CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 503
CRIV 51 COM 503
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
21-02-2005
21-02-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Olivier Chastel au ministre de la
Mobilité sur "la procédure d'agrément des auto-
écoles" (n° 5105)
1
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Mobiliteit over "de erkenningsprocedure voor
autorijscholen" (nr. 5105)
1
Orateurs: Olivier Chastel, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Olivier Chastel, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Mobilité sur "les conséquences du plan New
Passengers de la SNCB pour la province du
Luxembourg" (n° 5109)
2
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Mobiliteit over "de gevolgen van het New
Passengers-plan van de NMBS voor de provincie
Luxemburg" (nr. 5109)
2
Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Bert Schoofs au ministre de la
Mobilité sur "la réglementation en matière de
bateaux de plaisance" (n° 5127)
4
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Mobiliteit over "de reglementering inzake
pleziervaartuigen" (nr. 5127)
4
Orateurs: Bert Schoofs, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Bert Schoofs, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "l'introduction des 'camions géants' en
Belgique" (n° 5145)
6
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de invoering van de
supertrucks in België" (nr. 5145)
6
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Questions jointes de
9
Samengevoegde vragen van
9
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la
Mobilité sur "l'usage abusif de la piste 02 le
23 janvier dernier" (n° 5171)
9
- de heer François-Xavier de Donnea aan de
minister van Mobiliteit over "het
ongerechtvaardigd gebruik van baan 02 op
23 januari jongstleden" (nr. 5171)
9
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur
"les modifications éventuelles du plan de
dispersion" (n° 5527)
9
- de heer Bart Laeremans aan de minister van
Mobiliteit over "de eventuele wijzigingen aan het
spreidingsplan" (nr. 5527)
9
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Renaat Landuyt
, ministre de la Mobilité, Bart
Laeremans
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Renaat Landuyt
, minister van Mobiliteit, Bart
Laeremans
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "l'utilisation du régulateur de vitesse"
(n° 5181)
18
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "het gebruik van cruise
control"(nr. 5181)
18
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de
la Mobilité sur "l'apprentissage théorique du Code
de la route dans le cadre de l'enseignement
secondaire" (n° 5232)
20
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
minister van Mobiliteit over "het inbedden van de
theoretische rijopleiding in de eindtermen van het
secundair onderwijs" (nr. 5232)
20
Orateurs:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Annick Saudoyer, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Mark Verhaegen au ministre de la
Mobilité sur "la signalisation variable des
zones 30 aux abords des écoles" (n° 5293)
22
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Mobiliteit over "de veranderlijke
signalisatie voor de zone 30 in de
schoolomgeving" (nr. 5293)
21
Orateurs: Mark Verhaegen, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Mark Verhaegen, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "l'installation du système ISA
23
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "het installeren van het ISA-
23
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
(Système d'adaptation intelligente de la vitesse)"
(n° 5305)
systeem (Intelligent Speed Adaptation)" (nr. 5305)
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Mobilité sur "la circulation des poids lourds"
(n° 5546)
24
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Mobiliteit over "het vrachtwagenverkeer"
(nr. 5546)
24
Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Joseph Arens au ministre de la
Mobilité sur "la nécessaire réouverture de la
ligne 165" (n° 5398)
25
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Mobiliteit over "de noodzaak om lijn 165 te
heropenen" (nr. 5398)
25
Orateurs: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Joseph Arens, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "la tolérance zéro en cas d'excès de
vitesse" (n° 5430)
26
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de nultolerantie voor
snelrijders" (nr. 5430)
26
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "le tachygraphe digital" (n° 5439)
29
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "de digitale tachograaf"
(nr. 5439)
29
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la zone 30 aux abords des écoles"
(n° 5608)
30
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de zone 30 in de
schoolomgevingen" (nr. 5608)
30
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
21
FÉVRIER
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
21
FEBRUARI
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur door de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.22 heures par M. Francis Van den Eynde, président.
01 Question de M. Olivier Chastel au ministre de la Mobilité sur "la procédure d'agrément des auto-
écoles" (n° 5105)
01 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister van Mobiliteit over "de erkenningsprocedure
voor autorijscholen" (nr. 5105)
01.01 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le 1
er
décembre dernier devait entrer en vigueur l'arrêté royal
du 11 mai 2004 relatif aux conditions d'agrément des écoles de
conduite.

A la suite d'un arrêt du Conseil d'Etat ordonnant la suspension de trois
articles fondamentaux de cet arrêté, le Conseil des ministres a
décidé, le 23 décembre 2004, de le modifier.

Outre la demande d'avis du Conseil d'Etat, le nouveau texte
réglementaire doit suivre la procédure d'association des
gouvernements régionaux.

Mes questions sont les suivantes:
1. Quelles sont les modifications principales apportées dans l'arrêté
royal en projet?
2. Dans quel délai ce nouvel arrêté royal pourra-t-il être publié?
3. Sachant que des arrêtés ministériels doivent intervenir pour la
fixation de différents formulaires, à partir de quelle date les demandes
d'agrément pourront-elles être introduites?
4. A partir de quand les premiers agréments pourront-ils enfin être
délivrés sur la base de la nouvelle réglementation?
01.01 Olivier Chastel (MR):
Nadat de Raad van State drie
essentiële artikelen van het
koninklijk besluit betreffende de
voorwaarden voor de erkenning
van de autorijscholen had
geschorst, heeft de Ministerraad
eind december 2004 beslist dat
koninklijk besluit aan te passen.

Welke wijzigingen houdt het
ontwerp-koninklijk besluit in?
Wanneer zal het worden
gepubliceerd? Wanneer zullen de
erkenningsaanvragen kunnen
worden ingediend en wanneer zal
de nieuwe regelgeving het
mogelijk maken de eerste
erkenningen af te geven?
01.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, monsieur Chastel, voici les réponses à vos quatre
questions.

1. Quelles sont les modifications principales apportées par l'arrêté
royal en projet?
On modifie essentiellement la situation des ASBL qui étaient exclues
avant la décision du Conseil d'Etat. Nous les avons réintégrées.

2. Dans quel délai le nouvel arrêté royal pourrait-il être publié?
01.02 Minister Renaat Landuyt:
De belangrijkste wijziging betreft
de VZW's die vóór de uitspraak
van de Raad van State uitgesloten
werden en die nu weer in
aanmerking komen.

Begin februari heb ik de adviezen
van de Gewesten ontvangen -
allemaal gunstige adviezen - en ik
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
L'information la plus récente est la suivante. J'ai reçu les avis des
Régions sur le projet au début du mois de février. Tous ces avis
étaient positifs. Après les avoir reçus, j'ai envoyé le projet au Conseil
d'Etat. J'attends l'avis du Conseil d'Etat dans les jours à venir. Dès
réception de cet avis, je pourrai faire publier l'arrêté royal. Pour ce
faire, j'ai reçu le mandat du gouvernement.

3. Sachant que des arrêtés ministériels doivent intervenir pour la
fixation des différents formulaires, à partir de quelle date les
demandes d'agrément pourront-elles être introduites?
Trois articles essentiels de l'arrêté royal, à savoir ceux relatifs aux
définitions, au champ d'application et aux obligations administratives,
ont été suspendus par le Conseil d'Etat en date du 23 novembre
2004. Cette suspension rend impossible le traitement de demandes
d'agrément. Je ferai publier les arrêtés ministériels fixant les
formulaires en même temps que l'arrêté royal, dans les prochaines
semaines.

En ce qui concerne votre quatrième question, à partir du moment où
le nouvel arrêté royal est publié, les premières demandes d'agrément
peuvent être traitées et les premiers agréments peuvent être délivrés.

Si je ne me trompe, il y a onze ou douze demandes en cours.
heb het ontwerp om advies
overgezonden aan de Raad van
State. Die zal eerdaags uitspraak
doen. Zodra ik over het advies
beschik, kan ik het koninklijk
besluit laten publiceren.

De Raad van State heeft drie
fundamentele artikelen geschorst,
wat de verdere behandeling van
de erkenningsaanvragen
onmogelijk maakt. De ministeriële
besluiten houdende het model van
de formulieren zullen eveneens de
komende weken worden
gepubliceerd, samen met het
koninklijk besluit.

Zodra het nieuwe koninklijk besluit
gepubliceerd is, zullen de eerste
erkenningsaanvragen al
behandeld en de eerste
erkenningen uitgereikt kunnen
worden.
01.03 Olivier Chastel (MR): Monsieur le président, je ne serai pas
long. Je voudrais remercier le ministre. Les questions étaient claires,
les réponses le sont aussi.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "les conséquences du plan New
Passengers de la SNCB pour la province du Luxembourg" (n° 5109)
02 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "de gevolgen van het New
Passengers-plan van de NMBS voor de provincie Luxemburg" (nr. 5109)
02.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je voudrais attirer
votre attention sur les conséquences d'application pour notre province
du Sud Luxembourg, province assez périphérique de notre pays, du
nouveau plan de la SNCB nommé "New Passengers", prévu pour
début de l'année 2006. En effet, une nouvelle fois, il semble que notre
province sera victime de discriminations.

"New Passengers" reprendrait la direction "voyageurs-vente" ainsi
qu'une partie de la direction "réseau". Ce plan comporterait onze
régions, la ville d'Arlon serait englobée dans la région de Namur
située à plus de 120 kilomètres.

La région serait ainsi dirigée depuis Namur par un responsable du
niveau d'inspecteur principal assisté de quatre fonctionnaires de rang
3 (dispatching, logistique, administration, opérations, commercial). Il
n'y aurait donc plus aucun fonctionnaire de rang 3 pour "New
Passengers" dans notre région, à l'exception du chef de gare d'Arlon.
Mais il faut savoir que la gare n'est qu'un organe d'exécution local.

Cela aurait des conséquences bien évidemment catastrophiques au
niveau de l'emploi dans notre région du Sud Luxembourg. Avec la
02.01 Joseph Arens (cdH): Het
nieuwe "New Passengers"-plan
van de NMBS, dat in 2006 in
werking zou treden, betekent een
zoveelste discriminatie van de
inwoners van Zuid-Luxemburg.
Volgens dat plan maakt Aarlen
deel uit van de regio Namen,
terwijl die stad 120 kilometer van
Aarlen verwijderd is! De
verantwoordelijke ambtenaar, met
de graad van hoofdinspecteur,
zou, bijgestaan door vier
ambtenaren van rang 3, de regio
vanuit Namen leiden. Zodoende
zouden alle betrekkingen van
niveau 3 in de regio Aarlen
wegvallen. Een vijftigtal
personeelsleden van de
goederendiensten heeft nu al geen
aanstelling meer. Daarnaast
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
restructuration des services marchandises, une petite cinquantaine
d'agents se retrouve déjà "sans affectation". Rien qu'en ce qui
concerne la vente et le personnel des quais, des prestations sont déjà
clairement identifiées comme "supprimables". Une quarantaine
d'agents seraient ainsi concernés.

Cela aurait pour conséquence la fermeture des petites et moyennes
gares et la réduction de la présence du personnel dans les autres
gares: la qualité de l'accueil ne fera que se détériorer. Le personnel
administratif et le personnel d'encadrement seront délocalisés vers
Namur. Mais il est à craindre que les postes soient déjà occupés par
des Namurois, ce qui me semblerait logique. La diminution constante
du personnel occupé dans cette province du Luxembourg risque
d'entraîner la disparition de certaines unités locales "de service", par
exemple, la médecine du travail, la médecine d'entreprise, l'antenne
Caisse des soins de santé, les services de maintenance des
bâtiments, etc.

Lorsqu'un agent de terrain ne peut plus exercer ses fonctions
normales, il est généralement utilisé dans les services administratifs
de son unité. Mais comme il n'y en aura plus dans la province du
Luxembourg, la logique actuelle étant à la diminution constante du
nombre d'agents, la direction namuroise pourrait avoir tendance à
faire des économies sur le dos d'Arlon, en préservant ainsi son
personnel local.

Les perspectives de promotion deviendront quasi nulles pour les
Luxembourgeois, sous peine de s'expatrier sans espoir de retour.

Cette perte d'autonomie fait aussi craindre qu'il n'y ait plus personne
sur place pour défendre les intérêts de notre province.

Je vous cite quelques exemples.
- Le dirigeant "New Passengers" de Namur se battra-t-il pour la
réouverture de la ligne Virton-Athus-Arlon et surtout pour y organiser
une desserte et une offre tarifaire répondant aux attentes des clients
potentiels?

- S'intéressera-t-il tout simplement au maintien d'une activité
"voyageurs" sur les lignes Libramont-Bertrix-Virton, Libramont-Bertrix-
Dinant et Rivage-Gouvy?

- Lors de l'arrivée du TGV-Est à Luxembourg en 2007, ce même
dirigeant se battra-t-il pour que la région d'Arlon dispose de bonnes
correspondances avec ce TGV? Se battra-t-il aussi pour qu'une
politique tarifaire attractive soit proposée à notre clientèle?

- La politique tarifaire et la simplification du système actuel des titres
de transport pour les voyageurs transfrontaliers vers Luxembourg
feront-elles partie de ses préoccupations majeures?

- Seuls trois trains internationaux subsistent sur cette ligne 162: le
"Vauban" vers Milan, l'"Iris" vers Chur et le "Jean Monnet" vers
Strasbourg. Qui se préoccupera encore de l'arrêt de ces trains en
gare d'Arlon?

Sous peine de voir notre province devenir un désert ferroviaire, la
création d'une région "New Passengers" en Luxembourg me semble
zouden nog een veertigtal
betrekkingen van verkoop- en
perronpersoneel op de tocht
komen te staan.

Misschien zal de directie te Namen
geneigd zijn te besparen ten koste
van Aarlen. Zal ze zich inzetten
voor de heropening van de lijn
Virton-Athus-Aarlen? Zal ze
aandacht schenken aan het
behoud van het reizigersverkeer
op de lijnen Libramont-Bertrix-
Virton/Dinant en Rivage-Gouvy?
Wie zal er nog voor zorgen dat de
internationale treinen in Aarlen
stoppen? Volgens mij is het
absoluut noodzakelijk dat er in
Luxemburg een "New
Passengers"-regio komt.
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
indispensable.

Vous aurez compris le sens de ma question et de ma proposition.
Monsieur le ministre, est-il possible pour vous d'envisager la création
d'une telle région pour la province de Luxembourg, qui est une
province belge, ne l'oublions pas?
02.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, mes chers
collègues, en ma qualité d'habitant d'une province se situant de l'autre
côté de la Belgique, je suis très motivé à répondre à vos questions.

D'abord, le projet intitulé "New Passengers" est une étude en cours
au sein de la SNCB. Elle a comme objectif de dessiner l'avenir des
services "voyageurs" dans l'optique de la nouvelle structure SNCB.

Deuxièmement, plusieurs scénarios différents sont actuellement
développés pour aborder la concentration des activités commerciales
des gares au sein de "New Passengers". Aucune décision n'a encore
été prise à ce sujet: les scénarios doivent encore être discutés à
l'intérieur du groupe SNCB et prioritairement bien entendu avec les
organisations reconnues du personnel.

Troisièmement, quelle que soit l'alternative retenue, les intérêts de la
ville d'Arlon ou du Sud-Luxembourg ne seront pas négligés. La
réouverture au trafic voyageurs du tronçon Virton­Athus­Arlon des
lignes de chemin de fer 165 et 167 est un projet ambitieux qui retient
tout mon intérêt. La réouverture de lignes transfrontalières en général
sera d'ailleurs reprise dans les dispositions du prochain contrat de
gestion de la SNCB. Elle se situe dans la droite ligne des récents
développements au niveau fédéral. L'arrêté royal du 18 octobre 2004
portant certaines mesures de réorganisation de la SNCB confie à
l'entreprise ferroviaire la mission de service public de transport
transfrontalier de voyageurs. La notion de service public est le seul
garant actuel d'un concept qui m'est cher: la mobilité de base ­ pour
les habitants du Luxembourg comme pour les autres.
02.02 Minister Renaat Landuyt:
Het "New Passengers"-project is
de naam van een studie die
momenteel door de NMBS wordt
uitgevoerd. Diverse scenario's zijn
mogelijk om de activiteiten van de
stations te bundelen. Er werd nog
geen beslissing genomen. Hoe
dan ook zullen we de belangen
van Zuid-Luxemburg en Aarlen
blijven behartigen.
02.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse qui me satisfait entièrement puisqu'il en ressort
que le Luxembourg ne sera pas oublié. J'espère que nous pourrons
aller vers la création, dans la formule "New Passengers", d'une vraie
région pour le Luxembourg afin qu'il ne dépende pas d'une autre
province, ce qui me semblerait logique. C'est en tout cas dans ce
sens-là que je continuerai le combat et je compte sur vous, monsieur
le ministre, pour le gagner!
02.03 Joseph Arens (cdH): Ik
wens dat Luxemburg als een
volwaardige regio in het "New
Passengers"-project wordt
opgenomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister van Mobiliteit over "de reglementering inzake
pleziervaartuigen" (nr. 5127)
03 Question de M. Bert Schoofs au ministre de la Mobilité sur "la réglementation en matière de
bateaux de plaisance" (n° 5127)
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, er zijn
blijkbaar enkele onduidelijkheden in de reglementering op de
pleziervaart.

In het koninklijk besluit van 2 juni 1993 wordt melding gemaakt van
03.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): La réglementation relative
aux bateaux de plaisance est
imprécise. Je me réfère plus
précisément à l'article 2 de l'arrêté
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
pleziervaartuigen die door een motor worden voortbewogen, een
lengte hebben van minder dan 15 meter en sneller dan 20 km per uur
kunnen varen. Die categorie is vrij goed afgebakend. In de
specifiëringen in de omzendbrief van 1995 voor de toepassing van
artikel 2 uit het koninklijk besluit wordt gesteld dat motorvoertuigen te
water met een lengte kleiner dan 15 meter worden geacht sneller dan
20 km per uur te kunnen varen, indien er zich aan boord twee
personen van 75 kilogram bevinden.

Mijnheer de minister, de onduidelijkheid bestaat op het vlak van de
jetski's.

Kunnen we uit artikel 2 van de omzendbrief afleiden dat voor jetski's
de reglementering in verband met het behalen van het vaarbewijs niet
van toepassing is? Een jetski heeft immers gebruikelijk maar één
persoon aan boord. Het is dus in de praktijk moeilijk om een examen
af te leggen met zo een voertuig, wanneer de betrokkene zich alleen
op de jetski bevindt. Normaal gezien moet hij of zij immers een
begeleider bij zich hebben.

Ik heb mijn vragen omgewisseld.

Ten tweede, is het ook nodig, naar analogie van het rijbewijs in het
verkeer, om eerst een theoretisch examen af te leggen ­ wat logisch
lijkt ­ in plaats van een praktisch examen? Het probleem rijst opnieuw
met de jetski's, wanneer de betrokkene een praktisch examen moet
afleggen. Hoe wordt dat examen dan afgelegd, wanneer de
betrokkene geen begeleider aan boord van de jetski heeft?

Ik had ook nog een aantal bijkomende vragen geformuleerd in
verband met de pleziervaart, die misschien beter via een schriftelijke
vraag konden worden gesteld. In het bestek van mijn vraag heb ik ze
echter gauw meegenomen.

Die vragen betreffen het aantal controleurs en inspecteurs dat wordt
ingezet voor de naleving van de reglementering. Waar liggen terzake
de prioriteiten? Welke overtredingen wil men in de eerste plaats
beteugelen? Ik had ook graag de cijfers van het aantal controles van
2000 tot en met 2004 gekregen. In mijn mondelinge vraag heb ik ook
een punt aangekaart inzake de meest vastgestelde overtredingen.
Waar situeren zich de meeste concrete knelpunten in de
reglementering?

Mijnheer de minister, ik dank u alvast voor uw antwoord.
royal du 2 juin 1993 et à la
circulaire de 1995.

La réglementation relative à
l'obtention du permis de navigation
est-elle oui ou non d'application
pour les jet-skis? Doit-on réussir
un examen théorique avant de
pouvoir présenter l'examen
pratique? Comment l'expérience
pratique accompagnée doit-elle
être acquise? Combien de
contrôleurs ou d'inspecteurs
vérifient-ils le respect de la
réglementation et quelles sont
leurs priorités? Combien de
contrôles ont-ils été effectués au
cours de la période comprise entre
2000 et 2004? Quelles ont été les
infractions les plus couramment
constatées?
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer Schoofs, ik wens inderdaad wat meer tijd om schriftelijk en
correct op uw derde, vierde en vijfde vraag te kunnen antwoorden. Er
worden daarin immers om cijfergegevens gevraagd.

Wat uw twee andere vragen betreft, er is geen verplichting om het
theoretisch examen aan het praktisch gedeelte te laten voorafgaan. Ik
verwijs naar artikel 23 van het koninklijk besluit van 2 juni 1993 waarin
staat dat een praktijkervaring van minimaal twaalf uur vereist is, tenzij
de aanvrager van het stuurbrevet praktijkervaring heeft opgedaan via
een erkende representatieve organisatie. In dat geval kan het worden
herleid tot zes uur. Het is echter niet verplicht dat het ene voor het
andere komt.
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je répondrai à plusieurs questions
par écrit étant donné le grand
nombre de chiffres qui me sont
demandés.

L'examen théorique ne doit pas
forcément précéder l'examen
pratique. Je me réfère à l'article 23
de l'arrêté royal du 2 juin 1993.
Une expérience pratique de
minimum douze heures est
exigée, à moins que le demandeur
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6

Ten tweede, hoe kan men op een éénpersoonsjetski begeleiding
krijgen? Bij motors wordt de begeleiding ook gedaan via een andere
moto. Bij éénpersoonsjetski's past men dat systeem, weliswaar op het
water, ook toe.
de la licence n'ait acquis son
expérience pratique par le biais
d'un organisme agréé. Dans ce
cas, six heures de cours pratiques
suffisent.

En ce qui concerne
l'accompagnement pour les jet-
skis d'une personne, la
réglementation est la même que
pour les motos.
03.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, kan men
niet in problemen komen? Het is niet als dusdanig in de wetgeving
opgenomen dat er een begeleiding nodig is via een andere jetski.
Moeten we ervan uitgaan dat iemand die met een jetski een brevet wil
behalen, begeleid moet worden door een andere jetski wanneer hij
zijn aantal uur praktijk wil halen?

Ik heb nog een afgeleide vraag. Wat met de verantwoordelijkheid op
burgerrechtelijk en strafrechtelijk vlak van degene die de jetski
begeleidt? Doen zich daar bepaalde problemen voor? Die problemen
zullen zich niet voordoen wanneer men eerst een praktijkproef laat
afleggen alvorens theorie te geven. De wet is op dat vlak immers
soepeler wat het verkeer betreft. Wat met de strafrechtelijke en
burgerrechtelijke verantwoordelijkheid van twee jetski's die naast
mekaar varen? Ik weet niet of u op die vraag een pasklaar antwoord
hebt. Ik zal zeker niet op de pianist schieten wanneer u mij niet
onmiddellijk kunt antwoorden. Het is volgens mij echter toch
interessant om weten.
03.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang) : La législation ne précise
pas clairement s'il faut un
accompagnateur avec un autre jet-
ski pour l'obtention du brevet.
Comment la responsabilité pénale
et/ou civile de l'accompagnateur
est-elle fixée?
03.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het is een
beetje de logica van het systeem. Bij de begeleiding en opleiding
inzake motorvoertuigen is de organiserende instantie verantwoordelijk
voor het in regel te zijn met verzekeringen en verantwoordelijkheden.
Men moet parallellen scheppen, weze het op een ander terrein, met
name op het water in plaats van op de weg.
03.04 Renaat Landuyt, ministre:
Les jet-skis sont soumis sur l'eau
aux mêmes règles que les motos
sur la route ; l'instance qui
organise la formation et
l'assistance est responsable en ce
qui concerne les assurances, etc.
03.05 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ben
niet afkomstig uit Henegouwen of van de Vlaamse Kust. Bij ons
hebben wij echter ook een waterweg, namelijk het Albertkanaal. Onze
gemeente heeft reeds verschillende waterskikampioenen afgeleverd.
Men zal blij zijn dit antwoord van u te mogen horen.
03.06 Minister Renaat Landuyt: Ik wens hen alle succes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de invoering van de
supertrucks in België" (nr. 5145)
04 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "l'introduction des 'camions géants' en
Belgique" (n° 5145)
04.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, de zogenaamde
supertrucks, de langere en zwaardere vrachtwagens die men in
Nederland ecocombi noemt, worden in meer en meer Europese
04.01 Guido De Padt (VLD) : Les
camions géants ou "éco-combis"
sont observés dans un nombre
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
landen geïntroduceerd. Het blijkt dat vooral de Scandinavische landen
heel wat ervaring hebben met deze mastodonten op de weg. In
Nederland loopt er op dit ogenblik een tweede proefproject, tot
november 2006, om de voor- en nadelen van deze vrachtwagens
verder te onderzoeken. Een eerste proef die al in 2000 van start ging
had veelbelovende resultaten. De meningen over die zwaardere
vrachtwagens zijn wat verdeeld. In België zijn Febetra, het VBO en de
Belgische Federatie van de Automobiel- en Tweewielerindustrie,
Febiac, vragende partij om ook in ons land tests te doen met deze
supertrucks. De voordelen daarvan zouden zijn dat men tot een
brandstofbesparing komt die varieert van 4% tot 30%. Er wordt zo'n
30% verkeer van de weg gehouden. Ze produceren ook een kwart
minder CO
2
-uitstoot. Het risico van spoorvorming in het wegdek is niet
groter op voorwaarde dat het gewicht goed verdeeld wordt. Verder is
er minder tol en dergelijke meer. De voorstanders halen deze
argumenten aan.

De tegenstanders spreken van het feit dat de milieuanalyse niet zou
kloppen. Het feit dat het transport over de weg goedkoper wordt, leidt
er volgens hen automatisch toe dat er meer vrachtautokilometers
komen. De ecocombi's zouden klanten inpikken van de minder
milieubelastende binnenvaart. De infrastructuur ­ en dat is blijkbaar
één van uw argumenten, mijnheer de minister ­ is niet aangepast.
Volgens datgene wat men in Nederland zegt is het zo dat onze
infrastructuur er iets anders zou uitzien. Die vrachtwagens zijn echter
gemaakt om op de weg te rijden en daar hun functie te hebben.
Anderzijds acht ik het ook niet echt aangewezen om ab initio, van bij
het begin, te stellen dat het totaal uitgesloten moet zijn dat deze zware
vrachtwagens op onze wegen zouden komen.

Ik heb dan ook een aantal vragen, mijnheer de minister.

Ten eerste, klopt het dat u tegen een proefproject bent met die
supertrucks zoals er nu één loopt bij onze noorderburen? Zo ja, op
welke buitenlandse evaluaties van het gebruik en de gevolgen van
deze supertrucks baseert u uw standpunt? Zo niet, gaat u er dan mee
akkoord dat ook bij ons een gelijkaardig proefproject wordt opgestart?

Ten tweede, zijn er volgens u helemaal geen voordelen aan het
gebruik van die zwaardere vrachtwagens verbonden? Zo niet, welke
negatieve positieve onderkent u? Wegen die niet voldoende op tegen
de nadelen?

Ten derde, in hoeverre verschillen de op- en afritten van de Belgische
autosnelwegen ­ want dat is toch een argument dat wordt aangehaald
­ van die in onze buurlanden en Nederland in het bijzonder? Zijn er
ook nog andere verschillen in de Belgische wegeninfrastructuur die
voor extra moeilijkheden zouden kunnen zorgen om die vrachtwagens
op onze wegen te laten rijden?
croissant de pays européens. Aux
Pays-Bas, un deuxième projet
pilote très prometteur est en cours.
En Belgique, les avis sont
partagés. Il y a des avantages
comme des inconvénients. Nous
ne pouvons exclure les camions
géants d'avance.

Est-il exact que le ministre est
opposé à ce projet pilote? Sur quoi
fonde-t-il son attitude négative? Le
recours à des camions géants
n'offre-t-il vraiment aucun
avantage ou les inconvénients
l'emportent-ils? En quoi les accès
et les sorties de nos autoroutes
diffèrent-ils de ceux qui existent à
l'étranger? D'autres différences en
matière d'infrastructure
compliquent-elle l'utilisation de
camions géants chez nous?
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, mijnheer De Padt, wie heeft er gezegd dat ik volledig tegen
ben?
04.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il est faux de dire que je suis
totalement opposé aux camions
géants.
04.03 Guido De Padt (VLD): (...)
04.04 Minister Renaat Landuyt: U mag dat allemaal niet geloven. 04.04 Renaat Landuyt, ministre:
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Het klopt wel dat ik zeer voorzichtig ben inzake die sector. Ik sluit mij
meer aan bij uw spontane beschrijving van "mastodonten". Zo komen
ze ook over op het terrein. Ten opzichte van grote dingen moet je
altijd een beetje wantrouwig zijn.

Mijn houding terzake is ­ voor die keer dat we kunnen leren van de
Nederlanders ­: waarom doen we het niet? Ik weet dat er daar een
eerste proefproject is geweest, en dat Nederland nu is
overgeschakeld naar een tweede, waaruit ik hoop de nodige lessen te
kunnen trekken.

Voor het overige laten wij dergelijke combinaties toe op
haventerreinen en ik denk dat er ook een heel specifieke situatie is
voor Volvo Gent. Het gaat om heel beperkt vervoer in een beperkt
circuit. Nogmaals, meestal is dat op haventerreinen.

Ben ik blind voor de positieve aspecten? Zeker niet. Ik wil zelfs
erkennen dat het gewicht terzake niet het probleem is, omdat dat over
verschillende wielassen verdeeld is. Daar ligt het punt dus niet.

Het grootste probleem voor ons is dat wij een zeer fijnmazige
wegenstructuur hebben die niet toelaat dat er vrachtwagens rijden die,
bij wijze van spreken, van de ene afrit tot de andere reiken op de
autoweg.

Daarom ook, in antwoord op uw derde vraag, wil ik gewoon de visu
wijzen op het feit dat in het noorden van Europa de plaatsen veel
verder van mekaar verwijderd zijn. Bovendien spreekt men daar over
zeer rustige autowegen. Bij ons hebben wij het over autowegen met
een zeer vlot verkeer, eigenlijk gebaseerd op een zeer vlotte
doorstroming. Het grootste probleem voor de Belgische wegen is de
blokkering van die doorstroming.

Op politiek vlak hebben wij inzake spoor en inzake binnenvaart nog
zeer veel in te halen. Zoals u weet: één schip vervangt honderd kleine
mastodonten.
Mais je suis prudent et méfiant.
Nous pouvons en effet tirer
certains enseignements des
projets pilotes néerlandais.

Actuellement, nous autorisons les
camions géants dans les zones
portuaires et chez Volvo-Gand. Il
ne s'agit dans ces deux cas que
de transports limités dans des
zones bien délimitées.

Le gros problème n'est pas le
poids des camions mais le
maillage fin du réseau routier
belge. Dans le nord de l'Europe,
les agglomérations sont beaucoup
plus éloignées les unes des autres
et les routes sont moins
fréquentées. Par conséquent, les
risques de blocage de la fluidité de
la circulation sont bien moins
importants que chez nous. En
outre, la Belgique a encore un
retard important à combler dans le
domaine du rail et de la navigation
intérieure.
04.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, u maakt er zich
wat gemakkelijk van af, om het zo te zeggen.

Ik heb de indruk dat u meer spreekt uit een aantal ideologische
overwegingen ­ ik weet het niet hoor ­ en het grootse van die zaak
niet ernstig wilt nemen. Ik bedoel maar: het feit dat het over zware
vrachtwagens gaat, moet u ook niet overdrijven. Het gaat over
vrachtwagens die zes meter langer zijn dan de klassieke
vrachtwagens.

Ik vrees er een beetje voor dat, wanneer wij dat niet ernstig willen
nemen ­ binnen België is de spoorafstand ook veel kleiner dan in
andere grote landen; in België moet men ook van het ene naar het
andere station rijden over beperkte afstanden ­, dat zou kunnen
leiden tot het feit dat wij als Belgen en ook vanuit de bestaande
economische realiteit, zouden kunnen achterhollen op naburige
landen.

Ik pleit er voor om toch niet al te veel uw ogen te richten op Nederland
en hier het heft misschien in eigen hand te nemen. Alleszins kunt u
aan uw administratie vragen om ook een proefproject te gelasten en
04.05 Guido De Padt (VLD) : Le
ministre ne s'en tirera pas aussi
facilement! Il devrait cesser de se
focaliser sur ce qui se passe aux
Pays-Bas et prendre lui-même des
initiatives. Par exemple, il pourrait
demander à ses services
d'examiner la possibilité de lancer
un projet pilote du même type en
Belgique.
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
daarover studiewerk te verrichten. Binnen de havens zelf zijn de
afstanden natuurlijk te klein om die vrachtwagens louter en alleen
daar in te zetten. Dat zou ietwat grootschaliger moeten kunnen.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Questions jointes de
- M. François-Xavier de Donnea au ministre de la Mobilité sur "l'usage abusif de la piste 02 le
23 janvier dernier" (n° 5171)
- M. Bart Laeremans au ministre de la Mobilité sur "les modifications éventuelles du plan de
dispersion" (n° 5527)
05 Samengevoegde vragen van
- de heer François-Xavier de Donnea aan de minister van Mobiliteit over "het ongerechtvaardigd
gebruik van baan 02 op 23 januari jongstleden" (nr. 5171)
- de heer Bart Laeremans aan de minister van Mobiliteit over "de eventuele wijzigingen aan het
spreidingsplan" (nr. 5527)

Le président: La question n
o
5605 de M. Melchior Wathelet est retirée.
05.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
avant de poser ma question, je voudrais intervenir sur l'ordre des
travaux. J'ai introduit cette question le 24 janvier 2005 et nous
sommes le 21 février 2005. Pendant presque un mois, on n'a pas pu
interpeller le ministre sur cette problématique qui a d'ailleurs connu
des rebondissements depuis, j'y reviendrai dans ma question. Je ne
trouve pas normal qu'un ministre puisse être absent en commission
pendant un mois. Je sais que le ministre est très occupé. À plusieurs
reprises, on nous a fait savoir que "le ministre ne pourrait pas venir la
semaine prochaine". Voilà donc un ministre qui échappe pendant près
d'un mois à l'examen et aux questions de la commission. Je ne trouve
pas cela normal. Monsieur le président, je ne sais pas si vous êtes
complice avec le ministre sur ce coup-là...
05.01 François-Xavier de
Donnea (MR): Mijn vraag werd op
24 januari ingediend. Sindsdien
was het niet mogelijk de minister
te ondervragen.
Le président: Absolument!
05.02 François-Xavier de Donnea (MR): ...mais je trouve tout à fait
anormal le fait qu'une question orale doive attendre presque un mois
que le ministre daigne ou soit en mesure de venir y répondre. Je
voulais faire cette remarque sur l'ordre des travaux en dehors de mon
temps de parole.

J'avais donc posé ma question le 24 janvier car, tout comme d'autres
sans doute, j'avais été alerté du fait que le dimanche 23 janvier, tous
les atterrissages avaient été dirigés vers la piste 02 alors que le vent
ne semblait pas justifier une telle procédure. Seulement, depuis lors
et comme de nombreux collègues sans doute, j'ai été inondé de
courriels indiquant que l'arbitraire le plus total semblait régner dans
l'orientation des vols sur la piste 02. Ce sera la première question:
monsieur le ministre, que se passe-t-il avec cette piste 02? Respecte-
t-on les prescrits des ministres successifs en la matière ou l'arbitraire
s'installe-t-il comme cela apparaît à tort ou à raison aux yeux des
riverains?

Ensuite ­ et c'est peut-être la partie la plus intéressante de ma
question ­, le 8 novembre 2004, vous vous disiez prêt à entamer une
procédure d'évaluation. Vous annonciez "l'intention d'inviter (vos)
collègues du gouvernement fédéral, les ministres-présidents ainsi que
05.02 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik vind het niet
normaal dat een minister zich
gedurende een maand kan
onttrekken aan de parlementaire
controle.

Op 23 januari jongstleden werden
alle landingen naar baan 02
afgeleid hoewel de windrichting
dat niet verantwoordde. Wordt die
baan gebruikt volgens de
beslissingen van de ministers of
gebeurt dat willekeurig zoals de
omwonenden denken?

Sinds 8 november jongstleden,
toen u zei dat u bereid was om
een evaluatie te overwegen en
daartoe een werkgroep op te
zetten met de federale en de
betrokken gewestregeringen,
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
les ministres régionaux concernés à créer un groupe de travail afin de
voir comment tirer les conclusions des différentes études et procéder
à des changements, si nécessaire".

Or, d'après ce que je sais, plusieurs réunions qui devaient avoir lieu
sous votre présidence ont été supprimées. On constate également
que des contacts ont eu lieu, fort heureusement, entre la Région
bruxelloise et la Région flamande. Nous avons pu prendre
connaissance ce week-end de la proposition de M. Picqué et de Mme
Huytebroeck qui, semble-t-il, trouverait une oreille bienveillante chez
M. Leterme. Il est évident que la proposition de M. Picqué et de Mme
Huytebroeck ne fait que reprendre une idée que j'avais déjà lancée à
plusieurs reprises dès le début de la saga de la dispersion des vols de
nuit.

En effet, depuis le début de cette saga, je répète qu'il faut en revenir à
la situation existant avant que Mme Durant ne commette la grave
erreur d'ouvrir la boîte de Pandore. Revenons à la situation
antérieure; prenons le temps d'établir un véritable cadastre du bruit et
analysons, sur la base de ce véritable cadastre, si oui ou non la
situation antérieure nécessite des corrections. Je ne sais pas si M.
Picqué et Mme Huytebroeck ont lu les comptes rendus des travaux de
cette commission des 8 mars, 6 mai et 14 mai 2004: à chaque
reprise, j'ai insisté sur le fait qu'il n'y avait pas d'autre solution que de
revenir provisoirement à la situation antérieure, d'établir un cadastre
du bruit avant de prendre, en connaissance de cause, une éventuelle
solution correctrice.

Ma deuxième question est donc la suivante. Comment vous
positionnez-vous par rapport à la proposition de M. Picqué et de Mme
Huytebroeck?

Le principal problème à résoudre à la suite de cette proposition est,
pour M. Anciaux, de sauver la face. Il n'y a que les imbéciles qui ne
changent pas d'avis. J'estime que M. Anciaux est intelligent et, jusqu'à
preuve du contraire, il devrait être capable de changer d'avis.
Néanmoins, je crois que le véritable problème auquel est confronté le
gouvernement flamand et vos amis du sp.a. est celui-là! Cela étant, je
voudrais savoir quelle est votre position par rapport à cette solution de
bon sens que je défends depuis maintenant plus d'un an et qui est
également reprise par le gouvernement bruxellois et, apparemment,
par M. Leterme.

Enfin, j'en arrive à ma dernière question. La cour d'appel va bientôt
statuer sur le recours en appel que vous avez introduit à la suite de la
décision du tribunal de première instance du 14 décembre qui jugeait
excessive, illicite et fautive l'utilisation de la piste 02. Ce jugement
condamnait le gouvernement à une astreinte de 25.000 euros par
mouvement et lui donnait trois mois pour s'exécuter. D'après ce que
je sais, les plaidoiries auront lieu le 24 février. On disposera donc d'un
jugement début mars.

Etes-vous prêt à agir après un éventuel jugement qui condamnerait
l'Etat? Que ferez-vous si l'Etat est condamné? Et que ferez-vous si
l'Etat n'est pas condamné? Si l'Etat n'est pas condamné en appel,
vous avez quand même pris devant cette commission les
engagements que je viens de rappeler de poursuivre le cadastre du
bruit, de composer des groupes de travail avec les Régions et avec
werden verschillende
vergaderingen afgeschaft.

Bovendien stellen de heer Picqué
en mevrouw Uyttebroeck precies
hetzelfde voor als wat ik al een
jaar lang voorsta, namelijk dat
men tijdelijk terugkeert naar de
vroegere situatie, toen mevrouw
Durant de doos van Pandora nog
niet had geopend, dat men de tijd
neemt om het geluidskadaster te
verwezenlijken en om de nodige
correcties te bestuderen. Wat is
uw standpunt over dit voorstel?

Op welke manier zal u voor de
voortgang van het dossier blijven
zorgen als het hof van beroep
begin maart eenmaal uitspraak zal
hebben gedaan, in de ene of de
andere zin, over het beroep dat u
tegen het vonnis van de rechtbank
van eerste aanleg van 14
december heeft ingesteld?
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
vos collègues concernés du gouvernement fédéral pour essayer
d'aboutir à une solution.

Voilà mes questions, monsieur le président:
1. Qu'en est-il des anomalies constatées par les riverains en ce qui
concerne l'utilisation de la piste 02?
2. Comment vous positionnez-vous par rapport à la proposition de la
Région bruxelloise pour en sortir, qui me paraît être la seule possible,
la seule réaliste pour arrêter cette saga qui n'a déjà fait perdre que
trop d'énergie à des gens comme vous, qui feriez mieux de vous
occuper de vrais problèmes et de ne plus perdre votre temps avec
ces préoccupations?
3. Enfin, comment comptez-vous faire avancer le dossier, quel que ce
soit le jugement du tribunal de la cour d'appel, début mars? A fortiori,
si ce jugement devait condamner l'Etat, comment réagirez-vous?

Gouverner, c'est prévoir. A quelques jours de cette échéance, vous
devriez déjà disposer d'une solution surtout si, comme je le pense,
vous êtes un ministre efficace et prévoyant.

Le président: Monsieur de Donnea, je voudrais ajouter que je
comprends parfaitement votre énervement de devoir attendre
presque un mois avant d'avoir l'occasion de poser votre question.
Cependant, sans vouloir défendre le ministre, qui sait parfaitement le
faire lui-même, j'attire votre attention sur le fait que cette commission,
comme toutes celles de ce parlement, a dû obligatoirement tenir
compte du congé de Carnaval, entre le 24 et aujourd'hui.

De plus, notre commission a quatre ministres à desservir: M. Landuyt,
M. Vande Lanotte, M. Verwilghen et Mme Van den Bossche.

Par ailleurs, notre commission s'est rendue sur le terrain lundi dernier,
sur invitation de M. Vande Lanotte, pour visiter les points-Poste.

Je vous assure que cette commission essaie d'inscrire le plus
rapidement possibles toutes les questions à l'agenda de ses réunions.
C'est d'ailleurs pour cette raison que nous faisons exception et que
nous nous réunissons le lundi, alors que très peu le font: certains
présidents le refusent tout simplement.
De voorzitter: Ik begrijp het
ongeduld van de heer de Donnea,
maar sinds 21 januari was er eerst
de Krokusvakante en vorige
maandag hebben wij de
"PostPunten" bezocht. Bovendien
zijn vier ministers bevoegd voor de
aangelegenheden die in onze
commissie worden behandeld. Wij
trachten de vragen zo snel
mogelijk op de agenda te plaatsen
en dat is trouwens de reden
waarom wij, in tegenstelling tot
andere commissies, op maandag
bijeenkomen.
05.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le ministre, je
me réjouis que vous ayez pu prendre une semaine de vacances,
semaine au cours de laquelle j'ai travaillé. Mais je prends parfois des
vacances à d'autres moments que vous!

Il est anormal qu'en trois semaines, puisqu'il y a quatre semaines que
j'ai posé la question et qu'il y a eu une semaine de vacances, le
ministre n'ait pas été capable de trouver un moment pour répondre
aux questions qui lui avaient été posées. Pendant un mois, il n'a
répondu à aucune question. J'estime que c'est trop long! Un ministre
ne peut pas se soustraire, pendant un mois, au contrôle
parlementaire. Cela ne va pas! Que M. Landuyt prenne une semaine
de congé, je m'en réjouis ...
05.03 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik wil best
aannemen dat de minister een
week vakantie heeft of naar het
buitenland gaat, maar er bleven
toch nog twee weken over waarin
hij wel een gaatje in zijn agenda
had kunnen vinden.
05.04 Renaat Landuyt, ministre: Je n'ai pas pris de congé!
05.05 François-Xavier de Donnea (MR): Le parlement était en
congé. En congé ou non, vous ne pouviez pas venir ici!
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12

Que M. Landuyt effectue une mission à l'étranger, soit, les voyages
forment la jeunesse, tant mieux pour lui, mais il y a encore deux
autres semaines où l'on aurait pu trouver le moyen d'entendre
M. Landuyt.

Je dis et je répète - et vous ne me ferez pas changer d'avis - que ne
pas entendre un ministre pendant quatre semaines, c'est beaucoup,
même s'il faut décompter une semaine de congé et même si l'on peut
supposer que le ministre doit, de temps à autre, aller se former à
l'étranger en voyageant à bon escient!

Le président: Tout cela est vrai mais si la question est très urgente, il vous reste une échappatoire, c'est de
la poser en séance plénière.
05.06 François-Xavier de Donnea (MR): Vous savez à quel point
c'est difficile!
05.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
ondertussen is er opnieuw wat water naar de zee gevloeid. Er zou een
akkoord in de maak zijn tussen de Gewesten, maar dat wordt nu plots
weer ontkend. In elk geval, wat wij erover lezen, lijkt helemaal te
beantwoorden aan de wensdroom van nogal wat Franstalige politici,
ook al omdat de MR nu het voorstel van Brussel steunt. Dat maakt
het toch zeer verdacht.

Onze eerste analyse van wat wij tot nu toe lazen, is dat wij niet
zomaar teruggaan naar 1999 maar wel naar een situatie die de
Noordrand meer dan ooit zou belasten. Wat wij daarover konden
lezen in de pers, is in elk geval volslagen onaanvaardbaar.

Daarjuist zijn er een paar cijfers vermeld over het gebruik van de
baan 02. Ik heb ook een aantal cijfers, over het afgelopen jaar als
geheel, sinds 22 maart, sinds het jongste spreidingsplan van minister
Anciaux van kracht werd. De werken hebben wij er even uitgelaten.
Daaruit blijkt dat baan 25R liefst 40% van alle vluchten te verduren
kreeg, versus 0,40% voor zone 2; 9,6% voor de Oostrand of zone 3,
en 35% voor Erps-Kwerps, landingen dus. 13% was voor
Steenokkerzeel en 2,6% voor zone 6. Dat is helemaal geen
evenwichtige spreiding, mijnheer de minister. Integendeel, de
doelstellingen van het spreidingsplan zijn helemaal niet gehaald en
het kan dus zeker niet zijn dat men het nog erger zou maken.

Daarom haal ik precies die cijfers aan, omdat u precies doet wat wij
allemaal vrezen: u maakt het allemaal veel erger, mijnheer de
minister. Immers, ten eerste, in plaats van de behandeling in beroep
af te wachten van het absurde vonnis van 14 december, waarnaar
daarjuist verwezen werd, hebt u vorige maand al aangekondigd dat u
meteen uitvoering geeft aan dat vonnis en baan 02 weghaalt uit het
spreidingsplan. Dat was nochtans niet nodig, daar het vonnis niet
uitvoerbaar bij voorraad was en er een beroep tegen was
ingespannen. U hoefde dat niet te doen.

Ten tweede, ik heb recent horen waaien dat u eraan zou denken te
sleutelen aan de aanpassing van de windnormen. Op dit moment zijn
die normen 5 knopen rugwind en 15 knopen zijwind voor baan 25R.
Dat zou gaan naar 7 knopen rugwind en 20 knopen zijwind voor baan
25R. Daardoor zou de scheeftrekking nog verder vergroot worden en
05.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Un accord entre les
Régions sur la dispersion des vols
serait en préparation. Les articles
que nous pouvons lire dans la
presse à ce sujet semblent
correspondre au voeu le plus cher
des francophones parce qu'un tel
accord signifierait un retour à la
situation qui surchargerait plus que
jamais la périphérie nord.

Nous disposons de chiffres qui
démontrent que depuis
l'instauration du plan Anciaux, la
piste 25R a dû supporter 40 pour
cent de tous les vols. Il n'est donc
nullement question d'une
dispersion équilibrée et les
objectifs du plan n'ont pas été
atteints. A présent, le ministre
aggrave encore la situation en
exécutant déjà le jugement
absurde de décembre sans
attendre la décision en appel. Il en
résulte que la piste 02 est retirée
du plan de dispersion. Les normes
de vent devraient également être
assouplies, ce qui surchargera
encore davantage la piste 25R.

Quelles initiatives ont-elles été
prises depuis le jugement? Dans
quel sens le plan de dispersion
sera-t-il modifié? Quelles sont les
conséquences en matière de
dispersion des nuisances?
Combien de vols nocturnes
dénombrera-t-on, respectivement
par jour et par zone? Touchera-t-
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
zou baan 25R nog meer belast worden, terwijl u zelf in het verleden al
herhaaldelijk toegegeven hebt dat die baan al overbelast is.

Dus, u komt de Franstaligen in zeer ruime mate, in veel te ruime
mate, tegemoet, mijnheer de minister.

Mijn vragen zijn de volgende. Ik had van u graag vernomen welke
initiatieven u allemaal hebt genomen de jongste maand en in welke
zin het spreidingsplan wordt aangepast? Vanaf wanneer wordt dat van
kracht?

Wat zijn de concrete gevolgen voor de verdeling van de lasten? Kunt
u mij meedelen hoe groot het aantal vluchten per nacht,
respectievelijk per dag en per zone zal zijn? Werden ook de
percentages berekend, al dan niet gewogen, per zone?

Klopt het dat u wil sleutelen of al gesleuteld hebt aan de windnormen,
mijnheer de minister? Hebt u terzake al een beslissing genomen of
staat er iets te gebeuren?

Wat is de aard van die beslissing? Dat is een bijkomende vraag die ik
u stel, mijnheer de minister. Ik hoop dat u ze noteert.

Wat zijn de gevolgen van de verdeling tussen de zones wanneer de
aanpassing er inderdaad komt?

Welke gevolgen verbindt u aan een eventueel gunstig arrest, met
name de vernietiging van het vonnis van december? Zal het huidige
spreidingsplan dan meteen weer op de rails worden gezet? En zo niet,
waarom niet?

Zijn er intussen nog andere partijen tussenbeide gekomen in de
procedure?

Hoever staat het met de onderhandelingen inzake de geluidsnormen
en met de evaluatie van het spreidingsplan? Daaraan gekoppeld
natuurlijk ook, mijnheer de minister, wat weet u van de
onderhandelingen terzake tussen het Brusselse Gewest en het
Vlaamse Gewest?

Wat is uw standpunt terzake? Is er inderdaad bijna een akkoord en
hoe evolueert dat?

Hoe staat het ­ daarover horen we niets meer ­ met de harmonisatie
van de geluidsnormen?
on aux normes de vent? Quelles
seront les conséquences d'une
éventuelle annulation du jugement
prononcé en décembre? Le plan
de dispersion actuel sera-t-il
immédiatement remis sur les
rails dans ce cas? D'autres parties
sont-elles intervenues dans la
procédure? Quel est l'état
d'avancement des négociations
relatives aux normes de bruit?
Celles-ci seront-elles
harmonisées?
05.08 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les questions portent sur trois points: l'utilisation de la
piste 02, la procédure d'évaluation et la décision en référé.

Deze drie thema's werden door de twee vraagstellers aangehaald.

Premièrement, je n'ai rien changé en ce qui concerne l'utilisation de la
piste 02. Le système du plan de dispersion prévaut toujours mais il
est clair que nous n'avons pas d'emprise politique sur le vent. Dès
que le vent tourne, il y a des problèmes d'utilisation. Quand on prévoit
d'utiliser la piste 20, les conditions de vent nous amènent parfois à
utiliser la 02. C'est ce qui s'est passé le dimanche 23 janvier 2005.
05.08 Minister Renaat Landuyt:
De vragen hebben betrekking op
baan 02, de evaluatieprocedure en
de beslissing in kort geding.

Wat het gebruik van baan 02
betreft is er niets veranderd, al is
het evident dat we geen greep
hebben op de windrichting; de
problemen rijzen zodra de wind
draait. Zo moet soms baan 02
worden gebruikt in plaats van de
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Nous pouvons même prédire, en connaissant la direction du vent,
d'où vont venir les plaintes! Nous devons vivre avec cet état de
choses, tout comme les riverains.

Deuxièmement, en ce qui concerne l'évaluation, la procédure est la
suivante. Chaque mardi matin, il y a une réunion du groupe de travail,
composé de représentants des gouvernements flamand, bruxellois et
fédéral. Chaque ministre dont les compétences touchent au plan de
dispersion a la possibilité d'intervenir. Il est vrai que, ces dernières
semaines, à la demande des gouvernements flamand et bruxellois,
nous avons freiné les travaux du fait de la recherche d'un accord
entre eux.
oorspronkelijk geplande baan 20.
We kunnen zelfs voorspellen, op
basis van de windrichting, vanwaar
de klachten zullen komen!

Voor de evaluatie wordt de
volgende procedure gevolgd. De
werkgroep die is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de
Vlaamse, Brusselse en federale
regering, komt elke
dinsdagochtend samen. De
jongste weken hebben we wat gas
moeten terugnemen in afwachting
dat de Vlaamse en Brusselse
regering tot een akkoord komen.
Het akkoord tussen de gewestregeringen gaat juist over het zoeken
naar de juiste geluidsnormen.

Vergeet niet dat in ons federaal systeem geen van de drie betrokken
regeringen ­ noch de Vlaamse, noch de Brusselse en noch de
federale regering ­ baas is over de andere. Elk heeft een gescheiden,
autonome bevoegdheid. De geluidsnormen in het Brusselse Gewest
behoren tot de bevoegdheid van de Brusselse regering. Van zodra
men in Vlaanderen is, is de Vlaamse regering verantwoordelijk. De
federale regering heeft terzake geen enkele bevoegdheid en zij kan
de andere regeringen ook niet aanmanen om hun
verantwoordelijkheid te nemen.

Dit dossier is echt een uitdaging voor ons federaal systeem op zich.
De federale regering is wel bevoegd voor het bepalen van de routes
waarlangs er moet gevlogen worden. Dit is ook mijn
verantwoordelijkheid.
Les négociations entre les
gouvernements régionaux portent
précisément sur la fixation de
normes sonores acceptables. Je
rappelle que dans notre système
fédéral, aucun gouvernement ne
prime un autre. Les compétences
de chaque gouvernement sont
clairement délimitées. C'est le
fédéral qui est compétent pour
définir les routes aériennes, et sur
ce point, je prendrai mes
responsabilités.
Ce qui m'amène à la question: que faire avec la décision en référé,
connue comme l'affaire "Anciaux contre l'État"? Ce n'est plus le
même Anciaux, je le reconnais. Dans cette affaire, la situation est la
suivante: la décision en référé est exécutable à partir du 20 mars. Par
ailleurs, dans la procédure en appel, les plaidoiries sont prévues le 24
février. Il est donc probable qu'une décision interviendra juste avant
ou juste après le 20 mars. Voilà la situation juridique. Cela veut dire
en ce qui me concerne que la moindre des choses que je doive faire
en respectant l'Etat de droit est de veiller à l'exécution de la décision
en référé ou de la décision en appel sur les points spécifiques et
essentiels.
Tot slot, wat met de uitspraak in
kort geding in de zaak Anciaux ­
een andere Anciaux ­ tegen de
Staat? De beslissing in kort geding
is uitvoerbaar vanaf 20 maart. De
pleitdatum in beroep is 24 februari
en de beslissing mag dus kort voor
of na 20 maart worden verwacht.
Om de rechtsstaat in acht te
nemen, moet ik er dus voor zorgen
dat de beslissing in kort geding of
in beroep wordt uitgevoerd.
Wat mij betreft gaat de evaluatieprocedure gewoon voort. De
evaluatieprocedure kan slechts worden stopgezet met een
spreidingsakkoord. Het spreidingsplan moet uiteindelijk een
spreidingsakkoord worden. Ik wens het huidige plan te respecteren.
Het enige dwingende element zijn de rechterlijke uitspraken waaraan
ik me moet onderwerpen voor zover ze in hoger beroep niet hervormd
worden.
La procédure d'évaluation se
poursuit et ne sera arrêtée que
lors de la conclusion d'un accord
de dispersion. Si je veux respecter
l'Etat de droit, je dois bien me
soumettre à la décision judiciaire
qui constitue pour moi le seul
élément contraignant.
05.09 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
j'admire le flegme du ministre dans cette affaire.
05.10 Renaat Landuyt, ministre: Je suis prévoyant.
05.11 François-Xavier de Donnea (MR): Je dis que vous êtes
flegmatique, ce qui est parfois une qualité. J'apprécie donc le flegme
du ministre, ce qui ne signifie par pour autant que je sois d'accord
avec tout ce qu'il fait.

Il est clair que le choix d'une piste d'atterrissage, autrement dit, de
son tracé de vols à l'atterrissage et/ou décollage doit tenir compte du
vent. Le ministre a eu raison de le rappeler. Je tiens cependant à lui
rappeler à mon tour que le ministre Anciaux avait changé les normes
de vents. Aujourd'hui, suivant l'avis d'un nombre significatif d'experts,
on prend des risques, lorsque le vent arrière est trop fort, en décollant
ou en atterrissant sur la piste 02. On pourrait discuter sans fin sur la
définition d'une dispersion équitable. Sur ce point, il pourrait y avoir
des divergences de vues. Toutefois, j'estime que le gouvernement, en
l'occurrence le ministre, - et je ne fais que répéter des propos que j'ai
déjà tenus ici ­ prend un risque en termes de responsabilité
personnelle en continuant à admettre que, dans certaines
circonstances, des avions continuent à décoller ou à atterrir avec un
vent arrière qui dépasse les normes admises par un grand nombre
d'experts. Sur ce plan, le gouvernement aurait donc intérêt à prendre
des dispositions. En tout cas, si un accident devait se produire, on ne
pourra pas me reprocher de ne pas vous avoir mis en garde. On peut
discuter sur beaucoup de points et diverger d'avis, mais les normes
de sécurité sont sacrées. Et se mettre en porte-à-faux par rapport à
ces dernières est toujours extrêmement dangereux.

Par ailleurs, je me réjouis de la volonté du ministre de faire exécuter
les décisions de justice, ce qui, en outre, est normal dans un Etat de
droit.

Cela dit, si la cour d'appel ne confirme pas le jugement en référé, le
ministre pourra laisser se poursuivre le plan de dispersion actuel. Par
contre, si elle le confirme, il sera obligé de prendre des mesures. Et si
j'ai bien compris, vous appliquerez alors, monsieur le ministre, le
prescrit du jugement du 14 décembre sous peine évidemment de
payer une très énorme astreinte puisqu'il s'agirait de 250.000 euros
par mouvement. L'Etat belge risquerait donc de devoir utiliser le fonds
de vieillissement pour payer ces astreintes.

J'attends avec intérêt le jugement du tribunal. En tout cas, il me
semble important qu'en attendant, le travail relatif au cadastre du bruit
puisse continuer et que le ministre réunisse les groupes de travail. J'ai
en effet entendu dire que les réunions de ces derniers s'étaient
espacées ces derniers temps. Cependant, j'ai pris acte du fait que ce
sont les deux Régions qui l'avaient demandé.

Je me réjouis de constater que, dans le chef du ministre, il reste cette
volonté de continuer à aller de l'avant sans désemparer, avec le
cadastre du bruit, avec l'évaluation, et qu'il appliquera les décisions de
justice, quelles qu'elles soient.

J'interpellerai à nouveau le ministre, lors d'une véritable interpellation
cette fois, dès que l'on saura soit ce qu'il advient de l'accord entre
Région flamande et Région bruxelloise, soit ce que la cour d'appel
05.11 François-Xavier de
Donnea (MR): Ik bewonder het
flegma van de minister, wat nog
niet wil zeggen dat ik het eens ben
met alles wat hij doet.

Bij de keuze van de landingsbaan
moet uiteraard rekening worden
gehouden met de wind. Minister
Anciaux heeft de windnormen
echter gewijzigd. Volgens vele
experts is het ronduit gevaarlijk om
baan 02 te gebruiken bij te sterke
rugwind. De regering zou er goed
aan doen maatregelen te nemen.
Je kan over veel discussiëren,
maar de veiligheidsnormen zijn
heilig. Wie de veiligheidsnormen
veronachtzaamt, begeeft zich op
glad ijs.

Ik ben blij dat de minister van plan
is de rechterlijke beslissingen uit te
voeren - zo hoort het trouwens in
een rechtsstaat. Als het hof van
beroep het vonnis in kort geding
niet bevestigt, kan het huidige
spreidingsplan gewoon zijn beslag
krijgen. Bevestigt het hof van
beroep het vonnis wél, dan zal de
minister verplicht zijn maatregelen
te treffen. Dan moet u het vonnis
van 14 december uitvoeren op
straffe van betaling van een
gigantische dwangsom van
250.000 euro per vliegbeweging.

Ik kijk met belangstelling uit naar
het vonnis van de rechtbank. In
afwachting moet er voortgewerkt
worden aan het geluidskadaster
en moeten de werkgroepen verder
blijven bijeenkomen. Ik heb horen
zeggen dat er steeds meer tijd
verstreek tussen twee
vergaderingen, maar ik heb
begrepen dat de twee Gewesten
daarom gevraagd hebben.

Ik zal de minister opnieuw
interpelleren na de ondertekening
van een akkoord door het
Vlaamse en het Brusselse Gewest
of na de uitspraak van het hof van
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
aura décidé.
beroep.
05.12 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
zult kunnen getuigen dat wij destijds hebben gevochten tegen minister
Durant. Wij hebben haar uiteindelijk ook op de knieën gekregen. Een
van haar grote mankementen was dat zij nooit antwoordde op de
vragen. Het was dan ook een verademing ­ op dat vlak toch ­ toen
we minister Anciaux kregen, die wel antwoordde op de vragen. Toen
konden wij het debat wel aangaan en konden wij de commissie
telkenmale met een zekere extra wetenschap verlaten.
05.12 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Contrairement au
ministre Anciaux, la ministre
Durant ne répondait jamais aux
questions.
05.13 Minister Renaat Landuyt: En hebt u hem op de knieën
gekregen?
05.14 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Neen, hij is zelf gaan
lopen, niemand heeft hem op de knieën gekregen.

Nu zitten wij echter opnieuw met een minister die nauwelijks
antwoordt op de vragen, waardoor wij vandaag met nog veel meer
vaagheid zitten dan een half uur geleden. We worden zelfs
geconfronteerd met interne tegenstrijdigheden.

U zegt vlakaf, mijnheer de minister, dat er eigenlijk inzake baan 02
niks is veranderd. Dat wordt onmiddellijk tegengesproken in uw
redenering dat u eigenlijk door het vonnis verplicht werd, gezien het
kortgeding en het aantal maanden. U bent helemaal niet verplicht,
want er was geen beschikking bij voorraad.

Maar goed, u maakt daar in elk geval een denkfout. U heeft volgens
mij aangekondigd op 12 januari 2005 dat tegen einde januari, begin
februari een beslissing zou worden genomen voor de aanpassing van
het spreidingsplan, waarbij landingsbaan 02 uit het spreidingsplan zou
worden gehaald.

Mijn vraag is: werd die beslissing genomen? Wanneer werd ze
genomen? Welke gevolgen heeft ze? Is het spreidingsplan nu
aangepast? Vanaf wanneer? Wat zijn de percentages voor de
verschillende zones? Ik heb u die vragen allemaal gesteld, maar krijg
geen antwoord voor de verschillende zones.
05.14 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Et aujourd'hui nous avons
un ministre qui y répond à peine.
La confusion croît d'heure en
heure. Le ministre fait des
déclarations contradictoires à
propos de la piste 02. Le 12
janvier 2005, il déclarait que fin
janvier, début février, une décision
serait prise pour l'adaptation du
plan de dispersion. Cette décision
a-t-elle été prise et quelles en sont
les conséquences?
05.15 Minister Renaat Landuyt: Ik kan niet antwoorden wat u wil dat
ik antwoord. Aan het spreidingsplan is nog niks veranderd.
05.15 Renaat Landuyt, ministre:
Je réponds aux questions mais je
ne donne peut-être pas toujours la
réponse que M. Laeremans
attend.

Le plan de dispersion n'a
nullement été modifié.
05.16 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat is inderdaad correct.
05.17 Minister Renaat Landuyt: Ik kan dus moeilijk antwoorden en
zeggen dat ik iets veranderd heb, als er niets veranderd is. U verwijt
mij nu dat ik niet antwoord op uw vragen, omdat ik ze niet kan
beantwoorden, omdat het niet is zoals u insinueert.

Noem mij nu een specifieke vraag waarop ik niet heb geantwoord. Ik
begrijp dat niet op alle vragen een antwoord werd gegeven dat u zint,
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
maar dat is iets anders dan iemand verwijten dat hij niet antwoordt.
05.18 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Daar gaat het zelfs niet
over. Het gaat er mij niet om of het antwoord mij zint of niet: ik wil
informatie. U heeft aangekondigd dat u tegen einde januari, begin
februari een beslissing zou moeten nemen om, in uwen hoofde,
uitvoering te geven aan het vonnis.
05.19 Minister Renaat Landuyt: Ik zal het u stap voor stap uitleggen.
Luister. U onderbreekt mij iedere keer en u weet dan niet wat ik heb
geantwoord.
05.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik luister.
05.21 Minister Renaat Landuyt: Ik heb u gezegd dat de datum die u
in het oog moet houden, 20 maart 2005 is. Dat is drie maanden na de
betekening op 20 december. In de beschikking staat dat na drie
maanden het spreidingsplan in die en die zin, heel specifiek ­ maar
daarover heeft nog niemand iets gevraagd ­ moet aangepast zijn aan
de beschikking.

De motivatie van de beschikking was heel algemeen, maar de
beschikking zelf was heel precies. Ik zal die beschikking precies
uitvoeren vanaf 20 maart. Waarom? Dit kan u eventueel niet zinnen,
maar ik ga er van uit dat men in een rechtsstaat de beschikking
respecteert, zeker als overheid.

Het was altijd mijn hoofdzorg dat de pleidooien zeer vlug zouden
worden uitgesproken en hopelijk gebeurt dit ook op 24 februari.
Sommige partijen zullen dit immers willen afremmen. Als de
pleidooien op 24 februari kunnen gebeuren, dan hoop ik dat wij kort
voor of na 20 maart een beslissing in hoger beroep hebben. Als er
een vonnis is van de rechtbank in hoger beroep, zullen wij niet
twijfelen over het al dan niet uitvoeren ervan. Men kan het risico
nemen om boetes en dwangsommen op te lopen, maar ik denk niet
dat dit de juiste houding is van een overheid die zijn
verantwoordelijkheid opneemt.
05.21 Renaat Landuyt, ministre:
La date importante est celle du 20
mars 2005, trois mois après la
signification du jugement donc.
J'exécuterai cette ordonnance à
partir du 20 mars. Dans un Etat de
droit, les autorités sont tenues au
respect des décisions judiciaires.
Si les plaidoiries ont lieu le 24
février, on peut espérer que la
décision en appel tombera aux
alentours du 20 mars. Et nous
l'exécuterons certainement. Il ne
relève pas de la mission des
autorités de s'attirer des amendes
ou des astreintes.
05.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Uiteraard, daarmee ben ik
het eens.
05.23 Minister Renaat Landuyt: Zeg dan op welke vraag ik niet heb
geantwoord.
05.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Als het arrest in hoger
beroep bevestigt wat de rechtbank in eerste aanleg heeft beslist op 14
december dan moet u daaraan gevolg geven. Het kan echter nog alle
richtingen uit. U hebt vorige keer duidelijk gezegd dat als u vanaf 20
maart een nieuw spreidingsplan wil invoeren u reeds de nodige
maatregelen moest nemen. Mijn vraag is of u die reeds hebt
genomen of niet?
05.24 Bart Laeremans (Vlaams
Belang) : Je comprends cette
position mais le ministre a-t-il déjà
prévu des mesures s'il doit
instaurer un nouveau plan de
dispersion le 20 mars?
05.25 Minister Renaat Landuyt: Ik zal u de situatie uitleggen. Men
kan niet zomaar iets aan het spreidingsplan veranderen. Men moet
alle voorziene procedures volgen om wijzigingen in het systeem aan
te brengen. Dat betekent dat alle instanties daarvan op de juiste
manier moeten worden verwittigd. Voor een normaal verloop moet
men op een termijn van twee maanden rekenen. Wij zorgen ervoor
05.25 Renaat Landuyt, ministre:
Toutes les procédures doivent être
respectées pour modifier le plan
de dispersion et ces procédures
demandent au moins deux mois.
Je veux me préparer à
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
dat wij goed zijn voorbereid om die beschikking te kunnen volgen. Ik
neem op geen enkel punt een veiligheidsrisico. Ik houd rekening met
alle mogelijke hypotheses en termijnen.
l'application de l'ordonnance.
De voorzitter: Ik vraag aan beide heren om nu af te ronden.
05.26 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het Parlement heeft het
laatste woord. Ik zal afronden, mijnheer de voorzitter.

Ik heb begrepen dat de voorbereidingen zijn getroffen om het
spreidingsplan aan te passen. Het heeft lang geduurd eer wij dat
konden vernemen.
05.26 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les mesures
préparatoires pour l'adaptation du
plan de dispersion ont
apparemment été prises.
05.27 Minister Renaat Landuyt: Voor het verslag neem ik
uitdrukkelijk afstand van alle mogelijke pogingen om mijn woorden op
een andere manier te resumeren. U bent voortdurend andere dingen
aan het zeggen dan wat ik heb gezegd. Geen enkel citaat van u over
mij is aanvaardbaar, want het is altijd een scheeftrekking.
05.27 Renaat Landuyt, ministre:
M. Laeremans me comprend mal.
Je me distancie
de ses
conclusions erronées.
05.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik wil niets scheeftrekken.
Ik wil gewoon de feiten. Ik eindig met een laatste vraag. Ik heb u ook
gevraagd of u ondertussen de windnormen hebt aangepast of bent u
dat eerstdaags van plan zodat baan 25R nog meer last zal krijgen,
dus van 15 naar 27 knopen. Hebt u dat aangepast of is dat een
kwakkel?
05.28 Bart Laeremans (Vlaams
Belang) : Les normes de vent ont-
elles déjà été adaptées de sorte
que la piste 25R est encore
davantage sollicitée?
05.29 Minister Renaat Landuyt: Er is een aanpassing gebeurd, in
uitvoering van een beslissing die genomen werd vóór mijn tijd.
05.29 Renaat Landuyt, ministre:
Une adaptation a été réalisée en
vertu d'une décision prise avant
mon arrivée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "het gebruik van cruise
control"(nr. 5181)
06 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "l'utilisation du régulateur de vitesse"
(n° 5181)
06.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
korte vraag, om de rust en de kalmte in de gelederen terug te
brengen. Ik hoop wel een antwoord te krijgen en ik hoop dat ik het
antwoord mag citeren.

Cruise control is het voorbije jaar een hot item geweest. Naar
aanleiding van een aantal discussies in het Parlement heeft toenmalig
minister Anciaux beslist om een nieuw verkeersbord te introduceren
dat op een aantal wegen, onder andere op de Ring rond Antwerpen,
werd gebruikt om vrachtwagens ertoe aan te zetten de cruise control
op die plaatsen niet te gebruiken om mogelijke ongevallen te
vermijden.

Bij die besprekingen werd ook aangekondigd dat er een onderzoek
zou worden gevoerd naar de mogelijke gevaren en risico's van het
gebruik van cruise control, zowel van de klassieke versie als van de
meer geavanceerde versies van cruise control. Er zijn daarover ook
hoorzittingen geweest in het Parlement. Ik begreep uit de verslagen
daarvan dat de sector eigenlijk zelf zei dat die cruise control technisch
06.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
L'année dernière, le ministre
Anciaux a instauré un panneau
signalant l'interdiction d'utiliser le
"cruise control" sur certaines
routes. Une étude allait également
être menée pour calculer les
dangers que représente le "cruise
control". Lors d'une séance
d'audition, le secteur a déclaré que
le "cruise control" n'était pas
infaillible d'un point de vue
technique. Quel est l'état
d'avancement de cette étude?
Quel est l'avis du ministre en ce
qui concerne le "cruise control"?
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
niet totaal feilloos is en soms zelfs een bepaald gevaar inhoudt.

Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister.

Kunt u mij zeggen wat de stand van zaken is omtrent het onderzoek
naar cruise control? Is dit onderzoek begonnen? Is het al afgelopen?
Zijn er tussentijdse resultaten bekend? Kan de minister mij zijn visie
geven? De visie van zijn voorganger, minister Anciaux, kennen we,
maar wat is de visie van minister Landuyt met betrekking tot cruise
control?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, ik zal eerst antwoorden op uw vraag naar mijn persoonlijke
visie.

Het gebruik van cruise control is een kwestie van goede
tafelmanieren. Als men cruise control gebruikt en zijn voeten op de
"toog" legt, is men de cruise control zeer slecht aan het gebruiken.
Het gebruik van cruise control in de juiste omstandigheden betekent
ecologisch verantwoord rijden. Er zijn enorm veel voordelen als men
dat systeem zeer verstandig gebruikt. Dat betekent dat men "met
handen en voeten" aandachtig moet blijven op de weg. Daarom is het
systeem zoals ingevoerd door mijn voorganger, met name de
mogelijkheid sedert 30 april 2004 om een beperkt gebruiksverbod in
te voeren, wellicht de meest aangewezen methode. Zo kan men bij
bepaalde situaties daadwerkelijk vragen om op te passen en de
cruise control niet te gebruiken, zelfs niet op een verstandige wijze,
omdat de omstandigheden zich er niet toe lenen.

Mijnheer Casaer, ik ben niet op de hoogte van eventuele studies
inzake het gebruik van cruise control en de gevaren ervan. Geen
enkele instantie in ons land is daarmee thans bezig, op internationaal
vlak evenmin, vermoed ik. Er bestaan wel studies over de voordelen
van cruise control, vooral inzake het ecologisch gebruik van wagens
omdat men zich veel meer aan de aangegeven snelheid houdt. Ik
herhaal nogmaals dat men bij gebruik van cruise control de voeten
aan de pedalen moet houden zoals de handen ook aan het stuur
moeten zijn.

Het is, mijns inziens, niet aangewezen een installatieverbod op
Belgische voertuigen in te voeren, mocht dit nog mogelijk zijn binnen
een Europese context. Mocht men een debat willen houden over de
veiligheid en onveiligheid van cruise control moet dit op Europees vlak
worden aangepakt.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Personnellement, j'estime que
l'utilisation du "cruise control" est
une question de bonnes manières.
Il est important de toujours rester
attentif. Cela signifie qu'il est
crucial de rouler dans le respect
de l'environnement tout en ne
relâchant pas l'attention. La piste
de réflexion avancée par le
ministre Anciaux relative à une
interdiction d'utilisation limitée me
semble être la plus appropriée.

J'ignore l'existence d'études sur
l'utilisation et les dangers du
"cruise control". Des études sont
bien en cours pour mesurer les
avantages environnementaux.
L'introduction d'une interdiction
d'installation sur les véhicules
belges n'est pas indiquée. La
question de la sécurité doit être
examinée au niveau européen.
06.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.

Indien mijn geheugen me niet in de steek laat, was de sector inzake
een onderzoek naar de voor- en nadelen van cruise control vragende
partij voor een breder onderzoek. De sector wees erop dat er weinig
onderzoek is verricht naar ongevallen met vrachtwagens in het
algemeen. Weet u of een dergelijk onderzoek lopende is?
06.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
Le ministre a-t-il connaissance
d'une enquête menée sur des
accidents dans lesquels sont
impliqués des poids lourds en
général?
06.04 Minister Renaat Landuyt: Neen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
07 Question de Mme Annick Saudoyer au ministre de la Mobilité sur "l'apprentissage théorique du
Code de la route dans le cadre de l'enseignement secondaire" (n° 5232)
07 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de minister van Mobiliteit over "het inbedden van de
theoretische rijopleiding in de eindtermen van het secundair onderwijs" (nr. 5232)
07.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, votre suggestion
concernant l'apprentissage du Code de la route et le passage de
l'examen théorique du permis de conduire dans le cadre de
l'enseignement secondaire traditionnel a suscité un débat intéressant.
En effet, il est primordial que les enfants, dès leur plus jeune âge, et
donc bien avant d'entrer dans le secondaire, aient connaissance des
règles élémentaires du Code de la route. D'abord, parce qu'en tant
que piétons et cyclistes, ils doivent pouvoir faire preuve de prudence
et au moins garantir leur propre sécurité; ensuite parce que les
enfants d'aujourd'hui seront les automobilistes de demain et que le
travail de responsabilisation sera d'autant meilleur qu'il aura été
entrepris très tôt.

Des cours plus élaborés donnés dans l'enseignement secondaire, à
l'âge où beaucoup commencent à être autonomes en se déplaçant à
vélo ou en cyclomoteur dans la circulation, gardent toute leur utilité.

Mais je crains que l'apprentissage théorique de la conduite à l'école
ait pour conséquence de retirer cette compétence du cercle familial.
En effet, la sécurité routière est un domaine de l'éducation qui
incombe aussi directement aux parents. Il pourrait y avoir un risque
de voir certains parents se déresponsabiliser par rapport à cet
apprentissage puisque l'école s'en chargerait.

Pour ma part, je trouve que les activités menées par l'IBSR dans les
écoles primaires sont très positives. Si un examen théorique devait
être organisé dans les écoles, je pense qu'il devrait être proposé et
non imposé. Les élèves volontaires bénéficieraient de cet
apprentissage gratuitement. Libre à ceux qui ne souhaitent pas le
passer à ce moment, d'étudier par leurs propres moyens ou de suivre
des cours dans une auto-école et de passer l'examen à leurs propres
frais.

Par ailleurs, au niveau de l'organisation, l'idée de faire passer aux
élèves de l'enseignement secondaire l'examen théorique pour le
permis de conduire est assez complexe. Beaucoup de questions en
découlent. Qui seront les formateurs? Seront-ils des enseignants ou
des formateurs détachés des auto-écoles? Qui seront les
examinateurs? L'examen sera-t-il obligatoire? Restera-t-il payant?
Ces cours seront-ils intégrés de la même manière dans tous les
réseaux d'enseignement? Seront-ils également intégrés dans les
filières générale, technique et professionnelle? Combien d'heures
seront rajoutées aux grilles-horaires des écoles?

Toutes ces questions demandent certainement des réponses. Je
pense que, dans un premier temps, il serait très utile de renforcer le
rôle de l'IBSR, en étendant au secondaire les actions qu'il propose
déjà dans l'enseignement primaire.

Je suis, bien sûr, très favorable à une diminution du coût de
l'obtention du permis de conduire et je pense qu'il y a d'autres moyens
de le rendre accessible au plus grand nombre, comme par exemple
07.01 Annick Saudoyer (PS): U
stelde voor het verkeersreglement
in het programma van het
traditioneel middelbaar onderwijs
op te nemen en het theoretisch
rijexamen op dat ogenblik af te
nemen. Ik ben het met u eens dat
kinderen met de verkeersregels
vertrouwd moeten worden
gemaakt lang voor ze naar de
middelbare school gaan, met het
oog op hun veiligheid vandaag én
morgen, wanneer
ze zich
ongetwijfeld als automobilist in het
verkeer zullen begeven.

Een uitgebreider lespakket in het
middelbaar onderwijs in zeker
aangewezen, want op die leeftijd
beginnen kinderen zich zonder
begeleiding te verplaatsen. De
theoretische verkeersopleiding op
school mag de
verantwoordelijkheid van de
ouders echter niet doen vergeten.

Ik sta achter de initiatieven van het
BIVV in de scholen. Een
theoretisch examen op school
mag volgens mij echter niet
verplicht worden, zoals u voorstelt.
Zo'n examen moet gratis zijn en
de leerlingen die het examen niet
op dat ogenblik willen afleggen,
moeten de vrijheid behouden dat
later op eigen kosten te doen.

Ik sta achter uw idee, maar heb
een aantal vragen omtrent de
organisatie van het theoretisch
examen voor de leerlingen van het
middelbaar.

Wie zorgt voor de opleiding en wie
neemt het examen af? Wordt het
examen verplicht en betalend?
Zullen die lessen in alle
onderwijsnetten kunnen worden
gegeven? Over hoeveel uur lopen
ze? Kan niet met de Forem, de
VDAB, de BGDA of erkende
verenigingen worden
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
via le FOREM, le VDAB ou l'ORBEM ou, comme vous l'avez suggéré
- et je trouve que c'est une excellente idée -, par la reconnaissance
d'associations.

Monsieur le ministre, avez-vous pris des accords avec les ministres
compétents des Communautés? Qui aura en charge le coût de ces
formations ainsi que la rémunération des formateurs?
samengewerkt om het behalen
van het rijbewijs laagdrempeliger
te maken? Moet de rol van het
BIVV niet worden versterkt? Wie
zal voor de opleiding en de
betaling van de lesgevers zorgen?
07.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, mon opinion est que le permis de conduire est à ce point
essentiel dans notre société que l'apprentissage du Code de la route
doit être intégré dans l'enseignement général. Si je suis bien informé
­ et je suppose que je le suis ­ par les écoles existantes, cet
apprentissage du Code de la route prend environ douze heures.
Selon moi, c'est faisable.

Comment organiser les cours? Ce n'est pas à moi de le dire. Pour
obtenir une réponse, il faut s'adresser aux ministres de
l'Enseignement des Communautés. J'ai des idées mais,
politiquement, ce n'est pas à moi de les exprimer au parlement
fédéral. Il s'agit plutôt d'une question à poser, je le répète, aux
Communautés.

Cela étant, j'estime qu'il faut respecter l'expérience des instructeurs
des auto-écoles et en tenir compte lors de l'organisation de tels cours.
En cette matière, je plaide pour une collaboration entre les écoles de
l'enseignement général et les écoles spécialisées dans
l'apprentissage du Code de la route.

En Flandre, la connaissance théorique du Code de la route est déjà
reprise dans les objectifs finaux du troisième décret relatif au
secondaire. Cet objectif final a été approuvé en 2002 et doit être
introduit l'année scolaire prochaine. Les écoles vont-elles mettre cette
disposition en pratique et comment? Cela reste incertain. Comme je
l'ai déjà dit, ce n'est pas à moi ­ ce n'est déontologiquement pas
correct ­ de donner mon opinion au sein du parlement fédéral.
07.02 Minister Renaat Landuyt:
Heden ten dage kan men het niet
meer stellen zonder een rijbewijs.
Daarom moet de rijopleiding in het
secundair onderwijs worden
ingebed. Maar ik ben niet bevoegd
om te zeggen hoe dat moet
gebeuren. In Vlaanderen zal deze
leerstof vanaf volgend jaar deel
uitmaken van het lessenpakket
van de derde graad van het
secundair onderwijs.
07.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le ministre, avez-vous déjà
pris contact avec les ministres des Communautés?
07.03 Annick Saudoyer (PS):
Heeft u hierover met de bevoegde
ministers ruggespraak gehouden?
07.04 Renaat Landuyt, ministre: J'ai eu des contacts informels
mais, formellement, cet élément doit être repris dans la discussion du
forum institutionnel d'une part et de la conférence interministérielle
concernant la sécurité routière, d'autre part.
07.04 Minister Renaat Landuyt:
Informeel wel. Maar formeel
gesproken moet deze materie op
het Institutionele Forum en in een
interministeriële commissie
behandeld worden.
07.05 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: La question n° 5250 de Mme Saudoyer est retirée.
08 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de minister van Mobiliteit over "de veranderlijke
signalisatie voor de zone 30 in de schoolomgeving" (nr. 5293)
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
08 Question de M. Mark Verhaegen au ministre de la Mobilité sur "la signalisation variable des
zones 30 aux abords des écoles" (n° 5293)
08.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de minister, krachtens de
geldende reglementering kunnen wegbeheerders van de zone 30 in
de schoolomgeving ook een tijdelijke zone maken door innerlijke
verlichting van de verkeersborden, de F4-borden of de A23-borden.
Het gaat om een rechtopstaand driehoeksbord met twee
schoolkinderen.

De deadline van 1 september nadert en de gemeenten opteren voor
veruit de meeste schooluitgangen voor borden met veranderlijke
informatie in plaats van de permanente zone 30. De variabele borden
zijn echter een dure aangelegenheid. De uitleg over de kosten werd
reeds vroeger gegeven in een vraag van 14 juli van vorig jaar door
collega Anthuenis. Het antwoord van uw voorganger, de heer
Anciaux, hield in dat enkel de signalisatie bij het binnenrijden van de
zone 30 verlicht zou moeten zijn. De signalisatie bij het verlaten van
de zone 30 zou niet aan die eisen moeten voldoen. Dat zou voor
gemeenten met veel scholen op hun grondgebied verschillende
tienduizenden euro's kunnen schelen. Met andere woorden, de
meerkosten zouden voor die gemeenten dan lager zijn in vergelijking
tot de nieuwe onderrichtingen en aan veiligheid hoeft daarom niet
worden ingeboet, volgens ons.

Het erg duidelijke antwoord van de heer Anciaux was voor vele
gemeenten dan ook een soort maatstaf om de kosten te ramen voor
de beveiliging van de schooluitgangen en het inschrijven van de
kosten in de begroting voor het jaar 2005. Vele gemeente- en
politiecolleges stelden terzake gelijkaardige vragen aan de
administratie van Verkeerswezen, die dat blijkbaar niet zo heeft
begrepen. Het regeringsstandpunt wordt tegengesproken door een
aantal mensen van die administratie.

Om die reden heb ik een belangrijke vraag. Ik zou willen dat u het
standpunt van uw voorganger bevestigt, zodat een en ander niet blijft
hangen als een slecht bedoelde aprilgrap of een dure en zure joke.

Ik heb ook een nieuw element gevonden bij de heren van
Verkeerswezen. U weet dat de zone 30 maximaal 150 meter langs
weerszijden van de schoolpoort moet worden ingericht. Wanneer een
aantal verkeersarme zijwegen op die hoofdweg aansluit, moeten die
variabele borden telkens worden herhaald. Het gaat hier om een
strikte visie van de ambtenaren van Verkeerswezen. Die visie staat
echter haaks op hetgeen uw voorganger in onze commissie heeft
geantwoord.

Ik dank de minister voor zijn antwoord.
08.01 Mark Verhaegen (CD&V):
La législation routière dispose que
le gestionnaire de la voirie doit
délimiter les zones 30 aux abords
des écoles au moyen de panneaux
de signalisation F4 et A23 éclairés
de l'intérieur, ce qui est
particulièrement coûteux. Le
ministre Anciaux avait déclaré le
14 juillet 2004 que cet éclairage
obligatoire était exclusivement de
mise pour la signalisation placée à
l'entrée des zones 30, ce qui aurait
constitué une substantielle
économie pour les communes
comptant plusieurs écoles sur leur
territoire. Tous les conseils
communaux ont dès lors estimé
les frais de signalisation sur la
base de ce point de vue, mais les
services de la Mobilité semblent
revenir sur leur position
aujourd'hui. Il s'agit de coûts
supplémentaires imprévus pour
les communes qui doivent aussi
placer des panneaux au sein de la
zone après chaque voie latérale.

Le ministre peut-il confirmer la
position de son prédécesseur?
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, ik meen dat
ik klaar en duidelijk kan zijn. Het standpunt van de vorige minister
wordt door mij volledig bijgetreden. Voor alle duidelijkheid zal ik nog
even een kopie doorsturen aan mijn administratie.
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je puis rassurer M. Verhaegen: je
confirme la position adoptée dans
ce dossier par mon prédécesseur.
Et dont je rappellerai la souplesse
à mes services.
08.03 Mark Verhaegen (CD&V): Dank u wel, mijnheer de minister.
Daar uw antwoord zo duidelijk is, heb ik geen bijkomende
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
opmerkingen.

De voorzitter: Zo is iedereen weer blij.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "het installeren van het ISA-
systeem (Intelligent Speed Adaptation)" (nr. 5305)
09 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "l'installation du système ISA (Système
d'adaptation intelligente de la vitesse)" (n° 5305)
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, uit een proefproject dat aan de universiteit van Gent werd
gevoerd, hebben we geleerd dat het ISA-systeem of Intelligent
Snelheidsadaptiesysteem wel degelijk een gunstige invloed heeft op
het weggedrag van de weggebruikers. Dat is evident, want ze kunnen
niet sneller rijden dan een bepaalde snelheid.
In een resolutie van het Parlement werd voorgesteld om het systeem
ook op te leggen aan personen met een voorbeeldfunctie.

Daarom stel ik de volgende vragen.

Heeft u weet van dienstwagens van federale ministers die reeds
werden uitgerust met een dergelijk systeem? Ik meen mij bijvoorbeeld
te herinneren dat Guy Verhofstadt in 2004 een nieuwe wagen heeft
moeten kopen na een of ander incident op de weg.

Zoniet, heeft de minister al acties ondernomen om de resolutie uit te
voeren?

Kan de minister ons vertellen of het systeem operationeel is in
Brussel en ook in de rest van België?

Heeft u ook gewestelijke collega's op de resolutie gewezen en hen
gevraagd om ook voor hun wagenpark een dergelijk systeem te laten
installeren?
09.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
Des expériences récentes ont
montré qu'un limiteur de vitesse
intelligent pour voiture (le système
ISA) renforce effectivement la
sécurité routière puisque les
conducteurs ne peuvent plus
dépasser la vitesse
prédéterminée.

Le 6 mai 2004, la Chambre a
adopté une résolution invitant les
personnes investies d'une fonction
d'exemple, dont les ministres, à
équiper leurs véhicules de service
du système ISA. Est-ce déjà
chose faite? Cette résolution
s'applique-t-elle aussi aux
ministres régionaux et
communautaires? Le système est-
il déjà opérationnel sur le territoire
bruxellois?
09.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, de dienstwagens van de federale ministers werden nog niet
uitgerust met een ISA-systeem. Er zijn wel volop gesprekken aan de
gang met de Kanselarij om een en ander georganiseerd te krijgen.

U weet dat, wat de wagens van de ministers betreft, een en ander in
handen is van de eerste minister, die daaromtrent coherente
richtlijnen wenst op te stellen. Het is uiteraard de bedoeling om de
resolutie van destijds in uitvoering te brengen.

Anderzijds, wat is er op het ogenblik operationeel? Op het ogenblik is,
als ik mij niet vergis, een derde van het Brusselse grondgebied
operationeel. Er bestaat een systeem om, bij manier van spreken,
binnen een derde van het gebied de snelheden door te geven naar
het gaspedaal.

Ik probeer er alles aan te doen om eerst vanuit de federale overheid
het voorbeeld te kunnen geven, om dan de collega's van andere
regeringen met meer en sterkere argumenten te kunnen overtuigen.
09.02 Renaat Landuyt, ministre:
A l'heure actuelle, les véhicules de
service des membres du
gouvernement fédéral ne sont pas
encore équipés du système ISA. Il
s'agit d'une compétence
ressortissant à la chancellerie du
premier ministre, qui met au point
une directive cohérente en la
matière. Il va sans dire que la
résolution de la Chambre sera
appliquée.

Actuellement, l'ISA est déjà
opérationnel sur un tiers du
territoire bruxellois.

Le gouvernement fédéral doit
montrer l'exemple. Les membres
des gouvernements régionaux et
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
communautaires leur emboîteront
le pas.
09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.

Mag ik erop rekenen dat u de Kanselarij tot bekwame spoed
aanmaant om het systeem operationeel te krijgen?
09.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit) :
J'espère que la chancellerie ne
tardera pas à terminer la rédaction
de la directive ISA.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: De vragen nr. 5350 van mevrouw Creyf en nr. 5356 van de heer Goyvaerts zijn uitgesteld.
10 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "la circulation des poids lourds"
(n° 5546)
10 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "het vrachtwagenverkeer"
(nr. 5546)
10.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, début décembre,
je vous interrogeais sur les problèmes et accidents de circulation
causés par les poids lourds. A la suite de plusieurs accidents, mon
attention avait été attirée par les services de police qui s'inquiétaient
de la politique générale de contrôle mise en place dans notre pays, et
particulièrement du peu de mesures prises à l'égard des transporteurs
routiers qui ne respectent même pas les prescriptions du Code de la
route.

De nombreux accidents de la route ont pour cause directe ou
indirecte soit une vitesse trop élevée des poids lourds, soit des
dépassements dangereux et inappropriés. Hier encore, je me trouvais
dans une averse de neige; c'est vrai que ces conditions climatiques
sont difficiles, mais, quand je vois les problèmes qu'on vit sur les
grands axes à cause de dépassements inappropriés des poids lourds
dans de telles circonstances, je trouve cette situation inacceptable.

Monsieur le ministre, dans l'émission "De Zevende Dag" - que je
prononce à la façon luxembourgeoise -, que nous pouvons suivre
parce qu'Arlon s'est battu pour avoir accès à divers programmes,
vous annoncez une nouvelle mesure concernant la circulation des
poids lourds.

Pourriez-vous me préciser la politique que vous avez définie en cette
matière, tout en indiquant que je suis pratiquement d'accord avec
votre proposition et que j'espère que vous irez encore plus loin?

Comptez-vous prendre des mesures pour que soient respectées les
limitations de vitesse imposées aux poids lourds sur les grands axes
de circulation, 90 km/h et non 120 km ou plus, comme on le voit trop
souvent sur nos routes?
10.01 Joseph Arens (cdH): De
politiediensten maken zich zorgen
over het gebrek aan maatregelen
tegen vrachtvervoerders die het
verkeersreglement niet naleven.
Bij de recente sneeuwval is nog
maar eens gebleken dat
onaangepast rijgedrag het verkeer
hindert. Heeft u dienaangaande
een beleid uitgestippeld?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, la mesure annoncée relative à la circulation des poids
lourds concerne la problématique de dépassement aux heures de
pointe.

Actuellement, l'article 17.2.6 du règlement général sur la police de
circulation routière et l'usage de la voie publique spécifie qu'en cas de
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Bij regenweer geldt een
inhaalverbod voor voertuigen van
meer dan 7,5 ton. Of die regel ook
toegepast moet worden als het
sneeuwt, is niet zo duidelijk. De
aangekondigde maatregel strekt
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
pluie ­ la neige est-elle de la pluie? ­ sur les autoroutes, routes pour
automobiles et routes à quatre bandes de circulation au minimum,
avec ou sans terre-plein central, le dépassement est interdit pour les
conducteurs de véhicules et de trains de véhicule dont la masse
maximale autorisée est supérieure à 7,5 tonnes.

A certains endroits, les gestionnaires de voiries interdisent déjà le
dépassement pour les poids lourds par le placement d'une
signalisation adéquate.

Il ne s'agit là que d'une interdiction particulière, limitée à des portions
de voirie bien déterminées. J'étudie l'opportunité de remplacer le
dépassement par temps de pluie, par l'instauration d'une interdiction
générale de dépassement pour les camions aux heures de pointe.
Pour cela, je fais référence à l'accord gouvernemental dont un
passage stipule qu'il faut chercher un moyen d'interdire le
dépassement par les plus de 7,5 tonnes à certaines heures fixes.
ertoe een inhaalverbod in te
voeren tijdens de spitsuren.
10.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour sa réponse.
J'espère que le temps de neige sera considéré comme temps de
pluie car il est encore plus délicat et dangereux de dépasser quand il
neige.
10.03 Joseph Arens (cdH): Ik
hoop dat sneeuw met regen zal
gelijkgesteld worden.
10.04 Renaat Landuyt, ministre: Il existe des doutes à ce sujet. Les
transporteurs ne semblent pas à même de définir la "pluie". J'ai
demandé une étude aux instituts des transporteurs afin de leur
demander ce qu'ils proposent si ce système s'avérait inopérant.
10.04 Minister Renaat Landuyt:
Ik heb een studie besteld om op
deze vraag te kunnen antwoorden.
10.05 Joseph Arens (cdH): Je suivrai de très près l'évolution de ce
dossier. En effet, quand on fait beaucoup de kilomètres, on se rend
compte de la difficulté rencontrée par les automobilistes et du danger
qu'ils doivent affronter du fait de la circulation des poids lourds sur nos
routes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Joseph Arens au ministre de la Mobilité sur "la nécessaire réouverture de la
ligne 165" (n° 5398)
11 Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister van Mobiliteit over "de noodzaak om lijn 165 te
heropenen" (nr. 5398)
11.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, M. le ministre m'a
déjà répondu tout à l'heure, à l'occasion de ma question relative au
"New Passengers". Chacun connaît les problèmes de mobilité que
rencontre le Sud-Luxembourg, proche de la ville de Luxembourg; les
routes et autoroutes sont saturées. Les accidents y sont d'ailleurs
nombreux et les problèmes de pollution importants. Il est donc
indispensable de rouvrir la ligne 165.

Le ministre s'est déclaré favorable à cette réouverture tout à l'heure,
ce dont je le remercie. Mais en tant que ministre de la Mobilité,
dispose-t-il d'un budget pour faciliter la réouverture de cette ligne?
11.01 Joseph Arens (cdH):
Aangezien de minister al op mijn
vraag heeft geantwoord, zal ik
enkel aandringen op de noodzaak
om lijn 165 te heropenen met het
oog op een beter treinaanbod in
het zuiden van de provincie
Luxemburg en ook uit
milieuoverwegingen, om de
vervuiling door het autoverkeer
terug te dringen.
11.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur Arens, je me réfère ici
aux discussions qui ont eu lieu dans le cadre du contrat de gestion.
Le débat est toujours le même. Un montant est prévu pour la SNCB.
A partir de là, deux choix sont possibles: soit on fait des choix
11.02 Minister Renaat Landuyt:
Ik verwijs naar de besprekingen in
verband met het beheerscontract.
De NMBS kan ofwel interne
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
internes, soit on demande plus d'argent au gouvernement. La
discussion est actuellement en cours. Mais il s'agit ici de la question
de savoir ce qu'il advient de l'autonomie de la SNCB.
keuzes maken inzake
bestedingen, ofwel meer geld
vragen aan de regering.
11.03 Joseph Arens (cdH): Je voudrais insister sur l'indispensable
réouverture de cette ligne. Selon moi, notre politique en matière de
mobilité doit s'inscrire dans une politique de développement durable
et de protection de l'environnement. C'est la raison pour laquelle
j'estime qu'il serait moins coûteux pour la communauté de rouvrir une
ligne que de continuer indéfiniment à élargir les routes pour se
retrouver avec des villes engorgées de véhicules. J'espère donc que
le ministre de la Mobilité interviendra auprès de la SNCB pour que
cette réouverture se concrétise.
11.03 Joseph Arens (cdH): Ik
dring nogmaals aan op de
heropening van die lijn en hoop
dat de minister daartoe de nodige
impulsen zal geven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de nultolerantie voor
snelrijders" (nr. 5430)
12 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "la tolérance zéro en cas d'excès de
vitesse" (n° 5430)
12.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, ik zal een deel
van mijn vragen niet stellen, omdat we binnenkort waarschijnlijk een
discussie zullen voeren naar aanleiding van de aanpassing van de
verkeerswet en uw wetsontwerp inzake de beschikking tot betaling.
Mijn vragen zullen wellicht daarin kaderen.
12.01 Guido De Padt (VLD) : Je
ne vais poser ma question que
partiellement étant donné que
l'adaptation de la loi relative à la
police de la circulation routière et
le projet de loi relatif à
l'ordonnance de paiement
figureront à l'ordre du jour sous
peu.
12.02 Minister Renaat Landuyt: Ik zal woensdag bij mijn inleiding
op dat wetsontwerp de evaluatie van de verkeerswet toelichten.
12.02 Renaat Landuyt, ministre:
Mercredi, je commenterai
l'évaluation de la loi relative à la
police de la circulation routière
dans le cadre de mon introduction
relative au projet de loi.
12.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, als u het mij
toestaat, zal ik mijn vraag wat inkorten. We hebben het werk nu
gedaan en kunnen het gedeeltelijk afhandelen.

Door de nieuwe rondzendbrief van de procureurs-generaal werd
sedert een aantal maanden een nultolerantie ingevoerd voor
snelheidsovertreders. Voorheen had men afhankelijk van politiezone
en gerechtelijk arrondissement nog een operationele marge van over
het algemeen 10 kilometer per uur en van een technische marge van
6 kilometer per uur. Daardoor kon men in bepaalde zones waar men
vijftig kilometer per uur mocht rijden, ervan op aan dat men onder
68 kilometer per uur niet werd beboet, terwijl dat in andere zones
werd gevaloriseerd door een onmiddellijke inning van 25 euro. Nu zou
de lat gelijk worden gelegd voor iedereen.

Uit reacties van sommige procureurs des Konings en van sommige
zones blijkt dat men vreest voor een vrij grote toename van de
administratieve lasten die vooral voor de politiezones zullen
doorwegen. Dat is de indruk die ik heb als burgemeester van een
12.03 Guido De Padt (VLD):
Depuis le début 2005, à la suite
d'une circulaire des procureurs
généraux, la tolérance zéro est
appliquée aux conducteurs qui
commettent des excès de vitesse.
La marge opérationnelle est
supprimée. Seule la marge
technique des six pour cent reste
d'application. L'objectif est
d'uniformiser les règles de la
circulation. Cette décision a
suscité de vives réactions au sein
des zones de police qui craignent
une forte augmentation du travail
administratif.

A quoi faut-il attribuer le manque
d'uniformité dans l'application des
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
relatief kleine zone en waarvoor mijn commissaris mij heeft
gewaarschuwd als de nultolerantie wordt ingevoerd.

Hoe is het gekomen dat er vroeger een soort gebrek aan uniformiteit
was? Het is misschien een domme vraag, want dat kan het gevolg
geweest zijn van de autonome perceptie of van het feit dat zones zelf
over een en ander beslisten, daarin al of niet gesteund door hun
hiërarchische procureur des Konings, die daarmee al of niet akkoord
ging.

Misschien was het een wat naïeve vraag.

De volgende vraag is misschien iets minder naïef of dom. Er zal
moeten worden gewaakt over de uniformiteit, want dat moet toch de
bedoeling zijn van de rondzendbrief, zodat er niet opnieuw
verschillende bestraffingsmaatregelen worden toegepast van zone tot
zone. Dit is absoluut belangrijk. Is er op dat vlak overleg gepleegd met
de minister van Justitie om eventueel de haalbaarheid van de
uniformiteit te onderzoeken?

Ik had ook een vraag gesteld over de administratieve afhandeling van
lichte snelheidsovertredingen. Die kunnen wij dan misschien tijdens
de discussie over de beschikking tot betaling nader uitklaren.

Er zijn slechte zielen die zeggen dat de rondzendbrief is ingegeven
door de noodzaak om via het flitsen of het vaststellen van
snelheidsovertredingen wat meer inkomsten te genereren, waarvan
de gemeenten en de politiezones natuurlijk hopen dat zij daarvan hun
part krijgen, omdat zij een groot stuk van de capaciteit leveren om die
meeropbrengsten te innen.

De vierde vraag is ­ ze zal misschien ook volgende week terugkomen
­ of die rondzendbrief de evaluatie van de nieuwe verkeerswet niet
zou kunnen beïnvloeden. Ik kan mij namelijk voorstellen dat wanneer
wij bij het huidige regime zouden blijven van toch wel vrij zware
boetes die worden opgelegd bij snelheidsovertredingen, en men
vroeger vaststelde dat die maar vanaf een bepaalde operationele en
technische marge werden opgelegd, de kans om nu veel vlugger het
slachtoffer te worden van hoge boetes veel groter wordt. Dit moet
volgens mij meegenomen worden bij de evaluatie van de nieuwe
verkeerswet.
règles de circulation? Comment
pense-t-on réaliser cette
uniformité? Y a-t-il déjà eu une
concertation avec la ministre de la
Justice? Comment vont être
répartis les rendements marginaux
entre les communes et les zones
de police? Cette circulaire ne va-t-
elle pas influer sur l'évaluation de
la nouvelle loi relative à la
circulation routière?
12.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Padt, dankzij de rondzendbrief van de procureurs-generaal komen wij
inderdaad tot een meer eenduidig beleid. Het is een algemene
tendens inzake verkeersrechtshandhaving dat wij meer en meer een
en ander op elkaar afstemmen.

Het leek dus ook logisch dat als de wet spreekt van maximaal 120,
90, 50 of 30 kilometer per uur, het dan precies gaat over 120, 90, 50
of 30 en niet over 126, 96, 56 of 36 kilometer per uur. Er is iets
onlogisch aan het feit dat men nu vindt dat het verkeerd is dat men de
cijfers van de wet gebruikt. Het is altijd zo geweest dat de brave
verkeersdeelnemer zich aan de regels van de wet houdt en niet de
ingewikkelde berekeningen van plus 6% of plus 6 kilometer per uur
maakte. Er is iets pervers aan de reactie dat het erg is dat wij de wet
zullen laten toepassen.
12.04 Renaat Landuyt, ministre:
La circulaire des procureurs
généraux a clarifié la situation. Il
est parfaitement logique qu'une
vitesse maximum légale de 120
km à l'heure corresponde
réellement à 120 km à l'heure et
non à 126. Les chiffres qui sont
mentionnés dans la loi sont les
seuls exacts. Tout bon conducteur
respecte la loi et il est pervers, en
réalité, de réagir négativement à la
stricte application de la loi.

Les procureurs généraux ont
compris qu'une certaine
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
De procureurs-generaal hebben blijkbaar ingeschat dat een en ander
nodig was aan overgangstermijnen. De rondzendbrief is immers
reeds twee jaar oud. In de loop van die twee jaar zou een en ander
aangepast worden.

Op de vraag of het haalbaar is, antwoord ik ja. Bij elke maatregel van
betere opvolging stelt men eerst een piek van iets meer werk vast en
daarna volgt een dalende trend. Dankzij de discussie inzake deze
rondzendbrief, werd het voor de mensen eens te meer duidelijk dat
men op een autosnelweg niet 126 maar 120 km/uur moet rijden om
veilig te zijn. Op dit vlak zal er eerst een beginpiek vast te stellen zijn.
Elke flitspaal zorgt in het begin voor meer werk om daarna een daling
waar te nemen omdat hij effect begint te krijgen en de bestuurders
volgens de regels rijden. Men gaat er niet van uit dat men permanent
mensen zal moeten blijven verbaliseren.

Wat de derde vraag betreft, voer ik een verkeersveiligheidsbeleid,
geen financieel beleid. Het is bijzonder pervers steeds te moeten
horen dat men erop rekent dat zoveel duizenden mensen op
regelmatige basis een boete zullen krijgen zodat de overheid zeker is
van bepaalde inkomsten. Dat is geen correcte denkwijze en is
evenmin een denkwijze die mag gevolgd worden.

Ten vierde, deze rondzendbrief heeft geen invloed op de evaluatie
van de nieuwe verkeerswet. Een goede evaluatie is gericht op de
hoofddoelstelling, in casu de vraag of de wijzigingen aan de
verkeerswet goed of slecht zijn voor de verkeersveiligheid. Dat is de
vraag die steeds voor ogen moet worden gehouden.

Mijnheer De Padt, u hebt terecht de link gelegd met het wetsontwerp
inzake beschikking tot betaling omdat dit de juiste problematiek is.
Kan men via de klassieke procedures van vervolging en handhaving
het huidige moderne verkeer effectief beter beheersen? Dat is de
vraag die ik heel graag behandeld zou zien in het kader van dit
wetsontwerp. Het wetsontwerp doet een aanbod om procedures
anders te voeren. Mochten het parket en de politiediensten laten
weten dat het ook via de klassieke weg kan,dan is dat voor mij ook
goed. Ik doe nu reeds de suggestie een terreinonderzoek te voeren in
het kader van dit wetsontwerp.
préparation s'imposait. La
circulaire date déjà d'il y a deux
ans, en réalité. Chaque nouvelle
mesure entraîne en première
instance un surcroît de travail,
mais celui-ci diminue ensuite. Il
faut apparemment un certain laps
de temps avant que les gens
s'adaptent aux règles.

Mon objectif n'est pas de
sanctionner en permanence mais
bien d'améliorer la sécurité
routière. De même, je ne compte
pas sur des recettes
supplémentaires car celles-ci
seront limitées dans le temps.

La circulaire n'a pas d'incidence
sur l'évaluation de la loi relative à
la circulation routière. Celle-ci
déterminera si la loi est propice à
la sécurité routière.

M. De Padt fait à juste titre le lien
avec l'ordonnance de paiement.
Les sanctions actuelles sont-elles
suffisantes? Cette question doit
être soumise aux parquets et à la
police. Ce point est à l'ordre du
jour mercredi.
12.05 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord.

De discussie zal wellicht de volgende weken worden voortgezet.
Volgens wat ik begrepen heb ­ op dit punt verschillen we van mening
­ zou uit de rondzendbrief blijken dat de technische marge nog wel
blijft bestaan. Op een autosnelweg waar 120 km/uur de toegelaten
snelheid is, zou de marge tot 128 km/uur blijven, idem dito voor de
zone ­ 50 waar 56 km/uur de technische marge is. Ik vermoed dat de
technische marge nog wel blijft bestaan.
12.05 Guido De Padt (VLD): Il
ressortirait de la circulaire que la
marge technique de six pour cent
est maintenue.
12.06 Minister Renaat Landuyt: Er is misschien een misverstand
ontstaan door mijn beeldspraak. Het is enkel nog de technische
marge die kan blijven bestaan, omdat daarvoor een technische reden
is. We zijn nooit helemaal zeker van de teller en van de
opnamemeter. Daarom is er een variatie in speling tot 6%, maar nooit
meer dan dat.
12.06 Renaat Landuyt, ministre:
Seule la marge technique est
maintenue, parce qu'on n'est
jamais sûr à cent pour cent de la
fiabilité technique des
cinémomètres.
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "de digitale tachograaf"
(nr. 5439)
13 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "le tachygraphe digital" (n° 5439)
13.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, vanaf 5 augustus
2005 moeten de nieuwe vrachtwagens in Europa uitgerust zijn met
een digitale tachograaf. Er wordt nu al aan de alarmbel getrokken nu
die nieuwe deadline in zicht komt. Febiac is de mening toegedaan dat
de constructeurs te weinig tijd zullen hebben om die digitale toestellen
te testen. Volgens hen is het quasi onhaalbaar om alle nieuwe
vrachtwagens er tijdig mee uit te rusten. Ook de verdeling van de
digitale kaarten die bij de toestellen horen lijkt in sommige landen, niet
alleen in België, problematisch te zijn. De transportorganisatie SAV en
Febetra klagen over grote onzekerheid in het dossier. Ze zijn van
oordeel dat het systeem tegelijk in alle landen moet ingevoerd worden
of opnieuw moet worden uitgesteld. Men pleit dus voor een uniforme
invoering in alle landen tegelijkertijd, zo niet voor een uitstel.

Ik heb twee vragen. Ten eerste, is het voor België mogelijk om vanaf
5 augustus aanstaande alle nieuwe vrachtwagens van een digitale
tachograaf te voorzien? Zo ja, zijn er dan geen problemen van
tijdgebrek om alle digitale toestellen te testen en de digitale kaarten uit
te reiken? Zo niet, welke zijn dan de problemen die deze
onmogelijkheid veroorzaken?

Ten tweede, vreest u niet, mijnheer de minister, dat wanneer het
systeem wel wordt toegepast en gecontroleerd in het ene land en niet
in het andere dit tot een chaotische situatie zal leiden? Zo ja, wat zult
u hiertegen ondernemen? Bent u in dat geval voorstander van een
nieuw uitstel voor alle Europese landen?
13.01 Guido De Padt (VLD):
Tous les camions devront être
équipés d'un tachygraphe digital
pour le 5 août 2005. La Febiac
craint cependant qu'il ne sera pas
possible de les équiper tous du
nouveau système avant cette date.
Le ministre partage-t-il cette
crainte? Quels sont les obstacles?

N'en résultera-t-il pas une situation
chaotique du fait que le système
ne sera pas instauré
simultanément dans tous les pays
d'Europe? Ne serait-il dès lors pas
préférable de retarder l'échéance?
13.02 Minister Renaat Landuyt: Waarde collega, de ongerustheid die
we nu meemaken is typisch voor de aanloop naar een bepaalde
vervaldatum. Men panikeert ­ waarschijnlijk te goeder trouw ­ een
beetje en probeert de datum te verschuiven. Een verschuiving van de
datum zal niet eenvoudig zijn gezien het om een Europese
verordening gaat. Op dat vlak hebben wij dus niet alles in de hand. Ik
heb ook geen zin om nu reeds mee te stappen met zij die panikeren.
Ik heb geen enkel signaal dat mij doet beslissen tot uitstel van die
datum.

Wat men wellicht onderschat is dat wij in de komende jaren een
dubbel circuit zullen hebben. Enerzijds zijn er de nieuwe
vrachtwagens. Dat is een kwestie voor de constructeurs die trouwens
niet Belgisch maar Europees zijn. De nieuwe vrachtwagens zullen het
nieuwe systeem kennen en de oudere vrachtwagens zullen het
huidige systeem kennen. Voor de controle en de verdeling van de
kaarten zullen het nieuwe en het oude systeem dus naast elkaar
moeten kunnen bestaan. Iedereen stelt mij gerust dat de
voorbereiding voor het verdelen van de kaarten en voor de controle
van de kaarten in het juiste tempo verloopt.
13.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le report de la mesure n'est pas
chose aisée parce qu'il s'agit d'une
directive européenne. En outre, je
n'ai reçu aucun signal qui m'incite
à reporter la mesure. Il me revient
que la distribution et le contrôle
des nouvelles cartes se déroulent
conformément au calendrier fixé.
Un double circuit est toutefois
prévu dans les prochaines
années: les vieux camions seront
encore équipés de l'ancien
système et les camions récents du
nouveau.
13.03 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
21/02/2005
CRIV 51
COM 503
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de zone 30 in de
schoolomgevingen" (nr. 5608)
14 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la zone 30 aux abords des écoles"
(n° 5608)
14.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik heb een vraag over de zone 30 in schoolomgevingen.
Bij eerdere vragen van collega's zei u dat u geen minister van de
zone 30 wou worden, in tegenstelling tot uw twee voorgangers. Dat
neemt niet weg dat de zone 30 in schoolomgevingen tijdens uw
legislatuur van kracht wordt, namelijk op 1 september 2005.

Veel van die schoolomgevingen liggen langs gewestwegen. Volgens
mijn informatie van verschillende gemeentebesturen blijkt dat
gewestelijke diensten nogal eens niet mee willen met het verhaal van
de zone 30. Daardoor loopt de situatie vast en ontstaat er tijdsnood bij
de gemeenten. Er moet zo veel overleg over de zone 30 gebeuren dat
de gemeenten denken dat ze 1 september moeilijk zullen halen. Er
leven dus bijzonder veel vragen.

Collega Mark Verhaegen heeft vandaag ook al een antwoord
gekregen op een vraag terzake. De heer Ansoms heeft hierover ook
nog vragen gesteld. U hebt toen gezegd dat u misschien nog een
rondzendbrief zou sturen naar de gemeenten om helderheid in de
chaos te scheppen. Gezien de moeilijkheden met de gewestelijke
administratie, tenminste aan Vlaamse kant, is het misschien ook
aangewezen om overleg te plegen met uw Vlaamse collega's.

Mijnheer de minister, kunt u duidelijkheid over deze situatie geven
door een stand van zaken te geven? In oktober of november hebt u
gezegd dat u nog geen duidelijk overzicht had van het aantal
schoolomgevingen dat reeds zou zijn aangepakt. Ik dacht dat u toen
over ongeveer een derde sprak. Heeft u hierover al recentere
gegevens?

Verdient het ook geen aanbeveling om, gezien de moeilijkheden
waarmee veel gemeentebesturen worden geconfronteerd, de
deadline van 1 september uit te stellen of op een flexibelere manier te
benaderen?
14.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La date ultime pour
l'instauration de zones 30, le 1er
septembre 2005, approche à
grands pas mais une grande
confusion règne. Nombreuses
sont les zones aux abords
d'écoles qui sont situées en
bordure d'une route régionale, ce
qui pose visiblement des
problèmes avec les autorités des
Régions. Le ministre s'est-il déjà
concerté à ce sujet avec son
homologue flamand?

Quand adressera-t-il aux
communes la circulaire qu'il a
annoncée? Combien de
communes ont-elles déjà adhéré
au nouveau système? Le ministre
est-il disposé à reporter sine die la
date butoir?
14.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega, ik geef toe dat ik met meer tijd beter had kunnen antwoorden.
Ik kan u op de belangrijke vraag over het aantal gemeenten dat zich
in het systeem heeft ingeschakeld die niet schriftelijk werd vermeld,
niet antwoorden. Ik moet u nu al zeggen dat er voor een stuk dubbel
gebruik is, omdat niet iedere gemeente aangeeft hoever ze gevorderd
is. Sommige gemeenten hebben automatisch de schoolomgeving
geregeld, omdat ze in een woonomgeving in een zone 30 ligt. Die
gegevens hebben wij niet en het is zeer moeilijk om een duidelijk
overzicht te krijgen.

De bespreking met de Vlaamse collega heeft nog niet
plaatsgevonden, omdat we na de recentste berichtgeving en het
signaal aan de gemeenten niet specifiek werden gecontacteerd in
verband met problemen die zich zouden voordoen. Op alle problemen
14.02 Renaat Landuyt, ministre:
Je ne puis dire actuellement
combien de communes adhèrent
au système. Certaines données
sont difficiles à obtenir; toutes les
communes ne communiquent pas
l'avancement de leurs démarches.
Par ailleurs, certaines zones
scolaires se trouvent aujourd'hui
déjà en zone résidentielle `30' et il
y a dès lors double emploi.

Je n'ai pas encore consulté mon
collègue flamand à ce propos pour
la simple raison que je n'ai pas été
CRIV 51
COM 503
21/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
die zich kunnen voordoen, wordt onmiddellijk heel concreet
gereageerd. Wij stellen vast dat nu iedere wegbeheerder gemotiveerd
is om in een schoolomgeving effectief een zone 30 te realiseren.
informé à ce jour de difficultés
potentielles. Tout gestionnaire de
la voie publique est disposé à
instaurer une zone 30 aux abords
des écoles.
14.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik denk dat
het voor scholen in woonomgevingen niet echt een probleem is.
Langs de meeste gemeentewegen en dergelijke is dat best haalbaar.
Het levert wel moeilijkheden op voor scholen op gewestwegen; op dat
vlak situeren zich de knelpunten. Ik begrijp ook dat de gewestelijke
administratie vraagtekens plaatst bij de invoering zo maar van een
zone 30, wanneer de gewestwegen belangrijke doorgangswegen zijn.
Ook al gaat het om een tijdelijke zone 30, dan nog is het volgens ons
niet aangewezen om zo maar een bord zone 30 te zetten, zonder dat
er infrastructurele ingrepen zijn gebeurd.

Die infrastructurele ingrepen zijn dikwijls niet aanvaardbaar voor het
Gewest omdat daardoor de functie van doorgangsweg tenietgaat.
Daarom meen ik dat het toch goed zou zijn om over die specifieke
knelpunten meer duidelijkheid te creëren.
14.03 Jef Van den Bergh
(CD&V) : Les problèmes se posent
sur les voies régionales. Il n'est
pas possible d'y instaurer une
zone 30 sans modifier
l'infrastructure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.06 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.06 heures.