CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 470
CRIV 51 COM 470
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
lundi
maandag
24-01-2005
24-01-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la règle des 2/3 pour les autocars
et les autobus" (n° 4992)
1
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de 2/3-regel voor
autocars en autobussen" (nr. 4992)
1
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Guido De Padt au ministre de la
Mobilité sur "une politique dynamique
d'interdiction de dépassement pour les camions"
(n° 4995)
3
Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister
van Mobiliteit over "een dynamisch inhaalverbod
voor vrachtwagens" (nr. 4995)
3
Orateurs: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Guido De Padt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les cours de recyclage concernant
les règles théoriques de la circulation pour les
automobilistes seniors" (n° 4999)
4
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de
opfrissingscursussen theoretische verkeerskennis
bij de senioren-autobestuurders" (nr. 4999)
4
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "l'organisation de 'reverse auctions'
dans le cadre de l'attribution de marchés portant
sur des transports ADR" (n° 5016)
7
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "het organiseren van
'reverse auctions' bij het uitbesteden van ADR-
opdrachten" (nr. 5016)
7
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de Mme Greet van Gool au ministre de
la Mobilité sur "les fauteuils roulants reliés à un
vélo et les remorques pour vélo" (n° 5028)
9
Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de
minister van Mobiliteit over "de rolstoelfietsen en
de fietskarren" (nr. 5028)
8
Orateurs: Greet van Gool, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Greet van Gool, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de
la Mobilité sur "la validité zonale des panneaux de
signalisation" (n° 5032)
10
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Mobiliteit over "de zonale betekenis
van verkeersborden" (nr. 5032)
10
Orateurs: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Nathalie Muylle, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Damien Yzerbyt au ministre de la
Mobilité sur "la réforme de l'inspection automobile
par les centres de contrôle technique" (n° 5144)
12
Vraag van de heer Damien Yzerbyt aan de
minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
autokeuring door de keuringsstations" (nr. 5144)
12
Orateurs: Damien Yzerbyt, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Damien Yzerbyt, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "le bon état d'entretien des bus et des
camions étrangers et le respect par leurs
conducteurs des règles en vigueur" (n° 5085)
14
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "de rijwaardigheid van
buitenlandse bussen en vrachtwagens" (nr. 5085)
14
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "les déclarations à l'occasion de
l'acquittement d'un médecin par le juge d'un
tribunal de police dans une affaire d'infraction
grave du troisième degré" (n° 5111)
16
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de uitspraken van de
minister naar aanleiding van de vrijspraak van
een arts door de politierechter voor een zware
overtreding van de derde graad" (nr. 5111)
15
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt
, minister van Mobiliteit
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Question de M. François-Xavier de Donnea à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le chantier interrompu devant la cathédrale
Sainte-Gudule" (n° 5081)
17
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "het stilleggen van de werken aan de
voet van de Sint-Goedelekathedraal" (nr. 5081)
17
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Renaat Landuyt
, ministre de la Mobilité
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Renaat Landuyt
, minister van Mobiliteit
Question de M. Dylan Casaer au ministre de la
Mobilité sur "les courses de voitures sur la voie
publique" (n° 5140)
20
Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister
van Mobiliteit over "straatraces" (nr. 5140)
20
Orateurs: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité
Sprekers: Dylan Casaer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1


COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
du
LUNDI
24
JANVIER
2005
Après-midi
______
van
MAANDAG
24
JANUARI
2005
Namiddag
______

De vergadering wordt geopend om 14.20 uur door de heer Guido De Padt, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.20 heures par M. Guido De Padt, président.
01 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de 2/3-regel voor
autocars en autobussen" (nr. 4992)
01 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la règle des 2/3 pour les autocars
et les autobus" (n° 4992)
01.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, mijn eerste
vraag betreft de 2/3-regel voor autocars en autobussen. Het betreft
een beslissing van een van uw voorgangers uit 2002, die u blijkbaar
achtervolgt. Vanaf 1 september 2005 wordt het koninklijk besluit van
18 december 2002 van kracht. Dat besluit schrapt de bepaling dat
kinderen van jonger dan 12 jaar maar voor tweederde tellen in
personenauto's, auto's voor dubbel gebruik, minibussen, autobussen
en autocars gebruikt voor schoolvervoer en met specifiek
signalisatiebord.

Die regel is uiteraard gunstig voor de veiligheid van de vervoerde
kinderen maar de gevolgen zijn echter ingrijpend. Gezinnen met
vier kinderen jonger dan 12 jaar die alle gezinsleden samen willen
vervoeren, komen door de maatregel in de problemen wanneer zij
beschikken over een standaard gezinswagen met drie zitplaatsen
achterin. Het gaat niet alleen over de gezinswagens. Busjes met
19 zitplaatsen die op dit ogenblik nog wettelijk 26 kinderen kunnen
vervoeren, zullen vanaf 1 september slechts 19 kinderen kunnen
vervoeren. Dat creëert problemen voor schoolbusjes of busjes voor
kinderopvang. De oplossingen, een grotere bus kopen of
verscheidene ritten maken, liggen uiteraard niet altijd voor de hand en
zullen heel wat organisatie vergen.

Ik heb een paar vragen. Welke oplossing ziet u voor dit probleem voor
zowel gezinnen, scholen en schoolvervoer? Bestaat er een andere
oplossing dan de aankoop van een nieuwe, ruimere auto of autobus?
01.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le 1
er
septembre 2005,
l'arrêté royal du 18 décembre 2002
entrera en vigueur, entraînant la
suppression de la disposition selon
laquelle les enfants de moins de
douze ans ne comptent que pour
2/3 dans les voitures, les voitures
mixtes, les minibus, les autobus et
les autocars pour le transport
scolaire. Les bus comptant 19
places assises ne pourront plus
transporter 26 enfants. La mesure
vise à renforcer la sécurité des
enfants.

Les familles qui ont quatre enfants
et qui possèdent une voiture ne
disposant que de trois places
assises à l'arrière seront
confrontées à un problème. Le
ministre a-t-il une solution à ce
problème? N'y a-t-il pour ces
familles d'autre solution que
d'acheter une plus grande voiture?
01.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, het is
inderdaad zo dat vanaf 1 september 2005 de 2/3-regel voor kinderen
onder de 12 jaar volledig tot het verleden behoort. De reden hiervoor
is het levensreddend karakter van de gordel. Het feit dat vanaf
01.02 Renaat Landuyt, ministre:
La règle des 2/3 applicable aux
enfants de moins de douze ans
sera supprimée à partir du 1
er
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
1 september 2005 per zitplaats maximum 1 kind mag plaatsnemen
impliceert dat elk kind op een plaats die is uitgerust met een
veiligheidsgordel de veiligheidsgordel moet dragen.

Precies om kroostrijke gezinnen en scholen enig respijt te gunnen en
hen de mogelijkheid te geven de nodige schikkingen te treffen, werd
de inwerkingtreding van de maatregelen voor personenvoertuigen en
bussen die worden gebruikt in het kader van het schoolvervoer met
twee jaar uitgesteld. Voor de andere motorvoertuigen is de maatregel
reeds vanaf 1 september 2003 van kracht.

Ik begrijp dat het niet altijd zo vanzelfsprekend is om een nieuwe
wagen te kopen, maar is het niet zo dat iedere ouder zijn kinderen op
de best mogelijke manier wil beschermen. Iedereen moet bekennen
dat de afschaffing van de 2/3-regel daar ontegensprekelijk toe
bijdraagt. Een goed vastgeklikt kind per zitplaats wordt vanaf 1
september 2005 dan ook de regel. Een klik, één kind.

Het is tevens zo dat de verschillende ministers van Onderwijs in 2004
werden aangeschreven. In die brief werd verzocht om de
schooldirecties op de hoogte te brengen van de afschaffing van de
2/3-regel zodat deze kunnen anticiperen op de impact van de
inwerkingtreding van de maatregel.

Naar aanleiding van de publicatie van het wijzigingsbesluit van
18 december 2002 op kerstdag 2002 is toen reeds aan die maatregel
aandacht besteed en erover gecommuniceerd door mijn voorganger.
Ook de publicaties van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid
over de veiligheidsgordel en de kinderzitjes zijn aangepast en maken
reeds melding van die schikkingen.

Tot slot, bij de voorstelling van de komende campagne inzake
veiligheidsgordels vanaf 14 februari 2005 tot 13 maart 2005 ­ dat zal
de campagne zijn die door de BIVV wordt gestuurd op bijvoorbeeld
vrijgekomen borden langs de autoweg en die specifiek is gericht op
het vervoer van onze kinderen en alle daarmee gepaard gaande
initiatieven ­ zal, vooraleer de maatregel op 1 september 2005 in
uitvoering gaat, de afschaffing van de 2/3-regel aan bod komen. Met
andere woorden, de komende campagne inzake verkeersveiligheid
draait rond de autogordel, waarbij heel specifiek ook deze
problematiek mee in wordt opgenomen.
septembre 2005 pour la bonne et
simple raison que la ceinture de
sécurité sauve des vies humaines.
Dorénavant, tous les enfants
devront porter la ceinture sur les
sièges qui en sont équipés. Pour
donner un peu de temps aux
familles et aux écoles, nous avions
déjà reporté de deux ans l'entrée
en vigueur de ces mesures. Pour
les autres véhicules à moteur, les
directives sont d'application depuis
le 1
er
septembre 2003. Je crois
que tous les parents veulent
protéger leurs enfants au
maximum. La suppression de la
règle des 2/3 contribuera à leur
protection maximale. Désormais
prévaudra le principe "un enfant,
une ceinture".

En 2004, il a été demandé aux
ministres de l'Enseignement de
porter la nouvelle règle à la
connaissance des directions des
établissements scolaires.
D'ailleurs, lors de la publication de
l'arrêté de modification du 18
décembre 2002, mon
prédécesseur avait déjà fait de
nombreux communiqués de
presse. En outre, les publications
de l'Institut belge pour la Sécurité
routière ont également été
adaptées. La campagne
concernant les ceintures de
sécurité que l'IBSR mènera
prochainement mentionnera
également la suppression de la
règle des 2/3.
01.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Met als boodschap voor de grote
gezinnen: koop een nieuwe wagen.
01.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le message consiste-t-il
à dire aux familles nombreuses
qu'elles doivent faire l'acquisition
d'une nouvelle voiture?
01.04 Minister Renaat Landuyt: Met als boodschap voor de grote en
kleine gezinnen: zorg dat er per kind een autogordel is.
01.04 Renaat Landuyt, ministre:
Toutes les familles doivent
s'assurer de la présence d'une
ceinture par enfant.
01.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Staat het aantal autogordels
achterin gelijk met het aantal zitplaatsen achterin?
01.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le nombre de ceintures
de sécurité à l'arrière du véhicule
correspond-il au nombre de places
assises?
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
01.06 Minister Renaat Landuyt: De gelijkheid die men moet
nastreven, is het aantal kinderen en het aantal autogordels.
01.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer de minister, vraag nr. 4895 van de heer Van Campenhout werd omgezet in een
schriftelijke vraag.
02 Vraag van de heer Guido De Padt aan de minister van Mobiliteit over "een dynamisch inhaalverbod
voor vrachtwagens" (nr. 4995)
02 Question de M. Guido De Padt au ministre de la Mobilité sur "une politique dynamique
d'interdiction de dépassement pour les camions" (n° 4995)
02.01 Guido De Padt (VLD): Mijnheer de minister, mijn vraag is
geïnspireerd op een experiment dat in Nederland loopt. Daar zijn
sedert 10 januari 2005 op twee snelwegen elektronische borden met
een inhaalverbod voor vrachtwagens aangebracht boven de weg. Het
zijn dynamische borden, ze gaan namelijk alleen aan als de
verkeersdrukte op de weg daarom vraagt. Het gaat om een proef van
het ministerie van Verkeer en Waterstaat die het effect op de
verkeersveiligheid en -doorstroming meet. Het project wordt
medegefinancierd door Europa.

Het voordeel van dit systeem is dat het inhaalverbod kan worden
ingesteld als het druk is. Tijdens het weekend en tijdens de rustige
vakantieperiodes bijvoorbeeld hoeft er dan geen inhaalverbod te
worden ingesteld. Op deze manier wordt de doorstroming op drukke
tijden bevorderd en kunnen vrachtwagens in minder drukke tijden
inhalen.

Ik heb de volgende vragen, mijnheer de minister.

Welke visie houdt u erop na inzake een veralgemeend, een beperkt of
een dynamisch inhaalverbod voor vrachtwagens?

Is er dienaangaande reeds overleg geweest met een
belangenorganisatie van vrachtwagenbestuurders?

Zult of wilt u initiatieven nemen om in ons land een soortgelijk initiatief
als in Nederland op touw te zetten of gestalte te geven? Wat zijn, in
voorkomend geval, de Europese subsidiemogelijkheden?
02.01 Guido De Padt (VLD): Le
10 janvier 2005, des panneaux
électroniques ont été installés sur
deux autoroutes néerlandaises
pour signaler aux conducteurs de
camions une interdiction de
dépasser. Ces panneaux ne
s'allument que lorsque les
conditions du trafic l'exigent. Il
s'agit d'un projet expérimental du
ministère des Communications et
de la Gestion des eaux qui
bénéficie d'une aide financière de
l'Europe.

Que pense le ministre d'une
interdiction de dépasser pour les
camions qui soit générale, limitée
ou dynamique? Une concertation
a-t-elle déjà eu lieu avec les
organisations de défense des
intérêts des transporteurs
routiers? Le ministre envisage-t-il
d'appliquer le projet néerlandais
chez nous? Le cas échéant,
l'Europe pourrait-elle accorder des
subsides à cet effet?
02.02 Minister Renaat Landuyt: Wat houdt het initiatief in Nederland
precies in?
02.03 Guido De Padt (VLD): Het gaat over het initiatief tot het
plaatsen van dergelijke borden op twee autosnelwegen in Nederland.
Het initiatief wordt blijkbaar medegefinancierd door Europa.

Er wordt nagegaan of inhaalverboden voor vrachtwagens al dan niet
op een dynamische wijze, afhankelijk van de verkeersdrukte, kunnen
worden geïmplementeerd. Nu zijn er op vaste tijdstippen of continu
inhaalverboden op een bepaald vak van de autosnelweg. In dit project
wordt het inhaalverbod afhankelijk gemaakt van de drukte op de
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
autowegen.
02.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer De Padt, wat uw
hoofdvraag betreft, er bestaat reeds dertien jaar een reglementair
instrument. De wegbeheerder kan namelijk kiezen voor dynamische
inhaalverbodstekens.

Zoals ook uit uw vraag blijkt, is het veeleer de kostprijs die
afremmend werkt. Of wij al dan niet een beroep kunnen doen op
Europese middelen, hangt af van het experimenteel karakter van wat
u voorstelt.

Ik wil wel even laten onderzoeken in welke mate dit mogelijk zou
moeten zijn. Strikt genomen kan men vandaag op onze wegen kiezen
voor een variabel, dynamisch bord. Het reglement laat toe dat men
daarvoor kiest, alleen kiest men daarvoor niet omwille van de
kostprijs, vermoed ik. Terzake geldt artikel 65, 3° van het
verkeersreglement, in werking sedert 1 januari 1992.
02.04 Renaat Landuyt, ministre:
L'article 65, alinéa 3, de la loi
relative à la police de la circulation
du 1
er
janvier 1992 permet depuis
13 ans déjà au gestionnaire de
voirie d'opter pour des panneaux
d'interdiction de dépasser
électroniques. Le coût de tels
panneaux est toutefois dissuasif.
Quant à l'octroi de fonds
européens, il serait fonction du
caractère expérimental de la
proposition de M. De Padt.
02.05 Guido De Padt (VLD): Ik zal dat eens laten onderzoeken,
mijnheer de minister. Ik was er niet van op de hoogte dat men zelf
signalen of opdrachten kon geven vanuit een bepaalde dispatching
om op bepaalde wegen gedurende een zeer drukke periode een
inhaalverbod tijdelijk in te voeren. Ik dacht dat het nu zo was dat men
het wel kon doen op dezelfde tijdstippen, bijvoorbeeld tussen 7 en 9
's morgens of tussen 4 en 6 's avonds, als er op bepaalde autowegen
toch wel druk verkeer is. Dat men dit vanuit een bepaalde dispatching
zelf kon doen, wist ik niet.
02.05 Guido De Padt (VLD): Il est
en tout cas intéressant que les
dispatchings puissent instaurer
une interdiction de dépasser
temporaire pendant les heures de
pointe. Je n'étais pas au courant
du fait que cette possibilité existait
déjà.
02.06 Minister Renaat Landuyt: Naar mijn bescheiden oordeel laat
artikel 65, 3° dit toe.
02.07 Guido De Padt (VLD): Ik heb het genoteerd, dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de opfrissingscursussen
theoretische verkeerskennis bij de senioren-autobestuurders" (nr. 4999)
03 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les cours de recyclage
concernant les règles théoriques de la circulation pour les automobilistes seniors" (n° 4999)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijn
volgende vraag gaat over de opfrissingscursussen theoretische
verkeerskennis en dan specifiek voor de doelgroep van
seniorenautobestuurders.

Deze doelgroep wordt net als iedereen regelmatig geconfronteerd met
de aanpassingen van het verkeersreglement. De weggebruiker wordt
verondersteld de verkeersregels te kennen en hij moet zijn kennis
daarover dan ook op geregelde tijdstippen bijspijkeren. A fortiori geldt
dit dus ook voor de gepensioneerden. Sinds daarover enige discussie
ontstond ­ het ging meer specifiek over het rijbewijs voor oudere
personen ­ in het midden van de jaren negentig, heeft de regering-
Dehaene via staatssecretaris Jan Peeters het systeem ingevoerd van
de vrijwillige opfrissingscursussen van de kennis van het
verkeersreglement voor senioren. Om die reden werden toen zelfs
middelen uitgetrokken om dergelijke initiatieven vanuit de socio-
03.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les usagers de la route
doivent affiner leur connaissance
du code de la route parce que
celui-ci est régulièrement modifié.
Les retraités sont également
concernés.

Au milieu des années 90, le
gouvernement Dehaene II avait
créé pour les seniors le système
de révision volontaire de la
connaissance du code de la route.
Des moyens avaient été inscrits à
cet effet au poste budgétaire
"Etudes et actions" en matière de
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
culturele organisaties aan te moedigen en dit onder de begrotingspost
Studies en acties inzake verkeersveiligheid. Het bedrag schommelde
steeds rond de 10 miljoen frank, zijnde 250.000 euro, en werd
eveneens voor andere acties gebruikt. Met mijn vragen wil ik te weten
komen of dit vandaag nog steeds mogelijk is.

Ik overloop even mijn vragen. Werden er uit deze begrotingspost ooit
daadwerkelijk middelen besteed aan dergelijke opfrissingscursussen?
Zo ja, graag een overzicht van de gesubsidieerde initiatieven. Bestaat
deze mogelijkheid nog altijd? In de laatste begrotingen stonden er bij
de verantwoording geen opfrissingscursussen als dusdanig meer
vermeld. Indien ze nog altijd bestaan, zijn de seniorenorganisaties op
de hoogte van de voorwaarden en de procedure? Indien dit laatste
niet het geval is ­ naar ik verneem zijn zij er niet van op de hoogte ­
wat zijn dan de voorwaarden en de precieze stappen die
geïnteresseerde organisaties moeten zetten? Tot wie moeten zij zich
richten? Moeten zij niet van het bestaan en de procedure op de
hoogte worden gebracht?
sécurité routière.

Les moyens inscrits à ce poste
budgétaire ont-ils effectivement
été affectés à l'organisation de
cours de révision de la
connaissance du code de la route
pour les seniors? Le ministre peut-
il nous fournir un aperçu des
initiatives subsidiées? Cette
possibilité existe-t-elle
encore aujourd'hui? Les
organisations socioculturelles
sont-elles informées de la
procédure? Quelles étapes
précises doit suivre une
organisation intéressée?
03.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega, uw
vragen zijn een aanleiding om duidelijk af te lijnen hoe ik mijn eigen
bevoegdheid en mijn beleid inzake rijbewijs en opleiding zie.

Ik ben op dat vlak misschien een regionalist, maar het is niet omdat ik
federaal minister ben, dat ik mijn opinie omtrent de
bevoegdheidsverdeling moet veranderen. Alles wat met opleiding te
maken heeft is een gemeenschapsbevoegdheid, tenzij iets mij
expliciet zou dwingen om daarin op te treden. Dat is een principieel
bevoegdheidsstandpunt.

Dit gezegd zijnde, is het wel zo dat het eindpunt van de opleiding,
namelijk het diploma en het rijbewijs, wel een federale bevoegdheid
is. Ik wil proberen om in heel de problematiek van het rijbewijs een
zeer consequente houding vol te houden, zonder de mensen in de
steek te laten, maar door mij consequent te bemoeien waar ik mij te
bemoeien heb.

De interne beleidslijn is om ervoor te zorgen dat een rijbewijs, dat ik
aanzie als een stukje fundamenteel recht voor de mensen, zo goed
mogelijk kan bekomen worden en ook zo goedkoop mogelijk kan
bekomen worden. Gelet op het feit dat het een fundamenteel recht is
moet dat in de globale bijdrage van de fiscale lasten, van de fiscale
solidariteit kunnen gevoegd worden. Dat is het oogmerk op lange
termijn.

Dat is de methode die ik volg. Alles wat de vrije markt van de
leveranciers van opleidingen schendt schrappen wij. Het is geschrapt
in het licht van de Europese reglementering.

De schrapping gebeurde met de nodige achterhoedegevechten van
de vroegere genieters van het oligopolie dat de rijopleiding was.

Ten tweede, ik wil de vrijheid van de markt maar ik wil ook de vrijheid
­ en ik kom dichter en dichter bij uw vraag ­ van het vrijwilligerswerk
hoog houden. Vandaar dat ik er ten eerste in het kader van de
ouderen voor gewaarschuwd heb dat men diverse ouderen heeft in
onze maatschappij van welstand. Er zijn ook mensen die enorm veel
ervaring hebben opgebouwd en die zelfs onder de groep mensen zijn
03.02 Renaat Landuyt, ministre:
Tout ce qui concerne la formation
relève de la compétence des
Communautés. Seule la phase
finale de la formation, le diplôme
et le permis de conduire donc,
relève du niveau fédéral.

En ce qui concerne le permis de
conduire, j'entends faire preuve de
cohérence: notre ligne de conduite
politique consiste à faire en sorte
que le permis de conduire, que je
considère comme un droit
fondamental du citoyen, puisse
être obtenu aux conditions les
meilleures et les moins chères.

La mesure consistant à organiser
à charge des pouvoirs publics des
formations complémentaires pour
les seniors a été abandonnée en
raison de la réglementation
européenne. Rien de ce qui a trait
au marché libre des fournisseurs
de formations ne trouve grâce aux
yeux de l'Europe.

Le bénévolat reste bien sûr
possible mais sur la base d'une
totale liberté. Certains seniors
disposent de l'expérience qui
permet d'assurer un
accompagnement libre. Je ne
souhaite pas freiner ce type
d'initiatives.

Nous avons également prévu,
pour les organisations qui ont
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
die in staat zijn om via vrije begeleiding anderen te helpen. Dat wil ik
niet afremmen.

Wat hebben we al gecorrigeerd in de reglementering? We hebben
bijvoorbeeld toegelaten, of ik heb er persoonlijk voor gezorgd, dat
organisaties zoals de Christelijke Werkgeversbeweging en anderen
die initiatieven hadden rond opleiding en begeleiding voor het rijbewijs
terug de mogelijkheid hebben om evengoed mee te spelen. Ik geloof
in dergelijke initiatieven.

Ook hier, wat hier gebeurt, mensen die zich willen opfrissen inzake
het rijbewijs zouden die mogelijkheid moeten krijgen. Alleen is de
vraag of dit betekent dat de federale overheid dit verder moet
financieren. Strikt genomen niet. Het initiatief van staatssecretaris
Peeters bestond erin een impuls te geven. Als men dan kijkt naar
waar hij de impulsen heeft gegeven, dan zijn die blijkbaar goed
gegeven want die initiatieven blijven bestaan.

Anderzijds, meen ik dat het stadsbestuur van Antwerpen ook
initiatieven in die richting voortzet. Dat kan alleen maar toegejuicht
worden.
développé des initiatives dans le
domaine de la formation et de
l'accompagnement dans le cadre
du permis de conduire, la
possibilité d'à nouveau jouer un
rôle.

Les conducteurs désireux de
rafraîchir leurs connaissances du
code de la route devraient pouvoir
le faire. Strictement parlant
toutefois, il n'appartient pas au
pouvoir fédéral de financer cette
initiative à laquelle le secrétaire
d'Etat, M. Peeters, avait à l'époque
voulu donner une impulsion. Cette
initiative est maintenue. On note
ainsi des initiatives méritoires
mises sur pied par la province de
Limbourg et la ville d'Anvers.
03.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik bedank u alvast voor uw
antwoord, mijnheer de minister. U hebt niet echt een specifiek
antwoord gegeven op mijn vragen, die misschien beter als schriftelijke
vraag gesteld waren, omdat ik vraag naar enkele specifieke dingen
die opgesomd zouden kunnen worden.

Inzake het initiatief in Limburg vroeg ik mij nog af door wie het
georganiseerd wordt. In Antwerpen gebeurt het blijkbaar door het
stadsbestuur zelf. Maar in Limburg?
03.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre n'a pas
répondu à mes questions
spécifiques, peut-être aurais-je dû
les poser par écrit.
03.04 Minister Renaat Landuyt: Door de provincie.
03.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Het is inderdaad niet onmiddellijk
uw bevoegdheid. Opleiding en opfrissingcursussen vallen onder de
Gemeenschappen, ik volg u daarin wel. Maar de toepassing van het
verkeersreglement is natuurlijk wel uw bevoegdheid. Dus kan ik mij
voorstellen dat u tijdens een interministeriële conferentie of iets
dergelijks de gemeenschapsministers er toch eens op zou wijzen dat
dit een belangrijk element is in uw beleid voor een betere
verkeersveiligheid. Misschien kan men dan vanuit de
Gemeenschappen iets doen om dergelijke cursussen te stimuleren.
03.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le ministre renvoie aux
Communautés puisque la
formation ne ressortit
effectivement pas à ses
compétences. Cependant,
l'application de la loi relative à la
police de la sécurité routière
constitue une compétence
fédérale. Le ministre peut, lors de
la conférence interministérielle,
attirer l'attention des
Communautés sur l'importance
que revêt la formation pour la
sécurité routière. Peut-être les
Communautés pourraient-elles
promouvoir ce type de cours.
03.06 Minister Renaat Landuyt: Voor de volledigheid wil ik u wel de
details geven van wat dat ooit heeft betekend aan financiële middelen.
Het ging om een begrotingspost van 5 miljoen Belgische frank,
destijds. Die subsidies werden verdeeld via de Federatie van de
Beroepsautorijscholen van België. Via die weg werd het
georganiseerd. Dat is mijn antwoord op de twee concrete vragen die
03.06 Renaat Landuyt, ministre:
Pour répondre à la question
précise: il existait un poste
budgétaire de 5 millions de francs.
Ces subventions ont été réparties
par le biais de la Fédération des
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
ik nog niet had beantwoord.

Voor het overige wil ik uiteraard goede werkafspraken met de
gemeenschapsoverheden.

Ik hoed mij echter voor een vorm van coördinerende betutteling. Ik
heb de andere kant ook meegemaakt. Ik wil niet de indruk wekken dat
we via coördinatie gaan zeggen wat een andere overheid moet doen.
Ik wil alleen zeggen wat wij belangrijk vinden, wat wij gaan regelen en
wat wij verwachten dat zij gaan regelen. De meest vergaande stelling
die ik heb ingenomen is dat het examen voor het rijbewijs volgens mij
in het algemeen middelbaar onderwijs zou moeten worden ingevoerd.
Er is niets dat de Gemeenschap verhindert om dat nu al te doen.
auto-écoles professionnelles de
Belgique.

Je souhaite bien sûr conclure des
accords de travail corrects avec
les Communautés. Je ne souhaite
toutefois pas donner l'impression
que nous dictons sa conduite à un
autre niveau de pouvoir. En
revanche, j'ai bel et bien défendu
la thèse selon laquelle l'examen
en vue de l'obtention du permis de
conduire devrait être inclus dans le
programme de l'enseignement
secondaire général.
03.07 Jef Van den Bergh (CD&V): Goed, ik denk dat ik de ideeën
kan doorgeven aan mijn Vlaamse collega's.
03.08 Minister Renaat Landuyt: U doet de suggestie. In het
interministerieel overleg worden deze thema's uiteraard behandeld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "het organiseren van
'reverse auctions' bij het uitbesteden van ADR-opdrachten" (nr. 5016)
04 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "l'organisation de 'reverse
auctions' dans le cadre de l'attribution de marchés portant sur des transports ADR" (n° 5016)
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is een vraag van een heel andere orde.

Met betrekking tot de ADR-transporten in de chemiesector worden de
laatste tijd, zoals men mij heeft verteld, steeds meer pakketten van
goederenstromen verhandeld via reverse auction. Dat houdt in dat
een pakket op de markt wordt geplaatst en dat verschillende
dienstverleners vervolgens op dat pakket kunnen bieden via een
internetsite. Degene die het pakket voor de laagste prijs kan
vervoeren, krijgt de opdracht.

Die manier van werken maakt van de prijs in die dienstverlening de
centrale factor, wat bepaalde vragen oproept. Bij ADR gaat het over
vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook al worden zowel vervoerders als
opdrachtgevers gecontroleerd op de naleving van de wettelijke
voorschriften, en ook al wordt er zo een veiligheidsbuffer opgeworpen
tegen gesjoemel, toch blijven wij wel wat vragen hebben bij die
reverse auction op het terrein van ADR, vooral vanuit de
bekommernis dat de prijs centraal komt te staan in het transport van
dergelijke producten.

De vraag luidt immers of de goedkoopste vervoerder ook wel de
veiligste is. Veiligheid dient toch steeds centraal en voorop te staan,
en dan zeker in het geval van ADR.

Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen.

Vindt u het opportuun dat dergelijke uitbestedingswijze wordt
04.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le secteur chimique
applique pour certains flux de
marchandises la méthode de la
"reverse auction", ce qui signifie
qu'il met sur le marché un
"paquet" pour lequel divers
prestataires de services peuvent
ensuite faire une offre par le biais
d'une page web.

Il s'agit toutefois, dans le cas de
l'ADR, du transport de substances
dangereuses; c'est pourquoi je
m'interroge sur le recours à la
technique de la "reverse auction".
Le transporteur le moins cher est-il
aussi le plus sûr? Le ministre
estime-t-il judicieux d'utiliser une
telle procédure d'adjudication pour
le transport de substances
dangereuses? De nouvelles
directives sont-elles prévues en la
matière?
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
gehanteerd?

Zal dat geen druk leggen op de veiligheidsvoorschriften?

Hebben uw diensten zich reeds gebogen over die problematiek, of
wat zijn zij van plan in de nabije toekomst daaraan te doen?

Daar wat bij aansluitend, is er reeds nagedacht over eventueel nieuwe
richtlijnen in verband met de uitbesteding van ADR-opdrachten om
misbruiken van het reverse auction-systeem tegen te gaan?
04.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, collega Van den Bergh, om op uw eerste vraag te
antwoorden, nergens in de ADR-reglementering zijn bepalingen terug
te vinden inzake voorwaarden waaraan commerciële transacties rond
ADR-transporten zouden dienen te voldoen. Aanbestedingen van
transporten behoren tot de commerciële sfeer. De overheid is
momenteel niet van plan te interveniëren in de commerciële relaties
tussen de opdrachtgever van het vervoer en de transporteur of
medecontractant.
04.02 Renaat Landuyt, ministre:
La réglementation ADR n'impose
aucune condition pour les
transactions commerciales
relatives aux transports ADR. Les
adjudications de marchés de
transport relèvent de la sphère
commerciale. Pour l'instant, les
pouvoirs publics n'ont pas
l'intention de s'immiscer dans ces
relations commerciales.
04.03 (...): Dat is eigen aan socialisten.
04.04 Minister Renaat Landuyt: Op uw tweede vraag kan ik het
volgende antwoorden. Gelet op wat voorafgaat, heeft het probleem
zich niet kunnen voordoen. Noch in de werkgroepen in Genève, noch
in Brussel, is er een eventueel veiligheidsprobleem ten berde
gekomen dat te wijten zou zijn aan de toepassing van reverse
auction-aanbestedingssystemen. In de mate dat er een
veiligheidsproblematiek zou spelen door gebruikmaking van die
aanbestedingsmethodiek, zou er een gespreksonderwerp kunnen zijn.

Op uw derde vraag kan ik het volgende antwoorden. De ADR-
reglementering is een zuiver technische reglementering die uitsluitend
gewijd is aan de classificatie van gevaarlijke goederen, de
veiligheidsaspecten van de voertuigen, de stouwing van de goederen,
de boorddocumenten, de signalisatie, de verpakkingen en de
voorschriften voor het personeel. Andere aspecten dan die vallen niet
onder de toepassing van het ADR-verdrag.
04.04 Renaat Landuyt, ministre:
Aucune question de sécurité
éventuellement liée à l'application
des systèmes d'adjudication
"reverse auction" n'a d'ailleurs été
soulevée par les groupes de
travail, que ce soit à Genève ou à
Bruxelles.

La réglementation ADR est
purement technique et porte sur la
classification des marchandises
dangereuses, la sécurité des
véhicules, les documents de bord,
la signalisation, les emballages et
les consignes au personnel. Les
autres aspects ne relèvent pas de
l'application de l'accord ADR.
04.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u.

Ik wou alleen signaleren dat bepaalde mensen zich zorgen maken dat
de druk op de prijzen zodanig groot wordt dat hier en daar de
veiligheid wat in het gedrang komt. Ik denk dat het vooral een zaak is
van controle op de naleving van alle bestaande voorschriften. Daar zit
het probleem. De manier waarop de markt wordt georganiseerd, zal
geen probleem opleveren zolang de regels worden nageleefd.
04.05 Jef Van den Bergh
(CD&V): La pression sur certains
prix devient particulièrement
importante, ce qui compromet la
sécurité. Le respect des
prescriptions doit être contrôlé. Le
marché est évidemment libre mais
les règles de sécurité doivent être
respectées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greet van Gool aan de minister van Mobiliteit over "de rolstoelfietsen en de
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
fietskarren" (nr. 5028)
05 Question de Mme Greet van Gool au ministre de la Mobilité sur "les fauteuils roulants reliés à un
vélo et les remorques pour vélo" (n° 5028)
05.01 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag is een korte vraag, maar ze gaat over een
belangrijk dossier dat al een tijdje meegaat. De aanleiding hiervan is
de wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende
algemeen reglement op de politie van het wegverkeer door het
koninklijk besluit van 18 december 2002, waardoor enkel nog
aanhangwagens gekoppeld aan fietsen passagiers mogen vervoeren.
Dat geeft problemen voor rolstoelfietsen en fietskarren.

In de commissie van 20 oktober vorig jaar hebt u gezegd dat u het
dossier zelf ter hand zou nemen en dat een ontwerp van koninklijk
besluit zou worden voorbereid. Mijn vraag is gewoon te weten wat de
stand van zaken in dit dossier is.

Voorzitter: Jan Mortelmans.
Président: Jan Mortelmans.
05.01 Greet van Gool (sp.a-
spirit): La modification de l'arrêté
royal du 1
er
décembre 1975 pose
des problèmes aux utilisateurs de
fauteuils roulants reliés à un vélo
et de remorques pour vélo. En
octobre 2004, le ministre a déclaré
qu'un projet d'arrêté royal était en
préparation. Où en est ce dossier?
05.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, mevrouw van Gool, ik heb de problematiek voor advies
voorgelegd aan de federale commissie voor Verkeersveiligheid.
Normaal gezien zijn zij een ontwerp van koninklijk besluit aan het
opstellen. In algemene zin denk ik dat, als het over voertuigen gaat,
we de redeneringen van vroeger zouden moeten kunnen omkeren. In
de historiek van het voertuigenverkeer is men vertrokken vanuit een
beheersbare situatie: wij kunnen alle types van voertuigen bepalen die
op de weg mogen komen. Gezien de evolutie nu zo vlug gaat in
variaties van voertuigen, zouden we ­ voor zover de Europese regels
dat toelaten ­ moeten kunnen evolueren naar een systeem waarin wij
kunnen zeggen welke voertuigen niet op de openbare weg mogen
komen. Die oefening probeer ik nu op te leggen aan mijn
administratie, maar dat is, inzake redenering een beetje zoals het
keren van een tanker.
05.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le problème a été soumis à la
Commission Fédérale pour la
Sécurité routière. Un projet
d'arrêté royal apportant une
solution générale à ces questions
est actuellement rédigé. Le
raisonnement qui était tenu dans
le passé est inversé. Etant donné
qu'on observe une variation de
plus en plus grande en matière de
véhicules, il s'agit d'élaborer ­
dans le cadre des règles
européennes
­ un système
indiquant quels véhicules ne sont
pas admis sur la voie publique.
05.03 Greet van Gool (sp.a-spirit): Ik heb daar toch nog een vraag
bij. Als ik u hoor spreken over de omkering van het systeem, spreekt
u meer in het algemeen over voertuigen. Dat veronderstelt dat u het
probleem in zijn geheel bekijkt en niet specifiek voor rolstoelfietsen en
rolstoelkarren. Dat is natuurlijk een optie die wordt genomen, maar
het maakt dat het dossier ruimer wordt en meer duurtijd zal vragen.
05.03 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Le ministre n'examine pas
ce problème sous l'angle
spécifique des fauteuils roulants
reliés à un vélo et des remorques
pour vélo. L'approche générale
qu'il prône aura pour effet de faire
traîner les choses encore plus.
05.04 Minister Renaat Landuyt: Dat is de algemene opmerking.
Meer specifiek kan ik u meedelen dat er een tekst werd opgesteld
waarin de volgende voorwaarden zouden gelden: de fietser moet
minstens zestien jaar oud zijn, de aanhangwagen mag in de lengte
slechts een fiets zijn en dus geen lange rij achter mekaar. Wie twee
kinderen heeft, moet ze naast elkaar zetten. De aanhangwagen
waarmee passagiers vervoerd worden, moet hiervoor uitgerust zijn en
bijgevolg voorzien zijn van een beveiligde zitplaats per passagier ­
maximum twee ­ met afdoende bescherming van handen, voeten en
rug. Een derde kenmerk van de reglementering die praktisch klaar is,
is dat de massa van de aanhangwagen met lading of passagiers
05.04 Renaat Landuyt, ministre:
Le texte avec les modalités est
pratiquement prêt. Le cycliste doit
être âgé d'au moins seize ans. Il
ne peut y avoir qu'une seule
remorque par vélo. La remorque
pour le transport de passagers doit
être sécurisée. La masse de la
remorque ne peut être supérieure
à 80 kilogrammes que si elle est
équipée d'un système
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
inbegrepen, slechts 80 kilogram mag bedragen als hij uitgerust is met
een zelfremmend systeem. Met andere woorden, er is een probleem
voor een volwassene van meer dan 80 kilo.
autofreinant. Il nous reste à étudier
quel règlement appliquer aux
adultes d'un poids supérieur à 80
kilogrammes. Cette question doit
encore faire l'objet d'une
concertation avec les Régions.
05.05 Greet van Gool (sp.a-spirit): Een persoon met een handicap in
een rolstoel kan soms meer dan 80 kilogram wegen.
05.06 Minister Renaat Landuyt: Ja, ik was het ook aan het denken.

Dat is nog bediscussieerbaar omdat het nog heel de adviesronde
moet doorlopen, ook inzake de betrokkenheid van de Gewesten.

Ik houd voor ogen dat wij de problematiek van de volwassen
gehandicapten niet uit het oog mogen verliezen bij heel de
reglementering.
05.06 Renaat Landuyt, ministre:
Il ne faut en effet pas négliger la
situation des handicapés adultes
dans le cadre de cette
réglementation.
05.07 Greet van Gool (sp.a-spirit): Zou ik mogen vragen of
suggereren dat ook contact wordt genomen of overleg wordt gepleegd
met de organisaties en misschien met de Nationale Hoge Raad voor
personen met een handicap, die rond mobiliteit toch al heel wat
dossiers heeft voorbereid en ook is samengesteld uit verschillende
verenigingen voor gehandicapten. Zij kan wellicht nuttig advies geven.
05.07 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Je demande que le ministre
prenne contact avec le Conseil
supérieur national des personnes
handicapées pour recueillir son
avis sur la question.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Mobiliteit over "de zonale betekenis van
verkeersborden" (nr. 5032)
06 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre de la Mobilité sur "la validité zonale des panneaux de
signalisation" (n° 5032)
06.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik had een
vraag over de zonale betekenis van verkeersborden.

Er is een volgens mij verstandige verkeersdeskundige tendens die het
gebruik van verkeersborden zoveel mogelijk wil beperken, en dit om
twee redenen. Ten eerste, hoe meer verkeersborden, hoe minder ze
worden opgemerkt. Ten tweede, het ziet er veel minder esthetisch uit,
zeker wat het openbaar domein betreft.

Het verkeersreglement speelt daar ook op in, door aan bepaalde
verkeersborden een zonale betekenis mee te geven. Dat is bepaald in
artikel 65.5 van het verkeersreglement, geconcretiseerd in artikel 6.7
van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 over de
verkeerstekens.

Het vermelde ministerieel besluit legt in artikel 6.7 vast dat een zonale
betekenis kan worden gegeven aan, ten eerste, verbodsborden. Er
zijn wel enkele borden uitgezonderd, namelijk de borden die alleen uit
zichzelf een punctuele betekenis kunnen hebben, maar ook de C43-
borden die een andere maximumsnelheid dan 30 of 50 km per uur
opleggen. Er kan ook een zonale betekenis worden gegeven aan
parkeerborden. Die borden zijn het beste bekend, vooral de borden
die blauwe zones aankondigen.
06.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Le département "Verkeerskunde"
souhaite réduire le nombre de
panneaux de signalisation pour
améliorer la visibilité de ces
derniers. La prolifération des
signaux routiers peut entre autres
être freinée par l'octroi à certains
panneaux d'une portée zonale,
solution qui est du reste déjà en
partie applicable, en vertu de
l'arrêté ministériel de 1976. La ville
de Courtrai notamment demande
un élargissement du nombre de
signaux routiers de portée zonale.

Le ministre est-il disposé à limiter
le nombre de panneaux de
signalisation en élargissant le
nombre de panneaux de portée
zonale?
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
Sommige steden, zoals de stad Kortrijk, vragen of het aantal
verkeersborden met een zonale betekenis niet kan worden uitgebreid,
bijvoorbeeld voor tweerichtingsverkeer van fietsers in straten met
beperkt eenrichtingsverkeer. Voor straten waar in tegenovergestelde
richting mag worden gefietst, vragen zij dus of het desbetreffende
bord geen zonale betekenis kan krijgen.

Mijnheer de minister, hebt u argumenten om hun vraag te
ontkrachten? Zo ja, welke argumenten hebt u?

Zou het niet mogelijk zijn om het aantal verkeersborden te beperken
door verder te onderzoeken of niet aan meer verkeersborden een
zonale betekenis kan worden toegekend? Bent u daartoe bereid?
06.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, mevrouw Muylle, we moeten inderdaad ­ en zijn daarmee
bezig ­ herbekijken wat een zonaal verkeersbord zou kunnen zijn. We
hebben immers ook diverse vragen en suggesties gekregen van de
gouverneur van Vlaams-Brabant. In dat kader onderzoeken we het
creëren van nieuwe zones, omdat dat het systeem is om effectief te
besparen in de verkeersborden.

Dat gezegd zijnde, indien we dat goed willen doen, mogen we dat niet
doen met bestaande verkeersborden. We moeten juist heel specifiek
het zonale karakter van het verkeersbord benadrukken. Daardoor valt
uw voorbeeld enigszins in het water, maar de idee niet. Er moeten
geen bestaande verkeersborden zonaal worden gemaakt. Er moeten
specifieke, zonale borden worden gemaakt, in de hoop zo vele,
bestaande verkeersborden te kunnen opheffen.

We kunnen de hele problematiek in het stedelijk gebied herbekijken.
Dat impliceert dat voor het bord van een kerngebied of stedelijk
gebied welbepaalde regels van toepassing zijn. Een en ander kan dus
worden herbekeken.

Zo zou bijvoorbeeld het principe dat fietsers overal in twee richtingen
mogen rijden in woongebieden als algemene regel moeten worden
ingevoerd. Men moet dus eventueel enkel de uitzondering
benadrukken. Er wordt dus aan gedacht om de methode van de
verkeersborden te vereenvoudigen of het aantal ervan te verminderen
en met nieuwe zonale borden te werken.
06.02 Renaat Landuyt, ministre:
Nous réfléchissons actuellement à
la portée des panneaux de
signalisation zonaux, compte tenu
des questions et des suggestions
qui nous ont notamment été
transmises par le gouverneur du
Brabant flamand.

Nous examinons si l'utilisation des
panneaux de signalisation peut
être réduite par le biais de la
création de nouvelles zones. Il ne
s'agit pas de donner une portée
zonale aux panneaux de
signalisation existants, mais plutôt
de créer des panneaux zonaux
spécifiques, dans l'espoir que
quelques panneaux actuels
pourront ainsi être supprimés.
06.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb het goed
begrepen dat niet de bestaande verkeersborden daarvoor in
aanmerking komen. Wel zou bijvoorbeeld de stad Kortrijk kunnen
beslissen om voor het stadscentrum te werken met een algemene
richtlijn waarin het parkeren, het tweerichtingsverkeer voor fietsers en
de verschillende modaliteiten kunnen worden opgenomen. Mijnheer
de minister, u zegt dat u eraan denkt om het zonaal karakter van
verschillende verkeersborden in te vullen. Ik weet niet hoelang dat
denkproces zal duren. Vandaar ook mijn vraag welke termijn u daarop
zet.
06.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Les panneaux existants ne sont
donc pas concernés. La ville de
Courtrai devrait pouvoir appliquer
une directive générale pour le
centre-ville. Dans quel délai le
ministre pense-t-il pouvoir faire
introduire le caractère zonal sur
certains panneaux?
06.04 Minister Renaat Landuyt: Eigenlijk heb ik al gedaan met
denken. Er zijn er die het aan het uitvoeren zijn. Er wordt nu
nagekeken wat technisch mogelijk is. Het principe is eenvoudig. Men
probeert voor de bestuurders zones af te bakenen. In een bepaalde
zone gelden bepaalde spelregels. Het is hetzelfde wanneer men de
06.04 Renaat Landuyt, ministre:
Nous devons étudier quelles sont
les possibilités d'un point de vue
technique. Il s'agit ici de signaler
clairement l'entrée dans une zone
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
grens van een land overschrijdt. Dan moet men ook de spelregels
goed kennen.

Het grote probleem is dat men ervoor moet zorgen dat men goed
weet wanneer men een zone binnenrijdt, zodanig dat er geen twijfel is
over welke regel er van toepassing is. Negentig kilometer per uur is
bijvoorbeeld een algemene regel in België. Gaat men dichterbij kijken,
dan is dat in vele delen van Vlaanderen niet meer de algemene regel;
de algemene regel is zeventig kilometer per uur geworden. Die
gebieden zou men veel handiger kunnen afbakenen. Men moet wel
zeker zijn dat men ze volledig kan afbakenen op een duidelijke
manier.
afin qu'il ne puisse subsister de
doute quant à la règle en vigueur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de M. Damien Yzerbyt au ministre de la Mobilité sur "la réforme de l'inspection
automobile par les centres de contrôle technique" (n° 5144)
07 Vraag van de heer Damien Yzerbyt aan de minister van Mobiliteit over "de hervorming van de
autokeuring door de keuringsstations" (nr. 5144)
07.01 Damien Yzerbyt (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, permettez-moi de revenir quelque peu sur les déclarations
concernant la réforme du système de l'inspection automobile, à la
suite du dysfonctionnement dénoncé par l'étude de Test-Achats.

Vous avez vous-même émis l'idée que les véhicules âgés de quatre
ans ne fassent plus l'objet d'une convocation annuelle systématique
mais qu'ils soient convoqués en fonction de leur état d'entretien et de
leur kilométrage. Vous proposez d'introduire un système de dispense
pour les véhicules pour lesquels une attestation aurait été délivrée par
un garagiste agréé prouvant que les entretiens ont été effectués
régulièrement.

Si on peut vous rejoindre aisément sur le caractère souhaitable de la
réforme du système de contrôle technique ou de la refonte de ce
système, nous demandons et espérons que les représentants des
secteurs concernés seront associés à cette réflexion: les associations
professionnelles, l'IBSR, les associations de consommateurs et le
Touring Club. Vous avez déjà clairement annoncé que ce serait le
cas.

Ne craignez-vous pas qu'un système de contrôle par des garages
agréés pose un problème d'indépendance des contrôles en raison de
la nature commerciale des relations existant entre les garagistes et
les propriétaires de voiture? On ne peut nier qu'un lien commercial
existe entre les parties.

Un tel système ne risque-t-il pas d'accroître la responsabilité pesant
sur les garagistes pour les éventuelles déficiences techniques du
véhicule ayant provoqué un accident? Cela mènera à une forte
augmentation des primes d'assurances des garagistes et augmentera
immanquablement les factures d'entretien.

Vous avez annoncé qu'un audit serait disponible au mois d'avril.
Indépendamment de cela, la loi du 23 décembre 1994 sur les règles
de contrôle des organismes en charge du contrôle des véhicules en
circulation met en place des services contrôlant ces services
07.01 Damien Yzerbyt (cdH): Als
reactie op de door Test-Aankoop
aangeklaagde wantoestanden bij
de technische keuringsstations
kondigde u een hervorming aan
van de autokeuring. Daarbij stelde
u onder meer voor voertuigen
waarvoor een 'erkend
garagehouder' een attest van
regelmatig onderhoud afgeeft, van
de keuring vrij te stellen.

Dreigt een dergelijk systeem niet
voor problemen te zorgen, gezien
de commerciële aard van de
betrekkingen tussen de auto-
eigenaar en de garagehouder.
Zullen de garagehouders hierdoor
geen zwaardere verantwoordelijk-
heid te dragen krijgen? Heeft Test-
Aankoop zaken aan het licht
gebracht die niet door de door u
bestelde en door de
controlediensten uitgevoerde
doorlichting werden bevestigd?
Hebben de keuringsstations
nieuwe richtlijnen gekregen om
een en ander recht te trekken?
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
d'inspection. Ces services de contrôle ont-il fait apparaître des
manquements similaires à ceux dénoncés dans l'étude de Test-
Achats? Test-Achats a-t-il découvert des dysfonctionnements
nouveaux ou les services chargés des contrôles avaient-ils déjà pu
déceler et dénoncer les manquements? Si des manquements avaient
été décelés, quelle suite leur avait-on donnée?

Enfin, à la suite des constatations de Test-Achats, de nouvelles
directives ont-elles été adressées aux différents centres de contrôle
technique afin de pallier dès maintenant ­ sans attendre le rapport de
l'audit ­ les manquements constatés?
07.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur
Yzerbyt, comme suite à l'article publié dans Test-Achats, j'ai fait part
de la direction que je veux suivre en matière de contrôle technique.
L'une des principales conclusions de Test-Achats est que si l'on
contrôle plus de voitures qu'en 1999, les contrôles sont tellement
nombreux que leur qualité s'en ressent. On contrôle donc beaucoup
mais moins bien. Il convient d'inverser le cours des choses. C'est
pourquoi un mécanisme de présélection des voitures est proposé et
ce, afin de réduire les risques d'un manque d'objectivité pour cause
de rentabilité. En effet, comme le souligne également Test-Achats, les
centres de contrôle, qui sont des sociétés privées, essaient d'atteindre
une certaine rentabilité.

Ce que je veux introduire, c'est la possibilité d'intervention d'une autre
instance privée, les garagistes fiables, parce que l'on me dit que la
convocation d'office pour les véhicules âgés de quatre ans et plus ne
constitue peut-être plus le bon critère de sélection. Quant aux centres
de contrôle, ils proposent de se baser sur le kilométrage;
personnellement, je ne pense pas que ce critère soit le meilleur, pour
le simple fait qu'une voiture ayant un nombre important de kilomètres
au compteur a toutes les raisons d'être bien entretenue par son
propriétaire ou par son utilisateur.

Personnellement, je veux récompenser les automobilistes qui
entretiennent leur véhicule. Comment? Un garagiste fiable leur
délivrera une attestation. La validité de l'attestation et le sérieux du
garagiste seront contrôlés par les centres de contrôle technique. Le
système consisterait donc à se rendre chez son garagiste, comme le
font aujourd'hui la plupart des gens avant d'aller dans un centre de
contrôle technique. Le garagiste effectuera le contrôle et attestera que
la voiture est en bon état. C'est le centre de contrôle technique qui
indiquera si l'attestation est valide. On pourrait même introduire une
espèce de "tirage au sort" pour contrôler la validité des attestations.

Cela signifie que moins de voitures devront passer par le centre de
contrôle et par conséquent cela donnera plus de temps pour
examiner chaque voiture. Voilà le mécanisme qu'on est en train
d'élaborer avec le secteur, avec GOCA mais aussi avec la Fédération
des garagistes.

En ce qui concerne vos deux autres questions, je n'ai pas l'intention
de me mêler de l'audit. Je ne vais pas me contenter de l'analyse de
Test-Achats et déclarer que l'audit n'est plus nécessaire. Il faut laisser
jouer les règles d'un véritable audit, ce qui implique que je ne dois pas
intervenir dans le processus. C'est la raison pour laquelle on prévoit
des conclusions pour avril ou mai de cette année.
07.02 Minister Renaat Landuyt:
De belangrijkste conclusie van
Test-Aankoop is dat de keuring
sneller verloopt dan in 1999 en dat
ze zelfs dermate snel verloopt dat
de doeltreffendheid erbij inschiet.
Daarom stellen we een
voorselectie van de voertuigen
voor. De objectiviteit dreigt in het
gedrang te komen wanneer men
enkel de rentabiliteit voor ogen
heeft. Keuringsstations zijn
immers particuliere bedrijven. Een
onverwachte selectie kan dat
gevaar indijken.

Ik overweeg trouwens ook de
betrouwbare garagehouders in de
regeling op te nemen.

Een selectie op basis van de
leeftijd van het voertuig, vanaf vier
jaar, is wellicht niet aangewezen.
Ook de kilometerstand is niet echt
een goed criterium, omdat het
mogelijk is dat een voertuig met
een hoge kilometrage goed werd
onderhouden. Het is precies met
dat laatste element dat ik rekening
wil houden, aan de hand van een
door een betrouwbare
garagehouder uitgereikt attest. De
controle zou door de technische
keuringsstations worden
uitgevoerd.

Wij stellen de sector een systeem
voor waarmee minder voertuigen
in de keuringsstations hoeven te
passeren en dus een uitgebreidere
keuring mogelijk wordt.

Ik ben niet van plan mij met de
doorlichting te bemoeien. De
conclusies krijgen we in april of
mei.
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
07.03 Damien Yzerbyt (cdH): Nous aurons les réponses aux deux
dernières questions au moment de l'audit. Vous l'aviez d'ailleurs déjà
annoncé dernièrement en commission. Je reste assez perplexe, ce
qui ne me pose pas de problème car cela veut dire qu'on continue à
réfléchir ensemble. Je n'ai pas d'a priori. Rester perplexe, cela dénote
de ma volonté d'évoluer avec vous sur cette matière, ce qui est
important.

Cela dit, une fois qu'on est passé chez son garagiste pour qu'il atteste
du bon état du véhicule, je ne comprends pas très bien qui va décider
que cette attestation du garagiste est suffisante pour ne pas se
présenter au contrôle technique. Est-ce le garagiste qui va décider ou
va-t-on tirer au sort et se présenter devant le contrôle technique muni
de cette attestation? J'attendrai que ce système soit plus élaboré pour
revenir sur cette question.
07.03 Damien Yzerbyt (cdH): De
controle van de attesten doet mij
toch nog steeds versteld staan. Ik
kom hier zeker nog op terug, maar
ik zal wachten tot het systeem wat
meer op poten staat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "de rijwaardigheid van
buitenlandse bussen en vrachtwagens" (nr. 5085)
08 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "le bon état d'entretien des bus et des
camions étrangers et le respect par leurs conducteurs des règles en vigueur" (n° 5085)
08.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, het is een open deur intrappen te zeggen dat België een
transport- en transitland bij uitstek is. Vorige week was er daarover
nog een seminarie. Door ons land passeren dagelijks duizenden
bussen en vrachtwagens, op weg naar elders, naar havens en
dergelijke. Van de Belgische bussen en vrachtwagens is ons bekend
dat ze goed gecontroleerd worden. De vraag is echter of ook
buitenlandse bussen en vrachtwagens op dezelfde grondige wijze
gecontroleerd worden.

Daarom heb ik volgende vragen.

Mijnheer de minister, kan u mij vertellen hoeveel buitenlandse
vrachtwagens gecontroleerd werden op hun rijwaardigheid in 2004?
Op welke wijze gebeurde dit?

In de zomer van vorig jaar zijn er nogal wat spectaculaire ongevallen
gebeurd, onder andere in de buurt van de Ring van Antwerpen, met
buitenlandse chauffeurs. Is het daarom niet aangewezen om het
aantal controles nog op te drijven?

Vrachtwagenbestuurders hebben uiteraard ook contact met elkaar.
Kunt u ervoor zorgen dat de controles totaal en voldoende onverwacht
blijven om de pakkans voldoende representatief en voldoende sterk te
houden?

Kan men ook controleren of buitenlandse bestuurders de nodige
opleiding hebben gekregen? Wij weten intussen dat er voor Belgische
bestuurders en voor bestuurders binnen de Europese Unie initiatieven
bestaan. Wat geldt er echter buiten die grenzen?

Is er voldoende controle op het feit dat buitenlandse chauffeurs en
firma's zich aan de rij- en rusttijden houden?
08.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
La Belgique est un pays de transit
par excellence et des milliers
d'autocars et de poids lourds
circulent quotidiennement sur nos
routes. Les autocars et les poids
lourds belges subissent un
contrôle technique minutieux mais
est-ce également le cas à
l'étranger?

Combien de poids lourds
étrangers ont-ils été contrôlés en
2004? Comment ces contrôles
sont-ils effectués? Vérifie-t-on
également si les chauffeurs ont
reçu une formation suffisante? En
cas d'infraction à notre législation,
comment les chauffeurs étrangers
ou les sociétés pour lesquelles ils
travaillent sont-ils sanctionnés?
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
08.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, ten
eerste, op de vraag over het aantal kan ik het volgende antwoorden.
In 2004 werden er in totaal 53.017 voertuigen gecontroleerd door de
wegcontroleurs van de dienst Controle van het directoraat-generaal
Vervoer te land, waarvan 25.086 buitenlandse vrachtwagens en 1.978
buitenlandse autocars. Voor de binnenlandse vrachtwagens moet
men het ene aantal van het andere aftrekken.

Ten tweede, het is inderdaad de bedoeling om de controle op
buitenlandse vrachtwagens te verbeteren. U ziet dat wij grote
aantallen voertuigen halen. Ik ben niet zeker of wij ook hier dezelfde
redenering als bij de technische controle moeten gebruiken, veel
maar misschien niet grondig. Wij moeten kijken hoe wij het een en
ander efficiënter kunnen doen. Er zijn contacten met de minister van
Arbeid om te zien of wij de inspectiediensten op elkaar kunnen
afstemmen zodat wij naast de kwaliteit van de vrachtwagen ook de
kwaliteit van de bestuurder, met name de rij- en rusttijden, kunnen
controleren.

Wij zijn ook met de sector van de controlestations aan het kijken in
hoeverre wij hen minder privé-wagens kunnen laten controleren en
hen niet beter kunnen inschakelen voor de controle van buitenlandse
voertuigen. Maar dat is een moeilijk verhaal. Dat betekent immers dat
men bepaalde wagens van de weg moet halen en hen naar een
controlestation brengen om hen tijdelijk bepaalde zaken te laten
controleren.

Op het aan elkaar doorseinen van controles wordt ingespeeld. Men
blijft nooit meer dan drie uur op eenzelfde plaats staan. Men zegt mij
dat men daarmee voortdurend rekening probeert te houden.

U vroeg ook of men moet controleren of men voldoende opleiding
heeft gekregen. Dat is iets wat ik nooit zou controleren. Wat men
moet controleren is of ze een goed officieel rijbewijs hebben en ze in
staat zijn om goed te rijden. Op Europees niveau is er een debat over
een eenduidig rijbewijs voor alle bewoners van de 25 landen van de
EU. Op die manier werken wij niet meer met bilaterale akkoorden. In
dat geval zou er een Europees rijbewijs zijn dat aan de controleurs
garandeert dat een en ander in orde is.

Nationaal zijn wij ook bezig met de omzetting van de Europese
richtlijnen inzake vakbekwaamheid van vrachtwagenchauffeurs. Ook
daar zal ik de nadruk leggen op het eindresultaat. Ik vind dat de
opleiding een bezorgdheid moet zijn van de Gemeenschappen en van
de beroepssectoren terzake.

U vroeg ook naar sancties waar nodig. De verkeerswet voorziet in de
directe inning in specifieke situaties. Voor de buitenlandse boetes
wordt het mechanisme van de onmiddellijke inning toegepast.
08.02 Renaat Landuyt, ministre:
En 2004, il a été procédé au
contrôle de 53.017 véhicules, dont
25.086 camions étrangers et 1.978
autocars étrangers. Ces contrôles
peuvent encore être améliorés car
ils ne sont pas suffisamment
poussés. Les inspecteurs
devraient contrôler non seulement
les véhicules mais aussi les
aptitudes des chauffeurs. Tout
cela suppose des aménagements
techniques et pratiques.

Un poste de contrôle ne reste
jamais plus de deux à trois heures
au même endroit, si bien que les
contrôles sont toujours inopinés.

Il est systématiquement procédé à
la vérification du permis de
conduire des chauffeurs étrangers
mais cela suffit-il toujours pour
garantir les aptitudes requises?
Voilà pourquoi l'Europe discute
actuellement du permis de
conduire européen. Au niveau
national, les aptitudes
professionnelles des chauffeurs
font l'objet de discussions avec le
secteur.

Dans certains cas, les amendes
imposées aux contrevenants
étrangers peuvent donner lieu à la
perception immédiate.
08.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de uitspraken van de
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
minister naar aanleiding van de vrijspraak van een arts door de politierechter voor een zware
overtreding van de derde graad" (nr. 5111)
09 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "les déclarations à l'occasion de
l'acquittement d'un médecin par le juge d'un tribunal de police dans une affaire d'infraction grave du
troisième degré" (n° 5111)
09.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's,
mijnheer de minister, het is misschien een wat gevoelig thema. Het
verhaal is bekend: onlangs werd een arts die reed tegen 96 km per
uur in de bebouwde kom geflitst. Dat is normaal gezien een
overtreding van de derde graad, met een minimumboete van 550 euro
en een rijverbod van minstens 8 dagen, maar hij werd vrijgesproken
door een politierechter.

Ik meen dat daarvoor op zichzelf toch wel wat begrip was in de
samenleving. Ook u, mijnheer de minister, hebt daarvoor begrip
opgebracht in uw reactie in de media. Ik kan wel begrip opbrengen
voor uw reactie, maar als wij daar wat afstand van nemen, lijkt het
toch een gevaarlijk precedent te creëren. Daarom achten wij het
raadzaam dat u als minister terzake toch enige terughoudendheid in
acht zou nemen.

Ik wil u ook een paar meer specifieke vragen stellen. Ten eerste,
welke zin hebben een blauw zwaailicht en een sirene voor prioritaire
voertuigen en de uitzonderingen op artikel 59 van het
Verkeersreglement, wanneer ook artsen zich zonder die attributen en
zonder reglementaire uitzondering gedragen als bestuurders van
prioritaire voertuigen met een dringende opdracht? Ons lijkt het
eerder logisch dat, als het echt dringend is voor medische zorg, men
een ambulance inschakelt, veeleer dan de huisarts, hoe goed diens
bedoelingen ook wel geweest zullen zijn.

Ten tweede, zelfs voor hulpdiensten geldt de gouden regel dat het
niet verantwoord is onaanvaardbare risico's te creëren om een
mensenleven te redden. Het is niet omdat men een zwaailicht en een
sirene heeft dat men zich alles kan permitteren in het verkeer. Dat
geldt a fortiori voor artsen, die niet erkend zijn als bestuurders van
een prioritair voertuig, volgens ons. Een snelheidsovertreding van
meer dan 40 km per uur boven de toegestane maximumsnelheid in
de bebouwde kom is toch een onaanvaardbaar veiligheidsrisico,
menen wij.

Ten derde, vreest u niet, mijnheer de minister, dat u met uw
standpunt een signaal hebt gegeven, enerzijds, aan de artsen dat dit
in bepaalde gevallen misschien wel toegestaan zou kunnen worden,
en anderzijds, aan het justitieapparaat dat men dat mee in rekening
moet nemen? Tot daar mijn vragen.
09.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le juge d'un tribunal de
police a récemment acquitté un
médecin qui avait été "flashé" en
circulant à 96 km à l'heure dans
une agglomération. Au lieu
d'observer une réserve de bon
aloi, le ministre a déclaré dans la
presse qu'il comprenait cette
décision.

A quoi sert-il d'équiper les
véhicules prioritaires d'un
gyrophare bleu et d'une sirène si
l'on autorise également les
médecins à conduire comme s'ils
effectuaient une mission urgente à
bord d'un tel véhicule? Les
véhicules prioritaires ne peuvent
pas générer de risques
inacceptables dans le cadre de
missions urgentes. Cette règle ne
s'applique-t-elle pas a fortiori aux
médecins dont les voitures ne sont
pas reconnues comme véhicule
prioritaire? Dans le cas qui nous
occupe, l'excès de vitesse ne
représente-t-il pas un risque
inacceptable pour la sécurité? Les
déclarations du ministre ne vont-
elles pas favoriser pas une attitude
plus laxiste chez certains juges de
police en ce qui concerne les
infractions au code de la route
commises par les médecins?
09.02 Minister Renaat Landuyt: Waarde collega, ten eerste, het is
niet omdat een politierechter in een bepaalde zaak, aan de hand van
de specifieke feiten, heeft geoordeeld dat in dat geval het principe
"nood breekt wet" van toepassing was, dat dat een vrijgeleide zou
betekenen voor de artsen om zich over het algemeen te gedragen als
bestuurders van prioritaire voertuigen met een dringende opdracht.
Dat heb ik ook altijd duidelijk gesteld. Er is het principe "nood breekt
wet," en precies wegens die spelregel is er geen nood aan een betere
wet voor dokters, omdat dat principe "nood breekt wet" er al is.
09.02 Renaat Landuyt, ministre:
Le jugement du juge de police
n'habilite nullement les médecins
à se comporter comme
conducteurs d'un véhicule
prioritaire.

Il ne me paraît pas nécessaire de
légiférer, le principe "nécessité fait
loi" étant toujours d'application. Il
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Ten tweede, het is aan de politierechter om te oordelen of de huisarts
onverantwoorde risico's heeft genomen. Als overheid hebben wij onze
plicht gedaan. Overeenkomstig het koninklijk besluit van
22 december 2003 is de snelheidsovertreding van 40 km per uur
boven de toegelaten snelheid in de bebouwde kom een zware
overtreding van de derde graad.

Ten derde, vreest de minister niet dat hij met zijn standpunt een
signaal geeft? Neen.
appartiendra au juge du tribunal de
police de trancher.

Quant à la nature de l'infraction,
l'arrêté royal du 22 décembre 2003
est clair: quiconque commet un
excès de vitesse et dépasse de
plus de 40 km/h la vitesse
autorisée dans une agglomération,
commet une infraction grave du
troisième degré.

Enfin, je ne pense pas que le
monde politique ait donné un
mauvais signal.
09.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik vrees van wel. U brengt een nuance aan in uw
antwoord op de eerste vraag met betrekking tot "nood breekt wet" en
zegt dat dit een heel zeldzame uitzondering moet zijn.

Het is jammer dat u bij uw communicatie van begrip en van nood
breekt wet niet meteen hebt gezegd ­ of misschien hebt u het er wel
bijgezegd, maar hebben de stoute journalisten het er niet bij
geschreven ­ dat de algemene regel duidelijk blijft dat artsen zich
evengoed als iedereen aan de verkeersregels moeten houden.
09.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je ne suis pas d'accord
avec vous sur ce dernier point.
Nécessité fait loi, certes, mais il
n'empêche que la règle générale
veut toujours que les médecins
aussi respectent la loi.
09.04 Minister Renaat Landuyt: Voor alle duidelijkheid, ik heb altijd
gesteld dat een geneesheer tot die beroepscategorie behoort die de
gevolgen van een verkeersongeval heel goed kent en dus eerder het
voorbeeld zou moeten geven inzake het naleven van de
verkeersregels. Er bestaat daaromtrent geen twijfel.

Ik verwijs naar mijn antwoord op een laksheid bevorderende vraag
van uw collega Mia De Schamphelaere in de Senaat waar ik heel
duidelijk heb gesteld dat voor mij een arts even belangrijk is als een
ander mens.
09.04 Renaat Landuyt, ministre:
Les médecins doivent bien
évidemment respecter le code de
la route.
09.05 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dank u voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. François-Xavier de Donnea à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le chantier interrompu devant la cathédrale Sainte-Gudule" (n° 5081)
10 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het stilleggen van de werken aan de voet van de Sint-Goedelekathedraal" (nr. 5081)
10.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
monsieur le ministre, depuis maintenant de très nombreux mois, on
peut admirer un magnifique chantier à l'abandon lorsque l'on passe
devant le parvis de la cathédrale Sainte-Gudule. Un trou béant fort
peu esthétique est la seule perspective qui s'offre à la vue des
passants et des touristes.

Si je ne me trompe, ce projet est cofinancé par l'Etat et la Région
dans le cadre de l'accord de coopération Etat-Région bruxelloise. Ce
chantier à l'abandon ne donne pas une très bonne image de
10.01
François-Xavier de
Donnea (MR): De werken aan de
voet van de Sint-
Goedelekathedraal, die al
verscheidene jaren stilliggen, zijn
onesthetisch en tekenend voor het
gebrek aan efficiëntie van de
overheid.

Wat is de stand van zaken van dat
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
l'efficacité des pouvoirs publics en général, quelles que soient les
responsabilités en la matière.

Monsieur le ministre, pourriez-vous me dire pourquoi ce chantier est à
l'arrêt. On m'a dit qu'il y aurait eu des erreurs dans certains calculs
d'ingénieurs en raison du fait que ce chantier se situe au-dessus
d'une dalle de métro qui avait été apparemment oubliée. Je voudrais
donc savoir qui est responsable de l'arrêt des travaux. Où en est le
dossier actuellement? Quel est le calendrier de reprise et de fin de
chantier? Quelle est l'estimation actuelle du coût définitif de ce
chantier?
project, waarvan de financiering op
een samenwerkingsakkoord
tussen de federale Staat en het
Brussels Gewest berust? Hoeveel
zal het kosten?
10.02 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, si vous le permettez, je vais vous lire la réponse que m'a
transmise ma collègue Onkelinx.
10.02 Minister Renaat Landuyt:
Ik lees u het antwoord van minister
Onkelinx.
10.03 François-Xavier de Donnea (MR): Je vous écouterai
néanmoins avec beaucoup d'attention et de sympathie, monsieur le
ministre.
10.03
François-Xavier de
Donnea (MR): Zij is inderdaad
verantwoordelijk voor dit dossier.
10.04 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, monsieur le
député, permettez-moi, tout d'abord, de vous relater les faits.

Le chantier à propos duquel vous m'interpellez et qui est
effectivement financé par Beliris ­ cela figurant dans mon budget, je
suis un peu responsable ­ n'est pas, contrairement à ce que vous
affirmez, à l'arrêt depuis plusieurs années. En effet, le chantier de
réaménagement du jardin de la cathédrale a débuté le 12 mai 2003. Il
n'a pas évolué de manière anormale jusqu'à la faillite déclarée de
l'entreprise Morphée en charge des travaux pour l'association
momentanée qui avait été formée. C'est ainsi que l'arrêt du chantier a
été constaté le 12 août 2003 à la demande de l'associé. Les
problèmes administratifs réglés, le chantier a redémarré le 17
décembre de la même année. Après terrassement, il a été constaté
que la situation de la jonction Nord-Midi sur laquelle doit être greffé un
nouvel ouvrage en béton diffère de la situation représentée sur les
plans alors disponibles. Je tiens à préciser à ce stade que les études
de projet ont été commandées par la ville de Bruxelles. Le bureau
d'étude désigné a, quant à lui, dû travailler sur la base de vieux plans
de l'ouvrage retrouvés par la SNCB.

Cela étant dit, j'en reviens aux faits. Suite à ces découvertes, le projet
est adopté et les plans d'exécution sont achevés fin mai 2004. Les
bétonnages débutent mi-juin 2004 et se sont achevés au début
novembre de cette même année. Malheureusement, il était alors trop
tard pour pouvoir profiter des conditions climatiques favorables qui
auraient permis de poser l'étanchéité. C'est pourquoi le chantier est à
présent bloqué dans l'attente de ces conditions favorables. Il est
probable que celles-ci ne se présentent pas avant le mois de mars, ce
qui reporte la période de plantation des arbres au mois d'octobre
2005. Le chantier devrait donc être achevé vers la fin de l'année
2005.

D'un point de vue financier, les parties latérales n'ayant pas encore
été terrassées et certains décomptes étant en cours de discussion
avec l'entrepreneur, il est impossible, à l'heure actuelle, d'estimer de
manière raisonnable le montant final des travaux. La seule chose que
je peux vous affirmer est que la modification des délais n'a cependant
10.04 Minister Renaat Landuyt:
Het klopt niet dat de werken, die
door Beliris gefinancierd worden,
al jaren stilliggen. De heraanleg
van de tuin van de kathedraal
startte op 12 mei 2003 en werd op
12 augustus van dat jaar
stilgelegd, omdat de aannemer
failliet ging. De werken werden
voortgezet op 17 december 2003
en diezelfde dag nogmaals
stilgelegd, omdat de werkelijke
toestand van de Noord-
Zuidverbinding niet met die op de
plannen overeenstemde. De
opdracht voor de projectstudies
ging uit van de stad Brussel. Het
project moest worden aangepast
en de uitvoeringsplannen waren
uiteindelijk klaar in mei 2004,
zodat de betonwerken konden
worden voortgezet. Die werden in
november 2004 beëindigd.
Sindsdien wordt gewacht op
betere weersomstandigheden om
de waterdichte bekleding aan te
brengen. Dat zal wellicht in maart
kunnen gebeuren en als dat het
geval is zouden de werken eind
2005 kunnen worden afgerond.

Een aantal afrekeningen staat nog
ter discussie en ik kan op dit
ogenblik dus geen raming geven
van het totale bedrag van de
werken. De wijzigingen van de
termijnen spelen echter geen rol
van betekenis.
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
qu'une influence très minime sur le coût du chantier.

Pour le reste, cela me fait penser à la place des Martyrs où je
travaillais dans le temps.
10.05 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
remercie le ministre qui n'est en rien responsable de tout cela.
Comme moi, il peut regarder cela avec un certain détachement.

Cela appelle plusieurs réflexions. La première est qu'il y a eu une
faillite qui a entraîné l'arrêt des travaux pendant un certain temps. On
doit se poser beaucoup de questions sur la règle qui est adoptée en
général par l'Etat, à savoir la désignation du moins-disant. Il est clair
qu'en désignant systématiquement, du moins dans un très grand
nombre de cas, le moins-disant, on s'expose à désigner des gens qui
pratiquent des prix en dessous du marché et qui finissent par tomber
en faillite. Je pense donc qu'il faudrait se demander s'il ne faut pas, au
contraire, systématiquement éliminer le moins-disant et prendre le
deuxième ou le troisième de sorte à avoir des gens qui pratiquent des
prix raisonnables et qui ont donc moins de chances de tomber en
faillite.

La deuxième réflexion est qu'à partir du moment où ce n'est pas le
même maître de l'ouvrage qui fait les études et qui exécute les
travaux, on doit fatalement s'attendre à ce qu'il y ait des hiatus de ce
genre. Je pense donc qu'en ce qui concerne l'accord de coopération,
comme d'ailleurs dans le cadre d'autres programmes, il est important
que ce soit l'un ou l'autre qui soit responsable de l'entièreté du
chantier. Or, ici, les études ont été commandées par la ville et
l'exécution est surveillée par le MCI.

Il est fatal qu'il y ait des hiatus. Le conseil que je donnerais à Mme
Onkelinx si elle était là, ce serait de veiller à ce que ce soit tantôt l'un,
tantôt l'autre. Ce peut être la Région, la ville, une commune, l'État,
mais que ce soit au moins le même opérateur qui soit responsable de
la totalité de l'exercice si on veut que les choses se terminent dans un
délai raisonnable. Ceci dit, et ce sera ma dernière réflexion, ce
dossier aura bientôt pris trois ans. Ce n'est tout de même pas un
chantier monumental, pas plus que ne l'était la place des Martyrs. Si
un tout petit chantier comme celui-là va prendre trois ans, si je peux
dire au ministre que le parking de la place Poelaert a pris quatre ans,
alors que ce n'était pas non plus un chantier gigantesque, la plus
haute tour de Shanghai, le bâtiment Jing Mao si je me souviens bien
du nom, qui compte plusieurs centaines de mètres de hauteur, a été
réalisée en quatre ans. Cela dénote tout de même d'un écart de
productivité entre les entreprises de travaux publics et les services
administratifs qui leur passent des commandes en Belgique et ce qui
se fait dans des pays comme la Chine.

Pour prendre un autre exemple que la Chine, le chantier de la
reconstruction de la cathédrale du Christ-Roi à Moscou, qui est une
oeuvre monumentale et qui a coûté quelque 600 millions d'euros, a
également été mené à bien en quatre ans. En Belgique, nous faisons
en trois ans des chantiers minuscules en comparaison des travaux
qui se font en quatre ans à l'étranger, avec des chantiers
gigantesques.

(...):
(...)
10.05
François-Xavier de
Donnea (MR): Bij de toekenning
van een bouwcontract zou men
altijd de aannemer met de
goedkoopste offerte moeten
weren, om het risico op een
faillissement te voorkomen.
Anderzijds, en die raad geef ik
mee aan mevrouw Onkelinx, wordt
de verantwoordelijkheid voor de
werken altijd beter toevertrouwd
aan een enkele operator,
bijvoorbeeld wat het bestellen van
de studies en de uitvoering van de
werken betreft.

Dit was helemaal geen grootse
bouwopdracht en toch hebben de
werken drie jaar geduurd! Dat is
lang wanneer men weet dat de
bouw van het hoogste
torengebouw in Sjanghai maar vier
jaar in beslag heeft genomen.
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
10.06 François-Xavier de Donnea (MR): C'est un bon exemple.
Pour l'avoir visité et m'être rendu à l'inauguration, je reconnais que
c'est un chantier beaucoup plus important que le parvis de Sainte-
Gudule ou même que le parking Poelaert. Cela prouve en tout cas
que dès que plusieurs centres de décision doivent mener à bien un
chantier, cela ne marche pas. L'accord de coopération est certes très
important qui sert à la fois les intérêts de la Région et de l'État mais il
est important de veiller à l'avenir au fait que ce soit un même
opérateur qui gère un projet donné de A à Z au lieu de saucissonner
les responsabilités entre l'un qui fait les études, l'autre qui exécute, le
troisième qui fait ceci ou cela.

Monsieur le ministre, je sais que vous n'êtes pour rien dans cette
affaire et je vous remercie de bien vouloir me transmettre une copie
de la réponse.
10.06
François-Xavier de
Donnea (MR): Ik dring er dus op
aan dat een versnippering van de
verantwoordelijkheid bij
toekomstige bouwopdrachten
vermeden wordt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Dylan Casaer aan de minister van Mobiliteit over "straatraces" (nr. 5140)
11 Question de M. Dylan Casaer au ministre de la Mobilité sur "les courses de voitures sur la voie
publique" (n° 5140)
11.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, vorig weekend, zo konden wij in de kranten lezen, werd een
onschuldige tegenligger het slachtoffer van een illegale straatrace in
Charleroi. Straatraces zijn blijkbaar een driest fenomeen dat de
laatste jaren steeds meer de kop opsteekt en dat ook in het
buitenland een groot probleem is. Dit is een soort subcultuur van
mensen die blijkbaar ongelimiteerde snelheid geen probleem vinden,
die lak hebben aan allerlei verkeersregels en die daar eigenlijk heel
fier op zijn.

Zij zien hun wagen eigenlijk als een soort moordwapen. De vraag is
dan ook of de verkeerswet in die zin niet moet worden aangepast.
Moeten deze personen niet op basis van andere inbreuken dan die op
de verkeerswet worden vervolgd?

Ik heb specifiek de volgende vragen. Ten eerste, is het niet
aangewezen de lokale politiezones te wijzen op deze problematiek en
te vragen dat zij zo veel mogelijk hun diensten op de hoogte houden
van het fenomeen om het beter in kaart te kunnen brengen?

Ten tweede, vindt u dat de bestraffing van straatraces, zoals voorzien
in de verkeerswet, afdoende is?

Ten derde, we lazen in de pers dat er blijkbaar organisaties en
mensen zijn die voorstander zijn van het legaal organiseren van
bepaalde straatraces binnen een of ander voor dat event afgesloten
circuit. Die mensen gaan ervan uit dat dit een alternatief is voor
mensen die een ultieme kick zoeken in illegaal straatracen. Wat mij
betreft, lijkt mij dit niet direct een oplossing. Sommige mensen zullen
daardoor misschien helemaal de smaak te pakken krijgen. Ik wil
uiteraard niet vooruitlopen op uw antwoord.
11.01 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Le week-end dernier, à Charleroi,
une course illégale de voitures
organisée en centre urbain a coûté
la vie à un innocent qui circulait
dans le sens opposé aux
participants. Ceux qui participent à
ce type de compétitions
considèrent leur voiture comme
une arme et je me demande s'ils
ne devraient pas être poursuivis
pour meurtre avec préméditation
plutôt que pour infraction au code
de la route.

Le ministre compte-t-il demander
aux zones de police locale de lui
prêter main-forte en lui fournissant
notamment toute information utile
pour qu'il puisse se faire une idée
précise de la nature et de
l'ampleur du phénomène des
courses illégales? Un
durcissement des sanctions n'est-
il pas opportun? Le ministre est-il
favorable à l'organisation de
courses légales en centre urbain,
comme on le chuchote ici et là?
11.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, wat de eerste vraag betreft, de aanpak van de lokale
11.02 Renaat Landuyt, ministre:
Par bonheur, le phénomène des
CRIV 51
COM 470
24/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
politiezones, is het zo dat wij bij ons gelukkig nog niet kunnen spreken
van een groot fenomeen. Het is goed dat we er pro-actief aandacht
aan besteden. Om die reden wil ik in overleg met het Belgisch
Instituut voor Verkeersveiligheid op basis van een literatuuronderzoek
nagaan wat op internationaal vlak de ervaringen terzake zijn, zonder
het fenomeen te willen overdrijven.

Wat de tweede vraag betreft, de bestraffing van de straatraces, kan ik
u meedelen dat nu vooral bestraffing mogelijk is via artikel 50 van het
verkeersreglement dat bepaalt dat alle snelheids- en sportwedstrijden,
inzonderheid snelheids-, regelmatigheids- en behendigheidsritten of ­
wedstrijden, verboden zijn op de openbare weg, behoudens speciale
toelating van de wettelijk gemachtigde overheid. Trouwens, de
overtreding is een zware overtreding.

In antwoord op uw derde vraag, moeten wij bijvoorbeeld kijken naar
de initiatieven van de burgemeester van Sint-Truiden, Ludwig
Vandenhove. Daar werd reeds het initiatief genomen om straatraces
in een gesloten circuit te organiseren, zelfs met bijzondere
controleactiviteiten voor en vooral na de wedstrijd. Dat is allemaal
heel duidelijk aangekondigd en heel sterk bewaakt in samenspraak
met de lokale politiezone. Het is niet de bedoeling dat eten goesting
zou doen krijgen, maar wel dat het eten voldoening zou geven. Het is
even uitkijken wat verdere initiatieven daaromtrent zouden geven.

Mijn standpunt daaromtrent is niet principieel tegen, al kan ik iedereen
aanraden om via de DVD aan straatracen te doen. Dat is veiliger.
courses de voitures en centre
urbain reste circonscrit, ce qui ne
nous dispense absolument pas d'y
prêter attention. En concertation
avec l'Institut belge pour la
Sécurité routière, je compte faire
réaliser une étude de ce problème
dans la littérature de façon à avoir
une vue d'ensemble de toutes les
expériences acquises à l'étranger.

L'article 50 du code de la route
prévoit que toutes les luttes de
vitesse et épreuves sportives sont
interdites sur la voie publique sauf
autorisation spéciale de l'autorité
légalement habilitée. Quiconque
enfreint cette règle commet une
infraction grave.

Le bourgmestre de Saint-Trond a
déjà autorisé des courses sur un
circuit fermé. Des contrôles
spéciaux ont été effectués avant et
après ces courses, en
collaboration avec la zone de
police locale. Je ne suis pas, en
principe, opposé à l'organisation
de telles compétitions mais il me
semble que les video games
simulant des courses automobiles
présentent moins de risques sur le
plan de la sécurité.
11.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, op vraag twee
antwoordt u hoe het nu in de verkeerswet staat. Het is goed dat u mij
dat zegt. Vindt u dat de huidige bestraffing afdoende is?

Ten derde, klopt het dat wie voldoende eet, zijn honger bevredigd kan
zijn. Men kan op dat ogenblik echter misschien ook een andere spijs
lusten, namelijk illegale. Zoals het spreekwoord zegt: verandering van
spijs doet eten. Misschien doet dat juist nog meer goesting krijgen.
"Goesting" is bovendien het woord bij uitstek, blijkbaar een van de
mooiste woorden van onze taal.

Wat u zegt, klopt: via spelletjes of consoles zijn kick kunnen vinden, is
veel gezonder.

Ik ben in ieder geval niet gewonnen voor de organisatie van
straatraces. Dat is geen terechtwijzing van de burgemeester van Sint-
Truiden: die man doet binnen zijn ressort wat hij nodig vindt. Maar ik
zou het in ieder geval niet willen promoten.

Mijnheer de minister, kunt u mij nog zeggen of u de huidige
bestraffing voldoende vindt? Of moet ze worden verstrengd?
11.03 Dylan Casaer (sp.a-spirit):
Je ne suis guère partisan des
courses organisées, car je crains
que les têtes brûlées n'en
deviennent plus friandes encore
de courses illégales. Il est
effectivement beaucoup plus sûr
de pratiquer la course sur console.

Je répète ma question: le ministre
juge-t-il les peines actuelles
suffisantes?
11.04 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer Casaer, de huidige
bestraffing is de volgende. Los van de bestraffing voor de verwonding
11.04 Renaat Landuyt, ministre:
La participation à des courses de
24/01/2005
CRIV 51
COM 470
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
of doding van mensen, wordt louter en alleen reeds de deelname of
de organisatie bestraft met een maximale boete van 2.750 euro en
een maximaal rijverbod van vijf jaar. De mogelijkheden om streng te
straffen, zijn dus echt wel aanwezig.
voitures sur la voie publique ou
l'organisation de telles courses est
punie d'une amende de 2.750
euros maximum et d'une
interdiction de circuler pendant
cinq ans au maximum. Il est donc
vraiment possible de réprimer
sévèrement ces faits. Et je ne
parle même pas des peines qui
peuvent être prononcées en cas
de blessures ou d'homicide.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.33 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15.33 heures.