CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 COM 407
CRIV 51 COM 407
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi
woensdag
24-11-2004
24-11-2004
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
COM 407
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Patrick De Groote au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
délai de prescription appliqué par l'INAMI"
(n° 4492)
1
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over
"de door het RIZIV toegepaste
verjaringstermijn" (nr. 4492)
1
Orateurs: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Patrick De Groote, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Valérie Deom au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique et à la
ministre de l'Emploi sur "l'assujettissement à
l'ONSS des personnes handicapées chômeuses
ou invalides qui travaillent ou qui suivent une
formation professionnelle dans un centre agréé"
(n° 4382)
3
Vraag van mevrouw Valérie Deom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
en aan de minister van Werk over "de verplichting
om RSZ-bijdragen te betalen voor gehandicapte
werklozen of invaliden die werken of een
beroepsopleiding volgen in een erkend centrum"
(nr. 4382)
3
Orateurs: Valérie Déom, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Valérie Déom, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CRIV 51
COM 407
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
24
NOVEMBRE
2004
Matin
______
van
WOENSDAG
24
NOVEMBER
2004
Voormiddag
______
De vragen en interpellaties vangen aan om 11.43 uur.
Voorzitter: de heer Hans Bonte.
Les questions et les interpellations commencent à 11.43 heures.
Président: M. Hans Bonte.
De voorzitter: Collega Goutry heeft mij geïnformeerd dat hij zijn vraag nr. 4333 omzet in een schriftelijke
vraag.
01 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de door het RIZIV toegepaste verjaringstermijn" (nr. 4492)
01 Question de M. Patrick De Groote au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
délai de prescription appliqué par l'INAMI" (n° 4492)
01.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, op korte tijd werden wij ingelicht over verschillende gevallen
waarin het RIZIV of het ziekenfonds bij de berekening van een
invaliditeitsvergoeding of verhoogd kindergeld wegens een handicap,
een fout beging. De fout wordt toegegeven door de betrokken
instanties en gedeeltelijk rechtgezet, maar het RIZIV schermt met de
verjaringstermijn van twee jaar en weigert dus het volledige bedrag
terug te betalen. Ik ken een geval waarin de som zelfs opliep tot meer
dan 50.000 euro. In de meeste gevallen moeten er nog verschillende
gemiste tegemoetkomingen worden bijgeteld. Ik denk aan het sociaal
tarief dat men misloopt wat elektriciteit betreft, het sociaal
telefoontarief, de zorgverzekering van 90 euro per maand en de
vrijstelling van het kijk- en luistergeld dat intussen echter werd
afgeschaft.
Hoeveel aanvragen tot herziening of fouten bij de berekening van
vergoedingen komen er jaarlijks aan het licht? Kan de minister de
cijfers geven voor de laatste vijf jaar van de positieve en negatieve
antwoorden op vragen tot herziening per Gemeenschap?
Op welke manier worden dergelijke fouten geregistreerd? Wordt er op
basis van deze cijfers een evaluatie gemaakt van het systeem om dit
in de toekomst te vermijden of niet? Is de minister bereid om de
verjaringstermijn van deze fouten op te trekken?
Bij een fout blijkt de situatie niet altijd direct te worden rechtgezet. Bij
herhaald telefonisch aandringen bijvoorbeeld blijkt een dossier soms
nog twee maanden op de verzendingsdienst te blijven liggen. Vanaf
wanneer begint de verjaringtermijn eigenlijk te lopen, vanaf de
herzieningsaanvraag of vanaf de uiteindelijke toekenning?
01.01 Patrick De Groote (N-VA):
L'INAMI se trompe régulièrement
dans le calcul des indemnités
d'invalidité ou des allocations
familiales majorées pour cause de
handicap, mais s'abrite derrière le
délai de prescription de deux ans
et refuse de payer le montant
complet et les autres allocations
non versées.
Combien d'erreurs de calcul sont-
elles découvertes annuellement?
Le ministre dispose-t-il des
statistiques par Communauté pour
les cinq dernières années?
Comment ces erreurs sont-elles
enregistrées? Quelles mesures
sont-elles prises pour éviter des
erreurs? Le ministre envisage-t-il
d'augmenter le délai de
prescription? Ce délai court-il à
partir de la date de demande ou
de celle de l'octroi?
24/11/2004
CRIV 51
COM 407
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.02 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De
Groote, uw vraag betreft een belangrijk domein aangezien het gaat
over de gevolgen van de fouten in de berekening van de
vergoedingen.
Het is voor de administratie niet mogelijk geweest om binnen de
termijn de cijfers te verzamelen waar u om vraagt in uw eerste vraag.
Ze zullen u binnenkort schriftelijk overgemaakt worden.
Vele fouten zijn te wijten aan de overdracht van onvolledige of foute
informatie aan de verzekeringsinstellingen. Zo zijn bijvoorbeeld de
werkgeversaangiften op het bedrag van het gederfde loon vaak
onjuist. De registratie van die fouten kan spontaan gebeuren door de
verzekeringsinstelling of op verzoek van de verzekerde. Bepaalde
fouten worden geregistreerd tijdens een onderzoek in het ziekenfonds
door een administratief inspecteur van de controledienst.
Inzake de terugwerkende kracht van de klacht, kan ik bevestigen dat
de klacht met het oog op recuperatie van de uitkering, verjaart twee
jaar na het einde van de maand waarop deze uitkering betrekking
heeft. Dit beantwoordt uw vierde vraag.
Ik wens daaraan toe te voegen dat de sociaal verzekerde de verjaring
kan stuiten door middel van een aangetekende brief aan zijn
ziekenfonds. Het dossier wordt dan overgemaakt aan een leidend
ambtenaar van de administratieve controledienst van het RIZIV, die
beslist of de notie van overmacht kan worden weerhouden. Het
merendeel van deze beslissingen valt in het belang van de
verzekerde.
Voor uw derde vraag wijs ik erop dat de verlenging van de
verjaringstermijn in feite een tweesnijdend mes is. Deze termijn is ook
van toepassing op de omgekeerde situatie, met name bij de
recuperatie van de bijdragen die ten onrechte werden gestort. Het is
niet mogelijk om de gevolgen van de recuperatieprocedure te
verzwaren die, alhoewel gerechtigd, vaak pijnlijk zijn.
01.02 Rudy Demotte, ministre:
Je vais répondre sous peu et par
écrit à la première question.
De nombreuses erreurs sont dues
à la communication d'informations
incomplètes ou incorrectes des
compagnies d'assurance. L'enre-
gistrement peut être effectué
spontanément par la compagnie
d'assurance à la demande de
l'assuré ou par le service de
contrôle. Le délai de prescription
est de deux ans après la fin du
mois où la dernière allocation
plafonnée a été versée. L'assuré
peut interrompre cette prescription
par l'envoi d'un courrier sous pli
recommandé à sa
caisse
d'assurance maladie. Un agent du
service de contrôle de l'INAMI
décide ensuite si ce cas de force
majeur peut être accepté ou non.
La plupart des décisions sont à
l'avantage des assurés.
La prolongation du délai de
prescription est une arme à double
tranchant puisque ce délai
s'applique également à la situation
inverse, à savoir la récupération
de cotisations indûment versées.
01.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord. Ik wil toch nog eens een concreet voorbeeld geven
van iemand die 17 jaar rolstoelgebruiker is, halftijds werkt en altijd een
invaliditeitsvergoeding van 50% van het RIZIV ontving. Nu, na 17 jaar,
blijkt dat zijn ziekenfonds in de fout ging en de persoon recht had op
een vergoeding van 65%. Men heeft dit de voorbije 2 jaar rechtgezet.
Nu ontvangt hij een bijkomende vergoeding. Van de voorgaande 15
jaar is hij wel een heel pak geld kwijt. U doelt in uw antwoord vaak op
foutieve informatie of onjuiste gegevens die worden gegeven, maar
wat kan de burger in kwestie doen in een dergelijke situatie? De
burger is uiteindelijk altijd het slachtoffer van dergelijke fouten. Als
men met een verjaringstermijn van 2 jaar werkt, lijkt het mij heel
gemakkelijk om alles aan de kant te schuiven en dan moet men zich
ook niet meer verantwoorden.
Het is dus weerom de burger die niet krijgt waarop hij recht heeft door
een fout die niet hij heeft gemaakt, maar die door anderen wordt
gemaakt en waarbij die anderen hun verantwoordelijkheid niet
opnemen.
01.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je connais le cas concret d'une
personne en chaise roulante qui a
reçu de l'INAMI une indemnité
insuffisante pendant 17 ans. Cette
erreur a été rectifiée pour ces
deux dernières années, mais pour
les 15 années précédentes, elle ne
récupérera jamais la différence.
Si un délai de prescription de deux
ans est appliqué, il est facile
d'écarter tous les dossiers, sans
même plus devoir se justifier. Une
fois de plus, le citoyen ne reçoit
pas ce à quoi il a droit.
01.04 Minister Rudy Demotte: U kan ons misschien het concrete
CRIV 51
COM 407
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
geval doorsturen, opdat wij de situatie nader kunnen bestuderen.
01.05 Patrick De Groote (N-VA): Dat is goed. Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de Mme Valérie Deom au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et à la
ministre de l'Emploi sur "l'assujettissement à l'ONSS des personnes handicapées chômeuses ou
invalides qui travaillent ou qui suivent une formation professionnelle dans un centre agréé" (n° 4382)
02 Vraag van mevrouw Valérie Deom aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en aan
de minister van Werk over "de verplichting om RSZ-bijdragen te betalen voor gehandicapte werklozen
of invaliden die werken of een beroepsopleiding volgen in een erkend centrum" (nr. 4382)
02.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, la réglementation
relative à la perception des cotisations sociales a conduit l'ONSS à
exiger l'assujettissement des handicapés chômeurs complets
indemnisés ou bénéficiaires d'une allocation INAMI qui sont liés par
un contrat d'adaptation professionnelle ou qui suivent une formation
professionnelle dans les centres agréés et subventionnés par
l'AWIPH.
Cette position n'a cependant vu le jour qu'en 1987. Auparavant,
l'ONSS faisait preuve d'une certaine tolérance, estimant que l'objectif
du législateur ne pouvait pas avoir été d'assujettir cette catégorie de
personnes, étant donné qu'elles bénéficiaient déjà, de par leur qualité
d'allocataires sociaux, d'une des prestations de la sécurité sociale. Ce
bénéfice sauvegarde le droit des intéressés à d'autres prestations
sociales.
Depuis 1987, l'ONSS a donc procédé dans de nombreux cas à la
citation de centres de formation professionnelle devant les juridictions
du travail, mais a accepté de faire renvoyer systématiquement au rôle
les affaires afférentes à cette problématique en attendant une solution
appropriée. Pour la période antérieure au 1
er
janvier 1999, l'AWIPH et
l'ONSS auraient conclu un accord de principe pour régler le litige en
ce qui concerne uniquement les contrats d'adaptation professionnelle.
Au terme de cet accord, l'AWIPH solderait l'arriéré des cotisations en
principal dues sur les contrats d'adaptation professionnelle. Quant à
l'ONSS, en vertu d'une jurisprudence qui lui est propre, mais aussi
des concepts de "force majeure" et d'"erreur invincible", il lèverait les
majorations et les intérêts de retard.
A partir du 1
er
janvier 1999, date de l'entrée en vigueur du volet
"contrat d'adaptation professionnelle" de l'arrêté du gouvernement
wallon du 5 novembre 1998, il semble que l'ONSS accepte
l'interprétation de l'AWIPH selon laquelle le calcul des cotisations doit
s'opérer sur l'indemnité après déduction des interventions légales ou
réglementaires. Toutefois, aujourd'hui, le problème n'est pas
entièrement résolu.
Il reste, en effet, entier pour les contrats de formation professionnelle.
En plus, il porte sur les modalités de calcul des cotisations applicables
à ce type de contrat.
Alors que l'arrêté du gouvernement wallon du 7 novembre 2002, en
vigueur depuis le 1
er
janvier 2003, prévoit que les cotisations doivent
être retenues sur les indemnités de base et sur la prime
02.01 Valérie Déom (PS): In
toepassing van de reglementering
betreffende de heffing van de
sociale bijdragen eist de RSZ dat
voor de uitkeringsgerechtigden die
een opleiding volgen in de door de
AWIPH betoelaagde erkende
centra, sociale bijdragen worden
betaald. Vóór 1987 was de RSZ
tolerant omdat die mensen al op
één van de uitkeringen van de
sociale zekerheid aanspraak
maken. Sinds 1987 heeft de RSZ
enkele opleidingscentra voor het
arbeidsgerecht gedagvaard.
Voor de periode vóór 1 januari
1999 zouden de AWIPH en de
RSZ een principieel akkoord
gesloten hebben, waarbij de
AWIPH de achterstallige bijdragen
zou aanzuiveren en de RSZ de
verwijlinteresten zou annuleren.
Vanaf 1 januari 1999 schijnt het
RIZIV de interpretatie van de
AWIPH te volgen, dat de
berekening van de bijdragen moet
gebeuren op basis van de
vergoeding na aftrek van de
wettelijke of reglementaire
tegemoetkomingen.
Voor de beroepsopleidings-
overeenkomsten blijft de
onduidelijkheid over de berekening
van de bijdragen echter bestaan.
De regionale RSZ-directies delen
niet alle dezelfde interpretatie. De
toestand is moeilijk te beheren en
niemand weet nog waaraan zich te
houden. De beroepsopleiding
dreigt daardoor duurder te worden
en ook de beoogde doelstelling
24/11/2004
CRIV 51
COM 407
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
complémentaire, mais après déduction des différentes interventions
légales et réglementaires, il me revient que certains inspecteurs de
l'ONSS considèrent que les cotisations doivent être calculées sur les
montants auxquels les travailleurs handicapés pourraient prétendre
s'ils ne percevaient pas, par ailleurs, une allocation de sécurité
sociale.
Il est vrai que la perception n'est pas généralisée, car certaines
directions régionales de l'ONSS considèrent que seules les
indemnités effectivement payées doivent être assujetties. Il
n'empêche que des centres de formation professionnelle, notamment
de la province de Namur, ont reçu la visite d'un inspecteur de l'ONSS
et que des régularisations non négligeables ont été exigées.
Force est de constater que la situation actuelle devient difficilement
gérable et manque totalement de transparence. Elle risque
d'augmenter considérablement le coût de la formation
professionnelle. Par conséquent, elle menace directement l'objectif de
promotion de l'égalité des personnes handicapées sur le marché de
l'emploi.
Elle résulte clairement d'un conflit de législation entre l'AWIPH et
l'ONSS, soit entre l'arrêté du gouvernement wallon du 7 novembre
2002 et l'arrêté royal du 28 novembre 1969 relatif à la sécurité sociale
des travailleurs. Hélas, ce sont certains centres de formation
professionnelle qui en supportent les conséquences, mais
l'interprétation extensive de certains inspecteurs risque peut-être de
faire tâche d'huile.
J'ajoute qu'il serait pour le moins discriminatoire de calculer les
cotisations afférentes aux contrats de formation sur une base
différente, alors que l'ONSS semble accepter un calcul sur les
indemnités effectivement payées pour les contrats d'adaptation
professionnelle.
Sachant que les centres de formation professionnelle doivent
prochainement clôturer les comptes de l'année 2004, quelles
solutions comptez-vous apporter à ce dossier?
van de gelijke behandeling van de
gehandicapten op de
arbeidsmarkt, wordt op de helling
gezet. Een en ander vloeit voort uit
de tegenstrijdige interpretatie van
de wetgeving door de AWIPH en
de RSZ.
Het zou een discriminatie zijn de
bijdragen betreffende opleidings-
overeenkomsten op een andere
basis te berekenen, aangezien de
RSZ blijkbaar aanvaardt dat ze
voor de overeenkomsten voor de
beroepsinschakeling berekend
worden op basis van de werkelijk
uitbetaalde vergoedingen.
Binnenkort moeten de centra voor
beroepsopleiding de rekeningen
voor 2004 afsluiten. Welke
oplossing zal u voor dit dossier
aanreiken?
02.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, madame
Déom, pour répondre à votre question, il convient de faire une
distinction entre, d'une part, la question de savoir quelles personnes
doivent être déclarées à l'ONSS et, d'autre part, sur quelle base faut-il
calculer les cotisations.
En réponse à la première question concernant le principe
d'assujettissement, l'ONSS estime que, dans l'état actuel de la
législation, l'article 3, 6° de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 ne
permet pas d'autre point de vue que celui de dire que toutes les
personnes visées à cet article également celles ayant droit à une
allocation de chômage ou une indemnité de maladie doivent
obligatoirement être déclarées auprès de l'ONSS. Cette façon de voir
les choses n'était pas partagée à l'époque par l'Office national de
reclassement social des moins valides et, plus tard, par les
successeurs de cette institution. Ces affaires ont donc été portées au
rôle particulier en attendant une éventuelle adaptation de la base
légale.
02.02 Minister Rudy Demotte: Er
dient een onderscheid te worden
gemaakt tussen twee zaken:
welke personen moeten bij de
RSZ worden aangegeven
enerzijds en op welke basis
worden de bijdragen voor de
mensen, waarvoor aangifte wordt
gedaan, berekend anderzijds?
Wat het beginsel van de
onderwerping betreft, is de RSZ
van oordeel dat artikel 3, 6 van het
koninklijk besluit van 28 november
1969 er geen twijfel over laat
bestaan dat alle in genoemd
artikel bedoelde personen, dus
ook wanneer zij aanspraak maken
op een werkloosheidsuitkering of
CRIV 51
COM 407
24/11/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Il est exact que des contacts ont été pris entre l'AWIPH et l'ONSS
pour aboutir à une réglementation définitive pour la période précédant
le 1
er
janvier 1999. Néanmoins, jusqu'à présent, aucune
réglementation définitive n'a été élaborée.
En ce qui concerne la base de calcul sur laquelle les cotisations
sociales sont chiffrées, il est exact que l'article 50 de l'arrêté du 7
novembre 2002 du gouvernement wallon stipule que les cotisations
sont dues sur l'allocation de base et l'allocation supplémentaire,
diminuées du montant des indemnités légales chômage, maladie ,
que le stagiaire se voit attribuer. Le problème se pose en termes de
répartition des compétences entre les différents niveaux de pouvoir.
La déclaration à l'ONSS est une matière fédérale. Que ce soit
l'assujettissement ou la base de calcul, ils ne peuvent être fixés de
manière autonome par une législation communautaire.
Toutefois, la base légale pour cette matière est la loi du 27 juin 1969
avec son arrêté d'exécution. Sur cette base, il convient de rappeler
que le salaire est ce à quoi le travailleur a droit sur la base de sa
relation de travail, appliqué aux moins-valides visés ici, donc au
montant intégral auquel ils ont droit étant donné le contrat de
formation qu'ils ont conclu.
Le fait qu'il existe une contradiction entre deux dispositions légales
n'est pas de nature à simplifier ni à éclaircir les choses.
En ce qui concerne la problématique de la base de calcul, des
contacts ont lieu actuellement entre l'ONSS et l'AWIPH. Des pistes
sont tracées pour essayer d'arriver à une solution. Dans ce contexte,
il faut cependant tenir compte du fait que les principes qui règlent la
base de calcul des cotisations de sécurité sociale ne peuvent, en
principe, pas faire de distinction entre des personnes de différentes
régions qui se trouvent dans une situation similaire.
op een ziekte-uitkering, bij de RSZ
moeten worden aangegeven.
Vermits die zienswijze indertijd niet
werd gedeeld door de Rijksdienst
voor sociale reclassering van de
mindervaliden noch door de
opvolgers van die instelling,
werden die zaken op de
particuliere rol ingeschreven in
afwachting van een eventuele
aanpassing van de betrokken
wetgeving.
De AWIPH en de RSZ hebben
inderdaad reeds overleg gepleegd
om een definitieve regeling uit te
werken voor de periode vóór 1
januari 1999 maar tot heden is
men daar nog niet in geslaagd.
Het klopt dat artikel 50 van het
besluit van de Waalse regering
van 7 november 2002 bepaalt dat
de sociale zekerheidsbijdragen
worden ingehouden op de
basisvergoeding en op de
aanvullende premie, verminderd
met het bedrag van de wettelijke
uitkeringen - werkloosheid, ziekte -
die aan de stagiair worden
uitbetaald. De aangifte aan de
RSZ is een federale materie. Een
Gemeenschap kan het wettelijke
kader van de onderwerping en de
berekeningsbasis niet autonoom
vastleggen. Maar de wettelijke
basis van deze materie vinden we
in de wet van 27 juni 1969 en haar
uitvoeringsbesluit. Het salaris
wordt gevormd door de som
waarop de werknemer recht heeft
op grond van zijn arbeids-
verhouding, toegepast op de
mindervaliden waarvan sprake,
met andere woorden, door het
integrale bedrag waarop zij recht
hebben volgens de
opleidingsovereenkomst die ze
hebben afgesloten. Het feit dat er
een tegenstrijdigheid bestaat
tussen twee wettelijke bepalingen
maakt het er uiteraard niet
eenvoudiger op.
Over de berekeningsbasis wordt
er momenteel overleg gepleegd
tussen de RSZ en de AWIPH. In
de beginselen die de
24/11/2004
CRIV 51
COM 407
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
berekeningsbasis van de sociale
zekerheidsbijdragen bepalen, mag
in principe geen onderscheid
gemaakt worden tussen personen
uit onderscheiden gewesten die
zich in een vergelijkbare toestand
bevinden.
02.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse. Manifestement, on est conscient de l'existence du
problème. A ce jour, aucune réglementation définitive ne semble être
d'application pour les personnes qui doivent être assujetties. De plus,
il y a évidemment la problématique de la contradiction entre deux
normes même si, a priori, cela relève du fédéral. Concernant la base
de calcul, des contacts sont en cours.
Les dossiers commencent à prendre des proportions importantes.
Pour certains centres dans la région namuroise, notamment, on parle
de montants d'environ 285.000 de régularisations pour les années
1997 à 2002. Comme il n'y a toujours pas de réglementation précise,
les centres de formation ne savent pas sur quel pied danser.
L'AWIPH leur recommande de ne rien déclarer tandis que leurs
avocats leur conseillent l'inverse. En attendant, ces montants de
l'ordre de 285.000 euros sont encore en augmentation. Une solution
structurelle et définitive serait favorable au bon fonctionnement de ces
centres. Un courrier de l'AWIPH du 9 novembre fait état de
discussions en cours mais elles le sont depuis de nombreuses
années! Cela finit par créer un préjudice ainsi qu'une insécurité
juridique et financière pour ces centres.
02.03 Valérie Déom (PS): De
bedragen die hiermee gemoeid
zijn beginnen op te lopen. Voor
een aantal centra in de regio
Namen spreekt men al van
bedragen van 285.000 euro voor
de regularisatie van de periode
1997-2002.
De vormingscentra weten niet
meer waar zij aan toe zijn. Volgens
een brief van het AWIPH van
9 november zijn er besprekingen
aan de gang, maar dat zijn ze al
sinds vele jaren, wat uiteindelijk
leidt tot juridische en financiële
onzekerheid voor deze centra.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Vraag nr. 4377 van de heer Melchior Wathelet wordt naar een latere datum verschoven.
Aangezien onze agenda uitgeput is, is er deze namiddag geen commissievergadering.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.01 heures.