CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 504
CRIV 51 COM 504
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
22-02-2005
22-02-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Guy Hove à la ministre des
Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le
respect de la législation relative au tabac dans le
secteur horeca" (n° 5186)
1
Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "de naleving van
de rookwetgeving in de horeca" (nr. 5186)
1
Orateurs: Guy Hove, Sabine Laruelle,
ministre des Classes moyennes et de
l'Agriculture
Sprekers: Guy Hove, Sabine Laruelle,
minister van Middenstand en Landbouw
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi
sur "le statut social des mandataires politiques"
(n° 5599)
3
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Werk over "het sociaal statuut van de politieke
mandatarissen" (nr. 5599)
3
- M. Guy Hove à la ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture sur "le statut
d'indépendant des mandataires publics" (n° 5621)
3
- de heer Guy Hove aan de minister van
Middenstand en Landbouw over "het zelfstandig
statuut van de publieke mandatarissen" (nr. 5621)
3
Orateurs: Maggie De Block, Guy Hove,
Sabine Laruelle, ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture
Sprekers: Maggie De Block, Guy Hove,
Sabine Laruelle, minister van Middenstand en
Landbouw
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les provisions
constituées pour le démantèlement des centrales
nucléaires" (n° 5610)
7
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
voorzieningen voor de ontmanteling van de
kerncentrales" (nr. 5610)
7
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs
d'électricité pour les clients captifs" (n° 5611)
10
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
elektriciteitstarieven voor gebonden afnemers"
(nr. 5611)
10
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'octroi d'un
subside au programme de recherche concernant
la magnétoencéphalographie" (n° 5338)
13
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
toekenning van een toelage aan het
onderzoeksprogramma inzake de magneto-
encefalografie" (nr. 5338)
13
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Marc Verwilghen, ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la mise en place
du service de médiation pour le secteur de
l'énergie" (n° 5352)
15
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de installatie
van de ombudsdienst voor de energiesector"
(nr. 5352)
15
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
22
FÉVRIER
2005
Matin
______
van
DINSDAG
22
FEBRUARI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.05 uur door mevrouw Simonne Creyf, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.05 heures par Mme Simonne Creyf, présidente.
01 Vraag van de heer Guy Hove aan de minister van Middenstand en Landbouw over "de naleving van
de rookwetgeving in de horeca" (nr. 5186)
01 Question de M. Guy Hove à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le respect de
la législation relative au tabac dans le secteur horeca" (n° 5186)
01.01 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, uit cijfers van het Federaal Voedselagentschap blijkt dat de
horecazaken het niet zo nauw schijnen te nemen met de
rookreglementering. In ongeveer 43% van de 6.116 onderzoeken
stelde men een inbreuk vast.
De wet legt horecazaken de verplichting op dat minstens de helft van
de oppervlakte afgebakend wordt als zone voor niet-rokers.
Daarnaast is er ook de vereiste van een goed functionerende
rookafzuiginstallatie. Voormelde onderzoeken wezen uit dat vooral
cafés het moeilijk hebben om deze wetgeving na te leven door hun
vaak beperkte oppervlakte. Uw collega Demotte, bevoegd minister
voor Volksgezondheid, wil het rookverbod in de horeca uitbreiden
door 75% van de oppervlakte voor te behouden voor niet-rokers. Een
volgende stap is het totale rookverbod zoals dat in andere Europese
landen reeds ingang heeft gevonden. De minister is er voorstander
van dat de sector zelf hiertoe de nodige initiatieven neemt. Hij nodigt
vertegenwoordigers uit op een werkbezoek aan Ierland om de sector
warm te maken voor een totale ban op het roken in de horeca.
Uiteraard ben ook ik voorstander van het principe dat de sector zelf
de kans krijgt de problematiek aan te pakken. Ik stel mij terzelfder tijd
de vraag of van overheidswege zo ingrijpend moet worden
opgetreden. Ik erken ook de noodzaak aan controle en wens dat de
sector zich naar de wet schikt, maar het lijkt mij een vereiste dat die
realistisch en toepasbaar wordt in het veld.
Ik verklaar mij nader. Na de invoering van het rookverbod in andere
01.01 Guy Hove (VLD): D'après
les chiffres de l'Agence fédérale
pour la sécurité de la chaîne
alimentaire, 43 pour cent des
établissements du secteur horeca
ne respectent pas la législation
relative au tabac. Les débits de
boisson, surtout, ont des difficultés
à le faire en raison de leur
superficie restreinte.
Le ministre Demotte souhaite
étendre la superficie réservée aux
non-fumeurs à 75 pour cent dans
un premier stade, avant de passer
à une interdiction absolue de
fumer. Il invite les représentants
du secteur à effectuer une visite
de travail en Irlande.
Je me demande si les autorités
publiques doivent intervenir de
manière aussi radicale. Il faut
certes respecter la loi, encore faut-
il qu'elle soit applicable. Le chiffre
d'affaires a chuté dans d'autres
pays européens où règne une
interdiction totale de fumer.
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Europese landen blijkt dat de omzet er gevoelig is gedaald sinds de
invoering ervan. Anderen zien er graten in om verwarmde terrassen te
openen tijdens de wintermaanden, teneinde hun cliënteel niet te
verliezen. Bovendien loert de problematiek van nachtlawaai en
geluidsoverlast ook gevaarlijk om de hoek.
Om die reden richt ik mijn vragen tot u, mevrouw de minister. Als
minister van Middenstand wordt u als eerste geconfronteerd met de
problemen waarmee die sector kampt. Ik had daarom graag van u
vernomen, ten eerste, of u meent dat de huidige reglementering
herzien moet worden, omdat die in de praktijk moeilijk kan worden
nageleefd en, in voorkomend geval, of u er voorstander van bent om
de oppervlaktecriteria op te heffen.
Ten tweede, hoe staat u tegenover het voornemen van minister
Demotte om een totaal rookverbod in de horeca in te voeren?
Ten derde, wat is de te verwachten financiële impact voor de sector
van een totaal rookverbod? Zult u maatregelen nemen ter voorkoming
van omzetdaling?
Certains exploitants s'efforcent de
compenser cette diminution en
aménageant des terrasses
chauffées en hiver, mais ceci
génère une augmentation du
tapage nocturne.
La ministre juge-t-elle nécessaire
de réformer l'actuelle législation et
de revoir à la hausse les critères
de superficie? Que pense-t-elle du
projet de M. Demotte d'instaurer
une interdiction totale du tabac?
Quelles en seront les
conséquences pour le secteur?
Voorzitter: Paul Tant.
Président: Paul Tant.
01.02 Minister Sabine Laruelle: Het is me bekend dat de huidige
wetgeving, die de ruimte die aan rokers voorbehouden is beperkt, niet
volledig wordt nageleefd. Veel horecazaken hebben echter ingestemd
met belangrijke investeringen om zich aan de huidige wetgeving te
houden. Veeleer dan deze reglementering te wijzigen, vraag ik in de
eerste plaats dat men ze doet naleven door een versterking van de
controles en dat er een objectieve evaluatie tot stand komt.
Ik pleit niet voor een verhoging van het oppervlaktecriterium, want dat
zou tot gevolg hebben dat de rokers, ten nadele van de niet-rokers,
worden bevoorrecht. Vandaag hebben enkel de zaken kleiner dan 50
m² geen verplichting om rokersruimten en niet-rokersruimten van
elkaar te scheiden. Een verhoging van het oppervlaktecriterium zou
tot gevolg hebben dat het aantal zaken dat niet door deze verplichting
gehouden is wordt verhoogd.
Het totale rookverbod binnen de horeca is een ontwikkeling in een
toenemend aantal geïndustrialiseerde landen. Ik ben niet tegen het
principe, maar zo'n maatregel dient het onderwerp te zijn van een
overleg met de actoren van de sector, die de toepassing ervan dienen
te waarborgen. Het is niet eerbiedig om aan de horeca te vragen
investeringen te verwezenlijken om met de nieuwe reglementering in
overeenstemming te zijn, met bijvoorbeeld een beperking van de
rokersruimte tot 25%, om vervolgens een totaal rookverbod in te
voeren.
Hetzelfde geldt voor de verdeelautomaten van sigarettenpakjes: die
zullen, ten gevolge van het verbod inzake de verkoop van sigaretten
aan minderjarigen onder 16 jaar, aangepast moeten worden. Dit is
een belangrijke investering die niet afbetaald zal kunnen worden
indien men het rookverbod meteen veralgemeent.
Het is belangrijk dat iedere maatregel het voorwerp uitmaakt van
overleg met de sector en dat duidelijke krachtlijnen uitgewerkt
01.02 Sabine Laruelle, ministre:
La législation actuelle n'est pas
strictement observée mais de
nombreux exploitants vont réaliser
des investissements. Plus qu'une
modification de la législation, je
souhaite un contrôle accru de son
application. Une révision à la
hausse du critère de superficie
avantagerait les fumeurs puisque
l'obligation d'aménager des zones
distinctes ne s'applique pas aux
établissements de moins de 50
m
2
.
Une interdiction absolue de fumer
ne peut voir le jour qu'en accord
avec le secteur. Chaque
modification des critères exige de
nouveaux investissements du
secteur horeca. L'investissement
requis pour l'adaptation des
distributeurs de cigarettes ne
pourra par exemple pas être
financé en cas d'interdiction
généralisée du tabac.
Il est difficile d'évaluer l'incidence
d'une telle interdiction sur le
secteur. Les fumeurs
fréquenteront moins souvent les
établissements tandis que les non-
fumeurs seront plus nombreux à y
aller. Je vais examiner la
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
worden, opdat de sector precies weet waaraan hij zich op lange
termijn moet houden.
Het is uitermate moeilijk de weerslag van een totaal rookverbod voor
de sector te evalueren. Het is evenzeer waarschijnlijk dat een deel
van de rokers hun bezoek aan horecazaken vermindert en dat het
aantal niet-rokers toeneemt. Ik denk met name aan de jongeren met
heel jonge kinderen die de cafés wegens de sigaret niet meer
bezochten. Op basis van de beslissingen die door de regering
genomen zullen worden, zal ik samen met mijn collega's, de
specifieke maatregelen onderzoeken die ter ondersteuning van de
sectoren genomen kunnen worden. Ik denk met name aan fiscale
bepalingen die een versnelde afbetaling inzake de verwezenlijkte
investeringen om de rokers van de niet-rokers te onderscheiden,
mogelijk maakt.
possibilité d'adopter des mesures
de soutien en faveur du secteur.
Des dispositions fiscales
pourraient par exemple permettre
l'amortissement accéléré des
investissements consentis pour
permettre la séparation entre
fumeurs et non-fumeurs.
01.03 Guy Hove (VLD): Ik dank de minister voor haar uitgebreid
antwoord. Ik onthoud daaruit voornamelijk dat zij principieel achter de
naleving van de norm blijft staan, maar dat zij ook pleit voor een
evaluatie van de toepassing als zodanig en dat zij overleg met de
sector in het vooruitzicht stelt. Ter ondersteuning van de sector zal zij
een aantal fiscale maatregelen voorstellen. We zullen dat dossier
verder nauwlettend volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van Werk over "het sociaal statuut van de politieke
mandatarissen" (nr. 5599)
- de heer Guy Hove aan de minister van Middenstand en Landbouw over "het zelfstandig statuut van
de publieke mandatarissen" (nr. 5621)
02 Questions jointes de
- Mme Maggie De Block à la ministre de l'Emploi sur "le statut social des mandataires politiques"
(n° 5599)
- M. Guy Hove à la ministre des Classes moyennes et de l'Agriculture sur "le statut d'indépendant des
mandataires publics" (n° 5621)
02.01 Maggie De Block (VLD):Mijnheer de voorzitter, er is iets heel
eigenaardigs gebeurd met mijn vraag. Vorige week had ik een vraag
in de commissie voor de Sociale Zaken aan de minister van Werk
Van den Bossche en dat was na het advies van de RVA betreffende
dit statuut. Eigenlijk is mijn vraag hier per ongeluk terechtgekomen.
Mevrouw de minister, ik denk echter dat u mij in elk geval even goed
de nodige informatie zult kunnen geven.
Het gaat namelijk nog steeds om de constructieve oplossing die
binnen de regering gezocht wordt voor de praktische uitvoering van
de schrapping van artikel 5bis door de programmawet. Hierbij blijkt
dat het aannemen van een zelfstandig bijberoep of een zelfstandig
hoofdberoep problemen oplevert voor een aantal mensen die zich in
andere statuten bevindt, bijvoorbeeld bruggepensioneerden, mensen
met loopbaanonderbreking, mensen met tijdkrediet en studenten die
nog ten laste zijn van de ouders.
In de pers is daar ook al de nodige inkt over gevloeid. Ik heb
vernomen dat er een werkgroep mee bezig is. U hebt dat in de
plenaire zitting ook zelf gezegd aan mevrouw Pieters. Ik wist dat die
02.01 Maggie De Block (VLD):
Le gouvernement cherche une
solution constructive pour parer
aux retombées pratiques de la
suppression de l'article 5bis. Les
étudiants et les personnes ayant
pris un crédit-temps notamment
risquent de se retrouver en
mauvaise posture. De nombreux
mandataires locaux envisagent de
renoncer à leur mandat dans des
ASBL.
La presse s'est fait l'écho de
suggestions selon lesquelles on
évoluerait vers une cotisation de
solidarité. Quel est l'état
d'avancement des travaux du
groupe de travail ad hoc? En quel
sens le gouvernement tranchera-t-
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
werkgroep de vorige keer al voor de derde keer bijeenkwam. Daarom
had ik, een beetje vooruitziend zijnde, mijn vraag ingediend om na te
gaan wat er uit die werkgroep gekomen is, wat de conclusies waren
en welke beslissing de regering daarover zal nemen. Blijkbaar had de
pers bronnen bij de oppositie want in de pers was er sprake van dat
men meer zou evolueren naar een solidariteitsbijdrage in plaats van
een werkelijk veranderen van statuut of het erbij nemen van het
statuut van zelfstandige.
Ik wou dus vragen wat de conclusies zijn van de werkgroep. Welke
beslissing zal de regering nemen indien die conclusies al afgerond
zijn? Hoe zal de communicatie hierover verlopen? U weet, mevrouw
de minister, dat wij veel lokale mandatarissen hebben die nu eigenlijk
twijfelen om nog te gaan zetelen in VZW's enzovoort. Zij wachten af in
hoeverre er een regeling zal worden getroffen. Ik heb dit weekend nog
iemand gezien van onze lokale mandatarissen die mij zei dat zij al
drie keer naar een vergadering was geweest en dat zij nu afwachtte.
Als zij er meer op zou moeten betalen dan zij ervan kon genieten zou
zij dat mandaat laten gaan. Ik vind dat wat jammer want ondertussen
neemt die mevrouw haar plaats in namens de gemeente. Ik zei haar
ook dat zij intussen wel haar verantwoordelijkheid ontliep omdat zij er
niet bij was als er iets werd beslist. Dat is eigenlijk jammer. Zij laten
hun sociaal engagement varen en ze laten tegelijkertijd ook de hen
opgedragen taak liggen om de gemeente te vertegenwoordigen in de
VZW. Ik hoop dat u tot een constructieve oplossing komt, mevrouw
de minister, en ik wou u graag vragen wat de stand van zaken is.
il? A quelle forme de
communication recourra-t-il à cet
égard?
02.02 Guy Hove (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
ik heb deze vraag vorige week ingediend, maar door omstandigheden
heb ik ze toen niet kunnen stellen. Daarom staat ze vandaag opnieuw
op de agenda.
Voor zover nodig sluit ik mij uiteraard aan bij hetgeen mijn collega De
Block heeft gezegd. Ik herken mij ook wel in de problematiek die zij
toegelicht heeft: een aantal mandatarissen vraagt zich af waarom zij
in de gegeven omstandigheden nog een engagement zouden
aangaan.
Na berichtgeving aan de lokale mandatarissen is de stroom van
vragen naar meer toelichting op gang gekomen. De twijfel over de
aansluitings- en bijdrageplicht nam de overhand. U hebt als bevoegd
minister wellicht ook al tal van reacties opgevangen, waarschijnlijk
nog meer dan wijzelf. Ik wil echter vooraf duidelijk stellen dat het
voorgehouden principe van gelijke behandeling met de private
mandataris als een goed uitgangspunt wordt beschouwd en door mijn
partij ook kan worden onderschreven. Wij denken echter dat de
nieuwe bepaling in de praktijk toch leidt tot het creëren van niet-
bedoelde situaties, als niet duidelijk wordt afgelijnd op wie en in welke
hoedanigheid de nieuwe bepaling betrekking heeft, alsmede op welke
inkomsten de bijdragen verschuldigd zijn. Aansluitingsplicht is een
zaak, het effectief moeten bijdragen in het sociaal statuut een andere,
want er lijken zich toch wel wat implicaties voor te doen omtrent de
berekening van de bijdragen.
Mevrouw de minister, u hebt reeds een aantal keren aangehaald dat
een en ander in een KB zou worden geregeld en dat u niet alleen de
bevoegdheid hiervoor draagt, maar ook de minister van Sociale
Zaken. Tijdens de bespreking in de commissie zei u dat voor de
02.02 Guy Hove (VLD): Je
rejoins Mme De Block. De sérieux
doutes subsistent en ce qui
concerne l'obligation d'affiliation et
de cotisation. Je considère que
prévoir une égalité de traitement
entre mandataires publics et
mandataires privés constitue une
bonne base de départ. Mais s'il
n'apparaît pas clairement qui
tombe sous le coup de la nouvelle
réglementation ni sur quels
revenus sont dues des cotisations,
cela peut engendrer des situations
non désirées.
L'obligation d'affiliation est une
chose, le paiement de cotisations
sociales en est une autre. Cette
question sera réglée dans un
arrêté royal pour lequel le ministre
des Affaires sociales est
également compétent.
La ministre des Classes
moyennes estime-t-elle toujours
que la réglementation actuelle et le
nouvel arrêté royal suffiront à tout
organiser correctement?
Envisage-t-elle d'adopter un
règlement transitoire valable
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
invoering van de onderwerping de huidige wetgeving volstaat. Verder
onderzoek zou dat uitwijzen en in het slechtste geval moest er een
nieuwe wet worden uitgewerkt.
Mijn vragen zijn de volgende. Ten eerste, bent u er nog steeds van
overtuigd dat de huidige regelgeving en een nieuw KB voldoende
zullen zijn om alles correct te regelen?
Ten tweede, acht u het nuttig de onderwerping niet te allen prijze in te
voeren, maar bijvoorbeeld een overgangsregeling uit te werken tot
aan de lokale verkiezingen in 2006?
Ten derde, hebt u weet van de negatieve gevolgen voor de
zelfstandige in bijberoep, aangezien die nooit aanspraak kan maken
op een voordeel uit de bijdrageplicht, gezien zijn statuut in
hoofdberoep?
Ten vierde, brengt de aansluitingsplicht geen bijkomende
administratieve last teweeg voor de sociale kassen, omdat wanneer
blijkt dat de minimumgrens niet wordt overschreden na drie jaar de
bijdrage terugbetaald zal moeten worden?
Ten vijfde, aansluitend op mijn vierde vraag, kan een dergelijke
herziening vermeden worden via het op te maken KB?
jusqu'aux élections locales de
2006? A-t-elle connaissance des
effets négatifs pour celles et ceux
qui exercent une activité
d'indépendant à titre accessoire?
L'obligation d'affiliation
n'engendrera-t-elle pas un
supplément de charges
administratives pour les fonds
d'assurances étant donné que si la
limite minimale n'est pas
dépassée, la cotisation doit être
remboursée après trois ans. Le
nouvel arrêté royal résoudra-t-il ce
problème?
02.03 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, sedert de
afschaffing van artikel 5bis van KB 38 sinds 1 januari 2005 worden de
openbare mandatarissen op dezelfde wijze behandeld als de
personen die een mandaat uitoefenen in een privé-bedrijf en die ten
gevolge hiervan steeds aan het sociaal statuut werden onderworpen.
Het principe is goed, vind ik. De verplichtingen van onderwerping van
die mandatarissen worden dus geregeld volgens de algemene
beginselen van het sociaal statuut der zelfstandigen. De inschrijving
bij een sociaal verzekeringsfonds is gratis. De formaliteiten zijn
gering.
Wanneer iemand meer verdient dan 1.174 euro met een zelfstandige
activiteit, moet hij sociale bijdragen betalen. Dat is hetzelfde principe
voor iedereen. Wij weten wel dat er problemen blijven, bijvoorbeeld
voor de werklozen en de bruggepensioneerden, en dus heeft de
regering een werkgroep opgericht. Het werk van die groep is nog niet
af. Vandaag of morgen denk ik dat een beslissing zal worden
genomen.
02.03 Sabine Laruelle, ministre:
Depuis la suppression de l'article
5bis de l'arrêté royal n° 38, les
mandataires publics sont traités de
la même manière que les titulaires
d'un mandat dans une entreprise
privée. Ce principe me paraît
louable. La situation est régie par
les dispositions générales du
statut social des indépendants.
L'inscription à une caisse
d'assurances sociales est gratuite
et les formalités sont réduites.
Toute personne qui exerce une
activité indépendante qui lui
procure un revenu de plus de
1.174 euros par an doit payer des
cotisations sociales. Ce principe
est d'application uniforme. Il a
cependant généré des difficultés
pour certaines catégories,
notamment pour les chômeurs et
les prépensionnés, ce qui a
amené le gouvernement à
constituer un groupe de travail.
Une décision devrait être prise
dans ce cadre aujourd'hui ou
demain.
Un certain nombre de principes sont importants - je ne crois pas que
vous les remettrez en cause -, à savoir notamment:
- tout mandat doit être considéré de la même façon, qu'il soit privé ou
Er mag geen onderscheid
gemaakt worden tussen een privé-
en een openbaar mandaat. Net
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
public,
- comme pour une activité accessoire dans le chef d'une personne,
aucune cotisation sociale ne sera à payer en dessous de 1.174 euros.
Par rapport à ce l'on gagne, il y a une équité à respecter.
Les principes qui règlent le statut social des indépendants seront
d'application. On trouvera une solution pour toutes les situations qui
ne sont pas aussi dramatiques que l'on veut bien le dire.
zoals voor een nevenactiviteit
uitgeoefend door één persoon
moet ook hier geen sociale
bijdrage betaald worden voor een
inkomen onder de 1.174 euro.
De beginselen van het sociaal
statuut van de zelfstandigen zullen
dus van toepassing zijn. We zullen
een oplossing vinden voor alle
situaties die in werkelijkheid niet
zo dramatisch zijn als men wel
beweert.
We hebben ook een koninklijk besluit uitgewerkt. Het ontwerp wordt
achtereenvolgens voor advies aan de minister van Begroting en aan
de Raad van State voorgelegd. Ik wacht het advies van mijn collega
bevoegd voor Begroting af.
Le ministre du Budget et le Conseil
d'Etat doivent à présent donner un
avis sur l'arrêté royal que j'ai
préparé.
Il est évident qu'une campagne d'information correcte, via les caisses
d'assurances sociales et autres relais accessibles, sera nécessaire.
Elle devrait commencer tout début mars, afin que chacun sache
exactement à quoi il est soumis.
Par ailleurs, de nombreuses rumeurs circulent et effraient bon nombre
de personnes. J'ai rencontré des mandataires publics, notamment
des conseillers communaux, qui ont exprimé leur crainte de devoir
payer des cotisations sociales. Ce n'est bien entendu pas ce type de
mandat qui est visé. Les conseillers communaux, les échevins, les
bourgmestres, les députés, etc. ne sont pas visés. Sont concernés les
mandats publics dans des sociétés, qu'il s'agisse d'intercommunales
ou de sociétés privées. Il n'est donc pas question de faire payer à un
conseiller communal une cotisation sociale sur son mandat de
conseiller communal. Par contre, il me semble assez logique que
l'administrateur d'une intercommunale, qui gagne parfois deux à trois
fois ce que perçoit un ouvrier travaillant dans cette même
intercommunale, paie des cotisations sociales.
Begin maart zou er een informatie-
campagne moeten van start gaan.
De gemeenteraadsleden, de
schepenen, de burgemeester en
de volksvertegenwoordigers vallen
niet onder die regeling en zullen
geen sociale bijdragen moeten
betalen. Die regeling geldt wel
voor de openbare mandaten in
vennootschappen, zowel in
intercommunales als in
privébedrijven.
02.04 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de minister, ik wil hierover
geen misverstand laten bestaan - u hebt mij daarover trouwens niet
horen piepen bij de programmawet -: wij gaan akkoord met het
algemeen principe. Inkomsten vragen sociale bijdragen. Daaraan is
wat mij betreft geen haar verkeerd. Ik weet dat er veel geruchten zijn.
Dat is normaal, omdat er op het terrein onduidelijkheid bestaat. Als
men veel rook en wind maakt, zijn de mensen bang dat er ergens een
brandje is. Dat is normaal.
Waartoe dienen onze vragen? Het gaat over de partijgrenzen heen,
want elke partij heeft immers lokale mandatarissen en leden die zitting
hebben in VZW's enzovoort. Ik denk niet dat wij er baat bij hebben
daarrond een scandalitis te ontwikkelen. Ik zal dat zeker niet doen.
Onze vragen zijn nuttig om te weten te komen of de regering werkt
aan een oplossing, zeker nu men bij de praktische uitwerking van de
programmawet ziet dat, gezien de ietwat rare publicatiedatum van
28 december, het zeer kort op de bal spelen is. We wisten dat het
heel moeilijk zou zijn, omdat we vastzitten aan de trimestriële
bijdrage. Nogmaals, ik wil hierover geen misverstand laten bestaan:
zowel in de publieke als in de private sector moet een sociale bijdrage
02.04 Maggie De Block (VLD):
Je suis également d'accord avec
le principe général. Les cotisations
sociales sont liées aux revenus.
Les rumeurs ont circulé parce que
les gens sont inquiets. Tous les
partis posent des questions car ils
ont tous des mandataires locaux.
Ces questions sont utiles pour
expliquer à la population que le
gouvernement cherche une
solution. En outre, il est urgent de
trouver une solution car les
cotisations sociales sont prélevées
par trimestre. Celui qui ne paie
pas, reçoit une amende. L'objectif
n'est tout de même pas que
certains mandataires décrochent.
A mon avis, tous les problèmes
peuvent être résolus.
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
worden betaald op inkomsten. Dat staat buiten kijf.
Het gaat er alleen over dat we niet willen dat een aantal personen zou
afhaken omdat ze bijvoorbeeld aan een ander statuut onderworpen
zijn of gehuwd zijn met een partner met een bepaald statuut. Wij
steunen uw beleid volledig. Wij willen alleen maar duidelijkheid op het
terrein scheppen. Er wordt echt daarnaar gezocht, onder andere door
de Vereniging van Steden en Gemeenten die veel heisa heeft
gemaakt. Ook de RVA heeft daartoe inspanningen geleverd. Die heeft
een nota gemaakt waarin er heel duidelijk wordt gezegd dat er voor
een tweetal statuten nog problemen bestaat, terwijl de rest kan
worden opgelost.
Volgens mij valt het allemaal wel op te lossen. Daarom vond ik het
wel verstandig dat er snel een werkgroep over kabinetten heen werd
opgericht. Ik hoop alleen dat de Raad van State daaraan doorwerkt.
Er rest immers maar een korte maand om tot publicatie over te gaan.
Ik ben na mijn studententijd altijd al zelfstandige geweest. U weet dat,
als men niet op tijd betaalt, men een boete krijgt. Ik heb nog maar
weinig statuten gehad. Ofwel was ik student, ofwel was ik
zelfstandige, dus zoveel ervaring heb ik nog niet. Ik weet in elk geval
dat men bijdragen zeker nooit te laat mag betalen, omdat de boetes
anders misschien hoger liggen dan hetgeen men de eerstvolgende
trimesters kan verdienen. Dat is hetgeen ik wil vermijden.
02.05 Guy Hove (VLD): Ik heb daar, na deze wijze woorden van mijn
collega, niets aan toe te voegen.
02.06 Minister Sabine Laruelle: Ik ben het volledig met u eens. We
moeten deze week duidelijkheid scheppen. Ik weet dat jullie geen
probleem hebben met het principe.
02.06 Sabine Laruelle, ministre:
Il faut en effet que les choses
soient clarifiées avant la fin de la
semaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Minister Verwilghen is aangekondigd. Wij wachten even op zijn komst. Mevrouw de minister,
ik bedank u voor uw aanwezigheid.
03 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les provisions constituées pour le démantèlement des centrales
nucléaires" (n° 5610)
03 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales" (nr. 5610)
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, j'aurais voulu
vous poser quelques questions concernant l'exécution de la loi du 11
avril 2003 relative aux provisions à constituer pour le démantèlement
des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles
irradiées dans ces centrales.
L'objectif de la loi est de donner une réponse à deux questions
importantes:
1. Y a-t-il assez de provisions pour financer les coûts de
démantèlement des centrales nucléaires et de gestion des matières
fissiles irradiées?
2. La disponibilité de ces montants est-elle garantie en cas de
besoin?
03.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
De wet van 11 april 2003
betreffende de voorzieningen
aangelegd voor de ontmanteling
van de kerncentrales en voor het
beheer van splijtstoffen bestraald
in deze kerncentrales zegt dat de
voorzieningen de kosten voor de
ontmanteling van de kerncentrales
en voor het beheer van de
bestraalde splijtstoffen moeten
kunnen dekken, en dat dat geld
onmiddellijk beschikbaar moet zijn.
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Le comité de suivi prévu dans les articles 3 et 4 de la loi joue un rôle-
clé dans la rédaction des réponses à ces deux questions. Il a donc
été constitué par l'arrêté royal du 16 février 2004.
La proposition de révision de la méthode de provisionnement a-t-elle
été approuvée par le comité de suivi, comme prévu dans l'article 12
de la loi du 11 avril 2003? Si oui, quand et quel en est le contenu? Si
non, pourquoi cette proposition de révision de méthode de
provisionnement n'a-t-elle pas été approuvée?
Quels ont été les avis de l'ONDRAF et de l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire sur la proposition de révision de cette méthode de
provisionnement?
Quelle est l'estimation des coûts pour le démantèlement des centrales
nucléaires et quel montant a déjà été provisionné?
Quelle est l'estimation des coûts pour la gestion des matières fissiles
irradiées et quel montant a déjà été provisionné?
Enfin, quand le Conseil des ministres a-t-il, en exécution de l'article 9
de la loi du 11 avril 2003, approuvé le montant annuel maximal qui
peut être consacré à charge des provisions pour les frais de
fonctionnement, les coûts des avis et études demandés par le comité
de suivi?
Vous m'aviez répondu en octobre dernier que vous donneriez priorité
à cet arrêté afin qu'il soit approuvé le plus vite possible par le Conseil
des ministres. Personnellement, je n'ai pas vu la suite qui y a été
réservée, mais j'ai peut-être raté quelque chose.
Heeft het Opvolgingscomité, dat
bij deze wet wordt opgericht en de
facto wordt ingesteld bij het
koninklijk besluit van 16 februari
2004, het voorstel tot herziening
van de methoden voor het
aanleggen van provisies
goedgekeurd?
Hoe luidde het advies van NIRAS
en van het Federaal Agentschap
voor Nucleaire Controle over dat
voorstel?
Op hoeveel worden de kosten voor
de ontmanteling van de
kerncentrales en het beheer van
de bestraalde splijtstoffen
geschat? Werden de nodige
voorzieningen reeds aangelegd?
Wanneer heeft de Ministerraad het
maximumbedrag dat jaarlijks op
de voorzieningen uitgetrokken
mag worden voor werkingskosten
en voor door het
Opvolgingscomité bestelde
adviezen en studies
overeenkomstig de wet van 11
april 2003 goedgekeurd?
In oktober jongstleden antwoordde
u mij dat u voorrang zou verlenen
aan de uitwerking van dat besluit
en het zo snel mogelijk zou laten
goedkeuren door de Ministerraad.
Wat is de stand van zaken?
03.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, je voudrais d'abord attirer votre attention sur les réponses
que j'ai apportées aux questions posées au Sénat sur le même sujet.
Elles peuvent être vues comme un complément à la réponse que je
vais vous donner maintenant.
La proposition de révision des méthodes de provisionnement pour le
démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des
matières fissiles irradiées dans ces centrales a été transmise aux
membres du comité de suivi peu de temps après la publication de leur
nomination au Moniteur belge. Le comité a consacré plusieurs
réunions à cette proposition et à la rédaction de son avis la
concernant. Cet avis sera prêt dans quelques semaines, comme on
me l'a encore confirmé hier.
Pour formuler son avis, le comité de suivi a demandé à l'ONDRAF
d'examiner la révision des méthodes de provisionnement proposées
par la Société de provisionnement nucléaire. Après analyse,
l'ONDRAF a tiré des conclusions et exprimé des recommandations,
03.02 Minister Marc Verwilghen:
Ter aanvulling van mijn antwoord,
verwijs ik naar de antwoorden die
ik in de Senaat over hetzelfde
onderwerp heb gegeven.
Het voorstel tot herziening van de
methodes voor het aanleggen van
provisies voor de ontmanteling van
kerncentrales en het beheer van
splijtstoffen werd aan het
Opvolgingscomité bezorgd. Het
advies van dat comité zal over
enkele weken klaar zijn.
Na een analyse van de door de
Kernprovisievennootschap voor-
gestelde herziening van de
methode voor het aanleggen van
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
lesquelles ont été avalisées dans leurs grandes lignes par le comité
de suivi. Il les a reprises dans son avis en y ajoutant ses propres
éléments et opinions. J'y reviendrai brièvement ci-après. Lors des
discussions sur les méthodes révisées de provisionnement et sur le
projet d'avis du comité de suivi, l'Agence a donné son opinion sur
certains aspects relatifs à la sûreté.
Bien que la révision des méthodes de provisionnement ne privilégie
pas un scénario plus qu'un autre, nous avons retenu pour la
détermination des provisions nucléaires les hypothèses qui donnent
lieu aux montants les plus élevés. Ceci signifie un démantèlement des
centrales nucléaires le plus rapidement possible après leur arrêt. Sur
la base des résultats de l'ONDRAF, le comité de suivi pourrait émettre
un avis conditionnel contenant des remarques et des
recommandations dont il faudrait tenir compte lors de la révision
suivante.
A la fin 2003, les provisions dans les livres de la Société de
provisionnement nucléaire s'élevaient - pour le démantèlement des
centrales nucléaires - à 990,135 millions d'euros et - pour la gestion
des matières fissiles irradiées - à 2,606 milliards d'euros. Ces
montants correspondent aux anciennes méthodes de
provisionnement. Après réception de l'avis du comité de suivi, la
Société de provisionnement nucléaire adoptera ces montants selon
les méthodes révisées. Ceci entraînera une augmentation
considérable des provisions de démantèlement et une plus faible
réduction en ce qui concerne les matières fissiles irradiées.
Après ces opérations, l'ensemble des provisions correspondra, à la fin
2004, à la valeur actuelle des obligations futures.
Enfin, le projet d'arrêté royal relatif au montant annuel maximal
proposé qui peut être consacré à charge des provisions pourra être
transmis au Conseil des ministres dès que son examen sera terminé.
Nous nous trouvons donc maintenant plutôt dans la phase finale.
provisies, heeft de NIRAS haar
conclusies geformuleerd, die door
het Opvolgingscomité in grote
lijnen werden goedgekeurd. Het
Comité heeft ze in zijn advies
opgenomen en er eigen
elementen aan toegevoegd. Het
Agentschap heeft zijn standpunt
meegedeeld over bepaalde
aspecten die verband houden met
de veiligheid.
Voor de vaststelling van de
kernprovisies zijn wij uitgegaan
van de veronderstellingen met het
hoogste kostenplaatje, waarbij de
kerncentrales zo spoedig mogelijk
worden ontmanteld nadat ze
werden gesloten. Het
Opvolgingscomité zou op grond
van de resultaten van de NIRAS
een voorwaardelijk advies kunnen
formuleren waarmee bij de
volgende herzieningen rekening
zou moeten worden gehouden.
Eind 2003 bedroegen de provisies
in de boekhouding van de Kern-
provisievennootschap 990.135.000
euro voor de ontmanteling van de
kerncentrales en 2.606.000.000
euro voor het beheer van de
bestraalde splijtstoffen. Die
bedragen werden vastgesteld op
grond van de voorheen geldende
methoden voor het aanleggen van
provisies en de
Kernprovisievennootschap zal ze
aanpassen in het licht van de
herziene methoden na ontvangst
van het Opvolgingscomité.
Daardoor zullen de provisies voor
de ontmanteling fors toenemen en
zullen de provisies voor de
bestraalde splijtstoffen lichtjes
verminderen. De provisies in hun
geheel stemmen eind 2004
overeen met de huidige waarde
van de toekomstige verplichtingen.
Zodra de bespreking van het
ontwerp-koninklijk besluit
betreffende het jaarlijks
maximumbedrag dat voor het
aanleggen van de provisies kan
worden uitgetrokken zal zijn
afgerond, zal het aan de
Ministerraad kunnen worden
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
voorgelegd. Wij zitten dus veeleer
in de eindfase.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vais
analyser ces chiffres pour savoir ce qu'il en est et mieux examiner ces
nouvelles méthodes. Je reviendrai sur ces questions d'ici un mois
puisque dans quelques semaines les choses devraient être en ordre.
03.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik ga die cijfers en die nieuwe
methoden bestuderen, en zal over
een maand op die vragen
terugkomen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les tarifs d'électricité pour les clients captifs" (n° 5611)
04 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de elektriciteitstarieven voor gebonden afnemers" (nr. 5611)
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, le 1
er
janvier
2005, quatre mesures qui pourraient avoir une influence sur les tarifs
d'électricité des clients captifs sont entrées en vigueur:
- La diminution des tarifs de transport d'électricité décidée par la
CREG au mois de décembre 2004;
- La diminution des tarifs de distribution d'électricité décidée
également par la CREG au mois de décembre 2004;
- L'entrée en vigueur d'un article de la loi-programme instaurant une
accise sur le charbon utilisé par les centrales d'électricité, là où les
recettes seraient de l'ordre de 36 millions d'euros;
- L'entrée en vigueur de la directive européenne relative à l'échange
de crédits de CO
2
; suite à l'adoption de plans d'allocation par les
Régions, les émissions de CO
2
du secteur de l'électricité sont
dorénavant plafonnées et le non-respect de ce plafond pourrait
induire des coûts supplémentaires au secteur.
A la suite de la loi du 20 mars 2003 relative à l'organisation du secteur
de l'électricité, les tarifs des clients captifs devaient être adaptés à la
politique d'amortissement du secteur, ce que le gouvernement a
refusé d'appliquer jusqu'à ce jour.
Votre prédécesseur, Mme Moerman, avait annoncé qu'elle
répercuterait la diminution des tarifs de transport et de distribution
dans les prix finaux des clients captifs, ce qui me semble être la
logique économique même, mais cela n'a jamais été réalisé.
Il me semble évident que les coûts des 3
ème
et 4
ème
mesures que je
viens de citer ne doivent pas être répercutés dans les prix finaux des
consommateurs et que ces prix doivent être supportés par le secteur
lui-même.
- De quelle manière, monsieur le ministre, comptez-vous répercuter la
diminution des tarifs de transport et de distribution dans les prix des
clients finaux?
- De combien ont diminué les tarifs de transport ces dernières
années, à la suite des décisions de la CREG?
- De combien ont diminué les tarifs de distribution ces dernières
années pour les intercommunales wallonnes ainsi que pour
l'intercommunale bruxelloise, après les décisions de la CREG?
04.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Op 1 januari 2005 werd een aantal
maatregelen van kracht die de
elektriciteitstarieven voor de
eindafnemers kunnen
beïnvloeden. Zo besliste de CREG
de transport- en distributietarieven
te verminderen, kwam er een
accijns op de door de
elektriciteitscentrales gebruikte
steenkool en trad een Europese
richtlijn betreffende de CO
2
-
kredieten in werking.
Tot nu toe weigert de regering de
wet van 20 maart 2003, die
bepaalt dat de tarieven voor de
eindafnemers op het
afschrijvingsbeleid van de
elektriciteitssector moeten worden
afgestemd, toe te passen.
Hoe zal u de daling van de
transport- en distributietarieven in
de tarieven voor de eindafnemers
doorrekenen? In welke mate
daalden de transporttarieven
tijdens de voorbije jaren als gevolg
van de beslissingen van de
CREG?
Wat is de gemiddelde daling van
de distributietarieven voor de
Waalse intercommunales en de
Brusselse intercommunale?
Volgens mij mogen noch de
kosten die uit de invoering van de
accijns op steenkool, een
maatregel uit de programmawet,
voortvloeien, noch de kosten die
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
J'aurais également voulu savoir si le ministre était d'accord pour que
le coût des 3
ème
et 4
ème
mesures ne soit pas répercuté dans les prix
finaux des clients? Si oui, de quelle manière compte-t-il s'y prendre
pour éviter que ce soit le cas? La définition des paramètres Nc et Ne
sera-t-elle adaptée?
Enfin, le ministre va-t-il adapter les prix de l'électricité des clients
captifs pour tenir compte de la politique d'amortissement du secteur,
comme prévu dans la loi du 20 mars 2003? Si oui, comment? Si non,
pourquoi?
het overschrijden van de
maximumuitstoot van
broeikasgassen meebrengt, op de
consument worden afgewenteld.
Bent u het, wat dat laatste punt
betreft, met me eens? Zo ja, wat
zal u doen om ervoor te zorgen dat
zulks niet gebeurt? Zal de definitie
van de Nc- en de Ne-parameters
worden aangepast?
Met andere woorden, bent u van
plan de wet van 20 maart 2003 toe
te passen?
04.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, vos questions sont techniques et demandent donc des
réponses techniques.
Pour répondre à votre première question, lorsque la suppression du
comité de contrôle a été réalisée en 2003 par le ministre de l'époque,
différentes compétences n'ont malheureusement pas été transférées
à la CREG. Il s'agit de la possibilité, qui existait auparavant, de
discuter de l'affectation de la recette des producteurs. Je ne sais pas
pourquoi cette possibilité importante d'information et de décision n'a
pas été transférée à la CREG. De même, au moment du passage
d'un système à un autre, l'information aurait pu être obtenue sur
certains points comme les tarifs de transport et de distribution
mais aucun état des lieux n'a été établi. Il aurait pourtant été fort utile
de connaître, à ce moment, les tarifs moyens pratiqués en Wallonie et
à Bruxelles, qui restaient captifs.
Comme les tarifs captifs couvraient l'ensemble de la Belgique, la
moyenne était établie avec les distributeurs des différentes Régions. Il
n'est donc pas possible d'isoler l'évolution du tarif de transport et du
tarif de distribution dans le coût du client final captif. Les évolutions
qui sont calculées par la CREG se rattachent aux tarifs applicables
aux clients éligibles.
En ce qui concerne vos deuxième et troisième questions, je voudrais
d'abord insister sur le fait qu'il faut comprendre que les tarifs de
transport et de distribution, tels qu'ils sont déterminés par la CREG,
s'appliquent aux clients éligibles et non aux clients du marché captif
pour lesquels un prix "all in" existe. Ensuite, il existe de nombreux
types de clients. Il serait donc très difficile d'établir une moyenne
absolument précise telle que vous l'entendez. A ce niveau, la CREG,
qui suit avec beaucoup d'attention la problématique des tarifs de
distribution et de transport je le rappelle, pour les clients libéralisés
, ne s'avance pas dans la fourniture d'une moyenne unique mais
plutôt de fourchettes. Je vous renvoie donc au site de cette
commission. Vous pourrez ainsi, dans son communiqué de presse du
13 janvier, vous rendre compte de la complexité de déterminer des
moyennes.
La fourchette pour le transport est de 7 à 13% et de 5 à 17% pour la
distribution en Région bruxelloise. En revanche, pour la Région
wallonne, étant donné les modifications intervenues dans le cadre
04.02 Minister Marc Verwilghen:
Op uw eerste vraag kan ik
antwoorden dat de opheffing van
het controlecomité in 2003 helaas
niet gepaard ging met de
overdracht van een aantal
bevoegdheden. Concreet kan de
CREG niet mee beslissen over de
manier waarop de producenten
hun ontvangsten besteden. Op het
ogenblik dat men van het ene
systeem naar het andere
overschakelde, werd er evenmin
informatie ingezameld over de
gemiddelde transport- en
distributietarieven in Wallonië en
Brussel.
Vermits de gebonden tarieven
voor gans België golden, werd het
gemiddelde vastgesteld in overleg
met de verdelers uit alle
Gewesten. Bijgevolg is het niet
mogelijk na te gaan hoe de
transport- en distributietarieven
voor de gebonden eindgebruiker
geëvolueerd zijn. Ze kunnen
immers niet uit de algemene
factuur van deze laatste gelicht
worden. De CREG berekent de
evolutie aan de hand van de
tariefprijs die geldt voor de in
aanmerking komende klanten.
Wat uw tweede en derde vraag
betreft, gelden de door de CREG
vastgelegde transport- en
distributietarieven voor de in
aanmerking komende klanten en
niet voor de klanten van de
gebonden markt. Voor deze
laatsten geldt een "all in"-prijs.
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
d'un gestionnaire de réseau, aucune moyenne n'est communiquée.
En ce qui concerne votre quatrième question, mon prédécesseur,
Mme Moerman, a adapté le mode de calcul du paramètre. La
méthode utilisée maintenant prend en compte une cotation moyenne
pour le charbon délivré dans la zone Anvers-Rotterdam-Amsterdam. Il
n'y a pas de répercussion des modifications que vous citez dans le
nouveau mode de calcul. Aucune adaptation des paramètres n'est
donc nécessaire.
Pour ce qui est de votre cinquième et dernière question, aucun état
des lieux de la valeur des différentes composantes du prix de
l'électricité n'a été dressé lors de la suppression du comité de
contrôle. Ceci a pour effet de rendre impossible une application de la
réduction par une simple règle de trois puisqu'on ignore deux des trois
paramètres, à savoir les valeurs de départ et les valeurs spécifiques
relatives aux clients captifs.
Par contre, dans l'idée de faire bénéficier les clients captifs d'un
avantage résultant de la politique d'amortissement et plus
généralement du bénéfice des producteurs et des distributeurs, j'ai
fait adopter début décembre un arrêté permettant une réduction
substantielle aux clients considérés comme défavorisés par une
étude de la CREG. Cet arrêté publié le 24 décembre avec effet
rétroactif au 1
er
juillet 2004 réduit largement le terme fixe pour le
supplément du compteur bi-horaire. De cette manière, un client situé
dans la tranche considérée comme la plus défavorable en
comparaison avec les pays voisins de l'ordre de 3.500 KWh/an sans
tarification de nuit verra sa facture allégée de plus de 10% par an s'il
passe au tarif de nuit.
En outre, j'ai obtenu une augmentation de 50% - cela fait six euros
pour le fonds bi-horaire des clients captifs afin de permettre une
intervention plus importante dans le placement de ce type de
compteurs. Ainsi, j'ai réalisé une adaptation tarifaire qui permettra
concrètement une réduction sensible de la facture annuelle des
clients qui sont maintenus dans le système d'un régime captif. Voilà la
réponse que je vous avais annoncée comme assez technique.
Voorts is het onmogelijk een
precies gemiddelde van de
distributie- en transporttarieven te
bepalen. De CREG geeft liever
een minimum- en maximumprijs
op voor de transport- en
distributiekosten.
In het Brusselse Gewest ligt de
transportprijs tussen 7 en 13
percent en de distributrieprijs
tussen 5 en 17 percent. Ten
gevolge van de wijzigingen op het
stuk van het beheer ontvingen we
daarentegen geen gemiddelde
voor het Waalse Gewest.
Wat uw vierde vraag betreft, heeft
mijn voorganger de
berekeningswijze van de
parameter aangepast. Deze
laatste houdt thans rekening met
een gemiddelde notering van
steenkool die geleverd wordt in de
driehoek Antwerpen-Rotterdam-
Amsterdam. De parameters
moeten niet aangepast worden
vermits deze berekeningswijze niet
gevoelig is voor de evolutie van de
kosten die u aanhaalt.
Wat uw twee laatste vragen
betreft, is het niet mogelijk een
prijsverlaging door te voeren
omdat de waarde van elk van de
samenstellende delen van de
elektriciteitsprijs niet is gekend.
Krachtens een besluit van 24
december kan de prijs die wordt
aangerekend aan afnemers die
door de CREG als achtergesteld
worden beschouwd, evenwel fors
worden verlaagd. Dit besluit heeft
een terugwerkende kracht tot 1 juli
2004 en verlaagt het vaste bedrag
voor het supplement van de
tweevoudige meter aanzienlijk.
Bovendien wordt het tweevoudig
fonds voor de gebonden afnemers
met 50 procent uitgebreid,
waardoor de bijdrage in de
plaatsing van dit soort tellers
toeneemt. Dankzij de
tariefaanpassing die daaruit
voortvloeit, zal de jaarlijkse
elektriciteitsrekening van de
gebonden afnemers een heel stuk
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
goedkoper worden.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Si le ministre a pu prendre des
dispositions pour des personnes possédant un compteur bi-horaire et
diminuer le coût pour ces clients captifs, il avait également la
possibilité de répercuter des diminutions de prix, de tarif, de transport
et de distribution. Je reconnais qu'il est difficile d'obtenir des chiffres
clairs et qu'il faut améliorer le système. Effectivement, la CREG
fonctionne essentiellement pour les clients éligibles mais pour les
clients captifs, vous avez la possibilité et la responsabilité d'initiative.
Je trouve curieux qu'on ne puisse envisager de répercuter des
diminutions de tarif pour ces clients-là, ni en 2003, ni en 2004, ni
maintenant en 2005, sachant que vous avez l'initiative et les capacités
de prendre de telles mesures sur proposition, sur avis, sur données
de la CREG.
Enfin, c'est aussi en diminuant le coût de l'électricité des clients
captifs que vous pouvez avoir un impact positif sur le prix de
l'électricité pour les clients éligibles puisque cela provoque des
diminutions dans la grille de référence pour les producteurs
d'électricité.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
De maatregelen die u inzake de
tweevoudige tellers en de kosten
voor de gebonden afnemers hebt
getroffen, doen veronderstellen
dat u ook de weerslag van de
verlaging van prijzen, tarieven,
transmissie en distributie kan
doorrekenen. Hoewel het
inderdaad moeilijk is om duidelijke
cijfers te bemachtigen, hebt u de
mogelijkheid en de
verantwoordelijkheid om
initiatieven te nemen die het
systeem kunnen verbeteren.
Het verbaast mij dan ook dat u niet
van plan bent de tariefverlagingen
voor de gebonden afnemers
tijdens de jaren 2003, 2004 en
2005 door te rekenen. De
vermindering van de
elektriciteitskosten voor gebonden
afnemers zou immers een positief
effect hebben op de
elektriciteitsprijs voor de in
aanmerking komende afnemers,
met name door de dalingen in het
referentierooster van de
elektriciteitsproducenten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "l'octroi d'un subside au programme de recherche concernant la
magnétoencéphalographie" (n° 5338)
05 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de toekenning van een toelage aan het onderzoeksprogramma inzake de
magneto-encefalografie" (nr. 5338)
05.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, il résulte d'un
article paru dans le "Tijd" du 16 décembre 2004 que le Conseil des
ministres a récemment, sur votre proposition, approuvé l'attribution
d'un million d'euros à un programme de recherche consacré au
traitement de l'épilepsie au sein de l'hôpital Erasme. Plus
précisément, ce programme porte sur l'association d'une technique
d'imagerie médicale, la MEG (Magnéto-Encéphalo-Graphie), avec
une technique de radiochirurgie, le "gamma knife". La décision
précitée d'octroi du subside aurait été motivée par le fait que le
programme en question serait original et même unique au monde,
aurait des applications cliniques tout à fait remarquables et aurait fait
l'objet d'un accord interuniversitaire. Ce sont en tout cas les trois
éléments qui étaient mentionnés dans l'article du "Tijd" du 16
décembre.
05.01 Melchior Wathelet (cdH):
Volgens "De Tijd" heeft de
Ministerraad de financiering van
een onderzoeksprogramma voor
de behandeling van epilepsie,
meer bepaald op het gebied van
de MEG (Magneto-encefalografie),
goedgekeurd. De beslissing zou
zijn gemotiveerd door het feit dat
het een origineel programma
betreft met opmerkelijke klinische
toepassingen waarover een
interuniversitair akkoord werd
gesloten. Volgens verscheidene
bronnen klopt dat echter helemaal
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Plusieurs sources nous indiquent toutefois que la réalité est tout
autre. En effet, la MEG n'est pas une nouvelle technique et elle a déjà
fait l'objet de recherches multiples. L'outil, même porteur d'espoir, est
encore en cours de validation quant à ses capacités de remplacer les
examens invasifs modernes, qui restent la référence aujourd'hui, et
l'accord interuniversitaire évoqué n'existerait pas.
En conséquence, compte tenu du coût de l'outil (plus ou moins 3
millions d'euros à l'achat) et de ses implications pour la diversification
future de l'offre de soins au niveau fédéral, nous nous posons les
questions suivantes. À quelle date le Conseil des ministres a-t-il pris
la décision d'accorder un subside pour la technique précitée à un
centre hospitalier et quel en est son montant? Quels critères ont-ils
été pris en compte pour l'attribution du subside? Est-ce que vous
nous confirmez les critères de l'article: "original et unique au monde",
"applications cliniques tout à fait remarquables", "objet d'un accord
interuniversitaire"? Avez-vous mis en oeuvre des procédures de
concertation et, si oui, avec qui? Le FNRS a-t-il été consulté et, si
non, pour quelle raison? L'octroi du subside aurait-il fait l'objet d'un
accord interuniversitaire bien que les informations dont nous
disposons semblent aller dans un autre sens? Qu'en est-il?
niet met de werkelijkheid.
Wanneer heeft de Ministerraad
beslist die subsidie toe te kennen
en hoeveel bedraagt zij? Op grond
van welke criteria werd die
subsidie toegekend? Werd er ter
zake overleg gepleegd? Werd het
NFWO geraadpleegd?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, collègue
Wathelet, tout d'abord, le Conseil des ministres, lors de sa séance du
19 novembre 2004 a marqué son accord pour le programme
subventionné (la MEG) et pour l'intégrer comme première initiative de
l'action de soutien aux priorités stratégiques de l'autorité fédérale. Les
critères pris en considération pour l'attribution des crédits sont au
nombre de sept.
1. La réputation internationale des services de neurochirurgie de
l'hôpital Erasme-ULB et la réputation internationale des services de
neurologie des universités de Liège et de Gand.
2. Cet appareil offre des perspectives de recherche énormes pour la
compréhension des mécanismes de fonctionnement du cerveau. Par
conséquent, on a intérêt à soutenir ces projets novateurs.
3. Cette technique a fait la preuve de sa complémentarité avec les
autres techniques d'investigation comme l'imagerie de résonance
magnétique et le petscan. En outre, son grand avantage est son
caractère non invasif dans la mise au point des épilepsies, comme le
prouvent plusieurs travaux dans la littérature scientifique.
4. La volonté des équipes de neurochirurgie de l'ULB, des universités
de Liège et de Gand de mettre en commun leurs connaissances dans
un domaine où leur compétence est reconnue.
5. L'idée de pouvoir un jour combiner la MEG avec les techniques
modernes de radiochirurgie stéréotaxique et dès lors soutenir
l'innovation.
6. Ma position est confortée par le fait qu'il y a actuellement dans la
littérature scientifique des travaux menés par des équipes de
neurochirurgie réputées à l'étranger sur le traitement de certains
épileptiques par le "gamma knife" avec succès, comme vous venez
de l'évoquer.
05.02 Minister Marc Verwilghen:
De Ministerraad heeft op 19
november 2004 beslist subsidies
voor dat programma op het gebied
van de MEG toe te kennen. De
kredieten werden toegekend op
grond van zeven criteria,
waaronder de internationale
reputatie van de
neurochirurgiediensten van het
ULB-Erasmusziekenhuis en de
universiteiten van Luik en Gent
maar ook de veelbelovende
onderzoeksvooruitzichten met
betrekking tot het inzicht in de
werkingsmechanismen van de
hersenen.
Indien dit project tot een goed
einde wordt gebracht, kunnen
schedeloperaties worden
voorkomen. Dat kan het welzijn
van de patiënten alleen maar ten
goede komen. Het ULB-
Erasmusziekenhuis werd met de
coördinatie belast. In november
2004 werd het NFWO
geraadpleegd. De universiteiten
van Gent, Luik en Erasmus-ULB
bereikten een interuniversitair
akkoord.
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
7. Le "gamma knife" est une technique qui permet de traiter bon
nombre de patients sans trépanation. L'équipe Erasme, qui a une
expérience de 5 ans dans cette technologie, a publié une trentaine de
travaux sur le "gamma knife" dans des revues scientifiques
internationales de haut niveau.
Dès lors, si le projet est mené à bien, cela permettrait aux malades
d'éviter des trépanations, que ce soit par la mise au point de son
épilepsie grâce à la MEG ou par la mise au point de son traitement
grâce au "gamma knife". Il va sans dire que l'on progresserait ainsi
vers une nette amélioration du bien-être des patients, la diminution de
la durée d'hospitalisation et de la convalescence en évitant la
trépanation? Ces éléments sont considérables.
Erasme-ULB, en tant que point focal des recherches, a été chargé de
la coordination et de la concertation interuniversitaire et le FNRS a été
consulté en novembre 2004. Un accord interuniversitaire est intervenu
entre les universités de Gand, de Liège et d'Erasme-ULB, trois
centres bénéficiant de l'expertise universitaire. Cet accord n'implique
pas une consultation de toutes les universités du pays. En outre,
d'après mes informations, les équipes concernées des trois
universités se sont mises au travail et ont déjà eu une première
réunion la semaine passée.
05.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Si j'ai bien compris, le FNRS a été
consulté et la coordination doit être réalisée par Erasme-ULB.
Vous me confirmez que l'outil est encore en cours de validation quant
à ses capacités de remplacer les examens invasifs modernes. Par
ailleurs, vous confirmez également que ces nouvelles techniques font
l'objet de recherches multiples ailleurs qu'en Belgique. Par
conséquent, les informations parues dans le journal affirmant que ces
recherches étaient originales et uniques au monde et que les
applications cliniques existaient déjà alors qu'elles sont toujours en
cours de validation ne sont pas exactes.
05.03 Melchior Wathelet (cdH):
Als ik het goed begrijp, werd het
NFWO geraadpleegd en zal het
ULB-Erasmusziekenhuis voor de
coördinatie instaan. U bevestigt
dat de validatie van de techniek
nog aan de gang is en dat die
nieuwe behandelingen ook buiten
België uitvoerig worden
onderzocht. De berichtgeving in de
kranten is dus onjuist.
05.04 Marc Verwilghen, ministre: Dans les techniques scientifiques,
on est très rarement seul à travailler sur une recherche. Par ailleurs,
dans un contexte international, on est très rarement seul à réussir une
prouesse technique.
Aujourd'hui, je ne peux que constater que l'on peut, selon M. Demotte
je suis tout à fait d'accord avec lui , concentrer les moyens
financiers sur les centres d'excellence. On remplit ainsi toutes les
conditions nécessaires pour choisir cette façon de travailler.
05.04 Minister Marc Verwilghen:
In de wetenschap buigt men zich
zelden als enige over een
onderwerp. Ik ben het eens met de
heer Demotte dat de financiële
middelen aan de expertisecentra
moeten worden voorbehouden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de installatie van de ombudsdienst voor de energiesector" (nr. 5352)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la mise en place du service de médiation pour le secteur de
l'énergie" (n° 5352)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de oprichting van een federale ombudsdienst voor de
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
La loi électricité de 1999 prévoit la
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
energiesector was reeds voorzien in artikel 27 van de elektriciteitswet
van 1999. De bedoeling is om binnen de CREG een dienst op te
richten die bevoegd is voor alle geschillen tussen de eindafnemer en
een producent, een distributeur, een leverancier of een
tussenpersoon. De heffing op het stroomverbruik, die de oprichting
van de ombudsdienst moet financieren, is reeds geïnd. Het geld is er
en dat geld wordt beheerd door de CREG, maar de ombudsdienst zelf
laat op zich wachten. Begin 2004 bleek namelijk dat de juridische
constructie van een federale ombudsdienst, zoals opgezet in de
elektriciteitswet, beperkt blijft tot de federale bevoegdheden en dus
weinig of geen nut heeft voor de residentiële eindverbruiker. Dat was
het oordeel van de Raad van State.
Uw voorganger, minister Moerman, stelde voor om in het kader van
het overlegcomité een pragmatische oplossing uit te werken. Er zou al
overleg zijn geweest met de regio's, maar er is nog niets concreet
gerealiseerd. Ondertussen blijft een groot aantal mensen met hun
klachten en problemen in de kou staan.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Waarom blijft de installatie van de ombudsdienst voor de
energiesector nog aanslepen? Wat is het resultaat van het overleg
met de regio's? Hoeveel geld is er bij de CREG aanwezig voor de
ombudsdienst? Wanneer zal de ombudsdienst er komen? Tot hier
mijn vraag, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister.
création d'un service de médiation
fédéral pour le secteur de
l'énergie. L'objectif est de créer au
sein de la CREG un service
compétent pour tous les litiges
entre d'un côté, le consommateur
final, et de l'autre, le producteur, le
distributeur, le fournisseur ou
l'intermédiaire. Ce service de
médiation doit être financé au
moyen d'une taxe sur la
consommation d'énergie. Cette
taxe a depuis été encaissée et le
montant est géré par la CREG.
L'installation du service de
médiation se fait toujours attendre.
Après un arrêt rendu par le
Conseil d'Etat au début de l'année
dernière, il est apparu que la
construction juridique d'un service
de médiation fédéral devra rester
limitée aux compétences
fédérales, ce qui a pour
conséquence que le
consommateur final en tirera peu
d'avantages. Dans le cadre du
comité de concertation avec les
Régions, le précédent ministre de
l'Energie a proposé de développer
une solution pragmatique. A cet
effet, une concertation avec les
Régions a été menée, mais n'a
jusqu'à présent donné aucun
résultat concret.
Pourquoi l'installation du service
de médiation prend-elle tellement
de temps? Un calendrier concret
a-t-il déjà été prévu? La
concertation avec les Régions a-t-
elle déjà donné des résultats?
Quelle est le montant que la
CREG consacrera au service de
médiation?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, voor uw eerste vraag over de oprichting van de ombudsdienst,
werd oorspronkelijk gedacht aan een systeem dat uit twee luiken
bestond: een zuivere ombudsdienst die instaat voor behandeling van
de klachten, maar ook een informatiedienst die instaat voor de
voorlichting en de informatievoorziening naar alle eindafnemers.
De ombudsdienst is een dienst op federaal niveau en zou bestaan uit
twee ombudspersonen. De werking volgt in grote lijnen de
basisprincipes die worden gehanteerd voor gelijkaardige diensten in
andere sectoren. Ik denk dan aan telecom, post of banken. Deze
dienst zal onafhankelijk zijn en situeert zich enkel op federaal niveau.
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'objectif initial était d'instaurer un
système double: un service de
médiation au sens strict, chargé
uniquement du traitement des
plaintes, et un service
d'information à l'usage des
utilisateurs finaux. Le service de
médiation est un organe fédéral
indépendant qui doit comporter
deux médiateurs. Cet organe
fonctionne selon la structure
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Klachten kunnen enkel behandeld worden indien zij vooraf het
voorwerp uitmaken van een schriftelijke klacht aan de marktspeler
zelf. De ombudsdienst staat dus in geen geval in voor het
beantwoorden van mondelinge vragen van de eindafnemers.
Dan is er de informatiedienst. Dat is een dienst die op mondelinge en
schriftelijke vragen een antwoord biedt. Dergelijke dienst is
onontbeerlijk en zou worden samengesteld uit vertegenwoordigers
van de verschillende regulatoren, zowel federaal als gewestelijk,
alsook vertegenwoordigers van de minister, toegevoegd voor
consumentenzaken. Het beschermen van de eindafnemer staat hier
voorop. Gelet op de nauwe betrokkenheid van de andere regulatoren
en Gewesten, werd eerst met hen overleg gepleegd over dit voorstel,
om er uit te geraken.
Ten tweede, uit overleg met de regulatoren en Gewesten bleek dat de
Gewesten geen opmerkingen hadden. De regulatoren daarentegen
stonden aarzelend tegenover dit plan. Zij wensen liever niet deel te
nemen aan een gecoördineerde en rationele benadering voor de
behandeling van vragen van alle eindafnemers. Ik denk nochtans dat
er aan dit voorstel een aantal voordelen verbonden is zoals
kostenbesparing, betere feedback aan de Gewesten en regulatoren,
meer rationele aanpak en zelfs tijdswinst.
Ten derde, bij de CREG is een budget van 800.000 euro beschikbaar
voor de oprichting van deze dienst. Het bedrag zal bij de oprichting
van een onafhankelijke ombudsdienst worden overgedragen aan
deze dienst. In een nauwgezette controle van het budget wordt in mijn
voorstel ook voorzien.
Ten vierde, rekening houdend met de opstelling van de Gewesten via
de gewestelijke regulatoren, heb ik mijn administratie opdracht
gegeven de nodige teksten uit te werken om de oprichting van de
ombudsdienst niet van de informatiedienst zo snel mogelijk uit te
voeren.
Ik vind het wel bijzonder spijtig dat door het gebrek aan bereidheid tot
samenwerking van de Gewesten en hun regulatoren, de
eindafnemers of zij nu residentieel of industrieel zijn die met
fundamentele vragen zitten over de vrijmaking van de markt, in de
kou blijven staan. Ook dat is voor de consumentenorganisaties een
spijtige vaststelling. Maar goed, dat mag niet beletten dat men ten
minste de ombudsdienst op federaal gebied regelt, en daaraan werk
ik volop.
classique instaurée également à
La Poste, dans le secteur des
télécommunications, etc. Les
plaintes sont traitées uniquement
lorsqu'une plainte écrite a été
préalablement introduite auprès de
l'acteur du marché lui-même.
Le service de médiation n'a pas
pour mission de répondre aux
questions orales ou écrites des
utilisateurs finaux. Cette tâche
incombe au service d'information.
Ce dernier doit être composé de
représentants des différents
régulateurs
fédéraux et
régionaux et du ministre de la
Consommation. Une concertation
a été organisée au préalable avec
les Régions et les régulateurs en
vue de la création de ce service.
Les Régions n'ont formulé aucune
remarque en la matière, tandis
que les régulateurs se sont
montrés particulièrement
hésitants. Ils préfèrent ainsi ne pas
être impliqués dans une approche
coordonnée des questions des
clients finals. Toutefois, une telle
approche présenterait de multiples
avantages : un meilleur feed-back,
des économies de coûts et un gain
de temps.
La CREG dispose de 800.000
euros pour créer un service de
médiation. Ce montant sera mis à
sa disposition lors de sa création.
Le budget sera contrôlé avec
minutie.
J'ai chargé mon administration de
créer un service de médiation et
non d'information le plus vite
possible. Je déplore que parce
que les Régions et les régulateurs
se montrent peu coopératifs, les
consommateurs finaux resteront
sur leur faim pour ce qui est de
leurs demandes d'explication qui
sont particulièrement nombreuses
depuis la libéralisation du marché.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Als ik het goed begrijp, zal die functie worden
opgesplitst, onder meer in een federale ombudsdienst voor klachten.
Van wie komen die klachten dan? Of over welke klachten gaat het?
06.03 Simonne Creyf (CD&V): A
qui, concrètement, les
consommateurs finaux doivent-ils
adresser leurs réclamations? A
quelles fins sera utilisé ce montant
22/02/2005
CRIV 51
COM 504
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Voor de concrete eindverbruiker zou er enkel een informatiedienst
komen. Hoe zou dat door de federale overheid en de Gewesten
samen worden georganiseerd? Of moeten de Gewesten dat volledig
doen?
Ten slotte, waar moet de eindafnemer naartoe die echt klachten
heeft? Omgekeerd, de 800.000 euro die er is, is door de eindafnemer
al betaald. Waarvoor zal die 800.000 euro dan worden gebruikt?
de 800.000 euros?
06.04 Minister Marc Verwilghen: In het systeem, zoals wij het initieel
hebben opgevat, was er een ombudsdienst, dus een klachtendienst,
en een informatiedienst. Nu hebben wij het beperkt tot een
klachtendienst voor klachten van alle actoren die bij het proces zijn
betrokken, van de marktspeler tot en met de consument. Zij moeten
hun klacht schriftelijk indienen. Die klacht zal zoals die van andere
regulatoren worden afgehandeld.
Vooral omdat de regulatoren van de gewestelijke niveaus niet wilden
meespelen, is het spijtig dat wij geen informatie aan iedereen kunnen
doorgeven. Het is vooral de eindgebruiker die daarbij belang heeft,
niet de marktspeler. Wij zullen dus alleen met klachten moeten
werken. Die klachten kunnen dus op die manier worden ingediend.
Ik vind het spijtig dat wij het geheel niet kunnen realiseren, maar wij
hebben dan ten minste reeds één ombudsdienst tot stand gebracht, in
plaats van de versnippering die wij nu op het terrein kennen. Die
besparing kan dan toch reeds doorgevoerd worden. Ik vind het echter
spijtig dat wij geen stap verder zijn kunnen gaan. U kent dat wellicht
ook van vriendenparen van u die uiteengaan en waarvan u zegt hoe
kan dat nu, blijf toch bij elkaar. Als zij niet willen, dan willen zij niet.
Hier is het spijtig genoeg net hetzelfde.
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
Le service des réclamations
pourra disposer de ce montant. Il
s'agit en l'occurrence de
réclamations émanant de tous les
acteurs du marché de l'énergie. Je
le répète: je déplore que la partie
information ne puisse encore être
réalisée.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag
nog een bijkomende vraag stellen.
Mijnheer de minister, kan die klachtendienst bijvoorbeeld ook klachten
behandelen van mensen die hun elektriciteitsfactuur niet kunnen
lezen of die daarmee problemen hebben? Het gaat dan over klachten
die zich situeren bij de eindafnemer ten aanzien van de distributeur of
ten aanzien van zijn elektriciteitsleverancier.
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
Les plaintes concernant la lisibilité
des factures seront-elles aussi
traitées?
06.06 Minister Marc Verwilghen: Dat kan absoluut. Indien hij niet de
inlichtingen heeft bekomen die hij wenst te bekomen daarover, dan
heeft hij recht op opklaring daarvan.
06.06 Marc Verwilghen, ministre:
Absolument.
06.07 Simonne Creyf (CD&V): Zal die 800.000 euro gebruikt worden
voor de federale klachtendienst?
06.07 Simonne Creyf (CD&V):
Ce montant de 800.000 euros
revient donc intégralement au
service fédéral de réclamations?
06.08 Minister Marc Verwilghen: Ja, zo is het.
06.08 Marc Verwilghen, ministre:
Oui.
06.09 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat het
zo snel mogelijk van kracht wordt. Er is immers heel veel in beweging
in de elektriciteitssector. Er is enorm veel in beweging in de
energiesector. Mensen kunnen er niet meer altijd aan uit. Zij hebben
daarvoor ondertussen reeds betaald via een heffing op hun
06.09 Simonne Creyf (CD&V):
Le secteur énergétique a grand
besoin d'un service de
réclamations. Je demande au
ministre de faire diligence.
CRIV 51
COM 504
22/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
kilowattuur. De mensen hebben dus toch wel recht op een vlugge
installatie van die klachtendienst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.11 heures.