenkomst.

Op uw vraag of een seropositieve sollicitant verplicht is om bij zijn
sollicitatie zijn hiv-besmetting kenbaar te maken antwoord ik opnieuw
neen.

Samengevat kan worden gesteld dat een hiv-besmetting op zich geen
beletsel kan vormen om een job uit te oefenen zoals het hoort en
bijgevolg is er geen enkele redenen waarom men zijn potentiële
03.02 Freya Van den Bossche,
ministre: La loi du 28 janvier 2003
relative à l'examen médical interdit
les tests visant à obtenir des
informations médicales en général
et interdit explicitement les tests
de dépistage du SIDA.
L'employeur peut imposer un test
lorsque le résultat de celui-ci
permet d'évaluer les aptitudes à
un emploi spécifique.

Contraindre un employé
homosexuel à se soumettre à un
test de dépistage du SIDA en
raison de sa nature est également
contraire à la loi du 25 février 2003
relative à la discrimination, tout
comme licencier quelqu'un en
raison de sa séropositivité.

Le postulant n'est pas tenu de
révéler sa séropositivité. Au
moment de l'entrée en service,
seule l'aptitude actuelle, et non
future, peut intervenir, à moins
qu'un emploi déterminé puisse
entraîner un risque pour la santé
du travailleur. Dans le secteur de
la sécurité, de l'alimentation et des
soins de santé, les travailleurs
séropositifs sont soumis à une
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
werkgever op de hoogte zou moeten brengen. Natuurlijk is het zo dat
voor personen die een veiligheidsfunctie uitoefenen, een functie met
verhoogde waakzaamheid, een activiteit met een bepaald risico of
een activiteit verbonden met voedingswaren, het KB van 28 mei 2003
bepaalt dat die personen aan gezondheidstoezicht zijn onderworpen.
Als de arbeidsgeneesheer in het kader van het toezicht vaststelt dat
iemand niet langer geschikt zou zijn om een bepaalde functie uit te
oefenen, niet zozeer omwille van het ziektebeeld maar omwille van
bepaalde symptomen die zouden kunnen vertoond worden, kan
iemand wel arbeidsongeschikt worden verklaard. Maar dat is
natuurlijk iets helemaal anders.

In de arbeidsgeneeskunde wordt ervan uitgegaan dat werken
toegestaan is voor iedereen die op het ogenblik van het onderzoek
geschikt is om de functie uit te oefenen en daarvoor wordt de huidige
geschiktheid in rekening gebracht, niet de toekomstige geschiktheid.
Een arbeidsgeneesheer mag en moet die toekomstige geschiktheid
enkel in aanmerking nemen als er een risico is voor de gezondheid
van de betrokkene om een bepaalde taak uit te oefenen. Indien dat
niet zo is, mag hij dat niet doen. Zelfs dan is het nog de taak van de
arbeidsgeneesheer om adviezen te geven om de arbeidstaak en
werkomstandigheden van de betrokkene aan te passen, zodat hij kan
tewerkgesteld blijven eerder dan een oplossing te zoeken daarbuiten.

Ik wil er u ook graag op wijzen dat het Europees Hof van Justitie op 4
oktober 2001 recht heeft gesproken inzake een geschil betreffende de
ontslagprocedure wegens zwangerschap. Dat is weliswaar niet
hetzelfde, maar is toch relevant.

Het Hof oordeelde dat ontslag van een werkneemster wegens
zwangerschap niet toegestaan is, ook niet wanneer zo iemand niet
geïnformeerd heeft over het bestaan van de zwangerschap, ook al
wist zij dat ze zwanger was. Met andere woorden, met een kleine
vorm van analogie, zou je daaruit kunnen afleiden dat ook een
seropositieve sollicitant niet verplicht is om zijn toestand mee te delen
tijdens een sollicitatiegesprek.
surveillance sanitaire. En vertu de
l'arrêté royal du 28 mai 2003, la
séropositivité peut certes
constituer un motif d'incapacité de
travail.

Un précédent peut être créé par la
décision de la Cour de justice
européenne du 4 octobre 2001
interdisant le licenciement pour
cause de grossesse, même si la
travailleuse n'a pas révélé sa
grossesse au moment de sa
candidature.
03.03 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, ik dank u
voor uw duidelijk antwoord. De vergelijking tussen zwangerschap en
aids vind ik wel heel treffend in uw positie, maar het was ook die
rechtspraak waaraan ik dacht toen ik de vraag opstelde. Ik ben blij dat
u bevestigt dat er een vergelijking kan doorgetrokken worden en dat
men niet kan verplicht worden om het mee te delen en dat de
werkgever het bovendien niet mag vragen.
03.03 Annelies Storms (sp.a-
spirit): Un candidat séropositif
n'est donc pas obligé d'en faire
mention et l'employeur ne peut
poser de questions à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Werk over "de ongerustheid in de
automobielsector" (nr. 5532)
04 Question de Mme Greet van Gool à la ministre de l'Emploi sur "l'inquiétude au sein du secteur
automobile" (n° 5532)
04.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, de
afgelopen dagen verschenen er in de media verschillende berichten
waarin de Belgische autoconstructeurs waarschuwen voor nieuwe
ontslagen en maatregelen vragen om de loonkosten te verlagen. Dat
zorgt natuurlijk voor heel wat ongerustheid in de automobielsector,
04.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Les constructeurs
automobiles belges mettent en
garde contre le risque de
licenciements et réclament des
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
waar de werkzekerheid de voorbije jaren al sterk onder druk staat. De
directe aanleiding voor die signalen is de ontwikkeling in Duitsland
waar nieuwe akkoorden werden gesloten. Dat maakt de
concurrentiepositie van de Duitse fabrieken sterker en die van de
Belgische zwakker. Op termijn houdt dat het risico in dat de
werkgelegenheid in België zal dalen en dat in het slechtste geval
bedrijven zullen moeten sluiten.

Is er overleg met de automobielsector? Welke maatregelen zal de
regering nemen om de werkzekerheid in die sector te garanderen?
mesures de réduction du coût
salarial, ceci à la suite des
nouveaux accords qui viennent
d'être conclus dans le secteur
automobile en Allemagne. Vous
concertez-vous avec le secteur
automobile? Quelles mesures
comptez-vous prendre pour
garantir la sécurité de l'emploi?

04.02 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, in
Duitsland zijn er inderdaad sectorakkoorden gesloten om de
loonkosten op korte termijn te drukken. Duitsland is voorlopig nog het
enige land dat qua kosten in die sector hoger scoort dan België. Dat
dreigt te veranderen als de loonkostenmatiging succesvol is.

Er is intussen overleg geweest tussen werkgevers- en
werknemersorganisaties en een aantal ministers. Dat overleg wordt
getrokken door de Vlaamse regering, om de logische reden dat een
aantal bevoegdheden terzake geregionaliseerd is en dat de
automobielindustrie zich in Vlaanderen bevindt. In vier verschillende
werkgroepen wordt de problematiek van de loonkosten en flexibiliteit,
ondernemingskosten los van loonkosten, logistiek en innovatie
behandeld.

In de werkgroep Loonkosten en Flexibiliteit overleggen werkgevers,
werknemers en vertegenwoordigers van de federale en de Vlaamse
regering. Ik heb uiteraard ook binnen het kader van mijn
bevoegdheden aan de werkzaamheden van die werkgroep
deelgenomen. De werkgroep heeft een analyse van de problematiek
gemaakt, die in grote lijnen de analyse is die werkgevers en
werknemers gemaakt hadden, en zal een aantal aanbevelingen
lanceren. Mijns inziens wordt er best gewacht met die aanbevelingen
tot het globaal overleg is afgerond.

Ik denk dat het verstandig is om te wachten met de aanbevelingen tot
het globale overleg is afgerond. In ieder geval zullen die
aanbevelingen gaan over de loonkostenproblematiek, de lasten op
ploegenarbeid ­ voortvloeiend uit het ontwerp IPA ­, de spreiding van
arbeidsduur en de aansluiting van beschikbare arbeidsreserves. Ik
heb de indruk dat dat de vier belangrijkste pijlers zijn waarop de
adviezen zullen stoelen.

Ik zal, alvast voor mijn bevoegdheden, in de mate van het mogelijke
oplossingen zoeken met iedereen die betrokken is en ik vermoed dat
de algemene conclusies binnenkort zullen voorgelegd worden aan elk
van de ministers. Als u dat wil kan ik u ook die conclusies bezorgen.
04.02 Freya Van den Bossche,
ministre: En Allemagne, de
nouveaux accords ont été conclus
pour comprimer à court terme les
coûts salariaux. Ce sont les
ministres flamands qui « tirent » la
concertation belge entre
employeurs, travailleurs salariés et
le gouvernement pour la bonne et
simple raison que toute une série
de compétences ont été entre-
temps régionalisées et que le
secteur automobile est, par
excellence, un secteur flamand.

Le problème a été partagé entre
quatre groupes de travail : les
coûts salariaux et la flexibilité, les
coûts pour l'entreprise dissociés
des coûts salariaux, la logistique et
l'innovation. Au sein du premier
groupe de travail a eu lieu une
concertation entre employeurs,
travailleurs salariés et les
ministres flamand et fédéral. Les
participants à la concertation ont
réalisé une analyse de ce vaste
problème et lorsque cette
concertation globale sera arrivée à
son terme, des recommandations
seront formulées. Ces
recommandations auront trait aux
coûts salariaux, aux charges qui
pèsent sur le travail en équipes, à
la répartition de la durée du temps
de travail et à l'adéquation entre la
demande d'emploi et les réserves
d'emploi disponibles. Les
conclusions générales seront
soumises aux ministres
compétents et, le cas échéant, je
les présenterai également
volontiers à la commission.
04.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Bedankt voor uw antwoord,
mevrouw de minister. U sprak over het "globale overleg", ik vermoed
dat u daarmee het globale werk van de vier werkgroepen bedoelt?
04.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La ministre est consciente
du problème et s'en préoccupe, ce
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10

Ik ben in ieder geval tevreden dat u het van nabij opvolgt, want u heeft
een belangrijke rol in de werkgroep rond loonkosten en flexibiliteit. Ik
denk dat u een signaal gegeven heeft dat u er zich wel degelijk om
bekommert en dat u het van nabij wil volgen.

Het zou me zeker interesseren om op de hoogte gehouden te worden,
want het is voor heel wat Vlaamse steden van belang. Zo is er
bijvoorbeeld Antwerpen, met de vestiging van General Motors, maar
het is ook van belang voor nog andere Vlaamse steden. Het is een
sector met heel wat tewerkstelling, waarin, in de mate van het
mogelijke, de werkzekerheid zoveel mogelijk moet gegarandeerd
worden.
qui est positif. J'espère qu'elle
tiendra la commission informée de
l'évolution dans ce secteur. Le
secteur automobile génère de
nombreux emplois et il faut
s'efforcer de préserver la sécurité
d'emploi.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "de afschaffing van het arbeidersstatuut
voorgesteld door de heer Stevaert en het eenheidsstatuut" (nr. 5619)
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "het eenheidsstatuut" (nr. 5620)
- mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de uitspraken over de tijdelijke werkloosheid
voor bedienden" (nr. 5634)
05 Questions jointes de
- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur "la suppression du statut d'ouvrier proposée par
M. Stevaert et le statut unique" (n° 5619)
- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur "le statut unique" (n° 5620)
- Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "ses déclarations sur le chômage temporaire des
employés" (n° 5634)
05.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
problematiek van het eenheidsstatuut komt op geregelde tijdstippen
ter sprake in het Parlement, alsook tijdens de onderhandelingen over
de interprofessionele akkoorden. De enige vaststelling die we kunnen
maken, is dat in het dossier eigenlijk nog geen stap vooruit werd
gezet, integendeel. In het nieuwe IPA staat te lezen dat de
toenadering tussen het arbeiders- en bediendenstatuut op termijn tot
een nieuw gemeenschappelijk statuut moet leiden in het kader van
een nieuw, globaal evenwicht. De sociale partners zijn volgens hen
ook het best geplaatst om dat op een passende wijze te laten
verlopen met maatregelen die in principe op de toekomst zullen slaan.
Zij zullen zich daarbij laten bijstaan, volgens het IPA, door een door de
sociale partners paritair samengestelde commissie onder leiding van
een onafhankelijke voorzitter, die dan tegen einde 2005 een verslag
met betrekking tot een nieuw statuut zal uitwerken.

Tijdens de begrotingsbesprekingen eind vorig jaar, mevrouw de
minister, zei u zelf dat, ik citeer: "het dossier een oude discussie is die
maar niet opschiet. De sociale partners willen graag het gesprek
voeren, maar raken er niet uit en ik denk dat we allemaal moeten
beseffen dat er uiteindelijk toch een aantal knopen zullen moeten
worden doorgehakt door de politiek".

Mevrouw de minister, uw recent voorstel om eventueel tijdelijke
werkloosheid voor bedienden in te voeren en uw denkpistes met
betrekking tot de uitzendcontracten hebben opnieuw een aantal
reacties opgeleverd. De teneur van die reacties was uiteraard
eentonig negatief. De bediendenvakbonden waren onmiddellijk tegen,
05.01 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Le statut unique pour les
ouvriers et les employés figure
régulièrement à l'ordre du jour
mais aucun progrès n'est réalisé.
Aux termes du nouvel accord
interprofessionnel (AIP), les
partenaires sociaux sont les mieux
placés pour régler cette matière.
Une commission paritaire arrêtera
un rapport d'ici à la fin de 2005.
Lors des négociations
budgétaires, le ministre a admis
que ces discussions ne
progressent pas et que le monde
politique devra prendre la décision
finale.

Les syndicats ont accueilli très
négativement les propositions de
la ministre en matière de chômage
temporaire pour les employés et
les intérimaires. Ils estiment qu'il
s'agit d'un rapprochement néfaste
entre les deux statuts et se
réfèrent à l'AIP aux termes duquel
cette matière ne peut être réglée
par le politique. La proposition du
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
omdat zij hierin een negatieve toenadering zien tussen het statuut van
arbeiders en bedienden. Natuurlijk hebben zij overschot van gelijk. De
sociale partners lieten trouwens niet na ook nog eens te verwijzen
naar het IPA, waarbij nu uitdrukkelijk in de regeringstekst zou staan
dat de aangelegenheid niet mag geregeld worden door de politiek.

Tijdens het weekeinde voelde de onvermijdelijke Robert Stevaert zich
trouwens ook nog eens geroepen om met een politiek statement de
media te halen. Als reactie op uw voorstel in verband met tijdelijke
werkloosheid, dacht hij waarschijnlijk voor u niet te kunnen onderdoen
en lanceerde dan maar het idee om van alle arbeiders bedienden te
maken. Op zichzelf is dat een zeer goed idee, alleen heeft de heer
Robert Stevaert er vergeten bij te vertellen of die operatie al dan niet
gratis was voor de bedrijven.

Indien het niet zou leiden tot een stijging van de loonkosten voor de
bedrijven en de regering dus de financiële lasten zou dragen, zou dat
voor mijn part hier en vandaag onmiddellijk mogen worden
goedgekeurd. Alleen vrees ik dat dat niet het geval zou zijn. Mevrouw
de minister, ik denk dat uw voorstel noch dat van de heer Robert
Stevaert enige kans maakt of zelfs maar de zaken vooruithelpen,
integendeel. U weet zeer goed dat uw voorstel met betrekking tot
tijdelijke werkloosheid voor bedienden terecht wordt beschouwd als
een achteruitgang van het bediendenstatuut, omdat het niet kadert in
een groter geheel. Als we echt tot een oplossing willen komen, zult u
met een globaal voorstel moeten komen dat alle aspecten van het
probleem behandelt en waarbij het er zal op aankomen om een
evenwichtig compromis uit te werken.

Het beste van de twee statuten samen klutsen in één statuut, is
onhoudbaar. Ik denk dat iedereen dat weet, uzelf ook.

Toch zal het initiatief van u moeten komen, mevrouw de minister. U
hebt dat zelf gezegd. De sociale partners maken geen voortgang in
het dossier. Integendeel, ik heb zelfs de indruk dat ieder van de
sociale partners alle moeite doet om zeker geen vorderingen te
maken. Ieder van hen heeft daar zo zijn redenen voor.

Mevrouw de minister, ik had dan ook graag de volgende concrete
vragen gesteld.

Klopt het inderdaad dat in de regeringstekst een verbod ingevoerd is
dat de politiek zich met die zaak zou bemoeien?

Wat moet het verslag volgens het nieuwe IPA voor het paritair
samengesteld comité tegen eind 2005 inhouden? Gaat het om een
voorstel van eenheidsstatuut of om een zoveelste rapport of
knelpuntennota om de zaak te vertragen?

In het verleden hebben de sociale partners ook al beloofd dat zij de
zaak zouden regelen. Hoever staan de sociale partners?

Hebt u zicht op de werkzaamheden van de sociale partners?

Welke concrete voorstellen liggen er op tafel?

Over welke punten werd eventueel al een akkoord bereikt?
président du sp.a, M. Stevaert,
d'assimiler sans délai tous les
ouvriers aux employés est louable
mais pas gratuite pour les
entreprises, qui ne pourront la
supporter que si le gouvernement
en assume la charge financière.

Bref, ni la proposition de la
ministre Van den Bossche ni celle
de M. Stevaert ne font progresser
le dossier. Il faut un accord global,
un compromis équilibré. Les
partenaires sociaux ne fournissent
pas le moindre effort à cet effet,
au contraire.

La commission paritaire doit-elle
préparer une proposition de statut
unique pour la fin 2005 ou
seulement une note sur la
question? Où en sont les
partenaires sociaux? Sur quels
points existe-t-il déjà un accord?
Quelles mesures concrètes la
ministre prendra-t-elle? Quel sera
le calendrier de ces mesures? La
ministre soutient-elle la proposition
de son président de parti? Quelle
sera l'incidence du statut unique
sur les charges salariales ? Qui
supportera ces coûts?
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Bent u niet van oordeel dat het dossier al lang genoeg aansleept en
dat wij van de zijde van de sociale partners eigenlijk niet veel hoeven
te verwachten in de nabije toekomst?

Ik kom tot het volgende deel van mijn vragen. Staat u achter de
uitspraken van uw voorzitter, de heer Robert Stevaert? Zo ja, is er
reeds berekend wat de impact is van een dergelijk voorstel op de
loonkosten? Wie zal die kosten dragen? Zijn dergelijke uitspraken
zonder overleg van aard om een dossier uit het slop te halen?

Ten slotte, welke concrete maatregelen zult u als minister nemen om
dat dossier te regelen? Wat is daarvan de timing?
05.02 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, in De Morgen
van zaterdag las ik uw interview. Ik dacht eerst daarover geen vraag
te stellen. Dan kwam uw voorzitter op de proppen, en dan had ik het
toch wel wat moeilijker.

Tot een gelijkwaardig statuut ­ het begrip "eenheidsstatuut" heb ik
nooit in de mond genomen ­ komen voor iedere werknemer in ons
land, is al veel keren besproken in de Kamer.

Verscheidene collega's en ikzelf hebben in de voorbije jaren toch wel
wat initiatieven genomen om daar iets aan te doen.

Wie daarmee echt begaan is, weet, mevrouw de minister, dat het een
heel complexe materie is. In de loop van de jaren is de zwart-wit
opdeling tussen enerzijds arbeiders en anderzijds bedienden
geleidelijk vervaagd. Het is niet alleen in de praktijk dat de grenzen
tussen arbeiders en bedienden zijn vervaagd, maar ook in de realiteit
van het statuut zijn de grenzen niet meer zo rechtlijnig. In sommige
sectoren hebben de ondernemingen de verschillen steeds meer
weggegomd. Dat neemt niet weg dat toch nog een groot aantal
arbeiders op een aantal punten nog altijd een minder voordelig
statuten heeft dan de bedienden.

Ik heb mij altijd schroomvallig gehouden - ik zal dat in de toekomst
ook blijven doen - aan de afspraken die onder de sociale partners zijn
gemaakt, namelijk dat zij zelf moeten trachten om het probleem op te
lossen. Dat is ook met zoveel woorden ingeschreven in het
interprofessioneel akkoord dat de regering heeft overgenomen en
volledig zal uitvoeren. Ik heb reeds gezegd dat ik mij verheug over het
feit dat het akkoord integraal zal worden uitgevoerd. Mevrouw de
minister, ik denk dat er maar een verschil is met het voorakkoord van
de sociale partners, namelijk dat tegemoetkomend aan een
bekommernis van de socialisten, in de tekst expliciet is opgenomen
dat de politiek geen initiatieven zal nemen in het kader van de
statuten van arbeiders en bedienden. Dat er geen initiatieven mogen
worden genomen, belet niet dat er wordt nagedacht over dat proces.
Maar men moet natuurlijk wel voorzichtig zijn.

Steve Stevaert zegt dat hij de tweede klas wil afschaffen. Hij kan niet
alles eerste klas maken, want dat kost te veel. Ceci n'est pas une
pipe! Het is niet omdat u zegt dat u de tweede klas afschaft, dat het
daarom eerste klas geworden is. Dit is een beetje gratuit. Mijn vraag
is dus een vraag naar duidelijkheid naar aanleiding van uw uitspraken
om gedeeltelijke werkloosheid of werkloosheid om economische
redenen ook in te voeren voor bedienden, naast hetgeen nu reeds
05.02 Greta D'hondt (CD&V):
Ceux qui se sont réellement
intéressés au statut unique savent
bien que la matière est complexe.
Bien que les frontières entre les
deux statuts s'estompent, les
ouvriers continuent généralement
à bénéficier de moins d'avantages
que les employés. Nous
respectons le souhait des
partenaires sociaux d'y remédier.
Le gouvernement a repris le projet
d'accord interprofessionnel et
l'exécute dans son intégralité. Il
ajoute expressément que le statut
unique est une matière qui relève
de la compétence des partenaires
sociaux. Probablement sous la
pression des socialistes, le monde
politique ne prendra donc pas
d'initiative. De nombreuses idées
ont toutefois été imprudemment
lancées ces derniers temps.
L'instauration du chômage partiel
ou du chômage pour raisons
économiques pour les employés
est un thème intéressant mais il ne
faut pas le généraliser.
L'assimilation de tous les ouvriers
aux employés serait par ailleurs
impayable.

Les partenaires sociaux devraient
enregistrer des progrès plus
rapidement. S'ils ne conviennent
pas d'un calendrier concret, le
politique devra concevoir des
initiatives de fond pour combler le
fossé qui s'est creusé entre les
ouvriers et les employés,
notamment en matière de délais
de préavis.

Il est inconcevable d'affirmer que
le politique doit laisser ce point aux
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
mogelijk is in de gevallen van overmacht. Dit is een boeiend thema.
Dit zeg ik al jaren.

Ik heb in het beroepsverleden in kleinere ondernemingen dikwijls
meegemaakt dat arbeiders 14 dagen stempelden. Dan moet men
durven zich vragen te stellen. Dit veralgemenen zou natuurlijk ook niet
correct zijn. Maar als u zegt dat u de tweede klas afschaft, en dus van
alle arbeiders bedienden maakt, dan moet u ook zeggen wie dat zal
betalen. Ik stel mij dan ook de vraag of u dit niet te snel hebt gezegd
en een beetje te simpel hebt uitgedrukt.

U gaat zo voorbij aan een aantal ideeën die in de loop der jaren in dit
Parlement gerijpt zijn in de zin van of de wegen die we zouden
kunnen bewandelen rond het activeren van opzegtermijnen. Zouden
dit geen stappen in de goede richting zijn om een van de heel
belangrijke verschillen tussen arbeiders en bedienden, namelijk de
lange opzegtermijnen, naar elkaar toe te laten groeien, zonder naar
een verlengde uitbetaling van opzegtermijnen te gaan. Hoe rijm ik uw
uitspraken en die van uw voorzitter Steve Stevaert dat nu samen met
het engagement van de regering, zelf bijgeschreven bij het ontwerp
van interprofessioneel akkoord, dat de politiek geen initiatieven zal
nemen en dan dit weekend toch vrij belangrijke schoten voor de boeg
lossen.

Ik wil eindigen met te zeggen dat ook ik graag zou hebben dat de
sociale partners iets sneller zouden vooruitgaan dan dat in de loop
van de voorbije jaren gebeurd is. Immers, zelfs degenen met de
grootste overtuiging in de rol van het sociaal overleg kunnen wel eens
hun geduld zeer zwaar op de proef gesteld zien.

Als de sociale partners geen timing afspreken om binnen de looptijd
van dit akkoord stappen vooruit te zetten, zal men iedereen die het
goed meent in dit land en politici die de zaken volgen en kennen niet
kunnen weerhouden een aantal initiatieven ten gronde uit te werken.
Dan denk ik aan de zaken die ik zojuist heb genoemd, zoals het
activeren van opzeggingstermijnen, die de kloof misschien iets
vlugger kunnen dichten.

Mevrouw de minister, dit is toch moeilijk terrein: in dezelfde week zegt
u dat u niets zult doen en dan geeft u zulke schoten voor de boeg. Dat
vind ik een beetje een tegenstelling.
partenaires sociaux tout en
lançant des propositions. Qu'en
pense le ministre?

05.03 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, de
man waarnaar de heer D'haeseleer verwijst is mij totaal onbekend en
daarom zal ik vooral antwoorden op de vragen van mevrouw D'hondt.
Wat is in feite de essentie van de uitspraak van mijn partijvoorzitter?
Er is nood aan een eenheidsstatuut. Dat moet er komen met een
zekere zin voor pragmatisme, met name aangepast aan de noden van
de maatschappij van vandaag. Men moet kijken naar wie er vandaag
bediende is en wie arbeider en of dat onderscheid vandaag nog wel
steek houdt. Dat eenheidsstatuut moet zijn geïnspireerd op het
bediendestatuut, maar binnen dat statuut moet kunnen worden
gedifferentieerd. Daaruit begrijp ik dat hij pleit voor een soort sokkel,
vooral geïnspireerd op het bediendestatuut, waarin door de band
genomen wat meer inzit voor werknemers dan voor arbeiders.
Vanzelfsprekend zal het echter niet het ene zaligmakende statuut zijn,
ook niet voor de toekomst, omdat de maatschappij vandaag niet meer
is wat ze was ten tijde van het uitdenken van die twee statuten.
05.03 Freya Van den Bossche,
ministre: Le président de mon parti
a déclaré qu'il fallait un statut
unique, défini dans un souci de
pragmatisme et inspiré du statut
des employés. Dans la société
actuelle, la distinction entre
travailleurs et employés n'est pas
toujours évidente. En tant que
membre du sp.a, je partage son
point de vue.

Il serait judicieux de réfléchir à la
possibilité du chômage temporaire
pour les employés. Étant donné
que la distinction entre travailleurs
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14

Ik vind dat het vanzelfsprekend aan partijvoorzitters is om duidelijk te
maken waarvoor de partij staat. Als lid van die partij deel ik
vanzelfsprekend ook die visie. Ik heb geprobeerd wat ik al een aantal
maanden geleden heb gedaan. Mijn uitspraak was helemaal niet zo
nieuw. Ik heb gezegd dat ik het zinvol vond na te denken over die
tijdelijke werkloosheid voor bedienden. Dat onderscheid is immers
steeds meer achterhaald. Waarin verschilt een technisch bediende,
zoals een ploegbaas, van een arbeider? Beiden zijn immers
afhankelijk van productie en hebben een vergelijkbare
scholingsvereiste. Ik voeg daaraan toe dat men producten van een
arbeider nog zou kunnen stockeren, terwijl men diensten natuurlijk
niet kan stockeren.

Men beseft dan dat ook bedienden wel eens technisch werkloos
zouden kunnen worden. Het is niet zozeer de bedoeling om alles in
één keer te veranderen, maar wel om daar eens over na te denken,
vooral om de sociale partners aan te sporen na te denken buiten de
grenzen van wat vandaag bestaat. We moeten rekening houden met
de arbeidsmarkt vandaag en nagaan wat we beter als antwoord op
dat vlak kunnen geven. Het was overigens geen nieuwe suggestie,
het was een oudere suggestie die ik nog eens herhaald heb in een
speech die overigens gegeven werd vóór het IPA tot stand is
gekomen op de wat minder traditionele manier. Die speech is achteraf
ook gepubliceerd en ik blijf er achter staan. Ik vind het een goed idee.
Ik vind echter ook dat het aan de sociale partners is om een voorstel
van gemeenschappelijk statuut uit te werken tegen eind 2005. Als zij
daar niet in geslaagd zijn, moeten zij ons verslag van hun
werkzaamheden uitbrengen. Ik denk dat het dan aan de politiek is.

De regering heeft beloofd dat ze geen initiatief zal nemen en ik zal dat
dus ook niet doen. Dat betekent niet dat ik geen mening kan hebben,
al besef ik dat ik zal moeten opletten met hoe, wanneer en hoe vaak
ik mijn mening over het onderwerp kan verwoorden. Het zal een
beetje op eieren lopen worden: tegelijkertijd aansporen tot creatief
nadenken en ook duidelijk maken wat in mijn visie niet zonder zin zou
zijn zonder evenwel de indruk te wekken dat ik zelf de intentie heb om
dat te regelen. Dat is mijn intentie niet. Er is wel een aantal
wetsvoorstellen dat nu slaapt uit respect voor de sociale partners
maar dat terecht opnieuw naar boven zal komen als de sociale
partners hun verantwoordelijkheid niet nemen. Ik sluit niet uit dat dat
nodig zal zijn. Ik vrees daar zelfs een beetje voor, de geschiedenis
kennend. Ik hoop echter, wellicht net als u, dat de sociale partners
rekening zullen houden met de realiteit van vandaag en dat ze toch
een aantal belangrijke stappen zullen kunnen zetten. Als zij dat
kunnen, is er voor de regering geen reden om zich daar verder in te
mengen. Als zij dat niet doen, dan denk ik dat ieder van ons ­ en dat
geldt ook voor het Parlement ­ zijn verantwoordelijkheid zal moeten
nemen.
et employés s'estompe, cette
mesure devrait en effet être
possible aussi pour les employés.
Je me suis déjà exprimée en ce
sens. Je veux encourager les
partenaires sociaux à réfléchir à la
nature de l'actuel marché du
travail et leur demander de trouver
des réponses aux problèmes
rencontrés. J'ai formulé cette
suggestion lors d'un discours que
j'ai tenu avant que l'accord
interprofessionnel ne soit conclu. Il
revient naturellement aux
partenaires sociaux d'élaborer une
proposition de nouveau statut.

Le gouvernement ne prend donc
pas d'initiative mais cela ne
signifie évidemment pas que je
n'ai pas d'avis à ce sujet. J'ai
conscience du fait que je dois être
prudente quant à la question de
savoir quand et comment je puis
formuler cette opinion. Je ne veux
surtout pas donner l'impression de
vouloir régler ce dossier à moi
seule.


Par respect pour les partenaires
sociaux, nous devons
momentanément parler de
propositions de loi « dormantes ».
S'ils veulent tenir compte de la
réalité, il n'y a aucune raison que
le gouvernement intervienne.
Cependant, la situation peut bien
vite changer si cela s'avère
nécessaire.
05.04 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
stel vast dat de minister blijkbaar de officiële voornaam van haar
partijvoorzitter niet kent.
05.05 Minister Freya Van den Bossche: Dat is niet waar. In het
bevolkingsregister staat de heer Stevaert bekend als Steve Stevaert.
Misschien kan u dat eens checken, vooraleer u een foute naam
gebruikt.
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
05.06 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Ik zal dat eens checken,
maar voor ons zal hij Robert blijven.
05.07 Minister Freya Van den Bossche: Zal ik ook zijn adres
doorgeven, of vindt u dat wel?
05.08 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Zo hopeloos zijn we niet.
Ik heb uw uitleg over de tijdelijke werkloosheid uiteraard gehoord en ik
kan er mij ook voor een stuk in vinden, alleen weet u dat indien u
dergelijke pistes lanceert, de vakbonden dat uiteraard niet los van de
andere deelaspecten zullen zien van wat uiteindelijk het nieuwe
statuut moet worden.

Als ik het goed voorheb, wacht u nog tot eind dit jaar om te zien wat
de resultaten zullen zijn van de werkgroepen die de sociale partners
op poten moeten zetten. Ik hoop alleen dat u dan tegen eind dit jaar
effectief het dossier naar zich toe zult halen en er eindelijk werk van
zult maken, zodat we echt tot een oplossing komen voor dit probleem.
Enkel op die manier zullen wij verlost geraken van de vaststelling dat
wij het enige land in Europa zijn waar het onderscheid tussen
arbeiders en bedienden nog wordt gemaakt. Ik hoop dus einde 2005
de resultaten te kennen van de werkzaamheden van de sociale
partners en ik ben dan ook benieuwd naar de initiatieven die u op dat
moment zult nemen.
05.08 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Je puis adhérer en partie
aux propos de la ministre sur le
chômage temporaire, mais jamais
les syndicats ne considérerons ce
type de pistes de réflexion
indépendamment des autres
aspects qui constituent le futur
nouveau statut.

Je comprends que la ministre
attende les conclusions du groupe
de travail des partenaires sociaux
et j'espère qu'elle fera diligence
ensuite. En effet, la Belgique est le
seul pays d'Europe où les ouvriers
et les employés ne bénéficient
toujours pas du même statut.
05.09 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb het wat
moeilijk met de argumentatie dat de regering een is en de voorzitters
van de partijen die de regering uitmaken iets anders. Mocht dit al zo
zijn, dan is het in de perceptie van de mensen zeker niet het geval. Ik
denk trouwens dat het zo is dat de eenheid van de regering nog altijd
ook betekent dat de partijen die er deel van uitmaken ­ wie behoort
anders ook tot de partijen zo al niet de voorzitters ­ inderdaad het
regeringsbeleid ondersteunen. Dat regeringsbeleid stelt nu duidelijk
dat er geen politieke initiatieven zouden worden genomen.

Ten tweede, wat mij misschien nog veel meer stoort dan dat, is toch
wel, enigszins oneerbiedig, het simplisme dat eruit spreekt. Ik weet
wel dat wat in een krant wordt geschreven, niet altijd letterlijk
weergeeft wat degene die het interview toestaat, heeft gezegd. Dat
ondervinden we allemaal wel al eens. Ik lees natuurlijk maar wat er
staat en ik vind het dan erg dat er staat dat de opdeling tussen
arbeiders en bedienden is voorbijgestreefd en dat er een
eenheidsstatuut moet komen, maar dat een woord als
eenheidsstatuut politiek weinig mobiliserend is en dat men dus
voorstelt iedereen tot bediende te maken, zoals men de tweede
klasse in de trein kan afschaffen. Sorry dat ik dit zeg. Met andere
collega's zijn we met deze zaak toch al een aantal jaren bezig. Mocht
het zo simplistisch zijn ­ schaf de tweede klasse af, maak er een
eenheidsstatuut van en, sympathieker, maak er allemaal bedienden
van ­ en als wij er zo uit moeten geraken, dan denk ik dat we echt
veel te kort zullen komen.

Ik hou meer van een gelijkwaardig statuut voor alle werknemers dan
van een eenheidstatuut. Een eenheidstatuut of een gelijkwaardig
statuut maken is toch wel wat anders dan te zoeken wat het meest
mobiliserend is. Ik heb het daarmee zeer lastig.
05.09 Greta D'hondt (CD&V):
L'argumentation qui établit une
distinction entre les points de vue
du gouvernement et ceux d'un
parti gouvernemental me pose
problème. Les citoyens ne la
comprennent pas non plus. Si
l'unité gouvernementale est réelle,
les présidents des partis
gouvernementaux doivent la
soutenir et s'abstenir de prendre
des initiatives politiques de leur
propre chef.

Je m'insurge contre le caractère
simpliste des déclarations faites
au journal par la ministre, même si
je suis consciente de ce que les
journaux ne reproduisent pas
toujours tout fidèlement. Toutefois,
il est trop simple de proposer un
statut unique en supprimant le
statut des ouvriers.

Je préfère un statut équivalent
pour tous les travailleurs à un
statut unique.

22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
De voorzitter: Het Parlement is vrij. Er zijn wetsvoorstellen ingediend.
Het staat iedereen vrij om het hier ter sprake te brengen.
Le président: Il est loisible à la
Chambre de porter des
propositions de loi déposées à
l'ordre du jour.
05.10 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u kent mijn
trouw aan een gegeven woord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Benoît Drèze à la ministre de l'Emploi sur "les conséquences de la réforme des
carrières à l'égard des agents ALE" (n° 5556)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister van Werk over "de gevolgen van de hervorming
van de loopbanen ten aanzien van de PWA-ers" (nr. 5556)
06.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, le lendemain du
dépôt de la question, le 6 février dernier, j'ai lu dans le Moniteur belge
qu'un arrêté royal se rapportant à la question était publié et confirmait
les craintes qui m'avaient été répercutées au niveau de certains
agents de l'ONEM.

A la suite de la réforme des carrières spécifiques au sein de l'ONEM,
les agents ALE seraient victimes d'une discrimination dans le cadre
de l'attribution des échelles barémiques. En effet, lors du passage du
niveau 2+ au niveau B, les agents ALE bénéficiant du grade 26C se
sont vu attribuer l'échelle barémique BA1 et non l'échelle BT1, comme
le prévoit l'arrêté royal du 5 septembre 2002. En outre, l'ONEM
souhaite attribuer l'échelle barémique BA1 la plus proche du dernier
traitement avant l'intégration des agents de niveau 2+ dans le niveau
B, c'est-à-dire le traitement de septembre 2002, avec pour
conséquence une perte d'ancienneté pécuniaire, ceci alors que les
agents qui se situent dans la carrière commune ont été intégrés avec
conservation des avantages de leur ancienne échelle de traitement si
la nouvelle échelle de traitement s'avérait moins élevée.

Madame la ministre, pourriez-vous m'indiquer les raisons justifiant le
fait que les agents ALE ayant le grade 26C se sont vu attribuer
l'échelle barémique BA1 alors que les agents du grade 26C, qui se
situe dans la carrière commune, se sont vu attribuer l'échelle
barémique BT1?

N'estimez-vous pas que les agents ALE sont victimes d'une
discrimination dès lors que ceux-ci ne bénéficient pas
automatiquement de l'échelle de traitement BT1 avec les
conséquences financières qui s'ensuivent? Ne conviendrait-il pas de
corriger cette situation?
06.01 Benoît Drèze (cdH): Door
de hervorming van de bijzondere
loopbanen bij de RVA zouden de
PWA-ambtenaren bij de
toekenning van de weddeschalen
worden gediscrimineerd.
Welke redenen rechtvaardigen het
feit dat aan de PWA-ambtenaren
met graad 26C de weddeschaal
BA1 wordt toegekend, terwijl de
personeelsleden met graad 26C in
de gemene loopbaan nu onder de
weddeschaal BT1 vallen?

Vindt u niet dat de PWA-
ambtenaren worden
gediscrimineerd omdat zij niet
automatisch de weddeschaal BT1
genieten, met alle financiële
gevolgen van dien? Moet die
toestand niet worden
rechtgetrokken?

06.02 Freya Van den Bossche, ministre: Il n'y a pas de disposition
légale à force obligatoire pour intégrer le grade particulier d'assistant
pour l'emploi, c'est-à-dire les agents ALE de niveau 2+, dans les
carrières communes. Malgré cela, l'ONEM a quand même voulu
suivre le raisonnement de la réforme Copernic. L'ONEM a voulu
intégrer le grade particulier d'assistant pour l'emploi dans l'échelle de
traitement BA1 car l'exposé adressé au Roi, qui précède cet arrêté
royal du 5 septembre 2002, stipule en effet littéralement, je cite, que
"la problématique des grades particuliers devrait être traitée dans le
cadre de la concertation sectorielle. Il sera demandé instamment aux
06.02 Minister Freya Van den
Bossche: Er bestaat geen
wettelijke bepaling met bindende
kracht die ertoe strekt de
bijzondere graad van assistent
voor de werkgelegenheid in de
gemene loopbaan te integreren.
De RVA wilde evenwel de
redenering van de
Copernicushervorming volgen en
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
différents services publics d'intégrer les carrières de ces grades
particuliers le plus possible dans cette carrière commune.

Uniquement des carrières particulières qui sont fonctionnellement
raisonnables peuvent continuer à exister. Pour ces carrières
particulières, les lignes de force de la modernisation devraient être
appliquées de façon maximale".

Selon les principes de la réforme Copernic, l'ONEM a opté pour une
intégration des assistants pour l'emploi après une pondération des
fonctions. Les résultats de cette pondération est l'intégration des
grades d'assistants pour l'emploi dans une carrière commune, la
fonction d'expert administratif, échelle de traitement BA1. Cette
échelle de traitement donne plus d'avantages que pour l'ancien grade
d'assistant pour l'emploi, par exemple, la prime de compétence. Cette
proposition d'intégration pour les agents ALE a reçu l'avis favorable
du comité intermédiaire de concertation et du comité de gestion de
l'ONEM ainsi que du comité sectoriel 20.

Dans la même logique, les fonctions de spécialistes et chefs de
groupe, ancien niveau 2, sont revalorisées après pondération au
même niveau B, échelle de traitement BA1. Ces chefs de groupe et
spécialistes étaient auparavant dans le niveau C - l'ancien niveau 2.
Mais sur base de la pondération des fonctions, il est apparu que, vu
l'exigence d'une connaissance approfondie de la réglementation, ils
devaient être intégrés dans le niveau B, échelle de traitement BA1.
integreerde de bijzondere graad
van assistent voor de
werkgelegenheid in de
weddeschaal BA1.

Alleen bijzondere loopbanen die
functioneel verantwoord zijn,
kunnen blijven bestaan. Op die
loopbanen moeten de krachtlijnen
van de modernisering maximaal
worden toegepast.

De RVA heeft ervoor gekozen de
assistenten voor de
werkgelegenheid bij de gemene
loopbaan onder te brengen, onder
de functie van administratief
deskundige en de weddeschaal
BA1.
Ook de functies van specialisten
en groepschefs werden
opgewaardeerd tot niveau B en
vallen voortaan onder
weddeschaal BA1.
06.03 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, je dois en conclure que vous estimez fondée une différence
avec d'autres agents qui ont le niveau BT1. C'était cela la question.
Nous ne réfutons pas le fait qu'il y a une amélioration par rapport à la
situation antérieure. Nous mettons en évidence qu'il y a une
différence de traitement qui n'est pas comprise par rapport à d'autres
agents qui ont le BT1. Je ne suis pas sûr que votre réponse, qui est
précise, apporte une justification suffisante de cette différence de
traitements.
06.03 Benoît Drèze (cdH): Ik
weet niet of uw antwoord
voldoende argumenten bevat om
de loonverschillen met andere
ambtenaren van niveau BT1 te
rechtvaardigen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Greta D'hondt aan de minister van Werk over "de toepassing van de wet-
Renault bij Fabelta-Ninove" (nr. 5631)
07 Question de Mme Greta D'hondt à la ministre de l'Emploi sur "l'application de la loi Renault chez
Fabelta, à Ninove" (n° 5631)
07.01 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, u kent de situatie van de sluiting bij Fabelta-Ninove. Men is
daar onderhandelingen begonnen in het kader van de wet-Renault.
Op 26 januari werd er een overeenkomst bekomen. Er zou een
sociaal akkoord afgesloten worden en er zou sociale begeleiding zijn.
26 januari was meteen ook de einddatum van de definitieve fase. De
mensen gingen daarmee akkoord. Er zou een goed sociaal plan
komen. Er zou sociale begeleiding komen.

Enkele dagen geleden is de directie daarop teruggekomen. Ze zei dat
er geen sociaal plan zou zijn, dat er geen sociale begeleiding zou zijn,
dat het minimum door de wet voorgeschreven zou worden toegepast.
07.01 Greta D'hondt (CD&V): La
direction de Fabelta est
unilatéralement revenue sur ses
engagements relatifs à
l'élaboration d'un accord social et
à la mise en place d'un
accompagnement social. La
direction n'est plus disposée qu'à
faire le minimum imposé par la loi.
Si la lettre de la loi Renault a été
respectée, l'esprit de cette loi ne
l'est certainement pas.
La ministre est-elle au courant de
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Die mensen voelen zich nu natuurlijk twee keer gepakt. Hun bedrijf
sluit en de directie komt eenzijdig terug op het afgesloten akkoord.
Daarmee is ook de definitieve fase, zoals voorzien in de wet-Renault,
definitief afgesloten. Naar de letter van de wet zou men dus kunnen
zeggen dat de wet-Renault is toegepast. Naar de geest ligt het
natuurlijk anders. Men breekt eigenlijk het akkoord dat men in de
onderhandelingen gegeven had.

Mevrouw de minister, mijn vragen zijn de volgende.

Ten eerste, bent u op de hoogte van die laatste ontwikkeling?

Ten tweede, zou u zich eens kunnen vergewissen van de juiste
toedracht van de zaken? Ik heb natuurlijk ook maar gehoord wat ik
gehoord heb. Mevrouw de minister, als zou bevestigd worden dat het
zo gelopen is, vraag ik mij af of wij, met alle respect voor de directie,
de wet-Renault niet ook naar de geest moeten laten toepassen. Mijn
vraag is dan of het niet aangewezen is dat een van uw sociale
bemiddelaars of de sociale bemiddelaar ter velde gaat om eens te
gaan kijken wat er daar gebeurt.
cette situation? Cherchera-t-elle à
savoir ce qu'il en est exactement?
L'esprit de la loi Renault ne
devrait-il pas également être
respecté? La ministre désignera-t-
elle un conciliateur social?

07.02 Minister Freya Van den Bossche: De bemiddelaar zal
onmiddellijk een voorstel doen zodra hij daarom wordt gevraagd. We
hebben nog geen dossier en werden officieel nog niet gevraagd om
dat te doen. Ik verwacht het natuurlijk wel.

Mijn informatie gelijkt op de uwe. Beide grote vakbonden zeggen dat
de letter van de wet werd gerespecteerd. Het is echter duidelijk dat de
kortsluiting is ontstaan, toen bij de onderhandelingen over een sociaal
plan die nog moesten starten, de werkgever plots verklaarde over
geen financiële mogelijkheden te beschikken. Dat gaf aanleiding tot
een staking, ook bij een tweede bedrijf in dezelfde Berry Groep. Er
zouden trouwens nog stakingen volgen in Comines en Oostrozebeke.

De bedoeling is om zo snel mogelijk de bemiddelaar op pad te sturen,
namelijk zodra wij het dossier krijgen en worden gevraagd om aan de
situatie iets te doen. Uw bezorgdheid is op dat vlak terecht.
07.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Je n'ai encore reçu
aucun dossier à ce sujet mais dès
que c'est le cas, je désigne un
conciliateur social.

07.03 Greta D'hondt (CD&V): Mevrouw de minister, ik hoop echt dat
men er op een correcte manier uitgeraakt, zonder dat er tot acties
hoeft te worden overgegaan in andere bedrijven behorende tot de
Berry Groep. Het zou een heel slecht precedent zijn, mochten de
beide partijen in het huidige stadium van het conflict uit elkaar gaan.
Dan zullen de partners in andere bedrijven waar een dergelijk
probleem zich zal voordoen, elkaar niet meer vertrouwen. In dat geval
zal alles bijna met notaris en deurwaarder moeten worden vastgelegd.

Mijnheer de voorzitter, ik heb daarnet gezegd dat een gegeven woord
een gegeven woord is. Als dat niet meer geldt, is niets nog doenbaar.

Mevrouw de minister, u kunt zeggen dat het spel voorzichtig moet
worden gespeeld, maar dan moet u er een notaris en een
deurwaarder bij roepen. Ik hoop dat dat in de sociale verhoudingen
vandaag nog altijd niet absoluut noodzakelijk is.

Ik vertrouw er echter op dat de sociale bemiddelaar onder uw
supervisie op heel korte tijd een goede oplossing bereikt.
07.03 Greta D'hondt (CD&V):
J'espère que l'on pourra trouver
une solution appropriée sans que
des actions ne doivent être
menées dans les autres sièges du
même groupe. Dans le cas
contraire, cela signifierait que les
partenaires ne se font plus
confiance. Il convient de s'en tenir
à la parole donnée.

CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de respectievelijke opdrachten van de Raad
voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen en van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en
mannen" (nr. 5472)
08 Question de Mme Nahima Lanjri au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Egalité des chances sur "les missions respectives du Conseil de
l'égalité des chances entre hommes et femmes et de l'Institut pour l'égalité des femmes et des
hommes" (n° 5472)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, in het Adviescomité voor de Maatschappelijke
Emancipatie was er recent een gedachtewisseling met de Raad van
de Gelijke Kansen voor mannen en vrouwen, en nadien met het
Instituut voor de Gelijkheid van mannen en vrouwen. Zowel het
instituut als de raad hebben de opdracht om advies en aanbevelingen
te formuleren aan de overheid. Ik citeer de wettekst van het instituut:
"...aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de
wetten en reglementeringen." Ook de Raad van de Gelijke Kansen
heeft als taak: "...onderzoeken uit te voeren, adviezen uit te brengen,
juridische maatregelen of reglementeringen voorstellen en informatie
en inlichtingen te voorzien en te verspreiden."

De raad bestaat al langer dan het instituut. Waarschijnlijk is dat de
reden van de overlapping die is gegroeid. Die overlapping zorgt in de
samenwerking op het terrein ­ en ik druk me eufemistisch uit ­ voor
moeilijkheden. De relatie tussen de beide is vrij gespannen. Dat
geven ze ook toe: daarover hebben we zowel de raad als het instituut
gehoord. Het instituut heeft niettemin wel laten weten dat ze haar best
doet om de raad te ondersteunen. Ik geloof dan ook dat beide
organisaties perfect met elkaar en complementair kunnen werken
omdat er voldoende werk is voor beiden. Het is echter beter dat zij
niet hetzelfde werk doen en beide adviezen formuleren, want dat leidt
tot discussies.

De raad klaagt bovendien over een gebrek aan ondersteuning; een
kritiek die ik echter niet hoorde van de kant van het instituut. Er is dus
wel degelijk een probleem en dat is jammer aangezien er
overheidsgeld mee gemoeid is.

Er is heel veel werk op het terrein inzake de gelijkheid van mannen en
vrouwen. Ik denk dat wij strubbelingen of naast elkaar werken echt
wel kunnen vermijden.

Het is mijn vraag of u op de hoogte bent van die gevoeligheden en
niet alleen gevoeligheden maar echte problemen. Wat gaat u daaraan
doen? Is het werkelijk zo dat beiden wettelijk dezelfde opdracht
hebben of zult u een en ander wettelijk aanpassen om het beter op
elkaar af te stemmen? In welke zin zullen uw voorstellen gaan, zodat
er een veel betere samenwerking zonder overlappingen komt? Dat zal
immers ten goede komen van mannen en vrouwen.
08.01 Nahima Lanjri (CD&V):
L'Institut pour l'égalité entre
hommes et femmes et le Conseil
pour l'égalité des chances entre
hommes et femmes ont tous deux
pour mission de formuler des avis
à l'intention des pouvoirs publics.
Le Conseil existe depuis plus
longtemps que l'Institut et leurs
activités se chevauchent
régulièrement, ce qui peut poser
des problèmes.

La ministre est-elle au courant de
cette situation? Quelles initiatives
a-t-elle l'intention de prendre?
Procédera-t-on à une modification
de la base légale de ces deux
institutions afin d'harmoniser leurs
activités?


08.02 Minister Christian Dupont: Ik denk dat u een correcte
samenvatting hebt gegeven van de recente situatie. Hoewel zowel de
Raad voor Gelijke kansen voor Mannen en Vrouwen als het Instituut
voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen een adviserende
08.02 Christian Dupont, ministre:
Bien que le Conseil et l'Institut
aient une fonction consultative, ils
sont de nature très différente.
22/02/2005
CRIV 51
COM 509
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
bevoegdheid hebben, zijn zij zeer verschillend van aard. Het Instituut
voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen is een parastatale van het
type B, dat in rechte kan optreden, wat de raad natuurlijk niet kan
doen, en dat de opdracht heeft het federale gelijkekansenbeleid voor
te bereiden en uit te voeren. De Raad voor Gelijke Kansen voor
Mannen en Vrouwen is een adviesorgaan dat de stem van de
burgermaatschappij vertolkt.

Zijn er problemen en wat ga ik eraan doen? Zowel de raad als het
instituut hebben inderdaad als opdracht adviezen te geven over de
gelijkheid van mannen en vrouwen. Dat knelpunt, dat mij niet
onoverkomelijk lijkt, op voorwaarde dat de twee partijen het ook als
niet onoverkomelijk opvatten, wil ik met het instituut en de raad,
eenmaal de mandaten van de raad vernieuwd zijn, bespreken.

Van de vernieuwing zal snel werk worden gemaakt.

Mocht na het gesprek met de raad en het instituut blijken dat een
aanpassing van de reglementering nodig is om hen toe te laten hun
opdracht ten volle en in vrede te kunnen uitvoeren, zal ik het nodige
doen. Tot op heden zijn de mandaten niet vernieuwd en is een
aanpassing van de reglementering nog niet nodig. Ik blijf hopen dat
de twee instanties vanaf heden beter zouden samenwerken.

De vernieuwing van de mandaten is voor binnenkort.
L'Institut est un parastatal de type
B qui peut notamment ester en
justice et dont la mission consiste
à préparer la politique fédérale
d'égalité des chances. Le Conseil
est un organe consultatif qui
traduit l'opinion de la société civile.

Nous discuterons des
éventuels chevauchements après
le prochain renouvellement des
mandats. Ceux-ci n'ont pas encore
été renouvelés jusqu'à présent.

Je ferai le nécessaire si une
modification de la réglementation
s'avérait nécessaire après la
consultation du Conseil et de
l'Institut.

08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het verheugt me dat u het probleem erkent en bereid bent
een oplossing te zoeken.

Eerlijk gezegd, begrijp ik uw antwoord inzake de vernieuwing van de
mandaten niet.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Je
ne comprends pas très bien le
rapport entre les conflits et le
renouvellement des mandats. Le
problème sera-t-il réglé avec des
nouveaux mandataires? S'agit-il
alors d'une question de
personnes?
08.04 Minister Christian Dupont: Mevrouw Lanjri, de mandaten van
de raad moeten vernieuwd worden.
08.05 Nahima Lanjri (CD&V): Wat heeft dat te maken met de
bevoegdheidsconflicten? Denkt u dat deze zullen zijn opgelost door
een vernieuwing van de mandaten? Wacht u op de vernieuwing in de
hoop dat met deze mensen beter zal kunnen worden samengewerkt?
Ligt het aan de mensen zelf?
08.06 Minister Christian Dupont: Dat weet ik niet. Ik ken de situatie
alleen van hetgeen men ­ u en anderen - mij erover vertelt. Het kan
aan de mensen liggen maar ook aan een overlapping van
bevoegdheden. Tot op heden is dat niet zo sterk gebleken, thans is er
een probleem. We moeten afwachten. Misschien bekoelen de zaken.
08.06 Christian Dupont, ministre:
Je l'ignore. Je ne connais la
situation que par ce que l'on m'en
dit. Jusqu'à présent il n'y avait
aucun problème, ce n'est
visiblement plus le cas. Nous
devons attendre. La situation va
peut-être s'arranger tout seul.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 16.08 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.08 uur.
CRIV 51
COM 509
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21