CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 410
CRIV 51 COM 410
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mercredi
woensdag
24-11-2004
24-11-2004
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Carl Devlies au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
promotion de l'utilisation du LPG" (n° 3821)
1
Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"het stimuleren van het LPG-gebruik" (nr. 3821)
1
Orateurs: Carl Devlies, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Carl Devlies, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Roel Deseyn au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
recyclage des gsm" (n° 4124)
3
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister
van Leefmilieu en de minister van Pensioenen
over "de recyclage van gsm's" (nr. 4124)
3
Orateurs: Roel Deseyn, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Roel Deseyn, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Interpellation de Mme Nathalie Muylle au ministre
de l'Environnement et au ministre des Pensions
sur "les biocarburants" (n° 463)
5
Interpellatie van mevrouw Nathalie Muylle tot de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "biobrandstoffen" (nr. 463)
5
Orateurs: Nathalie Muylle, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Nathalie Muylle, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Josée Lejeune au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
convention relative aux espèces menacées et la
délivrance de quotas de chasse aux ours bruns
par la Roumanie" (n° 4339)
8
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de overeenkomst inzake de
bedreigde diersoorten en het opleggen van
quota's voor de jacht op bruine beren in
Roemenië" (nr. 4339)
8
Orateurs: Josée Lejeune, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Josée Lejeune, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MERCREDI
24
NOVEMBRE
2004
Après-midi
______
van
WOENSDAG
24
NOVEMBER
2004
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.09 heures par Mme Josée Lejeune, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.09 uur door mevrouw Josée Lejeune, voorzitter.
01 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"het stimuleren van het LPG-gebruik" (nr. 3821)
01 Question de M. Carl Devlies au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
01.01 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
minister, ik veronderstel dat ik deze minister niet zal moeten
overtuigen van het belang van LPG als brandstof. Ik heb in mijn
inleidende nota een aantal voordelen van LPG opgesomd. Ik zal ze
niet herhalen. Ik veronderstel dat ze gekend zijn.
De vorige regering had in de programmawet van 2 januari 2001 een
premiestelsel ingebouwd om de ombouw van benzinewagens naar
wagens met een LPG-installatie te promoten. De maatregel is vrij
succesvol geweest. In de periode van 1 januari 2001 tot 31 december
2002 werden er grosso modo 19.000 premies uitbetaald. Dat waren
premies van 508,18 euro. Vanaf 1 januari 2002 werd er ook een
vermindering met 298 euro doorgevoerd van de belasting op de
inverkeerstelling voor wagens die op LPG rijden. Dat is dus ook
positief.
Sedertdien werden er echter geen maatregelen meer genomen.
Anderzijds, door de programmawet van 2003 die de
accijnscompenserende belasting geleidelijk aan vermindert en doet
verdwijnen, verdwijnt een voordeel van LPG ten opzichte van diesel.
Vermits de regering zich in het kader van de Kyoto-doelstellingen
heeft geëngageerd om het gebruik van motoren aangedreven door
alternatieve energiebronnen te promoten en gelet op het feit dat het
aantal LPG-bestuurders de voorbije twee jaar toch wel behoorlijk is
gedaald, is het wenselijk dat u een aantal maatregelen zou nemen om
LPG opnieuw te promoten. Bovendien zal de ontwikkeling van andere
alternatieve energiebronnen nog enkele jaren vergen. LPG is op dit
moment dan ook een goed alternatief.
Zou u de premie die gedurende een periode van twee jaar van kracht
is geweest, niet opnieuw kunnen invoeren of zou u geen andere
01.01 Carl Devlies (CD&V): Je
n'ai pas à convaincre le ministre
des avantages du LPG. Le précé-
dent gouvernement a instauré un
système de primes visant à
promouvoir la conversion des
voitures à essence au LPG.
L'opération a rencontré un franc
succès: du 1
er
janvier 2001 au 31
décembre 2002, environ 19.000
primes de 508,18 euros ont été
octroyées. Depuis le 1
er
janvier
2002, la taxe de mise en
circulation des véhicules LPG est
réduite de 298 euros.
La diminution progressive de la
taxe compensatoire des accises,
voire sa disparition complète en
2008, désavantage le LPG par
rapport au diesel. Dans le cadre
des objectifs fixés par les accords
de Kyoto, le gouvernement a
pourtant promis d'encourager
l'utilisation de moteurs alimentés
par des sources d'énergie de
substitution. De nouvelles
mesures doivent être prises étant
donné que le nombre de
conducteurs possédant un
véhicule au LPG a de nouveau
diminué ces deux dernières
24/11/2004
CRIV 51
COM 410
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
maatregelen kunnen nemen die het gebruik van LPG opnieuw
stimuleren?
années et que les énergies de
substitution ne seront opération-
nelles que dans quelques années.
Le ministre envisage-t-il de
réinstaurer le système des
primes? Songe-t-il à d'autres
mesures?
01.02 Minister Bruno Tobback: Mijnheer Devlies, ik heb een redelijk
omstandig antwoord, maar ik heb begrepen dat u eigenlijk niet zoveel
tijd heeft. Dus zal ik niet uitweiden over de ecologische voordelen van
LPG. Wij zijn het daarover eens. Ik wil alleen doen opmerken dat er
twee bedenkingen zijn bij de algemene voordelen van LPG. Ten
eerste, bij ombouw van benzinewagens is er niet echt een
gestandaardiseerde meetprocedure. Dus in een aantal gevallen kan
het voordeel groter of kleiner zijn dan men over het algemeen
aanneemt. Ten tweede is LPG voor de productie afhankelijk van de
koppeling aan de productie van benzine en diesel. Een eindeloze
toename ervan is dus ook niet zo evident en ook ecologisch gezien
gewoon niet haalbaar.
Uw opmerking over de accijnscompenserende belasting moet ik ook
wat nuanceren, in die zin dat enerzijds, uiteraard de
accijnscompenserende belasting het voordeel wel vermindert maar
dat anderzijds, het cliquetsysteem, dat zowel voor de benzine- als de
dieselprijs geldt, dat ruimschoots goedmaakt. Het voordeel van LPG
door de vrijstelling inzake accijnzen is dus eigenlijk nog altijd even
groot, als het niet groter is geworden.
Wij stellen trouwens vast dat de groei en de afname van LPG
hoofdzakelijk verband houdt met de prijs van andere brandstoffen. In
het verleden, ook toen er geen premies waren, was het zo dat als de
brandstofprijzen stegen, ook het aantal installaties van LPG-tanks
steeg. Daalden de prijzen, dan daalde ook het aantal nieuwe LPG-
tanks. Dat is ook nu zo, met of zonder premie.
Hoewel ik voorstander ben van zo'n premie en die graag opnieuw zou
invoeren, ben ik nu jammer genoeg beperkt door de budgettaire
mogelijkheden. Ik heb begrepen dat u de minister van Begroting nog
ziet. In de mate dat er budgettaire middelen voor zijn, heb ik er
absoluut niets op tegen die premie opnieuw in te voeren, zelfs al ben
ik ervan overtuigd dat het niet echt de determinerende reden is
waarom mensen overschakelen op LPG. Maar als er budgettaire
middelen voor zijn, doen wij het opnieuw. Voor 2005 is er daarvoor
voorlopig in geen budgettaire middelen voorzien.
Ik meen dat er trouwens nog wat kan worden gediscussieerd over
andere stimulansen en hinderpalen voor het gebruik van LPG.
Wij hebben de discussie gehad met de vraag of men met LPG-
wagens in ondergrondse parkeergarages mag parkeren. Er is
gesuggereerd dat dit helemaal opgelost zou zijn, maar dat is nog altijd
niet zo. In nogal wat milieuvergunningen voor ondergrondse
parkeerterreinen is een verbod op LPG-auto's ingeschreven, meestal
ingevolge een negatief advies van de brandweerdiensten. Meestal zijn
het de gemeenten die de vergunning geven. De brandweerdiensten
oordelen dan dat afzuiginstallaties, rookdetectieapparaten en
01.02 Bruno Tobback, ministre:
Nous sommes d'accord à propos
des avantages écologiques du
LPG. Il n'existe toutefois pas de
procédure de mesure standar-
disée pour la transformation des
véhicules à essence. L'avantage
peut par conséquent varier
fortement par rapport à ce qui est
communément admis. Par ailleurs,
la production du LPG étant liée à
celle de l'essence et du diesel, une
augmentation illimitée du LPG
n'est pas réaliste et n'est pas
souhaitable d'un point de vue
écologique.
La taxe compensatoire des
accises réduit l'avantage du LPG,
mais le système dit à cliquet,
appliqué aux prix de l'essence et
du diesel, compense largement.
Les utilisateurs de LPG en retirent
un avantage équivalent, voire
supérieur.
Le succès du LPG est du reste
essentiellement lié au prix des
autres carburants. Le nombre de
réservoirs LPG enregistre une
augmentation lorsque les prix des
autres carburants augmentent et
une diminution lorsque ces
mêmes prix baissent. Un système
de primes n'y change rien. Je suis
néanmoins prêt à réintroduire la
prime lorsque le budget le
permettra. Aucun moyen n'a en
tout cas été dégagé à ce jour pour
2005.
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
dergelijke niet voldoende zijn om het risico van LPG-auto's in de
parkeergarages toe te laten.
Minister Dewael kondigde evenwel een ontwerp van koninklijk besluit
aan omtrent de veiligheidsmaatregelen bij het parkeren van LPG-
voertuigen. Dit is bijna klaar. Als het zo ver is, staan we alweer een
stap verder wat betreft het stimuleren van LPG. In afwachting is het in
elk geval zo dat LPG, in verhouding tot andere brandstoffen, door de
vrijstelling van accijnzen veel goedkoper en voordeliger blijft en
inderdaad minder schadelijk is voor het milieu.
01.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb uw
suggestie genoteerd en zal, met uw groeten, dadelijk mijn vraag
overmaken aan minister Vande Lanotte.
Met betrekking tot uw andere opmerkingen hebt u inderdaad gelijk.
Het probleem van parkeren in ondergrondse garages is werkelijk een
belemmering voor de ontwikkeling van LPG-voertuigen. Mevrouw
Simonne Creyf heeft daarover al herhaaldelijk vragen gesteld en
voorstellen gedaan in dat verband. Het is gedeeltelijk ook een
bevoegdheid van de Gewesten. De problemen stellen zich vooral in
Wallonië en in Brussel, maar niet zozeer in Vlaanderen. Ook in dit
gebouw, het federale Parlement, zijn LPG-voertuigen niet toegelaten.
Ik zou dan toch willen suggereren dat u als federaal minister
gebruikmaakt van de overlegprocedure met de Gewesten om die
zaken op punt te stellen en ervoor te zorgen dat de LPG-voertuigen
op dezelfde manier worden behandeld als andere voertuigen.
Voor het overige zullen wij de eventuele maatregelen die u voorstelt
met veel plezier steunen.
01.03 Carl Devlies (CD&V): Je
ferai parvenir la suggestion du
ministre Tobback au ministre
Vande Lanotte.
L'interdiction de se garer dans les
parkings souterrains constitue
effectivement une entrave mais il
s'agit là, en partie, d'une
compétence des Régions. Des
problèmes se posent surtout en
Wallonie et à Bruxelles. Par
exemple, le LPG n'est pas admis
dans le parking du Parlement. Je
propose que le ministre se
concerte avec les Régions et
fasse en sorte que les véhicules
LPG soient traités comme les
autres voitures.
Nous apporterons volontiers notre
soutien à d'autres mesures que le
ministre pourrait proposer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Leefmilieu en de minister van Pensioenen over
"de recyclage van gsm's" (nr. 4124)
02 Question de M. Roel Deseyn au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, het mobieltje
prijzen wij allemaal vanwege zijn grote handigheid. Wij gebruiken het
allemaal dagelijks, graag of minder graag. Het grote probleem is dat
als men zijn gsm wil vervangen, men hem dan misschien in de
vuilbak dumpt. In de Europese Unie worden jaarlijks 105 miljoen
telefoons weggegooid. Als men niet tot een duurzame recyclage van
gsm's komt, dreigen de gevolgen voor het leefmilieu en de
volksgezondheid catastrofaal te worden. Men beseft soms niet dat er
heel wat giftige stoffen in de gsm zitten die ons immuunsysteem
kunnen schaden, die kanker kunnen verwekken. Het cijfer uit een
wetenschappelijke studie is treffend: 600.000 liter water kan door een
niet-gerecycleerde batterij worden vervuild. Dat is toch een
schrikwekkend cijfer. Dat verantwoordt toch de vraag naar het
Belgisch beleid terzake. Hoeveel gsm's worden jaarlijks in België
weggegooid en hoeveel worden er daarvan door Recupel
02.01 Roel Deseyn (CD&V): Un
GSM est très pratique, mais s'il
n'est pas recyclé durablement, les
conséquences risquent d'être
catastrophiques pour l'environne-
ment et la santé publique. 105
millions de gsm sont mis
annuellement au rebut dans
l'Union européenne. Un appareil
contient diverses substances
susceptibles d'affecter le système
immunitaire et de provoquer un
cancer. Selon une enquête, une
seule batterie non recyclée peut
polluer 600.000 litres d'eau. Un
24/11/2004
CRIV 51
COM 410
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
gerecycleerd?
Over het gerecycleerde deel maak ik mij minder zorgen, maar wat
moet er met de overige gsm's gebeuren? Moeten de mensen worden
gesensibiliseerd? Men stelt vast dat er transfers zijn van gsm's naar
Afrika en Latijns-Amerika waar men dan wordt geconfronteerd met
een toxische tijdbom. Dat is het laatste dat wij in Europa willen
bereiken. Waar komt het merendeel van de gsm's terecht die niet
door Recupel worden gerecycleerd? Hoe groot is de totale
milieuschade veroorzaakt door weggegooide elektronica? Welke
gezondheidsrisico's voor burgers zijn hieraan verbonden? Ik vraag mij
af of hierover reeds Belgische gegevens beschikbaar zijn. Welke
acties plant u terzake? Welke acties zult u ondernemen inzake de
schadelijke gevolgen voor het milieu van elektronica in het algemeen
en gsm's in het bijzonder?
transfert semble également
s'opérer vers l'Afrique et
l'Amérique latine pour y former
une bombe toxique à retardement.
Combien de gsm sont-ils
annuellement mis au rebut dans
notre pays? Combien Recupel en
recycle-t-il? Qu'advient-il des
autres appareils? Quelle est
l'ampleur de l'ensemble des
dommages à l'environnement?
Quels sont les risques pour la
santé des citoyens? Existe-t-il des
données pour la Belgique? Que
compte faire le ministre pour
limiter les dommages?
02.02 Minister Bruno Tobback: Mijnheer Deseyn, om te beginnen,
het is voor ons eigenlijk zo goed als onmogelijk om een raming te
maken van het aantal gsm's dat jaarlijks wordt weggegooid in België,
in de eerste plaats omdat Recupel wat gsm's betreft geen aparte
boekhouding bijhoudt maar ze opneemt in de bredere categorie afval.
Dat heeft als voornaamste reden dat eigenlijk heel veel van de gsm's
die afgedankt worden niet in het circuit van Recupel terechtkomen.
Nogal wat verkooppunten en bedrijven, in de eerste plaats gsm-
operatoren, voorzien in een terugnamepremie voor oude toestellen bij
de aankoop van nieuwe toestellen. Die premie beloopt in veel
gevallen tot 20 euro. De toestellen die op die manier gerecupereerd
worden komen meestal terecht in een soort van hersteldienst en gaan
dan in het tweedehandscircuit rond. Vermits het de Gewesten zijn die
bevoegd zijn voor terugname en recyclage van elektrisch en
elektronisch materieel zijn zij diegenen die daarover de correcte
cijfers zouden moeten kunnen geven. Voor Recupel wil dat zeggen
dat gsm's eigenlijk een heel beperkt volume betekenen waardoor men
zich op dit ogenblik beperkt tot de recuperatie van een aantal edele
metalen, goud en palladium blijkbaar, en het overige verbrandt. De
batterijen worden weliswaar afgescheiden en komen in het circuit van
Bebat terecht voor recyclage wanneer men langs Recupel passeert.
Als men het wil afleiden uit de verkoopscijfers, dan moet men weten
dat er zo'n drie miljoen toestellen op de markt worden gebracht dit
jaar. Het elektrisch en elektronisch afval, waarvoor de Gewesten dus
bevoegd zijn, bedraagt ongeveer 25 kg per inwoner per jaar in België.
Alles bij elkaar geeft dat ongeveer 250.000 ton per jaar voor het hele
land. Daar zitten ongetwijfeld een hoop gevaarlijke producten in en de
risico's voor de burger en voor milieuvervuiling zijn dus niet te
onderschatten. Daardoor zijn er twee wetgevingen ingesteld in België.
Op regionaal niveau is de terugname en inzameling van elektronische
toestellen op zodanige wijze dat men ze kan behandelen en het risico
van verspreiding van gevaarlijke stoffen tegengaan.
De wetgeving van de Gewesten op dat vlak werd trouwens aangepast
conform de richtlijn 2002/96 van de Europese Gemeenschap op
elektrisch en elektronisch afval.
Op federaal niveau zal vanaf juli 2006 een verbod ingaan op zes
gevaarlijke producten in dit soort van apparaten. Het gaat concreet
02.02 Bruno Tobback, ministre:
Il est impossible d'évaluer le
nombre de téléphones portables
qui sont mis au rebut chaque
année étant donné que ces
appareils sont classés dans la
catégorie générale Déchets par
Recupel. La majorité des points de
vente octroient une prime de
reprise à l'achat d'un nouvel
appareil, après quoi les appareils
usagés sont généralement réparés
puis réintroduits dans le circuit des
ventes d'occasion. Les Régions
sont compétentes pour la reprise
et le recyclage des appareils
électroniques. Recupel se borne à
récupérer les métaux nobles
contenus dans les téléphones
portables. Les piles sont recyclées
mais les déchets restants sont
incinérés.
Près de trois millions d'appareils
sont commercialisés tous les ans.
Les déchets électroniques
représentent 25 kg par habitant et
par année, parmi lesquels des
appareils nocifs pour l'homme et
l'environnement. C'est pourquoi
une législation a été arrêtée à
l'échelon régional pour enrayer la
prolifération de matières nocives
par la collecte des appareils
électroniques hors d'usage. La
législation a été mise en
conformité avec la directive
2002/96 de la Communauté
européenne. En application de la
loi du 12 octobre 2004, six
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
om lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroom bifenylen -
pbb's - en polybroom difenylethers - pbd's. Deze wetgeving dateert
van 12 oktober 2004 en resulteert op haar beurt uit de omzetting van
de richtlijn "Restriction on Hazardous Substances 2002/95" van de
Europese Gemeenschap.
Richtlijn 2002/96 vermeldt in artikel 4 dat nieuwe apparaten dusdanig
moeten worden ontworpen dat hergebruik en recyclage bevorderd
worden. België schaart zich uiteraard volledig achter die wens, maar
met het oog op een eengemaakte Europese markt hebben wij de
keuze gemaakt om te handelen op het niveau van de Gewesten in
plaats van op het federale niveau een initiatief te nemen. Op die
manier willen wij vermijden dat er tegenstrijdige wetgevingen zouden
ontstaan.
Op dit ogenblik wordt op Europees niveau onderhandeld over een
nieuw ontwerp van richtlijn betreffende eco-design van apparaten die
energie gebruiken en waarbij zowel in de ontwerp- als de
recyclagefase optimaal moet worden vermeden dat schadelijke
stoffen in het milieu terechtkomen.
substances nocives qui entrent
dans la fabrication de ces
appareils seront interdites au
niveau fédéral à partir de juillet
2006. Cette loi a été adoptée à la
suite de la directive européenne
2002/95.
Aux termes des directives
européennes, la conception de
nouveaux appareils doit
promouvoir le réemploi et le
recyclage. Pour éviter les
législations contradictoires, celle-ci
a été confiée au niveau régional.
Des négociations ont également
été menées à propos d'une
nouvelle directive relative à
l'ecodesign des appareils : en
collectant et en recyclant les
appareils, on veut éviter la
pollution de l'environnement par
des matières nocives.
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw
antwoord. Het verheugt mij dat over deze problematiek nogal wat
wetgeving en richtlijnen bestaan. Het mag dan wel ook een
bevoegdheid van de Gewesten zijn, maar ik ben veeleer bezorgd over
het circuit van de tweedehands gsm's. Ik vrees dat er nogal wat
export is die niet te controleren valt, naar Latijns-Amerikaanse en
Afrikaanse landen die ik daarnet vernoemde. Dit is natuurlijk een
gedeelde bevoegdheid met uw collega's van
Ontwikkelingssamenwerking en Duurzame Ontwikkeling. Er zou
nauwer moeten worden toegekeken op dit aspect, ook als
Consumentenzaken protocollen sluit met de operatoren en
fabrikanten. Wij moeten iets attenter zijn voor dergelijke zaken. Het
betreft bij uitstek een gedeelde verantwoordelijkheid. Daarom is het
goed dat u terzake een coördinerende functie zult vervullen, want u
zegt het terecht het gaat hier om niet te onderschatten risico's.
Als men studies inkijkt, zoals de onlangs verschenen studie van het
Basel Action Network, dan is de situatie verontrustend en kan deze
aangelegenheid zeker niet worden afgedaan als een fait divers. Ik
denk dat wij allen in de toekomst nog iets meer waakzaam moeten
zijn. Het is toch verontrustend dat wij niet goed weten welke stoffen en
producten er in de 25 kilogram elektronisch afval, per inwoner per
jaar, aanwezig zijn. Dit vraagt een betere begeleiding door de
overheid.
02.03 Roel Deseyn (CD&V): Je
me réjouis de savoir que des lois
et des directives régissent ce
problème, mais je crains que des
appareils de seconde main soient
souvent exportés vers des pays en
voie de développement, où le
recyclage et le traitement
écologique des déchets n'en sont
encore qu'à leurs balbutiements.
Le ministre de la Coopération au
développement doit être attentif à
ce problème.
La fonction de coordination
exercée à ce niveau par le
ministre de la Santé publique
constitue un point positif. Des
études récentes menées à ce
sujet ne manquent en effet pas
d'inquiéter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van mevrouw Nathalie Muylle tot de minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "biobrandstoffen" (nr. 463)
03 Interpellation de Mme Nathalie Muylle au ministre de l'Environnement et au ministre des Pensions
03.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal proberen 03.01 Nathalie Muylle (CD&V):
24/11/2004
CRIV 51
COM 410
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
het kort te houden want er valt heel wat te zeggen over
biobrandstoffen. In mei 2003 werd een Europese richtlijn
goedgekeurd die de inmenging van biobrandstoffen moet bevorderen.
Volgens de Kyoto-normen moet er volgend jaar 2% inmenging zijn en
dat percentage moet gradueel stijgen tot 5,75% tegen het jaar 2010.
De omzetting van die richtlijn door ons land zou moeten gebeuren
tegen 31 december 2004. U hebt daarvoor een koninklijk besluit in
voorbereiding. Ik vermoed dat dit koninklijk besluit nu voor advies
naar de Raad van State is of misschien al terug is.
Het is een enorm technisch dossier. Ik heb met heel wat mensen
gesproken de jongste weken en maanden en ik vond het wel erg dat
ik heel weinig ken van biologie toen ik met die mensen sprak. Wat ik
er wel uit onthouden heb, is dat het enorm veel investeringen vraagt.
Misschien voor biodiesel wat minder: vooral uit koolzaad is het via vrij
eenvoudige procédés mogelijk. Ook zijn de investeringen daar niet zo
groot. Ik heb ook al vernomen dat Vlaanderen ertoe bereid is
eventueel via VLIR-steun zulke zaken aan te moedigen. Maar wat
biobenzine betreft, en dan vooral de productie van bio-ethanol, gaat
het wel om een vrij technisch procédé dat enorme investeringen
vraagt.
Een tweede aspect in het hele dossier is de "defiscalisering". Ik heb
daar gisteren nog met staatssecretaris Jamar over gesproken, die in
naam van minister Reynders sprak. Ik meen dat die defiscalisering
noodzakelijk is, ook voor de concurrentiepositie van de
biobrandstoffen. Dat moet trouwens gebeuren - Europa legt ons dat
op - in een fiscaal neutraal kader.
Ik voel wel aan dat dit het dossier is van de gemiste kansen. Nu wil ik
graag van u weten wat de stand van zaken is. Waarom? Vorige week
hoorde ik staatssecretaris Van Weert op een studiedag zeggen: "Ja,
die biobrandstoffen bieden enorm veel mogelijkheden, maar is de
landbouw in België daar niet te klein voor; geeft die landbouw niet te
weinig rendement? Immers, de fractie waarin wij maar kunnen
voorzien zal maar klein zijn". Aan de ene kant lees ik in verschillende
publicaties dat u er zeer positief over bent. Aan de andere kant hoor ik
minister Reynders die al herhaaldelijk zei dat dit dossier volledig
vastzit bij minister Tobback en dat hij maar niet de lijst kon krijgen van
wat er allemaal is.
Nu, ik heb een kopie van uw ontwerp van koninklijk besluit. Ik zie dat
daar wel alles in staat. Gisteren bevestigde men mij nog eens dat u
die lijst niet gaf. Dus vraag ik mij af: heeft minister Reynders dat
ontwerp van koninklijk besluit dan niet? Hij zegt immers dat het
dossier nog altijd vastzit.
Vandaar aan u mijn vraag. Ik krijg echt het vermoeden dat dit het
dossier van de gemiste kansen wordt. Mijn vrees is dat in dit dossier -
ik heb de jongste weken veel bereidwilligheid gezien vanwege de
industrie en vanwege de landbouw, maar ook vanwege de
milieusector - volgend jaar onze 2%-norm hoofdzakelijk zal worden
bereikt door bio-ethanol die wij uit Brazilië zullen moeten invoeren. Ik
meen dat dit een zeer spijtige onderneming zou zijn. Vandaar dat ik
graag van u, als bevoegd minister, geweten had wat de stand van
zaken is.
Une directive européenne visant à
promouvoir l'utilisation de
biocarburants a été adoptée en
mai 2003. Sur la base des normes
de Kyoto, 2% du carburant utilisé
l'année prochaine devrait être du
biocarburant. Pour 2010, ce
pourcentage devrait être de
5,75%. Un projet d'arrêté royal a
été déposé à cet égard.
La fabrication de biocarburants --
à l'exception du biodiesel --
nécessite d'importants investis-
sements. Hier, j'ai eu un entretien
avec le secrétaire d'Etat Jamar au
sujet de la défiscalisation indispen-
sable à la préservation de la
position concurrentielle des
biocarburants. Ce dossier n'a pas
toujours connu l'évolution que l'on
aurait pu espérer. Qu'en est-il à
l'heure actuelle?
La secrétaire d'Etat Van Weert a
affirmé que la superficie agricole
de la Belgique est trop petite, mais
le ministre de la Santé publique
est favorable à l'utilisation de
biocarburants. Le ministre
Reynders, quant à lui, prétend que
le dossier est bloqué chez le
ministre Tobback. Où se situe
exactement le problème? La
norme de 2% ne pourra-t-elle être
atteinte l'année prochaine qu'en
important du bio-éthanol du Brésil?
Il ne faut pas que ce dossier
devienne celui des occasions
manquées.
03.02 Minister Bruno Tobback: Mevrouw Muylle, ik heb al 03.02 Bruno Tobback, ministre:
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
verschillende keren gezegd dat ik hier echt in geloof, dat ik hier
toekomst in zie en dat wij alles moeten doen wat wij kunnen doen om
alle vormen van biobrandstoffen te stimuleren. Ik kan natuurlijk ook
niet sneller werken dan nu het geval is. De stand van zaken is dat het
ontwerp van KB dat de richtlijnen moet omzetten momenteel voor
advies bij de Raad van State is. U hebt het ontwerp bij. Het is dus
geen geheime tekst. Als de heer Reynders die tekst wil kennen is dat
dus geen probleem. Ik wil hem die ook altijd nog eens bezorgen.
Zolang het KB niet is ondertekend, kan hij daarmee natuurlijk niet
verder.
Het advies van de Raad van State zal beschikbaar zijn op 3
december. Daarna zullen wij de procedure en de ondertekening van
dit KB zo snel mogelijk laten volgen. Ik hoop dat daarmee alle
onduidelijkheid uit de wereld zal zijn geholpen. De volgende stap is
dan inderdaad de fiscale behandeling van biobrandstoffen. In punt 4
van de kennisgeving van de Ministerraad van 16 januari werd beslist
om biobrandstoffen in de handel te brengen tegen een lagere prijs
dan de andere brandstoffen. De minister van Financiën werd belast
met de uitvoering van deze maatregel. Ik aanvaard dat hij tot nu toe
wachtte op de omzetting van de richtlijnen in het KB. Dit zal niet lang
meer op zich laten wachten. Ik denk niet dat er nog andere
belemmeringen zijn in het stimuleren van biobrandstoffen.
Het stimuleren van de landbouw en de industrie om zelf
biobrandstoffen te produceren is strikt genomen een bevoegdheid van
de Gewesten. Dat belet niet dat wij concrete voorstellen van de
Gewesten mee kunnen steunen. Ik ben daartoe graag bereid. Ik sta
ook open voor alle suggesties die zij doen.
Voor het overige, u spreekt over de invoer van bio-ethanol uit Brazilië.
Ik zou het liever bij ons produceren, al weet ik dat mevrouw Van
Weert gelijk heeft en dat ons eigen areaal niet groot genoeg is voor
het eigen gebruik. Zelfs dan importeer ik echter liever ethanol uit
Brazilië dan olie uit Saoedi-Arabië zoals de gang van zaken nu is,
zowel vanuit economisch als ecologisch oogpunt. Laten we echter in
de eerste plaats proberen om er hier voor onze landbouw en onze
economie een win-winverhaal van te maken. Ik denk dat dat absoluut
mogelijk is.
Je considère personnellement que
les biocarburants ont un avenir. Le
Conseil d'Etat devrait rendre un
avis sur un projet d'arrêté royal
avant le 3 décembre. Le ministre
Reynders peut en demander le
texte mais tant que cet arrêté
n'aura pas été signé, il ne pourra
l'exécuter.
Le Conseil des ministres du 16
janvier a décidé d'attribuer la
compétence pour le traitement
fiscal des biocarburants au
ministre des Finances. L'objectif
que nous poursuivons est de
pratiquer un prix inférieur à celui
des autres carburants.
Ce sont les Régions qui sont
compétentes pour ce qui est
d'encourager l'agriculture et
l'industrie à produire des
biocarburants. Mme Van Weert a
raison quand elle dit que les
superficies agricoles ne sont pas
assez grandes pour pourvoir à
notre propre consommation
énergétique. Mais je préfère quant
à moi importer du bio-éthanol du
Brésil que du pétrole d'Arabie
saoudite, tant pour des raisons
économiques qu'écologiques.
Voorzitter: Colette Burgeon.
Présidente: Colette Burgeon.
03.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor
het antwoord.
Ik denk dat we grotendeels op dezelfde lijn zitten. U zegt dat de
uitvoering een zaak zal zijn van de Gewesten. In de wandelgangen
en ik zou echt wel uw medewerking willen vragen gonst het dat
collega Reynders werkt aan een fiscaal neutraal kader, dat Europa
ook oplegt, maar dat slechts voor zes jaar zou zijn. De industrie krijgt
dat natuurlijk ook te horen. Ik hoor al heel wat geruchten uit de
industrie. Minister Reynders kan die periode telkens verlengen maar
hij zou slechts bereid zijn om dat in een eerste periode voor zes jaar
te doen. Heel wat spelers zeggen mij dat zes jaar, zeker wat bio-
ethanol betreft dat enorme investeringen vergt, erg kort is. Zij plaatsen
daar vraagtekens bij. Daarvoor ben ik toch bevreesd.
03.03 Nathalie Muylle (CD&V):
Le ministre Reynders travaille à
l'élaboration d'un cadre fiscal dont
la durée de validité sera de six ans
seulement. Bien qu'elle puisse être
prolongée, cette période de six
ans est très courte par rapport aux
coûts d'investissement élevés.
Cela effrayera l'industrie.
Il veut également suivre l'exemple
de la France, où les biocarburants
sont liés à des adjudications
importantes dans l'industrie. Dans
cette affaire, les petits agriculteurs
24/11/2004
CRIV 51
COM 410
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
Ten tweede vrees ik toch ook de invulling zelf. Daarom dring ik er bij u
op aan dat u het dossier van dichtbij volgt. Gisteren heeft
staatssecretaris Jamar in de commissie gezegd dat minister
Reynders echt wel de piste wil volgen van Frankrijk. Frankrijk heeft
inzake de biobrandstoffen gekozen voor de grote aanbestedingen. Bij
die aanbestedingen zal vooral de industrie spelen. Er komt heel wat
reactie in Frankrijk, omdat wordt aangeklaagd dat de kleine
suikerboeren bijvoorbeeld wat bio-ethanol betreft weinig in het verhaal
zullen voorkomen.
Daarom had ik graag dat u twee zaken van nabij blijft volgen. Ten
eerste, zie erop toe dat er voldoende ruimte en voldoende garanties
zijn voor zij die de investeringen moeten doen. Ten tweede, zie er ook
op toe dat de investeringen niet alleen naar de grote spelers gaan,
maar dat ook de kleine spelers - dat zijn hier heel vaak de boeren -
niet worden vergeten.
n'entrent malheureusement pas en
ligne de compte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Question de Mme Josée Lejeune au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
convention relative aux espèces menacées et la délivrance de quotas de chasse aux ours bruns par la
Roumanie" (n° 4339)
04 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "de overeenkomst inzake de bedreigde diersoorten en het opleggen van quota's voor de jacht op
bruine beren in Roemenië" (nr. 4339)
04.01 Josée Lejeune (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, ma question s'articule autour des quotas de chasse,
notamment en Roumanie. Les statistiques officielles recensent plus
ou moins 6.300 ours en Roumanie alors que les ONG considèrent
que la population d'ours représente moins de la moitié de ce chiffre.
Nous sommes dans une situation de blocage préjudiciable puisque
les autorités ont refusé jusqu'à présent d'engager un monitoring
indépendant. La chasse est la cause de cette différence importante.
Bien que protégés par une convention internationale et une directive
européenne sur les habitats sauvages qui, je le rappelle, a été
transposée par la Roumanie -, pas moins de 658 permis ont été
délivrés au cours de la saison 2003-2004, auxquels il faut ajouter le
braconnage qui aurait concerné 300 ours.
Comme on peut le constater, il s'agit de chiffres importants qui
mettent à mal l'équilibre de l'espèce. Ces permis de chasse sont
délivrés par le ministère de la Forêt à de riches occidentaux venant
d'Allemagne, d'Autriche, de France, d'Italie et malheureusement de
Belgique. Monsieur le ministre, ces ours font partie des 350 millions
d'animaux et de plantes sauvages qui alimentent chaque année un
marché international aux transactions innombrables, souvent illégales
et préjudiciables à la survie des espèces. Or, pour protéger ces
espèces, 21 nations ont signé en 1973 la Convention sur le
commerce international des espèces animales et végétales en
danger. En vertu du principe de précaution sur lequel elle repose, ces
différentes espèces animales et végétales sont classées dans les
annexes selon leur degré de protection. Je ne vais pas les citer ici:
vous les connaissez aussi bien que moi.
J'en arrive à mes deux questions, monsieur le ministre. En ce qui
concerne les quotas de chasse, la Belgique va-t-elle exercer une
04.01 Josée Lejeune (MR): Mijn
vraag gaat over de jachtquota in
Roemenië. Volgens officiële cijfers
zijn er in dat land ongeveer 6.300
beren, maar volgens de NGO's
zijn het er maar de helft. De
belangrijkste verklaring voor die
uiteenlopende cijfers is de jacht.
Ondanks de internationale
overeenkomst en de Europese
richtlijn inzake de instandhouding
van de natuurlijke habitats
richtlijn die door Roemenië in
nationale wetgeving werd omgezet
werden in de loop van het
seizoen 2003-2004 658
jachtvergunningen uitgereikt.
Daarnaast werden 300 beren
gedood door stropers. Die
vergunningen worden door het
ministerie van Water, Bos en
Milieubescherming aan rijke
westerlingen, onder wie ook
Belgen, uitgereikt.
Die beren behoren tot de 350
miljoen dieren en wilde flora die
jaarlijks en vaak in de illegaliteit op
de internationale markt worden
verhandeld, wat het bestaan van
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
pression sur la Roumanie dans le cadre des négociations ou des
contacts préliminaires à l'adhésion de ce pays à l'Union européenne,
afin qu'il respecte la convention internationale et la directive
européenne? Quelle sera la position défendue par la Belgique au
sujet du classement des animaux dans les différentes annexes?
de bedreigde soorten in gevaar
brengt. Ik wijs erop dat de
Conventie over de internationale
handel van bedreigde dier- en
plantensoorten in 1973 door 21
landen werd ondertekend.
Wat de jachtquota betreft: zal ons
land, in het raam van de
onderhandelingen of de
voorafgaande contacten met het
oog op de toetreding van
Roemenië tot de Europese Unie,
druk uitoefenen op dat land om het
de internationale conventie en de
Europese richtlijn te doen
naleven?
Welk standpunt zal België met
betrekking tot de classificatie van
de dieren in de diverse bijlagen
van de overeenkomst innemen?
04.02 Bruno Tobback, ministre: Madame la présidente, madame
Lejeune, entre 2000 et 2003, des trophées d'ours de Roumanie ont
effectivement été introduits dans l'Union européenne avec l'accord
des autorités scientifiques de différents pays importateurs. 17
trophées ont ainsi été introduits en Belgique, 30 en Autriche, 63 en
Allemagne, 20 en France, 22 au Portugal, 16 en Italie, 5 au Royaume-
Uni et au Danemark.
Au cours de sa cinquième réunion, le groupe d'examen scientifique
auprès de la Commission européenne a examiné la situation de la
population d'ours bruns en Roumaine. Cet examen n'a pas révélé de
problème de gestion particulier.
Une analyse sur le statut de l'ours dans son aire de répartition en
Europe ainsi qu'une consultation avec les pays concernés sur les
mesures de conservation mises en oeuvre, et dont les résultats ont
été publiés en 1999, suggère, pour ce qui concerne la Roumanie, que
la population d'ours bruns est gérée de façon satisfaisante,
notamment grâce à un plan de chasse bien élaboré et bien
coordonné.
Si des informations nouvelles et scientifiquement fondées devaient
confirmer votre inquiétude, le sujet devrait être examiné à nouveau
par le groupe d'examen scientifique auprès de la Commission
européenne dans le cadre du CITES.
Par ailleurs, dans le cadre des négociations de l'adhésion de la
Roumanie à l'Union européenne, la Commission est chargée de
vérifier la conformité des législations de la Roumanie à l'acquis
communautaire, y compris la directive 92/43 du 21 mai 1992 relative à
la conservation des habitats ainsi que de la faune et de la flore
sauvage. Cela induit, bien entendu, la conservation de l'ours dans
l'Union européenne, qui semble d'ailleurs être meilleure en Roumanie
qu'en France.
Votre question portait aussi sur les propositions d'amendements aux
04.02 Minister Bruno Tobback:
Tussen 2000 en 2003 werden
jachttrofeeën van Roemeense
beren met toestemming van de
wetenschappelijke autoriteiten van
verscheidene importlanden in de
Europese Unie binnengebracht.
Uit de analyse van de toestand
van de bruine beer in Roemenië
door de wetenschappelijke
onderzoeksgroep van de
Europese Commissie blijkt dat het
bestand van bruine beren in
Roemenië naar behoren wordt
beheerd door middel van een goed
uitgekiend en terdege
gecoördineerd jachtplan.
Indien nieuwe, wetenschappelijk
onderbouwde gegevens uw
bezorgdheid bevestigen, moet de
wetenschappelijke onderzoeks-
groep van de Europese
Commissie de toestand opnieuw
bekijken in het kader van de
Overeenkomst inzake de
internationale handel in bedreigde
in het wild levende dier- en
plantensoorten (CITES).
In het kader van de
onderhandelingen rond de
toetreding van Roemenië tot de
Europese Unie moet de
Commissie bovendien nagaan of
de Roemeense wetgeving
24/11/2004
CRIV 51
COM 410
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
annexes de la CITES qui ont été présentées à l'occasion de sessions
de la Conférence des Parties. Chacune de ces propositions est
d'abord débattue au niveau national par les autorités scientifiques et
ensuite, au niveau de l'Union, à nouveau au sein du SRG et d'un
groupe d'experts créé à cet effet. Sur la base des résultats de ces
discussions, la Commission formule une proposition de position
commune pour tous les amendements proposés, qui est ensuite
transmise au Conseil des ministres en vue d'adopter la position
commune finale des 25 Etats membres. Chaque Etat membre doit à
cette occasion prendre une position politique sur les propositions.
Normalement, le Comité scientifique belge établit ses positions à
partir des critères fixés par la Conférence des Parties pour l'inscription
des espèces de faune et de flore aux annexes de la CITES, mais
aussi - évidemment - en fonction des domaines d'expertise de ses
membres, ainsi que de l'analyse scientifique des propositions, en
tenant compte en particulier des avis formulés par le secrétaire de la
CITES et l'IUCN.
A l'occasion de la XIIIe Conférence des Parties à la CITES qui s'est
tenue à Bangkok, une cinquantaine de propositions d'amendements
aux annexes ont été présentées, dont sept concernaient des
mammifères, cinq des espèces d'oiseaux, dix-sept des reptiles, deux
des poissons et quatorze des végétaux. La Belgique a notamment
soutenu l'inscription à l'annexe 1 du dauphin Orcelle, du cacatoès à
huppe jaune. Pour l'annexe 2, la Belgique a soutenu l'inscription du
grand requin blanc - que je connais mieux -, du poisson-napoléon et
du ramin. Elle s'est opposée à la proposition de déclassement de
l'annexe 1 à l'annexe 2 du petit rorqual. Je dois vous dire qu'il m'est
déjà difficile d'imaginer les noms de ces animaux en néerlandais,
mais ce l'est encore plus en français.
Pour plus de détails, je vous suggère de prendre contact avec le
Service Bien-être des animaux et la CITES, auprès de la DG-Animaux
Végétaux et Alimentation, l'organe de gestion CITES pour la Belgique.
overeenstemt met het
communautaire acquis, waaronder
de richtlijn inzake de instand-
houding van de natuurlijke habitats
en de wilde flora en fauna. Dit
veronderstelt natuurlijk ook het
behoud van de bruine beer in de
Europese Unie. Op dat vlak lijkt
Roemenië het trouwens beter te
doen dan pakweg Frankrijk.
Wat de voorstellen van
amendementen op de bijlagen bij
de CITES betreft, wordt elk
voorstel eerst op nationaal niveau
door de wetenschappelijke
instanties en vervolgens op het
niveau van de Europese Unie
binnen de Scientific Review Group
(SRG) en een groep van
deskundigen, besproken.
De Commissie formuleert
vervolgens een voorstel voor een
gemeenschappelijk standpunt.
Het Belgisch Wetenschappelijk
Comité bepaalt zijn standpunt op
grond van de criteria die zijn
vastgesteld op de Conferentie van
de Partijen maar ook in functie van
de expertisedomeinen van zijn
leden en van de weten-
schappelijke analyse van de
voorstellen.
Op de XIIIe Conferentie van de
Partijen bij CITES werden een
vijftigtal voorstellen van
amendementen op de bijlagen
ingediend.
Voor verdere informatie verwijs ik
u naar de dienst Dierenwelzijn en
naar CITES bij het Directoraat-
Generaal Dieren, Planten en
Voeding, het beheersorgaan van
CITES voor België.
04.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le ministre, j'ai été interrogée à
plusieurs reprises sur la position de la Belgique, raison pour laquelle
j'ai déposé cette question en commission.
Je voulais rappeler qu'il est important de respecter les conventions
internationales et les directives européennes, surtout dans le chef de
la Roumanie puisqu'on sait que celle-ci va adhérer à l'Union
européenne. Puisque vous avez fait allusion aux experts et aux
04.03 Josée Lejeune (MR): Het
is belangrijk dat men zich aan de
internationale overeenkomsten en
Europese richtijnen houdt, en dat
geldt in het bijzonder voor
Roemenië, dat kandidaat is voor
toetreding tot de Europese Unie.
Momenteel vindt een congres
CRIV 51
COM 410
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
scientifiques ainsi qu'à la réunion qui a eu lieu à Bangkok, je voudrais
également rappeler qu'à l'heure actuelle, et jusqu'au 25 novembre, il y
a un congrès qui rassemble 5.000 experts et scientifiques sur la
situation concernant les habitats. Un constat inquiétant a été fait:
suivant les experts, depuis l'an dernier, 3.579 espèces ont grossi la
liste rouge vous savez aussi bien que moi qu'il y a une liste rouge
qui totalise désormais plus de 15.000 espèces menacées de
disparition. Toujours suivant ces scientifiques, cette destruction ou
cette dégradation des habitats constitue malheureusement une
menace qui peut induire des changements climatiques.
Je pense qu'il est important pour la Belgique d'attirer l'attention sur les
habitats. J'ai pris l'exemple des ours bruns car c'était l'occasion de
mettre en avant le respect des directives et des conventions
internationales. Pour la Belgique, il y a peut-être des avancées à faire
au niveau de l'environnement et du respect de tous ces habitats.
plaats waaraan tal van
deskundigen deelnemen. Zij
beweren dat sinds vorig jaar 3.579
diersoorten aan de lijst van de
bedreigde diersoorten werden
toegevoegd. Op die lijst staan in
totaal nu al meer dan 15.000
diersoorten. Voorts dreigt de
vernietiging of de aantasting van
woongebieden van dieren tot
klimatologische veranderingen te
leiden. Wat ons betreft, zou enige
vooruitgang kunnen worden
geboekt met betrekking tot het
milieu en de vrijwaring van die
woongebieden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se termine à 14.42 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties eindigt om 14.42 uur.