CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 459
CRIV 51 COM 459
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
12-01-2005
12-01-2005
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
précipitations exceptionnelles en Flandre
occidentale" (n° 4699)
1
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitzonderlijke neerslag in West-
Vlaanderen" (nr. 4699)
1
Orateurs: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nathalie Muylle, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les cartes
d'identité électroniques à destination des
membres des services communaux de l'état civil"
(n° 4669)
2
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische identiteitskaarten
voor het gemeentepersoneel van de burgerlijke
stand" (nr. 4669)
3
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan
'sécurité' de la ville d'Anvers" (n° 4754)
4
Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het Antwerpse stadsplan 'veilig'"
(nr. 4754)
4
Orateurs: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Nahima Lanjri, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Richard Fournaux au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le personnel
traducteur employé à l'Office des Etrangers".
(n° 4574)
8
Vraag van de heer Richard Fournaux aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vertalers die voor de Dienst
Vreemdelingenzaken werken". (nr. 4574)
8
Orateurs:
Richard Fournaux, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Richard Fournaux, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le site
internet pol.doc.be" (n° 4772)
9
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de website pol.doc.be" (nr. 4772)
9
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la fonction
d'officier du ministère public auxiliaire du
procureur du Roi" (n° 4774)
11
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de functie van ambtenaar van het
openbaar ministerie, hulpofficier van de procureur
des Konings" (nr. 4774)
11
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet de
loi Vésale et la dégradation éventuelle de
59 commissaires de la police fédérale" (n° 4790)
12
Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het ontwerp Vesaliuswet en de
mogelijke degradatie van 59 commissarissen van
de federale politie" (nr. 4790)
12
Orateurs: Koen T'Sijen, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Koen T'Sijen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
15
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de 15
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonctionnement de la police fédérale de la route"
(n° 4804)
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de federale
wegpolitie" (nr. 4804)
Orateurs: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le pluralisme
des cérémonies à caractère national" (n° 4864)
17
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het pluralistische karakter van de
nationale plechtigheden" (nr. 4864)
17
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le refus fait à
M. Zakaiev d'accéder au territoire belge" (n° 4868)
19
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de weigering om de heer Zakajev tot
het Belgische grondgebied toe te laten" (nr. 4868)
19
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonctionnement des CIC" (n° 4881)
21
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de CIC's" (nr. 4881)
21
Orateurs: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mark Verhaegen, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les agents
de prévention et de sécurité" (n° 4924)
24
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het preventie- en
veiligheidspersoneel" (nr. 4924)
24
Orateurs: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. André Frédéric au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement des contrats de plan drogue"
(n° 4925)
26
Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiering van de
drugplancontracten" (nr. 4925)
26
Orateurs: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: André Frédéric, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Annemie Turtelboom au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
relation entre le domicile et la résidence"
(n° 4936)
28
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de relatie tussen domicilie en
verblijfplaats" (nr. 4936)
28
Orateurs: Annemie Turtelboom, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Annemie Turtelboom, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Philippe De Coene au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
sécurité dans les centrales nucléaires belges"
(n° 4969)
29
Vraag van de heer Philippe De Coene aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheid in de Belgische
kerncentrales" (nr. 4969)
29
Orateurs: Philippe De Coene, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Philippe De Coene, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Eric Libert au vice-premier 31
Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste 32
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi des
langues dans les convocations électorales"
(n° 4987)
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het taalgebruik in de oproepingsbrieven voor de
verkiezingen" (nr. 4987)
Orateurs: Eric Libert, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Eric Libert, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
12
JANVIER
2005
Après-midi
______
van
WOENSDAG
12
JANUARI
2005
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.24 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.24 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
De voorzitter: Vragen nrs. 4657 en 4659 van mevrouw Lanjri worden uitgesteld.
01 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitzonderlijke neerslag in West-Vlaanderen" (nr. 4699)
01 Question de Mme Nathalie Muylle au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
précipitations exceptionnelles en Flandre occidentale" (n° 4699)
01.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb een
vraag over de uitzonderlijke neerslag in West-Vlaanderen afgelopen
zomer. Op 17 juli en 15-16 augustus werden delen van West-
Vlaanderen geteisterd door een uitzonderlijke neerslag, vooral door
storm en overvloedige regenval. Voor beide data werden door de
gemeenten schadedossiers ingediend bij de gouverneur, ik heb ze
hier bij me.
Wat 17 juli betreft hebben 19 gemeenten een dossier ingediend,
zowel voor schade aan particulieren als aan landbouwbedrijven. Wat
15 en 16 augustus betreft hebben in totaal 26 gemeenten een
schadedossier ingediend, ook voor gemengde schade: zowel aan
particulieren als aan landbouwbedrijven. Ik meen vanuit de provincie
te weten dat de gouverneur ondertussen de procedure ter erkenning
als natuurramp heeft opgestart. De gemeentebesturen hebben
volledige dossiers samengesteld en die werden door de
arrondissementscommissarissen naar uw diensten doorgestuurd. Uit
het rapport blijkt dat de schade zeer groot is en vrij geconcentreerd in
bepaalde gemeenten.
Vandaar mijn korte vraag: wat is de toestand voor die data? Is er
reeds een advies van het KMI? Beantwoordt het noodweer op beide
data aan de vastgestelde criteria? Kortom, hoever staat het met het
dossier?
01.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Les 17 juillet et 15 août 2004,
certaines parties de la Flandre
occidentale avaient été touchées
par des précipitations exception-
nelles. Pour le 17 juillet, 19
communes avaient introduit un
dossier auprès du gouverneur; 26
communes en ont fait de même
pour le 15 août. Il s'agissait
systématiquement de dommages
mixtes, en d'autres termes des
dommages subis par des
particuliers et des dommages
agricoles. Le gouverneur avait
initié la procédure de
reconnaissance comme calamité
naturelle. Le rapport révèle que les
dommages sont importants et
souvent concentrés dans des
communes bien précises.
Quel est l'état d'avancement des
dossiers? Dispose-t-on déjà de
l'avis de l'IRM? Les deux dates
entrent-elles en ligne de compte
pour une reconnaissance?
01.02 Minister Patrick Dewael: Ik kan u melden dat de uitzonderlijke
neerslag van 17 juli niet in aanmerking kwam voor de erkenning als
01.02 Patrick Dewael, ministre:
Les précipitations exceptionnelles
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
een algemene ramp, want op basis van de gegevens van de
geteisterde provincies, met name Oost- en West-Vlaanderen, werd
vastgesteld dat de gemiddelde schade per dossier "slechts" 3.468
euro bedroeg. Er is een omzendbrief van 13 november 2001 die, als
een van de voorwaarden voor erkenning een minimaal bedrag van
5.000 euro vooropstelt.
Dat is natuurlijk het gevolg van het feit dat men een absoluut bedrag
als criterium moet hanteren. Dit standpunt werd overigens aan de
provinciegouverneurs meegedeeld op 7 januari 2005.
Inzake de neerslag van 15 augustus was het bedrag van de schade
wel voldoende om in aanmerking te kunnen komen voor een
erkenning. Op 19 oktober is het advies van het KMI gevraagd omtrent
het uitzonderlijke karakter van het betreffende natuurfenomeen.
Hoewel op 21 december een herinneringsschrijven werd verstuurd,
heb ik tot op de dag van vandaag nog altijd geen antwoord
ontvangen. Ik kan derhalve nog geen standpunt innemen inzake
mogelijke erkenning als algemene ramp.
du 17 juillet 2004 n'entrent pas en
ligne de compte pour une
reconnaissance en tant que
calamité publique. Il ressort des
dossiers introduits par les
provinces concernées de Flandre
orientale et occidentale que les
dommages s'élevaient en
moyenne à 3.468 euros par
dossier. En vertu de la circulaire
de novembre 2001, ce montant
doit s'élever à 5.000 euros pour
pouvoir donner lieu à une
reconnaissance. J'ai communiqué
ces informations aux gouverneurs
de province le 7 janvier 2005.
Le montant des dégâts
occasionnés le 15 août 2004 était,
quant à lui, suffisant pour donner
lieu à une reconnaissance. Le 19
octobre 2004, nous avons
demandé l'avis de l'IRM sur le
caractère exceptionnel de ce
phénomène naturel. Malgré le
rappel envoyé le 21 décembre
2004, nous n'avons encore reçu
aucune réponse à ce sujet. Je ne
peux dès lors prendre position
quant à la reconnaissance de ces
faits comme calamité publique.
01.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, wat de eerste
datum betreft, werd in het verleden al eens gediscussieerd over het
totale bedrag van 1,25 miljoen euro en 5.000 euro per dossier. Voor
de eerste data was de schade zeer geconcentreerd. Er zijn
gemeenten die te maken hebben met een schade per dossier van
19.000 euro. Er zijn evenwel de bepalingen van de rondzendbrief
waarvan de correctheid in het verleden al vaak ter discussie kwam.
Voor de tweede datum van 15 en 16 augustus spreken we voor West-
Vlaanderen van een schade van meer dan 3 miljoen euro. De
dossiers overschrijden duidelijk het bedrag van 7.000 euro. De
schade, zowel in de landbouwsector als bij de particulieren is zeer
groot en ik dring nogmaals aan op spoed. Ik zal binnen enkele weken
opnieuw vragen naar een stand van zaken.
01.03 Nathalie Muylle (CD&V):
En ce qui concerne la première
date, les montants ont déjà fait
l'objet d'une discussion par le
passé. Il s'agit en l'occurrence de
dommages très concentrés par
dossier individuel. La circulaire
peut faire l'objet d'une discussion.
En ce qui concerne la deuxième
date, il est question de plus de
trois millions d'euros de dom-
mages rien que pour la Flandre
occidentale. En moyenne, le
montant par dossier est supérieur
à 7.000 euros. J'insiste pour qu'il
soit fait diligence car les
dommages sont importants, pour
les particuliers comme pour les
agriculteurs.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Melchior Wathelet au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les cartes
d'identité électroniques à destination des membres des services communaux de l'état civil" (n° 4669)
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
02 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de elektronische identiteitskaarten voor het gemeentepersoneel van de burgerlijke stand"
(nr. 4669)
02.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
vice-premier ministre, il me revient que les membres des services
communaux de l'état civil en charge de la délivrance des cartes
d'identité électroniques ont été parmi les premières personnes à
disposer de la carte d'identité électronique. Elle leur était en effet
indispensable pour accéder au système informatique destiné à
encoder et activer les nouvelles cartes et donc pour procéder à leur
délivrance à la population.
Cependant, des problèmes se posent pour le personnel belge
résidant à l'étranger, notamment en France, qu'il soit employé
communal ou détaché par une entreprise publique autonome. Ces
personnes ne disposent pas, par définition, de carte d'identité ancien
modèle et, a fortiori, de nouvelle carte d'identité non plus. Il leur est
donc impossible de procéder à la délivrance de la nouvelle carte
d'identité électronique et donc de délivrer la CIE à la population.
Il est des communes où un tiers des membres en charge de la
délivrance est confronté à cette situation. Cela a naturellement des
conséquences considérables pour la commune qui se voit bloquée
dans le cadre de la délivrance des cartes d'identité électroniques.
J'aurais voulu savoir, monsieur le ministre, quelles mesures vous
comptiez prendre pour régler rapidement le problème et si vous
pensez possible de délivrer à ces personnes des cartes de type carte
de service, sans mention d'adresse ou autre, qui serviraient
uniquement au travail dévolu à ces personnes.
02.01 Melchior Wathelet (cdH):
Het gemeentepersoneel van de
burgerlijke stand belast met de
uitreiking van de elektronische
identiteitskaarten behoorde tot de
eerste burgers die over een
dergelijke kaart beschikten. Ze
hadden die kaart nodig om
toegang te krijgen tot het
informaticasysteem dat gebruikt
wordt voor de aflevering van de
nieuwe kaarten aan de bevolking.
Maar het Belgische personeel dat
in het buitenland verblijft en noch
over een "oude", noch a fortiori -
over een elektronische identiteits-
kaart beschikt, kan geen
elektronische identiteitskaarten
aan de bevolking uitreiken. In
sommige gemeenten bevindt een
derde van het personeel belast
met de uitreiking zich in een
dergelijke situatie.
Welke maatregelen zal u treffen
om dit probleem op te lossen? Zou
men "dienstkaarten" kunnen
afleveren aan het personeel die
dan enkel zouden gebruikt worden
voor deze opdracht?
02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, tout d'abord,
je rappellerai le principe général selon lequel le fonctionnaire du
service de l'état civil utilise sa propre carte d'identité pour la délivrance
de la carte d'identité électronique.
Néanmoins, une dizaine de cas de fonctionnaires du service de la
population, travaillant dans une commune belge et résidant dans une
région frontalière, ont été portés à ma connaissance. Ces
fonctionnaires recevront une carte d'habilitation afin de pouvoir
exercer leur fonction à la commune.
Cette carte comporte les mêmes données que celles reprises sur
l'actuelle carte d'identité électronique. Je peux vous assurer que les
fonctionnaires concernés recevront leur carte d'habilitation dans les
semaines à venir.
02.02 Minister Patrick Dewael:
Als algemene regel geldt dat de
ambtenaar van de burgerlijke
stand zijn eigen identiteitskaart
moet gebruiken bij de uitreiking
van de elektronische
identiteitskaart. De ambtenaren
die in een grensstreek wonen
zullen over enkele weken een
machtigingskaart ontvangen.
02.03 Melchior Wathelet (cdH): Je remercie le ministre. L'année
2005 commence très bien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 4719 de Mme Sabien Lahaye-Battheu ainsi que la question n° 4746 de M.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Patrick De Groote sont reportées.
03 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het Antwerpse stadsplan 'veilig'" (nr. 4754)
03 Question de Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le plan
03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Voorzitter, mijnheer de minister, in
Antwerpen hebben wij een paar maanden geleden het stadsplan
"Veilig" goedgekeurd. Op zich staan daar heel wat goede maatregelen
in. Het stadsplan "Veilig" staat vooral voor een gecoördineerde
aanpak in samenwerking dus met verschillende stadsdiensten en
zelfs met diensten van het federale niveau en het
Gemeenschapsniveau om veiligheid tot een prioriteit te maken.
Op zich heb ik daar niets op tegen. Maar ik stel mij wel vragen bij een
aantal van de methodes die in het plan opgesomd staan.
Vooraf, wil ik u vragen of u het stadsplan Veilig kent en of daarover
met u overleg werd gepleegd. Niet omdat ik vind dat elk plan dat op
lokaal vlak wordt goedgekeurd, met u besproken moet worden; er is
immers de autonomie van de gemeenten. Hier betreft het evenwel
een veiligheidsaspect en de problematiek inzake vreemdelingen
bijvoorbeeld en dat valt toch voor een stuk ook onder uw
bevoegdheid.
Een eerste punt van het plan is het uitvoeren van een systematische
bevraging, huis aan huis. Men wil in bepaalde buurten huis na huis
nagaan wie er woont, in welke omstandigheden, welke de nationaliteit
van de bewoner is, wat zijn verblijfsstatuut is, welke zijn
taalvaardigheid is, zijn inkomen, hoe hij gesteld is op het vlak van
werk en van welzijn en dergelijke. Deze gegevens wil men bovendien
verwerken door ze systematisch geïnformatiseerd in kaart te brengen.
Ik heb daar echter vragen bij. Kan dat, zo huis aan huis? Ook al zou
men wellicht een aantal huizen overslaan, want er blijft nog wat
ruimte, blijkbaar. Men zou niet elk huis aandoen, maar in bepaalde
buurten toch heel wat huizen. Druist dat niet in tegen de wet op de
privacy, zeker wanneer het een systeem wordt? Werd of wordt
daarover advies ingewonnen bij u of bij uw administratie? Wat is uw
mening daarover?
Ten slotte, wil ik u ook het volgende vragen. In het plan wordt heel wat
aandacht besteed aan vreemdelingen, meer bepaald aan het
probleem van illegalen. U weet dat er in Antwerpen heel wat illegalen
zijn, zeker in bepaalde buurten.
Het is niet de bedoeling van de stad een klopjacht te organiseren.
Sommige organisaties en bewegingen twijfelen daaraan. Dat is een
discussie die in Antwerpen moet worden gevoerd. Wat zijn de
afspraken die met u gemaakt werden indien men illegalen aantreft?
Wat zult u concreet ondernemen? Het plan is deze maand van start
gegaan. De eerste straat die wordt aangedaan is de Van
Kerckhovenstraat waar ik er zeker van ben dat men er illegalen zal
aantreffen. Worden de illegalen onmiddellijk en via uw diensten in een
gesloten instelling geplaatst? Krijgen zij alleen een bevel om het
grondgebied te verlaten? Hoe zal de opvolging verlopen? Wat gebeurt
er met illegalen die niet terug kunnen? Quid in geval er geen
03.01 Nahima Lanjri (CD&V): Un
nouveau plan de sécurité a
récemment été lancé à Anvers et
nous souhaiterions soumettre au
ministre les méthodes qui ont été
utilisées. Le ministre connaît-il ce
plan? Y a-t-il eu concertation
préalable avec son cabinet?
Le plan comprend un inventaire de
données relatives à la population
qui sont collectées à domicile et
qui seront ensuite introduites dans
une banque de données. Il ne
s'agit pas seulement de savoir qui
habite où mais également de
connaître la composition des
ménageq, les revenus et les
connaissances linguistiques.
N'est-ce pas contraire à la loi
relative sur la protection de la vie
privée?
Le plan traite également de la
recherche d'étrangers en situation
illégale. Y a-t-il eu des accords
avec l'Office des étrangers à ce
propos? Quelle procédure sera
suivie lorsque des illégaux seront
appréhendés?
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
terugnameakkoorden met de landen van herkomst werden gesloten?
03.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
de laatste vraag betreft, heb ik bij vorige gelegenheden reeds
uitvoerig geantwoord. Dat is de hele problematiek van de readmissie-
akkoorden.
Mijnheer de voorzitter, ik wens te beklemtonen dat het niet gaat over
een veiligheidsactieplan van de lokale politie, maar over een initiatief
van het stadsbestuur waarbij de politiediensten slechts in mindere
mate betrokken zijn.
Het inzamelen van een aantal gegevens met betrekking tot bewoners
kadert in de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid op grond
van de beschikkingen van de nieuwe gemeentewet en de wetgeving
op het houden van de bevolkingsregisters. In bepaalde gevallen
noodzaakt dit een nazicht ter plaatse. Het stadsbestuur bevestigt dat
het zeker niet gaat om systematische huis-aan-huisbezoeken.
De inzameling van de wettelijk voorziene gegevens is niet strijdig met
de wetgeving op de privacy.
Bijkomende gegevens kunnen wel worden ingezameld in het kader
van een goede wijkwerking, en ook in samenspraak met de betrokken
bewoners. Daarover is er geen advies ingewonnen bij Binnenlandse
Zaken. Ik herhaal nogmaals dat dat niet moet, aangezien het kadert in
de bevoegdheid van het stadsbestuur.
Het tweede element van antwoord is het volgende. In het stadsplan
Veilig Antwerpen is er volgens de lokale overheid geen sprake van de
specifieke opsporing van illegaal verblijvende vreemdelingen, maar
die probleemstelling kan zich uiteraard wel voordoen. Er wordt niet
systematisch of hardnekkig naar op zoek gegaan, maar uiteraard
wordt men of zal men daarmee worden geconfronteerd.
Er zijn afspraken gemaakt over die problematiek tussen de stad
Antwerpen en de dienst Vreemdelingenzaken. Pas vorige week heeft
een vergadering plaatsgevonden op mijn kabinet in dat verband.
Regelmatig bevestigt men mij enerzijds de Antwerpse politie en
anderzijds de dienst Vreemdelingenzaken , net zoals op die
vergadering vorige week, dat dat allemaal gebeurt tot eenieders
tevredenheid.
Wat gebeurt er als men vreemdelingen aantreft die illegaal in ons land
verblijven? Welnu, er wordt dan uiteraard geageerd overeenkomstig
de vreemdelingenwet. Die verschillende stappen kent u. Het gaat om
een bevel op het land te verlaten, repatriëring, eventueel ook
opsluiting in een gesloten centrum met het oog op repatriëring. Dat
zijn de verschillende stappen in de procedure.
Vorige week ik kom daarop nog even terug vond er een
vergadering plaats in mijn kabinet. Ik heb ook kennis genomen van
dat plan. Ik benadruk nog eens dat daarover niet voorafgaand
overlegd is, maar dat moet niet. Het zou nogal ver leiden als elk
gemeentelijk plan over overlastbestrijding voorafgaand een overleg
zou moeten doorstaan met mijzelf of mijn diensten. De lokale
dynamiek moet terzake spelen. De Antwerpse diensten, onder andere
de politie, zijn ik herhaal dat nogmaals tevreden over de
03.02 Patrick Dewael, ministre: Il
s'agit d'une initiative de
l'administration communale qui ne
concerne les services de police
que dans une mesure restreinte.
La collecte de chiffres de
population prévue par la loi est
une compétence communale et
n'est pas en contraire à la loi sur la
protection de la vie privée.
L'administration communale n'est
donc pas tenue de consulter
préalablement mon cabinet à cet
égard.
Le plan de sécurité ne prévoit par
ailleurs pas le dépistage
systématique des illégaux. La
police d'Anvers et l'Office des
étrangers ont toutefois conclu
certains accords. Lorsque des
personnes en séjour illégal sont
découvertes, la procédure normale
doit être appliquée.
La semaine dernière, mon cabinet
s'est concerté à propos de ce plan
et les services de la police
d'Anvers se sont montrés très
satisfaits de la collaboration avec
l'Office des étrangers.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
samenwerking met de dienst Vreemdelingenzaken. De schepen,
bevoegd voor die problematiek in Antwerpen, heeft mij gecontacteerd,
al vóór nieuwjaar. Een vergadering heeft plaatsgehad. Ik denk dat dat
een nuttig gesprek is geweest. Terzake zijn ook een aantal afspraken
gemaakt.
03.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, op mijn eerste
vraag over de al dan niet strijdigheid met de wet op de privacy
antwoordt u eigenlijk dat de wettelijk voorziene gegevens mogen
worden opgevraagd. Ik citeerde wel alle gegevens die werden
opgevraagd: taalvaardigheid, inkomen,werk en welzijn. Ik meen dat
dit geen gegevens zijn die de stad wettelijk gezien moet bijhouden.
Kunt u mij eens verduidelijken welke zaken wettelijk wel mogen
worden opgevraagd en welke zaken men niet verplicht moet
verschaffen? Ik woon in zo'n wijk. Als ik de politie aan mijn deur krijg,
stel ik mij de vraag of ik op al hun vragen moet antwoorden. Het is
vanzelfsprekend dat zij mogen controleren of ik daar woon. Zij hebben
volgens mij echter geen zaken met mijn inkomen of mijn werk.
Ik geef nog even een opsomming van de vragen die worden gesteld.
Wie woont hier? In welke omstandigheden? Nationaliteit en
verblijfsstatuut? Taalvaardigheid? Informatie met betrekking tot het
inkomen, werk en welzijn?
03.03 Nahima Lanjri (CD&V):
Quelles informations les citoyens
doivent-ils obligatoirement fournir
et lesquelles ne sont-ils pas tenus
de révéler? Toute question relative
au revenu et à la connaissance
des langues constitue selon moi
une violation de la loi sur la vie
privée, a fortiori si les données
sont destinées à alimenter une
banque de données.
03.04 Minister Patrick Dewael: Ik moet die vragenlijst kunnen
bekijken. Ik ga af op wat u mij vraagt. U zegt dat er een huis-aan-huis-
bevraging plaatsvond over wie op een bepaald adres woont en wat de
gezinssamenstelling is. U vroeg of dit in strijd is met de wet op de
privacy. Beide vragen die u opsomde, zijn niet in strijd met de wet op
de privacy. Als u zegt dat men verder is gegaan dan moet ik dat
bekijken. U vraagt mij eigenlijk een uitspraak te doen over de
wettelijkheid van een bevraging die wordt georganiseerd door de stad
Antwerpen.
03.04 Patrick Dewael, ministre:
Je devrais examiner le
questionnaire en détail avant de
pouvoir répondre à cette question.
03.05 Nahima Lanjri (CD&V): Ik vraag u dat, ja. Op zich heb ik er
niets op tegen dat wij iets doen. Ik ben zelf ook medebestuurder van
de stad. Ik zou niet willen dat wij dit over 6 maanden terug in ons
gezicht krijgen met de mededeling dat dit zo niet mag worden
aangepakt. Ik vrees daarvoor want er zijn al een aantal actiegroepen
aan het werk. Ik vrees dat dit toch in strijd is met de wet op de privacy,
vooral als het gaat om vragen over inkomen, werk, welzijn enzovoort
en vooral ook omdat dit wordt geïnformatiseerd in een databank.
03.06 Minister Patrick Dewael: Ik heb gezegd dat ik uitga van het
respecteren van de gemeentelijke autonomie. Gewoonlijk krijg ik de
kritiek dat alles overlegd en gestuurd moet worden en dat de steden
en gemeenten te weinig slagkracht hebben. Hier is er een actieplan.
Er was geen voorafgaand overleg en dat was ook niet nodig.
U vraagt mij dus concreet of een bepaalde bevraging, georganiseerd
ten aanzien van de bevolking, wettelijk is. Ik zal dat laten onderzoeken
op uw vraag; ik herhaal, op uw vraag en niet op eigen initiatief.
03.06 Patrick Dewael, ministre:
Je tiens à respecter autant que
possible l'autonomie des
communes.
03.07 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, het is wel
degelijk op mijn vraag. Ik zou immers niet willen wij zijn terzake
immers gestart - dat wij ons achteraf in de onwettelijkheid bevinden.
Dat was ook mijn vraag. Vandaag dat ik ook dacht dat het nuttig was
om u de vraag te stellen.
03.07 Nahima Lanjri (CD&V): Le
ministre déclare également que la
procédure normale sera appliquée
aux personnes en séjour illégal,
mais la capacité des centres
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
U zei bovendien dat de normale procedure zal worden gevolgd ten
aanzien van de vreemdelingen die illegaal in ons land verblijven en
dat de politie tevreden is. Ik heb evenwel andere signalen
opgevangen van de politie, namelijk dat er soms problemen zijn om
die mensen in gesloten instellingen op te vangen. Men moet soms tot
op het niveau van het kabinet onderhandelen om een aantal mensen
in zo'n gesloten instelling te krijgen. Hoe kan dat verholpen worden?
Zult u, zodra er mensen worden aangetroffen - dat kunnen er per
week een aantal zijn aan het verzoek tegemoetkomen en, indien
nodig en indien betrokkenen weigeren het grondgebeid te verlaten,
zult u ze dan in administratieve hechtenis nemen, in een gesloten
centrum laten plaatsen of bepaalde andere maatregelen nemen?
fermés est-elle suffisante?
Le président: Monsieur le ministre, nous nous situons dans le cadre d'une question. Nous avons déjà
dépassé largement le temps de parole. Je trouve cela éminemment sympathique et n'y vois aucune
difficulté. Mais je voudrais demander à Mme Lanjri de terminer sa réplique. Si le ministre a un détail à
apporter, qu'il le fasse. Je pourrai ensuite clore la discussion.
Je suis désolé, mais beaucoup de personnes doivent prendre la parole cette après-midi, et j'aimerais que
l'on respecte les temps de parole.
03.08 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik geef de
resterende tijd aan de minister om daarop te antwoorden.
03.09 Minister Patrick Dewael: Excuseert u mij, mijnheer de
voorzitter, maar het is inderdaad een belangrijke vraag. We moeten
natuurlijk opletten, mevrouw Lanjri, als we met elkaar overleggen in
deze commissie. Ik heb vorige week een overleg laten organiseren
met de korpschef van Antwerpen. Uiteraard vraag ik de korpschef van
Antwerpen omdat ik denk dat hij toch de vertegenwoordiger is van de
politie van Antwerpen. Hij zegt mij dat hij zeer tevreden is, ook in
verband met dit soort operaties, over de samenwerking met de dienst
Vreemdelingenzaken. U zegt dat u ook wel eens andere zaken hoort.
Ik kan daarop natuurlijk moeilijk ingaan. Ik weet niet wie u contacteert
of wie u dat komt zeggen. De korpschef van Antwerpen zegt dat hij
tevreden is.
Er worden afspraken gemaakt als dat soort van operaties worden
uitgevoerd, waarbij men voorafgaandelijk aan mijn administratie
meedeelt wat men van plan is en waarbij mijn administratie dan
meedeelt wat de op dat ogenblik beschikbare capaciteit is. Als u en ik
samen op stap zouden gaan in Antwerpen en we zouden alle straten,
alle wijken en alle kwartieren uitkammen, dan ben ik ervan overtuigd
dat we op dat ogenblik een aantal illegalen zouden opsporen
waarvoor de capaciteit van de dienst Vreemdelingenzaken
ontoereikend zou zijn. Daarvan ben ik overtuigd. Men doet een aantal
gerichte acties en om die acties te ondernemen is er een
voorafgaandelijk contact. In het licht daarvan wordt meegedeeld wat
de capaciteit is. Die samenwerking verloopt tot eenieders
tevredenheid. Dat er hier en daar misschien nog een zure oprisping is
in het politiekorps, kan ik uiteraard niet beletten. Dan zou ik
voorstellen dat u man en paard noemt, dan kan de korpschef van
Antwerpen zich daarmee gaan bezighouden.
03.09 Patrick Dewael, ministre: Il
ne s'agit que d'actions ciblées
pour lesquelles la capacité est
communiquée au préalable aux
services de police.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04 Question de M. Richard Fournaux au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
personnel traducteur employé à l'Office des Etrangers". (n° 4574)
04 Vraag van de heer Richard Fournaux aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de vertalers die voor de Dienst Vreemdelingenzaken werken". (nr. 4574)
04.01 Richard Fournaux (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, tout d'abord, veuillez excuser mon retard. Ma question vise
très précisément le statut du personnel traducteur employé à l'Office
des étrangers. Comme parlementaire, j'ai été sollicité par l'une ou
l'autre personne régulièrement appelée à travailler en qualité de
traducteur à l'Office des étrangers. Nous savons qu'il n'est pas aisé
pour celui-ci de devoir assumer les traductions pour les très
nombreuses nationalités et langues concernées par les enquêtes en
cours réalisées par ledit office.
Manifestement, il semblerait qu'existe un litige entre l'administration
de l'Office des étrangers, qui dépend de votre ministère, et l'INASTI -
l'Institut national de sécurité sociale pour les travailleurs indépendants
- au sujet de la manière dont il faut considérer le statut de ces
traducteurs travaillant pour l'Office des étrangers. Pour certains
d'entre eux, il est clair et net que nous avons affaire à des gens qui
peuvent être considérés comme indépendants, puisque la langue
qu'ils pratiquent est tellement exceptionnelle que les occasions où
l'Office des étrangers recourt à leurs services est très rare et que,
l'autre partie du temps, ces personnes doivent bien bénéficier d'un
autre contrat d'emploi ou se consacrer à d'autres travaux pour vivre.
En revanche, pour d'autres langues, le nombre de moments où l'on
occupe ces traducteurs semble accréditer la thèse selon laquelle ces
derniers ne sont plus des indépendants au sens où peut l'entendre
l'INASTI, mais des employés ayant un seul client et qui sont même
astreints à devoir s'insérer dans une hiérarchie et suivre également
des horaires précis.
Cela semblerait accréditer la thèse que pour certains de ces
traducteurs, il ne s'agisse pas d'un rôle d'indépendant mais bien de
subordination à un seul et même patron. Il semblerait que quelques
personnes connaissent des difficultés considérables avec l'INASTI.
Avez-vous déjà été informé de ce type de problème? Si oui mais
vous l'êtes maintenant grâce à ma question quel type de réponse
faut-il apporter à ces personnes?
04.01 Richard Fournaux (MR):
Er bestaat een geschil tussen de
Dienst Vreemdelingenzaken en
het RSVZ over het statuut van de
personen die als vertaler hebben
gewerkt. Volgens sommigen ligt
het voor de hand dat de
betrokkenen in ondergeschikt
verband voor een enkele
werkgever hebben gewerkt.
Bent u van dat probleem op de
hoogte en welke maatregelen treft
u om het te verhelpen?
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, les services
d'asile savent que certains traducteurs-interprètes auxquels ils font ou
ont fait appel ont contesté leur statut d'indépendant auprès de
l'INASTI. Il n'a jamais été question d'une convention de travail entre,
d'une part, les traducteurs-interprètes et, d'autre part, une des
instances d'asile ou le SPF Intérieur. Il n'y a pas lieu de parler de lien
de subordination. Il est vrai que les services d'asile concluent des
accords avec les traducteurs-interprètes auxquels ils font appel. Cela
n'a rien à voir avec un quelconque lien de subordination mais bien
avec la nécessité de faire fonctionner le service de manière optimale.
Le traducteur-interprète peut d'ailleurs toujours refuser les jours et
heures fixés, et cela pour n'importe quelle raison, sans devoir s'en
justifier et sans risquer d'être sanctionné. Par conséquent, les
traducteurs-interprètes auxquels les instances d'asile font appel
04.02 Minister Patrick Dewael:
Er is nooit sprake geweest van
een arbeidsovereenkomst tussen
de vertalers-tolken en een van de
asielinstanties of de FOD
Binnenlandse Zaken. Er is geen
sprake van enigerlei ondergeschikt
verband. De vertaler-tolk kan de
prestatie of de modaliteiten ervan
altijd weigeren zonder daarvoor te
worden gestraft. Hij werkt
bijgevolg als zelfstandige. In dat
verband kan worden verwezen
naar het arrest van 7 december
1999 van de vierde kamer van het
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
exercent leurs prestations en tant qu'indépendants. A cet égard, on
peut d'ailleurs se référer à l'arrêt du 7 décembre 1999 de la quatrième
chambre du tribunal du Travail de Bruxelles qui, dans une affaire
intentée par un traducteur-interprète contre l'Etat belge concernant la
question, a jugé que les prestations d'interprétariat et de traduction
que l'intéressé a fournies devant une des instances d'asile devaient
être considérées comme une activité indépendante.
Arbeidshof van Brussel, dat
geoordeeld heeft dat de tolk- en
vertaalprestaties ten behoeve van
het CGVS als een zelfstandige
activiteit moeten worden
beschouwd.
04.03 Richard Fournaux (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour la clarté de sa réponse.
Au niveau des dossiers actuellement litigieux au sein de l'INASTI, ne
faudrait-il pas essayer de trouver une solution à l'amiable? Pensez-
vous qu'il soit possible d'intervenir?
Il faudrait peut-être clarifier à nouveau les choses à partir de ce
jugement et trouver une solution à l'amiable pour les dossiers qui sont
antérieurs à cette décision.
04.03 Richard Fournaux (MR):
Zou het niet mogelijk zijn een
regeling in der minne uit te werken
voor de dossiers waarop dat
geschil met het RSVZ betrekking
heeft?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le site internet
05 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de website pol.doc.be" (nr. 4772)
05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le site internet de la police fédérale est un outil appréciable
et très utile que d'aucuns auront déjà pu apprécier à maintes reprises.
Cet outil est apprécié non seulement des acteurs policiers, mais
également des autorités et du public.
Le site présentait jusqu'il y a peu, dans sa partie "pol.doc" une
documentation particulièrement intéressante classée sous sa partie
"daily.doc". Cette documentation comprenait les législations et
réglementations importantes adoptées non seulement en matière de
police, mais à d'autres domaines sensibles pour les services de
police, comme la législation sur l'immigration, les modifications
législatives, une revue de presse, les différentes informations en
matière de statuts et de droits et devoirs des policiers.
Depuis peu, la documentation disponible via le site internet ne
comporte plus qu'une version light de la version intégrale, seulement
disponible via le réseau intranet de la police fédérale. De la sorte, la
version intégrale n'est plus accessible à un certain nombre de
fonctionnaires de police qui, parce qu'ils font partie du personnel
opérationnel, n'ont pas la possibilité de consulter pendant leurs
heures de travail le réseau intranet des services de police. Cela me
semble logique.
Ce personnel disposait auparavant de la possibilité de consulter de la
documentation via internet à domicile pour ceux qui étaient équipés
du matériel informatique, c'est-à-dire nombre d'entre eux, puisqu'il est
certain que nombre de foyers disposent actuellement d'une liaison de
ce type. Pour ce personnel, de même que pour les autorités et
citoyens qui souhaitent se documenter de manière plus pertinente, il
s'ensuit donc un déficit d'accès à l'information.
05.01 Joseph Arens (cdH):
Sinds kort omvat de website
"poldoc" van de federale politie
enkel nog een afgeslankte versie
van de integrale versie, die alleen
via het intranet van de federale
politie raadpleegbaar is. De
toegang tot de informatie is dus
niet ten volle verzekerd.
Bovendien vraagt de nieuwe
indeling van de website, met zijn
twee versies, een dubbele
bewerking die de administratieve
werklast van de politiediensten
mijns inziens niet meteen zal
verlichten.
Vanwaar die nieuwe opmaak?
Ware het niet verkieslijk slechts
één versie van het programma
"Dailydoc" op zowel internet als
intranet aan te bieden?
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
En outre, la nouvelle présentation du site sous deux formes, une
forme light figurant sur le site internet et une forme intégrale distribuée
sur le réseau intranet, nécessite une double manipulation qui ne me
paraît pas susceptible d'alléger les tâches administratives des
services de police, alors que telle serait votre volonté.
Monsieur le ministre, pourriez-vous me préciser la raison de cette
nouvelle présentation du site internet de la police fédérale?
Ne pensez-vous pas qu'à la place de multiplier le travail d'encodage
de données et de manipulations informatiques, il serait préférable de
revenir au système antérieur et de n'avoir qu'une seule et même
version du programme "daily.doc" disponible à la fois sur internet et
sur le réseau intranet?
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, le "daily.doc" de votre première sous-question était le
résultat du travail réalisé, avec des moyens limités, par une petite
équipe de membres du centre de documentation de la police fédérale.
Il était disponible sur l'internet et sur le réseau interne de police, donc
l'intranet. Le système ne disposait cependant pas des disponibilités
offertes par une banque de données.
Afin d'optimiser le stockage, d'une part, des informations reprises
dans le système de gestion de la documentation disponible sur le seul
réseau interne sécurisé de la police et, d'autre part, des données
reprises dans le "daily.doc", un nouveau projet a vu le jour, intitulé
"intra.doc". Ce projet permet de stocker dans une banque de données
la documentation et les nouveautés intéressant les policiers et de
rechercher celles-ci grâce à un moteur de recherche performant.
Quant à votre deuxième question, afin de permettre aux policiers non
présents dans leur service d'accéder à certaines informations
intéressantes pour eux, il a été décidé de continuer à publier une
partie du "daily.doc" via internet.
Il s'agit de la version light à laquelle il est fait référence dans la
question. Il est à remarquer qu'afin de respecter la législation en
matière de droits d'auteur, les extraits de presse disponibles pour les
policiers via intranet, pour lesquels la police fédérale paye une
redevance, ne le sont pas via internet, pour une question de budget.
Mes services ont constaté comme vous que la version light du
"daily.doc" ne reprenait plus, outre les nouvelles du jour, un certain
nombre de modules de documents sur des sujets intéressant les
policiers. Après concertation entre mes services et la police fédérale,
il a été décidé de renforcer le CDC pour accélérer l'ajout des modules
actuellement inaccessibles à la version light des "daily.doc" afin
d'offrir pour fin janvier, début février 2005 un produit répondant aux
attentes des autorités et des policiers.
Le nouveau projet vise justement à une simplification administrative
puisque le "daily.doc" qui existait en deux versions différentes, ainsi
que le système de gestion documentaire, ont été remplacés par une
seule application. La réalisation de la version internet du "daily.doc" se
fait par une simple question adressée à la banque de données, et
n'engendre pas de surcharge administrative. Je vous assure que je
vais surveiller de près l'évolution annoncée par la police fédérale afin
de préserver une accessibilité optimale aux informations.
05.02 Minister Patrick Dewael:
"Dailydoc" werd uitgewerkt door
personeelsleden van de documen-
tatiedienst van de federale politie.
Om de opslag van de gegevens te
optimaliseren werd een nieuw
project op poten gezet dat naar de
naam "Intradoc" luistert.
Om het politiepersoneel toe te
laten van buitenuit bepaalde
informatie te raadplegen, werd
beslist dat een gedeelte van
"Dailydoc" verder zou worden
aangeboden, zij het dan in een
afgeslankte vorm.
Na overleg tussen mijn diensten
en de federale politie en om aan
de verwachtingen van de
overheden en het politiepersoneel
tegemoet te komen, werd beslist
dat die internetversie zou worden
aangepast. De uitgebreide versie
zou vanaf begin februari
raadpleegbaar zijn.
Dit nieuwe project beoogt een
administratieve vereenvoudiging,
vermits de twee versies door één
enkele toepassing werden
vervangen.
Ik wil een optimale
toegankelijkheid van de gegevens
verzekeren.
05.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse et je suivrai également le site de près. Fin
janvier, tout devrait être à nouveau beaucoup plus efficace.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la fonction
d'officier du ministère public auxiliaire du procureur du Roi" (n° 4774)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de functie van ambtenaar van het openbaar ministerie, hulpofficier van de procureur des
Konings" (nr. 4774)
06.01 Joseph Arens (cdH): Dans la déclaration de politique fédérale
du gouvernement, M. le premier ministre Verhofstadt a indiqué
06.01 Joseph Arens (cdH): Naar
verluidt zouden de politiezones
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
qu'après consultation des instances judiciaires et des autorités
locales, la possibilité serait offerte aux zones de police de bénéficier
d'officiers du ministère public auxiliaires du procureur du Roi, ces
officiers étant issus de la police fédérale. Monsieur le ministre, voici
ma question: quelles sont exactement vos intentions à ce sujet? Alors
que la plupart des zones de police disposent en suffisance d'officiers,
pour quels motifs limiterait-on la fonction précitée aux officiers de la
police fédérale? Il y a actuellement au sein des zones de police,
d'anciens commissaires de police qui étaient OMP jusqu'à la réforme
du Code judiciaire et qui ont donc déjà exercé ces fonctions. Ne
pourrait-on pas envisager d'ouvrir ces fonctions à tout officier de
police locale ou fédérale sur la base de critères précis, par exemple le
diplôme universitaire ou le fait d'avoir exercé ces fonctions
antérieurement?
hulpofficieren van de procureur
des Konings kunnen inschakelen
die bij het openbaar ministerie
werken en uit de federale politie
zijn gerecruteerd. Wat zijn uw
bedoelingen hieromtrent?
Waarom die functie aan officieren
van de federale politie voorbe-
houden? Kan zij niet worden
ingevuld door om het even welke
officier van de lokale of federale
politie, en dit op grond van
welomlijnde criteria zoals het
behaalde diploma of de functie die
men voordien uitoefende?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, l'intention
générale qui a présidé à la proposition de mettre en place les officiers
en question est de faciliter le travail judiciaire dans les zones de
police. En de nombreux endroits, on dénonce en effet certaines
lourdeurs ou surcharges administratives résultant de ces missions.
Aux Pays-Bas, le problème est entièrement résolu grâce à la
présence dans le corps de police de secrétaires de parquets qui
contribuent à une communication souple entre le parquet et la police.
L'expérience y est menée depuis de nombreuses années et s'est
avérée très positive. Concrètement, l'objectif est de favoriser la
communication des lignes directrices du parquet vers les corps de
police et de limiter les navettes d'apostilles qui constituent, comme
vous le savez, une source de surcharge administrative.
Cette mise en place devra résulter d'une demande de la zone. Cette
nouvelle fonction devrait également permettre de mieux mettre en
oeuvre un potentiel d'officiers qui ne sont pas utilisés de manière
optimale. Ces officiers devraient donc jouer le rôle de courroie de
transmission. Votre suggestion de faire également appel aux officiers
de la police locale pour remplir cette fonction et celle d'officier du
ministère public est très intéressante. Dans l'exercice de cette
fonction d'officier du ministère public, l'intéressé fonctionnerait comme
le prolongement du procureur du Roi et sous son autorité. Dans le
cadre de cette mission, il serait soustrait à l'autorité hiérarchique et
fonctionnelle de la zone. Je retiendrai cette idée lors de la
concrétisation de la proposition.
La problématique des apostilles et de l'harmonisation entre la police
et le parquet relève également de ma collègue ministre de la Justice
ainsi que des instances adéquates de la magistrature.
06.02 Minister Patrick Dewael:
Het voorstel om de desbetreffende
officieren in te schakelen strekt
ertoe het gerechtelijk werk van de
politiezones te vergemakkelijken
en de beschikbare officieren
doeltreffender in te zetten. Het is
mijn bedoeling de communicatie
van de richtlijnen van het parket
aan de korpsen te verbeteren en
het heen en weer zenden van
kanttekeningen in te perken.
Uw suggestie om ook officieren
van de lokale politie in te zetten is
interessant. Ik zal er bij de
concrete uitwerking van het
voorstel rekening mee houden.
Voor het probleem inzake de
kanttekeningen en de harmoni-
sering tussen de politie en het
parket is de minister van Justitie
bevoegd.
06.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour sa réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Koen T'Sijen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het ontwerp Vesaliuswet en de mogelijke degradatie van 59 commissarissen van de federale
politie" (nr. 4790)
07 Question de M. Koen T'Sijen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le projet de loi
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Vésale et la dégradation éventuelle de 59 commissaires de la police fédérale" (n° 4790)
07.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, bij de politiehervorming werden de laureaten van het
bevorderingsexamen voor gerechtelijk commissaris van de
toenmalige gerechtelijke politie bij de parketten per 1 april 2001
ingeschaald als commissaris van politie.
Met zijn arrest van 22 juli 2003 heeft het Arbitragehof een aantal
discriminaties aangestipt, onder meer van vroegere leden van de
lokale politie die vonden dat hun brevet onvoldoende gewaardeerd
werd in het nieuwe politiestatuut. In het ontwerp van Vesaliuswet
wordt voorgesteld deze discriminatie weg te werken door de 59
commissarissen van politie te degraderen. De inschaling van
commissaris van politie op zich werd echter niet vernietigd door het
Arbitragehof en is als dusdanig niet onregelmatig.
Er is mij kennis gegeven van een interne nota van 2 april 2004 waarbij
een aantal alternatieve voorstellen werden gedaan. Hieruit blijkt dat
de benoeming van die commissarissen niet zou vernietigd worden en
dat zij hun inschaling in het officierskader zouden behouden. De
Vesaliuswet spreekt dit tegen en houdt de degradatie in. Ik ging ervan
uit dat het wetsontwerp het evenwicht moet respecteren tussen het
aantal commissarissen uit de vroegere rijkswacht, de gemeentepolitie
en de gerechtelijke politie.
De degradatie van de commissarissen is, mijns inziens, moeilijk
aanvaardbaar vanuit persoonlijk standpunt omwille van verlies van
anciënniteit en ook financieel nadeel inzake wedde-en
pensioenrechten. Het zal onmiskenbaar leiden tot demotivatie van het
korps en de gerechtelijke onderzoeken bemoeilijken.
De keuze van het minste kwaad zoals de memorie van toelichting bij
de het Vesaliusontwerp vermeldt, is, mijns inziens, een foute keuze.
Een andere juridische oplossing zou mogelijk moeten kunnen zijn.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen.
Blijft u bij het besluit van het voorstel van degradatie? Uit de media
meen ik begrepen te hebben dat u dat niet zult doen en andere
voorstellen zult formuleren. Zult u wijzigingen aanbrengen aan het
wetsontwerp zodat deze 59 commissarissen niet gedegradeerd
worden en hun rechten behouden blijven? Aan welke oplossingen
denkt U? Deelt u mijn standpunt dat men beter andere oplossingen
voorstelt om de rechtszekerheid van de ambtenaar niet te
ondermijnen?
07.01 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
A la suite de la réforme des
polices, les lauréats de l'examen
de promotion au grade de
commissaire judiciaire ont été
insérés dans un barème de
commissaire de police. Toutefois,
la Cour d'arbitrage a estimé qu'il
s'agissait d'une discrimination à
l'égard des anciens membres de
la police locale. Le projet Vésale
vise à mettre un terme à cette
discrimination en dégradant les 59
intéressés. Il ressort toutefois
d'une note du 2 avril 2004 que leur
nomination comme commissaire
ne sera pas annulée. Le nouveau
projet de loi doit respecter
l'équilibre entre le nombre de
commissaires des anciens
services de police.
Une dégradation est inacceptable
pour les intéressés et démotiverait
le corps. Il convient donc de
trouver une autre solution
juridique. Le ministre s'en tient-il à
la proposition de dégrader les
intéressés? Quelles autres
solutions entrevoit-il?
07.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's,
binnenkort zullen we kennis nemen en de bespreking aanvatten van
het desbetreffende wetsontwerp. Het lijkt me logisch eerst een globale
toelichting te kunnen geven over de bedoeling van het wetsontwerp
en de inhoud ervan die ontstaan is ingevolge het arrest van het
Arbitragehof. Ik treed in deze op als een soort "eerste hulp bij
ongevallen". Tijdens de vorige legislatuur werd een statuut uitgewerkt.
U herinnert zich wellicht dat dit een hele operatie is geweest. Een
aantal artikelen werden door het Arbitragehof vernietigd zodat
remediëring noodzakelijk is. We moeten dit op een evenwichtige
manier doen.
07.02 Patrick Dewael, ministre:
Ce projet de loi sera examiné
prochainement. Il fallait modifier
une série d'articles rédigés sous la
précédente législature et annulés
par la Cour d'arbitrage. Cet
aménagement ne doit pas
constituer une source de
nouveaux déséquilibres.
La dégradation est une
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Uit het globaal ontwerp zal blijken - zo hoop ik althans - dat men
probeert een evenwicht na te streven. Tegelijk moet men erop toezien
dat er geen nieuwe onevenwichten ontstaan. Indien men een bepaald
evenwicht herstelt, loopt men het risico andere onevenwichten te laten
ontstaan. Het geheel moet bovendien budgettair haalbaar blijven.
Als wij nu een aspect uit het hele ontwerp halen, dan denk ik dat dit
een vertekend beeld geeft.
Ten tweede, de zogenaamde degradatie, of wat door de syndicale
organisaties als dusdanig werd voorgesteld in de media, is eigenlijk
een juridische consequentie van het Arbitragehof, zoals de
vernietiging van de benoeming door de Raad van State de betrokkene
gewoon terugplaatst in zijn oorspronkelijke toestand. Daarover gaat
het. Toen ik het hoorde via de media, leek het alsof ik op een mooie
dag aan mijn bureau bewust een aantal mensen zou degraderen. Ik
verzeker u dat ik geen sadistische gevoelens heb. Het is een
juridische consequentie van een uitspraak van het Arbitragehof.
Om de puntjes op de i te zetten voor mij is dit niet zo belangrijk in
de actuele situatie gaat het over 54, en niet 59, commissarissen die in
die situatie verkeren.
Ik ga even in op uw concrete vragen.
Ten eerste, tussen de interne nota waarnaar u verwijst en het
wetsontwerp ligt er nog een verbeterde beschikking van het
Arbitragehof en een advies van de Raad van State. Het is wellicht juist
dat het Arbitragehof de inschaling van die mensen niet rechtstreeks
heeft vernietigd, maar wel heeft gezegd dat de wetgever heeft
gediscrimineerd, aangezien hij hen veel meer heeft gegeven dan de
houders van een brevet van officier van de gemeentepolitie. Zij zijn
inderdaad geen commissaris geworden.
De regering of het Parlement kan dit probleem op twee manieren
oplossen: ofwel door alle brevethouders dat zijn er geen 54 maar
honderden commissaris te maken, ofwel door 54 laureaten van de
gerechtelijke politie bij de parketten, de zogenaamde GPP, terug te
plaatsen op hetzelfde niveau als de brevethouders. Die laatste
oplossing is functioneel en ook budgettair de meest logische.
Ten tweede, ik zoek naar een oplossing die juridisch correct en
tegelijk menselijk is, ook voor de 54 commissarissen. De opdracht
van de regering is dat wil ik toch nog eens benadrukken niet
beperkt tot die 54 mensen, want het arrest heeft, zoals ik daarnet
gezegd heb, op meerdere punten betrekking. Het moet een globaal
evenwicht zijn. Er moet een evenwicht over het geheel worden
nagestreefd.
Ten slotte, de wetgever zal het wetsontwerp op zijn merites kunnen
beoordelen. U weet dat de uiteindelijke wet die wij zullen goedkeuren
een nieuwe toetsing door het Arbitragehof moet kunnen doorstaan.
Wat wij ook doen, hier in de commissie, en nadien in de plenaire
vergadering, u moet ervan uitgaan dat men met een aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid opnieuw een toetsing zal krijgen door
het Arbitragehof. Wij zijn zeker niet gebaat bij een eventuele nieuwe
vernietiging van een ander aantal artikelen.
conséquence juridique de l'arrêt
de la Cour d'arbitrage. Il ne s'agit
que de 54 commissaires pour
l'instant.
La note à laquelle se réfère M.
T'Sijen a été suivie par un autre
arrêt de la Cour d'arbitrage et par
l'avis du Conseil d'Etat. Selon la
Cour d'arbitrage, les nominations
décidées par le législateur sont
discriminatoires étant entendu que
ce sont les officiers de la police
communale qui sont victimes de
cette discrimination. Soit le
gouvernement doit décider que
tous les titulaires d'un brevet
doivent être promus commis-
saires, ce qui serait lourd de
conséquences sur le plan
budgétaire. Soit les 54 lauréats
doivent être rétrogradés à un
niveau inférieur.
La solution doit être juridiquement
orthodoxe et tenir compte de
l'équilibre de l'ensemble. La
nouvelle loi doit pouvoir supporter
un prochain examen par la Cour
d'arbitrage.
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
07.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het met u eens over de
globale toelichting en het globaal evenwicht dat u dient te zoeken,
maar ik herhaal toch mijn bezorgdheid voor de commissarissen van
de politie. Het Arbitragehof heeft daarover inderdaad een uitspraak
gedaan. Ik begrijp ook uw budgettaire bezorgdheid, maar ik denk dat
het brevet van een lokale politie op zich niet te vergelijken is met de
examens die de commissarissen van politie hebben doorlopen. Ik
meen dat dit toch van een ander niveau is. Ik wil u dit graag
meegeven en ik kijk uit naar de globale toelichting van de Vesalius-
wet.
07.03 Koen T'Sijen (sp.a-spirit):
Je suis d'accord avec le ministre
pour dire qu'il faut trouver un
équilibre général. Mais le brevet
de la police locale n'est en rien
comparable aux examens qu'a dû
présenter un commissaire de
police.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: La question n° 4799 de Mme Galant est reportée.
Vraag nr. 4799 van mevrouw Galant is uitgesteld naar een andere zitting.
08 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de federale wegpolitie" (nr. 4804)
08 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
fonctionnement de la police fédérale de la route" (n° 4804)
08.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, mijn vraag is ondertussen een beetje
achterhaald. Ik had mijn vraag ingediend naar aanleiding van de
stakingsaanzegging van de politievakbonden en vooral de
verkeerspolitie, die met een staking op oudejaarsavond dreigde. De
regering heeft via ministers Dewael en Landuyt snel en efficiënt
opgetreden, want de stakingsaanzegging werd na overleg met de
betrokkenen ingetrokken.
Het leek mij toch de moeite de vraag aan te houden en te informeren
naar het akkoord. Als ik het goed heb begrepen, zou op 19 januari
daarover nieuw overleg worden georganiseerd. Ik wil mijn vragen
even kort overlopen.
Sedert de politiehervorming is de begroting zo georganiseerd dat het
voor het Parlement vrij moeilijk is geworden om een duidelijk zicht te
krijgen op de middelen die specifiek voor bijvoorbeeld de
verkeersveiligheid worden gereserveerd. Hoeveel werd er voor het
begrotingsjaar 2005 ingeschreven voor de werking van de federale
wegpolitie?
Geeft dat voldoende ruimte voor aanwervingen? In het akkoord van
eind vorig jaar zou zijn afgesproken dat er 61 nieuwe agenten aan de
slag kunnen. Wordt daarvoor in extra budget voorzien? Of was in dat
budget reeds voorzien? Graag meer duidelijkheid daarover.
Hoeveel personeelsleden telt de federale wegpolitie momenteel op
het terrein, zonder die 61 extra personeelsleden?
Ik wil het nog even hebben over het boetefonds. De verkeerspolitie
had ook klachten over de toestand van haar materieel. Er zouden
bouten uit de moto's van de zwaantjes dreigen te vallen en dergelijke
meer. Ook op dat vlak zijn er toezeggingen gedaan. De oplossing zou
via het boetefonds worden gerealiseerd, doordat de verkeerspolitie als
ste
08.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le gouvernement est
intervenu rapidement pour faire
face à un préavis de grève des
syndicats de la police. Y aura-t-il
une nouvelle concertation avec les
syndicats le 19 janvier 2005?
Depuis la réforme des polices, le
Parlement n'a plus connaissance
de la manière dont les moyens
alloués à la police sont affectés.
Quelle somme sera dégagée pour
le fonctionnement de la police
fédérale de la route en 2005? Cela
permettra-t-il d'engager suffisam-
ment de policiers? Combien de
membres la police fédérale de la
route compte-t-elle actuellement?
La police fédérale de la sécurité
routière s'est plainte du caractère
vétuste du matériel. Le ministre a
promis qu'elle pourrait utiliser une
partie de l'argent du fonds des
amendes routières. Cela aura
cependant des répercussions sur
les communes. Cette promesse a-
t-elle été tenue?
Les commentaires de différents
syndicalistes sur le fonction-
nement de la police de la route, et
plus particulièrement sur le travail
de nuit et de week-end, sont-ils
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
een 197
ste
zone zou worden beschouwd. In hoeverre zal die oplossing
ook effectief worden uitgevoerd?
Dat heeft natuurlijk ook consequenties voor de gemeenten, al was het
maar doordat alles wat niet naar de gemeenten gaat, voor hen een
mindere opbrengst betekent. Anderzijds hebben we vorige week nog
in de pers kunnen lezen dat het boetefonds groeit. Misschien valt er
dus wel iets te zeggen voor die oplossing. Extra middelen voor de
verkeerspolitie zijn in elk geval nodig. Misschien kunt u wat meer
duidelijkheid creëren over het akkoord terzake.
Ten slotte zou ik ook nog even willen stilstaan bij de commentaren
van een aantal vakbondsmensen in de pers over de cijfers van de
wegpolitie. Er werden vrij verregaande uitspraken gedaan. Ik wil die
niet zomaar voor waar nemen, maar we moeten hier toch even bij
stilstaan. Het Nationaal Syndicaat voor het Politie- en
Veiligheidspersoneel zei dat de cijfers af en toe wat rooskleuriger naar
voren worden gebracht dan ze in werkelijkheid zijn. Ook de liberale
politievakbond wees op problemen, onder andere om nacht- en
weekendwerk te presteren.
exacts?
08.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, wat
de personeelskosten betreft, werd aan de wegpolitie voor 2005 een
envelop van 6 miljoen euro toegekend voor weekend- en
nachtprestaties en overuren. Dat is ten opzichte van 2004 een stijging
met 550.000 euro. Indien nodig kan de wegpolitie in de loop van het
jaar bij de algemene directie van de bestuurlijke politie een
gemotiveerde aanvraag indienen voor een verhoging van die envelop.
DGH heeft een reserve die in de loop van het jaar wordt verdeeld, met
het oog op de behoeften.
De werkingsmiddelen worden op een globale wijze gepland en
gefinancierd, bijvoorbeeld voor het onderhoud van de infrastructuur,
het onderhoud van de fotokopietoestellen, de telefoniekosten,
verwarming, brandstof voor voertuigen enzovoort. Het is dan ook niet
mogelijk om de bedragen voor de werking van de wegpolitie als
dusdanig af te zonderen. Er zijn echter op het niveau van DGH
voldoende werkingsmiddelen aanwezig voor een adequate werking.
Dat is mijn vaste overtuiging.
Wat de investeringen betreft, werden in het verleden normen bepaald
voor het uitrusten van de provinciale verkeerseenheden. Naar gelang
van de afschrijvingstermijnen en ook eventuele bijzondere situaties,
worden dan de aanwezige middelen vervangen. Daarnaast worden in
het kader van het verkeersactieplan nieuwe middelen aangekocht.
In 2005 worden voor de wegpolitie de volgende investeringen
gerealiseerd. Ik geef u toch even het globale lijstje. Ik zou eigenlijk
kunnen zeggen dat het allemaal cijfermatige gegevens zijn, die ook
het voorwerp kunnen uitmaken van een schriftelijke mededeling. Als u
het mij toestaat, mijnheer de voorzitter, wil ik ze overlopen.
Het gaat om 93 nieuwe interventievoertuigen voor een bedrag van
ongeveer 3,7 miljoen euro en 69 nieuwe moto's voor een bedrag van
1,4 miljoen euro. Op basis van een evaluatie van de reële toestand
van het informaticapark zullen verouderde pc's en printers worden
vervangen. Er zijn 100 ethylometers voor een afgerond bedrag van
1 miljoen euro. Met betrekking tot de veiligheid van het personeel
08.02 Patrick Dewael, ministre:
La police de la route a reçu un
budget de 6 millions d'euros pour
2005 pour les prestations de
week-end et de nuit. Une
demande d'augmentation de cette
enveloppe peut être introduite
auprès de la direction générale de
la police administrative (DGA). Les
moyens de fonctionnement de la
police de la route ne peuvent être
isolés des moyens globaux. La
DGA dispose de moyens
suffisants pour assurer le bon
fonctionnement des services de
police.
Dans le passé, des normes ont été
définies pour l'équipement des
unités de circulation. Le matériel
est remplacé en fonction des
délais d'amortissement et de
circonstances particulières. En
outre, du nouveau matériel est
acheté dans le cadre du plan
d'action pour la circulation routière.
En 2005, 93 véhicules
d'intervention et 69 motos vont
être achetés. De plus, des anciens
ordinateurs seront remplacés et
100 nouveaux éthylomètres vont
être mis à disposition. Enfin, des
investissements vont être réalisés
dans l'équipement de sécurité du
personnel et de nouvelles
combinaisons vont être livrées aux
motards.
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
wordt eveneens een aantal aankopen gedaan. Ik denk aan 45
bijkomende kogelwerende vesten, 165 verkeerskegels, 43
verkeerslampen, 26 daksignalisatiepanelen enzovoort. Als
overgangsmaatregel werden ook 400 motorrijdertenues van het oude
model aangekocht. Een deel daarvan is al geleverd. Tegelijkertijd
worden in 2005 nog eens 255 bijkomende regentenues geleverd. Er is
ook een akkoord met betrekking tot de samenstelling van de nieuwe
tenue. De procedure is opgestart en de levering daarvan is verwacht
in 2006.
De personeelskredieten voor het begrotingsjaar 2005, het tweede
element, laten in principe toe het operationeel personeelsbestand op
het vastgestelde peil te brengen en ook te houden. De federale
wegpolitie had op 29 december 2004 een capaciteit van 1.038
voltijdse equivalenten. Bovendien waren op die datum 56
selectieprocedures lopende.
De wegpolitie van de federale politie draagt uiteraard voor een
belangrijk deel bij aan de inspanning om de verkeersveiligheid te
verhogen. Daarenboven wordt een gedeelte van hun activiteiten
gewijd aan de bijstand die zij leveren aan de lokale politie.
Zij hebben dus niet alleen hun eigen werkzaamheden, maar zij
hebben leveren ook bijstand aan de lokale politie. De eventuele
bijkomende middelen die de wegpolitie zou kunnen krijgen via het
boetefonds, zullen dus onrechtstreeks ook ten goede komen aan de
politiezones, want zij zullen een betere steun ontvangen van de
wegpolitie. Ik denk bijvoorbeeld aan verkeerspistes, aan testwagens
of radars.
Het dossier van de federale politie waarin zij vragen om begunstigde
te worden van de middelen van het verkeersboetefonds, is door mij
bezorgd aan de heer Landuyt. Hij is de eigenlijke bevoegde minister
voor het geheel van de middelen van het verkeersboetefonds.
Les crédits permettent de
maintenir l'effectif du personnel.
Le 29 décembre 2004, la police de
la route disposait d'une capacité
de 1.038 équivalents temps plein
et 56 procédures de sélection
étaient en cours. La police de la
route renforce la sécurité routière
et soutient la police locale. De ce
fait, une contribution du fonds des
amendes routières est
indirectement reversée aux zones
de police et donc aux communes.
J'ai transmis le dossier de la police
fédérale relatif au fonds des
amendes routières au ministre de
la Mobilité.
08.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik denk dat het een goed signaal is dat de verkeerspolitie
het volgend jaar nog zal worden versterkt, zodat de handhaving van
de verkeersveiligheid op een hoger niveau kan worden geplaatst.
08.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le renforcement des
effectifs de la police de la
circulation constitue un signal
positif.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 4858 de Mme Galant est reportée.
Vraag nr. 4858 van mevrouw Galant is uitgesteld.
09 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le pluralisme
des cérémonies à caractère national" (n° 4864)
09 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het pluralistische karakter van de nationale plechtigheden" (nr. 4864)
09.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, les cérémonies à
caractère patriotique ou national s'adressent par nature à l'ensemble
des citoyens. En outre, notre Constitution, renforcée sur ces points
par de nombreux textes de droit international conventionnel, consacre
les principes d'égalité et de non-discrimination, ainsi que la liberté de
conscience et de religion de nos concitoyens. Par ailleurs, il faut
09.01 Zoé Genot (ECOLO): We
kunnen niet om de vaststelling
heen dat vele openbare
protocollaire plechtigheden en
evenementen waaraan de premier
een nationaal karakter wil geven
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
rappeler qu'à côté des cultes reconnus, la réforme constitutionnelle a
aussi reconnu l'existence d'une communauté philosophique non
confessionnelle.
Il est donc important que, dans les grands moments que vit notre
État, tous les citoyens puissent participer sur un pied d'égalité à ces
événements. Ces principes commandent que, lorsque des
cérémonies à caractère national ou patriotique sont organisées par
les pouvoirs publics, ceux-ci veillent à ce que les différentes
communautés, confessionnelles ou non, soient traitées strictement à
égalité: soit elles n'y sont pas associées, soit elles y sont toutes, afin
que chaque citoyen puisse s'y retrouver et y participer sans pour
autant renoncer de facto, par exemple, à son droit d'abstention
religieuse spécialement consacré par l'article 20 de la Constitution.
Or, trop souvent, de nombreuses cérémonies protocolaires publiques
ou des événements auxquels le premier ministre décide de donner un
caractère national (jour de deuil national, par exemple) se déroulent
encore dans le seul cadre des rites de la religion catholique. Cette
question est récurrente puisqu'elle avait déjà été posée avant les
vacances de Noël, et donc avant la période du tsunami. Je pense qu'il
est intéressant qu'on essaie d'éviter une fois pour toutes ce type de
polémique et qu'on puisse avoir un cadre permettant de garantir cette
égalité.
J'ai appris qu'on avait réussi à avancer depuis l'épisode du tsunami et
qu'on avait trouvé une solution permettant ce respect des multiples
convictions. Je pense qu'il est intéressant de garantir le cadre de
l'organisation des cérémonies protocolaires à caractère national, la
neutralité de l'État et le respect des différentes tendances
philosophiques et religieuses. Cela me paraît primordial.
Dans ce but, j'aurais voulu savoir quelles instructions vous pourriez
donner, par exemple au service Protocole de la DG Institutions et
Population du SPF Intérieur dont vous avez la tutelle, pour garantir
cette neutralité.
zich nog steeds uitsluitend
afspelen volgens de gebruiken van
het katholiek geloof.
Hoe wilt u in dergelijke
omstandigheden de neutraliteit
van de staat en het respect voor
de verschillende filosofische en
religieuze strekkingen garanderen,
zoals bepaald in de grond-
wettelijke principes betreffende de
betrekkingen tussen de overheid
en de culturele en filosofische
gemeenschappen?
Welke richtlijnen bent u van plan
aan de onder uw toezicht staande
Protocoldienst van de AD
Instellingen en Bevolking van de
Federale Overheidsdienst
Binnenlandse Zaken te geven om
de neutraliteit van de nationale
plechtigheden te garanderen?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, pour les grandes cérémonies nationales du 21 juillet, du 11
novembre et du 15 novembre, il est tenu compte du respect et de la
neutralité à l'égard des différentes conceptions philosophiques et
religieuses. Le gouvernement précédent a décidé de maintenir
l'organisation traditionnelle de la fête nationale, à savoir un Te Deum
où sont représentées toutes les religions du pays, de même qu'au
défilé, comme vous le savez. L'ensemble des autorités belges y sont
chaque fois invitées. Nul n'est toutefois obligé d'assister aux
cérémonies, chacun est libre d'y participer ou non. Il en est de même
pour les cérémonies du 11 novembre au soldat inconnu et du 15
novembre au Parlement. Tout le monde sait que, depuis quatre ans,
le Te Deum du 15 novembre n'est plus organisé par le pouvoir civil.
Pour les autres cérémonies, telles que les funérailles nationales ou
les commémorations, c'est la famille des défunts ou des victimes qui
détermine le caractère religieux ou laïque de la cérémonie. Depuis
des années, le service du Protocole du département respecte
scrupuleusement, je crois, toutes ces directives.
09.02 Minister Patrick Dewael:
Voor de grote nationale
plechtigheden van 21 juli, 11
november en 15 november
worden de verschillende
filosofische en godsdienstige
opvattingen en de neutraliteit
ertegenover gerespecteerd.
Bovendien is niemand verplicht de
plechtigheden bij te wonen.
Iedereen is vrij er al dan niet aan
deel te nemen. Mag ik u eraan
herinneren dat het Te Deum van
15 november al vier jaar lang niet
meer door de burgerlijke macht
wordt georganiseerd.
Wat de andere plechtigheden,
zoals nationale begrafenissen en
herdenkingen, betreft, beslissen
de families van de overledenen of
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
de slachtoffers volgens welke
godsdienst of niet-religieuze
filosofie de plechtigheid wordt
gehouden. De Protocoldienst van
het departement past deze
richtlijnen al jarenlang nauwgezet
toe.
09.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, si j'entends bien,
dans les occasions telles que le Te Deum du 21 juillet, l'ensemble des
cultes sont représentés sous la houlette d'un culte en particulier. Ce
type de cérémonie ne garantit donc pas l'égalité totale entre les
citoyens. Si la cérémonie est organisée par un culte privé, cela ne me
pose pas de problème. Si l'organisation est prise en charge par l'Etat,
c'est autre chose.
Lorsqu'il s'agit de catastrophes de grande ampleur comme celle de
Ghislenghien ou celle que nous connaissons actuellement avec le
tsunami, l'Etat doit oeuvrer pour que l'ensemble des victimes et de la
population puisse, de manière égalitaire, trouver sa place dans une
cérémonie, ce qui n'est pas le cas à l'heure actuelle. Par exemple,
pour la catastrophe de Ghislenghien où des victimes étaient de
religion musulmane, une cérémonie a été organisée dans le cadre du
culte catholique où d'autres cultes ont été conviés.
Ce serait une bonne chose que nous menions une réflexion plus large
pour voir comment l'Etat peut garantir à tous les citoyens une place
égalitaire dans ce type de grandes cérémonies.
09.03 Zoé Genot (ECOLO): De
plechtigheden zoals het Te Deum
van 21 juli waarborgen dus de
volledige gelijkheid tussen de
burgers niet vermits alle
erediensten onder de noemer van
een welbepaalde eredienst worden
geplaatst. Als de plechtigheid op
privé-initiatief wordt georgani-
seerd, heb ik er geen moeite mee.
Maar als de Staat het organiseren
ervan voor zijn rekening neemt, is
dat een andere zaak.
Men moet dus nadenken over de
volgende vraag: hoe kan de Staat
alle slachtoffers van zo'n
natuurramp en de getroffen
volkeren zoveel mogelijk op gelijke
voet behandelen in het kader van
een dergelijke plechtigheid?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le refus fait à
M. Zakaiev d'accéder au territoire belge" (n° 4868)
10 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de weigering om de heer Zakajev tot het Belgische grondgebied toe te laten" (nr. 4868)
Le président: C'est "M. Zakaiev, le retour".
10.01 Marie Nagy (ECOLO): Merci, monsieur le président. C'est "Le
Retour 1".
Le président: On va en faire un roman-photo.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
10.02 Marie Nagy (ECOLO): Je n'en doute pas, si ce n'était pas
aussi terrible pour les Tchétchènes.
Monsieur le ministre, le 24 novembre, je vous interrogeais en
commission sur le refus des autorités belges d'accorder à M. Zakaiev,
représentant de la Tchétchénie en Grande-Bretagne, l'autorisation
d'accéder au territoire belge pour se rendre au Parlement européen.
A l'époque, vous m'aviez répondu: "En ce qui concerne plus
particulièrement M. Zakaiev, j'attire votre attention sur le fait qu'en
plus d'être signalé par Interpol, l'intéressé était également cité comme
non admissible par le système d'information Schengen - SIS - sur
l'ensemble de l'espace Schengen, et donc en Belgique."
Entre-temps, j'ai appris que M. Zakaiev avait pu se rendre en
déplacement au Danemark du 1
er
au 3 décembre et se rendra en
Finlande le 21 janvier. M. le ministre peut-il m'expliquer pourquoi
M. Zakaiev n'a pas pu accéder au territoire belge, tandis que d'autres
pays de l'espace Schengen ne lui refusent pas l'accès au territoire?
M. le ministre peut-il également me dire pourquoi M. Zakaiev est
signalé comme non admissible par le système d'information
Schengen?
10.02 Marie Nagy (ECOLO): U
zei me eerder al dat de Belgische
overheid de heer Zakajev,
vertegenwoordiger van Tsjetsjenië
in Groot-Brittannië, de toegang tot
het Belgische grondgebied
weigerde toen die zich naar het
Europees Parlement wilde
begeven, omdat hij enerzijds door
Interpol was geseind, en hij
anderzijds, volgens het Schengen
Informatie Systeem (SIS), niet tot
de Schengenruimte mag worden
toegelaten, dus ook niet tot het
Belgische grondgebied.
Ondertussen heeft de heer
Zakajev van 1 tot 3 december een
bezoek kunnen brengen aan
Denemarken en zal hij op 21
januari Finland bezoeken. Kan u
me uitleggen waarom de heer
Zakajev niet tot het Belgische
grondgebied werd toegelaten
terwijl andere landen uit de
Schengen-ruimte hem wel de
toegang tot hun grondgebied
verlenen?
Waarom staat de heer Zakajev
trouwens als niet-toegelaten
gesignaleerd in het Schengen
Informatie Systeem?
10.03 Patrick Dewael, ministre: Je prends acte de votre information,
Mme Nagy, selon laquelle M. Zakaiev se serait rendu au Danemark.
Mais, après avoir contacté les autorités danoises, il apparaît qu'elles
n'ont pas été sollicitées au sujet d'une autorisation d'entrée et que,
par conséquent, elles n'en ont pas octroyé. C'est tout de même
important.
Je vous rappelle que l'intéressé est toujours signalé au système
d'information Schengen et qu'il s'agit pour la Belgique, en refusant
l'entrée sur son territoire de M. Zakaiev, de respecter ses
engagements internationaux. Je puis par ailleurs vous préciser que le
signalement de ce dernier dans le système d'information Schengen
comme personne n'ayant pas accès à l'espace Schengen n'a pas été
émis à l'initiative de la Belgique, mais d'un autre Etat membre, à
savoir la France.
10.03 Minister Patrick Dewael:
De Deense overheid heeft geen
aanvraag tot toegang ontvangen
en heeft er bijgevolg ook geen
goedgekeurd.
Bovendien staat betrokkene op
verzoek van Frankrijk nog steeds
gesignaleerd in het Schengen
Informatie Systeem. Door de heer
Zakajev de toegang tot het
grondgebied te ontzeggen is
België dus enkel zijn internationale
afspraken nagekomen.
10.04 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, je constate que
vous ne donnez pas de réponse. Certes, j'entends bien la nuance que
vous apportez: il n'y a pas eu d'autorisation d'entrée sur le territoire
danois. Mais, M. Zakaiev étant une personnalité assez connue, les
autorités danoises pouvaient savoir, le cas échéant, qu'il se trouvait
sur leur territoire.
Je tiens à rappeler qu'en 2001, 2002 si j'ai bon souvenir , M.
Zakaiev a été arrêté au Danemark à la suite d'une demande des
10.04 Marie Nagy (ECOLO): Ik
begrijp de nuance die u aanbrengt:
er werd geen toelating gegeven
om het Deense grondgebied te
betreden. Omdat de heer Zakajev
nogal in de kijker loopt, had de
Deense overheid toch kunnen
vaststellen dat hij zich mogelijk op
haar grondgebied bevond.
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
autorités russes. Il a été en prison et, à l'époque, les autorités
danoises ont mené une enquête qui a prouvé qu'il n'existait aucun lien
entre M. Zakaiev et les accusations portées contre lui par les autorités
russes, à savoir l'attentat dans le théâtre de Moscou qui avait causé
un nombre important de victimes. Je reste donc étonnée de la
manière légère avec laquelle le ministre aborde la question.
Ce représentant tchétchène prône une solution au conflit tchétchène.
Je vous accorde qu'elle ne convient pas aux Russes mais elle est
pacifique et négociée. Le conflit se situe aux portes de l'Europe, on ne
peut donc pas en ignorer la gravité. Or, du côté des autorités belges,
on donne l'impression de ne pas prendre en considération cette
dimension mais, au contraire, d'accepter la demande des autorités
russes.
J'apprends aujourd'hui que la demande émanait de la France cet
élément est important et que le SIS est mis en oeuvre. Monsieur le
ministre, nous aurons l'occasion de revenir sur cette question. Je
vous interrogerai sur les visas pour les mères de soldats russes qui
devaient venir en Belgique. Par ailleurs, je ne manquerai pas de vous
questionner à propos des visiteurs du Parlement européen devant se
rendre en Belgique et à qui le gouvernement belge refuserait
éventuellement l'accès au territoire. Il est paradoxal que M. Zakaiev
ait obtenu de la Belgique un visa en 2004. En effet, il s'est rendu en
mai 2004 au Parlement européen, chose qui lui était refusée à la fin
de la même année. Il y a là de quoi se poser beaucoup de questions.
Op verzoek van de Russische
overheid werd de heer Zakajev in
Denemarken reeds gearresteerd
en gevangen gezet. Na een
onderzoek zijn de Deense
autoriteiten tot het besluit
gekomen dat de beschuldiging dat
de heer Zakajev zou betrokken
geweest zijn bij de aanslag in het
theater in Moskou op niets
berustte.
Deze vertegenwoordiger van
Tsjetsjenië wil het Tsjetsjeense
conflict via onderhandelingen op
vreedzame wijze oplossen. De
Belgische overheid wekt echter de
indruk hiermee geen rekening te
houden.
Ik verneem vandaag dat de vraag
uitging van Frankrijk. We zullen de
gelegenheid nog krijgen om op
deze kwestie terug te komen met
name in verband met de visa voor
de moeders van Russische
soldaten die naar België zouden
komen en de bezoekers van het
Europees Parlement aan wie de
Belgische regering eventueel de
toegang tot het grondgebied zou
weigeren.
Het lijkt me tegenstrijdig dat de
heer Zakajev een visum van
België zou hebben gekregen in
2004 en dat hij het Europees
Parlement zou hebben bezocht in
mei 2004, wat hem op het einde
van hetzelfde jaar werd geweigerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de werking van de CIC's" (nr. 4881)
11 Question de M. Mark Verhaegen au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
11.01 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op 9 februari van vorig jaar stelde ik een vraag over de
federale tegemoetkoming in de kosten van Astrid. Tot mijn grote
verbazing gooide minister Moerman, die toen aanwezig was in uw
naam, het roer om. Het kernkabinet had het geweer van schouder
gewisseld, in die zin dat de federale overheid niet meer zou bijdragen
in de kosten of meerkosten van Astrid. Dat stond nochtans in het
regeerakkoord.
11.01 Mark Verhaegen (CD&V):
La ministre de l'époque, Mme
Moerman, avait déclaré le 9 février
2004 au nom du ministre Dewael
que le pouvoir fédéral ne
contribuerait plus aux surcoûts du
réseau Astrid, alors que l'accord
de gouvernement le prévoyait
pourtant. Elle indiquait aussi que le
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Het volgende is echter wel belangrijk. Minister Moerman verklaarde
toen op haar plechtige-communieziel dat de bemanning van de
provinciale dispatchingcentra volledig ten laste zal genomen worden
door de federale overheid. Er komt dus geen fifty-fifty-bestaffing van
de CIC's zoals een begeleidingscommissie daarvoor had becijferd,
maar ook geen bijdrage van de politiezone aan de bestaffing. Het zou
voor 100% een federale aangelegenheid worden.
U herhaalde deze woorden trouwens ook enkele dagen voor Kerstmis
in de plenaire vergadering. U zei toen dat u alle 822 eenheden zou
financieren. Ik meen dat dit was in antwoord op een vraag van collega
Tant. De politiezones zouden wel aangemoedigd worden om
personeelsleden die ervaren zijn in die 101-centrales, ook in te
schakelen in de CIC's.
Om de lokale politiezones over de brug te halen voor die provinciale
dispatching hing men dan een wortel van 10.000 euro voor de neus.
Er was voorzien in 10.000 euro voor de politiezone die zich
operationeel aansluit op het CIC en bij Astrid. Met deze
tegemoetkoming kon dan onder andere een lokaal werkstation
aangeschaft worden om de opvolging te doen van de interacties
tussen de provinciale CIC's en de eigen interventieploegen.
Ik stel vast dat op het terrein deze beslissing blijkbaar niet is
doorgedrongen, of zeker niet voldoende is doorgedrongen. In het
arrondissement Turnhout, waar om de haverklap hennepplantages
worden opgerold, zoals ik u reeds gezegd heb, en waarvan mijn
politiezone ook deel uitmaakt, verraste het hoofd van de CIC-
Antwerpen de korpschefs en zelfs de Directeur Coördinator die
nochtans de vertegenwoordiger van de federale politie op lokaal
niveau is, door overleg tussen de korpschefs van DirCo en DirJu om
de zones aan te moedigen deze intentieverklaring tot dispatching van
interventieploegen door het CIC en de terbeschikkingstelling van
personeel voor de bestaffing van het CIC, te ondertekenen. In deze
intentieverklaring koppelt men dus blijkbaar de bestaffing door de
lokale politie aan de terbeschikkingstelling van het bedrag van 10.000
euro. Dat is eigenlijk onvoorstelbaar. Vandaar de volgende vragen.
Mijnheer de minister, bent op de hoogte van deze intentieverklaring?
Ondersteunt u dit initiatief? In hoeverre zijn de Directeurs Coördinator
betrokken bij het opstellen ervan?
In verband met de bestaffing door de lokale politie zou ik willen weten
of u van plan bent om de zones te verplichten om personeel ter
beschikking te stellen van het CIC. Zo ja, welke criteria worden er dan
gehanteerd om eventuele verdeling van effectieven over de
verschillende deelnemende zones, te bepalen?
Ten derde en ten slotte, inzake de financiële tegemoetkoming van
10.000 euro dat is wellicht de gemakkelijkste vraag zult u die in
materiaal schenken of zult u dat bedrag in geld uitkeren? Wanneer
mogen de zones die financiering verwachten? Wordt die financiering
gekoppeld aan een instap in het provinciale dispatchingsysteem of is
ze gekoppeld aan het ter beschikking stellen van personeel? Ik dank
u alvast voor uw antwoord.
personnel des centres de
dispatching provinciaux serait
entièrement à charge du fédéral.
Le ministre Dewael a répété ces
propos quelques jours avant les
vacances de Noël. Toutefois, l'on
encouragerait les zones de police
à intégrer des membres du
personnel ayant l'expérience des
centraux téléphoniques 101 dans
les Centres d'intervention en cas
de crise (CIC). Une aide de 10.000
euros fut promise aux zones de
police se raccordant à la fois au
CIC et à Astrid.
Cette décision n'a pas été
suffisamment répercutée sur le
terrain. Dans l'arrondissement de
Turnhout, une déclaration
d'intention associe le recrutement
par la police locale à la mise à
disposition des 10.000 euros.
Quelle est la position du ministre
sur tous ces sujets?
Le ministre obligera-t-il les zones à
mettre du personnel à la
disposition du CIC? Sur quels
critères se basera-t-on alors pour
la répartition des effectifs? Le
ministre octroiera-t-il les 10.000
euros sous forme d'argent ou de
matériel? Quand les zones
peuvent-elles espérer obtenir ce
financement? Ce dernier est-il lié à
l'entrée dans le dispatching
provincial ou à la mise à
disposition de personnel?
11.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer Verhaegen, wat de eerste
vraag betreft, inzake de intentieverklaringen, uiteraard ben ik daarvan
11.02 Patrick Dewael, ministre:
Je suis informé de ces
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
op de hoogte. Die verklaringen zijn opgesteld op vraag van een groot
aantal van de lokale politiezones, om op tijd te kunnen beschikken
over het gesubsidieerde werkstation. Daarmee geeft de zone aan, op
gecertificeerde manier, hoe zij zal werken met het CIC. Op basis
daarvan kan dan worden nagegaan of een zone aan de gestelde
voorwaarden voldoet en kan er worden overwogen tot het leveren van
een dispatch N. Het grote aantal politiezones dat die verklaringen
reeds heeft ondertekend, wijst trouwens, meen ik, op het nut daarvan.
Ten tweede, wat het personeel betreft, en de antwoorden die ik heb
gegeven tijdens de plenaire vergadering op vragen van onder meer
collega Tant, in een nogal vinnig debat, wil ik u nog eens bevestigen
dat op de bijzondere Ministerraad van 30 en 31 maart beslist is dat de
federale overheid de personeelskosten inderdaad volledig zal dragen.
Het equivalent van 411 man uit het initiële voorstel dat door de
politiezones ter beschikking moest worden gesteld, zal dus gedragen
worden door de federale overheid. In de praktijk zal voor het gedeelte
dispatching gestreefd worden naar een gemengde bezetting, waarbij
50% van de dispatchers afkomstig is van de lokale politie en 50% van
de federale politie. De aanwezigheid van een lid van de eigen zone op
de provinciale dispatching betekent ontegensprekelijk een
meerwaarde bij het dispatchen van de interventieploegen op het eigen
grondgebied.
Dus, het gaat daar over het dragen van de kosten. Wat de mensen
betreft, is het inderdaad belangrijk dat er een gemengde
aanwezigheid is. Het streefcijfer is 50%-50%. Het is belangrijk dat
50% van de aanwezigheid voortkomt uit de lokale politie. Dat is
ontegensprekelijk ik herhaal het een meerwaarde.
Strikt genomen is het voor de zones geen absolute verplichting
daaraan te voldoen. Ik reken echter in ieders belang op een
voldoende respons van de zones. Voor iedere lokale politieambtenaar
die zo ter beschikking wordt gesteld van het CIC zal de zone over de
marge beschikken om een bijkomend personeelslid te rekruteren.
Daar komt de voorgestelde regeling op neer.
Wat de criteria voor de verdeling van de effectieven betreft, hebben
de lokale politiediensten erop aangedrongen dat dit zo lokaal mogelijk
tussen de betrokken politiezones zou kunnen worden afgesproken. Ik
heb dan ook aan de gouverneurs gevraagd die besprekingen zo vlot
mogelijk te laten verlopen.
Ten derde, wat de financiële tegemoetkoming van 10.000 euro
betreft, verwijs ik naar het antwoord dat collega Moerman heeft
verstrekt op 9 februari 2004.
U weet dat ik toen platlag.
Toenmalig collega Moerman heeft dat aangekondigd. Het werd
bevestigd op 30 en 31 maart. Er is effectief in een financiële
tegemoetkoming van 10.000 euro per politiezone voorzien die zich
operationele aansluit op het CIC.
Met een gecertificeerde intentieverklaring kan de zone aangeven of ze
daadwerkelijk voldoet aan de voorwaarden. Hierdoor is het mogelijk
om de werkpost die toelaat de bewegingen van door het CIC -
gestuurde ploegen van de zones te volgen, reeds op voorhand ter
déclarations d'intention. Leur utilité
est illustrée par le nombre
considérable de zones de police
locales y ayant souscrit afin de
pouvoir disposer du poste de
travail subsidié en temps utile.
Lors du Conseil des ministres
spécial des 30 et 31 mars 2004, il
a été décidé que les autorités
fédérales supporteraient
l'intégralité des frais de personnel
du CIC, donc également le coût
des 411 agents qui devaient être
mis à disposition par les zones de
police.
Dans la pratique, l'on tend à
assurer une occupation mixte,
avec 50% de membres de la
police locale et 50% de la police
fédérale. La présence d'un
membre de sa propre zone au
dispatching provincial constitue en
effet une plus-value incontestable.
Strictement parlant, les zones ne
sont pas obligées de fournir autant
de personnel, mais je compte sur
une réaction suffisante. Pour
chaque fonctionnaire de la police
locale mis à disposition, la zone
bénéficie d'une marge suffisante
pour recruter un membre du
personnel supplémentaire. Les
critères de répartition des effectifs
seront convenus entre les zones
de police locales.
J'ai prévu une intervention
financière de 10.000 euros pour
chaque zone de police adhérant
de manière opérationnelle au CIC.
Grâce à une déclaration d'intention
certifiée, la zone peut déclarer
répondre aux conditions lui
permettant de bénéficier du poste
de travail au préalable.
Les directeurs-coordinateurs
soutiendront les discussions
relatives à la dotation en personnel
du CIC.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
beschikking te krijgen. Aan de directeur-coördinatoren is gevraagd om
de besprekingen op provinciaal niveau te ondersteunen die worden
gevoerd met de politiezones om te komen tot een optimale bestaffing
van het CIC.
11.03 Mark Verhaegen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor het antwoord. We kunnen deze pro-actieve aanpak
alleen maar aanmoedigen.
U herhaalt het federale engagement dat vroeger is aangegaan en
herhaald. Het komt erop aan dat ervaren lokale dispatchers kunnen
worden overgenomen door het federale niveau. Hierdoor kunnen
andere mensen worden aangeworven op lokaal vlak zodat zij niet
kunnen terugkeren. Dat zou immers voor heel wat moeilijkheden
kunnen zorgen. Tijdens de bespreking kwamen er een aantal
onduidelijkheden aan bod waarover u opheldering hebt gegeven. Het
is belangrijk de directeur-coördinatoren bij deze zaak te betrekken
zodat ze weten welke beslissingen genomen worden en weten op
welke manier de korpschefs gebrieft moeten worden. Er heerst
terzake een communicatiegebrek waaraan gewerkt moet worden.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw bemoedigend antwoord dat ik
zal overmaken aan de mensen die met mij samenwerken.
11.03 Mark Verhaegen (CD&V):
Cette réponse est encourageante.
Il faut saluer le fait que les
dispatchers locaux expérimentés
pourront être repris à l'échelon
fédéral et que les directeurs-
coordinateurs seront associés aux
discussions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Président: Willy Cortois.
Voorzitter: Willy Cortois.
Le président: La question n° 4885 de Mme Marie-Claire Lambert est reportée.
Vraag nr 4894 van de heer Ludo Van Campenhout is ingetrokken.
12 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les agents de
12 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het preventie- en veiligheidspersoneel" (nr. 4924)
12.01 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je ne me
permettrai évidemment pas de remettre en cause ou de critiquer la
politique que vous développez, mais j'ai un peu le sentiment et
j'attends vos réponses pour le conforter ou non qu'en ce qui
concerne les axes de prévention qui incombent au ministre fédéral de
l'Intérieur, il y a sinon des lacunes, au moins un certain nombre de
retards qui commencent à m'inquiéter. Ce sera aussi le cas dans la
question suivante sur la drogue à laquelle j'attendrai la réponse avec
beaucoup d'intérêt pour savoir si elle corrobore ce que j'ai lu dans la
presse.
Mais je voulais d'emblée vous questionner sur les APS (agents de
prévention et de sécurité). Si je refais l'historique, le Conseil des
ministres du 7 juin 2002 a décidé d'un plan "agents de prévention et
de sécurité", APS Activa, permettant aux communes bénéficiant d'un
contrat de sécurité et de prévention d'engager quelque 346
équivalents temps plein on en mesure l'importance, vu le souhait
d'assurer une présence préventive du personnel de sécurité publique
sur le terrain dans nos villes et communes avec des missions
dévolues aux APS semblables à celles qui étaient attribuées aux APS
12.01 André Frédéric (PS): Naar
aanleiding van de Ministerraad van
7 juni 2002 werd een plan
"Preventie-en Veiligheids-
personeel" ACTIVA PVP goed-
gekeurd, waardoor gemeenten die
een veiligheids- en preventie-
contract afsloten, 346 equivalent
voltijdse personeelsleden in dienst
mogen nemen. Die zouden
dezelfde opdrachten krijgen als
het PVP PWA en zouden
daarenboven ook overlast kunnen
vaststellen. Het begrotings-
conclaaf van 6 en 7 oktober 2002
schatte de kostprijs van de
operatie op 4,2 miljoen euro. Een
koninklijk besluit van 19 maart
2003 geeft de rechthebbende
gemeenten de toelating de
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ALE, nonobstant l'autorité qui serait accordée d'intervenir dans le
cadre des constats d'incivilité.
Tout cela a un coût. Le conclave budgétaire d'octobre 2002 a estimé
ce coût à 4.200.000, répartis comme suit: 788.000 sur le budget de
l'ONEM, 1.182.000 sur le budget Activa (Emploi et Travail) et
2.230.000 sur le budget sur SPF Intérieur, à inscrire sur le Fonds de
sécurité.
Un arrêté royal du 19 mars 2003 a précisé que les communes
bénéficiaires pouvaient mettre en oeuvre le dispositif Activa avec effet
rétroactif au 1
er
janvier 2003. Une circulaire du secrétariat permanent
à la politique de prévention en a précisé les modalités. Fin 2003, le
ministre Vandenbroucke modifiait les conditions de la mise en oeuvre
de ce plan, en n'autorisant plus les communes à être exemptées des
charges patronales pour les engagements réalisés dans ce cadre. Il
fut alors mis sur pied une procédure de subsidiation de ces charges
puisque les coûts supplémentaires étaient non budgétisés par les
pouvoirs locaux. Des discussions entre les cabinets de l'Emploi et de
l'Intérieur, s'est dégagé un accord concrétisé par l'arrêté royal paru au
Moniteur belge le 6 octobre 2004. C'est vous dire que le temps passe!
Mille euros par trimestre et par agent pour la participation au coût des
charges patronales, et 900 ou 1.100 par APS Activa selon que
ceux-ci sont âgés de plus ou de moins de 45 ans. Cette décision, à la
fin de 2003, a retardé la procédure et reporté les engagements
potentiels des APS Activa en 2004. Votre cabinet a approuvé, en avril
2004, la répartition des APS Activa complémentaires et, à ce jour,
sauf avis contraire, les communes restent sans réponse et ne
peuvent toujours pas procéder à l'engagement de ces agents
complémentaires, à la suite d'un désaccord ou d'un malentendu entre
votre cabinet et celui de l'Emploi et du Travail en ce qui concerne
l'inscription des montants destinés au financement des traitements
des APS Activa qui étaient censés être inscrits au Fonds de sécurité.
Cette situation est d'autant plus préoccupante qu'aucun signe
d'évolution n'est donné aux villes et communes pour 2005. Il en
découle bien évidemment un découragement des nombreux
candidats potentiels à ces fonctions, qui reçoivent pour toute réponse
des communes que celles-ci attendent des instructions de votre
département et qu'elles ne sont pas en mesure d'apporter des
réponses concrètes. Il y a là un problème de crédibilité engendré par
cette absence de mise en place d'un dispositif décidé par un Conseil
des ministres de 2002.
Monsieur le ministre, je profite de l'occasion qui m'est donnée pour
vous demander de faire le point et nous dire si les communes
peuvent attendre des réponses concrètes et si elles vont pouvoir
bénéficier de ces moyens humains supplémentaires bien nécessaires
pour assurer leur quiétude.
ACTIVA-maatregel met terug-
werkende kracht vanaf 1 januari
2003 toe te passen.
Eind 2003 wijzigde minister
Vandenbroucke echter de
toepassingsvoorwaarden van dat
plan, zodat de gemeenten niet
langer van de betaling van de
werkgeversbijdragen kunnen
worden vrijgesteld. Na
besprekingen tussen de
kabinetten van Werk en
Binnenlandse Zaken kwam een
akkoord uit de bus en werd beslist
per personeelslid en per trimester
1.000 euro toe te kennen als
deelname in de kostprijs van de
werkgeversbijdragen en 900
respectievelijk 1.100 euro per
ACTIVA-werknemer, naargelang
die ouder of jonger is dan 45. Door
die beslissing liep dat dossier
vertraging op en werden de
indienstnemingen tot in 2004
uitgesteld.
In april 2004 keurde uw kabinet de
verdeling van de bijkomende
ACTIVA-personeelsleden goed,
maar door onenigheid of een
misverstand tussen uw kabinet en
dat van Werk, kunnen de
gemeenten nog steeds geen
bijkomende agenten in dienst
nemen.
Die zorgwekkende situatie
ontmoedigt potentiële gegadigden
voor die functies, die van de
gemeenten te horen krijgen dat zij
wachten op de instructies van uw
departement. Het feit dat de
ministerraad van 7 juni 2002 een
regeling heeft goedgekeurd, maar
dat die niet wordt ingevoerd, doet
een probleem van
geloofwaardigheid rijzen. Wanneer
zullen de gemeenten die
bijkomende personeelsleden in
dienst kunnen nemen?
12.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, mon cher
collègue, le Conseil des ministres du 7 juin 2002 a, en effet, approuvé
le plan "agents de prévention et de sécurité". Ce projet vise aussi à
donner des emplois à des chômeurs chroniques. Dans les villes et les
communes qui disposent d'un contrat de sécurité et de prévention, ce
projet crée un contingent complémentaire d'assistants de prévention
12.02 Minister Patrick Dewael:
Het door de Ministerraad van 7
juni 2004 goedgekeurd plan
"Preventie- en Veiligheids-
personeel" strekt ertoe de werk-
gelegenheidskansen voor
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
et de sécurité.
Pour l'élaboration concrète de ce contingent, il faut un budget de +/-
2,2 millions d'euros provenant du fonds de sécurité. Ce budget n'est
pas disponible. Pour cette raison, nous ne pouvons pas effectuer le
plan "agents de prévention et de sécurité", approuvé lors du Conseil
des ministres.
A plusieurs reprises, j'ai évoqué ce problème auprès de mon collègue
ministre du Budget. Juste avant les vacances de Noël, le cabinet du
ministre m'a confirmé, par voie orale, qu'on avait ordonné d'examiner
le dossier d'un point de vue positif, afin de parvenir à une solution. Au
début de cette année, une réponse sera donnée par mon collègue.
J'insiste sur le fait que ce dossier s'arrange très vite, ce qui donnera
lieu à une sécurité juridique pour les années à venir. Entre nous, il n'y
a pas de problème. C'est un problème budgétaire. Je répète que j'ai
constaté auprès de mon collègue du Budget la volonté de trouver une
solution le plus rapidement possible.
langdurig werklozen te verbeteren
door in de steden en gemeenten
die een veiligheids- en preventie-
contract hebben gesloten een
contingent preventie- en
veiligheidsassistenten in het leven
te roepen.
Het daartoe vereiste bedrag van
2,230 miljoen euro moet komen uit
het veiligheidsfonds (RSZ-PPO)
en is daar niet beschikbaar.
De minister van Begroting heeft
mij vóór Kerstmis bevestigd dat hij
een onderzoek van dat dossier
heeft bevolen teneinde begin 2005
tot een oplossing te komen. Ik wil
dat dat dossier snel opschiet
teneinde voor de voorbije periode
en de komende jaren voor de
nodige rechtszekerheid te zorgen.
12.03 André Frédéric (PS): Je remercie le ministre pour sa réponse.
Je suis content de l'entendre dire qu'il partage ma préoccupation.
Il faut entendre la demande formulée de façon expresse par toutes
les villes et communes concernées. Vous semblez avoir compris cet
appel. Des personnes sont prêtes à assumer ces fonctions. L'objectif
social qu'est la création d'emplois pour personnes peu qualifiées -
vous y avez fait allusion - est aussi important que l'aspect sécurité et
prévention. Il y a donc là une action qui est globalement très
importante.
Je voudrais aussi interroger le ministre du budget - vous avez tous les
deux, tendance à me renvoyer l'un à l'autre - et lui expliquer
exactement quelle est notre préoccupation en la matière, ainsi que lui
faire part de nos souhaits de voir enfin se concrétiser des décisions
prises, il y a maintenant plusieurs mois, voire plusieurs années.
12.03 André Frédéric (PS): U
heeft de door de steden en
gemeenten gedane oproep
begrepen en ingezien dat dit een
belangrijk dossier is voor de
veiligheid, de preventie en vooral
voor de werkgelegenheid. Ik hoop
dat de beslissingen die al jaren
geleden werden genomen nu
concreet gestalte krijgen en zal de
minister van Begroting daarover
aan de tand voelen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. André Frédéric au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
financement des contrats de plan drogue" (n° 4925)
13 Vraag van de heer André Frédéric aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de financiering van de drugplancontracten" (nr. 4925)
13.01 André Frédéric (PS): Je reviens donc à nouveau sur cette
question du financement des plans drogue sur laquelle je vous ai
interrogé en octobre en vous disant de faire attention, monsieur le
ministre. En effet, des villes et communes bénéficient de ces plans
drogue, ont engagé du personnel et assurent un travail quotidien
extrêmement important puisqu'il touche à la toxicomanie en général et
à celle des jeunes en particulier. Or, depuis le début de l'année 2004,
aucune décision n'a été prise par rapport aux aspects budgétaires ou
au financement de ces plans drogue. Le budget général des
dépenses mentionne en effet un montant de 40.902.432 euros en
13.01 André Frédéric (PS):
Steden en gemeenten komen in
aanmerking voor het drugsplan en
hebben personeel in dat kader in
dienst genomen. Sinds begin 2004
is geen beslissing genomen op het
budgettaire vlak. De inspectie van
Financiën heeft op 13 december
2003 een gunstig advies
uitgebracht en de administratieve
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
2003 et 2004 pour subsidier les contrats de sécurité et de prévention,
le plan d'action côtier, les plans drogue et les budgets supra-locaux
"drogue" et de soutien aux communes, ces deux derniers destinés au
secrétariat permanent à la politique de prévention. Pour les plans
drogue plus particulièrement, pour 29 villes et communes (ce n'est
pas banal), il y a 1.417.950 euros.
L'Inspection des Finances a formulé un avis favorable le 13 décembre
2003. Toute la procédure administrative visant la liquidation des
subsides 2004 aurait été réalisée par votre administration. Comme je
vous le disais, à ce jour, aucune commune n'a de réponse précise
pour 2004! Vous imaginez les conséquences néfastes pour les
communes qui continuent à faire fonctionner ces plans.
Vous aviez précisé, le 18 octobre dernier, que vous aviez reçu de
votre administration le projet d'arrêté royal approuvé par l'Inspection
des Finances et que vous attendiez l'avis de votre collègue en charge
du Budget. Je me permets donc de revenir sur le sujet. J'ignore
comment on réagit dans le Nord du pays mais vous avez pu lire dans
la presse francophone, dans le journal "Le Soir", la semaine dernière,
que le secteur associatif concerné de très près lui aussi par le
financement des plans drogue par les pouvoirs publics tirait la
sonnette d'alarme. J'aimerais pouvoir rassurer le secteur. Je vous
demande donc quand vous allez notifier aux communes concernées
les moyens dont elles disposent pour l'année 2004? Dans quel délai
ces subsides seront-ils versés? Quelles initiatives prendriez-vous
éventuellement en 2005 pour ne pas se retrouver dans une spirale
infernale en la matière?
procedure met het oog op de
uitbetaling van de subsidie 2004 is
blijkbaar afgerond. Voor 2004
heeft echter geen enkele
gemeente een precies antwoord
gekregen. U hebt mij gezegd dat u
op de mening van uw collega van
de Begroting wachtte. U hebt in de
pers gelezen dat de
verenigingssector die door het
drugsplan betroffen was, aan de
alarmbel trok. Wanneer zult u aan
de gemeenten de middelen voor
2004 kunnen meedelen? Welke
initiatieven overweegt u om zulke
vertragingen in 2005 te
voorkomen?
13.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, c'est le deuxième dossier où on a quelque peu joué au ping-
pong entre le Budget et l'Intérieur. Pour le reste, tout va bien. Votre
question précédente et celle-ci portent sur ces deux dossiers. Dans
ce cas, je peux vous communiquer qu'en date du 4 janvier, donc très
récemment, mon collègue du Budget a remis un avis favorable quant
à l'utilisation des moyens du fonds de sécurité alloués aux contrats
plan drogues. Cet arrêté royal couvre les années 2004 et 2005. Dès
lors, les conventions conclues pour l'année 2004 seront tacitement
renouvelables pour 2005 de telle sorte qu'aucun blocage n'intervienne
cette année. J'ai donc immédiatement chargé mon administration de
mettre un point final au plus vite à l'ensemble de la procédure relative
à la reconduction des contrats plan drogue.
Les villes et les communes bénéficiaires d'un contrat de plan drogue
seront bientôt renseignées sur la reconduction de ces contrats pour
les années 2004 et 2005. Voilà donc déjà une bonne nouvelle.
13.02 Minister Patrick Dewael:
De minister van Begroting heeft
een gunstig advies uitgebracht
over de aanwending van de
middelen van het Veiligheidsfonds
die voor "drugplancontracten"
uitgetrokken werden. De
afspraken voor 2004 zullen voor
2005 zwijgend hernieuwbaar zijn
zodat er dit jaar geen blokkering
mogelijk is.
13.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse qui me réjouit. Je la transmettrai
évidemment à celles et ceux qui m'ont interpellé à cet égard.
Monsieur le ministre, comme je l'ai dit déjà dit en vain à votre
prédécesseur, il serait peut-être utile d'imaginer, à l'instar de ce qui se
passe pour les plans sociaux intégrés en Région wallonne, et de
façon à pérenniser l'action, des plans de financement pluriannuels,
triennaux, par exemple. Cela permet un fonctionnement plus souple,
une latitude dans le travail et une visibilité dans un terme un peu plus
raisonnable et d'éviter de procéder, à chaque fois, à une évaluation
13.03 André Frédéric (PS):
Wellicht is het nuttig die maatregel
via meerjarenplannen voort te
zetten. Zo kan immers de
administratieve rompslomp die de
evaluaties meebrengen, worden
voorkomen. Het probleem
verplaatst zich trouwens van de
stadscentra naar meer landelijke
gemeenten en ook daar moeten
middelen worden ingezet om die
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
pour justifier les dépenses et d'effectuer finalement un travail plus
administratif que de terrain, ce qui est un peu regrettable.
Dans le cadre de l'évaluation des contrats de sécurité et de plan
drogue, il serait, selon moi, intéressant d'envisager cette formule de
financement pluriannuel de façon à stabiliser les équipes et stimuler le
travail de terrain.
Je ne veux nullement faire de grands discours sur le sujet. Mais vous
devez savoir, monsieur le ministre, que certains pensent régler les
problèmes de toxicomanie, que je connais un peu, en ce compris
dans le milieu rural et semi-rural qui subit les investissements
importants de moyens publics consentis en milieu urbain. En fait, c'est
faux. On se contente de les déplacer à la périphérie des zones
urbaines et dans le milieu rural où les choses se passent plus
calmement et plus discrètement. Nous sommes confrontés dans ces
petites communes et villes moyennes ou rurales à ce déplacement
des problématiques. Nous avons donc aussi besoin de moyens pour
continuer à pouvoir lutter efficacement contre un fléau terrible qui
constitue un drame pour les familles et les jeunes qui sont touchés
quotidiennement par ces problèmes de drogue.
vreselijke kwaal te bestrijden.
13.04 Patrick Dewael, ministre: Je tiens à confirmer que la
suggestion de M. Frédéric, visant à intégrer ces plans dans la
problématique des contrats de sécurité de prévention dans un cadre
pluriannuel, est prise en compte.
13.04 Minister Patrick Dewael:
Uw voorstel om die plannen op te
nemen in de problematiek van de
veiligheids- en preventie-
contracten, die over verscheidene
jaren lopen, is uitstekend.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de relatie tussen domicilie en verblijfplaats" (nr. 4936)
14 Question de Mme Annemie Turtelboom au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
relation entre le domicile et la résidence" (n° 4936)
14.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, de hoofdverblijfplaats wordt gedefinieerd in artikel 16, § 1
van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de
bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister. Dit koninklijk
besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 15 augustus
1992.
De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een feitelijke
situatie, met andere woorden de vaststelling van een effectief verblijf
in een gemeente gedurende de grootste tijd van het jaar. Deze
vaststelling behoort in de eerste plaats tot de verantwoordelijkheid van
de lokale overheid en deze gaat hiervoor verschillende aspecten na:
de plaats waarheen de betrokkene gaat na zijn beroepsactiviteiten, de
plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het
energieverbruik, de telefoonkosten alsook het gewone verblijf waar de
echtgenoot of andere leden van het huishouden verblijven.
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke
Ordening, Dirk Van Mechelen, heeft op 25 januari 2002 een wijziging
aangebracht aan de Vlaamse omzendbrief betreffende de inrichting
en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
14.01 Annemie Turtelboom
(VLD): La résidence principale est
définie à l'article 16, § 1, de l'arrêté
royal du 16 juillet 1992 relatif aux
registres de la population et au
registre des étrangers. La
désignation de la résidence
principale est établie par les
autorités locales sur la base de la
situation effective.
Le 25 janvier 2002, le ministre
flamand Van Mechelen a modifié
la circulaire relative
à
l'organisation et à la mise en
oeuvre des projets de plans et des
plans de secteur du 8 juillet 1997.
Pour les manèges regroupant au
moins 10 chevaux, le fait, pour
l'exploitant ou le surveillant, de
loger dans ce dernier est accepté.
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
van 8 juli 1997. Daarin werd onder meer gesteld dat betreffende een
paardenhouderij met minstens tien paarden een inpandige woonst
voor de effectieve beheerder of toezichter is toegelaten. Met andere
woorden, zodra je beheerder of toezichter bent van een manege van
minstens tien paarden mag je volgens deze Vlaamse omzendbrief
hier wonen.
Vandaar, mijnheer de minister, mijn vrij korte vraag. Is het niet logisch
dat de beheerder of toezichter die in een manege met minstens tien
paarden leeft en woont, ook zijn domicilie daar kan kiezen?
N'est-il pas logique que l'exploitant
ou le surveillant qui vit dans un
manège avec au minimum 10
chevaux puisse y élire domicile?
De voorzitter: Mijnheer de minister, we luisteren vol belangstelling.
14.02 Minister Patrick Dewael: Laten we ervoor opletten dat we niet
over het paard getild worden.
Eerst en vooral merk ik op, mevrouw Turtelboom, dat de burgerlijke
woonplaats geregeld is door artikel 102 van het burgerlijk wetboek.
Dat wist u ongetwijfeld. Die materie behoort tot de bevoegdheid van
mevrouw Onkelinx, minister van Justitie.
Ik kan wel een antwoord geven op die elementen in uw vraag
waarover ik mij wel mag uitspreken. U merkt terecht op dat de
hoofdverblijfplaats van een persoon de plaats is waar deze gewoonlijk
leeft. Indien een persoon gewoonlijk verblijft in een woning die bij een
manege hoort, moet hij ook daar worden ingeschreven. Dat neemt
niet weg dat de gemeente, indien zij vaststelt dat de bewoning in de
manege in strijd is met bijvoorbeeld de bepalingen van de door u
geciteerde omzendbrief van collega Van Mechelen of met een andere
wet of een reglementering inzake ruimtelijke ordening en stedebouw,
de administratieve of de gerechtelijke procedure kan inzetten om een
einde te maken aan deze onregelmatige toestand. De gemeente heeft
in dat geval drie maanden de tijd om die procedure op te starten.
14.02 Patrick Dewael, ministre:
Le domicile civil est réglé par
l'article 102 du Code civil. Cette
matière ressortit dès lors aux
compétences de la ministre de la
Justice mais je puis cependant
m'exprimer au sujet d'un certain
nombre de matières. La résidence
principale est celle où une
personne vit habituellement. Si
une personne demeure dans une
habitation faisant partie d'un
manège, elle doit y être inscrite. Si
la commune constate que le
logement dans le manège est en
désaccord avec la circulaire
précitée ou avec toute autre loi ou
réglementation, elle peut alors
entamer une procédure dans un
délai de trois mois pour mettre fin
à cette situation irrégulière.
14.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Philippe De Coene aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheid in de Belgische kerncentrales" (nr. 4969)
15 Question de M. Philippe De Coene au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la sécurité
dans les centrales nucléaires belges" (n° 4969)
15.01 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik denk
dat u dat dossier toch wel vrij goed kent,omdat er de voorbije weken
toch wel wat gewag over werd gemaakt in een kader van een
vakbondseis om de inkrimping van het personeelsbestand ongedaan
te maken en integendeel te voorzien in nieuwe aanwervingen met het
oog op de veiligheid van de centrales in Doel en Tihange.
Voorzitter: André Frédéric.
Président: André Frédéric.
Ik kan aannemen dat dat voor een stuk een vakbondseis is, à la limite
misschien zelfs een beetje geïnspireerd door corporatistische
15.01 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Les syndicats exigent de
nouveaux recrutements en vue de
garantir la sécurité dans les
centrales nucléaires de Doel et de
Tihange. Le rapport de sécurité de
l'Association Vinçotte Nucléaire
(AVN) n'est pas publié, ce qui ne
manquera pas d'aggraver le
sentiment d'insécurité. Selon moi,
ces informations peuvent être
révélées en cercle restreint sans
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
motieven. Anderzijds legt de vakbond misschien ook wel de vinger op
de wonde. Dat een veiligheidsrapport van Vinçotte niet publiek wordt
gemaakt, lijkt me alvast niet bevorderlijk te zijn voor het
veiligheidsgevoel. Ik kan mij inbeelden dat daar goede redenen voor
zijn.
Daarover wil ik een vraag stellen. In een debat zou u de stelling
hebben verdedigd dat het wegens bedrijfsredenen delicaat is
bepaalde informatie vrij te geven. Ik denk wel dat er verschillende
manieren zijn van vrijgeven. Men kan informatie op straat gooien en
daar zou het bedrijf schade van kunnen ondervinden. Men kan echter
ook informatie geven waarbij respect wordt opgebracht voor het
delicaat karakter van bepaalde informatie. Ik denk niet dat het slecht
zou zijn om wat meer openbaarheid te geven aan het rapport,
tenminste in een cenakel waar men in vertrouwen over dergelijke
aangelegenheden kan debatteren en onderhandelen en vooral
personen kan geruststellen.
In principe moeten we nog tien jaar doen met de centrales. Wij
moeten alles in het werk stellen om de centrales zo veilig mogelijk te
laten draaien. Refererend aan recente gebeurtenissen in Nederland
ben ik daar niet zo gerust in. Vandaar mijn volgende vraag, die niet in
de samenvatting was opgenomen. Zou u, om te antwoorden op
bepaalde verdachtmakingen, bereid zijn om door een internationaal
erkende instelling zoals het Internationaal Atoomagentschap te
Wenen een veiligheidsonderzoek te laten verrichten in Doel en
Tihange? Dat agentschap heeft, mijns inziens, de reputatie dat het in
alle objectiviteit een onderzoek kan verrichten.
nuire aux intérêts de la société.
Les centrales nucléaires doivent
en principe rester actives pendant
dix années encore. Néanmoins,
les récents événements survenus
aux Pays-Bas m'inquiètent. Le
ministre est-il prêt à demander à
une institution agréée à l'échelle
internationale de réaliser des
contrôles dans les centrales de
Doel et de Tihange?
15.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
kwestie van de openbaarheid van de documenten betreft, waaronder
de brief van AVN aan Electrabel en de interne audit uitgevoerd door
het FANC op de nucleaire sites van Doel en Tihange, is reeds
uitvoerig aan bod gekomen in de commissie op 24 november vorig
jaar naar aanleiding van de mondelinge vragen van mevrouw
Gerkens en de heer Depoortere. Ik herhaal in het kort het standpunt
dat ik toen hierover heb ingenomen. Het Agentschap roept de
toepassing in van artikel 6 §1 ten zevende van de wet van 1994 op de
openbaarheid van bestuur om de documenten niet openbaar hoeven
te maken. Openbaarmaking weegt niet op tegen de bescherming van
het belang om het vertrouwelijk karakter te respecteren van
ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn
meegedeeld.
Het FANC is de mening toegedaan dat het hier past om het
voorzichtigheidsbeginsel toe te passen. Het Agentschap heeft aan
haar verplichtingen inzake neutrale en objectieve
informatieverspreiding voldaan door op haar website de besluiten
bekend te maken van de audit die zijzelf heeft uitgevoerd op de sites
van Doel en Tihange. Ik wil nog even herinneren aan het feit dat de
directeur-generaal van AVN zelf in een persmededeling van
13 november heeft verklaard dat hij tevreden is over de reacties van
de uitbater. Ik citeer onder meer: "De brief naar Electrabel ging niet
over inbreuken of tekortkomingen inzake veiligheidsregels maar over
een geheel van feiten die een uitwerking hebben op de organisatie.
Elk op zich zijn de feiten niet zo belangrijk voor de veiligheid, maar als
geheel vormen ze een aanwijzing voor een tendens die moet worden
gecorrigeerd om veiligheidsproblemen in de toekomst te vermijden.
15.02 Patrick Dewael, ministre:
La publicité des documents a déjà
été abordée ici même le 24
novembre 2004. L'Agence
fédérale de contrôle nucléaire
(AFCN) se réfère à la loi du 11
avril 1994. Selon elle, il faut
invoquer le principe de prudence.
Les conclusions de l'audit ont été
publiées sur internet.
Un courrier de l'AVN précise
qu'aucun problème grave n'a été
constaté quant à la sécurité des
centrales nucléaires. Quelques
adaptations doivent néanmoins
être opérées pour éviter tout
problème dans le futur. Electrabel
a immédiatement réagi en
réalisant un audit, en annonçant
des investissements et en
dressant un plan d'action. Ce plan
d'action est contrôlé de près par
l'AFCN et l'AVN. De nouveaux
recrutements sont prévus pour les
deux sites.
Le fait qu'une agence
internationale réalise le contrôle ne
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Electrabel heeft meteen op deze brief gereageerd met een organisatie
van een audit, een beslissing tot investeringen onder meer in
personeel en de bepaling van een actieplan. Dat actieplan werd
geschikt bevonden en de juiste uitvoering ervan wordt opgevolgd
tijdens de controle in de uitbating."
Intussen wordt er verder uitvoering gegeven aan het actieplan dat
Electrabel op beide sites op gang heeft gebracht. Het wordt
nauwgezet opgevolgd door zowel het FANC als AVN. Hierbij gaat de
aandacht in het bijzonder uit naar aanwerving van geschikt personeel
en naar opleiding en vorming. Op beide sites worden nieuwe
aanwervingen gepland. Het gaat zowel om de vervanging van
personeelsleden die in de nabije toekomst op rust zullen gaan als om
extra aanwervingen om bepaalde functies beter te kunnen
ondersteunen. Electrabel heeft het Agentschap ook op de hoogte
gebracht van een plan dat voor de site van Doel voorziet in 19
bijkomende aanwervingen. Dat plan zal eerstdaags aan de
ondernemingsraad worden voorgelegd.
Op uw tweede vraag of ik ertegen bezwaar zou hebben dat een
internationaal agentschap een onderzoek of een audit zou uitvoeren,
moet ik antwoorden dat ik daartegen op zich geen bezwaar heb. Het
zou echter kunnen worden geïnterpreteerd als een blijk van
fundamenteel wantrouwen tegenover al wat ik daarnet heb gesteld.
Ondanks er een en ander wordt verzekerd en ondanks de getroffen
maatregelen en hoewel de verschillende zaken worden uitgevoerd
zou de overheid het nodig vinden een aanvullend onderzoek te alten
uitvoeren. Ik heb evenwel geen enkel probleem met het feit dat
terzake een onderzoek of een audit wordt uitgevoerd indien u ervan
uitgaat dat elke twijfel terzake daardoor zou kunnen worden
weggenomen. Als bevoegd minister vertrouw ik echter op hetgeen
waartoe op dit ogenblik reeds opdracht werd gegeven.
me pose pas de problème mais
les agences nationales pourraient
interpréter cette situation comme
un signe de méfiance à leur égard.
15.03 Philippe De Coene (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik wil u even parafraseren. U hebt gisteren een moedige stelling
ingenomen in het debat over een bepaald aspect van
partijfinanciering. U hebt gezegd dat als men niet bang moet zijn voor
het resultaat, men niet bang moet zijn voor het totstandkomen.
Ik zou hier dezelfde stelling willen volgen. Ik wil u geloven en heb
vertrouwen in uw antwoord. Ik denk evenwel dat men mag aannemen
dat bij sommige mensen reden tot bezorgdheid bestaat. Zonder een
sfeer van wantrouwen te willen oproepen - de contouren terzake moet
goed geschetst worden -, meen ik dat het geen kwaad kan te zeggen
dat we een stapje verdergaan vermits we niet geloofd worden en dat
we best rustig het onderzoek afwachten. Op die manier is de zaak in
de kiem gesmoord.
Overigens, uw mededeling dat Doel 19 mensen zal aanwerven, is een
goede zaak. Ik hoop dat het bekwaam en deskundig personeel zal
zijn dat de veiligheid en de werking van de centrale te waarborgen.
15.03 Philippe De Coene (sp.a-
spirit): Il serait bon de franchir une
étape supplémentaire pour mettre
un terme à l'inquiétude concernant
la sécurité. Qu'il soit procédé à
des recrutements dans la centrale
de Doel est une bonne chose.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. Eric Libert au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'emploi des
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
langues dans les convocations électorales" (n° 4987)
16 Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het taalgebruik in de oproepingsbrieven voor de verkiezingen" (nr. 4987)
16.01 Eric Libert (MR): Monsieur le ministre, le 22 décembre
dernier, le Conseil d'Etat a rendu son arrêt dans le cadre du
contentieux lié à la circulaire Peeters dont il a suivi l'interprétation des
lois linguistiques dans les communes à régime linguistique spécial et
ce, aux termes d'un argumentaire juridique contestable.
Ma question ne portera pas, en tant que telle, sur le contenu de l'arrêt
mais bien sur une dérive possible, déjà annoncée par certains, à
savoir l'emploi des langues dans les convocations électorales. La
jurisprudence constante de la Commission permanente de contrôle
linguistique a toujours considéré que les convocations, de même
d'ailleurs que celles qui sont adressées aux assesseurs des bureaux
électoraux, devaient être considérées comme des rapports avec les
particuliers au sens des lois sur l'emploi des langues en matière
administrative (article 25). En conséquence, les instructions du
ministère de l'Intérieur en la matière ont été de tout temps - et les
instructions électorales du 15 avril 2004 pour les dernières élections
du 13 juin 2004 que vous avez établies n'ont pas failli à la règle - de
considérer que ces convocations, dans les communes à régime
linguistique spécial, devaient être rédigées exclusivement dans la
langue dont le particulier intéressé fait usage dans ses rapports avec
l'autorité locale, à savoir le français ou le néerlandais.
Or, l'interprétation faite de l'article 25 des lois linguistiques dont
question est au centre même du raisonnement du Conseil d'Etat.
Néanmoins, il faut heureusement préciser que:
1. Le Conseil d'Etat a rendu un arrêt de rejet pour défaut d'intérêt
légitime dans le chef des requérants, ce qui signifie qu'il ne vaut pas
erga omnes et que son autorité de chose jugée est relative en ce
qu'elle ne vaut que pour les parties qui étaient à la cause.
Ainsi, la Cour de cassation, dans un arrêt de janvier 1997, a décidé
qu'il ne pouvait y avoir d'identité d'objet entre un recours en annulation
et une action devant les juridictions judiciaires; celles-ci ne sont donc
pas liées par l'arrêt du Conseil d'Etat, lequel constitue le juge naturel
de ce type de contentieux mais cela n'empêcherait nullement la Cour
de cassation de se prononcer sur la légalité des circulaires.
2. Les auditeurs du Conseil d'Etat, dans les avis qu'ils ont rendus, ont
considéré très justement que la circulaire modifiait substantiellement
le contenu de l'article 25 au motif qu'elle substituait à l'utilisation du
français ou du néerlandais, selon le désir de l'intéressé, l'utilisation du
seul néerlandais et à titre d'exception, sur demande expresse, du
français.
Ces avis, par l'autorité naturelle de leurs auteurs ainsi que par la
portée générale que ceux-ci leur ont donnée, et ce à l'inverse du
caractère relatif de la chose jugée, continuent à servir de référence à
la correcte interprétation des lois linguistiques dans les communes à
régime linguistique spécial.
3. Ainsi que l'a lui-même souligné le Conseil d'Etat dans son arrêt du
16.01 Eric Libert (MR): Ten
gevolge van het arrest van de
Raad van State van 22 december
jongstleden, in het kader van het
geschil over de rondzendbrief
Peeters wiens interpretatie van de
taalwetten de Raad heeft gevolgd
in de gemeenten met een
bijzonder taalstelsel, is er inzake
het taalgebruik in de
oproepingsbrieven voor de
verkiezingen een ontsporing
mogelijk. De vaste rechtspraak
van de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht is er steeds van
uitgegaan dat de oproepings-
brieven moeten worden
beschouwd als betrekkingen met
particulieren in de zin van de
wetten op het gebruik van de talen
in bestuurszaken (artikel 25). De
onderrichtingen van het ministerie
van Binnenlandse Zaken bepalen
dan ook dat in de gemeenten met
een bijzonder taalstelsel deze
oproepingsbrieven uitsluitend
moeten worden opgemaakt in de
taal waarvan de geïnteresseerde
particulier gebruik maakt in zijn
betrekkingen met de plaatselijke
overheid, namelijk het Frans of het
Nederlands.
De Raad van State heeft een
verwerpingsarrest uitgebracht
wegens gebrek aan wettig belang
in hoofde van de verzoekers.
In een arrest van januari 1997
heeft het Hof van cassatie
besloten dat er geen
voorwerpsidentiteit kon zijn tussen
een verzoek tot vernietiging en
een vordering voor de hoven en
rechtbanken. Deze zijn dus niet
gehouden aan het arrest van de
Raad van State die de natuurlijke
rechter is voor dat soort
geschillen.Dat kan het het Hof van
cassatie evenwel geenszins
beletten om zich over de
wettelijkheid van de
rondzendbrieven te buigen.
CRIV 51
COM 459
12/01/2005
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
22 décembre, les circulaires n'empêchent pas à l'administration de
répondre en français lorsque l'administré s'est précisément adressé à
elle en français, comme c'est par exemple le cas lorsque l'administré
a demandé que sa carte d'identité soit rédigée en français.
Dès lors, M. le ministre peut-il me faire savoir si, pour les prochaines
élections communales, il confirmera, au regard de l'arrêt intervenu, la
jurisprudence de la CPCL en la matière, ainsi qu'il en a toujours été le
cas auparavant?
De auditeurs van de Raad van
State hebben geoordeeld dat de
rondzendbrief de inhoud van
artikel 25 grondig wijzigt omdat het
gebruik van het Frans of van het
Nederlands wordt vervangen door
het gebruik van het Nederlands
alleen en bij wijze van uitzondering
van het Frans.
In strijd met het relatieve karakter
van het gewijsde worden deze
adviezen voortdurend als
referentie gebruikt om de
taalwetgeving in de gemeenten
met een bijzondere taalregeling
correct te interpreteren.
Tot slot verbieden de
omzendbrieven de overheid niet in
het Frans te antwoorden wanneer
de burger zich tot haar in het
Frans richt.
Kan u me zeggen of u met het oog
op de volgende
gemeenteraadsverkiezingen en
gelet op het recente arrest de
rechtspraak van de VCT ter zake
zal bevestigen, zoals dit in het
verleden steeds het geval is
geweest?
16.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, cher
collègue, d'après la loi spéciale du 13 juillet 2001 relative à la
réalisation des accords du Lambermont, l'organisation des élections
communales relève de la compétence des Régions. C'est la raison
pour laquelle les Régions, en l'occurrence la Région flamande,
devront adopter un point de vue à l'égard de l'arrêt du Conseil d'Etat.
Je n'ai pas encore pu prendre connaissance des arrêts rendus par le
Conseil d'Etat en décembre dernier suite aux recours formulés contre
les circulaires Peeters et Martens. J'ai invité mon administration à se
les procurer et à examiner les enseignements qu'il y a lieu d'en tirer
pour ce qui concerne l'emploi des langues dans les convocations
électorales en prévision non seulement des élections provinciales et
communales qui auront lieu en octobre 2006 mais aussi des élections
qui se tiendront en juin 2007 pour renouveler les chambres fédérales.
16.02 Minister Patrick Dewael:
Volgens de bijzondere wet van 13
juli 2001 valt de organisatie van de
gemeenteraadsverkiezingen onder
de bevoegdheid van de Gewesten.
Ze zullen een standpunt moeten
bepalen ten aanzien van het arrest
van de Raad van State.
Ik heb mijn administratie gevraagd
de arresten van de Raad van State
waarvan ik nog geen kennis heb
kunnen nemen - te onderzoeken
inzake de talen waarin de
oproepingsbrieven voor de
provinciale en gemeentelijke
verkiezingen van oktober 2006 en
voor de federale verkiezingen van
juni 2007 moeten gesteld zijn.
16.03 Eric Libert (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. Vous
considérez donc que le pouvoir fédéral reste toujours bien seul
compétent pour l'emploi des langues en matière de convocations
électorales.
16.03 Eric Libert (MR): U is dus
van mening dat het taalgebruik in
de oproepingsbrieven nog steeds
een exclusieve federale
bevoegdheid is.
12/01/2005
CRIV 51
COM 459
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
16.04 Patrick Dewael, ministre: C'est votre conclusion.
16.04 Minister Patrick Dewael:
Dat is uw besluit.
16.05 Eric Libert (MR): Ma question est de savoir si c'est la vôtre,
dans la mesure où vous venez de dire que vous deviez encore
examiner la question de l'emploi des langues dans les convocations
électorales.
16.05 Eric Libert (MR): Ik zou
willen weten of dat ook uw besluit
is vermits u zei dat u de kwestie
van het taalgebruik in de
oproepingsbrieven nog moest
laten onderzoeken.
16.06 Patrick Dewael, ministre: L'autorité fédérale reste compétente
pour régler l'emploi des langues en matière électorale dans les
communes de la périphérie bruxelloise, les communes de la frontière
linguistique, les communes de la Région de langue allemande et les
communes dites malmédiennes. C'est également l'autorité fédérale
qui est compétente pour régler ces matières dans les 19 communes
la Région bilingue de Bruxelles-Capitale.
16.06 Minister Patrick Dewael:
De federale overheid blijft bevoegd
om het taalgebruik in kieszaken te
regelen voor de Brusselse
randgemeenten, de taalgrens-
gemeenten, de gemeenten in het
Duitse taalgebied en de
gemeenten van het Malmedyse.
Voorts is de federale overheid ook
bevoegd om deze aangelegen-
heden te regelen in de negentien
gemeenten van het tweetalige
Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
16.07 Eric Libert (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 16.10 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.10 uur.