CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 478
CRIV 51 COM 478
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
N
ATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
mardi
dinsdag
01-02-2005
01-02-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. David Geerts au secrétaire d'Etat
à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "les situations kafkaiennes
dans le cadre de l'organisation de soirées pour
jeunes" (n° 5143)
1
Vraag van de heer David Geerts aan de
staatssecretaris voor Administratieve
Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste
minister over "kafkaiaanse toestanden bij de
organisatie van fuiven" (nr. 5143)
1
Orateurs: David Geerts, Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative
Sprekers: David Geerts, Vincent Van
Quickenborne,
staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et
ministre du Budget et des Entreprises publiques
sur "l'impact budgétaire du plan Verwilghen"
(n° 5123)
4
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister
en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de begrotingseffecten van het plan-
Verwilghen" (nr. 5123)
4
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie,
de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les subsides pour
l'énergie éolienne et la liaison aux ristournes pour
les entreprises" (n° 5201)
4
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de subsidies voor
windenergie en de koppeling aan
bedrijfskortingen" (nr. 5201)
4
Orateurs: Carl Devlies, Simonne Creyf, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Carl Devlies, Simonne Creyf, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique scientifique
sur "la procédure de nomination des directeurs
des établissements scientifiques fédéraux"
(n° 5113)
11
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
benoemingsprocedure van de directeurs van
federale wetenschappelijke instellingen"
(nr. 5113)
11
Orateurs: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique
Sprekers: Servais Verherstraeten, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Questions jointes de
12
Samengevoegde vragen van
12
- M. Eric Massin au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le financement de
l'Institut national des Radioéléments" (n° 5161)
12
- de heer Eric Massin aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de financiering van het
Nationaal Instituut voor Radio-elementen"
(nr. 5161)
12
- M. Eric Massin au ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "le plan d'investissement
de l'Institut national des Radioéléments" (n° 5203)
12
- de heer Eric Massin aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het investeringsplan
van het Nationaal Instituut voor Radio-elementen"
(nr. 5203)
12
Orateurs: Eric Massin, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Eric Massin, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la transposition
de législations européennes" (n° 5172)
15
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de omzetting
van de Europese regelgeving in Belgisch recht"
(nr. 5172)
15
Orateurs:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, ministre de l'Economie, de
l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Sprekers:
Colette Burgeon, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Politique scientifique
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les assurances
maladie complémentaires et le nouveau cadre
réglementaire annoncé" (n° 5199)
17
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de
ziektekostenverzekeringen en het beloofde
nieuwe regelgevend kader" (nr. 5199)
17
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les taxes
fédérales sur l'énergie comme cause de
l'augmentation du prix de l'énergie" (n° 5202)
19
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de federale
taksen op energie als oorzaak van de stijging van
de energieprijs" (nr. 5202)
19
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prélèvement
Elia" (n° 5264)
21
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
handel en Wetenschapsbeleid over "de Elia-
heffing" (nr. 5264)
21
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique, Hagen Goyvaerts
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid, Hagen
Goyvaerts
Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le système
bonus-malus" (n° 5237)
23
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het bonus-
malussysteem" (nr. 5237)
23
Orateurs: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Simonne Creyf, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la gestion des
déchets nucléaires" (n° 5273)
25
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "het beheer
van kernafval" (nr. 5273)
25
Orateurs: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
ministre de l'Economie, de l'Energie, du
Commerce extérieur et de la Politique
scientifique
Sprekers: Muriel Gerkens, Marc Verwilghen,
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
du
MARDI
1
FÉVRIER
2005
Matin
______
van
DINSDAG
1
FEBRUARI
2005
Voormiddag
______
De vergadering wordt geopend om 10.11 uur door de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.11 heures par M. Paul Tant, président.
01 Vraag van de heer David Geerts aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging,
toegevoegd aan de eerste minister over "kafkaiaanse toestanden bij de organisatie van fuiven"
(nr. 5143)
01 Question de M. David Geerts au secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, adjoint au
premier ministre sur "les situations kafkaiennes dans le cadre de l'organisation de soirées pour
jeunes" (n° 5143)
De voorzitter: Mijnheer Geerts, op dit vroege, ochtendlijke uur wilt u het al hebben over fuiven.
01.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, als je zelf
cafébaas bent dan lopen ochtendlijke en nachtelijke uren vrij vaak
door mekaar.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb twee vragen over de fuiven. Wat
de tapvergunning betreft, klopt het dat deze dient te worden afgehaald
op het kantoor van Douane en Accijnzen? Kan dit elektronisch
beschikbaar worden gesteld? Het gaat hem mij niet om de kostprijs
maar wel om de verplaatsing te vermijden.
Ik wil het even hebben over SABAM en de billijke vergoeding. Zelf ben
ik daarmee al meermaals geconfronteerd. Wij dienen een lijst in te
vullen. Als dit zelfs voor een cafébaas zeer vervelend is, zal dit zeker
en vast vervelend zijn voor jongeren die een fuif organiseren. Vandaar
dat ik de term "kafkaiaanse toestanden" heb gebruikt.
01.01 David Geerts (sp.a-spirit):
La licence de débit de boissons
qui doit être délivrée par les
Douanes et Accises ne pourrait-
elle être mise à disposition par la
voie électronique? Cette mesure
éviterait aux organisateurs de
soirées de devoir se déplacer. Une
liste doit être complétée, d'une
part, pour la SABAM et, d'autre
part, pour la rémunération
équitable, ce qui est très
fastidieux.
01.02 Staatssecretaris Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de
voorzitter, het klopt inderdaad dat, als het gaat over de organisatie
van een fuif of de opening van een café wij, zoals voor alles in ons
leven, worden geconfronteerd met veel papier en kafkaiaanse
toestanden. Ik heb eens een lijstje gemaakt van de verplichtingen die
men moet vervullen voor de organisatie van een gewone,
gemeentelijke fuif. Het loopt al snel tegen de 15 à 20 verplichtingen. Ik
denk onder meer aan de toelating die men moet krijgen voor de fuif bij
01.02
Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat:
Il est effectivement question de
situations kafkaïennes lors de
l'organisation d'une fête ou de
l'ouverture d'un café. Ainsi, lors de
l'organisation d'une fête
communale, il doit être satisfait à
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
het College van burgemeester en schepenen en de
toelatingsaanvraag voor het verlenging van het sluitingsuur. U weet
dat er in de meeste steden en gemeenten een theoretisch sluitingsuur
is. Daarnaast zijn er uiteraard milieuverplichtingen, de verzekering, de
toelating om affiches aan te brengen op de verschillende wegen zoals
rijkswegen, provinciewegen, gemeentewegen. Het is in elk geval een
behoorlijke papieren rompslomp om dat allemaal voor elkaar te
krijgen.
Wat uw vraag betreft, gaat het over de tapvergunning. U spreekt over
het formulier 240B. Ik wil het nog iets ingewikkelder maken. Het gaat
in concreto over twee formulieren. Ik heb het eens opgezocht. Er is
het formulier 240-I, waarmee u een verklaring van zedelijkheid goed
gedrag en zeden moet aantonen en in het geval van een café moet
er nog eens een hygiëneattest aan worden vastgehecht. Met dat
formulier 240-I dient u zich aan te melden bij Douane en Accijnzen
waar het formulier 240B wordt ingevuld waarmee u de eigenlijke
aangifte doet voor een tapvergunning.
U vraagt of dit niet elektronisch, on-line kan worden geregeld. Ik denk
dat dit een goede suggestie is. Aangezien de organisatie van een fuif
in de eerste plaats een bevoegdheid is van gemeenten en steden,
heb ik recentelijk een brief gericht aan de verschillende organisaties
CVSG en de aanverwanten in Wallonië en Brussel met de suggestie
om hun gemeenten op te roepen om dit te doen.
Het staat de gemeenten dus vrij dat aangifteformulier op hun website
te vermelden. Ik zal collega Vanvelthoven ook vragen om dit op onze
portaalsite Belgium.be die heeft geld gekost, dat weet u te
vermelden.
Het enige probleem inzake de tapvergunning, mijnheer Geerts, is ook
weer typisch een communautair voorbeeld in ons land: de vergunning
as such is een federale bevoegdheid, maar de taks, de inning
daarvan en de opbrengst daarvan zijn regionale materies. U weet dat
dit in Vlaanderen en Brussel sinds 1 januari 2002 op nul is gezet,
maar in Wallonië nog steeds bestaat. Daar brengt dit ongeveer 3
miljoen euro per jaar op. Door die complicatie is vereenvoudiging
daarvan een moeilijke zaak. Men moet als het ware naar het
Overlegcomité om over de tapvergunning te discussiëren. Uw
suggestie zou in elk geval al goed zijn en ik hoop dat ze wordt
opgevolgd.
Ik wil er toch ook op wijzen dat er organisaties zijn die nog een stap
verder gaan. Er is bijvoorbeeld een netwerk in Limburg van
fuifcoördinatoren die dergelijke formaliteiten op zich nemen. Er is het
initiatief fuifpunt.be dat ook een aantal suggesties terzake doet.
Uw tweede punt betreft SABAM en de billijke vergoeding. Ik ben
trouwens blij dat collega Verwilghen hier aanwezig is, want ik heb het
antwoord samen met zijn beleidscel voorbereid. Het is inderdaad zo
dat met de regelmaat van een klok de debiteurs van de rechten voor
SABAM en de billijke vergoeding niet alleen de jeugdverenigingen,
maar ook de zelfstandigen deze moeilijke zaak aanklagen: twee
formulieren invullen, tweemaal betalen, tweemaal controle voor een
en dezelfde activiteit zorgt voor veel overlast.
De samenvoeging van de aangiftestroom inzake billijke vergoeding en
quinze à vingt obligations, entre
autres en matière d'environnement
et d'assurances. Pour l'obtention
de la licence de débit de boissons,
deux formulaires doivent être
complétés. Un certificat de bonnes
vies et moeurs doit être délivré au
moyen du formulaire 240 I et, dans
le cas d'un café, un certificat
d'hygiène vient encore s'y ajouter.
Ce formulaire permet aux
Douanes et Accises de compléter
le formulaire 240 B destiné à
l'obtention de la licence de débit
de boissons.
Il serait intéressant de pouvoir
disposer de ces formulaires
"online". L'organisation de fêtes
relève avant tout de la
compétence des villes et des
communes. J'ai adressé une lettre
à la VVSG et aux organisations
apparentées en Wallonie et à
Bruxelles suggérant aux
communes de placer le formulaire
de déclaration sur leur site
internet. Je demanderai au
secrétaire d'Etat Vanvelthoven de
le mentionner sur le portail fédéral
belgium.be.
La licence de débit de boissons
constitue une compétence
fédérale, mais la taxe ressortit à la
compétence des Régions. Cette
taxe a été annulée en Flandre et à
Bruxelles depuis le 1
er
janvier
2002. Elle existe toujours en
Wallonie. Cette complication ne
simplifie pas la procédure
d'obtention d'une licence de débit
de boissons. J'espère que la
suggestion de M. Geerts sera
suivie.
La SABAM et la rémunération
équitable posent de sérieux
problèmes. Le groupement des
demandes en matière de
rémunération équitable et de droits
d'auteur fait partie du plan d'action
fédéral pour la simplification
administrative. Nous ne nous
sommes pas imposé un délai trop
serré car il ne s'agit pas d'un
dossier facile. Les problèmes
juridiques et pratiques sont
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
auteursrechten werd opgenomen in het federaal actieplan voor
administratieve vereenvoudiging, weliswaar met een ruime timing,
omdat we weten dat het geen makkelijk dossier is. Het doel van het
project is de administratieve en handgestroomde samen te voegen,
uiteraard zonder te raken aan de systemen, ingevoerd door de
organisatie bevoegd voor de verdeling aan respectievelijk de auteurs
of de uitvoerders.
Wat zijn immers de problemen? Ik heb er mij ook al verschillende
keren over gebogen. Het probleem is dat er vele praktische en
juridische bezwaren zijn om tot een oplossing te komen.
Ten eerste, het gaat over vergoedingen die verschillend zijn. Bij
SABAM gaat het over de vergoeding voor auteurs van een
muziekwerk. Bij de billijke vergoeding betreft het de vergoeding aan
uitvoerders en platenproducenten voor een bepaalde muziekwerk.
Het punt is dat voor elk van die verschillende begunstigden
verschillende beheersvennootschappen bestaan. Deze
beheersvennootschappen zijn vrije verenigingen. Zij werden opgericht
op basis van de vrijheid van vereniging. Het punt is dat de Staat over
hen onrechtstreeks, maar niet rechtstreeks zeggenschap heeft. Als
wij dus aan deze vennootschappen vragen om een en ander aan te
passen, moeten zij dat op basis van de vrijheid van vereniging willen
organiseren. Wij kunnen er natuurlijk wat druk achter zetten en
kunnen ervoor zorgen dat het in orde komt. Echter, beweren dat
SABAM en de andere organisaties of beheersvennootschappen echte
overheidsinstellingen zouden zijn waarop wij rechtstreeks inspraak
hebben, is niet waar. U kunt dat betreuren, maar de beslissing komt
nu eenmaal toe aan de verschillende organisaties.
Als er ooit een beheersvennootschap zou ontstaan die zowel de
auteursrechten als de billijke vergoeding zou beheren, zullen de
nodige verdedigingsmechanismen op punt moeten worden gesteld
om toe te laten dat elke categorie van rechthebbenden zijn deel van
de globaal geïnde bedragen krijgt.
U weet dat op dit ogenblik een van die beheersvennootschappen in
opspraak is gekomen. U hebt daarover misschien het een en ander
gelezen in de krant. Daarom zijn de andere beheersvennootschappen
niet al te snel geneigd om daarvan één globaal project te maken. U
begrijpt dat ook wel. Dat zijn de praktische bezwaren waarmee wij
geconfronteerd worden.
Aan de andere kant zien wij ook dat men een stap verder kan gaan. In
het Vlaamse regeerakkoord heeft men ingeschreven dat men voor de
sociaal-culturele verenigingen de billijke vergoeding financieel en
administratief ten laste wil nemen en dat men ook onderhandelt over
de financiering van een vrijstellingsregeling inzake auteursrechten.
Ik spreek nu volledig over het Vlaamse regeerakkoord. Men zou in
Vlaanderen op termijn, blijkbaar niet in 2005, maar misschien later,
zowel de billijke vergoeding als de auteursrechten voor de sociaal-
culturele verenigingen van hetgeen zij organiseren op zich willen
nemen zodat niet alleen de taks of de vergoeding vervalt, maar
uiteraard ook het papierwerk.
nombreux. En ce qui concerne la
SABAM, il s'agit d'une rétribution
pour les auteurs d'une oeuvre
musicale. En ce qui concerne la
rémunération équitable, il s'agit
d'une rétribution aux exécutants et
producteurs d'une oeuvre
musicale.
Différentes sociétés de gestion
existent pour les différents
bénéficiaires. L'Etat n'exerce pas
de contrôle direct sur ces sociétés,
tout au plus une légère pression.
Si un jour apparaissait une société
de gestion qui gère à la fois les
droits d'auteur et la rémunération
équitable, il faudrait prévoir un
mécanisme pour veiller à ce que
tous les ayants droit récupèrent
leur part des montants encaissés.
Etant donné qu'une seule société
de gestion a été mise en cause, il
est compréhensible que les autres
ne soient pas demandeuses d'un
projet global.
Aux termes de l'accord de
gouvernement flamand, les
autorités flamandes sont
disposées à prendre en charge la
rémunération équitable des
associations socio-culturelles
après 2005. Les négociations sont
encore en cours pour ce qui
concerne les droits d'auteur. Les
associations ne devraient donc
plus payer de rémunération, mais
auraient également moins de
formalités administratives à
accomplir.
De voorzitter: Collega's, het wordt een kwalijke gewoonte om laattijdig toe te komen.
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Carl Devlies aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
over "de begrotingseffecten van het plan-Verwilghen" (nr. 5123)
- mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de subsidies voor windenergie en de koppeling aan bedrijfskortingen"
(nr. 5201)
02 Questions jointes de
- M. Carl Devlies au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques sur
"l'impact budgétaire du plan Verwilghen" (n° 5123)
- Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "les subsides pour l'énergie éolienne et la liaison aux ristournes pour les
entreprises" (n° 5201)
02.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag is
geïnspireerd door de voorstellen met betrekking tot het milderen van
de energiefactuur, die u 14 dagen geleden hebt gedaan. Vermits uw
voorstellen een effect hebben op de federale begroting, was ik zo vrij
een vraag te formuleren aan de minister van Begroting om de
verschillende effecten te bespreken. De vraag is door de minister van
Begroting naar u doorgestuurd, waardoor ik de vraag vandaag aan u
stel.
Ten gronde kan ik akkoord gaan met uw analyse over de vrijmaking
van de elektriciteitsmarkt. Die vrijmaking heeft tot dusver inderdaad
niet geleid tot goedkopere stroom of een betere dienstverlening. Het
gaat integendeel de verkeerde kant uit, vermits de verbruikers worden
geconfronteerd met alsmaar stijgende energiefacturen. Allerhande
belastingen wegen op de energiefacturen en dat is zeker het geval
voor de bedrijven, die hier ten zeerste onder lijden, zoals u zelf hebt
vastgesteld.
U hebt een aantal remedies aangekondigd. Een voorstel was om de
BTW te herleiden van 21 naar 6%, wat mij logisch lijkt. Energie is
geen luxeproduct. Een ander voorstel ging over een verbod op nieuwe
energietaksen. Nog een ander voorstel was om bijkomende
hoogspanningsverbindingen aan te leggen naar onze buurlanden
Frankrijk en Nederland. De liberalisering van de elektriciteitsmarkt is
immers aangevat, zonder dat de essentiële voorwaarden aanwezig
waren om werkelijk competitie te voeren, wat tot gevolg heeft dat er
onvoldoende neerwaarts effect op de prijzen is.
U hebt ook gesproken over het windmolenpark, maar collega Creyf
zal daar uitvoerig op ingaan. Ik zal daar nu dus niet over uitweiden.
Mevrouw Creyf heeft ook, nadat ik mijn vraag aan de minister van
Begroting geformuleerd had, in de plenaire vergadering een vraag
gesteld aan de minister van Financiën. De minister van Financiën
heeft geantwoord dat uw voorstellen niet gedragen werden door de
regering en dat u trouwens nog geen voorstellen in die zin op de
regeringstafel had gelegd. Men wachtte nog op uw concrete
voorstellen. In elk geval, volgens de verklaringen van de minister van
Financiën, werden zij niet gedragen door de regering.
De minister van Financiën zei ook dat zijns inziens die BTW-verlaging
niet mogelijk was ingevolge de Europese wetgeving. Wij hebben dan
vastgesteld dat verschillende andere Europese landen wel de BTW
02.01 Carl Devlies (CD&V): Je
partage l'analyse du ministre: la
libéralisation du marché de
l'énergie n'a pas encore conduit à
une réduction du prix de
l'électricité et à une amélioration
du service. Toutes sortes d'impôts
maintiennent les factures
énergétiques à un niveau élevé,
surtout pour les entreprises.
Le ministre des Finances a
répondu à Mme Creyf en séance
plénière que le gouvernement
n'adhère pas aux solutions
proposées par le ministre
Verwilghen, qui du reste n'ont pas
encore été discutées
officiellement. Selon le ministre
Reynders, l'Europe est opposée à
une réduction de la TVA. Plusieurs
pays européens ont pourtant déjà
réduit leur taux de TVA.
Est-il exact que le gouvernement
ne souscrit pas aux propositions
de M. Verwilghen?
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
hebben verlaagd.
Ik kom tot mijn vragen. Wat gaat u nu concreet ondernemen? Klopt
het dat uw voorstellen niet gedragen worden door de regering? Ik had
ook vragen in verband met het windmolenpark maar ik meen dat het
beter is dat collega Creyf die vragen formuleert.
02.02 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de federale overheid heeft een akkoord gesloten over een
aanzienlijke subsidiëring van het windmolenpark in de Noordzee en
het geven van een korting op de energieheffing aan bedrijven. Ik heb
twee reeksen vragen. De eerste reeks houdt verband met het
windmolenpark op zee zelf. Een tweede reeks vragen heeft te maken
met de degressiviteit of de stijging van de korting aan de bedrijven.
Ten eerste heb ik een aantal vragen in verband met het
windmolenpark op zee.
C-Power heeft een en ander gevraagd en geëist en heeft dat ook
gekregen. Ik wil hierbij als eerste punt opmerken dat investeerders
inderdaad zekerheid op lange termijn nodig hebben en een stabiel
kader dat niet voortdurend door de overheid wordt gewijzigd. Ik
verwijs nog maar eens naar wat er nu gebeurt met de uitspraak van
de Raad van State in verband met groenestroomcertificaten. Voor
mensen die willen investeren, zijn dat allemaal onzekere uitspraken.
Heeft C-Power, met alle toezeggingen die nu zijn gebeurd, voldoende
garanties om te kunnen starten met de bouw van het windmolenpark?
Is met de subsidiëring van de kabel, de groenestroomcertificaten en
de tolerantiemarge, het kostenplaatje nu gekend of wat valt er nog
eventueel te verwachten?
Wat kosten de diverse afgesproken regelingen aan de consument?
Wat zal de consument betalen voor 1 kilowattuur elektriciteit
opgewekt door het zeewindmolenpark in de Noordzee?
Windenergie kan blijkbaar niet zonder subsidiëring. Ik denk dat dit nu
bijzonder duidelijk is geworden met heel dat project van C-Power. De
vraag is of er echt garanties zijn voor de rentabiliteit van het project,
ondanks de massale overheidssubsidies.
Het subsidiekader en de uitzonderingsprocedures worden nu pas
ingevuld, nadat de concessie aan C-power werd toegekend. Is dat
geen concurrentievervalsing ten opzichte van andere consortia die
eerder ook kandidaat-bouwers waren van een windmolenpark op de
Noordzee? Stel dat andere consortia wegens de hoge kostprijs van
het aan land brengen van energie zouden hebben afgehaakt, terwijl
nu de overheid tussenkomt in de financiering. Kan dat wel en had
men geen heel andere procedure moeten volgen voor de gunning?
Een gigantisch subsidiepakket en de nodige uitzonderingsprocedures
moeten het windmolenpark in de Noordzee mogelijk maken. Met C-
power wordt één project van één consortium zwaar gesubsidieerd. De
vraag is of ook voor hernieuwbare energie niet moet worden gezocht
naar de meest efficiënte en economisch goedkoopste formule. Dat is
met dat windmolenpark zeker niet het geval. De vergunning van het
windmolenpark in de Noordzee voorziet in een fasegewijze uitvoering
02.02 Simonne Creyf (CD&V):
Le pouvoir fédéral va
subventionner considérablement
le parc d'éoliennes en mer du
Nord. Les investisseurs ont besoin
de certitudes à long terme et
veulent une réglementation stable.
L'avis du Conseil d'Etat sur les
certificats d'électricité verte les fait
hésiter. C-Power a-t-elle reçu des
garanties suffisantes pour
construire le parc d'éoliennes? Le
coût est-il connu? Que paiera le
consommateur pour 1 kWh
d'électricité? Est-on sûr de la
rentabilité du parc d'éoliennes?
La concession a déjà été attribuée
à C-Power mais les règlements en
matière de subventions et de
procédure d'exception sont
seulement en cours de finalisation.
Ne pourrait-on pas invoquer des
distorsions de concurrence?
N'aurait-il pas mieux valu suivre
d'autres procédures? Un seul
investisseur recevra des
subventions considérables. Ne
faut-il pas rechercher la formule la
plus efficace et la moins chère,
même pour les sources d'énergie
renouvelables? Cela a-t-il été fait?
Les éoliennes seront construites
en plusieurs phases. Chaque
phase sera suivie d'une
évaluation. Que se passera-t-il si
une évaluation intermédiaire
s'avère négative? Le câble sous-
marin sera-t-il prévu pour six,
soixante ou trois cents éoliennes?
La concurrence restera-t-elle
possible? Les éoliennes terrestres,
qui sont moins chères, pourront-
elles vendre leur électricité verte à
un tarif plus intéressant?
Le pouvoir fédéral a décidé
d'accorder aux entreprises une
remise sur la cotisation sur
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
van het aantal windmolens met telkens een evaluatie. Wordt nu in een
zeekabel voorzien voor zes, zestig of driehonderd windmolens? Wat
gebeurt er met de kosten bij een eventuele negatieve
tussenevaluatie? Blijft de markt ook spelen voor hernieuwbare
energie? Blijft er concurrentie mogelijk onder de alternatieven? Indien
windmolens aan land goedkoper zijn, krijgen zij dan de garantie dat zij
hun groene stroom goedkoper zullen kunnen verkopen? Laten we
eerlijk zijn: nadat er zoveel geld en middelen aan één consortium
gegeven zijn, is het bijna uitgesloten dat het op zeker ogenblik wordt
onderbroken. Het project zal moeten blijven maar met als gevolg een
enorme door de consument te betalen kostprijs. Zal er nog
concurrentie mogelijk zijn met andere vormen van hernieuwbare
energie?
In verband met de degressiviteit of de stijging van de korting aan
bedrijven, kan de minister ons misschien zeggen hoe het systeem
precies zal werken?
Misschien kan de minister ons zeggen hoe dit systeem precies zal
werken? Is de verhoogde korting een compensatie voor de bedrijven
omwille van de subsidiëring van het windmolenpark? Dat is uw versie.
Minister Vande Lanotte zegt echter dat het de compensatie is voor de
hogere energiekosten die groene stroom met zich brengt.
De berekening van de korting zal gebeuren per bedrijf. De vraag is
hoe dit kan. Op welke manier zal dit worden berekend? Hoe zal de
controle gebeuren? Is een dergelijk systeem überhaupt wel mogelijk?
Op welke manier kunt u aan die bedrijven garanties geven? Zal dit op
een forfaitaire basis gebeuren? Ik zie anders niet in hoe u dit per
bedrijf kunt berekenen.
De korting zou 38 miljoen euro kosten aan de overheid. Hoe zal dit
worden gecompenseerd? Zal dit worden gefinancierd door een
verhoging van de accijnzen op motorbrandstoffen?
l'énergie. Comment le système
s'appliquera-t-il concrètement? La
remise compense-t-elle le
subventionnement du parc
d'éoliennes ou la hausse du coût
de l'énergie induite par l'électricité
verte? La remise sera calculée par
entreprise. Comment cela se
passera-t-il concrètement?
Comment s'effectueront les
contrôles?
La remise devrait coûter 38
millions d'euros au pouvoir fédéral.
Comment cette perte sera-t-elle
compensée? Par une
augmentation des accises sur les
carburants?
02.03 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Devlies, mevrouw Creyf, het eerste dat ik zou willen zeggen is dat ik
kennis draag van het verzoek van de heer Devlies van verleden week
om de vraag te weerhouden tot 12.30 uur. Door een samenloop van
omstandigheden kon de zaak toen niet worden behandeld. Ik zal de
vraag nu beantwoorden.
Wat de vraag van mevrouw Creyf betreft, zou ik toch willen zeggen
dat het gaat om 18 vragen. Dat is niet binnen het bestand van een
normale mondelinge vraag. Ik zal een antwoord geven.
Ten eerste, de vraag van de heer Devlies. Wie mijn reactie heeft
gelezen, zal weten dat ik drie dingen aan de journalist heb verklaard.
Een, de voorzetting van de liberalisering waarvoor trouwens reeds
een aantal wetsontwerpen het akkoord van de regering en het advies
van de Raad van State hebben gekregen. Zij zullen binnenkort
worden behandeld. Twee, de interconnectiviteit en de degressiviteit
waarover vandaag ook een vraag wordt gesteld. Drie, ik heb gezegd
ik blijf daar ook bij - dat er een studie moet komen over de invoering
van een lagere BTW-voet voor energie. Dit is om verschillende
redenen nodig.
Ten eerste, ik beschouw energie niet als een luxeproduct. Het is
02.03 Marc Verwilghen, ministre:
Je me suis entretenu avec le
journaliste de la nécessité de
poursuivre la libéralisation du
marché, d'interconnectivité et de
dégressivité, ainsi que d'une étude
sur l'abaissement du taux de TVA.
L'énergie n'étant pas un produit de
luxe, un taux élevé ne se justifie
pas. Au niveau de l'Europe, seuls
le Danemark et la Suède
appliquent un taux plus élevé que
le nôtre.
Il est difficile de jauger l'effet
précis de la mesure sur le budget.
Les taux de TVA ne peuvent être
adaptés individuellement que si
cette initiative est notifiée au
préalable à la Commission
européenne. Il faut en effet que
celle-ci puisse s'assurer que la
diminution de la TVA ne donne
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
dagelijks nodig voor zowel de gezinnen als de bedrijven. Het is dan
ook niet aangewezen om een hoog tarief te hanteren. Twee, als we
vergelijken met andere Europese lidstaten dan blijkt dat ons BTW-
tarief voor energie bij de hoogste van Europa ligt. Alleen de Denen en
de Zweden doen het nog beter met 25%.
Als we meer in de lijn willen liggen met andere Europese tarieven,
waar het gemiddelde ongeveer 13% bedraagt, dan is een verlaging
noodzakelijk. Uiteraard is dit een maatregel die een effect heeft op de
begroting. Exacte cijfers van een dergelijke maatregel zijn moeilijk te
geven. Ik kan enkel werken met de cijfers uit het verleden. De reden
daarvan is gekend en ze is trouwens ook vrij eenvoudig. Een
individuele aanpassing van de gehanteerde BTW-tarieven kan
worden ingevoerd mits voorafgaande aanmelding bij de Europese
Commissie. Deze tussenstap is vereist omdat de Commissie moet
nagaan of dit geen oneerlijke concurrentie ten aanzien van andere
energiebronnen veroorzaakt. In het geval van een verlaging van het
BTW-tarief in België is dit weinig waarschijnlijk vermits het BTW-tarief
in de andere Europese lidstaten meestal een stuk lager ligt.
Een voorstel tot aanpassing van het tarief zonder de vereiste
voorafgaande melding wordt momenteel besproken op Europees
niveau tussen de ministers van Financiën. Dit is trouwens niet nieuw.
De ministers van Economische Zaken in de Raad Competitiviteit
hebben al bij herhaling over een en ander gediscussieerd. Het is niet
duidelijk wat daarvan het resultaat kan zijn en hoeveel het uniforme
Europese tarief zou bedragen. Het is uiteraard pas op het ogenblik dat
de intrestvoet is bepaald dat men het materiële effect op de begroting
kan nagaan.
Op de begroting 2005 is er geen weerslag. De minister van Financiën
gaf zelfs aan dat dergelijke maatregel enkel kan in het kader van de
begrotingscontrole of de begrotingsopmaak 2006. Zoals hierboven
aangehaald, is er ook een Europees initiatief binnen de Ecofin-
overleggroep nodig. Dit zorgt uiteraard voor de nodige vertragingen.
De geschatte minderopbrengsten bij een daling van het tarief tot 6%
bedragen volgens de gegevens van het ministerie van Financiën 238
miljoen euro voor aardgas, 418 miljoen euro voor elektriciteit, 156
miljoen euro voor huisbrandolie en 39 miljoen euro voor butaan in
flessen. Het totaal bedraagt dus 851 miljoen euro. Bij een daling van
het tarief tot 12% bedragen de totale minderopbrengsten 512 miljoen
euro. U kunt dit een groot bedrag vinden, of ook niet. Ik ga geen
vergelijking maken met andere uitgaven en lasten van de overheid. U
kunt dit ongetwijfeld voor uzelf doen.
Ik deel de vragen van mevrouw Creyf op in de vragen met betrekking
tot het windmolenpark en die met betrekking tot de degressiviteit.
Wat het windmolenpark betreft, alle investeerders wensen een
langetermijngarantie voor hun investeringen. Het kan echter nooit een
garantie van 100 procent zijn. Aangezien sommige technologieën die
België zal moeten aanwenden om zijn Kyoto-verbintenissen na te
komen, nog niet echt goed bekend zijn, wenst de regering in dit geval
het wettelijk kader te versterken. Er zijn echter beperkingen en een
privaat project mag niet verwachten dat alle risico's gedragen worden
door de gemeenschap. C-Power moet met kennis van zaken
beslissen of zij in dat dossier doorgaat of niet.
pas lieu à une concurrence
déloyale. Ceci est peu probable
étant donné que la TVA est
inférieure dans la plupart des
autres Etats membres.
Les ministres européens des
Finances étudient actuellement
une proposition d'adaptation sans
notification préalable. Au niveau
informel, les ministres de
l'Economie ont déjà abordé le
sujet. Reste à savoir précisément
quelle sera l'issue des
discussions. L'effet sur le budget
ne peut donc pas encore être
déterminé.
Au niveau du budget 2005, il n'y a
aucune conséquence. La mesure
n'est envisageable que dans le
cadre d'un contrôle budgétaire ou
de l'établissement du budget pour
2006. La nécessité qu'elle soit
relayée au niveau européen
ralentit la procédure.
Si la TVA baisse à 6%, les
recettes seront amputées de 238
millions d'euros pour le gaz
naturel, de 418 millions d'euros
pour l'électricité, de 156 millions
d'euros pour le fuel domestique et
de 39 millions d'euros pour le
butane en bouteilles. Au total, il
s'agit donc de 851 millions
d'euros. Si la TVA refluait à 12%,
le manque à gagner serait de 512
millions d'euros.
Nous ne pouvons pas donner de
garanties absolues aux
investisseurs. Toutes les données
n'étant pas encore connues
concernant les technologies que la
Belgique va devoir mettre en
oeuvre pour respecter ses
engagements dans le cadre de
Kyoto, le gouvernement souhaite
en l'espèce renforcer le cadre
légal. Un projet privé comme le C-
Power ne peut attendre de la
collectivité qu'elle assume tous les
risques.
La plupart des demandes de
subsides ont été introduites par
mon collègue compétent pour la
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
De subsidieaanvragen werden hoofdzakelijk ingediend door mijn
collega bevoegd voor de Noordzee. De huidige tekst is het resultaat
van een akkoord binnen de regering. We achten dat de subsidies niet
verder dan dit akkoord, dat overigens al werd bereikt in Gembloux,
mag gaan.
De kostprijs per kilowattuur zal variëren volgens de hoeveelheid
opgewekte elektriciteit. In het eerste jaar wordt enkel in een subsidie
voor de kabel ten belope van 5 miljoen euro voorzien. Ik geef u de
waarde per megawattuur, omdat ze te klein is om in kilowattuur uit te
drukken. Het gaat om 0,0625 euro per megawattuur. Op basis van de
installatie van de windmolens kan men voor 2008 op 0,36 euro per
megawattuur rekenen. Dat bedrag zou in de huidige context beperkt
zijn op 0,2621 euro per megawattuur voor het mechanisme, zoals
vastgelegd in het wetsontwerp.
Het is een bijzonder project, want het betreft een gebruik van een
hernieuwbare energiebron. Alle lidstaten verbonden er zich toe om die
vorm van energie te promoten. Het gaat om een industrieel project dat
een zeker risico inhoudt en het behoort niet tot de taak van de Staat
om het risico volledig weg te nemen.
Het advies van de Raad van State werd gevraagd over het gehele
wetsontwerp bij de opmaak van het ontwerp. Na ontvangst van dat
advies zullen we dus beschikken over zo nauwkeurig mogelijke
informatie.
De federale overheid voert een belangrijk onderdeel van het
protocolakkoord van Kyoto uit. Het akkoord van 8 maart 2004
houdende lastenverlaging tussen de Gewesten en de federale
overheid in het kader van de verplichtingen van België onder het
protocol van Kyoto vereist immers dat de federale overheid zelf ook
een aantal bijkomende maatregelen neemt, die de
broeikasgasemissies reduceren. Bovendien moeten de Europese
lidstaten voldoen aan bepaalde quota met betrekking tot het
aanbieden van groene stroom aan de verbruikers. Mede daardoor
versterkt België de onafhankelijkheid van onze energievoorziening
van schaarser wordende traditionele energiebronnen. Op het vlak van
die technieken zal er pas concurrentie zijn wanneer die verder
ontwikkeld zal kunnen worden. Als het hele project van 216 megawatt
niet uitgevoerd wordt, voorziet het wetsontwerp in een terugbetaling
van de subsidie voor de kabel op een pro rata basis.
De laatste vraag in verband met de mededinging sluit aan bij mijn
vorig antwoord. Wat de windmolens op het land betreft, is er minder
onzekerheid dan voor de windmolens op zee. De techniek is
bovendien beter bekend en ze kunnen gemakkelijker aangesloten
worden. Voorts kan de door de windmolens op land opgewekte
groene stroom via certificaten verkocht worden.
In verband met de degressiviteit of de stijging van de korting aan de
bedrijven, de degressiviteit strekt ertoe om het concurrentievermogen
van de Belgische bedrijven te verbeteren door hun toeslagen op
elektriciteit gedeeltelijk te verminderen. Er zal voor de bedrijven met
een jaarlijks verbruik tussen 20 en 50 megawattuur voorzien worden
in een reductie van 15 procent; voor bedrijven met een verbruik
tussen 50 en 1.000 megawatt is dat een reductie van 20 procent op
mer du Nord. Le texte actuel est le
fruit d'un accord conclu au sein du
gouvernement. Les subsides ne
peuvent plus être augmentés.
Le prix par kWh varie selon la
quantité d'électricité générée. La
première année, seul le câble sera
subsidié à hauteur de 5 millions
d'euros. Lorsque le parc à
éoliennes aura été installé, une
augmentation de 0,0625 à 0,36
euro par MWh pourra être prévue
pour 2008. Le projet de loi prévoit
actuellement une limitation de 0,
2621 euro par MWh.
A l`instar des autres Etats
membres, nous nous sommes
engagés à promouvoir les
énergies renouvelables, mais il
s'agit en l'occurrence d'un projet
industriel et il ne nous appartient
pas de gommer tous les risques.
L'avis du Conseil d'Etat a été
demandé pour l'ensemble du
projet de loi.
L'accord du 8 mars 2004 relatif à
la répartition des charges entre les
Régions et l'autorité fédérale dans
le cadre du Protocole de Kyoto
exige que l'autorité fédérale
prenne des mesures pour réduire
les émissions de gaz à effet de
serre. Les Etats membres de l'UE
doivent respecter des quotas en
ce qui concerne l'offre d'électricité
verte. On ne pourra parler de
concurrence que si ces techniques
sont développées plus avant.
Si le projet de 216 MW n'est pas
réalisé, le projet de loi prévoit un
remboursement des subsides
destinés au câble sur une base
proportionnelle.
L'installation d'éoliennes sur terre
comporte moins d'incertitudes que
celle d'éoliennes maritimes. La
technique est en outre mieux
maîtrisée, les éoliennes terrestres
peuvent être raccordées plus
facilement et le courant peut être
vendu par la voie de certificats.
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
de federale bijdragen; voor bedrijven met een verbruik tussen 1.000
en 25.000 megawatt is het een reductie van 25 procent en er wordt
voorzien in een reductie van 45 procent voor bedrijven met een
jaarlijks verbruik tussen 25.000 en 250.000 megawattuur en voor alle
bedrijven met een jaarlijks verbruik van meer dan 250.000
megawattuur wordt er een kap op de federale bijdragen geplaatst van
250.000 euro.
De federale bijdrage is verschuldigd op elk kilowattuur dat door de
eindafnemer wordt verbruikt en dat via het net wordt aangeleverd. De
federale bijdrage zal voortaan geïnd worden door de leveranciers, die
ze doorrekenen aan hun klanten. Voordien werd die bijdrage door de
netbeheerder geheven op de transporttarieven ten laste van de
netgebruikers, die ze dan mochten doorrekenen aan de eindafnemers
en dat ook deden.
De financiering van het bedrag dat resulteert uit de toepassing van de
vermindering van de federale bijdrage wordt verzekerd door middel
van een toewijzingsfonds, het Fonds voor degressiviteit van de
federale bijdragen. Dat toewijzingsfonds wordt gespijsd door
ontvangsten die voortkomen uit drie bronnen. Ten eerste, zijn er de
bijzondere accijnsrechten die van toepassing zijn op gasolie, te weten
7 euro per 1.000 liter, indien de stijging wordt verwezenlijkt op basis
van het cliquetmechanisme waarin voorzien is in de programmawet
van 27 december 2004. Ten tweede, indien die ontvangsten
onvoldoende blijken, wordt de bijkomende financiering verzekerd met
behulp van een gedeelte van de ontvangsten die voortvloeien uit het
bijzondere accijnsrecht dat werd ingevoerd door de programmawet
van 27 december 2004 voor steenkool, cokes en bruinkool. Ten
derde, voor zover de ontvangsten van de genoemde bijzondere
accijnsrechten niet volstaan, kan een gedeelte van de
vennootschapsbelasting worden bestemd voor de financiering van de
toewijzingsfondsen. Zo kent u meteen de herkomst van de 38 miljoen
waarin op jaarbasis wordt voorzien om degressieve tarieven mogelijk
te maken.
La dégressivité contribue à
renforcer la compétitivité des
entreprises par une réduction
progressive des prélèvements sur
l'électricité. Les entreprises dont la
consommation annuelle est
comprise entre 20 et 50 MWh
bénéficieront d'une réduction de
15 pour cent de l'intervention du
fédéral. La réduction sera de 20
pour cent pour une consommation
de 50 à 1.000 MWh, de 25 pour
cent pour une consommation de
1.000 à 25.000 MWh let de 45
pour cent pour une consommation
de 25.000 à 250.000 MWh.
La cotisation fédérale est due sur
chaque KWh consommé par les
utilisateurs finaux. Elle sera
perçue par les fournisseurs.
La réduction concernée est
financée par le fonds pour la
dégressivité de la cotisation
fédérale, qui est alimenté par les
recettes tirées de la majoration du
droit d'accises spécial sur le
gasoil. Si cela s'avère insuffisant,
un financement supplémentaire
sera assuré au moyen des
recettes provenant du droit
d'accises spécial sur les charbons,
cokes et lignites qui a été instauré
par la loi-programme du 27
décembre 2004. En outre, une
partie de l'impôt des sociétés
pourra être utilisée.
02.04 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik had u graag nog
gevraagd of u reeds initiatieven genomen hebt om het verbod op
nieuwe energietaksen, dat u vooropgesteld had, in de praktijk te
brengen? Zal dat gebeuren in de vorm van een wetsontwerp of hoe
ziet u dat?
Ten tweede, hebt u concrete voorstellen gedaan aan de regering
inzake een tariefvermindering van de BTW? Volgens de minister van
Financiën hebt u nog geen concrete voorstellen gedaan en worden
uw voorstellen nog afgewacht. Hebt u die voorstellen wel of niet
gedaan? Zoniet, wanneer gaat u ze doen? Hebt u daarvoor de steun
van uw collega's in de regering? Immers, niet alleen is het akkoord
van Europa nodig wat vermoedelijk geen probleem zal zijn maar
er is vooral de budgettaire impact die voor de regering belangrijk is en
waarvoor u het akkoord van uw collega's nodig hebt om zulke
maatregelen te kunnen doorvoeren.
Ik signaleer ook dat u over een ander cijfer spreekt dan de minister
van Financiën inzake de budgettaire impact van de BTW-verlaging
02.04 Carl Devlies (CD&V): Le
ministre a-t-il déjà pris des
initiatives pour mettre en pratique
l'interdiction de nouvelles taxes
énergétiques? En prendra-t-il sous
la forme d'un projet de loi?
A-t-il fait des propositions
concrètes au gouvernement en
matière de réduction du taux de
TVA? Son collègue des Finances
a déclaré qu'il les attendait
toujours. La Commission
européenne marquera
probablement son accord mais
nous serons également confrontés
à une incidence budgétaire due à
la baisse du taux de TVA sur
l'électricité. Le gouvernement
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
naar 6% op elektriciteit. U spreekt over 418 miljoen euro terwijl de
minister van Financiën spreekt over 818 miljoen euro.
Kortom, in welke mate wordt u gesteund door de federale regering in
uw streven de BTW te verlagen?
Ten slotte, inzake het windmolenpark had u vooropgesteld dat er
vanaf 2008 extra budgettaire inspanningen zouden gebeuren om te
vermijden dat de prijs van de elektriciteit voor consumenten en
bedrijven al te sterk zou stijgen. Maar nu hebben wij vernomen dat de
minister van Begroting blijkbaar op een andere golflengte zit en niet
bereid is daarvoor in extra budgettaire inspanningen te voorzien.
devra lui aussi marquer son
accord. S'agissant de l'incidence
budgétaire d'une réduction à 6
pour cent du taux de TVA sur
l'électricité, le ministre parle de
418 millions d'euros alors que le
ministre des Finances parle, lui, de
818 millions d'euros. Dans quelle
mesure le ministre est-il soutenu
par le gouvernement fédéral dans
sa volonté de diminuer la TVA?
En ce qui concerne le parc
d'éoliennes, le ministre s'est fixé
comme objectif de fournir à partir
de 2008 des efforts budgétaires
supplémentaires pour éviter que le
prix de l'électricité facturé aux
particuliers et aux entreprises
n'augmente de façon excessive,
mais nous venons d'apprendre
que le ministre du Budget n'est
manifestement pas sur la même
longueur d'onde puisqu'il n'est pas
disposé à fournir ces efforts
budgétaires supplémentaires pour
atteindre cet objectif.
02.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ten eerste, wat
betreft uw laatste antwoord over de financiering van 38 miljoen euro, u
herinnert zich wel, of misschien ook niet, dat ik een half jaar geleden
reeds heb gezegd dat het degressief tarief voor de bedrijven zou
worden gefinancierd door de verhoging van de accijnzen op
motorbrandstoffen. Minister Reynders was toen bijzonder boos op mij,
want het was niet juist en niet waar. Nu wordt dat dus zwart op wit
door de regering meegedeeld. Inderdaad, het degressief tarief voor
grote bedrijven wordt gefinancierd door een verhoging van de
accijnzen op motorbrandstoffen. Degene die met de auto rijdt, zal dus
meer betalen voor de vermindering voor de bedrijven, omwille van de
verhoging van de kostprijs voor windenergie. Dat was mijn opmerking
op uw laatste antwoord.
Mijnheer de minister, wat het windmolenpark op zee zelf betreft, ik wil
daarover duidelijk zijn. Wat ons betreft, wij zijn voor hernieuwbare
energie. Wij zijn ook voor windenergie. Ook voor hernieuwbare
energie moet er echter een kosten-batenanalyse zijn. Er moet ook
durven worden gekozen voor wat het minste kost.
Het C-Power-project op de Thorntonbank is een megalomaan project,
dat heel duur zal uitvallen. Op dit ogenblik is het zelfs nog niet
mogelijk om een volledige kostprijs te berekenen, omdat er nog
zoveel onzekerheden zijn. In elk geval, officieel wordt de impact nu al
geraamd op 0,99 euro per megawattuur. Alle competente insiders
achter de coulissen ramen de impact echter nu al op all-in
meerkosten van circa 3 euro per megawattuur.
Indertijd heeft minister Stevaert, toen hij nog minister was, ooit
gezegd dat elk project dat zou leiden tot een kostprijs van circa 3 euro
02.05 Simonne Creyf (CD&V): Il
y a six mois, j'affirmais déjà que le
tarif dégressif pour les sociétés
serait financé par l'augmentation
des accises sur les carburants. On
s'est à l'époque inscrit en faux
contre ces propos, mais voilà qu'ils
se confirment. C'est l'automobiliste
qui fait les frais de cette politique.
Si nous sommes partisans des
énergies renouvelables et de
l'énergie éolienne, il n'empêche
qu'un parc à éoliennes doit, nous
semble-t-il, également faire l'objet
d'une analyse des coûts et des
bénéfices.
Le projet Seapower sur le banc de
sable Thorntonbank est
complètement mégalomane. Il
n'est même pas possible d'en
calculer le coût, à cause du grand
nombre d'inconnues. A l'heure qu'il
est, l'impact est estimé à 0,99
euros par MWh. Selon des initiés,
les surcoûts pourraient bien
monter à 3 euros/MWh - chose
inacceptable pour M. Stevaert, du
moins quand il était encore
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
per megawattuur, onaanvaardbaar was. Dat staat trouwens in het
Vlaams Plan Windenergie. Welnu, het project op de Thorntonbank zal
leiden tot all-in meerkosten van circa 3 euro per megawattuur.
Mijnheer de minister, wie zal dat betalen, in de hypothese u hebt het
systeem uitgelegd dat de grootverbruikers via het degressief tarief
een compensatie krijgen voor de meerprijs van de groene stroom?
Wat zal het gevolg zijn? Alleen de burgers, de consumenten, de
gezinnen, die minder dan de helft van het verbruik
vertegenwoordigen, zullen het volle gelag betalen. Het zal opnieuw de
consument, het gezin, de modale burger zijn die de prijs zullen
betalen voor dat megalomane project.
ministre. Les gros consommateurs
bénéficient de compensations
grâce au tarif dégressif, et ces
compensations sont payées par le
citoyen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag nr. 5104 van de heer Pieter De Crem wordt op zijn verzoek naar een latere datum
verschoven.
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de benoemingsprocedure van de directeurs van federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 5113)
03 Question de M. Servais Verherstraeten au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la procédure de nomination des directeurs des
établissements scientifiques fédéraux" (n° 5113)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, het
koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de aanduiding en de
uitoefening van managementfuncties in de wetenschappelijke
instellingen van de Staat is gewijzigd, ingevolge het arrest van eind
2003 dat de benoemingsprocedures heeft vernietigd.
U en uw collega's binnen andere FOD's kunnen opnieuw overgaan tot
nieuwe selectieprocedures. Er waren reeds procedures hangende
vóór het arrest van de Raad van State. Die zijn stopgezet. Nu zijn er
nieuwe opgestart, ingevolge het gewijzigde KB. Het blijkt dat vele
kandidaten die bij de vorige procedure geschikt of zeer geschikt
werden bevonden nu een lagere quotering halen of zelfs ongeschikt
worden bevonden. Het omgekeerde is ook het geval. Kandidaten die
minder geschikt waren, worden nu zelfs A gequoteerd.
Kunt u een verklaring geven, mijnheer de minister, voor die
merkwaardige verschillen? Bepaalde kandidaten verklaarden reeds
met de beslissing naar de Raad van State te trekken. Zult u
ondertussen de benoemingsprocedure opschorten? Wacht u het
arrest af? Wat zijn uw intenties, mijnheer de minister?
03.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): L'arrêté royal devait être
modifié à la suite de l'arrêt du
Conseil d'Etat annulant la
procédure de nomination pour les
fonctions de management des
établissements scientifiques
fédéraux. De nouvelles
procédures de sélection pouvaient
ensuite être lancées. Il semble
toutefois que des candidats jugés
auparavant très aptes ou aptes ont
obtenu à présent une cotation
inférieure. L'inverse s'est parfois
également produit. Comment cette
situation s'explique-t-elle? Certains
candidats ont déjà annoncé qu'ils
introduiraient un nouveau recours
devant le Conseil d'Etat. Le
ministre suspendra-t-il la
procédure dans l'intervalle?
03.02 Minister Marc Verwilghen: Collega Verherstraeten, ten eerste,
de resultaten van de selectieprocedure voor de directeuren-generaal
voor de federale wetenschappelijke instellingen zullen mij in de loop
van de volgende weken door Selor worden bezorgd. In deze fase kan
ik u geen bevestiging geven van de resultaten die in de pers komen.
Ik heb die tot nu toe niet gekregen.
Ten tweede, ik herinner u eraan dat de procedure door de regering
volledig opnieuw is opgestart. Ze werd echter ook volledig herzien.
Iedere vergelijking tussen resultaten die nu zullen worden behaald en
03.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le Selor me transmettra les
résultats de la procédure de
sélection dans le courant des
prochaines semaines. La
procédure a été entièrement
revue. Une comparaison entre les
résultats obtenus lors de la
sélection précédente et les
nouveaux résultats n'a donc pas
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
de resultaten die behaald werden tijdens de vorige selectieronde, is
compleet zinloos. De verschillen in de resultaten kunnen misschien
ook te wijten zijn aan prestaties van verschillende kandidaten tijdens
de ondervraging voor de jury's. Dat zal wel blijken wanneer ik het
rapport krijg.
Ten derde, tot nu toe werd geen enkel beroep aangetekend tegen de
nieuwe wettelijke beschikkingen en de selectieprocedure. Er is dus
ook geen enkele reden om de procedure op te schorten.
de sens. Il n'y a aucune raison de
suspendre la procédure
puisqu'aucun recours n'a encore
été introduit contre la nouvelle
procédure de sélection.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank
u voor uw antwoord.
Wat het laatste punt betreft, lijkt uw antwoord mij logisch. Wat het
eerste punt betreft, ik vind dat u er iets te licht overheen gaat. Wij
hebben weliswaar te maken met een verschillend KB, maar het gaat
over dezelfde kandidaten die een assessment moeten ondergaan,
waaruit totaal verschillende resultaten voortvloeien. Als dat te maken
heeft met de samenstelling van de jury's, dan heb ik vragen bij, ten
eerste, de objectiviteit van de assessmentprocedures en, ten tweede,
bij de waardering van de jury's.
Onder meer vorige week werden wij opnieuw geconfronteerd met een
politieke topbenoeming. De Copernicus-hervorming tijdens de vorige
legislatuur diende om te objectiveren en te depolitiseren. Wij hebben
geleerd dat de realiteit anders was. Ik heb de indruk dat men het
gewijzigd KB nog meer wenst te gebruiken om de zaken te
manoeuvreren. Ik hoop dat u, ten bate van de wetenschappelijke
instellingen, mijnheer de minister, een en ander mee in het oog houdt
om de meest kwalitatieve mensen te kunnen krijgen. Wij zullen dat
ook doen. Indien niets gewijzigd wordt, dan zult u ongetwijfeld
geconfronteerd worden met procedures voor de Raad van State.
03.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le ministre prend les
choses à la légère. L'arrêté royal a
bien été entièrement remanié mais
il s'agit pourtant des mêmes
candidats qui ont obtenu des
résultats totalement différents
avec la nouvelle procédure. Il y a
lieu de s'interroger sur l'objectivité
des procédures et sur la manière
dont les jurys évaluent les
candidats. L'objectif du plan
Copernic était de dépolitiser les
nominations. La réalité est
toutefois différente. Le nouvel
arrêté royal risque d'être utilisé
pour manipuler la sélection. Si
aucun changement n'intervient, le
ministre peut s'attendre à de
nouvelles procédures devant le
Conseil d'Etat.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik heb de
rapporten van Selor nog niet ontvangen. Dan kan men dus niet van
manipulatie spreken. Ik kan u wel zeggen dat degenen die goede
cijfers behalen en als de besten worden aangeduid in de rapporten,
zullen worden weerhouden.
03.04 Marc Verwilghen, ministre:
Je n'ai même pas encore reçu les
rapports du Selor, de sorte qu'il ne
saurait être question de
manipulation. Je puis par ailleurs
assurer l'auteur de la question que
les candidats qui auront obtenu les
meilleurs résultats seront
sélectionnés.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- M. Eric Massin au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le financement de l'Institut national des Radioéléments" (n° 5161)
- M. Eric Massin au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur et de la Politique
scientifique sur "le plan d'investissement de l'Institut national des Radioéléments" (n° 5203)
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Eric Massin aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de financiering van het Nationaal Instituut voor Radio-elementen" (nr. 5161)
- de heer Eric Massin aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "het investeringsplan van het Nationaal Instituut voor Radio-elementen"
(nr. 5203)
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
04.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre,
depuis de nombreuses années, l'Institut national des Radioéléments
(IRE) développe ses activités au niveau mondial, et ce, au travers de
la production et la vente des radioéléments destinés à la médecine
nucléaire. L'IRE est aussi actif dans la gestion des déchets radioactifs
et poursuit, pour son compte et pour les sociétés localisées sur son
site, des services de maintenance et de sécurité.
Depuis 1995, l'IRE bénéficie d'une subvention du SPF Economie,
PME, Classes moyennes et Energie pour couvrir ses frais de
fonctionnement exceptionnels. Cette subvention était destinée au
remboursement d'emprunts que l'IRE avait contractés pour une série
d'investissements de sûreté et de maintien de capacité de production
en 1995 et 1996.
A l'époque, le Conseil des ministres avait marqué son accord pour
une inscription au budget d'un montant d'engagement de
5.362.000 euros pour couvrir le remboursement total de l'emprunt.
Une inscription annuelle au budget d'un montant d'ordonnancement
était prévue jusqu'à épuisement des montants d'engagement. La
répartition annuelle se présentait comme suit: 585.000 euros par an
de 1996 à 2001; ensuite, des montants dégressifs jusqu'à
128.000 euros en 2005.
Après analyse du budget des voies et moyens pour l'année 2005, il
apparaît que les 128.000 euros faisant partie de l'engagement de
1995 et initialement prévus pour 2005 n'ont malheureusement pas été
repris. Pourriez-vous, monsieur le ministre, nous renseigner sur les
raisons pour lesquelles ce précédent engagement n'a pas été
respecté pour l'année 2005? Pourriez-vous aussi nous faire part des
solutions que vous envisagez pour que cet engagement soit respecté
et que les 128.000 euros soient versés à l'IRE afin que cet institut ne
doive pas décaisser sur fonds propres et mettre ainsi en péril les
investissements prioritaires initialement envisagés?
Monsieur le ministre, je me permettrai de poursuivre immédiatement
avec ma deuxième question, ce qui vous permettra de donner une
réponse commune pour les deux.
En 2002, monsieur le ministre, le conseil d'administration de l'IRE a
approuvé avec le commissaire du gouvernement, M. Sonck, directeur
général de l'administration de l'Energie, un plan d'investissement dont
la mise en oeuvre est censée se terminer fin 2007.
Il était prévu que ce plan d'investissement de plus ou moins
15 millions d'euros soit financé pour un tiers par une subvention, les
deux autres tiers restant évidemment à charge de l'IRE, via un apport
sur fonds propres et par le recours à un emprunt.
En ce qui concerne le financement du tiers du plan d'investissement
par une subvention, la proposition défendue au départ par l'IRE et
soutenue par la direction générale de l'Energie prévoyait en termes de
modalités, à l'instar de la précédente subvention dont je viens de vous
parler, l'inscription au budget d'un montant d'engagement pour couvrir
le remboursement de l'emprunt et une inscription annuelle au budget
d'un montant d'ordonnancement jusqu'à épuisement des montants
d'engagement s'étendant de 2006 à 2014, ce qui me semble
constituer une bonne solution qui ne handicape pas le budget de l'Etat
04.01 Eric Massin (PS): Sinds
jaar en dag produceert het
Nationaal Instituut voor Radio-
elementen (IRE) radio-elementen
voor de nucleaire geneeskunde
die het wereldwijd verkoopt. Het
instituut beheert ook radioactief
afval en biedt onderhouds- en
beveiligingsdiensten aan.
Sinds 1995 wordt het IRE
gesubsidieerd door de FOD
Economie, die instaat voor de
terugbetaling van leningen die in
1995 en 1996 werden aangegaan
voor investeringen in de
beveiliging en het behoud van de
productiecapaciteit.
Toentertijd gaf de Ministerraad zijn
akkoord voor een bedrag van
5.362.000 euro om het volledige
bedrag van de lening te dekken.
Jaarlijks zou een bedrag in de
begroting worden ingeschreven
(585.000 euro per jaar van 1996
tot 2001, vervolgens dalende
bedragen tot 128.000 euro in
2005) tot de vastleggingskredieten
opgebruikt waren. In de begroting
voor 2005 is van het
vooropgestelde bedrag van
128.000 euro echter geen spoor.
Waarom werd die belofte voor
2005 niet nagekomen? Welke
mogelijkheden ziet u om die
128.000 euro alsnog aan het IRE
over te maken en de geplande
investeringen te vrijwaren?
Dan kom ik tot mijn tweede vraag,
die u samen met mijn eerste vraag
kan beantwoorden.
In 2002 keurde de raad van
bestuur van het IRE samen met de
regeringscommissaris een
investeringsplan goed dat tot eind
2007 loopt. Een bedrag van 15
miljoen euro zou voor één derde
via subsidies worden gefinancierd,
terwijl het IRE de overige twee
derden voor zijn rekening zou
nemen.
Het voorstel betreffende de
subsidie voorzag in een
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
en une seule fois.
Le budget des voies et moyens pour l'année 2005 ne reprend
cependant pas cet engagement. C'est à mon sens regrettable compte
tenu des répercussions socioéconomiques ainsi que des contributions
scientifiques que pourraient apporter ces investissements.
En effet, ceux-ci devaient notamment permettre à l'IRE d'élargir sa
production radiochimique actuelle et donc d'investir dans des
productions pharmaceutiques supplémentaires. Ses activités de
gestion des déchets radioactifs pourraient également être optimisées,
et ce, grâce à l'achat d'un pas d'extraction supplémentaire.
Il est à relever aussi, et ce n'est pas négligeable dans la conjoncture
actuelle, que ces nouveaux investissements pourraient créer entre 20
et 30 emplois directs.
La non-continuation de la subvention pour ces frais de
fonctionnement exceptionnels de l'IRE hypothèquerait durablement le
développement de l'Institut.
Sachant que l'inspecteur des Finances a accepté le principe de la
continuation de la subvention pour les frais de fonctionnement
exceptionnels de l'IRE dans son rapport sur les propositions
budgétaires pour l'année 2005, pouvez-vous nous renseigner sur
votre position quant au subventionnement partiel du plan
d'investissement dont je viens de vous faire part?
vastleggingskrediet om de
terugbetaling te dekken en in een
jaarlijkse inschrijving in de
begroting van 2006 tot 2014 tot de
vastleggingskredieten waren
opgebruikt. De
Rijksmiddelenbegroting voor 2005
vermeldt echter evenmin die
bedragen.
Dankzij die investeringen zou het
IRE zijn radiochemische productie
kunnen opvoeren en zijn aanbod
van farmaceutische producten
kunnen uitbreiden. Het instituut
zou tevens het beheer van
radioactief afval kunnen
optimaliseren dankzij de aankoop
van bijkomende apparatuur voor
extractie. Bovendien zou men
twintig tot dertig extra banen
kunnen creëren. Indien de
subsidie niet verder wordt
toegekend, komt de ontwikkeling
van het Instituut dus mogelijk in
het gedrang.
De inspecteur van financiën had
het principe ervan aanvaard. Wat
is uw standpunt ter zake?
04.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, collègue
Massin, pour répondre à votre première question, il est exact qu'en
1996 le Conseil des ministres a décidé d'inscrire au budget un
montant d'engagement de 5.362.000 euros pour couvrir le
remboursement total des emprunts que l'Institut national des
Radioéléments a contractés en 1995 et 1996 pour une série
d'investissements de sûreté et de maintien de capacité de production.
Dans le cadre de cet engagement, l'État a inscrit dans son budget
annuel les crédits d'ordonnancement nécessaires au remboursement
des emprunts et ce jusqu'à fin 2004. L'État paye à l'IRE les tranches
relatives à son remboursement dans le cadre de cet engagement.
L'État doit encore payer à l'IRE la dernière tranche de l'emprunt
contracté en 1996, à savoir un montant de 128.000 euros.
À l'issue du dernier conclave budgétaire, il a été décidé que ce dernier
montant ne figurerait pas dans le crédit d'ordonnancement du budget
de l'État de 2005. À l'occasion du contrôle budgétaire 2005 qui est
actuellement en préparation, j'introduirai une demande motivée
auprès du ministre du Budget afin d'inscrire un crédit
d'ordonnancement égal à 128.000 euros afin que l'État puisse remplir
l'engagement pris envers l'IRE pour le remboursement total des
emprunts le concernant.
Votre deuxième question portait sur le financement du plan
d'investissement de 15 millions d'euros environ qui a été approuvé en
2002 par le conseil d'administration de l'Institut national des
04.02 Minister Marc Verwilghen:
In 1996 besliste de Ministerraad in
de begroting een
vastleggingskrediet van 5.362.000
euro op te nemen, voor de
volledige terugbetaling van de
door het Nationaal Instituut voor
Radio-elementen in 1995 en 1996
aangegane leningen.
De Staat heeft in zijn jaarlijkse
begroting de nodige
ordonnanceringskredieten voor de
terugbetaling van de leningen
ingeschreven, tot eind 2004. De
Staat moet het instituut dus nog de
laatste schijf van de in 1996
afgesloten lening terugbetalen. Het
gaat om een bedrag van 128.000
euro, dat niet in het
ordonnanceringskrediet van de
rijksbegroting 2005 wordt
opgenomen. Ter gelegenheid van
de begrotingscontrole 2005, zal ik
bij de minister van Begroting een
met redenen omklede aanvraag
indienen om een
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Radioéléments. Il a été prévu en trois tranches comme suit:
- environ 5 millions d'euros par les subventions normales
d'investissement et par les recettes propres de l'Institut (grâce à la
vente de nouveaux produits);
- un premier emprunt pour le même montant serait remboursé par les
revenus propres de l'IRE;
- un deuxième emprunt du même montant serait remboursé par l'État
par une subvention exceptionnelle.
À l'issue du conclave budgétaire, cette subvention exceptionnelle ne
figurait pas non plus au budget 2005. À l'occasion du contrôle
budgétaire 2005 actuellement en préparation, j'introduirai auprès du
ministre du Budget un dossier proposant d'inscrire un montant
d'engagement permettant de rembourser à l'IRE une partie des
emprunts pour les nouveaux investissements et un premier montant
d'ordonnancement pour rembourser à l'IRE la première tranche de la
partie de ces emprunts, de telle façon qu'il y ait exécution de ce qui a
été convenu dans le passé.
ordonnanceringskrediet voor een
bedrag van 128.000 euro in te
schrijven, zodat de Staat, zoals het
instituut was beloofd, het geleende
bedrag volledig kan terugbetalen.
De financiering van het
investeringsplan werd in 2002 door
de raad van bestuur van het
Nationaal Instituut voor Radio-
elementen goedgekeurd, voor een
bedrag van ongeveer 15 miljoen
euro.
De eerste schijf zou met de
gewone investeringssubsidies en
met de eigen inkomsten van het
instituut worden gefinancierd. Een
eerste lening, voor hetzelfde
bedrag, zou met de eigen
inkomsten van het instituut worden
terugbetaald. De Staat zou een
tweede lening terugbetalen bij
middel van een uitzonderlijke
subsidie, die evenmin in de
begroting 2005 wordt opgenomen.
Het ligt in mijn bedoeling bij de
minister van Begroting een dossier
in te dienen, met het voorstel een
vastleggingskrediet in te schrijven
waarmee het instituut een deel van
de leningen voor de nieuwe
investeringen zou kunnen
terugbetalen, alsook een eerste
ordonnanceringskrediet, om aan
het instituut de eerste schijf van
het deel van de leningen terug te
betalen.
04.03 Eric Massin (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour
votre réponse qui ne peut que me satisfaire. A mon sens, elle est
porteuse d'investissements particulièrement importants dans notre
pays sur le plan scientifique et dans le développement de
technologies de pointe. Par ailleurs, elle est source d'exportations et
de création d'emplois directs dans le cadre d'une perspective
économique que certains qualifient de morose. A cet égard, nous
faisons preuve d'initiatives louables qui méritent d'être relevées.
04.03 Eric Massin (PS): Uw
antwoord stelt mij tevreden. U
onderstreept het belang van de
investeringen in wetenschappelijk
onderzoek en in de ontwikkeling
van spitstechnologie in ons land.
Dat is goed voor de export en voor
de werkgelegenheid. Hier worden
lofwaardige initiatieven op poten
gezet, en dat mag ook eens
gezegd worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Colette Burgeon au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la transposition de législations européennes" (n° 5172)
05 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de omzetting van de Europese regelgeving in Belgisch recht" (nr. 5172)
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
05.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Commission européenne annonçait avoir lancé
dernièrement plusieurs actions judiciaires à l'encontre de la Belgique
pour défaut de transposition en droit belge d'une série de législations
environnementales et européennes.
Il appert que vous partagez une compétence avec le ministre de
l'Environnement, que j'ai également interrogé, concernant la qualité
des carburants. En effet, la Commission tance la Belgique pour
n'avoir toujours pas intégré dans son droit la directive sur la qualité
des carburants, laquelle prévoit notamment l'introduction progressive
de carburants à faible teneur en soufre. Cette directive aurait dû être
transposée depuis juin 2003.
- Quels sont les obstacles qui subsistent encore pour que la Belgique
transpose cette directive?
- Quelles sont les réunions prévues par les autorités fédérales pour
aboutir rapidement en cette matière?
- Quel en est l'échéancier?
- Pour quand estimez-vous possible la transposition de cette
directive?
05.01 Colette Burgeon (PS): De
Europese Commissie heeft België
in gebreke gesteld wegens het niet
omzetten van Europese
milieuregelgeving in nationaal
recht. Zo had de richtlijn
betreffende de kwaliteit van de
brandstoffen, die het gebruik van
zwavelarme benzine en
dieselbrandstof voorschrijft, in juni
2003 al omgezet moeten zijn.
Wat weerhoudt ons land ervan die
richtlijn om te zetten in nationale
wetgeving? Volgens welk tijdpad
zal men nu te werk gaan om een
en ander snel te regelen?
Wanneer kan men hiermee klaar
zijn?
05.02 Marc Verwilghen, ministre: Monsieur le président, madame
Burgeon, deux arrêtés royaux transposant en droit interne la directive
2003/17 de la Communauté européenne existent: l'un concerne la
qualité du gasoil diesel pour les véhicules, l'autre concerne la qualité
de l'essence. Ces deux arrêtés ont été soumis au Conseil d'Etat le 5
novembre 2004 pour avis dans un délai d'un mois. L'avis du Conseil
d'Etat a été reçu par mes soins le 13 décembre 2004.
Je rappelle que ces deux projets de texte ont dû faire l'objet d'un avis
du Conseil supérieur des Indépendants et des PME, d'un avis du
Conseil de la consommation ainsi que d'une concertation avec les
autorités régionales, ce qui explique la lourdeur de la procédure. Cet
avis a été transmis pour analyse auprès des services juridiques de
l'administration de l'Energie. Je devrais recevoir dans les prochains
jours une proposition d'adaptation des textes que je soumettrai dans
les meilleurs délais à l'approbation de mes collègues.
Entre-temps, je prépare une structure de prix pour ces produits. De la
sorte, la Belgique aura exécuté la transposition en droit interne de la
directive mentionnée.
05.02 Minister Marc Verwilghen:
De Raad van State heeft op 25
november jongstleden een advies
uitgebracht over twee koninklijke
besluiten tot omzetting in nationale
wetgeving van de Europese
richtlijn 2003/17/EG, eentje
betreffende de kwaliteit van de
dieselbrandstof voor voertuigen,
en een betreffende de kwaliteit van
benzine.
Beide ontwerpbesluiten werden
eveneens voorgelegd aan de
Hoge Raad voor de Zelfstandigen
en de KMO en aan de Raad voor
het Verbruik, en er werd overlegd
met de Gewesten alvorens de
tekst voor analyse overgelegd
werd aan de administratie die over
het beleidsdomein energie gaat.
Een voorstel voor een aanpassing
van de teksten zal mij binnenkort
worden bezorgd, en ik zal die tekst
voorleggen aan mijn collega's. In
afwachting werk ik aan een
prijsstructuur voor deze producten.
05.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse.
Il reste cependant une question en suspens. Je suis étonnée qu'il ait
fallu que l'Europe tance la Belgique avant qu'elle ne réagisse. N'était-il
pas possible de transposer le texte plus tôt? Etait-ce un oubli?
05.03 Colette Burgeon (PS): Het
verbaast me dat Europa België op
de vingers heeft moeten tikken om
een reactie te krijgen. Kon de tekst
niet vlugger omgezet worden?
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
05.04 Marc Verwilghen, ministre: Non. Comme je vous l'ai expliqué,
il y a deux avis, puis une concertation qui est suivie de l'avis du
Conseil d'Etat. On peut toujours prétendre que l'on peut agir plus
rapidement. Vous gagnez certainement un point lorsque vous affirmez
que la Belgique n'est pas le meilleur élève de la classe en matière de
transposition. D'ailleurs si vous lisez le rapport intermédiaire "the
return review" de "l'Agenda de Lisbonne", il s'agit d'un des points
faibles de la Belgique. Il faudrait absolument essayer d'avancer dans
cette matière.
Je constate que dès que l'on doit recevoir plusieurs avis, dès qu'on
entre dans une concertation, on perd beaucoup de temps. Cette
procédure a tendance à freiner l'avancement des dossiers au lieu de
l'activer.
05.04 Minister Marc Verwilghen:
Eerst moesten we over twee
adviezen beschikken. Vervolgens
dienden we overleg te plegen.
Daarna was het wachten op het
advies van de Raad van State. Dat
alles vergt enige tijd. We zouden
inderdaad sneller moeten kunnen
handelen en het is een feit dat
België niet de beste leerling is
wanneer het op de omzetting in
nationaal recht aankomt.
05.05 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de ziektekostenverzekeringen en het beloofde nieuwe regelgevend
kader" (nr. 5199)
06 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les assurances maladie complémentaires et le nouveau cadre
réglementaire annoncé" (n° 5199)
06.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, twee verzekeraars zijn gestopt met de verkoop van privé-
ziektekostenverzekeringen. Men zegt mij wel dat het gaat om twee
maatschappijen die een veeleer kleine portefeuille hadden voor privé-
ziektekostenverzekeringen. De verzekeringen zouden niet meer
rendabel zijn en ook prijsstijgingen zouden geen soelaas meer
bieden. Een van de redenen zijn de gestegen ziektekosten. Dat valt
natuurlijk buiten het bestek van deze vraag, maar in de marge hoor ik
ook dat onduidelijkheden en onzekerheid over het mogelijk nieuwe
regelgevend kader de beslissing mee inspireerde.
Wij hebben zelf een wetsvoorstel hieromtrent dat misschien wel wat
soelaas zou kunnen bieden. Minister Moerman indertijd en u,
mijnheer de minister, hebben een nieuw regelgevend kader
aangekaart. U zou daarvoor zorgen. Mijn vraag is of de minister met
de sector overleg heeft gepleegd over deze problemen. Hoever staat
het met het aangekondigde wetsontwerp van minister Moerman en nu
van uzelf?
Als verzekeraars nog wel collectieve polissen afsluiten of de
ziektekosten blijven dekken in een groepsverzekering, maar geen
privé-verzekeringen meer, wat blijft er dan over van het belangrijke
principe in uw intenties en ook in mijn wetsvoorstel van continuïteit
bij de overgang van een collectieve naar een individuele polis? Dat
wordt ook door verschillende groepen mensen gevraagd.
06.01 Simonne Creyf (CD&V):
Deux assureurs ne proposent plus
d'assurances maladie
complémentaires car l'affaire ne
serait plus rentable. Cette situation
est notamment liée à
l'augmentation du coût des soins
de santé mais également à la
confusion qui entoure l'instauration
éventuelle d'un nouveau cadre
réglementaire.
Le ministre s'est-il concerté avec
le secteur à propos de ces
problèmes? Qu'en est-il du projet
de loi annoncé? Que demeure-t-il
du principe de la continuité lors du
passage d'une police collective à
une police individuelle?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, ik veronderstel dat
u deze vragen in eigen naam stelt. Amper drie maanden nadat de
Christelijke Mutualiteiten aankondigden een einde te maken aan hun
06.02 Marc Verwilghen, ministre:
En tant que ministre de
l'Economie, je ne puis m'immiscer
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
lopende arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen,
beslisten twee kleinere verzekeraars in de sector van de
hospitaalverzekeringen om in de toekomst geen nieuwe polissen
meer te verkopen. Als minister van Economie kan ik niet interveniëren
in het beleid van verzekeringsmaatschappijen. Ik kan hen niet
verplichten polissen op de markt te brengen. Wel let ik erop dat de
rechten van de verzekerden in de bestaande polissen worden
gevrijwaard. Dat is hier niet aan de orde.
De beslissingen van de CM en van de twee
verzekeringsmaatschappijen hebben te maken met de bestaande
concurrentie en de geringe rentabiliteit in de hospitaal- en
ziektekostensector. De situatie in de sector is niet rooskleurig. De
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen moest
enkele maanden geleden zelfs ingrijpen om sommige verzekeraars
ertoe te brengen hun premies aan de nieuwe economische realiteiten
aan te passen. Dat zegt misschien ook veel over degenen die
daarmee bezig zijn. Het is een vaststelling dat de overheid hoe langer
hoe minder via de sociale zekerheid terugbetaalt. Dat is bijvoorbeeld
het geval met de nieuwe behandelingen, met nieuwe materialen en
supplementen die door ziekenhuizen en artsen worden aangerekend.
De ziekenfondsen en de hospitaalverzekeraars dienen in toenemende
mate tussen te komen. De mensen worden ertoe aangezet ofwel een
privé-verzekering ofwel een aanvullende verzekering bij een
ziekenfonds te nemen.
Het geheel van de voornoemde factoren ligt ook aan de oorsprong
van de beleidsbeslissing van de genoemde
verzekeringsmaatschappijen en het desbetreffende ziekenfonds. Het
aangekondigde wetsontwerp ter bescherming van de rechten van de
verzekerden staat hier los van. Het overleg hierover met de
rechtstreeks betrokkenen, dus de verzekeraars, de
patiëntenverenigingen en de consumenten, is aan de gang en wordt
ook voortgezet. Uit dat overleg blijkt dat 2 van de 3 problemen, die in
het wetsontwerp worden behandeld, voor discussie zorgen. Het
betreft het levenslang maken van de ziektekostenverzekeringen en de
wettelijke regeling van de onbetwistbaarheid van de
ziekteverzekering. Over het derde probleem, de individuele
voortzetting van de groepsverzekering, bestaat wel een consensus.
Ik heb beslist om de zaak vooruit te helpen. In een eerste fase zal ik
mij toeleggen op het oplossen van het derde probleem.
Ondertussen kan het overleg over de twee eerste problemen worden
voortgezet in de hoop dat op dat vlak een vergelijk kan worden
gevonden. Zodra het recht op de individuele voortzetting van een
collectieve polis werkelijkheid zal zijn, meen ik dat ook voldaan is aan
de laatste vraag die u nu hebt gesteld. Elke verzekeraar die dan een
collectieve polis sluit, zal dan het recht op de individuele voortzetting
moeten garanderen.
dans la politique des compagnies
d'assurances. Je veille néanmoins
au respect des droits des assurés
dans les polices actuelles. La
décision des MC et de deux
compagnies d'assurances est liée
à la concurrence actuelle et à la
faible rentabilité du secteur des
assurances hospitalisation et soins
de santé. Il y a quelques mois, la
Commission bancaire, financière
et des Assurances a ainsi dû
inciter certains assureurs à
adapter leurs primes à la nouvelle
réalité économique. L'Etat
rembourse de moins en moins par
l'intermédiaire de la sécurité
sociale. A cet égard, les mutualités
et les assurances hospitalisation
sont de plus en plus sollicitées.
Les assurés sont incités à
souscrire une assurance privée ou
une assurance complémentaire
auprès d'une mutualité. Tout ceci
explique la décision prise par les
compagnies d'assurances et
mutualités citées.
Le projet de loi annoncé visant la
protection des droits des assurés
est indépendant de cette réalité.
La concertation qui s'y rapporte se
poursuit. Elle a montré que deux
problèmes découlant du projet de
loi sont sujets à discussion : la
prolongation à vie des assurances
soins de santé et le régime légal
de l'incontestabilité des
assurances soins de santé. Un
consensus a toutefois été trouvé
sur un troisième problème, la
continuation individuelle de
l'assurance groupe. Je me
concentrerai dans une première
phase sur ce troisième problème
pendant que la concertation se
poursuivra sur les autres
problèmes.
La dernière question deviendra
sans objet dès que le droit à la
continuation individuelle d'une
police collective sera effectif. Un
assureur concluant une police
collective devra alors garantir le
droit à la continuation individuelle.
06.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor 06.03 Simonne Creyf (CD&V):
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
uw antwoord. Ik heb goed begrepen dat u voortwerkt aan het
aangekondigde wetsontwerp. Ik herken ook de problemen die u hebt
geschetst.
U zou dan voortgaan met het derde probleem. Dit was ook een deel
van mijn vraag. Wat als iemand uit een collectieve polis stapt, maar
die wil voortzetten als individuele polis? Dat wil zeggen dat
maatschappijen die geen individuele polissen aanbieden, maar wel
collectieve, toch de individuele polissen zullen moeten handhaven. Ik
heb vernomen dat dat zal gebeuren. Het probleem zal zijn, mijnheer
de minister, dat bij het ontbreken van nieuwe individuele contracten,
er eigenlijk geen vers bloed meer zal binnenkomen bij die
maatschappijen. Ik denk dat u dat nieuw probleem onder ogen zult
moeten zien. U zult erover moeten waken dat de premies dan nog
betaalbaar blijven. Dat is immers mijn grote vrees. Vermits de toevoer
van nieuwe contracten zal uitblijven, zullen zij die in het systeem
zitten, meer en hogere premies moeten betalen. Wanneer u een
oplossing zoekt voor dat derde probleem, moet u er meteen voor
zorgen dat de premies betaalbaar blijven.
Le ministre poursuit la préparation
du projet de loi annoncé. Je
reconnais les problèmes évoqués.
A défaut de nouveaux contrats
individuels, les compagnies qui
n'offrent plus que des assurances
collectives ne bénéficieront plus
d'aucun apport neuf. Cette
évolution ne manquera pas de
poser un sérieux problème en ce
sens que les assurés existants
devront payer une prime plus
élevée.
06.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, ik zou het
effect van de mogelijkheid die zal geboden worden om die collectieve
polis, na het beëindigen van de beroepsloopbaan of bij vervroegde
uitdiensttreding dan valt het immers weg voort te zetten niet
onderschatten. Ik zou niet onderschatten hoeveel mensen van die
mogelijkheid gebruik zouden willen maken. Daar is een absolute
vraag naar. Men voelt dat ook aan bij de verzekeringsmaatschappijen.
Daar stelt zich dus niet het echte probleem.
Het echte probleem zal natuurlijk zijn als er onvoldoende vraag zou
bestaan om voortzettingen te bekomen. Dan zal dat wel een effect
hebben op de premie. Het aanvoelen van de sector is in elk geval dat
er daarop voldoende antwoord zal komen. Eerlijk gezegd, het
tegendeel zou mij verbazen.
06.04 Marc Verwilghen, ministre:
Il ne faut pas sous-estimer
l'importance du nombre de
personnes qui souhaitent une
police collective. Un problème ne
se pose avec les primes que
lorsqu'il n'y a pas suffisamment de
demandes de prolongation.
06.05 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dat is net de vraag. Het gaat over het individueel voortzetten
van een collectieve verzekering. Mijn probleem is echter dat er geen
nieuwe individuele aansluitingen zijn omdat zij die weigeren. Er zullen
wel mensen zijn die overgaan van een collectieve naar een individuele
verzekering, maar die twee maatschappijen hebben reeds gezegd dat
ze geen nieuwe privé-verzekeringen afsluiten. Dit zal als gevolg
hebben dat de totale premie vermindert. Ik vrees dan dat degenen die
kiezen voor het individueel voortzetten van een collectieve
verzekering zullen geconfronteerd worden met te hoge premies. Dat
is een probleem waarop ik nog even wil wijzen.
06.05 Simonne Creyf (CD&V):
Le problème réside dans le fait
qu'il n'y aura pas de nouvelles
affiliations privées. Les personnes
qui souhaitent prolonger à titre
individuel une police d'assurance
collective risquent de devoir payer
une prime plus élevée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de federale taksen op energie als oorzaak van de stijging van de
energieprijs" (nr. 5202)
07 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "les taxes fédérales sur l'énergie comme cause de l'augmentation du
prix de l'énergie" (n° 5202)
07.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijn eerste vraag heeft betrekking op 07.01 Simonne Creyf (CD&V):
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
alle heffingen die wegen op de elektriciteitsfactuur. De minister heeft
zelf al herhaaldelijk gezegd dat de liberalisering van de energiemarkt
niet de verwachte resultaten heeft opgeleverd. Redelijkerwijze zou
een daling van de energieprijs kunnen worden verwacht, maar tot nu
toe werd de verwachting niet ingelost.
De productieprijs van elektriciteit is nog niet gedaald, daar de
concurrentie op de vrije markt nog niet ten volle speelt. Uiteraard
worden ook bij de distributievergoedingen een aantal taksen gevoegd,
die vroeger niet in de prijssom waren inbegrepen. Meer specifiek
voegt het federale niveau een aantal taksen bij: de energiebijdrage,
de bijdrage voor gratis 100 kilowattuur, de bijdrage voor de
financiering van de CREG, de bijdrage voor het OCMW voor de
sociale tarieven, de bijdrage voor het NIRAS, de bijdrage voor het
Kyotofonds, de specifieke sociale tarieven, de bijdrage voor het REG-
beleid, nu de Elia-heffing en de vennootschapbelasting, de BTW op
de totale energiefactuur, inclusief alle heffingen, dus ook de Elia-
heffing. Beloftes werden ook gemaakt door de federale regering, om
de opbrengstverliezen van de gemeenten te compenseren via de Elia-
heffing.
De energieprijs stijgt dus. De prijsverhoging betekent voor een groot
deel van onze bedrijven een concurrentieel nadeel. Ondertussen ziet
de federale overheid, die in het beschermd systeem van
energiedistributie geen partner was en geen inkomsten uit de sector
kreeg, nu de energiesector als een nieuwe inkomstenbron. De
federale overheid is nu dan ook de oorzaak van de stijging van de
energieprijs.
Mijnheer de minister, mijn vragen aan u zijn de volgende.
Hoeveel bedragen in eurocent per kilowattuur de taksen die worden
toegevoegd sinds de liberalisering van de energiemarkt in uitvoering
werd gesteld, vennootschapsbelasting en aangerekende BTW
inbegrepen?
Hoeveel bedragen de taksen specifiek voor residentiële, professionele
en industriële verbruikers?
Hoeveel bedraagt in eurocent per kilowattuur de kostprijs van het
verlies dat de gemeenten sinds de vrijmaking van de
elektriciteitsmarkt hebben ondergaan?
Waarom kan de globale som van de nieuwe, federale heffingen niet
worden aangewend om het verlies van de gemeenten te
compenseren? Met andere woorden, was de Elia-heffing per se
nodig, aangezien de federale overheid nu plots in de energiesector
een nieuwe inkomstenbron ziet?
La libéralisation du marché de
l'énergie n'a pas donné lieu à une
diminution du prix. Le prix de
production de l'électricité ne
baisse pas parce que la
concurrence ne joue pas encore
pleinement. De plus, l'on ajoute
aux frais de distribution un certain
nombre de taxes qui n'étaient
auparavant pas comprises dans le
prix. Le gouvernement fédéral a
promis de compenser les pertes
de revenus pour les communes
par la taxe Elia. L'augmentation du
prix de l'énergie occasionne pour
nos entreprises une baisse de leur
compétitivité. L'autorité fédérale
considérant en outre le secteur de
l'énergie comme une nouvelle
source de revenus, elle est à
l'origine de l'augmentation du prix
de l'énergie.
Quels sont les montant des taxes
instaurées depuis la libéralisation?
A combien ces taxes s'élèvent-
elles pour les utilisateurs
résidentiels, professionnels et
industriels? Quelles pertes les
communes ont-elles subies?
Pourquoi le montant total des
nouvelles taxes fédérales n'a-t-il
pas été affecté à la compensation
des pertes subies par les
communes? La taxe Elia était-elle
nécessaire?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, ik heb de CREG
verzocht mij dat allemaal te bezorgen, maar zij is daartoe tot op heden
niet in staat geweest. Zodra ik die gegevens ontvang, zal ik ze u
bezorgen.
Uw vraag is een typische vraag naar een aantal cijfergegevens. Ik
neem aan dat u geen genoegen kunt nemen met een half antwoord.
Het antwoord moet gedetailleerd zijn. Uw vraag was dat trouwens
ook. Het is gemakkelijker dat af te handelen aan de hand van een
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
La CREG ne m'a jusqu'à présent
fourni aucune donnée. Dès que je
disposerai de ces données, je
vous les transmettrai.
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
schriftelijke vraag dan in een mondelinge vraag. Dat neemt echter niet
weg dat ik, zodra ik over de gegevens beschik, u ze onverwijld zal
bezorgen.
07.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, hoewel ik
uiteraard begrip kan opbrengen voor het antwoord van de minister,
moet het mij van het hart dat ik evenwel vermoed dat een aantal
gegevens thans bekend moeten zijn.
07.03 Simonne Creyf (CD&V):
Certaines données devraient à
présent être connues.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, wat de CREG niet kan, kan de minister niet.
07.05 Simonne Creyf (CD&V): Het verrast me, mijnheer de minister,
dat de CREG niet beschikt over een aantal elementen. Moet ik deze
vraag schriftelijk indienen?
07.06 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw Creyf, u hebt uw
mondelinge vraag gesteld. Zodra ik de gegevens ontvangen heb, zal
ik ze u ter beschikking stellen.
07.07 Simonne Creyf (CD&V): Dank u, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse handel
en Wetenschapsbeleid over "de Elia-heffing" (nr. 5264)
08 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le prélèvement Elia" (n° 5264)
08.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, dit is een nieuwe episode in het verhaal van de Elia-heffing.
Een paar dagen geleden braken de ministers Moerman en Peeters
een lans voor een BTW-vrijstelling op de Elia-heffing. Minister
Moerman schetste het probleem als volgt. Volgens haar is het
onaanvaardbaar dat slechts een deel van de naar schatting 36
miljoen euro die in de federale schatkist terechtkomt naar Vlaanderen
terugvloeit.
Mijnheer de minister, we hebben dit reeds aangekaart naar aanleiding
van de bespreking van de programmawet. Een BTW-vrijstelling zou
perfect kaderen in uw pleidooi van vorige week voor een lager BTW-
tarief op elektriciteit. In de pers hebben we echter kunnen lezen dat u
thans stelt dat BTW een bevoegdheid van minister Reynders is.
Energie blijft echter uw zaak.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Minister Reynders is verantwoordelijk voor de BTW. Hebt u op een of
andere manier reeds formeel overleg met hem gepleegd om de BTW-
plicht te doen vervallen? Welke partijen zullen de kosten zoals
datatransmissie en de prefinanciering van de administratieve
verrichtingen dragen? Wat is uw antwoord aan de ministers Moerman
en Peeters die stellen dat de BTW vooral in Vlaanderen zal geïnd
worden en bijgevolg een deel, zo niet alles, naar Vlaanderen moet
terugvloeien? Gisteren heb ik minister Vande Lanotte ondervraagd
over de gunstbehandeling voor de NMBS. Wat is uw standpunt
08.01 Simonne Creyf (CD&V): Il
y a quelques jours, les ministres
Moerman et Peeters se sont
exprimés en faveur d'une
exonération de la TVA sur le
prélèvement Elia. Une exonération
de la TVA s'inscrirait parfaitement
dans le prolongement du plaidoyer
du ministre, M. Verwilghen, pour
un abaissement de la TVA sur
l'électricité. Le ministre M.
Verwilghen considère cependant
que la TVA est une compétence
du ministre Reynders, bien que
l'énergie fasse partie de ses
attributions.
Le ministre Verwilghen a-t-il déjà
fait au ministre Reynders une
proposition tendant à l'exonération
de la TVA? Quelles parties
supporteront les coûts et de quels
coûts s'agit-il? Comment la TVA,
qui est essentiellement perçue en
Flandre, reviendra-t-elle à la
Flandre? Quel tarif appliquera-t-on
à la SNCB?
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
terzake? Blijft men bij een afnamepunt?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, ik heb net als u kennis genomen van het voorstel van de heer
Peeters en mevrouw Moerman met betrekking tot een BTW-
vrijstelling van toepassing op het gedeelte van de federale bijdrage
dat het inkomstenverlies van de gemeenten moet compenseren. Dit
valt overduidelijk onder de bevoegdheid van minister Reynders.
Ik wil geen standpunt formuleren over dit vraagstuk dat geen enkel
verband houdt met mijn voorstel om de BTW op de elektriciteit
algemeen te verlagen door energie, in het bijzonder elektriciteit, als
een basisbehoefte te beschouwen. Mijn voorstel bestaat erin de BTW
op energie uniform te verlagen, terwijl het voorstel van de ministers
Moerman en Peeters enkel betrekking heeft op de Elia-heffing. Ik zie
een bijzonder toepassingsmechanisme niet zitten. Dat zou immers
betekenen dat de "taxe de voiries" die ook onderworpen is aan BTW
op een andere manier zou moeten worden verrekend.
Wat uw laatste vraag betreft die u mij al bij herhaling hebt gesteld, blijf
ik bij mijn antwoord. Wat de NMBS betreft, is het niet aan mij om een
oplossing voor te stellen. Minister Vande Lanotte wenst een apart
stelsel voor de spoorweggroep en ik verwacht van hem dan ook een
praktische oplossing.
08.02 Marc Verwilghen, ministre:
J'ai moi aussi entendu la
proposition des ministres
Moerman et Peeters tendant à
exonérer de la TVA la partie de la
cotisation fédérale destinée à
compenser la perte de revenus
des communes. Le ministre
Reynders est compétent en la
matière. Je ne prendrai pas
position étant donné que ce point
n'a aucun rapport avec ma
proposition de réduction uniforme
de la TVA sur l'électricité. La
proposition des ministres flamands
ne concerne que le prélèvement
Elia. L'application d'un mécanisme
particulier ne constitue pas une
solution à mes yeux, car la "taxe
de voirie" par exemple devrait
alors également être calculée
autrement.
En ce qui concerne la SNCB, il ne
m'appartient pas de trouver une
solution. C'est le ministre Vande
Lanotte qui souhaitait un régime
spécial. J'attends une solution
concrète de sa part.
08.03 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik zal minister Reynders hierover ondervragen.
08.03 Simonne Creyf (CD&V):
J'interrogerai le ministre Reynders.
08.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
had vanochtend de gelegenheid de staatssecretaris voor
Modernisering van de Financiën hierover te ondervragen. Het is heel
duidelijk. Het BTW-stelsel laat niet toe te voorzien in enige vrijstelling
op de Elia-heffing.
08.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Selon le secrétaire d'Etat
à la Modernisation des Finances,
le système de la TVA ne permet
pas l'application d'une exonération
du prélèvement Elia.
08.05 Simonne Creyf (CD&V): Wat ministers Moerman en Peeters
vragen, is dat een deel van die BTW zou terugvloeien naar
Vlaanderen omdat ze daar wordt geïnd.
08.05 Simonne Creyf (CD&V):
Les ministres Moerman et Peeters
souhaitent uniquement qu'une
partie de la TVA soit transférée à
la Flandre.
08.06 Minister Marc Verwilghen: Ik wil best de discussie hernemen
die wij hier, niet uitentreuren, maar naar aanleiding van de bespreking
van de begroting hebben gehad.
Voor de rest, u kent het antwoord van degenen die
verantwoordelijkheid terzake hebben.
08.06 Marc Verwilghen, ministre:
Je suis prêt à reprendre une
nouvelle fois cette discussion.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
De voorzitter: Mevrouw Creyf, wij komen nu aan uw vraag 9bis over het bonus-malussysteem. Die vraag is
toegevoegd aan de agenda. U ziet, wij houden met al uw vragen rekening.
08.07 Simonne Creyf (CD&V): Hebt u de tekst van mijn vraag?
De voorzitter: Ik denk het wel.
08.08 Simonne Creyf (CD&V): Ik had die vraag vandaag niet op de
agenda verwacht.
De voorzitter: Met uw kennis van de materie kan dat nauwelijks een probleem zijn, mevrouw.
09 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het bonus-malussysteem" (nr. 5237)
09 Question de Mme Simonne Creyf au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "le système bonus-malus" (n° 5237)
09.01 Simonne Creyf (CD&V): Mijnheer de minister, de titel van mijn
vraag is "de terugkeer van het ten grave gedragen bonus-
malussysteem". Het verplichte bonus-malussysteem werd op
dringende vraag van de Europese Commissie en na lang treuzelen
van België wat ik trouwens terecht vond uiteindelijk in januari 2004
afgeschaft. De maatregel zou de concurrentie op de
autoverzekeringsmarkt bevorderen. Het gevolg is dat de verzekeraars
sinds de vrijmaking uitpakken met eigen tarievenstelsels zoals een
spaarpuntensysteem, jokers, kortingen enzovoort. Die systemen zijn
allemaal varianten op het oude bonus-malussysteem. Het principe
geldt nog steeds dat wie schade berokkent, meer betaalt en dat
omgekeerd wie veilig rijdt, wordt beloond.
Eigenlijk blijft het bonus-malussysteem dus in verdoken vorm
overeind, zij het natuurlijk dat het voor de consument veel minder
transparant is. Bij een algemeen stelsel kon iemand voor zichzelf
onmiddellijk uitmaken op welke trap hij stond. Vermits elke
verzekeringsmaatschappij nu een ander systeem hanteert, is heel de
tarifering natuurlijk veel minder transparant voor de betrokkene.
Ondertussen oordeelde het Europees Hof van Justitie echter dat een
verplicht tariferingssysteem zoals de bonus-malus de concurrentie en
de vrijheid op de markt niet in het gedrang brengt. De afschaffing van
de bonus-malus was dus met andere woorden niet noodzakelijk. Ik
heb reeds gezegd dat de vrijmaking ertoe geleid heeft dat de
autoverzekeringsmarkt minder transparant is geworden. De keuze
tussen verschillende innovatieve formules maakt het moeilijker om
autopolissen met elkaar te vergelijken. Daarom horen we hier en daar
stemmen opgaan om het oude systeem opnieuw in te voeren.
Mijnheer de minister, ik heb enkele vragen voor u. Wat denkt u van de
huidige ontwikkelingen op de autoverzekeringsmarkt. Ziet u een
positieve evolutie sinds de afschaffing van het bonus-malussysteem?
Hoe reageert u op de oproepen om het oude systeem opnieuw in te
voeren? Overweegt u terug te komen op die beslissing? Hebt u een
oplossing voor de gevolgen van de vrijmaking, met name het gebrek
aan transparantie en de nog altijd te dure polissen voor jongeren en
ouderen? Zult u terzake maatregelen nemen?
09.01 Simonne Creyf (CD&V): A
la suite d'une demande urgente de
la Commission européenne et
après de longues tergiversations,
notre pays a supprimé le système
obligatoire du bonus/malus en
janvier 2004, mesure censée
stimuler la concurrence sur le
marché de l'assurance. Toutefois,
chaque compagnie applique à
présent son propre système
tarifaire, ce qui constitue une
variante de l'ancien système. Les
conducteurs qui respectent le
code de la route seront toujours
récompensés. Ceux qui
provoquent des dommages
paieront davantage. Entre-temps,
le marché de l'assurance a
beaucoup perdu en transparence
dans la mesure où il est désormais
très malaisé de comparer des
polices. La Cour européenne de
justice a d'ailleurs estimé que le
système obligatoire bonus/malus
ne compromet pas la concurrence
ni la libre circulation.
Que pense le ministre des
évolutions récentes? Envisage-t-il
de réinstaurer l'ancien système?
Peut-il résoudre le problème posé
par le manque de transparence et
par le prix exagéré des polices
pour les jeunes automobilistes et
les automobilistes âgés?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Creyf, het eerste dat ik wil zeggen is dat ik zelden heb geweten dat
09.02 Marc Verwilghen, ministre:
L'arrêt rendu par la Cour
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
een uitspraak van het Europees Hof voor Justitie zo verkeerd
begrepen werd als de arresten die op 7 september 2004 werden
uitgesproken in een zaak tegen Luxemburg en een tegen Frankrijk.
Men heeft zich daarin alleen uitgesproken over de verenigbaarheid
van het bonus/malussysteem met de Europese reglementering inzake
de vrije tariefbepaling, niet meer of minder. Dat was de vraag van de
Europese Commissie. Moest het meer zijn geweest dan dat, zou men
ultra petita hebben gestatueerd.
Vermits het bonus/malussysteem niet raakt aan de vrijheid van de
verzekeringsondernemingen om hun basispremie vrij te bepalen, kon
het Hof niet anders dan het bonus/malusstelsel verenigbaar verklaren
met de reglementeringen inzake vrije tariefbepaling. De
premietoeslagen of de premiekortingen van de bonus/malus worden
immers toegepast op de in beginsel vrij door elke
verzekeringsmaatschappij vastgelegde basispremie. Het Hof heeft
zich niet uitgesproken over de verenigbaarheid van het
bonus/malussysteem met het fundamenteel beginsel van de vrije
dienstverlening. Het Hof kon dat ook niet: het was daarover niet gevat.
Het is ver van zeker dat het Europees Hof van Justitie het verplichte
bonus/malussysteem verenigbaar zou verklaren met de vrije
dienstverlening. Bij de afwijzing van de klacht van de Europese
Commissie heeft het Hof er inzonderheid de aandacht op gevestigd
dat de Commissie haar beroep uitsluitend gesteund had op de
schending van het beginsel van de tariefvrijheid. A tout entendeur,
salut. Men weet wat dat wil zeggen. De uitspraken van het Hof
hebben dus niet de draagwijdte die men daaraan wil verlenen, ook
niet de draagwijdte die u daaraan verleent.
Ik kom thans tot uw vragen. Ten eerste, de huidige ontwikkelingen op
de autoverzekeringsmarkt.
Ik denk dat de liberalisering van de bonus-malusschaal ervoor
gezorgd heeft dat goede bestuurders nog betere tarieven en
voordelen genieten dan vroeger. Beneden graad 9 ligt de premie voor
de verzekerden tussen 48% en 73% van de normale premie, het gaat
hierbij om 90% van de verzekerde bestuurders. 73% van de
bestuurders zitten op graad 3 of een lagere graad. De
verzekeringsmaatschappijen hebben er bij de mogelijke herschikking
van het bonus-malussysteem voor gezorgd dat de goede bestuurders
er nog beter vanaf komen. Dat moet bijdragen tot de
responsabilisering van de slechte of roekeloze bestuurders.
Verkeersveiligheid is essentieel en is één van de prioriteiten van de
regering. De liberalisering van het bonus-malussysteem heeft zeker
gewerkt en heeft bovendien de keuzevrijheid van de consument
verhoogd.
Een tweede punt is het herinvoeren van een verplicht bonus-
malussysteem. Gelet enerzijds op het feit dat de arresten van het Hof
van Justitie geen uitsluitsel geven over de verenigbaarheid van het
verplichte bonus-malussysteem met alle fundamentele beginselen
van het Europees recht en anderzijds op de vastgestelde gunstige
ontwikkelingen ten voordele van goede bestuurders sedert de
liberalisering, overweeg ik momenteel niet om het verplichte bonus-
malussysteem opnieuw in te voeren.
Een derde punt is het gebrek aan transparantie en de polissen voor
jongeren die te duur zouden zijn. Mocht de liberalisering leiden tot een
européenne de justice le 7
septembre 2004 ne concerne que
la compatibilité du système de
bonus-malus avec la
réglementation européenne en
matière de libre fixation des tarifs.
Etant donné que les compagnies
peuvent déterminer librement la
prime de base dans le cadre du
système de bonus-malus, il n'y a,
selon la Cour, aucun problème.
Les suppléments ou réductions de
prime sont en effet appliqués à la
prime de base.
La Cour ne s'est pas exprimée sur
la compatibilité du système de
bonus-malus avec le principe de la
libre prestation de services parce
qu'elle n'a pas été interrogée sur
la question. Il n'est pas du tout
certain que la Cour estimerait qu'il
y a compatibilité.
Grâce à la libéralisation de
l'échelle bonus-malus, les bons
conducteurs bénéficient de tarifs
et d'avantages encore meilleurs.
En dessous du degré neuf, la
prime s'élève à un niveau se
situant entre 48 et 73% de la
prime normale. C'est le cas pour
90% des conducteurs. 73% des
conducteurs sont au degré trois ou
moins. Grâce aux nouveaux
systèmes, les compagnies veulent
responsabiliser les mauvais
conducteurs. De plus, la liberté de
choix s'est accrue. Je n'envisage
pas pour le moment de
réintroduire le système de bonus-
malus obligatoire.
Si la libéralisation du marché
entraîne une dégradation du
système, je suis prêt à rediscuter
de la suppression du système
bonus-malus. Toutefois, le marché
ne me semble pas souffrir
actuellement d'un manque de
transparence.
Le "Gentlement's Agreement
29/29" du 18 décembre 2003 n'a
peut-être pas fonctionné comme il
aurait fallu mais il a néanmoins
permis que la plupart des
compagnies d'assurances
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
degeneratie van het systeem en tot de ondoorzichtigheid ervan, zal ik
niet nalaten om het systeem opnieuw te bekijken. Vandaag lijkt het
systeem me niet ondoorzichtig: er is meer keuze voor de consument
en er zijn creatieve en voordelige formules voor goede bestuurders.
Dat die formules ook werden behaald maakt duidelijk dat het systeem
werkt en toont aan dat de beweringen daarover onjuist zijn.
Dan kom ik nu terug op de problematiek van de zogenaamd te dure
polissen voor jongeren en senioren. Misschien heeft de "gentlemen's
agreement" 29/29 niet gefunctioneerd zoals men had vooropgesteld.
In elk geval was het onmiddellijke gevolg dat er betaalbare en
doorzichtige polissen kwamen voor deze categorie van bestuurders.
Ik bevestig trouwens dat er, sinds de herhaalde vragen die ik
daarover kreeg, geen klachten meer zijn binnengekomen van
jongeren die geen betaalbare polis op de markt zouden vinden,
gesteld dat het niet om brokkenmakers, fraudeurs of wanbetalers
gaat.
proposent à présent aux jeunes
des polices à des prix abordables.
Je ne reçois plus de plaintes de
jeunes qui ne sont pas des casse-
cou, des fraudeurs ou des
mauvais payeurs.
09.03 Simonne Creyf (CD&V): Bedankt voor uw duidelijk antwoord,
mijnheer de minister. Het is inderdaad zo dat Europa de koppeling
van een bonus-malussysteem aan vaste tarieven veroordeelt. Het is
de koppeling aan de tarieven die niet mag, niet het bonus-
malussysteem op zich. Ik begrijp ook dat u niet van plan bent om het
huidige systeem opnieuw aan te passen.
Ik kan daar inkomen. Ik ben ook geen vragende partij om het oude
systeem opnieuw in te voeren.
Ten derde, wat de transparantie betreft, meen ik dat er inderdaad nog
een en ander kan gebeuren.
We hadden het ook over de duurdere polissen voor jongeren en
ouderen. Welnu, omdat mensen weten dat ik mij met de
aangelegenheid bezighoud, krijg ik geregeld van onder andere
jongeren een mailtje, die klagen: kijk, ik ben student en ik moet zoveel
betalen voor mijn autopolis dat mij niets anders overblijft de auto in te
schrijven op naam van mijn moeder of op naam van mijn vader. Ik
meen dat het probleem wat dat betreft nog niet helemaal van de baan
is.
09.03 Simonne Creyf (CD&V):
La Cour européenne a en effet
condamné le couplage du bonus-
malus à des tarifs d'assurances
fixes. Je comprends que le
ministre ne souhaite pas adapter
le système actuel. Je ne défends
pas, moi non plus, un retour à
l'ancien système. Mais j'estime
néanmoins que le marché manque
de transparence. Et je reçois
encore, quant à moi, des plaintes
de jeunes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de l'Economie, de l'Energie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la gestion des déchets nucléaires" (n° 5273)
10 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "het beheer van kernafval" (nr. 5273)
10.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, à la fin de
l'année passée, je vous avais interrogé au sujet de la gestion des
déchets nucléaires et, plus particulièrement, du rapport semestriel
que doit réaliser l'ONDRAF à propos de son inspection concernant la
mission de Belgoprocess en matière de gestion des déchets
nucléaires. Début 2003, des fûts présentant des défauts (corrosion,
mauvaise fermeture, écoulement de la matrice de bitume, etc.)
avaient été découverts. Les différentes inspections effectuées ont fait
apparaître une augmentation du nombre de fûts défectueux.
10.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Uit de diverse inspecties blijkt dat
het aantal beschadigde vaten is
toegenomen. Het laatste verslag
van NIRAS over de rol van
Belgoprocess in het beheer van
kernafval diende eind december
2004 klaar te zijn. Hoever staat het
met dit verslag en kan u er de
grote lijnen van schetsen? Werden
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
Le dernier rapport devait être réalisé en décembre 2004. Lorsque je
vous ai interrogé à cette époque, vous m'aviez répondu que le rapport
était prêt mais n'avait pas encore été signé par le président du conseil
d'administration qui devait le faire dans les jours qui suivaient. J'aurais
alors pu disposer de ces informations.
Aujourd'hui, 1
er
février 2005, je me permets de vous poser à nouveau
la question de savoir où en est ce rapport et quelles en sont les
grandes lignes.
A-t-on constaté de nouveaux colis non conformes? Si oui, combien
par catégorie (A et B) et par responsable? Combien de colis de
catégorie A et B devront être reconditionnés? Quel sera le prix de ce
reconditionnement? Les installations et les moyens techniques pour
reconditionner ces colis existent-ils en Belgique? Si non, de nouvelles
installations devront-elles être éventuellement construites?
er opnieuw niet-conforme
verpakkingen gevonden? Hoeveel
kost het om de vaten eventueel
opnieuw te conditioneren?
Beschikt België over de installaties
en de technische middelen om
deze verpakkingen opnieuw te
conditioneren?
10.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame Gerkens, le quatrième
rapport intermédiaire de l'ONDRAF sur le programme de travail pour
les colis et déchets conditionnés dégradés (colis présentant un défaut
visuel nécessitant une action correctrice pour les rendre conformes
aux critères d'acceptation de l'ONDRAF) ou non conformes (colis ne
respectant pas les critères d'acceptation de l'ONDRAF) entreposés
sur le site de Belgoprocess m'est parvenu le 22 décembre 2004.
Le rapport présente la situation, fin novembre 2004, en matière
d'inventaire et d'inspection visuelle des colis de déchets conditionnés
dégradés ou non conformes.
L'inspection des 3.316 colis entreposés dans le bâtiment 150 du site
BP1 est terminée, et 215 colis sont déclarés dégradés ou non
conformes. L'inventaire des 26.982 colis de déchets conditionnés,
entreposés dans le bâtiment 151 du site BP1, devrait être terminé
pour la fin 2006. Parmi les 6.267 colis inspectés, 43 sont déclarés non
conformes. Dans le bâtiment 270 du site BP2, 313 des 1.381 colis
inspectés sont déclarés dégradés.
Ainsi, parmi les 31.679 colis de déchets entreposés dans ces trois
bâtiments, fin novembre 2004, 9.896 ont été inspectés et 571 sont
déclarés dégradés ou non conformes. Parmi ces derniers, 127 sont
de la responsabilité financière du producteur Electrabel et 444
ressortissent au passif nucléaire de Belgoprocess. L'estimation
avancée par l'ONDRAF de 3.419 colis potentiellement dégradés ou
non conformes est loin d'être atteinte à ce jour.
Ensuite, les 127 colis déclarés non conformes qui sont de la
responsabilité financière d'Electrabel contiennent des déchets
conditionnés de catégorie A. Les 444 colis du passif nucléaire de
Belgoprocess regroupent des déchets conditionnés des catégories A
ou B.
Par ailleurs, les colis dégradés ou non conformes contiennent
essentiellement des déchets bitumés ou bétonnés. Des expertises
supplémentaires sont prévues pour les premiers - gonflement et/ou
débordement du bitume - et en cours pour les seconds - corrosion
apparente. Une étude des solutions possibles pour la gestion à long
terme est en cours. Dès que les expertises, que le scénario de mise
en oeuvre et que des solutions seront finalisés, il sera possible de
10.02 Minister Marc Verwilghen:
Het vierde tussentijdse verslag van
NIRAS geeft de stand van zaken
van eind november 2004 inzake
de inventaris en de visuele
controle van de beschadigde of
niet-conforme verpakkingen van
de geconditioneerde afval.
De inspectie van de 3.316 colli die
in gebouw 150 van de BP1-site
zijn opgeslagen, is voltooid en 215
colli werden beschadigd of niet-
conform verklaard. De inventaris
van de 26.982 colli met
geconditioneerde afval die in
gebouw 151 van de BP1-site zijn
opgeslagen, moet tegen eind 2006
klaar zijn. Van de 6.267 reeds
geïnspecteerde colli werden 43
niet-conform verklaard. 313 van de
1.381 geïnspecteerde colli uit
gebouw 270 op de BP2-site
werden beschadigd verklaard.
Van de 31.679 colli met afval die in
deze drie gebouwen bewaard
worden, werden er 9.896
geïnspecteerd en 571 werden
beschadigd of niet-conform
verklaard. Van deze laatsten
vallen er 127 onder de financiële
verantwoordelijkheid van de
producent Electrabel en 444 vallen
onder het nucleaire passief van
Belgoprocess. De 127 colli van
Electrabel bevatten
geconditioneerde afval van
categorie A. De 444 colli van
Belgoprocess bevatten
geconditioneerde afval van
CRIV 51
COM 478
01/02/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
définir le nombre de colis des catégories A et B qui devront être
reconditionnés, le type de reconditionnement, les installations de
reconditionnement existantes ou à construire et le prix de ces
reconditionnements.
categorie A of B. Het geraamde
aantal van 3.419 potentieel
beschadigde of niet-conforme colli
is dus verre van bereikt.
De beschadigde of niet-conforme
colli bevatten voornamelijk
gebitumineerde of gebetoneerde
afval. De gebitumineerde afval zal
bijkomend door deskundigen
onderzocht worden, wat thans
reeds gebeurt met de
gebetonneerde afval. Er wordt
momenteel gezocht naar
oplossingen voor het beheer op
lange termijn. Van zodra het
deskundigenonderzoek, het
scenario voor de uitvoering en het
onderzoek naar mogelijke
oplossingen rond zijn, zal het
mogelijk zijn te bepalen hoeveel
colli van de categorieën A en B
opnieuw moeten geconditioneerd
worden, volgens welke types dit
moet gebeuren en hoeveel dat zal
kosten. We zullen dan ook kunnen
nagaan in welke
herconditioneringsinstallaties dit
kan gebeuren of welke er
gebouwd moeten worden.
10.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour sa réponse. Je constate qu'il faudra encore deux ans
au moins (fin 2006) pour achever le plus gros lot des fûts et qu'il y a
eu une légère augmentation du nombre de fûts -- je crois que c'était
542 ou 572 la dernière fois. Des recherches sont en cours pour le
reconditionnement de certains déchets. Est-ce que ce type de rapport
est accessible ou bien est-il considéré comme confidentiel?
10.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Het zal dus nog meer dan twee
jaar duren voordat het merendeel
van de vaten opnieuw
geconditioneerd is. Hun aantal is
ook nog toegenomen.
Zijn dergelijke verslagen
vertrouwelijk?
10.04 Marc Verwilghen, ministre: Il est considéré comme
confidentiel.
10.04 Minister Marc Verwilghen:
Dit verslag wordt als vertrouwelijk
beschouwd.
10.05 Muriel Gerkens (ECOLO): D'accord. Vous ne pouvez donc
pas répondre à ma dernière question - a-t-on les installations et les
moyens de reconditionner? - tant que l'étude n'a pas été faite. Je vous
interrogerai à nouveau dans six mois pour savoir comment les choses
évoluent.
10.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik zal u over zes maanden
opnieuw over deze kwestie
bevragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, zo zijn wij aan het eind van onze agenda gekomen. Mevrouw Lalieux had nog wel
een vraag maar zij heeft zelf, ten eerste, aangekondigd dat zij wellicht te laat zou komen en ten tweede, dat
zij haar vraag in een schriftelijke vraag wenst om te zetten.
01/02/2005
CRIV 51
COM 478
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Ik kan de vergadering dus sluiten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.35 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11.35 heures.