CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 462
CRIV 51 COM 462
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
mardi
dinsdag
18-01-2005
18-01-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE






























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Olivier Chastel à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique des célébrations de mariage à
Charleroi" (n° 4876)
1
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de huwelijksvoltrekkingen in
Charleroi" (nr. 4876)
1
Orateurs: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers:
Olivier Chastel, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la justice de
paix de Neerpelt-Lommel" (n° 5021)
3
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
vredegerecht Neerpelt-Lommel" (nr. 5021)
3
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
circulaire relative aux stupéfiants du
8 novembre 2004" (n° 5030)
5
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
drugcirculaire van 8 november 2004" (nr. 5030)
5
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Tony Van Parys à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'arrêt de la publication de la version
néerlandaise des arrêts de la Cour de cassation"
(n° 5059)
7
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
stopzetten van de Nederlandstalige publicatie van
de arresten van het Hof van Cassatie" (nr. 5059)
7
Orateurs:
Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
détenus condamnés libérables conditionnellement
et en situation illégale de séjour" (n° 5073)
8
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
veroordeelde gedetineerden die voor
voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking
komen en illegaal in ons land verblijven"
(nr. 5073)
8
Orateurs:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Muriel Gerkens, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
MARDI
18
JANVIER
2005
Matin
______
van
DINSDAG
18
JANUARI
2005
Voormiddag
______

De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door de heer Alfons Borginon, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Alfons Borginon, président.
01 Question de M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
problématique des célébrations de mariage à Charleroi" (n° 4876)
01 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
problematiek van de huwelijksvoltrekkingen in Charleroi" (nr. 4876)
01.01 Olivier Chastel (MR): Madame la ministre, ma question vise
effectivement la problématique des mariages en général. Je m'appuie
sur un exemple que je connais un peu mieux que les autres, celui de
la ville de Charleroi. Il se trouve qu'à Charleroi ­ et ce n'est pas moi
qui le dis mais un article de presse dont j'ai pris connaissance il y a
quelques semaines ­ un mariage sur deux serait illégal au regard de
l'article 125 de la loi communale. Cet article prévoit que "le
bourgmestre ou un échevin désigné à cet effet par le Collège remplit
les fonctions officielles d'état civil et est particulièrement chargé de
faire observer exactement tout ce qui concerne les actes et la tenue
des registres. En cas d'empêchement de l'officier délégué, il sera
momentanément remplacé par le bourgmestre, échevin ou conseiller
dans l'ordre des nominations respectives."

À Charleroi, la règle de préséance dont il est question dans l'article
125 est loin d'être appliquée puisque le conseiller le plus ancien au
conseil communal n'a jamais eu à ce jour à signifier un quelconque
empêchement alors que de nombreux conseillers plus fraîchement
élus ont célébré un nombre non négligeable de mariages. Si certaines
communes prévoient une procédure par lettre d'empêchement ­ et
c'est ce qui avait attiré l'attention du journaliste en question ­, dans
d'autres, les modalités de désistement ne sont pas spécifiées. Dès
lors, peut-on considérer que les mariages ainsi contractés soient
valides? La seule lecture des articles du Code civil à l'occasion de la
célébration d'une union par un conseiller communal qui n'est pas
habilité à exercer les prérogatives d'un officier d'état civil constitue-t-
elle un élément de garantie légale suffisant?

En outre, madame la ministre, considérez-vous qu'un conseiller
communal, dans la mesure où il ne reçoit pas la même formation
qu'un officier d'état civil, soit à même de reconnaître notamment les
protagonistes d'un mariage blanc?
01.01 Olivier Chastel (MR): Mijn
vraag betreft de problematiek van
de huwelijksvoltrekkingen in
Charleroi. Eén huwelijk op twee
zou gesloten worden in strijd met
artikel 125 van de gemeentewet
dat bepaalt dat de burgemeester
of een schepen daartoe
aangewezen door het college de
bediening van ambtenaar van de
burgerlijke stand vervult en met
het houden van de registers belast
is. In geval van verhindering wordt
hij vervangen door de
burgemeester, of door een
schepen of een raadslid in de
volgorde van de onderscheiden
benoemingen.

In Charleroi wordt deze regel niet
toegepast: hoewel het oudste
gemeenteraadslid nooit verhinderd
was, werd het huwelijk vaak door
jongere raadsleden voltrokken.
Zijn deze huwelijken dan wel
geldig? Volstaat het dat een
gemeenteraadslid dat niet
gemachtigd is om een huwelijk te
sluiten, de artikelen van het
Burgerlijk Wetboek voorleest om
een huwelijk als wettelijk te
kunnen beschouwen?

Is volgens u een
gemeenteraadslid dat niet
dezelfde opleiding heeft genoten
als een ambtenaar van de
18/01/2005
CRIV 51
COM 462
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
burgerlijke stand, in staat een
schijnhuwelijk te herkennen?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur Chastel, au niveau des
principes applicables à cette matière, je me permets de rappeler que
l'officier de l'état civil est compétent pour célébrer le mariage. L'article
166 est très clair sur ce point: "Le mariage est célébré publiquement
devant l'officier de l'état civil qui a dressé l'acte de déclaration."

Par ailleurs, la question de la compétence de célébration du mariage
dont jouit l'officier de l'état civil apparaît à l'article 75 du même Code
et au niveau des compétences générales de l'officier de l'état civil, en
ce qui concerne la rédaction d'actes de l'état civil.

De plus, l'article 125 de la nouvelle loi communale prévoit que le
bourgmestre ou un échevin désigné à cet effet par le Collège remplit
les fonctions d'officier de l'état civil et est particulièrement chargé de
faire observer exactement tout ce qui concerne les actes et la tenue
des registres. En cas d'empêchement de l'officier délégué, il sera
remplacé momentanément par le bourgmestre, échevin ou conseiller,
dans l'ordre des nominations respectives.

La matière relative à la loi communale ne relève pas de mon
département. Le ministre de l'Intérieur m'a communiqué les éléments
de réponse suivants.

L'autorité fédérale est restée compétente pour les réglementations
contenues dans les articles 125, 126, 127 et 132 de la nouvelle loi
communale dans la mesure où il s'agit des registres de l'état civil.
Cependant, ce sont les Régions qui sont compétentes pour
l'organisation et l'exercice de la tutelle administrative sur les
communes pour les actes relatifs aux matières relevant de la
compétence de l'autorité fédérale et pour lesquels la loi n'a pas
organisé de tutelle spécifique. Ceci est, en l'occurrence, le cas de
l'article 125 de la nouvelle loi communale.

Cela étant, on peut malgré tout vous apporter quelques éléments de
réponse rassurants.

Aux termes de l'article 191 du Code civil, tout mariage qui n'a point
été célébré devant l'officier public compétent peut être attaqué par les
époux eux-mêmes, par les pères et mères, par les ascendants et par
tous ceux qui y ont intérêt, nés et actuels, ainsi que par le ministère
public. Selon la doctrine, une irrégularité dans la délégation du
fonctionnaire public chargé de la tenue de l'état civil n'entraîne pas la
nullité de l'acte.

Henri Depage est d'ailleurs très clair dans son traité élémentaire de
droit civil à ce sujet, je cite: "Certaines irrégularités entraînent, en
raison de leur gravité, la nullité certaine de l'acte, sauf si cette
situation provient d'une irrégularité dans la nomination ou dans la
délégation du fonctionnaire public apparemment chargé de la tenue
de l'état civil". Je ne puis, dès lors, que vous renvoyer à cet excellent
ouvrage pour plus de détails.
01.02 Minister Laurette
Onkelinx: In principe is het de
bevoegdheid van de ambtenaar
van de burgerlijke stand om het
huwelijk te voltrekken. Artikel 166
laat hierover geen twijfel bestaan.

Artikel 75 van het Burgerlijk
Wetboek handelt over de
voltrekking van het huwelijk door
de ambtenaar van de burgerlijke
stand, terwijl het opstellen van de
akten van de burgerlijke stand tot
de algemene bevoegdheden van
de ambtenaar van de burgerlijke
stand behoort.

Artikel 125 van de nieuwe
gemeentewet bepaalt inderdaad
wat u zei. Die wetgeving valt niet
onder mijn bevoegdheid, maar de
minister van Binnenlandse Zaken
heeft me het volgende
meegedeeld: de federale overheid
blijft bevoegd voor de artikelen 125
tot 127 en 132 van de nieuwe
gemeentewet, wat de registers van
de burgerlijke stand betreft. De
Gewesten oefenen echter het
administratief toezicht op de
gemeenten uit voor de akten
betreffende federale
bevoegdheden waarvoor geen
specifiek toezicht geregeld is. Dat
geldt voor het artikel 125.

Overeenkomstig artikel 191 van
het Burgerlijk Wetboek kan tegen
elk huwelijk dat niet voor de
bevoegde openbare ambtenaar is
voltrokken worden opgekomen
door de echtgenoten zelf, door de
ouders, door de grootouders en
door allen die daarbij een belang
hebben, alsook door het openbaar
ministerie. Volgens de rechtsleer
leidt een onregelmatige
machtiging van de
overheidsambtenaar niet tot de
nietigheid van de akte.

In zijn "Traité de droit civil" zegt De
Page duidelijk dat bepaalde
onregelmatigheden de nietigheid
van de handeling meebrengen
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
tenzij het gaat om een
onregelmatigheid in de benoeming
of de afvaardiging van de
overheidsambtenaar die belast is
met het bijhouden van de
burgerlijke stand. Als u meer
details wilt, kan ik u alleen maar
naar dat werk verwijzen.
01.03 Olivier Chastel (MR): Madame la ministre, je vous remercie
pour votre réponse et je vous demande de bien vouloir m'excuser de
m'être trompé de compétence.

Par ailleurs, mon attention avait été attirée par l'existence de
pratiques différentes suivant les communes. En effet, certaines
d'entre elles font signer des documents de désistement successifs
pour en arriver à l'ordre de préséance au sein du conseil communal,
désignant celui ou celle qui célèbrera le mariage.
01.03 Olivier Chastel (MR): Ik
dank u voor uw antwoord en
gelieve me te verontschuldigen
voor het feit dat ik mijn vraag niet
aan de bevoegde minister stelde.

Het zijn de verschillende praktijken
van de gemeenten die mijn
aandacht hierop vestigden:
sommige gemeenten laten een
afstand van recht ondertekenen
om zodoende tot de rangorde van
de gemeenteraad te komen op
grond waarvan de celebrant van
het huwelijk wordt aangeduid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
vredegerecht Neerpelt-Lommel" (nr. 5021)
02 Question de M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la justice de
paix de Neerpelt-Lommel" (n° 5021)
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, dit is een zeer korte vraag. Het is natuurlijk niet
nodig, denk ik, om allerlei punctuele problemen in een vraag in de
commissie onder de aandacht van de minister te brengen. Wanneer
het echter gaat over de goede rechtsbedeling en de manier waarop
Justitie zich presenteert aan degenen die een beroep moeten doen op
de griffies van vredegerechten, en wanneer er een schrijnend
probleem ontstaat, dan denk ik dat wij daartoe vanuit onze specifieke
verantwoordelijkheid wel gerechtigd zijn om er een vraag over te
stellen.

Het gaat om het volgende concrete geval. Sedert oktober 2004 zit de
griffie van het vredegerecht van Neerpelt-Lommel in de problemen.
De hoofdgriffier is er langdurig ziek. Drie griffieleden zijn afwezig. Er is
één vervanging gebeurd. In totaal betekent dit dat de griffie op
gehalveerde kracht moet functioneren.

Normaal zou ik verwachten dat dat probleem, gesignaleerd zijnde aan
het ministerie of het kabinet, opgelost wordt. Ik krijg echter het bericht
­ dat ondertussen ook publiek is gemaakt, want het hangt op de deur
van de griffie ­ dat er veel vragen gesteld zijn om aan dat probleem
iets te doen, maar dat men geen antwoord krijgt. Dat betekent dat
men de griffie niet kan openhouden op die twee plaatsen, zoals
nochtans wel het geval zou moeten zijn.
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V):
Depuis le mois d'octobre 2004, les
greffes de Neerpelt et de Lommel
fonctionnent au ralenti à la suite de
maladies de longue durée de
certains membres du personnel. Il
en résulte que ces greffes ne
peuvent être ouverts en même
temps, comme il se devrait.

Depuis quand la ministre ou
l'administration est-elle au courant
du problème de la continuité du
service au sein de cette justice de
paix? Pourquoi aucune solution
n'a-t-elle été trouvée? Comment
l'accès au greffe sera-t-il rétabli
dans les meilleurs délais?
18/01/2005
CRIV 51
COM 462
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Als dat even gebeurt, kan ik dat nog begrijpen. Dat probleem sleept
echter al maanden aan en in de anonimiteit van de administratie
schijnt niemand een antwoord te kunnen geven.

Mijn vragen luiden daarom als volgt.

Mevrouw de minister, sinds wanneer weet u of de administratie dat er
een probleem is met de continuïteit van de dienst in het vredegerecht
Neerpelt-Lommel?

Waarom werd daaraan geen oplossing geboden?

Wat kan er zo snel mogelijk gebeuren om de normale verwachtingen
van de burgers ten opzichte van de toegankelijkheid van de griffies te
herstellen?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, de FOD
Justitie ontving in de maand november inderdaad een verslag omtrent
personeelstekort ten gevolge van gezondheidsproblemen van
verschillende personeelsleden van de griffie vanwege de vrederechter
van het kanton Neerpelt-Lommel. In concreto werd gesignaleerd dat
de ernstige gezondheidstoestand van de hoofdgriffier en een
contractuele bediende tot een maandenlange inactiviteit zou leiden.
Bovendien was een andere beambte van de griffie het slachtoffer van
een arbeidsongeval en om die reden afwezig. Ten slotte ging de
adjunct-griffier in bevallingsverlof.

Volgende maatregelen werden voor het betrokken kanton genomen.
Een van de aanwezige personeelsleden van de griffie werd bij
ministerieel besluit van 26 november 2004 tijdelijk opdracht gegeven
om het ambt van adjunct-griffier te vervullen. De eedaflegging was op
3 december 2004. Een beambte onder contract werd aangeworven
ter vervanging van de contractuele beambte in ziekteverlof. Bij
ministerieel besluit van 7 december 2004 werd een personeelslid van
de rechtbank van koophandel te Hasselt opdracht gegeven zijn
functie te Neerpelt-Lommel te vervullen. Een tweede arbeidscontract
werd op 16 december 2004 opgemaakt om nog een bijkomende
beambte aan de griffie te Neerpelt-Lommel toe te voegen. Op 15
december 2004 liet het personeelslid, dat vanuit Hasselt opdracht
werd gegeven, weten dat hij om familiale redenen zijn verzoek tot
overplaatsing introk.

Bovendien kon de tweede arbeidsovereenkomst niet worden
aangegaan, doordat de kandidaat ondertussen andere aanbiedingen
had aanvaard.

Teneinde aan deze laatste evoluties tegemoet te komen, werden op
11 januari 2005 drie nieuwe kandidaturen ingediend bij de
vrederechter van het betrokken kanton. Op 14 januari 2005 werd
daaraan nog een vierde kandidatuur toegevoegd. Na een
functiegesprek met de kandidaten kan via contractuele werving de
gevraagde, bijkomende steun worden verleend aan het kanton,
waarmee het de moeilijke periode kan overbruggen.

Ik dien dus te besluiten dat de bevoegde diensten telkenmale tijdig
hebben gereageerd op de gesignaleerde problemen. Het is evident
dat hen niet de bijzondere samenloop van omstandigheden in het
betrokken kanton ten laste kan worden gelegd, evenmin als het
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: En novembre, le SPF
Justice a reçu un rapport du juge
de paix du canton de Lommel, qui
évoquait le mauvais état de santé
du greffier en chef et d'un employé
contractuel. La greffière adjointe
est, par ailleurs, en congé de
maternité. Par arrêté ministériel du
26 novembre 2004, la fonction de
greffier adjoint a à nouveau été
pourvue et un fonctionnaire
contractuel a été engagé. Par
arrêté ministériel du 7 décembre
2004, un membre du personnel du
tribunal de commerce d'Hasselt a
été muté à Neerpelt-Lommel, mais
le 15 décembre 2004, celui-ci a
fait savoir que, pour des raisons
familiales, il retirait sa demande de
mutation. Le fonctionnaire
contractuel n'est pas entré en
fonction car l'intéressé avait déjà
accepté un autre emploi. Quatre
nouvelles candidatures sont
arrivées entre le 11 et le 14 janvier
2005. Les engagements
contractuels auront lieu à la suite
d'un entretien.

Les services concernés ont réagi
au problème en temps utile.
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
afspringen op het laatste moment van de aangereikte oplossingen.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor
het antwoord.

Het is inderdaad juist dat er op een bepaald moment een contract
werd toegezegd, maar dat de betrokkene daarvan heeft afgezien.
Laten we hopen dat met de laatste, talrijke oproepen het probleem
systematisch en structureel wordt opgelost. Een griffie sluiten, is
immers onaanvaardbaar.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
drugcirculaire van 8 november 2004" (nr. 5030)
03 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
circulaire relative aux stupéfiants du 8 novembre 2004" (n° 5030)
03.01 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
vice-eerste minister, met de omzendbrief van 8 november 2004 laat u
aan het College weten hoe het vervolgingsbeleid inzake drugs moet
worden georganiseerd na de vernietiging door het Arbitragehof van
artikel 16 van de drugwet. De omzendbrief voorziet daarbij letterlijk:
"In afwachting van een nieuwe wettelijke regeling zal onderhavige
richtlijn van toepassing zijn."

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, ten eerste,
het is zo dat deze omzendbrief contra legem is. Artikel 143ter van het
Gerechtelijk Wetboek verplicht immers heel uitdrukkelijk het advies
van het College van procureurs-generaal. Dat is in deze niet gebeurd.

Mevrouw de minister, ten tweede, het is zo dat u als minister van
Justitie op deze wijze een eigen invulling geeft aan het gezag dat u
hebt over het College van procureurs-generaal. Dit gezag wordt hier
namelijk gezien als een soort van blind instrument dat het College van
procureurs-generaal wordt van de minister van Justitie.

Het gevolg liet zich natuurlijk raden. Het College bleek niet bereid te
zijn om deze instructies zomaar te volgen. Op het terrein kwam dat
neer op het volgende. De ene procureur-generaal heeft deze
circulaire doorgestuurd met de waarschuwing dat er daarmee met de
nodige omzichtigheid moest worden omgegaan. De andere procureur-
generaal heeft een eigen omzendbrief klaargemaakt. Onder meer en
specifiek de procureur-generaal van Gent heeft dit gedaan. Op 30
november 2004 heeft hij een omzendbrief verspreid waarin wijselijk
wel rekening werd gehouden met het arrest van het Arbitragehof.

Het gevolg is natuurlijk dat de chaos compleet is en niemand nog
goed weet wat op dit ogenblik de richtlijnen zijn inzake het
vervolgingsbeleid.

Ik heb de volgende vragen. Hebt u voor deze richtlijn het advies
gevraagd van het College van procureurs-generaal? Wat hield dit
advies in? Wat is het standpunt dat het College van procureurs-
generaal heeft ingenomen ten aanzien van de richtlijn van 8
november 2004? Wordt de richtlijn van de minister van Justitie nu
toegepast? Bestaan er andere rondzendbrieven van de procureurs-
03.01 Tony Van Parys (CD&V):
La circulaire du 8 novembre 2004
fixe l'organisation de la politique
des poursuites en matière de
drogues dans l'attente de
nouvelles dispositions légales. La
circulaire est toutefois en
contradiction avec l'article 143ter
du Code judiciaire, dans la mesure
où pour de telles dispositions, la
ministre doit demander l'avis du
Collège des procureurs généraux.
Etant donné qu'elle ne l'a pas fait,
le Collège ne suit pas les
instructions. Les procureurs
généraux interprètent la circulaire
à leur façon ou diffusent leur
propre circulaire. La situation sur
le terrain est dès lors totalement
chaotique.

La ministre a-t-elle demandé l'avis
du Collège des procureurs
généraux? Que contenait cet avis?
La circulaire est-elle appliquée et
existe-t-il d'autres circulaires
rédigées par le Collège des
procureurs généraux sur le même
sujet?
18/01/2005
CRIV 51
COM 462
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
generaal ingevolge het arrest van het Arbitragehof omtrent het
vervolgingsbeleid inzake drugs? Welke rondzendbrief geldt er nu
eigenlijk vandaag inzake deze materie?
03.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van Parys, per brief van 8 november 2004 verzocht ik inderdaad het
College van procureurs-generaal een ministeriële richtlijn ter kennis te
brengen van de magistraten van het openbaar ministerie. Hierin
waren regelingen opgenomen inzake de vaststelling, registratie en
vervolging van het bezit van cannabis. De opties in deze richtlijn
waren gebaseerd op een eerder akkoord binnen een bestaande
werkgroep waarin elk parket-generaal is vertegenwoordigd, enerzijds,
en op bepalingen afkomstig uit de rondzendbrief van 1998, getekend
door u, als minister van Justitie, en het College, anderzijds.

De dringendheid en de omstandigheden rechtvaardigden de
afwezigheid van een formeel advies van het College. Een maand later
kreeg ik het bericht over de niet-verspreiding van mijn brief, zonder
concrete mededeling van de bezwaren.

Twee dagen voor Kerstmis vernam ik dat elke procureur-generaal een
identieke rondzendbrief had verspreid binnen zijn eigen ressort waarin
een regeling inzake de vaststelling en vervolging werd opgelegd aan
de diverse parketten. Ik stel vast dat deze regeling in dezelfde richting
gaat als de opties in mijn brief van 8 november 2004. De bezwaren
van het College tegen mijn richtlijn waren dan ook eerder formeel dan
inhoudelijk.

Op voorstel van de werkgroep die vorige week op mijn vraag opnieuw
samenkwam, zal ik op de vergadering met het College van 20 januari
voorstellen een gemeenschappelijke richtlijn goed te keuren. Hierin
zal de regeling, opgenomen in de recente aparte rondzendbrieven van
de procureurs-generaal, worden hernomen. Daarnaast zal ook een
aanvulling worden opgenomen over de manier van registratie van het
bezit van kleine hoeveelheden cannabis door een meerderjarige. Ook
deze regeling inzake registratie komt uit mijn richtlijn van 8 november
2004.

Met ingang van 1 februari 2005 zal één gemeenschappelijke richtlijn
dus de situatie van het beperkt bezit van cannabis regelen. Voor de
andere inbreuken op de drugswetgeving blijft de ministeriële richtlijn
van 2003 van kracht.
03.02 Laurette Onkelinx,
ministre: Le 8 novembre 2004, j'ai
demandé au Collège des
procureurs généraux d'envoyer
une directive ministérielle sur
l'enregistrement et les poursuites
en matière de détention de
cannabis aux magistrats du
ministère public. Le contenu de la
directive est basé sur les
conclusions d'un groupe de travail
au sein duquel chaque parquet est
représenté et sur les dispositions
de la circulaire de 1998. Les
circonstances justifient l'absence
d'un avis formel du collège. Un
mois plus tard, j'apprenais que la
circulaire n'avait pas été diffusée
et que chaque procureur général
avait envoyé une circulaire
similaire. Les objections du
Collège à l'encontre de ma
directive étaient de nature
formelle.

Le groupe de travail a décidé
d'examiner une directive
commune lors de la réunion du
Collège du 20 janvier 2005. Un
ajout relatif à l'enregistrement de
la détention de petites quantités de
cannabis par une personne
majeure y sera joint.

A partir du 1
er
février 2005, il y
aura une directive commune sur la
possession d'une quantité limitée
de cannabis. Pour les autres
infractions à la législation relative
aux stupéfiants, la directive
ministérielle de 2003 reste en
vigueur.
03.03 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil erop
wijzen dat de rondzendbrief van 1998 een gemeenschappelijke
richtlijn was van de minister van Justitie en de procureurs-generaal.
Dit werd trouwens ook door hen ondertekend.

Het initiatief dat u hebt genomen zonder advies van het College
resulteert in een chaotische situatie op het terrein zodat niemand nog
weet op welke wijze het vervolgingsbeleid moet worden
georganiseerd.

Ik wil dit met een voorbeeld aantonen. Het cannabisgebruik in
03.03 Tony Van Parys (CD&V):
La circulaire de 1998 a été arrêtée
après concertation avec le Collège
des procureurs généraux. A
présent, la ministre a pris une
décision sans prendre l'avis du
Collège, ce qui a suscité un
véritable chaos sur le terrain. Par
ailleurs, la population reçoit des
informations confuses à propos de
la consommation de cannabis en
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
aanwezigheid van minderjarigen is wat dat betreft illustrerend. De
toenmalige minister van Justitie Verwilghen heeft het cannabisgebruik
in aanwezigheid van minderjarigen gecatalogeerd als overlast en
gezegd dat daarvoor een proces-verbaal moet worden opgemaakt.
Onmiddellijk nadien zei de toenmalige minister van Volksgezondheid
Tavernier dat dit geen overlast is en dat geen proces-verbaal moet
worden opgemaakt. In uw circulaire van 8 november 2004 wordt dan
weer gezegd dat het cannabisgebruik in aanwezigheid van
minderjarigen wel overlast impliceert waardoor wel een proces-
verbaal moet worden opgemaakt. In de circulaire van de procureur-
generaal Schins van 30 november 2004 wordt dan weer bepaald dat
geen proces-verbaal moet worden opgemaakt.

De vraag is welke boodschap politiemensen, ouders, onderwijzend
personeel en al wie met deze problematiek te maken heeft, op dit
ogenblik krijgen van de overheid ten aanzien van jonge mensen die
met dit probleem worden geconfronteerd. De chaos is compleet en ik
betreur dit ten zeerste. De chaos werd mede veroorzaakt door
degene die moet instaan voor de rechtszekerheid en die hier alleen
maar rechtsonzekerheid heeft gecreëerd.
présence de mineurs. Les
directives des ministres
Verwilghen, Tavernier, Onkelinx et
des procureurs généraux se
contredisent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Collega's, ik laat opmerken dat de vraag van de heer Wathelet die we vorige week
behandeld hebben, over hetzelfde onderwerp ging. Blijkbaar is er iets misgelopen in de agendering.
03.04 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de vraag van
de heer Wathelet handelde niet over de drugsrondzendbrief van de
minister van Justitie.
De voorzitter: Het antwoord klonk mij bekend in de oren. Als men hier zit, merkt men dat week na week
een aantal dingen terugkomen maar ik kan mij voorstellen dat het niet altijd evident is om dat te
organiseren.
03.05 Laurette Onkelinx, ministre: M. Wathelet m'a posé une
question et je lui ai répondu. Il s'agissait de la même question et donc
de la même réponse, même si j'ai été plus précise ici.
04 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
stopzetten van de Nederlandstalige publicatie van de arresten van het Hof van Cassatie" (nr. 5059)
04 Question de M. Tony Van Parys à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'arrêt de la
publication de la version néerlandaise des arrêts de la Cour de cassation" (n° 5059)
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister,
naar verluidt werd de overeenkomst met de uitgeverij van het
Belgisch Staatsblad voor de uitgaven van de arresten van het Hof van
Cassatie op 31 december 2004 door de Federale Openbare Dienst
Justitie beëindigd. Dat heeft tot gevolg dat er niet langer een officiële
Nederlandstalige publicatie van de arresten van het Hof van Cassatie
bestaat.

Ik wil u dan ook de volgende vragen stellen.

Is dat juist? Kunt u bevestigen dat de overeenkomst voor de uitgaven
van de arresten van het Hof van Cassatie werd beëindigd? Zult u de
noodzakelijke maatregelen nemen om te zorgen voor de voortzetting
van de publicatie, desgevallend bij een andere uitgeverij?
04.01 Tony Van Parys (CD&V):
Le 31décembre 2004, la
convention portant sur la
publication des arrêts de la Cour
de cassation au Moniteur belge a
pris fin. Il n'y aura donc plus de
publication officielle des arrêts en
langue néerlandaise.

La Ministre va-t-elle prendre les
mesures nécessaires pour assurer
la publication des arrêts?
18/01/2005
CRIV 51
COM 462
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, ik bevestig
dat het Belgisch Staatsblad inderdaad niet meer de mogelijkheid heeft
om arresten van het Hof van Cassatie te publiceren. Ik betreur die
situatie. Er werden reeds contacten gelegd met verschillende privé-
bedrijven om die onmisbare publicatie opnieuw te verzekeren. De
offertes van de privé-uitgevers werden verzameld en worden thans
door mijn administratie onderzocht. Ik preciseer nog dat verscheidene
pistes worden onderzocht om de continuïteit van de publicatie te
garanderen.

Ik hoop op korte termijn u te kunnen meedelen welke oplossing zal
worden gekozen.
04.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Je regrette que les arrêts
de la Cour de cassation ne soient
plus publiés au Moniteur belge.
Des offres d'entreprises privées en
vue de la poursuite de la
publication ont été examinées.
J'espère trouver rapidement une
solution.
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
minister danken voor haar antwoord.

Het is inderdaad betreurenswaardig dat de uitgeverij van het Belgisch
Staatsblad niet meer instaat voor de Nederlandstalige publicatie van
de arresten van het Hof van Cassatie. Ik vertrouw erop dat de
contacten met andere uitgeverijen spoedig kunnen leiden tot het
opnieuw publiceren van de arresten van het Hof van Cassatie in het
Nederlands.
04.03 Tony Van Parys (CD&V):
J'espère que les contacts avec les
éditeurs mèneront rapidement à la
poursuite de la publication.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Muriel Gerkens à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les
détenus condamnés libérables conditionnellement et en situation illégale de séjour" (n° 5073)
05 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
veroordeelde gedetineerden die voor voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking komen en
illegaal in ons land verblijven" (nr. 5073)
05.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, depuis le 31 mai 2002, les centres fermés accueillent des
étrangers incarcérés dans un établissement pénitentiaire et mis
ensuite à la disposition de l'Office des étrangers à l'issue de
l'exécution de leur condamnation pénale. Ces "illégaux" sont
transférés directement de la prison au centre fermé. Ces transferts
ont été présentés comme étant une des solutions au surpeuplement
des prisons dénoncé régulièrement lors des grèves des gardiens de
prison.

L'Office des étrangers n'examine le volet administratif de la situation
de ces détenus que lorsque l'exécution de la peine a pris fin et dans le
cadre de la détention administrative. Or, cette détention peut s'avérer
être longue pour ces personnes qui ont déjà exécuté une
condamnation pénale.

Ma question ne porte pas sur le fait de savoir si une détention
administrative est justifiée après une détention pénale. Je me
demande simplement s'il ne serait pas possible que l'administration
pénitentiaire avise plus tôt l'Office des étrangers de la date à laquelle
la détention pénale devrait prendre fin et ce, afin de permettre à
l'Office des étrangers de prendre, à son tour, plus rapidement une
décision par rapport à ces personnes et de réduire la longueur de leur
détention administrative.
05.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
Sedert 31 mei 2002 vangen de
gesloten centra vreemdelingen op
die in een strafinstelling werden
opgesloten en na de uitvoering
van hun strafrechtelijke
veroordeling ter beschikking
worden gesteld van de Dienst
Vreemdelingenzaken. De Dienst
Vreemdelingenzaken onderzoekt
het administratieve gedeelte van
het dossier van deze
gedetineerden pas wanneer de
uitvoering van de straf effectief
beëindigd is. Zou het voor het
bestuur der Strafinrichtingen niet
mogelijk zijn om de Dienst
Vreemdelingenzaken eerder op de
hoogte te brengen van de datum
waarop de strafrechtelijke
hechtenis ten einde loopt?
CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Il ressort des contacts que j'ai eus avec le centre fermé de Vottem
que la proportion de la population venant des prisons est énorme; elle
atteint presque les 40% pour le moment. Il s'agit d'une population
différente de celle des centres fermés avec une dynamique distincte
et un encadrement requis également différent. Lorsque les détentions
sont longues, des problèmes de gestion et de cohabitation se posent
dans ces centres. J'ajoute que ce n'est que quinze jours avant la
sortie que le dossier est transmis à l'Office des étrangers. Je me
demande donc s'il n'y a pas moyen de s'y prendre plus tôt.
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, madame
Gerkens, avant de répondre à votre question, je souhaiterais apporter
une précision technique. En effet, le titre de votre question porte sur
des détenus libérables conditionnellement qui seraient en situation
illégale et placés en centre fermé.

La décision de libérer conditionnellement un détenu relève aujourd'hui
de la compétence de la Commission de la libération conditionnelle.
Cette décision ne peut être prise que si un détenu a l'autorisation de
rester en Belgique. Un détenu libéré conditionnellement ne peut donc
être mis à la disposition de l'Office des étrangers. Il est cependant
exact que d'autres catégories de détenus ou ex-détenus peuvent se
retrouver détenus administrativement dans les centres fermés.

Il s'agit de détenus dont le mandat d'arrêt a été levé; de détenus qui
ont purgé l'entièreté de leur peine; de détenus libérés anticipativement
par le directeur de la prison ou par moi-même.

Votre question porte sur le fait de savoir si l'administration
pénitentiaire pourrait aviser plus tôt l'Office des étrangers de la date à
laquelle la détention pénale devrait prendre fin, prétendant que ces
illégaux sont transférés directement de la prison aux centres fermés
et que l'Office des étrangers ne peut examiner le volet administratif de
ces personnes que lorsque l'exécution de la peine a pris fin. Une lettre
collective règle la matière depuis 2000 mais j'y ai apporté des
modifications qui sont entrées en vigueur le 24 décembre dernier.

Pour répondre à votre question, premièrement, il faut souligner que
l'Office des étrangers est informé du jour de l'écrou d'un étranger
dans une prison. Il reçoit également la fiche d'écrou avec notamment
les faits, la date de naissance ainsi qu'une copie des documents
d'identité, si l'intéressé est en possession de tels documents.

Deuxièmement, chaque semaine, le greffe central de mon
administration envoie à l'Office des étrangers un listing des personnes
étrangères incarcérées avec la situation légale actualisée. Avec ces
informations, l'Office peut, me semble-t-il, dès le premier jour de
l'incarcération, préparer sa future décision.

De plus, il est également prévu un délai d'information anticipative de
l'Office des étrangers et un délai d'incarcération administrative au sein
de nos établissements pénitentiaires. Ces deux délais varient selon
les catégories de libérations.

Pour les détenus pour lesquels il n'existe plus de titre d'écrou, par
exemple une levée de mandat d'arrêt en chambre du conseil ou par
les juridictions d'instruction, l'Office des étrangers et l'administration
pénitentiaire sont prévenus le jour où la décision est prise. Dans ce
05.02
Minister
Laurette
Onkelinx: De beslissing om een
gedetineerde voorwaardelijk vrij te
laten kan slechts worden genomen
wanneer een gedetineerde de
toelating heeft gekregen om in
België te verblijven. Een
gedetineerde die voorwaardelijk in
vrijheid werd gesteld kan dus niet
ter beschikking worden gesteld
van de Dienst
Vreemdelingenzaken. Het is
echter wel zo dat andere
categorieën van gedetineerden of
ex-gedetineerden administratief
kunnen worden opgesloten in
gesloten centra.

In antwoord op uw vraag wijs ik
erop dat de Dienst
Vreemdelingenzaken op de hoogte
wordt gesteld van de datum
waarop een vreemdeling in een
gevangenis wordt opgesloten.
Voorts bezorgt de centrale griffie
van mijn administratie de Dienst
Vreemdelingenzaken wekelijks
een lijst van de opgesloten
vreemdelingen met vermelding
van hun actuele wettelijke
toestand. Bovendien bestaat er
een termijn waarbinnen de Dienst
Vreemdelingenzaken moet
geïnformeerd worden en een
termijn van administratieve
opsluiting in onze gevangenissen.

Wat de vervroegd in vrijheid
gestelde gevangenen betreft, moet
de gevangenis de Dienst
Vreemdelingenzaken normaal
gezien vijftien dagen voor de
tenuitvoerlegging van die
maatregel van de datum van de
daadwerkelijke vrijlating op de
hoogte brengen. Wanneer die
termijn niet wordt nageleefd,
recupereert de Dienst
18/01/2005
CRIV 51
COM 462
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
cas, l'intéressé peut être maintenu en prison pendant sept jours, le
temps que l'Office des étrangers puisse exécuter sa décision. Pour
les détenus condamnés et qui arrivent à expiration de leur peine,
depuis le 24 décembre 2004, mon administration doit rappeler la fin
de peine à l'Office un mois avant l'expiration de celle-ci. Avant cette
date, le délai était de quinze jours.

A la date de l'expiration de la peine, l'intéressé peut être maintenu en
prison pendant sept jours au maximum, le temps que l'Office puisse
exécuter sa décision.

Pour les détenus libérés anticipativement (libération provisoire ou
suspension de peine), la prison doit normalement envoyer à l'Office
des étrangers la date de libération effective quinze jours avant son
exécution. Lorsque ce délai n'est pas respecté, l'Office des étrangers
"récupère" ce délai au jour de la date de libération effective. Dans ce
type de situation, les intéressés peuvent rester un mois en détention
administrative en prison pour que l'Office des étrangers ait le temps
d'exécuter sa décision.

Mon objectif est de limiter au maximum les jours de détention
administrative dans les établissements pénitentiaires. Un premier pas
a été fait suite aux modifications que j'ai apportées à la lettre
collective, en décembre dernier et dont je viens de faire la synthèse. Il
me semble que la longueur de la détention administrative dans les
centres fermés ne résulte, dès lors, plus du fait de mon
administration.
Vreemdelingenzaken die termijn
op de dag van de datum van de
daadwerkelijke invrijheidstelling. In
dat geval kunnen de betrokkenen
een maand in administratieve
hechtenis worden gehouden, om
de Dienst Vreemdelingenzaken de
gelegenheid te geven zijn
beslissing uit te voeren.

Het is mijn bedoeling de periode
van administratieve hechtenis in
de strafinstellingen zo kort
mogelijk te houden. Met de
wijzigingen die ik zo-even
samenvattend schetste, werd een
eerste stap gezet. Het feit dat
iemand langdurig in
administratieve hechtenis wordt
gehouden in de gesloten centra,
kan dus, mijns inziens, niet langer
aan mijn administratie worden
toegeschreven.
05.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Madame la ministre, je vous
remercie pour votre réponse qui a permis de clarifier la situation.

Vous nous proposez de nouvelles solutions et j'espère que nous en
verrons les effets sur le terrain. J'ai l'intention d'interroger M. Dewael
sur la manière dont l'Office des étrangers traite ces dossiers.

Madame, si je vous ai bien compris, l'information relative à la mesure
concernant la levée d'écrou date du 24 décembre.

Je présume que si l'Office des étrangers joue correctement son jeu,
les mesures prises permettront de régler cette situation.
05.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
U stelt ons nieuwe oplossingen
voor, waarvan ik hoop dat ze
vruchten zullen afwerpen. Ik ben
van plan minister Dewael te
ondervragen over de manier
waarop Vreemdelingenzaken die
dossiers behandelt. Indien die
Dienst zich aan de spelregels
houdt, zouden de uitgevaardigde
maatregelen het probleem moeten
oplossen.
05.04 Laurette Onkelinx, ministre: Elles s'inscrivent dans la logique
de toutes les propositions visant à rencontrer le problème de
surpopulation carcérale.
05.04
Minister
Laurette
Onkelinx: Ze liggen in het
verlengde van alle voorstellen die
ertoe strekken het probleem van
de overbevolking in de
gevangenissen te verhelpen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mevrouw Lahaye-Battheu vraagt dat haar vragen nrs. 4978 en 5035 worden uitgesteld en de
vraag van mevrouw Galant nr. 4857 wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.55 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10.55 heures.

CRIV 51
COM 462
18/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11