CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 482
CRIV 51 COM 482
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
01-02-2005
01-02-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Walter Muls à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "le centre
médical du centre pénitentiaire de Saint-Gilles"
(n° 5112)
1
Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
medisch centrum in het penitentiair centrum van
Sint-Gillis" (nr. 5112)
1
Orateurs: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Walter Muls, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la question
linguistique concernant les publications
obligatoires au Moniteur belge pour les ASBL"
(n° 5128)
3
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
taalproblematiek inzake de verplichte publicaties
voor VZW's in het Belgisch Staatsblad" (nr. 5128)
3
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "les
problèmes que rencontrent les ASBL concernant
la mention du numéro d'entreprise" (n° 5129)
4
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problemen van de VZW's inzake de vermelding
van het ondernemingsnummer" (nr. 5129)
4
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Bert Schoofs à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la lutte
contre les mariages de complaisance" (n° 5265)
5
Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van de schijnhuwelijken" (nr. 5265)
5
Orateurs: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Bert Schoofs, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
menace d'un attentat terroriste dans le tunnel
TGV à Anvers" (n° 5166)
8
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
dreiging van een terroristische aanslag op de
HST-tunnel te Antwerpen" (nr. 5166)
8
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'état de la situation en ce qui concerne la mise
en oeuvre de la note-cadre sécurité intégrale"
(n° 5167)
10
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
stand van zaken van de uitvoering van de
kadernota integrale veiligheid" (nr. 5167)
10
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
rapport d'évaluation 2003 relatif à la loi sur les
écoutes téléphoniques" (n° 5251)
12
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
evaluatierapport 2003 over de afluisterwet"
(nr. 5251)
12
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'augmentation du côté néerlandophone de
l'arriéré judiciaire à Bruxelles" (n° 5115)
13
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de groeiende gerechtelijke achterstand aan
Nederlandstalige kant te Brussel" (nr. 5115)
12
Orateurs: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
Sprekers: Servais Verherstraeten, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
de la Justice
Justitie
Question de Mme Annick Saudoyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'état du palais de justice de Tournai" (n° 5149)
16
Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de staat waarin het gerechtsgebouw te Doornik
zich bevindt" (nr. 5149)
16
Orateurs:
Annick Saudoyer, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Annick Saudoyer, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'enquête concernant les bourgmestres de Hal-
Vilvorde" (n° 5169)
18
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
onderzoek naar de burgemeesters van Halle-
Vilvoorde" (nr. 5169)
18
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Martine Taelman à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
matériel saisi dans les plantations de cannabis"
(n° 5195)
19
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het in beslag genomen materiaal bij
cannabisplantages" (nr. 5195)
19
Orateurs:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
décentralisation de la cour d'appel d'Anvers vers
Hasselt" (n° 5215)
20
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
decentralisatie van het hof van beroep van
Antwerpen naar Hasselt" (nr. 5215)
20
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. André Frédéric à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la situation à
la maison de justice de Verviers" (n° 5218)
21
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
toestand in het justitiehuis van Verviers"
(nr. 5218)
21
Orateurs:
André Frédéric, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
André Frédéric, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Martine Taelman à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
problème du transport en cas d'admission
obligatoire dans un établissement psychiatrique"
(n° 5223)
22
Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het vervoer bij verplichte opname in een
psychiatrische instelling" (nr. 5223)
22
Orateurs:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Martine Taelman, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
1
FÉVRIER
2005
Matin
______
van
DINSDAG
1
FEBRUARI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.22 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Vraag van de heer Walter Muls aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
medisch centrum in het penitentiair centrum van Sint-Gillis" (nr. 5112)
01 Question de M. Walter Muls à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le centre
médical du centre pénitentiaire de Saint-Gilles" (n° 5112)
01.01 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, ik heb al enkele keren een vraag gesteld over het
medisch centrum in het penitentiair centrum van Sint-Gillis, aan u en
aan collega Reynders. Ik ga altijd van hier naar daar, want ik krijg
altijd maar een deel van de informatie.
De laatste informatie die ik van uw collega Reynders heb gekregen,
ging over het feit dat de werken begin vorig jaar waren gepland, dat
men daarvoor een prijs van 660.000 euro had geraamd en dat
achteraf is gebleken dat de werken pas dit jaar zouden beginnen. De
prijs was dan opgeslagen van 660.000 naar 850.000 euro, zonder
enige verduidelijking. Ik heb u toen gevraagd of vanuit de FOD Justitie
misschien bijkomende eisen waren gesteld. Blijkbaar is dat niet het
geval en heeft men dat ook bij de Regie der Gebouwen toegegeven.
Nu zegt men dat er in het verleden sprake van was het medisch
centrum niet meer te renoveren, maar met een totaal nieuw gegeven
te beginnen. Dat is onder uw voorganger besloten, maar men is
daarvan afgestapt. U zou nu een spoedprocedure hebben gevraagd,
maar die is afgewezen door de Inspectie van Financiën, waardoor
men de normale procedure van aanbesteding heeft moeten volgen.
Daardoor heeft het uiteindelijk veel langer geduurd voordat men aan
de werken kon beginnen. Door dit alles zitten we ondertussen al met
een vertraging van meer dan een jaar.
Ik had graag van u vernomen of men u voorafgaandelijk heeft
geïnformeerd over de kansen dat de spoedbehandeling zou worden
afgewezen en de financiële gevolgen van die beslissing. U hebt mij in
het verleden ook verteld wat de kostprijs is van de bewaking van een
gedetineerde die in een regulier ziekenhuis wordt opgenomen omdat
het medisch centrum in Sint-Gillis is gesloten.
Ik heb nog een tweede vraag. Daarom was ik blij dat mijn vraag
vorige week werd uitgesteld. We zijn ondertussen in februari. Bij
Financiën had men mij gezegd dat de werken nu gingen beginnen.
Daarom is mijn vraag aan u of men nu uiteindelijk al aan de werken is
begonnen?
01.01 Walter Muls (sp.a-spirit):
Chaque fois que j'interroge la
ministre sur le centre médical du
centre pénitentiaire de Saint-
Gilles, je n'obtiens que des
informations incomplètes.
Le ministre des Finances a
déclaré que les travaux avaient été
programmés pour le début de
l'année passée et qu'ils devaient
coûter 660.000 euros. J'apprends
maintenant que les travaux ne
commenceront que cette année et
qu'ils coûteront 850.000 euros. Il
apparaît que le SPF Justice n'a
pas formulé d'exigences
supplémentaires. On dit que le
précédent ministre avait décidé de
ne plus rénover le centre médical.
Le ministre actuel n'était pas du
même avis et a demandé une
procédure d'urgence. L'Inspection
des Finances l'a cependant
refusée et il a fallu suivre la
procédure normale d'adjudication.
C'est la raison pour laquelle les
travaux ont déjà subi plus d'un an
de retard.
Quelles sont les conséquences
financières de ce retard, étant
donné que les détenus doivent
être soignés dans un hôpital
normal ?
Selon le SPF Finances, les
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
travaux commenceraient en
février. Ont-ils déjà commencé ?
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer Muls, mijn voornaamste
bekommernis in het dossier was en is trouwens nog steeds om
het medisch centrum zo vlug mogelijk opnieuw operationeel te krijgen.
Ik kan slechts het standpunt herhalen dat ik reeds heb meegedeeld in
mijn antwoord op een van uw vroegere, mondelinge vragen van
ongeveer één maand geleden. De FOD Justitie heeft geen
noemenswaardige herzieningen gevraagd aan de Regie der
Gebouwen bij het heropmaken van het dossier voor heraanbesteding,
nadat het oorspronkelijke dossier geen gunstig advies had gekregen
van de Inspectie van Financiën, geaccrediteerd met de Regie der
Gebouwen. Wel heeft de FOD Justitie vanzelfsprekend gevraagd om
de werken met spoed aan te vatten. De Regie der Gebouwen heeft
daarom een beroep moeten doen op een aantal
onderhandelingsprocedures op basis van hoogdringendheid, een
standpunt dat de Inspectie van Financiën, zoals u bekend is, niet
heeft aanvaard.
Deze gang van zaken heeft weliswaar en spijtig genoeg een
vertraging veroorzaakt, maar dat heeft geen financiële gevolgen met
zich gebracht. De stijging van de geraamde kosten is immers blijkbaar
uitsluitend een gevolg van een te lage inschatting door de Regie der
Gebouwen van de omvang der werken voor de technische installatie.
De werken werden nog niet aangevat. De vastlegging van het
bouwdossier op de begroting van de Regie der Gebouwen wordt nu
echter wel eerstdaags verwacht, zodat de bouwwerken onmiddellijk
daarop aansluitend kunnen worden aangevat. De bedoeling is in ieder
geval om de werken voor de zomervakantie te beëindigen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Mon plus grand souci est
que le centre médical soit
opérationnel au plus vite.
Après l'avis défavorable de
l'Inspection des Finances
concernant la réadjudication du
dossier original, le SPF Justice a
demandé que l'on s'attèle aux
travaux le plus rapidement
possible. La Régie des Bâtiments
a recouru à des procédures de
négociation sur la base de
l'urgence, mais cette option s'est
heurtée à un nouveau refus.
Le retard ainsi créé n'a pas de
conséquences financières.
L'accroissement des coûts
estimés est la conséquence d'une
sous-estimation du coût de
l'installation technique.
Les travaux n'ont pas encore été
entamés. On attend sous peu
l'engagement du dossier de
construction sur le budget de la
Régie des Bâtiments. Les travaux
pourront ensuite débuter et
devront être achevés pour les
vacances d'été.
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Wat Justitie betreft, maar misschien is dit voor andere departementen
ook het geval, kom ik meer en meer tot de vaststelling dat wanneer
een dossier tussen de FOD Justitie en de Regie der Gebouwen hangt
er blijkbaar op het niveau van de Regie heel wat problemen zijn. Het
is niet de eerste keer. Ik heb dit in het verleden ook al eens gezegd in
verband met de justitiepaleizen van Antwerpen en Gent en u hebt zelf
de problemen aangehaald inzake de verbetering van de gevangenis
van Nijvel.
De Regie der Gebouwen lijkt mij een zeer log en weinig efficiënt
apparaat. Ik stel mij de vraag of wij niet moeten overgaan tot een
grondige audit van de procedures bij de Regie der Gebouwen en van
het hele concept van de Regie der Gebouwen in ons staatsbestel.
Mijnheer de voorzitter, ik zou bijna de woorden van uw partijgenoot
kunnen gebruiken en zeggen dat de wijze waarop sommige dossiers
worden behandeld kafkaiaans is.
01.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Il
semble que des problèmes se
posent sans arrêt au niveau de la
Régie des bâtiments, comme à
propos des palais de justice
d'Anvers et de Gand et de la
prison de Nivelles. La Régie me
paraît manquer d'efficacité. Ne
faudrait-il pas procéder à un audit
des procédures et du concept
dans son ensemble ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
De voorzitter: Er is voorlopig niemand anders om vragen te stellen. Ik zal de vergadering dus heel eventjes
schorsen.
De vergadering wordt geschorst van 10.29 uur tot 10.37 uur.
La séance est suspendue de 10.29 heures à 10.37 heures.
02 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
taalproblematiek inzake de verplichte publicaties voor VZW's in het Belgisch Staatsblad" (nr. 5128)
02 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la question
linguistique concernant les publications obligatoires au Moniteur belge pour les ASBL" (n° 5128)
02.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, er is een probleempje in verband met sommige
VZW's. Sinds we de internationale VZW's kennen in de nieuwe
wetgeving, maken sommige VZW's er blijkbaar een probleem van dat
zij extra kosten moeten maken voor de publicatie en de taal waarin de
publicatie moet geschieden. Wanneer een VZW uit het Franstalig
landsgedeelte een tekst in het Nederlands wil publiceren of
omgekeerd, dan moeten zij daarvoor extra kosten maken omdat zij de
publicatie moeten doen geschieden in de taal van het taalgebied
waarin zij gevestigd zijn.
Ergens is dat uiteraard logisch maar wij leven nu eenmaal in een
tweetalig land en in een steeds meer internationaliserende wereld.
Het zou dan toch mogelijk moeten zijn om enerzijds een onderscheid
te maken tussen de taal waarin men de akten neerlegt ter griffie.
Uiteraard moet dat de taal zijn van het taalgebied waarin de
neerlegging geschiedt en waarin de maatschappelijke zetel is
gevestigd. Anderzijds zou het toch mogelijk moeten zijn om zonder
extra kosten of met sterk verminderde kosten de publicatie te doen
geschieden in een andere taal.
Ik bedoel dan de publicatie in het Belgisch Staatsblad want daarvoor
moet ook een neerlegging geschieden. Ik heb begrepen dat sinds het
in voege treden van de nieuwe wetgeving die verplichtingen samen in
een pot worden gestoken omdat nu alles ter griffie moet gebeuren en
omdat de griffie doorstuurt naar het Belgisch Staatsblad. Dit leidt
ertoe dat de taal uiteraard alleen de taal is van het gebied waarin de
VZW is gevestigd.
Mevrouw de minister, bent u bereid om in de toekomst een
onderscheid te maken tussen enerzijds de neerlegging ter griffie in de
taal van het taalgebied waarin de VZW is gevestigd en anderzijds de
publicatie in het Belgisch Staatsblad in een andere taal dan de taal
van het taalgebied waarin de VZW is gevestigd?
Ik heb ook nog een bijkomende vraag. Nu men met internationale
VZW's te maken heeft, rijst de vraag om publicaties eventueel in het
Engels te doen geschieden. Ik heb daarover gemengde gevoelens
maar blijkbaar is daar vraag naar. Van mij moet u daarop niet ingaan.
Hebt u weet van vragen naar een publicatie in het Engels op de
verschillende griffies en bij het Belgisch Staatsblad? Zo ja, wat bent u
van plan om terzake te doen?
02.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le coût de la traduction,
en vue de la publication au
Moniteur belge, des statuts de
certaines ASBL internationales
semblent constituer pour ces
dernières une source de
difficultés. Le ministre envisage-t-il
de distinguer à l'avenir le dépôt
des actes au greffe dans la langue
de la région linguistique où est
établie l'ASBL de la publication au
Moniteur belge dans une langue
différente de celle de la région
linguistique où est établie l'ASBL ?
Est-il exact qu'il existe également
une demande de publications en
anglais ? Quelle attitude le
ministre adopte-t-il à cet égard ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Schoofs, in principe is het gebruik der talen voor VZW's vrij,
behoudens wanneer zij onder de regels vallen van artikel 52 van het
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: L'emploi des langues est
libre pour les ASBL qui ne
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
KB van 18 juli 1966 houdende de coördinatie van de wetten op het
gebruik van de talen in bestuurszaken of onder de toepasselijke
regels van het Waals decreet van 30 juni 1982 of het Vlaams decreet
van 19 juli 1973 op het taalgebruik.
Deze regels bepalen dat de ondernemingen aan de taalwetgeving
onderworpen zijn, zodra er sprake is van hetzij een onderneming in de
zin van de wet of het decreet, hetzij de onderneming personeel
tewerkstelt. Indien de VZW onder de taalwetgeving valt, dient deze de
taal te gebruiken van het gebied waar haar exploitatiezetel of haar
onderscheiden exploitatiezetels zijn gevestigd.
Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om het ministerieel
besluit van 30 juni 2003 aan te passen, zodat een kostenloze vertaling
mogelijk moet zijn. Dit voorstel is echter momenteel geblokkeerd als
gevolg van een negatief advies van de inspecteur van Financiën. Ik
onderzoek thans met mijn administratie welk antwoord er zal worden
gegeven op de bezwaren die de Inspectie van Financiën heeft geuit.
Aangezien de taalwetgeving gerespecteerd moet worden en aldus
enkel de landstalen in aanmerking komen, kan het Engels niet
gebruikt worden, behoudens als supplementaire taal en voor zover
voor deze extra bekendmaking betaald wordt.
ressortissent pas à l'application de
l'article 52 de l'arrêté royal du 18
juillet 1966 ou des décrets
régionaux sur l'emploi des
langues. Lorsque ces règles sont
effectivement d'application, l'ASBL
doit utiliser la langue de la région
dans laquelle son siège
d'exploitation est établi.
L'inspecteur des Finances a rendu
un avis défavorable concernant
ma proposition d'adapter l'arrêté
ministériel du 30 juin 2003 de
manière à permettre une
traduction gratuite. Nous nous
efforçons de voir comment se
conformer à cet avis.
Une publication en anglais au
Moniteur belge n'est possible que
s'il s'agit d'une langue
supplémentaire. Celle-ci doit bien
sûr être payée en plus.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij wachten dus
tot de hinderpalen met betrekking tot het advies van Financiën uit de
weg zijn geruimd. Dan kan ik later daarop terugkomen. Daarnaast
ben ik u ook erkentelijk voor het feit dat u het been stijf houdt. Een
publicatie in de drie landstalen is inderdaad voldoende, hoewel de
druk op internationaal vlak om ook de Engelse taal ingang te doen
vinden steeds sterker zal worden.
02.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je me réjouis que la
ministre demeure intraitable
malgré l'avis négatif rendu par
l'Inspection des Finances.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
problemen van de VZW's inzake de vermelding van het ondernemingsnummer" (nr. 5129)
03 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
problèmes que rencontrent les ASBL concernant la mention du numéro d'entreprise" (n° 5129)
03.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik verwijs in eerste instantie naar uw
omzendbrief of uw officiële nota aan de voorzitter van het College van
procureurs-generaal van 4 oktober 2004, waarbij u de procureurs hebt
verzocht om de griffies op hun beurt te verzoeken enigszins soepel te
zijn in de afhandeling van de administratieve formaliteiten die al
loodzwaar wegen op de vele VZW's als gevolg van de nieuwe
wetgeving. U hebt gesteld in uw nota dat de griffies zich moeten
beperken tot een louter formele controle en dat uiteindelijk de steller
van de documenten verantwoordelijk is voor hetgeen hij of zij laat
neerleggen of publiceren.
Van VZW's uit bepaalde gerechtelijke arrondissementen komen er
geregeld klachten dat de hele bundel met alle informatie en
inlichtingen wordt teruggestuurd, omdat het ondernemingsnummer
dat vermeld is op de ingediende akte niet begint met het cijfer 0.
03.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Plusieurs ASBL se sont
vu retourner les pièces qu'elles
déposent au greffe du tribunal du
commerce parce que leur numéro
d'entreprise ne commence pas par
le chiffre zéro et qu'elles utilisent le
numéro de TVA. Pourtant, la note
ministérielle du 4 octobre 2004
adressée au Collège des
procureurs généraux stipule que
les greffes doivent se limiter à un
simple contrôle formel. Le
comportement de certains greffes
n'est donc pas conforme à la note
de la ministre. Comment compte-t-
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Daardoor gebruiken zij in feite een BTW-nummer in plaats van een
ondernemingsnummer. Dit, mevrouw de minister, mogen wij toch
catalogeren als kommaneukerij, waardoor VZW's zelf vertraging
oplopen in hun reguliere werking door zich met dergelijke prullaria
bezig te moeten houden.
Bent u zinnens, mevrouw de minister, om toch nog even de puntjes
op de i te zetten en ten aanzien van de griffies via het College van
procureurs-generaal er toch voor te zorgen dat men niet met
dergelijke extra rompslomp wordt geconfronteerd in de toekomst aan
de zijde van de VZW's?
elle résoudre ce problème ?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Het huidig ondernemingsnummer
is hetzelfde als het BTW-nummer, mits toevoeging van een nul. Het
probleem dat u aanhaalt, betreft niet echt de VZW-wetgeving maar
veeleer de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een
Kruispuntbank van Ondernemingen.
Bij de inwerkingtreding van de nieuwe wet werden destijds
verschillende problemen opgemerkt. Er werd bijgevolg een
rondzendbrief aan de griffies gestuurd die richtlijnen bevatte tot
oplossing van bepaalde problemen die zich hadden gesteld. Deze
rondzendbrief is zowel op vennootschappen als VZW's van
toepassing. Hierin werd onder meer aan de griffies gevraagd enige
soepelheid aan de dag te leggen met betrekking tot de toepassing
van de nieuwe reglementering. Derhalve komt het mij voor dat
dergelijke akten niet mogen worden geweigerd. Het niet-vermelden
van een nul is naar mijn mening geen reden om de akte terug te
sturen.
03.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le numéro d'entreprise
n'est rien de plus que le numéro
de TVA précédé du chiffre zéro.
Les problèmes sont apparus lors
de la création de la Banque-
carrefour des entreprises. Pour y
remédier, les greffes ont reçu à ce
moment-là déjà une circulaire
comportant des directives et leur
demandant de faire preuve de
souplesse lors de l'application de
la nouvelle réglementation.
L'omission du zéro ne peut pas
justifier le refus d'un acte.
03.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, nul
staat in de wiskunde soms voor zinloosheid. Dergelijke zinloze
maatregelen moeten dan ook worden vermeden. Ik dank u dat u de
griffies ertoe aanspoort dergelijke akten toch te aanvaarden.
03.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Que la ministre incite les
greffes à accepter ces actes est
une bonne chose.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mijnheer Schoofs, ik stel voor dat u meteen ook al uw vraag over de aanpak van
schijnhuwelijken stelt.
04 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
aanpak van de schijnhuwelijken" (nr. 5265)
04 Question de M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la lutte contre
04.01 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
bedankt. Mevrouw de minister, ik stel u deze vraag naar aanleiding
van een uitzending op de regionale televisie in Limburg, mijn
provincie. Ik ben me ervan bewust dat er in het verleden reeds
ettelijke vragen over gesteld zijn, zowel aan u als aan de minister van
Binnenlandse Zaken. Uit de meest recente regeringsverklaring heb ik
ook begrepen dat er aan de aanpak van de schijnhuwelijken prioriteit
zou verleend worden. Toch blijft er op het terrein nog veel
onduidelijkheid.
De ambtenaren van de burgerlijke stand in welbepaalde Limburgse
maar ik vermoed ook in andere gemeenten klagen dat nog steeds
04.01 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Pas moins de vingt pour
cent des mariages dans notre
pays seraient des mariages de
complaisance. La ministre est-elle
au courant de cette situation ?
Les agents de l'état civil qui
soupçonnent un mariage de
complaisance ou qui sont même
en mesure d'en apporter la preuve
ne peuvent pas l'empêcher eux-
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
20% van de gesloten echtverbindingen schijnhuwelijken zijn. In de
praktijk sluit men een huwelijk in een ander land om zo via
gezinshereninging toch de partner het land binnen te brengen. Er zijn
dus blijkbaar nog hiaten in de wetgeving.
De ambtenaren klagen over het feit dat zij zelf de sluiting van een
dergelijk huwelijk niet kunnen verhinderen, ze kunnen het enkel
uitstellen. Corrigeert u me indien ik fout ben ingelicht, maar ik meen te
weten dat er maatregelen zijn die stellen dat men bij voldoende
bewezen bedrog het huwelijk mag weigeren zonder uitstel. Die regel
lijkt me nogal vaag en moeilijk te nemen voor een ambtenaar
vanachter zijn bureau. Zij hebben echter dikwijls een sterk vermoeden
dat het een illegale verbintenis betreft.
Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van het groot aantal
schijnhuwelijken dat nog steeds gesloten wordt, ondanks de plannen
van de regering om er werk van te maken?
Is het in dergelijke gevallen niet opportuun om de ambtenaren van de
burgerlijke stand meer armslag te verlenen?
Dan heb ik nog een laatste vraag waarop u niet hoeft te antwoorden,
maar die wel in het verlengde ligt van mijn andere vragen: hoe zit het
met de eventuele aansprakelijkheid van een ambtenaar wanneer hij
een huwelijk weigert waarvan hij vermoedt dat het een schijnhuwelijk
is?
mêmes. Ne faudrait-il pas leur
attribuer cette compétence ? Dans
quelle mesure un fonctionnaire qui
refuse de célébrer un tel mariage
est-il responsable ?
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb mij geïnformeerd
aangaande het aantal vaststellingen van schijnhuwelijken. De cijfers
van Antwerpen, Mechelen en Brussel horen bij de meest opvallende.
In Antwerpen werd in 2003 in 203 gevallen door het Openbaar
Ministerie een dossier geopend na melding door de ambtenaar van
aanwijzingen van schijnhuwelijken. Er zijn daarbij effectief 23
dagvaardingen opgesteld door het Openbaar Ministerie.
In Mechelen werden 53 dossiers geopend, 25 daarvan zijn afgesloten
wegens gebrek aan bewijs.
In Brussel werden in 2003, 333 dossiers geopend en 43
dagvaardingen in nietigverklaring van een schijnhuwelijk uitgebracht,
er werden 30 huwelijken nietig verklaard.
Indien deze cijfers zeer hoog schijnen, blijkt het ook dat dossiers vaak
afgesloten worden wegens gebrek aan voldoende
overtuigingsmateriaal.
Om dergelijke onrechtmatige situaties te beteugelen, beschikken de
ambtenaren van de burgerlijke stand over een heel arsenaal aan
wettelijke middelen. De strijd tegen schijnhuwelijken kan inderdaad op
vrij verschillende wijzen gevoerd worden.
Een preventieve actie bestaat erin dat de ambtenaar van de
burgerlijke stand de huwelijksvoltrekking kan weigeren als hij
voldoende overtuigende aanwijzingen heeft dat het om een
schijnhuwelijk gaat, bijvoorbeeld wanneer de partners elkaars taal niet
verstaan, elkaars achtergrond, familie of beroepsactiviteiten niet
kennen. A posteriori kan een huwelijk om dezelfde redenen door de
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En 2003, le parquet
d'Anvers a ouvert 203 dossiers
pour suspicion de mariage de
complaisance, qui ont débouché
sur 23 citations. Les chiffres sont
plus élevés à Bruxelles : 333
dossiers, 43 citations et 30
annulations. Le problème est donc
pris très au sérieux mais les
dossiers sont souvent classés
sans suite par manque de pièces
à conviction.
Il existe en revanche tout un
arsenal de moyens légaux pour
prévenir les mariages de
complaisance. Premièrement, un
fonctionnaire peut refuser un
mariage s'il dispose d'indices
suffisants pour suspecter un
mariage de complaisance.
Deuxièmement, un mariage peut
aussi être annulé a posteriori à
condition de disposer de preuves
suffisantes. Troisièmement, une
déchéance du droit au séjour peut
aussi être prononcée s'il est établi,
lors d'un contrôle, que les époux
ne cohabitent pas.
Quatrièmement, quiconque aide
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
rechtbank van eerste aanleg nietig verklaard worden.
In het verblijfsrecht ten slotte vervalt het recht op verblijf dat op het
huwelijk steunt als blijkt dat de partners niet samenwonen tijdens de
periode waarin een samenwoningcontrole uitgevoerd wordt. Het recht
op verblijf vervalt bovendien retroactief indien het huwelijk nietig
verkaard wordt wegens schijnhuwelijk.
Artikel 77 van de verblijfswet van december 1980 voorziet bovendien
dat de persoon die wetens en willens een vreemdeling helpt of bijstaat
in de handelingen die zijn onwettig binnenkomen of zijn onwettig
verblijf in het Rijk voorbereid of vergemakkelijkt hebben, wordt
gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en met
een geldboete van 1700 BEF tot 6000 BEF, of met één van die
straffen alleen.
Een schijnhuwelijk aangaan om het verblijf mogelijk te maken, geeft
aanleiding tot de toepassing van die strafbepaling.
Ten slotte kunnen de betrokken personen vervolgd worden voor
valsheid in geschrifte, in toepassing van de artikelen 193 en volgende
van het Strafwetboek.
Niettemin ga ik met het College van procureurs-generaal momenteel
na in hoeverre een bijkomende strafbaarstelling kan worden voorzien.
un étranger à séjourner
illégalement dans le pays risque
une amende de 1.700 à 6.000
euros et/ou un emprisonnement
de huit jours à trois mois.
Cinquièmement, les intéressés
peuvent être poursuivis pour faux
en écritures. Je vais de toute
façon examiner la possibilité d'une
incrimination supplémentaire.
04.03 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Het was uiteraard
niet mijn bedoeling om gedetailleerd cijfermateriaal op te vragen,
maar toch bedankt dat u me dat gegeven hebt. De cijfers zijn
uiteraard nog zeer onvolledig, maar dat kan binnen het bestek van
een schriftelijke vraag van mijnentwege aangekaart worden.
Wat mijns inziens toch nog onderschat wordt, is het feit dat er
werkelijk haast huwelijksbureaus bestaan in schijnhuwelijken. Dat is
natuurlijk de georganiseerde misdaad. Het zijn maffiose typen die
dergelijke zaken organiseren. Het zou toch goed zijn, mocht de
regering daarvan een prioriteit maken. Geregeld krijg ik, ook vanuit
mijn regio, de opmerking dat ik "daar of daar" eens moet gaan kijken,
omdat dat gebouwen zijn waar schijnhuwelijken bijna gefabriceerd
worden. Misschien moet de regering daarvan toch eens topprioriteit
maken.
Ik heb begrepen dat er op het terrein toch nog steeds onzekerheid
blijft bestaan omtrent de wijze waarop de ambtenaren van de
burgerlijke stand dergelijke schijnhuwelijken moeten aanpakken. Dat
zal het voorwerp uitmaken van een meer grondige analyse, denk ik.
Wanneer ik daarover meer informatie heb verzameld, zal ik u
daarover nog de nodige inlichtingen vragen.
Mijn vraag blijft openstaan, in verband met de ambtenaren van de
burgerlijke stand, of zij al dan niet aansprakelijk gesteld kunnen
worden. Ik maak er geen punt van als die vraag vandaag niet
beantwoord zou worden, maar in de toekomst zal dat probleem zich
toch wellicht pregnanter stellen, wanneer die ambtenaren steeds
meer weigeren op basis van de nieuwe wetgeving. Dat probleem
zullen we later dan wel bespreken.
04.03 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Je pense que le
problème des « agences
matrimoniales » qui organisent
des mariages de complaisance
qui constituent une forme de trafic
d'êtres humains est sous-
estimé. Le gouvernement doit en
faire une priorité.
L'approche sur le terrain n'est pas
claire. Je resterai attentif aux
initiatives que prendra la ministre à
cet égard.
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
dreiging van een terroristische aanslag op de HST-tunnel te Antwerpen" (nr. 5166)
05 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la menace
d'un attentat terroriste dans le tunnel TGV à Anvers" (n° 5166)
05.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, er is de laatste weken nogal wat aandacht
besteed aan een perslek dat betrekking had op een vergadering van
politiemensen over de dreiging van een aanslag op de HST-tunnel in
Antwerpen, meer bepaald op het tunnelevenement van 17 en 18 april
2004.
Ik vind het persoonlijk belangrijker te weten wat de concrete dreiging
was en hoe men daarop heeft gereageerd in de plaats van zoveel
aandacht te besteden aan het lek en het onderzoek daarover. Dat
onderzoek is klaarblijkelijk vergaand geweest: huiszoekingen
enzovoort. Daarover is al een en ander gezegd en geschreven.
Mevrouw de minister, ik heb een aantal vragen over de dreiging zelf
van een terroristische aanslag op de HST-tunnel en het evenement
dat doorging op 17 en 18 april.
Hadden de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat in
Antwerpen voor deze dreiging of andere dreigingen gewaarschuwd?
Bestond de dreiging concreet en was ze ernstig te noemen? Wanneer
bent u hierover ingelicht? Werd deze dreiging behandeld op het
Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid? Welke
maatregelen zijn genomen als bleek dat er een reële dreiging van
aanslag op de tunnel was?
Andere vragen hebben betrekking op het onderzoek.
Loopt er terzake een onderzoek? Werd een onderzoeksrechter
aangesteld? Werd het federaal parket ingeschakeld? Hoeveel
speurders waren er ingezet? Werd een beroep gedaan op de
buitendiensten van de Veiligheid van de Staat in Antwerpen? Over
hoeveel mensen beschikken de buitendiensten van de Veiligheid van
de Staat? Zijn in dit dossier aanhoudingen verricht? Werden personen
in verdenking gesteld? Was er een communicatieverbod over dit
dossier? Wat is de globale stand van zaken van het onderzoek?
Ten slotte, is de versterking van de GDA Antwerpen ondertussen
gerealiseerd? Werden de buitendiensten van de Veiligheid van de
Staat in Antwerpen versterkt?
05.01 Tony Van Parys (CD&V):
La presse a fait état d'une menace
d'attentat terroriste dans le tunnel
TGV à Anvers à l'occasion de la
cérémonie d'inauguration des 17
et 18 avril 2004. Cette menace
était-elle concrète ? Les services
extérieurs de la Sûreté de l'Etat en
avaient-ils prévenu les autorités ?
Quand la ministre a-t-elle été
informée et la question a-t-elle été
discutée lors du comité ministériel
du renseignement et de la
sécurité ? Une interdiction de toute
communication sur le dossier
avait-elle été décrétée ?
J'aimerais également disposer
d'informations détaillées sur la
manière dont le problème a été
abordé et par qui. Où en est ce
dossier à l'heure actuelle ?
Le Service judiciaire
d'arrondissement (SJA) d'Anvers
a-t-il déjà été renforcé et les
services extérieurs anversois de la
Sûreté de l'Etat sont-ils également
renforcés ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de
Veiligheid van de Staat en in het bijzonder de gedecentraliseerde
diensten ervan in Antwerpen zijn nauw betrokken bij dit gerechtelijk
dossier. De dreiging is door de rechterlijke overheid als concreet
beschouwd. Een proces-verbaal werd opgesteld.
De Antwerpse gerechtelijke instanties hebben zeer snel een
vergadering bedongen. Hieraan namen de vertegenwoordigers van de
Veiligheid van de Staat deel, de GDA Antwerpen, het federaal parket,
de federale politie, de lokale politie van Antwerpen, de procureur des
05.02
Laurette Onkelinx,
ministre: La Sûreté de l'Etat et
surtout le service décentralisé à
Anvers sont étroitement associés
au dossier. La menace était réelle
et un procès-verbal a été établi.
Une réunion a eu lieu avec la
Sûreté de l'Etat, le SJA d'Anvers,
le parquet fédéral, la police
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Konings van Antwerpen en de onderzoeksrechter die met de zaak is
belast.
Ik werd op de hoogte gesteld van deze dreiging die destijds ook een
joodse school viseerde.
Aangezien dit dossier gefederaliseerd werd, kwam het niet aan het
Ministerieel Comité Inlichtingen en Veiligheid toe om zich in te laten
met dit gerechtelijk verloop. Er werd een onderzoek geopend naar
aanleiding waarvan vier personen in beschuldiging werden gesteld.
Op 21 oktober 2004 besliste de raadkamer van Antwerpen een
buitenvervolgingstelling zodat het onderzoek tegen die vier personen
thans beëindigd is.
Een dossier is echter nog steeds in behandeling. Het betreft de lekken
die er waren in het kader van dit dossier. Het onderzoek heeft
betrekking op de schending van het beroepsgeheim ten laste van X.
Binnen deze context werd onlangs een huiszoeking bevolen door de
onderzoeksrechter van Antwerpen in de lokalen van de Vlaamse
Raad.
Wat de versterking van de veiligheid van de stad Antwerpen betreft,
heeft de administrateur -generaal van de Veiligheid van de Staat
intussen een onderhoud gehad met de procureur des Konings van
Antwerpen om de gedecentraliseerde werking van zijn dienst te
optimaliseren en de samenwerking met de Antwerpse gerechtelijke
instanties te verbeteren. Openstaande betrekkingen worden binnen
de kortst mogelijke tijd opgevuld.
Ten slotte zal de versterking van de GDA Antwerpen op korte termijn
gerealiseerd worden. De GDA Antwerpen heeft eind 2004 intern een
aantal organisatorische wijzigingen doorgevoerd teneinde de cel
terrorismebestrijding met twee eenheden te versterken.
Daartegenover staat dat de GDA versterking heeft gekregen van een
federaal politieman ex-afgedeeld van de SDRA en nog twee
politiemensen zal bij krijgen door de mobiliteit. Supplementair zullen
er nog twee andere politiemensen via dezelfde weg hun twee
collega's komen versterken in de strijd tegen het terrorisme. De
kandidaturen voor de mobiliteit moesten ingediend worden uiterlijk op
14 januari 2005. De selecties zullen eerstdaags aanvangen. Men mag
aannemen dat deze procedure tegen het einde van de eerste
trimester 2005 afgerond zal zijn. Dit betekent dat de GDA Antwerpen
op korte termijn over vier bijkomende politiemensen zal beschikken in
de strijd tegen het terrorisme.
fédérale, la police locale et le juge
d'instruction responsable. J'ai bien
sûr été informée de la menace
mais le dossier n'a pas été mis à
l'ordre du jour du comité
ministériel du renseignement et de
la sécurité afin de ne pas perturber
le déroulement de la procédure
judiciaire.
Quatre personnes ont été mises
en accusation, mais ont bénéficié
d'un non-lieu après enquête. Le
dossier n'est pas encore clôturé
étant donné qu'une enquête est
menée sur la violation du secret
professionnel et les fuites dans la
presse.
L'administrateur général de la
Sûreté de l'Etat s'est déjà
entretenu avec le procureur du Roi
d'Anvers pour optimiser le
fonctionnement décentralisé des
services. Les emplois vacants
seront complétés le plus
rapidement possible.
L'effectif de la cellule de lutte
contre le terrorisme du SJA
d'Anvers sera élargi de deux
personnes. Le SJA a déjà obtenu
le renfort d'un policier fédéral du
SDRA ainsi que de deux agents
dans le cadre de la politique de la
mobilité des effectifs. Deux autres
collaborateurs seront encore
désignés, selon la même
procédure, pour la lutte contre le
terrorisme.
Les candidatures devaient nous
parvenir pour le 14 janvier 2005 au
plus tard; les épreuves de
sélection commenceront
prochainement et la procédure
sera terminée d'ici fin mars 2005.
Le SJA d'Anvers accueillera donc
à court terme quatre policiers
supplémentaires dans le cadre de
la lutte contre le terrorisme.
05.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik leid eruit af dat de dreiging van een
aanslag op de HST-tunnel te Antwerpen zeer concreet was en
klaarblijkelijk ook zeer ernstig, gelet op de onmiddellijke vergadering
met onder meer de GDA, de Veiligheid van de Staat en het federaal
parket.
05.03 Tony Van Parys (CD&V):
Le caractère très concret de la
menace d'attentat contre le tunnel
TGV et une école juive est
alarmant. Dans ce Parlement, on a
cependant toujours affirmé qu'en
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
Ik stel vast dat er ook een andere dreiging was, met name een
aanslag op een joodse school.
Dat is bijzonder verontrustend. Het valt mij op dat men vandaag
vaststelt dat er een ernstige dreiging was, terwijl men in het Parlement
steeds heeft volgehouden dat er in België geen probleem was zoals in
Nederland. Dat werd trouwens nog in deze commissie op 9
november, zowel door de minister van Justitie als door de minister
van Binnenlandse Zaken bevestigd. Thans blijkt dat het Parlement op
dat ogenblik niet volledig en correct werd ingelicht. Er bestond
klaarblijkelijk wel een zeer concrete dreiging waardoor op een bepaald
ogenblik vier personen in beschuldiging werd gesteld.
Het is verontrustend dat dat onderzoek tot op dit ogenblik zonder
resultaat is gebleken, omdat de personen in kwestie buiten vervolging
zijn gesteld. Het enige nog lopende onderzoek is het onderzoek naar
het lek. Ik vind dat het onderzoek naar de dreiging, en zeker wanneer
die reëel is, absolute prioriteit zou moeten hebben. Wij kunnen ons
niet veroorloven vast te stellen dat er een ernstige dreiging is, terwijl
het onderzoek eindigt met een buitenvervolgingstelling. Wat mij
betreft, is dat een onvoldoende reactie op de concrete dreiging. Ik
vraag dat men in eerste instantie investeert in het onderzoek naar het
probleem zelf, veeleer dan in het onderzoek naar het lek.
Belgique, le problème n'était pas
aussi aigu qu'aux Pays-Bas, ce
que les ministres de l'Intérieur et
de la Justice ont encore confirmé
dans cette commission le 9
novembre 2004. A cette occasion,
le Parlement n'a pas été
suffisamment ni correctement
informé. L'enquête sur cette
menace n'a encore donné aucun
résultat puisque les poursuites à
l'égard des quatre individus mis en
accusation ont depuis lors été
abandonnées. L'enquête sur cette
menace devrait être prioritaire.
J'insiste pour que les efforts soient
concentrés sur cette enquête et
non sur la fuite.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
stand van zaken van de uitvoering van de kadernota integrale veiligheid" (nr. 5167)
06 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'état de la
situation en ce qui concerne la mise en oeuvre de la note-cadre sécurité intégrale" (n° 5167)
06.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, op de superministerraad van 30 en 31 maart
werd de kadernota integrale veiligheid goedgekeurd. Dat is
ondertussen bijna een jaar geleden. Op dat ogenblik hebt u aan de
buitenwereld en aan de leden van de commissie meegedeeld dat
deze kadernota integrale veiligheid zou omgezet worden in zeer
concrete operationele plannen die jaarlijks zouden worden opgevolgd
en jaarlijks zouden worden aangepast.
Die operationele plannen zouden onder meer de acties inhouden die
zouden moeten worden ondernomen in het kader van de prioriteiten
van de kadernota integrale veiligheid, de partners die daarbij zouden
betrokken worden, de resultaten en de timing van de verschillende
initiatieven en de contacten met het expertisenetwerk van het College
van procureurs-generaal of van de procureurs-generaal.
De vraag die ik wil stellen is hoe ver het staat met deze operationele
plannen, bijna een jaar later, met betrekking tot de zes belangrijke
prioriteiten in de kadernota, namelijk de strijd tegen het terrorisme, de
strijd tegen de overlast, de aanpak van de georganiseerde
criminaliteit, de problematiek van de rondtrekkende dadergroepen, de
aanpak van de voertuigcriminaliteit en de wapenhandel.
06.01 Tony Van Parys (CD&V):
La note cadre relative à la sécurité
intégrale a été approuvée lors du
super Conseil des ministres des
30 et 31 mars 2004. Cette note
cadre devait être convertie en
plans opérationnels suivis et
adaptés annuellement. Qu'en est-il
de ces plans concernant les six
priorités de la note cadre, à
savoir : la lutte contre le
terrorisme, les nuisances, la
criminalité organisée, les bandes
criminelles itinérantes, la
criminalité liée aux voitures et le
commerce des armes ?
06.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de dienst
voor het Strafrechtelijk Beleid werkt in samenwerking met de
06.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le service de politique
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
algemene directie Preventie en Veiligheidsbeleid van de Federale
Overheidsdienst Binnenlandse Zaken een methodologie uit om de
vermelde boordtabellen op te stellen.
Om te komen tot een gestructureerde en systematische
implementatie van de in de kadernota opgenomen maatregelen werd
op 6 december 2004 een algemene informatievergadering
georganiseerd met alle departementen door de adviseur-generaal
voor het strafrechtelijk beleid.
De inbreng van de Federale en Programmatorische
Overheidsdiensten, in de kadernota vermeld als relevante partners, is
immers fundamenteel om een integrale en geïntegreerde aanpak te
waarborgen. Beide voormelde diensten voorzien in de loop van de
maanden januari en februari opvolgingsvergaderingen waarbij alle
boordtabellen geactualiseerd worden in samenspraak met alle
betrokken partners.
Voor de fenomenen overlast, eigendomsmisdrijven gepleegd door
rondtrekkende dadergroepen en voertuigcriminaliteit werd er telkens
een ontwerp van boordtabel opgesteld. Het operationele plan van de
algemene directie Preventie en Veiligheidsbeleid van de Federale
Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt zoveel mogelijk
afgestemd op bovengenoemde fenomenen uit deze kadernota zodat
de geplande projecten en acties van Binnenlandse Zaken conform de
kadernota verlopen. Dit betekent dat er momenteel gewerkt wordt aan
operationele fiches doelstelling, omschrijving, timing, kritische
succesfactoren enzovoort voor een aantal punten van
bovengenoemde fenomenen.
Wat betreft het streven naar een meer performante beeldvorming
inzake terrorisme, de samenwerking tussen de verschillende
betrokken actoren op het vlak van informatie- en expertise-
uitwisseling en de taak die de AGG hierin dient te vervullen, kan ik
meedelen dat de Ministerraad zijn akkoord heeft verleend aan een
conceptuele nota.
criminelle et la direction générale
Politique de prévention et de
sécurité ont mis au point une
méthodologie permettant de
dresser des tableaux de bord. Une
réunion d'information pour tous les
départements a été organisée à ce
sujet le 6 décembre 2004. L'apport
des services publics fédéraux est
essentiel à une approche intégrale
et intégrée. Les deux services ont
prévu des réunions de suivi en
janvier et en février afin de mettre
à jour les tableaux de bord en
concertation avec tous les
partenaires concernés.
En ce qui concerne les nuisances,
les bandes criminelles itinérantes
et la criminalité liée aux voitures,
un tableau de bord a
systématiquement été rédigé. Le
plan opérationnel de la direction
de la Politique de prévention et de
sécurité est, dans toute la mesure
du possible, axé sur ces
phénomènes de sorte que les
actions menées par le
département de l'Intérieur se
déroulent conformément à la note-
cadre. Des fiches opérationnelles
sont actuellement élaborées.
Le Conseil des ministres a
approuvé une note conceptuelle
en ce qui concerne la perception
du terrorisme, l'échange
d'informations et d'expertise et le
rôle spécifique du GIA.
Cette note conceptuelle est relative à la réforme et à l'élargissement
du groupe interforces antiterroriste afin qu'il devienne un organe de
coordination de l'analyse de risques. Cette note est traduite en une
proposition de loi complète.
Die conceptnota gaat over de
omvorming van de
Antiterroristische Gemengde
Groep tot een orgaan voor de
coördinatie van de risicoanalyse.
Die tekst wordt in een volledig
wetsvoorstel gegoten
Een ontwerp van gemeenschappelijke omzendbrief van de minister
van Justitie en het College van procureurs-generaal betreffende de
problematiek van het terrorisme, waarin concrete richtlijnen inzake de
terroristische gijzeling zijn opgenomen, werd door vertegenwoordigers
van het federaal parket en het parket-generaal van het hof van beroep
te Gent opgesteld. Hieromtrent wordt nog het advies ingewonnen van
de raad van de procureurs des Konings.
Inzake de beeldvorming rond de georganiseerde criminaliteit werden,
onder andere, de volgende projecten gestart en/of gerealiseerd.
J'ai rédigé avec le collège des
procureurs généraux un projet de
circulaire comportant
des
directives concrètes en matière de
prise d'otages par des terroristes.
Ce projet a été finalisé par le
parquet fédéral et par le parquet
général de Gand. Le conseil des
procureurs du Roi sera également
consulté.
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Het jaarrapport 2003 inzake de georganiseerde criminaliteit in België
werd eind 2003 opgesteld en aan het Parlement overgezonden.
Ondertussen werden voor het jaarrapport 2005 reeds de nodige
stappen ondernomen onder coördinatie van de dienst voor het
strafrechtelijk beleid. Het jaarrapport evolueert naar een volwaardige
dreigingsanalyse waarin niet alleen het verleden, maar ook de te
verwachten evoluties in kaart worden gebracht. Deze algemene
dreigingsanalyse biedt de mogelijkheid om beleidsmatig te anticiperen
op bepaalde evoluties.
Tot slot werd een voorstel van nieuwe wet, die de wapenwet van 1933
zal vervangen, in mijn administratie uitgewerkt. Het voorstel wordt
momenteel besproken door de betrokken ministers.
Le rapport annuel 2003 relatif à la
criminalité organisée a été établi
fin 2003 et transmis au Parlement.
Le Service de la Politique
Criminelle a pris des initiatives
pour que le rapport annuel 2005
soit conçu comme une analyse
des risques à part entière pour
permettre de devancer certaines
évolutions. Le gouvernement
examine aussi une proposition de
modification de la loi sur les
armes.
06.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, behalve met betrekking tot het terrorisme, moet
ik vaststellen dat er weinig vooruitgang is geboekt in de verschillende
materies. Het verwondert mij toch wel bijzonder dat er pas op 6
december, nog maar enkele weken geleden, voor de verschillende
actoren een algemene informatievergadering is geweest omtrent de
methodologie. Men heeft op deze wijze quasi negen maanden
verloren nadat de Ministerraad de kadernota Integrale Veiligheid had
goedgekeurd. Ik meen dat wij niet de tijd hebben om zoveel tijd te
verliezen. Ik wil dit bij deze gelegenheid bijzonder betreuren.
06.03 Tony Van Parys (CD&V):
Les progrès en la matière sont très
modestes. La méthodologie n'a
été examinée que le 06 décembre
2004. Neuf mois se sont donc
écoulés après l'approbation de la
note-cadre. Je déplore cette perte
de temps.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
evaluatierapport 2003 over de afluisterwet" (nr. 5251)
07 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le rapport
d'évaluation 2003 relatif à la loi sur les écoutes téléphoniques" (n° 5251)
07.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, wij beschikken nog altijd niet over het evaluatierapport van
2003 over de afluisterwet. Hoe komt dit? Wanneer zullen wij over dit
evaluatierapport kunnen beschikken, mevrouw de minister?
07.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le Parlement attend toujours le
rapport d'évaluation 2003 de la loi
sur les écoutes téléphoniques.
Pourquoi ce rapport se fait-il
attendre et quand sera-t-il
disponible ?
07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik kan u
meedelen dat de gegevens voor het evaluatierapport zijn gebaseerd
op een bevraging van de politiediensten die hebben ingestaan voor de
uitvoering van de afluistermaatregelen en door bevraging van de
onderzoeksrechters. De gegevens van de laatste bevraging kwamen
pas binnen begin december 2004. De dienst Strafrechtelijk Beleid is
heden bezig met het afronden van het evaluatierapport. Het rapport
zal midden februari aan het Parlement worden meegedeeld.
07.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les données demandées
aux services de police et aux
juges d'instruction n'ont été
fournies que début décembre
2004. Le service de la Politique
criminelle rédige actuellement le
rapport qui sera communiqué au
Parlement à la mi-février.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de groeiende gerechtelijke achterstand aan Nederlandstalige kant te Brussel" (nr. 5115)
08 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
"l'augmentation du côté néerlandophone de l'arriéré judiciaire à Bruxelles" (n° 5115)
08.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister,
volgens de krant "Le Soir" zou de gerechtelijke achterstand van de
Franstalige rol van de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te
Brussel opmerkelijk zijn gedaald, van 2.883 zaken in 2003 tot 1.668
zaken in 2004. Dat verheugt ons. Als de gerechtelijke achterstand
waar ook in dit land afneemt, moeten we dat toejuichen.
Wat evenwel de Nederlandstalige zaken in Brussel betreft, is er een
stijging van de gerechtelijke achterstand ten opzichte van 2003 vast te
stellen. In één en dezelfde rechtbank is er dus eigenlijk aan de ene
kant een afname en aan de andere kant een toename. Die cijfers
zouden eigenlijk ook gelijkluidend zijn wat betreft de strafzaken voor
de correctionele rechtbank.
Mevrouw de minister, mijn vraag aan u is dan ook of u deze cijfers
kunt bevestigen?
Wat zijn de oorzaken van de daling van de gerechtelijke achterstand
van de Franstalige rol? Hoe komt het dat de achterstand voor de
Nederlandstalige kamers wel stijgt? Welke verklaringen hebt u
daarvoor?
Welke maatregelen plant u om deze daling ook door te trekken naar
de Nederlandstalige kamers?
We kennen de Brusselse toestanden. Ze zijn hier in de commissie
reeds geregeld aangehaald. Ze zijn afschuwelijk voor de
rechtsonderhorigen, zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige
kant.
Kunt u een overzicht geven van de nog geplande maatregelen in uw
strijd tegen de gerechtelijke achterstand? Wat is de stand van zaken
van de aangekondigde werklastmeting, zowel wat de zetel als wat het
parket betreft?
Hebt u ook cijfers met betrekking tot de werklast van het
griffiepersoneel, opgesplitst per taalgroep, in Brussel?
08.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): A Bruxelles, l'arriéré
judiciaire du côté néerlandophone
aurait encore augmenté en 2004,
et ce tant pour le tribunal de
première instance que pour le
tribunal correctionnel. Du côté
francophone, l'arriéré judiciaire
aurait diminué par rapport à 2003.
La ministre confirme-t-elle cette
tendance et comment l'explique-t-
elle ? Quelles sont les autres
mesures prévues pour lutter
contre l'arriéré judiciaire ? Où en
est la mesure du volume du travail
qui avait été annoncée ? Existe-t-il
pour Bruxelles des chiffres ventilés
par groupe linguistique ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx: De gegevens die u aanhaalt
werden mij inderdaad overgemaakt door de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Ik kan mij in de eerste plaats
alleen verheugen over het feit dat globaal gezien de achterstand in de
rechtbank van eerste aanleg van Brussel tijdens het afgelopen jaar
echt spectaculair verminderde. Dit is een zeer belangrijk positief
signaal om het imago van onze rechtsmachten bij al onze
medeburgers te herstellen.
De in werkelijkheid zeer lichte stijging van de gerechtelijke
achterstand wat meer specifiek de Nederlandstalige dossiers betreft,
is een nieuwe tendens, geobjectiveerd op basis van zeer recente en
zuiver interne gegevens van de rechtbank.
Naar de mening van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg
te Brussel is de belangrijke vermindering van de gerechtelijke
achterstand binnen zijn jurisdictie in hoofdzaak te wijten aan de niet
aflatende inspanningen die tijdens het afgelopen jaar geleverd werden
08.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les données de M.
Verherstraeten m'ont été
confirmées officieusement par le
président du tribunal de première
instance de Bruxelles. En général,
l'arriéré judiciaire a donc reculé de
manière spectaculaire. Il y a
cependant une légère
augmentation de l'arriéré pour les
dossiers néerlandophones.
La diminution de l'arriéré judiciaire
dans l'arrondissement judiciaire
est due à la décision de compléter
le cadre du personnel. La cadre
des juges néerlandophones est
pour l'instant totalement rempli.
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
om het personeelskader van de magistraten in te vullen.
Het kader van de Nederlandstalige rechters bij de rechtbank van
eerste aanleg van Brussel is momenteel volledig ingevuld. Voor het
volledige kader van 105 magistraten zijn er slechts 9 vacante
plaatsen, allemaal voor de Franstalige rol, waarvan 4 plaatsen voor
tweetalige en 5 plaatsen voor eentalige personen. Dankzij nieuwe
benoemingen konden er nieuwe kamers worden geopend, wat het
mogelijk maakte om de situatie stevig aan te pakken.
Wat betreft de lichte verhoging van de achterstand, die werd
vastgesteld voor de Nederlandstalige dossiers, moet men er in de
eerste plaats op wijzen dat die niet te vergelijken is met het probleem
dat bestond en nog steeds bestaat voor de zaken in het Frans.
Volgens wat de voorzitter van de rechtbank mij meedeelde, blijkt een
van de Nederlandstalige kamers te kampen met een voorbijgaande
verzadiging. De voorzitter heeft hierop reeds geantwoord door een
bijkomende kamer op te richten.
De voorzitter wijst er mij ook nog op dat het aantal in staat gestelde
fiscale zaken vooral voor Nederlandstalige dossiers toeneemt. Dit is
een logisch gevolg van de uitbreiding van de bevoegdheden van de
rechtbank in dit domein. Om een structurele respons te geven aan
deze evolutie werd reeds een nieuwe kamer geopend.
Wat tot slot het correctionele niveau betreft, was het totaal aantal
hangende zaken op 31 december 2004 licht hoger 38 zaken
vergeleken met het jaar voordien. Er werd een nieuwe kamer
geopend om de zaken van gemeenrecht op te vangen. Verder moet
worden onderstreept dat de voorzitter van de rechtbank momenteel
geen vragende partij is voor supplementaire rechters.
Van de kant van het personeel van de griffie zal de toestand in de
zeer nabije toekomst eveneens gunstig evolueren. Op korte termijn
gebeuren er immers zes nieuwe delegaties van adjunct-griffiers en
worden er twaalf bijkomende bedienden aangeworven.
Om te evolueren welke andere maatregelen er zouden moeten
worden genomen om te beantwoorden aan uw vaststelling zal het
noodzakelijk zijn dat de situatie in de komende maanden preciezer
wordt geanalyseerd. De voornaamste actie die ik in verband met
gerechtelijke achterstand onderneem, bestaat erin dat ik het werk van
de magistratuur vereenvoudig. Dit betekent dat men, zoals ik thans
doe, moet werken aan de procedurele aspecten van deze kwestie
teneinde aan de rechter de mogelijkheid te geven om actiever op te
treden tijdens het verloop van de rechtszaak. Bovendien moet men
vooral de voorkeur geven aan oplossingen die door de actoren op het
terrein onmiddellijk kunnen worden aangebracht. In dit vooruitzicht
zullen dit jaar nieuwe samenwerkingsprotocollen worden afgesloten,
in het bijzonder met het hof van beroep en het parket-generaal van
Gent en met het hof van beroep van Luik.
De werklastmeting ligt uiteraard ook in de lijn van de algemene
context van deze bestrijding van de gerechtelijke achterstand. Voor
het openbaar ministerie gaan de begonnen werkzaamheden hun
normale gang zodat we tegen de helft van het kalenderjaar over een
compleet en operationeel werktuig moeten beschikken dat de
personeelsbehoeften objectiveert.
Quatre emplois pour magistrats
bilingues et cinq pour magistrats
francophones sont vacants. Les
nouvelles nominations ont permis
au président d'ouvrir de nouvelles
chambres.
La légère augmentation de l'arriéré
judiciaire relatif aux dossiers en
néerlandais n'est pas comparable
à l'arriéré du côté francophone.
C'est pour résoudre ce problème
qu'a été créée une chambre
néerlandaise supplémentaire. Le
nombre d'affaires fiscales s'accroît
surtout pour les dossiers en
néerlandais parce que les
compétences du tribunal en la
matière ont été élargies. Le
président a ouvert une nouvelle
chambre pour le traitement de ces
dossiers.
Le 31 décembre 2004, le nombre
d'affaires correctionnelles
pendantes était un peu plus élevé
que l'année précédente. Une
nouvelle chambre a été ouverte
pour le traitement du droit
commun.
Le président du tribunal ne
demande pas de juges
supplémentaires. Du personnel va
être recruté au greffe. Une
évaluation de la situation est
nécessaire pour élaborer de
nouvelles mesures.
Je réduis l'arriéré judiciaire en
simplifiant les tâches de la
magistrature. Le juge doit jouer un
rôle plus actif dans le déroulement
des procédures judiciaires. Des
protocoles de coopération vont
être conclus pour que les acteurs
sur le terrain puissent trouver une
solution immédiatement.
En ce qui concerne la mesure de
la charge de travail au parquet,
nous devrions, vers la mi-2005,
disposer d'un instrument
opérationnel pour objectiver les
besoins en personnel. Pour la
magistrature assise, la situation
est beaucoup plus complexe. A
cet effet, un groupe de travail a été
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Wat de zetel betreft, gaat het uiteraard over een zaak die veel
complexer is. De daartoe opgerichte werkgroep zou in de loop van de
komende maanden de tendensen naar voren kunnen brengen, zodat
wij in 2006 over een werktuig kunnen beschikken.
Ten slotte, wat het personeel van de griffie betreft, beschikken wij in
dit stadium evenmin reeds over een uniform en gestandaardiseerd
instrument voor de meting van de werklast. Noch de voorzitter van de
rechtbank van eerste aanleg, noch zijn hoofdgriffier konden mij
gegevens verstrekken met betrekking tot de werklast van het
griffiepersoneel van die rechtbank.
chargé de mettre un outil au point
pour 2006.
08.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de minister, ik
dank u voor uw antwoord. Ik herhaal dat, waar de achterstal afneemt
en daalt, dit een toe te juichen zaak is. Als ik de cijfers las, dan lijkt
me dat zo fenomenaal te zijn, dat wij binnen anderhalf jaar tijd in
Brussel voor de Franstalige kamers geen rechtsachterstal meer
hebben.
Ik zou toewensen dat die timing ook de Nederlandstalige kamers kan
betreffen. Dan zou ik u hier binnen anderhalf jaar komen feliciteren.
Alleen vrees ik dat de cijfers en de cijferevolutie het gevolg zijn van
het beleid dat nu gevoerd wordt, voornamelijk ten voordele van de
Franstalige justitie. Wij hebben dat gezien in verband met de
investering in gebouwen, met de kaderuitbreidingen die au fur et à
mesure op de eerste plaats en zonder werklastmetingresultaten
gebeurden in Charleroi en Mons, en met de eentalig toegevoegde
rechters in Brussel. Volgens mij ligt daar de belangrijkste oorzaak van
de recente cijfers. Uit de cijfers blijkt dat u hoe langer hoe meer in
Brussel eentalig toegevoegde rechters aan het benoemen bent.
De redenen die u opgeeft voor de toename van de achterstal voor de
Nederlandstalige kamers in Brussel, komen mij niet relevant voor. De
fiscale kamers kampen overal met een fenomenale toevloed aan
dossiers en reeds met een serieuze achterstal, hoe jong die
rechtbanken ter zake ook zijn. Dat is dus geen Brussels, maar een
algemeen fenomeen.
Om dat allemaal te objectiveren, komen wij inderdaad bij
werklastmeting. Wat betreft de parketten, kondigt u in de zomer van
2006 de eerste resultaten aan.
Mijnheer de voorzitter, wij zullen er dan misschien een gesprek over
hebben, en misschien kan dat dan een ruimer debat zijn dan louter
een vraagstelling of een interpellatie. Dat gesprek over de
werklastmeting van de parketten kan best in juni worden
geagendeerd. De minister kan dan met de notities van de betrokken
werkgroep naar deze commissie komen, en we kunnen daarvoor een
hele voormiddag of een hele namiddag uittrekken.
Mevrouw de minister, wat de zetel betreft, als men op dit ogenblik nog
louter in die werkgroepfase zit en eigenlijk zelfs op relatief korte
termijn nog altijd geen resultaten plant, dan begrijp ik het niet.
U zegt dat dit heel wat complexer is. Ik zie niet waar de
werklastmeting voor een zetel complexer is dan voor een parket. Het
is allebei complex. Vanuit een andere hoedanigheid weet ik dat
08.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): La forte baisse de
l'arriéré judiciaire au sein des
chambres françaises du tribunal
de première instance de Bruxelles
est le fruit de la politique menée au
profit de l'appareil judiciaire
francophone. De plus en plus de
juges unilingues sont en effet
nommés à Bruxelles.
Les raisons données par la
ministre pour justifier
l'accroissement de l'arriéré
judiciaire au sein des chambres
néerlandaises ne sont pas
pertinentes étant donné que les
chambres fiscales sont
confrontées à un arriéré partout.
J'estime opportun que la
commission examine les résultats
des mesures de la charge de
travail sitôt qu'ils seront
disponibles. Mais nous ne
disposerons pas de résultats à
court terme dès lors que les
procédures doivent encore être
définies par un groupe de travail,
quoique les assureurs parviennent
depuis de nombreuses années à
effectuer une mesure précise de la
charge de travail dans leur
secteur.
La ministre doit organiser une
répartition efficace du travail et
continuer à compléter les cadres.
En outre, elle doit élaborer les
paramètres nécessaires à la
mesure de la charge de travail.
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
bijvoorbeeld verzekeraars die talrijke dossiers doorgeven aan de
advocatuur al jaren een perfecte werklastmeting hebben. Zij weten
cijfermatig perfect wat de duurtijd is van een dossier per advocaat aan
wie ze een opdracht geven en zij kennen daarvan de kostprijs en het
slaagpercentage. Die techniek wordt daar al jaren toegepast, terwijl u
daarin niet slaagt hoewel de wetgever u inzake werklastmeting reeds
een timing had opgelegd. Ik begrijp die achterstand niet.
Hetzelfde geldt wanneer u zegt dat de hoofdgriffiers ons terzake geen
cijfers kunnen geven wat betreft werklastmeting. Ik kan daar inkomen.
Het behoort tot uw opdracht als minister om daartoe opdracht te
geven zodat we een efficiënte werkverdeling per griffier kunnen
bekomen en zien waar nood is aan kaderuitbreiding op de griffies om
zodoende de magistratuur logistiek bij te staan. Ook daar moeten
voor de werklastmeting parameters worden uitgewerkt en ingevoerd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Annick Saudoyer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'état
09 Vraag van mevrouw Annick Saudoyer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
staat waarin het gerechtsgebouw te Doornik zich bevindt" (nr. 5149)
09.01 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, madame la
ministre, des voix se sont élevées dernièrement pour attirer l'attention
sur l'état de délabrement du palais de justice de Tournai. Le bâtiment
souffre de plus en plus du manque de place et de fonctionnalité
malgré les récents aménagements supplémentaires qui ont été
installés, notamment dans la cour intérieure. Ce constat se fait le plus
cruellement ressentir au niveau du grenier qui accueille les archives,
théoriquement accessibles au public. Mais l'exiguïté des lieux n'est
rien par rapport aux problèmes de sécurité soulevés l'été dernier par
un agent du service du contrôle du bien-être au travail. Depuis,
plusieurs portes d'entrée du bâtiment ont été fermées, un ascenseur
défectueux a été mis hors service, la salle des archives a été fermée.
Des tonnes de papier y sont entassées, apparemment sans dispositif
d'extinction suffisant pour les lieux. Cela pose problème pour toute
personne amenée à fréquenter le bâtiment mais plus encore pour les
130 personnes y travaillant quotidiennement.
D'aucuns espèrent la construction d'un seul grand bâtiment qui
pourrait regrouper les différentes sections jeunesse, travail,
commerce et police , actuellement éparpillées en ville.
Madame la ministre, pouvez-vous me décrire les travaux prévus dans
le cadre du plan pluriannuel 2005-2008? La procédure ne pourrait-elle
pas être accélérée étant donné les problèmes de sécurité pour le
personnel et les visiteurs?
09.01 Annick Saudoyer (PS):
Het gerechtsgebouw van Doornik
barst uit zijn voegen en wordt
steeds minder functioneel. Dat
alles verzinkt echter in het niet in
vergelijking met de
veiligheidsproblemen die vorige
zomer door een beambte van het
ministerie dat over de controle van
het welzijn op het werk gaat, aan
de kaak gesteld werden.
Sommigen hopen dat de
onderscheiden afdelingen die nu
overal verspreid in de stad
gevestigd zijn, in één grote
nieuwbouw ondergebracht zullen
kunnen worden.
Welke werken zijn er gepland in
het kader van het meerjarenplan
2005-2008? Kan er gezien de
veiligheidsproblemen geen
voortgang gemaakt worden met de
procedure?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, il est vrai
que les installations et bâtiments judiciaires du pays présentent, dans
leur majorité et ce à ma grande désolation , un état que l'on peut
aisément qualifier de déplorable. J'ai pu effectuer cette constatation
dès ma prise de fonction, ce qui explique, vous le savez, que, dès
décembre 2003, nous avons mis sur pied, en collaboration avec mon
collègue Reynders, des synergies pour répondre au mieux aux
besoins des services judiciaires, parfois logés dans des conditions
09.02 Minister Laurette
Onkelinx: De meeste
gerechtsgebouwen in ons land
verkeren inderdaad in erbarmelijk
slechte staat. Sinds december
2003 hebben collega Reynders en
ik de handen ineengeslagen om zo
goed mogelijk aan de behoeften
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
frisant l'indécence.
Au vu de la faiblesse des moyens budgétaires alloués à la Régie des
Bâtiments pour répondre à toutes les demandes, j'ai donc présenté
un plan pluriannuel en faveur des bâtiments de la Justice, c'est-à-dire
à la fois les bâtiments pénitentiaires et les bâtiments judiciaires. Ce
plan, qui s'étend sur plusieurs années, a pour vocation de répondre
aux besoins les plus criants. La problématique du palais de justice de
Tournai s'y trouve abordée. En effet, une première tranche de trois
millions d'euros a été prévue en 2007 pour engager les travaux
devant permettre l'extension du palais de justice actuel. La Régie des
Bâtiments dispose du programme des besoins des autorités
judiciaires tournaisiennes, tel qu'il a été accepté par l'inspection des
Finances. De plus, selon mes informations, une première esquisse
d'implantation des locaux est en cours au sein même de la Régie.
Tout ceci est donc prévu à moyen terme.
Pour ce qui concerne plus spécifiquement les problèmes relatés dans
le rapport du conseiller en prévention du service du contrôle du bien-
être au travail, mes services rencontreront prochainement le premier
président du tribunal de première instance afin de faire le point sur les
mesures les plus urgentes pour les transmettre à la Régie des
Bâtiments qui, de cette manière, pourra parer au plus pressé.
On peut d'ores et déjà faire valoir les éléments suivants: les combles
sont dans un état pitoyable à cause des archives entreposées ou
jetées en tas et du mobilier qui y traîne. Ce problème est latent depuis
2000 et le SPF Justice a écrit à la Régie et aux occupants, suite à des
rapports incendie et du conseiller de prévention, mais sans beaucoup
d'évolution.
En 2001, les services judiciaires du palais ont pu occuper les
nouveaux locaux réalisés en couvrant une des deux cours intérieures
du palais avec, au sous-sol, une surface d'archives de 210 m
2
et, au
rez-de-chaussée, environ 70 m
2
avec "compactus".
Les accès à un ascenseur et au dépôt d'archives au grenier ne sont
plus autorisés suite à la visite, en date du 1
er
juillet 2004, de
l'ingénieur industriel Normain du SPF Emploi, Travail et Concertation
sociale, au sujet de la sécurité au palais. L'ascenseur en question est
encore utilisable et utilisé par les membres du personnel et est vérifié
tous les trois mois par le service de contrôle de la Régie des
Bâtiments.
Enfin, une réunion du Conseil de concertation de base (CCB) s'est
tenue à Mons le 22 décembre 2004. Le plan d'action 2005 mentionne
les lacunes en matière de sécurité à Tournai, mais aussi la manière
d'occuper le bâtiment. Une nouvelle réunion du CCB était prévue ce
1
er
février 2005 et le palais de Tournai est un des points inscrits à
l'ordre du jour.
van de gerechtelijke diensten
tegemoet te komen.
Gelet op de krappe budgetten heb
ik een meerjarenplan voorgesteld
waarmee aan de meest
prangende noden moet worden
voldaan. Voor het gerechtsgebouw
van Doornik wordt in 2007 een
eerste tranche van drie miljoen
euro uitgetrokken voor de
uitbreiding van het bestaande
gebouw. Bij de Regie wordt
bovendien al gewerkt aan een
eerste schetsplan van de inrichting
ervan.
Wat de in het rapport van de
preventieadviseur beschreven
problemen betreft, zullen mijn
diensten binnenkort de eerste
voorzitter van de rechtbank van
eerste aanleg ontmoeten om te
kijken welke maatregelen het
dringendst getroffen moeten
worden.
De zolderverdieping ligt er
erbarmelijk bij omwille van de
archieven en meubelen die er
rondslingeren. De FOD Justitie
heeft hierover een schrijven
gericht aan de Regie en aan de
gebruikers van het gebouw, maar
dat heeft niet veel uitgehaald. De
toegang tot een lift en tot het
archief is thans verboden.
Op 22 december 2004 heeft het
Basisoverlegcomité (BOC) een
vergadering gehouden. In het
actieplan 2005 wordt er gewezen
op lacunes in Doornik inzake de
veiligheid maar ook inzake de
manier waarop het gebouw benut
wordt. De volgende vergadering
van het BOC vindt op 1 februari
2005 plaats en het
gerechtsgebouw te Doornik is een
van de items op de agenda.
09.03 Annick Saudoyer (PS): Monsieur le président, je remercie la
ministre pour la précision et l'intérêt qu'elle porte à ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
onderzoek naar de burgemeesters van Halle-Vilvoorde" (nr. 5169)
10 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'enquête
concernant les bourgmestres de Hal-Vilvorde" (n° 5169)
10.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, de feiten zijn gekend. Na een klacht van FDF-
schepen Libert van Sint-Genesius-Rode heeft het Brusselse gerecht
met een zeer merkwaardige snelheid, een snelheid die wij niet
gewoon zijn in Brussel, een onderzoek verricht naar de
burgemeesters die hadden aangekondigd dat zij op bepaalde vlakken
niet zouden meewerken aan de organisatie van de Europese
verkiezingen. Dat leek vooral op een intimidatiepoging vanwege
Justitie om die burgemeesters tot andere gedachten te brengen. In
elk geval hebben die burgemeesters op heel korte tijd nadat de klacht
was ingediend een bezoek gekregen van enkele medewerkers van
het Brusselse gerecht. Ondertussen zijn die onderzoeken
merkwaardig genoeg niet afgesloten. Er is dan ook een zekere
ongerustheid bij de burgemeesters, onder andere in het licht van de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006.
Mijn vragen, mevrouw de minister, zijn de volgende. Waarvan werden
de burgemeesters beticht? Kunt u daar duidelijkheid over geven?
Welke burgemeesters werden beticht: allemaal of een gedeelte?
Werden zij allemaal ondervraagd? Wat is de stand van zaken? En ten
slotte, zijn de dossiers stilaan behandeld? Is er een einde gekomen
aan de behandeling? Zijn die dossiers afgesloten? Is er een of ander
gevolg aan gegeven? Kunt u daar duidelijkheid over verschaffen?
10.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Na een klacht van een
FDF-schepen uit Sint-Genesius-
Rode opende het Brusselse parket
een strafrechtelijk onderzoek met
betrekking tot de houding van 28
burgemeesters van Halle-
Vilvoorde bij de organisatie van de
Europese verkiezingen van 13 juni
2004. Dat onderzoek is maanden
later nog altijd niet afgesloten. Dit
zorgt natuurlijk voor enige onrust
bij de betrokkenen, vooral met het
oog op de
gemeenteraadsverkiezingen van
volgend jaar.
Waarvan worden die
burgemeesters eigenlijk beticht?
Om welke burgemeesters gaat
het? Wanneer zal het onderzoek
worden afgesloten?
10.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het komt de
minister van Justitie niet toe bekend te maken wie in een gerechtelijk
onderzoek van welk misdrijf wordt beticht. Uit de informatie die ik
ontving, blijkt dat destijds een gerechtelijk onderzoek werd geopend
na een klacht met burgerlijke partijstelling. Wanneer de
onderzoeksrechter meent dat in zijn onderzoek alle elementen
werden onderzocht, zal dat aan het parket worden meegedeeld voor
het opmaken van de eindvordering.
10.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Il n'appartient pas au
ministre de la Justice de divulguer
le nom des personnes concernées
par une enquête judiciaire ni les
délits qui leur sont reprochés. Il est
exact qu'une telle enquête a été
ouverte à la suite d'une plainte
avec constitution de partie civile.
Elle sera transmise au parquet
pour requête finale lorsque le juge
d'instruction estimera avoir
analysé tous les éléments.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, dat
is een beetje gemakkelijk, alles op de onderzoeksrechter schuiven.
Maar ondertussen blijft die onzekerheid knagen. Het gaat daar toch
niet om 35 criminelen, of om 28 criminelen. Het gaat om 28 eerbare
burgemeesters die graag zouden weten waar zij aan toe zijn. Ik wil u
vragen, mevrouw de minister, dat u de onderzoeksrechter laat weten
dat hij het best bekendmaakt hoe lang dat onderzoek nog zal duren,
want ik meen te weten dat de Europese verkiezingen van 13 juni 2004
toch achter de rug zijn en dat het dus geen zin heeft dat onderzoek op
de lange baan te schuiven. Dat dossier kan afgesloten worden,
mevrouw de minister. Als het gerecht zeer spoedig kan optreden kan
het ook, als het niet meer nodig is, een dossier zeer spoedig afsluiten.
10.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre se retranche
derrière le juge d'instruction mais
28 honorables citoyens ignorent
toujours où en est l'enquête. La
ministre doit inciter le juge
d'instruction à faire diligence pour
que ce dossier puisse être clôturé
dans les meilleurs délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
11 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
in beslag genomen materiaal bij cannabisplantages" (nr. 5195)
11 Question de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
matériel saisi dans les plantations de cannabis" (n° 5195)
11.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, vorig jaar werden door de politie 238 cannabisplantages
ontdekt. Cannabisplantjes worden daarbij systematisch vernietigd.
Het materiaal dat nodig is om de planten te kweken, wordt echter in
beslag genomen en verbeurdverklaard. Het gaat voornamelijk om de
lampen die de plantjes voldoende licht en warmte geven om te
kunnen groeien.
Bij recente invallen in cannabisplantages werd ontdekt dat reeds
eerder in beslag genomen en verbeurdverklaarde lampen opnieuw
worden gebruikt bij het illegaal kweken van cannabis. Zo werd recent
bij het oprollen van een plantage in Hasselt materiaal gevonden van
een plantage die een tijd daarvoor in Vorselaar reeds was opgedoekt,
waarbij zelfs de inventarislijst van het parket van Turnhout nog werd
gevonden.
Dat is uiteraard een onmogelijke situatie, ook voor de politiediensten,
die zo het idee krijgen dat zij vechten tegen de bierkaai, omdat zij
telkens opnieuw hetzelfde materiaal tegenkomen. Ook de opbrengst
van de verkoop is voor de Staat wellicht verwaarloosbaar.
Vandaar ook mijn vragen aan de minister.
Is het nog te verantwoorden dat lampen worden verbeurdverklaard en
dus later opnieuw kunnen worden gebruikt voor illegale praktijken?
Zouden de lampen dan ook niet beter worden vernietigd?
Ten derde, welke andere stappen overweegt u te nemen, om te
vermijden dat de materialen opnieuw worden gebruikt voor illegale
doeleinden?
11.01 Martine Taelman (VLD):
L'année dernière, la police a
découvert pas moins de 238
plantations de cannabis dans notre
pays. Dans pareil cas, les
plantations sont détruites
systématiquement. Le matériel est
saisi et ensuite confisqué. Il s'agit
notamment de lampes qui
éclairent et réchauffent les plants.
Lors de découvertes récentes, la
police a retrouvé du matériel qui
avait déjà été saisi et confisqué
auparavant, ce qui est bien
évidemment scandaleux.
Peut-on encore justifier une
confiscation dans
de telles
conditions ? Pourquoi ne détruit-on
pas les lampes immédiatement
après la confiscation ? Comment
faire pour éviter le recyclage, à
des fins illégales, de matériel
confisqué ?
11.02 Minister Laurette Onkelinx: het Strafwetboek schrijft voor dat
zaken die toebehoren aan de veroordeelden en die gediend hebben
voor het plegen van een misdrijf, vallen onder de bijzondere
verbeurdverklaring.
Lampen die gebruikt worden voor het kweken van cannabis vallen
dus onder die wettelijke bepaling. Het is door tussenkomst van de
directeur van Registratie en Domeinen dat deze verbeurd verklaarde
goederen nadien te gelde kunnen gemaakt worden. Dit kan natuurlijk
omdat deze goederen op zichzelf niet illegaal zijn. Het gaat om
attributen die legaal in de handel te verkrijgen zijn, maar die een
illegale bestemming gekregen hebben.
In uw voorbeeld gaat het om lampen die een universele toepassing
hebben, en daarom in de gewone handel verkrijgbaar zijn, maar die
aangewend worden voor de kweek van cannabis. Hetzelfde geldt
bijvoorbeeld ook voor een schroevendraaier die door een inbreker
gebruikt wordt voor het plegen van een inbraak.
Vermits dergelijke goederen een zekere verkoopswaarde hebben,
worden zij apart of in grotere loten verkocht, de opbrengst is voor de
11.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En vertu du Code pénal,
les objets qui appartiennent à un
condamné et qui ont été utilisés
dans le cadre d'un délit tombent
sous l'application du régime de la
confiscation spéciale. Cette
disposition s'applique donc
également aux lampes
découvertes sur les plantations de
cannabis.
Le directeur de l'Administration de
l'enregistrement et des domaines
peut ensuite mettre les biens
confisqués en vente. Cette vente
est autorisée puisque ce ne sont
pas les biens en tant que tels qui
sont illicites, mais l'utilisation qui
en est faite. Le produit de la vente
revient au Trésor. La destruction
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
Schatkist.
Uw voorstel om deze goederen te vernietigen, om te beletten dat ze
ooit terug verkeerd aangewend worden, is dus enkel nadelig voor de
Schatkist. Iemand met criminele bedoelingen zal door deze ingreep
geen hinder ondervinden om zijn kwade bedoelingen uit te voeren. Hij
kan zich immers steeds wenden tot de normale handel om de zaken
aan te kopen.
immédiate des biens entraîne dès
lors un préjudice pour le Trésor.
Du reste, les personnes qui
souhaitent cultiver du cannabis
illégalement peuvent aisément se
procurer les lampes nécessaires
dans le commerce.
11.03 Martine Taelman (VLD): Laat mij toe om te betwijfelen dat de
opbrengst voor de Schatkist van dergelijke goederen zo immens zal
zijn dat daarmee de overheidsschuld drastisch zal verminderen. Het is
ook zo dat iemand die de bedoeling heeft om illegale activiteiten te
doen, ze op deze manier natuurlijk veel goedkoper zal kunnen
verkrijgen, dan in de normale handel.
Ik betwijfel of er veel tweedehandswinkels zijn die dergelijke zaken
gewoon op een legale manier aan de man brengen. Het is logisch dat
degenen die illegale bedoelingen hebben, de eersten zijn die deze
zaken opnieuw zullen kopen.
Ik zou u dan ook willen vragen om dit probleem even te bespreken
met het College van procureurs-generaal om te kijken of daar geen
mouw aan kan gepast worden. Het is toch wel zeer grof als men bij
het oprollen van een cannabisplantage de inventarislijst vindt van een
ander parket dan het gerechtelijk arrondissement waar het zich
bevindt.
11.03 Martine Taelman (VLD):
Je suppose que le produit de la
vente des biens confisqués ne se
traduira pas par un excédent
budgétaire pour le pays. Les
personnes désireuses de cultiver
du cannabis illégalement peuvent
faire une bonne affaire en faisant
l'acquisition de lampes
confisquées lors de précédentes
saisies. Il est tout de même
inconcevable que des biens saisis
précédemment soient retrouvés
lors d'une perquisition dans une
autre plantation. La ministre doit
se concerter avec le collège des
procureurs généraux à ce propos.
11.04 Minister Laurette Onkelinx: Wat het geld betreft, zegt men in
het Frans: "Les petits ruiseaux font les grandes rivières".
11.04 Minister Laurette Onkelinx:
Vele kleintjes maken één groot.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
decentralisatie van het hof van beroep van Antwerpen naar Hasselt" (nr. 5215)
12 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
décentralisation de la cour d'appel d'Anvers vers Hasselt" (n° 5215)
12.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, wij hebben in deze commissie al geregeld vragen
gesteld over de uitvoering van de intenties met betrekking tot het
oprichten van een afdeling van het hof van beroep van Antwerpen in
Hasselt.
Het is even stil geweest rond dit thema, maar onlangs las ik in de
berichten van de balie van Hasselt dat de advocatuur zeer
teleurgesteld is in de manier waarop de eerste voorzitter van het hof
van beroep rekening gehouden heeft met de voorstellen en
suggesties van de advocatuur in het uitbrengen van een advies aan
de minister over de decentralisatie. Het was een zeer bitter verslag
over de manier waarop met de mening van de advocatuur rekening
gehouden werd. Ik kon daaruit ook afleiden dat de eerste voorzitter
wellicht een negatief advies heeft uitgebracht. Ik heb twee heel
duidelijke vragen.
Ten eerste, blijft de regering bij de principiële beslissing om een
afdeling van het hof van beroep op te richten in Hasselt?
12.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Les bâtonniers se plaignent, dans
le bulletin d'information des
avocats du barreau de Hasselt, de
la manière dont le premier
président de la cour d'appel a
rédigé un avis sur la
décentralisation de la cour d'appel
d'Anvers à Hasselt. Ils dénoncent
surtout l'absence de concertation.
La décision de créer à Hasselt une
section de la Cour d'appel
d'Anvers est-elle définitive ? Dans
l'affirmative, où en sont les projets
de mise en oeuvre concrète de
cette décision ?
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ten tweede, hoever zijn de plannen gevorderd om dit te
concretiseren?
12.02 Laurette Onkelinx, ministre: Je m'étais engagée vis-à-vis de
vous: les 30 et 31 mars, j'ai fait prendre une décision de principe. En
2004, comme vous l'avez dit, j'ai écrit aux autorités judiciaires et c'est
vrai aussi que j'ai reçu en 2004 un volumineux dossier du premier
président de la Cour d'appel d'Anvers. J'ai demandé à mon
administration de chiffrer le coût, puisqu'il y aura un coût budgétaire,
mais aussi de travailler en tenant compte de diverses options et de
chiffrer le coût pour chaque option. Dès que j'aurai le résultat de ce
travail, je reviendrai devant le Conseil des ministres pour une option
définitive.
12.02 Minister Laurette
Onkelinx: Op de Ministerraad van
30 en 31 maart 2004 werd een
principebeslissing getroffen. De
eerste voorzitter van het hof van
beroep te Antwerpen heeft me een
lijvig dossier bezorgd. Ik heb mijn
administratie de opdracht gegeven
de kostprijs te berekenen. Daarna
zal ik het dossier op de
Ministerraad opnieuw ter sprake
brengen.
12.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. Mag ik daaruit afleiden dat ten gronde en
principieel de regering op haar standpunt blijft en dus de intentie heeft
die afdeling op te richten?
Is er ook een indicatie mogelijk ik weet dat deadlines zeer
behoedzaam moeten benaderd of gebruikt worden wanneer de
splitsing, pardon, de afdeling zal worden opgericht?
12.03 Jo Vandeurzen (CD&V):
Je comprends que le
gouvernement projette de
procéder à une décentralisation.
Quand une cour d'appel sera-t-elle
effectivement installée à Hasselt ?
12.04 Laurette Onkelinx, ministre: Je vous donnerai, par courrier,
une estimation du temps qu'il faudra à mon administration. Comme je
ne le sais pas, je ne vais pas l'inventer.
12.04 Minister Laurette
Onkelinx: Ik zal u in een schrijven
laten weten hoelang het ongeveer
zal duren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. André Frédéric à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la situation
à la maison de justice de Verviers" (n° 5218)
13 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
toestand in het justitiehuis van Verviers" (nr. 5218)
13.01 André Frédéric (PS): Madame la ministre, vous m'autoriserez
à vous interroger sur la situation à la maison de justice de Verviers
qui, selon les travailleurs, devient critique. À écouter les travailleurs, il
manquerait un certain nombre d'agents, idéalement quatre agents
supplémentaires pour assumer l'ensemble des missions qui relèvent
des responsabilités de la maison de justice, à savoir les libérations
conditionnelles, la défense sociale, les alternatives à la détention
préventive, la probation, les missions civiles, l'accueil des victimes, la
médiation pénale et l'accueil social de première ligne.
Un premier mouvement de contestation avait débouché sur le
détachement d'un agent supplémentaire en septembre. En novembre
2004, votre administration signalait l'engagement imminent d'un
deuxième agent qui, à ma connaissance, n'est toujours pas arrivé.
Sans cet apport supplémentaire, il semble impossible de faire
correctement le travail dans cette maison de justice et de dégager du
temps pour prendre en charge les nouveaux dossiers sans
compromettre d'autres suivis.
13.01 André Frédéric (PS): Het
personeelstekort in het justitiehuis
van Verviers wordt van dag tot dag
nijpender. Volgens de
personeelsvertegenwoordiging
zouden vier plaatsen niet zijn
ingevuld. In september 2004 werd
een beambte in dienst genomen.
De administratie beloofde een
tweede indiensttreding voor
november, maar die kwam er niet.
Hoever staat de procedure?
Anderzijds wees u er op 15
september op dat de
personeelsformatie niet langer aan
de behoeften beantwoordt. Op
welke termijn plant u een
aanpassing?
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Pouvez-vous m'informer de l'état d'avancement des démarches pour
l'arrivée de cet agent promis en 2004? De façon plus générale, vous
aviez annoncé en septembre que le cadre fixé en 1999 ne
correspondait plus aux besoins des maisons de justice et qu'il y avait
donc lieu d'envisager une adaptation, une extension de ce cadre. Je
profite de l'occasion pour vous demander si vous comptez réaliser
cette adaptation et dans quels délais.
13.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, dans le
cadre établi en 1999, 17 assistants de justice étaient prévus pour la
maison de justice de Verviers. En effet, depuis 1999, le nombre de
dossiers connaît des évolutions différentes selon les
arrondissements. Dans la troisième phase du plan d'embauche, il
était dès lors prévu d'engager un assistant de justice supplémentaire.
Cette troisième phase doit encore être mise en route. Les discussions
relatives au plan du personnel sont toujours en cours avec
l'inspecteur des Finances.
Pour l'adaptation éventuelle du cadre, un BPR a été approuvé au
Conseil des ministres le 23 décembre 2004 pour le service des
maisons de justice. Grâce à cette analyse des processus de travail,
on pourra avoir une image plus claire de la situation dans les maisons
de justice. Sur la base de ces données, on pourra éventuellement
procéder à une adaptation des cadres. Le BPR a commencé début
janvier et la phase d'analyse durera six mois. J'espère qu'à la rentrée
2005, on pourra faire des propositions d'aménagement du cadre là où
cela s'avère nécessaire.
13.02 Minister Laurette
Onkelinx: De besprekingen over
het personeelsplan, dat onder
meer de indienstneming van een
extra personeelslid in Verviers
inhoudt, zijn nog steeds aan de
gang.
Een BPR met betrekking tot de
eventuele aanpassing van de
formatie, werd door de
Ministerraad op 23 december
goedgekeurd. Op grond van dat
BPR krijgen we een duidelijker
beeld van de toestand in de
verschillende justitiehuizen en kan
de formatie indien nodig worden
aangepast. Ik hoop na het reces
een voorstel te kunnen formuleren.
13.03 André Frédéric (PS): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse et il nous reste maintenant à voir comment les
choses vont évoluer.
Madame la ministre, je voudrais vraiment insister sur la problématique
de l'agent supplémentaire dont la nomination rapide permettrait
vraiment de "calmer le jeu"et permettrait aux gens de travailler dans
des conditions acceptables. Je vous demande donc de finaliser ces
discussions afin de pouvoir répondre positivement à leur demande
justifiée.
13.03 André Frédéric (PS): Ik blijf
erop hameren dat men al het
mogelijke moet ondernemen om
de bijkomende beambte zo
spoedig mogelijk in dienst te
nemen. Pas dan zal men in
normale omstandigheden kunnen
werken.
13.04 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Frédéric, j'essaierai
évidemment de satisfaire au mieux M. le président de la commission
de l'Intérieur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vervoer bij verplichte opname in een psychiatrische instelling" (nr. 5223)
14 Question de Mme Martine Taelman à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le
problème du transport en cas d'admission obligatoire dans un établissement psychiatrique" (n° 5223)
14.01 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, nadat aan alle voorwaarden is voldaan om iemand verplicht
te laten opnemen in een psychiatrische instelling, zijn er in de praktijk
nog problemen op het vlak van het transport van de patiënt, meer
specifiek bij de dienst 100. De wettelijke werkwijze is als volgt. De
procureur des Konings geeft kennis van zijn beslissing aan de
directeur van de instelling waar de patiënt dient opgenomen te worden
14.01 Martine Taelman (VLD):
Lors de l'inscription obligatoire
d'un malade mental dans une
institution psychiatrique, il faut un
long délai, souvent inutile, avant
que le service 100 soit informé du
transfert parce que le directeur
CRIV 51
COM 482
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
en bezorgt de directeur van de instelling met behulp van wat men de
snelste communicatiemiddelen noemt een afschrift van zijn
beslissing. Hij vordert hem de zieke in bewaring te nemen, zijn
vervoer te laten uitvoeren en tot zijn opname over te gaan. Dat
vervoer wordt verzekerd door de dienst 100 of eventueel een andere
gespecialiseerde dienst.
Het probleem zit in de tijdsduur tussen de kennisgeving, de
daadwerkelijke schriftelijke bevestiging en het verkrijgen van de
nodige documenten tot opname. De directeur van de instelling kan
pas laten overgaan tot het vervoer door de dienst 100 zodra hij in het
bezit is van de documenten. Heel wat diensten 100, bijvoorbeeld die
van Antwerpen, passen die werkwijze zeer strikt toe. Terwijl vroeger
soms nog een fax van de politie met de vraag tot overbrenging van de
patiënt volstond, aanvaardt men dat vandaag niet meer. In de praktijk
duurt het dus vaak onnodig lang voor de documenten van bij de
procureur en de directeur van de instelling, die vaak ook niet goed
weet wat hij met de gerechtelijke documenten moet doen, tot bij de
dienst 100 zijn. Het duurt dus onnodig lang voor de dienst 100 van de
overbrenging wordt verwittigd. Bijgevolg wordt de patiënt vaak
onnodig lang van zijn vrijheid beroofd in onaangepaste
omstandigheden, in een cel in een politiekantoor. Het duurt dus lang
voor hij in een instelling is waar hij als patiënt kan worden verzorgd.
Dat betekent ook een belasting van de politiediensten die zich moeten
bezighouden met een taak die niet meteen de hunne is: het bijstaan
of "bewaken" van een psychiatrisch patiënt.
Ik kom tot mijn vragen tot de minister.
Is de minister op de hoogte van de werkwijze van de dienst 100?
Acht de minister een wetswijziging terzake wenselijk? Indien niet, kan
dit probleem worden aangekaart in het College van procureurs-
generaal om uniforme richtlijnen te geven inzake de overbrenging van
psychiatrische patiënten?
d'une institution ne peut l'appeler
qu'après avoir reçu la confirmation
écrite de la décision du procureur
du Roi. Une application plus
souple de la loi ou une
modification de celle-ci pourrait
faire en sorte que les malades
mentaux soient soignés plus
rapidement et permettrait de
décharger les services de police
de leur surveillance provisoire.
La ministre a-t-elle connaissance
du problème ? Une modification
de la loi lui paraît-elle nécessaire ?
Pourrait-elle évoquer la question
au collège des procureurs
généraux en vue de la publication
de directives uniformes ?
14.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, het
probleem dat u aanhaalt is te wijten aan het feit dat de dienst 100, die
niet onder de bevoegdheid van Justitie valt, een schriftelijke vordering
eist alvorens over te gaan tot het overbrengen naar een
psychiatrische instelling van een geesteszieke voor wie de procureur
des Konings krachtens artikel 9 van de wet van juni 1990 besloten
heeft dat hij dringend voor observatie naar een psychiatrische dienst
moet worden gebracht. De beslissing van de magistraat wordt
onmiddellijk per fax meegedeeld aan de directeur van de
psychiatrische dienst die zorg moet dragen voor de zieke en hem in
zijn dienst moet opnemen. Het vervoer van de geesteszieke van de
plaats waar hij zich bevindt naar de psychiatrische dienst wordt
georganiseerd door de directeur van die dienst en valt buiten de
verantwoordelijkheid van de parketten en van Justitie in het
algemeen.
Hoewel soms een beroep wordt gedaan op de politie, vereist het
vervoer van de geesteszieken de assistentie van opgeleid personeel
om het vervoer in goede omstandigheden te laten verlopen. Dit wordt
gegarandeerd door een beroep te doen op de dienst 100. Op het vlak
van de gerechtelijke organisatie kunnen er uitzonderlijk problemen
rijzen bij wachtdiensten thuis, 's nachts of tijdens het weekend om de
14.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Le problème réside dans
le fait que le service 100, qui ne
relève pas de la responsabilité du
département de la Justice, exige
une réquisition écrite de la part du
procureur du Roi avant de
procéder au transfert forcé d'un
malade mental vers une institution
psychiatrique. Dans la plupart des
cas, les parquets veillent à ce
qu'une telle réquisition soit
envoyée par fax au directeur du
service psychiatrique concerné
dans le quart d'heure qui suit la
décision d'internement. Des
retards sont parfois constatés
exceptionnellement lors des
services de garde. Par ailleurs, le
transport des malades mentaux
relève de la responsabilité du
directeur de l'institution
01/02/2005
CRIV 51
COM 482
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
door de magistraat ondertekende vordering aan de directeur van de
psychiatrische dienst te bezorgen. Uit de informatie die mij werd
meegedeeld, blijkt dat talrijke magistraten dit probleem hebben
opgelost door de aanschaf van een faxtoestel. De gerechtelijke
autoriteiten rapporteren mij dat het soms gebeurt dat een fax die 's
nachts naar een psychiatrische instelling wordt gestuurd niet snel
genoeg wordt ontvangen en behandeld door de afwezigheid van
administratief personeel van de instelling.
Samengevat kan ik u bevestigen dat de parketten de nodige
schikkingen treffen om de vorderingen bij dringende gevallen binnen
het kwartier nadat de beslissing werd genomen per fax door te sturen
naar de directeur van de psychiatrische dienst, maar het is eveneens
juist dat er uitzonderlijk materiële problemen kunnen rijzen tijdens de
wachtdiensten waardoor de verzending van het geschreven document
wordt vertraagd.
De verantwoordelijkheid voor het vervoer van de betrokkenen berust
bij de directeur van de instelling die gewoonlijk een beroep doet op de
dienst 100. Uit de informatie die werd verstrekt door het College van
procureurs-generaal blijkt dat de toegepaste praktijken in het
algemeen op uniforme wijze verlopen, maar de concrete
inwerkingstelling ervan moet op lokaal niveau worden geregeld.
psychiatrique. Le collège des
procureurs généraux confirme que
cette procédure est appliquée
uniformément.
14.03 Martine Taelman (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.53 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.53 heures.