CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 469
CRIV 51 COM 469
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
19-01-2005
19-01-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
problématique de la police aéronautique"
(n° 4799)
1
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problematiek van de
luchtvaartpolitie" (nr. 4799)
1
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
Cercle des Employés de l'Etat Civil de
l'arrondissement judiciaire de Mons (CECAM)"
(n° 4858)
3
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over de "Vereniging van de bedienden van
de burgerlijke stand van het gerechtelijk
arrondissement Bergen (CECAM)" (nr. 4858)
3
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"le manque d'effectifs pour la police de la
navigation au port de plaisance de Nieuport"
(n° 4719)
5
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de onderbemanning
van de scheepvaartpolitie in de jachthaven van
Nieuwpoort" (nr. 4719)
5
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Hilde Dierickx au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
redevances versées par les dentistes à l'AFCN"
(n° 4965)
7
Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de retributies van de tandartsen aan
het FANC" (nr. 4965)
7
Orateurs: Hilde Dierickx, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur,
Sabien Lahaye-Battheu
Sprekers: Hilde Dierickx, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken, Sabien Lahaye-Battheu
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
migration policière vers une autre zone" (n° 5084)
9
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "gemeenten die naar een andere
politiezone willen overstappen" (nr. 5084)
9
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes de cohabitation dans les centres
fermés" (n° 5072)
10
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen met betrekking tot de
gemengde bevolking van de gesloten centra"
(nr. 5072)
10
Orateurs: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. François-Xavier de Donnea au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'intervention des services DVI en Asie à la suite
des ravages causés par le tsunami" (n° 5080)
12
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het optreden van de
DVI-teams in Azië naar aanleiding van de door de
tsunami aangerichte verwoestingen" (nr. 5080)
12
Orateurs: François-Xavier de Donnea,
Patrick Dewael, vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur
Sprekers: François-Xavier de Donnea,
Patrick Dewael, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
19
JANVIER
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
19
JANUARI
2005
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.30 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
Le président: Chers collègues, je vous demande de faire preuve d'un peu de discipline. Nous allons
entamer, dans un instant, notre ordre du jour.
Je dois tout d'abord vous faire savoir qu'un certain nombre de questions ont été reportées. Elles figureront
donc à l'ordre du jour de notre commission de la semaine prochaine. J'attire l'attention de chacun sur le fait
que, conformément au Règlement, une question ne peut être reportée qu'une fois.
Pour des raisons pratiques, et par souci de transparence et d'efficacité, le cabinet du ministre Reynders m'a
fait savoir que celui-ci ferait son exposé à 15.45 heures, le ministre Vande Lanotte étant absent pour des
raisons personnelles et familiales que vous connaissez et dont nous prenons acte.
La question n° 4657 de Mme Lanjri, les questions jointes n° 4659 et 4983 de Mme Lanjri et M. Marinower,
la question n° 4990 de Mme Lanjri, sont reportées. Pour la question n° 4719, Mme Lahaye-Battheu n'est
pas encore arrivée. La question n° 4746 de M. De Groote est reportée.
01 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
problématique de la police aéronautique" (n° 4799)
01 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problematiek van de luchtvaartpolitie" (nr. 4799)
01.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, dans le cadre de l'accord Octopus, les membres de la police
aéronautique ont d'abord été transférés à la gendarmerie puis à la
police intégrée structurée à deux niveaux. A la gendarmerie, les
membres de la police aéronautique ayant la qualité d'officier de police
judiciaire auxiliaire du procureur du Roi (OPJ) et d'officier de police
administrative (OPA) ont été insérés dans le grade de maréchal des
logis et premier maréchal des logis.
Dans la mesure où ils estimaient que leur échelle barémique, leurs
responsabilités, leur formation et leurs diplômes correspondaient au
grade d'adjudant ou commandant de brigade, certains membres de la
police aéronautique ont introduit un recours en annulation au Conseil
d'Etat. Estimant que les qualités d'officier de police judiciaire et
d'officier de police administrative correspondaient au minimum, dans
l'ex-gendarmerie, à la fonction d'adjudant ou de commandant de
brigade, le Conseil d'Etat annula ces nominations.
01.01 Jacqueline Galant (MR):
In het kader van de uitvoering van
het Octopusakkoord werd het
personeel van de luchtvaartpolitie
eerst bij de rijkswacht
ondergebracht en vervolgens bij
de geïntegreerde politie, die twee
niveaus kent.
Bij de rijkswacht werden de leden
van de luchtvaartpolitie die de
graad van officier van gerechtelijke
politie, toegevoegd aan de
procureur des Konings, en officier
van bestuurlijke politie droegen, in
de graden van wachtmeester en
eerste wachtmeester ingedeeld.
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Le ministère de l'Intérieur n'ayant pas réagi à cet arrêt d'annulation,
certains membres de la police aéronautique ont introduit un nouveau
recours qui a abouti à une condamnation au paiement d'une astreinte
de 2.000 euros par jour tant que l'Etat belge n'aura pas correctement
intégré la partie requérante dans l'ex-gendarmerie. Le montant de ces
astreintes s'élève à l'heure actuelle à 8 millions d'euros. A la suite de
cet arrêt, les membres de la police aéronautique ayant la qualité
d'OPJ et d'OPA ont été nommés dans le même grade que celui qui
avait été annulé. Bien entendu, les personnes concernées ont
introduit un nouveau recours et ont obtenu un nouvel arrêt
d'annulation du Conseil d'Etat, arrêt qui a également annulé les
nominations dans le grade d'inspecteur de la nouvelle police intégrée
intervenues entre-temps.
Le motif de l'annulation était, à nouveau, clair: nomination dans un
grade qui ne tient pas compte des qualités d'OPJ et d'OPA des
membres de la police aéronautique.
La Cour d'arbitrage a suivi la jurisprudence du Conseil d'Etat en
rendant un arrêt par lequel elle juge que les membres de l'ex-police
aéronautique revêtus des qualités d'OPJ et d'OPA doivent être
intégrés dans le cadre des officiers de la nouvelle police intégrée. En
effet, la Cour a estimé que la nomination des sous-chefs d'aérodrome
revêtus de la qualité d'OPJ et d'OPA au grade d'inspecteur de la
nouvelle police intégrée était irrégulière dans la mesure où aucun
agent du grade de base, ni du cadre moyen n'est revêtu de ces deux
qualités.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes:
- Suivant la jurisprudence du Conseil d'Etat et de la Cour d'arbitrage,
ne conviendrait-il pas d'intégrer les membres de l'ex-police
aéronautique dans le cadre des officiers?
- Quels sont les arguments juridiques qui empêchent cette insertion
dans le cadre des officiers?
- Quelles solutions envisagez-vous pour respecter la jurisprudence du
Conseil d'Etat et de la Cour d'arbitrage?
- Les membres concernés de l'ex-police aéronautique demandent à
être nommés dans le grade d'adjudant commandant de brigade de
l'ex-gendarmerie pour la période 1999 à 2001 et dans le grade de
commissaire de la nouvelle police intégrée. Cette demande n'est-elle
pas conforme à la jurisprudence de la Cour d'arbitrage?
Sommige leden van de
luchtvaartpolitie meenden dat hun
functie met de graad van adjudant-
brigadecommandant overeen-
stemde en dienden een verzoek
tot nietigverklaring in bij de Raad
van State, die er gevolg aan gaf.
Omdat een reactie van het
ministerie van Binnenlandse
Zaken uitbleef, werd opnieuw
beroep aangetekend. Als gevolg
daarvan werd de Belgische
overheid veroordeeld tot het
betalen van een dwangsom zolang
de verzoekende partij niet in de
voormalige rijkswacht is
geïntegreerd. Die dwangsom is
ondertussen al tot een bedrag van
tien miljoen euro opgelopen.
De leden van de luchtvaartpolitie
die de graad van OGP en OBP
dragen en die benoemd werden in
dezelfde graad als diegene die
nietig werd verklaard, wisten een
nieuw vernietigingsarrest van de
Raad van State te bekomen. Dit
stelt dat bij de benoeming geen
rekening werd gehouden met de
graad van OGP en OBP die de
leden van de luchtvaartpolitie
reeds droegen.
Het Arbitragehof volgde de
rechtspraak van de Raad van
State en oordeelde in zijn arrest
dat de leden van de voormalige
luchtvaartpolitie die de graad van
OGP en OBP droegen als
officieren bij de nieuwe
geïntegreerde politie
moeten
worden benoemd.
Is het oordeel van beide
rechtscolleges correct?
De leden van de voormalige
luchtvaartpolitie eisen voor de
periode 1999-2001 in de graad
van adjudant-brigadecommandant
van de voormalige rijkswacht en in
de graad van commissaris van de
nieuwe geïntegreerde politie te
worden benoemd. Stemt die eis
niet met de rechtspraak van het
Arbitragehof overeen?
Le président: J'insiste tout particulièrement auprès des collègues qui souhaitent converser pour qu'ils
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
aillent le faire à l'extérieur de la salle de commission, par respect pour les collègues qui posent des
questions.
01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, à plusieurs reprises des questions sur ce sujet ont été
posées au parlement. Tout d'abord, je vais répéter une fois de plus
que l'origine du problème n'est pas l'insertion des membres du
personnel mais les modalités du maintien de la qualité d'officier de
police judiciaire ou administrative. Celles-ci n'ont en effet pas été
précisées expressément dans la loi.
La Cour d'arbitrage et le Conseil d'Etat ont fait prévaloir une thèse
selon laquelle ces qualités ne peuvent être maintenues que par une
insertion dans un grade auquel l'une ou l'autre qualité était attribuée
en régie. Mes services estiment que l'intention du législateur était
autre et qu'elle autorisait le maintien à titre personnel desdites
qualités. Le législateur aura la possibilité de préciser prochainement
son intention à l'occasion de l'examen du projet de loi Vésale que
vous évoquez. Une de ses dispositions approche en effet ce
contentieux et propose au législateur de confirmer le principe selon
lequel le maintien des qualités d'officier de police judiciaire et
administrative est indépendant du grade d'insertion.
01.02 Minister Patrick Dewael:
Het probleem betreft niet zozeer
de inschaling van de
personeelsleden, dan wel de
manier waarop ze de
hoedanigheid van officier van
gerechtelijke of van bestuurlijke
politie kunnen behouden. Dat staat
niet in de wet.
Daar waar het Arbitragehof en de
Raad van State oordelen dat die
respectieve hoedanigheden maar
kunnen worden behouden
wanneer de betrokkenen worden
ingeschaald in een graad die recht
geeft op die hoedanigheid, zijn
mijn diensten van oordeel dat het
de bedoeling van de wetgever was
het behoud van die
hoedanigheden ten persoonlijke
titel toe te staan.
Het Vesalius-wetsontwerp
behandelt dat twistpunt en stelt de
wetgever voor het beginsel van het
behoud van de hoedanigheden
van officier van gerechtelijke en
van bestuurlijke politie te
bevestigen, ongeacht de graad
van inschaling.
01.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, je resterai
donc attentive à l'évolution du projet Vésale que vous proposerez d'ici
peu.
01.03 Jacqueline Galant (MR):
Ik zal het Vesalius-wetsontwerp
van nabij volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Je jongle avec les membres présents de la commission qui reportent leur question cela
n'est pas très cohérent et les membres absents qui ne reportent pas mais qui arrivent.
Madame Galant, vous avez la parole pour votre question n° 4858.
02 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le Cercle
des Employés de l'Etat Civil de l'arrondissement judiciaire de Mons (CECAM)" (n° 4858)
02 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over de "Vereniging van de bedienden van de burgerlijke stand van het gerechtelijk
arrondissement Bergen (CECAM)" (nr. 4858)
02.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, il apparaît que, parmi les nombreuses réformes qui ont été
mises en place dans l'administration, celle relative au service
communal de l'état civil entraîne un surcroît de travail très important
pour les employés.
02.01 Jacqueline Galant (MR):
De op de gemeentelijke dienst van
de burgerlijke stand doorgevoerde
hervormingen brengen veel extra
werk mee voor het personeel. De
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Mis en place avant la fusion des communes, le CECAM, cercle des
employés de l'état civil de l'arrondissement judiciaire de Mons, est un
groupe de travail placé sous la présidence d'un magistrat du parquet
de Mons. Son objectif est de mettre en exergue les services de l'état
civil et de la population aujourd'hui étroitement liés.
Le service de l'Intérieur a-t-il des échanges avec cette cellule qui
semble avoir des réunions régulières avec d'autres groupes de travail
de Bruxelles, du Brabant wallon et de Charleroi? Dans la négative, ne
serait-il pas intéressant d'instaurer un réseau d'échange
d'informations afin de pallier les difficultés que rencontrent les
employés de ce service? L'introduction de la carte d'identité
électronique ne va-t-elle pas engendrer, à son tour, de nouvelles
surcharges de travail dans ce service? Ne serait-il pas intéressant
d'instaurer une formation appropriée pour les agents de l'état civil sur
les épaules desquels reposent des responsabilités très importantes?
Ne pourrait-on pas envisager, afin de leur donner plus de visibilité,
une campagne d'information sur les missions de ce service
spécifique?
vereniging van de bedienden van
de burgerlijke stand van het
gerechtelijk arrondissement
Bergen (CECAM), die onder het
voorzitterschap van een
magistraat van het Parket van
Bergen werd geplaatst en die
regelmatige contacten met andere
werkgroepen in het land
onderhoudt, wil het belang van de
diensten van de burgerlijke stand
en van de bevolking, die nu nauw
met elkaar verbonden zijn,
benadrukken.
Heeft het departement
Binnenlandse Zaken contacten
met die vereniging? Kan een
contactnetwerk geen steun
betekenen voor die diensten? Zal
de nieuwe elektronische
identiteitskaart hen geen extra
werk opleveren? Zouden een
aangepaste opleiding voor de
ambtenaren van de burgerlijke
stand en een informatiecampagne
over de opdrachten van deze
diensten niet nuttig zijn?
02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je veux tout d'abord attirer votre attention sur le fait que
l'état civil relève des compétences de ma collègue la ministre de la
Justice. Des contacts ont effectivement déjà eu lieu entre mon
administration et le cercle des employés de l'état civil de
l'arrondissement judiciaire de Mons. Des réunions d'information ont
ainsi été organisées au cours desquelles les agents du Registre
national ont expliqué le fonctionnement de ce registre aux membres
de ce cercle.
L'introduction de la carte d'identité électronique va sensiblement
simplifier et alléger le travail des fonctionnaires communaux. En effet,
grâce à leur carte, les citoyens auront la possibilité d'accéder en ligne
à certains services communaux et d'introduire par cette même voie
des demandes d'extraits ou de certificats, ce qui représente un
avantage indéniable, tant pour le citoyen qui ne doit plus se rendre à
l'administration communale que pour les agents communaux qui ne
seront plus confrontés à la gestion des files d'attente aux guichets.
02.02 Minister Patrick Dewael:
Ik wil u er eerst op wijzen dat de
burgerlijke stand onder de
bevoegdheid van de minister van
Justitie ressorteert.
Tijdens informatievergaderingen
hebben de ambtenaren van het
Rijksregister de werking van dat
register aan de leden van de
CECAM uitgelegd.
De invoering van de nieuwe
elektronische identiteitskaart zal
het werk van de
gemeenteambtenaren vereen-
voudigen en verlichten omdat de
burgers verschillende zaken on
line bij de gemeentelijke diensten
zullen kunnen aanvragen. Dat is
dus zowel voor de burgers als voor
de gemeenteambtenaren een
goede zaak.
02.03 Jacqueline Galant (MR): Je voudrais compléter ma demande
au niveau des moyens de fonctionnement: des subsides sont-ils
prévus pour ce genre de cercle afin d'organiser des formations pour
les employés? Cela relève-t-il d'une autre compétence?
02.03 Jacqueline Galant (MR):
Worden aan dergelijke kringen
subsidies verleend? Ressorteert
dat onder een andere minister?
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
02.04 Patrick Dewael, ministre: (...)
02.05 Jacqueline Galant (MR): Je reposerai donc une question
dans ce sens.
02.05 Jacqueline Galant (MR):
Ik zal daarover later opnieuw een
vraag stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de onderbemanning van de scheepvaartpolitie in de jachthaven van
Nieuwpoort" (nr. 4719)
03 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
manque d'effectifs pour la police de la navigation au port de plaisance de Nieuport" (n° 4719)
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de minister, ik heb
een vraag over de scheepvaartpolitie in de haven van Nieuwpoort. De
strijd tegen de mensensmokkel is een van de prioriteiten van het
nationale Veiligheidsplan. De actie "Beaufort" past ook perfect in het
actieplan van de regering naar aanleiding van de sluiting van het
opvangcentrum in Sangatte.
De politiediensten willen mensensmokkelaars die in Sangatte actief
waren ten stelligste ontraden hun activiteiten te verleggen naar onze
zeehavens. De havens van Zeebrugge en Oostende zijn erg in trek bij
illegalen die Groot-Brittannië proberen te bereiken. Daarom worden
de controles georganiseerd langs de belangrijkste invalswegen naar
die havens. Door de toenemende havens in Zeebrugge zou het wel
eens kunnen dat mensensmokkelaars hun werkterrein verleggen naar
kleinere havens, onder andere de jachthaven van Nieuwpoort. In
Zeebrugge is een tachtigtal manschappen van de scheepvaartpolitie
aanwezig. In Oostende zijn er 73 agenten die kunnen ingezet worden.
Van die 73 werden er 8 naar de haven van Nieuwpoort gedelegeerd.
Ik heb in dat verband de volgende concrete vragen, mijnheer de
minister.
Ten eerste, kunt u zich vinden in de redenering dat
mensensmokkelaars hun werkterrein verleggen naar de westkust
omdat de pakkans daar veel geringer is? Ten tweede, klopt het dat
slechts 8 mensen van de scheepvaartpolitie ingeschakeld zijn in de
haven van Nieuwpoort en wat zijn hun specifieke taken? Ten derde,
klopt het dat door het tekort aan manschappen niet voorzien kan
worden in een permanente nachtdienst in de jachthaven van
Nieuwpoort? Ten vierde, bent u van plan om de scheepvaartpolitie in
de jachthaven van Nieuwpoort te versterken? Zo ja, wanneer en met
hoeveel extra manschappen?
03.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La lutte contre la traite des
êtres humains constitue un point
important du plan national de
sécurité. Il convient d'empêcher
les trafiquants d'êtres humains
ayant opéré à Sangatte de
déplacer leur terrain d'action vers
nos ports. Les ports de Zeebrugge
et d'Ostende sont souvent utilisés
comme des points permettant
d'accéder illégalement à la
Grande-Bretagne.
Une augmentation du nombre de
contrôles à Zeebrugge risquerait
de déplacer le terrain d'action des
trafiquants d'êtres humains vers
des ports de plus petite taille de la
côte occidentale. Parmi les 73
agents ostendais de la police
maritime, huit ont été affectés au
port de plaisance de Nieuport.
Le ministre pense-t-il que les
trafiquants d'êtres humains
déplaceront leur terrain d'action
vers la côte occidentale, où les
risques d'être intercepté sont
sensiblement inférieurs? Est-il
exact que la police maritime de
Nieuport ne dispose que de huit
agents? Un service de nuit
permanent est-il assuré dans le
port de plaisance de Nieuport? Le
ministre renforcera-t-il le corps de
police maritime de Nieuport?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, op
de eerste vraag kan ik u melden dat het evident is dat criminelen hun
actieterrein verleggen als de gehanteerde modus operandi wordt
ontdekt of wanneer de pakkans verhoogt. Uit een analyse van het
beschikbare cijfermateriaal bij het HIK in Veurne is gebleken dat het
03.02 Patrick Dewael, ministre:
Les délinquants déplacent
généralement leur terrain d'action
lorsque le risque d'être pris
augmente. Le nombre de
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
aantal geïntercepteerde illegalen in dalende lijn gaat.
Specifiek voor het havengebied Nieuwpoort werd in 2003 en 2004
geen enkele illegaal onderschept. In het gerechtelijk arrondissement
Veurne werden in 2003 166 illegalen geïntercepteerd. In 2004 werden
er tot 10 december 110 geïntercepteerd. De scheepvaartpolitie is er
zich van bewust dat de haven van Nieuwpoort zou kunnen worden
gebruikt door mensensmokkelaars. De scheepvaartpolitie is alert voor
dit fenomeen en focust er dan ook haar activiteiten op. Tot op heden
heeft de scheepvaartpolitie geen indicaties dat netwerken en
criminelen Nieuwpoort gebruiken om illegalen naar Groot-Brittannië te
smokkelen.
Uw tweede vraag dan, of het klopt dat er slechts acht mensen van de
scheepvaartpolitie zijn ingeschakeld. Ik kan u melden dat het juist is
dat het effectief van de post Nieuwpoort uit acht mensen bestaat. Zij
zijn zoals wettelijk voorzien belast met de politie te water. Het betreft
dus, ten eerste, het toezicht op de naleving van alle wetten en
reglementen die van toepassing zijn op en rond het water, daaronder
ook begrepen aan boord van schepen en vaartuigen, ten tweede, de
grenscontrole, ten derde, het uitvoeren van het beslag op zeeschepen
naar aanleiding van de uitoefening van opdrachten van gerechtelijke
en van bestuurlijke politie en, ten slotte, ook het nemen van alle
noodzakelijke maatregelen van bestuurlijke politie in het raam van de
politie te water.
Ten slotte dan uw derde vraag. Initieel werd de post Nieuwpoort
geïnstalleerd met het oog op het uitvoeren van de voorgeschreven
Schengen-controles.
De Schengen-regelgeving preciseert dat de post Nieuwpoort geopend
moet zijn tussen 9 uur en 16.30 uur. Dagelijks wordt ook tussen 8 uur
en 18 uur minimum een ploeg grenscontrole en een persoon belast
met het onthaal ingezet. Sporadisch zet de post Nieuwpoort ook een
nachtploeg in bij gecoördineerde acties en bij evenementen in de
zomer.
Met een effectief van 8 personen kan geen 24-urendienst worden
uitgebouwd, maar er werd met de politiezone westkust een
protocolakkoord afgesloten dat preciseert dat de scheepvaartpolitie
Nieuwpoort binnen het havengebied een minimum aanwezigheid
verzekert tussen 8 uur en 18 uur en dat de politiezone westkust
instaat voor de interventies en eerste vaststellingen wanneer er geen
ploeg van de scheepvaartpolitie aanwezig is. Daarenboven wordt
minimum 3 keer per week door de interventieploeg van de
scheepvaartpolitie Oostende zowel te land als te water nachtelijke
patrouilles uitgevoerd in de omschrijving van de post Nieuwpoort. In
de zomerperiode wordt het effectief van de scheepvaartpolitie van
Nieuwpoort met 2 personeelsleden verhoogd.
Ik wil graag laten onderzoeken of de versterking die u suggereert
haalbaar is. Op dit ogenblik laat de federale politie mij weten dat er
geen onmiddellijke behoefte toe zou bestaan, maar ik wil deze zaak
naar aanleiding van uw vraag graag opnieuw laten onderzoeken.
clandestins interpellés diminue.
Aucun n'a été interpellé à Nieuport
en 2003 et 2004 et 166
clandestins ont été interpellés à
Furnes en 2003, contre 110 en
2004.
La police de la navigation ne
dispose pas d'indices confirmant
l'utilisation du port de Nieuport
pour le trafic d'êtres humains. Ce
corps veille au respect des lois sur
les eaux, procède à des contrôles
frontaliers et à des saisies de
bateaux. Par ailleurs, il prend
toutes les mesures de police
administrative sur les eaux.
Le service a été créé dans le
cadre de l'accord de Schengen et
fonctionne de 9 heures à 16h30.
Des contrôles frontaliers sont
opérés quotidiennement et une
équipe de nuit est sporadiquement
opérationnelle. Les huit membres
du personnel ne peuvent assurer
un service permanent. Un
protocole permettant de mener
des interventions en l'absence des
membres de la police de la
navigation a été conclu avec la
zone de police "Westkust". Des
patrouilles nocturnes sont
effectuées trois fois par semaine.
Deux agents supplémentaires
seront recrutées en été.
Selon la police fédérale, il n'est
pas nécessaire de renforcer le
corps de la police de la navigation
de Nieuport. Toutefois, je ferai
réexaminer la question.
03.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord.
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 4885 van mevrouw Lambert wordt uitgesteld.
04 Vraag van mevrouw Hilde Dierickx aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de retributies van de tandartsen aan het FANC" (nr. 4965)
04 Question de Mme Hilde Dierickx au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
redevances versées par les dentistes à l'AFCN" (n° 4965)
04.01 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik verwijs naar mijn vraag van 30 juni 2004. Ik stelde toen
eveneens een vraag over de relevantie van de retributie van de
tandartsen aan het FANC, het Federaal Agentschap van Nucleaire
Controle.
Zowel de Nederlandstalige als de Franstalige tandartsenverenigingen
zijn de mening toegedaan dat er een onvoldoende terugvloeiing is van
de retributie naar de sector. Sinds enkele jaren is er wel een heel
beperkte verhoging van de honoraria voor radiografieën. Uit het
werkingsverslag van het FANC dat u, zij het met vele maanden
vertraging, wel hebt ontvangen, blijkt echter ook dat het Federaal
Agentschap toch niet zo efficiënt werkt.
Er zijn maandenlange onderhandelingen geweest tussen de
verschillende tandartsenverenigingen, die natuurlijk hadden gehoopt
dat ze zouden resulteren in een afschaffing of vermindering van de
retributie. Dat werd half december 2004 ook nog bevestigd door de
verenigingen. De verbijstering was dan ook groot toen in het Belgisch
Staatsblad van 20 december 2004 verscheen dat het bedrag zou
worden geïndexeerd.
Ik begrijp natuurlijk dat het ene, de indexatie, niets te maken heeft
met het andere, de onderhandelingen zelf, en dat de indexatie bijna
automatisch gebeurt. Toch vraag ik me af hoe men uit de impasse
kan geraken. Normaal gezien worden immers zowat elk jaar eind
januari de eerste facturen verstuurd aan de tandartsen om de
bedragen te innen.
Mijnheer de minister, ik vraag dan ook wanneer de retributies zouden
worden herbekeken.
Mag er ten gunste van de sector nog iets positiefs worden verwacht?
04.01 Hilde Dierickx (VLD): Les
associations de dentistes tant
francophones que
néerlandophones estiment que
trop peu d'argent des rétributions
versées par les dentistes à l'AFCN
retourne vers le secteur. Il ressort
en outre du rapport de l'AFCN, qui
a par ailleurs été déposé avec un
retard de plusieurs mois, que
l'agence ne fonctionne pas
efficacement. Les négociations
avec les associations de dentistes
doivent déboucher sur une
réduction, voire une suppression,
des rétributions. Le Moniteur belge
du 20 décembre 2004 annonce
toutefois que le montant a été
indexé.
Quand la rétribution sera-t-elle
réexaminée? Le secteur peut-il
espérer une mesure positive?
04.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
tarieven van de retributies ten laste van de vergunninghouders van
apparatuur die ioniserende stralingen uitzendt, en ook ten bate van
het FANC, liggen vast in een KB dat dateert van 24 augustus 2001.
De hoogte van de retributie is door artikel 6 van dit besluit gekoppeld
aan de evolutie van de gezondheidsindex. De publicatie in het
Staatsblad van 20 december van de geïndexeerde tarieven geldig
voor het jaar 2005 is alleen een kennisgeving om de transparantie te
bevorderen.
De jaarlijkse retributie ten laste van een tandartskabinet is gestegen
van 163,5 naar 166,5 euro. Dat is een stijging met 1,8%. Er is dus
geen sprake van een reële verhoging van de bijdragen, zoals u
04.02 Patrick Dewael, ministre:
La redevance est liée à l'indice
santé depuis le début. La
publication au Moniteur belge n'est
qu'une communication inspirée
par un souci de transparence. Il
n'est pas question de hausse
réelle de la redevance. De plus,
les honoraires des dentistes ont
été majorés en même temps.
Le rapport de fonctionnement de
2003 m'a été transmis fin 2004.
L'Agence m'a également
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
aangeeft. Ook de tandartshonoraria zijn trouwens op 1 januari
gestegen, ongeveer met een vergelijkbaar percentage.
Zoals aangekondigd in het antwoord van 30 juni 2004 heb ik die
problematiek effectief verder opgevolgd. Het Agentschap heeft mij het
evaluatieverslag van de inning en de aanwending van de retributies
bezorgd, zoals vastgelegd in het besluit. Het werkingsverslag over het
jaar 2003 werd mij de laatste dagen van 2004 effectief bezorgd.
Het Agentschap heeft mij in de loop van november van vorig jaar
tevens een document bezorgd waarin het de prestaties en activiteiten
toelicht die het actueel ten behoeve van de sector van de
tandheelkundige radiologie verricht of die in de nabije toekomst zijn
geprogrammeerd.
Dat is toch wel belangrijk. In het begeleidend schrijven laten de
directeur-generaal en de voorzitter van het Agentschap mij immers
het volgende weten. "Het Agentschap is zich bewust van haar
maatschappelijke plicht om op een efficiënte wijze om te springen met
de haar ter beschikking gestelde financiële middelen. In het kader van
de administratieve vereenvoudiging en de invoering van e-
government wenst het Agentschap de toepasselijke
behandelingsprocedures kritisch te evalueren en daar waar nodig is te
vereenvoudigen. Aldus hoopt zij het werkvolume per ingediend
dossier terug te dringen zonder daarbij de kwaliteit te reduceren van
de verzamelde informatie, vereist in de naleving van internationale
verplichtingen. Dat zou moeten leiden tot een gevoelige daling van de
retributies."
Aan de hand van de bekomen informatie, zullen in de komende dagen
met de beroepsverenigingen van tandartsen verder besprekingen
worden gevoerd. In functie van de resultaten van deze gesprekken zal
bekeken worden in hoeverre een wijziging van het KB terzake
opportuun is.
Meer algemeen inzake de werking van het agentschap kan ik
meedelen dat een grondige analyse van de werkwijze van het
agentschap is aangevat. De interne structuren zullen de komende
maanden, indien vereist, worden geoptimaliseerd. De grondige
analyse van de financiële stromen is daarvoor prioritair.
Le rapport de fonctionnement de
2003 m'a été transmis fin 2004.
L'Agence m'a également
communiqué, dans le courant du
mois de novembre 2004, un
document dans lequel elle
présente les prestations et les
activités auxquelles elle se livre ou
compte se livrer prochainement
dans le secteur de la radiologie
dentaire.
Le directeur général et le président
de l'Agence sont conscients de
leur devoir social, de la nécessité
d'utiliser à bon escient les moyens
dont dispose l'Agence. Les
procédures mises en oeuvre
seront évaluées et si possible
simplifiées de manière à réduire la
charge de travail que représente
chaque dossier. Les redevances
pourront dès lors être revues à la
baisse. Les discussions seront
poursuivies avec les associations
de dentistes sur la base des
informations fournies par l'Agence.
L'issue de ces discussions va
déterminer s'il y a lieu d'envisager
une modification de l'arrêté royal.
04.03 Hilde Dierickx (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het uitvoerig antwoord. Het stemt me gunstig dat het
agentschap zelf stelt dat een daling van de retributie kan verwacht
worden. Ik wil erop wijzen dat de onderhandelingen met de sector
reeds in 2001 van start zijn gegaan. We zijn nu vier jaar later.
We moeten vermijden dat de facturen op het einde van de maand
verstuurd worden. Ik hoop echt dat u aandringt zodat er niet weer een
jaar verloren is.
04.03 Hilde Dierickx (VLD): Que
l'Agence envisage une réduction
des rétributions est une bonne
chose mais je tiens à souligner
que les négociations avec le
secteur ont commencé dès 2001.
Il est urgent d'agir car les factures
seront envoyées dès la fin du
mois. Nous ne pouvons nous
permettre de perdre un an de plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: L'ordre du jour appelle les questions jointes de Mme Lahaye-Battheu et de M. De Groote.
Madame Lahaye, souhaitez-vous, dans la mesure où vous êtes présente et que votre collègue est présent,
poser votre question?
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
04.04 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): (...)
Le président: Non. Donc la question précédente que vous avez posée était extrêmement importante et
celle-ci ne l'est pas. J'enregistre. Vous m'excuserez, mais j'utiliserai aussi dorénavant l'autorité qui est la
mienne et le Règlement pour prendre en considération les questions, les reporter le nombre de fois que
j'estimerai utile.
Ce n'est pas très sérieux de déposer des questions, d'être présent dans l'assemblée et de ne pas souhaiter
les poser. C'est faire la démonstration par l'absurde que les questions déposées au gouvernement sont
sans intérêt. J'ai de grosses difficultés à comprendre la subtilité de la chose.
Il en est de même pour la question de Mme Caslo, je suppose, qui, bien que présente, ne souhaite pas la
poser. Cela démontre qu'elle accorde énormément d'intérêt au sujet qu'elle y traite.
Nous passons ces considérations personnelles et nous arrivons à la question n° 5050 de M. Wathelet qui
est reportée car il se trouve dans une autre commission.
Mme Gerkens devrait nous avoir rejoints mais je ne la vois pas.
M. de Donnea nous est annoncé, nous allons attendre qu'il arrive.
Mme Galant, qui est toujours là, peut poser sa question n° 5084.
05 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
migration policière vers une autre zone" (n° 5084)
05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "gemeenten die naar een andere politiezone willen overstappen" (nr. 5084)
05.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, voici quelque temps, je vous avais interpellé au sujet de la
zone de police des Collines qui semble poser d'énormes problèmes
aux autorités communales de Frasnes-lez-Anvaing. Vous m'aviez
répondu être parfaitement au courant des problèmes dans cette zone
et en être soucieux. Or, je vois que la situation est loin de s'être
améliorée. Les autorités communales frasnoises envisagent même
de quitter cette zone pour rejoindre celle formée par Leuze et Beloeil
mais le bourgmestre de cette dernière n'envisage pas cette tripartite.
Le député-bourgmestre de Frasnes-lez-Anvaing motive son souhait
par le fait que, dès le départ, il était réticent à rejoindre cette zone
justement par peur que les moyens alloués ne soient pas suffisants
pour atteindre un objectif de sécurité et conforter un sentiment de
sécurité par une présence sur le terrain.
Au cas où le bourgmestre de Beloeil accepterait finalement que
Frasnes-lez-Anvaing se joigne à la zone, je voulais connaître les
modalités d'un tel transfert, vu que rien n'est prévu pour l'heure par la
loi.
Avez-vous réfléchi à une telle éventualité?
Comment serait alors défini le cadre de l'une et l'autre zone?
Quels frais cela entraînerait-il pour les communes concernées?
Y a-t-il des précédents à ce niveau?
05.01 Jacqueline Galant (MR):
Enige tijd geleden ondervroeg ik u
over de politiezone "des Collines"
die blijkbaar problemen doet rijzen
voor het gemeentebestuur van
Frasnes-lez-Anvaing. Omdat het
bestuur vreest dat de toegekende
middelen niet zullen volstaan om
de veiligheidsdoelstelling te
bereiken, is het van plan uit die
politiezone te stappen en bij Leuze
en Beloeil aan te sluiten. Indien de
burgemeester van Beloeil
aanvaardt dat Fransnes-lez-
Anvaing zich bij zijn zone voegt,
zou ik de voorwaarden voor een
dergelijke overstap willen kennen.
De wet zegt hier immers niets
over.
Hebt u over die mogelijkheid
nagedacht? Hoe zou de grens van
de respectieve zones dan worden
bepaald? Welke kosten zou dat
voor de gemeenten meebrengen?
Bestaan er precedenten?
05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère 05.02 Minister Patrick Dewael:
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
collègue, la procédure qui a été suivie pour diviser le territoire en
zones de police est fixée par l'article 9 de la loi du 7 décembre 1998
organisant un service de police intégrée structuré à deux niveaux. Cet
article visait la constitution des zones et n'est pas applicable comme
tel à une redéfinition de celles-ci. Aucune autre disposition légale
n'organise un changement de circonscription des zones. A côté de ce
problème juridique, des problèmes techniques sérieux devraient être
résolus si une commune se détachait d'une zone pour en rejoindre
une autre. Il faudrait diviser le patrimoine mobilier et immobilier,
redéfinir la dotation des communes, répartir le personnel, désigner
éventuellement deux nouveaux chefs de corps pour les deux
nouvelles entités, etc.
Il n'y a pas de précédent en la matière.
Je n'exclus pas qu'un jour, on veuille agrandir certaines zones et donc
réduire le nombre total de zones de police, mais séparer des zones
ne va certainement pas dans le bon sens. En tout cas, la volonté d'un
seul bourgmestre ne suffirait pas et il faudrait s'assurer de toute façon
que les nouvelles entités créées soient viables et assurent un service
de police correct à la population.
De procedure volgens dewelke het
grondgebied in politiezones is
verdeeld, is bepaald bij artikel 9
van de wet van 7 december 1998
tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst. Dat
artikel bepaalt hoe de zones
worden gevormd, niet hoe ze er na
een aanpassing moeten uitzien.
De wet bevat geen enkele andere
bepaling in verband met zo'n
wijziging. Indien een gemeente
van zone verandert, rijzen naast
het juridische probleem ook
technische vragen: de verdeling
van het patrimonium, de dotatie
van de gemeenten die moet
worden herberekend, de spreiding
van het personeel, de aanduiding
van korpschefs van de nieuwe
entiteiten, enz.
05.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, si j'ai bien
compris, le député-bourgmestre de Frasnes peut exprimer sa colère,
mais ne peut rien faire pour le moment vu qu'il n'y a rien de prévu.
05.03 Jacqueline Galant (MR):
Als ik het goed begrijp, kan de
burgemeester van Frasnes alleen
maar zijn woede uiten. Andere
acties kan hij niet ondernemen
omdat de mogelijkheid daartoe
gewoon niet bestaat.
05.04 Patrick Dewael, ministre: C'est votre interprétation!
05.04 Minister Patrick Dewael:
Dat is uw interpretatie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes de cohabitation dans les centres fermés" (n° 5072)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen met betrekking tot de gemengde bevolking van de gesloten centra"
(nr. 5072)
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question porte sur la cohabitation dans les centres
fermés de personnes en séjour illégal, qui sont internées le temps
que leur situation soit réglée et dans l'attente d'une expulsion
éventuelle, et de détenus qui ont terminé de purger leur peine et qui
se trouvent en détention pénale dans les centres fermés. Cette
situation existe depuis le 31 mai 2002 puisqu'une des mesures visant
à permettre de lutter contre le surpeuplement des prisons prévoit que
les détenus ayant purgé leur peine soient mis en détention pénale, via
l'Office des étrangers, à l'intérieur des centres fermés. Par exemple,
au centre fermé de Vottem séjourne actuellement M. Bajrami, ancien
complice de Hamers. Cela pose problème pour les personnes en
séjour illégal qui se trouvent dans les centres ainsi que pour les
travailleurs des centres fermés qui ont affaire à des populations tout à
fait différentes, avec des profils psychologiques et des
comportements divers. Cette situation est propice au développement
06.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Mijn vraag heeft betrekking op het
samen opsluiten in gesloten centra
van personen die onwettig in ons
land verblijven en die daar
geïnterneerd worden in afwachting
dat hun situatie wordt
geregulariseerd of dat zij het land
worden uitgezet, en gedetineerden
die daar in strafrechtelijke detentie
zitten. Die situatie bestaat al sinds
31 mei 2002, aangezien een van
de maatregelen ter bestrijding van
de overbevolking in de
gevangenissen bepaalt
dat
gedetineerden, nadat zij hun straf
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
de comportements agressifs et coercitifs de la part des gardiens qui
se trouvent parfois confrontés à une population plus caractérielle ou
plus dangereuse.
Cela provoque aussi l'irritation des résidents habituels des centres
fermés non seulement parce qu'ils estiment être injustement
incarcérés car ils ne sont pas en possession de leurs papiers alors
qu'ils n'ont commis aucun délit mais aussi parce qu'ils sont assimilés
à des détenus ayant commis des délits. De plus, la cohabitation avec
la population vivant à proximité des centres fermés commence
également à être problématique.
Monsieur le ministre, j'aurais voulu savoir comment vous percevez
cette cohabitation et les difficultés qui sont relevées à cet égard et
comment vous comptez intervenir pour y remédier.
Hier, en commission, j'ai interrogé la ministre de la Justice à ce sujet
puisqu'il apparaissait que le SPF Justice n'informait l'Office des
étrangers de la sortie d'un détenu que quinze jours avant sa libération
et que la détention pénale se justifiait par la nécessité de disposer de
temps pour examiner son dossier et pour décider si l'on expulsait la
personne ou si elle devait passer par un centre fermé.
Apparemment, depuis le 24 décembre 2004, une autre manière de
fonctionner est entrée en application au niveau du département de la
Justice qui informe, dès l'incarcération du détenu, l'Office des
étrangers pour que le dossier soit ouvert. Monsieur le ministre,
considérez-vous que cette disposition, dont j'ai connaissance depuis
hier, va permettre de régler le problème ou avez-vous d'autres pistes
à développer?
hebben uitgezeten, strafrechtelijk
in gesloten centra worden
opgesloten. Zo zit de heer Bajrami,
een voormalige medeplichtige van
Haemers, opgesloten in Vottem.
Dat doet problemen rijzen voor de
personen in die centra en voor het
personeel dat te maken heeft met
verschillende categorieën
gedetineerden met uiteenlopende
psychologische profielen en
gedragingen. Die situatie leidt tot
agressief gedrag bij bewakers die
met gevaarlijker gedetineerden
worden geconfronteerd.
Dat ergert ook de gewone
bewoners van die centra, die van
oordeel zijn dat ze onrechtmatig
werden opgesloten, want hoewel
ze geen enkel misdrijf hebben
gepleegd, worden ze als
delinquenten behandeld. Ook de
omwonenden van die centra
reageren negatief. Hoe ziet u die
verschillende groepen in die centra
samenleven en hoe denkt u de
moeilijkheden op te lossen?
Tot nu toe bracht de FOD Justitie
de Dienst Vreemdelingenzaken
slechts vijftien dagen voor de
vrijlating van een gedetineerde op
de hoogte. Die strafrechtelijke
hechtenis werd als noodzakelijk
beschouwd, om over de nodige tijd
te beschikken om het dossier te
bestuderen en om te beslissen de
betrokkene al dan niet uit te
wijzen. Sinds 24 december 2004
brengt het departement Justitie
Vreemdelingenzaken van bij het
begin van de hechtenis op de
hoogte, zodat een dossier kan
worden geopend. Zal dat volstaan
om het probleem op te lossen of
ziet u andere mogelijkheden?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, la
réglementation pour transférer les anciens détenus vers les centres
fermés a été approuvée par mon prédécesseur à la demande du
ministre de la Justice précédent et cela, afin de pouvoir faire face à la
surpopulation dans les prisons.
Ce transfert des anciens détenus pose de temps en temps des
problèmes vu le comportement de certains ex-détenus. Pour cette
raison, il a été convenu que le transfert de la prison au centre serait
06.02 Minister Patrick Dewael:
De regelgeving betreffende de
overbrenging van de
gedetineerden naar de gesloten
centra werd door mijn voorganger
goedgekeurd. Bedoeling was de
overbevolking van
de
gevangenissen tegen te gaan.
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
limité à maximum un transfert par jour. En outre, une limitation est
instaurée quand le nombre d'anciens détenus est trop élevé et quand
un problème de tension se pose dans un centre fermé.
A partir de septembre 2005, une dizaine de nouveaux membres du
personnel seront recrutés pour obtenir plus rapidement un document
de voyage. De cette façon, plus de personnes pourront
immédiatement être rapatriées à partir des prisons.
Omwille van het probleemgedrag
van sommige ex-gedetineerden,
wordt het aantal overbrengingen
tot één per dag beperkt.
Bovendien werd ook een
beperking ingevoerd, wanneer het
aantal vroegere gedetineerden te
hoog oploopt en wanneer zich in
een gesloten centrum spanningen
voordoen.
In september 2005 zal bijkomend
personeel in dienst worden
genomen, zodat de
reisdocumenten sneller kunnen
worden uitgereikt en het aantal
personen dat vanuit de
gevangenissen kan worden
gerepatrieerd, kan worden
opgevoerd.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Vous augmentez le nombre de
personnes qui vont pouvoir examiner les dossiers en espérant pouvoir
réduire les délais. La ministre de la Justice m'a informé que depuis le
24 décembre, des dispositions devraient également permettre
d'anticiper. Je vais attendre quelques mois avant de vous interroger à
nouveau pour voir si ces mesures permettent de résoudre ce
problème.
Quand je vois qu'en 2003, rien qu'à Vottem, il y a 179 personnes qui
sont passées dans le centre en sortant de prison et que nous en
sommes à une moyenne de 6 résidents par mois qui sont mélangés à
la population, c'est une situation qu'il faut suivre de près. Je verrai
donc si les nouvelles dispositions permettent d'éviter cela. Si ce n'est
pas le cas, je me permettrai de vous interroger à nouveau.
06.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
U breidt de personeelsbezetting uit
om de achterstand weg te werken.
Het aantal mensen waarover het
gaat, valt echter niet te
verwaarlozen. Ik zal afwachten of
de nieuwe bepalingen doeltreffend
zijn. Indien dat niet het geval is, zal
ik u opnieuw ondervragen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. François-Xavier de Donnea au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'intervention des services DVI en Asie à la suite des ravages causés par le tsunami" (n° 5080)
07 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het optreden van de DVI-teams in Azië naar aanleiding van de door de
tsunami aangerichte verwoestingen" (nr. 5080)
07.01 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président,
suite aux tragiques événements en Asie, nous avons eu l'excellente
idée d'envoyer sur place une équipe de la DVI. Je ne peux que me
réjouir de cette initiative.
Cependant, lorsque cette équipe est revenue en Belgique, on a
entendu des avis nuancés de la part de ceux qui en avaient fait partie,
certains se félicitant de l'excellent travail accompli, d'autres estimant
qu'ils auraient pu faire mieux s'ils avaient eu davantage de matériel et
si leur expédition avait été mieux préparée.
J'aurais voulu connaître l'avis du ministre sur le bilan de l'équipe DVI
qui est allée en Asie. Ma question est donc très simple, monsieur le
07.01 François-Xavier de
Donnea (MR): Het verheugt mij
dat een DVI-team werd gestuurd.
Degenen die eraan deelnamen,
hebben echter genuanceerde
meningen geuit. Sommigen zijn de
mening toegedaan dat het team
beter had kunnen werken indien
het over meer materieel had
beschikt. Wat denkt de minister
over de balans van deze zending?
Welke houding neemt u aan ten
opzichte van die verschillende
CRIV 51
COM 469
19/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
ministre: comment vous positionnez-vous par rapport aux différents
avis que l'on a pu entendre à la télévision, lors du retour de l'équipe
que vous avez eue l'excellente idée d'envoyer là-bas?
meningen?
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, le service DVI présent sur les lieux de la catastrophe en
Thaïlande, depuis plus de trois semaines, participe avec une
vingtaine d'autres teams étrangers à, je crois, un efficace et
remarquable travail d'identification des victimes du tsunami, qu'il
s'agisse de victimes belges ou de ressortissants d'autres pays de la
communauté internationale.
A l'heure actuelle, les équipes belges sur place ont examiné plus de
300 des 2.500 corps présents sur le site de Khaolak. Le travail de
recueil de données post mortem se termine par ailleurs à Khaolak et
la mise en oeuvre de l'équipe DVI belge à un autre endroit proche de
Phuket est actuellement évaluée, de concert avec les autorités thaïes,
ainsi que les autres teams DVI présents. Une évaluation définitive du
travail effectué ne pourra être réellement formulée qu'à la clôture de
la mission.
Maintenant, en ce qui concerne les critiques: la mission DVI en cours
présente des spécificités qui la rendent unique dans les annales du
service DVI et génère donc des besoins nouveaux qu'il convient de
rencontrer. Le matériel mis en oeuvre au départ de l'opération était
identique à celui utilisé lors des actions DVI précédentes ou
développées depuis. Certains teams étrangers disposent très
certainement d'un équipement plus impressionnant, mieux
conditionné et sans doute plus adapté aux conditions de travail.
Nos équipes se sont adaptées et ont fait des prodiges avec
l'équipement de base dont elles disposaient. Nous tirons les
enseignements de cette mission. Avec tous les membres de la DVI
les policiers comme les experts civils engagés à Phuket, la liste du
matériel à acquérir, à préparer et à emporter sera adaptée. Le
nécessaire sera fait pour qu'à l'avenir, la DVI soit mieux équipée et
soit en mesure, quelles que soient les circonstances, de travailler
efficacement, dans des conditions optimales.
Le sentiment d'avoir été peu soutenues par les autorités nationales
relève d'évidence d'une perception erronée de la réalité dans le chef
de personnes éprouvées par la fatigue générée par la nature du
travail effectué et l'immensité de la détresse vécue sur place. Un
manque d'informations relatives aux initiatives et à l'énergie dépensée
par les autorités belges dans leurs actions au profit de la DVI comme
de l'aide humanitaire y a sans doute également contribué. Dans ce
domaine également, des mesures ont été prises afin qu'à l'avenir, les
membres DVI engagés dans ce type de mission aient une meilleure
vue sur les actions entreprises depuis la Belgique.
Actuellement, la mission DVI ne fait pas partie des missions B-Fast.
Ayant les expériences en tête, il serait peut-être préférable d'intégrer
la DVI dans B-Fast. Par conséquent, il faudra investir dans les
moyens nécessaires pour effectuer ces missions DVI dans des
situations catastrophiques hors de la Belgique.
07.02 Minister Patrick Dewael:
De dienst DVI heeft prachtig werk
geleverd. Op dit ogenblik hebben
de Belgische teams in Kao Lhak
meer dan driehonderd lichamen
onderzocht. Het inzetten van het
Belgische DVI-team op een
andere plaats dicht bij Phuket
wordt nu overwogen. Tot een
definitieve evaluatie van het
verrichte werk kan pas na het
afsluiten van de zending worden
overgegaan.
Tijdens deze operatie werd
hetzelfde materieel ingezet als
tijdens de voorgaande DVI-
operaties. We trekken uiteraard
lering uit deze missie, onder meer
in verband met het materieel dat
we in de toekomst zullen moeten
aankopen, klaarmaken en
meenemen.
De indruk dat de nationale
overheid weinig ondersteuning zou
geboden hebben is ontstaan door
een foute perceptie van de
werkelijkheid. Het ontbreken van
informatie is hieraan niet geheel
vreemd. Er werden op dit vlak een
aantal maatregelen getroffen om
de DVI-leden die aan dergelijke
operaties deelnemen, beter te
informeren over de acties die in
België worden ondernomen. De
DVI-missie maakt thans geen deel
uit van B-Fast, maar het is
misschien geen slecht idee om de
DVI-diensten hierin te integreren.
07.03 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
remercie le ministre pour sa réponse.
07.03 François-Xavier de
Donnea (MR): We moeten lering
19/01/2005
CRIV 51
COM 469
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Je pense comme lui qu'il faut saluer le travail remarquable accompli
dans des circonstances difficiles mais qu'en même temps, il faut tirer
des leçons de l'opération menée en Thaïlande pour améliorer encore
le matériel et donc l'efficacité et la qualité des performances que,
malheureusement, nous serons encore amenés à prester lors
d'interventions futures dans des circonstances analogues, tout en
espérant que l'on ne doive plus jamais participer au sauvetage ou au
travail de réparateur lors de catastrophe d'une telle ampleur.
trekken uit de operaties die we in
Thailand uitgevoerd hebben om
eventuele toekomstige missies
nog beter te laten verlopen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n
os
5092 et 5093 de M. Bex ainsi que la question n° 5096 sont reportées, ce
qui nous permet de pouvoir épuiser les questions inscrites à l'ordre du jour d'aujourd'hui. Je suspends les
travaux jusqu`à 15.45 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 15.08 uur.
La discussion des questions et interpellations se termine à 15.08 heures.