CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 445
CRIV 51 COM 445
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi
dinsdag
21-12-2004
21-12-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la profession d'aide-soignant"
(n° 4556)
1
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het beroep van zorgkundige" (nr. 4556)
1
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Miguel Chevalier au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
indications imprimées sur les paquets de
cigarettes" (n° 4221)
3
Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de bedrukking op sigarettenpakjes"
(nr. 4221)
3
Orateurs: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Miguel Chevalier, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. David Geerts au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
limitation de publicité en faveur des boissons
alcoolisées" (n° 4462)
6
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
beperking van reclame voor alcoholische
dranken" (nr. 4462)
6
Orateurs: David Geerts, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: David Geerts, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. David Geerts au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interdiction de fumer dans le secteur horeca"
(n° 4463)
7
Vraag van de heer David Geerts aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
rookverbod in de horeca" (nr. 4463)
7
Orateurs: David Geerts, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: David Geerts, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Interpellation de M. Joseph Arens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
besoins spécifiques des institutions hospitalières
de la province de Luxembourg" (n° 481)
9
Interpellatie van de heer Joseph Arens tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de specifieke behoeften van de
ziekenhuizen in de provincie Luxemburg" (nr. 481)
9
Orateurs: Joseph Arens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Joseph Arens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Motions
12
Moties
12
Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la pilule abortive RU-486" (n° 4506)
13
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de abortuspil RU-486" (nr. 4506)
13
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Colette Burgeon au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les substances toxiques dégagées par certains
désodorisants" (n° 4507)
14
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de giftige stoffen die bepaalde
luchtverfrissers verspreiden" (nr. 4507)
14
Orateurs: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Colette Burgeon, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
marques auriculaires pour les bovins" (n° 4547)
17
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de runderoormerken" (nr. 4547)
17
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
publique
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le plasma sanguin commercial" (n° 4560)
19
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het commercieel bloedplasma" (nr. 4560)
19
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la déclaration d'hospitalisation" (n° 4573)
22
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de verklaring van opname in een
ziekenhuis" (nr. 4573)
22
Orateurs: Magda De Meyer, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Magda De Meyer, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
23
Samengevoegde vragen van
23
- M. Yvan Mayeur au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les récentes
affirmations selon lesquelles les homosexuels et
certaines catégories d'étrangers constitueraient
des groupements à risque et se verraient sur
cette base refuser la faculté de donner du sang"
(n° 4578)
23
- de heer Yvan Mayeur aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
recente beweringen dat homoseksuelen en
bepaalde categorieën van vreemdelingen
risicogroepen zouden vormen en op basis
daarvan geen bloed zouden mogen geven"
(nr. 4578)
23
- Mme Annelies Storms au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les critères
de sélection pour le don de sang" (n° 4643)
23
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
selectiecriteria voor het geven van bloed"
(nr. 4643)
23
Orateurs: Annelies Storms, Yvan Mayeur,
Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Annelies Storms, Yvan Mayeur,
Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Patrick De Groote au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'utilisation d'antibiotiques" (n° 4586)
30
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gebruik van antibiotica" (nr. 4586)
29
Orateurs: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "un
rapport concernant la toxicomanie en Europe"
(n° 4589)
33
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "een
rapport betreffende het drugsgebruik in Europa"
(nr. 4589)
33
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Rudy Demotte, ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
spams sur le Viagra et autres molécules
érectogènes" (n° 4600)
35
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "spamberichten waarin Viagra en andere
erectiebevorderende preparaten te koop worden
aangeboden" (nr. 4600)
35
Orateurs: Muriel Gerkens, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Miguel Chevalier, Philippe Monfils
Sprekers: Muriel Gerkens, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Miguel Chevalier, Philippe
Monfils
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
21
DECEMBRE
2004
Matin
______
van
DINSDAG
21
DECEMBER
2004
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.09 heures par M. Yvan Mayeur, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door de heer Yvan Mayeur, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het beroep van zorgkundige" (nr. 4556)
01 Question de Mme Annemie Turtelboom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
sur "la profession d'aide-soignant" (n° 4556)
01.01 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb
drie vragen voor de minister, maar ik zal ze kort houden.
Mijnheer de minister, er is nog steeds onduidelijkheid over het begrip
zorgkundige. Enkele jaren geleden werd een koninklijk besluit
ondertekend tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de
zorgkundige kan uitvoeren en de voorwaarden waaronder de
zorgkundige die handelingen kan stellen. Dat koninklijk besluit werd
wel ondertekend maar nog niet gepubliceerd. Ook over de
begripsomschrijving, de diplomavereisten en de organisatie van de
opleiding zijn er vragen, problemen en opmerkingen. Personen uit de
sector wachten reeds langer op een antwoord, omdat de invulling van
het begrip zorgkundige een heel grote impact kan hebben op de
invulling van het begrip verpleegkundige op dit ogenblik. Tijdens een
commissievergadering van april jongstleden gaf u al een gedeeltelijke
toelichting, maar toch blijven er een aantal vragen.
Komt de functie van zorgkundige er überhaupt? Zo ja, wat zal de
omschrijving van het begrip zijn?
Kan de functie worden vergeleken met de zorgkundige bij de diensten
voor thuiszorg?
Is er al meer duidelijkheid over het heikele punt van de
taakafbakening tussen zorgkundigen en overige zorgverleners?
In april jongstleden antwoordde u dat er overleg zou plaatsvinden met
de Vlaamse Gemeenschap en de beroepsorganisaties. Is dat overleg
al gebeurd, en zo ja, wat zijn de resultaten?
Bij de publicatie van het koninklijk besluit zouden er ook enkele
juridische en praktische problemen zijn die u in april jongstleden
nader toelichtte. U zocht toen naar een oplossing die niet meer veraf
01.01 Annemie Turtelboom
(VLD): L'arrêté royal fixant les
activités infirmières pouvant être
exécutées par un aide-soignant
n'a toujours pas été publié. En
avril 2004, le ministre a donné des
explications partielles à ce sujet,
mais des incertitudes subsistent.
La fonction d'aide-soignant sera-t-
elle vraiment définie un jour? Cette
fonction sera-t-elle comparable à
celle de l'aide-soignant telle qu'elle
existe dans les services de soins à
domicile? Sait-on déjà à quoi s'en
tenir à propos de la délimitation
des tâches des aides-soignants et
des autres prestataires de soins?
Les problèmes juridiques et
pratiques ont-ils été réglés?
Quand l'arrêté royal fixant les
activités des aide-soignants sera-t-
il promulgué?
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
was. Is die oplossing er intussen gekomen en wat houdt ze in?
Mijn volgende vraag heeft betrekking op de vorige. Zal het koninklijk
besluit over de activiteiten van de zorgkundige er uiteindelijk komen?
Wat is de inhoud en de timing ervan? Zo neen, wat zijn de
overblijvende obstakels en hoe denkt u die weg te werken?
01.02 Minister Rudy Demotte: U stelt me zes vragen. Eerste vraag,
ja, het gaat om een dossier dat ik belangrijk vind.
Ten tweede, de zorgkundige zal bepaalde zorgtaken kunnen
uitvoeren die hem toevertrouwd worden door de verpleegkundige. Die
zorgen zullen opgenomen worden in een activiteitenlijst gepubliceerd
in de vorm van KB. De zorgkundige zal moeten werken binnen een
gestructureerd team. Zijn activiteiten zullen gesuperviseerd worden
door de verpleegkundigen van dat team. Die functie moet los gezien
worden van die van gezinshulp. De zorgkundige voert zorgpraktijken
uit, de gezinshulp realiseert diensten van personenhulp. De functie
van de zorgkundige is gedefinieerd in het KB nr. 78 betreffende de
uitvoering van de gezondheidsberoepen. De sector van de gezinshulp
is een gemeenschapsbevoegdheid.
Op uw derde vraag zal ik in twee delen antwoorden. Ten eerste, wat
betreft de taakafbakening tussen de verpleegkundige en de
zorgkundige. Die afbakening is gesteld in een ontwerp van KB dat de
zorgkundigen zal toelaten bepaalde verpleegkundige activiteiten te
stellen. Ten tweede, de afbakening tussen de hulp en de zorg. Alleen
de zorgsector valt onder mijn bevoegdheden. Ik heb dus de
mogelijkheid gecreëerd om activiteiten te kwalificeren die betrekking
hebben op het dagelijkse leven en dus niet behoren tot de uitoefening
van de geneeskundige verpleegkunde, de kinesitherapie of een
paramedisch beroep.
De bedoeling is de grens tussen hulp en zorg overeenkomstig de
specifieke vragen te kunnen bepalen. Die vragen kunnen zowel van
beroepsmensen in de gezondheidssector als van verleners van
personenhulp komen.
Vierde vraag. Tijdens de laatste interministeriële conferentie van 6
december heb ik voorgesteld een werkgroep op te richten. Die
werkgroep is belast met het formuleren van voorstellen over de
vereiste bevoegdheden om de functie van de zorgende te verzekeren.
Vijfde vraag. Na het overleg werd het KB herschreven. Ik heb het
voorgelegd voor advies aan de Nationale Raad voor
Verpleegkundigen en aan de Technische Commissie voor
Verpleegkundigen. Ik verwacht dit advies vóór februari 2005.
Zesde en laatste vraag. De verpleegkundige activiteiten die door de
zorgkundige zouden kunnen worden uitgevoerd, zullen worden
opgenomen als bijlage van het KB waarover ik het zonet had.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
La fonction d'aide-soignant
existera bel et bien. Une liste
d'activités énumérera, sous la
forme d'un arrêté royal, les tâches
qu'il accomplira. Les infirmiers de
l'équipe dont l'aide-soignant fera
partie, superviseront son travail.
Sa fonction est dissociée de l'aide
familiale, qui ressortit à la
compétence des Communautés.
L'arrêté royal 78 définit la fonction.
La délimitation des tâches des
infirmiers et des aides-soignants
est fixée dans un projet d'arrêté
royal. La distinction entre `les
soins' et `l'aide' est importante, car
seul le secteur des soins de santé
relève de ma compétence.
Lors de la conférence
interministérielle du 6 décembre
2004, il a été décidé de créer un
groupe de travail chargé de définir
les compétences requises pour
assurer la fonction d'aide soignant.
Le projet d'arrêté royal a été
présenté au Conseil national de
l'art infirmier (CNAI) et à la
Commission technique de l'art
infirmier (CTAI). J'attends l'avis
pour février 2005.
L'arrêté royal sera complété par
une annexe comportant la liste
des tâches relevant de l'art
infirmier que l'aide soignant pourra
effectuer.
01.03 Annemie Turtelboom (VLD): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik wil nog eens wijzen op twee bekommernissen.
De verpleegkundigen vrezen de uitholling van hun beroep door de
onduidelijkheid over de taakinvulling van zorgkundigen in de
toekomst.
01.03 Annemie Turtelboom
(VLD): Les infirmiers craignent que
leur profession, qui souffre déjà
d'un déficit d'image, soit vidée de
sa substance. Ils redoutent
également que les actes pratiqués
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Zij vrezen een beetje dat dit een manier zal zijn om goedkope
verpleegkundigen te kunnen inzetten. Hun beroep kampt reeds met
een imagoprobleem. Een uitholling van hun beroep, een verdere
uitholling van het imago dat ze nu hebben, is hun grootste
bekommernis. Ik zou daar toch naar willen vragen.
Ik heb begrepen dat het nu naar de Nationale Raad voor
Verpleegkunde is en dat er toch echt wel rekening gehouden wordt
met de adviezen die deze Raad. Ze zijn echt wel bekommerd over de
toekomstige invulling van het beroep.
également que les actes pratiqués
par les aides soignants soient des
substituts bon marché à leurs
propres actes.
Je me réjouis que le CNAI puisse
rendre son avis sur le projet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Miguel Chevalier aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de bedrukking op sigarettenpakjes" (nr. 4221)
02 Question de M. Miguel Chevalier au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
indications imprimées sur les paquets de cigarettes" (n° 4221)
02.01 Miguel Chevalier (VLD): Ik zou de titel van mijn vraag willen
uitbreiden naar een ander deel uit uw beleidsnota, dat hier nog niet
behandeld is. Ik wil mij in eerste instantie concentreren op de
eigenlijke vraagstelling, over het feit dat tabaksproducenten
binnenkort verplicht worden om, in plaats van de waarschuwingstekst,
waarschuwingsfoto's op de pakjes sigaretten aan te brengen. De
foto's zijn volgens u een onderdeel van het federaal plan ter
bestrijding van het tabaksgebruik en moeten, volgens uw mening en
die van de mensen die de hand hebben gehad in het federaal plan ter
bestrijding van het tabaksgebruik, mensen met hun neus op de feiten
drukken. Op de vaak choquerende foto's zullen mensen te zien zijn
met keelkanker, aangetaste longen, openhartoperaties, zieke baby's
en zelfs lijken.
De antitabaksliga waarschuwt ervoor dat deze foto's slechts een
effect zullen hebben op die roker die eigenlijk al de clic gemaakt heeft
om te stoppen met roken. Iemand die helemaal niet van plan is om te
stoppen met roken zal waarschijnlijk deze foto's negeren, niet willen
zien, of zijn pakje verstoppen achter het intussen bekende omhulsel.
Ik denk dat de meeste mensen er intussen van overtuigd zijn dat
roken schadelijk is voor de gezondheid, en wel willen stoppen met
roken. Ik denk echter dat er andere middelen moeten worden benut.
Ik zou graag zien dat, in de plaats van foto's op de verpakking, dat er
misschien verwijzingen gemaakt worden naar de hulporganisaties die
mensen begeleiden die willen stoppen met roken. Veel mensen weten
immers niet dat zulke organisaties bestaan en dat ze hulp kunnen
bieden aan het doel dat moet bereikt worden.
Ik had graag van de minister geweten wanneer de foto's er komen, of
wil hij nog uitkijken naar eventuele alternatieven? Welke doelgroep
probeert de minister te bereiken met deze maatregel? Zijn andere
middelen, zoals het aanbrengen van het telefoonnummer van de
rookstoplijn op de sigarettenpakjes, niet meer aangewezen?
Ik wil ook nog even verwijzen naar de beleidsbrief waarin ik heb
vastgesteld dat het een duidelijke en terechte zorg van de minister is
om mensen warm te maken om te stoppen met roken. Ik zie ook dat
er een nieuwe maatregel is: bijstand voor tabaksontwenning bij
zwangere vrouwen en hun partner. De kostprijs is daarbij ook
02.01 Miguel Chevalier (VLD):
Dans le cadre du plan fédéral de
lutte contre le tabagisme, les
producteurs de tabac seront
bientôt tenus d'apposer sur les
paquets de cigarettes des
photographies montrant les effets
nocifs du tabac. Mais si l'on en
croit la Ligue antitabac, elles
n'atteindront pas le but visé. Je
pense qu'il existe de meilleurs
moyens pour inciter les gens à
cesser de fumer.
Quel groupe-cible le ministre veut-
il toucher en adoptant une telle
mesure? Ne devrait-il pas faire
mentionner plutôt, sur les paquets,
le numéro de la ligne téléphonique
à former pour se faire aider à
arrêter de fumer?
On évoque dans la note de
politique générale un budget élevé
pour encourager les femmes
enceintes à arrêter de fumer.
Cette décision a-t-elle été prise sur
la base de "l'evidence based
medicine"? Ce projet apporte-t-il
une plus-value? Je comprends
qu'il soit logique qu'une femme
enceinte arrête de fumer mais
dans quelle mesure ces
dispositions peuvent-elles être
étendues aux facteurs
environnementaux? Ce projet doit-
il être subventionné par l'Etat? La
responsabilité incombe en effet à
la femme et à son partenaire. Je
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
vermeld: 1.450.083 euro. Dat is niet het bedrag wat op kruissnelheid
wordt vermoed, want dat ligt nog veel hoger. Het is de bedoeling van
de minister om zwangere vrouwen en hun partner tot zes maanden na
de bevalling begeleiding te geven bij het afkicken van roken.
Ik heb hierbij een aantal bezwaren. Is deze maatregel genomen op
basis van evidence based medicine? Is er gekeken naar de
meerwaarde van dit project? Moet dit project niet eerst door een
Kenniscentrum worden doorgelicht?
Ik begrijp de zorg en de bekommernis van de zwangere vrouw en het
ongeboren kind, maar ik heb terzake een aantal vaststellingen. Ik vind
het vrij logisch dat iemand die zwanger is stopt met roken. Ik stel vast
dat de meeste vrouwen dat daadwerkelijk ook doen. Er is natuurlijk
ook altijd de omgevingsfactor: de partner en de familie. Ik vraag mij af
in hoeverre deze maatregel uitbreidbaar is tot partners. Ik vind dit
immers ook de verantwoordelijkheid van de partner bij een
zwangerschap. Dit kan al door buitenshuis te roken of niet meer in de
aanwezigheid van de zwangere. Ik vraag mij echter af of dit moet
worden gefinancierd. Men kan het gezin immers ruim interpreteren.
Men kan de subsidie dan ver uitbreiden tot bijvoorbeeld de bompa die
rookt bij het koppel thuis. Daarmee heb ik problemen. Deze actie kost
immers zeer veel geld en dat in een periode dat de ziekteverzekering
middelen tekort heeft en er misschien andere, grotere noden bestaan.
Ik zeg niet dat er geen informatiecampagne moet komen, een
geïntensifieerde campagne waarbij effectief aan de aanstaande
ouders gezegd moet worden dat zij best stoppen met roken. Maar ik
vind de subsidielijn die wordt uitgetrokken voor psychologische
begeleiding en farmacologische hulp een beetje erover, vooral omdat
het gewoon een strikte noodzaak is en het onder de
verantwoordelijkheid van het koppel zelf valt om effectief te stoppen
met roken.
02.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer Chevalier, u brengt hier een
zeer moeilijke problematiek naar voren. Hoe kan men acties
ondernemen om met de beste instrumenten het tabaksgebruik, voor
zover het mogelijk is, te vermijden?
Eerst zal ik het over de preventie hebben. U weet dat in ons land de
preventie de bevoegdheid is van de Gemeenschappen. Enkel de
secondaire preventie behoort tot de federale bevoegdheid. Wij staan
daar voor een paradox: ofwel menen wij dat wij alleen met de
curatieve luiken van onze bevoegdheden moeten werken, ofwel
moeten wij enkele delen van de secondaire preventie gebruiken om
tegen het tabaksgebruik te kunnen strijden.
Ik heb natuurlijk nog geen duidelijk antwoord, mijnheer Chevalier. Ik
denk dat wij met alle mogelijke instrumenten tegen het gebruik van
tabak moeten strijden.
Dat betekent dat we geen lineair mechanisme mogen gebruiken om
tot goede antwoorden te komen. Ik zal nu concrete antwoorden geven
op uw verschillende vragen en ik zal trachten een conclusie te geven.
Ten eerste, wat de waarschuwing voor de gezondheid betreft en de
kleurenfoto's die ik wil laten plaatsen, die zijn bedoeld voor alle rokers,
ze zullen dan ook op alle sigarettenpakjes voorkomen. Ik ben
02.02 Rudy Demotte, ministre:
La prévention ressortit à la
compétence des Communautés.
Seule la prévention secondaire
relève de ma compétence. Le
gouvernement fédéral doit avoir
recours aux possibilités curatives
comme à la prévention secondaire
pour lutter contre le tabagisme.
Les photographies en couleurs et
les messages écrits sont destinés
à dissuader tous les fumeurs. Il
ressort d'études scientifiques que
les photographies sont efficaces
pour les personnes qui souhaitent
arrêter de fumer. Septante pour
cent des fumeurs sont insatisfaits
de leur dépendance. Des études
réalisées en Australie et au
Canada montrent qu'un message
relatif à la santé accompagné de
photographies est soixante fois
plus efficace qu'un message écrit.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
overtuigd van de efficiëntie en het effect op personen die willen
stoppen met roken. Ik wil daarbij opmerken dat 70% van de rokers
ontevreden is over zijn verslaving en liever niet zou roken. Ik ben er
dan ook zeker van dat de foto's een impact zullen hebben.
Ik zeg dat niet enkel omdat het mijn aanvoelen is, ik wil niet beweren
dat mijn intuïtie beter zou zijn dan het gemiddelde. Er is een
wetenschappelijke basis voor mijn bewering, men kan het bewijzen.
Studies die uitgevoerd werden in Australië en Canada tonen aan dat
een gezondheidsboodschap met bijgaande foto 60 keer meer
overtuigend is dan een louter schriftelijke boodschap.
Studies uitgevoerd door de Canadese vereniging tegen kanker tonen
aan dat deze strategie een zeker succes heeft. 90% van de rokers
heeft de boodschap gelezen, 43% is zich meer bewust van de
gevaarlijke effecten van tabaksverbruik en 44% is aangespoord om te
stoppen. Doelgroep 3 kent zijn beslissing toe aan de foto's terwijl 62%
denkt dat de foto's het pakje minder aantrekkelijk maakt. Al deze
beweringen waren reeds gekend door een aantal leden van de
commissie die vorig jaar in Canada op missie zijn geweest.
Uw tweede vraag gaat over de andere maatregelen, onder meer de
rookstoplijn. Zoals dit het geval is met de foto, heeft de commissie
een verwijzing naar een telefoonlijn voor ontwenning voorgesteld. Die
oplossing lijkt me een meer positieve boodschap te geven aan de
rokers en is een belangrijke aanpak in het gevecht tegen
tabaksgebruik. Het lijkt me van primordiaal belang dat het nummer
dat op de pakjes verschijnt, verwijst naar een duurzame dienst van
hoge kwaliteit. Er lopen gesprekken met de betrokken operators. Ik
ben nog niet overgegaan tot de selectie van de foto's. Een ministerieel
besluit terzake zal de volgende maanden worden uitgewerkt.
Uw laatste vraag heeft betrekking op de ontwenning van zwangere
vrouwen. Het spreekt voor zich dat de beslissing niet genomen werd
op basis van intuïtie maar op evident bewijsmateriaal.
We hebben nu met het Jules Bordet Instituut een wetenschappelijke
basis om te kunnen staven dat roken niet alleen schadelijk is voor de
moeder. Dat is een algemene boodschap die evident lijkt. Ook zijn er
onmiddellijke effecten voor het embryo, dat lijdt onder het roken,
waardoor het kind zijn hele, latere leven problemen kan hebben ten
gevolge van het feit dat de moeder niet is gestopt met roken tijdens
de zwangerschap.
U hebt gelijk wanneer u zegt dat de moeders zich ervan bewust zijn
dat het niet goed is te roken tijdens hun zwangerschap. Tegelijkertijd
hebben zij echter, afhankelijk van hun familiale en culturele context,
geen instrumenten die hen helpen de beslissing te nemen om te
stoppen met roken.
Mijnheer Chevalier, op dat vlak zullen wij natuurlijk meer informatie
geven. Dat is onze rol inzake secundaire preventie. Ook moeten wij
de middelen aanreiken, niet alleen door de geneesmiddelen te laten
terugbetalen dat is een slecht en te kort antwoord , maar ook door
de psychologische begeleiding betaalbaar te maken. We merken
immers dat, niet alleen voor rokers in het algemeen die wensen te
stoppen maar meer bepaald ook voor jonge, zwangere vrouwen, het
moeilijkste is om de nodige psychologische begeleiding te krijgen.
Si on imprime sur le paquet de
cigarettes le numéro d'une
organisation aidant les fumeurs à
se désintoxiquer, il faudra faire
référence à un service durable et
de haute qualité.
Les photos n'ont pas encore été
sélectionnées. La décision d'en-
courager les femmes enceintes à
arrêter la cigarette découle de la
médecine factuelle. Le tabac est
non seulement nocif pour la mère
mais a aussi un impact immédiat
sur l'embryon. Les femmes
enceintes doivent être mieux
informées mais il faut aussi
trouver les moyens nécessaires
pour rembourser les médicaments
et l'accompagnement psycho-
logique. En définitive, si nos
enfants naissent en meilleure
santé, nous ferons des
économies.
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Voor dat punt hebben wij een bedrag in ons budget ingeschreven. Dat
is waar. Het is echter een besparing. Indien we geen maatregelen
nemen, zullen immers de neveneffecten van het roken niet alleen
voor de moeder ik heb het al gezegd maar ook voor het embryo
meer kosten.
Het is een beslissing die wij op wetenschappelijke basis hebben
genomen.
De voorzitter: Mijnheer Chevalier, houdt u uw repliek kort?
02.03 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zal mij
beperken tot een heel korte repliek.
Ik dank de minister in elk geval voor zijn antwoorden op de gestelde
vragen.
Mijnheer de minister, u haalt uw inspiratie uit Canada. Ik vind dat
persoonlijk een heel gevaarlijk land om inspiratie uit te halen. Ik ben
er zelf verschillende keren geweest. Canada is een heel
tabaksonvriendelijk land. Het is er zelfs verboden om op straat te
roken. In Canada kan iemand worden geverbaliseerd, wanneer hij op
straat loopt met een sigaret.
Mijnheer de minister, ik wil komen tot het volgende.
Ik weet dat u uw inspiratie daar haalt, maar wij moeten af van het
klimaat waarin rokers worden veroordeeld en van het kleven van
etiketten op niet-rokers als zouden zij betere mensen zijn. U moet
meer positieve klemtonen leggen in uw campagne. U hebt zelf
gedeeltelijk toegegeven dat er positievere boodschappen moeten
komen voor zij die willen stoppen met roken. Wij mogen de bevolking
niet opsplitsen in slechten en goeden. Zij die roken zijn per definitie
bijna slecht en zij die niet roken zijn goed. Dat is de sfeer die men op
de duur krijgt.
Ik kom tot mijn derde punt, de begeleiding van zwangere vrouwen die
roken of stoppen met roken. Ik weet dat u een diepe bezorgdheid
heeft met betrekking tot die vrouwen, maar ik denk dat de klemtoon
zou moeten worden gelegd op de periode na de bevalling. Uit eigen
ervaring weet ik dat er bij vrouwen, zodra zij zwanger zijn, een
hormonale klik is en dat zij bijna automatisch stoppen met roken. Het
kritieke moment komt echter na de bevalling. Een aantal
stressfactoren zetten vrouwen ertoe aan te roken. De infocampagne
moet de klemtoon daarop leggen.
02.03 Miguel Chevalier (VLD):
Le ministre Demotte s'inspire de
l'exemple canadien. Je trouve que
ce n'est pas une bonne idée: le
Canada est par excellence le pays
hostile au tabac étant donné que
dans ce pays, il est même interdit
de fumer dans la rue. Je plaide
donc en faveur d'une approche
plus positive de l'interdiction de
fumer en ce sens qu'elle ne
considérerait pas
automatiquement que les fumeurs
sont inférieurs aux non-fumeurs.
Presque toutes les femmes
enceintes arrêtent de fumer. Mais
après leur grossesse, le risque
qu'elles rechutent est réel. Le
ministre se doit d'en tenir compte
dans la campagne qu'il mène.
De voorzitter: Ik herhaal dat de vraag en het antwoord moeten gebeuren in vijf minuten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
beperking van reclame voor alcoholische dranken" (nr. 4462)
03 Question de M. David Geerts au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
limitation de publicité en faveur des boissons alcoolisées" (n° 4462)
03.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 03.01 David Geerts (sp.a-spirit):
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
minister, mijn eerste vraag gaat over de beperking van reclame voor
alcoholische dranken. Ik weet dat deze kwestie hier reeds voor een
eerste keer is behandeld in de commissie van 26 oktober. Ik ben
ervan overtuigd dat reclame voor jongeren niet kan en het misbruik
van alcohol door jongeren zoveel mogelijk moet worden vermeden.
Ik heb de code van de Arnoldus Groep onderzocht en ik heb daarover
met de sector gesproken. Vandaar mijn korte vraag.
U ging een koninklijk besluit nemen om de afdwingbaarheid te
toetsen. Hoever staat u met dit wetgevend initiatief? Welke
wijzigingen zijn er in opgenomen ten opzichte van de oorspronkelijke
code?
Le "groupe Arnold" a élaboré un
code de bonne conduite tendant à
la limitation de la publicité pour les
boissons alcoolisées. Le ministre
envisage de prendre un arrêté
royal en vue de doter ce code de
conduite d'un cadre légal. Quand
cet arrêté royal paraîtra-t-il? Le
code sera-t-il repris tel quel?
03.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ten eerste, met
betrekking tot de voortgang van de tekst lopen de discussies nog met
de andere betrokken ministers de ministers Van den Bossche en
Laruelle in toepassing van de wet op commerciële praktijken.
Ik kom op uw tweede vraag, met betrekking tot de inhoud van dit
voorstel van besluit. Het grote principe van de gedragscode, dat is
uitgewerkt door de verenigingen, wordt erin opgenomen en krijgt
daardoor kracht van wet. Bovendien voorziet het besluit dat elke
reclame voor een alcoholhoudende drank moet vergezeld zijn van een
educatieve gezondheidswaarschuwing, die eraan herinnert dat
alcoholhoudende dranken met mate moeten worden geconsumeerd
en dit op een duidelijk leesbare of hoorbare manier, afhankelijk van
het type medium dat wordt gebruikt. De minister van Volksgezondheid
kan de plaatsing en de grootte van de karakters alsook de duur van
de boodschap vastleggen. Overigens voorziet het ontwerp van besluit
in de mogelijkheid om gezondheidswaarschuwingen te doen plaatsen,
bijvoorbeeld een herinnering aan de schadelijke effecten van
alcoholmisbruik voor de gezondheid.
Ten slotte bepaalt het koninklijk besluit dat reclame verboden is voor,
tijdens en na elke uitzending voor kinderen alsook in de kranten en
tijdschriften voor kinderen en tijdens uitzendingen of in cinemazalen
met films die vooral voor een kinderpubliek zijn bestemd.
03.02 Rudy Demotte, ministre:
L'arrêté royal fait toujours l'objet
d'une concertation avec les deux
ministres qui, outre le ministre de
la Santé publique, sont compé-
tents en cette matière, à savoir les
ministres Van den Bossche et
Laruelle.
Notre objectif est de doter le code
de conduite d'un cadre légal.
Toute publicité pour les boissons
alcoolisées devra comporter une
mise en garde en matière de santé
publique invitant les consom-
mateurs à faire preuve de
modération. En ma qualité de
ministre de la Santé publique, je
puis déterminer l'emplacement et
l'importance de ce message. Dans
le même temps, toute publicité
pour les boissons alcoolisées dans
le courant ou à une heure proche
de programmes destinés aux
enfants sera interdite.
03.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
rookverbod in de horeca" (nr. 4463)
04 Question de M. David Geerts au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'interdiction de fumer dans le secteur horeca" (n° 4463)
04.01 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, geachte collega's, ik vang her en der stemmen op om tot
een algemeen rookverbod te komen in de horeca. De Ierse, Noorse
en Zweedse wetgeving gelden daarbij als voorbeeld. Ook andere
voorstellen, zoals in het Verenigd Koninkrijk en Italië, worden hierin
vernoemd. Ik denk dat de horecasector zich zeker bewust is van het
probleem maar dat er wel vragen kunnen gesteld worden bij een
04.01 David Geerts (sp.a-spirit):
De plus en plus de voix s'élèvent
en faveur d'une interdiction
générale de fumer dans l'horeca.
C'est déjà le cas en Irlande, en
Norvège et en Suède. Cependant,
le secteur horeca belge s'interroge
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
algemeen rookverbod voor de ganse sector.
Vandaar de volgende vragen.
Wat is uw visie omtrent een algemeen rookverbod, of denkt u aan
drievierde of de helft?
Bent u bereid om eventueel wetgevende maatregelen te nemen
waarin de sector, gelet op het geschatte inkomensverlies voor hen,
wordt betrokken om tot een compromis te komen?
Wat de afdwingbaarheid van een rookverbod betreft stel ik me de
vraag hoe de eigenaar van de zaak zo'n verbod concreet afdwingbaar
kan maken?
toujours à ce sujet.
Le ministre est-il favorable à une
interdiction générale de fumer? S'il
l'envisage, va-t-il se concerter
avec le secteur horeca? Cette
concertation peut-elle éventuelle-
ment donner lieu à un compromis
qui pourrait être favorable à tous
les partenaires? Le secteur lui-
même craint une perte sensible de
revenus. Je m'interroge sur le
caractère concrètement contrai-
gnant d'une interdiction générale
de fumer.
04.02 Minister Rudy Demotte: Het ontwerp van herziening van het
koninklijk besluit van 15 mei 1990 over het rookverbod op bepaalde
plaatsen heeft nog niet tot resultaat geleid door tegenstand van de
horecafederaties om de niet-rokerzone te verhogen tot 75% van de
plaatsoppervlakte. De context is sindsdien veranderd en u weet dat
landen zoals Ierland, Noorwegen en weldra ook Zweden gekozen
hebben voor een totaal verbod in de horecaplaatsen. Groot-Brittannië
lijkt deze weg ook te willen volgen, als ik de pers van de afgelopen
weken mag geloven.
Onderzoeken die werden gedaan in Ierland waar de pubcultuur
heerst tonen aan dat de nieuwe reglementering niet alleen
gerespecteerd wordt maar ook grotendeels aanvaard is door de
bevolking. Frankrijk, dat eerst over een minder strikte reglementering
terzake beschikte, heeft onlangs het idee geopperd om plaatsen
zonder rook van een kwaliteitslabel te voorzien.
Ik wens, binnen het kader van een onontbeerlijk overleg met de
sector, de beperking op tabaksgebruik in openbare plaatsen te doen
aanvaarden als een onomkeerbare tendens in dit decennium die niet
noodzakelijk leidt tot een economisch verlies. Het gaat bovenal om
een kwestie van volksgezondheid en niemand kan de nefaste
gevolgen van passief roken ontkennen. Dat geldt vooral voor de
werknemers in de sector, voor wie het risico op kanker 50% hoger
ligt.
Het is vanuit deze visie dat ik voorgesteld heb om enkele
vertegenwoordigers van de horecafederaties mee te nemen op een
bezoek aan Ierland.
Zij zouden daar kunnen waarnemen wat het effect is van de nieuwe
reglementeringen en er mijn Ierse collega alsook de
vertegenwoordigers van de lokale horeca ontmoeten. Dit bezoek was
in een eerste fase gepland voor midden december. Het zal nu een
beetje later zijn in overeenstemming met de verschillende agenda's
en met de wetten waarover moet gestemd worden in de Senaat en in
de Kamer.
Ik zal u hoe dan ook op de hoogte houden van de resultaten van de
verschillende overlegsessies. Dat betekent dat wij totnogtoe daarover
nog geen precieze filosofie hebben. Ik kan nu wel reeds zeggen dat
wij samen een goede oplossing wensen te vinden die de economie
04.02 Rudy Demotte, ministre:
La révision de l'arrêté royal de
1990 relatif à l'interdiction de
fumer a longtemps été impossible
à cause de l'opposition du secteur
horeca. Cette révision avait pour
objectif d'étendre la zone non-
fumeur aux trois quarts de la
superficie des cafés et
restaurants. Entre-temps les
esprits ont mûri et le contexte a
changé. Les exemples irlandais et
norvégien démontrent qu'une
interdiction générale de fumer est
bel et bien possible dans le
secteur horeca et la Grande-
Bretagne suivra peut-être
prochainement la même voie. En
Irlande pays dans lequel la
culture-pub est prononcée la
réglementation est bien respectée
et elle est acceptée par la majorité
de la population. La France pense
à accorder un label de qualité aux
cafés et restaurants qui appliquent
l'interdiction de fumer.
Une concertation sera évidem-
ment organisée avec le secteur
horeca. Celui-ci doit se rendre
compte que l'imposition d'une
interdiction de fumer constitue une
tendance irréversible et que le
tabagisme passif constitue une
menace grave pour la santé
publique, a fortiori pour le
personnel horeca lui-même dont le
risque de développer un cancer
augmente même de 50% par
rapport au reste de la population.
Au début de l'année prochaine, les
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
niet zal schaden en die ook zo veel mogelijk door de horecasector zal
aanvaard worden.
représentants du secteur horeca
et moi-même nous rendrons en
Irlande afin d'examiner la situation
sur place. Je suis occupé à
élaborer une réglementation qui
conviendrait à tous et qui
n'entraînerait pas de pertes de
revenus pour le secteur.
04.03 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik ben voor 100% akkoord met uw argument over de
volksgezondheid. Het is zeer belangrijk dat er op het vlak van roken
maatregelen worden genomen.
Anderzijds blijf ik mij vragen stellen over het economische aspect van
de zaak. Ik vrees, ten eerste, dat er in onze cultuur een
inkomensverlies is voor kleinere cafés. Ten tweede, heb ik nog steeds
vragen over hoe men het als eigenaar van een café kan opleggen.
Wanneer er een algemeen rookverbod komt en er toch mensen roken
in de zaak, hoe zal men hen kunnen dwingen om hun sigaret te
doven?
04.03 David Geerts (sp.a-spirit):
Je continue malgré tout de
craindre l'incidence économique
d'une interdiction générale de
fumer dans l'horeca. Je doute que
les exploitants soient en mesure
de faire respecter une interdiction
générale de fumer dans leur
établissement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellation de M. Joseph Arens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
besoins spécifiques des institutions hospitalières de la province de Luxembourg" (n° 481)
05 Interpellatie van de heer Joseph Arens tot de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de specifieke behoeften van de ziekenhuizen in de provincie Luxemburg" (nr. 481)
05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je souhaiterais encore une fois revenir sur une
problématique au sujet de laquelle j'ai déjà interpellé à plusieurs
reprises et qui a trait à l'absence d'agrément pour les programmes de
soins cardiaques dans les cliniques du sud Luxembourg.
Il est, semble-t-il, réellement urgent de s'intéresser à cette situation à
laquelle sont confrontés les hôpitaux de la province du Luxembourg et
plus particulièrement les patients de cette province qui sont
réellement handicapés quant à l'accès aux soins de santé.
Il faut savoir qu'il s'agit d'une province à faible densité de population et
que le patient est parfois obligé, pour certains actes, de parcourir 150
kilomètres. Je pense notamment à l'angioplastie. En effet, les
premiers hôpitaux qui ont l'agrément pour pratiquer ce genre
d'intervention se trouvent à Mont-Godinne ou à Namur qui se trouvent
à plus de 120 km d'Arlon et à 150 km d'Aubange ou de Virton. Or, il
s'avère qu'une trentaine de patients doivent être opérés à Arlon alors
que l'hôpital n'y est pas agréé. Cela signifie que le patient qui est
opéré dans cet hôpital n'est pas remboursé pour l'intervention qu'il a
subie. Pourtant, selon les médecins, le transfert de ce patient vers
Mont-Godinne ou Namur lui serait fatal. C'est ainsi que certains
médecins décident dans l'urgence de pratiquer l'intervention à Arlon.
Lorsque je suis intervenu pour évoquer cette problématique des soins
cardiaques, votre prédécesseur m'a répondu que les médecins
devaient avoir une certaine expérience avant de pratiquer une telle
intervention avec succès. Il faut que vous sachiez que les médecins
05.01 Joseph Arens (cdH): Ik wil
nog eens terugkomen op het feit
dat de cardiale zorgprogramma's
in de Zuid-Luxemburgse zieken-
huizen niet over een erkenning
beschikken. De patiënten van die
provincie hebben slechts een
gebrekkige toegang tot de
gezondheidszorg.
Luxemburg is een dunbevolkte
provincie, waar de patiënt voor
verzorging soms 150 kilometer
moet afleggen. De ziekenhuizen
die over een erkenning beschikken
om een angioplastie uit te voeren,
bijvoorbeeld, bevinden zich in
Mont-Godinne en in Namen. Een
dertigtal patiënten moet in Aarlen
worden geopereerd, hoewel het
ziekenhuis niet over de nodige
erkenning beschikt, waardoor ze
geen recht op terugbetaling
hebben. Dringende operaties
gebeuren echter soms in Aarlen.
Uw voorganger antwoordde me
dat de artsen over de nodige
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
susceptibles de pratiquer cette opération à Arlon, opèrent
régulièrement à Mont-Godinne; cela est vérifié et vérifiable.
Monsieur le ministre, je sais que vous attendez un avis du Conseil
national des établissements hospitaliers relatif aux critères de
programmation pour la cardiologie invasive. Dans l'éventualité où ce
conseil rendrait un avis favorable pour les cliniques du sud
Luxembourg, accepteriez-vous de réexaminer cette problématique?
Quel est votre avis à ce sujet? En outre, puis-je vous demander d'être
attentif à ce qui se passe dans ces cliniques du sud Luxembourg?
Vous devez savoir que certaines communes de cette province ont
accepté d'investir pour rendre l'appareillage existant encore plus
performant. Arlon dispose donc du matériel et des infrastructures
nécessaires pour pratiquer dans des conditions optimales. Seul
manque l'agrément. C'est la raison pour laquelle je souhaite que les
cliniques du sud Luxembourg puissent l'obtenir le plus rapidement
possible.
ervaring moeten beschikken om
een dergelijke ingreep met succes
te kunnen uitvoeren. De artsen die
dat soort operatie in Aarlen
zouden kunnen uitvoeren,
verrichten die ingreep echter ook
regelmatig in Mont-Godinne!
U wacht op een advies van de
Nationale Raad voor ziekenhuis-
voorzieningen betreffende de
programmatiecriteria voor de
invasieve cardiologie. Indien de
Raad een advies verstrekt dat
gunstig is voor de Zuid-
Luxemburgse ziekenhuizen, zou u
dit probleem dan opnieuw willen
bekijken? Verschillende
gemeenten in die provincie deden
investeringen om de apparatuur
van de ziekenhuizen te
verbeteren. Het ziekenhuis van
Aarlen beschikt over het nodige
materieel en over de nodige
infrastructuur om in de best
mogelijke omstandigheden
ingrepen uit te voeren. Het enige
wat het niet heeft, is de erkenning
en ik zou willen dat de Zuid-
Luxemburgse ziekenhuizen daar
zo snel mogelijk kunnen over
beschikken.
05.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur le
député, d'un point de vue général, je suis tout à fait d'accord pour dire
que nous devons assurer un principe d'équité dans l'accessibilité pour
tous à une médecine de haute qualité par le biais d'un système de
soins de santé durable à long terme.
Dans cette philosophie, une programmation de certains services,
basée notamment sur des critères d'activité, s'impose. Il apparaît
clairement que dans certaines situations, un seuil d'activité est requis
- cela ne concerne donc pas seulement des praticiens mais aussi la
globalité de la structure - pour garantir la qualité des prestations.
Sur quoi se base-t-on? Sur les recommandations officielles du
Belgian Working Group on Invasive Cardiology, comme on dit en
wallon! Je vous communique les références exactes des documents
qui fondent la philosophie actuelle: Acta Cardiol 2003 58 341-8.
Il apparaît qu'en dessous d'un certain nombre de dilatations
coronariennes - et je rappelle que cela n'a rien à voir "intuitu
personae", car ce sont des services dont nous parlons ici -, le taux de
complications augmente, ce qui justifie une approche thérapeutique
alternative. Dès lors, il s'avère nécessaire, du point de vue de la
qualité des soins, d'imposer ce seuil d'activité comme critère de
programmation. J'estime d'ailleurs que cette programmation doit tenir
compte des aspects démographiques et géographiques. C'est
05.02 Minister Rudy Demotte:
Algemeen gesteld kunnen we
zeggen dat eenieder gelijke
toegang moet hebben tot een
kwalitatief hoogstaande medische
verzorging, dit via een stelsel van
duurzame gezondheidszorg. Om
die reden is voor bepaalde
diensten een programmering
nodig. Soms moet ook een
minimale activiteitsgraad worden
opgelegd, om de kwaliteit van de
dienstverlening te verzekeren.
We baseren ons daartoe op de
officiële aanbevelingen van de
"Belgian Working Group on
Invasive Cardiology" (referentie:
Acta Cardiol 2003; 58: 341-8).
Indien een arts niet een
minimumaantal coronaire dilataties
verricht, neemt het risico op
verwikkelingen toe en wordt dus
beter voor een andere aanpak
gekozen. De minimale
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
pourquoi je souhaite organiser l'offre de certains programmes de
soins par bassins de soins ou par zones d'attractivité de soins.
J'examinerai sous cet angle double l'avis du CNEH concernant les
critères de programmation pour la cardiologie invasive, dès qu'il
m'aura été transmis car je ne l'ai toujours pas aujourd'hui.
Enfin, je voudrais attirer votre attention sur le fait que l'agrément -
c'est une question importante que je soulève ici - de certains hôpitaux
bien précis, en fonction des critères de programmation qui ont été
définis, ne relève pas de la compétence du fédéral, mais des
Communautés.
activiteitsgraad vormt dus de basis
van de programmatiecriteria, maar
daarnaast wordt ook met
demografische en geografische
aspecten rekening gehouden. Om
die reden wens ik het zorgaanbod
per "zorgregio" of "aantrekkings-
zone" te organiseren. Rekening
houdend met die twee aspecten
zal ik, zodra het mij wordt bezorgd,
het advies van de NRZV met
betrekking tot de programmatie-
criteria voor de invasieve
cardiologie bestuderen.
Ten slotte valt de erkenning van
welbepaalde ziekenhuizen op
grond van de vastgestelde
programmatiecriteria niet onder de
bevoegdheid van de federale
overheid, maar wel van de
Gemeenschappen.
05.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre de sa réponse.
Si j'ai bien compris, l'agrément - en ce compris, pour les soins cardio-
vasculaires - dépend de la Communauté?
05.03 Joseph Arens (cdH): Als ik
het goed begrijp zijn de
Gemeenschappen bevoegd voor
de erkenning, ook als het om
cardiovasculaire behandelingen
gaat.
05.04 Rudy Demotte, ministre: Comme tout ce qui relève de
l'institutionnel en Belgique, c'est une question très délicate. La fixation
des critères dépend du fédéral; la procédure d'agrément, des
Communautés.
Je veux baser la programmation sur les éléments que je viens de
vous décrire. Les critères de qualité doivent être établis en fonction
des bassins de soins qui tiennent aussi compte des conditions
démographiques, car aucun ministre ne le ferait sans cela.
05.04 Minister Rudy Demotte:
Zoals alles wat betrekking heeft op
het institutioneel bestel in ons
land, betreft het hier een netelige
kwestie. De vaststelling van de
criteria is een federale
bevoegdheid, terwijl de Gemeen-
schappen bevoegd zijn voor de
erkenningsprocedure. Ik wil de
programmatie baseren op de
elementen die ik daarnet heb
uiteengezet. De kwaliteitscriteria
moeten worden uitgewerkt
uitgaande van de zorgregio's en
daarbij moet ook rekening worden
gehouden met demografische
aspecten.
05.05 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, je rejoins votre
analyse au sujet des bassins de soins. Dernièrement, j'ai longuement
écouté l'un de vos collaborateurs en parler. Finalement, j'ai
l'impression que nous nous orientons vers ce que j'appellerais des
bassins de pathologies. Statistiquement, il semble que, dans la
province de Luxembourg, nous soyons moins confrontés à des
problèmes cardio-vasculaires que dans d'autres zones du pays. Je
redoute de voir refuser un agrément ou de me trouver confronté à des
critères de capacité d'agrément basés uniquement sur des
statistiques. Or, le problème qui nous préoccupe le plus dans une
05.05 Joseph Arens (cdH): Ik
heb langdurig geluisterd naar uw
medewerkers, die het hadden over
zorgregio's. Uiteindelijk heb ik de
indruk dat wij evolueren naar
zogenaamde pathologieregio's.
Het lijkt erop dat wij statistisch
gezien in de provincie Luxemburg
minder met cardiovasculaire
problemen worden geconfronteerd
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
zone comme Arlon, ce sont ces patients pour lesquels le médecin
juge qu'il n'est plus possible de les transférer à Mont-Godinne ou
ailleurs, parce que c'est situé à 150 kilomètres d'Arlon.
En effet, le risque est trop important de refuser de pratiquer
l'intervention à Arlon, dans cette clinique qui possède l'équipement ad
hoc. Dans ce cas-là, aucune dérogation n'est possible pour obtenir
par la suite les remboursements de cet acte. Je crains que,
finalement, une zone comme le Luxembourg soit victime de ce que
j'appellerais des "bassins de pathologies", basés sur des statistiques.
dan in andere gebieden van het
land. Ik ben beducht voor
weigeringen van
erkenningsaanvragen of voor de
invoering van erkenningscriteria
die louter op statistische gegevens
zijn gebaseerd.
Ik vrees dat een regio zoals
Luxemburg op grond van
statistieken uiteindelijk het
slachtoffer wordt van een indeling
van het land in zogenaamde
"pathologieregio's".
05.06 Rudy Demotte, ministre: Je ne sais évidemment pas faire de
commentaires sur une appréciation. J'attendrai l'avis du CNEH. Nous
verrons, sur base des critères que je viens de définir, quelle sera la
forme à prendre. Je n'aime pas le terme "bassin de soins". C'est une
expression que j'utilise par défaut; j'en cherche une autre.
05.06 Minister Rudy Demotte: Ik
kan uiteraard geen commentaar
geven op een schatting. Ik wacht
op het advies van de NRZV.
Uitgaande van de criteria die ik net
heb omschreven, zullen we zien
welk etiket we hierop moeten
plakken. Ik hou niet van de term
"zorgregio". Ik gebruik dat woord
node, bij gebrek aan beter, en ik
zoek een betere term.
05.07 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, j'ai déposé une
motion de recommandation pour inciter le gouvernement à vous
donner un coup de main, tant au niveau budgétaire qu'au niveau de la
définition des critères, afin que dans chaque région de ce pays le
patient puisse profiter des soins nécessaires et adaptés à sa
pathologie.
05.07 Joseph Arens (cdH): Ik zal
een motie van aanbeveling
indienen om de regering ertoe aan
te zetten u zowel financieel als bij
de vaststelling van de criteria te
steunen, opdat de patiënt in elke
regio van dit land de verzorging
krijgt die hij nodig heeft.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par M. Joseph Arens et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Joseph Arens
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
demande au gouvernement
de tenir compte des spécificités de la province du Luxembourg (territoire à faible densité de population,
distance à parcourir entre domicile et infrastructures de soins) et d'accorder l'agrément nécessaire à
l'Intercommunale des soins de santé du Sud Luxembourg pour la pratique des interventions chirurgicales
cardio-vasculaires (programme B complet)."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Joseph Arens en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Joseph Arens
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
vraagt de regering
rekening te houden met de specifieke kenmerken van de provincie Luxemburg (geringe
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
bevolkingsdichtheid, grote afstand tussen de woonplaats en de zorgvoorzieningen) en de "Intercommunale
des soins de santé du Sud Luxembourg" de nodige erkenning voor het uitvoeren van cardiovasculaire
heelkundige ingrepen (volledig B-programma) te verlenen."
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Yolande Avontroodt, Colette Burgeon et Magda De
Meyer.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Yolande Avontroodt, Colette Burgeon en Magda De
Meyer.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
06 Question de Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de abortuspil RU-486" (nr. 4506)
06.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, après le récent retrait du Vioxx, la pilule de contraception
RU-486 fait l'objet d'un avertissement de la part de l'Agence fédérale
américaine chargée du contrôle des produits alimentaires et
pharmaceutiques. La Food and Drug Administration (FDA) a en effet
ordonné des mises en garde plus sévères contre les risques
d'infections bactériennes graves, d'hémorragies et d'autres troubles
sérieux, voire de décès, présentés par la pilule de contraception
d'urgence RU-486.
Alors que la FDA avait déjà imposé que les emballages du Mifeprex
comportent l'avertissement le plus élevé bordé de noir ("black box")
contre les dangers potentiels de ce médicament, à l'avenir, les
avertissements à destination des patients et des médecins
prescrivant cette pilule fabriquée par les laboratoires américains
Danco se verront renforcés. Le nouvel avertissement mentionnera
des infections graves et les hémorragies parmi les risques rares mais
sérieux présentés par le Mifeprex.
C'est en 2000 que la FDA avait autorisé la commercialisation du
produit afin d'interrompre une grossesse jusqu'à 49 jours après le
début du dernier cycle menstruel. L'action de cette pilule consiste à
bloquer la progestérone, une hormone nécessaire pour maintenir la
grossesse. Dans sa mise en garde renforcée, la FDA presse les
femmes ayant pris cette pilule de contacter immédiatement un
médecin si elles ont des douleurs abdominales, des saignements
importants et de la température.
Commercialisée en Belgique sous le nom de Mifégyne, la pilule
abortive RU-486 qui provoque l'interruption de grossesse déjà
implantée ne doit pas être confondue avec la pilule du lendemain, à
prendre au plus tard dans les 72 heures après le rapport sexuel non
protégé.
Mes questions seront les suivantes. Ne faudrait-il pas renforcer les
avertissements à destination des patients et des médecins
concernant la RU-486? Quelles autres mesures concrètes pourraient-
elles être prises rapidement afin de prévenir les effets indésirables de
la RU-486? Je vous remercie pour vos réponses.
06.01 Colette Burgeon (PS): De
Food and Drug Administration
(FDA) bracht een waarschuwing
over de pil RU-486 uit, waarin op
het zeldzame doch ernstige risico
op zware infecties en bloedingen
bij het gebruik ervan wordt
gewezen. De FDA dringt erop aan
dat vrouwen die de pil hebben
ingenomen, onmiddellijk een
dokter contacteren indien zij
buikpijn, hevige bloedingen of
koorts krijgen. De pil RU-486, die
in België onder de naam Mifegyne
wordt verkocht, mag niet met de
morning-afterpil worden verward.
Moeten patiënten en artsen niet
uitdrukkelijker tegen de risico's
van de pil RU-486 worden
gewaarschuwd? Welke andere
concrete maatregelen kunnen snel
worden genomen teneinde de
ongewenste effecten van die pil te
voorkomen?
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
06.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, la Mifégyne
(Mifepristone) est enregistrée en Belgique depuis le 22 novembre
1999. Elle est indiquée pour les interruptions volontaires de grossesse
et pour l'induction du travail lors de mort foetale in utero.
Les conditions de délivrance de cette pilule abortive ont été
déterminées par l'arrêté royal du 7 mai 2000. La délivrance ne peut
être faite que par un pharmacien hospitalier sur présentation d'une
prescription et d'une attestation, toutes deux rédigées en double
exemplaire par un médecin.
L'attestation précise également que l'interruption de grossesse se fait
dans le cadre de l'article 350 du Code pénal. Ceci implique
notamment que le médecin sollicité pour une interruption de
grossesse doit informer l'intéressée des risques médicaux actuels ou
futurs qu'elle encourt en raison de cette interruption de grossesse.
Cette réglementation permet de s'assurer que l'utilisation de ce
médicament est effectuée dans des conditions permettant une bonne
information des patientes. Le résumé des caractéristiques du produit
"Mifégyne" mentionne le risque hémorragique parfois grave rencontré
dans 0 à maximum 1,4% des cas. Aucun cas d'effets indésirables n'a
été rapporté à ce jour au Centre belge de pharmacovigilance.
En deuxième lieu, il faut noter que la "Mifégyne" est enregistrée par la
procédure européenne de reconnaissance mutuelle. On verra dans
d'autres questions qui seront posées aujourd'hui que cela a parfois
des conséquences dans nos choix, l'Etat membre de référence étant,
dans le cas qui nous occupe, la France.
Consécutivement à la communication de la FDA, le groupe de travail
européen en charge de la pharmacovigilance a été chargé de
l'évaluation des données disponibles et examinera, lors de sa
prochaine réunion, la nécessité de modifier, au niveau européen, le
résumé des caractéristiques du produit et la notice destinée à la
patiente.
06.02 Minister Rudy Demotte:
Mifegyne is in België sinds 22
november 1999 geregistreerd. De
pil kan slechts na overlegging van
een voorschrift en een verklaring,
beide opgesteld door een
geneesheer, door een ziekenhuis-
apotheker worden afgeleverd. De
arts moet zijn patiënte duidelijk
informeren over de medische
risico's die de zwangerschaps-
afbreking bij de inname van de pil
en daarna kan meebrengen. Eén
van de vermelde kenmerken van
Mifegyne is het risico op
bloedingen die soms hevig kunnen
zijn. Tot op heden werden aan het
Belgische Centrum voor Genees-
middelenbewaking nog geen
ongewenste effecten bij de
toediening van Mifegyne gemeld.
Mifegyne werd geregistreerd
conform de Europese procedure
van wederzijdse erkenning,
waarbij Frankrijk als referentie-
lidstaat was aangewezen. Na de
mededeling door de FDA werd de
Europese werkgroep voor de
geneesmiddelenbewaking belast
met de evaluatie van de
beschikbare gegevens. Op haar
volgende vergadering zal ze
nagaan of de samenvatting van de
kenmerken van het product en de
bijsluiter op Europees niveau
moeten bijgewerkt worden.
06.03 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Pour ma part, je crois que, comme
d'habitude, il faut rester vigilant en la matière.
06.03 Colette Burgeon (PS): We
moeten waakzaam blijven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Colette Burgeon au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les substances toxiques dégagées par certains désodorisants" (n° 4507)
07 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de giftige stoffen die bepaalde luchtverfrissers verspreiden" (nr. 4507)
07.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, certains désodorisants ou parfums d'ambiance dégagent
plus de substances toxiques que lors de mesures de pureté de l'air
effectuées dans la rue de la Loi à Bruxelles, a-t-on appris, ce 22
novembre, à la lecture des résultats d'une enquête réalisée
conjointement par l'association de défense des droits des
consommateurs, Test-Achats, et par le Bureau européen des unions
des consommateurs (BEUC).
07.01 Colette Burgeon (PS): Uit
onderzoek is gebleken dat het
vervuilende effect van 37
luchtverfrissers en sfeerparfums
die op de Belgische markt
beschikbaar zijn, vaak sterker is
dan het stadsverkeer. Op
Europees niveau bleken 54 van de
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
Au niveau belge, 37 produits ont été analysés par les deux
organismes. Dans bien des cas, ces produits affirmant assainir ou
purifier l'air se révèlent être des polluants parfois plus importants que
les pollutions urbaines. A titre d'exemple, Test-Achats et le BEUC
citent le benzène, substance reconnue cancérigène pour l'homme, qui
a été détecté dans l'air après la combustion de deux bâtonnets
d'encens.
Il apparaît également que la concentration de benzène au niveau de
la rue de la Loi varie autour de 6 microgrammes par mètre cube alors
qu'un désodorisant liquide ouvert durant deux heures peut en produire
jusqu'à 8 microgrammes par mètre cube.
Sur les 76 produits analysés au niveau européen, 54 ont révélé des
substances cancérigènes possibles pour l'homme, 45 recelaient des
substances dangereuses, 32 contenaient des substances irritantes et
61 présentaient des substances allergènes cutanées.
Le marché de ces parfums d'ambiance et des désodorisants de
maison est en pleine expansion et, selon des chiffres dévoilés par
Test-Achats, représente un budget annuel de 44 millions d'euros.
Le secteur est peu réglementé car ces produits ne sont pas
considérés comme des cosmétiques. Actuellement, la Commission
européenne travaille sur le projet "Reach" qui vise à établir une
réglementation et un meilleur contrôle des produits chimiques
fabriqués par l'industrie. Les entreprises chimiques fabriquant plus
d'une tonne de produits par an devront ainsi se soumettre à un
système d'enregistrement, d'évaluation et d'approbation des
substances chimiques.
Aussi, monsieur le ministre, permettez-moi de vous poser les
questions suivantes:
1. Afin de limiter les effets toxiques dégagés par ces "polluants
masqués", Test-Achats veut que les substances entrant dans la
composition des désodorisants de maison fassent l'objet de tests
toxicologiques avant leur mise sur le marché, que les substances
allergènes et irritantes soient indiquées sur l'étiquette et que la
publicité et le marketing de ce secteur soient réglementés afin d'éviter
tout message mensonger. Que pensez-vous de ces propositions? Ne
pourrait-on pas les rendre rapidement effectives dans un souci de
santé publique et de protection du consommateur?
2. Ne faudrait-il pas retirer du marché trois désodorisants produisant
des substances cancérigènes à des concentrations supérieures aux
normes de l'OMS, tel que le recommande Test-Achats?
76 onderzochte producten
kankerverwekkende stoffen te
bevatten, 45 gevaarlijke stoffen,
32 irriterende stoffen en 61 stoffen
die huidallergie veroorzaken. De
sector heeft een jaarlijkse omzet
van 44 miljoen euro, kent een
sterke ontwikkeling en is weinig
gereglementeerd. Op dit ogenblik
bereidt de Europese Commissie
het project "Reach" voor, dat ertoe
strekt een regelgeving op poten te
zetten.
Test-Aankoop wil dat de
bestanddelen van die luchtverfris-
sers aan toxicologische tests
worden onderworpen voordat ze
op de markt worden gebracht, dat
de allergene en irriterende stoffen
op de verpakking worden vermeld
en dat de reclame en de marketing
in die sector worden
gereglementeerd teneinde
bedrieglijke boodschappen te
voorkomen. Wat vindt u van die
voorstellen? Zouden ze niet snel in
concrete maatregelen kunnen
worden omgezet, teneinde de
volksgezondheid en de consument
te beschermen? Is het niet
wenselijk op de aanbeveling van
Test-Aankoop in te gaan en drie
luchtverfrissers uit de handel te
nemen, omdat bij het gebruik
ervan een hoeveelheid kanker-
verwekkende stoffen vrijkomt die
hoger dan de WGO-normen ligt?
07.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame la
députée, je voudrais dans un premier temps revenir à votre question
parlementaire précédente (n° 4211) sur le formaldéhyde et les deux
produits détergents Ajax et Saint-Marc.
Les services d'inspection de la direction générale Environnement ont
prélevé une série de produits différents. Ces échantillons ont été
analysés par le VITO (Vlaamse instelling voor technologisch
onderzoek) dans le but de détecter la présence de formaldéhyde.
07.02 Minister Rudy Demotte: In
verband met formaldehyde en de
detergenten van het merk Ajax en
Saint-Marc kan ik u meedelen dat
VITO, de Vlaamse Instelling voor
Technologisch Onderzoek, een
aantal stalen geanalyseerd heeft.
Daarbij is gebleken dat de
formaldehydeconcentratie ver
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Il ressort de ces analyses que la concentration en formaldéhyde était
loin en dessous du seuil de tolérance admis. L'étiquette des produits
examinés ne doit donc pas faire l'objet d'une mention spéciale au
sujet de formaldéhyde, comme prévu dans l'arrêté royal du 17 juillet
2002 portant réglementation de la répartition, de l'emballage et des
caractéristiques des préparations dangereuses en vue de les mettre
sur le marché et de les utiliser.
En ce qui concerne les effets toxiques dégagés par les polluants
masqués, pour Test-Achats, les substances entrant dans la
composition des désodorisants doivent faire l'objet de tests
toxicologiques avant leur mise sur le marché. Toujours d'après Test-
Achats, il faut que les substances allergènes et irritantes soient
indiquées sur l'étiquette et que la publicité et le marketing de ce
secteur soient réglementés afin d'éviter tout message mensonger.
Vous demandez si l'on peut rendre ces propositions rapidement
effectives?
Je vais répondre à votre première question et en partie à votre
seconde question au sujet de la problématique générale des
désodorisants. Les services d'inspection de la DG Environnement
sous la tutelle de mon collègue M. Tobback ont reçu la mission
d'examiner tous les désodorisants et parfums d'intérieur qui, selon
Test-Achats, diffusent des substances génératrices de cancer. Ces
services travaillent en collaboration avec les services d'inspection des
Affaires économiques et tous les produits seront analysés en fonction
des substances toxiques qui sont citées. Les résultats devraient nous
être communiqués dans trois semaines.
S'il s'avère, au vu de ces résultats, qu'il y a un danger pour
l'environnement et la santé, ces produits seront retirés du marché. Si
les seuils de tolérance ne sont pas dépassés, il sera alors envisagé,
en collaboration avec le ministre de l'Environnement, de mener une
campagne de sensibilisation à l'attention des personnes les plus
vulnérables, notamment les personnes âgées ou asthmatiques.
De plus, ce marché concerne non seulement la Belgique mais aussi
toute l'Europe. Il s'agit d'un marché florissant mais qui ne peut en
aucun cas se développer au détriment de la santé ou de
l'environnement. Le dossier va donc être étudié au niveau de la
Commission européenne afin d'envisager l'introduction de cette
problématique dans le cadre de la réglementation européenne.
D'après les résultats qui vont nous parvenir, s'il s'avère que ces
produits sont effectivement dangereux, je vais, avec mon collègue de
l'Environnement, saisir la Commission, notamment la DG Santé et la
DG Environnement, afin de prendre les mesures qui s'imposent en
matière d'étiquetage et de réglementation sur le taux de toxicité de ce
type de produits qui ne sont jusqu'à présent soumis à aucun contrôle.
onder de toegestane
drempelwaarde lag. Op het etiket
van deze producten hoeft dan ook
geen speciale vermelding van het
formaldehydegehalte te staan.
De inspectiediensten van het DG
Leefmilieu hebben opdracht
gekregen alle luchtverfrissers en
kamerparfums die volgens Test-
Aankoop kankerverwekkende
stoffen zouden verspreiden, te
onderzoeken. Alle producten
zullen geanalyseerd worden. De
resultaten zouden ons over drie
weken meegedeeld moeten
worden. Producten die effectief
een gevaar opleveren, zullen uit de
handel genomen worden. Als de
drempelwaarden niet over-
schreden worden, zal eventueel
een informatiecampagne gevoerd
worden om de meest kwetsbare
doelgroepen voor dit probleem te
sensibiliseren.
Het gaat om een booming branche
in heel Europa. De uitbreiding van
deze markt mag evenwel in geen
geval ten koste gaan van de
volksgezondheid en het milieu. Het
dossier moet op Europees niveau
onderzocht worden. Als deze
producten gevaarlijk blijken te zijn,
zal ik het dossier voor de
Europese Commissie brengen,
meer bepaald voor het
Directoraat-generaal Milieu en het
Directoraat-generaal Gezondheid
en Consumentenbescherming,
opdat de gepaste maatregelen
getroffen worden inzake
etikettering en regelgeving
betreffende de toxische
bestanddelen van deze producten,
die tot nu toe aan elke vorm van
controle ontsnappen.
07.03 Colette Burgeon (PS): Pourrons-nous avoir connaissance des
résultats de l'étude que vous recevrez dans trois semaines? Je sais
que M. Tobback a dit qu'il n'y avait pas de danger mais, en fin de
compte, la population ne sait plus ce qu'elle doit faire. À un certain
moment, les gens pensaient bien faire en utilisant ces désodorisants;
puis, on donne l'alerte car on se rend compte qu'il y a des problèmes
et, finalement, on calme les esprits. On ne sait plus sur quel pied
danser!
07.03 Colette Burgeon (PS): U
heeft het over drie weken. Kan u
ons de resultaten bezorgen zodra
u ze ontvangen heeft? De heer
Tobback heeft gezegd dat er geen
gevaar is, maar de bevolking weet
niet meer waar ze aan toe is.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
07.04 Rudy Demotte, ministre: Dans ce dossier comme dans tous
les dossiers de santé publique et d'environnement, c'est la raison et la
science qui doivent nous guider. Donnons à nos instituts mission de
dire quel est, dans l'état de nos connaissances voyez la prudence
dans les mots - la jauge objective de danger. Je ne parle pas ici de
fantasmes. Si, d'une part, les firmes font parfois des produits qui
peuvent se révéler néfastes pour la santé car leur seul intérêt est le
profit, il est, d'autre part, des organisations ou des gens qui vivent
également de la peur du grand public. La raison d'un pouvoir public
est d'essayer d'établir des équilibres en fonction de l'état des
connaissances.
07.04 Minister Rudy Demotte: In
alle dossiers van Volksgezondheid
moeten de instellingen ons
objectief kunnen zeggen welk
gevaar er bestaat. De bedrijven
produceren soms gevaarlijke
dingen, maar er bestaan ook
organisaties die inspelen op de
angst van het grote publiek. De rol
van de overheid bestaat erin een
evenwicht te vinden volgens de
stand van de wetenschappelijke
kennis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de runderoormerken" (nr. 4547)
08 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
marques auriculaires pour les bovins" (n° 4547)
08.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, in het kader van dierenziektebestrijding moet in België elk
rund twee oormerken krijgen met eenzelfde nummer. Dit moet
gebeuren in de eerste levensweek van het kalf. De verdeling van de
nummers gebeurt in Vlaanderen door DGZ en in Wallonië door
ARSIA. De erkenning van de producent van de oormerken wordt
echter door de federale overheid, met name door uw departement,
verleend.
De laatste jaren was er een probleem met de oormerken. Ze waren
van een duidelijk slechtere kwaliteit. De oormerken braken af na twee
of drie jaar, terwijl er vroeger pas na vier à vijf jaar slijtage was. Om
wettelijke in orde te zijn diende de veehouder telkens nieuwe
oormerken aan te vragen en de runderen opnieuw te merken. Dit
bracht extra werk en extra kosten met zich mee. Wanneer bij
controles bleek dat er geen identificatie mogelijk was, kreeg men
bovendien boetes en zelfs een premieverlies.
Ik weet dat u samen met de sector en de Gewesten aan het zoeken
bent naar een oplossing. Zo werd er een overeenkomst gesloten met
DGZ Vlaanderen en ARSIA. Wat de verdelers van de oormerken
betreft, kregen zij de bevoegdheid om een nieuwe leverancier te
zoeken. De toekenning zou gebeuren op basis van een lastenboek.
Als een leverancier zou voldoen aan dit lastenboek, dan zou u uw fiat
geven voor de erkenning van de leverancier. Tot nu toe is er nog altijd
geen beslissing en is er dus geen nieuwe leverancier gevonden. De
veehouders blijven dus werken met de oormerken van slechte
kwaliteit.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Is er al een lastenboek opgesteld? Zo ja, is er al een leverancier die
voldoet aan het lastenboek?
Is er al een leverancier, of zijn er al meerdere leveranciers, waaraan u
08.01 Nathalie Muylle (CD&V):
Dès la première semaine après sa
naissance, chaque bovin est muni
de deux marques auriculaires
portant le même numéro. Les
marques sont distribuées en
Flandre par la DGZ
(dierengezondheidszorg) et en
Wallonie par l'ARSIA (association
régionale de santé et d'identifi-
cation animales). Les autorités
fédérales sont compétentes pour
l'accréditation du fabricant des
marques auriculaires. Ces
dernières années, des problèmes
se sont posés au niveau de la
qualité des marques. Après
concertation avec les éleveurs et
les Régions, les deux organismes
ont dû se mettre à la recherche
d'un nouveau fournisseur.
Un cahier des charges a-t-il déjà
été élaboré? A-t-on trouvé un
fournisseur qui répond aux
conditions du cahier des charges?
Quand recevra-t-il son
accréditation? Quand la
distribution des nouvelles marques
commencera-t-elle?
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
de erkenning wilt geven?
Wanneer zal de effectieve verdeling van de nieuwe runderoormerken
effectief van start gaan?
08.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Muylle, de verplichting van identificatie van runderen met twee
plastieken oormerken werd door de Europese overheid opgelegd
sinds 1 januari 1998. Hierdoor werd het vroegere Belgische systeem,
waarbij de identificatie gebeurde met een plastieken en een metalen
oormerk, afgeschaft. Bij deze gelegenheid werd overgeschakeld naar
twee nieuwe oormerktypes die moesten voldoen aan een aantal
nieuwe eisen, zoals fraudebestendigheid en eisen in verband met
hormonenbestrijding en dierenwelzijn; de oormerken moeten loslaten
in plaats van het oor te scheuren.
Aanvankelijk waren de resultaten met deze oormerktypes zeer goed.
Pas na een aantal jaren begonnen de klachten betreffende het
uitvallen van oormerken toe te nemen, vooral bij het type dat in
Vlaanderen gebruikt werd. Zodra deze gegevens bekend werden, is
men ook in Vlaanderen het andere oormerktype gaan gebruiken.
Hierdoor zien wij nu een stabilisering van het aantal aanvragen van
hermerking, en zelfs een tendens tot daling.
Teneinde te kunnen gebruikmaken van de effecten van een positieve
concurrentie tussen de leveranciers van oormerken werd, in overleg
met de landbouworganisaties, Diergezondheidszorg Vlaanderen en
ARSIA, Association Régionale de Santé et d'Identification Animales,
een aantal afspraken gemaakt waarvan de stand van zaken als volgt
is.
Ten eerste, de voorwaarden waaraan fabrikanten van oormerken
moeten voldoen zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 8
augustus 1997. Een aantal vergelijkende testen zowel op
laboratoriumniveau als in de praktijk werden vastgelegd om
bijkomende garanties te bekomen aangaande de geschiktheid voor
het gebruik.
Ten tweede, momenteel zijn zes oormerktypes van drie verschillende
fabrikanten in onderzoek. De definitieve resultaten hiervan worden
begin 2005 verwacht.
Ten derde, zodra de resultaten bekend zijn zullen de oormerken die
gunstig beoordeeld worden een erkenning bekomen.
Ten slotte, vanaf dat ogenblik kunnen zij door de DGZ en ARSIA
besteld en aangekocht worden en verdeeld onder de veehouders die
de vrije keuze hebben tussen een van de erkende oormerken.
Men kan ervan uitgaan dat de veehouders ten laatste tegen midden
2005 over de oormerken van hun keuze zullen beschikken.
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Le 1er janvier 1998, l'ancien
système belge comprenant une
marque en plastique et une autre
en métal a été supprimé étant
donné que la réglementation
européenne imposait une identifi-
cation au moyen de nouveaux
types de marques auriculaires en
plastique, infalsifiables. Dans un
premier temps, les résultats
étaient positifs mais après deux
ans environ les plaintes à propos
de la perte de ces marques ont
commencé à se multiplier. Les
marques utilisées en Flandre
étaient particulièrement concer-
nées par ce problème. La Flandre
a alors opté pour un autre type de
marque et les demandes visant à
obtenir une nouvelle marque après
la perte de la marque initiale ont
commencé à diminuer.
Après concertation avec la DGZ,
l'ARSIA et les organisations
agricoles, les conditions
auxquelles les fabricants devaient
répondre ont été fixées dans
l'arrêté royal du 8 août 1997. Des
tests comparatifs ont également
été mis au point afin d'offrir toutes
les garanties nécessaires. A
l'heure actuelle, six types de
marques auriculaires proposées
par trois fabricants sont examinés.
Les résultats devraient être
connus au début de l'année 2005.
Si les résultats sont positifs,
l'accréditation suivra. La DGZ et
l'ARSIA procéderont à l'achat et à
la distribution des marques. Les
éleveurs disposeront de nouvelles
marques pour la mi 2005 au plus
tard.
08.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, uit de
informatie die ik van DGZ heb gekregen, blijkt dat nog vier firma's en
zeven types overblijven. U spreekt over zes oormerken en drie
fabrikanten. De sector dringt aan op een snelle oplossing. Hun vraag
is simpel: een goed product met een goede prijs-kwaliteitverhouding.
08.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Le secteur insiste sur l'urgence et
sur un bon rapport qualité-prix.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het commercieel bloedplasma" (nr. 4560)
09 Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
09.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, mijn vraag vloeit voort uit mijn vraag die ik in plenaire
vergadering bij de actuele vragen stelde naar aanleiding van de
problematiek die ontstaan is uit Octaplas. U zei toen dat u advies zou
inwinnen en dat u naar een oplossing zocht om enerzijds de eigen
bloedvoorziening te garanderen en anderzijds toch ook een oplossing
te vinden voor de problemen waarmee het Rode Kruis kampt. De
eerste bedoeling was echter de veiligheid van de patiënten inzake
plasmaderivaten te garanderen, omwille van het feit dat het
commerciële plasma minder veilig zou zijn. Dat was trouwens de
basis van uw beslissing om over te schakelen op een andere
methode: de individuele bescherming van de plasmaderivaten.
Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister. Is er reeds een evolutie in
dit dossier inzake de veiligheid van het bloed en de derivaten? Op
welke manier zal u de problemen omtrent de eigen voorziening, die
mogelijk in het gedrang zou komen, oplossen?
09.01 Yolande Avontroodt
(VLD): J'ai déjà posé une question
sur le dossier de l'Octaplas en
séance plénière. Le ministre avait
déclaré à l'époque qu'il recherchait
une solution aux problèmes de la
Croix-Rouge; l'approvisionnement
sanguin propre doit être garanti, la
priorité étant accordée à la
sécurité en matière de sang et de
dérivés sanguins.
Ce dossier a-t-il évolué? Comment
résoudra-t-on les problèmes?
09.02 Minister Rudy Demotte: Dat is een zeer moeilijke vraag en ik
heb dan ook geen eenvoudig antwoord.
Ten eerste, de firma Octapharma ik herhaal het voor de leden van
de commissie heeft vers virus-geïnactiveerd plasma in België
geregistreerd onder de naam Octaplas. De firma heeft eveneens een
dossier voor terugbetaling via de verplichte ziekteverzekering
ingediend. Deze is toegestaan door de commissie Terugbetaling
Geneesmiddelen.
Dit product werd op Europees niveau toegelaten door de
gecentraliseerde procedure. Dat betekent een toelating voor
distributie op het gebied van de ganse Europese Unie. Elk industrieel
geproduceerd geneesmiddel moet, om te kunnen worden
gecommercialiseerd, een vergunning krijgen voor het in de handel
brengen: de zogenaamde AMM. Deze wordt afgeleverd door de
bevoegde Europese of nationale overheden, meer bepaald door het
Europees Agentschap voor de Medische Evaluatie: de European
Agency for Evaluation of Medicinal Products (EMEA). De
farmaceutische bedrijven dienen bij deze overheden een
aanvraagdossier in, de zogenaamde AMM. De evaluatie gebeurt op
basis van wetenschappelijke criteria in termen van kwaliteit, veiligheid
en doeltreffendheid. Als de gecentraliseerde erkenning is toegekend
is ze automatisch geldig voor alle lidstaten van de Europese Unie.
Wij kennen inderdaad niet de oorsprong van het gebruikte plasma. De
prijs van het Rode Kruis-product en dat van Octaplas verschillen
weinig.
De productiemethode van Octaplas omvat inderdaad een pooling van
plasma. Dat is een methode van viro-inactivering door middel van een
solvent detergent. Gepoold bloed komt van verschillende gepoolde
09.02 Rudy Demotte, ministre: Il
s'agit d'une question très
complexe. Octapharma a
enregistré le nouveau plasma
Octaplas et a introduit un dossier
pour obtenir son remboursement
par l'assurance maladie obliga-
toire. La Commission de
remboursement des médicaments
l'a autorisé. L'Agence européenne
d'évaluation médicale, qui étudie
les demandes sur la base de
critères scientifiques de qualité, de
sécurité et d'efficacité, a délivré
une autorisation de distribution.
L'agrément vaut automatiquement
pour tous les Etats membres.
Octaplas étant un plasma
constitué selon la méthode du
pooling, l'utilisation de ce produit
comporte des risques théoriques.
Octaplas n'est d'ailleurs pas
enregistré comme produit sanguin
mais comme médicament. Le
Conseil supérieur de la santé a
demandé à la Croix-Rouge de ne
pas employer la méthode du
pooling. Le fait que le plasma de la
Croix-Rouge doive aujourd'hui
subir la concurrence d'un produit
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
landen en van verschillende groepen donors. Pooling van plasma
wordt als een verhoogd risico op contaminatie beschouwd, omdat een
pathogeen element in een groter volume en dus in een groot aantal
therapeutische verpakkingen kan worden verspreid.
In principe heeft dit product, dat als geneesmiddel en niet als
bloedproduct werd geregistreerd, theoretische risico's met betrekking
tot de veiligheid. Het Rode Kruis heeft de techniek zonder pooling en
met methyleenblauw gevolgd op aanbeveling van de Hoge
Gezondheidsraad. Daarvoor was ook een investering nodig. Ik denk
dat er daarover zelfs een koninklijk besluit bestond.
Het Rode Kruis bevindt zich nu in een concurrentiesituatie tegenover
een product dat niet dezelfde waarborgen biedt en dat als
geneesmiddel en niet als bloedproduct is geregistreerd. Deze
concurrentie kan negatieve gevolgen hebben voor de
plasmaproductielijnen, met inbegrip van de rekrutering van
bloedgevers, en op de productie van stabiele plasmaderivaten, zoals
de immunoglobines, de stollingsfactoren en de albumines.
Ik heb de Hoge Gezondheidsraad al gevraagd naar de potentiële
hogere risico's. Als de Hoge Gezondheidsraad een positief antwoord
geeft, hebben mijn juristen de opdracht alle mogelijkheden te
bestuderen om zo niet de toelating tot de markt te weigeren - dat is
moeilijk en zelfs onwettelijk in de huidige Europese context - dan toch
het voorschrijven ervan te bemoeilijken en te ontmoedigen door de
terugbetalingregels aanzienlijk te herzien.
De balans tussen het risicovoordeel en het kostenvoordeel zal in het
vervolg vaker worden gebruikt bij de aanpassing van de terugbetaling
van geneesmiddelen. Men heeft gezegd dat ik het advies binnen de
drie maanden zal krijgen. Intussen heb ik mijn juristen de opdracht
gegeven de verschillende mogelijkheden te bestuderen om een
oplossing te vinden.
Er is al nieuws in dit debat. Het Rode Kruis pleegt al regelmatig
overleg met mijn kabinet, niet alleen over de problematiek van de
pooling en van Octaplas, maar ook over de problematiek van zijn
eigen plasma.
Ik denk dat het misschien in een andere context zou moeten
besproken worden. Men moet ook rekening houden met het probleem
van de communicerende vaten in de prijsstructuren van het bloed in
België. Men moet weten dat hier het Rode Kruis een te hoge prijs
vraagt voor zijn plasma in het kader van de CAF. De CAF is nu een
coöperatieve maatschappij die in handen is van Nederlanders.
Tweederde van de aandelen is in handen van Nederlanders en wij
hebben een derde in handen van het Rode Kruis. Men staat nu voor
een moeilijkheid omdat de CAF een vermindering vraagt met
ongeveer 13 euro per liter van ons plasma. Indien wij de vraag van de
CAF volgen moeten wij een oplossing vinden om de prijs van het
gewone bloed te verhogen met ongeveer hetzelfde, dus 13 euro. Het
is een zeer hoog bedrag voor de overheid en men heeft al veel
sommen aan het Rode Kruis moeten betalen de jongste twee jaar. Ik
weet het niet meer precies, maar ik denk dat wij verleden jaar 5 tot 6
miljoen euro meer in ons budget uitgegeven hebben. Dit jaar hebben
wij een verhoging wat de "delococitatie" betreft van ongeveer 8
miljoen euro. In twee jaar is dat dus meer dan 10 miljoen euro. Als de
qui n'est pas soumis aux mêmes
règles que lui est susceptible
d'influencer la livraison de plasma.
Le Conseil supérieur m'informera
dans trois mois sur la nature des
risques encourus. Quand je
disposerai de ces informations,
mon service juridique déterminera
quelles mesures nous pourrions
prendre. Le non-remboursement
d'Octaplas en est un exemple.
L'équilibre entre les risques et le
coût d'un produit constituera de
plus en plus un critère à prendre
en compte quand il s'agira de
décider de rembourser ou non.
Un autre problème ayant trait au
plasma est le prix élevé demandé
par la Croix-Rouge dont le
département central de fractionne-
ment, qui est pour deux tiers entre
des mains néerlandaises,
demande une réduction de 13
euros par litre de plasma. Si nous
accédons à cette demande, le prix
du sang devrait donc augmenter
de 13 euros le litre, ce qui induirait
un coût important pour l'Etat qui a
déjà payé cette année huit millions
d'euros à la Croix-Rouge. Et une
augmentation du prix du sang
représenterait aussi un coût
analogue.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
overheid de verhoging voor bloed nog moet betalen, betekent het nog
eens 8 tot 10 miljoen euro. Dus voor ons wordt het nu een zeer
moeilijk en kostelijk probleem. Ik ben ervan overtuigd dat het een zeer
ingewikkelde problematiek is en - ik ben daarmee begonnen - dat ik
daar geen eenvoudig antwoord op heb.
09.03 Yolande Avontroodt (VLD): Dank u, mijnheer de minister,
voor uw antwoord. Het is inderdaad op zijn minst gezegd een
moeilijke oefening, maar er zijn toch drie neveneffecten die mijns
inziens onder uw verantwoordelijkheid vallen .
Datgene wat het meest onder uw verantwoordelijkheid ressorteert is
natuurlijk dat u zelf stelt dat er een theoretisch risico blijft met
Octaplas. Dan is er mijns inziens een probleem. Dit is eigenlijk het
grootste probleem, het probleem van volksgezondheid.
De belangrijkste vraag is of er een risico is of niet. U zegt dat u advies
krijgt van de Hoge Gezondheidsraad over drie maanden. Ik zou, als
minister van Volksgezondheid, dat advies veel sneller vragen. De
mensen drie maanden in de onzekerheid laten met betrekking tot de
veiligheid van het bloed van Octaplas dat op de markt komt, vind ik
niet verantwoord. U heeft een andere procedure ingevoerd omwille
van de veiligheid op advies van de Hoge Gezondheidsraad. U hebt
het over een centrale registratie, waardoor de Europese wetgeving
meespeelt in verband met de toegankelijkheid tot Octaplas. Als
minister van Volksgezondheid een theoretisch risico voor de
volksgezondheid laten bestaan, kan echter niet. Dat kunt u eigenlijk
niet doen.
Vervolgens zal u de neveneffecten in kaart brengen. Er zijn er wellicht
meer dan die die u hebt opgesomd. Er zijn de problemen van het
CAF, het budgettair probleem en het probleem van de eigen
voorzieningen. Als de eigen voorziening in het gedrang komt, komt
heel het netwerk van vrijwilligheid en alle vrijwilligers die met het Rode
Kruis verweven zijn, in het gedrang. Dat is natuurlijk een
maatschappelijk debat. Het is een maatschappelijke meerwaarde dat
het Rode Kruis met één van de poten, met name de bloedgiften, maar
er is meer.
09.03 Yolande Avontroodt
(VLD): Un risque théorique est un
risque. Dans ce cas, un délai
d'attente de trois mois avant
l'obtention d'une réponse est
injustifié. Les risques auxquels
sont exposés les équipements
propres de la Croix Rouge, tel le
réseau de volontaires, constituent
un problème connexe que le
ministre n'a pas évoqué.
De voorzitter: Mevrouw, gelieve af te ronden.
09.04 Minister Rudy Demotte: Het is een zeer belangrijk debat.
09.05 Yolande Avontroodt (VLD): Mijnheer de voorzitter, de
minister zegt dat het een heel belangrijk debat is.
De voorzitter: Mevrouw, het Reglement bepaalt dat een vraag en het antwoord 5 minuten mag duren. Er
zijn nog veel vragen.
09.06 Yolande Avontroodt (VLD): Dank u dat u mij het Reglement
in herinnering brengt. Ik heb dat in het verleden ook gedaan en toen
werd de commissie op uw vraag geschorst. Vroeger werd de
commissie geschorst, als u geen zin had om door te gaan, dan
stopten we. Ik ken het Reglement even goed als u.
09.07 Minister Rudy Demotte: Ik zal heel kort zijn. Er leeft een debat,
zelfs onder mijn medewerkers, over het theoretisch risico. De definitie
van het theoretisch risico is heel verschillend. De artsen die op mijn
09.07 Rudy Demotte, ministre:
Mes collaborateurs ne savent pas
encore eux-mêmes si un risque
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
kabinet het geneesmiddelenbeleid volgen, zeggen dat er, zelfs
theoretisch, absoluut geen hoger risico bestaat. De artsen die op mijn
kabinet het Rode Kruis volgen, zeggen dat er wel een theoretisch
risico bestaat. Ik beschik niet over de wetenschappelijke basis om de
wetenschappelijke waarheid zelf te kunnen vinden. Ik ga met u
akkoord dat het advies van de Hoge Gezondheidsraad sneller moet
worden verkregen. Ik zal een brief sturen om hen aan te manen
vlugger te antwoorden.
Ik heb eveneens overlegd gevraagd tussen de CTG en de Hoge Raad
voor Hygiëne. Hun antwoorden moeten op mekaar afgestemd zijn.
Twee uiteenlopende benaderingen zal ik niet aanvaarden.
existe ou non. Certains suivent la
politique médicale d'Octapharma,
les autres celle de la Croix-Rouge.
Je demanderai au Conseil
supérieur d'hygiène de rendre son
avis plus rapidement. Une
concertation sera également
organisée avec le Conseil
supérieur d'hygiène et la CRM afin
que nous soyons tous sur la
même longueur d'ondes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de verklaring van opname in een ziekenhuis" (nr. 4573)
10 Question de Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
10.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, sinds
enige maanden is het koninklijk besluit van 17 juli 2004 van kracht,
dat ziekenhuizen verplicht om het opnameformulier ter beschikking te
stellen aan patiënten bij de opname in het ziekenhuis. Uiteraard was
het de bedoeling om de patiënt voorafgaandelijk te informeren over de
gezondheidskosten die ten laste van hen vallen, vooral natuurlijk die
ten gevolge van het feit of een patiënt al dan niet een beroep doet op
een geconventioneerd geneesheer. Uiteraard is dat een goede zaak.
Het probleem is dat de opnameformulieren nogal moeilijk en
ingewikkeld zijn. De ziekenfondsen raden daarom de patiënten aan
om het formulier enkele dagen voor de opname thuis rustig door te
nemen en eventueel bijkomende info te vragen. De ingewikkeldheid
van de formulieren heeft waarschijnlijk ook veel te maken met de
complexiteit van de tarieven inzake medische en ziekenhuiskosten die
worden toegepast. Het probleem is des te scherper omdat de patiënt
voor zijn opname wel andere zorgen aan het hoofd heeft dan de louter
financiële aspecten. Daarom heb ik een drietal vragen.
Hoe zit het met de evaluatie van het gebruik van de
opnameverklaring? Komt er dergelijke evaluatie? Zullen er initiatieven
zijn om het formulier te vereenvoudigen?
Wat gebeurt er in het geval van spoedopname, waarbij de patiënt het
formulier enkel kan ondertekenen, zodra hij hiertoe fysiek en mentaal
in staat is? Hoe wordt hij dan behandeld en aan welk tarief? Hij heeft
zich daarover immers niet kunnen uitspreken. Wij gaan er dan
gemakshalve van uit dat de patiënt in afwachting van ondertekening
zal worden behandeld aan geconventioneerde tarieven.
Tot daar mijn vragen, mijnheer de minister.
10.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Depuis l'arrêté royal du 17
juin 2004, les patients reçoivent un
formulaire d'admission en cas
d'hospitalisation. Ce formulaire est
malheureusement si complexe
que les mutualités conseillent aux
patients d'examiner au préalable le
document chez eux.
L'utilisation du formulaire fera-t-
elle l'objet d'une évaluation? Le
formulaire sera-t-il simplifié? Quels
tarifs sont appliqués lorsqu'un
patient, admis dans un service
d'urgence, se voit prodiguer des
soins dans l'attente de la signature
du formulaire?
10.02 Minister Rudy Demotte: Mevrouw de volksvertegenwoordiger,
sinds 1 september bestaat een nieuw opnameformulier in de
ziekenhuizen. Het legt geen nieuwe verplichtingen op wat de bij
opname te verschaffen informatie betreft, maar verzamelt in een
enkel document de informatie die vooraf al aan de patiënten moest
10.02 Rudy Demotte, ministre:
Depuis le 1
er
septembre 2004,
toutes les informations néces-
saires relatives au patient sont
rassemblées dans un seul
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
gegeven zijn. Het nieuwe document is het resultaat van vele
gesprekken en opeenvolgende ontwerpen, om te komen tot een
document dat duidelijker en beter leesbaar is.
Zoals u zelf aangeeft, is de informatie zo complex, doordat de te
behandelen materie zo complex is en er vele regels gelden. De
ziekenfondsen hebben een informatiebrochure opgesteld om de vorm
en inhoud van het document uit te leggen en om te antwoorden op de
vele vragen hieromtrent. Er is ook een brochure uitgebracht door de
administratie van mijn kabinet om de opnamediensten te informeren
over het nieuwe formulier en de gebruiksaanwijzing.
Ik heb aangegeven dat het formulier nog kon verbeterd worden en, zo
mogelijk, ook verduidelijkt en vereenvoudigd op basis van het
praktisch gebruik en de opmerkingen die de ziekenhuizen of anderen
ik spreek hier dan over de ziekenfondsen, de verenigingen, de
patiënten enzovoort ons doorgeven. Ik schat dat we een eerste
evaluatie zullen kunnen doen in de loop van 2005. Op die manier
laten we genoeg tijd voor de toepassing en laten we de instapetappe
voorbijgaan.
We houden alle opmerkingen en voorstellen die sinds 1 september
werden uitgebracht, bij. We stellen echter vast dat de opmerkingen en
vragen met de tijd afnemen. We blijven open voor elk voorstel tot
vereenvoudiging dat toelaat dat de inhoud behouden blijft, maar de
presentatie duidelijker wordt.
Wat de spoedopname betreft, kan het document ondertekend worden
door een vertegenwoordiger van de patiënt indien die zelf niet in staat
is het document van opname te ondertekenen. Indien er geen
vertegenwoordiger bij de opname aanwezig is of erna, moet men
wachten tot de patiënt in staat is het document te ondertekenen.
Indien er geen handtekening is om de keuze van de patiënt te
bevestigen, moet beschouwd worden dat de patiënt geen specifieke
keuze voor een bepaalde behandeling heeft gemaakt. De patiënt zal
dan opgenomen worden in een gemeenschappelijke kamer, behalve
in geval van medische indicatie voor een nodig isolement, en worden
de tarieven van de overeenkomst toegepast.
formulaire. Cette matière étant
particulièrement complexe, les
formulaires le sont également.
C'est pourquoi les mutualités ont
élaboré des brochures d'informa-
tion à l'intention des patients. Mon
SPF en a également élaboré à
l'intention des services
d'admission.
Le formulaire pourrait en effet être
simplifié. Nous procéderons à son
évaluation au cours de 2005. Nous
tiendrons compte de toutes les
observations.
Toutes les remarques formulées
depuis le 1er septembre 2004 ont
été rassemblées et conservées.
Toute autre remarque relative à la
simplification du document est
encore la bienvenue.
En cas d'hospitalisation urgente, le
document peut être signé par le
représentant du patient ou par le
patient lui-même. Si le document
n'est pas signé, on considère que
le patient n'a pas de préférence
spécifique. Il est alors hospitalisé
en chambre commune, à moins
que l'isolement soit indispensable
pour des raisons médicales.
10.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor het antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Questions jointes de
- M. Yvan Mayeur au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les récentes
affirmations selon lesquelles les homosexuels et certaines catégories d'étrangers constitueraient des
groupements à risque et se verraient sur cette base refuser la faculté de donner du sang" (n° 4578)
- Mme Annelies Storms au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les critères de
sélection pour le don de sang" (n° 4643)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Yvan Mayeur aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de recente
beweringen dat homoseksuelen en bepaalde categorieën van vreemdelingen risicogroepen zouden
vormen en op basis daarvan geen bloed zouden mogen geven" (nr. 4578)
- mevrouw Annelies Storms aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
selectiecriteria voor het geven van bloed" (nr. 4643)
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
11.01 Annelies Storms (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, de cijfers
die UNAIDS gepubliceerd heeft naar aanleiding van de Wereld Aids
Dag hebben mij echt angst aangejaagd. In 2003 werden ongeveer 5
miljoen mensen besmet met hiv. Dit is het grootste aantal sedert het
uitbreken van de epidemie. Hoe langer hoe meer vrouwen raken
besmet met aids. Wereldwijd zijn bijna 50% van de personen besmet
met vrouwen en in Afrika loopt dit aantal op tot bijna 60%. Uit het
semesteriele rapport van het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid, over de toestand van aids in België op 30 juni 2004
blijkt, dat 67,1% van de hiv-geïnfecteerde mannen seksuele
contacten hadden met een andere man en dat 5,2% intraveneuze
drugs hadden gebruikt. Overdracht via heteroseksuele weg zou
verantwoordelijk zijn voor 25% van de hiv-infecties. Bij vrouwen wordt
een heteroseksuele overdracht genoemd in bijna 76% van de
gevallen.
De situatie is erg verschillend bij seropositieve personen van andere
nationaliteiten. Daar overheerst de heteroseksuele overdracht voor
beide geslachten: 62,7% bij de mannen en 86,4% bij de vrouwen, of
respectievelijk 1.909 en 2.561 van de meer dan 16.000 besmette
prsonen. Ondanks het feit dat drugsverslaafden en homo's de
grootste risicogroep blijven, besluit het rapport uiteindelijk als volgt: "In
West-Europa kennen we op dit ogenblik een endemische situatie. De
heteroseksuele overdrachtssituatie vertegenwoordigt een toenemend
aantal van de nieuwe gevallen en in verschillende landen vormt zij
zelfs de voornaamste overdrachtswijze van de nieuwe hiv-
geïnfecteerde gevallen en meer dan één derde van de aids-gevallen".
Uit al die cijfers blijkt dus een verschuiving in het voorkomen van aids.
Aanvankelijk was aids een ziekte die voornamelijk optrad bij blanke
homoseksuele mannen, maar tegenwoordig is aids een ziekte
geworden van zwarte heterovrouwen. Dat is niet mijn vaststelling, ze
wordt door heel wat analisten gemaakt. Het lijkt me dan ook voor de
hand liggend om na te gaan of deze verschuiving in het voorkomen
van aids ook zijn gevolgen zou kunnen hebben op de selectiecriteria
die het Rode Kruis hanteert voor het geven van bloed. Ik vraag me
dan ook af of u mijn oordeel deelt dat deze vaststellingen een impact
kunnen hebben op de selectiecriteria voor homo's en buitenlanders.
Daarbij vraag ik me ook af of het toenemend aantal hiv-besmettingen
via heteroseksuele contacten niet vraagt om maatregelen om heel
specifiek aids bij hetero's te voorkomen. Welke maatregelen zult u
nemen? Bij het voorkomen van hiv- en soa-besmettingen speelt ook
het gebruik van het condoom een belangrijke rol. Gekoppeld aan de
maatregel waarbij sedert 1 mei 2004 jonge vrouwen tot en met 20
jaar, 3 euro per maand korting krijgen op anticonceptiva, zouden ook
jongens via verschillende kanalen een half miljoen gratis condooms
uitgedeeld krijgen.
Kunt u meer uitleg geven over de stand van zaken in het project
waarbij condooms gratis worden uitgedeeld? Zijn ze reeds
uitgedeeld? Welke kanalen zijn daarvoor gebruikt? Denkt u eraan om
dit project uit te breiden? In Groot-Brittannië is er een initiatief waarbij
jongens vanaf 11 jaar op school C-cards, condoomkaarten, krijgen
waarmee zij in centra voor geboorteplanning, jeugdhuizen en
apothekers terechtkunnen voor een set van tien gratis condooms.
Iedereen weet dat condooms een zeer goede bescherming vormen
tegen besmettingen. Ze voorkomen ook ongewenste
11.01 Annelies Storms (sp.a-
spirit): A l'occasion de la journée
mondiale du SIDA, ONUSIDA a
publié des chiffres effrayants. En
2003, cinq millions de personnes
souffraient du virus HIV, dont
cinquante pour cent de femmes,
mais ce pourcentage atteint
soixante pour cent en Afrique.
En Belgique, 67,1% des hommes
souffrant du virus HIV ont eu des
rapports homosexuels, alors que
5,2% d'entre eux ont déclaré avoir
consommé des drogues par voie
intraveineuse. Pour les femmes,
les rapports hétérosexuels sont
responsables de 76% des
infections. La situation est très
différente chez les personnes
séropositives d'autres nationalités.
La transmission hétérosexuelle du
virus représente pour ces
personnes respectivement 62,7 et
86,4% des infections. Il s'agit
d'une véritable endémie en Europe
occidentale et les rapports
hétérosexuels sont de plus en plus
souvent la cause de la
transmission du virus HIV.
A l'origine, le SIDA était une
maladie qui touchait les hommes
homosexuels de race blanche,
alors qu'aujourd'hui, il frappe
essentiellement les femmes
hétérosexuelles de race noire. Ce
constat a-t-il une influence sur les
critères de sélection des
homosexuels et des étrangers lors
des collectes de sang? Quelles
mesures le ministre prendra-t-il
pour éviter la propagation du virus
par le biais des rapports
hétérosexuels?
L'utilisation d'un préservatif est
importante pour éviter la
contamination par voie sexuelle. A
partir du 1
er
mai 2004, un demi-
million de préservatifs allaient être
distribués gratuitement. L'opéra-
tion a-t-elle été réalisée? Par quels
canaux? Le ministre va-t-il étendre
le projet?
En Grande-Bretagne, les garçons
à partir de 11 ans reçoivent, à
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
tienerzwangerschappen. Zult u in de toekomst eventueel in meer
gratis condooms voorzien voor de jongeren? Is een project zoals dat
in Groot-Brittannië haalbaar bij ons?
l'école, une carte qui leur donne
droit à une série de dix
préservatifs gratuits. Le ministre
pense-t-il qu'une telle action
pourrait être menée en Belgique?
11.02 Yvan Mayeur (PS): La question de Mme Storms était en fait
double et avait le même objet que ma propre question. La Croix-
Rouge, qui récolte la majeure partie des dons de sang dans notre
pays, écarte, depuis le début de l'épidémie du sida, des catégories de
populations, comme les homosexuels et les étrangers sub-sahariens.
Je désirerais savoir si cette sélection de populations est encore
pertinente aujourd'hui vu que d'autres techniques de dépistage
peuvent être utilisées pour améliorer l'évaluation des risques dans le
don de sang.
Par ailleurs, vingt ans après le début de l'épidémie, la stigmatisation
de catégories de populations entières, de par leur appartenance à
certains groupes, n'est-elle pas discriminatoire? On a voté dans notre
pays une loi contre la discrimination et il faut y être attentif. Plus que
les groupes de populations, ce sont les pratiques à risques qui doivent
être contrôlées et écartées de la possibilité de donner du sang. De
nombreux hétérosexuels sont également menacés par la maladie, ma
collègue y a fait allusion. Les pratiques sexuelles multiples sans
protection constituent également un risque important pour la
transmission de la maladie et elles se pratiquent aussi bien en milieu
homosexuel qu'hétérosexuel. Si on exclut les étrangers sub-sahariens
du don de sang, ne faut-il pas aussi exclure les Européens qui
voyagent dans ces pays et qui peuvent avoir des relations sexuelles
avec des autochtones? Il faudrait alors aussi interdire aux voyageurs
de donner du sang. Si on examine la prévalence de la maladie en
Europe, l'Espagne et le Portugal constitueraient les deux pays où la
maladie s'est développée de la façon la plus importante. Faut-il
exclure les Espagnols et les Portugais du don de sang? En
poursuivant ce type de raisonnement, la Croix-Rouge stigmatise plus
qu'elle ne résout un problème.
Je souhaiterais savoir, monsieur le ministre, si vous êtes prêt à
soutenir la recherche et la mise en oeuvre de modes de dépistage
plus adéquats, qui tiennent mieux compte des pratiques sexuelles des
gens plutôt que de leur appartenance à un groupe. N'y a-t-il pas lieu,
sur le plan scientifique, d'inviter la Croix-Rouge à revoir ses méthodes
et à évoluer, comme l'a fait la maladie? Vingt ans ont passé et il n'est
peut-être plus utile de poursuivre cette politique de stigmatisation telle
que pratiquée aujourd'hui.
11.02 Yvan Mayeur (PS): Bij
bloedinzamelingen heeft het Rode
Kruis twee categorieën van
personen aangemerkt als
behorend tot een risicogroep:
homoseksuelen en mensen uit
landen beneden de Sahara.
Enerzijds bestaan er echter
nieuwe opsporingstechnieken die
een betere evaluatie van het
besmettingsgevaar mogelijk
maken en anderzijds kan men ook
vraagtekens plaatsen bij het
discriminerend karakter van een
dergelijke stigmatisering van de
bevolking. Het komt erop aan het
risicogedrag te controleren en niet
de risicogroepen. Zo brengt het
hebben van veelvuldige seksuele
contacten groot besmettings-
gevaar mee, ongeacht of het
homoseksuelen dan wel
heteroseksuelen betreft.
Als men de logica van het Rode
Kruis volgt, zou de uitsluiting van
mensen uit landen beneden de
Sahara moeten worden uitgebreid
tot mensen die naar die landen
reizen en mogelijkerwijs
betrekkingen hebben met de
plaatselijke bevolking. In het licht
van de prevalentie van de ziekte in
Europa, zou men ook maatregelen
ten aanzien van Spaanse en
Portugese onderdanen moeten
nemen.
Kortom, door de redenering die
door het Rode Kruis wordt
gevolgd, wordt het probleem
alleen maar scherper gesteld maar
niet opgelost.
Vindt u niet dat men het Rode
Kruis moet vragen zijn methodes
te herzien en aan te passen?
11.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, het is een zeer
ingewikkelde materie. Ik merk dat er veel tegengestelde standpunten
bestaan. Ik mag mij natuurlijk niet baseren op opinies, wel op feiten,
11.03 Rudy Demotte, ministre:
Les avis divergent fortement sur
ce problème. Je ne dois pas
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
om mijn beleid te bepalen.
De meeste selectiecriteria voor het geven van bloed zijn op medisch
onderzoek en anamnese gebaseerd. Het is de verantwoordelijkheid
van de afnemende geneesheren om, aan de hand van een vragenlijst,
het nodige te doen om het risico van HIV-besmetting ten gevolge van
seksuele activiteiten en eventueel drugsgebruik te detecteren. Het
gaat hier dus niet over een regel van absolute uitsluiting, maar over
het definiëren van de verschillende gedragingen en van de groepen
die met die gedragingen verbonden zijn.
De bloedtransfusiecentra zijn ervan op de hoogte dat HIV-besmetting
zowel bij heteroseksuele als bij homoseksuele contacten wordt
verspreid. Zij besteden dan ook een bijzondere aandacht aan de
anamnese die toelaat de seksuele gewoonten en eventueel
drugsgebruik in kaart te brengen. Tot uitsluiting van bloedafname
wordt dus enkel op basis van individuele gegevens beslist.
Thans zal ik antwoorden op de vraag over het uitdelen van condooms.
Eerst geef ik wat wetenschappelijke informatie over de maatregelen
met betrekking tot de bloedafname. Dat geeft een meer
wetenschappelijke basis aan mijn antwoord, meer bepaald op de
vraag van de heer Mayeur.
fonder ma politique sur l'opinion de
certaines personnes, mais sur des
faits.
Les critères de sélection des
donneurs de sang reposent sur un
examen médical. Le médecin qui
prélève le sang doit détecter une
éventuelle infection par le virus
VIH à l'aide d'une liste de
questions. Le personnel des
centres de transfusion sanguine
sait que le VIH se transmet par
contacts homosexuels et
hétérosexuels. Pour le moment, la
décision de procéder à une prise
de sang est uniquement fondée
sur des données personnelles.
Quand on examine les normes en vigueur dans notre pays, on peut
dire que nous sommes l'un des pays les plus sûrs. Je vais d'abord
rappeler un fait qui est lié à l'intervention de Mme Avontroodt. Elle me
demandait tout à l'heure s'il était important de maintenir la ligne de
production du sang en Belgique. Ma réponse est positive. Pourquoi?
Pas seulement à cause de la question du risque du "pooling"; elle
reste posée et nous verrons ce que répondra le Conseil supérieur de
l'hygiène à ce sujet. C'est surtout parce que l'on a remarqué que,
dans la population intra-belge, au sens large du terme, les risques
théoriques, comparés aux pays voisins, sont inférieurs. Donc, notre
sang est de meilleure qualité. C'est ce qui explique que nous n'avons
pas connu - je touche du bois - des problèmes semblables à ceux
rencontrés dans certains pays voisins.
Des montants énormes sont investis dans la qualité du sang, comme
je l'ai rappelé tout à l'heure. Nous avons là de très grosses dépenses.
Depuis 1961, la Belgique a étendu sa législation.
Je m'attarde un peu sur cette question parce que je voudrais que,
dans ce type de débat de société fondamental, nous ayons un petit
peu de temps. Demander à un ministre de condenser en cinq minutes
tout le savoir scientifique sur les risques potentiels liés à l'usage des
typologies de sang, c'est un exercice qui conduit à l'erreur. Or, j'ai
envie d'être très nuancé car c'est notre responsabilité collective de
l'être dans ce domaine.
Donc, depuis 1961, une loi règle toute la question du sang et des
dérivés sanguins. Que pouvons-nous dire à ce sujet? Nous pouvons
dire plusieurs choses. Grâce à notre population en général - toutes
origines confondues, mais je parle en fait de la population moyenne -,
nous bénéficions d'une plus haute qualité que dans les pays voisins.
Cela dit, je voudrais revenir maintenant sur des éléments relatifs au
sida, plus spécifiquement dans le sang. Chaque prélèvement -
België is een van de veiligste
landen op het vlak van de
bloedtransfusie. Dit wordt
verklaard door de normen die ons
land ter zake hanteert. Er worden
grote bedragen geïnvesteerd in de
kwaliteit van het bloed. Daarnaast
wordt de sector van het bloed en
de bloedderivaten geregeld door
de wet van 1961.
Zoals ik reeds tegen mevrouw
Avontroodt zei, moet volgens mij
de productielijn van bloed in ons
land behouden blijven. Voor de
Belgische bevolking, van welke
origine ook, is het theoretisch
risicopercentage immers lager dan
in onze buurlanden.
Wat AIDS betreft, bij elke
bloedafname wordt de bloedgever
persoonlijk ondervraagd. De
preventiefolder wordt aan de
bloedgevers overhandigd en de
geneesheer vergewist er zich van
dat ze de informatie begrepen
hebben.
Wanneer er sprake is van
risicogedrag, wordt niet
onmiddellijk bloed afgenomen.
Wel worden op dat moment
afspraken gemaakt met het oog
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
comme je l'ai déjà dit dans ma réponse néerlandophone - fait l'objet
d'un interrogatoire personnalisé. On sait que le prélèvement - ou les
dérivés de sang - est à bannir chez des personnes dont l'anamnèse
ou le dossier médical révèle qu'elles présentent un comportement à
risque de transmission du VIH.
Pour ce qui concerne le dépliant d'information sida, il doit être remis
avant tout prélèvement. Ici, nous nous situons bien dans une logique
de prévention secondaire. Je vais en parler dans quelques instants
parce que j'estime qu'elle est absolument fondamentale au chapitre
des contaminations.
Le médecin examinateur va s'assurer que la notion de comportement
à risque a bien été comprise. En effet, il ne suffit pas d'exposer les
risques ou de demander à un donneur potentiel s'il en a effectivement
conscience. C'est ainsi que si la personne reconnaît avoir eu
récemment un rapport non protégé avec un partenaire qui n'est pas
régulier ou avoir eu un rapport anal - il est démontré qu'une des
grandes causes de contamination, aujourd'hui, sont les rapports
anaux on l'invitera, par prudence, à ne pas donner son sang. La
Croix-Rouge a le même rôle. Elle doit donner cette information. Vous
avez sans doute déjà subi des prélèvements de sang. A chaque fois,
ces questions sont posées.
Quand quelqu'un dit avoir eu un comportement à risque, on n'effectue
pas le prélèvement de sang immédiatement. Mais la discrétion est de
rigueur en la matière. Les choses se passent dans le cadre du
contact préalable. A cette occasion, on indique les conditions dans
lesquelles la personne pourrait éventuellement se présenter,
ultérieurement, pour un prélèvement de sang.
Pour exclure les donneurs qui ont un comportement à risque mais
qui, sous la pression sociale, continuent à donner du sang, un
formulaire "pré-don" a été prévu. Ce formulaire est remis à la
personne concernée. Il permet d'analyser la situation avant même le
début de la procédure. Les personnes qui se présentent pour donner
leur sang reçoivent automatiquement le formulaire et disposent du
temps nécessaire pour le remplir. Ce formulaire est parfaitement
anonyme. En d'autres termes, on ne touche pas à la vie privée. En
effet, la nature de certaines questions pourrait être susceptible
d'identifier la personne concernée. Nous sommes donc très prudents
sur ce point. Par ailleurs, il faut savoir que le même formulaire est
remis avant chaque don et que quelques tubes de sang sont retenus
en vu d'être analysés en laboratoire. Ces analyses ont pour objectif de
déceler la présence éventuelle du virus de l'hépatite C, du HIV ou
encore de voir si le donneur est atteint de la syphilis. Le problème
réside évidemment dans la problématique de la fenêtre de déclaration
pathologique. Pour que la détection virale soit possible, il faut tenir
compte, en effet, d'une période de fenêtres. Cet élément est très
important dans la mesure où cette période aveugle est encore
relativement importante aujourd'hui.
Monsieur le président, madame la députée, nous souhaitons tous
pouvoir arriver progressivement à des fenêtres d'identification de la
présence virale de plus en plus courtes. Notre voeu le plus grand est
évidemment qu'au moment du don de sang, même si le donneur a eu
un rapport à risque la veille, on puisse déjà détecter la présence d'un
éventuel virus. Mais cela n'est pas encore possible. Actuellement, la
op een latere bloedgift.
Om bloedgevers met risicogedrag,
die onder sociale druk bloed
blijven geven, te weren, werd een
bloedbestemmingsformulier ont-
worpen. Aan de hand daarvan kan
mogelijk risicogedrag worden
vastgesteld. Dit formulier moet
door de bloedgever worden
ingevuld, voor hij zich voor het kort
medisch onderzoek bij de arts
aanbiedt. Het formulier is
anoniem, want aan de hand van
bepaalde gegevens zou de
persoon immers kunnen worden
geïdentificeerd. Voor elke bloedgift
moet dit formulier opnieuw worden
ingevuld. Er worden ook telkens
bloedstalen afgenomen voor
laboratoriumonderzoek, die onder
meer op hepatitis C, HIV en syfilis
worden getest. Probleem daarbij is
de vensterperiode of blinde
periode tussen de besmetting en
het moment waarop die
besmetting in het laboratorium kan
worden aangetoond. Die periode is
op dit ogenblik nog te lang.
Die vensterperiodes moeten zo
kort mogelijk worden, opdat de
aanwezigheid van een virus op het
ogenblik van de bloedgift zou
kunnen worden vastgesteld, maar
dat is vandaag nog niet het geval.
Tijdens die vensterperiode kan
een HIV-besmetting niet met
zekerheid worden vastgesteld.
Statistisch gesproken verhogen de
seksuele praktijken van
mannelijke homoseksuelen
onder meer omwille van de anale
penetraties de risico's en
bemoeilijken de vaststelling
gedurende de vensterperiode, de
zogenaamde blinde periode. Ik
heb het niet over het theoretische
risico op besmetting van een
groep als geheel. Heteroseksuele
besmettingen komen immers even
frequent voor. Voor homoseksuele
vrouwen bestaat er geen
vergelijkbaar objectief risico.
Daarom wensen we permanent
overleg te voeren met het Rode
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
détection du virus HIV est incertaine durant la période aveugle
correspondant à la période de fenêtre que je viens d'évoquer.
Pour ce qui concerne plus spécifiquement les homosexuels, on sait
que, d'un point de vue statistique, les pratiques des hommes,
notamment en raison des pénétrations anales, multiplient les risques
qui viennent accentuer les problèmes d'identification pendant la
période de fenêtre, la période "aveugle" dont je parlais. Je ne parle
pas ici du risque théorique de contamination global, puisqu'on vient de
montrer que les contaminations hétérosexuelles étaient de plus en
plus fréquentes dans nos pays et que les femmes en étaient les
premières victimes. Nous avons eu pas mal d'informations à ce sujet
pendant la journée dédiée au sida. C'est sur cette base-là que les
questionnaires et les contacts individuels excluent aujourd'hui ce
public.
Pour les femmes homosexuelles, on n'a pas la même attitude: sur la
base de comparaisons scientifiques internationales et des tests
réalisés, il n'y a pas de risque objectif comparable. Voilà pourquoi
nous avons demandé à la Croix-Rouge, aux associations
homosexuelles, aux associations en charge de l'égalité des chances
de maintenir un processus permanent de dialogue pour revoir la
méthodologie de sélection actuelle, dès lors que de nouvelles
techniques permettront de détecter plus rapidement la contamination,
de raccourcir ou d'exclure les périodes de fenêtre. Je le rappelle, la
méthodologie de sélection actuelle n'est pas de type éthique, ce serait
inacceptable. Une méthodologie de sélection ne peut se baser que
sur des éléments d'évidence et sur des preuves scientifiques.
Dans l'ensemble des pays qui comparent aujourd'hui leurs pratiques,
il n'y a pas encore d'alternative présentant un niveau de sécurité
équivalent. Voilà pourquoi nous en sommes aujourd'hui encore à
cette pratique, avec une définition qui sera modifiée dans les
formulaires. Au départ, les formulaires étaient "limites" dans leur
manière de présenter les risques parce qu'ils donnaient l'impression
que l'appartenance à un groupe était le facteur de risque, alors que la
Croix-Rouge voulait qualifier les risques liés à la pratique dans des
groupes déterminés, ce qui est très différent. Nous revoyons donc
pour le moment la terminologie du formulaire. Je n'en suis pas encore
totalement satisfait. C'est la science qui apportera vraisemblablement
des réponses complémentaires.
Kruis, de verenigingen voor
homoseksuelen of verenigingen
die zich met het gelijke-
kansenbeleid bezig houden, om de
selectiemethode te herzien van
zodra nieuwe technieken het
mogelijk maken de besmetting
snel vast te stellen en de
vensterperiodes te verkorten of
buiten beschouwing te laten. De
huidige selectiemethodologie is
niet ethisch, maar wel weten-
schappelijk gefundeerd.
In de landen die hun methodes
vergelijken, is er nog geen veiliger
alternatief voorhanden. Vandaar
dat we ons vandaag aan die
methode houden. Oorspronkelijk
gaf men de indruk dat het behoren
tot een groep de risicofactor was
terwijl men in feite de praktijken
binnen bepaalde groepen
bedoelde. We zullen de
formulieren dus moeten
herschrijven. De wetenschap zal
de bijkomende antwoorden
leveren.
Ik zal nu antwoorden op uw andere vragen.
In antwoord op uw vraag over de uitdeling van condooms in het kader
van de maatregelen bedoeld om de toegang tot anticonceptiva voor
jongeren te verbeteren, kan ik u bevestigen dat 500.000 condooms
werden uitgedeeld. De gebruikte kanalen zijn de apotheken, de
ziekenfondsen en de Gemeenschappen. Deze laatste hebben
besloten hun stock uit te delen via de centra voor familieplanning in
Wallonië en via Sensoa in Vlaanderen. De stock van condooms werd
verdeeld in juni 2004 en de condooms werden uitgedeeld in het kader
van acties van de genoemde organisaties alsook door de apotheken.
Ten derde, de uitdeling van condooms is een bijkomende maatregel
tot toegang van contraceptiva voor jongeren. Het hoofddoel is de
communicatie over de maatregel die herinnert aan de nood van
dubbele bescherming, te ondersteunen. De dubbele bescherming
Cette année, un demi-million de
préservatifs ont été distribués par
les pharmacies, les mutualités, les
centres de planning familial et
l'organisation Senso dans le cadre
de l'action de sensibilisation sur
les MST et les grossesses non
désirées. Cette campagne sera
reconduite l'année prochaine.
Nous n'avons pas encore pris de
décision à propos de la répartition
du budget total entre les
campagnes de communication et
la distribution de préservatifs. Je
n'exclus cependant pas
d'augmenter encore le nombre de
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
tegen ongewenste zwangerschappen en tegen soa's is immers ook
een belangrijke boodschap.
De informatiecampagne over de maatregelen, met inbegrip van de
uitdeling van condooms, zal in 2005 worden herhaald. Over de
verdeling van het budget tussen communicatie en condooms moet
nog worden beslist. Ik sluit niet uit dat het aantal uit te delen
condooms zal worden verhoogd.
Wat uw voorstel betreft om de Engelse methode toe te passen,
verwijs ik u door naar de Gemeenschappen, die verantwoordelijk zijn
voor de primaire preventie.
Ten vierde, zoals u weet, valt de bestrijding tegen HIV onder de
bevoegdheden van vele instellingen, zowel op federaal niveau als op
het vlak van de Gemeenschappen.
Op 6 december 2004 werd de problematiek van HIV besproken op de
Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. De Conferentie is
samengesteld uit alle verschillende ministers die de gezondheid onder
hun bevoegdheid hebben. Na bespreking werd besloten de
problematiek van de ziekte in de groep infectieziekten op te nemen,
onder andere om een hele inventaris op te maken van wie wat doet in
België.
Persoonlijk vind ik het erg belangrijk om inspanningen te leveren op
het gebied van secondaire preventie. Ik heb het tijdens deze
commissievergadering al gehad over de preventie. Het is heel
belangrijk te vermijden dat besmette personen anderen zouden
besmetten door een gebrek aan informatie en onvoorzichtigheid.
De traceerbaarheid van de besmetting is heel belangrijk. Op
1 december hadden wij met de ministers van de Franstalige
Gemeenschap en het Waals Gewest bevoegd voor gezondheid een
gesprek over een geval van een seropositieve architect, die een lijst
gaf van de verschillende vrouwen met wie hij niet-beschermde
contacten had. Die vrouwen hadden voor de helft ook regelmatig
contact met andere mannen. Wij hebben ongeveer 25 besmette
personen kunnen identificeren op basis van de informatie van deze
man die de lijst van vrouwen met wie hij contacten had heeft
bekendgemaakt. Dit betekent dat de secondaire informatie in verband
met HIV een zeer belangrijke rol is voor de artsen. Wij moeten
daaraan dus veel aandacht besteden.
préservatifs à distribuer.
Mme Storms m'a interrogé sur le
modèle britannique. Elle doit
toutefois poser ces questions aux
ministres compétents des
Communautés.
La problématique du virus HIV a
déjà été abordée à plusieurs
reprises dans le cadre de la
conférence interministérielle de la
Santé publique et sera à l'ordre du
jour du groupe de travail des
maladies infectieuses. Notre
objectif est de dresser un
répertoire de toutes les institutions
et organisations qui s'intéressent à
cette problématique dans notre
pays. En tant que ministre fédéral
de la Santé publique, je me
préoccupe surtout de la prévention
secondaire. Je veux éviter que de
nombreuses personnes soient
contaminées par ignorance. Il
m'est revenu récemment qu'un
homme contaminé était
responsable de quelque vingt-cinq
infections! Ceci démontre
l'importance de la traçabilité des
infections et d'une campagne
d'information approfondie.
11.04 Yvan Mayeur (PS): Ma réplique sera très brève. Monsieur le
ministre, je note que la Croix-Rouge s'oriente vers l'identification de
pratiques à risques, ce qui nous permettra peut-être d'éliminer à
terme la notion de groupes à risques. Cette notion est un peu
obsolète, même si ce que vous avez rappelé est juste. Ce sont bien
des pratiques qui doivent être dénoncées et non des groupes de
personnes.
11.04 Yvan Mayeur (PS): Ik
noteer dat het Rode Kruis opteert
voor het identificeren van
risicopraktijken
waarmee
rekening dient gehouden te
worden
en de notie
risicogroepen laat varen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"het gebruik van antibiotica" (nr. 4586)
12 Question de M. Patrick De Groote au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
12.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, sinds een aantal jaren participeren een aantal
ziekenhuizen in een project rond een antibioticabeleid. Ik som u een
aantal initiatieven op. Registratie van nosocomiale sepsis, een
antibioticum formularium en een lokaal epidemiologisch
resistentiepatroon waren allemaal initiatieven die passen in dat project
dat ertoe leidt dat er rationeel wordt omgesprongen met antibiotica.
Onlangs konden ook andere ziekenhuizen zich aansluiten. Ik heb
vernomen dat zij zich inderdaad goed hebben voorbereid.
Mijnheer de minister, er was sprake dat u de geldkraan in dit project
zou dichtdraaien. In het kader van resistentie is de infectiecontrole,
meer bepaald de ziekenhuishygiëne, een essentiële hoeksteen in die
problematiek. Meer handontsmetting met alcoholische gels, meer
ziekenhuishygiënisten, meer ondersteuning voor laboratoria en meer
sensibilisering zijn een absolute en dringende noodzaak. Ik las in de
krant dat men in het AZ Sint-Jan in Brugge initiatieven heeft
ondernomen met die gels. Ik heb het ook gezien op televisie. Dit is
dus tamelijk actueel.
Mijnheer de minister, zal u het gebruik van alcoholische gels
subsidiëren om aldus de drempel tot het veelvuldig gebruik toe te
laten?
Kunt u ervoor zorgen dat er per 250 bedden, dit is een internationale
standaard, een verpleegkundige ziekenhuishygiënist wordt
aangeworven?
Komt er een campagne tot aanmoediging van de handhygiëne? Komt
er ook een extra ondersteuning van de laboratoria die nu hopen werk
verrichten op het vlak van MRSA-screening, die al die
resistentiepatronen bijhouden?
Uit gegevens van ESAC blijkt dat België topverbruiker is van
moxifloxacine. Dit komt omdat het antibioticum ook in de eerste lijn
mag voorgeschreven worden. Bovendien zijn er studies die bewijzen
dat er alweer een onderscheid is naargelang de Gemeenschap. In
Franstalig België verbruikt men 30% meer antibiotica.
Tegelijk komen ook de oude, maar nog steeds zeer actieve antibiotica
meer en meer onder druk te staan. De productie van penicilline
bijvoorbeeld lag een hele tijd stil. Er is in België geen antibioticum van
de cemafycinegroep beschikbaar voor abdominale operaties.
Wat gaat u doen om dat antibioticaverbruik in Vlaanderen verder
terug te dringen? Welke maatregelen gaat u bijgevolg nemen om
Franstalig België op het niveau van Vlaanderen te brengen?
Zult u moxifloxacine de eerste lijn ontnemen of laat u dat zo?
Wat zult u ondernemen om de productie van de oude antibiotica te
garanderen?
Voorzitter: Luc Goutry.
Président: Luc Goutry.
12.01 Patrick De Groote (N-VA):
Un certain nombre d'hôpitaux
participent depuis quelque temps
déjà à un projet visant à
promouvoir une utilisation
rationnelle des antibiotiques.
D'autres hôpitaux ont récemment
eu l'opportunité de se joindre au
projet. Selon certaines rumeurs, le
ministre aurait l'intention de ne
plus soutenir financièrement le
projet. Qu'en est-il?
L'hygiène hospitalière est un
facteur important dans le cadre du
problème des résistances. Pour
pouvoir contrôler efficacement les
infections, il faut par exemple se
désinfecter plus souvent les mains
à l'aide de gels alcoolisés,
augmenter le nombre d'hygié-
nistes hospitaliers, apporter un
meilleur soutien aux laboratoires
et - surtout - conscientiser tous les
acteurs concernés. Quelles
mesures le ministre a-t-il l'intention
de prendre dans ce cadre? Est-il
possible de subventionner les gels
alcoolisés et le recrutement
d'hygiénistes supplémentaires, les
normes internationales étant d'un
hygiéniste pour 250 lits?
La Belgique détient le record en ce
qui concerne la consommation de
moxifloxacine, car cet antibiotique
peut également être prescrit en
première ligne. En Belgique
francophone, la consommation
d'antibiotiques est supérieure de
30% à celle du nord du pays. La
production d'antibiotiques de
l'ancienne génération est sous
pression. En Belgique, aucun
antibiotique du groupe des
cephamycines n'est disponible.
Quelles mesures le ministre a-t-il
l'intention de prendre pour
continuer à réduire la
consommation d'antibiotiques en
Flandre et pour aligner la
consommation
en Belgique
francophone sur celle de la
Flandre? Le ministre a-t-il
l'intention de ne plus permettre de
prescrire de la moxifloxacine en
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
première ligne? Comment le
ministre a-t-il l'intention de garantir
la poursuite de la production
d'antibiotiques de l'ancienne
génération?
12.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de volksvertegenwoordiger,
ik wens op te merken dat er overal in België een belangrijke
overconsumptie van antibiotica bestaat. Ik ben mij daar ten zeerste
van bewust. U ziet dat ik gereld in de pers kom met informatie
daarover, want ik denk dat het niet alleen over een
besparingsmaatregel gaat maar ook over een zeer ernstige
gezondheidsproblematiek.
Om die reden heb ik in juli van dit jaar aan de Commissie
Tegemoetkoming Geneesmiddelen, de fameuze CTG, gevraagd om
een groepsgewijze herziening van twee klassen van antibiotica door
te voeren. Het betreft de macroliden en de fluoroquinolonen.
Moxifloxacine behoort tot de laatste klasse. Het is bekend dat er
binnen die klasse een belangrijke overconsumptie bestaat, wat een
gevaar betekent voor de gezondheid.
De CTG moet een aanpassing van de vergoedingsvoorwaarden van
de antibiotica van die twee klassen voorstellen. Het betreft zowel een
aanpassing van de vergoedbare indicaties als eventuele
aanpassingen van de vergoedingsmodaliteiten. Hierdoor zal een
correct gebruik van de antibiotica van die klassen worden
gestimuleerd en de overconsumptie ervan worden bestreden. Nadien
kan dat eventueel worden uitgebreid naar de andere klassen. Het
terugbetalingsbeleid van de antibiotica zal worden aangepast aan de
opgestelde richtlijn voor correct antibioticagebruik. Hier worden de
oudere antibiotica vaak in eerste lijn aanbevolen.
Laat ik u in de eerste plaats geruststellen. Het stimuleren van een
adequaat antibioticabeleid zoals intra- als extramuraal blijft natuurlijk
een hoofdprioriteit. De financiering van projecten in ziekenhuizen rond
antibioticabeleid loopt dan ook onverminderd voort. Bovendien heb ik
geld uitgetrokken voor door BAPCOC georganiseerde campagne tot
aanmoediging van de handhygiëne. Het huidige budget voor de
ziekenhuizen voorziet reeds in de financiering van de
verpleegkundigen in het kader van de ziekenhuishygiëne evenals
apothekers, en dit overeenkomstig het aantal en de aard van de
bedden.
De budgettaire ruimte waarover ik beschik, is evenwel niet eindeloos.
De middelen dienen dan ook zo doelmatig mogelijk te worden ingezet.
Zonder een grondige vergelijkende kosten-batenanalyse met andere
prioritaire domeinen in de gezondheidszorg kan ik mij dan ook niet
engageren aangaande de door u aangehaalde noodzaak om in extra
ondersteuning te voorzien van de laboratoria in het kader van de
taken die deel uitmaken van hun normale activiteiten.
Hetzelfde geldt voor een specifieke subsidiëring van alcoholische
gels. Het komt mij voor dat er overal in België een belangrijke
overconsumptie van antibiotica is. Ik zal nog enkele andere
initiatieven nemen op basis van wetenschappelijke voorstellen. Ik
wacht op voorstellen van de verschillende organen die zich daarmee
bezighouden.
12.02 Rudy Demotte, ministre:
Partout en Belgique, on constate
une surconsommation importante
d'antibiotiques. Il ne s'agit pas
uniquement d'une mesure
d'économie mais également d'un
important problème de santé
publique. J'ai demandé en juillet
2004 à la Commission de
remboursement des médicaments
(CRM) de procéder à une révision
groupée de deux classes
d'antibiotiques. La moxifloxacine
appartient à une des classes où il
existe une surconsommation
dangereuse pour la santé. La
CRM doit proposer pour ces
classes une adaptation des
conditions de remboursement.
Cette mesure encouragera
l'utilisation correcte des
antibiotiques et permettra de lutter
contre la surconsommation. Elle
pourra éventuellement être
étendue ultérieurement aux autres
classes.
La politique de remboursement
sera adaptée aux directives
d'utilisation correcte des
antibiotiques dans lesquelles on
recommande souvent en premier
lieu les antibiotiques plus anciens.
Encourager une politique
antibiotique adéquate reste une
priorité. C'est pourquoi le
financement de tels projets dans
les hôpitaux se poursuit. J'ai
également dégagé des moyens
pour une campagne du "Belgian
Antibiotic Policy Coordination
Committee" (BAPCOC) qui vise à
encourager l'hygiène des mains.
Le budget hospitalier dans le
cadre de l'hygiène des hôpitaux
prévoit déjà aussi bien le
financement du personnel infirmier
que celui des pharmaciens, et ce,
en fonction du nombre et de la
nature des lits. La marge de
manoeuvre budgétaire n'est
toutefois pas infinie. Sans une
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
analyse comparative coûts-
bénéfices, je ne puis m'engager à
apporter un soutien
supplémentaire aux laboratoires.
Cela vaut également pour le
subventionnement spécifique des
gels alcooliques. Je prendrai
encore quelques initiatives en
matière de surconsommation
d'antibiotiques sur la base de
propositions scientifiques que
j'attends actuellement.
12.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, het verheugt
mij te horen dat het niet alleen uw bedoeling is om te besparen op
antibiotica, maar dat u ook een daadwerkelijk beleid wenst te voeren
om het gebruik van antibiotica in heel België terug te dringen. Ik hoop
dat u een duurzame strijd aanbindt, ook tegen de resistente bacteriën.
Ik begrijp wel enigszins uw financiële beperkingen. Ik dank u voor uw
antwoord.
12.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je me félicite de constater que le
ministre entend non seulement
réaliser des économies sur les
antibiotiques, mais en réduire
également la consommation dans
l'ensemble du pays. J'espère que
le ministre luttera de manière
durable contre les bactéries
résistantes. Je comprends
toutefois les contraintes
financières du ministre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, ik wil even overleg plegen. Het is 12.07 en de minister wil vertrekken om 12.30
uur. Het is een onmogelijke opdracht om alle vragen nog te beantwoorden. Ik vind het spijtig, want ik heb
zelf ook nog zes vragen. Dat zal voor na nieuwjaar worden. Laat ons toch nog een poging te doen om zo
ver mogelijk te geraken. Ik stel voor om de vragen en antwoorden kort te houden. Beter een korte vraag en
antwoord dan niets.
12.04 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik kan aan
degenen die het wensen de schriftelijke antwoorden bezorgen. Ik heb
al een afspraak met een aantal volksvertegenwoordigers om dit te
doen als er geen tijd meer is om hun vraag mondeling te stellen.
De voorzitter: Dat is een goed voorstel. Misschien kunnen een aantal van mijn vragen daarvoor ook in
aanmerking komen. Wat is de procedure terzake, mijnheer de minister? Zendt u het antwoord dan naar het
betrokken lid?
12.05 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat
wie geïnteresseerd is aan mijn medewerker het schriftelijk antwoord
vraagt en men zal dat onmiddellijk krijgen.
De voorzitter: Ik stel dan voor om de schriftelijke antwoorden aan het secretariaat te geven die dit aan
iedereen kan bezorgen. Een schriftelijke vraag en het antwoord kan immers niet in het verslag worden
opgenomen.
12.06 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, dit moet
officieel als een schriftelijk antwoord worden beschouwd. U moet uw
vraag aan het secretariaat bezorgen en ik zal het schriftelijk antwoord
tezelfdertijd ook aan het secretariaat bezorgen.
De voorzitter: Ik wijs er nogmaals op dat de mondelinge vragen in het verslag komen. De schriftelijke
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
vragen zullen worden verspreid, maar komen niet in het verslag.
(...): ...
De voorzitter: U moet uw vraag dan wel opnieuw indienen.
13 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "un
rapport concernant la toxicomanie en Europe" (n° 4589)
13 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "een
rapport betreffende het drugsgebruik in Europa" (nr. 4589)
13.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je vais essayer d'être bref. L'Observatoire européen des
drogues et toxicomanies (OEDT) de Lisbonne souligne de graves
problèmes pour les consommateurs de produits tels que le cannabis.
Il parle de la fréquence de problèmes sanitaires aigus tels que des
crises de panique ou des troubles psychologiques mineurs qui
pourraient augmenter parmi les consommateurs de cannabis à forte
puissance. Les demandes de traitement évolueraient en ce sens.
Monsieur le ministre, vous n'êtes pas sans savoir qu'un arrêt récent
de la Cour d'arbitrage annule la loi adoptée le 16 mai 2003 et que le
cdH mais aussi d'autres voix se lèvent pour demander une
clarification de notre législation nationale pour qu'une véritable
politique de prévention et, lorsque c'est nécessaire, de répression
puisse être menée.
Quels sont, monsieur le ministre, les principaux enseignements que
vous retirez de ce rapport de l'OEDT? Est-ce que vous comptez enfin
adopter une ligne claire et soucieuse de la protection de la santé en
cette matière? Je vous remercie.
13.01 Melchior Wathelet (cdH):
Het Europees Waarnemings-
centrum voor Drugs en
Drugsverslaving (EWDD) wijst
erop dat gebruikers van producten
zoals cannabis met ernstige
problemen worden geconfron-
teerd. Het verwijst onder meer
naar het veelvuldig voorkomen van
acute gezondheidsproblemen
zoals paniekaanvallen en lichte
psychologische stoornissen.
Tevens zou het aantal aanvragen
voor een behandeling toenemen.
Een arrest van het Arbitragehof
vernietigt de wet van 16 mei 2003.
De cdH wil dat de nationale
wetgeving wordt uitgeklaard zodat
een preventiebeleid en indien
nodig ook een repressief beleid
kunnen worden gevoerd.
Welke lessen trekt u uit het
verslag van het EWDD? Zal u een
duidelijk beleid uitstippelen dat oog
heeft voor de bescherming van de
gezondheid van de jongeren?
13.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, monsieur le
député, je retire du rapport annuel 2004 de l'OEDT que la demande
de traitements pour des troubles liés à la consommation a augmenté.
C'est un fait. Il convient de considérer que ces résultats sont des faits,
mais il faut les interpréter avec prudence dans la mesure où il n'est
pas certain que le phénomène s'explique par une hausse de la
consommation de cannabis.
En effet, il s'agit préalablement de bien comprendre les raisons d'une
telle augmentation. Est-elle due à une simple augmentation de la
consommation? Peut-on l'imputer à des changements dans les
modes de consommation, plus intensifs ou plus réguliers? Est-ce dû à
de fortes concentrations du principe actif du cannabis? On voit
notamment que les cannabis cultivés à domicile ont des taux de
substances actives beaucoup plus élevés. Cette hausse est-elle
attribuable à des systèmes de collecte de données qui seraient eux-
mêmes plus performants ou à une meilleure orientation des
consommateurs vers des unités de traitement ou des services
13.02 Minister Rudy Demotte: Ik
onthou uit het EWDD-verslag dat
het aantal aanvragen voor een
behandeling voor stoornissen die
verband houden met het gebruik
van bepaalde producten,
toeneemt. Men moet echter de
oorzaken van dat verschijnsel
achterhalen. Is een en ander te
wijten aan een loutere toename
van het gebruik? Of vloeit die
toename van het aantal aanvragen
voort uit wijzingen in het gedrag
van de gebruikers of uit de
aanwezigheid van hogere
concentraties van het actief
bestanddeel van cannabis? Moet
die toename worden
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
sociaux compétents? Toutes ces questions sont posées. Les preuves
de liens ne sont pas encore aujourd'hui suffisantes pour que l'on ait
envers le cannabis une attitude clairement déterminée en Belgique.
Cela dit, en tant que ministre de la Santé, je recommande de ne pas
fumer, je recommande de boire le moins d'alcool possible. Je ne peux
donc pas recommander de fumer du cannabis. Il est donc clair qu'on
doit tenir compte de l'ensemble d'une problématique. Aborder le
problème sous le seul angle de la consommation et de ses effets
médicaux ou pathologiques est évidemment une façon réductrice de
voir les choses. Ce qu'il faut avoir, c'est une démarche psychosociale
envers l'usage de ces drogues douces. C'est l'optique dans laquelle je
propose que l'on ait un regard sur la question. Ma collègue ministre
de la Justice et moi-même, en tant que ministre de la Santé publique,
pensons que c'est exactement dans cette dimension que nous
devons analyser la question du cannabis dans le pays.
Il ne faut certainement pas avoir une vision désincarnée de la réalité
pathologique de l'usage de drogues quelles qu'elles soient, ni une
vision diabolisante dans laquelle on pense que le tout à la répression
répond à la question sur le fond.
Comme je vous le disais, les données actuelles ne sont pas encore
suffisantes pour arbitrer les choix qui doivent être faits. Je demande
effectivement à disposer du plus d'outils scientifiques possible pour
guider l'attitude que je vais développer dans le cadre de ce plan global
auquel j'ai fait allusion à trois reprises déjà.
toegeschreven aan een betere
inzameling van de gegevens of
aan een betere doorverwijzing van
de gebruikers naar de diensten
waar zij kunnen worden
behandeld? Die elementen zijn
nog onvoldoende duidelijk om dat
verschijnsel goed te kunnen
duiden.
Als minister van Volksgezondheid
beveel ik de mensen echter aan
niet te veel te roken en te drinken.
Ik kan bijgevolg bezwaarlijk het
gebruik van cannabis
aanmoedigen! Men moet echter
kiezen voor een psychosociale
aanpak van het probleem en niet
een louter repressief beleid
voeren. Ik streef ernaar om over
zoveel mogelijk wetenschappelijke
instrumenten te beschikken
teneinde de beleidslijn te bepalen
die ik in het kader van het
algemeen plan zal uitwerken.
13.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le ministre, vous estimez
qu'il n'y a peut-être pas de lien entre l'augmentation des problèmes
sanitaires comme des crises de panique, des troubles psychologiques
mineurs liés à cette hausse de la consommation que vous considérez
également comme un fait. Je suis d'accord avec vous quand vous
dites que de nombreux autres paramètres peuvent intervenir mais, en
même temps, cet arrêt de la Cour d'arbitrage nous oblige, me
semble-t-il, à adopter une position claire. Pour mener une politique de
santé et de prévention la plus efficiente, la meilleure des solutions ne
serait-elle pas d'avoir, au niveau de la loi, le message le plus clair
possible qui consisterait à dire "non"?
13.03 Melchior Wathelet (cdH):
U meent dat de toename van de
gezondheidsklachten niet nood-
zakelijk samenhangt met het
stijgende cannabisgebruik. Andere
parameters kunnen inderdaad een
rol spelen. Anderzijds is er echter
ook het arrest van het
Arbitragehof. Moet het antwoord in
deze niet zo duidelijk mogelijk zijn,
namelijk een wettelijk verbod?
13.04 Rudy Demotte, ministre: Monsieur Wathelet, c'est un autre
débat.
13.04 Minister Rudy Demotte:
Dat is een ander debat.
13.05 Melchior Wathelet (cdH): J'avais posé la question à la
ministre de la Justice.
13.06 Rudy Demotte, ministre: Si vous me posez la question sur le
plan de la santé, je ne recommanderais pas la prescription de
cannabis en dehors de fins médicales précises dans des cas avérés
comme notamment le traitement cancéreux ou des cas où il y a perte
d'appétence, etc. Quant à son usage à titre privé, je le déconseille aux
jeunes et aux moins jeunes. Est-ce que le fait de prévoir légalement
sa prohibition est une réponse absolue au problème?
13.06 Minister Rudy Demotte:
Vanuit gezondheidsoogpunt,
ontraad ik een ander dan een strikt
medisch gebruik van cannabis.
Vormt een wettelijk verbod dan
een antwoord op alle problemen?
13.07 Melchior Wathelet (cdH): Absolue, non!
13.07 Melchior Wathelet (cdH):
Dat lost inderdaad niet alle
problemen op.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
13.08 Rudy Demotte, ministre: Malheureusement, voilà le problème
auquel nous sommes confrontés. Ce que je demande, c'est d'avoir
une approche qui soit mieux articulée sur ce double souci de santé
publique et de réalité sociale. On a souvent oscillé entre deux
positions qui, pour moi, ne sont pas acceptables: la position du "je
ferme les yeux et je ne prends pas de décision" et la position du "je
vais vous montrer que j'ai de la force, que je peux réprimer les
choses" sans arriver au résultat que l'on veut. La voie du milieu, la
plus compliquée, est celle que je vais essayer d'emprunter mais, pour
cela, j'ai besoin d'éléments scientifiques dont je ne dispose pas
encore.
13.08 Minister Rudy Demotte:
We aarzelden in het verleden
meermaals tussen twee even
onaanvaardbare standpunten:
niet optreden of repressie. Ik zal
proberen de minder voor de
hand liggende
gulden
middenweg te bewandelen. Ik
moet me echter op
wetenschappelijke argumenten
kunnen baseren.
13.09 Melchior Wathelet (cdH): Nous estimons que la politique du
milieu, c'est celle qui consiste à mener une véritable politique de
santé et de prévention mais avec un signe clair dans le chef du
législateur fédéral qui dit "non" au niveau pénal.
13.09 Melchior Wathelet (cdH):
Voor ons is de gulden middenweg
die van volksgezondheid en
preventie, maar in combinatie met
een duidelijk signaal van de
wetgever, namelijk een verbod.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
spams sur le Viagra et autres molécules érectogènes" (n° 4600)
14 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"spamberichten waarin Viagra en andere erectiebevorderende preparaten te koop worden
aangeboden" (nr. 4600)
Le président: Cette question peut donner des idées pour les cadeaux de Noël.
14.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, moi aussi, je
suis plutôt amusée par les messages rassurant les hommes sur leur
virilité. Mais nous recevons un nombre sans cesse croissant de
spams et d'e-mails qui, en réalité, renseignent des liens permettant
aux intéressés d'obtenir du Viagra ou d'autres molécules censées
rassurer les consommateurs sur leur virilité sans prescription
médicale. Ces pratiques publicitaires m'inquiètent. D'une part, ces
spams et e-mails sont fréquents et, d'autre part, le message diffusé
affirme que le Viagra est bon pour les hommes, qu'il leur permettra de
réaliser des exploits et affirme que, via cette publicité, ils pourront
obtenir le Viagra, sans devoir passer par le médecin, à un prix très
intéressant. Je sais que ces publicités tentent de nombreux
consommateurs; or, je sais aussi que ces produits ont des effets
secondaires dangereux pour certaines personnes.
Je sais que cette problématique dépasse les compétences du
ministre de la Santé. Néanmoins, je voudrais savoir si votre
administration est au courant de ces pratiques publicitaires. Des
plaintes ont-elles été enregistrées? Votre administration ou vous-
même avez-vous entamé une démarche pour juguler l'emploi de tels
spams? Travaillez-vous en collaboration avec les autres ministres
compétents pour les autres matières directement liées à cette
problématique?
J'ai des exemples. Je vous les communiquerai.
14.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
E-mailgebruikers worden regel-
matig bestookt met spamberichten
die links bevatten naar websites
waarop erectiebevorderende
preparaten zonder medisch
voorschrift te koop worden
aangeboden.
Is uw administratie van die
praktijken op de hoogte? Werd er
reeds klacht tegen ingediend? Hoe
kunnen zij worden beteugeld?
14.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, ce sujet est
très délicat. Indépendamment du "fun" que l'on peut avoir sur les
14.02 Minister Rudy Demotte:
Mijn administratie is er wel degelijk
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
débats relatifs aux molécules érectogènes, la question de la
consommation des médicaments par le biais d'internet est une
matière préoccupante.
1. Mon administration est parfaitement au courant de cette pratique
publicitaire.
2. Aucune plainte de personnes ayant acheté ces médicaments par
internet n'a été introduite. Je vous l'indique car il est important d'avoir
un "feed-back".
3. Le problème se présente différemment selon que le prestataire est
établi en Belgique ou dans l'Union européenne ou encore hors Union
européenne.
En Belgique, la situation est très claire. La diffusion de la publicité
pour les médicaments par courrier électronique est interdite auprès
du grand public. Par ailleurs, toute publicité est interdite auprès du
public pour des médicaments dont la délivrance est soumise à une
ordonnance et ce, quel que soit le média utilisé: internet ou publicité
par courrier ordinaire. Cette disposition apporte également des
restrictions supplémentaires à celles qui sont prévues par les deux
lois du 11 mars 2003 sur certains aspects juridiques des services de
la société d'information. Ces lois transposent la directive européenne
2000/31/CE du 8 juin 2000 relative à certains aspects juridiques de la
société d'information, notamment le commerce électronique dans le
marché intérieur.
Un arrêté royal du 4 avril 2003 réglemente l'envoi de la publicité par
courrier électronique.
Au niveau de l'Union européenne, en matière de courrier électronique
publicitaire non sollicité, c'est le droit national qui est d'application,
quelle que soit l'origine du courrier électronique. La Direction générale
du Contrôle et la Médiation du SPF Economie a mis sur pied, à mon
initiative, une cellule de veille de l'internet. Ce service est responsable
du contrôle et de l'application des lois du 11 mars 2003. En ce qui
concerne la vente de médicaments par internet, cette dernière est
autorisée dans certains Etats membres et si les précepteurs sont
établis au sein de l'Union, le principe de base est l'application du droit
en vigueur dans le pays d'origine. Nous disposons donc d'instruments
législatifs pour agir contre ce type de courrier électronique qui vante
des médicaments sur base illégale.
Mais les pharmaciens en ligne à l'origine des spams ou de la publicité
offrant en vente des médicaments sur internet sont, pour la plupart,
installés en dehors de l'Union européenne, souvent en Amérique du
Nord où la législation est beaucoup plus laxiste en matière de
publicité pour les médicaments sur ordonnance. Il existe donc une
coopération administrative entre les autorités compétentes dans un
cadre qui s'étend hors Union et qui inclut notamment les Etats-Unis.
Des médicaments importés par des particuliers sont parfois saisis à la
douane, surtout s'il s'agit de médicaments dont la délivrance est
interdite ou soumise à prescription en Belgique, d'un stupéfiant, d'un
psychotrope ou d'un produit renfermant une substance spécialement
réglementée et dont l'importation est soumise à autorisation.
van op de hoogte, maar ontving
nog geen klachten ter zake.
In België en de Europese Unie is
het verboden reclame voor
voorschriftplichtige genees-
middelen te voeren. De wetten van
11 maart 2003 strekken tot de
omzetting van de Europese
richtlijn 2000/31/EG en het
koninklijk besluit van 4 april 2003
reglementeert het versturen van
reclame via e-mail.
Op het niveau van de Europese
Unie is het nationaal recht van
toepassing, waar het spambericht
ook vandaan komt. De Algemene
Directie Controle en Bemiddeling
van de FOD Economie heeft een
cel voor internetbewaking
opgericht, die voor het toezicht op
en de toepassing van de wetten
van 11 maart 2003 instaat. Indien
de leverancier in België of de
Europese Unie is gevestigd,
beschikken wij over de nodige
wetgevende instrumenten om op
te treden.
De leveranciers die aan de
oorsprong van die spamberichten
liggen, zijn echter vaak buiten de
Europese Unie gevestigd, met
name in Noord-Amerika, waar de
wetgeving minder strikt is.
Op de website www.afigp.fgov.be
is meer informatie over dit
onderwerp beschikbaar.
CRIV 51
COM 445
21/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Il existe une information à destination du public disponible sur un site,
celui de notre DGM, Direction générale médicament, je vous donne
l'intitulé du site www.afigp.fgov.be.
14.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je remercie
le ministre pour cette réponse. Elle n'apporte cependant pas vraiment
de réponse à ma question. S'il s'agissait de sites d'origine belge ou
européenne, nous pourrions prendre des mesures pour les exclure.
Mais vous dites que la plupart viennent des USA et échappent donc à
notre législation. De plus, on constate que ces produits contiennent
souvent des substances ajoutées.
Par rapport à des personnes présentant des symptômes liés à des
utilisations des produits comme le Viagra ou d'autres types de
produits, ne serait-il pas possible d'obtenir une étude ou du moins un
relevé des personnes atteintes, de manière à repérer si leurs
problèmes ne sont pas liés à des consommations excessives ou
détournées de ce type de produit?
Existe-t-il une manière de contrôler et d'agir? Peut-on éventuellement
prendre des mesures? Si aucune plainte n'est déposée, je cesse
évidemment de m'inquiéter.
14.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ware het niet mogelijk om via een
studie uit te maken of de
symptomen die sommige mensen
vertonen, aan een overconsumptie
van dit soort producten te wijten
zijn?
14.04 Rudy Demotte, ministre: Pour le moment, nous n'avons reçu
aucune plainte, c'est cela la difficulté. Il n'est pas impossible - mais je
ne l'ai pas dit dans mon exposé, car j'ai voulu rester prudent - que les
médicaments vendus par ce biais soient nécessairement de moindre
qualité. J'ai de forts soupçons, mais je n'en ai pas la preuve.
Quant aux effets dérivés, on ne les connaît pas. Il faudrait qu'une
plainte soit déposée ou que, dans le système sanitaire, il soit possible
de détecter des troubles de la santé liés à la consommation de
substances actives présentes dans les médicaments de gens les
ayant commandés par internet. Mais, actuellement, nous ne
disposons d'aucun début de preuve à ce sujet car ni les médecins, ni
les pharmaciens, ni les particuliers n'ont porté plainte.
14.04 Minister Rudy Demotte:
De afgeleide effecten zijn niet
gekend. Op dit ogenblik
beschikken wij over geen enkel
begin van bewijs, omdat noch de
artsen, noch de apothekers, noch
de consumenten klacht hebben
ingediend.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Chers collègues, la question n° 4610 de Mme Avontroodt recevra une réponse écrite.
14.05 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ben bereid
mijn vraag om te zetten in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 4614
betreffende de commerciële opslag van navelstrengbloed kan, mede
gelet op het ethische aspect van de zaak, mijns inziens, moeilijk
gesteld en beantwoord worden binnen de toegemeten spreektijd voor
een mondelinge vraag.
Om niet te vervallen in positief versus negatief, pro en contra,
verbodsbepalling of toelating, kunnen we als basis het schriftelijk
antwoord van de minister gebruiken. Ik wens dat mijn vraag wel
geagendeerd wordt op een volgende commissievergadering.
14.05 Miguel Chevalier (VLD):
Le temps nous manque pour que
je pose ma question sur
l'entreposage commercial du sang
provenant du cordon ombilical,
d'autant plus que celle-ci présente
également une dimension éthique.
De voorzitter: U moet uw vraag dan wel zelf herindienen.
14.06 Miguel Chevalier (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik zal niet
nalaten dat te doen.
21/12/2004
CRIV 51
COM 445
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
14.07 Philippe Monfils (MR): Monsieur le président, je veux bien
que M. le ministre me communique les trois réponses écrites aux
questions (n° 4631, 4632 et 4677) que j'ai posées; cela ne me
dérange pas d'autant plus que ce ne sont pas des questions
polémiques mais bien des questions d'information. Je lirai avec intérêt
les réponses du ministre.
Quelle est la procédure à suivre? Je remets le texte des trois
questions au secrétariat, ce qui permettra au ministre d'y joindre les
réponses. C'est plus facile. Il est 12h30. Nous n'allons pas continuer;
cela ne sert à rien.
14.07 Philippe Monfils (MR):
Vermits ons nog weinig tijd rest en
mijn vragen geen aanleiding tot
polemiek geven maar louter
informatief zijn, kan ik mij
tevredenstellen met de schriftelijke
antwoorden die de minister mij zal
overmaken.
Le président: Cher collègue, il ne s'agit pas de questions écrites pour
le Bulletin des Questions et Réponses. Vous souhaitez recevoir la
réponse du ministre immédiatement.
De voorzitter: Het gaat evenwel
niet om schriftelijke vragen die in
het bulletin van de schriftelijke
vragen en antwoorden worden
opgenomen.
14.08 Philippe Monfils (MR): Oui, sinon je dois attendre le 15
janvier pour poser mes questions. En l'occurrence, c'est comme si
j'avais posé les questions oralement et comme si le ministre y avait
répondu oralement aussi.
Le président: Oui, mais dans ce cas-là vos questions ne figureront pas au rapport.
14.09 Rudy Demotte, ministre: La réponse que je remets par écrit
est une réponse officieuse qui m'engage. Il n'y a pas de problème à
ce niveau-là; elle peut être utilisée à l'extérieur.
14.09 Minister Rudy Demotte: Ik
heb er geen bezwaar tegen dat de
heer Monfils buiten deze
commissie gewag maakt van het
antwoord dat ik hem zal bezorgen.
De voorzitter: Collega's, dit is het einde van deze vergadering, de laatste vergadering van onze commissie
voor het nieuwe jaar. Ik stel er prijs op u allen mijn beste wensen voor kerstdag en nieuwjaar over te
maken. Bedankt ook aan de diensten, aan de mensen van de vertaling die ons altijd trouw bijstaan en alles
keurig uitvoeren wat wij van hen vragen.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.32 heures.