CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 430
CRIV 51 COM 430
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi
woensdag
8-12-2004
8-12-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE































cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Marie Nagy au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'aide
financière aux communes et aux zones de police
de Bruxelles pour l'encadrement des sommets
européens" (n° 4639)
1
Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de financiële steun aan de Brusselse
gemeenten en politiezones in het kader van de
organisatie van de Europese topontmoetingen"
(nr. 4639)
1
Orateurs: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Marie Nagy, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. François Bellot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
dégagement des axes autoroutiers après un
accident" (n° 4520)
3
Vraag van de heer François Bellot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het vrijmaken van autowegen na
ongevallen" (nr. 4520)
3
Orateurs: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: François Bellot, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
auxiliaires de police" (n° 4532)
5
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de hulpagenten van politie" (nr. 4532)
5
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le règlement
des arriérés de rémunération au personnel des
services de police" (n° 4533)
7
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitbetaling van de achterstallige
lonen aan het personeel van de politiediensten"
(nr. 4533)
7
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la répartition
des effectifs entre le personnel opérationnel des
services de police et le personnel administratif"
(n° 4534)
9
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de verdeling van het politiepersoneel
over de operationele en de administratieve
formatie" (nr. 4534)
9
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'unité
provinciale de circulation du Brabant" (n° 4535)
9
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de provinciale verkeerseenheid van
Brabant" (nr. 4535)
9
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "les statistiques en
matière de criminalité" (n° 4545)
11
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
criminaliteitsstatistieken" (nr. 4545)
10
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "l'absence de
statistiques en matière de criminalité" (n° 4680)
11
- de heer Filip De Man aan de vice-eerste minister
en minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de criminaliteitsstatistieken"
(nr. 4680)
10
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Orateurs: Dirk Claes, Filip De Man, Patrick
Dewael
, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Filip De Man, Patrick
Dewael
, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence plus massive de policiers dans les
quartiers" (n° 4541)
13
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "meer blauw op straat" (nr. 4541)
13
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'octroi de distinctions honorifiques dans la
police" (n° 4542)
16
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitreiking van eretekens bij de
politie" (nr. 4542)
16
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le numéro
d'urgence 112" (n° 4675)
17
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het noodnummer 112" (nr. 4675)
17
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'éventuelle régularisation collective de
12.000 "anciennes" demandes d'asile" (n° 4529)
19
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijke collectieve regularisatie
van 12.000 "oude" asielaanvragen" (nr. 4529)
19
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Guido Tastenhoye, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'abréviation
erronée utilisée par les services en charge de la
circulation routière pour désigner Bruxelles"
(n° 4582)
21
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de foutieve afkorting die de
verkeersdiensten gebruiken voor de aanduiding
van Brussel" (nr. 4582)
21
Orateurs: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Bart Laeremans au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
connaissances linguistiques insuffisantes des
opérateurs du central 101 à Bruxelles" (n° 4689)
23
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het gebrek aan taalkennis bij de
operatoren van de 101-centrale in Brussel"
(nr. 4689)
23
Orateurs: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Bart Laeremans, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Sophie Pécriaux au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
promotion au grade de commissaire judiciaire"
(n° 4594)
25
Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bevordering tot de graad van
gerechtelijk commissaris" (nr. 4594)
25
Orateurs: Sophie Pécriaux, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Sophie Pécriaux, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
26
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
26
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
procédures de screening du personnel et la fin du
mandat du directeur général de l'Agence fédérale
de contrôle nucléaire" (n° 4653)
Zaken over "de procedures voor het screenen van
personeel en het verstrijken van het mandaat van
de directeur-generaal van het Federaal
Agentschap voor nucleaire controle" (nr. 4653)
Orateurs: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Muriel Gerkens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Claude Marinower au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
interprètes en matière judiciaire" (n° 4670)
29
Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gerechtstolken" (nr. 4670)
28
Orateurs:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Claude Marinower, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les mineurs
étrangers non accompagnés détenus en centres
fermés et le jeune Africain retrouvé mort dans un
champ près de l'aéroport" (n° 4684)
31
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen in de gesloten centra en de jonge
Afrikaan die dood werd teruggevonden in een veld
dichtbij de luchthaven" (nr. 4684)
31
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1



COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
8
DECEMBRE
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
8
DECEMBER
2004
Voormiddag
______

La séance est ouverte à 10.22 heures par M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.22 uur door de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Question de Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'aide
financière aux communes et aux zones de police de Bruxelles pour l'encadrement des sommets
européens" (n° 4639)
01 Vraag van mevrouw Marie Nagy aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de financiële steun aan de Brusselse gemeenten en politiezones in het kader van de organisatie
van de Europese topontmoetingen" (nr. 4639)
01.01 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, à l'occasion des sommets européens de 2002 et du 5 avril
2003, le Conseil des ministres avait pris la décision d'octroyer des
moyens financiers à toutes les communes et zones de police
bruxelloises afin de gérer l'encadrement, tant sur le plan de la
prévention que du travail policier.

Pour 2003, 2,85 millions d'euros étaient prévus pour le travail de
prévention. C'est seulement le premier décembre 2003 que l'arrêté
royal accordant l'aide financière est paru. Vu le caractère tardif du
suivi, seules neuf communes sur dix-neuf auraient été en mesure de
produire des justificatifs.

Pourriez-vous me dire, monsieur le ministre, si vous confirmez cette
information?

En 2004, la situation est tout aussi préoccupante. Le Conseil des
ministres prévoyait, le 20 juillet 2004, un budget de 7 millions d'euros
pour la prévention. Les arrêtés de subsides sont parus le 22
septembre 2004 au Moniteur. Les notifications aux bourgmestres
viennent de leur parvenir au début de cette semaine. Si vous
n'autorisez pas les communes à utiliser les moyens au-delà du 31
décembre 2004, la situation sera tout aussi catastrophique qu'en
2003.

Pourriez-vous me dire, monsieur le ministre, si vous envisagez
d'autoriser les communes à utiliser les moyens de 2004 en 2005?
01.01 Marie Nagy (ECOLO): Het
koninklijk besluit dat voor 2003
financiële steun ten bedrage van
2,850 miljoen euro aan de
Brusselse gemeenten toekent voor
de preventie in het kader van de
Europese topontmoetingen, werd
pas op 1 december 2003 in het
Belgisch Staatsblad
bekendgemaakt. Kan u bevestigen
dat slechts 9 van de 19
gemeenten daardoor
bewijsstukken hebben kunnen
indienen?

De besluiten die voor 2004 in het
kader van het preventiebudget van
7 miljoen euro werden genomen,
werden pas op 22 september 2004
in het
Belgisch Staatsblad
bekendgemaakt en de
burgemeesters werden er nu pas
van op de hoogte gebracht. Staat
u de gemeenten toe de middelen
voor 2004 in 2005 aan te wenden?

Welke concrete verbintenissen
ging Europa aan om het bedrag
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
Enfin, le budget fédéral 2005 ne prévoit pas de donner les moyens
aux communes et aux zones de police pour les dispositifs évoqués,
soit 25 millions d'euros. On en a parlé lors de la discussion du budget
et vous m'avez indiqué qu'il y aurait une demande adressée à l'Union
européenne.

Ma question porte sur ces crédits pour la prévention. Serez-vous dans
les délais - contrairement à la situation de 2003 et 2004 - pour les
dispositions à prendre pour l'année 2005 en matière de prévention?

Que se passera-t-il pour les communes en ce qui concerne les
subsides de prévention si vous ne trouvez pas de réponse du côté
européen pour les crédits prévus pour le fonds de sécurité "zones de
police"?
van 25 miljoen euro voor de
organisatie van de Europese
topontmoetingen te financieren?
Waarom werd dit bedrag niet in de
federale begroting voor 2005
ingeschreven? Zullen de termijnen
inzake de preventie worden
nageleefd? Wat gebeurt er indien
Europa de financiering weigert toe
te kennen?

01.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, nous en avons en effet discuté la semaine passée. A ce
moment-là, je croyais avoir apporté les réponses nécessaires. Mais je
peux aussi apporter aujourd'hui les apaisements les plus complets
quant aux deux sujets d'inquiétude de Mme Nagy.

Tout d'abord, les subventions 2004 attribuées aux communes
bruxelloises en matière de prévention pourront être effectivement
utilisées en 2005. Etant donné que leur exécution passe
essentiellement par le recrutement de personnel, la date d'adoption
des arrêtés posait effectivement des problèmes. J'ai donc obtenu du
ministre du Budget que puissent être imputés sur le subside 2004 des
salaires versés en 2005 par les communes au personnel concerné
par les projets de prévention subsidiés.

Deuxièmement, comme je l'ai dit la semaine passée, la notification
adoptée lors du conclave consacré au budget 2005 est tout à fait
claire. A défaut pour l'Union européenne d'alimenter le fonds
"Sommets européens", 25 millions d'euros y seront réinscrits par
l'autorité fédérale. Les moyens seront donc là.
01.02 Minister Patrick Dewael:
De subsidies voor 2004 zullen in
2005 mogen worden gebruikt. Ik
heb van de minister van Begroting
verkregen dat in 2005 uitbetaalde
lonen in de begroting van 2004
worden opgenomen.

Als Europa de 25 miljoen niet
toekent, zullen zij opnieuw in de
federale begroting worden
opgenomen.
01.03 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, pour 2003,
confirmez-vous que seulement 9 communes sur 19 auraient été en
mesure de produire les justificatifs étant donné le retard de la parution
de l'arrêté accordant l'aide financière? Ceci est ma première question.
01.03 Marie Nagy (ECOLO): Kan
u bevestigen dat slechts 9 van de
19 gemeenten bewijsstukken
kunnen overleggen, gelet op de
laattijdige publicatie van het
koninklijk besluit van 2003?
01.04 Patrick Dewael, ministre: Madame Nagy, j'ai bien répondu à
vos deux questions.
01.04 Minister Patrick Dewael:Ik
heb op uw twee vragen
geantwoord.
01.05 Marie Nagy (ECOLO): Monsieur le ministre, vous n'avez
répondu que pour 2004. C'est effectivement une bonne nouvelle pour
les communes que le personnel engagé par un contrat en 2004
pourra être payé en 2005. Il s'agit donc là d'une information
importante et intéressante. Mais je vous posais la question pour 2003
où il y avait également des questions. Confirmez-vous, étant donné la
parution tardive de l'arrêté, qu'il n'y a que 9 communes sur 19 qui ont
pu produire des justificatifs?
01.06 Patrick Dewael, ministre: Madame Nagy, il s'agit là du même
principe.
01.06 Minister Patrick Dewael:
Hetzelfde principe geldt voor 2003
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
en 2004.
01.07 Marie Nagy (ECOLO): Il s'agit donc du même principe qui veut
que le gouvernement produise des arrêtés en retard et oblige les
communes à faire toute sorte de péripéties afin d'être dans les délais.
C'est un peu étonnant. C'est le même principe que l'on appelle de la
bonne gestion!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. François Bellot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
dégagement des axes autoroutiers après un accident" (n° 4520)
02 Vraag van de heer François Bellot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het vrijmaken van autowegen na ongevallen" (nr. 4520)
02.01 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, j'ai été particulièrement interpellé, au moment où j'ai introduit
cette question, il y a une quinzaine de jours, par le délai important
nécessaire pour dégager les axes autoroutiers après un accident. Dès
que des accidents surviennent sur des axes très fréquentés, où la
densité de trafic est importante, de longues files se forment. Les
conséquences socio-économiques deviennent alors très lourdes, tant
pour les usagers que pour les entreprises. Il n'est pas rare d'ailleurs
qu'il faille attendre la nuit pour voir se résorber les conséquences de
ces accidents.

Ainsi, voici quelques semaines, un camion transportant du carburant
s'est renversé au carrefour Léonard à proximité du ring de Bruxelles.
L'accident est survenu à 12.30 heures et le camion n'a pu être
dégagé que vers 19.30/20 heures. Le chauffeur n'était que
légèrement blessé. Il a donc fallu attendre plusieurs heures avant que
les moyens adéquats d'intervention soient sur place.

Avant-hier, le même incident s'est produit: un camion a perdu son
conteneur au carrefour Léonard, il a fallu également quatre heures
pour que le premier engin de déblayage puisse intervenir.

Le jour suivant, sur l'E40, un camion se renversait et répandait son
chargement de sable et de grenaille sur les deux voies de circulation
et il a à nouveau fallu quatre heures pour voir l'axe routier dégagé.

Certains de ces bouchons ont des conséquences insoupçonnées, tant
sur la vie des citoyens que sur le bon fonctionnement des entreprises,
disais-je. Les observations réalisées sur place montrent que les
moyens mis en oeuvre pour dégager les véhicules ne sont pas
suffisants et n'arrivent pas dans les délais normaux pour pouvoir
assurer un dégagement rapide des voies de circulation.

Quelles mesures comptez-vous prendre afin de mieux coordonner
l'intervention des services de secours et des gestionnaires de la
voirie? Pour rappel, sur autoroute, ces derniers sont sous la tutelle
des Régions?

Comment comptez-vous adapter la base réglementaire de sorte à
assurer une intervention rapide et efficace sur les axes routiers les
plus chargés comme cela se pratique à l'étranger? Ainsi, sur le
périphérique de Paris, les forces de secours ont 35 minutes pour
02.01 François Bellot (MR): Het
vrijmaken van de autowegen na
een ongeluk is vaak erg tijdrovend.
Verkeersongevallen hebben
echter ook belangrijke sociaal-
economische gevolgen. Zo liep het
verkeer ter hoogte van het
Leonardkruispunt en op de E40
recentelijk vast na verscheidene
ongevallen. De middelen die voor
het vrijmaken van de wegen
worden ingezet, schijnen niet te
volstaan. Welke maatregelen zal u
nemen om het optreden van de
hulpdiensten en van
wegbeheerder beter te
coördineren? Bent u van plan de
reglementaire basis aan te passen
om een snel en efficiënt optreden
op de drukste verkeersaders
mogelijk te maken, zoals in het
buitenland het geval is? Bent u
van plan de hulpdiensten en de
wegbeheerders een
standaardinterventieplan op te
leggen? Wil u de wegeninformatie
verbeteren? Bent u van plan het
Overlegcomité federale overheid-
Gewesten bijeen te roepen om
aan de verzuchtingen van de
weggebruikers tegemoet te
komen?
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
dégager un véhicule. Je peux vous dire, pour en avoir été témoin, que
les moyens mis en oeuvre sont très importants et qu'on utilise parfois
un bulldozer pour pousser les camions sur le côté.

Comptez-vous imposer aux services de secours et aux gestionnaires
des voiries un plan d'intervention standardisé par type d'incident
survenu sur des axes à forte densité de circulation?

Comptez-vous renforcer le système d'information routière de sorte à
assurer une information en temps réel sur les problèmes de
circulation rencontrés?

Comptez-vous réunir le comité de concertation Etat/Régions afin de
répondre à ces attentes des usagers de la route? Je sais que cette
matière concerne bien entendu plusieurs ministres, à la fois au sein
du gouvernement fédéral et au sein des Régions.
02.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Bellot, actuellement, les gestionnaires de voirie sont déjà informés de
tout incident sur le réseau et des mesures de coordination entre ces
services et les services de secours existent.

Toutefois, des mesures plus particulières m'apparaissent
indispensables pour pallier certaines situations comme une
intervention de désincarcération compliquée, la présence de produits
très polluants ou l'intervention du parquet ou d'experts. Dans ce but,
je soumettrai cette question aux techniciens du comité consultatif
contre l'incendie.

Par ailleurs, la nécessité ou non d'adapter les réglementations
existantes résultera des travaux du comité consultatif contre l'incendie
ainsi que des résultats de l'analyse des risques en cours.

Il faudrait effectivement un plan d'intervention standardisé pour ce
type de risque. Le projet d'arrêté royal relatif à la planification
d'urgence, développé actuellement par mon administration, prévoit
l'obligation pour les autorités locales de disposer d'un plan particulier
par risque spécifique présent sur le territoire.

Le projet prévoit que le ministre de l'Intérieur fixe les modèles de plan
d'intervention. Le modèle de plan d'intervention autoroutier sera
élaboré dès que le projet relatif à la planification d'urgence sera
arrêté.

Le renforcement éventuel du système d'information routière relève de
la compétence de mon collègue, le ministre de la Mobilité.

En ce qui concerne la concertation avec les Régions, il faut, dans un
premier temps, disposer d'informations pertinentes des services de
secours. Donc, la réunion du comité de concertation, qui se déroulera
en collaboration avec le ministre de la Mobilité, ne pourra avoir lieu
que quand on disposera de ces informations.
02.02 Minister Patrick Dewael:
Op dit ogenblik worden de
wegbeheerders van elk incident op
het wegennet op de hoogte
gebracht en bestaan er al
coördinatiemaatregelen tussen de
diensten van de wegbeheerders
en de hulpdiensten. Toch lijken in
bepaalde omstandigheden meer
specifieke maatregelen
noodzakelijk. In dat verband zal ik
deze vraag voorleggen aan de
technici van het raadgevend
comité voor de brandweer.

De werkzaamheden van dat
comité en de resultaten van de
aan de gang zijnde risicoanalyse
zullen moeten duidelijk maken of
de bestaande reglementering al
dan niet moet worden aangepast.
Er zou inderdaad een
standaardinterventieplan moeten
komen. Het ontwerp van koninklijk
besluit betreffende de
noodplanning, dat mijn
administratie op dit ogenblik
voorbereidt, bepaalt dat de lokale
overheden voor specifieke risico's
op hun grondgebied over een
bijzonder plan moeten beschikken.
Volgens dat ontwerp bepaalt de
minister het model van die
interventieplannen.

Het model van interventieplan met
betrekking tot de autowegen zal
worden opgesteld zodra het besluit
betreffende de noodplanning is
uitgevaardigd. De mogelijke
uitbreiding van de wegeninformatie
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
behoort tot de bevoegdheid van de
minister van Mobiliteit. Het overleg
met de Gewesten kan maar
plaatsvinden eens we over juiste
gegevens met betrekking tot de
hulpdiensten beschikken.
02.03 François Bellot (MR): Monsieur le président, je tiens tout
d'abord à remercier le ministre pour sa réponse.

Monsieur le ministre, il est tout à fait compréhensible qu'il faille des
dispositions particulières lorsque l'on a affaire à un véhicule
transportant des carburants ou des produits pétroliers. Mais vous
avouerez que lorsqu'il s'agit d'un camion transportant de simples
grenailles ou, comme cela a été le cas avant-hier, d'un conteneur de
matières totalement inertes, il n'est pas normal qu'il faille 4 à 5 heures
pour que les engins adaptés arrivent sur place alors qu'il n'y a pas de
blessés ou d'intervention du parquet. J'estime donc qu'il faudrait
sensibiliser les services de secours et les gestionnaires de voirie pour
qu'ils mettent en place un répertoire d'intervenants pour que, quand
un poids lourd se renverse, il ne faille pas deux heures pour trouver
une grue. Le déplacement du conteneur devrait en effet pouvoir
s'effectuer dans la demi-heure. En cette matière, nous devrions
prendre exemple sur l'Allemagne ou la France où, pour des axes
qu'ils qualifient de grands gabarits ou à forte densité comme l'axe
Bonn-Berlin ou le périphérique de Paris, il existe un plan de secours
particulier et les services de secours disposent d'un temps
extrêmement limité pour intervenir. Monsieur le ministre, j'imagine que
le ring de Gand, d'Anvers ou de Bruxelles ou des axes très chargés
mériteraient une réflexion approfondie à ce sujet.

Voici deux jours, on parlait à nouveau du carrefour Léonard; il y a trois
jours, c'était l'E40. La situation est devenue réellement préoccupante
en termes d'efficacité économique.
02.03 François Bellot (MR): Het
is toch niet normaal dat, voor een
ongeluk zonder gewonden en
waarbij het parket niet tussenbeide
hoeft te komen, het vier à vijf uur
duurt eer de geschikte voertuigen
ter plaatse zijn. Daarom denk ik
dat we de hulpdiensten en de
wegbeheerders ertoe zouden
moeten aanzetten een lijst op te
stellen van firma's die kunnen
optreden. In Frankrijk en Duitsland
bestaan er snelle-
interventieprocedures voor een
aantal belangrijke verkeersaders.
Voor de Gentse, de Antwerpse en
de Brusselse ring zou het de
moeite lonen die mogelijkheid
grondig te onderzoeken.

De toestand is, vanuit het oogpunt
van de economische efficiëntie,
erg zorgwekkend geworden.
02.04 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je tiens à
rassurer M. Bellot. Je vais me renseigner sur les circonstances
précises de l'accident que vous avez mentionné. Mais, pour une
approche plus globale, il faudra attendre les résultats de l'analyse de
risques actuellement en cours. Nous devons tenir compte de toutes
les conditions spécifiques.
02.04 Minister Patrick Dewael: Ik
wil de heer Bellot geruststellen. Ik
zal informatie inwinnen omtrent de
precieze omstandigheden van het
ongeluk waarnaar u verwees. Voor
een meer globale aanpak van dit
probleem moeten we echter de
resultaten van de aan de gang
zijnde risicoanalyse afwachten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les auxiliaires
de police" (n° 4532)
03 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de hulpagenten van politie" (nr. 4532)
03.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, certains de nos collègues de la majorité ont déposé une
proposition de loi tendant à la revalorisation des compétences des
auxiliaires de police. Il est proposé d'étendre les compétences de
cette catégorie de personnel. Il ne semble pas qu'il soit question
03.01 Joseph Arens (cdH): Onze
collega's van de meerderheid
dienden een wet in die ertoe strekt
de bevoegdheden van de
hulpagenten te herwaarderen. In
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
parallèlement de mettre en place une quelconque formation
complémentaire.

Monsieur le ministre, pourriez-vous nous préciser quelles sont les
intentions du gouvernement à ce sujet?

Nous connaissons les résultats de l'évaluation de la formation du
personnel des services de police, il n'est certainement pas
souhaitable de poursuivre dans la même voie et de multiplier les
compétences d'un personnel qui n'a pas reçu une formation adéquate
et pour lequel cette augmentation de compétences ne va pas de pair
avec une revalorisation de la rémunération. Ce serait vouloir réaliser
des économies budgétaires au détriment de la qualité du service, ce
qui est pour le moins sujet à caution en matière de sécurité.

Pourriez-vous donc, monsieur le ministre, nous préciser vos intentions
dans ce dossier?
een aanvullende opleiding lijkt
echter niet te zijn voorzien. Wat is
de regering van plan? Het is
geenszins wenselijk dat op de
ingeslagen weg wordt
verdergegaan en dat de
bevoegdheden van de
personeelsleden worden
uitgebreid zonder dat zij een
aangepaste opleiding of
bezoldiging krijgen. Wat zijn uw
voornemens in dit dossier?
03.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Arens, vous évoquez une proposition de loi, mais vous devez
également savoir qu'un projet de loi -- j'en ai parlé la semaine passée
-- relative aux auxiliaires de police sera déposé après avoir été
négocié avec les organisations syndicales. J'ai d'ailleurs déjà formulé
une réponse à cette question, comme je l'ai dit lors de la discussion
de la semaine passée.

Le projet et la proposition, j'insiste là-dessus, sont fort différents. La
proposition va plus loin que le projet de loi: elle attribue aux auxiliaires
de police des compétences de police judiciaire jusqu'ici réservées aux
fonctionnaires de police, alors que l'objet du projet est davantage de
clarifier des mesures de police que l'auxiliaire de police peut prendre
en soutien des fonctionnaires et officiers de police. Le pouvoir
législatif tranchera et retiendra l'une ou l'autre orientation. La
formation sera revue en fonction de cette orientation.

Une réflexion était déjà menée pour une intégration plus fonctionnelle
de la formation des auxiliaires dans celle des inspecteurs de police, et
cette réflexion est actuellement complétée grâce aux leçons qu'on
peut tirer de l'évaluation de la formation, notamment en ce qui
concerne la circulation routière. La réflexion devra encore intégrer
l'orientation du législateur quant aux compétences des auxiliaires. Il
est évidemment trop tôt pour invoquer des arguments budgétaires à
ce stade de la réflexion.
03.02 Minister Patrick Dewael: U
verwijst naar een wetsvoorstel. Na
onderhandelingen met de
vakbonden zal echter een
wetsontwerp worden ingediend. Ik
heb vorige week al een antwoord
geformuleerd. Het ontwerp en het
voorstel lopen sterk uiteen. Het
voorstel gaat verder dan het
ontwerp en kent aan de
hulpagenten van politie
bevoegdheden van gerechtelijke
politie toe, die tot dusver enkel aan
politieambtenaren zijn
voorbehouden, terwijl het ontwerp
ertoe strekt meer klaarheid te
scheppen met betrekking tot de
politionele maatregelen die de
hulpagenten mogen nemen. De
wetgevende macht zal tussen
beide mogelijkheden kiezen. De
opleiding zal dienovereenkomstig
worden herzien.
Men heeft zich tevens beraden
over een meer functionele
integratie van de opleiding van de
hulpagenten van politie in die van
de politie-inspecteurs. Dat beraad
wordt momenteel aangevuld met
de lering die moet worden
getrokken uit de evaluatie van de
opleiding, met name wat het
wegverkeer betreft. Het is nog te
vroeg om het begrotingsaspect
terzake aan te snijden.
03.03 Joseph Arens (cdH): Je remercie le ministre pour cette
réponse. La semaine dernière, nous avions effectivement, dans le
cadre de la discussion budgétaire, déjà parlé de cette problématique,
et notamment à propos de la mise à la disposition de ces agents de
03.03 Joseph Arens (cdH):
Vorige week hebben wij het ook
gehad over bepaalde problemen
zoals het ter beschikking stellen
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
certaines armes. La semaine dernière, nous avons décidé dans le
cadre de la loi-programme d'armer des agents de sécurité privés, et
nous avions dit qu'il était anormal que ces auxiliaires de police
desquels nous attendons un certain service n'aient aucune arme à
leur disposition. Nous suivrons donc de très près l'évolution de ce
projet de loi.
van bepaalde wapens. Ik vind het
abnormaal dat de hulpagenten van
politie over geen enkel wapen
beschikken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le règlement
des arriérés de rémunération au personnel des services de police" (n° 4533)
04 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de uitbetaling van de achterstallige lonen aan het personeel van de politiediensten" (nr. 4533)
04.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, au cours de notre
réunion du 22 octobre 2003, je m'étais inquiété du règlement des
arriérés de rémunération dus au personnel des services de police
pour l'année 2001. Vous m'aviez répondu que la clôture des
opérations dépendait de la diligence des communes et que vous ne
pouviez donc pas donner une date certaine pour la fin de cette
opération.

Il semble que la clôture de cette opération ne dépende pas seulement
de la diligence des communes, mais également d'un manque de
personnel, tant au niveau du secrétariat social qu'au niveau du
Service des dépenses fixes ­ service dont j'ai parlé la semaine
dernière. Dix agents y ont été transférés, mais ils doivent s'occuper
d'un personnel plus large que celui de la police.

Par ailleurs, les instructions des autorités fédérales ne seraient pas
suffisamment claires et entraîneraient des retards de paiement dans
le chef des receveurs communaux qui ne sont pas certains d'obtenir
le remboursement par le fédéral des sommes mises en paiement.

Pouvez-vous m'indiquer précisément quelle est la situation actuelle?
Pourriez-vous mettre à la disposition de notre commission un tableau
précis de la situation des différentes communes? Pour vous parler
franchement, j'ai vérifié dans ma commune et je ne puis vous dire si
cet arriéré est payé ou non. Tant le bourgmestre que le receveur
pensent que c'est payé, mais on me rapporte d'autre part que ce n'est
pas le cas.

Il m'a été rapporté que seulement 85% des communes seraient
capables d'octroyer à leur personnel le règlement des arriérés dus fin
2004. Certaines communes ne seraient en mesure de satisfaire leur
personnel qu'en 2006! Ces chiffres sont-ils exacts? Pouvez-vous me
dire si vous envisagez de prendre des mesures afin d'accélérer le
processus de règlement des arriérés? Il ne me paraît pas raisonnable
que nos fonctionnaires de police ne puissent pas bénéficier des
rémunérations qui leur sont dues près de trois années après leur date
d'échéance. Une telle situation peut placer certains d'entre eux dans
des difficultés financières évidentes. Elle ne peut, en tout état de
cause, qu'avoir un impact négatif sur la motivation au travail alors que
ce personnel est déjà soumis à un stress important.

Voici, monsieur le président, monsieur le ministre, ma question
concernant le règlement des arriérés de rémunération.
04.01 Joseph Arens (cdH): U
heeft mij destijds geantwoord dat
het afsluiten van de
betalingsverrichtingen van aan het
politiepersoneel verschuldigd
achterstallig loon, van gemeente
tot gemeente verschilt. Blijkbaar
heeft het toch ook te maken met
een personeelstekort zowel bij het
sociaal secretariaat als bij de
Dienst voor de vaste uitgaven.
Bovendien zouden de richtlijnen
van de federale overheid niet
duidelijk genoeg zijn. Kan u mij
duidelijk inlichten over de huidige
situatie? Zou onze commissie niet
over een duidelijk overzicht van de
situatie van de verschillende
gemeenten kunnen beschikken?
Wat mijn gemeente betreft weet ik
zelfs niet of de achterstallige
bedragen al dan niet werden
betaald. Naar verluidt zullen
slechts 85% van de gemeenten de
achterstallen die eind 2004 aan
hun personeel verschuldigd zullen
zijn, kunnen betalen.

Kloppen deze cijfers? Is u van plan
maatregelen te nemen opdat die
achterstallen versneld zouden
worden uitbetaald? Deze situatie
kan voor het betrokken personeel
tot financiële moeilijkheden leiden,
en op de motivatie wegen.
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
04.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, nous avons
eu partiellement cette discussion la semaine dernière. Cependant, par
souci de clarté, j'y répondrai une fois de plus.

Il est exact que des membres du personnel de la police locale doivent
encore recevoir des arriérés ou le décompte officiel sur les avances
qu'ils ont reçues pour les prestations de 2001. C'est ce que j'ai
indiqué la semaine passée. L'autorité fédérale s'est engagée à tout
mettre en oeuvre pour garantir ces paiements dans les plus brefs
délais. A cet égard, vous savez que le Conseil des ministres des 30 et
31 mars 2004 a approuvé une approche simplifiée en travaillant sur la
base d'attestations des autorités locales en lieu et place des pièces
justifiant des aspects statutaires déjà constatés préalablement par les
communes. Ce fut un premier pas indispensable.

Consécutivement à cette décision, le secrétariat social a récolté ces
informations minimales. En ce moment, les premières données
arrivent au secrétariat social. Afin d'accélérer leur traitement, j'ai
demandé à la police fédérale de renforcer temporairement le
secrétariat social et de solliciter une collaboration particulière des
responsables des services des ressources humaines des zones de
police pour faciliter la récolte des dernières informations manquantes.

En ce qui concerne vos questions sur la responsabilité de divers
partenaires, je ne peux que constater que:
- premièrement, la récolte des données auprès des communes n'a
pas été facile;
- deuxièmement, le secrétariat social, dont il est vrai que sa manière
de travailler a été cause de certains problèmes de démarrage en
2001 et 2002, s'est manifestement repris. Son fonctionnement peut
être décrit comme de bonne qualité.
- Troisièmement, au niveau du service central des dépenses fixes, qui
travaille sous la responsabilité de ministre des Finances, il existe
toujours des problèmes de capacité de fonctionnement. J'en ai
discuté à plusieurs reprises avec mon collègue des Finances et nous
cherchons une solution pour le renforcer, même temporairement.

Vous trouverez le détail des dossiers par commune dans le document
que je peux vous remettre. Ce document est également remis de
façon régulière aux responsables des organisations syndicales lors
des négociations, qui ont toujours lieu au rythme de 2 à 3 réunions
par mois.

Je n'ai pas d'information sur le fait que certaines communes ne
pourraient être en mesure de liquider les régules 2001 qu'en 2006.
Monsieur le président, je vous fais parvenir ce détail qui pourra être
joint au rapport.
04.02 Minister Patrick Dewael: Ik
heb deze vraag reeds eerder
beantwoord en zal het nu
nogmaals doen.

Om ervoor te zorgen dat die
betaling zo snel mogelijk kan
worden uitgevoerd, keurde de
Ministerraad van 30 en 31 maart
2004 een vereenvoudigde
werkwijze goed op grond van
bewijsstukken die door de lokale
overheden moeten worden
voorgelegd. Ik heb de federale
politie verzocht de
personeelsbezetting van het
sociaal secretariaat tijdelijk uit te
breiden.

Ik stel vast dat het niet makkelijk is
geweest de gegevens van de
gemeenten te verzamelen, dat het
sociaal secretariaat goed werkt en
dat er problemen bestaan inzake
de personeelsbezetting en de
werking van de CDVU. Ik maak u
een overzicht van de lopende
dossiers en hun stand van zaken
over.

Ik heb geen informatie over het feit
dat sommige gemeenten de
achterstallen van 2001 pas in 2006
zouden kunnen uitbetalen.
04.03 Joseph Arens (cdH): Merci, monsieur le ministre, pour ces
précisions. Concrètement, quand les agents de police pourront-ils
profiter de cet arriéré de rémunération? C'est cela le fond de la
question. Si je vous comprends bien, cela évolue bien. Le secrétariat
social et le service des dépenses fixes y travaillent à fond. Peut-on
compter que cela soit réglé pour la fin de l'année ou faudra t-il
attendre le milieu de l'année prochaine?
04.03 Joseph Arens (cdH):
Wanneer zullen de politieagenten
hun achterstallige lonen
ontvangen?
04.04 Patrick Dewael, ministre: Cela sera réglé le plus vite possible, 04.04 Minister Patrick Dewael: Zo
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
monsieur Arens. Si je donne une date précise, vous allez à juste titre
m'interpeller pour dire que je ne tiens pas ma parole. Mais je vous ai
indiqué que toutes les mesures nécessaires ont été prises. J'ai hérité
de cette situation en arrivant dans le département et nous avons pris
les mesures nécessaires. Les renforcements ont été effectués. Je
crois que dans les plus brefs délais, ce problème peut être résolu. Il a
été réglé pour 2002, pour 2003. Le plus important est que nous ayons
mis une base pour le futur afin que cela ne se répète plus.

Pour cela, le projet de loi est important. Grâce à lui, le secrétariat
social dépendra tout à fait de mes services avec aussi la collaboration
des autorités locales. Le CDVU, donc le service dépendant de mon
collègue des Finances, est le dernier problème à résoudre. La volonté
politique du gouvernement est là pour remédier à ce problème.
snel mogelijk! De nodige
maatregelen werden getroffen
opdat dergelijke problemen zich
niet opnieuw zouden voordoen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la répartition
des effectifs entre le personnel opérationnel des services de police et le personnel administratif"
(n° 4534)
05 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de verdeling van het politiepersoneel over de operationele en de administratieve formatie"
(nr. 4534)
05.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la réforme des services de police a provoqué des
changements importants en termes d'effectifs. Il serait utile que nous
puissions disposer d'une vue précise de la répartition actuelle des
effectifs par catégorie.

Pourriez-vous communiquer aux membres de notre commission les
chiffres exacts des effectifs opérationnels et des effectifs CALOG par
zone, par direction fédérale, par régime linguistique au sein des zones
et des directions?
05.01 Joseph Arens (cdH): Kan u
ons de exacte cijfers inzake het
operationeel en het CALOG-
personeel meedelen, en dit per
politiezone, per federale directie
en per taalstelsel?
05.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, étant donné le
caractère purement quantitatif de la question et la longueur des
données chiffrées, je mets à la disposition de M. Arens les tableaux
qui seront annexés également au compte rendu de la séance. En ce
qui concerne les zones, toutes les données sont complètes, à
l'exception de l'actualisation de 2003 pour une seule zone.

Je ne vais pas lire tous ces chiffres en séance, je vous remets les
tableaux.
05.02 Minister Patrick Dewael: Ik
stel de gevraagde tabellen te uwer
beschikking. Zij kunnen bij het
verslag van de vergadering
worden gevoegd.
05.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour les chiffres que nous venons d'obtenir par l'intermédiaire
du secrétariat.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'unité
provinciale de circulation du Brabant" (n° 4535)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de provinciale verkeerseenheid van Brabant" (nr. 4535)
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
06.01 Joseph Arens (cdH): Monsieur le ministre, les unités
provinciales de circulation bénéficient d'aides de la part des
provinces. Tel ne serait pas le cas pour l'unité provinciale de
circulation de Bruxelles-Capitale qui ne bénéficie pas de l'aide qui
devrait lui être octroyée par le gouverneur de la province du Brabant
flamand.

Pourriez-vous m'indiquer ce qu'il en est et quels sont les motifs réels
de l'absence d'aide octroyée aux services de l'unité provinciale de
circulation de Bruxelles-Capitale? Pourriez-vous me préciser quelle
suite vous entendez donner à ce dossier?

Il ne me paraît pas acceptable que l'unité provinciale de circulation de
Bruxelles-Capitale ne bénéficie pas des aides nécessaires alors
qu'elle assure la sécurité dans une zone particulièrement sensible et
sur un territoire vers lequel convergent nombre de concitoyens et de
ressortissants étrangers du fait de la position de Bruxelles en tant que
capitale européenne.

Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, ma dernière
question pour aujourd'hui.
06.01 Joseph Arens (cdH): De
provinciale verkeerseenheid van
Brussel-Hoofdstad zou niet op de
beloofde steun van de provincie
Vlaams-Brabant kunnen rekenen.
Wat zijn de redenen hiervoor en
welk gevolg zal u aan dit dossier
geven?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je rappelle tout d'abord que, pour le Brabant, trois
gouverneurs sont compétents, à savoir le gouverneur du Brabant
wallon, celui du Brabant flamand et le gouverneur de Bruxelles-
Capitale.

En ce qui concerne le cas spécifique de la police de la route du
Brabant, le gouverneur du Brabant wallon met annuellement, depuis
6 ans, à la disposition de ce service un budget "sécurité" d'environ
6.000 euros et ce, dans le cadre d'un projet sécurité sur l'axe E411. Il
en est de même pour les provinces de Namur et du Luxembourg.

Le gouverneur de Bruxelles-Capitale, quant à lui, fournit de temps en
temps du matériel à la police de la route, par exemple des vestes fluo
à l'occasion de la campagne "Bob" 2004/2005.

Le Brabant flamand a financé le projet des caméras automatiques à
Tirlemont à la fin des années '90.

Pour les provinces de Namur, de Liège, de Flandre occidentale et
d'Anvers, les gouverneurs fournissent, au cas par cas, un budget
modeste destiné à la prévention. Les autres unités provinciales de
circulation ne reçoivent aucune aide budgétaire de la part de leur
gouverneur de province.
06.02 Minister Patrick Dewael:
Wat het specifieke geval van de
Brabantse verkeerspolitie betreft,
kennen de gouverneurs van
Waals-Brabant, Namen en
Luxemburg in het kader van de
veiligheidsbegroting voor de as
E411 jaarlijks 6.000 euro aan
middelen toe. Brussel-Hoofdstad
levert materieel. Vlaams-Brabant
financierde onbemande camera's
in Tienen. De overige provinciale
verkeerseenheden ontvangen
geen financiële steun van hun
provincie.
06.03 Joseph Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour cette réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "de
criminaliteitsstatistieken" (nr. 4545)
- de heer Filip De Man aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de criminaliteitsstatistieken" (nr. 4680)
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
07 Questions jointes de
- M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les statistiques en matière de
criminalité" (n° 4545)
- M. Filip De Man au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'absence de statistiques en
matière de criminalité" (n° 4680)
07.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, de hervorming van de politiediensten heeft bijzondere
aandacht besteed aan het opstarten van een eenvormig systeem voor
de criminaliteitsstatistieken. De hervorming is reeds een paar jaar aan
de gang. Alhoewel het nog ver van optimaal is, zouden we stilaan tot
een eenvormig systeem moeten komen. Een van de vragen zou
kunnen zijn wanneer al de zones effectief zullen overschakelen op
hetzelfde systeem. Volgens onze informatie hanteren bepaalde zones
nog steeds een ander systeem.

Belangrijk is te weten of er reeds definitieve resultaten van de
politionele criminaliteitsstatistieken voor 2003 beschikbaar zijn. We
krijgen wel cijfers doorgespeeld van bepaalde zones of via
burgemeesters die ermee uitpakken. Een globaal overzicht op de
criminaliteitscijfers is echter belangrijk. Kan deze commissie over de
volledige statistieken beschikken? Volgens mij is het tijdstip goed
gekozen om de cijfers te kunnen bespreken. Kunt u meer
duidelijkheid geven bij het verzamelde materiaal? Kunt u ons
voldoende garanderen dat de cijfers 100% betrouwbaar zijn?
07.01 Dirk Claes (CD&V): Un
système uniforme de statistiques
en matière de criminalité est en
préparation. Quand l'ensemble
des zones disposeront-elles de
ces résultats? Existe-t-il déjà des
statistiques pour 2003? La
commission de l'Intérieur peut-elle
les obtenir? Le ministre peut-il
préciser les résultats?
07.02 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, dit is niet de eerste maal dat ik dit soort vraag stel. Het
stoort me dat lokale overheden en politieke verantwoordelijken op
diverse niveaus statistieken bekendmaken over de criminaliteit van
2003, zelfs over de eerste kwartalen van 2004, terwijl wij moeten
blijven wachten op de globale cijfers en de officiële mededeling inzake
de statistieken door de federale politie.

Mijnheer de minister, ik heb wat gegrasduind in verklaringen van de
laatste maanden. Ik heb een leuk voorbeeld gevonden dat u zich
ongetwijfeld zult herinneren. Het betreft de situatie in Mechelen. De
kersverse voorzitter van uw partij of van de helft van uw partij ­ ik
weet niet goed hoe ik het moet omschrijven - loopt te koop met cijfers.
Hij beweert dat diefstal met voertuigen in Mechelen met 54% is
gedaald. De zakkenrollerij zou met 46% gedaald zijn, de
handtasdiefstallen met 84%. Dit cijfer hebt u ook gebruikt toen ik u
daarover vorige maand in de plenaire vergadering ondervroeg.

Het kiezen van een paar prachtresultaten in Mechelen en de slechte
te verzwijgen is een gemakkelijke manier om de bevolking te paaien.
Uit de tabellen van de politie van Mechelen kan ik met hetzelfde
gemak een aantal voorbeelden aanhalen waar de criminaliteit
toeneemt. Dit is onder meer het geval voor autodiefstallen, de
fietsdiefstallen en de winkeldiefstallen. Pour le besoin de la cause
verliest men deze cijfers even uit het oog. Bovendien merk ik dat de
voorzitter van de helft van uw partij op zijn webstek een tabel
publiceert met statistieken.
07.02 Filip De Man (Vlaams
Belang): Diverses autorités locales
et responsables politiques
brandissent des chiffres de
criminalité pour l'année 2003 et les
premiers trimestres de 2004. Le
président du VLD, M. Somers, le
premier ministre et le ministre de
l'Intérieur, parmi d'autres, mettent
en évidence les résultats les plus
favorables mais passent sous
silence ceux qui le sont moins. Je
m'insurge contre cette utilisation
sélective des chiffres. Quand
allons-nous recevoir les
statistiques complètes et
officielles? Pourquoi faut-il
attendre si longtemps?
07.03 Minister Patrick Dewael: Bush is de president van de helft van
de Amerikanen.
07.04 Filip De Man (Vlaams Belang): Neen, mijnheer de minister,
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
deze keer was het beduidend meer.

De tabel op de webstek geeft informatie over 11 categorieën.

Nu weten wij allemaal dat er 30 tot 40 categorieën van misdrijven
bestaan. Op de lange duur begint dat soort van selectief gebruik van
cijfers tegen te steken, mijnheer de minister. U bezondigt zich daar
ook aan. U hebt dat gedaan in de plenaire vergadering. Ook de
premier heeft dat gedaan in oktober toen hij zijn beleid voor het
lopende jaar kwam verdedigen. Het steekt tegen en het zou toch wel
interessant zijn om nu eens eindelijk te horen wanneer wij die cijfers
kunnen krijgen en waarom het tegenwoordig zo lang moet duren om
ze te krijgen.
07.05 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, collega's, de
federale politie heeft mij de criminaliteitsstatistieken voor 2003 thans
ter beschikking gesteld. De federale politie heeft ook om een
vergadering met mij gevraagd om over deze aangelegenheid van
gedachten te kunnen wisselen en enige duiding te kunnen geven bij
de cijfers. Dat is ook de reden waarom ik morgen met hen een
onderhoud heb voorzien waarop een en ander zal kunnen worden
toegelicht.

De vraag die altijd terugkomt, is waarom die statistieken zolang
uitblijven. Ik heb daarop al bij herhaling geantwoord dat dit te maken
heeft met de vergelijkbaarheid. De databank moet in dezelfde periode
als de voorgaande jaren worden afgesloten. Zowel voor 2001 als voor
2002 werd die databank in het najaar afgesloten. Dat is de reden en
voor de rest zijn er de cijfers die door specifieke zones worden
meegedeeld. U zult het met mij eens zijn dat ik daarover onmogelijk
controle heb. Als een politie- of zonechef naar buiten komt met cijfers
en daarbij duiding geeft over die cijfers, dan is dat zijn of haar goed
recht. Dat dit dan een partieel beeld geeft, is te wijten aan het feit dat
de cijfers enkel betrekking hebben op wat zonaal wordt vastgesteld.
Idem dito voor wat de federale politie doet. U weet zeer goed dat men
altijd wat langer moet wachten op de geïntegreerde cijfers.

Een tweede opmerking heb ik volgens mij ook al gemaakt toen ik een
antwoord heb gegeven in de plenaire vergadering en in de
commissievergadering. Als men zich fixeert op bepaalde prioriteiten
en dit naar buiten brengt dan ziet men dat dit resultaten oplevert. Een
meer efficiënt georganiseerde politie zal er ook toe leiden dat men in
een aantal domeinen, die in het verleden geen prioriteit waren, meer
criminele feiten zal vaststellen. Ik geef het voorbeeld van de
leefmilieucriminaliteit. Ik denk dat men daar tot voor kort weinig of niet
mee bezig was. Op bepaalde plaatsen zal men misschien specifieke
acties organiseren tegen misdrijven tegen het leefmilieu. Dit zal dan
automatisch leiden tot een vaststelling van een groter aantal feiten.
Als men die prioriteit gedurende een aantal jaren volhoudt, zal men
daarvan ook de resultaten merken. Dat is uiteraard iets wat eenieder
weet maar om dat per fenomeen te kunnen duiden, moet men de
globale statistieken hebben.

Mijnheer de voorzitter, ik laat het aan uw appreciatie over maar na de
vergadering van morgen met de federale politie zal ik meer gegevens
hebben. Ofwel kom ik er zelf op terug, ofwel ondervraagt men mij
opnieuw volgende week. Het zou alleszins wenselijk zijn dat we
misschien ook aan de verantwoordelijke van de federale politie de
07.05 Patrick Dewael, ministre:
La police fédérale m'a fait parvenir
les statistiques en matière de
criminalité pour 2003 et m'a
demandé d'y consacrer une
réunion. Les statistiques se font
attendre longtemps parce que la
banque de données n'est clôturée
que dans le courant de l'automne
de l'année suivante.

Je ne peux pas contrôler les
chiffres présentés par les
différentes zones. Les chefs de
corps décident eux-mêmes des
chiffres qu'ils souhaitent mettre en
évidence.

Si la lutte dans un domaine
particulier de la criminalité devient
hautement prioritaire, le nombre
de crimes enregistrés dans ce
domaine augmentera dans un
premier temps par rapport au
passé. Mais si la politique est
poursuivie, les résultats
s'amélioreront après quelque
temps. Je pense en l'occurrence
aux infractions en matière
d'environnement.

Je disposerai de davantage de
données après la réunion avec la
police fédérale. Son représentant
aura l'occasion de commenter les
chiffres.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
gelegenheid bieden om de commissie wat tekst en uitleg te geven.
Het is nooit mijn bedoeling geweest om deze kwestie te politiseren. Ik
denk dat burgers recht hebben op de naakte cijfers, niet meer of niet
minder.
07.06 Dirk Claes (CD&V): Dank u wel, mijnheer de minister, uw
antwoord was precies wat wij suggereerden in onze vraag. We
denken dat het een goed voorstel is en dat het ook in de commissie
zou moeten besproken worden. Eventueel kunnen de diensten van de
federale politie erbij zijn zodat we hen ook kunnen bevragen. Wij
begrijpen ook dat de methodologie die er nu is het niet mogelijk maakt
om voor november met cijfers te komen. Daar heb ik ook alle begrip
voor. Ik denk dat het een goed voorstel is waarop wij graag ingaan.
07.06 Dirk Claes (CD&V): Je suis
intéressé par la proposition de
discuter des statistiques en
commission avec des
représentants de la police
fédérale. Je peux cependant
comprendre que les données ne
seront disponibles qu'à partir de
l'automne prochain.
07.07 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik wil u
bedanken voor uw eerlijk antwoord. Ik vond het mooi dat u toegaf dat
wanneer men prioriteiten legt daar natuurlijk resultaten behaald
worden maar dat men dan in andere categorieën mogelijk wel eens
slechtere cijfers behaalt. Nu, ik zou ook willen vragen dat we ­ en dat
is dan meer gericht aan de voorzitter ­ bij de voorstelling van de
cijfers opnieuw, zoals vorig jaar, in de congreszaal zouden
vergaderen alwaar we dan toch een zekere logistiek ter beschikking
hebben om er de cijfers van de federale politie in al hun glorie te
kunnen bekijken en de minister er verder over te ondervragen. Moet
dat nu per se volgende week? Neen, ik denk dat er misschien
dringender zaken op het programma staan. Brussel-Halle-Vilvoorde
bijvoorbeeld of een ontwerp van de minister.
07.07 Filip De Man (Vlaams
Belang): Le ministre a fourni une
réponse honnête. Les domaines
qui sont traités en priorité donnent
de meilleurs résultats alors que
l'on constate de moins bons
résultats dans les autres
catégories. Je propose que la
discussion portant sur les
statistiques ait lieu dans la salle
des Congrès afin que les moyens
logistiques nécessaires soient
disponibles.
Non, moi je n'insiste pas. Je n'insiste pas.
Ik zeg dat als we het doen, voorzitter, mijnheer de minister, wij er toch
één à twee uur voor zouden moeten kunnen uittrekken om er een
debat over te kunnen hebben zoals dat trouwens vorig jaar het geval
was.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence plus massive de policiers dans les quartiers" (n° 4541)
08 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "meer blauw op straat" (nr. 4541)
08.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, il semble que la
nouvelle circulaire qui devrait entrer en vigueur au début de l'année
prochaine, ait été présentée comme une solution miracle au problème
de la présence policière dans nos rues. Si j'en crois ce qui a été dit
dans la presse, et on vous a déjà interrogé à ce sujet, ce sont quelque
30.150 agents supplémentaires qui devraient être présents dans les
rues d'ici à 2008. Ces chiffres sont fort intéressants. Pourtant, et
nombre de collègues bourgmestres pensent comme moi, cette
nouvelle circulaire ne fait qu'entériner une pratique qui a déjà cours
dans de nombreuses zones de police.

Il est clair que la plupart des tâches que vous avez pour ambition,
avec votre collègue de la Justice, de retirer aux policiers sont déjà,
depuis longtemps, confiées à des agents communaux. Or, je
08.01 Jacqueline Galant (MR):
Volgens persberichten zou begin
2005 een nieuwe circulaire in
werking treden die voor meer
blauw op straat moet zorgen. Er
zouden bijkomende agenten
worden ingezet. Daartoe willen uw
collega van Justitie en uzelf een
aantal administratieve taken door
het gemeentepersoneel laten
uitvoeren.

In heel wat gemeenten gebeurt dat
echter nu al.
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
n'aperçois pas plus de policiers dans les rues, notamment dans la
zone qui me concerne. Pouvez-vous me fournir une explication par
rapport à cette réalité?

Pouvez-vous également fournir des chiffres quant aux futurs
engagements de policiers? Ne serait-il pas urgent, sans vouloir
dévaloriser la réforme qui a offert quelques belles réussites, de
revenir à l'implication des agents de quartier qui étaient des
références pour les habitants? On parle de police de proximité mais
on est très loin du schéma idéal qui avait été présenté. Avez-vous
d'autres solutions pour endiguer ce phénomène et redorer l'image de
nos valeureux policiers qui ne s'y retrouvent pas dans le système
réformé?


Kan de minister meedelen hoeveel
bijkomende mensen de politie in
dienst zal nemen?

Moet, in het raam van de
buurtpolitie, niet opnieuw een
beroep worden gedaan op de
wijkagenten?
08.02 Patrick Dewael, ministre: Madame Galant, la presse s'est
effectivement fait l'écho d'une nouvelle circulaire qui devrait contribuer
à augmenter la présence policière dans nos rues.

Les chiffres cités par la presse ne sont rien d'autre que ceux qui ont
été fixés à l'issue du Conseil des ministres spécial des 30 et 31 mars
2004. Le premier ministre a confirmé le chiffre global dans sa
déclaration de politique générale du 12 octobre dernier. Il ne s'agit pas
de nouveaux recrutements mais du résultat de toute une série de
mesures qui ont pour but de remettre des policiers en rue. Cette
capacité supplémentaire de près de 3.000 unités est déjà présente
dans la police mais elle n'est pas employée comme il le faut là où il le
faut.

Parmi ces mesures, citons:
- l'augmentation progressive du cadre du corps de sécurité,
compétence de ma collègue de la Justice;
- la création d'un corps d'intervention (700 unités dont 300 devaient
être mises à disposition fin 2004);
- l'extension des compétences des agents auxiliaires;
- la réduction du recours aux capacités hypothéquées;
- l'injection progressive de 200 membres du personnel administratif
provenant du pool de mobilité fédéral dans les zones;
- la compensation octroyée aux zones pour le personnel mis en place
dans les CIC Astrid; les policiers locaux détachés aux CIC seront
budgétairement à charge du fédéral,
- la simplification administrative.

Madame Galant, le projet de circulaire que vous évoquez n'est encore
qu'un document de travail qui doit être formellement approuvé par ma
collègue de la Justice et moi-même, et être soumis à l'avis du Conseil
consultatif des bourgmestres. J'ai déjà commenté ce sujet lors des
questions parlementaires de vos collègues Maene, Peeters et Van
den Bergh en séance plénière.

D'une part, cette circulaire rappelle un ensemble de tâches
administratives qui doivent être effectuées par les communes et non
par les policiers. J'en profite pour vous dire que le contrôle des
nouveaux arrivants dans une commune continue à être une tâche
réservée à la police. D'autre part, cette même circulaire énumère une
série de tâches qui, au sein du corps de police, peuvent être
effectuées par des non-policiers, c'est-à-dire du personnel
administratif et logistique. Dans les deux cas, le but est le même:
remettre des policiers sur le terrain pour s'occuper de la police de
08.02 Minister Patrick Dewael:
De pers mag dan gewag hebben
gemaakt van een nieuwe
circulaire, de beslissing om op
straat meer politieagenten in te
zetten werd op 30 en 31 maart van
dit jaar naar aanleiding van de
buitengewone Ministerraad
genomen. Die cijfers werden
trouwens ook in de
beleidsverklaring van 12 oktober
opgenomen.

Het gaat dus niet om nieuwe
wervingen, maar om maatregelen
om op straat meer agenten in te
zetten. Zo zal bijvoorbeeld de
formatie van het veiligheidskorps
worden uitgebreid, zal een
interventiekorps worden opgericht,
zullen de bevoegdheden van de
hulpagenten worden uitgebreid, zal
in mindere mate een beroep
worden gedaan op de
gehypothekeerde capaciteit en
zullen 200 administratieve agenten
afkomstig van de federale
mobiliteitspool worden ingezet.
Daarnaast zal de administratieve
vereenvoudiging haar vruchten
afwerpen en zullen de lokale
politieambtenaren die naar de CIC
worden gedetacheerd, door het
federale niveau ten laste worden
genomen.

Het ontwerp is een werkdocument
dat nog formeel door de minister
van Justitie en mijzelf moet
worden goedgekeurd en voor
advies aan de adviesraad van
burgemeesters moet worden
voorgelegd.
Ik heb daarover al commentaar
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
base.

Ce n'est pas tout à fait nouveau puisqu'une circulaire existe déjà mais
le but était d'adapter cette circulaire. En effet, le texte est resté le
même après la réforme de la police. L'application des diverses
mesures que j'ai énumérées va se manifester progressivement dès le
début de l'année prochaine et la présence policière visible sera donc
augmentée, comme nous le souhaitons tous. Tenez compte tout de
même que l'objectif de 3.200 doit être atteint à la fin de cette
législature, en 2007. Il faudra réévaluer la situation chaque année.
gegeven in de plenaire
vergadering in antwoord op vragen
van uw collega's de heren Jef Van
den Bergh, Jan Peeters en Jean-
Claude Maene (zie Beknopt
Verslag van de Kamer
nr. 95 van
25 november 2004, p. 15-18).
Enerzijds stelt die circulaire de
taken vast die toekomen aan de
gemeenten en de taken waarmee
de politiemensen worden belast.
Zo moet de controle van de
nieuwkomers in een gemeente
door de politie worden verricht.


Anderzijds vermeldt die circulaire
de taken die door administratief en
logistiek personeel mogen worden
uitgevoerd.
Het gaat dus niet om een nieuwe
circulaire maar om de aanpassing
van een bestaande omzendbrief.
Voornoemde maatregelen zullen
vanaf begin 2005 van toepassing
zijn en hebben tot doel tegen 2007
3.200 agenten meer op straat te
kunnen inzetten. Tot die datum
zullen wij een en ander jaarlijks
evalueren.
08.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le ministre, j'entends bien
tous les chiffres que vous avancez et je ne demande qu'à vous croire.
Cela dit, prenons l'exemple des tâches qui avaient été avancées dans
la circulaire, dont j'ai évidemment pu prendre connaissance dans la
presse. On y parlait notamment des recensements effectués par les
policiers ou du port de l'ordre du jour des conseils communaux par les
policiers. Or, dans toutes les communes, ce sont déjà les
administratifs qui effectuent ces tâches et je ne vois pas de policiers
en plus dans les rues ou plus de largesses pour le travail des
policiers. J'attends l'application réelle de cette circulaire pour voir si
des choses vont vraiment changer. En tout cas, pour le moment, dans
les zones où les administratifs s'occupent déjà de ces tâches, rien n'a
changé.
08.03 Jacqueline Galant (MR): Ik
wil u best geloven, maar ik stel
vast dat die maatregelen in de
meeste politiezones al van
toepassing zijn. Ik denk dan ook
niet dat de inwerkingtreding van
die circulaire voor gevolg zal
hebben dat er meer politiemensen
op straat zullen kunnen worden
ingezet.
08.04 Patrick Dewael, ministre: Madame Galant, je ne dis pas autre
chose. Je n'ai jamais prétendu qu'il y avait une nouvelle circulaire
avec de nouvelles mesures. J'ai dit que M. Tobback, mon
prédécesseur, avait fait une circulaire en son temps. Cette circulaire
est d'application dans la plupart des zones mais dans certaines
communes, on continue à confier des tâches administratives à des
policiers. Après la réforme des polices, le but était d'actualiser ce
texte, qui est un document de travail. Ce n'est pas moi qui ai donné
une conférence de presse pour annoncer qu'une nouvelle circulaire
allait tout résoudre! Les conséquences pour les 3.200 policiers
découleront d'autres mesures que je viens de rappeler. Cette
circulaire, ce n'est qu'une actualisation, ni plus ni moins. En outre,
c'est un texte de travail. J'ai indiqué ici en séance plénière que je
08.04 Minister Patrick Dewael: Ik
heb nooit gezegd dat het om een
nieuwe circulaire met nieuwe
maatregelen gaat. Het betreft een
circulaire die door mijn voorganger
de heer Louis Tobback werd
goedgekeurd en in de meeste
maar niet in alle zones van
toepassing is. Wij hebben die
circulaire dus bijgewerkt.
Ik heb in de plenaire vergadering
al verklaard dat de controle van de
nieuwkomers in de gemeenten
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
n'étais pas du tout d'accord, en ce qui concerne le contrôle des
nouveaux arrivants dans une commune, avec la proposition de
l'administration et donc je bifferai cela.
niet door de gemeenten maar door
de politie zal worden verricht.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'octroi
de distinctions honorifiques dans la police" (n° 4542)
09 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitreiking van eretekens bij de politie" (nr. 4542)
09.01 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la réforme de la police a changé pas mal de choses dans le
paysage des forces de l'ordre. Si bon nombre de personnes parmi le
personnel ont éprouvé maintes difficultés d'adaptation, certaines
regrettent aussi la suppression de certains privilèges, dont l'octroi de
distinctions honorifiques. Qu'en est-il des décorations civiques pour
ancienneté de service?

Il semble qu'après une première suspension de l'octroi des
distinctions honorifiques de police en 1996, la procédure d'attribution
ait été relancée en 1999. Il apparaît aussi qu'une deuxième
suspension serait intervenue au 1
er
janvier 2001. Pouvez-vous en
expliquer les raisons? Envisage-t-on de remettre celles-ci au goût du
jour? Auquel cas, quelles conditions le candidat devrait-il remplir pour
y prétendre? Avez-vous déjà enregistré des demandes à cet égard?
N'est-ce pas une question de confiance pour nos policiers de se voir
ainsi distinguer? Envisagez-vous de les rétablir, tant au niveau de la
police locale que de la police fédérale?
09.01 Jacqueline Galant (MR):
Het politiepersoneel betreurt de
afschaffing van de eervolle
onderscheidingen ingevolge de
politiehervorming.

In 1996 werd de toekenning van
de eervolle onderscheidingen een
eerste keer geschorst terwijl de
toekenningsprocedure terug werd
opgestart in 1999 om uiteindelijk
opnieuw te worden geschorst
vanaf 1 januari 2001. Kan u ons de
redenen van die schorsingen
meedelen?

Overweegt u de eervolle
onderscheidingen voor
dienstanciënniteit terug in te
voeren? Zo ja, onder welke
voorwaarden? Heeft u al
aanvragen in die zin ontvangen?
Zal het heropstarten van de
procedure ook betrekking hebben
op de lokale en federale
politiemensen?
09.02 Patrick Dewael, ministre: Madame, je peux vous rassurer,
mon administration a déjà rédigé un nouveau tableau d'octroi.
Comme nous avons déjà pu le constater, l'intégration des statuts des
trois anciens services de police dans un seul nouveau régime n'est
pas une sinécure. Ainsi, des gendarmes se voyaient auparavant
octroyer des distinctions honorifiques militaires dont le rythme
d'attribution était entièrement différent de celui des distinctions civiles.
Le projet de nouveau règlement a été transmis à mon collègue des
Affaires étrangères qui est, comme vous le savez, compétent pour les
ordres nationaux. Lorsqu'il aura donné son accord, j'aurai le plaisir de
remettre les distinctions honorifiques à tous ceux qui peuvent en
bénéficier.
09.02 Minister Patrick Dewael:
Mijn administratie heeft een
nieuwe toekenningstabel
opgesteld die de statuten omvat
van de drie vroegere
politiekorpsen.

Het ontwerp van nieuw reglement
werd overgezonden aan mijn
collega van Buitenlandse Zaken
die bevoegd is voor deze materie.
De uitreiking van de eervolle
onderscheidingen zal kunnen
plaatsvinden wanneer hij zijn
toestemming zal hebben verleend.
09.03 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour ces précisions.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

Le président: M. Fournaux étant absent, et conformément à la décision de la Conférence des présidents,
je reporte sa question (n° 4574) puisqu'il s'agit de sa première absence. En cas de deuxième absence, la
question serait définitivement supprimée.

Nous passons maintenant aux questions jointes du point 11bis. M. Courtois étant absent, sa question
n° 4580 est supprimée.
10 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"het noodnummer 112" (nr. 4675)
10 Question de M. Dirk Claes au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le numéro
d'urgence 112" (n° 4675)
10.01 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, we hebben een vraag over het noodnummer 112.

Artikel 26 van de Europese richtlijn van 7 maart 2002 inzake de
universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot
elektronische communicatienetwerken en ­diensten regelt de
introductie van een uniek Europees noodnummer, namelijk het
nummer 112.

Uit onderzoek blijkt dat slechts 1 op 10 Belgen het 112-nummer kent.
Bovendien is bij slechts 20% van de Europeanen dat nummer
bekend. België scoort dus de helft slechter dan vergelijkbare landen in
Europa. Dat blijkt uit een onderzoek van de European Emergency
Number Association. Deze organisatie wijt de onbekendheid aan de
weinige aandacht die de nationale autoriteiten besteden aan de
technologische ontwikkelingen en de reclamecampagnes.

De richtlijn is nochtans duidelijk.

De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die openbare
telefoonnetwerken exploiteren, voor zover dat technisch haalbaar is,
voor alle oproepen van het Europese alarmnummer 112 informatie
over de locatie van de oproeper ter beschikking stellen van de
instanties die de noodsituaties moeten behandelen. De lidstaten
zorgen er ook voor dat de burgers adequaat worden ingelicht over het
bestaan en het gebruik van het alarmnummer 112.

Bovendien werd begin oktober 2003 door de Europese Commissie
een inbreukprocedure ingeleid, omdat ons land nog niet de nodige
omzettingsmaatregelen had aangemeld. Twee maanden later werd
een tweede stap in de procedure tegen België gezet.

De toestand nu is dat vijf lidstaten de primaire wetgeving ter omzetting
van het regelgevend kader nog niet hebben ingevoerd. Ze hebben wel
al stappen gezet. België is bij die vijf landen. De Europese Commissie
heeft dus ook een aantal procedures ingeleid wegens de niet-naleving
van de kennisgevingplicht. Ook daar is België bij. Deze kwestie werd
bij het Europees Hof van Justitie aanhangig gemaakt.

Wij hebben dan ook de volgende vragen.

Is de procedure van Europa omtrent het dossier reeds afgerond?
Heeft ze enige gevolgen gehad voor ons land?
10.01 Dirk Claes (CD&V): Selon
une étude menée par l'European
Emergency Number Association
,
10% à peine de la population
belge connaissent le numéro
d'urgence 112 alors que la
moyenne européenne se situe à
20%. L'article 26 de la directive
européenne du 7 mars 2002
prévoit pourtant notamment que le
citoyen doit être dûment informé à
propos de l'existence et de
l'utilisation du numéro d'alarme
européen 112. Cinq pays, dont la
Belgique, n'ont pas encore
transposé la législation primaire.
La Commission européenne a
ouvert une procédure d'infraction.

Cette procédure est-elle terminée
et quelles en sont les
conséquences pour notre pays?
Quelles initiatives notre pays a-t-il
prises pour introduire le numéro
d'urgence? Combien a coûté cette
campagne? D'autres campagnes
sont-elles prévues et des moyens
budgétaires sont-ils prévus à cet
effet? Ne peut-on pas faire en
sorte que les gens soient à l'avenir
redirigés automatiquement vers ce
numéro? Quel serait le prix de
cette mesure? Des campagnes
s'adresseront-elles à des groupes-
cibles spécifiques?
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18

Welke initiatieven heeft ons land reeds genomen ter introductie van
het nieuwe noodnummer?

Wat waren de kosten van de campagne?

Plant de minister nog andere campagnes om de kenbaarheid te
verhogen? Wanneer plant hij ze?

Kan er niet voor worden gezorgd dat in de toekomst automatisch naar
het nummer wordt doorgeschakeld? Hoeveel zou dat kosten,
uitgedrukt in tijd nodig voor het omschakelen en uitgedrukt in euro?

Is er in specifieke campagnes voorzien voor bepaalde doelgroepen?
Een mogelijke definitieve introductie als enig noodnummer zal voor
bepaalde mensen immers uitermate verwarrend zijn. Nog een aantal
mensen kennen het 900-nummer, het 100-nummer en het 101-
nummer. Dat noodnummer 112 is dan al een vierde nummer.

Zijn voor de eventuele, toekomstige campagnes reeds budgetten
ingeschreven? Zo ja, over welke budgetten gaat het?

Ik ben ook eens gaan kijken op de website van het 112-nummer, die
een van uw promotiemaatregelen was. Achteraan staat daar ook, wat
ik heel eigenaardig vind, informatie over het 100-nummer en het 101-
nummer, zonder dat er wordt verwezen naar het feit dat die nummers
in de toekomst het 112-nummer dienen te worden. Dus zelfs op de
website van het 112-nummer staat nog gewoon informatie over het
100- en het 101-nummer. Dat vind ik toch enigszins overdreven.

Graag kreeg ik een antwoord van de heer minister.
10.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik beperk mij
tot de vragen die door de heer Claes werden gesteld.

Eerst en vooral kan ik melden dat sinds 1991 iedereen die in ons land
het nummer 112 vormt, terechtkomt bij de 100-centrale. Van daaruit
wordt dan een adequate hulpverlening opgestart, ook indien enkel
politionele hulp vereist is. Duidelijke instructies zijn via een
omzendbrief gegeven aan alle 100-aangestelden.

In 2001 is er een grootscheepse informatiecampagne opgezet in de
11 talen van de Europese Unie. Die campagne bestond uit het
verspreiden van ongeveer 1 miljoen folders, het ophangen van
affiches in luchthavens en stations en het opstarten van een website.
De doelstelling van de campagne was het 112-nummer algemeen
bekend te maken bij de potentiële gebruikers. Deze gebruikers waren
Belgen die door Europa reisden, maar ook de Europeanen die door
België reisden. Men richtte zich ook tot personen met een gsm omdat
ook door hen het 112-nummer vaak verkeerd wordt gebruikt. Het ging
om een campagne die bestemd was voor het grote publiek.

Mijn departement heeft een bedrag van 74.368 euro besteed aan het
Belgische deel van de campagne. Een budget van 75.991 euro werd
aan het Europese deel van de campagne besteed. Van dit bedrag
werd 75% gesubsidieerd door de Europese Commissie. Op dit
ogenblik heb ik geen onmiddellijke plannen om in een nieuwe
campagne te voorzien om de bevolking nog meer te sensibiliseren.
10.02 Patrick Dewael, ministre:
Depuis 1991, les personnes qui
composent le 112 en Belgique
aboutissent au central 100, qui
fournit ensuite l'assistance
adéquate. Le personnel préposé
au 100 a reçu des instructions
claires par le biais d'une circulaire.
En 2001, une campagne
d'information d'envergure avait été
menée dans les onze langues de
l'Union européenne afin de faire
connaître le numéro 112 du grand
public. Le département de
l'Intérieur a consacré 74.368 euros
au volet belge de cette campagne
et 75.991 euros au volet européen,
dont 75 pour cent ont été
subsidiés par la Commission
européenne. Je n'envisage pas de
lancer une nouvelle campagne. Je
ne dispose pas non plus de
budgets supplémentaires. Si les
numéros d'urgence 100 et 101
venaient à être supprimés, une
nouvelle campagne d'information
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Momenteel zijn daarvoor geen budgetten beschikbaar. Indien men
ertoe komt de andere noodnummers 100 en 101 af te schaffen ­ op
dit ogenblik is dat nog niet het geval ­ dan zal er noodzakelijkerwijze
een nieuwe informatiecampagne aan de bevolking moeten volgen om
de bekendheid van dat unieke nummer te promoten.

Zowel de heer Courtois als uzelf vragen naar de uitvoering van het
artikel 26 van de Europese richtlijn van 7 maart 2002. Ik kan u melden
dat de onderhandelingen met de telecomsector op dit ogenblik aan de
gang zijn met de bedoeling het verstrekken van de
lokalisatiegegevens aan de noodoproepcentra van een burger die een
noodoproep plaatst.
serait lancée pour promouvoir le
numéro unique 112. Les
négociations avec le secteur des
télécoms sont en cours aux fins de
l'exécution de l'article 26.
10.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de minister, het lijkt erop dat we
in België in een omgekeerde wereld leven. Het nummer 112 schakelt
door naar de nummers 100 en 101. Het is echter juist de bedoeling
van Europa om het nummer 112 zo snel mogelijk in te voeren en
meer bekend te maken. Slechts 10% van onze inwoners kent het
nummer en gebruikt het geregeld. We moeten toch komen tot een
andere verhouding, zodanig dat die omschakeling op een bepaald
moment op een praktische manier kan gebeuren. Ik denk dat we toch
nog een hele weg hebben af te leggen. Ik zou aanraden om nu met
campagnes te starten en niet te wachten tot de definitieve afschaffing
van de nummers 100 en 101.
10.03 Dirk Claes (CD&V): En
Belgique, c'est le monde à
l'envers. Celui qui choisit de
former le 112, arrive au service
100 ou 101. Le but est
précisément de mieux faire
connaître le numéro d'appel 112. Il
reste beaucoup à faire pour y
arriver.
10.04 Minister Patrick Dewael: Even voor de volledigheid, ik heb nu
geantwoord op de specifieke vragen, maar de heer Claes laat zowat
uitschijnen dat wij geen stappen zouden hebben gedaan om te komen
tot de integratie van dat specifiek noodnummer. De onderhandelingen
daarover zijn volop bezig. Het enige resterende knelpunt heeft alles te
maken met de dringende medische hulpverlening. Als men op dat
unieke nummer belt voor een medische oproep, dan moet natuurlijk
ook enige waarborg op confidentialiteit kunnen worden gegeven. Met
andere woorden, de onderhandelingen moeten nog worden afgerond.
Ik heb u echter bij vorige gelegenheden al ingelicht over de
vooruitgang die gemaakt is in de voorbije weken en maanden met
betrekking tot de beslissing van de Ministerraad om te komen tot dat
ene nummer van waaruit de dispatching vervolgens gebeurt.
Politioneel, niet-politioneel en op het vlak van de brandweer zijn er
geen grote problemen. Alleen de administratie Volksgezondheid en
dan nog de top ervan maakt zich zorgen over de aspecten van het
medisch beroepsgeheim. Voor de rest vorderen wij zoals de andere
landen met de geëigende snelheid.
10.04 Patrick Dewael, ministre:
Monsieur Claes donne à penser
que nous ne prenons aucune
initiative. Les négociations sont en
cours. Il faut garantir le secret
médical lors d'interventions
urgentes. L'administration fédérale
de la Santé publique s'en inquiète
et ce problème demande un peu
de temps.
10.05 Dirk Claes (CD&V): De Europese Commissie vindt nochtans
dat het niet snel genoeg gaat. Zij heeft tegen vijf landen, waaronder
België, een procedure ingeleid en zelfs aanhangig gemaakt bij het
Europees Hof van Justitie.
10.05 Dirk Claes (CD&V): La
Commission européenne estime
que les choses ne vont pas assez
vite et a engagé une procédure.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de mogelijke collectieve regularisatie van 12.000 "oude" asielaanvragen" (nr. 4529)
11 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'éventuelle régularisation collective de 12.000 "anciennes" demandes d'asile" (n° 4529)
11.01 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, u 11.01 Guido Tastenhoye
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
staat momenteel een beetje onder druk van het forum Asiel en
Migraties dat een aantal verenigingen en organisaties groepeert die
zich bezighouden met asielzoekers, met uitgeprocedeerden en
illegalen. Zij hebben de gewoonte aangenomen om om de veertien
dagen actie te voeren bij de partijbureaus. Dat is al gebeurd op 6
december, vorige maandag. Ook veertien dagen daarvoor hebben zij
al actie gevoerd.

Dit forum Asiel en Migraties beweert dat er momenteel 12.000 tot
15.000 personen in de diverse stadia van de asielprocedure zitten en
dat zij zich dus ook langer dan drie jaar in deze procedure bevinden.
Het forum beweert ­ het is een vraag die ik u straks zal stellen ­ dat u
iedereen die het statuut van vluchteling heeft aangevraagd zonder
een uitvoerbare beslissing binnen drie jaar voor mensen met
schoolgaande kinderen of vier jaar voor paren zonder kinderen en
alleenstaanden zou regulariseren. U zou dat verklaard hebben,
mijnheer de minister, in een communiqué van 14 augustus 2003. Het
forum beweert dat u uw belofte niet bent nagekomen. Zij willen dus
dat diegenen die al langer dan drie jaar wachten op hun dossier
geregulariseerd zouden worden op basis van artikel 9,3° van de wet
van 1980 aangaande het vreemdelingenbeleid.

Nu, zegt het forum, zou u uw woord gebroken hebben of het althans
niet nagekomen zijn, want u zou nu een aantal nieuwe voorwaarden
verbonden hebben aan die drie jaar voor gezinnen met kinderen en
de vier jaar voor gezinnen zonder kinderen, vooral met betrekking tot
werkwilligheid en integratie. Dat is ook, zegt het forum, wat zij te
horen hebben gekregen van de nieuwe VLD-voorzitter, Bart Somers,
namelijk dat het criterium van drie tot vier jaar in een procedure zitten
voor de VLD niet volstaat. Ik citeer wat de heer Somers zou gezegd
hebben volgens een bericht van Belga: "Er moet ook een bewijs van
integratie zijn, het aanleren van de taal en de bereidheid te werken". U
zou daarmee binnen de regering een apart standpunt innemen want
de andere regeringspartijen zouden geneigd zijn om het forum te
volgen in zijn eis dat alle asielzoekers die meer dan drie jaar in de
procedure zitten in feite op een collectieve wijze geregulariseerd
zouden moeten worden. Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.

Ten eerste, deelt u het standpunt van het forum om asielaanvragen
die langer dan drie jaar in één of andere procedure wachten op een
beslissing een automatische regularisatie toe te staan? Ten tweede,
zult u de voorwaarden zoals gesteld in de omzendbrief van 19 februari
2003 van uw voorganger Duquesne strikt toepassen indien u beslist
om tot regularisatie over te gaan?
(Vlaams Belang): Le ministre est
actuellement soumis à une forte
pression du Forum Asile et
Migration qui s'occupe des
demandeurs d'asile, des réfugiés
déboutés et des illégaux. Selon ce
Forum, 12.000 à 15.000
personnes entrent
automatiquement en ligne de
compte pour une régularisation sur
la base d'un engagement pris
précédemment par le ministre. Il
s'agit des demandeurs du statut
de réfugié, sans mesure
exécutoire dans un délai de trois
ans pour les personnes avec des
enfants scolarisés et dans un délai
de quatre ans pour les couples
sans enfants et les isolés.

Selon le Forum, le ministre revient
à présent sur cette promesse et
impose de nouvelles conditions à
la régularisation. M. Somers a
également fait des déclarations
dans ce sens: pour le VLD, la
volonté d'intégration revêt
désormais plus d'importance que
la longueur de la procédure.

Quel est en définitive le point de
vue du ministre? Va-t-il appliquer à
la lettre les conditions de la
circulaire Duquesne?
11.02 Minister Patrick Dewael: Voorzitter, het standpunt van het
Forum Asiel en Migratie om de verblijfstoestand van vreemdelingen
die langer dan drie jaar in een asielprocedure zitten, automatisch te
regulariseren, deel ik niet.

Collectieve regularisatie is niet aan de orde, dat heb ik hier al vaak
betoogd. Indien de asielzoeker effectief van de maatregel van artikel
9, 3° van de wetgeving op de vreemdelingen gebruik wil maken, dan
zal elk geval afzonderlijk worden bestudeerd. De lange duur van de
asielprocedure kan wel een belangrijk element zijn in het kader van
de behandeling van een individuele aanvraag tot het bekomen van
een machtiging. Indien ik bij de behandeling van dergelijke aanvragen
vaststel dat een vreemdeling onredelijk lang moet wachten op een
11.02 Patrick Dewael, ministre:
Je ne partage pas l'opinion du
Forum: une régularisation
collective n'est pas envisageable
dans l'état actuel des choses. Si
les demandeurs d'asile
invoquaient l'article 9, 3°, de la
législation sur les étrangers, on
examinerait chaque cas
séparément. Une longue
procédure peut constituer un
élément important dans le
traitement d'une demande
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
beslissing over zijn aanvraag en dat deze persoon effectief
ondertussen goed ingeburgerd is, werkbereid is en ook geen gevaar
vormt voor de openbare orde, zal ik mijn verantwoordelijkheid op dat
ogenblik opnemen.

Ik wens ook te verduidelijken dat ik, conform de wet en de
omzendbrief van 19 februari 2003, geen rekening zal houden met een
voortgezet illegaal verblijf na een zeer korte asielprocedure.
individuelle. S'il apparaît que telle
personne est intégrée, cherche
activement un emploi et ne
représente pas un danger pour
l'ordre public, j'assumerai mes
responsabilités. Conformément à
la loi et à la circulaire du 19 février
2003, je ne tiendrai pas compte
d'un séjour illégal continué après
une procédure d'asile très courte.
11.03 Guido Tastenhoye (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
mag ik er dan van uitgaan dat u de mening deelt van uw
partijvoorzitter Bart Somers, dat het criterium van drie tot vier jaar in
een procedure zitten ­ drie jaar voor een gezin met kinderen en vier
jaar voor een zonder kinderen ­ inderdaad niet volstaat en dat er ten
minste een bewijs van integratie moet zijn, het aanleren van de taal
en de bereidheid tot werken? Deelt u die mening?
11.03 Guido Tastenhoye
(Vlaams Belang): Le ministre
souscrit-il au point de vue de M.
Somers qui estime que le critère
de trois ou quatre ans de
procédure ne suffit pas et qu'il faut
une volonté d'intégration chez le
demandeur d'asile?
11.04 Minister Patrick Dewael: Ik bevestig wat ik gezegd heb in mijn
antwoord. Ik denk dat dit heel duidelijk was, mijnheer Tastenhoye.
11.04 Patrick Dewael, ministre:
Ma réponse était claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de foutieve afkorting die de verkeersdiensten gebruiken voor de aanduiding van Brussel"
(nr. 4582)
12 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'abréviation
erronée utilisée par les services en charge de la circulation routière pour désigner Bruxelles" (n° 4582)
12.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb u een schriftelijke vraag gesteld over het
gebruik van de afkorting BXL voor Brussel.

U antwoordde dat u voortaan op de Nederlandstalige website van de
dienst Wegenhulp Informatie Brussel zou doen afkorten met de
afkorting BXL/BSL. Samen zijn dat 7 tekens, evenveel als het woord
Brussel zelf. Men argumenteert dat BXL nu eenmaal frequent zou
worden gebruikt. Dat is een absurde situatie, mijnheer de minister, ten
eerste, omdat een afkorting dan uit evenveel letters bestaat als het
woord zelf. Dan heeft een afkorting natuurlijk geen zin. Bovendien
wordt BXL in Vlaamse, Nederlandstalige kringen helemaal niet
frequent gebruikt. In de tweede plaats was BSL voor mij ook echt
vreemd en nieuw. Ik kon het op het eerste gezicht helemaal niet met
de afkorting van Brussel associëren.

Er is een alternatief, mijnheer de minister. Ik heb het op papier gezet.
Ik meen dat u het ondertussen ook bij de diensten hebt kunnen
navragen. Ons alternatief is de afkorting BRU, voor zover men
natuurlijk een afkorting moet gebruiken, want als een afkorting even
lang is als het eigenlijke woord, is het natuurlijk niet zinvol om een
afkorting te gebruiken. Bovendien zijn er voor heel wat andere steden
helemaal geen afkortingen. Oostende wordt bijvoorbeeld niet
afgekort. Als men dan toch een afkorting gebruikt, lijkt BRU mij veel
logischer, ook al omdat dat wel herkenbaar is en wel wordt gebruikt in
de luchtvaart. Daar gebruikt men BRU en iedereen weet dat het over
12.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Sur le site en néerlandais
du service d'information routière,
Bruxelles (Brussel) est désignée
par l'abréviation Bxl/Bsl, ce qui est
absurde. Cette abréviation compte
pratiquement autant de lettres que
le mot « Brussel » et n'est pas
fréquemment utilisée.

Le ministre peut-il préciser sur
quoi l'abréviation `Bsl' est fondée?
Pourrait-il envisager d'utiliser
l'abréviation internationale
consacrée « Bru »? Cela
permettrait de remplacer `RO Ring
om/de Bxl/Bsl' par `RO Ring Bru',
ce qui est tout de même plus
simple.
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Brussel gaat. In Brussel kennen zowel Nederlandstaligen als
Franstaligen de afkorting POLBRU, de politie van Brussel. Dat is
zowel voor Nederlandstaligen als voor Franstaligen een duidelijke
afkorting.

Wij zouden dan ook in de praktijk tot een veel duidelijker omschrijving
van heel wat andere zaken kunnen komen, mijnheer de minister. De
ring wordt nu afgekort met "R0 Ring om/de BXL/BSL". Dat is heel
complex. Wij willen daarvan "R0 Ring BRU" van maken, wat veel
eenvoudiger is.

Mijnheer de minister, kunt u mij meedelen waarop de afkorting BSL,
die nu wordt gehanteerd, is gebaseerd? Die is niet gekend en ligt
zeker niet goed in de geest bij de mensen. Waar elders wordt die
afkorting nog gebruikt? Is de minister van oordeel dat deze term de
duidelijkheid ten goede zal komen?

Ten tweede, kan worden overwogen om voor Brussel steevast en
consequent, eventueel ook aan Franstalige kant, de term BRU te
gebruiken?

Mijnheer de minister, u kunt nu toch niet meer langer zeggen dat wij
geen positieve suggesties voor het beleid zouden doen. Ik meen dat
dit een heel concrete, positieve suggestie is. U zult lang moeten
zoeken om dit te kunnen afkeuren, want ik denk dat er weinig
redelijke argumenten tegen zijn.
12.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, ik neem nota
van de, naar eigen zeggen, belangrijke beleidsmatige insteek van de
heer Laeremans. Hij ligt wakker van de afkorting die op de website
van de federale politie aan Brussel wordt gegeven. Ik kom even terug
op mijn antwoord op de schriftelijke vraag, namelijk dat de
wegeninformatie op de website om de 2 minuten in beide landstalen
wordt aangepast. Om de gebruikers zo snel mogelijk te informeren en
om ook via sms informatie te kunnen doorgeven, wordt met
afkortingen gewerkt. Snelle en accurate verkeersinformatie is voor de
federale politie belangrijker dan de aard van de afkorting. Ik denk
trouwens dat de afkorting Bxl/Bsl voor iedereen begrijpbaar is. Ze
komt ook elders voor als gevolg van standaardiseringen en codes. U
stelt voor om voor Brussel voortaan de afkorting Bru te gebruiken,
maar Bru kan met evenveel recht worden opgeëist door andere
steden, bijvoorbeeld Brugge of Brustem of Bru, het watermerk. Dat
laatste is een grapje.

In de verkeersinfo op de Nederlandstalige website van de federale
politie wordt de ring rond Brussel meestal omschreven als "Ring om
Brussel". Ik zal de federale politie de opdracht geven te onderzoeken
of afkortingen zoveel mogelijk kunnen worden vermeden.
12.02 Patrick Dewael, ministre:
Les informations routières sur le
site internet sont actualisées dans
les deux langues nationales toutes
les deux minutes. Étant donné que
cela doit aller vite, on utilise des
abréviations. L'abréviation `Bxl/Bsl'
est facilement compréhensible
pour tout le monde et se rencontre
également ailleurs.

L'abréviation `Bru' peut également
être revendiquée par d'autres
villes. Sur le site, le Ring est
signalé comme `Ring
de
Bruxelles'. Je vais demander à la
police fédérale de vérifier si les
abréviations peuvent être évitées
autant que possible.
12.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, de
afkorting vermijden is een zinnige conclusie. Brussel is een tweetalige
stad, maar ook op de Nederlandstalige website wordt Brussel afgekort
in de twee talen met het Frans als voorrang, dus Bxl/Bsl. Dat is
absurd. Men kan dit beter voluit schrijven. Als men dan toch wil
afkorten, kan men Bru wel degelijk gebruiken. Mijnheer de minister, u
stoort zich daar minder aan. U doet of dit banaal is, maar het stoort de
Brusselse Vlaming wel dat op Nederlandstalige websites de benaming
van Brussel eerst in het Frans wordt aangegeven. Het statuut van
12.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Cette dernière suggestion
est très sensée. Le ministre trouve
manifestement ma question
relativement banale mais cette
manière de procéder dérange
beaucoup de Flamands de
Bruxelles.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Brussel staat in Vlaanderen al zo onder druk. De Brusselse
Vlamingen voelen zich al zo in de hoek gedrukt dat zij minstens op
Nederlandstalige overheidssites, waarvoor u verantwoordelijk bent, de
erkenning willen waarop zij recht hebben. U zegt dat Bru ook voor
Brugge kan gelden, maar Brugge wordt niet afgekort. Er is geen
afkorting voor Brugge, dat wordt altijd voluit geschreven. Brugge en
Brussel liggen trouwens niet dicht bij elkaar. Er kan dus niet veel
verwarring zijn. Als u consequent de afkorting Bru zou gebruiken, dan
zou u veel verder staan. Mijnheer de minister, denk er nog eens over
na. Overleg met de betrokken diensten om in de toekomst Brussel
voluit te schrijven of af te korten als Bru, en zeker Bxl op
Nederlandstalige sites weg te laten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het gebrek aan taalkennis bij de operatoren van de 101-centrale in Brussel" (nr. 4689)
13 Question de M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
connaissances linguistiques insuffisantes des opérateurs du central 101 à Bruxelles" (n° 4689)
13.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijn
vraag sluit aan bij een vraag die daarnet werd gesteld over de
nummers 112, 101, 100 enzovoort. Mijn vraag gaat specifiek over de
101-centrale van Brussel. U hebt op een mondelinge vraag op 18
oktober reeds geantwoord dat de zogenaamde calltekens van de
Brusselse 101-centrale tweetalig zouden moeten zijn.

Het was echter niet duidelijk of u daarmee bedoelde of daarin zou
worden voorzien in de toekomst, met name zodra de 101-centrale
door het CIC zou worden overgenomen, dan wel of u erover zou
waken dat dat nu reeds zou gebeuren. Eigenlijk is het evident dat men
voor noodoproepen in Brussel, de tweetalige hoofdstad van een
tweetalig land, in de twee talen terechtkan. Wat blijkt? Vandaag hoor
ik nog altijd klachten van personen die ofwel terechtkomen bij een
antwoordapparaat ofwel worden bediend door een Franstalige die
onvoldoende Nederlands kent. Ook personen die bij de centrale zelf
betrokken zijn, zeggen dat zij op bepaalde momenten nog steeds niet
in het Nederlands terechtkunnen, ondanks het feit dat Brussel een
tweetalige stad is en mag worden verwacht dat het politiepersoneel
opleiding krijgt om de twee talen te spreken.

Mijnheer de minister, welke initiatieven hebt u inmiddels genomen om
de verantwoordelijken van de centrale te verplichten de talenkennis
van de operatoren te testen en uitsluitend tweetaligen of personen die
de twee talen verstaan en kunnen spreken aan het werk te zetten?
Hoe groot is de bezetting van de 101-centrale? Is er de jongste tijd
een evolutie waar te nemen? Komt er nog steeds een belangrijk
percentage klachten binnen op het antwoordapparaat in plaats van
rechtstreeks behandeld te worden? Zal de tweetaligheid op een
andere manier worden opgelegd bij het CIC? Klopt het dat er op dat
moment een wettelijke basis zou zijn die er u niet is? Is er bij het CIC
een wettelijke basis in voorbereiding die nu niet bestaat? Vanaf
wanneer wordt het werk van de lokale politie van de 101-centrale
overgenomen door het CIC? De 100- en 101-centrales zullen worden
geïntegreerd in 112, maar ik zou graag weten wat we concreet
kunnen verwachten. Waarom wordt er voor de politie geen
gelijkaardige regeling uitgewerkt als voor de 100-centrale? Waarom
13.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le 18 octobre, le ministre
Dewael déclarait que le central
101 à Bruxelles devait être
bilingue. Dans la pratique, les
zones de police bruxelloises
délèguent toujours des personnes
ne parlant pas le néerlandais.

Quelles initiatives le ministre a-t-il
déjà prises pour résoudre ce
problème? Quel est l'effectif du
central 101? De nombreux appels
transitent-ils toujours par le
répondeur téléphonique?

Le bilinguisme sera-t-il imposé
d'une autre manière dans les
centres d'information et de
communication (CIC)? A partir de
quand le CIC assumera-t-il le
travail de la police locale? Est-il
logique de continuer à développer
le central 101 par zone
téléphonique et non par province?
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
wordt de centrale voor Vlaams-Brabant - heel Vlaams-Brabant, dus
ook Halle-Vilvoorde - niet in Leuven geplaatst, zoals de 100-centrale?
Wat is de logica om de 101-centrale nog steeds per telefoonzone te
handhaven of als dusdanig uit te bouwen? Bent u van plan in het
kader van het CIC voor de 101 hetzelfde te doen als voor de 100, en
alles op die manier op een diligente wijze te laten samensmelten in de
112?
13.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Laeremans, op 18 oktober heb ik op een vraag van mevrouw Lalieux
geantwoord dat ik aan de commissaris-generaal van de federale
politie verzocht heb om erover te waken dat de operatoren van de
federale politie tweetalig zouden zijn. Overeenkomstig de wet van 2
augustus 1963 betreffende het taalgebruik in bestuurszaken, moeten
inderdaad alle operatoren van de dienst 101 tweetalig zijn.

In de praktijk wordt de politie nog altijd geconfronteerd met een
gebrek aan tweetalige personeelsleden. Om dat te verhelpen,
organiseren de politiezones Brussel-Hoofdstad-Elsene en
Schaarbeek-Sint-Joost-ten-Node taalcursussen voor hun personeel.

Zoals ik heb geantwoord op uw vraag van 16 februari 2004, werd voor
de Brusselse zones de mogelijkheid gecreëerd om zogenaamde
taalonderdompelingstages te organiseren om de talenkennis van de
personeelsleden van de politiediensten te verbeteren.

De bezetting van de 101-centrale wordt verzekerd - dat was uw
tweede vraag - door de operatoren van diverse lokale politiezones en
de federale politie. In totaal zijn er 24 operatoren, waarvan 7
afkomstig van de federale en 17 van de lokale politie. Het aantal
oproepen naar het automatisch antwoordapparaat is in 2004 met 9%
gedaald ten opzichte van 2003. Dat is op zich dus een gunstige
evolutie.

Ik kom tot uw derde vraag. De wetten op het gebruik van talen in
bestuurszaken zijn ook van toepassing op de CIC's. Artikel 35 bepaalt
dat gewestelijke diensten waarvan de werkkring gemeenten uit
Brussel-Hoofdstad en tevens gemeenten uit het Nederlandse of
Franse taalgebied, ofwel beide, bestrijkt, onder dezelfde regeling
vallen als de plaatselijke diensten die in Brussel-Hoofdstad zijn
gevestigd. Volgens artikel 32 van dezelfde wetten dient onder de
gewestelijke diensten verstaan te worden: alle diensten waarvan de
werkkring meer dan één gemeente, maar niet het ganse land,
bestrijkt.

Wat betreft uw vraag vanaf wanneer het CIC het werk van de lokale
politie overneemt, kan ik u melden dat er nog geen precieze datum
vastgelegd is voor de opstart van het CIC van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Dit zal echter in elk geval gebeuren in de loop
van het jaar 2005 en zo snel mogelijk.

Op uw laatste vraag kan ik nog antwoorden dat in het raam van Astrid
het afhandelen van 101-oproepen een van de opdrachten zal zijn van
de wettelijk bepaalde gedecentraliseerde dispatchingcentra. Er
worden 11 centrales voor de politie geïmplementeerd, één per
provincie en één in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In
tegenstelling tot wat u veronderstelt, zullen op termijn alle
hulpdiensten, dus ook de dienst 101, ongeacht de telefoonzone, per
13.02 Patrick Dewael, ministre:
J'ai déjà répondu précédemment
que le commissaire général de la
police fédérale avait été prié de
veiller au bilinguisme des
opérateurs du central 101,
conformément à la loi. De
nombreuses zones de police
bruxelloises organisent depuis lors
des cours de langue et des stages
d'immersion linguistique mais de
nombreuses personnes ne
maîtrisent toujours pas le
néerlandais.

Le central 101 compte 24
opérateurs, délégués par les
polices fédérale et locale. Le
nombre d'appels arrivant sur le
répondeur a diminué de 9 pour
cent.

La législation linguistique
s'applique bien sûr également au
CIC qui devra dès lors être
parfaitement bilingue lui aussi. On
ne sait pas encore avec précision
quand le CIC sera opérationnel en
Région bruxelloise mais il devra
l'être le plus rapidement possible
en 2005. L'objectif est d'ailleurs
d'organiser les zones 101 par
province, et non par zone
téléphonique.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
provincie worden georganiseerd. Hiermee geef ik aanvullend nog wat
antwoordelementen aan de heer Claes op zijn bekommernis van zo-
even.
13.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord waarin ik toch een paar nieuwe elementen
hoorde.

Ten eerste, de achteruitgang op het vlak van het antwoordapparaat is
onmiskenbaar, 9%, maar dat betekent ook dat nog altijd 16% van de
oproepen op het antwoordapparaat terechtkomen. Dat is dus 16% te
veel. Men moet zich afvragen of het wel voldoende is om een
noodoproepcentrale te bemannen met 17 personen, want daarover
gaat het. Het gaat om noodoproepen, die in feite altijd beantwoord
moeten worden. Als men op een gegeven moment wordt
geconfronteerd met een onderbezetting of te veel oproepen, dan zou
men moeten kunnen doorschakelen naar andere politiediensten of
andere federale of lokale diensten, zodat een telefoon altijd
beantwoord wordt. Een antwoordapparaat voor noodoproepen is
onverantwoord. Ik wil u zeer sterk aanraden om dat snel in orde te
brengen.

U zegt dat het eigenlijk nu reeds wettelijk verplicht is alle oproepen in
het Nederlands te kunnen beantwoorden, niet alleen bij het CIC.
Nochtans hoor ik klachten over het feit dat van de de personen die
van de lokale politiezones zijn afgedeeld, anders dan de Brusselse,
een aantal onvoldoende Nederlands kennen. Ik neem aan dat zij op
basis van dit antwoord die mensen kunnen weigeren, terug naar huis
kunnen sturen en hun zeggen eerst een onderdompelingstage te
volgen om ervoor te zorgen dat zij Nederlands kennen, en iemand
anders te laten sturen. Ik hoop dat u zal aanvaarden dat nu die
verantwoordelijke diensten in de stad Brussel ­ het is nog altijd lokaal
georganiseerd, in afwachting van een federale regeling ­ kunnen
weigeren Nederlandsonkundigen te aanvaarden, op het gezag van uw
antwoord.

Ten derde verheugt het mij dat alles uiteindelijk per provincie zal
worden gecentraliseerd. Ik kijk uit naar een snelle overschakeling
naar het CIC. Ik hoop dat u dat inderdaad in de loop van 2005 en ten
laatste in de tweede helft van 2005 kan georganiseerd krijgen, zodat
we minstens al voor Vlaams-Brabant van die problemen verlost zijn.
Tegelijkertijd reken ik op uw waakzaamheid wat betreft Brussel, waar
alles tweetalig moet kunnen blijven.
13.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): En d'autres termes, 16
pour cent des appels sont
enregistrés par un répondeur
téléphonique. Cette situation est
inacceptable.
Tout appel
téléphonique urgent doit obtenir
réponse. Le service manque
manifestement d'effectifs.

La réponse sans équivoque du
ministre signifie-t-elle que les
personnes non bilingues peuvent
être refusées au central 101?

J'applaudis par contre à
l'organisation par province. Nous
devons toutefois veiller à ce que le
bilinguisme soit garanti à
Bruxelles.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Sophie Pécriaux au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
promotion au grade de commissaire judiciaire" (n° 4594)
14 Vraag van mevrouw Sophie Pécriaux aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de bevordering tot de graad van gerechtelijk commissaris" (nr. 4594)
14.01 Sophie Pécriaux (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, les lauréats de l'examen de promotion au grade de
commissaire judiciaire et de commissaire de laboratoire qui sont
repris dans le classement visé à l'article 5 de l'arrêté royal du 17
décembre 1998 et qui n'avaient pas encore été promus au grade de
commissaire judiciaire ont été nommés dans le cadre "officiers" et ont
14.01 Sophie Pécriaux (PS): De
geslaagden voor het
bevorderingsexamen tot de graad
van commissaris en
laboratoriumcommissaris werden
in het officierskader benoemd. In
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
reçu l'échelle de traitement 02 lors de la mise en oeuvre du nouveau
statut le 1
er
avril 2001.

La Cour d'arbitrage a modifié par ordonnance l'arrêt 102 du 22 juillet
2003 qui prévoyait que les titulaires du brevet d'officier de police
communale devaient être considérés de la même manière que leurs
collègues issus de la police judiciaire. Il semble qu'en conséquence
vous ayez proposé la suppression de la promotion des anciens PJ-
istes concernés par le début de mon intervention. Ces personnes
seraient alors réinsérées comme membres du cadre moyen.

Monsieur le ministre, pouvez-vous m'informer de la suite que vous
allez réserver à ce problème qui pose des questions tant
d'organisation des services que de motivation du personnel? Je vous
remercie.
zijn arrest 102 van 22 juli 2003
bepaalt het Arbitragehof dat de
houders van het brevet van officier
van de gemeentepolitie op gelijke
voet met hun collega's van de
gerechtelijke politie worden
geplaatst.

Welk gevolg zal u aan dit
probleem geven?
14.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, la Cour
d'arbitrage, par son arrêt 102 du 22 juillet 2003, a effectivement
reproché que l'on n'ait pas traité de la même manière toutes les
personnes qui, au sein des anciens services de police, étaient en
possession d'un brevet donnant accès au grade d'officier (on en a
discuté la semaine passée). Les personnes dont vous parlez, qui sont
lauréates d'un examen d'officier organisé en 1999, ont été insérées
immédiatement dans le grade "commissaire" à la date d'entrée en
vigueur du nouveau statut. En revanche, les titulaires du brevet
d'officier de la police communale ont conservé leur cadre d'origine et
n'ont pas été insérés dans le grade d'officier.

Ces derniers représentent des dizaines et des dizaines de personnes.
Sachant qu'il y a largement assez d'officiers dans les services de
police, il eût été contraire, je crois, au bon fonctionnement de la police
de les nommer tous.

Je crois toutefois qu'il est encore trop tôt pour discuter de la solution
qui sera adoptée puisque, comme vous le savez, un projet de loi sera
soumis au Parlement dans les prochains jours ou les prochaines
semaines et vous donnera l'occasion de l'examiner avec moi.
14.02 Minister Patrick Dewael: Bij
de inwerkingtreding van het
nieuwe statuut werden de
geslaagden voor een in 1999
georganiseerd officiersexamen in
het kader van de commissarissen
ingevoegd. De houders van het
brevet van officier van de
gemeentepolitie behielden hun
oorspronkelijke kader.
In de loop van de volgende weken
zal een wetsontwerp aan het
Parlement worden voorgelegd en
zullen wij de mogelijke
oplossingen samen kunnen
bestuderen.
14.03 Sophie Pécriaux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse et je resterai donc attentive au contenu du projet
de loi.
14.03 Sophie Pécriaux (PS): Wij
zullen deze materie met aandacht
volgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
procédures de screening du personnel et la fin du mandat du directeur général de l'Agence fédérale de
contrôle nucléaire" (n° 4653)
15 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de procedures voor het screenen van personeel en het verstrijken van het mandaat van
de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle" (nr. 4653)
15.01 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, un article du journal "De Tijd" du 26 novembre 2004 signalait
qu'il y aurait de graves dysfonctionnements dans les procédures de
screening du personnel qui sont prévues dans les procédures de
recrutement, entre autres des centrales nucléaires et des institutions
européennes. Cette information est inquiétante, d'autant que le
15.01 Muriel Gerkens (ECOLO):
In een artikel in De Tijd staat te
lezen dat de procedures voor de
screening van personeelsleden,
onder meer in kerncentrales,
ernstige tekortkomingen vertonen.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
mandat du directeur général de l'Agence fédérale de contrôle
nucléaire a pris fin le 1
er
décembre 2004.

Dès lors, je voudrais vous poser les questions suivantes.

Pouvez-vous confirmer les informations parues dans "De Tijd"? Si
elles s'avèrent exactes, avez-vous pris des mesures? Si oui,
lesquelles?

Combien de procédures de screening ont-elles été réalisées en 2003,
et notamment dans le secteur nucléaire? Combien d'entre elles ont eu
une suite positive?

En ce qui concerne l'Agence fédérale de contrôle nucléaire, puisque
le mandat du directeur général a pris fin le 1
er
décembre, qui est
actuellement le directeur général de cette agence? Sur base de
quelles dispositions légales et réglementaires l'ancien directeur
général continue-t-il à exercer ses fonctions, si son mandat a toutefois
été prolongé?

Une procédure de recrutement d'un directeur général de l'Agence a-t-
elle été lancée? Quelle est cette procédure et quel en est le timing?
Klopt dat en zo ja, welke
maatregelen heeft u getroffen om
dat te verhelpen? Hoeveel
procedures werden in 2003
uitgewerkt?

Wie is momenteel directeur van
het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle (FANC)?

Werd een
indienstnemingsprocedure
opgestart?
15.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, en ce qui concerne le screening des personnes ayant accès
aux installations nucléaires, l'Agence fédérale de contrôle nucléaire
procède à un screening de toutes les personnes auxquelles il est
permis d'accéder aux installations qui conservent ou utilisent du
combustible nucléaire. Ces screenings sont réalisés à la demande de
l'exploitant avant que les personnes concernées ne pénètrent à
l'intérieur des installations. Il s'agit de personnes qui ne disposent pas
ou pas encore d'une habilitation de sécurité délivrée par l'autorité de
sécurité nationale en vertu de la loi de 1998 mais qui, dans la plupart
des cas, visitent les installations de manière passagère pour des
raisons professionnelles.

Dans le cadre de l'exécution de ces screenings, l'Agence reçoit des
informations à partir de bases de données des services de police. En
ce qui concerne la confiance dans le screening effectué, l'Agence s'en
remet à la qualité des bases de données. En 2003, l'Agence a reçu
20.790 demandes de screenings rapides dont 19.373 ont
effectivement été traitées pendant la même année. Dans 205 cas,
l'Agence s'est trouvée dans l'impossibilité de rendre un avis positif
pour les personnes concernées. Dans ces cas, il est conseillé à
l'exploitant de demander une enquête plus approfondie auprès de
l'autorité de sécurité nationale. Il est de la responsabilité de
l'exploitant de refuser ou non, sur base des informations de l'Agence,
l'accès à ces installations, comme le prévoit l'article 37bis du
règlement général sur la protection de la population contre les risques
de rayonnements ionisants.

Actuellement, un projet de loi est étudié par ma collègue de la Justice
dans lequel le screening de sécurité pour toutes les instances, donc
également pour l'Agence, sera formé d'après le même modèle.

Après réception de l'avis du Conseil d'Etat, ce projet de loi sera
discuté avec les départements concernés au sein du collège
Renseignements et Sécurité.
15.02 Minister Patrick Dewael:
De screenings aan de hand
waarvan de toegang tot de
kerncentrales wordt verleend,
worden uitgevoerd op verzoek van
de exploitant. In dat kader
ontvangt het FANC inlichtingen op
grond van de gegevensbanken
van de politiediensten.

In 2003 heeft het Agentschap
20.790 screeningsverzoeken
ontvangen. Voor 205 van die
verzoeken heeft het Agentschap
geen gunstig advies gegeven. Het
komt de exploitant toe de toegang
tot zijn installaties al dan niet te
weigeren.
De minister van Justitie buigt zich
thans over een wetsontwerp tot
regeling van de
veiligheidsscreenings voor alle
instanties.
Het mandaat van de heer Samain,
directeur-generaal is op 1
december jongstleden verstreken.
Het proces van vernieuwing van
zijn mandaat wordt thans door de
regering onderzocht. Hij blijft zijn
functie verder uitoefenen. Er werd
een arbeidsovereenkomst
ondertekend om de
overgangsperiode te overbruggen.
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28

Quant au mandat du directeur général de l'Agence, M. Jean-Paul
Samain, l'actuel directeur général a été nommé par un arrêté royal du
17 novembre 1998 pour un délai de 6 ans. Son mandat venait à
échéance le 1
er
décembre. L'article 1
er
de l'arrêté royal du 4 juin 1999
précise que le directeur général continue à exercer sa fonction après
l'échéance de son mandat jusqu'à ce qu'il soit remplacé ou nommé à
nouveau. La continuité du fonctionnement de l'Agence est ainsi
assurée par ces dispositions d'une manière indiscutable.

Le président du conseil d'administration a informé le gouvernement
de l'expiration du mandat du directeur général. Le processus de
renouvellement de son mandat est à l'étude au sein du
gouvernement. Par conséquent, à partir du 1
er
décembre, le directeur
général de l'Agence continue à remplir sa mission ad interim jusqu'à
l'entrée en vigueur d'un nouvel arrêté royal réglant le prolongement de
son mandat ou son remplacement. Conformément à l'article 41 de la
loi sur l'Agence, un contrat de travail a été signé avec le directeur
général qui couvre la période transitoire. Le personnel de l'Agence a
été informé le 26 novembre 2004, après le conseil extraordinaire qui a
pris cette décision.
15.03 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre réponse. Pour le moment, le gouvernement ne
s'est pas encore prononcé quant au prolongement du mandat ou au
remplacement du directeur général. Vous êtes-vous déjà fixé un
timing?
15.03 Muriel Gerkens (ECOLO):
Hebt u een tijdpad uitgezet voor de
hernieuwing van het mandaat van
directeur?
15.04 Patrick Dewael, ministre: Le plus vite possible.
15.04 Patrick Dewael, ministre:
Zo snel mogelijk.
15.05 Muriel Gerkens (ECOLO): Je déduis aussi de votre réponse
que vous ne partagez pas les informations et la manière dont le
journal "De Tijd" a signalé qu'il existerait des problèmes de screening.
15.05 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik leid uit uw antwoord af dat er
geen probleem is met betrekking
tot de screening?
15.06 Patrick Dewael, ministre: (...)
15.07 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le ministre, le 24
novembre dernier, je vous posais différentes questions à propos des
centrales nucléaires. A cette occasion, je vous avais demandé la liste
des incidents répertoriés sur l'échelle INES depuis 10 ans dans les
installations nucléaires belges. Vous m'aviez répondu que vous alliez
m'envoyer cette liste.
15.07 Muriel Gerkens (ECOLO):
U hebt mij een lijst beloofd van de
incidenten in de Belgische
kerninstallaties.
15.08 Patrick Dewael, ministre: Mon chef de cabinet a demandé
cette liste la semaine passée.
15.08 Minister Patrick Dewael:
Mijn kabinet heeft verleden week
de lijst opgemaakt.
15.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Je peux donc espérer la recevoir
bientôt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: M. Wathelet, étant absent et non excusé, je reporte sa question n°4669.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
16 Vraag van de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gerechtstolken" (nr. 4670)
16 Question de M. Claude Marinower au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
interprètes en matière judiciaire" (n° 4670)
16.01 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, vorige week
had ik een vraag ingediend bij uw collega van Justitie over
gerechtstolken en vertaaldiensten in het kader van gerechtszaken,
toen mijn aandacht werd gevestigd op een bijdrage in De Nieuwe
Gazet, lokale editie ­ ik geef dat toe ­ van 3 december, waarvan de
titel luidde: "Verbied agenten om als tolk bij te klussen." Dat was een
oproep van CD&V-gemeenteraadslid Ergün Top, die in Antwerpen
ook het hoofd is van de commissie Veiligheid.

Ik citeer uit de uiteenzetting van de heer Top: "Agenten van het
Antwerpse politiekorps, meestal allochtonen, verdienen een centje bij
als tolk in de rechtbank en bij politieondervragingen, vaak zonder dat
de advocaat en de cliënt weten dat de tolk ook een agent is. Wettelijk
is daar niets mis mee. Met expliciete toestemming kan dat." Maar
Ergün Top, die trouwens ook advocaat is, stelde de stad vragen en
vroeg om die bijklusuitzondering af te schaffen omdat misbruik en
belangenvermenging op de loer liggen en waarbij het blijkbaar zijn
bedoeling was om alle complottheorieën te snel af te zijn.

In het artikel volgde nog een opgave van de verdiensten die daaraan
gekoppeld waren ­ aan 100 euro per uur voor weinig geütiliseerde
talen ­ en ook volgden nog de wildste geruchten die daarover de
ronde deden. Daarbij werd een advocaat geciteerd, die zei: "Mijn
cliënt kreeg tijdens zijn verhoor een tolk voor zijn neus die hij
herkende als de politieagente die hem in het buitenland was komen
arresteren. Volgens mijn cliënt maakte de tolk-agente bovendien
fouten tijdens de vertaling."

Ik heb weet ­ ik heb dat gisteren nogmaals gesignaleerd aan uw
collega, de minister van Justitie ­ van een project met de Lessius-
hogeschool in Antwerpen, waarbij agenten, vooral allochtone agenten,
betrokken zijn. In dit geval is er echter mogelijkerwijze sprake van
misbruiken die er ook toe zouden leiden dat de ondervragingen en het
tolkenwerk vooral tijdens het weekend zouden gebeuren, met dan nog
een verdubbeling van de bedragen die ik zonet genoemd heb.

Uit de uiteenzetting van de heer Top stelde ik vast dat die vraag
voorgelegd zou worden op de laatst geplande commissie Veiligheid in
Antwerpen op 13 december. Ik meen echter dat dit niet alleen een
Antwerps probleem is en daarom had ik graag het volgende
vernomen.

Mijnheer de minister, wat is uw standpunt met betrekking tot die
politieagenten die ook als gerechtstolk zouden fungeren? Overweegt
u mogelijkerwijze een verbod om die activiteiten nog te combineren,
of enige andere maatregel? Ik verwijs daarbij onder meer naar een
uitspraak van een adjunct-kabinetschef van het ministerie die voor de
krant erkend zou hebben dat het probleem bestaat. Die adjunct-
kabinetschef van uw departement zou gezegd hebben: "Tolkende
agenten zouden met opzet verkeerd kunnen vertalen om het
onderzoek in een bepaalde richting te sturen of vertrouwelijke
informatie door te sluizen." Op dat punt stelde de adjunct-kabinetschef
dat hij het probleem erkende.
16.01 Claude Marinower (VLD):
Hier, j'ai posé une question sur les
traducteurs et les interprètes en
justice à la ministre de la Justice.
Dans De Nieuwe Gazet du 3
décembre, M. Ergün Top,
conseiller communal CD&V et chef
de la commission sécurité à
Anvers, a lancé un appel visant à
interdire aux agents de police
d'accomplir des prestations
d'appoint en tant qu'interprète. Il
craint en effet deux choses: des
abus et une confusion d'intérêts.
Or il arrive que les clients d'un
avocat se voient attribuer un
interprète qu'ils identifient
immédiatement comme l'un des
agents de police ayant procédé à
leur arrestation.

En collaboration avec la Lessius
Hogeschool, un projet pilote avec
des agents de police allochtones
est actuellement en cours. Quand
ces agents travaillent comme
interprète pendant le week-end,
leur salaire horaire peut être
doublé.

Que pense le ministre des agents
de police qui travaillent comme
interprètes en justice? Dans un
quotidien, un chef de cabinet
adjoint du ministre a reconnu que
le risque existe que ces
« interprètes » pourraient traduire
erronément certains propos de
façon à orienter l'enquête dans
une direction donnée.

08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
16.02 Minister Patrick Dewael: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Marinower, eerst en vooral, van dat laatste heb ik helemaal geen
kennis. U zult mij dan toch moeten preciseren wie dat gezegd zou
hebben en waar.
16.02 Patrick Dewael, ministre:
Je n'ai pas connaissance de telles
déclarations faites par mon
cabinet.
16.03 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, daar staat
geen naam bij. Ik citeer uit de krant.
16.04 Minister Patrick Dewael: Staat dat in de krant zonder dat de
naam wordt vermeld?
16.05 Claude Marinower (VLD): Ja, in de voorlaatste kolom. U weet
dat ik niet de gewoonte heb om uit mijn duim te citeren. Ik zou dat
trouwens niet durven.
16.06 Minister Patrick Dewael: Neen, u citeert uit De Nieuwe Gazet
en dat is totaal wat anders dan uw duim.

Ik zal dat nakijken.

Op uw vragen betreffende de werking van het gerecht en het verloop
van het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk onderzoek, kan de
minister van Justitie volgens mij beter antwoorden. Zij is natuurlijk in
de eerste plaats daarvoor bevoegd. Indien mijn ambtgenoot van
Justitie van mening zou zijn dat er zich een fundamenteel probleem
voordoet, dan zal ik nagaan of ik richtlijnen moet verstrekken of de
wetgeving al dan niet moet worden aangepast.

Wat de politiekant aangaat, dergelijke activiteiten door een
politieambtenaar zijn inderdaad afhankelijk van een toestemming.
Daarbij moet de bevoegde overheid ­ de korpschef voor een lid van
de lokale politie, de commissaris-generaal voor een lid van de
federale politie ­ onder meer nagaan of de beschikbaarheid van het
personeelslid en zijn onafhankelijkheid als politieambtenaar niet in het
gedrang zouden komen.

Er is momenteel geen volstrekt verbod. Ik geef u ter informatie mee
dat voor de personeelsleden van de federale politie de commissaris-
generaal wel toestemming geeft voor een activiteit als tolk of vertaler
bij het parket, maar niet voor het tolken of vertalen bij hoven of
rechtbanken.
16.06 Patrick Dewael, ministre:
L'enquête judiciaire relève de la
compétence de la ministre de la
Justice mais si celle-ci estime qu'il
se pose un problème fondamental
avec les interprètes jurés,
j'examinerai la nécessité d'adapter
la législation.

Les fonctionnaires de police
doivent disposer de l'autorisation
des autorités locales et du chef de
corps ou du commissaire général
pour pouvoir exercer d'autres
activités. La disponibilité et
l'indépendance du fonctionnaire de
police ne peuvent pas être
compromises. Le commissaire
général autorise toutefois les
agents de la police fédérale à
traduire au parquet, mais pas
auprès des cours ou tribunaux.
16.07 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de minister, ik neem nota
van uw antwoord. Ik neem aan dat u dat verder zult laten
onderzoeken. Later kan eventueel schriftelijk worden toegelicht of na
onderzoek al dan niet blijkt dat die activiteiten ­ tolken ­ zich
toevalligerwijze tijdens de weekends afspelen. Ik erken het probleem:
er moet getolkt worden. U leest in de laatste kolom van het artikel dat
ik u overhandigde, dat die agenten betrokken zijn bij het project van
de Lessius Hogeschool en de rechtbank van eerste aanleg in
Antwerpen. Dat kan natuurlijk niet ertoe leiden dat er een bijzonder
lucratieve "handel" wordt opgezet waarbij het zo wordt geregeld dat
ondervragingen tijdens het weekend moeten worden vertaald. Dat zou
eventueel kunnen blijken uit een onderzoek van uw diensten.

Ik heb er geen enkel probleem mee om het verdere antwoord
schriftelijk te ontvangen.
16.07 Claude Marinower (VLD): Il
conviendrait de poursuivre
l'enquête sur les abus éventuels
en matière de travail de week-end
dans le cadre du projet de la
Lessius Hogeschool et du tribunal
de première instance à Anvers.
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les mineurs
étrangers non accompagnés détenus en centres fermés et le jeune Africain retrouvé mort dans un
champ près de l'aéroport" (n° 4684)
17 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in de gesloten centra en de jonge Afrikaan die
dood werd teruggevonden in een veld dichtbij de luchthaven" (nr. 4684)
17.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, dans le journal
"De Morgen" du 3 décembre 2004, l'ASBL "De Grens" nous rappelait
la situation des mineurs non accompagnés qui sont, à l'heure
actuelle, encore dans des centres fermés. On expliquait que les cas
qu'ils dénonçaient n'étaient pas isolés et ils estimaient à une
quarantaine le nombre de jeunes non accompagnés qui seraient
passés cette année en centres fermés. On le sait, un centre fermé est
en général une salle où 40 à 50 personnes sont enfermées toute la
journée. Ce sont clairement des conditions de vie difficiles. Ce n'est
clairement pas un lieu pour des mineurs, c'est d'ailleurs contraire à la
Convention des droits de l'enfant.

Ils viennent d'obtenir la libération de 5 d'entre eux: un Congolais, un
Rwandais, un Libérien, un Somalien et un Ivoirien. L'un d'eux a un
âge estimé de 13 ans et le tribunal de Bruxelles vient d'ordonner leurs
libérations. J'aurais bien voulu revenir sur cette situation. Combien de
mineurs non accompagnés ont-ils été détenus en centres fermés en
2004? Combien y sont encore? Qui décide, lorsque ces mineurs non
accompagnés arrivent, de les placer dans ces centres fermés pour
adultes? Qu'allez-vous faire pour que cette situation ne se reproduise
plus puisqu'on comprend très bien qu'elle est totalement contraire à
toutes les règles en vigueur en matière de droits de l'enfant?

La même semaine, le 30 novembre 2004, le journal télévisé de RTL
nous informait de la découverte du corps d'un jeune Africain dans un
champ. Il serait tombé du train d'atterrissage d'un avion. Je pense que
là aussi, c'est l'occasion de nous rappeler que quand les gens partent,
c'est généralement pour de bonnes raisons. Ils subissent des
situations de désespoir qui les mènent à des actes désespérés.

Ce drame s'est produit dans l'indifférence la plus totale, nous n'avons
entendu aucune réaction. Pouvez-vous me donner de plus amples
informations sur cette horrible affaire? Avez-vous l'identité de ce jeune
homme? Connaît-on les causes de son décès? Qui a pris les
funérailles en charge? Quelle est votre analyse des causes qui
poussent à de tels actes de désespoir?
17.01 Zoé Genot (ECOLO):
Hoeveel niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen
werden in 2004 in gesloten centra
vastgehouden? Hoeveel verblijven
er op dit ogenblik? Wie beslist dat
ze in gesloten centra voor
volwassenen moeten blijven? Wat
zal u doen om dat onmogelijk te
maken?

Kan u me vertellen wat de
doodsoorzaak is van de jonge
Afrikaan wiens lichaam in een veld
in de buurt van Leuven werd
teruggevonden en die van een
landingsgestel van een vliegtuig
zou zijn gevallen? Wie zal de
begrafeniskosten voor zijn
rekening nemen? Wat zijn volgens
u de oorzaken van dergelijke
wanhoopsdaden?
17.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, du 1
er
janvier
au 7 décembre 2004, le nombre de personnes qui se sont déclarées
mineurs non accompagnés à la frontière s'est élevé à 55. Après
l'identification effectuée par le service des tutelles, 45 d'entre elles ont
été déclarées âgées de moins de 18 ans.

Actuellement, quatre personnes qui se sont déclarées MENA sont
maintenues au centre 127. Je tiens à préciser que mon administration
a émis des doutes quant à la minorité invoquée par deux de ces
quatre personnes et qu'elle a demandé au service des tutelles de
17.02 Minister Patrick Dewael:
Tussen 1 januari en 7 december
2004 meldden 55 personen zich
aan de grens aan als niet-
begeleide minderjarige
vreemdelingen. Na onderzoek
bleken 45 inderdaad minderjarig.
Zeventien personen verklaarden
aan de grens dat ze meerderjarig
waren, maar kwamen op die
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
procéder à un examen médical. Mon administration attend toujours le
résultat de ces examens.

Du 1
er
janvier au 7 décembre 2004, 17 personnes qui se sont
initialement déclarées majeures en droit belge ou à l'égard desquelles
des éléments du dossier attestaient de leur majorité se sont déclarées
mineures dans les centres fermés se trouvant sur le territoire. 7 de
celles-ci ont été déclarées majeures en droit belge après
l'identification par le service des tutelles.

Quant à l'article paru ce 3 décembre 2004 dans le journal "De
Morgen", je tiens à vous préciser que deux des quatre personnes qui
se sont déclarées MENA ont été identifiées par le service des tutelles
comme étant majeures en droit belge.

Les MENA dont l'entrée a été refusée à la frontière sont maintenus
sur base de l'article 74, § 5 de la loi de 1980.

Le fait de ne pas accorder automatiquement l'accès au territoire à
quelqu'un qui se déclare mineur non accompagné et de le placer
dans un centre fermé à la frontière, s'effectue conformément au
principe général de l'intérêt supérieur de l'enfant, tel que le définit
l'article 3, 1
er
alinéa de la Convention des droits de l'homme.

En ce qui concerne l'enfermement des MENA avec des adultes, il
convient de rappeler que des mineurs qui séjournent dans le centre
127 bénéficient d'une infrastructure adaptée.

Le gouvernement a prévu de créer un centre sécurisé pour les
mineurs dont le statut est assimilé au lieu visé à l'article 74, § 5 de la
loi de 1980. Le ministre Dupont est chargé de mettre en oeuvre cette
décision.

Je tiens aussi à vous rappeler que l'article 2 de la résolution du
Conseil du 26 juin 1997 concernant les mineurs non accompagnés
ressortissant de pays tiers dispose que, je cite: "les Etats membres
peuvent, conformément à leur législation et pratiques nationales,
refuser à la frontière l'accès à leur territoire aux mineurs non
accompagnés, notamment s'ils ne sont pas en possession des
documents et des autorisations requises. Les Etats membres doivent
prendre les mesures appropriées, conformément à leur législation
nationale pour empêcher l'entrée irrégulière des mineurs non
accompagnés et doivent coopérer pour prévenir l'entrée et le séjour
irréguliers sur leur territoire de mineurs non accompagnés".

Le décès du jeune Africain, découvert dans une prairie dans la région
de Louvain, fait l'objet d'une instruction judiciaire qui est toujours en
cours. Sans violer le secret de l'instruction, je peux vous dire que,
jusqu'à ce jour, la cause exacte du décès n'a toujours pas été
déterminée. L'identité de la victime n'est pas encore connue et le juge
d'instruction en charge du dossier n'a pas encore libéré le corps. Le
cas échéant, la ville de Louvain, par le biais de son CPAS, se
chargera d'un enterrement, sobre mais digne, de la personne dans
une sépulture anonyme.
verklaring terug eens ze zich in
een gesloten centrum bevonden.
Zeven onder hen werden door de
Dienst Voogdij meerderjarig
verklaard.

Op dit ogenblik worden vier
personen die zich als NBMV
aanmeldden, in het centrum 127
vastgehouden. Mijn administratie
wacht nog op de resultaten van
bijkomend onderzoek dat - ter
bevestiging van hun verklaring -
voor twee van hen werd gevraagd.
De NBMV wie de toegang tot het
grondgebied wordt geweigerd,
worden op grond van artikel 74/5
van de wet van 1980
vastgehouden.

De beslissing een persoon die zich
als minderjarige bekendmaakt niet
automatisch toegang tot het
grondgebied te geven en hem in
een gesloten centrum onder te
brengen, is in het belang van het
kind zoals dat in het Verdrag tot
bescherming van de rechten van
de mens wordt omschreven.
De NBMV hebben recht op een
aangepaste huisvesting. De
regering heeft de oprichting van
een beveiligd centrum voor
minderjarigen gepland.

Het gerechtelijk onderzoek is aan
de gang, maar tot op heden
konden de identiteit en de
doodsoorzaak van de jonge
Afrikaan nog niet worden
vastgesteld. Desgevallend zal het
OCMW van Leuven de
begrafeniskosten op zich nemen.
17.03 Zoé Genot (ECOLO): Par rapport à la situation des MENA, il y
a certes une remise en cause de leur âge pour certains d'entre eux;
mais cela reste de très jeunes personnes, pour beaucoup des
17.03 Zoé Genot (ECOLO): Hoe
dan ook worden heel wat
minderjarigen wier leeftijd niet ter
CRIV 51
COM 430
08/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
mineurs. Par exemple, en ce qui concerne les quatre jeunes dont on
a ordonné la libération, pour deux d'entre eux, leur âge n'était pas
contesté. Il reste encore une majorité de mineurs dont l'âge n'est pas
contesté, qui sont à l'heure actuelle passés par des centres fermés.

Je doute que le centre 127, même avec de petites adaptations, soit
un lieu approprié pour accueillir des enfants qui ont souvent subi des
situations difficiles. Je note donc avec déplaisir que vous continuez à
travailler dans cette direction. Même si vous estimez intéressant de
construire un nouveau centre fermé, je ne pense pas que ce soit la
meilleure façon d'accueillir ces enfants.

Vous en avez confié le dossier de construction à M. Dupont?
discussie staat, tijdelijk in gesloten
centra vastgehouden, hoewel die
daartoe helemaal niet geschikt
zijn. Ik stel vast dat u van plan
bent er nog een nieuw op te
richten.
17.04 Patrick Dewael, ministre: Non, c'est la décision du
gouvernement. Il s'agit d'un centre sécurisé pour les mineurs.
17.05 Zoé Genot (ECOLO): Très bien. On va donc construire un
nouveau centre fédéral pour accueillir les mineurs. En tout cas, ils ne
pourront pas être plus mal accueillis que dans les centres fermés
actuels.
17.06 Patrick Dewael, ministre: Vous êtes opposée à ce type de
centre?
17.07 Zoé Genot (ECOLO): Tout dépend dans quelle philosophie il
est réalisé.
17.08 Patrick Dewael, ministre: Quelle est votre solution de
rechange?
17.09 Zoé Genot (ECOLO): Qu'on les installe dans un centre
sécurisé pour qu'ils ne disparaissent pas dans la nature, cela me
paraît une excellente idée. Mais la philosophie qui doit régner dans le
centre ne doit pas consister à les maintenir là en vue de les expulser
au plus vite. C'est ce principe qui est aujourd'hui poursuivi.
17.10 Patrick Dewael, ministre: Vous nous faites un procès
d'intention. Je trouve cela dangereux.
17.11 Zoé Genot (ECOLO): Non.
17.12 Patrick Dewael, ministre: Partagez-vous l'option du
gouvernement de créer un centre sécurisé pour mineurs? Le but est
qu'ils ne disparaissent pas dans la nature. Je ne peux pas m'imaginer
que votre intention serait de les laisser entrer et de les laisser ensuite
disparaître.
17.12 Minister Patrick Dewael:
Het gaat om een beveiligd
centrum voor minderjarigen.
Welke andere oplossing ziet u om
hen te beschermen? U schrijft mij
bedoelingen toe die ik niet heb.
17.13 Zoé Genot (ECOLO): Normalement, qui s'occupe du secteur
jeunesse, dans le respect des jeunes? Ce sont les Communautés. Or,
quand le fédéral s'en charge, c'est rarement très bien fait. Je suis
inquiète de cette philosophie assez sécuritaire.

Je suis donc un peu étonnée: plus d'une semaine s'est écoulée
depuis la découverte du corps et on ne peut toujours pas dire si le
jeune a été victime ou non d'un crime crapuleux. Je suis surprise que
17.13 Zoé Genot (ECOLO): De
jeugdbescherming ressorteert
onder de bevoegdheid van de
Gemeenschappen. Als het
federale niveau op dat vlak ingrijpt,
is het vaak uit
veiligheidsoverwegingen.
08/12/2004
CRIV 51
COM 430
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
l'on ne puisse toujours pas fournir d'information à ce stade-ci. Sans
doute y reviendrons-nous plus tard.
Ten slotte verbaast het mij dat
men er na één week nog steeds
niet is in geslaagd de
doodsoorzaak van de jonge
Afrikaan te achterhalen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à 12.12 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.12 uur.